New 25 SEPTEMBER 2014 - Antwerp · 2020. 8. 1. · VERGADERING VAN 25 SEPTEMBER 2014 5 De raad is bijeen in openbare vergadering. OPENBARE VERGADERING GRIFFIE De leden van de provincieraad

VERGADERING VAN

25 SEPTEMBER 2014

STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VERGADERING VAN 25 SEPTEMBER 2014

3

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN __________


__________

De vergadering wordt geopend te 14.31 uur.

Mevrouw de Gouverneur en de heer Provinciegriffier zijn aanwezig.

Tekenden de aanwezigheidslijst:

Mevrouw AVONTROODT Yolande

Mevrouw BAYRAKTAR Aysel

De heer BELLENS Peter

Mevrouw BOCKX Greet

De heer BOLLEN Ivo

Mevrouw BOONEN Nicole

Mevrouw BRADT Sofie

De heer BUNGENEERS Luc

De heer CAALS Tom

De heer CALUWÉ Ludwig

De heer CLAESSEN Jan

Mevrouw COLSON Mireille

De heer CORLUY Bert

Mevrouw COTTENIE Christ'l

De heer CUYT Rony

De heer DE COCK Koen

De heer DE HAES Jan

Mevrouw DE HERT Vera

De heer DILLEN Koen

De heer FEYAERTS Patrick

Mevrouw GENIETS Benedicte

De heer GEUDENS Frank

De heer GEYSEN Kris

Mevrouw GIELEN Pascale

De heer GODDEN Jürgen

De heer GOOSSENS Kris

De heer HELSEN Koen

Mevrouw HENDRICKX Iefke

De heer HENS Werner

De heer HUIJBRECHTS Jan

Mevrouw JACQUES Ilse

De heer JANSSEN Patrick

De heer JANSSENS Eric

De heer KERREMANS Koen

De heer LEMMENS Luk

De heer MARCIPONT Daniël

De heer MEEUS Michel

De heer MERCKX Kris

Mevrouw MICHIELSEN Inge

De heer MINNEN Herman

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

4

Mevrouw MOREAU Livia

Mevrouw MUYSHONDT Tine

De heer PALINCKX Koen

De heer PEETERS Bruno

Mevrouw PEETERS Marleen

De heer RÖTTGER Rik

De heer SCHOOFS Hans

De heer SELS Frank

Mevrouw STEVENS Lili

De heer THIJS Danny

De heer UGURLU Sener

Mevrouw VAN CLEEMPUT Loes

De heer VAN EETVELT Roel

Mevrouw VAN GOOL Greet

Mevrouw VAN HAUTEGHEM Marleen

Mevrouw VAN HOFFELEN Karin

De heer VAN HOVE Bart

Mevrouw VAN HOVE Katleen

Mevrouw VAN LANGENDONCK Gerda

Mevrouw VAN OLMEN Mien

Mevrouw VANALME An

De heer VANDENDRIESSCHE Diederik

Mevrouw VERHAERT Inga

De heer VERHAEVEN Eddy

Mevrouw VERLINDEN Linda

De heer VOLLEBERGH Steven

Mevrouw WECKHUYSEN Wendy

De heer WILLEKENS Tim

De heer ZANDER Jan

Verontschuldigd: mevrouwen BAETEN Els, JACQUES Ilse en NAERT Nicole.


5

De raad is bijeen in openbare vergadering.

OPENBARE VERGADERING

GRIFFIE De leden van de provincieraad

Departement Algemeen Beleid

datum 8 september 2014

kenmerk GF/PAURIHE

contactpersoon Ria Herremans | T 03 240 54 09

[email protected]

onderwerp Provincieraad

Mevrouw,

Mijnheer,

Ik heb de eer u mede te delen dat ik bij toepassing van artikel 20 van het

provinciedecreet beslist heb de provincieraad bijeen te roepen op donderdag

25 september 2014 om 14.30 uur.

U gelieve deze vergadering, die plaats heeft in het Bernarduscentrum,

Lombardenvest 23 te 2000 Antwerpen, bij te wonen. Als bijlage zend ik u de

agenda.

Met bijzondere hoogachting,

De voorzitter,

Kris Geysen

Postadres: Bezoekadressen (van juni 2013 tot eind 2016) Administratie: Koningin Elisabethlei 22 Provinciehuis aan de Singels (PaS) 2018 Antwerpen Desguinlei 100 | 2018 Antwerpen T 03 240 50 11 Deputatieleden en kabinetten: Parkhuis [email protected] Koningin Elisabethlei 18 | 2018 Antwerpen

mailto:[email protected]


6

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VERGADERING VAN 25 SEPTEMBER 2014 Agenda

OPENBARE VERGADERING

0. Provinciale overheid

0/1 Provincieraad. Ontslag van de heer Jan Hofkens. Opvolging.

0/2 Provincieraad. Ontslag van mevrouw Hilde De Lobel. Opvolging.

0/3 Toelichting van de deputatie bij het Vlaams regeerakkoord. Kennisname.

0/4 Wijziging vertegenwoordiging N-VA fractie in commissies en verenigingen.

Goedkeuring.

0/5 Wijziging vertegenwoordiging Vlaams Belangfractie in commissies en

verenigingen. Goedkeuring.

0/6 Provincieraad. Wijziging huishoudelijk reglement. Goedkeuring.

0/7 Benoeming commissaris-revisor ten behoeve van 14 Autonome

Provinciebedrijven. Goedkeuring.

1. Cultuur

1/1 Budget 2014. Aanwending van subsidiekredieten. Goedkeuring.

1/2 Budget 2014. Aanpassingen subsidies en dotaties. Goedkeuring.

1/3 Overeenkomst met Toneelhuis. Aanwending diverse kredieten.

Goedkeuring.

1/4 Overdracht archeologische collecties aan het provinciaal archeologisch

depot. Goedkeuring.

1/5 Architectuurarchief provincie Antwerpen (APA). Jaarverslag 2013.

Kennisgeving. Overdracht van architectuurarchieven. Goedkeuring.

1/6 Erediensten. Antwerpen. Kathedrale kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw.

Rekening 2013. Advies. Goedkeuring.

1/7 Erediensten. Antwerpen. Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria

Boodschap. Rekening 2013. Advies. Goedkeuring.


7

1/8 Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen

Islamic Association. Rekening 2013. Advies. Goedkeuring.

1/9 Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif.

Rekening 2013. Advies. Goedkeuring.

1/10 Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke

Vrede (Huzur). Rekening 2013. Advies. Goedkeuring.


Islamic Association. Meerjarenplan 2014 - 2019. Goedkeuring.


Vrede. Meerjarenplan 2014 - 2019. Goedkeuring.


Islamic Association. Budget 2014. Akteneming. Goedkeuring.


Vrede. Budget 2014. Akteneming. Goedkeuring.

1/15 Erediensten. Antwerpen. Provinciale Instelling voor Morele

Dienstverlening. Begroting 2015. Advies. Goedkeuring.

2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales

2/1 Uitvoering RSPA: PRUP “Wortel-Kolonie” – Hoogstraten – definitieve

vaststelling. Goedkeuring.

2/2 Uitvoering RSPA: PRUP “Oude kanaalarm” – Puurs – voorlopige

vaststelling. Goedkeuring.

2/3 Fietsostrade langs spoorlijn 15 (Herentals-Geel-Mol-Balen) - Herentals-

Balen-Deel 5 - fietsweg van Langstraat tot Keersvennen in Geel. Ontwerp,

bestek, raming en wijze van gunnen. - Goedkeuring.

3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking

3/1 Beheersovereenkomst met het autonoom provinciebedrijf Havencentrum.

Goedkeuring.

3/2 Provinciale initiatieven. Streekpact RESOC-Antwerpen. Goedkeuring.

3/3 Budget 2014. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn, Economie en

Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0500/64900000. Subsidiëring van het

provinciaal economisch beleid. Aanwending van krediet. Goedkeuring.


8

3/4 Reglement voor de subsidiëring van initiatieven voor duurzame en

verbrede landbouw. Goedkeuring.

3/5 Landbouw- en plattelandsbeleid. Omzetten van subsidiebudgetten naar

werkingsmiddelen. Goedkeuring.

3/6 Landbouw.

Werkingssubsidie 2014. Proefstation Sint-Katelijne Waver. Aanleg

specifieke reserve. Toekenning en betaling. Kennisname.

4. Financiën en logistiek

4/1 Meerjarenplan 2014-2019. Evenwicht na de vierde reeks wijzigingen.

Goedkeuring.

4/2 Vierde reeks wijzigingen van 2014. Diverse wijzigingen personeelsbudget

Provincie en verzelfstandigde entiteiten.

Budget 2014. Schema B2. Exploitatiebudget

Beleidsdomein Algemene Financiering. Exploitatiebudget – Uitgaven.

Vermindering van transactiekrediet 2014

Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie. Exploitatiebudget –

Uitgaven.


Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget – Uitgaven.

Vermeerdering van transactiekrediet 2014

Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Leefmilieu. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Exploitatiebudget –

Uitgaven.

Vermeerdering van transactiekrediet 2014.

4/3 Vierde reeks wijzigingen van 2014 - diverse aanpassingen

exploitatiekosten en investeringen.


Beleidsdomein Algemene Financiering. Exploitatiebudget - Uitgaven

Vermindering van transactiekrediet 2014.


9

Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget - Uitgaven


Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget - Uitgaven


Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Exploitatiebudget -

Uitgaven


Beleidsdomein Leefmilieu. Exploitatiebudget - Uitgaven


Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Exploitatiebudget -

Uitgaven


Budget 2014. Schema B4. Transactiekredieten voor

investeringsverrichtingen

Beleidsdomein Logistiek. Investeringsbudget - Uitgaven


Beleidsdomein Vrije Tijd. Investeringsbudget - Uitgaven


Beleidsdomein Leefmilieu. Investeringsbudget - Uitgaven


Budget 2014. Schema B3. Investeringsenveloppe

Investeringsenveloppe IE02 Logistiek

Rubriek II.A.3. Roerende goederen - uitgaven

Vermeerdering van verbinteniskrediet


Investeringsenveloppe IE07 Vrije Tijd

Rubriek II.A.1. Terreinen en gebouwen - uitgaven

Vermindering van verbinteniskrediet


Investeringsenveloppe IE09 Leefmilieu




4/4 Vierde reeks wijzigingen van 2014 - financiering van het onderhoud en het

herstel van diverse provinciale gebouwen.




Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Exploitatiebudget -

Uitgaven




Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven


Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget - Uitgaven Vermeerdering van

transactiekrediet 2014.


10

4/5 Departement Logistiek - Vierde reeks wijzigingen van 2014 -

investeringen.



Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Investeringsbudget - Uitgaven


Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Investeringsbudget -

Ontvangsten


Beleidsdomein Cultuur. Investeringsbudget - Uitgaven




Beleidsdomein Algemene Financiering. Investeringsbudget - Uitgaven



Investeringsenveloppe IE05 Ontwikkeling en Educatie

Rubriek II.A.1. Terreinen en gebouwen - Uitgaven



Rubriek IV. Investeringssubsidies en – schenkingen – Ontvangsten



Investeringsenveloppe IE06 Cultuur

Rubriek II.A.5. Erfgoed - Uitgaven





Investeringsenveloppe IE14 Nieuw Provinciehuis Vorige Jaren



4/6 Vierde reeks wijzingen van 2014. Verschuiving van kredieten Cultuur van

exploitatie naar investering voor de aankoop van een kunstwerk voor de

provinciale collectie.


Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget - Uitgaven



Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014-2019

Rubriek II.A.3 Roerende goederen – Uitgaven

Vermeerdering van verbinteniskrediet.


11

4/7 Vierde reeks wijzingen van 2014. Overdracht restkredieten

nutsvoorzieningen en onderhoud Vrieselhof van PBC naar PGRA







4/8 Vierde reeks wijzigingen van 2014. Provinciale Groendomeinen regio

Mechelen. Aanvulling exploitatiebudget.









Investeringsenveloppe IE07 - Vrije Tijd

Rubriek II.A.3. Roerende goederen - Uitgaven



4/9 Vierde reeks wijzigingen van 2014. Dienst Vrijetijds- en

Landschapsbeleving. Verhoging exploitatiebudget.











Investeringsenveloppe IE07 - Vrije Tijd: 2014 - 2019




Budget 2014. Schema B5. Liquiditeitenbudget

Beleidsdomein Algemene Financiering - Uitgaven



12

4/10 Vierde reeks wijzigingen van 2014

Verschuiving krediet naar de Dienst Landbouw en Plattelandsbeleid in

functie van de opmaak van kansenkaarten voor samenwerking tussen

landbouw, water en natuur.


Beleidsdomein Leefmilieu. Exploitatiebudget – Uitgaven


Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid. Exploitatiebudget –

Uitgaven


4/11 Vierde reeks wijzigingen van 2014

Verschuiving kredieten voor de aankoop van tablets en GSM's.





Beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie. Exploitatiebudget

- Uitgaven


4/12 Budget 2014. Vierde reeks wijzigingen.

Aanpassing van de dotaties van de autonome provinciebedrijven APB

Provinciaal Onderwijs Antwerpen (POA), APB Provinciaal Vormingscentrum

Malle (PVM), APB Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen (ZM),

APB Modemuseum Provincie Antwerpen (MOMU), APB

Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA), APB Provinciaal

Recreatiedomein Zilvermeer (PRZ), APB Provinciaal Recreatiedomein De

Schorre (PRDS) en APB Kamp C (KMPC) en het extern verzelfstandigde

agentschap privaat met vzw-structuur EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij

(PV). Goedkeuring.

4/13 Budget 2014. Evenwicht na de vierde reeks wijzigingen. Goedkeuring.

4/14 Artikels 161 en 162 van het provinciedecreet, rapport aan de

provincieraad en deputatie over de thesaurietoestand, de

liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, de evolutie van de budgetten en

de voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de

voorgenomen verbintenissen. Kennisname.

4/15 Provinciale overheidsopdrachten.

Antwerpen. Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Herstelling van de glas-in-

loodramen aan noord- en noordwestzijde ingevolge hagelschade van 9

juni 2014. Ontwerp. Goedkeuring.


Antwerpen/Berchem. Coveliersgebouw. Heraanleg parking. Verrekening

nr. 2. Goedkeuring.


13


Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre. Fase 1: aanleggen van een

gescheiden rioleringsstelsel. Verrekening nr. 3. Goedkeuring.


Lier – provinciaal instituut voor milieueducatie - vernieuwen centrale

verwarming - ontwerp. Goedkeuring.


Mechelen. Provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker. Onderhoud

technische installaties. Ontwerp. Goedkeuring.

4/20 Provinciale overheidsopdrachten

Mechelen. Provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker. Aanpassing

en uitbreiding met een zwembad van het bestaande hoofdgebouw.

Ontwerpopdracht. Aanvullende diensten en bijkomende uitgaven.

Goedkeuring.


Antwerpen. Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Restauratie. Fase 11b:

reiniging en restauratie van schilderwerk en meubilair van de Heilig Hart

van Mariakapel (kapel K12). Verrekening nr. 2. Kennisname.


Antwerpen. Provinciaal instituut PIVA. Vernieuwen van het

oefenrestaurant en bouwen van een vleugel voor het

volwassenenonderwijs. Ontwerpopdracht. Bijkomende uitgaven.

Kennisname.

4/23 Vastgoed. Herselt. Provinciaal groendomein Hertberg. Aankoop

weekendverblijven. Goedkeuring.

4/24 Vastgoed. Putte. Aanleg retentiebekken Wolzakkenleibeek.

Grondaankoop. Pachtverbreking. Goedkeuring.

4/25 Vastgoed. Bornem. Provinciaal groendomein d'Ursel. Aankoop perceel

grond. Goedkeuring.

4/26 Vastgoed. Mechelen - Fiets-o-strade Antwerpen-Mechelen -

Grondaankoop. Goedkeuring.

4/27 Vastgoed. Geel & Mol. Aanleg fietsostrade Herentals-Balen.

Onteigeningsplans. Goedkeuring.

4/28 Vastgoed. Mechelen. Sociale infrastructuur. Aankoop

gebouwencomplex aan de Paardenkerkhofstraat/Nekkerspoelstraat.

Koopvoorwaarde. Goedkeuring.


14

1e bijkomende agenda

4/29 Vastgoed. Edegem. Universitair Bedrijvencentrum Antwerpen. Verkoop

gebouw. Goedkeuring.

5. Onderwijs en jeugd

5/1 Budget 2014. Subsidie flankerend onderwijsbeleid. Verdeling van krediet.

Goedkeuring.

5/2 Jeugddienst. Subsidiereglement ‘Innovatieve cultuurprojecten in het

voordeel van kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare

situatie’. Goedkeuring.

5/3 Jeugddienst. Diversiteitsproject Kunstbende regio Antwerpen.

Samenwerkingsovereenkomst Fameus vzw. Goedkeuring.

6. Energie, communicatie en ICT

7. Recreatie, sport en toerisme

7/1 Autonoom Provinciebedrijf Sport. Interlokale verenigingen Sportregio's.

Jaarrekeningen en jaarverslagen 2013. Goedkeuring.

8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid

8/1 Provinciepersoneel. Wijziging van de rechtspositieregeling. Goedkeuring.

9. Welzijn

9/1 Samenwerkingsovereenkomst met het extern verzelfstandigd agentschap

in privaatrechtelijke vorm Provinciaal Centrum voor opsporing van

Metabole Aandoeningen (PCMA) vzw. Goedkeuring.

9/2 Budget 2014. Verdeelkrediet - rekeningcombinatie

2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor

sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet: verschillende innovatieve

projecten. Goedkeuring.

9/3 Budget 2014. Herverdeling van het krediet, ingeschreven in het

uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0909: subsidies met

betrekking tot gelijke kansen (N/R)/ Overige verrichtingen inzake sociaal

beleid. Goedkeuring.


15

9/4 Budget 2014. Herverdeling van het krediet ingeschreven in het


betrekking tot het armoedebeleid (N/V)/ Overige verrichtingen inzake

sociaal beleid. Goedkeuring.

9/5 Budget 2014. Herverdeling van het krediet, ingeschreven in het


betrekking tot ouderen (N/R)/ Overige verrichtingen betreffende ouderen.

Goedkeuring.

9/6 Budget 2014. Herverdeling van het krediet ingeschreven in het

uitgavenbudget BBC onder 2014/64900000/21/0911: subsidies met

betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor

personen met een handicap. Goedkeuring.

10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie

10/1 Plattelandsbeleid.

Subsidie voor plattelandsontwikkelingsprojecten voor vzw Rurant.

Goedkeuring.

11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid

11/1 Budget 2014. Machtigingskrediet 0390/64900000. Toegestane subsidies.

Subsidies voor Leefmilieuprojecten. Aanwending krediet. Goedkeuring.

12. Waterbeleid


Toepassing van artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet.

Gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken in waterlopen van

2e categorie - dienstjaar 2015-2016. Bestek en wijze van gunnen.

Goedkeuring.



Ecohydrologische studie Grote Caliebeek te Kasterlee-Turnhout (i.s.w. met

ANB). Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring.



Uitvoering - Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing

constructies op de onbevaarbare waterlopen van 2e categorie. Bestek en

keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring.


16

13. Moties

13/1 Motie aan Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen om de

ondersteuning en de subsidiëring van MODEM over te nemen, ingediend

door mevrouw Greta Bockx (Groen) en gezamenlijk geamendeerd door de

heren Koen Dillen (N-VA), Ivo Bollen (CD&V) en mevrouw Greet Van Gool

(sp.a). Goedkeuring.

14. Interpellaties

14/1 Interpellatie met betrekking tot de briefcampagne over de "groepsaankoop

groene energie", ingediend door de heer Roel Van Eetvelt (open vld).

14/2 Interpellatie met betrekking tot de liquidatie van MODEM en de noodzaak

om de harde asociale koers te stoppen, ingediend door de heer Kris

Merckx (PVDA+).

15. BESLOTEN VERGADERING

15/1 Procoro. Wijziging samenstelling. Goedkeuring.

15/2 Procoro. Wijziging samenstelling. Goedkeuring.


17

0. Provinciale overheid

Nr. 0/1 van de agenda

Provincieraad. Ontslag van de heer Jan Hofkens.

Opvolging.

VOORZITTER.- Wij hebben het ontslag uit de provincieraad ontvangen van de heer Jan

Hofkens, die lid is geworden van het Vlaams parlement, en van mevrouw Hilde De Lobel,

wegens persoonlijke redenen. Langs deze weg wil ik hen ook beiden van harte danken voor

hun inzet tijdens de voorbije periode.

Volgens het huishoudelijk reglement van de provincieraad gebeurt het onderzoek van de

geloofsbrieven van de nieuw verkozenen door een bijzondere commissie van 5 verkozen

raadsleden, die bij lottrekking worden aangeduid en die in dit geval afkomstig moeten zijn

uit het kiesarrondissement Mechelen-Turnhout. De commissie onderzoekt de

geloofsbrieven van de verkozenen.

Mevrouw Stevens trekt uit de klaargemaakte omslag de 5 leden van de commissie. Zij

worden gevraagd de heer Bats te volgen naar het fractielokaal van N-VA. Dat is hier

achter mij gelegen. De leden van deze commissie zijn: de heren Roel van Eetvelt, Patrick

Feyaerts, Kris Goossens, Peter Bellens en Daniël Marcipont.

De vergadering wordt geschorst te 14.34 uur om de bijzondere commissie de kans te geven haar werkzaamheden aan te vatten.

De vergadering wordt hernomen te 14.42 uur.

VOORZITTER.- Ik stel voor dat wij luisteren naar de verslaggever die zojuist in de

commissie is aangeduid.

Mijnheer Van Eetvelt, u heeft het woord.

De heer VAN EETVELT.- Waarde collega raadsleden,

Beste leden van de deputatie,

Mevrouw de gouverneur,

Het verslag van de bijzondere commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven.

De commissie heeft kennis genomen van het schrijven van 28 juli 2014 waarbij de heer Jan

Hofkens ontslag neemt als provincieraadslid. De heer Danny Thijs, geboren op 27 juli 1964,

zelfstandig verzekeringsagent, wonende te Merellaan 2, 2930 Brasschaat, is geroepen om

in de opvolging van de heer Jan Hofkens te voorzien. Hij is immers de volgende in

aanmerking komende plaatsvervanger van lijst nr. 2, district Kapellen.

Het aanvullend onderzoek heeft laten blijken dat de heer Thijs de vereiste voorwaarden is

blijven vervullen, en nog vervult, zodat niets zich tegen zijn aanstelling als

provincieraadslid verzet.

De bijzondere commissie stelt dan ook voor de heer Thijs tot de wettelijke eed toe te

laten.

Gedaan te Antwerpen, op 25 september 2014.


18

VOORZITTER.- Dan zou ik eerst de heer Danny Thijs willen uitnodigen voor de

eedaflegging.

De heer Thijs zal in de raad zetelen ter vervanging van de heer Hofkens voor de

N-VA-fractie.

Mijnheer Thijs, mag ik u vragen recht te staan. De eedformule in het provinciedecreet

luidt als volgt: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.”

De heer THIJS legt de wettelijke eed af.

VOORZITTER.- Dank u wel. Proficiat.

Applaus


Provincieraad. Ontslag van mevrouw Hilde De Lobel.

Opvolging.

VOORZITTER.- Ik geef graag terug het woord aan de verslaggever, mijnheer Van Eetvelt.

De heer VAN EETVELT.- De commissie heeft kennis genomen van het schrijven van

4 september 2014 waarbij mevrouw Hilde De Lobel ontslag neemt als provincieraadslid.

Mevrouw Anke Van dermeersch, is de eerstvolgende in aanmerking komende

plaatsvervanger van lijst nr. 3, district Antwerpen, waartoe mevrouw De Lobel behoorde.

Met een email van 5 september jongstleden heeft mevrouw Van dermeersch echter

medegedeeld dat zij aan het mandaat van provincieraadslid verzaakt. De volgende in

aanmerking komende opvolger is de heer Jan Penris. Met email van 9 september

jongstleden heeft ook hij laten weten dat hij aan het mandaat van provincieraadslid

verzaakt. Daardoor is de heer Jan Claessen, geboren op 15 maart 1964, arbeider, wonende

te Ruggeveldlaan 677/8, 2100 Deurne, Antwerpen, geroepen om in de opvolging van

mevrouw De Lobel te voorzien. Hij is inderdaad de volgende in aanmerking komende

plaatsvervanger van lijst nr. 3, district Antwerpen.

Het aanvullend onderzoek heeft laten blijken dat de heer Claessen de vereiste

voorwaarden is blijven vervullen, en nog vervult, zodat niets zich tegen zijn aanstelling als

provincieraadslid verzet.

De bijzondere commissie stelt dan ook voor de heer Claessen tot de wettelijke eed toe te

laten.

Gedaan te Antwerpen, op 25 september 2014.

VOORZITTER.- Dank u wel, mijnheer Van Eetvelt.

Dan kunnen we verder gaan met de eedaflegging van de heer Jan Claessen, ter vervanging

van mevrouw De Lobel, voor de Vlaams Belang fractie.

Mijnheer Claessen, mag ik u vragen recht te staan en uw rechterhand op te heffen. De

eedformule in het provinciedecreet luidt als volgt: “Ik zweer de verplichtingen van mijn

mandaat trouw na te komen.”


19

De heer CLAESSEN legt de wettelijke eed af.

VOORZITTER.- Dank u wel. Proficiat.

Applaus

VOORZITTER.- Aan beide raadsleden, welkom in onze provincieraad.


Toelichting van de deputatie bij het Vlaams regeerakkoord.

Kennisname.

VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord.

De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer de voorzitter,


Geachte raadsleden,

Collega’s,

Het Vlaams Regeerakkoord heeft voor het provinciale bestuursniveau heel wat gevolgen.

Concreet stelt het Vlaams Regeerakkoord dat de provincies verder zullen afgeslankt

worden, dat de provincies niet langer persoonsgebonden materies zullen uitoefenen, ook

niet diegene die met de sectorale decreten in 2012 aan ons zijn toegewezen. De

persoonsgebonden materies zullen worden overgenomen door de Vlaamse overheid en door

de gemeentebesturen. De provincies zullen ook niet langer bovenlokale taken en initiatieven

uitvoeren in steden met meer dan 200.000 inwoners, concreet voor onze provincie gaat het

hierbij om de stad Antwerpen.

Ondertussen heeft een eerste overleg plaatsgevonden tussen de Vereniging van Vlaamse

Provincies en de minister voor Binnenlands bestuur, mevrouw Homans. De minister

verklaarde dat nog dit jaar een tijdspad zal worden uitgeschreven met een gefaseerde

invoering van de voorziene bevoegdheidsoverdrachten. De minister verklaarde ook dat bij

de overdracht van bevoegdheden dit in zijn geheel zal gebeuren: dat betekent met behoud

van personeel, infrastructuur en werkingsmiddelen.

Collega’s, er is dus nog veel onduidelijkheid, al zijn de grote lijnen duidelijk. Zo weten we

ook dat vanaf volgend jaar het provinciefonds wordt stopgezet, wat voor onze provincie

neerkomt op 11 miljoen EUR. Een inspanning die offers zal vergen, die deze deputatie nog

aan de raad zal voorleggen tijdens de begrotingsbesprekingen van november en december

van dit jaar.

Collega’s,

De laatste maanden heeft iedereen wel een visie op het provinciaal bestuur ontwikkeld.

Zoals u weet zijn die visies uiteenlopend, ook binnen deze deputatie. We zouden hier dan

ook uren kunnen discussiëren over de toekomst van de provincies, maar u weet even goed

als ik dat wij ons lot niet in eigen handen hebben. Het is in het Vlaams parlement dat er


20

over onze toekomst beslist wordt en het is daar dat het debat gevoerd moet en zal

worden.

Collega’s,

Deze deputatie zal haar verantwoordelijkheid nemen als een constructief partner. Deze

provincie heeft de voorbije jaren heel wat expertise opgebouwd op tal van vlakken, heel

wat projecten gelanceerd en instellingen uitgebouwd van internationaal niveau. Deze

deputatie zal er op toezien dat dit werk niet verloren gaat.

Ik denk dan in de eerste plaats - en wij allemaal binnen de deputatie, en ik denk ook

iedereen binnen deze raad - aan ons personeel. Het is belangrijk dat de expertise die zij

hebben opgebouwd ook na de hervormingen bewaard blijft en ingezet wordt. Onze

provincie, en we kunnen dat dagdagelijks ondervinden, heeft heel wat enthousiast en

bekwaam personeel en het is belangrijk dat zij hun werk kunnen voortzetten, ook als dat

moet in een andere bestuurlijke context. Voor deze deputatie primeert de inhoud op de

structuur en wij zullen er alles aan doen dat de inhoud niet het slachtoffer wordt van de

structuurhervormingen.

Ik dank u.

Applaus

VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord.

De heer GEUDENS.- Collega’s,

Mijn tussenkomst is getiteld: ‘De provincie mag zich niet vernederen.’

We steken niet onder stoelen of banken dat we kwaad, heel kwaad, maar ook erg

ontgoocheld zijn over wat er met de provincies staat te gebeuren. Over zoveel

onwetendheid en improvisatie die zonder schroom tentoon gespreid worden.

Vandaag is de N-VA de hoofdschuldige, maar andere partijen zijn op zijn minst

medeplichtig, ook mijn partij. En ik besef ook, collega’s, dat dit nu voor mijn partij, en voor

mezelf, nu we niet in de Vlaamse regering zitten, gemakkelijker praten is. Voor de N-VA,

CD&V en open vld provincieraadsleden is het moeilijker om positief naar de provincies uit

de hoek te komen. En de positie van de gedeputeerden Lemmens, Peeters, Caluwé en

Bellens is, politiek gesproken althans, zowat de minst comfortabele die een politieker zich

wensen kan in dit verband. Wat ik jammer vind – en ik richt me nu even naar de N-VA

collega’s – is dat jullie nog zo weinig ervaring hebben in dit bestuur en dat het moeilijk is

om er nu al van binnenuit een oordeel over te hebben. Misschien heb ik er heel lang over

gedaan, maar daarvoor heb je veel meer tijd nodig om dit te kunnen beseffen. Dus, als ik

kwaad ben, neem dit dan niet persoonlijk.

We weten het allemaal, en laat ons er geen doekjes om doen, na de zware stamp die vorig

jaar naar de provincies werd uitgedeeld, wil deze Vlaamse regering, en ik beklemtoon onder

lijdzaam toezien van de oppositie, de provincies op de knieën, om dan volgende legislatuur

de ezelstamp te geven.


21

Ondenkbaar, erg ondankbaar bovendien, temeer omdat deze provincie, maar ook de vier

andere uit Vlaanderen én de Vereniging voor Vlaamse provincies de voorbije maanden tijd,

energie en middelen hebben gestoken in die zogenaamde interne staatshervorming, om

klaarheid te scheppen, om toch van de nood een deugd te maken. Maar die ene oefening was

nog niet gedaan, voor de zomervakantie, of het volgende voldongen feit werd

gepresenteerd. We vragen ons oprecht af wie daar nu beter van wordt?

Eind dit jaar, collega’s, maak ik 33 jaar deel uit van deze provincieraad, en deze instelling

heeft goede en minder goede momenten gekend, maar de situatie vandaag is vooralsnog het

absolute dieptepunt. Ik vraag me dan ook af: hoe is het zover gekomen?

Bij de stichting van België in 1831 was het bewind weliswaar argwanend voor de sterke

interne verbondenheid die al eeuwenoud was. Wij waren al sedert de 12e eeuw Brabanders.

In feite had onze huidige provincie dan ook beter Midden-Brabant geheten.

Het Vlaanderen van over het water was ons in de loop van de vorige eeuwen zo mogelijk

vreemder dan Amsterdam, Parijs of Keulen. En dit geldt vandaag nog, ik kan het weten

want mijn partner is van Lokeren, en tussen ons en Oost- en West-Vlaanderen ligt er een

wereld van verschil.

De Belgische provincies werden, net zoals men dat met kolonies doet, opgezadeld met

gouverneurs die ervoor moesten zorgen dat het centrale gezag niet aangetast werd door

lokale reflexen. De provincies werden in de loop der jaren goede bondgenoten van dat

centrale gezag. De verkiezing van de provincieraden viel samen met de nationale

verkiezingen. Ik heb nog meegemaakt dat de provincieraden werden ontbonden omdat de

nationale regering was gevallen. De provincies werden voogdijoverheid voor de

gemeentebesturen en de OCMW’s.

Onder leiding van de gouverneurs is die rol van de provincies, door jarenlange contacten,

geëvolueerd naar begeleider, coach, helpende hand van gemeenten. Zo werden de

provincies trouwe medewerkers van de nationale en recentelijk de gewestregering, maar

tegelijkertijd bondgenoot van de gemeenten. Al enkele jaren vallen gemeente- en

provincieraadsverkiezingen samen, waardoor we minstens legislaturen hebben van 6 jaar.

Ik was daar niet ongelukkig over.

Wat vorig jaar, en sterker nog, tijdens de afgelopen vakantieperiode gebeurde is echter

voor mij onbegrijpelijk en totaal onaanvaardbaar.

Die goeie, trouwe provincie wordt voor de diensten bedankt. Zo voel ik dat aan.

Persoonlijk denk ik dat er vele redenen zijn waarom het zover is gekomen. Ik noem er

alvast vijf, maar er zijn er allicht veel meer.

1) Provincies zijn overbodig?

Het is “bon ton” om te zeggen dat de provincies overbodig zijn.

Het is vanzelfsprekend een goede zaak dat een maatschappij zich voortdurend beraadt

over de beste organisatie om het algemeen belang te dienen. Dat is een voortdurende

bekommernis, en dat moet zo zijn, en dat moet zo blijven. Maar dan heb ik toch liefst dat

dit gebeurt op een meer wetenschappelijke wijze, met een minimum aan “facts and

figures”. Over de provincies echter wordt weinig gestudeerd, wel negatieve sfeer

gecreëerd. Het is bovendien totaal ongeloofwaardig dat deze Vlaamse regering

daarentegen ver weg blijft van een veel prangerder probleem: de indeling van de


22

gemeenten, en waarom de wildgroei op het middenveld van intercommunales en

samenwerkingsverbanden allerhande, meer dan 2000, die aandacht niet waard is.

Vlaanderen heeft geen onderbouwde visie. Wat voorligt is pure willekeur, en ik wil er graag

bij vermelden dat mijn partij zich daar ook aan heeft bezondigd. Machtsmisbruik waarvan

ik zelfs wat schrik krijg.

2) Werk in de luwte:

Om te bestaan vandaag moet men “talk of the town” zijn, met moet controversieel zijn.

Niets van dit alles voor de provincies, zelden interessant voor de pers, daarom ook een

gemakkelijk scalp voor wie snel wil scoren.

3) Illusie van besparing!

Men denkt: als we die provincies afschaffen, gaan we er allemaal beter voor staan.

Anderen kunnen aanduiden als rem op meer welvaart, op meer individueel inkomen is

blijkbaar goed voor het eigen ego. Die anderen kunnen allochtonen zijn, Brusselaars en

Walen, maar ook zogenaamd overbodige instellingen als de provincies. De indruk van de

rijke en geldverslindende provincies.

4) Vlaanderen wil meer macht!

Niet tot mijn enthousiasme, maar dit geheel terzijde, evolueren we naar meer macht bij

een overheid die zich Vlaanderen noemt. Recente staatshervormingen zijn geen objectieve

oefeningen, maar eerder open machtsstrijden. Iedereen trekt aan dat laken, en tracht het

zoveel mogelijk naar zijn kant te trekken. Daarover gaat het. Ik weet niet of het ooit

anders was, maar nu is dat voor mij overduidelijk. Het is een machtsstrijd tussen politici,

maar ook, en onderschat dit niet, tussen ambtenaren. Wat voorligt is voor een groot deel

ingegeven door Vlaamse ambtenaren die zich storen aan uitstekende provinciale collega’s

die hen teveel in de weg lopen.

5) Wij zijn brave schapen.

Hoe komt het dat wij als provincieraad en als provincieraadsleden zo weinig aandacht van

de pers krijgen? Het is frappant dat, op de inspanningen van de VVP na, zo weinige

deputaties en raadsleden zich roeren, dat zo weinig personeelsleden zich tot nog toe

hebben laten horen. Ik zeg wel tot nog toe.

Al minstens deze vijf elementen, collega’s, maken dat de provincies gemakkelijke

slachtoffers zijn voor wie de indruk wil wekken komaf te maken met geldverspilling,

postjespakkerij, ondoorzichtige structuren. Daar gaan we nu eens komaf mee maken.

Hoe redelijk is dit echter allemaal? Ik kom terug op mijn 5 punten.

1) Provincies zijn overbodig?

Waar haalt men dat? Op welke objectieve argumenten steunt men zich?

Er is de studie van de K.U. Leuven uit 1996 van professor De Rynck en ook de Commissie

Bestuurlijke Organisatie verleende in 1997 wetenschappelijk advies. Bibliotheken staan vol,

maar met weinig wetenschappelijk advies over provincies.

De eerste stelt dat “een versterking van het bovenlokaal bestuur, de provincie, nodig is.

Een bipolaire structuur met enkel gemeenten en Vlaanderen doet het risico op centralisatie


23

en monopolie toenemen. Een driehoeksverhouding tussen drie niveaus is voor de “check and

balances” én voor de democratische controle aangewezen.”

Het CBO, roemt dan weer de smeeroliefuncties van de provincies voor de administratieve

en politieke machinerie, en zegt: “Het is nodig om deze (de provincies) in het politieke

milieu te behouden. Zo komt er beter politiek overleg tot stand.” Collega’s, dit zijn nagels

met koppen! Klaar als pompwater.

Weliswaar zijn er pogingen gedaan om een kerntakendebat te organiseren. In 2003 onder

meer, maar ook recenter, echter weerom zonder dit met wetenschappelijke argumenten te

onderbouwen. Ik zoek daar telkens naar. Er is een beslissing genomen, en op wat baseert

men zich? Enkel politieke wil!

Zo mogelijk nog minder wetenschappelijk onderbouwd werd vorig jaar onverwacht beslist

door de toenmalige Vlaamse regering om een groot deel van het provinciefonds structureel

niet meer uit te keren aan de provincies. Als een donderslag bij heldere hemel. Met

achteraf wat luttele tekst en uitleg, en een maffe instructie dat we ons verder alleen met

grondgebonden materie mogen bezighouden. Alsof wij politici alleen mogen en kunnen

reflecteren, praten aan de toog, over die zogenaamde grondgebonden zaken.

Dat de rol van de niet-verkozen gouverneur als ambtenaar gaat versterkt worden spreekt

ook boekdelen wat de intenties betreft van de Vlaamse regering. Dit is de klok tientallen

jaren terugdraaien. De gouverneur, als een ambtenaar die op de overgebleven meubelen

moet letten. Ja, daar gaat het over. Dat zal er overblijven. Dit zijn wel mooie meubelen,

maar als dat alles is waar dat u moet op letten, mevrouw de gouverneur, zou ik dat

bijzonder jammer vinden. Het middenveld komt op deze manier inderdaad in handen van

ambtenaren én van de, zoals gezegd, meer dan 2000 verenigingen en organisaties die zich

op de privémarkt moeten begeven en zich daar wat mogen bevechten. Democratische

controle zal verder weg zijn dan ooit. Ik vraag dus absoluut naar meer sérieux en

grondigere bezinning.

Voor alle duidelijkheid: wat het algemene kader betreft zal niemand beweren, en ik zeker

niet, dat de provincies zoals ze vandaag bestaan naar omvang en naar inhoud tot in de

eeuwigheid moeten blijven. Zowel in Nederland als Denemarken wordt gemikt op minder

maar sterkere landsdelen. Ook in Frankrijk wordt reeds lang gewerkt aan een

herstructurering. Dit weekend las ik een interessant interview met Vincent Stuer,

speechschrijver voor José Barroso. Een van de opmerkelijke dingen die hij zegde is dat

sommigen denken dat men gemakkelijk van een wit blad kan vertrekken. Men schaft de

provincies af, en men richt gewoon andere instellingen op. En dat gaat allemaal zoals een

fluitje van een cent. Niets is minder waar. Ik heb veel ervaring met districtsraden. De

districten bestaan ondertussen al even, maar ze staan nog altijd in de kinderschoenen. Ik

vind dat zo’n misvatting: alles moet in onze toch wel wat gecompliceerde maatschappij

gecompliceerd zijn. Men denkt dat het heel eenvoudig kan, maar het kan niet anders, en

dat men gewoon van een wit blad kan vertrekken. Men mag, naar mijn gevoel, ervaring niet

zomaar weggooien en men moet eerder bijsturen.


24

2) De luwte.

Zoals gezegd hebben de provincies zich steeds ten dienste gesteld van de hogere

overheden, heel wat taken erg nauwgezet in opdracht vervuld, en vervolgens, en de

voorbeelden zijn legio, ingesprongen waar Vlaanderen of de steden en gemeenten

achterbleven.

In 1921 werd het Rivierenhof verworven en gered van verkaveling. We hebben belet dat

het Sportpaleis een prestigieuze showroom voor de nieuwste auto’s werd of, erger nog, dat

het gebouw gewoon zou staan verkommeren. Inspelend op de internationale reputatie van

onze couturiers heeft het ModeMuseum van deze buurt daar een echte, economisch

draaiende, life style buurt gemaakt. En wat te denken van de grotere en minder grote

chef-koks die afstudeerden aan de PIVA? Zet daar maar eens iets tegenover. Wat zou er

van dat cultuurhuis geworden zijn in het Turnhoutse wanneer de provincie de Warande niet

had overgenomen? En is het niet ironisch, ja zelfs cynisch, dat het kasteel d’Ursel in

Bornem vorige week uitgekozen is tot hét Vlaamse monument 2014! Dat moet u eens goed

tot u laten doordringen. Dat is cynisme ten top. Idem dito voor het Kempens Landschap,

dat zelfs tweemaal in de prijzen viel.

Bewijzen ten over dat de provincie kwaliteit levert, in de loop van haar bestaan

degelijkheid tot haar keurmerk heeft gemaakt. Is dat een schande? Moet het allemaal snel

en oppervlakkig gaan? Nee, degelijkheid is ons keurmerk.

Vlaanderen en de gemeenten kunnen veel overnemen. Vraag is alleen hoe ze dat gaan doen?

Daar heb ik mijn twijfels bij.

Maar ook het omgekeerde zou kunnen. Waarom wordt er nooit eens gedacht over wat de

provincies hadden kunnen overnemen, of waar het de logica der dingen zou zijn dat de

provincies bepaalde zaken zou behartigen. Ik geef u een paar voorbeelden. Zou niet beter

de provincie in plaats van de stad de haven van Antwerpen onder haar vleugels nemen. Ik

denk dat in de gegeven context verhaal mogelijk is, maar in feite in de logica der dingen

lijkt mij dat plausibeler. Zou de provincie niet het betere niveau zijn om in plaats van

Vlaanderen het Museum voor Schone Kunsten of het Muhka te beheren? En dan heb ik het

nog niet gehad in mijn betoog over de mobiliserende activiteiten inzake bosgroepen, groene

bewegingen, landbouworganisaties, onze activiteiten inzake integraal waterlopenbeleid en

waterbeheersing.

Als ik spreek over het werk in de luwte, collega’s, dan is dat zeker geen verwijt, maar een

kwaliteit. Dat komt omdat de provincie zich niet kost wat kost een sterker profiel

wil/moet aanmeten. Dat is precies de rol die de provincie speelt. De studies die ik citeerde

zegden het al. Naast het uitgesproken lokale en bovenlokale niveau is het goed dat er

provincies zijn die de smeeroliefunctie vervullen: verzoenen, gaten vullen; doen wat

anderen laten liggen; wat te groot is voor de individuele gemeenten, maar te klein of

onzichtbaar vanuit Brussel. Werken in een zekere luwte zou echt een meerwaarde zijn in

ons bestel als er meer erkenning en herkenning voor was.

3) Illusie van besparing.

Opnieuw wordt gesuggereerd dat de provincie boven zijn stand leeft. En dat met minder,

of zelfs geen provincie, sterk bespaard wordt. Het gaat om ongeveer, u moet het maar

eens narekenen, 200 EUR per jaar per persoon. De septembernota van eergisteren zegt op

pagina 14 koudweg dat de afschaffing van het provinciefonds een besparing oplevert van


25

37,4 EUR recurrent vanaf 2015. Wat een simplistische en zelfs demagogische redenering.

Snoeien in een begroting is wat anders dan snoeien in de tuin. Als Vlaanderen die

37,4 miljoen, plus een bijna even groot bedrag eind vorig jaar, van de provincies afpakt

betekent dit dat rechtstreeks of onrechtstreeks mensen op straat worden gezet en dat

nodige en toffe dingen die we nu voor de mensen doen, niet meer zullen gebeuren. Als uw

gezinsbudget het met minder moet doen zal er dat jaar geen vakantie zijn, komt er geen

nieuwe fiets voor de kinderen of wordt er wat minder vlees of vis gegeten. Alleszins,

minder geld is minder doen, zo simpel is dat.

Wat, collega’s, tussen haakjes gezegd, ook nogal grof is, is dat men ons personeel de indruk

geeft dat het knoeiers en nietsnutten zijn die veel te veel kosten. Dat ons personeel al

maanden van Vlaanderen niets mag vernemen - voor alle duidelijkheid ook in de tijd dat

mijn partij in de regering zat - wat met hen staat te gebeuren vind ik ronduit onbeschoft.

En wat te denken van de opmerking dat onze overheadkosten te hoog zouden zijn? Zonder

goed te weten wat daar precies wel en niet inzit? Ik zou daar de details wel eens willen van

weten. Zonder een echte vergelijking te maken met andere provincies en overheden.

Amateurisme troef, dat is wat ik ervan denk.

Collega’s, als we er even vanuit gaan dat alle opdrachten die we nu vervullen nodig en nuttig

zijn en blijven, maar dat die evengoed door gemeente of Vlaanderen kunnen gebeuren, wat

is dan de besparing? Daar moet ook voor betaald worden, daar is ook personeel voor nodig.

De besparing dat zijn wij dan, geen provincieraad meer, geen deputatie, geen secretariaten

van de gedeputeerden, en geen auto’s meer voor de gedeputeerden, zo van die dingen. Als

we grof doorrekenen spreken we van 1 à 2% op de totale begroting die we aan het besparen

zijn! Geweldig, gaat het daar over? En denk je nu echt dat als ambtenaren het hier voor

het zeggen hebben dat we goedkoper af zijn, dat we nog die kwaliteit hebben waar we nu

zo fier op zijn. Ik denk het niet.

4) Nog meer macht bij Vlaanderen zou alleszins duidelijker zijn. Of het beter wordt is

echter zeer de vraag. Want alles heeft zijn niveau, zijn schaalgrootte.

Die zucht naar meer macht van Vlaanderen is niet van vandaag of gisteren, maar zit er

ondertussen in gebakken. Vlaamse, al dan niet gemachtigde ambtenaren inspireren politici.

Tien jaar geleden vroeg Vlaanderen aan de provincies om het systeem van de mantelzorg

mee te financieren. Zo gebeurde, maar de Vlaamse regering nam op een bepaald ogenblik,

en cours de route, de opdracht terug tezamen met het geld dat er voor nodig was.

Hetzelfde gebeurde met de preventieve gezondheidszorg waar ons Provinciaal Instituut

voor Hygiëne een trekkersrol vervulde. Maar ook het Bosdecreet op model van het

Prinsenpark werd gekaapt. Binnenkort mag deze provincie zich mogelijk ook niet meer

toeristisch aanprijzen. Vlaanderen zal dit allemaal doen, niet gehinderd door een mindere

kennis van lokale zaken.

De provincies moeten zich terugtrekken uit alle intercommunale samenwerking, wordt nu

ook gesteld. Wat een aberratie. Het is precies dat helikopteroverzicht dat de provincie

inzichten geeft om te helpen waar nodig en mogelijk. Het ware beter provincies te

betrekken bij iedere vorm van intergemeentelijke samenwerking, en laat Vlaanderen dit

doen wanneer het substantieel provincie-overschrijdende of erg omvangrijke materie

wordt. Meer debat over de intercommunales, samenwerkingsverbanden, organisaties zou in


26

deze raad een vanzelfsprekendheid moeten zijn, zoals verschillende raadsleden dit al

stelden en waarop we onvoldoende zijn ingegaan. En ook de K.U. Leuven heeft dat overigens

een tijd geleden gevraagd.

5) Brave schapen.

Wij zijn onder de radar gekropen als het ware. We spreken in de raad niet over intenties,

niet over niet-provinciale materie. Is de mobiliteit in en om Antwerpen dan geen provinciaal

thema? Is de ontwikkeling van de haven niet van provinciaal belang? En de werkloosheid en

armoede? Dit belangt toch ook onze inwoners aan!

De meerderheid wil het allemaal braaf en vrijblijvend in de cultuur van “werken in de

luwte” houden, de oppositie wil enkel punten aanbrengen die controversieel zijn.

Naast de sterk geprofileerde gemeenten en hogere overheden zoekt ons bestuur bij

uitstek de consensus. Dat zou ons ondertussen in de genen moeten zitten. In het verlengde

daarvan zou binnen deze raad meer naar unanimiteit moeten gezocht worden. Ik hoop dat

dit straks kan met betrekking tot de motie rond Modem.

Conclusie:

Ik weet wel, de provincie vervult weinig of geen primaire behoeften. Ik mag echter

verhopen dat niemand voor ons voor ogen heeft dat onze bevolking het alleen met die

basisbehoeften moet stellen. Het mag met andere woorden in onze Westerse samenleving

best wat meer zijn. De provincie zet kersen op de taart, zorgt voor een verfijning van het

leven, vult gaten.

Als we echt iets willen betekenen voor onze bevolking, als we echt meer willen doen dan

een middagje in de pluche zitten van deze mooie vergaderzaal, als we ons niet slaafs naar

de slachtbank laten leiden, stel ik voor en vraag ik heel uitdrukkelijk dat:

A. De deputatie uit eigen initiatief, of samen met de VVP, onmiddellijk op een objectieve

wetenschappelijke wijze laat bestuderen wat de echte meer- en minwaarden zijn voor ons

bestuursniveau. Soms zijn er teveel studies besteld, maar in deze veel te weinig. Wat de

sterkten en de zwakten zijn van onze smeeroliefunctie.

B. Dat er serieus overlegd wordt met de gemeenten, ook de organisaties en de verenigingen

waarmee we werken, onze stakeholders als het ware die wij tot nog toe vol overgave een

luisterend oor gaven en zo mogelijk ondersteunden. Om hiervan in deze raad verslag uit te

brengen.

C. Dat deze raad, onder impuls van het bureau, zich ontpopt tot een echte raad die werkt

in de luwte, waar gedebatteerd wordt, van gedachten gewisseld, maar vooral gezocht wordt

naar de noden die we allen delen. Dat bijgevolg ook over deze materie, de plaats van de

provincies, een eerlijk en open debat kan gevoerd worden, los van onze individuele

partijprogramma’s. En ervoor zorgen dat wat hier gebeurt wat meer bekendheid krijgt. Kan

het een voorstel zijn om de debatten van deze raad in real time, met beeld en/of tekst, te

verzorgen zodanig dat toch iets meer mensen dan diegenen die hier vandaag aanwezig zijn,

daar kennis kunnen van nemen?


27

Collega’s,

Laat ons als grootste provincie van dit land onszelf bevragen en met de nodige ambitie

ijveren voor de belangen van al onze burgers. Ik ben ervan overtuigd dat de provincie,

onder welke vorm ook, een belangrijke rol te vervullen heeft!

Applaus

VOORZITTER.- Mevrouw Muyshondt heeft het woord.

Mevrouw MUYSHONDT.- Geachte voorzitter,


Mevrouw en heren gedeputeerden,

Collega’s,

Mijnheer Lemmens, u gaf ons een toelichting over de stand van zaken voor de provincies in

het Vlaams regeerprogramma. Dit regeerprogramma werd gebouwd op vertrouwen,

verbinden en vooruitgaan.

De drie Vlaamse meerderheidspartijen, waar ook mijn partij toe behoort, hebben een

regeerakkoord afgesloten. Loyaal aan deze coalitie kunnen wij ons vinden in de grote lijnen

van dit akkoord en zullen wij deze mee uitvoeren. De inhoudelijke discussie over dit

akkoord moet trouwens niet hier gevoerd worden, maar deze werd de afgelopen dagen al

uitgebreid gevoerd in het Vlaams parlement door de fractieleiders van de verschillende

verkozen partijen.

Waar we hier in deze vergadering wel bij moeten stilstaan, is de passage in het

regeerakkoord over de provincies. CD&V is en blijft een grote voorstander van dit

provinciale bestuursniveau. Twintig jaar al neem ik persoonlijk deel aan het provinciaal

beleid. Op verschillende terreinen heb ik mogen ervaren welke vele provinciale initiatieven

werden ontwikkeld, ook mijn voorganger heeft er al heel wat opgenoemd, en gestart ten

voordele van de gemeenten. Diegenen die in een lokaal bestuur zitten weten des te beter

waarover ik spreek. De samenwerkingsverbanden die werden opgezet, en de impulsen die de

gemeenten onder andere op gebied van cultuur, sport, en dergelijke kregen, zouden nooit

op die manier in de gemeenten tot stand zijn gekomen. Wat is het gevolg hiervan? De

gemeente heeft dan ook op die terreinen geïnvesteerd in personeel om dat verder uit te

voeren. Dus wat dat dit tot gevolg gaat hebben zullen we nog moeten afwachten.

Alles kan natuurlijk beter en de provinciebesturen van tien jaar geleden zijn niet meer de

provinciebesturen van vandaag. Met de interne staatshervorming kwam er een afbakening

en scherpstelling van de provinciale taken. Daar waren we het over eens. We zagen

verschillende bevoegdheden en de daarbij horende middelen vertrekken naar Vlaanderen,

wat natuurlijk jammer was, maar deze overheveling gebeurde na intens overleg tussen alle

betrokken actoren. Er werd gedurende jaren hard maar zorgvuldig gewerkt aan een

draagvlak voor deze interne staatshervorming, waardoor wij ons hier ook in konden vinden.


28

Wat nu voorligt is van een heel andere orde. De passage in het regeerakkoord over de

provinciale bevoegdheden is veel drastischer, omvangrijker en doortastender dan de

interne staatshervorming. De persoonsgebonden bevoegdheden worden overgenomen door

Vlaanderen, of de gemeente, of een andere vorm van bovenlokale samenwerkingen, de

provincies moeten zich terugtrekken uit de intercommunales en dan heb ik nog niet

gesproken over wat er zal gebeuren met de verhouding tussen de provincie en de stad

Antwerpen.

Het regeerakkoord roept op dit moment meer vragen op dan ze beantwoordt. Ik vertrouw

er dan ook op dat de concrete uitwerking van de ambities van de Vlaamse Regering gepaard

zal gaan met intensief overleg tussen de VVP, de afzonderlijke deputaties, minister

Homans, en alle betrokken vakministers.

Als CD&V-fractie nemen wij alvast het engagement op ons om in nauw overleg te gaan met

onze eigen ministers, die toch een aanzienlijk deel van de persoonsgebonden bevoegdheden

in hun portefeuilles hebben. Wij vinden als partij dat er voor de provincies nog een

coördinerende rol weggelegd is, zowel als verbindende factor in netwerkvorming, als een

uitvoerder van impulsbeleid.

Onze grootste bekommernis is in eerste instantie het personeel. Verspreid over de

verschillende departementen en diensten werken talloze hoogopgeleide medewerkers die

jarenlang zorgvuldig hun netwerk en expertise hebben opgebouwd in hun respectievelijke

sectoren. En zij worden ook als dusdanig erkend. Dames en heren, ik hoef u er niet van te

overtuigen dat onze ambtenaren gespecialiseerd maatwerk leveren. Vlaanderen kan en mag

dit niet verloren laten gaan! Ik hoop van ganser harte dat de onzekerheid en de twijfel die

nu ongetwijfeld leeft op de werkvloer, niet te lang blijft duren. Wij zullen met onze

ministers in overleg treden om deze onzekerheden zo vlug mogelijk op te lossen.

Zoals ik eerder al aanhaalde denken wij dat er nog uitgebreid zal moeten gesproken en

onderhandeld worden over de uitvoering van dit Vlaams regeerakkoord. Als CD&V-fractie

binnen de provincieraad volgen wij dit op de voet en rekenen wij ten volle op u, deputatie,

om het onderste uit de kan te halen met het oog op het welzijn van het personeel, dat hier

jaren het beste van zichzelf gegeven heeft, en de goede continuering van de

dienstverlening naar de burger toe, de inwoners van onze provincie. Die weten het niet,

maar zullen het dan wel gaan voelen. Deze situatie van onduidelijkheid en twijfel mag niet

te lang meer blijven duren!

Ik dank u.

Applaus

VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.


29

De heer MERCKX.- Geacht publiek,

Voor een keer dat er publiek is mogen wij die wel als eerste verwelkomen.

Voorzitter,

Collega’s,

VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord.

De heer HELSEN.- Voorzitter,

Collega’s,

Ik denk dat er enige verduidelijking moet gegeven worden over de rangorde van de

sprekers. Met alle sympathie, mijnheer Merckx, maar normaal volgen we de volgorde van de

fracties en de grootte van de fracties. Ik weet wel dat het in het reglement, dat we straks

gaan stemmen, anders is en wijzigingen voorstelt, maar dat is nog niet gestemd.

De heer VOLLEBERGH.- Wat trouwens ook een probleem is, dat is dat wij buiten uw

gezichtsveld vallen. Ik ben al sinds een uur geleden aan het zwaaien geweest, maar

mijnheer Merckx zit in uw gezichtsveld, dus u ziet dat niet als wij zwaaien.

VOORZITTER.- Nee, ik zal het snel even verduidelijken. Op het Vast Bureau is er gezegd

dat we gewoon akkoord gaan met wie eerst zijn hand opsteekt. Nu hebben we dat in het

reglement gezet. Zo is het wel gezegd op het Vast Bureau. Ik denk, mijnheer Caals, dat dit

toen een voorstel was van u.

Iedereen was daarmee akkoord. Daarom geef ik nu het woord aan mijnheer Merckx.

De heer HELSEN stelt dat deze nieuwe afspraken pas straks ter goedkeuring voorliggen.

De heer MERCKX.- Voor mij geen probleem, mijnheer Helsen, dat men het oude reglement

nog toepast. Ik was noch met het oude, en zeker niet met het nieuwe akkoord.

Gelach in de zaal.

Tijdens de tussenkomst van de heer Merckx worden een aantal begeleidende slides getoond.

Geachte collega’s,

Voorzitter,

Ziehier inderdaad de welgeteld 21 regels uit het Vlaamse regeerakkoord over de

zogenaamde afslanking van de provincies. In die 21 regels, op 167 bladzijden, steken dan

ook nog eens de titels van alle decreten die twee jaar geleden over de provincies gestemd

werden, en die nu in één pennentrek weggeveegd worden. Kan men hier beter illustreren


30

dat het hier onbehoorlijk bestuur is, improvisatie, zoals hier al gezegd is. Het trekt op

niets.

Zij illustreren perfect onze hoofdkritiek: het gaat hier om een loutere overhaaste

besparingsoperatie, zonder enige visie, debat en overleg over de toekomst van de

provincies.

Dat het bovenlokale bestuursniveau aan herdenking toe is – allicht in de richting van

stadsgewesten - is evident. Maar zo'n operatie vergt, om efficiënt én sociaal te zijn, een

jarenlange voorbereiding met voorafgaand grondig overleg tussen alle betrokkenen:

personeel en vakbonden, lokale besturen, instellingen en verenigingen,

departementshoofden, gedeputeerden, raadsleden…. Alleen zo kan je verzekeren dat al die

nuttige taken, jobs en bekwaamheden, die nu op het provinciale niveau aanwezig zijn,

behouden blijven en elders beter worden ingezet. Niets daarvan is gebeurd bij deze

beslissing. De enige drijfveer is besparen: besparen, enkel ten koste van diensten aan de

bevolking en van de werkgelegenheid bij de overheid.

Deze operatie is ook respectloos tegenover het personeel én zelfs tegenover de eigen

gedeputeerden die moeten toegeven dat alles boven hun hoofden beslist is.

Als PVDA+-provincieraadsleden zullen we ons, samen met het personeel en anderen,

verzetten tegen dit plan van 21 regels. En daarvoor krijgen we nu al, gewild of niet, heel

wat steun, zelfs vanuit de partijen die dit Vlaams regeerakkoord mee onderhandelden.

Ik heb met genoegen genoteerd dat collega Geudens, zijn partij zit weliswaar niet meer in

de Vlaamse regering, terecht de hoge woorden niet geschuwd heeft: improvisatie,

machtsmisbruik, machtsspelletjes, geen onderbouwde visie, cynisme ten top, onbeschofte

behandeling van het personeel, amateurisme troef. Ik kan hem woord voor woord gelijk

geven.

Maar wij krijgen ook steun, en dat is nog belangrijker, vanuit partijen die dit Vlaamse

regeerakkoord met zijn 21 regels over de provincies ondertekend hebben.

In een Opinie schrijven Ludwig Caluwé en Peter Bellens: “Vorig jaar onderhandelde de

Vlaamse overheid met de vijf provincies over de takenverdeling voor de volgende zes jaar.

Nu schrapt Vlaanderen met één pennentrek dit contract. Geen toonbeeld van een

betrouwbare overheid. Dan hebben we het nog niet over de financiële woordbreuk. Als

provinciale bestuurders zijn wij kwaad en voelen we ons verraden.” Er zijn dus wel degelijk

gedeputeerden die over dit akkoord meer weten te vertellen dan onze hoofdgedeputeerde.

Hetzelfde geluid bij Marc Vandeput, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Provincies

en CD&V-hoofdgedeputeerde in Limburg. In De Standaard van 4/8 zegt hij: “De decreten

over de nieuwe bevoegdheden van de provincies werden nauwelijks twee jaar geleden

gestemd. Ze worden in het regeerakkoord volledig van tafel geveegd.”

In hetzelfde artikel lezen we dat door de onttrekking van de persoonsgebonden

bevoegdheden, zoals cultuur, welzijn en sport maar liefst 1.768 van de bijna 6.000 banen

bij de provincies op de tocht staan. En dat de bestuurders in het bijzonder vrezen voor de

lager geschoolden, zoals groenarbeiders of onderhoudspersoneel. Uitgerekend die

categorie die, ook bij de besparingen van vorig jaar in onze provincie, de grootste

slachtoffers waren.


31

In Het Belang van Limburg van 4/8 lezen we: “De besturen zelf vrezen een sociaal

bloedbad.” - het was het verslag van een persconferentie van de gedeputeerden van

Limburg - “In Limburg alleen al staan 536 van de 1.121 jobs op de tocht. De bestuurders

dreigen ermee naar de rechtbank te stappen.” Cultuurgedeputeerde Igor Philtjens

(open vld) verduidelijkt dat van de huidige 1.121 personeelsleden bij de provincie Limburg

er 204 alleen al voor cultuur werken, met het museum van Bokrijk er bij zelfs 318. Hun

jobs zijn onzeker, staat er in het artikel. ‘Wat gaat er gebeuren met het Gallo-Romeins

museum in Tongeren en met de provinciale bibliotheek van Hasselt?” vraagt de

hoofdgedeputeerde Marc Vandeput zich af. Dezelfde vraag moeten wij stellen over de

toekomst van De Warande in Turnhout, het Foto- en Modemuseum en de

Arenbergschouwburg in Antwerpen.

Bij de vorige hervorming van de provincies in 2014 stelde ik dat deze Interne Vlaamse

Staatshervorming, naast een nauwelijks verdoken besparingsoperatie, een nieuwe stap was

in de ‘staatsverrommeling’. En ik verwees daarvoor naar de uitspraak van professor

Reynaert op het colloquium van de VVP. Hij bestempelde daar de Vlaamse staatsstructuur

als ‘de Vlaamse Big Mac’. Een Big Mac met te veel lagen en waar elke laag zijn laag het

dikste probeert te smeren ten koste van de andere. In zijn commentaar op het

regeerakkoord in Gazet van Antwerpen van 16/8 bevestigt onze oud-CD&V-gedeputeerde

Marc Wellens dat volmondig. Ik citeer: “Het is gewoon hebzucht: de stad en Vlaanderen

willen zich zo veel mogelijk toe-eigenen. Daarbij is er geen visie.”

Oost-Vlaams CD&V-gedeputeerde van Cultuur, Jef Dauwe, spreekt nog straffere taal:

“Deze herschikking is een hold-up op het geld”, zegt hij in De Standaard van 1/9. “Met het

geld van de provincies spekken ze de Vlaamse kas. Wat er overblijft, zullen ze verdelen

onder de steden en gemeenten. In het regeerakkoord staat nergens dat het geld voor

cultuurgebonden materie na de herverdeling opnieuw voor cultuur gebruikt zal worden. Een

stad die 400.000 EUR voormalig cultuurgeld binnenkrijgt, kan dat geld perfect gebruiken

voor een strook asfaltweg.”

Collega’s,

Van onze Antwerpse N-VA-gedeputeerden hadden we tot nu geen officiële reactie

gehoord, tenzij een bijzonder korte vandaag.

De hoofdtoon is “We weten nog van niet veel”, of om mijnheer Lemmens te citeren: “Er is

nog veel onduidelijkheid”. Een illustratie hoe ernstig er in het nieuwe Vlaanderen bestuurd

wordt. Waar we wel al zekerheid over hebben, waar er geen onduidelijkheid over bestaat,

mijnheer Lemmens, is dit ene zinnetje in de septemberverklaring van Bourgeois 1 over het

provinciaal bestuursniveau. Ik citeer: “De afschaffing van het Provinciefonds levert een

besparing op van 37,4 miljoen EUR recurrent elk jaar vanaf 2015.”

Wat bekent dit voor onze provincie nadat ze zich vorig jaar, onder impuls van N-VA, met

medewerking van haar coalitiegenoten, eerst een extra 3-5-8% procent besparing oplegde

en in september bijkomend 7 miljoen moest besparen van Vlaanderen dat toen plots een

tweede stuk uit het Provinciefonds stal, te weten 27 miljoen EUR? Wel, door het inpikken

van al wat nog restte van het Provinciefonds zouden onze besturen ook dit jaar weer eens

hun begrotingswerk moeten overdoen. Voor onze provincie zou nog eens een extra

besparingsoefening van 11 miljoen EUR opgehoest moeten worden. Dat is niet alleen

asociaal besturen maar ook totaal inefficiënt. Dat is spotten met het werk van al uw

mensen die al lang aan die voorbereiding van de begroting opnieuw bezig waren.


32

Net als bij de Interne Staatshervorming van 2014 horen we hier nu opnieuw: “Wij zullen er

voor ijveren dat Vlaanderen en de stad Antwerpen alle taken, middelen en personeel

overnemen”. Of in de woorden van Liesbeth Homans, die daarnet geciteerd zijn, dat alle

infrastructuur, middelen en personeel wordt overgenomen. We weten inmiddels dat er van

deze belofte niets in huis komt. Kijk naar de 10 arbeidsplaatsen die sinds het begin van dit

jaar verloren gingen bij het APB Sport, de tien naakte ontslagen bij het Gouverneur

Kinsbergencentrum, de DAC’s die niet vervangen worden bij Docatlas en elders. Bij de

begrotingsbespreking van december werd bevestigd dat er alleen al voor 2014 in onze

provincie opnieuw 50 fulltime jobs verloren gaan. Dat was nog vóór de nieuwe geplande

afslanking. Mevrouw Muyshondt heeft trouwens wel degelijk bevestigd: “Wij hebben hier

ook wel middelen zien verdwijnen en niet zien terugkomen via Vlaanderen”.

Ik heb dan ook een dubbele slotvraag voor de deputatie.

Aan gedeputeerde Bruno Peeters:

Voor hoeveel van de ongeveer 1.650 resterende personeelsleden van de provincie,

onderwijs niet inbegrepen, ontstaat er onzekerheid door de afslankingsoperatie die

gepland is? Welk aantal is betrokken bij de over te hevelen persoonsgebonden materies?

Als andere provinciebesturen daar concrete cijfers over geven, kan u dat ook doen.

Aan de hele deputatie:

Gaat u zich verzetten tegen de volledige afschaffing van het Provinciefonds en de

opgelegde nieuwe besparingsoefening? Bent u bereid te breken met de heilloze

besparingsobsessie en de hardvochtige asociale koers, zowel op Vlaams als op provinciaal

niveau?

Wilt u nu eens eindelijk de eisen steunen voor een grondige fiscale hervorming die de

superrijken doet betalen? Wat dat betreft hoeft u niet eens het veel bredere fiscale

programma van het cactusplan van de PVDA te steunen. Alleen al de simpele eis voor een

miljonairstaks zou ons al een heel eind helpen. Die eis, ook gesteund door het ACV, zou

8 miljard per jaar opbrengen. Dan zou u niet aan sociale afbraak moeten verder doen, maar

de sociale voorzieningen, de overheidsdiensten, de koopkracht en de tewerkstelling echt

zuurstof geven. Het kan niet langer dat er in een land waar er vorig jaar alweer

12.000 miljonairs bijkwamen nog altijd geen vermogensbelasting bestaat. Er is wel degelijk

een alternatief.

Ik dank u.

VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord.

De heer HUIJBRECHTS.- Collega’s,

Voorzitter,

Op woensdag 23 juli stelden de onderhandelaars die betrokken waren bij de vorming van de

Vlaamse regering het Vlaamse regeerakkoord 2014-2019 voor onder de ronkende titel

“Vooruitgaan, vertrouwen en verbinden”. Als we de VVP of bepaalde gedeputeerden mogen

geloven dan had men dit akkoord beter onder de noemer “Achteruitgaan, wantrouwen en

ontbinden” aan de man gebracht.


33

De reden voor deze kritiek ligt in essentie in welgeteld 8 zinnen, mijnheer Merckx, uit een

document dat inderdaad niet minder dan 196 pagina’s telt. 8 zinnen, collega’s, die voor een

nooit eerder geziene reactie van spierbalrollende en stoer op de borst kloppende

gedeputeerden hebben geleid. Gaande van: “Dit is een hold-up op het geld!” tot “Als het

moet sleuren we de Vlaamse regering voor de rechter!”

Forse taal met als hoogtepunt de verklaring van onze bloedeigen Antwerpse

CD&V-gedeputeerde die zich – volgens een artikel in Gazet van Antwerpen – ‘bedrogen

voelde door Vlaanderen’. Komaan zeg, alsof niemand de bui heeft zien hangen. Zo was er de

niets aan de verbeelding overlatende nota van de Vlaamse secretarissen-generaal ter

voorbereiding van de regeringsonderhandelingen die onomwonden pleitte voor het

verdwijnen van de provincies. Twee van de drie partijen die deel uitmaken van de nieuwe

Vlaamse bestuursploeg hebben het verdwijnen van het provinciale bestuursniveau in hun

politieke programma’s staan. De tekenen waren aan de wand verschenen en daarom is het

- in mijn ogen alvast – een tikkeltje hypocriet om nu de vermoorde onschuld te spelen. Of

zat, mijnheer Caluwé, of mijnheer Bellens, de CD&V niet mee aan de tafel bij de

onderhandelingen over de provincies?

Collega’s, het Vlaams Belang is nooit een vurige minnaar van de provincies geweest en zal

dat ook nooit worden. Heel lang waren wij de enigen in dit halfrond die luidop durfden

verkondigen dat de provincies bestuursorganen waren met veel geld, maar weinig

slagkracht en dat het daarom beter zou zijn deze instelling af te schaffen om op deze

manier in ons land de middelen en het gezag op een andere manier te verdelen en vooral

efficiënter te maken. Vanaf mijn intrede in deze raad in 1991 heb ik onafgebroken en

consequent gepleit voor de afschaffing van de provincies en ik geef grif toe dat dit af en

toe een gevecht tegen de spreekwoordelijke bierkaai leek. Zo hoor ik nog Ludo Helsen, na

het Groenboek/Witboek-tracé triomfantelijk oreren dat: “… de provincies er nu staan,

verankerd in het provinciedecreet”. Niemand kon of mocht nog twijfelen aan het

bestaansrecht van de provincies. Toen ik iets later, naar aanleiding van de voorstelling van

de plannen voor de nieuwbouw van het Antwerps provinciehuis voorstelde om gewoon een

grote, lege kartonnen doos op deze site te plaatsen, niet alleen omwille van de diepe

symboliek, maar ook omdat daar misschien op termijn wel iedereen in zou kunnen passen,

werd dit weggelachen door Marc Wellens. En vandaag zijn we dan op het punt aanbeland

dat we in 2017 een 85,5 miljoen EUR kostende fraaie en modernistische vitrine zullen

hebben aan het Albertpark, die overweldigend hol en leeg zal zijn.

Collega’s, u zult misschien verwachten dat heel deze evolutie mij vrolijk stemt, maar niets

is minder waar. De kersverse Vlaamse regering heeft immers nagelaten gebruik te maken

van het politieke momentum dat na de verkiezingen werd gecreëerd om definitief over te

gaan tot een politiek-bestuurlijke herschaling van het binnenlands bestuur in Vlaanderen.

De politieke wil om ingrijpend en vooral noodzakelijk een hervorming door te voeren

ontbreekt nog steeds. Het al jaren aanslepende en af en toe opflakkerende debat over wat

er het beste op welk niveau wordt uitgevoerd zal blijven aanslepen omdat de politieke moed

ontbreekt dit te gronde te voeren. De halfslachtige keuze die nu – overigens zonder

noemenswaardig debat – werd gemaakt is wat ze is: een in hoofdzaak om financiële redenen

opgesteld dictaat dat weliswaar een aantal fundamentele wijzigingen inhoudt, maar


34

waarvoor een duidelijke conceptuele onderbouw compleet ontbreekt. Wat had men anders

kunnen verwachten van 8 zinnen uit een akkoord?

Datgene waar we vandaag mee geconfronteerd worden is vlees noch vis, is van willen, en

niet kunnen …

De provincies zouden op termijn moeten verdwijnen, maar toch niet helemaal. De provincies

focussen vanaf nu op de grondgebonden bevoegdheden. De persoonsgebonden

bevoegdheden verliezen ze, maar toch niet helemaal, want elders in het regeerakkoord

wordt wel vermeld dat het provinciaal onderwijs blijft bestaan. Het wordt verzocht

nauwer samen te werken met Vlaanderen en de gemeenten. Wat is dit voor concept? Of wil

de nieuwe Vlaamse regering een greep doen naar de wereldbeker Kromdenken?

De provincies focussen zich voortaan op de grondgebonden aangelegenheden, maar toch

niet helemaal, want ze moeten wel uit de intercommunales verdwijnen. Volgens mij zijn we

getuige van een heus mirakel. Franz Kafka is uit de doden opgestaan en heeft de pen

vastgehouden bij de Vlaamse regeringsonderhandelingen.

Antwerpen en Gent zouden provincievrij zijn, maar niet helemaal, want de provincies blijven

de taken die ze wettelijk, decretaal of op een andere manier toevertrouwd krijgen van

andere overheden, wel in die twee steden uitoefenen. Een compleet van de pot gerukte

idee. Antwerpen ligt niet langer in de provincie die haar naam draagt.

Ik ben het vaak met hem oneens geweest, maar ik citeer graag wat een

ervaringsdeskundige par excellence, namelijk ere-gedeputeerde en oud-schepen Marc

Wellens hierover op 16 augustus in de Gazet van Antwerpen kwijt wou: “Het idee om de

stad volledig te ‘deprovincialiseren’ is op zich lachwekkend. Er valt niks te

deprovincialiseren. De provincie heeft in de stad niets te vertellen. Met één uitzondering:

burgers kunnen beroep aantekenen bij de provincie tegen bouwbeslissingen van het college.

En dat kun je moeilijk afschaffen: tot wie zou de burger zich dan moeten wenden? Het is

gewoon hebzucht, zoals mijnheer Merckx ook al geciteerd heeft: de stad en Vlaanderen

willen zich zo veel mogelijk toe-eigenen. Daarbij is er geen visie. Men schuift maar met

pionnen op een schaakbord. Bijvoorbeeld: voor de financiering van het MAS stelde het

stadsbestuur het bouwblok achter het stadhuis te koop voor 6,5 miljoen EUR. Toen geen

koper opdaagde voor die prijs, heeft Bart De Wever de provincie gevraagd om eigenaar te

worden en er het Zilvermuseum in onder te brengen. Dat is dan weer de omgekeerde

wereld. Het gaat nu natuurlijk vooral om een financiële operatie. Twee vijfde van de

inkomsten van de provincie zullen in de Antwerpse stadskas belanden. Dat is ongeveer

80 miljoen EUR, acht procent van de stedelijke begroting.”

De provincies verliezen hun politieke organen, maar niet helemaal. De provincieraden

worden gehalveerd en de deputaties gaan van zes naar vier. De deputatie blijft evenwel

voorgezeten door een niet-verkozen ambtenaar, want de positie van de gouverneur staat

blijkbaar nog steeds niet ter discussie.

Deze maatregel heeft wel als effect dat vanaf einde 2018 de provincie Antwerpen haar

aantal provincieraadsleden teruggebracht ziet van 72 naar 36. Minder dan bijvoorbeeld de

gemeenteraad van Turnhout of een zesde van de 209 districtsraadsleden in Antwerpen. Of


35

hoe, karikaturaal gezegd, de provincieraad herleid wordt tot een soort van veredelde

begeleidingscommissie voor Boer en Tuinder en hun afwatering.

En als de kers op de taart was er dan nog de omzendbrief die oud-provincieraadslid

Liesbeth Homans als kersvers Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering,

Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding vrijwel meteen na haar aanstelling naar de

provincies stuurde. Daarin staat dat de provincies het provinciefonds niet meer mogen

inschrijven in hun begroting vanaf 2015. Concreet betekent dat voor de provincie

Antwerpen een verlies van 10.174.982 EUR in 2015. Dit zal ontegensprekelijk de deputatie

de komende maanden al voor een belangrijke uitdaging plaatsen bij het opstellen van het

budget 2015 en het meerjarenplan. Wat ons het meest irriteert aan dit verhaal is de

rechtsonzekerheid die gecreëerd werd door dit regeerakkoord én de besparingen voor het

provinciale personeel. De te slikken schrapping van het provinciefonds en de aangekondigde

herstructureringen zullen zonder twijfel zwaar wegen op het personeelsbestand. Het zou

niet echt van visie, laat staan van efficiëntie getuigen indien bij een overheveling van

diensten, de ambtenaren met hun expertise niet zouden worden overgenomen. De VVP

lanceerde in dit verband het getal van 1.768 banen die op de tocht zouden komen te staan.

Ik ga ervan uit dat de bestendige deputatie intussen al deze oefening gemaakt heeft en

zou dan ook graag vernemen hoe groot de impact van de herstructurering en de hiermee

gepaard gaande besparingen zal zijn op het personeelsbestand van de provincie Antwerpen.

Collega’s,

Besluitend, de Vlaamse regering had naar ons aanvoelen beter een einde gemaakt aan de

onzekerheid door een duidelijke beslissing te nemen en de provincies gewoon af te

schaffen. Maar duidelijkheid staat blijkbaar niet in het lexicon van de Vlaamse regering.

Van een concrete invulling van de in het regeerakkoord opgesomde beleidsintenties is geen

sprake. Naar een concreet tijdspad hebben we het raden. Als dit staat voor goed bestuur

dan bedanken we daar feestelijk voor.

Dit gezegd zijnde blijf ik Cato de Oude ’s credo ‘Ceterum censeo Carthaginem esse

delendam’ getrouw, van oordeel dat de provincies moeten verdwijnen.

Applaus

VOORZITTER. De heer Caals heeft het woord.

De heer CAALS.- Geachte collega’s provincieraadsleden,

Geachte leden van de bestendige deputatie,

De nieuwe Vlaamse regering van de N-VA, CD&V en open vld heeft duidelijke verklaringen

afgelegd over de toekomst van de provincies in Vlaanderen. Vorig jaar sneed de Vlaamse

regering al eenzijdig in de inkomsten van de provincies. Voor ons ging het om ongeveer

7 miljoen EUR. Voor 2015 volgt er een nieuwe financiële klap. 11 miljoen EUR wordt

ontnomen door het schrappen van het provinciefonds. Verder worden er door de Vlaamse

regering volgende initiatieven gepland:


36

1. het schrappen van persoonsgebonden bevoegdheden, en meer bepaald initiatieven rond

welzijn, cultuur, erfgoed, jeugd en sport;

2. het provincievrij maken van de grootste Vlaamse steden, waaronder de stad Antwerpen,

toch goed voor grof weg 1/3e van het aantal inwoners van deze provincie.

Collega’s, er zitten mensen in de zaal met horeca-ervaring. Zij kunnen zich wellicht bij

volgende vergelijking best iets voorstellen. Ooit, vroeger, lang geleden, was de provincie als

een café, een café met een zeer goede reputatie. Een reputatie die, het moet gezegd

worden, ook vergaard werd door veelvuldige happy hour momenten georganiseerd door een

aantal cafébazen: Ludo, Jos, Marc. Jos is nu toch genoemd hé. Mijnheer Lemmens, hij is er

toch nog bij.

Vorig jaar besliste de Vlaamse regering dat het veel te gezellig was in dat café, en dat een

deel van dat café moest opgedoekt worden. De dansvloer werd gesloopt. Na het slopen van

de dansvloer door de vorige regering beslist de huidige regering, met de vakmeester, die

tot voor kort nog mede meerderheidsaandeelhouder was van het café, om nu ook de toog

te halveren. Verder worden er door de Vlaamse regering volgende initiatieven gepland:

1. er mag enkel nog bier getapt worden. Water, frisdranken, wijn en cocktails worden

voortaan nog enkel in andere etablissementen geschonken.

2. de Vlaamse regering zet 1/3e van de vaste caféklanten in de toekomst zelf achter de

toog. U weet, dan kan je als café niet veel meer verdienen.

Collega’s, de afbouw van de provincies door de Vlaamse regering is ondoordacht,

onvoorbereid, creëert chaos, en is een voorbeeld van slecht bestuur. Niemand heeft een

goed zicht op wat er staat te gebeuren, de deputatie niet, de provincieraad niet, de

ambtenaren niet, de vakbonden niet, de ontvangers van provinciale subsidies niet, de

ouderen niet, de mensen met een beperking niet: ze worden nu vanuit Welzijn ondersteund,

de museumganger niet, de mensen die betrokken zijn op erfgoed niet, de G-sporter niet,

de creatieve jongeren niet, de fans van comedy in de Arenberg niet, en ik vrees de Vlaamse

regering ook nog niet. Maar ik wil wel zeggen: Groen stelde toch ook veranderingen voor, en

wilde toch ook grondige wijzigingen aanbrengen aan de provincie. Wel ja, wij hebben

inderdaad een duidelijke visie over de provincie. Wij willen graag ook de bestuurlijke

verrommeling in Vlaanderen tegengaan, maar wij pleiten wel voor een effectief, efficiënt,

en zuinig bovenlokaal beleidsniveau. Volgens ons blijft een bestuursniveau tussen de

gemeenten en de steden enerzijds, en de Vlaamse overheid anderzijds, nodig. Daarom zijn

wij ook voorstander van de omvorming tot stads- en streekgewesten die op termijn ook de

huidige intercommunales en andere intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kunnen

opslorpen.

Deze overdracht zou doordacht en organisch kunnen gebeuren. Bovendien staat het volgens

ons buiten kijf dat die stads- en streekgewesten democratisch verkozen kunnen zijn en

ook democratisch gecontroleerd moeten kunnen worden.

Collega’s, het Vlaams regeerakkoord bouwt de provincies af zonder volwaardig alternatief

voor de bovenlokale uitdagingen die op ons afkomen. Zomaar provinciale taken toewijzen

aan gemeenten of aan Vlaanderen zal niet werken. Wij hebben dat gezien. Bij vorige

interne staatshervorming vielen heel wat initiatieven tussen wal en schip, te groot voor één

gemeente, te klein voor Vlaanderen. Vlaanderen trok wel het provinciale budget naar zich


37

toe, maar nam de taken niet over. Denken we maar, gedeputeerde Peeters, aan de

overname van grote delen van het provinciale Sportbeleid door Vlaanderen waar onze

ontvanger ook weinig voor heeft teruggekregen.

Collega’s, Groen! neemt de Vlaamse regering vooral kwalijk dat ze chaos organiseert en niet

voor continuïteit van bestuur kiest. Overdrachten van bevoegdheden vragen veel

voorbereidingstijd om succes te verzekeren. De financiële maatregelen zullen snel

concreet worden, terwijl de uitwerking van de andere maatregelen heel wat meer tijd zal

kosten. De timing van de overname van persoonsgebonden bevoegdheden, gisteren was er

nog een correctie 2017, blijft voor ons toch redelijk onduidelijk.

Het proces om de stad Antwerpen provincievrij te maken is bijzonder onduidelijk. Wat er

moet gebeuren met provinciale instellingen en scholen in deze stad Antwerpen is ook

onduidelijk.

De toekomst van het personeel van onze provincie, vaak geroemd in deze raad omwille van

hun deskundigheid, is pijnlijk onduidelijk. De provincie, collega’s, worden financieel

gekortwiekt terwijl ze hun lopende engagementen op zijn minst zouden moeten kunnen

afwerken. Het is duidelijk dat de besparing vooruitloopt op de hervorming, en dat is nooit

goed.

Collega’s, ik ga even in op het provincievrij maken van de stad Antwerpen.

Het provincievrij maken van de grote steden in de lopende provinciale legislatuur is volgens

mij juridisch precair en roept heel wat vragen op, bijvoorbeeld rond vertegenwoordiging en

de wens om het aantal raadsleden te halveren. De kieskring Antwerpen bevat naast de stad

Antwerpen immers ook de gemeente Zwijndrecht. Wij gaan ervan uit dat de stad zich dus

slechts vanaf eind 2018 provincievrij kan verklaren en roepen de deputatie dan ook op om

in de stad Antwerpen in eigen instellingen en schulden te blijven investeren als een goede

huisvader. Eén investering is voor mij een uitzondering, zonder daar grote verklaringen

over af te leggen, maar ik zou graag een open debat willen op basis van grondige data over

het nieuwe provinciehuis. Ons standpunt is er niet duidelijk over. Wij willen er graag een

aantal cijfers rond zien, maar ik zou willen oproepen om dat debat zonder taboes te laten

doorgaan in de commissie infrastructuur.

Een andere vraag rond de problematiek van de stad Antwerpen is de rol van de gouverneur.

U weet dat het binnenlands bestuur een gedecentraliseerde zaak is, maar er blijft ook nog

een federaal probleem. Artikel 5 van de Grondwet – u kent allen de Grondwet van buiten

vermoed ik, als goede Belg – zegt dat bepaalde gebieden aan de indeling in provincies

kunnen onttrokken worden en een eigen statuut kunnen toegekend krijgen. Maar om zulk

een wet te stemmen in het federale parlement is een dubbelde 2/3 meerderheid nodig,

2/3 meerderheid in beide taalgroepen. In de huidige machtsverhouding in de Kamer wil dat

zeggen dat enkel en alleen de PS al er voor kan zorgen dat het stadsbestuur van De Wever

en Homans zich niet provincievrij kan maken voor wat de taken van de gouverneur betreft.

Dus het provincievrij maken van de stad Antwerpen zal steeds gedeeltelijk zijn en alvast

niet voor de federale taken van de gouverneur.

Collega’s, ik sprak reeds over onze visie op intergemeentelijke samenwerking en onze wil om

intercommunales te laten inkantelen in stadsgewesten en streekbesturen. Deze Vlaamse


38

regering knipt niet enkel de band door tussen stad en rand, of tussen stad en provincie,

maar ook tussen de provincie en de intergemeentelijke samenwerking. Om dit deel van de

chaos, zoals we het toch noemen, te onderstrepen deel ik graag een aantal antwoorden mee

die ik kreeg van de deputatie op mijn vraag op een overzicht van borgstellingen voor

diverse instellingen en deelnames in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Een rol

die de provincie niet meer mag opnemen, en ik ga me beperken tot de grootste bedragen:

- borgstelling voor Kempens Landschap: 5,3 miljoen EUR

- borgstelling voor IGEAN: 1,3 miljoen EUR

- borgstelling voor PONTES, Crematorium Wilrijk: 5 miljoen EUR

- borgstelling vzw Gouverneur Kinsbergen Gehandicaptenzorg: 15,4 miljoen EUR.

Ik ga ervan uit, collega’s, dat de provincie ook geen risico’s meer zal mogen dragen in

intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of voor instellingen die buiten haar

werkingsgebied zullen vallen zoals welzijnsinstellingen. Dit creëert heel wat problemen, ook

in de deelnames in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Ik heb 41 stuks

doorgekregen van de deputatie in een uitvoerig antwoord, waarvoor veel dank.

Ik som even de deelnames op met de grootste nominale totaalwaarde aan aandelen:

IOK: 3,8 miljoen EUR; Hooge Maey: 1,4 miljoen EUR; De Lijn: 1 miljoen EUR;

IVEKA: 19,5 miljoen EUR. Wie gaat deze aandelen overnemen?

Collega’s, ik denk dat de chaos compleet is. Het is niet ernstig meer.

Om af te ronden, vandaag gaat mijn kritiek vooral uit naar de Vlaamse regering en sparen

we de deputatie graag nog.

Leden van de deputatie, ik denk dat jullie een zware opdracht gekregen hebben en we

horen graag van jullie welke oplossingen jullie in petto hebben, en welke initiatieven jullie

zullen ondernemen in de richting van de Vlaamse regering.

Ik dank u.


De heer HELSEN.- Collega’s van de provincieraad,

Leden van de deputatie,

Ik ga het rijtje sluiten, en ik ga mij aansluiten bij de laatste woorden van gedeputeerde

Lemmens. Namelijk waar u stelt, gedeputeerde, dat inhoud primeert op structuur. Ik denk

dat dit correct is, en dat we daar moeten vanuit gaan naar de toekomst toe. Wij zullen ons

in deze zeer constructief opstellen als fractie.

Wij hebben allemaal kennis genomen van het Vlaamse regeerakkoord. Ik denk, collega’s, dat

het weinig zin heeft van naar het verleden terug te keren, van de discussie van de interne

staatshervorming nog eens terug over te doen. Mijnheer Geudens, u verwijst naar de

studie van 1996. Dat is ondertussen bijna 20 jaar geleden.

Wij gaan niet voor meer overheid, maar voor minder overheid. Dat is een duidelijk

programmapunt van open vld. En ik denk dat afslanken ook gezond is.


39

Ik kan vandaag alleen maar een aantal vaststellingen noteren die hebben plaatsgevonden

sinds die verkiezingen van 25 mei jongstleden, en uiteraard een aantal kritische vragen

stellen naar de deputatie toe. Ik denk dat ik niet anders kan dan dat op die manier

aanpakken. Ik wil duidelijk stellen dat wij ons als fractie scharen achter het afgesloten

regeerakkoord, er zijn heel wat liberale principes in opgenomen, en ook het standpunt ten

aanzien van het bestuursniveau van de provincies. Wij denken dat onder het motto

“vertrouwen, verbinden en vooruitgaan” we een moeilijke periode tegemoet gaan met veel

veranderingen, maar ook een uitdagende periode. We hebben de gevolgen allemaal nog van

de economische crisis. We hebben de 6e staatshervorming met extra bevoegdheden voor

Vlaanderen. We moeten een begroting in evenwicht nastreven. Dat is zeker en vast niet

onbelangrijk. Gezonde financiën, sterke bedrijven, voldoende jobs, het veilig stellen van

onze welvaart, is een prioriteit voor de nieuwe Vlaamse regering. Maar dat is evengoed een

prioriteit voor onze provincie en voor de materies waarover we hier nog kunnen spreken in

de toekomst.

Het is duidelijk dat bij de verkiezing van 25 mei één partij een bijzondere

verkiezingsuitslag behaalde. Ik denk dat er ook geen enkele discussie kon zijn over wie dan

het initiatief zou nemen voor de vorming van een nieuwe Vlaamse regering. Maar ik betreur

wel dat met die kennis in het achterhoofd, en met besprekingen die al lopende waren, de

deputatie toch nog de gunning heeft gedaan voor de bouw van een veel te groot nieuw

provinciehuis voor 860 werknemers. Ik heb er destijds ook aan meegewerkt in de

projectcommissie die we hadden aan de voorbereiding van dat nieuw provinciehuis, omdat ik

er ook van overtuigd was dat we nood hadden en hebben aan een hedendaags gebouw, met

alle comfort van dien. Maar ik denk dat je te allen tijde realistisch moet blijven en

flexibel. Nu wordt er gestart met de bouw van een project voor 860 werknemers,

15 bouwlagen, gelijkvloerse verdieping en 14 verdiepingen daar bovenop, een heel fraai

gebouw. Ik denk dat we kritiek, en dat leeft toch wel in de straat, niet onder stoelen of

banken mogen steken. Ik sluit mij aan bij collega Caals om te zeggen dat daar een grondige

bespreking moet over komen. We bouwen nu iets dat enkele bouwlagen teveel telt. Volgens

mijn schatting is dat zowat 8 meter. We zouden beter naar 50 meter hoog gaan in plaats

van naar 58 meter, want we weten dat tegen 2016 er 3 belangrijke departementen moeten

verdwijnen: welzijn, cultuur, sport. Het is hier ten overvloede al gesteld. Maar we weten

niet het exacte cijfer. We zullen dat de komende maanden wel juist becijferen neem ik

aan, maar het gaat alleszins over meer dan 100 werknemers.

We hebben in het verleden hier in de raad, dat is niet zolang geleden, een voorstel gedaan

om daar al een betere, optimale invulling te geven aan dat nieuwe gebouw met te stellen dat

het Diamantmuseum en het Zilvermuseum daar ook konden ondergebracht worden. De

vergelijking met het MAS, dat die musea ook in een splinternieuw en een mooi gebouw

zouden kunnen ondergebracht worden, zou een goed voorbeeld zijn van hoe je zoiets

aanpakt. Wat we nu vaststellen is natuurlijk dat er andere opties zijn genomen. Stel dat

die optie wel was weerhouden in het verleden dan zou dat al verankerd en geïntegreerd

zijn, en dan zou een overname door de stad of door Vlaanderen, of alleszins een huur,

kunnen betaald worden. Nu riskeren we natuurlijk, om niet musea te moeten gaan

overdragen aan de stad Antwerpen, die daar waarschijnlijk wel vragende partij voor zal

zijn, dat we een rondje aan het draaien zijn. Want dan hebben we een gebouw gekocht van


40

de stad dat we dan nu terug aan de stad gaan geven, maar ondertussen hebben alle mensen

in heel de provincie wel 6 miljoen meebetaald voor de aankoop van dat gebouw, en nog eens

12 à 14 miljoen voor de gebouwen. Dan spreken we toch over een kostenplaatje van

20 miljoen. Dat is geen zever, dat is gewoon wiskunde, gedeputeerde. We moeten daar over

waken. Het is nog niet zover. We gaan er nu over waken dat het niet zover moet komen.

Maar ik geef maar mee hoe dat die aanpak zou kunnen zijn, want ik denk dat voor die

verbouwing van heel die site achter het stadhuis, we hebben er veel over gesproken en we

gaan er nog veel over spreken neem ik aan, onze deputatie nu iets teveel aan het bouwen is

en iets te weinig middelen inzet om beleid te maken. Daarover meer bij de

budgetbesprekingen, en heel graag een afzonderlijke bespreking voor het project van het

nieuwe provinciehuis.

Collega’s, de CD&V was bij de verkiezingen toch niet direct de grote overwinnaar. Ik kan

het niet laten, ik wil toch ook even naar die markante uitspraken refereren in de Gazet van

Antwerpen. “Als provinciale bestuurders zijn wij kwaad en wij voelen ons verraden.” Ik heb

samen met u dagelijks kunnen vaststellen dat Kris Peeters, de ex-minister-president van

Vlaanderen en ook van CD&V-signatuur zijnde, alle onderhandelingen op de voet heeft

gevolgd, weliswaar met wisselende ambities. Maar de achterban in Antwerpen, toch de

eigen provincie van Kris Peeters, werd blijkbaar niet geïnformeerd. Dat is ook niet de

eerste keer. Het is een beetje jammer. Het artikel spreekt over de halfslachtige zinnen

van het regeerakkoord. Antwerpen en Gent zouden provincievrij worden, maar niet

helemaal, want de provincies blijven de door hun andere overheden opgedragen taken ook in

die twee steden uitoefenen. Ik kijk uit naar een realistisch voorstel dat moet uitgewerkt

worden om hiermee om te gaan. Misschien kan Kris Peeters daar een rol in spelen en

aangesteld worden als bijzonder commissaris, of als een soort curator om dat te gaan

realiseren.

Vorig jaar hebben we ook aangekaart dat er geen rekening werd gehouden met de wil van

de Antwerpse gedeputeerden toen het provinciefonds aanzienlijk werd verlaagd. Nu stellen

we ook vast dat er eigenlijk weinig of geen overleg is geweest.

Wat ik toch moet concluderen is dat de talloze overlegvergaderingen, ik heb er ook een

deel van meegemaakt, met de vorige Vlaamse regering en met die Vlaamse ministers weinig

of niets hebben uitgehaald. Maar dat is een loutere vaststelling.

We gaan het constructief aanpakken. We hebben natuurlijk ook een heleboel vragen. Ik

vuur ze op u af, en ik weet dat er vandaag allemaal geen antwoorden op kunnen komen, maar

ik denk dat we hier maandelijks toch wel een vragenrondje zullen draaien. Er is één ding

dat de Vlaamse regering voor ons geregeld heeft, en dat is onze agenda. Want wij gaan de

komende maanden en jaren hier steeds praten en discussiëren over afslankingen, en over

het afbouwen van diensten en van instanties.

Wij gaan ons als open vld fractie constructief opstellen, maar toch ook wel kritisch. In

eerste instantie is de vraag wat er gebeurt met die taken die te maken hebben met de

beleidsdomeinen Welzijn, Cultuur en Sport. Het regeerakkoord spreekt van een afbouw

tegen 2016. Dat is exact 15 maanden voor ons. Dat is dus zeer kort om daar de nodige

initiatieven in te nemen. Uiteraard stelt zich de vraag wat de mogelijkheden zijn voor het

personeel van die diensten Welzijn, Cultuur, het APB Sport. Is voor het APB een overname


41

door BLOSO realistisch? Het voordeel is wel nu denk ik, collega’s, dat het nu gaat over

heel het pakket sport, terwijl dat het in het verleden toch een heel onduidelijke opdeling

was en een heel onlogische splitsing van de interne staatshervorming, dus het besluit van

2013.

Ook voor Cultuur en Welzijn, is een tewerkstelling bij het Vlaamse departement

realistisch? En hoe wordt dat aangepakt?

Er zijn ook een aantal beleidsdomeinen die op de rand zitten waar duidelijkheid op moet

komen. Ik denk aan provinciale domeinen en de bijhorende sportinfrastructuur. Ik denk aan

onroerend erfgoed, monumentenwacht, het depotbeleid. Ik denk aan arbeidszorg. Ik denk

aan natuurgebonden sporten waar de provincie toch wat initiatieven heeft genomen:

mountainbike routes, loopomlopen, ruiterpaden. De provinciale jeugdinfrastructuur,

provinciaal Vormingscentrum in Malle, hoe wordt dat aangepakt? De uitleendiensten van

Jeugd, Sport en Cultuur, de bovenlokale sportinfrastructuur, toegankelijkheid, wonen. Ik

kan zo nog verder gaan. Ik denk dat er ook duidelijkheid moet komen rond onderwijs, zowel

met betrekking tot de inrichtende macht als uitvoering van het flankerend

onderwijsbeleid. Dat is ook niet onbelangrijk. Het gebouw van De Warande is hier ook al

gevallen. Dat is ook belangrijk, zeker aan de vooravond van nog eens grote

renovatieplannen. Als ik het goed heb gelezen wordt er toch nog eens 800.000 EUR

uitgetrokken voor een studie voor De Warande. Daar moeten we toch ook wel eens goed

over nadenken of dat nog terecht besteed wordt. Heel dat lijstje wordt aangevuld en de

bespreking daarvan wordt zeker vervolgd.

Ik besluit met nogmaals te herhalen en te beklemtonen dat we ons constructief gaan

opstellen. We willen meedenken over toekomstige scenario’s, mogelijkheden onderzoeken,

pistes aftasten. We willen in dialoog gaan met Vlaanderen om te komen tot een duidelijke,

werkbare taakverdeling en een menselijke aanpak en een tijdspad waarin dat kan

gerealiseerd worden. We hebben dat in het verleden al bewezen. Ik denk dat vanuit onze

fractie wel constructieve voorstellen zijn gekomen met betrekking tot het uitlenen van

kunstwerken, over het provinciehuis, over andere infrastructuurprojecten, over die site

van de Gildekamersstraat, ook met het opstellen van een memorandum aan de Vlaamse

regering. Ik zou zeggen, collega, hadden we dat maar gedaan, dan hadden we iets om daar

van te vertrekken of om op terug te vallen.

Er wacht de deputatie een zware taak, maar neem de uitgestoken hand aan en vele handen

kunnen het werk lichter maken.

VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord.

De heer DE HAES.- Voorzitter, ik voel me een beetje aangesproken. Niet alleen omdat

iemand verwijst naar een café, maar omdat er ook onmiddellijk in de eerste toespraak

verwezen werd naar: N-VA is de schuldige. Men spreekt over schuld als er een bewuste

fout is. Bewust zijn we wel, maar fout daar willen we wel op een ander moment op een

andere manier over spreken.

Ik heb geprobeerd om uit de diverse tussenkomsten een schemaatje te maken, en zeggen

wat zijn nu de items waarover gesproken wordt, en hoe spreekt iedereen daarover. Wel, er

zijn per item zoveel meningen als er sprekers zijn. Dat wil zeggen dat er inderdaad heel

veel verschillende ideeën circuleren over wat en waar en wanneer.


42

Als ik zie wie dat vindt op welk platform over de rol van de provincies moet gesproken

worden, dan zijn er sprekers die zeggen dat het hier moet. Er zijn er die vinden dat het in

Vlaanderen moet gebeuren, en daar is het inderdaad, daar spreekt men over de rol van de

provincies. Er is ook iemand die verwijst dat het moet overlegd worden met de vakbonden.

Over de rol van de provincie zie ik ook een hele waaier van ideeën. Dat gaat van nog verder

opblazen van de rol tot volledig afschaffen. Met N-VA vinden wij dat over de rol van de

provincie in het Vlaams Parlement moet gesproken wordt, en dat wij volledig achter dat

regeerakkoord blijven staan.

Iedereen heeft nog vragen. Daar ben ik mee akkoord. Ik denk dat wij allemaal nog vragen

hebben, maar vragen is nog iets anders dan een aantal speculaties die ik hier ook heb

gehoord, tot zelfs woordbreuk ten opzichte van het personeel.

Met betrekking tot de relatie tot het personeel kan ik u maar zeggen dat dit ook onze

grootste bekommernis is. Inderdaad een provincie is een bestuur, maar anderzijds is dat

een verzameling van instellingen, mensen en expertise, hardware en software. Het is nu net

die software die volgens ons de kern is van heel ons provinciaal apparaat.

Ik ga proberen kort te zijn. Iedereen kijkt naar ‘what’s next?’ We zullen inderdaad nog een

traject moeten afleggen. Ik zie dat er verschillende standpunten tegenover staan. Dat

gaat van: ‘we gaan ons verzetten’ tot bij anderen, waar ik tussen de lijntjes lees ‘wat

stokken in de wielen steken’. Maar neem het van mij aan dat wij het regeerakkoord

verdedigen, maar wij zullen niet nalaten om de troeven van onze provincie, daar waar het

zal gaan over overdrachten, ten volle uit te spelen. Het is dan ook heel belangrijk dat

zolang dat je praat over dat we een aantal instellingen en diensten en bevoegdheden gaan

overdragen, moet je zorgen dat het ‘going on concern is’. Dat het bezig blijft, dat er

geïnvesteerd wordt in middelen en personeel.

Het tijdspad zal moeten uitgetekend worden. Ik twijfel daar niet aan. Ik vermoed dat dit

één van de komende grote uitdagingen is, maar ik vermoed dat daar de gedeputeerde nog

meer zal op tussenkomen.

Wat me nog wel een beetje fascineert is dat er uiteindelijk nog andere dingen in het

regeerakkoord staan dan de 8 zinnen over de provincie. Er staat ook in dat er meer

vertrouwen, meer geld, en op een andere manier zal omgegaan worden met de gemeenten.

Dat dit allemaal nog moet uitgewerkt worden weet ik ook, maar ik denk dat het nu aan ons

is om te zorgen dat er een traject gemaakt wordt en dat het traject op een correcte

manier gelopen wordt met respect voor iedereen die er toe bijdraagt.

Ik dank u.


De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Collega’s, ik bedank de sprekers voor de

tussenkomsten.

In feite is het zoals ik in mijn verklaring heb gezegd. We zouden hier dan ook uren kunnen

discussiëren over de toekomst van de provincies, maar u weet dat het lot niet in onze

handen ligt. Maar ik vind het wel goed dat iedereen hier inderdaad zijn mening heeft


43

verkondigd. Ik heb ook van het begin af aan gezegd dat de visies rond die verdere

uitwerking ook binnen de deputatie van mening verschilt. Dat is duidelijk, en dat is hier ook

gebleken uit de verschillende tussenkomsten van de partijen. Maar in één ding zijn we heel

duidelijk en zijn we het eens binnen de deputatie. Dat is dat wij nu werk moeten maken van

wat gezegd is geworden, een mooi stappenplan, in overleg met de Vlaamse minister,

Liesbeth Homans, maar ook in overleg met alle andere bevoegde ministers voor de

domeinen die moeten overgedragen worden. Daar zullen wij een stappenplan mee moeten

afspreken. Het belangrijkste in deze is natuurlijk het personeel op de best mogelijke

manier, met al hun expertise, overbrengen naar, is het Vlaanderen, is het de stad, zijn het

andere overheden. Dat zullen we moeten bekijken. Maar dit personeel moeten we met al

hun expertise, met de instellingen, in gesloten beurzen, overbrengen daar waar ze

toekomstgericht kunnen werken. Die instellingen die we hebben opgebouwd, dat heb ik in

het begin ook heel duidelijk gemaakt, die hebben een toekomst. En zal dat op een ander

niveau zijn, dan zal dat zo zijn. Maar daar moeten we aan werken in samenspraak met

Vlaanderen.

Er zijn een heleboel vragen gesteld. Ik moet u eerlijk zeggen dat wij momenteel op heel

veel van die vragen geen antwoord kunnen geven. Zo duidelijk is dat. Daar zijn wij heel

eerlijk in. Waarom? Het regeerakkoord is in de maand juli afgesloten. Het eerste overleg

met minister Homans heeft begin september plaatsgevonden. Wij hopen dat in de maand

oktober er een duidelijk tijdspad komt. Dan zal deze deputatie zich engageren om in

overleg met de Vlaamse regering zoveel als mogelijk duidelijke afspraken te maken, want –

en ik herhaal het nog eens – ons personeel is degelijk personeel, is personeel met enorme

expertise. Bij onze instellingen zijn sommige van wereldfaam. Wij moeten zien dat deze

instellingen goed en behouden terechtkomen. Dat is onze taak vanuit de deputatie. Daar

moeten wij voor staan.

Mijnheer Geudens, moest ik hier 33 jaar zitten, moest ik hier ook als gedeputeerde een

heleboel zaken op de rails hebben gezet, dan begrijp ik wat u hier juist heeft gezegd, voor

u persoonlijk dat u dit een pijnlijk verhaal vindt. Maar de provincies verdwijnen niet. De

provincies behouden nog een aantal belangrijke taken. Laat dat duidelijk zijn. Maar ik

begrijp dat u als man, die heel veel voor cultuur heeft gedaan, node aanziet wat er staat te

gebeuren. Ik denk niet dat dit een liquidatie is. Neen, dit is een verhaal van bestuurlijke

hervorming. Dit is wat er nu voor ons ligt. Daar moeten wij vanuit de deputatie op een

constructieve manier aan trachten mee te werken. Dat is onze taak. U hebt deze

provincieraad vergeleken met brave schapen. Dat laat ik voor u, maar ik denk dat wij in die

onderhandelingen met Vlaanderen op onze strepen moeten staan en dat we dat in goed

overleg moeten doen.

Mevrouw Muyshondt, ik bedank u voor uw tussenkomst. U hebt ook gezegd dat wij die

discussie beter in het parlement kunnen houden. Daar zal het ook gebeuren. Ik weet ook

dat uw partij, en die discussie hebben we met collega Caluwé en collega Bellens ook al

gehad, nog altijd een groot voorstander is van het provinciaal niveau. U hebt verwezen naar

de gemeenten. Ik moet u alleen maar zeggen dat ik de gemeenten in het debat niet heb

gehoord. Dat is spijtig, want zij hadden dan voor jullie een rol kunnen spelen in dit verhaal,

maar ik heb ze niet gehoord.


44

U had ook meer vragen dan antwoorden. Ja, wij allemaal, en ik herhaal het nog eens dat wij

die vragen de komende periode zullen moeten stellen en daar zullen wij regelmatig op

terugkomen, mijnheer Helsen, in de debatten. Dat zullen wij niet anders kunnen. Daar zijn

wij ons aan verplicht.

Ook uw bekommernis voor het personeel is ook onze bekommernis. Ik druk er nog eens op.

Mijnheer Merckx, ik heb het daarjuist nog eens aan collega Peeters gevraagd. Het aantal

personeelsleden dat binnen Cultuur, binnen Welzijn, binnen Sport in dit verhaal gevat is,

die mee zullen overgedragen worden – u noemt dat natuurlijk heel bewust een zaak van

onzekerheid en u probeert dat te dramatiseren – zijn 528 mensen die daar werken en waar

dat wij gaan trachten om die zo goed mogelijk over te dragen. Dat is ons engagement.

U hebt ook verwezen naar een heleboel krantenartikelen, verklaringen van gedeputeerden

in Limburg en West-Vlaanderen. Ik heb kort na de regeerverklaringen een aantal

verklaringen afgelegd in de media hier in het Antwerpse, op ATV en RTV, en ben er steeds

van uitgegaan dat onze bekommernis ligt in een goede overdracht, met heel veel respect

voor ons personeel. Dat is waar wij met de deputatie voor willen gaan.

Mijnheer Huijbrechts, u zag ons al in een kartonnen doos. Dat zal wel direct niet zijn. Het

gebouw waar u naar verwijst - u als groot voorstander van de afschaffing van de

provincies, wat uw goed recht is natuurlijk - daar is de planning van in gang gezet in de

vorige deputatie. Dat gebouw zal er komen, en collega Caluwé zal, en hij doet dat nu al, elke

commissie de stand van zaken toelichten en een debat toelaten in die commissie rond dat

gebouw. U wordt daar maandelijks van op de hoogte gehouden van deze verdere

vorderingen.

Personeel op de tocht, enz., zijn ook uitspraken van u. Ik probeer het positiever te zien,

mijnheer Huijbrechts, en wij gaan trachten dat, zoals ik dat al herhaaldelijk heb gezegd,

op een goede manier over te dragen.

Mijnheer Caals, de vergelijking met de horeca en de toog die alsmaar kleiner werd klopt.

Wij zullen kleiner worden. Wij zullen die 11 miljoen, en dat zal geen gemakkelijke oefening

zijn, moeten vinden. Wij zullen u daar antwoorden brengen in november en december

wanneer wij de begroting voorleggen. U moet ons daar de tijd voor geven om die twee

dingen samen te doen, die 11 miljoen zoeken plus ook nog eens oude onderhandelingen

opstarten. Dat zal geen gemakkelijke taak zijn voor de deputatie, maar we hebben

afgesproken dat we daar voor zullen gaan.

U hebt ook een heleboel vragen gesteld rond de kapitalen, de waarborgen die wij in de

intergemeentelijke samenwerkingen hadden. Ook daar, mijnheer Caals, en ik moet u weer

teleurstellen, ga ik momenteel nog geen antwoord kunnen geven. Ik hoop dat u daar begrip

voor hebt.

U hebt gesproken over chaos. Ik zie dat niet zo. Het zal moeilijk worden, maar we gaan

trachten daar het beste van te maken.

U hebt ook opgeroepen, en dat vond ik een mooie oproep, om toch te blijven investeren, ook

in de stad. Daar wil ik iets over zeggen. Wij gaan dat doen. Wij hebben dat ook

afgesproken. Het zou een heel slecht signaal zijn om bepaalde investeringen stop te

zetten. De filosofie is natuurlijk dat wanneer wij investeren in iets, is het niet omdat het

morgen niet meer onder de provincie valt, dat niet meer zal moeten werken. Als het


45

Fotomuseum morgen bij weet ik welke overheid terechtkomt, dan zullen wij dat op een

goede manier moeten overdragen. Dat is toch de logica zelf. Had u nu allemaal gedacht dat

het gedaan was met investeren. Dat zou pas een slecht signaal geweest zijn naar ons

personeel toe. Maar, u hebt dat begrepen, mijnheer Caals.

Mijnheer Helsen, u hebt vragen gesteld aan Kris Peeters. Die kon hier vandaag niet

aanwezig zijn.

Bedankt voor uw, in het begin toch, positieve tussenkomst. Daarna hebt u ons opgezadeld

met een heleboel vragen waar ik weer niet alle antwoorden op ken, maar dat weet u.

Afspraak is, collega’s, dat wij zo snel als mogelijk met de Vlaamse regering, de VVP gaat

dat doen, in overleg kunnen. Vanaf nu, en dan hebben we een iets langere agenda dan

normaal, zullen wij hier elke maand in de provincieraad vertellen hoever dat wij in die

dossiers staan.

U hebt ook nog gesproken over de investeringen in De Warande. Dat is hetzelfde verhaal

als wat ik daarjuist vertelde. Wij zullen de geplande investeringen verder afmaken, maar

allemaal met in ons achterhoofd hoe dat we dat budgettair binnen de afschaffing van het

provinciefonds mee kunnen nemen.

Mijnheer De Haes, ik was u niet vergeten, maar als horeca-uitbater had u het laatste

woord. Dat is dan van alle partijen het meest duidelijke signaal over de situatie van de

provincie.

Ik denk dat we iedereen duidelijk aan het woord hebben laten komen en dat, zoals ik in het

begin heb gezegd, de discussie soms door de partijen heen gaat. Want ook in alle partijen

heb je believers en non-believers van de provincie. Dat is hier vandaag duidelijk aan bod

gekomen.

In alle geval wil ik afsluiten met nogmaals te herhalen dat wij binnen de deputatie heel

duidelijk de afspraak hebben gemaakt dat wij onze instellingen, onze mensen met de nodige

middelen op een goede, degelijke, ordentelijke manier willen overbrengen.

Ik dank u.

Applaus

VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord.

De heer VOLLEBERGH.- Voorzitter,

Collega’s,

Wij hebben het lot niet in eigen handen, zei mijnheer Lemmens. En mijnheer Geudens zei:

we worden voor voldongen feiten geplaatst. Mijn voorstel op de provincieraad van vorig

jaar was om zelf een initiatief te nemen voor de afslanking. Ik heb toen mijn collega-

fractievoorzitters hiervoor zelfs aangeschreven, maar niemand toonde op dat moment

interesse. Nee, we doen liever aan sitting duck. Nu er op ons wordt geschoten gaat

iedereen hier als loslopend wild kakelen hoe schandalig dit wel niet is, en wat met al ons

personeel.


46

Collega’s, het is u die schuldig is aan de onrust, omdat u het zelf naliet om – en het stond in

de sterren geschreven – zelf te reageren, proactief, zodat we zelf hadden kunnen bepalen

wat bij ons kon weggaan. Nu is het te laat.

Collega’s, wij hebben een ernstige kans laten liggen. Een ander heeft nu voor ons beslist.

Wat het provinciehuis betreft wou ik ook nog even zeggen dat het ronduit schandalig is dat

u nog dit jaar die gunning gedaan heeft voor de bouw van dat provinciehuis. Ik kijk het

even na, maar ik denk zelfs dat het na de verkiezingen was dat u gegund hebt.

In ieder geval zal mijn fractie volgende provincieraad een voorstel voorleggen voor de

onmiddellijke stopzetting van de bouw van het provinciehuis onder de huidige

omstandigheden.

VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord.

De heer CAALS.- Voorzitter, ik heb gedeputeerde Lemmens goed aanhoord.

Ik heb gehoord dat hij niet vond dat het chaos was. Een mogelijke definitie van chaos is

volgens mij dat er heel veel vragen zijn, weinig antwoorden, en dat iedereen in de

onduidelijkheid verkeert. Dus ik denk dat het wel chaos is. Het kan een kwestie van

woordenstrijd zijn, maar ik denk dat de chaos wel compleet is.

Verder dank ik de gedeputeerde ervoor dat hij bevestigd heeft dat de investeringen in de

stad Antwerpen blijven doorgaan. Ik hoop dat ook die investeringen waar ik zelf heb

tegengestemd kunnen blijven doorgaan. U verwees naar een museum. Ik ben democraat, ik

leg mij er bij neer. Ik hoop dat de investeringen blijven doorgaan, ook in de stad, en de

situatie rond de speeltuigjes van het Hof van Leysen slechts een incident de parcours was,

maar dat voor de rest die lijn toch gehandhaafd blijft.

VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord.

De heer GEUDENS.- Mijnheer Lemmens, ik wil u uitdrukkelijk bedanken voor het

medevoelen dat u met mij betoont. U denkt dat ik dagen ongelukkig rondloop. Ik heb

gelukkig nog wat andere bezigheden dan deze provincie.

Voor alle duidelijkheid, dit gaat echt niet over mij hoor wanneer ik een tussenkomst doe.

Ik doe die tussenkomst namens mijn fractie, en ik ben bekommerd om de inwoners, ik ben

bekommerd om de belastingbetaler, om de sprookjes die verteld worden dat we door de

afschaffing van de provincies allemaal veel rijker zullen worden als het ware.

Het gaat mij om oordeelkundig beleid, en dat ontbreekt me. Dat was ook mijn betoog. Ik

zeg dat het gewoon een pure machtsbeslissing is geweest, zonder daar serieus over na te

denken, zonder grond onder de voeten. Wie heeft mij nu al kunnen aantonen met ‘facts en

figures’, feiten en cijfers, dat het beter zou zijn voor ons, voor de inwoners, voor de

belastingbetaler, dat dit niveau zou verdwijnen. Wie heeft dat al kunnen aanduiden?

Niemand.

Mijnheer Van Hove, als je bestaat, denk je continu na over uw bestaan, en je corrigeert

uzelf. Daarvoor dienen wij als provincieraad. Een provincieraad, of een gemeenteraad, of


47

een districtsraad is een corrigerende factor op beleid, of je gelooft in uzelf niet meer.

Dan moet je hier niet zitten.

Dat heeft gedurende tientallen jaren gemaakt dat de provincie staat, en zeker de

provincie Antwerpen, waar we vandaag staan. Wat er nu voorligt is een pure afbouw van

taken. Die gaan niet meer gebeuren, personeel op straat, ‘mark my words’, weinig

deskundig, en ik ben ervan overtuigd dat de slotsom zal zijn dat we veel duurder gaan af

zijn. Als we mekaar binnen 10 jaar spreken en de rekening maken dan vrees ik, en ik ben

daar niet blij om, ik verheug mij daar niet op, dat we samen gaan vaststellen dat dit een

zeer slechte zaak was. De bottom line is dat ik u vriendelijk vraag: denk er over na op een

open manier. Ik wil dat ook doen. Ik zeg ook niet dat de provincies zoals die nu bestaan het

‘nec plus ultra is’. Dat zeg ik niet, dat kan best iets anders zijn. Maar in een

gecompliceerde maatschappij als vandaag, als je de mensen wil dienen doe je dat niet

revolutionair zoals dat nu gebeurt, maar doe je dat pragmatisch, evolutief, gecorrigeerd,

dank zij een provincieraad bijvoorbeeld.

Ik vraag aan de deputatie, ik heb het ook als een van mijn conclusies naar voor gebracht,

denk eens serieus na met een open geest over wat de provincies zouden kunnen betekenen.

Of het beter is een samenleving te hebben zonder tussenniveau, dan wel. Ik geef u op een

briefje dat als je de provincie afschaft men iets anders wil creëren. En om dat andere

goed te laten functioneren zijn tientallen jaren nodig.

Dat is hetgeen ik wilde zeggen, en voor de rest hoeft u met mij geen compassie te hebben.

Applaus


De heer MERCKX.- Ik denk dat er in dit debat al veel pertinente en belangrijke zaken

gezegd zijn, weliswaar niet door de fractieleider van de grootste partij, als u het mij

vraagt. Daar zou u van verwachten dat hij een eigen idee over die hervorming van de

provincies naar voor brengt. Ik kan maar één zin weerhouden uit alles wat hij gezegd

heeft, want voor de rest heeft hij zich beperkt tot commentaar te geven wat anderen

gezegd hebben. Maar één zin heb ik toch weerhouden: “Er moet nog over in het parlement

gesproken worden.” Beslissen voor er gesproken geweest is, gediscuteerd geweest is, voor

er een plan is: is dat goed bestuur? Is dat de verandering die naar vooruitgang gaat leiden?

Komaan zeg. Mijnheer Lemmens heeft ons, althans in zijn repliek, inhoudelijk hier en daar

een fragmentje meer geboden. Maar ook hij zegt: we kunnen alleen hopen dat er in oktober

een duidelijk tijdspad zal zijn.

Aan een pad beginnen zonder dat je een richting hebt, zonder dat je hulpmiddelen hebt,

zonder dat het uitgewerkt is, dat is vertrekken als een blinde op een pad. Iedereen weet

waar we dan uitkomen.

Tenslotte nog een zaak. Ik wil even anticiperen op het debat dat we straks zullen hebben

over Modem. U zweert hier dat wij die enorme expertise in onze provincie gaan koesteren,

bewaren, beschermen. Wel, met Modem hebt u ze genadeloos weggegooid.



48

De heer HELSEN.- Dank u wel, voorzitter, dat u de volgorde respecteert.

Collega’s, ik wou nog wat verduidelijken. Ik denk dat je op het vlak van investeringen binnen

of buiten de stad duidelijk moet bekijken wat nieuwe investeringen zijn, wat

onderhoudsinvesteringen zijn. En we moeten natuurlijk de tering naar de nering zetten. Ik

denk dat het een boeiende discussie zal worden bij de budgetbesprekingen 2015 om te zien

wat nog verantwoorde investeringen zijn. Ik wil alleen maar waarschuwen om teveel nieuwe

initiatieven en nieuwe studies op touw te zetten die je dan achteraf niet kan uitvoeren, en

de bestaande zaken ook durven tegen het licht te houden. Ik denk dat dit belangrijk is.

Voor de rest heb ik twee belangrijke zaken genoteerd. Een goede overdracht van ons

personeel, dat het een topprioriteit is voor de deputatie, en de maandelijkse verslaggeving

op deze provincieraad van de verdere evolutie.

VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord.

De heer KERREMANS.- Ik wil nog even terugkomen op de woorden van onze

fractievoorzitter Tom Caals. Ik kan begrijpen dat u het woord chaos niet graag in de mond

neemt. Dat is naar analogie van onze minister-president die ook een paar woorden

geschrapt heeft uit zijn woordenboek, zoals belasting, en chaos past daar zeker niet in.

Want alles is orde daar.

Maar als je overdrachten doet van bevoegdheden naar de gemeenten die daar niet klaar

voor zijn – de reorganisatie van de gemeenten is niet klaar, er zijn vele kleine gemeenten

die niet op dit ogenblik georganiseerd zijn en uitgerust zijn om bevoegdheden over te

nemen – dan ga je naar kwaliteitsverlies. Dat organiseer je dan.

En als je bevoegdheden overdraagt naar een Vlaamse regering die ons vorig jaar doen

wachten heeft op antwoorden allerhande over die nieuwe bevoegdheden, en die nu nog met

de septemberverklaring nog niet op alles antwoorden heeft, en in de toekomst die wellicht

ook niet zal hebben, dan organiseer je chaos, en op zijn minst kwaliteitsverlies. Ik heb

zelfs het gevoel dat daar een strategie achter zit.

Maar waar ik toe wil komen is wat u zelf zegt, mijnheer Lemmens, dat er bepaalde

bevoegdheden en departementen zeker wel bij de provincie zullen blijven, met veel nadruk.

Dat weten we allemaal, en wij weten ook allemaal welke dat zullen zijn ongeveer. Maar dan

hoop ik ook dat binnen twee maanden, wanneer u met de eerste voorstellen zal komen van

de nieuwe begroting, we dat ook zien in die cijfers, en dat de deputatie stopt met een

lineaire besparing door te voeren, maar dat we in die nieuwe begroting al kunnen zien waar

de nadruk zal liggen. Je kunt niet zeggen enerzijds: we gaan die bevoegdheden behouden in

de toekomst en we gaan er werk van maken, maar dan alles met de kaasschaaf even klein

maken. Dat kan niet, en daar verwachten we antwoorden op.


De heer HUIJBRECHTS.- Mijnheer Lemmens, ik heb het niet gehad over banen die op de

tocht staan. Ik citeerde daar de voorzitter van de VVP. Voor alle duidelijkheid, ik doe niet

aan stemmingmakerij, maar dat is de voorzitter van de VVP.


49

Mijnheer Geudens, er bestaan wel degelijk een aantal academisch onderbouwde studies die

zich bezighouden met het de nut van de vooruitgang, of het voortbestaan van de

provincies. Die zijn meer recenter dan van 1996. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de verslagen

van de hoorzittingen in de commissie Binnenlands Bestuur van de laatste jaren in het

Vlaams parlement, of de studies en adviezen van het VLABEST. Het VLABEST is toch wel,

denk ik, een vrij gerespecteerd instituut waar wij niet inzitten.

VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord.

De heer DE HAES.- Voorzitter, het komt mij voor dat mijnheer Merckx niet goed

geluisterd heeft. Dat is niet de eerste keer. Ik heb niet gezegd dat alles nog moet

besproken worden in het Vlaams parlement. Ik heb alleen gezegd dat de rol van de

provincie voorwerp is van debat in het Vlaams parlement, en niet van ons hier. Dat was het

platform.

Ik heb wel andere dingen gezegd, maar u hebt dat blijkbaar niet gehoord. Het

belangrijkste van wat ik gezegd heb is - ik heb niet de nijging om zoveel woorden te

gebruiken als u, dat is waar - dat wij een traject moeten hebben. Een traject dat betekent

een tijdspad, dat wij het doel kennen, en zo tik je je GPS ook in. Je tikt eerst waar je

naartoe wil, en dan zoek je de weg, niet omgekeerd, want dan heb je chaos als je geen doel

hebt. Maar het doel is gekend. Chaos betekent niet dat er nog vragen zijn, chaos betekent

dat je geen doel hebt.

Het belangrijkste dat ik gezegd heb is, dat wij de kroonjuwelen hebben. Die moeten wij

koesteren. Dat wil zeggen dat wij het personeel en de expertise die zij hebben blijven

ondersteunen, en dat wij dat gaan meepakken. Zelfs investeren in steden daar waar nodig,

maar ik denk vooral investeren in de software. Zo heb ik het ook genoemd. Ik denk dat dit

toch wel het belangrijkste onderdeel van mijn boodschap was, maar ik weet niet of het

goed aangekomen was. Daarom wilde ik dit nog efkens herhalen.

VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord.

De heer VAN HOVE.- Ik wil mij even aansluiten bij de woorden van Koen Helsen in verband

met de investeringen. Ik heb de volgende opmerking ook gemaakt op de commissie

Financiën. Wees daar voorzichtig mee, want we weten niet wat de nabije toekomst gaat

brengen. Dan heeft de gedeputeerde geantwoord: we gaan dat beheren zoals een goede

huisvader. Daar kan ik inkomen, maar ik zou toch willen zeggen om deze keer niet naar de

vader te luisteren, maar naar de moeder. De voorzichtigheid is de moeder van de

porseleinenkast. Wees zeer voorzichtig met nieuwe uitgaven. Wees voorzichtig met de

investeringen die je gaat doen. Waarom? Gewoon omdat we niet weten waar dat we binnen

een aantal maanden gaan staan.



50

De heer LEMMENS.- Collega’s, ik wil nog even kort iets zeggen.

Mijnheer Caals, over woorden kan je natuurlijk altijd discussiëren. U noemt dat chaos. Ik

wil dat positiever doen overkomen. Ik denk dat dit ook belangrijker is voor ons personeel,

want daar zijn we allemaal bekommerd voor.

Mijnheer Geudens, ik heb geen compassie met u. Ik had alleen respect voor uw mening. Dat

mag ook, niet?

Dan zijn er nog een aantal sprekers die tussen zijn gekomen rond de investeringen.

Mijnheer Caals, we gaan niet alleen nog investeringen doen in de stad, we gaan dat ook nog

in de ganse provincie doen. Dat is de logica. De geplande gaan we verderzetten.

Wat betreft de bekommernissen rond de begroting en rond de financiën geldt het

volgende. We zullen de tering naar de nering moeten zetten. Dat zal blijken in de

begrotingsdebatten die we in november en december naar voor zullen brengen. Daar zult u

kunnen zien hoe wij gaan besparen. Er nu al van uit gaan dat we terug lineair gaan besparen

gaat ook niet. We zullen zien, en wij zullen met een plan komen. Dat is heel duidelijk. Wij

kunnen niet anders. Die 11 miljoen zullen wij moeten opvangen.

VOORZITTER.- Ik zou willen voorstellen dit debat af te ronden. We hebben er lang kunnen

over debatteren. Iedereen heeft zijn gedacht kunnen zeggen. Dat gaat zeker nog de

volgende provincieraden willen terugkomen.

Dan schors ik nu de vergadering voor een kleine pauze.

De vergadering wordt onderbroken te 16.49 uur en hernomen om 17.04 uur.


Wijziging vertegenwoordiging N-VA fractie

in commissies en verenigingen. Goedkeuring.

Verslag

Ingevolge het ontslag van de heer Jan Hofkens wenst de N-VA fractie haar

vertegenwoordiging in een aantal verenigingen en commissies te wijzigen.

De provincieraad van Antwerpen,

Gelet op de artikelen 35 en 39 van het provinciedecreet;

Op vraag van de N-VA fractie;

BESLUIT:

Artikel 1:

De heer Danny Thijs zal de heer Jan Hofkens vervangen als

- Lid van de raadscommissie ruimtelijke ordening, mobiliteit en

intercommunales

- Lid van de raadscommissie economie, landbouw, innovatie en internationale

samenwerking

- Lid van de raadscommissie personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid


51

- Lid van de algemene vergadering en van de raad van bestuur van het EVAP

Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw

- Lid van de raad van bestuur van het APB Campus Vesta

- Lid van de raad van bestuur van het APB Havencentrum

Artikel 2:

De heer Luk Lemmens zal de heer Jan Hofkens vervangen als lid van de raad van

bestuur van Pidpa.


De heer MERCKX.- Ik heb een opmerking bij dit punt. Ik heb gezien dat mijnheer Hofkens

vervangen wordt in de Raad van Bestuur van de intercommunale PIDPA door eerste

gedeputeerde Lemmens. Ik heb daar ernstige bedenkingen bij, en ook een vraag over de

voorwaarden waaronder dat gebeurt.

Ik heb de Raad van Bestuur van PIDPA overlopen en ook ontdekt dat daar heel wat mensen

uit onze raad in zitten, en dat er ook al een andere gedeputeerde in zit. Dat zijn betalende

mandaten. Nu vind ik dat, met de zeer hoge wedde en voordelen van een gedeputeerde, als

het echt nodig is dat je er ook met twee in zit, of doodgewoon als gedeputeerde om de

werking te controleren, je daar niet moet voor vergoed worden.

VOORZITTER.- Dat is uw mening. Het is een geheime stemming, dus u stemt zoals u zelf

wil.

Dit is een geheime stemming.

Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.

Men gaat over tot de geheime stemming. 57 leden nemen eraan deel. Het voorstel

wordt goedgekeurd met 48 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 7 onthoudingen.


Wijziging vertegenwoordiging Vlaams Belangfractie

in commissies en verenigingen. Goedkeuring.

Voorstel

Ingevolge het ontslag van mevrouw Hilde De Lobel wenst de Vlaams Belangfractie

haar vertegenwoordiging in een aantal verenigingen en commissies te wijzigen.


Gelet op de artikelen 35 en 39 van het provinciedecreet;

Op vraag van de Vlaams Belangfractie;

BESLUIT:

Artikel 1:

De heer Jan Claessen zal mevrouw Hilde De Lobel vervangen als


52

- lid van de algemene vergadering van de vzw VVP

- lid van de algemene vergadering van OVV provincie Antwerpen

- lid van de algemene vergadering en van de raad van bestuur van de Raad voor

Cultuur

- lid van de algemene vergadering en van de raad van bestuur van de

vzw Prospekta

Artikel 2:

De heer Jan Claessen zal de heer Steven Vollebergh vervangen als lid van de

commissie personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid.

VOORZITTER.- Dit is een geheime stemming.

Zijn daar tussenkomsten over? Geen.


goedgekeurd met 56 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 1 onthouding.


Provincieraad. Wijziging huishoudelijk reglement. Goedkeuring.

Voorstel van het vast bureau

Op voorstel van het Vast Bureau worden de volgende wijzigingen van het

huishoudelijk reglement aan uw raad voorgesteld:

- artikel 19: toevoeging van de bepaling dat niet – stemgerechtigde leden van

een raadscommissie maximum een presentiegeld krijgen voor

3 raadscommissies ter voorbereiding van de zitting van een provincieraad.

- artikel 33: de voorzitter verleent eerst spreektijd aan de meerderheids- en

vervolgens aan de oppositiepartijen. Om het debat te verlevendigen zal

hierbij voortaan telkens voorrang worden gegeven aan de fractie die eerst

het woord vraagt.

Verder wordt het begrip “gemandateerde” spreker geschrapt en de duur van

de spreektijd van de eerste spreker van een politieke fractie van minimum

3 leden verminderd van 20 tot 15 minuten.

- artikel 35: er wordt bepaald dat GSM-toestellen in de raadszaal op stil

moeten staan en dat telefoneren buiten de raadszaal moet gebeuren.

- artikel 49: er wordt een bepaling toegevoegd dat interpellaties die

betrekking hebben op een punt dat al geagendeerd is, samen worden

behandeld met het desbetreffende punt van de agenda.

Bijkomend wordt ook de spreektijd bij interpellaties geregeld.

- artikel 50: de bepaling dat de indien(st) er van een motie een spreektijd

heeft van 5 minuten om desgevallend de ontvankelijkheid van een motie te

bepleiten, wordt verduidelijkt.

- artikel 55: er wordt een bepaling toegevoegd dat mondelinge vragen die

betrekking hebben op een punt dat al geagendeerd is, samen worden

behandeld met het desbetreffende punt van de agenda.

- artikel 75: de datum van de inwerkingtreding van het gewijzigde reglement

wordt vastgesteld op 1 oktober 2014.

Het nieuwe gewijzigde reglement zal integraal worden gepubliceerd op het Intranet.


53

Als digitale bijlage vindt uw raad de tekst van het huidige reglement met de

voorgestelde wijzigingen in rood.

BESLUIT:

Artikel 1:

Artikel 19 van het huishoudelijk reglement van de provincieraad wordt gewijzigd als

volgt:

“Na elke volledige vernieuwing van de provincieraad en na de samenstelling van

het bureau en de verkiezing van de deputatie, legt de voorzit(s)ter van de raad een

voorstel aan de raad voor inzake de samenstelling van de vaste raadscommissies

en de materies waarvoor ze bevoegd zijn. Hiertoe overhandigen de

fractievoorzit(s)ters aan de voorzit(s)ter van de raad de akte van voordracht van de

commissieleden, aangeduid door hun fractie.

Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht ten minste ondertekend zijn

door een meerderheid van de leden van de fractie.

Het aantal mandaten in elke raadscommissie wordt bepaald volgens het principe

van de evenredige vertegenwoordiging, stelsel D’Hondt.

Als een fractie ingevolge de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging niet

vertegenwoordigd is in een raadscommissie, kan die fractie een raadslid aanwijzen

dat als lid met raadgevende stem in die commissie zetelt. Dergelijk lid heeft

eveneens recht op presentiegeld met een maximum van 3 vergoedingen voor de

raadscommissies ter voorbereiding van een zitting van de provincieraad.

Artikel 2:

Artikel 33 van het huishoudelijk reglement van de provincieraad wordt gewijzigd

als volgt:

“De voorzit(s)ter verleent het woord aan de raadsleden in volgende volgorde:

- eerst de meerderheidsfracties vervolgens de oppositiefracties;

- binnen beide groepen wordt voorrang gegeven aan de fractie die eerst het woord

vraagt. De ondervoorzitters houden toezicht op de volgorde.

Van deze volgorde kan de voorzit(s)ter afwijken voor:

1. de tussenkomsten van de gouverneur;

2. de vraag of een onderwerp van de agenda al dan niet ontvankelijk of

vatbaar voor bespreking is;

3. het voorstel tot verdaging of tot verzending naar een commissie;

4. de vraag om voorrang te verlenen aan een ander onderwerp dan hetgeen

dat ter bespreking is;

5. de vraag voor het op punt stellen van de stand van het in bespreking zijnde

onderwerp;

6. het beroep op de toepassing van het reglement;

7. het antwoord op een persoonlijk feit of het rechtzetten van een aangehaald

feit;

8. het indienen van een ordemotie.


54

De ordemotie kan betrekking hebben op:

a) een voorstel tot aanvulling van de agenda of verdaging van een

agendapunt;

b) een voorafgaande vraag over de toepassing van de procedure;

c) een voorafgaande vraag tot afwijzing van de behandeling;

d) een voorstel tot sluiting van de beraadslaging;

e) een voorstel tot spoedbehandeling in plenaire vergadering;

f) een voorafgaande vraag over de coördinatie van de werkzaamheden van de

provincieraad met die van andere overheden.

Bovendien kan de voorzitter hiervan afwijken en beurtelings het woord verlenen

voor of tegen het behandelde onderwerp.

De maximum spreektijd is, behoudens bij de algemene bespreking van het budget,

themaraden en voor bijzondere aangelegenheden;

a. in een algemene bespreking:

- voor één spreker per politieke fractie van minimum 3 leden: 15 minuten;

- voor één spreker per politieke fractie van minder dan 3 leden: 10 minuten;

- voor andere sprekers: 5 minuten per spreker;

b. in een bespreking van artikelen en amendementen: 5 minuten per spreker;

- voor bijzondere aangelegenheden kan het vast bureau, uitgebreid met de

voorzitters van de erkende politieke fracties, de duur van een beraadslaging

alsmede het aantal sprekers bepalen en op grond van de volgende criteria

een maximum spreektijd vaststellen:

a. een eerste gedeelte van de spreektijd wordt gelijk over alle fracties

verdeeld;

b. een tweede gedeelte van de spreektijd wordt over de fracties

verdeeld naar verhouding van hun ledental;

- wanneer de voorzitter oordeelt dat de werkzaamheden van de raad worden

belemmerd, kan hij de spreektijd van alle sprekers beperken.

Geen spreker mag in de rede worden gevallen, tenzij door de voorzitter en in de in

volgend artikel vermelde gevallen en tenzij een lid beroep doet op toepassing van

het reglement.”

Artikel 3:


als volgt:

“

1) De voorzitter oefent toezicht uit op de orde in de vergaderzaal.

2) Raadsleden die de orde verstoren, worden door de voorzitter tot de orde

geroepen. Elke belediging of aantijging met kwade bedoeling wordt geacht

een schending van de orde te zijn.

3) In geval van herhaling worden zij door de voorzitter andermaal tot de orde

geroepen. Bovendien ontneemt de voorzitter hun het woord en mogen zij

voor de verdere duur van de vergadering niet meer het woord voeren.

4) Raadsleden aan wie het woord om deze reden is ontnomen, kunnen deze

maatregel ongedaan maken door te verklaren dat het hen spijt de orde te

hebben verstoord.

5) GSM-toestellen in de raadszaal staan op stil en telefoneren dient buiten de

raadszaal te gebeuren.”


55

Artikel 4:


volgt:

“Een raadslid kan de deputatie interpelleren over een aangelegenheid van

provinciaal belang.

Het verzoek tot interpellatie, met toevoeging van een nota die nauwkeurig het

onderwerp of de feiten opgeeft waarover opheldering wordt gevraagd, alsook de

voornaamste beschouwingen die de interpellant daaraan wenst vast te knopen,

moet schriftelijk, per e-mail of persoonlijk aan de provinciegriffier worden bezorgd

die ze overmaakt aan de voorzit(s)ter

Een interpellatie houdt een controle in van de beleidsdaden van de deputatie, niet

van de intenties.

Interpellaties die ten minste vijf dagen voor de raadszitting worden aangevraagd,

worden behandeld op de eerstvolgende vergadering, in chronologische volgorde

van indiening.

Interpellaties die betrekking hebben op een punt dat geagendeerd is, worden

behandeld samen met het desbetreffende punt van de agenda.

Interpellaties kunnen wel aanleiding geven tot een debat maar niet tot het nemen

van enig besluit.

De uiteenzetting van een interpellatie mag niet langer dan 10 minuten duren, met

een antwoord van de deputatie van 5 minuten en een wederwoord van de

interpellant van 5 minuten. De mogelijkheid om andere politieke fracties toe te

laten aan te sluiten op de interpellatie kan mits een spreektijd van 5 minuten per

politieke fractie. Daarna beschikken de interpellant, de aansluitende sprekers en de

deputatie nog over een wederwoord van telkens 5 minuten.”

Artikel 5:


volgt:

“Elk raadslid heeft het recht om moties aan de raad in te dienen. Deze moties

worden schriftelijk, per e-mail of persoonlijk aan de provinciegriffier bezorgd, die ze

overmaakt aan de voorzit(s)ter.

Moties die ten minste vijf dagen voor de raadszitting worden ingediend, worden

behandeld op de eerstvolgende zitting.

Wanneer één of meerdere raadsleden de onontvankelijkheid van een motie

voorstellen, kan de indien(st)er in een toelichting van maximum 5 minuten de

ontvankelijkheid ervan bepleiten.”

Artikel 6:


als volgt:


56

“Bij het begin van iedere vergadering van de raad wordt een vragenuur

uitgetrokken.

De raadsleden die de deputatie of de gouverneur tijdens dit vragenuur een

mondelinge vraag over actuele onderwerpen willen stellen, geven de voorzit(s)ter

van de raad schriftelijk of via e mail kennis van het onderwerp van hun vraag ten

minste drie dagen vóór de dag van de vergadering. Gelijktijdig wordt een kopie

van de vraag aan de provinciegriffier bezorgd.

De bedoelde kennisgeving dient slechts door één raadslid te worden ondertekend.

Bij ontvankelijkheid geeft de voorzit(s)ter de deputatie of de gouverneur onverwijld

kennis van het onderwerp van de vraag.

De vragen worden in chronologische volgorde van indiening vooraan geplaatst op

de agenda van de vergadering. Vragen over hetzelfde onderwerp worden

samengevoegd.

Mondelinge vragen die betrekking hebben op een punt dat geagendeerd is, worden

behandeld samen met het desbetreffende punt van de agenda.

De spreker stelt zijn vraag vooraan op de tribune van de raadszaal. Het stellen van

de vraag mag niet langer duren dan vijf minuten. Het debiteren van vooraf volledig

uitgeschreven teksten is niet toegelaten. Er kunnen geen aanvullende vragen

worden gesteld.

Elke vraag wordt afgehandeld tijdens de vergadering waarin zij wordt uiteengezet.

Het recht om als vraagsteller het woord te voeren, is persoonlijk.

Indien de vraagsteller afwezig is, wordt de vraag als ingetrokken beschouwd.

In geen geval mag een vraag in onveranderde omstandigheden opnieuw worden

gesteld in de loop van dezelfde zitting.”

Artikel 7:


als volgt:

“Het gewijzigd reglement, zoals goedgekeurd door de provincieraad van

25 september 2014, treedt in werking op 1 oktober 2014.”


Tijdens de tussenkomst van de heer Merckx worden een aantal begeleidende foto’s getoond.

De heer MERCKX.- Geachte collega’s,

Voorzitter,

Eigenlijk moet ik beginnen met mijnheer Geudens van harte te bedanken. Hij heeft

namelijk de demonstratie geleverd dat dit huishoudelijk reglement nergens op slaat. Hij


57

heeft dat met veel verve gegaan. Ik heb exact op het scherm gechronometreerd wanneer

hij begonnen is, 14.45 uur, en hij is exact 35 minuten later gestopt. Terecht, want het was

een inhoudelijke zeer goed voorbereide interpellatie over een belangrijk onderwerp, de

afslanking van de provincies, gebracht met het nodige retorische talent. Eigenlijk verwacht

ik dat hij absoluut tegen deze wijziging zal stemmen, samen met ons, en ik hoop ook nog

vele anderen.

De PVDA+ gaat dus tegen deze wijziging van het huishoudelijk reglement stemmen, omdat

ze gericht is tegen onze partij in het bijzonder en tegen de slagkracht van de oppositie in

het algemeen. Dat betekent een ernstige afbraak van het democratisch spreekrecht van

de verkozenen.

Ons voornaamste bezwaar betreft de wijziging van het artikel 49 over de interpellaties.

Daaraan wordt nu toegevoegd, iets wat er vroeger niet in stond: “De uiteenzetting van een

interpellatie mag niet langer dan 10 minuten duren.” Dus geen 35 minuten bijvoorbeeld, hoe

belangrijk het onderwerp ook is. Daar waar voorheen het reglement, wat interpellaties

betrof, geen enkele beperking van de spreektijd voorzag. Van geen beperking tot amper

10 minuten voor een interpellatie, ook over zware dossiers: dit is een onaanvaardbare

aantasting van de parlementaire democratie op provinciaal vlak. Het is een poging om elke

harde en inhoudelijke oppositie in belangrijke mate te muilkorven en te bemoeilijken.

Collega’s,

We moeten mekaar geen Liesbeth noemen, en zeker niet Liesbeth Homans, tenzij we heel

venijnig willen zijn, en zeker niet lachen. Deze ondemocratische wijziging, die in principe

het spreekrecht van alle raadsleden kan en zal treffen, viseert in dit geval toch vooral de

PVDA+. Dit voorstel stond al eens op de agenda van de provincieraad van april maar is toen

zonder uitleg afgevoerd. De aanleiding in april om dat te agenderen was mijn

gedocumenteerde interpellatie in februari over de onverdedigbare 2 miljoen EUR subsidie

aan de superrijken van Tomorrowland voor een kunstbrug. Tijdens mijn tussenkomst is er

toen publiek aangekondigd dat men het huishoudelijk reglement zou veranderen om mijn

spreektijd te beperken.

In april heb ik op het Vast Bureau gesteld dat, indien deze wijziging van het huishoudelijk

reglement op de agenda bleef staan, wij verplicht zouden zijn dit aan te klagen als een

poging om onze partij en de oppositie te muilkorven. Het agendapunt werd toen afgevoerd

en over de verkiezingen getild. Men zou dan zien of er een wijziging van het reglement

nodig was. En zo ja, te zoeken naar het beste en meest democratische uit de al bestaande

reglementen van parlementen en steden in ons land, zodat het een vooruitgang zou zijn op

democratisch vlak, en wat betreft de inhoudelijke rijkdom van het politieke debat hier in

de raad.

Het nieuwe reglement dat nu voorligt realiseert het tegenovergestelde, een belangrijke

democratische achteruitgang. Ook door het handhaven van de povere tien minuten

spreektijd bij tussenkomsten over het budget, bij themaraden en zogenaamde bijzondere

aangelegenheden.

Welnu, vaak kan je, op tien minuten, moeilijk of onmogelijk een gedocumenteerde en goed

geargumenteerde interpellatie of tussenkomst houden over belangrijke zaken zoals het

budget, de extra besparingen van provinciebestuur en de Vlaamse regering, het dossier van

het Gouverneur Kinsbergencentrum, de megasubsidie voor Tomorrowland, de aankoop van


58

de bouwblok achter het stadhuis, en een aantal andere voorbeelden. Tenzij je je er

natuurlijk van afmaakt zoals we het hier gewoon zijn van een bepaalde fractieleider.

De wijziging van het huishoudelijk reglement bevestigt ook de bevoordeliging van de

meerderheid. Hoewel deze bij monde van haar gedeputeerden al meer dan ruim aan bod kan

komen, krijgt zij nog altijd meer spreektijd voor haar tussenkomsten dan de

oppositiepartijen.

De beperking van de spreektijd voor interpellaties is overigens overbodig.

Ik ga een foto tonen.

Wat leert ons het overzicht van het aantal interpellaties van december 2012 tot juni 2014.

In totaal telden we er in die 13 zittingsmaanden 34. Daarbij reken ik ook de als

interpellaties ingediende tussenkomsten die bij een agendapunt werden gehouden.

Opgesplitst per fractie gaf dat vanwege N-VA (27 raadsleden) twee interpellaties,

vanwege CD&V (13 raadsleden) een interpellatie, vanwege sp.a (10 raadsleden) ook een.

Vanuit de oppositie waren er van Groen (6 raadsleden) zes interpellaties, vanwege Open

VLD (7 raadsleden) drie, vanuit het Vlaams Belang (7 raadsleden) zes en vanwege de PVDA+

(2 raadsleden) zestien. Globaal genomen, qua interpellaties en het daarmee gepaard gaande

democratisch debat, is er echt geen overvloed geweest, alvast niet vanuit de

meerderheidspartijen.

Ja, er zijn een paar mini-wijzigingen in het huishoudelijk reglement waar we niets tegen

hebben, zoals de bepaling van artikel 33. Daardoor zal men nu binnen de oppositiegroep

voor tussenkomsten voorrang geven aan de fractie die eerst het woord vraagt. Dat is

daarnet al toegepast. Voorheen was dat ‘aan de numeriek sterkste politieke fractie’. OK,

een goede zaak, maar we gaan dan wel moeten oppassen dat het hier geen aflevering van

Blokken wordt met om het eerste afslaan.

Ons tweede minder gewichtig bezwaar geldt de wijziging van artikel 19. Die bepaalt dat

provincieraadsleden die als lid met raadgevende stem in een raadscommissie zetelen recht

hebben op presentiegeld, maar voortaan slechts met een maximum van 3 vergoedingen per

zitting van de provincieraad. Daar waar er voorheen geen maximum was. Ik denk ook niet in

vorige legislaturen waar ook kleine fracties waren, soms van één of twee verkozenen. Deze

bepaling is nu alleen van toepassing voor onze fractie en dus ook tegen ons gericht. Volgens

het systeem D’Hondt dat de grotere partijen bevoordeligt, kan de PVDA+ met twee

raadsleden de commissies immers slechts met raadgevende stem bijwonen. Om ons werk in

de raad voor te bereiden – en dat is maar normaal en correct – laat men ons wel toe om met

ons tweeën in principe elk 6 commissies per raad bij te wonen. In de praktijk zijn er dat

bijna nooit zoveel. Als er commissies zijn met belangrijke onderwerpen kiezen wij alleen

die. Of, als zo een commissie, die begint om 16u30 uitloopt, blijven we die volgen en laten

we de daaropvolgende commissie van 17u30 vallen. Wij hebben ons overigens al lang

akkoord verklaard met een voorstel van de fractieleidster van CD&V om slechts één

commissie per avond te houden, of om, zoals Koen Helsen van Open VLD voorstelde, het

aantal commissies te halveren tot zes, één per gedeputeerde.

Ja, ik had ook al bemerkt dat de raadsleden van andere partijen meestal maar

3 commissies bijwonen (en vergoed krijgen) bij N-VA en sp.a en twee commissies bij CD&V,

Open VLD, Groen en Vlaams Belang.


59

En ja het kan dus voorgekomen zijn dat wij al eens gedurende een maand voor het bijwonen

van 4, 5 en uitzonderlijk zelfs 6 commissies vergoed zijn geweest. Of liever dat ik

daarvoor vergoed ben. Want collega Naert heeft vorig jaar, vooral wegens het bijna

driedubbel aantal raadszittingen, gevolg van het efficiënte bestuur van onze Vlaamse

regering, over de begrotingen (2 maal gewijzigd) al vanaf de maand mei 2013 op alle

provincieraden en commissies die zij nog heeft bijgewoond niet meer voor aanwezig

getekend en dus afgezien van presentiegeld. Dit omdat zij, als gepensioneerd ambtenaar

die nog geen 65 is, slechts een goede 7.000 EUR bruto per jaar mag bijverdienen als zij

haar pensioen wil behouden. Zij heeft dus voor een 40-tal bijgewoonde raden en

commissies geen zitpenning ontvangen. Dit jaar zal zij vanaf de maand september

hetzelfde moeten doen. De 4.600 EUR netto die zij wel in 2013 ontving (bruto ging het om

6900 EUR) heeft zij, zoals bepaald in onze statuten, integraal aan de partijkas gestort.

Hetzelfde deed ik met de 16.000 EUR netto (22.000 EUR bruto) die ik in 2013 ontving

voor mijn werk in de provincieraad. Maar het gros daarvan kwam niet van de

commissiezittingen wel van de vele provincieraadszittingen in 2013, van de dubbele

zitpenningen die alle fractievoorzitters ontvangen voor hun deelname aan het vast bureau

en van mijn vergoede mandaten in de raden van bestuur van Campus Vesta, APB Sport en

- tot in maart – ook Plantijn Hogeschool.

Maar blijkbaar is het dat wat steekt. Dat wij het geld niet voor ons zelf houden maar,

vrijwillig geven aan onze partij om daarmee te werken aan structurele maatschappelijke

veranderingen, voor een rechtvaardige en betere wereld voor iedereen.

Deze bepaling in de statuten van onze partij, over de financiële voordelen die voortvloeien

uit een mandaat als verkozene, kreeg meer aandacht in de verkiezingscampagne. De PVDA

herbevestigde toen dat, als zij parlementaire verkozenen zou behalen, deze blijven leven

aan een gemiddeld werkersinkomen. Om te illustreren dat dit geen loze beloften waren

interviewde de redactie van de PvdA-website mij over de 16.000 EUR die ik in 2013 aan de

partijkas had gestort. Men nam mij als voorbeeld omdat ik tot dan toe de verkozene was

die het meest verdiende met zijn mandaat. Nu we twee Kamerleden hebben, twee

verkozenen in het Waals parlement en vier in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement zal

dat natuurlijk veranderen. Hoe dan ook, het is dus dit artikel dat de aandacht trok van

mensen uit andere partijen op mijn verdiensten.

Daar stonden ook foto’s bij van de drie overschrijvingen waarmee ik het bedrag had

overgemaakt en waarvan u er hier een ziet.

Bij enkele politieke tegenstanders, zo kon ik ook op mijn FB-pagina zien, wekten deze

verdiensten wrevel. Vooral omdat ze naar de PVDA+ gaan. Die wil men dus financieel

treffen met deze maatregel waaraan voorheen nooit behoefte heeft bestaan. Dat is

kleintjes. We klagen het aan maar gaan er geen groot spel van maken. We willen niet dat

men de indruk heeft dat wij een ongelijke behandeling van de mandatarissen zouden

voorstaan. Wij zijn overigens voorstander van een heel grondige hervorming van de

vergoeding der politici in de richting van het gemiddelde inkomen. Volgens mij zou dat

kunnen door meer bescheiden en grotendeels forfaitaire vergoedingen, gekoppeld aan

voorwaarden inzake inzet en activiteit.

Overigens wil ik er de aandacht op trekken dat die paar commissies die men mij extra

betaald heeft de benadeliging van onze kleine partij, ook in de provinciale


60

partijfinanciering, op verre na niet rechttrekt. Die wordt immers grotendeels toegekend

op basis van het aantal zetels. En zoals u weet benadeelt het kiessysteem D’Hondt voor de

verdeling van zetels de kleinste partij.

En dan spreek ik nog niet over de benadeliging waarmee men onze partij bij de federale

partijfinanciering wil opzadelen. Die gebeurt op basis van het stemmenaantal dat een partij

die in het parlement vertegenwoordigd is behaalde. Welnu, hoewel we een nationale

Belgische partij zijn, PVDA-PTB, en als dusdanig bij de federale verkiezingen zijn

opgekomen, weigert men tot nu toe de 128.000 stemmen mee te tellen…

VOORZITTER.- Mijnheer Merckx, het gaat hier over het huishoudelijk reglement van de

provincieraad. Het gaat niet over verschillende dingen en ook niet over cijfers.

De heer MERCKX.- Ik wil het gewoon een beetje kaderen.

VOORZITTER.- Ik zeg maar dat u dan toch stilaan mag afronden.

De heer MERCKX.- Goed, de rest kan u dan lezen op mijn blog.

Voor de rest hoop ik dat iedereen evenveel openheid heeft over alle verdiensten uit zijn

mandaat als wij.

Even checken, de site cumuleo.be leert ons alvast dat vele leden van de meerderheid,

behalve hun zitpenningen uit provincieraad en commissies, belangrijke inkomsten hebben

uit vergoede posten in raden van bestuur en directiecomités, onder meer van

intercommunales. Zo vond ik dit over een vooraanstaand raadslid van onze vergadering.

(foto) Daaronder stond dat zijn vergoede mandaten, en dan had hij zijn hoofdberoep nog

vergeten aan te geven, gestegen was in 2013 van 2 naar 9, vrij indrukwekkend.

Heel wat collega’s cumuleren ook met mandaten als burgemeester, schepen, gemeente- en

districtsraadslid. Dat is hun keuze. Zelf heb ik afgezien van mijn mandaat als verkozene in

de districtsraad van Hoboken. Dit alles om het wat te kaderen.

Maar, zoals gezegd, als ik u oproep om deze wijziging van het huishoudelijk reglement te

verwerpen dan is het vooral omwille van de beperking van de spreektijd. Die heeft enkel als

doel een harde inhoudelijke oppositie te bemoeilijken. Ik doe dus een beroep op uw

democratische reflex en overtuiging om daar niet aan mee te werken.

Worden de betwiste wijzigingen toch doorgedrukt, wel dan zullen we het vanwege de

ja-stemmers beschouwen als een, wellicht ongewild, compliment voor de kracht waarmee we

oppositie voeren.

Ik dank u.



61


Collega’s,

Ik ga niet reageren op hetgeen mijnheer Merckx heeft gesteld over dit huishoudelijk

reglement. Ik ga wel to the point komen.

Ik dank de voorzitter, en de ondervoorzitters om een aantal verbeteringen aan te brengen,

waar wij ook achterstaan en die we goed hebben besproken vorige week. Maar ik verwijs

toch terug naar de nota die ik gemaakt had vorig jaar in maart, waar we dachten dat het

toch handig zou zijn van met 6 raadscommissies te werken en de werking zoveel mogelijk

af te stemmen op het reglement van het Vlaams parlement waarbij de voorzitter van de

commissies dan ook mensen vanuit de oppositie kunnen zijn, en waarbij we een andere

organisatie hadden voorgesteld met betrekking tot beginuren en dagen voor die

raadscommissies.

Wij gaan ons dus onthouden, maar de zaken die gewijzigd zijn, zijn verbeteringen.


De heer CAALS.- Voorzitter, los van het feit dat we daarnet hebben kunnen zien dat er

ook nog klanten zijn gebleven bij BNP Paribas Fortis …

De heer MERCKX.- Wij willen dat terug nationaliseren …

De heer CAALS.- Veel succes, Kris.

Los daarvan nog enkele fundamentele opmerkingen. Ik denk dat in het Vast bureau hard

gewerkt is om te kijken naar een wijziging van het huishoudelijk reglement.

Ik dank ook de meerderheidspartijen dat een aantal zaken die zijn aangebracht door de

oppositie, toch zijn opgenomen. Ik verwijs hiervoor naar de artikelen 2 tot en met 7.

Ik blijf een probleem hebben met artikel 1. Ik ga ervan uit dat een presentiegeld staat

tegenover een presentie, en dat is een logica die nu doorbroken wordt.

VOORZITTER.- De heer Schoofs heeft het woord.

De heer SCHOOFS.- Mijnheer de voorzitter,

Collega’s,

Het volgende moet mij toch even van het hart bij het aanhoren van de tussenkomst van

mijnheer Merckx. Ik heb in de 2 jaar bijna dat we hier zitten altijd met het nodige

respect geluisterd naar de tussenkomsten van mijnheer Merckx. Ik heb uit respect voor

hem, en uit solidariteit met een collega uit de oppositie nooit openlijk hier mijn punt

gemaakt. Maar ik vind wel, en dat moet mij van het hart, dat ik hem dat wel persoonlijk

gezegd heb buiten de zitting dat ik vind dat het belangrijk is dat een politicus ook zijn

spreektijd benut in de optimale zin van het woord.

Als fractievoorzitter destijds heb ik ook altijd geprobeerd van dat te doen, ook als

raadslid nu. Ik heb nooit die 10 minuten overschreden, en ik heb nooit het gevoel gehad dat


62

ik mijn punt hier niet heb kunnen maken in deze raadszitting. Maar ik vind het ook een

vorm van respect dat de spreektijd ook aan anderen kan gegund worden, en dat mensen die

een hele dag hard werken ook aan politiek kunnen doen en daarvoor de nodige tijd kunnen

krijgen. Ik denk dat het een kunst is van met zo weinig mogelijk woorden uw punt te maken,

los van de bevlogenheid, of de welsprekendheid, of de retoriek die bepaalde collega’s in hun

tussenkomsten willen leggen.

Ik zou een oproep willen doen om de tussenkomsten provinciegebonden te houden, en, sorry

voor het woordgebruik, het politiek gebazel in de marge te houden voor aan de toog.

Collega’s, “less is more!”

Dank u wel.

Applaus


De heer HUIJBRECHTS.- Dank u, voorzitter.

Onze fractie zal tegenstemmen, precies omdat wij voor een onbeperkt spreekrecht zijn.

We hebben dat altijd verdedigd, en wij zullen dat blijven verdedigen.

Ter attentie van mijnheer Merckx wil ik zeggen dat ik eigenlijk ontroerd was door het vuur

waarmee dat hij het recht op vrije meningsuiting en democratisering probeert aan de man

te brengen. Ik hoop dat hij dat met zijn internationale gesprekspartners van de PVDA+ ook

gaat doen.

Applaus

VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.

Iedereen heeft natuurlijk zijn idee over een huishoudelijk reglement. We hebben daarover

gediscussieerd in het Vast Bureau. Ik dank ook iedereen die daar aan meegewerkt heeft

om er toch iets goeds van proberen te maken.

Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.

Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.

62 leden hebben deelgenomen aan de stemming;

43 leden hebben ja gestemd;

7 leden hebben nee gestemd;

12 leden hebben zich onthouden.

Goedgekeurd met 43 stemmen ja, bij 7 stemmen nee en 12 onthoudingen.


63


Benoeming commissaris-revisor ten behoeve van

14 Autonome Provinciebedrijven.

Goedkeuring.

Verslag van de deputatie

In zittingen van 31 juli ll. hebben de directiecomités van 14 Autonome

Provinciebedrijven kennis genomen van de prijsoffertes van Grant Thornton

bedrijfsrevisoren cvba voor de externe audit op de boekhoudingen van de

boekjaren 2014-2015-2016. En tevens het engagement genomen om deze

opdracht toe te wijzen.

Gelet op artikel 236b van het provinciedecreet is het echter uw raad die de

commissaris-revisor voor de Autonome Provinciebedrijven benoemt.

Uw raad dient dan ook de besluiten van de onderscheiden directiecomités te

bekrachtigen.

Concreet gaat het over een niet verlengbare heraanstelling voor 13 locaties

(nl. APB Provinciaal Onderwijs, APB Vormingscentrum Malle, APB Inovant,

APB Arenberg-schouwburg, APB FotoMuseum, APB ModeMuseum,

APB Zilvermuseum, APB De Schorre, APB Zilvermeer, APB Provinciaal Instituut

Hygiëne, APB Hooibeekhoeve, APB Kamp C en APB Provinciaal Secretariaat

Europese Structuurfondsen) waarvoor Grant Thornton reeds bedrijfsrevisor was

voor de boekjaren 2011-2012-2013 toen deze APB’s nog een gewoon

provinciebedrijf waren; en een verlengbare aanstelling voor APB

Documentatiecentrum Atlas.

Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 september 2014.


Gelet op de oprichtingsbesluiten van de Autonome Provinciebedrijven;

Gelet op art. 236b van het provinciedecreet;

Overwegende dat de onderscheiden directiecomités van de Autonome

Provinciebedrijven de prijsopgaven voor externe audit aanvaard hebben;

Op voorstel van de deputatie,

BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad benoemt Grant Thornton bedrijfsrevisoren cvba, Potvlietlaan 6 –

2600 Antwerpen, tot commissaris-revisor voor de boekjaren 2014-2015-2016 voor

de locaties: APB Provinciaal Onderwijs, APB Vormingscentrum Malle, APB Inovant,

APB Arenbergschouwburg, APB FotoMuseum, APB ModeMuseum,

APB Zilvermuseum, APB De Schorre, APB Zilvermeer, APB Provinciaal Instituut

Hygiëne, APB Hooibeekhoeve, APB Kamp C, APB Provinciaal Secretariaat Europese

Structuurfondsen en APB Documentatiecentrum Atlas.

VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.


64




62 leden hebben ja gestemd.

Goedgekeurd met 62 stemmen ja.


65

1. Cultuur

VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 1/1 tot en met 1/3 met één stemming af te

handelen. De raad stemt ermee in.


Budget 2014. Aanwending van subsidiekredieten.

Goedkeuring.


Subsidie project Kleuters naar theater en museum. Aanwending krediet

In de zitting van 26 juni 2014 keurde de provincieraad de inschrijving van het

subsidiekrediet ‘Project Kleuters naar theater en museum’ goed. Er werd een

bedrag van 50.000 EUR goedgekeurd op dit krediet.

Thans wordt in een afzonderlijk besluit een budgetwijziging ter goedkeuring

voorgelegd waarin een verhoging van dit krediet tot 100.000 EUR wordt

voorgesteld.

In de Beleidsbrief Cultuur 2014-2019 gaat de provincie nieuwe culturele

uitdagingen aan. Om deze ambitieuze doelstellingen te realiseren zijn we onder

andere op zoek gegaan naar en in gesprek gegaan met professionele

expertisepartners in het veld. Met deze organisaties willen we samen een traject

uitbouwen dat past binnen onze beleidsacties. Eén van deze partners is HETPALEIS.

Gezien de late opstart van de besprekingen voorzien we pas een

samenwerkingsovereenkomst vanaf 2015. De samenwerking met HETPALEIS gaat

echter dit jaar al van start (schooljaar 2014-2015). In aansluiting met de geplande

samenwerkingsovereenkomst voorzien we een subsidie van 100.000 EUR voor de

uitvoering van een project dat de participatie van kleuters aan het professionele

cultuuraanbod verhoogt en stimuleert.

De Dienst Bibliotheken en Kunsten stelt voor om de aanwending van volgend

krediet goed te keuren:

2014002182 ‘Subsidie project Kleuters naar theater en museum’:

100.000 EUR

Subsidie serre artistiek talent. Aanwending krediet





uitbouwen dat past binnen onze beleidsacties. Eén van deze partners is deSingel.

Gezien de late opstart van de besprekingen voorzien we pas een

samenwerkingsovereenkomst vanaf 2015. De samenwerking met deSingel gaat

echter dit jaar al van start. In aansluiting met de geplande

samenwerkingsovereenkomst voorzien we een projectsubsidie van 54.000 EUR

binnen de context van de actie ‘Serre artistiek talent’.


66

De Dienst Bibliotheken en Kunsten stelt voor om de aanwending van volgend

krediet goed te keuren:

2011000741 ‘Subsidie serre artistiek talent’: 54.000 EUR



Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;


BESLUIT:

Enig artikel:

De aanwending van volgende kredieten wordt goedgekeurd:

2014002182 ‘Subsidie project Kleuters naar theater en museum’:

100.000 EUR ten voordele van HETPALEIS.

2011000741 ‘Subsidie serre artistiek talent’: 54.000 EUR ten voordele van

deSingel.



Budget 2014. Aanpassingen subsidies en dotaties.

Goedkeuring.


In kader van “aanpassingen ramingen” en “interne kredietaanpassingen” die het

gedelegeerde personeelslid resp. de deputatie doorvoeren binnen het

exploitatiebudget 2014 van het beleidsdomein Cultuur worden 15 subsidie- en

dotatiebedragen gewijzigd. Deze wijzigingen van subsidie- en dotatiebedragen

vereisen de goedkeuring van de provincieraad. Bij de volgende bespreking wordt bij

elke subsidie of dotatie verwezen naar artikels 1 tot en met 15 van het

ontwerpbesluit dat voorligt.

VERSCHUIVING ACTIES KLEUR IN CULTUUR EN MESTIZO ARTS FESTIVAL

In het budget 2014 is onder de actie “Kleur in cultuur DCUL” een werkingskrediet

van 50.000 EUR ingeschreven. Onder de actie “Mestizo Arts Festival” is een

subsidie van 25.000 EUR ingeschreven als “subsidiëring van initiatieven inzake

culturele diversiteit”. Het APB Arenbergschouwburg voert beide acties uit in het

kader van zijn project 2014 Mestizo Arts Festival, dat uitgebreid is met

trajectbegeleiding diversiteit voor de provinciale culturele instellingen (FM, ZM,

DEStudio, WAR). Beide kredieten worden met een aanpassing raming naar de

dotatie van de Arenbergschouwburg verschoven, voor een totaal van 75.000 EUR.

Aan uw raad wordt gevraagd goedkeuring te hechten aan de schrapping van de

subsidie (art. 7) en aan de verhoging van de dotatie (art. 11).

VERSCHUIVING VOOR SUBSIDIE KLEUTERS NAAR THEATER EN MUSEUM

In het budget 2014 is onder de actie Kleuters naar theater en museum een

subsidiekrediet van 50.000 EUR voorzien. Dit krediet wordt verhoogd tot


67

100.000 EUR (art. 4). Anderzijds kan op het subsidiekrediet bovenlokale culturele

projecten 50.000 EUR uitgespaard worden (onderdeel van art. 2).

VERSCHUIVING BINNEN DE ACTIE KOREN EN ORKESTEN

Het krediet voor Subsidiëring van zangkoren (tornooien) wordt met 1.953,10 EUR

verhoogd (art. 5) zodat de deputatie de subsidies waarop koren volgens het

reglement dit jaar aanspraak kunnen maken, volledig kan uitbetalen. De

werkingskredieten van de actie Koren en Orkesten worden met hetzelfde bedrag

verminderd.

VERSCHUIVINGEN NAAR SUBSIDIE PROSPEKTA EN DOTATIE FOTOMUSEUM

Prospekta, een gemeenschappelijke vzw van Stad en Provincie Antwerpen, voert

een belangrijk deel van de provinciale cultuurcommunicatie uit. Hiervoor krijgt de

vzw een jaarlijkse werkingssubsidie van ons bestuur. In deze werkingssubsidie

2014 is niet de kost inbegrepen van het TV-programma “100% cultuur” op

ATV/RTV. Deze kost bedraagt 150.000 EUR voor het seizoen 2014-2015.

Voorgesteld wordt de helft van deze kost, 75.000 EUR, als bijkomende subsidie

2014 voor Prospekta te voorzien (art. 1). De tweede helft van de kost is voorzien in

het ontwerpbudget 2015 binnen een verhoogd subsidiebedrag.

In 2015 bestaat het Fotomuseum 50 jaar. Tijdens dit jaar worden tal van

activiteiten en promotieacties gepland om het FoMu in de schijnwerpers te zetten

bij zowel nationale en internationale bezoekers. Voor de realisatie van deze

projecten is een subsidie van 350.000 EUR aangevraagd bij Toerisme Vlaanderen.

Voorwaarde is wel dat de provincie 150.000 EUR (30% van de totale projectkost)

uit eigen middelen voorziet. Daartoe wordt de dotatie 2014 van het Fotomuseum

met 150.000 EUR verhoogd (art. 10).

De verhogingen Prospekta en Fotomuseum (totaal 225.000 EUR) worden als volgt

tegengewogen.

Een aantal subsidiekredieten DBK kunnen verminderd worden nadat de acties 2014

uitgevoerd zijn: “Subsidie kwaliteit amateurkunsten (R)” onder actie A Literatuur

(art. 6); “Subsidie serre artistiek talent (R)” onder actie A Serrefunctie muziek

(art. 8); “Subsidie serre artistiek talent (R)” onder actie A Serrefunctie

podiumkunsten (art. 9); “Subsidie voor bovenlokale culturele projecten” met

bijkomend 30.000 EUR (onderdeel van art. 2) en “Subsidie aan intergemeentelijke

samenwerking” (art. 3). Totaal 90.940 EUR.

Op het werkingsbudget van de binnendiensten DCUL, inclusief het voormalige

Provinciaal Bibliotheekcentrum (PBC), worden een aantal uitgavenkredieten

verminderd of geschrapt voor een totaal van 120.280 EUR. Het gaat hier

gedeeltelijk om doorvoering van besparingen die ook in het ontwerp budget 2015

aan de raad zullen voorgelegd worden en gedeeltelijk om eenmalige besparingen

omdat bepaalde elementen van het nieuwe beleid nog niet op kruissnelheid zijn in

2014. Verder wordt een ontvangstenkrediet op het exploitatiebudget van het

voormalige Provinciaal Bibliotheekcentrum (PBC) verhoogd met 13.780 EUR,

wegens hogere bijdragen van de gemeenten aan het provinciaal bibliotheeksysteem

(PBS). Al deze wijzigingen aan de werkingskredieten worden door de deputatie

(interne kredietaanpassing) of door het gedelegeerde personeelslid (aanpassing

raming) goedgekeurd.

VERSCHUIVING DIAMANTBELEVING

Onder de actie Diamantbeleving is in het budget 2014 een “Subsidie aan de Stad

Antwerpen voor samenwerking Diamantbeleving (N)” opgenomen voor 75.000 EUR.

Het is evenwel het APB Zilvermuseum dat de provinciale werking rond

diamantbeleving uitvoert, o.a. via het Diamantpaviljoen bij het MAS. Voorgesteld


68

wordt het subsidiekrediet te schrappen (art. 13) en de dotatie aan het

Zilvermuseum met 75.000 EUR te verhogen (art. 12).

VERSCHUIVING EREDIENSTEN

Op het subsidiekrediet “Bijdrage in het tekort van de gewone begroting van de

kerkfabrieken van de erkende erediensten (W)” blijkt dit jaar 6.413,61 EUR te kort

te zijn om aan de wettelijke verplichtingen van de provincie te kunnen voldoen. Dit

kan opgevangen worden door dit bedrag te verschuiven vanuit het krediet “Bijdrage

in de huisvestingskosten van de erkende erediensten (W)” waar een overschot

verwacht wordt (art. 14 en 15).





BESLUIT:

Artikel 1:

In het budget 2014 wordt de “Subsidie aan de vzw Prospekta (N)” vermeerderd

met 75.000,00 EUR en gebracht op 438.180,00 EUR.

Artikel 2:

In het budget 2014 wordt de “Subsidie voor bovenlokale culturele projecten (R)”

verminderd met 80.000,00 EUR en gebracht op 653.430,00 EUR.

Artikel 3:

In het budget 2014 wordt de “Subsidie aan intergemeentelijke samenwerking (R)”,

raming 2014000657, verminderd met 20.000,00 EUR en gebracht op

277.500,00 EUR.

Artikel 4:

In het budget 2014 wordt de “Subsidie project Kleuters naar theater en museum

(N)” vermeerderd met 50.000,00 EUR en gebracht op 100.000,00 EUR.

Artikel 5:

In het budget 2014 wordt de “Subsidiëring van zangkoren (tornooien) (N)”

vermeerderd met 1.953,10 EUR en gebracht op 58.953,10 EUR.

Artikel 6:

In het budget 2014 wordt de “Subsidie kwaliteit amateurkunsten (R)” onder actie A

Literatuur, verminderd met 3.220,00 EUR en gebracht op 26.000,00 EUR.

Artikel 7:

In het budget 2014 wordt de “Subsidiëring van initiatieven inzake culturele

diversiteit (V)” verminderd met 25.000,00 EUR en op nul gezet.

Artikel 8:

In het budget 2014 wordt de “Subsidie serre artistiek talent (R)” onder actie A

Serrefunctie muziek, verminderd met 8.500,00 EUR en gebracht op 54.000,00 EUR.


69

Artikel 9:

In het budget 2014 wordt de “Subsidie serre artistiek talent (R)” onder actie A

Serrefunctie podiumkunsten, verminderd met 29.220,00 EUR en gebracht op

33.280,00 EUR.

Artikel 10:

In het budget 2014 wordt de “Dotatie aan het Fotomuseum (N)”, raming

2014000422 werkingsdotatie, vermeerderd met 150.000,00 EUR en gebracht op

534.039,00 EUR.

Artikel 11:

In het budget 2014 wordt de “Dotatie aan de Arenbergschouwburg (N)”, raming


345.821,00 EUR.

Artikel 12:

In het budget 2014 wordt de “Dotatie aan het Zilvermuseum (N)”, raming


224.539,00 EUR.

Artikel 13:

In het budget 2014 wordt de “Subsidie aan de Stad Antwerpen voor samenwerking

Diamantbeleving (N)” verminderd met 75.000,00 EUR en op nul gezet.

Artikel 14:

In het budget 2014 wordt de “Bijdrage in het tekort van de gewone begroting van

de kerkfabrieken van de erkende erediensten (W)” vermeerderd met 6.413,61 EUR

en gebracht op 181.913,61 EUR.

Artikel 15:

In het budget 2014 wordt de “Bijdrage in de huisvestingskosten van de erkende

erediensten (W)” verminderd met 6.413,61 EUR en gebracht op 53.586,39 EUR.



Overeenkomst met Toneelhuis. Aanwending diverse kredieten.

Goedkeuring.


Tot en met 2013 ondersteunde de provincie Toneelhuis jaarlijks met een subsidie

voor de algemene werking. Deze samenwerking was onderwerp van een

overeenkomst tussen beide partijen. Ten gevolge van de Interne Staatshervorming

werd deze overeenkomst niet vernieuwd.





uitbouwen dat past binnen onze beleidsacties. Eén van deze partners is Toneelhuis.


70

Toneelhuis is onze partner op twee fronten: kwaliteitsverhoging in de sector van de

amateurkunsten en de serrefunctie voor artistiek talent met professionele ambities.

Voor dit partnership sluiten we een nieuwe overeenkomst af waarin we

overeenkomen dat Toneelhuis in de periode 2014-2018 elk jaar telkens twee

projecten uitvoert binnen de overeengekomen beleidsacties voor een maximum

jaarlijks subsidiebedrag van 62.500 EUR. Het ontwerp van deze overeenkomst is

toegevoegd als bijlage.

De Dienst Bibliotheken en Kunsten stelt voor om deze samenwerkingsovereenkomst

goed te keuren.

De Dienst Bibliotheken en Kunsten stelt voor om de aanwending van volgende

kredieten in deze context goed te keuren voor de projectsubsidies van 2014:

2014000737 ‘Subsidie kwaliteit amateurkunsten’: 29.220 EUR

2014000739 ‘Subsidie artistiek talent’: 33.280 EUR





BESLUIT:

Artikel 1:

De samenwerkingsovereenkomst met Toneelhuis wordt goedgekeurd.

Artikel 2:

De aanwending van volgende kredieten ten voordele van Toneelhuis wordt

goedgekeurd:

2014000737 ‘Subsidie kwaliteit amateurkunsten’: 29.220 EUR

2014000739 ‘Subsidie artistiek talent’: 33.280 EUR


De heer VOLLEBERGH.- Gelieve een onthouding van het Vlaams Belang te noteren bij 1/3.


Dan leg ik de punten 1/1 tot en met 1/3 samen voor ter stemming en de stemming is

geopend.




De agendapunten 1/1 tot en met 1/3 worden goedgekeurd met 59 stemmen ja.


71

VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 1/4 en 1/5 met één stemming af te handelen.

De raad stemt ermee in.


Overdracht archeologische collecties aan

het provinciaal archeologisch depot. Goedkeuring.


In de provincieraadzitting van 17 december 2009 keurde de raad het principe van

overdracht van archeologische vondsten en collecties, afkomstig uit archeologisch

onderzoek door derden binnen de provincie Antwerpen, aan het Provinciaal

Archeologisch Depot goed. Tevens werd ingestemd de aangeboden collecties en

archieven één maal per jaar aan de raad voor te leggen voor definitieve

aanvaarding.

In 2013 werden volgende collecties aangeboden en in het archeologisch depot

opgenomen:

Site Periode Overgedragen door

Puurs – Kleine Amer 2011 IJzertijd; middeleeuwen Sint-Jan

Berchmansinstituut VZW

Grobbendonk –

Nijverheidsstraat 2012

Romeinse periode McCain Continental Europe

Poederlee opgraving 1975 middeleeuwen archief AVBG

Merksplas Kolonie

prospectie

Steentijden, IJzertijd,

post-middeleeuwen

archief AVBG

Grobbendonk – Steenberg

1973

Romeinse periode archief AVBG

Kessel 1977 Post-middeleeuwen archief AVBG

Lier – Grote Markt /

Eikenboom 1982

Middeleeuwen & post-

middeleeuwen

archief AVBG

Lier – Grote Markt 2008 Middeleeuwen & post-

middeleeuwen

Stad Lier


middeleeuwen

Stad Lier


middeleeuwen

Stad Lier

Kontich – Rozengaard

2011 prospectie

IJzertijd; Romeinse

periode

N.V. Matexi

Kontich – Rozengaard

2011 opgraving

IJzertijd; Romeinse

periode

N.V. Matexi

Kapellen – Mastenbos

2013

WO I Agentschap Natuur en Bos

Schoten – Domein De

Backer 2013

WO I Familie De Backer

De dienst Erfgoed stelt voor de opgelijste schenkingen en overdrachten die in 2013

werden aangeboden te aanvaarden.



72


Gelet op het provincieraadsbesluit van 17 december 2009;


BESLUIT:

Enig artikel:

De in 2013 aangeboden archeologische collecties worden aanvaard en in het

provinciaal archeologisch depot opgenomen.



Architectuurarchief provincie Antwerpen (APA).

Jaarverslag 2013. Kennisgeving.

Overdracht van architectuurarchieven.

Goedkeuring.


In 2013 werden volgende collecties aangeboden en in het Architectuurarchief

opgenomen:

- Claire Bataille (°1940) – Paul Ibens (°1939)

- Dies Jageneau (1927-1995)

- Christian Kieckens, bibliotheek (°1951)

- Boud Rombouts (°1947)

- Jef Folders (°1921)

- Leonard Blomme (1840-1918)

- AGOS

- Jean-Jacques Winders (1849-1936)

Daarnaast werden volgende reeds in APA aanwezige archieven met bijkomende

relevante stukken verrijkt: Jos Willems, Eduard Van Ballaer, Crepain-Binst, Frans

De Groodt, Artur Bogaerts

Voor meer informatie over de schenkingen verwijzen we naar de bespreking in het

jaarverslag 2013, dat hierbij als elektronische bijlage ter kennis is toegevoegd.

De dienst Erfgoed stelt voor de opgelijste overdrachten die in 2013 werden

aangeboden te aanvaarden.





73

BESLUIT:

Artikel 1:

De provincieraad neemt kennis van het jaarverslag 2013 van het

Architectuurarchief.

Artikel 2:

De in 2013 aangeboden architectuurarchieven worden aanvaard en in het

Architectuurarchief opgenomen.


Dan leg ik de punten 1/4 en 1/5 samen voor ter stemming en de stemming is geopend.




De agendapunten 1/4 en 1/5 worden goedgekeurd met 59 stemmen ja.

VOORZITTER.- Ik stel voor om de agendapunten 1/ en 1/7 met één stemming af te

handelen.

De raad stemt ermee in.


Erediensten. Antwerpen. Kathedrale kerkfabriek

van Onze-Lieve-Vrouw. Rekening 2013. Advies.

Goedkeuring.


1.In vergadering van 24 april 2014 heeft de kathedrale kerkraad van Onze-Lieve-

Vrouw te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2013 opgemaakt en

goedgekeurd.

Het dossier is op 11 augustus 2014 ingekomen op het provinciebestuur van

Antwerpen.

2. De rekening 2013 dient natuurlijk bekeken te worden in het licht van het vooraf

goedgekeurde budget 2013 en van de goedgekeurde budgetwijziging 2013.

a. Het oorspronkelijk budget 2013 voorzag een geraamd overschot van

20.795,00 EUR op het exploitatiebudget en een geraamd overschot van

2.048,97 EUR op het investeringsbudget en derhalve geen toelage van de provincie

Antwerpen voor de exploitatie noch voor de investeringen.

In vergadering van 28 februari 2013 heeft uw raad akte genomen van voormeld

budget 2013, dat sluit zonder tekort (met een geraamd totaal overschot van

22.843,97 EUR), zodat er geen provinciesubsidie diende uitbetaald te worden.

b. In de budgetwijziging 2013 sluit het exploitatiebudget 2013 af met een geraamd

overschot van 4.000,00 EUR en het investeringsbudget 2013 sluit af met een

geraamd overschot van 252.048,97 EUR.


74

In vergadering van 28 november 2013 heeft uw raad akte genomen van voormelde

budgetwijziging 2013, die sluit zonder tekort (met een geraamd totaal overschot

van 256.048,97 EUR) zodat er geen provinciesubsidie diende uitbetaald te worden.

3. De rekening 2013 sluit af met een totaal exploitatieontvangsten van

1.723.707,76 EUR en met een totaal exploitatie-uitgaven van 1.666.029,04 EUR of

met een overschot van 57.678,72 EUR.

Na overboeking van 50.000, 00 EUR naar de investeringsontvangsten sluit de

rekening 2013 met een exploitatieoverschot van 7.678,72 EUR (eigen financieel

boekjaar), waarbij nog het exploitatieoverschot van 80.136,72 EUR (rekening 2012

– exploitatie) dient gevoegd te worden, zodat het totale exploitatieoverschot

87.814,85 EUR bedraagt.

De rekening 2013 sluit af met een totaal investeringsontvangsten van

22.980,28 EUR en met een totaal investeringsuitgaven van 169.250,13 EUR of met

een investeringstekort van 146.269,85 EUR. Na overboeking van de 50.000,00 EUR

(van de exploitatieontvangsten naar de investeringsontvangsten) sluit de rekening

2013 met een investeringstekort van 96.269,85 EUR (eigen financieel boekjaar),

waarbij nog het investeringsoverschot van 649.407,57 EUR (rekening 2012 –

investeringen) dient gevoegd te worden, zodat het totale investeringsoverschot

553.137,72 EUR bedraagt.

4. In de toelichting bij de jaarrekening over 2013 deelt de kathedrale kerkraad

mede dat:

- bij de exploitatie: de inkomsten/opbrengsten in de lijn liggen van het budget en

dat de uitgaven/kosten goed onder controle werden gehouden.

- bij de investeringen: de belangrijkste investering 2013 was de afwerking van de

renovatie van het pand Handschoenmarkt 11 (huisvesting directie en

administratie).

- er in 2013 geen interne kredietaanpassingen werden doorgevoerd.

Vermits er geen onregelmatigheden werden vastgesteld bij de controle van deze

rekening, stelt de deputatie uw raad voor om de rekening over het dienstjaar 2013

van de kathedrale kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen gunstig te

adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen.

Eén exemplaar van de rekening 2013, van het budget 2013 en van de

budgetwijziging 2013 liggen ter inzage op de Griffie.

Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 4 september 2014.


Gelet op de rekening over het dienstjaar 2013 van de kathedrale kerkfabriek van

Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen, ingekomen op het provinciebestuur van

Antwerpen op 11 augustus 2014;

Gelet op de artikelen 55 en 78 van het decreet van 7 mei 2014 betreffende de

materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;

Gelet op het verslag van de deputatie;


75

BESLUIT:

Enig artikel:

Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2013 van de kathedrale

kerkfabriek van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen, met als totaal overschot

640.952,57 EUR, namelijk 87.814,85 EUR als exploitatieoverschot en

553.137,72 EUR als investeringsoverschot.

Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2013 van de kathedrale kerkfabriek

van Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-

technische opmerkingen.



Erediensten. Antwerpen. Grieks-orthodoxe kerkfabriek

van Maria Boodschap. Rekening 2013. Advies.

Goedkeuring.


1. In vergadering van 19 maart 2014 heeft de Grieks-orthodoxe kerkfabriekraad

van Maria Boodschap te Antwerpen de rekening over het dienstjaar 2013

opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 19 mei 2014 ingekomen op het

provinciebestuur van Antwerpen.


goedgekeurde budget 2013.

Het budget 2013 voorzag zowel exploitatie-uitgaven als investeringsuitgaven.

a. De totale exploitatie-uitgaven werden geraamd op 17.310,00 EUR, waarvan de

belangrijkste uitgavenposten waren:

- eredienst: 7.710,00 EUR;

- hoofdgebouw eredienst: 5.650,00 EUR;

- bestuur van de eredienst (uitgaven administratie): 3.950,00 EUR.

De totale exploitatieontvangsten werden geraamd op 17.310,00 EUR, waarvan:

- geldinzameling, stortingen, giften: 3.315,00 EUR;

- overschot van rekening 2011: 2.420,86 EUR;

- provincietoelage: 11.574,14 EUR.

b. De totale investeringsuitgaven werden geraamd op 23.100,00 EUR en betroffen

de decoratie van het nieuwe gebouw van de eredienst.

De provincietoelage voor de investeringen werd geraamd op 23.100,00 EUR.

3. In vergadering van 28 maart 2013 heeft uw raad akte genomen van het budget

2013.

4. De provinciesubsidie ten bedrage van 11.574,14 EUR (exploitatie) en van

23.100,00 EUR (investeringen) werd uitbetaald op 17 juni 2013.

5. De rekening 2013 bevat als uitgaventotaal op de exploitatie 22.872,26 EUR en

als ontvangstentotaal 22.989,36 EUR, met een batig saldo van 117,10 EUR. Dit

batig saldo zal als ontvangst ingeboekt worden in het exploitatiebudget 2015.

De meeruitgaven op de posten erediensten (+ 380,07 EUR) en hoofdgebouw

eredienst (+ 5.879,09 EUR) werden gecompenseerd door de minderuitgaven op de


76

post bestuur van de eredienst (- 696,90 EUR) en door de meerontvangsten op de

exploitatieontvangsten (+ 8.015,63 EUR).

De rekening 2013 bevat als uitgaventotaal op de investeringen 23.100,00 EUR en

als ontvangstentotaal 23.100,00 EUR.



van de Grieks-orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen gunstig te


Eén exemplaar van de rekening 2013 en van het budget 2013 liggen ter inzage op

de Griffie.



Gelet op de rekening over het dienstjaar 2013 van de Grieks-orthodoxe kerkfabriek

van Maria Boodschap te Antwerpen, ingekomen op het provinciebestuur van

Antwerpen op 19 mei 2014;

Gelet op de artikels 55 en 229 van het decreet van 7 mei 2014 betreffende de


Gelet op het verslag van de deputatie;

BESLUIT:

Enig artikel:

Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2013 van de Grieks-

orthodoxe kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen met voor de exploitatie:

als som van de ontvangsten: 22.989,36 EUR

als som van de uitgaven: 22.872,26 EUR

_______________

met een batig saldo van: 117,10 EUR

Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2013 van de Grieks-orthodoxe

kerkfabriek van Maria Boodschap te Antwerpen gunstig te adviseren zonder

boekhoudkundig-technische opmerkingen.


De heer MERCKX.- Voorzitter, ik vind dat u hier een heel belangrijk precedent schept dat

nu ook op wettelijke en juridische consequenties kan komen te staan.

Dit is geagendeerd als een punt waar een naamstemming zoals we dat al jaren doen over

alle erediensten tezamen. Ik weet niet hoe het komt? Is het onaandachtigheid geweest,

maar er is gisteren op de vraag van het Vlaams Belang ingegaan om apart te stemmen over

enerzijds die erkende erediensten die een zogenaamd westelijk christelijke origine

hebben, en anderzijds de islamitische eredienst. Dat is voor ons echt een brug te ver.

Ik was niet van plan om op dit punt tussen te komen om dat iedereen weet hoe wij daarover

stemmen en waarom. Dat staat ook op mijn blog. Maar naar aanleiding van dit wil ik toch

zeggen dat Tom Van Grieken, de nieuwe voorzitter, uitdeler van provocatorische


77

zwanworstjes, gezegd heeft dat het Vlaams Belang afstand wil nemen van haar racistische

lijn. Haar vraag van gisteren, en haar verder gaan met het systematisch en algemeen

afkeuren van de rekeningen van de islamitische eredienst, en alleen van die, is de

voortzetting van de islamofobie. Iedereen weet dat dit in onze streken de voornaamste

hefboom geworden is van het racisme. Belangrijker vind ik nog dat dit echt niet doorgaat

en dat u daar op terugkeert. Anders laat u de verdenking op zich dat die houding van het

Vlaams Belang die discriminerend is voor één van de erkende godsdiensten, mainstream

geworden is, dat wij daar ook de organisatie van onze provincieraad willen naartoe

aanpassen, en dat wij hen steunen in hun systematische verdachtmaking van één van de

erkende godsdiensten.

Als het provinciebestuur dit officialiseert en dit niet rechtzet, kan iemand die daarop

juridisch wil procederen gelijk krijgen, want dat is discriminatie van één wettelijke

erkende godsdienst.

VOORZITTER.- Mijnheer Merckx, ik zal kort antwoorden.

Wij hebben een vast bureau, en daar overlopen wij de agenda van de provincieraad. Daar

heeft iedereen van elke fractie het recht om een aparte stemming te vragen van een punt.

Het Vlaams Belang heeft dat gisteren gedaan voor die punten. Wat u daarover zegt dat is

voor uw rekening.

De heer MERCKX.- Ik heb mij daar tegen verzet. Ik heb hetzelfde gezegd als vandaag.

Wat wij deden was de naamstemming over alle erediensten behouden, en dan kon men nog,

wat ik ten zeerste afkeur, ….

VOORZITTER.- U kunt zelf ook apart laten stemmen als u dat wil.

Ik geef het woord aan de heer Willekens.

De heer WILLEKENS.- Als mijnheer Merckx zich daar beter bij voelt, zijn wij gerust

bereid om die puntjes allemaal een voor een met een naamstemming te doen. Wij zien daar

helemaal geen graten in. En dan zullen wij dat doen met alle punten vanaf nu als u daarop

staat.


De heer HUIJBRECHTS.- Even kort tot mijnheer Merckx.

Ik zal tegen mijn Laotiaanse vrouw en tegen mijn twee Turkse schoonzoons zeggen dat ik

afstand moet nemen van het racisme.


78


Dan stel ik voor dat we de stemming houden zoals afgesproken op het bureau. De raad

stemt ermee in.





1 lid heeft nee gestemd;


De agendapunten 1/6 en 1/7 worden goedgekeurd met 52 stemmen ja, bij 1 stem nee

en 7 onthoudingen.

De heer MERCKX probeert nog tussen te komen, maar de voorzitter verleend hem het

woord niet.




Erediensten. Antwerpen. Islamitische geloofsgemeenschap

Antwerpen Islamic Association. Rekening 2013.

Advies. Goedkeuring.


1. In vergadering van 16 juli 2014 heeft het comité van de islamitische

geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association te Antwerpen de rekening over

het dienstjaar 2013 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 24 juli 2014

ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen.



a. Het budget 2013 voorzag geen investeringsuitgaven, noch

investeringsontvangsten.

De totale exploitatie-uitgaven werden geraamd op 46.727,00 EUR, waarvan de






- geldinzameling gelovigen: 16.255,49 EUR;

- overschot van de rekening 2011: 1.038,51 EUR;


b. In vergadering van 28 februari 2013 heeft uw raad akte genomen van het

budget 2013.


79

c. De provinciesubsidie ten bedrage van 29.433,00 EUR werd uitbetaald op 6 mei

2013.

3. De rekening 2013 bevat als uitgaventotaal 43.134,06 EUR en als

ontvangstentotaal 37.649,66 EUR + 8.745,01 EUR (het batig saldo van de rekening

2012) of 46.394,67 EUR met bijgevolg een batig saldo van 3.260,61 EUR. Dit batig

saldo zal als ontvangst ingebracht worden in het exploitatiebudget 2015.

De uitgaven inzake het hoofdgebouw eredienst lagen lager dan begroot en het batig

saldo van 3.260,61 EUR is vooral te danken aan het verplicht inbrengen in de

ontvangsten van het batig saldo van 8.745,01 EUR van de rekening 2012.



van de islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association te

Antwerpen gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen.

Eén exemplaar van de rekening 2013 en één exemplaar van het budget 2013 liggen

ter inzage op de Griffie.



Gelet op de rekening over het dienstjaar 2013 van de islamitische

geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association te Antwerpen, ingekomen op

het provinciebestuur van Antwerpen op 24 juli 2014;



Gelet op het verslag van de deputatie.

BESLUIT:

Enig artikel:

Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2013 van de

islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association te Antwerpen met:



_____________

met een batig saldo van: 3.260,61 EUR

Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2013 van de islamitische

geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association te Antwerpen gunstig te




80



Mehmet Akif. Rekening 2013. Advies. Goedkeuring.



geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen de rekening over het dienstjaar

2013 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 15 juli 2014 ingekomen op het













- overschot van de rekening 2011: 1.572,69 EUR;


b. In vergadering van 28 februari 2013 heeft uw raad akte genomen van het

budget 2013.

c. De provinciesubsidie ten bedrage van 14.720,00 EUR werd uitbetaald op 6 mei

2013.


ontvangstentotaal 19.735,13 EUR + 182,87 EUR (het overschot van de rekening

2012) of 19.918,00 EUR met bijgevolg een batig saldo van 495,57 EUR. Dit batig

saldo zal als ontvangst ingebracht worden in het exploitatiebudget 2015.

Het batig saldo van 495,57 EUR is vooral te danken aan het feit dat de uitgaven

inzake eredienst, het hoofdgebouw van de eredienst en het bestuur van de

eredienst lager lagen dan oorspronkelijk begroot.



van de islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen gunstig te







geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen, ingekomen op het

provinciebestuur van Antwerpen op 15 juli 2014;


81




BESLUIT:

Enig artikel:


islamitische geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen met:



_____________

met een batig saldo van: 495,57 EUR


geloofsgemeenschap Mehmet Akif te Antwerpen gunstig te adviseren zonder





Innerlijke Vrede (Huzur). Rekening 2013. Advies.

Goedkeuring.



geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen de rekening over het

dienstjaar 2013 opgemaakt en goedgekeurd. Het dossier is op 17 juli 2014

ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen.













b. In vergadering van 28 november 2013 heeft uw raad akte genomen van het

budget 2013.

c. De provinciesubsidie ten bedrage van 13.370,00 EUR werd uitbetaald op

12 december 2013.


82


ontvangstentotaal 23.053,15 EUR met bijgevolg een batig saldo van 1.600,94 EUR.

Dit batig saldo zal als ontvangst ingebracht worden in het exploitatiebudget 2015.

De uitgaven inzake eredienst en inzake bestuur van de eredienst lagen lager dan

begroot en daaraan is het batig saldo te danken.



van de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen

gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen.






geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen, ingekomen op het

provinciebestuur van Antwerpen op 17 juli 2014;




BESLUIT:

Enig artikel:


islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen met:



______________

met een batig saldo van: 1.600,94 EUR


geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede (Huzur) te Antwerpen gunstig te adviseren

zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen.




Antwerpen Islamic Association. Meerjarenplan 2014 - 2019.

Goedkeuring.


1. Op 16 mei 2014 had de islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic

Association te Antwerpen een eerste meerjarenplan 2014 – 2019 en de bijhorende

strategische nota ingezonden.


83

2. In vergadering van 26 juni 2014 heeft uw raad voormeld meerjarenplan 2014 –

2019 niet goedgekeurd, omdat voormelde islamitische geloofsgemeenschap in de

periode 2014 – 2019 geen vermindering van de geraamde exploitatietekorten

(= provinciesubsidie) – 27.727,15 EUR in 2014 gaande tot 33.686,44 EUR in 2019

– had uitgevoerd en omdat de in het meerjarenplan opgenomen ramingen van de

provinciesubsidie onaanvaardbaar waren voor de provinciale overheid.

3. Voormeld provincieraadsbesluit van 26 juni 2014 werd met aangetekende brief

van 1 juli 2014 betekend aan de betrokken islamitische geloofsgemeenschap en

aan het Executief van de Moslims van België, waarbij melding werd gemaakt van de

mogelijkheid om – overeenkomstig de Vlaamse regelgeving ter zake – een

georganiseerd administratief beroep in te stellen bij de Vlaamse Overheid

(Gouverneur) tegen het provincieraadsbesluit houdende niet-goedkeuring van het

meerjarenplan 2014 – 2019.

4. Geen van beide heeft voormeld beroep effectief ingesteld.

5. Op 29 augustus 2014 heeft voormelde islamitische geloofsgemeenschap een

nieuw aangepast meerjarenplan 2014 – 2019 ingezonden.

Uit deze ingezonden financiële documenten blijkt het volgende:

a. In de ganse periode 2014 – 2019 worden geen investeringsuitgaven vermeld en

derhalve ook geen investeringsontvangsten.

b. De exploitatie-uitgaven worden in 2014 geraamd op 37.351,00 EUR, waarvan de

belangrijkste uitgavenposten zijn:


- gebouw van de eredienst: 20.982,00 EUR;

- bestuur van de eredienst: 6.250,00 EUR.

c. De eigen ontvangsten van de vieringen worden geraamd op 11.255,00 EUR.

d. De geraamde provinciesubsidie 2014 bedraagt (37.351,00 EUR – 11.255,00 EUR

=) 26.096,00 EUR – 7.706,50 EUR (gecorrigeerd overschot 2012) =

18.389,50 EUR.

e. In de volgende jaren 2015 – 2019 evolueren de totale exploitatie-uitgaven als

volgt:

2015: 38.295,00 EUR

2016: 39.222,00 EUR

2017: 36.261,00 EUR

2018: 36.285,00 EUR

2019: 37.343,00 EUR.

f. In dezelfde periode evolueert de provinciesubsidie als volgt:

2015: 24.202,00 EUR

2016: 24.821,00 EUR

2017: 23.962,00 EUR

2018: 23.617,00 EUR

2019: 24.295,00 EUR.

6. Conclusie.

Uit de analyse van de documenten en de cijfers blijkt dat de islamitische

geloofsgemeenschap thans wel volledig rekening heeft gehouden met de op de

overlegvergadering van 29 november 2013 door de provinciale overheid

geformuleerde bezwaren en opmerkingen tegen diverse uitgavenposten op het

exploitatiebudget.


84

Luidens de artikels 43 en 272 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de

materiële organisatie en werking van de erkende erediensten is het meerjarenplan

2014 – 2019 onderworpen aan de goedkeuring van uw raad.

Gelet op de hogervermelde conclusie stelt de deputatie uw raad voor om het

meerjarenplan 2014 – 2019 van de islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen

Islamic Association te Antwerpen goed te keuren zonder boekhoudkundig-


Eén exemplaar van het dossier ligt ter inzage op de Griffie.

Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie op 4 september 2014.


Gelet op het meerjarenplan 2014 – 2019 van de islamitische geloofsgemeenschap

Antwerpen Islamic Association te Antwerpen en op het gunstig advies

dienaangaande van het Executief van de Moslims van België, ingekomen op het

provinciebestuur van Antwerpen op 29 augustus 2014;

Gelet op het meerjarenplan 2014 – 2019 en de bijhorende strategische nota,

waaruit blijkt dat voormelde islamitische geloofsgemeenschap in de periode 2014 –

2019 beroep doet op navermelde exploitatiesubsidies van de provincie Antwerpen:

2014: 18.389,50 EUR

2015: 24.202,00 EUR

2016: 24.821,00 EUR

2017: 23.962,00 EUR

2018: 23.617,00 EUR

2019: 24.295,00 EUR.



Gelet op het verslag en voorstel van de deputatie;

BESLUIT:

Enig artikel:

Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2014 – 2019 van de islamitische

geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association te Antwerpen zonder



De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik wil er de vergadering op wijzen dat bij die

2 punten, de Islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association en de

geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede, u zich zal herinneren dat wij die meerjarenplanning

in juni niet hebben goedgekeurd. Ik heb hier toen gezegd: wij geven deze mensen een

tweede kans. Die hebben terug opnieuw hun planning kunnen indienen in onderling overleg

met de provincie, en dit ligt nu voor. Nu voldoen zij aan alle eisen.


85



Innerlijke Vrede. Meerjarenplan 2014 - 2019.

Goedkeuring.


1. Op 8 mei 2014 had de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede te

Antwerpen een eerste meerjarenplan 2014 – 2019 en de bijhorende strategische

nota ingezonden.

2. In vergadering van 26 juni 2014 heeft uw raad voormeld meerjarenplan 2014 –

2019 niet goedgekeurd, omdat voormelde islamitische geloofsgemeenschap in de

periode 2014 – 2019 geen vermindering van de geraamde exploitatietekorten

(= provinciesubsidie) – 43.640,00 EUR in 2014 gaande tot 47.473,00 EUR in 2019

– had uitgevoerd en omdat de in het meerjarenplan opgenomen ramingen van de

provinciesubsidie onaanvaardbaar waren voor de provinciale overheid.

3. Voormeld provincieraadsbesluit van 26 juni 2014 werd met aangetekende brief

van 1 juli 2014 betekend aan de betrokken islamitische geloofsgemeenschap en

aan het Executief van de Moslims van België, waarbij melding werd gemaakt van de

mogelijkheid om – overeenkomstig de Vlaamse regelgeving ter zake – een

georganiseerd administratief beroep in te stellen bij de Vlaamse Overheid

(Gouverneur) tegen het provincieraadsbesluit houdende niet-goedkeuring van het


4. Geen van beide heeft voormeld beroep effectief ingesteld.

5. Op 29 augustus 2014 heeft voormelde islamitische geloofsgemeenschap een

nieuw aangepast meerjarenplan 2014 – 2019 ingezonden.

Uit deze ingezonden financiële documenten blijkt het volgende:

a. In de ganse periode 2014 – 2019 worden geen investeringsuitgaven vermeld en

derhalve ook geen investeringsontvangsten.

b. De exploitatie-uitgaven worden in 2014 geraamd op 30.300,00 EUR, waarvan de

belangrijkste uitgavenposten zijn:


- gebouw van de eredienst: 17.200,00 EUR;

- bestuur van de eredienst: 5.100,00 EUR.

c. De eigen ontvangsten van de vieringen worden geraamd op 10.000,00 EUR.

d. De geraamde provinciesubsidie 2014 bedraagt (30.300,00 EUR – 10.000,00 EUR

=) 20.300,00 EUR.

e. In de volgende jaren 2015 – 2019 evolueren de totale exploitatie-uitgaven als

volgt:

2015: 34.710,00 EUR;

2016: 44.243,00 EUR;

2017: 31.880,00 EUR;

2018: 40.992,00 EUR;

2019: 43.982,00 EUR.

f. In dezelfde periode evolueert de provinciesubsidie als volgt:

2015: 21.609,06 EUR

2016: 29.243,00 EUR

2017: 21.880,00 EUR

2018: 26.992,00 EUR

2019: 28.982,00 EUR.


86

6. Conclusie.

Uit de analyse van de documenten en de cijfers blijkt dat de islamitische

geloofsgemeenschap thans wel rekening heeft gehouden met de op de

overlegvergadering van 29 november 2013 door

De provinciale overheid geformuleerde bezwaren en opmerkingen tegen diverse

uitgavenposten op het exploitatiebudget.


materiële organisatie en werking van de erkende erediensten is het meerjarenplan

2014 – 2019 onderworpen aan de goedkeuring van uw raad.

Gelet op de hogervermelde conclusie stelt de deputatie uw raad voor om het

meerjarenplan 2014 – 2019 van de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke

Vrede te Antwerpen goed te keuren zonder boekhoudkundig-technische

opmerkingen.




Gelet op het meerjarenplan 2014 – 2019 van de islamitische geloofsgemeenschap

Innerlijke Vrede te Antwerpen en op het gunstig advies dienaangaande van het

Executief van de Moslims van België, ingekomen op het provinciebestuur van


Gelet op het meerjarenplan 2014 – 2019 en de bijhorende strategische nota,

waaruit blijkt dat voormelde islamitische geloofsgemeenschap in de periode 2014 –

2019 beroep doet op navermelde exploitatiesubsidies van de provincie Antwerpen:

2014: 20.300,00 EUR

2015: 21.609,00 EUR

2016: 29.243,00 EUR

2017: 21.880,00 EUR

2018: 26.992,00 EUR

2019: 28.982,00 EUR.




BESLUIT:

Enig artikel:

Goedgekeurd wordt het meerjarenplan 2014 – 2019 van de islamitische

geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede te Antwerpen zonder boekhoudkundig-




87



Antwerpen Islamic Association. Budget 2014.

Akteneming. Goedkeuring.


1.In vergadering van heden heeft uw raad het meerjarenplan 2014 – 2019 van de

islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association te Antwerpen

goedgekeurd.

Dit meerjarenplan 2014 – 2019 voorziet voor 2014 exploitatie-uitgaven ten

bedrage van 37.351,00 EUR, exploitatieontvangsten ten bedrage van

11.255,00 EUR, met een geraamde provinciesubsidie van (37.351,00 EUR –

11.255,00 EUR =) 26.096,00 EUR – 7.706,50 EUR (gecorrigeerd overschot 2012) =

18.389,50 EUR voor de exploitatie 2014.

2. Het budget 2014 werd opgemaakt en goedgekeurd door het comité van de

islamitische geloofsgemeenschap en gunstig geadviseerd door het Executief van de

Moslims van België. Het dossier is op 29 augustus 2014 ingekomen op het


3. In het budget 2014 worden de exploitatie-uitgaven geraamd op 37.351,00 EUR.

De exploitatieontvangsten worden geraamd op 11.255,00 EUR. De

provinciesubsidie bedraagt voor 2014 voor de exploitatie derhalve (37.351,00 EUR

– 11.255,00 EUR =) 26.096,00 EUR – 7.706,50 EUR (gecorrigeerd overschot 2012)

= 18.389,50 EUR; dit is hetzelfde bedrag als opgenomen in het goedgekeurde


Er zijn in 2014 geen investeringsuitgaven noch investeringsontvangsten.


materiële organisatie en werking van de erkende erediensten neemt de

provincieraad – als de provinciesubsidie voor het budget binnen de grenzen blijft

van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan – akte van het

budget.

De deputatie stelt uw raad voor om akte te nemen van het budget 2014 van de

islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen Islamic Association te Antwerpen.




Gelet op het budget 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Antwerpen

Islamic Association te Antwerpen en op het gunstig advies dienaangaande van het

Executief van de Moslims van België, ingekomen op het provinciebestuur van


Gelet op het budget 2014, waaruit blijkt dat de islamitische geloofsgemeenschap

Antwerpen Islamic Association in 2014 beroep doet op een exploitatiesubsidie van

18.389,50 EUR, terwijl in het goedgekeurde meerjarenplan 2014 – 2019 eveneens

dezelfde exploitatiesubsidie van 18.389,50 EUR was opgenomen;


88




BESLUIT:

Enig artikel:

Akte wordt genomen van het budget 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap

Antwerpen Islamic Association te Antwerpen met een provinciesubsidie van

18.389,50 EUR voor de exploitatie 2014.




Innerlijke Vrede. Budget 2014. Akteneming.

Goedkeuring.


1. In vergadering van heden heeft uw raad het meerjarenplan 2014 – 2019 van de

islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede te Antwerpen goedgekeurd.

Dit meerjarenplan 2014 – 2019 voorziet voor 2014 exploitatie-uitgaven ten

bedrage van 30.300,00 EUR, exploitatieontvangsten ten bedrage van

10.000,00 EUR, met een geraamde provinciesubsidie van (30.300,00 EUR –

10.000,00 EUR =) 20.300,00 EUR voor de exploitatie 2014.

2. Het budget 2014 werd opgemaakt en goedgekeurd door het comité van de

islamitische geloofsgemeenschap en gunstig geadviseerd door het Executief van de

Moslims van België. Het dossier is op 29 augustus 2014 ingekomen op het


3. In het budget 2014 worden de exploitatie-uitgaven geraamd op 30.300,00 EUR.

De exploitatieontvangsten worden geraamd op 10.000,00 EUR. De

provinciesubsidie bedraagt voor 2014 voor de exploitatie derhalve (30.300,00 EUR

– 10.000,00 EUR =) 20.300,00 EUR; dit is hetzelfde bedrag als opgenomen in het

goedgekeurde meerjarenplan 2014 – 2019.

Er zijn in 2014 geen investeringsuitgaven noch investeringsontvangsten.


materiële organisatie en werking van de erkende erediensten neemt de

provincieraad – als de provinciesubsidie voor het budget binnen de grenzen blijft

van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan – akte van het

budget.

De deputatie stelt uw raad voor om akte te nemen van het budget 2014 van de

islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede te Antwerpen.



89



Gelet op het budget 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap Innerlijke Vrede

te Antwerpen en op het gunstig advies dienaangaande van het Executief van de

Moslims van België, ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen op

29 augustus 2014;

Gelet op het budget 2014, waaruit blijkt dat de islamitische geloofsgemeenschap

Innerlijke Vrede in 2014 beroep doet op een exploitatiesubsidie van 20.300,00 EUR,

terwijl in het goedgekeurde meerjarenplan 2014 – 2019 eveneens dezelfde

exploitatiesubsidie van 20.300,00 EUR was opgenomen;




BESLUIT:

Enig artikel:

Akte wordt genomen van het budget 2014 van de islamitische geloofsgemeenschap

Innerlijke Vrede te Antwerpen met een provinciesubsidie van 20.300,00 EUR voor

de exploitatie 2014.

VOORZITTER.- Dan leg ik de punten 1/8 tot en met 1/14 samen voor ter stemming en de

stemming is geopend.






De agendapunten 1/8 tot en met 1/14 worden goedgekeurd met 46 stemmen ja, bij

7 stemmen nee en 7 onthoudingen.


Erediensten. Antwerpen. Provinciale Instelling voor Morele

Dienstverlening. Begroting 2015. Advies. Goedkeuring.


1. Op 22 december 2013 hebben de voorzitter van de PIMD-Antwerpen en de

voorzitter van de VZW Humanistische Vrijzinnige Vereniging bij de provincie een

lijvig dossier (113 pagina’s + plans) ingediend betreffende de voorgenomen

aankoop door de PIMD-Antwerpen van een gebouw (Diependael), gelegen ’t Plein 1

te 2800 Mechelen, voor een aankoopprijs van 2.200.000,00 EUR + 330.000,00 EUR

(notaris- en registratiekosten). In de begeleidende brief werd vermeld dat de

tussenkomst van de provincie Antwerpen 1.900.000,00 EUR bedroeg en dat de


90

vrijzinnige gemeenschap in Mechelen bereid was een deel van de benodigde

sommen zelf bij te dragen en te financieren (zonder hierover verdere details te

verstrekken).

In een vroeger stadium had de initiatiefnemer van het project (de VZW Vrijzinnig

Centrum Diependael) op 8 oktober 2013 bij de Vlaamse Overheid (Agentschap voor

Binnenlands Bestuur – Team Gesubsidieerde Infrastructuur te Brussel) een dossier

ingediend om de maximale (verhoogde) subsidie te krijgen voor de aankoop van

het voormelde gebouw.

2. In zitting van 20 februari 2014 heeft de deputatie beslist om het vrijzinnig

project Diependael ongunstig te adviseren omdat het project helemaal niet past in

de langetermijnvisie van de deputatie op de gebouwen voor de openbare

uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening in de provincie

Antwerpen.

Vanaf de inwerkingtreding van voormelde organieke wet van 21 juni 2002 heeft de

provinciale overheid immers vastgesteld dat de inkomsten van de PIMD-Antwerpen

in de periode 2004 – 2013 enkel en alleen bestaan uit:

1° een steeds groter wordende provinciale (verplichte) subsidie (600.000,00 EUR in

2004 en 973.970,00 EUR in 2013);

2° de steeds verder dalende interesten die de PIMD jaarlijks verwerft door na de

snelle en éénmalige integrale uitbetaling van de provinciesubsidie in het voorjaar

(februari/maart) het grootste gedeelte van het ontvangen subsidiebedrag op korte

termijn te beleggen bij een bank/financiële instelling.

Van de andere “theoretische inkomsten”, vermeld in artikel 26 van voormelde

organieke wet, nl. de opbrengst van de aan de instelling toebehorende goederen,

de opbrengst van de giften, legaten, stichtingen en handgiften en allerlei

buitengewone ontvangsten, is immers geen enkele sprake in voormelde periode

2004 – 2013.

Gelet op deze constante vaststelling werd de PIMD-Antwerpen er in de periode

2004 – 2013 door de provinciale overheid steeds expliciet toe aangespoord om alle

gebouwen (die zij nodig achtte voor de huisvesting van de PIMD, de lokale erkende

LCMD’s en hun antennes en dus voor de openbare uitoefening van de niet-

confessionele morele dienstverlening) te huren en niet in eigendom aan te kopen.

Deze voor de hand liggende langetermijnvisie werd ingegeven door de

bekommernis voor de provinciefinanciën (zuinigheidsbeginsel van behoorlijk

bestuur).

In de tegenovergestelde visie (aankoop van deze gebouwen door de PIMD-

Antwerpen) zouden de directe (aankoopkosten) en de indirecte/afgeleide kosten

(eigendomsonderhoud en renovatie, verzekeringen, aanwerving van

onderhoudspersoneel) verbonden aan deze gebouwen, de provinciesubsidie nog

gevoelig verhoogd hebben.

Bovendien zou de tegenovergestelde visie en de provinciale subsidiëring van het

project Diependael via de begroting van de PIMD-Antwerpen een nog veel grotere

nadelige weerslag kunnen hebben voor de provinciefinanciën indien de andere

LCMD’s en VOC’s (Antwerpen, Turnhout, Herentals, Mol, Lier) in de provincie

Antwerpen dit precedent zouden navolgen en gelijkaardige projecten zouden

indienen.

Aan het erkend lokaal centrum voor morele dienstverlening te Mechelen zijn thans

vier moreel consulenten en één assistent-moreel consulent verbonden, waarvan de

wedde ten laste valt van de federale overheid.


91

Voor de comfortabele huisvesting en werking van dit LCMD heeft de PIMD-

Antwerpen op 26 oktober 2010 een huurovereenkomst afgesloten met de

BVBA Office de Transactions te 1040 Brussel voor de huur met ingang van

1 november 2010 van een gedeelte van een kantoorgebouw, gelegen Hendrik

Consciencestraat 9 te 2800 Mechelen voor een duur van 9 jaar, die eindigt op

31 oktober 2019, mits betekening van een opzeg zes maanden vóór de einddatum,

tegen een maandelijkse (indexeerbare) basishuurprijs van 1.800,00 EUR.

Alle kosten van dit huurgebouw worden integraal in de jaarlijkse begroting van de

PIMD-Antwerpen opgenomen en volledig door de provincie Antwerpen gefinancierd

via de verplichte wettelijke provinciesubsidie. In 2012 bedroegen deze totale kosten

verbonden aan dit huurgebouw 57.970,00 EUR en in 2013 61.108,12 EUR.

Naast het LCMD is er te Mechelen ook een Vrijzinnig Ontmoetingscentrum (VOC)

operationeel, gehuisvest in het gebouw gelegen Guldenstraat 27 te 2800 Mechelen.

In dit VOC is één moreel consulent actief die gedetacheerd werd vanuit het LCMD-

Mechelen. Het gebouw wordt door de stad Mechelen gehuurd van de privéeigenaar

(maandelijkse huurprijs circa 1.700,00 EUR) en gratis in gebruik gegeven aan de

VZW VOC Mechelen. De stad Mechelen heeft ook infrastructurele ingrepen aan dit

huurgebouw bekostigd. Naast een kantoor voor de moreel consulent bevat dit

gebouw ook diverse vergaderzalen en een cafetaria, die door alle vrijzinnige

verenigingen van Mechelen gebruikt kunnen worden.

Volgens de deputatie volstaat de hogergenoemde infrastructuur volledig voor de

actuele openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening te

Mechelen.

Voormeld deputatiebesluit werd met brieven van 20 februari 2014 betekend aan de

Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur (Geert Bourgeois) (30 % subsidie van

de Vlaamse Overheid) en aan de Minister van Justitie (Annemie Turtelboom)

(machtiging van de geplande aankoop door de PIMD-Antwerpen).

3. In vergadering van 24 april 2014 heeft de Raad van Bestuur van de PIMD-

Antwerpen de begroting 2015 vastgesteld en goedgekeurd.

Daarin bedraagt het bedrag van de uitgaven op de gewone begroting

1.163.500,00 EUR en op de buitengewone begroting 46.050,00 EUR.

De ontvangsten op de gewone begroting bedragen 7.500,00 EUR (= interesten op

de vroege uitbetaalde totale provinciesubsidie) + 26.359,30 EUR (= nog te

verrekenen overschot van de rekening 2013) = 33.859,30 EUR en op de

buitengewone begroting 2,47 EUR (= nog te verrekenen overschot van de rekening

2013).

De provinciesubsidie 2015 bedraagt derhalve op de gewone begroting

1.129.670,70 EUR + 46.047,53 EUR op de buitengewone begroting of in totaal

1.175.718,23 EUR. Dit is een stijging met 191.868,23 EUR ten opzichte van de

provinciesubsidie 2014 (983.850,00 EUR).

Deze stijging is enkel te verklaren door het creëren van twee nieuwe

begrotingsrekeningen in de afdeling 210 (Inrichtingskosten), nl.:

1° artikel 210/61112 Huur en huurlasten van lokalen voor activiteiten (= project

Diependael).

Voor een lening van 2.600.000,00 EUR door de VZW VC Diependael bij een

financiële instelling is een aflossingstabel gevoegd (lening terug te betalen op

20 jaar tegen een vaste interestvoet), waarbij jaarlijks gedurende 20 jaar een

bedrag van 188.074,13 EUR dient terugbetaald te worden door de ontlener (VZW

VC Diependael). De PIMD zou het gebouw (of een gedeelte ervan) dat nodig is voor

de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening in de


92

stad Mechelen huren van de VZW voor een jaarlijkse huurprijs van hetzelfde bedrag

(188.074,13 EUR).

Dit bedrag van 188.074,13 EUR wordt volledig (voor 100 %) ingeschreven onder

voormeld begrotingsartikel.

Via deze inschrijving in haar begroting 2015 (en in de volgende begrotingen) wordt

de provincie Antwerpen eigenlijk verplicht om de volledige terugbetaling van de

lening ten bedrage van (20 x 188.074,13 EUR =) 3.761.482,60 EUR te financieren

gespreid over 20 jaar, zonder dat de vrijzinnige gemeenschap in Mechelen ook

maar enigszins bijdraagt in de aankoop van het gebouw.

2° artikel 210/61339: Overige honoraria en betaling van werken

(= “prospectiekosten voor de aankoop van een nieuw gebouw voor de PIMD te

Antwerpen). Op dit artikel werd een krediet van 10.000,00 EUR ingeschreven.

4. Deze begroting is ingevolge de artikels 32, 33 en 34 van de organieke wet van

21 juni 2002 onderworpen aan navermeld opeenvolgend bijzonder administratief

toezicht: 1° advies van de provincieraad 2° advies van de Centrale Vrijzinnige Raad

(CVR) 3° goedkeuring door de Minister van Justitie (op dit ogenblik Maggie De

Block).

De provincieraad kan bij het uitbrengen van een gunstig advies eventueel (met

redenen omklede) voorstellen tot wijziging formuleren.

Vervolgens wordt de begroting met het advies (tot wijziging) van de provincieraad

gezonden naar de Centrale Vrijzinnige Raad (CVR) te Brussel.

Deze CVR stelt de uitgaven betreffende de organisatie en de werking van de niet-

confessionele morele dienstverlening definitief vast, keurt de begroting goed

en zendt ze terug naar de provincie (Gouverneur).

De Gouverneur maakt de begroting over aan de Minister van Justitie.

De begroting is onderworpen aan de goedkeuring van de Minister van Justitie, die

behoudens materiële vergissing de artikelen betreffende de uitgaven

houdende de organisatie en de werking van de niet-confessionele morele

dienstverlening niet kan wijzigen.

In geval de begroting niet (of niet tijdig) wordt goedgekeurd door de Minister van

Justitie, gebeurt de betaling van de provinciesubsidie 2015 in voorlopige

twaalfden met ingang van januari van het begrotingsjaar (2015) op basis

van de goedgekeurde begroting van het voorafgaande jaar (2014).

Uit het VVP-overleg met de andere provincies is gebleken dat deze situatie zich

sinds 2009 voordoet in Vlaams-Brabant, waar de Minister van Justitie de begroting

2009 van de PIMD-Vlaams-Brabant tot op heden nog niet heeft goedgekeurd

(wegens een analoge betwisting over de aankoop van een gebouw tussen

provincieoverheid enerzijds en PIMD/CVR anderzijds) en derhalve ook niet de

daaropvolgende begrotingen 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014, zodat de

provinciesubsidie voor hetzelfde bedrag als in 2008 met voorlopige twaalfden wordt

uitbetaald.

5. Op het provinciebudget 2015 is geen krediet voorzien om de verhoogde

provinciesubsidie (+ 191.868,23 EUR) aan de PIMD-Antwerpen te financieren.

6. Gelet op wat voorafgaat en in dezelfde lijn als het besluit van 20 februari 2014

van de deputatie, stelt de deputatie aan uw raad voor om de begroting 2015 van de

PIMD-Antwerpen gunstig te adviseren, onder voorbehoud van de volgende

voorstellen tot wijziging:


93

Artikel Omschrijving Voorzien krediet Gesuggereerde wijziging

Verschil

210/61112 Huur en huurlasten van lokalen voor activiteiten

188.000,00 0,00 - 188.000,00

210/61139 Overige honoraria

en betaling van werken

10.000,00 0,00 - 10.000,00

Het totaal krediet van Afdeling 210 (Inrichtingskosten) bedraagt na de

gesuggereerde wijzigingen

279.675,00 EUR in plaats van 477.675,00 EUR (= - 198.000,00 EUR).

De totale begroting 2015 van de PIMD-Antwerpen ziet er dan als volgt uit:

ONTVANGSTEN UITGAVEN SALDI

gewone dienst: 965.530,00 EUR 965.530,00 EUR 0,00 EUR

buitengewone dienst: 46.050,00 EUR 46.050,00 EUR 0,00 EUR

De provinciesubsidie 2015 bedraagt alsdan:

931.670,70 EUR op de gewone dienst + 46.047,53 EUR op de buitengewone dienst

= 977.718,23 EUR in totaal.




Gelet op de wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der niet-

confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, de

afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materiële belangen

van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen,

inzonderheid de artikelen 32 en 33;

Gelet op artikel 147, §5, 4° van het Provinciedecreet van 9 december 2005.

BESLUIT:

Enig artikel:

Kennis wordt genomen van de begroting 2015 van de Provinciale Instelling voor

Morele Dienstverlening te Antwerpen met als totaal van de geraamde uitgaven op

de gewone begroting 1.163.530,00 EUR en op de buitengewone begroting

46.050,00 EUR of in totaal 1.209.580,00 EUR en met als geraamde

provinciesubsidie 2015 1.129.670,70 EUR op de gewone begroting en

46.047,53 EUR op de buitengewone begroting of in totaal 1.175.718,23 EUR.

Beslist wordt de begroting 2015 van de Provinciale Instelling voor Morele

Dienstverlening te Antwerpen gunstig te adviseren onder voorbehoud van de

volgende voorstellen tot wijziging:


94

Artikel Omschrijving Voorzien krediet Gesuggereerde wijziging

Verschil

210/61112 Huur en huurlasten van lokalen voor activiteiten

188.000,00 0,00 - 188.000,00

210/61139 Overige honoraria en betaling van werken

10.000,00 0,00 - 10.000,00

zodat het totaal van de geraamde uitgaven op de gewone begroting

965.530,00 EUR bedraagt en op de buitengewone begroting 46.050,00 EUR of in

totaal 1.011.580,00 EUR met als geraamde provinciesubsidie 2015 931.670,70 EUR

op de gewone begroting en 46.047,53 EUR op de buitengewone begroting of in

totaal 977.718,23 EUR.

Deze wijzigingen worden voorgesteld omdat de eventuele aankoop van gebouwen

te Mechelen en te Antwerpen niet strookt met de langetermijnvisie van de

provinciale overheid op de gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-

confessionele morele dienstverlening in de provincie Antwerpen.

VOORZITTER.- Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.




1 lid heeft nee gestemd;


Goedgekeurd met 52 stemmen ja, bij 1 stem nee en 6 onthoudingen.


95

2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales


Uitvoering RSPA: PRUP “Wortel-Kolonie” – Hoogstraten –

definitieve vaststelling. Goedkeuring.


Procesverloop

In zitting van 6 oktober 2011 gaf deputatie de goedkeuring aan het bestek en de

lastvoorwaarden van de opdracht voor de opmaak van het PRUP “Wortel-Kolonie”.

De deputatie gunde de opdracht aan nv Antea Belgium op 15 december 2011.

In het kader van dit PRUP werden de milieueffecten onderzocht door middel van

een screeningsdossier. Op 3 januari 2013 besliste de dienst MER dat het

voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat

derhalve de opmaak van een plan-MER niet nodig is.

Na de plenaire vergadering werd het voorontwerp op enkele punten gewijzigd. De

milieueffecten van deze wijzigingen werden eveneens onderzocht in een addendum

screening. Op 22 november 2013 besliste de dienst MER dat eveneens het

gewijzigde plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat

derhalve de opmaak van een plan-MER niet nodig is.

De plenaire vergadering werd georganiseerd op 12 november 2012.

Het plan werd door de provincieraad voorlopig vastgesteld in zitting van 23 januari

2014.

Het openbaar onderzoek over het plan werd gehouden van 10 maart 2014 tot en

met 8 mei 2014. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving de PROCORO

3 ontvankelijke adviezen en 3 ontvankelijke bezwaren. De Vlaamse Regering bracht

op 7 mei 2014 advies uit.

Op 25 juni 2014 heeft de PROCORO de ingediende bezwaren en adviezen

gebundeld en verwerkt (zie bijlage) en advies uitgebracht. De PROCORO stelt voor

om het plan op bepaalde punten aan te passen op basis van een aantal adviezen en

bezwaren die werden uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek en op basis van

haar eigen adviesbevoegdheid. Andere bezwaren en/of adviezen worden weerlegd.

1. Inhoud van het plan

2.1 Doel van het PRUP

Voor “Wortel-Kolonie” zijn reeds verschillende plannen opgemaakt of in opmaak.

Het PRUP is een doorvertaling en afstemming tussen deze processen, met name:

1) 2 ruilverkavelingen: de ruilverkavelingen ‘Zondereigen’ en ‘Rijkevorsel-Wortel’

vallen deels in het plangebied Wortel-Kolonie. Momenteel is de ruilverkaveling

‘Zondereigen’ al in uitvoering.

2) Beschermd landschap: in 1999 werd het gebied beschermd als landschap.

3) Het inrichtingsplan: werd opgemaakt door VLM parallel met het RUP. In dit plan

werd de consensus tussen de verschillende sectoren, met name natuur,

landbouw en recreatie vorm gegeven.


96

In het kader van de verdere uitwerking van het PRUP werden nog 2 bijkomende

onderzoeken gedaan:

- De mobiliteitsaspecten binnen Wortel-Kolonie en meer bepaald het

parkeergebeuren;

- De mogelijkheden van invulling voor de leegstaande vleugel van de boerderij en

de loodsen.

Hieronder worden de resultaten van de onderzoeken en de doorvertaling naar het

PRUP kort toegelicht.

2.2 Vertaling inrichtingsplan en ruilverkaveling in het PRUP

De bestemmingen ‘bosgebied’, ‘bouwvrij agrarisch gebied’, ‘natuurgebied’ en

‘strook voor dreven’ zijn in overeenstemming met het inrichtingsplan, het

bosbeheerplan (2013) en enkele beperkte wijzigingen door de ruilverkaveling

‘Zondereigen’ en ‘Rijkevorsel-Wortel’.

2.3 Mobiliteit en parking

Mobiliteit:

In de voorstudie werd in overleg met de verschillende partijen gezocht naar een

consensus met betrekking tot de verkeersafwikkeling.

In het PRUP worden enkel de aspecten inzake de verharding van de wegen

opgenomen. De effectieve verkeersmaatregelen (o.a. de afsluiting van wegen)

maken geen deel uit van het PRUP. Figuur 1 geeft een overzicht van de

belangrijkste wegen.

- De centrale noord-zuid as wordt als verharde weg ingetekend waarvan de

noordelijke grens iets voorbij de centrale parking is gelegen (1);

- Ongeveer vanaf de centrale parking noordwaarts tot aan het bedelaarskerkhof

wordt het een onverharde weg (2);

- De oost-west as (van Poeleinde naar Staakheuvel) blijft eveneens een verharde

weg (3);

- De strafinstelling blijft bereikbaar vanuit het zuiden en het zuidwesten via een

verharde weg (4).

Bij het aanduiden van de verharding van de wegen wordt rekening gehouden met

de ruilverkaveling zodat landbouwers hun landbouwpercelen steeds kunnen

bereiken.


97

Fig. 1: Mobiliteit en parking

Parking:

Momenteel is er geen duidelijk afgebakende parkeerzone in Wortel Kolonie.

In het PRUP wordt een permanente parking van 80 parkeerplaatsen voorzien ter

hoogte van de Landlopersboerderij voor de dagelijkse opvang en een

overflowparking (80-tal plaatsen) voor opvang van auto’s bij occasionele

gebeurtenissen/feesten (zie rode cirkel). De zone van parking wordt als overdruk

aangeduid op het grafisch plan. Voor uitzonderlijke evenementen wordt geen

bijkomende parkeerruimte voorzien. Er zal per evenement bekeken moeten worden

hoe dit kan worden opgevangen.

2.4 Invulling van de gebouwen: bestemmingen en functies

Voor de verschillende bestaande gebouwen binnen de kolonie wordt een

bestemming uitgewerkt. Hieronder worden de gebouwenclusters kort beschreven.

Gebouwencluster ter hoogte van het kruispunt 4-gebouwen:

Betreffende de invulling van de gebouwen werd uitgegaan van een visie op lange

termijn. De bestaande functie(s) in een gebouw kunnen behouden blijven maar er

bestaat nu de mogelijkheid van een verschuiving van (een) functie(s) naar (een)

ander(e) gebouw(en) binnen deze gebouwencluster. Zo worden de mogelijke

functies in de gebouwen niet meer per gebouw bepaald, maar is eenzelfde reeks

van functies mogelijk binnen al deze gebouwen. De invulling van alle gebouwen

dient laagdynamisch te blijven en dient steeds getoetst te worden aan de dynamiek

(randvoorwaarde vanuit erfgoed).

Om te garanderen dat de draagkracht van het gebied niet overschreden wordt,

worden de toegelaten functies gekoppeld aan de maximum toegelaten

bedelaarskerkhof

Landlopersboerderi

j

Widar Casino

centrale parking:

permanente parking +

overflowparking

Strafinstelling

2

1

3

4


98

parkeerplaatsen. Concreet betekent dit dat aan elke functie een aantal

parkeerplaatsen worden toegewezen.

Fig. 2: invulling gebouwen: bestemmingen en functies

Strafinstelling:

De strafinstelling behoudt de bestemming ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen

en openbaar nut’.

Bedelaarskerkhof:

Het bedelaarskerkhof wordt extra beschermd door de herbestemming naar

gemeenschapsvoorziening en openbaar nut.

Private woningen:

De private woningen krijgen een herbestemming naar ‘zone voor wonen in

cultuurhistorisch kader’. De historische en karakteristieke kenmerken die de

gebouwen erfgoedwaarde geven, moeten behouden blijven.

Alle gebouwen: Casino,

Widar, Landlopers-

boerderij en de

loodsen: Art 3: ‘zone

voor recreatie met

openbaar karakter’ +

onderscheid in zone A

en zone B

Casino

Widar

Landlopersboerderij

Loodsen


99

Fig. 3: invulling gebouwen: bestemmingen en functies

2. Decretale basis voor de definitieve vaststelling

De volgende stap in de goedkeuringsprocedure is de definitieve vaststelling van het

PRUP “Wortel-Kolonie” door de provincieraad op 25 september 2014.

Art. 2.2.10 §6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in

het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2009, stelt dat de provincieraad het

ontwerp van PRUP definitief dient vast te stellen. Bij de definitieve vaststelling van

het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan slechts

wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens

het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, de adviezen

uitgebracht door de aangeduide administraties en overheden of het advies van de

PROCORO.

In overeenstemming met dat artikel zal het PRUP definitief worden vastgesteld door

de provincieraad op 25 september 2014.

In voormeld artikel is nog opgenomen dat, wanneer de definitieve vaststelling niet

is gebeurd binnen de hiervoor voorziene termijnen, het plan vervalt.

De termijn voor de definitieve vaststelling komt op 180 dagen na het einde van het

openbaar onderzoek.

3. Verdere timing

Na de definitieve vaststelling wordt het PRUP samen met het besluit van de

provincieraad en het advies van de PROCORO ter goedkeuring opgestuurd aan de

Vlaamse regering.

De Vlaamse Regering neemt een beslissing binnen de 60 dagen na ontvangst van

het dossier. Als de Vlaamse Regering nalaat een beslissing te nemen binnen deze

termijn, kan, voor wat het PRUP betreft, de deputatie de Vlaamse Regering

rappelleren binnen de 30 dagen na het verstrijken van de termijn. Indien de

Vlaamse Regering geen beslissing heeft verstuurd binnen de 35 dagen nadat de

Strafinstelling: art. 2.1:

‘zone voor

gemeenschapsvoorzieningen

en openbaar nut’

Private woningen: Art. 1:

‘zone voor wonen in cultuurhistorisch kader’

Private woningen


100

rappelbrief verstuurd is, wordt het door de provincieraad definitief vastgestelde

plan geacht te zijn goedgekeurd.

Volgens art. 2.2.12 van de vermelde Codex treedt het definitief PRUP in werking

14 dagen na de bekendmaking van het goedkeuringsbesluit van de Vlaamse

Regering bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad. De deputatie meldt de Vlaamse

regering dat dit uittreksel voor bekendmaking werd verzonden en stuurt een

afschrift naar elke gemeente waarbinnen het plan van toepassing is en waar de

documenten kunnen worden ingezien.

4. Wijzigingen aan het plan op basis van het advies van de

PROCORO en de tijdens het openbaar onderzoek ingediende adviezen en bezwaren

In zitting van 28 augustus 2014 heeft de deputatie kennis genomen van de

resultaten van het openbaar onderzoek en het advies van de PROCORO. In

diezelfde zitting werd ook goedkeuring gegeven om een aantal wijzigingen aan het

plan aan te brengen alvorens het plan definitief te laten vaststellen door de

provincieraad.

In wat volgt wordt telkens weergegeven wat de standpunten van de verschillende

actoren zijn en welk advies de PROCORO hierover uitbracht. Enkel de belangrijkste

bezwaren en adviezen worden weergegeven.

Telkens wordt omkaderd weergegeven hoe met het advies van de PROCORO wordt

omgegaan.

Op onderstaande kaart worden enkele bezwaren cartografisch weergegeven:

Fig. 4 Cartografische weergave van enkele bezwaren en adviezen

e e e

e

e

e e

e

e

e e

e

e


101

a) Vraag van de Vlaamse Landmaatschappij om een perceel gelegen in bosgebied

aan de rand van het plangebied ofwel te herbestemmen naar bouwvrij agrarisch

gebied ofwel uit de plancontour te halen. Naar aanleiding van het geactualiseerd

ruilverkavelingsplan ‘Rijkevorsel-Wortel’ dient het bosje op het perceel gerooid te

worden als compensatie voor het herstel van een ven buiten het plangebied. (zie

fig. 4: rode cirkel)

De PROCORO stelt voor dit perceel uit de plancontour te halen omdat dit

perceel agrarisch gebied is volgens het gewestplan en er dus geen

bestemmingswijziging nodig is.

Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.

b) Ruimte Vlaanderen wenst verduidelijking rond de begrippen ‘hoogdynamisch’,

‘dynamiek’ en ‘laagdynamisch’.

De PROCORO is van mening dat de begrippen ‘dynamiek’ en ‘laagdynamisch’

voldoende werden toegelicht in de memorie van toelichting en de

stedenbouwkundige voorschriften. Betreffende de term ‘hoogdynamisch’

stelt de PROCORO voor om in de stedenbouwkundige voorschriften deze

term te verduidelijken.


c) De gemeenteraad van Hoogstraten wijst op een mogelijke contradictie tussen

het verbod op particuliere weekendverblijven en het wel toestaan van

gastenkamers en vakantiewoningen. (zie fig. 4 oranje cirkel)

De PROCORO stelt voor om de term ‘particuliere weekendverblijven’ te

schrappen maar om de doelstelling betreffende nieuwe functies (en dus ook

verblijfsrecreatie) te verduidelijken. Concreet stelt de Procoro voor dat bij

elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor de realisatie van een

nieuwe functie binnen de bestemmingszone art. 3 moet aangetoond zijn dat

het past binnen een totaalproject en integreerbaar is met de rest van de

historische gebouwen. De inrichting en uitbating moet kaderen binnen de

werking van de landlopersboerderij.

Het advies van de PROCORO wordt deels gevolgd.

DRP is akkoord om de term ‘particuliere weekendverblijven te schrappen en

is eveneens akkoord om de doelstelling betreffende nieuwe functies te

verduidelijken (dat bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning

voor de realisatie van een nieuwe functie binnen de bestemmingszone art. 3

moet aangetoond zijn dat de aanvraag past binnen een totaalproject en

integreerbaar is met de rest van de historische gebouwen. De inrichting en

uitbating moet kaderen binnen de werking van de landlopersboerderij).

DRP stelt volgende aanvulling en verduidelijking voor:

- de inrichting en uitbating moet kaderen binnen de werking van de

landlopersboerderij en de overige gebouwen rond het Kruispunt

4-gebouwen. DRP stelt voor om deze aanvulling in de stedenbouwkundige

voorschriften bij art. 3 - deel ‘Niet-toegelaten activiteiten voor de ganse

zone’ door te voeren. Door deze aanvulling dient elke nieuwe functie ook te

kaderen binnen de werking van het Casino en de werking van het gebouw


102

momenteel in gebruik door vzw Widar. Hierdoor worden alle gebouwen rond

het Kruispunt 4-Gebouwen gelegen in art. 3 opgenomen.

- de doelstelling met betrekking tot nieuwe functies correct te formuleren in

de memorie van toelichting.

d) Ruimte Vlaanderen vraagt of de verkoopfunctie gerelateerd aan landbouw kan

beschouwd worden als een nevenbestemming en of deze in oppervlakte dient

beperkt te worden. (zie fig. 4 oranje cirkel)

De PROCORO stelt dat de verkoopfunctie een ondergeschikte functie is en in

oppervlakte dient beperkt te worden. De PROCORO stelt voor om de

maximale verkoopfunctie gerelateerd aan landbouw te beperken tot 10%

van de vergunde oppervlakte van de gebouwen gelegen in art. 3. De

PROCORO stelt voor deze wijziging door te voeren in de stedenbouwkundige

voorschriften.


e) Boerenbond heeft vragen rond de dreven tussen landbouwpercelen en vreest dat

de dreven landbouwterrein gaan innemen. (zie fig 4: aanduiding “e”)

De PROCORO stelt dat de breedtes van de dreven in het PRUP worden

vastgelegd. Deze breedtes liggen vast en gaan ook niet meer wijzigen. De

ruimte-inname van de dreven op terrein weerspiegelt zich in de

ruimtebalans van het PRUP. De PROCORO stelt voor om een extra

toelichting in de memorie van toelichting op te nemen.


f) Ruimte Vlaanderen vraagt hoeveel extra woningen er kunnen gezet worden voor

wonen gelinkt aan de functies in art. 3. Staat hierop een limiet? (zie fig. 4 oranje

cirkel)

De PROCORO stelt voor om geen limiet op te leggen aan het aantal woningen

gerelateerd aan de functies dat toegelaten wordt binnen art. 3. Er moet een

zekere vorm van flexibiliteit zijn en bovendien zitten deze woningen mee vervat

in de dynamiek. De PROCORO stelt voor om dit in de toelichtende kolom van de

stedenbouwkundige voorschriften te verduidelijken.


g) Boerenbond vraagt om in de stedenbouwkundige voorschriften te schrappen dat

de aanleg van nutsvoorzieningen geen beperkingen mogen opleggen aan de

bomen in de dreven van de kolonie. Ook andere functies in het gebied mogen

geen hinder ondervinden of onderworpen worden aan beperkingen.

De PROCORO kan niet akkoord gaan met de gevraagde schrapping en stelt

dat het uitgangspunt van het PRUP net het behoud en bescherming beoogt

van de dreven. Het orthogonaal drevenpatroon is kenmerkend voor Wortel-

Kolonie. De PROCORO stelt voor om de stedenbouwkundige voorschriften aan

te vullen dat ook andere hoofdfuncties maximaal moeten behouden blijven bij

de aanleg van nutsvoorzieningen.



103

De overige bezwaren en adviezen betreffen eerder technische of minder

fundamentele opmerkingen. De PROCORO is grotendeels akkoord met deze

opmerkingen:

- Vraag voor enkele aanvullingen op de (algemene) stedenbouwkundige

voorschriften betreffende de terreinaanleg, waterlopen/grachten, natuurgebied

en bosgebied en de indicatieve aanduiding waterloop.

- Vraag voor rechtzetting van enkele fouten in formuleringen betreffende de

historische gebouwen en afstemming op de beschikbare parkeercapaciteit.


Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar de documenten in bijlage.

5. Zaken die niet hebben geleid tot wijzigingen aan het plan op

basis van het advies van de PROCORO en de tijdens het openbaar onderzoek ingediende adviezen en bezwaren

Onderstaand overzicht van bezwaren en adviezen geven geen aanleiding tot een

aanpassing van het PRUP. Hiervan worden de belangrijkste weergegeven. De

PROCORO weerlegt een aantal van deze opmerkingen.

h) De gemeenteraad van Hoogstraten vraagt om bejaardenzorg als mogelijke

functie op te nemen voor de gebouwen gelegen aan het ‘Kruispunt 4-gebouwen’.

(zie fig. 4 oranje cirkel)

De PROCORO stelt voor om deze functie niet op te nemen. Bejaardenzorg

veroorzaakt een te grote dynamiek. Bovendien hebben de bewoners van

serviceflats meer behoefte aan voorzieningen in de directe nabijheid.


i) Boerenbond heeft vragen bij de opmaak van het PRUP aangezien de

ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel nog moet nuttig verklaard worden.

De PROCORO stelt dat het inrichtingsplan dat werd opgesteld door de VLM in

1998 de basis is voor het PRUP. Dit inrichtingsplan werd achteraf concreet

doorvertaald naar ruilverkavelingsplannen, in het bijzonder de ruilverkaveling

Zondereigen (in uitvoering) en de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel

(goedgekeurd in 2003). Binnen beide plannen werden reeds met het nodige

draagvlak, keuzes gemaakt tussen bosbestemming enerzijds en agrarisch

gebied anderzijds. Momenteel werkt VLM aan een actualisatie van het

ruilverkavelingsplan Rijkevorsel-Wortel. Deze actualisatie omvat evenwel geen

aanpassingen aan de reeds gemaakte keuzes voor bestemmingen in Wortel-

Kolonie. Het PRUP vertaalt dus de keuzes voortvloeiend uit het inrichtingsplan

en de ruilverkavelingen in bestemmingen.


j) Ruimte Vlaanderen vraagt waarom er nog steeds sprake is van parkeerplaatsen

aan de begraafplaats. In het PRUP wordt toch uitgegaan van een bundeling van

parkeerplaatsen op de centrale parking. (zie fig 4: blauwe cirkel)


104

De PROCORO stelt dat het PRUP inderdaad uitgaat van een bundeling van de

parkeerplaatsen op de centrale parking ter hoogte van de landlopersboerderij.

Momenteel zijn er ter hoogte van de begraafplaats enkele bestaande

parkeerplaatsen. In het PRUP worden deze bestaande parkeerplaatsen

behouden. Er worden geen extra parkeerplaatsen gecreëerd.


k) De gemeenteraad van Hoogstraten heeft vragen bij de uitbreiding van de

contour van de strafinstelling. De zone voor uitbreiding is vergund als

wandelkoer. (zie fig 4: gele cirkels)

De PROCORO stelt dat de gemeenteraad van Hoogstraten verkeerdelijk uitgaat

van een zone voor uitbreiding van de strafinstelling. De contour van de

strafinstelling werd uitgebreid enkel in functie van de huidige situatie. De

bestaande wandelkoer/veiligheidszone en de bestaande parking + eventuele

uitbreidingszone voor parking werden nog niet meegenomen in de

oorspronkelijke contour. Dit werd aangepast bij de voorlopige vaststelling. Het

is dus foutief om te spreken van een zone voor uitbreiding van de

strafinstelling. Er wordt geen uitbreiding van de strafinstelling voorzien in het

PRUP aangezien de Regie der Gebouwen meermaals heeft aangegeven geen

uitbreiding nodig te hebben.


De overige opmerkingen betreffen eerder technische of minder fundamentele

opmerkingen.

De PROCORO weerlegt en/of beantwoordt deze opmerkingen:

- Vragen betreffende toevoeging wetgeving, bemestingsbeperkingen, teeltkeuze,

eigendom percelen, onderhoud van de wegen, passeren op verharde wegen, …


Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar de documenten in bijlage.

6. Advies PROCORO op basis van eigen adviesbevoegdheid

Op basis van haar eigen adviesbevoegdheid heeft de PROCORO ook 2 opmerkingen

gemaakt:

- De kaart van de planbaten/planschade/bestemmingswijzigingscompensatie dient

volgens de richtlijnen opgemaakt te worden.


- Betreffende art. 3 strook voor recreatie met openbaar karakter: de PROCORO

stelt dat een recreatiegebied ook een openbaar karakter kan hebben zonder dat

het moet worden gerealiseerd door een overheid of in opdracht van een

overheid. De verwijzing naar de ‘actor’ van een functie kan dan ook best worden

geschrapt uit de stedenbouwkundige voorschriften.



105

Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar de documenten die elektronisch

zijn bijgevoegd.

Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 28 augustus 2014.


Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in het Belgisch

Staatsblad van 20 augustus 2009, inzonderheid artikelen 2.2.9 tot 2.2.12;

Gelet op het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april

1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de

milieueffectrapportage over plannen en programma’s;

Gelet op de indiening van het screeningsdossier/addendum van het provinciaal

ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-Kolonie” op 30 november 2012 en 25 oktober

2013, teneinde de dienst Mer te vragen een beslissing te nemen over de opmaak

van een planMER;

Gelet op de conclusie van het Departement Leefmilieu, Natuur- en Energie van

3 januari 2013 en 22 november 2013 dat het voorgenomen plan geen aanleiding

geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planMER niet nodig

is; dat het screeningsdossier en deze beslissing voor het publiek raadpleegbaar

waren;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de

definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij

het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 houdende de

definitieve vaststelling van een eerste herziening van het Ruimtelijk Structuurplan

Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende

bepalingen betreft;


definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan

Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende

bepalingen betreft;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het

ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de goedkeuring van een

partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (en

latere wijzigingen), inzonderheid artikel 8, §§1 en 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere

wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de

watertoets, inzonderheid de artikelen 2 en 4;


106

Gelet op de bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere


watertoets in bijlage 1 opgenomen kaarten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 (en latere

wijzigingen) tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over

voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van

de nadere regels m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen;

Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 12 november 2012 omtrent

het voorontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-Kolonie” en de

in het kader hiervan uitgebrachte mondelinge en schriftelijke adviezen;

Gelet op het provincieraadsbesluit van 23 januari 2014 houdende de voorlopige

vaststelling van het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-

Kolonie”;

Overwegende dat over het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-Kolonie”

een openbaar onderzoek werd georganiseerd van 10 maart 2014 tot en met 8 mei

2014; dat dit openbaar onderzoek werd aangekondigd door een aanplakking in de

gemeente Hoogstraten, een publicatie in het Belgisch Staatsblad en 3 verschillende

dagbladen en een bericht op de website van de provincie; dat 3 ontvankelijke

adviezen en 3 ontvankelijke bezwaren werden ingediend;

Gelet op het ministerieel besluit van 7 mei 2014 houdende advies over het ontwerp

van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-Kolonie”;

Gelet op de bezwaren en adviezen die werden uitgebracht naar aanleiding van het

openbaar onderzoek over het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-

Kolonie”;

Gelet op het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening van

25 juni 2014 en in het bijzonder de ruimtelijke argumentatie die het advies

aanvoert om de bezwaren en opmerkingen te verwerpen of om het ontwerp van

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-Kolonie” aan te passen;

Overwegende dat de planopties van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

“Wortel-Kolonie” beantwoorden aan de principes van het Ruimtelijk Structuurplan

Vlaanderen;

Overwegende dat de inhoud van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-

Kolonie” in overeenstemming is met het richtinggevend en het bindend gedeelte

van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Overwegende dat het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan van

de provincie Antwerpen het gebied Wortel-kolonie selecteert als een gebied met

een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang; dat volgens de bindende

bepalingen van het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen de

provincie de gebieden met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang

afbakent in uitvoeringsplannen nadat het Vlaams gewest de natuurlijke structuur op

Vlaams niveau heeft afgebakend; dat de provincie dit doet in overleg met de


107

gemeentebesturen; dat het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet in het

behoud van de kenmerkende landschapselementen van Wortel-kolonie als gebied

met ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang zoals het orthogonaal

drevenpatroon, het landbouwgebied rondom de gebouwen, het bosgebied en

natuurgebied rondom het landbouwgebied; dat het provinciaal ruimtelijk

uitvoeringsplan “Wortel-kolonie” voorziet in de bestemmingen gebaseerd op het

inrichtingsplan opgemaakt door VLM in de schoot van de Technische

Coördinatiecommissie, de ruilverkavelingen “Zondereigen” en “Rijkevorsel-Wortel”;

dat het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan eveneens voorziet in het behoud van

de strafinstelling, het bedelaarskerkhof, de landlopersboerderij en de rest van de

gebouwen rond het Kruispunt 4-gebouwen als kenmerkend onderdeel van het

landschap in Wortel-kolonie;

Overwegende dat volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere

wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid het plan onderworpen dient te

worden aan de watertoets; dat het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli

2006 en latere wijzigingen nadere regels vaststelt voor de toepassing van de

watertoets, dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en

aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet

integraal waterbeleid; dat er in het screeningsdossier een toetsing is gebeurd van

het PRUP “Wortel-Kolonie” ten aanzien van het watersysteem; dat het plangebied

behoort tot het Maasbekken; dat het plangebied 2 niet-geklasseerde waterlopen

bevat waarvan slecht 1 met naam de Staakheuvelseloop; dat deze

Staakheuvelseloop zal worden verlegd en doorgetrokken met de uitvoering van de

ruilverkaveling ‘Zondereigen’; dat het plangebied niet erosiegevoelig is; dat het

plangebied voor het merendeel infiltratiegevoelig is; dat het plangebied niet wordt

aangeduid als recent overstroomd of risicozone voor overstromingen; dat in het

plangebied maar enkele kleine zones zijn die mogelijk overstromingsgevoelig zijn;

dat het plangebied niet gelegen is in een waterwingebied of beschermingszone voor

grondwaterwinning; dat in 2012 een project werd opgestart om alle woningen in

Wortel-Kolonie via een drukriolering aan te sluiten op het algemeen

rioleringsstelsel; dat het plangebied uitgaat van het behoud van de bestaande

gebouwen en beperkte uitbreidingen toelaat aan enkele gebouwen; dat het

plangebied grotendeels bestaat uit bosgebied, natuurgebied en landbouwgebied die

ook grotendeels behouden blijven; dat de stedenbouwkundige voorschriften

opnemen dat de bestaande waterlopen en grachten optimaal dienen behouden en

onderhouden te worden voor waterberging en afvoer van hemelwater; dat deze

waterpartijen voldoende ruimte dienen te krijgen binnen het plangebied en

bijkomende overwelving van de beken zoveel mogelijk dient vermeden te worden;

dat hierdoor in alle redelijkheid kan worden geoordeeld dat het provinciaal

ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-Kolonie” verenigbaar is met het watersysteem en

geen schadelijk effect op de waterhuishouding veroorzaakt;

Overwegende dat, overeenkomstig art. 2.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

Ordening (B.S. 20.08.09), een aantal conclusies m.b.t. de planMER-

screeningsprocedure weergegeven worden; dat het dossier werd overgemaakt aan

de dienst MER; dat er een verzoek tot raadpleging heeft plaats gevonden van

1 oktober 2012 tot 31 oktober 2012 en de resultaten van het verzoek tot

raadpleging werden verwerkt in een aangepast screeningsrapport dat overgemaakt

werd aan de dienst MER op 30 november 2012; dat op 3 januari 2013 de dienst

MER volgende beslissing heeft genomen m.b.t. de planMER-plicht: “het

voorgenomen plan geeft geen aanleiding tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen

en de opmaak van een planMER is niet nodig”; dat na de plenaire vergadering


108

aanpassingen gebeurden aan het plan en waarvoor de milieu-effecten eveneens

werden onderzocht; dat hiervoor een addendum screeningsdossier werd opgemaakt

en overgemaakt aan de dienst MER op 25 oktober 2013; dat op 22 november 2013

de dienst MER volgende beslissing heeft genomen m.b.t. de planMER-plicht: “het

voorgenomen plan geeft geen aanleiding tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen

en de opmaak van een planMER is niet nodig”; dat deze beslissing openbaar werd

gemaakt; dat bijgevolg voldaan werd aan art. 4.2.5 t.e.m. 4.2.7 van het decreet

houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 (met

wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd;

Overwegende dat, naar aanleiding van de bezwaren en adviezen en het advies van

de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening, een aantal wijzigingen worden

aangebracht aan het voorlopig vastgestelde provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

“Wortel-Kolonie”; dat de provincieraad van oordeel is dat 1 aanvulling aan het

advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening aangewezen is;

Overwegende dat de provincieraad 1 aanvulling wenst te voegen aan het advies

van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening; dat de provincieraad

akkoord gaat met de schrapping van de term ‘private weekendverblijven en de

verduidelijking van de doelstelling betreffende de nieuwe functies, nl. dat elke

aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor de realisatie van een nieuwe

functie binnen de bestemmingszone art. 3 moet aantonen dat het voorwerp van de

aanvraag een coherent totaalproject nastreeft dat volledig integreerbaar is met de

rest van de historische gebouwen en dat de inrichting moet kaderen binnen de

werking van de landlopersboerderij; dat de provincieraad deze doelstelling wenst te

verduidelijken en te vervolledigen; dat de inrichting en uitbating van nieuwe

functies niet alleen moet kaderen binnen de werking van de landlopersboerderij

maar ook binnen de werking en uitbating van de overige gebouwen rond het

Kruispunt 4-gebouwen; dat hiermee wordt toegevoegd dat elke nieuwe functie ook

moet kaderen binnen de werking van het Casino en de werking van het gebouw

momenteel in gebruik door vzw Widar; dat hierdoor alle gebouwen rond het

Kruispunt 4-Gebouwen worden opgenomen; dat hiermee de doelstelling volledig is;

dat deze aanvulling dient doorgevoerd te worden in de stedenbouwkundige

voorschriften en dat de doelstelling eveneens correct wordt meegegeven in de

memorie van toelichting;

Overwegende dat wat betreft de overige opmerkingen uit het advies van de

provinciale commissie voor ruimtelijke ordening, de provincieraad zich uitdrukkelijk

aansluit bij het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening;


BESLUIT:

Enig artikel:

Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Wortel-Kolonie” te Hoogstraten wordt

definitief vastgesteld.




109






Uitvoering RSPA: PRUP “Oude kanaalarm” – Puurs –

voorlopige vaststelling. Goedkeuring.

1. Procesverloop

Begin november 2012 ontving de provincie een brief van Waterwegen en Zeekanaal

NV (W&Z) met de vraag om een PRUP op te maken voor de oude kanaalarm aan

het zeekanaal in Puurs. Op 28 januari 2013 werd aan W&Z meegedeeld dat het

PRUP voor de oude kanaalarm zou worden opgenomen in het jaarprogramma 2013.

De passende beoordeling werd door ANB aanvaard op 21 november 2013.

De dienst Mer oordeelde aan de hand van de screeningsnota dat er geen plan-MER

moet worden opgemaakt.

De plenaire vergadering werd georganiseerd op 26 juni 2014.

Op 1 augustus 2014 werd het ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) goedgekeurd door

de dienst Veiligheidsrapportering van LNE.

2. Inhoud van het plan

Het plangebied omvat een deel van de oude kanaalarm die in onbruik is geraakt

door de aanleg van de nieuwe kanaalarm van het zeekanaal.

De huidige bestemming volgens het gewestplan is “bestaande waterweg”, W&Z

heeft een deel ervan gedempt. Met het PRUP worden deze gronden omgezet naar

bedrijvenzone.

Bornem

Puurs

zeekanaal

Rupel

Bornem

Puurs

zeekanaal

Rupel


110

3. Decretale basis voor de voorlopige vaststelling

Art. 2.2.10 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in

het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2009, stelt dat de provincieraad het

ontwerp van PRUP voorlopig dient vast te stellen.

Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp onmiddellijk opgestuurd aan de

Vlaamse Regering.

Volgens §2 van art. 2.2.10 onderwerpt de deputatie het ontwerp van PRUP aan een

openbaar onderzoek dat binnen de 30 dagen na de voorlopige vaststelling minstens

wordt aangekondigd door aanplakking in de betrokken gemeenten, door publicatie

in het Belgisch Staatsblad, drie dagbladen en door publicatie op de website van de

provincie. In §3 wordt gesteld dat na de aankondiging het ontwerp-PRUP ter inzage

dient gelegd te worden in de betrokken gemeente.

Het openbaar onderzoek zal worden georganiseerd van 1 december 2014 tot en

met 29 januari 2015.

4. Overzicht belangrijkste opmerkingen en adviezen uit plenaire

vergadering

De opmerkingen vanuit de plenaire vergadering waren niet van die aard dat een

fundamentele bijsturing van het plan noodzakelijk is.

Voor een volledige weergave van de adviezen wordt verwezen naar het verslag en

de brieven in bijlage. Het gaat hierbij over eerder technische opmerkingen over het

plan, de voorschriften en de toelichtingsnota die geen afbreuk doen aan de globale

visie en aanpak.

5. Wijzigingen aan het plan op basis van de adviezen die werden uitgebracht naar aanleiding van de plenaire vergadering

Op 28 augustus 2014 heeft de deputatie goedkeuring gegeven om een aantal

wijzigingen aan het plan aan te brengen. De belangrijkste wijziging betreft het

inbouwen van een garantie dat de aanleg van het spoor niet wordt gehypothekeerd

(op vraag van W&Z). De overige wijzigingen zijn niet fundamenteel. Het betreft

eerder technische aanpassingen aan het plan, de voorschriften en de

toelichtingsnota die geen afbreuk doen aan de globale visie en aanpak.

De dossiergegevens zijn digitaal bijgevoegd.



Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in het Belgisch

Staatsblad van 20 augustus 2009, inzonderheid artikelen 2.2.9 tot 2.2.12;

Gelet op artikel 2.2.10 §7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening met

betrekking tot het ruimtelijk veiligheidsrapport;

Gelet op het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april

1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd;


111

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de

milieueffectrapportage over plannen en programma’s;

Gelet op art. 36ter §3 van het decreet betreffende het natuurbehoud en het

natuurlijk milieu d.d. 21 oktober 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de

definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij

het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft;


definitieve vaststelling van een eerste herziening van het Ruimtelijk Structuurplan

Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende

bepalingen betreft;


definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan

Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende

bepalingen betreft;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het


Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de goedkeuring van een

partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (en

latere wijzigingen), inzonderheid artikel 8, §§1 en 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere


watertoets, inzonderheid de artikelen 2 en 4;

Gelet op de bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere


watertoets in bijlage 1 opgenomen kaarten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 (en latere

wijzigingen) tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over

voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van

de nadere regels m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen;

Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 26 juni 2014 omtrent het

voorontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude kanaalarm” en de in

het kader hiervan uitgebrachte mondelinge en schriftelijke adviezen;

Overwegende dat de planopties van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude

kanaalarm” beantwoorden aan de principes van het Ruimtelijk Structuurplan

Vlaanderen;


112

Overwegende dat volgens bindende bepaling 43 van het ruimtelijk structuurplan

voor de provincie Antwerpen de provincie nader te bepalen regionale

bedrijventerreinen afbakent in de economische knooppunten die tot haar

bevoegdheid behoren; dat Puurs volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

geselecteerd is als specifiek economisch knooppunt waarvoor de provincie bevoegd

is; dat het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude kanaalarm” voorziet in de

afbakening van een regionaal bedrijventerrein in het specifiek economisch

knooppunt Puurs; dat volgens het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk

structuurplan voor de provincie Antwerpen de potenties voor bijkomende

bedrijventerreinen in het specifiek economisch knooppunt Puurs vooral gekoppeld

zijn aan de ligging in een infrastructuurbundel van provinciaal niveau; dat het

plangebied van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude kanaalarm” gelegen

is langs het zeekanaal Brussel-Schelde, aangesloten wordt op het

spoorwegennetwerk en onrechtstreeks ontsloten is op de nabij gelegen A12; dat

aldus de inhoud van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude kanaalarm” in

overeenstemming is met het richtinggevend en het bindend gedeelte van het


Overwegende dat volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere

wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid het plan onderworpen dient te

worden aan de watertoets; dat het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli

2006 en latere wijzigingen nadere regels vaststelt voor de toepassing van de

watertoets; dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en

aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikelen 5, 6 en 7 van het

decreet integraal waterbeleid; dat er in het screeningsdossier een toetsing is

gebeurd van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude kanaalarm” ten

aanzien van het watersysteem; dat het plangebied gesitueerd is in effectief

overstromingsgevoelig gebied volgens de watertoetskaarten; dat mogelijke effecten

inzake infiltratie- en afstromingsregime worden gemilderd door de gewestelijke

verordening inzake hemelwater; dat verhardingen maximaal moeten worden

aangelegd in waterdoorlatende materialen, tenzij dit omwille van technische of

functionele redenen niet toegestaan kan worden; dat het plan geen wijziging van

het overstromingsregime veroorzaakt; dat volgens de voorschriften maatregelen

dienen genomen te worden om verontreiniging van de bodem, afstromend

hemelwater en/of de omgeving te vermijden; dat de oppervlaktewaterkwaliteit

behouden blijft door de verplichte aanleg van afvalwaterzuiveringsinfrastructuur en

het verplicht zuiveren van afvalwater voor lozing in het oppervlaktewater; dat de

aanleg van een volledig gescheiden systeem voor de afvoer van oppervlakte- en

afvalwater verplicht is; dat volgens de voorschriften ondergrondse constructies

geen negatieve impact mogen hebben op het grondwaterstromingspatroon; dat

hierdoor in alle redelijkheid kan worden geoordeeld dat het provinciaal ruimtelijk

uitvoeringsplan “Oude kanaalarm” verenigbaar is met het watersysteem en geen

schadelijk effect op de waterhuishouding veroorzaakt;

Overwegende dat het plangebied van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

“Oude kanaalarm” zich bevindt in de nabijheid van het habitatrichtlijngebied

“Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlands grens tot Gent”; dat omwille

hiervan conform art. 36ter §3 van het decreet betreffende het natuurbehoud en het

natuurlijk milieu (B.S. 10.01.1998) een passende beoordeling werd opgemaakt; dat

op 21 november 2013 het agentschap Natuur en Bos in haar advies naar aanleiding

van het verzoek tot raadpleging over de plan-MER-screening, waarin de passende

beoordeling geïntegreerd is, het volgende oordeelde: “De passende beoordeling

voldoet naar vorm en inhoud om te besluiten dat, mits het naleven van de


113

voorgestelde maatregelen (p. 42), er geen betekenisvolle aantasting te verwachten

valt van de aanpalende speciale beschermingszone.”; dat deze voorgestelde

maatregelen zijn opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude kanaalarm”;

Overwegende dat, overeenkomstig art. 2.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

Ordening (B.S. 20.08.09), een aantal conclusies m.b.t. de plan-MER-

screeningsprocedure weergegeven worden; dat op 20 september 2013 het dossier

werd overgemaakt aan de dienst Mer; dat er een verzoek tot raadpleging heeft

plaats gevonden van 24 oktober 2013 tot 24 december 2013 en de resultaten van

het verzoek tot raadpleging werden verwerkt in een aangepast screeningsrapport

dat overgemaakt werd aan de dienst Mer op 11 februari 2014; dat op 26 februari

2014 de dienst Mer volgende beslissing heeft genomen m.b.t. de plan-MER-plicht:

“(…) dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve

milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.”; dat bijgevolg

voldaan werd aan artikelen 4.2.5 tot en met 4.2.7 van het decreet houdende

algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 (met wijzigingen),

kortweg MER-decreet genoemd;

Overwegende dat gekoppeld aan het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude

kanaalarm” een ruimtelijk veiligheidsrapport werd opgemaakt; dat dit ruimtelijk

veiligheidsrapport op 1 augustus 2014 werd goedgekeurd door de dienst

Veiligheidsrapportering; dat in toepassing van artikel 2.2.10 §7 van de Vlaamse

Codex Ruimtelijke Ordening met de resultaten van dit ruimtelijk veiligheidsrapport

rekening wordt gehouden in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude

kanaalarm”;


BESLUIT:

Enig artikel

Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Oude kanaalarm” te Puurs wordt

voorlopig vastgesteld.








114


Fietsostrade langs spoorlijn 15 (Herentals-Geel-Mol-Balen) –

Herentals-Balen-Deel 5 - fietsweg van Langstraat tot

Keersvennen in Geel. Ontwerp, bestek, raming

en wijze van gunnen. - Goedkeuring.


De provincie Antwerpen investeert in de aanleg van fietsostrades op het

Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF). Momenteel focust zij op de

aanleg van de fietsostrades langs de spoorlijnen 12 (Antwerpen-Essen), 25/27

(Antwerpen-Mechelen) en 15 (Herentals-Balen).

Op 1 december 2011 keurde de deputatie het model van

samenwerkingsovereenkomst goed met de gemeenten Herentals, Olen, Geel, Mol

en Balen. Alle vijf gemeenten keurden de samenwerkingsovereenkomsten goed.

Op 15 december 2011 gunde de deputatie de ontwerpopdracht voor de fietsostrade

Herentals-Balen aan het studiebureau Technum-Tractebel Engineering.

1. Situering

Omwille van de omvang van het programma en de ruimtelijke spreiding van de

investeringen is het programma opgedeeld in een aantal deelprojecten, verdeeld

over 3 clusters.

Cluster 2

Cluster 1

Cluster 3


115

Kaart 1. Overzicht deelprojecten – clustering

Dit verslag legt de deelprojecten 5 tot 12 (cluster 2) van Langstraat in Geel tot

Hessie in Mol voor.

De ontwerpen van cluster 1 zullen klaar zijn tegen het einde van 2014. Cluster 3

zal volgen in het begin van 2015.

2. Ontwerpen

De ontwerpen, opgemaakt door het studiebureau Technum-Tractebel Engineering

NV omvatten in grote lijnen:

- Het aanleggen van nieuwe fietswegen in bruinrode asfalt op plaatsen waar

enkel verkeer door zwakke weggebruikers (en dienstvoertuigen) zal

toegelaten zijn.

- Het aanleggen van nieuwe fietswegen in zwarte asfalt op plaatsen waar ook

gemengd verkeer naar aangelanden toegelaten is (meestal

landbouwverkeer). Voor de stevigheid van de weg zijn hier ook kantstroken

voorzien.

- De fietswegen zijn 3 m breed.

- De fietswegen zijn afgescheiden van de spoorweg door een vrije strook van

minimum 4 m breed en een afsluiting van 1,20 m hoog volgens de eisen

van Infrabel.

- Aan de andere zijde van de fietswegen is een strook voorzien voor een

afwateringsgracht waar nodig en voor de later te plaatsen verlichting

(afzonderlijk bestek).

Typeprofiel gewone fietsweg:


116

Typeprofiel fietsweg waarop verkeer naar aangelanden is toegestaan:

Korte beschrijving per deelproject:

Deelproject Gemeente van tot lengte

(m) wat? raming (EUR)

5 Geel Langstraat Keersvennen + 400 Fietsweg 120.264,50

6 Geel Keersvennen Rauwelkoven + 925 Fietsweg 228.432,50

7 Geel Rauwelkoven Rauwelkoven aan Westelijke Ring

+ 1300 Fietsweg

347.741,50 8 Geel Rauwelkoven

aan Westelijke Ring

Groenhuis + 1000 Fietssuggestie-

stroken

Deelprojecten 7 en 8 zijn in één bestek verwerkt, gezien de gelijktijdige uitvoering

9 Geel Groenhuis Heistraat + 650 Fietsweg, fietsstraat en fietssuggestie-stroken

98.967,00

10 Geel Heistraat Hadschot + 550 Fietsweg 162.259,50

11 Geel Hadschot Schalieschuur-straat

+ 2900 Fietsweg 736.974,50

12 Mol Schalieschuur-straat

Hessie + 1200 Fietsweg 353.226,50

Totaal Geel - Mol + 8.925 2.047.866,00

Deelproject 5: Roodbruine asfalt.

Deelproject 6: Grotendeels in bruinrode asfalt, behalve een deel in zwarte asfalt

als gelijktijdige toegangsweg naar een akker nabij Laremsebrugweg.

Deelprojecten 7 + 8: Fietsweg in bruinrode asfalt eindigend op een verhoogd

kruispunt op Rauwelkoven nabij de Westelijke Ring rond Geel. Vanaf dit

verhoogd kruispunt fietssugestiestroken.

Deelproject 9:

o Fietsweg waarvan een deel in zwarte asfalt


117

o Fietsstraat met een rode slemlaag

Deelproject 10: Fietsweg in roodbruine asfalt.

Deelproject 11: Grotendeels in bruinrode asfalt, behalve een deel in zwarte

asfalt als gelijktijdige toegangsweg naar een akker nabij Kievermont.

Deelproject 12: Grijze cementbeton (op vraag van de gemeente Mol).

De ontwerpen zijn besproken door de gemeentelijke begeleidingscommissie (GBC)

op 26 september 2012 en de provinciale auditcommissie (PAC) op 22 november

2012. De gemeenten Geel en Mol en de PAC gaan akkoord met het ontwerp.

Over deze projecten is in de stad Geel een inwonersvergadering gehouden op

23 april 2013 en in de gemeente Mol op 25 september 2013.

Er is gewacht met het voorleggen van de ontwerpen aan uw raad om ze samen met

het onteigeningsdossier, dat de deputatie via een ander agendapunt van deze

raadszitting voorlegt, te laten goedkeuren. Door wijzigingen in de voorschriften

voor de opmaak van de onteigeningsplannen op federaal niveau (precad) heeft het

dossier vertraging opgelopen. Het studiebureau heeft alle plannen opnieuw moeten

opmaken.

3. Verdere planning

Van zodra voor een volledig deelproject de grondverwervingen gerealiseerd zijn, zal

de deputatie de aanbesteding aankondigen. De deputatie hoopt enkele

deelprojecten samen in één aanbesteding te kunnen uitschrijven om mogelijk

gunstigere prijzen te krijgen.

Gelijktijdig met de start van de onteigeningsprocedure zal de deputatie de

bouwvergunning aanvragen, zodat de vergunning klaar ligt bij de aanbesteding en

de werken dan onmiddellijk kunnen starten.

In het beste geval kunnen een of meer deelprojecten op het terrein starten in het

voorjaar van 2015.

4. Voorstel deputatie

Gelet op de wet op de overheidsopdrachten en het geraamde bedrag stelt de

deputatie voor om de gunning te laten verlopen via de open aanbesteding.

De deputatie stelt voor goedkeuring te verlenen aan het ontwerp, het bestek, de raming en de wijze van gunnen.

Voor deze uitgave is voldoende budget voorzien bij DMOB op budgetartikel 2014 /

22810000 / 19 / 0290 voor investeringen in fietsinfrastructuur.

5. Digitale bijlagen

deputatiebesluiten van 1 en 15 december 2011

samenwerkingsovereenkomsten met de gemeenten Geel en Mol


118

voor de deelprojecten 5 tot 12:

- ontwerpplannen

- bestekken

- ramingen

De deputatie keurde dit verslag goed op 4 september 2014.


Gelet op de inschrijving van een krediet op het budgetartikel 2014 / 22810000 / 19

/ 0290 voor investeringen in fietsinfrastructuur;

Gelet op artikel 43, paragraaf 2, 11° van het provinciedecreet;

Op voorstel van de deputatie;

BESLUIT:

Artikel 1:

De provincieraad keurt de ontwerpen voor de deelprojecten 5 tot 12 - fietswegen

van Langstraat in Geel tot Hessie in Mol van de fietsostrade Herentals-Balen, goed.

Artikel 2:

De provincieraad keurt de bestekken voor de deelprojecten 5 tot 12 - fietswegen

van Langstraat in Geel tot Hessie in Mol van de fietsostrade Herentals-Balen, goed.

Artikel 3:

De provincieraad neemt kennis van de ramingen voor een totaal bedrag van

2.047.866,00 EUR (incl. btw) voor de deelprojecten 5 tot 12 - fietswegen van

Langstraat in Geel tot Hessie in Mol van de fietsostrade Herentals-Balen, goed.

Artikel 4:

De provincieraad keurt de open aanbesteding goed als de wijze van gunnen voor de

deelprojecten 5 tot 12 - fietswegen van Langstraat in Geel tot Hessie in Mol van de

fietsostrade Herentals-Balen, goed.








119

3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking

VOORZITTER.- Ik stel voor om de agendapunten 3/1 en 3/2 met één stemming af te



Beheersovereenkomst met het autonoom

provinciebedrijf Havencentrum. Goedkeuring.


Met het autonoom provinciebedrijf Havencentrum (APB HC) dient nog een

beheersovereenkomst te worden afgesloten. Na onderhandeling tussen de provincie

en de directie van het APB HC werd het ontwerp van beheersovereenkomst in

vergadering van 18 september 2014 goedgekeurd door de raad van bestuur van

het APB. Heden wordt ze aan uw raad ter goedkeuring voorgelegd.

Het provinciedecreet bepaalt onder artikel 228 dat er tussen de provincie en een

APB een beheersovereenkomst wordt afgesloten.

Deze beheersovereenkomst wordt afgesloten met ingang van 1 januari 2014 voor

een periode die eindigt uiterlijk 6 maanden na de volledige vernieuwing van de

provincieraad, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en

ontbinding van de beheersovereenkomst.

Het provinciedecreet bepaalt dat de beheersovereenkomst volgende

aangelegenheden regelt:

- Concretisering van de wijze waarop het agentschap zijn taken moet

vervullen en van de doelstellingen ervan;

- De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de

doelstellingen van het APB;

- Binnen de toekenningsvoorwaarden van de Vlaamse Regering vaststellen

van het bedrag aan presentiegelden en andere vergoedingen;

- Voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen

worden verworven en aangewend;

- Wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van

bestuur worden vastgesteld en berekend;

- Gedragsregels inzake dienstverlening door het APB;

- Voorwaarden waaronder het APB andere personen kan oprichten, erin kan

deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;

- De informatieverstrekking door het APB aan de provincie;

- Rapportering door het APB aan provincie op basis van beleids- en

beheersrelevante indicatoren en kengetallen en een jaarlijks rapport over de

uitvoering van deze beheersovereenkomst;

- Maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit

hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting

van geschillen;

- Omstandigheden waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd,

gewijzigd, geschorst en ontbonden

Het provinciedecreet legt op dat de beheersovereenkomst en de uitvoering ervan

jaarlijks worden geëvalueerd door de provincieraad. Dit zal gebeuren door

neerlegging van een jaarrapport met daarin tevens het financieel verslag van het

afgelopen jaar.


120

De onderhandelingen over de beheersovereenkomst werden gevoerd tussen de

directie van het APB en de ondersteunende departementen. Het is een beschrijving

van de wederzijds aangegane engagementen en werd in 9 delen gestructureerd.

Deel 1 Algemene bepalingen

Partijen, duur, wijzigingen en interpretatie.

Deel 2 Situering samenwerkingsovereenkomst in beleidskader

Situering van het agentschap met missie en kernopdrachten, alsmede het wettelijk

kader.

Deel 3 Engagementen van het agentschap

Realisatie van de doelstellingen en actieplannen

- Doelstellingen en actieplannen.

Plannings- en rapporteringsdocumenten

- Opsomming gevraagde documenten;

- Beheer werkingsmiddelen en financiële transparantie;

- Openbaarheid van bestuur;

- Budgetplan en meerjarenplan;

- Voorstel jaarlijks budgetplan;

- Goedkeuring budgetplan en meerjarenplan;

- Inhoudelijke en financiële rapportering aan deputatie;

- Inhoud jaarrapport;

- Tussentijdse inzage en informatieopvraging;

- Verzending verplichte documenten aan Vlaamse Regering;

- Legislatuurrapportering;

- Voorstel bijdrage legislatuurnota.

Codes, standaarden en richtlijnen

- Basisprincipes vanuit het provinciedecreet;

- Engagement personeelsbeleid (toepassing rechtspositieregeling);

- Engagement logistiek (goed huisvader);

- Engagement ICT (zelfde codes als provincie);

- Engagement communicatie (merkenarchitectuur volgen);

- Engagement financiële processen (BBC voor APB en wijze van boekhouding);

- Engagement milieu (ISO14001);

- Interne controle en interne audit (medewerking verlenen aan interne

auditor);

- Klachtenbehandeling.

Deel 4 Engagementen provincie

Financiering en ondersteuning algemeen

- Ter beschikking gestelde middelen (wijze van dotatie, raamcontracten….);

- Andere bronnen van inkomsten ( eigen inkomsten).

Financiering in het kader van personeel

- Algemeen (loonkosten ten laste agentschap);


121

- Betalende HRM-dienstverlening (buiten loonkosten alle extralegale

voordelen, vorming, rekruteringskosten, presentiegelden….);

- Kosteloze HRM dienstverlening (adviezen, ondersteuning syndicaal overleg,

psychosociale bijstand…).

Financiering in het kader van logistieke voorzieningen

- Algemeen (basisvoorziening huisvesting);

- Inhoud patrimoniumwerken (huurdersonderhoud voor agentschap,

eigenaarsonderhoud ten laste provincie);

- Inhoud facilitaire voorzieningen (niet-verplichte afname van

servicecontracten – via raamcontracten, kosten ten laste van het

agentschap);

- Inhoud verzekeringen (kosten ten laste van het agentschap);

- Infrastructuur en logistieke kosten die het agentschap moet bekostigen

(transport, nutsvoorzieningen, aanschaf roerende investeringen…);

- Kosteloze infrastructurele en logistieke dienstverlening (archief,

vergaderaccommodatie, adviezen).

Financiering in het kader van ICT-voorzieningen

- Algemeen (jaarlijkse aanrekening van servicekost door DICT aan agentschap

en werken met standaarden van provincie);

- ICT-kosten die het agentschap zelf moet bekostigen (backofficekosten,

eindapparatuur, op maat gemaakte applicaties….);

- Kosteloze ICT-dienstverlening (helpdesk, basissoftware).

Financiering in het kader van communicatievoorzieningen

- Communicatiekosten die het agentschap zelf moet bekostigen (drukwerk,

specifieke online applicaties, fotograaf, specifiek promotiemateriaal);

- Kosteloze communicatiedienstverlening (grafisch bureau, webruimte,

intranet, persteam, enquêteringstool …).

Financiering in het kader van financiële processen

- Algemeen (verplicht boekhoudpakket);

- Financiële kosten die het agentschap zelf moet bekostigen (beheer klanten

en leveranciers, beheer bankrekeningen, licentiekosten, dwanginvorderingen

…);

- Kosteloze financiële dienstverlening (adviezen).

Gegevensverstrekking aan het agentschap

- Provincie verbindt er zich toe alle nuttige gegevens te verstrekken voor het

kunnen uitoefenen van de opdrachten.

Ondersteuning in het kader van het ISO14001

- Milieumanagement (behouden / behalen ISO14001 certificaat)

Deel 5 Personeel van het agentschap

- Personeelsbeleid (mogelijkheid eigen salarisschaal en functies, bij voorrang

salarisschalen provincie);

- Statuut personeel (contractueel dienstverband, statutairen ter beschikking

gesteld door provincie worden gefactureerd aan het agentschap);

- Functionele en juridische werkgever (bij contractuelen is het agentschap

zowel de functionele als de juridische werkgever. Bij statutairen blijft de


122

provincie de juridische werkgever en wordt het agentschap enkel de

functionele);

- Overname personeel (bij ontbinding agentschap- termijn van 2 maanden –

rekening houden met personeelsformatie provincie);

- Er bestaat geen terugkeergarantie voor het personeel van het APB HC daar

er geen provinciale personeelsleden werden overgenomen door het APB.

Deel 6 Bestuur

- Presentiegelden en vergoedingen voor leden raad van bestuur

- Deelname in andere rechtspersoon (mogelijk maar provincie in kennis

stellen).

Deel 7 Externe audit

- Controle en externe audit (bedrijfsrevisor)

- Externe milieuaudit

Deel 8 Evaluatie, sanctionering en geschillenregeling

- Evaluatie (jaarlijks)

- Sanctie (deputatie)

- Ontbinding en vereffening

- Geschillen hoorrecht (eerst in deputatie-geen vergelijk-provincieraad)

Deel 9 Inwerkingtreding

De beheersovereenkomst geldt voor de periode van 1 januari 2014 tot en met

31 mei 2019, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en

ontbinding van deze overeenkomsten.

Deze beheersovereenkomst is als bijlage te raadplegen in de toepassing Sindala.

Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 26 juni 2014.


Gelet op artikel 228 van het provinciedecreet houdende de bepalingen met

betrekking tot het sluiten van een beheersovereenkomst tussen de provincie en een

autonoom provinciebedrijf;

Gelet op de goedkeuring van de opgestelde beheersovereenkomst door de raad van

bestuur van het autonoom provinciebedrijf Havencentrum in vergadering van

18 september 2014;

Overwegende dat de opgestelde beheersovereenkomst werd onderhandeld tussen

de directie van het autonoom provinciebedrijf en de provincie Antwerpen;


BESLUIT:

Enig artikel:

Goedkeuring wordt gehecht aan de beheersovereenkomst tussen de provincie

Antwerpen en het autonoom provinciebedrijf Havencentrum.


123

De beheersovereenkomst geldt voor de periode van 1 januari 2014 tot en met

31 mei 2019, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en

ontbinding van deze overeenkomst.



Provinciale initiatieven. Streekpact RESOC-Antwerpen.

Goedkeuring.


Bij het decreet van 7 mei 2004 riep de decreetgever drie organen in het leven:

de erkende regionale samenwerkingsverbanden (ERSV)

de regionale sociaal-economische overlegcomités (RESOC)

de sociaal-economische raden van de regio (SERR)

Het decreet van 7 mei 2004 bepaalt tevens dat elke RESOC een streekpact inzake

sociaal-economische streekontwikkeling van de regio opmaakt. Een streekpact

wordt voorgelegd aan de betrokken gemeenteraden én aan de provincieraad.

De plenaire vergadering van RESOC Antwerpen keurde de teksten van het

Streekpact Antwerpen goed op 5 juni 2014. Met schrijven van 13 juni 2014 vraagt

RESOC Antwerpen om het Streekpact Antwerpen te laten goedkeuren door de

provincieraad.

Het Streekpact RESOC Antwerpen 2013-2018 omvat drie hoofdstukken, met name

Hoofdstuk 1: Een efficiënte arbeidsmarkt

Hoofdstuk 2: Een betere mobiliteit

Hoofdstuk 3: Ruimte voor economische ontwikkeling

De volledige tekst van het Streekpact Antwerpen vindt u in Sindala.

Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 4 september 2014.



Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken

en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de

sociaaleconomische raden van de regio en de regionale sociaaleconomische

overlegcomités en het uitvoeringsbesluit van 22 oktober 2004 inzake de

sociaaleconomische streekontwikkeling in Vlaanderen;

Overwegende dat de Provincie Antwerpen lid is van de vzw ERSV Provincie

Antwerpen en operationeel deel uitmaakt van de werking van RESOC Antwerpen;


124

Overwegende dat na goedkeuring door het RESOC het Streekpact volgens het

decreet van 7 mei 2004 bekrachtigd moet worden door de provincieraad en de

gemeenteraden van het werkingsgebied van het betreffende RESOC, dit in het

kader van het vergroten van het draagvlak voor en de betrokkenheid bij het

Streekpact;


BESLUIT:

Enig artikel:

Goedkeuring wordt gehecht aan het Streekpact RESOC Antwerpen 2013-2018.


De heer CAALS.- Voorzitter, met grote delen van de nota van het streekpact kunnen wij

akkoord gaan. Er is alleen iets heel belangrijk. Wij wensen niet mee te gaan in een bepaalde

desinformatie die in de nota staat, en daarom zullen wij tegenstemmen.

Ik weet niet voor of na welke bocht het geschreven is, maar in de nota staat dat er de

mogelijkheid kan zijn van het maken van de Oosterweelverbinding en de overkapping van de

Ring. Dat is volgens ons niet mogelijk. Wij willen hierover ook helder communiceren. Wij

willen ook dat de overheid hier helder over communiceert, en daarom zullen wij

tegenstemmen.


De heer VOLLEBERGH.- Gelieve voor punt 3/2 een onthouding van de Vlaams Belang

fractie te noteren.






1 lid heeft nee gestemd.

De agendapunten 3/1 en 3/2 worden goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 1 stem nee.

VOORZITTER.- Ik stel voor om de agendapunten 3/3 tot en met 3/5 met één stemming af

te handelen. De raad stemt ermee in.


125


Budget 2014. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn,

Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0500/64900000.

Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid.

Aanwending van krediet. Goedkeuring.


Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid

Project TRANSIT Schoolverlatersplatform (schooljaar 2014-2015)

(deelbudget 5.000 EUR)

Elk jaar maken duizenden leerlingen de overstap van schoolbank naar

arbeidsmarkt. Deze overgang roept bij jongeren heel wat vragen op. Het project

‘Schoolverlatersplatform TRANSIT’ heeft de ambitieuze doelstelling om de

Antwerpse schoolverlaters deze overstap van schoolbank naar arbeidsmarkt

succesvol te laten maken. In het schooljaar (2014-2015) zullen de TRANSIT

schoolverlatersdagen reeds aan hun achtste editie toe zijn.

Het TRANSIT Schoolverlatersplatform bestaat uit een breed partnerschap. RESOC

Antwerpen is hoofdpromotor en heeft een samenwerkingsverband met de Stad

Antwerpen, PWA Antwerpen, POM Antwerpen, VDAB en de sociale partners. Deze

brede samenwerking staat garant voor een volledig en optimaal aanbod inzake

arbeidsbegeleiding. Met www.transitweb.be (ontwikkeld door Pienternet) is er ook

een duidelijke, overzichtelijke website volledig op maat van jongeren. Deze website

biedt de mogelijkheid om op een eigentijdse manier een vast aanspreekpunt voor

scholen, partners en andere geïnteresseerden te vormen.

Uit de evaluaties bij leerlingen en scholen van de vorige edities is gebleken dat het

TRANSIT-programma als zeer zinvol wordt ervaren en de interactieve aanpak sterk

aansluit bij de doelgroep. De afgelopen jaren werd er hard ingezet op de uitbreiding

van de doelgroep (BSO en deeltijds onderwijs) en inhoudelijke verbreding

(workshops omtrent ‘zelfstandig ondernemen’). Vorig schooljaar werd ook het

engagement aangegaan om voor de ASO-leerlingen TRANSIT-schoolverlatersdagen

te organiseren. De deelnemende ASO-scholen waren unaniem positief, waardoor

ook in het schooljaar 2014-2015 het volledige TRANSIT-programma zal

aangeboden worden aan de laatstejaars ASO-leerlingen. Op deze manier werkt

TRANSIT verder aan de doelstelling om zo veel mogelijk jongeren, verspreid over

verschillende doelgroepen en onderwijsvormen, te ondersteunen bij de overgang

van het onderwijs naar de arbeidsmarkt.

Voorgesteld wordt om voor het schooljaar 2014-2015 voor het project ‘TRANSIT

Schoolverlatersplatform’ een bedrag van 5.000 EUR te voorzien ten behoeve van

vzw ERSV –afdeling RESOC Antwerpen.

Project Creatief platform ‘Antwerp. Powered by Creatives’ (deelbudget

50.000 EUR)

Het project Creatief platform ‘Antwerp. Powered by Creatives’ is een

meerjarenproject waarvan de fundamenten gelegd werden in 2013. In de provincie

Antwerpen zijn de creatieve industrieën een belangrijke sector qua toegevoegde

waarde en werkgelegenheid. Naast mode is design een belangrijke subsector

http://www.transitweb.be/


126

binnen de creatieve industrie in de provincie Antwerpen. Aangezien er voor de

subsector mode reeds bestaande en succesvolle initiatieven voorhanden zijn, werd

beslist om de focus binnen de creatieve industrie te leggen op design.

Samen met Stad Antwerpen ziet de POM Antwerpen het dan ook als haar taak om

de designsector haar groeipotentieel ten volle te laten benutten. Door een

éénduidig beleid te voeren, en de sector te ondersteunen daar waar nodig, kan de

overheid een verschil maken in het aanreiken van opportuniteiten en het ongedaan

maken van de huidige versnippering. Concreet wil ‘Antwerp. Powered by Creatives’

dienstverlening bieden aan de creatieve sector op 5 niveaus:

• ondersteuning bieden aan kansrijke projecten;

• een communicatieplatform aanreiken;

• coaching en kennisdeling aanbieden;

• infrastructuur ontsluiten en ter beschikking stellen;

• netwerk aanbieden.

De kern van het project is de website www.antwerppoweredbycreatives.be, wat een

forum wordt waar alle ontwerpers uit de provincie Antwerpen vragen kunnen

stellen, ideeën kunnen lanceren, evenementen kunnen aanmaken en ervaringen

kunnen delen. Dit wordt dan ook het voornaamste communicatiekanaal van

‘Antwerp. Powered by Creatives’. Daarnaast zal ook ingezet worden op sociale

media en zal er bij een concreet evenement ook in beperkte mate gebruik gemaakt

worden van drukwerk en mailings. Tot slot is het eveneens de bedoeling om onze

primaire doelgroep regelmatige updates te bezorgen aan de hand van

nieuwsbrieven waarop zij kunnen inschrijven.

In mei 2014 werd het designplatform ‘Antwerp. Powered by Creatives’ officieel lid

van Design Platform Vlaanderen en in juni 2014 volgde het ministerieel besluit met

de toezegging van een werkingssubsidie van 150.000 EUR voor 2014 vanwege het

Agentschap Ondernemen. Via Design Platform Vlaanderen wordt de onderlinge

afstemming tussen de regio’s bevorderd en krijgt de provincie Antwerpen een rol in

de overkoepelende projecten op Vlaamse niveau. Zowel provincie Antwerpen en

stad Antwerpen zullen elk 50.000 EUR bijdragen ter financiering van het project

Creatief platform ‘Antwerp. Powered by Creatives’.

Voorgesteld wordt om voor het project Creatief platform ‘Antwerp. Powered by

Creatives’ een bedrag van 50.000 EUR te voorzien ten behoeve van POM

Antwerpen.

Lerend Netwerk Innovatief Ondernemerschap - Wetenschapspark

Universiteit Antwerpen (deelbudget 128.730 EUR)

Uit verschillende studies, waaronder de studie rond de economische

speerpuntsectoren in de provincie Antwerpen, blijkt duidelijk dat de chemische

sector in de breedste zin van het woord van cruciaal belang blijft voor de provincie

Antwerpen. Daarbij gaat het niet alleen om de sterk in de haven verankerde

basischemie, maar tevens om aanverwante activiteiten als life sciences &

biotechnologie en environmental sciences.

Onder meer via het Wetenschapspark Universiteit Antwerpen besteedt de provincie

Aanwerpen de nodige aandacht aan de verankering van deze sectoren in onze

regio. POM Antwerpen bouwt, in samenwerking met de Universiteit Antwerpen, het

Wetenschapspark uit met een aanbod aan bedrijfshuisvestigingsmogelijkheden.

http://www.antwerppoweredbycreatives.be/


127

Cruciaal in de verdere ontwikkeling van het Wetenschapspark is, naast de fysieke

bedrijfshuisvesting, evenwel het slaan van de brug tussen kennisinstelling

(Universiteit Antwerpen) en ondernemerschap. Meer dan een bedrijventerrein, is

een wetenschapspark immers een dynamisch netwerk waar samenwerking en

kennisdeling centraal staan. Met het oog op de ontwikkeling van de daartoe

noodzakelijke tools werkt het Universitair Bedrijven Centrum Antwerpen

(UBCA vzw) samen met POM Antwerpen en de TTO-afdeling (Technology/Transfer

Office) van Universiteit Antwerpen. UBCA vzw zal met deze partners gezamenlijk

drie activiteitenpakketten realiseren:

a. Innovatie in de provincie Antwerpen: wie doet wat?

- een leidraad die wegwijs maakt in de infrastructuur en expertise die vanuit

de diverse kennisinstellingen (binnen de Associatie Universiteit &

Hogescholen Antwerpen) wordt aangeboden. Het eindresultaat is een

praktische gids;

- een publicatie die focust op de unieke mogelijkheden (ruimte,

kennisnetwerk) die het wetenschapspark biedt aan innovatieve bedrijven en

met getuigenissen van onderzoeker-ondernemers. Het eindresultaat is een

magazine, gericht op innovatieve bedrijven, die de troeven van provincie

Antwerpen als vestigingsplaats bij uitstek promoot.

b. Incubator Darwin: ondernemerseducatie

In april 2015 opent incubator Darwin de deuren. Behalve centraal trefpunt, wordt

Darwin de drijvende kracht achter activiteiten op het Wetenschapspark. In

samenwerking met haar kennispartners moet de incubator eigen activiteiten

ontwikkelen die complementair aan bestaande netwerken kan bijdragen tot de

ondersteuning van onderzoekers met ambitie, spin-offs/starters en groeiers. De

vooropgestelde activiteiten zijn: een netwerkevent, een informatief seminarie voor

onderzoekers & ondernemende studenten die de stap naar een eigen bedrijf

overwegen, een “commercialisatie- seminarie” op maat van spin-offs en starters en

een evenement op maat van groeibedrijven die voor een kapitaalronde staan.

c. Netwerk Master Classes

Het provinciebreed uitwerken van een aanbod opleidingen, cursussen en seminaries

voor innovatieve ondernemers door het brede huidige aanbod te stroomlijnen.

Hierbij wordt samengewerkt met bestaande incubatoren (Idealabs, Start-it,

Innotek, Bluechem), aan bedrijfsgerelateerde campussen (Janssen Pharmaceutica,

OMC Philips) en AUHA en VITO. Met deze partners zal een complementaire master

classes, die de sterke punten van ieders seminaries samenbrengt, in één

overkoepelend programma voor innovatieve bedrijven worden voorbereid.

Voorgesteld wordt om voor het project Lerend Netwerk Innovatief

Ondernemerschap - Wetenschapspark Universiteit Antwerpen (projectperiode

1 oktober 2014 tot 30 september 2015) een bedrag van 128.730 EUR te voorzien

ten behoeve van UBCA vzw.

Project Duurzame energie: strategische opties voor warmtenetten in de

provincie Antwerpen (deelbudget 40.000 EUR)

In de beleidsbrief ‘Economie en Internationale Samenwerking 2014-2018’ krijgt het

energievraagstuk een prominente plaats. Energiekosten bepalen namelijk steeds


128

meer de economische slagkracht van bedrijven en van onze regio. In de

beleidsbrief wordt de provinciale ambitie geformuleerd om “rond energievoorziening

en –gebruik de randvoorwaarden voor de bedrijven te verbeteren, waarbij het

verduurzamen van de energieproductie wordt gekoppeld aan het verminderen van

de energiekost”. Om deze ambitie vorm te geven wordt in de komende jaren een

triple-helix-samenwerking gezocht met kennisinstellingen, steden en gemeenten,

de intercommunales en het bedrijfsleven.

Samen met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) wil de

provincie Antwerpen nog in 2014 hiermee van start gaan door strategische opties

voor warmtenetten, in de gemeenten grenzend aan het haven- en industriegebied,

in kaart te brengen. In dit ‘pilootgebied’ ligt de klemtoon op de opportuniteiten die

de industriële restwarmte uit het havengebied biedt voor zowel publieke-,

huishoudelijke- als bedrijfshuisvesting. Ook de kansen voor het bedrijvencomplex

binnen het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) worden in deze pilootfase

afgetoetst.

Vanaf 2015 zal de provincie een structurele triple-helix samenwerking opstarten

met het VITO, de steden en gemeenten en het bedrijfsleven over het brede

grondgebied van de provincie Antwerpen. Dit past in een bredere ambitie van zowel

de provincie Antwerpen als VITO om de Europese en Vlaamse slimme

specialisatiestrategie in onze regio uit te bouwen. Om dit te realiseren wil de

provincie Antwerpen en VITO hun samenwerking verankeren in een langlopend

raamakkoord. Aan de provincieraad zal worden voorgesteld om vanaf het

budgetjaar 2015 jaarlijks een nominatieve subsidie in te schrijven van 100.000 EUR

ten behoeve van nv VITO.

Voorgesteld wordt om voor het project ‘Duurzame energie: strategische opties voor

warmtenetten in de provincie Antwerpen’ een bedrag van 40.000 EUR te voorzien

ten behoeve van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (nv VITO).

Project COach-OPeratie Detailhandel (COOP-DH) (deelbudget

150.000 EUR)

De provincie Antwerpen levert aan de 70 steden en gemeenten op haar

grondgebied uitgebreide informatie aan via de interprovinciale studie detailhandel.

Het COach-OPeratie DetailHandel (COOP-DH)-project wil de gemeenten

ondersteuning bieden om op een gestructureerde wijze een langetermijnstrategie te

ontwikkelen voor het lokale detailhandelsbeleid. De samenwerking met alle

betrokken partijen (lokale handelsverenigingen, UNIZO, …) creëert het draagvlak

om deze langetermijnresultaten te kunnen realiseren.

Het coachingsproject komt tegemoet aan deze nood en biedt de mogelijkheid om

detailhandelsexperten (coaches) in te zetten die op maat van de gemeente(n)

ondersteuning leveren met impact op lokale economie. Vanuit POM Antwerpen

worden deze coaches (2 detailhandelsexperten in dienst bij POM Antwerpen sedert

november 2013) ten dienste gesteld op vraag van de gemeenten:

a) Een ad hoc ondersteuning van korte duur (5 tot max. 20 werkdagen). De

thema’s waarrond de coach ondersteuning biedt, kunnen door de gemeente

worden bepaald. Voorbeelden zoals het vertalen van de SWOT-analyse naar

verscheiden stakeholders, uittekenen van een actieplan, opzetten van

middenstandsraad, afstemmen marktenbeleid en detailhandel,….

b) Een lange termijn ondersteuning i.s.m. een cluster van gemeenten

(minstens 2 gemeenten). Deze lange termijn ondersteuning kan gaan over


129

een periode van 6 maanden tot max. 2 jaar op halftijdse basis. Thema’s die

hiervoor in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld: Intergemeentelijke

krachtenbundeling t.b.v. nieuwe ontwikkelingen detailhandel, Uitwerking

kernversterkend beleid voor de cluster/gemeenten in relatie tot de

specifieke rol/functie van elk van de deelnemende gemeenten,….

Het COOP-DH-project loopt tot het einde van deze legislatuur. Voorgesteld wordt

om een bedrag van 150.000 EUR te voorzien op het budget 2014 ten behoeve van

POM Antwerpen.

Ondersteuning provinciaal detailhandelsbeleid (deelbudget 30.000 EUR)

Vanuit het project ‘COach-OPeratie Detailhandel’ ondersteunt de provincie

Antwerpen haar 70 steden en gemeenten in de concrete invulling van hun lokaal

detailhandelsbeleid. Vanuit POM Antwerpen worden hiervoor detailhandelsexperten

(coaches) ten dienste van de gemeenten gesteld.

UNIZO wil dit provinciaal detailhandelsbeleid - en meer in het bijzonder het project

‘Coach-Operatie Detailhandel’- en ondersteunen door middel van volgende acties:

- UNIZO kan mede optreden als intermediaire organisatie tussen de

gemeenten, de coaches en de provincie. UNIZO heeft een zeer uitgebreid

lokaal netwerk van ondernemers dat voor dit initiatief kan worden

aangesproken. UNIZO zorgt in dit luik ook mee voor de communicatie van

de initiatieven naar de lokale ondernemers. UNIZO kan rond deze

initiatieven ook ondernemers op (boven)gemeentelijk niveau samenbrengen

om input te genereren voor de coaches. Zo kan UNIZO bijvoorbeeld actief

meewerken aan het zoeken van deelnemers voor de lokale SWOT-analyses

die als basis voor de lokale projecten zullen dienen.

- UNIZO zorgt tevens voor een regelmatig overleg met de coaches. Op die

manier kunnen de door de coaches uitgestippelde trajecten worden

bijgestuurd in functie van de door UNIZO gecapteerde input bij haar leden

ondernemers enerzijds en de beleids-en actieplannen van de resp.

gemeenten anderzijds. Bovendien is dit overleg ook het aangewezen forum

voor de verdere verspreiding van de input van de coaches naar de

ondernemers.

- Samen met de provincie wil UNIZO op het einde van het traject werk maken

van het samenvatten van de projectresultaten in brochure/paper-vorm.

Deze paper kan worden gebruikt om de concrete output verder te

verspreiden onder de andere Vlaamse gemeenten en provincies. UNIZO en

de provincie zullen hiervoor de eigen communicatiekanalen (websites,

nieuwsbrieven,…) inzetten.

Bovendien voorziet UNIZO in het kader van de ondersteuning van het provinciaal

detailhandelsbeleid ook een aantal (boven)lokale sessies met ondernemers in het

kader van de verspreiding van de lokale resultaten van de swot-analyses en het

werk van de detailhandelscoaches. Deze sessies worden in nauw overleg gepland

met de detailhandelscoaches. In haar regionale/provinciale publicaties zal UNIZO

ook berichten over het project ‘COach-OPeratie Detailhandel’ van de provincie

Antwerpen.

Het project ‘Ondersteuning provinciaal detailhandelsbeleid loopt tot het einde van

deze legislatuur. Voorgesteld wordt om een bedrag van 30.000 EUR te voorzien op

het budget 2014 ten behoeve van UNIZO Regio Antwerpen-Mechelen.


130

Project Ondersteuning van marktinspanningen voor de glastuinbouw in de

provincie Antwerpen (deelbudget 13.000 EUR)

De provincie Antwerpen neemt een belangrijk deel van de Vlaamse

tuinbouwproductie voor haar rekening. De twee Antwerpse coöperatieve veilingen,

BelOrta met zetel in Sint Katelijne Waver en Veiling Hoogstraten (Hoogstraten) zijn

goed voor een afzetwaarde van resp. 320 miljoen EUR en 180 milj. EUR of samen

ruim 500 milj. EUR

In de topproducten van de Vlaamse tuinbouw - tomaten, aardbeien, paprika en

hardfruit - zijn tevens de toppers bij de Antwerpse veilingen.

De crisissituatie, ontstaan door het sluiten van de Russische grenzen voor

EU-tuinbouwproducten, weegt zwaar op de sector: identieke volumes van voorheen

zullen in de nabije toekomst aangeboden worden op een substantieel kleinere

markt. Dit leidde in augustus reeds tot omvangrijke marktinterventies; tevens

wordt gevreesd dat de volumes van het komende jaar beduidend moeilijker zullen

kunnen vermarkt worden.

Daarom vragen de veilingen op korte termijn een subsidie ter ondersteuning van

marktinspanningen in recente of nog weinig ontwikkelde markten voor hun

producten.

Concreet zal deze subsidie besteed worden aan aanwezigheid op en uitbating van

een beursstand op de beurs Fruit Attraction in Madrid

(http://www.ifema.es/fruitattraction_06/).

De beurs is een kick-off van het groenten en fruitseizoen van het Mediterrane deel

van Europa en loopt van 15 tot 17 oktober 2014 in Madrid. De toenemende inzet

van onze telers op seizoenverlenging en winterproductie maakt van deze beurs een

aangewezen plaats en moment om zich te presenteren.

BelOrta en Veiling Hoogstraten zullen aanwezig zijn met een stand, aansluitend bij

de Vlaamse VLAM –stand en met een delegatie van een 6-tal personen die het

Antwerps product in de kijker zal zetten. De veilingen zullen de provincie

Antwerpen op een herkenbare wijze vermelden op deze beursstand. De subsidie

omvat de beurskosten voor deze beursdeelname.

Voorgesteld wordt om voor het project ‘Ondersteuning van marktinspanningen voor

de glastuinbouw in de provincie Antwerpen’ een bedrag van 13.000 EUR te voorzien

ten behoeve van de cvba BelOrta.

Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 september 2014 en

vervolledigd op 18 september 2014 wat het project voor de ondersteuning van de

glastuinbouw betreft.




BESLUIT:

Artikel 1:

Ingestemd wordt met een subsidie van 5.000,00 EUR aan vzw ERSV provincie

Antwerpen – afdeling RESOC Antwerpen (project TRANSIT schoolverlatersplatform

schooljaar 2014-2015), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal

economisch beleid’ van het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel

0590/64900000 (ramingsnummer 2014000831).

http://www.ifema.es/fruitattraction_06/


131

Artikel 2:

Ingestemd wordt met een subsidie van 50.000,00 EUR aan POM Antwerpen (project

Creatief platform ‘Antwerp. Powered by Creatives’), vanuit het verdeelkrediet

‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2014

ingeschreven onder budgetsleutel 0590/64900000 (ramingsnummer 2014000320).

Artikel 3:

Ingestemd wordt met een subsidie van 128.730,00 EUR aan vzw UBCA (project

Lerend Netwerk Innovatief Ondernemerschap - Wetenschapspark Universiteit

Antwerpen (projectperiode 1 oktober 2014 tot 30 september 2015), vanuit het

verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget

2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0590/64900000 (ramingsnummer

2014000835).

Artikel 4:

Ingestemd wordt met een subsidie van 40.000,00 EUR aan nv VITO (project

Duurzame energie: strategische opties voor warmtenetten in de provincie

Antwerpen), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch

beleid’ van het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0590/64900000

(ramingsnummer 2014000816).

Artikel 5:

Ingestemd wordt met een subsidie van 150.000,00 EUR aan POM Antwerpen

(project COach-OPeratie Detailhandel), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van

het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2014 ingeschreven onder

budgetsleutel 0590/64900000 (ramingsnummer 2014000840).

Artikel 6:

Ingestemd wordt met een subsidie van 30.000,00 EUR aan UNIZO Regio

Antwerpen-Mechelen (project Ondersteuning provinciaal detailhandelsbeleid),

vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van

het budget 2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0590/64900000


Artikel 7:

Ingestemd wordt met een subsidie van 13.000,00 EUR aan cvba BelOrta (project

Ondersteuning van marktinspanningen voor de glastuinbouw), vanuit het

verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget

2014 ingeschreven onder budgetsleutel 0590/64900000 (ramingsnummer

2014000840).



132


Reglement voor de subsidiëring van initiatieven voor

duurzame en verbrede landbouw. Goedkeuring.


Met dit subsidiereglement wil het provinciebestuur uitvoering geven aan haar

landbouwbeleid en hoeve- en streekproductenbeleid.

Het subsidiereglement zal ingaan op 1 oktober 2014 en is niet van toepassing op al

toegekende projectsubsidies.

Jaarlijks kunnen projectsubsidies aangevraagd worden uiterlijk op 1 oktober voor

uitvoering in het daaropvolgend jaar. Uitzonderlijk is de uiterste indieningsdatum

12 november 2014 voor projecten van 2015.

De subsidie bedraagt maximum 10.000 EUR.

De aanvragen worden intern administratief behandeld en voor advies voorgelegd

aan een interne projectencommissie. De toekenning en uitbetaling van subsidies

worden ter goedkeuring voorgelegd aan de deputatie.



Gelet op het provinciedecreet;


BESLUIT:

Enig artikel:

Goedkeuring wordt verleend aan het bijgevoegde subsidiereglement duurzame en

verbrede landbouw van de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid.

Reglement Projectsubsidie voor initiatieven voor duurzame en verbrede landbouw

Artikel 1. - Doelgroep De deputatie verleent subsidies aan verenigingen zonder winstoogmerk (vzw), lokale overheden, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en gemeentelijke adviesraden. De deputatie verleent geen subsidies aan particulieren of ondernemingen.

Artikel 2. - Definities

a) Subsidietrekker: De begunstigde van de subsidie. b) Project: Een afgebakend geheel van activiteiten met een duidelijke doelstelling,

beperkt in de tijd (maximum 10 maanden) en gescheiden van andere activiteiten, dat buiten de reguliere werking valt. Het project kan ook een evenement zijn, evenwel beperkter in tijd en met een publiek karakter.

c) Tekort in de projectbegroting: In dit reglement wordt het tekort in de projectbegroting

berekend door de geraamde inkomsten van het project (exclusief deze provinciale subsidie) af te trekken van de geraamde uitgaven van het project en dit na aftrek van de geraamde uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie.

d) Tekort in de projectafrekening: In dit reglement wordt het tekort in de projectafrekening berekend door de werkelijke inkomsten van het project (exclusief


133

deze provinciale subsidie) af te trekken van de werkelijke uitgaven van het project en dit na aftrek van de uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie.

e) Bovenlokaal: Een project is bovenlokaal als het de aangelegenheden van lokaal gemeentelijk belang overstijgt, voor zover het streekgericht blijft en gericht is op

realisaties binnen de grenzen van het grondgebied van de provincie.

Artikel 3. - Voorwaarden voor de organisatie a) De subsidietrekker moet zijn hoofd- of deelwerking uitoefenen binnen het grondgebied van de provincie Antwerpen. b) De subsidietrekker kan maximaal één projectsubsidie per jaar op grond van dit reglement toegekend krijgen.

c) De subsidietrekker dient over een eigen rekeningnummer te beschikken.

Artikel 4. - Voorwaarden voor het project a) Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet voldaan worden aan volgende

formele criteria: i. Het project vindt plaats in de provincie Antwerpen.

ii. Het project geeft uitvoering aan het provinciaal beleid Landbouw en/of Hoeve- en streekproducten (d.i. doelstelling van het project): 1. Het landbouwbeleid van de provincie Antwerpen wil

A. Kennis en expertise binnen de landbouwsector verhogen om via ondernemerschap en innovatie de transitie naar een duurzaam agrocomplex te stimuleren.

B. Ontwikkelruimte voor duurzame landbouw als drager van een

innoverend agrocomplex vrijwaren en verbeteren door het toepassen van zuinig ruimtegebruik.

C. Duurzame landbouw promoten om het maatschappelijk draagvlak voor een innoverend agrocomplex te verhogen.

2. Het hoeve- en streekproductenbeleid van de provincie Antwerpen wil A. De promotie van hoeve- en streekproducten naar de consument toe

vergemakkelijken via diverse kanalen.

B. Het uitbouwen van verschillende distributienetwerken faciliteren, zodat producten van verschillende producenten op een efficiënte manier bij de diverse afnemers geraken.

C. Producentenvorming stimuleren, zodat producenten diverse ondernemersvaardigheden verder ontwikkelen.

iii. Het project heeft een provinciaal of bovenlokaal belang.

iv. Het project mag geen zuivere studie zijn, het moet concrete realisaties omvatten (incl. kennisverspreiding).

v. Er is een geraamd tekort in de projectbegroting. vi. De subsidietrekker vermeldt, vanaf de toekenning van de subsidie, het

provinciebestuur als ondersteunende overheid op duidelijke wijze (en in redelijke verhouding met andere ondersteunende overheden/sponsors). Voor projecten rond hoeve- en streekproducten vermeldt de subsidietrekker, naast

het provinciaal logo, ook het logo Lekkers met Streken. De uitvoering van het communicatieplan gebeurt in overleg met de Dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid.

vii. De subsidietrekker laat door de provincie Antwerpen aangeduide personen

toe om ter plaatse na te gaan of het project plaatsvindt zoals voorgesteld bij de aanvraag en verleent hen toegang tot alle documenten en informatie die zij daartoe noodzakelijk achten.

b) Er zal bij de beoordeling van het dossier rekening gehouden worden met volgende

inhoudelijke criteria: i. Vernieuwend karakter van het project: het project behoort qua opzet, inhoud

of omvang niet tot de reguliere activiteit van de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie.

ii. Mate waarin de organisatie in de continuering van het project voorziet.


134

iii. Mate waarin de resultaten van het project overdraagbaar zijn voor andere organisaties of besturen.

iv. Effectiviteit van het communicatieplan. v. Mate waarin hoeve- en streekproducten gebruikt worden bij evenementen.

Artikel 5. - Aanvraag van de subsidie a) Aanvragen voor deze subsidie kunnen enkel gebeuren door indiening van het

aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is te verkrijgen via de provinciale website www.provincieantwerpen.be en dient opgestuurd te worden naar:

Provincie Antwerpen Dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid

Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen tel: 03/240 58 00 email: [email protected]

b) Het aanvraagdossier wordt per post én digitaal ([email protected])

ingediend uiterlijk op 1 oktober voor projecten die uitgevoerd worden in het daaropvolgend kalenderjaar. (Uitzonderlijk is de uiterste indieningsdatum 12 november 2014 voor projecten van 2015.)

c) Het aanvraagdossier bestaat uit:

i. Het volledig ingevulde aanvraagformulier met een duidelijke inhoudelijke en

financiële projectomschrijving, ondertekend volgens de bepalingen gesteld in artikel 10.

ii. Een uitgewerkt communicatieplan. iii. De statuten van de organisatie.

d) De provincie kan steeds bijkomende informatie opvragen over de subsidietrekker,

zijn werking en zijn financiën.

Artikel 6. - Toekenning en berekening van de subsidie

a) De aanvraag wordt ter advies voorgelegd aan een interne projectcommissie. Deze beoordeelt het dossier overeenkomstig de bepalingen zoals gesteld in artikel 4.

b) De Dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid (DLP) van de provincie Antwerpen kan echter nog bijkomende informatie omtrent het project opvragen indien hij van

oordeel is dat het inhoudelijke en/of financiële rapport onvoldoende is. Deze bijsturing moet, ondertekend volgens de bepalingen gesteld in artikel 10, binnen de 14 dagen na verwittiging door DLP per post of digitaal bezorgd worden aan de dienst ([email protected]).

c) De deputatie bepaalt het bedrag van de subsidie binnen de perken van het goedgekeurde budget van de provincie Antwerpen rekening houdend met de criteria vooropgesteld in artikel 4.

d) De toegekende subsidie voor een project bedraagt minimum 2.500 EUR en maximum 10.000 EUR. In het geval het project een evenement uitmaakt (conform art. 2 b), bedraagt de toegekende subsidie maximum 2.500 EUR.

e) Maximum 50% van de toegekende subsidie kan besteed worden aan

personeelskosten. f) Als het project niet kan uitgevoerd worden of als er wijzigingen optreden, deelt de

subsidietrekker dit onmiddellijk mee aan de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid

via [email protected] of 03/240 58 00. Artikel 7. - Evaluatiedossier van het project

a) Het subsidiebedrag zal worden uitbetaald na inzending en beoordeling van het evaluatiedossier betreffende het project. Dit dossier moet per post én digitaal worden bezorgd op het adres vermeld in artikel 5.

i. Ten laatste 3 maanden na afronding van het project

http://www.provincieantwerpen.be/





135

ii. Ten laatste op 31 oktober van het jaar waarin het project wordt uitgevoerd, afhankelijk van de deadline die het eerst verstrijkt.

b) Het evaluatiedossier bestaat uit: i. Het ingevulde evaluatieformulier, ondertekend volgens de bepalingen

van artikel 10. Het aanvraagformulier is te verkrijgen via de

provinciale website www.provincieantwerpen.be ii. Een gedetailleerde staat van alle inkomsten en uitgaven van het

project, ondertekend volgens de bepalingen van artikel 10 (bewijsstukken dienen niet meegestuurd maar wel ter beschikking gehouden te worden ter controle).

iii. Een volledig inhoudelijk verslag over het verloop en de resultaten van het project en van de gevoerde communicatie.

iv. Bewijsstukken waaruit blijkt dat de provincie Antwerpen als ondersteunende overheid werd opgenomen in externe communicatie.

Artikel 8. - Betaling en afrekening van de subsidie

a) De uitbetaalde subsidie zal nooit meer zijn dan het toegekende bedrag. b) De uitbetaalde subsidie kan bovendien nooit hoger zijn dan het tekort in de

projectafrekening. c) Voor de aanvrager is cumulatie van steun mogelijk ongeacht of de steun komt uit

lokale, regionale, nationale, communautaire of Europese bronnen. Indien de aanvrager dergelijke gecumuleerde steun aanvraagt op basis van dit reglement en als het gaat om dezelfde in aanmerking komende kosten, kan de totale steunintensiteit niet meer dan 100% van de kosten zijn.

d) Bij niet-naleving van de voorwaarden genoemd in artikel 4 of bij onjuiste,

onvolledige of laattijdige dossiers, zal de provincie Antwerpen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke inhouding van toegekende subsidiebedragen.

e) Bij onvolledige of onvoldoende uitvoering van het project zoals omschreven in het goedgekeurd aanvraagdossier of bij aanwending van de toelage voor een ander doel dan hetgeen waarvoor zij werd toegekend, kan de provincie Antwerpen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke inhouding van toegekende subsidiebedragen.

Artikel 9. – Betwisting Betwistingen na beslissing betreffende dit reglement, de toepassing ervan evenals alle onvoorziene gevallen worden desgevallend éénmalig voor heroverweging voorgelegd aan de deputatie mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier.

Artikel 10. - Algemene bepalingen De documenten moeten steeds ondertekend worden door de daartoe bevoegde persoon (handtekening met naam en functie).

Artikel 11. - Wettelijk kader De aanvraag wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen in:

a) De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de

aanwending van sommige toelagen. b) Het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en

het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers.


De heer CAALS.- We hebben al een aantal jaren gemerkt dat als uiteindelijk de projecten

naar voor komen die gesubsidieerd worden dat het toch belangrijk zou zijn om in dit

reglement nog iets op te nemen. Het gaat over initiatieven voor duurzame en verbrede

landbouw. In de praktijk zien wij vooral dat er zaken naar voor komen over hoeve- en

streekproducten, natuurlijk ook heel belangrijk in de provincie, maar dat er te weinig

http://www.provincieantwerpen.be/


136

rekening wordt gehouden met de duurzame productiewijze van de landbouwproducten. Daar

vinden wij ook niets van terug in het reglement. Wij zouden toch graag hebben dat de

duurzame productiewijze van de landbouwproducten ook wordt opgenomen als criterium in

dit reglement.

VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord.

De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Vermits dat wij inderdaad hoeve- en streekproducten

ondersteunen lijkt ons dat al meer dan voldoende tegemoet te komen aan het feit van het

steunen van de korte keten. Het lijkt ons niet nodig om die extra voorwaarde daar nog aan

toe te voegen, kwestie van op dat vlak niet absoluut die discussies te laten creëren.


De heer CAALS.- Uiteraard zijn we voor een korte keten benadering, maar wij bekijken

duurzame landbouw toch breder dan de korte keten benadering. Dus ook de duurzame

productiewijze is volgens ons een onderdeel van de duurzame landbouw. Wij vragen het ook

niet om het als extra op te nemen, maar wel als een van de elementen waarop kan ingediend

worden. Niet om dat exclusief te maken voor andere productiewijzen, maar om dat wel mee

op te nemen als een mogelijkheid. In verleden zijn daar projectaanvragen op gesneuveld.

Het is toch wel bijzonder sneu als je als provincie wil uitpakken met een duurzame en

verbrede landbouw, dat er dan verschillende aanvragen rond bio-landbouw en dergelijke

worden afgekeurd, omdat ze niet in het reglement passen.

Gezien het antwoord van de bevoegde gedeputeerde zouden wij graag tegenstemmen.

De heer MERCKX.- Wij volgen hen daarin.


Landbouw- en plattelandsbeleid. Omzetten van

subsidiebudgetten naar werkingsmiddelen.

Goedkeuring.


Onder 2014/64900000/21/0530/ - Subsidie voor initiatieven van duurzame

landbouw (V)/Land-, tuin en bosbouw, Activiteit 2014000248 is een krediet van

50.000 EUR voorzien met als omschrijving “Subsidie voor initiatieven van duurzame

en verbrede landbouw”.

Eind 2013 werd hiervoor een oproep gelanceerd voor projecten met specifieke

aandacht voor het domein van de hoeve- en streekproducten. De focus van de

oproep lag op initiatieven die inzetten op enerzijds “distributie” en anderzijds

“producentenvorming”, twee strategische doelstellingen binnen het Strategisch

Meerjarenplan Hoeve- en Streekproducten, waar de provincie een faciliterende rol

op zich neemt (goedgekeurd door deputatie op 31 oktober 2013).


137

Op 23 januari 2014 bekrachtigde de provincieraad de subsidiëring van 10.000 EUR

aan de vzw Streekproducten Provincie Antwerpen voor de uitvoering van het

project “Webwinkel vzw Streekproducten Provincie Antwerpen”, weliswaar onder

volgende bijkomende voorwaarden:

1. Uitbreiding van het aantal deelnemers bv. naar DistriKempen-ondernemers

2. Duidelijker financieel plan

3. Engagementsverklaring van de 12 leden die € 1.000 zullen inleggen.

Na meermaals herinneren, ontvingen we op 18 juni 2014 de mededeling van

Dhr. Dirk Martens, namens de vzw Streekproducten Provincie Antwerpen, dat men

niet aan de bijkomende voorwaarden kan voldoen.

Bijgevolg heeft de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid tot op heden deze

10.000 EUR niet ingediend voor toekenning door deputatie. Gezien het relatief

grote aandeel (20%) van het voorziene budget voor dit project ten opzichte van het

totale beschikbare subsidiebudget van 50.000 EUR, vraagt de dienst Landbouw- en

Plattelandsbeleid aan de provincieraad om dit bedrag van 10.000 EUR om te zetten

van subsidiemiddelen (actie 2014000248: A Agrocomplex. LB. Subsidiëring actuele

uitdagingen en initiatieven in de landbouwsector.) naar werkingsmiddelen (actie

2014000185: A Agrocomplex. HSP. Hoeve- en streekproductenbeleid.). Met dit

bedrag zal de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid zelf een seminarie en

netwerkmoment organiseren voor hoeve- en streekproducenten en andere

relevante stakeholders rond de distributieproblematiek. Zo worden de voorziene

middelen beleidsmatig ingezet voor hetzelfde doel, i.e. “distributie” en

“producentenvorming”.




Overwegende dat de onbestede middelen op deze manier aangewend kunnen

worden om beleidsmatig hetzelfde doel te verwezenlijken.


BESLUIT:

Enig artikel:

Het bedrag van 10.000 EUR van de subsidiekorf 2014 van de dienst Landbouw- en

Plattelandsbeleid wordt omgezet van subsidiemiddelen (actie 2014000248:

A Agrocomplex. LB. Subsidiëring actuele uitdagingen en initiatieven in de

landbouwsector.) naar werkingsmiddelen (actie 2014000185: A Agrocomplex. HSP.

Hoeve- en streekproductenbeleid.) voor het organiseren van een seminarie en

netwerkmoment rond distributie voor hoeve- en streekproducenten en andere

relevante stakeholders.



138


geopend.






Landbouw.

Werkingssubsidie 2014. Proefstation Sint-Katelijne Waver.

Aanleg specifieke reserve. Toekenning en betaling.

Kennisname.


In het budget 2014 is de subsidiëring van de werking voorzien voor het Proefstation

Sint-Katelijne-Waver, Duffelsesteenweg 101, 2860 Sint-Katelijne-Waver. De

aanvraag voor het bekomen van de provinciale werkingstoelage 2014 voor een

bedrag van 81.975 EUR werd ingestuurd.

Het Proefstation voert praktijkonderzoek uit voor de tuinbouw. De subsidie is

bestemd voor de werking van het Proefstation.

De toetsing aan de provinciale reglementering inzake reservevorming leidt tot

volgende vaststelling. De specifieke reserves in de balans voor boekjaar 2013 die

op 25 maart 2014 werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur en de Algemene

Vergadering van het Proefstation Sint-Katelijne-Waver, bestaan uit het Algemeen

fonds investeringen: 1.546.532,74 EUR.

Het Proefstation geeft met betrekking tot het Algemeen fonds investeringen de

volgende verklaring.

“De reserves zijn momenteel opgebouwd uit (boekhoudkundige) reserves

verbonden aan de manier van de financiering van de nieuwbouw:

De helft van de nieuwbouw van het Proefstation wordt gefinancierd

met kapitaalsubsidies van de Provincie Antwerpen en de Vlaamse

Overheid. Deze verschijnen in de resultatenrekening naarmate de

afschrijvingen van de nieuwbouw worden opgenomen in de

resultatenrekening. Tegenover de jaarlijkse afschrijving in de

resultatenrekening staat een opname van de kapitaalsubsidie (zie

hiervoor passiefzijde van de balans van het Proefstation onder eigen

vermogen). Deze subsidies beïnvloeden dus niet het resultaat.

De afschrijvingen van de andere helft van de nieuwbouw gebeurt met

overschotten op de resultatenrekening. In het kader van de

investering heeft het Proefstation met de Mechelse Veilingen (nu

BelÓrta) een raamakkoord afgesloten (dit loopt af eind 2014). In het

kader van dat akkoord ontvangt het Proefstation een

werkingssubsidie. Dit heeft ons toegelaten om de afschrijvingen te

compenseren en bovendien overschotten te boeken op de

resultatenrekening en de algemene fondsen op te bouwen. Deze

overschotten zullen we nodig hebben om de toekomstige


139

afschrijvingen na 2014 te compenseren. De nog te boeken

afschrijvingen in het kader van de nieuwbouw van 2015 tot 2027

(einde afschrijvingsperiode) belopen 1.149.373,34 EUR. We

verwachten de komende jaren dus negatieve resultaten omwille van

de afschrijvingen, maar we hebben daarvoor ook reeds de nodige

reserves opgebouwd. De negatieve resultaten zullen afgeboekt

worden conform de waarderingsregels van het PSKW.”

Conform de bepalingen van het provinciaal reglement van 16 december 2010

betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door

subsidietrekkers wordt de specifieke reserve slechts aanvaard indien ze

o voorafgaand aan de betaling goedgekeurd wordt door de deputatie

o in aard, omvang en doel omschreven en gemotiveerd wordt

o qua maximum gecumuleerd totaal bepaald wordt door de deputatie

en ter kennisgeving aan de provincieraad wordt voorgelegd.

De vorming van de specifieke reserve werd door de deputatie goedgekeurd op

4 september 2014.

Het Proefstation Sint-Katelijne-Waver heeft de specifieke reserve van

1.546.532,74 EUR duidelijk omschreven en gemotiveerd. Hiervan is

1.539.284,91 EUR bestemd voor de afschrijvingen van de nieuwbouw. Het

restbedrag (7.247,83 EUR) is eigenlijk een werkingsreserve en zal in de toekomst

ook zo geboekt worden.

De dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid legt de vorming van deze specifieke

reserve aan uw raad voor ter kennisname.




Gelet op het provincieraadsbesluit van 6 december 2013 houdende goedkeuring

van subsidiëring van proefbedrijven voor land- en tuinbouw;


BESLUIT:

Enig artikel:

Goedgekeurd wordt om aan het Proefstation Sint-Katelijne-Waver de aanleg van

een specifieke reserve toe te staan voor de afschrijvingen in het kader van de

nieuwbouw.

VOORZITTER.- Dit is een kennisname.


Kennis wordt genomen.


140

4. Financiën en logistiek


Meerjarenplan 2014-2019. Evenwicht na

de vierde reeks wijzigingen. Goedkeuring.


Naar aanleiding van de vierde reeks wijzigingen aan het meerjarenplan 2014-2019

werd door de deputatie in zitting van 11 september 2014 beslist tot het wijzigen

van enkele kredieten op het meerjarenplan voor de periode 2014-2019.

Het evenwicht van het meerjarenplan blijft bewaard.



Gelet op artikel 89 1°b en artikel 150 van het provinciedecreet, aangaande

budgetwijzigingen;

Gelet op artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende BBC,

aangaande budgetwijzigingen;

Gelet op artikel 4 van het ministerieel besluit betreffende BBC, aangaande

budgetwijzigingen;

Overwegende het evenwicht van het budget;


BESLUIT:

Enig artikel:

Goedgekeurd wordt de aanpassing van het evenwicht van het meerjarenplan 2014-

2019 naar aanleiding van de aanpassing van het evenwicht van het budget 2014

door de vierde reeks wijzigingen.










De heer CAALS.- Voorzitter, de chaos is tot in onze fractie geraakt.

Wij zouden graag met zijn allen tegenstemmen bij punt 4/1. Het is geen wens om toe te

treden tot de meerderheid deze stemming. Het is een vergissing.


141


142


143


144


145


146


147


148


Vierde reeks wijzigingen van 2014. Diverse wijzigingen

personeelsbudget Provincie en verzelfstandigde entiteiten.


Beleidsdomein Algemene Financiering. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie.

Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Vrije Tijd. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Leefmilieu. Exploitatiebudget – Uitgaven.


Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid.

Exploitatiebudget – Uitgaven.



Onderhavig voorstel heeft tot doel om een aantal wijzigingen aan het

personeels-budget van de Provincie en de personeelsdotaties van de van

de Provincie verzelfstandigde entiteiten te laten goedkeuren. Dergelijke

wijzigingen dienen in de praktijk tot stand te komen via een budgetwijziging, voor

zover deze wijzigingen de verschillende (volgens BBC gedefinieerde) provinciale

beleidsdomeinen overschrijden.

Twee soorten van budgetwijzigingen op personeelsvlak zijn vandaag de dag

noodzakelijk:

a) Budgetwijzigingen naar aanleiding van de jaarlijkse allocatie van het

personeelsbudget voor de jobstudenten.

De voorgestelde budgetwijzigingen zijn noodzakelijk in het licht van de verdeling

van het (binnen het beleidsdomein DMCO gecentraliseerde)

personeelsbudget inzake de uitbetaling van de jobstudenten, zoals dit jaar

tewerkgesteld binnen de diverse diensten van de Provincie en de verzelfstandigde

EVAP’s en APB’s.

Het voor 2014 berekende te verdelen budget bedraagt 156.337,61 EUR. Dit

bedrag is in lijn met het voor dit jaar door de deputatie bepaalde

besparingsobjectief inzake de personeelskost van de jobstudenten en overschrijdt

deze besparingsnorm zelfs, waardoor er (ten aanzien van de uitgaven in het budget

van 2013) een totale besparing wordt gerealiseerd van 119.958,77 EUR.


149

b) Budgetwijzigingen naar aanleiding van de periodiek door DMCO gedane budget-

opvolging.

Naar aanleiding van de huidig door DMCO gedane budgetopvolging werd er één

noodzakelijke budgetwijziging weerhouden, met name voor wat betreft het

departement Logistiek, dienst Infrastructuur en Vastgoed. In het kader van het

project nieuw provinciehuis werd beslist dat de meerkost voor de

projectleider perceel 2: ‘ruwbouw, technieken en afwerking’ gefinancierd wordt

vanuit de projectmiddelen nieuw provinciehuis.

Door het overhevelen van een bedrag van 3.712,66 EUR naar het beleidsdomein

Logistiek wordt de uitbetaling van het loon van de medewerker in kwestie voor de

komende maanden gewaarborgd.

Alle voorgestelde budgetwijzigingen zijn budget-neutraal van aard, dit wil

zeggen zij komen tot stand door het verschuiven van personeelsmiddelen van het

ene provinciale beleidsdomein naar het andere. Er worden met deze

budgetwijzigingen dus geen extra middelen inzake personeel gevraagd

In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor de betaling

van het salaris van de jobstudenten 2014 aan uw raad voorgelegd.

1) Exploitatie Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie

worden verminderd met 201.337,61 EUR. Het gaat om uitgaven voor bezoldigingen

en rechtstreekse sociale voordelen voor het niet-vastbenoemd personeel (de

jobstudenten) onder de budgetsleutel 0112/62020000 (ramingsnummer:

2014001486).

In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 4 van 38

BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid

AP Overhead Departement Mens, Communicatie en Organisatie

A Lonen en wedden

2) Exploitatie Beleidsdomein Logistiek – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Logistiek worden vermeerderd met

5.854,30 EUR. Het gaat om uitgaven voor bezoldigingen en rechtstreekse sociale

voordelen voor het niet-vastbenoemd personeel (de jobstudenten) onder de


In de doelstellingennota komt dit op pagina 5 van 38


AP Overhead Departement Logistiek

A Lonen en wedden


317,89 EUR. Het gaat om uitgaven voor werkgeversbijdragen wettelijke

verzekeringen voor het niet-vastbenoemd personeel (de jobstudenten) onder de



150




A Lonen en wedden

3) Exploitatie Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie worden

vermeerderd met 3.733,18 EUR. Het gaat om uitgaven voor bezoldigingen en

rechtstreekse sociale voordelen voor het niet-vastbenoemd personeel (de

jobstudenten) onder de budgetsleutel 0750/62020000 (ramingsnummer

2014001582).



AP Overhead Departement Ontwikkeling en Educatie

A Lonen en wedden


vermeerderd met 202,71 EUR. Het gaat om uitgaven voor werkgeversbijdragen

wettelijke verzekeringen voor het niet-vastbenoemd personeel (de jobstudenten)

onder de budgetsleutel 0750/62120000 (ramingsnummer 2014001584).




A Lonen en wedden


vermeerderd met 3.935,89 EUR. Het gaat om uitgaven voor bezoldigingen van de

jobstudenten voor het APB POA onder de budgetsleutel 0861/64900000



BDS Binnen de grenzen van de provinciale mogelijkheden en de maximumcapaciteit

hebben alle leerlingen en cursisten die dat willen de kans om een kwalitatief sterk

provinciaal onderwijs te volgen, met de nadruk op technische en beroepsonderwijs

en gericht op levenslang en levensbreed leren

AP We organiseren toekomstgerichte opleidingen op maat in een onderwijs- en

leeromgeving conform de hedendaagse normen.

A Uitbetaling dotatie


vermeerderd met 14.769,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor bezoldigingen van de

jobstudenten voor het APB PVM onder de budgetsleutel 0869/64900000



BDS Voor vormingsactiviteiten, voornamelijk in de non-profitsector en het

onderwijs, willen we voldoende, betaalbare en kwalitatieve infrastructuur en

materiaal ter beschikking stellen

AP Aanbieden van infrastructuur en accommodatie voor vormingsactiviteiten in het

Provinciaal Vormingscentrum Malle

A Uitbetaling dotatie


151

4) Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur worden vermeerderd met



budgetsleutel

0729/62020000 (ramingsnummer: 2014001648);

0709/62020000 (ramingsnummer: 2014001672).



AP Overhead Departement Cultuur. Overhead Departement Cultuur.

A Lonen en Wedden




budgetsleutel

0729/62120000 (ramingsnummer: 2014001650);

0709/62120000 (ramingsnummer: 2014001674).



AP Overhead Departement Cultuur. Overhead Departement Cultuur.

A Lonen en Wedden


4.331,36 EUR. Het gaat om uitgaven voor bezoldigingen van de jobstudenten voor

het APB APA onder de budgetsleutel 0702/64900000 (ramingsnummer

2014001295).


PBDS Ontwikkelen en promoten van een laagdrempelig, kwaliteitsvol en

bovenlokaal vrijetijdsaanbod.

AP Provinciale culturele instellingen zonder drempels. We bouwen de provinciale

collectiebeherende instellingen en cultuurhuizen uit tot kwalitatieve en

toegankelijke culturele ontmoetingsplaatsen.

A Uitbetaling dotatie Arenbergschouwburg.



het APB MOMU onder de budgetsleutel 0700/64900000 (ramingsnummer

2014001299).







A Uitbetaling dotatie ModeMuseum.


152



het APB ZM onder de budgetsleutel 0700/64900000 (ramingsnummer

2014001306).







A Uitbetaling dotatie Zilvermuseum.

5) Exploitatie Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd worden vermeerderd met



budgetsleutel

0680/62020000 (ramingsnummer: 2014001423);

0680/62020000 (ramingsnummer: 2014001429);

0680/62020000 (ramingsnummer: 2014001435).



AP Overhead Departement Vrije Tijd

A Lonen en wedden


1.944,67 EUR. Het gaat om uitgaven voor werkgeversbijdragen wettelijke


budgetsleutel

0680/62120000 (ramingsnummer: 2014001425);

0680/62120000 (ramingsnummer: 2014001431);

0680/62120000 (ramingsnummer: 2014001437).




A Lonen en wedden



het APB PRDS onder de budgetsleutel 0711/64900000 (ramingsnummer

2014001303).



bovenlokaal vrijetijdsaanbod

AP In een context van schaarse ruimte nemen we onze verantwoordelijkheid op wat

betreft de toenemende nood aan omgevingsrecreatie en toegankelijke groene

ruimte. Als bovenlokaal bestuur zetten we daarom in op ons eigen aanbod via de

provinciale recreatie-, sporten groendomeinen, op het stimuleren van derden tot


153

gelijkaardige initiatieven maar gaan we ook resoluut voor het beschermen,

behouden, ontsluiten en toegankelijk maken van het landschappelijk, natuurlijk en

levend erfgoed.

A Uitbetaling dotatie de Schorre



het APB PRZ onder de budgetsleutel 0711/64900000 (ramingsnummer

2014001304).



bovenlokaal vrijetijdsaanbod

AP We werken publieksgericht waarvoor we een recreatief, sportief en toeristisch

vrijetijdsaanbod realiseren, zowel in eigen beheer als door het stimuleren en

ondersteunen van derden.

A Uitbetaling dotatie provinciaal recreatiedomein Zilvermeer

6) Exploitatie Beleidsdomein Leefmilieu – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Leefmilieu worden vermeerderd met



budgetsleutel 0390/62020000 (ramingsnummer: 2014001633).



AP Overhead Departement Leefmilieu

A Lonen en wedden

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Leefmilieu worden vermeerderd met







A Lonen en wedden

7) Exploitatie beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid

worden vermeerderd met 3.399,18 EUR. Het gaat om uitgaven voor bezoldigingen

van de jobstudenten voor het APB KMPC onder de budgetsleutel 0590/64900000

(ramingsnummer: 2014001298).


PBDS Ontwikkelen en stimuleren van sociaal-economische speerpunten op basis

van een geïntegreerde, multidisciplinaire en duurzame visie op de provincie en haar

deelgebieden.

AP Ondernemingen hebben ruimte nodig om te ondernemen. De provincie moedigt

het innovatief omgaan met ruimte en productieprocessen en het clusteren van


154

kennis- en innovatie initiatieven aan. Het actieplan vindt aansluiting bij de Vlaamse

beleidsvisie rond ruimtelijke economie, het nieuw industrieel beleid en de Fabriek

van de Toekomst en wordt ingekapseld in de provinciale visie rond duurzaam

ruimtegebruik (bedrijventerreinen, detailhandel, incubatoren, bedrijvencentra,...).

A Uitbetaling dotatie Kamp C


worden vermeerderd met 3.846,44 EUR. Het gaat om uitgaven voor bezoldigingen

van de jobstudenten voor het EVAP PV onder de budgetsleutel 0530/64900000

(ramingsnummer: 2014000392).




deelgebieden.

AP De provincie streeft naar slimme economische en innovatieve specialisaties en

speelt hiermee in op zowel het Europese als het Vlaams Beleid. We moedigen

innovatie en ondernemerschap aan door kennisontwikkeling en innovatie te

ondersteunen via de eigen provinciale instellingen, samenwerkingen met

kennisinstellingen en door het uitwerken van de bestuurlijke randvoorwaarden. We

vertrekken hierbij steeds vanuit een maatschappelijke of economische uitdaging en

streven via samenwerking een doelmatige oplossing na.

A Uitbetaling dotatie Proefbedrijf Pluimveehouderij

In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor de betaling

van het salaris van de projectleider voor de opvolging voor het project nieuw

provinciehuis perceel 2: ‘ruwbouw, technieken en afwerking’ aan uw raad

voorgelegd.

0) Exploitatie Beleidsdomein Algemene Financiering – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Algemene Financiering worden

verminderd met 3.712,66 EUR. Het gaat om uitgaven voor overige diensten en

diverse leveringen/Patrimonium zonder maatschappelijk doel onder de



PBDS De ondersteunende departementen garanderen hun interne klanten een

afgesproken dienstverlening binnen een flexibel werken kwaliteitskader.

AP Het provinciebestuur wil de medewerkers van de centrale administratie een

moderne werkomgeving aanbieden, die zowel op vlak van duurzaamheid,

mogelijkheden voor samenwerking als op het vlak van aangename en productieve

werkomgeving hoog scoort.

A DLOG coördineert de bouw van een nieuw provinciehuis zodat de provinciale

medewerkers in de loop van 2017 hun nieuwe werkplek kunnen innemen

1) Exploitatie Beleidsdomein Logistiek – Uitgaven.



voordelen voor het niet-vastbenoemd personeel onder de budgetsleutel

0119/62020000 (ramingsnummer 2014001528).


155




A Lonen en wedden




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;

Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten;


BESLUIT:

Artikel 1:

Onder het beleidsdomein Algemene Financiering bij het Exploitatiebudget –

Uitgaven is er volgende wijziging: vermindering van transactiekrediet 2014 met

3.712,66 EUR.

Artikel 2:

Onder het beleidsdomein Mens, Communicatie en Organisatie bij het

Exploitatiebudget – Uitgaven is er volgende wijziging: vermindering van

transactiekrediet 2014 met 156.337,61 EUR.

Artikel 3:

Onder het beleidsdomein Logistiek bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er

volgende wijziging: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 9.884,85 EUR.

Artikel 4:

Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie bij het Exploitatiebudget –

Uitgaven is er volgende wijziging: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met

22.640,78 EUR.

Artikel 5:

Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er volgende

wijziging: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 33.492,71 EUR.

Artikel 6:

Onder het beleidsdomein Vrije Tijd bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er


Artikel 7:

Onder het beleidsdomein Leefmilieu bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er



156

Artikel 8:

Onder het beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid bij het

Exploitatiebudget – Uitgaven is er volgende wijziging: vermeerdering van

transactiekrediet 2014 met 7.245,62 EUR.


Voorlopig aangenomen.


Vierde reeks wijzigingen van 2014 - diverse aanpassingen

exploitatiekosten en investeringen.




Beleidsdomein Logistiek. Exploitatiebudget - Uitgaven




Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit.

Exploitatiebudget - Uitgaven









Beleidsdomein Logistiek. Investeringsbudget - Uitgaven




Beleidsdomein Leefmilieu. Investeringsbudget - Uitgaven



Investeringsenveloppe IE02 Logistiek

Rubriek II.A.3. Roerende goederen - uitgaven







Investeringsenveloppe IE09 Leefmilieu






157

Aankoop gronden Vervoort te Ranst (2013)

In 2013 heeft dienst vrije tijd voor de aankoop van gronden Vervoort te Ranst

gedeeltelijk gebruik gemaakt van gelden van dienst waterbeleid. Er werd

afgesproken dit bedrag, 80.000,00 EUR, in 2014 terug te geven aan de dienst

waterbeleid.

Daarom verschuiven we 80.000,00 EUR van ramingsnummer 2014002170 naar

ramingsnummer 2014001037.

Elektriciteit Provinciale Groendomeinen regio Kempen – De Averegten

In de raming voor de elektriciteitskosten Provinciale Groendomeinen regio Kempen

werd geen rekening gehouden met de elektriciteitskosten voor domein De

Averegten.



Elektriciteitsverbruik op locatie Qvitkerk – Provinciestraat 112

DLOG betaalde de rekeningen aan IMEA voor het elektriciteitsverbruik op locatie

Qvitkerk, Provinciestraat 112, voor een totaal bedrag van 7.081,59 EUR.

Vanuit DWEP wordt dit bedrag verschoven naar DLOG.

Daarom verschuiven we 2 x 3.541,00 EUR van respectievelijk ramingsnummer

2014000829 en ramingsnummer 2014002081 naar ramingsnummer 2014001242.

Bestelling broodjes voor andere departement (DROM en DLM)

De departementen kunnen via de facilitaire dienst broodjes bestellen voor

activiteiten. Elk departement geeft hiervoor budget aan de facilitaire dienst.

Het budget van departement ruimtelijke ordening en mobiliteit is uitgeput.

Daarom verschuift DROM 750,00 EUR van ramingsnummer 2014000076 naar DLOG


Ook het budget van departement leefmilieu is bijna opgebruikt. Daarom verschuift

DLM 1.000,00 EUR van ramingsnummer 2014000184 naar ramingsnummer

2014001210.

Investeringen: machines, uitrustingen

We voorzien 27.000,00 EUR op het budget investeringen: machines en uitrustingen

voor:

15.000,00 EUR voor aankopen om de nieuwe restaurantinrichting te ondersteunen

7.000,00 EUR voor aanvullingen in het assortiment van de uitleendienst

5.000,00 EUR voor vervangingsinvesteringen.

We verschuiven vanuit het budget ‘onderhoud gebouwen’ omdat het structureel

onderhoud aan het Coveliersgebouw on hold is gezet na de beslissing om PVI in de

nabije toekomst daar te gaan huisvesten.



Investeringen: rollend materieel

We voorzien 25.000,00 EUR voor de aankoop van een reservewagen met

representatief karakter voor team vlootbeheer. Deze wagen zal uitgebreid ingezet

worden als polyvalente dienstwagen om vervoersopdrachten allerhande uit te

voeren. De wagen vervangt de huidige Mercedes E die meer dan 280.000 km en

9 dienstjaren op de teller heeft.

We verschuiven vanuit het budget ‘onderhoud gebouwen’ omdat het structureel

onderhoud aan het Coveliersgebouw on hold is gezet na de beslissing om PVI in de

nabije toekomst daar te gaan huisvesten.


158



De verschillende vermeerdering en vermindering van transactiekredieten leiden tot

een nuloperatie.

Samenvatting:

1. Exploitatiebudget Beleidsdomein Algemene Financiering – Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Algemene Financiering (schema

B2) worden vermeerderd met 2.582,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor de

elektriciteitskosten onder budgetsleutel 0050/61100000 (ramingsnummer

2014001242).




A Overhead Facilitaire dienst



B2) worden verminderd met 52.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor

onderhoudscontracten en prestaties door derden aan gebouwen en

infrastructuur onder budgetsleutel 0050/610300000 (ramingsnummer

2014001241).




A Overhead Facilitaire dienst

3. Exploitatiebudget Beleidsdomein Logistiek – Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Logistiek (schema B2) worden

vermeerderd met 1.750,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor de aankoop van

broodjes onder budgetsleutel 0119/61300000 (ramingsnummer

2014001210).


BDS De ondersteunende departementen zorgen voor aangepaste systemen

en randvoorwaarden om de afgesproken dienstverlening te garanderen en te

verbeteren

AP We garanderen voor onze klanten een goed toegankelijke dienstverlening

op een afgesproken serviceniveau, zodat de medewerker op elk moment kan

gebruik maken van de meest noodzakelijke facilitaire behoeften, zoals ze

beschreven zijn in de producten- en dienstcatalogus van het departement.

We zorgen algemeen voor optimale werkomstandigheden voor onze klanten.

A We organiseren een aangepaste dienstverlening die wordt afgestemd op

de behoeften van de klant via een catalogus aanpak enerzijds en een

aanpak op maat anderzijds. Deze dienstverlening is op vraag van de klant.

Doel is een maximale ondersteuning van de klant bij het bereiken van zijn

beleidsdoelstellingen. De producten- en dienstencatalogus wordt in die

context permanent geactualiseerd.


159

4. Exploitatiebudget Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B2) worden

vermeerderd met 4.500,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor de

elektriciteitskosten Provinciale Groendomeinen regio Kempen – De

Averegten onder budgetsleutel 0680/61100000 (ramingsnummer

2014001014).




A Overhead Provinciale Groendomeinen regio Kempen

5. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit –

Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit

(schema B2) worden verminderd met 750,00 EUR. Het gaat om uitgaven

voor de aankoop van broodjes via departement logistiek onder budgetsleutel

0600/61300000 (ramingsnummer 2014000076).



AP Overhead Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit

A Overhead Stafdienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit

6. Exploitatiebudget Beleidsdomein Leefmilieu – Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Leefmilieu (schema B2) worden

verminderd met 1.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor de aankoop van

broodjes via departement logistiek onder budgetsleutel 0390/61300000



BDS We behandelen milieuvergunningsaanvragen efficiënt en kwaliteitsvol,

gericht op een minimale milieu-impact en met goede betrokkenheid van de

belanghebbenden

AP We behandelen vergunningsaanvragen op een efficiënte en

kwaliteitsvolle manier, gericht op een zo klein mogelijke milieu-impact en

met betrokkenheid van de belanghebbenden

A Milieuvergunningsaanvragen van bedrijven behandelen conform de actuele

Vlaremreglementering, zodat deze tijdig en correct afgehandeld worden.

7. Exploitatiebudget Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid –

Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Welzijn, Economie en

Plattelandsbeleid (schema B2) worden verminderd met 7.082,00 EUR. Het

gaat om uitgaven voor de elektriciteitskosten Qvit-kerk welke door

departement logistiek werden voorgeschoten onder budgetsleutels

0590/61300000 (ramingsnummer 2014000829) en 0909/61300000



BDS Ontwikkelen en stimuleren van sociaal-economische speerpunten op

basis van een geïntegreerde, multidisciplinaire en duurzame visie op de

provincie en haar deelgebieden


160

AP Het actieplan heeft tot doel om in onze provincie een belangrijke bijdrage

te leveren aan de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en aan de aanwending

van alle beschikbare talenten zodat we kunnen bijdragen tot oplossingen

van het dreigend tekort aan arbeidspotentieel en het verminderen van de

werkloosheid. Hierbij kiezen we voor een goede afstemming van de eigen

provinciale dienstverlening met de werking van de diverse externe

beleidsverantwoordelijke organisaties in onze provincie

A Inzetten op talent en arbeidsmarkt via het verdeelkrediet provinciaal

economisch beleid en werkingskosten


BDS De provincie wil de levenskwaliteit en gezondheid van inwoners van de

provincie Antwerpen bevorderen, met bijzondere aandacht voor

maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. Wij zijn hiervoor – binnen het

Vlaams wetgevend kader – de vanzelfsprekende partner van

welzijnsorganisaties en lokale besturen voor bovenlokale noden en

uitdagingen

AP De provincie voert, binnen het Vlaams wetgevend kader, een

impulsbeleid met als doel om een voldoende, kwaliteitsvol en toegankelijk

welzijns-, woon- en zorgaanbod te realiseren binnen de provincie

Antwerpen. Het stimuleren van innovatie, (intersectorale) samenwerking,

expertiseontwikkeling, vrijwillige inzet en cliëntparticipatie staan hierbij

centraal

A Algemene werkingskosten impulsbeleid

8. Investeringsenveloppe IE02 Logistiek

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Logistiek (schema B4)

wordt een totaal van 52.000,00 EUR meer ingeschreven als

verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IE02 Logistiek. Dit bedrag

is bedoeld voor de aankoop van installaties, machines en uitrusting met een

eenheidsprijs boven 1.000,00 EUR en de aankoop van rollend materieel. Het

gaat om investeringsuitgaven op de budgetsleutels 0119/23000000

(ramingsnummer 2014002181) en 0050/24100000 (ramingsnummer

2014002215).




A Overhead Facilitaire Dienst


BDS De ondersteunende departementen zorgen voor aangepaste systemen

en randvoorwaarden om de afgesproken dienstverlening te garanderen en te

verbeteren

AP We garanderen voor onze klanten een goed toegankelijke dienstverlening

op een afgesproken serviceniveau, zodat de medewerker op elk moment kan

gebruik maken van de meest noodzakelijke facilitaire behoeften, zoals ze

beschreven zijn in de producten- en dienstencatalogus van het departement.

We zorgen algemeen voor optimale werkomstandigheden voor onze klanten

A We voorzien een pakket aan facilitaire standaardvoorzieningen dat

permanent ter beschikking is van de klant (centrale administratie) zonder

dat deze hiervoor enige actie dient te ondernemen. Doel is een

werkomgeving die steeds modern, aantrekkelijk en wettelijk conform is.


161

9. Investeringsenveloppe IE07 Vrije Tijd

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B4)

wordt een totaal van 80.000,00 EUR minder ingeschreven als

verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IE07 Vrije Tijd. Dit

bedrag wordt verplaatst naar Beleidsdomein Leefmilieu. Departement

leefmilieu heeft dit bedrag in 2013 voorgeschoten voor de aankoop van

gronden te Ranst. Het gaat om investeringsuitgaven op de budgetsleutel

0680/22110000 (ramingsnummer 2014002170).




A Overhead Stafdienst Vrije Tijd

10. Investeringsenveloppe IE09 Leefmilieu

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Leefmilieu (schema B4)

wordt een totaal van 80.000,00 EUR meer ingeschreven als

verbinteniskrediet onder de investeringsenveloppe IE09 Leefmilieu. Dit

bedrag werd in 2013 voorgeschoten aan Departement Vrije Tijd voor de

aankoop van gronden te Ranst. Het gaat om investeringsuitgaven op de





A Overhead Dienst Integraal Waterbeleid




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;

Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderen van kredieten;


BESLUIT:

Artikel 1:


Uitgaven is er de volgende wijziging:

Vermindering van transactiekrediet 2014 met 49.418,00 EUR.


162

Artikel 2:

Onder het beleidsdomein Logistiek bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er de

volgende wijziging:

Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 1.750,00 EUR.

Artikel 3:

Onder het beleidsdomein Vrije Tijd bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er de

volgende wijziging:


Artikel 4:

Onder het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit bij het

Exploitatiebudget – Uitgaven is er de volgende wijziging:

Vermindering van transactiekrediet 2014 met 750,00 EUR.

Artikel 5:

Onder het beleidsdomein Leefmilieu bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er de

volgende wijziging:


Artikel 6:




Artikel 7:

Onder het beleidsdomein Logistiek bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder

de investeringsenveloppe IE02 Logistiek, rubriek II.A.3. Roerende goederen –

Uitgaven zijn er de volgende wijzigingen:

Vermeerdering van het transactiekrediet 2014 met 52.000,00 EUR.

Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd met 52.000,00 EUR.

Artikel 8:

Onder het beleidsdomein Vrije Tijd bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder

de investeringsenveloppe IE07 Vrije Tijd, rubriek II.A.1. Terreinen en gebouwen –


Vermindering van het transactiekrediet 2014 met 80.000,00 EUR.

Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg verminderd met 80.000,00 EUR.

Artikel 9:

Onder het beleidsdomein Leefmilieu bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder

de investeringsenveloppe IE09 Leefmilieu, rubriek II.A.1. Terreinen en gebouwen –


Vermeerdering van het transactiekrediet 2014 met 80.000,00 EUR.

Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd met 80.000,00 EUR.




163


Vierde reeks wijzigingen van 2014 - financiering van het onderhoud

en het herstel van diverse provinciale gebouwen.









Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Exploitatiebudget - Uitgaven


Beleidsdomein Cultuur. Exploitatiebudget – Uitgaven



Onderhoud verhuurde eigendommen

In 2014 werden verschillende verhuurde eigendommen getroffen door storm- en

hagelschade, alsook blikseminslagen kwamen meermaals voor. Enkele andere

verhuurde eigendommen hadden af te rekenen met inbraakpogingen en brand.

Hierdoor moeten/moesten diverse herstellingen gebeuren, waarvoor echter niet

voldoende financiële middelen voorhanden zijn.

Gezien de omvang en het grote aantal dossiers werd met de verzekeraar

afgesproken dat de controleurs de sites grondig mochten inspecteren alvorens de

volledige claim in te dienen. Omdat de inspecteurs van Ethias een overvloed aan

dossiers moesten verwerken, worden niet alle dossiers aan expertise onderworpen.

Enkel de dossiers met belangrijke schadebedragen worden aan een expertise

onderworpen. De kleinere zaken (tot ongeveer 3.000,00 EUR) handelt de

verzekeraar af in vertrouwen. Door de overvloed van dossiers bij storm- en

hagelschade moeten we rekening houden met een vertraging van de behandeling

en uitkering. De dossiers van particulieren krijgen voorrang.

Voor elk schadedossier geldt een vrijstelling van 1.250,00 EUR welke niet

recupereerbaar is van de kostprijs voor de herstelling/vervanging.

Voor het overige zal de schade – op de vrijstelling na – volledig gerecupereerd

worden gezien de provincie verzekerd is voor de nieuwwaarde van de gebouwen.

Voor alle sites zijn de dossiers in behandeling bij Ethias.

Sommige dossiers zijn beneden de vrijstelling: gebouw Torenhof (CLB) en het

gebouw Sint-Jacobsmarkt van de Plantijn Hogeschool. Hiervoor ontvangen we dus

geen schadevergoeding.

In het dossier Zilvermeer strandgebouw heeft de verzekering, voor de opkuis,

rechtstreeks 7.051,60 EUR aan de aannemer betaald.

Overzicht van de getroffen sites:

Plantijn Hogeschool Meistraat: storm- en hagelschade o.a. beschadigde

koepels (6.000,00 EUR)

Torengebouw Kronenburgstraat: stormschade o.a. beschadigde koepels,

schouw (9.100,00 EUR)


164

Kamp C

o Infocentrum: blikseminslag inbraak- en branddetectiesysteem

(10.600,00 EUR)

o Tentoonstellingsschuur: blikseminslag elektrische installatie,

stormschade dak (10.000,00 EUR)

Fotomuseum

o gebouw Waalse Kaai 47: hagelschade aan buitenverlichting

(325,00 EUR)

o gebouw Lakenstraat: stormschade koepels, dakramen

(1.870,00 EUR)

PIVA en Hof van Leysen:

o Gebouw Torenhof: regenwaterlekken (625,00 EUR)

o PIVA blok B – slagerij: storm- en hagelschade koepels

(3.500,00 EUR)

o Conciërgewoning 2: stormschade koepels (1.850,00 EUR)

PGRA – Rivierenhof – clubhuis ATBS: nooddeur en rolluiken stuk na

inbraakpoging (2.000,00 EUR)

St.-Godelieve:

o Gebouw Brialmontlei: hagelschade lichtkoepels, verluchtingskappen

(5.500,00 EUR)

o Jordaensstraat-Charlottalei nieuw schoolgebouw: hagelschade

glaspanelen atrium (8.000,00 EUR)

o Jordaensstraat-Charlottalei schoolgebouw: hagelschade verschillende

daken, koepels en verluchtingskappen (4.000,00 EUR)

Zilvermeer – strandgebouw: na brand diverse herstellingen noodzakelijk

(87.990,00 EUR)

Plantijn Hogeschool Lange Nieuwstraat:

o Gebouw Lange Nieuwstraat: hagel- en stormschade

ontluchtingskappen, verlichtingstoestellen, koelgroep

(6.310,00 EUR)

o Boekenmagazijn: stormschade koepels en verluchtingskap

(4.650,00 EUR)

o Gebouw Sint-Jacobsmarkt: stormschade luchtgroepen (500,00 EUR)

Museum Suikerrui: stormschade dak, glas-in loodramen en dakraam

(16.000,00 EUR).

De verzekeringsmaatschappij zal de verschillende schadevergoedingen uitkeren.

Maar zoals reeds eerder vermeld, krijgen de dossiers van particulieren voorrang.

Vermoedelijk ontvangen we pas in 2015 het merendeel van de

schadevergoedingen.

Om alle schade te herstellen is een extra budget van 178.805,00 EUR noodzakelijk.

Dit bedrag wordt grotendeels gecompenseerd door de schadevergoedingen

vanwege onze verzekeraar, en zal ingeschreven worden in 2015, zodat de MJP in

evenwicht blijft.

SAMENVATTING

In dit verslag worden de financiële aanpassingen van het budget voor 2014 aan uw

raad voorgelegd.



B2) worden vermeerderd met 26.550,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor


165

het onderhoud van verhuurde eigendommen onder de budgetsleutel

0050/61030000 (ramingsnummer 2014001061).




A Overhead Dienst Infrastructuur en Vastgoed

2. Exploitatiebudget Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid –

Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Welzijn, Economie en

Plattelandsbeleid (schema B2) worden vermeerderd met 20.600,00 EUR.

Het gaat om uitgaven voor het onderhoud en herstel van gebouwen onder

de budgetsleutel 0590/61030000 (ramingsnummer 2014001087).



AP Dit actieplan omvat de budgetten van de stafdienst van het departement

Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid.

A Overhead Kamp C

3. Exploitatiebudget Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven


vermeerderd met 89.990,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor het

onderhoud en herstel van gebouwen onder de budgetsleutels

0680/61030000 (ramingsnummer 2014001071) en 0711/61030000

(ramingsnummers 2014001090).

In de doelstellingennota 2014 komt dit op de pagina’s 5 en 6 van 38



A Overhead Provinciale Groendomeinen regio Antwerpen

A Overhead Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer

4. Exploitatiebudget Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie – Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie

(schema B2) worden vermeerderd met 23.470,00 EUR. Het gaat om

uitgaven voor het onderhoud en herstel van gebouwen onder de

budgetsleutels 0860/61030000 (ramingsnummer 2014001063) en

0861/61030000 (ramingsnummer 2014001082).




A Overhead Centrum voor Leerlingenbegeleiding

A Overhead Provinciaal Onderwijs Antwerpen

5. Exploitatiebudget Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden

vermeerderd met 18.195,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor het onderhoud

en herstel van gebouwen onder de budgetsleutel 0700/61030000

(ramingsnummers 2014001249 en 2014001092).


166



AP Overhead Departement Cultuur

A Overhead Fotomuseum Provincie Antwerpen

A Overhead Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;

Overwegende de voorgestelde vermeerderingen van kredieten;


BESLUIT:

Artikel 1:



Vermeerdering van transactiekrediet met 26.550,00 EUR.

Artikel 2:




Artikel 3:


volgende wijziging:


Artikel 4:

Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie bij het Exploitatiebudget –



Artikel 5:

Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Exploitatiebudget – Uitgaven is er de

volgende wijziging:





167


Departement Logistiek - Vierde reeks wijzigingen van 2014 -

investeringen.



Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie. Investeringsbudget - Uitgaven


Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie.

Investeringsbudget - Ontvangsten


Beleidsdomein Cultuur. Investeringsbudget - Uitgaven




Beleidsdomein Algemene Financiering. Investeringsbudget - Uitgaven



Investeringsenveloppe IE05 Ontwikkeling en Educatie




Rubriek IV. Investeringssubsidies en – schenkingen – Ontvangsten



Investeringsenveloppe IE06 Cultuur

Rubriek II.A.5. Erfgoed - Uitgaven





Investeringsenveloppe IE14 Nieuw Provinciehuis Vorige Jaren




In het kader van besparingsmaatregelen heeft de deputatie beslist bepaalde

investeringen uit te stellen, te schrappen of door te verwijzen naar de volgende

legislatuur.

Campus Vesta: de investeringen voor een 2e oefenplaat, het bouwen van een

logistieke loods en een schietstand te Kasterlee worden geschrapt. Ook de

ontvangsten die hier tegenover staan worden geschrapt. De technische installatie

om in de toekomst de werken wel uit te voeren, wordt wel in 2014 voorzien.

Het budget voor de uitvoering van de technische installatie, 32.000,00 EUR wordt

gehaald uit de meerjarenplanning 2015 waar 360.000,00 EUR voorzien is voor het

Vrijbroekpark hockeyterrein.

Héritage: onroerend erfgoed. Door een herschikking van de budgetten is er een

verhoging van het investeringsbudget uitgaven in 2014 van 84.699,47 EUR. Dit

wordt gecompenseerd door een vermindering in 2015.


168

APB Sport: de budgetten voor terreinen (bovenlokale sportinfrastructuur) en

gebouwen (Peerdsbos vervangbouw dienstgebouw) worden verschoven naar 2017.

Het budget 2014 werd in een vorige begrotingswijziging reeds verminderd met

324.050,40 EUR. Dit bedrag werd aangewend voor het hockeyterrein Vrijbroekpark.

We voorzien een verlaging van de meerjarenplanning in 2015, die dit tegenweegt.

Voor de investeringen aan het nieuw provinciehuis wordt een herschikking van de

transactiekredieten voorgesteld. In 2014 wordt het transactiekrediet verminderd en

later in het meerjarenplan terug opgenomen. Het verbinteniskrediet (de som van

alle transactiekredieten 2014-2019) blijft gelijk.

SAMENVATTING

1. Investeringsenveloppe IE05 – Ontwikkeling en Educatie – Uitgaven en

Ontvangsten

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie

(schema B4) wordt een totaal van 2.468.000,00 EUR minder ingeschreven

als transactiekrediet onder de investeringsenveloppe IE05 Ontwikkeling en

Educatie. Het gaat enerzijds om werken aan terreinen op de budgetsleutel

0490/22010000 (ramingsnummer 2014000993) voor 1.468.000 EUR en

anderzijds om werken aan gebouwen op de budgetsleutel 0490/22110000

(ramingsnummer 2014000994) voor 1.000.000 EUR.

Voor de investeringsontvangsten van Beleidsdomein Ontwikkeling en

Educatie (schema B4) wordt een totaal van 2.500.000,00 EUR minder

ingeschreven als transactiekrediet onder de investeringsenveloppe IE05

Ontwikkeling en Educatie.

Het gaat om investeringssubsidies op de budgetsleutel 0490/15000000


Het verbinteniskrediet wordt met dezelfde bedragen verminderd.

In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 5 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid


A Overhead Campus Vesta

2. Investeringsenveloppe IE06 – Cultuur - Uitgaven

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B4) wordt

een totaal van 84.699,47 EUR meer ingeschreven als transactiekrediet 2014

onder de investeringsenveloppe IE06 Cultuur. Dit wordt gecompenseerd

door een vermindering in 2015. Het gaat om een investeringsuitgaven op de

budgetsleutel 0720/27010000 (ramingsnummer 2014001081). Het

verbinteniskrediet blijft gelijk.



AP Overhead Departement Cultuur

A Overhead Dienst Erfgoed

3. Investeringsenveloppe IE07 Vrije Tijd -Uitgaven

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B4)

wordt 908.949,60 EUR minder ingeschreven als transactiekrediet 2014

onder de investeringsenveloppe IE07 Vrije Tijd.


169

Het gaan enerzijds om werken aan terreinen op de budgetsleutel

0740/22010000 (ramingsnummer 2014001028) voor 680.949,60 EUR en

anderzijds om werken aan gebouwen op de budgetsleutel 0740/22110000

(ramingsnummer 2014001029) voor 228.000,00 EUR. Dit wordt

gecompenseerd door een verhoging van het transactiekrediet in 2017. Het

verbinteniskrediet blijft gelijk.




A Overhead Sport

4. Investeringsenveloppe IE14 – Nieuw Provinciehuis Vorige Jaren - Uitgaven

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Algemene Financiering

(schema B4) wordt 7.892.781,00 EUR minder ingeschreven als

transactiekrediet 2014 onder de investeringsenveloppe IE14 Nieuw

Provinciehuis Vorige Jaren. Het gaat om gebouwen – activa in aanbouw op


Dit wordt gecompenseerd door wijzigingen van het transactiekrediet vanaf

2015. Het verbinteniskrediet blijft gelijk.

In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 5 van 38 BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid


A Overhead Stafdienst Logistiek




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;

Overwegende de voorgestelde verminderingen van kredieten;


BESLUIT:

Artikel 1:

Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie bij het Investeringsbudget –

Uitgaven en onder de investeringsenveloppe IE05 Ontwikkeling en Educatie, rubriek

II.A.1. Terreinen en gebouwen – Uitgaven zijn er de volgende wijzigingen:

Vermindering van het transactiekrediet 2014 met 2.468.000,00 EUR

Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg verminderd met 2.468.000,00 EUR.


170

Artikel 2:

Onder het beleidsdomein Ontwikkeling en Educatie bij het Investeringsbudget –

Ontvangsten en onder de investeringsenveloppe IE05 Ontwikkeling en Educatie,

rubriek IV. Investeringssubsidies– Ontvangsten zijn er de volgende wijzigingen:

Vermindering van het transactiekrediet 2014 met 2.500.000,00 EUR

Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg verminderd met 2.500.000,00 EUR.

Artikel 3:

Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de

investeringsenveloppe IE06 Cultuur, rubriek II.A.5. Erfgoed – Uitgaven zijn er de

volgende wijzigingen:

Vermeerdering van het transactiekrediet 2014 met 84.699,47 EUR. In 2015 wordt

het transactiekrediet met hetzelfde bedrag verminderd. Het verbinteniskrediet blijft

gelijk.

Artikel 4:


de investeringsenveloppe IE07 Vrije Tijd, rubriek II.A.1. Terreinen en gebouwen –


Vermindering van het transactiekrediet 2014 met 908.949,60 EUR. In 2017 wordt

het transactiekrediet met hetzelfde bedrag verhoogd. Het verbinteniskrediet blijft

gelijk.

Artikel 5:

Onder het beleidsdomein Algemene Financiering bij het Investeringsbudget –

Uitgaven en onder de investeringsenveloppe IE14 Nieuw Provinciehuis Vorige Jaren,

rubriek II.A.1. Terreinen en gebouwen – Uitgaven zijn er de volgende wijzigingen:

Vermindering van het transactiekrediet 2014 met 7.892.781,00 EUR. In de

volgende jaren wordt het transactiekrediet ook aangepast. Het verbinteniskrediet

blijft gelijk.

VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord.

Mevrouw MICHIELSEN.- Het agendapunt onder 4/5 was pas gisteren raadpleegbaar. Ik

heb dat vermeld op de commissie Sport en Recreatie van maandag. Ik heb dat gemeld op de

commissie Financiën en Logistiek. Het is een punt dat op beide commissies kon besproken

worden, maar dit kon niet omdat het stuk niet voorradig was. Om deze reden menen wij

vanuit de fractie dat wij ons moeten onthouden op dit punt.




171


Vierde reeks wijzingen van 2014. Verschuiving van kredieten

Cultuur van exploitatie naar investering voor de aankoop

van een kunstwerk voor de provinciale collectie.





Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014-2019

Rubriek II.A.3 Roerende goederen – Uitgaven

Vermeerdering van verbinteniskrediet.


De gemeente Brasschaat nam recent het initiatief om een standbeeld op te richten

ter ere van graaf Ferdinand de Baillet-Latour (1850-1925). Deze figuur was

burgemeester van Brasschaat (1902-1908) en gouverneur van de provincie

Antwerpen (1908-1912). Hij was ook oprichter van PIDPA en zijn familie stichtte

het bekende Fonds Inbev-Baillet Latour (dat de realisatie van het standbeeld mee

financiert).

Het bronzen beeld van Ferdinand de Baillet-Latour wordt vervaardigd door de

Kalmthoutse kunstenaar Raf Thys. Van dit levensgrote beeld wordt ook een kleine

bronzen versie (ca. 30 cm) in een beperkte genummerde oplage (8 stuks)

gemaakt. Deze kleine beelden worden verkocht tegen 2.500 EUR, om het grote

beeld mee te financieren.

Gezien de historische band tussen de provincie Antwerpen en de figuur van graaf

Ferdinand de Baillet-Latour en gezien het een werk is van een kunstenaar uit de

provincie, besliste de deputatie om één van deze kleine beelden aan te kopen voor

de provinciale kunstcollectie. Aangezien er geen krediet meer was ingeschreven

voor de aankoop van kunstwerken, dient nu het genoemde bedrag te worden

ingeschreven in het budget.


raad voorgelegd.

1. Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven

De exploitatie-uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden

verminderd met 2.500 EUR. Het gaat om uitgaven voor de aankoop van een

kunstwerk voor de provinciale kunstcollectie, onder de budgetsleutel 0739/6130000


In de doelstellingennota 2014 komt dit op pagina 21 van 38.



AP Cultuur zonder drempels. We vergroten de toegankelijkheid van cultuur voor alle

inwoners en bezoekers van de provincie Antwerpen.

A Kunstcollectie. Een duurzame en brede ontsluiting van de provinciale

kunstcollectie realiseren en het aankoopbeleid heroriënteren naar kunst in de

openbare ruimte.


172

2. Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014 – 2019 – Uitgaven

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B4) wordt een

totaal van 2.500 EUR extra ingeschreven als verbinteniskrediet onder de

investeringsenveloppe IE06 – Cultuur: 2014 - 2019. Het gaat om de aankoop van

een kunstwerk voor de provinciale kunstcollectie op de budgetsleutel

0739/27500000 (ramingsnummer 2014002211). Dit verbinteniskrediet wordt

ingeschreven onder de transactiekredieten van de verschillende jaren. Enkel het

transactiekrediet van 2014 wijzigt.




AP Cultuur zonder drempels. We vergroten de toegankelijkheid van cultuur voor alle

inwoners en bezoekers van de provincie Antwerpen.

A Kunstcollectie. Een duurzame en brede ontsluiting van de provinciale

kunstcollectie realiseren en het aankoopbeleid heroriënteren naar kunst in de

openbare ruimte.




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;

Overwegende dat voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten

noodzakelijk zijn;


BESLUIT:

Artikel 1:


wijziging: vermindering van transactiekrediet 2014 met 2.500 EUR.

Artikel 2:

Onder het beleidsdomein Cultuur bij het Investeringsbudget – Uitgaven en onder de

Investeringsenveloppe IE06 - Cultuur: 2014 - 2019, Rubriek II.A.3 Roerende

goederen – Uitgaven is er volgende wijziging:

vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 2.500 EUR.

Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg vermeerderd met 2.500 EUR.




173


Vierde reeks wijzingen van 2014. Overdracht restkredieten

nutsvoorzieningen en onderhoud Vrieselhof van PBC naar PGRA








In uitvoering van het deputatiebesluit van 5 juni over de herbestemming van het

Vrieselhof, dient het restbedrag op 1/07/2014 van de budgetten 2014 PBC/DCUL

voor nutsvoorzieningen en onderhoud gebouw eigen beheer overgedragen te

worden aan de Provinciale Groendomeinen Regio Antwerpen PGRA/DVT.

Het gaat om een totaal bedrag van 8.614,45 EUR. De afzonderlijke kredieten zijn

met “Aanpassing raming” (ARA) door het departement Cultuur overgeplaatst naar

één enkele raming onder de actie Overhead PBC om volgende budgetwijziging

eenvoudiger te maken.

Om dezelfde reden wordt het volledige bedrag van 8.614,45 EUR met volgende

budgetwijziging overgedragen naar één enkele raming van PGRA, van waaruit de

dienst later zelf detailverschuivingen kan uitvoeren indien nodig.

I Exploitatie Beleidsdomein Cultuur – Uitgaven

De exploitatie-uitgaven van Beleidsdomein Cultuur (schema B2) worden

verminderd met 8.614,45 EUR.

Het gaat om uitgaven, het restbedrag op 1/07/2014 van de budgetten 2014

PBC/DCUL voor nutsvoorzieningen en onderhoud gebouw eigen beheer, die worden

overgedragen aan de Provinciale Groendomeinen Regio Antwerpen PGRA/DVT

onder de budgetsleutel 0703/6130000 (ramingsnummer 2014000285).



AP Overhead Departement Cultuur. Overhead Departement Cultuur

A Overhead Provinciaal Bibliotheek Centrum Vrieselhof

II Exploitatie Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven

De exploitatie-uitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B2) worden

vermeerderd met 8.614,45 EUR. Het gaat om de uitgaven voor de

nutsvoorzieningen en onderhoud gebouw in eigen beheer van het Vrieselhof dat

vanaf 1/07/2014 overgedragen is aan het Provinciale Groendomeinen Regio

Antwerpen PGRA/DVT onder de budgetsleutel 0680/6130000 (ramingsnummer

2014000208)


174



AP Overhead Departement Vrije Tijd.

A Overhead Provinciale Groendomeinen regio Antwerpen

Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 september 2014



budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;

Overwegende dat voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten

noodzakelijk zijn;


BESLUIT:

Artikel 1:


wijziging: vermindering van transactiekrediet 2014 met 8.614,45 EUR.

Artikel 2:






175


Vierde reeks wijzigingen van 2014. Provinciale Groendomeinen

regio Mechelen. Aanvulling exploitatiebudget.









Investeringsenveloppe IE07 - Vrije Tijd





Op de budgetten van de Provinciale Groendomeinen regio Mechelen is een

restbedrag beschikbaar van 2.680 EUR op de roerende investeringskredieten “

rollend materiaal”. Dit restbedrag is ontoereikend voor een investering in rollend

materiaal.

De exploitatiebudgetten voor de diverse kosten van de Provinciale Groendomeinen

regio Mechelen kunnen dit restbedrag wel zinvol aanwenden.

Voorgesteld wordt via een budgetwijziging in evenwicht deze middelen te

verplaatsen waardoor ze nuttig kunnen aangewend worden.


raad voorgelegd:

1. Exploitatie Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven:

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B2) wordt

vermeerderd met 2.680 EUR. Het gaat om uitgaven voor overige diensten en

leveringen onder de budgetsleutel 0680/61300000 (ramingsnummer

2014000135).

In de doelstellingnota 2014 komt dit op pagina 6 van 38 BDS Niet in

doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Vrije Tijd A Overhead

Provinciale Groendomeinen regio Mechelen.

2. Investeringsenveloppe IE07 - Vrije Tijd: 2014 – 2019 – Uitgaven. Voor de

investeringsuitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B4) wordt een totaal

van 2.680 EUR minder ingeschreven als verbinteniskrediet onder de

investeringsenveloppe IE07 – Vrije Tijd: 2014 – 2019. Het gaat om rollend

materiaal op de budgetsleutel 0680/24100000 (ramingsnummer 201400149).

Dit verbinteniskrediet wordt ingeschreven onder de transactiekredieten van de

verschillende jaren. Enkel het transactiekrediet voor 2014 wijzigt.


176

In de doelstellingnota 2014 komt dit op pagina 6 van 38



A Overhead Provinciale Groendomeinen regio Mechelen.




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;

Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van krediet;


BESLUIT:

Artikel 1:


volgende wijziging: vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 2.680 EUR.

Artikel 2:


de Investeringsenveloppe IE07 – Vrije Tijd: 2014 - 2019, Rubriek II.A.3. Roerende

goederen – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen:

vermindering van transactiekrediet 2014 met 2.680 EUR

het verbinteniskrediet wordt bijgevolg verminderd met 2.680 EUR.




177


Vierde reeks wijzigingen van 2014. Dienst Vrijetijds- en

Landschapsbeleving. Verhoging exploitatiebudget.











Investeringsenveloppe IE07 - Vrije Tijd: 2014 - 2019




Budget 2014. Schema B5. Liquiditeitenbudget

Beleidsdomein Algemene Financiering - Uitgaven



Op diverse budgetten, beheerd door de Dienst Vrijetijds- en Landschapsbeleving –

Departement Vrije Tijd – resten nog wat middelen die niet meer aangewend kunnen

worden. Op het exploitatiebudget dreigt echter een tekort tegen het einde van het

jaar.

Voorgesteld wordt deze restbudgetten (totaal 19.000 EUR) over te brengen via

budgetwijziging naar de exploitatiekredieten.


raad voorgelegd.

1. Exploitatie Beleidsdomein Vrije Tijd – Uitgaven.


vermeerderd met 19.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor promotie onder de





AP We maken het provinciale recreatieve, sportieve en toeristische vrijetijdsaanbod

bekend en organiseren of participeren aan promotiecampagnes die ons beleid en

aanbod ondersteunen.

A Het eigen provinciale vrijetijdsaanbod promoten via het ontwikkelen van nieuwe

producten.


178

2. Investeringsenveloppe Vrije Tijd – Uitgaven.

Voor de investeringsuitgaven van Beleidsdomein Vrije Tijd (schema B4) wordt een

totaal van 6.500,00 EUR minder ingeschreven als verbinteniskrediet onder de

investeringsenveloppe IE07 – Vrije Tijd: 2014 - 2019. Het gaat om roerende

goederen in de vorm van installaties, machines en uitrusting op de budgetsleutel

0711/23000000 (ramingsnummer 2014001901). Dit verbinteniskrediet wordt

ingeschreven onder de transactiekredieten van de verschillende jaren.

Enkel het transactiekrediet voor 2014 wijzigt.




AP We maken het provinciale recreatieve, sportieve en toeristische vrijetijdsaanbod

bekend en organiseren of participeren aan promotiecampagnes die ons beleid en

aanbod ondersteunen.

A Het eigen provinciale vrijetijdsaanbod promoten via het ontwikkelen van nieuwe

producten.

3. Exploitatie Beleidsdomein Algemene Financiering – Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van het Beleidsdomein Algemene Financiering (schema B2)

wordt verminderd met 4.500,00 EUR. Het gaat om rente, commissies en kosten

verbonden aan schulden onder de budgetsleutel 0040/65000000 (ramingsnummer

2014002172).




AP We versterken het aanbod bovenlokale sportinfrastructuur, enerzijds door

verder sportinfrastructuur te ontwikkelen in de provinciale domeinen, anderzijds

door planmatig nieuwe infrastructuur te realiseren i.s.m. derden op basis van een

bovenlokaal sportinfrastructuurplan.

A Ondersteunen van de uitbouw van bovenlokale sportinfrastructuur.

4. Andere (Liquiditeitenbudget) Beleidsdomein Algemene Financiering - Uitgaven

De andere uitgaven van Beleidsdomein Algemene Financiering (schema B5) worden

verminderd met 8.000,00 EUR. Het gaat om leasingschulden en soortgelijke

schulden in het kader van PPS-overeenkomsten die binnen het jaar vervallen onder





AP We versterken het aanbod bovenlokale sportinfrastructuur, enerzijds door

verder sportinfrastructuur te ontwikkelen in de provinciale domeinen, anderzijds

door planmatig nieuwe infrastructuur te realiseren i.s.m. derden op basis van een

bovenlokaal sportinfrastructuurplan.

A Ondersteunen van de uitbouw van bovenlokale sportinfrastructuur.



179



budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;



BESLUIT:

Artikel 1:



Artikel 2:


de investeringsenveloppe IE07 – Vrije Tijd: 2014 - 2019, Rubriek II.A.3. Roerende

goederen – Uitgaven zijn er de volgende wijzigingen:

vermindering van transactiekrediet 2014 met 6.500,00 EUR

Het verbinteniskrediet wordt bijgevolg verminderd met 6.500,00 EUR.

Artikel 3:



vermindering van transactiekrediet 2014 met 4.500,00 EUR.

Artikel 4:

Onder het beleidsdomein Algemene Financiering bij het Liquiditeitenbudget –


vermindering van transactiekrediet 2014 met 8.000,00 EUR.




180


Vierde reeks wijzigingen van 2014

Verschuiving krediet naar de Dienst Landbouw en Plattelandsbeleid

in functie van de opmaak van kansenkaarten voor samenwerking

tussen landbouw, water en natuur.


Beleidsdomein Leefmilieu. Exploitatiebudget – Uitgaven



Exploitatiebudget – Uitgaven



In zitting van 7 augustus gunde de deputatie de opmaak van kaarten met kansen

voor samenwerking tussen landbouw, natuur en water voor een bedrag van

51.487,92 EUR inclusief BTW (42.552,00 EUR exclusief BTW) aan de Anteagroup.

De opmaak van de kaarten met kansen voor samenwerking tussen landbouw,

natuur en water is een samenwerking tussen de dienst Landbouw- en

Plattelandsbeleid, dienst Integraal Waterbeleid en dienst Duurzaam Milieu- en

Natuurbeleid. Deze drie diensten werden eveneens betrokken bij de gunning. De

financiering van de kaarten gebeurt door de werkingsmiddelen van dienst

Landbouw- en Plattelandsbeleid en dienst Integraal Waterbeleid in een 50/50

verhouding.


raad voorgelegd.

1. Exploitatie Beleidsdomein Leefmilieu – Uitgaven.


verminderd met 25743,96 EUR. Het gaat om uitgaven voor Overige diensten en

diverse leveringen onder de budgetsleutel 0319/61300000 (2014000229).


PBDS Toepassen van zuinig ruimtegebruik en vrijwaren van de open ruimte als

leidraad binnen

het provinciaal beleid om tot een duurzame ruimte te komen.

AP We beheren de onbevaarbare waterlopen conform de principes van het integraal

waterbeleid en in een open communicatie met alle belanghebbenden.

A Het beheren van de provinciale waterlopen

2. Exploitatie Beleidsdomein Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid –

Uitgaven.


(schema B2) worden vermeerderd met 25743,96 EUR. Het gaat om uitgaven voor

Overige diensten en diverse leveringen onder de budgetsleutel 0530/61300000

(2014000521).



181



deelgebieden.

AP Ondernemingen hebben ruimte nodig om te ondernemen. De provincie moedigt

het innovatief omgaan met ruimte en productieprocessen en het clusteren van

kennis- en innovatie initiatieven aan. Het actieplan vindt aansluiting bij de Vlaamse

beleidsvisie rond ruimtelijke economie, het nieuw industrieel beleid en de Fabriek

van de Toekomst en wordt ingekapseld in de provinciale visie rond duurzaam

ruimtegebruik (bedrijventerreinen, detailhandel, incubatoren, bedrijvencentra,...).

A Agrocomplex. LB. Landbouwbeleid




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;



BESLUIT:

Artikel 1:

Onder het beleidsdomein Leefmilieu bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er


Vermindering van transactiekrediet 2014 met 25.743,96 EUR

Artikel 2:


Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen:

Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 25.743,96 EUR




182


Vierde reeks wijzigingen van 2014

Verschuiving kredieten voor de aankoop van tablets en GSM's.





Beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie.




Binnen de dienst Integraal Waterbeleid worden alle aspecten van het beheer van de

provinciale waterlopen behartigd door de afdeling Beheer. In elk van de 5 districten

is een team bestaande uit een ingenieur en één of meerdere controleurs

verantwoordelijk voor de opvolging van het beheer van de waterlopen en het

behandelen van adviesvragen, machtigingen en klachten. Om deze opvolging ook

op het terrein vlot en snel te laten verlopen werd in 2013 een robuuste weers- en

valbestendige tablet aangekocht waarmee de op kantoor reeds gebruikte

softwaretoepassingen beschikbaar kunnen worden gesteld op het terrein voor de

opmaak van PV’s van keuring, de opvolging van de verschillende ruimings- en

herstellingswerken, alsook de behandeling van adviesvragen en machtigingen. Het

gebruik van zo’n tablet werd ondertussen uitvoerig getest en blijkt een grote

meerwaarde in te houden voor de werking van de dienst en de dienstverlenging

naar de burgers toe. Daarom stelt de dienst Integraal Waterbeleid voor om

4 bijkomende tablets aan te kopen zodat elk districtsteam over 1 tablet kan

beschikken. Een tablet kost ongeveer 4.500 EUR en ze zullen aangekocht worden

door het Departement ICT.

De voorgestelde kredietverschuiving moet ook de aankoop van twee performante

GSM-toestellen van het type iPhone mogelijk maken voor respectievelijk het

departementshoofd van het departement Leefmilieu en de directeur van de dienst

Integraal Waterbeleid.


raad voorgelegd.

1. Exploitatie Beleidsdomein Leefmilieu – Uitgaven.


verminderd met 20.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor Overige diensten en

diverse leveringen onder de budgetsleutel 0319/61300000 (2014000229).


PBDS Toepassen van zuinig ruimtegebruik en vrijwaren van de open ruimte als

leidraad binnen

het provinciaal beleid om tot een duurzame ruimte te komen.

AP We beheren de onbevaarbare waterlopen conform de principes van het integraal

waterbeleid en in een open communicatie met alle belanghebbenden.

A Het beheren van provinciale waterlopen


183

2. Exploitatie Beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie –

Uitgaven.

De exploitatie uitgaven van Beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie

(schema B2) worden vermeerderd met 20.000,00 EUR. Het gaat om uitgaven voor

Overige diensten en diverse leveringen onder de budgetsleutel 0190/61300000

(2014000794).


BDS Het departement ICT streeft ernaar om op een efficiënte manier het beleid en

de provinciale dienstverlening vanuit onze ICT kennis en expertise te ondersteunen.

DICT levert toegevoegde waarde door de ICT dienstverlening te garanderen,

processen vorm te geven en behoeften te vertalen. Daarnaast maken we bewust

keuzes samen met alle betrokken partijen om een coherent ICT beleid uit te dragen

en dit binnen een maatschappelijke kader.

AP Opzetten en garanderen van de continuïteit van de ICT dienstverlening ter

ondersteuning van de mandatarissen, de verschillende entiteiten en de

medewerkers van het bestuur.

A Continuïteit verzorgen van de ICT systemen en applicaties door het onderhouden

en uitbreiden van de capaciteit zodanig dat we de reguliere werking en de

standaard ICT services kunnen garanderen door: - Onderhoud uit te voeren van de

applicaties en de ICT systemen; - Voorzien van de eerste, tweede en derde lijns

support met interne of externe medewerkers ter ondersteuning en voor de

uitvoering van de services; - Voorzien van de service contracten met leveranciers

van diensten en specifieke services




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;



BESLUIT:

Artikel 1:

Onder het beleidsdomein Leefmilieu bij het Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er


Vermindering van transactiekrediet 2014 met 20.000,00 EUR


184

Artikel 2:

Onder het beleidsdomein Informatie- en Communicatietechnologie bij het

Exploitatiebudget – Uitgaven zijn er volgende wijzigingen:

Vermeerdering van transactiekrediet 2014 met 20.000,00 EUR




Budget 2014. Vierde reeks wijzigingen.

Aanpassing van de dotaties van de autonome provinciebedrijven

APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen (POA),

APB Provinciaal Vormingscentrum Malle (PVM),

APB Zilvermuseum Sterckshof Provincie Antwerpen (ZM),

APB Modemuseum Provincie Antwerpen (MOMU), APB

Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA),

APB Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer (PRZ),

APB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre (PRDS) en

APB Kamp C (KMPC) en het extern verzelfstandigde

agentschap privaat met vzw-structuur

EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij (PV).

Goedkeuring.


Naar aanleiding van de vierde reeks wijzigingen aan het budget 2014 werd door de

deputatie in zitting van 4 september 2014 beslist tot het overhevelen van bepaalde

kredieten van het provinciale budget naar het budget van de autonome

provinciebedrijven (APB’s) en de extern verzelfstandigde agentschappen privaat

met vzw-structuur (EVAP’s) of omgekeerd.

In het provinciale budget worden de verminderingen respectievelijk

vermeerderingen van de kredieten tegengewogen door het verhogen respectievelijk

verlagen van de dotatie aan enkele provinciebedrijven in het initiële budget van

2014.

Het evenwicht van het budget blijft evenwel bewaard.

De wijzigingen in de budgetten van de respectievelijk autonome provinciebedrijven

en extern verzelfstandigde agentschappen privaat met vzw-structuur dienen

voorgelegd te worden aan de provincieraad.




budgetwijzigingen;


185






budgetwijzigingen;



BESLUIT:

Enig artikel:

Goedgekeurd wordt de hierna volgende opsomming van kredietvermeerderingen

en/of –verminderdingen bij de vierde reeks wijzigingen aan het budget 2014 voor

de autonome provinciebedrijven APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen (POA), APB

Provinciaal Vormingscentrum Malle (PVM), APB Zilvermuseum Sterckshof Provincie

Antwerpen (ZM), APB Modemuseum Provincie Antwerpen (MOMU), APB

Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen (APA), APB Provinciaal Recreatiedomein

Zilvermeer (PRZ), APB Provinciaal Recreatiedomein De Schorre (PRDS) en APB

Kamp C (KMPC) en het extern verzelfstandigde agentschap privaat met

vzw-structuur EVAP Proefbedrijf Pluimveehouderij (PV).










186


187


188


189


190


191


192


193


194


195


Budget 2014. Evenwicht na de vierde reeks wijzigingen. Goedkeuring.


Naar aanleiding van de vierde reeks wijzigingen aan het budget 2014 werd door de

deputatie in zitting van 11 september 2014 beslist tot het wijzigen van enkele

kredieten op het budget voor het jaar 2014.

Het evenwicht van het budget blijft bewaard.




budgetwijzigingen;




budgetwijzigingen;



BESLUIT:

Enig artikel:

Goedgekeurd wordt de hierna volgende opsomming van vermeerderingen en

verminderingen van kredieten door de vierde reeks wijzigingen aan het budget

2014.










196


197


198


199


200


201


202


203


204


205


206


207


208


209


210


211


212


213


214


215


216


217


218


219


220


221


222


223


224


225


226


227


228


229


Artikels 161 en 162 van het provinciedecreet, rapport aan

de provincieraad en deputatie over de thesaurietoestand,

de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, de evolutie van

de budgetten en de voorafgaande controle van de wettigheid

en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen.

Kennisname.

Verslag van de financieel beheerder

Artikel 161 van het provinciedecreet, van kracht geworden op 01/12/2006, bepaalt:

“De financieel beheerder rapporteert in volle onafhankelijkheid minstens éénmaal

per jaar aan de provincieraad en de deputatie.

Dat rapport omvat minstens een overzicht van de thesaurietoestand, de

liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, alsook de evolutie van de budgetten.

De financieel beheerder stelt tegelijkertijd een afschrift ter beschikking aan de

provinciegriffier en behalve in de gevallen voorzien in artikel 254, §4, aan de

externe audit commissie bedoeld in dat artikel.”


“De financieel beheerder rapporteert in volle onafhankelijkheid minstens eenmaal

per jaar aan de provincieraad over de uitvoering van zijn taak van voorafgaande

controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen.

Hij stelt tegelijkertijd een afschrift van dat rapport ter beschikking aan de

deputatie, de provinciegriffier en behalve in de gevallen voorzien in artikel 254, §4,

aan de externe audit commissie, bedoeld in dat artikel.”


“De financieel beheerder staat in volle onafhankelijkheid in voor:

1° de voorafgaande kredieten wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de

provincie met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden,

vastgesteld in titel IV;

2° het debiteurenbeheer, inzonderheid de invordering van de fiscale en niet-fiscale

ontvangsten.

Met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale

schuldvorderingen kan de financieel beheerder een dwangbevel uitvaardigen.

Een dergelijk dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaarderexploot.

Met betrekking tot de vervulling van de opdrachten, bedoeld in dit artikel,

rapporteert de financieel beheerder in volle onafhankelijkheid aan de deputatie en

aan de provincieraad.”

Voor alle rapporten, behalve het debiteurenbeheer, bepaalt het provinciedecreet in

de artikels 161 en 162 de frequentie.

In uitvoering van bovengenoemde artikels vindt U als bijlage de verplichte

rapporteringen (elektronisch raadpleegbaar in Sindala).

Van dit verslag heeft de deputatie, inclusief de provinciegriffier, kennis genomen in

zitting van 28 augustus 2014.


230


Gelet op de artikels 161 en 162 van het provinciedecreet waarin bepaald wordt aan

welke rapportering verplichtingen de financieel beheerder onderworpen is;

Gelet op het artikel 90, 2°, waarin voor de financieel beheerder de mogelijkheid

opgenomen wordt om in volle onafhankelijkheid te rapporteren over het

debiteurenbeheer zonder de frequentie te bepalen of op te leggen;

BESLUIT:

Artikel 1:

De provincieraad van Antwerpen neemt kennis van het rapport van de financieel

beheerder over de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole,

de evolutie van de budgetten, de voorafgaande controle van de wettigheid en

regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen betreffende het eerste

semester van 2014.

Artikel 2:

Van dit verslag wordt een afschrift bezorgd aan het Rekenhof.




VOORZITTER.- Ik stel voor om de agendapunten 4/45 tot en met 4/20 met één stemming

af te handelen. De raad stemt ermee in.


Provinciale overheidsopdrachten.

Antwerpen. Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.

Herstelling van de glas-in-loodramen aan noord- en

noordwestzijde ingevolge hagelschade van 9 juni 2014.

Ontwerp. Goedkeuring.


In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor de herstelling van de glas-in-

loodramen aan de noord- en noordwestzijde van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal

te Antwerpen, ingevolge hagelschade van 9 juni 2014.

In de nacht van 8 op 9 juni 2014 trok een supercel over de stad Antwerpen. Deze

uitzonderlijke hagelstorm bracht enorm veel schade toe, ook aan de Onze-Lieve-

Vrouwekathedraal. De hagel kwam overduidelijk uit de windrichting NNW, wat uit

het schadepatroon op de daken kan worden afgeleid. De impact van de hagelbollen

was enorm. Plaatselijk werden gaten in het leien dak geslagen tot op de

bebording; sommige hagelbollen sloegen dus dwars door drie lagen leien heen. Op

sommige plaatsen, gelukkig meer beperkt, kan duidelijk hagelimpact worden

vastgesteld op het natuursteenparement. Plaatselijk zijn er kleine kraters in de

natuursteen (van de recent gerestaureerde noordgevel – cf. fase 8). De


231

gebrandschilderde glas-in-loodramen werden gelukkig reeds voorzien van een

voorzetbeglazing, waardoor hieraan geen schade werd aangebracht, maar de niet-

gebrandschilderde glasramen van de middenbeuk en het hoogkoor werden aan de

noordzijde doorzeefd. De aanwezigheid van UV-werende folies aan de binnenzijde

van deze ramen maakte dat de rondvliegende glasscherven werden

tegengehouden en op het triforium vielen, anders was er mogelijk ook schade aan

kunstobjecten in het interieur.

Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor de herstelling van deze glas-in-

loodramen voorgelegd, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en

omvattende bijzonder bestek, gedetailleerde en samenvattende opmeting,

kostenraming en plannen.

De kostenraming van deze werken bedraagt 142 350,00 EUR + 29 893,50 EUR

(21 % btw) = 172 243,50 EUR.

De deputatie stelt uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze

van gunnen van de werken de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met

bekendmaking, op basis van artikel 26, § 2, 1°, d) van de Wet

overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten

van 15 juni 2006, vast te stellen.

Het ontwerp is digitaal beschikbaar.

De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 september 2014.


Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet;

Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van krediet voor de herstelling

van de glas-in-loodramen aan de noord- en noordwestzijde van de Onze-Lieve-

Vrouwekathedraal te Antwerpen, ingevolge hagelschade van 9 juni 2014;


BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor de herstelling van de

glas-in-loodramen aan de noord- en noordwestzijde van de Onze-Lieve-

Vrouwekathedraal te Antwerpen, ingevolge hagelschade van 9 juni 2014,

opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt als wijze van

gunnen van deze werken de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met

bekendmaking, op basis van artikel 26, § 2, 1°, d) van de Wet

overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten

van 15 juni 2006, vast.



232



Antwerpen/Berchem. Coveliersgebouw.

Heraanleg parking. Verrekening nr. 2. Goedkeuring.


In zitting van 4 december 2008 besliste de deputatie bovenstaande werken te

gunnen aan nv Interplant te Londerzeel, thans nv Krinkels te Brussel voor een

bedrag van 417.374,31 EUR (incl. btw).

In vergadering van 25 oktober 2012 hechtte uw raad goedkeuring aan de werken in

meer met een bedrag van 384.033,44 EUR, opgenomen in verrekening nr. 1 bij

deze opdracht en werd kennis genomen van de werken in min ingevolge deze

verrekening met een bedrag van 85.687,46 EUR (bedragen incl. btw).

Thans wordt verrekening nr. 2 van werken in min en meer voorgelegd,

omvattende:

in min in meer Aanpassingen antiparkeerpaaltjes: 4.342,42 EUR Parkeervakken mindervaliden: 330,38 EUR Correctie verrekening schilderwerken, opgenomen in verrekening nr. 1: 14.467,09 EUR Diverse minwerken: 61.892,58 EUR

Totaal in min / meer: 76.359,67 EUR 4.672,80 EUR Blijft in min: 71.686,87 EUR 21% btw: 15.054,24 EUR

Algemeen totaal: 86.741,11 EUR

Voormelde wijzigingen worden in detail verantwoord in een aparte nota van de

dienst Infrastructuur en Vastgoed.



Gelet op het besluit van de provincieraad, genomen in vergadering van 27 juni

2013, betreffende de invulling van het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel

43.§2.9° en 11° van het provinciedecreet;


BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad hecht goedkeuring aan de werken in meer met een bedrag van

5.654,09 EUR (incl. btw), opgenomen in verrekening nr. 2 bij de opdracht voor de

heraanleg van de parking van het Coveliersgebouw te Berchem, Antwerpen,

opgedragen aan de nv Krinkels te Brussel.

De provincieraad neemt akte van de werken in min met een bedrag van

92.395,20 EUR (incl. btw), opgenomen in deze verrekening.



233



Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre.

Fase 1: aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel.

Verrekening nr. 3. Goedkeuring.


Uw raad keurde in vergadering van 25 oktober 2012 het ontwerp goed voor het

aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel bij het provinciaal recreatiedomein

De Schorre te Boom, opgemaakt door de ontwerper, nv Antea Belgium te Berchem,

Antwerpen en met de open aanbesteding als wijze van gunnen.

De kosten van deze werken werden geraamd op 243.151,78 EUR + 51.061,87 EUR

(21 % btw) = 294.213,65 EUR.

In zitting van 13 december 2012 besliste de deputatie deze werken te gunnen aan

nv Aannemingsbedrijf L. Janssens te Wilrijk, Antwerpen, voor een bedrag van

263.665,47 EUR (incl. btw).

In vergadering van 28 november 2013 hechtte uw raad goedkeuring aan

verrekening nr. 1 van werken in meer bij deze opdracht voor een bedrag van

61.761,51 EUR (incl. btw).

In vergadering van 30 april 2014 hechtte uw raad goedkeuring aan verrekening

nr. 2 van werken in min en meer bij deze opdracht voor een bedrag van

104.756,98 EUR in min en van 93.841,65 EUR in meer (telkens incl. btw).

Aan uw raad wordt thans verrekening nr. 3 voor goedkeuring voorgelegd. Deze

verrekening omvat de rechtzetting van een bedrag van 13.199,43 EUR (incl. btw)

(post buizen in polyethyleen voor drukleiding) dat abusievelijk te veel in min werd

aangerekend bij verrekening nr. 2.







BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad hecht goedkeuring aan de rechtzetting van een bedrag van

13.199,43 EUR (incl. btw) (post buizen in polyethyleen voor drukleiding), dat

abusievelijk te veel in min werd aangerekend bij verrekening nr. 2, opgenomen in

verrekening nr. 3 bij de opdracht voor fase 1: aanleggen van een gescheiden

rioleringsstelsel bij het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom,

opgedragen aan de nv Aannemingsbedrijf L. Janssens te Wilrijk, Antwerpen.



234



Lier – provinciaal instituut voor milieueducatie –

vernieuwen centrale verwarming - ontwerp. Goedkeuring.


In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor het vernieuwen van de

centrale verwarming in het provinciaal instituut voor milieueducatie te Lier.

Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze werken voorgelegd, opgemaakt

door nv Tractebel Engineering te Gent, en omvattende bijzonder bestek,

samenvattende opmeting, kostenraming en plannen.

De opdracht omvat voornamelijk het vernieuwen van de stookinstallatie van het

gebouw (met uitzondering van de conciërgewoning), het bijplaatsen van radiatoren,

het plaatsen van leidingen en het bijplaatsen van een luchtverwarmer.

De kostenraming van deze werken bedraagt 92.513,30 EUR + 19.427,79 EUR

(21 % btw) = 111.941,09 EUR.

Als wijze van gunnen van deze opdracht stelt de deputatie de vereenvoudigde

onderhandelingsprocedure met bekendmaking voor, in toepassing van artikel

26.§2.1°.d) van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,

leveringen en diensten van 15 juni 2006.

De deputatie keurde dit verslag in zitting van 4 september 2014 goed.





BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor het vernieuwen van de

centrale verwarming in het provinciaal instituut voor milieueducatie te Lier,

opgemaakt door nv Tractebel Engineering te Gent, en stelt als wijze van gunnen

van deze werken de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met

bekendmaking vast.



235



Mechelen. Provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker.

Onderhoud technische installaties. Ontwerp. Goedkeuring.


In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor het onderhoud van de

technische installaties in het provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker te

Mechelen.

Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze overheidsopdracht voor werken

voorgelegd, opgemaakt door nv Ingenium te Brugge en omvattende bijzonder

bestek, gedetailleerde en samenvattende opmeting, kostenraming en plannen.

Het ontwerp voorziet in het onderhoud en energiebeheer van een aantal installaties

van het gebouwencomplex bestaande uit het zwembad en de sporthal.

Deze installaties omvatten:

de installaties HVAC van beide gebouwen;

de waterbehandelingsinstallatie voor het zwembad;

de installaties eigen aan het zwembad, met name de beweegbare bodem en

het drenkelingensysteem;

het gebouwenbeheersysteem dat zich in het zwembad bevindt. Op dit

gebouwenbeheersysteem zijn ook een aantal andere gebouwen aangesloten

(sporthotel, tribune,…).

De opdracht zal gesloten worden voor één jaar en kan maximaal driemaal voor één

jaar verlengd worden.

De kostenraming van deze werken bedraagt 616.700,00 EUR + 129.507,00 EUR

(21 % btw) = 746.207,00 EUR voor vier jaar.

De deputatie stelt als wijze van gunnen van deze opdracht de open aanbesteding

voor.

De deputatie keurde dit verslag in zitting van 4 september 2014 goed.





BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor het onderhoud van de

technische installaties in het provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker te

Mechelen, opgemaakt door nv Ingenium te Brugge, en stelt als wijze van gunnen

van deze overheidsopdracht voor werken de open aanbesteding vast.



236



Mechelen. Provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker.

Aanpassing en uitbreiding met een zwembad van

het bestaande hoofdgebouw. Ontwerpopdracht.

Aanvullende diensten en bijkomende uitgaven. Goedkeuring.


In zitting van 17 december 2009 besliste de deputatie de ontwerpopdracht voor de

aanpassing en uitbreiding met een zwembad van het bestaande hoofdgebouw van

het provinciaal sporten recreatiecentrum De Nekker te Mechelen te gunnen aan

bv VenhoevenCS te Amsterdam voor de prijs van 1.662.123,17 EUR (incl. btw), op

basis van het geraamd projectbudget van 11.600.000,00 EUR (excl. btw).

In vergadering van 5 mei 2011 nam uw raad kennis van de bijkomende erelonen

met een bedrag van 574.266,93 EUR (incl. btw) ingevolge de stijging van het

projectbudget en de bijkomende diensten bij de ontwerpopdracht, waarvan de

totale waarde toen geraamd werd op 2.236.390,10 EUR (incl. btw)

In de opdracht was de veiligheidscoördinatie voor het gedeelte buitenaanleg niet

begrepen.

Op 8 februari 2013 bezorgde voormelde ontwerper, op verzoek van de dienst

Infrastructuur en Vastgoed hiervoor een offerte voor een bedrag van 4.496,10 EUR

+ 944,18 EUR (21% btw) = 5.440,28 EUR. Dit bedrag wordt als billijk beschouwd.

Aan uw raad wordt voorgesteld deze aanvullende diensten goed te keuren voor

voormeld bedrag.

Als gevolg van de stijging van het projectbudget en voormelde bijkomende diensten

wordt het ereloon thans geraamd op 2.410.722.91 EUR (incl. btw), als volgt

berekend:

Bouwbudget Ereloon

Bouwwerken incl. onderhoud 15.208.550,54 EUR 11,84% 1.800.692,38 EUR

Resterend onderhoud (raming) 50.000,00 EUR 11,84% 5.920,00 EUR

Buitenaanleg en binneninrichting 1.426.700,00 EUR 8,5% 121.269,50 EUR

Bijkomende diensten EPB-verslaggeving, veiligheids-

coördinatie, haalbaarheidsstudie alternatieve energie, duurzaamheidsadvies, quick scan sporthal en integratie onderhoud in het ontwerpdossier

forfaitair 64.451,10 EUR

Totaal excl. btw 1.992.332,98 EUR

Btw 21% 418.389,93 EUR

Totaal incl. btw 2.410.722,91 EUR

Ten opzichte van voormelde kennisname door uw raad in vergadering van 5 mei

2011 is de waarde van de ontwerpopdracht dus 174.332,81 EUR (incl. btw)

gestegen en ook deze tweede bijkomende uitgaven dienen voor kennisname

voorgelegd aan uw raad.



237






BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad hecht goedkeuring aan aanvullende diensten voor een bedrag van

5.440,28 EUR, incl. 21% btw (veiligheidscoördinatie voor gedeelte buitenaanleg) en

neemt kennis van de bijkomende erelonen voor een bedrag van 174.332,81 EUR

(incl. btw) ingevolge de stijging van het projectbudget en de bijkomende diensten

bij de ontwerpopdracht voor de aanpassing en uitbreiding met een zwembad van

het bestaande hoofdgebouw van het provinciaal sporten recreatiecentrum De

Nekker te Mechelen, opgedragen aan bv VenhoevenCS te Amsterdam.


De heer VOLLEBERGH.- Een tegenstem van onze fractie op punt 4/20.



geopend.







Antwerpen. Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.

Restauratie. Fase 11b: reiniging en restauratie van

schilderwerk en meubilair van de Heilig Hart

van Mariakapel (kapel K12). Verrekening nr. 2.

Kennisname.


Uw raad keurde in vergadering van 24 november 2011 het ontwerp goed voor fase

11b: reiniging en restauratie van schilderwerk en meubilair van de Heilig Hart van

Mariakapel (kapel K12) bij de restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te

Antwerpen, opgemaakt door Architectenbureau R. Steenmeijer & H. Baksteen te

Antwerpen, en met de open aanbesteding als wijze van gunnen.


238

De kosten van deze werken werden geraamd op 114 721,00 EUR + 24 091,41 EUR

(21 % btw) = 138 812,41 EUR.

In zitting van 13 december 2012 besliste de deputatie deze werken te gunnen aan

thv De Witte - Verbeke - Vereecke te Sint-Niklaas, voor een bedrag van

87 307,55 EUR (incl. btw).

In vergadering van 27 februari 2014 besliste uw raad goedkeuring te hechten aan

verrekening nr. 1 bij deze opdracht met een bedrag in meer van 16 791,78 EUR

(incl. btw).

Thans wordt verrekening nr. 2 van werken in min voor kennisname aan uw raad

voorgelegd, onder verwijzing naar de bijgevoegde verantwoording vanwege

Architectenbureau R. Steenmeijer & H. Baksteen te Antwerpen, omvattende:

in min

9.1 Herplaatsen armaturen: 90,00 EUR

9.2 Aansluiten armaturen: 165,00 EUR

- Totaal in min: 255,00 EUR

- 21% btw: 53,55 EUR

- Algemeen totaal: 308,55 EUR







BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad neemt kennis van de werken in min ten bedrage van 308,55 EUR

(incl. btw), opgenomen in verrekening nr. 2 voor fase 11b: reiniging en restauratie

van schilderwerk en meubilair van de Heilig Hart van Mariakapel (kapel K12) bij de

restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen, opgedragen aan

thv De Witte - Verbeke - Vereecke te Sint-Niklaas.





239



Antwerpen. Provinciaal instituut PIVA. Vernieuwen van

het oefenrestaurant en bouwen van een vleugel voor het

volwassenenonderwijs. Ontwerpopdracht.

Bijkomende uitgaven. Kennisname.


In zitting van 23 december 2010 besliste de deputatie de ontwerpopdracht voor het

vernieuwen van het oefenrestaurant en het bouwen van een vleugel voor het

volwassenenonderwijs bij het provinciaal instituut PIVA te Antwerpen te gunnen

aan de tijdelijke handelsvennootschap bvba Ontwerpatelier Bert Gebruers–Peter

Jannes - cvba A2O Architecten – nv Technum-Tractebel Engineering te Olen voor

een op basis van het geraamd projectbudget van 4.750.000,00 EUR berekende

prijs van 435.725,01 EUR (bedragen incl. btw).

In vergadering van 28 november 2013 nam uw raad kennis van de bijkomende

uitgaven ten bedrage van 207.555,48 EUR ingevolge de stijging van het

projectbudget, waarbij de totale waarde van de dienstenopdracht geraamd werd op

643.280,49 EUR (bedragen incl. btw).

Na eindafrekening van de werken bedraagt de totale waarde van de

dienstenopdracht 676.655,58 EUR (incl. btw), als volgt berekend:

eindtotaal: bouwbudget excl. btw

ereloon

bouwwerken 5.730.919,34 EUR 8,60% 492.859,06 EUR

buitenaanleg 341.197,61 EUR 8,60% 29.342,99 EUR

aanvullende werken 65.295,46 EUR 8,60% 5.615,41 EUR

veiligheidscoördinatie ontwerp 5.827.544,08 EUR 0,04% 2.331,02 EUR

veiligheidscoördinatie uitvoering 6.137.412,41 EUR 0,27% 16.571,01 EUR

EPB

FF 12.500,00 EUR

559.219,49 EUR

117.436,09 EUR

676.655,58 EUR

Deze tweede bijkomende uitgaven van 676.655,58 EUR – 643.280,49 EUR of

33.375,09 EUR (incl. btw) dienen voor kennisname voorgelegd aan uw raad.








240

BESLUIT

Enig artikel:

Kennis wordt genomen van de tweede bijkomende uitgaven ten bedrage van

33.375,09 EUR (incl. btw) bij de ontwerpopdracht voor het vernieuwen van het

oefenrestaurant en het bouwen van een vleugel voor het volwassenenonderwijs bij

het provinciaal instituut PIVA te Antwerpen, gesloten met de tijdelijke

handelsvennootschap bvba Ontwerpatelier Bert Gebruers–Peter Jannes - cvba A2O

Architecten – nv Technum-Tractebel Engineering te Olen.




VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/23 tot en met 4/29 met één stemming af



Vastgoed. Herselt. Provinciaal groendomein Hertberg.

Aankoop weekendverblijven. Goedkeuring.


Naar aanleiding van de omzendbrief van voormalig minister van Ruimtelijke

Ordening Dirk Van Mechelen dd. 2003 waarbij de provincies de opdracht werd

gegeven om oplossingen uit te werken rond de problematiek van de

weekendverblijven, werkte de dienst ruimtelijke planning drie pilootprojecten uit

met name in Essen, Wuustwezel en Herselt.

Deze 3 pilootprojecten werden geconcretiseerd in een Provinciaal Ruimtelijk

Uitvoeringsplan dat op 22 september 2011 definitief werd goedgekeurd door uw

raad.

Inmiddels werd dit PRUP definitief goedgekeurd door Vlaams minister Muyters op

19 januari 2012. De beslissing werd op 14 februari 2012 gepubliceerd in het

Belgisch Staatsblad en is vanaf 21 februari 2012 van kracht.

Door de opmaak van dit PRUP werd het voor de cel Wonen (verantwoordelijk voor

sociaal luik in samenwerking met de Zonnige Kempen, IOK en CAW) mogelijk om

een herhuisvestingsluik op te zetten rond de uitgewerkte clusters. De Provinciale

Groendomeinen regio Kempen waren daarenboven geïnteresseerd in de aankoop

van de tot bos omgevormde percelen in clusters C13, C15 en C21, aangezien die

grenzen of in de nabijheid liggen van het Provinciaal Groendomein Hertberg.

Daarenboven zijn de gronden uitermate geschikt voor compensatiebebossing.

Op 16 mei 2013 besliste de deputatie om aan de bewoners die moeten verhuizen

een goed voorstel te doen voor aankoop om zo het risico van de

planschadevergoeding te voorkomen. Aan het team Portefeuillebeheer werd de

opdracht gegeven om de schattingsverslagen aan te vragen en de

onderhandelingen op te starten op basis van de prioriteitenlijst.


241

In overleg met CAW DE KEMPEN en de dienst Welzijn en Gezondheid werd een

prioriteitenlijst vastgesteld voor fase 1. 9 permanente bewoners toonden hun

interesse, waarvan 6 dossiers reeds zijn goedgekeurd in fase 1 en nu 3 worden

voorgesteld in fase 2 gelet op de beschikbare budgetten voor 2014 (Kinnaer en

Harnie) en 2015 (Laeveren- Dillen).

Voor deze 3 woningen werd een schattingsverslag bekomen en werden de

onderhandelingen opgestart.

Er werden inmiddels 3 verkoopbeloften bekomen voor:

1. De woning gelegen te Herselt, Drie Eyckenstraat 14E, eigendom van

mevrouw Kristina Kinnaer en kadastraal gekend als Herselt, 2e afdeling,

sectie M, nummers 670c, 670d en 670e, voor een bedrag van 100.00 EUR.

2. De woning gelegen te Herselt, Grote Hees 53, eigendom van de heer Harnie

Sven François Leon en kadastraal gekend als Herselt, 1e afdeling, sectie C,

nummers 326t en 326v voor een bedrag van 86.000 EUR.

3. De woning gelegen te Herselt, Grote Hees 49, eigendom van Leaveren Joeri

en Dillen Els en kadastraal gekend als Herselt 1e afdeling, sectie C, nummers

326s en 326l voor een bedrag van 161.000 EUR.

Alle bedragen vallen binnen de marges van de schattingsverslagen.

Voor deze percelen zijn bij OVAM geen gegevens gekend en zijn er aldus enkel

blanco bodemattesten voorhanden. Uit de VLAREBO-inlichtingen bleek bovendien

dat er geen hinderlijke activiteiten of inrichtingen zoals omschreven in VLAREBO

artikel 21 hebben plaatsgevonden.

Opgemerkt dient te worden dat volgende bijkomende voorwaarden in de

verkoopbeloften werden opgenomen en zullen worden opgenomen in de koopakten.

Voor de heer Sven Harnie:

“Bij het verlijden van de akte en ten vroegste op 5 november 2014 zullen de heer

Svan Harnie en mevrouw Nicky Michiels verhuizen en hun domicilie verplaatsen

naar hun nieuwe woonst.”

“De heer Harnie wenst zoveel mogelijk materialen mee te nemen naar zijn nieuwe

woonst.”

“De heer Harnie wenst tot 4 maanden na het verlijden van de akte gebruik te

maken van het goed. Hij zal niet meer verblijven op het goed maar hij wenst deze

tijd te gebruiken om rustig te kunnen verhuizen”

“De provincie neemt de kosten van de opmaak van het EPC en andere wettelijke

keuringen volledig ten laste.”

Voor de familie Laeveren – Dillen:

“De provincie verkrijgt het eigendom van het goed bij het verlijden van de akte. De

heer en mevrouw Laeveren – Dillen zullen voor het verlijden van de akte verhuizen

en hun domicilie verzetten. Ze behouden het genot van het goed echter tot

3 maanden na het verlijden van de akte”

“De provincie dient in te staan de volledige betaling van alle wettelijke attesten die

noodzakelijk zijn voor de verkoop (EPC, elektrische keuring,…)

“De heer en mevrouw Laeveren- Dillen wensen het maximaal aan materialen,

inclusief de chalet mee te nemen naar hun nieuwe woonst.”

“Indien de heer en mevrouw Laeveren – Dillen de chalet en aanhorigheden wensen

af te breken dan zullen de heer en mevrouw Laeveren – Dillen ervoor zorgen dat ze


242

over de nodige vergunningen beschikken om deze sloopwerken uit te voeren. De

afbraak van de chalet mag pas starten na het verlijden van de akte en moet

afgerond worden binnen 3 maanden na het verlijden van de akte. Na deze termijn

van 3 maanden krijgt de provincie het genot in de staat waarin het zich bevindt.”

Na aankoop zullen deze weekendverblijven in de loop van 2015 (de woningen van

Kinnaer en Harnie) en 2016 ( de woning van Leaveren-Dillen) worden afgebroken.

Krediet is beschikbaar voor deze aankopen in het budget 2014 (Kinnaer en Harnie)

en 2015 (Laeveren- Dillen).


De provincieraad van Antwerpen

Gelet op de opportuniteit die zich voordoet om de problematiek betreffende de

weekendverblijven te Herselt aan te pakken en om tegelijkertijd het provinciaal

groendomein Hertberg uit te breiden door de aankoop van 3 weekendverblijven te

Herselt kadastraal gekend als Herstel 2e afdeling, sectie M, nummers 670c, 670e

en 670d samen 2914 m² groot en Herselt 1e afdeling, sectie C, nummers 326t,

326v, 326s en 326l samen 3466 m² groot;

Gelet op de PRUP voor de clusters van weekendverblijven te Herstelt;



BESLUIT:

Artikel 1:

Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name

om een oplossing te bieden aan de problemen met de weekendverblijven te Herselt

en ter uitbreiding van het domein Hertberg en mogelijke boscompensatie wordt

machtiging verleend tot de aankoop van 3 weekendverblijven, te Herselt, ten

kadaster gekend als Herselt, 2e afdeling, sectie M, nummers 670c, 670e en 670d,

2914 m² groot en als Herselt 1e afdeling, sectie C, nummers 326t, 326v, 326l en

326s, 3466m² groot voor een totaalbedrag van 347.000 EUR en eigendom van

mevrouw Kinnaer Kristina (nummers 670c, 670e en 670d voor een bedrag van

100.000 EUR), de heer Harnie Sven (nummers 326t eb 326v voor 86.000 EUR) en

de familie Laeveren- Dillen (nummers 326s en 326l voor 161.000 EUR)

Artikel 2:

De provincieraad keurt bijkomende voorwaarden goed:

Voor de heer Sven Harnie:

“Bij het verlijden van de akte en ten vroegste op 5 november 2014 zullen de heer

Svan Harnie en mevrouw Nicky Michiels verhuizen en hun domicilie verplaatsen

naar hun nieuwe woonst.”

“De heer Harnie wenst zoveel mogelijk materialen mee te nemen naar zijn nieuwe

woonst.”

“De heer Harnie wenst tot 4 maanden na het verlijden van de akte gebruik te

maken van het goed. Hij zal niet meer verblijven op het goed maar hij wenst deze

tijd te gebruiken om rustig te kunnen verhuizen”

“De provincie neemt de kosten van de opmaak van het EPC en andere wettelijke

keuringen volledig ten laste.”


243

Voor de familie Laeveren – Dillen:

“De provincie verkrijgt het eigendom van het goed bij het verlijden van de akte. De

heer en mevrouw Laeveren – Dillen zullen voor het verlijden van de akte verhuizen

en hun domicilie verzetten. Ze behouden het genot van het goed echter tot

3 maanden na het verlijden van de akte”

“De provincie dient in te staan de volledige betaling van alle wettelijke attesten die

noodzakelijk zijn voor de verkoop (EPC, elektrische keuring,…)

“De heer en mevrouw Laeveren- Dillen wensen het maximaal aan materialen,

inclusief de chalet mee te nemen naar hun nieuwe woonst.”

“Indien de heer en mevrouw Laeveren – Dillen de chalet en aanhorigheden wensen

af te breken dan zullen de heer en mevrouw Laeveren – Dillen ervoor zorgen dat ze

over de nodige vergunningen beschikken om deze sloopwerken uit te voeren. De

afbraak van de chalet mag pas starten na het verlijden van de akte en moet

afgerond worden binnen 3 maanden na het verlijden van de akte. Na deze termijn

van 3 maanden krijgt de provincie het genot in de staat waarin het zich bevindt.”

Bijlage: ligging percelen

Herselt afdeling 2, sectie M, perceel 670c, 670d en 670e

Kinnaer Kristina


244

Herselt afdeling 1, sectie C, perceel 326v, 326t, 326s en 326l



Vastgoed. Putte. Aanleg retentiebekken Wolzakkenleibeek.

Grondaankoop. Pachtverbreking. Goedkeuring.


In vergadering van 26 september 2013 gaf de provincieraad machtiging tot de

aankoop van verschillende innemingen van het onteigeningsplan voor de aanleg

van een retentiebekken aan de Wolzakkenleibeek te Putte, waaronder inneming 2.

Achteraf is gebleken dat deze inneming verpacht is.

Harnie Sven

Laeveren - Dillen


245

De pachter is bereid om de pacht te verbreken tegen een vergoeding van

198,00 EUR, namelijk een vergoeding van 0,50 EUR/m² voor verbreking van de

pacht, verhoogd met 18,00 EUR voor mest en navetten.

Tevens vraagt hij dat hij de grond nog mag gebruiken tot einde november zodat hij

de oogst van 2014 nog kan binnenhalen.

Aan uw raad wordt voorgesteld hiermee akkoord te gaan.


Het dossier is digitaal beschikbaar.


Gelet op het besluit van onze raad van 26 september 2014 houdende machtiging

tot aankoop van onder andere inneming 2 van het onteigeningsplan voor de aanleg

van een retentiebekken aan de Wolzakkenleibeek te Putte;

Overwegende dat ondertussen gebleken is dat voormelde inneming verpacht is.

Overwegende dat de pachter bereid is tot verbreking van de pacht tegen de

vergoeding van 198,00 EUR, en met behoud van gebruik van de inneming tot einde

november 2014;



BESLUIT:

Enig artikel:

Het besluit van 26 september 2013 houdende machtiging tot aankoop van onder

andere inneming 2 van het onteigeningsplan voor de aanleg van een

retentiebekken aan de Wolzakkenleibeek te Putte, wordt als volgt aangevuld:

Aan Luc Horemans, pachter van inneming 2, wordt een vergoeding toegekend van

198,00 EUR voor pachtverbreking en mest & navetten.

Hij behoudt het gebruik van de grond tot en met 30 november 2014.



246


Vastgoed. Bornem. Provinciaal groendomein d'Ursel.

Aankoop perceel grond. Goedkeuring.


Domein d’Ursel moet in de nabije toekomst in compensatiebebossing (in natura)

voorzien. Voor deze compensatiebebossing werd een mogelijkheid gevonden in de

vorm van de aankoop van een perceel grond aan de rand van het domein,

eigendom van Nijs – Govaerts. Het betreft het een perceel “natuurgebied met

cultuurhistorische waarde”, kadastraal bekend als Bornem, 3e afdeling (Hingene),

sectie A, nummer 241 (zie overzichtsplan in bijlage), groot 3.365 m². Dit perceel is

tevens het laatste perceel natuurgebied binnen het beschermd landschap rond het

kasteel dat nog geen eigendom is van de provincie.

Er werd een schatting bekomen. Deze schatting bedraagt 8.700 EUR

(2,59 EUR/m²). Er werd met de eigenaars onderhandeld. Deze willen enkel

verkopen voor de prijs van 10.000 EUR (2,97 EUR/m²), die dus 1.300 EUR (of +/-

15%) boven de schatting ligt.

De vraag is of de provincie meer kan bieden dan de schattingsprijs. Er is geen

enkele wettekst of beginsel die dit verbiedt. De beginselen van behoorlijk bestuur

(redelijkheids-, zorgvuldigheids- en gelijkheidsbeginsel) verplichten het bestuur er

evenwel toe om de overschrijding van de schattingsprijs grondig te motiveren.

Deze motivatie kan uit verschillende argumenten voortvloeien, maar er wordt

algemeen aangenomen dat er een "bijzondere noodzaak" of een "uitzonderlijke

voorwaarde" moet zijn om dit toe te staan.

In casu zou hiervoor volgende argumentatie aangehaald kunnen worden:

De compensatiebebossing moet bij voorkeur gebeuren zo dicht mogelijk bij

de plaats van ontbossing. Het betreffende perceel is de enige mogelijkheid

hiervoor binnen het beschermd landschap d’Ursel.

Het is het enige perceel natuurgebied dat in de jaren ’90 niet werd

aangekocht door de provincie omdat de eigenaars destijds weigerden te

verkopen. Door de aankoop zou het hele beschermde gebied dus in één

hand komen.

In 1995 kocht de provincie het achterliggend perceel grond voor 83 BEF/m².

Geïndexeerd komt dit op 2,85 EUR/m². Het achterliggend perceel is echter

volledig ingesloten, terwijl perceel 241 aan de straat ligt.

Het perceel is volgens gewestplan gelegen in natuurgebied en volgens BPA HIN-5

“Landelijk gebied domein d’Ursel” in “natuurgebied met cultuurhistorische waarde”.

Krediet voor deze aankoop is beschikbaar in het budget 2014.

Bodemattesten zijn voor het betrokken perceel nog niet voorhanden, maar gelet op

de bestemming en invulling van het perceel worden hier geenszins problemen

verwacht. Indien toch zou blijken dat er verder onderzoek nodig is zal er terug aan

uw raad gerapporteerd worden.



247


Gelet op de mogelijkheid om op betrokken perceel compensatiebebossing te

voorzien;



BESLUIT:

Enig artikel:

Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, namelijk

voor uitbreiding van het domein d’Ursel, wordt machtiging verleend tot aankoop

van een perceel grond te Bornem, ten kadaster gekend als 3e afdeling, sectie A,

nummer 241, groot volgens kadaster 3.365 m² en eigendom van Nijs – Govaerts

voor een aankoopprijs van 10.000,00 EUR.

Bijlage: overzichtsplan

Perceel 241: eigendom Nijs - Govaerts


248



Vastgoed. Mechelen - Fiets-o-strade Antwerpen-Mechelen –

Grondaankoop. Goedkeuring.


In vergadering van 26 september 2013 gaf de provincieraad van Antwerpen haar

voorlopige goedkeuring aan de onteigeningsplannen met bijhorende motivatie ter

verantwoording van het openbaar nut voor de verwerving van 7 innemingen in

Mechelen, gelegen langs de spoorlijn Antwerpen-Mechelen in het kader van de

aanleg van de fietsostrade langsheen deze spoorlijn.

In zitting van 1 augustus 2013 keurde uw college de onteigeningsstaat goed

waarop de vergoeding van de grondwaarde, verhoogd met

wederbeleggingsvergoeding en wachtintresten en indien van toepassing verhoogd

met een vergoeding voor opstanden, berekend werd.

Een strook van 186,00m², deel uitmakend van het perceel ten kadaster gekend

Mechelen, tweede afdeling, sectie B, nummer 191 V, gelegen in woongebied, is

aangeduid als inneming 5, en eigendom van de heer Pertijs. Voor de verwerving

van deze grondstrook werd een aanbod gedaan ten bedrage van 48.323,00EUR,

zijnde het schattingsbedrag verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en

wachtintrest en vergoeding voor draadafsluiting. Tevens eigendom van de heer

Pertijs is een strook van 265,00m², deel uitmakend van het perceel Mechelen,

tweede afdeling, sectie B, nummer 186 X2, eveneens gelegen in woongebied en

aangeduid als inneming 6. Voor deze inneming werd een bod gedaan van

68.321,00EUR, zijnde het schattingsbedrag verhoogd met

wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest. Het totale aanbod voor beide

innemingen bedroeg dus 116.644,00EUR.

Gezien de holding van de heer Pertijs, wonende en gevestigd in Nederland, failliet

werd verklaard maakten beide percelen deel uit van een faillissement. De

Nederlandse rechtbank stelde Brekelmans Bewindvoeringen uit Waalwijk, Nederland

aan als bewindvoerder van de heer Pertijs op 8 maart 2013. Het is dan ook de

bewindvoerder die zich uiteindelijk akkoord verklaarde met het verkoopaanbod op

3 april 2014. De documenten werden overgemaakt aan de geassocieerde notarissen

Segers en Eyskens uit Weelde, die door de bewindvoerder werd aangesteld om de

verkoop namens de heer Pertijs te behartigen, echter met de opdracht het

verkoopaanbod nog niet aan de provincie door te zenden. Er was immers nog

onduidelijkheid over een eventuele gebruiksovereenkomst voor beide percelen ten

voordele van de vzw KV Mechelen of mogelijks in rechtsopvolging van de vzw

Yellow Red KV Mechelen. Uiteindelijk is gebleken dat zulke gebruiksovereenkomst

niet meer van kracht is, waardoor de notaris de toestemming kreeg om het

verkoopaanbod alsnog aan de provincie te bezorgen. De dienst ontving het

ondertekende verkoopaanbod op 15 juli 2014.

De bodemattesten voor deze innemingen zijn blanco.

Krediet voor deze aankoop is beschikbaar in het budget 2014.


249



Gelet op het “Masterplan Mobiliteit Antwerpen” waarin de verwezenlijking van het

traject Vrouwvliet tot Station Caputsteenstraat in Mechelen ten behoeve van de

fietsostrade Antwerpen-Mechelen werd opgenomen met bijhorend onteigeningsplan

dat op 26 september 2013 voorlopig werd goedgekeurd;

Overwegende dat voor innemingen 5 en 6 een verkoopbelofte werd bekomen tegen

de schattingsprijs, verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest en

een vergoeding voor draadafsluiting wat betreft inneming 5;



BESLUIT:

Enig artikel:

Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, wordt

machtiging verleend tot aankoop voor de aanleg van de fietsostrade Antwerpen-

Mechelen, vak Vrouwvliet tot Caputsteenstraat in Mechelen, van inneming 5, zijnde

186,00m², deel uitmakend van het perceel ten kadaster gekend als Mechelen 2,

sectie B, nummer 191 V en inneming 6, zijnde 265,00m², deel uitmakend van het

perceel ten kadaster gekend als Mechelen, 2, sectie B, nummer 186 X2, jegens de

heer Johannes Pertijs tegen de prijs van 116.644,00EUR, alle vergoedingen

inbegrepen.



Vastgoed. Geel & Mol. Aanleg fietsostrade Herentals-Balen.

Onteigeningsplans. Goedkeuring.


Voor de aanleg van de fietsostrade Herentals-Balen dienen te Geel en Mol tal van

gronden verworven te worden. De fietsostrade volgt zoveel spoorlijn 15.

Studiebureau Technum heeft daartoe onteigeningsplans opgesteld (14) met in

totaal 115 innemingen.

Het totaalbedrag voor de grondverwervingen wordt geraamd op 451.160,54 EUR.

In dit bedrag is inbegrepen: de grondprijs per m² (afhankelijk van de

stedenbouwkundige zonering) verhoogd met de bij onteigening gebruikelijke

wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest, en een vergoeding voor de opstanden.

Het bedrag kan in de loop van de onderhandelingen nog wijzigen omwille van

elementen die tot nu toe niet bekend zijn bij het provinciebestuur (zo kan

bijvoorbeeld bij de onderhandelingen blijken dat een eigendom verpacht is, zodat

ook aan de pachter een vergoeding verschuldigd is). Het nodige krediet voor de

grondverwervingen is voorzien.


250

Het openbaar nut en de noodzaak van de onteigening zijn verantwoord om diverse

redenen:

1° het openbaar nut:

De aanleg van de fietsostrade heeft tot doel het verbeteren van de

verkeersveiligheid, meer in het bijzonder voor de fietsers;

Het bevorderen van het fietsverkeer en de realisatie van het Bovenlokaal

Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF); meer bepaald de fietsostrade/hoofdroute

langs spoorlijn 15 (Herentals-Balen) die een rechtstreekse, conflictarme,

grotendeels autovrije directe verbinding maakt tussen Geel en Mol en verder

richting Herentals enerzijds en richting Balen anderzijds.

Het BFF werd in juni 2001 goedgekeurd door de Vlaamse regering. Het BFF is

opgenomen in het richtinggevend gedeelte van het Ruimtelijk Structuurplan

Provincie Antwerpen bij de herziening in 2011. Deze herziening werd goedgekeurd

door de provincieraad op 27 januari 2011 en door de Vlaamse minister van

Ruimtelijke Ordening op 4 mei 2011.

De selectie van de fietsostrade als hoofdroute en noodzaak van de realisatie werd

ook verankerd in de mobiliteitsplannen van de gemeenten Geel en Mol, conform

verklaard op respectievelijk 15 december 2011 en 19 april 2012.

De hoofdroute langs spoorlijn 15 (Herentals-Balen) is een van de routes met de

hoogste potenties aan gebruikers gezien:

- de aanwezigheid van talrijke scholen en arbeidsplaatsen in Herentals, Olen, Geel

en Mol

- het ontbreken van volwaardige, veilige, rechtlijnige en comfortabele fietspaden

tussen bovenvermelde centra

Deze routes zullen bij uitstek een alternatief kunnen bieden voor een vlotte

mobiliteit en betere leefbaarheid voor de omgeving.

Van deze route zijn al een aantal gedeelten gerealiseerd (bestaande infrastructuur).

Er blijven echter nog een aantal belangrijke “missing links” die met de realisatie

van de deelprojecten 5 tot 12 zullen worden ingevuld.

2° de noodzaak:

Door het traject van de fietsostrade langs de spoorlijn te leggen is gekozen voor het

“minst schadelijk” traject, waarbij de minste verwervingen van particulieren dienen

te gebeuren. Het grootste deel van de innemingen zal immers verlopen via

overeenkomst (bezettingscontract) met de NMBS.

In de mate van het mogelijke wordt geprobeerd om zoveel mogelijk percelen

minnelijk te verwerven. Uit ervaring bij de aanleg van de fietsostrades langs

spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen) en langs spoorlijn 25-27 (Antwerpen-Mechelen)

blijkt dat dit niet altijd lukt en dat onteigening nodig is.

Enkel de gronden die absoluut noodzakelijk zijn voor de aanleg van het fietspad

zullen worden onteigend.

De verschillende alternatieven werden vooraf grondig onderzocht. Tijdens de

gemeentelijke begeleidingscommissie (GBC) van 26 september 2012 werd gekozen

voor het tracé langs noordzijde van de spoorweg. Alle mogelijke tracékeuzes

werden onderzocht en afgewogen in de gecombineerde start/projectnota waarna

deze werd voorgelegd aan en goedgekeurd door de Provinciale Auditcommissie

(PAC) op 22 november 2012.

De noodzaak tot onteigenen is hoogdringend, om volgende redenen:

Voor het zachte verkeer zijn er geen veilige noch rechtstreekse verbindingen tussen

de kernen van Geel en Mol voorhanden.

De realisatie van de fietsostrade als belangrijke verbinding voor het zachte verkeer

tussen de kernen van Geel en Mol (en later naar Olen, Herentals en Balen) om een


251

verkeersluw alternatief te bieden voor het functionele fietsverkeer biedt een

oplossing. Hierdoor worden naast scholen ook veel arbeidsplaatsen goed en veilig

fietsbereikbaar.

Het oplossen van een verkeersonveilige situatie maakt dat een en ander

vanzelfsprekend hoogdringend is. Elk verkeersslachtoffer dat kan vermeden worden

door een snelle uitvoering van de infrastructuurwerken, maakt het uitvoeren

daarvan hoogdringend. De noodzaak tot het wegwerken van die

verkeersonveiligheid bestaat op dit ogenblik.

Het is een verhoogde prioriteit van het Vlaamse Gewest om het potentieel aan

fietsverplaatsingen verder in te vullen, door middel van veilige en degelijke

fietsverbindingen en om op die manier functionele verplaatsingen op een veilige

manier te laten plaatsvinden.

De stijging van de verkeersintensiteit, de toename van de trafiek van en de nog

stijgende ongevalscijfers bij fietsers benadrukken de hoogdringendheid van het

project. De fietsostrade dient uit veiligheid –en mobiliteitsoverwegingen absolute

prioriteit te krijgen en dit kan alleen als de noodzakelijke onteigeningen bij

hoogdringendheid worden gerealiseerd.

Een deel van het gehele traject van de fietsroutes langs spoorlijn 15 is reeds

gerealiseerd. Het is dus noodzakelijk om de “missing links”, waaronder huidige

deelprojecten 5 tot 12, op korte termijn te realiseren om een 100% effectieve

benutting van de routes te garanderen.

Het maatschappelijk verlangen om op bijzonder korte termijn een voldoende brede

en veilige fietsostrade aan te leggen is groot. Dit toont eens te meer aan dat de

onteigening bij hoogdringendheid moet gebeuren.

De deputatie stelt aan uw raad voor de voorgelegde onteigeningsplans alsook de

opgegeven motivatie ter verantwoording van het openbaar nut, noodzaak en

hoogdringendheid van de onteigening goed te keuren en aan de bevoegde

gemeenschapsminister machtiging tot onteigening bij hoogdringendheid te vragen.




Gelet op de voorgelegde onteigeningsplans;

Gelet op de motivatie ter verantwoording van het openbaar nut en de noodzaak van

de onteigening;

Gelet op de motivatie ter verantwoording van de hoogdringendheid;

Gelet op de schatting;




252

BESLUIT:

Artikel 1:

De hiernavolgende onteigeningsplans van studiebureau Technum van 28 maart

2014, projectnummer P.003730, voor de aanleg van een fietsostrade langs

spoorlijn 15 te Geel en Mol, worden goedgekeurd:

* deelproject 5 – Geel (4de afdeling):

- onteigeningsplan nummer IN20201C - precadnummer 13374-10271


- onteigeningsplan 1 nummer IN20201C – precadnummer 13374-10270






- onteigeningsplan nummer IN20201C – precadnummer 13376-10100

* deelproject 10 – Geel (1ste afdeling):

- onteigeningsplan nummer IN20201C – precadnummer 13008-10262

* deelproject 11 – Geel (1ste afdeling):

- onteigeningsplan 1 nummer IN20201D – precadnummer 13008-10263




* deelproject 12 – Geel (1ste afdeling) en Mol (3de afdeling):

- onteigeningsplan 1 nummer IN20201D (Geel) – precadnummer 13008-10264

- onteigeningsplan 2 nummer IN20202D (Mol) – precadnummer 13433-10123

- onteigeningsplan 3 nummer IN20203C (Mol) – precadnummer 13433-10124

Artikel 2:

Goedkeuring wordt gehecht aan de motivatie ter verantwoording van het openbaar

nut en de noodzaak van de onteigening:

1° het openbaar nut:

De aanleg van de fietsostrade heeft tot doel het verbeteren van de

verkeersveiligheid, meer in het bijzonder voor de fietsers;

Het bevorderen van het fietsverkeer en de realisatie van het Bovenlokaal

Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF); meer bepaald de fietsostrade/hoofdroute

langs spoorlijn 15 (Herentals-Balen) die een rechtstreekse, conflictarme,

grotendeels autovrije directe verbinding maakt tussen Geel en Mol en verder

richting Herentals enerzijds en richting Balen anderzijds.

Het BFF werd in juni 2001 goedgekeurd door de Vlaamse regering. Het BFF is

opgenomen in het richtinggevend gedeelte van het Ruimtelijk Structuurplan

Provincie Antwerpen bij de herziening in 2011. Deze herziening werd goedgekeurd

door de provincieraad op 27 januari 2011 en door de Vlaamse minister van

Ruimtelijke Ordening op 4 mei 2011.

De selectie van de fietsostrade als hoofdroute en noodzaak van de realisatie werd

ook verankerd in de mobiliteitsplannen van de gemeenten Geel en Mol, conform

verklaard op respectievelijk 15 december 2011 en 19 april 2012.

De hoofdroute langs spoorlijn 15 (Herentals-Balen) is een van de routes met de

hoogste potenties aan gebruikers gezien:

- de aanwezigheid van talrijke scholen en arbeidsplaatsen in Herentals, Olen, Geel

en Mol

- het ontbreken van volwaardige, veilige, rechtlijnige en comfortabele fietspaden

tussen bovenvermelde centra


253

Deze routes zullen bij uitstek een alternatief kunnen bieden voor een vlotte

mobiliteit en betere leefbaarheid voor de omgeving.

Van deze route zijn al een aantal gedeelten gerealiseerd (bestaande infrastructuur).

Er blijven echter nog een aantal belangrijke “missing links” die met de realisatie

van de deelprojecten 5 tot 12 zullen worden ingevuld.

2° de noodzaak:

Door het traject van de fietsostrade langs de spoorlijn te leggen is gekozen voor het

“minst schadelijk” traject, waarbij de minste verwervingen van particulieren dienen

te gebeuren. Het grootste deel van de innemingen zal immers verlopen via

overeenkomst (bezettingscontract) met de NMBS.

In de mate van het mogelijke wordt geprobeerd om zoveel mogelijk percelen

minnelijk te verwerven. Uit ervaring bij de aanleg van de fietsostrades langs

spoorlijn 12 (Antwerpen-Essen) en langs spoorlijn 25-27 (Antwerpen-Mechelen)

blijkt dat dit niet altijd lukt en dat onteigening nodig is.

Enkel de gronden die absoluut noodzakelijk zijn voor de aanleg van het fietspad

zullen worden onteigend.

De verschillende alternatieven werden vooraf grondig onderzocht. Tijdens de

gemeentelijke begeleidingscommissie (GBC) van 26 september 2012 werd gekozen

voor het tracé langs noordzijde van de spoorweg. Alle mogelijke tracékeuzes

werden onderzocht en afgewogen in de gecombineerde start/projectnota waarna

deze werd voorgelegd aan en goedgekeurd door de Provinciale Auditcommissie

(PAC) op 22 november 2012.

Artikel 3:

Goedkeuring wordt gehecht aan de motivatie ter verantwoording van de

hoogdringendheid van de onteigening:

Voor het zachte verkeer zijn er geen veilige noch rechtstreekse verbindingen tussen

de kernen van Geel en Mol voorhanden.

De realisatie van de fietsostrade als belangrijke verbinding voor het zachte verkeer

tussen de kernen van Geel en Mol (en later naar Olen, Herentals en Balen) om een

verkeersluw alternatief te bieden voor het functionele fietsverkeer biedt een

oplossing. Hierdoor worden naast scholen ook veel arbeidsplaatsen goed en veilig

fietsbereikbaar.

Het oplossen van een verkeersonveilige situatie maakt dat een en ander

vanzelfsprekend hoogdringend is. Elk verkeersslachtoffer dat kan vermeden worden

door een snelle uitvoering van de infrastructuurwerken, maakt het uitvoeren

daarvan hoogdringend. De noodzaak tot het wegwerken van die

verkeersonveiligheid bestaat op dit ogenblik.

Het is een verhoogde prioriteit van het Vlaamse Gewest om het potentieel aan

fietsverplaatsingen verder in te vullen, door middel van veilige en degelijke

fietsverbindingen en om op die manier functionele verplaatsingen op een veilige

manier te laten plaatsvinden.

De stijging van de verkeersintensiteit, de toename van de trafiek van en de nog

stijgende ongevalcijfers bij fietsers benadrukken de hoogdringendheid van het

project. De fietsostrade dient uit veiligheid –en mobiliteitsoverwegingen absolute

prioriteit te krijgen en dit kan alleen als de noodzakelijke onteigeningen bij

hoogdringendheid worden gerealiseerd.


254

Een deel van het gehele traject van de fietsroutes langs spoorlijn 15 is reeds

gerealiseerd. Het is dus noodzakelijk om de “missing links”, waaronder huidige

deelprojecten 5 tot 12, op korte termijn te realiseren om een 100% effectieve

benutting van de routes te garanderen.

Het maatschappelijk verlangen om op bijzonder korte termijn een voldoende brede

en veilige fietsostrade aan te leggen is groot. Dit toont eens te meer aan dat de

onteigening bij hoogdringendheid moet gebeuren.

Artikel 4:

Indien bij het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften worden ingediend geldt

deze raadsbeslissing als definitieve goedkeuring van de onteigeningsplans en de

motivatie van openbaar nut, noodzaak en hoogdringendheid van de onteigening.

Artikel 5:

Aan de bevoegde gemeenschapsminister wordt machtiging tot onteigening voor

openbaar nut gevraagd voor de innemingen aangeduid op de onder artikel 1

vermelde onteigeningsplans met toepassing van de procedure bij hoogdringende

omstandigheden zoals bepaald in de wet van 26 juli 1962.



Vastgoed. Mechelen. Sociale infrastructuur.

Aankoop gebouwencomplex aan de Paardenkerkhofstraat/

Nekkerspoelstraat. Koopvoorwaarde. Goedkeuring.


In vergadering van 27 juni jongstleden gaf uw raad machtiging tot de aankoop

jegens de stad Mechelen van een gebouwencomplex Paardenkerkhofstraat 174-182

en Nekkerspoelstraat 273-275 te Mechelen. De stad Mechelen onteigent deze

panden, eigendom van de Belgische Staat / Regie der Gebouwen, en verkoopt ze

onmiddellijk door aan de provincie.

Bedoeling is, zoals voorzien in het raadsbesluit, om de panden na de verwerving in

erfpacht te geven aan de sociale huisvestingsmaatschappij Woonpunt Mechelen.

De Staat als onteigende, beschikt over een recht van retrocessie. Indien de stad

Mechelen als onteigenaar, het doel van de onteigening niet realiseert, kan de Staat

de teruggave van de panden eisen. De Staat is bereid om in de verkoopakte aan de

stad, afstand te doen van dat recht, mits de provincie, aan wie de stad onmiddellijk

doorverkoopt, in de akte tussen stad en provincie uitdrukkelijk verklaart het doel

van de onteigening te zullen realiseren.

Het aankoopcomité heeft daarvoor volgende tekst in de koopakte ingelast:

“Bij ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands

Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse rand van 16 september 2013,

gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 oktober 2013 onder nummer

2013/205503, werd besloten dat het algemeen nut de onmiddellijke inbezitneming

vordert ten behoeve van de Stad MECHELEN met het oog op de realisatie van een

stadsvernieuwingsproject met een invulling van wonen en gemeenschaps-

ondersteuning Nekkerspoelstraat / Paardenkerkhofstraat, van de goederen


255

afgebeeld op het bij dit onteigeningsbesluit gevoegd plan. Ter voorkoming van een

gerechtelijke onteigeningsprocedure werden de bedoelde goederen bij akte

minnelijke onteigening verleden op heden door de instrumenterende ambtenaar

aan de stad Mechelen overgedragen. In die akte heeft de Stad Mechelen verklaard

dat zij het goed wil verkopen aan de Provincie Antwerpen, aan dezelfde prijs en

voorwaarden ter realisatie van het doel van de onteigening door de provincie en

heeft de Belgische Staat verklaard onder die voorwaarden te verzaken aan zijn

recht van wederafstand.

Derhalve wordt de huidige overeenkomst afgesloten onder de uitdrukkelijke

voorwaarde dat de kopende partij de verplichtingen van de Stad Mechelen

overneemt. De kopende partij verbindt zich het in het onteigeningsbesluit vermelde

doel te realiseren. De kopende partij mag met het oog daarop de goederen in

erfpacht geven.”

Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 11 september 2014



Gelet op het besluit van 27 juni jongstleden tot aankoop jegens de stad Mechelen

van een gebouwencomplex Paardenkerkhofstraat 174-182 en Nekkerspoelstraat

273-275 te Mechelen;

Gelet op het recht van retrocessie waarover de Belgische Staat beschikt;

Overwegende dat de Staat bereid is om in de verkoopakte aan de stad, afstand te

doen van dat recht, mits de provincie, aan wie de stad onmiddellijk doorverkoopt,

in de akte tussen stad en provincie uitdrukkelijk verklaart het doel van de

onteigening te zullen realiseren.



BESLUIT:

Enig artikel:

Het raadsbesluit van 27 juni 2014 houdende aankoop jegens de stad Mechelen van

een gebouwencomplex aan de Paardenkerkhofstraat 174-182 & Nekkerspoelstraat

273-275 te Mechelen, wordt als volgt aangevuld:

Akkoord wordt gegaan met de inlassing van volgende tekst in de akte van verkoop:

“Bij ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands

Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse rand van 16 september 2013,

gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 oktober 2013 onder nummer

2013/205503, werd besloten dat het algemeen nut de onmiddellijke inbezitneming

vordert ten behoeve van de Stad MECHELEN met het oog op de realisatie van een

stadsvernieuwingsproject met een invulling van wonen en

gemeenschapsondersteuning Nekkerspoelstraat / Paardenkerkhofstraat, van de

goederen afgebeeld op het bij dit onteigeningsbesluit gevoegd plan. Ter

voorkoming van een gerechtelijke onteigeningsprocedure werden de bedoelde

goederen bij akte minnelijke onteigening verleden op heden door de

instrumenterende ambtenaar aan de stad Mechelen overgedragen. In die akte heeft

de Stad Mechelen verklaard dat zij het goed wil verkopen aan de Provincie

Antwerpen, aan dezelfde prijs en voorwaarden ter realisatie van het doel van de


256

onteigening door de provincie en heeft de Belgische Staat verklaard onder die

voorwaarden te verzaken aan zijn recht van wederafstand.

Derhalve wordt de huidige overeenkomst afgesloten onder de uitdrukkelijke

voorwaarde dat de kopende partij de verplichtingen van de Stad Mechelen

overneemt. De kopende partij verbindt zich het in het onteigeningsbesluit vermelde

doel te realiseren. De kopende partij mag met het oog daarop de goederen in

erfpacht geven.”

VOORZITTER.- Mevrouw Moreau heeft het woord.

Mevrouw MOREAU.- Mijnheer de voorzitter, gelieve een tegenstem te noteren voor dit

punt. Zoals de vorige legislatuur vinden wij dat de aankoop van gronden hiervoor geen

kerntaak is van de provincie.


Vastgoed. Edegem. Universitair Bedrijvencentrum Antwerpen.

Verkoop gebouw. Goedkeuring.


Sinds 1993 is de provincie eigenaar van het Incubatie-en Innovatiecentrum

Universiteit Antwerpen, thans gekend onder de naam Universitair Bedrijvencentrum

Antwerpen.

De grond is eigendom van de Universiteit Antwerpen (UA). In 1992 verleende de

UA toelating aan de nv Copernicus om er een gebouw bestemd als incubatie- en

innovatiecentrum op te richten. Dit recht van opstal betrof 25.745,49 m² met een

looptijd tot 16 november 2042.

Bij akte van 22 juli 1993 droeg de nv Copernicus het opstalrecht over aan de

provincie en verkocht ze het opgerichte gebouw aan de provincie. In dezelfde akte

werd het pand vervolgens door de provincie verder verhuurd aan de vzw Incubatie-

en Innovatiecentrum Universiteit Antwerpen vzw (thans vzw UBCA).

De oppervlakte van het perceel grond waarop de opstal rust, werd in 2008

verminderd, toen de UA met instemming van de provincie een strook van

2.316,40 m² in erfpacht gaf aan de vzw Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid

om een revalidatiecentrum te bouwen.

Het UBCA is een bedrijvencentrum waarin verschillende kleine bedrijfjes gehuisvest

zijn. Ze genieten er van gespecialiseerde infrastructuur (onder meer laboratoria),

diensten en, in geval van spin-oofs, nauwe samenwerking met de UA. De

gelijknamige vzw, waarin POM en UA de belangrijkste stakeholders zijn, heeft tot

doel deze bedrijfjes op een duurzame manier te helpen groeien.

Het gebouw waarin UBCA is gehuisvest, is verouderd. In plaats van zwaar te

investeren in de renovatie van het huidige pand, kozen POM en UBCA ervoor in te

zetten op een nieuw incubatorgebouw in het wetenschapspark Waterfront te Niel.

De vzw Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid die op de site naast UBCA

ondertussen haar revalidatieziekenhuis heeft gebouwd, gaf te kennen

geïnteresseerd te zijn in de aankoop van het gebouw. POM en UA hebben met de

kandidaat-koper onderhandeld. Van belang was dat deze bereid was de continuïteit

van de huisvesting van de bedrijven in het UBCA te garanderen, in die zin dat zij

nog in het gebouw kunnen gehuisvest blijven tot het nieuwe incubatorgebouw af is.


257

Gelet op het maatschappelijke doel van de koper, en de faciliteiten die met de

koper konden afgesproken worden in verband met de continuïteit van de

huisvesting van de bedrijven in het UBCA, was de deputatie van oordeel dat in dit

dossier een onderhandse verkoop aangewezen is. Het gebouw is gelegen in een

zone voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, met specificatie

“universiteitspark” zodat een openbare verkoop ook minder evident is.

De waarde van het gebouw werd door het Aankoopcomité geschat op

766.000,00 EUR.

De koper zal de koopsom in 2 delen voldoen: 383.000,00 EUR voorafgaandelijk aan

de ondertekening van de akte, en 383.000,00 EUR op 1 juli 2015. Reden daarvan is

dat de koper niet het volle genot van het gebouw bekomt bij de ondertekening van

de akte. Ter waarborging van dit deel van de koopsom zal aan de

hypotheekbewaarder gevraagd worden een ambtshalve inschrijving te nemen.

Aan uw raad wordt voorgesteld machtiging tot de verkoop te geven.

Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 11 september 2014

en vervolledigd met artikel 3 van het besluit in zitting van 18 september 2014.


Overwegende dat de provincie via opstalrecht eigenaar is van het gebouw van het

Universitair Bedrijvencentrum op de campus van de Universiteit Antwerpen te

Edegem;

Overwegende de bouw van een nieuw incubatorgebouw te Niel;

Overwegende dat de vzw Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid, eigenaar van

het nabijgelegen revalidatiecentrum, het gebouw wenst te kopen, en tevens bereid

is de huisvesting van de in het gebouw gevestigde bedrijven te behouden tot het

nieuwe incubatorgebouw af is;

Gelet op de schatting;



BESLUIT:

Artikel 1:

Machtiging wordt verleend om, samen met de Universiteit Antwerpen, eigenaar van

de grond, over te gaan tot de verkoop van het gebouw van het Universitair

Bedrijvencentrum Antwerpen, ten kadaster gekend Edegem; 2de afdeling, sectie C

nummer 54E/deel, aangeduid op het plan van 28 mei 2014 van landmeter-expert

Marianne Vanhuffel, aan de v.z.w. Maatschappij van Kristelijke Liefdadigheid, tegen

de prijs van 766.000,00 EUR, toekomende aan de provincie als opstalhouder.


258

Artikel 2:

Alle kosten, rechten en erelonen van deze akte worden gedragen door de kopers,

met inbegrip van de plankosten. De kosten die evenwel betrekking hebben op de

leveringsplicht van de verkopers zijn ten laste van de verkopers.

Artikel 3:

Akkoord wordt ermee gegaan dat de koopsom betaald wordt in 2 gelijke delen van

383.000,00 EUR, het ene voorafgaandelijk aan de ondertekening van de

verkoopakte, waarna in de akte kwijting zal verleend worden voor dit deel, en het

andere op 1 juli 2015. Ter waarborging van dit laatste deel wordt aan de

hypotheekbewaarder gevraagd een ambtshalve inschrijving te nemen.



geopend.




1 lid heeft zich onthouden.

De agendapunten 4/23 tot en met 4/29 worden goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij

1 onthouding.


259

5. Onderwijs en jeugd


Budget 2014. Subsidie flankerend onderwijsbeleid.

Verdeling van krediet. Goedkeuring.


In het budget 2014 is onder het krediet 64900000/16/0869 een budget beschikbaar

van 193.205,00 EUR voor het voeren van een provinciaal flankerend

onderwijsbeleid.

Via een budgetwijziging werd reeds een bedrag van 730,28 EUR overgeheveld om

de subsidie aan Provinciaal onderwijs Vlaanderen te kunnen betalen.

In de zitting van 22 mei 2014 werd reeds ingestemd met de verdeling van

85.000 EUR van het budget en bleef er een saldo ter beschikking van

107.474,72 EUR.

De deputatie stelt voor om dit krediet als volgt te verdelen:

- Volkssterrenwacht Urania vzw voor ondersteuning van

het project De KR8/0/NAUTEN 3.500 EUR

- Universiteit Antwerpen voor ISUA/VOSEB 6.000 EUR

- Stichting Dirk Frimout SON voor de ‘Prijs Focus Aarde’ 1.000 EUR

- Kunst in Zicht vzw voor het project Kunstoppad³ 3.155 EUR

- Universiteit Antwerpen voor het project Cookbook 3.000 EUR

- Technica Turnhout voor het project ‘Techniek is tof’ 5.000 EUR

Indien uw raad hiermee instemt, bedraagt het saldo op het subsidiekrediet voor het

voeren van een provinciaal flankerend onderwijsbeleid nog 85.819,72 EUR.



Gelet op het budget 2014 van de provincie Antwerpen;

Gelet op het provinciedecreet;


BESLUIT:

Enig artikel:

Het krediet 64900000/16/0869 subsidies met betrekking tot flankerend

onderwijsbeleid van budget 2014, kan als volgt worden aangewend:

- Volkssterrenwacht Urania vzw voor ondersteuning van

het project De KR8/0/NAUTEN 3.500 EUR

- Universiteit Antwerpen voor ISUA/VOSEB 6.000 EUR

- Stichting Dirk Frimout SON voor de ‘Prijs Focus Aarde’ 1.000 EUR

- Kunst in Zicht vzw voor het project Kunstoppad³ 3.155 EUR

- Universiteit Antwerpen voor het project Cookbook 3.000 EUR

- Technica Turnhout voor het project ‘Techniek is tof’ 5.000 EUR

saldo later te verdelen: 85.819,72 EUR


260








Jeugddienst. Subsidiereglement ‘Innovatieve cultuurprojecten

in het voordeel van kinderen en jongeren in

een maatschappelijk kwetsbare situatie’. Goedkeuring.


Via het voormalig subsidiereglement ‘Subsidie van de provincie Antwerpen voor een

cultuurproject: voor en door jongeren’ zette de provincie jongeren aan tot

cultuurparticipatie en artistieke creativiteit. De provincie voorzag projectsubsidies

aan verenigingen van jongeren die cultuurprojecten voor jongeren organiseren in

hun vrije tijd.

Na de overdracht van de bevoegdheid voor jeugdcultuur naar de Jeugddienst werd

het reglement kritisch geëvalueerd en grondig hervormd tot het nieuw

subsidiereglement ‘bijzondere bovenlokale cultuurprojecten door jongeren’, dat op

30 april 2014 werd goedgekeurd in de provincieraad. Hierbinnen zetten we bewust

in op een beperkt aantal unieke cultuurprojecten door jongeren met een

bovenlokale impact.

De provincie Antwerpen stimuleert en ondersteunt een gevarieerd vrijetijdsaanbod

voor álle kinderen en jongeren met daarbij extra aandacht voor jeugd in een

maatschappelijk kwetsbare situatie. Aanvullend op bovenvermeld reglement,

waarin er plaats is voor ambitieuze jongerenorganisaties om zelf unieke en

bovenlokale cultuurprojecten op te zetten, lanceren we een nieuwe projectoproep

binnen de jeugd-, cultuur- en welzijnssector.

Met deze nieuwe thematische projectoproep, die op de kruising staat van

jeugdcultuur en jeugdwerk voor iedereen, willen we actoren uit de jeugd-, cultuur

en welzijnssector stimuleren om (samen) een innovatief cultuurproject en/of tool

uit te werken in het voordeel van kinderen en jongeren in een maatschappelijk

kwetsbare situatie.

Doelstellingen van deze projectoproep zijn:

• kunst en cultuur dichter bij deze kinderen en jongeren brengen;

• duurzame verbintenissen initiëren tussen de verschillende sectoren en

organisaties die hierin een waardevolle rol kunnen spelen;

• duurzame bovenlokale verspreiding van het proces en/of resultaat.

Om in aanmerking te komen voor een subsidie, moeten de aanvragers inhoudelijk

nadenken over het sociale en artistieke werkproces, het sociale en artistieke


261

eindresultaat alsook over de verbintenissen die ze willen aangaan. Binnen deze drie

inhoudelijke aspecten is kwaliteit en het vernieuwend karakter steeds een

belangrijk aandachtspunt.

We willen de geselecteerde organisaties een financiële ondersteuning van maximaal

15.000 EUR aanbieden, maar de samenwerking met de provincie Antwerpen gaat

verder. De bedoeling is om een gedragen partnership op te starten met de

subsidietrekker. We verwachten dat er tijdens de looptijd van het project twee keer

wordt deelgenomen aan overkoepelende initiatieven georganiseerd door de

provincie Antwerpen (in functie van uitwisseling en bijsturing). We verwachten ook

dat de subsidietrekker bereid is om mee te werken aan het uitdragen van het

project als goed voorbeeld binnen de provincie Antwerpen.

De jeugddienst stelt voor om het bijgaande nieuw subsidiereglement ‘Innovatieve

cultuurprojecten in het voordeel van kinderen en jongeren in een maatschappelijk

kwetsbare situatie’ goed te keuren.

De Jeugddienst beschikt over een budget van 90.000 EUR op het artikel

2014000660/2014/64900000/16/0750 - Subsidies Jeugdcultuur.

De Jeugddienst beschikt over een budget van 80.000 EUR op het artikel

2014000642/2014/64900000/16/0750 - Subsidies jeugdwerk voor iedereen.



Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning

en op de aanwending van sommige toelagen;

Overwegende dat het provinciebestuur een vrijetijdsaanbod wil stimuleren voor álle

kinderen en jongeren;


BESLUIT:

Enig artikel:

Het subsidiereglement ‘Innovatieve cultuurprojecten in het voordeel van kinderen

en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie’ wordt goedgekeurd.

SUBSIDIEREGLEMENT INNOVATIEVE CULTUURPROJECTEN IN HET VOORDEEL VAN KINDEREN EN JONGEREN IN EEN MAATSCHAPPELIJKE KWETSBARE SITUATIE Artikel 1. - Doel

De provincie Antwerpen stimuleert en ondersteunt een gevarieerd vrijetijdsaanbod voor alle kinderen en jongeren met daarbij extra aandacht voor jeugd in een maatschappelijk kwetsbare situatie. Met deze projectoproep willen we actoren uit de jeugd-, cultuur en welzijnssector stimuleren om (samen) een innovatief cultuurproject en/of tool uit te werken in het voordeel van kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie. Doelstellingen van deze projectoproep zijn:

kunst en cultuur dichter bij deze kinderen en jongeren brengen;

duurzame verbintenissen initiëren tussen de verschillende sectoren en organisaties die hierin een waardevolle rol kunnen spelen;

duurzame bovenlokale verspreiding van het proces en/of resultaat.


262

Binnen de perken van het goedgekeurde budget van de provincie Antwerpen en rekening houdend met de criteria die vernoemd worden in artikel 4, verleent de deputatie projectsubsidies aan innovatieve cultuurprojecten met een positieve impact op kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie. Door in te tekenen op dit reglement ontstaat er een partnership tussen de subsidietrekker en

het provinciebestuur. Artikel 2. Toelichting bij begrippen

Subsidietrekker: de begunstigde van de subsidie. Project: Een afgebakend geheel van activiteiten met een duidelijke doelstelling,

beperkt in de tijd dat niet binnen de reguliere werking valt. Tekort in de projectbegroting: In dit reglement wordt het tekort in de

projectbegroting berekend door de geraamde inkomsten van het project (exclusief provinciale subsidie) af te trekken van de geraamde uitgaven van het project en dit na aftrek van de geraamde uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie.

Tekort in de projectafrekening: In dit reglement wordt het tekort in de projectafrekening berekend door de werkelijke inkomsten van het project (exclusief

provinciale subsidie) af te trekken van de werkelijke uitgaven van het project en dit na aftrek van de uitgaven en inkomsten die niet aanvaard worden voor een subsidie.

Jeugdwerk: groepsgericht sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door jeugd, die daaraan deelneemt op vrijwillige basis, in de sfeer van de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en georganiseerd door particuliere jeugdwerkorganisaties.

Cultuur: Alle mogelijke vormen van kunstuiting (bv. theater, literatuur, beeldende

kunst, …), inclusief initiatieven die kunstuiting en kunstbeleving stimuleren en bevorderen.

Maatschappelijke kwetsbaarheid maatschappelijk kwetsbaar zijn, betekent dat je in relatie met maatschappelijke instellingen (bijvoorbeeld binnen onderwijs, arbeid, vrije tijd, cultuur,…) vooral te maken krijgt met de negatieve aspecten ervan en minder geniet van het positieve aanbod. Het gaat over een proces, je bent kwetsbaar voor iets.

Bovenlokaal: Een bovenlokaal project overstijgt het lokaal belang. In dit reglement willen we inzetten op een duurzame bovenlokale verspreiding van het proces en/of het resultaat.

Innovatief: Een vernieuwend project, waarbij ‘out of the box’ wordt nagedacht op vlak van proces en resultaat.

Artikel 3. - Voorwaarden voor de aanvrager De aanvrager is een vzw binnen de jeugd-, cultuur of welzijnssector, of een lokaal

bestuur. De subsidietrekker moet zijn hoofd- of deelwerking uitvoeren binnen het grondgebied

van de provincie Antwerpen. De subsidietrekker dient over een eigen rekening te beschikken.

Artikel 4 - Algemene voorwaarden van het project 4.1. Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet voldaan worden aan volgende formele voorwaarden:

Het project vindt plaats in de provincie Antwerpen;

Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van de organisatie;

Het project heeft een bovenlokale uitstraling en biedt een meerwaarde voor de

provincie Antwerpen en haar inwoners; De subsidietrekker neemt tijdens de looptijd van het project 2 keer deel aan

overkoepelende initiatieven, georganiseerd door de provincie Antwerpen, zodat er een optimale uitwisseling en bijsturing kan plaatsvinden;

De subsidietrekker is bereid mee te werken aan het uitdragen van het project als goed voorbeeld binnen de provincie Antwerpen. Dit kan zijn door een publicatie,

inspiratiemoment, studiedag, …;


263

Er is een geraamd tekort in de projectbegroting; De subsidietrekker moet, vanaf de toekenning van een subsidie, het provinciebestuur

vermelden als ondersteunende overheid; De organisatie mag deze projectsubsidie niet gebruiken voor kosten die een andere

overheid al subsidieert;

De subsidietrekker dient door de provincie Antwerpen aangeduide personen toe te laten om ter plaatse na te gaan of het project plaatsvindt zoals voorgesteld bij de aanvraag en hun toegang te verlenen tot alle documenten en informatie die zij daartoe noodzakelijk achten;

De subsidietrekker onderschrijft de principes en de regels van de democratie, van het

Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens en van het Internationaal Verdrag betreffende de Rechten van het Kind en past ze toe in de werking en in het project;

De subsidie is beperkt tot 1 aanvraag per initiatiefnemer en het project loopt ten laatste af op 31 december 2015.

4.2. Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet nagedacht worden over volgende

inhoudelijke aspecten:

Proces: We doelen op zowel het sociale als het artistieke werkproces. o Binnen welk proces (sociaal of artistiek) valt jullie expertise? o Welke visie/methodologie hanteer je? o Hoe vertaalt zich dat in een stappenplan?

Resultaat: We doelen ook hier op zowel het sociale als het artistieke eindresultaat. o Welke invloed heeft dit project op de kinderen en jongeren? o Binnen welke kunstvorm uit het project zich? o Hoe wordt het resultaat duurzaam en bovenlokaal uitgedragen?

Verbintenissen:

o Welke unieke verbintenissen ga je aan?

o Hoe ga je buiten je comfort zone? o Tot waar reikt jullie kennis, waar of hoe kunnen externen dit aanvullen of

nieuwe inzichten bieden? Kwaliteit en het vernieuwend karakter is een belangrijk aandachtspunt binnen zowel proces, resultaat als verbintenis.

Artikel 5. – Procedure 5.1. Schriftelijke aanvraag Een aanvraag voor deze subsidie kan enkel gebeuren door een aanvraagformulier in te dienen. De provinciale jeugddienst stelt hiervoor de nodige standaardformulieren ter beschikking. Het aanvraagformulier dient opgestuurd te worden naar de provinciale

jeugddienst. De bewijslast hiervan ligt steeds bij de indiener. De aanvraag moet ingediend worden ten laatste op 17 november 2014.

5.2. Projectjury De projectjury beoordeelt de projecten op basis van de formele voorwaarden en de inhoudelijke aspecten zoals eerder beschreven. De beoordeling van de projectjury wordt als

advies voorgelegd aan de deputatie. 5.3. Beslissing deputatie Ten laatste op 24 december 2014 verneemt de subsidietrekker of het project geselecteerd werd. Vanaf de principiële goedkeuring van een projectsubsidie door deputatie, ontstaat er een samenwerking tussen de subsidietrekker en het provinciebestuur.


264

Artikel 6. - Subsidiebedrag De toegekende subsidie bedraagt maximaal 15 000 euro. De uitbetaalde subsidie kan nooit hoger zijn dan het tekort in de projectafrekening. 100% van het toegekende bedrag wordt als terug vorderbaar voorschot uitbetaald bij de toekenning van de subsidie, tenzij de deputatie hier anders over beslist.

Artikel 7. - Evaluatiedossier De projectsubsidie dient verantwoord te worden ten laatste drie maanden na uitvoering van het project door middel van een volledig evaluatiedossier. Het evaluatiedossier bestaat uit:

Een standaard evaluatieformulier dat door de provinciale Jeugddienst ter beschikking wordt gesteld.

Een inhoudelijk verslag met de gerealiseerde doelstellingen en acties van het project inclusief timing.

Een gedetailleerde staat van alle inkomsten en uitgaven van het project. Bewijsstukken dient u mee te sturen voor controle.

Bewijsstukken waaruit blijkt dat de provincie Antwerpen als partner werd opgenomen in de externe communicatie.

Artikel 8. - Betaling en afrekening van de subsidie Bij onjuiste, onvolledige of laattijdige evaluatiedossiers en bij niet-naleving van de voorwaarden van dit reglement, kan de provincie Antwerpen beslissen de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. De deputatie bepaalt, op voorstel van de provinciale Jeugddienst, het bedrag, de wijze en het tijdstip van de terugvordering.

Artikel 9. - Betwisting Betwistingen na beslissing betreffende dit reglement, de toepassing ervan evenals alle onvoorziene gevallen worden desgevallend éénmalig voor heroverweging voorgelegd aan de deputatie mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier. Artikel 10. – Algemene bepalingen De documenten moeten steeds ondertekend worden door de daartoe bevoegde persoon. Een

handtekening met naam en functie volstaat. Artikel 11. - Wettelijk kader Dit reglement is in overeenstemming met:

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

Het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers.

Artikel 12. - Overgangs- en slotbepalingen Dit subsidiereglement is van kracht vanaf 26 september 2014.







Goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 1 onthouding.


265


Jeugddienst. Diversiteitsproject Kunstbende regio Antwerpen.

Samenwerkingsovereenkomst Fameus vzw. Goedkeuring.


Eén van de ‘doelstellingen’ binnen het provinciaal jeugdcultuurbeleid is de

toegankelijkheid van een aantal bestaande acties zoals Frappant TxT/POP en

Kunstbende verhogen.

Kunstbende is een wedstrijd voor iedereen tussen 13 en 19 jaar waarbij alle

denkbare vormen van kunst zijn toegestaan. Dans, Mode, Foto, DJ, Film,

Performance, Muziek, TXT en Beeldend zijn de 9 categorieën waarvoor

ingeschreven kan worden. Op 12 verschillende plekken in Vlaanderen vinden

voorrondes plaats waar jongeren de kans krijgen hun artistieke talent aan een

publiek te laten zien.

De winnaars van alle voorrondes gaan door naar de finale waar zij binnen hun

eigen categorie tegen elkaar strijden voor de Vlaamse titel. Naast deze titel en

eeuwige roem zijn er voor de deelnemers tal van andere voordelen en prijzen:

feedback van de jury, coaching en begeleiding door professionals, wildcards voor

optredens, vrijkaartjes voor voorstellingen, enz.

In de provincie Antwerpen vinden er drie voorrondes plaats. In Antwerpen werd de

Kunstbende jaren getrokken en georganiseerd door de Arenberg, maar werd de

fakkel voor het regiocoördinatorschap tijdens vorige editie begin 2014 doorgegeven

aan Fameus vzw. In Turnhout is de Kunstbende een topprioriteit binnen de

Warande (waardoor in 2014 zelfs de finale bij hen doorging). In de regio van

Mechelen wordt het regiocoördinatorschap getrokken door CC Ter Dilft uit Bornem.

Jongeren met een migratieachtergrond of jongeren uit BSO en TSO hebben vaak

een extra duwtje in de rug nodig om hun weg naar Kunstbende (en kunst en

cultuur in het algemeen) te vinden en dat duwtje willen wij hen graag geven aan de

hand van een leerrijk en duurzaam voortraject boordevol gratis workshops,

feedback- en oefenmomenten. Op die manier laten we een divers jongerenpubliek

proeven, experimenteren en groeien binnen bepaalde kunstvormen en komen

allerlei jongeren (met of zonder migratieachtergrond en van verschillende

leeftijden) met elkaar in contact. Belangrijk is de lage drempel voor instap in het

traject. Deelname is geen automatische deelname aan de Kunstbende. Jongeren die

deelnemen aan het traject hoeven niet automatisch door te stromen naar

Kunstbende, maar ongetwijfeld zal dit tot gevolg hebben dat er ook meer jongeren

toe geleid worden naar de wedstrijd.

We willen voor dit diversiteitsproject in de regio Antwerpen een samenwerking

aangaan met Fameus vzw, die sinds 2014 ook het regiocoördinatorschap van regio

Antwerpen op zich neemt. We geloven in Fameus als partner omdat de organisatie

de nodige expertise heeft op vlak van amateurkunsten, jeugdcultuur, maar ook in

het werken met jongeren en met de werking van Kunstbende an sich (door het

regiocoördinatorschap). We zijn er van overtuigd dat Fameus vzw ook de nodige

maturiteit en neutraliteit uitstraalt, die nodig is, voor de samenwerking met de

verschillende scholen en jeugdwerkingen.

Fameus vzw stelt voor dit diversiteitstraject vanaf september 2014 (tot

minimum eind januari 2015) een personeelslid ter beschikking die dit


266

voortraject volledig coördineert en actief begeleid (minstens 1 dag per

week). Deze medewerker zal inzetten op communicatie naar en contacten

met de verschillende actieve partners (scholen en jeugdwerkingen) én de

specifieke doelgroepen, maar zal ook het hele workshopparcours, de

trajectbegeleiding en de workshopdag op 18/01 organisatorisch uitwerken.

De Arenberg heeft zich principieel geëngageerd om Fameus inhoudelijk mee

te ondersteunen tijdens het voortraject, alsook de workshopdag op 18/1 te

ondersteunen qua personeel en locatie.

Ook Villanella heeft zich geëngageerd om Fameus inhoudelijk mee te

ondersteunen tijdens het voortraject, alsook de workshopdag op 18/1

financieel mee te ondersteunen.

Voor de uitvoering van deze convenant voorziet de jeugddienst vanuit het

subsidiebudget ‘jeugdcultuur’ een bedrag van 7.800 EUR dat dient om een deel van

de personeelskost én de productiekosten te bekostigen.

De jeugddienst beschikt over een budget van 7.800 EUR op het artikel

2014000660/2014/64900000/16/0750 - Subsidies Jeugdcultuur.

Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 september 2014


Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning

en op de aanwending van sommige toelagen;

Overwegende dat het provinciebestuur een vrijetijdsaanbod wil stimuleren voor álle

kinderen en jongeren;


BESLUIT:

Enig artikel:

Beslist wordt om de samenwerking met Fameus vzw in het kader van het

diversiteitstraject Kunstbende 2015 in de regio Antwerpen goed te keuren.






6 leden hebben nee gestemd.

Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 6 stemmen nee.


267

7. Recreatie, sport en toerisme


Autonoom Provinciebedrijf Sport.

Interlokale verenigingen Sportregio's.

Jaarrekeningen en jaarverslagen 2013. Goedkeuring.


De sportregiowerking van het Autonoom Provinciebedrijf Sport (APB Sport) werd in

functie van het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke

samenwerking georganiseerd via de oprichting van interlokale verenigingen. De

provincie Antwerpen is toegetreden tot deze interlokale verenigingen door het

goedkeuren van de diverse oprichtingsovereenkomsten en het aanstellen van een

afgevaardigde en een plaatsvervanger namens de provincie Antwerpen in de

beheerscomités.

In functie van deze overeenkomsten worden de jaarrekeningen/jaarverslagen 2013

van de zeven interlokale verenigingen (Midden-Provincie, Rivierenland,

Zuiderkempen, Kempen, Noorderkempen, Dijle-Nete en Antwerpse Kempen) ter

goedkeuring voorgelegd.

Om te voldoen aan de principes van de Vlaamse interne staatshervorming, diende

de sportregiowerking te evolueren van een structurele werking naar een

projectmatig vraaggestuurde werking. Naar aanleiding hiervan besliste uw raad in

zitting van 30 april 2014 om, met ingang van 1 januari 2015, uit de interlokale

verenigingen Sportregio’s te treden.

Het APB Sport wenst via de uitbouw van de sportregiowerking aandacht te

besteden aan de ondersteuning en begeleiding van de inter- en

bovengemeentelijke sportwerking. De provincie Antwerpen is onderverdeeld in acht

sportregio’s. Voor zeven sportregio’s hebben we conform het decreet op de

intergemeentelijke samenwerking een Interlokale Vereniging (ILV) opgericht. Met

de achtste sportregio, de stad Antwerpen, is er regelmatig overleg.

De sportregio’s geven de behoefte weer van de gemeenten en geven concreet

gestalte aan de werking van de provinciale sportdienst.

Zo kunnen we de ontwikkeling en de evaluatie van het sportbeleid verder

versterken en op termijn de sportparticipatie binnen de hele provincie verhogen.

Met de sportregiowerking creëert de provincie een hefboomfunctie om de eigen

initiatieven naar animatie (gehandicaptensport), vorming en informatie uitwisseling

uit te bouwen.

Jaarlijks wisselen de verschillende overheden informatie uit op een schepentreffen.

Met de uitbouw van de sportregiowerking heeft de provincie aandacht voor de

ondersteuning en de begeleiding van de bovengemeentelijke sportwerking.

Wat de inhoudelijke werking betreft blijft één van de belangrijkste accenten het

overleg en het aanbieden van vorming en animatie.

Elke regio wordt aangestuurd door een halftijds personeelslid (sportconsulent

regiowerking) vanuit het APB Sport. Zes regio’s hebben via het reglement

duurzame G-werking voor de sportregio’s ILV een dossier lopen.


268

Resultaten jaarprogramma 2013

De sportregio’s bereikten in totaal 24.140 deelnemers (24.952 in 2012) verdeeld

over verschillende doelgroepen.

Doelgroep kleuters jeugd volwassen

en senioren personen

met een handicap

scholen project

TOTAAL

regio AK 1.668 328 761 174 725 3.656

regio ZK 185 92 452 70 799

regio NK 992 1.880 47 601 3.520

regio MP 4.345 222 133 453 127 5.280

regio RL 1.151 749 58 128 2.086

regio DN 3.870 334 234 101 4.539

regio KE 3.402 613 245 4.260

TOTAAL 13.285 3.491 3.200 923 2.214 937 24.140

De sportregio’s hebben in 2013 in totaal 96 vormingscursussen (85 in 2012)

georganiseerd met in totaal 1.940 deelnemers (1.942 in 2012).

In de werking 2013 van de sportregio’s werden de verschillende provinciale acties

mee opgenomen:

functioneren als informatie- en overlegplatform: 76 overlegmomenten

Fitbus: 24 testdagen

Scholenproject: 1048 deelnemers

project 10000 stappen: 31 gemeenten, 17.715 deelnemers

Jaarrekeningen interlokale verenigingen 2013:

De totale uitgaven van de sportregio’s ILV bedragen 360.776,95 EUR

De totale inkomsten van de regio’s ILV bedragen 352.334,09 EUR

Resultaat 2013 Uitgaven Inkomsten Saldo

ILV sportregio Antwerpse kempen 49.119,39 45.374,54 -3.744,85

ILV sportregio Dijle Nete 22.751,08 28.056,93 5.305,85

ILV sportregio Rivierenland 72.323,11 63.087,45 -9.235,66

ILV sportregio Midden Provincie 21.293,64 20.109,84 -1.183,80

ILV sportregio Kempen 53.931,02 50.653,85 -3.277,17

ILV sportregio Zuiderkempen 61.934,58 65.579,69 3.645,11

ILV sportregio Noorderkempen 79.424,03 79.471,79 47,76

TOTAAL 360.776,85 352.334,09 -8.442,76

Overeenkomstig het provinciaal reglement op de subsidiëringen en het toestaan

van reservevorming door subsidietrekkers, kan een gesubsidieerde de niet-

aangewende toelage aanwenden voor het vormen van een reserve. De

werkingsreserve mag maximaal gelijk zijn aan het bedrag van de totale kosten van

de resultatenrekening van het betrokken jaar.

De globale werkingsreserve van de sportregio’s bedraagt 238.088,33 EUR op

31.12.2013.


269

Regio Totaal Antwerpse Kempen 22.102,15

Dijle-Nete 15.160,78

Rivierenland 24.071,42

Midden Provincie 16.640,60

Kempen 36.118,76

Zuiderkempen 68.106,59

Noorderkempen 55.888,03

Totaal 238.088,33

Ter informatie wordt meegedeeld dat ook de jaarrekeningen 2014 nog aan uw raad

ter goedkeuring zullen worden voorgelegd.



Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke

samenwerking;

Gelet op de besluiten van de provincieraad van 27 september 2007 betreffende de

vernieuwing en goedkeuring van de oprichtingsovereenkomsten van de Interlokale

Verenigingen Sportregio’s Midden-Provincie, Rivierenland, Antwerpse Kempen,

Kempen, Dijle-Nete, Zuiderkempen en Noorderkempen;


BESLUIT:

Enig artikel:

De jaarrekeningen en jaarverslagen 2013 van de Interlokale Verenigingen

Sportregio’s Midden-Provincie, Rivierenland, Antwerpse Kempen, Kempen, Dijle-

Nete, Zuiderkempen en Noorderkempen worden goedgekeurd.









270

8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid


Provinciepersoneel. Wijziging van de rechtspositieregeling.

Goedkeuring.


AFSCHAFFING VAN DE PROEFTIJD VOOR CONTRACTUELEN

Ingevolgde de wet van 26 december 2013 werd de proeftijd voor contractuelen

afgeschaft met ingang van 1 januari 2014. De provincie is gebonden door deze

federale wet. Anderzijds kan de provincie de proeftijd voor haar statutairen niet

afschaffen (= Vlaamse regelgeving).

De provincie blijft de maximale gelijkheid tussen haar contractuele en statutaire

personeelsleden betrachten en zal daarom voor haar contractuelen een alternatieve

inwerkperiode hanteren. Dit is een niet-formele procedure welke gestuurd wordt

door de leidinggevende, met bijstand van het departement mens, communicatie en

organisatie. Tijdens de eerste maanden van zijn tewerkstelling wordt de

contractueel extra begeleid, gecoacht en eventueel bijgestuurd door zijn

leidinggevende.

Deze alternatieve proeftijd wordt niet geformaliseerd in de RPR, maar het is wel

nodig dat een aantal artikelen uit de RPR die nog verwijzen naar de afgeschafte

proeftijd voor contractuelen, worden aangepast of geschrapt. Als ze aangepast

worden gebeurt dit door standaard een periode van 12 maanden in te zetten.

Immers, de proeftijd van de meeste statutairen bedraagt 12 maanden.

Uw raad vindt in artikel 1 van dit besluit een overzicht van alle aanpassingen aan

de RPR ingevolge de afschaffing van de proeftijd.

NIVEAU- EN CAPACITEITSTESTEN

Artikel 9 van de RPR gaat over werven zonder diploma. Het werd door uw raad in

maart 2013 aangepast. Daarbij werd over het hoofd gezien dat in artikel 9 §4 RPR

hetzelfde staat als in artikel 19 §2, al. 2 RPR. Bijgevolg mag artikel 9 §4 RPR

worden geschrapt. Aan artikel 19 §2, al. 2 RPR is een kleine rechtzetting nodig.

Daarnaast dient aan artikel 19 § 2 RPR te worden toegevoegd dat wie eerder

slaagde voor een niveau- of capaciteitstest voor een vergelijkbare functie bij de

provincie of een andere overheid, dit gunstig resultaat behoudt voor een bepaalde

periode. Dit wordt opgelegd door de Vlaamse overheid in haar besluit van de

Vlaamse regering over de rechtspositieregeling van gemeente- en

provinciepersoneelsleden. De deputatie stelt uw raad voor om dit resultaat voor een

periode van 2 jaar geldig te laten zijn. Dit is dezelfde periode als het bestuur

hanteert voor de geldigheid van assessments.

WERKEN NA 65

Op 1 maart 2014 trad het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013

in werking dat voor de gemeenten, provincies en OCMW’s bepaalt volgens welke

regels werken na 65 jaar voor het vast aangestelde statutaire personeelslid

mogelijk wordt.

De gemeenten, provincies en OCMW’s moeten hun plaatselijke rechtspositieregeling

in overeenstemming brengen met dit wijzigingsbesluit.


271

De Vlaamse regering motiveert haar besluit als volgt:

“Het initiatief om werken na 65 jaar mogelijk te maken, komt tegemoet aan

de desiderata van gemeenten, provincies en OCMW’s en van vast aangestelde

statutaire personeelsleden. Nadat zowel de federale overheid als de Vlaamse

overheid voor het personeel van hun eigen diensten die mogelijkheid

uitdrukkelijk hebben ingeschreven in de rechtspositieregeling van hun

personeel, hebben sommige besturen en personeelsleden te kennen gegeven

dat ze een vergelijkbare regeling wensen.

In een beleidscontext die werken tot op hogere leeftijd aanmoedigt en waarbij

de pensioengerechtigde leeftijd van het overheidspersoneel geleidelijk

opgetrokken wordt om de pensioenuitgaven onder controle te houden, past

het niet om obstakels in stand te houden voor individuen of besturen die

vragende partij zijn voor werken na de leeftijdsgrens van 65 jaar. Vast

aangestelde statutaire personeelsleden die na die leeftijd aan het werk

blijven, dragen ook langer bij aan de pensioenen.

Als de federale overheid daarnaast op grond van haar bevoegdheid voor de

pensioenregeling initiatieven ontplooit om de combinatie van een pensioen en

werken verder te faciliteren en zo het inkomen van de gepensioneerde te

verbeteren, is het evenmin gepast een algemeen verbod op werken na

65 jaar op te leggen. Zolang personen aan het werk blijven, zijn het behoud

van hun inkomen en levens- standaard verzekerd.

De aanstellende overheid kan er in bepaalde omstandigheden, zoals nood aan

tijdelijk behoud van expertise, belang bij hebben om een vast aangesteld

statutaire personeelslid langer in dienst te houden. Anderzijds kunnen

individuele personeelsleden er op basis van persoonlijke motieven voor kiezen

om na 65 jaar aan het werk te blijven. Het voorliggende beleidsinitiatief

speelt op die vraag van beide kanten in. Het gaat altijd om individuele

gevallen. Er is dan ook geen sprake van omzeiling van de algemeen

vastgestelde leeftijdsgrens van 65 jaar voor de definitieve ambtsneerlegging

of van een soort uitholling van de pensioengerechtigde leeftijd voor het

rustpensioen. Het betreft een uitzonderingsregime voor zowel aanstellende

overheid als personeel.

Dat blijkt ook uit de regels. De regeling wordt geformuleerd als afwijking op

de algemeen geldende leeftijdsgrens van 65 jaar voor het statutaire

dienstverband. De aanstellende overheid die een vast aangesteld statutair

personeelslid na 65 jaar in dienst wil houden, kan dat niet doen zonder

uitdrukkelijke instemming van het betrokken personeelslid. Een vast

aangesteld statutair personeelslid dat vragende partij is voor werken na

65 jaar, kan dat evenmin zonder uitdrukkelijke instemming van de

aanstellende overheid. De aanstellende overheid moet haar individuele

beslissingen met betrekking tot werken na 65 jaar bovendien in

overeenstemming met de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke

motivering van bestuurshandelingen motiveren en tot een consistente praktijk

komen. De toetsing van individuele aanvragen aan een intern referentiekader

of aan criteria zal daarbij behulpzaam zijn.

De regeling in dit besluit is echter niet facultatief, maar dwingend van aard.

Inhoudelijk stemt de regeling overeen met die in het Vlaams

Personeelsstatuut en is er eenheid van beleid met de diensten van de


272

Vlaamse overheid. Daarin werd op uitdrukkelijk verzoek van de Vlaamse

Regering vastgesteld dat het verzoek tot werken na 65 jaar door het vast

aangestelde statutaire personeelslid zowel kan uitgaan van een personeelslid

als kan uitgaan van de aanstellende overheid. Ook werd de duur van de

verlengingen bepaald op “maximaal één jaar”, waarbij de aanstellende

overheid speelruimte krijgt voor de periode van verlenging.”

Concreet moet ons artikel 157 van de rechtspositieregeling (RPR) aangepast

worden zodat het mogelijk wordt dat het vast aangestelde statutaire personeelslid

na het bereiken van de leeftijdsgrens van 65 jaar, in dienst kan blijven. Tevens

dient uw raad de uitvoeringsmodaliteiten hiervoor te bepalen binnen de Vlaamse

regels die stellen dat dit alleen kan ofwel op verzoek van de aanstellende overheid

ofwel op verzoek van het personeelslid. In het eerste geval is de uitdrukkelijke

instemming van het personeelslid vereist. In het tweede geval is de uitdrukkelijke

instemming van de aanstellende overheid vereist. In beide gevallen verleent de

aanstellende overheid de verlenging voor een periode van hoogstens één jaar,

telkens verlengbaar met hoogstens één jaar. Het betrokken personeelslid behoudt

gedurende de volledige periode van de verlenging de hoedanigheid van vast

aangesteld statutair personeelslid.

De concrete procedure en voorwaarden wordt weergegeven in een provinciaal

reglement in bijlage waarbij essentieel is dat zowel de directe leidinggevende als

het departementshoofd een gunstig advies geven. Hierna beslist de aanstellende

overheid of de toestemming verleend wordt. De toestemming wordt verleend voor

minimum één maand en maximum één jaar, en kan verlengd worden met dezelfde

minima en maxima.

TECHNISCHE AANPASSINGEN

In artikel 99 alinea 3 RPR staat welke periodes van onbezoldigde afwezigheid

gelijkgesteld worden voor de toekenning van schaalanciënniteit. Voor de

duidelijkheid moet daar best staan “periodes van onbezoldigde volledige

afwezigheid”.

Aan artikel 199 §1 RPR dat gaat over de minimum salarisverhoging bij bevordering,

moet voor de duidelijkheid toegevoegd worden dat deze verhoging integraal

onderdeel uitmaakt van het jaarsalaris. Dit is van belang omdat het jaarsalaris

dient als basis voor de berekening van diverse bedragen, bijvoorbeeld voor het

vakantiegeld of de eindejaarstoelage.

In artikel 243 RPR is nog sprake van een VTO-initiatief. VTO betekent vorming,

training en opleiding en is een oude benaming die nu niet meer wordt gebruikt. We

spreken nu enkel over “vorming”. Artikel 243 dient daarom aangepast te worden.

Artikel 246 RPR bepaalt de vergoedingen voor dienstreizen. Deze

kilometervergoedingen worden jaarlijks aangepast aan de index.

In artikel 291 §3 RPR staat dat een bevordering een einde maakt aan de

toestemming voor een verlof voor deeltijdse prestaties. Deze bepaling dateert van

lang geleden en is in onbruik geraakt. Bovendien bestaat deze regel niet voor

deeltijdse loopbaanonderbreking, terwijl de situatie daar juist dezelfde is als men

bevordert. In de praktijk toetst een personeelslid dat deeltijds werkt (in gelijk welk

verlofstelsel) en dat bevordert bij zijn leidinggevende of het deeltijds werken nog


273

opportuun is na de bevordering. Daarna wordt in onderling overleg afgesproken om

dit al dan niet verder te zetten.

Bijgevolg wordt voorgesteld om artikel 291 §3 RPR te schrappen.

In artikel 300 alinea 2 RPR wordt beschreven in welke gevallen men recht heeft op

ouderschapsverlof. Ingeval van adoptie kan men ouderschapsverlof nemen

gedurende een periode van vier jaar na de inschrijving van het kind in het

bevolkingsregister en uiterlijk tot het kind 12 jaar is. Deze bepalingen werden

overgenomen uit het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een

recht op ouderschapsverlof. Dit KB werd ondertussen gewijzigd en de periode van

vier jaar bestaat niet meer.

Bijgevolg dient artikel 300 RPR te worden aangepast.

JUBILARISSENPREMIE

In bijlage XIII van de RPR staat het reglement over de jubilarissenpremie en de

pensioencheque van het provinciepersoneel. Artikel 2 §2 van dit reglement bepaalt

met welke diensten men rekening mag houden voor het berekenen van de

jubilarissenpremie. Een voltijdse afwezigheid wegens loopbaanonderbreking komt

niet in aanmerking omdat deze premie een beloning inhoudt voor de jaren dienst

die men werkelijk bij de provincie heeft gepresteerd. In diezelfde zin zou ook een

verlof voor opdracht niet in aanmerking mogen komen omdat –wie dat heeft- ook

geen prestaties bij de provincie levert. Enkel indien het personeelslid een verlof

voor opdracht krijgt om te gaan werken voor een APB zouden deze periode wel

mogen meetellen omdat een APB dicht bij het “moederbestuur” aanleunt en

dezelfde RPR heeft.

Voorgesteld wordt om artikel 2 §2 van dit reglement in die zin aan te passen.



Gelet op de rechtspositieregeling van het provinciepersoneel (RPR) die op

27 november 2008 werd goedgekeurd door de provincieraad, nadien gewijzigd;

Gelet op de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december

2007 (BVR-RPR) houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie,

de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het

provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van

de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk

welzijn;

Overwegende dat ingevolge de wet van 26 december 2013 de proeftijd voor

contractuelen werd afgeschaft met ingang van 1 januari 2014; dat de provincie is

gebonden door deze federale wet; dat diverse bepalingen van de RPR daarom

moeten aangepast worden;

Overwegende dat vervolgens artikel 157 van de rechtspositieregeling, dat bepaalt

dat het vast aangestelde statutaire personeelslid automatisch het ambt neerlegt bij

het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar, moet aangepast

worden; dat het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013 immers

bepaalt volgens welke regels werken na 65 jaar voor het vast aangestelde

statutaire personeelslid mogelijk wordt; dat dit besluit niet facultatief is maar van


274

dwingende aard; dat de provincie bijgevolg haar RPR dient aan te passen; dat de

raad binnen de grenzen vastgelegd door de Vlaamse regering, de modaliteiten van

werken na 65 kan vastleggen; dat uw raad wordt voorgesteld om bijgevoegd

reglement goed te keuren;

Overwegende dat er daarnaast een aantal technische aanpassingen aan de RPR

noodzakelijk zijn;

Overwegende dat er tenslotte aanpassingen nodig zijn aan de bepalingen over de

niveau- en capaciteitstesten en aan het reglement over de jubilarissenpremie;

Overwegende dat voorliggend besluit en reglement werden besproken in het

managementteam;

Overwegende dat de voorgestelde wijzigingen werden onderhandeld met de

representatieve vakbonden (protocol d.d. 16/9/2014);


BESLUIT:

WIJZIGINGEN AAN DE RPR INGEVOLGE DE AFSCHAFFING VAN DE PROEFTIJD

VOOR CONTRACTUELEN DOOR DE WET VAN 26 DECEMBER 2013.

Artikel 1:

- De tekst van artikel 2, 8° RPR wordt geschrapt en vervangen door:

‘opgeheven met ingang van 1 januari 2014’.

- In artikel 2, 15° RPR worden de woorden ‘op proef’ vervangen door de woorden

‘al dan niet op proef’.

- In artikel 2, 16° RPR worden de woorden ‘op proef’ vervangen door de woorden

‘al dan niet op proef’.

- In artikel 13 § 3 RPR worden achteraan de volgende zinnen toegevoegd:

‘, als het statutairen betreft. Voor contractuelen geldt hetzelfde als de

aanwervingsvoorwaarden bepalen dat ze het attest of getuigschrift van de

aanvullende opleiding binnen de 12 maanden na hun indiensttreding moeten

behalen.’

- De tekst van artikel 52 RPR wordt geschrapt en vervangen door de tekst:

‘Opgeheven met ingang van 1 januari 2014’.

- De tekst van artikel 53 RPR wordt geschrapt en vervangen door de tekst:

‘Opgeheven met ingang van 1 januari 2014’.

- Het laatste puntje van artikel 83 RPR wordt geschrapt en vervangen door

volgende tekst:

‘Als de statutaire kandidaat tijdens de proefperiode een attest of getuigschrift moet

behalen. Voor de contractuele kandidaat gebeurt hetzelfde als deze gedurende de

eerste 12 maanden na zijn in dienst treden bij de provincie een attest of

getuigschrift moet behalen.’


275

- De vierde alinea van artikel 86 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende

tekst:

‘Tijdens de proefperiode van het statutaire personeelslid worden geen langdurige

opleidingen toegestaan, tenzij dit functioneel nodig is en opgenomen is in de

aanwervingsvoorwaarden of tenzij dit functioneel nodig is en geïnitieerd wordt door

het departement MCO. Voor het contractuele personeelslid geldt hetzelfde

gedurende de eerste 12 maanden na zijn in dienst treden bij de provincie.’

- In artikel 98 RPR wordt het woord ‘proef’ 2x vervangen door de woorden ‘al dan

niet op proef’.

- In artikel 110 § 2 a) RPR worden voor de woorden ‘de proeftijd’ volgende woorden

toegevoegd:

‘,indien opgelegd,’.

- In artikel 112 § 4 RPR wordt voor het woord ‘kandidaten’ het woord ‘statutaire’

toegevoegd en wordt achteraan volgende zin toegevoegd:

‘Het zelfde geldt voor de contractuele kandidaten als de bevorderingsvoorwaarden

bepalen dat ze het attest of getuigschrift van de aanvullende opleiding vóór de

afloop van een gelijkaardige periode als de proeftijd moeten behalen.’

- In artikel 120 § 2 RPR wordt de 2de zin geschrapt.

- In artikel 121 §1 RPR worden de cijfers ’51, 52 en 53’ geschrapt en vervangen

door

‘en 51’.

- In artikel 122 § 2 a) RPR worden voor de woorden ‘de proeftijd’ volgende woorden

toegevoegd

‘, indien opgelegd,’.

- In artikel 128 bis I § 2 a) RPR worden voor de woorden ‘de proeftijd’ volgende

woorden toegevoegd:

‘, indien opgelegd,’.

- Artikel 128 bis VI § 2 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:

‘personeelsleden die contractueel worden aangesteld krijgen geen proeftijd’.

- Artikel 128 ter VI §1 al 2 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:

‘§2. Personeelsleden die contractueel worden aangesteld krijgen geen proeftijd.’

- Artikel 134 § 2 2° RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:

‘2° voor mandaathouders die in contractueel dienstverband worden aangesteld is er

geen proeftijd.’

- In artikel 134 § 2 laatste alinea RPR wordt het cijfer ‘53’ vervangen door ‘51’.

- In artikel 141 al 2 RPR wordt de tekst na de woorden ‘A, B en C’ geschrapt en

vervangen door:

‘. Statutaire personeelsleden moeten hun proeftijd bovendien beëindigd hebben.

Contractuele personeelsleden moeten minstens 12 maanden in dienst zijn.’


276

- In artikel 146 eerste zin RPR worden de woorden: ‘in dienst dat niet meer in de

proeftijd is’ geschrapt en vervangen door de woorden

‘dat minstens 12 maanden in dienst is.’

- Artikel 152 § 1 eerste zin RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:

‘Het contractueel personeelslid dat binnen de 12 maanden na een bevordering niet

voldoet in de functie kan, als het daarmee instemt, opnieuw aangesteld worden in

zijn vorige functie.’

- In artikel 152 § 2 RPR worden de woorden ‘de proeftijd voltooid hebben’

vervangen door de woorden

‘minimum 12 maanden in dienst zijn.’

- Artikel 296 § 6 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:

‘Het statutaire personeelslid op proef komt niet in aanmerking voor dit onbetaald

verlof. Het contractuele personeelslid dat nog geen 12 maanden in dienst is

evenmin.’

- De tekst van artikel 297 al 1 RPR wordt geschrapt en vervangen door:

‘Het vast aangesteld statutair personeelslid dat binnen de diensten van het bestuur

een mandaat of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is, opneemt,

wordt voor maximum de duur van het mandaat of de proeftijd onbetaald verlof

toegestaan.

ANDERE WIJZIGINGEN AAN DE RPR

Artikel 2:

Artikel 9 §4 RPR wordt geschrapt.

Artikel 3:

In artikel 19 §2 al. 2 RPR worden de cijfers

“9, 3°”

Geschrapt en vervangen door de cijfers

“9 §1, 2° punt 1”

Artikel 4:

Aan artikel 19 §2 RPR wordt een derde alinea toegevoegd die stelt:

“De kandidaat die een attest of getuigschrift voorlegt waaruit blijkt dat hij voor

dezelfde of voor een vergelijkbare functie bij de provincie of een andere overheid al

eerder geslaagd is voor een niveau- of capaciteitstest als vermeld in vorige alinea,

behoudt het gunstige resultaat daarvoor en wordt vrijgesteld van een nieuwe

deelname aan dergelijke test gedurende 2 jaar na het afleggen van de test.”

Artikel 5:

In artikel 99 al. 3 RPR wordt tussen de woorden “onbezoldigde” en “afwezigheid”

Het woord “volledige” gevoegd.

Artikel 6:

Achteraan artikel 199 §1 RPR wordt een nieuwe alinea toegevoegd die luidt:

“De minimale salarisverhoging is een integraal onderdeel van het jaarsalaris.

Artikel 7

De tekst van artikel 157 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:


277

“De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het

vast aangestelde statutaire personeelslid:

1° het vrijwillige ontslag;

2° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van

2 opeenvolgende evaluaties met evaluatieresultaat ongunstig;

3° de pensionering ingevolge de toepassing van de pensioenwetgeving;

4° het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.

In afwijking van het eerste lid, 4°, kan de aanstellende overheid het vast

aangestelde statutaire personeelslid na het bereiken van de leeftijdsgrens van

65 jaar in dienst houden. Het statutaire dienstverband wordt verlengd op verzoek

van de aanstellende overheid of op verzoek van het personeelslid. In het eerste

geval is de uitdrukkelijke instemming van het personeelslid vereist. In het tweede

geval is de uitdrukkelijke instemming van de aanstellende overheid vereist. In

beide gevallen verleent de aanstellende overheid de verlenging voor een periode

van hoogstens één jaar, telkens verlengbaar met hoogstens één jaar. Het

betrokken personeelslid behoudt gedurende de volledige periode van de verlenging

de hoedanigheid van vast aangesteld statutair personeelslid.

De modaliteiten van de aanvraag en beslissing worden beschreven in een

afzonderlijk reglement in bijlage XVI van deze RPR.”

Artikel 8:

Aan de RPR wordt een bijlage XVI toegevoegd dat het reglement bevat over het

werken na de leeftijd van 65 jaar door het statutair personeelslid (tekst zie bijlage).

Artikel 9:

In artikel 243 RPR wordt het woord “VTO-initiatief” vervangen door

“vormingsinitiatief”.

Artikel 10:

De eerste zin van artikel 246§1 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende

tekst:

“Het personeelslid dat voor dienstreizen van zijn eigen motorvoertuig gebruik

maakt, heeft recht op een vergoeding van 0,33401 euro per kilometer (1 juli

2014 - 30 juni 2015).”

De eerste zin van het derde lid van artikel 246§1 RPR wordt geschrapt en

vervangen door volgende tekst:

“Bij carpooling kan de vergoeding voor de bestuurder worden verhoogd met

0,1701 EUR (1 juli 2014 - 30 juni 2015).”

Het laatste lid van artikel 246§1 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende

tekst:

“Het personeelslid dat voor dienstreizen van de eigen fiets gebruik maakt,

ontvangt 0,1735 EUR per kilometer (1 juli 2014 - 30 juni 2015).”

Artikel 11:

Artikel 291 §3 RPR wordt geschrapt.

Artikel 12:

In artikel 300 al. 2 tweede puntje RPR worden de woorden “van vier jaar“

geschrapt.


278

Artikel 13:

Achteraan artikel 2 § 2 al. 1 van bijlage XIII van de RPR (reglement over de

jubilarissenpremie en de pensioencheque van het provinciepersoneel) wordt

volgende zin toegevoegd:

“Een verlof voor opdracht wordt evenmin in aanmerking genomen, tenzij het

personeelslid dit verlof heeft om bij een APB van de provincie te werken.

BIJLAGE XVI: Reglement over het werken na de leeftijd van 65 jaar door het statutair provinciepersoneelslid

Artikel 1: Dit reglement geldt enkel voor het vast aangesteld statutair niet-gesubsidieerde personeelslid van het provinciebestuur van Antwerpen. Artikel 2: De indiensthouding na de leeftijd van 65 jaar is geen recht, noch plicht Ze

gebeurt ofwel op verzoek van het personeelslid, ofwel op verzoek van de aanstellende overheid.

OP VERZOEK VAN HET PERSONEELSLID Artikel 3: Het personeelslid dat na de leeftijd van 65 jaar nog in dienst wenst te blijven, dient een gemotiveerd aanvraagformulier in bij zijn leidinggevende ten vroegste achttien maanden voor zijn 65ste verjaardag en ten laatste zes maanden vóór de datum van deze verjaardag.

In geval van een aanvraag tot nieuwe verlenging van deze tewerkstelling ingediend na de leeftijd van 65 jaar, moet het aanvraagformulier uiterlijk zes maanden voor het verlopen van de vorige verlenging ingediend worden. De termijn wordt gereduceerd tot drie maanden wanneer de duur van deze verlenging korter was dan zes maanden. Het personeelslid stuurt tegelijkertijd een kopie van zijn aanvraagformulier naar de

HR-accountmanager van het departement Mens, Communicatie en Organisatie (DMCO) die bevoegd is voor zijn departement. Artikel 4: In het aanvraagformulier vermeldt het personeelslid de duur van de gewenste verlenging. Die bedraagt minimum één maand en maximum één jaar. Aanvragen voor opeenvolgende verlengingen gebeuren binnen dezelfde minimum en

maximum duur. Artikel 5:De leidinggevende van het betrokken personeelslid vult het aanvraagformulier aan met een met redenen omkleed advies waarin hij beoordeelt of verdere indiensthouding in het belang van de dienst is en over de meest geschikte duur van deze indiensthouding. Hij/zij beschikt over een termijn van vijftien dagen om het aanvraagformulier, aangevuld met zijn/haar met redenen omkleed advies, te overhandigen aan zijn departementshoofd.

Dit departementshoofd moet op zijn beurt het formulier aanvullen met zijn met redenen omkleed advies. Het beschikt eveneens over een termijn van vijftien dagen om de aanvraag

te overhandigen aan de provinciegriffier die ze bezorgt aan DMCO. Artikel 6: Indien een advies niet binnen de gestelde termijn is verstrekt, wordt de procedure

vervolgd op initiatief van DMCO Artikel 7: Op advies van DMCO neemt de aanstellende overheid een gemotiveerde beslissing binnen de 30 dagen na ontvangst van de originele aanvraag op DMCO. De aanstellende overheid kan de aanvraag weigeren. Als ze instemt kan ze eventueel de gevraagde duur verminderen.


279

OP VERZOEK VAN DE AANSTELLENDE OVERHEID Artikel 8: Indien de aanstellende overheid een bepaald personeelslid na zijn/haar 65 jaar in dienst wenst te houden, deelt zij dit via de provinciegriffier mee aan het betrokken departementshoofd. Dit kan ten vroegste achttien maanden voor zijn/haar 65ste verjaardag

en ten laatste zes maanden vóór de datum van deze verjaardag. Het departementshoofd vraagt aan de betrokken leidinggevende om dit verzoek onverwijld in een extra functioneringsgesprek met het betrokken personeelslid te bespreken. Artikel 9: indien het personeelslid akkoord gaat, vult het een aanvraagformulier voor akkoord in.

Indien het personeelslid niet akkoord is, licht de betrokken leidinggevende zijn/haar departementshoofd in die op zijn/haar beurt de provinciegriffier inlicht, welke de aanstellende overheid in kennis stelt.

AANVRAAGFORMULIER VOOR INDIENSTHOUDING STATUTAIR PERSONEELSLID NA DE LEEFTIJD VAN 65 JAAR

1. Aanvraag van het personeelslid (origineel bezorgen aan de leidinggevende en kopie bezorgen aan de bevoegde HR-accountmanager van het departement Mens, Communicatie en Organisatie (DMCO)) Naam: Voornaam:

Functie:

Departement: Dienst:

Beschrijving van de huidige taken: Motivering van de aanvraag: Duur van de gewenste verlenging (minimum 1 maand maximaal 1 jaar):

Van tot

Datum en handtekening


280

3. Gemotiveerd advies van het departementshoofd (binnen de 15 dagen te bezorgen

aan de provinciegriffier)

3.1. Gemotiveerd advies over het wel of niet indiensthouden: 3.2. Gemotiveerd advies over de meest geschikte duur voor deze indiensthouding:

Datum, naam en handtekening








2. Gemotiveerd advies van de leidinggevende (binnen de 15 dagen te bezorgen aan het departementshoofd)

2.1. Gemotiveerde beoordeling of verdere indiensthouding in het belang van de

dienst is:

2.2. Gemotiveerd advies over de meest geschikte duur voor deze indiensthouding:

Datum, naam en handtekening


281

9. Welzijn




Samenwerkingsovereenkomst met het extern verzelfstandigd

agentschap in privaatrechtelijke vorm Provinciaal Centrum

voor opsporing van Metabole Aandoeningen (PCMA) vzw.

Goedkeuring.


Met het extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm Provinciaal

Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen vzw (EVAP PCMA) dient een

nieuwe samenwerkingsovereenkomst te worden afgesloten. Na onderhandeling

tussen de provincie en de directie van het EVAP PCMA werd het ontwerp van

samenwerkingsovereenkomst in vergadering van 18 september 2014 goedgekeurd

door de raad van bestuur van het EVAP. Heden wordt ze aan uw raad ter

goedkeuring voorgelegd.

Het provinciedecreet bepaalt onder artikel 240 dat er tussen de provincie en een

EVAP een samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten.

Deze samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten met ingang van 1 januari

2014 voor een periode die eindigt uiterlijk 6 maanden na de volledige vernieuwing

van de provincieraad, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en

ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst.

Het provinciedecreet bepaalt dat de samenwerkingsovereenkomst volgende

aangelegenheden regelt:

- In voorkomend geval de aanwending van de aan het agentschap ter

beschikking gestelde of overgedragen personeelsleden, middelen en

infrastructuur;

- Binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald

door de Vlaamse Regering, het presentiegeld en de andere vergoedingen die

in het kader van de bestuurlijke werking van het agentschap worden

toegekend;

- De wijze waarop de provinciale vennootschap, vereniging of stichting zal

voorzien in een systeem van interne controle;

- De instemming van de provinciale vennootschap, vereniging of stichting met

de toekenning van audittaken in de provinciale vennootschap, vereniging of

stichting aan een of meer commissarissen, alsook de wijze waarop die

audittaken worden uitgevoerd.

Alhoewel het provinciedecreet aan een samenwerkingsovereenkomst veel minder

verplichtingen oplegt dan aan een beheersovereenkomst (artikel 228 van het

provinciedecreet) met een autonoom provinciebedrijf, opteerde de deputatie en de

ondersteunende departementen ervoor om een zelfde structuur aan te houden.

Deze werkwijze draagt bij tot een betere transparantie tussen de provincie en de

verzelfstandigde entiteiten.

De onderhandelingen over de samenwerkingsovereenkomst werden gevoerd tussen

de directie van het EVAP PCMA en de ondersteunende departementen. Het is een

beschrijving van de wederzijds aangegane engagementen en werd in 9 delen

gestructureerd.


282

Deel 1 Algemene bepalingen

Partijen, duur, wijzigingen en interpretatie.

Deel 2 Situering samenwerkingsovereenkomst in beleidskader

Situering van het agentschap met missie en kernopdrachten, alsmede het wettelijk

kader.

Deel 3 Engagementen van het agentschap

Realisatie van de doelstellingen en actieplannen

- Doelstellingen en actieplannen.

Plannings- en rapporteringsdocumenten

- Opsomming gevraagde documenten;

- Beheer werkingsmiddelen en financiële transparantie;

- Openbaarheid van bestuur;

- Budgetplan en meerjarenplan;

- Voorstel jaarlijks budgetplan;

- Goedkeuring budgetplan en meerjarenplan;

- Inhoudelijke en financiële rapportering aan deputatie;

- Inhoud jaarrapport;

- Tussentijdse inzage en informatieopvraging;

- Verzending verplichte documenten aan Vlaamse Regering;

- Legislatuurrapportering;

- Voorstel bijdrage legislatuurnota.

Codes, standaarden en richtlijnen

- Basisprincipes vanuit het provinciedecreet;

- Engagement personeelsbeleid (toepassing rechtspositieregeling);

- Engagement logistiek (goed huisvader);

- Engagement ICT (zelfde codes als provincie);

- Engagement communicatie (merkenarchitectuur volgen);

- Engagement financiële processen (wijze van boekhouding);

- Engagement milieu (ISO14001);

- Interne controle en interne audit (medewerking verlenen aan interne

auditor);

- Klachtenbehandeling.

Deel 4 Engagementen provincie

Financiering en ondersteuning algemeen

- Ter beschikking gestelde middelen (wijze van dotatie, raamcontracten….);

- Andere bronnen van inkomsten ( eigen inkomsten).

Financiering in het kader van personeel

- Algemeen (loonkosten ten laste agentschap);

- Betalende HRM-dienstverlening (buiten loonkosten alle extralegale

voordelen, vorming, rekruteringskosten, presentiegelden….);

- Kosteloze HRM dienstverlening (adviezen, ondersteuning syndicaal overleg,

psychosociale bijstand…).

Financiering in het kader van logistieke voorzieningen

- Algemeen (basisvoorziening huisvesting);


283

- Inhoud patrimoniumwerken (huurdersonderhoud voor agentschap,

eigenaarsonderhoud ten laste provincie);

- Inhoud facilitaire voorzieningen (niet-verplichte afname van

servicecontracten – via raamcontracten, kosten ten laste van het

agentschap);

- Inhoud verzekeringen (kosten ten laste van het agentschap);

- Infrastructuur en logistieke kosten die het agentschap moet bekostigen

(transport, nutsvoorzieningen, aanschaf roerende investeringen…);

- Kosteloze infrastructurele en logistieke dienstverlening (archief,

vergaderaccommodatie, adviezen).

Financiering in het kader van ICT-voorzieningen

- Algemeen (jaarlijkse aanrekening van servicekost door DICT aan agentschap

en werken met standaarden van provincie);

- ICT-kosten die het agentschap zelf moet bekostigen (backofficekosten,

eindapparatuur, op maat gemaakte applicaties….);

- Kosteloze ICT-dienstverlening (helpdesk, basissoftware).

Financiering in het kader van communicatievoorzieningen

- Communicatiekosten die het agentschap zelf moet bekostigen (drukwerk,

specifieke online applicaties, fotograaf, specifiek promotiemateriaal);

- Kosteloze communicatiedienstverlening (grafisch bureau, webruimte,

intranet, persteam, enquêteringstool …).

Financiering in het kader van financiële processen

- Algemeen (verplicht boekhoudpakket);

- Financiële kosten die het agentschap zelf moet bekostigen (beheer klanten

en leveranciers, beheer bankrekeningen, licentiekosten, dwanginvorderingen

…);

- Kosteloze financiële dienstverlening (adviezen).

Gegevensverstrekking aan het agentschap

- Provincie verbindt er zich toe alle nuttige gegevens te verstrekken voor het

kunnen uitoefen van de opdrachten.

Ondersteuning in het kader van het ISO14001

- Milieumanagement (behouden / behalen ISO14001 certificaat)

Deel 5 Personeel van het agentschap

- Personeelsbeleid (mogelijkheid eigen salarisschaal en functies, bij voorrang

salarisschalen provincie);

- Statuut personeel (contractueel dienstverband, statutairen ter beschikking

gesteld door provincie worden gefactureerd aan het agentschap);

- Functionele en juridische werkgever (bij contractuelen is het agentschap

zowel de functionele als de juridische werkgever. Bij statutairen blijft de

provincie de juridische werkgever en wordt het agentschap enkel de

functionele);

- Overname personeel (bij ontbinding agentschap- termijn van 2 maanden –

rekening houden met personeelsformatie provincie);

- Terugkeergarantie (personeel in dienst van provincie met contract

onbepaalde duur dat overgaat naar agentschap heeft terugkeergarantie mits

vacatures in personeelsformatie).


284

Deel 6 Bestuur

- Presentiegelden en vergoedingen voor leden raad van bestuur

- Deelname in andere rechtspersoon (mogelijk maar provincie in kennis

stellen).

Deel 7 Externe audit

- Controle en externe audit (bedrijfsrevisor)

- Externe milieuaudit

Deel 8 Evaluatie, sanctionering en geschillenregeling

- Evaluatie (jaarlijks)

- Sanctie (deputatie)

- Ontbinding en vereffening

- Geschillen hoorrecht (eerst in deputatie-geen vergelijk-provincieraad)

Deel 9 Inwerkingtreding

De samenwerkingsovereenkomst geldt voor de periode van 1 januari 2014 tot en

met 31 mei 2019, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en

ontbinding van deze overeenkomsten.

Deze samenwerkingsovereenkomst is als bijlage te raadplegen in de toepassing

Sindala.

Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 26 juni 2014.


Gelet op artikel 240 van het provinciedecreet houdende de bepalingen met

betrekking tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie

en een extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm;

Gelet op de goedkeuring van de opgestelde samenwerkingsovereenkomst door de

raad van bestuur van het extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke

vorm Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen vzw (EVAP

PCMA) in vergadering van 18 september 2014;

Overwegende dat de opgestelde samenwerkingsovereenkomst werd onderhandeld

tussen de directie van het EVAP PCMA en de provincie Antwerpen;


BESLUIT:

Enig artikel:

Goedkeuring wordt gehecht aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de

provincie Antwerpen en het extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke

vorm Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen vzw.

Deze samenwerkingsovereenkomst geldt voor de periode van 1 januari 2014 tot en

met 31 mei 2019, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en

ontbinding van deze overeenkomst.



285


Budget 2014. Verdeelkrediet – rekeningcombinatie

2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 –

Subsidies voor sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet:

verschillende innovatieve projecten. Goedkeuring.


Op het provinciaal budget 2014 is krediet voorzien voor de subsidiëring van sociale

projecten, op rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer

2014000511.

Van dit krediet wordt een deel voorbehouden om subsidies toe te kennen op basis

van het reglement impulssubsidie – innovatieve projecten in de welzijns- en

gezondheidssector, door de raad goedgekeurd in vergadering van 24 oktober 2013.

De deputatie kan impulssubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan

innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector.

Impulssubsidies – innovatieve projecten vanaf 10.000 EUR zijn het voorwerp van

voorstellen aan de provincieraad.

Voorgesteld wordt 136.000 EUR ter beschikking te stellen om een aantal

innovatieve projecten een provinciale impulssubsidie te verlenen van 10.000 EUR of

meer.

Voorstel

Aan uw raad worden volgende innovatieve projecten voorgesteld met de bedoeling

een provinciale impulssubsidie van 10.000 EUR of meer te verlenen, aan:

Jeugddorp vzw, De Bergen 38, 2820 Bonheiden – project Kaizen

Korte historiek

Binnen de vereniging worden kinderen en jongeren (tussen 3 en 21 jaar)

opgevangen en begeleid. Dit gebeurt zowel in leefgroep-werking als op TCK

(TrainingsCenter Kamerwonen) als op BZW (Begeleid Zelfstandig Wonen).

Het doel van de verschillende afdelingen bestaat erin jongeren te ondersteunen in

hun ontwikkeling en hun sterker te maken. Door op een contextuele en

oplossingsgerichte manier te werken, tracht de vereniging indien aangewezen een

terugkeer naar het thuismilieu mogelijk te maken of anders samen met hen op

zoek te gaan naar de best mogelijke oplossingen voor de toekomst.

Projectgegevens en kostenraming

De vereniging tracht jongvolwassenen - die vanuit een sociaal uitgesloten en vaak

kansarme omgeving komen - een nieuwe start te geven. Jeugddorp vzw wil ervoor

zorgen dat ze stap voor stap een verbetering kunnen doorvoeren in hun

leefsituatie. Binnen deze werking richt de vereniging zich op jongvolwassenen

tussen de 18 en 25 jaar die moeilijkheden ervaren in het uitbouwen van hun eigen

traject.

De vereniging biedt zowel mobiele als residentiële hulpverlening. In de residentiële

werkvorm biedt Jeugddorp vzw 6 studio’s aan. Binnen Kaizen richt de vereniging

zich vooral op een partnership met de OCMW's uit de omliggende gemeentes als

eerste en voornaamste aanmelders. Het traject dat de jongvolwassene aflegt


286

binnen deze werking zal gefaseerd zijn. Deze fasering stelt het creëren van een

stabiele leefomgeving centraal. Een stabiele leefomgeving wordt gekenmerkt door

een gestructureerde dagbesteding. De jongvolwassene zal samen met zijn

trajectbegeleider moeten zoeken naar een adequate dagbesteding en invulling van

de vrije tijd. Er zal daarbij nadruk gelegd worden op de accenten die er vanuit de

jongvolwassene naar boven komen. De doelstellingen van de jongvolwassenen zijn

richtinggevend voor het hulpverleningsaanbod.

De totale kosten worden geraamd op 98.750 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de

provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te

stellen.

Motivatie projectencommissie

Dit project beantwoordt aan de criteria van het provinciale reglement met name

een leemte in het aanbod willen opvullen, het heeft een bovenlokaal karakter. Het

project wenst dit te realiseren via samenwerkingsverbanden met sociale

organisaties (OCMW's, CAW, ...).

Lamp-Aan vzw, Sint-Jozefstraat 125, 2200 Herentals – project Doof Baken

Korte historiek

LAMP-AAN vzw werd in 2012 opgericht door mensen uit de sociale sector en uit de

mediasector, vanuit het verlangen om auditief gehandicapte mensen zichtbaarder

te maken in de brede maatschappij. Alle oprichters spreken de Vlaamse

Gebarentaal, en de meerderheid van hen is zelf auditief gehandicapt. Deze mensen

vormen tot op vandaag de raad van bestuur. Het Vlaamse gebaar voor “het licht

aansteken” wordt in de linguïstiek genoteerd als LAMP-AAN. Daar werd de naam

van de vereniging aan ontleend.

De vereniging wil doven zichtbaar maken in de maatschappij. Ze willen bruggen

slaan tussen de versnipperde, en soms sterk geïsoleerde, werelden die gebouwd

zijn op “gehoorverlies”. Sommige doven kiezen bijvoorbeeld voor een leven met

gebarentaal. Anderen kiezen voor een volledig opgaan in de maatschappij. En nog

meer mensen vallen tussen beide werelden in. Het slagen van hun integratie hangt

in grote mate af van de mate van gehoorverlies (met hulpmiddelen). Velen voelen

zich onbegrepen en eenzaam. Sommigen van hen getuigen van een sociaal

isolement.


LAMP-AAN wil de dovenwereld zichtbaar maken in de maatschappij. Deze vzw is

een samenwerkingsverband van de verenigingen Madosa vzw (basis in Antwerpen)

en Piramime vzw (basis in Turnhout) en bestrijkt bijgevolg heel de provincie

Antwerpen.

Dit project wil middels een nieuw online platform dove en slechthorende mensen in

de provincie Antwerpen weer dichter bij elkaar brengen door een online baken op te

zetten: een baken dat hen de weg wijst naar lotgenoten, via de verenigingen

Madosa vzw en Piramime vzw. Dit baken bestaat uit een laagdrempelige website,

gevuld met getuigenissen en opinies van auditief gehandicapte mensen, uitleg over

de verenigingen voor doven en slechthorenden in de provincie, en een kalender

met mogelijkheden voor een eerste ontmoeting bij deze verenigingen. De website

wordt tweetalig opgesteld, in het Nederlands en in de Vlaamse Gebarentaal, om de

toegang te kunnen verzekeren voor zoveel mogelijk mensen.


287

De totale kosten worden geraamd op 24.476,50 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de


stellen.


Qua opzet gaat het bij dit project duidelijk om een vernieuwend, bovenlokaal

initiatief dat door middel van de investeringskosten verder uitgebouwd kan worden

door vrijwilligers. Het tracht concreet in te spelen op de specifieke - communicatie -

problemen van auditief gehandicapten.

OCMW Mol, Jakob Smitslaan 22, 2400 Mol – project OOG’enblik

Korte historiek

De OCMW’s van Balen, Dessel, Mol en Retie hebben al een lange traditie in het

intergemeentelijk samenwerken. De OCMW’s kiezen er bewust voor om de krachten

te bundelen om de sociale dienstverlening te optimaliseren. Dit omdat

intergemeentelijk samenwerken heel wat kansen met zich meebrengt. De OCMW’s

bieden een uitgebreid en toegankelijk aanbod aan diensten, zowel materieel als

niet-materieel. Ze richten zich in het bijzonder op de meest kwetsbare doelgroepen

in de maatschappij. Samenwerking met andere diensten/organisaties is essentieel.


Het project zet de recente onderzoeksbevindingen m.b.t. eerstelijnspsychologische

hulp aan mensen in armoede (cf. LUCAS) in praktijk. Inhoudelijk ligt dit project

volledig in de lijn van het verhogen van de toegankelijkheid van de

gezondheidszorg:

- in een regio waar armoede hoog scoort (sociaal economische factoren)

- in een regio waar GGZ onder gefinancierd wordt ( naast fysieke, ook sociale

en geestelijke gezondheid)

- kan belangrijke bijdrage leveren tot preventie van zorg door heel

laagdrempelig te werken zodat in een vroeg stadium kan ondersteund of

ingegrepen worden

- kan ook indirect bijdragen tot verhogen toegankelijkheid van de zorg door

het meer deskundig maken van gezondheidszorgwerkers in bestaande

voorzieningen die met de doelgroep in contact komen



stellen.


Inhoudelijk een sterk project met nu - in de tweede aanvraag - een duidelijke

cofinanciering zoals gevraagd aan de initiatiefnemer. Aangezien dit een

pilootproject is van Vlaanderen met mogelijks een verlenging van (Vlaamse)

subsidiëring, dient wel in een convenant met de initiatiefnemer opgenomen te

worden dat er geen sprake kan zijn van een dubbele financiering.

OCMW Kalmthout, Heuvel 39, 2920 Kalmthout – project Platform

Huistaakbegeleiding

Korte historiek

OCMW Kalmthout en OCMW Kapellen bundelen hun krachten en bouwen samen

met de lagere scholen op hun grondgebied, de betrokken CLB's en andere actoren

een werking rond huistaakbegeleiding uit.


288

Zowel Kalmthout als Kapellen kennen de laatste jaren een stijging van de

(kans)armoede in hun gemeente, bij ouderen, maar meer en meer ook bij gezinnen

met kinderen.

Daarom werd in Kalmthout een eerste stap naar een volwaardig

huistaakbegeleidingsproject gezet in het kader van de werking van Babbelpunt.

Babbelpunt werd in september 2012 opgestart in samenwerking met Vormingsplus

vzw. Deze werking biedt anderstalige inwoners van Kalmthout de mogelijkheid om

hun Nederlands te oefenen door conversatie met Nederlandstalige vrijwilligers.

Vaak vergezellen kinderen hun ouders naar Babbelpunt. Voor hen werd een aparte

kinderwerking opgezet, met educatieve spelletjes én hulp bij het maken van

huiswerk.


Samen met enkele partners willen de OCMW’s een platform huistaakbegeleiding

oprichten om kinderen in armoede extra ondersteuning te kunnen bieden.

Onderwijs is een belangrijke hefboom om kinderen kansen op een betere toekomst

te bieden. Soms is de kloof tussen het thuis- en schoolmilieu te groot en hebben

kinderen een extra zetje nodig.

Huistaakbegeleiding helpt deze kloof te overbruggen op tweevoudige wijze:

1) kinderen krijgen methodieken aangereikt die hen helpen hun taken op een

meer gestructureerde wijze aan te pakken;

2) ouders worden gestimuleerd en aangesproken op hun betrokkenheid

(empowerment).

Een dergelijk project kan enkel slagen mits voldoende omkadering en

betrokkenheid van alle actoren. Daarom moet er een volwaardig overlegplatform

worden uitgebouwd, dat OCMW’s, welzijnswerkers, scholen, CLB’s, … samenbrengt.

Bedoeling van dit platform is om op laagdrempelige wijze kansarmoede bij kinderen

proactief op te sporen en de betrokken gezinnen ondersteuning te bieden.

Huistaakbegeleiding is hierbij een eerste, maar niet noodzakelijk laatste stap. Via

deze begeleiding kan, indien nodig, ook op andere gebieden hulp en bijstand

worden opgestart.

De doelgroep zijn (kans)arme kinderen tussen 6 en 12 jaar (én het gezin waarvan

ze deel uitmaken) die school lopen in Kalmthout of in Kapellen, en die volgens het

CLB of de school moeilijkheden hebben met het maken van huiswerk of die een

taalachterstand hebben. Privé-initiatieven die extra begeleiding bieden, zijn voor

hen (organisatorisch en/of financieel) niet haalbaar. Zij worden gedurende

minimaal drie maanden en maximaal 9 maanden begeleid, in nauwe samenspraak

met de betrokken actoren. De frequentie van begeleiding is één of twee keer per

week (ca. 1 uur per sessie).

De huistaakbegeleiding zal gebeuren door opgeleide vrijwilligers die worden

ondersteund door een professionele kracht (coördinator). De coördinator beheert

het platform, zorgt voor de noodzakelijke informatie-uitwisseling tussen de

verschillende actoren en ondersteunt actief de vrijwilligers. OCMW Kalmthout en

OCMW Kapellen werken voor dit project nauw samen. Deze krachtenbundeling

betekent niet alleen extra kansen tot ervaringsuitwisseling, maar houdt ook een

schaalvoordeel in. Zo kan bv. de vorming van de vrijwilligers gemeenschappelijk

worden georganiseerd. Wat nog belangrijker is dat de coördinator voor beide

OCMW’s zal werken. Deze nauwe samenwerking tussen beide OCMW’s, maar ook


289

met de andere actoren heeft als bijkomend voordeel dat zij wellicht aanleiding zal

geven tot andere samenwerkingsinitiatieven.



stellen.


Het project probeert een leemte in het aanbod op te vullen en beide OCMW's

wensen hiervoor op bovenlokaal niveau met mekaar samen te werken evenals met

alle betrokkenen uit hun regio. Naar aanleiding van de eerste aanvraag werd aan

beide OCMW's een duidelijk financieel engagement gevraagd. Dit engagement werd

achteraf toegevoegd.

Zorgbedrijf Antwerpen, Lange Gasthuisstraat 33, 2000 Antwerpen –

project Uitbouw Zorgzame Buurt op de site Hof ter Beke

Korte historiek

Zorgbedrijf Antwerpen is een verzelfstandigde publieke organisatie, actief in de

zorgsector, en telt 42 dienstencentra, een gamma aan thuisdiensten, 2800

serviceflats en 17 woonzorgcentra verspreid over alle districten van Antwerpen.

De woon-, zorgen comfortdiensten voor senioren zijn in 2009 ondergebracht in

een verzelfstandigd Zorgbedrijf Antwerpen, als nieuw bedrijf binnen de groep Stad

Antwerpen.

Zorgbedrijf Antwerpen is een grote actor binnen het (ouder) zorgbeleid in

Antwerpen en heeft met de 4 schakels - thuisdiensten (gezinszorg, poetshulp,

thuisverpleging), dienstencentra, serviceflats en woonzorgcentra - een uniek

aanbod in de publieke zorgsector om mensen zo lang mogelijk comfortabel te laten

wonen.

Naast bovenvermelde diensten beschikt het Zorgbedrijf Antwerpen ook over een

vervoerdienst, een 24 uur-zorgsteunpunt met zorgprofessionals, een dienst ergo-

woonadvies enz.

Zorgbedrijf Antwerpen biedt sinds enige tijd ook jeugdzorg aan (2 huizen voor

bijzondere jeugdzorg en 5 centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning).


Zorgbedrijf Antwerpen startte in 2012/2013 met de uitbouw van een Zorgzame

Buurt (of een lokaal woonzorgnetwerk) op en rond de site Hof ter Beke aan de

Balansstraat 23/A in 2018 Antwerpen. Deze site omvat 412 wooneenheden:

erkende serviceflats (voor een aantal flats is de aanvraag tot erkenning lopende) en

5 wooneenheden Beschut Wonen, alsook een dienstencentrum en sociaal centrum.

Hier wonen zorgbehoevende ouderen waarvan velen ernstige beperkingen ervaren

in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en lijden aan een toenemende multi-

pathologie.

Door samenwerking met én tussen diverse diensten wordt zorg op maat

aangeboden aan de thuiswonende klanten en bewoners van (en later ook rond) de

site, alsook een continue dienstverlening: 24 op 24 uur, 7 op 7 dagen. Met deze

vernieuwde en unieke vorm van hulpverlening streeft het Zorgbedrijf Antwerpen

ernaar de bewoner/klant zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen.


290

Het project wordt aangestuurd door een zorgcoördinator en een woonassistent,

onder algemene leiding van de manager Zorgzame Buurt Hof ter Beke.

Momenteel is het project beland in een fase van evaluatie, bijsturing en

verankering, zoals voorzien voor het jaar 2014.



stellen.


De eerste fase van dit project van het Zorgbedrijf Antwerpen "Uitbouw van een

Zorgzame Buurt" werd positief geëvalueerd ook al waren de vooropgezette

doelstellingen niet vanzelfsprekend m.n. de geringere instroom in een WZC. Voor

het tweede jaar zal men de samenwerking met externe diensten verder opdrijven

en het zorgaanbod nog meer kunnen richten op de zorgvraag van de individueel

oudere. Duidelijke afspraken over het samenwerken met een zorgdossier zal hierbij

een centrale rol spelen. In tegenstelling tot het ingediende dossier zal de

uitbreiding naar de buurt niet doorgaan. Men zal zich m.a.w. beperken tot de

bewoners van de site.

Het Zorgbedrijf is bereid mee te werken om het project voor te stellen in een

provinciale projectendag.

CGG De Pont vzw, Hanswijkstraat 48, 2800 Mechelen – project “Kinderen

uit de knel”: groepstherapie voor vechtscheidende ouders en hun kinderen

Korte historiek

Het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) De Pont vzw is een door de

Vlaamse Gemeenschap erkende gezondheidsorganisatie en is - in uitvoering van

het decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg van 1999 - het resultaat

van een fusie van de vroegere CGG's van Mechelen, Lier en Duffel. Het CGG staat

in voor het werkingsgebied dat het arrondissement Mechelen en de Rupelstreek

omvat en heeft vestigingen in Mechelen, Lier en Boom.


De Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg worden meer en meer geconfronteerd

met de problematiek van vechtscheidende ouders met kinderen. Kinderen worden

hierdoor zwaar getroffen in hun ontwikkeling. De vereniging wenst dan ook een

vernieuwende aanpak eigen te maken en in hun reguliere werking te

implementeren.

In de zoektocht naar andere therapievormen kwam de vereniging bij een nieuwe

psychotherapeutische methode voor vechtscheidende ouders met kinderen:

meerdere ouderparen volgen samen groepstherapie terwijl de kinderen in een

aparte groep begeleid worden. Deze nieuwe therapiemethode werd enkele jaren

geleden ontwikkeld door het centrum voor systeemtherapie Lorentzhuis in Haarlem

(zie www.kinderenuitdeknel.nl). Met hoopgevend resultaat.

Deze methode werkt via een dubbele groepsaanpak. Een eerste groep omvat

meerdere vechtscheidende ouderparen met twee hulpverleners. Na twee

intakegesprekken komen zij 8 keer gedurende twee uur samen. Dit is niet

vanzelfsprekend, maar als toeschouwer van andere vechtscheidende ouders worden


291

ze toeschouwer van hun eigen gevecht en wordt er samen nagedacht over de

impact van het 'gevecht' op hun gezin.

De kinderen worden in een aparte groep ondergebracht met twee hulpverleners als

begeleiding. Zij komen 8 keer gedurende twee uur samen. Ze spelen een rollenspel

rond fictieve situaties met ruziemakende volwassenen. Na afloop verwerken ze

deze ervaringen in een soort eindwerk dat aan de ouders gepresenteerd wordt

(bv. toneel- of filmvoorstelling).

Elk initiatief omvat dus twee groepen (één voor ouders en één voor kinderen) die

elk begeleid worden door twee daartoe opgeleide hulpverleners. Dit initiatief

veronderstelt een doelgroep-overschrijdende samenwerking (kinderen -

volwassenen) en het is een meerwaarde om dit zelfs organisatie - overschrijdend te

organiseren (bv. hulpverleners van Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg en

Vertrouwenscentrum Kindermishandeling).

De totale kosten worden geraamd op 19.789,56 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de


stellen.


Dit project van CGG De Pont voldoet aan de criteria van het provinciale reglement

met name gaat het om een vernieuwende methodiek in het geval van

"vechtscheidingen" én heeft daarenboven een bovenlokaal karakter. Daarenboven

is het project beperkt in de tijd en is er cofinanciering.

Aan uw raad worden volgende verenigingen beknopt voorgesteld waaraan geen

subsidie zal worden toegekend:

MIVAS vzw – Goed Gevoel vzw – project Naar een mobiele sociale

buurtwinkel

Goed Gevoel vzw verenigt in haar sociale kruidenier 't Hofke en sociaal restaurant

Kome Nete mensen in armoede, vrijwilligers en werknemers om armoede in Lier en

omliggende gemeenten te bestrijden. Samen met de partnerorganisaties creëert

Goed Gevoel vzw een ontmoetingsruimte waar mensen contacten opbouwen, hun

netwerk verbreden en kansen tot ontplooiing vinden.

Het concept van de mobiele sociale buurtwinkel groeide voort uit een herhaaldelijk

signaal vanuit de wijk De Herderin in Lier waar inwoners aangeven dat ze zich

geïsoleerd voelen van het stadsleven (o.m. door een gebrek aan openbaar

vervoer). De armoedecijfers stijgen immers, gezinnen in armoede hebben meer en

meer nood aan hulp in hun basisbehoeften. De stap zetten naar voedselhulp is niet

gemakkelijk en het behoud van eigenwaarde is van groot belang. Gezinnen in

armoede bereiken is van cruciaal belang om kinderarmoede te bestrijden.

De totale kosten worden geraamd op 171.750 EUR. Voorgesteld wordt geen

subsidie ter beschikking te stellen.


Het project wordt inhoudelijk als potentieel interessant beschouwd. Voorlopig

ontbreekt de planmatige aanpak op middellange en lange termijn: de fasen van het

project zijn nog onvoldoende uitgewerkt waardoor er onvoldoende zicht is op de

continuering, de draagkracht en de logistieke (personeel) ondersteuning van de

mobiele sociale buurtwinkel. Op dit moment ontbreekt het bovenlokale aspect: het


292

project is op korte termijn louter gesitueerd in de stad Lier; gesprekken met

buurtgemeenten om tot samenwerking te komen zijn geïnitieerd maar nog niet

uitgewerkt of gefinaliseerd. De personeelsinzet is bovendien ook nog niet helemaal

uitgeklaard (art, 60/vrijwilligers/ondersteuning van deze personeelskrachten is nog

niet uitgewerkt). Dit maakt dat het initiatief tot op heden nog onvoldoende de

elementen van een project in zich draagt en zodoende op dit moment niet voldoet

aan de bepalingen zoals gesteld in het reglement. Geadviseerd wordt om het idee

van een mobiele sociale buurtwinkel verder projectmatig uit te werken, rekening

houdend met de hierboven gegeven aandachtspunten.

Encounter Vlaanderen vzw – project Naar een mobiele sociale buurtwinkel

Encounter Vlaanderen is de enige organisatie die naast vorming voor koppels in een

duurzame relatie ook een vormingsaanbod heeft voor toekomstige

trouwers/jongeren/alleenstaanden en voor senioren echtparen. Deze vorming en de

aangeboden nawerking beoogt en realiseert duidelijke verbetering van het

relatieleven in het gezin en de maatschappij. De vereniging wil promotie-acties

organiseren waardoor zij meer potentiële deelnemers kunnen bereiken en hen

gericht stimuleren voor participatie aan het vormingsprogramma.

De totale kosten worden geraamd op 12.499 EUR. Voorgesteld wordt geen subsidie

ter beschikking te stellen.


Het project dat de promotie omvat van een geactualiseerd en inhoudelijk vernieuwd

vormingsprogramma voor gehuwden en koppels in een duurzame relatie, kan als

reguliere activiteit van de organisatie beschouwd worden. Zodoende voldoet het

niet aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement: geen impulsbeleid maar

reguliere werking.

Tutti Fratelli vzw – project Spiegels van de Ziel

Spiegels van de Ziel is een platform dat gegroeid is uit een kleinschalig bibliotheek-

en leesbevorderingsproject. Vanuit de vaststelling dat veel spelers bij Tutti Fratelli

laaggeschoold zijn en dus weinig toegang vinden tot literatuur, is de vereniging

4 jaar geleden gestart met een bibliotheek. Deze bibliotheek werd gelinkt aan

voorleesmomenten waarop alle spelers en vrijwilligers werden uitgenodigd.




Het project is in eerste instantie een kunst-educatief project: werken aan een

maatschappelijk kwetsbare groep via een kunstvorm. Aangezien het zich situeert in

de stad Antwerpen heeft het bovendien geen bovenlokaal karakter. Tevens wordt er

cofinanciering gevraagd voor de reguliere werking/kosten. Het project voldoet

hiermee niet aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement: het bovenlokale

karakter ontbreekt en het betreft reguliere werking (geen impulsbeleid). Vorig jaar

werd aan deze organisatie al gecommuniceerd dat dit op de voortzetting van

reguliere werking leek. In de rand kan eveneens vermeld worden dat vanuit het

departement Cultuur reeds middelen voor dit project werden toegekend in 2014.

KINA pv – project Dwaallicht

Dwaallicht is een vereniging die 4 praatcafés dementie per jaar organiseert.

Daarnaast tracht het ook jaarlijks of tweejaarlijks een extra activiteit te


293

organiseren. De vereniging wil dementie bespreekbaar maken om zo de zorgen van

alle betrokkenen lichter te maken en licht te brengen voor zij die dolen: de persoon

met dementie zelf, maar ook familieleden en mantelzorgers in hun zoektocht naar

antwoorden. Dwaallicht wil hen eveneens wegwijs maken in het doolhof van

voorzieningen.




Het betreft een projectaanvraag voor reguliere activiteiten/werking. Hiermee

voldoet het project niet aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement om een

impulssubsidie te bekomen voor innovatieve projecten.

BZN De Stobbe vzw – project Inhoudelijke evaluatie en bijsturing

BZN De Stobbe biedt een aangepaste residentiële opvang aan vrouwen met

meerdere kinderen die op de vlucht zijn voor huiselijk geweld.

Door het sociaal conflict en de financiële moeilijkheden die de organisatie in 2012

en 2013 heeft gekend is er weinig aandacht naar inhoudelijke evaluatie en vorming

van de medewerkers gegaan. De vereniging wil komen tot een financieel gezonde

organisatie en een organisatie die inhoudelijk/organisatorisch sterker staat door

middel van 4 pijlers:

- de bakens uitzetten voor een vernieuwde werking

- de inhoudelijke werking versterken

- een degelijk vormingsbeleid voor de medewerkers

- een algemeen directeur rekruteren

Het project richt zich op zowel het personeel van De Stobbe als het cliënteel. Door

in te zetten op een degelijk en gedragen beleid, een degelijke inhoudelijke evaluatie

en vormingsaanbod wil De Stobbe komen tot een organisatie die een kwalitatief

hoogstaand aanbod kan bieden aan hun doelgroep.




Het ingediende project heeft betrekking op de inhoudelijke evaluatie en bijsturing

van de eigen interne organisatiewerking. Het onderwerp, waarvoor subsidiëring

wordt gevraagd, heeft niet zozeer betrekking op een welzijns- of een

gezondheidsthema dan wel op de versterking van de eigen organisatiewerking

(o.a. organiseren van assessments voor nieuwe directeur en zorgcoördinator). Dit

kan gerekend worden tot de reguliere werking. Hiermee beantwoordt het niet aan

de voorwaarden zoals gesteld in het reglement.

LEIF vzw – project “Euthanasie voorbij” Opvang en begeleiding van na- en

naastbestaanden van mensen die euthanasie vragen en/of krijgen

LEIF Antwerpen is een onderafdeling van LEIF Vlaanderen en bestaat sinds 2014.

Hun opdracht omvat het geven van informatie aan mensen over levensbeëindiging.

Projectmiddelen worden gevraagd om lotgenotengroep op te richten voor mensen

die euthanasie vragen en /of krijgen. Het project bestaat uit de opvang en

begeleiding van de naast- en nabestaanden van personen met een

euthanasievraag. Zij hebben niet direct vragen over hun eigen

levenseindebeslissingen, maar hebben wel nood aan opvang en begeleiding als hun


294

familie/vriend een euthanasieprocedure heeft opgestart of wanneer de euthanasie

is uitgevoerd.




Er worden middelen gevraagd om iemand op te leiden om deze groepen te

ondersteunen (half jaar). De bestaande palliatieve netwerken hebben echter nog

niet overlegd met deze organisatie en/of kennen het bestaan ervan niet/nauwelijks.

Bovendien ontbreekt een klaverbladfinanciering en plan van aanpak met betrekking

tot de overdraagbaarheid naar anderen.

Samengevat wordt er besloten het voorgelegde project niet te weerhouden omwille

van volgende elementen:

1/gebrek aan engagement om verworven expertise te kunnen overdragen,

2/ inhoudelijk voldoet het niet aan de provinciale visie wegens de aanwezigheid van

twee aparte trajecten,

3/ er is nog geen aansluiting met de palliatieve netwerken.

Het project lijkt voorlopig nog onvoldoende uitgewerkt en lijkt deel uit te maken

van hun reguliere activiteit.

CGG Kempen vzw – project KOPP groepswerking arrondissement Turnhout

De betrokken organisaties van Stent (onder andere Cirkant, Ter Loke, CGG

Kempen, …) willen voor de cliënten met een dubbeldiagnose KOPP (Kinderen van

Ouders met Psychische Problematiek) en KOAP (Kinderen van Ouders met Alcohol

Problematiek), vanuit een preventieve insteek een groepsaanbod realiseren. De

vereniging richt zich naar een groepsgrootte van 7 à 8 jongeren met 2 begeleiders.

Het doel van de Stent werking is de samenwerking tussen bijzondere jeugdzorg en

geestelijke gezondheidszorg te versterken.




Dit project voldoet niet aan de voorwaarden van het reglement.

Hoewel het project goed ingebed is, kan de voorgestelde methodiek niet als

vernieuwend worden beschouwd. Verder is er onduidelijkheid over de verdere

financiering wat de continuïteit in het gedrang brengt.

Samenwerking vzw – project Online eerstelijnspsychologische begeleiding

Het doel van deze organisatie is het bevorderen van fysiek, psychisch en sociaal

welzijn van de leden en van de leden van De Voorzorg en van de personen ten

laste. De dienst Well2Day wenst beleidsmatig een nieuwe vorm van hulpverlening

te implementeren, nl. online begeleiding ( psychische, sociale of maatschappelijke )

bij eerstelijnspsychologische hulpverlening wegens de maatschappelijke urgentie.

De hulp kan bestaan uit informatie, advies, ondersteuning, begeleiding,

behandeling of nazorg.




295


Het online begeleiden van mensen met psychologische problemen kan worden

beschouwd als behorend tot de reguliere activiteit van de organisatie. Hiermee

beantwoordt het niet aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement.

Piazza dell’Arte vzw – project HUB – Urban City Stories

Samen met Hogeschool Universiteit Brussel lanceert Piazza dell'Arte verschillende

mediawijze projecten over heel Vlaanderen voor maatschappelijk kwetsbare

jongeren, waarbij ze leren hoe ze creatief en innovatief aan de slag kunnen met

media die ze zelf bezitten. Ze krijgen de kans hun eigen omgeving, wijk, gemeente,

stad artistiek in kaart te brengen met nieuwe media en digital storytelling,

waardoor ze leren een recreatief gebruik van media om te buigen naar een

creatief/educatief gebruik met focus op talentontwikkeling, zelfontplooiing en

gemeenschapsvorming als resultaat.




Het betreft een nieuw project binnen de bestaande reguliere werking. Dit is niet

conform met de bepalingen in het reglement. Bovendien ligt de nadruk eerder op

het cultuur-educatieve aspect dan wel op welzijn. Tenslotte richt men zich tot

jongeren binnen een lokale context. Het bovenlokale karakter ontbreekt. Bijgevolg

is er niet voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement.

Jeugd en Cultuur vzw – project Kinderkerstfeest

De vereniging wil een kerstfeest organiseren voor kinderen (tussen 2 en 11 jaar)

met als doel deze kinderen een aangename middag te bezorgen met het optreden

van een clown en een versnapering aan te bieden. Elk kind krijgt ook een

geschenk.




Het organiseren van een kerstfeest voor kinderen van 2 sociale wijken betreft een

lokaal initiatief dat niet beantwoordt aan de voorwaarden zoals gesteld in het

reglement: geen impulsbeleid, innovatieve karakter ontbreekt en is louter lokaal

georiënteerd. De adviseur armoede wordt opgedragen samen met deze organisatie

op weg te helpen naar andere mogelijke financieringsbronnen.

CAW Antwerpen vzw – De Passant – project ADL-investeringsproject

De Passant is een residentieel verblijfcentrum voor daken thuisloze mannen. Via

deze aanvraag wil de vereniging verbouwingswerken (inrichting van

vormingsruimte en woonunits) uitvoeren. Op het einde van de werken kan de

vereniging dan starten met het ADL-project (Algemeen Dagelijks Levens- en

woonvaardigheden). De vereniging wil op deze manier de leerkansen van het

verblijfcentrum meer benutten en dan prioritair voor vaardigheden die nodig zijn

om zelfstandig te wonen. Tot op heden kregen de bewoners van De Passant te

weinig de mogelijkheid om die vaardigheden informeel aan te leren. In het

verblijfcentrum wordt immers alles geregeld voor hen: maaltijden worden bereid,

de was wordt gedaan, …


296




Het project richt zich op de activering en voorbereiding van dak en thuislozen op

zelfstandig wonen. Hiervoor worden 4 reeds bestaande kamers (verder)

omgevormd tot woonunits. De kosten waarvoor subsidiëring wordt gevraagd

(keuken en vormingsruimte) betreffen echter louter infrastructuurwerken. Het

provinciebestuur Antwerpen subsidieert sinds 2014 echter geen

infrastructuurwerken inzake welzijn meer. Ook het bovenlokale aspect kan in vraag

gesteld worden: slechts 4 van de 38 opvangplaatsen in Antwerpen stad worden in

het project geïntegreerd. Tot slot richt de provinciale aanpak zich eerder op het

preventieve aspect van daken thuisloosheid dan op het curatieve element ervan.

Het project voldoet bij deze niet aan de voorwaarden zoals gesteld in het

reglement: het behelst louter infrastructuurwerken en het project is eerder lokaal

georiënteerd.

OCMW Herentals – project Sociale kruidenier

De sociale kruidenier richt zich specifiek tot de mensen met een beperkt inkomen.

Met dit project wil het OCMW ook mensen in armoede de toegang bieden tot

gezonde en kwaliteitsvolle (voedings-) producten. Behalve de winkelfunctie op zich

is de ontmoetingsfunctie van een sociale kruidenier even wezenlijk. De uitbouw van

een sociale kruidenier is dan ook niet alleen een doel op zich, maar tegelijkertijd

door de bevordering van sociale insluiting via ontmoeting en participatie ook een

middel in de strijd tegen armoede op individueel en maatschappelijk vlak.

De dienstverlening van de sociale kruidenier wordt aangeboden aan de inwoners

van de Middenkempen (ISOM-werkingsgebied). De ISOM-beleidsgroep besliste op

26 februari 2014 om intergemeentelijk samen te werken aan een sociaal kruidenier.

Het OCMW van Herenthout stelt hiertoe reeds een 1/2 VTE ter beschikking. Ook

bestaande contacten met plaatselijke winkeliers worden verder geïntegreerd in de

sociale kruidenier.

De totale kosten worden geraamd op 156.994,5 EUR. Voorgesteld wordt geen



Het opstarten van een sociale kruidenier is in wezen geen innovatief project meer.

Bovendien kunnen er vragen gesteld worden bij de opgegeven kosten. Er wordt

gevraagd om de personeelskosten te financieren. Mogelijk zijn de werkingskosten

veel te laag ingeschat. Ook de visie dat deze aanpak zelf bedruipend zal zijn in

3 jaar tijd kan in vraag gesteld worden. Met betrekking tot de opgegeven spin-offs,

is er geen duidelijk plan van aanpak wat het geheel een eerder voorwaardelijk

karakter geeft. In Herentals is er trouwens een gratis voedselverdeelpunt (De

toevlucht). Hierover wordt in de aanvraag geen melding gemaakt. Het project is

bijgevolg niet voldoende uitgewerkt om in aanmerking te komen voor subsidiëring.

een adviseur van de dienst Welzijn en Gezondheid gaat evenwel, in het kader van

het provinciale actieplan Voedselbank', contact opnemen met het OCMW Herentals

om de mogelijkheden van een tussenvorm sociale kruidenier/voedselverdeelpunt, in

samenwerking met het lokaal voedselverdeelpunt (De toevlucht) te onderzoeken.

Eveneens zal er bekeken worden hoe 'good practices' kunnen gecommuniceerd

worden aan andere geïnteresseerde besturen.


297

Hestival vzw – project Toegankelijkheid op Hestival

Hestival vzw organiseert jaarlijks Hestival, een gratis muziekfestival voor jongeren.

De vereniging wil investeren om de programmatie, infrastructuur en de

toegankelijkheid voor slechthorende en personen met fysieke beperking te

verbeteren.




De aanvraag voldoet niet aan de voorwaarden zoals gesteld in het reglement: het

bovenlokale karakter ontbreekt (rolstoelpodium op Hestival in Heist op den Berg is

lokaal gegeven) alsook het vernieuwende karakter.

Projectvereniging Stadsregio Turnhout – project geWOONte-breker breekt

uit!

‘geWOONte-breker breekt uit’ is het verderzetten en concreter vorm geven van de

projectaanvraag van 2013. Het traject van het project van ‘geWOONte-breker –

traject wonen in de toekomst’ liep tot de tentoonstelling op de beurs duurzaam

ondernemen te Beerse op 21 en 22 juni 2014. geWOONte-breker is een traject

waarbij de inwoners van de gemeenten Beerse, Oud-Turnhout en Vosselaar en de

stad Turnhout een denkoefening maken over het wonen in de toekomst.




Dit project diende in 2013 een projectaanvraag in dat werd goedgekeurd (bedrag

6.250 euro). Binnen de subsidie van vorig jaar werd in het stappenplan als laatste

actie het toonmoment op de beurs van 20 tot 22 juni 2014 opgenomen. De huidige

subsidieaanvraag betreft voornamelijk de financiering van de kosten die concreet

worden gemaakt voor deze beurs zoals de kost van het organiseren van een busrit

langsheen inspirerende voorbeelden; drukkosten allerhande; …

Ondanks het feit dat het project geWOONte-breker een zeer vernieuwend project is

beantwoord deze nieuwe subsidieaanvraag niet aan de criteria waaraan

impulssubsidieprojecten moeten voldoen: de kosten waarvoor subsidiering wordt

gevraagd behelzen geen innovatieve projecten (organiseren busrit, organisatie

beurs, ...).

De Vlinder vzw – project DOTO 2014

De Vlinder vzw is een vereniging die tal van uiteenlopende activiteiten organiseert

voor diverse doelgroepen met als doelstelling het verhogen van het welzijn. Zij

wensen dit jaar een extra groep stappers op de been te brengen voor deelname

aan de jaarlijkse Dodentocht in Bornem als steun voor oncologische patiënten.




De Vlinder vzw is eerder een socio-culturele vereniging. Het gaat tevens niet om

een project maar om een eenmalige activiteit. De Dodentocht vond plaats op 8 en

9 augustus, de subsidieaanvraag werd pas bezorgd op 15/07 ll.


298

Instituut voor Tropische Geneeskunde vzw – project Helpcenter

Het Instituut voor Tropische Geneeskunde heeft met steun van het Ministerie voor

Volksgezondheid en Sociale Zaken dit proefproject opgezet ter versterking van de

secundaire HIV-preventie in hoog-risicogroepen in een grootstedelijke context. Het

Helpcenter biedt volgende dienstverlening aan: HIV- en SOA-testen, raadpleging

voor klachten en vragen over seksuele gezondheid, psychologische en seksuele

adviezen en verwijzing, enz… Concreet houdt het Helpcenter medische consultaties

rond seksuele gezondheid en HIV. Daarnaast worden ook seksuele raadplegingen

aangeboden.




Het provinciebestuur gaf in het verleden reeds verschillende malen een subsidie

aan het Helpcenter om de hogere huurprijs (van het nieuwe pand t.o.v. vroegere)

te financieren. Strikt genomen voldoet dit project niet aan de criteria van het

vernieuwde reglement m.n. geen innovatief karakter maar wel een subsidie voor de

reguliere werking.

Lokaal Werk vzw – project InDeRefter

Lokaal Werk vzw biedt mensen kansen zodat ze opnieuw perspectieven krijgen op

het vlak van integratie en werk. De vzw sensibiliseert de kinderen van de scholen in

het zorggebied (Westerlo – Herselt - Hulshout) om van gezonde voeding een

prioriteit te maken. Dit wordt gelanceerd via de informatie en stimulatie van een

gezonde lunchpauze op de school.




Dit project is in wezen geen innovatief project meer, gezien er tal van gelijkaardige

en gelijklopende projecten zijn (bv. via de LOGO's). Daarenboven zijn er ernstige

bedenkingen m.b.t. de duurzaamheid van dit project. Met betrekking tot de

ingediende kosten zijn er een aantal onduidelijkheden. Zo gaat het om de loonkost

van een begeleider die gedurende zes maanden vrijgesteld wordt om dit project te

trekken, maar niet wordt vervangen in zijn reguliere taak. Er is dus geen

bijkomende loonkost. Er zullen tevens art. 60-ers worden ingeschakeld maar het is

niet duidelijk voor welke taken deze personen tewerkgesteld zullen worden en wat

hun perspectief is na beëindiging van het project gezien de tijdelijkheid ervan.

OCMW Zandhoven – project Dienst studieondersteuning voor kansarme

gezinnen

OCMW Zandhoven zet zich de komende jaren extra in voor kansarmen, met de

focus op de preventie van kinderarmoede. OCMW Zandhoven wil lokale partners

samenbrengen, hen betrekken, informeren, sensibiliseren en samen met hen op

een (pro)actieve manier kinderarmoede bestrijden.




299


Deze aanvraag van het OCMW van Zandhoven voldoet niet aan de criteria van het

reglement gezien zowel het bovenlokale karakter niet vervat zit in het project en er

geen sprake is van cofinanciering.

Huis van het Nederlands provincie Antwerpen vzw – project Bijt in de

provincie Antwerpen

De Huizen van het Nederlands zijn een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap en

vallen op het moment van deze aanvraag onder de bevoegdheid van minister

G. Bourgeois, bevoegd voor inburgering. De Huizen van het Nederlands zijn “de

toegangspoort” tot het aanbod Nederlands tweede taal (NT2). De decretale

opdracht van Huis van het Nederlands is de intake, screening en doorverwijzing van

volwassen anderstaligen die Nederlands willen leren naar het geschikte aanbod

NT2. Het project werkt aan twee pijlers: de toeleiding van anderstalige

NT2-cursisten naar het vrijetijdsaanbod in hun stad én het verhogen van de

toegankelijkheid van de vrijetijdsinitiatieven.




Het Huis van het Nederlands vraagt verlenging van subsidiëring aan. Hiermee wil

het Huis van het Nederlands het project ‘Bijt in je vrije tijd’ (over

taaltoegankelijkheid in de vrije tijd) verankeren in Mechelen, Mortsel en Lier.

Daarnaast wil het uitbreiden naar meer gemeenten. Gezien inburgering en

integratie echter een volledig Vlaamse bevoegdheid is, wordt er niet ingegaan op de

vraag tot verlenging van de provinciale subsidie.

WZC Gravenkasteel vzw – project “Opstart elektronisch dossier”

Op 1 augustus 2005 werd het rusthuis met 200 woongelegenheden overgenomen

door de groep Soprimat en buigt men zich over de leefbaarheid van de voorziening.

Het gebouw was sterk verouderd en de kamers, sanitaire ruimten en

gemeenschappelijke ruimten beantwoordden niet langer aan de behoeften van de

huidige en toekomstige bewoners. Het bestaande rusthuis is getransformeerd tot

een gloednieuw woonzorgcentrum met volgende opvangmogelijkheden:

permanente opvang, een dagverzorgingscentrum en een centrum voor kortverblijf.

Vanuit het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid stuurt men de

voorzieningen al enkele jaren aan om over te schakelen naar een elektronisch

dossier. De vereniging wil dit jaar de overstap van papier naar digitaal maken. Het

elektronisch dossier omvat twee belangrijke pijlers: een zorgdossier van de

bewoner en een medisch dossier van de bewoner. De hard- en software waarvoor

de vereniging kiest laat een correcte administratie toe en vereenvoudigt niet alleen

de informatiedoorstroom naar alle hulpverleners maar ook naar de verschillende

overheden.




Het "opstarten van een elektronisch dossier" binnen een WZC voldoet niet aan de

criteria van het provinciale reglement m.n. het innovatieve karakter én het


300

bovenlokale ontbreken. De subsidie die gevraagd wordt behelst de reguliere

werking van de organisatie.

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) – Zonnige Kempen –

Sociaal woningbouwproject: bouwen van 4 zorgwoningen en 6 sociale

woongelegenheden te Ranst

Zonnige Kempen is een sociale huisvestingsmaatschappij, opgericht in 1963. Het is

de jongste sociale bouwmaatschappij onder de koepel van de Vlaamse Maatschappij

voor Sociaal Wonen, kortweg VMSW. Het project vertrekt vanuit een zeer specifieke

doelgroep: de groep van personen met een beperking die geen nood hebben aan

een permanente zorg, maar het nét niet aankunnen om individueel te huren op de

private of sociale woningmarkt.

Het project Bijlstraat omvat de bouw van 10 sociale woongelegenheden op een

perceel gelegen in de verkaveling " Kleine Schawijk" te Ranst. Het perceel leunt aan

tegen Dienstverleningscentrum Zevenbergen, dat zorg biedt aan personen met

ernstige meervoudige beperkingen. De vereniging besteedt bijzondere aandacht

aan gezinnen met een bescheiden inkomen én een kind dat valt binnen de

doelgroep van dit DVC Zevenbergen. Op die manier kunnen deze gezinnen genieten

van een inclusieve woonondersteuning: een toereikende zorgbegeleiding en een

kwalitatieve leefomgeving waarbij de lasten tot een minimum worden herleid.




De kosten waarvoor subsidiëring wordt gevraagd betreffen louter

infrastructuurweken. Het provinciebestuur Antwerpen subsidieert sinds 2014 echter

geen infrastructuurwerken meer inzake welzijn.

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) – Zonnige Kempen –

Sociaal woningbouwproject: bouwen van 13 woongelegenheden te

Booischot

Zonnige Kempen is een sociale huisvestingsmaatschappij, opgericht in 1963. Het is

de jongste sociale bouwmaatschappij onder de koepel van de Vlaamse Maatschappij

voor Sociaal Wonen, kortweg VMSW. Het project vertrekt vanuit een zeer specifieke

doelgroep: de groep van personen met een beperking die geen nood hebben aan

een permanente zorg, maar het nét niet aankunnen om individueel te huren op de

private of sociale woningmarkt.

Het project Dorpstraat – Hoekstraat vormt een voormalig postkantoor en een

tweetal woningen midden in de dorpskern om tot een cluster van 13 sociale

woongelegenheden. In het postgebouw worden 5 studio's voorzien rond een

gemeenschappelijke kern bestaande uit een algemene inkomhal, een

gemeenschappelijke ruimte met kitchenette en een gemeenschappelijke bergruimte

die eveneens dienst kan doen als occasionele slaapruimte voor een begeleider. Er

ontstaat een samenwerkingsverband waarbij Zonnig Kempen als sociale

huisvestingsmaatschappij zorgt voor een toereikende infrastructuur en Vestah

instaat voor de begeleiding van de bewoners met een beperking. De grootste

voordelen hiervan zijn een correcte, aangepaste woonkost, een correct onderhoud

van de woongelegenheden en de gestimuleerde sociale interactie. Op

begeleidingsgebied is er de bijkomende winst dat de cliënten vaker een begeleider

in de nabijheid hebben en dat er groepsgericht kan worden ondersteund op

piekmomenten.


301




De kosten waarvoor subsidiëring wordt gevraagd betreffen louter

infrastructuurweken. Het provinciebestuur Antwerpen subsidieert sinds 2014 echter

geen infrastructuurwerken meer inzake welzijn.

Welzijnszorg regio Antwerpen – project Startavond campagne

Welzijnszorg 2014

Welzijnszorg is een organisatie die armoede wil bestrijden in Vlaanderen en Brussel.

Hiertoe wil ze onder andere een maatschappelijk draagvlak creëren door

sensibilisatie en educatie (jaarlijkse campagne).

De startavond is een event met een avondvullend programma waarmee de

aanwezige vrijwilligers en campagnepartners worden gemobiliseerd en

geïnformeerd over het nieuwe campagnethema. Alsook worden gemotiveerd om

met het thema van deze campagne in de eigen organisatie en het (boven)lokale

netwerk concreet aan de slag te gaan. Daartoe worden alle geïnteresseerden

uitgenodigd in het Provinciaal Vormingscentrum malle op 7 oktober 2014.


ter beschikking te stellen voor de startavond campagne Welzijnszorg.


De startavond van de campagne Welzijnszorg 2014 voldoet niet aan de

voorwaarden van het reglement om in aanmerking te komen voor subsidiëring

aangezien het innovatieve karakter ontbreekt. Het betreft een jaarlijks

wederkerende organisatie van een startavond



Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005.


BESLUIT:

Enig artikel:

De provincieraad keurt de voorgebrachte aanwending van het krediet op het budget

2014, ingeschreven op het verdeelkrediet - rekeningcombinatie

2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale

projecten (R/V), voor een bedrag van 136.000 EUR, aan verschillende

belanghebbenden goed.



302


Budget 2014. Herverdeling van het krediet, ingeschreven

in het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0909:

subsidies met betrekking tot gelijke kansen (N/R)/

Overige verrichtingen inzake sociaal beleid. Goedkeuring.


De deputatie heeft beslist volgende herverdeling van het krediet, ingeschreven in

het uitgavenbudget BBC onder 2014/64900000/21/0909 ramingsnummers

2014000552 en 2014000557, subsidies met betrekking tot gelijke kansen (N/R)/

Overige verrichtingen inzake sociaal beleid, ten bedrage van 186.910 EUR, aan uw

raad ter goedkeuring voor te leggen: 186.910 EUR

Dit krediet wordt aangewend als volgt:

Ramingsnummer 2014000552: A Diversiteit: Sociaal Tolk- en Vertaaldienst TOPA:

Bevorderen van de toegankelijkheid van de dienstverlening van openbare en sociale

diensten en voorzieningen door het aanbieden van taalondersteuning onder de

vorm van sociaal tolken ter plaatse en sociaal vertalen in 2014

- Subsidies met betrekking tot de werking tolkendienst: 99.410 EUR

Deze subsidie wordt toegekend volgens het reglement voor de subsidiëring van

prestaties van sociaal tolken van de Tolkendienst Provincie Antwerpen zoals

vastgesteld door de provincieraad van 25 juni 2009.

Ramingsnummer 2014000557: A Diversiteit: Vernieuwing van het subsidiekader

voor gelijke kansen door evaluatie en bijsturing in 2014

- Nominatim Astrov vzw: 75.000 EUR

Aan Astrov vzw, Borgerhoutsestraat 28, 2018 Antwerpen, wordt een subsidie van

75.000 EUR toegekend. Met de provinciale middelen ondersteunt de organisatie het

straathoekwerk in de provincie Antwerpen. De organisatie doet dit concreet door de

organisatie van intervisie, supervisie en vormingen. Naast de promotie van het

straat op lokaal vlak, ondersteunt zij de oprichting van nieuwe projecten in de

provincie en zorgt ze voor afstemming tussen de lokale coördinatoren van het

straathoekwerk.

- Nominatim Ondersteuningsteam Allochtonen vzw: 12.500 EUR

Aan het Ondersteuningsteam Allochtonen vzw, Kerstraat 159, 2060 Antwerpen,

wordt een nominatim projectsubsidie van 12.500 EUR toegekend. Het

Ondersteuningsteam Allochtonen (OTA) wordt sinds 1 maart 2014 gefinancierd door

de Vlaamse Overheid. Tot 31 december 2013 kreeg het OTA een

projectfinanciering, ten bedrage van 75.000 EUR op jaarbasis, van de provincie

Antwerpen. Gedurende de overgang januari – februari heeft het OTA echter geen

middelen ontvangen voor hun twee opdrachten: vorming proactief en

beleidsbeïnvloedend werk. Met de provinciale middelen kan het OTA de periode

januari – februari 2014 overbruggen en zo de werking/ opdrachten, vorming en

beleid beïnvloedendswerk, verder uitvoeren.

- Nog te bestemmen krediet: 0 EUR


303

Uw raad wordt gevraagd de herverdeling van het krediet ingeschreven in het

uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummers 2014000552

en 2014000557: subsidies met betrekking tot gelijke kansen (N/R)/ Overige

verrichtingen inzake sociaal beleid goed te keuren.



Gelet op de interne herverdeling van het krediet in het uitgavebudget BBC onder

2014/64900000/21/0909 Ramingsnummers 2014000552 en 2014000557;

Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005;

Gelet op het Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het

Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht

evenwicht van de begroting;


BESLUIT

Enig artikel:

De provincieraad keurt de volgende herverdeling van het krediet, ingeschreven in

het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummers

2014000552 en 2014000557: subsidies met betrekking tot gelijke kansen (N/R)/

Overige verrichtingen inzake sociaal beleid goed:186.910 EUR


Ramingsnummer 2014000552: A Diversiteit: Sociaal Tolk- en Vertaaldienst TOPA:

Bevorderen van de toegankelijkheid van de dienstverlening van openbare en sociale

diensten en voorzieningen door het aanbieden van taalondersteuning onder de

vorm van sociaal tolken ter plaatse en sociaal vertalen in 2014

- Subsidies met betrekking tot de werking tolkendienst: 99.410 EUR

Deze subsidie wordt toegekend volgens het reglement voor de subsidiëring van

prestaties van sociaal tolken van de Tolkendienst Provincie Antwerpen zoals

vastgesteld door de provincieraad van 25 juni 2009.

Ramingsnummer 2014000557: A Diversiteit: Vernieuwing van het subsidiekader

voor gelijke kansen door evaluatie en bijsturing in 2014

- Nominatim Astrov vzw: 75.000 EUR

Aan Astrov vzw, Borgerhoutsestraat 28, 2018 Antwerpen, wordt een subsidie van

75.000 EUR toegekend. Met de provinciale middelen ondersteunt de organisatie het

straathoekwerk in de provincie Antwerpen. De organisatie doet dit concreet door de

organisatie van intervisie, supervisie en vormingen. Naast de promotie van het

straat op lokaal vlak, ondersteunt zij de oprichting van nieuwe projecten in de

provincie en zorgt ze voor afstemming tussen de lokale coördinatoren van het

straathoekwerk.


304

- Nominatim Ondersteuningsteam Allochtonen vzw: 12.500 EUR

Aan het Ondersteuningsteam Allochtonen vzw, Kerstraat 159, 2060 Antwerpen,

wordt een nominatim projectsubsidie van 12.500 EUR toegekend. Het

Ondersteuningsteam Allochtonen (OTA) wordt sinds 1 maart 2014 gefinancierd door

de Vlaamse Overheid. Tot 31 december 2013 kreeg het OTA een

projectfinanciering, ten bedrage van 75.000 EUR, van de provincie Antwerpen.

Gedurende de overgang januari – februari heeft het OTA echter geen middelen

ontvangen voor hun twee opdrachten: vorming proactief en beleidsbeïnvloedend

werk. Met de provinciale middelen kan het OTA de periode januari – februari 2014

overbruggen en zo de werking/ opdrachten, vorming en beleid beïnvloedendswerk,

verder uitvoeren.



De heer VOLLEBERGH.- Voorzitter, graag een tegenstem van onze fractie voor punt 9/3.


Budget 2014. Herverdeling van het krediet ingeschreven


subsidies met betrekking tot het armoedebeleid (N/V)/

Overige verrichtingen inzake sociaal beleid. Goedkeuring.


De deputatie heeft beslist volgende herverdeling van het krediet, inclusief

aanpassing van de raming, in het uitgavenbudget BBC onder

2014/64900000/21/0909 ramingsnummers 2014000394, 2014000406 en

2014001213: subsidies met betrekking tot het armoedebeleid (N/V)/ Overige

verrichtingen inzake sociaal beleid aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen:

269.200 EUR


Ramingsnummer 2014000394 A Armoedebestrijding: vernieuwing van het

subsidiekader voor armoedebestrijding door evaluatie en bijsturing in 2014.

- Nominatim Armen Tekort vzw: 59.700 EUR

Aan Armen Tekort (ATK) vzw, De Keyserlei 50 bus 50, 2018 Antwerpen, wordt een

nominatim project subsidie ten bedrage van 59.700 EUR toegekend. Dit als

tussenkomst in de kosten voor het project ‘Leren leren’ met als doel zo efficiënt en

effectief mogelijk mensen te ondersteunen in kans armoede. Het ATK –traject loopt

over ongeveer twee jaar en resulteert, wat de kansarme betreft, in ervaring van de

eigenwaarde, bewustwording van keuzemogelijkheden en de wil en het vertrouwen

om die mogelijkheden te gebruiken en initiatieven te nemen. Zo wil het project de

vicieuze cirkel in de positie van de armen doorbreken. Het project werkt met

kansrijke buddies (vrijwilligers). De subsidie wordt gebruikt ter ondersteuning van:

de didactische en technologische ontwikkeling van het leersysteem en het

ontwikkelen van een pedagogisch leersysteem dat duurzaam motiveert tot leren.

Naast de subsidie van de provincie Antwerpen, kan het project ook rekenen op

cofinanciering vanuit de Stad Antwerpen en de Vlaamse Overheid.


305

- Nominatim Thomas More vzw, Cebud: 46.500 EUR

Aan Cebud, Thomas More vzw, Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel, wordt een nominatim

projectsubsidie ten bedrage van 46.500 EUR toegekend. Dit als tussenkomst in de

kosten van het project “Een veilige kindertijd. Naar een proactief, lokaal

armoedebestrijdingsbeleid”, dat Cebud zal uitwerken in nauwe samenwerking met

Welzijnszorg Kempen vzw.

Dit project heeft tot doel armoede bij kinderen in gezinnen geconfronteerd worden

met hoge schuldenlasten aan te pakken en te voorkomen. Gesteund op het

onderzoek rond de referentiebudgetten (Wat heeft een kind minimaal nodig om

gezond en wel te kunnen opgroeien in onze samenleving?) wordt er samen met een

aantal pilootgemeenten (één uit elke subregio) bekeken hoe er een proactief

kinderarmoedebestrijdingsbeleid gevoerd kan worden door een breed lokaal

netwerk van actoren. Het project dient te resulteren in een set van concrete

maatregelen waarmee de lokale actoren gezinnen met kinderen in armoede kunnen

ondersteunen en een methodiek om op participatieve, structurele wijze

kinderarmoede te voorkomen. Achteraf zullen de good practices verspreid worden

over de rest van de regio.

- Uitbetaling goedgekeurde armoedeprojecten 2013: 7.000 EUR

Er dient nog budget voorzien te worden om een armoedeproject dat in 2013 werd

goedgekeurd voor een bedrag van 7.000 EUR (volgens de toenmalige

reglementering voor sociale projecten) en dat ondertussen in 2014 door de

betrokken organisatie volledig verantwoord werd, uit te betalen.


Ramingsnummer 2014000406: Armoedebestrijding: plan van aanpak voor de

verdere professionalisering van de voedselbank in 2014.

- Nominatim vzw Voedselbank Antwerpen-Mechelen-Turnhout. 10.000 EUR

Aan de vzw Voedselbank Antwerpen-Mechelen-Turnhout, Lambrechtshoekenlaan

254 bus 2 – 2170 Merksem, wordt een subsidie t.b.v. 10.000 euro toegekend, als

tussenkomst in de werkingskosten (zoals nutsvoorzieningen) van de vereniging. De

voedselbank bevoorraadt 55 verdeelpunten over het grondgebied van de ganse

provincie en bereikt zo jaarlijks meer dan 15.000 personen.

Ramingsnummer 2014001213: A Arbeidszorg: Het voeren van een impulsbeleid

door nieuwe arbeidszorginitiatieven in 2014.

- Impulssubsidie Arbeidszorg volgens reglement:146.000 EUR

Impulssubsidie volgens reglement. Dit nieuwe reglement werd aan de provincieraad

van april 2014 ter goedkeuring voorgelegd.

De aanvragen impulssubsidie arbeidszorg werden reeds toegekend en uitbetaald in

deputatiezitting van 31 juli 2014. 54.000 EUR van de 200.000 EUR werd niet

gespendeerd. Deze 54.000 EUR wordt gebruikt voor de twee nieuwe nominatieve

projectsubsidies: Armen Tekort vzw en Cebud.

Uw raad wordt gevraagd de herverdeling van het krediet, inclusief de aanpassing

van de raming, ingeschreven in het uitgavenbudget BBC onder

2014/64900000/21/0909 ramingsnummers 2014000394, 201400406 en


306

2014001213: subsidies met betrekking tot het armoedebeleid (N/R)/ Overige

verrichtingen inzake sociaal beleid goed te keuren.




2014/64900000/21/0909 Ramingsnummers 2014000394, 2014000406 en

2014001213;






BESLUIT

Enig artikel:

De provincieraad keurt de volgende herverdeling van het krediet ingeschreven in

het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummers

2014000394, 2014000406 en 2014001213: subsidies met betrekking tot het

armoedebeleid (N/V)/ Overige verrichtingen inzake sociaal beleid, ten bedrage van

269.200 EUR, goed: 269.200 EUR


Ramingsnummer 2014000394 A Armoedebestrijding: vernieuwing van het

subsidiekader voor armoedebestrijding door evaluatie en bijsturing in 2014.

- Nominatim Armen Tekort vzw: 59.700 EUR

Aan Armen Tekort (ATK) vzw, De Keyserlei 50 bus 50, 2018 Antwerpen, wordt een

nominatim project subsidie ten bedrage van 59.700 EUR toegekend. Dit als

tussenkomst in de kosten voor het project ‘Leren leren’ met als doel zo efficiënt en

effectief mogelijk mensen te ondersteunen in kans armoede. Het ATK –traject loopt

over ongeveer twee jaar en resulteert, wat de kansarme betreft, in ervaring van de

eigenwaarde, bewustwording van keuzemogelijkheden en de wil en het vertrouwen

om die mogelijkheden te gebruiken en initiatieven te nemen. Zo wil het project de

vicieuze cirkel in de positie van de armen doorbreken. Het project werkt met

kansrijke buddies (vrijwilligers). De subsidie wordt gebruikt ter ondersteuning van:

de didactische en technologische ontwikkeling van het leersysteem en het

ontwikkelen van een pedagogisch leersysteem dat duurzaam motiveert tot leren.

Naast de subsidie van de provincie Antwerpen, kan het project ook rekenen op

cofinanciering vanuit de Stad Antwerpen en de Vlaamse Overheid.

- Nominatim Thomas More vzw, Cebud: 46.500 EUR

Aan Cebud, Thomas More vzw, Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel, wordt een nominatim

projectsubsidie ten bedrage van 46.500 EUR toegekend. Dit als tussenkomst in de

kosten van het project “Een veilige kindertijd. Naar een proactief, lokaal

armoedebestrijdingsbeleid”, dat Cebud zal uitwerken in nauwe samenwerking met

Welzijnszorg Kempen vzw.


307

Dit project heeft tot doel armoede bij kinderen in gezinnen geconfronteerd worden

met hoge schuldenlasten aan te pakken en te voorkomen. Gesteund op het

onderzoek rond de referentiebudgetten (Wat heeft een kind minimaal nodig om

gezond en wel te kunnen opgroeien in onze samenleving?) wordt er samen met

zeven pilootgemeenten (één uit elke subregio van de Kempen) bekeken hoe er een

proactief kinderarmoedebestrijdingsbeleid gevoerd kan worden door een breed

lokaal netwerk van actoren. Het project dient te resulteren in een set van concrete

maatregelen waarmee de lokale actoren gezinnen met kinderen in armoede kunnen

ondersteunen en een methodiek om op participatieve, structurele wijze

kinderarmoede te voorkomen. Achteraf zullen de good practices verspreid worden

over de rest van de regio.

- Uitbetaling goedgekeurde armoedeprojecten 2013 7.000 EUR

Er dient nog budget voorzien te worden om een armoedeproject dat in 2013 werd

goedgekeurd voor een bedrag van 7.000 EUR (volgens de toenmalige

reglementering voor sociale projecten) en dat ondertussen in 2014 door de

betrokken organisatie volledig verantwoord werd, uit te betalen.


Ramingsnummer 2014000406: Armoedebestrijding: plan van aanpak voor de

verdere professionalisering van de voedselbank in 2014.

- Nominatim vzw Voedselbank Antwerpen-Mechelen-Turnhout. 10.000 EUR

Aan de vzw Voedselbank Antwerpen-Mechelen-Turnhout, Lambrechtshoekenlaan

254 bus 2 – 2170 Merksem, wordt een subsidie t.b.v. 10.000 euro toegekend, als

tussenkomst in de werkingskosten (zoals nutsvoorzieningen) van de vereniging. De

voedselbank bevoorraadt 55 verdeelpunten over het grondgebied van de ganse

provincie en bereikt zo jaarlijks meer dan 15.000 personen.

Ramingsnummer 2014001213: A Arbeidszorg: Het voeren van een impulsbeleid

door nieuwe arbeidszorginitiatieven in 2014.

- Impulssubsidie Arbeidszorg volgens reglement: 146.000 EUR

Impulssubsidie volgens reglement. Dit nieuwe reglement werd aan de provincieraad

van april 2014 ter goedkeuring voorgelegd.

De aanvragen impulssubsidie arbeidszorg werden reeds toegekend en uitbetaald in

deputatiezitting van 31 juli 2014. 54.000 EUR van de 200.000 EUR werd niet

gespendeerd. Deze 54.000 EUR wordt gebruikt voor de twee nieuwe nominatieve

projectsubsidies: Armen Tekort vzw en Cebud.



308


Budget 2014. Herverdeling van het krediet, ingeschreven


subsidies met betrekking tot ouderen (N/R)/

Overige verrichtingen betreffende ouderen. Goedkeuring.


De deputatie heeft beslist volgende herverdeling van het krediet, inclusief

aanpassing van de raming, in het uitgavenbudget BBC onder

2014/64900000/21/0959 ramingsnummer 2014000507: subsidies met betrekking

tot ouderen (N/R)/ Overige verrichtingen betreffende ouderen aan uw raad ter

goedkeuring voor te leggen: 276.093 EUR


- Subsidies aan organisaties voor oorlogsinvaliden enz.: 3.160 EUR

Er wordt een bedrag nominatief toegekend aan de 5 organisaties voor

oorlogsinvaliden, oud-strijders en gelijkgestelden die actief zijn in onze provincie als

tussenkomst in hun algemene werkingskosten:

AIG vzw: 819 EUR

Nationaal Verbond van Oud-gevangenen van Breendonk: 745 EUR

Koninklijk Verbond Burgerlijke Oorlogsinvaliden: 198 EUR

Nationaal Verbond Vlaamse Oud-strijders: 545 EUR

NIOOO: 819 EUR

- Subsidie aan Nekka vzw, voor de organisatie van Houden van

Griffelrock:

50.000 EUR

Aan Nekka vzw, Collegelaan 106, 2100 Deurne, wordt een nominatieve subsidie

toegekend t.b.v. 50.000 euro als tussenkomst voor de organisatie van Griffelrock

Houden van, zoals bepaald in de samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd tussen

het provinciebestuur van Antwerpen en de vzw Nekka van 19 februari 2009.

- Subsidie aan residentiële zorg voor dementerenden: 94.500 EUR

Aan de drie zorginstellingen die een specifiek aanbod "kleinschalig genormaliseerd

wonen" hebben uitgebouwd voor mensen met dementie wordt telkens een

nominatieve subsidie van 31.500 euro toegekend. Deze provinciale middelen

worden deels aangewend voor de verdere kwalitatieve uitbouw van dit kleinschalig

wonen en deels om een gezamenlijke vormingsactie uit te werken naar andere

zorginstellingen, het onderwijs en andere belanghebbenden in onze provincie over

hoe zorg op maat van mensen met dementie best vorm kan krijgen.

- De Bijster, Nollekensstraat 15, 2910 Essen 31.500 EUR

- Ten Kerselaere, Boonmarkt 27, 2220 Heist-op-den-Berg 31.500 EUR

- Huis Perrekes, Zammelseweg 1, 2440 Geel 31.500 EUR

- Nog te bestemmen krediet:

128.433 EUR

Uw raad wordt gevraagd de herverdeling van het krediet, inclusief de aanpassing

van de raming, ingeschreven in het uitgavenbudget BBC onder

2014/64900000/21/0959 ramingsnummer 2014000507: subsidies met betrekking

tot ouderen (N/R)/ Overige verrichtingen betreffende ouderen goed te keuren.


309



Gelet op de interne herverdeling van het krediet, inclusief aanpassing van de

raming, in het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0959 Ramingsnummer

2014000507;






BESLUIT

Enig artikel:

De provincieraad keurt de volgende herverdeling van het krediet, ingeschreven in

het uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0959 Ramingsnummer

2014000507: subsidies met betrekking tot het armoedebeleid (N/R)/ Overige

verrichtingen betreffende ouderen goed: 276.093 EUR


- Subsidies aan organisaties voor oorlogsinvaliden enz.: 3.160 EUR

Er wordt een bedrag van 3.126 euro nominatief toegekend aan de 5 organisaties

voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en gelijkgestelden die actief zijn in onze

provincie als tussenkomst in hun algemene werkingskosten:

AIG vzw: 819 EUR

Nationaal Verbond van Oud-gevangenen van Breendonk: 745 EUR

Koninklijk Verbond Burgerlijke Oorlogsinvaliden: 198 EUR

Nationaal Verbond Vlaamse Oud-strijders: 545 EUR

NIOOO: 819 EUR

- Subsidie aan Nekka vzw, voor de organisatie van Houden van

Griffelrock:

50.000 EUR

Aan Nekka vzw, Collegelaan 106, 2100 Deurne, wordt een nominatieve subsidie

toegekend t.b.v. 50.000 EUR als tussenkomst voor de organisatie van Griffelrock

Houden van, zoals bepaald in de samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd tussen

het provinciebestuur van Antwerpen en de vzw Nekka van 19 februari 2009.

- Subsidie aan residentiële zorg voor dementerenden: 94.500 EUR

Aan de drie zorginstellingen die een specifiek aanbod "kleinschalig genormaliseerd

wonen" hebben uitgebouwd voor mensen met dementie wordt telkens een

nominatieve subsidie van 31.500 EUR toegekend. Deze provinciale middelen

worden deels aangewend voor de verdere kwalitatieve uitbouw van dit kleinschalig

wonen en deels om een gezamenlijke vormingsactie uit te werken naar andere

zorginstellingen, het onderwijs en andere belanghebbenden in onze provincie over

hoe zorg op maat van mensen met dementie best vorm kan krijgen.


310

De Bijster, Nollekensstraat 15, 2910 Essen 31.500 EUR

Ten Kerselaere, Boonmarkt 27, 2220 Heist-op-den-Berg 31.500 EUR

Huis Perrekes, Zammelseweg 1, 2440 Geel 31.500 EUR

- Nog te bestemmen krediet: 128.433 EUR



Budget 2014. Herverdeling van het krediet ingeschreven

in het uitgavenbudget BBC onder 2014/64900000/21/0911:

subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/

Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap.

Goedkeuring.


De deputatie heeft beslist volgende herverdeling van het krediet, ingeschreven in

het uitgavenbudget BBC onder 2014/64900000/21/0911 ramingsnummers

2014000581 en 2014000591, subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/

Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap aan uw raad ter

goedkeuring voor te leggen: 678.400 EUR


Ramingsnummer 581: A Personen met beperking: Vernieuwing van het

subsidiekader voor personen met een beperking door evaluatie en bijsturing in

2014.

Subsidies verenigingen voor personen met een handicap volgens

reglement:

74.000 EUR

Deze subsidie wordt toegekend conform het reglement van 20 september 1990,

laatst gewijzigd in de provincieraadszitting van 8 oktober 2010.

Nominatim Landelijke Thuiszorg vzw: 50.000 EUR

(adviseren en begeleiden woningaanpassingen)

Aan Landelijke Thuiszorg vzw, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, wordt een

nominatieve subsidie t.b.v. 50.000 EUR toegekend als tussenkomst in het advies en

de begeleiding die deze vzw verleent aan inwoners van de provincie Antwerpen om

hun woning aan te passen als gevolg van ziekte, functiebeperking of handicap.

Concreet betekent dit dat de provincie ongeveer 4/5de van de kostprijs van het

individuele advies of de begeleiding ten laste neemt.

Nominatim Gouverneur Kinsbergencentrum vzw (NAH en Onada): 75.000 EUR

Aan Gouverneur Kinsbergencentrum, Doornstraat 331, 2610 Wilrijk, wordt een

nominatieve subsidies t.b.v 75.000 EUR toegekend voor de werking van het

samenwerkingsverband NAH en Onada. Het project rond NAH wil de zog voor

mensen met een niet-aangeboren hersenletsel en hun omgeving ondersteunen in

de provincie Antwerpen door het coördineren van samenwerking en overleg tussen

verschillende organisaties om de kwaliteit van het leven van personen met een NAH


311

te verbeteren. Onada wil een bijdrage leveren tot de ondersteuning van mensen die

vandaag omwille van een verstandelijke handicap en bijkomende psychische of

psychiatrische problemen tussen diverse actoren in vallen. Concreet biedt Onada

een ondersteuning in vastgelopen situaties door middel van advies, intervisie en

begeleiding.

Nog te bestemmen krediet: 71.625,78 EUR

Ramingsnummer 591: Toegankelijkheid: Uitwerken van een coherent, transparant,

provinciaal beleid aangepast vervoer. Oprichting van een Mobiliteitscentrale voor

Aangepast vervoer (MAV).

Nominatim subsidies aangepast vervoer 163.169 EUR

Aan de vier organisaties in de provincie Antwerpen die erkend zijn als vervoerder

binnen het decreet tot compensatie van de openbare dienstverplichting tot het

vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, wordt

een subsidie toegekend tot vervollediging van de klaverbladfinanciering die nodig is

om tot een sluitende financiering van het aanbod te komen. De financiering per

vervoerder varieert afhankelijk van de grootte van het werkingsgebied en van de

grootte van de cofinanciering van de lokale besturen van deze regio’s. De

provinciale impulssubsidie is degressief en loopt maximaal drie jaar.

- Welzijnszorg Kempen, Dr. Van de Perrestraat 218a, 2440 Geel: 65.886 EUR

- IMSIR vzw, Tunnelweg 1, 2845 Niel: 41.201 EUR

- Antwerpse Rolkar vzw (Ark vzw) – Professor Van den Wildenberglaan 2,

2100 Deurne: 49.794 EUR

- Handicar Zoersel vzw: Betaniëlei 108 – 2980 Zoersel: 6.288 EUR

- Handicar Wuustwezel: 2.138 EUR

- Handicar Kalmthout: 1.539 EUR

- Handicar Essen: 896 EUR

In 2014 wordt in navolging van vorige jaren voor de laatste keer een nominatieve

subsidie toegekend aan de gemeentelijke handicarren van Wuustwezel, Kalmthout

en Essen voor hun werking. Vanaf 2015 wordt deze werking geïntegreerd in het

ruimere provinciaal beleid rond aangepast vervoer en zal er geen aparte

subsidiëring van de gemeentelijke handicar meer plaatsvinden.

Investeringssubsidie Handicar Zoersel: 25.000 EUR

De werking van de Handicar Zoersel staat als gevolg van de erkenning als

vervoerder binnen het decreet tot compensatie van de openbare dienstverplichting

tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit,

voor een stevige uitbreiding van het werkingsgebied. Om deze uitbreiding op een

kwaliteitsvolle manier te kunnen realiseren, is de investering in bijkomende

infrastructuur noodzakelijk. In het kader van het provinciaal impulsbeleid inzake

aangepast vervoer, wordt er een projectsubsidie ten bedrage van 25.000 EUR

toegekend om een aangepaste wagen met rolstoellift te kunnen aankopen.


312

Nominatim subsidies Welzijnszorg Kempen MAV: 215.032,22 EUR

Aan Welzijnszorg Kempen, Dr. Van de Perrestraat 218a, 2440 Geel wordt een

nominatim projectsubsidie toegekend van 215.032,22 EUR voor het proefproject

Mobiliteitscentrale Aangepast vervoer voor het projectjaar 2014.

In 2013 heeft de Vlaamse Regering de proefprojecten van Vlaams-Brabant en

Antwerpen verlengd tot eind 2014. In de provincie Antwerpen wordt het

proefproject dat sinds eind 2012 in de Kempen loopt, nu gefaseerd uitgerold over

de hele provincie. Ook in andere provincies werden proefprojecten rond de

mobiliteitscentrales opgezet. De Vlaamse Overheid zal deze subsidie in 2015, na

indiening van de nodige verantwoordingsstukken, op haar beurt uitkeren aan de

Provincie Antwerpen. De subsidie die nu aan Welzijnszorg Kempen vzw wordt

toegekend dient bijgevolg enkel als prefinanciering.

Nog te bestemmen krediet: 0 EUR

Uw raad wordt gevraagd de herverdeling van het krediet ingeschreven in het

uitgavebudget BBC onder 2014/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2014000581

en 2014000591: subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en

voorzieningen voor personen met een handicap goed te keuren.




2014/64900000/21/09011 Ramingsnummers 2014000581 en 2014000591;






BESLUIT

Enig artikel:

De provincieraad keurt de volgende herverdeling van het krediet, inclusief de

aanpassing van de raming, ingeschreven in het uitgavebudget BBC onder

2014/64900000/21/0911 Ramingsnummers 2014000581 en 2014000591:

subsidies met betrekking tot gehandicapten (N/R)/ Diensten en voorzieningen voor

personen met een handicap goed: 678.400 EUR


Ramingsnummer 581: A Personen met beperking: Vernieuwing van het

subsidiekader voor personen met een beperking door evaluatie en bijsturing in

2014.

Subsidies verenigingen voor personen met een handicap volgens

reglement:

74.000 EUR


313

Deze subsidie wordt toegekend conform het reglement van 20 september 1990,

laatst gewijzigd in de provincieraadszitting van 8 oktober 2010.

Nominatim Landelijke Thuiszorg vzw: 50.000 EUR

(adviseren en begeleiden woningaanpassingen)

Aan Landelijke Thuiszorg vzw, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, wordt een

nominatieve subsidie t.b.v. 50.000 EUR toegekend als tussenkomst in het advies en

de begeleiding die deze vzw verleent aan inwoners van de provincie Antwerpen om

hun woning aan te passen als gevolg van ziekte, functiebeperking of handicap.

Concreet betekent dit dat de provincie ongeveer 4/5de van de kostprijs van het

individuele advies of de begeleiding ten laste neemt.

Nominatim Gouverneur Kinsbergencentrum vzw (NAH en Onada): 75.000 EUR

Aan Gouverneur Kinsbergencentrum, Doornstraat 331, 2610 Wilrijk, wordt een

nominatieve subsidies t.b.v 75.000 EUR toegekend voor de werking van het

samenwerkingsverband NAH en Onada. Het project rond NAH wil de zog voor

mensen met een niet-aangeboren hersenletsel en hun omgeving ondersteunen in

de provincie Antwerpen door het coördineren van samenwerking en overleg tussen

verschillende organisaties om de kwaliteit van het leven van personen met een NAH

te verbeteren. Onada wil een bijdrage leveren tot de ondersteuning van mensen die

vandaag omwille van een verstandelijke handicap en bijkomende psychische of

psychiatrische problemen tussen diverse actoren in vallen. Concreet biedt Onada

een ondersteuning in vastgelopen situaties door middel van advies, intervisie en

begeleiding.

Nog te bestemmen krediet: 71.625,78 EUR

Ramingsnummer 591: Toegankelijkheid: Uitwerken van een coherent, transparant,

provinciaal beleid aangepast vervoer. Oprichting van een Mobiliteitscentrale voor

Aangepast vervoer (MAV).

Nominatim subsidies aangepast vervoer 163.169 EUR

Aan de vier organisaties in de provincie Antwerpen die erkend zijn als vervoerder

binnen het decreet tot compensatie van de openbare dienstverplichting tot het

vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, wordt

een subsidie toegekend tot vervollediging van de klaverbladfinanciering die nodig is

om tot een sluitende financiering van het aanbod te komen. De financiering per

vervoerder varieert afhankelijk van de grootte van het werkingsgebied en van de

grootte van de cofinanciering van de lokale besturen van deze regio’s. De

provinciale impulssubsidie is degressief en loopt maximaal drie jaar.

- Welzijnszorg Kempen, Dr. Van de Perrestraat 218a, 2440 Geel:65.886 EUR

- IMSIR vzw, Tunnelweg 1, 2845 Niel:41.201 EUR

- Antwerpse Rolkar vzw (Ark vzw) – Professor Van den Wildenberglaan 2,

2100 Deurne:49.794 EUR

- Handicar Zoersel vzw: Betaniëlei 108 – 2980 Zoersel:6.288 EUR

- Handicar Wuustwezel: 2.138 EUR

- Handicar Kalmthout: 539 EUR

- Handicar Essen: 896 EUR

In 2014 wordt in navolging van vorige jaren voor de laatste keer een nominatieve

subsidie toegekend aan de gemeentelijke handicarren van Wuustwezel, Kalmthout


314

en Essen voor hun werking. Vanaf 2015 wordt deze werking geïntegreerd in het

ruimere provinciaal beleid rond aangepast vervoer en zal er geen aparte

subsidiëring van de gemeentelijke handicar meer plaatsvinden.

Investeringssubsidie Handicar Zoersel: 25.000 EUR

De werking van de Handicar Zoersel staat als gevolg van de erkenning als

vervoerder binnen het decreet tot compensatie van de openbare dienstverplichting

tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit,

voor een stevige uitbreiding van het werkingsgebied. Om deze uitbreiding op een

kwaliteitsvolle manier te kunnen realiseren, is de investering in bijkomende

infrastructuur noodzakelijk. In het kader van het provinciaal impulsbeleid inzake

aangepast vervoer, wordt er een projectsubsidie ten bedrage van 25.000 EUR

toegekend om een aangepaste wagen met rolstoellift te kunnen aankopen.

Nominatim subsidies Welzijnszorg Kempen MAV: 215.032,22 EUR

Aan Welzijnszorg Kempen, Dr. Van de Perrestraat 218a, 2440 Geel wordt een

nominatim projectsubsidie toegekend van 215.032,22 EUR voor het proefproject

Mobiliteitscentrale Aangepast vervoer voor het projectjaar 2014.

In 2013 heeft de Vlaamse Regering de proefprojecten van Vlaams-Brabant en

Antwerpen verlengd tot eind 2014. In de provincie Antwerpen wordt het

proefproject dat sinds eind 2012 in de Kempen loopt, nu gefaseerd uitgerold over

de hele provincie. Ook in andere provincies werden proefprojecten rond de

mobiliteitscentrales opgezet. De Vlaamse Overheid zal deze subsidie in 2015, na

indiening van de nodige verantwoordingsstukken, op haar beurt uitkeren aan de

Provincie Antwerpen. De subsidie die nu aan Welzijnszorg Kempen vzw wordt

toegekend dient bijgevolg enkel als prefinanciering.

Nog te bestemmen krediet: 0 EUR



geopend.






315

10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie


Plattelandsbeleid.

Subsidie voor plattelandsontwikkelingsprojecten

voor vzw Rurant. Goedkeuring.


In het budget van de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid (DLP) zijn onder de

bevoegdheid van de gedeputeerde voor Plattelandsbeleid, Peter Bellens, jaarlijks

twee nominatim subsidies voorzien:

- een algemene werkingssubsidie (N) van 100.000 EUR voor Rurant vzw

- een subsidie voor projecten voor plattelandsontwikkeling (N) van

753.444,00 EUR in 2014

1. Werking Rurant

De vzw RURANT fungeert als platform voor rurale ontwikkeling in de provincie

Antwerpen onder voorzitterschap van gedeputeerde Peter Bellens. Rurant ontvangt

jaarlijks van DLP een algemene werkingssubsidie van 100.000 EUR. Daarmee

functioneert deze vzw volledig met Europese projectmiddelen, met als voordeel het

multiplicatoreffect van onze subsidie maar als nadeel onregelmatige inkomsten

zowel tijdens als tussen de projecten.

Om de onregelmatige inkomsten uit de plattelandsontwikkelingsprojecten op te

vangen, heeft Rurant een kaskrediet moeten opnemen bij de bank. De kredietkost

hiervan betekent een feitelijke afroming van de provinciale jaarlijkse

werkingssubsidie. Om te besparen op deze leninglast en bijgevolg Rurant

structureel te versterken, stellen wij voor om een eenmalige subsidie van

300.000 EUR toe te kennen aan Rurant die enkel mag aangewend worden als

overbruggingskrediet voor onregelmatige projectinkomsten.

2. Subsidiëring van projecten voor plattelandsontwikkeling

In het meerjarenplan is in 2014 een subsidie voor projecten voor

plattelandsontwikkeling (N) voorzien van 753.444,00 EUR. Tijdens de vorige

programmaperiode PDPOII, die liep tot en met 2013, werd deze subsidie via VLM

uitbetaald aan promotoren van plattelandsontwikkelingsprojecten. Normaal gezien

zou PDPOIII onmiddellijk aansluiten bij PDPOII, maar omwille van een jaar uitstel

van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, start PDPOIII één jaar later

dan voorzien, namelijk in 2015.

Bijgevolg kunnen we deze middelen in 2014 eenmalig aanwenden ter versterking

van het provinciaal plattelandsbeleid. Vanaf 2015 zal deze subsidie weer volledig

toegekend worden aan projecten goedgekeurd binnen het kader van het Provinciaal

PlattelandsOntwikkelingsPlan.

3. Eenmalige subsidie voor plattelandsontwikkeling voor Rurant

We vragen goedkeuring voor een eenmalige subsidie van 300.000 EUR voor Rurant

in 2014 en dit in het kader van de subsidiëring van projecten voor

plattelandsontwikkeling (N).

Er zijn bindende voorwaarden voor deze subsidie.

Deze 300.000 EUR dient als een specifieke reserve geboekt te worden met als doel

de onregelmatige uitbetalingen van projectmiddelen te overbruggen. Hierover


316

wordt jaarlijks gerapporteerd aan de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid samen

met de jaarrekening.

Deze specifieke reserve mag dus niet structureel verminderen, tenzij

voorafgaandelijke toelating in overeenstemming met het reglement van

16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van

reservevorming door subsidietrekkers.



Overwegende dat de inkomsten uit de lopende Europese projecten voor de

vzw Rurant een onregelmatig karakter hebben en dat dientengevolge de lacunes in

de inkomstenstroom dienen te worden opgevangen;

Overwegende dat het kaskrediet bij de bank dat de vzw Rurant heeft moeten

opnemen, een kredietkost impliceert die leidt tot een feitelijke afroming van de

provinciale jaarlijkse werkingssubsidie;

Overwegende dat Rurant vzw een belangrijke rol speelt als promotor van

plattelandsontwikkelingsprojecten;

Overwegende dat het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid PDPO III één

jaar later start dan voorzien, namelijk in 2015,



BESLUIT:

Enig artikel:

Goedgekeurd wordt in 2014 eenmalig een subsidie van EUR 300.000 van de

Subsidie voor projecten voor plattelandsontwikkeling (N) toe te kennen aan Rurant

vzw onder volgende bindende voorwaarden.

Deze 300.000 EUR dient als een specifieke reserve geboekt te worden met als doel

de onregelmatige uitbetalingen van projectmiddelen te overbruggen. Hierover

wordt jaarlijks gerapporteerd aan de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid samen

met de jaarrekening.

Deze specifieke reserve mag dus niet structureel verminderen, tenzij

voorafgaandelijke toelating in overeenstemming met het reglement van

16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van

reservevorming door subsidietrekkers.








317

11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid


Budget 2014. Machtigingskrediet 0390/64900000.

Toegestane subsidies. Subsidies voor Leefmilieuprojecten.

Aanwending krediet. Goedkeuring.


In het budget 2014 werd onder budgetsleutel 0390/64900000 (raming

2014000443) - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’ een krediet van 340.400 EUR

uitgetrokken.

Dit krediet werd in de zitting van deputatie van 8 mei 2014 via een IKA verhoogd

tot 395.400 EUR en in zitting van deputatie van 26 juni 2014 verlaagd met

7.632 EUR.

Dit krediet wordt in zitting van deputatie van 4 september 2014 via een IKA

verhoogd met 237.131 EUR tot een bedrag van 632.531 EUR.

De verdeling van dit krediet dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan de

provincieraad. Na goedkeuring door uw raad zullen de afzonderlijke projecten aan

deputatie worden voorgelegd wat betreft de toekenning en betaling van de

subsidie.

De voorgestelde projecten bestaan uit twee categorieën:

- Projecten in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst tussen het

Vlaamse Gewest en de provincie Antwerpen over de projectfinanciering van

de bosgroepen en de regionale landschappen;

- Projecten in uitvoering van provinciaal beleid.

Projecten in uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse

Gewest en de provincie Antwerpen over de projectfinanciering van de bosgroepen

en de regionale landschappen:

De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de provincie

Antwerpen over de projectfinanciering van de bosgroepen en de regionale

landschappen in de periode 2014 – 2016, werd in zitting van 15 mei 2014 door uw

raad goedgekeurd.

De overeenkomst heeft tot doel de samenwerking tussen het agentschap en de

provincie te definiëren rond de projectwerking, gefinancierd door het agentschap,

die uitgevoerd zal worden door de bosgroepen en de regionale landschappen in de

transitieperiode na de overdracht van deze instrumenten naar de provincies. De

overeenkomst heeft een looptijd van drie jaar en gaat in op januari 2014 en loopt

tot en met 31 december 2016.

De projectwerking krijgt vormt in een jaarlijks actieprogramma dat de provincie

opmaakt en dat de projecten van de regionale landschappen en bosgroepen

bundelt. Na goedkeuring door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) vormt dit

jaarlijks actieprogramma de basis voor het opvolgen en financieren van de

betrokken projecten. Na de goedkeuring door ANB maakt ANB het bijbehorende

voorschot en saldo over aan de provincie die verder instaat voor de inhoudelijke en

financiële afhandeling.


318

Met dit verslag wordt het actieprogramma 2014 en de bijbehorende verdeling ter

goedkeuring voorgelegd. Er zullen geen middelen uitgekeerd worden indien ANB

niet tijdig het actieprogramma goedkeurt en/of het bijbehorende budget

overmaakt.

Projecten in uitvoering van provinciaal beleid:

Met dit verslag wordt een 4de reeks projecten voor een bedrag van 181.805 EUR

voor het werkjaar 2014 ter goedkeuring voorgelegd.

Voor de eerste veertien projecten zal een voorschot van 50% in 2014 uitbetaald

worden en een saldo (resterende 50%) in 2015:

1. Project ‘MOS vergroening op school in Klein-Brabant’.

2.500 EUR aan Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw

Vergroening op school past binnen het provinciale beleid rond landschapsbeelden

biodiversiteit. Elk vergroeningsproject vormt een nieuwe stapsteen in de groene

infrastructuur van onze provincie. Tevens dragen deze vergroende

schoolomgevingen bij tot meer toegankelijk groen, met de schoolgaande jeugd als

specifieke doelgroep.

2. Project ‘Kindervreugd²! in Klein-Brabant’


Het project draagt bij aan de doelen van het provinciaal biodiversiteitsbeleid en aan

de nood aan meer toegankelijk en beleefbaar groen. Het bouwt voort op het project

’Kindervreugd’, waarbij samen met vzw Kindervreugd en Bosgroep Antwerpen Zuid

gewerkt werd aan het vergroten van de biodiversiteitswaarde en de

toegankelijkheid van het domein ’Den Appeldijk’, in Weert. Via dit project wordt de

belevingswaarde verhoogd via de inrichting van een natuurleerpad, integratie van

speelnatuur (boomhut, kampen, stapstenen…) en het verhogen van de educatieve

werking op het terrein in samenwerking met MOS en lokale scholen.

3. Project ‘Herstel en aanleg/aanplant van Kleine Landschapselementen in

Klein Brabant’


Dit project beoogt de aanleg van kleine landschapselementen die typisch zijn voor

Klein Brabant, op locaties die gelegen zijn in relictzone en/of ankerplaats. Daarmee

draagt het bij tot de realisatie van het provinciaal beleid rond landschapszorg,

waarin gewerkt wordt aan kwaliteitsvolle, beleefbare landschappen.

4. Project ‘Groen op school’

2.500 EUR aan Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete vzw






5. Project ‘Biodiverse landschap voor iedereen in het werkingsgebied van

Regionaal Landschap Rivierenland’

30.460 EUR aan Regionaal Landschap Rivierenland vzw

Met dit project wenst het Regionaal Landschap Rivierenland gerichte acties te

ondernemen die bijdragen aan het versterken van de groene infrastructuur van het

landschap en aan de duurzame instandhouding van een aantal typische soorten


319

voor de regio (otter, bever, solitaire bijen, zwaluwen, vleermuizen). Op deze wijze

geven ze uitvoering aan het provinciaal biodiversiteitsbeleid. Via bijbehorende en

aangepaste communicatie willen ze ook sensibiliseren naar het belang van

biodiversiteit bij de inwoners van de streek.

6. Project ‘Vergroening op school, in het werkingsgebied van Regionaal

Landschap Rivierenland vzw


Regionaal Landschap Rivierenland wenst een aantal scholen te begeleiden bij de

vergroening van de huidige schoolinfrastructuur. Hiervoor zullen zij nauw

samenwerken met het MOS team van het PIME die de initiële contacten verzorgen

en instaan voor een eerste verkennend gesprek met leerkrachten en directie van de

deelnemende scholen. De betrokken scholen liggen in Nijlen, Heist-op-den-Berg en

Bonheiden.

7. Project ‘Prettig groen’


Regionaal landschap Rivierenland zet met dit project in op het vergroten van het

aanbod, nabije, beleefbare groene plekjes in de omgeving van woonkernen. Op

deze manier wordt bijgedragen aan meer en meer toegankelijk groen. Enerzijds

draagt dit project bij aan het vergroten van lokale biodiversiteit. Anderzijds kan

beleefbaar groen bijdragen aan het versterken van het draagvlak voor open

ruimte/biodiversiteit bij het brede publiek. De acties vinden onder meer plaats in

Bonheiden, Duffel, Hemiksem, Boom en Sint-Katelijne-Waver.

8. Project ‘Groen op School (MOS)’.

3.000 EUR aan Regionaal Landschap De Voorkempen vzw






9. Project ‘Landschapsbeelden biodiversiteit: Parklandschap de

Voorkempen uitgelicht (fase 2)’

31.190 EUR aan Regionaal Landschap de Voorkempen vzw

Het Regionaal Landschap wenst uitvoering te geven aan het provinciaal

biodiversiteitsbeleid inzake groene infrastructuur dat vorm krijgt via de

landschapsbeelden. In overleg met de dienst Duurzaam Milieu- & Natuurbeleid is in

2013 gekozen om het landschapsbeeld biodiversiteit: het parklandschap van de

Voorkempen onder de loep te nemen. Er werd afgesproken om dit deelproject van

de landschapsbeelden te spreiden over 2 jaar. Deze aanvraag is fase 2. In deze

fase worden maatregelen uitgevoerd om het parklandschap te ontsnipperen, via de

aanleg van boombruggen, worden dreven hersteld en beheerd, wordt in overleg

met de gemeenten en Natuurpunt een actieplan voor vleermuizen uitgewerkt en

worden de eerste acties voor vleermuizen uitgevoerd.

10. Project ‘ ’t Heiken”

7.000 EUR aan Bosgroep Kempense Heuvelrug vzw

Het project draagt bij tot het provinciale beleid rond landschapsbeelden

biodiversiteit en het realiseren van de Natura2000 doelstellingen. Concreet worden

één vijver en één vennetje hersteld, door slib te ruimen, oevers af te schuinen,

exoten te verwijderen en te plaggen.


320

11. Project ‘Exotenbestrijding’

7.000 EUR aan Bosgroep Noorderkempen vzw

Het project draagt bij aan het provinciale beleid rond landschapsbeelden

biodiversiteit. Concreet wil de bosgroep invasieve exoten bestrijden op een aantal

percelen binnen boscomplexen in Hoogstraten, Malle, Rijkevorsel en Turnhout. Dat

moet mee zorgen voor de omvorming van deze bossen naar meer inheemse,

gemengde bossen.

12. Project ‘Werken aan weerbaar bos in Zuiderkempen’

7.000 EUR aan Bosgroep Zuiderkempen vzw

Het project draagt bij aan het provinciale beleid rond landschapsbeelden

biodiversiteit. Het beoogt het verhogen van de weerbaarheid en de natuur- en

landschappelijke waarde van een 7-tal boscomplexen in de Zuiderkempen. Via de

aanplant van 151 ‘kloempen’ van verschillende boomsoorten en een gerichte

exotenbestrijding over een oppervlakte van 150 ha, wordt in dit project bijgedragen

tot het verhogen van de soorten-, leeftijd – en structuurvariatie de bossen in de

Zuiderkempen.

13. Duurzaam bosbeheer in boscomplexen van de regio Antwerpen Noord

7.000 EUR aan Bosgroep Antwerpen Noord vzw

Via dit project wekt de Bosgroep Antwerpen Noord vzw mee aan de functionele

groene infrastructuur binnen de provincie Antwerpen. Concreet worden, via de inzet

van sociale tewerkstelling, beheerwerken mogelijk gemaakt die in principe

onrendabel zijn voor de bosbeheerder/eigenaar, maar die wel bijdragen aan de

biodiversiteit en aan de realisatie van de gewenste landschapsbeelden in de regio.

Het gaat daarbij vooral om de bestrijding van invasieve exoten zoals Amerikaanse

vogelkers, Amerikaanse eik en in beperkte mate ook rododendron. Hoewel de visie

op exoten in het bos de voorbije jaren aan verandering onderhevig is, kan de

bestrijding ervan zeker noodzakelijk zijn bij bossen die omgevormd gaan worden/

recent omgevormd zijn naar inheemse gemengde bossen.

14. Duurzaam bosbeheer in boscomplexen van de regio Antwerpen Zuid’

7.000 EUR aan Bosgroep Antwerpen Zuid vzw

Via dit project werkt Bosgroep Antwerpen Zuid mee aan de functionele groene

infrastructuur binnen de provincie Antwerpen. Concreet worden, via de inzet van

sociale tewerkstelling, beheerwerken mogelijk gemaakt die in principe onrendabel

zijn voor de bosbeheerder/eigenaar, maar die wel bijdragen aan de biodiversiteit en

aan de realisatie van de gewenste landschapsbeelden in de regio. Het gaat daarbij

vooral om de bestrijding van invasieve exoten zoals Amerikaanse vogelkers,

Amerikaanse eik en in beperkte mate ook rododendron. Hoewel de visie op exoten

in het bos de voorbije jaren aan verandering onderhevig is, kan de bestrijding

ervan zeker noodzakelijk zijn bij bossen die omgevormd gaan worden/ recent

omgevormd zijn naar inheemse gemengde bossen.

De volgende twee projecten worden 100% uitbetaald op last van afrekening:

15. Project ‘Scheldehappening 2014’


In 2014 wordt voor de 5de keer de Scheldehappening georganiseerd. Dit evenement

op Paasmaandag trekt telkens duizenden bezoekers die varend, fietsend of

wandelend het Scheldelandschap verkennen. Deze dag biedt unieke gelegenheid

om het landschap van de Schelde op een andere manier te verkennen.


321

16. Project ‘Landschapsbeelden in de praktijk’

54.515 EUR aan Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete vzw

Dit project geeft uitvoering van de provinciale doelstellingen rond het werken aan

een functionele groeninfrastructuur en het werken aan kwalitatieve beleefbare

landschappen. Het project focust ook op een kwaliteitsvolle groene infrastructuur in

meer stedelijke omgevingen (groen in dorp en stad) of in de context van het

vergroenen van (landbouw)- bedrijven. Binnen deze projecten wordt ook steeds

bekeken of de (agro-)biodiversiteit mee kan liften met deze projecten van

landschapszorg of groene infrastructuur.



Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet,

Op voorstel van deputatie,

BESLUIT:

Artikel 1:

Goedgekeurd wordt de voorgebrachte verdeling van het krediet 2014, ingeschreven

als machtigingskrediet - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’.

Budgetsleutel 0390/64900000 (Raming 2014000443) – ‘Subsidies voor

leefmilieuprojecten’.

Artikel 2:

Goedgekeurd wordt de voorgebrachte verdeling van de gelden met betrekking tot

de SO ANB:

- Regionaal Landschap de Voorkempen vzw: 28.219,03 EUR

- Regionaal Landschap Rivierenland vzw: 20.371,93 EUR

- Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw: 7.300,00 EUR

- Regionaal Landschap Kleine & Grote Nete vzw: 31.081,91 EUR

- Bosgroep Antwerpen Noord vzw: 48.162,58 EUR

- Bosgroep Antwerpen Zuid vzw: 42.589,87 EUR

- Bosgroep Noorderkempen vzw: 37.223,60 EUR

- Bosgroep Kempense Heuvelrug vzw: 41.093,58 EUR

- Bosgroep Zuiderkempen vzw: 40.371,48 EUR

--------------------

Totaal: 296.414,00 EUR








322

12. Waterbeleid

VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 12/1 tot en met 12/3 met één stemming af





Gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken in waterlopen

van 2e categorie - dienstjaar 2015-2016.

Bestek en wijze van gunnen. Goedkeuring.


Aan uw raad wordt een ontwerp voorgelegd, opgemaakt door de dienst Integraal

Waterbeleid, voor de gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken in

waterlopen van 2e categorie - dienstjaar 2015-2016.

Het ontwerp omvat het bestek, samen met een gedetailleerde kostenraming met

bijhorende plannen per perceel.

De werken zijn opgedeeld in 13 percelen en omvatten zowel de ruimings-,

onderhouds- en herstellingswerken voor ongeveer 2400 kilometer waterlopen, als

de roosterruimingen.

De ruimings- en onderhoudswerken zijn bij toepassing van artikel 6 van de wet van

28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, jaarlijks verplicht. De

herstellingswerken omvatten hoofdzakelijk de herstelling van taludafzakkingen en

oeveruitspoelingen. Overeenkomstig artikel 6 van de wet van 28 december 1967,

moeten ook deze werken door de beheerder van de onbevaarbare waterlopen

uitgevoerd worden.

De kosten worden geraamd op een totaalbedrag van 5 269 963,49 EUR, btw

inbegrepen.

Er werd krediet voorzien op artikel 61300000 van het budget 2015 en 2106.

Aan uw raad wordt voorgesteld om het ontwerp goed te keuren en als wijze van

gunnen de open offerteaanvraag vast te stellen.

Binnen het meerjarenprogramma 2014-2019 is budget voorzien om de huidige aan

te besteden opdracht eventueel te kunnen hernieuwen in toepassing van art. 26

§ 1, 2° b) van de Wet op de Overheidsopdrachten van 15 juni 2006. Bij deze

hernieuwingen kan er gewerkt worden met de onderhandelingsprocedure zonder

voorafgaande bekendmaking als wijze van gunnen.

De documenten zijn bijgevoegd in sindala.



323


Overwegende dat de gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken in

waterlopen van 2de categorie een wettelijke verplichting zijn en noodzakelijk zijn

om wateroverlast te beperken of te voorkomen;

Gelet op artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet;


BESLUIT:

Enig artikel

Goedgekeurd wordt het ontwerp voor de gewone ruimings-, onderhouds- en

herstellingswerken in waterlopen van 2e categorie - dienstjaar 2015-2016.

Beslist wordt als wijze van gunnen de open offerteaanvraag voor deze aanneming

vast te stellen.





Ecohydrologische studie Grote Caliebeek te Kasterlee-Turnhout

(i.s.w. met ANB). Bestek en keuze van de wijze van gunnen.

Goedkeuring.


Aan uw raad wordt een ontwerp voorgelegd, opgemaakt door de dienst Integraal

Waterbeleid, voor een Ecohydrologische studie Grote Caliebeek te Kasterlee-

Turnhout (i.s.w. met ANB).

Het ontwerp omvat het bestek samen met een gedetailleerde kostenraming.

Het ANB streeft het duurzaam herstel van de Europese habitats en soorten na in de

Habitatrichtlijngebieden conform de recent door de Vlaamse regering goedgekeurde

instandhoudingsdoelstellingen (IHD). Eén van deze gebieden is het

Habitatrichtlijngebied “Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen

(BE2100017)” waarin de vallei van de Grote Caliebeek, een waterloop van

2e categorie, is gesitueerd. De ecohydrologie speelt een cruciale rol bij de goede

lokale staat van instandhouding van EU-habitats en –soorten in dit gebied, maar is

nog onvoldoende gekend. Een grondige kennis en inzicht in het watersysteem is

dan ook essentieel.

In opdracht van de provincie, dienst Integraal Waterbeleid, werd in 2004-2005 een

hydraulisch-hydrologische studie uitgevoerd van de Rooise Loop, Grote Caliebeek

en de belangrijkste zijlopen (PWDI-02-36) voor de opmaak van een

oppervlaktewatermodel. De dienst Integraal Waterbeleid streeft er naar om zijn

beschikbare modellen up-to-date te houden. Na 10 jaar is een actualisatie van het

bestaande oppervlaktewatermodel noodzakelijk, enerzijds om het huidige


324

watersysteem modelmatig correct te benaderen en anderzijds om als input te

kunnen fungeren voor de ecohydrologische studie van het ANB. Verder is een

geactualiseerd model ook essentieel voor de uitwerking en simulatie van

toekomstige provinciale projecten.

Voor de ecohydrologische studie dient 1/3 van het modelgebied te worden

geactualiseerd. Gezien een gedeeltelijk geactualiseerd model aanleiding kan geven

tot fouten, is het relevant van het volledige model te updaten. Kosten-baten is het

voordeliger van de actualisatie van het oppervlaktewatermodel op te nemen in de

studieopdracht van het ANB, dan dit apart aan te besteden.

Met het ANB wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten om deze

studieopdracht uit te besteden. Deze samenwerkingsovereenkomst werd

goedgekeurd op zitting van deputatie van 22 mei 2014 (DWPR-2014-0003-ST01).

Het ANB zal als opdrachtgevend bestuur fungeren.

De kosten hiervoor worden geraamd op 344.983,22 EUR (btw inbegrepen). De

diensten worden uitgevoerd voor rekening van het ANB en de provincie Antwerpen.

De kosten voor deze opdracht worden geraamd op 238.794,75 EUR

(btw inbegrepen) voor het Agentschap voor Natuur en Bos en 106.188,47 EUR

(btw inbegrepen) voor de provincie Antwerpen.

De studieopdracht past binnen de beleidsdoelstellingen en de voorziene

meerjarenbegroting.

Krediet werd voorzien binnen de investeringsenveloppe 2014-2019.


gunnen de algemene offerteaanvraag vast te stellen.




Overwegende dat de Ecohydrologische studie Grote Caliebeek te Kasterlee-

Turnhout (i.s.w. met ANB) noodzakelijk is voor de onderbouwing van het duurzaam

herstel van de Europese habitats en soorten in het Habitatrichtlijngebied “Bos- en

heidegebieden ten oosten van Antwerpen (BE2100017)” conform de recent

goedgekeurde instandhoudingsdoelstellingen (IHD).

Overwegende dat een actualisatie van het bestaande oppervlaktewatermodel van

de Grote Caliebeek noodzakelijk is om het huidige watersysteem modelmatig

correct te benaderen en anderzijds om als input te kunnen fungeren voor de

ecohydrologische studie van het ANB.

Overwegende dat het voordeliger is om de actualisatie van het

oppervlaktewatermodel op te nemen in de studieopdracht van het ANB, dan dit

apart aan te besteden.



325

Gelet op het krediet voorzien binnen de investeringsenveloppe 2014-2019;


BESLUIT:

Enig artikel

Goedgekeurd wordt het ontwerp voor de Ecohydrologische studie Grote Caliebeek

te Kasterlee-Turnhout (i.s.w. met ANB).

Beslist wordt als wijze van gunnen de algemene offerteaanvraag voor deze

opdracht vast te stellen.





Uitvoering - Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing

constructies op de onbevaarbare waterlopen van 2e categorie.

Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring.


Verantwoording

De bestaande vuilroosters die het drijfvuil tegenhouden op de Haesdonksebeek te

Kapellen, de Kleine Aa te Kalmthout, de Bosbeek te Boom, de Kleine Struisbeek te

Aartselaar, de Lekbeek te Duffel, de Goorloop te Merksplas, de Mergorienloop te

Turnhout en de Laak te Beerse voldoen niet meer aan de huidige eisen betreffende

de veiligheid en het onderhoud. De bestaande verticale vuilroosters worden

vervangen door grotere en schuinoplopende vuilroosters die vlotter en veiliger te

reinigen zijn en een groter doorstromingsoppervlakte hebben zodat ze veel minder

snel kunnen verstoppen.

Verder wordt er een zandvang voorzien op de Dorpsbeek te Sint-Katelijne-Waver

ter hoogte van de Muilshoek. Deze wordt voorzien om de aanzanding in de

opeenvolgende cascade van overstromingsgebieden tegen te gaan. Deze waterloop

is namelijk sterk onderhevig aan bodemerosie.

De huidige loopbruggen op de knijpconstructies op de cascade van

overstromingsgebieden op de Dorpsbeek worden ook aangepast zodat deze beter

toegankelijk worden voor onderhoudswerken evenals oversteekbaar worden voor

wandelaars. Deze zijn nu enkel via één oever bereikbaar.

Verder worden er op een 25 tal plaatsen verspreid over de provincie

peilschaallatten geplaatst teneinde de waterhoogte van de waterlopen op kritieke

plaatsen te kunnen opmeten.

De kosten hiervoor worden geraamd op 570 419,01 EUR (btw inbegrepen).

Krediet werd voorzien binnen de investeringsenveloppe 2014-2109.


326

Binnen het meerjarenprogramma 2014-2019 is budget voorzien om de huidige aan

te besteden opdracht eventueel te kunnen hernieuwen in toepassing van art. 26,

§1, 2° b van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en

bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Bij deze hernieuwingen

kan er gewerkt worden met de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande

bekendmaking als wijze van gunnen.


gunnen de open offertevraag vast te stellen.




Overwegende dat Uitvoering - Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing

constructies op de onbevaarbare waterlopen van 2e categorie noodzakelijk is om de

veiligheid te vergroten en het onderhoud van de vuilroosters te vergemakkelijken.


Gelet op het krediet voorzien binnen de investeringsenveloppe 2014-2109;


BESLUIT:

Enig artikel

Goedgekeurd wordt het ontwerp voor Uitvoering - Plaatsen van vuilroosters,

zandvang en aanpassing constructies op de onbevaarbare waterlopen van

2e categorie.

Beslist wordt als wijze van gunnen de open offertevraag voor deze opdracht vast te

stellen.



geopend.






327

13. Moties


Motie aan Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen

om de ondersteuning en de subsidiëring van MODEM over te nemen,

ingediend door mevrouw Greta Bockx (Groen) en

gezamenlijk geamendeerd door de heren Koen Dillen (N-VA),

Ivo Bollen (CD&V) en mevrouw Greet Van Gool (sp.a).

Goedkeuring.

Motie

Overwegende dat

De provincie Antwerpen 23 jaar lang investeerde in MODEM als onafhankelijk

expertisecentrum dat advies op maat verleent, aan mensen met een beperking,

over communicatiemiddelen en computeraanpassingen en Modem in het verleden

bewezen heeft daarbij zeer creatief te zijn en zo meer aangepaste oplossingen kon

bieden voor zorgdragers;

Modem naast individuele hulpverlening ook een belangrijke rol vervult bij de

opleiding van hulpverleners en familieleden om hen wegwijs te maken in de steeds

complexere wereld van spraak- en communicatiemiddelen;

Modem uniek is in Vlaanderen en advies en vorming geeft in heel Vlaanderen en

zelfs daarbuiten;

Modem voor deze dienstverlening van bij de start gefinancierd wordt door de

provincie Antwerpen, die evenwel ten gevolge van de in de vorige legislatuur

doorgevoerde interne Staatshervorming geen lange termijn engagement kan

aangaan voor Modem;

De expertise van Modem door iedereen gewaardeerd wordt (zie bijvoorbeeld het

Zorgonderzoek van KU Leuven, Lucas) en het verdwijnen van Modem een groot

verlies zou zijn;

De verantwoordelijkheid voor het hulpmiddelenbeleid op Vlaams niveau ligt en het

dus aan de Vlaamse Overheid is om in een instantie te voorzien waar mensen

terecht kunnen voor adviesvragen, opleidingen rond communicatiehulpmiddelen en

computeraanpassingen en vragen rond compenserende hulpmiddelen, zodat het

recht op communicatie door iedereen in Vlaanderen uitgeoefend kan worden.

BESLUIT:

Enig artikel:

De Antwerpse provincieraad vraagt aan de bevoegde Vlaamse minister voor welzijn,

de heer Jo Vandeurzen, om de nodige maatregelen te nemen zodat MODEM kan

blijven bestaan en verdere noodzakelijke dienstverlening kan blijven aanbieden, en

dit zowel wat betreft de individuele ondersteuning als wat betreft de ondersteuning

en informatisering van vrijwilligers en hulpverleners.

VOORZITTER.- Dan volgt nu een motie aan Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen om

de ondersteuning en subsidiëring van MODEM over te nemen.

Mevrouw Bockx heeft het woord.


328

Mevrouw BOCKX.- Geachte deputatie,

Geachte collega’s,

Wij zouden graag met Groen! een motie indienen over MODEM aan Vlaams minister van

Welzijn Jo Vandeurzen. Waarom willen wij deze motie indienen?

Omdat de provincie al 23 jaar lang investeerde in MODEM als expertisecentrum dat advies

op maat verleent, aan mensen met een beperking, over communicatiemiddelen en

computeraanpassingen.

Omdat MODEM een door iedereen gewaardeerde expertise opbouwde. Het zorgonderzoek

van de KU Leuven, Lucas, bevestigt dit.

Omdat tijdens de vorige raden van bestuur de vertegenwoordigers van alle partijen te

kennen gaven dat het verdwijnen van MODEM een groot gemis is.

MODEM, dat in het verleden bewees zeer creatief te zijn en zo meer aangepaste

oplossingen kon bieden voor zorgdragers, en dit bovendien realiseerde op een goedkopere

manier voor de overheid.

MODEM, dat naast de individuele hulpverlening, ook een belangrijke rol vervult door de

opleiding van hulpverleners, familieleden wegwijs te maken in een steeds complexere

wereld van spraak- en communicatiemiddelen.

MODEM is uniek in Vlaanderen.

In het kader van de interne staatshervorming wordt de ondersteuning en subsidiëring van

MODEM een bevoegdheid van Vlaanderen.

Daarom vraagt de Antwerpse provincieraad aan de bevoegde Vlaamse minister voor Welzijn

om de ondersteuning en subsidiëring van MODEM over te nemen, en dit zowel wat betreft

de individuele ondersteuning als wat betreft de ondersteuning en informatisering van

vrijwilligers en hulpverleners.

Dank u wel.

VOORZITTER.- Zoals afgesproken gaan we ook de interpellatie die ingediend is door de

heer Merckx ook hier behandelen bij dit punt.


Interpellatie met betrekking tot de liquidatie van MODEM

en de noodzaak om de harde asociale koers te stoppen,

ingediend door de heer Kris Merckx (PVDA+).

Interpellatie

Liquidatie communicatiehulpmiddelendienst Modem is gevolg van

hardvochtige neoliberale keuzes van Vlaamse regering en provinciebestuur

Gisteren heeft de Raad van Bestuur van het Gouverneur Kinsbergencentrum

vzw (GKC) de liquidatie goedgekeurd van Modem. Modem is het adviescentrum

voor personen met een beperking op vlak van communicatie of computergebruik,

onderdeel van het Gouverneur Kinsbergencentrum vzw. Alle vier personeelsleden

van Modem, waarvan een al eerder in opzeg stond, verliezen hun job: een

ergotherapeut-informaticus, een informaticus en twee logopedisten.


329

Alleen de vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur van PVDA+ (Kris

Merckx) en Groen stemden tegen de stopzetting van Modem en de afdankingen.

Dr. Yolande Avontroodt van Open VLD onthield zich, het Vlaams Belang was, zoals

meestal, afwezig. De aanwezige vertegenwoordigers van de bestuursmeerderheid

(N-VA, CD&V en sp.a) stemden allen voor.

Vijfentwintig jaar lang hebben de medewerkers van Modem, tot buiten onze

provincie, baanbrekend werk verricht voor personen met een handicap op het

gebied van communicatie en computergebruik. De PVDA+ dankt hen daarvoor en

is, samen met de honderden klanten die nu in de kou staan, verontwaardigd over

het opdoeken van het centrum.

Een smet op de Special Olympics-week

De beslissing om Modem te liquideren valt uitgerekend in week dat de overheden

met veel luister de Special Olympics Open Summer Games 2014 in onze provincie

ontvangen. Op het, in het kader van de Special Olympics georganiseerde,

wetenschappelijk symposium (dat maandag ll. in het Hiltonhotel doorging) had

iedereen de mond vol over de noodzaak van inclusie van mensen met

fysieke en verstandelijke beperkingen. De stopzetting van Modem leidt tot

exact het tegenovergestelde: de exclusie, de uitsluiting van honderden

mensen met een handicap. De cliënten die tot nu toe door Modem goed werden

geholpen hebben in heel Vlaanderen geen enkele openbare sociale voorziening

meer waartoe ze zich kunnen richten. De kloof tussen woord en politieke daad

wordt in deze bijzondere week zo wel heel duidelijk.

Hardvochtig neoliberalisme

Met het opdoeken van Modem wordt een nieuwe stap gezet in de afbouw van het

Gouverneur Kinsbergencentrum (GKC), een der mooiste initiatieven die het

Antwerps provinciebestuur ooit nam. Al eerder werden in het voorbije jaar vijf

personeelsleden ontslagen: een kinderpsychiater en een kinderneurologe, twee

administratieve medewerksters en een logopediste, allen in loondienst. Daardoor

werden de afdelingen ontwricht die instaan voor diagnostiek en advies bij kinderen

en jonge volwassenen met ontwikkelingsstoornissen (autisme en andere).

De afschaffing van Modem en de ontmanteling van het GKC illustreren de keuze

voor een neoliberaal beleid van de nieuwe bestuurscoalities, zowel op

provinciaal niveau (N-VA-CD&V-sp.a ) als op Vlaams niveau (N-VA-CD&V-Open

VLD). Zij sleuren ons mee in een spiraal van sociale afbraak. Die verwekt

zowel bij de bevolking als het personeel van de overheidsdiensten een snel

toenemende malaise.

CD&V-gedeputeerde Peter Bellens, tevens voorzitter van het GKC, wijst terecht met

de vinger naar Vlaams minister van Welzijn Vandeurzen die weigerde de activiteiten

en het personeel van Modem over te nemen. Officieel had Vlaanderen immers in

het bestuursakkoord met de provincies beloofd om, via een zogenaamde

‘verevening’, de taken, de budgetten en het personeel over te nemen voor de

materies die het Vlaamse niveau van hen afnam, onder meer Welzijn. In de praktijk

draait deze ‘interne Vlaamse staatshervorming’ evenwel uit op een grote

besparingsoperatie.


330

Liever geen kransen noch bloemen

Toch hebben het personeel en de gebruikers van Modem geen boodschap aan de

mededeling van het provinciebestuur dat ‘honderden mensen nu letterlijk hun stem

verliezen’. Men kan niet de ene dag, een al meer dan een jaar voorbereid,

doodsvonnis over Modem en zijn medewerkers uitspreken en de volgende dag zelf

een ontroerende begrafenisrede voor hen houden.

Op die wijze verdoezelt het provinciebestuur zijn dubbele verantwoordelijkheid.

(1) Een. Het bestuur had wél nog provinciale middelen kunnen vinden om, in

afwachting van meer duidelijkheid over haar resterende bevoegdheden, de werking

van Modem in stand te houden. Denk aan de 2 miljoen overbodige subsidies voor

een kunstbrug voor het poenscheppende Tomorrowland, de 6 miljoen voor de

aankoop tegen te hoge prijs van het bouwblok achter het stadhuis van Antwerpen

(voor de inrichting van een Diamantmuseum dat minstens nog 6 miljoen extra zal

vergen), de berg geld waarop watermaatschappij PIDPA zit, de opbrengst van de

verkoop van het kasteel Sterckshof enzovoort. Dit kon des te meer omdat, in

tegenstelling tot wat gesuggereerd wordt, de provincie tot nu toe nog wél

welzijnstaken kan opnemen.

(2) Twee. Als politici van de partijen die ook op Vlaams niveau aan de macht zijn,

zijn de gedeputeerden en raadsleden van N-VA en CD&V, zelf mee verantwoordelijk

voor de weigering van minister Vandeurzen en zijn collega’s om de activiteiten van

Modem over te nemen. Als men echt had willen zorgen dat honderden

gehandicapten hun stem niet verliezen had men daarvoor zelfs moeten dreigen zelf

ontslag te nemen.

Aan kransen en bloemen op het graf van Modem hebben zij niets.

- Welke middelen gaat gedeputeerde Bellens nog effectief aanwenden om

minister Vandeurzen en de Vlaamse regering effectief en efficiënt onder druk

te zetten om de werking en expertise van Modem her op te pakken en een

Vlaams kader te geven? Binnen welke termijn?

Van haar kant zal de PVDA+ wel alle initiatieven steunen die er op gericht zijn

minister Vandeurzen en de Vlaamse regering efficiënt onder druk te zetten om de

activiteiten van Modem niet alleen te herstarten maar uit te breiden tot heel

Vlaanderen. Ook al, opdat op die wijze, de schat aan expertise die Modem op dit

vlak had opgebouwd, niet helemaal verloren zou gaan.

Modem en GKC tonen dat halt toeroepen aan harde neoliberale koers dringend is.

Ook andere departementen van de provincie zijn al getroffen.

De bijkomende besparingsronde van 11 miljoen zwengelt de besparingsobsessie

aan.

Wil de deputatie eisen steunen voor een grondige fiscale hervorming die de

superrijken doet betalen (miljonairstaks, opheffing bankgeheim tegen grote fraude,

afschaffing notionele intrest,… ) die de sociale en overheidsdiensten opnieuw de

nodige financiële zuurstof geven?

Kris Merckx,

Fractievoorzitter PVDA+


331


De heer MERCKX.- Voorzitter,

Collega’s,

Wij gaan uiteraard van harte de motie, ingediend door Groen!, ondersteunen. Zeker omdat

wij de laatste maanden samen opgetrokken zijn tegen de beslissing om MODEM te

liquideren. We gaan niet muggenziften over één of ander zinnetje dat wij anders zouden

formuleren. Het belangrijkste is nu inderdaad, na de mokerslag die het provinciebestuur

vorige donderdag aan MODEM heeft toegediend, dat wij alle krachten bundelen om

MODEM tot nieuw leven te wekken en zelfs te zorgen dat het uitbreidt tot heel

Vlaanderen.

Natuurlijk kan zo’n motie onmogelijk dienen als excuus om bepaalde verantwoordelijkheden

te verdoezelen, en daarover gaat dus mijn interpellatie.

Vorige donderdag is, naar de woorden van het persbericht van gedeputeerde Bellens zelf:

“Het doek gevallen over MODEM en verliezen daardoor honderden mensen met een

handicap letterlijk hun stem”.

Alle vier nog actieve personeelsleden van MODEM werden ontslagen: een ergotherapeut-

informaticus, een informaticus en twee logopedisten. Als gevolg daarvan wordt, na 23 jaar,

het zeer verdienstelijk en baanbrekend werk van deze provinciale

communicatiehulpmiddelendienst al op 30 september stopgezet. In de Raad van Bestuur

stemden alleen collega Greet Bockx van Groen! en ik zelf daar tegen. Collega Avontroodt

onthield zich.

De liquidatie van MODEM wierp een smet op de Special Olympics-week. De beslissing viel

inderdaad uitgerekend in de week dat de overheden – onder meer onze gouverneur - met

veel luister de Special Olympics Open Summer Games 2014 in onze provincie ontvingen. Op

het, in het kader van deze Special Olympics georganiseerde, wetenschappelijk symposium

had drie dagen voordien iedereen nog de mond vol over de noodzaak van inclusie van mensen

met fysieke en verstandelijke beperkingen. De stopzetting van MODEM leidt tot exact het

tegenovergestelde: de exclusie, de uitsluiting van honderden mensen met een handicap. De

cliënten van MODEM hebben in heel Vlaanderen geen enkele openbare sociale voorziening

meer waartoe ze zich kunnen richten. De kloof tussen woord en politieke daad werd in deze

bijzondere week zo wel heel duidelijk.

Hoe erg dit is voor de betrokkenen kon u al lang lezen in de honderden steunbetuigingen op

de website van MODEM. Ik beperk mij tot een reactie die een moeder deze week plaatste

op mijn Facebookpagina: “Wij weten maar al te goed hoe ze bij MODEM werkten. Onze

zoon is door hen geholpen. Ze lieten je niet het duurste toestel aankopen, wel een toestel

dat jouw kind kan helpen. Of je mocht het daar proberen. Het is spijtig dat zoveel

opzoekwerk verloren gaat, ik heb daar veel cursussen gevolgd rond communicatie. Het

Vlaams fonds zou blij moeten zijn met zulke goede werkers. Aan heel het team van

MODEM nog eens bedankt.”

Collega’s,

In de ogen van het bestuur mag de vuile karwei dan al geklaard zijn, wij achten het onze

plicht er wel nog op terug te komen. Met vier redenen en evenveel vragen.


332

1. Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat de afschaffing van MODEM een gevolg is van

de hardvochtige neoliberale keuzes van de nieuwe bestuurscoalities, zowel op provinciaal

niveau (N-VA-CD&V-sp.a ) als op Vlaams niveau (N-VA-CD&V-Open VLD). Zij sleuren ons

mee in een spiraal van sociale afbraak. Alleen verzet aan de basis, zoals zowel vakbonden

als studenten deze week hebben aangevat, kan dit stoppen. Die ommekeer is absoluut

nodig.

Alle beweringen dat men niet asociaal is maar ‘anders’ sociaal, zijn woorden voor de wind.

Ik vraag aan de raadsleden en gedeputeerden van de meerderheid die zich beroepen op hun

banden met het sociale middenveld om te breken met dit harde asociale beleid. Om ‘hart’

boven ‘hard’ te stellen.

Helpt men de mensen door, zoals een van onze collega’s van de meerderheid, die ik

persoonlijk respecteer, hier vorige maand nog zegde: ‘Ik blijf hoopvol gestemd voor de

toekomst van MODEM?’ Neen, daar helpt men de mensen niet mee. Zeker als men twee

maand later door zijn partijtop verplicht wordt zelf mee de afschaffing van MODEM te

beslissen, zonder dat er ook maar enig perspectief is.

2. Wij wensen dat het provinciebestuur zijn dubbele verantwoordelijkheid voor de

stopzetting van MODEM erkent.

Ja, de gedeputeerde wijst terecht met de vinger naar zijn partijgenoot, Vlaams minister

van Welzijn Vandeurzen, die weigerde de activiteiten en het personeel van MODEM over te

nemen. Officieel had Vlaanderen immers in het bestuursakkoord met de provincies beloofd

om, via een zogenaamde ‘verevening’, de taken, de budgetten en het personeel over te

nemen, iets wat ook nu beloofd wordt, voor de materies die het Vlaamse niveau van hen

afnam, onder meer Welzijn. In de praktijk draait deze interne Vlaamse staatshervorming

evenwel uit op een grote besparingsoperatie. Toch hebben het personeel en de gebruikers

van MODEM geen boodschap aan een tranerige mededeling van het provinciebestuur. Men

kan niet de ene dag, een al meer dan een jaar voorbereid, doodsvonnis over MODEM en zijn

medewerkers uitspreken en de volgende dag zelf een ontroerende begrafenisrede voor hen

houden.

In plaats van kransen en bloemen op het graf van MODEM had het bestuur op twee

manieren zijn verantwoordelijkheid kunnen en moeten opnemen.

Vooreerst had het bestuur wél nog provinciale middelen kunnen vinden om, in afwachting

van meer duidelijkheid over haar resterende bevoegdheden, de werking van MODEM in

stand te houden. Denk aan de 2 miljoen overbodige subsidies voor een kunstbrug voor het

poenscheppende Tomorrowland, de 6 miljoen voor de aankoop tegen te hoge prijs van het

bouwblok achter het stadhuis van Antwerpen, wat zoals zelfs Koen Helsen gezegd heeft

kan oplopen tot 20 miljoen, de berg geld waarop watermaatschappij PIDPA zit

(108 miljoen EUR beschikbare reserves!), de opbrengst van de verkoop van het kasteel

Sterckshof, enzovoort. Dit kon des te meer omdat, in tegenstelling tot wat gesuggereerd

wordt, de provincie tot nu toe nog wél welzijnstaken kan opnemen en ook opneemt.

Vervolgens. Als politici van de partijen die ook op Vlaams niveau aan de macht zijn, zijn de

gedeputeerden en raadsleden van N-VA en CD&V zelf mee verantwoordelijk voor de

weigering van minister Vandeurzen en zijn collega’s om de activiteiten van MODEM over te

nemen. Als men echt had willen zorgen dat honderden gehandicapten hun stem niet

verliezen had men daarvoor zelfs moeten dreigen zelf ontslag te nemen. Er zijn zo van die

ogenblikken dat je de moed van de overtuiging moet hebben.


333

3. Waarom heeft men de Raad van Bestuur de beslissing laten nemen vóór de provincieraad

van deze maand? Volgens mij om te verhinderen dat de verkozenen, die tegen de

afschaffing van MODEM en de voortschrijdende afbouw en ontwrichting van het GKC zijn,

nog politieke druk zouden kunnen uitoefenen. Ook deze ervaring toont dat onze bezwaren

tegen de verzelfstandiging van de provinciale vzw’s en bedrijven gegrond waren en zijn.

Ook u zult gemerkt hebben dat de gedeputeerde in juni, na de interpellatie van collega

Naert over het GKC, suggereerde dat hij in feite niet verplicht was op onze vragen te

antwoorden. ‘Eigenlijk’, zo zegde hij volgens het Beknopt Verslag, ‘is de provincieraad enkel

bevoegd met betrekking tot de vaststelling van de dotatie van het centrum en valt het

beheer en de werking onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur.’

Met andere woorden, de stopzetting van een hele afdeling van een der mooiste provinciale

sociale initiatieven, het GKC, dient formeel niet meer bediscussieerd en besloten te

worden in de provincieraad. Deze uitholling van de macht van de verkozen raden, moet alle

democraten –ik hoop dus: ons allemaal – verontrusten.

Tenslotte, mijn vierde vraag. Welke effectieve middelen – dus andere dan vrome oproepen

- gaat het provinciebestuur nog aanwenden om minister Vandeurzen en de Vlaamse regering

onder druk te zetten om de werking en expertise van MODEM her op te pakken en een

Vlaams kader te geven? En binnen welke termijn?

Ik dank u.

VOORZITTER.- Er zijn op de motie twee amendementen ingediend. Eén door de

meerderheidsfracties, Koen Dillen, Ivo Bollen en Greet Van Gool, en er is één door

mevrouw Avontroodt ingediend. We hebben gewoon de volgorde van indienen genomen. De

meerderheidsfractie heeft daarom eerst het woord om zijn amendement toe te lichten.

De heer Dillen heeft het woord.

De heer DILLEN.- Voorzitter,

Gedeputeerden,

Collega’s raadsleden,

De meerderheid was eigenlijk zeer tevreden dat Groen! een motie ingediend heeft over het

Gouverneur Kinsbergencentrum, of over MODEM. We willen dat nog een beetje te

versterken, of een aantal aanvullingen geven.

De tekst van het amendement ligt op jullie bank. Ik wil hier alleen de puntjes vernoemen

die belangrijk zijn, die we dus aangevuld hebben.

We hebben de nadruk gelegd op de onafhankelijkheid van het advies. We hebben gezegd

dat er binnen MODEM enorme creativiteit en prachtige resultaten zijn. We hebben ook

gezegd dat door de interne staatshervorming de provincie geen langdurig engagement kan

nemen. Voor de rest hebben we ook gezegd dat de activiteiten van MODEM zich uitspreidt

over heel Vlaanderen, en zeker niet alleen over de provincie Antwerpen, en dat de

bevoegdheden voor het hulpmiddelenbeleid nu reeds bij Vlaanderen liggen.

Dat waren de puntjes die wij met de meerderheid bijgevoegd hebben bij de motie van

Groen!.


334

Nu zou ik graag even de visie van N-VA geven. Dan kunnen seffens CD&V en sp.a hun visie

daar ook op geven.

Tot onze grote spijt hebben we vorige week in de raad van bestuur beslist om de

activiteiten van het schitterend bedrijf te stoppen. MODEM dat onder meer advies geeft

over communicatiemiddelen voor mensen met een beperking verbetert in sterke maat de

kwaliteit van leven van deze mensen. Door de interne staatshervorming van de vorige

legislatuur werden de bevoegdheden, en ook de financiën van de provincies verder beperkt.

Minder geld wil zeggen keuzes maken, collega Merckx. Welzijn werd zwaar getroffen. Uit

het verlieslatende Gouverneur Kinsbergencentrum werd door het Centrum voor

Ontwikkelingsstoornissen het Oriëntatiecentrum en gespecialiseerd arbeidstraject gered.

Wij hebben ons daar allemaal goed voor ingezet, en die drie delen zijn gered. Voor MODEM

lag dat wel een beetje moeilijker. Het geld was op. Er bleef dus een belangrijk structureel

tekort, maar met de voltallige commissie Welzijn hebben we veel inspanningen geleverd om

het bedrijf over te dragen naar de Vlaamse overheid. Minister Vandeurzen en zijn

voltallige Vlaamse regering gaven echter niet thuis tot op heden. Een langdurig financieel

engagement van de provincie is niet haalbaar.

Waarom overdragen naar Vlaanderen? Ik heb een drietal redenen opgesomd die toch wel

belangrijk zijn. Meer dan de helft van de klanten woont in andere provincies. De

bevoegdheid van hulpmiddelenbeleid ligt nu reeds in Vlaanderen, en de grootste

bevoegdheidspakketten voor Welzijn liggen bij Vlaanderen.

Waarom moeten we nu MODEM behouden? Dat is zeer belangrijk. Zeker belangrijk is het

feit dat MODEM onafhankelijk is en onafhankelijk advies geeft. Er zijn commerciële

belangen en er is ook geen rechtstreekse band van de klant met de vier specialisten van

het bedrijfje. Zonder MODEM hebben de commerciële firma’s vrij spel. MODEM heeft

bewezen creatief te zijn en aangepaste persoonlijke oplossingen te bieden voor zijn

klanten.

Om deze redenen willen we met N-VA verder aandringen bij onze collega’s binnen de

Vlaamse regering om de noodzakelijke maatregelen te nemen om MODEM over te nemen.

Ik dank u.

Applaus

VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord.

Mevrouw VAN GOOL.- Voorzitter,

Leden van de deputatie,

Collega’s,

We zitten hier met een moeilijk en pijnlijk dossier. Niemand, noch hier in de zaal, noch

hierbuiten zouden de goede werking en de expertise van MODEM ontkennen. Niemand zal

de noodzaak aan een organisatie zoals MODEM ontkennen. Want zij zorgen ervoor dat

mensen met een handicap ook kunnen communiceren. Door hen kunnen ouders hulpverleners

deskundig advies en ondersteuning geven.

Collega’s, we weten allemaal hoe belangrijk communicatie is. Dat geldt zeker ook voor

mensen met een handicap. Dat is net één van de rechten die heel uitdrukkelijk opgenomen


335

is in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een

handicap. Het is door de communicatie dat zij ook effectief en volwaardig deel kunnen

nemen aan de samenleving, en die inclusie is net een van de uitgangspunten van de

VN-verdrag.

De provincie Antwerpen heeft het voortouw genomen om een expertisecentrum inzake

communicatie op te richten, en dat al 23 jaar geleden. Intussen is de werking daarvan ruim

erkend, en geeft MODEM advies en vorming in heel Vlaanderen en zelfs daarbuiten. Maar,

het is al gezegd, jammer genoeg kan de provincie hierin geen verder engagement meer

opnemen.

In vorige legislatuur werd immers al een interne staatshervorming doorgevoerd, waardoor

de provincie zo’n initiatieven niet langer mag, niet langer kan ondersteunen. Collega’s, ik wil

toch ook even stilstaan bij het debat dat we in het begin van deze zitting gevoerd hebben.

Want wat ook de redenen van de hogere overheden mogen zijn om een interne

staatshervorming door te voeren en om de bevoegdheden van de provincie in te krimpen, de

fininiteit moet wel zijn dat de dienstverlening aan de burger niet in het gedrang komt, en

of de burger nu een inwoner is van de provincie Antwerpen, een Vlaming, een Belg. Dat,

collega’s, is hier jammer genoeg wel het geval. Door het sluiten van MODEM verliezen vele

mensen hun stem. Dat mogen we niet laten gebeuren. Dus leggen we inderdaad de bal in het

kamp waar het thuishoort, in Vlaanderen. Want de verantwoordelijkheid voor het

hulpmiddelenbeleid ligt op het Vlaams niveau. Het is aan Vlaanderen om een instantie op te

richten waar mensen terecht kunnen voor adviesaanvragen, voor opleiding en

communicatiehulpmiddelen en computeraanpassingen, vragen rond compenserende

hulpmiddelen, om er voor te zorgen dat het recht op communicatie, ook door mensen met

een handicap, uitgeoefend kan worden.

Daarom steunen wij van harte de motie die collega Bockx heeft ingediend, mits de

amendering die collega Dillen daarnet heeft toegelicht. Wij vragen, of wij roepen, de

Vlaamse minister van Welzijn heel uitdrukkelijk op om de nodige maatregelen te nemen

zodat MODEM kan blijven voortbestaan, en de zo nodige en zo noodzakelijke

dienstverlening verder kan aanbieden. Wij hopen oprecht dat de Vlaamse regering er

gevolg zal aan geven.

Dank u.

Applaus

VOORZITTER.- De heer Bollen heeft het woord.

De heer BOLLEN.- Ik zou willen aansluiten bij de twee collega’s.

Mijnheer Merckx, ik zou toch wel even willen zeggen dat wij soms op twee stoelen

inderdaad zitten. Als je in de raad van bestuur zit en je hebt daar een bestuursmandaat,

en je hebt geen centen meer, dan moet je beslissingen durven nemen. Ik denk dat we daar

die beslissing zo genomen hebben. Wij hebben hier vorig jaar gedebatteerd over het

budget. Daar is duidelijk in gesteld dat wij dat als provincie niet mogen door de interne

staatshervorming.


336

Ik heb daar ook een oproep gedaan dat we toch moeten opletten en goed moeten zien waar

die middelen naartoe gaan. Inderdaad, vandaag hebben we hier een voorbeeld van. Daarom

denk ik dat onze partij ook deze motie wil steunen. Wij hebben daar ook nog expliciet

willen bijzetten in besluit “deze noodzakelijke dienstverlening”, want uiteindelijk heb ik

zelf als lid van de raad van bestuur ook zeker en vast de website gevolgd en daar duidelijk

in gezien dat er heel wat mensen, ik denk tot hiertoe tussen de 400 en 500 mensen,

gereageerd hebben op de noodzaak van deze dienstverlening. Daarom willen wij als CD&V

deze motie steunen, mits de aanpassingen die toegelicht zijn door de heer Dillen.

Applaus

Mevrouw Avontroodt heeft het woord.

Mevrouw AVONTROODT.- Voorzitter,

Geachte deputatie,

Collega’s,

Ik sta hier, mijnheer Lemmens, en kijk naar u. Ik heb goed genoteerd welke punten u heel

belangrijk vond in de overdracht, of in datgene wat er nu te gebeuren staat met de

provincies. U hebt drie punten gezegd.

1. Het goede werk mag niet verloren gaan. Check, bij MODEM klopt dat.

2. We willen het personeel, de expertise niet verloren laten gaan. Check, ook dit is erkend

door heel Vlaanderen.

3. Wij vinden de inhoud belangrijker dan de structuren.

Als je een checklist zou maken kloppen deze drie punten 100% met de dienstverlening die

MODEM aan de meest kwetsbare mensen heeft aangeboden. Maar er is iets dat er bij

komt. Ik heb mij inderdaad onthouden in de raad van bestuur precies om eventjes

achteruit te gaan en te zeggen: hoe kunnen we dat oplossen. Maar het vierde punt,

collega’s, is de “sense of urgency”. Excuseer mij, mijnheer Geudens, voor het Engels. Het

schijnt dat dit niet meer mag.

Maar er is een sense of urgency op vandaag. Die is er, want al die mensen, en u verwijst er

terecht naar collega Bollen, die op hun website hun nood en hun vraag formuleren, die

mensen die weten tussen nu en, afhankelijk van de goodwill die men kan bereiken op het

Vlaams niveau, die periode, die tab tussenin, is niet ingevuld.

Vandaar dat ik als amendering op het amendement dat door de meerderheid geformuleerd

is toch nog eventjes jullie wake up call zou willen maken rond die mooie

beleidsdoelstellingen die we vinden in dat Vlaamse regeerakkoord.

1. Het spitst zich toe op investeren vanaf dag 1, zegt men. Het stelt: vanaf dag 1 gaan wij

investeren in de personen die de meeste zorg nodig hebben.

2. Wat zij belangrijk vinden, terecht, conform met het verdrag, maar niet alleen voor de

theorie, maar ook voor de praktijk: participatie is belangrijk.

Wat doet MODEM? Precies die mogelijkheden creëren om te participeren.

3. Het Vlaams regeerakkoord stelt expliciet dat ze personen met een beperking extra

ondersteuning belooft.


337

4. Dit is toch nog wel een aanvullend argument, de Vlaamse regering wil investeren in ICT,

in zorg en welzijn, naast de andere aandachtspunten voor innovatie, naast de economische

belangen die men verdedigt.

Mijnheer Bellens, ik kijk naar u. Ik weet, en ik geloof het ook, dat u gezocht hebt en dat u

op de deur geklopt hebt, en dan wat sterker in de pers bent naar buiten gekomen. Die

rechtlijnigheid siert u, en het feit dat u de advocaat bent van de mensen die de zorgen

nodig hebben, en dat u daar uw gevecht wel voor geleverd hebt en blijft vechten. Dat

waarderen wij zeker. Maar wat kunnen wij nog meer doen? Dan heb ik geprobeerd van eens

een model te creëren. We moeten maar enkele maanden overbruggen tot er een decretaal

kader is, of tot men die middelen structureel gevonden heeft, of tot men het overneemt.

Wij hebben een aanpassingsperiode die we moeten overbruggen.

Sommigen onder u, hier nog aanwezig, weten dat het niet de eerste keer is dat men

aanklopt bij de lokale overheden. Men doet dat op verschillende domeinen. Ik herinner mij

zeer goed de vrijwillige brandweerbijdrage voor een structuur op te zetten. Dat was nog

niet voor de hulpverlening. Dat was nog maar voor de structuur op te zetten waar men

forfaitair een bedrag heeft bepaald voor de gemeenten, per inwoner. Vandaar, collega’s,

het is misschien niet direct gebruikelijk om te gaan aankloppen, maar welk bestuur zou

weigeren om bijvoorbeeld 0,02 EUR per inwoner bij te dragen voor die overgangsperiode.

Alleszins in mijn fractie heb ik al gemeenten gevonden, en collega Helsen heeft gezegd: ik

heb ze bij. Want voor een gemeente als Kapellen zou dat een bedrag zijn van 530 EUR.

Welke gemeente zou dat weigeren, om voor al die mensen die op de website staan, om al

die mantelzorgers, om heel die omgeving rond die personen met een beperking, om die

overgangsperiode te kunnen overbruggen. Ik wacht heel graag op het antwoord van de

deputatie, maar ik denk dat dit een voorbeeld zou kunnen zijn.

Ik denk dat het u was die gezegd heeft: de provincie is altijd een helpende hand geweest

voor de gemeenten. Ik denk dat dit een draagvlak kan zijn waar de gemeenten iets voor de

provincie zou kunnen doen. Om te parafraseren: vraag niet wat het bestuur voor jullie kan

doen, maar vraag wat jullie voor het bestuur kunnen doen.

Ik dank jullie alleszins om de aandacht die u aan deze best wil schenken.

VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord.

De heer BELLENS, gedeputeerde.- Voorzitter, laat mij toe toch nog even het verhaal te

schetsen, want we hebben natuurlijk een heel lange piste afgelegd met het Gouverneur

Kinsbergencentrum.

Wij hebben als provincie het Gouverneur Kinsbergencentrum gekregen op een moment dat

de provincie daar gedurende 23 jaar lang een bedrag van ongeveer 1.100.000 EUR heeft

ingestoken.

Dat was op een moment dat er voor Welzijn meer dan 10 miljoen ter beschikking was. In

die 23 jaar hebben we daar altijd zeer voornaam mee omgegaan en hebben we een

impulsbeleid gevoerd, want op dat moment was er ook geen sprake van de dienstverlening

die er geleverd werd, met de opdracht aan Vlaanderen om dat over te nemen. 23 jaar lang

heeft de Vlaamse overheid de tijd gehad om die dienstverlening over te nemen. 23 jaar

heeft die Vlaamse overheid in woorden belijd, dat datgene wat we aanboden een gat in de

markt was, dat we daar enorme diensten verleenden aan de cliënten die dat nodig hadden.


338

Zij heeft altijd in het vooruitzicht gesteld dat zij die dienstverlening gingen overnemen.

23 jaar lang heeft zij de provincie, het provinciaal budget aangesproken om die

dienstverlening te leveren, niet alleen voor de inwoners van de provincie Antwerpen, maar

ook voor de inwoners van de andere provincies. Ik heb hier nog eens de laatste cijfers van

de dienstverlening gehaald van de dienstverlening die in de provincie Antwerpen gebeurd:

49%; in Vlaams-Brabant: 17,5%; in Oost-Vlaanderen: 14,8%; in West-Vlaanderen: 11,2%; en

in de provincie Limburg: 7,2%.

Wij hebben dan op de VVP gevraagd, gezien de dienstverlening ruimer is dan de provincie

Antwerpen, of dat de andere provincies mee wilden participeren en proberen die buffer

van die 1.100.000 EUR, die we daar altijd ingestoken hebben, bij elkaar te brengen. Een

aantal provincies waren bereid tot wanneer vorig jaar de Vlaamse regering in het

Provinciefonds een eerste greep deed. Toen hebben de provincies ook gezegd: collega, wij

begrijpen uw vraag wel, maar onze financiën moeten wij ook op orde zetten. Ik heb het nog

eens gevraagd, maar ik zal u niet zeggen wat hun antwoord was nu.

23 jaar hebben we daarin geïnvesteerd. 23 jaar lang hebben we ook vastgesteld dat we die

dienstverlening goed gedaan hebben. Vandaag zitten we met een verminderd budget. Het

budget van Welzijn is nog 5,5 miljoen. Als we daar 1,1 miljoen van investeren in het GKC

dan valt er over de andere projecten voor Welzijn niets meer te doen. Het gaat dus over

een enorme hap uit het budget van Welzijn.

Wat hebben we toch gedaan? Wij hebben gezegd dat het Gouverneur Kinsbergencentrum

absoluut de moeite waard is om overeind te houden. Wij hebben gevochten voor het OC.

We hebben gevochten voor het COS, en we hebben gevochten voor het GA. Het GA hebben

we kunnen overbrengen naar een Vlaamse EVA. Het COS doen we in eigen beheer. Daar

investeren we vandaag nog altijd in. Het OC daar hebben we gelukkig een partner gevonden

in de universiteit om dat nog overeind te houden. Vandaag investeren we nog altijd meer

dan 600.000 EUR in het Gouverneur Kinsbergencentrum. We moeten keuzes maken. Ik vind

dat heel erg dat we die keuzes moeten maken. Maar als we die keuzes moeten maken,

moeten we die ook beredeneerd maken. Het beleid dat mijn collega’s voeren is even

waardevol als het welzijnsbeleid dat gevoerd wordt in de provincie, waar er ook noden en

ook infrastructuur liggen. De deputatie heeft al eens bijgesprongen, want in het budget

dat in evenwicht was, wat we hadden in 2015, was de deputatie ingegaan op de vraag die we

in juni gesteld hadden voor een extra financiering van 260.000 EUR. Ook toen heeft de

deputatie, en de solidariteit van mijn collega’s gespeeld om te zeggen: het is waardevol,

want we hebben dat 23 jaar gedaan.

Collega’s, als het geld daalt moeten er keuzes gemaakt worden. Dat is jammer. Vandaag is

het de Vlaamse overheid die het hulpmiddelenbeleid coördineert. Wij zijn naar de

secretaris-generaal geweest van Welzijn, en ook naar de secretaris-generaal van het

VAPH. Men erkent daar de waardevolheid en de expertise van Modem, maar men komt

vandaag nog steeds niet over de brug met de nodige financiële middelen. Dat betekent dan

dat we vandaag zeggen: als we moeten kiezen uit GKC, en als we die dienstverlening

overeind houden, dan is het voor ons het minst kwade dat we die dienstverlening

stopzetten, nadat we 23 jaar lang aan een Vlaamse overheid gevraagd hebben om dat over

te nemen, een impulsbeleid van 23 jaar lang. Ik denk dat we als provincie onze taak wel

echt volbracht hebben. Meer kunnen we daar niet aan doen.

Applaus


339

VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord.

De heer WILLEKENS.- Ik denk dat alle fracties zich daar wel in kunnen vinden. Dat het

duidelijk is dat er keuzes moeten gemaakt worden, dat staat ook buiten kijf. Natuurlijk, de

opvolging daarvan zal nog verder belangrijk zijn. Het is niet omdat we dat zullen

overdragen dat er geen ontvanger moet zijn. Ik denk, dat in het belang van ieder, dat we

sowieso, wat de motie ook zal zijn, want foute dingen staan in geen van beide

amendementen, we die met heel de provincieraad onderschrijven en wel degelijk die druk

blijven zetten. Iets doet mij ook vermoeden dat de communicatie die gevoerd is met opzet

op deze manier is gedaan, want daar schijnt iets of wat kritiek op te zijn. Als het expres is

gedaan lijkt het mij ook verstandig van het zo gedaan te hebben, want ik denk dat het heel

veel mensen heeft wakker geschud net dankzij deze communicatie te hanteren. Mijn slecht

karakter vermoedt dan ook dat het wel eens met opzet zou kunnen gedaan zijn.


De heer BELLENS, gedeputeerde.- Ik geef dat ook toe. We hebben een schokeffect

proberen te creëren zodanig dat men bij de Vlaamse overheid zou zeggen: oei, wij wachten

daar niet op.

Ik zou voorstellen, collega’s, dat we het amendement van de meerderheid steunen.

Tegenover mevrouw Avontroodt over haar amendement zeg ik: ik wil dat wel eens bekijken,

maar met de Vlaamse overheid. Ik ga daar zelf niet meer aan beginnen, aan die ronde. Ik ga

dat opnemen en ik zal dat met minister Vandeurzen bekijken. Als daar een

intergemeentelijke samenwerking in mogelijk was, wat ook tot de mogelijkheden behoort

van het Vlaamse regeerakkoord, zullen wij dat doen. Maar er zijn ook nog andere

mogelijkheden. Wij hebben nog altijd een universitair ziekenhuis dat in de buurt ligt, waar

dat we ooit mee gesproken hebben, en waar dat we wellicht ook nog eens moeten kijken,

samen met de Vlaamse overheid, wat daar mogelijk is, zonder daar vandaag verder

uitspraken over te doen. Gemeenten zijn een mogelijkheid, de Vlaamse overheid zelf, UZA

is een mogelijkheid, maar dat zullen we moeten opnemen met de overheid zelf om te kijken

wat we mogen doen of niet. Daarom stel ik ook voor, om het wat eenvoudiger te maken, om

uw amendement niet te steunen.

Nog één zaak: wij hebben de mensen ook niet meer. Vandaag zijn ze volop bezig met het

zoeken naar een andere job omwille van de werkonzekerheid. De mensen vragen zelf

vandaag om het geheel te beëindigen. Ik denk dat we daar duidelijk moeten zijn.

VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord.

Mevrouw AVONTROODT.- Daar wringt juist het schoentje. Als gedeputeerde Lemmens

daarstraks zegt dat we moeten zorgen dat we blijven investeren, dat al wat we overdragen

nog goed functioneert en in een goede staat is, zowel de gebouwen als de diensten. In dit

geval eindigt het verhaal. Vandaar dat het een pragmatische oplossing was, gewoon om het

nog enkele maanden te kunnen overeind houden.

Het principe van de expertise die er is, als al die mensen weg zijn, is het ook weg. Dan heb

je niets meer over te dragen aan Vlaanderen, want dan is de expertise gedaan, weg,


340

schluss. Dan gaan ze terug moeten herbeginnen van nul. Dus het was juist een voorstel van

een oplossing om te overleven tot je het pakket en de expertise en het werk deftig kan

overdragen aan Vlaanderen.

Wij zijn akkoord met de motie om te zeggen dat het een Vlaamse bevoegdheid is, maar alle

elementen zitten erin om het pakket in zijn totaal te kunnen overdragen, ook nu nog. Ik

weet het ook wel: de mensen zijn weg, ze zullen in opzeg zijn, ze zijn aan het zoeken, en ze

nemen hun lot in handen, maar weg is weg en dan heb je niets meer om te gaan vragen. Dan

is bijna het voorwerp van de motie nul geworden, want dan heb je niets meer om over te

dragen.


De heer BELLENS, gedeputeerde.- Ik zou hier akkoord kunnen gaan als we weten wat de

overbruggingsperiode is. Maar dat is net het probleem. We weten dat vandaag niet. We

weten dat niet uit hoofde van het regeerakkoord. De collega’s hebben er daarstraks ook

naar verwezen. We weten niet hoe lang dat die overgangsperiode gaat duren. Dat kunnen

we op termijn niet volhouden. Als morgen blijkt dat die overgangsperiode beperkt is tot

een half jaar of een jaar dan kunnen wij daar over spreken, maar dat is niet zo. Dus we

nemen vandaag die beslissing om in goede orde die dienstverlening aan te bieden aan de

Vlaamse overheid. En men zal, denk ik, opnieuw moeten gaan zoeken hoe dat men die taak

kan insteken, maar daar heeft men ook wel voldoende tijd voor gehad.

VOORZITTER.- Mevrouw Bockx heeft het woord.

Mevrouw BOCKX.- Wij willen voornamelijk mijnheer Lemmens bedanken voor dit

amendement, voor de wijzigingen die er zijn gebeurd. Ik denk dat de boodschap bij de

minister van Welzijn ook beter gaat aankomen als we met vier partijen dit amendement

kunnen gaan ondertekenen.

VOORZITTER.- Mevrouw Muyshondt heeft het woord.

Mevrouw MUYSHONDT.- Mevrouw Avontroodt, het is een nobel idee dat alle gemeenten

helpen. Maar zo die ronde doen op elke gemeente, hoeveel gaan we er allemaal moeten aan

bijleggen? Dat is ook niet snel georganiseerd. Dan krijg ik steevast het antwoord: onze

budgetten moeten verschoven en gewijzigd worden. Zo eenvoudig kan dat per gemeente

niet overal verkocht worden.



Collega’s,

Ik heb heel de discussie niet meegemaakt in het Gouverneur Kinsbergencentrum. Maar wij

zijn het er allemaal over eens dat het een schitterende dienstverlening is die moet


341

verdergezet worden. We zijn het hier allemaal over eens om een amendement te stemmen

waarin dat staat de nodige maatregelen te nemen.

Hetgeen dat collega Avontroodt hier brengt is een concrete maatregel. Het gaat over vier

mensen die we dan nog 2 of 3 maanden moeten betalen. Men is toch goed genoeg geplaatst,

en u ook gedeputeerde Bellens, om bij minister Vandeurzen aan de deur te kloppen en te

zeggen: wij doen nog een inspanning, 2 maanden tot 31 december, of 3 maanden tot

31 januari, mij om het even. Dat is een beperkte kost, en dan is het ofwel gedaan, en dan is

Modem begraven bij wijze van spreken en ook de expertise weg, ofwel neem je over tegen

die datum. Als we dat als provincie al niet meer kunnen vragen en daar even budget voor

voorzien, dan hebben we er ook niet veel aan van hier een motie te stemmen die dan nog

eens de zoveelste vraag is richting Vlaanderen. Ik denk dat we nu van de situatie gebruik

moeten maken om te zeggen: er is nu een nieuw regeerakkoord, de collega heeft het

perfect verdedigd om te zeggen dat het nu een Vlaamse aangelegenheid is. Er zijn zoveel

gebruikers van buiten de provincie Antwerpen, neem het a.u.b. over met al de expertise bij.

Je krijgt er de toestellen nog bij die in stock staan, weet ik veel. Maar dat is het dan.

Het zou toch een hele belangrijke en duidelijke beleidstaak zijn van deze provincie uit.


De heer WILLEKENS.- Mevrouw was zeer gelijklopend in die zin, we mogen hier niet echt

over personen praten, maar ik kan u misschien vaag schetsen hoe groot de bereidheid nog

zou zijn van betreffende om op zo’n voorstel in te gaan. Of is dat zelfs niet meer aan de

orde?

De heer BELLENS, gedeputeerde.- Minister Vandeurzen weet exact hoe het staat. Hij

weet dat al twee jaar. De medewerkers vandaag, de expertise is er niet meer. Er is al één

iemand die een andere job gevonden heeft en weg is. Een andere dame zit in vooropzeg, en

daar hebben we de tegenopzeg voor gegeven omdat die gezegd heeft: ik wil absoluut

stoppen. Dus de expertise is er vandaag niet meer.

Zolang dat de opzeg loopt kunnen wij kijken wat er de volgende 2 maanden nog mogelijk is.

Maar op die 2 maanden gaat het niet aankomen, want de overheid heeft daarvoor al 3 jaar

de tijd gehad. Voor de vakantie hebben wij het met de raad van bestuur nog heel duidelijk

geschetst. Op basis daarvan zijn er nog maar eens intensieve gesprekken geweest.

Ik ga hier niet zeggen hoe dat sommige mensen uit het vak spreken. Dat gaat niet. Dat ziet

men daar niet zitten. Heeft men daar andere pistes? Weet ik niet. Zegt men mij ook niet.

Probeert men dat elders in beleid al in te kapselen en wil men dat doen op een andere

manier. Weet ik ook niet. Ik kan alleen maar hopen dat het zo is. Maar doen alsof vandaag

de Vlaamse overheid niet weet wat er aan de hand is, is naïef, integendeel.


De heer BOLLEN.- Mevrouw Avontroodt, wij zijn allemaal bezorgd, maar ik denk ook dat

we heel duidelijk en structureel een oplossing moeten hebben. De mensen leven in

onzekerheid. En dan nu weer zeggen: we gaan bij de gemeenten wat vragen om 2 of


342

3 maanden verder te betalen, dat is geen oplossing. Wij moeten hier een signaal geven

vanuit de provincie dat het een noodzakelijke dienstverlening is, en daar was iedereen in de

raad van bestuur, en ik denk ook in de provincieraad, van overtuigd. Misschien dat het even

stopt. Maar als we dat terug op het spoor kunnen krijgen, denk ik dat we ook iets bereikt

hebben. Dat denk ik dat we nu moeten doen met die motie, terug proberen, hoe spijtig dat

het ook is dat de expertise weg is. Maar ik denk dat je nadien nog wel mensen kan vinden

om deze dienstverlening terug waardevol te maken.


De heer MERCKX.- Ik heb eigenlijk in mijn diverse tussenkomsten, en ook vandaag al,

geanticipeerd op de redenering van gedeputeerde Bellens. Dus ik ga dat niet herhalen.

Maar één zaak vind ik echt toch wel pijnlijk, als hij het voorstelt alsof die mensen zelf weg

willen. Dat klopt totaal niet. Die mensen met al hun expertise zijn daar wel buiten gewerkt.

Ik kan u tonen hoe zwart op wit staat in de communicatie van de raad van bestuur, sinds

meer dan een jaar, eind 2014 is het gedaan met subsidiëring van Modem. Het is niet

toevallig dat al even lang de directrice, die ook de directrice van het GKC was, ziek is

geworden. Als u dan ook nog de persoon met het meeste expertise en de langste carrière in

Modem, 23 jaar, al maanden geleden hebt afgedankt, natuurlijk dat u dan totaal de andere

mensen ontmoedigt. In zo’n sfeer zou niemand kunnen werken, ook u niet. Dan is het

normaal dat de meest bekwame krachten, de meest jonge krachten, gaan uitkijken naar een

individuele oplossing, dat die zelf ander werk zoeken. En dan komt u nu zeggen: maar ze

zijn er niet meer, we kunnen het niet meer.

Dit is echt niet fatsoenlijk. Dit is onkies.

De kern van de zaak is inderdaad wat zowel Ivo Bollen als Peter Bellens zeggen: het geld

daalt. Maar het geld daalt niet in ons land. In plaats van …

wacht, mevrouw houdt u eens een serieuze interpellatie, in plaats van altijd te roepen …

Er is protest vanuit de N-VA-fractie.

VOORZITTER.- Mijnheer Merckx, blijf bij het onderwerp a.u.b.

De heer MERCKX.- Zij moet mij ook respecteren.

VOORZITTER.- Mevrouw Van Hove, mag ik vragen om niet tussen te komen.

Ik geef het woord aan mijnheer Merckx.

De heer MERCKX.- Dus het geld daalt. Minister Bourgeois heeft ons in plaats van een

beleidsverklaring vooral een grote geschiedenisles gegeven, waarin hij gezegd heeft:

20 jaar na 20 jaar tot op vandaag zijn we er qua rijkdom op vooruit gegaan. Dat klopt.

Alleen is die rijkdom veel ongelijker verdeeld dan vroeger. Waarom kon onze provincie

23 jaar geleden wel aan zo’n initiatief bijleggen, en waarom nu niet? Omdat er vroeger


343

onder druk van de sociale beweging en van sociale politici nog een min of meer fatsoenlijke

vennootschapsbelasting betaald werd.

Piketty, die zijn turf stuk gelezen wordt in heel Europa, zegt: die ongelijkheid kan niet

blijven duren. De Grauwe zegt dat ook. Dus, inderdaad politiek is een kwestie van keuzes.

Een keuze om het geld te gaan halen bij diegenen die het wel kunnen betalen en die wel met

het grootste deel van de vooruitgang zijn gaan lopen.

Wat dat betreft zou ik ook iets willen zeggen over de resolutie van mevrouw Avontroodt.

Dat is goed dat die zegt dat eigenlijk de provincie wel voor een overgangsmaatregel had

kunnen instaan. Ik had wel gedacht dat daarmee een maatregel bedoeld was die langer zou

duren dan drie maanden. Dat idee voor een forfaitaire bijdrage te betalen door de lokale

besturen, mevrouw Avontroodt, daar geloof ik niet in. Dat is het vervangen van een

overheid die in gebreke blijft om haar essentiële taken op vlak van welzijn, op vlak van

sport, enz., op te nemen, door Engels conservatief charity, sponsoring, enz. Om maar één

voorbeeld te geven: op het APB Sport is dat gewoon deprimerend. Die moeten zich nu

bezighouden met G-sport. De hoofdverantwoordelijke moet daar al zijn tijd in steken - in

plaats van beleid te voeren, sport te stimuleren, G-sport te ondersteunen, te vormen – in

sponsoring te gaan bijeen halen. Dan krijgt men 15.000 EUR van Total, 15.000 EUR van

BASF, bedrijven die miljarden winst maken en die daarop tussen 0,5 en 3% belasting

betalen, of zelfs helemaal niets. Dat is gewoon heilloos. De G-sport moet die dan ook gaan

aankloppen bij de gemeenten?

VOORZITTER.- Mijnheer Merckx, het gaat hier nu even over Modem. Het gaat hier niet

over G-Sport. Dat is een andere discussie.

De heer MERCKX.- Dat is de reden waarom ik dat geen goed amendement vind.

Tenslotte, zoals gezegd steunen wij de motie van Groen! en hopen dat ze die behouden.

Want als ze goed lezen zien zij ook dat de motie van de meerderheid ligt in de lijn van “de

handen in onschuld wassen, de zwarte piet volledig en integraal doorschuiven naar het

Vlaamse niveau, de eigen verantwoordelijkheid verdoezelen.” Bovendien staat er duidelijk

in dat men geen lange termijn engagement kan aangaan. Wat betekent dat?

Er staat in dat de verantwoordelijkheid voor het hulpmiddelenbeleid op Vlaams niveau er nu

al ligt. Dat is helemaal niet bewezen. Dat is voor vele sectoren, ook in andere provincies,

niet bewezen. Daar is allesbehalve duidelijkheid over. En men ziet ook al dat de correcte

formulering, de volle ondersteuning en subsidiëring van Modem over te nemen, weer wordt

overgenomen door een veel zwakkere formulering die de deur openzet voor hoogstens nog

kleine windowdressing te doen, kleine schoonheidsfoutjes te corrigeren.

Ik zou willen vragen dat de collega’s van Groen! echt hun motie handhaven, en dan steunen

wij die volmondig.

De motie van de meerderheid daar gaan wij ons in elk geval op onthouden om niet de indruk

te wekken dat wij nog tegen verdere stappen zijn, maar onze kritiek daarop hebt u alvast

meer dan lang genoeg gehoord. Less is more.


344

VOORZITTER.- We gaan bijna deze discussie afronden, maar er hebben nog drie mensen

het woord gevraagd.

Mevrouw Avontroodt heeft het woord, kort.

Mevrouw AVONTROODT.- Ik zal zeker kort zijn. Als je goed naar de tekst kijkt van de

motie van de meerderheid, dan is die door het debat dat we juist gevoerd hebben, niet

meer juist geformuleerd. Dan zou ik jullie voorstellen om dat aan te passen en te zeggen:

niet zo dat Modem kan blijven bestaan, want je zegt nu dat Modem niet meer bestaat want

dat er afdankingen zijn en dat de mensen er niet meer zijn en allemaal zoeken naar een

andere job. Er zijn al die hun ontslag gegeven of gekregen hebben.

Ofwel meen je het dat Modem blijft bestaan in de huidige structuur, en dan moet je een

overgangsmaatregel voorzien. Ofwel zeg je: Modem zoals het nu bestaat kan niet meer

overgedragen worden, en dan moet je de dienstverlening die zoals nu aangeboden wordt

door Modem laten bestaan. Maar dan moet je niet vragen aan de Vlaamse regering dat

Modem kan blijven bestaan, want het bestaat niet meer. Dat heb ik nu juist vernomen, in

alle duidelijkheid vanwege de collega’s,


De heer CAALS.- Voorzitter, er is een merkwaardige lezing van de verschillende

amendementen.

Als je een amendement krijgt van de meerderheid, dan ligt het in mijn slecht karakter om

te zoeken waar door de kracht van amendement het oorspronkelijke wordt uitgehold, wat

wordt er toegevoegd, wat wordt er verdoezeld, enz.? Ik moet u zeggen dat ik dat niet

gevonden heb.

Ik vind alleen maar dat het amendement van de meerderheid het amendement,

oorspronkelijk van Greet, versterkt. Daarom gaan wij toch meegaan met het amendement

van de meerderheid omdat ik ook denk dat hoe meer partijen het ondersteunen en

eventueel zelfs ondertekenen, hoe krachtiger het signaal zal zijn.

Applaus


De heer BOLLEN.- Ik wil me daar volledig bij aansluiten, en ik wil ook efkens juridisch

zeggen, mevrouw Avontroodt, dat de raad van bestuur heeft gezegd dat Modem, hoe

spijtig dat ik dat ook vind, stopt.

De heer WILLEKENS vraagt of de huidige of de nieuwe vorm aangewezen is.


De heer CAALS.- Voorzitter, het is ondertussen 18.50 uur. Ik denk dat we allemaal weten

wat we bedoelen met de motie van de meerderheid. Ik stel voor dat we een bevoegdheid


345

geven aan de gedeputeerde om daar nog toiletage op te doen, als dat inderdaad niet

Modem maar een gelijkaardige instelling is. Anders gaan we hier seffens allemaal liggen

kopiëren, en dat heeft niet veel zin denk ik.

VOORZITTER.- Dan gaan we over tot de stemming van het amendement van de

meerderheid.

Dan leg ik dit amendement voor ter stemming en de stemming is geopend.





Men gaat over tot de stemming over het amendement van de meerderheidsfracties.

Het amendement wordt goedgekeurd met 50 stemmen ja, bij 4 onthoudingen.

Mevrouw AVONTROODT trekt haar motie in.

VOORZITTER.- Dan gaan we over tot de stemming van de geamendeerde motie.

De stemming is geopend.





Men gaat over tot de stemming over de geamendeerde motie van mevrouw BOCKX. De

geamendeerde motie wordt goedgekeurd met 48 stemmen ja, bij 6 onthoudingen.


346

14. Interpellaties


Interpellatie met betrekking tot de briefcampagne

over de "groepsaankoop groene energie",

ingediend door de heer Roel Van Eetvelt (open vld).

Interpellatie

Verschillende inwoners van onze provincie mochten een brief met als onderwerp

‘groepsaankoop groene energie’ in hun postbus vinden, waarin onder andere wordt

toegelicht hoe de groepsaankoop werkt, en op welke wijze er ingeschreven kan

worden.

Daarbij stel ik mij volgende vragen:

- Hoeveel van deze brieven werden er verspreid?

- Wat is de totale kost van deze brievencampagne?

- Wat is de totale communicatiekost aangaande de groepsaankopen?

- Wordt, voordat de communicatie per post wordt gevoerd, uitgezocht welke

geadresseerden er uit kunnen worden gefilterd, gelet op eventuele andere

communicatiekanalen waarover de provinciale overheid beschikt met

betrekking tot die personen?

Bovendien mocht ik vaststellen dat deze brieven slechts ondertekend werden door

één gedeputeerde. Nochtans worden officiële berichten, naar ik heb begrepen,

medeondertekend door de provinciegriffier en/of het departementshoofd. Een

individuele ondertekening in deze kan minstens een vermoeden van individuele

profileringsdrang en politieke recuperatie opwekken.

Ik heb daarbij volgende vraag:

- Zijn er regels, al dan niet van deontologische aard, aangaande de

ondertekening, en in ruime zin alle vormen van profilering, bij de

communicatie aangaande het provinciale beleid door individuele leden van

de deputatie? Kunnen deze ook toegelicht worden?

Alvast mijn dank voor uw antwoorden.

Roel Van Eetvelt,

provincieraadslid open vld

VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord.

De heer VAN EETVELT.- Dit is iets totaal anders, iets luchtiger hoop ik, maar toch ook

belangrijk.

Verschillende inwoners van onze provincie mochten een brief ontvangen met als onderwerp

“groepsaankoop groene energie”. Daarin wordt onder andere toegelicht hoe de

groepsaankoop werkt en op welke wijze ingeschreven kan worden. Ik stel mij daarbij een

aantal vragen.

Hoeveel van deze brieven werden er verspreid?


347

Wat is de totale kost van deze brievencampagne?

Wat is de totale communicatiekost aangaande de groepsaankopen?

Wordt, voor dat de communicatie per post wordt gevoerd, uitgezocht welke

geadresseerden er uit kunnen worden gefilterd, gelet op eventuele andere

communicatiekanalen waarover de provinciale overheid beschikt met betrekking tot die

personen?

Ik heb vanuit mijn omgeving toch ook nog wel een aantal andere vragen gekregen met

betrekking tot deze brief. Ik stel u gerust, mijn omgeving bestaat niet enkel uit liberalen.

Zij, en ikzelf, hebben mogen vaststellen dat deze brieven slechts ondertekend werden

door één gedeputeerde. Een individuele ondertekening in deze kan minstens een vermoeden

van individuele profileringsdrang en politieke recuperatie opwekken. Ik heb daarbij

volgende vraag.

Zijn er regels, al dan niet van deontologische aard, aangaande de ondertekening en in ruime

zin alle vormen van profilering bij de communicatie aangaande het provinciale beleid door

individuele leden van de deputatie?

Kunnen deze desgevallend ook toegelicht worden?

VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.

Mevrouw VERHAERT.- Dank u wel voor de belangstelling.

Voor alle duidelijkheid, de provincie zelf investeert in heel de groepsaankoop, heel de

organisatie, het beheren van database, organiseren van de veilingen, onderhandelingen met

leveranciers, noem maar op, en betalen wij 12.000 EUR. Wij hebben nu de markt in gang

getrokken, niet alleen aan de leverancierszijde, maar ook aan de kant van de bedrijven die

dat soort dingen organiseren. Dat is ook de reden dat er deze keer ook bijna gevochten is

om die opdracht binnen te halen en dat één van de elementen die hebben gespeeld in het

toekennen aan het bedrijf, aan de achterzijde zeg maar, om de opdracht voor ons te

vervullen, dat element ook het bedrag was dat zij ter beschikking wilden stellen om de

communicatie voor ons te voeren.

Het bedrag dat het bedrijf Ichoosr, want dat is het bedrijf dat geselecteerd is geweest,

bereid is om in globo voor heel de communicatie uit te geven is 167.000 EUR. Dat is

vanalles, dat is brievencampagne, dat is reclameadvertenties, online, noem maar op. Dat is

voor het geheel, en een onderdeel daarvan is ook de brievencampagne. Die

brievencampagne zelf heeft 69.483,30 EUR gekost, en dat was een direct mailing. Dat

betekent dat 648.627 brieven zijn verspreid. De goedkoopste manier om dat te doen is

zonder filtering. Een direct mailing betekent dat de brievenbussen gewoon gevuld worden

behalve wanneer er zo’n sticker staat “bij mij geen reclame in de bus”. Voor ons past dat

heel erg goed in wat we noemen een transversaal beleidsdomein van gelijke kansen, omdat

wij ook erg bekommerd zijn om de mensen aan de andere zijde van de digitale kloof. We

willen ook mensen informeren die zo makkelijk of misschien geen toegang hebben tot

computer. En er komt nog iets bij, namelijk het feit dat nogal wat gemeentebesturen hun

duurzaamheidsambtenaar intussen niet langer gesubsidieerd zien, en die hebben moeten

laten vertrekken. Wij merken dat er in nogal wat gemeentebesturen minder mensen aan

het loket beschikbaar zijn om, zoals in verleden, ook te helpen met inschrijving. Vandaar

ook het overleg met de firma Ichoosr om inderdaad een brievencampagne te lanceren. Het


348

lijkt ook aardig te werken, want ik heb net gekeken en we zitten nu boven de

62.000 inschrijvingen.

Wat betreft uw laatste vraag, van zijn er regels, we hebben een deontologische code. Die

zegt dat als je informatie verstrekt je dat onder één naam kan doen. Dat past dus perfect

binnen artikel 8 tot en met 10 van de deontologische code.


De heer VAN EETVELT.- Kunt u daar toch nog een klein puntje uit toelichten. We geven

Ichoosr 12.000 EUR voor hun werk, maar zij voeren wel communicatie voor 167.000 EUR.

VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.

Mevrouw VERHAERT.- We hebben een aanbesteding gedaan. We zijn zelfs Europees de

markt op gegaan om te kijken wat voor bedrijven ons kunnen helpen bij het organiseren van

een groepsaankoop. We hebben een aantal dingen gevraagd, zoals: breng ons een zeer

coherente visie op het marktmechanisme achter switchgedrag van

elektriciteitsconsumenten ten opzichte van leveranciers. En wat denkt u te kunnen

bijdragen om dat vlot te laten verlopen, los van het organisatorische, het technische

aspect ook van data goed beheren, veilig stellen, enz. Eén daarvan is communicatie. En zij

waren bereid om daar dat bedrag wat ik u net vernoemd heb, 167.000 EUR, voor vrij te

maken. Een onderdeel daarvan is de brievencampagne.


De heer VAN EETVELT.- Ik ken zelf een beetje van overheidsopdrachten. Als ik een

bedrijf ben ga ik daar geen 167.000 EUR aan uitgeven als ik maar 12.000 EUR terugkrijg,

want dan draai ik verlies. Waar halen zij dan nog hun inkomsten met betrekking tot deze

overheidsopdracht?

Mevrouw VERHAERT.- Dat is iets wat we al meermaals hebben besproken in de commissie.

Dat gaat over het systeem van bluts met de buil. Zij krijgen ook een bedrag van de

winnende leverancier per huishouden dat overstapt, maar dat weten ze natuurlijk niet op

voorhand. We hebben nu 62.000 en een stuk, maar dat gaat nog wat stijgen want we gaan

nog tot het einde van de maand blijven inschrijven. De mensen die overstappen naar een

winnende leverancier die worden door de winnende leverancier geteld en een bedrag van de

winnende leverancier gaat naar Ichoosr. Ze weten niet op voorhand hoeveel dat is.


349


De heer VAN EETVELT.- Misschien nog een klein afrondend vraagje dan. De communicatie

wordt betaald door Ichoosr. Dan lijkt het mij toch wel bizar dat iemand anders, een

andere rechtspersoon, in deze de provincie, die brieven ondertekend.

Mevrouw VERHAERT.- Nee, want zo is het ook afgesproken. Dat is ook de taak van wat ze

noemen de “community leader”. Dat is ondergetekende in dit geval, om communicatie te

voeren en mensen te informeren. U bent tot niets verplicht. Ik heb misschien een brief aan

u gestuurd, doe mee, doe niet mee, ik blijf u even graag zien, maar u bent bij deze

geïnformeerd.

De heer VAN EETVELT.- Ik dank u voor uw liefde.


De heer WILLEKENS.- Ik heb er ook nog een heel klein vraagje bij.

Het is mij heel even ontgaan, het is nu Ichoosr die dat doet, hoeveel bedrijven mogen

aanbieden wat dat zij doen. Is dat een openbare aanbesteding?

Mevrouw VERHAERT.- Dat is een openbare aanbesteding. Het is zelfs Europees gegaan. Er

zijn nu verschillende van dat soort bedrijven op de markt. Wij hebben dit aan Ichoosr

gegund omdat zij het beste uit het geheel kwamen.

VOORZITTER.- Dank u wel. Dit is het einde van deze interpellatie.

De openbare zitting is gesloten.

De raad gaat in besloten vergadering om 19.00 uur.


350

15. BESLOTEN VERGADERING


Procoro. Wijziging samenstelling. Goedkeuring.



wordt goedgekeurd met 40 stemmen ja, bij 4 stemmen nee en 4 onthoudingen.


Procoro. Wijziging samenstelling. Goedkeuring.



wordt goedgekeurd met 45 stemmen ja, bij 3 onthoudingen.

De vergadering wordt gesloten om 19.02 uur.

Documents

New 25 SEPTEMBER 2014 - Antwerp · 2020. 8. 1. · VERGADERING VAN 25 SEPTEMBER 2014 5 De raad is bijeen in openbare vergadering. OPENBARE VERGADERING GRIFFIE De leden van de provincieraad