27
Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W.; Ruys, P.H.M. Publication date: 1983 Link to publication Citation for published version (APA): Velthuijsen, J. W., & Ruys, P. H. M. (1983). Profit-non-profit: Een wiskundig-economisch model. (Ter discussie FEW; Vol. 83.10). Unknown Publisher. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. - Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research - You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain - You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 07. Nov. 2020

Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

Tilburg University

Profit-non-profit

Velthuijsen, J.W.; Ruys, P.H.M.

Publication date:1983

Link to publication

Citation for published version (APA):Velthuijsen, J. W., & Ruys, P. H. M. (1983). Profit-non-profit: Een wiskundig-economisch model. (Ter discussieFEW; Vol. 83.10). Unknown Publisher.

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

- Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research - You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain - You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policyIf you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.

Download date: 07. Nov. 2020

Page 2: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

CBMR ~ -~,,., -~~T :~SU' E.~U`~~~ ~.- ~t- f ~ ~ ~:

Be:.temminc; ! Lï~:~? ;';-, , ~iC~ K~1I'I.JLI'~KL

~ HOGESGHJOLTILBURG

subfaculteit der econometrie

pniiiiiu ~iq~ u~mi!iiuumiiiiiiuiREEKS "TER DISCUSSIE"

Nr.

Page 3: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

No. 83.10

PROFIT-NON-PROFIT: EEN WISKUNDIG-ECONOMISCH MODEL

J.W. Velthuijsen

P.H.M. Ruys

Page 4: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

PROFIT-NON-PROFITc EEN L,'ISKUNDIC-F.CONOMISCH MODEL.

J.~~. Velthuijsen.

P.H.M. Ruys.

Inhoud. pag.

1. Inleiding en probleemstellíng. 12. Twee-sectoren-model. 23. F.en tátonnement-proces door marktprijs en taakstelling. 64. Uitbreiding naar een meer-sectorenmodel. 95. Uitbreiding naar een taak-concurrentie-model. 116. Nawoord. 147. Existentie van een evenwicht. 15S. Literat::L'rL'V..~~~Cl:t. 1Q

Page 5: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-1-

I. lnlc:iding en problecrostcllíng.

De non-profítsector in dè economie heeft zich gedurende de laatste de-cennia ontwíkkeld tot een omvangrijke sector, zowel in termen van dienst-verlening als in termen van werkgelegenheid, De huidige verslechterdefinanciële positíe van de overheid, de voornaamste agent binnen de non-profitsector, heeft de belangstelling naar het functioneren van dezesector vergroot. Tal van onderzoekers in diverse disciplines hebben zichop dit terrein begeven. Wij wijzen slechts op de pogíng díe Van Windenonlangs in [17] deed om te komen tot een macro-economisch beschrijvendmodel van liet gedrag van de overheid in deze sector. Om een aantal rede-nen spitst hun onderzoek zich vaak toe op kleine concrete terreinen.Wij zijn echter van mening dat een algemeen fundament o~ltbreekt, tiaar-op de diverse multidisciplinaire onderzoeken naar gedrag en werkingvan de non-profitsector kunnen rusten. Ons inziens groeit er dan ookbehoefte aan een economisch model dat het gedrag binnen d.e sector ade-quaat beschrijft en verklaart.

In de klassieke economie worden consumenten geacht zoveel mogelijk huneigenbelang na te streven. Algemeen aanvaard is ook dat het continui-teits- en produktiviteitsstreven van de marktsector verklaard wordtmiddels de gedragshypothese: winstmaximalisatíe. Het is echter níetrealistisch dezelfde gedragshypothese als verklaring van het continui-teits- en produktiviteitsstreven van de niet-marktsector, of non-profit-sector, te veronderstellen. In onze te volgen redenering ziet de niet-marktsector de continuiteit en de produktïviteit het best gewaarborgddoor middel van maximering van het anntal arbeidsplaatsen in zijn sec-tor. Wij zullen ingaan op de effecten die de invoering van deze afwijrkende gedragshypothese heeft op produktiviteit en factorallocaties.

Ook lijkt het zinvol om een onderscheid te maken in de aard van de ar-beid die in de beide produktiesectoren wordt verricht, hetgeen leidttot verschillende waarderingssystemen. Voor de marktsector blijft loonin geld de determinant voor de allocatie van arbeid. De mogelijkheid

Page 6: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-2-

wordt echter geopend dat de keuze voor werk ín de niet~marktsector ookdoor andere factoren wordt bepaald, waarbij gedacht kan worden aan zeker-heid, sociale bewogenheid e.d.

Doel van het onderzoek is het construeren van een wiskundig-economischmodel waarin deze facetten gestalte krijgen. Wij zullen daarbij uitgaanvan werk van Boiteux [1~, Drèze en Marchand [4~, Guesnerig [S] en Sandmo~11~. De opbouw van dit paper is als volgt. In hoofdstuk 2 wordt eeneenvoudig wiskundig economisch model geformuleerd, waarin een markt-sector, een níet-marktsector en twee, in affectie voor werk in beidesectoren verschillende, consumenten optreden. Hoofdstuk 3 bevat eenpoging tot illustratie van de werking en implicaties van het model,waarna in hoofdstuk 4 een uitbreiding naar een model met meerdere niet-marktsectoren volgt, In hoofdstuk 5 br~sden wij vervolgens dit modelverder uit en delen we de verschillende sectoren in in met elkaar con-currerende organisaties. Ten slotte maken we in hoofdstuk 6 enkele slot-opmerkingen en geven we een bewijs van de existentie van een evenwichtín de geformuleerde economie in een appendix.

2. Twee-sectoren-model.

In de eenvoudigste vorm van de economíe treden twee consumenten en tweeproducenten op, die wij in het vervolg C~, C2, Pm en Pn zullen noemen.Er zijn twee goederen, x en x, x is een marktgoed, Dat wil zeggen datm n mde evenwíchtspríjzen en -hoeveelheden van het goed tot stand komen opeen markt. x is een zogenaamd niet~narktgoed, hetgeen betekent dat denprijs en de hoeveelheid van het goed op andere wijze dan op een m.arktbepaald worden. De consumenten kunnen twee typen arbeid verrichten, lmbij producent P en 1 bij producent P. De twee typen afbeid leveren dem n naanbieder van de arbeid een verschillend nutsniveau op.

Producent Pm produceert het marktgoed xm met behulp van ínputs xm en ar-

Page 7: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-3-

beid van het type i. Rovendíen maakt P daarbij gebruik van de aanwe-m mzigheid van níet-marktgoed xn. (Zie Sandmo []lj,) Pn op zijn beurt ver-vaardígt een " van bovenaf" vastgestelde hoeveelheid van het niet-~markt-goed xn met behulp van inputs xm en arbeid van het type ln, Ook Pn maaktdaarnaast gebruik van xn. Wij veronderstellen in zijn algemeenheid datbeide rationeel handelende producenten ín de eerste plaats de continui-teit van hiin organisatie nastreven. Een verschil tussen Pm en Pn ligt nuin het verschil in de wijze waarop de producenten deze probleemstellinginterpreteren. Aangenomen wordt dat de marktgerichte producent Pm conti-nuiteít het best gewaarborgd ziet als hij "gewoon" zijn winst maximali-seert, bij een gegeven produktietechnologie. Zijn probleem luidt dan ook

max p . xm - w ,ldm - ~tn.xm m m m m ns.t. xm F( ldm, x).

m m n

In dit probleem stellen pm en wm de marktprijzen van marktgoed xm en ar-beid van het type m, lm, voor. Superscript d of s boven een variabelegéeft aa~i ua~ hét utu vraag resp. aanbod gaat, terwijï de tweede super-script aanduidt dat de vraag of het aanbod uitgeoefend wordt door agentm. xm is de nettoproduktie en F is de functionele weergave van de pro-mduktietechnologie van producent Pm, Zoals bekend leidt oplossing van ditprobleem bíj gegeven prijzen pm en wm en hoeveelheid xn tot vraagfuncties

naar produktiefactoren xm en lm, een aanbodfunctie van het geproduceerde

goed x en tot een schaduwprijs ttn van het nietJmarktgoed. Deze schaduw-m m

prijs kan worden geinterpreteerd als de prijs die de producent P overmheeft voor een e54'tra margínale hoeveelheid van niet-marktgoed xn.

Producent P streeft eveneens naar continuiteit, doch vult dat op zijnneigen wijze in. Pn heeft de opdracht om een bepaalde hoeveelheid xn tevervaardigen, met behulp van een eveneens bepaald budget, dat wij zullenaangeven met Bn. Bovendien nemen wij aan dat Pn bij het bepalen van zijninputssamenstelling ernaar streeft zoveel mogelijk arbeidsplaatsen voorzich veilig te stellen teneinde de continuiteit niet in gevaar te bren --

Page 8: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-4-

gen. Als we verder nog veronderstellen dat Pns netto-produktietechníe-ken kunnen worden samen~;cvat in een produktiefunctie C, dan kan hetprobleem van deze producent worden geformuleerd als

max lsndn d

s. t. xn G G( xm , ln) ,

B.- p.x ~ p.xdn t w.ld .n~ n n m m n n

Oplossing van dit probleem leidt tot vraagfunctíes naar arbeid ln eninput x .m

De twee consumenten worden verondersteld hun nut te optimaliseren. Zijonderscheíden zich door een verschíl in voorkeur tussen de beide typenarbeid. Dat verschíl tussen de beide consumenten komt uiteraard in hunrespectievelijke nutsfuncties tot uitdrukking. Men zou deze voorkeurenvan de consument als aanbieder van arbeid voor een bepaald type arbeidkunnen interpreteren als een subjectief kwaliteitsverschil. Daarnaastbíedt het model ruimte voor een prijsverschíl voor de twee typen arbeiddat uiteraard objectief ervaren wordt. Het prijsverschil komt tot uit-drukking in verschillen tussen w en w. De prijzen w en w worden ge-m m m ~acht niet alleen de loonhoogte weer te geven, maar ook een eventueelin geld uit te drukken verschil in arbeidsvoorwaarden als stabiliteitvan toekomstig loon of pensioenvooruitzíchten en dergelijke. Consumenti, i-1,2, lost het volgende probleem op:

max L1i~ xdi~ x lsi lsi~m n' m ' n

s.t. p.xdl f~tn .x L w lsl t w.lsl t W. .m m c. n m' m n n ii

De griekse letter ~ ís het vermogen waarover consument í naast het tevergaren inkomen beschikt. Uít deze problemen volgen vraagfuncties naarmarktgoed xm, aanbodfuncties van beide typen arbeid en weer een schaduw-prijs voor de aanwezigheid van het niet-marktgoed.

Page 9: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-5-

Ons rest nog enige evenwíchtsvoorwaarden te formuleren alvorens de be-schrijving van het model compleet is. Wil er sprake zijn van evenwichtop de marktgoederen-markt, dan zal het netto-aanbod gelijk moeten zijnaan de vraag, ofwel

d d] } xd2 } xdn - xsx .- x .m ~ m m m

Ook de evenwíchtscondities van de arbeidsmarkten leveren geen proble-men op:

ls~ f ls2 -: ls - ldm m m m '

ls~ f ls2 -: ls - ld .n n n n

Er zal níet méêr gewerkt kunnen worden dan de beide consumenten samenkunnen aanbieden, dus

ls t ls ~ L .m n

De "markt" voor het niet-marktgoed is ín evenwicht indien alle gebrui-kers van het goed vinden dat er genoeg van het goed aanwezig is, ofpreciezer:

n}~n } n npn - nm c~ ~c2 -: ~ .

Indien een gebruiker de aanwezige hoeveelheid xn als te weinig ervaartzal hij zijn nut of winst aanmerkelijk kunnen vergroten door een kleinetoename in xn, hetgeen hij kenbaar zal maken door een hogere schaduw-prijs. Is de hoeveelheid xn relatief overvloedig, dan zal de príjs diede consumenten bereid zijn te betalen laag zijn.

Een evenwicht in de boven geschetste economie is een vector V-( p,ísn,m m~c '~c 'wm'wn' xm'xn'lm'ln' pn ~~ waarvoor geldt:

1 2

Page 10: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-6-

-~- bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) dehoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert, 1

- bij ( pm,wm,xn ) maxímaliseert Pm zijn winst als hij ( xm,~m,lm )kiest,

- bíj ( Pm'wn'xn'Pn ) maximaliseert Pn de hoeveelheid arbeid bij gege-ven taakstelling xn door ln te kiezen, en

- voor het niet-marktgoed geldt:

p - 7s f n t it ,n m c~ c2

Voordat we het model enigszins uitbreiden zijn enige opmerkingen wel-licht op hun plaats. In de eerste plaats is dit model statisch, en daar-door mísschien nog niet zo interessant. Verschíllen in karakteristíekentussen de beide consumenten, zoals bijvoorbeeld Spence in [14] en ookHartog in [7] onderscheiden, en verschillende ontwikkelingen van de ar-beidsvoorwaarden, zoals men die in Drèze [3]'kan aantreffen zullen hetmodel aanzienlijk in waarde doen stijgen, doch kunnen slechts in eendynamisch model gestalte krijgen. Er wordt aan gewerkt. Dat geldt te-v.,uu vvva. v~.rd~a.a.. ui dau nict 'v'víir de iiaytd iiggcndc ómellderlllgell dle Llet

model kunnen verfraaien, zoals een beschrijving van de financiering vande produktie van het niet~marktgoed. Dit model dient men dan ook te be-scliouwen als een eerste aanzet.

3. Een tátonnement-proces door marktprijs en taakstelling.

Op dit punt aangekomen zijnde is het misschíen illustratief om naar aan-

leidíng van het in hoofdstuk 2 geformuleerde eenvoudige model een moge-lijke weg naar een evenwicht in de economie te beschrijven. Een táton-nement-proces is daartoe in eerste instantie het best geëigend. ( Zieo.a. Varian, [15~ ).

Wij stellen ons een abstract marktplein voor waarop de vier agenten uithoofdstuk 2 aanwezig zijn. Daarnaast ís er een marktvoorzitter ( of auc-tíoneer ) aanwezig die een bemiddelende en informerende taak heeft. Wel-

Page 11: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-7-

ke ~;edaante deze voorzitter in de praktijk dient aan te nemen laten wijvooralsnofi in het midden. Híj stel.t de agenten een vector ( p~,w~,w~,B~,~ m m n nxn ) voor. De agenten confron~eren deze informatie met hun optimalise-ringsproblemen, en stellen op grond van die gegevens hun optimale vraag-en aanbod-pakketten samen. Deze delen zij aan de marktvoorzitter mee.Constateert de voorzitter dan een overschot of een tekort op één of ineerdeelmarkten voor xm, lm en ln, dan zal hij dienovereenkomstig in de erop-volgende gespreksronde een lagere respectievelijk hogere prijs voorstel-len. De agenten stellen naar aanleiding van deze tweede vector hun opti-male combinaties van hoeveelheden en schaduwprijzen bíj. Mochten zichdan weer vraag- en~of aanbodsverschillen voordoen, dan is een derde ron-de noodzakelijk. Op den duur zal de marktvoorzitter een vector voorstel-l.en die ervoor zorgt dat er geen discrepanties tussen aangeboden en ge-vraagde hoeveelheden op de deelmarkten voorkomen. Aan het eind van dititeratieve proces zal sprake zijn van een evenwicht. Tot zover klinkt hetproces waarschijnlijk bekend in de oren. Experimenten díe een dergelijkproces trachten te simuleren zijn met wisselend succes uitgevoerd doorHarstad en Marrese in [6].

De niet-marktsector-producent Pn neemt op dit abstracte marktplein eenenigszins afwijkende posítie in. Getuige zijn probleem zoals geformuleerdin hoofdstuk 2 bestaat de voor hem relevante informatie van de marktvoor-zitter uit een budget Bn, omvang van taakstelling xn, een prijs pm en een

Figuur I. Factorruimte van P.-- nn

loonhoogte wn. Het kan voorkomen dat Pn een dusdanig budget en prijzen-vector voorge-shoteld krijgt dat hij niet in staat is aan de geprikte

Page 12: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-8-

taakstelling te voldoen. Een dergelijke situatíe is weergegeven in de'bovenstaande figuur. De factorcombinaties ( xm, ln ) die Pn technischin staat steller aan de opgedragen taakstelling x te voldoen vormennde gearceerde verzameling G. De comhinatíes die economisch haalbaarzijn worden naar boven begrensd door budgetlijn I, behorende bij degeprikte loonhoogte wn. Duidelijk is, dat Pn nu niet aan de taakstel-ling kan voldoen. Hij zou meer arbeid in dienst moeten nemen, maar daar-toe zou een verdere loonsverhoging nodig zijn wíl hij meer arbeidskrach-ten aan kunnen trekken. En dat laat het krappe budget niet toe.

Pn zal dientengevolge minder produktie aanbieden aan de marktvoorzit-ter. Als de gebruikers van xn deze kleine produktie als een tekortervaren zullen zij moeten reageren met een hoger aanbod van schaduw-prijs ~n. Een hogere schaduwprijs zal een gebruiker budgettair slechtskunnen aanbieden als hij, al substituerend, kleinere hoeveelheden vande overige goederen vraagt, maar zal de voorzitter er toe bewegen inde volgende ronde een hoger budget voor te stellen. ( Via p, zie denevenwichtsconditie voor de schaduwprijzen ín hoofdstuk 2.) Daarmee kanP uiteindelijk de kennelijk maatschappelijk gewenste hoeveelheid vannniet-marktgoed xn vervaardigen. ( 7,ie bijvoorbeeld budgetlijn II infiguur I, behorende bij het hogere budget.)

Een andere mogelijkheid is, dat de marktvoorzitter een vector heeft

voorgesteld, zodanig dat elke agent tevreden is, dat wil zeggen, zichin een persoonlijk optimum bevindt, en dat Pn zich geconfronteerd zietmet een te ruim budget. Een situatie als deze is in figuur I weernege-

ven door budgetlíjn III. Voorzover Pn geen prikkel heeft om meer teproduceren dan xn, hetgeen vanuit technisch oogpunt zou kunnen en eco-nomisch efficiënter zou zijn, zal deze allocatie niet Pareto-optímaalzijn. De efficíëntie-begrippen die wij hanteren zijn dezelfde als debegrippen die Wolfson hanteert in [18], De afnemers leggen kennelijkeen grote voorkeur voor xn aan de dag en stellen de kosten die zij o-

ver hehben voor xn gelijk aan die kennelijk hoge baten. Aanpezien Pnin het híerboven beschreven model een monopolistische status bezit zaldít zogenaamde consumentensurplus volledíg aan de niet-rmarktsector ten

Page 13: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-9-

goede komen.

In het laatste geval zal producent Pn een aantal voor hem optimale ín-putcombinaties kunnen kiezen. In de tekening vormen die cmmbinaties dedoorsnede van gebied G en de budgetverzameling, begrensd door budget-lijn III. Wolfson noemt alle toeaelaten allocaties in de economie be-horende bi-j deze punten X-efficiënte allocaties. ( 7.ie [18]). Dit be-grip beschrijft het verschil tussen de allocaties van produktiefacto-ren ín de produktiesectoren en het feitelijke gebruik daarvan. Zoalswe in hoofdstuk 2 gezien hebben zal Pn in dat geval zoeken naar diecombinatie die de hoeveelheid arbeid in dienst maximaliseert. Evenalsin het voorgaande hoofdstuk dient dit criterium als proxy díe het con-tinuiteitsstreven van de niet~marktsectorproducent weergeeft. Deze si-tuatie is niet stabiel indien de niet-marktsectoren gedwongen wordenimpliciet de technologie bekend te maken, zoals in het geval van con-currentie, zodat de prijs van de taakstellíngen aangepast wordt.

4. Uitbreiding naar een meer-sectorenmodel.

Een eerste stap ter verrijking van het simpele model van hoofdstuk 2bestaat uit het beschouwen van de non-profitsector bestaande uit Kdeelsector-producenten P~,...,PK, die K verschillende niet-rmarktgoe-deren produceren, met behulp van marktgoed xm, arbeid van het type lnen de niet-marktgoederen, x~,...,xK. Elke deelsector k- 1,...,K krijgteen taakstelling ter grootte xk, Alle producenten streven wederom con-tinuiteít van hun instelling na en zien zich dientengevolge geplaatstvoor het volgende probleem:

max ln ,dn d

s.t. xk ~ Gk( xm k~ lnk~ kX )~dn d ,

Bk :- pk.xk ~ pm.xm k f wn.lnk t~k.kx .

Page 14: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-10-

l k-1 ktl K 'waarin kx wordt gedefiniëerd als de vector ( x,...,x ,x ,,.,,x ).nk is de schaduwprijs die sector k over heeft voor het produkt van sec-tor j. De drie agenten Pm,C~ en C2 blijven dezelfde, evenals de analogeevenwichtscondities. Ook evenwicht wordt analoog aan het evenwichtsbe-gríp in hoofdstuk 2 gedefiníëerd.

In het tátonnement-proces prikt de marktvoorzitter wederom een vector,

doch nu bestaande uit prijs pm, lonen wm en wn, budgetten Bk en taken

xk. De Kf3 agenten zullen hun optimale combinaties bíj die gegevensrapporteren. De non-profitsector kan nu verdeeld worden ín twee groe-

pen. Een eerste groep bestaat uit deelsectoren die in de geprikte si-

tuatíe ruimschoots aan de taakstellíng kunnen voldoen, de tweede groepwordt gevormd door deelsectoren die de hen opgelegde verplichting niet

kunnen bereiken. Van beide groepen is de situatie voor êên deelsectorgeschetst in onderstaande figuur. PII behoort tot de eerste groep en

Deelsector I. -~ lnFiguur II. Factorallocaties.

Deelsector II.

kan niet aan de taak voldoen. Een lager loon zou hem budgettair in

staat stellen xII te halen, maar dan kríjgt hij te weinig arbeid aan-getrokken, aangezien PI, de exponent van de eerste groep, het hogereloon wél kan bieden. Indien de afnemers van xII wel degelijk belang

hechten aan xII, dan zullen z.íj dat in een volgende onderhandelings-

ronde kenbaar moeten maken door een hogere schaduwprijs ~II aan tebieden, eventueel ten koste van ~I, daar PI wel voldoende had. Dankzij

die hogere ~II zal de marktvoorzitter een groter budget BII prikken.Uiteindelijk zullen alle "markten" weer in evenwicht verkeren, waarbij

elke deelsector minstens aan zijn verplichting kan voldoen. Afhankelijk

Page 15: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-1]-

van de aanwezigheid van een, uit pure econamische en technische effi-ciëntie-overwegingen, overdreven waardering voor éên of ineerdere niet-markty;oederc:n zal er sprake zijn van een consumentensurplus. Dat sur-plus zal tot uitdruklcing komen in een te ruime financiële jas voor deniet-marktsector al.s geheel en het bestaat bij de gratie van de mono-polistische status van de niet-marktsector. Het surplus zal slechtsgelijk aan nul zijn als de afnemers perfect inzicht hebben in de tech-nisclie mogelijkheden van de deelsectoren, en als zij de te ruime jasbeantwoorden met slechts de minimale schaduwprijzen die nodig zijnvoor juist voldoende budgetten.

5. Uitbreíding naar een taak-concurrentie-model.

Een tweede stap in het verfraaiingsproces van het eenvoudige model ishet onderverdelen van alle K deelsectoren in Jk organisaties, waarbijJk ~ 1, k- 1,...,K. De organisaties behorende tot één deelsector krij-gen alle een eigen budget en taakstelling en dienen daarmee tesamen deaan de deelsector opgedragen taak xk te produceren. Het optimaliserings-probleem voor elke, zijn continuiteit nastrevende organisatie luidt,analoog als in hoofdstuk 4:

k.max 1 ~

n ~ k. dnk. dk.s.t. x~ ~ G ~( xm ~, ln ~, kx ),

dnk. dk. ~k ~ ~ ~Ek. '- pk'xj ~ pm'xm } wn'ln } (k~k.) .k~ .

J JEen vector V-( p,~,w ,w ; x,x,l ,l ; p), met .rt een matrix met al-m m n m m nle schaduwprijzen, uitgeoefend door alle gebruikers van niet-marktgoe-deren op alle deelsectoren, en x en r vectoren bestaande uit alle taak-stellingen en kostprijzen, noemen wij een evenwicht, indien- elke consument bij ( p,w ,w ,x ) zijn nut maximaliseert doorm m n

( xm,~c ,lm,ln ) te kiezen,i- de marktsector-producent zijn winst maximaliseert door bij ( p,w ,m m

x) de combinatie ( xm, m,lm ) te kiezer,,

Page 16: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

- iedere niet-marktsector-organisatie de hoeveelheid arbeid maximali-seert als hij bij ( pm,wn,x,p ) de combinatie ( xm;i~k,ln ) kiest,

- de markten voor x, 1 en 1, aismede de "markten" voor alle niet-m m nmarktgoederen in evenwicht zijn ín de vector V. Dit laatste houdtin dat voor elk niet~marktgoed de som der voor dat goed geldendeschaduwprijzen van de Qebruikers gelijk is aan de kostprijs.

Net als in het voorgaande hoofdstuk zullen een aantal'deélsectoren aan-vankelijk wél, en een aantal niêt aan de taakstelling kunnen voldoen,doch hetzelfde proces als beschreven in het voorgaande is ook hier vantoepassing: het loon voor de gehele non-profitsector is uniform en naverloop van tijd kan elke deelsector in zijn totaliteit minstens aande taakstelling voldoen.

Echter, binnen die deelsectoren die meer budget krijgen toegewezendan minimaal vereist, en die bestaan uit meerdere organisaties, zalnu sprake zíjn van concurrentíe. De naar continuiteit strevende or-ganisaties zullen erbij gebaat zijn een zo groot mogeliik "markt"-aandeel te veroveren. Een groot marktaandeel garandeert immers eeng,root budget, hetgeen de concurrentiepositie op de arbeidsmarkt, endaarmce op de duur de continuiteit ten goede komt. Figuur III moge

~ iIIIIII x ;` ;III

organisatie B.organisatíe A. -~ 1n

Figuur III. Taak-concurrentie.

dit verduideli.jken. In de tekening is de situatie geschetst van eendeelsector, bestaande uit twee organisaties met íeder hun eigen tech~nische mogelijkheden en karakteristieken. Beide krijgen een even groot

Page 17: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-]3-

budget, we.ergegeven middels de budgetlijnen a. Aanvankelijk veronder-stellen we dat beide producenten evenveel produceren, en zich op deisoquanten I bevinden. Terwijl nu producent B al maximaal effíciëntproduceert kan producent A zijn positie versterken door meer te pro-diiceren; A kan zijn produktie opvoeren tot isoquant II. Daartoe zalhij ook geneigd zijn, want indien hij dat doet zal er op het abstrac-te marktplein voor hun goed een "maatschappelijke overvloed" verschij-nen. De gehruikers van het goed zullen reageren met lagere schaduw-prijzen en het budget voor de bewuste deelsector zal worden terugge-bracht, bijvoorbeeld tot de hoogte corresponderend met de budgetlij-nen b, indien de korting beide organísaties even zwaar treft. In deuiteindelijke situatíe heeft de lokaal effíciëntere organisatie A zijnmarktpositie verstevigd, ten koste van organisatie B, door efficíënt teproduceren. Men zou kunnen beweren dat in het onderhavige geval de pro-ducenten als het ware de prijs gelijk stellen aan de marginale kosten.

Gedurende de iteratieve procedure zal tijdens het toewijzen van de

budgetten hlijken dat de ralariPf lnkaal effi~iëntere ~rg3n~oatíc A

gedeelten van het marktaandeel van de relatief inefficiënte organisa-

tie B kan overnemen, en zal daarvoor minder extra budget nodig hebben

dan B daarbij inlevert. De efficiënte organisatie A zal B zelfs vol-

ledig "uít de markt" kunnen werken indien hij ook globáál efficiënter

is. A zou daarmee in staat zijn B's gehele produktie erbij te nemen en

die goedkoper te verzorgen dan B zelf kan.

In het zojuist beschreven concurrentie-model zullen uiteindelíjk al-le organisaties efficiënt produceren, met uitzondering van die orga-nisaties die in hun eentje een deelsector vormen. Slechts die laatstenzullen in staat zijn een eventueel aanwezig consumentensurplus tevergaren.

Page 18: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-14-

6. Nawoord.

In de voorafgaande hooLds~ukken is een model getormuleerd waarmee men

een economie kan beschrijven waarin, naast de traditioneel optredende

consumenten en producenten ook non-profit-producenten voorkomen. Het

gedrag van deze nieuwe agenten kan worden verklaard uit het bekende na-

streven van de continuiteit van hun organisatie. Eên van de manieren

waarmee zij dat doel benaderd zien kan het veiligstellen van de voor

de produktie noodzakelijke hoeveelheid arbeid zijn, waarmee een zo

groot mogelijk marktaandeel verworven zou kunnen worden. Economisch

efficiënte produktie in de non-profitsector wordt dan bereikt indíen

de gebruikers van het non-profitgoed de technologie van de producent

kennen, of indien meerdere concurrerende organisaties hetzelfde non-

profitgoed vervaardigen.

Arbeid is heterogeen verondersteld. Arbeiders kunnen voorkeuren laten

blijken voor werk in de non-profitsector of voor werk in de profitsec-

tor.

Ons inziens kan dit model in al zijn eenvoud een uitgangspunt vormen

voor verder verdiepend onderzoek, en kan het helpen díverse onderzoe-

ken op deelgebíeden en naar praktijksituaties binnen het non-profit-

onderzoek te funderen. Men denke in dít verband mogelijk aan de stu-

die naar de allocerende werking van sociale zekerheid van Van den Bosch

en Petersen in [2], of aan verscheidene onderzoekingen van het IVA

( zie bijvoorbeeld [8] en (12] ), alsmede aan het onderzoek naar het

aanbod van quasi-collectieve goederen van Oppedijk van Veen ín [9].

In een volgende fase van di~t onderzoeksproject zal worden ingegaan

op problemen die reeds zijn genoemd aan het eind van hoofdstuk 2.

Daarnaast lijkt het ons interessant te streven naar een verklaring en

invulling van elementen uit het model met behulp van sociologischefactoren. Als aanvulling op economische invloeden kunnen sociologische

effecten die de onderliggende sociale en organisationele structuren

Page 19: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-15-

wijzigen het model verrijken. Vissers en Van Wezel streven in [16]bijhet formuleren van het zogenaamde sociologisch en economisch denkmodelnaar aanleiding van een arbeidsmarktmodel reeds naar een dergelijke vormvan integratie van sociologische en economische factoren.

7. Existentie van een evenwicht.

Shafer en Sonnenschein definiëren in []3] een abstracte economie, als eenalgemeen spel,~ voor n agenten, bestaande uit een rij drietallen {( Xi,Ai,Ui)} i-1 . Hierin is Xi de verzameling van keuzen, Ai een correspondentiedie de restricties van agent i samenvat en U. een nutsfunctie. Een vectorivan keuzen x-( xl,..., xn) is een evenwicht voor de economiel , indienxi de Ui( xl,...,xi-],.,xi}],...,xn) maximaliseert onder de restrictiex.F A.(x), voor elke i. Formeel:i i

Definitie. Een abstracte economie ~- {( Xi,Ai,Pi)}i-1 wordt gedefiniëerd1~.,uooï ii geoïdetiué ~iáïeii ( X.,A.,P.), wdaï A.:j X.~ X. en P.:1 ilt.~ X. cor-i i i r, i -~ i i ~ i

respondenties zíjn. Een evenwicht in ~ is een x E X-~Xj, waarvoor voorelk element geldt dat x.E A.(x) en P.(x)~~A.(x) - t~.i i i i

In [13] is bovendien -Fn bewijs te vinden van de volgende stelling overde existentie van een evenwicht in een dergelijke economie.

Stelling. Zij ~-{(;~' ,A., P. )}n een abstracte economie die voldoet-- i i i i-1aan:- X, is een niet-lege, compacte en convexe deel.verzameling van Bl,i- A. is boven-hemicontinu,i- A.(x) is níet leeg en convex voor elke x~ X,i- Pi heeft een open grafiek in XxXi, en- x. is een element van de convexe omhulling van P.(~:) voor elke x E Xi ivoor iedere i- 1,...,n. Dan bestaat er een evenwicht in de economie r.

Deze stelling is op het onderhavige model toepasbaar wanneer we een kuns~-

Page 20: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-16-

greep hanteren díe ook Ruys en Weddepohl in [10] hanteren. Naar analogie

van [10] beschouwen wij niet alleen producenten en cons~i-enten als agen-

ten die een doelstelling nastreven en in hun keuzeruimte beperkt worden

door restricties, maar beschouwen wij ook de markten als agenten. We de-

fi.niëren:

voor consumenten i, i- 1,2:K~3 1 K

- X.- X x~xL xL~,B , typisch element: x-( xm,T'c ,...,rc ,lm,ln ),c. m m n i ii~- Ac :- { x F YK}3I pm.xmt k~~r.~ . xk - wm.lm - wn.ln - i.Ji },

1 i.- P (x.):-{z.~. X ~ Ul(z.)~U1(x.) } .

c. i i c. i 1i i

voor producent m:K-i- 2 1 K

- X.- ~ xLmxXm~~B , typisch element: x-( n m,...,nm,lm,xm ),pm Kt 2

- A .- { x F B ~ x~ Y }, waar Y de produktieverzameling is,P ~ m m

m- Pp (x) :- { z E Xp I W(z) ~ W(x) }, W is de winstfunctie.

m m

voor. organisatie kj, j- I,...,Jk, k- I,...,K:K~ 2 1 k-1 kf 1

- Xk :- Xmx~xLnxXk~'~B , typisch element: x - ( xm,~k.'" ''~k. 'Rk. '~~~'J J J J~k.'ln,xj ),

J Kf 2 '- Ak :- { z- Y I pk.zK}2~Pm.z~} k~j.z t wn.zKt~~ zEYk },

J J-

Pk(lk.):- { zEXk ~ zK}~ ~lk. } .

J J J J

voor ma-lcten 1,1 en x3t m n m~ 3

- X:- ~, de duale ruimte van XmxLmxLn~~ B, typisch element: p-( pm,

w ,w ),m

3-f

- ~ :-{p-1B ~ p~Onllpll~~]} ,

- P :- { p - X j (xd-xs) .P ~ 0, (ld-ls) .w ~ 0, (ld-ls) .w ~ 0 } .m m m m m m n n n

voor bepaling xk , k- 1,...,K:~7 i-

- Xk :- ~}, de duale ruimte vanil-~.~, typisch element: x,

- Ak :-~ xk B} xk ? 0 1,

t k k k k k k k- Pk :- { pe Y ~ x.( pk- cl--c2---m ',~-...--k-1-.;kf~-...

Page 21: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-17-

Hierin staat I~ voor de produktruimte ~~xII2x...x~KriBK van schaduwprijzen

en knvoor de ruimte ~x.. .x~k-~~lk}~x.. ,~Kn BK-1 .

Consumenten optimaliseren hun nut bij L7egeven bsdgetrestrictie, producen-

ten maximaliseren winst, in het geval van Pm, of het aantal arbeidsplaat-

sen, in het geval van de organisaties kj, en de laatste Ktl nieuwe agenten

die wij gemakshalve marktmanagers noemen maximaliseren de waarde van het

verschil tussen aangeboden en gevraagde hoeveelheden of schaduwprijzen.Contróle van de vijf eisen uit de stelling levert bij een geschikte keuze

van nuts- en produktiefuncties geen problemen op, zodat we kunnen aanne-

men dat er een evenwicht in de economie bestaat.

Page 22: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-18-

8. Literatuuroverzicht.

Boiteux, M. Sur la gestion des monopoles publícs astreínt1'équilibre budgetaire.Econometrica 24, 1956.

~ 2~ Bosch, F.A.J. van den en C. Petersen. Een economische benaderingvan de allocatíe binnen de sociale zekerheid.Díscussion Paper Series 8214~g~p, Rotterdam, 1982.

~ 3~

~ 5~

Drêze, J.H. Human capital and risk bearing.CORE Reprint 390, Louvain-la-neuve, 1979.

Drêze, J.H. and M. Marchand. Prícing, spending and gambling rulesfor non-profit organizations.CORE Reprint 255, Louvain-la-neuve, 1976.

Guesnerie, R. Second-best pricing rules in the Boiteux tradition.Journal of Public Economics 13, 1980.

~ 6~ Harstad, R.M. and M. Marrese. Behavioral explanations of efficientpubli` gcod allocations.Journal of Public Economícs 19, 1982.

Hartog, J. Wages and allocations under imperfect information.De Economist 129, 1981.

~ 8~ Instituut voor Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek IVA. Jaarverslag1981.IVA, Tilburg, 1981.

~ 9~ Oppedijk van Veen, W. Quasi-collectief aanbod.Te verschijnen, IVA, Tilburg, 1983.

~10~ Ruys, P.H.M, and H.N. Weddepohl. Economic Theory and duality.Convex Analysis and Mathematícal Economics, Tilburg.Lecture Notes in Economics and Mathematical Systems 168, Springer-Verlag, 1978.

11 11 Sandmo, A. Optimality rules for the provisíon of collective factorsof production.Journal of Public Economics 1, 1972.

Page 23: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

-19-

~12~ Segers, J.H.G, J.T.M. Snellen en A:M.C. Vissers. Stagnatie enHerbezínning.IVA, Tilburg, 198'L.

~13~ Shafer, W. and H. Sonnenschein. Equilibrium in abstract economies.Journal of Mathematical Economics 2, 1975.

~14~ Spence, A.M. Market Signalling. -Cambridge, 1974.

~15~ Varian, H.L. Microeconomic Analysis.Norton-New-York, 1978.

~16~ Vissers, A.M.C. en J.A.M. van Wezel. Mentaliteit van het kapitalisme,bodem van de economie.Concept, IVA~SSW, Tilburg, 1982.

~17~ Winden, F.A.A.M. van. On the interaction between state and privatesector.Dissertatie, Leiden, 1981.

~18~ Wolfson, D.J. Public finance and the quest for efficiency.Discussíon Paper Series 8213~p, Rotterdam, 1982.

Page 24: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

- 1 -

IN 1982 REEDS VERSCHENEN:

O1. W. van Groenendaal

02. M.D. Merbis

03. F. Boekema

04. P.T.W.M. Veugelers

05. F. Boekema

06. P. van Geel

07. J.H.M. Donaers,F.A.M. van der Reep

08. R.M.J. Heuts

09. B.B. van der Genugten

1G. J. Roemeni i . J . ÍLVC1LC11

12. M.D. Merbis

13. P. Slangen

14. M.D. Merbís

Building and analyzing aneconometric model with theuse of a hybrid computer;part I.System properties of the jan.interplay model -Decentralisatie en regionaal maartsociaal-economisch beleidEen monetaristisch model voor maartde Nederlandse economieMorfologie van de "Wolstad". aprilOver het ontstaan en de ont-wikkeling van de ruimtelijkegeleding en struktuur vanTilburg.Over de (on)mogelijkheden meivan het model van Knoester.

De betekenis van het monetairebe~eic3 ynnr rle ?~lederl:,T;dgg eC,p-nomie, presentatie van een ana-lyse aan de hand van een een-voudig model

The use of non-linear trans-formation in ARIMA-Models whenthe data are nor.-Gaussiandistributed

mei

j uni

Asymptotic normality of leastsquares estimators in auto-regressive linear regressionmodels. juníVan koetjes en kalfjes I juliVan koetjes en kalfjes II juli

On the compensatorPart IProblem formulation and prelimi-naries juli

Bepaling van de optimale beleids-parameters voor een stochastischkasbeheersprobleem met continuecontrole aug.

Linear - Ouadratic - GaussianDynamic Games aug.

Page 25: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

- 2 -

15. P. HinssenJ. KriensJ. Th. van Lieshout

Een kasbeheermodel onderonzekerheid sept.

lE~. A. Hendriks enT. van der Bij-Veenstra

17. F.W.M. BoekemaA.J. HendriksL.H.J. Verhoef

18. B. Kaper

19. P.F.P.M. Nederstigt

20. J.J.A. tloors

21. J. PlasmansH. Meersman

22. J. PlasmansH. Meersman

23. B.B. van der Genugten

24. F.A. Kense

25. R.T.P. Wiche

"Van Bedrijfsverzamelgebouwnaar Bedrijvencentrum" okt.

Industriepolitiek, Regionaalbeleid en Znnovatie okt.

Stability of a discrete-time,macroeconomic disequilibriummodel.

Over de toepasbaarheid vanhet Amerikaanse 'DiagnosisRelated Group'-systeem inNederland

Auditing and Bayes' Estimatíon

An Econometric Quantity Ratio-ning Model for the LabourMarket.

okt.

nov.

nov.

nov.

Theorieén van de werkloos-heid. nov.

Een model ter beschrijving vande ontwikkelina van de veestapelin Nederland. nov.

De omzet~artikel concentratie-curve als beleidsinstrument nov.

Populaire wetten~specificatievewetten, oftewelOver het ethisch en maatschap-pelijk belang van een korrekteinterpretatie van generischeui tenraken cïec .

26. J.A.M. Oonincx Micro-computers, standaard-pakketten, administratievegegevensverwerking en infor-matieverzorging dec.

Page 26: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

ZN 19ó3 REEDS VERSCF3ENEN

O1. F. BoekemaL. Verhoef

02. R.H. VeenstraJ. Kriens

b3. J. KriensJ.Th. van LieshoutJ. RoemenP. Verheyen

04. P. Meys

05. H.J. Klok

06. J. GlombowskiM. Kruger

07. G.J.C.TH. van Schijndel

08. F. BoekemaL. Verhoef

Enterprise Zones.Vormen Dereguleringszones eenadequaat instrument van regio-naal sociaal-economisch beleid? jan.

Statistical Sampling in InternalControl Systems by Using theA.O.Q.L.-System.

Management Accounting andOperational Research

jan.

jan.

Het autoritair etatisme jan.

De klassieke politiekeeconomie geherwaardeerd febr.

Unemployment benefits andGoodwin's growth cycle model febr.

Znkomstenbelasting ín eendynamisch model van de onder-neming

Local initiatives: local enter-prise agency~trust, business inthe community

febr.

febr.

09. M. Merbís On the compensator, Part II,Corrections and Extensions febr.

Page 27: Tilburg University Profit-non-profit Velthuijsen, J.W ... · - bíj ( Pm'wm'wn'xn ) is voor elke consument i( xm,7Cc ,lm,ln ) de hoeveelhedencombinatie die het nut maximaliseert,

~ i ~~iï~~~ï~~ i ~imiiNlfii i i u i