11
University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der Plicht, Johannes Published in: Natuur en Techniek IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 1998 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Jansma, E., & van der Plicht, J. (1998). Kalenders van hout. Natuur en Techniek, 66/8(8), 62 - 71. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 11-12-2020

University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

University of Groningen

Kalenders van houtJansma, E; van der Plicht, Johannes

Published in:Natuur en Techniek

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite fromit. Please check the document version below.

Document VersionPublisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:1998

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):Jansma, E., & van der Plicht, J. (1998). Kalenders van hout. Natuur en Techniek, 66/8(8), 62 - 71.

CopyrightOther than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of theauthor(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons thenumber of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

Download date: 11-12-2020

Page 2: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

In 1994 vondenarcheologen inAmsterdam een oudefundering. Was dievan het kasteel vande Heren van Aemsteluit Vondel's Gijs-brecht? De geleerdenwaren het daaroverniet eens. Voor dearcheoloog zijn dejaarringen in de eiken-houten balken vande fundering eenkalender. Kon dieuitsluitsel geven indeze controverse?

KALENDERS VANHet kasteel van de Heren van Aemstel,

dat een begrip werd dankzij VondelsGijsbrecht van Amstel, moest volgens

historici omstreeks 1200 in Ouderkerk aan deAmstel hebben gestaan. Maar op 3 februari1994 vonden archeologen onder de Amster-damse Nieuwezijds Kolk een bakstenen funde-ring die kenmerken vertoonde van een defen-sief bouwwerk uit diezelfde periode. Haddende historici zich vergist in de locatie van het

De funderings-resten op deNieuwezijds Kolkin Amsterdamzorgden voor eenflinke controverse.De horizontalebalken op de fotovormen eenonderdeel van defundering. Deverticale staanderszijn van laterdatum. Ze zijndwars door defundering heengeheid.62

Page 3: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

ReUT

Dr Esther JansmaRijksdienst voorhet OudheidkundigBodemonderzoek,Amersfoort

en

Dr ir Hans van der Plicht14C-laboratorium,RijksuniversiteitGroningen

kasteel? Dan was Amsterdam niet in 1250 ont-staan, zoals men altijd gedacht had, maar min-stens een halve eeuw eerder. Was dat zo? Dearcheologen meenden van wel. Een vroeg der-tiende-eeuws gebouw van dit formaat kon im-mers niet aan de aandacht van de kroniek-schrijvers zijn ontsnapt. Andere oudheidkundi-gen bleven twijfelen: de plattegrond van defundering was te modern, het formaat van debakstenen verkeerd en het ontbrak aan histori-

sche argumenten voor een kasteel van deHeren van Aemstel in Amsterdam.

De controverse haalde de pers en heel hetland puzzelde mee, want het pleit diende be-slecht. De tijd was daar om twee onafhankelij-ke, objectieve dateringsmethoden los te latenop de fundering. Dat was mogelijk vanwege dezware, eikenhouten balken waarmee de funde-ring was verstevigd. Eikenhout is een orga-

63

Page 4: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

ARCHEOLOGIE Jaarringen

nisch materiaal, dat zich leent voor een date-ring met de koolstof-14-methode. Er bestaatechter nóg een dateringstechniek: de dendro-chronologie. Voor de archeoloog zijn de jaar-ringen in het eikenhout een kalender.

Het woord dendrochronologie is een samen-stelling van de drie Griekse woorden dendron(boom), chronos (tijd) en logos (woord, ofwelde leer van). Het onuitspreekbare woord bete-kent dus gewoon boomtijdkunde. Wat dedendrochronologie doet, is aan de jaarringenvan een stuk hout een jaartal hangen, uiteraardin oplopende volgorde van binnen naar buiten.De buitenste jaarringen van een oudere boomcorresponderen met de binnenste jaarringenvan een jongere. Daarmee heeft de archeoloogbelangrijke informatie in handen, bijvoorbeeldover het bouwjaar van eenfundering.

LogboekZonnevlekken komen en gaanin een cyclus van elf jaar. Inde jaren twintig mocht die cy-clus zich verheugen in de le-vendige belangstelling van deAmerikaanse astronoom And-rew Ellicott Douglass (1867-1962). Men vermoedde datzonnevlekken van invloedzijn op de weersgesteldheidhier beneden op aarde. Dou-glass zocht dan ook naar eenmethode om het weer in hetverleden te achterhalen. Zo'nmethode vond hij in de sug-gestie van de Franse bioloogCompte de Buffon, die al in1729 opmerkte dat het weerwordt vastgelegd in de jaar-ringen van bomen. Daarmeehad Douglass een middel in handen om de ac-tiviteit van zonnevlekken te onderzoeken aande hand van het aardse klimaat. Veel regenleidt in het droge gebied waar Douglass werk-te (het zuidwesten van de Verenigde Staten) totbrede jaarringen, smalle ringen wijzen op eendroog jaar. Gedurende de honderd tot vierhon-derd jaar dat een boom leeft, houdt hij als hetware een logboek bij van de seizoenen. Degrilligheid van het weer staat opgetekend inpatronen van brede en smalle jaarringen.

De doorsnede van eenzestiende-eeuwse eiken-houten balk. De jaarringenzijn duidelijk zichtbaar, alvalt het niet altijd mee omze te tellen, laat staan omhun precieze dikte te be-palen. Dendrochronologenmeten de ringdiktes metbehulp van een micro-scoop tot op een hon-derdste millimeter.

Kalenders

De grafiek die ontstaat als jede breedte van opeenvolgen-de jaarringen uitzet, heet een

boomcurve. Of hij nu gedateerd isof niet, de boomcurve is een soortkalender, omdat je zeker weet datopeenvolgende ringen correspon-deren met opeenvolgende jaren.Een middelcurve krijg je als je degemiddelde ringbreedte van eenaantal bomen van dezelfde soort ineen grafiek zet. Daarvoor moetende bomen dan wel onderling geda-teerd zijn, anders weet je immersniet welke ringbreedten je bij el-kaar moet nemen. Een middelcurvekan gemakkelijker worden geda-teerd omdat allerlei toevallighedendie de ringbreedte beïnvloeden en

64

Page 5: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

niets met de globale weersomstan-digheden te maken hebben, eruitgefilterd zijn. Het zijn de globaleweersomstandigheden waarop dedatering is gebaseerd. Als je numaar genoeg elkaar overlappendecurven combineert, kun je een stan-daardkalender maken. Die begint inhet heden, met een aantal verseboorspanen uit levende bomen - dedendrochronoloog hakt zijn onder-zoeksobject bij voorkeur niet om.Als je genoeg oude bomen vindtwiens levens elkaar overlappen, kunje op die manier terugrekenen.Zo'n standaardkalender is van grotewaarde, omdat hij de referentie isvoor de datering van onbekendestukken hout. En daar gaat het om.

De tekening toont een aantal vindplaatsenvan bomen die in hun leefjaren een overlapvertoonden. Schommelingen in de diktenvan jaarringen ontstaan niet door het toe-val, maar door de weersomstandigheden.Jaarringenpatronen van bomen die in de-zelfde tijd groeiden, zien er dus (ongeveer)hetzelfde uit. In de uitvergrote balkjes metjaarringen van verschillende bomen ver-toont de overlap hetzelfde patroon. Doorde dikten van de jaarringen uit te zetten ingrafieken en die statistisch met elkaar tevergelijken, kun je de overlap bepalen. Opdie manier kun je, uitgaande van een noglevende boom, terugrekenen en een stan-daardkalender maken.

Natuur & Techniek 66, 8 (1998) 65

Page 6: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

ARCHEOLOGIE Jaarringen

Het vergelijken van het jaarringenpatroonvan een ongedateerd stuk hout met een refe-rentie stelt je in staat het stuk hout op het jaarnauwkeurig te dateren. Die referentie heet eenstandaardkalender: een patroon van ring-breedten die ieder een jaartal hebben gekregen.Douglass legde met zijn werk de basis voor hetnieuwe vakgebied van de dendrochronologie,een term die hij overigens zelf introduceerde.Samen met de archeoloog Neil Judd loste hijmet zijn nieuwe methode een lang lopendmysterie op, door de periode te bepa-len waarin de Anasazi-indianenbij de Zuidwest-Amerikaansekli ffen verbleven. Heteerste grote succes vande dendrochronologiewas binnen. In dejaren dertig en veer-tig waaide de metho-de over naar Europa.

Met de dendro-chronologie en ei-kenhouten balkenkon het pleit van deAmsterdamse funde-ring worden beslecht.Was het de funderingvan het kasteel vande Heren van Aem-stel of niet? De on-derzoekers vergele-ken de jaarringen pa-tronen in het eeuwen-oude eikenhout metde standaardkalen-ders uit Nederland,België en Duitsland. Het resul-taat was in tegenspraak met datvan de koolstof-14-methode.Twee onafhankelijke daterings-methoden komen met een ver-schillend antwoord op de prop-pen? Dan heeft minstens eenvan de twee het bij het verkeer-de eind.

PoppenhuisDe dendrochronologie dateertniet uitsluitend funderingen.Alles wat van hout is, draagteen kalender met zich mee,

Dendrochronologie kan de echtheid vankunstwerken vaststellen. Een echte Stra-divariusviool is om voor de hand liggen-de redenen nooit van na 1737. Met rönt-genstralen kan de structuur van de jaar-ringen in het achterblad van de viool op-genomen worden. De dendrochronoloogweet dan genoeg. De foto's tonen eendrieluik je uit de inboedel van Johan vanOldenbarnevelt. Het jaartal 1444 op de

achterzijde van het drieluik (linkerplaatje) is gegarandeerd vals. Den-

drochronologische dateringleert namelijk dat de boom

waaruit het middenpa-neel afkomstig is, in

1596 nog in een Poolsbos stond. Men ver-moedt dat Johan vanOldenbarnevelt zelfachter de vervalsingzit. Waarschijnlijk wildehij zijn omgeving ervanovertuigen dat hij uiteen oude, respectabe-le familie kwam.

66

Page 7: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

Nietalleeneenkalender

Toepassingen van dendrochronologie leveren een aardig staaltjeproza: dendroarcheologie, dendromorfologie, dendroglacialogietot en met dendropyrochronologie. De laatste is het gebruiken van

jaarringen om inzicht te krijgen in vroegere bosbranden. De grote na-tuurgebieden in Amerika, zoals het Yellow Stone Park, zijn vaak geteis-terd door bosbranden. Dendrochronologen hebben uitgezocht hoe hetmet de bosbranden stond voordat de mens zich ermee bemoeide. Uit'brandwondenonderzoek' bleek dat iedere tien tot veertien jaar wel eenklein bodem brandje voorkwam, dat het dode hout opruimde en nieuwebomen de gelegenheid gaf te ontkiemen. Op grond van dit inzicht heb-ben Amerikaanse boswachters hun strategie veranderd. Ze stoken nuzelf om de paar jaar kleine brandjes.Jaarringen komen ook van pas bij geomorfologisch onderzoek (naar

de geschiedenis van landschappen). Geconserveerde bomen houden inhun jaarringen een logboek bij van het lokale milieu, bijvoorbeeld vande waterhuishouding. De dendrochronologie vertelt wanneer bomenscheefzakten door grondverschuivingen of door een gletsjer opzij wer-den geduwd. De prioriteit van de dendrochronologische laboratoria ismomenteel mondiaal klimaatonderzoek. Koolstof- en zuurstofisotopenin jaarringen geven informatie over de vroegere weersgesteldheid opmondiale schaal. Dat is van belang voor onderzoek aan het broeikasef-fect. De beste klimaatmetingen (met satellieten) bestrijken hoogstenseen paar decennia. De dendrochronologie kijkt daarentegen twee- tottienduizend jaar terug.

De boomwaaruit eenbeeld isgesneden,.,s eenkalender

zodat de hele kunsthistorie en de bouwkunde ergebruik van kunnen maken. De boom die is uitge-hold om te dienen als waterput is een kalender, enhetzelfde geldt voor de boom waaruit een beroemdbeeld werd gesneden. De dendrochronologie toon-de aan dat het poppenhuis van Petronella Oortmanin het Amsterdamse Rijksmuseum stamt uit 1690.In dit geval stemde dat overeen met wat 'het Rijks'er zelf van dacht, maar dat is niet altijd zo. De jaar-ringen in het houten dak van de dertiende-eeuwseabdij van Rolduc bij Kerkrade verklapten dat hetdak niet dertiende- maar zestiende-eeuws was.

Jaarringen ontstaan doordat tijdens het groeisei-zoen het cambium, de laag cellen die direct onderde boombast ligt en van waaruit de diktegroei van

Natuur & Techniek 66, 8 (1998) 67

Page 8: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

ARCHEOLOGIE Jaarringen

houtgewas plaatsvindt, zich splitst. Aan de buiten-zijde ontstaat nieuwe bast, aan de binnenzijde ont-staan nieuwe houtcellen. De breedte van een jaar-ring is afhankelijk van de omstandigheden in deomgeving van de boom gedurende het seizoenwaarin de ring ontstaat. Vooral neerslag en tempe-ratuur hebben veel invloed. De volgorde waaringoede en slechte groei-jaren elkaar afwisselen, isuniek voor zowel het gebied als de periode waarinde boom leeft. De kans dat zich ergens in de Mid-deleeuwen en ergens in de Romeinse Tijd gedu-rende enkele honderden jaren precies dezelfdeweersomstandigheden in precies dezelfde volgor-de voordeden, is zo goed als nihil. Het is die con-statering die de dendrochronologie mogelijkmaakt. Wanneer een stuk hout dendrochronolo-gisch kan worden gedateerd, betekent dit daaromdat bij iedere jaarring het correcte jaartal is gevon-den en dat zo'n jaarring net zomin twee als twee-honderd jaar eerder kan zijn gevormd.

In Amerika zijn het naaldbomen, maar in Euro-pa is eikenhout de belangrijkste bron voor dedendrochronologie. Omdat in Europa pas ruim nade laatste ijstijd eiken kwamen, is het bereik vandendrochronologie beperkt tot de laatste tiendui-zend jaar. Er zijn diverse redenen waarom eiken-hout zo geschikt is. Eiken worden oud en hebbendus veel jaarringen, ze blijven zowel in natte als indroge omstandigheden goed geconserveerd en zewaren vroeger een geliefd bouwmateriaal. Boven-dien zijn ze eerlijk. Andere bomen willen nog weleens dubbele jaarringen maken, of er zo nu en daneentje weglaten.

Aan hout dat is verwerkt ontbreken vaak de bui-tenste jaarringen. Eikenbomen schieten de dendro-chronoloog te hulp door spinthout te maken. Af-hankelijk van de leeftijd van de boom bestaan delaatstgevormde tien tot vijfendertig jaarringen uitspinthout, dat op het oog gemakkelijk te herken-nen is omdat het lichter van kleur is. Dat maakt hetmogelijk om de kapdatum nauwkeurig vast te stel-len, ook al ontbreken de buitenste jaarringen.

De datering van een stuk hout begint met eenscherp mes. De dendrochronoloog snijdt het hout-oppervlak bij om de jaarringen goed zichtbaar temaken. De dikte van de opeenvolgende ringenwordt uitgezet in een grafiek en vergeleken met destandaardkalender. Het gaat daarbij om fluctuatiesin de dikte, die ontstaan door de weersgesteldheidin hun specifieke groei-jaren. Jaarringen weerspie-gelen een combinatie van invloeden uit de omge-ving, die echter niet allemaal relevant zijn voor de

datering. De gemiddelde ringdikte neemtbijvoorbeeld naar buiten toe af, omdat deboom ouder wordt. En omdat een boommet zijn buren concurreert om licht en voe-ding, kan er een verloop in de dikte van dejaarringen zitten. Dergelijke variaties indikte hebben te maken met het privéleven

Koolstof- 14

Je kunt de koolstof-14-concentratie inorganisch materiaal op twee manierenmeten. Je kunt de radioactiviteit metendoor het aantal 14C-atomen dat in eenbepaalde tijdseenheid vervalt, te tellen.Dat gebeurt met telbuizen (foto boven).Je kunt de concentratie ook directmeten met behulp van een versneller-massaspectrometer (onder). De universi-teit van Groningen beschikt over beidesoorten apparatuur. Meet je de radioac-tiviteit, dan heb je ongeveer een gramkoolstof nodig. De massaspectrometerdoet zijn werk al met een milligram.

Eiken zijneerlijk enmaken geenvalse. .laarrIngen

68

Page 9: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

Inde atmosfeer komt koolstof voornamelijk voor inde vorm van koolstofdioxide (C02). Het leeuwendeelvan de koolstof is koolstof-12 (12C).Ongeveer één op

de duizend miljard koolstofatomen is 14C.Koolstof-14wordt in de bovenste lagen van de atmosfeer gepro-duceerd door invallende kosmische stralen, maar is ra-dioactief en vervalt na verloop van tijd tot stikstof. Alskoolstof eenmaal is opgenomen in organisch materi-aal, wordt er geen 14Cmeer gevormd. De hoeveelheid14Cin dood organisch materiaal neemt dus langzamer-hand af: in 5730 jaar is de helft weg. Het meten vande hoeveelheid 14Cin organisch materiaal stelt je dusin staat de leeftijd te bepalen. De methode werkt vooralle organische materialen, zoals hout, houtskool,beenderen, schelpen en veen.De 14C-dateringsmethode werd rond 1950 ontwik-

keld. Onderzoekers veronderstelden in die tijd dat dehoeveelheid 14Cin de atmosfeer constant is. Dat zoubetekenen dat je aan de hand van de 14C-concentratiein het materiaal direct de leeftijd vast zou kunnen stel-len (rechtsboven). Dat bleek echter een vergissing tezijn. De cyclus van zonnevlekken en de variaties in hetmagneetveld van de aarde beïnvloeden namelijk dehoeveelheid kosmische straling die de aarde bereikt,en dus de 14C-productie. Het werkelijke verband tus-sen de leeftijd van het organisch materiaal en de 14C_concentratie is daardoor grilliger. Vandaar dat 14C-da-teringen tegenwoordig in hun eigen tijdschaal uitge-drukt worden: in 14C-jaren. Het ijken van die tijdschaal(het verband vinden tussen 14C-jaren en kalenderjaren)gebeurt door 14C-metingen te verrichten aan absoluutgedateerde voorwerpen. Daarvoor is dendrochronolo-gie dé methode. Je kunt de hoeveelheid 14Cmeten ineen grote verzameling van absoluut gedateerde jaar-ringen. Die meting levert je direct de juiste ijkgrafiek(rechtsonder). Deze grafiek is samengesteld uit duizen-den metingen aan jaarringen en reikt tot 9440 v.Chr.

Radioactief verval van 14CLevende organismen bevatten 14C indezelfde concentratie als de atmo-sfeer. Als het organisme sterft, neemthet geen koolstof meer op, terwijl hetaanwezige 14C via radioactief vervalovergaat in stikstof. Dat proces ken-merkt zich door een halveringstijd: na5730 jaar is de helft van het 14C ver-dwenen. De grafiek toont de hoeveel-heid 14C in de loop van de tijd, waarbijde hoeveelheid bij aanvang op 1 ge-steld is. Als je de concentratie 14C ineen dood organisme weet en je weetde concentratie toen het stierf, kun jeop de grafiek direct aflezen hoe oudhet moet zijn. Na ongeveer vijftigdui-zend jaar is de hoeveelheid 14C te laaggeworden om nog nauwkeurig te kun-nen meten.

IJkgrafiek 14COmdat de concentratie 14C in de at-mosfeer niet precies constant is, be-staat er voor de koolstof-14-methodeeen ijkgrafiek. De grafiek hierboven isniet voldoende om het materiaal directte kunnen dateren, omdat de aan-

vangsconcentra-tie (die in degrafiek op 1 ge-normeerd is) va-rieert. De ijkgra-fiek verdiscon-teert deze varia-ties door hetverband tussende leeftijd in14C-jaren (dievolgt uit de af-beelding hierbo-ven) en de echteleeftijd in kalen-derjaren te ge-ven. Als de hoe-veelheid 14C inde atmosfeerconstant zouzijn, zou de ijk-grafiek een rech-te lijn opleveren.

Natuur & Techniek 66.8 (1998) 69

Page 10: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

ARCHEOLOGIE Jaarringen

van de boom, maar zeggen niets over de glo-bale weersgesteldheid. Zij moeten dus uitgefil-terd of gestandaardiseerd worden.

Dan komt de statistiek om de hoek kijken.De gestandaardiseerde grafiek wordt statis-tisch vergeleken met de referentie, de stan-daardkalender. Tegenwoordig is het de compu-

ter die de vergelijking uitvoert. Hijschuift het patroon jaar voor

jaar langs de standaardkalender,totdat beide grafieken een sta-tistisch significante overeen-

komst vertonen. In hetideale geval passen de gra-fieken precies op elkaar,maar in de praktijk komt

dat nooit voor, omdat lokaleinvloeden nooit helemaal uit-gefilterd kunnen worden.Maar als het een beetje mee-zit, lukt het de computer omhet ongedateerde jaarringen-

patroon in te passen in destandaardkalender. Helemaal

zeker is het resultaat natuurlijk nooit. Daaromworden beide grafieken achteraf altijd nog ophet oog met elkaar vergeleken. Het gebeurtzelfs dat een datering die statistisch erg sterkis, achteraf toch nog wordt verworpen.

De theorie is prachtig, maar hoe zit het numet die Amsterdamse fundering? De koolstof-14-methode leverde daar immers resultaten diein tegenspraak waren met die van de dendro-chronologie. Welnu, om de koolstof-14-resul-taten van het vermeende Kasteel van Aemstelte verfijnen, pasten de vorsers wiggle matchingtoe. Wiggles is de Engelse term voor deschommelingen in de ijkgrafiek van de kool-stof-14-methode. De koolstof-14-concentratiein de atmosfeer is namelijk niet helemaal con-stant, hetgeen het ijken van de methode be-moeilijkt.

Hier grijpen beide dateringsmethoden in el-kaar. Wiggles kunnen juist helpen om een zeernauwkeurige datering te maken. Een reeks vankoolstof-14-metingen aan opeenvolgende rin-gen geeft namelijk een van jaar tot jaar nauw-keurig beeld van het koolstof-14-gehalte in de

Veenlijken hebben geenjaarringen. De veenlijkenop de foto zijn in 1904 bijhet steken van turf gevon-den in Weerdinge (Orente)en werden met de kool-stof-14-methode geda-teerd op ongeveer twee-duizend jaar. De koolstof-14-methode kan op alleorganische materialenworden toegepast, maar isniet zo precies als dedendrochronologie; door-gaans is de dateringnauwkeurig tot op vijftigjaar. Voor dateringen vanMiddeleeuws materiaal isdat vaak te slordig: enigetientallen jaren verschil kanvan cruciaal belang zijn.

De dendrochronologie beslecht hetpleit van de Amsterdamse funde-ring. Balk nummer 6 uit de funde-ring is de jongst gedateerde balk.Hij bevat 116 ringen, waarvan 24ringen spinthout. Het jaarringenpa-troon (in grijs) is gedateerd met be-hulp van diverse standaardkalenders(in zwart), waaronder de Duitse We-serberglandkalender en de Centraal-Europese kalender. De eerste jaar-ring dateert uit 1157, de laatste uit1272. Om de kapdatum vast te stel-len, moet je dit laatste jaartal nogcompenseren voor enkele ontbre-kende jaarringen van spinthout. Deboom is omstreeks 1275 omgehakt.

70

Page 11: University of Groningen Kalenders van hout Jansma, E; van der … · 2016. 3. 5. · Kalenders D e grafiek die ontstaat alsje debreedte van opeenvolgen-dejaarringen uitzet, heet een

De 14C-concentratie inde atmosfeer is niet constant

Wiggle matching is het vergelijken vaneen serie 14C-dateringen met de ijkgra-fiek. In dit voorbeeld betreft het eenserie van zes 14C-metingen aan jaarrin-gen in balk 6 van de Amsterdamse fun-dering; de rechthoeken geven de fou-ten marge in de meting aan. In de gra-fiek zijn deze metingen samen met hetcorresponderende stukje van de 14C_ijkgrafiek uitgezet, zodanig dat de bestematch verkregen wordt. De ijkmeet-punten zijn overigens een gemiddeldeover twintig kalenderjaren.

atmosfeer. Met andere woorden: zo'n reeksvormt een stukje van de ijkgrafiek van kool-stof-14. Door dat stukje te vergelijken (tematchen) met de volledige ijkgrafiek, heb jeeen instrument in handen waarmee je een zeernauwkeurige datering kunt bewerkstelligen.

De eikenhouten balken in de fundering kre-gen een dergelijke wiggle matching voor dekiezen, teneinde de controverse voor eens envoor altijd de wereld uit te helpen. Het jongstegedeelte van de balken leverde het jaartal 1278op. Dat gedee1te ligt aan het eind van het spint-hout (aan de buitenkant), en moet dus onge-veer met de kapdatum corresponderen. Dedendrochron010gische datering van hetzelfdehout kwam, na een correctie voor enkele ont-brekende ringen spinthout, uit op 1275. Beidejaartallen zijn uitstekend met elkaar in over-eenstemming. Het onderzoek wierp onbedoeldnog enige zoete vruchten af, doordat de seriemetingen een stukje van de 14C-ijkgrafiekwaarover onduidelijkheid bestond, opnieuw inkaart bracht.

Betreffende de vondst in Amsterdam is deconclusie duidelijk: de fundering aan de Nieu-wezijds Kolk dateert niet, zoa1s de arche010gendachten, uit 1200. In 1200 stond boom 6 nog ineen Duits bos. Daar bleef hij staan tot hij om-streeks 1275 werd omgehakt, waarna hij alsbalk in de Amsterdamse fundering terecht-kwam. De chronologische ondergrens van defundering is 1275 of, iets behoudender, 1272.Daarvóór kan de bouw onmogelijk plaatsge-vonden hebben. Wat de fundering aan de Nieu-wezijds Kolk ook geweest moge zijn, hij be-hoorde in ieder geval niet tot het rond 1200 ge-stichte kasteel van de Heren van Aemstel.

AuteursOr Esther Jansma (39) specialiseerde zich na haar stu-die archeologie in de dendrochronologie aan de Univer-siteit van Amsterdam en het Laboratory of Tree-Ring Re-search van de Universiteit van Arizona. Sinds 1991 is zehet hoofd van het Nederlands Centrum voor Dendro-chronologie (RING) van de Rijksdienst voor het Oudheid-kundig Bodemonderzoek in Amersfoort. In 1997 ontvingze voor haar proefschrift de W.A. van Es-prijs voor Ne-derlandse archeologie.Or ir Hans van der Plicht (46) studeerde technische na-tuurkunde in Delft en specialiseerde zich in de kernfysicaaan de Rijksuniversiteit Groningen. Na een aantal jarenwerkzaam te zijn geweest in New Mexico en Michigan ishij nu hoofd van het 14C-laboratorium van de Rijksuniver-siteit Groningen.

Op internethttp://tree.ltrr.arizona.edu/~grissino/henri.htm vertelt jealles over dendrochronologie en geeft bovendien tiental-len verwijzingen.

LiteratuurWG Mook, J van der Plicht, 0 Leijenaar. 14C - de toe-komst van het verleden. Groningen: RijksuniversiteitGroningen, 1994. ISBN 90-367-0431-6.E Jansma en H Kars. Het dendrochronologisch onder-zoek naar het 'Kasteel van Amstel'. Spiegel Historiael1995; 30.FH Schweingruber. Tree rings - Basics and applicationsof dendrochronology. 0 Reidel Publishing Company1988. ISBN 90-277-2445-8.FH Schweingruber. Der Jahrring - Standort, Methodik,Zeit und Klima in der Dendrochronologie. Haupt 1983.

Natuur & Techniek 66,8 (1998) 71