120

Anthony de Mello - Bloemlezing

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Download ze allemaal op: http://ge.tt/3P1DQwU2 *********************************************************** ANTHONY DE MELLO (1931-1987) combineerde de wijsheid van het oosten met die van het westen en gebruikte veel verhalen en parabels uit beide tradities om zijn toehoorders en lezers op de aanwezigheid van God, of bewustzijn, te wijzen. Maar hij kreeg ook, als jezuïet. kritiek van het Vaticaan omdat hij van mening was dat veel religies door hun regels en overtuigingen een écht contact tussen de mens en het goddelijke juist belemmeren. Dit boek. met een voorwoord van WILLIAM DYCH S.J. over het leven van Anthony de Mello, is een bloemlezing uit zijn boeken en bevat, naast serieuze beschouwingen over religie, veel verhalen, parabels en eenvoudige oefeningen om ons dichter bij het goddelijke, bewustzijn, ofwel onszelf, te brengen. En dat was precies waar het voor de Mello om ging: mensen het goddelijke laten herkennen in het alledaagse.

Citation preview

Page 1: Anthony de Mello - Bloemlezing
Page 2: Anthony de Mello - Bloemlezing

Anthony de Mello bloemlezing

Page 3: Anthony de Mello - Bloemlezing

Anthony de Mello bloemlezing

samenstelling & introductie: William Dych S.J.

samsara

Page 4: Anthony de Mello - Bloemlezing

© The Center for Spiritual Exchange 1999

©Inleiding: Orbis Books Oorspronkelijke uitgave: Orbis Books, M;uyknoll 1999

©Nederlandse vertaling: Samsara Uitgeverij bv 2007

Vertaling: Prema van Harte Omslagontwerp: Kees Schreuders, www.ods.nl Lay-out: Studio 28, Hillegom

ISBN: 978-90-77228-51-7/ NUR: 728

Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van: Samsara Uitgeverij bv, Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam.

Inhoud

Inleiding 7

Gewaarzijn 41

Een congres over spiritualiteit met de Mello,

in zijn eigen woorden Het lied van de vogel 73

Bronnen 95

Spirituele oefeningen Wijsheid van een minuut 113

Opstijgen 131

Verhalen als meditatie Het hart van de verlichte 149

Verhalen als meditatie De manier om lief te hebben

Sadhana - een weg naar god

Christelijke oefeningen in oosterse vorm

169

195

Page 5: Anthony de Mello - Bloemlezing

Inleiding

In zijn latere jaren leidde de Indiase jezuïet An­

thony de Mello elke zomer, voor een goed deel,

retraites en workshops in de Verenigde Staten voor

een steeds groter en ontvankelijker publiek. Behal­

ve de waardering die hij had voor de levendige uit­

wisseling die hij met zijn publiek onderhield, was

het een bron van niet geringe vreugde en trots voor

hem dat zijn onderricht zo succesvol was in een

land dat zijn eigen missionarissen al zolang naar

India uitzond. Hij was blij dat het missiewerk rus­

sen zijn geboorteland India en de Verenigde Staten

nu een tweerichtingsverkeer was geworden, en niet

alleen in geografisch opzicht. Cultureel, spiritueel

en theologisch, zo was zijn overtuiging, hadden het

oosterse en het westerse land veel te geven en veel

te winnen bij een vruchtbare discussie met elkaar.

7

Page 6: Anthony de Mello - Bloemlezing

Amhony de Mello werd geboren op 4 september 1931 in Bombay, nu Mumbay, in India, en hoewel

hij zijn geboortestad gemeen had met de Britse au­

teur Rudyard Kipling, deelde hij niet diens gevoel

van 'Oost is Oost en West is West en nooit komen

zij tot elkaar'. In zijn leven en opvoeding belichaam­

de Anthony de Mello die ontmoeting wel. Hij was rooms-katholiek opgevoed en deed op zestienjarige

leeftijd zijn intrede in de orde van de jezuïeten. Na het voltooien van zijn basisvorming als jezuïet in

Bombay ging hij voor verschillende studies naar het

buitenland: filosofie in Barcelona, psychologie aan

de Loyola universiteit van Chicago en spirituele the­

ologie aan de gregoriaanse universiteit van Rome.

Met deze veelomvattende en gevarieerde educatie

in het westen en zijn eigen vertrouwdheid met de

spirituele richtingen van het oosten, begon hij rond 1960 aan wat zijn levenslange carrière in het leiden

van retraites, workshops, congressen en seminars

in spiritualiteit zou worden, zowel in eigen land als letterlijk de wereld rond: Noord-Amerika, Europa,

Australië, Japan, de Filippijnen en elders.

Zijn thuisbasis was het spirituele centrum dat hij in de buurt van Poona opzette en leidde, 'Sadha­

na', een naam die ook de titel zou worden van zijn

eerste boek in 1978. De ondertitel: Een weg naar

God, werpt licht op de betekenis van de Indiase titel. Het boek, met daarin 'christelijke oefeningen

in een oosterse vorm', biedt allerlei spirituele oe-

8

feningen, technieken en methodes die mensen tot

bidden moeten brengen door de eenvoudige ont­

dekking te doen dat God al in hun leven aanwezig

is. Met die ontdekking en het daaruit voortvloei­ende aanvoelen van Gods aanwezigheid, wordt het

gebed een reactie op die aanwezigheid. In de negen

jaar daarna volgde het ene boek na het andere, met

verhalen, spirituele oefeningen, geleide medita­

ties, en meditaties in meer formele zin. Deze om­

vangrijke productie kwam op 4 juni 1987 abrupt

ten einde door zijn plotselinge en ontijdige dood door een hartaanval op de leeftijd van 56 jaar, in

de Fordham universiteit van New York. Diegenen

van ons die op die dag met hem lunchten in de eetzaal van de jezuïeten op de universiteit kunnen

getuigen dat hij aan het eind van de lunch nog heel

levendig was, dat hij dus stierf in de kracht van

zijn leven. De fragmenten die volgen, willen een

proeve geven van al die verschillende geschriften

en de inzichten die ze bieden, maar eerst bij wijze

van inleiding enige meer algemene beschouwin­

gen over wat misschien heeft bijgedragen tot de buitengewone kracht en invloed van Anthony de

Mello en zijn vermogen mensen vrij te maken.

De kracht van verhalen

Er was eens een meester die onberoerd bleef door

de klachten van zijn leerlingen dat zij, al luisterden

9

Page 7: Anthony de Mello - Bloemlezing

ze met plezier naar zijn parabels en verhalen, ook gefrustreerd raakeen omdat ze iets wilden dat die­per ging. Op al hun bezwaren antwoordde hij een­voudigweg: 'Jullie moeren nog leren inzien, beste

vrienden, dat een verhaal de kortste afstand is tus­

sen een mens en de waarheid.' Zo gaat een van An­thony de Mello's artikelen met daarin 'wijsheid van

één minuut', zoals u straks zult lezen in passages uit zijn boek van die naam. Hij gebruikte zelf vaak

verhalen om die afstand met zijn toehoorders af te leggen, en iedereen vond dat Anthony de Mello een voortreffelijke verteller was. In zijn retraites en workshops kon hij zijn toehoorders uren aaneen op het ene na her andere verhaal vergasten en dit,

tot hun verbazing, zonder de hulp van enige aan­tekening. Zijn vercelkunst op zich zou Amhony de

Mello al tot een superieure kunstenaar bestempe­len, maar het was veel meer dan amusemem wat er tijdens deze bijeenkomsten gebeurde. Het was

de inhoud van de verhalen die telde, wam hij ge­

bruikte de verhalen juist om zijn luisteraars ont­vankelijk te maken voor de waarheid.

De inhoud van een ander stukje wijsheid van één minuut toont de dwaasheid van hen die 'ver­langden naar iets wat dieper ging' dan verhalen.

Een prediker zei steeds dat 'we God een plaats in

ons leven moeten geven'. Maar de meester ant­woordde: 'God is daar al. Het is onze taak dit re onderkennen.' De diepe waarheid die in dit ver-

10

haal tot uitdrukking komt, opent de weg naar een heel nieuw gevoel voor Gods aanwezigheid. Deze aanwezigheid houdt op iets zeldzaams of tijdelijks te zijn wat je misschien maar sporadisch op gewij­de momenten en op gewijde plekken tegenkomt, wam God is nooit afWezig voor hen die ogen heb­

ben om te zien, en oren om te horen. Het inzicht

dat uit dit verhaal blijkt, verklaart iets wat de le­

zer onmiddellijk zal opvallen in de voordrachten

die volgen: pater de Mello's frequente nadruk op de noodzaak 'gewaar te zijn', 'bewust te zijn', 'in contact te zijn', 'uit je hoofd re gaan' en 'bij zin­nen te komen'. Al deze uitdrukkingen zijn variaties

op wat de meester hierboven zei. Je hoeft niets te doen om 'in Gods aanwezigheid te komen', maar

je moet 'onderkennen; wie daar al is.' Waarom is God daar al? Niet vanwege een ab­

stracte filosofische doctrine over een onpersoon­lijke goddelijke alomtegenwoordigheid, maar om het in christelijke termen te stellen, vanwege het 'goede nieuws' dar God alle mensen liefheeft als

zijn eigen mensen en bij hen wil zijn: 'God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon zond' (Jo­

hannes 3: 16). Maar hoef je niets te doen om die liefde re verdienen? Op grond van de katholieke

opvoeding van Amhony de Mello (en van vele an­deren) zou het antwoord misschien bevestigend kunnen zijn: men moet zich houden aan de tien geboden om Gods liefde te behouden, of men

11

Page 8: Anthony de Mello - Bloemlezing

dient te biecht te gaan als men de geboden heeft overtreden. Dan heeft God je weer lief. Het ironi­sche commentaar van Tony de Mello: 'maar dan is het nieuws helemaal niet zo goed, nietwaar?' klinkt iedereen als waar in de oren, behalve de farizeeërs onder ons die God denken te behagen door heel erg hun best te doen. Het inzicht in dit verhaal is dat Gods liefde onvoorwaardelijk is en dat het, zoals Augustinus zei: 'het is Gods liefde is die ons beminnelijk maakt, niet onze inspanningen.' Het gewaarzijn hiervan, om een geliefd woord van de Mello te gebruiken dat je nog vaak zult tegenko­men, kan ons vrij maken om op onze beurt lief te hebben. Dus dit betekent niet dat het niet zo belangrijk is je aan de geboden te houden, maar het betekent eenvoudig dat gewaarzijn van Gods aanwezigheid en liefde ons vrij maakt om zelf ook lief te hebben, en niet de moeite die we doen om een ander en beter mens van onszelf te maken.

Hoe diep verhalen gaan Nadere beschouwing van deze twee verhalen ont­hult twee nog diepere dimensies van het spirituele denken van Anthony de Mello. Wanneer hij in het eerste zegt dat het verhaal de kortste weg naar de waarheid is, bedoelt hij niet de abstracte waarheid die het product is van denken, maar de zeer con­crete waarheid waar je slechts toe kan komen in

12

een ervaring van de werkelijkheid waar de waar­heid over spreekt en waar het verhaal naar wijst. Je kunt bijvoorbeeld de waarheid van de leerstel­ling dat God alle mannen en vrouwen liefheeft als zoons en dochters kennen en ermee instemmen, maar je krijgt een totaal ander soort kennis wan­neer je door gewaarzijn de ervaring hebt dat je echt door God bemind wordt. Tot deze laatste kennis, niet de eerste, zet de psalmist ons aan wanneer hij zegt: 'Proef en zie dat de Heer goed is' (Ps. 34:8), en waarover Johannes spreekt wanneer hij zegt dat 'de waarheid je vrij zal maken' (Johannes 8:32). Vandaar dat ook Jezus de mensen vaak onderwees door verhalen en parabels; Mattheus zegt zelfs dat 'hij niets tegen hen zei zonder een parabel' (Matt. 13:34). Omdat het zijn doel was als spiritueel le­raar en leider van retraites mensen te veranderen en niet hun ideeën, dat wil zeggen, hen tot een realisatie van de waarheid te brengen in plaats van hen heldere en duidelijke ideeën te geven over die waarheid, verkoos Amhony de Mello de heel con­crete beelden van het verhaal als methode van com­municatie boven de abstracte ideeën van de leer.

Van alle waarheden die Anthony de Mello zijn

leerlingen wilde laten beseffen was er geen belang­rijker en representatiever voor zijn spirituele theo­

logie dan de waarheid die in het tweede verhaal tot uitdrukking komt en die in de christelijke traditie het primaat van genade wordt genoemd. 'God en

13

Page 9: Anthony de Mello - Bloemlezing

Gods liefde zijn er al', zegt het verhaal, en moet ter

plekke herkend en aanvaard worden. Slechts een gewaarzijn van die aanwezigheid en die liefde kan iemand vrijmaken om zelf ook lief te hebben. In

deze relatie tussen god en mens ligt het initiatief

altijd bij God en is de rol van de mens er altijd

een van antwoord. Dit betekent dar we tot de be­

langrijkste zaken in het leven, zoals liefhebben of

vertrouwen, niet maar gewoon kunnen besluiten.

Ze moeten ons gegeven worden. En dit 'gegeven

worden' is wat met genade wordt bedoeld. Daarom was het doel van een retraite bij de Mello niet mo­

rele hervorming, maar 'gewaarzijn', want dat is de

enige weg die tot een echte verandering van men­

sen en niet slechts van hun gedrag kan leiden. En daarom is er- dit tegen de hierboven genoemde

critici van de meester die 'verlangden naar iets wat dieper gaat' dan het verhaal - wanneer het doel

de realisatie is van waarheid en niet de verklaring

van de waarheid, geen krachtiger of kortere weg

naar de waarheid dan de concrete beelden van het

verhaal bieden.

Het kennen van God

Alles wat we hebben gezegd over de kracht van het verhaal om ons tot de concrete realisatie van de

waarheid te brengen, ook de waarheid over God,

vooronderstelt dat God door mensen gekend kan

14

worden. Dit is een bewering die niet helemaal van­

zelfsprekend is, en eigenlijk een bewering die zowel

in het oosterse als in het westerse religieuze denken problematisch is. Want God is niet gewoon een

schepsel russen alle andere, zelfs als God wordt al 'h , ( ' gezien s et opperwezen, want met opper-

wordt alleen maar beweerd dat er een kwantitatief verschil tussen God en de wereld is. Maar God is

daarentegen kwalitatief anders dan alle sterfelijke

wezens. God is de 'volslagen ander' en er zijn al­

lerlei beelden gebruikt om te trachten dit kwalita­

tieve verschil, hoe inadequaat ook, uit te drukken.

Van God wordt gezegd dat Hij niet een wezen is,

maar de bron en de grond van zijn, of dat God de

horizon is waarbinnen alle wezens bestaan, of, zo­

als dit laatste beeld in de schrift wordt uitgedrukt:

'In Hem leven wij, bewegen ons en zijn wij' (Han­

delingen 17:28).

Als de werkelijkheid van God kwalitatief ver­

schilt van elke andere werkelijkheid, dan volgt

daaruit dat God gekend moet worden op een manier die kwalitatief verschilt van onze ken­

nis van alle andere werkelijkheden. Anders zou

God in ons kennen gereduceerd worden tot het

niveau van deze andere werkelijkheden en wat

we zouden kennen zou niet God zijn, maar een

menselijke constructie, een afgodsbeeld. Als het

kennen van eindige werkelijkheden een proces is

van het vatten of begrijpen ervan, moet God eer-

15

Page 10: Anthony de Mello - Bloemlezing

der gekend worden als dat wat al onze vermogens

om te vatten en te begrijpen te boven gaat. God

wordt nu juist gekend als wat we niet kunnen

bevatten, als het onbegrijpelijke, als het 'gekende

onbekende', als mysterie. Sterker nog, het is vrij

gemakkelijk om, zoals Kar! Rahner het uitdrukt,

een besef te krijgen dat al onze kennis in de zin

van wat we begrijpen slechts een eilandje in de

uitgestrekte zee van het onbekende is, dat als we

onze klaarste helderheden ver genoeg duwen, ze

in de duisternis verdwijnen, en dat hoe meer we

weten hoe meer we beseffen hoe weinig we we­

ten. Ons gevoel van mysterie, en daarmee ons

gevoel van ontzag en verwondering, wordt niet

minder als onze kennis groter wordt, maar neemt

juist toe. Mensen zijn nooit ver van het mysterie

verwijderd; het mysterie dat we in christelijke be­

woordingen aanduiden als 'God', en 'gewaarzijn'

is het proces waardoor we in contact komen met

deze werkelijkheid.

Analogie Uit dit alles blijkt dat Anthony zich er scherp

van bewust was dat de werkelijkheid van God

alle menselijke ideeën, concepten en taal eeuwig

te boven gaat, en dat als we dit vergeten ons ge­

praat over God kan ontaarden in ijdel gepraat in

afgodsbeelden, hoe subliem en religieus ook. Hij

16

was zich hiervan zowel op grond van zijn westerse

als van zijn oosterse religieuze invloeden bewust.

In het westen komt bijvoorbeeld Gods transcen­

dentie ten opzichte van alle menselijke ideeën tot

uiting in wat de in hoge mate analoge aard van al

onze kennis van en taal over God wordt genoemd.

In de dertiende eeuw, de eeuw die ons de grote

Summa's van de theologie gaf, leerde het Vierde

Lateraanse Concilie (1215) niettemln dat er tus­

sen schepper en schepsel 'niet zo'n grote overeen­

komst kan zijn dat een grotere ongelijkheid tus­

sen beide niet gezien kan worden.' Al onze ideeën

en beelden worden gevormd en gesmeed in onze

ervaring van eindige werkelijkheden, en wanneer

we ze op God toepassen door een gelijkenis vast

te stellen tussen God en deze werkelijkheden, is

de ongelijkheid tussen beide nog groter. Wan­

neer we bijvoorbeeld zeggen dat God een per­

soon is, bevestigen we dat God in zekere zin lijkt

op wat we bedoelen wanneer we spreken van een

menselijke persoon, maar tegelijkertijd moeten

we, zoals Lateraan IV zei, niet vergeten dat God

meer ongelijk dan gelijk is aan een menselijke

persoon. Anders praten we natuurlijk over God

in naïef antropomorfisch taalgebruik, dat geen

recht doet aan de transcendentie van God, die

zozeer de kern vormt van de joodse en christe­

lijke traditie: 'Want Mijn gedachten zijn niet uw

gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen,

17

Page 11: Anthony de Mello - Bloemlezing

zegt de Heer. Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten' (Jes. 55:8-9).

Anthony de Mello herinnert ons er in Gewaar­zijn aan dat de grote godsdienstgeleerden van het westen dit alles erkenden. Thomas van Aquino zegt bijvoorbeeld aan het begin van zijn Summa Theologiae: 'Over God kunnen we niet zeggen hoe Hij is, maar eerder hoe Hij niet is. En daar­om kunnen we niet spreken over hoe Hij is, maar eerder hoe Hij niet is. De uitdrukking 'niet kun­nen zeggen' leverde de technische Griekse term op voor deze benadering van theologie, genaamd 'apofatische theologie'. Apofatische theologie gaat uit van het inzicht dat we niet kunnen weten wat God is, maar alleen kunnen weten wat God niet is. God wordt dan ervaren als het 'gekende on­bekende', waarbij de nadruk ligt op de 'ongelijk­heid' tussen schepper en schepsel waar Lateraan IV van sprak, terwijl 'katafatische' theologie de echte maar mindere overeenkomst tussen beide benad;ukte. Het kan allebei waar zijn, maar zoals in de voordrachten vaak duidelijk zal zijn, bracht de eigen ervaring van Anthony de Mello hem er­toe te benadrukken, zoals de apofatische traditie dat doet, dat de werkelijkheid van God al onze ontoereikende menselijke ideeën en taal te boven gaar.

18

Neti, Neti - Niet Dit, Niet Dat

Hij leerde deze benadering ook appreciëren door de religieuze tradities van het oosten, daar uitgedrukt in de eigen categorieën en taal, zoals in de sim­pele frase 'niet dit, niet dat'. Als we hetzelfde voor­beeld nemen van de persoon, zoals we eerder ook gebruikten, is het antwoord als we vragen of God een persoon is, 'niet dit' (de 'ongelijkheid', in Late­raan IV), maar als we hieruit zouden concluderen dat God geen persoon is, zou dat even fout zijn en zouden we daarover ook 'niet dat' moeten zeggen (de overeenkomst, in Lateraan IV). Aangezien ons begrip 'persoon' afkomstig is van onze ervaring van sterfelijke personen, kan noch de bevestiging dat God een persoon is noch de ontkenning dat God een persoon is de persoonlijke werkelijkheid van God, die onze menselijke categorie van persoon overstijgt, vangen. En daarom kunnen we, om recht re doen aan Gods overstijgen van alles wat begrensd is, alleen maar 'niet dit, niet dat' zeggen. Een ander voorbeeld is de kwestie van een leven na de dood. Als we dit leven na de dood te eendui­dig zouden beschouwen als slechts een voortzet­ting van dit leven, zouden we het leven na de dood moeten ontkennen: niet dit. Maar zouden we hier­uit concluderen dat er geen leven na de dood is, is dat net zo fout; dan zouden we ook moeten zeg­gen: niet dat. Wanneer we te maken hebben met werkelijkheden die onze begrensde categorieën te

19

Page 12: Anthony de Mello - Bloemlezing

boven gaan, zoals God en wat voorbij de dood ligt,

houdt de bevestiging of ontkenning van een bewe­

ring niet in dat het tegenovergestelde waar is, en

daarom kunnen we met dergelijke werkelijkheden

slechts omgaan door te zeggen: 'niet dit, niet dar'.

Vragen over dergelijke werkelijkheden laten zich

niet eenvoudig met ja of nee beantwoorden.

Zoals gewoonlijk was Tony de Mello in staat

deze dialectische situatie tot uitdrukking te bren­

gen en mensen zijn waarheid te laten zien door het

vertellen van een verhaal. De meester moedigde

zijn leerlingen altijd aan naar de maan te kijken

door er met zijn vinger naar te wijzen, maar on­

veranderlijk keken de leerlingen naar zijn vinger.

'Kijk niet naar mijn vinger,' riep hij dan uit, 'kijk

naar de maan.' Het verhaal zegt wveel in zo weinig

woorden. Het zegt dat de werkelijkheid die God

is altijd voorbij alle 'vingers' van onze beelden en

ideeën waarmee we naar God wijzen ligt, en zegt

dat we altijd gevaar lopen verstrikt te raken in de

woorden, in plaats van dat we in contact komen

met de werkelijkheid. Het zegt ook, of impliceert

in ieder geval, dat niet alle vingers in de goede

richting wijzen, en dat sommige vingers beter zijn

om ons naar God te wijzen dan andere. Het zegt

ook dat hoe ontoereikend en mogelijk misleidend

al ons spreken over God is, we wel moeten praten

en wel moeten wijzen, want het is veel beter om

te stotteren en te stamelen over de hoogste en be-

20

langrijkste werkelijkheden die we in onze ervaring

tegenkomen, dan met grote helderheid en precisie

te spreken over de onbenulligheden waar we zoveel

belang aan hechten.

God en de godsdiensten Als het inderdaad waar is, zoals in het eerder ge­

noemde verhaal van Anthony de Mello gesteld

wordt, dat ongeacht waar wij zijn, God daar al is

en dat het onze zaak is dit te herkennen, en als dit

voor iedereen altijd en overal waar is, roept dit te­

recht vragen op voor een ieder wiens geloof gevoed

is vanuit een volslagen ander standpunt. Daar is

bijvoorbeeld de bekende passage in de brief van

Paulus aan de Romeinen, waarin hij vraagt hoe ie­

mand een beroep op God kan doen ('herkennen'

in de woorden van de het verhaal van de Mello) als

ze niet in God geloven. En hoe moeten ze geloven

in een God van wie ze nooit gehoord hebben? En

hoe kunnen ze het horen als niemand predikt, gaat

Paulus verder, en hoe kan iemand prediken als hij

niet gezonden is? Dan concludeert hij dat geloof

voortkomt uit wat gehoord is (fides ex auditu), en

wat gehoord is komt door de prediking van Chris­

tus (Rom. 10: 14-15, 17). Het proces dat Paulus

hier beschrijft geeft een goede beschrijving van

de manier waarop veel Christenen hebben geleerd

hoe ze toegang tot God hebben: God was aanwe-

21

Page 13: Anthony de Mello - Bloemlezing

zig en geopenbaard in Jezus, en Jezus is aanwezig en wordt geopenbaard in de prediking van de kerk. Het verhaal van de Mello lijkt dit alles in twijfel te trekken: als her verhaal waar is, waarom dan Jezus,

waarom de kerk, waarom een godsdienst? In recente decennia zijn de christelijke kerken,

ook de katholieke kerk, geleidelijk tot een nieuw

inzicht gekomen in hun verhouding tot de wijdere en zeer pluralistische wereld waarin ze bestaan, een

pluralisme dat ook het pluralisme van godsdiensten

omvat. In de katholieke kerk is deze verandering het meest geprononceerd en het meest expliciet

in wat het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-65)

leert. Verscheidene documenten daarin bevestigen

dat alle mensen toegang hebben tot precies de­

zelfde waarheid als christenen, zoals Paulus zegt,

van Christus hebben gehoord. Om slechts één voorbeeld re nemen uit de verschillende passages

waarin deze bevestiging duidelijk doorklinkt, doet Gaudium et Spes, de Pastorale Constitutie over de

Kerk in de hedendaagse wereld, een uitspraak die

nog maar enkele jaren daarvoor ondenkbaar zou

zijn geweest. Het Concilie had gesproken over wat

leden van de kerk van Christus hebben ontvangen en vervolgt dan: 'Dit alles geldt niet alleen voor

christenen, maar voor alle mensen van goede wil in wier hanen genade op onzichtbare wijze haar werk doet. Want aangezien Christus voor alle mensen

gestorven is, en aangezien de uiteindelijke roeping

22

van alle mensen er in feite één is en een goddelijke,

horen we te geloven dar de Heilige Geest op een

manier die alleen God kent elk mens de mogelijk­heid biedt verbonden te zijn met het mysterie van Pasen [van Jezus].' (no. 22).

De uitspraak laat veel vragen over de rol van Je­

zus onbeantwoord, maar zegt daarentegen iets wat nog maar een paar jaar tevoren ondenkbaar zou zijn

geweest in de kerk, omdat hij rigoureus afwijkt van

wat eeuwen lang de aanvaarde theologie over de

doop en de kerk was geweest, dat wil zeggen, hij

wijkt af van wat we van Paulus gehoord hebben,

namelijk dar Christus gepredikt en gehoord moet

worden als men de waarheid deelachtig wil kunnen

worden. De christelijke kerken zijn door hun ont­

moeting met andere culturen en andere godsdien­

sten, die mogelijk is gemaakt in een wereld die plot­seling door de moderne communicatiemiddelen en

reismogelijkheden 'een werelddorp' is geworden,

gedwongen hun eerdere en zeer exclusieve inzicht dat God alleen via hun bemiddeling in de wereld

aanwezig is, los te laten. Ze waren gedwongen de­

zelfde waarheid te erkennen als waartoe Petrus in

de eerste decennia van het bestaan van de kerk zich ietwat schoorvoetend genoopt had gevoeld bij zijn

ontmoeting met de Romeinse heiden Cornelius. In

de Handelingen van de Apostelen wordt het verhaal

verteld hoe Perrus ontdekte 'dat God geen partij­digheid toont' naar volken en 'niemand uitverkiest'

23

Page 14: Anthony de Mello - Bloemlezing

wanneer hij de overduidelijke aanwezigheid van de Heilige Geest in Cornelius en zijn gezin ziet, al voor enige geestelijke bijstand van zijn kant (Handelin­

gen 10:34, 44-45).

Dit universalisme is duidelijk de essentie van het spirituele denken van Anthony de Mello en

. maakt hem tot een van de eersten in de kerk die

zelfinzicht probeert te ontwikkelen. Verderop, in Het hart van de verlichte bijvoorbeeld, zult u zijn commentaar lezen op een verhaal van Plutarchus

over Koning Philippus en zijn zoon Alexander de Grote, die Diogenes ontmoetten die aandachtig naar een stapel menselijke botten zat te kijken.

'Waar zoek je naar?' vroeg Alexander. 'Naar iets wat ik niet kan vinden,' zei de filosoof. 'En wat is

dat?' Waarop hij antwoordde: 'Het verschil tussen

de botten van je vader en die van zijn slaven.' Waar Anthony de Mello aan toevoegde: 'Evenmin te on­derscheiden zijn katholieke en protestante botten, Russische en Amerikaanse botten.' En, wat nog belangrijker is, hij voegde eraan toe: 'Zij die ver­licht zijn kunnen het verschil echt niet zien, ook

niet wanneer er vlees op de botten zit.'

Ervaring en de Heilige Schrift Hoe moeten we dan de relatie zien tussen de uni­

versele Godservaring die voor alle mensen bereik­baar is en wat Paulus fides ex auditu noemde, die

24

kennis van God die gebaseerd is op een bepaalde traditie en geleerd is uit de heilige geschriften daar­van, zoals de joodse of christelijke bijbel of de isla­mitische koran? Ten eerste moeten we in gedach­

ten houden dat er niet zoiets is als 'zuivere erva­ring', dat wil zeggen, een ervaring die niet bepaald is door de traditie waarin iemand is opgevoed en gevormd en wiens taal uitdrukking geeft aan zijn

ervaring en haar interpreteert. W ij zijn sociale zo­wel als individuele mensen. Als zodanig worden

wij en onze ervaring bepaald door de maatschappij en cultuur waarin we zijn grootgebracht; zonder deze gemeenschappelijke cultuur en taal zouden

we onze ervaring niet in woorden kunnen gieten en kunnen delen, of tot een volk kunnen behoren.

Dit proces van communicatie is essentieel voor ons sociale leven samen, als volk, ook als godsdienstig

volk, zodat wanneer de eerste christenen verlossing

en bevrijding ervoeren door de liefde van Jezus, ze dit verkondigden in de inheemse taal waarin hun joodse heilige boeken geschreven zijn, en ze uitein­

delijk hun eigen canon van christelijke geschriften vormden, die uitdrukking geeft aan hun unieke christelijke ervaring. Heilige geschriften staan dus

niet diametraal tegenover ervaring, als een verza­meling religieuze kennis die volkomen losstaat van onze ervaring en als het ware van boven af door

God gedicteerd is. Heilige geschriften zijn eerder het geschreven verslag van de ervaring van een

25

Page 15: Anthony de Mello - Bloemlezing

volk, voor christenen hun ervaring van Jezus, en

een poging de kennis over de God die zij in hun

ervaring hebben ontmoet, naar buiten te brengen.

Onze huidige identiteit als christenen is afhan­

kelijk van twee, even belangrijke, factoren. Ten

eerste moeten christenen van nu dezelfde ervaring

van verlossing en bevrijding in Jezus hebben als

hun voorouders om zich met hen verbonden te

weten, net zoals het joodse volk nu dezelfde be­

vrijdende kracht van Yahweh moet voelen als hun

voorvaderen deden bij hun bevrijding uit de sla­

vernij van Egypte. Ten tweede hebben christenen

van nu hun heilige boek nodig als verslag van hun

verleden, om zo dit verleden levend te houden,

en de ervaring die zij nu zelf hebben te benoemen

met de vormende ervaring van hun afkomst als

voorbeeld. Het aanhalen van de bijbel zonder ook

de ervaring te hebben waar de bijbel over spreekt

zou gewoonweg formalisme en taal zonder bete­

kenis zijn, maar op zichzelf staande individuele

ervaring zonder woord en taal om met je volk te

. communiceren zou geen volledig menselijke er­

varing zijn. Ervaring en heilig boek zijn ten slotte

geen alternatieve of concurrerende bronnen van

kennis over God, maar complementaire momen­

ten tijdens ieders afzonderlijke ervaring van de

aanwezigheid van God in zijn leven en her daarna

uiten en interpreteren van die ervaring in de taal

van zijn traditie.

26

Fundamentalisme

De complementaire relatie tussen de individuele

en de sociale ervaring aan de ene kant, en de grote

heilige geschriften van de wereld waarin ze tot uit­

drukking komen aan de andere, kan op allerlei ma­

nieren, waartegen Anthony de Mello waarschuwt,

misgaan. Eén zo'n manier, die weliswaar van alle

tijden is, maar zeker in deze tijd wel heel onmis­

kenbaar, staat bekend als 'fundamentalisme'. Fun­

damentalisme ziet zijn heilig boek als rechtstreeks

en onmiddellijk door God tot zijn volgelingen ge­

richt, dat wil zeggen zonder de bemiddeling van woorden, beelden en ideeën van mensen. Gods

waarheid is gedicteerd aan een menselijke auteur

die haar in een staat van volkomen onbezoedeld­

heid op schrift heeft bewaard. Gods woord staat

dus niet in verband met een bepaalde cultuur, en

draagt evenmin het stempel van een bepaalde tijd,

plaats of oorsprong, maar is iets absoluuts. Een der­

gelijk absolute ziet alle andere mensen als staande

buiten de waarheid en hun standpunten als onjuist

en verkeerd, en daarin ligt de oorsprong van de

fanaticus en de dweper en het zaad van geweld.

Anthony de Mello gebruikt vaak humor om de

gevaren van een dergelijk egocentrisch en solipsis­

tisch religieus fundamentalisme bloot te leggen en

ertegen te waarschuwen. In Het lied van de vogel

bijvoorbeeld, vertelt hij het verhaal van een toe­

rist die een stad bezoekt en zijn gids cornplimen-

27

Page 16: Anthony de Mello - Bloemlezing

teert over het aantal kerken dat hij zag. De mensen

hier, zegt hij, moeten wel erg van de Heer houden. Misschien houden ze inderdaad van de Heer, ant­

woordt de gids, 'maar het is vast en zeker dat ze elkaar haten.' Er is ook het verhaal, dat duidelijk

grappig bedoeld is, over de 'Wereldtentoonstelling van de godsdiensten'. Op de tentoonstelling kun

je de joodse kraam bezoeken en een stencil krijgen waarop staat dat God geheel en al mededogend is en dat de joden zijn uitverkoren volk waren. Ver­

derop leer je bij de kraam van de moslims dat God geheel en al genadig is en Mohammed zijn enige profeet en luisteren naar Gods enige profeet ver­

lossing brengt. Als je doorloopt naar de kraam van

het christendom ontdek je dat God liefde is en dat

er buiten de kerk geen verlossing is. Je moet lid worden van de kerk of eeuwige verdoemenis riske­

ren. Bij het verlaten van de tentoonstelling vroeg

een bezoeker aan een medebezoeker wat hij dacht van God, in het licht van wat de godsdiensten ver­telden. God is 'bekrompen, fanatiek en wreed,' antwoordt de vriend. Thuisgekomen zegt hij te­gen God: 'Waarom pikt u zoiets? Ziet u niet dat ze u al eeuwen een slechte naam geven?' 'Ik heb

die tentoonstelling niet georganiseerd', antwoordt

God, 'en ik zou me te veel schamen om er heen te

gaan.' Humor is waarschijnlijk het meest effectieve wapen tegen dergelijk op zichzelf geconcentreerd

fundamentalisme, maar hoe fanatieker en dogma-

28

tischeide fundamentalisten zijn, hoe minder ze de

humor ervan in kunnen zien.

Maar in ieder geval laten de verhalen de waarde en het belang van het soort oecumenische werk

waar Anthony de Mello zijn leven aan wijdde door te trachten een brug van begrip, verdraagzaamheid

en acceptatie tussen de godsdiensten van het oos­ten en het westen te bouwen, duidelijk uitkomen.

Hij deed dit, zoals we gezien hebben, niet door het theoretisch bediscussiëren van concurrerende stand­

punten of beweringen dat men als enige de waar­

heid in pacht heeft, maar door de zeer praktische

weg van het verhaal, als kortste route naar de waar­

heid, te bewandelen. Het zou dus een vergissing zijn

te denken dat, omdat oost en west van elkaar ver­schillen, de een of de ander ongelijk moet hebben,

en dat Anthony de Mello de een wilde gebruiken

om de andere te 'corrigeren'. Het is eerder zo dat

de oosterse benadering van de waarheid zo radicaal

anders is dan de westerse, dat beide niet passen in hetzelfde logische kader waarin de ene gecorrigeerd

zou kunnen worden door de andere. Elk heeft een

eigen geldigheid en kan niet gebruikt worden om de andere te corrigeren, maar wel om de andere re

complementeren en een bredere en meer evenwich­

tige benadering van de waarheid te geven. Tegen de bekrompen krachten van fanatisme en onverdraag­

zaamheid was Anthony de Mello een apostel van

evenwicht, van zowel/als, in plaats van of/of.

29

Page 17: Anthony de Mello - Bloemlezing

Wijkende horizonten Het is een hoopvol teken van de verruiming in het

rooms-katholieke denken en van de meer recente

pogingen oprechter katholiek te worden dat wat

gezien werd als de 'oosterse wijsheid' en het 'oos­

terse perspectief' van Anthony de Mello, geaccep­

teerd kan worden, niet alleen als niet tegenstrijdig

met de katholieke theologie, maar als weerklank

van haar eigen soms vergeten rijkdommen. Wat

met 'wijkende horizonten' bedoeld wordt, kan

misschien het best begrepen worden door een

eenvoudig voorbeeld van zijn tegendeel, te weten

door het vooroordeel dat doorklinkt in een niet

ongebruikelijke lezing van de openingsverzen van

de Brief aan de Hebreeën. De tekst luidt: 'God,

voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de va­

deren gesproken hebbende door de profeten, heeft

in deze laatste dagen tot ons gesproken door den

Zoon .. .'

(Heb. 1:1-2). Het vooroordeel waar ik op doel

zit hem in de neiging deze tekst zo te verstaan dat

God elders gezwegen heeft, en dat Hij de mensheid

alleen in de persoon van de joodse profeten en van

Jezus heeft toegesproken. De tekst zegt dat natuur­

lijk niet. Hij zegt niets over Gods bemoeienissen

met de mensheid buiten de joods en christelijke

tradities. Dit is het vooroordeel dat Anthony de

Mello aan het licht tracht te brengen en voorin­

genomen mensen duidelijk tracht te maken in het

30

verhaal dat we lezen over de 'Wereldtentoonstel­

ling van de godsdiensten'.

Als de tekst uit de Hebreeën echter gehoord

wordt zoals pater de Mello heeft gedaan, en Petrus,

zoals hij in de Handelingen (10: 34-36) wordt ge­

portretteerd na zijn ontdekking, in de persoon van

de Romeinse Cornelius, dat 'God geen uitverko­

renen kent' en geen blijk geeft van 'partijdigheid'

voor het ene of het andere volk, breekt niet alleen

Gods woord maar ook Gods genade los uit de enge

paden waarbinnen godsdienstige mensen ze be­

perkt zouden willen houden. Hoe belangrijk bij­

voorbeeld de 'zeven sacramenten' in de strikt tech­

nische zin van de term 'sacrament' misschien ook

zijn in de katholieke kerk, ze zijn niet het enige en

exclusieve kanaal voor Gods genade. Dit is wat de

Mello benadrukt, wanneer hij volhoudt dat hoezeer

we 'heilige momenten' en 'heilige plaatsen', dat wil

zegen onze feesten en feestdagen, ook nodig heb­

ben, we het heilige niet moeten willen beperken

tot deze tijden en deze plaatsen. We moeten nooit

vergeten dat onze katholieke traditie volhoudt dat

'de Geest waait waarheen hij wil', niet waarheen

wij beslissen of bepalen dat hij waait. Volgens deze

opvatting worden onze zeven sacramenten in een

veel breder en meer omvattend principe van heilig­

heid begrepen.

Dit principe stelt dat de gehele materiële orde van

de schepping de aanwezigheid van de onzichtbare

31

Page 18: Anthony de Mello - Bloemlezing

God kan belichamen, dar wil zeggen er het sym­

bool en sacrament van kan zijn. Dit kan het natuur­

lijk nier ongedifferemieerd zijn. God is universeel

aanwezig, maar nier overal op dezelfde manier en

met dezelfde intensiteit. De echte aanwezigheid van Jezus in de eucharistie is voor katholieken een bij­

zonder intens moment van ontmoeting met de god­

delijke aanwezigheid. Maar deze specifiek religieuze

ontmoeting mag de bredere en meeromvatrende zin

waarin men 'God in alle dingen' moet vinden en

Jezus in al zijn broeders en zusters moet ontmoeten

(Matth. 25:31-46), niet overschaduwen. De neiging van velen om zich daarentegen te beperken tot een

bekrompen, godsdienstige betekenis van goddelijke

aanwezigheid verklaart de herhaalde oproep van de

Mello: 'Gewaarzijn, gewaarzijn, gewaarzijn!' Wees

levendig, wees wakker, wees gevoelig voor de werke­

lijkheid hier voor je ogen. Men kan zich voorsrellen wat een verschil het zou maken als al diegenen die

hun geloof in Jezus en zijn Passie belijden zich er bewust van zouden kunnen worden dat de geschie­

denis van zijn lijden zich ook vandaag nog afspeelt

in het lijden van zijn broeders en zusters.

De aanwezigheid van de Geest

De nadruk van de Mello op de grootsheid van

goddelijke liefde, die alle mensen opneemt in de familie van Gods uitverkorenen, weerklinkt in

32

de moeite die de hedendaagse katholieke theolo­

gie doet om de vaak vergeten rol van de Heilige Geest terug te halen. Deze vergeetachtigheid resul­

teert in wat wel een te exclusief 'christocentrisrne'

is genoemd, die de schijnwerper teveel op Jezus richt, met veronachtzaming van het werk van de

Heilige Geest. Her historische moment van Jezus

is naruurlijk heel belangrijk voor het christelijke geloof. Net als de joodse leer is de christelijke leer

een historisch geloof. Hun God is geen afstande­

lijke godheid die ergens ver weg woont, maar men komt Hem op bepaalde momenten en plaatsen en

in de vorm van specifieke personen en situaties in de geschiedenis tegen. Voor de christenen was en

is Jezus van Nazareth in zijn leven dat tweeduizend

jaar geleden werkelijk bestaan heeft, het hoogte­punt van deze historische ontmoeting tussen God

en de mensheid. Maar hoe belangrijk deze persoon

en dit moment ook zijn, ze kunnen niet alle andere

momenten onbetekenend en van geen godsdien­

stige waarde maken. Want Gods Geest is in de hele geschiedenis aanwezig en werkzaam geweest en

heeft momenten van openbaring en genade gege­

ven. Jezus en de Geest zijn dus geen concurrenten,

maar Jezus' eigen verhaal speelde zich af binnen

de grotere geschiedenis van de werkzaamheid van

Gods Geest in de wereld.

Daarom kan Amhony de Mello spreken van an­

dere meesters naast Jezus, meesters die in andere

33

Page 19: Anthony de Mello - Bloemlezing

tijden en andere culturen niettemin deel uitmaken van dezelfde geschiedenis van Gods Geest in de

wereld als Jezus zelf. In dit ene verhaal spreekt de ene Geest van God altijd een en dezelfde bood­

schap, maar wél, zoals in het geval van Jezus, de

taal van die specifieke streek en cultuur. Religie wordt, zoals al het menselijke, bepaald en gecon­

ditioneerd door de cultuur waarin ze ontstaat. Zij komt altijd tot ons, gefilterd door de geest en ver­

beelding van de mensen die haar stem gaven. Als je dit ontkent, ga je de weg van het fundamentalisme

op, die her relatieve en beperkte menselijke woord verabsoluteert. Hoe deze verschillende meesters en

de verschillende religieuze talen die ze spreken op

een dag gezien zullen worden in de eenheid van de Geest, is een aspect van de bredere culturele vraag

hoe de mensheid met al zijn verdelingen en ver­

schillen ooit eens de ene mensenfamilie van Gods

bedoeling en plan zal worden.

Intussen leven wij met deze verschillen, maar

de Mello weigerde er een ultieme betekenis aan te hechten. Dit wil hij zeggen met zijn verhaal over Diogenes, die geen enkel verschil kan ontdekken

russen de botten van de koning en die van zijn sla­

ven. Want op het diepere niveau van onze gemeen­

schappelijke menselijke ervaring van geboorte en

dood, van tragedie en triomf, zijn we inderdaad

van dezelfde aard, de menselijke. Het Tweede Va­

ticaanse Concilie wijst op het onderscheid rus-

34

sen deze niveaus wanneer het de idee van tradi­

tie behandelt, in zijn Constitutie over Goddelijke Openbaring. In plaats van traditie alleen te zien als

het doorgeven van de leer, hoe belangrijk dit mis­

schien ook is, introduceert het een dieper niveau

van traditie. De kerk, zegt het Concilie, 'moet alles wat zij is doorgeven, en alles dat zij leert' (Dei Ver­

bum, no. 8). In wat ze is, te weten haar wezen en leven, moet de kerk in contact zijn met de werke­

lijkheid waarover ze onderwijst. Ze geeft deze niet

door in woorden maar door haar te zijn, en zonder

dit diepere niveau van traditie kunnen de woorden

alleen eenvoudigweg religieuze retoriek worden. Oe acceptatie van het onderscheid van her Con­

cilie russen wat de kerk is en wat zij leert, opent de mogelijkheid dat er ondanks de verschillen in

onderricht die ons verdelen een echte eenwording

kan zijn op het niveau van zijn en leven. Deze mo­

gelijkheid is geen reden voor zelfgenoegzaamheid,

maar een uitdaging om toe te werken naar de dag waarop we dezelfde waarheid kunnen spreken zo­

wel als leven. In ieder geval stelt dit onderscheid tussen het wezen en het leven van de kerk, en wat

zij leert, hetTweede Vaticaanse Concilie in staat de

bevestigingen van universaliteit te geven die we al

genoemd hebben. Het bevestigt (Lumen Gentium,

no 16; Gaudium er Spes, no. 22; Ad Genres, no.

7) dat alle mensen, ongeacht hun godsdienstige

onderwijs of gebrek eraan, met het mysterie van

35

Page 20: Anthony de Mello - Bloemlezing

Pasen, van Jezus' dood en wederopstanding, ver­

bonden kunnen worden, hetgeen juist de kern van

het wezen en leven van de kerk is. Dit is het die­

pere niveau van traditie, het niveau van ervaring,

waarop het mysterie van het sterven en de weder­

opstanding van Jezus op duizenden manieren en in

talloze verschillende situaties beleefd kan worden.

In christelijk taalgebruik is dit de universele aan­

wezigheid van de Geest en zijn aanbod van genade

dat in de harten van alle mensen weerklinkt.

Gewaarzijn en de Geest Maar de universele aanwezigheid van de Heilige

Geest helpt pas als, in de woorden van de Mello,

mensen 'gewaar' zijn geworden. De verhalen van de Mello zijn net als de parabelen van Jezus be­

doeld om hen gewaar te maken. Maar waarom is

zien zo moeilijk? Waarom is gewaarzijn zo moeilijk

te bereiken? Omdat het zo moeilijk is de Geest te

laten waaien waarheen Hij wil. Wij zijn schepsels

van gewoonte en sleur. Wij denken dat we al weten

waar we de Geest kunnen verwachten, en dat is de

enige plek waar we kijken. Ja, zou de Geest ergens

anders heen waaien, dat wil zeggen, zou de Geest

waaien waarheen Hij wil en niet waarheen wij wil­

len, zorgen onze oogkleppen, religieuze en andere,

ervoor dat we dat niet zien. Het is heel moeilijk

ons gewaar te zijn van wat zich vlak voor onze

36

ogen afspeelt, omdat we liever onze benamingen

voor dingen zien dan de dingen zelf- benamin­

gen, waarin onze vooropgezette meningen, onze

vooroordelen en onze voorkeuren liggen besloten.

Deze benamingen wegnemen, onze oogkleppen

weghalen en de Geest laten waaien waarheen Hij

wil, is inderdaad heel moeilijk en vereist een ware

religieuze bekering, de bekering die Anthony de

Mello 'gewaar worden' noemt.

Al die mensen die proberen tot meer gewaar­

zijn te komen, raken steeds meer afgestemd op het

heden waar de Geest aanwezig is en werkt. In deze

zin weten ze dat God in de wereld waarin ze leven

gevonden moet worden en niet in een verre hemel.

Ze zien de uitdaging van hun geloof en hoop niet

zozeer als een theoretische uitdaging als wel als de

praktische uitdaging om hier en nu te doen wat

waar is. Ook hier laat het spirituele denken van de

Mello de leer van het Tweede Vaticaanse Concilie

weerklinken, die christenen eraan herinnert dat

hun eschatologische hoop op het komen van het

rijk Gods het belang van innerlijke werkelijkheden

en verwachtingen hier en nu niet kleiner moet ma­

ken, maar groter.

Conclusie We kunnen samenvatten wat we hebben uitgeko­

zen als enkele hoofdkenmerken van het spirituele

37

Page 21: Anthony de Mello - Bloemlezing

denken van Anthony de Mello binnen het kader

van de christelijke leer van de Drie-eenheid. Ten eerste legt hij grote nadruk op het transcendente

karakter van God, God die deze wereld en alles

wat er in is te boven gaat. Als de volslagen ander

is God niet te bevatten en gaat ons begrip te bo­ven. We kennen God als het mysterie waarin 'wij

leven en ons bewegen en zijn' (Hand. 17:28), dat wil zeggen: God is de 'bekende onbekende'. Dit maakt ons niet helemaal sprakeloos, maar is wel een voortdurende waarschuwing tegen het verab­

soluteren van menselijke ideeën, menselijke beel­

den, menselijke formules, of welke menselijke

constructies dan ook, en het maken van afgods­

beelden. Onze neiging om zoveel dingen, religi­

euze en andere, tot idolen te maken laat zien hoe moeilijk het is om slechts één God te aanbidden.

Het is dit aspect van God, Gods opperste transcen­

dentie, dat tot uitdrukking komt in de namen die

wij geven aan de eerste persoon van de Drie-een­heid, namelijk God als Vader/Moeder, de schepper

en bron van alle zienlijke en onzienlijke dingen.

Maar even belangrijk en even fundamenteel in

het christelijke begrip van God, zoals geïnterpre­teerd door Anthony de Mello, is de immanentie

van God, dat wil zeggen, Gods aanwezigheid in en

door Gods hele schepping. Dit is het aspect van

God waar Augustinus op wijst wanneer hij zegt

dat God dichter bij ons is dan wij bij onszelf zijn.

38

Transcendentie betekent dus niet afstand, maar Gods soevereine vrijheid om heel dicht bij ons

te willen zijn. Zonder deze immanentie wordt de transcendente God de afstandelijke God van het

deïsme, terwijl de immanentie van God zonder

transcendentie een vorm van pantheïsme wordt.

Deze immanentie noemen wij 'God als Heilige

Geest.' Deze Geest is niet slechts universeel aanwezig

in de zin van alle mensen, maar ook in de zin van

al het menselijke. De Geest bestaat niet in een af­zonderlijk deel van het leven dat 'religieus' of 'spi­

ritueel' heet, en dat zorgvuldig afgescheiden wordt

van het wereldse en profane, want niets menselijk

is de Geest vreemd. Dit leren we uit de Incarnatie:

Het Woord van God werd vlees in Jezus en open­

baarde daardoor de uiteindelijke bestemming van

alle vlees en al het menselijke. Dit aspect van God noemen we 'de Zoon.' In Jezus en met Jezus wor­

den alle mannen en vrouwen, van alle religies en geen religie, geroepen zonen en dochters te worden

van de ene God die 'niemand uitverkiest' (Hand.

1 0:34). Dit is de zeer katholieke visie van Anthony

de Mello, een visie waarvan de hierna volgende

voordrachten bezield zijn.

39

Page 22: Anthony de Mello - Bloemlezing

Gewaarzijn Een congres over spiritualiteit met De Mello,

in zijn eigen woorden

Over ontwaken

Spiritualiteit wil zeggen: wakker worden. De mees­

te mensen zijn in slaap, ook al weten ze het niet. Ze

zijn in slaap geboren, ze leven in slaap, ze trouwen

in hun slaap, ze brengen kinderen voort in hun

slaap, ze sterven in hun slaap zonder ooit wakker

te worden. Ze begrijpen nooit de schoonheid en

pracht van wat wij 'het menselijk bestaan' noemen.

Weet je, alle mystici - katholiek, christelijk, niet

christelijk, welke theologie ze ook aanhangen, war

hun religie ook is-zijn het in één opzicht allemaal

met elkaar eens: dat alles goed is, alles is goed. Al

is alles een puinhoop, alles is goed. Vreemde para­

dox, zeker. Maar tragisch genoeg zien de meeste

mensen nooit in dat alles goed is, omdat ze in slaap

zijn. Ze hebben een nachtmerrie ...

41

Page 23: Anthony de Mello - Bloemlezing

Wakker worden is niet fijn, weet je. Je ligt lekker

relaxed in bed. Het is irritant om wakker gemaakt

te worden. Dat is de reden waarom de verstandige

goeroe niet zal proberen mensen wakker te maken.

Ik hoop dat ik in dit opzicht verstandig zal zijn en

geen enkele poging zal doen jullie wakker te ma­

ken als je in slaap bent. Het gaat me eigenlijk niets

aan, ook al zeg ik soms tegen jullie: 'Word wakker!'

Mijn zaak is het om mijn eigen ding te doen, mijn

dans te dansen. Als jullie ervan profiteren, mooi; zo niet, jammer dan! Zoals de Arabieren zeggen:

'De aard van regen is dezelfde, maar hij laat door­

nen groeien in moerasgebieden en bloemen in de . ' tmnen.

Zelfobservatie

De enige manier waarop iemand jullie van dienst

kan zijn is door je ideeën in twijfel te trekken. Als

je bereid bent te luisteren, en als je je wilt laten

uitdagen is er één ding dat je kunt doen, maar nie­mand kan je helpen. Wat is dit belangrijkste van

alle dingen? Het heet 'zelfobservatie'. Niemand

kan je daarin helpen. Niemand kan je een me­

thode aanreiken. Niemand kan je een techniek

voorhouden. Zodra je een techniek oppikt, ben je

weer geprogrammeerd. Maar zelfobservatie - naar jezelf kijken - is belangrijk. Het is niet herzelfde

als opgaan in jezelf. Opgaan in jezelf is gepreoc-

42

cupeerd zijn met jezelf, dat je met jezelf bezig bent,

bezorgd over jezelf bent. Ik heb het over zelfobser­vatie. Wat is dat? Het betekent kijken naar alles in

jou en zo ver mogelijk om je heen en ernaar kijken

alsof het iemand anders betrof. Het betekent dat je naar dingen kijkt alsof je er hoegenaamd geen

verbinding mee hebt.

De reden waarom je lijdt aan je depressie en je

angsten is dat je je ermee identificeert. Je zegt: 'Ik

ben gedeprimeerd.' Maar dat is onjuist. Je bent

niet gedeprimeerd. Als je nauwkeurig wilt zijn, zou

je kunnen zeggen: 'Ik ervaar op dit moment een

depressie.' Maar je kunt eigenlijk niet zeggen: 'Ik

ben gedeprimeerd.' Je bent je depressie niet. Dat

is maar een vreemdsoortige truc van de geest, een

vreemd soort illusie. Je hebt je zelf zo voor de gek

gehouden dat je denkt- al ben je je daar niet van

bewust - dat je je depressie bent, dat je je angst

bent, dat je de vreugde of sensatie die je beleeft

bent. 'Ik ben een en al verrukking!' Je bent beslist

niet verrukt. Er is misschien verrukking in jou op

dit moment, maar wacht even, het wordt anders;

het blijft niet: het blijft nooit; het verandert al­

door: het verandert altijd. Wolken komen en gaan:

sommige zijn zwart en andere wit, sommige zijn

groot, andere klein. Als we de analogie aanhou­

den, ben jij de hemel die de wolken observeert. Je

bent een passieve, afstandelijke beschouwer. Dat is

shockerend, vooral voor iemand van de westerse

43

Page 24: Anthony de Mello - Bloemlezing

beschaving. Je komt niet tussenbeide. Bemoei je er niet mee. Maak niets beter. Kijk! Observeer!

De moeilijkheid met mensen is dat ze dingen

beter maken die ze niet eens begrijpen. We zijn altijd bezig iets beter te maken, of niet? Het komt nooit in ons op dat het niet nodig is zaken beter te maken. Dat hoeft echt niet. Dit is een belangrijk

inzicht. Ze dienen begrepen te worden. Als je ze begreep, zouden ze veranderen.

Gewaarzijn zonder alles te evalueren Wil je de wereld veranderen? En als je nu eens bij

jezelf begon? Wat zou je ervan zeggen om eerst zelf getransformeerd te worden? Maar hoe bereik je

dat? Door observatie. Door inzicht. Met geen en­

kele bemoeienis of oordeel van jouw kant. Omdat

je niet kunt begrijpen waar je over oordeelt. Er is niets zo heerlijk als gewaar te zijn. Zou

je liever in duisternis leven? Zou je liever hande­

len en je niet van je daden bewust zijn, praten en je niet van je woorden bewust zijn? Zou je liever

naar mensen luisteren en je niet gewaar zijn wat je hoort, of dingen zien en je niet gewaar zijn waar

je naar kijkt? De grote Soeraces zei: 'Een onbewust

leven is niet de moeite waard om te leven.' Dat is een waarheid als een koe. De meeste mensen leven geen bewust leven. Ze leven een mechanisch leven, mechanische gedachten- meestal die van iemand

44

anders- mechanische emoties, mechanische han­

delingen, mechanische reacties. Wil je zien hoe mechanisch je eigenlijk bent? 'Goh, dat is een mooi overhemd dat je aanhebt.' Dat hoor je graag.

Alsjeblieft! Het gaat over een overhemd! Je bent trots op jezelf als je zoiets hoort. Er zijn mensen

die naar mijn centrum in India komen en zeggen: 'Wat een mooie plek, wat een mooie bomen' (waar ik helemaal niet voor verantwoordelijk ben), wat een heerlijk klimaat.' En meteen voel ik me fijn, totdat ik me erop betrap dat ik me fijn voel en te­

gen mezelf zeg: 'Hé, kun je je zoiets doms voorstel­

len?' Ik ben niet verantwoordelijk voor die bomen; ik was niet verantwoordelijk voor het kiezen van

de locatie. Ik heb het weer niet besteld; het kwam gewoon. Maar 'ik' kwam er even tussen, dus voel

ik me goed. Ik voel me goed over 'mijn' cultuur

en 'mijn' land. Hoe dom kun je zijn? Dat meen

ik. Ik krijg te horen dat mijn grote Indiase cultuur zoveel mystici heeft voortgebracht. Ik heb hen niet

voortgebracht. Ik ben niet verantwoordelijk voor hen. Of ze zeggen tegen mij: 'Dat land van u en

zijn armoede- het is walgelijk.' Ik schaam me dan.

Maar ik heb dat niet zo gemaakt. Wat is hier aan

de hand? Heb je er ooit over nagedacht? Men zegt tegen je: 'Ik vind u heel charmant,' dus voel je je

fantasrisch. Ik krijg een positieve aai (daarom heet het: 'Ik ben oké, jij bent oké). Ik ga nog eens een

boek schrijven; de titel zal zijn: Ik ben een achter-

45

Page 25: Anthony de Mello - Bloemlezing

lijke gladiooL, jij bent een achterlijke gladiool. Dat is

het meest bevrijdende, het mooiste ter wereld, als je openlijk toegeeft dat je een idioot bent. Het is

heerlijk. Als mensen me vertellen dat ik ongelijk heb, zeg ik: 'Wat verwacht je anders van een dom­

kop?'

Ontwapend, iedereen moet ontwapend wor­

den. In de laatste bevrijding ben ik een domkop en ben jij een domkop. Wat meestal gebeurt is: ik

druk op een knop en jij bent vrolijk; ik druk op een andere knop en je bent bedrukt. En jij bent

net zo. Hoeveel mensen ken je die het niets doet

of ze geprezen worden of beschuldigd? Dat is niet

menselijk, zeggen we. Menselijk wil zeggen dat je een aapje moet zijn, zodat iedereen je staart kan

omdraaien en jij doet wat je hoort te doen. Maar is

dat menselijk? Als jij me charmant vindt, betekent

het dat jij op dat moment in een goede bui bent,

meer niet.

Gewaarzijn en contact met de werkelijkheid Kijken naar alles in jou en buiten jou, en wanneer

iets je overkomt, het zien alsof het iemand anders

overkwam, zonder commentaar, zonder oordeel,

zonder pose, zonder bemoeienis, zonder poging

om te veranderen, het alleen begrijpen. Als je dit

doet, ga je beseffen dat je je steeds meer ontkop­

pelt van 'mij'. De heilige Teresa van Avila zegt dat

46

God haar tegen het eind van haar leven een bui­

tengewone genade gaf. Natuurlijk gebruikt ze deze

moderne uitdrukking niet, maar waar het eigenlijk

op neer komt is dat ze zich niet meer met zich­

zelf identificeerde. Als iemand anders kanker heeft

en ik ken hem niet, ben ik niet zo erg aangedaan.

Als ik liefdevol en gevoelig was, zou ik misschien

helpen, maar ik ben niet emotioneel betrokken.

Als jij een examen moet doen, gaat mij dat niet

zo aan. Ik kan er tamelijk filosofisch over zijn en

zeggen: 'Hoe meer je je zorgen maakt, hoe erger

het wordt. Waarom neem je niet eens een flinke

pauze in plaats van steeds te studeren?' Maar wan­

neer het mijn beurt is om examen te doen, tja, dat is iets anders, nietwaar? De reden is dat ik me ver­

eenzelvigd heb met 'mij' - met mijn familie, mijn

land, mijn bezit, mijn lichaam, mij. Hoe zou het

zijn als God me de genade gaf deze zaken niet de

mijne te noemen. Dan zou ik vrij zijn; dan zou ik

niet geïdentificeerd zijn. Dar betekent het om het

zelf te verliezen, het zelf te ontkennen, te sterven

aan het zelf

Vier stappen naar wijsheid Het eerste wat je moet doen is in contact komen

met negatieve gevoelens waar je je niet eens van

bewust bent. Heel veel mensen hebben negatieve

gevoelens die ze zich niet gewaar zijn. Heel veel

47

Page 26: Anthony de Mello - Bloemlezing

mensen zijn depressief en zijn zich niet bewust dat

ze depressief zijn. Pas als ze met vreugde in aanra­

king komen, begrijpen ze hoe depressief ze waren.

Je kunt een gezwel dat je niet ontdekt hebt niet be­

handelen. Je kunt katoenkevers op je boerderij niet

verwijderen als je je van hun bestaan niet bewust

bent. Het eerste wat je nodig hebt is het gewaarzijn

van je negatieve gevoelens. Welke negatieve gevoe­

lens? Somberheid, bijvoorbeeld. Je voelt je somber

en humeurig. Je haat jezelf of voelt je schuldig. Je

hebt het gevoel dat het leven zinloos is, dar het

onbegrijpelijk is; je hebt gekwetste gevoelens, je

voelt je zenuwachtig en gespannen. Kom eerst in

contact met die gevoelens.

De tweede stap (dit is een vierstappenplan) is

begrijpen dat het gevoel in jou zit, niet in de wer­

kelijkheid. Dat is iets heel vanzelfsprekends, maar

denk je dat de mensen dit weten? Nee hoor, geloof mij maar. Ze hebben academische titels en het zijn

directeuren van universiteiten, maar dit hebben ze

niet begrepen. Ze hebben me op school niet ge­

leerd hoe ik moest leven. Verder hebben ze me alles

geleerd. Zoals een man zei: 'Ik heb een behoorlijk

goede opleiding gehad. Het heeft me jaren gekost

om er overheen te komen.' Daar gaat spiritualiteit

nu over, weet je: afleren. Alle onzin die ze je ge­

leerd hebben afleren.

De derde stap: identificeer je nooit met dat ge­

voel. Het heeft niets van doen met het 'ik'. De-

48

finieer je wezenlijke zelf niet als dat gevoel. Zeg

niet: 'ik ben depressief.' Als je wilt zeggen dat 'het

depressief is', is het goed. Als je wil zeggen dat 'er

depressie is', is het prima; als je wil zeggen dat 'er

somberheid is', is het oké. Maar niet: 'ik ben mis­

troostig'. Je definieert jezelf dan als dat gevoel. Dat is je illusie; dat is je vergissing. Er is op dit mo­

ment depressie, er zijn gekwetste gevoelens op dit

moment, maar laat ze er zijn, laat ze met rust. Ze

zullen overgaan. Alles gaat voorbij, alles. Je depres­

sie en je blije opwinding hebben niets met geluk te maken. Het is het zwaaien van de pendel. Als

je kicks of opwinding zoekt, wees dan voorbereid

op depressie. W il je je drug? Maak je klaar voor de

kater. De pendel zwaait van de ene naar de andere

kant.

De vierde stap: hoe verander je iets? Hoe veran­

der je jezelf? Er is veel wat je dient te begrijpen, of

liever gezegd, één ding dat op veel manier kan wor­

den uitgedrukt. Stel een patiënt gaat naar een arts

en vertelt hem waar hij last van heeft. De dokter

zegt: 'Heel goed, ik heb uw symptomen begrepen.

Weet u wat ik zal doen? Ik schrijf uw buurman een recept voor!' De patiënt zegt dan: 'Dank u wel

dokter, ik voel me al veel beter.' Is dat niet absurd?

Maar dat is precies wat wij doen. Iemand die in

slaap is denkt altijd dat hij zich beter zal voelen als

iemand anders verandert. Jij lijdt omdat je in slaap

bent, maar je denkt: 'Wat zou het leven prachtig

49

Page 27: Anthony de Mello - Bloemlezing

zijn als iemand anders eens zou veranderen; wat zou het leven mooi zijn als mijn buurman, mijn

vrouw, mijn baas eens veranderde.'

Wij willen altijd dat iemand anders verandert,

opdat wij ons goed voelen. Maar is het ooit tot

je doorgedrongen wat het voor jou zou betekenen

als je vrouw of je man verandert? Je bent nog net

zo kwetsbaar als daarvoor; je bent net zo gek als

daarvoor; je bent evenzeer in slaap als daarvoor. Jij

bent degene die moet veranderen, die medicijnen

moet innemen. Jij hamert er maar op dat je je goed

voelt omdat de wereld in orde is. Fout! De wereld

is in orde omdat ik me goed voel. Alle mystici zeg­

gen dat.

Tot stilte komen

Het fanatisme van één oprechte gelovige die denkt

dat hij de wijsheid in pacht heeft, veroorzaakt

meer kwaad dat de gezamenlijke inspanning van

tweehonderd schurken. Het is angstaanjagend om

te zien wat oprechte gelovigen doen omdat ze den­

ken dat ze het weten. Zou het niet geweldig zijn als

we een wereld hadden waarin iedereen zegt: 'We

weten het niet'? Dat was in ieder geval een enorme

barrière minder. Zou dat niet heerlijk zijn?

Een man die blind geboren is, komt bij me en

vraagt: 'Wat is dat nu, groen?' Hoe beschrijf je de

kleur groen aan iemand die blind geboren is? Je

50

gebruikt analogieën. Dus ik zeg: 'De kleur groen is

zoiets als zachte muziek.' 'Oh,' zegt hij, 'als zachte

muziek.' 'Ja,' zeg ik, 'kalmerende en zachte mu­

ziek.' Dan komt er een tweede blinde man bij me

en vraag: 'Wat is de kleur groen?' Ik zeg dat het is

als zacht satijn, dat het heel zacht en kal�erend

aanvoelt. De volgende dag zie ik dat de twee blinde

mannen elkaar met flessen op de kop slaan. De ene

zegt: 'Het lijkt op zachte muziek'; de ander zegt:

'Het lijkt op zacht satijn.' En zo gaat het verder.

Geen van beide weet waar hij het over heeft, want

als ze dat wel deden, zouden ze hun mond houden.

Zo erg is het. Het is nog erger, want stel, je geeft

deze blinde man op een dag zijn gezichtsvermogen

en hij zit daar in de tuin en hij kijkt overal om

zich heen en jij zegt tegen hem: 'Nu weet je wat de

kleur groen is.' En hij antwoordt: 'Dat is waar. Ik

hoorde vanmorgen iets!'

Het feit is dat je omringd bent door God en

dat je God niet ziet, omdat jij 'weet' van God. De

laatste barrière om God te kunnen zien is je idee

van God. Je loopt God mis omdat je denkt dat je

het weet. Dat is het afgrijselijke van religie. Dat

is wat de evangeliën zeggen, dat religieuze men­

sen 'wisten', en Jezus daarom uit de weg ruimden.

De hoogste kennis van God is God te kennen als

onkenbaar. Er is veel te veel gepraat over God; de

wereld is er beroerd van. Er is te weinig gewaar­

zijn, te weinig liefde, te weinig geluk, maar laten

51

Page 28: Anthony de Mello - Bloemlezing

we die woorden ook niet gebruiken. Er is te weinig

sprake van illusies loslaten, van fouten vergeven,

van gehechtheid en wreedheid opgeven, kortom te

weinig gewaarzijn. Daar lijdt de wereld aan, niet aan een gebrek aan religie. Religie gaat zogenaamd

over een gebrek aan gewaarzijn, over wakker wor­

den. Kijk waartoe we vervallen zijn. Kom naar

mijn land en zie hoe ze elkaar vermoorden van­

wege hun godsdienst. Je zult het overal aantreffen.

'Wie weet spreekt niet, wie spreekt, weet niet.' Alle

openbaringen, hoe goddelijk ook, zijn nooit meer

dan een vinger die naar de maan wijst. Zoals we

in het oosten zeggen, 'Wanneer de wijze naar de

maan wijst, ziet de onnozele alleen de vinger.'

Met de mond vol tanden 'Quia de deo scire non possumus quid sic, sed

quid non sit, non possumus considerare de deo,

quomode sit sed quomodo non sit.' Dit is de inlei­

ding van Thomas van Aquino tot zijn hele Summa Theologica: 'Aangezien we niet kunnen weten wat

God is, maar slechts wat God niet is, kunnen we

niet bedenken hoe God is, maar slechts hoe Hij

niet is.' In Thomas' commentaar op De Sancta Tri­nitate van Boetruus zegt hij dat de meest verheven

graad van kennis van God is God kennen als de onbekende, tamquam ignotum. En in zijn Quaestio

Disputata de Potencia Dei zegt Thomas: 'Dit is het

52

ultieme in de menselijke kennis van God- weten

dat we God niet kennen.' Deze man werd als de

prins onder theologen beschouwd. Hij was mysti­

cus en is nu een heilig verklaarde. We bevinden ons in vrij goed gezelschap.

In India kennen we een Sanskriet gezegde hier­

voor: neti, neti. Dat betekent: 'niet dit, niet dat.'

Thomas' eigen methode werd de via negativa ge­noemd, de weg van ontkenning.

Dit is het ultieme in onze menselijke kennis van

God, de wetenschap dat we niet weten. Onze grote

tragedie is dat we teveel weten. We denken dat we

weten, dat is onze tragedie; daarom ontdekken we

het nooit. Thomas van Aquino (die niet alleen the­

oloog maar ook een groot filosoof was) zei zelfs

herhaaldelijk: 'Ook met alle inspanning van zijn

geest kan de mens de essentie van één vlieg niet

doorgronden.'

Gefilterde werkelijkheid Ik wil nog één ding zeggen over onze waarneming

van de werkelijkheid. Laat ik dat in de vorm van

een analogie doen. De president van de Verenigde

Staten moet feedback krijgen van de burgers. De

paus in Rome moet feedback van de hele kerk krij­

gen. Er zijn letterlijk miljoenen kwesties die men

onder hun aandacht zou kunnen brengen, maar ze

zouden ze nauwelijks allemaal in zich op kunnen

53

Page 29: Anthony de Mello - Bloemlezing

nemen, laat staan verwerken. Daarom hebben ze

vertrouwelingen die uittreksels maken, dingen sa­

menvatten, in de gaten houden, filteren; uiteinde­lijk komt daar iets van op hun bureau terecht. Dit

gebeurt ook met ons. Uit elke porie of levende cel van ons lichaam en uit al onze zintuigen ontvangen

we feedback van de werkelijkheid. Maar we filteren voortdurend zaken uit. W ie doet dat filteren? Onze

conditionering? Onze cultuur? Onze programme­ring? De manier waarop ons is geleerd dingen te

zien en te ervaren? Zelfs onze taal kan een filter zijn. Er wordt voortdurend zoveel gefilterd dat je soms

dingen die er zijn niet ziet. Je hoeft alleen maar naar

paranoïde mensen te kijken die zich altijd bedreigd

voelen door iets wat er niet is, die de werkelijkheid

voortdurend interpreteren op grond van bepaalde

ervaringen uit het verleden of een bepaalde condi­

tionering die ze hebben gehad. Maar er is nog een demon die filtert. Die heet

gehechtheid, verlangen, hunkering. De oorsprong van smart is hunkering. Hunkering misvormt en

vernietigt waarneming. Angsten en verlangens ach­

tervolgen ons. Samuel Johnson zei: 'De wetenschap

dat hij binnen een week aan het schavot bungelt

houdt de geest van een mens op een fantastische manier geconcentreerd.' Je blokkeert al het andere

en concentreert je alleen op de angst, het verlan­gen of de hunkering. In veel opzichten waren we

gedrogeerd toen we jong waren. We werden zo op-

54

gevoed dat we mensen nodig hadden. Waarvoor?

Voor acceptatie, goedkeuring, waardering, applaus

-voor wat ze 'succes' noemden. Dat zijn woorden

die niet overeenkomen met de werkelijkheid. Het zijn conventies, dingen die bedacht zijn, maar we

beseffen niet dat ze niet met corresponderen met de werkelijkheid. Wat is succes? Het is wat een be­paalde groep heeft besloten iets goeds te noemen.

Wat goed is in Den Haag wordt misschien slecht gevonden in een Kartuizer klooster. Succes in een

bepaalde politieke kring wordt misschien in andere

kringen als falen gezien. Dit zijn conventies. Maar

we doen of het realiteiten zijn, nietwaar? Toen we jong waren, werden we geprogrammeerd voor het

ongeluk. Ze leerden ons dat je om gelukkig te zijn

geld, succes, een mooie of knappe levenspartner,

een goede baan, vriendschap, spiritualiteit, God -

noem maar op - nodig had. Als je dat allemaal niet

krijgt, word je niet gelukkig, is ons verteld. Maar

dát is even een gehechtheid! Een gehechtheid is een

geloof dat je zonder iets niet gelukkig zult worden.

Als je daar eenmaal van overtuigd bent -en het

sluipt je onderbewuste binnen, het drukt een stem­pel op je diepste wezen-is het met je gedaan.

Inzicht en begrip Maar wat houdt het veranderen van jezelf in? Ik

heb het er al zovaak over gehad, telkens weer, maar

55

Page 30: Anthony de Mello - Bloemlezing

nu zal ik het opbreken in kleine segmenten. Ten eerste, inzicht. Niet inspanning, niet het cultive­

ren van gewoontes, niet het hebben van een idee.

Idealen richten veel kwaad aan. Je bent de hele tijd gericht op wat er zou moeten zijn, in plaats van dat je focust op wat er is. En dus bedek je de huidige

werkelijkheid met wat er zou moeren zijn, daar je nooit begrepen hebt wat de huidige werkelijk­

heid is. Laat ik een voorbeeld van inzicht geven uit mijn eigen ervaring in gesprekstherapie. Er komt een priester bij me en zegt dat hij lui is; hij wil

ijveriger, actiever zijn, maar hij is lui. Ik vraag hem wat 'lui' betekent. Vroeger zou ik tegen hem ge­zegd hebben: 'Eens kijken, waarom maak je niet

een lijstje van dingen die je elke dag wilt doen, en dan streep je ze elke avond af; het zal je een

goed gevoel geven; maak er zo een goede gewoonte

van.' Of ik had kunnen zeggen: 'Wie is je ideaal,

je beschermheilige?' En als hij Sint Franciscus Xa­vier noemde, zei ik tegen hem: 'Kijk eens hoe hard

Xavier gewerkt heeft. Je moet op hem mediteren en dat zal je op gang helpen.' Dat is één manier

van aanpak, maar die is, moet ik helaas zeggen, oppervlakkig. Hem aansporen zijn wilskracht, in­

spanning te gebruiken, heeft geen langdurig effect. Zijn gedrag verandert misschien, maar hij niet.

Daarom sla ik nu een andere richting in. Ik zeg regen hem: 'Lui, wat is dat? Er zijn miljoenen vor­

men van luiheid. Laat eens horen wat jouw soort

56

luiheid is. Beschrijf eens wat jij met lui bedoelt.'

Hij zegt: 'Nou, ik krijg nooit iets gedaan. Ik heb

geen zin om iets te doen.' Ik vraag: 'Je bedoelt met­

een bij het opstaan 's morgens al?' 'Ja,' antwoordt hij. 'Ik word 's ochtends wakker en dan is er niets

om voor op te staan.' 'Ben je dan depressief?' vraag

ik. 'Dat zou je kunnen zeggen,' zegt hij. 'Ik heb me zo'n beetje teruggetrokken.' 'Ben je altijd zo geweest?' vraag ik. 'Nou, nier altijd. Toen ik jonger was, was ik actiever. Toen ik op het seminarium was, was ik enthousiast.' 'En wanneer is dit begon­

nen?' 'Oh, ongeveer drie of vier jaar geleden.' Ik

vraag hem of er toen iets gebeurd is. Hij denkt een

tijd na. Ik zeg: 'Als je zo hard na moet denken, kan er niet zoveel bijzonders zijn gebeurd vier jaar ge­

leden. Hoe zit het met het jaar daarvoor? Hij zegt: 'In dat jaar ben ik tot priester gewijd.' 'Is er iets

gebeurd in het jaar dat je gewijd bent?' vraag ik.

'Er was wel iets, het laatste theologie-examen; daar ben ik voor gezakt. Het was wel een teleurstelling,

maar daar ben ik overheen gekomen. De bisschop

was van plan me naar Rome te sturen, om uitein­delijk les te geven op het seminarium. Dat trok me

wel aan, maar aangezien ik voor het examen ge­

zakt was, veranderde hij van gedachten en stuurde

me naar deze parochie. Nu u het zegt, er zat een zekere onrechtvaardigheid in, want ... ' Op dit mo­

ment wordt hij nerveus; er is boosheid in hem die

hij niet verwerkt heeft. Hij moet die teleurstelling

57

Page 31: Anthony de Mello - Bloemlezing

weer voelen. Het is zinloos om hem een preek te geven. Het is zinloos hem een idee te voeden. We moeten hem zover krijgen dat hij zijn boosheid en teleurstelling onder ogen ziet en dat hij er inzicht in krijgt. Als ik hem een aansporing gaf en hem vertelde hoe hard zijn getrouwde broers en zusters werken, zou dat er alleen maar voor zorgen dat hij zich schuldig voelde. Hij heeft niet het inzicht in zichzelf dat hem zal helen. Dus dat is het eerste.

Er is een andere grote opdracht: begrip. Dacht je echt dat je hierdoor gelukkig zou worden? Je hebt gewoon aangenomen dat je er gelukkig door zou worden. Waarom wilde je op het seminarium lesgeven? Omdat je gelukkig wilde zijn. Je dacht dat je door professor te zijn, door een zekere starus en prestige te hebben, gelukkig wu zijn. Zou dar ook w zijn? Dit vraagt om begrip.

Geen dwang uitoefenen Mediteren over de handelwijze van Jezus en die uiterlijk imiteren helpt niet. Het gaat er nier om Christus na te volgen; het gaat erom te worden wat Jezus was. Het gaat erom Christus te worden, ge­waar te worden, te begrijpen wat er in je omgaat. Alle andere methoden die we gebruiken om onszelf te veranderen zou je kunnen vergelijken met het duwen van een auto. Laten we veronderstellen dat je naar een stad ver weg moet. De auto begeeft het

58

onderweg. Tja, jammer; de auto is stuk. We stro­pen de mouwen op en beginnen de auto te duwen. En we duwen en duwen en duwen en duwen, tot we bij de afgelegen stad aankomen. 'Oké,' zeggen we, 'we hebben het gehaald.' En dan duwen we de auto helemaal naar weer een stad! Jij zegt: 'We zijn er toch gekomen?' Maar noem je dat leven? Weet je wat jij nodig hebt? Je hebt een deskundige nodig, je hebt een monteur nodig die de klep omhoog doet en de bougies verwisselt. Draai de comact­sleutel om en de auto rijdt. Je hebt de deskundige nodig - je hebt begrip, inzicht, gewaarzijn nodig. Je moet niet hoeven duwen. Je moet je niet hoeven inspannen. Daarom zijn mensen zo moe, zo mat. Jij en ik zijn getraind om ontevreden met onszelf re zijn. Daar komt psychologisch gezien het kwaad vandaan. We zijn altijd ontevreden, we oefenen al­tijd dwang uit. Ga door, lever meer inspanning, meer en meer inspanning. Maar altijd is er dar in­nerlijke conflict; er is heel weinig begrip.

Reëel worden Mijn leven in India had één dag met een gouden randje. Het was een fantastische dag eigenlijk, de dag dar ik tot priester werd gewijd. Ik zal in een biechtstoel. We hadden een zeer heilige Jezuïeten­pater in onze parochie, een Spanjaard, die ik al kende voordat ik naar het jezuïetennoviciaat ging.

59

Page 32: Anthony de Mello - Bloemlezing

De dag voordat ik naar het noviciaat vertrok, dacht ik dat ik beter alles kon opbiechten, zodat ik, wan­neer ik naar het noviciaat ging lekker schoon zou zijn en de novicenleraar niets hoefde te vertellen.

Deze oude Spaanse priester had altijd een hele me­nigte mensen in de rij voor zijn biechthokje staan; hij had een paarse zakdoek waarmee hij zijn ogen bedekte, en hij mompelde altijd iets en gaf je een penitentie en dan kon je gaan. Hij had mij nog

maar een paar maal ontmoet, maar hij noemde me Antonie. Ik stond dus in de rij en toen ik aan de

beurt was, probeerde ik onder het biechten mijn stem te verdraaien. Hij luisterde geduldig naar me, gaf me mijn penitentie, gaf me absolutie, en zei

toen: 'Antonie, wanneer ga je naar het novitiaat?' Afijn, ik ging de dag na mij priesterwijding naar

de parochie. En de oude priester zei tegen me: 'Wil je de biecht afnemen?' 'Goed', zei ik. Hij zei: 'Ga

maar in mijn biechtstoel zitten. Ik dacht: 'Goh, ik ben een geestelijke. Ik ga ik zijn biechtstoel zitten.'

Ik nam drie uur lang de biecht af. Het was Palm­

zondag en er kwamen veel mensen speciaal voor Pasen in de kerk Ik kwam er gedeprimeerd uit,

niet door wat ik gehoord had, want ik wist wat ik kon verwachten en, aangezien ik wel een idee had wat er in mijn eigen binnenste omging, was er niets

wat me schokte. Weet je wat me deprimeerde? Het

besef dat ik hun van die kleine vrome gemeenplaat­sen meegaf: 'Bid nu tot de Gezegende Moeder, zij

60

houdt van je,' en 'Houd in gedachte dat God aan jouw kant staat.' Hielden deze gemeenplaatsen eni­

ge genezing voor kanker in? En dit is een kanker, waar ik mee te maken heb, het gebrek aan gewaar­

zijn en realiteit. Dus ik zwoer mezelf die dag een

ferme eed: 'Ik zal het leren, ik zal het leren, zodat er,

als alles voorbij is, niet tegen me gezegd zal worden: 'Vader, wat u tegen me zei was absoluut waar, maar

ik had er helemaal niets aan.' Gewaarzijn, inzicht. Wanneer je een deskundige

bent geworden (en dat zul je spoedig worden) hoef je geen psychologie te studeren. Als je jezelf gaat

observeren, naar jezelf gaat kijken, om die nega­

tieve gevoelens op te pikken, zul je je eigen manier

vinden om ze te verklaren. En je zult de verande­

ring opmerken. Maar dan zul je met de grote boef moeten afrekenen, en die boef is zeHveroordeling, zelfhaat en ontevredenheid met jezel(

Gevarieerde beelden

Laten we nog wat praten over moeiteloze veran­dering. Ik bedacht daar een mooi beeld voor, een zeilboot. Als een zeilboot een sterke wind in het

zeil heeft, glijdt ze zo moeiteloos verder, dat de

zeiler niets anders hoeft te doen dan sturen. Hij spant zich niet in; hij duwt de boot niet. Dat is een

beeld van wat er gebeurt wanneer er verandering

tot stand komt door gewaarzijn, door begrijpen.

61

Page 33: Anthony de Mello - Bloemlezing

Ik las nog eens mijn aantekeningen door, en ik

vond een paar citaten die goed passen bij wat ik

heb gezegd. Bijvoorbeeld dit citaat: 'Niets is zo

wreed als de natuur. In het hele universum is er

geen ontsnapping mogelijk, en toch is het niet de

natuur die het onrecht pleegt, maar het eigen hart van de mens.' Is dat begrijpelijk? Her is niet de

naruur die het onrecht pleegt, maar het eigen hart van de mens. Je hebt het verhaal van Paddy, die van

het schavot viel en een flinke buil had. Ze vroegen

hem: 'Heeft de val je pijn gedaan, Paddy?' En hij

zei: 'Nee, het einde deed pijn, de val niet.' Als je

water klieft, heeft het water geen pijn; wanneer je

iets massiefs doorhakt, breekt her. Je mentaliteit is

hard; je hebt onwrikbare illusies in je; die botsen

met de natuur, daarin word je geraakt, daar komt de pijn vandaan.

Hier is een mooie: hij is afkomstig van een oos­

terse wijze, al weet ik niet meer wie. Net als het ge­

val is bij de bij bel doet de schrijver er niet toe. Wat

er gezegd wordt wel. 'Als het oog vrij is, resulteert

dat in zien; als het oor vrij is, is het resultaat horen; als de neus vrij is, is het resultaat de reuk; als de

mond vrij is, is het resultaat smaak; als de geest vrij

is, is het resultaat wijsheid.'

W ijsheid komt wanneer je barrières laat vallen

die je door je ideeën en conditionering hebt op­

gericht. Wijsheid is niet iets aangeleerds; wi jsheid

is niet ervaring; wijsheid is niet het toepassen van

62

illusies van gisteren op de problemen van vandaag. Zoals iemand tegen me zei toen ik jaren geleden

voor mijn doctoraal psychologie studeerde in Chi­

cago: 'Vaak is in her leven van een priester een

vijftig jaar lange ervaring de ervaring van één jaar,

vijftig maal herhaald.' Je hebt dezelfde oplossingen

waar je op terugvalt: zó moet je met een alcoholi­

cus omgaan; zó moet je met priesters omgaan; zó

moet je met nonnen omgaan; zó moet je met een

gescheiden vrouw omgaan. Maar dat is geen wijs­

heid. Wijsheid is gevoelig zijn voor deze situatie,

voor deze mens, niet beïnvloed door enig residu uit het verleden, ronder doorwerking van de ervaring

in het verleden. Dit is geheel tegengesteld aan wat

de meeste mensen gewend zijn te denken. Ik zou

aan de zinnen die ik heb voorgelezen er nog een

toe willen voegen: �s het hart vrij is, is het resul­taat liefde.' Ik heb de laatste dagen veel over liefde

gesproken, ook al zei ik tegenjullie dat er over lief­

de eigenlijk niets te zeggen is. We kunnen alleen

spreken over afwezigheid van liefde. We kunnen alleen spreken over verslavingen. Maar over liefde

zelf is misschien niet expliciet iets re zeggen.

Verlies van beheersing

Als je wilt begrijpen wat beheersing is, denk dan

aan een klein kind dat men van drugs laat proe­

ven. Naarmate de drugs verder in het lichaam van

63

Page 34: Anthony de Mello - Bloemlezing

het kind doordringen, raakt het verslaafd; zijn hele

wezen schreeuwt om de drug. De drug niet krijgen

is zo'n onverdraaglijke kwelling dat het beter lijkt

om te sterven. Denk aan dat beeld- het lichaam is

aan de drug verslaafd geraakt. Dit nu is precies wat

de maatschappij met je heeft gedaan toen je gebo­

ren was. Je mocht niet genieten van het stevige,

voedzame eten van het leven- namelijk werk, spel,

plezier, het gezelschap van mensen, de genietingen

van de zintuigen en de geest. Je kreeg een drug

te proeven die goedkeuring, waardering, aandacht

heet.

Ik ga nu een groots mens citeren, een man met

de naam A. S. Neill. Hij is de schrijver van Sum­

merhill. Wanneer een kind zeker is van zijn moe­

ders liefde, vergeet hij zijn moeder; hij trekt erop

uit om de wereld te verkennen; hij is nieuwsgierig.

Hij zoekt een kikker om in zijn mond te stoppen­

dergelijke dingen. Wanneer een kind om zijn moe­

der heen blijft hangen, is het een slecht teken; hij is

onzeker. Misschien heeft zijn moeder geprobeerd

liefde bij hém te halen en hem niet alle vrijheid

en geruststelling geboden die hij nodig heeft. Zijn

moeder heeft misschien altijd op allerlei subtiele

manieren gedreigd hem in de steek te laten.

Zo kregen we allerlei vormen van drugversla­

ving te proeven: goedkeuring, aandacht, succes,

het helemaal maken, prestige, je naam in de krant,

macht, de baas zijn. Ons werd getoond hoe het is

64

om de aanvoerder van een team te zijn, de band

te leiden, enzovoort. Omdat we deze drugs aange­

naam vonden, raakten we verslaafd en werden we

bang om het zonder te moeten doen. Herinner je

hoe je de moed in de schoenen zonk, de doodsangst

die je voelde bij het vooruitzicht te falen of fouten

te maken, bij het vooruitzicht door anderen bekri­

tiseert te worden. Zo werd je laf en afhankelijk van

anderen en verloor je je vrijheid. Anderen hebben

nu de macht je gelukkig of ongelukkig te maken.

Je hunkert naar je drugs, maar hoezeer je de pijn

die daarmee gepaard gaat ook verafschuwt, je bent

volkomen hulpeloos. Nog geen minuut ben je je,

bewust of onbewust, nfet gewaar van anderen op

of afgestemd op anderen, hoe ze zullen reageren,

en je marcheert op het ritme van hun trommels.

Een aardige definitie van een ontwaakte: iemand

die niet meer op de trommelmuziek van de maat­

schappij marcheert, iemand die danst op de melo­

die, de muziek die uit hemzelf ontspringt. Wan­

neer je wordt genegeerd of afgekeurd, voel je een

eenzaamheid zo ondraaglijk dat je naar de mensen

terugkruipt en om de troostrijke drug smeekt die

steun, aanmoediging en geruststelling heet. In een

dergelijke staat met mensen te leven gaat gepaard

met een niet-aflatende gespannenheid. 'Lenfer c'est

les autres,' zei Sartre. Hoe waar. Wanneer je in deze

staat van afhankelijkheid verkeert, moet je je al­

tijd goed gedragen; je kunt je nooit ontspannen;

65

Page 35: Anthony de Mello - Bloemlezing

je moet aan de verwachting beantwoorden. Met

mensen omgaan is in spanning leven. Ze niet te

hebben brengt de smart van eenzaamheid, omdat

je hen mist. Je hebt her vermogen verloren om hen precies te zien zoals ze zijn en goed op hen te

reageren, omdat je waarneming van hen verduis­terd is door de behoefte je drugs te krijgen. Je ziet

hen alleen in zoverre ze behulpzaam zijn je drugs te krijgen of je drug dreigen af te pakken. Je kijkt

altijd met deze ogen naar mensen, bewust of on­bewust. Zal ik van hen krijgen wat ik wil, zal ik

niet van hen krijgen wat ik wil? En als ze mij niet aan mijn drug kunnen helpen of hem af kunnen

pakken, ben ik niet in hen geïnteresseerd. Het is verschrikkelijk om zoiets te zeggen, maar ik vraag

me af of hier iemand is van wie dit niet gezegd kan

worden.

Het land van liefde Als we echt de illusie lieten varen dat ons iets gege­ven of afgepakt kan worden, zouden we alert z ijn.

De consequentie is, als we dit niet doen, angstwek­kend en onontkoombaar. We verliezen ons vermo­

gen tot liefhebben. Als je wilt liefhebben, moet

j e opnieuw leren zien. En als je w ilt zien, moet je

leren je drug op te geven. Zo simpel is het. Geef

je afhankelijkheid op. Scheur de tentakels van de

maatschappij die zich om je wezen hebben gesla-

66

gen en het verstikt hebben los. Je moet ze laten

vallen. Uiterlijk zal alles doorgaan zoals vroeger,

maar al zul je verder in de maatschappij leven, je zult niet langer van de maatschappij zijn. In je

hart zul je nu eindelijk vrij zijn, zij het helemaal al­leen. Je afhankelijkheid van je drug zal verdwijnen.

Je hoeft niet naar de woestijn re trekken; je leeft

midden tussen mensen; je geniet enorm van hen.

Maar ze hebben niet meer de macht je gelukkig of

ongelukkig te maken. Dat wil alleen-zijn zeggen.

In deze eenzaamheid verdwijnt je afhankelijkheid.

Het vermogen lief te hebben wordt geboren. Je ziet anderen niet meer als een middel om je verslaving

te bevredigen. Alleen iemand die dit geprobeerd heeft kent de verschrikkingen van dit proces. Het

is alsof je jezelf uitnodigt om te sterven. Het is als­

of je de arme drugverslaafde vraagt het enige geluk

dat hij ooit heeft gehad op te geven. Hoe is dat te

vervangen door de smaak van brood en fruit en de frisse smaak van de ochtendlucht, de zoetheid van het water uit de bergbeek? Terwijl hij worstelt met

zijn omhoudingssymptomen en de leegte die hij in zichzelf ervaart nu zijn drug weg is, kan niets

de leegte vullen dan zijn drug. Kun je je een leven

voorstellen waarin je weigert te genieten van ook

maar één woord van waardering of daar behagen

in te scheppen, of waarin je je hoofd niet meer op

iemands schouder hoeft te leggen? Denk aan een

leven waarin je van niemand emotioneel afhanke-

67

Page 36: Anthony de Mello - Bloemlezing

lijk bent, zodat niemand meer de macht heeft je gelukkig of ongelukkig te maken. Je weigert een bepaalde persoon no dig te hebben of zelf speciaal te zijn voor iemand, of iemand de jouwe te noemen. De vogels in de lucht hebben hun nesten en vos­sen hun holen, maar jij zult geen plek hebben om

je hoofd ter ruste te leggen op je reis door het le­ven. Als je ooit tot deze staat komt, zul je eindelijk

weten wat het betekent te zien met een visie die helder is en die niet door angst of verlangen wordt

verduisterd. Elk woord wordt erin gewogen. Ein­

delijk te zien met een visie die helder is en niet door

angst of verlangen wordt verduisterd. Je weet dan wat het betekent lief te hebben. Maar om in dat

land van liefde te komen, moet je door de pijn van de dood gaan, want mensen liefhebben betekent

sterven aan de behoefte aan mensen en volslagen alleen zijn.

Laat ik eindigen met een mooi verhaal. Er was een man die de kunst van het vuur maken had

uitgevonden. Hij pakte zijn gereedschap en ging naar een stam in het noorden, waar het heel koud was, bitter koud. Hij leerde de mensen daar vuur maken. De mensen waren zeer geïnteresseerd. Hij leerde hun waarvoor ze vuur allemaal konden ge­bruiken- ze konden koken, zich warm houden, enzovoort. Ze waren heel dankbaar dat ze de kunst van het vuur maken hadden geleerd. Maar voordat ze de man hun dankbaarheid konden tonen, was

68

hij verdwenen. Hij was niet geïnteresseerd in hun erkenning of dankbaarheid; hij was bezorgd om hun welzijn. Hij ging naar een andere stam, waar

hij opnieuw de mensen de waarde van zijn uitvin­ding liet zien. Daar was men ook geïnteresseerd,

een beetje te geïnteresseerd voor de gemoedsrust van hun priesters, die het langzamerhand opviel dat deze man een menigte mensen trok en zij hun

populariteit aan het verliezen waren. Daarom be­sloren ze hem uit de weg te ruimen. Ze vergiftig­den hem, kruisigden hem, hoe je het ook noemen

wilt. Maar nu waren ze bang dat de mensen zich tegen hen zouden keren, dus ze waren heel wijs,

sluw zelfs. Weten jullie wat ze deden? Ze hadden een portret van de man laten maken en timmerden het vast op het hoofdaltaar van de tempel. De in­strumenten waar je vuur mee kon maken werden

voor het portret neergelegd en het werd de mensen geleerd het portret te vereren en eerbied te tonen aan de instrumenten om vuur te maken, wat ze eeuwenlang braaf deden. De verering en aanbid­

ding gingen door, maar er was geen vuur. Waar is het vuur? Waar is de liefde? Waar is de

radicaal uit je systeem verwijderde drug? Waar is de

vrijheid? Daar gaat het in spiritualiteit om. Helaas dreigen we dit uit het oog te verliezen, nietwaar?

Hier gaat het bij Jezus Christus allemaal om. Maar we hebben de nadruk te zeer op het 'Here, Here'

gelegd, nietwaar? Waar is het vuur? En als ere-

69

Page 37: Anthony de Mello - Bloemlezing

dienst niet tot het vuur leidt, als aanbidding niet tot liefde leidt, als de liturgie niet leidt tot een hel­

derder waarneming van de werkelijkheid, als God niet tot het leven leidt, welk nut heeft religie dan, behalve voor het scheppen van meer verdeeldheid,

meer fanatisme, meer antagonisme? Het is niet uit gebrek aan godsdienst in de gewone betekenis van het woord dat de wereld lijdt, het is uit gebrek aan liefde, gebrek aan gewaarzijn. Ik ben hier en daar

individuen tegengekomen, die plotseling stuiten op de waarheid dat het kwaad in jezelf huist. Als

je dit gaat begrijpen, houd je op eisen te stellen aan jezelf, houd je op verwachtingen te hebben

van jezelf, houd je op jezelf te pushen en begrijp

je. Voed je met gezonde voeding, goede geronde voeding. Ik heb het niet over echt voedsel, ik heb

het over zonsondergang, over de natuur, over een goede film, over een goed boek, over prettig werk,

over goed gezelschap, en hopelijk zullen jullie je verslaafdheid aan die andere gevoelens verbreken.

Welk gevoel krijgen jullie wanneer je in contact komt met de natuur, of wanneer je opgaat in werk waar je van houdt? Of wanneer je werkelijk in ge­sprek bent met iemand van wiens gezelschap je ge­

niet, in alle openheid en zonder je vast te klampen? Welke gevoelens heb je dan? Vergelijk die gevoe­

lens met de gevoelens die je hebt wanneer je een debat wint, of wanneer je een race wint, of wan­

neer je populair wordt, of wanneer iedereen voor

70

je applaudisseert. De tweede soort gevoelens noem

ik wereldse gevoelens; de eerste gevoelens noem ik zielsgevoelens. Veel mensen winnen de wereld

en verliezen hun ziel. Veel mensen leiden een leeg, zielloos leven omdat ze leven van populariteit, waardering en complimenten, van 'Ik ben oké, jij

bent oké,' kijk naar me, luister naar me, steun me, waardeer me, van de baas zijn, van macht hebben,

van de race winnen. Voed jij je daarmee? Zo ja,

dan ben je dood. Je hebt je ziel verloren. Voed je met andere, meer voedzame grondstoffen. Dan zul

je de transformatie meemaken. Ik heb je toch een

heel programma voor het leven gegeven?

71

Page 38: Anthony de Mello - Bloemlezing

Het lied van de vogel

Iedereen houdt van verhalen, en je zult er heel

wat aantreffen in dit boek Verhalen die boed­

dhistisch, christelijk, uit het zenboeddhisme af­

komstig, chassidisch, Russisch, Chinees, hindoe­

ïstisch of uit het soefisme afkomstig zijn; oude en

nieuwe verhalen. En alle hebben ze een bijzondere

eigenschap: op een bepaalde manier gelezen bevor­

deren ze de spirituele groei.

Hoe je ze moet lezen

Er zijn drie manieren:

1. Lees een verhaal éénmaal. Ga dan door naar een

ander verhaal. Deze manier van lezen is alleen voor

het vermaak.

73

Page 39: Anthony de Mello - Bloemlezing

2. Lees een verhaal twee keer. Denk erover na. Pas

het toe in je leven. Dit geeft je een idee van wat

theologie is. Iets dergelijks is nutt ig om te doen in

een groep, waarvan alle leden elkaar vertellen wat ze van het verhaal dachten. Je hebt dan een theo­

logische kring.

3. Lees het verhaal opnieuw, nadat je erover hebt nagedach t. Creëer stilte in jezelf en laat het ver­

haal de diepte en betekenis die erin vervat is aan

je openbaren: iets voorbij woorden en overdenkin­

gen. Di t zal je een gevoel voor het mystieke geven.

Of draag het verhaal de hele dag met je mee en laat

de geur, de melodie ervan je achtervolgen. Laat het

tot je hart spreken, niet tot je brein. Ook dit zou

een beetje een mysticus van je kunnen maken. Met

dit mystieke doel in gedachten werden de meeste

van deze verhalen oorspronkelijk verteld.

Waarschuwing De meeste verhalen gaan vergezeld van commen­

taar. Het commentaar is bedoeld als een voorbeeld

van het type dat je zelf misschien wilt geven. Vorm

je eigen commentaar. Beperk je niet tot wat je in

dit boek aantreft. Waarom zou je de inzichten van iemand anders lenen?

Hoed je ervoor het verhaal niet op iemand an­

ders (priester, moellah, kerk, buur) te betrekken

dan jezelf. Als je dat doet, zal het verhaal je schade

74

berokkenen. Al deze verhalen gaan over jou, over

niemand anders.

Verklarende woordenlijst Theologie: De kunst van het vertellen van verhalen

over het goddel ijke. Ook de kunst ernaar te luis­

teren.

Mystiek: De kunst de innerlijke betekenis van der­

gelijke verhalen zo met je hart te proeven en aan te voelen, dat ze je transformeren.

Eet je eigen vruchten Een leerling klaagde eens: 'U vertelt ons verhalen ,

maar u laat zich er nooit over uit wat de betekenis

ervan is.'

Zei de meester: 'Hoe zou je het vinden als ie­

mand je fruit aanbood en het fijnkauwde voordat

hij het je gaf?'

Niemand kan jouw betekenis voor je vinden. Zelfi

niet de meester.

Het lied van de vogel De leerlingen zaten vol vragen over God.

Zei de meester: 'God is de Onbekende en het

Onkenbare. Elke uitspraak over hem, elk ant-

75

Page 40: Anthony de Mello - Bloemlezing

woord op jullie vragen is een verdraaiing van de waarheid.'

De leerlingen waren verbijsterd. 'Waarom

spreekt u dan eigenlijk over hem?'

'Waarom zingt de vogel?' zei de meester.

Niet omdat hij een mededeling heeft, maar omdat hij een lied heeft.

De woorden van de geleerde dienen begrepen te worden. De woorden van de meester dienen niet be­grepen te worden. Die zijn om naar te luisteren, zoals men luistert naar de wind door de bomen, het geluid van de rivier en het lied van de vogel. Ze maken iets wakker in het hart dat boven alle kennis uitstijgt.

Ware spiritualiteit Men vroeg de meester: 'Wat is spiritualiteit?'

Hij zei: 'Spiritualiteit is wat er in slaagt iemand

tot innerlijke transformatie te brengen. ' 'Maar als ik de traditionele methoden toepas

die door de meesters doorgegeven zijn, is dat geen

spiritualiteit?' 'Het is geen spiritualiteit als het voor jou geen

functie heeft. Een deken is geen deken meer als hij

jou niet warm houdt.' 'Dus spiritualiteit verandert wel?'

'Mensen veranderen en hebben verandering nodig. Dus wat eens spiritualiteit was, is het niet

76

meer. Wat in het algemeen doorgaat voor spiritu­aliteit is louter de weerslag van methoden uit het

verleden.'

Snij de mens niet in de vorm van de jas.

Hoorde je die vogel zingen? Het hindoeïstische India ontwikkelde een magnifiek beeld om Gods relatie met de schepping te beschrij­ven. God 'danst' de schepping. Hij is de danser, de schepping is zijn dans. De dans is iets anders dan de danser; toch bestaat zij niet los van hem. je kunt haar niet in een doos mee naar huis nemen als ze je bevalt. Zodra de danser ophoudt, bestaat de dans niet meer.

In onze zoektocht naar God denken we teveel, overwegen we teveel en praten we teveeL Zelfs wan­neer we naar deze dans kijken die we de schepping noemen, zijn we de hele tijd aan het denken, praten (tegen onszelf en anderen), nadenken, analyseren, fi­losoferen. Woorden. Lawaai.

Wées stil en mediteer over de dans. Kijk slechts; een ster, een bloem, een blad dat verkleurt, een vogel, een steen. . . ieder deeltje van de dans is goed Kijk. Luister. Ruik. Voel. Proef En hopelijk zal het niet lang duren of je ziet hem zelf- de danserf

De leerling was altijd aan het klagen tegen de meester: ·u verbergt het uiteindelijke geheim van

77

Page 41: Anthony de Mello - Bloemlezing

zen voor me.' En hij accepteerde de ontkenning

van de meester niet.

Op een dag wandelden ze in de bergen toen ze

een vogel hoorden zingen.

'Hoorde je die vogel zingen?' vroeg de meester.

'Ja,' zei de leerling.

'Nou, dan weet je dat ik niets voor je heb ver­

borgen.'

'J ) a.

Als je echt een vogel zou horen zingen, als je echt een

boom zou zien. . . zou je het weten. Voorbij woorden

en ideeën.

Wilt zei je daar? Heb je tientallen vogels horen zin­

gen en honderden bomen gezien? Aha, was het de boom

die je zag of het bordje? Als je naar een boom kijkt en

een boom ziet, heb je de boom echt niet gezien. �n­

neer je naar de boom kijkt en een wonder ziet- dan

heb je eindelijk gezien! Was je hart nooit vol van spra­

keloze verwondering als je een vogel hoorde zingen?

Het bamboebosje Brownie, onze hond, keek omhoog naar de boom, met

gespitste oren en kwispelstaartend. Zijn aandacht was

bij een aap. Geen enkele gedachte verstoorde zijn to­

tale concentratie, geen zorgen voor morgen. Brownie

kwam nog het dichtst bij zuivere contemplatie van alles wat ik ooit gezien heb.

78

Misschien heb je zelf ook wel eens zoiets ervaren, als je volkomen opgaat in het observeren van een spelende

poes. Dit is pas een formule voor contemplatie, een

betere ken ik niet: wees totaal in het nu. Laat elke

gedachte aan de toekomst, elke gedachte aan het ver­

leden, elk beeld en elke abstractie varen en kom in het

heden. Dan zal er contemplatie oprijzen!

Na jaren van oefenen smeekte de leerlingzijn meester

hem verlichting te geven. De meester nam hem mee

naar een bamboebosje en vroeg: 'Zie je die bamboe,

hoe hoog hij is? Zie je die andere, hoe laag hij is?'

En de leerling werd verlicht.

Ze zagen dat Boeddha elke vorm van ascese beoefonde

die in het India van zijn tijd bekend was, in een po­

ging verlichting te bereiken. Allemaal tevergeefS. Op

een dag zat hij onder een bodhiboom en overkwam hem de verlichting. Hij gaf het geheim van verlich­

ting aan z.ijn leerlingen door in woorden die bij een

oningewijde vreemd moeten overkomen: '"\Vtlnneer

jullie diep inademen, monniken, wees je dan gewaar

dat je diep inademt. En wanneer jullie oppervlakkig

inademen, wees je dan gewaar dat je oppervlakkig

inademt. En wanneer jullie matig diep inademen,

wees je dan gewaar dat je matig diep inademt. ' Ge­

waarzijn. Aandacht. Concentratie.

Zo'n concentratie zie je bij kleine kinderen. Ze

staan dicht bij het Koninkrijk.

79

Page 42: Anthony de Mello - Bloemlezing

Heiligheid in het moment van nu Men vroeg Boeddha eens: 'Wát maakt iemand hei­lig?' Hij antwoordde: 'Elk uur is verdeeld in een aan­tal s econden en elke seconde in een aantal fracties.

Iedereen die in staat is totaal in elke fractie van een seconde aanwezig te zijn is heilig.'

De Japanse krijger werd door zijn vijanden ge­vangen genomen en in de gevangenis gegooid.

's Nachts kon hij niet slapen, want hij was ervan

overtuigd dat hij de volgende morgen gefolterd

zou worden. Toen vielen hem de woorden van de meester in.

'Morgen is geen werkelijkheid. De enige werkelijk­heid is nu.'

Zo raakte hij in het heden - en viel in slaap.

Iemand over wie de toekomst zijn greep kwijt is. Wflt lijkt hij op de vogels in de lucht en de lelies op het

veld! Geen zorgen voor morgen. Totale aanwezigheid in het n u. Heiligheid!

Het woord dat vlees is gemaakt In het evangelie van Johannes lezen we:

'Het Woord is vlees geworden; hij kwam onder

ons wonen ... alle dingen zijn door hem gemaakt;

zonder hem is geen ding gemaakt. Alles wat ge­

maakt is was bezield van zijn leven en dat leven

80

was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het nooit ge­

doofd.'

Kijk met vaste blik naar de duisternis. Het zal niet lang duren voor je het licht ziet. Kijk naar dingen.

Het zal niet lang duren voor je het Woord ziet.

Het Woord is vlees geworden; hij kwam onder ons

wonen ...

En houd op met die verwoede pogingen om van

vlees weer woorden te maken. Woorden, woorden,

woorden!

Zoeken op de verkeerde plek Een buurman van Nasroeddin vond hem op han­

den en voeten.

'Waar zoekt u naar, Moellah?'

'Mijn sleutel.'

Beide mannen gingen op hun knieën om te zoe­

ken. Na een tijdje vroeg de buurman: 'Waar heeft

u hem precies verloren?' 'In huis.'

'Goeie God! Waarom zoekt u hem dan hier?'

'Omdat hier meer licht is.'

Zoek God waar je hem verloren hebt.

81

Page 43: Anthony de Mello - Bloemlezing

Etikettenplakkers Het leven is als koppige wijn. ledereen leest het eti­

ket op de fles. Er is nauwelijks iemand die de wijn proeft.

Boeddha hield eens een bloem op voor zijn leerlin­gen en vroeg ieder van hen er iets over te zeggen.

De ene gaf een lezing. Een ander zei een gedicht op. Weer een ander een parabel. leder probeerde de ander te overtreffen in diepte en eruditie.

Etiketten plakkers!

Mahakashyap glimlachte en zei niets. Alleen hij had de bloem gezien.

0, mocht ik toch een vogel, een bloem, een boom, een menselijk gezicht kunnen proeven! Maar helaas, ik heb geen tijd! Al mijn energie gaat in het ontcijferen van het etiket.

De formule De mysticus was terug uit de woestijn. 'Vertel ons,' zeiden ze, 'hoe God is.'

Maar hoe kon hij ooit vertellen wat hij in zijn hart

had ervaren? Kan God in woorden gevat worden? Ten slotte gaf hij hun een formule - heel on­

nauwkeurig, heel ontoereikend - in de hoop dat

82

sommigen van hen verleid konden worden het zelf te ervaren.

Ze grepen zich vast aan de formule. Ze maakten er een heilige tekst van. Ze legden hem als een hei­lig geloof op aan anderen. Ze deden grote moeite hem in vreemde landen te verspreiden. Sommigen gaven er zelfs hun leven voor.

De mysticus was bedroefd. Het was beter ge­weest als hij niets had gezegd.

De medaille Een moeder kon haar zoon niet bewegen voor donker thuis te komen. Daarom vertelde ze hem dat er spoken waren op de weg naar hun huis, die na zonsondergang tevoorschijn kwamen.

Toen de jongen groter was geworden, was hij zo

bang voor spoken dat hij weigerde 's avonds bood­schappen te doen. Dus gaf ze hem een medaille en leerde hem dat die hem zou beschermen.

Een slechte leer geeft hem vertrouwen in de medaille. Een goede leer leert hem inzien dat er geen spoken

bestaan.

De kat van de goeroe Elke avond, wanneer de goeroe ging zitten voor de eredienst, liep de kat van de ashram voor iedereen

83

Page 44: Anthony de Mello - Bloemlezing

langs en leidde de gelovigen af. Daarom gafhij op­dracht de kat tijdens de dienst vast te binden.

Toen de goeroe gestorven was, bonden ze de kat

nog steeds 's avonds tijdens de dienst vast. En toen de kat was ingeslapen, werd er weer een kat naar de

ashram gehaald, zodat hij tijdens de avonddienst vastgebonden kon worden, zoals het hoorde.

Eeuwen later zijn er wetenschappelijke trakta­ten geschreven door de geleerde discipelen van de goeroe over de li turgische betekenis van het vast­

binden van een kat als er een dienst plaatsvindt.

Verander niet

Ik ben jaren lang een neuro ticus gewees. Ik was

angstig en gedeprimeerd en egoïstisch. Iedereen vertelde me steeds dat ik anders moest worden .

Ik haatte hen en ik was het met hen eens, en ik

wilde anders worden, maar kon het eenvoudigweg

niet, hoe zeer ik het ook probeerde .

Wat n og het meeste pijn deed, was dat mijn

beste vriend er net als de anderen op aandrong dat

ik ging veranderen. En zo voelde ik me machteloos

en gevangen.

Toen zei hij op een dag tegen me: 'Je moet je­

zelf niet veranderen. Verander jezelf niet. Verander

niet ... ik hou van je zoals je bent.' Ik ontspande. Ik kwam tot leven. En plotseling

veranderde ik!

84

Nu weet ik dat ik niet echt kon veranderen, tot ik

iemand gevonden had die van me hield, of ik nu veranderde of niet.

Is dit de manier waarop u van mij houdt, God?

Mijn vriend Malik, zoon van Dinar, was heel boos over het losbandige gedrag van een jongen die naast hem woonde. Lange tijd ondernam hij geen actie, in de hoop dat iemand anders zou interveniëren. Maar

toen het gedrag van de jongen onverdraaglijk werd,

ging Malik naar hem toe en drong erop aan dat hij

zijn manier van doen veranderde. De jongen antwoordde hem kalm dat hij een

beschermeli ng van de sulran was en niemand hem er dus van af kon houden te leven zoals hij wilde.

Zei Malik: 'Ik zal persoonlijk mijn beklag doen bij de sultan.'

Zei de jongeman: 'Dat is volstrekt nutteloos, want de sultan zal over mij nooit van mening ver­anderen.'

'Dan zal ik je aangeven bij Allah,' zei Malik.

�lah,' zei de jongen, 'is veel te vergevensgezind om mij te veroordelen.'

Malik ging verslagen weg. Maar een tijd later

was de reputatie van de jongen zo slecht geworden

dat iedereen er schande van sprak. Malik besloot

85

Page 45: Anthony de Mello - Bloemlezing

dat het zijn plicht was te proberen hem een re­primande te geven. Terwijl hij naar het huis van

de jongen liep, hoorde hij echter een stern tegen

hem zeggen: 'Blijf met je handen van mijn vriend

af. Ik heb hem onder mijn bescherming.' Malik werd hierdoor in verwarring gebracht en hij wist

in aanwezigheid van de jongen niet wat hij moest zeggen.

Zei de jonge man: 'Waarvoor bent u nu weer

gekomen?'

Zei Malik: 'Ik kwam je een uitbrander geven.

Maar op weg hierheen zei een stem tegen me dat

ik je niets mocht doen, omdat je al onder zijn be­scherming stond.'

De losbandige knul leek verbijsterd. 'Noem­

de hij me zijn vriend?' vroeg hij. Maar toen had Malik zijn huis al verlaten. Jaren later ontmoette Malik deze man in Mekka. Hi j was zo geraakt

geweest door wat de stern had gezegd, dat hij zijn

bezittingen had opgegeven en een rondzwerven­de bedelaar was geworden. 'Ik ben hier gekomen om mijn Vriend te zoeken,' zei hij tegen Malik,

en stierf..

God, de vriend van een zondaar! Een uitspraak, even gevaarlijk als effectief Ik heb die eens op mijzeif uit­

geprobeerd. Ik zei: 'God is veel te vergevingsgezind om mij te veroordelen.' En plotseling hoorde ik het Goede Nieuws- voor de eerste keer in mijn leven.

86

De baan De eer ste sollicitant komt binnen.

'U begrijpt dat dit een eenvoudige test is die we

u geven voordat we u de baan aanbieden waar u

naar gesolliciteerd heeft?'

'] ' a.

'En, hoeveel is twee plus rwee?'

'Vier.' De tweede sollicitant komt binnen. 'Bent u klaar voor de test?'

'] ) a.

'En, hoeveel is twee plus rwee?' 'Zoveel als de baas zegt.'

De tweede sollicitant kreeg de baan.

Wát komt eerst, orthodoxie of de waarheid?

De gouden adelaar Een man vond een adelaarsei en legde het in her nest

van een gewone kip. Het ei kwam samen met het

broedsel van de kip uit en groeide daarmee op. Zijn hele leven deed de adelaar wat de kippen ook deden,

en dacht dat hij een kip was. Hij krabde de grond

los voor wormen en insecten. Hij maakte klokkende

geluiden en kakelde. En hij gooide zijn vleugels om­hoog een vloog een meter of zo de lucht in.

Jaren gingen voorbij en de adelaar werd al heel oud. Op een dag zag hij boven zich een indruk-

87

Page 46: Anthony de Mello - Bloemlezing

wekkende vogel aan de wolkeloze hemel. De vogel

zweefde in sierlijke verhevenheid tussen de sterke

windstromen, terwijl zijn sterke gouden vleugels

nauwelijks een slag maakten.

De oude adelaar keek vol ontzag omhoog. 'Wie

is dat?' vroeg hij.

'Dat is de adelaar, de koning der vogels,' zei zijn

buurman. 'Hij hoort in de lucht thuis. Wij zijn

thuis op de grond- wij zijn kippen.'

En zo leefde en stierf de adelaar als een kip,

want dat was wat hij dacht te zijn.

Wie ben ik? Een verhaal van Attar van Nishapoer:

De minnaar klopte op de deur van zijn geliefde.

'Wie klopt daar?' vroeg de geliefde in de kamer.

'Ik ben het,' zei de minnaar.

'Ga weg. Dit huis is niet groot genoeg voor jou

en mij.'

De afgewezen minnaar trok de woestijn in.

Daar mediteerde hij maandenlang, nadenkend

over de woorden van de geliefde. Ten slotte keerde

hij terug en klopte weer op de deur.

'Wie klopt daar?'

'Jij.'

De deur werd onmiddellijk opengedaan.

88

De blik vanjezus In het evangelie naar Lucas lezen we:

'Maar Petrus zei: 'Man, ik weet niet waar je

over praat.'Op dat moment, terwijl hij nog sprak,

kraaide de haan; en de Heer draaide zich om en

keek Petrus recht aan ... en Petrus ging naar buiten

en weende bitter.'

Ik had een vrij goede verhouding met de Heer. Ik

vroeg hem altijd dingen, had gesprekken met hem,

prees hem en dankte hem ...

Maar altijd had ik zo'n ongemakkelijk gevoel

dat hij wilde dat ik hem aankeek. En dat wou ik

niet. Ik praatte dan wel, maar keek weg als ik het

gevoel had dat hij naar me keek.

Ik was bang dat ik dan een beschuldiging zou

zien van een zonde waarover ik geen berouw had

getoond. Ik dacht dat ik dan een eis zou zien; dat

er iets was dat hij van me wilde.

Op een dag schraapte ik al mijn moed bij elkaar

en keek! Er was geen beschuldiging. Er was geen

eis. De ogen zeiden slechts: 'Ik hou van je.'

En net als Petrus liep ik naar buiten en weende.

De diamant De sannyasin was aan de rand van het dorp aange­

komen en ging onder een boom zitten om te gaan

slapen toen een dorpeling naar hem toe kwam ren-

89

Page 47: Anthony de Mello - Bloemlezing

nen en zei: 'De steen! De steen! Geef me de edel­

steen!'

'Welke steen?' vroeg de sannyasin.

'De vorige nacht verscheen Heer Shiva voor me

in een droom,' zei de dorpeling, 'en hij vertelde me

dat als ik in de schemering naar de rand van het

dorp ging, ik een sannyasin zou aantreffen die me

een edelsteen zou geven die me voor eeuwig rijk

zou maken.' De sannyasin rommelde wat in zijn tas en haal­

de er een steen uit. 'Waarschijnlijk bedoelde hij

deze,' zei hij, terwijl hij de dorpeling de steen over­

handigde. 'Ik heb hem een paar dagen geleden op

een bospad gevonden. Je mag hem best hebben.'

De man staarde in verwondering naar de steen.

Het was een diamant, waarschijnlijk de grootste

in de hele wereld, want hij was zo groot als een

mensenhoofd.

Hij nam de diamant en liep weg. De hele nacht

lag hij te woelen in zijn bed, niet bij machte te

slapen. De volgende dag wekte hij de sannyasin

bij het krieken van de dag en zei: 'Geef me de rijk­

dom die het jou mogelijk maakt deze diamant zo

gemakkelijk weg te geven.'

Godsdienstige haat Een toerist zei tegen zijn gids: 'U heeft gelijk dat u

trots bent op uw stad. Ik was vooral onder de in-

90

druk van zoveel kerken als er zijn. De mensen hier

moeten wel veel van de Heer houden.'

'Nou,' antwoordde de cynische gids, 'misschien

houden ze van de Heer, maar in ieder geval haten

ze elkaar.'

Zoals het meisje dat, toen haar gevraagd werd wat

heidenen waren, antwoordde: 'Heidenen zijn mensen

die geen ruzie maken over godsdienst. '

De stem van de zanger vult de zaal Gehoord buiten een concertzaal:

'Wat een zanger! Zijn stem vulde de zaal.'

'Ja, verscheidene van ons moesten de zaal verla­

ren om er ruimte voor te maken!'

Gehoord in een sessie van spirituele therapie:

'Hoe kan ik van God houden zoals de bijbel ons

opdraagt? Hoe kan ik hem mijn hele hart geven?'

'Je moet je hart eerst opruimen en alles eruit

halen wat je gecreëerd hebt.'

Misleidend! Wees niet bang je hart te vullen met de

mensen en de dingen waar je van houdt, want de

liefde van God neemt in je hart geen ruimte in, even­

min zoals de stem van een zanger ruimte inneemt in

een concertzaal.

Liefde is geen brood Als ik jou een stuk brood geef,

heb ik minder om aan anderen te geven. Liefde is

91

Page 48: Anthony de Mello - Bloemlezing

als eucharistisch brood: ik ontvang de hele Christus. ]ij ontvangt ook de hele Christus; en ook de volgende persoon en die daarop volgt.

je kunt met heel je hart van je moeder houden, en

van je man of vrouw, en van elk van je kinderen. Het wonder is, als je het helemaal aan één mens geeft, dat dit je niet dwingt minder aan een andere te geven. In tegendeel, allebei krijgen ze nu meer. Wánt als je alleen van je vriend houdt en van niemand anders, is het een zwak hart dat je aanbiedt. je vriend zou er bij winnen als je het ook aan anderen zou geven.

Danken ja

Wat betekent houden van God? Je houdt niet van

hem wals je houdt van de mensen die je ziet, hoon en aanraakt, want God is geen persoon in onze zin

van het woord. Hij is de Onbekende. Hij is de vol­

slagen Ander. Hij staat boven termen als 'hij' en

'zij', 'persoon' en 'ding' .

Wanneer we zeggen dat een publiek de zaal vult

en de stem van een zanger de zaal vult, geven we

met hetzelfde woord twee totaal verschillende wer­

kelijkheden aan. Wanneer we zeggen dat we met

ons hele hart van God houden en dat we met ons

hele hart van onze vriend houden, drukken we ook

met dezelfde woorden twee totaal verschillende

werkelijkheden uit. De stern van de zanger vult de

92

zaal niet echt. En we kunnen niet werkelijk in de

gebruikelijke zin van het woord houden van God.

Met je hele hart van God houden wil zeggen

dat je van ganser harte 'ja' zegt tegen het leven en

alles wat het met zich meebrengt. Dat je zonder reserves alles aanvaardt wat God voor je leven heeft

voorbeschikt. Dat je de geesteshouding hebt die

Jezus had toen hij zei: 'Niet mijn wil, maar uw wil

geschiede.' Als je God met heel je hart wilt liefheb­

ben moetje je de beroemd geworden uitspraak van

Dag Hammarskjöld:

'Voor alles wat geweest is, dank.

Tegen alles wat zal komen, ja.'

Zoiets kun je alleen aan God geven. Hierin heeft

hij geen rivalen. Als je begrijpt dat dit God liefheb­

ben betekent, zie je onmiddellijk in dat het je niet

belemmert je vrienden van ganser harte, teder en

hartstochtelijk lief te hebben.

De stem van de zanger blijft in onbetwist bezit

van de zaal, hoe volgepakt met mensen die zaal ook

is. Die mensen zijn geen rivaal voor de stem. De

enige rivaal is iets of iemand die maakt dat jouw

houding van ja en van dank verzwakt.

93

Page 49: Anthony de Mello - Bloemlezing

Bronnen Spirituele oefeningen

Deze oefeningen hebben een kracht die je niet

ervaart als je ze alleen maar leest. Ze moeten

gedaan worden. Dat geldt voor bijna elke zin in

een oefening. Wat vaak een oninspirerende verza­

meling woorden lijkt wanneer je ze leest, kan tot je

verrassing een poort naar verlichting blijken, wan­

neer je ze gedaan hebt. ..

Dit boek is bedoeld om je van de geest naar

de zintuigen re leiden, van het denken naar je

fantasie en gevoel- en dan, hoop ik, via gevoel,

fantasie en zintuigen naar stilte. Gebruik het dus

als een trap om op het terras te komen. Eenmaal

daar, moet je de trap verlaten, anders zul je de

hemel niet zien.

Wanneer je tot stilte gebracht bent, zal dit boek

je vijand worden. Weg ermee dan!

95

Page 50: Anthony de Mello - Bloemlezing

De vreemdeling Toen de Messias kwam zagen de mensen hem niet.

Hij is er nog steeds.

Wanneer heb ik hem

voor het laatst gezien?

Ik denk aan mo menten van liefde

die ik gaf en kreeg.

Dat was toen God weer vlees werd. Telkens weer heeft die wetenschap

me verlost en vrijgemaakt. Gods woord werd weer geopenbaard.

De vurige blik van de Profeet legde

onze zonde bloot telkens wanneer mijn hart opvlamde bij onderdrukking en onrechtvaardigheid,

telkens werd wat diep verborgen was

in een flits verlicht en werden mijn verdedigingsmechanisrnen

blootgelegd.

Bij elke innerlijke healing die ik voelde

stak Chrisrus zijn hand uit en raakte me aan. En wanneer ik frustratie, duisternis en pijn voelde

worstelde hij met zijn lijden.

De inspiratie die ik voelde

96

wanneer ik luisterde naar een preek of een boek las

of naar een film keek

was de Meester die opriep tot discipelschap.

En verenigde, in stiltes vol gebed,

de Opperpriester mij niet met God?

Ik doorzocht de tijd, zojuist voorbij, voor deze ogenblikken vol genade

en bid dat hij vandaag zal komen.

Dan stel ik me voor dat God me tot Messias zalft

en zie mezelf die rol vervullen in alles wat vandaag gebeurt.

De duisternis

Ik beschouw mezelf als een vrij fatsoenlijk mens, vriendelijk en gerespecteerd, met kleine zonden

en gebreken, totdat het me daagt dat de grootste zondaren zij zijn die in onwetendheid zonden be­

gaan.

Ik zie de goedbedoelde schade

die 'liefde' hulpeloze kinderen toebrengt. Ik zie de tekenen van wreedheid

bij godsdienstfanatici.

97

Page 51: Anthony de Mello - Bloemlezing

Ik zie redelijke Farizeeërs

bepalen wat er tegen Jezus pleit, en het als hun plich.t beschouwen hem

uit de weg te ruimen.

Het beangstigt me dat ik wellicht lijd aan de ziekres

van de hoge priesters en de Farizeeërs.

Ze waren zo zeker van zichzelf,

zo overtuigd van hun gelijk,

w afgesloten voor andere standpunten

en verandering.

Ik denk aan mensen van wie ik weet dat ze zo zijn.

En dan denk ik aan mezelf

De Farizeeërs waren geneigd te oordelen.

Voor hen waren mensen goed of slecht.

Er was nooit iets goed aan iemand

die slecht was naar hun (voor) oordeel.

Ik denk aan andere mensen die blijkbaar

ook zo zijn.

Ik denk aan mezelf

Ik maak een lijst van 'slechte' mensen die ik ken en vraag me af of ze in wezen misschien niet

veel beter zijn dan ik

98

De Farizeeërs waren her establish.ment.

Ze waren bang om dwars te liggen.

Ik denk aan mezelf.

De Farizeeërs hielden van macht. Ze dwongen je voor je bestwil tot het juiste. Ze lieten je daarin niet vrij.

Alweer denk ik aan mezelf.

Uiteindelijk conformeerde een Farizeeër zich.

Misschien zag hij de aangeklaagde vóór zich

als 'niet schuldig',

maar hij had de heilige moed niet

zijn gelijken te trotseren en te zeggen

wat h.ij dacht. Ik denk, met spijt, aan mijn angst om te kwetsen,

het oneens met iemand te zijn,

aan mijn behoefte om te behagen.

Ik ben niet veel beter dan de mannen die de Verlosser vermoordden. Al wat ik zeggen kan is;

'Heer, ik ben een zondaar.

Wees mij genadig.'

Ik hoor hem vriendelijk antwoorden:

'Je bent me dierbaar, mijn kind.'

Wat wil hij daar in 's hemelsnaam mee zeggen?

99

Page 52: Anthony de Mello - Bloemlezing

Ik gebruik zijn ogen om erachter te komen wat hij in mij ziet, dat hij, zelfs al kent hij mijn zondigheid, zegt: 'Je bent me dierbaar.'

Met diezelfde ogen kijk ik naar 'zondaars'

-de Hitiers en de Stalins van onze tijd.

Ik zie dan mensen die ik verafschuw ... verwerp.

Misschien heb ik die ogen van hem nodig om me tot mededogen te bewegen en me te redden van de Farizeeër in mijzelf.

De opening

Ik herinner me de woorden van Paulus:

'Laar die geest zijn in jou

die er in Jezus Christus was.'

Ik vraag de Heer aan mij zijn hart te geven. Ik zie dat hij mijn hart van steen wegneemt,

en er zijn levende hart voor in de plaats ze t.

Ik heb de vreemde sensatie dar ik terugkom in mijn werel d met het hart van iemand anders.

Ik voel een drang tot bidden in mezelf

Ik haast me naar mijn plek daarvoor en voel mijn nieuwe hart ongewone dingen doen.

100

Ik loop door een drukke straat. Overal zijn veel mensen zoals altijd

en ik kijk naar hen, tot mijn verbazing,

op een merkwaardig andere manier vandaag.

Hun aanblik wekt gedachten en gevoelens op,

heel andere dan ik meestal heb.

Ik begeef me naar mijn huis

en kijk onder het wandelen naar bomen en vogels,

naar wolken en dieren, en naar de hele natuur met een heel andere blik.

Thuisgekomen, aan het werk, kijk ik naar mensen die ik niet aardig vind

en zie me anders reageren. Dat gebeurt ook met de mensen tegenover wie ik

eerst neutraal stond. En besef, tot mijn verrassing, dat ik anders ben,

zelfs jegens hen van wie ik houd.

Het valt me op dat ik met mijn nieuwe hart sterk sta in situaties

die ik vroeger meed.

Er zijn gelegenheden waarbij mijn hart smelt van tederheid en andere waarbij het woest wordt van verontwaardiging.

101

Page 53: Anthony de Mello - Bloemlezing

Mijn nieuwe hart maakt me onafhankelijk:

ik blijf wel aan veel dingen gehecht,

maar klamp me er niet meer aan vast

- ik voel me vrij ze los te laten.

Verrukt probeer ik dit uit

terwijl ik van de ene gehechtheid

naar de ander ga.

Dan stuurt het me tot mijn ontzetting

in situatie die me in moeilijkheden brengen.

Ik merk dat ik betrokken raak bij zaken

die een eind maken aan mijn verlangen

naar comfort.

Ik zeg dingen die irriteren.

Ten slotte kom ik weer bij de Heer terecht

om hem zijn hart terug te geven.

Het was opwindend om uitgerust te worden

met het hart van Christus zelf.

Maar ik weet dat ik er nog niet klaar voor ben.

Ik moet mezelf nog iets of wat beschermen.

Maar terwijl ik mijn arme hart weer terugneem

weet ik dat ik een ander mens zal zijn

doordat ik gevoeld heb, al is het maar een ogenblik,

wat het betekent zo'n hart,

zo'n geest in mij te hebben

als Jezus Christus onze Heer bezat.

102

De Koning Kort nadat Jezus was gestorven stond ik op de berg

van Calvary, me niet bewust van de menigte. Het

is alsof ik alleen ben, mij ogen gefixeerd op dat

levenloze lichaam aan het kruis.

Ik kijk naar de gedachten en gevoelens

die in mij opkomen terwijl ik kijk.

Ik zie de gekruisigde als ontdaan van alles:

Ontdaan van zijn waardigheid,

naakt voor zijn vrienden en vijanden.

Ontdaan van zijn reputatie.

Mijn geest gaat terug naar voorvallen en tijden

waarin er goed over hem gesproken werd.

Ontdaan van succes.

Ik herinner me de onstuimige jaren

waarin zijn wonderen toegejuicht werden

en het leek alsof het Koninkrijk

op het punt stond gevestigd te worden.

Ontdaan van geloofwaardigheid.

Hij kon dus niet neerdalen van het kruis.

Hij kon zichzelf dus niet redden

- hij moet wel een oplichter zijn geweest.

103

Page 54: Anthony de Mello - Bloemlezing

Ontdaan van steun.

Zelfs de vrienden die niet wegliepen

zijn te machteloos om hem te bereiken.

Ontdaan van zijn God

- de God die hij beschouwde als zijn Vader,

die, zo hoopte hij, hem zou verlossen

als hij hem nodig had.

Ten slotte zie ik hem ontdaan van leven,

dit bestaan hier op aarde,

waaraan hij zich, net als wij,

zo hardnekkig vastklampte

en dat hij niet wilde laten gaan.

Terwijl ik naar dat levenloze lichaam staar,

begrijp ik langzaamaan

dat ik sta te kijken naar het symbool

van opperste en totale bevrijding.

In het vastgenageld zijn aan het kruis

wordt Jezus levend en vrij.

Dit is een parabel van overwinning,

niet van nederlaag.

Het roept om afgunst, niet om beklag.

Nu overdenk ik de majesteit van de man

die zichzelf bevrijd heeft

van alles wat slaven maakt van ons,

en ons geluk verwoest.

104

Bij het staren naar die vrijheid

denk ik met droefheid aan mijn slavernij.

Ik ben slaaf van de openbare mening. Ik denk aan de momenten dat ik beheerst word

door wat de maatschappij van mij zal zeggen

en zal denken.

Ik word gedreven door succes.

Ik zie de momenten dat ik wegloop

voor uitdagingen en risico's

- omdat ik niet graag fouten maak of faal.

Ik ben gevangen door de behoefte

aan menselijke troost:

Hoe vaak was ik niet afhankelijk

van de goedkeuring en

acceptatie van mijn vrienden

en van hun macht

mijn eenzaamheid te verzachten ...

De tijden dat ik bezitterig was

jegens mijn vrienden

en mijn vrijheid verloor.

Ik denk aan mijn onderworpenheid

aan mijn God.

Ik denk aan de momenten

dat ik hem trachtte te gebruiken

om mijn leven veilig en ongestoord

en pijnloos te maken.

105

Page 55: Anthony de Mello - Bloemlezing

Ook de momenten dat ik

gevangen ben door vrees voor hem

en door de behoefte

me tegen hem te beschermen

door middel van rituelen

en uitingen van bijgeloof.

Ten slotte bedenk ik

hoe ik aan het leven hang,

hoe ik verlamd ben

door allerlei angsten, . � . . ' met m staat ns1co s te nemen

uit angst vrienden of reputatie,

succes of leven

of God te verliezen.

En zo staar ik in bewondering

naar de gekruisigde die zijn

uiteindelijke vrijheid won in zijn lijden

toen hij vocht tegen alles

waar hij aan gehecht was,

het losliet,

en overwon.

Ik zie de rijen mensen overal

die vandaag op Goede Vrijdag zullen knielen,

in aanbidding voor de gekruisigde.

Ik uit mijn aanbidding hier op Calvary,

volkomen onbewust van de luide menigte rondom:

106

Ik kniel en breng mij voorhoofd naar de grond,

terwijl ik voor mezelf

de vrijheid en de overwinning verlang

die dat lichaam aan het kruis uitstraalt.

En in mijn aanbidding

hoor ik die woorden

die me achtervolgen echoën in mijn hart:

'Als je mij wilt volgen,

moet je volgen met jouw kruis.'

En die andere woorden: Tenzij hij sterft,

blijft de graankorrel alleen.'

Onbeschut zijn Ik denk aan de momenten waarop

ik tot leven kom,

en de momenten dat ik dood ben.

Ik peins over het uiterlijk dat ik aanneem

in momenten van levendigheid,

en in tijden waarin ik dood ben.

Het leven verafschuwt zekerheid:

want het leven betekent risico's nemen,

jezelf blootstellen aan gevaar,

zelfs aan de dood.

Jezus zegt dat zij die veilig willen zijn hun leven

zullen verliezen;

107

Page 56: Anthony de Mello - Bloemlezing

Zij die bereid zijn hun leven te verliezen zullen het behouden.

Ik denk aan de momenten waarop ik terugdeinsde voor het nemen van risico's,

waarop ik goed verzorgd en veilig was; dat waren de tijden waarop ik stagneerde.

Ik denk aan andere momenten

waarop ik een risico durfde te nemen, het risico om fouten te maken, om een mislukkeling en een dwaas te zijn,

die door anderen bekritiseerd wordt, toen ik riskeerde gekwetst te worden en anderen pijn te bezorgen. Ik leefde!

Het leven is voor de gokker.

De lafaard sterft.

Het leven is het niet eens met mijn opvatting over wat goed en slecht is: dit is goed en moet je nastreven; dat is slecht en moet vermeden worden.

Van de Boom van Goed en Kwaad eten is uit het paradijs vallen. Ik moet leren alles te accepteren

108

wat het leven ook brengt: genot en pijn, verdriet en vreugde. Want als ik me afsluit voor pijn sterft mijn vermogen tot genot

- dan verhard ik en onderdruk wat ik beschouw als onaangenaam en onwenselijk, en in die hardheid,

die onderdrukking, zit rigiditeit en dood.

Dus besluit ik in zijn hele omvang de ervaring van het nu te proeven, en geen ervaring goed of slecht te noemen. De ervaringen die ik vrees

- daar denk ik aan, en, zover het in mijn macht ligt,

laat ik ze komen en verzet ik me er niet meer tegen.

Het leven gaat hand in hand met verandering. Wat niet verandert is dood. Ik denk aan mensen die fossielen zijn. Ik denk aan momenten dat ik in een fossiel veranderde:

niets dat veranderde, niets dat nieuw was, dezelfde versleten ideeën

en gedragspatronen,

109

Page 57: Anthony de Mello - Bloemlezing

dezelfde mentaliteit, neurosen, gewoonten, vooroordelen.

Dode mensen hebben een ingeboren angst voor verandering. Welke veranderingen hebben er de afgelopen zes maanden in mij plaatsgevonden?

Welke veranderen zullen er vandaag zijn?

Ik beëindig deze oefening

door naar de naruur om me heen te kijken: zo buigzaam, zo vloeiend, zo breekbaar, onzeker,

blootgesteld aan de dood en, zo levend!

De bevrijding Word je bewust van je lichaam als geheel en van de gevoelens die je hebt in de verschillende delen.

Verplaats je aandacht nu naar degene die de gevoelens

en her lichaam heeft gadegeslagen.

110

Realiseer je dat de waarnemer, de 'ik', nier dezelfde is als de gevoelens

die gadegeslagen worden.

Zeg nu hardop tegen jezelf: 'Ik ben niet deze gevoelens. Ik ben niet dit lichaam.'

Word je nu bewust van je ademhaling.

Verplaats dan je aandacht naar degene die naar de

ademhaling keek.

Realiseer je dat de waarnemer, de 'ik' verschilt van de ademhaling die wordt waargenomen.

Zeg nu hardop regen jezelf: 'Ik ben niet de ademhaling.'

Word je bewust van elke gedachte

die je hebt. Het is heel waarschijnlijk

dat spoedig alle gedachten verdwijnen en je je alleen van bewust bem van deze ene gedachte:

nu, op dit moment,

wordt er in mijn geest niet gedacht.

111

Page 58: Anthony de Mello - Bloemlezing

Verplaats je aandacht nu naar

degene die luistert naar die gedachten, of degene die ze doet ontstaan.

Realiseer je dat de waarnemer, de 'ik',

verschilt van de waargenomen gedachten.

Zeg nu hardop tegen jezelf:

'Ik ben niet de gedachten.

Ik ben niet het denken.'

Neem een gevoel waar

dat je nu hebt

- of herinner je er een die je eerder had -

vooral als het een negatieve emotie als angst,

bezorgdheid, pijn, ontmoediging of berouw is.

Verplaats je aandacht

naar degene die de emotie

heeft gadegeslagen

- of zich deze herinnerde.

Zeg nu hardop tegen jezelf:

'Ik ben niet dat gevoel.'

112

Wijsheid in één minuut

1s er zoiets als wijsheid in één minuut?'

'Dat is er zeker, 'zei de meester. 'Maar één minuut is toch zeker te kort?'

'Het is vijfenvijftig seconden te lang. ' Later zei de meester tegen zijn verblufte leerlingen: 'Hoeveel tijd kost het om de maan in het oog te krij­

gen?' 'Waarom dan al deze jaren van spirituele impanning?' 'Het duurt misschien een heel leven om je ogen open

te doen. Zien gebeurt in een flits.'

De meester in deze vertellingen is niet één per­

soon. Hij is een hindoeïstische goeroe, een

zen-boeddhistische roshi, een taoïstische wijze,

een joodse rabbi, een christelijke monnik, een

soefi. Hij is Lao-tse en Socrates. Boeddha en Je-

113

Page 59: Anthony de Mello - Bloemlezing

zus, Zarathoestra en Mohammed. Zijn leer is te

vinden in de zevende eeuw vóór Christus en in de twintigste eeuw erna. Zijn wijsheid hoort evenzeer tot het oosten als tot het westen. Doen zijn histo­rische antecedenten er eigenlijk toe? Geschiedenis is tenslotte de neerslag van verschijnselen, niet van Werkelijkheid; van doctrines, niet van Stilte.

Het kost maar een minuut om elk van de vol­gende anekdotes te lezen. Je vindt de taal van de

meester waarschijnlijk verbijsterend, ergerlijk, zelfs gewoonweg onzin. Dit is helaas geen makkelijk boek! Het is niet geschreven om je iets te leren, maar om je Wakker te maken. Verborgen in de

bladzijden (niet in de gedrukte woorden, zelfs niet in de verhalen, maar in de geest, de stemmingen,

de sfeer) ligt een Wijsheid die niet in menselijke

taal is over te overbrengen. Terwijl je de gedrukte

bladzijden leest en worstelt met de cryptische taal van de meester, is het mogelijk dat je ongewild op de Stille Leer stuit die zich in het boek verschuilt, en Ontwaakt - een ander wordt. Dat betekent

Wijsheid: veranderen zonder de minste inspan­ning van jouw kant, getransformeerd, geloof het

of niet, louter en alleen door je bewust te worden van de werkelijkheid die niet is: woorden, maar die

buiten het bereik van woorden ligt. Als je zo fortuinlijk bent op die manier te Ont­

waken, dan weet je waarom de mooiste taal die taal is die niet gesproken wordt, de mooiste daad de

114

daad is die niet gedaan wordt, en de mooiste ver­andering de verandering is die niet gewild is.

Waarschuwing: Neem de verhalen in kleine porties tot je-een of twee per keer. Een overdosis vermin­dert hun potentie.

Mythen De meester gaf zijn leer in parabels en verhalen, waar zijn leerlingen met genot naar luisterden -en met frustratie af en toe, want ze verlangden naar iets wat dieper ging.

De meester bleef onbewogen. Tegen al hun

bezwaren bracht hij in: 'Jullie moeten nog steeds leren, vrienden, dat de kortste afstand tussen een mens en de waarheid een verhaal is.'

Een andere keer zei hij: 'Kijk niet neer op het

verhaal. Een verloren goudstuk wordt gevonden met behulp van een kaars van een stuiver; de meest

diepzinnige waarheid is te vinden in een eenvou­dig verhaal.'

Wonderen Een man reisde over land en zee om zelf de buiten­

gewone faam van de meester te onderzoeken. 'Welke wonderen heeft je meester verricht,'

vroeg hij aan een leerling.

115

Page 60: Anthony de Mello - Bloemlezing

'Tja, er zijn wonderen en wonderen. In uw land

wordt het een wonder gevonden als God doet wat

iemand wil. In ons land vindt men het een wonder als iemand doet wat God wil.'

Identiteit 'Hoe streeft een mens naar eenwording met God?'

'Hoe harder je je best doet, hoe groter de af-stand wordt die je schept tussen Hem en jou.'

'Wat doe je dan aan die afstand?' 'Inzien dat die er niet is.'

'Betekent dit dan dat God en ik één zijn?'

'Niet één, niet twee.' 'Hoe kan dat nu?'

'De zon en zijn licht, de oceaan en de golf, de

zanger en zijn lied - niet één, niet twee.'

Aanbidding

Tot de leerling die te veel respect toonde zei de

meester: 'Licht wordt weerkaatst op een muur. Waarom

zou je de muur eren? Let op het licht.'

Bestemming Tegen een vrouw die over haar bestemming klaag­

de, zei de meester:

116

'Jij maakt je eigen bestemming.'

'Maar ik ben er toch niet verantwoordelijk voor dat ik als vrouw geboren ben?'

'Als vrouw geboren worden is geen bestemming.

Dat is lot. Bestemming is hoe je je vrouw-zijn ac­

cepteert en wat je ermee doet.'

Discriminatie Zei de afgewezen minnaar:

'Ik heb één keer mijn vingers gebrand. Ik word

nooit meer verliefd.'

Zei de meester: 'Je lijkt op de poes die zich ge­

brand heeft door op de kachel te zitten en daarna

niet meer wil zitten.'

Filosofie Voordat de bezoeker aan het discipelschap begon,

wilde hij zekerheid van de meester.

'Kunt u me leren wat het doel van het menselijk

leven is?'

'Dat kan ik niet.' 'De betekenis dan, ten minste?'

'Dat kan ik niet.'

'Kunt u me aangeven wat de aard van de dood is en van het leven voorbij het graf?'

'Dat kan ik niet.'

117

Page 61: Anthony de Mello - Bloemlezing

Vol misprijzen liep de bezoeker weg. De leerlingen

waren ontzet dat hun meester er zo slecht was af­

gekomen.

Maar de meester zei troostend: 'Wat stelt het voor te begrijpen hoe het leven is en wat de beteke­

nis ervan is als je het nooit geproefd hebt? Ik heb

liever dat jullie je pudding opeten dan dat jullie

erover speculeren.'

Wedergeboorte 'Verbreek alle banden met je verleden en je zult

verlicht worden,' zei de meester.

'Ik doe het in gedeelten.'

'Groei bereik je stukje voor stukje. Verlichting

is onmiddellijk.' Later zei hij: 'Neem de sprong! Je kunt het ra­

vijn niet overspringen met kleine sprongetjes.'

Atheïsme Tot verrukking van de leerlingen zei de meester dat

hij voor zijn verjaardag een nieuw overhemd wilde

hebben. De mooiste stof werd gebracht. De dorps­kleermaker kwam om de meester op te meten en

beloofde als God her wou het hemd binnen een week af te hebben.

Er ging een week voorbij en er werd een leerling

naar de kleermaker gestuurd, en terwijl de meester

118

opgewonden op zijn hemd wachtte zei de kleerma­

ker:

'Er is een klein oponthoud. Maar als God het

wil, is het morgen klaar.'

De volgende dag zei de kleermaker: 'Het spijt

me, maar het is niet af. Probeer het morgen maar weer, en als God het

wil, is het zeker klaar.'

De volgende dag zei de meester: 'Vraag hem

hoe lang her duurt als hij God er buiten laat.'

Transformatie Tegen een leerling die altijd maar over anderen

klaagde zei de meester: 'Als her vrede is wat je wil,

probeer jezelf te veranderen, niet andere mensen.

Her is makkelijker je voeten met slippers te be­

schermen, dan de hele wereld met tapijt te beleg-'

gen.

Onderscheid De meester slenterde met een paar leerlingen langs

de oever van een rivier.

Hij zei: Zien jullie hoe de vissen overal heen

schieten waar ze maar willen? Dar vinden ze nou

echt leuk.' Een vreemdeling hoorde die opmerking toeval­

lig en zei:

119

Page 62: Anthony de Mello - Bloemlezing

'Hoe weet u wat vissen leuk vinden? U bent geen . )

VIS.

De leerlingen hielden hun adem in bij wat ze als

een onbeschoftheid zagen. De meester glimlachte

om wat hij herkende als het onbevreesde karakter

van willen onderzoeken. Hij antwoordde minzaam:

'En u, mijn vriend, hoe weet u dat ik geen vis

ben? U bent mij niet.'

De leerlingen lachten omdat ze dit als een wel­

verdiende tegenzet beschouwden. Alleen de vreem­

deling werd getroffen door de diepzinnigheid van

wat de meester zei. De hele dag peinsde hij erover;

toen ging hij naar het klooster en zei: 'Misschien

verschilt u niet zo veel van de vissen als ik dacht.

Of ik van u.'

Authenticiteit De meester kwam nooit onder de indruk van di­

ploma's of titels. Hij onderzocht de mens, niet het

certificaat.

Iemand hoorde hem een keer zeggen: 'Wanneer

je oren heb om een vogel te horen zingen, hoef je

niet naar zijn geloofsbrieven te kijken.'

Liefde Een pasgetrouwd stel zei: 'Wat moeten we doen

om onze liefde te laten voortduren?'

120

Waarop de meester zei: 'Hou samen van andere

dingen.'

Stroom Toen het duidelijk werd dat de meester zou ster­

ven, waren de leerlingen bedroefd. Maar de mees­

ter zei glimlachend:

'Zien jullie niet dat de dood bekoring aan het

leven geeft?'

'Nee. We hebben veel liever dat u nooit dood

gaat. '

'Wat waarlijk levend is moet sterven. Kijk naar

de bloemen; alleen plastic bloemen sterven nooit.'

Rijkdom 'Hoe zou spiritualiteit een man van de wereld, zo­

als ik, kunnen helpen?', vroeg de zakenman.

'Het zal je helpen meer te krijgen,' zei de mees­

ter.

'Hoe?'

'Door je te leren minder te begeren.'

De natuur Iemand die een lezing gaf, legde uit hoe een fractie

van de enorme sommen geld die in de tegenwoor­

dige wereld aan wapens worden uitgegeven, alle

121

Page 63: Anthony de Mello - Bloemlezing

materiële problemen van elk lid van het menselijk ras zou kunnen oplossen.

De onvermijdelijke reactie van de leerlingen na

de lezing was: 'Maar waarom zijn de mensen zo stom?' 'Omdat,' zei de meester plechtig,'mensen heb­

ben geleerd gedrukte boeken te lezen. Ze zijn de kunst verleerd om ongedrukte boeken te lezen.'

'Geef ons eens een voorbeeld van een ongedrukt boek.'

Maar de meester wilde er geen geven. Op een dag zei hij in antwoord op hun aandringen:

'Vogelzang en de geluiden van insecten trom­petteren alle de waarheid. De grassen en de bloe­men wijzen allemaal de Weg.

Luister! Kijk! Zo moet je lezen!'

De hemel Tegen een leerling die geobsedeerd was door de ge­dachten aan een leven na de dood zei de meester:

'Waarom zou je ook maar één moment verspil­len door aan het hiernamaals te denken?'

'Maar is het mogelijk dat niet te doen?'

'] ) a. 'Hoe?' 'Door hier en nu in de hemel te zijn.' 'En waar is die hemel?' 'In het hier en nu.'

122

Non�instructie 'Welk onderricht geeft jouw meester?' vroeg een bezoeker.

'Geen,' zei de leerling. 'Waarom geeft hij dan toespraken?' 'Hij wijst slechts de weg- hij leert je niets.' De bezoeker begreep hier niets van, daarom

verduidelijkte de leerling het zo: 'Als de meeseer ons iets zou leren, zouden we van

zijn leer een geloof maken. De meester is niet geïnte­resseerd in wat wij geloven - alleen in wat wij zien.'

Verschijnsels De meester stond altijd afkeurend tegenover alles wat sensationeel leek. 'Het goddelijke,' beweerde hij, 'vind je alleen in het gewone.'

Tegen een leerling die vormen van ascese be­trachtte die welhaast bizar waren, hoorde men de meester eens zeggen: 'Heiligheid is iets mysterieus: hoe groter ze is, hoe minder ze wordt opgemerkt.'

Woorden De leerlingen werden geheel in beslag genomen door een discussie over de volgende uitspraak van Lao-tse:

Zij die weten spreken niet; Zij die spreken weten niet.

123

Page 64: Anthony de Mello - Bloemlezing

Toen de meester binnenkwam, vroegen ze hem

wat de woorden precies betekenden.

Zei de meester: 'Wie van jullie kent de geur van een roos?'

Die kenden ze allemaal.

Toen zei hij: 'Druk die uit in woorden.'

Allen zwegen ze.

Discipline Tegen leerlingen die wilden weten welke meditatie

hij elke morgen in de tuin deed, zei de meester:

'Wanneer ik goed kijk, zie ik de rozenstruik in

volle bloei.'

'Waarom zou je goed moeten kijken om de ro­

zenstruik te zien?' vroegen ze.

'Opdat je de rozenstruik ziet en niet je eigen

idee erover,' zei de meester.

Onopvallendheid Een man van spirituele faam kwam bij de meester

en ze1:

'Ik kan niet bidden, ik kan de heilige boeken

niet begrijpen, ik kan de oefeningen die ik anderen

voorschrijf niet doen ... .'

'Geef het allemaal op, dan,' zei de meester vrolijk.

'Maar hoe? Ik word verondersteld een heilig

man te zijn en heb aanhang in deze streken.'

124

Later zei de meester met een zucht: 'Heiligheid is

tegenwoordig een benaming zonder realiteit. Het

is alleen oprecht wanneer het een realiteit is zonder ' naam.

Nederigheid Tegen een bezoeker die zichzelf omschreef als een

zoeker naar de waarheid zei de meester:

'Als wat je zoekt de waarheid is, moet je vóór

alles één eigenschap hebben.'

'Ik weet het. Een overweldigende hartstocht er-voor. ,

'Nee. Een niet aflatende bereidheid toe te geven

dat je wel eens ongelijk zou kunnen hebben.'

Eén zijn Toen een man wiens huwelijk in problemen ver­

keerde de meester om raad vroeg, zei deze: 'Je moet

leren naar je vrouw te luisteren.'

De man nam dit advies ter harte en kwam na

een maand terug om te vertellen dat hij had geleerd

te luisteren naar elk woord dat zijn vrouw zei.

Zei de meester met een glimlach: 'Ga nu naar

huis en luister naar elk woord dat ze niet zegt.'

125

Page 65: Anthony de Mello - Bloemlezing

Rampspoed 'Rampen kunnen zorgen voor groei en verlichting,'

zei de meester. En hij legde dit als volgt uit: 'Elke dag zocht

een vogel beschutting in de verdorde takken van

een boom die midden op een uitgestrekte, verlaten

vlakte stond. Op een dag werd de boom door een

windhoos ontworteld en werd de arme vogel ge­

dwongen honderd mijlen te vliegen, op zoek naar

beschutring- tot hij eindelijk bij een bos kwam

met bomen vol vruchten.'

En zijn conclusie was: 'Als de verdorde boom

was blijven leven, zou niets de vogel ertoe hebben

gebracht zijn veiligheid op te geven en weg te vlie­

gen.'

Incompetentie De meester zei altijd nadrukkelijk dat de laatste

barrière voor ons om God te bereiken het woord

en idee 'God' was.

Dit maakte de plaatselijke priester zo woedend

dat hij gepikeerd de zaak met de meester kwam

doorpraten.

'Maar het woord 'God' kan ons toch zeker naar

God leiden?' zei de priester.

'Dat kan,' zei de meester kalm.

'Hoe kan iets én helpen, én een barrière zijn?'

Zei de meester:

126

'De ezel die je tot de deur brengt helpt je nog niet

het huis binnen te gaan.'

Kunst 'Wat voor nut heeft de meester?' vroeg iemand.

Zei de leerling: 'Hij leert je wat je altijd al wist,

hij Iaat je zien waar je altijd al naar keek.'

Toen dit de bezoeker in verwarring bracht,

riep de leerling uit; 'Een schilder leerde me door

zijn schilderijen om de zonsondergang te zien. De

meester leerde me door zijn onderricht de werke­

lijkheid van elk moment te zien.'

Bevestiging Een vrouw die heel verdrietig was over de dood

van haar zoon kwam naar de meester voor troost.

Hij luisterde geduldig naar haar terwijl ze haar

smartelijke verhaal vertelde.

Toen zei hij zacht: 'Ik kan je tranen niet weg­

vegen, lieve vrouw. Ik kan je alleen leren hoe je je

tranen heilig maakt.'

Onthulling De discussie onder de leerlingen ging eens over het

nut van lezen. Sommigen vonden het tijdverspil­

ling, anderen waren het daar niet mee eens.

127

Page 66: Anthony de Mello - Bloemlezing

Toen de meester werd geraadpleegd, zei hij: 'Hebben jullie wel eens zo'n tekst gelezen, waarbij

de aantekeningen van een lezer in de kantlijn net

zo verhelderend blijken als de tekst zelf?'

De leerlingen knikten instemmend. 'Het leven,' zei de meester, 'is zo'n tekst.'

Wijsheid De meester vond het altijd een genoegen mensen hun onwetendheid te horen erkennen.

'Wijsheid groeit meestal in verhouding tot je gewaarzijn van je onwetendheid,' beweerde hij.

Gevraagd naar een verklaring, zei hij: 'Wanneer

je tot het inzicht komt dat je vandaag niet zo wijs bent als je gisteren dacht te zijn, ben je vandaag

wijzer.'

Denken 'Waarom bent u zo huiverig voor het denken?'

vroeg de filosoof, 'denken is het gereedschap dat

we hebben om de wereld te organiseren.' 'Waar. Maar het denken kan de wereld zo goed

organiseren dat je hem niet meer kunt zien.' Tegen zijn leerlingen zei hij achteraf: 'Een ge­

dachte is een scherm, geen spiegel; daarom leef je

in een gedachteballon, onaangeraakt door de Wer­

kelijkheid.'

128

Beperking De meester was uiterst vriendelijk voor academici die hem bezochten, maar hij beantwoordde nooit

hun vragen en liet zich ook niet bij hun theologi­sche speculaties betrekken.

Tegen zijn leerlingen, die zich hierover verwon­derden, zei hij: 'Kun je tegen een kikker in een

put over de oceaan praten - of over het godde­lijke tegen mensen die beperkt worden door hun

ideeën?'

Totalitaire systemen Tot verlegenheid van de leerlingen vertelde de

meester een bisschop eens dat religieuze mensen een aangeboren neiging hebben tot wreedheid.

'Waarom is dat zo?' vroegen de leerlingen toen de bisschop weg was.

'Omdat ze veel te gemakkelijk mensen opofferen om een doel eerder te bereiken,' zei de meester.

Erkenning Toen de meester oud en zwak werd, smeekten de

leerlingen hem om niet te sterven. Zei de meester:

'Als ik niet ging, hoe zouden jullie het dan ooit zien?

'Wat zien wij dan niet wanneer u bij ons bent?'

vroegen ze.

129

Page 67: Anthony de Mello - Bloemlezing

Maar dat wou de meester niet zeggen. Toen het

ogenblik van zijn dood naderde, zeiden ze:

'Wat zullen we zien wanneer u overleden

bent?'

Zijn ogen schitterden toen hij zei:

'Het enige wat ik heb gedaan was aan de oever

van de rivier zitten en rivierwater uitdelen. Als ik

weg ben, vertrouw ik erop dat jullie de rivier zullen

opmerken.'

Ontsnapping De meester werd tijdens zijn leven een legende.

Men zei dat God hem eens om raad vroeg: 'Ik wil

verstoppertje spelen met de mensheid. Ik heb mijn

engelen gevraagd op welke plaats ik mij het beste

kan verstoppen. Sommigen zeggen in de diepe

oceaan. Anderen op de top van de hoogste berg.

Nog anderen aan de achterkant van de maan of

een verre ster. Wat is jouw voorstel?'

Zei de meester: 'Verberg u in het hart van de

mens. Dat is de laatste plaats waar ze aan zullen

denken!'

130

Opstijgen Verhalen om over te mediteren

Waarschuwing Het is een groot mysterie dat, hoewel het mense­

lijke hart verlangt naar Waarheid, het enige waarin het bevrijding en verrukking vindt, de eerste re­

actie van mensen op de Waarheid er een is van

vijandigheid en angst. Daarom creëerden de grote

spirituele leraren van de mensheid, zoals Boed­

dha en Jezus, een truc om de oppositie van hun

toehoorders omzeilen: het verhaal. Zij wisten dat

de meest betoverende woorden van een taal zijn:

'Er was eens .. .', dat het normaal is je tegen een

waarheid te verzetten, maar dat het onmogelijk is

een verhaal te weerstaan. Vyasa, de schrijver van de

Mahabharata, zegt dat als je goed naar een verhaal

luistert, je nooit meer dezelfde zult zijn. Dat komt

doordat het verhaal zich een weg naar je hart zal

131

Page 68: Anthony de Mello - Bloemlezing

graven en barrières tegen het goddelijke zal afbre­

ken. Zelfs al lees je de verhalen in dit boek alleen maar voor je plezier, dan geeft dat geen garantie

dat er af en toe geen verhaal door je verdediging heen zal glippen en ontploffen wanneer je dit het

minst verwacht. Je bent dus gewaarschuwd!

Als je zo roekeloos bent dat je wilt proberen ver­

lichting te bereiken, stel ik voor dat je het volgende

doet:

A. Draag een verhaal innerlijk met je mee, zo­

dat je er in vrije ogenblikken bij stil kunt staan.

Dar zal het een kans geven op het onderbewuste in

te werken en zijn verborgen betekenis te onthul­

len. Dan zul je verbaasd staan hoe het je precies

wanneer je het nodig hebt, heel onverwachts te

binnen schiet en licht werpt op een gebeurtenis

of situatie, en je inzicht en innerlijke healing geeft.

Op dat moment zul je beseffen dat je, door deze

verhalen tot je te nemen, een Cursus in Verlichting

hebt gevolgd waarvoor geen enkele goeroe nodig is

behalve jijzelf!

B. Aangezien elk van deze verhalen een openba­

ring is van de Waarheid, en aangezien Waarheid, ge­speld met een hoofdletter W, de waarheid over jou

betekent, moer je je ervan verzekeren dar je, telkens

wanneer je een verhaal leest, heel geconcentreerd

zoekt naar een dieper inzicht in jezelf. Lees het zoals

je een medisch handboek zou lezen- je afvragend

of je zelf een van de symptomen hebt; en niet een

132

boek over psychologie - waarbij je je bedenkt waar

je vrienden een typisch voorbeeld van zijn. Als je

voor de verleiding bezwijkt inzicht in anderen te

willen krijgen, zullen de verhalen je schaden.

Zo hartstochtelijk was Moellah Nasroeddins liefde

voor de waarheid, dat hij naar afgelegen plaatsen

reisde op zoek naar Korangeleerden, en hij voelde

zich niet geremd om ongelovigen in de bazaar bij

een discussie over de waarheden van zijn geloof te

betrekken. Op een dag vertelde zijn vrouw hem

hoe oneerlijk hij haar behandelde - en ontdekte

dat haar man geen enkel belang in een dergelijke Waarheid stelde!

Het is de enige soort die er toe doet, natuurlijk. We

zouden echt een andere wereld hebben, als diegenen van ons die geleerde en ideoloog zijn, hetzij op religi­eus of werelds gebied, dezelfde passie voor zelfkennis hadden als ze tentoonspreiden voor hun theorieën en dogma's.

Er was eens een vrouw die religieus en vroom was en

vol van liefde voor God. Elke morgen ging ze naar

de kerk. En onderweg riepen er altijd kinderen naar

133

Page 69: Anthony de Mello - Bloemlezing

haar en kwamen bedelaars op haar af, maar ze was

zo in gebed verzonken dat ze hen niet eens zag.

Op een dag liep ze op haar gebruikelijke manier

over straat, en kwam net op tijd voor de dienst

bij de kerk aan. Ze duwde de deur open, maar die

wou niet opengaan. Ze duwde opnieuw, harder,

en merkte dat de deur op slot was. Overstuur bij de gedachte dat ze voor het eerst in jaren de dienst

zou mislopen en niet wetende wat te doen, keek ze

omhoog. En daar, recht voor haar gezicht, vond ze

een briefje dat op de deur was geprikt.

Er stond: 'Ik ben buiten!'

Toen broeder Bruno op een avond zat te bidden,

werd hij gestoord door het kwaken van een kikker.

Al zijn pogingen om het geluid te negeren hadden

geen succes, dus riep hij vanuit zijn raam: 'Kop

dicht! Ik ben aan het bidden.'

Nu was broeder Bruno een heilige, dus zijn be­

vel werd onmiddellijk opgevolgd. Elk levend we­

zen hield zijn mond dicht, om een stilte te schep­

pen die gunstig zou zijn voor gebed.

Maar nu drong een ander geluid Bruno's ge­

beden binnen- een innerlijke stem die zei: 'Mis­

schien is God wel net zo blij met het kwaken van

die kikker als met de zang van jouw psalmen.'

'Wat is er nu aan het gekwaak van een kikker

134

dat Gods oren kan behagen?' was het smalende

commentaar van Bruno.

Maar de stem gaf het niet op. 'Waarom denk je

dat God het geluid heeft uitgevonden?'

Bruno besloot uit te vinden waarom. Hij leun­

de uit zijn raam en gaf het bevel: 'Zing!' Het afge­

meten gekwaak van de kikker vervulde de lucht,

begeleid door alle kikkers in de buurt. En terwijl

Bruno naar het geluid luisterde, hield het op te de­toneren, want hij ontdekte dat het de nachtelijke

stilte in feite verdiepte, als hij zich er niet meer

tegen verzette.

Met die ontdekking kwam Bruno's hart in har­

monie met de kosmos, en begreep hij voor het

eerst in zijn leven wat het betekende, bidden.

De meester was eens in gebed. De leerlingen kwa­

men naar hem toe en zeiden: 'Meester, leer ons

bidden.' En zo leerde hij het hun ...

Twee mannen liepen eens door een weiland toen

ze een kwade stier zagen. Onmiddellijk vluchtten

ze naar de dichtstbijzijnde heg met de stier achter

hen aan. Het werd hun al gauw duidelijk dat ze

het niet zouden halen, dus schreeuwde de ene man

tegen de andere: 'Het is afgelopen met ons! Niets

kan ons redden. Zeg een gebed. Vlug!'

135

Page 70: Anthony de Mello - Bloemlezing

De ander schreeuwde terug: 'Ik heb van mijn leven

nog niet gebeden, en ik ken geen gebed voor deze

gelegenheid.'

'Hindert niks. De stier haalt ons bijna in. Elk

gebed is goed.' 'Oké, dan zeg ik die ene die ik me herinner

van mijn vader, die zei het altijd voor de maaltijd:

'Mogen wij oprecht dankbaar zijn, Heer, voor wat

wij zo direct krijgen.'

Er gaat niets boven de heiligheid van hen die hebben geleerd alles wat er is volkomen te aanvaarden.

Bij het kaartspel dat 'leven' heet, speel je zo goed als je kunt met de kaarten die je gekregen hebt.

Wie er op staan te spelen, niet met de kaarten die hun zijn toebedeeld, maar met de kaarten waarvan ze vinden dat ze die hadden moeten hebben - zijn de mislukkelingen in het leven.

Er wordt ons niet gevraagd of we willen meespelen. Dat is geen optie. Spelen moeten we. De optie is hoe.

Een man stapte een bus in en kwam naast een jon­

geman te zitten die duidelijk een hippie was. Hij

droeg slechts één schoen.

'Je hebt zeker een schoen verloren, jong.'

'Nee man,' kwam het antwoord, 'Ik heb er een

gevonden.'

136

Mij is dit duidelijk; dat wil niet zeggen dat het waar is.

Een man nam zijn nieuwe jachthond mee op een

proefjacht. Weldra schoot hij een eend neer die in

het meer viel. De hond liep over het water, pakte

de eend er uit en bracht hem naar zijn meester.

De man was verbijsterd! Hij schoot nog een

eend. Alweer liep de hond, terwijl de man onge­

lovig zijn ogen uitwreef, over het water en appor­

teerde de eend.

Hij durfde nauwelijks te geloven wat hij had ge­

zien, en nodigde zijn buurman uit om de volgende

dag met hem te jagen. Opnieuw liep de hond tel­

kens wanneer hij of zijn buurman een vogel raakten,

over het water en kwam met de vogel aanzetten. De

man zei niets. Zijn buurman ook niet. Ten slotte,

toen hij zich niet meer kon inhouden, stiet hij uit:

'Heb jij iets vreemds aan die hond gemerkt?'

De buurman wreef zich nadenkend over zijn

kin. 'Ja,' zei hij eindelijk. 'Nu je het zegt, dat heb

ik! De gabber kan niet zwemmen!'

Het is niet dat het leven niet vol wonderen is. Het is meer: het is wonderbaarlijk, en iedereen die het niet meer vanzelfiprekend vindt, zal dat onmiddel­lijk zien.

137

Page 71: Anthony de Mello - Bloemlezing

Twee broers- de een vrijgezel, de ander getrouwd

-bezaten een boerderij met vruchtbare grond die

een overvloed aan graan opleverde. De helft van

het graan ging naar de ene broer en andere helft

naar de andere.

Eerst ging alles goed. Na een tijd werd de ge­

trouwde man 's nachts af en toe met een schok

wakker uit zijn slaap en dacht: 'Dit is niet eerlijk.

Mijn broer is niet getrouwd, hij is helemaal alleen,

en hij krijgt maar de helft van wat de boerderij op­

brengt. Ik daarentegen heb een vrouw en vijf kin­

deren, dus ik heb alle zekerheid die ik voor mijn

oude dag nodig heb. Maar wie zorgt er voor mijn

arme broer als hij oud is? Hij moet veel meer spa­ren voor de toekomst dan hij nu doet, dus hij heeft natuurlijk meer nodig dan ik.'

Meteen stapte hij zijn bed uit, sloop naar het

huis van zijn broer en leegde een zak graan in de

graanschuur van zijn broer.

De vrijgezelle broer begon dezelfde aanvallen

te krijgen. Regelmatig ontwaakte hij uit zijn slaap

en zei tegen zichzelf: 'Dit is gewoon niet eerlijk.

Mijn broer heeft een vrouw en vijf kinderen en

hij krijgt maar de helft van wat het land opbrengt.

Maar ik heb niemand die ik moet onderhouden

behalve mezelf. Is het dan rechtvaardig dat mijn

arme broer, wiens behoefte natuurlijk groter is dan

138

de mijne, net zoveel krijgt als ik?' Vervolgens stapte

hij uit bed en leegde een zak graan in de schuur van zijn broer.

Op een nacht stonden ze tegelijk op en botsten tegen elkaar op, ieder met een zak graan op zijn

rug!

Vele jaren later, na hun dood, lekte het verhaal

uit. Toen de inwoners van de stad een kerk wil­

den bouwen, kozen ze daarom de plek waar de twee broers elkaar tegenkwamen, want ze konden

geen plek in de stad bedenken die heiliger was dan die.

Het in religieuze zin belangrijke onderscheid is er

niet tussen hen die bidden en hen die niet bidden,

maar tussen hen die liefhebben en hen die dat niet

doen.

Een dronkaard strompelde op een nacht over een

brug, toen hij tegen een vriend opliep. De twee

leunden over de brug en raakten aan de praat.

'Wat is dat daar beneden?' vroeg de dronkaard

plotseling. 'Dat is de maan,' zei zijn vriend.

De dronken man keek opnieuw, schudde onge­

lovig zijn hoofd en zei: 'Oké, oké, maar hoe ben ik

in godsnaam helemaal hier boven gekomen?'

139

Page 72: Anthony de Mello - Bloemlezing

UJé zien de werkelijkheid bijna nooit. Wát we zien is

een weerspiegeling ervan in de vorm van woorden en ideeën die we vervolgens voor de werkelijkheid houden. De wereld waarin we leven is grotendeels een mentale constructie. Mensen voeden zich met woorden, leven door woorden en zouden zonder woorden instorten.

Leerling: 'Wat is her verschil tussen kennis en ver­lichting?'

Meester: 'Als je kennis hebt, gebruik je een zak­lamp om je de weg re wijzen. Als je verlicht bent, word je die lamp.'

Een groep mensen genoot van de mllziek in een Chinees restaurant. Plotseling zette een van de musici een vaag bekende melodie in; iedereen her­kende de melodie, maar kon zich niet herinneren hoe die heette. Dus riepen ze de prachtig geklede ober bij zich en vroegen hem uit te zoeken wat de muzikant speelde. De ober waggelde weg en kwam terug met een triomfantelijke uitdrukking op zijn gezicht en fluisterde luid: 'Viool!'

Academische bijdrage aan spiritualiteit!

140

Er was eens een asceet die celibatair leefde en er de opdracht van zijn leven van maakte te vechten tegen seksualiteit bij zichzelf en anderen.

Mettertijd stierf hij. En zijn leerling, die de schok nier te boven kwam, stierf een tijdje later. Toen de leerling in de andere wereld aankwam wist hij niet wat hij zag: Daar zat zijn geliefde meester met de allermooiste vrouw op zijn schoot!

Zijn geschoktheid zakte af toen het hem inviel dat zijn meester werd beloond voor zijn seksuele onthouding op aarde. Hij ging naar hem toe en zei: 'Geliefde Meester, nu weet ik dat God recht­vaardig is, want u wordt beloond in de hemel voor uw zelfkastijding op aarde.'

De meester leek geërgerd. 'Idioot!' zei hij, 'Dit is de hemel niet en ik word niet beloond- zij wordt gestraft.'

Als de schoen past, wordt de voet vergeten; wanneer de riem past, wordt het middel vergeten; wanneer al­les in harmonie is, wordt het ego vergeten.

Welk nut heeft je zelfkastijding dan?

Van een oude vrouw in het dorp werd gezegd dar ze goddelijke verschijningen zag. De plaatselijke

141

Page 73: Anthony de Mello - Bloemlezing

priester eiste een bewijs van authenticiteit. 'Wan­neer God weer aan je verschijnt,' zei hij, 'vraag Hem mijn zonden aan je te vertellen, die alleen aan Hem

bekend zijn. Dat moet bewijs genoeg zijn.' De vrouw kwam na een maand terug en de

priester vroeg of God weer aan haar was versche­nen. Ze zei van ja. 'Heb je Hem de vraag gesteld?'

'Dat heb ik gedaan.'

'En wat zei Hij?' 'Zeg tegen je priester dat ik zijn zonden ben

vergeten.'

Is het mogelijk dat alle verschrikkelijke dingen die je

hebt gedaan door iedereen- behalve jezelf- zijn ver­

geten?

Spoedig na de dood van Rabbijn Mokshe vroeg Rabbijn Mendel van Koty aan een van zijn leerlin­

gen: 'Waar hechtte je leraar het meeste belang aan?' De leerling dacht er even over na en zei toen:

'Aan wat hij op dat moment toevallig deed.'

Een goeroe vroeg zijn leerlingen hoe ze wisten

wanneer de nacht was afgelopen en de dag begon. Eén leerling zei: 'Wanneer je een beest ziet in

142

de verte en kunt zeggen of het een koe is of een paard.'

'Nee,' zei de goeroe. 'Wanneer je naar een boom kijkt in de verte en

kunt zeggen of het een neemboom of een mango­

boom is.'

'Weer verkeerd,' zei de goeroe. 'Nou, wat is het dan?' vroegen zijn leerlingen.

'Wanneer je in iedere man die je aankijkt je

broeder herkent; wanneer je in iedere vrouw die

je aankijkt je zuster herkent. Als je dit niet kunt, is

het nog nacht, waar de zon ook staat.'

Het intrigeerde de congregatie hun rabbijn elke

week op de avond voor de sabbat te zien verdwij­

nen. Ze vermoedden dat hij in het geheim de Al­

machtige ontmoette, daarom vaardigden ze een

van hen af om hem te volgen.

Wat de man zag was dit: de rabbijn vermomde

zich als een boer en diende bij een verlamde chris­

tenvrouw in haar huisje, ruimde haar kamer op en

bereidde een sabbatmaal voor haar.

Toen de spion terug was gekomen, vroeg de

congregatie: 'Waar ging de rabbijn heen? Steeg hij

ten hemel?'

'Nee,' antwoordde de man, 'hij ging nog ho-

ger. ,

143

Page 74: Anthony de Mello - Bloemlezing

Waarheid is niet te vinden in formules ...

Een man dronk met een vriend thee in een restau­

rant. Hij keek lang en intens naar zijn kopje, en zei

toen met een berustende zucht: 'Ach, vriend, het

leven is als een kopje thee.'

De ander dacht hier een poosje over na, keek

lang en intens naar zijn eigen kopje en vroeg toen:

'Waarom? Waarom lijkt het leven op een kopje

thee?'

De man zei: 'Hoe zou ik dat weten? Ik ben toch

geen intellectueel?'

... of in theorieën ...

Een manager die net was teruggekomen van een

motiveringseminar, riep een werknemer naar zijn

bureau en zei: 'Van nu af aan zul jij zelf je baan

mogen inrichten en er zelf over gaan. Dat zal de

productiviteit aanzienlijk verhogen, denk ik.'

'Krijg ik meer betaald?' vroeg de werknemer.

'Nee, nee. Geld is geen drijfveer en je laijgt geen

voldoening van een salarisverhoging.'

'Maar, als de productie toeneemt, laijg ik dan meer betaald?'

144

'Moet je horen,' zei de manager. 'Je begrijpt de

motiveringtheorie blijkbaar niet. Neem dit boek

mee naar huis en lees het; daarin wordt uitgelegd

wat jou echt motiveert.'

Toen hij wegliep, hield hij even stil en zei: �s

ik dit boek lees, laijg ik dan meer betaald?'

... of in slogans ...

Een religieuze groepering had de gewoonte al haar

conferenties in een hotel te houden waarvan het

motto in grote letters op de muur van de lobby

was geschreven: ER ZIJN GEEN PROBLEMEN, ALLEEN

KANSEN.

Er kwam een man naar de hotelbalie en zei:

'Heeft u even? Ik heb een probleem.'

De baliemedewerker zei met een glimlach: 'Wij

hebben hier geen problemen, meneer. Alleen kan-

' sen.

'Noem het zoals je wilt,' zei de man ongeduldig.

'Er zit een vrouw in de kamer die mij was toege-' wezen.

145

Page 75: Anthony de Mello - Bloemlezing

... of in etiketten ...

Een Engelsman emigreerde naar de Verenigde Sta­

ten en werd Amerikaans staatsburger.

Toen hij voor een vakantie terugging naar Enge­

land, berispte een van zijn familieleden hem, om­

dat hij een andere nationaliteit had aangenomen. 'Wat heb je er bij gewonnen dat je Amerikaans

burger bent geworden?' 'Nou, om maar één ding te noemen, ik heb de

Amerikaanse Revolutie gewonnen,' was het ant­woord.

Noch is het in het algemeen in statistieken te vin­

den ...

Nasroeddin werd gearresteerd en voor het gerecht

gesleept op de aanklacht dat hij paardenvlees had

gestopt in de kipburgers die hij in zijn restaurant

serveerde.

Voordat hij zijn vonnis uitsprak, wilde de rech­

ter weten in welke verhouding hij paardenvlees

met kippenvlees mengde. Nasroeddin verklaarde

onder ede: 'Het was half-om-half, Edelachtbare.'

Na de rechtzaak vroeg een vriend hem wat half­

om-half precies betekende. Zei Nasroeddin: 'Eén

paard op één kip.'

146

Het is concreet ...

Een monnik zei eens tegen Fuketsu: 'Ik hoorde u

iets zeggen wat me bevreemde, namelijk dat waar­heid zonder spreken en zonder zwijgen gecommu­

niceerd kan worden. Zou u dat alstublieft willen

uitleggen?'

Fuketsu antwoordde: 'Toen ik nog een jonge

knul was in China, ah! Wat zongen de vogels tus­

sen de bloesems in de lente!'

Ik denk, dus ik ben onbewust. Op het moment van

denken ben ik in de ONWERKELijKE wereld van ab­

stractie, of van het verleden, of van de toekomst.

Het kan relatief zijn ...

Een Amerikaanse toerist reisde voor het eerst in

het buitenland. Bij aankomst op zijn eerste buiten­

landse vliegveld werd hij geconfronteerd met een

keuze tussen twee paden; de een werd aangeduid

met STAATSBURGERS en de andere met BUITENLAN­

DERS.

Prompt liep hij naar de eerste. Toen hem later

verteld werd dat hij in de andere rij moest staan,

147

Page 76: Anthony de Mello - Bloemlezing

protesteerde hij: 'Maar ik ben geen buitenlander. Ik ben Amerikaan!'

... en daarvoor is die zeer formidabele prestatie van de menselijke geest- onbevooroordeeldheid- nodig ...

Het verhaal wil dat toen New Mexico bij de Ver­enigde Staten kwam te horen en de eerste zitting van het gerechtshof in de nieuwe staat werd ge­opend, de zittende rechter vroeger een geharde

cowboy en bestrijder van Indianen was geweest. Hij nam plaats op zijn zetel en de zaak begon.

Er werd een man beschuldigd van het stelen van paarden. De aanklacht werd voorgelezen; de aan­klager en zijn getuigen werden gehoord, wals het moest.

Waarop de advocaat van de verdachte opstond en zei: 'En nu, Edelachtbare, zou ik u graag willen voorleggen wat mijn cliënt daartegen inbrengt.'

Zei de rechter: 'Ga zitten. Dat is niet nodig. Het zou alleen de jury maar in de war brengen!'

Als je één horloge hebt, weet je hoe laat het is. Als je er twee hebt, weet je het nooit zeker.

148

Het hart van de verlichte Verhalen om over te mediteren

0 m in het avontuur dat spiritualiteit heet te sla­gen moet je er op uit zijn het meeste uit het

leven te halen. De meeste mensen stellen zich tevreden met kleinigheden als rijkdom, roem, comfort en men­selijk gezelschap.

Een man was zo gek op roem dat hij bereid was aan de galg te hangen als daardoor zijn naam in de krant kwam. Is er werkelijk verschil tussen hem en de meeste zakenlieden en politici? {Om nog niet te spreken van al die andere mensen die zoveel belang hechten aan de publieke opinie.)

De priester keek hem doordringend aan en vroeg: 'Wil je niet naar de hemel?'

149

Page 77: Anthony de Mello - Bloemlezing

'Nee,' zei de man.

'Bedoel je dat je me hier staat te vertellen dat je

niet naar de hemel wilt als je gestorven bent?' 'Natuurlijk wil ik naar de hemel als ik gestorven

ben. Ik dacht dat u nu wou gaan!'

Wé zijn bereid tot het gaatje te gaan - alleen wanneer

onze remmen niet werken.

Wimneer de mus zijn nest bouwt in het bos, neemt

hij maar één tak in beslag. Wimneer de ree zijn dorst lest bij de rivier, drinkt hij niet meer dan er plaats is in zijn buik.

Wij verzamelen dingen omdat ons hart leeg is.

De goeroe zat in meditatie aan de rivieroever toen

er een leerling neerknielde en twee enorme parels

aan zijn voeten legde, als teken van eerbied en oot­moed.

De goeroe opende zijn ogen, tilde een van de pa­rels op en hield die zo onvoorzichtig vast dat hij uit zijn hand glipte en van de oever in de rivier rolde.

De ontstelde leerling dook de parel achterna,

maar hoewel hij er tot de late avond telkens weer

in dook, had hij geen geluk.

150

Uiteindelijk haalde hij, door en door nat en uitge­put, de goeroe uit zijn meditatie: 'U zag waar hij

viel. Laat me zien waar, opdat ik hem terug kan halen voor u.'

De goeroe pakte de andere parel op, gooide hem

in de rivier, en zei: 'Precies op die plek!'

Probeer geen dingen te bezitten, want je kunt dingen

niet echt in eigendom hebben. Zorg er alleen voor dat je er niet door bezeten wordt, dan zul je de heerser

van de schepping zijn.

Een bezoeker aan een psychiatrische kliniek trof een bewoner aan die op en neer wiegde in een schommelstoel en ondertussen herhaaldelijk zacht

en tevreden 'Loeloe, Loeloe .. .'zei.

'Wat is het probleem van deze man?' vroeg hij

aan de dokter.

'Loeloe. Dat was de vrouw die hem de bons

gaf,' was het antwoord van de dokter.

Toen ze de rondleiding vervolgden, kwamen ze

bij een gecapitonneerde cel waarvan de bewoner

herhaaldelijk met zijn hoofd tegen de muur bons­

de, terwijl hij kreunde: 'Loeloe, Loeloe ... '

'Is Loeloe ook het probleem van deze man?'

vroeg de bezoeker.

151

Page 78: Anthony de Mello - Bloemlezing

'Ja,' zei de dokter. 'Hij is degene met wie Loeloe

ten slotte trouwde.'

Er zijn slechts twee bezoekingen in het leven: niet krijgen waar je aan gehecht bent en krijgen waar je aan gehecht bent.

Er was eens een zeer ascetische man die geen eten

en drinken over zijn lippen liet komen zolang de

zon aan de hemel stond. In wat een teken van

hemelse goedkeuring leek voor zijn zelfkastij­

ding, scheen er op klaarlichte dag een heldere ster

boven een nabije berg, voor een ieder zichtbaar,

hoewel niemand wist hoe de ster daar gekomen

was.

Op zekere dag besloot de man de berg te be­

klimmen. Een meisje uit het dorp wilde per se

met hem mee. Het was een warme dag, en spoe­

dig kregen de twee dorst. Hij stond er op dat het

kind iets dronk, maar zij weigerde dat tenzij hij

ook iets dronk. De arme man zat in een lastig par­

ket. Hij vond het vreselijk zijn vasten te breken;

maar hij vond het ook vreselijk het kind dorst te

zien lijden. Ten slotte dronk hij wat. En het kind

ook.

Lange tijd durfde hij niet op te kijken naar de

hemel, want hij vreesde dat de ster verdwenen was.

152

Stel je dus voor hoe verrast hij was, toen hij na een

tijdje opkeek en boven de berg twee helder schij­

nende sterren zag.

Er kwam een vrouw bij rabbijn Israël en vertelde

hem haar verborgen leed: Ze was twintig jaar ge­

trouwd en had nog steeds geen zoon gebaard. 'Wat

een toeval!' zei de rabbijn. 'Het was met mijn moe­

der net zo.' En dit is het verhaal dat hij haar ver­

telde: Twintig jaar lang had zijn moeder geen kind

gekregen. Op een dag hoorde ze dat de heilige Baal

Shem Tov in de stad was, dus haastte ze zich naar

het huis waar hij verbleef en smeekte hem te bid­

den dat ze een won mocht krijgen.

'Wat ben je bereid eraan te doen?' vroeg de hei­

lige.

'Wat kan ik doen?' antwoordde zij. 'Mijn man is

een arme bibliothecaris, maar ik heb wel iets wat ik

de rabbijn kan aanbieden.' Daarop snelde ze naar

huis, trok een katinka uit de kast waar het zorgvul­

dig was opgeborgen, en rende terug om deze aan

de rabbijn aan te bieden. Nu is een katinka, zoals

iedereen weet, de cape die door de bruid op haar

trouwdag wordt gedragen - een kostbaar erfstuk

dat van de ene generatie op de andere wordt door­

gegeven. Tegen de tijd dat de vrouw terug was, was

de rabbijn naar een andere stad vertrokken, dus

153

Page 79: Anthony de Mello - Bloemlezing

ging ze daar heen. Zes weken lang volgde ze hem

van stad naar stad, tot ze hem eindelijk had inge­

haald. De rabbijn nam de katinka aan en gaf deze

aan de synagoge ter plaatse.

Toen zei rabbijn Israël tot besluit: 'Mijn moeder

liep de hele weg terug naar huis. Een jaar later ben

ik geboren.' 'Wat een toeval!' riep de vrouw uit. 'Ik heb ook

een katinka thuis. Die zal ik u meteen brengen, en

als u die aanbied aan de plaatselijke synagoge, zal

God me een zoon geven.'

'Ach nee, beste vrouw,' zei de rabbijn verdrietig,

'zo werkt dat niet. Het verschil tussen mijn moeder

en u is dit: U hebt haar verhaal gehoord; zij had

geen verhaal als voorbeeld.'

Nadat een heilige een ladder heeft gebruikt, wordt hij weggegooid en nooit meer gebruikt.

Vrouw tegen echtgenoot die zich in de krant heeft

begraven: 'Is het ooit in je opgekomen dat het le­

ven meer zou kunnen zijn dan wat er in de wereld

gebeurt?'

De meeste mensen houden van de mensheid. Alleen de buurman kunnen ze niet uitstaan.

154

Mensen reageren niet op de werkelijkheid, maar op ideeën in hun hoofd.

Een groep toeristen die ergens op het platteland

gestrand was, kreeg oude rantsoenen te eten. Al­

vorens het voedsel op te eten, testten ze het door

er iets van naar een hond te gooien, die het lekker

leek te vinden en er niets aan overhield. De volgende dag hoorden ze dat de hond was

overleden. Iedereen raakte in paniek. Velen be­

gonnen over te geven en klaagden over koorts en

dysenterie. Er werd een dokter bij geroepen om

de slachtoffers tegen voedselvergiftiging te be­

handelen.

De dokter begon met vragen wat er met het

stoffelijk overschot van de hond was gebeurd. Er

werd navraag gedaan. Een buurman zei noncha­

lant: 'Oh, die is in een sloot gegooid omdat hij was

overreden door een auto.'

De muren die hen gevangen houden bevinden zich in hun geest, en zijn niet echt.

Een beer liep de zeven meter die zijn kooi lang was

heen en weer.

155

Page 80: Anthony de Mello - Bloemlezing

Toen de kooi na vijf jaar werd weggehaald, bleef

de beer die zeven meter heen en weer lopen alsof de kooi er nog was. Dat was hij ook. Voor hem!

In plaats van in contact te zijn met de werkelijkheid,

reageren ze op stereotypen ...

Bij het slotdiner van een internationale conferentie

wendde een Amerikaanse afgevaardigde zich tot de Chinese afgevaardigde die naast hem zat en vroeg,

wijzend naar de soep, ietwat neerbuigend: 'Soepie

lekke!?' De Chinese heer knikte enthousiast.

Even later was het: 'Vissie lekkel?', 'V leessie lek­

kei?' en 'Vluchies Lekkel?'- en steeds was het ant­

woord een beminnelijk knikje. Aan het einde van het diner stelde de voorzitter

van de conferentie de gastspreker aan de aanwezi­

gen voor- niemand anders dan de Chinese heer,

die een indringende, geestige toespraak hield in

onberispelijk Engels, zeer tot verbijstering van zijn

Amerikaanse tafelheer. Toen de toespraak was afgelopen, wendde de

spreker zich tot zijn buurman en vroeg, met een ondeugende twinkeling in zijn ogen: 'Toesplaak­

kie lekke!?'

156

Een man zei tegen zijn parochiepater: 'Mijn hond is gisteren gestorven, pater. Zou u een mis willen opdragen voor zijn zielenrust?'

De pater was woest verontwaardigd. 'We dragen

hier geen missen op voor dieren,' zei hij scherp.

'Misschien kunt u de nieuwe kerk verderop in de

straat proberen. Zij zullen waarschijnlijk wel voor uw hond bidden.'

'Ik hield echt van dat beestje,' zei de man, 'en

ik zou hem graag een fatsoenlijke uitvaan geven.

Ik weet niet wat men bij dergelijke gelegenheden

gewoonlijk biedt, maar denkt u dat vijfhonderd

dollar genoeg is?'

'Oh, wacht even,' zei de pater. 'U had me niet verteld dat uw hond katholiek was!'

Alles wat je aan anderen geeft, geefje aan jezelf

Vroeger in de oude tijd waren de delen van het

lichaam zeer geërgerd over de maag. Ze waren be­

ledigd dat zij voor voedsel moesten zorgen en naar de maag moesten brengen, terwijl de maag zelf

niets deed dan de vruchten van hun noeste arbeid verslinden.

Daarom besloten ze dat ze geen voedsel meer naar de maag zouden brengen. De handen zouden

het niet naar de mond brengen. De tanden en kiezen

157

Page 81: Anthony de Mello - Bloemlezing

zouden het niet kauwen. De keel zou het niet door­slikken. Dat zou de maag dwingen iets te doen.

Maar het enige wat ze bereikten was het li­chaam zo zwak maken dat ze met de dood werden

bedreigd. Zo waren zij het ten slotte die de les leer­

den dat ze door een ander te helpen eigenlijk voor hun eigen welzijn in de weer waren.

Ik krijg er een enorme kick van jou te dienen - maar ik sta erop dat je dankbaar bent.

Een met sieraden behangen douairière stapte uit

een modieus hotel in London, waar ze de hele

avond had gedineerd en gedanst op een liefdadig­

heidsbal voor straatboefjes. Ze stond op het punt in haar Rolls Royce te

stappen, toen een straatboefje op haar toe liep en

dreinde: 'Heb u een stuiver over, mevrouw, een

aalmoes? Ik heb al twee dagen niet gegeten.'

De gravin deinsde terug. 'Jij ondankbare schooi­er!' riep ze uit. 'Besef je niet dat ik de hele nacht

voor je heb gedanst?'

Er was eens een herberg die de Zilveren Ster heet­

te. De herbergier kon de eindjes niet aan elkaar

158

knopen, hoewel hij zijn uiterste best deed klanten te trekken door de herberg comfortabel, de bedie­

ning hartelijk en de prijzen billijk te maken. Dus

raadpleegde hij in wanhoop een wijze. Na zijn droevige verhaal te hebben aangehoord,

zei de wijze: 'Het is heel eenvoudig. Je moet de

herberg een andere naam geven.'

'Onmogelijk!' zei de herbergier. 'Die heet al ge­

neraties lang de Zilveren Ster en is in het hele land

zo bekend.' 'Nee,' zei de wijze resoluut. 'Je moet hem nu de

Vijf Klokken noemen en een rij van zes klokken bij de ingang ophangen.'

'Zes klokken? Maar dat is absurd. Wat zou dat nu opleveren?'

'Probeer het eens en kijk maar,' zei de wijze met een glimlach.

Welnu, de herbergier probeerde het. En dit

is wat hij zag. Elke reiziger die langs de herberg kwam, liep naar binnen om de fout aan te wijzen.

Een ieder dacht dat niemand anders het had ge­

merkt. Eenmaal binnen, raakten ze onder de be­

koring van de hartelijkheid van de bediening en

bestelden een verfrissing, waardoor ze de herber­

gier de goede inkomsten verschaften die hij zo lang

tevergeefs had nagestreefd.

Er zijn weinig dingen waar het ego meer plezier aan

beleeft dan aan het verbeteren van andermam fouten.

159

Page 82: Anthony de Mello - Bloemlezing

Elke maand stuurde de leerling zijn meester trouw­

hanig een verslag van zijn spirituele vorderingen.

In de eerste maand schreef hij: 'Ik voel een ver­

ruiming van het bewustzijn en ervaar mijn eenheid

met het universum.' De meester wierp een blik op

het briefje en gooide het weg.

De volgende maand meldde hij: 'Ik heb einde­

lijk ontdekt dat het goddelijke in alles aanwezig is.'

De meester leek teleurgesteld.

In de derde brief verklaarde de leerling enthou­

siast: 'Het mysterie van het Ene en het vele heeft

zich tot mijn verbazing aan mij geopenbaard.' De

meester gaapte.

Zijn volgende briefluidde: 'Niemand wordt ge­

boren, niemand leeft, en niemand sterft, want het

zelf bestaat niet.' De meester hief in wanhoop zijn

handen ten hemel.

Er verstreek weer een maand, toen twee, toen

vijf; toen een heel jaar. De meester vond het tijd

zijn leerling te herinneren aan zijn plicht hem op

de hoogte te houden van zijn spirituele vorderin­

gen. De leerling schreef terug: 'Wie kan het wat

schelen?' Toen de meester die woorden las, gleed er

een blik van tevredenheid over zijn gezicht. Hij zei: 'God zij dank, eindelijk heeft hij het begrepen!'

160

Een grote en dwaze koning klaagde dat de ruwe

grond pijn deed aan zijn voeten en daarom beval

hij het hele land met koeienhuid te beleggen.

De hofnar lachte toen de koning hem vertelde

dat hij dit bevolen had. 'Wat een volstrekt idioot

idee, Majesteit,' riep hij. 'Waarom die nodeloze

uitgave? Snij gewoon twee stukjes huid uit om uw

voeten te beschermen!'

En dat deed de koning. En zo werd het idee van

schoenen geboren.

De verlichte weet dat je, om van de wereld een oord

zonder pijn te maken, je hart moet veranderen - niet

de wereld.

De leerlingen vroegen de meester om over de dood te spreken: 'Hoe zal het zijn?'

'Het zal zijn alsof er een sluier wordt stukge­

trokken; je zult vol verbazing zeggen: 'Dus U zat

er altijd al achter?'

Een koopman in Bagdad stuurde zijn bediende

om een boodschap naar de bazaar, en de man

kwam wit van angst en bevend terug. 'Meester,' zei hij, 'Toen ik op de markt was, liep in tegen

161

Page 83: Anthony de Mello - Bloemlezing

een vreemdeling op. Toen ik hem in het gelaat

keek, merkte ik dat het de Dood was. Hij maakte een dreigend gebaar naar me en liep weg. Nu ben

ik bang. Alstublieft, geef me een paard zodat ik meteen naar Samarra kan rijden en een zo groot

mogelijke afstand creëer tussen de Dood en me­zei('

De koopman gaf de man- in zijn bezorgdheid voor hem- zijn snelste hengst. De bediende ging er in een oogwenk vandoor met het paard. Later

op de dag ging de koopman zelf naar de bazaar en zag de Dood daar door de menigte slenteren. Hij

ging naar hem toe en zei: 'U maakte vanmorgen een dreigend gebaar naar mijn arme bediende. Wat

betekende dat?'

'Dat was geen dreigende gebaar, meneer,' zei de Dood. 'Het was een schok dat ik hem hier in Bag­dad zag.'

'Waarom zou hij niet in Bagdad zijn? Hier

woont de man.' 'Nou ja, ik had begrepen dat hij zich vanavond

in Samarra bij me zou voegen, ziet u?'

De meeste mensen zijn zo bang om te sterven dat ze door hun pogingen om de dood te vermijden, nooit leven.

162

Er was eens een enorme draak in China die van dorp naar dorp ging en lukraak vee, honden, kip­

pen en kinderen doodde. Daarom deden de dor­pelingen een beroep op een tovenaar om hen in

hun ellende bij te staan. De tovenaar zei: 'Ik kan

zelf de draak niet verslaan, want, al ben ik tove­naar, ik ben ook bang. Maar ik zal de man voor jullie vinden die het wel zal doen.'

Daarop veranderde hij zich in een draak en naam

plaats op een brug, zodat iedereen die niet wist dat

het de tovenaar was, hem niet durfde te passeren. Op een dag liep er echter een reiziger naar de brug toe, klom rustig over de draak en liep verder.

De tovenaar nam meteen weer een menselijke

gedaante aan en riep de man toe: 'Kom terug, goe­

de vriend, ik heb hier weken op u staan wachten!'

De verlichte weet dat angst hem zit in de manier waarop je naar dingen kijkt, niet in de dingen zelf

Een herder was bezig zijn schapen te weiden, toen

een voorbijganger zei: 'Wat heeft u daar een prachti­ge kudde schapen. Mag ik u daar iets over vragen?'

'Natuurlijk,' zei de schaapherder.

Zei de man: 'Hoever zou u zeggen dat uw scha­

pen elke dag lopen?' 'Welke, de witte of de zwarte schapen?'

163

Page 84: Anthony de Mello - Bloemlezing

'De witte schapen.'

'Nou, de witte lopen ongeveer zes kilometer per

dag.'

'En de zwarte?'

'De zwarte ook.'

'En hoeveel gras zou u zeggen dat ze elke dag

aten?'

'Welke, de witte of de zwarte?'

'De witte.'

'Nou, de witte eten ongeveer twee kilo gras per

dag.'

'En de zwarte?'

'De zwarte ook.'

'En hoeveel wol zou u zeggen dat ze elk jaar

geven?

'Welke, de witte of de zwarte?'

'De witte.'

'Nou, ik zou zeggen dat de witte zo'n drie kilo

wol geven bij iedere jaarlijkse scheerbeurt.'

'En de zwarte?'

'De zwarte ook.'

Dit wekte de nieuwsgierigheid van de voorbij­

ganger. 'Mag ik u vragen waarom u de vreemde

gewoonte heeft uw schapen telkens te onderschei­

den in witte en zwarte wanneer u antwoord geeft

op een vraag van mij?'

'Nou,' zei de schaapherder, 'dat spreekt eigen­

lijk vanzelf. De witte zijn van mij, ziet u.'

'Oh! En de zwarte dan?'

164

'De zwarte ook,' zei de herder.

De menselijke geest maakt een onwijs onderscheid

tussen dingen die Liefde ziet als Een.

Plutarchus vertelt het verhaal hoe Alexander de

Grote Diogenes tegenkwam die aandachtig naar

een hoop mensenbotten zat te kijken.

'Waar zoekt u naar?' vroeg Alexander.

'Iets wat ik niet kan vinden,' zei de filosoof.

'En wat is dat?'

'Het verschil tussen de botten van je vader en

die van zijn slaven.'

Evenmin te onderscheiden zijn: katholieke botten en

protestante botten. Hindoe botten en moslim botten. Arabische botten en Israëlische botten. Russische bot­

ten en Amerikaanse botten. De verlichte ziet er geen verschil tussen, ze/:fi niet

als de botten gehuld zijn in vlees!

De menselijke staat wordt volmaakt verbeeld door

de arme dronkaard die 's nachts buiten het park op

de schutting staat te bonken en schreeuwt: 'Laat

me eruit!'

165

Page 85: Anthony de Mello - Bloemlezing

Alleen je illusies weerhouden je ervan te zien dat je

vrij bent en dat je dat altijd bent geweest.

Mamiya werd een bekende zenmeester. Maar het

had hem veel moeite gekost te leren wat zen was.

Toen hij nog leerling was, vroeg zijn meester hem te

zeggen wat het geluid was van één hand die klapte.

Mamiya legde er zijn ziel en zaligheid in, be­

knibbelde op eten en slaap zodat hij met het juiste

antwoord voor de dag kon komen. Maar zijn mees­

ter was nooit tevreden. Hij zei op een dag zelfs te­

gen hem: 'Jij werkt niet hard genoeg. Je bent veel

te veel op je gemak gesteld, veel te veel gehecht aan

de goede dingen van het leven, er zelfs te zeer aan

gehecht het antwoord zo snel mogelijk te vinden.

Het zou beter zijn als je doodging.'

De volgend keer dat Mamiya voor de meester

stond, deed hij iets dramatisch. Gevraagd het ge­

luid van één klappende hand te verklaren, viel hij

voorover en bleef als voor dood liggen.

Zei de meester: 'Juist. Dus je bent dood. Maar

hoe zit het met het geluid van die ene hand die

klapt?'

Terwijl hij zijn ogen opende, antwoordde Ma­

miya: 'Die heb ik nog niet kunnen oplossen.'

Daarop riep de meester in woede uit: 'Dwaas!

Doden spreken niet. D'r uit!'

166

je mag dan niet verlicht zijn, maar je zou tenminste

consequent kunnen zijn!

Ananda was Boeddha's meest toegewijde leerling. Ja­

ren na Boeddha's dood werden er plannen gemaakt

voor een Groot Concilie van de Verlichten en een

van de leerlingen kwam er Ananda over vertellen.

Nu was Ananda op dat moment zelf nog niet

verlicht, hoewel hij er jarenlang hard aan had ge­

werkt. Hij was dus niet gerechtigd het concilie bij

te wonen.

Op de avond van de concilievergadering was

hij nog steeds niet verlicht, dus hij besloot de hele

nacht met alle kracht te mediteren en niet op te

houden voordat hij zijn doel had bereikt. Maar het enige waar hij in slaagde was zichzelf uit te putten.

Hij had ondanks al zijn inspanningen niet de ge­

ringste vooruitgang geboekt.

Dus tegen het ochtendgloren besloot hij het

op te geven en wat te gaan slapen. In die staat,

waarin hij elke begeerte, zelfs die naar verlichting,

had verloren, legde hij zijn hoofd op het kussen te

rusten. En plotseling raakte hij verlicht!

Zei de rivier tegen de zoeker: 'Moet je je eigenlijk zor­

gen maken over verlichting? Welke kant ik ook opga,

ik ben op weg naar huis. '

167

Page 86: Anthony de Mello - Bloemlezing

De manier om lief te hebben

Winst en verlies

"Wánt wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld

gewint, en lijdt schade zijner ziel?

- Mattheüs 16:26

Denk terug aan het gevoel dat je hebt als iemand

je prijst, wanneer je goedgekeurd, geaccepteerd,

toegejuicht wordt. En stel dat tegenover het gevoel

dat in je opkomt wanneer je naar de zonsonder­

gang of zonsopgang kijkt of naar de natuur in het

algemeen, of wanneer je een boek leest of naar een

film kijkt waar je erg van geniet. Probeer dit gevoel

op te roepen en vergelijk het met het eerste gevoel

dat ontstond toen je geprezen werd. Begrijp dat

het eerste soort gevoel ontstaat door zelfverheerlij-

169

Page 87: Anthony de Mello - Bloemlezing

king, zelfbegunsriging. Her is een werelds gevoel. Her tweede ontstaat door zelfvervulling, een ge­voel van de ziel.

Nog een ander contrast: denk eens terug aan

het gevoel dat je hebt wanneer je slaagt, wanneer

je her gemaakt hebt, wanneer je aan de top bent

gekomen, wanneer je een wedstrijd, een wedden­

schap of een discussie wint. En vergelijk het met

het soort gevoel dat je krijgt wanneer je echt geniet

van het werk dat je doet, waar je in opgaat, de han­

deling waar je je op dit moment mee bezighoudt. En let nog eens op het kwalitatieve verschil tussen

het wereldse en het zielsgevoeL

Nog een contrast: herinner je hoe je je voelde

toen je macht had, de baas was, mensen naar je opkeken en moesten doen wat jij zei; of toen je

populair was. En vergelijk dat wereldse gevoel met

het gevoel van intimiteit, van kameraadschap - de

momenten waarop je je echt vermaakte in het ge­

zelschap van een vriend of een groep mensen die

plezier hadden, en waar gelachen werd.

Als je dit nu gedaan hebt, probeer de ware aard

van wereldse gevoelens, te weten die van zelfbe­

gunstiging, zelfverheerlijking, dan te begrijpen. Ze

zijn niet natuurlijk. Ze zijn uitgevonden door de maatschappij en de cultuur waarin je leeft, om je

productief en beheersbaar te maken. Deze gevoe­

lens geven niet de voeding en het geluk die opge­

wekt worden wanneer je naar de natuur kijkt of

170

geniet van het gezelschap van je vrienden of van je

werk. Ze waren bedoeld om je sensatie, opwinding - en leegte te bezorgen.

De hemel is nabij

Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.

- Mattheüs 4: 1 7

Stel je hebt een radio die, hoe je ook aan de knop

draait, slechts één zender oppikt. Je hebt geen con­trole over het volume. Soms is het geluid ternau­

wernood re horen, een andere keer is het zo hard dat je trommelvliezen bijna knappen. Bovendien

kun je het niet afzetten; soms is het onscherp; of

hij begint plotseling te tetteren wanneer je wil rus­

ren en slapen. Wie zou het pikken als zijn radio

het zo slecht deed? En toch, wanneer je hart zich

zo krankzinnig gedraagt, neem je er niet alleen ge­

noegen mee, maar noem je het zelfs normaal en

menselijk.

Denk eens aan de talloze momenten dat je door

je emoties heen en weer geslingerd werd, dat je he­

vige boosheid, somberheid, angstige bezorgdheid

voelde; en het gebeurde elke keer omdat je hart

vastbesloten was iets te krijgen wat je niet had, iets

vast te houden wat je had of iets te vermijden wat

171

Page 88: Anthony de Mello - Bloemlezing

je niet wilde. Je was verliefd en je voelde je afgewe­

zen of jaloers; plotseling raakte je met hart en ziel

gefocust op dit ene ding, en liep het op een teleur­

stelling uit. Je zette alles op alles om een verkiezing

te winnen, en in het geweld van de strijd kon je het

zingen van de vogels niet meer horen: je ambitie

overstemde elk ander geluid. Je werd geconfron­

teerd met de mogelijkheid van een ernstige ziekte

of het verlies van een geliefde en je kon je op niets

meer concentreren.

Kort gezegd, zodra je ergens aan gehecht raakt,

wordt het functioneren van dit mooie apparaat dat

'het menselijk hart' heet, verwoest. Als je je radio

wilt repareren, moet je radiotechniek studeren. Als

je je hart wilt hervormen, moet je lang en ernstig

nadenken over vier bevrijdende waarheden. Maar

kies eerst een voorwerp van gehechtheid dat je

dwars zit, iets waar je aan hangt, iets wat je vreest

of iets waar je naar hunkert, en hou dit voorwerp

van gehechtheid in gedachten terwijl je naar deze

waarheden luistert.

De eerste waarheid: je moet kiezen tussen je

gehechtheid en geluk. Je kunt niet beide hebben.

Zodra je ergens aan gehecht raakt, wordt je hart

uit balans gebracht en je vermogen een vreugde­

vol, zorgeloos en sereen leven te leiden verwoest.

Kijk maar eens hoe waar dit is als je het toepast

op het voorwerp van gehechtheid dat je hebt uit­

gekozen.

172

De tweede waarheid: waar kwam je gehechtheid

vandaan? Je bent er niet mee geboren. Zij ont­

stond door een leugen die je maatschappij en je

cultuur je hebben verteld, of een leugen die je aan

jezelf hebt verteld, namelijk dat je zonder het een

of ander ding, zonder deze of gene persoon niet ge­

lukkig kunt zijn. Open je ogen en zie hoe onwaar

dit is. Er zijn honderden mensen die volmaakt

gelukkig zijn zonder dit voorwerp of persoon of

situatie waar jij naar hunkert en waarvan je jezelf

hebt overtuigd dat je er niet zonder kunt leven.

Dus maak je keuze: wil jij je gehechtheid, of je vrij­

heid en geluk?

De derde waarheid: als je voluit wilt leven moet

je een gevoel voor proportie ontwikkelen. Het le­

ven in oneindig veel groter dan deze kleinigheid

waar je hart aan gehecht is en dat je de macht hebt

gegeven je zo van sereek te maken. Kleinigheid, ja,

omdat er als je lang genoeg leeft allicht een dag zal

komen waarop het niet meer van belang is. Het

wordt niet eens herinnerd - je eigen ervaring zal

dit bevestigen. Zoals jij je vandaag die enorme on­

benulligheden die jou in het verleden zo in beroe­

ring brachten nauwelijks herinnert en er niet in

het minst meer door wordt geraakt.

En zo brengt de vierde waarheid je tot de onver­

mijdelijke conclusie dat niets of niemand buiten

jezelf het vermogen heeft jou gelukkig of ongeluk­

kig te maken. Of je je er bewust van bent of niet,

173

Page 89: Anthony de Mello - Bloemlezing

jij en alleen jij besluit gelukkig of ongelukkig te zijn, en of je in een gegeven situatie je gehechtheid

in stand wilt houden of niet.

Wat moet ik doen?

'Goede meester, wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbet

- Mattheüs 19:16

Stel je voor hoe je in een concertzaal naar klanken

van de heerlijkste muziek zit te luisteren als je je opeens herinnert dat je bent vergeten je auto af te

sluiten. Je bent ongerust over de auto, je kunt de zaal niet uitlopen en je kunt niet van de muziek ge­

nieten. Zie daar een volmaakt beeld van het leven zoals het door de meeste mensen geleefd wordt.

Want het leven is voor wie oren heeft om te horen een symfonie; maar zeer, zeer zeldzaam is de

mens die de muziek hoort. Waarom? Omdat we

het zo druk hebben met luisteren naar het lawaai waar onze conditionering en onze programmering

ons het hoofd mee volgestopt hebben. Dat en iets anders - onze gehechtheden. Een gehechtheid

is een belangrijke moordenaar. Om de symfonie werkelijk te horen moet je nauwkeurig afgestemd

zijn op elk instrument in her orkest. Wanneer je

alleen maar plezier hebt in het slagwerk, hoor je

174

de symfonie niet meer, omdat het geluid van de

trommels de andere instrumenten heeft uitgewist.

Je hebt misschien je voorkeuren voor de trommel,

de viool of de piano; daar schuilt geen kwaad in,

want een voorkeur vormt geen belemmering voor

je om de andere instrumenten te horen en er van te

genieten. Maar zodra je voorkeur een gehechtheid wordt, maakt die je ongevoelig voor de andere ge­

luiden, je kent daar plotseling minder waarde aan

toe. En ze verblindt je voor het betreffende instru­

ment, want je geeft het een waarde die volstrekt

niet in verhouding staat tot zijn verdienste.

Kijk nu eens naar iemand of iets waaraan bij

jou gehechtheid bestaat: iemand die of iets dat jij

macht hebt gegeven jou gelukkig of ongelukkig te maken. Observeer nu hoe je, omdat je er zo gefo­

cust op bent deze persoon of dit ding te krijgen en vast te houden en te bezitten, met uitsluiting van

andere dingen en personen, en vanwege je obses­

sie voor deze persoon of dit ding, minder gevoelig

bent voor de rest van de wereld. Je bent harder ge­worden. En heb de moed te zien hoe bevooroor­

deeld en blind je bent geworden in aanwezigheid

van dit voorwerp van je gehechtheid. Wanneer je dit ziet, zul je het verlangen heb­

ben je van elke gehechtheid te bevrijden. Het pro­bleem is, hoe? Het helpt niet ze af te zweren en te

vermijden, want door de klank van de trommel

uit te bannen maak je jezelf weer net zo hard en

175

Page 90: Anthony de Mello - Bloemlezing

ongevoelig als wanneer je je alleen op de trom�

mel concentreert. Wat je nodig hebt is niet er af�

stand van doen, maar inzicht, gewaarzijn. Als je

gehechtheden je pijn en verdriet hebben bezorgd,

dan helpt dat om inzicht te krijgen. Als je op zijn minst eenmaal in je leven de zoete smaak van vrij­

heid en het plezier in het leven hebt gehad die ont­

hechting met zich meebrengt, dan helpt dat ook.

Het helpt ook de klank van de andere instrumen­

ten in het orkest bewust op te merken. Maar er is

geen substituut voor het gewaarzijn dat je laat zien

welk verlies je lijdt wanneer je de trommel over­

waardeert en wanneer je doof bent voor de rest van

het orkest.

Toon geen partijdigheid

'Meester, wij weten dat Gij recht spreekt en leert, en geen partijdigheid toont. '

- Lucas 20:21

Bekijk je leven en zie hoe je de leegte met mensen

hebt gevuld. Het gevolg is dat zij jou in hun greep hebben. Zie hoe ze je gedrag beheersen door hun

goedkeuring en afkeuring. Ze hebben de macht je

eenzaamheid te verzachten met hun gezelschap, je

stemming te verhogen met hun complimenten, je tot wanhoop te brengen met hun kritiek en afwij-

176

zing. Kijk eens naar jezelf, hoe je bijna elke mi�

nuut dat je wakker bent mensen gunstig probeert

te stemmen en te behagen, of ze nu leven of overle­

den zijn. Je leeft volgens hun normen, conformeert

je aan hun eisen, zoekt hun gezelschap, verlangt

hun liefde, vreest hun spot, verlangt naar hun ap­

plaus, onderwerpt je gedwee aan het schuldgevoel

dat ze je aanpraten; je bent als de dood om tegen de mode in te gaan in de wijze waarop je je kleedt

of hoe je praat of handelt of denkt, zelfs.

En neem waar hoe je zelfs wanneer je de baas

over hen bent, van hen afhankelijk en aan hen on�

derworpen bent.

Mensen zijn zozeer deel van je wezen geworden

dat je je een leven dat niet door hen beïnvloed of

beheerst wordt zelfs niet kunt voorstellen. Feite­

lijk hebben ze je ervan overtuigd dat je, zelfs als

je je van hen zou losmaken, een eiland zou wor­

den - eenzaam, kil, liefdeloos. Maar het is precies

andersom. Hoe kun je van iemand houden voor

wie je een slaaf bent? Hoe kun je van iemand hou�

den zonder wie je niet kunt leven? Je kunt alleen

verlangen, nodig hebben, afhankelijk zijn, vrezen

en beheerst worden. Liefde is alleen te vinden in

onbevreesdheid en vrijheid. Hoe bereik je deze

vrijheid? Door middel van een dubbele aanval op

je afhankelijkheid en slavernij. Ten eerste, gewaar­

zijn. Het is vrijwel onmogelijk afhankelijk te zijn, een slaaf te zijn, wanneer je voortdurend de dwaas�

177

Page 91: Anthony de Mello - Bloemlezing

heid van je afhankelijkheid in het oog houdt. Maar

gewaarzijn is misschien niet genoeg voor iemand voor wie mensen de verslaving zijn. Je moet be­

zigheden ontwikkelen die je graag doet. Je moet

werk vinden dat je niet doet vanwege het nut dat

het heeft, maar om het werk zelf. Bedenk iets dat

je in ieder geval graag doet, of men je daar nu om

bemint en beloont of niet, of mensen ervan weten

en je er dankbaar voor zijn of niet. Hoeveel bezig­heden kun je opnoemen die je gewoon doet om­dat ze je blij maken en je bezielen? Kom er achter

welke het zijn, cultiveer ze, want ze zijn je paspoort

naar vrijheid en liefde.

Wees wakker

Gezegend zijn die diensknechten welke de heer; als hij

komt, wakende vindt.

-Lucas 12:37

Overal ter wereld zijn mensen op zoek naar liefde,

want iedereen is ervan overtuigd dat liefde alleen

de wereld kan redden, dat liefde alleen het leven

zinvol en de moeite waard kan maken. Maar hoe

weinig mensen begrijpen wat liefde werkelijk is, en

hoe ze in het mensenhart ontstaat. Liefde wordt

heel vaak gelijkgesteld met goede gevoelens voor

anderen, met goedwillendheid, geweldloosheid of

178

dienstbaarheid. Maar dat is op zich geen liefde.

Liefde ontstaat uit gewaarzijn. Alleen in zoverre als

je mensen ziet zoals ze hier en nu werkelijk zijn

en niet zoals ze in je herinnering, je verlangen, je

fantasie of projectie zijn, kun je echt van hen hou­

den; anders zijn het niet de mensen die je bemint

maar het idee dat je je van hen gevormd hebt, of

personen als voorwerp van je verlangen, niet zoals

ze intrinsiek zijn.

Daarom is de eerste daad van liefde om dit mens

of ding, deze werkelijkheid, te zien zoals hij of het

echt is. En dit houdt de enorme discipline in dat

je verlangens, je vooroordelen, je herinneringen, je projecties, je selectieve manier van kijken loslaat,

een discipline zo groot, dat de meeste mensen zich

eerder halsoverkop in goede werken en dienstbaar­

heid zouden storten dan zich onderwerpen aan het

hete vuur van dit ascetisme. Wanneer je je ten doel

stelt iemand te dienen en niet de moeite hebt ge­

nomen hem te zien, kom je dan tegemoet aan zijn

behoefde of aan je eigen? Het eerste ingrediënt van

liefde is dus de ander echt te zien.

Het tweede ingrediënt is net zo belangrijk: je­

zelf zien, het licht van je gewaarzijn meedogen­

loos op je motieven, je emoties, je behoeften, je

oneerlijkheid, je egoïsme, je neiging te domine­

ren en te manipuleren te richten. Dit betekent dat je de dingen bij de naam noemt, hoe pijn­

lijk de ontdekking en de gevolgen ook zijn. Als

179

Page 92: Anthony de Mello - Bloemlezing

je een dergelijk gewaarzijn van de ander en je­

zelf bereikt, weet je wat liefde is. Omdat je dan

een geest en een hart hebt dat alert, waakzaam, helder en gevoelig is, een helderheid van waar­

nemen, een gevoeligheid waardoor je op elk mo­

ment in elke situatie een zorgvuldige, passende reactie kunt geven. Soms zul je onweerstaanbaar

tot actie worden gedwongen; en soms zul je wor­

den tegengehouden. Je zult daardoor anderen

soms negeren en soms de aandacht schenken die

ze zoeken. Soms zul je zacht en meegevend zijn, en soms hard, compromisloos, assertief, geweld­

dadig zelfs. Want de liefde die uit gevoeligheid

voortkomt neemt vele onverwachte vormen aan

en reageert niet op pasklare richtlijnen en prin­

cipes, maar op de concrete werkelijkheid van het

moment. Wanneer je deze gevoeligheid voor het

eerst merkt, voel je waarschijnlijk een grote angst. Want al je verdedigingsmechanismen zullen neer­

gehaald worden, je oneerlijkheid blootgelegd, de muren om je heen verbrand.

Ruk het oog uit

En als je hand je laat zondigen, hak hem af, het is be­ter het leven verminkt binnen te gaan dan met twee

handen naar de hel te gaan ... En als je oog je laat zondigen, ruk het uit; het beter voor je het Konink-

180

rijk Gods binnen te gaan met één oog dan met twee ogen in de hel te worden geworpen.

-Marcus 9:43 e.v.

Wanneer je met blinde mensen te maken hebt,

dringt het tot je door dat ze afgestemd zijn op een

werkelijkheid waar jij geen idee van hebt. Hun

gevoeligheid voor de wereld van tast, reuk, smaak

en klank is zodanig, dat wij vergeleken bij hen

domme ezels lijken. Wij beklagen mensen die hun

gezichtvermogen kwijt zijn, maar houden zelden

rekening met de verrijking die hun andere zintui­

gen hun bieden. Het is jammer dat die rijkdom

tegen de hoge prijs van blindheid wordt verkregen,

en het is heel voorstelbaar dat wij even levendig en

goed op de wereld afgestemd zouden kunnen zijn

als blinden, zonder onze ogen te verliezen. Maar

het is niet mogelijk, zelfs niet voorstelbaar, dat je

je er ooit van bewust zou worden wat liefde is, als

je die delen van je psychologie die 'gehechtheden' heten, niet uitrukt, niet afhakt.

Als je weigert dit te doen zul je de ervaring van

liefde mislopen, zal het enige dat het menselijke

bestaan zin geeft aan je voorbijgaan. Want liefde

is het paspoort naar blijvende vreugde, vrede en

vrijheid. Er is alleen één ding dat de ingang tot

die wereld belemmert en de naam van dat ding is

'gehechtheid'. Zij wordt veroorzaakt door het be­

gerige oog dat hunkering in het hart opwekt en

181

Page 93: Anthony de Mello - Bloemlezing

en daarom niet van hebt kunnen profiteren. Denk nu aan een recente gebeurtenis die je verdriet deed,

die negatieve gevoelens in je veroorzaakte. Wie of

wat die gevoelens ook deed ontstaan was je leraar, omdat die je heel veel over jezelf omhulde wat je

waarschijnlijk niet wist. En hij, of het, nodigde en daagde je uit tot zelfinzicht, zelfontdekking en der­

halve tot groei, leven en vrijheid. Probeer het nu uit, stel vast wat het negatieve

gevoel was dat dit voorval in je opwekte. Was het

angst of onzekerheid, jaloezie, boosheid of schuld­gevoel? Wat zegt die emotie over jou, je waarden,

de manier waarop je naar de wereld en het leven

kijkt, en bovenal hoe je geprogrammeerd en ge­

conditioneerd bent? Als je erin slaagt hier achter

te komen, zul je een illusie waar je je tot nu toe

aan vast hebt gehouden laten varen, of je zult een

vervormde waarneming veranderen of een foute

overtuiging corrigeren af leren je van je pijn te dis­

tantiëren, omdat je beseft dat die werd veroorzaakt

door hoe je geprogrammeerd was en niet door de

werkelijkheid; en je zult er plotseling achter ko­

men dat je heel dankbaar bent voor die negatieve

gevoelens en die persoon of dat voorval dat ze ver­

oorzaakt hebben.

Ga nu nog een stapje verder. Kijk naar alles wat je denkt, voelt, zegt en doet wat je niet goedkeurt in

jezelf. Je negatieve emoties, je gebreken, je handi­

caps, je vergissingen, je gehechtheden en neurosen

184

en complexen en ja, zelfs je zonden. Kun je ze alle­maal zien als een noodzakelijk onderdeel van je ont­

wikkeling, omdat ze een belofte van groei en genade voor jezelf en anderen inhouden, die er nooit zou

zijn geweest zonder deze aspecten van jezelf waar je

zo'n hekel aan hebt? En als je anderen pijn en nega­

tieve gevoelens hebt bezorgd, was je op dat moment

niet een leraar voor hen, een instrument dat hun

een aanzet tot zelfontdekking en groei gaf? Kun je

doorgaan er zo naar te kijken tot je dit alles als een

gelukkige fout ziet, een noodzakelijke zonde die jou

en de wereld heel veel goeds brengt?

Als je dit kunt, zal je hart overstroomd worden

door vrede, dankbaarheid, liefde en acceptatie van

elk ding apart. En je hebt dan ontdekt waar men­

sen overal naar zoeken en wat ze nooit vinden. Na­

melijk de bron van sereniteit en vreugde die zich in

elk mensenhart schuilhoudt.

Ziet de leliën des velds

Daarom zeg ik u: zijt niet bezorgd voor uw leven ...

Aanziet de vogelen des hemels ... Aanmerkt de leliën

des velds ...

- Mattheüs 6:25 e.v.

Iedereen heeft op een bepaald moment wel een ge­

voel van wat men onzekerheid noemt. Je voelt je

185

Page 94: Anthony de Mello - Bloemlezing

onzeker over de hoeveelheid geld die je op de bank

hebt staan of over hoeveel liefde je van je vriend

krijgt of over de opleiding die je hebt genoten. Of

je hebt een gevoel van onzekerheid over je gezond­

heid, je leeftijd of je fysieke verschijning. Als jou

de vraag werd gesteld: 'Wat maakt nu dat je je on­

zeker voelt?' zou je bijna zeker het foute antwoord

geven. Misschien zeg je: 'Ik krijg niet genoeg liefde

van een vriend,' of: 'Ik heb niet de academische op­

leiding die ik nodig heb,' of iets dergelijks. Met

andere woorden, je wijst naar een situatie buiten je

en realiseert je niet dat gevoelens van onzekerheid

niet door iets buiten je worden opgewekt, maar al­

leen door je emotionele programmering, door iets

wat je jezelf wijsmaakt. Als je je programma veran­

dert, zouden je gevoelens van onzekerheid meteen

verdwijnen, ook al zou in de buitenwereld alles net

zo blijven als het was. De één voelt zich heel veilig

met praktisch geen geld op de bank; de ander voelt

zich onzeker ook al heeft hij miljoenen. Het zit

hem niet in de hoeveelheid geld maar in de pro­

grammering. De ene mens heeft geen vrienden, en

voelt zich toch volkomen zeker van de liefde van

mensen. De ander voelt zich zelfs in de meest aan­

dacht opeisende en exclusieve relatie onzeker. Ook

hier zit het hem in de programmering.

Als je met je gevoelens van onzekerheid wilt

leren omgaan zijn er vier feiten die je goed moet

bestuderen en begrijpen. Ten eerste is het zinloos

186

je gevoel van onzekerheid te verminderen door te

proberen iets buiten je te veranderen. Het loont

misschien de moeite, al is dat meestal niet zo. Het

brengt misschien wat verlichting, maar de verlich­

ting duurt niet lang. Het is de energie en tijd die

je steekt in het verbeteren van je uiterlijk of het

verdienen van meer geld of het krijgen van meer

geruststelling dat je vrienden van je houden, niet

waard.

In de tweede plaats zal dit feit je ertoe brengen

het probleem daar aan te vatten waar het echt zit,

in je hoofd. Denk aan de mensen die in precies

dezelfde situatie waarin jij je nu bevindt niet de

geringste onzekerheid zouden voelen. Zulke men­

sen bestaan. Daarom ligt het probleem niet bij de

werkelijkheid buiten jou, maar in jou, in je pro­

grammering.

Ten derde: je moet begrijpen dat deze pro­

grammering van jou is overgenomen van onzekere

mensen die jou, toen jij heel jong en beïnvloed­

baar was, door hun gedrag en hun panische reac­

ties telkens wanneer de buitenwereld niet aan een

bepaald patroon beantwoordde, leerden dat je een

emotionele verwarring in jezelf moet scheppen die

onzekerheid heet. En dat je alles wat in je macht

ligt moet doen om de buitenwereld anders in te

richten- meer geld verdienen, meer geruststelling

zien te krijgen, de mensen die je hebt beledigd kal­

meren en behagen, enzovoort, enzovoort - om er

187

Page 95: Anthony de Mello - Bloemlezing

twijfel te trekken en kwijt te raken. Of ze zijn er­van overtuigd dat ze nooit zonder de een of andere

dierbare mens, ding of plek kunnen leven.

Wil jij een manier om de mate van je starheid

en je doodsheid te meten? Observeer dan hoeveel

pijn het je doet wanneer je een gekoesterd idee,

mens of ding verliest. De pijn en het verdriet ver­

raden je gehechtheid, nietwaar? Waarom rouw je

zo bij de dood van een geliefde of het verlies van

een vriend? Je hebt nooit de tijd genomen om seri­

eus te overwegen dat alles verandert en voorbijgaat en sterft.

Daarom wordt je overvallen door dood, verlies en scheiding. Je woont liever op het zoldertje van

je illusie en doet net of de dingen nooit zullen ver­

anderen, of ze altijd hetzelfde zullen zijn. Om die

reden doet het je zoveel pijn als het leven binnen­

stormt om je illusie aan gruzelementen te slaan.

Wees bereid

Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het

niet meent, zal de Zoon des mensen komen. - Mattheüs 24:44

Vroeg of laat ontstaat er in elk mensenhart het ver­

langen naar heiligheid, spiritualiteit, God, noem

het wat je wilt. Je hoort mystici spreken over een

190

goddelijkheid die overal om hen heen is en die

binnen ons bereik is, die ons leven zinvol en mooi

en rijk zou maken, als we haar maar konden ont­

dekken. Mensen hebben zo'n vaag idee van wat dit

zou kunnen zijn en lezen boeken en raadplegen

goeroes in een poging erachter te komen wat ze

nu precies moeten doen om dit ongrijpbare iets

dat heiligheid of spiritualiteit heet te kunnen ver­werven. Ze leren allerlei methoden, technieken,

spirituele oefeningen en formules; vervolgens ra­

ken ze na jaren van vruchteloos streven ontmoe­

digd en verward en vragen zich af wat er fout is

gegaan. Meestal geven ze zichzelf de schuld. Als ze

hun technieken regelmatiger hadden beoefend, als

ze ferventer of milder waren geweest zouden ze er gekomen zijn. Maar gekomen, waar? Ze hebben

geen duidelijk idee wat die heiligheid waarnaar ze

streven eigenlijk is, maar ze weten zeker dat het

nog steeds een puinhoop is in hun leven, dat ze

nog steeds bezorgd, onzeker en angstig, rancu­

neus en onverzoenlijk, begerig en ambitieus zijn

en mensen manipuleren. Dus gooien ze zich weer met nieuwe kracht in de strijd en de worsteling

die ze denken te moeten leveren om hun doel te

bereiken.

Ze hebben nooit stilgestaan bij het eenvoudige

feit dat ze nergens zullen komen met hun inspan­

ningen. Die rnaken alles alleen maar erger, zoals

dingen erger worden wanneer je vuur wilt uit-

191

Page 96: Anthony de Mello - Bloemlezing

bereikt wordt, ware heiligheid, is volkomen onge­

kunsteld. Je zou helemaal niet weten dat ze in jou

bestaat. Bovendien kan het je niets schelen, want

zelfs de ambitie om heilig te zijn zal weggevallen

zijn als je van moment tot moment een leven leidt

dat door gewaarzijn vervuld, gelukkig en transpa­

rant is geworden. Het is genoeg dat je waakzaam

en wakker bent, want in deze staat zullen je ogen

de Verlosser zien. Verder niets, maar dan ook abso­

luut niet. Geen veiligheid, geen liefde, geen gevoel

ergens bij te horen, geen schoonheid, geen macht,

geen heiligheid - niets anders telt dan meer.

194

Sadhana - Een weg naar God Christelijke oefeningen in een oosterse vorm

Introductie Ik ben de afgelopen vijftien jaar van mijn leven

meditatieleraar en spiritueel raadsman geweest, en

heb mensen leren bidden. Ik heb tientallen men­

sen horen klagen dat ze niet weten hoe ze moeten

bidden; dat ze voor hun idee, ondanks alle moeite,

geen vooruitgang maken in het gebed; dat ze bid­

den saai en frustrerend vinden. Ik hoor veel spiri­

tuele leraren toegeven dat ze zich hulpeloos voelen

als her erop aankomt mensen te leren bidden of,

juister gezegd, hun te leren bevrediging en vervul­

ling te vinden in het gebed.

Dit verbaast me altijd, omdat ik het betrek­

kelijk gemakkelijk heb gevonden mensen te leren

bidden. Ik wijt dit niet louter aan een persoonlijk

charisma van mij. Ik wijt het aan enkele heel een-

195

Page 97: Anthony de Mello - Bloemlezing

voudige theorieën die ik in mijn eigen gebedsprak­

tijk volg en ook bij de begeleiding van anderen in het gebed. De eerste theorie is dat bidden een oe­

fening is die vervulling en bevrediging geeft en dat het volkomen gerechtvaardigd is dit te verwachten van bidden. De tweede is dat je niet zozeer met

het hoofd als wel met het hart moet bidden. Hoe eerder het bidden zich juist van het hoofd en het

denken afwendt, hoe prettiger het waarschijnlijk

wordt en hoe meer het oplevert. De meeste pries­

ters en religieuzen stellen bidden gelijk aan den­

ken. Dat is hun ondergang. Een bevriende jezuïet vertelde me eens dat hij

een hindoeïstische leraar had benaderd om in de

kunst van het bidden te worden ingewijd. De

goeroe zei tegen hem dat hij zich op zijn adem­haling moest concentreren. Mijn vriend deed dat

toen ongeveer vijf minuten. Toen zei de goeroe:

'De lucht die je inademt is God. Je ademt God

in het uit. Word je daarvan gewaar en blijf bij dat

gewaarzijn.' Mijn vriend volgde, nadat hij men­taal een lichte theologische aanpassing aan die uit­

spraak had gemaakt, deze instructies - uren lang, dag na dag-en ontdekte tot zijn verbijstering dat

bidden zo eenvoudig kan zijn als in- en uitademen. En hij ontwaarde in deze oefening een diepte, een

bevrediging en een spiritueel gevoed worden die hij in de vele, vele uren die hij jarenlang aan bid­

den had gewijd, niet had gevonden.

196

Lichamelijke gewaarwordingen Een van de grootste vijanden van bidden is ner­

veuze gespannenheid. Deze oefening helpt je om

dat aan te pakken. De formule is eenvoudig: je

ontspant je wanneer je je tot je zintuigen bepaalt,

wanneer je je zo bewust mogelijk wordt van je li­chamelijke gewaarwordingen, van de geluiden om

je heen, van je ademhaling, van de smaak die je in

je mond hebt.

Veel te veel mensen leven te veel in hun hoofd -ze zijn zich voornamelijk bewust van het denken

en het fantaseren dat zich in hun hoofd afspeelt

en veel te weinig bewust van de activiteit van hun

zintuigen. Als gevolg daarvan leven ze zelden in

het heden. Ze leven bijna altijd in het verleden of

in de toekomst. In het eerste geval worden fouten

uit het verleden betreurd, voelen ze zich schuldig

over begane misstappen, verlustigen ze zich aan in

het verleden behaalde successen en koesteren wrok over wat hun in het verleden door anderen is aan­

gedaan. En als ze met de toekomst bezig zijn, zijn ze bang voor mogelijke rampen en onplezierige

gebeurtenissen, verheugen ze zich al op wat nog

moet komen en dromen ze over iets wat nog moet plaatsvinden.

Het verleden oprakelen om er iets nuttigs uit

te leren, of zelfs om er opnieuw van te genieten, en het vooruitlopen op de toekomst om realistisch

plannen te maken zijn waardevolle functies, ge-

197

Page 98: Anthony de Mello - Bloemlezing

De manier om lief te hebben

Winst en verlies

\.Vttnt wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld

gewint, en lijdt schade zijner ziel? - Mattheüs 16:26

Denk terug aan het gevoel dat je hebt als iemand

je prijst, wanneer je goedgekeurd, geaccepteerd,

toegejuicht wordt. En stel dat tegenover het gevoel

dat in je opkomt wanneer je naar de zonsonder­

gang of zonsopgang kijkt of naar de natuur in het

algemeen, of wanneer je een boek leest of naar een

film kijkt waar je erg van geniet. Probeer dit gevoel

op te roepen en vergelijk het met het eerste gevoel

dat ontstond toen je geprezen werd. Begrijp dat

het eerste soort gevoel ontstaat door zelfVerheerlij-

169

Page 99: Anthony de Mello - Bloemlezing

door de graaiende hand die zich uitstrekt om vast

te houden, te bezitten en tot eigendom te maken, en weigert los te laten. Het is dit oog dat uitgesto­ken moet worden, deze hand die afgehakt moet

worden, wil er liefde kunnen zijn. Met zulke ver­minkte stompjes als handen kun je niets meer grij­

pen. Met zulke lege oogkassen als ogen word je

plotseling gevoelig voor feiten waarvan je het be­staan nooit had vermoed.

Nu kun je eindelijk liefhebben. Tot nu toe was

al wat je had een zekere goedhartigheid en wel­

willendheid, een sympathie en bezorgdheid voor

anderen, die je ten onrechte voor liefde hield, maar die net zo weinig met liefde te maken heeft als een

Bakkerende kaarsvlam met het licht van de zon.

Wat is liefde? Het is een gevoeligheid voor elk deel van de werkelijkheid in en buiten je, samen

met een onverdeelde respons op die werkelijkheid.

Soms zul je die realiteit omarmen, soms zul je die

aanvallen, soms zul je haar negeren, en een andere

keer zul je haar je hoogste aandacht geven, maar

altijd zul je reageren, niet vanuit behoefte, maar

vanuit gevoeligheid. En wat is gehechtheid? Een behoefte, een vast­

klampen dat je gevoeligheid afstompt, een drug

die je waarneming overschaduwt. Daarom kan er

geen liefde ontstaan zolang er ook maar de gering­ste gehechtheid aan iets of iemand bij jou aanwe­

zig is. Want liefde is gevoeligheid, en als gevoelig-

182

heid ook maar in de geringste mate verzwakt is,

werkt zij niet meer. Net zoals het slecht functione­ren van één belangrijk onderdeel van een radar de

ontvangst verstoort, en jouw respons verstoort op

wat jij waarneemt.

Lijden en heerlijkheid

Moest de Christus niet deze dingen lijden en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?

- Lucas 24:26

Denk eens aan een paar pijnlijke gebeurtenissen in

je leven. Voor hoeveel daarvan ben je vandaag de

dag dankbaar omdat je daardoor bent veranderd

en gegroeid? Dit is een eenvoudige levenswaarheid

waar de meeste mensen nooit achter komen. Blije

gebeurtenissen maken het leven verrukkelijk, maar

ze leiden niet tot ontdekkingen over jezelf, tot groei en vrijheid. Dat privilege is voorbehouden

aan de dingen, mensen en situaties die ons pijn

bezorgen. Elke pijnlijke gebeurtenis heeft het zaad van

groei en bevrijding in zich. Keer in het licht van deze waarheid terug naar je leven nu en kijk eens naar

de een of andere gebeurtenis waar je niet dankbaar voor bent, en zie of je het potentieel voor groei kunt

ontwaren dat er in zit, waar je je niet van bewust was

183

Page 100: Anthony de Mello - Bloemlezing

maar voor te zorgen dat de gevoelens van onzeker­

heid verdwijnen. Alleen al de realisatie dat je dit

niet hoeft te doen, dat dit eigenlijk niets oplost, en

dat de emotionele verwarring louter en alleen door

jou en je opvoeding worden veroorzaakt- deze re­

alisatie alleen schept een afstand tot het probleem

en brengt een aanzienlijke opluchting teweeg.

Ten vierde: telkens wanneer je onzeker bent

over wat er in de toekomst kan gebeuren, denk

dan aan het volgende: in de afgelopen zes of twaalf

maanden was je heel onzeker over gebeurtenissen

die je, toen ze ten slotte plaatsvonden, op de een of

andere manier best aankon.

Wat je verliest en wat je vindt

Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en hij die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil zal de­zelve vinden.

- Mattheüs 10:39

Heb je er ooit bij stilgestaan dat mensen die het

bangst zijn om te sterven degenen zijn die als de

dood zijn om te leven?

Stel je een man voor die op een zolder woont,

een soort hol zonder licht en weinig frisse lucht.

Hij is bang de trap af te gaan omdat hij heeft ge­

hoord dat mensen van de trap vallen en hun nek

188

breken. Hij zou nooit een straat oversteken, om­

dat hij heeft gehoord dat er duizenden op straat

worden overreden. En ja, als hij de straat niet kan

oversteken, hoe wil hij dan een oceaan of een con­tinent oversteken en zich van de ene ideeënwereld

naar de andere kunnen bewegen? Deze man blijft

in zijn hol van een zolder zitten in een poging de

dood af te weren, en daarmee heeft hij meteen ook

het leven afgeweerd.

Wat is de dood? Een verlies, een verdwijning,

een loslaten, een vaarwel zeggen. Wanneer je je

vastklampt, weiger je los te laten, je weigert vaar­

wel te zeggen, je verzet je tegen de dood. En al

besef je het misschien niet, je verzet je tegelijkertijd

tegen het leven.

Want het leven beweegt en jij zit vast, het leven

stroomt en jij stagneert, het leven is buigzaam en

jij bent onbuigzaam en bevroren. Het leven neemt

alles mee en jij hunkert naar stabiliteit en blijvend­

beid.

Je bent dus bang voor het leven en bang voor

de dood omdat je je vastklampt. Als je nergens aan

vastgrijpt, als je niet bang bent iets te verliezen,

dan ben je vrij om te stromen als de bergrivier die

altijd nieuw, sprankelend en levend is.

Er zijn mensen die de gedachte dat ze een fami­

lielid of een vriend zouden verliezen niet kunnen

verdragen; ze denken er liever niet aan. Of ze zijn

bang een favoriete theorie, ideologie of geloof in

189

Page 101: Anthony de Mello - Bloemlezing

maken met vuur. Inspanning leidt niet tot groei;

moeite, welke vorm die ook aanneemt, hetzij in de

vorm van wilskracht of gewoonte, een techniek of een spirituele oefening, leidt niet tot verandering.

Op zijn best leidt moeite tot onderdrukking en het bedekken van de basiskwaaL

Inspanning kan dan wel het gedrag veranderen, maar het verandert de mens niet. Denk je eens in

welke mentaliteit het verraadt als je vraagt: 'Wat moet ik doen om heilig te worden?' Is dat niet

alsof je vraagt hoeveel geld je moet uitgeven om iets te kopen? Welk offer je moet brengen? Welke

discipline je moet volgen? Welke meditatie je moet beoefenen om het te worden? Denk maar aan een

man die de liefde van een vrouw wil winnen en probeert zijn uiterlijk te verbeteren, aan bodybuil­

ding doet of zijn gedrag verandert en technieken

oefent om haar te charmeren.

Je wint echt de liefde van een ander niet door de

beoefening van bepaalde methoden maar door een

bepaald type mens te zijn. En dat bereik je nooit

door inspanning en technieken. Zo is het ook met

spiritualiteit en heiligheid. Niet wat je doet is daar­

voor van belang. Het is geen product dat je kunt kopen of een prijs die je kunt winnen. Wat van

belang is, is wat je bent, wat je wordt. Heilig zijn is geen prestatie; het is een genade.

Een genade die gewaarzijn heet, een genade die

kijken heet, observeren, begrijpen. Als je alleen

192

maar de knop van het licht van gewaarzijn zou omdraaien en jezelf en alles om je heen de hele

dag zou observeren, als je jezelf in een spiegel ge­

reflecteerd zag zoals je je gezicht in de spiegel ziet,

is dat precies, exact zoals het is, zonder de minste misvorming of toevoeging, en als je deze reflectie

zonder enig oordeel of veroordeling observeerde,

zou je merken dat er allerlei wonderbaarlijke ver­

anderingen in je zouden plaatsvinden. Alleen zul

jij niets over die veranderingen te zeggen hebben, of ze van te voren kunnen beramen, of beslissen

hoe en wanneer ze plaats zullen vinden. Het is dit

niet-oordelende gewaarzijn alleen dat je heelt en

verandert en doet groeien. Maar op zijn eigen ma­

nier en op zijn eigen tijd. Waar je je speciaal van bewust dient te zijn, zijn

je reacties en je relaties. Telkens wanneer je in ie­mands aanwezigheid bent, wanneer je in de natuur

bent of je in een bepaalde situatie bevindt, heb je

allerlei reacties, positieve en negatieve. Bestudeer

die reacties, observeer welke het precies zijn en

waar ze vandaan komen, zonder ook maar enige zedenpreek, verwijt of verlangen, laat staan dat je

moeite doet ze te veranderen. Dat is het enige wat

je nodig hebt, om heiligheid te doen ontstaan. Zal gewaarzijn je de heiligheid brengen die je zo

verlangt? Ja en nee. Feit is dat je dat nooit zult we­ten. Want ware heiligheid, het soort dat niet door

technieken en inspanningen en onderdrukking

193

Page 102: Anthony de Mello - Bloemlezing

steld dat ze ons niet te lang uit het heden halen.

Om goed te kunnen bidden is het van groot be­

lang het vermogen te ontwikkelen om contact te maken met het heden en daarin te blijven. En ik

ken geen betere manier om in het heden te blijven

dan uit je hoofd te komen en terug te keren naar

je zintuigen. Voel de hitte of kou van de atmosfeer om je

heen. Voel de zachte wind die je lichaam streelt. Voel de warmte van de zon die contact met je huid

maakt. Voel de aanraking met het vomwerp dat je in je hand hebt en de temperatuur ervan ... en zie

wat een verschil dat uitmaakt. Zie hoe je weer gaat leven door in het heden te komen. Als je je deze

techniek van zintuiglijk gewaarzijn eenmaal hebt eigen gemaakt, zul je verbaasd staan wat het voor

je doet, als je iemand bent die zich vaak zorgen

maakt over de toekomst of zich schuldig voelt over het verleden.

Even iets over 'uit je hoofd komen': bidden met

je hoofd is niet zo'n goed idee. Het is geen slecht uitgangspunt voor je gebed. Maar als je gebed er te lang blijft en niet naar het hart gaat, zal het op

den duur opdrogen en vermoeiend en frustrerend

blijken te zijn. Je moet leren het terrein van het

denken en praten te verlaten en je te verplaatsen

naar de sfeer van voelen, zintuiglijk waarnemen,

liefhebben en intuïtief aanvoelen. Dat is de sfeer waar contemplatie ontstaat en waar het gebed een

198

transformerende kracht en een bron van eeuwige

verrukking en vrede wordt.

Gewaarzijn en contemplatie Dit is misschien het moment om te praten over

het bezwaar dat soms in mijn contemplatiegroe­

pen naar voren wordt gebracht, dat deze oefenin­gen-in-gewaarzijn, hoewel ze misschien helpen om

te ontspannen, niets te maken hebben met con­templatie zoals wij christenen het woord opvatten,

en zeer zeker geen gebed zijn. Ik zal nu proberen uit te leggen hoe deze een­

voudige oefeningen opgevat kunnen worden als

contemplatie in de strikt christelijke zin van het woord. Als de uitleg je niet bevredigt of je alleen

maar meer problemen oplevert, dan stel ik voor

dat je alles wat ik over deze kwestie zeg naast je neerlegt en deze oefeningen in gewaarzijn louter

uitvoert als middel om je voor te bereiden op ge­bed en contemplatie, of deze oefeningen helemaal

negeert en je vervolgens richt op andere in dit

boek, die je beter bevallen. Laat ik eerst mijn uitleg geven van de woorden

'gebed' en 'contemplatie'. Voor mij betekent het woord gebed communicatie met God, die voor­

namelijk gevoerd wordt met behulp van woorden,

beelden en gedachten. Ik zal verderop veel oefe­ningen presenteren waarvan ik vind dat ze onder

199

Page 103: Anthony de Mello - Bloemlezing

het kopje bidden vallen. Contemplatie is voor mij

communicatie met God die een minimaal gebruik

maakt van woorden, beelden en ideeën, of het he­lemaal zonder woorden, beelden en ideeën stelt.

Dit is het soort gebed waar Johannes van het Kruis

in zijn Donkere nacht van de ziel over spreekt of dat

de auteur van De wolk van niet-weten in zijn be­

wonderenswaardige boek uitlegt. Sommige oefe­

ningen die ik in verband met het Jezusgebed in dit

boek voorstel zouden als gebed of als contempla­

tie, of als een combinatie van beide kunnen wor­

den beschouwd, afhankelijk van hoeveel nadruk je

bij je gebruik van de oefeningen op woorden en

gedachten legt.

En nu tot de kern van onze problemen: wanneer

ik de oefening doe van gewaar zijn van mijn licha­

melijke gewaarwordingen of mijn ademhaling, kun

je dat dan opvatten als communiceren met God?

Het antwoord is bevestigend. Laat me uitleggen wat

de aard van dit communiceren met God is, dat in de

oefeningen in gewaarzijn plaatsvindt.

Veel mystici vertellen ons dat we, afgezien van

de geest en het hart waarmee we gewoonlijk met

God communiceren, allemaal begiftigd zijn met

een mystieke geest en een mystiek hart, een gave

die het ons mogelijk maakt God direct te kennen,

zijn wezen, al is het op een ondoorgrondelijke ma­

nier, te begrijpen en intuïtief aan te voelen, los van

alle gedachten, ideeën en beelden.

200

Gewoonlijk is al ons contact met God indirect

- door bedden en ideeën die niet anders kunnen

dan zijn werkelijkheid vervormen. Om hem bo­

ven deze gedachten en beelden uit te bevatten is

het voorrecht van deze gave die ik, in de loop van

deze uitleg, het Hart zal noemen (een woord dat

de auteur van De wolk van niet-weten dierbaar was,

hoewel het niets met ons fysieke hart of ons gevoel

te maken heeft).

Bij de meeste mensen sluimert dit Hart en is

niet ontwikkeld. Als het gewekt zou worden, zou

het voortdurend de weg naar God zoeken en als je

het de kans gaf, ons hele wezen Zijn richting op

sturen. Maar hiertoe moet het ontwikkeld worden,

de troep eromheen moet opgeruimd worden zodat

het zich aangetrokken kan voelen door de Eeuwige

Magneet.

De troep wordt gevormd door alle gedachten,

woorden en beelden die we voortdurend tussen

onszelf en God plaatsen wanneer we met hem

communiceren. Woorden dienen soms als be­

letsel in plaats van dat ze communicatie en in­

timiteit bevorderen. Stilte - geen woorden en

gedachten - kan soms de krachtigste vorm van

communicatie en eenwording zijn wanneer de

hareen vol liefde zijn. Onze communicatie met

God is echter niet helemaal zo'n eenvoudige zaak.

Ik kan een intieme vriend liefdevol in de ogen

kijken en woordeloos met hem communiceren.

201

Page 104: Anthony de Mello - Bloemlezing

Maar waar kijk ik in als ik zwijgend naar God

kijk? Een werkelijkheid zonder beeld, zonder

vorm. Een leegte!

Dat is nu juist wat van sommige mensen wordt

gevraagd als ze in diepe communicatie met het on­

eindige, met God zouden gaan: kijk uren lang naar

een leegte. Sommige mystici doen de aanbeveling

om liefdevol naar deze leegte te kijken. En er is heel

wat vertrouwen vereist om met liefde en verlangen

te staren naar wat gewoon niets lijkt, wanneer we

er voor het eerst mee in aanraking komen.

Normaal kom je nog niet eens in de buurt van

deze leegte, ook al ga je uit van een intens verlangen

van jouw kant om er uren achtereen naar te staren,

als je geest niet tot zwijgen is gebracht. Zolang je

machinale geest miljoenen gedachten en woorden

blijft afgeven, zal je mystieke geest, je Hart, onder­

ontwikkeld blijven. Let maar eens op hoe scherp

het gehoor en de tastzin van een blinde zijn. Hij

heeft het gezichtsvermogen verloren en dit heeft

hem gedwongen zijn andere zintuigen te ontwik­

kelen. Als we mentaal blind zouden worden, zeg

maar, als we een doek over onze geest zouden bin­

den terwijl we met God communiceren, zouden

we gedwongen worden een ander vermogen te

ontwikkelen om met hem te communiceren- dat

vermogen dat, volgens een aantal mystici, toch al

worstelt om bij hem te komen als het maar de kans

kreeg zich te ontwikkelen: het Hart.

202

Wanneer ons Hart zijn eerste directe, mysterieuze

glimp van God opvangt, voelt dat aan als een blik

in het lege en oningevulde. Mensen die tot dit sta­

dium zijn gekomen, klagen vaak dat ze niets doen

als ze bidden, dat ze hun tijd verprutsen, dat ze

passief zijn, dat er schijnbaar niets gebeurt, dat ze

in volslagen duisternis verkeren. Om uit deze on­

aangename toestand te vluchten hebben ze jam­

mer genoeg weer toegang tot hun denkvermogen;

ze halen de doek over hun geest weg en beginnen

te denken en te spreken met God - het enige wat ze

niet moeten doen.

Als God hun genadig is, en dat is hij heel vaak,

zal hij het hun onmogelijk maken tijdens het bid­

den hun geest te gebruiken. Ieder denken staat

hun dan tegen; mondeling gebed zal ondraaglijk

voor hen zijn omdat de woorden zinloos lijken;

ze zullen telkens, wanneer ze op een andere ma­

nier dan op die van stilte met God proberen te

communiceren, verdorren. En aanvankelijk is

zelfs deze stilte pijnlijk en onbezield. Vervolgens

vervallen ze dan soms ongemerkt tot het groot­

ste kwaad: ze geven het bidden soms helemaal op

omdat ze zich daarin gedwongen voelen te kiezen

tussen gefrustreerdheid, omdat ze hun geest niet

kunnen gebruiken, en het holle gevoel dat ze hun

tijd verdoen met nietsdoen, in de duisternis die

ze ontmoeten wanneer ze hun geest tot zwijgen

brengen.

203

Page 105: Anthony de Mello - Bloemlezing

Als ze dit kwaad vermijden, volharden in het beoe­

fenen van gebed en zich in blind vertrouwen bloot­stellen aan de leegte, de duisternis, het nietsdoen,

het niets, zullen ze langzamerhand ontdekken,

eerst in korte flitsen, later op een meer permanente

manier, dat er een gloed in de duisternis is, dat de leegte hun hart op geheimzinnige manier vult, dat

de leegheid vol is van Gods werkzaamheid . . . en

dit alles op een manier die ze gewoon niet kunnen

beschrijven, noch aan zichzelf noch aan anderen.

Ze weren alleen na een dergelijke sessie van gebed

of contemplatie, noem het wat je wilt, dat er iets mysterieus in hen aan het werk is geweest dat fris­

heid en voedsel en welbehagen heeft gebracht. Het zal hun opvallen dat ze een grote hunkering hebben

om naar die duistere contemplatie die onbegrijpe­

lijk lijkt en hen niettemin vervult van leven, terug te keren, met een lichte vervoering zelfs, die ze met

hun verstand nauwelijks kunnen waarnemen, die

ze bijna niet kunnen voelen, en die er toch onmis­

kenbaar is en zo echt en bevredigend dat ze die niet

zouden willen inruilen voor alle extase die voort­

komt uit de verrukkingen die de wereld van zintui­gen, emoties en geest kan bieden. Gek dat het in het begin zo dor en duister en smaakloos leek!

Als je in deze toestand zou willen komen en deze mysterieuze duisternis dicht zou willen bena­deren om met God te gaan communiceren via dit

Hart waar de mystici over spreken, is het eerste

204

wat je wellicht zou kunnen doen een middel vin­

den om de geest rot zwijgen te brengen. Er zijn

van die gelukkige mensen (en is het is belangrijk voor je om dit te weten, opdat je niet de vergis­

sing begaat te denken dat iedereen die vooruitgang

in contemplatie wil boeken per se door dit proces van ontmoeting met de duisternis heen moet) die

dit spontaan bereiken zonder dat ze ooit hun bab­belende geest tot zwijgen en al hun woorden en gedachten tot rust hoefden te brengen. Het zijn

blijkbaar mensen wier handen en oren zo gevoelig

zijn als die van een blinde, terwijl ze toch het volle

gebruik van hun gezichtsvermogen behouden heb­

ben. Ze genieten van mondeling gebed, ze heb­

ben immens veel hulp van hun verbeelding bij het bidden, ze geven hun denkproces de volle ruimte

wanneer ze met God te maken hebben, en onder

al deze activiteit ontwikkelt hun Hart zich en voelt

het goddelijke intuïtief onmiddellijk aan.

Als je niet tot deze gelukkigen behoort, zul je

iets moeren doen om dit Hart van je te ontwik­

kelen. Er is niets wat je rechtstreeks kunt doen.

Het enige wat je kunt doen is je drukke geest tot

zwijgen te brengen: onthoud je van alle gedachten

en woorden terwijl je bidt en laat het Hart zich ontwikkelen.

De geest stillaten worden is een uiterst moeilij­

ke taak. Wat is het zwaar om de geest af te houden van denken, denken, denken, altijd maar denken,

205

Page 106: Anthony de Mello - Bloemlezing

altijd maar bezig gedachten voort te brengen in

een nooit eindigende stroom. Onze hindoeïstische

leraren in India kennen een gezegde: de ene doorn

wordt verwijderd door een andere. Daar bedoelen ze mee dat je er verstandig aan doet jezelf door

middel van één gedachte van alle andere die zich

in je geest verdringen, te bevrijden. Eén gedachte,

één beeld, één gezegde of zin of woord waar je geest

zich op kan richten. Want om bewust te proberen

de geest in een gedachteloze staat te houden, in een leegte, is het onmogelijke proberen. De geest moet

iets hebben om zich mee bezig te houden. Welnu,

geef hem iets waarmee hij zich bezig kan houden

-maar slechts één ding. Een beeld van de Verlos­

ser waar je liefdevol je blik op richt en waarnaar je

telkens wanneer je afgeleid bent naar terugkeert;

een kort gebed dat je onophoudelijk blijft herha­

len om de geest ervan te weerhouden af te dwalen.

Er zal hopelijk een tijd komen waarop het beeld

uit het bewustzijn zal verdwijnen, wanneer het

woord je uit de mond zal worden genomen en je

drukke geest volmaakt tot stilte zal zijn gebracht

en je Hart de volle ruimte zal worden gegeven om

ongehinderd de Duisternis in te staren!

Trouwens, je hoeft niet eens tot dit stadium te

komen waarin het beeld verdwijnt en de woorden

stil zijn gevallen om je Hartfunctie te krijgen. Het

feit dat de activiteit van je drukke geest zo dras­

tisch verminderd is, is al een enorme hulp voor het

206

Hart om zich te ontwikkelen en te functioneren.

Dus zelfs als je nooit de beeldloze en woordloze

staat bereikt zul je waarschijnlijk wel groeien in de

contemplatie.

Het zal je opvallen dat de twee middelen die ik

geopperd heb, het beeld van de Verlosser en het

herhalen van een kort gebed, beide onomwonden

religieus van aard zijn. Houd echter in gedachten

dat ons eerste doel bij deze oefening niet het soort

activiteit is waar de babbelende geest zich mee be­

zig houdt, maar het openen en ontwikkelen van

het Hart. Als dit bereikt is, doet het er dan toe

of de doorn waarmee je alle andere doornen hebt

verwijderd een religieuze is of niet? Als het je voor­

naamste doel is licht in je duisternis te brengen,

doet het er dan toe dat de kaars die licht geeft in

je duisternis een gewijde is of niet? Doet het er

dus toe, of je je concentreert op een beeld van de

Verlosser, een boek, een blad of een punt op de

vloer? Een bevriende Jezuïet die het leuk vindt

zich met dergelijke dingen bezig te houden (en,

vermoed ik, alle religieuze theorieën met een ge­

zonde dosis scepsis test) verzekert me dat hij door

bij voortduring ritmisch 'een-twee-drie-vier' te zeggen hetzelfde mystieke resultaat bereikt als zijn

meer religieuze confrères zeggen te bereiken door

het vroom en ritmisch reciteren van bepaalde ge­

beden. Er zit ongetwijfeld een heilige waarde aan

het gebruik van de religieuze doorn. Maar voor wat

207

Page 107: Anthony de Mello - Bloemlezing

ons hoofddoel betreft, is de ene doorn net zo goed

als de andere.

En zo komen we tot de ogenschijnlijk verwar­

rende conclusie dat concentratie op je ademhaling

of je lichamelijke gewaarwordingen een heel goede

contemplatie is, in de strikte zin van het woord.

Deze theorie van mij is bevestigd door enkele je­

zuïeten, die onder mijn leiding een retraite de­

den van dertig dagen en die zo goed waren om,

afgezien van de vijf uur die ze werden geacht te

besteden aan wat wij 'de Ignatiaanse oefeningen'

noemen, vier of vijf uur per dag te besteden aan de

eenvoudige oefening van het zich gewaar zijn van

hun ademhaling en hun lichamelijke gewaarwor­

dingen. Ik was niet verbaasd toen ze me vertelden

dat hun ervaringen tijdens hun oefeningen in ge­

waarzijn (toen ze er eenmaal een beetje vertrouwd

mee waren geworden) identiek waren aan de erva­

ringen die ze hadden onder het beoefenen van wat

in katholieke termen bekend staat als het gebed

van geloof, of het gebed van stilte. De meeste van

hen verzekerden me zelfs dat deze oefeningen in

gewaarzijn leidden tot een verdieping van de ge­

bedservaringen die ze vroeger hadden, en deze er­

varingen meer kracht en scherpte gaven, om maar

zo te zeggen ...

Ik zou niet willen dat je al je bidden (commu­

nicatie met God die gepaard gaat met woorden,

beelden, en ideeën) overboord gooit ten gunste

208

van zuivere contemplatie. Er is een tijd voor medi­

tatie en gebed, en er is een tijd voor contemplatie.

Zorg er echter voor dat je, als je bezig bent met wat

ik contemplatie heb genoemd, niet toegeeft aan de

verleiding om te denken - hoe heilig de gedachte

ook is. Net zo goed als je tijdens je moment van

gebed heiLige gedachten die met je werk te maken

hebben en die op hun eigen tijd heel goed zouden

zijn, maar nu een afleiding van je gebed zijn, zou

verwerpen, zo moet je in je moment van contem­

platie alle gedachten, van welke aard ook, krachtig

van je werpen, omdat ze deze bepaalde vorm van

communicatie met God verstoren. Het is nu het

moment in stilte ontvankelijk te zijn voor de god­

delijke zon, niet om na te denken over de deugden

en eigenschappen van de zonnestralen; het is nu

de tijd liefdevol in de ogen van je goddelijke min­

naar te staren en deze bijzondere intimiteit niet

met woorden of gedachten over hem te verbreken.

Communicatie door middel van woorden moet tot

nader order worden uitgesteld. Nu is het moment

voor woordloos één zijn.

Er is één belangrijk punt waarover ik je jam­

mer genoeg geen advies kan geven. Hiervoor heb

je de begeleiding van een ervaren meester nodig

die bekend is met jouw spirituele behoeften. Het

punt is: welk gedeelte van de tijd die je dagelijks

reserveert voor eenwording met God, je aan ge­

bed zou moeten geven en hoeveel tijd aan con-

209

Page 108: Anthony de Mello - Bloemlezing

templatie. Dit is iets wat je het best samen met je

spirituele raadsman kunt beslissen. Met zijn hulp

zul je ook moeten beslissen of je überhaupt aan

deze vorm van contemplatie moet beginnen. Mis­

schien ben je een van die bofkonten over wie ik

het al eerder had, die voor honderd procent over

hun handen en oren kunnen beschikken zonder

ooit hun ogen te hoeven bedekken; wier mystieke

Hart in de diepst mogelijke eenheid met God is,

terwijl hun geest met hem communiceert door

middel van woorden en gedachten; die niet de

stilte hoeven te bewaren om met hun Geliefde

het soort intimiteit te bereiken die vele anderen

slechts door stilte bereiken ...

Ademcommunicatie met God Eerder maakte ik een onderscheid tussen gebed en

contemplatie. Er is nog een manier om dat onder­

scheid uit te drukken - door te spreken van twee

soorten gebed, het devotionele en het intuïtieve.

Intuïtief gebed valt dan grofweg samen met wat

ik contemplatie heb genoemd, devotioneel gebed

met wat ik gebed heb genoemd. Beide vormen van

gebed leiden tot eenwording met God. Van beide

kan men zeggen dat ze voor de een meer geschikt

is dan voor de ander. Het kan ook zijn dat men de

ene vorm op het ene moment meer geschikt vindt

en de andere op een ander moment.

210

Devotioneel gebed is ook op het hart gericht, want

elk gebed dat zich beperkt tot de denkende geest

alleen is eigenlijk geen gebed, maar op zijn best een

voorbereiding tot gebed. Ook onder mensen is er

geen echte persoonlijke communicatie die niet ten

minste enigermate een gesprek van hart tot hart is,

die niet een zekere mate van gevoel bevat. Als een

communicatie, een delen van gedachten, volkomen

en totaal geen emotie bevat, kun je er zeker van zijn

dat de intieme, persoonlijke dimensie ontbreekt. Er

is geen eenwording die leidt tot intimiteit.

Ik wil je nu een variatie geven van de vorige oe­

fening, die de oefening meer devotioneel dan intu­

ïtief maakt. Het zal je echter opvallen dat de hoe­

veelheid gedachte-inhoud in het gebed minimaal

is, en daarom zal de oefening gemakkelijk van het

devotionele naar het intuïtieve gaan, van het hart

naar het Hart. Het zal zelfs een goede combinatie

worden van het devotionele en het intuïtieve.

Word je even gewaar van je ademhaling ...

Overdenk nu de aanwezigheid van God in de

atmosfeer om je heen ... Overweeg zijn aanwezig­

heid in de lucht die je inademt ... Wees je bewust

van zijn aanwezigheid in de lucht terwijl je in- en

uitademt ... Merk op wat je voelt wanneer je je be­

wust wordt van zijn aanwezigheid in de lucht die

je in- en uitademt.

Ik wil nu dat je je uit naar God. Maar ik wil

dat je dit non-verbaal doet. Vaak maakt het uiten

211

Page 109: Anthony de Mello - Bloemlezing

van een gevoel via een blik of een gebaar de uiting

veel krachtiger dan wanneer je dat door middel

van woorden doet. Ik wil graag dat je verschillende

gevoelens uit naar God, niet door woorden maar

door je ademhaling.

Uit om te beginnen een groot verlangen naar

hem. Zeg zonder woorden te gebruiken, ook niet

mentaal, tegen hem: 'Mijn God, ik verlang naar

u ... ' gewoon door de manier waarop je ademhaalt.

Bijvoorbeeld door diep in te ademen, door je in­

ademing te verdiepen ...

Geef nu uiting aan een andere gesteldheid of

gevoel: een van vertrouwen en overgave. Zeg te­gen hem zonder woorden, gewoon door de manier

waarop je ademt: 'Mijn God, ik geef me helemaal

aan u over. .. ' Bijvoorbeeld door nadruk te leggen

op je uitademing, door elke keer uit te ademen

alsof je diep zucht. Voel hoe je elke keer dat je uit­

ademt, je hele zelf overgeeft in Gods handen ...

Breng nu andere stemmingen voor God en uit

deze door je ademhaling. Liefde ... Nabijheid en

intimiteit ... Aanbidding ... Dankbaarheid ... Lof.

Als je hier moe van wordt, ga dan terug naar het

begin van deze oefening en verblijf slechts vredig in het gewaarzijn van God om je heen en in de

lucht die je in- en uitademt ... Val dan, als je afge­

leid dreigt te raken, terug op het tweede deel van

de oefening en uit je opnieuw non-verbaal naar

God ...

212

Het vermogen Gods werkzaamheid in alles te zien

was kenmerkend voor de Hebreeuwse mentaliteit

die we in de bijbel aantreffen. Waar wij bijna exclu­

sief uitweiden over secundaire oorzaken, blijven de

Hebreeërs bijna alleen maar stilstaan bij de Eerste

Oorzaak. Werden hun legers in de strijd verslagen?

Het was God die hen versloeg, niet de onmacht

van hun generaals! Regende het? Het was God die

de regen liet neerdalen. Waren hun oogsten ver­

nietigd door sprinkhanen? Het was God die de

sprinkhanen zond. Ze durfden zelfs te zeggen dat God de harten van slechte mannen hard maakte!

Hun kijk op de werkelijkheid was, toegegeven,

eenzijdig. Ze leken secundaire oorzaken totaal te

negeren. Onze moderne kijk op de werkelijkheid

is even, en nog meer, eenzijdig, want wij lijken de

Eerste Oorzaak helemaal te negeren. Is je hoofd­

pijn verdwenen? Waar de Hebreeër zou hebben

gezegd dat God je genezen heeft, zeggen wij: 'Laat

God er buiten; aspirine heeft je beter gemaakt.' De werkelijkheid is natuurlijk dat God je via de

aspirine heeft genezen. Maar wij zijn ons gevoel

voor de Oneindige die in ons leven werkzaam is

zowat helemaal kwijtgeraakt. We voelen niet meer

dat God ons naar onze bestemming leidt via onze

regeerders, dat God onze emotionele wonden ge­

neest via onze therapeuten, dat God ons gezond­

heid brengt via onze artsen, dat God elke gebeur­

tenis die ons overkomt vormgeeft, dat God ieder

213

Page 110: Anthony de Mello - Bloemlezing

mens die in ons leven komt stuurt, dat God de

regen maakt, dat God om ons heen speelt in de

wind en ons aanraakt in elke gewaarwording die

we krijgen en geluiden maakt om ons heen, opdat

ze geregistreerd worden door ons trommelvlies en

we hem zullen horen!

Persoonlijke voordelen van gewaarzijn Wanneer je pas begint met het soort contemplatie

dat in de oefeningen hierboven wordt aangegeven,

heb je waarschijnlijk enige twijfel over de waarde

van deze oefeningen. Ze lijken niet op meditatie of

gebed in de traditionele zin van het woord. Als ge­

bed wordt begrepen als spreken met God, dan wordt

er heel weinig of helemaal niet gesproken. Als medi­

tatie wordt opgevat als overweging, lichtverschijnse­

len, inzichten en voornemens, dan is er nauwelijks

ruimte voor meditatie in deze oefeningen.

Na deze oefeningen heb je niets concreets in

handen dat aantoont hoeveel moeite je er inge­

stopt hebt. Niets waarover je in je spirituele dag­

boek kunt schrijven- tenminste niet in het begin

en, misschien wel nooit. Je zult er vaak het on­

gemakkelijke gevoel aan over houden dat je niets

hebt gedaan en niets hebt bereikt. Deze vorm van

gebed is bijzonder pijnlijk voor wie jong is en voor

wie veel prijs stelt op succes - mensen voor wie

inspanning belangrijker is dan gewoon zijn.

214

Ik herinner me één jongeman levendig; het leek

of hij niets had aan deze oefeningen. Hij vond het

heel frustrerend om bewegingloos op de grond

te moeten zitten en zich bloot te moeten stellen

aan een leegte, ook al gaf hij toe dat hij eenvoudig

niet kon denken of zijn geest op de een of andere

manier kon gebruiken terwijl hij bad. Hij was het

grootste deel van de tijd die hij aan deze oefenin­

gen wijdde bezig zich te bemoeien met wat hem af­

leidde - meestal zonder succes - en hij smeekte me

hem iets aan te bieden wat de tijd en inspanning

die hij aan gebed besteedde de moeite waard zou

maken voor hem. Gelukkig zette hij door met deze

ogenschijnlijk frustrerende oefeningen, en na on­

geveer zes maanden kwam hij me vertellen dat hij

er geweldig veel voordeel van had - veel meer dat

hij ooit had gehad van zijn vroegere gebeden, me­

ditaties, lichtverschijnselen en voornemens. Wat

was er nu gebeurd? Hij vond wel veel meer vrede

in deze oefeningen. De mate waarin hij afgeleid

werd was niet afgenomen. Hij vond de oefeningen

nog net zo frustrerend als eerst. Er was niets aan

de oefeningen veranderd. Wat veranderd was, was

zijn leven! Die voortdurende, pijnlijke, van frus­

tratie vergeven poging die hij dag na dag deed om

zich bloot te stellen aan wat ogenschijnlijk niets

was en leeg, om te proberen zijn geest tot rust te

brengen en een zekere stilte te bereiken door zich

te concentreren op lichamelijke gewaarwordingen,

215

Page 111: Anthony de Mello - Bloemlezing

ademhaling of geluiden, gaf hem nieuwe kracht in

zijn dagelijks leven waar hij die tevoren niet had

gemerkt - een kracht zo groot, dat de aanwezig­

heid ervan in zijn leven onmiskenbaar was.

Dit is een van de grootste voordelen van deze

vorm van gebed: een verandering in jezelf die moei­

teloos lijkt. Alle deugden waarnaar je eerst streefde

via het uitoefenen van je wilskracht lijken je nu

moeiteloos toe te vallen - oprechtheid, eenvoud,

vriendelijkheid, geduld ... Verslavingen lijken te

verdwijnen zonder de behoefte aan beslissingen en

moeite van jouw kant: verslaving aan middelen zo­

als roken en overmatig alcoholgebruik, verslaving

aan mensen zoals waanzinnige verliefdheid en te

grote afhankelijkheid.

Wanneer dit je overkomt, weet je dat de tijd

die je in deze oefeningen geïnvesteerd hebt groot

dividend oplevert. . .

De verheugende mysteries in je leven Ieder van ons draagt een album met mooie foto's

van het verleden in zijn hart: herinneringen aan

gebeurtenissen die ons blij hebben gemaakt. Ik wil

dat je nu dit album opent en je zoveel van derge­

lijke gebeurtenissen herinnert als je kunt ...

Als je deze oefening nog nooit hebt gedaan,

vind je bij de eerste poging waarschijnlijk niet veel

van dergelijke voorvallen. Maar geleidelijk aan zul

216

je er steeds meer vinden die in je verleden begraven

liggen en zul je er plezier in krijgen ze op te graven

en ze in tegenwoordigheid van de Heer opnieuw te

beleven. Wat meer is, wanneer er nieuwe verheu­

gende gebeurtenissen komen, zul je de herinnering

eraan koesteren en ze niet zo maar verloren laten

gaan; zo zul je een immense schat met je mee dra­

gen, waarin je telkens een duik kunt nemen wan­

neer je nieuwe vreugde en kracht in je leven wilt

brengen.

Ik stel me voor dat Maria dit ook deed door

kostbare herinneringen aan de kindertijd van

Christus zorgvuldig in haar hart te bewaren, her­

inneringen die ze dan liefdevol ophaalde.

Ga terug naar een voorval waarin je je intens

bemind voelde ... Hoe werd jou deze liefde ge­

toond? In woorden, blikken, gebaren, een daad

van dienstbaarheid, een brief ... ? Blijf, zo lang je

iets van de vreugde ervaart die je had toen de ge­

beurtenis plaatsvond, bij het voorval.

Ga terug naar een voorval waarin je blijdschap

voelde ... Waardoor ontstond die blijdschap in

jou? Goed nieuws? ... De vervulling van een ver­

langen? ... Een natuurlandschap? ... Roep het oor­

spronkelijke voorval en de gevoelens die ermee

gepaard gingen weer op ... Blijf zolang je kunt bij

deze gevoelens ...

Dit terugkeren naar voorvallen uit het verleden

waarin je liefde en blijdschap voelde, is een van de

217

Page 112: Anthony de Mello - Bloemlezing

mooiste oefeningen die ik ken om je psychische

gezondheid te herwinnen. Veel mensen maken wat

een psycholoog noemt piekervaringen mee. Het is

alleen jammer dat maar heel weinig mensen het

vermogen hebben zich er op het moment zelf aan

over te geven. Daarom nemen ze niets, of heel wei­

nig, van de ervaring in zich op. Wat ze moeten doen

is in hun fantasie naar deze ervaringen teruggaan

en de ervaring langzamerhand in volle omvang in

zich opnemen. Als je dit doet, zul je ontdekken dat

je, hoe vaak je ook naar deze ervaringen teruggaat,

er altijd een voorraad voeding in zult vinden. Die

voorraad lijkt wel nooit uitgeput te raken. Het is

een blijvende vreugde. Verzeker je er echter van dat je niet naar deze

gebeurtenissen teruggaat en er als het ware van

buitenaf naar kijkt. Ze moeren opnieuw beleefd

worden, niet geobserveerd. Speel ze weer na, neem

er weer deel aan. Laar de fantasie zo levendig zijn

dat het is alsof de ervaring echt nu voor het eerst

plaatsvindt.

Het zal niet lang duren voordat je de psycho­

logische waarde van deze oefening ervaart en een

nieuw respect krijgt voor fantasie als bron van

leven en energie. De fantasie is een heel krachtig

middel voor therapie en persoonlijkheidsgroei. Als

ze gebaseerd is op de werkelijkheid (wanneer je

je gebeurtenissen en voorvallen voorstelt die echt

hebben plaatsgevonden) heeft het hetzelfde effect

218

(aangenaam of pijnlijk) als de werkelijkheid zelf.

Als ik in het gedempte avondlicht een vriend op

me af zie komen, en ik stel me hem voor als een

vijand, zullen al mijn psychologische en fysiologi­

sche reacties dezelfde zijn als wanneer de vijand er

werkelijk was. Als een dorstig mens in de woestijn

zich voorstelt dat hij water ziet, zal de uitwerking op hem precies dezelfde zijn als wanneer hij echt

water zou zien. Wanneer je teruggaat naar scènes

uit je leven waarin je liefde en blijdschap voelde,

zul je het volledige profijt hebben van het onder­

vinden van liefde en vreugde ... en het profijt is

Immens.

Wat is de spirituele betekenis van een dergelijke oefening? In de eerste plaats breekt hij de onbe­

wuste weerstand die de meeste mensen hebben

tegen her aanvaarden van liefde en vreugde. De

oefening vergroot hun vermogen liefde te aanvaar­

den en vreugde in hun leven te verwelkomen. En

zo maakt hij hun vermogen God te ervaren en hun

hart open te stellen voor zijn liefde en voor het ge­

luk dat het ervaren van hem met zich meebrengt,

groter. Hoe moet iemand die zichzelf niet toestaat

zich bemind te voelen door de broeder die hij ziet,

zichzelf toestaan zich bemind te voelen door de

God die hij niet ziet?

In de tweede plaats helpt deze oefening het

ingewortelde gevoel van waardeloosheid te over­winnen, van onwaardig zijn, van schuldgevoel, dat

219

Page 113: Anthony de Mello - Bloemlezing

een van de voornaamste obstakels is die we tus­

sen ons en Gods genade plaatsen. Het eerste effect

van Gods genade, wanneer die in ons hart komt,

is zelfs dat het ons intens geliefd laat voelen -en

het waard bemind te worden. Oefeningen als deze

bereiden ons voor op deze genade; ze brengen ons

zover dat we accepteren dat we liefde waard zijn.

Nog een manier om spiritueel baat bij deze oe­fening te hebben is deze:

Herleef een van de scènes waarin je je intens

bemind voelde of waarin je een diepe vreugde

voelde ...

Zoek en vind de aanwezigheid van de Heer in

deze scène ...

In welke vorm is hij aanwezig?

Op deze manier leer je God in alle voorbije en

toekomstige gebeurtenissen van je leven te vin­

den.

Een laatste verhaal

Er bestaat een Chinees verhaal over een oude boer

die een oud paard had om zijn akkers te bewerken.

Op een dag ontsnapte het paard naar de bergen en

toen alle buren van de boer de oude man hun mee­

leven toonden met zijn pech, antwoordde de boer:

'Pech? Geluk? Wie weet het?' Een week later kwam

het paard terug met een kudde wilde paarden uit

220

de bergen en deze keer feliciteerde de buren de

boer met dit geluk. Zijn antwoord was: 'Geluk?

Pech? Wie weet het?' Vervolgens viel de zoon van

de boer, die probeerdé een van de wilde paarden te

temmen van het paard en brak zijn been. ledereen

vond dit heel veel pech. Zo niet de boer, wiens eni­

ge reactie was: 'Pech? Geluk? Wie weet het?' Een

paar weken later marcheerde het leger het dorp

binnen en mobiliseerde elke gezonde jongen die

ze er vonden. Toen ze de zoon van de boer vonden

met zijn gebroken been stelden ze hem vrij. Was

dat nu geluk? Pech? Wie weet het?

Alles wat bij de eerste aanblik iets slechts lijkt

is misschien in wezen iets goeds. En alles wat ui­

terlijk goed lijkt kan in werkelijkheid iets kwaads

zijn. We doen er dus verstandig aan het aan God

over te laten om te beslissen wat geluk en wat pech

is, en hem te bedanken dat alle dingen zich ten

goede keren voor hen die hem liefhebben. Dan

zullen we iets meekrijgen van dat wonderbaarlijke

mystieke visioen van Vrouwe Julian van Norwich,

die de heerlijkste en meest troostrijke uitspraak

deed die ik ooit heb gelezen: 'Het is betamelijk

voor een mens om te zondigen, als onderdeel van

Gods plan.'

221

Page 114: Anthony de Mello - Bloemlezing

Ook bij Samsara verschenen

Bewustzijn Anthony de Mello

lsbn: 978-90-77228-32-2

Prijs: € 18,50

De weg van stilte Anthony de Mello

Isbn: 978-90-77228-32-6

Prijs: € 18,95

Eerder verschenen bij uitgeverij Samsara

Eén

Tao Te Tsjing Sam Hamil/ I Lao Tu

978-90-77228-40-l

Woorden van Boeddha Ann• Bancroft

978-90-77228-44-9

Zomaar verlicht Suphm jourdain Gil­les Farcet

978-90-77228-47-0

Eén john Greven

978-90-77228-52-4

Een prachtige nieuwe vertaling

van deze klassieke Chinese tekst,

met kalligrafie van

Kazuaki Tanahashi.

Een bloemlezing uit de oudst

bekende geschriften mee de

woorden van Boeddha,

gerangschikt op onderwerp.

Dialogen tussen de Franse

schrijver/journalist Gilles

Farcet en Stephen Jourdain mee

als kernthema: wac is waarheid?

In dit boek laat de schrijver ons

glashelder zien dar het denken

nooit problemen van de geest

kan oplossen, nee zoals het oog

zichzelf ook niet kan zien.

Page 115: Anthony de Mello - Bloemlezing

Anton Heyb oer De filosofi• van un oor-spronk•lijke gwt

90-77228-34-9

Van leerling tot meester Soko Mori11aga

90-77228-38-1

Oneindige cirkel &mie GLzssman

90-n228-37-3

JnanaYoga Wo!ttr A. Kurs

90-77228-35-7

Jnana yoga in de praktijk Rifa Btinuma

90-77228-33-0

Leven, kunst en gedachtewereld

van Anton Heyboer in woord en

beeld. Heyboer noemde zichzelf

'zenmeester'. In die hoedanig-

beid heeft hij prachtige teksten

geschreven waarvan er een aan-

tal in dit boek is opgenomen.

Dit boek verrelt het levensver-

haal van de Japanse zenmeeseer

Soko Morinaga (1925-1995).

Een ontroerend, warm en wijs

boek.

In dit boek geeft Glassman

cammemaar op drie zenteksten:

De Hansoetra, de Sandokai en

de Voorschriften voor de Bodhi-

sattva.

Een bundel artikelen en be-

schouwingen over advaita,

oorspronkelijk uitgegeven door

de Stichting Yoga Nederland in

1972. Nog steeds even actueel

en helder als roen.

Een origineel en praktisch boek

over hoe je Jnana yoga in het

dagelijkse leven toepast. Met

oefeningen.

rM4

\� •

Never m.lnd �yne Liquonna11

90-77228-41-1

De weg van stilte Amhony de Mello

90-77228-32-2

Spirituele vcrüchtin� Vergeet het maar! ]edMcKmna

90-77228-29-2

Hoogbegaafd, nou èn! Wéndy Lammm van Toormburg

90-77228-31-4

Vrijbeid in overgave Gm1gaji

90-77228-27-6

Een non-dualistische beschrij-

ving en uitleg van meer dan

honderd verschillende spirituele

onderwerpen.

Een combinatie van christelijke

mystiek en oosterse filosofie met

prachtige verhalen en simpele

gewaarzijnsoefeningen.

Een roman over het reilen en

zeilen van een spiriruele leefge­

meenschap. Spannend,

humoristisch en filosofisch.

Een ontdek-boek over

hoogbegaafdheid met ruim 100

illustraties in kleur!

Voor kinderen van 5 tot 99 jaar!

Gesprekken met Gangaji, een

leerling van Sri Poonjaji, over

o.a. macht, seks, emoties,

waarheid en overgave.

Page 116: Anthony de Mello - Bloemlezing

Je bent niet wat je denkt Jan van Rosmm

90-77228-28-4

Onwerelw wijs Wtoi Wt, Wtoi

90-77228-30-6

Metanoia jan Foudrain�

90-77228-25-X

Inzicht Vingtrs wijzmd naar dtmaan

90-77228-21-7

Word wat je bent Alan Wátts

90-77228-23-3

Gesprekken (satsang) met Jan

van Rossum over wie of wat we

in werkelijkheid zijn.

Een parabel over een hilarische

conversatic tussen een uil en een

konijn. Noem het zen, taoïsme

of advaira.

Via de psychiatrie en de psycho­

therapie komt Jan Foudraine tot

her thema bevrijding, en tot de

conclusie dar wat wij de

'pctsoonlijkheid' noemen, wel

eens iets heel anders zou kunnen

zijn dan wordt aangenomen.

Een vcrzameling inspirerende

reksten van zestien bekende

auteurs, uitgebracht ter ere van

het eerste lustrum van het tijd­

schrift InZicht, waar regelmatig

publicaties van deze auteurs in

verschijnen.

Een verzameling teksten van de

pionier van de 'new age' over

uiteenlopende onderwerpen

wals: taoïsme, boeddhisme,

christendom, hindoeïsme,

psychologie en psychotherapie.

De denkbeeldige geest U. G. Krishnamurti

90-77228-24-1

Het ban van bewusa.ijn Thomas Byrom

Een vertaling van de Ashravakra Gita

90-77228-22-5

Vrij zijn WálurKurs

90-77228-26-8

Ontwaken in het alledaagse joan Tollifton

90-77228-15-2

Bewustzijn Anrhony dt Mtllo

90-77228-16-0

Informele gesprekken met de

man die werkelijk geen conces­

sies doet en alle spirituele tradi­

ties, als zijnde verzinselen van de

geest, in heldere en duidelijke

bewoordingen van tafel veegt.

Deze tekst is een juweel, en

doorstaat de vergelijking met de

Tao te King, Bhagavad Gita of

de Hart sutra met glans. Zeker

ook door de prach ti ge, poëtische

vertaling van Byrom.

Een cammenraar op de Ash­

tavakra Samhita. Nu nog even

actueel als toen deze serie le­

zingen, 25 jaar geleden, werd

gehouden. De kernvraag was en

is: 'Wie ben ik?'

Een persoonlijk, omroerend

verhaal over bewustwording.

Eerlijk, humoristisch en diep­

gaand.

De jezuïet Amhony de Mello

vermengt christelijke mystiek

met boeddhistische wijsheid en

komt daarbij tot een prachtige

synthese.

Page 117: Anthony de Mello - Bloemlezing

'

\ i

I

Wijsheid uit het hart AkmCohm

90-77228-17-9

Parels voor de zid Chuck Hillig

90-77228-18-7

... Niemand daar Tony Parsons

90-77228-19-5

De structuur van Zijn RoyWhmary

90-77228-12-8

Niemand hier ... Tony Parsons

90-77228-11-X

Een verhelderend, humoristisch

boek met parabels, anekdotes,

gedichten en citaten uit verschil­

lende tradities.

Een verzameling gedachten en

overpeinzingen van de psycho­

therapeut Chuck Hillig waarin

oosterse wijsheid en westerse

psychologie samenkomen.

Dialogen met Tony Parsons .

'Er is geen beter of slechter, er

is geen pad en er valt niets re

bereiken. Alles wat verschijm is

bron. .

'Dit boek legt in heldere

bewoordingen de basis van

het spirituele zoeken bloot.'

-&lm(sh S. Balukar-

Een weergave van dialogen met

Tony Parsons, o.a. gehouden in

Amsterdam in 2002.

Eén-zijn in relaties St�vm Harrison

90-77228-10-1

Het gelukkige kind Stevm Harrison

90-77228-20-9

Terug van nooit weggeweest jan van De/dm

90-77228-06-3

Er was eens ... Ramrsh Ba/srkar

90-77228-14-4

Eeuwigheid NU! Francis Luci/Ie

90-77228-13-6

Steven Harrison toom in dit

boek aan dat we altijd en overal

in cdatie zijn. Ongeacht of we

dat willen of beseffen.

'Een imposant boek met

verfrissende, nieuwe inzichten

over her thema opvoeding'

-Jouph Chilton Pearce-

Een geheel nieuwe en originele

visie op het oude heldendicht

van Homerus: de Odyssee.

Jan van Delden ziet de reis van

Odysseus als een metafoor voor

een innerlijke reis naar duur-

zaam geluk.

Door middel van verhalen en

anekdotes maakt de lezer kennis

met her unieke onderricht van

de inmiddels 86-jarige Ramesh

Balsekar.

Gesprekken met Francis LucHie

over onze 'ware natuur' waaruit

zijn eenvoud, warmte en helder­

heid duidelijk blijken.

Page 118: Anthony de Mello - Bloemlezing

Vcrlichting voor beginners Chuck Hillig

90-77228-09-9

Wiezoekt zal niet vinden Ram Tzu

90-77228-01-2

Bent u nét zo gdukkig als uw hond? Aliln Cohm

90-77228-03-9

Zoek geen antwoord Sttvtn Harrison

90-77228-02-0

Zoals Het Is Tony Parsom

90-77228-0S-5

'Chuck Hilligs boek herbergt

briljante inzichten. Eén ervan

kan je leven al ingrijpend ver­

anderen.'

-Deepak Chopra, MD.-

In 100 humoristische beschou­

wingen worden de 'zoeker', de

'zoektocht' en de 'uirweg' op de

hak genomen.

Humoristische cartoons en tek­

sten over een hondje dat in het

'nu' leeft en daarom volslagen

gelukkig is.

In dit boek verdedigt psycho­

loog en schrijver Steven Harri­

son de stelling: 'Waarom levens­

vragen nergens roe leiden.'

Dialogen merTony Parsons over

zijn boek 'Het Open Geheim.'

Ontwaken in de droom [(o Hartong

90-77228-07-1

Kennendbeid Alexander Smit

90-77228-04-7

Een persoonlijk verslag over

bewusrwording van 'wat is.'

Helder en humoristisch.

Een bloemlezing uit het werk

van de in 1998 overleden

Nederlandse advaira-leraar

Alexander Smir.

Page 119: Anthony de Mello - Bloemlezing

Onze titels, met een tekstfragment, kunt u ook zien op onze website:

www.samsarabooks.com

Daar vindt u informatie over de boeken in voor­bereiding, de agenda met informatie over lezingen

van onze auteurs en kunt u zich opgeven voor onze nieuwsbrief.

Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341

1 016 AZ Amsterdam Telefoon: 020- 5550366

Fax: 020- 5550388

E-mail: [email protected]

Page 120: Anthony de Mello - Bloemlezing

.I

I

_,

ANTHONY DE MELLO

ANTHONY DE MELLO (1931-1987) combineerde de wijsheid van het oosten met die van het wes-

En dat was precies waar het voor de Mello om ging: mensen het goddelijke laten

_herkennen in het alledaagse.

-�

Spoedig na de dood van Rabbijn Mokshe vroeg Rabbijn Mendel van Koty aan een van zijn leerlingen: Waar hechtte je leraar het meeste belang aan?' De leerling dacht even na en zei toen: 'Aan wat hij op dat moment toevallig deed.'

ten en gebruikte veel verhalen Nasroeddin werd aearresteerd en en parabels uit beide tradities voor het gerecht gesleept op de 'om zijn toehoorders en lezers aanklacht dat hij paardenvlees op de aanwezigheid van God. had gestopt in de kipburgers die of bewustzijn. te wijzen. Maar hij in zijn restaurant serveerde. hij kreeg ook, als jezuïet�kri- Voordat hij zijn vonnis uitsprak, tiek van het Vaticaan om at wilde de rechter weten in welke hij van mening was dat v l verhouding hij paardenvlees met , religies1 door hun regels en kippenvlees had gemengd. overtlJigingen een écht contact Nasroeddin verklaarde onder ede: tussen de mens en het godde- 'Het was half-om-half Ede lacht- "' lijke juist belemmeren. bare.' Na de rechtszaak vroeg

een..Jnend hem wat half-om-half ' � � boek, met een... voorwoord precies betekende. Zei Nasroeddin:

� -�WILLIAM�CH SJ. over -..,.��;-�paD!'d op tin kip.'

I

het leven van Ahthony de Mello, is een bloemlezing uit zijn boeken en bt:_vat, UiflilSt serieuze beschouwingen over religie, veel verhalen, parabels en eenvoudige oefeningen om ons dichter bij het goddelijke, bewustzijn, ofwel onszelf, te brengen.

samsara

ISBN 978-90-77228-51-7

1