54
Portfolio Ruud Brok Recensies www.musicfrom.nl oktober 2008 - januari 2012

Portfolio Ruud Brok - Recensies Musicfrom.nl

  • Upload
    rjfbrok

  • View
    46

  • Download
    1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Van oktober 2008 tot januari 2012 was ik recensent voor Musicfrom.nl. Het waren mijn eerste stapjes als tekstschrijver en de ontwikkeling die ik aan de hand van de ervaren redacteuren maakte, is duidelijk terug te lezen in deze recensies. Helaas is de website per januari 2014 op zwart gegaan maar gelukkig heb ik mijn werk kunnen redden en is dit voor eenieder hier te lezen.

Citation preview

Portfolio Ruud BrokRecensies www.musicfrom.nloktober 2008 - januari 2012

Index

Pop Zavs FFF - And The Magical No Banda...............................3Woost - Welcome To Teleskopia................................................4Deviation - A Gentlemen’s Agreement.........................................5Tenement Kids - We’ve All Been Down...........................................6Duroc - Since You’ve Been Around.................................................7Airbag - Emotions Of Steel...........................................................8Drive Like Maria - Elmwood.........................................................9Leo Gstrein - Strange Ways To Save The World.............................10Johan - 4...................................................................................11Mama Loo - Orange Heart.........................................................12Supernova - Wonderful Solution................................................13Clemm - Far From Arcadia..........................................................14Daily Bread - Well. You’re Not Invited..........................................15The Gasoline Brothers - Tsk!.......................................................16Shady Lane - Between Two........................................................17Excitors - Sexcitorsexcit.............................................................18Nuff Said - Supernatural............................................................19I Kissed Charles - This Is Not Romantic..........................................20Edwin de Herder - Slaap.............................................................21Bettie Serveert - Pharmacy Of Love.............................................22The Rudolfs - Streets Of Glass.....................................................23A Liquid Landscape - Long Lost Traveler.......................................24 Fervid - Oh!...............................................................................25Little Things That Kill - Smokescreens.........................................26Noblesse - We Are Noy Humanity...............................................27Woost - 6 Minutes South............................................................28The Klaus Kinskies - Don’t Trust Blondes......................................29Viberider - The Big Show............................................................30The Keefmen - Mirror Of Time....................................................3113 - 11.....................................................................................32Make Believe - City Lights..........................................................33The Boys And Crash - Favorite Amongst Thieves..........................34Me & Stupid - In A Cabin With......................................................35Pien Feith - Dance On Time.........................................................36Paulusma - Up On The Roof........................................................37The Deaf - Toot Whistle Plunk Boom!..........................................38Death Letters - Post-Historic......................................................39Racoon - Liverpool Rain..............................................................40Woody & Paul - Heroes and Zeros................................................41Anouk - To Get Her Together.......................................................42Gods Monkey - Room For A Pony.................................................43The Medics - Dance Into The Dark...............................................44Gem - Hunters Go Hungry..........................................................45The May Bees - Saint Denis.........................................................46Rats On Rafts - The Moon Is Big....................................................47Pete Philly - One........................................................................48The Fudge - Morning Comes Again.............................................49Dyzack - This Mangy Soul...........................................................50Heideroosjes - Cease-Fire.........................................................51Fervid - How?...........................................................................52Moss - Ornements...................................................................53

3

Pop Zavs FFF - And The Magical No Bandawww.musicfrom.nl / 08-10-2008

stijl: country/roots/americanawat: eplabel: Flattraqs

De scheidslijn tussen jeuk en kippenvel is een dunne lijn die Pop Zavs FFF op deze ep met veel gevoel weet te bewandelen. Zo is het buigende gitaarwerk tijdens openingstrack ‘Three Days’ nét lekker genoeg om naar te blijven luisteren en is de zangpartij van het nummer ‘Itch’ nét niet hysterisch genoeg om de gewekte interesse weg te nemen. Al snel komen associaties met een akoestische Beck en een gestripte versie van stadsgenoten Caesar naar boven borrelen. Zulke vergelijkingen scheppen hoge verwachtingen, waar beginnende bands dikwijls moeilijk mee om kunnen gaan. Deze band met de haast onuitspreekbare naam kan deze verwachtingen, met de nodige arbeid, waarschijnlijk nog waar maken ook.

Pop Zavs (de FFF laten we maar even achterwege) is dan ook geen compleet nieuwe ster aan het muzikale firmament. In de biografie op deze site lezen we dat de formatie de reïncarnatie is van singer/songwriter en gitarist Vincent de Bel, die na The Ticket That Exploded terug is met nieuwe songs, ondersteund op gitaar en drums door Martijn Klippel. The Ticket That Exploded gooide in 2006 hoge ogen met het mini-album ‘Sense 1’ en verleidde MusicFromNL zelfs tot vergelijkingen met Iron & Wine en The Byrds. Vergelijkingen die hoge verwachtingen scheppen, zullen de heren dus niet vreemd zijn.

‘... And The Magical No Banda’ blijkt na veelvuldig luisteren gewoon een goed en solide debuut te zijn. De sterkste nummers zijn meteen de eerste drie tracks ‘Three Days’, ‘No Changes’ en ‘Itch’. Dit legt echter gelijk de minder sterke kant van deze release bloot; na een goed begin dreigt de boel een beetje eentonig te worden en te verzanden in een aaneenschakeling van een aantal “trucjes”. Dit is gedurende deze zes nummers tellende ep nog niet storend, maar is wel iets is waar de heren in de toekomst op dienen te letten. Het enige echte minpuntje op het album is de afsluiter ‘Sister’, die iets té uitgerekt lijkt en nogal geforceerd overkomt, zeker tegen het einde, waar een aantal stijlen ietwat rommelig aan elkaar geknoopt wordt. Helaas jeukt het dan wel een klein beetje.

Al met al smaakt deze “eerste kennismaking” met Pop Zavs FFF naar meer. We kijken uit naar de release van het aanstaande album, dat volgens de website van Flattraqs al voor een groot deel geschreven is. Tot die tijd zullen we het met deze zes nummers moeten doen of de jongens een keertje live op gaan zoeken.

aantal tracks: 6speelduur: 25:07 minuten

4

Woost - Welcome To Teleskopiawww.musicfrom.nl / 28-10-2008

stijl: pop/rockwat: cdlabel: My First Sonny Weissmuller Recordings/Konkurrent

Het twaalf tracks tellende ‘Welcome To Teleskopia’ verbeeldt volgens het ons toegestuurde begeleidend schrijven “een utopische plek waarin iedereen permanent telefonisch bereikbaar is, elke conversatie betekenis heeft en niemand hoeft te stoppen met roken. Een wereld waarin iedereen zich dankbaar bij de massa voegt.” Wat een artiest of groep in hemelsnaam met zo’n beschrijving wil bereiken is ondergetekende volkomen onduidelijk. Bovendien heeft een album van dit kaliber zulke vaagheid helemaal niet nodig. Het is zelfs een beetje jammer te noemen.

Maar goed, dat gezegd hebbende, kan er met niets anders dan lof gesproken worden over de muzikale kunstwerkjes die samen ‘Welcome To Teleskopia’ vormen. Natuurlijk kunnen we alle eerder gemaakte vergelijkingen er weer tegenaan gooien: een snufje Radiohead, een scheutje Motorpsycho en misschien zelfs een toefje Foo Fighters. Het Brabantse vijftal schaamt zich niet voor haar inspiratiebronnen. Zoveel is wel duidelijk en waarom zouden ze ook eigenlijk? Woost weet ondanks deze muzikale verwijzingen met een compleet eigen geluid te komen en voor de derde keer op rij een retestrak album af te leveren.

De eerste vijf nummers van het album steken met kop en schouders boven de rest uit. De titeltrack is een opener van formaat en zorgt dat onmiddellijk de juiste toon wordt gezet. Je wordt als luisteraar meteen de “naden van het vinyl” ingezogen. Het nummer is melancholisch, harmonieus, meeslepend, opbeurend en verwarrend op een goede manier. Opvolgers ‘Life Spent’, ‘Changes’, ‘Mathematics’ en ‘All Night’ volmaken het muzikale spectrum dat Woost als band bestrijkt: experimenteel, strak, melodieus, lief en, waar nodig, gewoon lekker hard. Na dit formidabele kwintet tracks wordt het allemaal wat minder, niet slecht, maar minder. Er is namelijk niet echt een slechte song te vinden op ‘Welcome To Teleskopia’.

We zouden hier nog meer superlatieven kunnen noteren over de uitmuntende kwaliteit van dit album. Of we de heren nog meer veren in hun achterwerk kunnen steken betreffende hun kwaliteiten als muzikanten? Liever dan dat echter, vragen we ons af hoe het in godsnaam toch mogelijk is dat zo’n goede band nog steeds niet doorgebroken is bij een groter publiek? Waar de academiegenoten van Krezip na tien jaar succes alweer in de muzikale VUT gaan, wil het geluid van Woost maar niet aanslaan bij een groter publiek. De kenners zijn stuk voor stuk te spreken over eerdere prestaties van de band. Na de debuutplaat ‘Colour My Skin’ werd Woost een belofte genoemd en met opvolger ‘Rumour. Open Your Ears’ werd deze belofte ingelost. Lees de bladen en de websites er maar op na. En toch horen we nauwelijks iets van de groep op de nationale radiozenders.

Zou het uitblijven van een doorbraak dan een marketingprobleem kunnen zijn? Wanneer we de band namelijk opzoeken op internet, vinden we een summiere biografie op MySpace, achterhaalde informatie op Last.FM en tot op heden helemaal niets op de eigen homepage. Als (oud)studenten van de Rockacademie zou de band moeten weten hoe belangrijk een goede marketingstrategie is. Dus pak die telefoon en ga bellen! “Iedereen is permanent telefonisch bereikbaar”, toch? Laat die utopie waarheid worden en zorg ervoor dat ‘Welcome To Teleskopia’ niet hetzelfde lot beschoren is als haar voorgangers; geprezen door de kenners, maar onbekend bij de massa. Het zou namelijk dood- en doodzonde zijn wanneer een band zoals Woost niet door meer mensen gehoord gaat worden.

aantal tracks: 12speelduur: 45:31 minuten

5

Deviation - A Gentlemen’s Agreementwww.musicfrom.nl / 18-11-2008

stijl: rock/powerpop/gitaarpop wat: eplabel: eigen beheer

In 2007 mochten we kennismaken met het eerste tastbare resultaat van de Utrechtse powerrockformatie Deviation. Split-single ‘It’s Only Getting Better’ krijgt wat airplay op 3FM en KinkFM en wordt redelijk tot goed ontvangen door de luisteraars en de recensenten. Daarna horen we een jaar bijna niets, er wordt een beroep gedaan op ons geduld. In september 2008 is het eindelijk zover: opvolger ‘A Gentlemen’s Agreement’ wordt gepresenteerd in een volle Stairway To Heaven, ondersteund door stadsgenoten The Girls.

Dit nieuwste wapenfeit van Deviation begint sterk. Opener ‘Control’ is een krachtig begin, waarbij de band ons doet denken aan een nog wat verlegen variant van de Tilburgse grunge-rockers van Green Lizard. De volgende twee, wat rustige, melodieuze tracks ‘Goodbye’ en ‘Summerdays’ zijn van een lager niveau. Muzikaal klinkt het allemaal goed, maar de stem van zanger Thijs van de Kant lijkt wat tekort te komen. Hij klinkt minder zeker en minder solide tijdens deze twee nummers. Het lijkt wel of de gevoelige melodieën hem niet zo goed liggen. Gelukkig mag hij gedurende afsluiter ‘Charles Bronson’ (luister rechts) weer wat meer pit in zijn zang stoppen en dat gaat hem dan gelijk een stuk beter af. De jongens klinken dan weer meer als de compromisloze rockers, die zij in de meegestuurde biografie pretenderen te zijn.

Kortom, ‘A Gentlemen’s Agreement’ is een solide vervolg op ‘It’s Only Getting Better’, zij het niet bijzonder vernieuwend. De band laat iets te weing ontwikkeling zien ten opzichte van hun debuut. Zoals eerder gezegd zit muzikaal gezien alles prima in elkaar. De band zou zich nu moeten richten op het schrijven van goede teksten, waar het nu nog wat aan lijkt te schorten. Ze moet op zoek gaan naar een eigen, volwassen geluid. Maar dat moet geen probleem zijn voor de vier getalenteerde muzikanten uit Utrecht.

aantal tracks: 4 speelduur: 14:59 minuten

6

Tenement Kids - We’ve All Been Downwww.musicfrom.nl / 09-12-2008

stijl: punk/hardcore wat: cdlabel: Funtime Records

Een sfeerbeeld: In een donker rokerig zaaltje ergens in de nabije toekomst speelt een opkomende punkband, die de naam ‘The Tenement Kids’ draagt, zich letterlijk het snot voor de ogen. De zaal is gevuld met boze, werkloze jongeren, die met ontbloot bovenlijf hun onvrede met de hedendaagse maatschappij eruit zweten.

De geschiedenis heeft zich herhaald. Na jaren van economisch optimisme is een nieuwe recessie een feit. De jongerencultuur valt na zo’n vijfentwintig jaar weer terug in een nihilistisch verzet tegen alles dat riekt naar establishment en de daarbij behorende culturele uitspatting en “DWDD-hypes”, zoals zanger-gitarist Gijs Wilbrink van de Tenement Kids het zelf ooit in een interview noemde.

Wat je ook vindt van The Tenement Kids, het valt niet te ontkennen dat hun gevoel voor timing haast perfect te noemen is. Het ontstaan van de punkmuziek is onlosmakelijk verbonden met economische malaise aan het einde van de jaren ‘70. Als we het Centraal Plan Bureau moeten geloven staan we vandaag de dag wederom aan het begin van een stevige recessie. Koren op de molen van dit Utrechtse viertal, dat sinds 21 november hun tweede plaat ‘We’ve All Been Down’ op de planken heeft liggen!

Dan over dit “sophomore” album van “de Kids”. In vergelijking met hun debuut ‘Doves’ klinkt deze opvolger wat voller. Het is beter geproduceerd. De jongens zetten ook op dit nieuwe album de breuk met de originele punksound (zover die er is) voort. Het geheel klinkt allemaal wat melodieuzer en er klinkt warempel zo nu en dan een gitaarsolo, hetgeen de principiële punker waarschijnlijk een vies gezicht doet laten trekken. Feit is wel dat op deze manier een grotere markt aangeboord wordt. Gelukkig komt deze breuk niet als geforceerd over. Wanneer je de verschillende interviews die over het web zwerven erop na leest, lijkt dit ook niet het onderliggende motief te zijn.

Over het geheel genomen klinkt ‘We’ve All Been Down’ als elke andere punkplaat: korte nummers, een zeer strakke drumpartij, iets te rommelig gitaarwerk en niet de sterkste zangpartijen. De kleine verrassingen van dit album zitten hem in de nummers waarin, zoals eerder gezegd, gebroken wordt met de aloude traditie. Zo horen we tijdens ‘Stampede Cattle’ de verrassend goede tweede stem van bassist Tim Meijer. Tijdens dit nummer lijkt het alsof je niet naar een punkgroep, maar naar een stel grunge rockers zoals Green Lizard zit te luisteren. Ook de zeer uitgerekte gitaarsolo in, hoe ironisch, ‘Quit Playing Them Strings’, geeft het album net dat beetje extra’s in vergelijking met een gemiddeld punkrock-album.

Kortom, de lijn die met het debuut ‘Doves’ is ingezet wordt succesvol voortgezet op ‘We’ve All Been Down’. Het is een stap voorwaarts, maar niet een hele grote stap. De band heeft zich zelfs misschien wel in een lastige positie gemanoeuvreerd met dit tweede album: niet punk genoeg voor de diehard punker en te punkerig voor de mainstream luisteraar. Laten we hopen dat de jongens met dit zo op het eerste gezicht lastige dilemma goed kunnen omgaan of dat ze een hele trouwe schare fans hebben.

aantal tracks: 11speelduur: 37:11 minuten

7

Duroc - Since You’ve Been Aroundwww.musicfrom.nl / 01-01-2009

stijl: pop/rockwat: eplabel: eigen beheer

Het tweede kindje van het Groningse Duroc is geboren en het heeft de naam ‘Since You’ve Been Around’ gekregen. Het lijkt erop dat de sterren voor de laatstgeborene gunstig staan, want het niveau dat het Groningse trio haalt met deze ep is hoog. Dat het drietal een aardig stukje rock kon spelen hadden ze ons al laten horen met hun eerste release ‘Place Duroc’ en gelukkig bleek dit geen gelukstreffer, het hoge niveau wordt ook op deze plaat gehaald.

De opbouw van deze vier tracks tellende ep is vrij standaard te noemen. Kort gezegd horen we een krachtige opener, dan twee rustige, meer melodieuze nummers, gevolgd door een dijk van een toegift. De kwaliteit van de nummers kunnen we echter met een gerust hart “on-Nederlands” goed noemen. Nu is deze classificatie eigenlijk taboe voor ons recensenten van MusicFromNL, maar wanneer een band in haar biografie schrijft dat vooral Engelse bands zoals The Kooks, The Beatles, The Police, Muse en The Killers grote inspiratiebronnen zijn, hebben we even lak aan deze “regel”. Dat The Killers toch echt uit de VS komen negeren we gewoon even, aangezien ze misschien wel de meest Britse band uit de VS zijn. Zelf zouden wij vooral Franz Ferdinand en Infadels (die stem!) aan dit lijstje Britse voorbeelden willen toevoegen.

Het eerste nummer ‘Since You’ve Been Around’ heeft een pakkend intro, dat meteen de aandacht van de luisteraar grijpt. Het vervolg van het nummer klinkt op zich erg lekker, maar het intro had ons een klein beetje meer doen verwachten. De twee volgende rustige nummers, ‘In Silence’ en ‘Lovesong #45’, zijn zoals gezegd wat melodieuzer en doen ons dikwijls denken aan de Nederlandse godenzonen van Johan (die dan niet geheel onverwachts, ook in de biografie als inspiratiebron genoemd worden). Noem het een kwestie van smaak, maar deze twee nummers blijven toch wat minder hangen. Gelukkig wordt dit ruimschoots goedgemaakt met de toegift ‘Fast Life’, die ons toch nog even door de kamer laat springen terwijl de speakeronderdelen ons om de oren vliegen. De verwachting die de intro van ‘Since You’ve Been Around’ bij ons wekte wordt dan toch nog ingelost.

aantal tracks: 4speelduur: 13:28 minuten

8

Airbag - Emotions Of Steelwww.musicfrom.nl / 24-02-009

stijl: pop/rock/britpopwat: cdlabel: eigen beheer

Veel lijkt al gezegd te zijn over Airbag en dat terwijl dit gemêleerde Amsterdamse gezelschap pas sinds kort hun debuutalbum ‘Emotions Of Steel’ in de winkels heeft liggen. Zo is het viertal inmiddels al gekroond tot ‘Ongekend Talent’, ‘Local Hero’, ‘Serious Talent’ en, voor wat het waard is, ‘de beste onbekende band van Nederland’.

Daarnaast duiken in verschillende recensies vergelijkingen op met een breed scala aan bands, variërend van The Strokes, Weezer, Garbage, The Police en (weliswaar volkomen misplaatst) Joy Division. Alhoewel de band zich profileert als een britpop-act, kunnen wij vrede hebben met eerdergenoemde vergelijking met Weezer en zouden daar zelf wat invloeden van de Green Day uit de ‘Dookie-periode’ aan willen toevoegen.

Nu zeggen inspiratiebronnen natuurlijk niets over de kwaliteit van een band (eerder iets over ons recensenten die graag koketteren met onze muziekkennis, dat mag ook best eens gezegd worden). Wel rijst na het zien van dit lijstje acts het vermoeden dat je als luisteraar in de muziek van Airbag kunt horen wat je wilt horen. Als je je goed voelt en met een witbiertje op het terras zit, zullen vrolijke nummers als ‘In The City Tonight’, ‘Diet Coke’ en ‘Late On Saturday Night’ je bevallen. Wanneer je je ogen uit je kassen grient en de regen tegen de ramen slaat, zal je daarentegen de voorkeur geven aan het melancholische ‘Every Day Feels Like Monday’, of nog beter, het bombastische ‘Goodbye’.

Misschien is dit meteen ook het grootste probleem van deze debuutplaat. De band maakt stuk voor stuk goede liedjes, met pakkende teksten en refreinen, die na draaien nog uren in je kop blijven zitten. De liedjes van Airbag zijn over het algemeen lekker in het gehoor liggende poprock-nummers, met hier en daar een indie- of punkrock-randje. Bovendien staat de band muzikaal gezien als een huis. Deze vier muzikanten hebben genoeg kwaliteiten in huis om meer te zijn dan ‘beste onbekende band van Nederland’. Wat ‘Emotions Of Steel’ mist is een rode draad. Het album lijkt een lappendeken van muzikale emoties. Variatie is goed, maar met mate, zeker op één album. Wanneer je een album uit je collectie kiest wordt deze keuze dikwijls gemaakt door één stemming, niet meerdere.

Wanneer deze “moodswings” in de toekomst wat meer gedoseerd worden toegepast, dan moet een volgend album wel een succes worden. Maar voordat we op de feiten vooruit lopen verdient Airbag het deze zomer hun nu al geroemde live reputatie waar te maken op een groot festival. Want ook al is ‘Emotions Of Steel’ nog niet perfect, met dit album heeft de band wel een festivalticket. En op zo’n groot podium mag je als band zo “manisch depressief” zijn als maar kan.

aantal tracks: 11speelduur: 40:35 minuten

9

Drive Like Maria - Elmwoodwww.musicfrom.nl / 23-03-2009

stijl: rock/pop/alternatieve rockwat: cdlabel: PIAS

Over het debuut van De Staat schreef 3VOOR12 dat “Josh Homme met een stijve tegen zijn speakers aanrijdt bij het beluisteren van deze plaat”. ‘Waiting For Evolution’ is dan ook een fantastisch album, dat het alternatieve genre in Nederland een stevige impuls geeft, maar wij hebben het vermoeden dat de heer Homme met nog groter genoegen zijn speakerset aan gort swaffelt bij het horen van ‘Elmwood’ van Drive Like Maria. Met alle respect, maar wat De Staat kan, lijkt Drive Like Maria nog net wat harder te kunnen.

Eigenlijk staan er op dit debuut geen slechte nummers. De uitblinkers zijn toch wel openingstrack ‘So’ en single ‘I’m On A Train’. Wanneer je deze eerste twee composities van het album hebt gehoord ben je bang dat je het einde van de plaat niet gaat redden, omdat je lichamelijk uitgeput raakt. Gelukkig last de band zo nu en dan een adempauze in met de niet onverdienstelijke downtempo nummers ‘Sure Enough’ en vooral ‘Die A Little More’. Het is dus gelukkig niet continu vol gas als “Maria rijdt”. Het zou ‘Elmwood’ te eentonig hebben gemaakt. De band laat met deze tracks bovendien zien dat ze ook best een stapje terug durft te doen.

Wanneer we dit debuut van het Nederlands-Belgische trio als geheel willen typeren zouden we allerlei godslasterende superlatieven het wereldwijde web op kunnen slingeren, maar dat doet de band gelukkig zelf al door middel van een filmpje op hun MySpace, waarin bezoekers van hun Amerikaanse tour in drie, veelal onkuise woorden hun lof uiten over de band. Dat scheelt ons mooi een reprimande van de bond tegen het vloeken.

Wat kunnen we dan wel schrijven over de makers van ‘Elmwood’? Het drietal leert elkaar kennen in 2005 in de Wisseloord Studio’s waar ze als techneuten, producenten en muzikanten aan het werk zijn. Al snel zijn ze het geklaag van de zoveelste over het paard getilde leadzanger zat en besluiten zelf de instrumenten ter handen te nemen. Drie weken later winnen ze de Nederlandse finale van The Global Battle Of The Bands om vervolgens de tweede plaats in de internationale eindstrijd te bereiken. Vanaf dat moment slaat de band aan het touren om pas onlangs weer terug te keren naar huis.

Het lijkt erop dat Drive Like Maria schijt heeft aan conventies en bovendien beschikt over een flinke dosis zelfvertrouwen. Niets lijkt “normaal” te gaan: Drummer Bjorn Awouters is tevens zanger, de scheurende gitaarsolo’s zijn van de handen van de twintigjarige vrouwelijke gitarist Nitzan Hoffman en een tour door Amerika gaat vooraf aan het uitbrengen van een debuutalbum. Deze onconventionele aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. De band tekent bij PIAS en het label lijkt een groot media-offensief te zijn begonnen. Het artwork van ‘Elmwood’ ziet er fantastisch uit en met surrealistische persfoto’s wordt meteen een goed imago neergezet. Met het lekker maken van 3VOOR12 en vooral 3FM bereikt de muziek van de band een groot publiek. Het kan (en mag) dus eigenlijk niet meer fout gaan met Drive Like Maria.

Nu is wachten tot de naam van de band opduikt in de programmering van de grote Nederlandse festivals (Lowlands?) zodat het Nederlandse publiek op grote schaal kennis kan maken met de heerlijke herrie van Drive Like Maria. Getverdemme wat lekker!

aantal tracks: 11speelduur: 39:27 minuten

10

Leo Gstrein - Strange Ways To Save The Worldwww.musicfrom.nl / 07-04-2009

stijl: singer-songwriter/pop/rockwat: cdlabel: eigen beheer

Menig Nederlands muziekliefhebber zal zijn schouders ophalen bij het horen van de naam Leo Gstrein. Leo hoe? Menig Haags audiofiel zal daarentegen een klein dansje maken bij het horen van de naam van deze, in Den Haag, inmiddels wereldberoemde singer/songwriter. Leo Gstrein timmert namelijk al twintig jaar aan de weg en dan vooral aan die mooie Haagse lanen. Hij begint als zanger van de rockband Nojoke en brengt daarna drie schijfjes uit met de band Frezno Falls, die stuk voor stuk goed ontvangen worden. Dit werk brengt de band dan ook tot op enkele regionale festivalpodia.

Als solo-artiest brengt hij onder eigen beheer sinds 2001 drie albums uit waarvan dit ‘Strange Ways To Save The World’ de voetjes in geheel Nederland minstens tot een klein dansje moet verleiden. Om dit doel te verwezenlijken heeft Leo Gstrein een nieuwe live-band om zich heen verzameld.

Dan over de nieuwe plaat met de wonderschone titel: de kracht van het geheel ligt in het feit dat er een goede sfeer wordt neergelegd. De muziek klinkt op momenten wat steviger (‘Shy Girl’) en dan weer iets melancholisch (‘Slow Motion’). Zo nu en dan doet het je denken aan klassiekers van U2 (‘Pretend To Cry’) of van Lenny Kravitz (‘This Evening’) maar nooit zo lang dat het verwarrend wordt.

Het samenspel tussen de verschillende partijen klinkt altijd harmonieus en er wordt geen snaar, toets of trommel teveel aangeraakt. Het album loopt gewoon lekker van a tot z en geen enkel nummer is misplaatst. We lijken met Leo en zijn band lekker door de tien nummers heen te glijden. Kortom, de twintig jaar muzikale ervaring straalt van het album af. We zouden graag zeggen dat de ervaring met klodders in je gezicht spatte, maar dat zou niet bij de neergezette sfeer van het album passen. Het spat niet; het straalt je met een zekere ontspannen zekerheid tegemoet.

Dit blijkt ook meteen de minne van ‘Strange Ways To Save The World’. Er lijkt een echte climax te ontbreken: er is geen enkel nummer dat er echt uitspringt. Alle tracks zitten lekker in elkaar, maar zijn aan de andere kant ook weer niet zo overweldigend dat je uit je luisterstoel geblazen wordt. De wat stevigere nummers hadden nog net wat steviger gemogen, opdat we zin krijgen een slinger te geven aan die volumeknop. Het gevaar van ‘Strange Ways To Save The World’ is dat het album teveel als achtergrondmuziek gaat klinken en dat kan nooit de bedoeling geweest zijn van zoveel werk.

Als ons in het hypothetische geval gevraagd zou worden een single uit te kiezen, zou de keuze waarschijnlijk vallen op ‘Don’t Stop’, een complete compositie met een pakkend refrein, waarvan het tempo net wat hoger ligt dan dat van de meeste tracks op het album. Het nummer heeft ook iets positiefs, het heeft wat lenteachtigs. Den Haag mag zeker trots zijn op haar Leo Gstrein, maar een echte landelijke doorbraak zien we vooralsnog niet gebeuren met ‘Strange Ways To Save The World’. Graag zien we het tegendeel bewezen natuurlijk, want je gunt het de band van harte.

aantal tracks: 10speelduur: 45:04 minuten

11

Johan - 4www.musicfrom.nl / 04-05-2009

stijl: pop/rock/alternativewat: cdlabel: Excelsior Recordings/V2

“Onze zuiderburen hebben dEUS maar wij kaaskoppen hebben Johan!”

Deze boute bewering heeft ondergetekende wel eens gemaakt na het nuttigen van één of twee Belgische biertjes teveel. Nu zijn deze bands qua stijl natuurlijk niet met elkaar te vergelijken, maar toch zit er, naast een flinke dosis patriottisme en een behoorlijk alcoholpromillage, een kern van waarheid in deze uitspraak. Want hoewel het Nederlandse Johan veel meer poppy en minder experimenteel is dan dEUS, lijkt zij/hij net zoals de Belgische godenzonen maar geen slechte plaat te kunnen maken. Vanaf vier mei ligt namelijk een vierde meesterwerkje, dat is ontsproten aan het brein van Jacco de Greeuw en de zijnen, in de winkelschappen.

Dit nieuwe pareltje heeft, hoe toepasselijk, de naam ‘4’ meegekregen. In tegenstelling tot eerdere albums, waar de band gemiddeld zo’n vijf jaar de tijd voor nam, is deze plaat er in “maar drie jaar doorgedrukt”. Gelukkig is dit niet ten koste van de kwaliteit gegaan, ook met ‘4’ hebben de Noord-Hollanders weer een plaat van wereldformaat afgeleverd. Wellicht is deze hogere productiviteit te danken aan het feit dat voor het eerst in het bestaan van Johan de bezetting van de band tussen twee albumopnames ongewijzigd is gebleven.De kracht van dit nieuwe huzarenstuk ligt in het feit dat het weer een onmiskenbaar Johan-geluid heeft, maar tegelijkertijd duidelijk anders klinkt dan haar voorgangers. Het zijn tien echte popliedjes die stuk voor stuk muzikaal en tekstueel sterk zijn. Als nuchtere Noord-Hollanders lijken de vier bandleden van Johan niet al teveel tijd nodig te hebben om hun boodschap over te brengen; tracks duren zelden veel langer dan vier minuten en dat is geen seconde teveel of te weinig.

De eerste nieuwe single ‘In The Park’, die al veelvuldig op de radio te horen is geweest, is een goed voorbeeld van zo’n echte Johan-track. Het nummer is toegankelijk, pakkend en lijkt speciaal gemaakt te zijn om door de ether geslingerd te worden. Kortom: het is een single met hitpotentie. Ook in tracks als het melancholische ‘Maria’ of het “radiogevoelige” ‘Together Now’ horen we deze typische sound terug.

Zoals we al in een eerder artikel op onze website verklapt hebben klinken sommige nummers wat bombastischer of wat voller dan we gewend zijn van Johan. Goede voorbeelden hiervan zijn het prachtige ‘The Recieving End’ en het stevige ‘Over’. Het wonderschone sluitstuk ‘Why Don’t We’ verdient in deze categorie wat speciale aandacht. De gelaagdheid, de opbouw en vooral de zangpartij van deze compositie doen ons vanaf de eerste seconde denken aan een moderne variant van Brian Wilson en de Beach Boys. Als je het ons vraagt is dit misschien wel het mooiste nummer van Johan ooit.

Johan heeft dus maar weer eens bewezen één van de beste hedendaagse groepen in haar genre te zijn en dat er bovendien goede Engelstalige popmuziek in Nederland gemaakt wordt. Wat dat betreft kunnen we de band beter vergelijken met Nederlandse bands dan met dEUS of Brian Wilson. Inmiddels bevindt Johan zich wel in het gezelschap van illustere voorgangers Daryll-Ann en Bettie Serveert; stuk voor stuk bands die veel betekend hebben voor de Engelstalige rockmuziek in Nederland. Wanneer we een canon van de Nederlandse popgeschiedenis zouden mogen maken, zouden deze twee bands en Johan zeker niet mogen ontbreken. Je zou soms wel eens wensen dat er wat meer bands van dit kaliber zouden zijn (of dat Johan wat minder lang over een album zou doen). Maar aan de andere kant zou dat het wel weer stukken minder speciaal maken.

aantal tracks: 10speelduur: 40:47 minuten

12

Mama Loo - Orange Heartwww.musicfrom.nl / 24-05-2009

stijl: experimenteel/alternatiefwat: cdlabel: Skipper Boetlek

Onlangs presenteerde het Hoornse Johan haar langverwachte vierde album, een plaat gevuld met de voor Johan zo welbekende pakkende popliedjes, die het allemaal goed lijken te doen op de nationale radiozenders. Dat er in dit pittoreske dorpje aan het Markermeer ook andere goede muziek gemaakt wordt, lijkt veel muziekliefhebbers te ontgaan.

Het evenzo Hoornse Mama Loo is misschien wel het grootste muzikale geheim van het Middeleeuwse havenstadje. Want hoewel de band rondom zanger/gitarist Edwin de Herder al sinds 2004 bestaat en met ‘Orange Heart’ alweer haar derde studio-album aflevert, lijkt het gros van de zelfbenoemde muziekkenners bij het horen van de bandnaam nog steeds alleen aan de ega van Neerlands beroemdste clown te denken. Toegegeven, de liedjes die oud-conservatorium student De Herder schrijft, zijn niet zo toegankelijk en radio-vriendelijk als die van Johan, maar dit blijft slechts een constatering en doet niets af aan de kwaliteit van de composities van Mama Loo. Integendeel, de acht nummers die op deze laatste plaat staan klinken stuk voor stuk als kleine, zorgvuldig samengestelde kunstwerkjes. De muziek is gelaagd, het samenspel harmonisch en de teksten lijken zich weinig van de natuurlijke loop van een liedje aan te trekken (zonder dat dit irritant wordt). De woorden kronkelen als het waren om het ritme van de muziek heen. Liefhebbers van het Amerikaanse ‘The National’ zullen meteen begrijpen wat we met deze stijl van zingen bedoelen.

Hoogstwaarschijnlijk vindt deze manier van zingen zijn oorsprong in de opvallende manier waarop de nummers geschreven worden. Zo lezen we in een interview in Het Noord-Hollandse Dagblad dat De Herder zijn teksten eerst in het Nederlands schrijft, omdat hij op deze manier het gemakkelijkste zijn gevoelens op het papier krijgt, om ze vervolgens naar het Engels te laten vertalen; de universele taal van de popmuziek.

Een mooi voorbeeld van zo’n typisch Mama Loo liedje is ‘Superman’, de eerste single van ‘Orange Heart’. Dit nummer duurt met zijn zes minuten eigenlijk veel te lang voor de radio, de muziek zit geweldig in elkaar, de vocalen kronkelen zich door het geheel heen en het eindresultaat is wonderschoon en geen seconde te lang. De nuchtere Noord-Hollander zegt hier zelf over in het eerdergenoemd interview: “…ik was niet klaar in drie minuten.” Daar valt verder dan ook niets meer aan toe te voegen. Als we behalve ‘Superman’ nog een aantal pareltjes op het album moeten aanwijzen komen we uit bij ‘No One Speaks’ en titeltrack ‘Orange Heart’, dat gebaseerd blijkt op een herinnering uit de jeugd van de zanger. Maar zoals we eerder al gezegd hebben zijn eigenlijk alle acht de liedjes op ‘Orange Heart’ (op zijn minst) zeer de moeite waard.

Al met al hebben we met Mama Loo een band die het eigenlijk verdient naast de stadsgenoten van Johan op de grote radiostations gedraaid te worden. Of dat ook daadwerkelijk gaat gebeuren blijft de vraag, aangezien de zenders zich allemaal krampachtig aan hun format dienen te houden. Dus mocht dit binnenkort nog steeds niet gebeurd zijn, probeer dit trio dan een keertje live te zien. Wij geloven dat dit zeker de moeite zal zijn.

aantal tracks: 8speelduur: 41:57 minuten

13

Supernova - Wonderful Solutionwww.musicfrom.nl / 25-06-2009

stijl: experimenteel/alternatiefwat: cdlabel: eigen beheer

Supernova lijkt één van die Nederlandse bands te zijn wiens geluid maar niet wil aanslaan bij een groter publiek. ‘Wonderful Solution’ is alweer het derde album van dit alternatieve rocktrio en vooralsnog lijkt een groot succesverhaal uit te blijven. In het verleden zijn er wel een aantal positieve recensies verschenen over de twee eerste platen ‘Sacred Days And Miracles’ en ‘Fate’. Hier is het echter wel zo’n beetje bij gebleven. De band krijgt weinig tot geen airplay en op het web is ook niet veel noemenswaardig te vinden. Dit laatste zal tevens komen door een bandnaam die volgens de website Last.fm met minstens tien andere acts wordt gedeeld, waaronder een Amerikaanse punkband, een Chileense meidengroep, een Finse trance-act en een Engelse folkband.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, ook wij moeten helaas bekennen dat de nummers op deze nieuwste plaat niet echt een blijvende indruk achterlaten. Een snel gemaakte conclusie lijkt dan dat Supernova slechte muziek maakt, maar dat is dus niet zo. Integendeel. Muzikaal weet dit drietal overduidelijk waar ze mee bezig is en met de productie van het album lijkt ook niets mis. Toch blijft er, ondanks alle bloed, zweet en tranen die hoorbaar in ‘Wonderful Solution’ zijn gestopt, vreemd en spijtig genoeg niet veel van de composities hangen; geen pakkend zinnetje dat door je hoofd blijft spoken en geen lekker ritme waar je voet onafgebroken op mee blijft tappen. Het lijkt zo’n album te zijn dat helemaal niet vervelend is om een keer te beluisteren, maar dat tegelijkertijd niet echt uitnodigt tot nog eens opzetten of tot delen met vrienden en bekenden.

Wat zou dan de reden kunnen zijn dat de muziek van Supernova na drie albums nog steeds niet echt een gevoelige snaar raakt bij een groter publiek? Na de eerste keer beluisteren van ‘Wonderful Solution’ viel ons een tweetal zaken op. Ten eerste is het geluid van de band erg melancholisch en dit gedurende het gehele album. Er lijkt te weinig variatie in de tracks te zitten. Na het negende liedje moest hier echt even het raam open, zodat de ontluikende zomer de sfeer binnenshuis weer wat kon opbeuren. Dit zou in het najaar misschien al een stuk minder bezwaarlijk zijn en wellicht zou dit album bij ondergetekende ook wat hoger gescoord hebben wanneer deze recensie in november geschreven had moeten worden. ‘Wonderful Solution’ lijkt zo’n overduidelijke herfstplaat.

Daarnaast lijken de liedjes een soort traagheid of lijzigheid te hebben die al snel doet denken aan de, met alle respect, wat gedateerde rockballads van bands zoals The Scorpions of, zoals Supernova zelf aangeeft in haar biografie, het wat langzamere werk van The Smashing Pumpkins. Deze vergelijking dringt zich vooral op door het typische timbre van de vocalen van de band dat niet zelden doet denken aan de stemmen van Peter Lewis (The Scorpions) of Billy Corgan (Smashing Pumpkins). Beide zijn mannen met “lastige stemmen”, je vindt ze geweldig of je vindt ze onuitstaanbaar.

Toch zal er ondanks bovengenoemde opmerkingen wel degelijk een markt zijn voor het werk van Supernova. Zoals gezegd is het geen slechte muziek. Vermoedelijk zal de band met haar geluid een kleine (en waarschijnlijk trouwe) fanbase kunnen opbouwen. Voor het grote, commerciële publiek zal de muziek van Supernova misschien een brug te ver zijn.

aantal tracks: 9speelduur: 41:34 minuten

14

Clemm - Far From Arcadiawww.musicfrom.nl / 31-08-2009

stijl: pop/indiewat: cdlabel: Cabin Music

Clemm is het pseudoniem van Willem Janssen, een muzikale duizendpoot die in meer of mindere mate ook bekend is van MRmoody, The_Inaxy of Flugroove. Dat Willem Janssen goede muziek kan maken wisten we al na het uitkomen van zijn debuutalbum ‘Consider The Lilies’, een plaat die landelijk goed ontvangen werd door de verschillende bladen en websites. Op dat album maakt Clemm nog veelvuldig gebruik van nationale en internationale gastvocalisten zoals Lucky Fonz III, Jaap Warmenhoven (Hit Me TV) en Rosa Agostino (Red Ghost). In het begeleidend schrijven dat we op onze redactie bij het nieuwe album ‘Far From Arcadia’ ontvingen, lezen we dat bij Clemm “…de behoefte ontstond zijn liedjes zelf te vertolken, met dit album als direct gevolg…”

Dit nieuwe album zet muzikaal gezien de goede lijn van ‘Consider The Lilies’ voort. Het bevat elf sfeerrijke liedjes met veelal een ietwat melancholische inslag. Clemm schiet hier gelukkig nooit in door, zodat je na het beluisteren van ‘Far From Arcadia’ niet doodongelukkig achter blijft in je luisterstoel. Anderzijds mist het album wel één of twee uitschieters, nummers die je even uit je trance halen, je even wakker schudden. De algehele toon van het album blijft rustig, mede door het stemgeluid van Willem Janssen.

Eerlijkheidshalve moeten we dan ook constateren dat Clemm nooit uitgeroepen zal worden tot beste zanger van Nederland. Dikwijls klinkt zijn stem breekbaar of zelfs onzuiver. Vaak is het meer melodieus praten dan zingen. Verrassend genoeg past dit fragiele stemgeluid wel erg goed bij de muziek, dus uiteindelijk is het niet zo storend dat de vocalen niet perfect zijn. Zo staat Lucky Fonz III ook niet bekend als de performer met de beste stem, maar heeft zijn muziek iets wat veel mensen aanspreekt. Dat zal met de muziek van Clemm misschien ook zo zijn, al zijn wij daar nog niet voor de volle honderd procent van overtuigd, mede door het feit hij in een moeilijkere niche zit met zijn elektronisch getinte muziek.

Tenslotte rijst de vraag hoe Clemm zijn muziek op een podium ten tonele brengt. De overdaad aan rustige nummers heeft wel wat extra pep nodig wil het een live-publiek in extase brengen. Ongetwijfeld heeft Clemm hier zelf over nagedacht en zullen we bij een live optreden nog aangenaam verrast worden. Hij heeft hier genoeg ervaring voor en zijn muzikale vriendenkring is groot genoeg om een spetterende live-band neer te zetten.

aantal tracks: 11speelduur: 35:07 minuten

15

Daily Bread - Well. You’re Not Invitedwww.musicfrom.nl / 03-09-2009

stijl: dance/elektronisch/indie/garagewat: cdlabel: Excelsior Recordings/V2

Wie nog steeds gelooft dat alle Friezen stugge Noordelingen zijn, moet maar eens het debuutalbum van Daily Bread beluisteren. De energie die dan uit je speakers kleddert is alles behalve stug. We vragen ons af wie de voetjes naast elkaar kan houden bij het horen van nummers met titels zoals: ‘Put Your Shoes On The Dancefloor’, ‘Well, You’re Not Invited’ of ‘Rebel Kids’. Zelf noemt het Fryske drietal hun muziek sexy garage dance en we moeten bekennen, hoe pretentieus dit ook misschien mag klinken, het dekt redelijk de lading. De muziek is in ieder geval allesbehalve stug.

Aan de andere kant blijft Daily Bread wel een stelletje verdomd koppige adolescenten, wat het vooroordeel over Friezen wel weer enigszins bevestigt, maar dat kunnen we ook wel weer waarderen. Wanneer je immers weigert mee te doen aan De Grote Prijs van Nederland omdat je niet in je gewenste opstelling kan spelen (met zijn drieën in een rijtje, voor op het podium met het drumstel in het midden), blijkt dat je hart voor je muziek hebt en dat concessies geen optie zijn.

Uiteindelijk blijkt deze volhardendheid zich uit te betalen en tekent de band bij het Nederlandse Excelsior label. Heeft Excelsior nu dan weer een pareltje te pakken met Daily Bread en hun debuut ‘Well, You’re Not Invited’? Waarschijnlijk kun je in dit geval beter spreken over een ruwe diamant. Met de energie van het drietal zit het zoals eerder gezegd wel goed. Vanaf plaat spat de muziek al in je gezicht, alsof je door een groepje jongeren in je gezicht getuft wordt. Tijdens een liveshow zal je er helemaal niet droog of zonder kleerscheuren van af komen.

Of het album lang op de iPod van de gemiddelde luisteraar zal blijven staan valt echter nog te bezien. De langspeler bestaat uit twaalf nummers die zelden langer duren dan drie minuten. Over het algemeen hoeft dit niet storend te zijn, mits er genoeg variatie in de tracks zit. En hoewel de band er flink op los experimenteert met vreemde bliepjes en twietjes, blijft vooral het gevoel hangen dat ‘Well, You’re Not Invited’ een te eentonig geheel is.

Gelukkig is dit iets waar onder leiding van Excelsior in de toekomst aan gewerkt kan worden. Hiermee rekening houdend en het feit dat het een stel eigenwijze jonge honden betreft, dat waarschijnlijk hun pijlen niet eens richt op de gemiddelde luisteraar, geven we Daily Bread het voordeel van de twijfel. Dus geef ons heden ons Dagelijks Brood… en verlos ons van het saaie!

aantal tracks: 12speelduur: 34:02 minuten

16

The Gasoline Brothers - Tsk!www.musicfrom.nl / 24-09-2009

stijl: experimenteel/alternatief/country/popwat: cdlabel: My First Sonny Weissmuller Recordings/Konkurrent

Onze beoordeling in 2006 van het debuut ‘Hm!’ van The Gasoline Brothers was gematigd positief. We besloten destijds ons relaas met de woorden dat we reikhalzend uitkeken naar het tweede album van deze band. Een album waarop de grote verwachtingen, die rond de vier broers uit het plaatsje Limburg in Amerika hingen, hoogstwaarschijnlijk waar gemaakt zouden worden. Het zelfbenoemde luie viertal heeft ons lang laten wachten, maar nu is daar, na 3 jaar, eindelijk de opvolger ‘Tsk!’.

We zijn er even goed voor gaan zitten, de verwachtingen waren zoals gezegd erg hoog gespannen, en hebben de plaat een aantal keren intensief beluisterd. Naderhand bleven we helaas ietwat gedesillusioneerd hangen in onze luisterstoel, plukkend aan het lege stuk papier waarop deze recensie uiteindelijk geschreven zou moeten worden. ‘Tsk!’ is een goed gemaakt album, dat dan weer wel, maar het is niet de ultieme synthese van de aanwezig geachte kwaliteiten van de vier muzikanten waar we als muziekliefhebbers zo op hadden gehoopt. Het geheel luistert lekker weg, het is een aaneensluiting van goed in het oor liggende popliedjes met een alternatief randje. Helaas blijft geen enkel liedje na een keertje luisteren in je kop hangen. Dat is toch wel het verschil tussen een goed en een verdomd mieters liedje.

We hadden gehoopt dat de muziek wat experimenteler en dat de randjes wat rafeliger zouden zijn. De band lijkt zo goed geïntegreerd te zijn in de Nederlandse maatschappij dat ze tevens het nuchtere Nederlandse adagium “doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg” hebben overgenomen. Maar hoe geweldig zou het zijn deze vier broers als een stel Texaanse Cowboys door het Nederlandse polderlandschap te zien galopperen, waarbij de kluiten modder je om de oren vliegen. Dat zou pas de ultieme muzikale samensmelting van twee verschillende culturen zijn. Deze “awe”-potentie is zeker aanwezig.

Dus alhoewel onze wens bij het schrijven van de eerste recensie nog niet is ingewilligd, blijven we de hoop koesteren dat dit wel ooit gaat gebeuren. We hebben The Gasoline Brothers nog lang niet afgeschreven. We kunnen dus dit verhaal afsluiten met gelijke woorden als drie jaar geleden: veel bands zouden al zeer verguld zijn wanneer ze dergelijke kwaliteit zouden weten te leveren. Doen we dan de volgende keer dat meesterwerk?

aantal tracks: 11speelduur: 39:19 minuten

17

Shady Lane - Between Twowww.musicfrom.nl / 07-11-2009

stijl: alternative rock/progressive rockwat: cdlabel: eigen beheer

Hoe komt het toch dat in het noorden en oosten van ons land toch zo vaak stevige muziek wordt gemaakt? Komt dit misschien door het feit dat in zulks uitgestrekt landschap de wind je oren doet ruisen en dikke mistbanken je in een continue sluimertoestand doen belanden, zodat decibellen simpelweg noodzakelijk zijn om je publiek te doen ontwaken? Of is dit slechts een denigrerend Randstads cliché, waarvoor bij deze dan meteen onze excuses. Desalniettemin zou de atmosferische progressieve rock van het Friese Shady Lane de ideale soundtrack voor zo’n eerdergenoemd “fantastisch” landschap kunnen zijn.

Tijdens ons voorwerk op het internet hebben we hier en daar wat recensies gevonden van eerder verschenen werk van het viertal. Al deze stukken lijken op hetzelfde oordeel uit te komen: Shady Lane is een beste rockband, met zeer capabele muzikanten, die duidelijk een grote voorliefde hebben voor de muziek van het Amerikaanse Tool, de progressive rock mastodonten uit Los Angeles. Verder concluderen veel van deze recensenten dat het drietal helaas teveel een Tool sound-a-like blijkt en meer aan een eigen geluid zou moeten werken.Bij het uitkomen van het eerste volwaardige album ‘Between Two’ kunnen we beoordelen of de band deze kritieken ter harte heeft genomen of koppig haar “eigen” weg is blijven volgen. Al uit de eerste tonen van albumopener ‘Computer Pills’ blijkt deze veelbesproken liefde voor het werk van Maynard James Keenan, de voorman van Tool. Naarmate het album vordert lijkt het echter wat minder zwaar te klinken en minder die “Toolse abstractie” te hebben. Het geheel is wat toegankelijker. Of de band nu dan echt een eigen geluid heeft weten te ontwikkelen valt echter te betwijfelen. ‘Between Two’ lijkt meer richting die andere band te gaan waar Keenan ook een dikke vinger in de pap heeft gehad, A Perfect Circle, een band die dikwijls Tool Light wordt genoemd.

Los van de discussie of de band een eigen geluid heeft of niet, kunnen we wel degelijk concluderen dat dit album van Shady Lane verdomd goed in elkaar zit en voor een progressieve rockband luistert het verdraaid makkelijk weg en daar draait het eigenlijk toch allemaal om! Met ‘Fragile’, ‘Out There’ en ’20 Years’ heeft de band een paar meesterlijk sfeervolle nummers neer weten te zetten, die zich uitstekend lenen voor deze grauwe dagen. Het enige minpunt van het album moet toch het poppy ‘Cold Feet’ zijn. Wat gas terugnemen op een album is prima, maar deze track lijkt volledig misplaatst en zou, met alle respect, ook door Di-rect geschreven kunnen zijn.

Al met al hebben we met veel plezier naar ‘Between Two’ geluisterd en kijken we nu al uit naar de donkerste dagen van het jaar, wanneer ondergetekende met de trein naar Makkinga zal afreizen om dit album nog eens in de juiste setting te beluisteren.

aantal tracks: 10speelduur: 36:56 minuten

18

Excitors - Sexcitorsexcitwww.musicfrom.nl / 20-11-2009

stijl: rock/popwat: cdlabel: eigen beheer

De Haagse muziekscene doet de laatste weken goede zaken. Di-Rect heeft in Marcel een nieuwe zanger gevonden en lijkt met het succes van hun nieuwe single ‘Times Are Changing’ het vertrek van Tim al vergeten te zijn. Kane staat met hun nieuwste single ‘No Surrender’ hoog in de hitlijsten en bovendien heeft Dinand daarnaast de titeltrack voor de boekverfilming van ‘Komt Een Vrouw Bij De Dokter’ geschreven; een film die voor de première al de meest besproken Nederlandse bioscoopproductie van het jaar lijkt te zijn. Tenslotte mogen we in dit rijtje “Haagse Trots” natuurlijk de wederom bezwangerde Anouk niet vergeten, die met ‘For Bitter Or Worse’ alweer een succesvol album heeft afgeleverd en met twee sterke singles hoog in de hitlijsten bivakkeert.

Je zou bijna vergeten dat er behalve eerdergenoemd machtsvertoon, ook nog kleinere bands in de Hofstad zijn, die stuk voor stuk hun stinkende best doen vergelijkbare roem te vergaren als deze flinke namen. Excitors is zo’n band. Sinds kort is het eerste volwaardige album ‘Sexcitorsexcit’ van deze formatie verkrijgbaar. De groep werd door ons al eerder redelijk positief ontvangen. We bespraken hun eerste ep en vonden het lekker energiek klinken. Wel was er wat gebrek aan variatie (wat wil je op een extended play?) maar dit werd niet als hinderlijk beschouwd. Integendeel, het bracht een lekkere roes tot stand. Tot zover onze eerdere bevindingen met betrekking tot Excitors.

De logische vraag die nu volgt is of de muziek op dit zelfgeproduceerde debuutalbum goed genoeg is om de luisteraar de volle twaalf nummers in zo’n roes te laten verkeren? Na veelvuldig luisteren van de plaat kunnen we deze vraag helaas nog niet volmondig met “ja” beantwoorden. Energiek is de muziek zeker; de band stoomt als een op hol geslagen locomotief door de tracks heen. De kwaliteit van de nummers is echter nog niet van dien aard dat je het gevoel hebt dat je naar een kraker van een album luistert. Maar wat nog niet is kan nog komen.

Wat het album namelijk wel zeker alleraardigst maakt is dat het Haagse vijftal van verschillende stromingen binnen de rockmuziek elementen weet te lenen en hiervan één geheel weet te breien. Zo doen de tracks ‘Highlands’ en ‘Didn’t You’ ons denken aan de vrolijke postpunk van Maxïmo Park, terwijl single ‘Itchin’ Bitchin’ riekt naar een luchtige variant van de rapcore van Limp Bizkit. Vervolgens weet de band het geheel schaamteloos (en niet onverdienstelijk) af te sluiten met de Johaneske ballad ‘Hunger For Speed’.

Nogmaals, Excitors is er nog niet. De songwriters-vaardigheden van deze vijf muzikanten moeten en kunnen echt veel beter worden. Gelukkig bezit de groep het talent te luisteren naar en te leren van andere formaties. We kennen weinig beginnende bands die al zo’n vermogen hebben tot het creëren van een muzikale smeltkroes van verschillende stijlelementen zonder dat het een samengeraapt zooitje wordt. Het is dus bij lange na nog geen excit voor Excitors en we kijken dan nu ook al reikhalzend uit naar het volgende album. Chapeau!

aantal tracks: 12speelduur: 39:49 minuten

19

Nuff Said - Supernaturalwww.musicfrom.nl / 04-12-2009

stijl: rockwat: cdlabel: eigen beheer

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, het is al weer een hele poos geleden dat wij zo’n lekker ongecompliceerd, maar kwalitatief hoogstaand, rockalbum van Nederlandse makelarij hebben mogen beluisteren, als het onlangs uitgebrachte ‘Supernatural’ van Nuff Said. Het geluid van veel bands verdrinkt in deze tijd van eigthies revival dikwijls in elektronisch geëxperimenteer. Zo niet bij het van oorsprong Zeeuwse Nuff Said. Op dit laatste meesterwerkje voert, zoals we gewend zijn van het drietal, de gitaar weer de boventoon. En hoe! De heren zijn zelfs niet vies van een scheurende solo op zijn tijd. Wanneer hoor je dat nog tegenwoordig!? Toegegeven, het drietal gebruikt hier en daar op subtiele wijze wat elektronisch vernuft, maar dit blijft (gelukkig) altijd ondergeschikt aan het degelijke ambachtelijke snaarwerk. Titeltrack ‘Supernatural’ is hier het meest toonaangevende voorbeeld van.

Het album opent met het heerlijke nummer ‘Lake Hotel’ dat net zo pakkend opent als (en qua begin ook ergens lijkt op) ‘Beat It’ van Michael Jackson. De toon wordt meteen gezet. Na krap tweeënhalve minuut worden we al om de oren geslagen met de eerste scheurende solo van frontman Marijn Slager en dat wordt vanaf dat moment alleen maar erger (lees: beter). Vervolgens worden we als luisteraar getrakteerd op een aantal geweldige nummers die telkens een andere snaar weten te raken. Uitschieters zijn het melancholische ‘Miss The Rain’, het bij vlagen bombastische ‘Whole New World’ en het beukende slotakkoord ‘Wrecking Ball’.

Er is echter een nummer op het album dat meer aandacht verdient. Dé song van het album is volgens ons namelijk zonder twijfel het hemeltergende ‘Beautiful’. Alles lijkt tijdens deze vijf minuten en dertien seconde op de juiste plek te vallen. De track begint met een pakkende beat, die vervolgens subtiel over gaat in een sfeervolle compositie waar de hitpotentie vanaf druipt. En dan die stem van Marijn Slager! Door merg en been. Als Nuff Said met dit nummer niet eindelijk eens doorbreekt bij een groter publiek in Nederland, dan moet de band haar heil maar in het buitenland zoeken. Dan is ons land simpelweg “Nuff-Said-onwaardig”.

Helaas heeft ondergetekende zich in een eerdere recensie wel eens gewaagd aan het opstellen van een top drie van Nederlandse bands. Naar nu blijkt hebben we destijds Nuff Said hiermee zeer tekort gedaan, aangezien een band van dit kaliber in muzikaal opzicht geenszins onder doet voor de toen genoemde bands Johan, Daryll-Ann en Bettie Serveert, maar niet in dat lijstje werd opgenomen. Daarvoor bieden wij bij deze met terugwerkende kracht onze excuses aan en zullen wij proberen onze vergissing op ons beste Zeeuws recht te zetten: Gosternokke! Wa’n lekker album, heu!

aantal tracks: 12speelduur: 46:08 minuten

20

I Kissed Charles - This Is Not Romanticwww.musicfrom.nl / 21-12-2009

stijl: pop/electronicwat: cdlabel: Goomah Music/Excelsior Recordings/V2 Music

Sinds een week ligt het debuutalbum van I Kissed Charles, een zeer jonge band uit het Drentse Meppel, in de schappen. Bij de eerste keer beluisteren van ‘This Is Not Romatic’ zijn we op slag verliefd op de energieke muziek van het viertal. De plaat bestaat uit elf pakkende popliedjes, die je stuk voor stuk doen laten springen. Nadat we het album wat vaker beluisterd hebben krijgen we toch wat last van onze door ouderdoms-jicht en winterweer stram geworden gewrichten. Want alhoewel het album muzikaal zeer volwassen klinkt, sijpelt na een aantal keer luisteren toch het gevoel binnen dat je op het eindfeest van 6 VWO staat.

De zeventienjarige frontvrouw Charlot, die tevens de toetsenpartijen voor haar rekening neemt, vertelt ons in een begeleidend schrijven, dat alhoewel de teksten vooral over tienerdilemma’s gaan, ze op een zodanig volwassen manier zijn opgeschreven dat dit niet storend zou zijn. Helaas zijn we hier vooralsnog niet van overtuigd. Met nummers als ‘Boys, Dump Your Girlfriends’ en de single ‘Let’s French Tonight’ blijft over het algeheel toch een tieneresk bubblegum gevoel hangen, wat in principe helemaal niet erg is. Je mag immers van zo’n jonge band niet verwachten dat ze nummers schrijft over volwassen thema’s. Eigenlijk is het prijzenswaardig te noemen dat I Kissed Charles zo dicht bij zichzelf blijft. Het zou hoogstwaarschijnlijk geforceerd overkomen wanneer de band zou schrijven over zaken als een dreigende midlifecrisis of mogelijke carrièreproblemen door de credit crunch. Aangezien de bandleden snel volwassen zullen worden (en we hopen dat dit niet al te belerend overkomt), hebben we er alle vertrouwen in dat het geheel tekstueel ook snel veel volwassener zal worden.

Nogmaals, muzikaal gezien zit het wel snor. Het geluid van I Kissed Charles is misschien wat springerig, maar er is duidelijk te horen dat het viertal weet waar zij mee bezig is. We geloven dat de band live van het podium af knalt, maar het geheel nodigt gewoon nog niet uit tot veelvuldig luisteren in de eigen huiskamer of op de koptelefoon. Of de eerdergenoemde verliefdheid slechts een kalverliefde blijkt te zijn die net zo snel verdwijnt, als zij gekomen is, zal de toekomst moeten uitwijzen. We koesteren goede hoop.

aantal tracks: 11speelduur: 41:37 minuten

21

Edwin de Herder - Slaapwww.musicfrom.nl / 07-01-2010

stijl: experimenteel/alternatiefwat: eplabel/eigen beheer: Skipper Boetlek

Een tijdje geleden constateerden we in onze recensie van ‘Orange Heart’ van het Hoornse Mama Loo al dat frontman Edwin de Herder een zeer begenadigd muzikant is. Nu is hij terug met een instrumentale cd vol solowerk. Het schijfje, dat als titel ‘Slaap’ heeft meegekregen, beschrijft hij zelf als “muziek voor in de lift”, wat onze nieuwsgierigheid nou niet bepaald op een positieve manier aanwakkerde. Hadden we hier een album vol liftmuzak voor ons liggen?

Niets van dit alles! ‘Slaap’ bestaat uit een viertal schitterende sfeervolle composities, die stuk voor stuk “liftonwaardig” zijn, aangezien je ze dan nooit van begin tot einde zou kunnen beluisteren. We kiezen hier heel bewust voor de term “composities”, omdat “liedjes” gewoonweg de lading niet dekt. We zouden de muziek op dit verrassende schijfje met deze woordkeuze tekort doen.

Deze cd van Edwin de Herder is het beste te classificeren als een score voor een speelfilm. Waar de soundtrack van een film meestal gezien wordt als een collectie losse liedjes, die bepaalde momenten in een film versterken, wordt de score gezien als de sfeerbepalende muziek, die je als filmkijker eigenlijk niet heel bewust hoort, maar zeer belangrijk en bepalend is voor het geheel. Deze vier meeslepende nummers van Edwin de Herder hebben echter geen film meer nodig; ze vertellen hun eigen verhaal al. Het album doet ons erg denken aan een van de meest verrassende albums van 2008, namelijk ‘Silent Movie’ van het Britse duo Quiet Village.

Toegegeven, het is niet de meest gemakkelijke plaat. Er valt geen catchy refrein mee te zingen en een echte climax ontbreekt. Maar wanneer je er even lekker voor gaat zitten waan je je als luisteraar al snel in een soort lucide droom waarin je jouw eigen filmbeelden bij de muziek mag verzinnen en zeg nou zelf: wie wil dat nou niet?

aantal tracks: 4speelduur: 31:48 minuten

22

Bettie Serveert - Pharmacy Of Lovewww.musicfrom.nl / 26-01-2010

stijl: rock/popwat: cdlabel/eigen beheer: Palomine/PIAS

In december 2008 werd het debuutalbum ‘Palomine’ van Bettie Serveert door de lezers van OOR verkozen tot de op één na beste plaat uit de vaderlandse muziekgeschiedenis. De band hoefde slechts ‘Moontan’ van Golden Earring boven zich te dulden. Artiesten als Urban Dance Squad, Doe Maar en Boudewijn de Groot eindigden allemaal ver achter de van oorsprong Arnhemse nummer twee uit deze lijst. In januari 2010 ligt het zevende studio-album ‘Pharmacy Of Love’ in de winkels. De grote vraag rijst of de jonge honden van 1992 vandaag de dag nog steeds zo uit hun slof kunnen schieten als op ‘Palomine’. Na de eerste beluistering van de negen nummers kunnen we deze vraag al volmondig met een ja beantwoorden. Sterker nog, Bettie “blaft” harder dan ooit tevoren, mede door het strakke slagwerk van Voicst-drummer Joppe Molenaar, die de band op het album en de tour begeleidt. Gelijk al bij de eerste tonen wordt je als luisteraar meegenomen op een achtbaanrit, die je zo’n 38 minuten heen en weer zal slingeren tussen euforie en melancholie, tussen verrassing en herkenning.

De eerste twee tracks ‘Deny All’ en ‘Semaphore’ zijn frisse tracks, met een flinke dosis hitpotentie, sneller en harder dan we tot nu toe gewend zijn van het viertal. Wanneer ‘Love Lee’ begint lijkt het even of we een verborgen bonustrack van ‘Palomine’ te horen krijgen, die nog ergens op een stoffige plank achttien jaar lang heeft liggen rijpen. De melancholie slaat toe. De muziek doet ons terugdenken aan vroeger tijden, toen die plaat vanaf een opgenomen cassettebandje door onze slaapkamer galmde. Deze herkenning komt vooral tot stand door het stemgeluid van Carol van Dyk en het, met alle respect, wat meer lijzige tempo. Het is een klein cadeautje, waarvoor bedankt!

Snel worden we wakker geschud uit onze mijmeringen door misschien wel de grootste verrassing van het album. Bettie Serveert covert ‘Previously Unreleased’ van het eerste album van Moss. Met het pareltje ‘Mossie’, zoals het nummer bijna liefkozend genoemd is, hebben we, na al het “geweld” van de eerste tien minuten, een welverdiend rustpuntje bereikt. Gelukkig wordt er vervolgens tijdens ‘The Pharmacy’ en ‘Souls Travel’ weer flink gas gegeven en blijkt maar weer dat de band misschien wel de belangrijkste vertegenwoordiger van het Amerikaanse collegerock-genre in ons land was en nog steeds is. Bij het horen van ‘Calling Me’, een dik negen minuten durend experiment, slaat een eerste twijfeling toe. We moeten we zo nu en dan denken aan de Velvet Underground tribute ‘…Plays Venus In Furs’. Dit experiment is naar ons gevoel niet helemaal gelukt en lijkt wat te langdradig voor op het toch al korte album. Wel blijkt maar weer eens hoe mooi de stem van Carol van Dyk is.

Met het rustige ‘Change4Me’ en vooral het uitbundige ‘What They Call Love’ krijgt het album gelukkig toch nog een volwaardig einde. Een einde dat smaakt naar meer en dat vooral oproept de band eens live te gaan beluisteren. Er blijkt na negen tracks nog voldoende energie over om die klassiekers van toen nog eens te spelen.

Wanneer je als band achttien jaar na het uitkomen van debuut, dat alom de hemel in geprezen is, zo’n plaat als deze kan maken dan behoor je toch wel tot het beste van het beste. Toegegeven, het album is niet zo verrassend als ‘Palomine’ toentertijd was, maar ‘Pharmacy Of Love’ zal aan het einde van het jaar wederom hoog in de jaarlijstjes van de Nederlandse muziekliefhebbers prijken. In ieder geval wel in die van ondergetekende.

aantal tracks: 9speelduur: 37:57 minuten

23

The Rudolfs - Streets Of Glasswww.musicfrom.nl / 15-02-2010

stijl: rockwat: cdlabel: Cool Buzz

We worden altijd weer gelukkig wanneer er ter recensie een album met wat degelijk Nederlands rockgeweld door de brievenbus wordt gepropt. Gelukkig lijkt dit tegenwoordig steeds vaker te gebeuren. De Nederlandse rockscene lijkt zich weinig aan te trekken van het winterse weer en goede bandjes drukken als vroege krokussen hun kopjes door het sneeuwdek heen. Werden we een maand of wat geleden nog verrast door ‘Pay The Piper’ van The Mad Trist, ligt er nu al weer een krasse release van de Katwijkse band The Rudolfs (voorheen The Dead Rudolfs) op de mat.

Bij het lezen van de meegestuurde biografie wordt ons met het debuut ‘Streets Of Glass’ een “trip down memory lane” beloofd. De muziek van de sixties en de nineties schijnen veel invloed gehad te hebben op de muzikale smaak van de vijf muzikanten. Ons hart maakt een klein sprongetje wanneer we lezen dat Nirvana, Sonic Youth en The Doors als grote inspiratiebronnen worden opgevoerd. Vol verwachting jeuken onze trommelvliezen.

Al tijdens het eerste nummer blijkt hoe verbluffend veel de stem van zanger Leo van Duyn lijkt op die van Kurt Cobain. Het is af en toe gewoon een beetje eng. Zeker wanneer hij alle registers open trekt en zingen, met alle respect, schreeuwen wordt. Bij verder luisteren blijkt The Rudolfs gelukkig geen ordinaire kopie te zijn van ‘s werelds grootste grungerockers ooit. Het vijftal weet de Seattle-sound prima te combineren met wat invloeden uit de blues- en popmuziek. Dit alles resulteert in een volwassen plaat met veertien radiogenieke songs, die stuk voor stuk een prima evenwicht weten te vinden tussen een aantal verschillende genres binnen de rock & roll.

De grootste kracht van het album ligt misschien in het feit dat het bij tijd en wijlen verdomd herkenbaar klinkt, zonder dat het cliché wordt. Je hebt na een tiental minuten het gevoel dat je de band al jaren volgt. Lang niet gek voor een stel opgeschoten hangjongeren, die naar eigen zeggen hun puberteit net zijn ontgroeid.

De eerste single ‘Christal’, één van de wat rustigere nummers, schijnt al bij verschillende radiostations te liggen. Helaas hebben we hem nog niet voorbij horen komen. We hadden zelf liever gezien dat de keuze was gevallen op een wat brutalere track, zoals bijvoorbeeld ‘Streets Of Glass’, ‘One Better Time’ of ‘Sing It, Bring It, Ring It’, nummers die veel meer de ongetemde energie van deze vijf muzikanten weten over te brengen.

Aan de andere kant begrijpen we de wat “veilige” keuze voor ‘Christal’ wel. De band mag dan wel herkenbaar klinken, maar is voor veel muziekliefhebbers nog een volslagen vreemde. We verwachten echter dat daar in de loop van 2010 snel verandering in zal komen. Leo van Duyn en consorten hebben met ‘Streets Of Glass’ gewoon een puike plaat gemaakt en laten ons horen dat de band klaar is voor het meer volwassen werk op de grotere festivalpodia. Nu nog hopen dat Nederland ook klaar is voor The Rudolfs!

aantal tracks: 14speelduur: 45:12 minuten

24

A Liquid Landscape - Long Lost Travelerwww.musicfrom.nl / 12-03-2010

stijl: alternative/progressive rockwat: eplabel: eigen beheer

Een aantal maanden geleden krijgen we, bij de eerste tekenen van grauw najaarsweer het album ‘Between Two’ van het Groningse Shady Lane ter recensie. Nu, bij de eerste tekenen van een ontluikende lente luisteren we opnieuw naar progressieve rock uit Groningen. Deze keer betreft het de ep ‘Long Lost Traveler’ van A Liquid Landscape. Deze band bouwde eerder als Believeisadoubt al wat naamsbekendheid op, maar na een drastische stijlverandering besluit het viertal een doorstart te maken onder een nieuwe naam. Waar Shady Lane haar geluid wat zwaarder aanzet en volgens ons de ideale soundtrack zou zijn voor een wandeling door een winters landschap, klinkt de muziek van ‘A Liquid Landscape’ na de eerste keer luisteren wat lichtvoetiger.

Al met al hebben we met gemengde gevoelens geluisterd naar ‘Long Lost Traveler’. Hoewel de productie van de drie nummers goed klinkt, maakt de muziek niet echt veel indruk. Er lijkt een zweem van jaren-tachtig-rock over de muziek te hangen, waardoor het album een beetje gedateerd klinkt. We kunnen er niet precies de vinger op leggen, maar zo op het eerste gehoor lijkt dit vooral door het stemgeluid van de zanger te komen. Pas bij afsluiter ‘Paper Wings’ lijkt de band een beetje los te komen en wordt deze stoffige zweem met veel energie en passie weggepoetst, zodat we als luisteraar toch nog nieuwsgierig zijn naar verder werk van ‘A Liquid Landscape’.

aantal tracks: 3speelduur: 12:35 minuten

25

Fervid - Oh!www.musicfrom.nl / 23-03-2010

stijl: rock/gitaarpopwat: cdlabel: AG Music

Het nieuwste album ‘Oh’ van Fervid laat maar eens te meer blijken dat sommige muziekstukken meerdere luisterbeurten verdienen. Na de eerste draaisessie een klein weekje geleden waren we niet bijster onder de indruk van de tweede volledige studioplaat van dit Dordtse viertal. Het deed ons soms iets te vaak denken aan zo’n Time Life jaren zestig compilatie. Het klonk ons een beetje te kitscherig in de oren, wat er toe leidde dat het album op de figuurlijke plank belandde.

Aangezien deze recensie zichzelf niet schrijft en een deadline de vervelende eigenschap heeft langzaam naderbij te kruipen, hebben we afgelopen weekend noodgedwongen ‘Oh’ maar weer eens aangeslingerd. Tot onze grote verbazing maakte dezelfde “kitscherige” muziek opeens stukken meer indruk op ons. Sterker nog, we werden er verdomde vrolijk van. Toegegeven, ons humeur zit al dagen in de lift en sinds de ramen weer wijd open staan is er weinig voor nodig om ondergetekende fluitend door het huis te laten scharrelen. De goedgemutste klanken van Fervid gaven de slepende winterdepressie dat laatste zetje de deur uit. Waarvoor dank, bij deze.

Nog steeds klinkt het album bij vlagen als een Golden Oldies verzamelaar, maar ook die luisteren soms nog lekker weg (als je ze maar niet te vaak op zet). Verwijzingen naar The Beatles, Simon & Garfunkel, Beach Boys en Roy Orbinson zijn snel terug te vinden in nummers als ‘Shimiaha’, ‘The One I Am In Love With (Is Not In Love With Me)’ en ‘November’. Het geheel wordt aan elkaar geweven met een Weezeresk punkrock thema. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat Weezer in de biografie van de band als inspiratie wordt opgevoerd.

Deze formule lijkt te werken. Bovendien blijkt dat Fervid gewoon pakkende, (met alle respect) pretentieloze popliedjes kan schrijven, waarbij stil zitten eigenlijk niet mogelijk is. Je blijft tijdens het luisteren van de hele plaat wel een bepaald soort gevoel van paranoia behouden. Het voelt alsof je stiekem de honderdste herhaling van Happy Days zit te kijken en van de bank rolt van het lachen, terwijl je vrienden in de kamer naast je zitten, of dat je op een openbaar toilet The Fonz nadoet terwijl je weet dat alle hokjes bezet zijn. Eeejjj! Je wordt heen en weer geslingerd tussen herkenning, schaamte, plezier en nostalgie, in een willekeurige volgorde.

Wat mag blijken is dat Fervid met ‘Oh’ op zijn zachtst gezegd een apart album heeft gemaakt. We kiezen bewust voor het woord “apart” omdat we nog steeds niet zeker weten of het voor de volle honderd procent complimenteus bedoeld is. Hoe het ook zij, we hebben een weekend lang plezier gehad met Fervid. We raden iedereen aan het album eens te beluisteren, het kost je maar een half uur van je leven en wie weet vind je het leuk. Wij in ieder geval wel… denken we.

aantal tracks: 12speelduur: 28:28 minuten

26

Little Things That Kill - Smokescreenswww.musicfrom.nl / 20-04-2010

stijl: rock/indiewat: cdlabel: eigen beheer

Eind 2009 wordt Little Things That Kill uitgeroepen tot 3FM Serious Talent. Waar “talent” over het algemeen gezien wordt als een aangeboren gave, die dikwijls nog aangescherpt kan of moet worden, polijsten deze vier muzikanten hun ruwe diamantje al jaren. In 2003 winnen zij, dan nog als Eleven, al de Grote Prijs van Nederland en in 2004 spelen zij reeds op Lowlands. Niet slecht voor aanstormend talent anno 2009!

Het eerste volledige album ‘Smokescreens’ ligt sinds begin maart in de winkels en het lijkt een beetje alsof de talenten van toen, al weer ondergesneeuwd worden door de talenten van nu. We noemen bijvoorbeeld een Caro Emerald of een Go Back To The Zoo. Nergens lijken we nog iets van Little Things That Kill te horen, wat ronduit zonde is, aangezien de band met ‘Smokescreens’ een alleraardigst debuut heeft afgeleverd (wat ook wel mag wanneer je er zeven jaar op hebt zitten broeden).

Deze jongens verdienen wat meer airplay dan zij nu op het eerste gehoor lijken te krijgen. Juist omdat veel van de nummers op de plaat popliedjes pur sang zijn, die uitermate geschikt zijn voor het medium radio. Bovendien gaan ze verdomd goed samen met het rijzende kwik van de laatste dagen. Uitschieters op het album zijn het springerige ‘So Beautiful’, dat een volwaardig festival-anthem zou kunnen worden en de wat melancholische nummers ‘Push/Pull’ en ‘Secrets’ waarin je 16 Down kunt herkennen.

De link die de band in de meegestuurde biografie zelf legt met Editors, Interpol, Kings Of Leon, The Killers, Bloc Party en Elbow ontgaat ons volledig en vinden we zelfs wat verbazingwekkend. We missen het donkere van Editors, het vuige van The Killers en het experimentele van Bloc Party. De muziek van Little Things That Kill doet ons vooral denken aan heel veel van die typische Britse bands, waarvan je over het algemeen de naam niet kunt onthouden. De muziek ligt verdraaid lekker in het oor, vooral wanneer je met een dikke pretsigaret in het droge gras rond de Indiatent in Biddinghuizen ligt, maar echt bijblijven doet het je niet.

Hierin schuilt het grootste gevaar voor dit Utrechtse viertal. Hoe blijft zij haar geluid origineel genoeg houden opdat zij niet kopje onder gaat in de continue tsunami aan gitaargroepen die de Britse eilandengroep over ons blijft uitbraken? Een optimist zou zeggen dat daarin juist de uitdaging voor Little Things That Kill ligt. Maar goed, alles op zijn tijd. Het festivalseizoen is welhaast begonnen, dus laat deze talentvolle formatie je eerst verrassen op een podium in de buurt, want dat gaat ze zeker lukken. Waarschijnlijk nog stukken beter dan al die Britse bandjes. Britse bandjes zoals Maxïmo Park of The Cribs. Oh, en nog even: breng je pretsigaretten mee.

aantal tracks: 12speelduur: 44:44 minuten

27

Noblesse - We Are Noy Humanitywww.musicfrom.nl / 04-05-2010

stijl: indie rock/alternatieve rockwat: cdlabel: eigen beheer

Al bij de eerste tonen van ‘We Are Not Humanity’ van het Haagse rocktrio Noblesse dringt zich een bepaalde associatie op, die je als luisteraar vervolgens nog maar moeilijk los kan laten, namelijk die met Placebo. Nummers als ‘Correct’, ‘Genesis’ en ‘Detrimental’ lijken b-kantjes van Placebo-hitsingles. De muziek, de duistere sfeer, de gebruikte vocabulaire, de tempowisselingen, het artwork en vooral het stemgeluid van zanger-gitarist Amos lijken rechtstreeks ontleend aan dit multinationale drietal, dat haar thuisbasis in Londen heeft gevonden en zich al jaren weet te onderscheiden met een zeer herkenbaar geluid binnen de alternatieve rock stroming. Een geluid waar je stante pede verliefd op wordt of dat je onmiddellijk doet walgen. You love ‘em, or you hate ‘em.

Nu heeft de band geluk dat ondergetekende zich tot de eerste groep rekent, dus voor woorden van walging in dit schrijven lijkt zij in eerste instantie niet te hoeven vrezen. Toch hebben we het gevoel dat deze overduidelijke verwijzingen, bewust of onbewust, ons ervan weerhouden echt van de plaat te gaan houden. Cru gezegd: als we dit soort muziek willen horen zetten we nog steeds liever een album van Placebo op, ook al is de muziek goed geschreven en klinkt het album als een strak geheel. De nummers die Noblesse schrijft lijken weinig toe te voegen aan het spectrum. Het risico blijft continu op de loer liggen aangezien te worden voor een Placebo coverband.

Waarmee deze tweede volwaardige release van Noblesse zich moet gaan onderscheiden is het feit dat de band met ‘We Are Not Humanity’ heeft geprobeerd een totaalconcept neer te zetten. Zanger Amos danste tien jaar bij het Nederlands Dans Theater en heeft deze ervaring gebruikt in de creatie van, wat naar het schijnt, een spectaculaire liveshow met dansers, wisselingen in de bandbezetting en videoprojecties. Helaas hebben wij van de voorstelling nog niets kunnen aanschouwen en missen we dus deze beloofde totaalervaring.

Wanneer je zoveel tijd in een totaalconcept steekt is het raar dat je als luisteraar van ‘We Are Not Humanity’ van het visuele gedeelte niets meekrijgt. Zeker aangezien het aantal concerten in het land gering is. We missen een dvd, een bonusfilmpje op de cd, een liveregistratie als videoclip of een link naar een kwalitatief filmpje op het web. We begrijpen dat beginnende bands geen oneindige budgetten ter beschikking hebben, maar wanneer je zoveel creativiteit (én lef) in je donder hebt om zo’n gewaagd totaalconcept neer te zetten, zouden deze financiële drempels je er ook niet van moeten weerhouden dit grootse idee in zijn geheel over te brengen op potentiële fans. Creativiteit is het magische woord en daar ontbreekt het Noblesse gelukkig niet aan. Waarvoor hulde!

De eerst volgende mogelijkheid de show in zijn geheel te zien laat helaas nog even op zicht wachten. Tot die tijd moeten we het doen met wat karige filmpjes op Youtube, die de show waarschijnlijk weinig recht doen, en enkele “normale” optredens zonder opsmuk. Jammer; we zullen geduld moeten hebben. Tot die tijd blijft de band voor ons toch het kleine broertje van Placebo.

aantal tracks: 10speelduur: 38:16 minuten

28

Woost - 6 Minutes Southwww.musicfrom.nl / 25-05-2010

stijl: experimenteel/alternatief/rockwat: cdlabel: Morning Coffee Records/Rough Trade

Zo’n anderhalf geleden schreven wij lovende woorden over het muzikale talent van Woost. Tegelijkertijd viel er toentertijd nogal wat aan te merken op marketingtechnisch gebied; de band was zo goed als onvindbaar op het internet en ondanks de uitmuntende kwaliteit van ‘Welcome To Teleskopia’ werd de muziek van het uiterst getalenteerde kwartet veel te weinig gehoord in den landen. Gelukkig bleef de kwaliteit van deze artiesten in muzikaal Nederland niet onopgemerkt en kregen zij het afgelopen jaar de kans te spelen bij acts als Coparck, Roosbeef en Marike Jager. Bovendien stonden zij als voorprogramma van Krezip op de bühne.

Inmiddels, zeventien maanden later, presenteert de groep haar vierde album ‘6 Minutes South’. Er lijkt in die afgelopen maanden een hoop veranderd te zijn. Marike Jager zag blijkbaar ook iets meer in die, op het eerste oog, schuwe jongens. Ze besloot de band onder haar vleugels te nemen met haar indie platenlabel Morning Coffee Records. Naast platenbaas van de vier muzikanten is ze waarschijnlijk ook hun grootste fan. In interviews en tweets laat zij het zelden na haar protegés even met naam en toenaam te noemen. De band heeft zelf inmiddels ook een website die up-to-date is en is actief op Facebook en Twitter. Zo schuw zijn die gasten blijkbaar niet. De wereld zal eindelijk eens kennis maken met, zoals zij zelf schrijven op hun site, “één van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse muziekscene”. Genoeg gezeur over marketing dus!

Dan over hetgeen waar het uiteindelijk allemaal om draait: de muziek op ‘6 Minutes South’. De lijn die met de vorige plaat ‘Welcome To Teleskopia’ is ingezet, lijkt te worden voortgezet. Het album telt tien nummers die eigenlijk allemaal anders van aard zijn. Zonder een gevoel van eenheid uit het oog en oor te verliezen wandelt Woost met schijnbaar gemak door verscheidene subgenre’s binnen de rockmuziek. Wat vooral opvalt is dat zanger Koen-Willem Toering vocaal alle kanten uit kan. In de eerste single ‘Hard To Live With’ zingt hij lijzig “achter de muziek aan”, in afsluiter ‘Easier’ trekt hij alle registers open terwijl hij in het prachtige ‘Unforgiven’ juist uiterst ingehouden weet te zingen.

Maar waar ‘Welcome To Teleskopia’ af en toe nog heerlijk experimenteel kon zijn, lijkt ‘6 Minutes South’ wat meer tegen de mainstream popmuziek aan te schurken, met eerdergenoemd ‘Hard To Live With’ als beste voorbeeld. En met resultaat. Deze track wordt steeds meer gedraaid op de grote nationale radiostations. Eindelijk! Het klinkt natuurlijk alleraardigst wanneer je jezelf “een goed bewaard geheim” noemt, maar zonder een ontdekking zal elk geheim, hoe prachtig het ook wezen mag, wegkwijnen in de vergetelheid, sterven in schoonheid. Zie wat met er met Coparck is gebeurd, nog zo’n goed bewaard geheim binnen de Nederlandse muziekscene. Het zou toch eeuwig zonde zijn wanneer ook Woost na vier geweldige albums er mee uit zou scheiden. Dus laat ons allen Marike Jager danken, de beste muzikale schatgraver van Nederland, die het voor elkaar lijkt te krijgen Woost bij een groter publiek bekend (en hopelijk geliefd) te laten worden. Maar laat ons vooral de mannen van Woost bedanken voor hun vasthoudendheid en voor het afleveren van wederom een geweldig stukje Nederlandse muziekgeschiedenis.

aantal tracks: 10speelduur: 38:54 minuten

29

The Klaus Kinskies - Don’t Trust Blondeswww.musicfrom.nl / 29-06-2010

stijl: experimenteel/alternatiefwat: cdlabel: eigen beheer

Naast The Kevin Costners en The Geert Wilders is Nederland weer een “naam-bandnaam” rijker. The Klaus Kinskies, waarschijnlijk vernoemd naar de Duitse acteur Klaus Kinski, is het etiketje op het soloproject van Dries Twijnstra. Hoewel hij zijn eerste project SallySkunk ter ziele heeft zien gaan, blijft die verdraaide inspiratie maar komen. Op zijn kamer neemt deze multi-instrumentalist gedurende de afgelopen jaren verscheidene melodietjes op. Vermoedelijk worden in deze periode de albums van Radiohead grijsgedraaid. Het geluid van Thom Yorke en de zijnen lijkt de nodige invloed te hebben gehad op het werk van The Klaus Kinskies. Uiteindelijk belandt een twaalftal composities op dit debuutalbum ‘Don’t Trust Blondes’.

Om deze plaat te realiseren heeft Twijnstra de hulp ingeroepen van producer Alex Geurink, en met succes, mag wel gezegd worden. Het tweetal heeft de ideale symbiose gevonden tussen de elektronische hersenspinsels en de intelligente instrumentale stukken van Twijnstra. Het geluid van The Klaus Kinskies laat zich dan ook moeilijk omschrijven. Het meandert van de zomerse, elektronische indiepop van het Nederlandse Bauer (‘Let’s Play Outside’, ‘Ignorance Is A Bliss’), naar de wat zwaardere, gelaagde indierock van Coparck of Caesar (‘Case 46’, ‘Aim Before You Shoot’). Dit is op zich al een hele prestatie voor een éénmansband, maar wanneer zo’n plaat dan ook nog als één naadloos geheel klinkt, is dat een extra pluim in het achterwerk waard!

Tekstueel gezien is Twijnstra een man van weinig woorden; hij laat liever zijn talentvolle handen spreken. ‘Don’t Trust Blondes’ wekt bij vlagen de indruk een instrumentaal album te zijn, terwijl dit helemaal niet het geval is. De zangpartijen zijn ingetogen en lange vocale stiltes worden niet geschuwd, waardoor de nadruk extra op de muziek komt te liggen. De vocalen lijken ongemerkt op te lossen in de muzieklijnen. Wanneer er wel gesproken/gezongen wordt, gebeurt dit uiterst doeltreffend, zonder gemakkelijk te worden. Teksten gaan, zoals de muzikant zelf omschrijft, vooral over “afscheid nemen” en “opnieuw beginnen”.

Wat erg jammer is aan het album is dat je met de eerste track ‘Let’s Play Outside’ meteen op het beste nummer van de plaat getrakteerd wordt. Het niveau van ‘Let’s Play Outside’ blijkt later niet meer gehaald te worden. Het is een compositie die aan alle eerdergenoemde genres likt, zonder een uitgesproken voorkeur voor een van deze stromingen te hebben. Daarnaast is het nummer tekstueel gezien prachtig actueel aan de ene kant en toch kinderlijk eenvoudig aan de andere kant. Desalniettemin is ‘Don’t Trust Blondes’ een prima debuut en lijkt The Klaus Kinskies een kleine groeibriljant. Wij hebben er in ieder geval alle vertrouwen in dat dit blondje, met het nodige polijstwerk, het nog een heel eind kan schoppen.

aantal tracks: 12speelduur: 45:37 minuten

30

Viberider - The Big Showwww.musicfrom.nl / 13-07-2010

stijl: rock/stonerpop/alternative rockwat: cdlabel: Psychoschq Records/Rough Trade

Sinds kort ligt het tweede album ‘The Big Show’ van de Limburgse stonerpop-formatie Viberider in de schappen. Stonerpop? Is dat niet een contradictio in terminis? Wat houdt het in godensnaam in? Is het Josh Homme in een bloemetjesjurk? Horen we niet zware gitaar- maar springerige ukelelerifs? Is het stonerrock met een zacht “G”?

Niets van dat alles! Viberider is gewoon een stevige band met muzikale wortels die terug reiken naar het woestijnzand van Palm Desert en omstreken. Dit blijkt ook uit de beeldvorming die de band neerzet met de albumhoes en de prachtige bandfoto’s, die prima passen bij het zinderende thema dat sinds Kyuss’ Desert Sessions aan het genre lijkt te kleven.

Waar de debuutplaat ‘Evolve The Long Lead’ nog een klassiek stonerrock-album was, experimenteert de band op deze tweede plaat wat met samples en elektronica. Bovendien horen we de vrouwelijke vocalen van Kelly Kockelkoren als tweede stem. Blijkbaar maakt dit alles de muziek van Viberider wat toegankelijker. Ergo het (marketingtechnisch slimme) etiketje “stonerpop”.

‘The Big Show’ begint sterk. De eerste vijf tracks klinken lekker stevig. De nummers die het meest beklijven zijn single ‘The Waste’ en ‘Dead Boots’, dat een slim gekozen “sample” van eighties band Bros bevat (‘When Will I Be Famous’). Na dit knappe begin wordt het tempo wat teruggeschroefd, wat niet per definitie wil zeggen dat het slecht wordt, wel een tikkeltje minder. Met ‘Spirits Are Calling To Be Heard’ en ‘Avowal’ weet Viberider toch nog steeds een paar mooie sfeervolle nummers af te leveren.

Slechts het nummer ‘Come On Everyone’ slaat de plank volledig mis. Het experiment lijkt hier volledig doorgeschoten te zijn met een soort poprock-gedrocht als resultaat. Dat de band in ‘Caroline’ een Vocoder gebruikt zien we voor het gemak maar even door de vingers, aangezien het nog steeds een prima nummer is (maar het kan eigenlijk echt niet meer).

Dat gezegd en gezeurd hebbend kunnen we concluderen dat Viberider een aardig album heeft gemaakt met weinig missers, maar ook weinig uitschieters. Het Limburgse collectief moet het toch echt hebben van haar live-reputatie, die heeft haar tot nu toe het meest opgeleverd. Zeker nu we zes koppen mogen verwelkomen op het podium. Gaat dat zien!

aantal tracks: 12speelduur: 40:25 minuten

31

The Keefmen - Mirror Of Timewww.musicfrom.nl / 25-08-2010

stijl: pop/garagewat: cdlabel: Dirty Water Records/Suburban

Wanneer Neerlands grootste nederbietel ‘Dandy Dave Andriese’ een vuig woordje neer pent voor in je albumsleeve, zit je als nederbietband gebeiteld. Of dit meteen betekent dat je bij de gemiddelde nederbiet-noob, zoals ondergetekende, de gevoelige snaar weet te raken, is dan natuurlijk nog geen garantie.

Wat gelijk opvalt bij het lezen van bovengenoemd epistel van Dandy Dave, is de flauwe, kinderachtige toon die wordt neergezet. Boer Biet? El Beffo Rosso? Een geintje is prima, maar je kunt er ook een beetje in doorschieten. We nemen aan dat het Drentse drietal dat The Keefmen vormt, graag serieus genomen wordt? Bovendien lijkt het hele bijnamengedoe wel erg ‘geleend’ van Rotterdamse genregenoten The Madd.

Na de nodige vraagtekens opzij gezet te hebben wagen we ons toch aan de debuutplaat ‘Mirror Of Time’ en gezegd moet worden dat vanaf albumopener ‘Searchin’’ de muziek als een blok Drentse klei in je gezicht gesmeten wordt. Wat een power! Dat “smerige” gevoel raak je de rest van het album niet meer kwijt. Aan energie geen gebrek. Er worden dan ook in krap zevenendertig minuten veertien nummers door je strot geduwd. Meteen blijkt ook dat het spel van De Keefmen veel minder gepolijst is dan dat van The Madd, wat niet per definitie slechter is, dus die vergelijking zullen we niet meer maken.

Feit is dat deze drie nederbietels een nostalgisch geluid weten neer te zetten, zonder gemaakt te klinken. De gruizige opname draagt hier natuurlijk flink aan bij. Zoals de band zelf ook al vol bravoure (en in houtje-touwtje-Engels) schrijft: “…despite being a lo-fi, this record is not all low quality.”

Al met al is ‘Mirror Of Time’ een krachtig debuut geworden dat zo kan opgenomen worden in de Nederbietel canon. Maar goed, dat wisten we eigenlijk al, aangezien Dandy Dave voor de jongens in de bres springt. Helaas hebben De Keefmen van deze noob nog geen adept weten te maken. Maar dat was misschien ook geen al te eerlijke opgave om mee te beginnen.

aantal tracks: 14speelduur: 36:40 minuten

32

Go Back To The Zoo - Benny Blistowww.musicfrom.nl / 07-09-2011

stijl: rockwat: cdlabel: Universal Music Group

Van Serious Talent op 3FM, naar een dubbeloptreden op Lowlands, tot huisband van De Wereld Draait Door. Dat je ster snel kan rijzen bewijzen de vier import Amsterdammers van Go Back To The Zoo. Tegelijkertijd wordt met het snelle succes van deze band de kracht van radiozender 3FM maar weer eens bewezen. Wanneer Giel Beelen en kornuiten wat in je zien, zit je als beginnende band al snel gebeiteld. Dat je als kritische luisteraar van 3FM (contradictio in terminis?) soms wel eens kotsmisselijk wordt van al dat geplug, lijkt vooralsnog van minder belang te zijn. Een megahitje hier, een week lang “embedded artist” in de ochtendshow van Giel, prijsvragen omtrent jouw persoontje; alles vo

Go Back To The Zoo - Benny Blisto or die ene radiohit.

En laat nou precies dát zijn waar de broertjes Cas en Teun verdomd goed in blijken te zijn: hits schrijven. Want dat de band zelf een groot aandeel in haar succes heeft, mag zeker niet ongezegd blijven. Elke nieuwe single die van het debuut ‘Benny Blisto’ afkomt, blijkt bij een groot publiek aan te slaan. ‘Electric’, ‘Hey DJ’ en ‘Beam Me Up’ waren stuk voor stuk kneiters van hits. En het lijkt er op dat de nieuwe single ‘I Am The Night’ dit voorbeeld zal volgen. Waarvoor hulde! Dat de muziek dan misschien een authentiek geluid mist, zoals De Staat dat bijvoorbeeld veel duidelijker heeft, maakt dan eigenlijk geen fluit meer uit.

Dat Go Back To The Zoo haar hits op het podium ook nog eens kan vertalen naar een knallende live performance, maakt je als luisteraar ook weer wat minder kritisch en dat is een extra veertje in het achterwerk waard. De boel rockt! Punt uit! De India-tent op de laatste editie van Lowlands leek bijkans te klein, teksten werden woord voor woord meegezongen en ‘Electric’ lijkt uit te zijn gegroeid tot een waar festival-anthem. Dit is toch redelijk uniek te noemen voor een Nederlandse band waar vorige jaar nog niemand van gehoord had.

Hoe hoger je ster rijst, des te harder deze ook weer vallen kan. Hier ligt waarschijnlijk de grote uitdaging voor Go Back To The Zoo. Want beste band van de wereld, zoals de mannen zichzelf vol Amsterdamse branie en de nodige zelfspot noemen, zijn ze nog lang niet. Een buitenlandse tour zal bewijzen of ook zonder hulp van 3FM de aandacht vast gehouden kan worden. Een tweede album zal daarnaast moeten bewijzen of ze hun eigen hype ontstegen zijn. Graag zouden we dan een album zien dat even catchy klinkt als Benny Blisto, maar iets meer inventiviteit in de songs ten toon spreidt. Dan zijn we pas echt overtuigd van de klasse van Go Back To The Zoo.

aantal tracks: 11speelduur: 35:21 minuten

33

13 - 11www.musicfrom.nl / 19-10-2010

stijl: rockwat: cdlabel: Excelsior Recordings/V2

De totstandkoming van de debuutplaat ‘(11)’ van het Amsterdamse trio 13 (lees: dertien) is op zijn zachtst gezegd een opmerkelijk verhaal. Niet minder dan vijftien jaar geleden brengt de band haar eerst single uit op het dan net opgerichte Electrolux label. Het label, dat we tegenwoordig kennen onder de naam Excelsior Recordings, vraagt ter ere van haar oprichting in 1995 behalve 13, ook de veelbelovende bands Caesar, Visions of Johanna (later Johan), Slide en Scram C Baby om een single, die op vinyl uitgebracht kan worden. Meteen blijkt het neusje dat Excelsior heeft voor talent.

In die eerste jaren bij Excelsior slaat de muziek van 13 niet aan bij een groter publiek waardoor het opnemen van een plaat niet de moeite waard lijkt. Daarnaast vreten hand- en spandiensten bij acts zoals Daryll-Ann, Hallo Venray, Kane en Ellen ten Damme zoveel tijd dat bandleden Berlijn, Jonkers en Brouwers er niet eens de tijd voor lijken te hebben. Tot nu dus. Ongeveer tegelijkertijd met alweer het zesde studioalbum van Scram C Baby, de laatste nog actieve labelgenoten van dat eerste uur, ligt eindelijk het lang verwachte debuutalbum in de schappen. En wat voor debuut!

‘(11)’ laat zich beluisteren als een kleine canon van de alternatieve rockmuziek zoals die de afgelopen decennia in Nederland (en ook daar buiten trouwens) gemaakt is. De bluesy garagesound van 13 klinkt op momenten rauw en ouderwets, als een krakende langspeler, en soms juist modern, fris en retro. Nergens komt de muziek op het album gezocht of gemaakt over; ‘(11)’ klinkt overal authentiek en kent geen zwakke nummers. Wel valt er een tweetal uitschieters in de positieve zin aan te wijzen. ‘Gimme A Reason’ klinkt als een uptempo nummer van The Velvet Underground. Je zou zweren dat Lou Reed zangles heeft genomen, zijn neus gepoederd heeft en deze geweldige track hoogstpersoonlijk heeft ingezongen. Luister maar eens naar ‘Waiting For The Man’ en hoor wat we bedoelen! In ‘Get Your Act Together’ horen we hoe Bob Dylan had kunnen klinken wanneer hij met zijn tijd was mee gegaan. Het is een aangenaam akoestisch nummer met een prachtig folkrandje, dat nergens inkakt en heerlijk wegluistert.

Al met al mag ‘(11)’ van 13 (het blijft wel verwarrend) een van de meest verrassende Nederlandse releases van dit jaar genoemd worden. Eentje die we niet aan zagen komen. Excelsior flikt het weer… of alsnog. We bidden op onze knietjes dat we niet nog eens vijftien jaar moeten wachten op een vervolg. Dus stoppen met al die “nevendiensten” en aan de slag! We zitten te wachten.

aantal tracks: 10speelduur: 37:09 minuten

34

Make Believe - City Lightswww.musicfrom.nl / 28-10-2010

stijl: pop/rock/alternativewat: eplabel: eigen beheer/Rough Trade

Of het nu powerpop, poppunk of emo is wat er uit de speakers knalt bij het opzetten van deel een van ‘City Lights’ van het Groningse MakeBelieve, doet nu even niet ter zake. Feit is wel dat de muziek van deze jonge band duidelijk behoort tot het genre binnen de alternatieve muziek, waarbinnen zoveel discussie over het op te plakken etiketje bestaat. Een genre dat over het algemeen weinig muzikale variatie heeft en dat als kopstukken bands zoals Fall Out Boy, Panic! At The Disco en in Nederland Destine kent. Bij tijd en wijle klinkt het frisse vijftal waarover dit stukje gaat, zelfs als het kleine broertje van de tweede. Wat geen enkel probleem is natuurlijk, zeker niet voor zo’n jonge band. Wanneer we op de website van de band lezen dat deze jongens “zo’n eigen catchy draai aan het genre” hebben gegeven, krabben we ons toch even van onbegrip op ons achterhoofd. “Catchy” klinkt het. “Eigen” zeker niet. Het lijkt bijna of MakeBelieve zich schaamt voor de muziek die zij maken. Nergens voor nodig, het klinkt prima. Zoals gezegd weinig origineel, maar prima.

Wat wel origineel is, en we kunnen niet nalaten hier toch nog even op te wijzen, is het feit dat de band haar debuut heeft opgesplitst in drie ep’s. Met dit schrijven wordt slechts het eerste deel van ‘City Lights’ onder de spreekwoordelijke loep genomen. Deel twee en drie volgen in de komende maanden. Dit eerste deel kan voor zo’n tien euro besteld worden. Voor de volgende delen (beide vijf euro) is in de verpakking al een kek plekje gereserveerd. Een marketingtechnisch slim plannetje, dat prima past in deze tijd van voetbalplaatjes, webbies en dunga’s, waar tegenwoordig ook volwassenen zich zonder schroom aan over geven. De opgegeven reden dat een compleet album zo duur is, doet ons voor de tweede keer aan ons hoofd krabben. Opgeteld zal de fan van MakeBelieve namelijk twintig euro moeten neertellen voor dit debuut, een prijs die toch zeker een aantal euro’s boven de gemiddelde aanschafkosten van een plaatje ligt. Leuk idee, slechte opgevoerde reden.

Een meer diepgaande beoordeling van het album ‘City Lights’ kan redelijkerwijs pas gegeven worden wanneer het album compleet is, lijkt ons. Dus we zouden MakeBelieve willen adviseren zich meer op de muziek te concentreren, alle goede marketing-ideeën even links te laten liggen, en op zoek te gaan naar die beloofde “eigen draai”. Wordt vervolgd!

aantal tracks: 4speelduur: 12:25 minuten

35

The Boys And Crash - Favorite Amongst Thieveswww.musicfrom.nl / 03-11-2010

stijl: punck/hardcorewat: cdlabel: eigen beheer

The Boys and Crash maakt rauwe punkrock met een klein bluesrandje, althans dat stempel is in een onbewaakt moment ooit op het voorhoofd van deze vier muzikanten gedrukt. Volgens het viertal zelf, vindt zij haar inspiratie ook in hardcore, metal, classic rock en zelfs een beetje in rap. Verwacht bij het beluisteren van debuutalbum ‘Favorite Amongst Thieves’ dan ook vooral niet de maatschappijkritische noot die de oorspronkelijk punkscene kenmerkte of de melancholieke snik die zo typerend is voor de Mississippi Blues. Over het algemeen krijgen we jolige teksten voorgeschoteld, die ondersteund worden door energieke riffs en ritmes. Songtitels als ‘Can’t Drive This Car Sober’, ‘If The Shoe Fits, Put A Dick In It’ en ‘Talking To Groupies Is For Bands That Are Ugly’ illustreren deze olijke insteek. Wanneer we de videoclip van de eerste single ‘Needs Duct Tape’ bekijken bekruipt ons een hoog ‘New Kids’ gevoel (die vier gasten uit Maaskantje bedoelen we dan). Een classificering die niet eens zo ver van de waarheid lijkt te liggen. Het gerstenat vloeit in ieder geval even rijkelijk.

The Boys And Crash maakt zich zelf gelukkig totaal niet druk om een plakkertje en beschrijft de muziek vrij pretentieloos met de allesomvattende term “loud”. Wanneer we daar zelf nog “fast” aan toevoegen hebben we een vrij adequate beschrijving van de muziek die het viertal maakt. Zoals een beetje punkband betaamt worden er namelijk in zo’n vierentwintig minuten twaalf tracks doorheen gejast. Het langste nummer op het album duurt maar liefst 3 minuten en twaalf hele seconden.

Of ‘Favorite Amongst Thieves’ een goed album is, is moeilijk te zeggen. Origineel is het zeer zeker niet, maar goed, dat is punk zelden. Bovendien lijkt de band weinig behoefte te hebben aan een originaliteitprijs. Ze lijkt vooral veel lol te willen maken met het spelen van stevige muziek. Als het publiek dan ook nog eens enigszins bont en blauw van hun shows wederkeert, is dat helemaal mooi meegenomen. Doelstellingen die met dit debuut zeker behaald worden. Het plezier spat uit de speakers en de muziek lijkt ons zeker “moshpit-fähig”. Kortom, wanneer je een punkliefhebber bent zal dit debuut je wellicht bekoren, mits het je niet te toegankelijk in de oren klinkt. Wanneer je niet zoveel met de hele punkscène van doen hebt, zouden we het draaien van deze plaat afraden. Daar lijkt het niet toegankelijk genoeg voor.

aantal tracks: 12speelduur: 24:11 minuten

36

Me & Stupid - In A Cabin Withwww.musicfrom.nl / 01-02-2011

stijl: rockwat: cdlabel: In A Cabin With/V2 Music

Voor degene die het initiatief ‘In A Cabin With’ nog steeds niet kent, bij deze nog één keer een korte uitleg. Producers Maarten Besseling en Jesse Beuker bieden Nederlandse artiesten, die meestal niet eerder hebben samengewerkt, de mogelijkheid samen een album op te nemen in een spreekwoordelijk hutje op de hei. Dit werk moet in korte tijd verricht worden op een exotische locatie met behulp van locale muzikanten. Ondanks de hoge tijdsdruk, de vaak onconventionele opnameplekken en het feit dat de muzikanten nog niet eerder met elkaar gewerkt hebben, heeft In A Cabin With al verscheidene muzikale pareltjes opgeleverd, zoals The Black Atlantic en Chop Wood.

Het laatste kindje uit de al maar uitdijende In A Cabin With familie, is gedoopt Me & Stupid en bestaat hoofdzakelijk uit Carol van Dyk en Peter Visser van Bettie Serveert. In Australië hebben zij in enkele weken tijd, met behulp van een viertal muzikanten, dit gelijknamige album geschreven en opgenomen. Zoals gezegd nodigt In A Cabin With meestal artiesten uit die niet eerder met elkaar speelden. Me & Stupid vormt dus een uitzondering op deze regel met twee leden uit dezelfde band. Onmiddellijk rijst de vraag of deze plaat niet “gewoon het zoveelste Bettie Serveert album” is geworden, waar overigens niets mis mee is getuige onze recensie van een jaar geleden. Of heeft het warme zand en de zilte lucht Down Under tot een nieuwe chemie geleid en horen we een compleet verrassend geluid?

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: verrassend klinkt Me & Stupid niet. De kwalificatie “gewoon het zoveelste Bettie Serveert album” doet de plaat echter ook geen recht. Over het algeheel lijken die paar weken zonnebaden op het Australische strand (zie de geweldige albumcover van de analoge uitgave opdat dit geen belediging lijkt) een rustgevende uitwerking te hebben gehad en lijkt het speeltempo van de meeste nummers zo nu en dan wat teruggeschroefd te worden. Me & Stupid klinkt op die momenten als een wat mellow versie van Bettie Serveert. Zeker wanneer er wat subtiele tweede zangpartijen bij komen. Enkele mooie voorbeelden hiervan zijn ‘Shock And Awe’, ‘The Message’ met gastvocalen van een sound-a-like van Lou Reed en hét pareltje van de plaat met de onmogelijke titel ‘Dear Saint Rita Of Impossible Dreams’, een liedje dat weg luistert als een ode aan Johnny Cash. Heerlijk!

Aan de andere kant klinkt een aantal tracks nog lekker stevig. Die zouden zo uit het rijke oeuvre dat Van Dyk en Visser over de jaren hebben opgebouwd, geplukt kunnen zijn. Enkele fijne voorbeelden hiervan zijn titeltrack en albumopener ‘Me & Stupid’, ‘Retreat’ en ‘Sayonara Days’.

Bij toeval konden we voor het “ter persen gaan” van deze recensie nog een akoestisch instore optreden meepikken dat het tweetal in onze favoriete platenzaak gaf. Ook al was het geluid waardeloos en kon Visser de samenzang die Van Dyk zo miste, die middag niet verzorgen; akoestisch blijven de liedjes ook overeind. Een bewijs hiervan is te beluisteren in de vorm van een gestripte uitvoering van ‘Me & Stupid’, die als afsluiter op het album staat.

Al met al is deze laatste release van In A Cabin With wederom geslaagd te noemen. Voor de Bettie Serveert fan biedt het album voldoende herkenning, zeker wanneer de band tijdens een minitour vergezeld zal worden door Marcus Bruystens, Viktor van Woudenberg en Joppe Molenaar die ook het laatste album van Bettie Serveert “dicht getimmerd” heeft. Tegelijkertijd kent de plaat gelukkig meer dan genoeg variatie om ook nog te kunnen verrassen. En dat voor een werk dat in een paar weken van kop tot staart bedacht en volbracht is. Het is en blijft een geweldig concept, dat In A Cabin With.

aantal tracks: 11speelduur: 37:51 minuten

37

Pien Feith - Dance On Timewww.musicfrom.nl / 22-02-2011

stijl: dance, elektronisch, indie, experimenteelwat: cdlabel: V2 Music

Wie bij het beluisteren van dit eerste volwaardige album van Pien Feith het degelijke gitarenwerk verwacht dat hoorbaar was op “opwarmer” The Wilderness Sound uit 2007, zal bedrogen uitkomen. ‘Dance On Time’ is precies wat de titel doet vermoeden: een (min of meer) dansbare plaat vol van elektronisch geluiden. De snaren zijn ingeruild voor toetsen. Waar The Wilderness Sound lijkt te passen in de collegerock-achtige traditie zoals we die in Nederland vooral kennen van Bettie Serveert, schaart Feith zich met dit album in het rijtje van songwriters die experimenteren met verschillende elektronica. Haar muziek doet zo op het eerste gehoor voornamelijk denken aan de verschillende remixen die gemaakt zijn van de liedjes van de Canadese Feist, de Zweedse Lykki Li en, jawel dat durven we best te zeggen, de IJslandse Björk. Dance On Time bestaat uit elf sfeervolle composities, waar binnen de stem van de zangeres een dubbele rol blijkt te vervullen: zowel vocaal als instrumentaal, leidend en dienend. En, zo blijkt op dit album, die dubbele rol past de stem van Feith erg goed. Sterker nog, haar stemgeluid lijkt krachtiger en trefzekerder dan ooit. Waar haar stem op The Wilderness Sound nog rauw en zo nu en dan geforceerd klinkt, brengen die zelfde stembanden nu een veel subtieler geluid voort. Een geluid waarop je op slag verliefd wordt. Elke noot is raak, elk nummer is raak. Hoogtepunten op het album zijn de up-tempo titeltrack ‘Dance On Time’, het zware ‘The Options’ en het prachtige ‘Throw The Stone’. Het duurde even maar inmiddels is de schoonheid van het geluid van Pien Feith al verschillende mensen opgevallen. Zo werd haar “guerrilla-optreden” in nachtcafé De Warhol in Groningen tijdens de laatste editie van Eurosonic/Noorderslag al door menigeen bejubeld. Ook heeft ze haar zo belangrijke muzikale minuutje bij de De Wereld Draait Door al achter de rug. Niets lijkt dus een doorbraak bij een groter publiek in de weg te staan. We kunnen ons dan ook haast niet voorstellen dat de verschillende zomerfestivals niet in de rij staan voor de deur van Huize Feith. We durven in ieder geval nu al te zeggen dat Dance On Time één van de beste Nederlandse releases van 2011 zal zijn. In ieder geval één van de meest vernieuwende.

aantal tracks: 11speelduur: 38:55 minuten

38

Paulusma - Up On The Roofwww.musicfrom.nl / 07-03-2011

stijl: pop/singer/songwriterwat: cdlabel: Pias

Veel mensen zullen bij het horen van de naam Paulusma meteen denken aan die strontvervelende weerman uit Friesland. Waarschijnlijk krabbelen dezelfde mensen bij het horen van de naam Daryll-Ann onwetend op hun vroeg kalende bolletje. Even een kort stukje Nederlandse muziekgeschiedenis voor dit deel van de Nederlandse bevolking: Daryll-Ann was een van de meest toonaangevende indiebands die ons land in de jaren negentig heeft voortgebracht, met successen in binnen- en buitenland. Kopstukken van deze inmiddels ter ziele gegane band, waren gitaarvirtuoos Anne Soldaat en zanger Jelle Paulusma. De eerstgenoemde bracht na het ontbinden van Daryll-Ann een aantal albums uit onder eigen naam en onder pseudoniem Do-The-Undo, terwijl de tweede aan de slag ging onder zijn eigen achternaam. Over díe Paulusma gaat dit stukje dus.

Waar Soldaat over het algemeen de wat lichtere, haast Beatleske, popmuziek maakt, staat het werk van Paulusma bekend als het zwaardere, meer beladen werk. Zowel muzikaal als tekstueel mag je debuut ‘Here We Are’ en opvolger ‘iRecord’ donkere platen noemen. ‘Up On The Roof’ lijkt te breken met deze traditie. Op dit derde album lijkt de zon een beetje door te breken. Muzikaal gezien schurkt deze plaat het dichtst aan tegen het werk van Daryll-Ann. Er staat in de vorm van ‘Friends’ zelfs een cover van deze band op. Paulusma lijkt op zijn dak te zitten en de wereld te aanschouwen, als ware hij Otis Redding zittend op zijn dok in San Francisco. Tekstueel blijkt vervolgens dat niet alles wat hij vanaf zijn hoge positie ziet, hem kan bekoren. Paulusma zou Paulusma niet zijn wanneer hij in zijn teksten enkele verborgen gebreken van onze samenleving weet bloot te leggen. Noem het contemplatie. Neem de songteksten erbij en lees bijvoorbeeld maar eens mee met ‘Learning To Fly’ en ‘Something In Return’.

De oorzaak van deze schijnbare lichtvoetigheid blijkt tweezijdig te zijn, zo verklaart de componist zelf. De nummers op ‘Up On The Roof’ zijn muziektechnisch gezien geschreven in majeur, waardoor alles simpelweg wat vrolijker klinkt. Bovendien is het werk van Paulusma altijd een weerspiegeling van zijn eigen gemoedstoestand en met de jaren lijkt hij het leven steeds beter onder de knie te krijgen.

Daarnaast is in veel nummers de grote voorliefde van de muzikant voor west-coast-pop terug te horen, mede door de prachtige tweede zanglijntjes van broer Coen Paulusma. Bij het luisteren van ‘Wonderful’ en ‘Waiting For Howard To Board’ schieten vergelijking met bands zoals The Beach Boys in het hoofd.

‘Up On The Roof’ is een heel mooi en uitgebalanceerd album geworden, met een vrolijke boven- en een kritische ondertoon. Een plaat die je kunt draaien als je vrolijk, boos of melancholisch bent. Muziek voor in de lente en muziek voor in de herfst. Het is simpelweg een plaat voor altijd.

aantal tracks: 11speelduur: 44:46 minuten

39

The Deaf - Toot Whistle Plunk Boom!www.musicfrom.nl / 05-04-2011

stijl: rock ‘n roll/sixties/garagewat: cdlabel: Speed Beat Records/Rough Trade

Dat Spike van Zoest een druk mannetje op de bühne is, heeft iedereen inmiddels al wel kunnen ervaren. Ook qua productiviteit blijkt de Haagse rocker niet stil te kunnen blijven zitten. Na het uitbrengen van een goed ontvangen plaat van het nieuwe Di-rect (zonder Tim, met Marcel) en een bijbehorende tour, had Spike blijkbaar nog wat energie en tijd over om nog maar even een compleet album met The Deaf op te nemen. En zie daar: ‘Toot Whistle Plunk Boom!’.

De vraag is of ‘The Deaf’ slaat op de vier bandleden zelf of op de bezoekers van hun shows, die na afloop zeer waarschijnlijk met piepende oortjes en een voldane grijns huiswaarts keren. Wat een volume en wat een energie! The Deaf maakt namelijk, zoals het een band uit beatstad Den Haag betaamt, een keiharde mix van rock ‘n roll, garage-rock en, je raadt het al, beat.

Van Zoest krijgt wordt hierin bijgestaan door drummer Kit Carrera, toetsenist Maurizio Pinna en multi-talent Janneke Nijhuijs, die in Haagse kringen beter bekend staat als Miss Fuzz. Deze pittige tante neemt binnen dit kwartet de baspartijen voor haar rekening en, niet onbelangrijk in deze, de tweede stem. Want het is juist deze tweede stem, die de muziek van The Deaf dat kleine extraatje geeft, waardoor de band uitstijgt boven “zo maar een gemiddelde” beatband uit Den Haag. Op een of andere manier maakt die tweede stem het geluid van de band wat toegankelijker. Zie het als de welkome afwisseling met het “in-your-face”, ADHD geweld van Spike.

Fijne voorbeelden van deze samenzang zijn te horen in het verdraaid pakkende ‘1973’, in ‘I’m Alive’ en in de eerste single ‘Coming Down That Road’. Deze eerste officiële release van het album heeft een hoge draaibaarheidsfactor en bewijst meteen dat het niet alleen maar vuig geweld is, dat The Deaf speelt. Ook de ‘Long Way Down’ is een relatief rustige song, waaruit blijkt dat Van Zoest zijn hoofd niet helemaal Di-rect-vrij heeft gemaakt. Het is een nummer dat niet had misstaan op de laatste langspeler van Di-rect, maar op ‘Toot Whistle Plunk Boom!’ wel de vreemde eend in de bijt is.

Met de release van dit debuut lijkt het allemaal echt te gaan beginnen voor The Deaf. Net terug uit de Verenigde Staten waar op SXSW gespeeld werd, staat het viertal nu popelend aan de start voor het festivalseizoen. De eerste boekingen zijn al binnen. Het ziet er naar uit dat deze plaat Spike eindelijk eens de mogelijkheid biedt te spelen op die festivals waar Di-rect altijd te poppy voor werd bevonden. En laten we wel wezen: het zou volledig terecht zijn. Dat kan zelfs de grootste Di-rect hater niet ontkennen.

aantal tracks: 12speelduur: 37:32 minuten

40

Death Letters - Post-Historicwww.musicfrom.nl / 12-04-2011

stijl: rock/psychedlisch/punkwat: cdlabel: Pias

Bij het beluisteren van ‘Post-Historic’, het nieuwe album van het Dordtse tweetal Death Letters, rijst bij ons de vraag hoe het komt dat er zoveel muzikale duo’s zijn die met zijn tweetjes de decibelmeters even ver, zo niet verder, doen uitslaan dan “complete” bands. Is het een soort geldingsdrang? We noemen Blood Red Shoes, The Kills, Blackbox Revelation en natuurlijk The White Stripes, die onlangs definitief de handdoek in de ring hebben gegooid. Stuk voor stuk bands wier geluid menig trommelvlies heeft doen rammelen. Maar dat terzijde.

Death Letters zijn Duende Ariza Lora en Victor Brandt, twee bizar getalenteerde tieners uit Dordrecht, de ene op drum en de andere op gitaar. That’s it. Waar leeftijdgenoten Justin Bieber nauwelijks ontgroeid zijn, hebben deze twee muzikanten, die al weer een aantal jaren aan de weg timmeren, zich vernoemd naar de in de jaren dertig geschreven blues-klassieker ‘Death Letter’ van blueslegende Son House. Verschil moet er zijn. We houden het maar op oude zielen in een jong lijf. Voor de opname van ‘Post-Historic’, de opvolger van hun alom geprezen debuut, vertrokken Duende en Victor naar Austin, Texas om daar samen te gaan werken met producer Chris ‘Frenchie’ Smith, die eerder werkte met Dandy Warholes, …And You Will Know Us by the Trail of Dead, Jet en Meat Puppets. Allen bands die ook niet vies zijn van allerhande metertjes die in het rood schieten. De ideale combinatie dus, zou je denken.

En toegegeven, ook dit tweede album zal wederom veel lof oogsten, aangezien het een solide en toch gevarieerde plaat is geworden. Duende schreeuwt, krijst, zingt, vlijt, kronkelt en beukt, terwijl Victor schijnbaar ongestoord op die onschuldige vellen van zijn drums inhakt. We benadrukken nogmaals dat we met twee ongekende talenten van doen hebben. Luister maar eens een paar keer naar ‘Temporary Fame’, ‘Control’ en vooral ‘Death Of The Sincere’, een geweldig nummer dat halverwege een gedaanteverwisseling lijkt te ondergaan van keiharde rock naar een hedendaagse Morricone-achtige western soundtrack. Het is zo’n nummer waar Mike Patton jaloers op zou kunnen worden. Kleine jongens worden groot.

Toch mist dit tweede album de rauwheid en frisheid die het titelloze debuut wel had. Het is allemaal een beetje minder Jimi Hendrix dan voorheen, het klinkt soms net iets té gemaakt. De tomeloze energie lijkt enigszins te zijn ingedamd. Gekanaliseerd is waarschijnlijk een betere woordkeuze. De zang van Duende is meer gecontroleerd en geoefend, maar wordt hierdoor juist wat minder spannend. Ze komen rustige tracks zoals ‘A Room A Story A Beautiful Memory’ en ‘When You Know A Name’ nog niet lekker uit de verf. Is dat het nadeel van een gelauwerde producer? Waar “gewoon gaan” het devies leek op het eerste album, lijkt op deze opvolger toch stiekem eerst nog even een keer naar links en rechts gekeken te worden… en dan nog een keer naar links. Nogmaals, ‘Post-Historic’ is een prima album, maar de gekozen titel lijkt veelzeggender dan de bedoeling geweest moet zijn. Het is het “gewoon goede” album na het nu al “historische debuut” van Death Letters.

aantal tracks: 11speelduur: 42:03 minuten

41

Racoon - Liverpool Rainwww.musicfrom.nl / 17-05-2011

stijl: pop/alternative rockwat: cdlabel: Pias

Het verhaal Racoon mag bekend wezen bij iedereen die de Nederlands popmuziek de laatste jaren enigszins gevolgd heeft. Voor de onwetende bij deze een compacte samenvatting: talent, succes, tegenslag, comeback, hitmachine en prolongatie. Zoiets dus. Nu voegt de band met hun vijfde studioalbum ‘Liverpool Rain’ een nieuw hoofdstuk aan dit verhaal toe.

Zo op het eerste gehoor lijkt het album weer erg veel op de vorige langspelers van de van oorsprong Zeeuwse band. Het is een werkje dat bol staat van de meerstemmige popliedjes met veelal een wat serieuze inslag, maar met een zeer hoog meezinggehalte. Thema’s als familie, twijfel, overlijden, liefde en vriendschap worden ook op deze plaat niet geschuwd. Instrumentaal gezien blijken de bekende ingrediënten ook weer grotendeels aanwezig. De subtiel tokkelende akoestische gitaar van Dennis Huige en zanger Bart van der Weide die zo nu en dan zijn geliefde mondharmonica weer aan de lippen zet. Het lijkt misschien allemaal wat gemakzuchtig wanneer we het zo opschrijven, maar dat is het niet. Het is gewoon een stijl die Racoon erg goed ligt. De band weet als geen ander een emotie op haar luisteraars over te brengen. Dat dit dan vervolgens ook (alweer) aanslaat bij een groot publiek is een knappe prestatie te noemen.

Toch bekruipt (gelukkig) na een paar keer luisteren het gevoel dat er toch echt wat anders is aan ‘Liverpool Rain’ in vergelijking met voorgangers ‘Before You Leave’ en ‘Another Day’. Het geluid is voller, de muziek is gelaagder. Racoon nam het album namelijk deels op in de befaamde Abbey Road Studio’s samen met het London Chamber Orchestra. Het is juist deze samenwerking die ‘Liverpool Rain’ net wat extra diepgang geeft. Dit teamwerk wordt subtiel gebracht, in eerste instantie heb je niet eens in de gaten dat er een kamerorkest meespeelt. Complimenten voor de arrangeurs Andrew Powell van het London Chamber Orchestra en Wouter van Belle dus. Een prachtige voorbeeld van deze muzikale symbiose is albumopener ‘2014’, dat meteen een van de beste nummers van het album genoemd mag worden. Andere wonderschone liedjes zijn de symfonische titeltrack ‘Liverpool Rain’, over de korte tour door Engeland die de band in 2009 maakte, en het uiterst gevoelige ‘Don’t Give Up The Fight’, dat Van der Weide schreef naar aanleiding van het overlijden van het kindje van zijn buurman. Kippenvel!

Nogmaals, het album bruist niet van de originaliteit, maar weet je zo nu en dan weer tot tranen toe te roeren. De muziek op ‘Liverpool Rain’ werkt haast louterend, zoals een stevig potje janken dat ook kan doen en om dit even duidelijk zwart op wit te hebben: dat is bedoeld als een compliment. Toch zou het ook wel eens lekker zijn zo nu en dan die Racoon te horen, die jaren geleden een tribute aan Faith No More speelde. Gewoon voor het contrast.

aantal tracks: 11speelduur: 39:22 minuten

42

Woody & Paul - Heroes and Zeroswww.musicfrom.nl / 24-05-2011

stijl: country/roots/americanawat: cdlabel: Cool Buzz/Sonic Rendezvous

Soms loop je als recensent tegen een aangename verrassing aan. Een goed voorbeeld van zo’n onverwachts cadeautje is dit ‘Heroes And Zeros’ van Woody & Paul. Dit viertal muzikanten uit Eindhoven timmert al een aardige tijd aan de weg en dit laatste huzarenstukje is al weer het vierde studio-album. Dat deze gasten moeilijk in een hokje te plaatsen zijn, wordt na de eerste drie nummers van de plaat al duidelijk. We springen van het Dixieland-achtige ‘No One Dies Tonight’, naar single ‘The Joker, Baby’, een stevige rocksong, en weer naar ‘Ain’t It Hard’, een uptempo bluesrock nummer compleet met mondharmonica en meerstemmige koortjes.

‘Heroes & Zeros’ bestaat uit elf van deze krachtige op zichzelf staande songs, die stuk voor stuk met veel aandacht en liefde in elkaar gezet zijn. De liedjes hebben één ding gemeen: het zijn allemaal krachtige popsongs van zo’n drie a vier minuten, die ondanks de variëteit als één geheel klinken en dat geheel verveelt geen seconde.

Aangezien die liedjes met zoveel passie gemaakt zijn, verdient een aantal van hen wat extra aandacht. Eerder noemden we al single ‘The Joker, Baby’, een aanstekelijk nummer dat op een fijne manier naar een climax toewerkt. Andere noemenswaardige tracks zijn het psychedelische ‘You Gotta Look Alive’ met dito gitaarsolo’s, het prachtig ingetogen ‘Does Yer Daddy Know’ en het akoestische ‘Poor Boy’, dat een ware folky protestsong blijkt. Deze nummers benadrukken maar weer eens de muzikale verscheidenheid die deze plaat zo de moeite waard maakt.

We hebben ons best gedaan maar kunnen, werkelijk waar, geen enkele “filler” op het album vinden. Je wordt van de ene muzikale verrassing in de andere gegooid en dat bevalt. Inspiratie lijkt gevonden te worden in elk decennium sinds Dylan zijn gitaar inplugde en waarschijnlijk zelfs daarvoor. Muzikale referenties zijn legio en daarom tegelijkertijd niet relevant. Woody & Paul hebben met ‘Heroes And Zeros’ niet een tijdloos album gemaakt, maar een album van (en voor) alle tijden.

aantal tracks: 11speelduur: 42:02 minuten

43

Anouk - To Get Her Togetherwww.musicfrom.nl / 15-06-2011

stijl: pop/rockwat: cdlabel: Dino Music/EMI Music

Anouk is weer eens boos (en verdrietig). Er is namelijk weer eens een relatie op de klippen gelopen. Ex Dox krijgt het er van langs. Hij heeft het gore lef gehad zijn verhaal te doen bij DWDD en daar werd Anouk, tot haar grote verbazing en boosheid, weggezet als moeilijk mens, als een kenau zelfs? Het vreemdgaan werd (onterecht natuurlijk) vergoeilijkt. Hoe durven ze? Tijd voor een tegenoffensief. Want, als er met modder gegooid moet worden, kan Anouk altijd net wat harder gooien. Als er gemeen gespeeld moet worden, kan Anouk altijd net wat harder bijten, krabben en knijpen. En iedereen vindt het prima, omdat de verpakking altijd zo aardig is. Anouk vecht namelijk niet met haar handen, maar met haar stembanden. Haar laatste “linkse directe” heeft de toepasselijke titel ‘To Get Her Together’ meegekregen. Een kekke woordspeling, niet dan?

Al bij de eerste luisterbeurt van dit nieuwe album beginnen de songteksten te irriteren. Elk nummer lijkt een smeekbede tot, een uithaal naar of een herinnering aan één van haar vele exen en dat wordt al rap een beetje teveel van het goede. Snel gooien we het boekje met teksten in de hoek; deze recensie moet immers geschreven worden en dat lukt niet als we ons zitten te verbijten. De focus wordt gelegd op de muziek en verdomd, wat blijkt: ‘To Get Her Together’ is muzikaal gezien gewoon een prima plaat. Rockdiva Teeuwe weet wederom als geen ander rock, soul en funk te combineren. Zelfs haar bewerking van de draak van een nederpophit ‘Onderweg’ van Abel blijft overeind. Helaas hangt de rest van dag wel het tenenkrommende origineel in je kop. “Je doet de deur dicht…”

Ook op deze plaat is Anouk weer goed in wat ze doet: kneiters van pophits schrijven. Ze durft het hard te spelen, te schreeuwen zelfs. Ze steekt niet onder stoelen of banken dat niet alleen soul maar ook hiphop een belangrijke inspiratiebron is en uit elke noot die ze zingt spreekt de overtuiging dat het goed is zo. En terecht. ‘To Get Her Together’ is gewoon weer een kwalitatief hoogstaande plaat. Muzikaal gezien dan, hè. Niet verrassend, maar alles behalve “middle of the road”. Jammer van die lyrics alleen.

Anouk stopte al een keer eerder met Twitter en ondergetekende hoopt dat ze dat snel weer doet. Want niemand zit te wachten op haar infantiele gelul over masturberen, foto’s van haar reet en geruzie met collega-artiesten die net zo hard werken als zij. Ze verandert langzaam in een wandelende karikatuur van zichzelf. Dan is het niet gek dat je op de nationale televisie te kakken wordt gezet, ook al ben je zelf het slachtoffer. Ze moet daar vooral niet te huilerig over doen, want dat komt totaal ongeloofwaardig over. Zeker aangezien ze zelf het imago van een keiharde b-girl heeft opgebouwd.

Dus lieve Anouk: “suck it up” en “cut the crap”. Ga gewoon muziek maken. Ga gewoon zingen. Want dat kun je als geen ander. Dat bewijs je keer op keer. Nu opnieuw met ‘To Get Her Together’.

aantal tracks: 11speelduur: 40:47 minuten

44

Gods Monkey - Room For A Ponywww.musicfrom.nl / 20-07-2011

stijl: rock/stonerrockwat: cdlabel: eigen beheer

‘Room For A Pony’ is het debuut van het Eindhovense Gods Monkey. Hun eerste titelloze demo werd over het algemeen goed ontvangen. Wij van musicfrom waren echter nog niet overtuigd. Het bleef nog een beetje zoeken naar een eigen geluid. Deze sound is volgens de band inmiddels gevonden door het aantrekken van ex The Goods bassist Wannes Coolen. Het zou de band meer groove en meer power hebben geven. Twee jaar na hun oprichting werden negen songs goed genoeg bevonden voor dit album. We zijn benieuwd! Zijn we nu dan wel overtuigd? Is die eigen sound daadwerkelijk gevonden?

De muziek van Gods Monkey lijkt zich, bewust of onbewust, steeds verder van de stonerrock te verwijderen en zich meer naar de oorspronkelijke heavy metal te begeven. Natuurlijk horen we nog steeds duidelijke stonerelementen, zoals de trage, meeslepende gitaarrifs in albumopener ‘Stick It’ en ‘Ride W/T Enemy’. Gods Monkeys is dan op zijn best. De stem van zanger Stephan valt op die momenten als een puzzelstukje op zijn plaats, terwijl datzelfde stukje in andere nummers wat minder goed lijkt te passen. Het komt dan over alsof de zanger buiten zijn comfort-zone moet zingen en dat is jammer.

Al met al zwabbert de muziek van Gods Monkey dus nog wat tussen die gortdroge stoner en de wat meer melodieuze heavy metal. Zo nu en dan heb je het gevoel dat de muzikanten nog geen keuze hebben durven maken, maar misschien is dat juist wel de keuze geweest. We zouden ook niet meer zo snel verwijzen naar Queens Of The Stone Age, zoals we in de eerdere recensie nog deden. Vergelijkingen met de jaren zeventig metal van Led Zeppelin en vooral haar hedendaagse klonen zoals Wolfmother liggen eerder op de loer. Luister maar eens naar het nummer ‘The Duck’ en je begrijpt de vergelijking.

‘Room For A Pony’ overtuigt dus nog steeds niet, daar is het geheel nog te onsamenhangend voor en zijn de vocalen bij tijd en wijlen niet sterk genoeg. Deze plaat laat echter wel duidelijk de muzikale potentie van de Brabanders horen. Het zit er wel in, maar komt er nog niet uit. En om er maar eens een cliché tegen aan te gooien: wat in het vat zit verzuurt niet, dus we blijven hoop houden. Tot die tijd moeten we het doen met de inmiddels legendarische live-reputatie van de band.

aantal tracks: 9speelduur: 33:38 minuten

45

The Medics - Dance Into The Darkwww.musicfrom.nl / 24-08-2011

stijl: indie/wavewat: cdlabel: Pias

We blijven ons verbazen over de immer terugkerende, uiterst vage en clichématige beschrijvingen in de diverse biografieën die met albums meegestuurd worden. Ook bij The Medics is het weer raak. De band zou “uit noodzaak geboren” en “niet voor één gat te vangen” zijn. Dus... Vooral dat laatste doet ons menigmaal gniffelen bij het luisteren van ‘Dance Into The Dark’, het debuutalbum van de Utrechtse post-punk-adepten. Want laten we eerlijk zijn: vernieuwend klinkt deze plaat niet. Deze jongens hebben verdomd goed geluisterd naar bands als Editors, Interpol en vooral Joy Division (wat overigens ook niet onder stoelen of banken wordt geschoven). Maar goed, beter goed gejat dan slecht verzonnen. Coldplay doet het al jaren op die manier.

We hebben een tijdje geleden al kennis mogen maken met de eerste single ‘City’ die de band in De Wereld Draait Door ten gehore mocht brengen, althans een minuutje ervan. Het is een catchy nummer dat met haar intro meteen aan Editors doet denken, om vervolgens over te gaan op een riff dat rechtstreeks uit Joy Division’s ‘Shadowplay’ lijkt te komen.

En daar ligt meteen het probleem. Referenties lijken te letterlijk gekopieerd te worden. Het klinkt soms bijna als een vorm van sampling. Als gevolg hiervan ga je alles in twijfel trekken. Dan doet het “Dance, Dance” uit de track ‘Wired’ ineens heel erg denken aan het “Dance, Dance, Dance, To The Radio” uit ‘Transmission’ van Joy Division, evenals het intro van ‘A Little Bit Of Love’ dat wel erg lijkt op de cover van ‘Shadowplay’ door Las Vegas glamrockers The Killers.

‘Gold’ en ‘Kill The Lights’ lijken op mash-ups van verschillende nummers van Foals, de nieuwe single ‘Explode’ heeft overduidelijk die plastic sound van (opnieuw) The Killers en het begin van ‘Body And Mind’ lijkt op dat van ‘No Sound But The Wind’ van Editors. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

En toch klinkt het muzikaal goed. Frustrerend. We weten niet of we moeten juichen of moeten huilen. De band blijkt in muzikaal opzicht dus een uiterst bekwaam kleptomanisch collectief. Laten we het positief benaderen en het eclectisch noemen, want ondanks het gebrek aan originaliteit, klinkt dit album als een goed gecomponeerd en uiterst evenwichtig geheel. Het knappe is dat het ondanks de vele muzikale referenties een muzikaal goede plaat is. Het uiterst irritante is dat de referenties er te dik bovenop liggen.

Nog nooit heeft een album zo’n dubbel gevoel op ons achter gelaten als ‘Dance Into The Dark’ doet. The Medics klinkt in potentie als een veelbelovende band, maar dan moet het wel het My-Name-Is-gevoel weten te lozen. Nu klinken de nummers nog teveel als “kopieën van”. Maar tot die tijd genieten we (vreemd genoeg) toch van ‘Dance Into The Dark’. Om schizofreen van te worden!

aantal tracks: 12speelduur: 38:44 minuten

46

Gem - Hunters Go Hungrywww.musicfrom.nl / 30-08-2011

stijl: rockwat: cdlabel: Excelsior Recordings/V2

Het heeft even op zich laten wachten, dat vierde album van Gem, drie jaar om precies te zijn. Zanger/gitarist Maurits Westerik maakte vele omzwervingen, haast letterlijk en figuurlijk, voordat hij aan dit `Hunters Go Hungry’ begon te schrijven. Zo werkte hij mee aan verschillende projecten van In A Cabin With en reisde hij in de hoedanigheid (en onderdeel) van L’Abattoir naar Marokko en als The Giants Of Húsavík naar IJsland.

De geestelijke bagage die hij na het reizen mee naar huis heeft genomen lijkt direct te hebben geleid tot het thema van deze nieuwe plaat: de “zoektocht” of de “ontdekking”. Het reizen an sich als het ultieme doel, belangrijker nog dan de, al dan niet vooraf bepaalde, bestemming (hoe mooi deze uiteindelijk ook blijkt te zijn).

Deze zoektocht heeft geleid tot een gevarieerd, maar samenhangend album. Met veel plezier lijkt Westerik een muzikale Odyssee gemaakt te hebben langs de verschillende subgenres binnen de rockmuziek. Zijn karakteristieke stem breit deze verscheidenheid haast naadloos tot een geheel. Waar het klankbord van Gem voorheen gekenmerkt werd door een overwegend “Engels geluid”, lijken we nu ook verschillende Amerikaanse invloeden terug te horen.

Het haast Dylaneske ‘Better Heart Of Mine’ verrast ons met blazers, terwijl Westerik in ‘For The Light To Shine’ als een herrezen Lennon klinkt. Even Brits klinkt ‘Thunder Lightning’ waarin we Oasis en zo nu en dan The Smiths lijken terug te horen, terwijl ‘Easy To Review’ zo harmonieus klinkt als de befaamde West-Coast pop. In ‘I Believe It’s Better To Walk On’ tenslotte, worden alle registers opengetrokken en schalt er ware beat uit de speakers, zoals die eigenlijk alleen in Den Haag gemaakt kan worden, inclusief orgeltje en al.

Het belangrijkste is dat in al deze nummers het plezier is terug te horen waarmee ze gemaakt moeten zijn. Meer ook dan voorheen klinkt er een bepaalde rust door. Westerik lijkt met zijn muziek het vertrouwen uit te spreken dat het allemaal goed is zo. En terecht. ‘Hunters Go Hungry’ klinkt als een coming-of-age album. Eigenlijk doen we Gem tekort wanneer we spreken van een muzikale zoektocht, want zoals Herman Hesse het ooit prachtig omschreef in zijn roman Sidartha: “Wanneer iemand zoekt dan kan het licht gebeuren dat hij alleen oog heeft voor hetgeen hij zoekt, dat hij zichzelf niet toestaat om iets te vinden, verblind is omdat hij alleen maar aan datgene denkt waarnaar hij op zoek is, omdat het een omschreven doel heeft en van dit doel bezeten is.” En Maurits Westerik is het zoeken voorbij. Gem heeft wel degelijk gevonden!

aantal tracks: 12speelduur: 47:13 minuten

47

The May Bees - Saint Deniswww.musicfrom.nl / 28-09-2011

stijl: rockwat: cdlabel: Wampus Multimedia

Overtuigd zijn van het eigen kunnen is een groot goed, zeker in de harde wereld der musici. Jezelf als, laten we eerlijk wezen, vooralsnog onbeduidende Nederlandse songwriter scharen in een select groepje waartoe schijnbaar ook Kurt Cobain (Nirvana), Thurston Moore (Sonic Youth) and Black Francis (Pixies) schijnen te behoren, is echter eerder hoogmoed dan zelfvertrouwen te noemen.

Toch is dit precies wat het Amerikaanse platenlabel Wampus doet in het begeleidend schrijven bij ‘Saint Denis’, de vierde release van het Arnhemse kwartet The May Bees. Songwriter Gregory Orange wordt geprezen als, en wij citeren, “an unclassifiable stylist bent on refraction and reinvention”, wat dat ook moge betekenen. Verwachtingen zijn in ieder geval geschapen en bij de eerste keer opzetten van Saint Denis kunnen we een siddering dan ook nauwelijks onderdrukken.

Maar wat blijkt tot onze grote verbazing? We hebben te maken met een zeer middelmatige plaat, die nergens ook maar half zo vernieuwend is als ‘Nevermind’ en ‘Surfer Rosa’ dat ooit waren. Sidderen verwordt tot rillen wanneer Gregory Orange bovendien een matig zanger blijkt. Zijn stemgeluid balanceert op een dun lijntje tussen spannend en vals, maar neigt helaas over het algemeen meer naar de valse kant. Luister maar eens naar nummers als ‘Decide’ of ‘Soft Paper Plane’. Maar toegegeven, Kurt Cobain en Black Francis moe(s)ten het in eerste instantie ook niet van hun zangkwaliteiten hebben, dus in die zin gaat de door Wampus gemaakte vergelijking dan wel weer op.

Jazeker, de “rammeligheid” van de Pixies is duidelijk terug te horen in de productie, maar klinkt geforceerd en weinig origineel. Van de maarliefst zestien tracks die ‘Saint Denis’ telt, is er werkelijk geen enkele die beklijft. Het album kabbelt in hetzelfde tempo voort en halverwege de 54 minuten is de aandacht al verdwenen, althans bij ondergetekende. Wanneer de band een gebrek aan kwaliteit probeert te camoufleren met kwantiteit, dan is zij helaas niet geslaagd in deze opzet. Eens te meer blijkt dan toch weer dat hoogmoed voor de val komt.

aantal tracks: 16speelduur: 54:32 minuten

48

Rats On Rafts - The Moon Is Bigwww.musicfrom.nl / 04-10-2011

stijl: rock/new wavewat: cdlabel: Subroutine Records

De laatste tijd vragen we ons weer eens te meer af wat er aan de hand is in muzikaal Nederland? Een televisieprogramma als The Voice Of Holland, dat de kijker een portie populaire eenheidsworst voorschotelt, trekt wekelijks meer dan drie miljoen kijkers. Anouk is verbazingwekkend genoeg de meest “alternatieve” act onder de Edison Winnaars van dit jaar. En afgelopen vrijdag blies het enige alternatieve radiostation van ons land, Kink FM, haar laatste adem uit. Veel triester kan het toch niet worden op het gebied van alternatieve muziek?

De gemiddelde Nederlandse muziekconsument lijkt een culturele dreumes te zijn geworden, die slechts bereid is hapklare brokjes tot zich te nemen. Alles wat maar enigszins afwijkt van dit eenvoudige recept lijkt, door de meeste beeldbepalende radio- en televisiezenders van ons land genegeerd te worden, met een enkele uitzondering daargelaten natuurlijk. En dat terwijl er zoveel mooie alternatieve muziek in ons kleine landje gemaakt wordt.

Neem nou dit ‘The Moon Is Big’ van het Rotterdamse Rats On Rafts: onvervalste new wave, zoals we die eigenlijk alleen maar kennen uit de mistige jaren zeventig en tachtig. Vergelijkingen met Britse new wave en post punk acts zoals Echo & The Bunnymen en Joy Division zijn snel gemaakt. Toch klinkt de muziek van Rats On Rafts niet gekopieerd, zoals dat bij veel hedendaagse wave-acts wel het geval is. Meestal klinkt het bij laatstgenoemde artiesten allemaal wel aardig, maar past het muzikale jasje te goed. Het lijken van die nieuwe spijkerbroeken met “slijtageplekken” die je kant-en-klaar bij de H&M kan kopen.

Niets van dit alles bij Rats On Rafts. Verscholen tussen de havens, binnen de omheiningen van AVL-Ville, de Rotterdamse vrijstaat van beeldend kunstenaar Joep van Lieshout, wisten deze vier jongemannen een plaat in elkaar te draaien die met weemoed doet terug denken aan de tijden van te korte pantalons en tweedehands jasjes. Je zou de huidige economische crisis bijna vanuit nostalgisch oogpunt omarmen. Gewoon omdat dat desolate gevoel zo goed bij dit album past. Nergens klinkt ‘The Moon Is Big’ gepolijst. Je hoort de galm van de loodsen van Van Lieshout. De band maakt zelf de treffende vergelijking met tweedehands vinyl. Je ruikt haast de muffe lucht van het oude gescheurde karton van de hoes. Prachtig!

Dit debuut lijkt zo’n plaat die alleen in Rotterdam gemaakt had kunnen worden, met haar achtergrond als arbeidersstad. We vragen ons meteen af of de band als platenhoes bewust gekozen heeft voor een afbeelding van de Rotterdamse skyline zonder Erasmusbrug, maar met de oudere Willemsbrug. Het past binnen het plaatje, het past bij de sound.

Toegegeven, ‘The Moon Is Big’ zal niet een album zijn dat in ons kikkerlandje een heel groot publiek aanspreekt. Airplay hoeven we zeer waarschijnlijk niet te verwachten. Maar met nummers als titeltrack ‘The Moon Is Big’, ‘Plastic Plaster (Satanic Version)’ en ‘Lalalala’ mag met een gerust hart gezegd worden dat Rats On Rafts met dit debuut een van de beste Nederlandse underground platen van het jaar heeft gemaakt. Gelukkig is dit in de bakermat van de new wave wel opgevallen en staan Britste media elkaar te verdringen om het Rotterdamse viertal de hemel in te schrijven. We zouden zeggen: pak je plunje in en ga het avontuur aan in Engeland! Stuur ons dan zo nu en dan nog zo’n ansichtkaartje met een skyline vol rokende fabrieksschoorstenen.

aantal tracks: 9speelduur: 37:16 minuten

49

Pete Philly - Onewww.musicfrom.nl / 18-10-2011

stijl: hiphop/rapwat: cdlabel: Pias

Zoals je de neiging hebt een nieuwe liefde in het begin van de relatie nog dikwijls met die ex-vlam te vergelijken, zo beleven we het solowerk van zowel Pete Philly als Perquisite. Je weet dat het oneerlijk is, maar je kunt het niet helpen terug te kijken. Pieter ‘Perquisite’ Perquin ging na het uiteengaan met Pieter ‘Pete’ Monzon in 2009 als een malle aan de slag. Uit deze noeste arbeid vloeide al snel een eigen album voort, evenals onder andere de soundtrack voor ‘Carmen van het Noorden’ en vele gastoptredens. Het duurde echter wat langer voordat we iets van die andere Pieter hoorde. Aan het begin van dit jaar was daar dan “ineens” het ‘Open Loops’ project van Pete Philly. Een crossmediaal muziekproject dat zowel visueel als muzikaal sterk in elkaar stak. En Open Loops was slechts de amuse, een verdraaid lekker hapje op een “shiny” presenteerblaadje. Het echte werk moest nog komen en is dus nu met ‘One’ gearriveerd.

Al watertandend halen we het schijfje uit de prachtige verpakking en tot ons genoegen bevat het album als extraatje ook het gehele ‘Open Loops’ project op cd. Mooi meegenomen dus. Dan over ‘One’, waar het hier natuurlijk allemaal om draait. De plaat begint meteen met titeltrack ‘One’, een herkenbare jazzy flow van Pete Philly over een soort a capella beat. De sfeer van dit eerste nummer is rustig en zet, zo blijkt, de toon voor de rest van het album. Muzikale middelen lijken tot een minimum te worden beperkt. Het draait vooral om de vocalen van de mc. Dat de rapper hierin slaagt zonder een al te saai geheel te creëren is op zich prijzenswaardig te noemen. Heel spannend wordt het album er echter ook niet van. De muziek heeft de neiging weg te zakken. De aandacht van de luisteraar verslapt halverwege het album. De weinige uptempo nummers zoals ‘True’, ‘What Do We Fight For’ en ‘Let It Go’, een duet met Alain Clark, zijn niet uptempo genoeg om het geheel vlot te trekken.

Wanneer wij zouden mogen hebben kiezen, zouden we ‘One’ als gratis download beschikbaar hebben gesteld en ‘Open Loops’ als te kopen plaat in de winkels hebben gelegd. De laatste is gewaagder en gevarieerder en daarom interessanter, mede door de “creative commons” gedachte achter het project (wat het tegelijkertijd ook weer minder geschikt maakt voor de verkoop). Wat overigens niet wil zeggen dat ‘One’ een slecht album is. Integendeel, het is een knap gemaakt, coherent geheel. Het is gewoon alleen geen ‘Mindstate’ en al helemaal geen ‘Mystery Repeats’.

Desalniettemin is het een muzikale noodzaak een mc als Pete Philly te koesteren. Zoveel goede Engelstalige rappers kennen we niet in ons land. Misschien is het geheel meer dan de som der delen en moeten we er ons bij neerleggen dat de beide Pieters hun eerste twee platen niet meer zullen evenaren. Of misschien is er slechts sprake van onwennigheid voor zowel Pete Philly als voor ons luisteraars en slaat een volgend soloalbum weer in als een bom. We hopen het in ieder geval. Na die eerste maanden met je nieuwe geliefde ben je die ex immers ook dikwijls vergeten.

aantal tracks: 12speelduur: 44:46 minuten

50

The Fudge - Morning Comes Againwww.musicfrom.nl / 16-11-2011

stijl: rock/alternativewat: cdlabel: Suburban Records

We krijgen altijd een beetje de kriebels als artiesten zich gaan verkleden, ook al borrelt er bij ondergetekende Brabants bloed door de aderen en heeft deze menig beschamende verkleedpartij meegemaakt en ondergaan zelfs. Het vermoeden rijst dan dikwijls snel dat je als band of muzikant wat te verbergen hebt, dat de muziek (nog) niet goed genoeg is en een gimmick noodzakelijk is om de boel te verkopen. Zo kruipt er bij de eerste blik op de persfoto van The Fudge ook een klein rillinkje over de rug. Een van de bandleden lijkt te auditeren voor de remake van de cultklassieker Mad Max. Als dat maar geen kopie van Slipknot wordt, of nog erger, Lordi.

Onze vrees neemt gelukkig wat af wanneer we lezen dat deze Amsterdammers alternatieve muziek maken die een mengeling moet zijn van, en wij citeren, rock, balkan, folk, pop, psychedelica en ska. Kijk, daar worden we dan weer nieuwsgierig van. Dat kan een verdraaid interessant eindresultaat opleveren. En toegegeven, dit debuut ‘Morning Comes Again’, klinkt niet slecht. Al vinden wij het meer klinken als elektronisch getinte metal, die nog ergens in het midden hangt van System Of A Down en Linkin Park, en zijn balkan, ska en vooral folk ver te zoeken.

In zo’n dertig minuten wordt er op flink tempo een tiental nummers doorheen geragd. De energie spuit werkelijk de speakers uit. The Fudge speelt op een ervaren wijze met tempowisselingen die doen denken aan ‘Chop Suey’ de grootste hit van System Of A Down. Wanneer daar ook nog tweestemmige vocalen tegenaan gegooid worden is de vergelijking haast niet meer te vermijden. ‘The Only One’ en ‘Sweet Little Princess’ zijn hier misschien wel de fijnste voorbeelden van.

De band wisselt deze tracks af met wat laagdrempelige poppy metalnummers die meer naar Linkin Park neigen en helaas een stuk minder sterk zijn. Die nummers hebben de neiging te verzanden in wat zeurderige metal ballades die niet zouden misstaan op 3FM. Titeltrack ‘Morning Comes Again’ is hier het “beste” voorbeeld van. Met ruim vier minuten de langste compositie van de plaat en eigenlijk zo’n twee minuten te lang. Gelukkig vormen deze zwakkere liedjes de minderheid op het album, wat van ‘Morning Comes Again’ een bovengemiddeld debuut maakt. Een debuut dat ons de carnavaleske uitdossing doet vergeven. Het is per slot van rekening ook net de elfde van de elfde geweest.

aantal tracks: 10speelduur: 30:50 minuten

51

Dyzack - This Mangy Soulwww.musicfrom.nl / 20-11-2011

stijl: popwat: cdlabel: To Tangle Tunes Records

Dyzack is zo’n muzikant die in geen enkel hokje te passen is, tenzij het een hokje is dat hij hoogstpersoonlijk in elkaar getimmerd heeft. Zelf schijnt hij ook wars te zijn van elke vergelijking, dus dat gaan we dan ook gewoon niet doen. Ook gaan we niet alle genres opsommen die Dyzack in zijn composities tot een geheel weet te kneden. De recensie zou dan simpelweg te lang worden. Eigenlijk moeten we niet teveel woorden vies maken aan ‘This Mangy Soul’, omdat woorden misschien niet de juiste instrumenten zijn om deze plaat te beschrijven.

We moeten eerlijk bekennen dat we Erik Hofland, zoals Dyzack bij de belastingdienst bekend staat, al weer een tijdje uit het oog waren verloren. Niet gek, naar nu blijkt. Hij componeerde van 2005 tot 2011 namelijk muziek voor verschillende theatergezelschappen en was dus voornamelijk achter de schermen bezig. Tot die ene droom de kop op steekt. Een droom waarin zijn vader die jaren geleden zelfmoord pleegde, weer tot leven komt. En een droom die er dus toe heeft geleid dat Dyzack weer in de spotlight is gestapt. En hoe! Met tien overtuigende songs stelde hij vrij snel een podiumplekje op Crossing Border 2011 zeker en meer optredens zullen ongetwijfeld volgen. En niet onterecht. ‘This Mangy Soul’ is een ijzersterk album vol gitaarliedjes. Met een randje, dat dan weer wel. Een randje dat niet iedereen zal kunnen waarderen. Onze grootste angst is dan ook deze plaat verpulverd wordt tussen de lompe tandwielen van de Hollandse hitmachine die voor het overgrote deel middelmatige popmuziek weet te produceren.

En dat terwijl ‘This Mangy Soul’ misschien wel het meest toegankelijke album is dat Dyzack ooit heeft voortgebracht. Makkelijker in ieder geval dan zijn grote “hit” ‘Haunt’, maar dat kan ook komen omdat de videoclip van dat nummer een grote “bad trip” was. Niets van die hallucinerende onrust op deze laatste plaat. Er klinkt juist een soort rust en/of berusting door in de muziek. Nog steeds doet de Hagenees ons bij vlagen versteld staan met de geluiden die hij uit zijn instrumenten (mondharmonica en vooral gitaar) weet te wringen. ‘Zombie Trail’ en ‘Whatever It Moves’ klinken nog het meest experimenteel, maar blijven fijne tracks. Waarschijnlijk omdat het experiment geen doel op zich is, maar een middel om het verhaal te vertellen.

Naarmate het album vordert lijkt de mondharmonica een steeds grotere rol toebedeeld te krijgen en dat terwijl Dyzack toch vooral als “gitaroloog” bekend staat. Het prachtige ‘Faded To Soul’ en vooral ‘Off Days Grace’ zouden niet misstaan in een spaghetti-western van Sergio Leone. Erg mooi. Een bijzonder en veelzijdig muzikant, die Dyzack. Misschien kun je hem nog wel het beste vergelijken met de MacGuyver van muzikantenland. Met een paperclip en een elastiekje… Potver, nou trekken we toch een vergelijking! We houden er ook mee op; hebben al teveel en tegelijkertijd niet genoeg gezegd. Luister dat album nou maar gewoon.

aantal tracks: 10speelduur: 38:09 minuten

52

Heideroosjes - Cease-Firewww.musicfrom.nl / 29-11-2011

stijl: punk/hardcorewat: cdlabel: Pias

“In een lichte lentelucht staat een dorpsjochie klaar. Z’n avontuur begint vandaag. Hij is net veertien jaar. Hij kent drie akkoorden en de waarheid. En zijn tweedehands gitaar, die mist een snaar.”

Een tijdje geleden was daar dan het persbericht: Heideroosjes stopt ermee. Wel pas over een jaar, maar ze stoppen ermee. De handdoek wordt in de ring gesmeten, de pijp wordt aan Maarten gegeven en er wordt ook nog iets aan de wilgen gehangen. Dat we dat alvast weten. Maar eerst gaan ze nog een jaartje stevig toeren. Koop dus vlug een kaartje, nu het nog kan. En oh ja, laten ze nu ook nog een album uitbrengen. Dat is toevallig! Kopen, kopen, kopen!

Dit alles riekt naar het werk van een goocheme marketingmedewerker. Uitverkochte zalen zullen volgen en wellicht wordt die laatste Nederlandse show in de Melkweg op 22 september 2012 wel helemaal niet de laatste. Het riekt hier naar een Doemaartje of een Krezipje. Deze uiterst cynische gedachten schoten allemaal even door ons hoofd bij het lezen van dat ene persbericht. We konden het niet helpen. Maar uiteindelijk geven we de sympathieke punklimbo’s het voordeel van de twijfel. Waarom? Omdat ze zulke slinkse verkooptechnieken helemaal niet nodig hebben en omdat ze ons vertrouwen hebben verdiend.

Al ruim tweeëntwintig jaar speelt Heideroosjes namelijk vol gas en compromisloos het snot voor de ogen van uitverkochte clubzalen over de gehele wereld. De formule is al die jaren nauwelijks veranderd, hooguit geperfectioneerd. Energieke punkrock met een maatschappijkritische knipoog van tekstschrijver Marco Roelofs. De kracht van de band ligt verscholen in de herkenbaarheid (mede tot stand gekomen door de veelal Nederlandse teksten) en het extreem hoge meezinggehalte. Het viertal uit Horst heeft haar muzikale afkomst nooit verloochend (evenals haar geografische trouwens).

Ook deze negende met de toepasselijke titel ‘Cease-Fire’ volgt dit beproefde recept en is wederom “catchy as hell”. Natuurlijk wordt menig heilig huisje omver geblazen, met als topstuk ‘Burka Blues’, een liefdesrelaas over een getatoeëerde Romeo en een gesluierde Juliet. De Nederlandstalige liedjes zijn op de plaat in de meerderheid, wat ons goed doet. Want zeg nou zelf, dat is toch Heideroosjes op zijn best? De Engelstalige tracks klinken ook wat bozer en op een of andere manier past dat de mannen niet (meer). Met ‘Knetterhard’ en ‘Dansen Met De Dood’ heeft het viertal warempel weer een aantal potentiële radiohits geschreven, misschien wel net zo groot als ‘Klapvee’ of ‘Johnny en Anita’ ooit waren.

Toegegeven, ondergetekende moest even slikken bij het op de deurmat ploffen van ‘Cease-Fire’. Zou hij nog kunnen luisteren naar de punkrock die hem zo lief was in zijn pubertijd, of zou na de ontnuchterende remake van het televisieprogramma Fort Boyard, ook deze jeugddroom als een zeepbel uit elkaar spatten? Gelukkig kunnen we achteraf met een gerust hart stellen dat het goed was en nog steeds is. Heideroosjes heeft met de laatste langspeler een solide album afgeleverd. Misschien is het allemaal niet heel bijzonder, maar dat is in het geval van Neerlands meest succesvolle punkband ooit al bijzonder genoeg. Pik dus zeker nog een liveshow van de mannen mee. Het zal de moeite waard zijn.

“Op een waterige winterdag zit een man in een kroeg. Heeft ieder werelddeel gezien en verhalen genoeg. En z’n gitaar rust in de hoek, naast z’n reistas, omdat het nooit meer mooier was dan het ooit was.”

aantal tracks: 11speelduur: 31:44 minuten

53

Fervid - How?www.musicfrom.nl / 11-01-2012

stijl: rock/gitaarpopwat: cdlabel: JVGM Music

Na het faillissement van platenmaatschappij AG Music gaat het Dordtse Fervid niet bij de pakken neer zitten. Integendeel, er wordt rustig doorgewerkt aan een nieuw album en in augustus van het vorige jaar is daar dan witte rook: er is in de vorm van JVGM Music een nieuwe partij gevonden die het derde album ‘How?’ van Fervid uit zal gaan brengen. Het voorlaatste album ‘Oh’ werd door ondergetekende op een nogal omslachtige wijze omschreven. Die plaat werd eigenlijk een beetje in de hoek gezet als een “guilty pleasure” in een Weezeresk jaren zestig hoekje. In het begin wat moeilijk te verteren, maar na stoïcijns doorkauwen eigenlijk best wel goed te pruimen.

Met de nieuwe platenmaatschappij lijkt opvallend genoeg ook een compleet nieuw geluid gevonden te zijn. Net nu we aan de oude sound gewend zijn. Het vizier lijkt grofweg een decennium of wat de toekomst in verplaatst te zijn. De band omschrijft het zelf op haar website zeer treffend als “post-punk-new-wave-grunge-pop-garage, of zoiets”, en beter hadden wij het niet kunnen omschrijven. Vooral dat “of zoiets” slaat de spijker op zijn kop. ‘How?’ lijkt net zoals ‘Oh’ zo nu en dan te zijn ingespeeld door verschillende bands. Er lijkt geen enkele lijn in te zitten. Dus dat wordt weer lastig om een oordeel te vellen.

Het olijke dat van ‘Oh’ een prima plaat voor een ontluikende lente maakte is verdwenen, het springerige van die plaat is daarentegen nog steeds terug te horen op ‘How?’, zij het dat er met een enigszins boze frons gesprongen dient te worden. De muziek is steviger; klinkt serieuzer. Wat betreft de kwaliteit van de songs zwalkt het ons inziens nog wel behoorlijk heen en weer. Albumopener ‘Tragedy’ loopt niet lekker en zet de luisteraar op het verkeerde been. Deze muzikale schijnbeweging wordt gelukkig meteen goed gemaakt door de twee sterke nummers ‘Walls Of Jericho’, met een pakkend refrein, en ‘The Tiger And The Lamb’, met een lekker gitaarriffje.

Kort gezegd lijkt How? het best te behappen te zijn wanneer het retrosausje met mate over de muziek gegoten is. Of deze plaat naast een stap zijwaarts ook een stap voorwaarts is, is lastig te beoordelen. Het album klinkt niet verkeerd, maar wij vonden ‘Oh’ prettiger om naar te luisteren. We zijn benieuwd of Fervid nu hun sound enigszins afgebakend heeft.

aantal tracks: 13speelduur: 35:43 minuten

54

Moss - Ornementswww.musicfrom.nl / 31-01-2012

stijl: pop/alternative/indiewat: cdlabel: Excelsior Recordings

Soms heb je het gevoel dat Moss beter Midas had kunnen heten, naar de Bijbelse koning die alles wat hij aanraakte in goud veranderde. Ook nagenoeg alles wat Marien Dorleijn aanraakt lijkt in een muzikaal goudklompje te veranderen. Zo werd het voorlaatste album van Moss, ‘Never Be Scared/Don’t Be A Hero’, alom de hemel in geprezen en speelden Dorleijn en kornuiten in 2010 de Grolschtent van Lowlands aan gort, wat hen volgens 3voor12 de best presterende act van het festival maakte (en daarmee artiesten als Queens Of The Stone Age, Snow Patrol en Mumford & Sons het nakijken gaven). Bovendien verraste hij vrij recentelijk nog vriend en vijand met een prachtige samenwerking met David Pino. Onder het pseudoniem Tika werd onder de vlag van In A Cabin With een prachtig album afgeleverd. Om maar even Carice van Houten aan te halen: “Houdt het dan nooit op!?”

Blijkbaar niet, want nu is daar ‘Ornaments’, de derde plaat van Moss en misschien wel hét album van vaderlandse bodem waar muziekminnend Nederland het meest naar uitgekeken heeft. En terecht, zo blijkt. Moss heeft weer raak geschoten. Er is weer goud gemaakt. OOR omschreef frontman Dorleijn zelfs als “het grootste popmuzikale genie dat momenteel in Nederland rondloopt”.

[Stilte]

De Lennon van de Lage Landen? We snappen wel dat de vers benoemde muzikale Messias in DWDD aangaf huizenhoog op te zien tegen het opnemen van een vierde album. Welke sterveling zou dat niet hebben? Maar goed, om de analogie nog maar even aan te houden: als Moss uit Liverpool zou komen en Dorleijn niet zo’n hippe bril maar een ziekenfondsbrilletje zou dragen, dan zou Ornaments het beste te vergelijken zijn met ‘Rubber Soul’, het Beatles album dat veelal gezien wordt als overgangsalbum van het meer ambachtelijke gitaarwerk naar het meer experimentele werk. Deze nieuwste plaat is er namelijk niet eentje die even gemakkelijk weg luistert als eerdergenoemde ‘Never Be Scared/Don’t Be Hero’. Op Ornaments is voor het eerst een duidelijke rol weggelegd voor elektronica. Luister maar eens naar tracks als ‘Almost A Year’, ‘A Real Hero Dies At The End’ en ‘Tiny Love’, misschien wel het mooiste nummer van het album.

Wanneer je dit album naast het debuut ‘The Long Way Back’ legt kun je nauwelijks bevroeden dat het werk van dezelfde muzikanten betreft. Alleen de typische stem van de troubadour klinkt als vanouds. Dit mag gezien worden als een natuurlijke ontwikkeling, een gezond proces in elke muzikantenleven, maar wel een die van ‘Ornaments’ een minder gemakkelijke plaat maakt en vermoedelijk een minder groot bereik zal hebben dan haar voorganger (wat de liefde van ons muzieksnobs voor Moss waarschijnlijk alleen nog maar groter maakt). Gelukkig is het niet alleen maar experiment wat de klok slaat en staat er voor hen die sinds ‘Kid A’ en ‘Amnesiac’ ook niet meer van Radiohead kunnen genieten, ook nog wat toegankelijk gitaarwerk op, met ‘The Hunter’ en single ‘What You Want’ als mooiste voorbeelden.

En terwijl wij van de muziekbeschouwende pers over elkander heen buitelen om deze Amsterdamse band de hemel in te prijzen, blijft zij er zelf gelukkig heel gewoon onder. Geen “bed-ins” in het Amsterdamse Hilton en geen subliminale boodschappen verborgen in de muziek, maar doodgewoon sublieme muziek uitgebracht op een oer-Hollands platenlabel. Chapeau Moss, et au revoir!

aantal tracks: 11speelduur: 31:44 minuten