9
Postbus 13346 | 3507 LH Utrecht Tel.: 030 - 220 10 70 | Fax: 030 - 220 53 27 | [email protected] Magna Charta Digital Law Review Contractuitleg, lekker haviltexen of vierhoekenbeding? WWW.MAGNACHARTA.NL Mr. M. Weij SOLV Advocaten Magna Charta is een onderdeel van de Academie voor de Rechtspraktijk Jaargang 01 011

Magna charta Digital Law Review

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Contractuitleg, lekker haviltexen of vierhoekenbeding?

Citation preview

Page 1: Magna charta Digital Law Review

Postbus 13346 | 3507 LH UtrechtTel . : 030 - 220 10 70 | Fax: 030 - 220 53 27 | [email protected]

Magna Charta Digital Law Review

Contractuitleg, lekker haviltexen of vierhoekenbeding?

W W W . M A G N A C H A R T A . N L

Mr. M. Weij SOLV Advocaten

Magna Charta is een onderdeel van de Academie voor de Rechtspraktijk Jaargang 01 011

Page 2: Magna charta Digital Law Review

H O O G L E R A R E N

W E B I N A R S

Wab en procesrecht | 27 februari 2013 | 14:00 - 17:15 uur Massaschade; de juridische afwikkeling | 11 maart 2013 | 14:00 - 17:15 uur

Corporate Governance | 18 maart 2013 | 09:00 - 12:15 uur Kwalitatieve aansprakelijkheid | 18 maart 2013 | 14:00 - 17:15 uur

Internationaal Erfrecht | 25 maart 2013 | 09:00 - 12:15 uur Algemene voorwaarden | 28 maart 2013 | 14:00 - 17:15 uur

Consumentenrecht | 8 april 2013 | 14:00 - 17:15 uur Totstandkoming | 25 april 2013 | 14:00 - 17:15 uur

Actualiteiten Internationaal Handelsrecht | 6 mei 2013 | 14:00 - 17:15 uur Actualiteiten Merken- en Modellenrecht | 8 mei 2013 | 09:00 - 12:15 uur

Actualiteiten Auteursrecht en oneerlijke mededingingen | 8 mei 2013 | 12:45 - 16:00 uur Actualiteiten Verzekeringsrecht | 13 mei 2013 | 14:00 - 17:15 uur

Hoger beroep | 14 mei 2013 | 09:00 - 12:15 uur Huwelijksvermogensrecht | 27 mei 2013 | 09:00 - 12:15 uur

Flex BV | 29 mei 2013 | 09:00 - 12:15 uur Actualiteiten Internationaal Handelsrecht | 6 mei 2013 | 14:00 - 17:15 uur Actualiteiten Merken- en Modellenrecht | 8 mei 2013 | 09:00 - 12:15 uur

Actualiteiten Auteursrecht en oneerlijke mededingingen | 8 mei 2013 | 12:45 - 16:00 uur Actualiteiten Verzekeringsrecht | 13 mei 2013 | 14:00 - 17:15 uur

Hoger beroep | 14 mei 2013 | 09:00 - 12:15 uur Huwelijksvermogensrecht | 27 mei 2013 | 09:00 - 12:15 uur

Flex BV | 29 mei 2013 | 09:00 - 12:15 uur Huwelijksvermogensrecht | 23 oktober 2013 | 14:00 - 17:15 uur

Derivatenrecht | 28 oktober 2013 | 14:00 - 17:15 uur Aandeelhoudersovereenkomsten | 31 oktober 2013 | 09:00 - 12:15 uur

Actualiteiten Erfrecht | 31 oktober 2013 | 14:00 - 17:15 uur Actualiteiten pensioenrecht | 11 november 2013 | 14:00 - 17:15 uur

Awb bezwaarschriftprocedure | 18 november 2013 | 14:00 - 17:15 uur Sociaal recht | 25 november 2013 | 09:00 - 12:15 uur

Appartementsrecht | 25 november 2013 | 14:00 - 17:15 uur

De Academie voor de Rechtspraktijk heeft onder de naam Magna Charta Webinars 30hoogleraren bereid gevonden webinars te verzorgen op de verschillende rechtsgebieden.

Magna Charta is onderdeel van de Academie voor de Rechtspraktijk

Postbus 13346 | 3507 LH Utrecht | T 030 - 220 10 70 | F 030 - 220 53 27

E [email protected]

Page 3: Magna charta Digital Law Review

Inhoudsopgave

Spreker

Mr. M. Weij

Uitleg van een overeenkomst:

De invloed van professionals op haviltexen p. 3

Contractuitleg: lekker ‘haviltexen’ of een ‘vierhoekenbeding’ p. 5

Een overeenkomst met vier hoeken, wat nu? P. 7

W W W . M A G N A C H A R T A . N L

student
Getypte tekst
Mr.
student
Getypte tekst
student
Getypte tekst
student
Getypte tekst
student
Getypte tekst
M.Weij, SOLV Advocaten
student
Getypte tekst
student
Getypte tekst
student
Getypte tekst
student
Getypte tekst
Page 4: Magna charta Digital Law Review

3

Uitleg van een overeenkomst: De invloed van professionals op haviltexen

Nederland kent een geweldig systeem qua uitleg van contracten. Juristen noemen dat

Haviltexen. Dat komt erop neer dat de uitleg van een contract niet alleen wordt

gebaseerd op louter de tekst. De verwachtingen van partijen zijn ook van belang. De

Hoge Raad formuleerde het ooit als volgt: de vraag hoe in een schriftelijk contract de

verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden

aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver

taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die

vraag komt het immers aan op de zin die pp. in de gegeven omstandigheden over en

weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien

aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn

tot welke maatschappelijke kringen pp. behoren en welke rechtskennis van zodanige pp.

kan worden verwacht.

Eerder heb ik al geblogd over de invloed van een zogenaamde "vierhoekenbeding" op

voornoemd Haviltex criterium. Vandaag kort aandacht voor de invloed van professionals

op de uitleg van een overeenkomst. Het gaat om een geschil bij de rechtbank te

Leeuwarden - uiteraard over de uitleg van een overeenkomst. De rechtbank overweegt

dat de taalkundige uitleg in casu zwaar weegt, omdat beide partijen ten tijde van het

sluiten van de overeenkomst werden bijgestaan door een professionele en ter zake

deskundige gemachtigde en deze gemachtigden er zorg voor hebben gedragen dat de

gemaakte afspraken op schrift zijn vastgelegd. De relevante overweging luidt letterlijk als

volgt:

"De rechtbank overweegt dat de uitleg van de tussen partijen gesloten overeenkomst

dient te geschieden met inachtneming van de zogeheten Haviltex-maatstaf (HR 13 maart

1981, NJ 1981, 635). Deze brengt mee dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de

verhouding van partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen

maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. In praktisch

opzicht is de taalkundige betekenis die de bewoordingen waarin deze bepalingen zijn

gesteld, gelezen in de context van dat geschrift als geheel, in (de desbetreffende kring

van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben, bij de uitleg van dat

geschrift wel vaak van groot belang (HR 23 december 2005, RvdW 2006, 17). De

rechtbank is van oordeel dat in dit geval veel betekenis toekomt aan het feit dat zowel

[eiseres c.s.] als de gemeente ten tijde van het sluiten van de overeenkomst werd

bijgestaan door een professionele en ter zake deskundige gemachtigde. Deze

gemachtigden hebben er bovendien zorg voor gedragen dat de gemaakte afspraken op

schrift zijn vastgelegd. Gelet hierop is de taalkundige uitleg van de inhoud van de brief

van de gemeente van 7 september 2006 van groot belang. Dit geldt temeer nu [eiseres

c.s.] geen feiten heeft gesteld inzake de inhoud van de bespreking op 5 september 2006

die kunnen bijdragen aan de uitleg van de in deze brief gekozen (en door [eiseres c.s.] in

de persoon van mr. T.A.P. Langhout geaccepteerde) bewoordingen en zij getuigenbewijs

met betrekking tot deze bespreking ook niet relevant acht voor de beoordeling van het

geschil."

Page 5: Magna charta Digital Law Review

4

Contractuitleg: lekker ‘haviltexen’ of een ‘vierhoekenbeding’

Het Haviltex criterium

Het Nederlands contractenrecht wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid. Ook

wel R&B genoemd. Eén van de uitwerkingen van de R&B in het contractenrecht, is het

zogenaamde Haviltex criterium. Het criterium is ontstaan in 1981 als gevolg van een

Hoge Raad uitspraak. De Hoge Raad bepaalde in dit arrest dat het bij de uitleg van een

contract, niet genoeg is om enkel naar de taalkundige betekenis van de tekst te kijken,

maar dat ook gekeken moet worden welke betekenis de partijen aan de tekst gaven en

wat ze over en weer van elkaar mochten verwachten.

De Hoge Raad overweegt letterlijk : “De vraag hoe in een schriftelijk contract de

verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden

aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver

taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die

vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en

weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien

aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn

tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige

partijen kan worden verwacht”.

Hierbij spelen dus alle relevante omstandigheden een rol, zowel voor het sluiten van het

contract als tijdens de uitvoering van het contract.

Vierhoekenbeding

Maar toen kwamen daar de Anglo-Amerikaanse contracten opzetten. En die bevatten een

zogenaamd vierhoekenbeding of ook wel “entire agreement” clausule.

U raadt het al, de strekking van zo’n vierhoekenbeding is, dat in de overeenkomst alles is

vastgelegd wat tussen partijen is afgesproken.

Een goed voorbeeld van een vierhoekenbeding is de volgende (vaak terug te vinden

onder het kopje “miscellaneous”, aan het einde van het contract): “Except as may be

expressly provided otherwise herein, this Agreement constitutes the entire Agreement

between the parties concerning the subject matter thereof. No prior or contemporaneous

representations, inducements, promises or agreements, oral or otherwise between the

Parties with reference thereto will be of any force or effect.”

De rechtspraktijk

In een recente uitspraak – waarin tussen partijen een geschil bestond over de uitleg van

een contract met daarin een entire agreement clausule – heeft het hof Leeuwarden de

relevante uitspraken van de Hoge Raad omtrent contractsuitleg nog eens op een rijtje

gezet.

Het Hof begint met Haviltex:

“De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit

contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op

Page 6: Magna charta Digital Law Review

5

grond van alleen maar een taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor

de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de

gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten

toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten

verwachten (HR 13 maart 1981, LJN: AG4158, NJ 1981, 635). Daarbij zijn telkens van

beslissende betekenis alle concrete omstandigheden van het geval, gewaardeerd naar

hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen.”

Dan wijst het Hof naar het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2004, NJ 2005, 493.

Uit dit arrest volgt volgens het Hof dat:

“in praktisch opzicht de taalkundige betekenis van de bewoordingen, gelezen in de

context van het contract als geheel, bij de uitleg vaak wel van groot belang zijn.”

Vervolgens haakt het Hof aan bij de uitspraak van de Hoge Raad waarin de

contractsuitleg is getoetst aan de hand van een contract met entire agreement clausule.

In dit arrest bepaalt de Hoge Raad dat, in het licht van die entire agreement clausule,

een beslissend gewicht dient te worden toegekend aan de meest voor de hand liggende

taalkundige betekenis, gelezen in de context van de overige, voor de uitleg relevante

bepalingen van de SPA. Het Hof overweegt:

“Dit geldt in het bijzonder indien het gaat om een zuiver commerciële transactie tussen

twee gelijkwaardige professionele partijen, terwijl bovendien vaststaat dat die partijen bij

het aangaan van de overeenkomst zijn bijgestaan door deskundige juristen en in de

overeenkomst een “entire agreement” clausule zijn overeengekomen (vgl. HR 19 januari

2007, LJN: AZ3178, JOR 2007, 166).“ Let erop dat hier dus van belang is dat partijen

nadrukkelijk over de entire agreement clausule hebben onderhandeld.

De Hoge Raad heeft namelijk in een ander arrest duidelijk gemaakt dat echter géén

taalkundige uitleg toegepast moet worden in geval van uitleg van een bepaling in een

zakelijk contract tussen commerciële partijen waarover niet onderhandeld is (het ging

hier om algemene voorwaarden) of waaruit anderszins niet blijkt dat beide partijen zich

met nadruk om de tekst van het contract hebben bemoeid. In dat geval dient weer

teruggevallen te worden op de “klassieke” Haviltex.

En tenslotte wijst het Hof op het volgende:

“De redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding van partijen beheersen, brengen

mee dat contractspartijen hun gedrag mede moeten laten bepalen door de

gerechtvaardigde belangen van de wederpartij (vgl. HR 19 oktober 2007, LJN: BA7024).”

Mijn advies:

Onderschat een vierhoekenbeding dus niet. Hij staat bij mij op de tweede plek in mijn

checklist. Op een staat namelijk de “applicable law” bepaling.

Page 7: Magna charta Digital Law Review

6

Een overeenkomst met vier hoeken, wat nu?

Een overeenkomst met vier hoeken bevat een zogenaamde "Entire Agreement Clause".

Ook wel "Four Corner Clause" genoemd.

Het fenomeen EAC is overgewaaid uit de Anglo-Amerikaanse rechtstelsels. Je vindt de

EAC in contracten, doorgaans bij de restbepalingen.

Een voorbeeld van een EAC is de volgende tekst: "This Agreement constitutes the entire

agreement between the parties and supersedes all prior representations, agreements,

statements and understandings relating to its subject matter, whether verbal or in

writing."

Een voorbeeld van een uitleg over de EAC bepaling is deze tekst: "the entire agreement

clause states that the contract is the final, complete, and total expression of the parties'

agreement. This clause helps in preventing a party from claiming that there are other

promises or terms to the deal which are not set forth explicitly in the written contract.

This contractual provision helps to prevent a party relying on any such provisions that

makes him/her liable for any statements or representations excluding the expressly set

out terms in the agreement. This can include oral representations, e-mails or

memoranda, and other documents. "

Het laatste deel van de uitleg is relevant voor het Nederlandse contractrecht. Bij de uitleg

van contracten kennen wij in Nederland namelijk de zogenaamde Haviltexnorm (HR 13

maart 1981, NJ 1981, 635 m.nt. CJHB (Haviltex)).

Deze norm komt kortgezegd neer op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden

over en weer redelijkerwijs aan de relevante bepalingen in een contract mochten

toekennen, en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten

verwachten. Alle omstandigheden spelen daarbij een rol.

De EAC is van invloed op de Haviltex norm. De Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege,

heeft hierover in de de Meyer/Pontmeyer zaak (HR 19 januari 2007, LJN AZ3178)

aangegeven dat bij contracten met een EAC, een groot gewicht dient te worden

toegekend aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van die

bepalingen, gelezen in het licht van de overige voor de uitleg relevante bepalingen van

de overeenkomst.

De Hoge Raad heeft in het arrest Vodafone/ETC (HR 19 oktober 2007, NJ 2007, 565)

verder duidelijk gemaakt dat echter géén taalkundige uitleg toegepast moet worden in

geval van uitleg van een bepaling in een zakelijk contract tussen commerciële partijen

waarover niet onderhandeld is (in het arrest Vodafone/ETC ging het om algemene

voorwaarden) of waaruit anderszins niet blijkt dat beide partijen zich met nadruk om de

tekst van het contract hebben bemoeid. In dat geval dient weer teruggevallen te worden

op de "klassieke" Haviltex.

De rechtbank Rotterdam heeft zich recent ook uitgelaten over een contract met EAC. De

tekst in dat contract luidt: “Save as expressly provided in this agreement, this

Agreement constitutes the sole and entire agreement between IEP and Feyenoord

relating to its subject matter and shall operate to the exclusion of any heads of

Page 8: Magna charta Digital Law Review

7

agreement, memorandum, or other agreement or understanding of any kind between the

parties preceding the date of this Agreement."

De rechtbank volgt daarbij de Meyer/Pontmeyer regel van de Hoge Raad: “Voor de

beantwoording van de vraag welke zin partijen in de gegeven omstandigheden over en

weer redelijkerwijze mochten toekennen aan de bepaling in artikel 3.1.1. en wat zij te

dien aanzien redelijkerwijze van elkaar mochten verwachten, dient, gelet op de aard en

omvang van de overeenkomst, de wijze van totstandkoming ervan en in het bijzonder de

"Entire Agreement" clausule zoals weergegeven in artikel 10 van de overeenkomst, een

groot gewicht te worden toegekend aan de meest voor de hand liggende taalkundige

betekenis van die woorden, gelezen in het licht van de overige voor de uitleg relevante

bepalingen van de overeenkomst (HR 19 januari 2007, NJ 2007, 575).“

Dan wordt de rechtbank geconfronteerd met een probleem. De taalkundige uitleg biedt

geen soelaas: “Aangezien in dit geval een zuiver taalkundige uitleg van de bepaling in

artikel 3.1.1. geen uitkomst biedt, zijn voor de uitleg daarvan alle omstandigheden van

het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en

billijkheid meebrengen, van belang.”

De rechtbank lijkt hiermee weer terug te vallen op de open Haviltex norm. Uit de nadere

beoordeling, leid ik af dat de rechtbank in haar oordeel, ook omstandigheden betrekt van

vóór het sluiten van het contract. Gezien de EAC in deze casus (met name het deel: “and

shall operate to the exclusion of any heads of agreement, memorandum, or other

agreement or understanding of any kind between the parties preceding the date of this

Agreement”) rijst bij mij nog wel de vraag of je die pre-contractuele omstandigheden nu

wel of niet mag meewegen bij de uitleg en interpretatie.

Kortom, onderschat de EAC dus niet. Hij staat bij mij in ieder geval op 2 op m'n checklist.

(Op 1 staat namelijk de "applicable law" bepaling.)

Page 9: Magna charta Digital Law Review

AvdR Lawschool