culturele waarden en communicatie in
internationaal perspectief
SLEUTEL
Marie-Thérèse ClaesICHEC Brussels Management School
Université catholique de Louvain
Asian Institute of Technology (Bangkok)
Marinel GerritsenRadboud Universiteit Nijmegen
Derde, herziene druk
bussum 2011
c u i t g e v e r ijc o u t i n h o
Deze docentenhandleiding hoort bij de derde, herziene druk 2011 van Culturele waarden en communicatie
in internationaal perspectief van Marie-Thérèse Claes en Marinel Gerritsen.
© 2002 Uitgeverij Coutinho bv
Alle rechten voorbehouden.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze
uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opna-
men, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond
van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te vol-
doen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het
overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie-
werken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en
Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).
Eerste druk 2002
Derde, herziene druk 2011
Uitgeverij Coutinho
Postbus 333
1400 AH Bussum
www.coutinho.nl
Noot van de uitgever
Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instan-
ties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met
de uitgever.
ISBN 978 90 469 0304 9
NUR 812
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 3/59
Hulp voor docenten
In het onderstaande geven we suggesties voor de antwoorden op en oplossingen van oefeningen,
waarvan de oplossing niet in het boek of in de oefening zelf staat. Met klem willen we erop wijzen
dat het slechts suggesties zijn en dat ook andere oplossingen mogelijk zijn. Bovendien lenen veel
oefeningen zich tot meer discussie dan we hier kunnen aangeven. Ook kunnen bij de cases vaak nog
andere vragen gesteld worden.
Het zal duidelijk zijn dat niet alle oefeningen gemaakt hoeven te worden. De docent bepaalt zelf
welke oefeningen voor welke studenten het meest relevant zijn. De oefeningen kunnen ook gebruikt
worden om studenten crossculturele onderzoeken te laten doen: bijvoorbeeld oefeningen 1.1, 1.2, 1.4,
1.5, 1.8, 2.7, 2.12, 2.16, 2.17, 2.22, 2.23, 2.25, 2.33, 3.2, 3.3, 7.5, 7.28, 7.44.
Voor op- en aanmerkingen houden wij ons aanbevolen.
November 2007
Marie-Thérèse Claes
Marinel Gerritsen
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 4/59
Inhoud
1 Interculturele communicatie 5
2 Culturen categoriseren: basiswaarden 8
3 Cultuur en communicatie 15
4 Overeenkomsten en verschillen tussen Nederland, Vlaanderen en Europese culturen 18
5 Overeenkomsten en verschillen tussen Nederland, Vlaanderen en
Aziatische, Arabische en Afrikaanse culturen 38
6 Omgaan met cultuurverschillen 47
7 Intercultureel management 48
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 5/59
Hoofdstuk 1 Interculturele communicatie
Oefening 1.1 Cultuur en cultuur van Nederland en Vlaanderen
Hier volgen enkele voorbeelden:
Cultuur Nederland Vlaanderen
schilders Rembrandt, Vermeer, Frans Hals, Vincent
van Gogh, Karel Appel
Jan van Eyck, Jeroen Bosch, Memling,
Brueghel, Rubens, Van Dyck, Permeke,
James Ensor
schrijvers P.C. Hooft, J. van den Vondel, Harry
Mulisch, Anna Enquist, Jan Wolkers, Hella
Haasse, Arnon Grunberg, A.F.Th. van der
Heijden, Connie Palmen
J. van Maerlant, H. Conscience, Guido
Gezelle, Hugo Claus, Stefaan van Bossele,
Hugo Raes, Joris Note
helden Willem van Oranje, Vader des Vaderlands De Gulden Sporenslag (in 1302, tegen
Frankrijk)
steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam,
Utrecht (de Randstad); Delft
Brussel, Brugge, Gent, Leuven, Antwerpen
pers en televisie kranten: o.a. NRC Handelsblad, De Telegraaf;
openbare radio en televisie:
NOS (Nederlandse Omroepstichting);
de zuilen: o.a. NCRV (Nederlands
Christelijke Radio Vereniging), EO
(Evangelische Omroep); commerciële
omroepen: RTL 4, SBS6
kranten: o.a. De Standaard, De Morgen;
openbare radio en televisie: VRT (Vlaamse
Radio en Televisie);
commerciële omroepen: o.a. VTM
(Vlaamse Televisie Maatschappij), VT4.
eten en drinken:
wat, wanneer, hoe laat
brood, kaas en een glas (karne)melk;
avondeten rondom 18.00 uur
mosselen met friet, bier, chocolade;
avondeten na 19.00 uur
hoe men zich verplaatst fiets: goede infrastructuur, de fietser heeft
voorrang
auto; steeds meer fietspaden
vrije tijd:
sport, vakantie, lezen
lezen (meer dan Belgen); veel watersport:
zeilen, surfen; vakantie in het buitenland,
veel kamperen
uitgaan met vrienden of familie: café,
restaurant, bioscoop; fietsen als sportacti-
viteit; reizen met comfort
kleding niet zo belangrijk, informeel en vrij onaf-
hankelijk van de gelegenheid
vrij belangrijk, vrij formeel en rekening
houdend met de gelegenheid
hoe men woont rijtjeshuizen, grote concentraties van
woningen met veel groen ertussenin
lintbebouwing, ieder zijn huis in eigen stijl
hoe men met elkaar omgaat:
groeten, formaliteit
informeel, los, snel tutoyeren formeler, met twee woorden spreken, de
hand drukken
hoe men zijn verjaardag viert met familie, vrienden, buren en collega’s
met taart, koffie, thee en/of een borrel.
met familie en/of vrienden met een maal-
tijd thuis of in een restaurant
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 6/59
Oefening 1.5 Waarden in verschillende contexten
De a-antwoorden worden meestal verbonden met Noord-Europeanen en Noord-Amerikanen. Deze
culturen worden vaak ‘modern’ genoemd, terwijl culturen die het c-antwoord kiezen vaak ‘traditione-
le’ culturen worden genoemd. Heel wat Noord-Europeanen of Noord-Amerikanen zullen toch soms
b of c kiezen. Een cultuur is nooit volledig ‘modern’ of ‘traditioneel’. Er bestaan voor de verschillende
aspecten heel wat gradaties en verschillen. Daarbij komt nog dat er binnen elke cultuur verschillen
bestaan tussen etnische, religieuze, gender- of socioculturele groepen.
Oefening 1.7 Stereotypen
De associaties die meestal gemaakt worden bij respectievelijk Belgen en Nederlanders zijn aange-
kruist.
Stereotype Belgen Nederlanders
Zakelijk x
Eigen verantwoordelijkheidszin x
Exuberant x
Improvisatorisch x
Pragmatisch x
Moraliserend x
Bemoeizuchtig x
Soberheid x
Bourgondisch x
Hiërarchisch x
Conformistisch x
Internationale oriëntatie x
Corrupt x
Tolerant x
Oefening 1.8 De betekenis van gebaren
1a Verenigde Staten: prima, goed
Frankrijk: nul, slecht
Japan: geld
Latijns-Amerika: obsceen gebaar
1b Groot-Brittannië met de handpalm naar binnen: victory-teken van Churchill
Groot-Brittannië met de handpalm naar buiten: obsceen gebaar
1c Noord-Europa en Noord-Amerika: goed, prima
Zuid- en Oost-Europa: obsceen gebaar
1d Frankrijk: die is gek
Egypte: die is slim
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 7/59
1e West-Europa: ja
Oost- en Zuid-Europa: nee
Oefening 1.9 Cultuurverschillen in interpretatie
A In Spanje zijn de beste plaatsen in de schaduw, in Groot-Brittannië in de zon.
B Buiten eten (in de zon) vindt men in zuidelijke klimaten niet prettig, maar in België wel.
C Het affiche begon links met de huilende baby. Mensen die Arabisch lezen en schrijven, beginnen
rechts te lezen en te kijken en in dat geval leidt het eten van de geadverteerde babyvoeding tot
een krijsende baby.
Oefening 1.10 Een intercultureel misverstand
In dit geval hebben beide partijen zich goed op de cultuur van de ander voorbereid. De vraag is daarbij
altijd: wie past zich nu aan de ander aan?
Ruud Lubbers was te gast in Japan en hij wilde zich daarom aanpassen. Voor de Japanners is gastvrij-
heid echter heel belangrijk en zij proberen daarom alles te doen om hem te behagen.
Een mogelijke oplossing is dat Lubbers het non-verbale gedrag van de Japanners opmerkt en zich
schikt naar hun wensen. Je kunt van het probleem natuurlijk ook een gespreksonderwerp maken en
zo tonen dat je iets weet over de cultuur van de ander: ‘Ik heb gehoord dat jullie de cadeautjes niet
openmaken terwijl wij in Nederland dat wel doen: wat nu?’ Zo kan erom gelachen worden, en zullen
de anderen appreciëren dat je iets weet over hun cultuur.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 8/59
Hoofdstuk 2 Culturen categoriseren: basiswaarden
Oefening 2.1 Een stapel geld op de markt
In deze situatie is de Arabier meer dan de Nederlander geneigd te denken dat de mens van nature
goed is. Dat je in Egypte zomaar een stapel geld kunt laten liggen, heeft ook te maken met de collec-
tivistische cultuur, die een grote sociale controle met zich meebrengt.
Oefening 2.2 Bewustwording individualisme-collectivisme
A staat voor individualisme en B voor collectivisme.
Oefening 2.3 Het belang van vrijheid
Individualisten kiezen voor individuele vrijheid (A), collectivisten vinden gelijkheid van iedereen
belangrijker (B), ook als dat ten koste gaat van de vrijheid van enkele individuen. Dit verschil in inter-
pretatie kan aan de basis liggen van conflicten over mensenrechten tussen een individualistisch land
als de Verenigde Staten en een collectivistisch land als China, omdat ze het begrip vrijheid verschil-
lend interpreteren.
Oefening 2.4 Een zakenlunch met familie
Japanners leven in een collectivistische maatschappij, waar werk en familie niet zo sterk gescheiden
zijn als in het individualistische Nederland.
Oefening 2.5 Chinese redders willen boter bij de vis
Chinezen zijn over het algemeen collectivistisch, maar collectivisme betekent nog geen solidariteit
met iedereen. Het solidariteitsgevoel is heel sterk binnen de eigen groep (de in-group), maar niet met
mensen van een andere groep (de out-group).
Oefening 2.6 Bij ons gaat alles goed!
De Zuidoost-Aziaten zijn over het algemeen collectivistisch. In deze culturen is het ‘gezicht’ een be-
langrijk onderdeel van het maatschappelijk leven. Gezichtsverlies moet koste wat het kost vermeden
worden: iedereen beschermt het gezicht van iedereen.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 9/59
Oefening 2.7 Bewustwording machtafstand
De a-antwoorden staan voor een grote machtafstand, de b-antwoorden voor een kleine.
Oefening 2.9 De ideale baas
Hieronder staat voor elke manager wat zijn of haar stijl van leidinggeven is en welke voor- en nadelen
daaraan verbonden zijn.
Stijl Voordeel Nadeel
Manager 1: autocratisch snel risico van sociale conflicten
Manager 2: paternalistisch vrij snel risico van sociale conflicten
Manager 3: consultatief samenwerking traag
Manager 4: democratisch van iedereen traag
Van 1 naar 4 duurt het nemen van beslissingen steeds langer, maar wordt het risico van een sociaal
conflict (niet implementeren, sabotage, stakingen) kleiner. Sommige beslissingen moeten uiteraard
snel genomen worden. Welke managementstijl het meest geschikt is, hangt daarom ook af van de
context. Voor belangrijke beslissingen waarbij heel wat mensen betrokken zijn, zoals sluitingen of
fusies van bedrijven, is de stijl van 3 of 4 geschikter omdat die sociale problemen vermijdt. Een goede
manager weet wanneer hij welk type managementgedrag moet inzetten.
Het is ook cultureel bepaald welk managementgedrag medewerkers verwachten en welk gedrag ma-
nagers meestal tonen. In België vindt men vaak type 2, soms type 3. In Nederland, dat ook wel het
land van de consensuscultuur wordt genoemd, vindt men vaker type 3 en 4.
Over het algemeen vind je in landen met een grote machtafstand type 1 en 2 en in landen met een
kleine machtafstand type 3 en 4.
Oefening 2.10 Ondergeschikten en medewerkers
Taal weerspiegelt cultuur. Hier zien we hoe de verschillen in machtafstand tussen Nederland en
Vlaanderen hun weerslag vinden in de taal. Iemand die voor een ander werkt, heet in België vaak
‘ondergeschikte’ maar in Nederland ‘medewerker’.
Oefening 2.11 Vliegtuigongelukken
In culturen met een grote machtafstand is het voor een ondergeschikte, bijvoorbeeld een tweede
piloot, moeilijk om tegen een hogergeplaatste, bijvoorbeeld een gezagvoerder, te zeggen dat hij zich
vergist, dat hij iets vergeet, dat hij iets niet gezien heeft, kortom, dat hij fout zit. Dit wordt dan op een
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 10/59
impliciete manier aangegeven, maar de hogergeplaatste begrijpt en accepteert dat niet altijd en dat
kan ongelukken tot gevolg hebben.
Oefening 2.12 Wet of vriend
Het a-antwoord is particularistisch, het b-antwoord is universalistisch.
Oefening 2.13 Boze baas
In emotionele culturen zoals de Franse mag de baas zich boos maken, dan toont hij dat hij de baas
is. In zulke culturen zijn de mensen die voor een baas werken daaraan gewend en ze trekken zich er
niets van aan. Neutrale culturen, zoals de Nederlandse, accepteren niet dat je ‘emotioneel’ wordt, je
moet zakelijk blijven. Iemand die toch emotioneel wordt, verliest aanzien.
Oefening 2.14 Hoe krijg je respect?
Toeschrijvingsgerichte mensen zijn het met deze uitspraak eens en prestatiegerichte mensen zijn het
er niet mee eens.
Oefening 2.15 De Franse ENA-cultuur
De Franse cultuur is er een van toeschrijving. Dat betekent dat Louis Schweitzer, die uit een beroemde
familie stamt, naar een school zoals de ENA (Ecole Nationale d’Administration) wordt gestuurd,
waardoor hij automatisch in gezaghebbende posities terechtkomt. Het is voor een bedrijf een kwes-
tie van prestige en van imago om iemand als Schweitzer aan de top te hebben. Zelfs als die persoon
niet competent is, krijgt het bedrijf door de naam prestige. In toeschrijvingsculturen vind je heel wat
incompetente mensen aan de top, tenminste in termen van bestuur: ze hoeven ook niet competent te
zijn, ze moeten alleen maar ‘zijn’.
Oefening 2.16 Bewustwording masculiniteit-feminiteit: de ideale baan
Een lage score op het eerste blokje wijst op een voorkeur voor masculiniteit, een lage score op het
tweede blokje op een voorkeur voor feminiteit.
Oefening 2.17 Promotie en werkrelatie met je chef
Een hoge score op vraag 1 en een lage op vraag 2 duidt op feminiteit. Een lage score op vraag 1 en een
hoge op vraag 2 duidt op masculiniteit. Om iemand die op beide vragen even hoog of even laag scoort
zich te doen realiseren of hij meer masculien of feminien is, kun je hem vragen te kiezen welke van de
twee uitspraken hij het belangrijkste vindt.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 11/59
Oefening 2.18 Hoe masculien/feminien ben ik?
Een groot aantal a-antwoorden duidt op een meer feminiene cultuur, een groot aantal b-antwoorden
op een meer masculiene cultuur.
Oefening 2.20 Onderwijs
Je kan zeggen dat het een typisch Belgische reactie is, omdat hier duidelijk het egalitarisme op school
wordt afgewezen, en dat vind je in meer masculiene culturen. Jongeren moeten volgens de heer
Schoofs gestimuleerd worden om beter te presteren, en rivaliteit moet worden aangemoedigd. Dit
soort reactie tref je in Nederland veel minder aan: daar moet je niet proberen de beste te zijn, of anders
te zijn (‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’).
Oefening 2.21 Buitenlandse vestigingen in Nederland en België
Nederland is feminien en daarom meer gericht op klantvriendelijkheid, iets wat bij dienstverlening
belangrijk is. In masculiene landen is de cultuur vaak minder klantgericht, maar juist productgericht;
daarom kunnen productiecentra beter naar masculiene culturen uitwijken (Japan, Verenigde Staten,
en in Europa: bijvoorbeeld Groot-Brittannië, Duitsland, België).
Oefening 2.22 Hoe onzekerheidsvermijdend ben ik?
Een groot aantal antwoorden in kolom 1 en 2 duidt op een vrij sterke onzekerheidsvermijding, terwijl
een groter aantal antwoorden in kolom 4 en 5 op een vrij zwakke onzekerheidsvermijding duidt.
Oefening 2.23 Nerveus op het werk
Mensen die meer richting 1 scoren, zijn sterk onzekerheidsvermijdend en mensen die meer richting
5 scoren, zijn dat maar heel weinig.
Oefening 2.26 De koelkast
De koelkast behoorde voor Maria tot het privé-territorium en voor de Amerikaanse tot het publieke
terrein.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 12/59
Oefening 2.27 Zakenrelatie of kennis
De Amerikanen zien de ontmoeting als een zakengesprek dat gunstig of ongunstig kan aflopen. De
Belg ziet de ontmoeting als een kennismaking en de mogelijkheid voor verdere relatieopbouw. Voor
de Amerikanen is de relatie specifiek, zakelijk en punctueel: ze maken een duidelijk onderscheid
tussen werk en privéleven. Voor de Belg is de relatie diffuus en het gesprek aanleiding tot verdere
kennismaking en samenwerking in de toekomst: we kennen elkaar nu en kunnen in de toekomst
eventueel samenwerken.
Oefening 2.29 Bewustwording polychronie en monochronie-2
Niemand is 100 procent monochroon of polychroon, maar er zijn wel tendensen. Heb je vaker 1 en 2
gekozen dan 4 en 5, dan ben je meer monochroon. Heb je vaker 4 en 5 geantwoord dan 1 en 2, dan
ben je meer polychroon. Je kunt in verschillende situaties min of meer mono- of polychroon zijn: in
examentijd zijn studenten meer monochroon dan gedurende het academiejaar!
Oefening 2.30 Stiptheid
Hoe monochroner een cultuur is, des te stipter zijn de mensen.
Oefening 2.33 Bewustwording termijngerichtheid
In culturen die op de lange termijn gericht zijn, kiest men meestal de a-antwoorden.
Spaarzaamheid is de belangrijkste deugd, en tradities zijn wel belangrijk maar kunnen gecombineerd
worden met technische vernieuwingen. In kortetermijnculturen heeft men de neiging om te kiezen
tussen traditie en vernieuwing. Langetermijngerichtheid integreert deze twee: mensen investeren op
lange termijn, ze hoeven niet zo snel resultaten te zien.
Gezicht bewaren is heel belangrijk en daarom moet je beleefd zijn en het gezicht van anderen en jezelf
beschermen. Er is niet één waarheid, zoals in de westerse filosofieën, maar een hoger, gemeenschap-
pelijk doel bepaalt de handeling.
Oefening 2.35 De rooms-katholieke kerk
De rooms-katholieke kerk, zoals de naam het zegt, is de kerk van Rome in Italië. De rooms-katholieke
kerk vertoont de typische kenmerken van de Italiaanse cultuur: grote machtafstand, masculiniteit en
sterke onzekerheidsvermijding. Deze combinatie leidt vaak tot een houding van onverdraagzaamheid
tegenover alles wat anders is en daarom in de ogen van de rooms-katholieke kerk gevaarlijk.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 13/59
Oefening 2.36 Nederland wil graag Vlaamse leerkrachten
Vlaamse scholen leggen meer nadruk op kennis en discipline, terwijl Nederlandse scholen meer na-
druk leggen op inzicht en sociale vaardigheden (bijvoorbeeld mondigheid).
De verschillen in discipline en communicatiegedrag zijn te verklaren uit het verschil in machtafstand.
In Vlaanderen is er meer respect voor het gezag van de leraren dan in Nederland.
Oefening 2.37 Vlaamse en Nederlandse studenten
Het verschil in gedrag tijdens de werkcolleges kan verklaard worden uit de grotere machtafstand
in Vlaanderen, waar studenten niet zo makkelijk met een hoogleraar discussiëren. Het verschil in
bereidheid tot hard werken, in standaard van vakmanschap en in zelfkritiek hangt samen met de
hogere onzekerheidsvermijding in Vlaanderen. Hoewel de verschillen in scores tussen Vlaanderen
en Nederland voor collectivisme en individualisme (zie paragraaf 4.2.2.1) niet groot zijn, is het feit
dat Nederlanders veel tijd nemen om het eigen ik te leren kennen waarschijnlijk te verklaren uit een
hoger individualisme.
Oefening 2.38 Tevredenheid op het werk
1 Nederlanders zijn feminiener dan Vlamingen.
2 Omdat Belgen een vrij grote machtafstand hebben, verloopt de interne communicatie er waar-
schijnlijk voornamelijk top down (informatie betekent macht en macht wordt niet gedeeld). Dat
vinden werknemers vervelend. Omdat Belgen een hoge onzekerheidsvermijding hebben, is een
vaste baan (werkzekerheid) voor hen belangrijk.
Oefening 2.39 Politieke tendensen
In collectivistische landen met een sterke onzekerheidsvermijding worden groepen tegen elkaar op-
gezet (bijvoorbeeld in voormalig Joegoslavië), wat tot conflicten kan leiden. Politieke groepen zullen
eerder verboden worden. In deze landen houdt men ook niet van mensen die anders zijn: die ziet men
als een bedreiging, men is er bang voor (intolerantie, racisme).
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 14/59
Oefening 2.40 Racisme
1 Racisme hangt samen met onzekerheidsvermijding.
2 In België is de onzekerheidsvermijding hoger dan in Nederland.
3 Dat meer Belgen dan Nederlanders openlijk toegeven dat ze racistisch zijn, kan enerzijds ver-
klaard worden doordat er meer racisme is en anderzijds door het feit dat België masculiener is
dan Nederland. In het meer feminiene Nederland hoort men iedereen gelijk te vinden en is het
sociaal onacceptabel om te zeggen dat je dat niet vindt.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 15/59
Hoofdstuk 3 Cultuur en communicatie
Oefening 3.1 Een blauw stoplicht
Het Japans heeft een woord voor groen (midori) en een woord voor blauw (ao shingo) en Japanners zien
het verschil tussen deze kleuren wel degelijk! Misschien lijkt de kleur van het groene stoplicht meer
op ao shingo dan op midori en heeft de Japanse vrouw het daarom over een blauw stoplicht. Maar om
na te gaan of deze verklaring klopt, is meer onderzoek nodig. Met het oranje stoplicht hebben we een
soortgelijk probleem. Nederlanders en Fransen noemen het oranje, maar Duitsers en Engelsen geel.
Ook hier is vooralsnog geen duidelijke verklaring voor.
Oefening 3.3 De affectieve waarden van woorden
De studenten kunnen hun eigen resultaten bespreken met die van hun medestudenten en kijken wat
de waarde van die woorden is in hun eigen cultuur. Zo kunnen prettige gevoelens bij het woord am-
bitie samenhangen met een hoge score op masculiniteit.
Oefening 3.4 Emblemen in Dubai
De toiletten.
Oefening 3.5 Wat voor weer krijgen we?
In een cultuur waar men van links naar rechts leest, krijgen we mooi weer na de storm. In een cultuur
waar men van rechts naar links leest (de Arabische bijvoorbeeld) komt er storm na het mooie weer.
Oefening 3.6 Mubarak
In vele culturen zijn de voeten het vieste van het vieste: met je schoenzool of de punt van je schoen
naar iemand wijzen is beledigend.
Oefening 3.7 Dorst
De man interpreteert de woorden letterlijk of expliciet: op de vraag of hij geen dorst heeft, antwoordt
hij ‘nee’, omdat hij geen dorst heeft. Punt uit. De vrouw zond echter een impliciete boodschap uit.
Achter de woorden gaat een andere boodschap schuil: ‘Ik heb dorst en ik wil even gezellig op een ter-
rasje zitten.’ Vrouwen zijn in vrijwel alle culturen implicieter dan mannen, maar nationale culturen
verschillen ook van elkaar in implicietheid. Zo zijn Aziatische culturen over het algemeen implicieter
dan westerse culturen.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 16/59
Oefening 3.8 Ga gerust naar de bioscoop
De Indonesische vrouw gebruikt een zeer indirecte, impliciete manier om het meisje te laten weten
dat ze liever niet wil dat het meisje naar de bioscoop gaat. Dit past binnen een hogecontextcultuur.
Oefening 3.9 Mañana
Er zijn veel manieren om ‘nee’ te zeggen: in veel culturen vermijdt men zelfs het woordje ‘nee’. Zo
betekent ‘mañana’ misschien wel: het kan niet, het is moeilijk, het is onmogelijk…
Oefening 3.10 Arrogante Nederlanders
Nederland is een lagecontextmaatschappij (zie tabel 4.1 op pagina 152). Nederlanders zijn veel direc-
ter in hun manier van spreken dan Belgen. Eerlijk en duidelijk zeggen wat je denkt, wordt gewaar-
deerd. In meer indirecte culturen als de Belgische is het gezicht – dat van jezelf en dat van de ander
– belangrijker, en dat gezicht moet je beschermen. Men vermijdt dus opmerkingen en formuleringen
die iemand zouden kunnen kwetsen, vooral in het openbaar. In sommige gevallen wordt zelfs een
tussenpersoon gebruikt om iemand iets onprettigs te vertellen.
Oefening 3.11 Een kennismakingsbezoek met grote gevolgen
Openlijk praten over wat hen bezighoudt, zou gezichtsverlies kunnen betekenen voor een van de
partijen. Er wordt dus een impliciete boodschap gegeven door thee met banaan te serveren. Thee en
banaan horen niet bij elkaar. De moeder van de jongen begrijpt wat de moeder van het meisje hiermee
tot uitdrukking brengt: ook de jongen en het meisje passen niet bij elkaar. In deze hogecontextcultuur
begrijpt iedereen de boodschappen die op zo’n manier gebracht worden. Men ziet het als een voor-
deel dat er niets wordt gevraagd en niets wordt geweigerd: er is dus geen gezichtsverlies.
Oefening 3.12 Zomaar een mededeling?
1 In Japan, waar de machtafstand groter is dan in de Verenigde Staten, verwacht de manager dat
zijn medewerker een opmerking opvat als een verzoek. Voor de Amerikaan geldt dat niet.
2 De Japanner drukt een verzoek niet direct uit, maar op een meer impliciete manier, waarbij hij
verwacht dat de gesprekspartner wel zal begrijpen wat er bedoeld wordt.
3 De Amerikaan begrijpt dat helemaal niet en reageert dus niet op het verzoek. Hij komt boven-
dien uit een cultuur met minder hiërarchische relaties (machtafstand 40 in de Verenigde Staten,
54 in Japan).
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 17/59
Oefening 3.13 Vakantiedagen
Expliciete taal is meestal ook direct, zoals in reactie a. Dit zou je waarschijnlijk in Scandinavische of
in Duitstalige landen horen. In Nederland spreekt men ook vaak zo. Reactie b is indirecter, dat kun
je zien aan het gebruik van modale hulpwerkwoorden. Reactie c is de meest impliciete, omdat de
secretaresse zelf moet kunnen raden wat het probleem is en wat ze moet doen. In impliciete culturen
zijn de mensen dat gewend, en ze weten wat er van hen verwacht wordt. Een directe uitspraak zoals
onder a komt zowel in cultuur b als in cultuur c bot en beledigend over.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 18/59
Hoofdstuk 4 Overeenkomsten en verschillen tussen Nederland, Vlaanderen en Europese culturen
Oefening 4.1 Een Nederlandse student in Leuven
Door de grotere machtafstand en onzekerheidsvermijding in België is de bureaucratie daar ook gro-
ter. Bureaucratie dient als buffer tussen de top en de basis, moet de schok van de grote machtafstand
absorberen. De verantwoordelijkheden worden zo eigenlijk gedragen door iets onpersoonlijks, na-
melijk de bureaucratie. Dat maakt het iedereen mogelijk om de verantwoordelijkheden van zich af te
schuiven.
Oefening 4.2 Geen paleizen
Nederlanders houden over het algemeen niet van machtsvertoon omdat hun machtafstand vrij klein
is. Bovendien zijn Nederlanders feminiener dan Vlamingen en daaruit is te verklaren dat ze zich graag
conformeren, niet boven het maaiveld willen uitsteken.
Oefening 4.3 Strenge Vlaamse scholen populair in Nederland
Het verschil tussen Vlaanderen en Nederland in frontaal lesgeven, geen grote mond mogen hebben
en zelfstandigheid is te verklaren uit de grotere machtafstand in Vlaanderen. Daarnaast verklaart de
grotere masculiniteit in Vlaanderen de mindere aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en sociale
vaardigheden.
Oefening 4.4 Een Blijde Intrede in een goedkope broek
1 Door hun grotere machtafstand verwachten de Belgen van hun koning vertoon van pracht en
praal.
2 Het gedrag van de Nederlandse koning is te verklaren uit de kleinere machtafstand en een hoge-
re feminiteit (‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’).
Oefening 4.5 Een zakenlunch
De monochrone Duitser vindt tijdsbesteding belangrijker dan relaties. Voor de meer polychrone Belg
is relaties opbouwen en onderhouden minstens even belangrijk als tijdsbesteding en is een goede
lunch een mooie gelegenheid om aan die relaties te werken. De Belg interpreteert de handelswijze van
de Duitser als: ‘Ik ben niet belangrijk voor hem.’
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 19/59
Oefening 4.6 Nerts
Voor veel inwoners van deze landen is zakendoen gescheiden van de emotionele aspecten van het
doden van dieren.
Oefening 4.7 De almacht van het diploma
Vlaanderen is een meer toeschrijvingsgerichte cultuur. Je wordt beoordeeld op de diploma’s die je
behaald hebt en je hoeft je daarna niet meer te bewijzen.
Oefening 4.8 Belgen om fiscale redenen naar Nederland
1 Vanwege de hogere feminiteit, die staat voor gelijkheid en hulp aan de minderbedeelden, hoeven
mensen met een laag inkomen in Nederland minder belasting te betalen dan in het meer mascu-
liene België.
2 Rijke Belgen moeten in Nederland meer belasting betalen dan in België, omdat in het feminiene
Nederland gestreefd wordt naar nivellering. Voor rijke Nederlanders is het voordeliger in België
te gaan wonen omdat het belastingstelsel daar niet op nivellering is gericht (zie ook oefening
2.36).
Oefening 4.9 Samenwerking
De efficiency van Nederlanders is te verklaren uit hun monochronie, die hen zakelijk en pragmatisch
maakt, en door hun neutrale houding, die ze doelgericht maakt. Belgen zijn polychroner en emo-
tioneler. Belgen zijn door hun hogere masculiniteit en hun sterkere onzekerheidsvermijding meer
prestatiegericht.
Oefening 4.10 Groene ambtenaren
Doordat Nederland feminiener is, heeft het meer respect voor het milieu.
Oefening 4.12 Medicalisatie
Door de sterkere onzekerheidsvermijding zijn de Belgen snel ongerust als ze iets voelen: ze lopen dan
meteen naar de dokter en naar de apotheker. Een Nederlander maakt zich daar minder ongerust om.
Die denkt: ‘Het zal wel overgaan.’ Een illustratie daarvan is ook het grotere getal geneesmiddelen dat
de Belgen slikken (zie oefening 4.13).
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 20/59
Oefening 4.13 Verkoudheid of bronchitis?
Door de sterkere onzekerheidsvermijding zijn de Belgen snel ongerust als ze iets voelen: ze lopen
meteen naar de dokter en naar de apotheker. Ze overdrijven hun ziekte: een verkoudheid wordt een
bronchitis genoemd. Door hun hogere onzekerheidsvermijding zijn ze bovendien bang om hun baan
te verliezen en willen ze door blijven werken. Daarom nemen ze sterke geneesmiddelen. Daarnaast
heeft het frequenter gebruik van sterke medicijnen te maken met de hogere masculiniteit in Vlaan-
deren. Men wil niet aan ziekte toegeven, omdat je in een masculiene maatschappij sterk hoort te zijn
en er geen sympathie is voor de zwakken. Door het gebruik van humor in de grappige campagne
werd het gebruik van antibiotica in geval van griep, verkoudheid of bronchitis belachelijk gemaakt:
‘Hiervoor antibiotica gebruiken heeft evenveel zin als de hele dag met zwembandjes rondlopen.’ Dui-
delijke informatie over het verschil tussen bacteriën en virussen heeft geholpen.
Oefening 4.14 Doktersbriefje?
Door de sterke onzekerheidsvermijding in Vlaanderen zijn er meer regels en is er meer controle. Het
doktersbriefje maakt ook weer duidelijk dat er een hiërarchische relatie tussen werkgever en werkne-
mer is, hetgeen overeenkomt met een grote machtafstand in Vlaanderen.
Oefening 4.15 Bijsluiters van medicijnen
Vanwege hun sterke onzekerheidsvermijding willen Vlamingen veel informatie over hun medicijnen
krijgen. Om die informatie precies te kunnen geven, moet medische vakterminologie worden ge-
bruikt. Vanwege zijn grotere interesse voor nevenverschijnselen en risico’s van medicijngebruik, kent
de Vlaming die ook beter dan de Nederlander.
Oefening 4.16 Vrije tijd
Het feit dat Vlamingen geen problemen hebben met hard werken, heeft te maken met hun hoge on-
zekerheidsvermijding, hun vrij hoge masculiniteit. Hun relatieve polychronie verklaart het feit dat ze
geen strikte scheiding aanbrengen tussen privé- en werktijd.
Oefening 4.17 Aboriginals
Uit de appendix (blz. 271) blijkt dat voor de waarden die Hofstede heeft onderzocht de Aboriginals
hoger scoren op machtafstand en onzekerheidsvermijding en lager op masculiniteit en termijnplan-
ning.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 21/59
Oefening 4.18 Een zakenlunch
Dit heeft te maken met het feit dat de machtafstand in Australië kleiner is dan in Vlaanderen. In
Vlaanderen wil je door de keuze van je restaurant je status laten zien.
Oefening 4.19 Armoede
De VS en Australië zijn masculiener dan Nederland en dat betekent dat ze minder zorg dragen voor
minderbedeelden dan Nederlanders of Belgen.
Oefening 4.20 Huismerk in trek in Groot-Brittannië
In Groot-Brittannië is de onzekerheidsvermijding lager, dus men heeft daar minder angst voor het
onbekende en vertrouwt ook producten die niet van een bekend merk zijn.
Oefening 4.21 Geen grondwet
In Groot-Brittannië is de onzekerheidsvermijding lager dan in Nederland en veel lager dan in Bel-
gië. Een hoge onzekerheidsvermijding gaat gepaard met meer regelgeving en een lage met minder.
Daarom kan men in Groot-Brittannië ook heel goed leven zonder grondwet.
Oefening 4.22 Protest tegen dumping olieplatform
Nederland en Vlaanderen zijn feminiener dan Groot-Brittannië, en een hoge feminiteit gaat gepaard
met meer zorg voor het milieu.
Oefening 4.23 Een Engelse opvoeding in Nederland
Dit verschil is niet te verklaren uit de waarden die in tabel 4.2 behandeld zijn. Het verschil ligt hier
in de graad van formaliteit die men in de twee landen aantreft: de Britten zijn over het algemeen for-
meler.
Oefening 4.24 Activiteit van de vrouw
In Groot-Brittannië werkt 66% van de vrouwen, in Nederland 68% en in België 54%. In Groot-Brit-
tannië en Nederland werken dus percentueel meer vrouwen dan in België. Het verschil tussen Groot-
Brittannië en België zou te verklaren kunnen zijn uit het feit dat Groot-Brittannië masculiener is dan
België. Hoewel er een scheiding van sekserollen is in masculiene culturen, werken vrouwen er vaker
omdat ze ambitieuzer zijn dan vrouwen in feminiene culturen. In deze lijn door redenerend zou je
verwachten dat in het nog feminienere Nederland nog minder vrouwen zouden werken dan in België.
Dat dit niet het geval is, kan komen doordat in het feminiene Nederland parttime werken makkelijker
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 22/59
kan dan in het masculiene België. In het masculiene, prestatiegerichte België worden parttimers fis-
caal gestraft. Bij het zoeken naar culturele redenen waarom vrouwen werken, moet je ook rekening
houden met economische factoren: is het bijvoorbeeld wel mogelijk om van één salaris te leven?
Oefening 4.25 Psychologische tests
1 Op vrijwel alle basiswaarden zijn er kleine verschillen tussen de Verenigde Staten en Groot-
Brittannië, en die kunnen grote gevolgen hebben op verfijnde testen, bijvoorbeeld psychologi-
sche testen.
2 Voorts communiceren Amerikanen en Britten op verschillende manieren, ook over zichzelf. Op
psychologische vragen zullen Britten waarschijnlijk vanwege hun hogere context op een andere
manier reageren (impliciet, met understatement, met humor, relativerend en ironisch) dan
Amerikanen. Die zullen meer recht voor zijn raap reageren.
Oefening 4.26 Britten en Ieren versus Nederlanders en Vlamingen
Britten en Nederlanders hebben een protestantse traditie, Belgen en Ieren een katholieke. In de ka-
tholieke traditie is het toegestaan om van het leven te genieten (heiligenfeesten, kermissen, carnaval).
In de protestantse traditie is het leven zwaarder en mag je niet genieten.
Oefening 4.27 Het imago van België
1 De Brusselse correspondente van The Financial Times had meer administratieve moeilijkheden
kunnen verwachten dan wat ze in Groot-Brittannië gewend was. In België is er door de grote
machtafstand en de hoge onzekerheidsvermijding ook meer bureaucratie.
2 Conservatieve Britten hebben een grotere machtafstand dan de doorsnee Brit. Ze houden de tra-
ditionele sociale standen in ere en vinden dat de macht door de elite moet worden uitgeoefend.
Oefening 4.28 Ontwikkelingshulp
Landen met feminiene culturen zijn meer solidair en geven meer uit aan ontwikkelingshulp. Landen
met masculiene culturen geven meer geld uit aan bewapening.
Oefening 4.29 Hoogvliegers
De managementstijl wordt feminiener, met meer nadruk op teamwerk, luisteren, empathie (zoals
‘Emotionele Intelligentie’) en de waarde van het gezinsleven (zie al de work-lifeprogramma’s in de
grote bedrijven).
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 23/59
Oefening 4.30 Evaluatiesystemen
Door de hogere masculiniteit in de Verenigde Staten ligt er meer nadruk op prestatie, op ‘de beste
zijn’. België, en vooral Vlaanderen, is heel wat gematigder masculien dan de Verenigde Staten, waar-
door men accepteert dat niet iedereen een ‘toppresteerder’ wil zijn.
Oefening 4.31 Maori
Er is tot nu toe geen onderzoek naar de waarden van de Maori, maar we kunnen verwachten dat ze
zullen lijken op die van de Aboriginals (zie appendix, blz. 271).
Oefening 4.32 Nederlanders hebben de mentaliteit van underdog
Door hun grotere masculiniteit willen de Amerikanen de eersten en de besten zijn: je moet winnen.
Sympathie gaat naar de winnaars, niet naar de verliezers. In vergelijking daarmee zijn de Nederlan-
ders erg feminien: je speelt niet alleen om te winnen, maar ook voor het plezier en de ‘schoonheid’
van het spel. Verliezen is minder erg, want verliezers krijgen evenveel sympathie als de winnaars en
soms zelfs meer. In een feminiene cultuur heeft men sympathie voor de stumper.
Oefening 4.33 Een certificaat om in te lijsten
In masculiene culturen wordt er van je verwacht dat je tentoonspreidt wat je allemaal kunt en gedaan
hebt: een certificaat zoals dit wordt dus ingelijst en zichtbaar opgehangen, bijvoorbeeld op je werk-
kamer. In feminiene culturen is het enigszins belachelijk om op te scheppen over alles wat je bereikt
hebt.
Oefening 4.34 Philips als amateur op de Amerikaanse markt
Hoewel de communicatiestijlen van zowel de Amerikanen als de Nederlanders als ‘lage context’ zijn
gekwalificeerd, blijkt toch dat de Amerikanen een uitgebreidere toelichting willen hebben dan de
Nederlanders. Ze willen ook waar voor hun geld. Koop je een apparaat, dan moet glashelder zijn hoe
het werkt.
Het verwijt aan de Nederlanders dat de verkopers te weinig winst gemaakt zouden hebben, is toe te
schrijven aan het verschil in masculiniteit. In masculiene culturen is men meer prestatiegericht dan in
feminiene culturen en winst behalen is in Amerika een belangrijke manier om prestaties te meten.
Oefening 4.35 Wie ik ben…
De Verenigde Staten zijn prestatiegericht en niet toeschrijvingsgericht.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 24/59
Oefening 4.36 Armoede
Amerika is heel wat masculiener dan België. Hoe masculiener, hoe minder solidariteit met de armere
mensen.
Oefening 4.37 De werkende vrouw
Het verschil tussen de Verenigde Staten en Europa zouden we kunnen verklaren uit het feit dat de
Verenigde Staten erg masculien zijn. In Europa zijn heel wat landen feminiener. Daar komt nog bij
dat de Verenigde Staten meer prestatiegericht zijn dan de meeste Europese landen. In feminiene cul-
turen werken vrouwen ook, niet zozeer vanwege ambitie maar omdat het ‘normaal’ is dat mannen en
vrouwen dezelfde taken vervullen, thuis zowel als buitenshuis.
Alleen in Denemarken en Zweden werken er percentueel gezien meer vrouwen dan in de Verenigde
Staten. Dat is vooral om economische redenen: met één salaris kun je moeilijk een gezin onderhou-
den. Er zijn ook grote verschillen tussen de Verenigde Staten en Denemarken en Zweden in de wijze
waarop wordt gewerkt, bijvoorbeeld de manier waarop ouderschapsverlof wordt geregeld: in de
Verenigde Staten wordt dit verlof niet betaald, in Scandinavische culturen krijgen de vrouwen (en de
mannen) een lang betaald ouderschapsverlof. Vrouwen die een jaar of langer thuisblijven, kunnen die
afwezigheid maar moeilijk combineren met het ontwikkelen van een carrière. In masculiene culturen
moeten (en willen) vrouwen vaak snel weer aan de slag.
Oefening 4.39 Twee collectebussen
Het onderscheid maken tussen jongens en meisje is te verklaren uit de hoge masculiniteit in Zuid-
Afrika, de verbazing van de Nederlander uit de hoge feminiteit van Nederland. In masculiene culturen
is er een groot onderscheid tussen mannen en vrouwen en de taken die ze hebben.
Oefening 4.40 De beste van de Kaap
Masculiniteit, prestaties behalen is erg belangrijk.
Oefening 4.41 Gradering
In een masculiene samenleving is prestaties behalen erg belangrijk.
Oefening 4.42 Een Zuid-Afrikaan in België
1 De Belg is een van de meest productieve werkers ter wereld, wat in verband kan staan met zijn
hoge onzekerheidsvermijding, gekoppeld aan individualisme en een grote machtafstand. België
verschilt in al die waarden van Zuid-Afrika. We moeten er wel rekening mee houden dat de
Zuid-Afrikaanse cultuur aan het veranderen is, mede door de politieke evolutie. Beleefdheid is
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 25/59
in België een vaste waarde, die gepaard gaat met respect voor de hiërarchie en het emotionele
karakter van de Belg.
2 Vlaanderen is duidelijk feminiener dan Wallonië of Brussel, en er wordt meer gefietst dan in de
andere regio’s. Dat er in Brussel ook meer en meer fietspaden komen, wijst zeker op de steeds
groter wordende invloed van Vlaamse politici in de Belgische politiek.
Oefening 4.43 Biergarten geöffnet
Duitsers houden van expliciete communicatie, net zoals Nederlanders trouwens, maar ze koppelen
daar nog een relatief hoge onzekerheidsvermijding aan om eventuele problemen of klachten te ver-
mijden.
Oefening 4.44 Een meer dan twintigjarige discussie over de dood
Het is moeilijk om expliciet te omschrijven wat ‘dood zijn’ eigenlijk is, iets wat een Duitse wet wel zou
vereisen. Omdat de onzekerheidsvermijding in Duitsland relatief hoog is, moet die beschrijving ook
heel precies zijn en dan kan het wel 20 jaar duren.
Oefening 4.45 Youri Mulder, een Belgisch opgevoede Nederlander in Duitsland
Opvattingen over wat een opvoeding behoort te zijn, variëren met een aantal waarden, zoals respect
voor de hiërarchie (machtafstand), masculiniteit, emotionaliteit en individualisme. Kleine machtaf-
stand en feminiteit zoals in Nederland bevorderen een ‘losse’ opvoedingsstijl, waarin kinderen veel
meer toegestaan wordt dan in andere omgevingen.
Goede manieren maken in vele culturen een onderscheid tussen klassen.
Oefening 4.46 Burenhulp
De burenhulp van de Nederlanders is te verklaren uit de hoge feminiteit, waar solidariteit een ken-
merk van is.
Oefening 4.47 Geen vertrouwen
Een derde van de Duitsers wantrouwt de veiligheid van de door Frau Antje aangeboden producten.
Dat zou kunnen samenhangen met hun hogere onzekerheidsvermijding, die zich uitdrukt in angst
voor wat men niet goed kent, dus ook voor een buitenlands product. Die hoge onzekerheidsvermij-
ding heeft onder ander tot gevolg dat men strikte eisen aan voedsel stelt (‘Reinheitsgebot’).
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 26/59
Oefening 4.48 Vakantie
In de Nederlandse cultuur, die feminiener is dan de Duitse en een kleinere machtafstand heeft, vindt
men luxe wat overdreven. Oud-premier Den Uyl oogstte in Nederland veel waardering voor het feit
dat hij met zijn gezin altijd ging kamperen.
Oefening 4.48 Belastingvoordeel
Hoewel masculiener dan België, is Duitsland toch meer milieubewust. We hebben hier geen duide-
lijke verklaring voor.
Oefening 4.50 Werklozen
Arbeidsethos heeft te maken met een aantal waarden die de Germaanse van de Latijnse culturen on-
derscheiden:
Germaanse culturen Latijnse culturen
weinig hiërachie (kleine machtafstand)prestatiegerichte cultuurmonochrone organisatie van de tijdoriëntatie ‘doen’: werkenvoornamelijk protestantse religie
hiërarchisch (grote machtafstand)toeschrijvingscultuurpolychrone organisatie van de tijdoriëntatie ‘zijn’: kwaliteit van het levenvoornamelijk katholieke religie
Aangezien mensen in Germaanse culturen meer werkgericht en prestatiegericht zijn, kennen ze werk
veel waarde toe. Het is daar waarschijnlijk sociaal ook minder acceptabel om werkloos te zijn.
Oefening 4.51 De ideeënbus
Duitsland heeft een kleine machtafstand en een sterke onzekerheidsvermijding, wat inhoudt dat
het niet volstaat alleen met een idee aan te komen. Een idee moet theoretisch onderbouwd en goed
gestructureerd zijn, voordat je het bij je baas kunt opperen. Als je een idee anoniem in een ideeënbus
doet, hoeft dat niet.
Oefening 4.52 Tijd
Vrij hoge onzekerheidsvermijding zoals we in Duitsland vinden, brengt stress met zich mee.
In België met zijn hoge onzekerheidsvermijding zouden we dit ook verwachten, in Nederland niet.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 27/59
Oefening 4.53 Een etentje thuis
Dit incident heeft te maken met verschil tussen culturen in het privéterritorium. Helaas hebben wij
daarvoor geen gegevens voor Oostenrijk. Op basis van het verhaal verwachten we dat de privéruimte
in Oostenrijk groter is dan in Nederland.
Oefening 4.54 Harde werkers
De Grieken zijn bang om hun baan te verliezen. De Griekse cultuur neigt naar een hogere onzeker-
heidsvermijding en een meer masculien perspectief dan Nederland.
Oefening 4.55 Ziekteverzuim
Scandinaviërs leven in een feminiene cultuur met een zwakke onzekerheidsvermijding. Men tolereert
dat iemand thuis blijft als hij zich niet goed voelt. Ze zijn ook niet bang hun baan te verliezen als ze
niet komen werken.
De Belgische en Franse cultuur zijn wat masculiener en hebben een grote onzekerheidsvermijding.
Men tolereert ‘zwakte’ minder en bovendien zijn de werknemers bang hun baan te verliezen als ze
niet hun uiterste best doen om te gaan werken.
Oefening 4.56 Tegen zwangerschapsverlof
1 Dit kan verklaard worden door het feit dat Duitstalige Zwitsers masculiener zijn dan Franstalige
(zie appendix, blz. 273). Naarmate een cultuur masculiener is, vindt men het normaler dat rollen
van mannen en vrouwen duidelijk gescheiden zijn: de mannen werken en de vrouwen worden
zwanger en blijven thuis.
2 In België krijgen jonge moeders drie maanden betaald verlof en ze mogen die naar eigen goed-
dunken (gedeeltelijk) voor of na de bevalling opnemen. Daarna is kinderopvang verzekerd en
bijna gratis.
In Nederland krijgt een jonge moeder 16 weken verlof, waarvan ze vier weken voor de uitgere-
kende datum moet opnemen en de rest daarna. Na het bevallingsverlof kan zij (of de vader) voor
een gedeelte van de werktijd (één à twee dagen per week) ouderschapsverlof opnemen. Opvang
van kinderen wordt soms gedeeltelijk door de werknemer verzorgd en betaald. De ouders beta-
len echter nog steeds een groot deel van de opvang. In de meeste gevallen moeten ouders zelf
opvang zoeken en bovendien bestaan er wachtlijsten voor.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 28/59
Oefening 4.57 De Scandinaviërs en hun auto
1 Masculiniteit en machtafstand. De Vlamingen willen door middel van hun auto laten zien hoe-
veel ze gepresteerd hebben en wat hun status is.
2 De Nederlanders staan dichter bij de Scandinavische cultuur.
Oefening 4.58 Scandinavische chauffeurs
1 Feminiteit en onzekerheidsvermijding. Scandinaven rijden minder hard (minder prestatiege-
richt) en minder agressief en met meer zorg voor de medeweggebruikers dan Zuid-Europeanen.
Verder houden Scandinaven zich door hun lagere onzekerheidsvermijding meer aan de verkeers-
regels (snelheidsbeperkingen).
2 De Vlamingen scharen zich meer bij de Zuid-Europeanen.
Oefening 4.59 IJsland
Helaas hebben we geen gegevens over IJsland, maar we denken dat het soortgelijke waarden heeft als
de Scandinavische landen.
1 Enerzijds zullen de Vlaamse sollicitanten waarschijnlijk niet aan de IJslandse eisen voldoen
omdat ze door hun vrij grote machtafstand niet opstandig zullen zijn en door hun hoge onzeker-
heidsvermijding bovendien wel zullen vasthouden aan bestaande structuren. Anderzijds zullen
de Vlamingen wel voldoen aan de eis van flamboyantie door hun hoge score op emotionaliteit.
2 De Nederlanders zullen door hun kleinere machtafstand en onzekerheidsvermijding doorgaans
meer voldoen aan de eisen, maar zij missen de gevraagde flamboyantie.
Oefening 4.60 Parkeerverbod in Zweden
Zweden heeft een expliciete communicatiestijl. Er wordt van alles aan gedaan om misinterpretatie te
voorkomen en dat leidt tot redundantie.
Oefening 4.61 Vrouwen en werk
1 Het zijn feminiene culturen, waarin men het normaal vindt dat mannen en vrouwen binnen en
buitenshuis dezelfde taken verrichten. En de salarissen zijn doorgaans zo laag dat men alleen
maar een redelijk leven kan hebben als men alletwee werkt. Ook hier zien weer dat de organisa-
tie van een cultuur een product van die cultuur is.
2 Uit masculiniteit: ook vrouwen willen presteren.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 29/59
Oefening 4.63 Armoede
In de feminiene Noordse culturen is het sociale vangnet fijnmaziger dan in de rest van Europa.
Oefening 4.63 Taalgedrag
Dit is te verklaren uit het feit dat Vlamingen in de minderheid zijn vergeleken met Nederlanders en
Fins-Zweden in de minderheid zijn in vergelijking met Zweden. Minderheden denken vaak dat meer-
derheden hun taalgebruik aan de minderheden opleggen en dat maakt ze onzeker.
Oefening 4.64 Veel ontwikkelingshulp
Denemarken, Nederland, Noorwegen en Zweden zijn feminiener dan België. In feminiene culturen is
er meer solidariteit met ontwikkelingslanden en geeft men meer geld aan ontwikkelingshulp uit.
Oefening 4.65 Een te lieve Pippi Langkous
Machtafstand en onzekerheidsvermijding zijn in Zweden lager dan in Frankrijk: daarom is er in Zwe-
den meer waardering voor rebellie en het regels op de hak nemen.
Oefening 4.66 Productieve Belgen
In Zweden is de onzekerheidsvermijding (angst om baan te verliezen) lager dan in België. De Zweden
zijn verder feminiener dan de Belgen en hechten daarom meer belang aan de kwaliteit van het leven.
Oefening 4.67 De noordse aanpak
1 In het Zweedse systeem worden leerlingen aangemoedigd zelfstandig en kritisch na te denken,
te argumenteren en weerwoord te geven. In België wordt dit afgeremd omdat de leraar er veel
gezag heeft.
2 De waarden machtafstand en onzekerheidsvermijding lijken de verschillen het beste te verkla-
ren. De Zweedse kleine machtafstand moedigt de dialoog met de docent aan en de lage onzeker-
heidsvermijding het niet geloven in vaste waarheden en kritisch zijn.
3 Eerder in het Zweedse systeem.
Oefening 4.68 Burgerzin
De Zweden zijn universalistischer dan de Belgen, de wet wordt in Zweden in alle gevallen toegepast.
Zweden leven naar de letter van de wet, Belgen naar de geest van de wet.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 30/59
Oefening 4.69 Zelfstandigheid
1 Door de grotere machtafstand in België zijn Belgische jongeren minder zelfstandig dan de
Zweedse. Belgen vinden het ook belangrijk om vaak thuis te zijn, omdat de relatie met de familie
diffuser is dan in de Scandinavische landen.
2 Nederlandse jongeren reageren meer zoals Zweden.
Oefening 4.70 Racisme volgens een onderzoek van de Europese Commissie in 2001
1 Nee, want ze hebben een lage onzekerheidvermijding, dus geen angst voor het onbekende. Het
feit dat 62% van de jonge Zweden toegeeft zich aan racisme bezondigd te hebben en maar 14%
van de jonge Spanjaarden, kan ook te maken hebben met verschillen tussen deze culturen in
interpretatie wat racisme is, wat bezondigen is en in de wijze waarop vragen beantwoord worden.
2 Zoals we gezien hebben in tabel 2.18, verwacht men in een individualistische cultuur met een
lage onzekerheidsvermijding als de Zweedse dat minderheden integreren, en taal en cultuur van
het gastland leren. Of je dat tolerant vindt, hangt van jezelf af. Enerzijds dwing je mensen les-
sen te nemen, anderzijds kunnen ze zich daardoor beter staande houden in het gastland. Kennis
nemen van de cultuur van het gastland impliceert niet dat men de eigen cultuur helemaal op
moet geven.
3 In Italië verwacht je a priori minder tolerantie omdat het een hogere onzekerheidsvermijding
heeft en men daardoor waarschijnlijk bang voor onbekenden is.
Oefening 4.71 Salarisverschillen
1 Zweden is de meest feminiene cultuur van de wereld. In dergelijke culturen is er gelijkheid tus-
sen vrouwen en mannen.
2 In feminiene culturen zoals de andere Scandinavische culturen en Nederland (zie appendix).
Oefening 4.72 Tevredenheid op het werk
Het verschil in tevredenheid met het werk tussen Nederland en Denemarken enerzijds en de mediter-
rane landen anderzijds kan te maken hebben met het feit dat de eerst genoemde landen feminien zijn
en de laatst genoemde meer masculien. Daar wil men prestatie leveren en is men ontevreden als dat
niet lukt. Ook is het verschil in belang van beloning daaruit te verklaren. In feminiene landen vindt
men dat minder belangrijk dan in masculiene landen. De positie van Luxemburg is problematisch in
deze verklaring, want het is een vrij masculien land (50), masculiener dan Portugal (31).
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 31/59
Oefening 4.73 SAS
1 Dit is typisch voor alle feminiene landen, maar omdat Zweden het meest feminiene land ter
wereld is, is het toch tegelijkertijd typisch voor Zweden.
2 Ja, want de Britse cultuur is masculien.
Oefening 4.74 Inkomen bepaalt boete
1 Waarschijnlijk is je oordeel afhankelijk van je eigen scores op machtafstand. Is die vrij klein, dan
vind je het rechtvaardig dat iemand die veel verdient meer boete moet betalen dan iemand die
minder verdient. Iedereen moet een straf immers op een gelijke wijze ervaren. Is je machtafstand
groot, dan vind je ongelijkheid gewoon en vind je het normaal dat iedereen voor een bepaalde
straf dezelfde boete krijgt, of dat nu veel betekent of niet.
2 In België zal het waarschijnlijk moeilijk geaccepteerd worden, omdat de machtafstand daar
groter is dan in Finland. In Nederland wordt het waarschijnlijk wat makkelijker geaccepteerd,
omdat er geen groot verschil in machtafstand tussen Finland en Nederland is. Natuurlijk spelen
niet alleen waarden een rol bij het opstellen van wetten, maar ook andere zaken, bijvoorbeeld
wie de wetten opstelt. Omdat in Finland meer vrouwen en meer mensen uit de lagere sociale
klassen in de regering zitten dan in Nederland, worden de Finse wetten door andere mensen
opgesteld dan de Nederlandse en reflecteren ze de normen en waarden van andere bevolkings-
groepen. Aan de andere kant zijn het twee democratische landen en kiezen ze zelf de regering
die het beste bij hun ideeën past.
Oefening 4.75 Argentijnse vrienden van Albert Heijn
Zuid-Amerikaanse culturen zijn collectivistisch, men doet zaken met de in-group. Cees van der Hoe-
ven hoorde daartoe door zijn vriendenkring en zijn huwelijk. Daarnaast is het ook een diffuse cultuur
waar zaken- en privéleven door elkaar lopen.
Oefening 4.76 Braziliaanse voetballertjes in Nederland
Het verschil is te verklaren uit het verschil in machtafstand. De Nederlandse trainers waren niet auto-
ritair genoeg en verloren daardoor het respect van de voetballertjes.
Oefening 4.77 Braziliaanse bedrijfssfeer
In Brazilië is de onzekerheidsvermijding lager dan in Vlaanderen, wat de werksituatie minder ge-
spannen maakt. In het collectivistische Brazilië is het groepsgevoel ook groter. Ten slotte is Brazilië
polychroner: mensen onderbreken hun werk makkelijker en relaties zijn voor hen belangrijker dan
werk op tijd afmaken.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 32/59
Oefening 4.78 Drugstsaar
Brazilië is een cultuur met een hoge onzekerheidsvermijding en een hoge masculiniteit. In dergelijke
culturen is veel corruptie.
Oefening 4.79 Beleefdheid verdringt kritiek op het milieu
Costa Rica is een collectivistische cultuur een daarin is respect voor de gastheer erg belangrijk. Een
gastheer bekritiseer je niet.
Oefening 4.80 Studielast in Frankrijk en Nederland
Dit is ten eerste toe te schrijven aan het verschil in machtafstand. In de Franse cultuur is een grotere
machtafstand dan in de Nederlandse en in culturen met een grotere machtafstand bepaalt de docent
alles, hij heeft gezag en doet wat hij wil.
Bovendien is de context in de Franse cultuur hoger dan in de Nederlandse. Dat betekent dat in de
Franse cultuur alles minder precies omschreven hoeft te worden dan in de Nederlandse. Ten slotte is
de Nederlandse cultuur meer feminien dan de Franse en bekommert men zich meer om het wel en
wee van studenten: ze mogen niet overbelast raken.
Oefening 4.81 Contact met de politie verboden
In Frankrijk zijn de machtafstand en onzekerheidsvermijding hoger dan in Nederland: in de Franse
cultuur is men meer autoritair en bureaucratisch.
Oefening 4.82 Bureaucratie
In Frankrijk zijn de machtafstand en onzekerheidsvermijding hoger dan in Nederland: in de Franse
cultuur is men meer autoritair en bureaucratisch. Door de hogere onzekerheidsvermijding in Frank-
rijk koestert men ook meer wantrouwen tegenover buitenlanders en wil men ze koste wat het kost
controleren.
Oefening 4.83 Vergaderen
De Franse cultuur is polychroner en diffuser dan de Nederlandse.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 33/59
Oefening 4.84 Codes
1 Dat de Franse deurbel zo moeilijk te bereiken is, heeft te maken met zowel de grote onzeker-
heidsvermijding van Fransen als hun vrij grote privéterritorium: onbekenden mogen niet in de
hal komen.
2 In de Nederlandse cultuur is de onzekerheidsvermijding lager en het privéterritorium kleiner.
Oefening 4.85 Racisme volgens een onderzoek van de Europese Commissie in 2001
1 Racisme komt vaker voor in culturen met een hoge onzekerheidsvermijding waar wat anders is,
ook als gevaarlijk en bedreigend wordt gezien.
2 Belgen en Fransen hebben een hogere onzekerheidsvermijding dan Nederland. Dat kan het
hogere racisme in Frankrijk en België verklaren. Je moet wel voorzichtig zijn met de interpretatie
van de data omdat gegevens verkregen uit schriftelijke enquêtes anders kunnen zijn dan gege-
vens verkregen uit face-to-face-interviews.
3 Het hogere cijfer in België en Frankrijk kan enerzijds verklaard worden doordat er meer racisme
is, anderzijds door het feit dat men er openlijker voor uit durft te komen. In het meer feminiene
Nederland hoort men iedereen gelijk te vinden en is het sociaal onacceptabel om het te zeggen
als je dat niet zou vinden.
Oefening 4.86 Macht en efficiëntie
1 Doordat de machtafstand van Brusselaars en Fransen groter is dan van Vlamingen.
2 Brussel is voor een groot gedeelte Franstalig.
Oefening 4.87 Macht in Frankrijk
De machtafstand in Frankrijk is groot.
Oefening 4.88 Raad van bestuur
In Zweden en Nederland is de machtafstand relatief klein en in Frankrijk en België is die relatief
groot. Verder is de masculiniteit in België en Frankrijk hoger dan in Zweden en Nederland. In mascu-
liene culturen beschermen rijken de rijken.
Oefening 4.89 Werkzekerheid
In het algemeen hebben Latijnse culturen een hogere onzekerheidsvermijding dan de Noordse cultu-
ren. Daardoor zijn mensen uit die culturen banger voor een onzekere toekomst zonder werk.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 34/59
Oefening 4.90 Motiveren
Frankrijk en België zijn masculiener dan Nederland. In de eerste twee culturen laat men zich motive-
ren door geld, in de laatste door leuk werk.
Oefening 4.91 Weinig ontwikkelingshulp
De uitgaven aan ontwikkelingshulp hangen samen met masculiniteit: in masculiene landen heeft
men minder zorg voor de ander en men besteedt daarom ook minder geld aan ontwikkelingshulp.
Griekenland en Italië zijn veel masculiener dan Nederland. Frankrijk, Spanje en Portugal zijn een
beetje masculiener dan Nederland.
Oefening 4.92 Uitgaven voor defensie
Griekenland is masculiener dan Nederland en in masculiene landen geeft men (door de hogere pres-
tatiegerichtheid) meer geld uit aan bewapening dan in feminiene landen.
Oefening 4.93 Huismerk in trek in Nederland
Het gebruik van witte merken kan samenhangen met onzekerheidsvermijding. In culturen met een
lage onzekerheidsvermijding is men minder bang voor het onbekende en zal men makkelijker witte
merken gebruiken. In Nederland is de onzekerheidsvermijding lager dan in Italië.
Oefening 4.94 Surfplanken geen succes
Italië is meer prestatiegericht dan Nederland doordat de masculiniteit in Italië hoger is. En plein pu-
blic van een surfplank afvallen is voor een Italiaan daarom erger dan voor een Nederlander. Daarom
zou een Italiaan niet eens proberen te surfen.
Oefening 4.95 Wat je op een terras al niet kunt doen
1 Dat iemand vele verschillende zaken tegelijk doet, is typerend voor een polychrone cultuur.
Nederlanders zijn over het algemeen monochroon.
2 Polychronie.
Oefening 4.96 Pasta en topvoetballers
Hoe dan ook, de redenatie van Leo van Wijk getuigt niet van een grote kennis over cultuurverschillen
in waarden en de impact daarvan op het zakenleven. Pasta en voetbal horen bij de buitenste schillen
van het ui-diagram: symbolen, helden, rituelen.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 35/59
Oefening 4.97 Spookpatiënten
Italië is een cultuur met een hoge onzekerheidsvermijding en een hoge masculiniteit. Dergelijke cul-
turen kenmerken zich door veel corruptie.
Oefening 4.98 Politieke structuur
1 Beide culturen hebben een grote machtafstand (bureaucratie), onzekerheidsvermijding (regels)
en zijn diffuus (cliëntilistisch).
2 Onzekerheidsvermijding.
Oefening 4.99 Schandalen
In Nederland is wel corruptie, maar die wordt toegedekt. Een telefoontje van een hoog persoon is
vaak voldoende om een schandaal in de kiem te smoren. Het is onduidelijk aan welke van de basis-
waarden dit toegeschreven kan worden. De gemiddelde onzekerheidsvermijding: is men bang zijn
baan te verliezen? Individualisme (‘Ik bemoei me niet met anderen’) wordt ook wel gezien als factor
om corrupte zaken niet aan de kaak te stellen.
Oefening 4.100 Chauffeurs
1 Feminiteit en lage onzekerheidsvermijding. Scandinaviërs rijden minder hard ( niet prestatiege-
richt) en minder agressief en met meer zorg voor de medeweggebruikers dan Zuid-Europeanen.
Verder houden Scandinaviërs zich door hun lagere onzekerheidsvermijding meer aan de ver-
keersregels (door snelheidsbeperkingen).
2 De Vlamingen scharen zich meer bij de Zuid-Europeanen.
Oefening 4.101 Wetten
1 In Italië en België zijn zoveel wetten vanwege de hoge onzekerheidsvermijding en het particula-
risme (je volgt ze in de geest van de wet).
2 Dan houdt men zich er minder goed aan, wordt men particularistisch.
Oefening 4.102 De cultuur van Europa
1 Zie tabel 2.15 op blz. 91.
2 Regelgeving, navolging van regels, organisatiestructuren en bureaucratie.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 36/59
Oefening 4.103 Vechten tegen de bierkaai
De Nederlandse komt uit een cultuur met een lage machtafstand (weinig autoriteit) en een matige on-
zekerheidsvermijding (geen erg grote bureaucratie). Daarnaast is de Nederlandse cultuur feminien,
terwijl de Mexicaanse masculien is. Een hoge onzekerheidsvermijding en een hoge masculiniteit te-
zamen leiden tot corruptie. Daarnaast is Mexico particularistischer dan Nederland, wat betekent dat
men zich minder aan de regels houdt.
Oefening 4.104 Werkloosheid
Dit is te wijten aan de relatief hoge onzekerheidsvermijding en het collectivisme van de Spanjaarden.
Het eerste heeft tot gevolg dat ze uit angst voor het onbekende niet willen verhuizen en het tweede dat
ze niet graag hun eigen groep willen verlaten.
Oefening 4.105 Vóór zwangerschapsverlof
1 Dit kan verklaard worden door het feit dat Duitstalige Zwitsers masculiener zijn dan Franstalige
(zie Appendix, blz. 273). Naarmate een cultuur masculiener is, vindt men het gewoner dat rollen
van mannen en vrouwen duidelijk gescheiden zijn: de mannen werken en de vrouwen worden
zwanger en blijven thuis.
2 In België krijgen jonge moeders drie maanden betaald verlof en ze mogen die naar eigen goed-
dunken (gedeeltelijk) voor of na de bevalling opnemen. Daarna is kinderopvang verzekerd en
bijna gratis.
In Nederland krijgt een jonge moeder 16 weken verlof, waarvan ze vier weken voor de uitgere-
kende datum moet opnemen en de rest daarna. Na het bevallingsverlof kan zij (of de vader) voor
een gedeelte van de werktijd (één à twee dagen per week) ouderschapsverlof opnemen. Opvang
van de kinderen wordt soms gedeeltelijk door de werknemer verzorgd en betaald. De ouders
betalen echter nog steeds een groot deel van de opvang. In de meeste gevallen moeten ouders
zelf opvang zoeken en bovendien bestaan er wachtlijsten voor.
Oefening 4.106 Doorzettingsvermogen
Nederland is feminiener dan Roemenië en bij feminiteit hoort bescheidenheid.
Oefening 4.107 Mannen en vrouwen niet gescheiden
De masculiniteit is in Slovenië laag en daardoor wordt het verschil tussen mannen en vrouwen niet
geaccentueerd. Dat vind je in meer feminiene landen. In Denemarken zijn er bijvoorbeeld vaak geen
gescheiden dames- en herentoiletten. Nederlanders zullen dat minder erg vinden dan Belgen, omdat
de feminiteit in Nederland hoger is dan in België.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 37/59
Oefening 4.108 Geen belangstelling voor Russen?
Rusland is zowel collectivistischer als diffuser dan Nederland.
Oefening 4.109 Een Koerdisch parlement in Den Haag?
De handelwijze van Nederland is te verklaren uit een universalistische houding, de wet is de wet en die
volg je na, of het nu om een vriend gaat of niet. Turkije zou volgens het schema even universalistisch
zijn als Nederland, maar daar twijfelen we aan. Het is waarschijnlijk particularistischer.
Oefening 4.110 Een Turkse versie van ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’
1 De eerste spot was volgens de Nederlandse waarden opgesteld: individualistisch (de slimme
meid sprak voor zichzelf ), kleine machtafstand (iedereen gelijk), vanuit prestatiecultuur gedacht
(ze was journaliste, dus zou wel gezag hebben) en vanuit een lage context (ze bracht de bood-
schap zelf en direct).
2 De tweede spot was vanuit de Turkse cultuur opgesteld: collectivistisch en vanuit een grote
machtafstand (haar vader spreekt voor haar), vanuit een toeschrijvingscultuur (de vader heeft
gezag vanwege zijn ouderdom) en vanuit een hoge context (iemand anders brengt de bood-
schap).
Oefening 4.111 Afzeggen in Turkije
Communicatie is in de Turkse cultuur indirect en impliciet.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 38/59
Hoofdstuk 5 Overeenkomsten en verschillen tussen Nederland, Vlaanderen en Aziatische, Arabische en Afrikaanse culturen
Oefening 5.1 Vietnam
1 De waarden die beschreven worden, hangen samen met polychronie (traagheid in het perspec-
tief van een vrij monochrone Vlaming), machtafstand (bureaucratie) en collectivisme (relaties
onderhouden) en gelden ook voor veel andere Aziatische culturen; alleen de aspecten die samen-
hangen met polychronie gelden niet voor Japan, China, Singapore, en Zuid-Korea.
2 Belgen zijn meer aan bureaucratie gewend dan Nederlanders en minder extreem monochroon
dan Nederlanders.
Oefening 5.2 Integratie
Chinezen zijn collectivistischer en blijven daardoor meer in hun eigen groep.
Oefening 5.3 Relatiegeschenken doen wonderen
In Aziatische culturen creëer je persoonlijke banden door dienst en wederdienst: ik doe iets voor jou,
jij doet iets voor mij.
Oefening 5.4 Communicatie en vertrouwen
1 Ja, culturen met een lage onzekerheidsvermijding zijn minder wantrouwig dan culturen met een
hoge onzekerheidsvermijding.
2 Omdat de Chinese cultuur een hogecontextcultuur is en de Belgische een lagecontextcultuur.
Oefening 5.5 Relaties
Zowel voor Vlamingen als voor Chinezen zijn relaties belangrijk in het werk: men wil elkaar kennen
alvorens zaken te doen. Beide culturen zijn diffuus.
Oefening 5.6 Eetcultuur
Beide culturen zijn diffuus: men wil elkaar kennen alvorens zaken te doen en een goede maaltijd is
daarvoor bij uitstek geschikt.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 39/59
Oefening 5.7 In China was ik blind
De communicatiestijl is in China implicieter en indirecter dan in Italië. China is een hogecontext-
cultuur. De hoge context geeft meer betekenis aan non-verbaal gedrag. Je leert er te luisteren naar
aarzelingen, toonverschillen, stiltes.
Oefening 5.8 Geen reactie
Antwoord b is het juiste antwoord. China is immers een neutrale cultuur. Daar heeft men wel emoties,
maar men toont ze niet.
Oefening 5.9 Even opzoeken
De Chinese cultuur is een collectivistische cultuur en de president liet door het antwoord voor te lezen
zien dat hij niet als individu sprak, maar uit naam van de groep.
Oefening 5.10 Minder huiswerk voor Chinese jeugd
Dit is te verklaren uit de vrij hoge masculiniteit. Daarin is het behalen van prestaties, het de beste
willen zijn, erg belangrijk. In de huidige Chinese samenleving komt daar nog bij dat vanwege het
‘eenkindbeleid’ de meeste Chinezen maar één kind hebben en daar al hun aandacht op concentreren.
Dat ene kind moet het maken.
Oefening 5.11 Op Indiase wijze
1 De Indiase onderwijsmethode verschilt meer van de Nederlandse dan de Vlaamse. De Vlaamse
cultuur met een vrij grote machtafstand is strenger dan de Nederlandse, maar de stok wordt er
niet gebruikt.
2 Sommige mensen zullen accepteren dat de Indiase discipline hoort bij het leren van de Indiase
dans.
Oefening 5.12 Een Indiase stagiaire in België
1 De Belgische baas heeft goede bedoelingen: ze wil het de stagiaire zo makkelijk mogelijk
maken. Daarnaast wil ze er ook zeker van zijn dat de stagiaire goed op de hoogte is en het werk
in haar afwezigheid goed aankan. Ze is bijgevolg erg expliciet in haar instructies. Wat ook niet
verwonderlijk is, want de Belgische cultuur is een lagecontextcultuur.
2 De Indiase stagiaire voelt zich beledigd door het feit dat haar baas haar behandelt als een kind
of een domme vrouw. Waarom zou ze anders zoveel uitleg moeten geven over dingen die van-
zelfsprekend zijn? Ze komt uit een cultuur met een hoge context, waar de mensen veel begrijpen
zonder dat het expliciet wordt uitgedrukt.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 40/59
Oefening 5.13 Een beeld van de Indiase cultuur
De Indische maaltijd waar alles tegelijk geserveerd wordt, is een illustratie van het polychrone ka-
rakter van de Indische cultuur. Europa is meer monochroon, je begint pas aan iets nieuws als het
voorgaande af is, zo eet je gerechten ook na elkaar: voorgerecht, hoofdgerecht, toetje.
Oefening 5.14 Hoe oud bent u?
Hoewel de Indiase hoogleraar Engels spreekt, heeft hij de behoefte te weten met welke graad van res-
pect hij zich tot de Belgische docent moet richten en in de Indiase toeschrijvingscultuur speelt leeftijd
daarbij een belangrijke rol: hoe ouder des te beleefder men moet zijn.
Oefening 5.15 Een oorvijg van je stiefvader
1 In Indonesië zijn de machtafstand en de masculiniteit groter dan in Nederland en daarom toont
men in Indonesië meer gezag en zijn lijfstraffen geoorloofd.
2 De Nederlandse jongen heeft daar moeite mee omdat hij uit een feminiene cultuur komt met een
kleine machtafstand.
Oefening 5.16 De weg naar de bank
De Indonesische cultuur is een hogecontextmaatschappij, men is indirect en wil geen gezichtverlies
leiden. Nee zeggen is een vorm van gezichtverlies. Een Indonesiër had het vriendelijke knikje waar-
schijnlijk wel juist geïnterpreteerd, namelijk als: ‘Ik zou wel willen helpen, maar ik weet het niet’.
Oefening 5.17 De rol van de manager
Het verschil tussen de landen is te verklaren uit het verschil in machtafstand: hoe groter de machtaf-
stand, des te meer men het met de uitspraak eens is.
Oefening 5.18 Indonesische verpleegsters in Nederland
De Indonesische cultuur is een collectivistische cultuur. Men kan goed in groepen werken, maar
neemt niet graag individuele beslissingen. Bovendien is het een cultuur met een grote machtafstand,
wat betekent dat men alleen die dingen doet die worden opgedragen.
Oefening 5.19 Corruptie in Indonesië?
Collectivisme: men is loyaal aan de in-group.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 41/59
Oefening 5.20 Shinto-priesters spreken gebeden uit bij onthulling nieuw gevechtsvliegtuig
Japan is een langetermijncultuur en daarin integreert men innovaties in bestaande tradities.
Oefening 5.21 Een Japanse in Nederland
Met context. De Japanse cultuur is een hogecontextcultuur met een impliciete, indirecte communi-
catiestijl.
Oefening 5.22 Mitsubishi in Nederland
Het hoge werktempo van de Japanners kan verklaard worden uit hun hoge masculiniteit gecombineerd
met hun hoge onzekerheidsvermijding. De Nederlanders scoren op beide waarden veel lager. De grote
discipline van de Japanners hangt samen met hun grote machtafstand: ze doen wat hun gezegd wordt.
Ten slotte kan het grote Japanse collectivisme verklaren waarom een individu zich niet mag onder-
scheiden van anderen door bijvoorbeeld een ringetje in zijn oor. Ook het feit dat men niet echt gaat
staken komt voort uit collectivisme: je blijft loyaal aan je groep, zelfs als je niet akkoord gaat. Het feit
dat je staakt door middel van een symbool – de band – is weer typisch voor een hogecontextcultuur.
Oefening 5.23 Ook voor de familie een prijs
1 Omdat de Japanner uit een collectivistische cultuur komt, is het ongemakkelijk als individu een
prijs te accepteren. Hij maakt het zichzelf gemakkelijk door te zeggen dat de prijs voor zijn hele
familie is (en dat is in Japan zijn ‘uitgebreide familie’!).
2 Zowel in Nederland als in Vlaanderen heeft men er geen moeite om als individu erkend te wor-
den. Toch kan het voorkomen dat men zijn familie of collega’s bedankt.
Oefening 5.24 Een boze Nederlandse vrouw in Tokio
1 Japan is een heel masculiene cultuur, de rollen van vrouwen en mannen zijn gescheiden en men
kan moeilijk aanvaarden dan een vrouw eenzelfde rol speelt als een man.
2 Vergeleken met Japan is Nederland een heel feminiene cultuur.
Oefening 5.25 Nederlandse uitvoer
1 Japan stelt zulke hoge eisen aan producten omdat de Japanse cultuur een hoge onzekerheidsver-
mijding heeft, gecombineerd met een hoge masculiniteit.
2 Nederlanders kunnen niet aan de hoge eisen voldoen omdat ze minder precies zijn door hun
lagere onzekerheidsvermijding en minder prestatiegericht door hun feminiteit. Belgen hebben
het waarschijnlijk makkelijker met Japanners omdat hun cultuur er wat dichter bij ligt in termen
van onzekerheidsvermijding, machtafstand en masculiniteit.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 42/59
Oefening 5.26 Vrouwen aan de top in Japan
De traditionele Japanse cultuur is erg masculien, waardoor een sterk onderscheid gemaakt wordt tus-
sen de rol van de vrouwen en die van de mannen. De mannen moeten ambitieus zijn en geld verdie-
nen, vrouwen moeten voor man en kinderen zorgen. Meisjes krijgen wel een goede opleiding, want
in een masculiene cultuur moeten die ook wedijveren, maar zodra ze trouwen en kinderen krijgen,
verandert hun rol totaal. Door gebrek aan participatie op de arbeidsmarkt komen ze uiteraard ook
niet in de topposities terecht.
Oefening 5.27 Harde werkers
Het harde werken van de Japanner is te verklaren uit de combinatie van een hoge onzekerheidsvermij-
ding met een hoge masculiniteit. Dat vinden we ook in andere culturen, bijvoorbeeld in de Belgische.
Ook de spaarzin is typerend voor culturen met deze twee kenmerken, maar vooral ook voor culturen
met een langetermijnplanning. Die vinden we alleen in Aziatische culturen.
Oefening 5.28 Doorwerken
Dat komt voort uit hun hoge masculiniteit.
Oefening 5.29 Vakantie in Japan
Dit is vooral te verklaren uit het hoge collectivisme: men is loyaal aan het bedrijf. Waarschijnlijk speelt
het hoge arbeidsethos ook een rol en dat komt voort uit de combinatie van een hoge onzekerheidsver-
mijding (bang de baan te verliezen) en een hoge masculiniteit.
Oefening 5.30 Ontwikkelingshulp
In feminiene culturen toont men meer solidariteit met armere landen. Daar geeft de regering meer
uit aan ontwikkelingshulp. Japan is erg masculien, België minder, maar toch heel wat meer dan Ne-
derland.
Oefening 5.31 Staken
Het feit dat men niet echt gaat staken komt voort uit collectivisme: je blijft loyaal aan je groep, zelfs
als je niet akkoord gaat.
Oefening 5.32 Geen antwoorden
De studenten uit Maleisië weten het antwoord wel, maar omdat ze uit een collectivistische cultuur
komen, durven ze het antwoord niet individueel te geven.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 43/59
Oefening 5.33 Vrouwen in Maleisië
1 Maleisië is een vrij masculiene cultuur en daarin zijn – als de economie toelaat – sekserollen
gescheiden: vrouwen trouwen en mannen werken.
2 In zowel Nederland als België is dit onmogelijk. Binnen de hele EU mag niet naar sekse worden
gediscrimineerd.
Oefening 5.34 De doodstraf voor een Nederlander die drugs smokkelt
1 Het hoge collectivisme in Singapore. Als Singapore had toegegeven aan Nederland, was het niet
meer geloofwaardig geweest voor de eigen inwoners.
2 Dit kunnen we niet verklaren aan de hand van een van de waarden die wij hebben beschreven.
Wij vermoeden dat de externe omstandigheden ertoe leiden dat Singapore veel en krachtige
regels moet hebben en dat iedereen zich daaraan houdt. Er heerst een zeer vochtig tropisch kli-
maat op dit kleine zeer dicht bevolkte en multiculturele eiland.
Oefening 5.35 Wat zeg je tegen je docent?
Dit is te verklaren uit machtafstand. Hoe groter de machtafstand, des te meer respect men voor een
docent toont in onder andere aanspreekvormen. In culturen met een grote machtafstand gebruikt
men nooit voornamen, in culturen met een kleine machtafstand wel.
Oefening 5.36 Hoe heet je?
Dit is te verklaren uit collectivisme. In collectivistische culturen krijg je wel een voornaam, maar de
plaats die je bekleedt in de familie bepaalt je rol en je toekomst. De eerste zoon heeft verantwoorde-
lijkheden die iedereen kent. Door te spreken over ‘son number one’ communiceer je heel veel infor-
matie. Dit is ook typerend voor een hogecontextmaatschappij.
Oefening 5.37 Een Belgische manager in Taiwan
Taiwan is een hogecontextcultuur en Amerika een lagecontextcultuur. België is gematigd laag. De
communicatieve kenmerken van lagecontextculturen, bijvoorbeeld directheid, worden in hogecon-
textculturen vaak als agressief ervaren.
Oefening 5.38 Een Thaise glimlach
Thailand heeft niet alleen een hogecontextcultuur maar ook een neutrale, waar je je emoties niet
toont. De glimlach is een middel om je gezicht te bewaren, ook als je boos of ongelukkig bent.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 44/59
Oefening 5.39 Een mooie doos lekkers voor het ministerie
In Thailand heerst een collectivistische cultuur waar relaties belangrijker zijn dan de taak. Om iets
gedaan te krijgen moet je eerst een goede relatie opbouwen, en dat kan via kleine attenties, zoals een
doos lekkers of een mand fruit.
Oefening 5.40 Stille Thaise studenten
Groepsharmonie is belangrijk in een collectivistische cultuur. De studenten gaan niet in discussie om
geen conflictsituatie te creëren.
Oefening 5.41 Gezellig winkelen
Thailand is een collectivistische cultuur waar men veel samen beslist. Daarnaast is het een polychrone
cultuur. Er zijn geen vaste maaltijden; men eet wanneer men honger heeft.
Oefening 5.42 Verander alles behalve je vrouw
1 Dit kan verklaard worden uit de langetermijnoriëntatie. Alle innovatie kan in het bestaande geïn-
tegreerd worden, maar de familie blijft belangrijk, zoals in alle collectivistische culturen.
2 Nederland en Vlaanderen met hun middentermijnplanning en hun individualisme kunnen dit
niet begrijpen.
Oefening 5.43 Maal-tijden
Europa is meer monochroon. De baby’s leren al meteen dat er tijden zijn om te eten, dat het te vroeg
of te laat is en huilen niet helpt. Mensen wennen er zo aan om op vaste ‘maal-tijden’ honger te krijgen
en te eten. Azië is een meer polychrone cultuur waar tijd en respect voor uurroosters minder belang-
rijk zijn. Je eet gewoon als je honger hebt.
Oefening 5.44 Aziatische leerlingen
Aziatische culturen zijn culturen met een grote machtafstand, waar je respect toont voor meerderen
als ouders, bazen of leerkrachten.
Oefening 5.45 Politiek discours
1 Nee, het wordt in beide landen als nepotisme en corruptie bestempeld, maar in België wat min-
der dan in Nederland.
2 In collectivistische culturen ben je verplicht te zorgen voor de leden van je eigen groep, wat ook
inhoudt dat je ze een baan geeft als je daartoe in de positie bent.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 45/59
Oefening 5.46 Meisje vermoord om eer familie te redden
1 Libanon is een collectivistisch land. In zo’n land moet je de eer van de familie hoog houden en
als je iets doet wat daaraan afbreuk doet, de familie gezichtverlies bezorgt, dan word je versto-
ten, moet je verdwijnen.
2 Hij zou kunnen aanvoeren dat gezichtsverlies in een collectivistisch land als Libanon heel erg is.
Oefening 5.47 Geliefde Marokkaan
In een collectivistische cultuur blijf je solidair met de leden van de groep, ook als die een strafblad
hebben. Wat gewaardeerd wordt, is dat de persoon in kwestie ondanks alles veel respect toonde voor
zijn buren en familie. In een cultuur met een grote machtafstand is dat erg belangrijk.
Oefening 5.48 Rinkelende Nederlanders
Nederlanders hebben een meer monochrone cultuur dan Marokkanen. Nederlanders zijn graag op
tijd. Als ze te laat komen, worden ze zenuwachtig en willen ze de mensen met wie ze een afspraak
hebben, verwittigen. Voor Marokkanen met een meer polychrone cultuur is het al erg mooi als de
treinen ‘op tijd’ rijden, en op tijd betekent daar niet op de minuut.
Oefening 5.49 Emoties
1 Hoewel Vlaanderen al heel emotioneel is volgens onze gegevens, zijn Arabische culturen nog
emotionelere en expressiever. Er wordt inderdaad wel eens geopperd dat er een correlatie is tus-
sen warmte en emotionaliteit.
2 Ja, door de grote machtafstand en hoge onzekerheidsvermijding in beide landen.
Oefening 5.50 Zakenvrouw van het jaar met kinderen
De Nederlandse cultuur is feminiener dan de Arabische en de Nederlanders houden er daarom niet
van dat vrouwen in de eerste plaats als echtgenote en moeder worden beschreven en dan pas als wer-
kende vrouw.
Oefening 5.51 Presentaties
Dit kan verklaard worden uit het feit dat Afrikaanse culturen doorgaans hogecontextculturen zijn.
In deze culturen houdt men van indirect, metaforisch taalgebruik dat geïnterpreteerd moet worden.
De Nederlandse cultuur is een lagecontextcultuur, daar houdt men van overzicht en dus ook van een
samenvatting van dat wat men gaat zeggen.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 46/59
Oefening 5.52 Alles op één schotel
1 De Ethiopische cultuur is een collectivistische cultuur. In zulke culturen heeft niet iedereen zijn
eigen portie.
2 Vlamingen en Nederlanders zijn gewend om een individuele keuze te maken.
Oefening 5.53 Openbaar vervoer op tijd?
De Afrikaanse culturen zijn doorgaans polychroon: dat zijn culturen waar men de tijd ziet als iets
rekbaars. Nederland heeft een monochrone cultuur, waarin men veel aandacht besteedt aan stiptheid.
Op tijd rijden, betekent op de minuut precies rijden.
Oefening 5.54 Potten ordenen
Culturen kunnen van elkaar verschillen in ordeningsprincipe. Monochrone culturen als de Neder-
landse en de Vlaamse ordenen op een lineaire wijze, polychrone culturen als de Afrikaanse ordenen
op een andere manier, meer spiraalsgewijs. Vaak is er ook een relatie tussen ordening en beschrijving
van richtingen. Culturen die de richtingen met noties als links en rechts aanduiden, ordenen op een
andere manier dan culturen die aanduidingen als noord en zuid hanteren.
Oefening 5.55 Afrikaanse vrienden
Afrikaanse culturen zijn collectivistisch. De groep is belangrijk: je kunt altijd bij iemand terecht, en
de tijd is voor deze polychrone culturen geen punt.
Oefening 5.56 Tijd voor het concert
In de meer polychrone Afrikaanse cultuur is het niet de klok die beslist wanneer het concert begint,
maar de sfeer. Is de sfeer goed, dan is de tijd rijp.
Oefening 5.57 Horloge en tijd
Verschil tussen de monochrone Nederlandse cultuur en de polychrone Afrikaanse cultuur. In mo-
nochrone culturen verdeelt men de tijd in uren, halve uren, kwartieren en minuten (daarvoor is een
horloge nodig!) en wordt elke tijdseenheid gevuld: alles moet op tijd gebeuren.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 47/59
Hoofdstuk 6 Omgaan met cultuurverschillen
De antwoorden op de oefeningen in hoofdstuk 6 zullen per individu verschillen omdat de studenten
hun eigen ervaringen moeten rapporteren. De oefeningen zijn meer bedoeld om studenten zich hun
gedrag te laten realiseren dan dat er kennis in wordt getoetst.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 48/59
Hoofdstuk 7 Intercultureel management
Oefening 7.1 Wat of waar?
1 De directeur komt waarschijnlijk uit een toeschrijvingscultuur, waar de naam van de school
belangrijker is dan de inhoud van de studie.
2 De HRM-manager komt waarschijnlijk uit een prestatiecultuur, waar de prestatie van de kandi-
daat belangrijker is dan de school waar hij vandaan komt.
Oefening 7.2 De ideale IKEA-medewerker: ödmjukhet
1 IKEA is een voorbeeld van een feminiene bedrijfscultuur met een kleine machtafstand. In een
feminiene cultuur moet je bescheiden zijn en bij een kleine machtafstand is status minder
belangrijk dan sociale vaardigheden.
2 Ja.
3 De IKEA-cultuur staat diametraal tegenover de Latijnse culturen in het zuiden van Europa. Die
zijn masculien en hebben een grote machtafstand. In een masculiene cultuur zijn sollicitanten
trots op hun prestaties en zij zullen daarover eerder opscheppen dan zichzelf kritisch in ogen-
schouw nemen. In een cultuur met een grote machtafstand is het normaal dat je laat zien wie de
macht heeft, onder andere door statussymbolen te tonen.
Oefening 7.3 Enarques: voor hun leven onder de pannen
1 De Franse cultuur is elitair door haar grote machtafstand en daarnaast toeschrijvingsgericht. De
naam van de school is belangrijker dan de prestaties van de afgestudeerden. Het feit dat ze ooit
geselecteerd werden om bij de ENA te studeren (via selectieproeven), is een teken dat ze bij de
besten hoorden en horen.
2 Bedrijven die zich van die Franse cultuur distantiëren, zijn duidelijk meer prestatiegericht.
Michelin is een voorbeeld van een bedrijfscultuur die zich verzet tegen het Franse elitisme. De
productie is gevestigd in een kleine stad (Clermont-Ferrand) ‘in de provincie’ en niet in een
grote stad. Michelin is trots op deze locatie.
Oefening 7.4 Guanxi
Uit de waarde collectivisme. China is een collectivistische cultuur waar men eerst in de eigen groep
gaat rekruteren. De relaties tussen mensen (guanxi) zorgt voor wederzijdse diensten.
In de Verenigde Staten, met een individualistische cultuur, moet ieder voor zichzelf zorgen en mag je
een bekende of familielid niet voortrekken. Het enige dat telt is wat de persoon in kwestie kan, niet
wie hij of zij kent.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 49/59
Oefening 7.6 Ga je akkoord met de volgende stellingen?
Theorie X is gebaseerd op het idee dat mensen a priori slecht zijn, terwijl theorie Y is gebaseerd op het
idee dat mensen a priori goed zijn. McGregor gelooft dat werknemers in een organisatie van het type
Y gelukkiger zijn omdat ze zelf hun werk kunnen organiseren en zelf verantwoordelijk zijn voor de
voltooiing ervan. Dit komt overeen met de individualistische visie van de mens. Zo’n visie is typerend
voor de Amerikaanse cultuur.
In collectivistische culturen zoals China en India denkt men er anders over. Zowel werkgevers als
werknemers vinden dat je medewerkers moet controleren omdat het werk anders niet wordt ge-
daan.
Oefening 7.7 Motiveren in Brazilië
1 De hulp heeft te maken met de basisbehoeften van veiligheid en gezondheid (niveaus 1 en 2 van
Maslow), maar ook met het gevoel van samenhorigheid en liefde (niveau 3), het gevoel dat er
voor je gezorgd wordt. Als aan deze behoeften niet wordt voldaan, kunnen de arbeiders niet pro-
ductief zijn voor het bedrijf.
2 Brazilië heeft een collectivistische en vrij masculiene cultuur met een grote machtafstand en een
grote onzekerheidsvermijding. Door het feit dat er weinig sociale voorzieningen zijn, moeten
de bedrijven zelf zorgen voor de basisbehoeften van hun werknemers. Dat betekent niet dat de
bedrijven een meer feminiene, zorgdragende cultuur hebben, maar dat ze opgeleide werknemers
moeten beschermen om ze te behouden. Nieuwe werknemers rekruteren en opleiden kost waar-
schijnlijk meer dan goed zorgen voor de werknemers die je hebt.
Oefening 7.8 Een totem, twee totems, drie totems…
1 De Tahitiaan hecht minder belang aan geld dan aan respect en zelfontplooiing (niveaus 4 en 5
van Maslow). Seriewerk is niet interessant, want het geeft hem niet het gevoel dat zijn werk het
respect krijgt dat het verdient en het geeft hem niet de voldoening van een nieuwe artistieke cre-
atie.
2 De bouwer denkt aan de kostprijs. Zijn argumentatie is correct in het kader van massaproductie,
maar niet in het kader van artistieke productie.
Oefening 7.9 Shangri-La Hotel in China
De Chinese werknemers worden, zodra ze een opleiding hebben genoten, door andere bedrijven
‘gestroopt’. Dit noemt men wel de paradox van goedkope arbeid: om opgeleide werknemers te
behouden, moeten de bedrijven ze meer gaan betalen, waardoor ‘goedkope arbeid’ steeds duurder
wordt. Om hun werknemers te behouden, moet Shangri-La iets meer gaan bieden dan alleen geld
voor levensonderhoud (niveau 1 van Maslow). Door ze betere verblijfsmogelijkheden (niveau 2 en 3)
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 50/59
en zelfs trainings- en promotiemogelijkheden (niveau 4) te bieden, probeert het hotel de werknemers
aan zich te binden.
Oefening 7.10 Wat motiveert werknemers?
- Angelsaksische culturen zijn individualistisch en hebben een lage onzekerheidsvermijding:
werknemers uit deze culturen worden gemotiveerd doordat ze individuele prestaties kunnen
leveren en ze hebben minder behoefte aan zekerheid.
- Werknemers uit Franssprekende culturen hebben een grote onzekerheidsvermijding. Zekerheid
motiveert hen meer dan uitdaging.
- Noord-Europese culturen zijn feminien en resultaatgericht. Werknemers uit deze culturen wor-
den niet zozeer gemotiveerd door erkenning en salaris als wel doordat ze anderen kunnen hel-
pen en resultaten van hun werk te zien.
- Latijnse culturen in Europa zijn individualistisch en masculien en ze hebben een grote onzeker-
heidsvermijding. Werknemers uit deze culturen worden gemotiveerd door individuele erken-
ning, beloning en zekerheid (baan voor het leven).
- Japan is collectivistisch en masculien met een grote onzekerheidsvermijding. Het collectivisti-
sche karakter lijkt de motivatie van werknemers te domineren: het team is belangrijker dan indi-
viduele promotie.
Oefening 7.11 Controle versus lot
1 In westerse culturen gelooft men veelal dat de mens de natuur domineert, er greep op heeft.
Andere culturen, zoals Chinese en Arabische, geloven dat de mens ondergeschikt is aan de
natuur en het bovennatuurlijke. De mens heeft geen greep op wat er met hem gebeurt.
2 Een manager die personeel uit westerse culturen wil motiveren, kan dat doen door die mensen
een bepaalde controle te geven over hun eigen werk, bijvoorbeeld door ze zelf te laten plannen
en organiseren. Mensen uit bij voorbeeld Chinese of Arabische culturen kan men motiveren met
geld en andere voordelen. Die mensen geloven dat geld en rijkdom een teken van geluk of van
Gods goedgezindheid is.
Oefening 7.12 Dood de draak!
Culturen kunnen verschillen in de betekenis die ze aan een bepaald beeld toekennen. Zo wordt de tulp
in China als een symbool van zwakte gezien.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 51/59
Oefening 7.13 Feedback geven in Japan en in de VS
1 Amerikanen zijn gewend aan directe communicatie, zelfs als die kritisch of negatief is. Ze appre-
ciëren de eerlijkheid en directheid ervan. Japanners daarentegen kunnen directe communicatie-
vormen moeilijk verwerken, ze voelen zich aangevallen omdat ze hun gezicht verliezen.
2 Amerikanen hebben in hun individualistische cultuur een positief zelfbeeld dat ze graag ver-
sterkt willen zien. Japanners willen graag horen hoe ze het beter kunnen doen, omdat dat in het
voordeel van het bedrijf is en in hun collectivistische cultuur is het bedrijf belangrijker dan het
individu.
Oefening 7.14 Gedrag en karakter
In de Amerikaanse cultuur is het ‘doen’ belangrijker dan het ‘zijn’. Voor de Fransen is het ‘zijn’ be-
langrijker: alles wordt betrokken op de persoon.
Oefening 7.15 Loyaliteit en feedback in China
1 Collectivisme. In Aziatische, collectivistische culturen is de groep belangrijker dan het individu:
loyaliteit, integriteit en samenwerking zijn belangrijke elementen van een goede groepsgeest.
2 Feedback is moeilijk in Azië, omdat kritiek persoonlijk opgevat wordt, als een aanval op de per-
soon zelf. In een groepscultuur is het bovendien onaanvaardbaar om je gezicht te verliezen.
Oefening 7.16 Moord in Indonesië
In collectivistische culturen is gezichtsverlies een van de ergste dingen die een persoon kan over-
komen: je plaats in de groep komt hierdoor in het gedrang. Je kunt dat zo erg vinden dat je besluit
degene die je dat aandoet, te vermoorden.
Oefening 7.17 Bonus
In collectivistische culturen is de groep belangrijker dan het individu. Geef je een individu een bonus,
dan krijgt hij een speciale positie in een groep en dat verstoort het groepsgevoel. Daar komt nog bij
dat Aziatische culturen meestal ook culturen met een langetermijnvisie zijn. Het is niet handig om
het groepsgevoel te verstoren omdat de groep langer moet samenwerken dan de duur van het project
waarvoor een persoon een bonus krijgt.
Oefening 7.18 Een mager applaus
De Amerikaanse manager denkt vanuit zijn individualistische cultuur dat hij een goed werkend team-
lid moet belonen. Vanuit het collectivistische perspectief van de Japanners is het niet goed is voor de
groepsgeest om één lid van het team eruit te halen. Daar komt nog in dit geval nog bij dat die persoon
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 52/59
jonger is dan andere teamleden. In een collectivistische cultuur waardeert men juist ouderdom en zal
men zelden een jongere bevoordelen boven een oudere.
Oefening 7.19 Het goede antwoord
Duitse en Zwitserse managers komen uit een lagecontextcultuur met een vrij hoge onzekerheidsver-
mijding. Ze voelen zich goed bij structuur en duidelijke situaties. Angelsaksische managers hebben
een lage onzekerheidsvermijding en een wat hogere context. Daardoor hebben ze minder behoefte
aan duidelijkheid. Ze houden van open situaties die alle kanten op kunnen en van de uitdaging van
het onbekende.
Oefening 7.20 Cultuurverschillen in leerstijlen
Rectificatie: in plaats van deductieve aanpak, moet er inductieve aanpak in oefening 7.20 in het boek
staan.
Amerikanen denken op een inductieve manier, waarbij men uitgaat van voorbeelden, cijfers en feiten
om tot een concept te komen. Europese managers zijn op een deductieve manier opgeleid: ze leren
eerst de theorie en dan de toepassingen.
Oefening 7.21 Chinese managers
1 In China moet men rekening houden met de grote machtafstand en met de tradities van het
communistische systeem: een Chinese manager moet waarschijnlijk het fiat van een baas krijgen
voordat hij een besluit kan nemen. Daar komt nog bij dat besluiten en initiatieven op voorhand
door iedereen besproken worden en dat heeft tijd nodig.
2 Een training in westerse besluitvorming zal waarschijnlijk niet helpen. Men moet er gewoon
rekening mee houden dat alles langer duurt en moeizamer gaat.
Oefening 7.22 Ja en nee in Mexico
1 De Amerikaanse manager is gewend aan de lage context en daardoor expliciete communicatie-
stijl in Amerika. Mexico is een hogecontextcultuur, communicatie is er implicieter, men moet er
‘luisteren’ naar andere, subtielere elementen die de informatie verstrekken.
2 Context.
Oefening 7.23 Getting to ‘yes’
1 In de VS is de onderhandelingsstijl confronterend: is er een probleem, dan spreekt men erover
en probeert in een onderhandeling te winnen. In de masculiene en kortetermijncultuur van de
Amerikaan is de overwinning van nu belangrijk, ook al betekent het dat men op langere termijn
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 53/59
een partner verliest. In internationale onderhandelingen krijgt men te maken met culturen die
op lange termijn denken en handelen. Daar probeert men tot een oplossing te komen waarin
beide partijen zich kunnen vinden. Op die manier kan men ook in de toekomst zaken blijven
doen.
2 In Azië onderhandelt men altijd al met een visie op de lange termijn, met als doel een win-win-
oplossing, omdat men ervan uitgaat ook in de toekomst met de zakenrelatie samen te werken.
Het boek hebben ze niet nodig.
Oefening 7.24 Russische onderhandeling
Russen hebben een collectivistische cultuur met een grote machtafstand en een grote onzekerheids-
vermijding. Ze zijn ook polychroon. Door de machtafstand hebben ze waarschijnlijk niet de macht
om in een onderhandeling beslissingen te nemen en moeten ze overleggen met hun baas. Respect
voor tijd is in hun polychrone opvatting niet zo’n punt. Door de sterke onzekerheidsvermijding zijn
ze bang dat de onderhandelingspartner probeert hen te bedriegen en stellen ze zich sterk en niet
flexibel op.
Oefening 7.25 Arabische versus Amerikaanse onderhandelingen
Arabieren hebben een collectivistische en emotionele cultuur. Een goede relatie opbouwen is belang-
rijk voor het zakendoen en emoties spelen daarbij een belangrijke rol. Door hun polychrone aanpak
respecteren ze deadlines niet.
Amerikanen hebben een individualistische, neutrale cultuur. Een relatie opbouwen is minder be-
langrijk dan het resultaat van de onderhandeling. Door hun monochrone aanpak zijn deadlines een
serieuze zaak.
Oefening 7.26 Onderhandelingen voor Vietnam
1 Amerikanen zijn kortetermijngericht, Vietnamezen zijn langetermijngericht.
2 De communicatiestijl kan een probleem zijn: Vietnam is een hogecontextcultuur en Amerika is
een lagecontextcultuur. In de onderhandelingen moeten Vietnamezen telkens naar hun baas én
naar hun groep terug om zaken te bespreken, want er is hiërarchie én groepscultuur.
Oefening 7.27 Voor spek en bonen
Nederlanders met hun feminiene cultuur vinden dat ideeën en beslissingen vanuit een groepscon-
sensus moeten komen. Er dient geluisterd te worden naar ieders mening, men moet mensen laten
uitspreken, respect tonen voor hun ideeën en zeker niet onderbreken.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 54/59
Oefening 7.28 Hoe los jij conflicten op? Test je stijl
Conflicthanteringstijl is persoonlijk, maar ook cultuurbepaald.
Wedijveren is gebruikelijker in individualistische masculiene culturen. Probleem oplossen en com-
promis zoeken vindt men in meer feminiene culturen. Vermijden en aanpassen komt meer voor in
collectivistische culturen.
Oefening 7.29 Directe of indirecte aanpak
Amerikanen hebben een cultuur met een lage context en daardoor een expliciete, directe commu-
nicatiestijl. Aziaten hebben een cultuur met een hoge context en daardoor een impliciete, indirecte
communicatiestijl, waarin je ervoor zorgt dat je gesprekspartner geen gezichtsverlies lijdt.
Oefening 7.30 Conflicten en stakingen
Frankrijk en België zijn culturen met een vrij grote machtafstand. Communicatie is vaak ‘top-down’
en zelden ‘bottom-up’. Een van de weinige middelen om te laten horen wat je als medewerker denkt,
is staken. Zweden heeft een kleinere machtafstand en daardoor meer bottom-up-communicatie. Om
te laten weten wat je denkt als medewerker heb je genoeg communicatiekanalen, je hoeft daarvoor
niet te staken.
Oefening 7.31 Wat is ethisch verantwoord?
Iedereen is opgevoed met een bepaalde visie van wat ethisch is. In landen waar religie belangrijk is,
wordt ethiek bepaald door religieuze regels. In individualistische landen is het gevoel de ‘gouden
leidraad’. Interpretaties van wat ethisch is en wat niet, worden gevormd door een groot aantal ele-
menten die persoonlijk en cultureel bepaald zijn.
Oefening 7.32 Een dode extra
In collectivistische culturen is de baas van een bedrijf een soort vaderfiguur die goed voor zijn men-
sen moet zorgen. Faalt hij, dan verliest hij het respect van de mensen en daarbij ook zijn gezicht. Het
gezichtverlies voor hemzelf en voor de groep waartoe hij behoort, is zo groot dat hem in zijn ogen
niets anders rest dan de dood.
Oefening 7.33 Lokaal of internationaal strafrecht?
1 Standaardprocedures kunnen toegepast worden in bijvoorbeeld boekhouding, jaarverslagen, de
strategie van een bedrijf wereldwijd.
2 Standaardprocedures zijn moeilijk toe te passen in bijvoorbeeld HRM (selectie, beloning, enzo-
voort) en marketing.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 55/59
Oefening 7.34 Deugdelijk bestuur
Zweden en Nederland zijn beide feminiene culturen met een kleine machtafstand.
België en Frankrijk zijn beide masculiener en hebben een grotere machtafstand. In feminiene cultu-
ren heeft men meer oog voor sociale aspecten dan in meer masculiene culturen. In culturen met een
grote machtafstand proberen de machthebbers de macht voor zichzelf te houden.
Oefening 7.35 Dominantie van familiebedrijven
1 In Aziatische en Romaanse culturen heerst een grote machtafstand: daar heeft de baas graag alle
touwtjes zelf in handen. Daar komt nog bij dat in beide culturen, maar vooral in de Aziatische,
de groep belangrijk is. Men wil zoveel mogelijk binnen de groep wil houden en er zelf deel van
uit blijven maken.
2 Familiebedrijven houden de vuile was binnen. Er wordt een beroep gedaan op leden van de fami-
lie om functies in controlerende organen te bekleden. Daardoor is er weinig echte externe con-
trole en worden bijvoorbeeld slechte resultaten makkelijk verdoezeld.
Oefening 7.36 Winst of welzijn
Amerikaanse managers denken vooral aan de ‘bottom line’, de winst. Ze werken aan winst op korte
termijn en individualisten als ze zijn, moet iedereen maar voor zichzelf zorgen. De Japanse cultuur
is collectivistisch en daardoor meer bezorgd om het welzijn van alle belanghebbenden, want die be-
schouwen ze als hun relaties op lange termijn.
Oefening 7.37 Zorg voor werknemers
In meer collectivistische culturen vindt men dat het bedrijf voor het welzijn van zijn werknemers moet
zorgen.
Oefening 7.38 Hoger salaris, andere baan
In individualistische culturen verandert men van baan als men ergens ander meer kan verdienen. In
collectivistische culturen blijft men loyaal aan het bedrijf.
Oefening 7.39 Steekpenningen
Amerikanen zijn meer universalistisch dan Duitsers, die op hun beurt universalistischer zijn dan
Fransen. Hoe particularistischer, hoe meer men van geval tot geval bekijkt of het geven van steek-
penningen geoorloofd is. Hoe universalistischer, hoe meer men in alle gevallen dezelfde normen en
regels toepast.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 56/59
Oefening 7.40 Cadeaus voor stempels
1 Corruptie en omkoperij hebben veel te maken met armoede. In sommige landen worden ambte-
naren zo slecht betaald dat steekpenningen krijgen nodig is om te kunnen leven. Zelfs in de VS
zijn werknemers in goedkope restaurants afhankelijk van fooien.
2 In dit geval heeft het bedrijf besloten geen cadeaus te geven. In eerste instantie kostte dat veel
geld, omdat de vrachtwagens dagenlang aan de grens werden opgehouden. Na enkele keren
wisten de douanebeambten dat dit bedrijf niets gaf en kregen de chauffeurs de stempels meteen.
Volgens de directeur van het bedrijf mag je niet meedoen met het systeem, omdat er anders nooit
een einde aan komt.
Oefening 7.41 Boekhoudschandaal bij Ahold
In Nederlandse bedrijven denk je niet meteen aan fraude, maar het gebeurt wel. Men zou een strenge
straf kunnen verwachten, maar dat gebeurt in het algemeen niet. Nederlanders vinden dat de publi-
citeit rond de criminelen al een zware straf is. In deze feminiene cultuur zijn de straffen niet zwaar in
vergelijking met internationale normen.
Oefening 7.42 Een museumpje voor een wolkenkrabber
In westerse ogen is het corruptie, maar in Zuid-Korea wordt het gezien als een kleine tegemoetko-
ming voor de bevolking in ruil voor het ontruimen en met de grond gelijk maken van oude wijken.
Oefening 7.43 Theorie X of theorie Y?
Theorie X.
Oefening 7.44 De taken van de leider
De linkse kolom komt overeen met een individualistische cultuur, de rechtse kolom met een collec-
tivistische cultuur.
Oefening 7.45 Japanse theorie over leiderschap
Performance, het bereiken van groepsdoelen, en maintenance, het in stand houden van de sociale stabi-
liteit van de groep, zijn uitingen van het collectivistische karakter van de Japanse cultuur.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 57/59
Oefening 7.46 Confuciaanse invloed op leiderschap
1 Het confucianisme legt de nadruk op respect voor traditionele hiërarchische relaties, het belang
van een opleiding, hard werken, spaarzaamheid, gehoorzaamheid en harmonie. Volgens
Confucius moet de leider een welwillende leider zijn. De culturele waarden zijn machtafstand,
collectivisme, langetermijngerichtheid.
2 Terwijl de westerse filosofieën gebaseerd zijn op het gevoel van persoonlijke schuld, hebben de
Aziatische culturen een sterk ontwikkeld schaamtegevoel. Het is een schande als een slechte
daad bekend wordt. Aziatische leiders voelen zich verantwoordelijk voor het bedrijf en de werk-
nemers. Falen is een schande (zie ook oefening 7.32). De leider wordt gerespecteerd, maar hij
moet ook een goede leider zijn.
Oefening 7.47 Empowerment in de Verenigde Staten, Mexico, Polen en India
Men zou de negatieve associatie eerder in Mexico verwachten, omdat de machtafstand en onzeker-
heidsvermijding daar groot zijn. Maar Mexico is ook vrij masculien en dat maakt de werknemers
ambitieus.
In India is de onzekerheidsvemijding minder hoog dan in Mexico. Hier speelt de grote machtafstand
waarschijnlijk een belangrijke rol. Door de tradities van het kastesysteem (hoewel het afgeschaft
en zelfs verboden is) heeft iedereen de natuurlijke neiging om ‘op zijn plaats’ te blijven. Daarnaast
zijn de Indiërs beïnvloed door hun religie, waarin spirituele waarden hoger zijn dan beloningen, en
waarin succes in zaken relatief minder belangrijk is.
Oefening 7.48 Delegeren in de VS
In de individualistische en prestatiegerichte cultuur van de VS, waar de machtafstand klein is, krijgt
een werknemer veel autonomie en verantwoordelijkheid in zijn werk. De VS heeft duidelijk een Y-sys-
teem (zie McGregor).
Oefening 7.49 Een Zweedse manager in India
De Indiër weet dat het onmogelijk is om dat werk vandaag te doen, maar het zou onbeleefd zijn en
van gebrek aan respect getuigen als hij zijn manager daarop zou wijzen. Een goede manager moet
weten wat elke afdeling moet doen. De werknemer geeft wel voldoende non-verbale signalen om de
manager te doen begrijpen dat er een probleem is, maar de Zweedse manager is de impliciete com-
municatiestijl van de Indiërs blijkbaar niet meester.
Het misverstand komt voort uit de verschillen in verwachting over de rol van de manager: de Zweed
wil empowerment, verantwoordelijkheid delen; de Indiër vindt dat een baas alles moet weten en betaald
wordt om beslissingen te nemen. Een tweede probleem is het verschil in communicatiestijl: de Zweed
is door de lage context expliciet, de Indiër door de hoge context impliciet en indirect.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 58/59
Oefening 7.50 Le PDG de France
1 In dit soort Franse bedrijven gebeurt de communicatie top-down, van de top naar de basis.
De PDG heeft de grootste verantwoordelijkheid en de grootste macht in een cultuur met grote
machtafstand. Van hem wordt verwacht dat hij die beslissingen alleen neemt, dat hij de goede
beslissingen neemt en dat hij het bedrijf waardig vertegenwoordigt.
2 Dat hij ze vertelt wat ze moeten doen.
Oefening 7.51 Een Japanse sushibar in Italië
1 De Italiaan moet zijn emoties kwijt en het is normaal, in zijn cultuur zelfs bewonderenswaardig,
om je op die manier te uiten.
2 De Japanner is geschokt door de ondiplomatische en beledigende tussenkomst van de Italiaan.
3 Italiaanse collega’s hebben geen probleem met hun collega. Dit soort gedrag wordt geaccep-
teerd en zelfs aangemoedigd.
4 De Italianen begrijpen waarschijnlijk niet waarom de Japanner niet gewoon verdergaat met zijn
presentatie. Niets aan de hand.
Oefening 7.52 Tijd in Ecuador
Ecuador is een Zuid-Amerikaans land met een polychrone cultuur. Tijd is er minder belangrijk dan
relaties. Voor de bevolking tellen die 15 minuten per dag waarschijnlijk niet, maar de president ziet
graag een ‘Amerikaanse’ economische ontwikkeling in zijn land.
Oefening 7.53 Een Braziliaan in Amsterdam
De Braziliaanse manager ziet zichzelf op een hogere trede in de hiërarchie. Hij komt uit een cultuur
met een grote machtafstand, waar men op ‘ondergeschikten’ een beetje neerkijkt. De baas beslist,
deelt zijn beslissing mee, en verwacht dat de werknemers de opdracht uitvoeren.
Het Nederlandse personeel, uit een cultuur met een lage machtafstand, verwacht van de manager dat
hij ‘gewoon doet’, beslissingen met zijn werknemers bespreekt, naar ze luistert en ze met respect
behandelt.
Oefening 7.54 Excellent leiderschap volgens Kets de Vries
1 Manfred Kets de Vries heeft een typisch Nederlandse kijk op leiderschap: individualisme, femi-
niteit en kleine machtafstand.
2 Het laatste advies is een goed voorbeeld van een aanpak met kleine machtafstand: je geeft toe
dat je niet overal sterk in bent en dat andere mensen sterkere punten hebben dan jij.
Sleutel bij Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief – 59/59
Oefening 7.55 Communiceer, communiceer, communiceer
Amerikanen vinden dat je problemen moet uitpraten. Dit past bij hun individualistische lagecontext-
cultuur. In collectivistische culturen, en vooral die met een hoge context en daardoor erg impliciete
communicatiestijl zoals de Aziatische, gaat men confrontaties uit de weg omdat daardoor de harmo-
nie van de groep verstoord wordt. Daar wordt op indirecte manier gecommuniceerd, bijvoorbeeld
door een tussenpersoon te gebruiken.
Oefening 7. 56 Teamnamen
De Britse cultuur is een masculiene cultuur met zwakke onzekerheidsvermijding: men staat open
voor nieuwe en originele ideeën én men wil resultaten behalen. De Italiaanse cultuur is relatiegericht
en nogal collectivistisch. De Duitse cultuur is resultaatgericht, masculien en heeft een hoge onzeker-
heidsvermijding (wat je belooft moet je doen). De Franse cultuur is elitair (grote machtafstand) en
trots op haar geschiedenis (hecht belang aan het verleden).
Oefening 7.57 Een Europees project
De Nederlander is resultaatgericht, pragmatisch en neutraal. De Spanjaard is meer conceptgericht,
theoretisch, filosofisch en emotioneel.
Oefening 7.58 Problemen bij een muticulturele chip
1 De Duitse wetenschappers bij Siemens verwachten dat de beslissingen in de vergaderingen
genomen worden. De Japanners weten dat de beslissingen buiten de vergaderingen genomen
worden: vergaderingen zijn een formaliteit en niet zo heel erg belangrijk. Japanners komen uit
een collectivistische cultuur waar men in teams werkt. Alleen in een kamer zitten is niet bevor-
derlijk. Ze hebben vaak problemen met de Engelse taal, waardoor ze de nuances missen om een
boodschap indirect over te brengen.
De Amerikaanse IBM’ers hebben een kleinere onzekerheidsvermijding dan de Duitsers, die alles
willen voorzien en plannen. Voor hen dienen de vergaderingen om beslissingen te nemen. De
personen die rond de vergadertafel zitten hebben ook de macht om beslissingen te nemen, wat
bij Japanners niet altijd het geval is.
2 De enige oplossing voor een multicultureel team is een introductie in interculturele communica-
tie en management. Een cultuurexpert kan hier de spanningen verklaren en enigszins reduceren.