9
Levende Have Levende Have Dit magazine verschijnt vier maal per jaar Jaargang 11 | winter 2013 | los nummer €5,50 & alles over kippen en ander pluimvee Passie voor geiten - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - De winnende lezersfoto - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Interview: voerfabrikanten over stijgende grondstoffenprijzen Fokken van Chabokrielen is een kunst Thema: voeding in de winter Wolvarkens in de Beemster

Preview Levende Have winter 2013

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Het magazine Levende Have & alles over kippen is een onafhankelijk en fraai geïllustreerd tijdschrift voor de hobbymatige en kleinschalige houders van boerderijdieren. Het verschijnt vier keer per jaar. In elk nummer 84 pagina's: verhalen en foto’s over het houden van dieren, praktische tips, adviezen van een voedingsdeskundige, dierenarts en jurist, rasbeschrijvingen, reportages en achtergrondartikelen.

Citation preview

Page 1: Preview Levende Have winter 2013

Levende HaveLevende HaveDit magazine verschijnt vier maal per jaar Jaargang 11 | winter 2013 | los nummer €5,50 & alles over kippen

en ander pluimvee

Passie voor geiten

- - - - - - - - -

- - - - - - - - -

- - - - - - - - -

- - - - - - -

De winnende lezersfoto

- - - - - - - - -

- - - - - - - - -

- - - - - - - - -

- - - - - - -

Interview: voerfabrikanten over

stijgende grondstoffenprijzen

Fokken van

Chabokrielen is een kunst

Thema: voeding in de winter

Wolvarkens in de Beemster

Page 2: Preview Levende Have winter 2013

Status aparte voor hobby-dieren bij dierziektenHobbykippen worden voortaan met rust gelaten bij een

uitbraak van zowel hoog- als laagpathogene varianten. Voor hobbyvarkens geldt een uitzondering bij een uitbraak van zowel klassieke varkenspest als Afrikaanse varkens-pest. En houders van maximaal tien evenhoevigen kun-nen rekenen op een bijzondere status bij een uitbraak van mond- en klauwzeer (MKZ) in Nederland. Zijn hun eigen dieren niet besmet en hebben ze ook geen contact met een besmet bedrijf, dan worden ze niet preventief geruimd.

Met drie nieuwe draaiboeken Mond- en Klauwzeer, Klas-sieke en Afrikaanse varkenspest en Avi-aire Influenza krijgt de Nederlandse Belan-genvereniging van Hobbydierhouders loon naar werken. Jarenlang is er vooral achter de schermen met grote vasthou-dendheid geijverd

voor een status aparte van de hobbydierhou-der. Zo’n uitzonderingspositie moest uitein-delijk door deskundigen op veterinair gebied worden ondersteund. Gekozen is nu voor een beleid gebaseerd op een risico-inschatting. In alle draaiboeken wordt opgemerkt dat het in leven laten van hobbydieren weinig tot geen negatief effect zal hebben op het verloop van een dierziektecrisis.Op www.levendehave.nl staat in de nieuws-berichten van 25 en 26 september uitgebreid beschreven wat het nieuwe beleid inhoudt.

Bij diergeneesmiddel hoort een bijsluiter

Diergeneesmiddelen moeten zijn voorzien van een bijsluiter. Dat stelt staatssecre-

taris Dijksma in antwoord op vragen van de Partij voor de Dieren.

Een bijsluiter is verplicht en mag alleen ach-terwege gelaten worden wanneer alle rele-vante informatie al op de verpakking staat. Dit geldt ook bij het zogenaamde uitponden van diergeneesmid-delen, waarbij de dierenarts de oor-spronkelijke verpak-king open breekt om de dierhouder een afgepaste hoeveel-heid diergeneesmid-del mee te geven. Ook bij die afgepaste hoeveelheid moet dus een bijsluiter, aldus Dijksma.

Kinderboerderijen mogen geiten onthoornen

Kinderboerderijen mogen geiten die niet bestemd zijn voor de melkproductie, toch onthoornen. Dit was tot dusver

verboden.

Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken wil nu toe-stemming verlenen voor het onthoornen van geitenlammeren. Het onthoornen van geiten gebeurt volgens Dijksma dikwijls op kinderboerderijen omdat dat veiliger zou zijn voor jonge bezoekers. Zolang er maar aan pijnbestrijding wordt gedaan, is dat acceptabel, temeer daar het gaat om kleine aantallen, aldus Dijksma. Ze wil het onthoornen van lammeren op kinder-boerderijen regelen in het Besluit Diergeneeskundigen. Ook de commerciële geitensector mag onthoornen, onder dezelfde voorwaarden als de kinderboerderijen, namelijk dat pijn wordt bestreden.

Hobbydierhouders vrijgesteld van bijdrage Diergezondheidsfonds De kosten voor de bestrijding van dierziekten bij hobbyma-tige houders van schapen, geiten, varkens, runderen en pluimvee komen voor rekening van de rijksoverheid. Dat blijkt uit de vaststelling van de begroting van het Dierge-zondheidsfonds voor 2014.

Tot nu toe werden hobbydierhouders steeds “vrijgehou-den” door de staat. Dit hield onder meer in dat houders van minder dan 25 schapen of geiten geen bijdrage hoefden te betalen aan het Diergezondheidsfonds. Of die aantal-len hetzelfde blijven is afhankelijk van de manier waarop de inning van de gelden na de opheffing van de product-schappen zal plaatshebben. Een alternatieve invulling van de afspraken over medefinanciering door de houders van dieren moet nog worden uitgewerkt.

pag 9 Levende Have & Alles over kippen magazine voor hobbydierhouders

Page 3: Preview Levende Have winter 2013

foto

: Sm

ithso

nia

n

Co

nse

rva

tion

Bio

log

y In

stitu

te

Tegen de gevreesde

Afrikaanse paardenpest is een recombi-nant vaccin in ontwikkeling. Het vaccin is succesvol getest op muizen.

Spaanse en Engelse wetenschappers wisten uit het serotype AHSV-4 een vaccin te ontwikkelen met twee gemodificeerde eiwitten. Groot voordeel van een zoge-heten recombinant vaccin is dat slechts een deel van het virus wordt gebruikt, waardoor er geen gevaar is dat een dier ziek wordt of dat het virus zich vanuit het vaccin kan verspreiden.De Spanjaard José Manuel Sanchez Vizcaino voorspelde vijf jaar geleden dat er zich rond 2018 in Europa een uit-braak zal voordoen van Afrikaanse paardenpest. De Neder-landse overheid heeft eerder dit jaar een oefening gedaan op basis van een voorlopig draaiboek. Van het draaiboek verschijnt binnenkort een nieuwe versie. In Europa zijn tot dusver geen vaccins tegen paardenpest geregistreerd. Toepassing van niet-geregistreerde vaccins is verboden.

De toestand van vier Nederlandse een-denrassen is kritiek. Het aantal vrou-

welijke fokdieren ligt onder de honderd.

Van de Noord-Hollandse dwergkuifeend en de Noord-Hollandse witborsteend bestaan nog maar twintig vrouwelijke fokdieren. Bij de kuifeend en de Noord-Hollandse krombekeend ligt dit aantal op respectie-velijk 35 en 80. Bij alle rassen is sinds 2002 sprake van een teruggang, zo blijkt uit een overzicht van Edgar de Poel in Zeldzaam Huisdier, het clubblad van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen. Het enige ras dat aardig

stand houdt is de Hollandse kwaker met 750 vrouwelijke fok-dieren. Dit ras staat te boek als “bedreigd”. Overigens vallen niet alle eenden binnen het blikveld van de SZH. Daardoor kunnen de aantallen dieren feitelijk hoger zijn. Maar dat verandert niets aan de status van deze rassen: die blijft zeer zeldzaam.

Foto

’s: E

rke

nd

Fo

kce

ntr

um

Nu

tztie

rarc

he

Tr

ipsr

ath

, Ge

ilen

kirc

he

n D

uits

lan

d

Wetenschappers zijn erin geslaagd via kunstmatige insemina-tie een veulen te verwekken bij een Przewalski paard. Deze

methode, waaraan zeven jaar is gewerkt, kan een belangrijke bij-drage leveren aan het behoud van deze soort.

De Przewalski is het nog enige in leven zijnde wilde paard op aarde. De geboorte van het veulen Anne leidde tot grote opgetogenheid bij medewerkers van het Smithsonian Conservation Biology Institute in Virginia en de Auburn University in Alabama. Nu dit paard zich via kunstmatige inseminatie kan voorplan-ten, hoeven merries en hengsten niet meer bij elkaar te worden gebracht. Kostbaar transport, dat bovendien stress veroorzaakt bij de paarden, kan op deze manier worden vermeden. De moeder van Anne is een merrie geïmporteerd uit Europa en de vader – Agi – is genetisch gezien de meest waardevolle hengst in de Verenigde Staten. Anne kwam na een normale dracht van 340 dagen in tien minuten ter wereld. Er leven naar schatting nog vijf-honderd Przewalski’s in het wild. De overige circa 1500 resterende Przewalski paarden bevinden zich in dierentuinen en andere zoö-

logische instituten. Zij dra-gen de genen van slechts veertien originele Przewal-ski’s. Veel hengsten zijn in het verleden gecastreerd. In 2008 zijn wetenschap-pers er voor het eerst in geslaagd een sterilisatie ongedaan te maken.

Toestand vier Nederlandse

eendenrassen kritiek

Nieuw vaccin Afrikaanse paardenpest getest op muizen

Eerste Przewalski geboren via KI

Foto

’s J

an

Sm

it/d

iere

nb

ee

ldb

an

k e

n M

aria

no

Za

mo

ran

o

Noord-Hollandse dwergkuifeend

Noord-Hollandse witborsteend

Kuifeend

Krombekeend

pag 10

Page 4: Preview Levende Have winter 2013

Middenbeemstergem. Beemster

Hobbyboeren in een droogmakerijDroogmakerij de Beemster, vroeger het domein van rijke kooplieden, heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld tot agrarisch gebied én woonomgeving voor welgestelden. Boeren en hobbyboeren leven er naast elkaar. De één pro-duceert de bekende Beemsterkaas, de ander geniet van het buitenleven, met paarden, schapen, kippen, geiten en varkens.

Onlangs vierden de inwoners het vierhonderdjarig bestaan van de Beemsterpol-der. Ze herdachten dat op 19 mei 1612 vijftig molens de laatste druppels water uit een gebied van zo’n zeventig vierkante kilometer wegpompten. Droogmakerij De Beemster was een feit. Met dank aan Jan Adriaanszoon Leeghwater.De polder stond destijds aan het begin van een rijke historie. Vooral in de Gouden Eeuw is er veel geïnvesteerd in landerijen en boerderijen. De vruchtbare grond van de Beemster bleek aantrekkelijk voor boeren. Ze vestigden zich in opvallende stol-pen met piramidevormige daken. Nog altijd zijn ze in gebruik door vooral melk-veehouders, maar in de tweede helft van de vorige eeuw kwamen er ook steeds meer welgestelde burgers naar de Beemster. De korte afstand tot Amsterdam maakt het wonen in deze polder wel heel aantrekkelijk. Landschappelijk geniet de droogmakerij met z’n rechthoekige kavels internationale bescherming. Sinds 1999 staat de Beemster op de UNESCO-Werelderfgoedlijst.

De rijkdom straalt ervan af in de BeemsterDe Beemster telt vier dorpen: West-, Midden-, Noord- en Zuidoostbeemster. Daaromheen strekt zich een vlak polderlandschap uit, dat wordt begrensd door een ringvaart. Prachtige buitenplaatsen hielden er eeuwen stand en verkeren ook nu nog in een puike conditie. De rijkdom straalt ervan af.

Haar eerste Ouessantschaapjes – een ooi en een lammetje – kreeg ze voor moederdag. Net als het bijenhotel, symbool

van biodiversiteit, dat het erf van Clarie en Bert Knispel aantrek-kelijk maakt voor deze nuttige insecten. Al ruim vijfendertig jaar wonen ze in de Beemster. “Een prachtige polder. We vinden het heerlijk hier. Heel bijzonder ook, zo vlakbij Amsterdam. Met een echt natuurgebied – de Eilandspolder - aan de andere kant van

Paarden en varkens kunnen heel goed met elkaar opschieten’

Twee paarden, twee varkens, Ouessantschapen en kippen

Clarie en Bert Knispel

de Ringvaart.” Bert Knispel zocht de boerderij destijds uit. Hij wilde een atelier op het noorden, vanwege het licht. Clarie was altijd al gek op dieren en alle grond rondom de boerderij bood haar volop de ruimte voor haar liefhebberij. Ze begon met een paar schaapjes: Texelaars. Daarna kwamen de pony Robin, voor de dochter, en het paard Drian, voor haarzelf. Pony en paard zijn inmiddels hoogbejaard, de Texelaars werden in de loop der jaren vervangen door Ouessanten. Bij het moederdaggeschenk voegde zich uiteindelijk een rammetje, Hendrik genaamd. Hij verwekte twee nazaten. Daar laat Clarie het bij. “Ik wil niet fokken, want ik

pag 28

Tekst: Jinke HestermanFoto’s: Jan Smit / dierenbeeldbank.nl

Page 5: Preview Levende Have winter 2013

wil geen dieren wegdoen. Dan loopt het misschien niet goed af met ze. Schapen staan bekend als schuw, maar ik heb toch wel een band met ze. Als ik alleen ben, komen Hendrik en Saartje naar me toe om geaaid te worden.”Haar bescheiden veestapel is dankzij haar dochter nog wel uitgebreid met twee varkens. Clarie zag het aanvan-kelijk niet zo zitten. Als ze varkens zou nemen, wilde ze deze dieren de ruimte geven en moesten ze de weilanden delen met de paarden. Ze was bang dat de paarden de varkens een trap zouden geven. “M’n dochter heeft het doorgezet. Het werden twee Kune Kunes, Daisy en Dinant. Paarden en varkens blijken heel goed met elkaar te kunnen opschieten. De

varkens kunnen ook overal naartoe. Ze hebben de ruimte. Drian buigt zo nu en dan zijn hoofd naar Daisy, kennelijk om iets te bespreken. Wat ze tegen elkaar zeggen, weet ik niet.”Varkens zijn aardig en slim, zegt Clarie. “Ze kijken je aan, je kunt echt met ze babbelen. De kleinkinderen kunnen er alles mee doen. Een schaap loopt van ze weg, een varken niet.” Hun aanwezigheid in de polder baart ook opzien. “Dan ben ik in de tuin aan het werk en hoor ik ineens iemand roepen vanaf de dijk: “O, mijn god, wat zag ik nou? Ik zag een varken!”

Kippen, Blauwe Texelaars, de pony Chico en wijlen het hangbuikzwijn Knorretje

Ruud van Braam en Feikje

Feitsma

De schapen hebben namen van componisten: Ravel, Mozart, Strauss’

In de boomgaard scharrelen een paar prachtige Barne-

velders. Op het erf lopen krie-len van een onbestemd ras. In de wei staan Blauwe Texe-laars. De pony Chico deelt een apart stukje grond met de ram Rambo. En aan de muur in de keuken hangt onder de foto’s van de kleinkinderen een ontroerend portret: dat was hangbuikzwijn Knorretje, op zestienjarige leeftijd overle-den door ouderdom. Na een mooi leven. “Hij heeft genoten van de appels. Eén keer had hij er zelfs teveel van gegeten. Toen moest hij z’n roes uit-slapen”, herinnert Ruud van Braam zich.

Een nieuw varken zal er niet gauw komen. Feikje Feitsma en Ruud van Braam zijn aan het “minderen”. Er gaat eerder een dier weg dan dat er een nieuwe wordt aange-schaft. Toch krijgen de kippen nog geregeld kuikens en is er weer een ram in aantocht, want Ruud wil in maart nu eenmaal lammetjes, ook al moet hij dan ’s nachts zijn bed uit. “Dat is het mooie van schapen houden, dat je zo’n hele cyclus meemaakt. Ik heb ooit een cursus aflammeren gevolgd. Ik ben er dus meestal wel bij als er een lam wordt geboren. Niet altijd, want met Pinksteren lag er ineens een heel klein lammetje in de wei. Een van de kleinkin-deren had het gevonden. Ze had het opgeraapt en naar binnen gebracht. We noemen het Pinkstersurpise.”Alle schapen hebben namen. Traditie is dat ze worden vernoemd naar componisten: Ravel, Mozart, Strauss. “Een leuk thema”, verklaart Ruud van Braam zijn muzi-kale voorkeur. Namen duiden bovendien op een band tussen mens en dier. “Als je een bepaalde verhouding met ze hebt, kunnen ze aangeven wat ze verlangen. Het dier moet kunnen roepen als er wat aan de hand is.”Dat ze in de Beemster wonen, met verschillende soorten dieren, komt door Ruud. Zijn opa en oma woonden in

pag 29 Levende Have & Alles over kippen magazine voor hobbydierhouders

Page 6: Preview Levende Have winter 2013

In herfst en winter voelen kippen zich doorgaans heel

prettig. Ze hebben eindelijk even rust. Kou deert ze minder dan wij mensen vaak denken. Alleen langdurige regenval en modder in de uitloop, daar worden ze niet vrolijk van.

Eindelijk rust

pag 52

Page 7: Preview Levende Have winter 2013

pag 53 Levende Have & Alles over kippen magazine voor hobbydierhouders

Page 8: Preview Levende Have winter 2013

Tekst: Jinke Hesterman, met dank aan Gerben Ypma en Arjan Vonk. Foto’s: Jan Smit/Dierenbeeldbank

Regenwater

Kippen lijken een voorkeur te hebben

voor regenwater boven leidingwater. Kijk maar eens hoe ze na een regenbui het water uit natuurlijke gevormde gootjes opdrin-ken. Of hoe ze zich ver-dringen rond een bakje op de grond, dat na een fikse regenbui vol water staat. Het pleit voor de aanleg van een watersysteem dat het regenwater opvangt en naar de drinkbak leidt. Gebruik je een open bak waarin je het water opvangt? Scherm deze dan aan de bovenkant af met een zeer fijnmazig net, zodat er geen viezig-heid in terecht kan komen.

Met een volle krop op stok

‘S Winters gaan kippen vaak met een volle krop op stok. Zit er in de krop voldoende spierkracht en genoeg grit dan zal deze gedu-

rende de nacht het voedsel verwerken. Maar het kan gebeuren dat de krop te zeer is verzwakt. Heeft een kip na een nacht nog een volle krop, zet haar dan een paar dagen alleen op water en geef haar na een paar dagen weer geleidelijk aan wat voer. De oorzaak van zo’n krop-probleem kan zijn: een zinkvergiftiging (Kijk eens naar de waterbak. Is die van gegalvaniseerd ijzer en begint deze te roesten? Gooi ‘m weg en koop een kunststof exemplaar) of een gebrek aan calcium. Krijgt de kip normaal voer, dan zit daar voldoende calcium in. Geef dus niet zo maar extra calcium aan de kip. Je zou ermee de balans tussen calcium en fosfor kunnen verstoren. Zorg er in elk geval wel voor dat de kip voldoende grit tot zich neemt.

Stof- en zonnebaden, ook in de winter

Een stofbad doet een kip goed. ‘s Zomers en ook ‘s winters. Vooral als de zon erbij schijnt. Dan

kan een stofbad overgaan in een zonnebad en is het effect dubbelop. De kippen ontdoen zich niet alleen van allerlei parasieten, door de vleugels te spreiden en daar wat olie op te doen uit de stuitklier, houdt de kip haar veren in een goede conditie. Maar er is meer: in die olie zit namelijk cholesterol en dat wordt onder invloed van ultraviolet licht omgezet in vitamine D. Deze vitamine is essentieel voor de opname van calcium door het lichaam. Kippen die buiten lopen en daar kunnen baden, hoeven dus nooit een tekort aan vitamine D te hebben. Kippen die zichzelf niet kunnen blootstellen aan ultraviolet licht, zullen via het voer aan voldoende vitamine D moeten zien te komen.

Kippen vinden wortelen heerlijkZe zijn er weer: de winterwortelen. Kippen vinden ze heerlijk. En ze zijn nog gezond ook. Vooral in de winter, als er weing ander “groenvoer” voorhanden is, kun je volwassen kippen gerust hele wortelen voorschotelen. Ze zullen er met hun snavel gaten in pikken en de groente vervolgens lekker oppeu-zelen. Door de caroteen in de wortelen wordt de eierdooier wel wat donkerder, maar dat zullen de meeste kippenhouders geen bezwaar vinden.

Hennen die na de rui weer aan de leg gaan, kunnen in het begin

eieren produceren met een zachte schaal. Dat is heel normaal. Dat gebeurt ook wel voordat ze de ruiperiode in gaan.

Als de hennen voldoende legkorrel krijgen, komen er vanzelf weer eieren met een

harde schaal. Is dat niet het geval, dan zou de zachte schaal wel eens aan een tekort aan calcium te wijten kunnen zijn.

Schakel dan zo snel mogelijk over op legvoer van een goede kwaliteit en geeft hooguit een handje graan.

In goed legvoer zit alles wat een hen nodig heeft.

Rood vlekje op de eierdooierOp de dooier van een ei kan een rood vlekje zitten. Sommigen denken dat een ei met zo’n vlekje is bevrucht. Maar dat is een misvatting. Het rode vlekje is in veel geval-len het gevolg van een open gesprongen bloedvaatje in de eileider van de hen.

pag 63 Levende Have & Alles over kippen magazine voor hobbydierhouders

Page 9: Preview Levende Have winter 2013

Geen zandstal voor geit

In de wei liggen geiten graag bovenop zanderige bergjes. Zouden ze dan ook in hun stal graag op zand staan? Het Louis Bolk Insti-

tuut onderzocht dit in de praktijk bij biologische geitenhouders. Het was een mooie gedachte: zand als bodembedekking is niet duur, vermindert de hoeveelheid stof en is handiger bij het schoonhou-den. Maar helaas, geiten vinden er niets aan. Ze gaan vrijwel niet liggen in los zand. Pas als er een harde, droge mestlaag overheen is ontstaan, vinden de geiten het comfortabel genoeg om af en toe door de hoefjes te gaan. Maar ook dan, menen de onderzoekers, geven geiten in koude omstandigheden de voorkeur aan stro.

GeitenbenamingenGeit – soortnaam (latijn: Capra hircus), onderverdeeld in

vleesgeiten, melkgeiten, landgeiten, dwerggeitenGeit of ooi – volwassen vrouwelijke geitBok – volwassen mannelijke geitLam, geitlam – jonge vrouwelijke geit, tot eerste

drachtigheidBoklam – jonge mannelijke geit, tot ongeveer 1 jaar oudWeer – gecastreerde bokSpeelse, bokkige, ritse of runse geit – bronstige,

vruchtbare geitMelkgeit(je) – geit vanaf haar eerste dracht (plus

groepsaanduiding voor een aantal rassen)Overloper – jonge geit die in het eerste jaar niet is

gedekt of niet drachtig is gewordenGuste geit – volwassen, niet-drachtige geitDroogstaande geit – (hoog)drachtige geit die niet meer

gemolken wordtKween – geit met zowel mannelijke als vrouwelijke

geslachtskenmerken

Embryosterfte bij alpaca’sBij lama’s en alpaca’s komt embryonale sterfte zeer vaak

voor. Onderzoekers schatten dat 50 procent van de alpaca’s niet ieder jaar een gezond geboren cria (veulen) kan voortbrengen. En dat terwijl alpaca’s wel een hoog bevruch-tingspercentage na dekking (tachtig procent) hebben. Bij

zo’n tien procent van de drachtige mer-ries sterft het embryo al binnen de eerste 45 dagen af, bij meer dan dertig procent gebeurt dat tijdens de eerste negentig dagen. Zo’n vijf procent van de drachtige merries krijgt een spontane abortus. De sterfte kan allerlei oorzaken hebben: genetische afwijkingen, tweelingdracht, hormonale problemen, verkeerde voe-ding, stress, infecties en ziekte. Maar de hoofdoorzaak van de grote aantallen dode embryo’s bij alpaca’s en lama’s zou nesteling van het embryo in de rechter baarmoederhoorn zijn. Die functioneert lang niet zo goed als de linker en biedt het embryo geen goed leefmilieu. Hoe dat komt, is vooralsnog onbekend.

Liggen en opstaan

Dit jaar ging de IgNobelprijs, de internationale prijs voor

grappig onderzoek naar alledaagse dingen, naar dierwetenschapper Bert Tolkamp. Samen met Britse en Canadese collega’s onderzocht hij het lig- en opstagedrag van koeien. De twee voornaamste bevindingen lijken heel voor de hand liggend maar zijn toch – in tweede instantie – verrassend. Ten eerste: hoe langer een koe heeft gelegen, hoe groter de kans dat ze zal opstaan. Open deur? Maar dan de tweede: Als een koe staat, is het niet of nauwelijks te voorspellen wanneer ze zal gaan liggen. De duur van de ‘statijd’ bleek helemaal niet van invloed op het besluit van koeien om te gaan liggen.

Hond tussen de schapenZelfs een heel brave huishond kan niet zomaar worden losgelaten in een wei met schapen die geen honden gewend zijn. De hond staat misschien voorbeeldig onder appel of hij interesseert zich niet eens voor de schapen, maar de schapen zelf zien en ruiken alleen maar een gevaarlijk roofdier. Een hond tussen de schapen kan enorme stress en angst in de koppel geven. De dieren kunnen tijdelijk hele-maal van slag raken, waardoor ze bijvoorbeeld weigeren te eten en pensproblemen krijgen. Het vlucht- en kuddegedrag van schapen kan er ook voor zorgen dat ze er collectief in volle vaart vandoor gaan, met kreupelheid of verwondingen als gevolg. Dit wegrennen kan bovendien onvermoede jachtinstincten in de hond naar boven brengen: sommige luisteren ineens helemaal niet meer zo goed en schieten er achteraan. Een koppeltje schapen moet, kortom, lang-zaam wennen aan het verschijnsel ‘hond van de baas’. Een beetje op hun hoede voor honden zullen de schapen altijd blijven, maar dat geeft niet: dat is de basis van het schapenhoeden.

pag 76