34
qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnm Opdrachtenmap Vakdidactiek 31-3-2011 Leanne Otter (Otte1000) en Maya Beintema (Bein1000) Docent: M. Maarleveld.

Opdrachtenmapportfoliobrin0903.wikispaces.com/file/view/Opdrachtenmap... · Web viewBritain for Learners of English James O’Driscoll (ISBN: 9780194306447) Stepping Stones (werkboek

  • Upload
    buitram

  • View
    219

  • Download
    4

Embed Size (px)

Citation preview

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmrtyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty

Opdrachtenmap

Vakdidactiek

31-3-2011

Leanne Otter (Otte1000) en Maya Beintema (Bein1000)Docent: M. Maarleveld.

Inhoudsopgave:

- Bibliografie

- Leesvaardigheid.- Lesformulier.- Feedback op het lesformulier.- Motivatie.- Uitleg & antwoorden.

- Luistervaardigheid.- Lesformulier.- Feedback op het lesformulier.- Motivatie.- Uitleg & antwoorden.

- Vocabulaire.- Lesformulier.- Feedback op het lesformulier.- Motivatie.- Uitleg & antwoorden.

- Cultuur.- Lesformulier.- Feedback op het lesformulier.- Motivatie.- Uitleg & antwoorden.

- Samenvatting H.7 -> (7.1 t/m 7.4)- Onze 5 voorbeelden & uitleg.

2

Bibliografie

De vijf rollen van de leraarMartie Slooter (ISBN: 9789065086167)

Moderne vreemde talen in de onderbouwFrancis Staatsen m.m.v. Sonja Heebing en Edy van Renselaar(ISBN: 9789046901540)

Britain for Learners of EnglishJames O’Driscoll(ISBN: 9780194306447)

Stepping Stones (werkboek Havo/Vwo jaar 1)Nina Blom-Poldugac, Ellis Dik, Sicco Gjaltema, Natascha Sewnandan, Jaap Westra, Sanne Wielenga, Nick Woltjer.(ISBN: 978900174207)

Freemwurk (Onderbouw vmbo-t/havo/vwo)Jitske Brunner, Yde Faas, Tsjerk Veenstra, Ans Wallinga(ISBN: 978902736706)

3

LeesvaardigheidNAAM: Leanne Otter & Maya Beintema VAK: EngelsSchool: NHL Aantal leerlingen: 30Lesopdracht: Leesvaardigheid

Lesdoelen:- leerlingen grote geheel in tekst laten zien- leerlingen tekst goed laten herschrijven

Beginsituatie:- leerlingen hebben al enige kennis van het Engels- leerlingen begrijpen teksten

Lesbeoordeling (feedback) van stagebegeleider en/of medestudent

Waardering:

Lesbeoordeling (zelfevaluatie) door de student:

Tijds-fasering Concrete leerdoelen +beheersingsvorm

LeerstofDidactische aanpak

Leerlingactiviteit Docentactiviteit

-5 – 0

0 – 5

5 – 15

15 - 35

X

X

X

X

X

X

Opzet en inhoud les

Laten lezen +

X

Leerlingen komen binnen

Luisteren naar uitleg

In tweetallen

Alles klaarzetten

Iedereen persoonlijk begroeten

Uitleggen en evt. vragen beantwoorden

Rondlopen om te helpen en

4

35 – 45

45-50

X

X

opdr. Maken

Goede antwoorden bespreken

Evt. huiswerk opgeven

laten werken

Luisteren en evt. vragen stellen

Evt. huiswerk noteren en opruimen

vragen te beantwoorden

Uitleggen en evt. vragen beantwoorden

Evt. huiswerk vertellen en de kinderen klas uit laten.

Feedback op het lesformulier.

Voor deze les hebben we de feedback van Judith Groendijk gevraagd.Haar feedback was als volgt:Ik denk dat jullie les best leuk kan zijn, maar misschien zit er wat te weinig uitdaging in. De leerlingen kunnen meer dan je denkt! Dus misschien moeten jullie je opdracht wat uitbreiden of aanpassen zodat het op het goeie niveau is. Ook moeten jullie volgende keer even de concrete leerdoelen en beheersingsvormen invullen

Met deze feedback zijn wij verder gaan denken over hoe we het in het vervolg zouden moeten gaan doen. We moeten het dus wel op een goed niveau houden en we moeten even uitzoeken hoe het precies zit met de concrete leerdoelen en beheersingsvormen. Als we dit op stage uit zouden voeren zouden we in ieder geval zorgen dat het op het juiste niveau was en dat we het lesformulier compleet uit gewerkt hadden.

5

Assignment leesvaardigheid

6

OpdrachtLees de eerste alinea van de tekst eens door, je zult zien dat de zinnen niet helemaal kloppen. Jullie moeten deze zinnen herschrijven zodat ze duidelijk te lezen zijn en er ook echt een goede zin staat. Als jullie hiermee klaar zijn moeten jullie de tekst een keer goed doorlezen. Als jullie dit gedaan hebben is het de bedoeling dat jullie een Nederlandse samenvatting van ongeveer 5 zinnen maken. Dit mogen jullie in tweetallen doen.

MotivatieDeze opdracht zou je kunnen gebruiken bij klas 1 van het vmbo en misschien bij havo/vwo. Het is niet heel moeilijk om te doen. Ze moeten alleen even goed kijken welke woorden op welke plaats mogelijk zijn. Daarnaast is de tekst niet heel erg moeilijk te begrijpen dus dit is op vmbo-niveau ook te begrijpen.Daarnaast ontwikkel je een grotere woordenschat en ook heb begrijpend lezen wordt er beter van omdat ze er actief mee bezig zijn. Op deze manier hebben ze ook nog gebruik gemaakt van de leesstrategie structureren.

7

Luistervaardigheid.NAAM: Leanne & Maya VAK: Engels. School: NHL Aantal leerlingen: 30 Lesopdracht: Luistervaardigheid

Lesdoelen:- Leerlingen kunnen antwoorden halen uit een stuk gesproken tekst.- Leerlingen kunnen een gesproken tekst begrijpen.

Beginsituatie:- Leerlingen hebben een basiskennis van het Engels.- Leerlingen hebben ervaring met het luisteren naar de taal.

Lesbeoordeling (feedback) van stagebegeleider en/of medestudentStaat verderop in de map aangegeven.

Lesbeoordeling (zelfevaluatie) door de student:

Tijds-fasering Concrete leerdoelen +beheersingsvorm

LeerstofDidactische aanpak

Leerlingactiviteit Docentactiviteit

0 – 5 Leerlingen gaan apart van elkaar zitten

Docent deelt de blaadjes uit.

5 – 10 Leerlingen luisteren naar de uitleg van de docent.

Docent legt uit wat de bedoeling is van deze les.

10 – 25 Leerlingen luisteren naar het liedje en vullen de antwoorden in.

Docent loopt rondjes om te kijken of alles goed gaat.

25 – 35 Leerlingen kijken de antwoorden na.

Door middel van vragen stellen vraagt de docent naar de antwoorden.

35 - 45 Leerlingen letten op.

Docent legt uit wat het huiswerk is.

Feedback op het lesformulier.

Voor deze les hebben we de feedback van Judith Groendijk gevraagd.Haar feedback was het volgende:Jullie les is best leuk, maar dat zie ik alleen aan de opdracht. In het lesformulier kan ik dit niet terug vinden. Je moet er in zetten wat voor opdracht het is en hoe je het wilt gaan doen. ook moet je bij beheersingsvorm een apart leerdoel opschrijven wat je op dat punt van de les wilt bereiken.

Deze feedback hebben wij (Maya en Leanne) gebruikt in de volgende lesformulieren en opdrachten. Hieruit hebben wij begrepen dat we meer ons enthousiasme voor de les moeten tonen en dat we op

8

moeten schrijven wat we precies van plan zijn. Als we deze les op mijn stage school zouden geven zouden we het lesformulier inderdaad wat uitgebreider maken. Aan de feedback begrijpen we dat het meer een tijdlijn is van wat je wilt gaan doen met de les en tijdens de les. Je moet je complete idee opschrijven anders komt dat niet goed naar voren. Toen we ditzelfde lesformulier tijdens Leren Lesgeven liet zien kreeg ik een soortgelijke feedback terug we moesten uitgebreider schrijven.

Motivatie:We zullen naar aanleiding van mijn feedback eerst uitleggen wat we wilden gaan doen met de les. Bij de opdracht luistervaardigheid hebben we een les ontwikkeld om een songtekst heen van Adele. In deze songtekst hebben we alle woorden behalve het woordje “I” wat “ik” betekend aan elkaar vastgeplakt. De leerlingen moeten al luisterend naar het liedje de woorden uit elkaar halen door middel van streepjes ertussen zetten. Deze opdracht hebben we gekozen omdat een soortgelijke opdracht gezien had in het boek Moderne en Vreemde talen in de onderbouw en hem echt heel passend vonden. Deze opdracht helpt de leerlingen om te segmenteren, of te wel dat leerlingen kunnen omgaan met ontbrekende grenzen in een tekst in de doeltaal. Voor VMBO leerlingen kan dit misschien wat moeilijk zijn omdat het te snel gaat maar voor HAVO leerlingen is het heel passend. Wij vonden deze aanpak heel apart en daarom wilden we er een opdracht over maken.Op de volgende pagina kunt u de opdracht vinden en de daarbij horende uitleg.Het origineel van de songtekst (het antwoordenblad) zal de pagina erna volgen.

9

Assignment Luistervaardigheid. Leanne & Maya.Vakdidactiek.Listen to the song and separate the words correctly with a /. You’ll hear the song twice.

I letitfall, myheartAndasitfell, yourosetoclaimitItwasdarkand I wasoverUntilyoukissedmylipsandyousavedmeMyhands, they’restrongButmykneeswerefartooweakStandinyourarmsWithoutfallintoyourfeet

Butthere’sasidetoyou,that I neverknew, I neverknewAllthethingsyou'dsay, theywherenevertrue, wherenevertrueAndthegamesyou'dplay, youwouldalwayswin, alwayswin.

But I setfiretotherainWatcheditpouras I touchedyourfaceWell, itburnedwhile I cried'Cause I hearditscreamingoutyourname, yourname

When I laywithyou, I couldstaythereClosemyeyes, feelyouhereforeverYouandmetogether, nothingisbetter

'Causethere’sasidetoyouthat I neverknew, neverknew,Allthethingsyou'dsaytheywherenevertrue, nevertrue,Andthegamesyou'dplay, youwouldalways, alwayswin.

But I setfiretotherainWatcheditpouras I touchedyourfaceWell, itburnedwhile I cried'Cause I hearditscreamingoutyourname, yourname

I setfiretotherainAnd I threwusintotheflames, Well, I feltsomethingdie, 'Cause I knewtherethatwasthelasttime, thelasttime

Sometimes I wakeupbythedoor, Andheardyoucalling, mustbewaitingforyou, Evennowwhenwe'realreadyover, I can'thelpmyselffromlookingforyou,

I setfiretotherainWatcheditpouras I touchedyourfaceWell, itburnedwhile I cried'Cause I hearditscreamingyourname, yourname

I setfiretotherainAnd I threwusintotheflames, Well, Ifeltsomethingdie, 'Cause I knewtherethatwasthelasttime, thelasttime

10

Assignment Luistervaardigheid. Leanne & Maya.Vakdidactiek -> Antwoordenmodel.Listen to the song and separate the words correctly with a /. You’ll hear the song twice.

I let it fall, my heartAnd as it fell, you rose to claim itIt was dark and I was overUntil you kissed my lips and you saved meMy hands, they’re strongBut my knees were far too weakStand in your armsWithout fall into your feet

But there’s a side to you, that I never knew, I never knewAll the things you'd say, they were never true, where never trueAnd the games you'd play, you would always win, always win.

But I set fire to the rainWatched it pour as I touched your faceWell, it burned while I cried'Cause I heard it screaming out your name, your name

When I lay with you, I could stay thereClose my eyes, feel you here foreverYou and me together, nothing is better

'Cause there’s a side to you that I never knew, never knew,All the things you'd say they were never true, never true,And the games you'd play, you would always, always win.

But I set fire to the rainWatched it pour as I touched your faceWell, it burned while I cried'Cause I heard it screaming out your name, your name

I set fire to the rainAnd I threw us into the flames, Well, I felt something die, 'Cause I knew there that was the last time, the last time

Sometimes I wake up by the door, And heard you calling, must be waiting for you, Even now when we're already over, I can't help myself from looking for you,

I set fire to the rainWatched it pour as I touched your faceWell, it burned while I cried'Cause I heard it screaming your name, your name

I set fire to the rainAnd I threw us into the flames, Well, I felt something die, 'Cause I knew there that was the last time, the last time

11

Uitleg over de opdracht:De opdracht gaat als volgt. Als docent laten we onze leerlingen het nummer twee keer horen. Tijdens de eerste keer moeten ze strepen zetten tussen de woorden. Zo moeten ze alle woorden van elkaar kunnen scheiden tot een goede songtekst. In één keer is het wat te veel dus we laten ze het nummer nog een keer luisteren zodat ze de twijfel gevallen er nog uit kunnen halen. Door dit te doen zullen de leerlingen Engelse woorden leren herkennen en onderscheiden van anderen.

12

VocabulaireNAAM: Leanne & Maya VAK: Engels. School: NHL Aantal leerlingen: 30Klas: 1aLesopdracht: Vocabulaire Lesdoelen:- Leerlingen weten wat de woorden op de kaartjes betekenen.- Leerlingen kunnen verschillende situaties herkennen en spelen.

Beginsituatie:- Leerlingen hebben een basiskennis van het Engels.- Leerlingen hebben de woorden mogen overlezen en opzoeken in het woordenboek.

Lesbeoordeling (feedback) van stagebegeleider en/of medestudent

De gekregen feedback staat op de volgende pagina.

Lesbeoordeling (zelfevaluatie) door de student:

Tijds-fasering Concrete leerdoelen +beheersingsvorm

Leerstof Didactische aanpak

Leerlingactiviteit Docentactiviteit

0 – 5 Leerlingen gaan zitten in twee aparte groepen.

Docent gaat voor de klas staan en verwelkomt iedereen.

5 – 10 Leerlingen begrijpen wat ze moeten doen met de gegeven opdracht.

H. 2 Leerlingen luisteren naar de uitleg van de docent.

Docent legt uit wat de bedoeling is van deze les en gebruikt daarbij het bord. Aan de rechter kant staan de situaties en aan de linkerkant staan de emoties.

10 – 35 Leerlingen passen de woorden uit het hoofdstuk correct toe.

Woordenlijst H. 2

Om de vijf minuten moeten twee leerlingen (één van elke groep) naar voren komen om de situatie en de emoties uit te spelen.

Docent laat de kaartjes zien aan de twee leerlingen en de rest van de klas moet de emotie raden in het Engels.

35 – 45 Leerlingen gaan weer zitten en houden hun kop erbij.

De docent telt de punten op en wijst de winnende groep

13

aan en sluit de les daarna af.

Feedback op het formulier:

Voor deze les hebben we feedback gevraagd aan Anne-Wil. Zij heeft ons op een paar dingen gewezen die we moesten aanpassen aan de les. Haar feedback was als volgt:Ik vind het een leuk idee maar hoe wil je het in werking zetten? Als het voor een VMBO klas moet dan kan dit gauw een chaos worden als je dit soort kleine details niet goed doorneemt. Wil je de klas opsplitsen in meerdere groepen of in groepen van twee? En hoe wil je dan dat ze het gaan uitbeelden? In het geheel klinkt het nog wat onstabiel. Probeer eerst na te denken over hoe je het wilt gaan doen voordat je het gaat uitwerken. Dan heb je namelijk geen goede basis.

Met deze feedback zijn we gaan werken aan een lessenplan met dezelfde opdracht. We hebben goed nagedacht over hoe we het precies wilden gaan doen en we hebben toen de opdracht omgegooid. We gebruiken nog wel steeds twee groepen maar we hebben de opdracht en de kaartjes anders gemaakt. We werken nu alleen nog maar met emoties i.p.v emoties en karakters. Als we ze allebeide wilden doen werd het te ingewikkeld. Ook hebben we de indeling van wie beeld het uit veranderd. Om en om moet een leerling uit groep 1 of 2 een emotie uitbeelden voor zijn eigen groep. Raad deze het niet dan gaat de punt naar de andere groep. Wie de meeste punten heeft wint.Hieronder het nieuwe lesformulier.

Tijds-fasering Concrete leerdoelen +beheersingsvorm

Leerstof Didactische aanpak

Leerlingactiviteit Docentactiviteit

0 – 5 Leerlingen gaan zitten in twee aparte groepen.

Docent gaat voor de klas staan en verwelkomt iedereen.

5 – 10 Leerlingen begrijpen wat ze moeten doen met de gegeven opdracht.

Leerlingen kunnen groepen van twee maken en uitkiezen wie als eerste gaat.

H. 2 Leerlingen luisteren naar de uitleg van de docent.

Docent legt uit wat de bedoeling is van deze les en gebruikt daarbij het bord. Docent schrijft op:Twee groepen, groep 1 en 2. Daarbij legt de Docent uit dat er om de beurt een leerling naar voren komt en een emotie uitbeeld. Eerst een leerling van groep 1 en daarna van groep 2. Ook legt de docent uit dat

14

als groep 1 de emotie niet raad de punt naar groep 2 gaat.

10 – 35 Leerlingen passen de woorden uit het hoofdstuk correct toe.

Woordenlijst H. 2

Één leerling komt naar voren en beeld de emotie op het kaartje uit.

De leerlingen in de groep van de beeldende leerling mogen (in het Engels) raden naar de emotie.

Docent laat het kaartje zien aan de leerling. De groep van de leerling mag raden welke emotie wordt uitgebeeld.

35 – 45 Leerlingen gaan weer zitten en houden hun kop erbij.

De docent telt de punten op en wijst de winnende groep aan en sluit de les daarna af.

Motivatie:We hebben heel bewust voor deze opdracht gekozen. In de eerste en tweede periode van dit schooljaar hebben we Young Adult Literature gehad. Mevrouw Heller liet ons altijd heel actief bezig met de leerstof. Ze gaf ons kleine fragmenten uit boeken waar we onze creativiteit op los mochten laten. Persoonlijk werkte dit heel goed. Ik heb hierdoor veel kunnen onthouden van de stukjes die we hebben gelezen. Je eigen intonatie geven aan een woord werkt ook heel goed. Zo kan je ontdekken of je eigen betekenis bij een vreemd woord klopt of niet. Emoties zijn vrij makkelijk dus met deze kun je beginnen. Ook kun je deze van makkelijk naar moeilijk opstapelen. Je begint met happy, angry etc. en eindigt met emoties zoals frustrated, dissapointed etc. Bij deze opdracht laten we ze wel eerst de woorden overlezen zodat ze weten wat de emoties ongeveer kunnen zijn. Zo’n soort les lijkt me heel leuk om te geven omdat we weten hoe het is als student. Als student vonden wij het heel leuk om creatief bezig te zijn. Met zo’n soort les krijg je de leerlingen actief mee en dat werkt als docent veel beter. Dan haal je de sleur van de eeuwige schoolbankjes eruit en ga je de leerlingen actief aan het werk zetten.

Uitleg & Antwoorden:We hebben kaartjes gemaakt (die staan op de volgende pagina) waarop een emotie staat geschreven. Antwoorden zijn er dus niet echt, behalve dan de Nederlandse betekenissen van de woorden. De uitleg is heel simpel. Wij, als docent, laat één kaartje zien aan de leerling die het uit gaat beelden en de rest mag niet weten wat erop staat. De leerling beeld dan de emotie uit die op de kaart staat. De rest van zijn/haar groep moet raden welke emotie de leerling uitbeeld. Als het antwoord fout is dan gaat de punt naar de andere groep. Door middel van uitbeelden en raden kunnen de leerlingen zien welke actie er gepaard gaat met een emotie. Met boos kunnen ze heel boos gaan kijken en met blij kunnen ze, bijvoorbeeld huppelend door de klas met een grote glimlach op het gezicht. Zo blijven de beelden beter hangen bij de woordjes.

15

Opdracht:

Angry. Happy.Sad. In love.Hurt. Hyper.Annoyed. Furious.Frustrated. Shy.Enthusiastic. Cry.Dissapointed. Crazy.Mad. Scared.Depressed. Innocent.Satisfied. Lonely.

We hebben deze kaartjes erbij gemaakt. Het zijn allemaal emoties of vormen van emoties. Deze moeten de leerlingen uitbeelden. Aangezien er in onze stage klassen ongeveer 28 kinderen zitten zouden we beter andere woorden kunnen gebruiken. Voor een klas met iets minder leerlingen zou het beter werken.

16

Kennis van land en volk

NAAM: Leanne & Maya VAK: Engels. School: NHL Aantal leerlingen: 30 Klas: 1aLesopdracht: Kennis van Land en Volk.

Lesdoelen:- Leerlingen hebben een filmpje gemaakt die compleet Engels is.- Leerlingen kunnen een feest samenstellen met Engelse gebruiken en gewoontes.

Beginsituatie:- Leerlingen weten hoe ze met een camera om moeten gaan.- Leerlingen kunnen samenwerken in groepen van 4.

Lesbeoordeling (feedback) van stagebegeleider en/of medestudent

Lesbeoordeling (zelfevaluatie) door de student:

Tijds-fasering

Concrete leerdoelen +

beheersingsvorm

LeerstofDidactische aanpak

Leerlingactiviteit Docentactiviteit

0 – 5 Leerlingen in groepen van 4 zitten.

Docent gaat voor de klas staan en verwelkomt iedereen.

5 – 15 Geen geklets tussendoor.

(Het filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=KIOhoYFpxTs&feature=related)

Deze link is voor het filmpje.

Leerlingen bekijken het filmpje zonder dat ze met elkaar aan het kletsen zijn.

Docent legt uit wat de bedoeling is van deze les en start alvast het filmpje op. Daarna legt de docent uit dat iedereen stil is tot het einde van het filmpje.

15 - 25 Leerlingen weten Een schema. Leerlingen Docent laat de

17

wat ze moeten doen.

luisteren naar de instructies en gaan bezig met hun planning.

schema’s zien en legt uit dat deze ingevuld moeten worden met feestplanningen. De leerlingen mogen zelf weten hoe ze het invullen als ze maar een soortgelijke uitnodiging opnemen.

25 - 80 Leerlingen lopen los in school op zoek naar dingen die ze kunnen gebruiken.

Leerlingen zijn bezig met de opdracht.

Docent loopt rond om te controleren wat er gebeurd en of het ook gebeurd.

80 - 85 Leerlingen komen de klas weer in en worden stil.

Docent roept de leerlingen terug. De docent kalmeert ze en probeert de aandacht te trekken.

85 - 100 Leerlingen laten om de beurt hun filmpje zien

Docent geeft feedback op de filmpjes.

18

OpdrachtJullie hebben zonet een filmpje gezien met een uitnodiging voor een feest. Dit is een echt filmpje dat in Amerika verstuurd is naar de vrienden van het meisje in het filmpje. Het is de bedoeling dat jullie net zo’n soort filmpje gaan maken. Maak eerst een plan, hoe gaat jullie filmpje eruit zien, waar is het feest, wie zijn uitgenodigd, welk thema gebruiken jullie etc. Camera’s zijn hier aanwezig en jullie mogen de hele school gebruiken om jullie uitnodiging te maken.

(Het filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=KIOhoYFpxTs&feature=related)

MotivatieBij deze opdracht sluit je goed aan bij de belevingswereld van de leerlingen, hoe doen zij het als ze een feest geven en hoe wordt dit gedaan bij leeftijdsgenoten die bijvoorbeeld in Amerika wonen. Ook krijgen ze wel een realistisch beeld van hoe het er daar aan toe gaat omdat er authentiek beeldmateriaal gebruikt wordt. Ook verbeter je hierbij nog de luister- en spreekvaardigheid van de leerlingen omdat ze iets met Engels moeten gaan doen.

19

Samenvatting H.7 (7.1 t/m 7.4)

7.1Om effectief te kunnen communiceren is het belangrijk dat leerlingen enige kennis hebben van de maatschappij en cultuur van de gemeenschap waarin een taal wordt gesproken.

=> Sociaculturele competentie.Kennis van land en volk beperkte zich vroeger altijd tot specifieke en historische, culturele en geografische informatie over het land van de doeltaal. Tegenwoordig is het ook belangrijk om te weten wat je met al die kennis kunt in het land van de doeltaal.De volgende competenties zijn vooral belangrijk binnen het Europees referentiekader:- Kennis van de wereld.- Socioculturele kennis.- Intercultureel bewustzijn.

Intercultureel lezen is een manier van leren die erop gericht is tot een ander inzicht te komen in de eigen culturele normen en waarden en die van de ander te begrijpen.Deze manier is onlosmakelijk verbonden met de drie voorgaande competenties. Het zijn noodzakelijke competenties voor onderling begrip, goede communicatie en (Europees) burgerschap. Of in andere woorden, de omgang tussen twee mensen die cultuurverschillend zijn en de acceptatie die daarbij plaats vind zoals op scholen in binnen- en buitenland.

-> CLIL => Content Language Integrated Learning.-> Hier binnen is interculturaliteit een belangrijk component van het inhoudelijke

programma. Bovendien wordt er veel belang gehecht aan intensieve contacten met buitenlandse scholen.

Twee manieren om leerlingen eventuele cultuurverschillen leren te herkennen, te accepteren en mee om te gaan:1. Heel bewust geregeld intercultureel gekleurd leermateriaal aanbieden.2. Door kritische vragen te stellen en zaken met elkaar te laten vergelijken en leerlingen bewust te maken van de onontkoombaar cultureel gekleurde bril waardoor ze de wereld bekijken.

-> Op deze manier worden leerlingen zich ervan bewust dat er tussen culturen overeenkomst maar ook verschillen zijn.

7.2Het is van belang dat leerlingen inzicht hebben in het eigen karakter van de leefwereld in de landen waar de vreemde taal als voertaal of als tweede taal wordt gebruikt.

-> een zekere mate van kennis van land en volk.

In de onderbouw kan het niet alleen gaan om kennisaspecten rondom de cultuur van het land van de doeltaal. De vraag is:Welke aspecten zouden wel of niet aan bod moeten komen. De factor kennis is toch wel zo belangrijk dat je hem niet kunt verwaarlozen. Om effectief te kunnen communiceren is kennis over: geografie, politiek, sociaal, cultuur en economie wel verstandig. Al horen de “topics” politiek en economie wel thuis in een bovenbouwprogramma. De rest past goed in dat van de onderbouw.Ook is het handig om keuzes te maken binnen andere terreinen:- Kies onderwerpen die aansluiten op de belevingswereld en/of ervaringswereld v/d leerling.- Kies het perspectief v/d leeftijdgenoot.

-> dit maakt het makkelijk herkenbaar en het beidt de mogelijkheden voor de leerlingen om een schakeling te maken naar hun eigen wereld.- Kies voor een contrastieve benadering.

- laat de leerlingen onderling de vreemde taal/cultuur ontdekken.

20

Deze keuzes kunnen nog worden aangevuld met een aantal aandachtspunten die ook bij de keuze voor de bepaling van situaties en onderwerpen een rol spelen:- Functionaliteit.

-> handige weetjes zoals het geven van bepaalde bloemen aan een Duitser. Deze kunnen anders opgevat worden dan dat de bedoeling is.- Realistisch beeld.

-> Hieronder verstaan we de typische vooroordelen die elk land over elkaar heeft. Deze hebben de leerlingen ook.

Een beeld van een land schetsen kan het beste gedaan worden met authentieke teksten. In een programma waarin het accent ligt op communicatie is een aanbod nodig van authentieke teksten en illustraties die te maken hebben met het land van de doeltaal.Deze kunnen gaan over de volgende onderwerpen:- Het gebruik van de vreemde taal in eigen land (dus in Nederland in dit geval).

-> ga op zoek naar woorden uit een vreemde taal in een Nederlands artikel.- De spreiding van de verschillende vreemde talen in de wereld.

-> ga in leergangen op zoek naar vreemde talen.- Het gebruik van de vreemde talen in de vrije tijd.

-> vakanties, films, msn, internet etc.- De rol van de vreemde taal in handelsbetrekingen.

-> laat de leerlingen tekstmateriaal zien waarin blijkt dat we veel met andere landen te maken hebben.- Het gebruik van vreemde talen in internationale organisaties zoals de Europese Unie en de Verenigde Naties.

-> denk hierbij aan een uitwisselingsproject.

Een paar uitgangspunten voor een programma moeten zijn:- De leerlingen dienen kennis te maken met het dagelijks leven van leeftijdsgenoten in het land van de doeltaal. Zij krijgen de gelegenheid te vergelijken en overeenkomsten en verschillen vast te stellen.- De onderwerpen voor een programma socioculturele competentie dienen te worden gekoppeld aan de situaties en de onderwerpen relevant in de onderbouw.

Hierbij kan gespreksvaardigheid worden ingeschakeld met onderwerpen zoals:- persoonlijk leven.

- persoonlijke gegevens zoals adres, naam, leeftijd etc.- school.

- rooster, klas, vakken, cijfers etc.- studie.- beroep.- informele sociale contacten.

- familie, verjaardagen, afspraken etc.- vrije tijd.

- sport, hobby’s, vakantie, films, muziek etc.

Dit laat de leerlingen hun kennis vergroten als het gaat om het dagelijkse leven van mensen in een ander taalgebied. Daarbij kunnen ze teksten beter begrijpen en leren ze lexicaal, semantisch en pragmatisch correct te communiceren. Ze krijgen zicht op een aantal aspecten van de cultuur en zien deze dan gauw als passend bij de doeltaal.

21

Vaak wordt in lesmethodes alleen gekeken naar Engeland naar het land van de taal Engels. Of naar Spanje voor de Spaanse taal. Dit is alleen maar beperkend omdat je ruimer moet leren kijken. Vooral leerlingen hebben daar behoefte aan want Engels wordt niet alleen maar in Engeland gesproken of Spaans alleen maar in Spanje. Er zijn meer landen waar één van deze talen de moedertaal is. het is belangrijk de grenzen te verleggen zodat leerlingen meer kennis hebben van landen waarin een doeltaal wordt gesproken.

7.3Een eenduidige opbouw van een programma voor alleen kennis van land en volk is er eigenlijk niet. In bijna alle opdrachten in een boek van bijvoorbeeld Stepping Stones kun je wel wat linken naar iets cultureels. Maar in het algemeen zouden we bepaalde criteria moeten hanteren:**Van concreet naar abstract.**Van dichtbij naar veraf.**Van uitwisseling van informatie of feiten naar meningsvorming.**Van functioneel naar waardeoriëntatie.

7.4Autonome aanpak => dit houd in dat we verschillende onderwerpen met betrekking tot land en volk min of meer los van taalinhouden aanbieden.

-> er ontstaat een aparte leerlijn van culturele onderwerpen waaruit de docent vaak ook nog zelf kan kiezen.

Geïntegreerde aanpak => deze aanpak verdient de voorkeur. Het houd in dat we onderwerpen in de socioculturele sfeer aanbieden binnen de thema’s van de leergang.

Autonome aanpak:Deze is losgekoppeld van de vaardigheidstraining.Merendeels bestaat het uit kleine stukjes tekst in het Nederlands (of andere taal) over bepaalde onderwerpen van socioculturele aard. Met deze teksten kan altijd een link worden gelegd naar de Nederlandse cultuur.Soms worden de onderwerpen verspreid over de hoofdstukken van een boek en daarbij passen steeds kleine instructies over hoe een gesprek in een winkel te voeren.

Geïntegreerde aanpak:Deze werkt juist veel met de vaardigheidstraining.Vele teksten die te maken hebben met de doeltaal spelen zich dan ook in het land van de doeltaal af. Zo spelen teksten in het Frans zich meestal af in Frankrijk etc.Op deze manier komt het socioculturele al naar voren zonder dat de leerlingen zich er druk om kunnen maken.Vooral lees en luister vaardigheid is handig voor deze aanpak. Gesprekjes en opdrachten bij teksten helpen de leerlingen op weg naar een betere kennis van land en volk.

De leraar heeft bij deze aanpakken een cruciale rol. Zijn ervaring met het land en de mensen zal vaak in de lessen naar voren komen en daardoor is dit een cruciaal iets. Ook kan de leraar inspelen op nieuwtjes uit kranten en deze in de klas gebruiken.Daarom is het voor de leraar van belang om regelmatig in het land van de doeltaal te zijn. Zo leer je het meest en kan je het, het beste overbrengen. Je hebt het tenslotte zelf meegemaakt en gezien.

Authentiek materiaal is ook van groot belang. Teksten moeten in hun oorspronkelijke vorm behouden worden. Teksten die bewerkt zijn hebben namelijk weinig to niets te bieden als het gaat

22

om sociocultuur. Om aan authentiek materiaal te komen kan je gebruik maken van tv en radio. Ook kan je je keren naar het internet maar met deze moet je wel op de feiten letten. Voor de leesvaardigheid kan je als docent stukken gebruiken uit jeugdliteratuur die gaan over onderwerpen waarmee de jongeren uit het land van de doeltaal mee spelen.

Samenvatting H7. Leanne Otter.

23

Voorbeelden van lesmateriaal + motivatie

Voorbeeld 1: Dit voorbeeld komt uit Stepping Stones (voor 1 havo/vwo), bij dit voorbeeld is het de bedoeling dat de leerlingen een brief schrijven en daarbij hun schrijfvaardigheid oefenen. Ik denk dat dit een goeie opdracht is omdat ze actief met de taal bezig zijn en niet alleen hun schrijfvaardigheid oefenen maar tegelijkertijd ook hun woordenschat vergroten. Ook is het natuurlijk iets wat nu speelt, want een brief schrijven zullen ze allemaal wel eens doen/gedaan hebben.

24

Voorbeeld 2: Dit voorbeeld komt uit Freemwurk (onderbouw vmbo-t/havo/vwo) en daarbij is het de bedoeling dat ze een sms gaan maken. Het overgrote gedeelte in klas 1 heeft al een mobieltje en zal daarmee ook geregeld een sms versturen. Ik denk dat het daarom wel een leuke opdracht is omdat het bij hen ook speelt en omdat ze dan toch nog bezig zijn met schrijfvaardigheid.

25

Voorbeeld 3: Dit voorbeeld komt ook uit Freemwurk (onderbouw vmbo-t/havo/vwo) en hierbij is het de bedoeling dat ze een woordzoeker gaan doen en daarna er wat verder op in gaan. Dit is weer iets heel anders dan een standaard lees/luisteroefening en ik denk dat het daarom een aangename afwisseling is. De leerlingen kunnen eerst een puzzel maken maar gaan er daarna toch nog actief mee bezig doordat ze moeten vertellen wat de overeenkomst van de woorden zijn en wat de Nederlandse/Friese varianten van elk woord die ze nog niet kenden zijn.

26

Voorbeeld 4: We hebben voor deze opdracht gekozen omdat het een soort quiz is over Engeland. Zoals de titel al zegt is het een quiz over de geschiedenis van Engeland. Deze kun je combineren met een les over de geschiedenis. Voor een land zoals Engeland is de geschiedenis een heel belangrijk punt. Sommige dingen zijn heel bepalend geweest voor het land en een aantal van die dingen zit in deze vragen. Nu hebben we het over gebeurtenissen zoals de Magna Carta of Hadrian’s Wall. Door deze quiz met de leerlingen te doen zijn ze actief bezig met de geschiedenis van Engeland en hebben ze niet eens door dat ze op een leuke manier bezig zijn. Deze quiz is meer een autonome aanpak.

27

Voorbeeld 5: We hebben voor deze opdracht gekozen omdat het past bij een cultureel beeld van Engeland. In dit stukje tekst gaat het over de immigratiecijfers in Engeland. Bij de tekst horen een aantal vragen die de leerlingen kunnen beantwoorden tijdens het lezen van de tekst. Zo train je ze in hun leesvaardigheid en breng je ze iets bij op cultureel gebied. Met deze geïntegreerde aanpak train je ze op beide vlakken.

28