Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
Wetenschappelijke verhandeling
MICHIEL DE BAERE
MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT
PROMOTOR: PROF. DR. Sami Zemni
COMMISSARIS: DR. Marlies Casier
COMMISSARIS: DR. Salvatore Di Rosa
ACADEMIEJAAR 2010 - 2011
STUDIE VAN DE MIGRATIEPROBLEMATIEK IN ITALIË
aantal woorden: 17.732
Abstract
De regering Berlusconi installeerde in 2009 het pacchetto sicurezza dat een antwoord moet
bieden op de problemen die gepaard gaan met (illegale) migratie. Het belangrijkste speerpunt
uit dit veiligheidspakket is de gelijkstelling van illegale inwoners aan misdadigers, enkel en
alleen omwille van hun illegale status. Deze opmerkelijke maatregel zorgde voor heel wat
ongeloof en verbazing bij verschillende instanties, niet in het minst bij NGO’s. Deze
masterproef wil nagaan hoe deze wetgeving in Italië tot stand is gekomen en welke
onderliggende rationaliteit hieraan ten grondslag ligt. Belangrijk is hier het proces van
securitisation: problemen in de maatschappij worden voorgesteld als problemen van
veiligheid; daardoor werd deze wet, het pacchetto sicurezza, in Italië mogelijk gemaakt. De
masterproef bekijkt tevens hoe ditzelfde proces ook in de Europese besluitvorming is
doorgedrongen waar een veiligheidsdiscours bij het ontwerpen van een migratiebeleid wordt
aangenomen. Frontex, als Europees orgaan ter bescherming van de buitengrenzen, valt tevens
onder te brengen in dit veiligheidsdiscours. Landen fungeren niet onafhankelijk van Europa.
De vraag kan dus gesteld worden in welke mate ontwikkelingen in Europa een invloed
hebben op de Italiaanse context. Lucca Miggiano geeft aan welke invloed securitisation heeft
op concrete levensomstandigheden van illegale migranten. Hieruit blijkt vooral de hypocrisie
die de Italiaanse overheid hanteert in haar migratiebeleid. De problematiek van migratie is een
erg belangrijk thema geworden op de politieke agenda’s van verschillende landen. Door de
bestudering van Italië als case wil deze masterproef vooral aantonen hoe het
veiligheidsdiscours het migratiedebat in Italië domineert.
Waiting for the Barbarians
What are we waiting for, assembled in the forum?
The barbarians are due here today…
Why are the streets and the squares emptying so rapidly,
everyone going home so lost in thought?
Because night has fallen and the barbarians have not come.
And some who have just returned from the border say
there are no barbarians any longer.
And now, what’s going to happen to us without barbarians?
They were, those people, a kind of solution.
(Costantino Kavafis, 1904 in Miggiano, 2009)
I
Woord Vooraf
Aan het begin van deze masterproef en
aan het eind van mijn opleiding ‘Conflict
and Development’ richt ik graag nog kort,
maar oprecht een woord van dank tot zij
die mij tijdens de loop van deze studie en
bij de totstandkoming van deze
masterproef tot steun waren:
op de eerste plaats Prof. Dr. Timothy
Raeymaekers voor het advies en het
verlenen van heel wat informatie en
vervolgens mijn ouders voor de steun en
de mogelijkheden die ik tijdens deze
Manama heb gekregen en bij het maken
van dit werk.
II
Inhoud
Woord Vooraf ............................................................................................................................. I
Inleiding ................................................................................................................................... IV
Hoofdstuk 1: Migratie richting Italië.......................................................................................... 1
1.1 Algemeen ......................................................................................................................... 1
1.2 Illegale immigratie in Italië .............................................................................................. 2
1.2.1 Overzicht ................................................................................................................... 2
1.2.2 De belangrijkste oorzaken van illegale migratie ....................................................... 4
1.2.3 Immigranten op zee ................................................................................................... 6
1.3 Vier belangrijke migratiewetten ....................................................................................... 8
1.4 Het huidige Italiaanse migratiebeleid: ............................................................................ 10
1.4.1 Il pacchetto sicurezza .............................................................................................. 10
1.4.2 Kritiek ...................................................................................................................... 12
1.5 Rosarno: schrijnend voorbeeld van racisme ten aanzien van immigranten ................... 13
1.6 Besluit ............................................................................................................................. 15
Hoofdstuk 2: Reactie van Niet-gouvernementele Organisaties ............................................... 17
2.1 Caritas ............................................................................................................................. 17
2.2 CIR – Consiglio Italiano per i Rifugiati ......................................................................... 19
2.3 Amnesty International .................................................................................................... 20
2.4 UNHCR .......................................................................................................................... 22
Hoofdstuk 3: Op zoek naar een ideologische achtergrond: Securitisation .............................. 23
3.1 Algemeen: Securitisation volgens de Copenhagen School ............................................ 23
III
3.2 Oorzaken van Securitisation .......................................................................................... 24
3.3 Securitisering in Europa ................................................................................................. 25
3.3.1 Het veiligheidsdiscours rond migratieproblematiek in Europa ............................... 25
3.3.2 Autonomie voor de lidstaten inzake nationale veiligheid ....................................... 29
3.3.3 De bescherming van de buitengrenzen: FRONTEX ............................................... 30
Hoofdstuk 4: Securitisation in Italië ........................................................................................ 34
4.1 Migratie versus criminaliteit .......................................................................................... 34
4.2 Staat van uitzondering: ingesloten als uitgeslotene ........................................................ 36
4.3 Veralgemening leidt tot verenging ................................................................................. 40
4.4 Uitholling van het recht vanuit een state of emergency en een myth of invasion........... 42
Besluit ....................................................................................................................................... 45
Bibliografie ............................................................................................................................... 47
IV
Inleiding
De migratieproblematiek staat in Europa hoog op de politieke agenda. Dagelijks berichten de
media over het fenomeen van migratie en wordt duidelijk hoe moeilijk Europese landen het
hebben met de grote uitdagingen waarvoor men vandaag staat. De recente aankomst van
duizenden illegale immigranten op het eiland Lampedusa naar aanleiding van de onrust in
Noord-Afrika toont pijnlijk aan hoe slecht Europa is voorbereid op deze plotse toevloed. Dat
Italië en Frankrijk de Schengenakkoorden naar aanleiding van de toevloed willen hervormen
en ervoor pleiten om in bepaalde situaties de grenzen te sluiten, is veelbetekenend.
Italië is sinds de komst van de regering Berlusconi in 2008 herhaaldelijk in het nieuws
gekomen wegens zijn harde aanpak van illegale immigranten. Vooral sinds de invoering van
het pacchetto sicurezza werd de strenge en restrictieve politiek van zijn regering duidelijk.
Omwille van deze opmerkelijke wet wilde ik graag onderzoeken wat aan de grondslag ligt
van het feit dat Italië zo inzet op migratie en waarom de debatten omtrent migratieproblemen
de Italiaanse media zo vaak begeesteren.
In augustus 2010 verbleef ik een korte periode in Rome en had er gesprekken met
verantwoordelijken van verschillende (humanitaire) organisaties die begaan zijn met het lot
van (illegale) immigranten. Ze willen door middel van onderzoek en campagnevoering
wanpraktijken aankaarten en druk uitoefenen op het beleid om veranderingen teweeg te
brengen. Om een bepaald probleem aan te pakken of om te bepalen welke strategie moet
gevoerd worden, zitten de organisaties soms informeel samen aan het zogenaamde tavolo
asilo.
Eén organisatie sprong nog meer dan de andere in het oog, nl. het ExSNIA, een centro
sociale. Achter een met graffiti bespoten en vervallen ommuring ligt dit sociaal centrum,
gelegen in de volkswijk Pigneto. Op een braakliggend terrein staat een oude loods, een
verlaten fabriek waarin verschillende leefruimtes zijn opgetrokken. Deze organisatie
bekommert zich (onder andere) om illegale immigranten en huisvest hen. Op het moment dat
ik er was, vonden gevluchte migranten uit Rosarno (zie infra) er onderdak. Het was
fascinerend om zien hoe deze organisatie de mensen zo goed mogelijk probeert te helpen en
hen ondanks hun illegale status alle mogelijke middelen aanreikt om zich zelfstandig te
V
behelpen. Men moet hier voortdurend proberen rekening te houden met de wat, wat het er niet
gemakkelijker op maakt. Men spreekt hier trouwens niet over clandestini, want dit zou
impliceren dat zij voortdurend in de verborgenheid leven en aldus niet aanwezig zijn in de
maatschappij. Deze term vindt men te gecontesteerd. Men noemt hen hoogstens “sans
papiers”.
Deze en andere organisaties delen één en dezelfde kritiek op het beleid: de Italiaanse overheid
verengt maatschappelijke problemen te veel tot een probleem van veiligheid en gaat hierdoor
voorbij aan andere oorzaken van deze problemen.
Deze masterproef wil nagaan hoe de Italiaanse regering problemen met migratie aanpakt of
juist niet aanpakt.
In het eerste hoofdstuk wordt een algemeen overzicht gegeven van het fenomeen migratie in
Italië. De illegale migratie naar Italië wordt nader bekeken. De huidige migratiewet, met het
pacchetto sicurezza, en vroegere migratiewetten worden tevens onder de loep genomen.
In een tweede hoofdstuk geef ik de reacties van enkele Niet-gouvernementele Organisaties op
de migratieproblematiek in Italië. Zij vormen een aanleiding om de onderliggende rationale
van de migratieproblematiek grondig te onderzoeken.
Het derde hoofdstuk wil een antwoord bieden op de vraag waarom problemen in Italië vaak
‘gesecuritiseerd’ worden, i.e. in een discours over veiligheid worden ondergebracht. De lens
wordt hier opengetrokken naar het Europese niveau waar dit proces van ‘securitisering’ ook
gangbaar is.
Het vierde en laatste hoofdstuk zoemt opnieuw in op Italië. Vanuit een meer filosofische
benadering wil ik achterhalen welke de consequenties zijn voor illegale immigranten, die met
deze status in Italië wonen. Ik wil hier ook kijken wat dit concreet zegt over het Italiaanse
beleid. Enkele voorbeelden uit de Italiaanse context tonen hier nog aan hoe het recht verder
wordt uitgehold.
Tot slot maak ik in het besluit enkele bedenkingen over het Italiaanse en Europese
migratiebeleid.
1
Hoofdstuk 1: Migratie richting Italië
Italië kent een lange geschiedenis van migratiestromen naar en van het land weg. Deze
masterproef wil de migratieproblematiek in Italië onder de loep nemen, meerbepaald de
migratiestromen richting Italië, immigratie dus. Om het Italiaanse migratiebeleid van vandaag
te begrijpen is het noodzakelijk even in het verleden te duiken en na te gaan sinds wanneer en
waarom sedert zoveel jaren mensen naar Italië trekken. Verschillende motieven en
omstandigheden liggen aan de basis bij mensen om deze beslissing te nemen en hun thuisland
te verlaten. Het Italiaanse migratiebeleid is sinds een tiental jaren ook aan serieuze
veranderingen onderhevig geweest. Het eerste hoofdstuk wil dit onder de loep nemen om van
hieruit een verdere studie van de problematiek mogelijk te maken.
1.1 Algemeen
Italië is een land met een heel lange geschiedenis van emigratie, maar sinds kort vooral van
immigratie. Vanaf de jaren 70 werd Italië een gastland voor mensen die voornamelijk van
ontwikkelingslanden en Oost-Europa kwamen (Boca & Venturini, 2003). De periode 1973-
1989, tot aan de val van de Berlijnse muur waardoor nieuwe processen in gang werden gezet,
wordt beschouwd als het moment waarop Italië van een land van emigratie overging naar een
land van immigratie. De belangrijkste factoren die dit immigratieproces in gang zetten en
mensen overtuigden om naar Italië te gaan waren: de toename van push-factoren in
derdewereldlanden (en in mindere mate Centraal- en Oost-Europa), het sluiten van de grenzen
van andere Europese landen, een slecht wetgevend kader, een grote informele economie en de
positieve houding ten aanzien van immigratie van overheidswege en vanuit de bevolking
(IDEA, 2009). Vanaf de jaren 80 en zeker tijdens de jaren 90 kwamen steeds meer
buitenlanders naar Italië en maakten 80% uit van het totaal. Sinds begin jaren 90 zijn
immigranten in Italië steeds meer deel gaan uitmaken van de economie en hebben ze meer en
meer legaal werk. Pugliese noemt dit een process of stabilization (Pugliese, 2000 in: Gibney
& Hansen 2005).
Er waren dus interne en externe factoren die bijdroegen tot de start en de groei van migratie
richting Italië.
2
In twintig jaar tijd is het aantal immigranten in Italië ongeveer 10 maal gestegen wat het totaal
vandaag de dag bijna op 5 miljoen mensen brengt (Caritas, 2010). Istat, het Italiaans nationaal
instituut voor de statistiek, berekende dat op 1 januari 2010 4.235.059 immigranten in Italië
aanwezig waren, dat is 7,0% van de totale bevolking. Op 1 januari 2009 was dit nog 6,5%.
Meer dan de helft van de immigranten in Italië komen uit Europa (53,6%), meer dan een
vijfde uit Afrika (22%), een zesde uit Azië (16,2%), slechts 8,1% uit Amerika; de rest is
afkomstig uit Oceanië (0,1%).
1.2 Illegale immigratie in Italië
1.2.1 Overzicht
Het fenomeen van illegale immigratie in Italië staat vandaag hoog op de politieke agenda.
Inwoners van Italië worden om de oren geslagen met artikels, berichtgevingen en
nieuwsuitzendingen over immigrati clandestini en sinds 2000 bereiken de beelden van
Afrikanen die de oversteek wagen in opblaasbare rubberbootjes miljoenen Italianen.
Berlusconi maakte bij zijn aanstelling in 2008 een speerpunt van zijn strijd tegen de illegale
migratie om zo ook het onveiligheidsgevoel bij de Italianen weg te nemen. Volgens het
rapport Transatlantic Trends: immigration (GMF, 2009) blijkt dat 8 op de 10 Italianen
bezorgd zijn over illegale immigranten. Slechts 43% vindt dat de regering een goed beleid
heeft ten aanzien van deze.
In 2007 waren er “slechts” 350.000 illegale immigranten in Italië aanwezig, maar dit aantal is
sinds dan gevoelig gestegen. Nu zouden er rond de 700.000 mensen illegaal leven in Italië
(Cesareo, 2009). Ter vergelijking: In 2008 verbleven naar schatting1 132.000 mensen illegaal
in België, in Frankrijk 400.000, in Spanje 354.000 en in Duitsland 457.000 (Vogel, 2009).
1 Dit is steeds de maximale schatting .
3
Volgende figuur geeft weer hoeveel illegale migranten de afgelopen decennia in Italië
woonden (Cesareo, 2009).
Het aantal illegale migranten in Italië kan stijgen of dalen gaan door onder andere de
regularisaties die zijn ingevoerd. Na de wet Bossi-Fini in 2002 (zie verder) werden 647.000
mensen geregulariseerd, wat dan ook die plotse daling veroorzaakt. In 2006 was er ook een
grote regularisatiegolf waardoor er, zoals reeds gezegd, in 2007 ‘slechts’ 350.000 illegalen in
Italië verbleven (Cesareo, 2009). Dit aantal is sindsdien opnieuw gevoelig gestegen. Er zijn
twee belangrijke effecten na een regularisatie (Bartolo, 2007). Er is het amnestie-effect die
een onmiddellijke daling veroorzaakt van illegale buitenlanders en het call-effect die een
vermeerdering van illegaliteit met zich meebrengt in afwachting van een nieuwe maatregel.
Cesareo (2009) onderscheidt vier verschillende vormen van illegaliteit in Italië:
- De ‘clandestiene’ die niet alleen via de zee, maar ook via land de grenzen oversteekt
naar Italië.
- Buitenlanders die in Italië verblijven zonder erkend te zijn (verstrijken van het
toeristenvisum, verblijfsvergunning die niet erkend wordt, het niet nakomen van een
uitzettingsbevel omwille van veiligheidsredenen).
- Asielzoekers wiens aanvraag niet is aanvaard.
4
- Inwoners van een EU-lidstaat die meer dan drie maanden in Italië verblijven zonder
zich te registreren bij de bevoegde dienst, of wiens aanvraag afgewezen is of nog
steeds wordt onderzocht.
Er zijn drie belangrijke routes waarlangs illegale immigranten Italië bereiken (Fasani, 2008).
Ten eerste is er de Italiaans-Sloveense grens die voornamelijk wordt overgestoken door Oost-
Europese burgers, maar ook door migranten uit Centraal-Azië, het Midden-Oosten, het
Indiase subcontinent en Oost-Azië. Ten tweede is er de Italiaans-Franse grens, waar
migranten toekomen uit Afrika die gereisd hebben via de Straat van Gibraltar naar Spanje en
Frankrijk. Ten derde is er de Zuid-Italiaanse kuststrook waar migranten na een relatief korte
boottocht toekomen. Deze immigranten komen uit het Balkangebied en vooral uit Afrika.
Velen onder hen ‘landen’ op Lampedusa, een klein Italiaans eiland in de Middellandse zee dat
geografisch bij Afrika hoort, maar politiek gezien bij Italië. Heel wat immigranten gebruiken
bootjes om dit eiland te bereiken en er asiel aan te vragen (zie 1.2.2).
De Minister van Binnenlandse Zaken, Roberto Maroni, verkondigde in juli 2010 echter dat
Malpensa, de internationale luchthaven in Milaan, de nieuwe grens is voor illegale immigratie
in Italië. Het aantal illegale migranten dat langs daar binnenkomt, zou zelfs meer zijn dan in
Lampedusa.2 Maroni wil om die reden onder andere ‘body scanners’ installeren in de
luchthavens als maatregel tegen eventuele terroristische dreigingen.
1.2.2 De belangrijkste oorzaken van illegale migratie
Er zijn heel wat redenen waarom migranten illegaal Italië proberen binnen komen. Fasani
geeft enkele belangrijke oorzaken (Fasani in: Triandafyllidou, 2010, p. 169). Geografie speelt
ten eerste een zeer belangrijke rol. De nabijheid van Italië met onstabiele en minder
ontwikkelde landen (het vroegere Joegoslavië, Albanië en de Maghreb) en zijn grenzen met
de Middellandse zee maken van Italië een toegangspoort naar andere Europese landen.
Economische factoren spelen hebben ook een zeer grote invloed. De grote ‘ondergrondse’
economie en de structurele vraag naar buitenlandse arbeiders om het kwalitatieve en
kwantitatieve gebrek aan arbeiders op de arbeidsmarkt te compenseren zijn een grote
aantrekkingskracht voor mensen om te migreren. Hier legt Fasani het verband tussen
2Corriere Della Sera (2010, 5 juli). L'allarme di Maroni: “E' Malpensa la nuova frontiera dell'immigrazione”.
5
economische factoren en het migratiebeleid. Aangezien het zo moeilijk is om legaal de
Italiaanse arbeidsmarkt te betreden, zoeken heel wat mensen noodgedwongen hun vlucht in de
illegaliteit. Deze situatie wordt door Zincone (1998, in: Triandafyllidou, 2010) treffend
verwoord: “the policy of closing the front door of legal entry, while keeping the back door for
illegal entry half open”. Dat er een slechte afstemming is tussen economie en migratie in
Italië (en in Zuid-Europa in het algemeen) blijkt uit het feit dat rond de 80% à 90% van de
legaal aanwezige migranten in Zuid-Europa uit Derde Wereldlanden pas hun legale status
verkregen na een regularisatieprogramma (Baldwin-Edwards, 2004).
Een studie uit 2004 (Concetta Chiuri, De Arcangelis, Maria D’Uggento, & Ferri, 2004)
trachtte door middel van een bevraging van een steekproef het profiel van de ‘illegale
immigrant’ te achterhalen. In totaal werden 920 interviews afgenomen in tien centra (Centres
of Temporary Permanence, Reception Centres en Helping Centres) in vier Italiaanse regio’s.
De helft van de ondervraagden verlieten hun land van oorsprong “om geld te verdienen”,
gevolgd door zij die politiek vrij wilden zijn (20,3%). 14,2% verklaarden dat ze op zoek
waren naar meer “veiligheid” (niet alleen economisch). Men vroeg de mensen ook of er in de
laatste vijf jaar rampen, epidemieën, hongersnoden, sociale conflicten of economische en
financiële crisissen waren voorgevallen in het dorp of de stad van oorsprong. Uit de resultaten
bleek dat natuurlijke rampen, epidemieën of hongersnoden geen oorzaak konden zijn om weg
te trekken: bijna 2/3 vertelde dat dit de laatste vijf jaar niet het geval was (met uitzondering
van migranten uit Soedan en Somalië). Dit kan echter niet gezegd worden van sociale
conflicten: 66,9% van de ondervraagden gaven aan dat deze de laatste vijf jaar waren
voorgevallen. Het percentage is nog hoger wat betreft het voorvallen van een economische of
financiële crisis: 85% van de geïnterviewden gaf aan dat ze dit de laatste vijf jaar hadden
meegemaakt.
Economische factoren blijken de grootste motivatie voor mensen om weg te trekken uit hun
land van herkomst, op zoek naar een beter bestaan. Toch mag men de impact van sociale
conflicten op mensen niet onderschatten. Ook dit kunnen redenen zijn om hun land te
verlaten. Ongeveer de helft van alle mensen die asiel aanvragen in Italië worden herkend als
vluchteling en krijgen dus een ‘beschermde status’.3 Een vluchteling wordt in Artikel 1A (2)
3 UNHCR. Zie website: http://www.unhcr.org/4a1e48f66.html
6
in de Geneva Refugee Convention4 (1951) omschreven als “any person who … owing to well-
founded fear of being persecuted for reasons of race, religion, nationality, membership of a
particular social group or political opinion, is outside the country of its nationality and is
unable, or owing to such fear, is unwilling to avail himself of the protection of that country.”
1.2.3 Immigranten op zee
Heel wat vluchtelingen bereiken Italië via de kust, in het zuiden. Begin de jaren 90 kwamen
slechts enkelingen via de zee illegaal toe. Dit waren voornamelijk Tunesiërs en Marokkanen
op zoek naar betere economische omstandigheden. Het is pas sinds 2000 dat dit een
structureel karakter kreeg en dat steeds meer mensen, van verschillende nationaliteiten in
rubberen boten toekwamen op Lampedusa. Vaak betaalden ze hiervoor een grote som geld
(UNHCR, 2009). Begin 2000 is er sprake van zo’n 20.000 mensen die de kust bereiken. Na
2004 begon dit aantal op te lopen met 22.000 per jaar van 2005 tot 2007, en tot 35.655 in
2008. (UNHCR, 2009). In 2009 is het aantal aankomsten gevoelig gedaald: ‘slechts’ 7.300
mensen kwamen toe in 2009 (Phillips, 2010). Dit was ook te merken aan de gedaalde
capaciteit van mensen die werden opgevangen in de detentiecentra van Lampedusa: In Januari
2009 overnachtten zo’n 2.000 mensen in de centra, en sliepen er nog velen op de grond; begin
juni 2009 waren de centra zo goed als leeg.
Deze sterke daling was te wijten aan het zogenaamde push-back pact dat Italië met Libië op
30 augustus 2008 had gesloten. Het betreft The Treaty of Friendship, Partnership and
Cooperation between the Italian Republic and Great Socialist People’s Libyan Arab
Jamahiriya. Het Friendship Pact voorzag dat Italië 25 jaar lang jaarlijks 200 miljoen dollar
zal investeren voor infrastructuurprojecten in Libië, wat in totaal neerkomt op 5 miljard
dollar. Het gold als compensatie voor de misbruiken die door Italië gepleegd zijn toen ze de
macht hadden in Libië tijdens de periode 1911-1943 (Human Rights Watch, 2009). Op 6 mei
2009 werden de eerste mensen die overstaken door de Italiaanse autoriteiten onderschept en
teruggestuurd, zonder na te gaan of deze mensen recht hadden op bescherming wegens
vervolging of misbruik. Vanuit verschillende hoeken kwam hierop scherpe kritiek aangezien
Italië hiermee het non-refoulement principe zou overtreden. Dit principe – uitgewerkt in de
4 UNHCR. Zie website: http://www.unhcr.org/3b66c2aa10.html
7
Conventie van Genève in 1951- bepaalt dat “No Contracting State shall expel or return
(‘refouler’) a refugee in any manner whatsoever to the frontiers of territories where his life or
freedom would be threatened on account of his race, religion, nationality, membership of a
particular social group or political opinion” (UNHCR, 2003).
De Italiaanse premier Silvio Berlusconi stelt echter dat het non-refoulement principe niet van
toepassing is in internationale wateren, maar dit wordt tegengesproken door UNHCR zelf
(Human Rights Watch, 2009). UNHCR heeft zijn ernstige bezorgdheid geuit “about the
impact of this new policy which, in the absence of adequate safeguards, can prevent access to
asylum and undermines the international principle of non-refoulement.”5 Recent verscheen
ook nog een rapport dat stelt dat Italië hiermee in overtreding was aangezien mensen, na
onderschepping, enkel van boord mogen gaan in een safe third country. Men concludeerde:
“since Libya cannot be considered a ‘safe third country’ in this sense, the interception of
migrants on the high seas and their forced return to Tripoli may entail violations of maritime,
human rights, migration and refugee law at both an international, European and domestic
level.”(Tondini, 2010).
Er bestond ook ongerustheid over het feit dat mensen die teruggestuurd werden naar Libië
geen bescherming werd geboden, aangezien Libië geen asielwet heeft, of andere procedures
die mensen bescherming kunnen bieden. Libië maakt geen onderscheid tussen vluchtelingen,
asielzoekers of andere migranten. In 2009 en 2010 werden ook gevallen vastgesteld van
foltering en het niet nakomen van de internationale regelgeving. (Human Rights Watch, 2009
& Amnesty International, 2010). Zo was er de zaak van 245 Eritrese vluchtelingen die niet
alleen gemarteld werden door Libische bewakers, maar ook nog zouden worden teruggestuurd
naar Eritrea waar ze meer dan waarschijnlijk zouden worden gefolterd en opgesloten (HRW,
2010).
Van dit verdrag tussen de twee landen is momenteel echter geen sprake meer. De
overeenkomst tussen Libië en Italië werd op 26 februari 2011 stopgezet ten gevolge van het
buitensporig geweld tegen de demonstranten die sinds 16 februari tegen Khadafi
protesteerden. Deze protesten waren geïnspireerd door andere voorafgaande protesten in
Tunesië en Egypte. Hoewel deze protesten min of meer vreedzaam verliepen, begon Khadafi
met zwaar militair geweld op te treden. De rebellen namen het op tegen het regeringsleger en
5 UNHCR interviews asylum seekers pushed back to Libya. Zie website: http://www.unhcr.org/4a5c638b6.html
(2009, 14 juli).
8
tijdens de gevechten vielen al heel wat gewonden en doden. Eind februari veroordeelde de
Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties het geweld in Libië en werd een onderzoek
ingesteld naar mogelijke mensenrechtenschendingen door leider Moammar Khadafi. Libië
werd vervolgens geschorst als lid van de VN-mensenrechtenraad6. De NAVO begon eind
maart met het installeren van een NO-FLY zone boven Libië die nu nog steeds wordt
gehandhaafd.
Het duurde even voor Italië met een officiële verklaring kwam en zich uitsprak tegen de
wandaden van Khadafi in Libië7. Logisch, want voor Italië stond er veel op het spel. Echter,
door het geweld dat plaatsvond in Libië kon Berlusconi niet anders dan het verdrag met Libië
op te geven8.
Door de stopzetting van dit verdrag en door de betrokkenheid van Italië bij de
luchtbombardementen van de NAVO in Libië weigerde Khadafi –uiteraard- zich nog in te
zetten tegen de illegale migratie vanuit Libië naar Europa in het algemeen en naar Italië in het
bijzonder. Hierdoor zijn sinds het begin van de protesten en demonstraties in Noord-Afrika
34.460 vluchtelingen aangekomen in Italië9 - een echte humanitaire catastrofe. Italië kan de
toestroom amper nog aan. Het lijkt er voorlopig echter niet op dat de massale toevloed van
vluchtelingen in de nabije toekomst zal ophouden.
1.3 Vier belangrijke migratiewetten
In 1986 verscheen in Italië een eerste immigratiewet. Die kwam er na druk vanuit de
vakbonden en linkse hoek en was een antwoord op wat zij het toenemende geweld noemden
op een snel groeiend aantal illegale immigranten. Ook vanuit Europa kwam een vraag tot
strengere controle van de grenzen aangezien van binnenlandse grenzen sinds de
Schengenakkoorden, die het vrij verkeer van personen mogelijk maakten, geen sprake meer
was. De rechten van buitenlandse arbeiders werden ermee gevrijwaard en de wet bevatte
tevens een legalisatieprogramma.
6De Standaard (2011, 2 maart). Libië geschorst als lid VN-Mensenrechtenraad .
7 La Repubblica (2011, 19 februari). Libia, la repressione fa più di 100 morti. Berlusconi: "Non disturbo
Gheddafi" 8 Corriere Della Sera (2011, 26 februari). “Sospeso il trattato Italia-Libia”.
9UNHCR. Zie website: http://www.unhcr.org/cgi-
bin/texis/vtx/home/opendocPDFViewer.html?docid=4dca43ff9&query=refugees lampedusa
9
De zogenaamde Martelli Law van 1990 –genoemd naar de toenmalige vice-premier Claudio
Martelli- was een eerste echte stap in de richting van een migratiewetgeving. De wet hield een
blauwdruk in van een quota voor arbeiders, en ook een vrij omvangrijk legalisatieprogramma.
In tegenstelling tot vroeger kwam het dit keer op vraag van de immigranten zelf in plaats van
hun werkgevers. Ongeveer 234.000 immigranten vroegen onder deze wet een legaal statuut
aan, maar velen onder hen zijn daarna weer illegaal geworden, wegens het verstrijken van hun
verblijfsvergunning. Het is ook in die periode dat immigratie meer en meer wordt
gecontesteerd. Het besef groeit bij de Italiaanse publieke opinie en politici dat er een
probleem is van immigratie. Dit probleem werd meer en meer het centrum van de aandacht,
zeker na de toevloed in 1991 van Albanese vluchtelingen op de Italiaanse kusten (IDEA,
2009). Over migranten werd gesproken in termen van “een bedreiging”, “illegaal”,
“clandestien”, of “geen papieren”. Toch kon de economische rol van migranten niet meer
onderschat worden.
Een nieuwe wet, de “Turco-Napolitano”- wet van 1998 was de eerste Italiaanse wet die het
belang benadrukte van arbeiders uit de Derde Wereld voor de Italiaanse economie. Voor de
eerste keer werd de verblijfsvergunning van arbeiders niet afgenomen als ze hun werk
verloren, maar kregen ze een jaar tijd om nieuw werk te vinden. De wet voorzag ook
familiehereniging en breidde de rechten van buitenlanders in Italië uit. Het betrof dan het
recht op een gelijke behandeling op de werkplaats, toegang tot de gezondheidszorg. Voor zij
die geen papieren hebben is er het recht op dringende medische zorg en om naar publieke
scholen te gaan. De wet maakte ook dat er in heel Italië reception centres kwamen waar legale
en illegale immigranten voedsel en onderdak kregen, alsook taalonderwijs en andere sociale
en culturele diensten. Hij voorzag ook een verblijfskaart die een permanente status had: als
mensen vijf jaar legaal in het land verbleven en als ze legaal werk hadden en voldoende
inkomen om zichzelf en hun families te onderhouden kwamen zij en hun echtgenoten en
kinderen in aanmerking voor deze carta di soggiorno.
In 2001 kwam Silvio Berlusconi op het toneel en verving hij samen met zijn rechtse coalitie
de centrum-linkse regering die de wet Turco-Napolitano had ingevoerd. Berlusconi en de
zijnen plaatste immigratie als thema bovenaan op de politieke agenda. Men mag echter niet de
invloed veronachtzamen die Europa op deze ontwikkelingen had, met de steeds grotere
nadruk op veiligheid en migratie (Zie hoofstuk 3.3). Dit resulteerde in 2002 in de aanname
10
van de wet Bossi-Fini, genoemd naar Umberto Bossi (van de Lega Nord Partij), de
toenmalige minister van Hervorming en Vice-eerste minister Gianfranco Fini (Alleanza
nazionale). De strijd tegen illegale immigranten was de gemeenschappelijke basis waarop de
Alleanza Nazionale en de Lega Nord hun beleid wilden enten.
Een belangrijk punt van de wet Bossi-Fini is het feit dat een verblijfsvergunning pas
verkregen kan worden als een werkcontract kan voorgelegd worden. Enkel zij die een
arbeidscontract hebben, kunnen legaal het land binnenkomen. Daar zit de moeilijkheid, want
het is uiteraard heel moeilijk om vanuit het buitenland een contract te verkrijgen. Wie zijn
werk verliest, verliest ook zijn verblijfsvergunning en komt in de illegaliteit terecht als hij
binnen de zes maanden geen nieuw contract heeft. Onder deze wet kwamen ook beperkingen
op familiehereniging. Eén van de meest controversiële maatregelen was dat van alle niet EU-
immigranten vingerafdrukken werden genomen als ze een verblijfsvergunning aanvroegen.
Een andere maatregel was dat de wet het aantal dagen dat mensen vastgehouden konden
worden in ‘detentiecentra’ of Centri di Permanenza Temporanea e Assistenza verlengde tot
60 dagen. Als mensen binnen die 60 dagen niet konden geïdentificeerd worden of als ze niet
in het centrum konden blijven, moest die persoon het land binnen de 5 dagen verlaten. Wie dit
niet deed kon een gevangenisstraf krijgen van 1 tot 4 jaar.
De wet Bossi-Fini maakte de weg vrij voor een nieuwe wet die Italië in 2009 zou doorvoeren.
Het werd een wet die vanuit heel wat verschillende hoeken onder vuur zou komen te liggen.
1.4 Het huidige Italiaanse migratiebeleid:
1.4.1 Il pacchetto sicurezza
Silvio Berlusconi werd in 2008, na de val van de regering Prodi, opnieuw premier van Italië
met zijn partij Il popolo della libertà. Prodi had met een wet de meest controversiële kantjes
van de wet Bossi-Fini er willen afvijlen, maar is daar door de plotselinge val van zijn regering
niet in geslaagd.
Berlusconi had in zijn campagne, die aan de verkiezingen vooraf ging, het Italiaanse volk er
op gewezen dat het land een nationale veiligheidscrisis doormaakte die voor een groot deel
uitging van illegale immigranten. Na zijn overwinning installeerde Berlusconi zijn pacchetto
sicurezza, een veiligheidspakket dat nieuwe en strengere maatregelen met betrekking tot
11
immigranten doorvoerde. De wet zorgde voor heel wat consternatie in binnen- en buitenland.
Berlusconi noemde de wet “una legge fatta per la serenità dei cittadini, da me fortemente
voluta” (een wet voor de rust van de bevolking, en door mij erg gewild) maar door de
oppositie werd de wet onthaald als “un danno per il paese” (een schande voor het land)10
. De
minister van Binnenlandse Zaken, Roberto Maroni, verkondigde dat de maatregelen
gebaseerd zijn “op de volledige en totale naleving van de Europese richtlijnen”11
.
Wat houdt het veiligheidpakket precies in12
? Het pakket bestaat uit een wettelijk decreet
(decreto legge), een ontwerpwet (disegno di legge) en drie legislatieve decreten (decreti
legislativi)13
.
Het wettelijk decreet houdt dringende maatregelen in wat betreft de openbare veiligheid en de
bestrijding van de clandestiene immigratie. De status van ‘illegale immigrant’ wordt gezien
als een ‘verzwarende omstandigheid’. Dit betekent dat wie illegaal is en een misdaad begaat,
een gevangenisstraf kan krijgen die tot een derde langer is dan voor wie legaal is. Er worden
tevens straffen uitgevaardigd aan hen die eigendom hebben verhuurd aan illegalen uit het
buitenland. De wet voorziet ook een verbeterde samenwerking tussen de nationale en de
gemeentelijke politie- eenheden.
De ontwerpwet14
, die ondertussen ook al is aangenomen, zegt onder andere het volgende:
- Wie de Italiaanse nationaliteit wil verkrijgen, moeten na een huwelijk minstens twee
jaar in Italië gewoond hebben.
- Wie zijn kinderen laat bedelen kan een gevangenisstraf krijgen tot drie jaar.
- Illegaal in het land verblijven is een misdaad en kan bestraft worden met 6 maanden
tot 4 jaar cel en kan tevens beboet worden met 5000 tot 10 000 euro.
- Het aanvragen of verlengen van een verblijfsvergunning kost tussen de 80 en de 200
euro.
10
La Repubblica (2009, 2 juli). Il pacchetto sicurezza diventa legge. Sì alle ronde, la clandestinità è reato. 11
nel pieno e totale rispetto delle direttive comunitarie: zie website:
http://www.interno.it/mininterno/export/sites/default/it/sezioni/sala_stampa/notizie/sicurezza/0801_2008_05_21
_consiglio_ministri_napoli.html 12
Zie website: http://www.governo.it/GovernoInforma/Dossier/pacchetto_sicurezza/index210508.html 13
Dit is een wet aangenomen door de regering op vraag van het parlement en die de krachtlijnen en beperkingen
weergeven die gevolgd moeten worden. (Merlino, 2009) 14
Zie document: http://www.senato.it/service/PDF/PDFServer/BGT/00426852.pdf en
http://www.senato.it/service/PDF/PDFServer/BGT/00393348.pdf
12
- De aanhouding van mensen in Centri di identificazione e di espulsione (identificatie-
en uitwijzingscentra) kan gaan van 60 dagen tot 18 maanden.
De drie legislatieve decreten zijn gewijd aan de gezinshereniging, de toekenning en intrekking
van de vluchtelingenstatus en het vrij verkeer van EU-burgers.15
Men kan enkel gebruik maken van het recht op gezinshereniging 16
voor de echtgeno(o)t(e)s
die niet wettelijk gescheiden zijn en niet jonger zijn dan 18 jaar, voor minderjarige kinderen,
voor volwassenen die hulpbehoevend zijn en voor ouders boven de 65 jaar. Wanneer er
twijfel bestaat over de identiteit van mensen kan ook een DNA-test worden gedaan.
Het tweede decreet legt beperkingen op aan asielzoekers17
. Zo moeten asielzoekers die een
uitwijzingsbevel hebben gekregen in de verblijfscentra blijven.
EU-burgers die langer dan drie maand in Italië willen verblijven moeten kunnen aantonen
over voldoende economische middelen te beschikken voortkomend uit legale activiteiten. Na
drie maand moet men zich binnen de tien dagen bij de plaatselijke autoriteiten registreren.
1.4.2 Kritiek
Het pacchetto sicurezza werd vanuit heel wat hoeken fel bekritiseerd. Het meest onder vuur
lag de wet dat wie illegaal in het land verblijft, een misdaad pleegt en een geldboete moet
betalen. Dit bracht ook met zich mee dat dokters, leerkrachten en al wie een openbaar ambt
bekleedt - in theorie althans- verplicht waren migranten zonder papieren aan te geven,
aangezien de strafwet bepaalt dat public officials misdaden moeten rapporteren.18
Hierover is
lange tijd debat gevoerd in Italië. Medische zorg aan illegalen werd geproblematiseerd
aangezien illegaliteit op zich een misdaad werd. Dokters werden medici spia genoemd,
medische spionnen. Maar daar is omwille van gerechtelijke ongehoorzaamheid van justitie en
medici een eind aan gekomen19
.
15
Zie website: http://www.governo.it/GovernoInforma/Dossier/pacchetto_sicurezza/index210508.html 16
Zie document:
http://www.governo.it/GovernoInforma/Dossier/pacchetto_sicurezza/7_Decreto_Legislativo_ricongiungimenti_f
amiliari_20Maggio.pdf 17
http://www.governo.it/GovernoInforma/Dossier/pacchetto_sicurezza/9_Decreto_legislativo_riconoscimento_e
_revoca_status_rifug.pdf 18
Human Rights Watch: Italy: Reject Anti-Migrant Bill. Zie website:
http://www.hrw.org/en/news/2009/06/21/italy-reject-anti-migrant-bill 19
l’ Unita (2009, 4 december): Immigrazione: I medici non devono segnalare clandestine.
13
Vanuit het Vaticaan kwam ook kritiek op de nieuwe wet. In een communiqué liet men het
volgende weten: “I migranti hanno il diritto di bussare alle nostre porte. Basta demonizzare
e criminalizzare il forestiero.”20
De Raad van Europa zegt bij monde van commissaris
Hammarberg dat “Concern about security cannot be the only basis for immigration policy.
Measures now being taken in Italy lack human rights and humanitarian principles and may
spur further xenopohobia.”21
1.5 Rosarno: schrijnend voorbeeld van racisme ten aanzien van
immigranten
Op 8 januari 2010 vond er in het kleine stadje Rosarno, in het Zuiden van Italië, ’s nachts een
betoging plaats van zwarte immigranten. Dit mondde uiteindelijk uit in zware rellen, die de
volgende dag beantwoord werden met een tegenbetoging van de Italiaanse bewoners van
Rosarno. De aanleiding voor dit alles was de aanval van Italianen op twee zwarte
immigranten toen die terugkeerden van het veld. De twee werden beschoten met een
luchtdrukgeweer. Twee anderen werden met ijzeren staven geslagen. Bij de rellen vielen 34
gewonden en werd een helse ravage aangericht: auto’s werden in brand gestoken en winkels
werden vernield.22
De migranten riepen dat ze geen beesten waren en dat de Italianen racisten
zijn. De minister van Binnenlandse zaken, Roberto Maroni gooide daags nadien olie op het
vuur door te stellen dat al die jaren de clandestiene immigratie is getolereerd en daardoor de
misdaad is gevoed.23
Elke winter komen duizenden seizoensarbeiders naar het Zuiden van Italië voor de fruitpluk.
De overheid stelt elk jaar quota in voor de seizoensarbeid, maar in Calabrië zijn er veel meer
clandestiene arbeiders dan reguliere. In 2007 mochten 6.400 mensen er aan de slag, maar
uiteindelijk waren dat er 20.000. Voor een hongerloon worden ze tewerk gesteld en proberen
ze te overleven. De meesten doen dit in armzalige omstandigheden: ze slapen in verlaten
20
“Migranten hebben het recht op onze deuren te kloppen. Het moet gedaan zijn met vreemdelingen te
demoniseren en criminaliseren.” La Repubblica (2009, 2 juli). Il pacchetto sicurezza diventa legge. Sì alle ronde,
la clandestinità è reato. 21
Council of Europe (2008, 29 juli). Zie website: https://wcd.coe.int/wcd/ViewDoc.jsp?id=1328445&Site=DC 22
Roox, I. (2010, 9 januari). Zware rassenrellen in Calabrië. De Standaard. 23
Hooper, J. (2010, 9 januari). Racial violence continues in Italy as four migrant workers wounded in shootings.
The Guardian.
14
gebouwen, oude loodsen, zonder elektriciteit of stromend water. In Rosarno is de situatie des
te complex aangezien de maffia, i.e. de Ndrangheta, er de macht heeft. De Ndrangheta is de
machtigste van de georganiseerde misdaadgroepen in Italië met vertakkingen over de hele
wereld. Zij controleren de hele mensenhandel en laten Afrikanen overkomen om het vuile werk
op te knappen. “Twaalf tot veertien uur arbeid per dag levert hooguit twintig euro op, waarvan
vijf euro naar de maffia gaat.”, aldus Don Pino De Masi, de vicaris in Rosarno.24
De
hypothese bestaat dat de Ndrangheta deze betoging heeft uitgelokt door middel van een
directe agressie.25
Naar de precieze motieven hierachter is het raden. Misschien om te
vermijden dat arbeiders, vreedzaam, om betere werkomstandigheden zouden vragen en de
spotlichten dus op de Ndrangheta zouden terechtkomen als hoofdschuldige van deze
wantoestand.
Uiteindelijk zijn de meeste migranten na de rellen op bussen gezet en uit de omgeving
weggebracht om zo de rust te doen weerkeren. Ze worden opgevangen in nabije
opvangcentra, of proberen elders onderdak te vinden.
De schrijnende situatie in Rosarno en de uitbarsting van geweld mag geen verwondering
opwekken. De overheid is er al die tijd afwezig geweest en heeft nauwelijks moeite gedaan
om de levensomstandigheden van de mensen te verbeteren. Het is ook duidelijk dat een
instrumentalisatie van het geweld ook de regerende coalitie dient. Door de opstanden vindt de
regering nieuwe gronden om hun migratiebeleid te verdedigen.
Eerder had Berlusconi een multi-etnisch Italië al afgewezen.26
Human Rights Watch (2010)
stelt dat racisme en xenofobie is aangewakkerd door de migratiepolitiek van de regering
Berlusconi. De laatst doorgevoerde wetten hebben een sfeer van onverdraagzaamheid
gecreëerd: Political discourse, policies, and legislation over the past two years have
reinforced a perception of a link between migrants and crime, feeding a climate of
intolerance.27
24
De Standaard. (2010, 9 januari). Zware rassenrellen in Calabrië. 25
La Repubblica (2010, 9 januari). Spunta l'ipotesi 'ndrangheta dietro le violenze di Rosarno. 26
La Repubblica (2009, 9 mei). Berlusconi: “Sì ai rimpatri, non apriremo le porte a tutti”. 27
Italy: Speed Investigations of Rosarno Attacks. Zie website: http://www.hrw.org/en/news/2010/02/04/italy-
speed-investigations-rosarno-attacks (2010, 4 februari).
15
1.6 Besluit
Sinds twee jaar wordt de migratiepolitiek in Italië vanuit het buitenland met argusogen
bekeken. Italië geldt in Europa als een land met een strenge, rechtse aanpak van immigranten.
Dat illegaal zijn nu ook als misdaad wordt beschouwd is voor velen een stap te ver en maakt
het pacchetto sicurezza ook zo omstreden. De wet zelf is vrij recent en het is daarom moeilijk
na te gaan welke concrete gevolgen de maatregelen zullen hebben voor de ‘clandestiene’,
illegale immigranten.
De maatregelen die in het pacchetto sicurezza genomen worden, hebben de bedoeling een
afschrikmiddel te zijn voor zij die van buiten Europa Italië willen binnengaan, en aldus het
niveau van illegaliteit naar beneden te halen. Gustavo Zagrebelsky, de vroegere voorzitter van
het Grondwettelijk Hof, constateert echter het omgekeerde resultaat (D’Orsi, 2010). Wie
illegaal is, wordt door de wet bepaald aan de hand van bepaalde criteria. Deze wetten kunnen
er voor zorgen dat mensen uit hun staat van illegaliteit geraken, waardoor de illegaliteit en
criminaliteit dalen in een land. De wetten in het pacchetto sicurezza maken echter dat het
moeilijker wordt om een verblijfsvergunning te verkrijgen en door het feit dat illegalen als
een bedreiging voor de publieke veiligheid worden beschouwd, wordt de overgang naar een
legale status net tegengewerkt. D’Orsi (2010) geeft enkele voorbeelden om dit duidelijk te
maken:
- Een dokter die een illegale immigrant onderzoekt is/was –in theorie- verplicht hem bij
de politie aan te geven. Het risico bestaat dat immigranten hierdoor geen beroep zullen
durven doen op de gezondheidszorg en zo hun eigen gezondheid in gevaar brengen.
- Een prostituee, die vaak illegaal in het land verblijft, kan niet aangeven dat ze wordt
uitgebuit aangezien ze dan het land wordt uitgezet.
- Wie als illegaal getuige is van een misdaad , zal nooit geneigd zijn om te getuigen.
Men kan nog tal van voorbeelden bedenken die kwalijke gevolgen met zich meebrengen.
Bijvoorbeeld het gebrek aan incentieven voor mensen om misdaad en uitbuiting aan te klagen
op de werkvloer.
16
Het nieuwe migratiebeleid voorziet allerminst een menswaardige oplossing voor de duizenden
illegale migranten die in Italië verblijven. Het valt af te wachten wat de toekomst brengt en
welk antwoord men zal formuleren op de zonet aangehaalde situaties die de wet met zich
meebrengen.
17
Hoofdstuk 2: Reactie van Niet-gouvernementele Organisaties
In Rome zijn heel wat NGO’s actief die zich inzetten voor de rechten van vluchtelingen en
illegale migranten in Italië. In wat volgt wil ik hun positie ten aanzien van de
migratieproblematiek weergeven. Hiervoor had ik een gesprek met de verantwoordelijken van
verschillende organisaties in Rome.
2.1 Caritas
Caritas is als liefdadigheidsorganisatie opgericht in 1971. Caritas wil in Italië vanuit een
Christelijk gedachtegoed concrete (nood)interventies en initiatieven opzetten en coördineren
voor hulpbehoevenden. Met andere christelijk geïnspireerde organisaties tracht men
onderzoek te verrichten naar de noden van mensen, en de oorzaken van die noden te
achterhalen. Men tracht de publieke opinie te mobiliseren tot mentaliteitsverandering om van
daaruit veranderingen in de maatschappij te bewerkstelligen.28
Enkele diensten die ze
aanbieden zijn adviescentra, centra voor armoede en ontvangstcentra voor hulpbehoeftigen.
Vittorio Nozza, de nationaal directeur van Caritas is vrij duidelijk wat betreft het
migratiebeleid. Over het push-back pact met Libië zei hij het volgende.: “Het is al te
gemakkelijk en egoïstisch om boten met wanhopige vluchtelingen tegen te houden en hen
terug naar Libië te sturen. Het is de praktijk van alles wat voor ons niet nuttig is en vervelend
gewoon onder de mat te vegen” (Nozza, 2009). Nozza stelt nog dat de aanwezigheid van
immigranten door de publieke opinie vaak gelijkgesteld wordt aan de groei van de
criminaliteit. Uit een onderzoek van Demos (2011), een politiek en sociaal
onderzoeksinstituut, blijkt dat 31% van de Italianen immigranten percipieert als een gevaar
voor de openbare orde en de veiligheid van de mensen; 30% beschouwt hen als een
bedreiging voor de werkgelegenheid.
De media in Italië spelen hier zeker een grote rol in. Een grootschalig onderzoek (Morcellini,
2009) dat op zoek ging naar de weergave van het fenomeen van immigratie en asielzoekers in
28
Caritas. Zie website:
http://s2ew.caritasitaliana.it/pls/caritasitaliana/V3_S2EW_CONSULTAZIONE.mostra_pagina?id_pagina=38
18
de media bevestigt dit. Het thema van immigratie en veiligheid zijn in de media vaak met
elkaar verweven. Van de 5684 nieuwsberichten op televisie tijdens de eerste zes maanden van
2008 - waarvan er 276 over migratie handelden - waren er slechts 26 die het thema van
immigratie niet in verband brachten met ‘veiligheid’. Bij deze nieuwsfeiten werd ook bericht
over bijvoorbeeld economische en culturele factoren, integratie en solidariteit. Van de 330
krantenberichten over immigratie en 389 berichten over veiligheid zijn er 177 artikels in de
krant waarbij deze twee thema’s elkaar overlappen. Van de 104 nieuwsberichten over
immigratie en de 137 berichten over veiligheid op televisie zijn er 57 waarbij de twee thema’s
elkaar overlappen. Het onderzoek stelt dat “La congiunzione e sovrapposizione delle due
dimensioni (fenomeno migratorio + sicurezza) è il paradigma interpretative privilegiato dai
media nei racconti delle dinamiche in atto nel contesto italiano.”29
De media maken ook voortdurend gebruik van stereotypen in hun berichtgeving. Illegalen
worden voortdurend clandestini genoemd. De term wordt steeds meer gebruikt als equivalent
van een crimineel, zeker nu illegaliteit als een misdrijf wordt gezien. (Morcellini, 2009).
De link tussen veiligheid en immigratie wordt dus veel te snel gemaakt, hoewel dit twee
afzonderlijke realiteiten zijn en aldus moeten benaderd worden.
Deze kritiek wordt gedeeld door Manuela De Marco en Susanna Garavini, twee
immigratiemedewerkers van Caritas Italiana. Zij vinden dat het beleid er enkel op gericht is
de grenzen te beschermen, maar tegelijkertijd heeft het ook een negatieve invloed op zij die
legaal in Italië verblijven. Door de te grote focus op immigratie in het beleid, wordt er een
sfeer van argwaan gecreëerd bij de bevolking. Er ligt te veel nadruk op security, maar ook
andere zaken moeten er bij betrokken worden, zoals de economische toestand, de zwarte
markt die veel migranten blijft aantrekken waardoor ze in het illegale circuit terechtkomen, de
gebrekkige integratie van mensen. Er bestaat in Italië geen maatschappelijke cohesie en
“integration is not possible in a non cohesion country”. Italië is zo verdeeld en zaken worden
zo erg gepolariseerd dat het omwille van de gevoeligheid van bepaalde onderwerpen heel erg
moeilijk is voor migranten om te integreren, net omdat ze zo vaak moeten opboksen tegen
stereotypen.
29
“De samenhang en overlapping van de twee dimensies (het fenomeen migratie en veiligheid) is het
bevoorrechte interpretatieparadigma van de media in de verhalen omtrent de huidige dynamiek in de Italiaane
context.”
19
2.2 CIR – Consiglio Italiano per i Rifugiati
De Italiaanse Raad voor de vluchtelingen ontstond in 1990 en zet zich in voor de rechten van
vluchtelingen en zij die asiel willen aanvragen. De organisatie is lid van ECRE, de European
Counsil on Refugees and Exiles. De voornaamste activiteiten zijn hulp verlenen aan de grens
om vluchtelingen en asielzoekers de nodige bescherming te kunnen bieden, opvang en zorg
verlenen aan slachtoffers van foltering, hulp aan vrouwelijke vluchtelingen, juridische
bijstand en sociale begeleiding van niet-begeleide minderjarigen.30
Christopher Hein, de directeur van CIR, verklaarde nog voor de eigenlijke inwerkingtreding
van het pacchetto sicurezza dat de nieuwe wetgeving ervoor zou zorgen dat de illegaliteit zou
toenemen, dat immigranten sociaal nog meer zouden worden uitgesloten, het integratieproces
bemoeilijkt worden, dat de criminalisering van immigranten in hoofde van mensen zou
toenemen en dat veel immigranten zouden aangespoord worden om van Italië naar andere
Europese landen te gaan waar ze beter zouden ontvangen worden.
Fiorella Rathaus, verantwoordelijke van de sociale dienst van CIR, uitte haar bezorgdheid
over de opvang van teruggestuurde vluchtelingen in Libië. Haar vrees was dat men daar niet
goed zou behandeld worden. Naar aanleiding van dit terugstuurbeleid gaf ze ook nog een
pervers effect weer op migranten in Italië. In Italië zijn er de zogenaamde CARA,
ontvangstcentra voor zij die asiel willen aanvragen (Centri Accoglienza Richiedenti Asilo).
Wie aankomt in Italië wordt naar één van die centra gebracht. Deze centra worden door het
ministerie van Binnenlandse Zaken gesubsidieerd, naar gelang het aantal mensen die er
verblijven. Aangezien er ten tijde van het push-back pact de laatste tijd steeds minder mensen
Italië bereikten, raakten de centra leeg en dreigden sommige centra hun subsidies kwijt te
geraken, wat als gevolg had dat mensen in Rome naar elders werden gestuurd om ginds dan
vollere centra te bekomen. Een competitie onder de centra dus, om toch maar geld binnen te
krijgen. Mensen als merchandising, waarbij geen rekening wordt gehouden met het individu
dat recht heeft op een menswaardige behandeling.
Rathaus geeft ook nog mee dat veel Italiaanse politieke partijen te veel inzetten op
veiligheidsissues, en hierbij de migratieproblemen betrekken. Ze stelt dat er veel meer aan de
30
CIR. Zie website: http://www.cir-onlus.org/chisiamo2.htm
20
basis moet worden gewerkt, door onder andere de social welfare op punt te zetten. Tevens
kaart ze aan dat het feit dat alles op veiligheid wordt betrokken ook als gevolg heeft dat alle
beslissingen worden genomen door de minister van Binnenlandse Zaken, in plaats dat
bepaalde problemen aangekaart en opgelost worden door het ministerie van Sociale Zaken.
2.3 Amnesty International
Amnesty International is een organisatie die zich inzet voor de verdediging van de rechten
van de mens en door middel van onderzoek wantoestanden aan de kaak wil stellen. Men
organiseert campagnes en evenementen om mensen bewust te maken omtrent bepaalde
thema’s.
De installatie van het pacchetto sicurezza heeft volgens Amnesty een grote invloed op de
mensenrechten van illegale immigranten in het land. Het zal voor hen heel moeilijk zijn om in
aanraking te komen met welke publieke dienst dan ook. Mensen zullen niet meer naar het
ziekenhuis durven gaan, of naar school, wat gevolgen heeft voor de gezondheid en onderwijs
voor kinderen (Amnesty International, 2009).
Amnesty International had ook scherpe kritiek op het friendship-akkoord tussen Italië en
Libië. Men uitte kritiek tegen het feit dat het akkoord geen rekening hield met de
mensenrechten in Libië en dat er niet voldoende maatregelen werden genomen die de
bescherming van de mensenrechten van vluchtelingen, migranten en asielzoekers
verzekerden. Zij leefden in Libië met een constante schrik: de schrik om mishandeld te
worden, de schrik om gerepatrieerd te worden, waarbij men geen rekening zou houden met de
gevaren voor de mensen in hun thuisland. Men riep hiertoe de Europese Unie in het algemeen
en Italië in het bijzonder op in hun relatie met Libië rekening te houden met deze
mensenrechtenschendingen.31
Giusy D'Alconzo, onderzoekscoördinator van Amnesty International in Italië, merkt op dat
het klimaat waarin bepaalde beslissingen genomen worden de laatste jaren meer en meer is
31
Amnesty International (2010). Mettere i diritti umani al centro della cooperazione con la Libia!.Zie website:
http://www.amnesty.it/mettere-diritti-umani-al-centro-cooperazione-con-la-Libia
21
gepolariseerd en dat de beide kanten van het politieke spectrum vaak aan hetzelfde zeel
trekken. Als voorbeeld haalt ze de overeenkomst tussen Italië en Libië aan die met een
unanimiteit in het parlement is goedgekeurd en geratificeerd. D’ Alconzo bekritiseert ook nog
de criminalisering van mensen in het pacchetto sicurezza. Vroeger konden kinderen, zelfs als
ze illegaal in het land verbleven, nog gewoon naar school gaan. Nu echter is het steeds
moeilijker van deze publieke diensten gebruik te maken, aangezien illegaal zijn op zichzelf al
een misdaad is. Dit brengt met zich mee dat mensen meer en meer verborgen gaan leven en
zich quasi volledig uit het publieke leven onttrekken, uit schrik om in de openbaarheid te
komen.
22
2.4 UNHCR
UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) in Italië houdt zich voornamelijk
bezig met de bepaling van de status van vluchtelingen, verricht activiteiten met betrekking tot
internationale bescherming. Men zorgt voor awareness bij de bevolking door informatie
omtrent vluchtelingen en asielzoekers te verspreiden,
In maart 2006 werd onder leiding van UNHCR een project opgericht in het zuiden van Italië
in samenwerking met de International Organisation for Migration (IOM) en het Italiaanse
Rode Kruis. Het project kreeg de naam praesidium. Praesidium werd ontwikkeld op het
eiland Lampedusa, wat al sinds jaren een belangrijke aankomstplaats was voor illegale
immigranten en asielzoekers vanuit Afrika. Het opzet was Strengthening reception capacity in
respect of migration flows reaching the island of Lampedusa. (UNHCR, 2009). De bedoeling
was de mensen op een zo goed mogelijke manier op te vangen en hen te helpen met
informatieverwerving bij de asielprocedures. Het project is later uitgebreid naar Sicilië,
Puglia, Calabrië en Sardinië. In mei 2009 echter onderhandelde Italië het pushback-pact met
Libië waardoor de aankomst van migranten op Lampedusa vrijwel tot nul werd gereduceerd.
Om die reden heeft men zich dan ook teruggetrokken uit Lampedusa.
Riccardo Clerici, een medewerker van UNHCR Italia, had ernstige redenen om zich zorgen te
maken omwille van het pushback-pact. In Juni 2010 werd UNHCR door de Libische
autoriteiten namelijk verplicht om het land te verlaten. Er werden geen redenen gegeven voor
dit gedwongen vertrek. Aangezien UNHCR het asielbeleid in Libië zowat in handen had,
betekende dit vertrek dus dat voor zovele vluchtelingen en asielzoekers geen bescherming kon
worden geboden.
Clerici gaf aan – in aansluiting op wat andere organisaties ook al vertelden - dat de overheid
in Italië problemen van veiligheid en integratie op één hoop gooit. Al te vaak wordt de
populistische kaart getrokken en betekenen sommige beslissingen echte drama’s voor mensen.
Het is tevens heel moeilijk om het publiek, dat gedomineerd wordt door politieke discussies,
te overtuigen om de andere kant op te kijken.
23
Hoofdstuk 3: Op zoek naar een ideologische achtergrond: Securitisation
Het pacchetto sicurezza verraadt al de manier waarop naar migratie wordt gekeken. Het gaat
er om burgers het gevoel te geven dat de overheid met de veiligheid van zijn bevolking is
begaan. Hiervoor kunnen maatregelen aangewend worden die heel controversieel zijn, maar
alleszins de indruk wekken dat er aan oplossingen voor mensen wordt gewerkt. Op het
pacchetto sicurezza kwam heel wat kritiek, niet in het minst van NGO’s. Hun kritiek is dat de
overheid al te vaak maatschappelijke problemen verengt tot een probleem van veiligheid, en
daarmee slechts een beperkt deel van een probleem aanpakt.
Het is interessant na te gaan waarom het zo vaak over veiligheid - security - gaat en of deze
visie recht doet aan de complexiteit van een maatschappelijk probleem. Hiervoor zal ik onder
andere nagaan hoe in Europa dit laatste decennium het discours richting securitisation is
verschoven.
3.1 Algemeen: Securitisation volgens de Copenhagen School
Het begrip securitisation is ontwikkeld door de Copenhagen School. Deze Europese
denkschool, waarvan Barry Buzan, Ole Waever en Jaap de Wilde de voornaamste theoretici
zijn, beschouwt securitisation als het proces waarbij van bepaalde problemen een probleem
van veiligheid wordt gemaakt: In a process of securitization, any element considered
threatening to the state and/or societal security is approached as a question of national
security. (Angelescu, 2008). Eén van de belangrijkste argumenten van de securitization theory
is dat het proces van het veiligheidsdiscours vervat zit in een speech act: It is by labelling
something a security issue that it becomes one. it is the utterance itself that is the act. By
saying the words, something is done (Wæver, 2004).
Door het feit dat overheden erin slagen van bepaalde problemen echte bedreigingen te maken,
kunnen ze in naam van de nationale veiligheid ook maatregelen nemen die balanceren op de
grens van het wettelijk aanvaardbare en mogelijke:
“A government presents an issue as an existential threat, requiring emergency measures and
justifying actions outside the normal bounds of political procedure in the name of national
24
security” (Buzan, Waever & de Wilde, 1998 in: Angelescu, 2008).
In hun in 1998 uitgebracht boek Security: A New Framework for Analysis (Buzan, Waever &
de Wilde, 1998) leggen ze het concept securitisation heel secuur uit. Securitisation studies
focussen steeds op volgende elementen die grondig onderzocht moeten worden: “who
securitizes, on what issues (threats), for whom (referent objects), why, with what results, and
not least, under what conditions.” (Buzan, Waever & de Wilde, 1998, p. 32).
De auteurs stellen verder nog dat ‘securitisering’, net zoals politisering, een heel erg subjectief
proces is. Het is niet eenvoudig om een bepaald probleem effectief te beoordelen als een
‘echte’ bedreiging. Hiervoor zou er een objectieve maatstaf van veiligheid/onveiligheid
moeten zijn die er vooralsnog niet is. Een land zal dus eigen maatstaven hanteren om een
bepaald probleem voor te stellen als een probleem van veiligheid.
3.2 Oorzaken van Securitisation
Men kan zich afvragen waarom landen de migratieproblematiek willen ‘verveiligen’.
Huysmans (2000) haalt drie redenen aan waarom dit gebeurt. Ten eerste willen landen
proberen hun interne veiligheid te beschermen. Nadat in Europa de interne landsgrenzen
werden afgeschaft, werd de markt geopend voor het vrije verkeer van goederen, personen,
diensten en kapitaal. Men veronderstelde echter dat deze open toegang het ook gemakkelijker
zou maken voor illegale en criminele activiteiten door terroristen, internationale criminele
organisaties, asielzoekers en immigranten. Men nam zich voor zich hiertegen te wapenen en
maatregelen te nemen.
Een tweede oorzaak volgens Huysmans is de link tussen de culturele veiligheid en migratie.
Landen die beleid rond migratie moeten voeren, moeten aannemen dat Europese landen
immigratielanden zijn geworden. Immigranten, asielzoekers en vluchtelingen zijn aanwezig
en dagen de mythe van een nationale culturele homogeniteit uit (Martiniello, Cesari, 1997 in
Huysmans, 2000). Concepten als multiculturaliteit, nationalisme, racisme en xenofobie
kennen steeds meer invloed en sturen de debatten in een welbepaalde richting.
25
De derde oorzaak kent Huysmans toe aan de crisis van de welvaartsstaat. De vraag hier is wie
recht heeft op welvaartsvoorzieningen. Immigranten, asielzoekers en vluchtelingen worden
door ‘welvaartchauvinisten’ gezien als personen die geen recht hebben op sociale
ondersteuning en andere geneugten van de welvaartsstaat. Ze zijn voor de autochtone
bewoners rivalen op de arbeidsmarkt. Meer nog, het aanbieden van sociale voorzieningen
maakt dat nog meer mensen worden aangetrokken tot Europa; het werkt als een magneet. Er
worden metaforen gebruikt als ‘invasie’, of ‘golf’ van asielzoekers. Een welvaartstaat die zijn
sociaal-economische rechten probeert te vrijwaren, gebruikt deze metaforen om immigranten,
asielzoekers en vluchtelingen af te schilderen als een serieuze bedreiging voor het overleven
van het sociaal-economische systeem. Huysmans verwoordt dit verder als volgt:
“In the political spectacle these metaphors help to dramatize the socio-economic problematic
of the welfare state by framing it in a security discourse: experiences of economic and social
uncertainty are translated into opposition to and fear of immigrants and asylum-seekers.”
(Huysmans, 2000, Pg. 769)
De drie redenen zijn duidelijk ingegeven door een bepaalde angst voor wat van buitenaf komt:
de angst dat onze nationale veiligheid in het gedrang komt, de angst dat onze cultureel
bepaalde waarden verdrukt dreigen te worden, of de angst dat onze welvaart ten onder zal
gaan. Men houdt er in Europa een liberale visie op na, maar wat het beleid over asielzoekers
en vluchtelingen betreft, is men heel restrictief en vallen we op onszelf terug. Het
‘securitiseren’ van migratie kan daarom notions of collective identity helpen consolideren
(Boswell, 2007).
3.3 ‘Securitisering’ in Europa
3.3.1 Het veiligheidsdiscours rond migratieproblematiek in Europa
Europa gedraagt zich al heel lang als pleitbezorger van de universele rechten van de mens en
probeert in zijn asiel- en migratiebeleid de internationale wetgeving inzake de bescherming
van vluchtelingen en asielzoekers te respecteren. In dit mensenrechtendiscours wordt het
vluchtelingenbeleid aanschouwd als een matter of low politics en worden asielzoekers of
immigranten in geen enkel opzicht beschouwd als een bedreiging voor de samenleving. Van
26
‘illegale immigratie’ is in dit discours geen sprake. Het discours is onder andere geënt op de
Conventie van Genève en de Universele verklaring van de Rechten van de Mens (Van Dijck,
2005). Het mensenrechtendiscours geldt niet alleen binnen juridische wetteksten. Wat
belangrijker is, is dat het een houding is, een visie die een ideaalbeeld weergeeft van hoe met
vluchtelingen moet worden omgegaan. Centraal staat de situatie van de vluchteling die uit
vrees voor vervolging zijn land van herkomst heeft ontvlucht en op zoek is naar veiligheid.
Vluchtelingen moeten de grootste bescherming krijgen en moet na het verkrijgen van de
status toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, recht op scholing, onderdak. (Lavanex, 2001 in:
Van Dijck, 2005).
Europa kadert zijn migratiebeleid binnen dit discours. Deze houding botst echter met de
houding die Europa aanneemt om zijn belangen veilig te stellen. Europa wil de veiligheid
waarborgen en zal hiervoor belangrijke principes van het internationaal recht ondergeschikt
maken. Het mensenrechtendiscours komt zo tegenover het veiligheidsdiscours te staan (Van
Dijck, 2005). Binnen dit veiligheidsdiscours staat de perceptie van een voortdurende
‘wezenlijke’ dreiging van een overrompeling van asielzoekers en illegale immigranten
centraal (Van Dijck, 2005).
Midden jaren 80 maakte het Verdrag van Schengen het vrije verkeer van personen in Europa
mogelijk. In deze overeenkomst werd illegale immigratie gezien als een grensoverschrijdende
bedreiging naar aanleiding van de afschaffing van de interne grenzen. In 1992 ontstond het
Verdrag van Maastricht. Dit verdrag bracht migratie onder bij een matter of common
interest32
samen met onder andere de strijd tegen drugs en fraude, de strijd tegen terrorisme en
andere vormen van internationale misdaad. Door migratie in het rijtje van andere misdaden te
plaatsen, werd illegale immigratie ook een vorm van georganiseerde misdaad. Het verdrag
van Maastricht versterkte om die reden de securitization of migration (Van Dijck, 2006).
Met het verdrag van Amsterdam in 1997 werd expliciet gepoogd om een gemeenschappelijk
Europees migratiebeleid op poten te zetten. Een speciale Europese Raad in Tampere in 1999
boog zich over de identificatie van Europa als een area of freedom, security and justice.
Hoewel men in Tampere probeerde de kritiek te weerleggen als zou Europa er een te
restrictief beleid op nahouden inzake migratie en asiel was er een duidelijk discours van
32
Verdrag van Maastricht: Title VI: Provisions on cooperation in the fields of justice and home affairs.
27
veiligheid aan de orde. Dit werd duidelijk door de oprichting van verschillende autonome
agentschappen die de controle voerden over de binnengrenzen van de lidstaten, zoals
EUROPOL33
en de Border Management Agency. Verder wordt nog allerhande technologie
aangewend als oplossing voor ‘bedreigingen’ (Guild, Carrera & Balzacq, 2008). Het betreft
dan onder andere een databank waar vingerafdrukken worden bijgehouden (EURODAC).
Ook het SIS, het Schengeninformatiesysteem, wordt in die periode ontwikkeld. Dit systeem is
een database waar landen gebruik van kunnen maken om informatie in te winnen over
specifieke personen om hen met deze info toe te laten tot het land of hen de toegang te
ontzeggen.
De gebeurtenissen van 11 september 2001 maakten dat er nog meer een link werd gelegd
tussen de strijd tegen illegale immigratie en tegen het internationale terrorisme. Illegale
immigratie werden zodus nog meer gezien als een ‘bedreiging’.
In 2005 werd het Tampere Programma opgevolgd door het Haagse Programma. Dit
programma werd als volgt ingeleid:
“The security of the European Union and its Member States has acquired a new urgency,
especially in the light of the terrorist attacks in the United States on 11 September 2001 and
in Madrid on 11 March 2004. The citizens of Europe rightly expect the European Union,
while guaranteeing respect for fundamental freedoms and rights, to take a more effective,
joint approach to cross-border problems such as illegal migration, trafficking in and
smuggling of human beings, terrorism and organised crime, as well as the prevention thereof.
[…] The European Council considers that the common project of strengthening the area of
freedom, security and justice is vital to securing safe communities, mutual trust and the rule
of lawthroughout the Union. Freedom, justice, control at the external borders, internal
security and the prevention of terrorism should henceforth be considered indivisible within
the Union as a whole.”34
33
EUROPOL: Europol is the European Law Enforcement Agency which aims at improving the effectiveness and
co–operation of the competent authorities in the Member States in preventing and combating terrorism, unlawful
drug trafficking and other serious forms of organised crime (http://www.europol.europa.eu/) 34
The Hague Programme: Strengthening freedom, security and justice in the European Union. Zie website:
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2005:053:0001:0014:EN:PDF
28
Het verband tussen de aanpak van illegale immigratie en het behoud van onze
gemeenschappen wordt hier opnieuw bevestigd. Illegale immigratie wordt opnieuw
opgevoerd als een bedreiging voor onze Europese gemeenschap (Van Dijck, 2006). Door de
beklemtoning van de interne veiligheid die moet beschermd worden krijgen de concepten
‘freedom’, ‘security’ en ‘justice’ een xenofobisch karakter aangezien het de indruk wekt dat er
er een bedreiging voor de deur van Europa staat, die afwacht om binnen te vallen.
Het Haagse Programma wil de nadruk leggen op het beschermen van onze buitengrenzen en
daarom zal geijverd worden voor een beter management of external borders. Hiervoor wil
men onder andere een betere afstemming verkrijgen tussen de verschillende Europese
informatiesystemen: SIS II, het Visa Information System35
, en EURODAC.
Het Stockholm Programma36
volgt in 2010 het Haagse Programma op. De nadruk komt in dit
beleidsplan te liggen op de bescherming van de burgerrechten en het vrijwaren van het
Europese burgerschap. De toon in het programma is hier veel gematigder. Het verband tussen
migratie en een mogelijke bedreiging voor Europa is hier veel minder aanwezig, hoewel in
deze tekst ook gepleit wordt terrorisme en georganiseerde misdaad tegen te gaan met een
betere uitwisseling van informatie tussen de Europese politiediensten en een versterkte
werking van FRONTEX. Met pleit voor een internal security strategy die Europa veiliger
moet maken door middel van een betere samenwerking in rechtshandhaving, grensbeheer,
civiele bescherming en een betere samenwerking op vlak van rampbeheer en justitie.
35
VIS: Een Europese database met onder andere ‘biometrische’ informatie, zoals foto’s en vingerafdrukken, van
iedereen die een visum nodig heeft om in Europa te reizen of te wonen. 36
Zie website: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2010:115:0001:0038:EN:PDF
29
3.3.2 Autonomie voor de lidstaten inzake nationale veiligheid
Men kan zich afvragen hoe het komt dat Italië, als land binnen de Europese Unie, maatregelen
kan nemen die schijnen in te druisen tegen een discours van mensenrechten. Dit is heel
eenvoudig te verklaren, aangezien het Verdrag van Lissabon de verantwoordelijkheid van de
binnenlandse veiligheid bij de lidstaten zelf legt. Het Stockholm Programma, dat niet bindend
is, pleit voor een internal security strategy, maar de interne veiligheid is een nationale
verantwoordelijkheid. In sectie V (Area of freedom, security and justice) van The Treaty on
the functioning of the European Union37
staan volgende belangrijke artikels:
Artikel 72:
This Title shall not affect the exercise of the responsibilities incumbent upon Member States
with regard to the maintenance of law and order and the safeguarding of internal security.
Artikel 73:
It shall be open to Member States to organise between themselves and under their
responsibility such forms of cooperation and coordination as they deem appropriate between
the competent departments of their administrations responsible for safeguarding national
security.
Artikel 79 (over een gemeenschappelijk migratiebeleid):
This Article shall not affect the right of Member States to determine volumes of admission of
third-country nationals coming from third countries to their territory in order to seek work,
whether employed or self-employed.
Het is door deze nationale verantwoordelijkheid dat het mogelijk is in Italië om illegale
immigranten gelijk te stellen aan misdadigers, of dat Frankrijk in augustus 2010 duizenden
Roma konden uitwijzen naar Oost-Europa38
. Pas als er een klacht wordt ingediend bij het Hof
van de Mensenrechten kan een land hiervoor gestraft worden. Europa loopt bij gebrek aan een
bindend Europees migratiebeleid steeds welbepaalde feiten achterna en kan slechts achteraf,
als het eventuele kwaad is geschied, ingrijpen.
37
Zie website: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2008:115:0047:0199:EN:PDF 38
De Standaard. (2010, 25 augustus). Frankrijk gaat door met ontmanteling Romakampen.
30
Boswell stelt dat media, nationale rechtbanken, NGO’s of nationale parlementen vooral
gefocust zijn op het nationale beleid en debatten die binnenlandse aangelegenheden
aanbelangen. Aangezien er een veel mindere belangstelling is voor het beleid op Europees
niveau en hierover aldus veel minder gedegen en kritisch onderzoek gebeurt, is het Europese
migratiebeleid een van de domeinen waar overheden in staat zijn voorbij te gaan aan politiek
protest of kritiek vanuit humanitaire hoek. Door bepaalde domeinen van het migratiebeleid
(bv. grenscontroles en bescherming van vluchtelingen) te outsourcen naar andere landen
buiten de EU (cfr. push-back pact met Libië) kunnen landen sneller wegkomen met hun lagere
standaarden inzake mensenrechten (Boswell, 2007).
3.3.3 De bescherming van de buitengrenzen: FRONTEX
In oktober 2004 werd door de Raad van de Europese Unie Frontex opgericht, het Europees
Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen39
.
Frontex is “tasked to coordinate the operational cooperation between Member States in the
field of border security. The activities of Frontex are intelligence driven. Frontex
complements and provides particular added value to the national border management systems
of the Member States.”40
De verantwoordelijkheid voor de controle van de buitengrenzen van
de lidstaten van de Europese Unie ligt bij de lidstaten zelf, maar Frontex helpt bij de
grensbewaking door de verschillende acties en maatregelen die landen nemen te coördineren.
Frontex werkt nog samen met andere agentschappen van de EU ter beveiliging van de
grenzen. Dit zijn oa. EUROPOL, het European Police Collge (CEPOL) en het European
Maritime Safety Agency (EMSA). Frontex voert volgende zes taken uit: de coördinatie van de
operationele samenwerking tussen lidstaten bij het beheer van de externe grenzen, het aanbod
van training aan border guards, de analyses van risicovolle situaties, het uitvoeren van
onderzoeksopdrachten, het organiseren van technische en operationele hulp voor lidstaten
indien nodig en de hulp bij het organiseren van de terugkeer van illegale immigranten (House
of Commons, 2010, p. 23). Frontex voert heel wat patrouilles uit rond de kusten en probeert
op die manier illegale immigranten te onderscheppen.
39
Zie website: http://europa.eu/agencies/community_agencies/frontex/index_nl.htm 40
Zie website: http://www.frontex.europa.eu/
31
Frontex wordt elk jaar belangrijker en speelt een steeds grotere rol in het ‘managen’ van de
grenzen. Dit is ook te merken aan het budget dat Frontex jaarlijks ter beschikking krijgt. In
2005 was dit nog 6.280.202 euro, in 2010 is dit bedrag exponentieel gestegen en had men
87.917.000 euro ter beschikking.41
In 2008 verscheen vanuit de Europese Commissie een
evaluatierapport dat in kaart bracht wat precies de verwezenlijkingen zijn geweest van
Frontex (Europese Commissie, 2008). Uit de evaluatie bleek dat in 2006 en 2007 meer dan
53.000 mensen zijn aangehouden of de toegang geweigerd aan de grenzen. Meer dan 2.900
vervalste reisdocumenten zijn ontdekt en 58 mensen die illegale migranten begeleiden zijn
gearresteerd.
In 2006 begon bijvoorbeeld een joint operation, genaamd HERA, die de illegale
migratiestromen van West-Afrikaanse landen naar de Canarische eilanden moest tegengaan.
In 2008 werden 5969 migranten teruggestuurd en 360 begeleiders opgepakt. Hera is nu een
langetermijn operatie geworden (Baldaccini in: Ryan & Mitsilegas, 2010, p.240)
Ondertussen hebben echter heel wat vluchtelingenorganisaties hun bezorgdheid geuit over de
manier waarop Frontex omgaat met het onderscheppen van migranten, waarbij hun rechten
niet gevrijwaard worden. Zo liet UNHCR weten ongerust te zijn over mensen die Europa
willen binnen komen, maar hierbij geen internationale bescherming kunnen krijgen en vrezen
voor hun leven.42
Naar aanleiding van het verdrag tussen Italië en Libië werden heel wat
mensen op zee teruggestuurd naar Libië. Frontex werd toen beschuldigd van het niet naleven
van het Universeel verdrag van de Rechten van de Mens dat stelt dat iedere persoon het recht
heeft zijn land te verlaten alsook het recht heeft asiel aan te vragen wegens vervolging in een
ander land.43
Gil Arias-Fernandez, vice-directeur van Frontex, stelde toen dat het verdrag
tussen Libië en Italië een positieve impact had aangezien minder levens gevaar liepen op zee
omdat ze vroeger onderschept werden. In het rapport dat Human Rights Watch opstelde naar
aanleiding van het push-back pact ziet men deze uitspraak van Arias Fernandez als de onjuiste
aanname dat “een potentieel humanitair voordeel (het voorkomen van het verlies van
mensenlevens op zee) opweegt tegen een humanitair recht (het recht om je land te mogen
verlaten en het recht op het aanvragen van asiel).” (Human Rights Watch, 2009). Dit klopt
echter niet, aldus Human Rights Watch, aangezien mensen het recht hebben hun leven te
41
FRONTEX. Zie website: http://www.frontex.europa.eu/budget_and_finance/ 42
UNHCR. Zie website: http://www.unhcr.org/4d022a946.html 43
Universal Declaration of Human Rights, Artikel 13.2 en 14.1.
32
riskeren ter vrijwaring van hun mensenrechten. Ze doen dit namelijk soms als vlucht van een
erger gevaar dan het potentiële risico.
In 2010 werd een voorstel gelanceerd door Cecilia Malmström, Europees Commissaris voor
Binnenlandse Zaken, om de rol van Frontex te versterken, met nadruk op het scheppen van
een beter legaal kader dat volledig rekening houdt met de fundamentele rechten. Het voorstel
wil de border guards een betere training geven inzake deze rechten en in het bijzonder met
het principe van non-refoulement.44
Dit voorstel resulteerde uiteindelijk in een concrete tekst
waarin de rules for sea border operations werden weergegeven en waarbij de fundamentele
rechten verzekerd worden.45
De crisis die vandaag heerst op Lampedusa naar aanleiding van de toegestroomde
vluchtelingen ten gevolge van de onrust in Noord-Afrika (zie supra), maakt al snel duidelijk
dat de opgestelde regels niet voldoende in de praktijk worden toegepast. Eind februari werd
namelijk ‘operatie Hermes’ ontplooid om de Italiaanse autoriteiten bij te staan bij de aanpak
van de toevloed van migranten uit Noord-Afrika, op Lampedusa, vooral vanuit Tunesië.46
Amnesty International uitte kritiek op de werkwijze van de Italiaanse autoriteiten en roept
Frontex op zich te houden aan de opgestelde richtlijnen. Mensen zouden namelijk
teruggestuurd worden zonder de mogelijkheid een asielaanvraag in te dienen (MO*, 1 maart
2011).
De rol en invloed van Frontex als ‘bewaker van Europa’ groeit elk jaar opnieuw, getuige
daarvan de jaarlijks stijgende budgetten die het agentschap toegewezen krijgt. Het Hongaarse
EU-voorzitterschap wil de rol van Frontex nog versterken door deze uit te breiden en te
intensifiëren. Op een persconferentie maakte Sándor Pintér, de Hongaarse minister van
Binnenlandse Zaken, duidelijk waar zijn prioriteiten met Frontex liggen: “Security comes
first, but the basic rights of individuals also matter”.47
Het agentschap zal zich naar de toekomst toe ook voorbereiden op de komst in 2013 van
EUROSUR, het European external border surveillance system dat tot doel heeft het aantal
illegale immigranten die Europa willen binnen komen te verminderen door middel van
44
Zie website:
http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/10/184&type=HTML&aged=0&language= 45
Zie website: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2010:111:0020:0026:EN:PDF 46
Zie website:
http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=MEMO/11/98&format=HTML&aged=0&language=E
N&guiLanguage=en
47 Zie website: http://www.eu2011.hu/news/presidency-stronger-frontex
33
geavanceerde technologische middelen zoals bijvoorbeeld het gebruik van satellieten (Monar,
2010, p. 232).
De recente vluchtelingencrisis legt bloot hoe moeilijk Europa het heeft om met deze situatie
om te gaan. Italië had de Europese Raad om meer solidariteit gevraagd bij de opvang van
vluchtelingen maar ving bot (Kington, 2011). Het Europees parlement echter steunde Italië in
zijn vraag en vroeg in een resolutie om een solidariteitsclausule te ontwikkelen die de lasten
verdeelt bij de opvang van vluchtelingen uit Noord-Afrika.48
Men klaagt aan dat Frontex het
enige instrument is dat wordt ingezet tegen de massale toestroom van vluchtelingen.
Aangezien er geen gemeenschappelijk Europees ‘opvangproject’ is, is het maar normaal dat
landen een beroep doen op Frontex bij het managen van de vluchtelingenstroom.
Roberto Maroni beschreef de toevlucht van Tunesiërs als een “Bijbelse Exodus” van
vluchtelingen richting Europa.49
Hij probeerde daarmee een maatschappelijke draagvlak te
creëren om sterke maatregelen te nemen. Hein De Haas, een onderzoeker van het
International Migration Institute in Oxford, noemt deze soort uitspraken het scheppen van een
myth of invasion, aangezien de meeste vluchtelingen gewoon terug naar huis willen en
anderen gewoon deel uitmaken van de jaarlijkse stroom arbeidersmigranten die rond deze tijd
van het jaar op zoek zijn naar werk. De Haas vindt dat “In many ways, a problem of the
looming African invasion was "invented" so that we had an excuse to "combat" what was
basically an invented problem - and so the "combating" will always be a success.” (De Haas,
30 maart 2011). Frontex doet, aldus De Haas, lustig mee met het creëren van de invasiemythe
(Euronews, 2011) en heeft daar ook zijn redenen voor: “It is also in their interest to represent
migration as a danger in order to make themselves more relevant. Creating a "state of
emergency" is an effective way to divert the attention away from a more rational debate about
the efficiency of their actions and the monstrous dimensions of their budget. (De Haas, 2011).
Of hoe Frontex ook deel uitmaakt van het securitiseringsproces.
48 De Morgen. (2011, 5 april). “EU-landen moeten vluchtelingen onder elkaar verdelen”. 49 Der Spiegel. (2011, 14 februari). Thousands of Tunisians Arrive in Italy.
34
Hoofdstuk 4: Securitisation in Italië
In het vorige hoofdstuk heb ik geprobeerd te schetsen waar het proces van ‘securitisering’
vandaan komt en hoe dit in Europa als achtergrond dient waartegen beslissingen inzake
migratie worden genomen. In dit hoofdstuk wil ik nagaan hoe de ‘securitiseringsgedachte’
ook bij de aanpak van de migratieproblematiek in Italië doorsijpelt. Het is van belang even na
te gaan in welke mate er in Italië een verband zou bestaan tussen de komst van migranten en
de groei van de criminaliteit. Deze uitkomst kan aantonen of er een legitimering kan bestaan
voor de ‘securitisering’ van de migratieproblematiek in Italië. In een volgend deel zal ik het
artikel van Luca Miggiano States of exception: securitisation and irregular migration in the
Mediterranean (Miggiano, 2009) als basis gebruiken voor een diepere beschouwing omtrent
migratie. Miggiano bekijkt het fenomeen illegale immigratie vanuit een filosofisch en
theoretisch kader en geeft hierbij interessante inzichten over hoe de manier waarop wordt
omgegaan met illegalen in Italië, helemaal in de lijn ligt van de ‘securitiseringsgedachte’.
Onderzoekster Liisa Malkki biedt ook interessante handvaten en inzichten om voorbij te gaan
aan de te enge benadering van migratieproblemen. In een volgend deel ga ik op zoek naar
verdere en meer concrete voorbeelden van ‘securitisering’ in Italië.
4.1 Migratie versus criminaliteit
Huysmans gaf als één van de oorzaken waarom landen een politiek van securitisation voeren,
dat men de interne veiligheid van het land wil verzekeren (zie supra). Daarom neemt men
maatregelen die deze veiligheid moet garanderen. Maar is deze veiligheid wel echt in gevaar?
Berlusconi stelde met de lancering van het pacchetto sicurezza illegale immigratie gelijk met
een misdaad, en stelt dus dat clandestini misdadigers zijn. Voor een juist en eerlijk debat is
het nodig te kijken of er een verband bestaat tussen migratie en criminaliteit en wat de invloed
is van het één op het ander.
Bianchi, Buonanno en Pinotti (2008) onderzochten de empirische relatie tussen immigratie en
misdaad in de Italiaanse provincies gedurende de periode 1990-2003. Ze gingen op zoek naar
de causale effecten tussen de twee. Ze baseerden zich hiervoor op documenten van de politie
35
om de criminele misdrijven in kaart te brengen, en combineerden die met cijfers omtrent
immigratie, zowel wat betreft legale als illegale immigratie. Illegale immigratie bekeken ze
aan de hand van de regularisaties die er zijn geweest en die info geven over het aantal illegale
immigranten. De onderzoekers concluderen dat het totaal aantal misdrijven en de meeste
types van criminaliteit niet gelinkt zijn aan de grootte van de immigrantenpopulatie.
Immigratie heeft enkel een invloed op het aantal diefstallen, maar aangezien zij maar een
beperkt deel uitmaken van alle misdrijven, is het effect op de algemene misdaad niet
significant te noemen.
De humanitaire organisatie Caritas en het Agenzia Redattore Sociale werkten in 2009 samen
aan een onderzoek dat ook de criminaliteit bij immigranten onder de loep nam (Caritas &
Agenzia Redattore Sociale, 2009). Het onderzoek concludeert heel duidelijk dat ondanks
ongunstige sociale en normatieve omstandigheden het aandeel van criminaliteit bij (legale)
immigranten slechts in beperkte mate hoger is dan bij autochtone Italianen (tussen 1,23% en
1,40% ten opzichte van 0,75%). Indien men rekening houdt met de verschillen in leeftijd is
het aandeel gelijk. Het verschil ligt bij de jongeren; het aandeel echter in criminaliteit bij
immigranten boven de 40 jaar is zelfs lager dan bij de autochtone Italianen. In het algemeen
stelt men dat er geen enkel verband bestaat tussen de groei van de legale immigranten en de
groei van de misdaad.
Wat betreft illegale immigranten heeft men geen betrouwbare cijfers gevonden over hun
invloed op criminaliteit. Toch zijn er redenen om illegalen niet te vereenzelvigen met
misdadigers, aangezien van de 4 miljoen buitenlanders die in Italië verblijven, er op zijn minst
2 miljoen zijn die een korte of lange periode illegaal zijn geweest ten gevolge van de
complexiteit van de wetgeving en de aantrekkelijkheid van het zwarte circuit.
Het mag duidelijk zijn dat het verband tussen migranten en criminaliteit zeker niet significant
mag genoemd worden. Het onderzoek van Bianchi (et al.) toont enig verschil aan wat betreft
diefstallen, en dat van Caritas (et al.) geeft slechts een beperkt verschil aan. De overheid gaat
tevens voorbij aan andere omstandigheden dan enkel ‘de status van migrant’ die criminaliteit
kunnen verklaren, bijvoorbeeld de welig tierende zwarte markt waar velen in werkzaam zijn.
‘Securitisering’ van het migratiebeleid mag niet gebeuren op basis van holle woorden en
onjuistheden.
36
4.2 Staat van uitzondering: ingesloten als uitgeslotene
Miggiano bespreekt in zijn artikel hoe illegale immigranten in Italië voortdurend benaderd
worden vanuit een ‘staat van uitzondering’, een state of exception waarmee een noodtoestand
wordt bedoeld. Dit slaat op het proces van securitisation. Hij gebruikt hierbij het concept, het
‘naakte leven’, van de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben. Dit ‘naakte leven’ wordt door
Agamben omschreven als de Homo Sacer. Het gaat over een man uit het Romeinse rijk die
een bepaalde misdaad heeft gepleegd en hierom uit de maatschappij werd gebannen. Hij is
een figure of the archaic Roman law included in the juridical order “solely in the form of his
exclusion” (Agamben, 1998, p. 112). Men mag deze man niet doden, maar wie het toch doet
zal hierom niet gestraft worden. Hierdoor maakte hij geen deel uit van de maatschappij als
politiek wezen, maar enkel als een biologisch wezen. Hij was aldus geen burger, maar leefde
onder de burgers. Agamben legt hierbij het filosofische verband met concentratiekampen
waar Joden, voordat ze erheen gingen, eerst werden gedenationaliseerd en gedepriveerd van
hun politieke status. Agamben stelt dat deze kampen niet werden gecreëerd door de gewone
wet, maar ten gevolge van een permanente en gewilde noodtoestand. Het kamp stond buiten
de normale juridische rechtsorde, maar was er toch in ingesloten. Het is daarom dat Agamben,
in navolging van Hanna Arendt stelt dat in een kamp “alles mogelijk is” (Agamben, 1998, in
Miggiano, 2009). Miggiano distilleert hieruit dat Agamben een genealogy of sovereignty
beschrijft door middel van noodtoestanden, uitzonderingen, normaliteit en het naakte leven.
De illegale immigrant kan beschouwd worden als een homo sacer en ‘securitisering’ als een
proces dat langs deze genealogie bestaat. Dit is, aldus Miggiano, een eerste belangrijk
kenmerk van securitisation.
De archetypische vorm van de Nazikampen is op geen enkele manier gelijk te stellen aan de
maatregelen die Italië heeft genomen op vlak van illegale immigratie. Toch zijn er analogieën
te trekken. Bijvoorbeeld als het gaat om het opsluiten van mensen in Centri di Permanenza
Temporanea, die nu Centri di identificazione e di espulsione heten. Illegale immigranten die
er worden vastgehouden, zijn verdreven uit de maatschappij, maar zitten er wel nog in. Ze
bevinden zich eigenlijk in a space of exception, where the sovereign asserts his power over
bare life while neglecting a juridical status.
37
De Italiaanse tegenhanger van Artsen Zonder Grenzen ziet ook een duidelijke verandering in
de functie van deze centra. Toen in 1990 dit systeem van ‘administratieve detentie’ werd
geïnstalleerd, was dit een manier om migranten die het land moesten verlaten te herbergen,
met het oog op het verminderen van illegale immigratie. Er was toen niets bestraffend aan dit
systeem, maar sinds de maximale opsluitingperiode met de nieuwe wetgeving verlengd is (zie
supra), lijkt de originele functie radicaal veranderd te zijn: van een ‘bijzondere’ en tijdelijke
beperking van de vrijheid met het oog op uitwijzing, naar een vorm van bestraffing, hoewel er
van een strafrechtelijk systeem geen sprake is. De centra bereiken ook helemaal niet meer het
doel om illegale immigratie naar omlaag te krijgen, aangezien slechts een fractie van het
totale aantal illegale migranten in de centra terecht komt. Het heeft eerder een symbolische
functie van opsluiting gekregen. MSF vreest echter dat deze inconsistentie tussen het
expliciete en impliciete doel van de centra de weg vrijmaakt voor misbruiken, inefficiënte
wijze van handelen en eventuele schendingen van de mensenrechten (Medici Senza Frontiere,
2010). Een space of exception dus, waarvan de controle helemaal is overgeleverd aan de
machtshebber.
Het is de rechter die beslist of iemand moet worden opgesloten in een CIE. Men kan hier
tegen in beroep gaan, maar de uitwijzing kan niet worden ongedaan gemaakt. Als er binnen de
60 dagen (ten tijde van de wet Bossi-Fini) geen repatriëring heeft plaatsgevonden, wordt de
illegale immigrant vrijgelaten. Deze moet het grondgebied dan wel binnen de 5 dagen
verlaten, anders wordt hij gearresteerd. In de meeste gevallen zal deze persoon ervoor kiezen
om illegaal in het land te blijven. Men kan daarom stellen dat de staat deze persoon aanvaardt
als homo sacer. Een voorwaarde is natuurlijk wel dat hij onzichtbaar blijft. Dit brengt
Miggiano ertoe om tot een tweede belangrijk kenmerk te komen van het
‘securitiseringsproces’: Irregulars are inside a border, but still outside the boundaries of
citizenship and visibility. In de genoemde centra wordt er een grens getrokken tussen ‘erbij
horen’ en ‘er niet bij horen’, tussen het politieke leven en tussen het naakte leven.
Miggiano graaft dieper en vraagt zich verder af waarom illegale immigranten dan uiteindelijk
wel in de maatschappij worden toegelaten als bare life. Hij gaat op zoek naar de functies van
‘securitisering’ binnen de grenzen. Hier stelt Miggiano dat the moment of the sovereign is
integrated with the moment of exploitation. Dit is een belangrijk uitgangspunt en kan een
verklaring bieden voor heel wat fenomenen. Het verband wordt hier gelegd tussen politiek en
economie. In Italië heeft men een arbeidscontract nodig om legaal in het land te mogen
38
blijven. Illegalen echter hebben geen contract. Precies dit houdt de migrant in een staat van
het ‘naakte leven’ in functie van eigenaren en anderen in een machtsfunctie. Mensen in deze
positie komen terecht in uitbuitingssituaties zoals de textielsector, de fruitpluk of
prostitutienetwerken. Het is op de angst van mensen om uitgewezen te worden of om
gewroken te worden waar deze gewelddadige lokale economieën zich construeren.
Samenvattend zegt Miggiano hierover het volgende: A permanent state of exception,
produced by securitisation, is functional for a permanent state of exploitation of the irregular
on the territory. De migrant mag binnen de grenzen blijven als hij niet alleen onzichtbaar
blijft, maar ook, en misschien vooral, productief is. Miggiano legt met deze conclusie de
hypocrisie van het migrantenbeleid deels bloot en geeft weer in welke moeilijke situatie
illegale immigranten zich bevinden.
Deze dubbele houding ten aanzien van de migranten heeft ernstige gevolgen voor de
migranten zelf. Artsen Zonder Grenzen achterhaalde in 2007 de levensomstandigheden van
immigranten die werkzaam zijn in de landbouw in Zuid-Italiaanse regio’s (Medici Senza
Frontiere, 2008). In totaal werden 600 mensen geïnterviewd (97% mannen); 72% van hen
waren illegaal en de overige 28% hadden een verblijfsvergunning voor werkredenen, of
omwille van humanitaire redenen en waren vluchteling of hadden asiel aangevraagd. Van de
ondervraagden verklaarde 90% dat ze geen arbeidscontract hadden en niet genoten van
(sociale) beschermingsmaatregelen op het werk: een enorme uitbuiting die dus ook mensen
treft met een verblijfsvergunning. Per dag werkte men ongeveer 8 à 10 uur. De helft verdiende
tussen de 26 en de 40 euro per dag; een derde verdiende 25 euro of minder. Van de
ondervraagden zei 37% dat er tussen de 3 en de 5 euro van hun dagelijks loon afgenomen
werd door de ‘opzichter’ op het terrein. Het doel van migratie is vaak om mensen in het
thuisland financieel te ondersteunen, maar 38% van de werknemers die zijn geïnterviewd
slaagden er niet in geld op te sturen, omdat ze zelf nauwelijks konden overleven.
De ondervraagde illegale migranten leefden in dramatische omstandigheden: 65% onder hen
leefden in verlaten gebouwen; 21% moest zijn matras delen met een of meer mensen; 53%
sliep op de grond, op een stuk karton of matras; 62% had geen sanitaire voorzieningen; 64%
had geen stromend water; in 92% van de gevallen had het huis geen verwarming; 16% ten
slotte, zei slachtoffer te zijn geweest van (verbaal en fysiek) geweld. Ammendola et al. (2005)
zeggen in een rapport dat geweldplegingen in de Zuidelijke regio’s een structurele aard
hebben, te wijten aan de hoge werkloosheid in die streken.
39
Wat betreft de toegang tot medische gezondheidszorg verklaarde 71% van de migranten in het
onderzoek van MSF niet in het bezit te zijn van een ‘gezondheidskaart’50
waarmee men
beroep kan doen op de gezondheidszorg.
Deze mensonwaardige omstandigheden waar illegale immigranten dagdagelijks mee
geconfronteerd worden blijven een hypocritically hidden exposed nerve (MSF, 2008).
Nationale en lokale instituties zijn blind voor deze massale vorm van uitbuiting van
buitenlandse arbeiders in de landbouwsector, aangezien ze nodig zijn om de lokale
economieën te laten floreren. Miggiano zegt hierover dat deze hypocrisie nodig is om de
economische zekerheid in bepaalde sectoren, die onlosmakelijk verbonden is met uitsluiting
van illegalen, te garanderen: the sense of economic security is bound into a relation of
exception with insecurity, since it must produce images of insecurity in order to retain its
meaning.
Niet alleen de overheid gaat op een ambigue manier om met illegale migratie. Ook de
publieke opinie neemt deze dubbele houding aan; dit blijkt uit een onderzoek van Bordignon
en Ceccarini: securitarian fever coexists with the awareness that migrants are necessary for
Italians’ wellbeing. (Bordignon & Ceccarini, 2007 in: Paoletti, 2009).
Miggiano legt in zijn artikel ook enkele belangrijke structuren bloot over hoe illegale
immigranten in Italië benaderd en behandeld worden. Hij gebruikt hiervoor de theorie van
Agamben, maar wendt die aan om het proces van ‘securitisering’ nog meer uit te diepen en
toe te passen op de Italiaanse situatie. Zijn analyse leert ons veel over de situatie waarin
migranten zich bevinden en geeft ons inzichten mee die ons in staat stellen de
migratieproblematiek in Italië ten gronde te analyseren. Tegelijkertijd kunnen ook andere
landen onder deze loep worden gehouden.
50
Een Temporary Present Migrant card of Straniero Temporaneamente Presente kan door illegal immigranten
aangevraagd worden. Ze hebben hiermee recht op dringende en noodzakelijke medische verzorging.
40
4.3 Veralgemening leidt tot verenging
Liiss Malkki, professor antropologie aan de universiteit van Stanford, schreef in 1996 een
belangrijk artikel over vluchtelingen en de wijze waarop zij, door middel van algemene
representaties, gereduceerd worden tot speechless emissaries (Malkki, 1996). Door middel
van visuele representaties over vluchtelingen vormen mensen een mening en worden die
vluchtelingen als gevolg hiervan monddood gemaakt aangezien ze allemaal binnen dezelfde
categorie van ‘vluchteling’ horen. Liisa Malkki bestudeert dit ‘algemeen categoriseren’
uitgebreid in haar artikel. Ze stelt dat een belangrijk effect van gebureaucratiseerde
humanitaire interventies bij een grote populatie vluchtelingen is, dat men de historiek rond de
specifieke omstandigheden van vluchtelingen niet in beschouwing neemt. Mensen worden
gedepolitiseerd en vluchtelingen worden op die manier ontdaan van hun specifieke eigenheid
en enkel nog algemeen beschouwd als passieve slachtoffers. Er is sprake van een
‘dehistoricisering’, waarbij een context gecreëerd wordt waarin het moeilijk is voor mensen in
de categorie ‘vluchtelingen’ om gezien te worden als actieve actoren in plaats van als
monddode slachtoffers: “The visual representation of refugees appears to have become a
singularly translatable and mobile mode of knowledge about them”. We hebben allemaal een
visuele representatie van vluchtelingen die ons denken over hen stuurt, maar die hen de
autoriteit om geloofwaardige getuigenissen te geven over de levensomstandigheden waarin ze
vertoeven ontneemt. Malkki wil hieraan tegemoet komen, maar gaat verder dan het
romantische argument om de mensen “een stem te geven”. Men moet dieper graven wil men
komen tot “historicizing humanism that insists on acknowledging not only human suffering,
but also narrative authority, historical agency, and political memory”. (Malkki, 1996).
Malkki benadrukt dat vluchtelingen actieve actoren zijn die een eigen stem en verhaal hebben
dat moet gehoord worden.
Malkki’s visie baseert zich op representaties die mensen maken over vluchtelingen. Haar
theorie en inzichten kunnen echter ook aangewend worden met betrekking tot de illegale
immigranten die toekomen in Italië. De beelden van zwarte Afrikanen die met boten
toekomen en soms letterlijk aanspoelen op de kust van Lampedusa zijn op het netvlies van
vele Italianen (en anderen) gebrand. De media spelen hier op in, of zijn zelf de oorzaak van
deze visuele representaties. De recente ‘golf van vluchtelingen’ bevestigt de denkbeelden en
41
vooronderstellingen van mensen over illegale immigranten alleen maar meer. Zeker als dit
gepaard gaat met de begeleidende uitspraken van beleidsmakers over ‘de komst van een
invasie’ of een ‘bijbelse exodus’ (zie supra). Men gaat hier voorbij aan de specifieke situaties
van mensen en ‘dehistoriciseert’ hen.
De kritiek die de Italiaanse overheid over zich heen kreeg naar aanleiding van het push-back
pact met Libië kadert helemaal in het speechless maken van mensen. Door geen rekening te
houden met het non-refoulement principe en bijgevolg de specifieke reden niet te achterhalen
waarom mensen de oversteek wagen, ontneemt men mensen quasi letterlijk hun stem. Ook nu
weer wordt Frontex ervan beschuldigd niet na te gaan of mensen recht hebben op een
asielaanvraag.
Hetzelfde kan gezegd worden van de maatregelen die vervat zitten in het pacchetto sicurezza
waarbij illegalen van nu af aan ook misdadigers zijn en aldus, volgens de letter van de wet,
kunnen behandeld worden. De mensen worden over één kam geschoren en er wordt geen
ruimte meer gelaten om deze mensen een stem te geven.
Er kan ook gezegd worden dat deze manier van monddood maken en het generaliseren
uiteindelijk vooral dient om controle te krijgen over een bepaald fenomeen, in dit geval de
illegale immigratie, en om het probleem beter beheersbaar te kunnen maken. Op deze manier
kan de staat zijn macht bestendigen en zichzelf, door middel van het verspreiden van een
angstbeeld, legitimeren. Muller (2004) grijpt het concept biopolitics van Foucault aan om dit
te verduidelijken. Dit begrip slaat op het proberen controleren en onderwerpen van een
bevolking door middel van diverse technieken. Het bestempelen van een vluchteling als een
ziek persoon, of als een bedreiging voor de nationale identiteit toont zich in complexe
grenscontroles georganiseerd door de staat. Men kan op basis hiervan legitieme van niet-
legitieme individuen onderscheiden (Muller, 2004). De ‘politieke subjectiviteit’ van een
individu is van weinig belang voor de staat. De migrant is niets meer dan een biologische
wezen dat gemanaged dient te worden.
42
4.4 Uitholling van het recht vanuit een state of emergency en een myth of
invasion
Italië ligt met zijn migratiebeleid geregeld onder vuur bij humanitaire organisaties en andere
instanties. Het beleid balanceert vaak op de spanning tussen ‘verveiliging’ en een steeds
verdere uitholling van het recht. Men tast de grenzen af van wat humanitair gezien mogelijk
en haalbaar is, maar men kan deze grens niet kritiekloos overschrijden. Getuige hiervan zijn
de reactie die kwamen na de installering van het pacchetto sicurezza en het push-back pact
met Libië.
Miggiano toonde reeds aan door middel van de theorie van Agamben dat Italië zijn beleid
onder andere voert door middel van het in het leven roepen van noodtoestanden, om op basis
hiervan het (humanitair) recht met de voeten te treden. Vanuit het creëren van een state of
exception, die kan gezien worden als een state of emergency, weet de overheid zijn acties te
legitimeren.
Italië heeft al enkele keren de noodtoestand uitgeroepen met betrekking tot de toevloed van
illegale immigranten. Dit gebeurde onder andere in 2008 naar aanleiding van the persistent
and extraordinary influx of non-EU citizens. De overheid kan de noodtoestand uitroepen op
basis van artikel 5 van wet nr. 125/199251
(Merlino, 2009). Het hoeft niet te verbazen dat
Italië dit ook deed naar aanleiding van de toestroom van vluchtelingen op Lampedusa. In
februari riep minister Maroni de noodtoestand uit, ten gevolge van de aankomst van 5.000
Tunesische immigranten op het eiland52
. Deze maatregel werd genomen, aangezien men
vreesde dat terroristen of andere criminelen op deze wijze het land zouden binnenkomen. De
overheid gaf zichzelf dus een vrijgeleide om kordaat en met de nodige maatregelen op te
treden. De minister van Binnenlandse Zaken Maroni, spreekt nu over een ‘invasie’ van
vluchtelingen (zie supra), maar dit deed de toenmalige minister, Giuseppe Pisanu, in 2004 ook
al eens naar aanleiding van de 1000 migranten die toen ‘landden’ op Lampedusa (Paoletti,
51
Wet 225/1992: Istituzione del Servizio nazionale della protezione civile. Zie website:
http://www.protezionecivile.it/cms/attach/editor/225_1992.pdf 52
The Telegraph (2001, 13 februari). Italy declares state of emergency over influx of 5,000 Tunisian immigrants.
43
2009). Het creëren van een myth of invasion bleek ook toen reeds een handig middel te zijn
om de media en de publieke opinie te bespelen.
Zoals Hein De Haas al aangaf, is er van een invasie helemaal geen sprake. Dit zegt ook Melita
Sunjic, woordvoerster van UNHCR. Europa hoeft geen schrik te hebben voor een massale
overrompeling. Sinds januari 2011 hebben bijvoorbeeld nog maar 17 Tunesiërs asiel
aangevraagd in België (MO*, 3 mei 2011). Het zijn vooral Egypte en Tunesië die te lijden
hebben onder vluchtelingenstromen: ongeveer 88% van alle mensen die Libië ontvluchten
komen aan hun grenzen toe (Hein De Haas, 13 april 2011). De Haas noemt onze lasten slechts
een tiny refugee burden in vergelijking met wat andere landen te verwerken krijgen.
De myth of invasion bracht Italië er uiteindelijk toe om tijdelijke verblijfsvergunningen uit te
delen aan vluchtelingen uit Tunesië. Hiermee kunnen vluchtelingen zich drie maanden in de
Schengenzone begeven53
. Deze crisispolitiek van Italië was erg tegen de zin van andere
Europese lidstaten, en dan vooral van Frankrijk. Heel wat Tunesiërs geven namelijk aan naar
Frankrijk te willen gaan, aangezien velen onder hen daar familie hebben wonen.
Fabrizio Gatti, een journalist van de Italiaanse krant l’Espresso, sloot zich undercover aan bij
enkele van deze vluchtelingen54
. Op een gegeven moment werd hij zelfs, wanneer ze in
Frankrijk waren aangekomen, aangehouden door de Franse politie. De Italiaanse carabinieri
hadden in het station van Ventimiglia helemaal niet proberen voorkomen dat de vluchtelingen
op de trein stapten naar Frankrijk. Het was duidelijk te zien hoe aan de Italiaanse kant van de
grens niemand stond om hen te verhinderen over te steken, hoewel er aan de Franse kant wel
agenten stonden. Tunesiërs vertelden dat Italiaanse functionarissen hen hadden aangeraden
asiel aan te vragen (en een tijdelijke verblijfsvergunning te krijgen) in een centrum voor
vluchtelingen (CARA). Aangezien dit open centra zijn kunnen de migranten hier gemakkelijk
uit ontsnappen.
Italië koos voor de gemakkelijkste oplossing door mensen een verblijfsvergunning te geven
en hiermee te bewerkstelligen dat de Tunesische vluchtelingen naar Frankrijk gaan. Naast het
53
Roox, I. (2011, 18 april). ‘Italië kan dit alleen’. De Standaard. 54
Gatti, F. (2011, 4 april). Dove va chi scappa da Manduria. L’ Espresso.
44
feit dat dit wederom de lacunes blootlegt in het Europese migratiebeleid, toont het ook de
onmacht, de debolezza, zoals Gatti het zegt, van premier Berlusconi aan. Hij slaagde er niet in
een humanitaire crisis op het eiland te vermijden. Amnesty International spreekt over de
gebrekkige steun die gegeven wordt aan zij die vanuit Noord-Afrika toekomen, en over het
feit dat vele mensen de nacht op straat moeten doorbrengen of in zelfgemaakte tenten..De
overheid zette zelf geen tenten op om de mensen die niet in de centra terecht konden, in onder
te brengen. De meerderheid heeft ook geen toegang tot sanitaire voorzieningen en kunnen
hiervoor alleen op straat terecht. Indien de Italiaanse autoriteiten de crisis beter hadden
aangepakt en mensen sneller hadden doorgestuurd naar het eiland Sicilië en andere regio’s in
Italië, dan was deze humanitaire noodtoestand vermeden.
De meeste buitenlanders konden ook geen informatie verkrijgen over de asielprocedures.
Amnesty International roept daarom op het recht op asielaanvraag te respecteren en ook het
non-refoulement principe na te leven (Amnesty International, 2011).
45
Besluit
Het proces van ‘securitisering’ is in Italië, toch wat betreft de migratieproblematiek, enorm
doorgedrongen. Dit uit zich in talloze praktijken waar men vooral vanuit humanitaire hoek
scherpe kritiek op geeft. Deze masterproef heeft willen aantonen welke de oorzaken zijn
waarom Italië zo’n strikt beleid voert dat voornamelijk gebaseerd is op het vrijwaren van de
binnenlandse veiligheid en in se gestoeld is op de angst voor de ‘ander’. Dit komt nog het
meest naar voren in het pacchetto sicurezza, waar de notie van veiligheid helemaal in vervat
zit. De bestempeling van illegale immigranten als misdadigers creëert een sfeer van
wantrouwen en het is tevens een uiting van onmacht om met het fenomeen van illegale
migratie om te gaan.
Securitisering’ als ideologische rationaliteit bij het construeren van het migratiebeleid blijkt
trouwens slechts aan symptoombestrijding te doen. Het is een scherm waarachter
beleidsmakers zich verschuilen om de echte oorzaken en problemen niet te hoeven of te
willen zien. Dit is dan ook de fundamentele kritiek van humanitaire organisaties op de
Italiaanse overheid: de kortzichtige verenging van welbepaalde problemen tot een probleem
van veiligheid.
Tegelijkertijd is het beleid ook heel hypocriet. Het pretendeert een afschrikmiddel te zijn voor
illegalen om Italië binnen te komen, maar zet de deuren – figuurlijk - wagenwijd open voor
illegale arbeiders om aan de slag te gaan in het zwarte circuit van de landbouwsector. Italië is
bij de top vijf van grootste producent van tomaten in de wereld, maar zou deze positie nooit
kunnen handhaven zonder de arbeid van vele illegale immigranten die tegen een hongerloon
het zware werk komen opknappen. Het is Miggiano die er ons op wijst dat de Italiaanse
overheid deze dubbele houding moet aanhouden om de economische stabiliteit van het land in
bepaalde sectoren te blijven verzekeren. Het is in feite pervers om te zien hoe Italië deze
mensen misdadigers durft te noemen. Net omdat er zo weinig wordt opgetreden tegen dit
illegale arbeidscircuit, kan een cynicus vermoeden dat Italië bewust een streng migratiebeleid
op poten zet om het migranten moeilijk te maken een legale status te bekomen en hen aldus in
de illegaliteit te laten werken. Dit zou op zijn beurt net meer illegale immigranten aantrekken.
Een omgekeerd effect dus dan wat officieel wordt beoogd.
46
Europa speelt ook een rol bij de ‘securitisering’ van het Italiaanse migratiebeleid. De
overrompeling van vluchtelingen op Lampedusa maakt schrijnend duidelijk dat er van een
globaal Europees migratiebeleid niet in het minst sprake is. De tegenstrijdige houding van
Italië kan ook aan Europa verweten worden. Een echte oplossing van het probleem kan zich
situeren in het toestaan van legale arbeidsmigratie. Tegelijk moet er werk gemaakt worden
van een algemeen Europees migratiebeleid dat een humanitair kader schept waarbinnen
landen hun beleid kunnen vormgeven, binnen heel scherp omlijnde grenzen die niet
overschreden mogen worden.
Het ‘verveiligen’ van de migratieproblematiek zoals dit in Italië het geval is, kan nooit een
oplossing zijn voor de aanpak van problemen die gepaard gaan met immigratie. Daarvoor
vertrekt men te veel vanuit een angstige houding die te veel ruimte laat voor maatregelen die
indruisen tegen de rechten van de mens. Het gevaar bestaat dat het debat omtrent migratie
gesteund is op onjuiste informatie die polarisering bij de bevolking in de hand werkt. De te
grote nadruk op veiligheid in het migratiedebat zou plaats moeten maken voor een eerlijker,
maar daarom zeker niet naïever debat, zonder overdrijvingen en veralgemeningen, zodat het
migratiebeleid in de toekomst toe meer benaderd wordt vanuit het mensenrechtendiscours.
Men mag hopen dat men de huidige vluchtelingencrisis op Lampedusa, in Italië en Europa
aangrijpt om dit debat ten gronde te voeren en dat het vrijwaren van de fundamentele rechten
van de mens als rode draad in deze discussies mag lopen. Het ziet er echter niet naar uit dat er
ingrijpende veranderingen in de nabije toekomst op komst zijn.
47
Bibliografie
Boeken, wetenschappelijke artikels en rapporten
Agamben, G. (1998). Homo sacer: Sovereign Power and Bare Life. Stanford California 1998:
Stanford University Press.
Ammendola, F., C., Forti, O., Garavini, S., Pittau, F., & Ricci, A. (2005). Irregular migration
in Italy. Rome: European Migration Network.
Amnesty International (2010). Seeking safety, finding fear. Refugees, asylum-seekers and
migrants in Libya and Malta. London: Amnesty International.
Amnesty International (2011). Italy: Amnesty International findings and
recommendations to the Italian authorities following the research visit to Lampedusa
andMineo. London: Amnesty International.
Amnesty International. (2009). La situazione dei diritti umani nel mondo. Torino: EGA
Editore.
Angelescu, I. (2008). All New Migration Debates Commence in Rome: New Developments in
the Securitization of Migration in the EU. New York: EU Monitoring and Advocacy
Program.
Baldwin-Edwards, M. (2004). Mediterranean migrations: regionalisms versus globalization. Finisterra
39 (77), 9-20.
Bartolo, G. D. (2007). Immigration in Italy: The Great Emergency . Calabria: Department of
Economics and Statistics.
Bianchi, M., Buonanno, P., & Pinotti, P. (2008). Temi di discussione (nr. 698). Immigration and
crime: an empirical analysis. Rome: Banca d' Italia.
Boca, D. D., & Venturini, A. (2003). Italian Migration. Bonn: Institute for the Study of
Labor.
Bonifazi, C., Heins, F., Strozza, S., & Vitiello, M. (2009). Italy:The Italian transition from an
emigration to immigration country. Warszawa: IDEA.
48
Boswell, C. (2007). The Securitisation of Migration: A Risky Strategy for European States.
Copenhagen: Danish institute for international studies.
Buzan, B., Waever, O., & de Wilde, J. (1998). Security: a new framework for analysis.
Colorado: Lynne Rienner Publishers.
Caritas & Agenzia Redattore Sociale (2009). La criminalità degli immigrati: dati, interpretazioni e
pregiudizi. Rome: Caritas – Agenzia Redattore Sociale.
Caritas. (2010). Dossier Statistico Immigrazione Caritas-Migrantes. Roma: Caritas.
Cesareo, V. (2009). The Fourteenth Italian Report on Migrations 2008. Milaan: Polimetrica.
Concetta Chiuri, M., De Arcangelis, G., Maria D’Uggento, A., & Ferri, G. (2004). Illegal Immigration
into Italy: Evidence from a field survey. Fisciano: Centre for Studies in Economics and
Finance.
D’ Orsi, L. (2010). The "Pacchetto Sicurezza" and the process of ethnogenesis. Rome:
University of Rome.
De Haas, H. (2011, 13 april). Europe’s tiny refugee burden: Putting the Lybian migration
crisis into perspective. Gevonden op:http://heindehaas.blogspot.com/2011/04/europes-
tiny-refugee-burden-putting.html
De Haas, H. (2011, 30 maart). The 1.5 million migrants lie: How Gaddafi, Europe and Frontex
invented the migration invasion. Gevonden op: http://heindehaas.blogspot.com/2011/03/15-
million-lie-how-europe-gaddafi-and.html
Demos. (2011). La sicurezza in Italia - Significati, immagine e realtà. Bologna: Fondazione
Unipolis.
Europese Commissie. (2008). The FRONTEX Agency: evaluation and future development. Brussel:
Europese Commissie.
Fasani, F. (2008). Undocumented Migration: Counting the Uncountable. Data and Trends
across Europe. Hamburg: Hamburg Institute of International Economics.
Gibney, M. J., & Hansen, R. (2005). Immigration and Asylum: From 1900 to the present.
Santa Barbara: ABC-CLIO.
49
GMF. (2009). Transatlantic Trends: Immigration. Washington: GMF.
Guild, E., Carrera , S., & Balzacq, T. (2008). The Changing Dynamics of Security in an
Enlarged European Union. Challenge Paper No. 12.
House of Commons. (2010). Fifteenth report of session 2009-10. London: The Stationery Office.
Human Rights Watch. (2009). Pushed Back, Pushed Around: Italy’s Forced Return of Boat
Migrants and Asylum Seekers, Libya’s Mistreatment of Migrants and Asylum Seekers.
NewYork: Human Rights Watch.
Human Rights Watch. (2010). Libya: Do Not Deport Eritreans. NewYork: Human Rights
Watch.
Huysmans, J. (2000). The European Union and the Securitization of Migration. Journal of
Common Market Studies, 38 (5), 751-777.
Malkki, L. (1996). Speechless Emissaries: Refugees, Humanitarianism, and
Dehistoricization. Cultural Anthropology. Vol. 11. Nr.3. Pg. 377-404
Medici Senza Frontiere (2008). A season in Hell. MSF Report on the Conditions of Migrants employed
in the Agricultural Sector in Southern Italy. Rome: MSF.
Medici Senza Frontiere (2010). Over the wall. A tour of Italy’s migrant centres. Rome: MSF.
Merlino, M. (2009). The Italian (In)Security Package. Security vs. Rule of Law and
Fundamental Rights in the EU. Brussels: CEPS CHALLENGE.
Miggiano, L. (2009). States of exception: securitisation and irregular migration in the
Mediterranean. Research Paper No. 177. Genève: UNHCR.
Monar, J. (2010). The Institutional Dimension of the European Union's Area of Freedom, Security and
Justice. Brussel: Peter Lang.
Morcellini, M. (2009). Ricerca Nazionale su immigrazione e asilo nei media italiani. Roma:
Sapienza Università di Roma.
Muller, B. (2004). Globalization, Security, Paradox: Towards a Refugee Biopolitics. Refuge:
Canada's Periodical on Refugees 22(1), pp. 49-57.
50
Nozza, V. (2009). Conta più l' efficienza che la vita degli immigrati. Famiglia Cristiana , 38.
Paoletti, E. (2009). A critical analysis of migration policies in the mediterranean: The case of Italy,
Libya and the EU. Oxford: University of Oxford.
Phillips, L. (2010, augustus 3). 50% drop in EU irregular migrant border crossings after Italy-
Libya pact. EUobserver .
Ryan, B., & Mitsilegas, V. (2010). Extraterritorial immigration control: legal challenges. Leiden:
Martinus Nijhoff Publishers.
Tondini, M. (2010). Fishers of Men? The Interception of Migrants in the Mediterranean Sea
and Their Forced Return to Libya. Amsterdam: INEX.
Triandafyllidou, A. (2010). Irregular migration in Europe: myths and realities . Farnham: Ashgate
Publishing Company.
UNHCR. (2003). Refugee protection in international law: the scope and content of the
principle of non-refoulement: opinion. Geneva: UNHCR.
UNHCR. (2009). Refugee protection and international migration: a review of UNHCR's
operational role in southern Italy. Geneva: UNHCR.
Van Dijck, D. (2005). Het asielbeleid van de Europese Unie: een veiligheidskwestie?
Antwerpen: Universiteit Antwerpen.
Van Dijck, D. (2006). Is the EU policy on illegal immigration securitized? Yes Of Course!
Antwerpen: Universiteit Antwerpen.
Vogel, D. (2009). Size and Development of Irregular Migration to the EU. Hamburg:
Comparative Policy brief CLANDESTINO project.
Wæver, O. (2004). New 'Schools' in Security Theory and their Origins between Core and
Periphery. Copenhagen: University of Copenhagen.
51
Krantenartikels
Corriere Della Sera (2010, 5 juli). L'allarme di Maroni: “E' Malpensa la nuova frontiera
dell'immigrazione”. Corriere Della Sera.
Corriere della Sera (2011, 26 februari). “Sospeso il trattato Italia-Libia”. Correre Della Sera.
De Morgen. (2010, 5 april). “EU-landen moeten vluchtelingen onder elkaar verdelen”. De
Morgen.
De Standaard (2011, 2 maart). Libië geschorst als lid VN-Mensenrechtenraad. De Standaard.
De Standaard. (2010, 25 augustus). Frankrijk gaat door met ontmanteling Romakampen. De
Standaard.
Der Spiegel. (2011, 14 februari. Thousands of Tunisians Arrive in Italy. Der Spiegel.
Euronews. (2011, 23 februari). Italy’s immigration EU rescue call. Euronews.
Gatti, F. (2011, 4 april). Dove va chi scappa da Manduria. L’ Espresso.
Hooper, J. (2010, 9 januari). Racial violence continues in Italy as four migrant workers
wounded in shootings. The Guardian.
Kington, T. (2011, 31 maart). Italy hits out at neighbours over north African migrant influx.
The Guardian.
l ’Unita (2009,4 december). Immigrazione: I medici non devono segnalare clandestine. l’
Unita.
La Repubblica (2009, 2 juli). Il pacchetto sicurezza diventa legge. Sì alle ronde, la
clandestinità è reato. La Repubblica.
La Repubblica (2009, 9 mei). Berlusconi: “Sì ai rimpatri, non apriremo le porte a tutti”. La
Repubblica.
52
La Repubblica (2010, 9 januari). Spunta l'ipotesi 'ndrangheta dietro le violenze di Rosarno. La
Repubblica.
La Repubblica (2011, 19 februari). Libia, la repressione fa più di 100 morti. Berlusconi: "Non
disturbo Gheddafi". La Repubblica.
MO* (2011, 1 maart). Frontex draait overuren op Lampedusa. MO*.
MO* (2011, 3 mei). 'Europa wordt niet overspoeld door migranten'. MO*.
Roox, I. (2010, 9 januari). Zware rassenrellen in Calabrië. De Standaard.
Roox, I. (2011, 18 april). ‘Italië kan dit alleen’. De Standaard.
The Telegraph (2001, 13 februari). Italy declares state of emergency over influx of 5,000
Tunisian immigrants. The Telegraph.