5
6x per jaar 240 pagina’s Essays over vrijheid, twijfel, genetica, biologie, economie en Klein-Azië + Portretten van Aristoteles, Bruegel, Comenius en Jonathan Israel + Bijdragen van Erik De Bom, Jacqueline Klooster, Geerdt Magiels, Kristof Smeyers en Jeroen Stumpel + De rubrieken Biblio- theek van het Damesleesmuseum, Herlezen en Het boekenbedrijf + Tips van Dodo Meijer, Arjen Mulder en Harry van Dalen #4 2016 DeNederlandse Boekengids essays | interviews | rubrieken | signalementen over non-fictie in de breedte LOSSE VERKOOP: E4,95

LOSSE VERKOOP: E4,95 - Addie Schulteaddieschulte.nl/wp-content/uploads/2016/09/2016-4-14-Schulte.pdftuurhistoricus aan University Col-lege London. In september 2016 verschijnt zijn

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: LOSSE VERKOOP: E4,95 - Addie Schulteaddieschulte.nl/wp-content/uploads/2016/09/2016-4-14-Schulte.pdftuurhistoricus aan University Col-lege London. In september 2016 verschijnt zijn

1

6x per jaar

240 pagina’s

Essays over vrijheid, twijfel, genetica,

biologie, economie en Klein-Azië

+ Portretten van Aristoteles, Bruegel, Comenius en Jonathan Israel + Bijdragen van

Erik De Bom, Jacqueline Klooster, Geerdt Magiels, Kristof Smeyers en Jeroen Stumpel + De rubrieken Biblio-

theek van het Damesleesmuseum,

Herlezen en Het boekenbedrijf + Tips

van Dodo Meijer, Arjen Mulder en Harry van Dalen

#4 2016DeNederlandseBoekengids

essays | interviews | rubrieken | signalementen over non-fictie in de breedte

LOSSE VERKOOP: E4,95

Page 2: LOSSE VERKOOP: E4,95 - Addie Schulteaddieschulte.nl/wp-content/uploads/2016/09/2016-4-14-Schulte.pdftuurhistoricus aan University Col-lege London. In september 2016 verschijnt zijn

2

Harry van Dalen (1961) is als

hoogleraar economie verbonden

aan Tilburg University en als onder-

zoeker aan het Nederlands Inter-

disciplinair Demografisch Instituut

te Den Haag. Hij is een van de

oprichters van mejudice.nl en heeft

zitting in het bestuur van Stichting

DNBg i.o.

Erik De Bom (1983) is als in-

tellectueel historicus en politiek

theoreticus verbonden aan de KU

Leuven. In september verschijnt

onder zijn redactie Andersland. In

de voetsporen van Thomas More (met

Toon Van Houdt e.a.). Zie erikde-

bom.net

Valentijn van Dijk (1967)

studeerde informatica en cogni-

tiewetenschap in Amsterdam en

Edinburgh. Momenteel werkt hij als

vertaler Engels en Frans, o.a. voor

New Scientist en 360 Magazine.

Rob Hartmans (1959) is histori-

cus en journalist. Hij schrijft regel-

matig voor NRC Handelsblad en legt

momenteel de laatste hand aan zijn

proefschrift over onder de werktitel

‘Geestdrift met verstand’. Het radica-

lisme van Jan de Koo en het weekblad

De Amsterdammer, 1877-1909.

Joop Hopster (1975) studeerde

(oude) geschiedenis aan de UvA

en is boekverkoper geschiedenis &

politiek bij Athenaeum Boekhandel

in Amsterdam.

Jacqueline Klooster (1976) pro-

moveerde als classica aan de UvA

en is als onderzoeker en docent

werkzaam aan de Rijksuniversiteit

Groningen. Zij publiceerde onder

meer over Hellenistische poëzie,

schrijvende machthebbers in de

oudheid en de Romeinse burger-

oorlogen.

Geerdt Magiels (1956) is bio-

loog en filosoof. Hij schrijft over

wetenschap en kunst, gezondheid

en geneeskunde, biologie, breinen

en genen. Zijn recentste boek is

Ingewikkeld (2016) over (over)leven

met psychose.

Dodo Ariane Meijer (1992) be-

haalde de bachelor Europe-Afrique

aan SciencesPo, Parijs, en de Uni-

versity of Cape Town, en volgt nu

in Parijs de master Economics and

Business.

Arjen Mulder (1955) is bioloog

en essayist, en doceert mediatheo-

rie en social semiotics aan KASK,

Gent. Van zijn hand verscheen on-

langs De successtaker. Adrien Turel en

de wortels van de creativiteit.

Jelle Reumer (1953) is bioloog

en als hoogleraar paleontologie ver-

bonden aan de Universiteit Utrecht.

Tussen 1987 en 2015 was hij direc-

teur van het Natuurhistorisch

Museum Rotterdam en hij is colum-

nist voor Trouw. Zie jellereumer.nl

Christiaan Roodenburg (1992)

studeert filosofie en Engelse litera-

tuur aan de UvA, werkt bij uitge-

verij Octavo en is junior-redacteur

van DNBg.

Roel Salemink (1983) studeerde

archeologie en prehistorie aan de

UvA en is bij Athenaeum Boekhan-

del verantwoordelijk voor de afde-

ling Klassieke Oudheid.

Frans W. Saris (1942) was als

fysicus werkzaam bij Amolf, U

Utrecht, ECN en U Leiden, als

columnist bij NRC, als redacteur bij

De Gids. Hij schrijft columns, essays

en boeken: Zie franswsaris.nl

Addie Schulte (1965) is free-

lance journalist en publiceerde on-

der andere in Trouw, Het Parool en

Folia. Hij werkt aan een boek over

het neergangsdenken en blogt over

non-fictieboeken op boekenstrijd.nl.

Kristof Smeyers (1988) is cul-

tuurhistoricus aan University Col-

lege London. In september 2016

verschijnt zijn economische geschie-

denis van België, Het gestolde land.

Jan Dirk Snel (1957) studeerde

geschiedenis en wijsbegeerte aan

de VU. Hij was rijksambtenaar en

is nu freelance publicist, redacteur

en vertaler (en heeft in die laatste

hoedanigheid o.a. Democratische

Verlichting van Jonathan Israel op

zijn naam staan).

Daan Stoffelsen (1981) stu-

deerde klassieke talen aan de VU,

is mede-oprichter en redacteur van

recensieweb.nl, redacteur van De

Revisor en verantwoordelijk voor

athenaeum.nl

Jeroen Stumpel (1951) is hoog-

leraar iconologie en kunsttheorie

aan het departement geschiede-

nis en kunstgeschiedenis aan de

Universiteit Utrecht. Naast weten-

schappelijke publicaties schrijft hij

regelmatig artikelen voor Kunst-

schrift.

Jozef Waanders (1987) stu-

deerde geschiedenis en filosofie in

Utrecht en Leuven. Hij is hoofdre-

dacteur van deFusie.net.

Helen Westerik (1966) is film-

historica, schrijver en boekverkoper

bij Athenaeum Boekhandel (film,

filosofie en wetenschap). Ze schrijft

over film en kunst, o.a. voor cultu-

reelpersbureau.nl.

Esther Wils (1964) studeerde

Italiaanse taal- en letterkunde aan

de UvA, is freelance publicist, was

jarenlang als redacteur-secretaris

werkzaam bij De Gids en vervult die

functie nu bij DNBg.

Oplage

5.000 exemplaren

Druk

Rodi Rotatiedruk

Beeld omslag en ontwerp

Arthur Meyer, Den Haag

Redactie

Hoofdredacteur: Merlijn Olnon

Junior-redacteuren: Katelijne

Blom en Christiaan Roodenburg

Webredacteur: Clara van de Wiel

(Beeld)redacteur: Esther Wils

Redactieraad

Marc Chavannes

Maxim Februari

Willem Otterspeer

Harold Polis

DNBg wordt uitgegeven

door Merlijn Olnon Publicis,

in samenwerking met

Uitgeverij Polis.

Redactioneel

KunstgeschiedenisDe schim van Pieter Bruegel door Jeroen Stumpel

Herlezen Jonathan Israel, of: het slagveld van de wereldgeschiedenisdoor Rob Hartmans

Klein-AziëDe beschaving is een grof schandaal door Jacqueline Klooster

BiologieAristoteles, bioloog door Jelle Reumer

Natuurwetenschappen Twee halve aardes door Frans W. Saris Genetica Genen zijn de nieuwe sterren door Valentijn van Dijk

Bibliotheek ‘Door lezen wyder horizont’ door Esther Wils

FilosofieDenken en weten door Geerdt Magiels

Politieke theorie Vrijheid en democratie door Jan Dirk Snel FilosofiePersoonlijk geluk in de volmaakte staat? door Erik de Bom

Het boekenbedrijf De maatlat in de wetenschap door Harry van Dalen

Kort/Op komstTwaalf opmerkelijke titels

Economie Markt en macht door Kristof Smeyers

DeFusie/FilosofieEuropa tussen ironie en ‘waarheid’ door Jozef Waanders

Op komst/FotografieOude kleuren

Op komst/Migratie Fort Europa voorbij een gesprek met Leo Lucassen en Henk van Houtum door Addie Schulte

Kunstgeschiedenis

Medewerkers aan dit nummer Colofon

Inhoudsopgave, medewerkers, colofon

BiologieKlein-Azië Filosofie

3

4

6

10

12

16

18

21

22

24

25

29

30

32

35

37

38

Migratie Economie

Page 3: LOSSE VERKOOP: E4,95 - Addie Schulteaddieschulte.nl/wp-content/uploads/2016/09/2016-4-14-Schulte.pdftuurhistoricus aan University Col-lege London. In september 2016 verschijnt zijn

3

Nieuwsgierigheid

De mens is een grappig dier: hij is behept met een wil om te weten, ook als hem dat niet direct tot nut strekt – wat bij de andere dieren toch de voornaamste drijfveer lijkt voor het onderzoek van hun leefwereld. Een sterk voorbeeld daarvan waren de dames die eind negentiende eeuw het Haagse Damesleesmuseum op-richtten: zij hadden geen maatschappelijk gewin nodig of te verwachten van hun leesdrift, en toch dreef de nieuwsgierigheid hen tot het oprichten van een onaf-hankelijk instituut dat zich inmiddels al een zeer dikke eeuw handhaaft. Die wil om te weten kan de mens overigens ook vol-komen het bos in sturen; Geerdt Magiels verzamelde voor de Boekengids een aantal titels dat de wankelheid van het weten tot thema heeft en pleit met Maarten Boudry voor een gezonde dosis twijfel. Jozef Waanders waardeert Guido Vanheeswijcks tour door de Europese geschiedenis, op zoek naar de relativerende humor, een typisch Europees tegengif tegen schijnzekerheid en fanatisme. Engagement

Want de mens is ook een destructief dier: de verwoede strijd om macht en bezit heeft geleid tot verwoestende exploitatie van de natuur. Arjen Mulder signaleert een nieuwe Duitse ster aan het firmament, de ecologisch filosoof Andreas Weber, die de natuur van object tot subject maakt, een opvatting die interessant resoneert met de visie van Valentijn van Dijk, die kankerdeskun-dige Siddharta Mukherjee – of liever: de academische traditie waarin hij is opgevoed – in dat opzicht een blinde vlek verwijt. Frans Saris bespreekt de dreiging

van het Zesde Uitsterven die ongekend veel soorten boven het hoofd hangt, en de aanpak die daarvoor wordt aangedragen door de wetenschap. Wetenschap-pers Henk van Houtum en Leo Lucassen publiceren in oktober hun kijk op migratie in de wereld van nu. Zij spraken met Addie Schulte alvast over zin en onzin in het vluchtelingenbeleid, en het idealisme dat aan hun werk ten grondslag ligt. Harry van Dalen maakt dat maatschappelijk engage-ment van de onderzoeker tot de kern van zijn pleidooi voor een kentering in de wetenschappelijke productie-dwang; ook het tijd steken in het becommentariëren van andermans werk, het beoordelen van inzendingen voor tijdschriften, het beschikbaar maken van ken-nis buiten de universitaire kring en andere niet direct voor de eigen reputatie lonende activiteiten zouden onvervreemdbaar onderdeel moeten uitmaken van de wetenschappelijke roeping. Terug- en vooruitkijken

In dit nummer kijken Jelle Reumer, Jeroen Stumpel en Erik De Bom terug op het werk van respectievelijk de grootheden Aristoteles, Pieter Bruegel en Amos Jan Comenius. Niet voor niets heeft dier werk te tijd over-leefd en worden zij opnieuw vertaald en bestudeerd – lof voor uitgeverijen als Polis, Vantilt en de Historische Uitgeverij, die helpen bewaren wat kostbaar is en zulke meesters nieuw leven inblazen. Rob Hartmans weegt in zijn knappe serie oeuvrestukken voor de Boekengids dit maal het werk van Jonathan Israel. Het is wonder-lijk, pijnlijk en instructief om te lezen hoe iemand met zo’n pioniersgeest, werklust en kennis tot een zekere verstening raakt in zijn denkbeelden. Kristof Smeyers traceert helder en met elegante pen

de historische verbinding tussen markt en macht die in onze tijd tot een wurgende omvang is uitgegroeid. Jan Dirk Snel onderzoekt hardop denkend de moei-zame band tussen vrijheid en democratie, die steeds herijking behoeft – dat die twee niet vanzelfsprekend samengaan of zelfs geboorte kunnen geven aan een wangedrocht, tonen de ontwikkelingen in Turkije waar in naam van de democratie tienduizenden van hun vrijheid worden beroofd. De historische wortels van machtsmisbruik in die regio zijn het onderwerp van het boek dat Abdullah Öcalan in gevangenschap schreef en dat Jacqueline Klooster aanzet tot de vraag aan wie de geschiedenis toebehoort. Het voordeel van de twijfel

Kennis is slechts tot nader order geldig, zoveel is zeker. Wij houden de vinger aan de pols – vele vingers! Ieders unieke vingerafdruk laat zijn stempel achter op de pa-gina’s. Zo opent zich voor u een bonte speurtocht naar het boek van uw gading. Wie De Nederlandse Boekengids nog niet thuisge-stuurd krijgt, heeft nu de kans zich op proef te abon-neren; voor e10,- ontvangt de intekenaar (binnen Nederland) de nummers 4, 5 en 6 in de bus, oftewel één nummer gratis. Hoe dat in zijn werk gaat leest u in onze advertentie op pagina 20. U kunt ook onze website raadplegen of de URL aan een bekende door-sturen: nederlandseboekengids.nl. De Boekengids wil graag een onafhankelijk instituut worden, net als het Damesleesmuseum; gun ons en uzelf het voordeel van de twijfel!

Namens de redactie, Esther Wils

Redactioneel

Neem of geef een proefabonnement op De Nederlandse Boekengids, zie pagina 20!

Page 4: LOSSE VERKOOP: E4,95 - Addie Schulteaddieschulte.nl/wp-content/uploads/2016/09/2016-4-14-Schulte.pdftuurhistoricus aan University Col-lege London. In september 2016 verschijnt zijn

38 door Addie SchulteOp komst/Migratie

Addie Schulte: De titel van jullie boek, Voorbij Fort Europa, gaat er vanuit dat Fort Europa be-staat, terwijl veel politici en opiniemakers heb-ben beweerd dat de EU juist veel te weinig doet aan het bewaken van zijn buitengrenzen. Henk van Houtum: ‘De grens is juist heel streng be-waakt. Er zijn irreguliere stromen omdat mensen niet op reguliere wijze binnen kunnen komen. De grenzen worden bewaakt, daarom zijn er doden. De Middel-landse Zee is de dodelijkste grens ter wereld waar drie- tot vierduizend mensen per jaar verdrinken. De facto is er een Fort Europa, al kan je over de term debatteren.’ Maar op bootjes kwamen vorig jaar meer dan een miljoen mensen naar Europa. Het fort is lek? Leo Lucassen: ‘In zekere zin was het een lek fort, om-dat er onvoldoende solidariteit was met de staten aan de buitengrenzen en zij mensen daarom doorlieten. Daardoor liepen mensen in een lange stoet door Eu-ropa dwars door binnengrenzen heen. Je kan zeggen dat het

fort een misleidende beeldspraak is, omdat je daarbij denkt aan een enorm hek, met schijn-werpers en geweren. Zo is het maar op een paar plaatsen aan de Euro-pese grens, bijvoorbeeld rond de Spaanse encla-ves in Marokko. Maar de EU heeft wel dege-lijk nagedacht over het reguleren van migratie

en het op die manier moeilijk maken voor ongewenste migranten om hier te komen. Het visumsysteem van de landen van het Schengenverdrag maakt het deze mensen onmogelijk op een normale wijze naar de EU te komen. Dat visumbeleid is de belangrijkste begren-zing en geeft een duidelijke boodschap: we willen u niet en als u probeert hier te komen, bent u irregulier en doet u dat op eigen kosten en risico. Dat noemen we in ons boek een papieren fort, dat heel effectief is. Europa is niet hermetisch afgesloten, dat kan ook niet, maar het idee dat de EU is vergeten de buitengrens te bewaken is misleidend.’

Een jaar geleden kwamen duizenden Syriërs per maand op de Griekse eilanden aan. Europa was in de ban van een vluchtelingencrisis. Is die nu voorbij? En is dat een succes te noemen? HvH: ‘De crisis is gemaskeerd, is uit het zichtveld ver-plaatst naar Turkije en andere landen waar getracht

wordt migranten tegen te houden. Daarom zijn vluch-telingen niet meer zo veel in het nieuws. Maar er zitten nog steeds tienduizenden mensen vast in Griekenland en miljoenen in Turkije. De Europese Unie heeft haar onvermogen laten zien, er is afnemende solidariteit en toenemend wantrouwen tussen de lidstaten. Het idee dat de grenzen alleen maar bewaakt kunnen worden door autocratische sta-ten buiten de EU, is onzin. Sommige mensen noemen het tegenhouden van vluchtelingen een succes, maar wat voor succes is dit als mensenrechten en het Vluch-telingenverdrag met voeten worden getreden? Wat zegt dat over de waarden die de EU zelf hanteert en voor-houdt aan andere landen? In de vluchtelingencrisis faalt de EU op haar eigen test.’

Migratie wordt volgens jullie gereguleerd door discriminatie op geboortegrond. Wat houdt dat in?HvH: ‘Het papieren fort, het visumbeleid, is de kern van de vluchtelingencrisis. Inwoners van meer dan honderd vooral islamitische en armere landen hebben moeilijk toegang tot de EU. Ze worden geweerd op basis van hun geboortegrond. Wie in Syrië geboren is en moet vluchten, kan niet in een vliegtuig stappen om naar de EU te gaan, maar moet een beroep doen op smokkelaars. Een Syriër die naar de EU wil, krijgt geen vleugels, maar zwemvleugels. Nederlanders kun-nen zonder visum naar 174 landen reizen, een Afghaan naar 25. Wie in een land als Syrië, Afghanistan of Somalië geboren wordt, wordt geboren in een andere klasse. Dat zijn bijna Middeleeuwse toestanden.’

Valt daar aan te ontkomen in deze wereld, die is ingedeeld in staten? Die staten willen bepalen wie er in het land mag komen. Als je dat afschaft, schaf je dat land af. HvH: ‘We zeggen niet dat een land niet mag bepalen wie wel en niet binnen mag komen. Maar het systeem dat impliceert dat waar iemands wieg stond, diens toekomst bepaalt, daar moeten we vanaf. Als je in Gelderland of Limburg bent geboren, kan je ook niet verboden worden om in Den Haag te gaan wonen.’

Nederland vormt een politieke gemeenschap. LL: ‘We constateren dat er spanning zit tussen de uni-versele aanspraak van mensenrechten en de praktijk. De vanzelfsprekendheid van die praktijk willen we ter discussie stellen. Dat betekent niet dat de deuren worden opengezet en iedereen mag komen. Er kan een situatie ontstaan waarbij er zoveel brandhaarden zijn dat tien miljoen mensen zich aandienen bij de EU. Die kan dan zeggen: “Jongens, dit worden er te veel.” Dan kom je bij een bovengrens.’

VoorbijfortEuropa

Een gesprek met Henk van Houtum en Leo Lucassen over landsgrenzen en de grenzen van het wetenschappelijk engagement

De vluchtelingencrisis is niet voorbij, maar min of meer uit het zicht verdre-ven. Met hulp van autocratische landen worden vluchtelingen op afstand gehou-den. Maar de Europese Unie betaalt een hoge prijs voor deze manier van optre-den, stellen Henk van Houtum en Leo Lucassen. In het felle en nog niet uitgewoede de-bat over de begrenzing van de EU hebben grensonderzoeker Van Houtum en migra-tiehistoricus Lucassen zich afzonderlijk en soms samen flink geroerd, met inge-zonden stukken, optredens voor radio en tv en tientallen lezingen. Ze gingen de strijd aan met wat ze beschouwen als misvattingen, misleiding en onterechte angstbeelden en stelden een opener hou-ding tegenover migranten voor. In oktober verschijnt hun boek Voorbij Fort Europa, waarin Van Houtum en Lucassen de crisis in haar historische context plaatsen, de ontwikkelingen van de afgelopen tijd analyseren en een alter-natieve visie presenteren. Ieder van de twee heeft een eigen benadering van het onderwerp. Henk van Houtum, hoofd van het Centre for Border Research van de Radboud Uni-versiteit in Nijmegen en hoogleraar Interdisciplinary Border Studies aan de University of Eastern Finland, stelt vooral fundamentele vragen over de rechtvaardigheid of onrechtvaardigheid van grenzen en ziet de omgang met migranten duidelijk ook als een mondiale en morele kwestie. En hij benadrukt in zijn boek Grensland (2013) dat grenzen politieke constructen zijn. Leo Lucassen, directeur onderzoek van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam en hoogle-raar Global Labour and Migration History aan de Universiteit van Leiden, is naar eigen zeggen ‘meer technocra-tisch’ ingesteld. Hij hanteert vooral de geschiedkundige aanpak, zoals eerder met zijn broer Jan in het boek Winnaars en verliezers (2011) over migratie in Nederland.

Als globalisering een steeds grotere markt creëert voor het bedrijfs- leven en onze goederen voor het overgrote deel uit het buitenland afkomstig zijn, is het een anomalie dat alleen mensen maar op hun plek moeten blijven

Page 5: LOSSE VERKOOP: E4,95 - Addie Schulteaddieschulte.nl/wp-content/uploads/2016/09/2016-4-14-Schulte.pdftuurhistoricus aan University Col-lege London. In september 2016 verschijnt zijn

39

Henk van Houtum

en Leo Lucassen

Voorbij Fort Europa.

Een nieuwe visie op

migratie Atlas Contact,

oktober 2016, 144 blz.

Op komst/Migratie

Maar in de jaren negentig kwamen er, gemeten over een periode van tien jaar, meer asielzoekers dan nu. Dat heeft veel gekost, maar daar is de samenleving niet aan onderdoor gegaan. Dat vinden wij relevante feiten voor de vraag wat we aan kunnen.’

Maar gaat het om wat we aan kunnen? Is de vraag niet: wat willen we aan? LL: ‘Die vraag staat eigenlijk voorop, maar daar wor-den allerlei ongefundeerde argumenten over wat we kunnen bij betrokken. VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra zei in oktober: “Onze verzorgingsstaat gaat hieraan kapot.” Dat is onzin. Je mag zeggen dat je geen enkele vluchteling wilt opnemen, maar als wetenschap-pers stellen wij: als we naar de feiten kijken is die op-merking over de verzorgingsstaat flauwekul. Een deel van de inwoners zal de vraag of we dit aan willen met nee beantwoorden. Maar uit onderzoek blijkt dat de meerderheid vindt dat Nederland vluchte-lingen moet opnemen.’ Jullie stellen dat hekken vluchtelingen niet tegen houden. Dat is het machteloosheidsargument: we kunnen er niets aan doen. Roept dat niet juist veel angst op?LL: ‘We moeten de macht terugnemen met een Euro-pees asielbeleid, met fatsoenlijke opvangplekken waar mensen de EU binnen komen, en vervolgens beoorde-len wie er mag blijven. Asielzoekers kunnen dan over de lidstaten worden verdeeld. Dat is de manier om zelf het initiatief te houden. En niet zoals nu gebeurt het eigen migratiebeleid mede laten bepalen door smok-kelaars en autocratische regimes. Dat maakt nationale staten en de EU juist machteloos.’

Grenzen worden gebruikt om de vreemdeling, de ander te definiëren. Is die neiging nu sterker dan voorheen? LL: ‘De hardheid en de betekenis van nationale grenzen zijn na de Eerste Wereldoorlog toegenomen. Er zijn twee hete hangijzers in die discussie: de sociaal-economische effecten van migratie en de culturele impact. Als een verzorgingsstaat te veel mensen toe laat die niet bijdra-gen, ontploft die. Dat staten en gemeenschappen daar spelregels voor hebben, is onvermijdelijk. Die grens zou veel meer rond dat stelsel getrokken moeten worden dan aan de fysieke buitengrens van het territorium. In Europees verband is dat grotendeels al zo. Iedere EU-burger kan overal werken, maar krijgt niet direct toe-gang tot de sociale voorzieningen. Dat systeem werkt, in weerwil van de stemmingmakerij in Groot-Brittannië rond de Brexit, al heel aardig. Voor arbeidsmigranten van buiten de EU zou iets soortgelijks kunnen gelden.’

Dat onderscheid in de toegang tot voorzieningen is toch discriminatie op basis van geboortegrond? LL: ‘In een wereld van staten is het billijk om mensen die in een bepaalde staat zijn geboren daar te bescher-men. Ons idee is dat migranten zich op een nieuwe plek moeten kunnen inverdienen. In het land waar je geboren bent, hoeft dat niet. Zonder dat onderscheid is zoiets niet politiek haalbaar en niet levensvatbaar.’

Dat kan mondiaal werken?HvH: ‘Waarom niet? De Roemenen zijn niet met z’n allen naar West-Europa gegaan. In Spanje liep de werkloosheid enorm op, maar de Spanjaarden zijn niet massaal verhuisd. Het dominante patroon van men-selijk leven is immobiliteit. Al decennia lang is slechts drie procent van de wereldbevolking migrant. En de meeste migranten vinden het volkomen redelijk dat ze een plek moeten verdienen in een verzorgingsstaat.’

Zijn de culturele verschillen niet belangrijker? LL: ‘Daar is verreweg de meeste discussie over gegaan. Maar er lopen allerlei debatten door elkaar. Er worden historische vergelijkingen gemaakt als: met de Marok-kanen en Turken is het ook misgegaan. Maar de vluch-telingen vormen een heel andere groep. De Turken en Marokkanen werden destijds geselecteerd op onge-schooldheid en kwamen op een ongunstig moment in de economische ontwikkeling. Veel vluchtelingen uit het Midden-Oosten zijn beter opgeleid. De groep uit die landen die in de jaren ne-gentig kwam, is uitgebreid onderzocht, ook als het gaat om opvattingen over man-vrouwverhoudingen. Wat veranderd is, is het maatschappelijk debat, met angst voor terrorisme, islamofobie. Moeten we dan zeggen: “De wind is nu wat guurder, dus we kunnen jullie niet meer hebben”? Of zeggen we: “We willen ons niet door die angst laten regeren”?’ HvH: ‘Er zijn twee zijden aan deze medaille. De grens vertoont een januskop. Er is een verlangen naar be-houd, maar het politieke klimaat is niet alleen angstig; er is ook een verlangen naar buiten. De globalisering is in grote lijnen verder gegaan, in economisch opzicht en qua communicatiemogelijkheden. Handel, toerisme en de drang om te reizen zijn toegenomen.’

Maar de afkeer van globalisering keert zich voor een deel tegen migranten.HvH: ‘Als globalisering een steeds grotere markt cre-eert voor het bedrijfsleven en onze goederen voor het overgrote deel uit het buitenland afkomstig zijn, is het een anomalie dat alleen mensen maar op hun plek moeten blijven.’

Jullie zijn als wetenschappers heel actief geweest in het debat over migratie, wat hebben jullie be-reikt? LL: ‘Ik heb daar niet al te hooggespannen verwach-tingen van, want de wind waait behoorlijk de andere kant op. Ik vind wel dat ik als wetenschapper verplicht ben dit te doen. Ik heb me vaker met het publieke debat bemoeid, op het moment dat ik dacht dat er te veel onzin werd verkocht. Ook daarvoor zijn er weten-schappers. Degenen die geïnteresseerd zijn, hebben recht te horen wat we over dit onderwerp weten. Welk standpunt ze vervolgens innemen, moeten ze uiteraard zelf weten. Ik had ook mijn mond kunnen houden. Mij is wel verweten activistisch te zijn. Ik heb weleens ge-tweet: als activisme inhoudt dat je bereid bent debat te voeren met wetenschappelijke inzichten, oké, dan ben ik activist. Er zit ook wel spanning tussen wetenschappelijk werk en je eigen normatieve positie. Als je al mijn uitingen heel nauwkeurig bekijkt, is het heel goed mogelijk dat ik af en toe over dat lijntje heen ga. Maar tachtig procent van wat ik te zeggen heb, blijft binnen dat wetenschappelijk domein.’

Komen jullie normatieve standpunten voort uit wetenschap of uit rechtvaardigheidsgevoel? LL: ‘Allebei.’HvH: ‘Voor een groot deel het laatste. En het idee van rechtvaardigheid is gegrond in de wetenschap. Heel veel wetenschappers kijken met grote verwondering naar hoe de EU met migranten omgaat.’

Dat is opvallend, wetenschappers denken dat iets heel anders zou moeten gebeuren dan er in de politieke werkelijkheid gebeurt. LL: ‘In de klimaatdiscussie heeft die spagaat ook heel lang bestaan. Migratiewetenschappers kijken iets tech-nischer naar migratie dan de meeste politici of het algemene publiek. We weten hoe migratiemechanismen werken, hoe bepaalde maatregelen werken. Politici we-ten dat soms ook wel, maar nemen het niet altijd over. Migratie is ook iets heel emotioneels. En emotie en ratio bijten elkaar natuurlijk vaak. Mensen gaan af op hun eigen perceptie en dan kun je ze dertig keer een statistiek laten zien; ze baseren hun oordeel op waar zij mee te maken hebben. Als dat soort gevoelens worden gepolitiseerd, is het voor wetenschappers lastig er tegen- in te gaan.’ ♦

Links: Henk van Houtum © Lilian van Rooij

Rechts: Leo Lucassen © Merlijn Doomernik