20
Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog Afd. Neurologie UMC Groningen

Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Autorijden en de Ziekte van Huntington

Autorijden en de Ziekte van Huntington

Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloogAfd. Neurologie, UMC Groningen

Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoogAfd. Neurologie UMC Groningen

Page 2: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Het probleemHet probleem

• Wat maakt men mee?• Wat is bekend uit de literatuur?

Page 3: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Self reports of day-to-day function in a small cohort of people with prodromal and early HD

Self reports of day-to-day function in a small cohort of people with prodromal and early HD

Williams et al, PLoS Curr HD 2011;3

Page 4: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Crime in Huntington’s disease: a study of registered offences among patients, relatives, and controls

Crime in Huntington’s disease: a study of registered offences among patients, relatives, and controls

Jensen et al., JNNP 1998; 65: 467-71

Page 5: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Crime in Huntington’s disease: a study of registered offences among patients, relatives, and controls

Crime in Huntington’s disease: a study of registered offences among patients, relatives, and controls

Jensen et al., JNNP 1998; 65: 467-71

Page 6: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Automobile driving in Huntington’s diseaseAutomobile driving in Huntington’s disease

• 73 HD patiënten: 53 nog rijdend• 29 HD patiënten + 16 controles in rijsimulator

• 17 HD patiënten (58%) – 2 controles (11%) in voorgaande 2 jaar betrokken bij botsing

• HD patiënten significant slechter rijdend in simulator

Rebok et al. Mov Disorders 1995;10:778

Page 7: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Waarom rijden HD patiënten mogelijk slechter?Waarom rijden HD patiënten mogelijk slechter?

• Minder reactievermogen?• Mentale / motore traagheid?• Oordeels- en kritiekstoornissen?• Impulsiviteit?• Gebrek aan ziekte-inzicht?• Zelfoverschatting?• Chorea?• Ruimtelijke orientatie-stoornissen?

Page 8: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Voorbeeld: test voor gevaarherkenningVoorbeeld: test voor gevaarherkenning

Niets doen Gas los Remmen

Page 9: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog
Page 10: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Niets doen Gas los Remmen

Voorbeeld: test voor gevaarherkenningVoorbeeld: test voor gevaarherkenning

Page 11: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Prospectief onderzoek: Relatief ongevalsrisico bij diverse aandoeningenmeta-analyse 17 case-control studies – Vaa 2003

Prospectief onderzoek: Relatief ongevalsrisico bij diverse aandoeningenmeta-analyse 17 case-control studies – Vaa 2003

Page 12: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Wat weten we van andere neurologische aandoeningen?Wat weten we van andere neurologische aandoeningen?

Page 13: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Wat weten we van andere neurologische aandoeningen?Wat weten we van andere neurologische aandoeningen?

Page 14: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Testritprestaties van 254 Parkinson patiëntenTestritprestaties van 254 Parkinson patiënten

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1 (n=40) 2 (n=25) 3 (n=118) 4 (n=51)_ 5 (n=20)

voldoende

twijfelachtig

onvoldoende

Percentage deelnemers met beoordeling voldoende, twijfelachtig en onvoldoende, gegeven door professionele rijinstructeur

Page 15: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Wat zegt het CBR?Regeling eisen geschiktheid 2000Wat zegt het CBR?Regeling eisen geschiktheid 2000

7.4. Min of meer progressieve, al of niet intermitterend verlopende ziektebeelden

Het betreft hier aandoeningen van de hersenen of het ruggenmerg, zoals de ziekte van Parkinson, multiple sclerose, cervicale myelopathie, en ziekten van perifere zenuwen en skeletspieren. De betrokkenen komen in de regel niet in aanmerking voor rijbewijzen van groep 2.

Voor de beoordeling van de geschiktheid is een specialistisch rapport nodig, opgesteld door een neuroloog en eventueel een neuropsycholoog. Bij cervicale myelopathie kan echter volstaan worden met de aantekening van de keurend arts.

Voor een juiste oordeelsvorming dient ook een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van de desbetreffende afdeling van het CBR te worden geraadpleegd. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

De duur van de geschiktheidstermijn hangt af van de mate van progressie van de ziekte en de ernst van de verschijnselen, maar is hooguit vijf jaar.

Bij cognitieve stoornissen geldt tevens paragraaf 8.6.

Page 16: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Wat zegt het CBR?Regeling eisen geschiktheid 2000Wat zegt het CBR?Regeling eisen geschiktheid 2000

8.6.1. Dementie A. Groep 1: Bij een vermoeden van dementie is een specialistisch rapport

(opgesteld door bijvoorbeeld een neuroloog, psychiater of geriater) vereist. Het rapport moet het CBR informatie verschaffen over de ernst van de dementie. Voor het indelen van de ernst van de dementie wordt daarbij gebruik gemaakt van de internationaal aanvaarde Clinical Dementia Rating (CDR).

Personen met een zeer lichte (CDR 0,5) of lichte vorm (CDR 1) van dementie kunnen geschikt worden verklaard voor een rijbewijs van groep 1, met een beperking van de rijbevoegdheid tot privé gebruik. Personen met een matige (CDR 2) of ernstige (CDR 3) vorm van dementie zijn altijd ongeschikt.

Voor de bepaling van de geschiktheid van personen met zeer lichte of lichte dementie dient een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van de desbetreffende afdeling van het CBR plaats te vinden. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

.

Page 17: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

De geschiktheidstermijn is één jaar.In uitzonderingsgevallen kunnen personen met een zeer lichte vorm

van dementie (CDR 0,5) geschikt worden verklaard voor een termijn van maximaal drie jaar. Voorwaarde is dat de positieve rijtest wordt aangevuld met een positief neuropsychologisch onderzoek.

B. Groep 2: Personen bij wie de diagnose dementie is gesteld zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2

Wat zegt het CBR?Regeling eisen geschiktheid 2000Wat zegt het CBR?Regeling eisen geschiktheid 2000

Page 18: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

8.6.2. Overige cognitieve stoornissen, anders dan dementie Personen bij wie het cognitief functioneren gestoord is geraakt (zoals

een gestoord oordeel- en kritiekvermogen, gestoorde oriëntatie, geheugenstoornissen) zijn meestal ongeschikt voor groep 1 en altijd ongeschikt voor groep 2 rijbewijzen.

Eventuele tijdelijke geschiktheid voor groep 1 – zulks ter beoordeling door middel van een specialistisch onderzoek – hangt af van de mate van progressie van de ziekte en de ernst van de verschijnselen, maar is hooguit vijf jaar. Voor de bepaling van de geschiktheid dient een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van de desbetreffende afdeling van het CBR plaats te vinden. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

Wat zegt het CBR?Regeling eisen geschiktheid 2000Wat zegt het CBR?Regeling eisen geschiktheid 2000

Page 19: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Wat adviseer ik zelf?Wat adviseer ik zelf?

• Neem contact op met een rijschool voor ‘proeflessen’

• (BROEM?)• Toestaan?• Verbieden?

Page 20: Autorijden en de Ziekte van Huntington Prof. dr. H.P.H. Kremer, neuroloog Afd. Neurologie, UMC Groningen Met dank aan Prof. dr. W.H. Brouwer, psycholoog

Wat adviseer ik zelf?Wat adviseer ik zelf?