Anthony de Mello bloemlezing
Anthony de Mello bloemlezing
samenstelling & introductie: William Dych S.J.
samsara
© The Center for Spiritual Exchange 1999
©Inleiding: Orbis Books Oorspronkelijke uitgave: Orbis Books, M;uyknoll 1999
©Nederlandse vertaling: Samsara Uitgeverij bv 2007
Vertaling: Prema van Harte Omslagontwerp: Kees Schreuders, www.ods.nl Lay-out: Studio 28, Hillegom
ISBN: 978-90-77228-51-7/ NUR: 728
Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van: Samsara Uitgeverij bv, Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam.
Inhoud
Inleiding 7
Gewaarzijn 41
Een congres over spiritualiteit met de Mello,
in zijn eigen woorden Het lied van de vogel 73
Bronnen 95
Spirituele oefeningen Wijsheid van een minuut 113
Opstijgen 131
Verhalen als meditatie Het hart van de verlichte 149
Verhalen als meditatie De manier om lief te hebben
Sadhana - een weg naar god
Christelijke oefeningen in oosterse vorm
169
195
Inleiding
In zijn latere jaren leidde de Indiase jezuïet An
thony de Mello elke zomer, voor een goed deel,
retraites en workshops in de Verenigde Staten voor
een steeds groter en ontvankelijker publiek. Behal
ve de waardering die hij had voor de levendige uit
wisseling die hij met zijn publiek onderhield, was
het een bron van niet geringe vreugde en trots voor
hem dat zijn onderricht zo succesvol was in een
land dat zijn eigen missionarissen al zolang naar
India uitzond. Hij was blij dat het missiewerk rus
sen zijn geboorteland India en de Verenigde Staten
nu een tweerichtingsverkeer was geworden, en niet
alleen in geografisch opzicht. Cultureel, spiritueel
en theologisch, zo was zijn overtuiging, hadden het
oosterse en het westerse land veel te geven en veel
te winnen bij een vruchtbare discussie met elkaar.
7
Amhony de Mello werd geboren op 4 september 1931 in Bombay, nu Mumbay, in India, en hoewel
hij zijn geboortestad gemeen had met de Britse au
teur Rudyard Kipling, deelde hij niet diens gevoel
van 'Oost is Oost en West is West en nooit komen
zij tot elkaar'. In zijn leven en opvoeding belichaam
de Anthony de Mello die ontmoeting wel. Hij was rooms-katholiek opgevoed en deed op zestienjarige
leeftijd zijn intrede in de orde van de jezuïeten. Na het voltooien van zijn basisvorming als jezuïet in
Bombay ging hij voor verschillende studies naar het
buitenland: filosofie in Barcelona, psychologie aan
de Loyola universiteit van Chicago en spirituele the
ologie aan de gregoriaanse universiteit van Rome.
Met deze veelomvattende en gevarieerde educatie
in het westen en zijn eigen vertrouwdheid met de
spirituele richtingen van het oosten, begon hij rond 1960 aan wat zijn levenslange carrière in het leiden
van retraites, workshops, congressen en seminars
in spiritualiteit zou worden, zowel in eigen land als letterlijk de wereld rond: Noord-Amerika, Europa,
Australië, Japan, de Filippijnen en elders.
Zijn thuisbasis was het spirituele centrum dat hij in de buurt van Poona opzette en leidde, 'Sadha
na', een naam die ook de titel zou worden van zijn
eerste boek in 1978. De ondertitel: Een weg naar
God, werpt licht op de betekenis van de Indiase titel. Het boek, met daarin 'christelijke oefeningen
in een oosterse vorm', biedt allerlei spirituele oe-
8
feningen, technieken en methodes die mensen tot
bidden moeten brengen door de eenvoudige ont
dekking te doen dat God al in hun leven aanwezig
is. Met die ontdekking en het daaruit voortvloeiende aanvoelen van Gods aanwezigheid, wordt het
gebed een reactie op die aanwezigheid. In de negen
jaar daarna volgde het ene boek na het andere, met
verhalen, spirituele oefeningen, geleide medita
ties, en meditaties in meer formele zin. Deze om
vangrijke productie kwam op 4 juni 1987 abrupt
ten einde door zijn plotselinge en ontijdige dood door een hartaanval op de leeftijd van 56 jaar, in
de Fordham universiteit van New York. Diegenen
van ons die op die dag met hem lunchten in de eetzaal van de jezuïeten op de universiteit kunnen
getuigen dat hij aan het eind van de lunch nog heel
levendig was, dat hij dus stierf in de kracht van
zijn leven. De fragmenten die volgen, willen een
proeve geven van al die verschillende geschriften
en de inzichten die ze bieden, maar eerst bij wijze
van inleiding enige meer algemene beschouwin
gen over wat misschien heeft bijgedragen tot de buitengewone kracht en invloed van Anthony de
Mello en zijn vermogen mensen vrij te maken.
De kracht van verhalen
Er was eens een meester die onberoerd bleef door
de klachten van zijn leerlingen dat zij, al luisterden
9
ze met plezier naar zijn parabels en verhalen, ook gefrustreerd raakeen omdat ze iets wilden dat dieper ging. Op al hun bezwaren antwoordde hij eenvoudigweg: 'Jullie moeren nog leren inzien, beste
vrienden, dat een verhaal de kortste afstand is tus
sen een mens en de waarheid.' Zo gaat een van Anthony de Mello's artikelen met daarin 'wijsheid van
één minuut', zoals u straks zult lezen in passages uit zijn boek van die naam. Hij gebruikte zelf vaak
verhalen om die afstand met zijn toehoorders af te leggen, en iedereen vond dat Anthony de Mello een voortreffelijke verteller was. In zijn retraites en workshops kon hij zijn toehoorders uren aaneen op het ene na her andere verhaal vergasten en dit,
tot hun verbazing, zonder de hulp van enige aantekening. Zijn vercelkunst op zich zou Amhony de
Mello al tot een superieure kunstenaar bestempelen, maar het was veel meer dan amusemem wat er tijdens deze bijeenkomsten gebeurde. Het was
de inhoud van de verhalen die telde, wam hij ge
bruikte de verhalen juist om zijn luisteraars ontvankelijk te maken voor de waarheid.
De inhoud van een ander stukje wijsheid van één minuut toont de dwaasheid van hen die 'verlangden naar iets wat dieper ging' dan verhalen.
Een prediker zei steeds dat 'we God een plaats in
ons leven moeten geven'. Maar de meester antwoordde: 'God is daar al. Het is onze taak dit re onderkennen.' De diepe waarheid die in dit ver-
10
haal tot uitdrukking komt, opent de weg naar een heel nieuw gevoel voor Gods aanwezigheid. Deze aanwezigheid houdt op iets zeldzaams of tijdelijks te zijn wat je misschien maar sporadisch op gewijde momenten en op gewijde plekken tegenkomt, wam God is nooit afWezig voor hen die ogen heb
ben om te zien, en oren om te horen. Het inzicht
dat uit dit verhaal blijkt, verklaart iets wat de le
zer onmiddellijk zal opvallen in de voordrachten
die volgen: pater de Mello's frequente nadruk op de noodzaak 'gewaar te zijn', 'bewust te zijn', 'in contact te zijn', 'uit je hoofd re gaan' en 'bij zinnen te komen'. Al deze uitdrukkingen zijn variaties
op wat de meester hierboven zei. Je hoeft niets te doen om 'in Gods aanwezigheid te komen', maar
je moet 'onderkennen; wie daar al is.' Waarom is God daar al? Niet vanwege een ab
stracte filosofische doctrine over een onpersoonlijke goddelijke alomtegenwoordigheid, maar om het in christelijke termen te stellen, vanwege het 'goede nieuws' dar God alle mensen liefheeft als
zijn eigen mensen en bij hen wil zijn: 'God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon zond' (Jo
hannes 3: 16). Maar hoef je niets te doen om die liefde re verdienen? Op grond van de katholieke
opvoeding van Amhony de Mello (en van vele anderen) zou het antwoord misschien bevestigend kunnen zijn: men moet zich houden aan de tien geboden om Gods liefde te behouden, of men
11
dient te biecht te gaan als men de geboden heeft overtreden. Dan heeft God je weer lief. Het ironische commentaar van Tony de Mello: 'maar dan is het nieuws helemaal niet zo goed, nietwaar?' klinkt iedereen als waar in de oren, behalve de farizeeërs onder ons die God denken te behagen door heel erg hun best te doen. Het inzicht in dit verhaal is dat Gods liefde onvoorwaardelijk is en dat het, zoals Augustinus zei: 'het is Gods liefde is die ons beminnelijk maakt, niet onze inspanningen.' Het gewaarzijn hiervan, om een geliefd woord van de Mello te gebruiken dat je nog vaak zult tegenkomen, kan ons vrij maken om op onze beurt lief te hebben. Dus dit betekent niet dat het niet zo belangrijk is je aan de geboden te houden, maar het betekent eenvoudig dat gewaarzijn van Gods aanwezigheid en liefde ons vrij maakt om zelf ook lief te hebben, en niet de moeite die we doen om een ander en beter mens van onszelf te maken.
Hoe diep verhalen gaan Nadere beschouwing van deze twee verhalen onthult twee nog diepere dimensies van het spirituele denken van Anthony de Mello. Wanneer hij in het eerste zegt dat het verhaal de kortste weg naar de waarheid is, bedoelt hij niet de abstracte waarheid die het product is van denken, maar de zeer concrete waarheid waar je slechts toe kan komen in
12
een ervaring van de werkelijkheid waar de waarheid over spreekt en waar het verhaal naar wijst. Je kunt bijvoorbeeld de waarheid van de leerstelling dat God alle mannen en vrouwen liefheeft als zoons en dochters kennen en ermee instemmen, maar je krijgt een totaal ander soort kennis wanneer je door gewaarzijn de ervaring hebt dat je echt door God bemind wordt. Tot deze laatste kennis, niet de eerste, zet de psalmist ons aan wanneer hij zegt: 'Proef en zie dat de Heer goed is' (Ps. 34:8), en waarover Johannes spreekt wanneer hij zegt dat 'de waarheid je vrij zal maken' (Johannes 8:32). Vandaar dat ook Jezus de mensen vaak onderwees door verhalen en parabels; Mattheus zegt zelfs dat 'hij niets tegen hen zei zonder een parabel' (Matt. 13:34). Omdat het zijn doel was als spiritueel leraar en leider van retraites mensen te veranderen en niet hun ideeën, dat wil zeggen, hen tot een realisatie van de waarheid te brengen in plaats van hen heldere en duidelijke ideeën te geven over die waarheid, verkoos Amhony de Mello de heel concrete beelden van het verhaal als methode van communicatie boven de abstracte ideeën van de leer.
Van alle waarheden die Anthony de Mello zijn
leerlingen wilde laten beseffen was er geen belangrijker en representatiever voor zijn spirituele theo
logie dan de waarheid die in het tweede verhaal tot uitdrukking komt en die in de christelijke traditie het primaat van genade wordt genoemd. 'God en
13
Gods liefde zijn er al', zegt het verhaal, en moet ter
plekke herkend en aanvaard worden. Slechts een gewaarzijn van die aanwezigheid en die liefde kan iemand vrijmaken om zelf ook lief te hebben. In
deze relatie tussen god en mens ligt het initiatief
altijd bij God en is de rol van de mens er altijd
een van antwoord. Dit betekent dar we tot de be
langrijkste zaken in het leven, zoals liefhebben of
vertrouwen, niet maar gewoon kunnen besluiten.
Ze moeten ons gegeven worden. En dit 'gegeven
worden' is wat met genade wordt bedoeld. Daarom was het doel van een retraite bij de Mello niet mo
rele hervorming, maar 'gewaarzijn', want dat is de
enige weg die tot een echte verandering van men
sen en niet slechts van hun gedrag kan leiden. En daarom is er- dit tegen de hierboven genoemde
critici van de meester die 'verlangden naar iets wat dieper gaat' dan het verhaal - wanneer het doel
de realisatie is van waarheid en niet de verklaring
van de waarheid, geen krachtiger of kortere weg
naar de waarheid dan de concrete beelden van het
verhaal bieden.
Het kennen van God
Alles wat we hebben gezegd over de kracht van het verhaal om ons tot de concrete realisatie van de
waarheid te brengen, ook de waarheid over God,
vooronderstelt dat God door mensen gekend kan
14
worden. Dit is een bewering die niet helemaal van
zelfsprekend is, en eigenlijk een bewering die zowel
in het oosterse als in het westerse religieuze denken problematisch is. Want God is niet gewoon een
schepsel russen alle andere, zelfs als God wordt al 'h , ( ' gezien s et opperwezen, want met opper-
wordt alleen maar beweerd dat er een kwantitatief verschil tussen God en de wereld is. Maar God is
daarentegen kwalitatief anders dan alle sterfelijke
wezens. God is de 'volslagen ander' en er zijn al
lerlei beelden gebruikt om te trachten dit kwalita
tieve verschil, hoe inadequaat ook, uit te drukken.
Van God wordt gezegd dat Hij niet een wezen is,
maar de bron en de grond van zijn, of dat God de
horizon is waarbinnen alle wezens bestaan, of, zo
als dit laatste beeld in de schrift wordt uitgedrukt:
'In Hem leven wij, bewegen ons en zijn wij' (Han
delingen 17:28).
Als de werkelijkheid van God kwalitatief ver
schilt van elke andere werkelijkheid, dan volgt
daaruit dat God gekend moet worden op een manier die kwalitatief verschilt van onze ken
nis van alle andere werkelijkheden. Anders zou
God in ons kennen gereduceerd worden tot het
niveau van deze andere werkelijkheden en wat
we zouden kennen zou niet God zijn, maar een
menselijke constructie, een afgodsbeeld. Als het
kennen van eindige werkelijkheden een proces is
van het vatten of begrijpen ervan, moet God eer-
15
der gekend worden als dat wat al onze vermogens
om te vatten en te begrijpen te boven gaat. God
wordt nu juist gekend als wat we niet kunnen
bevatten, als het onbegrijpelijke, als het 'gekende
onbekende', als mysterie. Sterker nog, het is vrij
gemakkelijk om, zoals Kar! Rahner het uitdrukt,
een besef te krijgen dat al onze kennis in de zin
van wat we begrijpen slechts een eilandje in de
uitgestrekte zee van het onbekende is, dat als we
onze klaarste helderheden ver genoeg duwen, ze
in de duisternis verdwijnen, en dat hoe meer we
weten hoe meer we beseffen hoe weinig we we
ten. Ons gevoel van mysterie, en daarmee ons
gevoel van ontzag en verwondering, wordt niet
minder als onze kennis groter wordt, maar neemt
juist toe. Mensen zijn nooit ver van het mysterie
verwijderd; het mysterie dat we in christelijke be
woordingen aanduiden als 'God', en 'gewaarzijn'
is het proces waardoor we in contact komen met
deze werkelijkheid.
Analogie Uit dit alles blijkt dat Anthony zich er scherp
van bewust was dat de werkelijkheid van God
alle menselijke ideeën, concepten en taal eeuwig
te boven gaat, en dat als we dit vergeten ons ge
praat over God kan ontaarden in ijdel gepraat in
afgodsbeelden, hoe subliem en religieus ook. Hij
16
was zich hiervan zowel op grond van zijn westerse
als van zijn oosterse religieuze invloeden bewust.
In het westen komt bijvoorbeeld Gods transcen
dentie ten opzichte van alle menselijke ideeën tot
uiting in wat de in hoge mate analoge aard van al
onze kennis van en taal over God wordt genoemd.
In de dertiende eeuw, de eeuw die ons de grote
Summa's van de theologie gaf, leerde het Vierde
Lateraanse Concilie (1215) niettemln dat er tus
sen schepper en schepsel 'niet zo'n grote overeen
komst kan zijn dat een grotere ongelijkheid tus
sen beide niet gezien kan worden.' Al onze ideeën
en beelden worden gevormd en gesmeed in onze
ervaring van eindige werkelijkheden, en wanneer
we ze op God toepassen door een gelijkenis vast
te stellen tussen God en deze werkelijkheden, is
de ongelijkheid tussen beide nog groter. Wan
neer we bijvoorbeeld zeggen dat God een per
soon is, bevestigen we dat God in zekere zin lijkt
op wat we bedoelen wanneer we spreken van een
menselijke persoon, maar tegelijkertijd moeten
we, zoals Lateraan IV zei, niet vergeten dat God
meer ongelijk dan gelijk is aan een menselijke
persoon. Anders praten we natuurlijk over God
in naïef antropomorfisch taalgebruik, dat geen
recht doet aan de transcendentie van God, die
zozeer de kern vormt van de joodse en christe
lijke traditie: 'Want Mijn gedachten zijn niet uw
gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
17
zegt de Heer. Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten' (Jes. 55:8-9).
Anthony de Mello herinnert ons er in Gewaarzijn aan dat de grote godsdienstgeleerden van het westen dit alles erkenden. Thomas van Aquino zegt bijvoorbeeld aan het begin van zijn Summa Theologiae: 'Over God kunnen we niet zeggen hoe Hij is, maar eerder hoe Hij niet is. En daarom kunnen we niet spreken over hoe Hij is, maar eerder hoe Hij niet is. De uitdrukking 'niet kunnen zeggen' leverde de technische Griekse term op voor deze benadering van theologie, genaamd 'apofatische theologie'. Apofatische theologie gaat uit van het inzicht dat we niet kunnen weten wat God is, maar alleen kunnen weten wat God niet is. God wordt dan ervaren als het 'gekende onbekende', waarbij de nadruk ligt op de 'ongelijkheid' tussen schepper en schepsel waar Lateraan IV van sprak, terwijl 'katafatische' theologie de echte maar mindere overeenkomst tussen beide benad;ukte. Het kan allebei waar zijn, maar zoals in de voordrachten vaak duidelijk zal zijn, bracht de eigen ervaring van Anthony de Mello hem ertoe te benadrukken, zoals de apofatische traditie dat doet, dat de werkelijkheid van God al onze ontoereikende menselijke ideeën en taal te boven gaar.
18
Neti, Neti - Niet Dit, Niet Dat
Hij leerde deze benadering ook appreciëren door de religieuze tradities van het oosten, daar uitgedrukt in de eigen categorieën en taal, zoals in de simpele frase 'niet dit, niet dat'. Als we hetzelfde voorbeeld nemen van de persoon, zoals we eerder ook gebruikten, is het antwoord als we vragen of God een persoon is, 'niet dit' (de 'ongelijkheid', in Lateraan IV), maar als we hieruit zouden concluderen dat God geen persoon is, zou dat even fout zijn en zouden we daarover ook 'niet dat' moeten zeggen (de overeenkomst, in Lateraan IV). Aangezien ons begrip 'persoon' afkomstig is van onze ervaring van sterfelijke personen, kan noch de bevestiging dat God een persoon is noch de ontkenning dat God een persoon is de persoonlijke werkelijkheid van God, die onze menselijke categorie van persoon overstijgt, vangen. En daarom kunnen we, om recht re doen aan Gods overstijgen van alles wat begrensd is, alleen maar 'niet dit, niet dat' zeggen. Een ander voorbeeld is de kwestie van een leven na de dood. Als we dit leven na de dood te eenduidig zouden beschouwen als slechts een voortzetting van dit leven, zouden we het leven na de dood moeten ontkennen: niet dit. Maar zouden we hieruit concluderen dat er geen leven na de dood is, is dat net zo fout; dan zouden we ook moeten zeggen: niet dat. Wanneer we te maken hebben met werkelijkheden die onze begrensde categorieën te
19
boven gaan, zoals God en wat voorbij de dood ligt,
houdt de bevestiging of ontkenning van een bewe
ring niet in dat het tegenovergestelde waar is, en
daarom kunnen we met dergelijke werkelijkheden
slechts omgaan door te zeggen: 'niet dit, niet dar'.
Vragen over dergelijke werkelijkheden laten zich
niet eenvoudig met ja of nee beantwoorden.
Zoals gewoonlijk was Tony de Mello in staat
deze dialectische situatie tot uitdrukking te bren
gen en mensen zijn waarheid te laten zien door het
vertellen van een verhaal. De meester moedigde
zijn leerlingen altijd aan naar de maan te kijken
door er met zijn vinger naar te wijzen, maar on
veranderlijk keken de leerlingen naar zijn vinger.
'Kijk niet naar mijn vinger,' riep hij dan uit, 'kijk
naar de maan.' Het verhaal zegt wveel in zo weinig
woorden. Het zegt dat de werkelijkheid die God
is altijd voorbij alle 'vingers' van onze beelden en
ideeën waarmee we naar God wijzen ligt, en zegt
dat we altijd gevaar lopen verstrikt te raken in de
woorden, in plaats van dat we in contact komen
met de werkelijkheid. Het zegt ook, of impliceert
in ieder geval, dat niet alle vingers in de goede
richting wijzen, en dat sommige vingers beter zijn
om ons naar God te wijzen dan andere. Het zegt
ook dat hoe ontoereikend en mogelijk misleidend
al ons spreken over God is, we wel moeten praten
en wel moeten wijzen, want het is veel beter om
te stotteren en te stamelen over de hoogste en be-
20
langrijkste werkelijkheden die we in onze ervaring
tegenkomen, dan met grote helderheid en precisie
te spreken over de onbenulligheden waar we zoveel
belang aan hechten.
God en de godsdiensten Als het inderdaad waar is, zoals in het eerder ge
noemde verhaal van Anthony de Mello gesteld
wordt, dat ongeacht waar wij zijn, God daar al is
en dat het onze zaak is dit te herkennen, en als dit
voor iedereen altijd en overal waar is, roept dit te
recht vragen op voor een ieder wiens geloof gevoed
is vanuit een volslagen ander standpunt. Daar is
bijvoorbeeld de bekende passage in de brief van
Paulus aan de Romeinen, waarin hij vraagt hoe ie
mand een beroep op God kan doen ('herkennen'
in de woorden van de het verhaal van de Mello) als
ze niet in God geloven. En hoe moeten ze geloven
in een God van wie ze nooit gehoord hebben? En
hoe kunnen ze het horen als niemand predikt, gaat
Paulus verder, en hoe kan iemand prediken als hij
niet gezonden is? Dan concludeert hij dat geloof
voortkomt uit wat gehoord is (fides ex auditu), en
wat gehoord is komt door de prediking van Chris
tus (Rom. 10: 14-15, 17). Het proces dat Paulus
hier beschrijft geeft een goede beschrijving van
de manier waarop veel Christenen hebben geleerd
hoe ze toegang tot God hebben: God was aanwe-
21
zig en geopenbaard in Jezus, en Jezus is aanwezig en wordt geopenbaard in de prediking van de kerk. Het verhaal van de Mello lijkt dit alles in twijfel te trekken: als her verhaal waar is, waarom dan Jezus,
waarom de kerk, waarom een godsdienst? In recente decennia zijn de christelijke kerken,
ook de katholieke kerk, geleidelijk tot een nieuw
inzicht gekomen in hun verhouding tot de wijdere en zeer pluralistische wereld waarin ze bestaan, een
pluralisme dat ook het pluralisme van godsdiensten
omvat. In de katholieke kerk is deze verandering het meest geprononceerd en het meest expliciet
in wat het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-65)
leert. Verscheidene documenten daarin bevestigen
dat alle mensen toegang hebben tot precies de
zelfde waarheid als christenen, zoals Paulus zegt,
van Christus hebben gehoord. Om slechts één voorbeeld re nemen uit de verschillende passages
waarin deze bevestiging duidelijk doorklinkt, doet Gaudium et Spes, de Pastorale Constitutie over de
Kerk in de hedendaagse wereld, een uitspraak die
nog maar enkele jaren daarvoor ondenkbaar zou
zijn geweest. Het Concilie had gesproken over wat
leden van de kerk van Christus hebben ontvangen en vervolgt dan: 'Dit alles geldt niet alleen voor
christenen, maar voor alle mensen van goede wil in wier hanen genade op onzichtbare wijze haar werk doet. Want aangezien Christus voor alle mensen
gestorven is, en aangezien de uiteindelijke roeping
22
van alle mensen er in feite één is en een goddelijke,
horen we te geloven dar de Heilige Geest op een
manier die alleen God kent elk mens de mogelijkheid biedt verbonden te zijn met het mysterie van Pasen [van Jezus].' (no. 22).
De uitspraak laat veel vragen over de rol van Je
zus onbeantwoord, maar zegt daarentegen iets wat nog maar een paar jaar tevoren ondenkbaar zou zijn
geweest in de kerk, omdat hij rigoureus afwijkt van
wat eeuwen lang de aanvaarde theologie over de
doop en de kerk was geweest, dat wil zeggen, hij
wijkt af van wat we van Paulus gehoord hebben,
namelijk dar Christus gepredikt en gehoord moet
worden als men de waarheid deelachtig wil kunnen
worden. De christelijke kerken zijn door hun ont
moeting met andere culturen en andere godsdien
sten, die mogelijk is gemaakt in een wereld die plotseling door de moderne communicatiemiddelen en
reismogelijkheden 'een werelddorp' is geworden,
gedwongen hun eerdere en zeer exclusieve inzicht dat God alleen via hun bemiddeling in de wereld
aanwezig is, los te laten. Ze waren gedwongen de
zelfde waarheid te erkennen als waartoe Petrus in
de eerste decennia van het bestaan van de kerk zich ietwat schoorvoetend genoopt had gevoeld bij zijn
ontmoeting met de Romeinse heiden Cornelius. In
de Handelingen van de Apostelen wordt het verhaal
verteld hoe Perrus ontdekte 'dat God geen partijdigheid toont' naar volken en 'niemand uitverkiest'
23
wanneer hij de overduidelijke aanwezigheid van de Heilige Geest in Cornelius en zijn gezin ziet, al voor enige geestelijke bijstand van zijn kant (Handelin
gen 10:34, 44-45).
Dit universalisme is duidelijk de essentie van het spirituele denken van Anthony de Mello en
. maakt hem tot een van de eersten in de kerk die
zelfinzicht probeert te ontwikkelen. Verderop, in Het hart van de verlichte bijvoorbeeld, zult u zijn commentaar lezen op een verhaal van Plutarchus
over Koning Philippus en zijn zoon Alexander de Grote, die Diogenes ontmoetten die aandachtig naar een stapel menselijke botten zat te kijken.
'Waar zoek je naar?' vroeg Alexander. 'Naar iets wat ik niet kan vinden,' zei de filosoof. 'En wat is
dat?' Waarop hij antwoordde: 'Het verschil tussen
de botten van je vader en die van zijn slaven.' Waar Anthony de Mello aan toevoegde: 'Evenmin te onderscheiden zijn katholieke en protestante botten, Russische en Amerikaanse botten.' En, wat nog belangrijker is, hij voegde eraan toe: 'Zij die verlicht zijn kunnen het verschil echt niet zien, ook
niet wanneer er vlees op de botten zit.'
Ervaring en de Heilige Schrift Hoe moeten we dan de relatie zien tussen de uni
versele Godservaring die voor alle mensen bereikbaar is en wat Paulus fides ex auditu noemde, die
24
kennis van God die gebaseerd is op een bepaalde traditie en geleerd is uit de heilige geschriften daarvan, zoals de joodse of christelijke bijbel of de islamitische koran? Ten eerste moeten we in gedach
ten houden dat er niet zoiets is als 'zuivere ervaring', dat wil zeggen, een ervaring die niet bepaald is door de traditie waarin iemand is opgevoed en gevormd en wiens taal uitdrukking geeft aan zijn
ervaring en haar interpreteert. W ij zijn sociale zowel als individuele mensen. Als zodanig worden
wij en onze ervaring bepaald door de maatschappij en cultuur waarin we zijn grootgebracht; zonder deze gemeenschappelijke cultuur en taal zouden
we onze ervaring niet in woorden kunnen gieten en kunnen delen, of tot een volk kunnen behoren.
Dit proces van communicatie is essentieel voor ons sociale leven samen, als volk, ook als godsdienstig
volk, zodat wanneer de eerste christenen verlossing
en bevrijding ervoeren door de liefde van Jezus, ze dit verkondigden in de inheemse taal waarin hun joodse heilige boeken geschreven zijn, en ze uitein
delijk hun eigen canon van christelijke geschriften vormden, die uitdrukking geeft aan hun unieke christelijke ervaring. Heilige geschriften staan dus
niet diametraal tegenover ervaring, als een verzameling religieuze kennis die volkomen losstaat van onze ervaring en als het ware van boven af door
God gedicteerd is. Heilige geschriften zijn eerder het geschreven verslag van de ervaring van een
25
volk, voor christenen hun ervaring van Jezus, en
een poging de kennis over de God die zij in hun
ervaring hebben ontmoet, naar buiten te brengen.
Onze huidige identiteit als christenen is afhan
kelijk van twee, even belangrijke, factoren. Ten
eerste moeten christenen van nu dezelfde ervaring
van verlossing en bevrijding in Jezus hebben als
hun voorouders om zich met hen verbonden te
weten, net zoals het joodse volk nu dezelfde be
vrijdende kracht van Yahweh moet voelen als hun
voorvaderen deden bij hun bevrijding uit de sla
vernij van Egypte. Ten tweede hebben christenen
van nu hun heilige boek nodig als verslag van hun
verleden, om zo dit verleden levend te houden,
en de ervaring die zij nu zelf hebben te benoemen
met de vormende ervaring van hun afkomst als
voorbeeld. Het aanhalen van de bijbel zonder ook
de ervaring te hebben waar de bijbel over spreekt
zou gewoonweg formalisme en taal zonder bete
kenis zijn, maar op zichzelf staande individuele
ervaring zonder woord en taal om met je volk te
. communiceren zou geen volledig menselijke er
varing zijn. Ervaring en heilig boek zijn ten slotte
geen alternatieve of concurrerende bronnen van
kennis over God, maar complementaire momen
ten tijdens ieders afzonderlijke ervaring van de
aanwezigheid van God in zijn leven en her daarna
uiten en interpreteren van die ervaring in de taal
van zijn traditie.
26
Fundamentalisme
De complementaire relatie tussen de individuele
en de sociale ervaring aan de ene kant, en de grote
heilige geschriften van de wereld waarin ze tot uit
drukking komen aan de andere, kan op allerlei ma
nieren, waartegen Anthony de Mello waarschuwt,
misgaan. Eén zo'n manier, die weliswaar van alle
tijden is, maar zeker in deze tijd wel heel onmis
kenbaar, staat bekend als 'fundamentalisme'. Fun
damentalisme ziet zijn heilig boek als rechtstreeks
en onmiddellijk door God tot zijn volgelingen ge
richt, dat wil zeggen zonder de bemiddeling van woorden, beelden en ideeën van mensen. Gods
waarheid is gedicteerd aan een menselijke auteur
die haar in een staat van volkomen onbezoedeld
heid op schrift heeft bewaard. Gods woord staat
dus niet in verband met een bepaalde cultuur, en
draagt evenmin het stempel van een bepaalde tijd,
plaats of oorsprong, maar is iets absoluuts. Een der
gelijk absolute ziet alle andere mensen als staande
buiten de waarheid en hun standpunten als onjuist
en verkeerd, en daarin ligt de oorsprong van de
fanaticus en de dweper en het zaad van geweld.
Anthony de Mello gebruikt vaak humor om de
gevaren van een dergelijk egocentrisch en solipsis
tisch religieus fundamentalisme bloot te leggen en
ertegen te waarschuwen. In Het lied van de vogel
bijvoorbeeld, vertelt hij het verhaal van een toe
rist die een stad bezoekt en zijn gids cornplimen-
27
teert over het aantal kerken dat hij zag. De mensen
hier, zegt hij, moeten wel erg van de Heer houden. Misschien houden ze inderdaad van de Heer, ant
woordt de gids, 'maar het is vast en zeker dat ze elkaar haten.' Er is ook het verhaal, dat duidelijk
grappig bedoeld is, over de 'Wereldtentoonstelling van de godsdiensten'. Op de tentoonstelling kun
je de joodse kraam bezoeken en een stencil krijgen waarop staat dat God geheel en al mededogend is en dat de joden zijn uitverkoren volk waren. Ver
derop leer je bij de kraam van de moslims dat God geheel en al genadig is en Mohammed zijn enige profeet en luisteren naar Gods enige profeet ver
lossing brengt. Als je doorloopt naar de kraam van
het christendom ontdek je dat God liefde is en dat
er buiten de kerk geen verlossing is. Je moet lid worden van de kerk of eeuwige verdoemenis riske
ren. Bij het verlaten van de tentoonstelling vroeg
een bezoeker aan een medebezoeker wat hij dacht van God, in het licht van wat de godsdiensten vertelden. God is 'bekrompen, fanatiek en wreed,' antwoordt de vriend. Thuisgekomen zegt hij tegen God: 'Waarom pikt u zoiets? Ziet u niet dat ze u al eeuwen een slechte naam geven?' 'Ik heb
die tentoonstelling niet georganiseerd', antwoordt
God, 'en ik zou me te veel schamen om er heen te
gaan.' Humor is waarschijnlijk het meest effectieve wapen tegen dergelijk op zichzelf geconcentreerd
fundamentalisme, maar hoe fanatieker en dogma-
28
tischeide fundamentalisten zijn, hoe minder ze de
humor ervan in kunnen zien.
Maar in ieder geval laten de verhalen de waarde en het belang van het soort oecumenische werk
waar Anthony de Mello zijn leven aan wijdde door te trachten een brug van begrip, verdraagzaamheid
en acceptatie tussen de godsdiensten van het oosten en het westen te bouwen, duidelijk uitkomen.
Hij deed dit, zoals we gezien hebben, niet door het theoretisch bediscussiëren van concurrerende stand
punten of beweringen dat men als enige de waar
heid in pacht heeft, maar door de zeer praktische
weg van het verhaal, als kortste route naar de waar
heid, te bewandelen. Het zou dus een vergissing zijn
te denken dat, omdat oost en west van elkaar verschillen, de een of de ander ongelijk moet hebben,
en dat Anthony de Mello de een wilde gebruiken
om de andere te 'corrigeren'. Het is eerder zo dat
de oosterse benadering van de waarheid zo radicaal
anders is dan de westerse, dat beide niet passen in hetzelfde logische kader waarin de ene gecorrigeerd
zou kunnen worden door de andere. Elk heeft een
eigen geldigheid en kan niet gebruikt worden om de andere te corrigeren, maar wel om de andere re
complementeren en een bredere en meer evenwich
tige benadering van de waarheid te geven. Tegen de bekrompen krachten van fanatisme en onverdraag
zaamheid was Anthony de Mello een apostel van
evenwicht, van zowel/als, in plaats van of/of.
29
Wijkende horizonten Het is een hoopvol teken van de verruiming in het
rooms-katholieke denken en van de meer recente
pogingen oprechter katholiek te worden dat wat
gezien werd als de 'oosterse wijsheid' en het 'oos
terse perspectief' van Anthony de Mello, geaccep
teerd kan worden, niet alleen als niet tegenstrijdig
met de katholieke theologie, maar als weerklank
van haar eigen soms vergeten rijkdommen. Wat
met 'wijkende horizonten' bedoeld wordt, kan
misschien het best begrepen worden door een
eenvoudig voorbeeld van zijn tegendeel, te weten
door het vooroordeel dat doorklinkt in een niet
ongebruikelijke lezing van de openingsverzen van
de Brief aan de Hebreeën. De tekst luidt: 'God,
voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de va
deren gesproken hebbende door de profeten, heeft
in deze laatste dagen tot ons gesproken door den
Zoon .. .'
(Heb. 1:1-2). Het vooroordeel waar ik op doel
zit hem in de neiging deze tekst zo te verstaan dat
God elders gezwegen heeft, en dat Hij de mensheid
alleen in de persoon van de joodse profeten en van
Jezus heeft toegesproken. De tekst zegt dat natuur
lijk niet. Hij zegt niets over Gods bemoeienissen
met de mensheid buiten de joods en christelijke
tradities. Dit is het vooroordeel dat Anthony de
Mello aan het licht tracht te brengen en voorin
genomen mensen duidelijk tracht te maken in het
30
verhaal dat we lezen over de 'Wereldtentoonstel
ling van de godsdiensten'.
Als de tekst uit de Hebreeën echter gehoord
wordt zoals pater de Mello heeft gedaan, en Petrus,
zoals hij in de Handelingen (10: 34-36) wordt ge
portretteerd na zijn ontdekking, in de persoon van
de Romeinse Cornelius, dat 'God geen uitverko
renen kent' en geen blijk geeft van 'partijdigheid'
voor het ene of het andere volk, breekt niet alleen
Gods woord maar ook Gods genade los uit de enge
paden waarbinnen godsdienstige mensen ze be
perkt zouden willen houden. Hoe belangrijk bij
voorbeeld de 'zeven sacramenten' in de strikt tech
nische zin van de term 'sacrament' misschien ook
zijn in de katholieke kerk, ze zijn niet het enige en
exclusieve kanaal voor Gods genade. Dit is wat de
Mello benadrukt, wanneer hij volhoudt dat hoezeer
we 'heilige momenten' en 'heilige plaatsen', dat wil
zegen onze feesten en feestdagen, ook nodig heb
ben, we het heilige niet moeten willen beperken
tot deze tijden en deze plaatsen. We moeten nooit
vergeten dat onze katholieke traditie volhoudt dat
'de Geest waait waarheen hij wil', niet waarheen
wij beslissen of bepalen dat hij waait. Volgens deze
opvatting worden onze zeven sacramenten in een
veel breder en meer omvattend principe van heilig
heid begrepen.
Dit principe stelt dat de gehele materiële orde van
de schepping de aanwezigheid van de onzichtbare
31
God kan belichamen, dar wil zeggen er het sym
bool en sacrament van kan zijn. Dit kan het natuur
lijk nier ongedifferemieerd zijn. God is universeel
aanwezig, maar nier overal op dezelfde manier en
met dezelfde intensiteit. De echte aanwezigheid van Jezus in de eucharistie is voor katholieken een bij
zonder intens moment van ontmoeting met de god
delijke aanwezigheid. Maar deze specifiek religieuze
ontmoeting mag de bredere en meeromvatrende zin
waarin men 'God in alle dingen' moet vinden en
Jezus in al zijn broeders en zusters moet ontmoeten
(Matth. 25:31-46), niet overschaduwen. De neiging van velen om zich daarentegen te beperken tot een
bekrompen, godsdienstige betekenis van goddelijke
aanwezigheid verklaart de herhaalde oproep van de
Mello: 'Gewaarzijn, gewaarzijn, gewaarzijn!' Wees
levendig, wees wakker, wees gevoelig voor de werke
lijkheid hier voor je ogen. Men kan zich voorsrellen wat een verschil het zou maken als al diegenen die
hun geloof in Jezus en zijn Passie belijden zich er bewust van zouden kunnen worden dat de geschie
denis van zijn lijden zich ook vandaag nog afspeelt
in het lijden van zijn broeders en zusters.
De aanwezigheid van de Geest
De nadruk van de Mello op de grootsheid van
goddelijke liefde, die alle mensen opneemt in de familie van Gods uitverkorenen, weerklinkt in
32
de moeite die de hedendaagse katholieke theolo
gie doet om de vaak vergeten rol van de Heilige Geest terug te halen. Deze vergeetachtigheid resul
teert in wat wel een te exclusief 'christocentrisrne'
is genoemd, die de schijnwerper teveel op Jezus richt, met veronachtzaming van het werk van de
Heilige Geest. Her historische moment van Jezus
is naruurlijk heel belangrijk voor het christelijke geloof. Net als de joodse leer is de christelijke leer
een historisch geloof. Hun God is geen afstande
lijke godheid die ergens ver weg woont, maar men komt Hem op bepaalde momenten en plaatsen en
in de vorm van specifieke personen en situaties in de geschiedenis tegen. Voor de christenen was en
is Jezus van Nazareth in zijn leven dat tweeduizend
jaar geleden werkelijk bestaan heeft, het hoogtepunt van deze historische ontmoeting tussen God
en de mensheid. Maar hoe belangrijk deze persoon
en dit moment ook zijn, ze kunnen niet alle andere
momenten onbetekenend en van geen godsdien
stige waarde maken. Want Gods Geest is in de hele geschiedenis aanwezig en werkzaam geweest en
heeft momenten van openbaring en genade gege
ven. Jezus en de Geest zijn dus geen concurrenten,
maar Jezus' eigen verhaal speelde zich af binnen
de grotere geschiedenis van de werkzaamheid van
Gods Geest in de wereld.
Daarom kan Amhony de Mello spreken van an
dere meesters naast Jezus, meesters die in andere
33
tijden en andere culturen niettemin deel uitmaken van dezelfde geschiedenis van Gods Geest in de
wereld als Jezus zelf. In dit ene verhaal spreekt de ene Geest van God altijd een en dezelfde bood
schap, maar wél, zoals in het geval van Jezus, de
taal van die specifieke streek en cultuur. Religie wordt, zoals al het menselijke, bepaald en gecon
ditioneerd door de cultuur waarin ze ontstaat. Zij komt altijd tot ons, gefilterd door de geest en ver
beelding van de mensen die haar stem gaven. Als je dit ontkent, ga je de weg van het fundamentalisme
op, die her relatieve en beperkte menselijke woord verabsoluteert. Hoe deze verschillende meesters en
de verschillende religieuze talen die ze spreken op
een dag gezien zullen worden in de eenheid van de Geest, is een aspect van de bredere culturele vraag
hoe de mensheid met al zijn verdelingen en ver
schillen ooit eens de ene mensenfamilie van Gods
bedoeling en plan zal worden.
Intussen leven wij met deze verschillen, maar
de Mello weigerde er een ultieme betekenis aan te hechten. Dit wil hij zeggen met zijn verhaal over Diogenes, die geen enkel verschil kan ontdekken
russen de botten van de koning en die van zijn sla
ven. Want op het diepere niveau van onze gemeen
schappelijke menselijke ervaring van geboorte en
dood, van tragedie en triomf, zijn we inderdaad
van dezelfde aard, de menselijke. Het Tweede Va
ticaanse Concilie wijst op het onderscheid rus-
34
sen deze niveaus wanneer het de idee van tradi
tie behandelt, in zijn Constitutie over Goddelijke Openbaring. In plaats van traditie alleen te zien als
het doorgeven van de leer, hoe belangrijk dit mis
schien ook is, introduceert het een dieper niveau
van traditie. De kerk, zegt het Concilie, 'moet alles wat zij is doorgeven, en alles dat zij leert' (Dei Ver
bum, no. 8). In wat ze is, te weten haar wezen en leven, moet de kerk in contact zijn met de werke
lijkheid waarover ze onderwijst. Ze geeft deze niet
door in woorden maar door haar te zijn, en zonder
dit diepere niveau van traditie kunnen de woorden
alleen eenvoudigweg religieuze retoriek worden. Oe acceptatie van het onderscheid van her Con
cilie russen wat de kerk is en wat zij leert, opent de mogelijkheid dat er ondanks de verschillen in
onderricht die ons verdelen een echte eenwording
kan zijn op het niveau van zijn en leven. Deze mo
gelijkheid is geen reden voor zelfgenoegzaamheid,
maar een uitdaging om toe te werken naar de dag waarop we dezelfde waarheid kunnen spreken zo
wel als leven. In ieder geval stelt dit onderscheid tussen het wezen en het leven van de kerk, en wat
zij leert, hetTweede Vaticaanse Concilie in staat de
bevestigingen van universaliteit te geven die we al
genoemd hebben. Het bevestigt (Lumen Gentium,
no 16; Gaudium er Spes, no. 22; Ad Genres, no.
7) dat alle mensen, ongeacht hun godsdienstige
onderwijs of gebrek eraan, met het mysterie van
35
Pasen, van Jezus' dood en wederopstanding, ver
bonden kunnen worden, hetgeen juist de kern van
het wezen en leven van de kerk is. Dit is het die
pere niveau van traditie, het niveau van ervaring,
waarop het mysterie van het sterven en de weder
opstanding van Jezus op duizenden manieren en in
talloze verschillende situaties beleefd kan worden.
In christelijk taalgebruik is dit de universele aan
wezigheid van de Geest en zijn aanbod van genade
dat in de harten van alle mensen weerklinkt.
Gewaarzijn en de Geest Maar de universele aanwezigheid van de Heilige
Geest helpt pas als, in de woorden van de Mello,
mensen 'gewaar' zijn geworden. De verhalen van de Mello zijn net als de parabelen van Jezus be
doeld om hen gewaar te maken. Maar waarom is
zien zo moeilijk? Waarom is gewaarzijn zo moeilijk
te bereiken? Omdat het zo moeilijk is de Geest te
laten waaien waarheen Hij wil. Wij zijn schepsels
van gewoonte en sleur. Wij denken dat we al weten
waar we de Geest kunnen verwachten, en dat is de
enige plek waar we kijken. Ja, zou de Geest ergens
anders heen waaien, dat wil zeggen, zou de Geest
waaien waarheen Hij wil en niet waarheen wij wil
len, zorgen onze oogkleppen, religieuze en andere,
ervoor dat we dat niet zien. Het is heel moeilijk
ons gewaar te zijn van wat zich vlak voor onze
36
ogen afspeelt, omdat we liever onze benamingen
voor dingen zien dan de dingen zelf- benamin
gen, waarin onze vooropgezette meningen, onze
vooroordelen en onze voorkeuren liggen besloten.
Deze benamingen wegnemen, onze oogkleppen
weghalen en de Geest laten waaien waarheen Hij
wil, is inderdaad heel moeilijk en vereist een ware
religieuze bekering, de bekering die Anthony de
Mello 'gewaar worden' noemt.
Al die mensen die proberen tot meer gewaar
zijn te komen, raken steeds meer afgestemd op het
heden waar de Geest aanwezig is en werkt. In deze
zin weten ze dat God in de wereld waarin ze leven
gevonden moet worden en niet in een verre hemel.
Ze zien de uitdaging van hun geloof en hoop niet
zozeer als een theoretische uitdaging als wel als de
praktische uitdaging om hier en nu te doen wat
waar is. Ook hier laat het spirituele denken van de
Mello de leer van het Tweede Vaticaanse Concilie
weerklinken, die christenen eraan herinnert dat
hun eschatologische hoop op het komen van het
rijk Gods het belang van innerlijke werkelijkheden
en verwachtingen hier en nu niet kleiner moet ma
ken, maar groter.
Conclusie We kunnen samenvatten wat we hebben uitgeko
zen als enkele hoofdkenmerken van het spirituele
37
denken van Anthony de Mello binnen het kader
van de christelijke leer van de Drie-eenheid. Ten eerste legt hij grote nadruk op het transcendente
karakter van God, God die deze wereld en alles
wat er in is te boven gaat. Als de volslagen ander
is God niet te bevatten en gaat ons begrip te boven. We kennen God als het mysterie waarin 'wij
leven en ons bewegen en zijn' (Hand. 17:28), dat wil zeggen: God is de 'bekende onbekende'. Dit maakt ons niet helemaal sprakeloos, maar is wel een voortdurende waarschuwing tegen het verab
soluteren van menselijke ideeën, menselijke beel
den, menselijke formules, of welke menselijke
constructies dan ook, en het maken van afgods
beelden. Onze neiging om zoveel dingen, religi
euze en andere, tot idolen te maken laat zien hoe moeilijk het is om slechts één God te aanbidden.
Het is dit aspect van God, Gods opperste transcen
dentie, dat tot uitdrukking komt in de namen die
wij geven aan de eerste persoon van de Drie-eenheid, namelijk God als Vader/Moeder, de schepper
en bron van alle zienlijke en onzienlijke dingen.
Maar even belangrijk en even fundamenteel in
het christelijke begrip van God, zoals geïnterpreteerd door Anthony de Mello, is de immanentie
van God, dat wil zeggen, Gods aanwezigheid in en
door Gods hele schepping. Dit is het aspect van
God waar Augustinus op wijst wanneer hij zegt
dat God dichter bij ons is dan wij bij onszelf zijn.
38
Transcendentie betekent dus niet afstand, maar Gods soevereine vrijheid om heel dicht bij ons
te willen zijn. Zonder deze immanentie wordt de transcendente God de afstandelijke God van het
deïsme, terwijl de immanentie van God zonder
transcendentie een vorm van pantheïsme wordt.
Deze immanentie noemen wij 'God als Heilige
Geest.' Deze Geest is niet slechts universeel aanwezig
in de zin van alle mensen, maar ook in de zin van
al het menselijke. De Geest bestaat niet in een afzonderlijk deel van het leven dat 'religieus' of 'spi
ritueel' heet, en dat zorgvuldig afgescheiden wordt
van het wereldse en profane, want niets menselijk
is de Geest vreemd. Dit leren we uit de Incarnatie:
Het Woord van God werd vlees in Jezus en open
baarde daardoor de uiteindelijke bestemming van
alle vlees en al het menselijke. Dit aspect van God noemen we 'de Zoon.' In Jezus en met Jezus wor
den alle mannen en vrouwen, van alle religies en geen religie, geroepen zonen en dochters te worden
van de ene God die 'niemand uitverkiest' (Hand.
1 0:34). Dit is de zeer katholieke visie van Anthony
de Mello, een visie waarvan de hierna volgende
voordrachten bezield zijn.
39
Gewaarzijn Een congres over spiritualiteit met De Mello,
in zijn eigen woorden
Over ontwaken
Spiritualiteit wil zeggen: wakker worden. De mees
te mensen zijn in slaap, ook al weten ze het niet. Ze
zijn in slaap geboren, ze leven in slaap, ze trouwen
in hun slaap, ze brengen kinderen voort in hun
slaap, ze sterven in hun slaap zonder ooit wakker
te worden. Ze begrijpen nooit de schoonheid en
pracht van wat wij 'het menselijk bestaan' noemen.
Weet je, alle mystici - katholiek, christelijk, niet
christelijk, welke theologie ze ook aanhangen, war
hun religie ook is-zijn het in één opzicht allemaal
met elkaar eens: dat alles goed is, alles is goed. Al
is alles een puinhoop, alles is goed. Vreemde para
dox, zeker. Maar tragisch genoeg zien de meeste
mensen nooit in dat alles goed is, omdat ze in slaap
zijn. Ze hebben een nachtmerrie ...
41
Wakker worden is niet fijn, weet je. Je ligt lekker
relaxed in bed. Het is irritant om wakker gemaakt
te worden. Dat is de reden waarom de verstandige
goeroe niet zal proberen mensen wakker te maken.
Ik hoop dat ik in dit opzicht verstandig zal zijn en
geen enkele poging zal doen jullie wakker te ma
ken als je in slaap bent. Het gaat me eigenlijk niets
aan, ook al zeg ik soms tegen jullie: 'Word wakker!'
Mijn zaak is het om mijn eigen ding te doen, mijn
dans te dansen. Als jullie ervan profiteren, mooi; zo niet, jammer dan! Zoals de Arabieren zeggen:
'De aard van regen is dezelfde, maar hij laat door
nen groeien in moerasgebieden en bloemen in de . ' tmnen.
Zelfobservatie
De enige manier waarop iemand jullie van dienst
kan zijn is door je ideeën in twijfel te trekken. Als
je bereid bent te luisteren, en als je je wilt laten
uitdagen is er één ding dat je kunt doen, maar niemand kan je helpen. Wat is dit belangrijkste van
alle dingen? Het heet 'zelfobservatie'. Niemand
kan je daarin helpen. Niemand kan je een me
thode aanreiken. Niemand kan je een techniek
voorhouden. Zodra je een techniek oppikt, ben je
weer geprogrammeerd. Maar zelfobservatie - naar jezelf kijken - is belangrijk. Het is niet herzelfde
als opgaan in jezelf. Opgaan in jezelf is gepreoc-
42
cupeerd zijn met jezelf, dat je met jezelf bezig bent,
bezorgd over jezelf bent. Ik heb het over zelfobservatie. Wat is dat? Het betekent kijken naar alles in
jou en zo ver mogelijk om je heen en ernaar kijken
alsof het iemand anders betrof. Het betekent dat je naar dingen kijkt alsof je er hoegenaamd geen
verbinding mee hebt.
De reden waarom je lijdt aan je depressie en je
angsten is dat je je ermee identificeert. Je zegt: 'Ik
ben gedeprimeerd.' Maar dat is onjuist. Je bent
niet gedeprimeerd. Als je nauwkeurig wilt zijn, zou
je kunnen zeggen: 'Ik ervaar op dit moment een
depressie.' Maar je kunt eigenlijk niet zeggen: 'Ik
ben gedeprimeerd.' Je bent je depressie niet. Dat
is maar een vreemdsoortige truc van de geest, een
vreemd soort illusie. Je hebt je zelf zo voor de gek
gehouden dat je denkt- al ben je je daar niet van
bewust - dat je je depressie bent, dat je je angst
bent, dat je de vreugde of sensatie die je beleeft
bent. 'Ik ben een en al verrukking!' Je bent beslist
niet verrukt. Er is misschien verrukking in jou op
dit moment, maar wacht even, het wordt anders;
het blijft niet: het blijft nooit; het verandert al
door: het verandert altijd. Wolken komen en gaan:
sommige zijn zwart en andere wit, sommige zijn
groot, andere klein. Als we de analogie aanhou
den, ben jij de hemel die de wolken observeert. Je
bent een passieve, afstandelijke beschouwer. Dat is
shockerend, vooral voor iemand van de westerse
43
beschaving. Je komt niet tussenbeide. Bemoei je er niet mee. Maak niets beter. Kijk! Observeer!
De moeilijkheid met mensen is dat ze dingen
beter maken die ze niet eens begrijpen. We zijn altijd bezig iets beter te maken, of niet? Het komt nooit in ons op dat het niet nodig is zaken beter te maken. Dat hoeft echt niet. Dit is een belangrijk
inzicht. Ze dienen begrepen te worden. Als je ze begreep, zouden ze veranderen.
Gewaarzijn zonder alles te evalueren Wil je de wereld veranderen? En als je nu eens bij
jezelf begon? Wat zou je ervan zeggen om eerst zelf getransformeerd te worden? Maar hoe bereik je
dat? Door observatie. Door inzicht. Met geen en
kele bemoeienis of oordeel van jouw kant. Omdat
je niet kunt begrijpen waar je over oordeelt. Er is niets zo heerlijk als gewaar te zijn. Zou
je liever in duisternis leven? Zou je liever hande
len en je niet van je daden bewust zijn, praten en je niet van je woorden bewust zijn? Zou je liever
naar mensen luisteren en je niet gewaar zijn wat je hoort, of dingen zien en je niet gewaar zijn waar
je naar kijkt? De grote Soeraces zei: 'Een onbewust
leven is niet de moeite waard om te leven.' Dat is een waarheid als een koe. De meeste mensen leven geen bewust leven. Ze leven een mechanisch leven, mechanische gedachten- meestal die van iemand
44
anders- mechanische emoties, mechanische han
delingen, mechanische reacties. Wil je zien hoe mechanisch je eigenlijk bent? 'Goh, dat is een mooi overhemd dat je aanhebt.' Dat hoor je graag.
Alsjeblieft! Het gaat over een overhemd! Je bent trots op jezelf als je zoiets hoort. Er zijn mensen
die naar mijn centrum in India komen en zeggen: 'Wat een mooie plek, wat een mooie bomen' (waar ik helemaal niet voor verantwoordelijk ben), wat een heerlijk klimaat.' En meteen voel ik me fijn, totdat ik me erop betrap dat ik me fijn voel en te
gen mezelf zeg: 'Hé, kun je je zoiets doms voorstel
len?' Ik ben niet verantwoordelijk voor die bomen; ik was niet verantwoordelijk voor het kiezen van
de locatie. Ik heb het weer niet besteld; het kwam gewoon. Maar 'ik' kwam er even tussen, dus voel
ik me goed. Ik voel me goed over 'mijn' cultuur
en 'mijn' land. Hoe dom kun je zijn? Dat meen
ik. Ik krijg te horen dat mijn grote Indiase cultuur zoveel mystici heeft voortgebracht. Ik heb hen niet
voortgebracht. Ik ben niet verantwoordelijk voor hen. Of ze zeggen tegen mij: 'Dat land van u en
zijn armoede- het is walgelijk.' Ik schaam me dan.
Maar ik heb dat niet zo gemaakt. Wat is hier aan
de hand? Heb je er ooit over nagedacht? Men zegt tegen je: 'Ik vind u heel charmant,' dus voel je je
fantasrisch. Ik krijg een positieve aai (daarom heet het: 'Ik ben oké, jij bent oké). Ik ga nog eens een
boek schrijven; de titel zal zijn: Ik ben een achter-
45
lijke gladiooL, jij bent een achterlijke gladiool. Dat is
het meest bevrijdende, het mooiste ter wereld, als je openlijk toegeeft dat je een idioot bent. Het is
heerlijk. Als mensen me vertellen dat ik ongelijk heb, zeg ik: 'Wat verwacht je anders van een dom
kop?'
Ontwapend, iedereen moet ontwapend wor
den. In de laatste bevrijding ben ik een domkop en ben jij een domkop. Wat meestal gebeurt is: ik
druk op een knop en jij bent vrolijk; ik druk op een andere knop en je bent bedrukt. En jij bent
net zo. Hoeveel mensen ken je die het niets doet
of ze geprezen worden of beschuldigd? Dat is niet
menselijk, zeggen we. Menselijk wil zeggen dat je een aapje moet zijn, zodat iedereen je staart kan
omdraaien en jij doet wat je hoort te doen. Maar is
dat menselijk? Als jij me charmant vindt, betekent
het dat jij op dat moment in een goede bui bent,
meer niet.
Gewaarzijn en contact met de werkelijkheid Kijken naar alles in jou en buiten jou, en wanneer
iets je overkomt, het zien alsof het iemand anders
overkwam, zonder commentaar, zonder oordeel,
zonder pose, zonder bemoeienis, zonder poging
om te veranderen, het alleen begrijpen. Als je dit
doet, ga je beseffen dat je je steeds meer ontkop
pelt van 'mij'. De heilige Teresa van Avila zegt dat
46
God haar tegen het eind van haar leven een bui
tengewone genade gaf. Natuurlijk gebruikt ze deze
moderne uitdrukking niet, maar waar het eigenlijk
op neer komt is dat ze zich niet meer met zich
zelf identificeerde. Als iemand anders kanker heeft
en ik ken hem niet, ben ik niet zo erg aangedaan.
Als ik liefdevol en gevoelig was, zou ik misschien
helpen, maar ik ben niet emotioneel betrokken.
Als jij een examen moet doen, gaat mij dat niet
zo aan. Ik kan er tamelijk filosofisch over zijn en
zeggen: 'Hoe meer je je zorgen maakt, hoe erger
het wordt. Waarom neem je niet eens een flinke
pauze in plaats van steeds te studeren?' Maar wan
neer het mijn beurt is om examen te doen, tja, dat is iets anders, nietwaar? De reden is dat ik me ver
eenzelvigd heb met 'mij' - met mijn familie, mijn
land, mijn bezit, mijn lichaam, mij. Hoe zou het
zijn als God me de genade gaf deze zaken niet de
mijne te noemen. Dan zou ik vrij zijn; dan zou ik
niet geïdentificeerd zijn. Dar betekent het om het
zelf te verliezen, het zelf te ontkennen, te sterven
aan het zelf
Vier stappen naar wijsheid Het eerste wat je moet doen is in contact komen
met negatieve gevoelens waar je je niet eens van
bewust bent. Heel veel mensen hebben negatieve
gevoelens die ze zich niet gewaar zijn. Heel veel
47
mensen zijn depressief en zijn zich niet bewust dat
ze depressief zijn. Pas als ze met vreugde in aanra
king komen, begrijpen ze hoe depressief ze waren.
Je kunt een gezwel dat je niet ontdekt hebt niet be
handelen. Je kunt katoenkevers op je boerderij niet
verwijderen als je je van hun bestaan niet bewust
bent. Het eerste wat je nodig hebt is het gewaarzijn
van je negatieve gevoelens. Welke negatieve gevoe
lens? Somberheid, bijvoorbeeld. Je voelt je somber
en humeurig. Je haat jezelf of voelt je schuldig. Je
hebt het gevoel dat het leven zinloos is, dar het
onbegrijpelijk is; je hebt gekwetste gevoelens, je
voelt je zenuwachtig en gespannen. Kom eerst in
contact met die gevoelens.
De tweede stap (dit is een vierstappenplan) is
begrijpen dat het gevoel in jou zit, niet in de wer
kelijkheid. Dat is iets heel vanzelfsprekends, maar
denk je dat de mensen dit weten? Nee hoor, geloof mij maar. Ze hebben academische titels en het zijn
directeuren van universiteiten, maar dit hebben ze
niet begrepen. Ze hebben me op school niet ge
leerd hoe ik moest leven. Verder hebben ze me alles
geleerd. Zoals een man zei: 'Ik heb een behoorlijk
goede opleiding gehad. Het heeft me jaren gekost
om er overheen te komen.' Daar gaat spiritualiteit
nu over, weet je: afleren. Alle onzin die ze je ge
leerd hebben afleren.
De derde stap: identificeer je nooit met dat ge
voel. Het heeft niets van doen met het 'ik'. De-
48
finieer je wezenlijke zelf niet als dat gevoel. Zeg
niet: 'ik ben depressief.' Als je wilt zeggen dat 'het
depressief is', is het goed. Als je wil zeggen dat 'er
depressie is', is het prima; als je wil zeggen dat 'er
somberheid is', is het oké. Maar niet: 'ik ben mis
troostig'. Je definieert jezelf dan als dat gevoel. Dat is je illusie; dat is je vergissing. Er is op dit mo
ment depressie, er zijn gekwetste gevoelens op dit
moment, maar laat ze er zijn, laat ze met rust. Ze
zullen overgaan. Alles gaat voorbij, alles. Je depres
sie en je blije opwinding hebben niets met geluk te maken. Het is het zwaaien van de pendel. Als
je kicks of opwinding zoekt, wees dan voorbereid
op depressie. W il je je drug? Maak je klaar voor de
kater. De pendel zwaait van de ene naar de andere
kant.
De vierde stap: hoe verander je iets? Hoe veran
der je jezelf? Er is veel wat je dient te begrijpen, of
liever gezegd, één ding dat op veel manier kan wor
den uitgedrukt. Stel een patiënt gaat naar een arts
en vertelt hem waar hij last van heeft. De dokter
zegt: 'Heel goed, ik heb uw symptomen begrepen.
Weet u wat ik zal doen? Ik schrijf uw buurman een recept voor!' De patiënt zegt dan: 'Dank u wel
dokter, ik voel me al veel beter.' Is dat niet absurd?
Maar dat is precies wat wij doen. Iemand die in
slaap is denkt altijd dat hij zich beter zal voelen als
iemand anders verandert. Jij lijdt omdat je in slaap
bent, maar je denkt: 'Wat zou het leven prachtig
49
zijn als iemand anders eens zou veranderen; wat zou het leven mooi zijn als mijn buurman, mijn
vrouw, mijn baas eens veranderde.'
Wij willen altijd dat iemand anders verandert,
opdat wij ons goed voelen. Maar is het ooit tot
je doorgedrongen wat het voor jou zou betekenen
als je vrouw of je man verandert? Je bent nog net
zo kwetsbaar als daarvoor; je bent net zo gek als
daarvoor; je bent evenzeer in slaap als daarvoor. Jij
bent degene die moet veranderen, die medicijnen
moet innemen. Jij hamert er maar op dat je je goed
voelt omdat de wereld in orde is. Fout! De wereld
is in orde omdat ik me goed voel. Alle mystici zeg
gen dat.
Tot stilte komen
Het fanatisme van één oprechte gelovige die denkt
dat hij de wijsheid in pacht heeft, veroorzaakt
meer kwaad dat de gezamenlijke inspanning van
tweehonderd schurken. Het is angstaanjagend om
te zien wat oprechte gelovigen doen omdat ze den
ken dat ze het weten. Zou het niet geweldig zijn als
we een wereld hadden waarin iedereen zegt: 'We
weten het niet'? Dat was in ieder geval een enorme
barrière minder. Zou dat niet heerlijk zijn?
Een man die blind geboren is, komt bij me en
vraagt: 'Wat is dat nu, groen?' Hoe beschrijf je de
kleur groen aan iemand die blind geboren is? Je
50
gebruikt analogieën. Dus ik zeg: 'De kleur groen is
zoiets als zachte muziek.' 'Oh,' zegt hij, 'als zachte
muziek.' 'Ja,' zeg ik, 'kalmerende en zachte mu
ziek.' Dan komt er een tweede blinde man bij me
en vraag: 'Wat is de kleur groen?' Ik zeg dat het is
als zacht satijn, dat het heel zacht en kal�erend
aanvoelt. De volgende dag zie ik dat de twee blinde
mannen elkaar met flessen op de kop slaan. De ene
zegt: 'Het lijkt op zachte muziek'; de ander zegt:
'Het lijkt op zacht satijn.' En zo gaat het verder.
Geen van beide weet waar hij het over heeft, want
als ze dat wel deden, zouden ze hun mond houden.
Zo erg is het. Het is nog erger, want stel, je geeft
deze blinde man op een dag zijn gezichtsvermogen
en hij zit daar in de tuin en hij kijkt overal om
zich heen en jij zegt tegen hem: 'Nu weet je wat de
kleur groen is.' En hij antwoordt: 'Dat is waar. Ik
hoorde vanmorgen iets!'
Het feit is dat je omringd bent door God en
dat je God niet ziet, omdat jij 'weet' van God. De
laatste barrière om God te kunnen zien is je idee
van God. Je loopt God mis omdat je denkt dat je
het weet. Dat is het afgrijselijke van religie. Dat
is wat de evangeliën zeggen, dat religieuze men
sen 'wisten', en Jezus daarom uit de weg ruimden.
De hoogste kennis van God is God te kennen als
onkenbaar. Er is veel te veel gepraat over God; de
wereld is er beroerd van. Er is te weinig gewaar
zijn, te weinig liefde, te weinig geluk, maar laten
51
we die woorden ook niet gebruiken. Er is te weinig
sprake van illusies loslaten, van fouten vergeven,
van gehechtheid en wreedheid opgeven, kortom te
weinig gewaarzijn. Daar lijdt de wereld aan, niet aan een gebrek aan religie. Religie gaat zogenaamd
over een gebrek aan gewaarzijn, over wakker wor
den. Kijk waartoe we vervallen zijn. Kom naar
mijn land en zie hoe ze elkaar vermoorden van
wege hun godsdienst. Je zult het overal aantreffen.
'Wie weet spreekt niet, wie spreekt, weet niet.' Alle
openbaringen, hoe goddelijk ook, zijn nooit meer
dan een vinger die naar de maan wijst. Zoals we
in het oosten zeggen, 'Wanneer de wijze naar de
maan wijst, ziet de onnozele alleen de vinger.'
Met de mond vol tanden 'Quia de deo scire non possumus quid sic, sed
quid non sit, non possumus considerare de deo,
quomode sit sed quomodo non sit.' Dit is de inlei
ding van Thomas van Aquino tot zijn hele Summa Theologica: 'Aangezien we niet kunnen weten wat
God is, maar slechts wat God niet is, kunnen we
niet bedenken hoe God is, maar slechts hoe Hij
niet is.' In Thomas' commentaar op De Sancta Trinitate van Boetruus zegt hij dat de meest verheven
graad van kennis van God is God kennen als de onbekende, tamquam ignotum. En in zijn Quaestio
Disputata de Potencia Dei zegt Thomas: 'Dit is het
52
ultieme in de menselijke kennis van God- weten
dat we God niet kennen.' Deze man werd als de
prins onder theologen beschouwd. Hij was mysti
cus en is nu een heilig verklaarde. We bevinden ons in vrij goed gezelschap.
In India kennen we een Sanskriet gezegde hier
voor: neti, neti. Dat betekent: 'niet dit, niet dat.'
Thomas' eigen methode werd de via negativa genoemd, de weg van ontkenning.
Dit is het ultieme in onze menselijke kennis van
God, de wetenschap dat we niet weten. Onze grote
tragedie is dat we teveel weten. We denken dat we
weten, dat is onze tragedie; daarom ontdekken we
het nooit. Thomas van Aquino (die niet alleen the
oloog maar ook een groot filosoof was) zei zelfs
herhaaldelijk: 'Ook met alle inspanning van zijn
geest kan de mens de essentie van één vlieg niet
doorgronden.'
Gefilterde werkelijkheid Ik wil nog één ding zeggen over onze waarneming
van de werkelijkheid. Laat ik dat in de vorm van
een analogie doen. De president van de Verenigde
Staten moet feedback krijgen van de burgers. De
paus in Rome moet feedback van de hele kerk krij
gen. Er zijn letterlijk miljoenen kwesties die men
onder hun aandacht zou kunnen brengen, maar ze
zouden ze nauwelijks allemaal in zich op kunnen
53
nemen, laat staan verwerken. Daarom hebben ze
vertrouwelingen die uittreksels maken, dingen sa
menvatten, in de gaten houden, filteren; uiteindelijk komt daar iets van op hun bureau terecht. Dit
gebeurt ook met ons. Uit elke porie of levende cel van ons lichaam en uit al onze zintuigen ontvangen
we feedback van de werkelijkheid. Maar we filteren voortdurend zaken uit. W ie doet dat filteren? Onze
conditionering? Onze cultuur? Onze programmering? De manier waarop ons is geleerd dingen te
zien en te ervaren? Zelfs onze taal kan een filter zijn. Er wordt voortdurend zoveel gefilterd dat je soms
dingen die er zijn niet ziet. Je hoeft alleen maar naar
paranoïde mensen te kijken die zich altijd bedreigd
voelen door iets wat er niet is, die de werkelijkheid
voortdurend interpreteren op grond van bepaalde
ervaringen uit het verleden of een bepaalde condi
tionering die ze hebben gehad. Maar er is nog een demon die filtert. Die heet
gehechtheid, verlangen, hunkering. De oorsprong van smart is hunkering. Hunkering misvormt en
vernietigt waarneming. Angsten en verlangens ach
tervolgen ons. Samuel Johnson zei: 'De wetenschap
dat hij binnen een week aan het schavot bungelt
houdt de geest van een mens op een fantastische manier geconcentreerd.' Je blokkeert al het andere
en concentreert je alleen op de angst, het verlangen of de hunkering. In veel opzichten waren we
gedrogeerd toen we jong waren. We werden zo op-
54
gevoed dat we mensen nodig hadden. Waarvoor?
Voor acceptatie, goedkeuring, waardering, applaus
-voor wat ze 'succes' noemden. Dat zijn woorden
die niet overeenkomen met de werkelijkheid. Het zijn conventies, dingen die bedacht zijn, maar we
beseffen niet dat ze niet met corresponderen met de werkelijkheid. Wat is succes? Het is wat een bepaalde groep heeft besloten iets goeds te noemen.
Wat goed is in Den Haag wordt misschien slecht gevonden in een Kartuizer klooster. Succes in een
bepaalde politieke kring wordt misschien in andere
kringen als falen gezien. Dit zijn conventies. Maar
we doen of het realiteiten zijn, nietwaar? Toen we jong waren, werden we geprogrammeerd voor het
ongeluk. Ze leerden ons dat je om gelukkig te zijn
geld, succes, een mooie of knappe levenspartner,
een goede baan, vriendschap, spiritualiteit, God -
noem maar op - nodig had. Als je dat allemaal niet
krijgt, word je niet gelukkig, is ons verteld. Maar
dát is even een gehechtheid! Een gehechtheid is een
geloof dat je zonder iets niet gelukkig zult worden.
Als je daar eenmaal van overtuigd bent -en het
sluipt je onderbewuste binnen, het drukt een stempel op je diepste wezen-is het met je gedaan.
Inzicht en begrip Maar wat houdt het veranderen van jezelf in? Ik
heb het er al zovaak over gehad, telkens weer, maar
55
nu zal ik het opbreken in kleine segmenten. Ten eerste, inzicht. Niet inspanning, niet het cultive
ren van gewoontes, niet het hebben van een idee.
Idealen richten veel kwaad aan. Je bent de hele tijd gericht op wat er zou moeten zijn, in plaats van dat je focust op wat er is. En dus bedek je de huidige
werkelijkheid met wat er zou moeren zijn, daar je nooit begrepen hebt wat de huidige werkelijk
heid is. Laat ik een voorbeeld van inzicht geven uit mijn eigen ervaring in gesprekstherapie. Er komt een priester bij me en zegt dat hij lui is; hij wil
ijveriger, actiever zijn, maar hij is lui. Ik vraag hem wat 'lui' betekent. Vroeger zou ik tegen hem gezegd hebben: 'Eens kijken, waarom maak je niet
een lijstje van dingen die je elke dag wilt doen, en dan streep je ze elke avond af; het zal je een
goed gevoel geven; maak er zo een goede gewoonte
van.' Of ik had kunnen zeggen: 'Wie is je ideaal,
je beschermheilige?' En als hij Sint Franciscus Xavier noemde, zei ik tegen hem: 'Kijk eens hoe hard
Xavier gewerkt heeft. Je moet op hem mediteren en dat zal je op gang helpen.' Dat is één manier
van aanpak, maar die is, moet ik helaas zeggen, oppervlakkig. Hem aansporen zijn wilskracht, in
spanning te gebruiken, heeft geen langdurig effect. Zijn gedrag verandert misschien, maar hij niet.
Daarom sla ik nu een andere richting in. Ik zeg regen hem: 'Lui, wat is dat? Er zijn miljoenen vor
men van luiheid. Laat eens horen wat jouw soort
56
luiheid is. Beschrijf eens wat jij met lui bedoelt.'
Hij zegt: 'Nou, ik krijg nooit iets gedaan. Ik heb
geen zin om iets te doen.' Ik vraag: 'Je bedoelt met
een bij het opstaan 's morgens al?' 'Ja,' antwoordt hij. 'Ik word 's ochtends wakker en dan is er niets
om voor op te staan.' 'Ben je dan depressief?' vraag
ik. 'Dat zou je kunnen zeggen,' zegt hij. 'Ik heb me zo'n beetje teruggetrokken.' 'Ben je altijd zo geweest?' vraag ik. 'Nou, nier altijd. Toen ik jonger was, was ik actiever. Toen ik op het seminarium was, was ik enthousiast.' 'En wanneer is dit begon
nen?' 'Oh, ongeveer drie of vier jaar geleden.' Ik
vraag hem of er toen iets gebeurd is. Hij denkt een
tijd na. Ik zeg: 'Als je zo hard na moet denken, kan er niet zoveel bijzonders zijn gebeurd vier jaar ge
leden. Hoe zit het met het jaar daarvoor? Hij zegt: 'In dat jaar ben ik tot priester gewijd.' 'Is er iets
gebeurd in het jaar dat je gewijd bent?' vraag ik.
'Er was wel iets, het laatste theologie-examen; daar ben ik voor gezakt. Het was wel een teleurstelling,
maar daar ben ik overheen gekomen. De bisschop
was van plan me naar Rome te sturen, om uiteindelijk les te geven op het seminarium. Dat trok me
wel aan, maar aangezien ik voor het examen ge
zakt was, veranderde hij van gedachten en stuurde
me naar deze parochie. Nu u het zegt, er zat een zekere onrechtvaardigheid in, want ... ' Op dit mo
ment wordt hij nerveus; er is boosheid in hem die
hij niet verwerkt heeft. Hij moet die teleurstelling
57
weer voelen. Het is zinloos om hem een preek te geven. Het is zinloos hem een idee te voeden. We moeten hem zover krijgen dat hij zijn boosheid en teleurstelling onder ogen ziet en dat hij er inzicht in krijgt. Als ik hem een aansporing gaf en hem vertelde hoe hard zijn getrouwde broers en zusters werken, zou dat er alleen maar voor zorgen dat hij zich schuldig voelde. Hij heeft niet het inzicht in zichzelf dat hem zal helen. Dus dat is het eerste.
Er is een andere grote opdracht: begrip. Dacht je echt dat je hierdoor gelukkig zou worden? Je hebt gewoon aangenomen dat je er gelukkig door zou worden. Waarom wilde je op het seminarium lesgeven? Omdat je gelukkig wilde zijn. Je dacht dat je door professor te zijn, door een zekere starus en prestige te hebben, gelukkig wu zijn. Zou dar ook w zijn? Dit vraagt om begrip.
Geen dwang uitoefenen Mediteren over de handelwijze van Jezus en die uiterlijk imiteren helpt niet. Het gaat er nier om Christus na te volgen; het gaat erom te worden wat Jezus was. Het gaat erom Christus te worden, gewaar te worden, te begrijpen wat er in je omgaat. Alle andere methoden die we gebruiken om onszelf te veranderen zou je kunnen vergelijken met het duwen van een auto. Laten we veronderstellen dat je naar een stad ver weg moet. De auto begeeft het
58
onderweg. Tja, jammer; de auto is stuk. We stropen de mouwen op en beginnen de auto te duwen. En we duwen en duwen en duwen en duwen, tot we bij de afgelegen stad aankomen. 'Oké,' zeggen we, 'we hebben het gehaald.' En dan duwen we de auto helemaal naar weer een stad! Jij zegt: 'We zijn er toch gekomen?' Maar noem je dat leven? Weet je wat jij nodig hebt? Je hebt een deskundige nodig, je hebt een monteur nodig die de klep omhoog doet en de bougies verwisselt. Draai de comactsleutel om en de auto rijdt. Je hebt de deskundige nodig - je hebt begrip, inzicht, gewaarzijn nodig. Je moet niet hoeven duwen. Je moet je niet hoeven inspannen. Daarom zijn mensen zo moe, zo mat. Jij en ik zijn getraind om ontevreden met onszelf re zijn. Daar komt psychologisch gezien het kwaad vandaan. We zijn altijd ontevreden, we oefenen altijd dwang uit. Ga door, lever meer inspanning, meer en meer inspanning. Maar altijd is er dar innerlijke conflict; er is heel weinig begrip.
Reëel worden Mijn leven in India had één dag met een gouden randje. Het was een fantastische dag eigenlijk, de dag dar ik tot priester werd gewijd. Ik zal in een biechtstoel. We hadden een zeer heilige Jezuïetenpater in onze parochie, een Spanjaard, die ik al kende voordat ik naar het jezuïetennoviciaat ging.
59
De dag voordat ik naar het noviciaat vertrok, dacht ik dat ik beter alles kon opbiechten, zodat ik, wanneer ik naar het noviciaat ging lekker schoon zou zijn en de novicenleraar niets hoefde te vertellen.
Deze oude Spaanse priester had altijd een hele menigte mensen in de rij voor zijn biechthokje staan; hij had een paarse zakdoek waarmee hij zijn ogen bedekte, en hij mompelde altijd iets en gaf je een penitentie en dan kon je gaan. Hij had mij nog
maar een paar maal ontmoet, maar hij noemde me Antonie. Ik stond dus in de rij en toen ik aan de
beurt was, probeerde ik onder het biechten mijn stem te verdraaien. Hij luisterde geduldig naar me, gaf me mijn penitentie, gaf me absolutie, en zei
toen: 'Antonie, wanneer ga je naar het novitiaat?' Afijn, ik ging de dag na mij priesterwijding naar
de parochie. En de oude priester zei tegen me: 'Wil je de biecht afnemen?' 'Goed', zei ik. Hij zei: 'Ga
maar in mijn biechtstoel zitten. Ik dacht: 'Goh, ik ben een geestelijke. Ik ga ik zijn biechtstoel zitten.'
Ik nam drie uur lang de biecht af. Het was Palm
zondag en er kwamen veel mensen speciaal voor Pasen in de kerk Ik kwam er gedeprimeerd uit,
niet door wat ik gehoord had, want ik wist wat ik kon verwachten en, aangezien ik wel een idee had wat er in mijn eigen binnenste omging, was er niets
wat me schokte. Weet je wat me deprimeerde? Het
besef dat ik hun van die kleine vrome gemeenplaatsen meegaf: 'Bid nu tot de Gezegende Moeder, zij
60
houdt van je,' en 'Houd in gedachte dat God aan jouw kant staat.' Hielden deze gemeenplaatsen eni
ge genezing voor kanker in? En dit is een kanker, waar ik mee te maken heb, het gebrek aan gewaar
zijn en realiteit. Dus ik zwoer mezelf die dag een
ferme eed: 'Ik zal het leren, ik zal het leren, zodat er,
als alles voorbij is, niet tegen me gezegd zal worden: 'Vader, wat u tegen me zei was absoluut waar, maar
ik had er helemaal niets aan.' Gewaarzijn, inzicht. Wanneer je een deskundige
bent geworden (en dat zul je spoedig worden) hoef je geen psychologie te studeren. Als je jezelf gaat
observeren, naar jezelf gaat kijken, om die nega
tieve gevoelens op te pikken, zul je je eigen manier
vinden om ze te verklaren. En je zult de verande
ring opmerken. Maar dan zul je met de grote boef moeten afrekenen, en die boef is zeHveroordeling, zelfhaat en ontevredenheid met jezel(
Gevarieerde beelden
Laten we nog wat praten over moeiteloze verandering. Ik bedacht daar een mooi beeld voor, een zeilboot. Als een zeilboot een sterke wind in het
zeil heeft, glijdt ze zo moeiteloos verder, dat de
zeiler niets anders hoeft te doen dan sturen. Hij spant zich niet in; hij duwt de boot niet. Dat is een
beeld van wat er gebeurt wanneer er verandering
tot stand komt door gewaarzijn, door begrijpen.
61
Ik las nog eens mijn aantekeningen door, en ik
vond een paar citaten die goed passen bij wat ik
heb gezegd. Bijvoorbeeld dit citaat: 'Niets is zo
wreed als de natuur. In het hele universum is er
geen ontsnapping mogelijk, en toch is het niet de
natuur die het onrecht pleegt, maar het eigen hart van de mens.' Is dat begrijpelijk? Her is niet de
naruur die het onrecht pleegt, maar het eigen hart van de mens. Je hebt het verhaal van Paddy, die van
het schavot viel en een flinke buil had. Ze vroegen
hem: 'Heeft de val je pijn gedaan, Paddy?' En hij
zei: 'Nee, het einde deed pijn, de val niet.' Als je
water klieft, heeft het water geen pijn; wanneer je
iets massiefs doorhakt, breekt her. Je mentaliteit is
hard; je hebt onwrikbare illusies in je; die botsen
met de natuur, daarin word je geraakt, daar komt de pijn vandaan.
Hier is een mooie: hij is afkomstig van een oos
terse wijze, al weet ik niet meer wie. Net als het ge
val is bij de bij bel doet de schrijver er niet toe. Wat
er gezegd wordt wel. 'Als het oog vrij is, resulteert
dat in zien; als het oor vrij is, is het resultaat horen; als de neus vrij is, is het resultaat de reuk; als de
mond vrij is, is het resultaat smaak; als de geest vrij
is, is het resultaat wijsheid.'
W ijsheid komt wanneer je barrières laat vallen
die je door je ideeën en conditionering hebt op
gericht. Wijsheid is niet iets aangeleerds; wi jsheid
is niet ervaring; wijsheid is niet het toepassen van
62
illusies van gisteren op de problemen van vandaag. Zoals iemand tegen me zei toen ik jaren geleden
voor mijn doctoraal psychologie studeerde in Chi
cago: 'Vaak is in her leven van een priester een
vijftig jaar lange ervaring de ervaring van één jaar,
vijftig maal herhaald.' Je hebt dezelfde oplossingen
waar je op terugvalt: zó moet je met een alcoholi
cus omgaan; zó moet je met priesters omgaan; zó
moet je met nonnen omgaan; zó moet je met een
gescheiden vrouw omgaan. Maar dat is geen wijs
heid. Wijsheid is gevoelig zijn voor deze situatie,
voor deze mens, niet beïnvloed door enig residu uit het verleden, ronder doorwerking van de ervaring
in het verleden. Dit is geheel tegengesteld aan wat
de meeste mensen gewend zijn te denken. Ik zou
aan de zinnen die ik heb voorgelezen er nog een
toe willen voegen: �s het hart vrij is, is het resultaat liefde.' Ik heb de laatste dagen veel over liefde
gesproken, ook al zei ik tegenjullie dat er over lief
de eigenlijk niets te zeggen is. We kunnen alleen
spreken over afwezigheid van liefde. We kunnen alleen spreken over verslavingen. Maar over liefde
zelf is misschien niet expliciet iets re zeggen.
Verlies van beheersing
Als je wilt begrijpen wat beheersing is, denk dan
aan een klein kind dat men van drugs laat proe
ven. Naarmate de drugs verder in het lichaam van
63
het kind doordringen, raakt het verslaafd; zijn hele
wezen schreeuwt om de drug. De drug niet krijgen
is zo'n onverdraaglijke kwelling dat het beter lijkt
om te sterven. Denk aan dat beeld- het lichaam is
aan de drug verslaafd geraakt. Dit nu is precies wat
de maatschappij met je heeft gedaan toen je gebo
ren was. Je mocht niet genieten van het stevige,
voedzame eten van het leven- namelijk werk, spel,
plezier, het gezelschap van mensen, de genietingen
van de zintuigen en de geest. Je kreeg een drug
te proeven die goedkeuring, waardering, aandacht
heet.
Ik ga nu een groots mens citeren, een man met
de naam A. S. Neill. Hij is de schrijver van Sum
merhill. Wanneer een kind zeker is van zijn moe
ders liefde, vergeet hij zijn moeder; hij trekt erop
uit om de wereld te verkennen; hij is nieuwsgierig.
Hij zoekt een kikker om in zijn mond te stoppen
dergelijke dingen. Wanneer een kind om zijn moe
der heen blijft hangen, is het een slecht teken; hij is
onzeker. Misschien heeft zijn moeder geprobeerd
liefde bij hém te halen en hem niet alle vrijheid
en geruststelling geboden die hij nodig heeft. Zijn
moeder heeft misschien altijd op allerlei subtiele
manieren gedreigd hem in de steek te laten.
Zo kregen we allerlei vormen van drugversla
ving te proeven: goedkeuring, aandacht, succes,
het helemaal maken, prestige, je naam in de krant,
macht, de baas zijn. Ons werd getoond hoe het is
64
om de aanvoerder van een team te zijn, de band
te leiden, enzovoort. Omdat we deze drugs aange
naam vonden, raakten we verslaafd en werden we
bang om het zonder te moeten doen. Herinner je
hoe je de moed in de schoenen zonk, de doodsangst
die je voelde bij het vooruitzicht te falen of fouten
te maken, bij het vooruitzicht door anderen bekri
tiseert te worden. Zo werd je laf en afhankelijk van
anderen en verloor je je vrijheid. Anderen hebben
nu de macht je gelukkig of ongelukkig te maken.
Je hunkert naar je drugs, maar hoezeer je de pijn
die daarmee gepaard gaat ook verafschuwt, je bent
volkomen hulpeloos. Nog geen minuut ben je je,
bewust of onbewust, nfet gewaar van anderen op
of afgestemd op anderen, hoe ze zullen reageren,
en je marcheert op het ritme van hun trommels.
Een aardige definitie van een ontwaakte: iemand
die niet meer op de trommelmuziek van de maat
schappij marcheert, iemand die danst op de melo
die, de muziek die uit hemzelf ontspringt. Wan
neer je wordt genegeerd of afgekeurd, voel je een
eenzaamheid zo ondraaglijk dat je naar de mensen
terugkruipt en om de troostrijke drug smeekt die
steun, aanmoediging en geruststelling heet. In een
dergelijke staat met mensen te leven gaat gepaard
met een niet-aflatende gespannenheid. 'Lenfer c'est
les autres,' zei Sartre. Hoe waar. Wanneer je in deze
staat van afhankelijkheid verkeert, moet je je al
tijd goed gedragen; je kunt je nooit ontspannen;
65
je moet aan de verwachting beantwoorden. Met
mensen omgaan is in spanning leven. Ze niet te
hebben brengt de smart van eenzaamheid, omdat
je hen mist. Je hebt her vermogen verloren om hen precies te zien zoals ze zijn en goed op hen te
reageren, omdat je waarneming van hen verduisterd is door de behoefte je drugs te krijgen. Je ziet
hen alleen in zoverre ze behulpzaam zijn je drugs te krijgen of je drug dreigen af te pakken. Je kijkt
altijd met deze ogen naar mensen, bewust of onbewust. Zal ik van hen krijgen wat ik wil, zal ik
niet van hen krijgen wat ik wil? En als ze mij niet aan mijn drug kunnen helpen of hem af kunnen
pakken, ben ik niet in hen geïnteresseerd. Het is verschrikkelijk om zoiets te zeggen, maar ik vraag
me af of hier iemand is van wie dit niet gezegd kan
worden.
Het land van liefde Als we echt de illusie lieten varen dat ons iets gegeven of afgepakt kan worden, zouden we alert z ijn.
De consequentie is, als we dit niet doen, angstwekkend en onontkoombaar. We verliezen ons vermo
gen tot liefhebben. Als je wilt liefhebben, moet
j e opnieuw leren zien. En als je w ilt zien, moet je
leren je drug op te geven. Zo simpel is het. Geef
je afhankelijkheid op. Scheur de tentakels van de
maatschappij die zich om je wezen hebben gesla-
66
gen en het verstikt hebben los. Je moet ze laten
vallen. Uiterlijk zal alles doorgaan zoals vroeger,
maar al zul je verder in de maatschappij leven, je zult niet langer van de maatschappij zijn. In je
hart zul je nu eindelijk vrij zijn, zij het helemaal alleen. Je afhankelijkheid van je drug zal verdwijnen.
Je hoeft niet naar de woestijn re trekken; je leeft
midden tussen mensen; je geniet enorm van hen.
Maar ze hebben niet meer de macht je gelukkig of
ongelukkig te maken. Dat wil alleen-zijn zeggen.
In deze eenzaamheid verdwijnt je afhankelijkheid.
Het vermogen lief te hebben wordt geboren. Je ziet anderen niet meer als een middel om je verslaving
te bevredigen. Alleen iemand die dit geprobeerd heeft kent de verschrikkingen van dit proces. Het
is alsof je jezelf uitnodigt om te sterven. Het is als
of je de arme drugverslaafde vraagt het enige geluk
dat hij ooit heeft gehad op te geven. Hoe is dat te
vervangen door de smaak van brood en fruit en de frisse smaak van de ochtendlucht, de zoetheid van het water uit de bergbeek? Terwijl hij worstelt met
zijn omhoudingssymptomen en de leegte die hij in zichzelf ervaart nu zijn drug weg is, kan niets
de leegte vullen dan zijn drug. Kun je je een leven
voorstellen waarin je weigert te genieten van ook
maar één woord van waardering of daar behagen
in te scheppen, of waarin je je hoofd niet meer op
iemands schouder hoeft te leggen? Denk aan een
leven waarin je van niemand emotioneel afhanke-
67
lijk bent, zodat niemand meer de macht heeft je gelukkig of ongelukkig te maken. Je weigert een bepaalde persoon no dig te hebben of zelf speciaal te zijn voor iemand, of iemand de jouwe te noemen. De vogels in de lucht hebben hun nesten en vossen hun holen, maar jij zult geen plek hebben om
je hoofd ter ruste te leggen op je reis door het leven. Als je ooit tot deze staat komt, zul je eindelijk
weten wat het betekent te zien met een visie die helder is en die niet door angst of verlangen wordt
verduisterd. Elk woord wordt erin gewogen. Ein
delijk te zien met een visie die helder is en niet door
angst of verlangen wordt verduisterd. Je weet dan wat het betekent lief te hebben. Maar om in dat
land van liefde te komen, moet je door de pijn van de dood gaan, want mensen liefhebben betekent
sterven aan de behoefte aan mensen en volslagen alleen zijn.
Laat ik eindigen met een mooi verhaal. Er was een man die de kunst van het vuur maken had
uitgevonden. Hij pakte zijn gereedschap en ging naar een stam in het noorden, waar het heel koud was, bitter koud. Hij leerde de mensen daar vuur maken. De mensen waren zeer geïnteresseerd. Hij leerde hun waarvoor ze vuur allemaal konden gebruiken- ze konden koken, zich warm houden, enzovoort. Ze waren heel dankbaar dat ze de kunst van het vuur maken hadden geleerd. Maar voordat ze de man hun dankbaarheid konden tonen, was
68
hij verdwenen. Hij was niet geïnteresseerd in hun erkenning of dankbaarheid; hij was bezorgd om hun welzijn. Hij ging naar een andere stam, waar
hij opnieuw de mensen de waarde van zijn uitvinding liet zien. Daar was men ook geïnteresseerd,
een beetje te geïnteresseerd voor de gemoedsrust van hun priesters, die het langzamerhand opviel dat deze man een menigte mensen trok en zij hun
populariteit aan het verliezen waren. Daarom besloren ze hem uit de weg te ruimen. Ze vergiftigden hem, kruisigden hem, hoe je het ook noemen
wilt. Maar nu waren ze bang dat de mensen zich tegen hen zouden keren, dus ze waren heel wijs,
sluw zelfs. Weten jullie wat ze deden? Ze hadden een portret van de man laten maken en timmerden het vast op het hoofdaltaar van de tempel. De instrumenten waar je vuur mee kon maken werden
voor het portret neergelegd en het werd de mensen geleerd het portret te vereren en eerbied te tonen aan de instrumenten om vuur te maken, wat ze eeuwenlang braaf deden. De verering en aanbid
ding gingen door, maar er was geen vuur. Waar is het vuur? Waar is de liefde? Waar is de
radicaal uit je systeem verwijderde drug? Waar is de
vrijheid? Daar gaat het in spiritualiteit om. Helaas dreigen we dit uit het oog te verliezen, nietwaar?
Hier gaat het bij Jezus Christus allemaal om. Maar we hebben de nadruk te zeer op het 'Here, Here'
gelegd, nietwaar? Waar is het vuur? En als ere-
69
dienst niet tot het vuur leidt, als aanbidding niet tot liefde leidt, als de liturgie niet leidt tot een hel
derder waarneming van de werkelijkheid, als God niet tot het leven leidt, welk nut heeft religie dan, behalve voor het scheppen van meer verdeeldheid,
meer fanatisme, meer antagonisme? Het is niet uit gebrek aan godsdienst in de gewone betekenis van het woord dat de wereld lijdt, het is uit gebrek aan liefde, gebrek aan gewaarzijn. Ik ben hier en daar
individuen tegengekomen, die plotseling stuiten op de waarheid dat het kwaad in jezelf huist. Als
je dit gaat begrijpen, houd je op eisen te stellen aan jezelf, houd je op verwachtingen te hebben
van jezelf, houd je op jezelf te pushen en begrijp
je. Voed je met gezonde voeding, goede geronde voeding. Ik heb het niet over echt voedsel, ik heb
het over zonsondergang, over de natuur, over een goede film, over een goed boek, over prettig werk,
over goed gezelschap, en hopelijk zullen jullie je verslaafdheid aan die andere gevoelens verbreken.
Welk gevoel krijgen jullie wanneer je in contact komt met de natuur, of wanneer je opgaat in werk waar je van houdt? Of wanneer je werkelijk in gesprek bent met iemand van wiens gezelschap je ge
niet, in alle openheid en zonder je vast te klampen? Welke gevoelens heb je dan? Vergelijk die gevoe
lens met de gevoelens die je hebt wanneer je een debat wint, of wanneer je een race wint, of wan
neer je populair wordt, of wanneer iedereen voor
70
je applaudisseert. De tweede soort gevoelens noem
ik wereldse gevoelens; de eerste gevoelens noem ik zielsgevoelens. Veel mensen winnen de wereld
en verliezen hun ziel. Veel mensen leiden een leeg, zielloos leven omdat ze leven van populariteit, waardering en complimenten, van 'Ik ben oké, jij
bent oké,' kijk naar me, luister naar me, steun me, waardeer me, van de baas zijn, van macht hebben,
van de race winnen. Voed jij je daarmee? Zo ja,
dan ben je dood. Je hebt je ziel verloren. Voed je met andere, meer voedzame grondstoffen. Dan zul
je de transformatie meemaken. Ik heb je toch een
heel programma voor het leven gegeven?
71
Het lied van de vogel
Iedereen houdt van verhalen, en je zult er heel
wat aantreffen in dit boek Verhalen die boed
dhistisch, christelijk, uit het zenboeddhisme af
komstig, chassidisch, Russisch, Chinees, hindoe
ïstisch of uit het soefisme afkomstig zijn; oude en
nieuwe verhalen. En alle hebben ze een bijzondere
eigenschap: op een bepaalde manier gelezen bevor
deren ze de spirituele groei.
Hoe je ze moet lezen
Er zijn drie manieren:
1. Lees een verhaal éénmaal. Ga dan door naar een
ander verhaal. Deze manier van lezen is alleen voor
het vermaak.
73
2. Lees een verhaal twee keer. Denk erover na. Pas
het toe in je leven. Dit geeft je een idee van wat
theologie is. Iets dergelijks is nutt ig om te doen in
een groep, waarvan alle leden elkaar vertellen wat ze van het verhaal dachten. Je hebt dan een theo
logische kring.
3. Lees het verhaal opnieuw, nadat je erover hebt nagedach t. Creëer stilte in jezelf en laat het ver
haal de diepte en betekenis die erin vervat is aan
je openbaren: iets voorbij woorden en overdenkin
gen. Di t zal je een gevoel voor het mystieke geven.
Of draag het verhaal de hele dag met je mee en laat
de geur, de melodie ervan je achtervolgen. Laat het
tot je hart spreken, niet tot je brein. Ook dit zou
een beetje een mysticus van je kunnen maken. Met
dit mystieke doel in gedachten werden de meeste
van deze verhalen oorspronkelijk verteld.
Waarschuwing De meeste verhalen gaan vergezeld van commen
taar. Het commentaar is bedoeld als een voorbeeld
van het type dat je zelf misschien wilt geven. Vorm
je eigen commentaar. Beperk je niet tot wat je in
dit boek aantreft. Waarom zou je de inzichten van iemand anders lenen?
Hoed je ervoor het verhaal niet op iemand an
ders (priester, moellah, kerk, buur) te betrekken
dan jezelf. Als je dat doet, zal het verhaal je schade
74
berokkenen. Al deze verhalen gaan over jou, over
niemand anders.
Verklarende woordenlijst Theologie: De kunst van het vertellen van verhalen
over het goddel ijke. Ook de kunst ernaar te luis
teren.
Mystiek: De kunst de innerlijke betekenis van der
gelijke verhalen zo met je hart te proeven en aan te voelen, dat ze je transformeren.
Eet je eigen vruchten Een leerling klaagde eens: 'U vertelt ons verhalen ,
maar u laat zich er nooit over uit wat de betekenis
ervan is.'
Zei de meester: 'Hoe zou je het vinden als ie
mand je fruit aanbood en het fijnkauwde voordat
hij het je gaf?'
Niemand kan jouw betekenis voor je vinden. Zelfi
niet de meester.
Het lied van de vogel De leerlingen zaten vol vragen over God.
Zei de meester: 'God is de Onbekende en het
Onkenbare. Elke uitspraak over hem, elk ant-
75
woord op jullie vragen is een verdraaiing van de waarheid.'
De leerlingen waren verbijsterd. 'Waarom
spreekt u dan eigenlijk over hem?'
'Waarom zingt de vogel?' zei de meester.
Niet omdat hij een mededeling heeft, maar omdat hij een lied heeft.
De woorden van de geleerde dienen begrepen te worden. De woorden van de meester dienen niet begrepen te worden. Die zijn om naar te luisteren, zoals men luistert naar de wind door de bomen, het geluid van de rivier en het lied van de vogel. Ze maken iets wakker in het hart dat boven alle kennis uitstijgt.
Ware spiritualiteit Men vroeg de meester: 'Wat is spiritualiteit?'
Hij zei: 'Spiritualiteit is wat er in slaagt iemand
tot innerlijke transformatie te brengen. ' 'Maar als ik de traditionele methoden toepas
die door de meesters doorgegeven zijn, is dat geen
spiritualiteit?' 'Het is geen spiritualiteit als het voor jou geen
functie heeft. Een deken is geen deken meer als hij
jou niet warm houdt.' 'Dus spiritualiteit verandert wel?'
'Mensen veranderen en hebben verandering nodig. Dus wat eens spiritualiteit was, is het niet
76
meer. Wat in het algemeen doorgaat voor spiritualiteit is louter de weerslag van methoden uit het
verleden.'
Snij de mens niet in de vorm van de jas.
Hoorde je die vogel zingen? Het hindoeïstische India ontwikkelde een magnifiek beeld om Gods relatie met de schepping te beschrijven. God 'danst' de schepping. Hij is de danser, de schepping is zijn dans. De dans is iets anders dan de danser; toch bestaat zij niet los van hem. je kunt haar niet in een doos mee naar huis nemen als ze je bevalt. Zodra de danser ophoudt, bestaat de dans niet meer.
In onze zoektocht naar God denken we teveel, overwegen we teveel en praten we teveeL Zelfs wanneer we naar deze dans kijken die we de schepping noemen, zijn we de hele tijd aan het denken, praten (tegen onszelf en anderen), nadenken, analyseren, filosoferen. Woorden. Lawaai.
Wées stil en mediteer over de dans. Kijk slechts; een ster, een bloem, een blad dat verkleurt, een vogel, een steen. . . ieder deeltje van de dans is goed Kijk. Luister. Ruik. Voel. Proef En hopelijk zal het niet lang duren of je ziet hem zelf- de danserf
De leerling was altijd aan het klagen tegen de meester: ·u verbergt het uiteindelijke geheim van
77
zen voor me.' En hij accepteerde de ontkenning
van de meester niet.
Op een dag wandelden ze in de bergen toen ze
een vogel hoorden zingen.
'Hoorde je die vogel zingen?' vroeg de meester.
'Ja,' zei de leerling.
'Nou, dan weet je dat ik niets voor je heb ver
borgen.'
'J ) a.
Als je echt een vogel zou horen zingen, als je echt een
boom zou zien. . . zou je het weten. Voorbij woorden
en ideeën.
Wilt zei je daar? Heb je tientallen vogels horen zin
gen en honderden bomen gezien? Aha, was het de boom
die je zag of het bordje? Als je naar een boom kijkt en
een boom ziet, heb je de boom echt niet gezien. �n
neer je naar de boom kijkt en een wonder ziet- dan
heb je eindelijk gezien! Was je hart nooit vol van spra
keloze verwondering als je een vogel hoorde zingen?
Het bamboebosje Brownie, onze hond, keek omhoog naar de boom, met
gespitste oren en kwispelstaartend. Zijn aandacht was
bij een aap. Geen enkele gedachte verstoorde zijn to
tale concentratie, geen zorgen voor morgen. Brownie
kwam nog het dichtst bij zuivere contemplatie van alles wat ik ooit gezien heb.
78
Misschien heb je zelf ook wel eens zoiets ervaren, als je volkomen opgaat in het observeren van een spelende
poes. Dit is pas een formule voor contemplatie, een
betere ken ik niet: wees totaal in het nu. Laat elke
gedachte aan de toekomst, elke gedachte aan het ver
leden, elk beeld en elke abstractie varen en kom in het
heden. Dan zal er contemplatie oprijzen!
Na jaren van oefenen smeekte de leerlingzijn meester
hem verlichting te geven. De meester nam hem mee
naar een bamboebosje en vroeg: 'Zie je die bamboe,
hoe hoog hij is? Zie je die andere, hoe laag hij is?'
En de leerling werd verlicht.
Ze zagen dat Boeddha elke vorm van ascese beoefonde
die in het India van zijn tijd bekend was, in een po
ging verlichting te bereiken. Allemaal tevergeefS. Op
een dag zat hij onder een bodhiboom en overkwam hem de verlichting. Hij gaf het geheim van verlich
ting aan z.ijn leerlingen door in woorden die bij een
oningewijde vreemd moeten overkomen: '"\Vtlnneer
jullie diep inademen, monniken, wees je dan gewaar
dat je diep inademt. En wanneer jullie oppervlakkig
inademen, wees je dan gewaar dat je oppervlakkig
inademt. En wanneer jullie matig diep inademen,
wees je dan gewaar dat je matig diep inademt. ' Ge
waarzijn. Aandacht. Concentratie.
Zo'n concentratie zie je bij kleine kinderen. Ze
staan dicht bij het Koninkrijk.
79
Heiligheid in het moment van nu Men vroeg Boeddha eens: 'Wát maakt iemand heilig?' Hij antwoordde: 'Elk uur is verdeeld in een aantal s econden en elke seconde in een aantal fracties.
Iedereen die in staat is totaal in elke fractie van een seconde aanwezig te zijn is heilig.'
De Japanse krijger werd door zijn vijanden gevangen genomen en in de gevangenis gegooid.
's Nachts kon hij niet slapen, want hij was ervan
overtuigd dat hij de volgende morgen gefolterd
zou worden. Toen vielen hem de woorden van de meester in.
'Morgen is geen werkelijkheid. De enige werkelijkheid is nu.'
Zo raakte hij in het heden - en viel in slaap.
Iemand over wie de toekomst zijn greep kwijt is. Wflt lijkt hij op de vogels in de lucht en de lelies op het
veld! Geen zorgen voor morgen. Totale aanwezigheid in het n u. Heiligheid!
Het woord dat vlees is gemaakt In het evangelie van Johannes lezen we:
'Het Woord is vlees geworden; hij kwam onder
ons wonen ... alle dingen zijn door hem gemaakt;
zonder hem is geen ding gemaakt. Alles wat ge
maakt is was bezield van zijn leven en dat leven
80
was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het nooit ge
doofd.'
Kijk met vaste blik naar de duisternis. Het zal niet lang duren voor je het licht ziet. Kijk naar dingen.
Het zal niet lang duren voor je het Woord ziet.
Het Woord is vlees geworden; hij kwam onder ons
wonen ...
En houd op met die verwoede pogingen om van
vlees weer woorden te maken. Woorden, woorden,
woorden!
Zoeken op de verkeerde plek Een buurman van Nasroeddin vond hem op han
den en voeten.
'Waar zoekt u naar, Moellah?'
'Mijn sleutel.'
Beide mannen gingen op hun knieën om te zoe
ken. Na een tijdje vroeg de buurman: 'Waar heeft
u hem precies verloren?' 'In huis.'
'Goeie God! Waarom zoekt u hem dan hier?'
'Omdat hier meer licht is.'
Zoek God waar je hem verloren hebt.
81
Etikettenplakkers Het leven is als koppige wijn. ledereen leest het eti
ket op de fles. Er is nauwelijks iemand die de wijn proeft.
Boeddha hield eens een bloem op voor zijn leerlingen en vroeg ieder van hen er iets over te zeggen.
De ene gaf een lezing. Een ander zei een gedicht op. Weer een ander een parabel. leder probeerde de ander te overtreffen in diepte en eruditie.
Etiketten plakkers!
Mahakashyap glimlachte en zei niets. Alleen hij had de bloem gezien.
0, mocht ik toch een vogel, een bloem, een boom, een menselijk gezicht kunnen proeven! Maar helaas, ik heb geen tijd! Al mijn energie gaat in het ontcijferen van het etiket.
De formule De mysticus was terug uit de woestijn. 'Vertel ons,' zeiden ze, 'hoe God is.'
Maar hoe kon hij ooit vertellen wat hij in zijn hart
had ervaren? Kan God in woorden gevat worden? Ten slotte gaf hij hun een formule - heel on
nauwkeurig, heel ontoereikend - in de hoop dat
82
sommigen van hen verleid konden worden het zelf te ervaren.
Ze grepen zich vast aan de formule. Ze maakten er een heilige tekst van. Ze legden hem als een heilig geloof op aan anderen. Ze deden grote moeite hem in vreemde landen te verspreiden. Sommigen gaven er zelfs hun leven voor.
De mysticus was bedroefd. Het was beter geweest als hij niets had gezegd.
De medaille Een moeder kon haar zoon niet bewegen voor donker thuis te komen. Daarom vertelde ze hem dat er spoken waren op de weg naar hun huis, die na zonsondergang tevoorschijn kwamen.
Toen de jongen groter was geworden, was hij zo
bang voor spoken dat hij weigerde 's avonds boodschappen te doen. Dus gaf ze hem een medaille en leerde hem dat die hem zou beschermen.
Een slechte leer geeft hem vertrouwen in de medaille. Een goede leer leert hem inzien dat er geen spoken
bestaan.
De kat van de goeroe Elke avond, wanneer de goeroe ging zitten voor de eredienst, liep de kat van de ashram voor iedereen
83
langs en leidde de gelovigen af. Daarom gafhij opdracht de kat tijdens de dienst vast te binden.
Toen de goeroe gestorven was, bonden ze de kat
nog steeds 's avonds tijdens de dienst vast. En toen de kat was ingeslapen, werd er weer een kat naar de
ashram gehaald, zodat hij tijdens de avonddienst vastgebonden kon worden, zoals het hoorde.
Eeuwen later zijn er wetenschappelijke traktaten geschreven door de geleerde discipelen van de goeroe over de li turgische betekenis van het vast
binden van een kat als er een dienst plaatsvindt.
Verander niet
Ik ben jaren lang een neuro ticus gewees. Ik was
angstig en gedeprimeerd en egoïstisch. Iedereen vertelde me steeds dat ik anders moest worden .
Ik haatte hen en ik was het met hen eens, en ik
wilde anders worden, maar kon het eenvoudigweg
niet, hoe zeer ik het ook probeerde .
Wat n og het meeste pijn deed, was dat mijn
beste vriend er net als de anderen op aandrong dat
ik ging veranderen. En zo voelde ik me machteloos
en gevangen.
Toen zei hij op een dag tegen me: 'Je moet je
zelf niet veranderen. Verander jezelf niet. Verander
niet ... ik hou van je zoals je bent.' Ik ontspande. Ik kwam tot leven. En plotseling
veranderde ik!
84
Nu weet ik dat ik niet echt kon veranderen, tot ik
iemand gevonden had die van me hield, of ik nu veranderde of niet.
Is dit de manier waarop u van mij houdt, God?
Mijn vriend Malik, zoon van Dinar, was heel boos over het losbandige gedrag van een jongen die naast hem woonde. Lange tijd ondernam hij geen actie, in de hoop dat iemand anders zou interveniëren. Maar
toen het gedrag van de jongen onverdraaglijk werd,
ging Malik naar hem toe en drong erop aan dat hij
zijn manier van doen veranderde. De jongen antwoordde hem kalm dat hij een
beschermeli ng van de sulran was en niemand hem er dus van af kon houden te leven zoals hij wilde.
Zei Malik: 'Ik zal persoonlijk mijn beklag doen bij de sultan.'
Zei de jongeman: 'Dat is volstrekt nutteloos, want de sultan zal over mij nooit van mening veranderen.'
'Dan zal ik je aangeven bij Allah,' zei Malik.
�lah,' zei de jongen, 'is veel te vergevensgezind om mij te veroordelen.'
Malik ging verslagen weg. Maar een tijd later
was de reputatie van de jongen zo slecht geworden
dat iedereen er schande van sprak. Malik besloot
85
dat het zijn plicht was te proberen hem een reprimande te geven. Terwijl hij naar het huis van
de jongen liep, hoorde hij echter een stern tegen
hem zeggen: 'Blijf met je handen van mijn vriend
af. Ik heb hem onder mijn bescherming.' Malik werd hierdoor in verwarring gebracht en hij wist
in aanwezigheid van de jongen niet wat hij moest zeggen.
Zei de jonge man: 'Waarvoor bent u nu weer
gekomen?'
Zei Malik: 'Ik kwam je een uitbrander geven.
Maar op weg hierheen zei een stem tegen me dat
ik je niets mocht doen, omdat je al onder zijn bescherming stond.'
De losbandige knul leek verbijsterd. 'Noem
de hij me zijn vriend?' vroeg hij. Maar toen had Malik zijn huis al verlaten. Jaren later ontmoette Malik deze man in Mekka. Hi j was zo geraakt
geweest door wat de stern had gezegd, dat hij zijn
bezittingen had opgegeven en een rondzwervende bedelaar was geworden. 'Ik ben hier gekomen om mijn Vriend te zoeken,' zei hij tegen Malik,
en stierf..
God, de vriend van een zondaar! Een uitspraak, even gevaarlijk als effectief Ik heb die eens op mijzeif uit
geprobeerd. Ik zei: 'God is veel te vergevingsgezind om mij te veroordelen.' En plotseling hoorde ik het Goede Nieuws- voor de eerste keer in mijn leven.
86
De baan De eer ste sollicitant komt binnen.
'U begrijpt dat dit een eenvoudige test is die we
u geven voordat we u de baan aanbieden waar u
naar gesolliciteerd heeft?'
'] ' a.
'En, hoeveel is twee plus rwee?'
'Vier.' De tweede sollicitant komt binnen. 'Bent u klaar voor de test?'
'] ) a.
'En, hoeveel is twee plus rwee?' 'Zoveel als de baas zegt.'
De tweede sollicitant kreeg de baan.
Wát komt eerst, orthodoxie of de waarheid?
De gouden adelaar Een man vond een adelaarsei en legde het in her nest
van een gewone kip. Het ei kwam samen met het
broedsel van de kip uit en groeide daarmee op. Zijn hele leven deed de adelaar wat de kippen ook deden,
en dacht dat hij een kip was. Hij krabde de grond
los voor wormen en insecten. Hij maakte klokkende
geluiden en kakelde. En hij gooide zijn vleugels omhoog een vloog een meter of zo de lucht in.
Jaren gingen voorbij en de adelaar werd al heel oud. Op een dag zag hij boven zich een indruk-
87
wekkende vogel aan de wolkeloze hemel. De vogel
zweefde in sierlijke verhevenheid tussen de sterke
windstromen, terwijl zijn sterke gouden vleugels
nauwelijks een slag maakten.
De oude adelaar keek vol ontzag omhoog. 'Wie
is dat?' vroeg hij.
'Dat is de adelaar, de koning der vogels,' zei zijn
buurman. 'Hij hoort in de lucht thuis. Wij zijn
thuis op de grond- wij zijn kippen.'
En zo leefde en stierf de adelaar als een kip,
want dat was wat hij dacht te zijn.
Wie ben ik? Een verhaal van Attar van Nishapoer:
De minnaar klopte op de deur van zijn geliefde.
'Wie klopt daar?' vroeg de geliefde in de kamer.
'Ik ben het,' zei de minnaar.
'Ga weg. Dit huis is niet groot genoeg voor jou
en mij.'
De afgewezen minnaar trok de woestijn in.
Daar mediteerde hij maandenlang, nadenkend
over de woorden van de geliefde. Ten slotte keerde
hij terug en klopte weer op de deur.
'Wie klopt daar?'
'Jij.'
De deur werd onmiddellijk opengedaan.
88
De blik vanjezus In het evangelie naar Lucas lezen we:
'Maar Petrus zei: 'Man, ik weet niet waar je
over praat.'Op dat moment, terwijl hij nog sprak,
kraaide de haan; en de Heer draaide zich om en
keek Petrus recht aan ... en Petrus ging naar buiten
en weende bitter.'
Ik had een vrij goede verhouding met de Heer. Ik
vroeg hem altijd dingen, had gesprekken met hem,
prees hem en dankte hem ...
Maar altijd had ik zo'n ongemakkelijk gevoel
dat hij wilde dat ik hem aankeek. En dat wou ik
niet. Ik praatte dan wel, maar keek weg als ik het
gevoel had dat hij naar me keek.
Ik was bang dat ik dan een beschuldiging zou
zien van een zonde waarover ik geen berouw had
getoond. Ik dacht dat ik dan een eis zou zien; dat
er iets was dat hij van me wilde.
Op een dag schraapte ik al mijn moed bij elkaar
en keek! Er was geen beschuldiging. Er was geen
eis. De ogen zeiden slechts: 'Ik hou van je.'
En net als Petrus liep ik naar buiten en weende.
De diamant De sannyasin was aan de rand van het dorp aange
komen en ging onder een boom zitten om te gaan
slapen toen een dorpeling naar hem toe kwam ren-
89
nen en zei: 'De steen! De steen! Geef me de edel
steen!'
'Welke steen?' vroeg de sannyasin.
'De vorige nacht verscheen Heer Shiva voor me
in een droom,' zei de dorpeling, 'en hij vertelde me
dat als ik in de schemering naar de rand van het
dorp ging, ik een sannyasin zou aantreffen die me
een edelsteen zou geven die me voor eeuwig rijk
zou maken.' De sannyasin rommelde wat in zijn tas en haal
de er een steen uit. 'Waarschijnlijk bedoelde hij
deze,' zei hij, terwijl hij de dorpeling de steen over
handigde. 'Ik heb hem een paar dagen geleden op
een bospad gevonden. Je mag hem best hebben.'
De man staarde in verwondering naar de steen.
Het was een diamant, waarschijnlijk de grootste
in de hele wereld, want hij was zo groot als een
mensenhoofd.
Hij nam de diamant en liep weg. De hele nacht
lag hij te woelen in zijn bed, niet bij machte te
slapen. De volgende dag wekte hij de sannyasin
bij het krieken van de dag en zei: 'Geef me de rijk
dom die het jou mogelijk maakt deze diamant zo
gemakkelijk weg te geven.'
Godsdienstige haat Een toerist zei tegen zijn gids: 'U heeft gelijk dat u
trots bent op uw stad. Ik was vooral onder de in-
90
druk van zoveel kerken als er zijn. De mensen hier
moeten wel veel van de Heer houden.'
'Nou,' antwoordde de cynische gids, 'misschien
houden ze van de Heer, maar in ieder geval haten
ze elkaar.'
Zoals het meisje dat, toen haar gevraagd werd wat
heidenen waren, antwoordde: 'Heidenen zijn mensen
die geen ruzie maken over godsdienst. '
De stem van de zanger vult de zaal Gehoord buiten een concertzaal:
'Wat een zanger! Zijn stem vulde de zaal.'
'Ja, verscheidene van ons moesten de zaal verla
ren om er ruimte voor te maken!'
Gehoord in een sessie van spirituele therapie:
'Hoe kan ik van God houden zoals de bijbel ons
opdraagt? Hoe kan ik hem mijn hele hart geven?'
'Je moet je hart eerst opruimen en alles eruit
halen wat je gecreëerd hebt.'
Misleidend! Wees niet bang je hart te vullen met de
mensen en de dingen waar je van houdt, want de
liefde van God neemt in je hart geen ruimte in, even
min zoals de stem van een zanger ruimte inneemt in
een concertzaal.
Liefde is geen brood Als ik jou een stuk brood geef,
heb ik minder om aan anderen te geven. Liefde is
91
als eucharistisch brood: ik ontvang de hele Christus. ]ij ontvangt ook de hele Christus; en ook de volgende persoon en die daarop volgt.
je kunt met heel je hart van je moeder houden, en
van je man of vrouw, en van elk van je kinderen. Het wonder is, als je het helemaal aan één mens geeft, dat dit je niet dwingt minder aan een andere te geven. In tegendeel, allebei krijgen ze nu meer. Wánt als je alleen van je vriend houdt en van niemand anders, is het een zwak hart dat je aanbiedt. je vriend zou er bij winnen als je het ook aan anderen zou geven.
Danken ja
Wat betekent houden van God? Je houdt niet van
hem wals je houdt van de mensen die je ziet, hoon en aanraakt, want God is geen persoon in onze zin
van het woord. Hij is de Onbekende. Hij is de vol
slagen Ander. Hij staat boven termen als 'hij' en
'zij', 'persoon' en 'ding' .
Wanneer we zeggen dat een publiek de zaal vult
en de stem van een zanger de zaal vult, geven we
met hetzelfde woord twee totaal verschillende wer
kelijkheden aan. Wanneer we zeggen dat we met
ons hele hart van God houden en dat we met ons
hele hart van onze vriend houden, drukken we ook
met dezelfde woorden twee totaal verschillende
werkelijkheden uit. De stern van de zanger vult de
92
zaal niet echt. En we kunnen niet werkelijk in de
gebruikelijke zin van het woord houden van God.
Met je hele hart van God houden wil zeggen
dat je van ganser harte 'ja' zegt tegen het leven en
alles wat het met zich meebrengt. Dat je zonder reserves alles aanvaardt wat God voor je leven heeft
voorbeschikt. Dat je de geesteshouding hebt die
Jezus had toen hij zei: 'Niet mijn wil, maar uw wil
geschiede.' Als je God met heel je hart wilt liefheb
ben moetje je de beroemd geworden uitspraak van
Dag Hammarskjöld:
'Voor alles wat geweest is, dank.
Tegen alles wat zal komen, ja.'
Zoiets kun je alleen aan God geven. Hierin heeft
hij geen rivalen. Als je begrijpt dat dit God liefheb
ben betekent, zie je onmiddellijk in dat het je niet
belemmert je vrienden van ganser harte, teder en
hartstochtelijk lief te hebben.
De stem van de zanger blijft in onbetwist bezit
van de zaal, hoe volgepakt met mensen die zaal ook
is. Die mensen zijn geen rivaal voor de stem. De
enige rivaal is iets of iemand die maakt dat jouw
houding van ja en van dank verzwakt.
93
Bronnen Spirituele oefeningen
Deze oefeningen hebben een kracht die je niet
ervaart als je ze alleen maar leest. Ze moeten
gedaan worden. Dat geldt voor bijna elke zin in
een oefening. Wat vaak een oninspirerende verza
meling woorden lijkt wanneer je ze leest, kan tot je
verrassing een poort naar verlichting blijken, wan
neer je ze gedaan hebt. ..
Dit boek is bedoeld om je van de geest naar
de zintuigen re leiden, van het denken naar je
fantasie en gevoel- en dan, hoop ik, via gevoel,
fantasie en zintuigen naar stilte. Gebruik het dus
als een trap om op het terras te komen. Eenmaal
daar, moet je de trap verlaten, anders zul je de
hemel niet zien.
Wanneer je tot stilte gebracht bent, zal dit boek
je vijand worden. Weg ermee dan!
95
De vreemdeling Toen de Messias kwam zagen de mensen hem niet.
Hij is er nog steeds.
Wanneer heb ik hem
voor het laatst gezien?
Ik denk aan mo menten van liefde
die ik gaf en kreeg.
Dat was toen God weer vlees werd. Telkens weer heeft die wetenschap
me verlost en vrijgemaakt. Gods woord werd weer geopenbaard.
De vurige blik van de Profeet legde
onze zonde bloot telkens wanneer mijn hart opvlamde bij onderdrukking en onrechtvaardigheid,
telkens werd wat diep verborgen was
in een flits verlicht en werden mijn verdedigingsmechanisrnen
blootgelegd.
Bij elke innerlijke healing die ik voelde
stak Chrisrus zijn hand uit en raakte me aan. En wanneer ik frustratie, duisternis en pijn voelde
worstelde hij met zijn lijden.
De inspiratie die ik voelde
96
wanneer ik luisterde naar een preek of een boek las
of naar een film keek
was de Meester die opriep tot discipelschap.
En verenigde, in stiltes vol gebed,
de Opperpriester mij niet met God?
Ik doorzocht de tijd, zojuist voorbij, voor deze ogenblikken vol genade
en bid dat hij vandaag zal komen.
Dan stel ik me voor dat God me tot Messias zalft
en zie mezelf die rol vervullen in alles wat vandaag gebeurt.
De duisternis
Ik beschouw mezelf als een vrij fatsoenlijk mens, vriendelijk en gerespecteerd, met kleine zonden
en gebreken, totdat het me daagt dat de grootste zondaren zij zijn die in onwetendheid zonden be
gaan.
Ik zie de goedbedoelde schade
die 'liefde' hulpeloze kinderen toebrengt. Ik zie de tekenen van wreedheid
bij godsdienstfanatici.
97
Ik zie redelijke Farizeeërs
bepalen wat er tegen Jezus pleit, en het als hun plich.t beschouwen hem
uit de weg te ruimen.
Het beangstigt me dat ik wellicht lijd aan de ziekres
van de hoge priesters en de Farizeeërs.
Ze waren zo zeker van zichzelf,
zo overtuigd van hun gelijk,
w afgesloten voor andere standpunten
en verandering.
Ik denk aan mensen van wie ik weet dat ze zo zijn.
En dan denk ik aan mezelf
De Farizeeërs waren geneigd te oordelen.
Voor hen waren mensen goed of slecht.
Er was nooit iets goed aan iemand
die slecht was naar hun (voor) oordeel.
Ik denk aan andere mensen die blijkbaar
ook zo zijn.
Ik denk aan mezelf
Ik maak een lijst van 'slechte' mensen die ik ken en vraag me af of ze in wezen misschien niet
veel beter zijn dan ik
98
De Farizeeërs waren her establish.ment.
Ze waren bang om dwars te liggen.
Ik denk aan mezelf.
De Farizeeërs hielden van macht. Ze dwongen je voor je bestwil tot het juiste. Ze lieten je daarin niet vrij.
Alweer denk ik aan mezelf.
Uiteindelijk conformeerde een Farizeeër zich.
Misschien zag hij de aangeklaagde vóór zich
als 'niet schuldig',
maar hij had de heilige moed niet
zijn gelijken te trotseren en te zeggen
wat h.ij dacht. Ik denk, met spijt, aan mijn angst om te kwetsen,
het oneens met iemand te zijn,
aan mijn behoefte om te behagen.
Ik ben niet veel beter dan de mannen die de Verlosser vermoordden. Al wat ik zeggen kan is;
'Heer, ik ben een zondaar.
Wees mij genadig.'
Ik hoor hem vriendelijk antwoorden:
'Je bent me dierbaar, mijn kind.'
Wat wil hij daar in 's hemelsnaam mee zeggen?
99
Ik gebruik zijn ogen om erachter te komen wat hij in mij ziet, dat hij, zelfs al kent hij mijn zondigheid, zegt: 'Je bent me dierbaar.'
Met diezelfde ogen kijk ik naar 'zondaars'
-de Hitiers en de Stalins van onze tijd.
Ik zie dan mensen die ik verafschuw ... verwerp.
Misschien heb ik die ogen van hem nodig om me tot mededogen te bewegen en me te redden van de Farizeeër in mijzelf.
De opening
Ik herinner me de woorden van Paulus:
'Laar die geest zijn in jou
die er in Jezus Christus was.'
Ik vraag de Heer aan mij zijn hart te geven. Ik zie dat hij mijn hart van steen wegneemt,
en er zijn levende hart voor in de plaats ze t.
Ik heb de vreemde sensatie dar ik terugkom in mijn werel d met het hart van iemand anders.
Ik voel een drang tot bidden in mezelf
Ik haast me naar mijn plek daarvoor en voel mijn nieuwe hart ongewone dingen doen.
100
Ik loop door een drukke straat. Overal zijn veel mensen zoals altijd
en ik kijk naar hen, tot mijn verbazing,
op een merkwaardig andere manier vandaag.
Hun aanblik wekt gedachten en gevoelens op,
heel andere dan ik meestal heb.
Ik begeef me naar mijn huis
en kijk onder het wandelen naar bomen en vogels,
naar wolken en dieren, en naar de hele natuur met een heel andere blik.
Thuisgekomen, aan het werk, kijk ik naar mensen die ik niet aardig vind
en zie me anders reageren. Dat gebeurt ook met de mensen tegenover wie ik
eerst neutraal stond. En besef, tot mijn verrassing, dat ik anders ben,
zelfs jegens hen van wie ik houd.
Het valt me op dat ik met mijn nieuwe hart sterk sta in situaties
die ik vroeger meed.
Er zijn gelegenheden waarbij mijn hart smelt van tederheid en andere waarbij het woest wordt van verontwaardiging.
101
Mijn nieuwe hart maakt me onafhankelijk:
ik blijf wel aan veel dingen gehecht,
maar klamp me er niet meer aan vast
- ik voel me vrij ze los te laten.
Verrukt probeer ik dit uit
terwijl ik van de ene gehechtheid
naar de ander ga.
Dan stuurt het me tot mijn ontzetting
in situatie die me in moeilijkheden brengen.
Ik merk dat ik betrokken raak bij zaken
die een eind maken aan mijn verlangen
naar comfort.
Ik zeg dingen die irriteren.
Ten slotte kom ik weer bij de Heer terecht
om hem zijn hart terug te geven.
Het was opwindend om uitgerust te worden
met het hart van Christus zelf.
Maar ik weet dat ik er nog niet klaar voor ben.
Ik moet mezelf nog iets of wat beschermen.
Maar terwijl ik mijn arme hart weer terugneem
weet ik dat ik een ander mens zal zijn
doordat ik gevoeld heb, al is het maar een ogenblik,
wat het betekent zo'n hart,
zo'n geest in mij te hebben
als Jezus Christus onze Heer bezat.
102
De Koning Kort nadat Jezus was gestorven stond ik op de berg
van Calvary, me niet bewust van de menigte. Het
is alsof ik alleen ben, mij ogen gefixeerd op dat
levenloze lichaam aan het kruis.
Ik kijk naar de gedachten en gevoelens
die in mij opkomen terwijl ik kijk.
Ik zie de gekruisigde als ontdaan van alles:
Ontdaan van zijn waardigheid,
naakt voor zijn vrienden en vijanden.
Ontdaan van zijn reputatie.
Mijn geest gaat terug naar voorvallen en tijden
waarin er goed over hem gesproken werd.
Ontdaan van succes.
Ik herinner me de onstuimige jaren
waarin zijn wonderen toegejuicht werden
en het leek alsof het Koninkrijk
op het punt stond gevestigd te worden.
Ontdaan van geloofwaardigheid.
Hij kon dus niet neerdalen van het kruis.
Hij kon zichzelf dus niet redden
- hij moet wel een oplichter zijn geweest.
103
Ontdaan van steun.
Zelfs de vrienden die niet wegliepen
zijn te machteloos om hem te bereiken.
Ontdaan van zijn God
- de God die hij beschouwde als zijn Vader,
die, zo hoopte hij, hem zou verlossen
als hij hem nodig had.
Ten slotte zie ik hem ontdaan van leven,
dit bestaan hier op aarde,
waaraan hij zich, net als wij,
zo hardnekkig vastklampte
en dat hij niet wilde laten gaan.
Terwijl ik naar dat levenloze lichaam staar,
begrijp ik langzaamaan
dat ik sta te kijken naar het symbool
van opperste en totale bevrijding.
In het vastgenageld zijn aan het kruis
wordt Jezus levend en vrij.
Dit is een parabel van overwinning,
niet van nederlaag.
Het roept om afgunst, niet om beklag.
Nu overdenk ik de majesteit van de man
die zichzelf bevrijd heeft
van alles wat slaven maakt van ons,
en ons geluk verwoest.
104
Bij het staren naar die vrijheid
denk ik met droefheid aan mijn slavernij.
Ik ben slaaf van de openbare mening. Ik denk aan de momenten dat ik beheerst word
door wat de maatschappij van mij zal zeggen
en zal denken.
Ik word gedreven door succes.
Ik zie de momenten dat ik wegloop
voor uitdagingen en risico's
- omdat ik niet graag fouten maak of faal.
Ik ben gevangen door de behoefte
aan menselijke troost:
Hoe vaak was ik niet afhankelijk
van de goedkeuring en
acceptatie van mijn vrienden
en van hun macht
mijn eenzaamheid te verzachten ...
De tijden dat ik bezitterig was
jegens mijn vrienden
en mijn vrijheid verloor.
Ik denk aan mijn onderworpenheid
aan mijn God.
Ik denk aan de momenten
dat ik hem trachtte te gebruiken
om mijn leven veilig en ongestoord
en pijnloos te maken.
105
Ook de momenten dat ik
gevangen ben door vrees voor hem
en door de behoefte
me tegen hem te beschermen
door middel van rituelen
en uitingen van bijgeloof.
Ten slotte bedenk ik
hoe ik aan het leven hang,
hoe ik verlamd ben
door allerlei angsten, . � . . ' met m staat ns1co s te nemen
uit angst vrienden of reputatie,
succes of leven
of God te verliezen.
En zo staar ik in bewondering
naar de gekruisigde die zijn
uiteindelijke vrijheid won in zijn lijden
toen hij vocht tegen alles
waar hij aan gehecht was,
het losliet,
en overwon.
Ik zie de rijen mensen overal
die vandaag op Goede Vrijdag zullen knielen,
in aanbidding voor de gekruisigde.
Ik uit mijn aanbidding hier op Calvary,
volkomen onbewust van de luide menigte rondom:
106
Ik kniel en breng mij voorhoofd naar de grond,
terwijl ik voor mezelf
de vrijheid en de overwinning verlang
die dat lichaam aan het kruis uitstraalt.
En in mijn aanbidding
hoor ik die woorden
die me achtervolgen echoën in mijn hart:
'Als je mij wilt volgen,
moet je volgen met jouw kruis.'
En die andere woorden: Tenzij hij sterft,
blijft de graankorrel alleen.'
Onbeschut zijn Ik denk aan de momenten waarop
ik tot leven kom,
en de momenten dat ik dood ben.
Ik peins over het uiterlijk dat ik aanneem
in momenten van levendigheid,
en in tijden waarin ik dood ben.
Het leven verafschuwt zekerheid:
want het leven betekent risico's nemen,
jezelf blootstellen aan gevaar,
zelfs aan de dood.
Jezus zegt dat zij die veilig willen zijn hun leven
zullen verliezen;
107
Zij die bereid zijn hun leven te verliezen zullen het behouden.
Ik denk aan de momenten waarop ik terugdeinsde voor het nemen van risico's,
waarop ik goed verzorgd en veilig was; dat waren de tijden waarop ik stagneerde.
Ik denk aan andere momenten
waarop ik een risico durfde te nemen, het risico om fouten te maken, om een mislukkeling en een dwaas te zijn,
die door anderen bekritiseerd wordt, toen ik riskeerde gekwetst te worden en anderen pijn te bezorgen. Ik leefde!
Het leven is voor de gokker.
De lafaard sterft.
Het leven is het niet eens met mijn opvatting over wat goed en slecht is: dit is goed en moet je nastreven; dat is slecht en moet vermeden worden.
Van de Boom van Goed en Kwaad eten is uit het paradijs vallen. Ik moet leren alles te accepteren
108
wat het leven ook brengt: genot en pijn, verdriet en vreugde. Want als ik me afsluit voor pijn sterft mijn vermogen tot genot
- dan verhard ik en onderdruk wat ik beschouw als onaangenaam en onwenselijk, en in die hardheid,
die onderdrukking, zit rigiditeit en dood.
Dus besluit ik in zijn hele omvang de ervaring van het nu te proeven, en geen ervaring goed of slecht te noemen. De ervaringen die ik vrees
- daar denk ik aan, en, zover het in mijn macht ligt,
laat ik ze komen en verzet ik me er niet meer tegen.
Het leven gaat hand in hand met verandering. Wat niet verandert is dood. Ik denk aan mensen die fossielen zijn. Ik denk aan momenten dat ik in een fossiel veranderde:
niets dat veranderde, niets dat nieuw was, dezelfde versleten ideeën
en gedragspatronen,
109
dezelfde mentaliteit, neurosen, gewoonten, vooroordelen.
Dode mensen hebben een ingeboren angst voor verandering. Welke veranderingen hebben er de afgelopen zes maanden in mij plaatsgevonden?
Welke veranderen zullen er vandaag zijn?
Ik beëindig deze oefening
door naar de naruur om me heen te kijken: zo buigzaam, zo vloeiend, zo breekbaar, onzeker,
blootgesteld aan de dood en, zo levend!
De bevrijding Word je bewust van je lichaam als geheel en van de gevoelens die je hebt in de verschillende delen.
Verplaats je aandacht nu naar degene die de gevoelens
en her lichaam heeft gadegeslagen.
110
Realiseer je dat de waarnemer, de 'ik', nier dezelfde is als de gevoelens
die gadegeslagen worden.
Zeg nu hardop tegen jezelf: 'Ik ben niet deze gevoelens. Ik ben niet dit lichaam.'
Word je nu bewust van je ademhaling.
Verplaats dan je aandacht naar degene die naar de
ademhaling keek.
Realiseer je dat de waarnemer, de 'ik' verschilt van de ademhaling die wordt waargenomen.
Zeg nu hardop regen jezelf: 'Ik ben niet de ademhaling.'
Word je bewust van elke gedachte
die je hebt. Het is heel waarschijnlijk
dat spoedig alle gedachten verdwijnen en je je alleen van bewust bem van deze ene gedachte:
nu, op dit moment,
wordt er in mijn geest niet gedacht.
111
Verplaats je aandacht nu naar
degene die luistert naar die gedachten, of degene die ze doet ontstaan.
Realiseer je dat de waarnemer, de 'ik',
verschilt van de waargenomen gedachten.
Zeg nu hardop tegen jezelf:
'Ik ben niet de gedachten.
Ik ben niet het denken.'
Neem een gevoel waar
dat je nu hebt
- of herinner je er een die je eerder had -
vooral als het een negatieve emotie als angst,
bezorgdheid, pijn, ontmoediging of berouw is.
Verplaats je aandacht
naar degene die de emotie
heeft gadegeslagen
- of zich deze herinnerde.
Zeg nu hardop tegen jezelf:
'Ik ben niet dat gevoel.'
112
Wijsheid in één minuut
1s er zoiets als wijsheid in één minuut?'
'Dat is er zeker, 'zei de meester. 'Maar één minuut is toch zeker te kort?'
'Het is vijfenvijftig seconden te lang. ' Later zei de meester tegen zijn verblufte leerlingen: 'Hoeveel tijd kost het om de maan in het oog te krij
gen?' 'Waarom dan al deze jaren van spirituele impanning?' 'Het duurt misschien een heel leven om je ogen open
te doen. Zien gebeurt in een flits.'
De meester in deze vertellingen is niet één per
soon. Hij is een hindoeïstische goeroe, een
zen-boeddhistische roshi, een taoïstische wijze,
een joodse rabbi, een christelijke monnik, een
soefi. Hij is Lao-tse en Socrates. Boeddha en Je-
113
zus, Zarathoestra en Mohammed. Zijn leer is te
vinden in de zevende eeuw vóór Christus en in de twintigste eeuw erna. Zijn wijsheid hoort evenzeer tot het oosten als tot het westen. Doen zijn historische antecedenten er eigenlijk toe? Geschiedenis is tenslotte de neerslag van verschijnselen, niet van Werkelijkheid; van doctrines, niet van Stilte.
Het kost maar een minuut om elk van de volgende anekdotes te lezen. Je vindt de taal van de
meester waarschijnlijk verbijsterend, ergerlijk, zelfs gewoonweg onzin. Dit is helaas geen makkelijk boek! Het is niet geschreven om je iets te leren, maar om je Wakker te maken. Verborgen in de
bladzijden (niet in de gedrukte woorden, zelfs niet in de verhalen, maar in de geest, de stemmingen,
de sfeer) ligt een Wijsheid die niet in menselijke
taal is over te overbrengen. Terwijl je de gedrukte
bladzijden leest en worstelt met de cryptische taal van de meester, is het mogelijk dat je ongewild op de Stille Leer stuit die zich in het boek verschuilt, en Ontwaakt - een ander wordt. Dat betekent
Wijsheid: veranderen zonder de minste inspanning van jouw kant, getransformeerd, geloof het
of niet, louter en alleen door je bewust te worden van de werkelijkheid die niet is: woorden, maar die
buiten het bereik van woorden ligt. Als je zo fortuinlijk bent op die manier te Ont
waken, dan weet je waarom de mooiste taal die taal is die niet gesproken wordt, de mooiste daad de
114
daad is die niet gedaan wordt, en de mooiste verandering de verandering is die niet gewild is.
Waarschuwing: Neem de verhalen in kleine porties tot je-een of twee per keer. Een overdosis vermindert hun potentie.
Mythen De meester gaf zijn leer in parabels en verhalen, waar zijn leerlingen met genot naar luisterden -en met frustratie af en toe, want ze verlangden naar iets wat dieper ging.
De meester bleef onbewogen. Tegen al hun
bezwaren bracht hij in: 'Jullie moeten nog steeds leren, vrienden, dat de kortste afstand tussen een mens en de waarheid een verhaal is.'
Een andere keer zei hij: 'Kijk niet neer op het
verhaal. Een verloren goudstuk wordt gevonden met behulp van een kaars van een stuiver; de meest
diepzinnige waarheid is te vinden in een eenvoudig verhaal.'
Wonderen Een man reisde over land en zee om zelf de buiten
gewone faam van de meester te onderzoeken. 'Welke wonderen heeft je meester verricht,'
vroeg hij aan een leerling.
115
'Tja, er zijn wonderen en wonderen. In uw land
wordt het een wonder gevonden als God doet wat
iemand wil. In ons land vindt men het een wonder als iemand doet wat God wil.'
Identiteit 'Hoe streeft een mens naar eenwording met God?'
'Hoe harder je je best doet, hoe groter de af-stand wordt die je schept tussen Hem en jou.'
'Wat doe je dan aan die afstand?' 'Inzien dat die er niet is.'
'Betekent dit dan dat God en ik één zijn?'
'Niet één, niet twee.' 'Hoe kan dat nu?'
'De zon en zijn licht, de oceaan en de golf, de
zanger en zijn lied - niet één, niet twee.'
Aanbidding
Tot de leerling die te veel respect toonde zei de
meester: 'Licht wordt weerkaatst op een muur. Waarom
zou je de muur eren? Let op het licht.'
Bestemming Tegen een vrouw die over haar bestemming klaag
de, zei de meester:
116
'Jij maakt je eigen bestemming.'
'Maar ik ben er toch niet verantwoordelijk voor dat ik als vrouw geboren ben?'
'Als vrouw geboren worden is geen bestemming.
Dat is lot. Bestemming is hoe je je vrouw-zijn ac
cepteert en wat je ermee doet.'
Discriminatie Zei de afgewezen minnaar:
'Ik heb één keer mijn vingers gebrand. Ik word
nooit meer verliefd.'
Zei de meester: 'Je lijkt op de poes die zich ge
brand heeft door op de kachel te zitten en daarna
niet meer wil zitten.'
Filosofie Voordat de bezoeker aan het discipelschap begon,
wilde hij zekerheid van de meester.
'Kunt u me leren wat het doel van het menselijk
leven is?'
'Dat kan ik niet.' 'De betekenis dan, ten minste?'
'Dat kan ik niet.'
'Kunt u me aangeven wat de aard van de dood is en van het leven voorbij het graf?'
'Dat kan ik niet.'
117
Vol misprijzen liep de bezoeker weg. De leerlingen
waren ontzet dat hun meester er zo slecht was af
gekomen.
Maar de meester zei troostend: 'Wat stelt het voor te begrijpen hoe het leven is en wat de beteke
nis ervan is als je het nooit geproefd hebt? Ik heb
liever dat jullie je pudding opeten dan dat jullie
erover speculeren.'
Wedergeboorte 'Verbreek alle banden met je verleden en je zult
verlicht worden,' zei de meester.
'Ik doe het in gedeelten.'
'Groei bereik je stukje voor stukje. Verlichting
is onmiddellijk.' Later zei hij: 'Neem de sprong! Je kunt het ra
vijn niet overspringen met kleine sprongetjes.'
Atheïsme Tot verrukking van de leerlingen zei de meester dat
hij voor zijn verjaardag een nieuw overhemd wilde
hebben. De mooiste stof werd gebracht. De dorpskleermaker kwam om de meester op te meten en
beloofde als God her wou het hemd binnen een week af te hebben.
Er ging een week voorbij en er werd een leerling
naar de kleermaker gestuurd, en terwijl de meester
118
opgewonden op zijn hemd wachtte zei de kleerma
ker:
'Er is een klein oponthoud. Maar als God het
wil, is het morgen klaar.'
De volgende dag zei de kleermaker: 'Het spijt
me, maar het is niet af. Probeer het morgen maar weer, en als God het
wil, is het zeker klaar.'
De volgende dag zei de meester: 'Vraag hem
hoe lang her duurt als hij God er buiten laat.'
Transformatie Tegen een leerling die altijd maar over anderen
klaagde zei de meester: 'Als her vrede is wat je wil,
probeer jezelf te veranderen, niet andere mensen.
Her is makkelijker je voeten met slippers te be
schermen, dan de hele wereld met tapijt te beleg-'
gen.
Onderscheid De meester slenterde met een paar leerlingen langs
de oever van een rivier.
Hij zei: Zien jullie hoe de vissen overal heen
schieten waar ze maar willen? Dar vinden ze nou
echt leuk.' Een vreemdeling hoorde die opmerking toeval
lig en zei:
119
'Hoe weet u wat vissen leuk vinden? U bent geen . )
VIS.
De leerlingen hielden hun adem in bij wat ze als
een onbeschoftheid zagen. De meester glimlachte
om wat hij herkende als het onbevreesde karakter
van willen onderzoeken. Hij antwoordde minzaam:
'En u, mijn vriend, hoe weet u dat ik geen vis
ben? U bent mij niet.'
De leerlingen lachten omdat ze dit als een wel
verdiende tegenzet beschouwden. Alleen de vreem
deling werd getroffen door de diepzinnigheid van
wat de meester zei. De hele dag peinsde hij erover;
toen ging hij naar het klooster en zei: 'Misschien
verschilt u niet zo veel van de vissen als ik dacht.
Of ik van u.'
Authenticiteit De meester kwam nooit onder de indruk van di
ploma's of titels. Hij onderzocht de mens, niet het
certificaat.
Iemand hoorde hem een keer zeggen: 'Wanneer
je oren heb om een vogel te horen zingen, hoef je
niet naar zijn geloofsbrieven te kijken.'
Liefde Een pasgetrouwd stel zei: 'Wat moeten we doen
om onze liefde te laten voortduren?'
120
Waarop de meester zei: 'Hou samen van andere
dingen.'
Stroom Toen het duidelijk werd dat de meester zou ster
ven, waren de leerlingen bedroefd. Maar de mees
ter zei glimlachend:
'Zien jullie niet dat de dood bekoring aan het
leven geeft?'
'Nee. We hebben veel liever dat u nooit dood
gaat. '
'Wat waarlijk levend is moet sterven. Kijk naar
de bloemen; alleen plastic bloemen sterven nooit.'
Rijkdom 'Hoe zou spiritualiteit een man van de wereld, zo
als ik, kunnen helpen?', vroeg de zakenman.
'Het zal je helpen meer te krijgen,' zei de mees
ter.
'Hoe?'
'Door je te leren minder te begeren.'
De natuur Iemand die een lezing gaf, legde uit hoe een fractie
van de enorme sommen geld die in de tegenwoor
dige wereld aan wapens worden uitgegeven, alle
121
materiële problemen van elk lid van het menselijk ras zou kunnen oplossen.
De onvermijdelijke reactie van de leerlingen na
de lezing was: 'Maar waarom zijn de mensen zo stom?' 'Omdat,' zei de meester plechtig,'mensen heb
ben geleerd gedrukte boeken te lezen. Ze zijn de kunst verleerd om ongedrukte boeken te lezen.'
'Geef ons eens een voorbeeld van een ongedrukt boek.'
Maar de meester wilde er geen geven. Op een dag zei hij in antwoord op hun aandringen:
'Vogelzang en de geluiden van insecten trompetteren alle de waarheid. De grassen en de bloemen wijzen allemaal de Weg.
Luister! Kijk! Zo moet je lezen!'
De hemel Tegen een leerling die geobsedeerd was door de gedachten aan een leven na de dood zei de meester:
'Waarom zou je ook maar één moment verspillen door aan het hiernamaals te denken?'
'Maar is het mogelijk dat niet te doen?'
'] ) a. 'Hoe?' 'Door hier en nu in de hemel te zijn.' 'En waar is die hemel?' 'In het hier en nu.'
122
Non�instructie 'Welk onderricht geeft jouw meester?' vroeg een bezoeker.
'Geen,' zei de leerling. 'Waarom geeft hij dan toespraken?' 'Hij wijst slechts de weg- hij leert je niets.' De bezoeker begreep hier niets van, daarom
verduidelijkte de leerling het zo: 'Als de meeseer ons iets zou leren, zouden we van
zijn leer een geloof maken. De meester is niet geïnteresseerd in wat wij geloven - alleen in wat wij zien.'
Verschijnsels De meester stond altijd afkeurend tegenover alles wat sensationeel leek. 'Het goddelijke,' beweerde hij, 'vind je alleen in het gewone.'
Tegen een leerling die vormen van ascese betrachtte die welhaast bizar waren, hoorde men de meester eens zeggen: 'Heiligheid is iets mysterieus: hoe groter ze is, hoe minder ze wordt opgemerkt.'
Woorden De leerlingen werden geheel in beslag genomen door een discussie over de volgende uitspraak van Lao-tse:
Zij die weten spreken niet; Zij die spreken weten niet.
123
Toen de meester binnenkwam, vroegen ze hem
wat de woorden precies betekenden.
Zei de meester: 'Wie van jullie kent de geur van een roos?'
Die kenden ze allemaal.
Toen zei hij: 'Druk die uit in woorden.'
Allen zwegen ze.
Discipline Tegen leerlingen die wilden weten welke meditatie
hij elke morgen in de tuin deed, zei de meester:
'Wanneer ik goed kijk, zie ik de rozenstruik in
volle bloei.'
'Waarom zou je goed moeten kijken om de ro
zenstruik te zien?' vroegen ze.
'Opdat je de rozenstruik ziet en niet je eigen
idee erover,' zei de meester.
Onopvallendheid Een man van spirituele faam kwam bij de meester
en ze1:
'Ik kan niet bidden, ik kan de heilige boeken
niet begrijpen, ik kan de oefeningen die ik anderen
voorschrijf niet doen ... .'
'Geef het allemaal op, dan,' zei de meester vrolijk.
'Maar hoe? Ik word verondersteld een heilig
man te zijn en heb aanhang in deze streken.'
124
Later zei de meester met een zucht: 'Heiligheid is
tegenwoordig een benaming zonder realiteit. Het
is alleen oprecht wanneer het een realiteit is zonder ' naam.
Nederigheid Tegen een bezoeker die zichzelf omschreef als een
zoeker naar de waarheid zei de meester:
'Als wat je zoekt de waarheid is, moet je vóór
alles één eigenschap hebben.'
'Ik weet het. Een overweldigende hartstocht er-voor. ,
'Nee. Een niet aflatende bereidheid toe te geven
dat je wel eens ongelijk zou kunnen hebben.'
Eén zijn Toen een man wiens huwelijk in problemen ver
keerde de meester om raad vroeg, zei deze: 'Je moet
leren naar je vrouw te luisteren.'
De man nam dit advies ter harte en kwam na
een maand terug om te vertellen dat hij had geleerd
te luisteren naar elk woord dat zijn vrouw zei.
Zei de meester met een glimlach: 'Ga nu naar
huis en luister naar elk woord dat ze niet zegt.'
125
Rampspoed 'Rampen kunnen zorgen voor groei en verlichting,'
zei de meester. En hij legde dit als volgt uit: 'Elke dag zocht
een vogel beschutting in de verdorde takken van
een boom die midden op een uitgestrekte, verlaten
vlakte stond. Op een dag werd de boom door een
windhoos ontworteld en werd de arme vogel ge
dwongen honderd mijlen te vliegen, op zoek naar
beschutring- tot hij eindelijk bij een bos kwam
met bomen vol vruchten.'
En zijn conclusie was: 'Als de verdorde boom
was blijven leven, zou niets de vogel ertoe hebben
gebracht zijn veiligheid op te geven en weg te vlie
gen.'
Incompetentie De meester zei altijd nadrukkelijk dat de laatste
barrière voor ons om God te bereiken het woord
en idee 'God' was.
Dit maakte de plaatselijke priester zo woedend
dat hij gepikeerd de zaak met de meester kwam
doorpraten.
'Maar het woord 'God' kan ons toch zeker naar
God leiden?' zei de priester.
'Dat kan,' zei de meester kalm.
'Hoe kan iets én helpen, én een barrière zijn?'
Zei de meester:
126
'De ezel die je tot de deur brengt helpt je nog niet
het huis binnen te gaan.'
Kunst 'Wat voor nut heeft de meester?' vroeg iemand.
Zei de leerling: 'Hij leert je wat je altijd al wist,
hij Iaat je zien waar je altijd al naar keek.'
Toen dit de bezoeker in verwarring bracht,
riep de leerling uit; 'Een schilder leerde me door
zijn schilderijen om de zonsondergang te zien. De
meester leerde me door zijn onderricht de werke
lijkheid van elk moment te zien.'
Bevestiging Een vrouw die heel verdrietig was over de dood
van haar zoon kwam naar de meester voor troost.
Hij luisterde geduldig naar haar terwijl ze haar
smartelijke verhaal vertelde.
Toen zei hij zacht: 'Ik kan je tranen niet weg
vegen, lieve vrouw. Ik kan je alleen leren hoe je je
tranen heilig maakt.'
Onthulling De discussie onder de leerlingen ging eens over het
nut van lezen. Sommigen vonden het tijdverspil
ling, anderen waren het daar niet mee eens.
127
Toen de meester werd geraadpleegd, zei hij: 'Hebben jullie wel eens zo'n tekst gelezen, waarbij
de aantekeningen van een lezer in de kantlijn net
zo verhelderend blijken als de tekst zelf?'
De leerlingen knikten instemmend. 'Het leven,' zei de meester, 'is zo'n tekst.'
Wijsheid De meester vond het altijd een genoegen mensen hun onwetendheid te horen erkennen.
'Wijsheid groeit meestal in verhouding tot je gewaarzijn van je onwetendheid,' beweerde hij.
Gevraagd naar een verklaring, zei hij: 'Wanneer
je tot het inzicht komt dat je vandaag niet zo wijs bent als je gisteren dacht te zijn, ben je vandaag
wijzer.'
Denken 'Waarom bent u zo huiverig voor het denken?'
vroeg de filosoof, 'denken is het gereedschap dat
we hebben om de wereld te organiseren.' 'Waar. Maar het denken kan de wereld zo goed
organiseren dat je hem niet meer kunt zien.' Tegen zijn leerlingen zei hij achteraf: 'Een ge
dachte is een scherm, geen spiegel; daarom leef je
in een gedachteballon, onaangeraakt door de Wer
kelijkheid.'
128
Beperking De meester was uiterst vriendelijk voor academici die hem bezochten, maar hij beantwoordde nooit
hun vragen en liet zich ook niet bij hun theologische speculaties betrekken.
Tegen zijn leerlingen, die zich hierover verwonderden, zei hij: 'Kun je tegen een kikker in een
put over de oceaan praten - of over het goddelijke tegen mensen die beperkt worden door hun
ideeën?'
Totalitaire systemen Tot verlegenheid van de leerlingen vertelde de
meester een bisschop eens dat religieuze mensen een aangeboren neiging hebben tot wreedheid.
'Waarom is dat zo?' vroegen de leerlingen toen de bisschop weg was.
'Omdat ze veel te gemakkelijk mensen opofferen om een doel eerder te bereiken,' zei de meester.
Erkenning Toen de meester oud en zwak werd, smeekten de
leerlingen hem om niet te sterven. Zei de meester:
'Als ik niet ging, hoe zouden jullie het dan ooit zien?
'Wat zien wij dan niet wanneer u bij ons bent?'
vroegen ze.
129
Maar dat wou de meester niet zeggen. Toen het
ogenblik van zijn dood naderde, zeiden ze:
'Wat zullen we zien wanneer u overleden
bent?'
Zijn ogen schitterden toen hij zei:
'Het enige wat ik heb gedaan was aan de oever
van de rivier zitten en rivierwater uitdelen. Als ik
weg ben, vertrouw ik erop dat jullie de rivier zullen
opmerken.'
Ontsnapping De meester werd tijdens zijn leven een legende.
Men zei dat God hem eens om raad vroeg: 'Ik wil
verstoppertje spelen met de mensheid. Ik heb mijn
engelen gevraagd op welke plaats ik mij het beste
kan verstoppen. Sommigen zeggen in de diepe
oceaan. Anderen op de top van de hoogste berg.
Nog anderen aan de achterkant van de maan of
een verre ster. Wat is jouw voorstel?'
Zei de meester: 'Verberg u in het hart van de
mens. Dat is de laatste plaats waar ze aan zullen
denken!'
130
Opstijgen Verhalen om over te mediteren
Waarschuwing Het is een groot mysterie dat, hoewel het mense
lijke hart verlangt naar Waarheid, het enige waarin het bevrijding en verrukking vindt, de eerste re
actie van mensen op de Waarheid er een is van
vijandigheid en angst. Daarom creëerden de grote
spirituele leraren van de mensheid, zoals Boed
dha en Jezus, een truc om de oppositie van hun
toehoorders omzeilen: het verhaal. Zij wisten dat
de meest betoverende woorden van een taal zijn:
'Er was eens .. .', dat het normaal is je tegen een
waarheid te verzetten, maar dat het onmogelijk is
een verhaal te weerstaan. Vyasa, de schrijver van de
Mahabharata, zegt dat als je goed naar een verhaal
luistert, je nooit meer dezelfde zult zijn. Dat komt
doordat het verhaal zich een weg naar je hart zal
131
graven en barrières tegen het goddelijke zal afbre
ken. Zelfs al lees je de verhalen in dit boek alleen maar voor je plezier, dan geeft dat geen garantie
dat er af en toe geen verhaal door je verdediging heen zal glippen en ontploffen wanneer je dit het
minst verwacht. Je bent dus gewaarschuwd!
Als je zo roekeloos bent dat je wilt proberen ver
lichting te bereiken, stel ik voor dat je het volgende
doet:
A. Draag een verhaal innerlijk met je mee, zo
dat je er in vrije ogenblikken bij stil kunt staan.
Dar zal het een kans geven op het onderbewuste in
te werken en zijn verborgen betekenis te onthul
len. Dan zul je verbaasd staan hoe het je precies
wanneer je het nodig hebt, heel onverwachts te
binnen schiet en licht werpt op een gebeurtenis
of situatie, en je inzicht en innerlijke healing geeft.
Op dat moment zul je beseffen dat je, door deze
verhalen tot je te nemen, een Cursus in Verlichting
hebt gevolgd waarvoor geen enkele goeroe nodig is
behalve jijzelf!
B. Aangezien elk van deze verhalen een openba
ring is van de Waarheid, en aangezien Waarheid, gespeld met een hoofdletter W, de waarheid over jou
betekent, moer je je ervan verzekeren dar je, telkens
wanneer je een verhaal leest, heel geconcentreerd
zoekt naar een dieper inzicht in jezelf. Lees het zoals
je een medisch handboek zou lezen- je afvragend
of je zelf een van de symptomen hebt; en niet een
132
boek over psychologie - waarbij je je bedenkt waar
je vrienden een typisch voorbeeld van zijn. Als je
voor de verleiding bezwijkt inzicht in anderen te
willen krijgen, zullen de verhalen je schaden.
Zo hartstochtelijk was Moellah Nasroeddins liefde
voor de waarheid, dat hij naar afgelegen plaatsen
reisde op zoek naar Korangeleerden, en hij voelde
zich niet geremd om ongelovigen in de bazaar bij
een discussie over de waarheden van zijn geloof te
betrekken. Op een dag vertelde zijn vrouw hem
hoe oneerlijk hij haar behandelde - en ontdekte
dat haar man geen enkel belang in een dergelijke Waarheid stelde!
Het is de enige soort die er toe doet, natuurlijk. We
zouden echt een andere wereld hebben, als diegenen van ons die geleerde en ideoloog zijn, hetzij op religieus of werelds gebied, dezelfde passie voor zelfkennis hadden als ze tentoonspreiden voor hun theorieën en dogma's.
Er was eens een vrouw die religieus en vroom was en
vol van liefde voor God. Elke morgen ging ze naar
de kerk. En onderweg riepen er altijd kinderen naar
133
haar en kwamen bedelaars op haar af, maar ze was
zo in gebed verzonken dat ze hen niet eens zag.
Op een dag liep ze op haar gebruikelijke manier
over straat, en kwam net op tijd voor de dienst
bij de kerk aan. Ze duwde de deur open, maar die
wou niet opengaan. Ze duwde opnieuw, harder,
en merkte dat de deur op slot was. Overstuur bij de gedachte dat ze voor het eerst in jaren de dienst
zou mislopen en niet wetende wat te doen, keek ze
omhoog. En daar, recht voor haar gezicht, vond ze
een briefje dat op de deur was geprikt.
Er stond: 'Ik ben buiten!'
Toen broeder Bruno op een avond zat te bidden,
werd hij gestoord door het kwaken van een kikker.
Al zijn pogingen om het geluid te negeren hadden
geen succes, dus riep hij vanuit zijn raam: 'Kop
dicht! Ik ben aan het bidden.'
Nu was broeder Bruno een heilige, dus zijn be
vel werd onmiddellijk opgevolgd. Elk levend we
zen hield zijn mond dicht, om een stilte te schep
pen die gunstig zou zijn voor gebed.
Maar nu drong een ander geluid Bruno's ge
beden binnen- een innerlijke stem die zei: 'Mis
schien is God wel net zo blij met het kwaken van
die kikker als met de zang van jouw psalmen.'
'Wat is er nu aan het gekwaak van een kikker
134
dat Gods oren kan behagen?' was het smalende
commentaar van Bruno.
Maar de stem gaf het niet op. 'Waarom denk je
dat God het geluid heeft uitgevonden?'
Bruno besloot uit te vinden waarom. Hij leun
de uit zijn raam en gaf het bevel: 'Zing!' Het afge
meten gekwaak van de kikker vervulde de lucht,
begeleid door alle kikkers in de buurt. En terwijl
Bruno naar het geluid luisterde, hield het op te detoneren, want hij ontdekte dat het de nachtelijke
stilte in feite verdiepte, als hij zich er niet meer
tegen verzette.
Met die ontdekking kwam Bruno's hart in har
monie met de kosmos, en begreep hij voor het
eerst in zijn leven wat het betekende, bidden.
De meester was eens in gebed. De leerlingen kwa
men naar hem toe en zeiden: 'Meester, leer ons
bidden.' En zo leerde hij het hun ...
Twee mannen liepen eens door een weiland toen
ze een kwade stier zagen. Onmiddellijk vluchtten
ze naar de dichtstbijzijnde heg met de stier achter
hen aan. Het werd hun al gauw duidelijk dat ze
het niet zouden halen, dus schreeuwde de ene man
tegen de andere: 'Het is afgelopen met ons! Niets
kan ons redden. Zeg een gebed. Vlug!'
135
De ander schreeuwde terug: 'Ik heb van mijn leven
nog niet gebeden, en ik ken geen gebed voor deze
gelegenheid.'
'Hindert niks. De stier haalt ons bijna in. Elk
gebed is goed.' 'Oké, dan zeg ik die ene die ik me herinner
van mijn vader, die zei het altijd voor de maaltijd:
'Mogen wij oprecht dankbaar zijn, Heer, voor wat
wij zo direct krijgen.'
Er gaat niets boven de heiligheid van hen die hebben geleerd alles wat er is volkomen te aanvaarden.
Bij het kaartspel dat 'leven' heet, speel je zo goed als je kunt met de kaarten die je gekregen hebt.
Wie er op staan te spelen, niet met de kaarten die hun zijn toebedeeld, maar met de kaarten waarvan ze vinden dat ze die hadden moeten hebben - zijn de mislukkelingen in het leven.
Er wordt ons niet gevraagd of we willen meespelen. Dat is geen optie. Spelen moeten we. De optie is hoe.
Een man stapte een bus in en kwam naast een jon
geman te zitten die duidelijk een hippie was. Hij
droeg slechts één schoen.
'Je hebt zeker een schoen verloren, jong.'
'Nee man,' kwam het antwoord, 'Ik heb er een
gevonden.'
136
Mij is dit duidelijk; dat wil niet zeggen dat het waar is.
Een man nam zijn nieuwe jachthond mee op een
proefjacht. Weldra schoot hij een eend neer die in
het meer viel. De hond liep over het water, pakte
de eend er uit en bracht hem naar zijn meester.
De man was verbijsterd! Hij schoot nog een
eend. Alweer liep de hond, terwijl de man onge
lovig zijn ogen uitwreef, over het water en appor
teerde de eend.
Hij durfde nauwelijks te geloven wat hij had ge
zien, en nodigde zijn buurman uit om de volgende
dag met hem te jagen. Opnieuw liep de hond tel
kens wanneer hij of zijn buurman een vogel raakten,
over het water en kwam met de vogel aanzetten. De
man zei niets. Zijn buurman ook niet. Ten slotte,
toen hij zich niet meer kon inhouden, stiet hij uit:
'Heb jij iets vreemds aan die hond gemerkt?'
De buurman wreef zich nadenkend over zijn
kin. 'Ja,' zei hij eindelijk. 'Nu je het zegt, dat heb
ik! De gabber kan niet zwemmen!'
Het is niet dat het leven niet vol wonderen is. Het is meer: het is wonderbaarlijk, en iedereen die het niet meer vanzelfiprekend vindt, zal dat onmiddellijk zien.
137
Twee broers- de een vrijgezel, de ander getrouwd
-bezaten een boerderij met vruchtbare grond die
een overvloed aan graan opleverde. De helft van
het graan ging naar de ene broer en andere helft
naar de andere.
Eerst ging alles goed. Na een tijd werd de ge
trouwde man 's nachts af en toe met een schok
wakker uit zijn slaap en dacht: 'Dit is niet eerlijk.
Mijn broer is niet getrouwd, hij is helemaal alleen,
en hij krijgt maar de helft van wat de boerderij op
brengt. Ik daarentegen heb een vrouw en vijf kin
deren, dus ik heb alle zekerheid die ik voor mijn
oude dag nodig heb. Maar wie zorgt er voor mijn
arme broer als hij oud is? Hij moet veel meer sparen voor de toekomst dan hij nu doet, dus hij heeft natuurlijk meer nodig dan ik.'
Meteen stapte hij zijn bed uit, sloop naar het
huis van zijn broer en leegde een zak graan in de
graanschuur van zijn broer.
De vrijgezelle broer begon dezelfde aanvallen
te krijgen. Regelmatig ontwaakte hij uit zijn slaap
en zei tegen zichzelf: 'Dit is gewoon niet eerlijk.
Mijn broer heeft een vrouw en vijf kinderen en
hij krijgt maar de helft van wat het land opbrengt.
Maar ik heb niemand die ik moet onderhouden
behalve mezelf. Is het dan rechtvaardig dat mijn
arme broer, wiens behoefte natuurlijk groter is dan
138
de mijne, net zoveel krijgt als ik?' Vervolgens stapte
hij uit bed en leegde een zak graan in de schuur van zijn broer.
Op een nacht stonden ze tegelijk op en botsten tegen elkaar op, ieder met een zak graan op zijn
rug!
Vele jaren later, na hun dood, lekte het verhaal
uit. Toen de inwoners van de stad een kerk wil
den bouwen, kozen ze daarom de plek waar de twee broers elkaar tegenkwamen, want ze konden
geen plek in de stad bedenken die heiliger was dan die.
Het in religieuze zin belangrijke onderscheid is er
niet tussen hen die bidden en hen die niet bidden,
maar tussen hen die liefhebben en hen die dat niet
doen.
Een dronkaard strompelde op een nacht over een
brug, toen hij tegen een vriend opliep. De twee
leunden over de brug en raakten aan de praat.
'Wat is dat daar beneden?' vroeg de dronkaard
plotseling. 'Dat is de maan,' zei zijn vriend.
De dronken man keek opnieuw, schudde onge
lovig zijn hoofd en zei: 'Oké, oké, maar hoe ben ik
in godsnaam helemaal hier boven gekomen?'
139
UJé zien de werkelijkheid bijna nooit. Wát we zien is
een weerspiegeling ervan in de vorm van woorden en ideeën die we vervolgens voor de werkelijkheid houden. De wereld waarin we leven is grotendeels een mentale constructie. Mensen voeden zich met woorden, leven door woorden en zouden zonder woorden instorten.
Leerling: 'Wat is her verschil tussen kennis en verlichting?'
Meester: 'Als je kennis hebt, gebruik je een zaklamp om je de weg re wijzen. Als je verlicht bent, word je die lamp.'
Een groep mensen genoot van de mllziek in een Chinees restaurant. Plotseling zette een van de musici een vaag bekende melodie in; iedereen herkende de melodie, maar kon zich niet herinneren hoe die heette. Dus riepen ze de prachtig geklede ober bij zich en vroegen hem uit te zoeken wat de muzikant speelde. De ober waggelde weg en kwam terug met een triomfantelijke uitdrukking op zijn gezicht en fluisterde luid: 'Viool!'
Academische bijdrage aan spiritualiteit!
140
Er was eens een asceet die celibatair leefde en er de opdracht van zijn leven van maakte te vechten tegen seksualiteit bij zichzelf en anderen.
Mettertijd stierf hij. En zijn leerling, die de schok nier te boven kwam, stierf een tijdje later. Toen de leerling in de andere wereld aankwam wist hij niet wat hij zag: Daar zat zijn geliefde meester met de allermooiste vrouw op zijn schoot!
Zijn geschoktheid zakte af toen het hem inviel dat zijn meester werd beloond voor zijn seksuele onthouding op aarde. Hij ging naar hem toe en zei: 'Geliefde Meester, nu weet ik dat God rechtvaardig is, want u wordt beloond in de hemel voor uw zelfkastijding op aarde.'
De meester leek geërgerd. 'Idioot!' zei hij, 'Dit is de hemel niet en ik word niet beloond- zij wordt gestraft.'
Als de schoen past, wordt de voet vergeten; wanneer de riem past, wordt het middel vergeten; wanneer alles in harmonie is, wordt het ego vergeten.
Welk nut heeft je zelfkastijding dan?
Van een oude vrouw in het dorp werd gezegd dar ze goddelijke verschijningen zag. De plaatselijke
141
priester eiste een bewijs van authenticiteit. 'Wanneer God weer aan je verschijnt,' zei hij, 'vraag Hem mijn zonden aan je te vertellen, die alleen aan Hem
bekend zijn. Dat moet bewijs genoeg zijn.' De vrouw kwam na een maand terug en de
priester vroeg of God weer aan haar was verschenen. Ze zei van ja. 'Heb je Hem de vraag gesteld?'
'Dat heb ik gedaan.'
'En wat zei Hij?' 'Zeg tegen je priester dat ik zijn zonden ben
vergeten.'
Is het mogelijk dat alle verschrikkelijke dingen die je
hebt gedaan door iedereen- behalve jezelf- zijn ver
geten?
Spoedig na de dood van Rabbijn Mokshe vroeg Rabbijn Mendel van Koty aan een van zijn leerlin
gen: 'Waar hechtte je leraar het meeste belang aan?' De leerling dacht er even over na en zei toen:
'Aan wat hij op dat moment toevallig deed.'
Een goeroe vroeg zijn leerlingen hoe ze wisten
wanneer de nacht was afgelopen en de dag begon. Eén leerling zei: 'Wanneer je een beest ziet in
142
de verte en kunt zeggen of het een koe is of een paard.'
'Nee,' zei de goeroe. 'Wanneer je naar een boom kijkt in de verte en
kunt zeggen of het een neemboom of een mango
boom is.'
'Weer verkeerd,' zei de goeroe. 'Nou, wat is het dan?' vroegen zijn leerlingen.
'Wanneer je in iedere man die je aankijkt je
broeder herkent; wanneer je in iedere vrouw die
je aankijkt je zuster herkent. Als je dit niet kunt, is
het nog nacht, waar de zon ook staat.'
Het intrigeerde de congregatie hun rabbijn elke
week op de avond voor de sabbat te zien verdwij
nen. Ze vermoedden dat hij in het geheim de Al
machtige ontmoette, daarom vaardigden ze een
van hen af om hem te volgen.
Wat de man zag was dit: de rabbijn vermomde
zich als een boer en diende bij een verlamde chris
tenvrouw in haar huisje, ruimde haar kamer op en
bereidde een sabbatmaal voor haar.
Toen de spion terug was gekomen, vroeg de
congregatie: 'Waar ging de rabbijn heen? Steeg hij
ten hemel?'
'Nee,' antwoordde de man, 'hij ging nog ho-
ger. ,
143
Waarheid is niet te vinden in formules ...
Een man dronk met een vriend thee in een restau
rant. Hij keek lang en intens naar zijn kopje, en zei
toen met een berustende zucht: 'Ach, vriend, het
leven is als een kopje thee.'
De ander dacht hier een poosje over na, keek
lang en intens naar zijn eigen kopje en vroeg toen:
'Waarom? Waarom lijkt het leven op een kopje
thee?'
De man zei: 'Hoe zou ik dat weten? Ik ben toch
geen intellectueel?'
... of in theorieën ...
Een manager die net was teruggekomen van een
motiveringseminar, riep een werknemer naar zijn
bureau en zei: 'Van nu af aan zul jij zelf je baan
mogen inrichten en er zelf over gaan. Dat zal de
productiviteit aanzienlijk verhogen, denk ik.'
'Krijg ik meer betaald?' vroeg de werknemer.
'Nee, nee. Geld is geen drijfveer en je laijgt geen
voldoening van een salarisverhoging.'
'Maar, als de productie toeneemt, laijg ik dan meer betaald?'
144
'Moet je horen,' zei de manager. 'Je begrijpt de
motiveringtheorie blijkbaar niet. Neem dit boek
mee naar huis en lees het; daarin wordt uitgelegd
wat jou echt motiveert.'
Toen hij wegliep, hield hij even stil en zei: �s
ik dit boek lees, laijg ik dan meer betaald?'
... of in slogans ...
Een religieuze groepering had de gewoonte al haar
conferenties in een hotel te houden waarvan het
motto in grote letters op de muur van de lobby
was geschreven: ER ZIJN GEEN PROBLEMEN, ALLEEN
KANSEN.
Er kwam een man naar de hotelbalie en zei:
'Heeft u even? Ik heb een probleem.'
De baliemedewerker zei met een glimlach: 'Wij
hebben hier geen problemen, meneer. Alleen kan-
' sen.
'Noem het zoals je wilt,' zei de man ongeduldig.
'Er zit een vrouw in de kamer die mij was toege-' wezen.
145
... of in etiketten ...
Een Engelsman emigreerde naar de Verenigde Sta
ten en werd Amerikaans staatsburger.
Toen hij voor een vakantie terugging naar Enge
land, berispte een van zijn familieleden hem, om
dat hij een andere nationaliteit had aangenomen. 'Wat heb je er bij gewonnen dat je Amerikaans
burger bent geworden?' 'Nou, om maar één ding te noemen, ik heb de
Amerikaanse Revolutie gewonnen,' was het antwoord.
Noch is het in het algemeen in statistieken te vin
den ...
Nasroeddin werd gearresteerd en voor het gerecht
gesleept op de aanklacht dat hij paardenvlees had
gestopt in de kipburgers die hij in zijn restaurant
serveerde.
Voordat hij zijn vonnis uitsprak, wilde de rech
ter weten in welke verhouding hij paardenvlees
met kippenvlees mengde. Nasroeddin verklaarde
onder ede: 'Het was half-om-half, Edelachtbare.'
Na de rechtzaak vroeg een vriend hem wat half
om-half precies betekende. Zei Nasroeddin: 'Eén
paard op één kip.'
146
Het is concreet ...
Een monnik zei eens tegen Fuketsu: 'Ik hoorde u
iets zeggen wat me bevreemde, namelijk dat waarheid zonder spreken en zonder zwijgen gecommu
niceerd kan worden. Zou u dat alstublieft willen
uitleggen?'
Fuketsu antwoordde: 'Toen ik nog een jonge
knul was in China, ah! Wat zongen de vogels tus
sen de bloesems in de lente!'
Ik denk, dus ik ben onbewust. Op het moment van
denken ben ik in de ONWERKELijKE wereld van ab
stractie, of van het verleden, of van de toekomst.
Het kan relatief zijn ...
Een Amerikaanse toerist reisde voor het eerst in
het buitenland. Bij aankomst op zijn eerste buiten
landse vliegveld werd hij geconfronteerd met een
keuze tussen twee paden; de een werd aangeduid
met STAATSBURGERS en de andere met BUITENLAN
DERS.
Prompt liep hij naar de eerste. Toen hem later
verteld werd dat hij in de andere rij moest staan,
147
protesteerde hij: 'Maar ik ben geen buitenlander. Ik ben Amerikaan!'
... en daarvoor is die zeer formidabele prestatie van de menselijke geest- onbevooroordeeldheid- nodig ...
Het verhaal wil dat toen New Mexico bij de Verenigde Staten kwam te horen en de eerste zitting van het gerechtshof in de nieuwe staat werd geopend, de zittende rechter vroeger een geharde
cowboy en bestrijder van Indianen was geweest. Hij nam plaats op zijn zetel en de zaak begon.
Er werd een man beschuldigd van het stelen van paarden. De aanklacht werd voorgelezen; de aanklager en zijn getuigen werden gehoord, wals het moest.
Waarop de advocaat van de verdachte opstond en zei: 'En nu, Edelachtbare, zou ik u graag willen voorleggen wat mijn cliënt daartegen inbrengt.'
Zei de rechter: 'Ga zitten. Dat is niet nodig. Het zou alleen de jury maar in de war brengen!'
Als je één horloge hebt, weet je hoe laat het is. Als je er twee hebt, weet je het nooit zeker.
148
Het hart van de verlichte Verhalen om over te mediteren
0 m in het avontuur dat spiritualiteit heet te slagen moet je er op uit zijn het meeste uit het
leven te halen. De meeste mensen stellen zich tevreden met kleinigheden als rijkdom, roem, comfort en menselijk gezelschap.
Een man was zo gek op roem dat hij bereid was aan de galg te hangen als daardoor zijn naam in de krant kwam. Is er werkelijk verschil tussen hem en de meeste zakenlieden en politici? {Om nog niet te spreken van al die andere mensen die zoveel belang hechten aan de publieke opinie.)
De priester keek hem doordringend aan en vroeg: 'Wil je niet naar de hemel?'
149
'Nee,' zei de man.
'Bedoel je dat je me hier staat te vertellen dat je
niet naar de hemel wilt als je gestorven bent?' 'Natuurlijk wil ik naar de hemel als ik gestorven
ben. Ik dacht dat u nu wou gaan!'
Wé zijn bereid tot het gaatje te gaan - alleen wanneer
onze remmen niet werken.
Wimneer de mus zijn nest bouwt in het bos, neemt
hij maar één tak in beslag. Wimneer de ree zijn dorst lest bij de rivier, drinkt hij niet meer dan er plaats is in zijn buik.
Wij verzamelen dingen omdat ons hart leeg is.
De goeroe zat in meditatie aan de rivieroever toen
er een leerling neerknielde en twee enorme parels
aan zijn voeten legde, als teken van eerbied en ootmoed.
De goeroe opende zijn ogen, tilde een van de parels op en hield die zo onvoorzichtig vast dat hij uit zijn hand glipte en van de oever in de rivier rolde.
De ontstelde leerling dook de parel achterna,
maar hoewel hij er tot de late avond telkens weer
in dook, had hij geen geluk.
150
Uiteindelijk haalde hij, door en door nat en uitgeput, de goeroe uit zijn meditatie: 'U zag waar hij
viel. Laat me zien waar, opdat ik hem terug kan halen voor u.'
De goeroe pakte de andere parel op, gooide hem
in de rivier, en zei: 'Precies op die plek!'
Probeer geen dingen te bezitten, want je kunt dingen
niet echt in eigendom hebben. Zorg er alleen voor dat je er niet door bezeten wordt, dan zul je de heerser
van de schepping zijn.
Een bezoeker aan een psychiatrische kliniek trof een bewoner aan die op en neer wiegde in een schommelstoel en ondertussen herhaaldelijk zacht
en tevreden 'Loeloe, Loeloe .. .'zei.
'Wat is het probleem van deze man?' vroeg hij
aan de dokter.
'Loeloe. Dat was de vrouw die hem de bons
gaf,' was het antwoord van de dokter.
Toen ze de rondleiding vervolgden, kwamen ze
bij een gecapitonneerde cel waarvan de bewoner
herhaaldelijk met zijn hoofd tegen de muur bons
de, terwijl hij kreunde: 'Loeloe, Loeloe ... '
'Is Loeloe ook het probleem van deze man?'
vroeg de bezoeker.
151
'Ja,' zei de dokter. 'Hij is degene met wie Loeloe
ten slotte trouwde.'
Er zijn slechts twee bezoekingen in het leven: niet krijgen waar je aan gehecht bent en krijgen waar je aan gehecht bent.
Er was eens een zeer ascetische man die geen eten
en drinken over zijn lippen liet komen zolang de
zon aan de hemel stond. In wat een teken van
hemelse goedkeuring leek voor zijn zelfkastij
ding, scheen er op klaarlichte dag een heldere ster
boven een nabije berg, voor een ieder zichtbaar,
hoewel niemand wist hoe de ster daar gekomen
was.
Op zekere dag besloot de man de berg te be
klimmen. Een meisje uit het dorp wilde per se
met hem mee. Het was een warme dag, en spoe
dig kregen de twee dorst. Hij stond er op dat het
kind iets dronk, maar zij weigerde dat tenzij hij
ook iets dronk. De arme man zat in een lastig par
ket. Hij vond het vreselijk zijn vasten te breken;
maar hij vond het ook vreselijk het kind dorst te
zien lijden. Ten slotte dronk hij wat. En het kind
ook.
Lange tijd durfde hij niet op te kijken naar de
hemel, want hij vreesde dat de ster verdwenen was.
152
Stel je dus voor hoe verrast hij was, toen hij na een
tijdje opkeek en boven de berg twee helder schij
nende sterren zag.
Er kwam een vrouw bij rabbijn Israël en vertelde
hem haar verborgen leed: Ze was twintig jaar ge
trouwd en had nog steeds geen zoon gebaard. 'Wat
een toeval!' zei de rabbijn. 'Het was met mijn moe
der net zo.' En dit is het verhaal dat hij haar ver
telde: Twintig jaar lang had zijn moeder geen kind
gekregen. Op een dag hoorde ze dat de heilige Baal
Shem Tov in de stad was, dus haastte ze zich naar
het huis waar hij verbleef en smeekte hem te bid
den dat ze een won mocht krijgen.
'Wat ben je bereid eraan te doen?' vroeg de hei
lige.
'Wat kan ik doen?' antwoordde zij. 'Mijn man is
een arme bibliothecaris, maar ik heb wel iets wat ik
de rabbijn kan aanbieden.' Daarop snelde ze naar
huis, trok een katinka uit de kast waar het zorgvul
dig was opgeborgen, en rende terug om deze aan
de rabbijn aan te bieden. Nu is een katinka, zoals
iedereen weet, de cape die door de bruid op haar
trouwdag wordt gedragen - een kostbaar erfstuk
dat van de ene generatie op de andere wordt door
gegeven. Tegen de tijd dat de vrouw terug was, was
de rabbijn naar een andere stad vertrokken, dus
153
ging ze daar heen. Zes weken lang volgde ze hem
van stad naar stad, tot ze hem eindelijk had inge
haald. De rabbijn nam de katinka aan en gaf deze
aan de synagoge ter plaatse.
Toen zei rabbijn Israël tot besluit: 'Mijn moeder
liep de hele weg terug naar huis. Een jaar later ben
ik geboren.' 'Wat een toeval!' riep de vrouw uit. 'Ik heb ook
een katinka thuis. Die zal ik u meteen brengen, en
als u die aanbied aan de plaatselijke synagoge, zal
God me een zoon geven.'
'Ach nee, beste vrouw,' zei de rabbijn verdrietig,
'zo werkt dat niet. Het verschil tussen mijn moeder
en u is dit: U hebt haar verhaal gehoord; zij had
geen verhaal als voorbeeld.'
Nadat een heilige een ladder heeft gebruikt, wordt hij weggegooid en nooit meer gebruikt.
Vrouw tegen echtgenoot die zich in de krant heeft
begraven: 'Is het ooit in je opgekomen dat het le
ven meer zou kunnen zijn dan wat er in de wereld
gebeurt?'
De meeste mensen houden van de mensheid. Alleen de buurman kunnen ze niet uitstaan.
154
Mensen reageren niet op de werkelijkheid, maar op ideeën in hun hoofd.
Een groep toeristen die ergens op het platteland
gestrand was, kreeg oude rantsoenen te eten. Al
vorens het voedsel op te eten, testten ze het door
er iets van naar een hond te gooien, die het lekker
leek te vinden en er niets aan overhield. De volgende dag hoorden ze dat de hond was
overleden. Iedereen raakte in paniek. Velen be
gonnen over te geven en klaagden over koorts en
dysenterie. Er werd een dokter bij geroepen om
de slachtoffers tegen voedselvergiftiging te be
handelen.
De dokter begon met vragen wat er met het
stoffelijk overschot van de hond was gebeurd. Er
werd navraag gedaan. Een buurman zei noncha
lant: 'Oh, die is in een sloot gegooid omdat hij was
overreden door een auto.'
De muren die hen gevangen houden bevinden zich in hun geest, en zijn niet echt.
Een beer liep de zeven meter die zijn kooi lang was
heen en weer.
155
Toen de kooi na vijf jaar werd weggehaald, bleef
de beer die zeven meter heen en weer lopen alsof de kooi er nog was. Dat was hij ook. Voor hem!
In plaats van in contact te zijn met de werkelijkheid,
reageren ze op stereotypen ...
Bij het slotdiner van een internationale conferentie
wendde een Amerikaanse afgevaardigde zich tot de Chinese afgevaardigde die naast hem zat en vroeg,
wijzend naar de soep, ietwat neerbuigend: 'Soepie
lekke!?' De Chinese heer knikte enthousiast.
Even later was het: 'Vissie lekkel?', 'V leessie lek
kei?' en 'Vluchies Lekkel?'- en steeds was het ant
woord een beminnelijk knikje. Aan het einde van het diner stelde de voorzitter
van de conferentie de gastspreker aan de aanwezi
gen voor- niemand anders dan de Chinese heer,
die een indringende, geestige toespraak hield in
onberispelijk Engels, zeer tot verbijstering van zijn
Amerikaanse tafelheer. Toen de toespraak was afgelopen, wendde de
spreker zich tot zijn buurman en vroeg, met een ondeugende twinkeling in zijn ogen: 'Toesplaak
kie lekke!?'
156
Een man zei tegen zijn parochiepater: 'Mijn hond is gisteren gestorven, pater. Zou u een mis willen opdragen voor zijn zielenrust?'
De pater was woest verontwaardigd. 'We dragen
hier geen missen op voor dieren,' zei hij scherp.
'Misschien kunt u de nieuwe kerk verderop in de
straat proberen. Zij zullen waarschijnlijk wel voor uw hond bidden.'
'Ik hield echt van dat beestje,' zei de man, 'en
ik zou hem graag een fatsoenlijke uitvaan geven.
Ik weet niet wat men bij dergelijke gelegenheden
gewoonlijk biedt, maar denkt u dat vijfhonderd
dollar genoeg is?'
'Oh, wacht even,' zei de pater. 'U had me niet verteld dat uw hond katholiek was!'
Alles wat je aan anderen geeft, geefje aan jezelf
Vroeger in de oude tijd waren de delen van het
lichaam zeer geërgerd over de maag. Ze waren be
ledigd dat zij voor voedsel moesten zorgen en naar de maag moesten brengen, terwijl de maag zelf
niets deed dan de vruchten van hun noeste arbeid verslinden.
Daarom besloten ze dat ze geen voedsel meer naar de maag zouden brengen. De handen zouden
het niet naar de mond brengen. De tanden en kiezen
157
zouden het niet kauwen. De keel zou het niet doorslikken. Dat zou de maag dwingen iets te doen.
Maar het enige wat ze bereikten was het lichaam zo zwak maken dat ze met de dood werden
bedreigd. Zo waren zij het ten slotte die de les leer
den dat ze door een ander te helpen eigenlijk voor hun eigen welzijn in de weer waren.
Ik krijg er een enorme kick van jou te dienen - maar ik sta erop dat je dankbaar bent.
Een met sieraden behangen douairière stapte uit
een modieus hotel in London, waar ze de hele
avond had gedineerd en gedanst op een liefdadig
heidsbal voor straatboefjes. Ze stond op het punt in haar Rolls Royce te
stappen, toen een straatboefje op haar toe liep en
dreinde: 'Heb u een stuiver over, mevrouw, een
aalmoes? Ik heb al twee dagen niet gegeten.'
De gravin deinsde terug. 'Jij ondankbare schooier!' riep ze uit. 'Besef je niet dat ik de hele nacht
voor je heb gedanst?'
Er was eens een herberg die de Zilveren Ster heet
te. De herbergier kon de eindjes niet aan elkaar
158
knopen, hoewel hij zijn uiterste best deed klanten te trekken door de herberg comfortabel, de bedie
ning hartelijk en de prijzen billijk te maken. Dus
raadpleegde hij in wanhoop een wijze. Na zijn droevige verhaal te hebben aangehoord,
zei de wijze: 'Het is heel eenvoudig. Je moet de
herberg een andere naam geven.'
'Onmogelijk!' zei de herbergier. 'Die heet al ge
neraties lang de Zilveren Ster en is in het hele land
zo bekend.' 'Nee,' zei de wijze resoluut. 'Je moet hem nu de
Vijf Klokken noemen en een rij van zes klokken bij de ingang ophangen.'
'Zes klokken? Maar dat is absurd. Wat zou dat nu opleveren?'
'Probeer het eens en kijk maar,' zei de wijze met een glimlach.
Welnu, de herbergier probeerde het. En dit
is wat hij zag. Elke reiziger die langs de herberg kwam, liep naar binnen om de fout aan te wijzen.
Een ieder dacht dat niemand anders het had ge
merkt. Eenmaal binnen, raakten ze onder de be
koring van de hartelijkheid van de bediening en
bestelden een verfrissing, waardoor ze de herber
gier de goede inkomsten verschaften die hij zo lang
tevergeefs had nagestreefd.
Er zijn weinig dingen waar het ego meer plezier aan
beleeft dan aan het verbeteren van andermam fouten.
159
Elke maand stuurde de leerling zijn meester trouw
hanig een verslag van zijn spirituele vorderingen.
In de eerste maand schreef hij: 'Ik voel een ver
ruiming van het bewustzijn en ervaar mijn eenheid
met het universum.' De meester wierp een blik op
het briefje en gooide het weg.
De volgende maand meldde hij: 'Ik heb einde
lijk ontdekt dat het goddelijke in alles aanwezig is.'
De meester leek teleurgesteld.
In de derde brief verklaarde de leerling enthou
siast: 'Het mysterie van het Ene en het vele heeft
zich tot mijn verbazing aan mij geopenbaard.' De
meester gaapte.
Zijn volgende briefluidde: 'Niemand wordt ge
boren, niemand leeft, en niemand sterft, want het
zelf bestaat niet.' De meester hief in wanhoop zijn
handen ten hemel.
Er verstreek weer een maand, toen twee, toen
vijf; toen een heel jaar. De meester vond het tijd
zijn leerling te herinneren aan zijn plicht hem op
de hoogte te houden van zijn spirituele vorderin
gen. De leerling schreef terug: 'Wie kan het wat
schelen?' Toen de meester die woorden las, gleed er
een blik van tevredenheid over zijn gezicht. Hij zei: 'God zij dank, eindelijk heeft hij het begrepen!'
160
Een grote en dwaze koning klaagde dat de ruwe
grond pijn deed aan zijn voeten en daarom beval
hij het hele land met koeienhuid te beleggen.
De hofnar lachte toen de koning hem vertelde
dat hij dit bevolen had. 'Wat een volstrekt idioot
idee, Majesteit,' riep hij. 'Waarom die nodeloze
uitgave? Snij gewoon twee stukjes huid uit om uw
voeten te beschermen!'
En dat deed de koning. En zo werd het idee van
schoenen geboren.
De verlichte weet dat je, om van de wereld een oord
zonder pijn te maken, je hart moet veranderen - niet
de wereld.
De leerlingen vroegen de meester om over de dood te spreken: 'Hoe zal het zijn?'
'Het zal zijn alsof er een sluier wordt stukge
trokken; je zult vol verbazing zeggen: 'Dus U zat
er altijd al achter?'
Een koopman in Bagdad stuurde zijn bediende
om een boodschap naar de bazaar, en de man
kwam wit van angst en bevend terug. 'Meester,' zei hij, 'Toen ik op de markt was, liep in tegen
161
een vreemdeling op. Toen ik hem in het gelaat
keek, merkte ik dat het de Dood was. Hij maakte een dreigend gebaar naar me en liep weg. Nu ben
ik bang. Alstublieft, geef me een paard zodat ik meteen naar Samarra kan rijden en een zo groot
mogelijke afstand creëer tussen de Dood en mezei('
De koopman gaf de man- in zijn bezorgdheid voor hem- zijn snelste hengst. De bediende ging er in een oogwenk vandoor met het paard. Later
op de dag ging de koopman zelf naar de bazaar en zag de Dood daar door de menigte slenteren. Hij
ging naar hem toe en zei: 'U maakte vanmorgen een dreigend gebaar naar mijn arme bediende. Wat
betekende dat?'
'Dat was geen dreigende gebaar, meneer,' zei de Dood. 'Het was een schok dat ik hem hier in Bagdad zag.'
'Waarom zou hij niet in Bagdad zijn? Hier
woont de man.' 'Nou ja, ik had begrepen dat hij zich vanavond
in Samarra bij me zou voegen, ziet u?'
De meeste mensen zijn zo bang om te sterven dat ze door hun pogingen om de dood te vermijden, nooit leven.
162
Er was eens een enorme draak in China die van dorp naar dorp ging en lukraak vee, honden, kip
pen en kinderen doodde. Daarom deden de dorpelingen een beroep op een tovenaar om hen in
hun ellende bij te staan. De tovenaar zei: 'Ik kan
zelf de draak niet verslaan, want, al ben ik tovenaar, ik ben ook bang. Maar ik zal de man voor jullie vinden die het wel zal doen.'
Daarop veranderde hij zich in een draak en naam
plaats op een brug, zodat iedereen die niet wist dat
het de tovenaar was, hem niet durfde te passeren. Op een dag liep er echter een reiziger naar de brug toe, klom rustig over de draak en liep verder.
De tovenaar nam meteen weer een menselijke
gedaante aan en riep de man toe: 'Kom terug, goe
de vriend, ik heb hier weken op u staan wachten!'
De verlichte weet dat angst hem zit in de manier waarop je naar dingen kijkt, niet in de dingen zelf
Een herder was bezig zijn schapen te weiden, toen
een voorbijganger zei: 'Wat heeft u daar een prachtige kudde schapen. Mag ik u daar iets over vragen?'
'Natuurlijk,' zei de schaapherder.
Zei de man: 'Hoever zou u zeggen dat uw scha
pen elke dag lopen?' 'Welke, de witte of de zwarte schapen?'
163
'De witte schapen.'
'Nou, de witte lopen ongeveer zes kilometer per
dag.'
'En de zwarte?'
'De zwarte ook.'
'En hoeveel gras zou u zeggen dat ze elke dag
aten?'
'Welke, de witte of de zwarte?'
'De witte.'
'Nou, de witte eten ongeveer twee kilo gras per
dag.'
'En de zwarte?'
'De zwarte ook.'
'En hoeveel wol zou u zeggen dat ze elk jaar
geven?
'Welke, de witte of de zwarte?'
'De witte.'
'Nou, ik zou zeggen dat de witte zo'n drie kilo
wol geven bij iedere jaarlijkse scheerbeurt.'
'En de zwarte?'
'De zwarte ook.'
Dit wekte de nieuwsgierigheid van de voorbij
ganger. 'Mag ik u vragen waarom u de vreemde
gewoonte heeft uw schapen telkens te onderschei
den in witte en zwarte wanneer u antwoord geeft
op een vraag van mij?'
'Nou,' zei de schaapherder, 'dat spreekt eigen
lijk vanzelf. De witte zijn van mij, ziet u.'
'Oh! En de zwarte dan?'
164
'De zwarte ook,' zei de herder.
De menselijke geest maakt een onwijs onderscheid
tussen dingen die Liefde ziet als Een.
Plutarchus vertelt het verhaal hoe Alexander de
Grote Diogenes tegenkwam die aandachtig naar
een hoop mensenbotten zat te kijken.
'Waar zoekt u naar?' vroeg Alexander.
'Iets wat ik niet kan vinden,' zei de filosoof.
'En wat is dat?'
'Het verschil tussen de botten van je vader en
die van zijn slaven.'
Evenmin te onderscheiden zijn: katholieke botten en
protestante botten. Hindoe botten en moslim botten. Arabische botten en Israëlische botten. Russische bot
ten en Amerikaanse botten. De verlichte ziet er geen verschil tussen, ze/:fi niet
als de botten gehuld zijn in vlees!
De menselijke staat wordt volmaakt verbeeld door
de arme dronkaard die 's nachts buiten het park op
de schutting staat te bonken en schreeuwt: 'Laat
me eruit!'
165
Alleen je illusies weerhouden je ervan te zien dat je
vrij bent en dat je dat altijd bent geweest.
Mamiya werd een bekende zenmeester. Maar het
had hem veel moeite gekost te leren wat zen was.
Toen hij nog leerling was, vroeg zijn meester hem te
zeggen wat het geluid was van één hand die klapte.
Mamiya legde er zijn ziel en zaligheid in, be
knibbelde op eten en slaap zodat hij met het juiste
antwoord voor de dag kon komen. Maar zijn mees
ter was nooit tevreden. Hij zei op een dag zelfs te
gen hem: 'Jij werkt niet hard genoeg. Je bent veel
te veel op je gemak gesteld, veel te veel gehecht aan
de goede dingen van het leven, er zelfs te zeer aan
gehecht het antwoord zo snel mogelijk te vinden.
Het zou beter zijn als je doodging.'
De volgend keer dat Mamiya voor de meester
stond, deed hij iets dramatisch. Gevraagd het ge
luid van één klappende hand te verklaren, viel hij
voorover en bleef als voor dood liggen.
Zei de meester: 'Juist. Dus je bent dood. Maar
hoe zit het met het geluid van die ene hand die
klapt?'
Terwijl hij zijn ogen opende, antwoordde Ma
miya: 'Die heb ik nog niet kunnen oplossen.'
Daarop riep de meester in woede uit: 'Dwaas!
Doden spreken niet. D'r uit!'
166
je mag dan niet verlicht zijn, maar je zou tenminste
consequent kunnen zijn!
Ananda was Boeddha's meest toegewijde leerling. Ja
ren na Boeddha's dood werden er plannen gemaakt
voor een Groot Concilie van de Verlichten en een
van de leerlingen kwam er Ananda over vertellen.
Nu was Ananda op dat moment zelf nog niet
verlicht, hoewel hij er jarenlang hard aan had ge
werkt. Hij was dus niet gerechtigd het concilie bij
te wonen.
Op de avond van de concilievergadering was
hij nog steeds niet verlicht, dus hij besloot de hele
nacht met alle kracht te mediteren en niet op te
houden voordat hij zijn doel had bereikt. Maar het enige waar hij in slaagde was zichzelf uit te putten.
Hij had ondanks al zijn inspanningen niet de ge
ringste vooruitgang geboekt.
Dus tegen het ochtendgloren besloot hij het
op te geven en wat te gaan slapen. In die staat,
waarin hij elke begeerte, zelfs die naar verlichting,
had verloren, legde hij zijn hoofd op het kussen te
rusten. En plotseling raakte hij verlicht!
Zei de rivier tegen de zoeker: 'Moet je je eigenlijk zor
gen maken over verlichting? Welke kant ik ook opga,
ik ben op weg naar huis. '
167
De manier om lief te hebben
Winst en verlies
"Wánt wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld
gewint, en lijdt schade zijner ziel?
- Mattheüs 16:26
Denk terug aan het gevoel dat je hebt als iemand
je prijst, wanneer je goedgekeurd, geaccepteerd,
toegejuicht wordt. En stel dat tegenover het gevoel
dat in je opkomt wanneer je naar de zonsonder
gang of zonsopgang kijkt of naar de natuur in het
algemeen, of wanneer je een boek leest of naar een
film kijkt waar je erg van geniet. Probeer dit gevoel
op te roepen en vergelijk het met het eerste gevoel
dat ontstond toen je geprezen werd. Begrijp dat
het eerste soort gevoel ontstaat door zelfverheerlij-
169
king, zelfbegunsriging. Her is een werelds gevoel. Her tweede ontstaat door zelfvervulling, een gevoel van de ziel.
Nog een ander contrast: denk eens terug aan
het gevoel dat je hebt wanneer je slaagt, wanneer
je her gemaakt hebt, wanneer je aan de top bent
gekomen, wanneer je een wedstrijd, een wedden
schap of een discussie wint. En vergelijk het met
het soort gevoel dat je krijgt wanneer je echt geniet
van het werk dat je doet, waar je in opgaat, de han
deling waar je je op dit moment mee bezighoudt. En let nog eens op het kwalitatieve verschil tussen
het wereldse en het zielsgevoeL
Nog een contrast: herinner je hoe je je voelde
toen je macht had, de baas was, mensen naar je opkeken en moesten doen wat jij zei; of toen je
populair was. En vergelijk dat wereldse gevoel met
het gevoel van intimiteit, van kameraadschap - de
momenten waarop je je echt vermaakte in het ge
zelschap van een vriend of een groep mensen die
plezier hadden, en waar gelachen werd.
Als je dit nu gedaan hebt, probeer de ware aard
van wereldse gevoelens, te weten die van zelfbe
gunstiging, zelfverheerlijking, dan te begrijpen. Ze
zijn niet natuurlijk. Ze zijn uitgevonden door de maatschappij en de cultuur waarin je leeft, om je
productief en beheersbaar te maken. Deze gevoe
lens geven niet de voeding en het geluk die opge
wekt worden wanneer je naar de natuur kijkt of
170
geniet van het gezelschap van je vrienden of van je
werk. Ze waren bedoeld om je sensatie, opwinding - en leegte te bezorgen.
De hemel is nabij
Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
- Mattheüs 4: 1 7
Stel je hebt een radio die, hoe je ook aan de knop
draait, slechts één zender oppikt. Je hebt geen controle over het volume. Soms is het geluid ternau
wernood re horen, een andere keer is het zo hard dat je trommelvliezen bijna knappen. Bovendien
kun je het niet afzetten; soms is het onscherp; of
hij begint plotseling te tetteren wanneer je wil rus
ren en slapen. Wie zou het pikken als zijn radio
het zo slecht deed? En toch, wanneer je hart zich
zo krankzinnig gedraagt, neem je er niet alleen ge
noegen mee, maar noem je het zelfs normaal en
menselijk.
Denk eens aan de talloze momenten dat je door
je emoties heen en weer geslingerd werd, dat je he
vige boosheid, somberheid, angstige bezorgdheid
voelde; en het gebeurde elke keer omdat je hart
vastbesloten was iets te krijgen wat je niet had, iets
vast te houden wat je had of iets te vermijden wat
171
je niet wilde. Je was verliefd en je voelde je afgewe
zen of jaloers; plotseling raakte je met hart en ziel
gefocust op dit ene ding, en liep het op een teleur
stelling uit. Je zette alles op alles om een verkiezing
te winnen, en in het geweld van de strijd kon je het
zingen van de vogels niet meer horen: je ambitie
overstemde elk ander geluid. Je werd geconfron
teerd met de mogelijkheid van een ernstige ziekte
of het verlies van een geliefde en je kon je op niets
meer concentreren.
Kort gezegd, zodra je ergens aan gehecht raakt,
wordt het functioneren van dit mooie apparaat dat
'het menselijk hart' heet, verwoest. Als je je radio
wilt repareren, moet je radiotechniek studeren. Als
je je hart wilt hervormen, moet je lang en ernstig
nadenken over vier bevrijdende waarheden. Maar
kies eerst een voorwerp van gehechtheid dat je
dwars zit, iets waar je aan hangt, iets wat je vreest
of iets waar je naar hunkert, en hou dit voorwerp
van gehechtheid in gedachten terwijl je naar deze
waarheden luistert.
De eerste waarheid: je moet kiezen tussen je
gehechtheid en geluk. Je kunt niet beide hebben.
Zodra je ergens aan gehecht raakt, wordt je hart
uit balans gebracht en je vermogen een vreugde
vol, zorgeloos en sereen leven te leiden verwoest.
Kijk maar eens hoe waar dit is als je het toepast
op het voorwerp van gehechtheid dat je hebt uit
gekozen.
172
De tweede waarheid: waar kwam je gehechtheid
vandaan? Je bent er niet mee geboren. Zij ont
stond door een leugen die je maatschappij en je
cultuur je hebben verteld, of een leugen die je aan
jezelf hebt verteld, namelijk dat je zonder het een
of ander ding, zonder deze of gene persoon niet ge
lukkig kunt zijn. Open je ogen en zie hoe onwaar
dit is. Er zijn honderden mensen die volmaakt
gelukkig zijn zonder dit voorwerp of persoon of
situatie waar jij naar hunkert en waarvan je jezelf
hebt overtuigd dat je er niet zonder kunt leven.
Dus maak je keuze: wil jij je gehechtheid, of je vrij
heid en geluk?
De derde waarheid: als je voluit wilt leven moet
je een gevoel voor proportie ontwikkelen. Het le
ven in oneindig veel groter dan deze kleinigheid
waar je hart aan gehecht is en dat je de macht hebt
gegeven je zo van sereek te maken. Kleinigheid, ja,
omdat er als je lang genoeg leeft allicht een dag zal
komen waarop het niet meer van belang is. Het
wordt niet eens herinnerd - je eigen ervaring zal
dit bevestigen. Zoals jij je vandaag die enorme on
benulligheden die jou in het verleden zo in beroe
ring brachten nauwelijks herinnert en er niet in
het minst meer door wordt geraakt.
En zo brengt de vierde waarheid je tot de onver
mijdelijke conclusie dat niets of niemand buiten
jezelf het vermogen heeft jou gelukkig of ongeluk
kig te maken. Of je je er bewust van bent of niet,
173
jij en alleen jij besluit gelukkig of ongelukkig te zijn, en of je in een gegeven situatie je gehechtheid
in stand wilt houden of niet.
Wat moet ik doen?
'Goede meester, wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbet
- Mattheüs 19:16
Stel je voor hoe je in een concertzaal naar klanken
van de heerlijkste muziek zit te luisteren als je je opeens herinnert dat je bent vergeten je auto af te
sluiten. Je bent ongerust over de auto, je kunt de zaal niet uitlopen en je kunt niet van de muziek ge
nieten. Zie daar een volmaakt beeld van het leven zoals het door de meeste mensen geleefd wordt.
Want het leven is voor wie oren heeft om te horen een symfonie; maar zeer, zeer zeldzaam is de
mens die de muziek hoort. Waarom? Omdat we
het zo druk hebben met luisteren naar het lawaai waar onze conditionering en onze programmering
ons het hoofd mee volgestopt hebben. Dat en iets anders - onze gehechtheden. Een gehechtheid
is een belangrijke moordenaar. Om de symfonie werkelijk te horen moet je nauwkeurig afgestemd
zijn op elk instrument in her orkest. Wanneer je
alleen maar plezier hebt in het slagwerk, hoor je
174
de symfonie niet meer, omdat het geluid van de
trommels de andere instrumenten heeft uitgewist.
Je hebt misschien je voorkeuren voor de trommel,
de viool of de piano; daar schuilt geen kwaad in,
want een voorkeur vormt geen belemmering voor
je om de andere instrumenten te horen en er van te
genieten. Maar zodra je voorkeur een gehechtheid wordt, maakt die je ongevoelig voor de andere ge
luiden, je kent daar plotseling minder waarde aan
toe. En ze verblindt je voor het betreffende instru
ment, want je geeft het een waarde die volstrekt
niet in verhouding staat tot zijn verdienste.
Kijk nu eens naar iemand of iets waaraan bij
jou gehechtheid bestaat: iemand die of iets dat jij
macht hebt gegeven jou gelukkig of ongelukkig te maken. Observeer nu hoe je, omdat je er zo gefo
cust op bent deze persoon of dit ding te krijgen en vast te houden en te bezitten, met uitsluiting van
andere dingen en personen, en vanwege je obses
sie voor deze persoon of dit ding, minder gevoelig
bent voor de rest van de wereld. Je bent harder geworden. En heb de moed te zien hoe bevooroor
deeld en blind je bent geworden in aanwezigheid
van dit voorwerp van je gehechtheid. Wanneer je dit ziet, zul je het verlangen heb
ben je van elke gehechtheid te bevrijden. Het probleem is, hoe? Het helpt niet ze af te zweren en te
vermijden, want door de klank van de trommel
uit te bannen maak je jezelf weer net zo hard en
175
ongevoelig als wanneer je je alleen op de trom�
mel concentreert. Wat je nodig hebt is niet er af�
stand van doen, maar inzicht, gewaarzijn. Als je
gehechtheden je pijn en verdriet hebben bezorgd,
dan helpt dat om inzicht te krijgen. Als je op zijn minst eenmaal in je leven de zoete smaak van vrij
heid en het plezier in het leven hebt gehad die ont
hechting met zich meebrengt, dan helpt dat ook.
Het helpt ook de klank van de andere instrumen
ten in het orkest bewust op te merken. Maar er is
geen substituut voor het gewaarzijn dat je laat zien
welk verlies je lijdt wanneer je de trommel over
waardeert en wanneer je doof bent voor de rest van
het orkest.
Toon geen partijdigheid
'Meester, wij weten dat Gij recht spreekt en leert, en geen partijdigheid toont. '
- Lucas 20:21
Bekijk je leven en zie hoe je de leegte met mensen
hebt gevuld. Het gevolg is dat zij jou in hun greep hebben. Zie hoe ze je gedrag beheersen door hun
goedkeuring en afkeuring. Ze hebben de macht je
eenzaamheid te verzachten met hun gezelschap, je
stemming te verhogen met hun complimenten, je tot wanhoop te brengen met hun kritiek en afwij-
176
zing. Kijk eens naar jezelf, hoe je bijna elke mi�
nuut dat je wakker bent mensen gunstig probeert
te stemmen en te behagen, of ze nu leven of overle
den zijn. Je leeft volgens hun normen, conformeert
je aan hun eisen, zoekt hun gezelschap, verlangt
hun liefde, vreest hun spot, verlangt naar hun ap
plaus, onderwerpt je gedwee aan het schuldgevoel
dat ze je aanpraten; je bent als de dood om tegen de mode in te gaan in de wijze waarop je je kleedt
of hoe je praat of handelt of denkt, zelfs.
En neem waar hoe je zelfs wanneer je de baas
over hen bent, van hen afhankelijk en aan hen on�
derworpen bent.
Mensen zijn zozeer deel van je wezen geworden
dat je je een leven dat niet door hen beïnvloed of
beheerst wordt zelfs niet kunt voorstellen. Feite
lijk hebben ze je ervan overtuigd dat je, zelfs als
je je van hen zou losmaken, een eiland zou wor
den - eenzaam, kil, liefdeloos. Maar het is precies
andersom. Hoe kun je van iemand houden voor
wie je een slaaf bent? Hoe kun je van iemand hou�
den zonder wie je niet kunt leven? Je kunt alleen
verlangen, nodig hebben, afhankelijk zijn, vrezen
en beheerst worden. Liefde is alleen te vinden in
onbevreesdheid en vrijheid. Hoe bereik je deze
vrijheid? Door middel van een dubbele aanval op
je afhankelijkheid en slavernij. Ten eerste, gewaar
zijn. Het is vrijwel onmogelijk afhankelijk te zijn, een slaaf te zijn, wanneer je voortdurend de dwaas�
177
heid van je afhankelijkheid in het oog houdt. Maar
gewaarzijn is misschien niet genoeg voor iemand voor wie mensen de verslaving zijn. Je moet be
zigheden ontwikkelen die je graag doet. Je moet
werk vinden dat je niet doet vanwege het nut dat
het heeft, maar om het werk zelf. Bedenk iets dat
je in ieder geval graag doet, of men je daar nu om
bemint en beloont of niet, of mensen ervan weten
en je er dankbaar voor zijn of niet. Hoeveel bezigheden kun je opnoemen die je gewoon doet omdat ze je blij maken en je bezielen? Kom er achter
welke het zijn, cultiveer ze, want ze zijn je paspoort
naar vrijheid en liefde.
Wees wakker
Gezegend zijn die diensknechten welke de heer; als hij
komt, wakende vindt.
-Lucas 12:37
Overal ter wereld zijn mensen op zoek naar liefde,
want iedereen is ervan overtuigd dat liefde alleen
de wereld kan redden, dat liefde alleen het leven
zinvol en de moeite waard kan maken. Maar hoe
weinig mensen begrijpen wat liefde werkelijk is, en
hoe ze in het mensenhart ontstaat. Liefde wordt
heel vaak gelijkgesteld met goede gevoelens voor
anderen, met goedwillendheid, geweldloosheid of
178
dienstbaarheid. Maar dat is op zich geen liefde.
Liefde ontstaat uit gewaarzijn. Alleen in zoverre als
je mensen ziet zoals ze hier en nu werkelijk zijn
en niet zoals ze in je herinnering, je verlangen, je
fantasie of projectie zijn, kun je echt van hen hou
den; anders zijn het niet de mensen die je bemint
maar het idee dat je je van hen gevormd hebt, of
personen als voorwerp van je verlangen, niet zoals
ze intrinsiek zijn.
Daarom is de eerste daad van liefde om dit mens
of ding, deze werkelijkheid, te zien zoals hij of het
echt is. En dit houdt de enorme discipline in dat
je verlangens, je vooroordelen, je herinneringen, je projecties, je selectieve manier van kijken loslaat,
een discipline zo groot, dat de meeste mensen zich
eerder halsoverkop in goede werken en dienstbaar
heid zouden storten dan zich onderwerpen aan het
hete vuur van dit ascetisme. Wanneer je je ten doel
stelt iemand te dienen en niet de moeite hebt ge
nomen hem te zien, kom je dan tegemoet aan zijn
behoefde of aan je eigen? Het eerste ingrediënt van
liefde is dus de ander echt te zien.
Het tweede ingrediënt is net zo belangrijk: je
zelf zien, het licht van je gewaarzijn meedogen
loos op je motieven, je emoties, je behoeften, je
oneerlijkheid, je egoïsme, je neiging te domine
ren en te manipuleren te richten. Dit betekent dat je de dingen bij de naam noemt, hoe pijn
lijk de ontdekking en de gevolgen ook zijn. Als
179
je een dergelijk gewaarzijn van de ander en je
zelf bereikt, weet je wat liefde is. Omdat je dan
een geest en een hart hebt dat alert, waakzaam, helder en gevoelig is, een helderheid van waar
nemen, een gevoeligheid waardoor je op elk mo
ment in elke situatie een zorgvuldige, passende reactie kunt geven. Soms zul je onweerstaanbaar
tot actie worden gedwongen; en soms zul je wor
den tegengehouden. Je zult daardoor anderen
soms negeren en soms de aandacht schenken die
ze zoeken. Soms zul je zacht en meegevend zijn, en soms hard, compromisloos, assertief, geweld
dadig zelfs. Want de liefde die uit gevoeligheid
voortkomt neemt vele onverwachte vormen aan
en reageert niet op pasklare richtlijnen en prin
cipes, maar op de concrete werkelijkheid van het
moment. Wanneer je deze gevoeligheid voor het
eerst merkt, voel je waarschijnlijk een grote angst. Want al je verdedigingsmechanismen zullen neer
gehaald worden, je oneerlijkheid blootgelegd, de muren om je heen verbrand.
Ruk het oog uit
En als je hand je laat zondigen, hak hem af, het is beter het leven verminkt binnen te gaan dan met twee
handen naar de hel te gaan ... En als je oog je laat zondigen, ruk het uit; het beter voor je het Konink-
180
rijk Gods binnen te gaan met één oog dan met twee ogen in de hel te worden geworpen.
-Marcus 9:43 e.v.
Wanneer je met blinde mensen te maken hebt,
dringt het tot je door dat ze afgestemd zijn op een
werkelijkheid waar jij geen idee van hebt. Hun
gevoeligheid voor de wereld van tast, reuk, smaak
en klank is zodanig, dat wij vergeleken bij hen
domme ezels lijken. Wij beklagen mensen die hun
gezichtvermogen kwijt zijn, maar houden zelden
rekening met de verrijking die hun andere zintui
gen hun bieden. Het is jammer dat die rijkdom
tegen de hoge prijs van blindheid wordt verkregen,
en het is heel voorstelbaar dat wij even levendig en
goed op de wereld afgestemd zouden kunnen zijn
als blinden, zonder onze ogen te verliezen. Maar
het is niet mogelijk, zelfs niet voorstelbaar, dat je
je er ooit van bewust zou worden wat liefde is, als
je die delen van je psychologie die 'gehechtheden' heten, niet uitrukt, niet afhakt.
Als je weigert dit te doen zul je de ervaring van
liefde mislopen, zal het enige dat het menselijke
bestaan zin geeft aan je voorbijgaan. Want liefde
is het paspoort naar blijvende vreugde, vrede en
vrijheid. Er is alleen één ding dat de ingang tot
die wereld belemmert en de naam van dat ding is
'gehechtheid'. Zij wordt veroorzaakt door het be
gerige oog dat hunkering in het hart opwekt en
181
en daarom niet van hebt kunnen profiteren. Denk nu aan een recente gebeurtenis die je verdriet deed,
die negatieve gevoelens in je veroorzaakte. Wie of
wat die gevoelens ook deed ontstaan was je leraar, omdat die je heel veel over jezelf omhulde wat je
waarschijnlijk niet wist. En hij, of het, nodigde en daagde je uit tot zelfinzicht, zelfontdekking en der
halve tot groei, leven en vrijheid. Probeer het nu uit, stel vast wat het negatieve
gevoel was dat dit voorval in je opwekte. Was het
angst of onzekerheid, jaloezie, boosheid of schuldgevoel? Wat zegt die emotie over jou, je waarden,
de manier waarop je naar de wereld en het leven
kijkt, en bovenal hoe je geprogrammeerd en ge
conditioneerd bent? Als je erin slaagt hier achter
te komen, zul je een illusie waar je je tot nu toe
aan vast hebt gehouden laten varen, of je zult een
vervormde waarneming veranderen of een foute
overtuiging corrigeren af leren je van je pijn te dis
tantiëren, omdat je beseft dat die werd veroorzaakt
door hoe je geprogrammeerd was en niet door de
werkelijkheid; en je zult er plotseling achter ko
men dat je heel dankbaar bent voor die negatieve
gevoelens en die persoon of dat voorval dat ze ver
oorzaakt hebben.
Ga nu nog een stapje verder. Kijk naar alles wat je denkt, voelt, zegt en doet wat je niet goedkeurt in
jezelf. Je negatieve emoties, je gebreken, je handi
caps, je vergissingen, je gehechtheden en neurosen
184
en complexen en ja, zelfs je zonden. Kun je ze allemaal zien als een noodzakelijk onderdeel van je ont
wikkeling, omdat ze een belofte van groei en genade voor jezelf en anderen inhouden, die er nooit zou
zijn geweest zonder deze aspecten van jezelf waar je
zo'n hekel aan hebt? En als je anderen pijn en nega
tieve gevoelens hebt bezorgd, was je op dat moment
niet een leraar voor hen, een instrument dat hun
een aanzet tot zelfontdekking en groei gaf? Kun je
doorgaan er zo naar te kijken tot je dit alles als een
gelukkige fout ziet, een noodzakelijke zonde die jou
en de wereld heel veel goeds brengt?
Als je dit kunt, zal je hart overstroomd worden
door vrede, dankbaarheid, liefde en acceptatie van
elk ding apart. En je hebt dan ontdekt waar men
sen overal naar zoeken en wat ze nooit vinden. Na
melijk de bron van sereniteit en vreugde die zich in
elk mensenhart schuilhoudt.
Ziet de leliën des velds
Daarom zeg ik u: zijt niet bezorgd voor uw leven ...
Aanziet de vogelen des hemels ... Aanmerkt de leliën
des velds ...
- Mattheüs 6:25 e.v.
Iedereen heeft op een bepaald moment wel een ge
voel van wat men onzekerheid noemt. Je voelt je
185
onzeker over de hoeveelheid geld die je op de bank
hebt staan of over hoeveel liefde je van je vriend
krijgt of over de opleiding die je hebt genoten. Of
je hebt een gevoel van onzekerheid over je gezond
heid, je leeftijd of je fysieke verschijning. Als jou
de vraag werd gesteld: 'Wat maakt nu dat je je on
zeker voelt?' zou je bijna zeker het foute antwoord
geven. Misschien zeg je: 'Ik krijg niet genoeg liefde
van een vriend,' of: 'Ik heb niet de academische op
leiding die ik nodig heb,' of iets dergelijks. Met
andere woorden, je wijst naar een situatie buiten je
en realiseert je niet dat gevoelens van onzekerheid
niet door iets buiten je worden opgewekt, maar al
leen door je emotionele programmering, door iets
wat je jezelf wijsmaakt. Als je je programma veran
dert, zouden je gevoelens van onzekerheid meteen
verdwijnen, ook al zou in de buitenwereld alles net
zo blijven als het was. De één voelt zich heel veilig
met praktisch geen geld op de bank; de ander voelt
zich onzeker ook al heeft hij miljoenen. Het zit
hem niet in de hoeveelheid geld maar in de pro
grammering. De ene mens heeft geen vrienden, en
voelt zich toch volkomen zeker van de liefde van
mensen. De ander voelt zich zelfs in de meest aan
dacht opeisende en exclusieve relatie onzeker. Ook
hier zit het hem in de programmering.
Als je met je gevoelens van onzekerheid wilt
leren omgaan zijn er vier feiten die je goed moet
bestuderen en begrijpen. Ten eerste is het zinloos
186
je gevoel van onzekerheid te verminderen door te
proberen iets buiten je te veranderen. Het loont
misschien de moeite, al is dat meestal niet zo. Het
brengt misschien wat verlichting, maar de verlich
ting duurt niet lang. Het is de energie en tijd die
je steekt in het verbeteren van je uiterlijk of het
verdienen van meer geld of het krijgen van meer
geruststelling dat je vrienden van je houden, niet
waard.
In de tweede plaats zal dit feit je ertoe brengen
het probleem daar aan te vatten waar het echt zit,
in je hoofd. Denk aan de mensen die in precies
dezelfde situatie waarin jij je nu bevindt niet de
geringste onzekerheid zouden voelen. Zulke men
sen bestaan. Daarom ligt het probleem niet bij de
werkelijkheid buiten jou, maar in jou, in je pro
grammering.
Ten derde: je moet begrijpen dat deze pro
grammering van jou is overgenomen van onzekere
mensen die jou, toen jij heel jong en beïnvloed
baar was, door hun gedrag en hun panische reac
ties telkens wanneer de buitenwereld niet aan een
bepaald patroon beantwoordde, leerden dat je een
emotionele verwarring in jezelf moet scheppen die
onzekerheid heet. En dat je alles wat in je macht
ligt moet doen om de buitenwereld anders in te
richten- meer geld verdienen, meer geruststelling
zien te krijgen, de mensen die je hebt beledigd kal
meren en behagen, enzovoort, enzovoort - om er
187
twijfel te trekken en kwijt te raken. Of ze zijn ervan overtuigd dat ze nooit zonder de een of andere
dierbare mens, ding of plek kunnen leven.
Wil jij een manier om de mate van je starheid
en je doodsheid te meten? Observeer dan hoeveel
pijn het je doet wanneer je een gekoesterd idee,
mens of ding verliest. De pijn en het verdriet ver
raden je gehechtheid, nietwaar? Waarom rouw je
zo bij de dood van een geliefde of het verlies van
een vriend? Je hebt nooit de tijd genomen om seri
eus te overwegen dat alles verandert en voorbijgaat en sterft.
Daarom wordt je overvallen door dood, verlies en scheiding. Je woont liever op het zoldertje van
je illusie en doet net of de dingen nooit zullen ver
anderen, of ze altijd hetzelfde zullen zijn. Om die
reden doet het je zoveel pijn als het leven binnen
stormt om je illusie aan gruzelementen te slaan.
Wees bereid
Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het
niet meent, zal de Zoon des mensen komen. - Mattheüs 24:44
Vroeg of laat ontstaat er in elk mensenhart het ver
langen naar heiligheid, spiritualiteit, God, noem
het wat je wilt. Je hoort mystici spreken over een
190
goddelijkheid die overal om hen heen is en die
binnen ons bereik is, die ons leven zinvol en mooi
en rijk zou maken, als we haar maar konden ont
dekken. Mensen hebben zo'n vaag idee van wat dit
zou kunnen zijn en lezen boeken en raadplegen
goeroes in een poging erachter te komen wat ze
nu precies moeten doen om dit ongrijpbare iets
dat heiligheid of spiritualiteit heet te kunnen verwerven. Ze leren allerlei methoden, technieken,
spirituele oefeningen en formules; vervolgens ra
ken ze na jaren van vruchteloos streven ontmoe
digd en verward en vragen zich af wat er fout is
gegaan. Meestal geven ze zichzelf de schuld. Als ze
hun technieken regelmatiger hadden beoefend, als
ze ferventer of milder waren geweest zouden ze er gekomen zijn. Maar gekomen, waar? Ze hebben
geen duidelijk idee wat die heiligheid waarnaar ze
streven eigenlijk is, maar ze weten zeker dat het
nog steeds een puinhoop is in hun leven, dat ze
nog steeds bezorgd, onzeker en angstig, rancu
neus en onverzoenlijk, begerig en ambitieus zijn
en mensen manipuleren. Dus gooien ze zich weer met nieuwe kracht in de strijd en de worsteling
die ze denken te moeten leveren om hun doel te
bereiken.
Ze hebben nooit stilgestaan bij het eenvoudige
feit dat ze nergens zullen komen met hun inspan
ningen. Die rnaken alles alleen maar erger, zoals
dingen erger worden wanneer je vuur wilt uit-
191
bereikt wordt, ware heiligheid, is volkomen onge
kunsteld. Je zou helemaal niet weten dat ze in jou
bestaat. Bovendien kan het je niets schelen, want
zelfs de ambitie om heilig te zijn zal weggevallen
zijn als je van moment tot moment een leven leidt
dat door gewaarzijn vervuld, gelukkig en transpa
rant is geworden. Het is genoeg dat je waakzaam
en wakker bent, want in deze staat zullen je ogen
de Verlosser zien. Verder niets, maar dan ook abso
luut niet. Geen veiligheid, geen liefde, geen gevoel
ergens bij te horen, geen schoonheid, geen macht,
geen heiligheid - niets anders telt dan meer.
194
Sadhana - Een weg naar God Christelijke oefeningen in een oosterse vorm
Introductie Ik ben de afgelopen vijftien jaar van mijn leven
meditatieleraar en spiritueel raadsman geweest, en
heb mensen leren bidden. Ik heb tientallen men
sen horen klagen dat ze niet weten hoe ze moeten
bidden; dat ze voor hun idee, ondanks alle moeite,
geen vooruitgang maken in het gebed; dat ze bid
den saai en frustrerend vinden. Ik hoor veel spiri
tuele leraren toegeven dat ze zich hulpeloos voelen
als her erop aankomt mensen te leren bidden of,
juister gezegd, hun te leren bevrediging en vervul
ling te vinden in het gebed.
Dit verbaast me altijd, omdat ik het betrek
kelijk gemakkelijk heb gevonden mensen te leren
bidden. Ik wijt dit niet louter aan een persoonlijk
charisma van mij. Ik wijt het aan enkele heel een-
195
voudige theorieën die ik in mijn eigen gebedsprak
tijk volg en ook bij de begeleiding van anderen in het gebed. De eerste theorie is dat bidden een oe
fening is die vervulling en bevrediging geeft en dat het volkomen gerechtvaardigd is dit te verwachten van bidden. De tweede is dat je niet zozeer met
het hoofd als wel met het hart moet bidden. Hoe eerder het bidden zich juist van het hoofd en het
denken afwendt, hoe prettiger het waarschijnlijk
wordt en hoe meer het oplevert. De meeste pries
ters en religieuzen stellen bidden gelijk aan den
ken. Dat is hun ondergang. Een bevriende jezuïet vertelde me eens dat hij
een hindoeïstische leraar had benaderd om in de
kunst van het bidden te worden ingewijd. De
goeroe zei tegen hem dat hij zich op zijn ademhaling moest concentreren. Mijn vriend deed dat
toen ongeveer vijf minuten. Toen zei de goeroe:
'De lucht die je inademt is God. Je ademt God
in het uit. Word je daarvan gewaar en blijf bij dat
gewaarzijn.' Mijn vriend volgde, nadat hij mentaal een lichte theologische aanpassing aan die uit
spraak had gemaakt, deze instructies - uren lang, dag na dag-en ontdekte tot zijn verbijstering dat
bidden zo eenvoudig kan zijn als in- en uitademen. En hij ontwaarde in deze oefening een diepte, een
bevrediging en een spiritueel gevoed worden die hij in de vele, vele uren die hij jarenlang aan bid
den had gewijd, niet had gevonden.
196
Lichamelijke gewaarwordingen Een van de grootste vijanden van bidden is ner
veuze gespannenheid. Deze oefening helpt je om
dat aan te pakken. De formule is eenvoudig: je
ontspant je wanneer je je tot je zintuigen bepaalt,
wanneer je je zo bewust mogelijk wordt van je lichamelijke gewaarwordingen, van de geluiden om
je heen, van je ademhaling, van de smaak die je in
je mond hebt.
Veel te veel mensen leven te veel in hun hoofd -ze zijn zich voornamelijk bewust van het denken
en het fantaseren dat zich in hun hoofd afspeelt
en veel te weinig bewust van de activiteit van hun
zintuigen. Als gevolg daarvan leven ze zelden in
het heden. Ze leven bijna altijd in het verleden of
in de toekomst. In het eerste geval worden fouten
uit het verleden betreurd, voelen ze zich schuldig
over begane misstappen, verlustigen ze zich aan in
het verleden behaalde successen en koesteren wrok over wat hun in het verleden door anderen is aan
gedaan. En als ze met de toekomst bezig zijn, zijn ze bang voor mogelijke rampen en onplezierige
gebeurtenissen, verheugen ze zich al op wat nog
moet komen en dromen ze over iets wat nog moet plaatsvinden.
Het verleden oprakelen om er iets nuttigs uit
te leren, of zelfs om er opnieuw van te genieten, en het vooruitlopen op de toekomst om realistisch
plannen te maken zijn waardevolle functies, ge-
197
De manier om lief te hebben
Winst en verlies
\.Vttnt wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld
gewint, en lijdt schade zijner ziel? - Mattheüs 16:26
Denk terug aan het gevoel dat je hebt als iemand
je prijst, wanneer je goedgekeurd, geaccepteerd,
toegejuicht wordt. En stel dat tegenover het gevoel
dat in je opkomt wanneer je naar de zonsonder
gang of zonsopgang kijkt of naar de natuur in het
algemeen, of wanneer je een boek leest of naar een
film kijkt waar je erg van geniet. Probeer dit gevoel
op te roepen en vergelijk het met het eerste gevoel
dat ontstond toen je geprezen werd. Begrijp dat
het eerste soort gevoel ontstaat door zelfVerheerlij-
169
door de graaiende hand die zich uitstrekt om vast
te houden, te bezitten en tot eigendom te maken, en weigert los te laten. Het is dit oog dat uitgestoken moet worden, deze hand die afgehakt moet
worden, wil er liefde kunnen zijn. Met zulke verminkte stompjes als handen kun je niets meer grij
pen. Met zulke lege oogkassen als ogen word je
plotseling gevoelig voor feiten waarvan je het bestaan nooit had vermoed.
Nu kun je eindelijk liefhebben. Tot nu toe was
al wat je had een zekere goedhartigheid en wel
willendheid, een sympathie en bezorgdheid voor
anderen, die je ten onrechte voor liefde hield, maar die net zo weinig met liefde te maken heeft als een
Bakkerende kaarsvlam met het licht van de zon.
Wat is liefde? Het is een gevoeligheid voor elk deel van de werkelijkheid in en buiten je, samen
met een onverdeelde respons op die werkelijkheid.
Soms zul je die realiteit omarmen, soms zul je die
aanvallen, soms zul je haar negeren, en een andere
keer zul je haar je hoogste aandacht geven, maar
altijd zul je reageren, niet vanuit behoefte, maar
vanuit gevoeligheid. En wat is gehechtheid? Een behoefte, een vast
klampen dat je gevoeligheid afstompt, een drug
die je waarneming overschaduwt. Daarom kan er
geen liefde ontstaan zolang er ook maar de geringste gehechtheid aan iets of iemand bij jou aanwe
zig is. Want liefde is gevoeligheid, en als gevoelig-
182
heid ook maar in de geringste mate verzwakt is,
werkt zij niet meer. Net zoals het slecht functioneren van één belangrijk onderdeel van een radar de
ontvangst verstoort, en jouw respons verstoort op
wat jij waarneemt.
Lijden en heerlijkheid
Moest de Christus niet deze dingen lijden en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?
- Lucas 24:26
Denk eens aan een paar pijnlijke gebeurtenissen in
je leven. Voor hoeveel daarvan ben je vandaag de
dag dankbaar omdat je daardoor bent veranderd
en gegroeid? Dit is een eenvoudige levenswaarheid
waar de meeste mensen nooit achter komen. Blije
gebeurtenissen maken het leven verrukkelijk, maar
ze leiden niet tot ontdekkingen over jezelf, tot groei en vrijheid. Dat privilege is voorbehouden
aan de dingen, mensen en situaties die ons pijn
bezorgen. Elke pijnlijke gebeurtenis heeft het zaad van
groei en bevrijding in zich. Keer in het licht van deze waarheid terug naar je leven nu en kijk eens naar
de een of andere gebeurtenis waar je niet dankbaar voor bent, en zie of je het potentieel voor groei kunt
ontwaren dat er in zit, waar je je niet van bewust was
183
maar voor te zorgen dat de gevoelens van onzeker
heid verdwijnen. Alleen al de realisatie dat je dit
niet hoeft te doen, dat dit eigenlijk niets oplost, en
dat de emotionele verwarring louter en alleen door
jou en je opvoeding worden veroorzaakt- deze re
alisatie alleen schept een afstand tot het probleem
en brengt een aanzienlijke opluchting teweeg.
Ten vierde: telkens wanneer je onzeker bent
over wat er in de toekomst kan gebeuren, denk
dan aan het volgende: in de afgelopen zes of twaalf
maanden was je heel onzeker over gebeurtenissen
die je, toen ze ten slotte plaatsvonden, op de een of
andere manier best aankon.
Wat je verliest en wat je vindt
Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en hij die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil zal dezelve vinden.
- Mattheüs 10:39
Heb je er ooit bij stilgestaan dat mensen die het
bangst zijn om te sterven degenen zijn die als de
dood zijn om te leven?
Stel je een man voor die op een zolder woont,
een soort hol zonder licht en weinig frisse lucht.
Hij is bang de trap af te gaan omdat hij heeft ge
hoord dat mensen van de trap vallen en hun nek
188
breken. Hij zou nooit een straat oversteken, om
dat hij heeft gehoord dat er duizenden op straat
worden overreden. En ja, als hij de straat niet kan
oversteken, hoe wil hij dan een oceaan of een continent oversteken en zich van de ene ideeënwereld
naar de andere kunnen bewegen? Deze man blijft
in zijn hol van een zolder zitten in een poging de
dood af te weren, en daarmee heeft hij meteen ook
het leven afgeweerd.
Wat is de dood? Een verlies, een verdwijning,
een loslaten, een vaarwel zeggen. Wanneer je je
vastklampt, weiger je los te laten, je weigert vaar
wel te zeggen, je verzet je tegen de dood. En al
besef je het misschien niet, je verzet je tegelijkertijd
tegen het leven.
Want het leven beweegt en jij zit vast, het leven
stroomt en jij stagneert, het leven is buigzaam en
jij bent onbuigzaam en bevroren. Het leven neemt
alles mee en jij hunkert naar stabiliteit en blijvend
beid.
Je bent dus bang voor het leven en bang voor
de dood omdat je je vastklampt. Als je nergens aan
vastgrijpt, als je niet bang bent iets te verliezen,
dan ben je vrij om te stromen als de bergrivier die
altijd nieuw, sprankelend en levend is.
Er zijn mensen die de gedachte dat ze een fami
lielid of een vriend zouden verliezen niet kunnen
verdragen; ze denken er liever niet aan. Of ze zijn
bang een favoriete theorie, ideologie of geloof in
189
maken met vuur. Inspanning leidt niet tot groei;
moeite, welke vorm die ook aanneemt, hetzij in de
vorm van wilskracht of gewoonte, een techniek of een spirituele oefening, leidt niet tot verandering.
Op zijn best leidt moeite tot onderdrukking en het bedekken van de basiskwaaL
Inspanning kan dan wel het gedrag veranderen, maar het verandert de mens niet. Denk je eens in
welke mentaliteit het verraadt als je vraagt: 'Wat moet ik doen om heilig te worden?' Is dat niet
alsof je vraagt hoeveel geld je moet uitgeven om iets te kopen? Welk offer je moet brengen? Welke
discipline je moet volgen? Welke meditatie je moet beoefenen om het te worden? Denk maar aan een
man die de liefde van een vrouw wil winnen en probeert zijn uiterlijk te verbeteren, aan bodybuil
ding doet of zijn gedrag verandert en technieken
oefent om haar te charmeren.
Je wint echt de liefde van een ander niet door de
beoefening van bepaalde methoden maar door een
bepaald type mens te zijn. En dat bereik je nooit
door inspanning en technieken. Zo is het ook met
spiritualiteit en heiligheid. Niet wat je doet is daar
voor van belang. Het is geen product dat je kunt kopen of een prijs die je kunt winnen. Wat van
belang is, is wat je bent, wat je wordt. Heilig zijn is geen prestatie; het is een genade.
Een genade die gewaarzijn heet, een genade die
kijken heet, observeren, begrijpen. Als je alleen
192
maar de knop van het licht van gewaarzijn zou omdraaien en jezelf en alles om je heen de hele
dag zou observeren, als je jezelf in een spiegel ge
reflecteerd zag zoals je je gezicht in de spiegel ziet,
is dat precies, exact zoals het is, zonder de minste misvorming of toevoeging, en als je deze reflectie
zonder enig oordeel of veroordeling observeerde,
zou je merken dat er allerlei wonderbaarlijke ver
anderingen in je zouden plaatsvinden. Alleen zul
jij niets over die veranderingen te zeggen hebben, of ze van te voren kunnen beramen, of beslissen
hoe en wanneer ze plaats zullen vinden. Het is dit
niet-oordelende gewaarzijn alleen dat je heelt en
verandert en doet groeien. Maar op zijn eigen ma
nier en op zijn eigen tijd. Waar je je speciaal van bewust dient te zijn, zijn
je reacties en je relaties. Telkens wanneer je in iemands aanwezigheid bent, wanneer je in de natuur
bent of je in een bepaalde situatie bevindt, heb je
allerlei reacties, positieve en negatieve. Bestudeer
die reacties, observeer welke het precies zijn en
waar ze vandaan komen, zonder ook maar enige zedenpreek, verwijt of verlangen, laat staan dat je
moeite doet ze te veranderen. Dat is het enige wat
je nodig hebt, om heiligheid te doen ontstaan. Zal gewaarzijn je de heiligheid brengen die je zo
verlangt? Ja en nee. Feit is dat je dat nooit zult weten. Want ware heiligheid, het soort dat niet door
technieken en inspanningen en onderdrukking
193
steld dat ze ons niet te lang uit het heden halen.
Om goed te kunnen bidden is het van groot be
lang het vermogen te ontwikkelen om contact te maken met het heden en daarin te blijven. En ik
ken geen betere manier om in het heden te blijven
dan uit je hoofd te komen en terug te keren naar
je zintuigen. Voel de hitte of kou van de atmosfeer om je
heen. Voel de zachte wind die je lichaam streelt. Voel de warmte van de zon die contact met je huid
maakt. Voel de aanraking met het vomwerp dat je in je hand hebt en de temperatuur ervan ... en zie
wat een verschil dat uitmaakt. Zie hoe je weer gaat leven door in het heden te komen. Als je je deze
techniek van zintuiglijk gewaarzijn eenmaal hebt eigen gemaakt, zul je verbaasd staan wat het voor
je doet, als je iemand bent die zich vaak zorgen
maakt over de toekomst of zich schuldig voelt over het verleden.
Even iets over 'uit je hoofd komen': bidden met
je hoofd is niet zo'n goed idee. Het is geen slecht uitgangspunt voor je gebed. Maar als je gebed er te lang blijft en niet naar het hart gaat, zal het op
den duur opdrogen en vermoeiend en frustrerend
blijken te zijn. Je moet leren het terrein van het
denken en praten te verlaten en je te verplaatsen
naar de sfeer van voelen, zintuiglijk waarnemen,
liefhebben en intuïtief aanvoelen. Dat is de sfeer waar contemplatie ontstaat en waar het gebed een
198
transformerende kracht en een bron van eeuwige
verrukking en vrede wordt.
Gewaarzijn en contemplatie Dit is misschien het moment om te praten over
het bezwaar dat soms in mijn contemplatiegroe
pen naar voren wordt gebracht, dat deze oefeningen-in-gewaarzijn, hoewel ze misschien helpen om
te ontspannen, niets te maken hebben met contemplatie zoals wij christenen het woord opvatten,
en zeer zeker geen gebed zijn. Ik zal nu proberen uit te leggen hoe deze een
voudige oefeningen opgevat kunnen worden als
contemplatie in de strikt christelijke zin van het woord. Als de uitleg je niet bevredigt of je alleen
maar meer problemen oplevert, dan stel ik voor
dat je alles wat ik over deze kwestie zeg naast je neerlegt en deze oefeningen in gewaarzijn louter
uitvoert als middel om je voor te bereiden op gebed en contemplatie, of deze oefeningen helemaal
negeert en je vervolgens richt op andere in dit
boek, die je beter bevallen. Laat ik eerst mijn uitleg geven van de woorden
'gebed' en 'contemplatie'. Voor mij betekent het woord gebed communicatie met God, die voor
namelijk gevoerd wordt met behulp van woorden,
beelden en gedachten. Ik zal verderop veel oefeningen presenteren waarvan ik vind dat ze onder
199
het kopje bidden vallen. Contemplatie is voor mij
communicatie met God die een minimaal gebruik
maakt van woorden, beelden en ideeën, of het helemaal zonder woorden, beelden en ideeën stelt.
Dit is het soort gebed waar Johannes van het Kruis
in zijn Donkere nacht van de ziel over spreekt of dat
de auteur van De wolk van niet-weten in zijn be
wonderenswaardige boek uitlegt. Sommige oefe
ningen die ik in verband met het Jezusgebed in dit
boek voorstel zouden als gebed of als contempla
tie, of als een combinatie van beide kunnen wor
den beschouwd, afhankelijk van hoeveel nadruk je
bij je gebruik van de oefeningen op woorden en
gedachten legt.
En nu tot de kern van onze problemen: wanneer
ik de oefening doe van gewaar zijn van mijn licha
melijke gewaarwordingen of mijn ademhaling, kun
je dat dan opvatten als communiceren met God?
Het antwoord is bevestigend. Laat me uitleggen wat
de aard van dit communiceren met God is, dat in de
oefeningen in gewaarzijn plaatsvindt.
Veel mystici vertellen ons dat we, afgezien van
de geest en het hart waarmee we gewoonlijk met
God communiceren, allemaal begiftigd zijn met
een mystieke geest en een mystiek hart, een gave
die het ons mogelijk maakt God direct te kennen,
zijn wezen, al is het op een ondoorgrondelijke ma
nier, te begrijpen en intuïtief aan te voelen, los van
alle gedachten, ideeën en beelden.
200
Gewoonlijk is al ons contact met God indirect
- door bedden en ideeën die niet anders kunnen
dan zijn werkelijkheid vervormen. Om hem bo
ven deze gedachten en beelden uit te bevatten is
het voorrecht van deze gave die ik, in de loop van
deze uitleg, het Hart zal noemen (een woord dat
de auteur van De wolk van niet-weten dierbaar was,
hoewel het niets met ons fysieke hart of ons gevoel
te maken heeft).
Bij de meeste mensen sluimert dit Hart en is
niet ontwikkeld. Als het gewekt zou worden, zou
het voortdurend de weg naar God zoeken en als je
het de kans gaf, ons hele wezen Zijn richting op
sturen. Maar hiertoe moet het ontwikkeld worden,
de troep eromheen moet opgeruimd worden zodat
het zich aangetrokken kan voelen door de Eeuwige
Magneet.
De troep wordt gevormd door alle gedachten,
woorden en beelden die we voortdurend tussen
onszelf en God plaatsen wanneer we met hem
communiceren. Woorden dienen soms als be
letsel in plaats van dat ze communicatie en in
timiteit bevorderen. Stilte - geen woorden en
gedachten - kan soms de krachtigste vorm van
communicatie en eenwording zijn wanneer de
hareen vol liefde zijn. Onze communicatie met
God is echter niet helemaal zo'n eenvoudige zaak.
Ik kan een intieme vriend liefdevol in de ogen
kijken en woordeloos met hem communiceren.
201
Maar waar kijk ik in als ik zwijgend naar God
kijk? Een werkelijkheid zonder beeld, zonder
vorm. Een leegte!
Dat is nu juist wat van sommige mensen wordt
gevraagd als ze in diepe communicatie met het on
eindige, met God zouden gaan: kijk uren lang naar
een leegte. Sommige mystici doen de aanbeveling
om liefdevol naar deze leegte te kijken. En er is heel
wat vertrouwen vereist om met liefde en verlangen
te staren naar wat gewoon niets lijkt, wanneer we
er voor het eerst mee in aanraking komen.
Normaal kom je nog niet eens in de buurt van
deze leegte, ook al ga je uit van een intens verlangen
van jouw kant om er uren achtereen naar te staren,
als je geest niet tot zwijgen is gebracht. Zolang je
machinale geest miljoenen gedachten en woorden
blijft afgeven, zal je mystieke geest, je Hart, onder
ontwikkeld blijven. Let maar eens op hoe scherp
het gehoor en de tastzin van een blinde zijn. Hij
heeft het gezichtsvermogen verloren en dit heeft
hem gedwongen zijn andere zintuigen te ontwik
kelen. Als we mentaal blind zouden worden, zeg
maar, als we een doek over onze geest zouden bin
den terwijl we met God communiceren, zouden
we gedwongen worden een ander vermogen te
ontwikkelen om met hem te communiceren- dat
vermogen dat, volgens een aantal mystici, toch al
worstelt om bij hem te komen als het maar de kans
kreeg zich te ontwikkelen: het Hart.
202
Wanneer ons Hart zijn eerste directe, mysterieuze
glimp van God opvangt, voelt dat aan als een blik
in het lege en oningevulde. Mensen die tot dit sta
dium zijn gekomen, klagen vaak dat ze niets doen
als ze bidden, dat ze hun tijd verprutsen, dat ze
passief zijn, dat er schijnbaar niets gebeurt, dat ze
in volslagen duisternis verkeren. Om uit deze on
aangename toestand te vluchten hebben ze jam
mer genoeg weer toegang tot hun denkvermogen;
ze halen de doek over hun geest weg en beginnen
te denken en te spreken met God - het enige wat ze
niet moeten doen.
Als God hun genadig is, en dat is hij heel vaak,
zal hij het hun onmogelijk maken tijdens het bid
den hun geest te gebruiken. Ieder denken staat
hun dan tegen; mondeling gebed zal ondraaglijk
voor hen zijn omdat de woorden zinloos lijken;
ze zullen telkens, wanneer ze op een andere ma
nier dan op die van stilte met God proberen te
communiceren, verdorren. En aanvankelijk is
zelfs deze stilte pijnlijk en onbezield. Vervolgens
vervallen ze dan soms ongemerkt tot het groot
ste kwaad: ze geven het bidden soms helemaal op
omdat ze zich daarin gedwongen voelen te kiezen
tussen gefrustreerdheid, omdat ze hun geest niet
kunnen gebruiken, en het holle gevoel dat ze hun
tijd verdoen met nietsdoen, in de duisternis die
ze ontmoeten wanneer ze hun geest tot zwijgen
brengen.
203
Als ze dit kwaad vermijden, volharden in het beoe
fenen van gebed en zich in blind vertrouwen blootstellen aan de leegte, de duisternis, het nietsdoen,
het niets, zullen ze langzamerhand ontdekken,
eerst in korte flitsen, later op een meer permanente
manier, dat er een gloed in de duisternis is, dat de leegte hun hart op geheimzinnige manier vult, dat
de leegheid vol is van Gods werkzaamheid . . . en
dit alles op een manier die ze gewoon niet kunnen
beschrijven, noch aan zichzelf noch aan anderen.
Ze weren alleen na een dergelijke sessie van gebed
of contemplatie, noem het wat je wilt, dat er iets mysterieus in hen aan het werk is geweest dat fris
heid en voedsel en welbehagen heeft gebracht. Het zal hun opvallen dat ze een grote hunkering hebben
om naar die duistere contemplatie die onbegrijpe
lijk lijkt en hen niettemin vervult van leven, terug te keren, met een lichte vervoering zelfs, die ze met
hun verstand nauwelijks kunnen waarnemen, die
ze bijna niet kunnen voelen, en die er toch onmis
kenbaar is en zo echt en bevredigend dat ze die niet
zouden willen inruilen voor alle extase die voort
komt uit de verrukkingen die de wereld van zintuigen, emoties en geest kan bieden. Gek dat het in het begin zo dor en duister en smaakloos leek!
Als je in deze toestand zou willen komen en deze mysterieuze duisternis dicht zou willen benaderen om met God te gaan communiceren via dit
Hart waar de mystici over spreken, is het eerste
204
wat je wellicht zou kunnen doen een middel vin
den om de geest rot zwijgen te brengen. Er zijn
van die gelukkige mensen (en is het is belangrijk voor je om dit te weten, opdat je niet de vergis
sing begaat te denken dat iedereen die vooruitgang
in contemplatie wil boeken per se door dit proces van ontmoeting met de duisternis heen moet) die
dit spontaan bereiken zonder dat ze ooit hun babbelende geest tot zwijgen en al hun woorden en gedachten tot rust hoefden te brengen. Het zijn
blijkbaar mensen wier handen en oren zo gevoelig
zijn als die van een blinde, terwijl ze toch het volle
gebruik van hun gezichtsvermogen behouden heb
ben. Ze genieten van mondeling gebed, ze heb
ben immens veel hulp van hun verbeelding bij het bidden, ze geven hun denkproces de volle ruimte
wanneer ze met God te maken hebben, en onder
al deze activiteit ontwikkelt hun Hart zich en voelt
het goddelijke intuïtief onmiddellijk aan.
Als je niet tot deze gelukkigen behoort, zul je
iets moeren doen om dit Hart van je te ontwik
kelen. Er is niets wat je rechtstreeks kunt doen.
Het enige wat je kunt doen is je drukke geest tot
zwijgen te brengen: onthoud je van alle gedachten
en woorden terwijl je bidt en laat het Hart zich ontwikkelen.
De geest stillaten worden is een uiterst moeilij
ke taak. Wat is het zwaar om de geest af te houden van denken, denken, denken, altijd maar denken,
205
altijd maar bezig gedachten voort te brengen in
een nooit eindigende stroom. Onze hindoeïstische
leraren in India kennen een gezegde: de ene doorn
wordt verwijderd door een andere. Daar bedoelen ze mee dat je er verstandig aan doet jezelf door
middel van één gedachte van alle andere die zich
in je geest verdringen, te bevrijden. Eén gedachte,
één beeld, één gezegde of zin of woord waar je geest
zich op kan richten. Want om bewust te proberen
de geest in een gedachteloze staat te houden, in een leegte, is het onmogelijke proberen. De geest moet
iets hebben om zich mee bezig te houden. Welnu,
geef hem iets waarmee hij zich bezig kan houden
-maar slechts één ding. Een beeld van de Verlos
ser waar je liefdevol je blik op richt en waarnaar je
telkens wanneer je afgeleid bent naar terugkeert;
een kort gebed dat je onophoudelijk blijft herha
len om de geest ervan te weerhouden af te dwalen.
Er zal hopelijk een tijd komen waarop het beeld
uit het bewustzijn zal verdwijnen, wanneer het
woord je uit de mond zal worden genomen en je
drukke geest volmaakt tot stilte zal zijn gebracht
en je Hart de volle ruimte zal worden gegeven om
ongehinderd de Duisternis in te staren!
Trouwens, je hoeft niet eens tot dit stadium te
komen waarin het beeld verdwijnt en de woorden
stil zijn gevallen om je Hartfunctie te krijgen. Het
feit dat de activiteit van je drukke geest zo dras
tisch verminderd is, is al een enorme hulp voor het
206
Hart om zich te ontwikkelen en te functioneren.
Dus zelfs als je nooit de beeldloze en woordloze
staat bereikt zul je waarschijnlijk wel groeien in de
contemplatie.
Het zal je opvallen dat de twee middelen die ik
geopperd heb, het beeld van de Verlosser en het
herhalen van een kort gebed, beide onomwonden
religieus van aard zijn. Houd echter in gedachten
dat ons eerste doel bij deze oefening niet het soort
activiteit is waar de babbelende geest zich mee be
zig houdt, maar het openen en ontwikkelen van
het Hart. Als dit bereikt is, doet het er dan toe
of de doorn waarmee je alle andere doornen hebt
verwijderd een religieuze is of niet? Als het je voor
naamste doel is licht in je duisternis te brengen,
doet het er dan toe dat de kaars die licht geeft in
je duisternis een gewijde is of niet? Doet het er
dus toe, of je je concentreert op een beeld van de
Verlosser, een boek, een blad of een punt op de
vloer? Een bevriende Jezuïet die het leuk vindt
zich met dergelijke dingen bezig te houden (en,
vermoed ik, alle religieuze theorieën met een ge
zonde dosis scepsis test) verzekert me dat hij door
bij voortduring ritmisch 'een-twee-drie-vier' te zeggen hetzelfde mystieke resultaat bereikt als zijn
meer religieuze confrères zeggen te bereiken door
het vroom en ritmisch reciteren van bepaalde ge
beden. Er zit ongetwijfeld een heilige waarde aan
het gebruik van de religieuze doorn. Maar voor wat
207
ons hoofddoel betreft, is de ene doorn net zo goed
als de andere.
En zo komen we tot de ogenschijnlijk verwar
rende conclusie dat concentratie op je ademhaling
of je lichamelijke gewaarwordingen een heel goede
contemplatie is, in de strikte zin van het woord.
Deze theorie van mij is bevestigd door enkele je
zuïeten, die onder mijn leiding een retraite de
den van dertig dagen en die zo goed waren om,
afgezien van de vijf uur die ze werden geacht te
besteden aan wat wij 'de Ignatiaanse oefeningen'
noemen, vier of vijf uur per dag te besteden aan de
eenvoudige oefening van het zich gewaar zijn van
hun ademhaling en hun lichamelijke gewaarwor
dingen. Ik was niet verbaasd toen ze me vertelden
dat hun ervaringen tijdens hun oefeningen in ge
waarzijn (toen ze er eenmaal een beetje vertrouwd
mee waren geworden) identiek waren aan de erva
ringen die ze hadden onder het beoefenen van wat
in katholieke termen bekend staat als het gebed
van geloof, of het gebed van stilte. De meeste van
hen verzekerden me zelfs dat deze oefeningen in
gewaarzijn leidden tot een verdieping van de ge
bedservaringen die ze vroeger hadden, en deze er
varingen meer kracht en scherpte gaven, om maar
zo te zeggen ...
Ik zou niet willen dat je al je bidden (commu
nicatie met God die gepaard gaat met woorden,
beelden, en ideeën) overboord gooit ten gunste
208
van zuivere contemplatie. Er is een tijd voor medi
tatie en gebed, en er is een tijd voor contemplatie.
Zorg er echter voor dat je, als je bezig bent met wat
ik contemplatie heb genoemd, niet toegeeft aan de
verleiding om te denken - hoe heilig de gedachte
ook is. Net zo goed als je tijdens je moment van
gebed heiLige gedachten die met je werk te maken
hebben en die op hun eigen tijd heel goed zouden
zijn, maar nu een afleiding van je gebed zijn, zou
verwerpen, zo moet je in je moment van contem
platie alle gedachten, van welke aard ook, krachtig
van je werpen, omdat ze deze bepaalde vorm van
communicatie met God verstoren. Het is nu het
moment in stilte ontvankelijk te zijn voor de god
delijke zon, niet om na te denken over de deugden
en eigenschappen van de zonnestralen; het is nu
de tijd liefdevol in de ogen van je goddelijke min
naar te staren en deze bijzondere intimiteit niet
met woorden of gedachten over hem te verbreken.
Communicatie door middel van woorden moet tot
nader order worden uitgesteld. Nu is het moment
voor woordloos één zijn.
Er is één belangrijk punt waarover ik je jam
mer genoeg geen advies kan geven. Hiervoor heb
je de begeleiding van een ervaren meester nodig
die bekend is met jouw spirituele behoeften. Het
punt is: welk gedeelte van de tijd die je dagelijks
reserveert voor eenwording met God, je aan ge
bed zou moeten geven en hoeveel tijd aan con-
209
templatie. Dit is iets wat je het best samen met je
spirituele raadsman kunt beslissen. Met zijn hulp
zul je ook moeten beslissen of je überhaupt aan
deze vorm van contemplatie moet beginnen. Mis
schien ben je een van die bofkonten over wie ik
het al eerder had, die voor honderd procent over
hun handen en oren kunnen beschikken zonder
ooit hun ogen te hoeven bedekken; wier mystieke
Hart in de diepst mogelijke eenheid met God is,
terwijl hun geest met hem communiceert door
middel van woorden en gedachten; die niet de
stilte hoeven te bewaren om met hun Geliefde
het soort intimiteit te bereiken die vele anderen
slechts door stilte bereiken ...
Ademcommunicatie met God Eerder maakte ik een onderscheid tussen gebed en
contemplatie. Er is nog een manier om dat onder
scheid uit te drukken - door te spreken van twee
soorten gebed, het devotionele en het intuïtieve.
Intuïtief gebed valt dan grofweg samen met wat
ik contemplatie heb genoemd, devotioneel gebed
met wat ik gebed heb genoemd. Beide vormen van
gebed leiden tot eenwording met God. Van beide
kan men zeggen dat ze voor de een meer geschikt
is dan voor de ander. Het kan ook zijn dat men de
ene vorm op het ene moment meer geschikt vindt
en de andere op een ander moment.
210
Devotioneel gebed is ook op het hart gericht, want
elk gebed dat zich beperkt tot de denkende geest
alleen is eigenlijk geen gebed, maar op zijn best een
voorbereiding tot gebed. Ook onder mensen is er
geen echte persoonlijke communicatie die niet ten
minste enigermate een gesprek van hart tot hart is,
die niet een zekere mate van gevoel bevat. Als een
communicatie, een delen van gedachten, volkomen
en totaal geen emotie bevat, kun je er zeker van zijn
dat de intieme, persoonlijke dimensie ontbreekt. Er
is geen eenwording die leidt tot intimiteit.
Ik wil je nu een variatie geven van de vorige oe
fening, die de oefening meer devotioneel dan intu
ïtief maakt. Het zal je echter opvallen dat de hoe
veelheid gedachte-inhoud in het gebed minimaal
is, en daarom zal de oefening gemakkelijk van het
devotionele naar het intuïtieve gaan, van het hart
naar het Hart. Het zal zelfs een goede combinatie
worden van het devotionele en het intuïtieve.
Word je even gewaar van je ademhaling ...
Overdenk nu de aanwezigheid van God in de
atmosfeer om je heen ... Overweeg zijn aanwezig
heid in de lucht die je inademt ... Wees je bewust
van zijn aanwezigheid in de lucht terwijl je in- en
uitademt ... Merk op wat je voelt wanneer je je be
wust wordt van zijn aanwezigheid in de lucht die
je in- en uitademt.
Ik wil nu dat je je uit naar God. Maar ik wil
dat je dit non-verbaal doet. Vaak maakt het uiten
211
van een gevoel via een blik of een gebaar de uiting
veel krachtiger dan wanneer je dat door middel
van woorden doet. Ik wil graag dat je verschillende
gevoelens uit naar God, niet door woorden maar
door je ademhaling.
Uit om te beginnen een groot verlangen naar
hem. Zeg zonder woorden te gebruiken, ook niet
mentaal, tegen hem: 'Mijn God, ik verlang naar
u ... ' gewoon door de manier waarop je ademhaalt.
Bijvoorbeeld door diep in te ademen, door je in
ademing te verdiepen ...
Geef nu uiting aan een andere gesteldheid of
gevoel: een van vertrouwen en overgave. Zeg tegen hem zonder woorden, gewoon door de manier
waarop je ademt: 'Mijn God, ik geef me helemaal
aan u over. .. ' Bijvoorbeeld door nadruk te leggen
op je uitademing, door elke keer uit te ademen
alsof je diep zucht. Voel hoe je elke keer dat je uit
ademt, je hele zelf overgeeft in Gods handen ...
Breng nu andere stemmingen voor God en uit
deze door je ademhaling. Liefde ... Nabijheid en
intimiteit ... Aanbidding ... Dankbaarheid ... Lof.
Als je hier moe van wordt, ga dan terug naar het
begin van deze oefening en verblijf slechts vredig in het gewaarzijn van God om je heen en in de
lucht die je in- en uitademt ... Val dan, als je afge
leid dreigt te raken, terug op het tweede deel van
de oefening en uit je opnieuw non-verbaal naar
God ...
212
Het vermogen Gods werkzaamheid in alles te zien
was kenmerkend voor de Hebreeuwse mentaliteit
die we in de bijbel aantreffen. Waar wij bijna exclu
sief uitweiden over secundaire oorzaken, blijven de
Hebreeërs bijna alleen maar stilstaan bij de Eerste
Oorzaak. Werden hun legers in de strijd verslagen?
Het was God die hen versloeg, niet de onmacht
van hun generaals! Regende het? Het was God die
de regen liet neerdalen. Waren hun oogsten ver
nietigd door sprinkhanen? Het was God die de
sprinkhanen zond. Ze durfden zelfs te zeggen dat God de harten van slechte mannen hard maakte!
Hun kijk op de werkelijkheid was, toegegeven,
eenzijdig. Ze leken secundaire oorzaken totaal te
negeren. Onze moderne kijk op de werkelijkheid
is even, en nog meer, eenzijdig, want wij lijken de
Eerste Oorzaak helemaal te negeren. Is je hoofd
pijn verdwenen? Waar de Hebreeër zou hebben
gezegd dat God je genezen heeft, zeggen wij: 'Laat
God er buiten; aspirine heeft je beter gemaakt.' De werkelijkheid is natuurlijk dat God je via de
aspirine heeft genezen. Maar wij zijn ons gevoel
voor de Oneindige die in ons leven werkzaam is
zowat helemaal kwijtgeraakt. We voelen niet meer
dat God ons naar onze bestemming leidt via onze
regeerders, dat God onze emotionele wonden ge
neest via onze therapeuten, dat God ons gezond
heid brengt via onze artsen, dat God elke gebeur
tenis die ons overkomt vormgeeft, dat God ieder
213
mens die in ons leven komt stuurt, dat God de
regen maakt, dat God om ons heen speelt in de
wind en ons aanraakt in elke gewaarwording die
we krijgen en geluiden maakt om ons heen, opdat
ze geregistreerd worden door ons trommelvlies en
we hem zullen horen!
Persoonlijke voordelen van gewaarzijn Wanneer je pas begint met het soort contemplatie
dat in de oefeningen hierboven wordt aangegeven,
heb je waarschijnlijk enige twijfel over de waarde
van deze oefeningen. Ze lijken niet op meditatie of
gebed in de traditionele zin van het woord. Als ge
bed wordt begrepen als spreken met God, dan wordt
er heel weinig of helemaal niet gesproken. Als medi
tatie wordt opgevat als overweging, lichtverschijnse
len, inzichten en voornemens, dan is er nauwelijks
ruimte voor meditatie in deze oefeningen.
Na deze oefeningen heb je niets concreets in
handen dat aantoont hoeveel moeite je er inge
stopt hebt. Niets waarover je in je spirituele dag
boek kunt schrijven- tenminste niet in het begin
en, misschien wel nooit. Je zult er vaak het on
gemakkelijke gevoel aan over houden dat je niets
hebt gedaan en niets hebt bereikt. Deze vorm van
gebed is bijzonder pijnlijk voor wie jong is en voor
wie veel prijs stelt op succes - mensen voor wie
inspanning belangrijker is dan gewoon zijn.
214
Ik herinner me één jongeman levendig; het leek
of hij niets had aan deze oefeningen. Hij vond het
heel frustrerend om bewegingloos op de grond
te moeten zitten en zich bloot te moeten stellen
aan een leegte, ook al gaf hij toe dat hij eenvoudig
niet kon denken of zijn geest op de een of andere
manier kon gebruiken terwijl hij bad. Hij was het
grootste deel van de tijd die hij aan deze oefenin
gen wijdde bezig zich te bemoeien met wat hem af
leidde - meestal zonder succes - en hij smeekte me
hem iets aan te bieden wat de tijd en inspanning
die hij aan gebed besteedde de moeite waard zou
maken voor hem. Gelukkig zette hij door met deze
ogenschijnlijk frustrerende oefeningen, en na on
geveer zes maanden kwam hij me vertellen dat hij
er geweldig veel voordeel van had - veel meer dat
hij ooit had gehad van zijn vroegere gebeden, me
ditaties, lichtverschijnselen en voornemens. Wat
was er nu gebeurd? Hij vond wel veel meer vrede
in deze oefeningen. De mate waarin hij afgeleid
werd was niet afgenomen. Hij vond de oefeningen
nog net zo frustrerend als eerst. Er was niets aan
de oefeningen veranderd. Wat veranderd was, was
zijn leven! Die voortdurende, pijnlijke, van frus
tratie vergeven poging die hij dag na dag deed om
zich bloot te stellen aan wat ogenschijnlijk niets
was en leeg, om te proberen zijn geest tot rust te
brengen en een zekere stilte te bereiken door zich
te concentreren op lichamelijke gewaarwordingen,
215
ademhaling of geluiden, gaf hem nieuwe kracht in
zijn dagelijks leven waar hij die tevoren niet had
gemerkt - een kracht zo groot, dat de aanwezig
heid ervan in zijn leven onmiskenbaar was.
Dit is een van de grootste voordelen van deze
vorm van gebed: een verandering in jezelf die moei
teloos lijkt. Alle deugden waarnaar je eerst streefde
via het uitoefenen van je wilskracht lijken je nu
moeiteloos toe te vallen - oprechtheid, eenvoud,
vriendelijkheid, geduld ... Verslavingen lijken te
verdwijnen zonder de behoefte aan beslissingen en
moeite van jouw kant: verslaving aan middelen zo
als roken en overmatig alcoholgebruik, verslaving
aan mensen zoals waanzinnige verliefdheid en te
grote afhankelijkheid.
Wanneer dit je overkomt, weet je dat de tijd
die je in deze oefeningen geïnvesteerd hebt groot
dividend oplevert. . .
De verheugende mysteries in je leven Ieder van ons draagt een album met mooie foto's
van het verleden in zijn hart: herinneringen aan
gebeurtenissen die ons blij hebben gemaakt. Ik wil
dat je nu dit album opent en je zoveel van derge
lijke gebeurtenissen herinnert als je kunt ...
Als je deze oefening nog nooit hebt gedaan,
vind je bij de eerste poging waarschijnlijk niet veel
van dergelijke voorvallen. Maar geleidelijk aan zul
216
je er steeds meer vinden die in je verleden begraven
liggen en zul je er plezier in krijgen ze op te graven
en ze in tegenwoordigheid van de Heer opnieuw te
beleven. Wat meer is, wanneer er nieuwe verheu
gende gebeurtenissen komen, zul je de herinnering
eraan koesteren en ze niet zo maar verloren laten
gaan; zo zul je een immense schat met je mee dra
gen, waarin je telkens een duik kunt nemen wan
neer je nieuwe vreugde en kracht in je leven wilt
brengen.
Ik stel me voor dat Maria dit ook deed door
kostbare herinneringen aan de kindertijd van
Christus zorgvuldig in haar hart te bewaren, her
inneringen die ze dan liefdevol ophaalde.
Ga terug naar een voorval waarin je je intens
bemind voelde ... Hoe werd jou deze liefde ge
toond? In woorden, blikken, gebaren, een daad
van dienstbaarheid, een brief ... ? Blijf, zo lang je
iets van de vreugde ervaart die je had toen de ge
beurtenis plaatsvond, bij het voorval.
Ga terug naar een voorval waarin je blijdschap
voelde ... Waardoor ontstond die blijdschap in
jou? Goed nieuws? ... De vervulling van een ver
langen? ... Een natuurlandschap? ... Roep het oor
spronkelijke voorval en de gevoelens die ermee
gepaard gingen weer op ... Blijf zolang je kunt bij
deze gevoelens ...
Dit terugkeren naar voorvallen uit het verleden
waarin je liefde en blijdschap voelde, is een van de
217
mooiste oefeningen die ik ken om je psychische
gezondheid te herwinnen. Veel mensen maken wat
een psycholoog noemt piekervaringen mee. Het is
alleen jammer dat maar heel weinig mensen het
vermogen hebben zich er op het moment zelf aan
over te geven. Daarom nemen ze niets, of heel wei
nig, van de ervaring in zich op. Wat ze moeten doen
is in hun fantasie naar deze ervaringen teruggaan
en de ervaring langzamerhand in volle omvang in
zich opnemen. Als je dit doet, zul je ontdekken dat
je, hoe vaak je ook naar deze ervaringen teruggaat,
er altijd een voorraad voeding in zult vinden. Die
voorraad lijkt wel nooit uitgeput te raken. Het is
een blijvende vreugde. Verzeker je er echter van dat je niet naar deze
gebeurtenissen teruggaat en er als het ware van
buitenaf naar kijkt. Ze moeren opnieuw beleefd
worden, niet geobserveerd. Speel ze weer na, neem
er weer deel aan. Laar de fantasie zo levendig zijn
dat het is alsof de ervaring echt nu voor het eerst
plaatsvindt.
Het zal niet lang duren voordat je de psycho
logische waarde van deze oefening ervaart en een
nieuw respect krijgt voor fantasie als bron van
leven en energie. De fantasie is een heel krachtig
middel voor therapie en persoonlijkheidsgroei. Als
ze gebaseerd is op de werkelijkheid (wanneer je
je gebeurtenissen en voorvallen voorstelt die echt
hebben plaatsgevonden) heeft het hetzelfde effect
218
(aangenaam of pijnlijk) als de werkelijkheid zelf.
Als ik in het gedempte avondlicht een vriend op
me af zie komen, en ik stel me hem voor als een
vijand, zullen al mijn psychologische en fysiologi
sche reacties dezelfde zijn als wanneer de vijand er
werkelijk was. Als een dorstig mens in de woestijn
zich voorstelt dat hij water ziet, zal de uitwerking op hem precies dezelfde zijn als wanneer hij echt
water zou zien. Wanneer je teruggaat naar scènes
uit je leven waarin je liefde en blijdschap voelde,
zul je het volledige profijt hebben van het onder
vinden van liefde en vreugde ... en het profijt is
Immens.
Wat is de spirituele betekenis van een dergelijke oefening? In de eerste plaats breekt hij de onbe
wuste weerstand die de meeste mensen hebben
tegen her aanvaarden van liefde en vreugde. De
oefening vergroot hun vermogen liefde te aanvaar
den en vreugde in hun leven te verwelkomen. En
zo maakt hij hun vermogen God te ervaren en hun
hart open te stellen voor zijn liefde en voor het ge
luk dat het ervaren van hem met zich meebrengt,
groter. Hoe moet iemand die zichzelf niet toestaat
zich bemind te voelen door de broeder die hij ziet,
zichzelf toestaan zich bemind te voelen door de
God die hij niet ziet?
In de tweede plaats helpt deze oefening het
ingewortelde gevoel van waardeloosheid te overwinnen, van onwaardig zijn, van schuldgevoel, dat
219
een van de voornaamste obstakels is die we tus
sen ons en Gods genade plaatsen. Het eerste effect
van Gods genade, wanneer die in ons hart komt,
is zelfs dat het ons intens geliefd laat voelen -en
het waard bemind te worden. Oefeningen als deze
bereiden ons voor op deze genade; ze brengen ons
zover dat we accepteren dat we liefde waard zijn.
Nog een manier om spiritueel baat bij deze oefening te hebben is deze:
Herleef een van de scènes waarin je je intens
bemind voelde of waarin je een diepe vreugde
voelde ...
Zoek en vind de aanwezigheid van de Heer in
deze scène ...
In welke vorm is hij aanwezig?
Op deze manier leer je God in alle voorbije en
toekomstige gebeurtenissen van je leven te vin
den.
Een laatste verhaal
Er bestaat een Chinees verhaal over een oude boer
die een oud paard had om zijn akkers te bewerken.
Op een dag ontsnapte het paard naar de bergen en
toen alle buren van de boer de oude man hun mee
leven toonden met zijn pech, antwoordde de boer:
'Pech? Geluk? Wie weet het?' Een week later kwam
het paard terug met een kudde wilde paarden uit
220
de bergen en deze keer feliciteerde de buren de
boer met dit geluk. Zijn antwoord was: 'Geluk?
Pech? Wie weet het?' Vervolgens viel de zoon van
de boer, die probeerdé een van de wilde paarden te
temmen van het paard en brak zijn been. ledereen
vond dit heel veel pech. Zo niet de boer, wiens eni
ge reactie was: 'Pech? Geluk? Wie weet het?' Een
paar weken later marcheerde het leger het dorp
binnen en mobiliseerde elke gezonde jongen die
ze er vonden. Toen ze de zoon van de boer vonden
met zijn gebroken been stelden ze hem vrij. Was
dat nu geluk? Pech? Wie weet het?
Alles wat bij de eerste aanblik iets slechts lijkt
is misschien in wezen iets goeds. En alles wat ui
terlijk goed lijkt kan in werkelijkheid iets kwaads
zijn. We doen er dus verstandig aan het aan God
over te laten om te beslissen wat geluk en wat pech
is, en hem te bedanken dat alle dingen zich ten
goede keren voor hen die hem liefhebben. Dan
zullen we iets meekrijgen van dat wonderbaarlijke
mystieke visioen van Vrouwe Julian van Norwich,
die de heerlijkste en meest troostrijke uitspraak
deed die ik ooit heb gelezen: 'Het is betamelijk
voor een mens om te zondigen, als onderdeel van
Gods plan.'
221
Ook bij Samsara verschenen
Bewustzijn Anthony de Mello
lsbn: 978-90-77228-32-2
Prijs: € 18,50
De weg van stilte Anthony de Mello
Isbn: 978-90-77228-32-6
Prijs: € 18,95
Eerder verschenen bij uitgeverij Samsara
Eén
Tao Te Tsjing Sam Hamil/ I Lao Tu
978-90-77228-40-l
Woorden van Boeddha Ann• Bancroft
978-90-77228-44-9
Zomaar verlicht Suphm jourdain Gilles Farcet
978-90-77228-47-0
Eén john Greven
978-90-77228-52-4
Een prachtige nieuwe vertaling
van deze klassieke Chinese tekst,
met kalligrafie van
Kazuaki Tanahashi.
Een bloemlezing uit de oudst
bekende geschriften mee de
woorden van Boeddha,
gerangschikt op onderwerp.
Dialogen tussen de Franse
schrijver/journalist Gilles
Farcet en Stephen Jourdain mee
als kernthema: wac is waarheid?
In dit boek laat de schrijver ons
glashelder zien dar het denken
nooit problemen van de geest
kan oplossen, nee zoals het oog
zichzelf ook niet kan zien.
Anton Heyb oer De filosofi• van un oor-spronk•lijke gwt
90-77228-34-9
Van leerling tot meester Soko Mori11aga
90-77228-38-1
Oneindige cirkel &mie GLzssman
90-n228-37-3
JnanaYoga Wo!ttr A. Kurs
90-77228-35-7
Jnana yoga in de praktijk Rifa Btinuma
90-77228-33-0
Leven, kunst en gedachtewereld
van Anton Heyboer in woord en
beeld. Heyboer noemde zichzelf
'zenmeester'. In die hoedanig-
beid heeft hij prachtige teksten
geschreven waarvan er een aan-
tal in dit boek is opgenomen.
Dit boek verrelt het levensver-
haal van de Japanse zenmeeseer
Soko Morinaga (1925-1995).
Een ontroerend, warm en wijs
boek.
In dit boek geeft Glassman
cammemaar op drie zenteksten:
De Hansoetra, de Sandokai en
de Voorschriften voor de Bodhi-
sattva.
Een bundel artikelen en be-
schouwingen over advaita,
oorspronkelijk uitgegeven door
de Stichting Yoga Nederland in
1972. Nog steeds even actueel
en helder als roen.
Een origineel en praktisch boek
over hoe je Jnana yoga in het
dagelijkse leven toepast. Met
oefeningen.
rM4
\� •
Never m.lnd �yne Liquonna11
90-77228-41-1
De weg van stilte Amhony de Mello
90-77228-32-2
Spirituele vcrüchtin� Vergeet het maar! ]edMcKmna
90-77228-29-2
Hoogbegaafd, nou èn! Wéndy Lammm van Toormburg
90-77228-31-4
Vrijbeid in overgave Gm1gaji
90-77228-27-6
Een non-dualistische beschrij-
ving en uitleg van meer dan
honderd verschillende spirituele
onderwerpen.
Een combinatie van christelijke
mystiek en oosterse filosofie met
prachtige verhalen en simpele
gewaarzijnsoefeningen.
Een roman over het reilen en
zeilen van een spiriruele leefge
meenschap. Spannend,
humoristisch en filosofisch.
Een ontdek-boek over
hoogbegaafdheid met ruim 100
illustraties in kleur!
Voor kinderen van 5 tot 99 jaar!
Gesprekken met Gangaji, een
leerling van Sri Poonjaji, over
o.a. macht, seks, emoties,
waarheid en overgave.
Je bent niet wat je denkt Jan van Rosmm
90-77228-28-4
Onwerelw wijs Wtoi Wt, Wtoi
90-77228-30-6
Metanoia jan Foudrain�
90-77228-25-X
Inzicht Vingtrs wijzmd naar dtmaan
90-77228-21-7
Word wat je bent Alan Wátts
90-77228-23-3
Gesprekken (satsang) met Jan
van Rossum over wie of wat we
in werkelijkheid zijn.
Een parabel over een hilarische
conversatic tussen een uil en een
konijn. Noem het zen, taoïsme
of advaira.
Via de psychiatrie en de psycho
therapie komt Jan Foudraine tot
her thema bevrijding, en tot de
conclusie dar wat wij de
'pctsoonlijkheid' noemen, wel
eens iets heel anders zou kunnen
zijn dan wordt aangenomen.
Een vcrzameling inspirerende
reksten van zestien bekende
auteurs, uitgebracht ter ere van
het eerste lustrum van het tijd
schrift InZicht, waar regelmatig
publicaties van deze auteurs in
verschijnen.
Een verzameling teksten van de
pionier van de 'new age' over
uiteenlopende onderwerpen
wals: taoïsme, boeddhisme,
christendom, hindoeïsme,
psychologie en psychotherapie.
De denkbeeldige geest U. G. Krishnamurti
90-77228-24-1
Het ban van bewusa.ijn Thomas Byrom
Een vertaling van de Ashravakra Gita
90-77228-22-5
Vrij zijn WálurKurs
90-77228-26-8
Ontwaken in het alledaagse joan Tollifton
90-77228-15-2
Bewustzijn Anrhony dt Mtllo
90-77228-16-0
Informele gesprekken met de
man die werkelijk geen conces
sies doet en alle spirituele tradi
ties, als zijnde verzinselen van de
geest, in heldere en duidelijke
bewoordingen van tafel veegt.
Deze tekst is een juweel, en
doorstaat de vergelijking met de
Tao te King, Bhagavad Gita of
de Hart sutra met glans. Zeker
ook door de prach ti ge, poëtische
vertaling van Byrom.
Een cammenraar op de Ash
tavakra Samhita. Nu nog even
actueel als toen deze serie le
zingen, 25 jaar geleden, werd
gehouden. De kernvraag was en
is: 'Wie ben ik?'
Een persoonlijk, omroerend
verhaal over bewustwording.
Eerlijk, humoristisch en diep
gaand.
De jezuïet Amhony de Mello
vermengt christelijke mystiek
met boeddhistische wijsheid en
komt daarbij tot een prachtige
synthese.
'
\ i
I
Wijsheid uit het hart AkmCohm
90-77228-17-9
Parels voor de zid Chuck Hillig
90-77228-18-7
... Niemand daar Tony Parsons
90-77228-19-5
De structuur van Zijn RoyWhmary
90-77228-12-8
Niemand hier ... Tony Parsons
90-77228-11-X
Een verhelderend, humoristisch
boek met parabels, anekdotes,
gedichten en citaten uit verschil
lende tradities.
Een verzameling gedachten en
overpeinzingen van de psycho
therapeut Chuck Hillig waarin
oosterse wijsheid en westerse
psychologie samenkomen.
Dialogen met Tony Parsons .
'Er is geen beter of slechter, er
is geen pad en er valt niets re
bereiken. Alles wat verschijm is
bron. .
'Dit boek legt in heldere
bewoordingen de basis van
het spirituele zoeken bloot.'
-&lm(sh S. Balukar-
Een weergave van dialogen met
Tony Parsons, o.a. gehouden in
Amsterdam in 2002.
Eén-zijn in relaties St�vm Harrison
90-77228-10-1
Het gelukkige kind Stevm Harrison
90-77228-20-9
Terug van nooit weggeweest jan van De/dm
90-77228-06-3
Er was eens ... Ramrsh Ba/srkar
90-77228-14-4
Eeuwigheid NU! Francis Luci/Ie
90-77228-13-6
Steven Harrison toom in dit
boek aan dat we altijd en overal
in cdatie zijn. Ongeacht of we
dat willen of beseffen.
'Een imposant boek met
verfrissende, nieuwe inzichten
over her thema opvoeding'
-Jouph Chilton Pearce-
Een geheel nieuwe en originele
visie op het oude heldendicht
van Homerus: de Odyssee.
Jan van Delden ziet de reis van
Odysseus als een metafoor voor
een innerlijke reis naar duur-
zaam geluk.
Door middel van verhalen en
anekdotes maakt de lezer kennis
met her unieke onderricht van
de inmiddels 86-jarige Ramesh
Balsekar.
Gesprekken met Francis LucHie
over onze 'ware natuur' waaruit
zijn eenvoud, warmte en helder
heid duidelijk blijken.
Vcrlichting voor beginners Chuck Hillig
90-77228-09-9
Wiezoekt zal niet vinden Ram Tzu
90-77228-01-2
Bent u nét zo gdukkig als uw hond? Aliln Cohm
90-77228-03-9
Zoek geen antwoord Sttvtn Harrison
90-77228-02-0
Zoals Het Is Tony Parsom
90-77228-0S-5
'Chuck Hilligs boek herbergt
briljante inzichten. Eén ervan
kan je leven al ingrijpend ver
anderen.'
-Deepak Chopra, MD.-
In 100 humoristische beschou
wingen worden de 'zoeker', de
'zoektocht' en de 'uirweg' op de
hak genomen.
Humoristische cartoons en tek
sten over een hondje dat in het
'nu' leeft en daarom volslagen
gelukkig is.
In dit boek verdedigt psycho
loog en schrijver Steven Harri
son de stelling: 'Waarom levens
vragen nergens roe leiden.'
Dialogen merTony Parsons over
zijn boek 'Het Open Geheim.'
Ontwaken in de droom [(o Hartong
90-77228-07-1
Kennendbeid Alexander Smit
90-77228-04-7
Een persoonlijk verslag over
bewusrwording van 'wat is.'
Helder en humoristisch.
Een bloemlezing uit het werk
van de in 1998 overleden
Nederlandse advaira-leraar
Alexander Smir.
Onze titels, met een tekstfragment, kunt u ook zien op onze website:
www.samsarabooks.com
Daar vindt u informatie over de boeken in voorbereiding, de agenda met informatie over lezingen
van onze auteurs en kunt u zich opgeven voor onze nieuwsbrief.
Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341
1 016 AZ Amsterdam Telefoon: 020- 5550366
Fax: 020- 5550388
E-mail: [email protected]
.I
I
_,
ANTHONY DE MELLO
ANTHONY DE MELLO (1931-1987) combineerde de wijsheid van het oosten met die van het wes-
En dat was precies waar het voor de Mello om ging: mensen het goddelijke laten
_herkennen in het alledaagse.
-�
Spoedig na de dood van Rabbijn Mokshe vroeg Rabbijn Mendel van Koty aan een van zijn leerlingen: Waar hechtte je leraar het meeste belang aan?' De leerling dacht even na en zei toen: 'Aan wat hij op dat moment toevallig deed.'
ten en gebruikte veel verhalen Nasroeddin werd aearresteerd en en parabels uit beide tradities voor het gerecht gesleept op de 'om zijn toehoorders en lezers aanklacht dat hij paardenvlees op de aanwezigheid van God. had gestopt in de kipburgers die of bewustzijn. te wijzen. Maar hij in zijn restaurant serveerde. hij kreeg ook, als jezuïet�kri- Voordat hij zijn vonnis uitsprak, tiek van het Vaticaan om at wilde de rechter weten in welke hij van mening was dat v l verhouding hij paardenvlees met , religies1 door hun regels en kippenvlees had gemengd. overtlJigingen een écht contact Nasroeddin verklaarde onder ede: tussen de mens en het godde- 'Het was half-om-half Ede lacht- "' lijke juist belemmeren. bare.' Na de rechtszaak vroeg
een..Jnend hem wat half-om-half ' � � boek, met een... voorwoord precies betekende. Zei Nasroeddin:
� -�WILLIAM�CH SJ. over -..,.��;-�paD!'d op tin kip.'
I
het leven van Ahthony de Mello, is een bloemlezing uit zijn boeken en bt:_vat, UiflilSt serieuze beschouwingen over religie, veel verhalen, parabels en eenvoudige oefeningen om ons dichter bij het goddelijke, bewustzijn, ofwel onszelf, te brengen.
samsara
ISBN 978-90-77228-51-7
1