91
Activak animatorcursus 1 Activak vzw Bredabaan 178 bus 6 2170 Merksem Tel.: 03/569 98 42 Fax: 03/569 98 43 www.activak.be www.moniweb.be FBA “OPLEIDINGSCURSUS Animator In het Jeugdwerk” PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 1

Activak vzw

Bredabaan 178 bus 6 2170 Merksem

Tel.: 03/569 98 42 Fax: 03/569 98 43 www.activak.be

www.moniweb.be

FBA “OPLEIDINGSCURSUS

Animator

In het

Jeugdwerk”

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 2: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 2

…Inhoudsopgave…

Sessie 1: “Kennismaking” ............................................................................................ 3

Sessie 2: “SPEL 1” .................................................................................................................. 5

Sessie 3: “Feedback & Evalueren” ...................................................................... 11

Sessie 4: “Spel 2” ............................................................................................................... 18

Sessie 5: “Hoe een spel voorbereiden en spelfiche” ............................. 24

Sessie 6: “Plaats in de groep” ............................................................................... 28

Sessie 7: “Creativiteit” .............................................................................................. 31

Sessie 8: “SPEL 3” ............................................................................................................... 33

Sessie 9: “Straffen en belonen” .......................................................................... 36

Sessie 10: “Drama & Expressie” .............................................................................. 40

Sessie 11: “Leeftijdsgericht werken” ............................................................... 44

Sessie 12: “Begeleidershouding” ......................................................................... 47

Sessie 13: “Speciale situaties” ................................................................................. 50

Sessie 14: “Tochttechnieken & - animatie” ................................................. 63

Sessie 15: “Verzekeringen” ...................................................................................... 69

Sessie 16: “EHBO” ............................................................................................................... 74

Sessie 17: “Stageboekje” ............................................................................................. 80

Sessie 18: “SPEL 4” ............................................................................................................. 81

Sessie 19: “Activak.be: alles over Activak” ................................................ 82

Sessie 20: “Evaluatie” ................................................................................................. 89

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 3: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 3

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 1: “Kennismaking” Deel 1: Ontvangstspel Deel 2: Zes tips De cursisten maken kennis met hun cursusgroep. Dit gebeurt aan de hand van allerlei kennismakingsspelen en groepsbevorderende spelen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de bruik- en haalbaarheid van de spelen in de eigen groep en het effect van deze spelen op het groeiproces. De eerste blok kennismaking bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een losse, laagdrempelige kennismaking. Iedereen van de groep staat nu nog op hetzelfde niveau. Vanaf nu is er start gegeven aan de groepsdynamiek. Zorg ervoor dat je iedereen dezelfde kansen geeft in deze eerste blok. Als de namen gekend zijn en iedereen voelt zich wat op zijn gemak zijn kan je dieper ingaan op het persoonlijke van de cursisten (hobby, school, lief,…). Dwing niemand om dingen te vertellen, creëer een sfeer van openheid. Hou rekening met volgende tips en geef ze ook mee aan de cursisten. 1. Lichamelijk contact? Lichamelijk contact komt best pas later aan bod tijdens de kennismaking. Wanneer juist, hangt natuurlijk af van wat je onder lichamelijk contact verstaat. ‘Lichamelijk contact kan, maar met mate!’ De lichamelijke contacten kunnen geleidelijk aan opgebouwd worden tijdens de groepsbevorderende spelen. Belangrijk wel is dat er een soort ‘veiligheidsgevoel’ is: mensen moeten zich reeds op hun gemak voelen. 2. Competitief/ Prestatie? Dit lijkt ons een veel te hoge drempel om mee te starten. Niet iedereen is even goed in alles, kies daarom geen competitieve spelen waarin mensen zich meteen moeten bewijzen. Ook andere eindproductgerichte spelen of activiteiten (Bv knutselen, creativiteit, acteren,…) kunnen beter vermeden worden. Dit geldt natuurlijk voor alle soorten voorstellingen, niet iedereen is bv. verbaal even sterk, .... Om deze reden is het misschien aangewezen om de cursisten een houvast te geven, iets waarop ze kunnen terugvallen. BV. je voorstellen aan de hand van je portefeuille, collage over jezelf aan de hand van tijdschriften,... . Probeer alles in groep te doen. Het individueel werken aan is zeker niet bevorderlijk voor het groepsproces.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 4: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 4

3. Interviewprincipe? We laten de cursisten één voor één onze vragen en die van de rest van de groep beantwoorden zodat we alles perfect weten wat we willen weten. In ’t begin lijkt het ons beter om rechtstreeks contact te vermijden. In die zin dat het spelen van ‘gewone’ spelletjes een lagere drempel is. Voor de diepere kennismaking lijkt het ons dat dit niet altijd in de grote groep moet gebeuren, maar in kleinere groepjes (2 à 3). Deze groepjes kunnen uiteraard regelmatig wisselen. De mogelijkheid om vragen te stellen moet er zeker zijn. Uiteraard moet de cursist in kwestie niet meer vertellen dan hij/zij zelf kwijt wil. 4. Rustig aan beginnen? Zeker niet, tempo en actie zijn hier de boodschap. De cursisten voelen zich heel onwennig en moeten bezig zijn, geen te lange vervelende stiltes of pauzes. De spelletjes moeten goed aaneensluiten, zodat er geen dode momenten vallen. De schwung moet erin gehouden worden. Uiteraard moeten de cursisten nog kunnen ademen. 5. Lastposten meteen buiten? Lastige cursisten/ groepselementen moeten op een terechte manier op hun plaats worden gezet, afhankelijk van de situatie en de groep. In het begin van de cursus zijn er meestal wel wat ‘opvallers’ omdat ze zich niet weten te gedragen. Er te veel aandacht aan schenken zou een verkeerd effect kunnen hebben. In eerste instantie lijkt negeren ons de boodschap. 6. Bloot geven? Als dit spontaan komt, is dit oké, maar we willen zeker niets forceren! Vaak is het zo dat er buiten de cursus (aan tafel, in de bar, …) nog doorgepraat wordt. Als cursusbegeleiding moet je consequent zijn: hetgeen jij van de cursisten verwacht, moet je ook zelf kunnen en willen doen.

Deel 3: Naamspelletjes

− Eerst de namen leren kennen, dan inoefenen − Niet te ingewikkeld − Hoog tempo Vb: namenketting, bal door gooien, vallende doek, rippel stippel, krantenklop, billeklets, ik zit in het groen, stok vangen, ritme klaar,…

Deel 4: Diepere kennismaking 2de deel van de kennismaking: start laagdrempelig, na verloop van tijd zal je meer kunnen riskeren en vragen. Vragenspelletjes: Hobby, School, Specialiteiten, familie, vrienden,… Vb: binnen en buitencirkel bevragen elkaar, mensen met gelijkenis zoeken en verzamelen, kettingverhaal (link jou leven aan dat van iemand anders), ...

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 5: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 5

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 2: “SPEL 1” Deel 1: Spel, wat? Ongetwijfeld hoort de pret, de ontspanning erbij, maar toch steken er veel meer waarden in het spel. Denk maar eens even aan de sociale vorming, gemeenschapszin, het samenwerken. Ook meer karaktervormende elementen, zoals het doorzetten, volhouden, het winnen van zelfvertrouwen,enz… Je kan ook meer intellectuele doelen nastreven zoals het ontdekken van structuren, of het opbouw van een plan. Wil een monitor deze dingen met zijn deelnemers kunnen bereiken, dan moet hij in een goede relatie tot zijn kinderen staan. Het opbouwen van zo’n vertrouwensrelatie is erg moeilijk en vraagt in de eerste plaats dat je « kindgericht » bent, dwz dat je tracht aan te voelen hoe de kinderen iets ervaren, wat op een gegeven ogenblik het beste voor hen is, wat hen het meest aanspreekt. Zelfs al sta je erg invoelend tegenover je deelnemers, dan nog moet je enkele technische, didactische principes in het oog houden, wil je spelronde kans op slagen hebben.

Deel 2: Indeling van spelen

• Spontane spelen

Het zijn spelen, waarbij de kinderen zelf het initiatief nemen. Zij bepalen zelf de regels en het verloop van het spel. Zodoende kunnen zij zich vrij en ongedwongen uitleven. Niemand is verplicht er aan deel te nemen. Iedereen kan, naar eigen goed denken, zijn spel spelen. Bij dit soort spelen is er geen tussenkomst van de monitor. Hij mag zich niet opdringen bij de kinderen. Wel kan hij deelnemen aan het spel, maar dan alleen wanneer de kinderen er zelf om vragen. In sommige gevallen kan de monitor wel suggererend werken om de kinderen tot spel aan te zetten. Hij moet wel bij het spel aanwezig zijn, want bij spontane spelen blijft toezicht zeker noodzakelijk. Bij spontane spelen, is de kans groot dat de kinderen zich gaan vervelen, of dat er ongelukken gebeuren door gevaarlijke spelen. Trouwens, de inspiratie van de kinderen is veel vlugger uitgeput.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 6: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 6

• Geleide spelen

Het zijn spelen, waarbij het initiatief volledig bij de monitor ligt. Hij geeft een duidelijke begeleiding . Deze spelen gebeuren meestal in groepsvorm. Al deze spelen zijn doelgericht. Er is tevens een duidelijke programmatie in de volgorde der spelen. De volgorde is bepaald naar de spelkurve. Dit is de kurve van beweging en rust.

1) Collectief animerende spelen Iedereen neemt deel aan het spel, van het begin tot het einde. De bedoeling van dit soort spelen is een zekere animo te wekken. Alle kinderen moeten los komen. Het zijn spelen waar meestal veel beweging in zit en waar veel lawaai bij te pas komt. Ze zullen geleidelijk of zelfs zeer vlug tot een hoogtepunt komen. De kinderen voelen zich vlug thuis. Zo zullen zij vlugger als individu in groep naar voren komen. Deze spelen scheppen een aangename sfeer en men zal vlug vrienden maken. Men kan een spelronde best met enkel collectief animerende spelen beginnen.

2) Spectaculaire spelen Deze spelen geven aan één of aan enkele individuen de gelegenheid op de voorgrond te treden, en de rest moedigt aan. De spelers komen beurtelings naar voor. Dit kan bepaald worden door de monitor of door de kinderen zelf. Wel moet de monitor in ‘t oog houden dat iedereen aan de beurt komt. Haantjes de voorste zullen vlugger op de voorgrond komen dan de stille kinderen of de zwarte schapen, die weinig of geen kans krijgen. LET WEL OP: Geef de spelers de kans om tot rust te komen. Anders loopt men het gevaar overdreven reacties te krijgen of zelfs brutaliteiten.

3) Bedarende spelen Het zijn kalme, rustige spelen. Zij kennen een rustig verloop. Zowel de groep als het individu kan hierbij aan bod komen. Deze spelen worden gespeeld op momenten dat de kinderen psychisch en fysisch tot rust moeten komen (voor het eten, slapen,…) Zij geven de mogelijkheid om, zonder moeilijkheden of zonder dat de kinderen zich vervelen, tot rust te komen.

• De keuze van het spel

De keuze van het spel hang af van: − de groep: lawaaierig, revolterend, zeer gehoorzaam, onhandig,… − de leeftijd (zie ook verder bij psychologie van het kind):

� Tot 10 jaar zijn de kinderen erg individueel gericht : men doet best geen competitie in groepen (vb : estafetten,…) men kiest best spelen met weinig taakverdeling men moet veel belang hechten aan de inkleding van het spel

� Van 11 tot 13-jarigen:

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 7: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 7

zijn zeer vatbaar voor competitieve spelen groepsspelen (vb pleinspelen) hebben reeds succes ook groepscompetitie wordt aanvaard men mag ook individuele competitie doen (vb atletiek,…) inkleden mag nog steeds (hangt af van de groep, thema,…)

� Boven de 14 jaar: veel individuele spelen groepscompetitie

• De omstandigheden

� tijd: voor het slapen gaan geen ruwe spelen � terrein: bos, plein, kamer,… � het weer

Let er ook op dat je een spelronde steeds rustig begint, naar een hoogtepunt toewerkt, maar op het einde ook enkele bedarende spelen voorziet. Het is verder ook logisch dat, hoe uitgebreider je voorbereiding is, hoe sterker je staat.

Deel 3: Een aantal soorten spelen…

• Groepsindeling spelen (= spelen om de grote groep in kleinere groepjes te delen)

� aftellen (rijmpje, nummeren,…) � wimpelloop met gekleurde wimpels � uitdelen van een kaartspel (harten bijeen, ruiten bij elkaar,…) � het trekken van een nummer uit een zak � iets doorgeven ; bij het fluitsignaal, op het stoppen van de muziek, gaat de man die

het voorwerp heeft naar groep één. De volgende keer naar groep 2, dan weer naar 1, enz…

� 1 – 2 – 1 – 2 - …. : ploeg 1 en 2 � A – B – A- …. : ploegen A en B � Iedereen loopt binnen één ruimte rond, terwijl er muziek wordt gespeeld. Stopt de

muziek, dan vormt men groepjes van het gegeven aantal, 3,4,6,… tot het vereiste aantal groepen bereikt is.

� Gekleurde dassen/kaartjes uitdelen � Ieder krijgt een stukje puzzel: samen de tekening vormen = samen blijven in de

ploeg � Vrije keuze � Ieder trekt zijn schoenen uit (één is reeds voldoende) ; de schoenen worden bij

elkaar gezet in ploegen � Beginletter van de voornamen � Verjaardagen � Per paar gaan staan in een rij achter elkaar: links vormt een ploeg en rechts vormt

een ploeg. � Ieder krijgt een stukje van een spreekwoord, dat moet samengesteld worden. � Ieder krijgt een papiertje met een diernaam erop, loopt rond terwijl hij het geluid

van zijn dier maakt en zoekt zijn soortgenoten. � Iedereen loopt geblinddoekt rond. Op het sein tracht men groepen te vormen van

een bepaald aantal. � Op basis van het haar: lang/kort, krullen/geen krullen,… � Iedereen staat achter elkaar, en houdt boven het hoofd een (fictieve) zware balk

vast, op het teken van de spelleider springt iedereen van onder de balk vandaan. Rechts is een ploeg en links is een ploeg.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 8: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 8

� Een kaartje onder ieders stoel hangen � Twee personen worden aangeduid: om de beurt kiezen ze een medespeler tot

iedereen bij een ploeg hoort � Met een teerling gooien: wie 1 gooit, hoort bij elkaar � ……

• EHBDM (= EHBDM staat voor Eerste Hulp Bij Dode Momenten: korte momenten waarbij de tijd onvoldoende is om een groot spel te doen. Momenten voor het begin van een nieuwe activiteit, voor het eten, al wachtend op de bus….)

� Zing een liedje (gebarenliedjes zijn daarvoor zeer geschikt !) � twee is te weinig, drie is teveel � telefoontje met variaties � kat en muis � zakdoek leggen � dag mijn Rozemarijntje � Zeg ken jij de mosselman � tijaja tijaja,…. � Enkele korte estafetten waar je geen materiaal voor nodig hebt � Een korte vertelling (vb : een mopje, …) � Bikkelen met steentjes � steentjes doorgeven aan elkaar in twee ploegen � een korte kwis � ……

GOUDEN TIP : Zorg steeds voor een EHBDM-lijstje (= Eerste Hulp Bij Dode Momenten-lijstje) Dit is een verzameling van allerlei kleine activiteiten die bruikbaar zijn om deze gevreesde ‘dode momenten’ weer levend te maken Zorg dat je dit lijstje steeds op zak hebt!

• Sluitingen (= Het is een rustig moment waar de dag samen mee wordt afgesloten. Het is een moment dat wel voorbereid moet zijn.)

Het is niet :

� griezelverhalen vertellen � snel nog even wat verzinnen � snel nog even een tekst zoeken � een spel � enkel een evaluatie houden

Waarom een sluiting ?

� Het biedt ons de kans om de dag even te overlopen. � Het biedt ons de kans om een dag goed of slecht af te sluiten. � Een sluiting is een duidingmoment . � Een moment om eens stil te staan, wat er die dag gebeurt is. � Wat men die dag allemaal heeft meegemaakt. � Het is een moment om dank u of sorry te zeggen, � voor mezelf, tegenover anderen en tegenover de groep.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 9: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 9

Hoe een sluiting houden. Maak gebruik van sfeermakers.

� kies de juiste locatie � maak het donker � gebruik theelichtjes, kaarsen, spots, … � maak gebruik van muziek ( denk aan de rust ) � Zet iedereen dicht bij elkaar, en zorg dat iedereen je kan zien. � Spits je niet op een persoon, of op een punt. � Speel in op wat er die dag gebeurde en vergeet niet om ook positieve dingen � te melden.

Soorten sluitingen.

� een verhaal voorlezen � een mooie tekst voorlezen � een liedje zingen � een song laten horen � een actieve sluiting, iets laten opschrijven, iets tekenen … � een sluiting waar ze hun handen bij moeten gebruiken � naar de sterren kijken � een kampvuur,….

GOUDEN TIP Leg op voorhand de kinderen uit dat een sluiting een rustig moment is.

Tips & Tricks

� Laat de kinderen naar de sluiting groeien; � Bouw af met je vorige activiteit. � Laat ze rustig worden voor je naar de sluiting gaat. � Zet rustige muziek op bij het binnenkomen van het lokaal. � Zorg dat de sluiting ergens plaats vindt waar het rustig is en waar men � je niet stoort. � Pas je sluiting en teksten aan aan de leeftijd van je kinderen. � Speel in op de gebeurtenissen van de dag. � Zorg dat er niemand gekwetst is na de sluiting en probeer positief te eindigen. � Probeer tijdens de sluitingen in stilte op te treden, als je begint te roepen, of � hard ‘sssssst …’ doet, is de rust én sfeer weg. � Probeer eerder met non-verbale communicatie of even te wachten. � Zorg dat de kinderen in stilte gaan slapen, en de andere niet storen. � Laat een sluiting niet te lang duren, max. 10 a 15 min. � Doe de sluitingen in kleine groepjes, en 1 avond een kampsluiting is genoeg!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 10: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 10

• Doe-het-zelvers

WAT: Iedereen gaat in kleine groepjes zitten en kiezen één spel waarop ze heel de week de theorie toepassen. De cursisten kiezen één EHBDM spelleke uit, en maken er tegen het einde van de week, een uitgebreide activiteit van die 2u kan duren. Dit spel dragen ze heel de week mee, en passen steeds aan het einde van een sessie die sessie erop toe. Tijdens spel 4 krijgen ze nog tijd voor de laatste voorbereidingen en brengen ze hun spel voor. DOEL: op deze manier kunnen de cursisten enerzijds ontdekken hoe je een orgineel en creatief spel stap voor stap kan opbouwen. Daarnaast ervaren ze meteen de bruikbaarheid van alle sessies die doorheen de animatorcursus gegeven worden. Belangrijk: Wacht niet op spel 4 om je cursisten aan het werk te zien. Een mogelijk idee om hen ook doorheen de week een spel te laten voordragen, is aan iedereen in het begin van de week een EHBDM spel te geven en hen er zelf nog één te laten kiezen. Elke dag voorzie je een half uurtje kleine spelletjes, waarbij de cursisten één voor één een spelletje moeten uitleggen en voorbrengen. Op die manier kan je ze doorheen de week nog bijsturen en ti^s meegeven voor het eindspel. Je kan eventueel dinsdag al een ‘formeler’ moment van individuele evaluatie inlassen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 11: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 11

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 3: “Feedback & Evalueren” De cursisten ondervinden door een aantal proeven de hindernissen die je kan hebben bij het luisteren, feedback krijgen en geven. Achteraf gaan we deze proeven overlopen en bespreken.

Deel 1: Opwarming Elkaar vinden: per 2 � is geblinddoekt, de andere gaat op een andere plaats staan en begint een gebeurtenis te vertellen (geen namen noemen of zeggen hier ben ik …) De geblinddoekte gaat nu zijn partner zoeken. 1) was het gemakkelijk om uw partner te vinden? 2) wat heeft je partner verteld?

Deel 2: Feedback

• Proefjes

A. ‘sounds around’ We luisteren naar 10 fragmenten: wat heb je gehoord? Nabespreking � we waren stil, we hebben geluisterd. Dus als we stil zijn en luisteren naar elkaar dan kunnen we een goede babbel slaan en alles begrijpen. B. 3 groepen, liedje proberen over te roepen met stoorzender. De drie groepen staan met een ruime afstand van elkander, de éne groep moet een liedje over brengen naar de andere groep; de middelste groep is de stoorzender en begint op voorhand te roepen, storen. Iedere groep komt aan bod. hoe kwam het dat je niet alles goed kon verstaan? De ontvanger was toch stil, en ze luisterden! Nabespreking � dus als de stoorzender weg is, dan kunnen we wel elkander verstaan!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 12: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 12

C. zo ver mogelijk uit elkaar iets proberen uit te leggen aan je partner, wat je lievelingseten is en drank, wat je echt niet graag eet en drinkt,... 2 groepen staan met een afstand over elkaar, één groep begint te vertellen wat hun lievelingseten is, … wat heeft je partner verteld? Nabespreking � dus als we dicht bij elkaar staan, stil zijn … dan gaat dat wel lukken! D. zin doorfluisten: we gaan naast elkaar staan en een zin doorfluisteren. “De Kerstman zei tegen de paashaas dat Sinterklaas dit jaar niet met kerstmis komt, maar dat zwarte piet wel komt met Pasen.” Wat ging er fout? Nabespreking � we waren stil, geen stoorzender, we hebben geluisterd, stonden bij elkaar! Via – via werkt niet echt. Dus als we rechtstreeks tegen elkaar spreken gaat dat beter! E. Per 2 rug aan rug, vertellen welke vakantie dat je graag zou doen. Wat is je partner zijn ideale vakantie? Ging dat gemakkelijk? Nabespreking � dus als we stil, … en over elkaar staan gaat dat beter! F. Per 2 elkaar vertellen hoe mooi de ogen van de ander wel zijn, en beschrijven, zonder naar de ogen te kijken. en was dat handig? Nabespreking � Dus als we stil, … en in elkanders ogen kijken dan werkt het! G. Boodschap overbrengen met andere emotie dan het zou moeten blij dat je op deze cursus bent, op negatieve manier brengen. Spijtig dat je naar huis, moet heel vrolijk vertellen wat voor een gevoel gaf dat? Nabespreking � we zijn stil,… en we zijn eerlijk tegen over elkander, dan moet dat lukken! H. Verhaaltje vertellen, maar elkaar niet laten uitspreken en de woorden afnemen. was dat leuk? Nabespreking � laten uitspreken kan helpen! I. Iemand vertelt iets tegen jou maar je luister niet echt, je zegt wel af en toe een ja, maar dat is niet met je aandacht. J. Per 2, 1 gaat naar buiten. De 2 krijgen een verschillende opdracht. K. Je moet aan je partner de grote liefde verklaren Als je partner iets tegen jou wil vertellen, ontwijk je hem/haar … het is lucht L. Als je partner je iets wil komen vertellen, dan heb je eigenlijk iets veel belangrijker te vertellen en je overtroeft je partner Je probeert aan je partner iets persoonlijk te zeggen dat je nauw aan het hart ligt en je hebt echt nood aan een luisterend oor

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 13: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 13

• Houding

A. Wat is er belangrijk als je een gesprek voert?

� Geen stoorzender � niet te ver uit elkaar � rustig moet zijn � Oogcontact � de juiste emotie � rechtstreeks

B. Houding: SOFTEN Smile glimlachen Open open houding Foward lean naar voren gebogen houding Touch Aanraking Eye contact oogcontact Nod knikken C. IK boodschap (zie schema in bijlage) Het is belangrijk bij feedback of bij problemen van met de ik vorm te spreken. Ik vind dat je dat anders zou moeten doen Ik voel me er niet goed bij dat je dat doet Ik word hier door niet gelukkig …

• Feedback

A. Belang van feedback:

� door feedback wordt positief gedrag ondersteund en bevestigd. � door feedback kan negatief gedrag worden gecorrigeerd

o vb: je hebt me nu al een paar keer onderbroken tijdens mijn uitleg, ik vindt dit niet leuk, ik zou het fijn vinden dat je me laat uitspreken.

� feedback verduidelijkt de relatie tussen mensen, je kan er elkaar beter door begrijpen, betere samenwerking

o vb: ik vond dat het vandaag beter verlopen is o ik vindt dat het beter gaat tussen ons

� we bevestigen wat we op prijs stellen en wat niet, we kunnen ons hart luchten. B. Waar op letten bij het geven van feedback

� let op het non-verbale gedrag van de andere, oogcontact. � wees zo kort mogelijk � formuleer je feedback zo kort en bondig mogelijk. � Draai niet rond de pot. � blijf bij de kern van de zaak

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 14: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 14

� je geeft feedback omwille van een voorval, situatie of op het gedrag van de monitor.

� Niet op zijn persoon zelf, of zaken die er niet toe doen. � houd rekening met het incasseringsvermogen van de ander. � Het is niet de bedoeling om de andere te kraken of de grond in te boren. � Zoek de gulden middenweg � Bij de éne zal je voorzichtiger moeten zijn dan bij de andere.

C. Ontvangen van feedback

� ga na of de ander je goed begrijpt. � Vat de kern met je eigen woorden samen, om zeker te zijn dat je het goed

begrepen hebt. � vraag door. � Wanneer de info die de andere geeft te algemeen of vaag is, vraag voorbeelden � vraag na bij de anderen. � Ben je benieuw of dat het zo ook bij de anderen is overgekomen … . � Accepteren betekent niet altijd dat je het er mee eens bent. � Laat eerlijk blijken wat het je doet. � Feedback heeft altijd een bepaalde betekenis voor je, je vindt het vervelend of

fijn, toon dit aan de feedback gever. � bepaal zelf wat je er mee doet. � vergeet niet dat je in een team werkt. Probeer samen tot een oplossing te komen.

D. Gouden regels bij FEEDBACK 1. DENK AAN ALLE REGELS VAN ACTIEF LUISTEREN 2. GEWENST: De ontvanger moet de feedback willen ontvangen 3. SPECIFIEK: Feedback moet to the point zijn. 4. GEDRAGSGERICHT: Beschrijf welk gedrag u van de andere hebt waargenomen. 5. DUIDELIJK: Check altijd of de informatie duidelijk was. Dus een soort feedback op de feedback 6. TIJDIG: Feedback moet op to date zijn. Geef het op de juiste moment 7. BESCHRIJVEND: Leg uit, geef voorbeelden 8. UITVOERBAAR: de feedback is gericht op activiteiten die de ‘speler’ aan kan 9. PERSOONLIJK: Feedback moet onverbloemd zijn; dit wil zeggen mondeling in eigen persoon. Dus niet via telefoon, brief, msn, mail of via derden.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 15: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 15

Deel 3: Evalueren

• Wat is evalueren?

Evalueren: is iets beoordelen is kijken of het goed of minder goed is is iets waarderen

is met opbouwende kritiek iemand doen groeien in zijn jeugdwerk-loopbaan. de E van evalueren is niet de E van executeren !!! de E van evalueren staat voor de E van educatief evolueren

• Wie of wat evalueren.

� De kinderen � Het kamp op zich, de verantwoordelijken, en de monitoren

• Evalueren met de kinderen.

A. Het belang van evalueren.

� Je bent maar enkele dagen samen, het is daarom van groot belang dat de sfeer, de leefbaarheid in de groep optimaal is.

� Onderlinge relaties tussen de kinderen kunnen erdoor verbeterd of versterkt worden.

� Kleine problemen kunnen hier worden blootgelegd, en worden opgelost. � De monitoren krijgen informatie over zichzelf, over hoe hij/zij overkomt bij de

kinderen. � De moni krijgt informatie over hoe ze zijn/haar manier van omgaan met hen

waarderen. … B. Wat wordt er besproken. Wat wel. Wat niet - sfeer groep - eten, 4 uurtjs - eventuele problemen - het materiaal - de gemaakte afspraken ( bedden, eetgerei, vervoer, … ) - de activiteiten - strengheid monitoren, monitoren - de monitoren beoordelen met uw mening. - voorstellen van de kinderen - …

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 16: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 16

C. Wanneer wordt er geëvalueerd? Eigenlijk evalueer je de ganse dag door, op spontane momenten kun je praten met je kinderen over wat er leeft in de groep, voorstellen van kinderen of kleine problemen opvangen. Toch zou je dagelijks een 10-tal min. vrij moeten maken om met je groepje te praten. Denk eraan dat een sluiting geen evaluatie-moment is, niettemin kan tijdens de sluiting dingen naar boven komen. Laat deze echter niet ongemoeid! D. Hoe kan je met kinderen evalueren? Vergeet niet dat niet alle kinderen gemakkelijk in groep praten, probeer dan ook de groepen zo klein mogelijk te houden. Verplicht de kinderen niet om in groep te praten, als je echter iets bij een kind opmerkt, en dan in groep er niet over praat neem deze dan even apart. Zorg ervoor dat de evaluaties afwisselend zijn, gebruik verschillende technieken. E. Evaluatie technieken

� een gewoon open gesprek � verkeerslichten: werk met kleuren als waarde meter � lachende en huilende gezichtjes � weer: een zon en een regen wolkje � weegschaal � vuile en propere was � een pos. en een neg. handpalm tekenen en in iedere vinger een punt schrijven � een ballon vullen met de briefjes van de kinderen, opblazen tot hij ontploft,

vervolgens nemen de kinderen ieder een briefje en lezen het voor. � muzikaal pakket: laat ze iets doorgeven, en als de muziek stopt, moet de persoon

die het voorwerp heeft iets vertellen. � …

Tips

� Zorg steeds dat jij het gesprek leidt, maar blijf neutraal. � Zorg steeds dat iedereen iedereen kan zien ( het is storend dat als iemand aan het

woord is anderen hem storen met het vragen van “Wie is aan het woord”.) � zorg dat je niet over-evalueerd!!! � maak achteraf voor je zelf een kleine evaluatie over de evaluatie; � kwam iedereen aan bod om iets te zeggen � was men voldoende geïnspireerd � …

Opmerking

� De moni speelt bij de evaluatie enkel een begeleidende rol, in geen enkel opzicht mag de moni zijn/haar eigen mening opdringen.

� De moni moet een luisterende functie verzorgen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 17: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 17

• Evalueren ven het kamp, moni’s…

� Elke vakantie wordt er iedereen geëvalueerd, dit met de bedoeling om iedereen

tips te geven om verder te groeien als moni, verantwoordelijke… � Ook hier evalueert men gans de periode door. � Wacht niet tot op het einde om iets te zeggen! � Als je met iets zit, zeg het dan de dag zelf nog. � Evalueren is ook iets positief, is ook iets waarderen! � Laat regelmatig ook de positieve dingen horen.

� Ieder moni krijgt in het begin van het kamp een algemeen evaluatiepapier. � Vul dit zorgvuldig in en op een eerlijke manier.

GOUDEN TIP Als je tips of complimenten krijgt, is dit enkel om je te doen groeien of om te waarderen. Erken deze ook en bekijk het niet als een rapport of een verslag. Doch, als je niet akkoord bent met bepaalde zaken, heb je steeds het recht om hierover in discussie te gaan. Alles is bespreekbaar, en soms zijn er dingen die ook wij niet kunnen weten.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 18: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 18

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 4: “Spel 2”

Deel 1: Stemgebruik • Ademhaling A. Ademhaling naar de buik brengen

Op de rug liggen en tot rust komen: iedereen ligt op de grond, verspreid in de zaal. Er staat rustige muziek op zodat we alles even vergeten en ons volledig kunnen inleven in de sessie. Concentreren op de ademhaling: iedereen ademt rustig in en uit, wij lopen rond om te kijken waar iedereen zijn ademhaling zit. Één hand leggen op de plaats waar je ademt: iedereen legt zijn hand op de plaats waar ze hun ademhaling voelen (buik, borst). Zo kunnen we zien wie zijn ademhaling juist zit of bij wie die nog verkeerd zit. De ademhaling gebeurt vanuit de buik en niet vanuit de borst. De ademhaling proberen naar je buik te brengen: iedereen legt zijn hand op de buik. Als je inademt moet je buik dik worden en als je uitademt duw je je buik plat met je hand. Zo kan je je ademhaling in de buik controleren. Goed inademen en als sissent uitademen: iedereen heeft nog altijd zijn hand op de buik liggen en ademt goed in(buik wordt dik), dan gaan we al sissent uitademen(onze buik plat duwen). B. Ademhaling

� Wandelend: borst vooruit, schouders in elkaar, hoofd vooruit � als we in elkaar gedoken rondwandelen kunnen we niet voldoende lucht opnemen op goed te ademen. Een open houding creëert een betere ademhaling.

� Stilstaand: opgespannen met de armen tegen het lichaam, ontspannen armen in de lucht � als we ons opspannen is de ademhaling niet optimaal, bij een ontspannen houding kunnen we veel meer lucht opnemen in onze longen en kunnen we veel meer doen op 1 adem.

� Zittend: in een bolletje, ontspannen achteruitliggend � wanneer we ons klein maken beperken we weer de inhoud van onze longen, we persen alles bij elkaar zodat er niet veel lucht in kan. Bij we liggen op de grond of rechtop zitten kunnen we veel meer lucht opnemen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 19: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 19

� Liggen: inademen via de borst, via de buik � dat kunnen we heel overdreven laten

zien, als je inademt via je borst dan gaan je schouders mee ophoog en bij een goeie buikademhaling mag dit niet gebeuren. Bij een goeie buikademhaling mag je alleen je buik dik en dun zien worden. Bij de borstademhaling ga je ook spreken vanuit je keel, waardoor je stembanden heel gespannen zijn en dit kan je ook niet lang volhouden omdat je pijn krijgt in de keel en je zal snel hees worden.

C. Uitleg i.v.m. lichaamshouding/ademhaling/stemgebruik:

� Lichaamshouding: het is belangrijk om een open, ontspannen houding te hebben tijdens het spreken. Zo zal het spreken en het ademen veel makkelijker verlopen.

� Ademhaling: de buikademhaling is heel belangrijk, dit is de natuurlijke ademhaling bij de geboorte, maar veel mensen verleren dit na enkele jaren. Toch moet je proberen om je ademhaling vanuit je buik te laten komen. Dit is beter voor je stembanden en je kan veel meer lucht opnemen in je longen.

� Stemgebruik: probeer te spreken vanuit je buik. Als je spreekt vanuit je keel, krijg je gespannen stembanden die snel pijn doen en waardoor je hees wordt. Dit kan je vooral oefenen door je hand op de buik te leggen en je buik plat te drukken tijdens het spreken, zo weet je dat je ademhaling goed zit en dat je je stem spaart. Vermijd ook roepen, dit is heel slecht voor de stem. Probeer op kamp om samen met de deelnemers een teken af te spreken zodat je op het einde van de week nog een stem hebt.

D. Losmaken

� Kaken: een kameel nadoen die aan het eten is: overdreven kauwen � Geeuwen � Tanden poetsen � Blazen als een paard: zodat je lippen ervan gaan trillen � In kring klinkers aanhouden en doorgeven: de eerste begint een klinker te zeggen zo

lang mogelijk op 1 adem. Als die persoon stopt gaat de volgende verder met dezelfde klinker totdat hij niet meer kan en zo verder de hele kring af. Je kan dit met alle klinkers eens proberen.

E. Stemgebruik & ademhaling

� Klinker zeggen o In ademen en bij het uitademen een klinker zeggen stilstaand o In ademen stilstaand en rondwandelen bij het zeggen van een klinker o In ademen stilstaand en rondlopend bij het zeggen van een klinker

� In 1 adem cijfers zeggen: (kleine groepjes): de eerste begint en de volgende gaat

verder waar die vorige is gebleven. 1,2,3… 31,32,33,… 441,442,… 1703,1704,… …

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 20: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 20

� In 1 adem zinnen zeggen (kleine groepjes)

Frederik hangt dikwijls ondersteboven aan het klimrek waaronder een grijsgroene valmat ligt in de grote sporthal van onze school. Hij heeft zijn voeten vastgehaakt achter één van de bovenste sporten en klemt met zijn handen een sport vast ter hoogte van zijn heupen. De gemeentelijke roltrommelhuisvuilophaalauto’s zijn wit met groen geschilderd en voorzien van het gemeentelijke wapenschild. Een minieme afwijking van het dagelijks patroon was wel dat twee leden van de groep veel eerder dan de anderen naar het hotel terugkeerden. Alle beelden aangaande mijn eerste reis zijn inmiddels spoorloos uiteengevallen in de compost van mijn geheugen, behalve dat ene dan, die stemloze fluisterende monitrice wiens naam ik vergeten ben.

7.337.426.388 en dat dan omgekeerd dus 8.836.247.737 zou ik op 1 adem moeten kunnen.

� Roep stem: (kleine groepjes)

o Spreid – sluit – spreid – sluit o Veren – veren – spring o En voor en achter en voor en achter o Een, twee, een, twee, een, twee en halt o Nummers 1 tot en met 11 o Blijf staan o Op de plaatsen, start o Nog 3, nog 2, nog 1 … jaaaaaaaaaaaaa o Vooruit o Naar binnen o Naar buiten o Stop

• Goed stemgebruik voor een groep

A. Stoorzender: 3 groepjes die op een zelfde afstand van elkaar staan. De ene buitenste groep probeer een boodschap over te brengen naar de andere buitenste groep maar de middelste groep gaat zoveel lawaai maken dat het onmogelijk is om die boodschap over te brengen. Als je een uitleg doet voor een groep zorg dan dat er geen stoorzenders in de buurt zijn (de buurman die het gras afmaait, iemand die aan het boren is,…) B. Afstand: Er zijn nu 2 groepen die ver uit elkaar staan en die proberen een boodschap aan elkaar over te brengen. Dit is ook heel moeilijk omdat je zo ver uit elkaar staat. Als je voor een grote groep iets moet zeggen, breng dan eerst iedereen bij elkaar zodat je niet moet roepen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 21: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 21

C. Hoe een groep stil krijgen Probeer zo weinig mogelijk te roepen op een kamp. Spreek samen met de deelnemers een teken af om het stil te maken (arm in de lucht), zo spaar je je stem. Op die moment is iedereen stil en kan je je uitleg doen zonder dat je hoeft te roepen. Deel 2: De verkeerde spelronde • Spel Elke groepje (2 à 3 personen) krijgt 2 of 3 kaartjes, waar telkens een ‘fout spelelement’ op staat. Dan krijgen alle groepjes de opdracht om deze verkeerde spelhoudingen, -toepassingen, …, in een kort spel te verwerken. De monitoren die het spel voorbereiden, spreken af wie er gewoon speler is, wie het spel leidt, wie op een af andere manier tegenwerkt. Na de voorbereiding leidt elk groepje een spel (ook speluitleg geven, ook al kent iedereen het spel) en spelen ze de verkeerde situatie. De deelnemers (van de andere groepjes) spelen gewoon mee, rollen mee in de situaties en versterken ze eventueel. Ze mogen niet protesteren of de leiding overnemen. Wanneer het nodig is, mogen de spelleiders maximum twee deelnemers vragen om eventjes ook een rol mee te spelen of mee te werken (‘wij willen samen in een ploeg!’ ‘Ja, wij moeten samen van ons mama!’ …) Na het spelen wordt elk spel besproken. De deelnemers vermelden wat verkeerd was, hoe ze dit ervoeren (is niet voor iedereen hetzelfde), de leiders vertellen hoe zij het vonden om die fouten te maken. Let wel: deze fouten mogen tot in het extreme uitgebeeld worden. Het is immers de bedoeling dat iedereen eens ervaart hoe het niet hoort en wat dit voor uitwerking heeft op de deelnemers. De personen die deze sessie leiden, mogen de groepjes niet helpen met de interpretatie van de opgegeven situaties of hen tips geven. Juist omdat het evident is dat alles vlot verloopt, staat men er soms te weinig bij stil dat niet alles verantwoord is of het juiste effect heeft. Na elk spel kan de sessiebegeleider zijn interpretatie geven, benadrukken, vertellen of hij dit al heeft meegemaakt, meer concrete voorbeelden vragen van een situatie. Let wel: ‘alles’ moet van de cursisten komen. Benadruk nog eens extra dat het maar een kort spel moet zijn.

• Waar het fout kan lopen

Een spel kan op 100 en één manier fout lopen. Hier enkele voorbeelden, die ongetwijfeld nog tot in het oneindige aangevuld kunnen worden:

� foute omgeving, verkeerde ondergrond � onenigheid onder begeleiders � 4 verschillende uitleggen voor 1 spel � deelnemers die enthousiast zijn of zeggen een spel te kennen, verplichten om voor

de groep de uitleg te doen en deze dan nog eens te verbeteren � kind als slachtoffer tijdens spel maken � kind bevoordelen � kind dat niet mee wil doen aan de kant laten zitten of iets anders laten doen

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 22: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 22

� kinderen aan het werk zetten (verplichten tot) en zelf toekijken � wild spelen � verkeerd materiaal � geen materiaal voorhanden � onderling praten wanneer een andere begeleider het spel uitlegt � uit een boekje de speluitleg voorlezen (wegens niet gekend) � spel niet aangepast aan de leeftijd (geef de deelnemers een bepaalde leeftijd die

beneden of boven niveau van het spel ligt) � kinderen alleen laten � alleen winnaars feliciteren � droog de uitleg geven zonder inkleding � competitie en elkaar neerhalen stimuleren � bij ploegverdeling zijn er 2 die protesteren. Iedereen (ook vriendjes) wordt in een

andere ploeg gezet, behalve deze twee omdat ze hard genoeg zagen. � Bij slecht weer, te veel zon, … niet de aangepaste kledij (je kan deze situatie

inkleden door bv opmerkingen over het weer te geven) � dialect praten � een positie innemen tijdens de speluitleg waarin niet iedereen je kan zien of

verstaan � iets voordoen, terwijl de helft dit niet kan zien omdat je met je rug naar hen staat � stil praten � bij vragen of iedereen de speluitleg begrijpt, niet wachten op antwoord, maar

dadelijk beginnen � te ingewikkelde speluitleg, anekdotes aanhalen die er onrechtstreeks iets mee te

maken hebben, maar die het concept alleen maar moeilijker maken � we gaan tikkertje spelen, zonder duidelijke afspraken over welk tikkertje het nu

gaat en wat de te hanteren regels zijn � bij mislukt spel, dit aan de kinderen laten weten, alle schuld op één begeleider

steken (vooral de reactie van de deelnemers op deze situatie is belangrijk): starten met uitmaken, of tijdens speluitleg naar mislukt spel van begeleider x verwijzen. Deelnemers gaan hierop inspelen

� terrein afbakenen � spel uitleggen op een plaats waar het niet gespeeld wordt (onrealistisch beeld

weergeven) � twee ploegen, maar geen duidelijk onderscheid tussen deze twee (aanleiding tot

vals spelen, foeteren)

Deel 3: Spelke Het aangegeven spel wordt steeds op de foute manieren gespeeld, om nadien tot de juiste manier te komen. Op die manier ervaren de cursisten hoe het wel en niet moet. STEM > spel te zacht, te hard uitleggen Spel: Ratten en Raven POSITIE > uitleg geven met de rug naar sommige en rondlopen Spel: Moordenaarke EENVOUD > vele variaties op één spel, het te moeilijk maken Spel: 10 Bal LEEFTIJD > het te kinderachtig uitleggen en begeleiden Spel: Zakdoek leggen (handje vasthouden … )

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 23: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 23

KLEEDJE > geheel inkleden EERBIED > materiaal op het einde gewoon laten liggen

Deel 4: Stadium Het aangegeven spel wordt steeds op de foute manieren gespeeld, om nadien tot de juiste manier te komen. Op die manier ervaren de cursisten hoe het wel en niet moet. SPELREGELS > 2 groepen krijgen een verschillende uitleg Spel: Tikkertje (1) kus (2) standbeeld TERREIN > Spel spelen zonder een terrein afbakening, juiste terrein Spel: Jagersbal AANPASSING > veel te kinderachtige spellekes veel te kinderachtig uitleggen Spel: dans van konijn met vlieg DOEL > Het doel is een onwaarde, iemand uitsluiten of pesten ofzo Spel: tikkertje uitlachen INKLEDING > Schermend als piraten opkomen (verkeerde inkleding) Spel: Konijn, Jager en Wortel UITLEG > Geen uitleg geven, gewoon de titel en de bal Spel: Chinese voetbal MATERIAAL > Juiste materiaal gebruiken Spel: Voetbal met een ping pong balletje (doorsnijden!!)

Deel 5: Doe-het-zelvers Dezelfde groepjes als tijdens spel 1, zelfde spel als toen gekozen. Hierop worden de regels van Spelke en Stadium toegepast.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 24: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 24

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 5: “Hoe een spel voorbereiden en spelfiche” Deel 1: Hoe een spel voorbereiden? • Spel 1: goed voorbereid Iedereen gaat naar buiten voor een estafette met opdrachten. Hoe meer opdrachten hoe beter. Je verdeelt de groep in 2. De estafette bestaat uit een hindernissenparcours dat elke FBA cursist moet afleggen om te kunnen slagen. Alle obstakels dienen duidelijk uitgelegd te worden, zodat iedereen op voorhand weet wat hij moet doen. Het moet duidelijk blijken dat bij dit spel alles klaar ligt, goed voorbereid is, de uitleg in orde is. Elke opdracht moet ook passen binnen de opleiding van de FBA. Voor meer info over het spel, zie spelfiche. • Spel 2: niet goed voorbereid Dit keer is het spel slecht voorbereid en dit moet ook zo blijken. De inkleding klopt niet meer, er wordt geen kader aangeboden, de speluitleg is droog,… Het spel zelf is ballontrappen. Dit kan met heel de groep gedaan worden. Iedereen krijgt een ballon om zijn enkel en als het startsein wordt gegeven mag iedereen de ballonnen van de anderen proberen stuk te trappen, diegene die laatst overblijft is de winnaar. GOUDEN TIP Zorg voor te weinig materiaal en zodoende hebben enkele geen ballon, zodat ze langs de kant moeten zitten/staan, iedereen die uit is mag dan bij hen gaan staan. Dit wordt niet uitgelegd in welk kader ook, gewoon een droge uitleg van het spel meer niet.

• Hoe bereid je nu een spel voor?

• FISCC1 Stap 1: De Feiten – Facts --> de vaststaande feiten: leeftijd, aantal,…. Deze gegevens zijn op voorhand beschikbaar. Stap 2:Het Idee. – Ideas --> wat kunnen we nu doen met de feiten die we ontvangen hebben. Stap 3: Het Script. –Script --> waar gaan we alles opschrijven? Hoe gaan we dit doen? (de spelfiche) Stap 4: De Selectie – Selection --> we selecteren onze materialen, animatoren, wie doet wat,… Stap 5: De Controle. – Control --> laatste check-up van materiaal en animatoren.

1 Lees: FISK

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 25: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 25

• Stap 1: De Feiten (Facts): Eerst en vooral is het belangrijk je af te vragen wat je al weet. Voor je aan een spel begint zijn er namelijk al een heleboel vaststaande factoren waar je rekening mee moet houden. Tijdens deze eerste stap breng je deze factoren in kaart en ga je nagaan welke belangrijk zijn voor de verdere voorbereiding. Je vraagt jezelf af wat je al weet en wat er juist moet gebeuren. Voorbeelden kunnen zijn:

o Is het een actief spel? Gaat het spel binnen door? o Wat is de leeftijd van de kinderen? Met hoeveel zijn ze? o Hoeveel animatoren doen er mee? Doet de HA mee? o Waar gaat het spel doorgaan? Is er een bos? Veel kamers? Een eetzaal? Een

grasveld? o Ken je het thema al? Is dit thema verplicht en strikt te volgen, of eerder een

leidraad?

• Stap 2: Het idee (Idea): In stap 1 zijn er een heleboel gegevens verzameld. Wat kan je nu doen met deze gegevens? Er zijn een aantal vragen die je jezelf dient te stellen en die je op weg kunnen helpen bij het maken van een spel. In deze stap vormt er zich een spelidee in je hoofd. Er zijn ook een heleboel zaken die je hierbij kunnen helpen: brainstormen, oudere spelen omvormen tot iets nieuws, database van spelen bij Activak,… In ieder geval ga je jezelf een aantal vragen stellen. Mogelijkheden hier zijn:

o Wat voor spel wil je doen? o Hoe gaat het in zijn werk gaan? o Welke materialen heb ik sowieso ter beschikking en welke wil is zeker nog

gebruiken? o Welke animator(en) kunnen we best bij welke activiteit zetten(indien je ze zou

kennen)? o Hoe kunnen we de kinderen verdelen(oud en jong, oud tegen jong, jongens

tegen meisjes, jongens en meisjes door elkaar)? o Wat voor doel willen we in het spel geven(informatief,…)? o Wat gaat de rode draad zijn? o Welke inkleding willen we er aan geven? o Wat is de verhaallijn?

Vooral deze drie laatste vragen zijn enorm belangrijk en kunnen je al aardig op weg helpen. Een spel zonder rode draad of inkleding is ook geen echt spel!

• Stap 3: Het Script (Script): Stap 3 is eigenlijk heel simpel: het idee dat je in stap 2 ontwikkelt heb, schrijf je uit in een bepaald stramien.

Binnen Activak werken we met een spelfiche. Deze moet sowieso ingevuld worden en is verplicht te gebruiken. Deze spelfiche wordt binnen Activak gecontroleerd en je krijgt zeker feedback op je spel. Het kan zijn dat je een aantal dingen moet herschrijven. Meer info over de spelfiche wordt later in de sessie gegeven.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 26: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 26

• Stap 4:De Selectie (Selection): Vanuit de spelfiche kan je gaan selecteren wat er nog moet gebeuren, wat je zeker nog in orde moet maken. De selectie bestaat steeds uit een aantal onderdelen:

o De verdeling van de animatoren (wie wil wat doen in het spel? Wie kan wat het

beste doen?) o Materiaal (is al het materiaal er dat we nodig hebben? Welk materiaal moet zeker

mee? Welk materiaal bestellen we zelf? Welk materiaal komt via Activak?) o Speluitleg aan de andere animatoren hoort ook bij deze stap. o Terrein (waar spelen we het spel het beste als je weet dat je over die locatie

beschikt)

• Stap 5: De Controle(Control): De dag voor het spel (of de dag zelf) zien of al het materiaal zeker nog in orde is en dat iedereen zeker weet wat hij/zij moet doen. Overloop nog even het spel schema met de animatoren. GOUDEN TIP zet het materiaal al apart voor de activiteit, eventueel in een bak, doos of zak.

Deel 2: Wat is een spelfiche en hoe gebruik ik deze?

• Hoe gaat het in zijn werk? Zoals reeds gezegd komen de eerste 2 stappen van FISSC (feiten en ideeën-->lees: feiten en gekozen ideeën) in de spelfiche terecht. De spelfiche wordt dan maar de hoofdanimator gestuurd of afgegeven, de hoofdanimator gaat dan al de fiches doorgeven aan Activak. Deze worden dan gecontroleerd, indien er aanpassingen moeten gebeuren wordt dit terug aan de hoofdanimator gegeven, deze zal het dan overbrengen aan de animatoren. Let er dus zeker op dat het zou kunnen dat de spelfiches kunnen worden teruggestuurd! • Hoe ziet de spelfiche er nu uit en wat moet er allemaal inkomen? Duurtijd:

� hoe lang gaat de volledige activiteit duren Goed weer/Slecht weer:

� is dit een activiteit die enkel bij goed weer (buiten) kan gespeeld worden of kan dit ook bij slecht weer gespeeld worden (binnen)

Plaats: � gaat dit buiten door of binnen, of weet men specifieker waar. Bv.

Voetbalveld, bos, grote zaal, … Aantal kinderen:

� voor hoeveel kinderen kan deze activiteit door gaan. Gemaakt door:

� wie heeft dit spel geschreven, of herschreven Leeftijd kinderen:

� voor welke leeftijd is dit spel geschikt

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 27: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 27

Kamp: � is niet noodzakelijk, maar kan ingevuld worden

Activiteit: � is dit een bosspel, quiz, kampspel, sluiting,knutselactiviteit, pleinspelen

Duur: � hoelang duurt dit onderdeel van het spel, vb inkleding, groepsverdeling,

opdracht 1,… Inkleding:

� thema, rode draad, toneeltje.De inleiding tot het volgende spelletje, opdracht,…

Speluitleg: � hier schrijft men gedetailleerd wat de bedoeling is van het spelletje, de

opdracht, … � De spelregels, het start signaal, het verloop, varianten die het

makkelijker of moeilijker kunnen maken, het einde, is er een winnaar, wat is de eventuele beloning,Als er bijlagen zijn, worden deze hier ook vermeld, en dit wanneer men deze nodig heeft in het spel.

Wie: � Wie van de monitoren speelt welke typetje en wat is zijn/haar opdracht. � Welk typetje(s), monitor doet dit onderdeel van het spel

Terrein: � Waar gaat dit onderdeel van het spel door. Vb. grasplein, voetbalveld,

grote zaal, … � Hier kan men ook de terrein afbakening schrijven

Materiaal: � welk materiaal heb je nodig voor dit onderdeel van het spel.Op het einde

is het praktische om al het materiaal te bundelen, zodat je direct een overzicht hebt van welke materiaal je allemaal nodig hebt voor dit spel.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 28: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 28

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 6: “Plaats in de groep”

Deel 1: Inleiding Binnen een groep heb je te maken met verschillende individuen. Om als begeleid(st)er goed met je groep te kunnen omgaan moet je niet enkel weten welke individuen er in je groep zitten maar ook welke positie wie inneemt en hoe de verschillende posities elkaar beïnvloeden. Je kunt in de verschillende manieren van handelen van die individuen een aantal types onderscheiden. Dit betekent echter niet dat Jefke dat type persoon is, maar wel dat hij zich op een bepaalde manier opstelt in jouw groep in een bepaalde situatie. Er bestaan verschillende oorzaken waarom iemand een bepaalde positie inneemt: hij/zij wordt in die rol geduwd door de rest van de groep, de begeleiding bevestigt het lid constant in die rol, externe factoren (school, thuis,...), begaafdheden, karakter, ... Mensen zijn niet in elke groep hetzelfde. Hoe iemand zich gedraagt, heeft veel te maken met de andere types in de groep en de reacties die die persoon op zijn of haar gedrag/positie krijgt. Een leidersfiguur in de ene groep is niet noodzakelijk een leidersfiguur in een andere groep.

Deel 2: Jij als persoon in de groep We beginnen hiermee omdat de cursisten nog helemaal niet weten waar je naar toe wil en zichzelf zullen zijn.

Opdracht cursusgroep

Je geeft de cursisten 1 van de volgende opdrachten zonder er meer uitleg bij te geven. Bij elke methodiek speelt de cursusbegeleiding de rol van observator. • Observatiecriteria:

� Wie begint, wie aarzelt? � Wie geeft nieuwe impulsen, wie gaat verder? � Wie zet alles vast, wie geeft een andere richting aan het geheel? � Wie houdt zich op de achtergrond? � Wie voert gewoon uit? � Hoeveel mensen werken er tegelijk? � Ontstaan er pauzes en hoe worden die beëindigd? � Hoe worden beslissingen genomen?

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 29: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 29

• Opdrachten � Spel zonder regels: Op een flap staat een willekeurig spelbord getekend. Er liggen een aantal attributen bij (plakband, schrijfgerief, pionnen, ...). De cursisten komen binnen en krijgen de opdracht te beginnen spelen. � Groepsschilderij: In het midden ligt er papier, verf, kleurtjes,... De groep zit rond het papier en krijgt de opdracht ‘een schilderij te maken’. Er mag niet gesproken worden. � Decor bouwen: Volgende week is het bonte avond en het thema is “De burcht”. De cursisten krijgen wat materiaal en de opdracht een decor te maken. � Torenbouw: De groep wordt in 2 verdeeld. Elke groep krijgt juist hetzelfde aan materiaal: Eén lat, 1 nietjesmachien, 4 vellen gekleurd papier, touw, 1 potlood, enkele stroken wit papier, scharen, 1 paperclip, 1 rolletje plakband, 4 stiften, 1 tube lijm De opdracht :Maak in 15 min. een toren die op zichzelf kan staan en zal beoordeeld worden op vlak van stevigheid, esthetiek en hoogte. Elke groep moet ook een lid voor de jury afvaardigen. Als de 15 min. Om zijn beslist de jury (= 1 cursist uit elke groep) welke groep wint.

• Nabespreking De cursusbegeleiding geeft een objectieve weergave van de gebeurde feiten bv. er nam iemand al het materiaal voor zich, iemand bleef aan de kant staan,... . Dit alles om te duiden dat je in deze groep zelf een bepaalde rol inneemt maar dat deze afhankelijk is van de groep, situatie,... . We laten in de nabespreking zoveel mogelijk van de cursisten komen en letten op wat we tegen wie kunnen zeggen. Hoe ver je hier in gaat hangt af van de cursusbegeleiding en de groep. Let er wel op dat je niet te confronterend te werk gaat en niemand kraakt.

Deel 3: Verschillende leden in de groep Alle leden in de groep zijn onmisbaar voor het functioneren van die groep. Er zijn geen betere leden want de ene heeft de andere nodig om zichzelf te kunnen zijn. Een groep zal altijd blijven bestaan uit die klassieke types want als je er een uit wegneemt zullen er zich verschuivingen binnen de groep plaatsvinden tot een ander lid die rol op zich neemt. Het is een kwestie van je ervan bewust te zijn dat je altijd met die verschillende types in een groep geconfronteerd wordt + weten hoe je er kan op inspelen indien nodig. Hier komt de groepsdynamica kijken. Groepsdynamica duidt alle processen aan die zich afspelen als je een groep mensen samenbrengt. Over groepsdynamica bestaan honderd en één theorieën. Eén van de (voor ons) interessantste is ongetwijfeld de veldtheorie van Lewin:

• Veldtheorie van Kurt Lewin: de bron van de groepsdynamica

De veldtheorie stelt dat het gedrag (G) van mensen een functie is van het karakter (K) en de situatie (S). Dit laatste wordt ook wel de omgeving genoemd. In formule vorm: G = f(K x S).

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 30: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 30

Lewin vertaalde deze formule naar een groepscontext als het gedrag van de groep is een gevolg van het karakter van de groepsleden en de omgevingsfactoren. Bij deze omgevingsfactoren kan gedacht worden aan: aantal groepsleden, onzekerheid in de omgeving, doel van de groep etc.

DUS: Je hebt een eigen identiteit en een sociale identiteit die er anders uit kan zien. Je gedrag in een groep is anders dan wanneer je alleen bent. Daarnaast kun je je in de ene groep anders gedragen dan in de andere groep.

In elke groep kom je steeds verschillende types tegen, die samen de ‘groep’ vormen’. Stel je eens voor dat iedereen in de groep een echte leider is, ruzie gegarandeerd. Of dat iedereen volgt, en afwacht tot iemand anders initiatief neemt? Het zou maar een platte bende zijn! Het is dus erg goed dat er verschillende types, verschillende (sociale) identiteiten bestaan. • Lijst verschillende types:

Binnen elke groep zijn er verschillende types te onderscheiden. bv. een leidersfiguur, helpende figuur, teruggetrokken figuur,... . Bepaal samen met de cursisten welke types met welke eigenschappen er te onderscheiden zijn a.d.h.v. de bemanning van een schip, een UFO, een muziekbandje, een voetbalploeg, de mensen in en rond een station,... . Bv. Kapitein : trekker, heeft invloed op de groep, is energiek, gedraagt zich krachtig,... Opgelet: let er wel op dat alle types met hun kenmerken duidelijk zijn voor iedereen. Helpende vragen :

� wie staat aan het roer? � wie staat op uitkijk? � wie is matroos? � wie staat in de keuken? � wie is de mecanicien � wie is de passagier? � zijn er verstekelingen aan boord?

Boot De cursisten geven alle cursisten een plaats in de boot. Ook de boot kan een bepaalde vorm aannemen afhankelijk van hoe jij je groep ziet; plezierbootje, vlot, overzetboot,... Als de cursisten op collega’s stoten die niet onder de voordien opgesomde types vallen, mogen ze types bijverzinnen. De instructeurs worden hier niet bij betrokken. Voorstelling boten: Voorstellen van de verschillende boten. Het is niet de bedoeling dat alle leden van iedereen besproken worden, wel dat er algemene richtlijnen, plaatsen uit komen. Nabespreking: Vanuit de bespreking van de boten een aantal tips naar voor laten komen want algemene oplossingen bestaan er niet. De situaties zijn zo specifiek dat ze om een specifieke aanpak vragen. Het is aan de cursusbegeleiding om dat gesprek zo te begeleiden dat er tips uit de bus te komen. Voorbeeld: Probleem: een bepaalde trekker die alles naar zich toe trekt en de andere geen kans geeft om initiatief te nemen

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 31: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 31

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 7: “Creativiteit”

Deel 1: Inleiding

� Stoel neerzetten (3') � Stoel op andere wijze neerzetten � Stoel op andere wijze neerzetten en erop neer zitten � Stoel wordt voorwerp (7') � In kring - iedereen bedent iets voor de stoel � Toren maken (5')

o D.m.v. 5 stoelen een toren maken � Situaties uitbeelden (10')

o Auto, bus, dubbeldekker, vliegtuig, raket o Auto-ongeluk, vliegtuigcrash

� Bewegingen (20') o Houding met stoel o Houding voortvloeiend uit vorige stand o Cyclische beweging o Machine maken

Deel 2: Aanpassen STAP 1: Ieder krijgt een voorwerp en geeft het een mogelijke functie in een spel STAP 2: de voorwerpen worden doorgegeven aan de persoon links van je. Die persoon stelt het voor als iets anders STAP 3: het voorwerp wordt weer één persoon naar links doorgegeven, en we doen nogmaals hetzelfde STAP 4: We gaan per 2 à 3 samenzitten en maken een uitgewerkt thema waarbij dat voorwerp centraal staat. Dat thema wordt dan ook ingevuld met een kort spel. Let wel, het thema staat hier voorop! � zie boom STAP 5: alle spelen worden in thema voorgebracht

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 32: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 32

• De Boom

WAAR: plaats

WIE: personages EMOTIE

WAAROM: WANNEER: Doel tijd - duur

WAT: spelen

Hoe ga je te werk? Vul de stam en de 5 blaadjes in met voorbeelden. Kies nu een spel uit de stam, en combineer met voorbeelden uit de blaadjes. De combinaties zijn eindeloos!

• Knutselen

Om toch nog wat knutselen in het pakket te verwerken, krijgen de cursisten nu er groepjes de kans om hun thema ook visueel voor te stellen.

Deel 3: Doe-het-zelvers Toepassen die handel, en creatief zijn! Hophophop!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 33: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 33

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 8: “SPEL 3” Deel 1: Het spel: “Heer en meester in het Suikerrijk” Duur: 2 uur Aantal cursisten: max 20 Terrein: Binnen / buiten Duur spel: +/- 45 a 50 min Het paleis van Koning Suikerbuik is opgegeten door de Zuurstokken! De Zoetebekjes (inwoners van Suikerrijk) zijn diep onder de indruk en hebben de Zuurstokken verjaagt!!! Nu rest de Zoetebekjes nog één dappere taak…het Suikerpaleis terug opbouwen! Maar waar? De zoetebekjes van het noorden willen op hun Bruine Berg een paleis! Die van het zuiden willen het paleis in hun vallei! Bij de Blondbron! Koning Suikerbuik laat de zoetebekjes van het noorden en het zuiden een paleis bouwen! Het paleis dat Koning Suikerbuik het beste aanstaat, daar gaat hij in wonen. De zoetebekjes kunnen suikerklontjes voor het paleis verdienen als ze de opdrachten van Koning Suikerbuik goed uitvoeren want enkel de beste kunnen een goed paleis bouwen ! Alle nadruk wordt op het resultaat gelegd. Wie heeft het mooiste kasteel? De rest doet er niet toe! Dit is een onwaarde in het spel. Het is niet bevorderend voor het groepsgevoel. Het spel is ingekleed, er is sprake van creativiteit en fantasie, dit is een meerwaarde voor het spel! Groepsindeling: De macht is aan bruin Tijdsduur: 3 minuten We verdelen de zoetebekjes in noord en zuid. In het noorden wonen alle mensen met bruin haar, in het zuiden wonen alle zoetebekjes met blond haar. We verdelen de groep in twee, niet gelijke delen. We doen dit op basis van de haarkleur. Alle mensen met blonde haren vormen 1 groep en de andere vormen de tweede groep. De groepen zijn ongelijk verdeelt. Dit is niet eerlijk, vooral niet wanneer ze tegen elkaar moeten strijden. Het aantal groepsleden hebben ze broodnodig bij de volgende proeven in de quiz. Oneerlijkheid is een onwaarde in het spel! Het haalt de groepssfeer naar beneden. Ronde 1: De slimme zoetebek! Tijdsduur: 15 minuten De groepen krijgen elk 20 raadsels. Deze mogen ze oplossen gedurende 15 minuten. 15 minuten is zeer lang voor deze opdracht! Er ontstaat passiviteit, verveling,…dit is zeker een onwaarde voor het spel. Ook de oneerlijkheid komt hier weer naar boven. De grootste groep kan de raadsels onder meer personen verdelen! Voor elk juist raadsel krijgt de groep een suikerklontje!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 34: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 34

De groep met de meeste juiste raadsels krijgt nog 5 klontjes extra!! Slimheid is hier een onwaarde maar kan ook een waarde zijn. Diegene die de raadsels niet konden oplossen ervaren deze opdracht als een onwaarde. Wie de raadsels wel kon oplossen vond dit een meerwaarde in het spel. Ronde 2: Soms hier, smos daar… lachen maar!!! Wie is de properste zoetebek? Tijdsduur: 10 a 15 minuten Van elke groep komen er twee personen naar voor. Persoon A gaat zitten op een stoel, voor een tafel met de armen op de rug. Persoon B zet zich achter A en wordt geblinddoekt. Er wordt een regenjas of grote jas over persoon A gelegd waar persoon B zijn armen door steekt. Persoon A en B komen uit hetzelfde team. We gaan eten! Persoon B moet persoon A eten geven! We beginnen met chocomousse. Daarna smeren we een boterham met choco en natuurlijk mogen we niet vergeten om te drinken (water)! Het lijkt net of de armen van persoon B de armen van A zijn! Dit is een hilarisch zicht! Alles mislukt en er komt veel gesmos aan de pas! De groep die het minste smost krijgt suikerklontjes gelijk aan het aantal leden van de groep. De andere groepen lachen! Lachen bijna uit! De begeleiders van de sessie stimuleren het gelach. Let wel! De begeleiders kiezen op voorhand 4 personen uit die deze opdracht aankunnen. Tijdens de nabespreking wordt dit zowiezo grondig besproken. Humor is een waarde maar kan voor sommige ook een onwaarde zijn!!! De groep heeft zich geamuseerd maar de deelnemers ook? Ronde 3: Swingende Zoetebek! Duur: 5 a 10 minuten Stoelendans wordt met de 2 groepen tegelijk gespeeld. Wanneer er iemand uitvalt, krijgen de overblijvers allemaal 1 klontje. Zo krijgen diegene die het langste blijven de meeste klontjes. Diegene die het spel wint krijgt nog eens het aantal groepsleden in klontjes! De eerste 3 keer wordt er 1 stoel weggenomen, vanaf dan worden er twee stoelen weggenomen. Uitsluiting is een onwaarde. Wat met de deelnemers die uitvallen? Ze vervelen zich. Bouw je suikerpaleis! De groepen krijgen nu 10 minuten om hun suikerpaleis in elkaar te zetten. De groep met het mooiste paleis wint het spel!! Er heerst concurrentie! De groepen strijden om ter mooiste paleis! Bovendien is ‘het mooiste’ geen criteria om een groep te laten winnen! Dit brengt wrevel in de groep, “leiding X vindt mijn kasteel niet mooi!!”. Nabespreking: Suikerrijk, dan toch niet zo zoet als gedacht?

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 35: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 35

Deel 3: Waarden & Onwaarden • Onwaarden:

� Kracht en macht � Concurrentie � Uitsluiting � Benadrukken van verschillen � Gevaarlijke handelingen � Slimheid � Passiviteit � Individualisme � Overwinning, competitie � Klemtoon leggen op eindproduct

� Oneerlijkheid

• Waarden: � Plezier, humor � Rekening houden met elkaar � Iedereen actief betrekken � Groepsvorming � Creativiteit en fantasie � Vertrouwen in elkaar � Uitleven � Samenwerken

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 36: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 36

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 9: “Straffen en belonen” Deel 1: straffen en belonen Doelstellingen van een straf / een beloning Doel van een straf:

� ongewenst gedrag bijsturen + herhaling voorkomen � ongewenst gedrag stop zetten om erger te voorkomen + het in de toekomst

te voorkomen � ongewenst gedrag veranderen door inzicht in/besef van de fout � machtspositie aantonen � om de groep werkzaam te houden, tucht � om je grenzen/normen duidelijk te maken

Doel van een beloning:

� gewenst gedrag versterken, bevestigen/bestendigen � jezelf populair maken � straffen voorkomen � laten zien dat je iets/iemand apprecieert � ongewenst gedrag in de toekomst voorkomen

• 10 Tips

Enkele principes als je toch moet straffen: 1. Leg zoveel mogelijk de straf uit. Zeg waarom je vindt dat de ander fout zit en waarom jestraf geeft. Wanneer iemand niet inziet waarom hij/zij gestraft wordt, is het moeilijk om de straf te aanvaarden. De kans is dan groot dat een nog meer ‘te straffen gedrag’ volgt. 2. Een straf moet in verhouding zijn met het voorval. Wie iets kleins mispeuter, verdient een kleine straf, wie iets groots mispeutert, verdient een grote straf. 3. Het gaat om de intentie waarmee iets gedaan wordt, niet om de grootte van de gevolgen. Per ongeluk een grote vaas breken is niet zo erg als met opzet een kleine vaas stuk werpen. 4. Het gaat om het principe, niet om de omstandigheden. Het gaat niet op dat je één of ander enkel bestraft als er iets van uitlekt naar ouders of het dorp.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 37: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 37

5. In straffen moet je consequent zijn: • Voor hetzelfde feit moet ieder op dezelfde wijze gestraft worden. • Je kunt je leden enkel regels opleggen die je zelf nakomt. Als de leden niet mogen roken, dan mag de begeleiding dat ook niet. Je hebt als begeleid(st)er een ondenkbare voorbeeldfunctie. • De begeleiding moet stuk voor stuk dezelfde regel hanteren. 6. Let erop niet de persoon te straffen voor zijn persoonlijkheid. Je moet hem/haar straffen voor zijn/haar gedrag. bv. één van je leden doet een emmer water kantelen over de helft van pas gemaakte tekeningen. Je had hem ervoor gewaarschuwd op te letten met ravotten. Je kan op een manier reageren die zijn persoon aanduidt als schuldige: 'Jij, dommerik, je voeten zijn al even dom als je handen'. Probeer dit te vermijden. Je raakt de persoon en bovendien ontneem je hem/haar de kans om zich te beteren, want: eens een dommerik, altijd een dommerik; eens 2 linkse voeten, altijd 2 linkse voeten. Het kan anders. Als jij het bij het gedrag houdt, kan je meteen ook aangeven hoe het beter kan in de toekomst. 'Luk, nu je de emmer hebt omgestoten, zijn al onze tekeningen verknoeid. Dat vind ik niet fijn. Ik had je toch gezegd dat je moest opletten. Kom, iedereen naar buiten, dan kan Luk meteen opkuisen. Ann, jij helpt hem, jij was er ook bij. En in het vervolg heb ik liever dat jullie buiten achter elkaar hollen.' 7. Straffen kan alleen als er ook regelmatig beloond wordt. • Iemand die nooit een goed woord krijgt, zal uiteindelijk wel aandacht moeten vragen door iets te mispeuteren. • Je kan iemand zijn/haar gedrag ook veranderen door complimenten op het ogenblik dat hij/zij iets wel volgens de regels doet. bv. Guido is normaal iemand die niet stil zit. Dat stoort nogal tijdens de vieringen, de bezinningen, ... In plaats van Guido te vragen of hij niet ziek is (je was zo stil), kan je hem ook vertellen hoe tof je het vond dat hij deze keer mee voor rust zorgde en dat jij dat nodig vindt bij een viering. Vergeet Guido ook geen compliment te maken wanneer hij door z'n drukte niet toelaat dat er een sfeer van verveling in de groep komt. Het heeft allemaal z'n sterke en zwakke kanten. • Beloon of straf niet té regelmatig. Straks doen je leden niets meer zonder dat je hen beloont. 8. Uiteindelijk betekenen straffen dat er iets schort tussen begeleiding en leden. Het kan op 2 manieren fout gaan: ofwel staat de begeleiding te hoog boven de leden; ofwel staat de begeleiding te laag onder de leden. Je moet 2 dingen in het oog houden:

1. Er moet een goed contact zijn met de leden. Samen moet je de positieve en negatieve kanten van elkaars opvattingen op een rij kunnen zetten én samen de keuze maken.

2. Elk moet de ander bevestigen. De begeleiding de leden, en andersom. Bevestigen wil zeggen: de mogelijkheden, de macht van de ander erkennen en gebruiken (niet misbruiken). Als de begeleiding doet alsof de leden niet kunnen, dan gaan de leden niets meer willen doen voor de begeleiding en andersom. Deze twee dingen zijn slechts in het oog te houden als er over belangrijke aangelegenheden ook met de leden gepraat wordt. bv. over

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 38: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 38

gemengd op kamp gaan of niet. Dit wil niet zeggen dat meteen alles ter sprake gebracht moet worden in de hele groep. Wel moeten de leden inspraak hebben.

9. Bedenk voor je straft of je niet teveel van hem / haar / hen gevraagd hebt. Jeugd is immers een zoekfase, niet iedereen is zomaar aan eender wat toe. 10. Nazorg:

− Gedaan is gedaan. Als een straf gegeven is, moet nadien niet meer verder gestraft worden

− Je moet de straf ook niet proberen goed maken. Klopte de gegeven straf dan wel?

Deel 2: Doolhofspel Op een groot spelbord wordt er met gans de groep/2 groepen (opgesplitst in bijvb. 4 teams) doolhof gespeeld. Alleen de cursusbegeleiding weet de weg, de cursisten werpen met de dobbelsteen en trachten op het spelbord bij het eindpunt te geraken, ze weten echter de juiste weg niet. Dit spel speel je zoals je het zelf aanvoelt: de regels bepaal je zelf. (Op de vergadering kan er best met de hele groep naar opdrachten gezocht worden.) Op het spelbord ligt:

� 1 stapeltje met opdrachten bestaande uit straffen, beloningen en maffe opdrachten

� De straffen en beloningen (opdrachten) zijn zo gevarieerd dat ze eigenlijk een voorbeeld zijn van alle soorten straffen en beloningen die er zijn (zie lijst verder). Deze kaartjes moet je zelf samenstellen. Wees creatief…

� de tips (zie bijgevoegde lijst) Spelverloop: Als de cursisten tegen een muur stoten, zegt de cursusbegeleiding of deze rood/groen/blauw of blanco is. De cursisten trekken naargelang de kleur een kaartje van het stapeltje dat met die kleur overeenstemt. Als ze een kaartje van de stapeltjes straffen of beloningen moeten trekken, voeren ze gewoon uit wat er op staat, evenals wanneer ze een kaartje van het stapeltje maffe opdrachten moeten trekken. Als ze een kaartje van het stapeltje “tips” moeten trekken, houdt hij-zij de tip bij tot na het spel (verzamelen van tips). De cursisten hoeven de onderverdeling tussen de verschillende stapeltjes niet te kennen. Ook bv. de soort straf staat niet bij de opdracht vermeld. Voorbeelden van opdrachten uit het stapeltje straffen en belonen:

� Wie het langste haar heeft in uw groepje mag niet meer mee doen (activiteiten time-out)

� Wie zonet met de dobbelsteen heeft geworpen, moet aan de andere kant van het lokaal gaan zitten (ruimte time-out)

� Uw dobbelsteenwerper een mep geven omdat hij/zij niet goed geworpen heeft (lijfstraf)

� Gedurende 1 min. mopperen op iemand uit je groep (standjes geven)

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 39: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 39

� Knuffelen van diegene die geworpen heeft (sociale versterker) � De dobbelsteenwerper uitschelden omwille van zijn kledij (pakken op het

uiterlijk)

Na het spel

Na het spel wordt een lijst gemaakt van alle straffen en beloningen die uit het spel kwamen. Deze dienen als voorbeeld om de verschillende soorten straffen te bespreken. Je maakt een lijst op een flap. Vb. Een mep geven > lijstraf, niet meedoen met spel > time out. Daarna worden de 10 tips voorgelezen en besproken. Dit kan als je het wenst gebeuren doordat elke cursist een eigen vb. zoekt van een straf die hij zelf heeft gegeven. De tips worden dan aan de eigen straf gekoppeld. Deze tips kunnen besproken worden en bediscussieerd. Het is de bedoeling om verder in het blok steeds te verwijzen naar deze 10tips als er effectief over straffen wordt gesproken.

Deel 3: Soorten

• Verschillende soorten straffen

� lijfstraffen � standjes geven � taken geven � time-out: � boete (als je dat nog eens doet…) � schorsing � overcorrectie: het lid mag zijn foutief gedrag dubbel laten goed maken, bv.

als straf omdat je met verf gemorst hebt, moet je de verf opkuisen en de toiletten kuisen.

� psychologische straffen: bv. negeren

EXTRA: groepsstraf – individuele straf • Verschillende soorten beloningen

� ruilversterkers: bv. als je zoveel punten hebt, mag je… (geen omkoperij!!!) � materiële versterkers � sociale versterkers: (zowel verbaal als non-verbaal) � vb. knuffelen, aanmoedigen, prijzen, schouderklopje, de algemene sfeer in de

groep, je houding, … EXTRA: groepsbeloning – individuele beloning

De keuze van de straf kan afhangen van de leeftijd, de situatie, de gestrafte de individuele mening van de straffer, de groepsmening van begeleiding. In elke situatie bestaan verschillende mogelijkheden van straffen of belonen bestaan. Geen enkele is ideaal. De ideale straf bestaat niet! Praten is de eerste stap in alle gevallen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 40: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 40

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 10: “Drama & Expressie” Deel 1: Doelstelling De bedoeling van deze sessie is dat de cursisten zich enerzijds kunnen uitleven en anderzijds aan hun eigen creativiteit/expressie bouwen. Tevens zien we deze blok ‘expressie’ als groepsbindend. Het moet duidelijk worden voor de cursisten dat deze sessie ook bruikbaar is op kamp en dergelijke. Na de sessie volgt er een kleine nabespreking. In deze nabespreking worden tips en aandachtspunten gegeven die nuttig zijn voor het gebruik van expressie in hun thuisgroep.

Deel 2: Expressie sessie opbouwen Voor elke expressieve sessie geldt dat je een zo laag mogelijke instap moeten creëren zodat het voor alle cursisten toegankelijk blijft. In de loop van de sessie kan je dan rustig samen met je deelnemers opbouwen en meer uitdagende dingen aansnijden…

• opwarmingsmethodieken

� Koningske Binnen de groep wordt een koning aangeduid. Deze plaatst zich op een troon ergens in het lokaal. De andere deelnemers spreken een bepaalde ‘activiteit’ af en gaan tot bij de koning. De koning vraagt hen wat ze vandaag gedaan hebben. De deelnemers beelden de vooraf afgesproken activiteit uit. Als de koning denkt te weten wat de deelnemers uitbeelden, zegt hij dit. Indien zijn antwoord klopt, lopen de deelnemers weg. De koning probeert een van hen te tikken. De getikte deelnemer wordt de nieuwe koning.

� De bank

Hierbij staan 2 stoelen naast elkaar. 1 persoon zit op een stoel. Het is de bedoeling van de anderen om om de beurt proberen die persoon van die stoel te jagen. Dit kan je doen door naast die persoon op de bank te gaan zitten en onaangename dingen te zeggen of doen (zonder fysiek contact).

� Om ter snelst

Eén iemand van elke groep krijgt van de spelbegeleider een woord, titel,... dat hij moet uitbeelden voor zijn groep. De groep die het eerst juist raadt, krijgt een punt. Verder uitbeelden tot een groep 10 punten heeft.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 41: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 41

� Cluedo

Vier mensen gaan buiten. De groep beslist:

� wie de moordenaar is � op welke plaats de moord gebeurde � met welk wapen

De eerste persoon (die buiten ging) moet deze 3 dingen uitbeelden voor de tweede persoon. Denkt de 2de persoon de moordenaar te kennen, dan beeldt de eerste persoon de plaats uit, ... . Denkt de 2de persoon alles te weten, dan vermoordt hij persoon 1 met het moordwapen. Er wordt geen woord gesproken ook niet wanneer persoon 2 het denkt te weten. Daarna beeldt persoon 2 uit voor persoon 3 en tenslotte persoon 3 voor persoon 4. Aan persoon 4 wordt dan als eerste gevraagd wat hij dacht dat het was.

� Uitbeeldtikkertje

De spelbegeleider is tikker. Wie getikt is moet blijven staan en krijgt hetgeen hij moet uitbeelden ingefluisterd door de spelbegeleider. Hij mag terug gaan lopen als een niet-getikte speler kan raden wat hij uitbeeldt.

� De treincoupé

Er zitten 3 mensen naast elkaar in de trein. De middelste persoon heeft een ernstige ziekte waarvan hij zich niet bewust is. Wanneer hij praat met de linkerbuur, wrijft hij over de bil van zijn rechterbuurman en omgekeerd. Deze buurmannen willen die hand zo snel mogelijk van hun bil af en doen dus alles om in gesprek te geraken met de middelste persoon. Over de ziekte zelf beginnen heeft geen zin.

� De groepsfoto

De groep wordt in 2 verdeeld. De eerste helft neemt een pose aan met gans de groep (een foto). Groep 2 bekijkt deze aandachtig en gaat dan even buiten. Groep 1 verandert 3 elementen aan de foto. Groep 2 komt terug binnen en raadt wat er veranderd is.

� Polyvalent voorwerp

Elke groep kiest een voorwerp. Je krijgt 1 minuut en daarin moet je dat voorwerp in zoveel mogelijk verschillende situaties gebruiken. De andere groepen moeten raden wat het voorwerp is. Bv. baksteen, gebruiken als telefoon, spons , hoed, boekentas,...

• ruimtelijke opwarming

Al bewegend verkennen van elkaar en van de ruimte (lage drempel, misschien lokaal wat donkerder maken). De cursisten lopen door elkaar en …

� het plafond komt lager en lager � je komt een muurtje tegen en je wilt erover � je komt hetzelfde muurtje tegen, je moet erover maar je hebt teveel gedronken � je steekt de straat over met 40 kilo aan je linkervoet � je steekt de straat over met 40 kilo aan beide voeten � je steekt de straat over en je bent een koorddanser � slowmotion: schaatser, bokser, timmerman

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 42: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 42

� robotting : stappen als een robot, een doos oprapen, met twee, kortsluiting � beeld je in dat je een chique dame bent op de Champs Elysee

Deel 3: (emotionele) teksten • 1 tekst op drie manieren Je verdeelt de cursisten in groepjes waarbij elk groepje een dialoog krijgt. Ze oefenen deze in verschillende vormen. (vb: jabbertalk (onverstaanbaar) – een emotie – tegenstelling). • Slagerij emotie 2 cursisten spelen een doodeenvoudig bezoek aan een slagerij waarbij en niet te moeilijke bestelling wordt gekocht. Vervolgens worden de twee volgende deelnemers gevraagd deze scène te herhalen maar dan in een bepaalde emotie. Vb: verliefd, razend, verdrietig, …

Deel 4: improvisatie • De deur (hoog tempo) Bij elke opdracht moet iedereen terug op de gang gaan staan voor de deur

− Het zijn solden bij H&M en de cursisten staan buiten in de kou al aan te schuiven want ze willen zo snel mogelijk binnen. De cursusbegeleiding (kan je ook aan een cursist vragen) doet de deur dan eindelijk open en iedereen stormt de winkel binnen.

− Iedereen heeft een partner gevonden, ze zijn getrouwd en nu moet de bruidegom

de bruid over de drempel dragen, maar iedereen woont in hetzelfde flatgebouw en iedereen wil op het zelfde moment binnenkomen.

− Er is al ambras en iedereen zal het weten − iedereen is terug 16j en probeert vriendje of vriendinnetje binnen te smokkelen

(ouders zitten in de living) − getuigen van Jehova staan aan de deur en proberen binnen te komen om de

boodschap te verkondigen − belleketrek doen bij Mijnheer Pastoor − driekoningen zingen − inbrekers

• De reporter Er gaat één persoon buiten. Hij is de reporter. De rest van de groep zijn de nieuwsanchors en stellen vragen aan de man/vrouw ter plaatse. Er wordt een plaats en gebeurtenis afgesproken waar de reporter verslag van zal moeten uitbrengen. De reporter wordt terug binnengehaald en moet via de vragen van de studio achterhalen waar hij zit. Vb: een optocht naar aanleiding van roze zaterdag, • De salon Er wordt een huiskamer geïnstalleerd met een tafel en wat stoelen of zetels .... In de huiskamer zijn 4 denkbeeldige deuren waar een stoel staat. Deze 4 deuren gaan naar bvb de badkamer, slaapkamer, keuken, berging/garage… 4 mensen gaan op de stoelen zitten die uitgang bieden naar de huiskamer. Zij zijn een bepaald gezin volgens normen en wetten zoals de andere deelnemers ze beslissen (vb: een marginale familie, een gezin dat in een bepaalde emotie verkeert …). Er wordt ook beslist wie welke figuur speelt: moeder, vader, … In deze familie komt een 5e persoon op bezoek en vraagt naar iemand

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 43: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 43

die niet thuis is … De familieleden weten niet wanneer hij terugkomt maar laten de bezoeker wel binnen. Enkele regels: Er mogen maar 2 gezinsleden + de bezoeker in het speelvlak zijn, de andere gezinsleden blijven op de stoelen wachten tot er een ander familielid de kamer verlaat. En de gezinsleden mogen zichzelf niet benoemen Wordt er een fout gemaakt dan is het aan de volgende groep.

Deel 5: Finale Als afsluiter kan je de groep in 3 verschillende groepjes verdelen en ze een korte act laten voorbereiden. Elke groep trekt een plaats, een bepaalde zin die in hun stuk moet voorkomen, …

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 44: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 44

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 11: “Leeftijdsgericht werken” De kinderpuzzel Deel 1: De kenmerken Inkleding We spelen de kinderpuzzel. De groepjes krijgen een blad met de vier mannetjes op. Per mannetje staat er een leeftijd. De groepjes moeten proberen de kinderpuzzel zo juist mogelijk te leggen. Speluitleg De cursisten komen binnen. Onder elke stoel hangt er een snipper gekleurd papier. De cursisten gaan op een stoel naar keuze zitten. Daarna gaan de kleuren bij elkaar zitten, dat zijn de teams. Elke team krijgt een blad, op elk blad staat er ook een kleurtje (rood, geel, blauw, groen,…) Er liggen in de ruimte (in het lokaal) kenmerken van de verschillende leeftijd verstopt. Nu krijgen de groepen 10 min de tijd om zoveel mogelijk kenmerken te verzamelen. Er mag telkens maar 1 persoon per groep zoeken. Als ze een kenmerk gevonden hebben dan moeten er iemand anders van de groep zoeken. Zo krijgt iedereen de kans om kenmerken te zoeken. Pas op: ze mogen enkel een kenmerk in hun kleur nemen. Na de tien minuten moeten ze stoppen. Nu proberen ze per team de puzzel te leggen. Dus de kenmerken bij de juiste leeftijd te leggen. Na deze fase overlopen we alles. We laten de cursisten uitleggen waarom ze de kenmerken bij de bepaalde leeftijden hebben gelegd. Na deze fase kijken we ook welke teams de beste puzzel heeft gemaakt. Deel 2: welk spelletje hoort bij welke leeftijd? Nu vind het tweede deel van de kinderpuzzel plaats. We tonen de cursisten een groot blad waarop spelletjes staan. Om de beurt mag een team een spelletje kiezen. Het team dat ‘aan de leiding staat’ mag beginnen. Soms spelen we het spel, soms niet. We spelen enkel de spelletjes die we binnen kunnen spelen en waarbij je niet zoveel plaats nodig hebt. Dan vragen we bij welke leeftijd het spelletje hoort. We laten het de cursisten opschrijven. Dan kijken we wat elk team heeft geantwoord. We vragen ook waarom ze het spel bij die bepaalde leeftijd hebben gelegd. De teams die juist zijn krijgen puzzelstukken met tips op. Per leeftijd zou ik een teken aanbrengen op de puzzelstukken zodat het puzzelen niet te moeilijk wordt.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 45: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 45

De spelletjes:

• 6-8 jarigen � museumpje: 1 kind gaat naar buiten, de rest beeld een standbeeld uit waarvan 1

bom is aangeduid. Wanneer het kind terugkomt, moet die de beelden een plaats geven, indien het bombeeld wordt aangeraakt roept iedereen “boem!”

� eend, eend, gans: we zitten in een kring. Iemand loopt rond en tikt een paar kinderen aan, hij zegt daarbij eend. De kinderen die aangetikt zijn die volgen het kindje dat aantikt. Plots gaat hij bij een kindje gans zeggen. Dat kindje moet proberen de andere kinderen die rond te kring lopen te tikken.

� Stoelendans

• 8-10 jarigen � wat ben ik?: iedereen krijgt een papiertje met daarop een dier of ding opgeschreven.

Vanaf het startsignaal moeten ze hun ding/dier uitbeelden en hun soortgelijke vinden. � Stoelendoorschuif spel met de kaarten: We zitten in een kring. Iedereen krijgt een

kaart uit een kaartspel. De leider staat in het midden hij neemt telkens de bovenste kaart van een stapeltje dat hij in zijn hand houdt. Als het een harte is dan mogen de harten doorschuiven, is het een schoppe dan de schoppe enz. Maar zit er iemand op jouw schoot dan mag je niet doorschuiven. Het spel is gedaan wanneer er iemand terug op zijn plaats zit.

• 10-12jarigen � Kwisje over muziek en tv � Tussen vier vuren � Baseball met raket in plaats van baseball knuppel

• 12-14 jarigen

� Blinddoek- wandeling waarbij 1 ziende de weg wijst langs een parcours � hanengevecht: de jongens zitten op een rij en de meisjes zitten op een rij. In het

midden zit er een jongen of een meisje. Alle jongens en meisjes krijgen een nummer. De leider zegt een nummer van een jongen en een nummer van een meisje. Als er een meisje in het midden zit dan zegt hij eerst het nummer van het meisje, zit er een jongen in het midden dan zegt hij eerst het nummer van de jongen. als er een jongen in het midden zit dan moet het meisje de jongen proberen kussen, de andere jongen probeert dit tegen te houden door het meisje te kussen. Zit er een meisje in het midden dan worden de rollen omgekeerd.

� Stoelenspel met bezems: de groep is in twee gesplitst. Het team staat achter elkaar, de twee teams staan naast elkaar. Voor hen staan er twee stoelen. Het is de bedoeling dat de eerste van elk team begint. Zij lopen naar de stoel van de tegenstanders en doen die omver. Dan gaan ze naar hun stoel en zetten die terug recht. Het spel is gedaan als de speler van het ene team de speler van het andere team te vlug af is en zich op zijn stoel kan zetten voor de tegenspeler de stoel omver kan doen. Maar om dit moeilijker te maken brengen we er twee bezems in. De eerste van elk team houdt de bezem vast en begint rond zijn as te draaien en kijkt daarbij naar omhoog naar de bezem daarna vertrekt hij. De speler daarna begint te draaien en stopt pas als de speler voor hem terug is enz…

� baseball met baseballknuppel

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 46: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 46

Deel 3: de afsluiting Als alle spellekes gespeeld zijn dan beginnen ze te puzzelen. Het kan zijn dat sommige teams puzzelstukken te kort hebben. Ze mogen blanco puzzelstukken vragen, en dit laten passen in hun puzzel. In de blanco stukjes mogen ze zelfs tips schrijven die bij de leeftijd horen. De puzzelstukken hebben tekentjes zo weten de cursisten welke stukken bij elkaar horen. Anders wordt het puzzelen te moeilijk en duurt het te lang. Maar ze moeten de volledige puzzel wel nog bij de juiste leeftijd leggen. Na deze fase wordt gevraagd waarom ze de tips bij een bepaalde leeftijd leggen. We overlopen alle tips nog eens en hangen de flappen op. We bekijken welke twee teams de kinderpuzzel het beste hebben gelegd. Deel 4: finale spel De twee beste teams spelen nu het finale spel tegen elkaar. Er ontbreekt nog 1 stukje van de puzzel. De twee teams moeten dit ontrafelen. Hoe doen ze dit? De andere spelers hebben elk een enveloppe vast. In de enveloppe zit er een tip of een raadsel dat verwijst naar het ontbrekende stuk. Er zitten ook fop stukken in. De spelers kiezen nu 1 voor 1 een enveloppe. De cursisten die een enveloppe vasthebben weten wat er in de enveloppe zit. Zij kunnen proberen om de teams te dwarsbomen zodat ze bijna geen tips hebben. Dit doen ze door de teams te misleiden. De cursisten die een foptip hebben kunnen proberen de teams te overtuigen dat ze wel degelijk een goede tip hebben en omgekeerd. De teams mogen elk 4 enveloppen eruit kiezen. Als ze elk 4 enveloppen gekozen hebben dan bekijken ze waarover het ontbrekende stuk zou kunnen gaan en welke tips daar bij horen. De niet gekozen enveloppen worden nu samen gelegd door de cursisten die het finalespel niet speelden (diegenen die de enveloppen vasthield) . Op het einde overlopen we alles. We staan we even stil bij het ontbrekende stuk namelijk de kleuters. De groep die het stuk heeft kunnen vinden die wint de kinderpuzzel. Kunnen de twee teams het niet vinden maar de andere cursisten wel dan winnen zij de kinderpuzzel.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 47: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 47

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 12: “Begeleidershouding”

Deel 1: Onvoorziene omstandigheden We spelen het spel “onvoorziene omstandigheden”, d.w.z. dat de cursisten een aantal situaties voorgeschoteld krijgen en deze op de best en slechts mogelijke manier moeten oplossen. Na iedere situatie volgt er een korte bespreking van de verschillende manieren om het conflict aan te pakken.

• Situaties � Tijdens een spelmoment merk je dat Twan aan het roken is, hoewel er binnen de

afdeling afgesproken was om niet te roken tijdens de vergadering en zeker niet tijdens het spel.

� Veerle heeft het kwaad te verduren tijdens de hele activiteit. Voortdurend plagen ze haar met haar uiterlijk en het feit dat ze niet goed meekan.

� Je medebegeleider Raf is in een slecht humeur en je voelt dat hij helemaal geen zin heeft om zijn dag aan activak te wijden. Plots zegt hij tegen de leden dat ze maar wat moeten voetballen op de koer namiddag.

� Bjorn (8 jaar) was al een hele tijd niet in zijn goede doen. Op weg naar het speelplein bleef hij constant achter en met het spel wou hij niet meedoen. Tijdens het opdrachtenspel in het bos merk je dat hij alle opdrachten stuk maakt.

� Op kamp krijgt Anica (10 jaar) een briefje van haar mama. Je ziet dat ze het briefje openmaakt en begint te wenen. Met de tranen in haar oogjes zondert ze zich af om het briefje op haar gemak in het bos te gaan lezen.

� Tijdens de kampvoorbereiding wordt op de vergadering beslist dat de oudste groepen heel wat extra taken krijgen toegeschoven… keuken poetsen, materiaal opruimen,…!! Als begeleider voel je, je niet op je gemak omdat de mening /inbreng van de leden hierover niet gevraagd werd.

� Tijdens een activiteit voel je dat het misgaat. Femke en Lien willen binnen knutselen, maar Greet, Tim en Jan willen buiten gaan sleeën of een sneeuwman maken. Femke en Lien vinden het daarvoor veel te koud.

� Tijdens een dagtrektocht op kamp merk je dat je medeleider Bart de groepsrugzak bijna nooit draagt en de leden nogal kortaf afsnauwt als ze hem iets vragen. Je hebt hem de vorige nacht ook pas rond 02.00u de kamer al strompelend horen binnenkomen.

� Je weet al lang dat Pieter het fifike van je medeleider Pierre is, maar tijdens een bosspel zie je dat leider Pierre aan Pieter extra leventjes geeft.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 48: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 48

Deel 2: De 3 begeleidingstypes In de cursusgroep wordt kort uiteengezet wat het verschil is tussen de drie begeleidingstypes. Op drie grote flappen staan de voornaamste kenmerken.

• LAISSER FAIRE: laat de kinderen doen, laat de boel waaien, miskent zijn eigen waarde en laat zich leiden door de groep, geeft de kinderen de volledige vrijheid zonder zich af te vragen of ze dat wel aankunnen.

� Laat de groep op zijn eentje beslissen. � De leden moeten zelfs de stappen binnen de activiteiten bepalen. � Trekt er zich niets van aan of iedereen nu meedoet of niet. � Hij geeft enkel materiaal en info wanneer hier om gevraagd wordt. � De leden reageren meestal met veel vragen. � In deze omgeving wordt er weinig gewerkt en de kwaliteit is ook niet hoog. � Er is weinig of geen groepsgeest binnen de beweging. � Wil zo weinig mogelijk doen.

• AUTORITAIR: bepaalt zoveel mogelijk alles zelf, maakt kinderen voor een stuk afhankelijk van hem, benadrukt zijn eigen persoon en onderschat de kinderen.

� De autoritaire begeleid(st)er beslist in plaats van de groep. � Tijdens de activiteiten deelt de begeleid(st)er alle stappen één voor één mee;

hij/zij bepaalt hoe alles verloopt. � Hij is geneigd om persoonlijk te zijn in zijn waardering en kritiek. � Speelt niet actief mee, hij blijft eerder op een afstand. � De leden zijn ofwel vrij onderdanig ofwel vrij agressief. � De afdeling geeft een heel 'ordelijke' indruk en ze doet heel veel, maar daar

tegenover staat dat de leden erg afhankelijk zijn. De kwaliteit en de originaliteit ligt niet zo hoog en wanneer de begeleiding wegvalt, daalt het bezig-zijn stevig.

� Er is weinig of geen groepsgeest.

• DEMOCRATISCH: houdt rekening met concrete situatie van zichzelf en die van de kinderen, kan luisteren naar kinderen en zich inleven in hun leefwereld, kan zichzelf zijn en verbergt zich niet achter zijn functie.

� Beslist samen met de groep. � Geeft kort weer welke stappen hij ziet naar het groepsdoel toe (bv. programma

maken). � Biedt meerdere mogelijkheden aan waaruit de leden kunnen kiezen. � Verplicht niemand tot samenwerking maar stuurt aan op takenverdeling. � Is realistisch in waardering en kritiek. � De leden reageren met meer vriendschappelijkheid tegenover mekaar. � Er wordt iets minder gedaan dan in autoritaire groepen maar de werking is

origineler en kwalitatief beter. � De enige werkvorm die leidt tot zelfstandigheid en waarbinnen de groepsgeest

groeit.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 49: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 49

Deel 4: de ideale begeleider Wanneer zegt men dat je een goed begeleider bent? Opmerking: een populaire begeleider is net per se gelijk aan een goede begeleider! Een ideale begeleider of begeleidster bestaat niet, maar men kan er toch naar streven. Streven om je met je groep, ploeg, vendel hoger op te willen, verder willen, fijner, gezelliger, boeiender, positiever... Met dit alles voor ogen, dient men toch rekening te houden met de volgende punten: Een begeleid(st)er

� kan praten met alle leden en alle begeleid(st)ers (aandacht hebben voor iedereen overal en altijd)

� kan luisterbereidheid aan de dag leggen en dit ook weer voor iedereen en altijd � kan verwondering wekken want hij kan dansen, zingen, lachen, gek doen, en

rustig zijn � staat altijd midden in de groep en probeert zoveel mogelijk bij en tussen de

kinderen te staan � is dynamisch � geeft met een bepaald doel inhoud aan elke bijeenkomst, activiteit � heeft oog voor de verlangens van de kinderen, hun leven, hun toekomst � is een goede vriend voor de kinderen � kan verwondering opbrengen voor de kleine dingen van iedere dag � kan in team werken. (zeker broodnodig op kamp) � kan kritiek aanvaarden en wordt niet ontmoedigd door een tegenslag � kan nadenken over wat hij/zij doet met en in de groep � kan plannen maken en ze ook uitvoeren � kan het 'anders zijn' van anderen accepteren � wil altijd vooruit met de groep, groter, verder, beter, dieper. Heeft steeds een

doel voor ogen wanneer hij/zij iets doet en streeft daar ook naar � blijft in alle omstandigheden zichzelf

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 50: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 50

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 13: “Speciale situaties”

Deel 1: Pesten

• Meningsvorming

Er zijn zes stellingen. Per 3 wordt over deze stellingen een mening gevormd. (Dit gebeurt door een spelletje waarbij de groepjes willekeurig worden bepaald) Niet iedereen moet dezelfde mening hebben. Dit duurt een 10-tal minuten. Hierna worden de stellingen in de hele groep besproken. Meningen worden uitgewisseld er kan gediscussieerd worden. Als iedereen is uitgepraat, wordt er bekeken welke belangrijke punten nog niet aan bod zijn gekomen. Deze worden aangevuld. Stellingen hierover:

1. Het gaat telkens om 1 pester en 1 gepeste Dit is niet altijd juist. Vaak gaat het om 1 pester die pas tot actie komt met steun van de anderen. De pester verzamelt de anderen rond zich. (pestgroepje) De pestgroep (middengroep) neemt meestal geen initiatief, maar neemt wel actief deel. De middengroep aanpakken is belangrijk. Eén van de kenmerken van de pester is populair willen zijn. Als de middengroep stopt met meepesten, is de kans groter dat de pester ook stopt.

2. Wie gepest wordt, lokt het zelf uit Gepeste weten niet welk gedrag de aanleiding tot het pesten geeft. Vaak worden zij door anderen in een rol geduwd. Dit als gevolg van zichtbare onzekerheid die ontstaan is uit vroegere pesterijen.

3. Pesten is altijd o.w.v. het uiterlijk Dit is vaak het onderwerp, maar zeker niet altijd de reden. Plagen o.w.v. het uiterlijk kan vaak uitmonden in pesten omdat de geplaagde verkeert reageert door BV te huilen of te klikken.

4. Pesters zijn vooral diegenen die niet meekunnen Ook kinderen die goed meekunnen kiezen iemand die niet goed meekan als slachtoffer.

5. Het zijn altijd dezelfde die pesten of gepest worden Dit is niet noodzakelijk. Iemand die op school gepest wordt o.w.v. zijn slechte punten, kan op kamp bewonderd worden omdat hij goed is in balspelen

6. Wie terugslaat wordt niet gepest Eén iemand alleen kan het niet halen tegen de groep. Daarom is het goed als de gepeste een aantal vriendjes heeft. Zo wordt het patroon “allen tegen 1” doorbroken.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 51: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 51

• Groepsopdrachten: pesten voorkomen en genezen

De groep wordt verdeeld in vier groepjes. Als de groepjes verdeeld zijn wordt per groepje de opdracht uitgelegd, zodat de groepjes elkaars opdrachten niet kennen. De situatie: Je krijgt een kindje mee op kamp dat al vaak met Activak mee is geweest. Op die kampen werd hij regelmatig gepest. Ook bij de inschrijving waarschuwt de mama van Franske dat er extra aandacht gegeven moet worden aan pesten. OPDRACHT 1: preventie op niveau van de activiteiten Denk na over activiteiten die jullie kunnen doen om zoveel mogelijk het pesten tegen te gaan. Welke activiteiten zouden jullie wel doen, welke niet, hoe passen jullie je programma aan, passen jullie sowieso je programma aan, …? OPDRACHT 2: Preventie op niveau van afspraken en begeleidingshouding Ga na wat jullie onder de begeleiding kunnen ondernemen en afspreken. Hoe gaan jullie reageren als Franske gepest wordt. Wanneer wordt er ingegrepen. Wat is volgens jullie pesten en wat is een doordeweekse grap,…? OPDRACHT 3: De situatie: de Lowie is een echte pester, dat heb je na een uur al in de mot! Hoe ga je reageren als hij begint te pesten? Wanneer is iets pesten, wanneer een grap? Gaan jullie meteen met Lowieke praten en de les spellen? Elk groepje vertelt eerst de opdracht en daarna hun uitkomst. Er wordt geprobeerd om wat reacties uit te lokken bij de andere deelnemers. Elk groepje krijgt zo feedback. Aandachtspunten bij dit gesprek: Stilstaan bij het profiel van de pester en de gepeste. Zowel qua gedrag, uiterlijk als achtergrond.

• Rechtbankspel

De rollen worden verdeeld. Iedere cursist krijgt een steekkaart met daarop onderstaande uitleg over zijn/haar personage. De rechter leidt steeds de zaak in en geeft een korte toelichting over oorzaak en aanleiding. Sam, de enige zoon van twee gescheiden ouders, heeft het niet altijd even gemakkelijk. Al van bij zijn geboorte heeft hij een ernstige oogafwijking waardoor hij noodgedwongen een bril met dikke glazen moet dragen. Als gevolg van de talloze echtelijke ruzies bij zijn thuis is Sam ook erg in zichzelf gekeerd en is hij onzeker in sociale contacten. Hij heeft ook een lage dunk van zichzelf. Al vanaf het eerste studiejaar wordt hij nageroepen en noemt iedereen hem ‘brilsmurf’. Ondanks het feit dat hij een beetje sociaal gehandicapt is (of dat lijkt op het eerste gezicht toch zo!), is hij een erg pienter kereltje. Hij haalt schitterende resultaten op school en verbaast soms zelfs de leraars met zijn kennis en inzicht. Zijn mama stuurt hem enkel mee op kamp, omdat ze dit eigenlijk een goedkope babysit vindt. Op kamp kan Sam niet zo goed aarden. Luister maar naar zijn verhaal…

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 52: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 52

Sam vertelt Sam, de gepeste, vertelt wat er precies gebeurd is. 2 jongens van mijn ban begonnen me een klein beetje te plagen, omdat we ons voor een bepaald spel in groepjes moesten verdelen en ik als enige overbleef. Ik vond dat niet zo erg, want ik ben ook de minst sportieve van onze hele groep. Toen de activiteit gedaan was, hielden ze mij tegen en spuwde één van hen op mijn trui. Ik heb toen overdreven gereageerd en hem een ‘vuile lama’ genoemd. Toen was het hek van de dam en na wat geduw en getrek, viel het materiaal dat ik mee opruimde uit mijn handen en het viel kapot op de grond… De monitor was heel kwaad op ons. De rechter neemt terug het woord en schetst de psychologische constellatie van de pester. Lander is niet van de slimste, maar toch zeer populair. Hij heeft van natuur een dominant karakter. Bovendien heeft hij een dikke nek en denkt hij soms dat hij ‘God-de-vader’ is. Op school bengelt hij aan het uiteinde van de staart. Bij zijn thuis is hij een vrij normale jongeman, die soms wat hyperactief is, maar door zijn vader wel in toom gehouden kan worden. Op kamp kan hij zich dan eens volledig laten gaan, met alle gevolgen van dien… . Lander, de pester, probeert zich eruit te lullen. Eerst en vooral zou ik willen zeggen dat ik niet de enige was en dat het zeker niet mijn idee was om Sam aan te vallen. Bovendien was het eigenlijk een klein accidentje, aangezien het materiaal gewoon uit zijn handen rolde. En wat dat spuwen betreft, ik had toen een serieus verkoudheid en toen ik opeens moest niezen, vloog er een klein beetje snot op de trui van Sam. Ik heb toen ‘sorry’ gezegd. OK, ik heb hem misschien een beetje geplaagd, maar hij was begonnen door te zeggen dat ik een ‘lama’ was. De openbare aanklager houdt een pleidooi ivm pesten… Als openbare aanklager probeert hij uiteraard Lander te verdedigen. Hij zal dus uitpakken met stellingen als… Pesten hoort nu eenmaal bij het leven. Pesten gaat vanzelf over. Van pesten word je hard. Wie gepest wordt, lokt het zelf uit. Hij mag de pester en gepeste in zijn pleidooi betrekken. (via vraag en atwoord) De verdediging houdt zijn pleidooi. Zij proberen dus Sam te verdedigen via bv. de volgende stellingen… Pesten is nergens voor nodig, het kan ook op een andere, meer aangename manier. De pester probeert zijn eigen onzekerheid te verbergen door te pesten. Ook hij mag pester en gepeste in zijn pleidooi betrekken. De openbare aanklager roep getuigen op. Dit zijn de zgn. meelopers die geen eigen mening hebben en opkijken naar de pester, vaak uit angst om zelf gepest te worden. Soms kan het ook zijn dat zij helemaal niet doorhebben dat er echt gepest wordt in de groep. De verdediging roept getuigen op. Dit zijn de sterke karakters die vaak de gepeste in bescherming nemen (of toch proberen dit te doen!) Zij proberen mee te werken aan een goede groepssfeer en vinden dat pesten helemaal niet thuishoort op kamp. De moeder van de gepeste krijgt even het woord. Zij zegt dat ze helemaal niet wist dat Sam zo gepest werd. Hij had haar trouwens verteld dat dat materiaal per ongeluk gevallen was.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 53: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 53

De begeleiding krijgt het woord. In feite is dit het belangrijkste aspect van het rechtbankspel. De monitoren moeten een heel concept uitwerken om het pesten in de toekomst te voorkomen. Het is de bedoeling dat zij aan de hand van informatie die ze nu gehoord hebben, weten hoe ze moeten optreden in de verschillende en veel voorkomende pestsituaties. Let wel… dit alles is vooral gericht op het preventieve aspect, het pesten voorkomen! De rechters doen uitspraak en vellen zoals steeds een wijs oordeel.

• Nabespreking

Het verschil tussen pesten, plagen en ruzie Pesten: � geweld:

o lichamelijk (slaan) o psychisch (uitsluiten)

� één of meer tegen één � langdurig en herhaaldelijk � met opzet � gepeste is machteloos Plagen: � als grap, onschuldig � slechts éénmalig Ruzie: � gelijke machtsverhoudingen � éénmalig � jongens: direct (slaan, schoppen, direct beledigen) � meisjes: indirect (uitsluiten, negeren)

Deel 2: Hoe pesten aanpakken?

• De middengroep De middengroep kan nog opgedeeld worden in kleinere groepjes. � Sommigen sluiten zich aan bij de pester en vormen zo het pestgroepje. Dit kan om

verschillende redenen zijn: • bewondering • voordeel • angst Sommigen zien helemaal niet dat er gepest wordt in de groep.

� Sommigen nemen de gepeste in bescherming. (Durven niet tegen de stroom in te roeien) Ook dit kan verschillende redenen hebben: • niet zien dat er gepest wordt • onverschillig • neemt gepeste in bescherming

� Het is mogelijk dat er leden uit de middengroep wegblijven o.w.v. de verstoorde groepssfeer of schuldgevoel door het meepesten.

Zonder de steun van de eerste groep kan de pester niet pesten.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 54: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 54

• De animatoren Animatoren kunnen ook pesten in de hand werken. � Ze kunnen jaloezie bij de leden opwekken door:

• Een voorkeur voor bepaalde kinderen te hebben. • Spelmateriaal aan te bieden dat enkel de populaire kinderen bevalt. • Bepaalde kinderen negatieve opmerkingen te geven.

� Ze kunnen zorgen voor een onveilig gevoel in de groep door: � onduidelijke regels. � onredelijke aanpak. � humeurigheid.

• Goede houding als begeleider Als begeleider moet je openstaan voor problemen en er iets aan willen doen. Ieder lid moet durven en willen vertellen wat er in de groep leeft. (ook als dat een pestprobleem is) Na ieder activiteit kan je evalueren. Werd er iemand uitgesloten? Kon iedereen meedoen?

• Goed weten waar je naartoe wil Bv Wij willen een aangenaam groepsklimaat, waar ieder lid zich veilig en thuis voelt. Positieve veranderingen, geen pesten meer moeten behouden blijven, zodat na drie weken niet iemand anders de plaats van de gepeste inneemt. Concreet betekent dit: De gepeste krijgt meer zelfvertrouwen en weet zich geaccepteerd in de groep. De vicieuze cirkel die pesten is, moet doorbroken worden. De pester moet zich sociaal wenselijker opstellen, minder negatief t.o.v zijn omgeving.

Deel 3: Preventief werken: Veilig gevoel, goede groepssfeer? Groepsvorming is eigenlijk een proces van samenklikken, wat helaas ook uitsluiten met zich meebrengt. Eens een groep gevormd, is het moeilijk om daar verandering in te brengen. Dit o.w.v. verwachtingspatronen, bv Leo is de clown, dan wordt dat ook verwacht van hem dat hij de grappige is. In elke fase van de groepsvorming kan je een gevoel van veiligheid creëren. Een gevoel van veiligheid creëren is belangrijk om pesten te voorkomen. Er bestaan 3 basisbehoeften in de groep:

- zich veilig voelen in de groep - het uitoefenen van invloed - persoonlijk contact

Het vormen van een groep telt 3 fasen:

1. zich thuis voelen in een groep, elkaar kennen 2. men begint elkaar te verkennen, er ontstaan verwachtingen t.o.v. elkaar 3. het ontstaan van waarden en normen

• Hoe werken aan een goede groepssfeer? In elke fase van de groepsvorming kan je een gevoel van veiligheid creëren. Dit kan je doen door: � Kennismakingsspelen. Het maken van interne afspraken, regels i.v.m. pesten dit

vermindert de kans op pesten en er ontstaat een gevoel van veiligheid. Dit moet je op een speelse manier overbrengen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 55: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 55

� Iedereen volgens zijn of haar capaciteiten aanspreken. Iedereen moet het gevoel hebben mee te tellen. Verschillende activiteiten aanbieden waarin iedereen eens kan uitblinken.

� De negatieve groepsnormen uit de weg ruimen zoals discriminatie, vooroordelen,... zodat de positieve groepsnormen zoals respect, samenwerking, verdraagzaamheid,... overheersen.

• Waar moet ik als leid(st)er op letten bij het voorbereiden van een activiteit?

� het aanbod moet steeds boeiend en afwisselend zijn. Het moet veel energie vragen zodat er weinig of geen dode momenten aanwezig zijn.

� groepsbevorderende spelen zorgen voor een betere samenwerking in de groep. Competitieve spelen mogen ook maar niet teveel want tijdens deze spelen wordt er sneller gepest.

� breng variatie in je activiteit zodat iedereen met zijn mogelijkheden wordt aangesproken.

� vriendjes mogen best samen zijn in één groepje zolang ze de groepssfeer niet bederven. Het is beter om regelmatig met wisselende groepjes te spelen. De groepjes kan je kiezen door het toeval, door een spel of via de begeleiding. Zorg dat de groep elkaar goed kent (door kennismakingsspelen) en dat je speelt in kleine groepjes (zo leer je elkaar goed kennen).

• Wanneer wordt er gepest? � Competitieve spelen: men wil geen, minder sterke kinderen in de groep. � Als kinderen zich vervelen. � Als er geen toezicht is. � Op de bus: dicht bij elkaar en niets te doen. � Groepsnormen: als in de groep de sfeer hangt dat iedereen stoer is en moet zijn,

valt de niet stoere eruit. � Machtsgevoel: om eigen onzekerheid te verbergen. Pester heeft een gebrek aan

sociale vaardigheden en kan op een plezante manier geen vrienden maken. � Thuissituatie: frustraties van thuis uitoefen op andere kinderen, zulk gedrag van de

ouders geleerd, kinderen van overbeschermende ouders kunnen niet zo goed voor zichzelf opkomen.

� 10-14 jaar: groepsvorming centraal, kinderen zoeken een plaats in de groep. � puberteit: veel veranderingen, onderlinge controle, sommigen zijn al rijp, anderen

nog onvolwassen. � houding leiding: voorbeeldfunctie. � leden kunnen ook al s model fungeren: kinderen kijken ernaar op, groep van pesters

breidt uit, kinderen voelen zich apart minder verantwoordelijk.

• Hoe wordt er gepest? <12 jaar: schoppen, slaan >12 jaar: meer verbaal, nemen samen een houding t.o.v. iemand Jongens: slaan, schoppen, direct beledigen Meisjes: indirect, uitsluiten, negeren

• Voor welke activiteiten moet men aandacht besteden? � Activiteiten moeten afwisselend zijn, BV zowel sport als knutselen, naar ieders

capaciteiten. � Weinig tijd voor verveling. � Activiteiten die de groep als groep uitdagen. � Ook competitieve spelen, kinderen moeten leren omgaan met winnen en verliezen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 56: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 56

� Toch moet samenwerking centraal staan “plezier bleven door samen een doel te bereiken”.

� Het is belangrijk dat je regelmatig de groep observeert. � Er moeten duidelijke omgangsregels zijn. Als deze samen met de groep worden

opgesteld zijn het afspraken. Dit is nodig voor de pester en de gepeste om te weten waar ze aan toe zijn.

� Wisselende groepjes � Toeval laten bepalen. � Via spel groepjes indelen. � Leiding deelt de groepjes in. � Zo vermijd je dat minder goede telkens blijft staan. � Kleine groepjes zorgen voor meer persoonlijk contact. De leden leren elkaar zo

beter kennen.

Deel 4: Curatief werken: Wat kan ik doen als er gepest wordt?

• Gepeste � Gesprekje met hem/haar. � Niet bemoederen, overbeschermen. � Wel wijzen op gedrag dat pesten uitlokt, zonder verwijt te maken en zonder de

schuld te geven.

• Pester � In een gesprek duidelijk maken dat pesten niet kan. Regels nog eens schetsen. � Gevoelig maken voor de pijn en gevoelens van de gepeste, sociaal inzicht

bijbrengen. � Als niets helpt: straffen. � De straf moet efficiënt zijn. Als de gepeste zich wreekt, werkt hij dit vaak uit op de

gepeste. � Hoe efficiënt straffen?

o In verhouding met de fout. o Rekening houden met het motief (opzet of pech). o Wat is er fout: verklaring geven. o Wat wordt verwacht. o Als de gestrafte zich aan de afspraken houdt, een pluim geven. o Regels en afspraken gelden voor iedereen en op dezelfde manier.

� Als de leden er klaar voor zijn, kan ook pester en gepeste in een gesprek samen met

leider komen. Het gevaar is dat de gepeste dichtklapt. � Gesprek met de hele groep. Dit kan ook pas als de groep er klaar voor is. � Het is belangrijk dat je de middengroep kan overtuigen, niet meer mee te pesten.

Zo verliest de pester zijn populariteit. � Straf ook nooit de middengroep en de pester samen. Dit zorgt voor een groter

samenhorigheidsgevoel. Ook zit de kans erin dat je onschuldige ook straft.

GOUDEN TIP Zorg ervoor dat praten over pesten geen taboe is in je groep

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 57: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 57

• De kenmerken van de gepeste en de pester GEPESTE PESTER

Uiterlijke kenmerken zijn niet noodzakelijk Extrovert, impulsief

Wordt met scheldnaam aangesproken Sterk begaan met zichzelf

Fysiek zwakker Fysiek sterker Weinig speelkameraadjes Zoekt slachtoffer voor frustraties Beschadigde kleren, gestolen spullen Vraagt aandacht door heldenrol Pestverleden Is eigenlijk minder zeker dan het lijkt Lage dunk van zichzelf Is soms slachtoffer in andere situaties In zichzelf gekeerd Slechte verliezer Durft niet praten over de problemen Niet inleven in de gevoelens van anderen Durft niet opkomen voor zichzelf Schat gevolgen van gedrag fout in Is tegen geweld Grote mond, stoer, populair, opstandig Reageert niet efficiënt Zegt eigen mening Is vaker afwezig Agressief Probeert zich weg te stoppen Moeite met regels en grenzen Kan slecht met stress en spanning omgaan Laat zich omringen door meelopers Domineert en loopt anderen onder de voet • Er wordt gepest, wat doe ik als begeleiding? A. Individueel Als begeleid(st)er doe je iets aan een pestprobleem. Je grijpt onmiddellijk in en reageert direct als je een pestprobleem ziet. Je stelt duidelijk dat dit niet kan. Wat kan ik doen (zie ook straffen en belonen)?

� de gepeste benaderen: een gesprekje met hem/haar houden (als er niemand in de buurt is).

� open staan voor de gevoelens; hem/haar niet overbeschermen. � zeker mag je de gepeste niets verwijten, geen schuld geven aan de pesterijen. � de pester aanpakken: een gesprek met hem voeren, duidelijk maken dat dit niet

kan, vragen waarom hij/zij dit doet, hem of haar gevoelig maken voor de pijn en gevoelens wat pesten met zich meebrengt.

� straffen: o De straf moet in verhouding staan tot de fout. o Rekening houden met het motief. o Niet straffen voor zijn of haar persoonlijkheid maar om de fout die hij of zij

gemaakt heeft. o Weten wat van hem of haar in de toekomst verwacht wordt. o Regels en afspraken gelden voor iedereen. o Positief gedrag belonen: wanneer hij of zij iets goed doet maak je dit

duidelijk. � De pester één of andere verantwoordelijkheid geven. Hij of zij wil altijd op de

voorgrond treden, door hem / haar wat meer verantwoordelijkheid te geven, gaan ze minder pesten.

� De pester en de gepeste samenbrengen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 58: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 58

B. Op het niveau van de groep � De middengroep aanpakken zodat de pester geen steun meer krijgt (negeren). � Een kringgesprek met pester, middengroep en gepeste. Wanneer je de pester en de

middengroep bestraft, dan krijgen ze een groter samenhorigheidsgevoel en gaan ze nog meer een kliekje vormen. Daarom is het niet aangewezen om de hele groep te straffen.

Deel 5: Vooroordelen over pesten 1. Pesten hoort nu eenmaal bij het leven Pesten is geen verschijnsel dat nu eenmaal bij het leven hoort. Het langdurig en herhaald pesten kan en moet voorkomen worden. 2. Pesten gaat vanzelf over Pesterijen zijn heel moeilijk te stoppen en hebben de neiging om steeds brutaler en gemener te worden. Wanneer er niets gedaan wordt, denkt de pester dat het mag en hij/zij doet gewoon verder. 3. Van pesterijen word je hard Gepeste kinderen krijgen door al dat pesten een negatief zelfbeeld. Ze denken dat het hun eigen schuld is. Ze krijgen schuld- en schaamtegevoelens dat kwalijke gevolgen heeft voor hun identiteitsontwikkeling. (een minderwaardigheidscomplex; zich afsluiten van anderen,...) 4. Het gaat telkens om één pester en één gepeste In de meeste gevallen gaat het om een groep die zich richt t.o.v. één persoon. 5. Wie gepest wordt, lokt het zelf uit. Het is soms ook wel zo dat gepesten ‘anders’ zijn dan de anderen. Maar de gepeste kinderen weten zelf niet welk gedrag aanleiding geeft tot pesterijen. Ze lokken de pesterijen zeker niet bewust uit. 6. Pesten is altijd omwille van het uiterlijk Het uiterlijk is soms wel het onderwerp van pesterijen maar zeker niet de echte reden ervan. Wanneer de gepeste op een verkeerde manier reageert, kan plagen omwille van uiterlijkheden uitmonden in pesten. 7. Bij ons wordt niet gepest Vaak gebeurt het pesten in het ‘geheim’, wanneer er geen toezicht is. Als je af en toe eens stil staat bij het reilen en zeilen in je groep kan je het pesten sneller opmerken en er iets aan doen. 8. Pesters zijn vooral diegenen die niet meekunnen Het kan evengoed zijn dat iemand heel goed meekan en functioneert in de groep en die een ander die niet goed meekan als slachtoffer kiest. 9. Het zijn altijd dezelfden die pesten of gepest worden Het kan zijn dat een kind op school gepest wordt omdat het niet zo’n goede cijfers haalt maar op kamp bewonderd wordt omdat het zo goed is in balspelen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 59: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 59

Deel 6: ADHD

• Wat?

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) is een stoornis die gekenmerkt wordt door aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsief gedrag. Deze kinderen lijken niet te luisteren en kunnen hun aandacht ook maar beperkte tijd bij een activiteit of opdracht houden. Vaak kunnen ze niet stilzitten, friemelen en prutsen ze voortdurend en zijn ze zeer onrustig. Impulsiviteit uit zich in dingen eruit flappen, ongepast reageren en handelen zonder na te denken over de gevolgen. Kinderen met ADHD zijn vaak ook sociaal onhandig, hebben ernstige leerproblemen en zijn vaak onhandig door een gebrekkige motoriek. De oorzaak van ADHD is een stoornis in de hersenen. Kinderen met ADHD zijn dus geen luie, stoute of lastige kinderen. Ze zijn ‘charmant maar niet te stoppen !’

• Hoe herkennen?

Iedereen krijgt een kaartje met daarop één (mogelijke) eigenschap van adhd. Deze eigenschap moeten ze in de loop van de verdere activiteit op een aangegeven moment naspelen (bv moeilijk concentreren). We spelen allerlei kleine spelletjes (EHBDM), als cursusbegeleider tik je van tijd tot tijd iemand op de rug. Op die moment begint die persoon zijn kaartje na te spelen. We beginnen rustig: één geval per geval, uiteraard kan alles exploderen tot een chaos van allerlei mogelijke adhd symptomen!! (hoihoi, chaos) Mogelijke symptomen:

1. moeilijk aandacht houden 2. niet tegen je verlies kunnen 3. impulsief 4. enthousiast 5. origineel en creatief 6. veel conflicten met andere kinderen 7. niet lang kunnen concentreren 8. hyperactiviteit 9. Moeilijk kunnen blijven zitten. 10. Snel zijn afgeleid. 11. Van de ene naar de andere activiteit hollen. 12. Wiebelen, draaien en friemelen. 13. Niet rustig kunnen spelen. 14. Moeilijk op hun beurt kunnen wachten. 15. Overdreven veel praten. 16. Antwoord geven voordat de vraag is afgemaakt. 17. Anderen in de reden vallen. 18. Moeilijk instructies kunnen opvolgen. 19. Veel kwijtraken of verliezen. 20. Zich vaak in gevaarlijke situaties storten.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 60: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 60

Nabespreking Na afloop van de spelletjes, laat je iedereen van elkaar raden welk rolletje hij of zij moest spelen. Hier mag uiteraard wat gestuurd worden. Die persoon kan dan ook zeggen hoe hij of zij het ervaren heeft en hoe er misschien mee omgegaan kan worden.

• Tips

� Gedrag:

Bereid moeilijke situaties even met hen voor, maak het kamp voorspelbaar. Help hen met het inbouwen van een stukje zelfcontrole: hoe ga je dat doen? Hoe kunnen we dit oplossen? Als er meerdere monitoren de groep leiden, hanteer dan dezelfde afspraken. Dat schept duidelijkheid en het kind kan jullie niet tegen mekaar uitspelen.

� Spel: Zorg voor oogcontact of richt hun aandacht op een andere manier wanneer spelregels uitgelegd worden. Zo vermijd je dat je na de uitleg opnieuw kan beginnen! Kinderen met ADHD gaan tot het uiterste maar zijn slechte verliezers. Wissel inspanning en ontspanning af en voorzie ook activiteiten zonder competitie. Geef enkele minuutjes aanpassingstijd wanneer een andere activiteit begint.

� Straffen en belonen: Voorkomen is beter dan genezen! Grijp in wanneer het licht op oranje springt en wacht niet tot het kind door het rood racet. Als straffen toch moet, straf dan consequent en leg uit waarom er straf volgt en wat je een volgende keer in dezelfde situatie verwacht.

� Zakgeld: Verdeel zelf het zakgeld dat het kind meekrijgt over de verschillende dagen, eventueel in verschillende omslagen. Zo vermijd je dat impulsiviteit en bankroet de eerste dag reeds de bovenhand krijgen.

� Medicatie: Veel kinderen met ADHD nemen medicatie (Rilatine). Volg mee op dat ze hun medicatie (op tijd) innemen. Vaak gebruiken ouders een codewoord voor medicijnen. Kinderen vinden het niet leuk dat hun vriendjes weten dat ze de pilletje nemen. Vraag genoeg informatie hierover aan de ouders.

� De clown op kamp: Kinderen met ADHD kunnen vaak heel wat problemen opleveren. Vaak vragen ze extra inspanningen van de leiding. Toch is het niet alleen kommer en kwel. Kinderen met ADHD zijn ook:

- zeer creatief en een kei in het verzinnen van oplossingen! - spontaan, openhartig en rechtvaardig. - ontzettend enthousiast wanneer ze iets graag doen! - origineel en humoristisch! - gangmakers en showbeesten

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 61: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 61

• Achtergrondinformatie

ADHD ADHD is meer dan een goedaardige gedragsvariant. De kenmerken van ADHD zijn vaak zo indringend dat ze het eigen en andermans functioneren zowel thuis, op school, als in de vrije tijd belemmeren. Ze verstoren het normale verloop van de dagelijkse activiteiten en geven vaak aanleiding tot negatief getinte interactiepatronen. Ze hebben niet alleen een grote impact op het functioneren, ze brengen ook een aanzienlijk risico mee voor de toekomst. Vijfentachtig procent van de kinderen en jongeren met ADHD ontwikkelt bijkomende problematiek. Vooral gedragsstoornissen komen frequent voor en leiden bij gebrek aan adequate behandeling vaak tot een escalatie van de problemen (delinquent gedrag, drank- en middelenmisbruik …). Ook angst- en stemmingsstoornissen, leerproblemen … verdienen de nodige aandacht. Type 1: alleen aandachtsproblemen, zonder hyperactiviteit en impulsiviteit. Dit type wordt ook wel ADD genoemd. ADD wordt niet snel herkend bij kinderen. Zij vertonen immers veel minder storend gedrag dan de kinderen met de andere twee vormen van ADHD. De kinderen met ADD vallen op door dromerig, apatisch gedrag en het feit dat ze meer dan gemiddeld moeite hebben om met een taak te beginnen en hun aandacht erbij te houden. Ze vergeten ook gemakkelijk en hebben moeite om zich goed te organiseren. Kinderen met ADD presteren onder hun niveau. Dat roept problemen op bij het leren en het heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van hun zelfvertrouwen. Type 2: alleen impulsiviteit en hyperactiviteit, zonder de aandachtsproblemen. Over dit subtype is nog weinig bekend. Het wordt vooral gezien bij kinderen beneden de 7 jaar en zou een voorloper van het gecombineerde type 3 kunnen zijn. Type 3: de combinatie van aandachtsproblemen, impulsiviteit en hyperactiviteit. Spreken we over 'ADHD', dan bedoelen we meestal dit type. Dit type komt het meest voor. Verloop De eerste symptomen worden meestal vastgesteld door de ouders rond de leeftijd van drie, vier jaar. Ze merken op dat hun kleuter extreem beweeglijk is en zich moeilijk kan verdiepen in een spel. Daarnaast signaleren ze vaak tekorten in de ontwikkeling, tegendraads gedrag en veelvuldige conflicten met andere kinderen. Ondanks deze vroege signalering wordt op kleuterleeftijd zelden een diagnose gesteld. Het leerproces op vlak van concentratie en zelfbeheersing is nog volop aan de gang en het al dan niet ‘blijvend karakter’ van de ADHD-kernmerken kan nog niet met zekerheid bepaald worden. Toch is - zeker in geval van ‘moeilijk gedrag’ - deskundige begeleiding aangewezen. In de lagere school (6 – 12 jaar) vallen kinderen met ADHD op door hun motorische onrust, grote afleidbaarheid, impulsief en vaak storend gedrag. Ook de bijkomende stoornissen (gedragsstoornissen, specifieke leerstoornissen …) en de secundaire gevolgen van ADHD (laag zelfbeeld, overzitten, sociale uitsluiting, verstoorde gezinsrelaties …) worden duidelijker zichtbaar. In de adolescentiefase (13 – 17 jaar) zien we vaak een mildering van de motorische onrust. De aandachtsproblemen blijven en de plannings- en organisatieproblemen treden duidelijker op de voorgrond. De gedragsproblemen kunnen verscherpen onder invloed van

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 62: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 62

de puberteit. Het risico op schooluitval en identificatie met andere probleemjongeren is nu zeer reëel. De poort naar delinquent gedrag, alcohol- en middelenmisbruik … staat wagenwijd open. Bij jongvolwassenen en volwassenen (+ 18 jaar) zet de mildering van de symptomen zich verder door. Het zwakke aandachts- en organisatievermogen blijft vaak voor problemen zorgen en kan leiden tot ‘onderpresteren’ op het werk. Gedrags- en psychische problemen kunnen de relatievorming en de sociale integratie aanzienlijk bemoeilijken. ADHD is grotendeels erfelijk bepaald. De erfelijkheidscoëfficiënt wordt momenteel op 70 tot 90 % geschat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ADHD ‘in de familie’ zit. Toch speelt ook de omgeving een belangrijke rol. Bepaalde factoren in het gezin, op de school, in de werkomgeving, in de vriendenkring … kunnen de aanwezige aanleg versterken. Andere factoren kunnen de aanwezige aanleg verzwakken en de prognose (de toekomstverwachting) in gunstige zin beïnvloeden. Als belangrijkste beschermende factoren worden genoemd: psychisch gezonde ouders, een stabiel gezin, een evenwichtige opvoeding, een positief sturende aanpak op school, een goede vriendenkring, een stimulerende en ondersteunende partner, een begripsvolle werkgever … ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. Behandeling De behandeling heeft als doel de symptomen te milderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken. Hoewel het grote publiek overstelpt wordt met informatie over zeer uiteenlopende behandelingsmethoden, blijkt er op wetenschappelijk niveau weinig evidentie te bestaan voor hun effectiviteit. Slechts drie behandelmethodes worden als ‘evidence-based’ beschouwd. Psycho-educatie Psycho-educatie vertrekt vanuit de idee van een blijvende kwetsbaarheid. Leren omgaan met die kwetsbaarheid vraagt niet alleen om inzicht in de achterliggende stoornis, maar ook om aanvaarding van de eigen beperkingen en aanpassing van het gedrag en het zelfbeeld in functie van een haalbaar toekomstperspectief. Farmacotherapie Medicatie is en blijft voorlopig de meest efficiënte manier om de symptomen van ADHD te onderdrukken. Zeventig tot tachtig procent van de ADHD’ers is goed geholpen met medicijnen. Maar medicijnen alleen volstaan niet. Ze vormen slechts een onderdeel van een veel ruimer zorgtraject. Gedragstherapie Medicatie kan helpen om de negatieve spiralen die ontstaan zijn als gevolg van de ADHD te doorbreken. Maar dan begint pas het grote werk: het aanleren en trainen van nieuwe vaardigheden, het verwerven van controle over gedrag, het herstellen van relaties met ouders, leerkrachten, vrienden … Kortom, het herontdekken van zichzelf, de talenten en mogelijkheden om zichzelf op een positieve manier in de kijker te plaatsen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 63: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 63

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 14: “Tochttechnieken & - animatie” Deel 1: Praktische tips Als we met een groep kinderen op tocht gaan, willen we dit op een verantwoorde manier doen. We moeten ons dus grondig voorbereiden. A. Vooraf � Stippel de tocht vooraf uit en overloop dit met je kampleiding. Zo weten zij

ook waar je te vinden bent in onvoorziene omstandigheden. � Schrijf het telefoonnummer van de kampplaats ergens op en neem het zeker mee. � Neem muntstukken van 1 of 2 euro mee ingeval je moet telefoneren. � Neem je gsm ook steeds mee en zorg ervoor dat er steeds belwaarde op staat. � Wat neemt iedereen mee op tocht? (eventueel per 2 in één rugzakje)

o Regenkleding o warme trui o zonnecrème o zonnehoedje o drinkbus met water o picknick o een plastiek zakje (afval, braken, hyperventilatie, ...)

� Wat neemt de moni (in een grotere rugzak) extra mee?

o toiletpapier o tochtverloop en kaart o EHBO-gerief o grotere plastiek zak

� Voor het vertrek controleren we de schoenen van alle kinderen:

o stevige wandelschoenen met goede zolen o iedereen doet sokken of kousen aan om blaren te voorkomen

B. Aandachtspunten tijdens de wandeling

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 64: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 64

� wijk niet af van je uitgestippelde tocht. Verwittig de kampleiding als je dit wel doet � we wandelen in een rustig tempo met voor- en achteraan één moni. Eventuele andere

moni's verspreiden zich tussen de vakantiegangers. � Suggestie: na een uur wandelen rust je een kwartiertje. Een goede tochtanimatie zorgt

ook voor voldoende breekpunten. � keuze van de rustplaats:

• zoek een veilige plaats (niet aan drukke wegen, geen te steile hellingen) • iedereen hangt een trui om, om verkoudheden te voorkomen • laat nergens afval achter

� zorg voor een aangepaste animatie � leid niemand af op moeilijk terrein � bij het stijgen is zingen uit den boze � pas je animatie aan je doelgroep aan (12-j, mv) � Waar geen voetpad is, wandel je in België als individu links van de baan, maar in groep

blijf je rechts. Kies veilige oversteekplaatsen. Probeer drukke wegen zoveel mogelijk te vermijden.

� In de bossen blijf je op de. paden! Pas op voor mogelijke wolfsklemmen of � aangeduide gevaren.

GOUDEN REGEL VOOR IEDEREEN: Hou het steeds rustig, vermoei niemand teveel en blijf steeds met je hele groep bij mekaar.

C. Tips aan zee � Vooraleer we de zee bereiken passeren we (soms) de duinen. Dit zijn gebieden waar je

met de vakantiegangers prettige spelen kan doen. Opgelet: sommige duinen zijn niet toegankelijk. � Op het strand vinden we soms aangespoelde kwallen. Zelfs als ze dood zijn blijven de netelcellen nog lang actief. Een eventuele beet laat je best verzorgen bij de EHBO-post of door een dokter. � Brengen we de kinderen ook respect bij tegenover andere dieren die we op het strand

vinden? Zeesterren, mosselen, krabben,... zijn geen souvenirs om mee naar huis te nemen. Bovendien begint dit alles na enkele dagen te rotten en te stinken. En hoe vind je deze activiteit? Krabben vangen met een doorboorde mossel. Is dit wel nodig? nuttig? natuurvriendelijk? Neen!

� Watergeulen kunnen verraderlijk diep zijn, zeker bij vloed. Het gevaar zit er dan in dat je niet meer terug kan. Je doet er dus best aan om geen grote geulen te graven voorbij de vloedlijn. � Wanneer je een zandkastelen-bouw organiseert (meebouwen is ook voor de moni plezierig), zoek je eerst uit wanneer het eb en vloed is. Het beste tijdstip om kastelen te bouwen is bij afgaand water. Het strand is dan nat en er is geen gevaar meer voor overstromingen. � Materiaal om zandkastelen te versieren vind je vaak op de golfbrekers. Deze

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 65: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 65

kunnen glad en glibberig zijn en ze zijn gevaarlijk om er van af te schuiven. Golven breken op deze golfbrekers en zo ontstaan draaikolken. Laat hier in de buurt nooit iemand in het water gaan. � Als we de deelnemers laten zwemmen in zee gebeurt dit enkel in de bewaakte zwemzones. Ken je de betekenis van de vlaggen?

• rode vlag: zwemmen verboden • oranje vlag: zwemmen op eigen risico (NIET GAAN ZWEMMEN DUS) • groene vlag: zwemmen toegelaten

� Tracht de kinderen tijdens het zwemmen herkenbaar te maken door ze vb een pet op

te laten zetten.. Zo zijn ze als lid van de groep gemakkelijker te herkennen. � Eén moni houdt toezicht aan de kant, en de rest blijft bij de kinderen. Deel 2: tochtannimatie Wanneer je op tocht rondzwerft, ben je onbewust bezig met de natuur. Je praat er over, je speelt er in, je bent soms verwonderd over haar schoonheid. Natuur nodigt je uit om te spelen. J e kan met een beetje fantasie heel wat spelen bedenken waar je de natuur als middel aanwendt. Dit bespaart je heel wat sleurwerk met spelmateriaal dat je voor je tocht zou willen meenemen. Hieronder volgt een mogelijk aanbod. Mits wat creativiteit kan je elke activiteit aanpassen aan het niveau van de vakantieganger. • Tochtanimatie Er wordt zoveel over gepraat, maar hoe moet je er nu aan beginnen? In het atelier spel heb je tientallen spelen uitgeprobeerd, spelen die allerlei materiaal vragen. Enkele namen zullen je welbekend in de oren klinken: tienbal, tussen twee vuren, verstoppertje, bomendans, ... Al deze spelletjes zijn zonder meer om te zetten tot natuurspelletjes die je op tocht zeker kan gebruiken. � Bosinstrumenten Wanneer je op tocht "muziekkriebels" voelt, geef dan je kinderen de opdracht allerlei rechte stokken, mooie keien, droge sparappels, dunne droge takjes en overjaarse herfstbladeren te verzamelen. Met dit alles kan je een echt" symfonisch orkest" opbouwen om een moment van rust, of een overgang van spel naar spel op te luisteren. Met deze vind-bosinstrumenten kan je heel wat kampliedjes begeleiden vol natuurlijke ritmiek. Met jouw creatieve geest kan je zelfs een voorspel, een tussenspel alsook een grotesk sluitstuk op "Ja kamperen" componeren. Het spelletje "dirigent je" krijgt hier zelfs een kleurtje bij. Bij regenweer kan je aan het knutselen gaan. Met heel wat waardevol-kosteloos materiaal en met. natuurelementen kan je de knapste troms, brompotten, schellenramen en misschien zelfs xylofonen bouwen. Echt 't proberen waard en al is het resultaat misschien niet zo denderend, je hebt dan toch het plezier gehad om actief bezig geweest te zijn met de natuur.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 66: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 66

� Tienappel In plaats van het spel met een bal te spelen, gebruik je gewoon een spar-of denappel. Je kan het terrein eventueel ook aanpassen, zodat je het in een bos of op een boswegel kan spelen. In theorie behoudt dit tienappeltje zijn spelstructuur en inhoud. � Tussen twee vuren In plaats van elkaar II aan te werpen " met een bal, gebruik je een spar-of denappel om naar elkaar "door te smijten". Je moet de appelopvangen, maar je mag hem niet laten vallen. Laat je hem toch vallen, dan moet je bij de kapitein en diens helpers gaan staan. Binnen je eigen veld mag je drie passen (lees: de appel doorsmijten) geven en dan overwerpen naar je kapitein. Wanneer de appel valt is hij voor de ploeg op wiens grondgebied hij ligt. De kapitein zijn veld is echter ook afgebakend. Valt de appel buiten het speelveld dan is hij voor de tegenpartij. � Verstoppertje Je telt tot drie, en al wie een eikeblad voor zijn gezicht houdt, kan niet gezien worden. Wie nog geen eikeblad gevonden heeft, kan getikt worden en is eraan- Natuurlijk kan je ook andere natuurelementen (die je vak~tiegangers hebben leren kennen op tocht) als "verstoppertje" gebruiken. � Bomendans Kies een terrein met genoeg bomen die niet te dicht bij elkaar staan. Bestaat je ploeg uit 30 mensen, dan kies je 29 bomen uit, die je eventueel herkenbaar maakt met een das. Het is de bedoeling dat je steeds van boom naar boom loopt en dat de persoon die niet aan een boom staat er eentje vindt. Daarom moet hij of zij snel genoeg zijn om wanneer iemand van zijn boom wegloopt naar een andere, hem voor te zijn om de lege boom eerst te bereiken. � Ikebana Ikebana of de Japanse bloemschikkunst. Kies een boomstronk of -tak, liefst grillig van vorm met heel wat kloven en openingen. Verzamel daarna takjes van bomen (bebladerde), wilgeroosje, varens (afsnijden met een mes of schaar, dus nooit aftrekken), madeliefjes, boterbloempjes, mos. Om de regels van Ikebana te volgen, hou je je bloemstuk eenvoudig; je overlaadt het niet met teveel bloemen. Vervolgens zorg je ervoor dat de grootste (=hoogste) planten een plaatsje achteraan het bloemstuk krijgen. Hoe meer je naar de voorgrond komt, hoe kleiner 4e plantjes zijn. die je dient te gebruiken. � Boshutten Je kan je geen vakantie indenken of er wordt gesleurd met boomstammen in het bos om een "kamp" te bouwen. Dit is zeker een toffe bezigheid, maar ...ze moet geleid worden. Moeilijk is zo'n kamp bouwen helemaal niet, je kan een wigwam-vorm nemen. Dan moet je een stevige boom uitkiezen waarrond je takken en dode boomstammen die in het bos verspreid liggen, gaat zetten. Je kan de openingen dan dichtstoppen met varens. Je kan het ook meer op een woudlopershut wagen. Dan kies je twee stevige bomen met niet al te hoog beginnende takken. Over die stevige takken kan je een boomstam als steun leggen, maar voor de veiligheid sjor je hem met wat touw vast. Tegen deze steunbalk kan je dan je kamp verder opbouwen. Een derde mogelijkheid is een schuttingskamp. Je plant gewoon takken en kreupelhout in de grond naast elkaar .Zo maak je een dichte omheining waarbinnen je kan zitten.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 67: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 67

Let erop dat de kinderen nooit levende bomen uittrekken of omstampen. S preek dit bij het begin van de bouw duidelijk af. Doe mee met het opbouwen en takken sleuren, dat waarderen de kinderen ten zeerste. � Observatiesluipspel Je laat de kinderen zichzelf camoufleren met allerlei natuur-vindmatenaal. Tracht hen te herkennen en uit te roepen. � Verfspel Voor je op tocht vertrekt, zorg je ervoor dat je per mo ni een potje verf meeneemt, een 50-tal kaartjes met woorden (passend in het kampthema), per kind een potlood en 2 papiertjes. In het bos hang je alle 50 papiertjes verspreid op de bomen. Gebruik hiervoor nietjes of duimspijkers (let wel op dat je oude bomen met een dikke schors kiest, die beschadig je niet). De opdracht luidt nu als volgt: "Er hangen 50 woorden aan 50 bomen van dit bos. Tracht alle 50 verschillende woorden te noteren." Nu lopen de moni's rond en wanneer zij iemand kunnen tikken die van boom naar boom loopt, mogen ze een .. verfstip op het slachtoffer aanbrengen. Uiteindelijk doel van het spel is zoveel mogelijk woorden te vinden zonder al te veel verfstip en te ontvangen. � Stratego Het overbekende stratego-bosspel wordt in een ander kleedje gestoken. ln plaats van de klassieke militaire termen te gebruiken, kan je misschien de voedselpiramide hanteren. De hoogste in. rang is de mens. In plaats van een vlag te bemachtigen kan er gestreden worden voor het bezit over leven of dood. Het zwakste dier dat door iedereen kan gegeten worden, maar dat op zich het enige dier is dat de mens kan overwinnen, kan een vlieg zijn. Met een beetje fantasie kan je er echt alle kanten mee uit. Probeer het eens ... � Zintuigentocht Wat dacht je van eens een kleine zintuigentocht te doen? Het is de bedoeling dat je je vijf zintuigen elk om beurt eens aan bod laat komen om je de juiste weg te tonen. We geven je bij wijze van voorbeeld per zintuig een tip. Je kan er voor jezelf ook heel wat uitdenken... Wanneer ons oog het spoor dient te volgen, kan je gekleurde eikenbladeren gebruiken. Vooraf heb je tijdens een knutselronde verzamelde eikenbladeren in het geel, rood en blauw geschilderd. Aan het begin van de oogtocht leg je een legende waarop vermeld staat: rood is rechts, blauw is links en geel is rechtdoor je weg vervolgen. Na een tijdje wandelen hangt er aan een bOom een groot blad met erop een oor getekend. Vanaf hier begint de hoortocht. Aan de oor-bOom waar het blad hangt met wat uitleg over het vervolg van de tocht, hangt een fluitje. Wanneer daar hard op geblazen wordt, dan hoor je een ander fluitje. Ga in die richting tot je de persoon vindt die op het andere fluitje geblazen heeft. Vind je de persoon niet van de eerste keer, ga dan terug naar de oor-bOom en fluit nog eens op het fluitje. Probeer je vooral te concentreren uit welke richting het andere geluid komt.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 68: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 68

Bij de lustige fluiter hangt een groot blad waarop een neus getekend staat. Vanaf hier begint het geurtochtgedeelte. Hiervoor heb je mottebOllen nodig. Je gebruikt de mottebollen om, nooit te ver uit mekaar, op te hangen in de bOom. De fijne neuzen onder jullie zullen de groep wel op de juiste weg snuiven. Het oog kan hier ook behulpzaam zijn. Bij de laatste mottebol hangt een grote getekende tong. Van hier begint de smaaktocht. Bij de tong' hang je een legende: zout is rechts, zuur is links en zoet is rechtdoor. Je hangt op de weg die moet afgelegd worden, zakjes met daarin zout, suiker of zuur ( verkrijgbaar bij de apotheker: leg wel uit waarvoor je het nodig hebt). Het uitzicht van deze producten is gelijkend, zodat men zal moeten proeven om de juiste richting te vinden. Dit smaakspoor wordt gevolgd tot aan een blad met een grote hand. Hier begint 8 de tast-tocht. Vanaf dit blad begint een wollen draad het bOs te doorkruisen. Alle kinderen worden met hun das geblinddoekt, en volgen heel langzaam op de tast de draad door hem tussen duim en wijsvinger te laten glijden. Zo eindigt onze zintuigentocht. Het is eens iets anders dan altijd maar te moeten... sporen. Vergeet tot slot niet alle meegebrachte voorwerpen zoals papieren, fluitje geverfde bladeren enz... terug weg te nemen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 69: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 69

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 15: “Verzekeringen”

Deel 1: Eén jaar verzekerd! We spelen een kwis op basis van “Eén jaar gratis” met volgende inhoud:

• Burgerlijke aansprakelijkheid

We vinden de wetteksten die deze aansprakelijkheid regelen terug in het Burgerlijk Wetboek onder de art. 1382 en 1384 Misdrijven en oneigenlijke misdrijven art. 1382

Elke daad van de mens waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht diegene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden

Verklaring: Dit is één van de duidelijkste artikelen uit ons wetboek, het dient tevens als basis voor alle aansprakelijkheidsverzekeringen.

Schuld -> Schade !____________! ------------------> vergoeden van de schade

Oorzakelijk verband Is er door iemands (onopzettelijke) schuld een schade, en is er een oorzakelijk verband tussen de schuld en de schade, dan moet er vergoed worden.

art 1384 eerste lid

Men is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke men veroorzaakt heeft door zijn eigen daad, maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van de zaken die men onder zijn bewaring heeft.

Verklaring: Ook dit artikel is glashelder : men is aansprakelijk voor diegenen die men onder zijn toezicht heeft.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 70: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 70

• Verzekeringen

� Algemeen Alle B.A. - verzekeringen steunen op art 1382 en volgende. Deze verzekeringen dekken de gevallen waarbij iemand aansprakelijk is en gehouden is tot het vergoeden van de schade. Op dat ogenblik is er sprake van subrogatie (= indeplaatstreding), de verzekeraar treedt in de rechten en de plichten van de verzekerde. De verzekeraar zal de schade vergoeden, behoudens een (kleine) franchise (=vrijstelling) die ten laste van de verzekerde valt. Dekt de verzekering altijd ? Het antwoord is duidelijk : NEEN !!!! De verzekerde dient zich te gedragen zoals een goede huisvader (=bonus pater familias). Dit is een normaal, middelmatig begaafd, redelijk en vooruitziend, voorzichtig mens. Hij of zij zal alles in het werk stellen om ongevallen te vermijden. Indien dit dan toch gebeurt zal de verzekering de kosten dekken. Ingeval van grove fout of grove nalatigheid zal de verzekeraar de kosten eveneens betalen, maar hij zal zich dan achteraf gaan verhalen op de verzekeringsnemer. De verzekeringsnemer is in dit geval hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk.(dwz dat hij of zij met zijn volledig, huidig en toekomstig vermogen garant zal staan voor de vergoeding van de schade) Grove fout, grove nalatigheid? Voorbeelden hiervan zijn legio : dronkenschap, druggebruik, alleen laten van kinderen, het in gevaar brengen van kinderen enz.

� Verzekering bij Activak

LEDEN Ongevallenverzekering De deelnemers zijn tijdens de vakanties verzekerd voor persoonlijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid tov derden. Activak vzw sloot daarvoor een verzekering af bij ETHIASHasselt onder polisnr. 45.033.293. De verzekering BA wordt aangesproken na de familiale verzekering van de deelnemer. Ziekte valt niet onder de polis van ETHIAS. In geval van ziekte of doktersbezoek op kamp vallen de koste volledig ten laste van de deelnemer. Onder bepaalde omstandigheden zal de monitor het geld voorschieten, en wordt er gevraagd dat dit geld bij het afhalen van het kind zal terugbetaald worden ! Diefstal en/of schade aan eigen materiaal wordt niet verzekerd

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 71: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 71

ANIMATOREN Ongevallenverzekering Alle vrijwillige medewerkers die hun medewerking verlenen aan de organisatie en het verloop van de kampen, zijn verzekerd tegen lichamelijke ongevallen via Ethias (met polisnummer 45.015.612). Onder een ongeval wordt verstaan: “de plotselinge gebeurtenis waarvan de oorzaak of één van de oorzaken buiten het organisme van het slachtoffer ligt en die een lichamelijk letsel veroorzaakt.” Ziekte, ongevallen door een gevecht, ea worden dus uitgesloten door de verzekering, net zoals ongevallen die zich voordoen in een toestand van dronkenschap. Burgerlijke Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand Iedereen die betrokken is bij de vzw, is hiervoor verzekerd bij Ethias via polisnummer 45.171.980. Je bent dus verzekerd voor schade aan derden via de b.a. met inbegrip van de burgerlijke en strafrechterlijke verdediging. Onder ‘derden’ wordt verstaan: alle natuurlijke en rechtspersonen andere dan de verzekeringsnemer. De schade kan zowel lichamelijk, materieel als immaterieel zijn. Auto’s Auto’s worden niet verzekerd door Activak, en vallen dus onder de eigen verantwoordelijkheid. Dit geldt niet voor auto’s of minibussen die Activak heeft gehuurd en waarmee jij als monitor mee rijdt. HANDLEIDING VOOR INVULLEN VAN VERZEKERINGSPAPIEREN Gelieve deze papieren altijd zo nauwkeurig mogelijk in te vullen, ook in twijfelgevallen! Dit is nodig om latere verwikkelingen op te kunnen vangen. Ongeval deelnemer Zo snel mogelijk na het ongeval naar de geneesheer of ziekenhuis De geneesheer zijn gedeelte laten invullen. Zelf de resterende gegevens zo compleet mogelijk in potlood invullen Dit formulier met het kampboek meesturen naar Activak vzw Onkostennota’s (medicamenten, vervoer, enz…) aan de ouders bezorgen (goed bijhouden). Het slachtoffer krijgt van Activak vzw via OMOB later een schrijven met de verwijzing naar waar de onkosten gestuurd

Zorg er steeds voor dat de gedane onkosten teruggevorderd worden van de ouders. Activak komt in geen enkel geval tussen mocht dit vergeten worden door de monitoren !!!!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 72: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 72

Verzekering binnen Activak

1) Burgerlijke aansprakelijkheid Lichamelijke en materiële schade Maak een zo volledig mogelijk verslag (onkostennota’s, proces verbaal indien nodig, andere documenten,…) Dit verslag dient ondertekend te worden door een getuige. Een lijst met namen en adressen van alle betrokkenen wordt bijgevoegd!

2) Lichamelijke ongevallen Behandelingskosten na tegemoetkoming van de verplichte of vrije ziekte- en invaliditeitsverzekering. De terugbetaling is geldig gedurende een periode van 2 jaar vanaf de dag van het ongeval.

3) Vervoer De waarborg omvat de terugbetaling van de kosten voor het vervoer van het slachtoffer, inzover dit vervoer noodzakelijk is voor de verzorging.

4) Brillen, lenzen en waardevolle voorwerpen Deze zijn niet verzekerd!

5) Tandprothese Deze zal vergoed worden tot beloop van € 500 per slachtoffer zonder de € 125 per beschadigde tand te overtreffen.

6) De volledige verzekeringspolis Deze ligt ter inzage op het secretariaat van Activak vzw.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 73: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 73

DEELNEMERS

LICHAMELIJKE ONGEVALLEN

ongeval : “de plotselinge gebeurtenis waarvan de oorzaak of één van de oorzaken buiten het organisme van het slachtoffer ligt en die een

lichamelijk letsel veroorzaakt.” Ziekte, ongevallen door gevecht, ongevallen

door dronkenschap —> uitgesloten

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID TAV DERDEN

Verzekering dekt schade veroorzaakt aan derden,

als: oorzakelijk verband tussen schade en schuld van

deelnemer Derden is elke natuurlijke—en rechtspersoon

anders dan jezelf Schade is niet met opzet of door grove fout

veroorzaakt, wel door gedrag van goede huisvader

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN RECHTSBIJSTAND

verzekerd voor schade aan derden via de BA. met

inbegrip van de burgerlijke en strafrechterlijke verdediging. BA zie boven

RECHTSBIJSTAND: vanaf er een advocaat bij komt kijken, komt de rechtsbijstand tussen. Alles gebeurt in grondig overleg met de verzekeringsmaatschappij

GEMEENSCHAPPELIJK

MONITOREN

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 74: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 74

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 16: “EHBO” Kaartje 1: je hebt een dikke vette blaar op je voet Preventie: juiste schoeisel, sokken, verse sokken, droge voeten, ... EHBO: Blaren kan je beter NOOIT openprikken. Daardoor ontstaat immers een open wonde die enkel kan infecteren. Zeker blaren van brandwonden mogen nooit opengeprikt worden. Toch zijn er situaties wanneer je blaren door wrijving wel mag openprikken. Als je bv je blaren niet kan laten rusten en verder moet stappen, kan je ze openprikken om de hinder te verminderen. Let er dan wel op dat je de wonden goed ontsmet. Nazorg: geen gevolgen voor verzekering, proper ontsmet houden Kaartje 2: je krijgt plots een bloedneus Preventie: kwasi onmogelijk Ehbo: - slachtoffer laten zitten en hoofd naar voren buigen - door de mond laten ademen - 10 minuten lang, zonder onderbrekingen, het vlezige deel van de neus dichtknijpen - als de bloeding gestelpt is, maak je de neus schoon met een watje en lauw water - bij een bloeding die langer dan 20 minuten duurt of bij herhaaldelijke bloeding, een

arts raadplegen Nazorg: er is geen verzekering, rustige activiteiten doen, de eerste uren de neus niet snuiten en niet in de neus peuteren Kaartje 3: je verstuikt zwaar je voet Preventie: stevig schoeisel aanraden, en goed vast zitten in uw schoen, aandacht vestigen op de weg, EHBO: - We houden de voet hoger dan de heup. Op die manier vloeit het bloed minder naar de

voet en zal hij daardoor minder zwellen en minder blauw worden. - Ijs leggen om af te koelen en de zwelling te beperken, bij gebrek aan ijs, kan koelen

onder koud stromend water volstaan. - Een licht drukkend steunverband heeft als doel het gewricht bij bewegingen te

steunen, niet te hinderen zoals gebeurt als je het onbeweeglijk maakt. Een elastisch verband biedt niet voldoende steun.

Nazorg: je vult de verzekeringspapieren in en laat die ten dele invullen door de arts. Opvolging van de verzekering en duidelijke afspraken maken met betrokkenen hierover.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 75: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 75

Kaartje 4: je bent weer in de vuilbakken aan het rommelen en krijgt een snijwonde Preventie: hou gevaarlijke spullen steeds buiten bereik van kinderen. Indien ze het toch nodig hebben zorg dan voor voldoende en aandachtige begeleiding. Denk eerst altijd na over een veiliger alternatief Bv. Cuttermes <-> Schaar. EHBO: - Je houdt de arm best omhoog want bij hoogstand is er minder doorbloeding en kan de

bloeding sneller gestelpt worden. - Om een bloeding te stelpen leg je een verband aan dat stevig drukt. Het verband moet

druk uitoefenen op de gekwetste bloedvaten. - Reinig en ontsmet de wonde en de omgeving van de wonde - Dek de wonde steriel af - Is het slachtoffer gevaccineerd tegen tetanus? - Bij ernstige zaken ga je dan best naar de dokter of spoeddienst. Nazorg: Indien je naar een arts of spoed ging vul dan de verzekeringspapieren in. Hou de wonde net en rein, vervang regelmatig het verband. Kaartje 5: je valt op je knie en hebt een schaafwonde Preventie: Maak er doordachte keuze welk terrein je kiest afhankelijk van je spel. Tracht de mogelijke gevolgen in te schatten. EHBO: - Ontsmettingsalcohol is enkel geschikt voor instrumenten of om gave huid te

ontsmetten. Je gebruikt best een doorschijnend ontsmettingsmiddel. Als je roodsel gebruikt, dan kleurt de wonde en wordt het voor een dokter moeilijk om de wonde te bekijken. Je gaat het beste te werk met HAC3.5% of zuurstofwater. Als het zuurstofwater niet meer bruist is de wonde proper.

- Je wrijft van binnen naar buiten zodat je het vuil erUIT krijgt i.p.v. het er nog verder in te wrijven.

- Was eerst je handen voor je de wonde begint ten ontsmetten - Reinig de omgeving rond én de wonde zelf Nazorg: Bij een niet ernstige schaaf/snijwond is er niet veel nazorg noodzakelijk. Kaartje 6: je krijgt een hyperventilatie aanval Preventie: Vaak zijn dit dezelfde mensen die dit voor hebben. Probeer in deze gevallen te vermijden dat ze zich opwinden of de controle over zichzelf verliezen. EHBO: - De symptomen van een dergelijke aanval zijn vingers die tintelen, ongecontroleerde

ademhaling met draaierigheid, benauwdheid en het voos en stijf worden van de streek rond de mond.

- We kunnen de persoon helpen door hem een (papieren)zak aan te bieden die goed aansluit rond de mond en de neus.

- Laat het slachtoffer in de eerste plaats ontspannen en rustig laten ademen - Als de hyperventilatie niet overgaat, raadpleeg dan een arts Nazorg: Zorg dat de oorzaken van de hyperventilatie zo snel mogelijk opgelost geraken om hetzelfde in de toekomst te vermijden. Blijf de persoon gerust stellen.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 76: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 76

Kaartje 7: je bent gebeten door een wesp en heel je hand zwelt op Preventie : kledij, insectenwerende producten, afsluiten eten, verwittig/help elkaar bij voorkomen van beten E HBO: - We leggen ijs op de insectenbeet. Let wel, het ijs nooit rechtstreeks op de huid leggen

(brandwonden of vrieswonden), maar altijd in een doekje wikkelen. Daarna een zalf tegen insectenbeten aanbrengen.

- Als de angel van de wesp er nog insteekt, proberen we om met een pincet de angel eruit te nemen. Eventueel uitzuigen maar zorg dat het gif niet zelf inslikt want dat heeft dezelfde gevolgen voor jou. Uitspuwen is de boodschap.

Nazorg: Blijf zolang als nodig de beet op geregelde tijdstippen insmeren met zalf. Kaartje 8: je was je aan het verstoppen in de bosjes en loopt een tekenbeet op Preventie: sluitende kledij met lange mouwen, vermijd hoog gras, lage stuiken,... EHBO:Je haalt de teek eruit met een pincet dicht bij de huid en met een lichte draai- en trekbeweging. Als het hoofdje blijft zitten: eruit keuteren of naar de dokter gaan. Als je enkele dagen na het uithalen van de tekenbeet rode cirkelvormige uitslag rond de wonde krijgt, ga je best naar de dokter (kans op de ziekte van Lyme). Je mag een teek NOOIT VERDOVEN met Bv. Ether, op dat moment spuit een teek zijn gif en maak je meer kans op vreemde ziekten. Nazorg: ouders op de hoogte brengen van de teken, opvolgen van rode plekjes rond de tekenbeten, nav de ziekt van lyme. Kaartje 9: je hebt een zonnesteek opgelopen

Preventie: Dragen van kledij en hoofddeksel dat beschermt tegen hevige zon, zonnecrème, zonnebril, voldoende drinken, zoek voldoende schaduw op bij de hoogste stand van de zon.

EHBO kenmerken: Rood aangezicht, droge huid, snelle hartslag, hoofdpijn, duizeligheid, dorst, braakneigingen zijn kenmerken van een zonneslag. Nogmaals de symptomen van kinderen kloppen niet altijd. Haal er bij twijfel zeker iemand bij. EHBO:

- slachtoffer in koele omgeving brengen - zonneslag:

- halfzittende houding - koude kompressen op voorhoofd - eventueel arts raadplegen - bij bewustzijnsverlies 100 alarmeren

- hitteslag - levensbedreigende situatie - halfzittende houding - controleer vitale functies - alarmeer 100 - koude kompressen over hele lichaam

Nazorg: de persoon voldoende kansen bieden tot rust en recuperatie.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 77: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 77

Kaartje 10: je bent stiekem met vuur aan het spelen en verbrand je Preventie: Zorg dat aanstekers, lucifers, warme voorwerpen of warme vloeistof steeds buiten bereik staan van kinderen. Baken rond kachels, verwarming, kampvuur een veiligheidszone af zodat leden zeker niet te dicht komen. EHBO :

Eerst water, de rest komt later! Waarnemen Handelen Lichte brandwonden - 1ste graad

- kleine 2de graad (niet groter dan 1 euro munt) op niet gevoelige plaats

- koelen met water - afdekken is niet nodig - kleine 2de graads, na

koelen, reinigen – ontsmetten en afdekken

- kleding is niet ingebrand en mag verwijderd worden

Ernstige brandwonden - niet levensbedreigend

- gespecialiseerde hulp noodzakelijk

- groter dan 1 euro munt - op gevoelige plaats - 3de graad, minder dan

20% lichaam

- kleding die niet ingebrand is, mag verwijderd worden

- steriel afdekken - arts raadplegen

Levensbedreigende brandwonden

- 2de en 3de graad, meer dan 20% lichaam

- wonde afkoelen tot komst gespecialiseerde hulp

- alarmeer 100 of 112 - kleding niet verwijderen - vitale functies

controleren - basisregels toepassen

Nazorg : vul de verzekeringspapieren in, volg de wond goed op, bied voldoende verzorging aan zodat deze netjes en proper kan genezen. Kaartje11: je hebt besjes van een boom gegeten die giftig zijn, en je erg slecht bekomen. Preventie : Zorg dat giftige produkten steeds goed zijn afgesloten en buiten het bereik van de leden. Probeer het gebruik van deze produkten te vermijden tijdens de activiteiten. EHBO :

- alarmeer 100 bij ademstilstand / hartstilstand of bewusteloosheid - hou het slachtoffer rustig en kalm - controleer vitale functies - als het slachtoffer braakt, bewaar dit voor de hulpdiensten - basisregels eerste hulp toepassen

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 78: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 78

EHBO-advies Wat de juiste eerste-hulpmaatregel is, hangt af van het soort gif dat het kind genomen heeft � 5 verschillende EHBO-maatregelen:

1. Niet laten braken. 2. Glaasje water laten drinken. 3. Wel laten braken. 4. Geactiveerde kool (Norit® of Norit®Junior) en laxeermiddel laten innemen (vraag

de apotheek om advies). 5. Iets vets geven zoals koffieroom, een klontje boter of mayonaise; dit voorkomt

schuimvorming. Niet of wel braken Laat het kind nooit braken:

- Als het bewusteloos is of niet zelfstandig kan drinken, want dan is er bij braken verstikkingsgevaar.

- Als u niet weet wat het kind heeft ingeslikt. Misschien is het een bijtende stof: die kan dan voor de tweede keer schade brengen in de slokdarm en mond. En misschien komt de gevaarlijke stof via het verkeerde keelgat in de longen terecht.

Als braken wél nodig is:

- Laat het kind eerst een paar slokjes water drinken, dat maakt braken gemakkelijker.

- Duw direct daarna met de steel van een lepel voorzichtig achterin de mond op de tong. Het kind gaat dan wel kokhalzen en braken.

Nazorg: vul de nodige verzekeringspapieren in. En volg de situatie op. OPMERKING: bekijk voor, tijdens of na de tocht ook even met de groep hoe je op een correcte manier de 100 allarmeert! • Alarmeer

� Alarmeer na controle van de vitale functies de 100 of 112 � Wat is er gebeurd, wat zijn de gevaren � Waar is het gebeurd � Wie zijn de slachtoffers en wat is hun toestand

• Verleen verdere eerste hulp

� Aangepast aan de toestand van het slachtoffer � Vitale functies blijven controleren � Basisregels eerste hulp toepassen

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 79: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 79

• Basisregels van eerste hulp � Praat met het slachtoffer � Stel jezelf voor � Stel het slachtoffer gerust � Vraag naar de naam van het slachtoffer � Vraag naar wat er gebeurd is, of geef er uitleg over � Zeg steeds wat je gaat doen en waarom � Vraag of er iemand is die moet verwittigd worden � Luister naar het slachtoffer � Neem de vragen ernstig � Blijf bij het slachtoffer � Verplaats het slachtoffer nooit (enkel als er gevaar dreigt door ter plaats te

verzorgen) � Bescherm het slachtoffer tegen extreme temperaturen � Geef het slachtoffer nooit te drinken of te eten

Nazorg: Blijf zeker bij het slachtoffer tot de hulpdiensten daar zijn. Doe wat men van je vraagt en ga indien nodig snel terug naar je andere leden. Achteraf volg je de situatie op en zorg je voor de verzekeringspapieren.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 80: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 80

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 17: “Stageboekje” Deel 1: We overlopen het stageboekje van Activak Deel 2: we staan stil bij de criteria van een animator bij Activak

(criteria voor de animator bij Activak)

… bij de kinderen! 1. … creatief en animatief bezig!

� speelt zelf graag met de kinderen en kan meespelen met de kids; � heeft een grote speelbagage en heeft creatieve speelideeën; � kan die speelideeën uitwerken en in een haalbaar spel gieten; � kan zijn enthousiasme doen overslaan op de kinderen en hen betrekken in het spel; � kan een activiteit op een goede en verantwoorde manier begeleiden; � kan inspelen op kinderen (impulsen geven).

2. …zelf nog een klein beetje kind!

� kan zich inleven in de leefwereld van kinderen; � kan inspelen op de kinderen hun leeftijd en kan hen volgens hun leeftijd benaderen; � heeft respect voor de kinderen; � blijft altijd zichzelf en meet zich geen “typetje” aan; � weet dat het draait rond de kinderen en handelt hier ook naar; � kan alles wat relativeren.

3. …de goede huisvader!

� weet hoe hij op een goede manier moet omgaan met conflicten tussen kinderen; � kan een conflict is met een kind op een rustige manier oplossen; � weet van aanpakken en staat stevig in de schoenen; � heeft een sterk gevoel voor verantwoordelijkheid; � is altijd eerlijk en correct tegenover de kinderen; � durft zelf dingen voorstellen en initiatief nemen.

4. … een fijne collega!

� besteedt tijd en energie aan zijn voorbereidingen en zorgt dat deze in orde zijn; � heeft geen schrik om te helpen bij het opruimen, klaarzetten,…; � kan goed samenwerken met de andere animatoren, de kookploeg, de hoofdanimator,…; � staat open voor ideeën en opmerkingen van de ploeg en de kinderen; � is zelfkritisch, bereid om bij te leren en weet om te gaan met kritiek.

“Spelen moet in alle vrijheid kunnen gebeuren.

Met andere woorden: spontaan. De taak van de animator is niet om dat spel in te binden,

wel om de gepaste sfeer en ruimte te creëren waarin kinderen in staat zijn om tot spelen te komen.”

Gary Pennington (Canada)

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 81: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 81

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 18: “SPEL 4” Tijdens deze blok van 4 uur krijgen de cursisten tijd voor: Tussen 14u en 16u:

− de laatste sessies toe te passen op hun spel, opgestart na spel 1 (bv creativiteit en leeftijdsgerichte werking)

− de laatste inhoudelijke hand te leggen aan hun spel − materiaal te verzamelen − creatief te wezen en inkleding volledig te verzorgen.

Vanaf 16u30:

− alle spelen worden naar voor gebracht zoals in ‘real life’ − Uiteraard hebben we geen tijd om de spelen volledig te spelen. − Wat wel? De aanzet, de speluitleg, en de eerste 5 à 10 minuten van het spel − Nadien volgt altijd een uitgebreide nabespreking van wat goed was, wat iets minder

enz.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 82: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 82

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 19: “Activak.be: alles over Activak”

Deel 1: Voor het kamp

• voor je kamp

Wat je vóór het kamp moet doen, hangt voornamelijk af van de grote van je kamp: gaat er een hoofdanimator mee of niet? Met hoeveel monitoren zijn jullie? Een aantal dingen die voor iedereen gelden: Voor het kamp stuur je een bewijs van goed gedrag en zeden en een bewijs van je hoogste behaalde attest in het jeugdwerk op. Deze papieren zijn uiteraard niet bedoeld om te pesten, maar wel om jou als monitor en Activak als organisatie in te dekken.

� Ben je met een klein(er) groepje, d.w.z. 2 of 3 monitoren, op kamp:

Voor het kamp zijn jullie zelf verantwoordelijk voor de planning van de voorbereiding en de invulling van de activiteiten. Uiteraard gebeurt dit steeds in samenspraak met het secretariaat. Voor elk kamp bestaat een standaardprogramma. Naast de vaste activiteiten moeten jullie eigen spelen nog ingevuld worden. Je neemt dus best zo snel mogelijk contact op met je medemonitoren om even samen te gaan zitten, taken te verdelen (wie werkt welke activiteit uit) en af te spreken wanneer jullie elkaar de activiteiten voorleggen. Vervolgens geef je je uitgewerkt programma en een materiaallijst zo spoedig mogelijk door aan het secretariaat (via [email protected] of per post naar Grote Molenweg 105; 2940 Stabroek). Dit ten laatste tegen half juni.

SAMENGEVAT: jullie zijn zélf verantwoordelijk voor de invulling van het kamp, naast het standaardprogramma. Hiervoor spreek je zo snel mogelijk af met je medemonitor(en) en geef je nadien, ook zo spoedig mogelijk, alle informatie door aan het secretariaat (ten laatste half juni). VERGEET NIET: dat je altijd een beroep kan doen op “de mensen op de bureau”. Zij zitten daar om jullie het leven gemakkelijker te maken!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 83: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 83

� Ben je met een grote(re) groep op kamp, d.w.z. er is een hoofdmonitor mee: De hoofdmonitor is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de voorbereidingen. Probeer hem of haar het zo gemakkelijk mogelijk te maken door deadlines te respecteren en contact op te nemen als dat gevraagd word. Jij als monitor, zal verantwoordelijk zijn voor de uitwerking van een activiteit en/of praktische voorbereiding (vb naamkaartjes maken,…)

• Wat willen we in de voorbereiding zien?

� schema met daarin alle activiteiten, zowel die door activak als door je team � uitgewerkte spelen + regenprogramma (zie hieronder) � informatie van het terrein, het gebouw, de omgeving � materiaallijst/spel + 1 algemene materiaallijst (hier herhaal je nog eens alle

materialen op die je nodig hebt!) “zie ook verder ‘materiaallijst’” � tramuren, treinuren, busuren die nodig zijn voor je kamp � nuttige telefoonnrs van jou en de monitorenploeg, evenals naam, adres, enz � telefoonnrs van activiteiten, busmaatschappijen, enz � speciale opmerkingen, belangrijk voor het kamp � Regenprogramma

o Een regenprogramma wordt opgesteld voor de activiteiten die je door slecht weer niet kan afwerken. Concreet betekent dit dat er een lijst van vervangende activiteiten moet opgesteld worden, die dan wel binnen kunnen doorgaan. Probeer deze activiteiten (in de mate van het mogelijke) te laten handelen in het thema van je kamp.

• Voor de materiaallijst vragen we je :

� per activiteit een overzicht van materiaal dat je nodig hebt � per kamp één totaaloverzicht waarin je alles op één lijst zet! Dit maakt het enorm

gemakkelijk om alles klaar te leggen � niet “al het materiaal dat je misschien nodig gaat hebben” door te geven! Er lopen

meerdere kampen, en elke moniploeg kan materiaal gebruiken.

LET OP :Als je bvb enkel ‘scharen’, ‘pritt’, ‘papier’ vraagt, kan het zijn dat je 2 scharen,3 pritten en 10 bladen wit papier krijgt! Zorg ervoor dat je concrete en realistische aantallen op je lijst zet! 60 scharen voor 60 kinderen kan niet de bedoeling zijn! Checklist: zijn alle activiteiten ingevuld? Heb je een soort van draaiboek van de planning en de activiteiten? Heb je de materiaallijst doorgegeven? Heb je naamkaartjes gemaakt (namenlijsten kan je vinden onder www.moniweb.be)? Heb je al eens nagedacht over een mogelijke kamerverdeling/groepsverdeling,…? Heb je duidelijke afspraken gemaakt met je medemonitoren?

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 84: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 84

Deel 2: Tijdens het kamp Tijdens het kamp zorg je dat alles verloopt zoals gepland en afgesproken. Als er een probleem is, geef je uiteraard een belletje naar het secretariaat. Als er een hoofdanimator mee is, zorg je dat hij of zij van alles op de hoogte is. • Praktisch op kamp:

� zorg dat de organisatienota ondertekend is bij het begin van het kamp � vul elke dag de kampkaft goed in (ehbo, dagverslagen van kinderen en monitoren,

handtekeningen op fotopapieren,…) � Neem de kampkaft overal mee!!! Daar steekt alle nodige informatie in die je

mogelijk nodig kan hebben. � Als je samenwerkt met externe organisaties (Planckendael, Boudewijnpark, …),

maak dan duidelijke afspraken zodat er geen misverstanden of communicatieproblemen kunnen ontstaan. Het zelfde doe je met de uitbaters van de overnachtingplaatsen (voor zover ze niet in eigen beheer en zelfkook zijn).

� zorg dat je een duidelijk overzicht hebt van wie wanneer welke medicatie moet nemen.

� Als je naar het ziekenhuis moet met een kindje, vergeet dan zeker geen verzekeringspapieren mee te nemen. Schiet best geen geld voor in het ziekenhuis. Indien er geen andere mogelijkheid is, maak dan duidelijke afspraken met de ouders (bv briefje voor het ziekenfonds in ruil voor de centen)

� Voor meer informatie: kijk in het deel informatie voor iedereen: ‘algemeen’ • Opvang animatoren

� T-shirt: Je geeft een T-shirt aan de monitoren die hun eerste kamp bij activak geven

� Etiketten of naamkaartjes met de namen van de monitoren verdelen � Slaapzalen/-kamers toewijzen � Inschrijvingstafels klaarzetten om de deelnemers op te vangen � Duidelijk pijlen hangen van de parking tot aan de inschrijvingstafel

• Opvang deelnemers

� Op deelnemerslijsten hun aanwezigheid aanduiden � Opvragen van medische fiche / SIS-kaart / zakgeld

o Indien ze geen medische fiche bijhebben, kan je er nog één ter plaatse laten invullen. (zie kampkaft)

� Nieuwe deelnemers worden bijgeschreven op de lijst (en in kampboek én inspectiemap) De betaling gebeurt ofwel CASH ofwel met gekruiste cheque tav Activak vzw

� Extra zorgen noteren: bedwateren, medicatie, allergie, voeding, …. � Begeleiding naar de slaapkamers met de ouders, maar ZONDER BAGAGE � Fotoblad laten ondertekenen door de ouders (foto’s komen op de website

www.activak.be ) � Zorg dat de opvang gedaan wordt met een inkleding rond het kampthema! Een

cowboy op westernkamp geeft meer dan een monitor die staat te wachten. Op die manier is het ijs gebroken, en heb je de kinderen direct aan je hand!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 85: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 85

• Opening van het kamp � Verwelkoming, door de Hoofdanimator of iemand van het secretariaat, van de

ouders en de deelnemers uit naam van Activak vzw � Voorstelling monitoren � Interne regels melden aan de ouders in het bijzijn van de kinderen: � Niemand verlaat de kampplaats � Jongens en meisjes hebben aparte leef- en slaapruimte � Bellen kan enkel in noodgevallen via het secretariaat van activak vzw � Geef geen GSM-nummers door van monitoren!! � Overlopen van de interne afsrpaken op kamp, in het bijzijn van de ouders.

o orde op de slaapplaats en gemeenschappelijke ruimten! o stiptheid: uur van verzamelen, maaltijden, slaapuren, enz… o roken, alcoholische drank, drugs en GSM zijn verboden op kamp!

� Einde van het kampgebeuren (uur en plaats) extra vermelden tijdens de opening. Indien er demonstraties gegeven worden (bvb dans en paardrijden) vergeet deze niet te melden. Vertel de ouders dat ze ook op het einde van het kamp naar de verloren voorwerpen moeten komen kijken. Bezorg de overgebleven verloren voorwerpen aan het secretariaat

� Onmiddellijk na de verwelkoming vertrekken de monitoren met hun groep naar de eerste kennismakingsactiviteit! De bagage wordt pas nadien naar de kamers gebracht, als de ouders zeker weg zijn!

• Controles tijdens het kamp Om de kwaliteit van onze kampen te blijven behouden, zijn er verschillende instanties die de formele toestemming van ons hebben om te komen controleren op kamp: Afdeling Jeugd & Sport – Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ACTIVAK vzw – door externe mensen van de organisatie Deze controles zijn niet om jullie te pesten, maar zijn nodig om onze kwaliteit te kunnen blijven garanderen. Zij kunnen op eender welk moment ‘binnenvallen’, en zullen je dan als HA het eerste aanspreken. Zorg dat je hen goed ontvangt, en dat ze alle nodige documenten kunnen krijgen die ze nodig hebben. • Wat controleren zij zoal? In eerste instantie zullen ze volgende documenten opvragen:

� kampkaft (volledig in orde en aangevuld tot ad dag vd controle) � Ondertekende organisatienota’s � Definitieve voorbereiding � (ev.) attesten van de begeleidingsploeg � Ook gaan ze even de locatie beoordelen op:

o orde en netheid o hygiëne o veiligheid

� materiaal + orde voor het materiaal � EHBO-koffer

Zorg er steeds voor dat de kamers opgeruimd zijn. Dwz kleren van de grond, bedden opgemaakt, enz Ook de monitorenkamer moet in orde zijn. Let hier ook op, want dit wordt in alle drukte wel eens vergeten. Als er controles op kamp geweest zijn van de Afdeling jeugd en sport of Fros, dien je dit zo snel mogelijk mee te delen aan het secretariaat op

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 86: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 86

Deel 3: Kampadministratie

• Kampkaft De kampkaft is hét werkinstrument op kamp, deze dient dus op elke moment in orde te zijn, dwz :

� alle ingevulde medische fiches steken erin (alfabetisch) � de organisatienota dient ondertekend te zijn door elke moni + HA � kassablad volledig ingevuld (aantallen van snoep, drank, enz) � alle sis-kaarten in de mapjes steken � ingevulde consumptiebladen kinderen � fotoblad door elke ouder getekend! � controleer of er verzekeringspapieren insteken (voldoende!) � je definitieve kampvoorbereiding + alle spelen � het kampschema � Evaluatiepapieren kinderen/monitoren/kampplaats (enquêtes) � Fiscale attesten (zie extra bijlage onderaan) � Getuigschrift goed gedrag en zeden

Een heel deel zal reeds door het secretariaat ingevuld worden, maar het is het beste dat je dit toch voor aanvang van het kamp eens dubbel checkt. Is er iets niet in orde in je kampkaft, of ontbreken er documenten, aarzel dan niet om even te bellen naar het secretariaat. Zorg ervoor dat je de dagelijkse documenten (dagverslagen monitoren + kinderen) ook dagelijks invult! Het heeft geen enkele zin om op vrijdag even heel de week in te vullen. Eventuele controles zullen dit ook controleren! Donderdag en vrijdag ga je al genoeg in orde moeten brengen, en op de dag zelf is dit een zeer kleine moeite die je nadien veel werk bespaart! • Evaluaties tijdens en na het kamp Het is zeer belangrijk dat je zowel tijdens als na het kamp voldoende evalueert. En dit in alle richtingen : Hoofdanimator Animator Animator Deelnemer Deelnemer Hoofdanimator Gebruik hiervoor de evaluatie-methodieken die je op deze cursus gezien hebt.

• Fiscale attesten Ouders kunnen de kosten voor de opvang van hun kinderen beneden de 12 jaar inbrengen als vermindering van hun belastbaar inkomen. Ze kunnen deze uitgaven dus aftrekken van hun belastingen. Dat staat zo in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. Sinds 2005 is kinderopvang door scholen, het jeugdwerk, de sportsector,... eveneens aftrekbaar. Onder welke voorwaarden kunnen uitgaven voor kinderopvang worden afgetrokken? De voorwaarden zijn geformuleerd in artikel 113, §1 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. Dit artikel 113 werd eind december 2005 gewijzigd (via de Wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen - B.S. 30/12/2005). Een belangrijke wijziging - zeker wat de jeugdwerkinitiatieven betreft - is dat voortaan ook "onkosten voor kinderoppas betaald aan instellingen of opvangvoorzieningen die rechtstreeks erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd zijn door een openbaar bestuur", in aanmerking komen voor fiscale aftrek.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 87: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 87

Welke opvangkosten komen in aanmerking voor fiscale aftrek? De kosten voor kinderopvang buiten de normale lesuren, en dit voor kinderen beneden de 12 jaar. Met andere woorden: de uitgaven voor alle vrijetijdsinitiatieven voor kinderen beneden de 12 jaar. Het gaat hier zowel om initiatieven tijdens de schoolvakanties, in de weekends, op vrije dagen, op woensdagnamiddagen, maar ook om alle opvanginitiatieven vóór de aanvang van de lessen, na de normale lesuren en eventueel opvang tijdens de middagpauzes. Enkele voorbeelden: kosten voor deelname aan een kamp, een weekend of een 2-daagse, de speelpleinwerking, een atelier,... In principe komen alle activiteiten waarvoor "apart" wordt betaald, in aanmerking. Lidgelden komen echter niet in aanmerking! Vanaf wanneer kunnen deze opvangkosten worden afgetrokken? De wetswijziging treedt in werking met ingang van het aanslagjaar 2006. Met andere woorden: de opvangkosten gemaakt in het jaar 2005 kunnen in 2006 al worden vermeld op de belastingsbrief. Wat is het maximaal aftrekbare bedrag? Het maximaal aftrekbare bedrag voor kinderopvang is begrensd tot 11,20 euro per opvangdag en per kind. Dit bedrag geldt per opvangdag, ongeacht de duur van de opvang. Bewijzen zijn nodig: attesten a.u.b. Om deze kosten te kunnen aftrekken, moeten de ouders over bewijzen beschikken. Daarom zullen ze een "attest" vragen aan de initiatiefnemers, in ons geval de betrokken jeugdwerkinitiatieven. Een dergelijk attest omvat twee luiken:

� Een eerste luik vermeldt een bevestiging van: het gemeente- of provinciebestuur: bevestigt dat het jeugdwerkinitiatief (dat kan dus lokaal of provinciaal zijn) erkend of gesubsidieerd is. In ons geval betekent dit een erkenning of subsidiëring op basis van het decreet van 14 februari 2003. De Vlaamse overheid: bevestigt dat het jeugdwerkinitiatief of de jeugdvereniging (die rechtstreeks met kinderen werkt), erkend of gesubsidieerd is. In ons geval betekent dit een erkenning of subsidiëring op basis van het decreet van 29 maart 2002 op het Vlaamse jeugdbeleid.

� Een tweede luik: wordt ingevuld door het jeugdwerkinitiatief of de jeugdvereniging, per kind en per vakantieperiode. Hierop staan vermeld:

Volgnummer van het attest Naam, voornaam en adres van e schuldenaar van de uitgaven De naam en voornaam van het kind De geboortedatum van het kind (alleen kinderen beneden de 12 jaar komen in aanmerking!) De periode waarin het kind werd opgevangen (de periode van het kamp, het weekend of de betaalde activiteit) Het aantal opvangdagen Het dagtarief (er is maximum 11,20 euro per dag aftrekbaar) Het totaal ontvangen bedrag Let op: De attesten steken steeds mee in de kampkaft, en dienen op het einde van het kamp meegegeven worden ! Zeker niet bij aanvang van het kamp, daar je niet op voorhand weet of een kind de kampplaats vroeger zal verlaten of niet. Vergeet deze attesten zeker niet mee te geven, want ze worden nadien NIET opgestuurd naar de ouders! Zijn de ouders hun attest kwijtgespeeld, dan kunnen zij op eenvoudige aanvraag een duplicaat aanvragen. Zeg wel dat ze een postzegel dienen bij te voegen om het opgestuurd te krijgen! Zonder zegel geen attest !

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 88: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 88

Deel 4: Na het kamp • Kinderen en de ouders Op het einde van het kamp dien je nog een heleboel paperassen in te vullen en mee te geven met ouders/monitoren/kinderen.

� Zakgeld: tel het zakgeld op donderdagavond na, en steek het al in enveloppen voor de kinderen

� SIS-kaarten: steek deze kaarten vrijdag bij in de enveloppen! Zorg dat de kinderen ze zeker terugkrijgen, daar ze die bij hun thuis ook nog nodig kunnen hebben!

� Enquêtes : deze enquêtes steken mee in de kampkaft, en moeten aan de ouders overhandigd worden

� Fiscale attesten: dien je mee te geven aan de ouders � Zorg op het einde van het kamp ook voor een gezamenlijk afscheidsmoment, met

alle monitoren en kinderen. Een kampdans is hiervan een mooi voorbeeld. Zeg ook aan de kinderen dat ze nog even gedag komen zeggen als ze vertrekken. Dit is nog een laatste kans om ‘vergeten’ documenten toch mee te geven.

• Verloren voorwerpen Elk jaar krijgen we massa’s verloren kleren binnen, die ooit wel van iemand waren, maar na een kamp zelden een eigenaar hebben. Vraag zeer duidelijk aan de ouders dat ze even in de stapel komen zien of er geen verloren voorwerpen van hun zoon/dochter bijzitten. Dit voorkomt nadien een hele hoop gerij en gebel met het secretariaat! • Animatoren Na het kamp zorg je dat de kampkaft volledig in orde op het secretariaat beland. Slechts dan kunnen de onkostennota’s uitbetaald worden. Indien een hoofdmonitor mee is, is dit zijn/haar verantwoordelijkheid. Zo net, zorgen jullie hier zelf voor. Je onkostennota maak je zelf op via de site www.moniweb.be. Je dient deze in te vullen, af te printen en met de post ondertekend op te sturen naar:

Activak vzw

Bredabaan 178 bus 6 2170 Merksem

Onkostennota’s via mail hebben geen handtekening, en kunnen bijgevolg niet geaccepteerd worden!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 89: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 89

::TOP SECRET::

:FEDERAL BUREAU OF ANIMATION:

Sessie 20: “Evaluatie” Deel 1 Donderdagavondevaluatie

Vanavond is er tijd om je groepje te vieren en te evalueren. Dus niet de individuele evaluatie, die volgt morgen. De groepsevaluatie kan op verschillende manieren gebeuren. Een aantal technieken staan hier uitgewerkt. Als cursusbegeleiding heb je hier in de eerste plaats een functie als moderator! Het is dus niet aan jou om uitspraak te doen over de cursisten. Je moet in de eerste plaats zien uit te vissen hoe de cursisten zich voelen en tegenover elkaar opstellen. • Black Box Iedereen schrijft één of meerdere vragen op een enveloppe en hangt die enveloppe ergens in het lokaal. De bedoeling is dat iedereen elke vraag beantwoord met een naam, door een naam te noteren en in de juiste enveloppe te dumpen. � Een aantal voorbeeldvragen:

o Met wie wil je gedurende een hele maand op een onbewoond eiland vertoeven? o Wie zal het eerst trouwen? o Wie zal het meest trouw zijn aan zijn haar partner? o Wie zal een carrièreman/vrouw worden? o Wie heeft de mooiste ogen? o Wie zou je zelf als begeleider willen? o Wie heeft de grootste mond o Wie zal op de meest originele manier vrijen? o Wie zal er best met kleine kinderen kunnen omgaan? o Met wie zou je graag in de BKV II-groep zitten? o Wie zingt er onder de douche? o Met wie hou je het geen week uit? o Wie zal er onder de sloef liggen bij zijn man – vrouw? o Wie vond deze BKV niet echt super? o Voor wie heeft de begeleiding een boontje? o Wie heeft het mooiste lichaam? o Wie komt er altijd te laat?

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 90: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 90

� Nabespreking Belangrijk is om deze evaluatie ook achteraf te bespreken. Dit is geen gemakkelijke klus omdat het dikwijls nogal zeer persoonlijk is. Enkele vragen die hierbij van pas kunnen komen: Hoe ervaarde je dit? Wat heeft dit geleerd over jezelf? Kan je jezelf door de ogen van de groep inschatten? Had je hetzelfde gevoel over de groep voor en na deze sessie of is deze gewijzigd en zo ja, in welk richting? • Ventjes in boom evaluatie Je geeft iedereen een afgedrukt exemplaar van ‘ventjes in boom’ en vraagt de namen van de groep in te vullen bij één van de mannetjes, waarbij je telkens goed weet, waarom je iemand aan welk manneke toewijst. Ook hier is de nabespreking erg belangrijk! We praten immers op gevoelsniveau met elkaar. De bedoeling is dat iedereen er beter uitkomt, en klaar voor een feestje ipv een bleitconcert. • Briefjes schrijven Een echte klassieker is uiteraard het briefjes schrijven. Iedereen mag aan elkaar een al dan niet persoonlijke boodschap sturen. Ofwel door alle namen op een enveloppe te schrijven waarin reacties gestoken kunnen worden; ofwel kan er een blad doorgeven worden met daarop “dit vond ik van ….” Nadien mogen de cursisten naar eigen goesting stukjes van hun blad of enveloppe voorlezen. Verschillende methodieken kunnen uiteraard gecombineerd worden!!

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor

Page 91: Jeugdwerk - Animator 2010 (Activak).pdf

Activak animatorcursus 91

Deel 2: vrijdagevaluatie (13u30 tot 16u30) Tijdens deze eindevaluatie moeten verschillende dingen tegelijk gebeuren:

� uiteraard een individuele evaluatie tussen de cursist en zijn of haar cursusbegeleiding

� tegelijk kan de algemene evaluatie beginnen � hiervoor maak je per cursusgroep één cursist verantwoordelijk. Wat moet geëvalueerd worden:

o de locatie o het materiaal o de cursusbegeleiding o het eten o alle sessies één voor één o varia

� ook tegelijk kan de opkuis beginnen, na de algemene evaluatie � ook hiervoor maak je één cursist per cursusgroep verantwoordelijk. Wie kuist wat op:

o iedere groep kuist zijn cursuslokaal op o de keuken kuist de keuken op o groep 1: alle sanitair o groep 2: eetzaal en de gangen op 1ste verdieping o groep 3: slaapzalen en gangen rond slaapzalen

Een goede organisatie en een goede planning kan ervoor zorgen dat alles vlot verloopt.

PDF compression, OCR, web optimization using a watermarked evaluation copy of CVISION PDFCompressor