23
1 Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs 5 e JAARGANG JANUARI 2006 - NR 1

Kunstzone 02 2015

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Kunstzone 02 2015

Citation preview

  • 1T i j d s c h r i f t v o o r k u n s t e n c u l t u u r i n h e t o n d e r w i j s

    5e JAARGANG JANUARI 2006 - NR 1

  • 33

    BDDB e r o e p s v e r e n i g i n g D o c e n t e n T h e a t e r e n D r a m a

    NBDK N e d e r l a n d s e B e r o e p s v e r e n i g i n g v a n D a n s k u n s t e n a a r s

    VKAVVe r e n i g i n g K o n t a k t g r o e p A u d i o v i s u e l e Vo r m i n g

    VLBVVe r e n i g i n g L e r a r e n B e e l d e n d e Va k k e n

    VLSVe r e n i g i n g L e r a r e n S c h o o l m u z i e k

    KUNSTZ O N E

    Aan Kunstzone werken de volgende vakverenigingen mee

    Secretariaat & Administratie, Leidsestraatweg 15 flat 513, 2594 BA s-Gravenhage. Fax 070-3588485e-mail: [email protected], website: www.docentendrama.nl

    Bureau NBDK: Zwanenveld 16-19, 6538 LP Nijmegen. Tel. 024-3430774, fax 024-3430773 e-mail: [email protected], website: www.nbdk.nl

    van Merlenstraat 104, 2518 TJ s-Gravenhage. Tel. 070-3462981e-mail: [email protected], website: www.vkav.nl

    Secretariaat: Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo. Tel. 0546-491745e-mail: [email protected], website: www.vlbv.nl

    Het verenigingsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december.Opzeggingen moeten twee maanden voor het einde van het verenigingsjaar plaatsvinden bijhet secretariaat van de VLBV.

    Bureau VLS: Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo. Tel. 0546-491745e-mail: [email protected], website: www.vls-cmhf.nl

    Het verenigingsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december.Opzeggingen moeten drie maanden voor het einde van het verenigingsjaar plaatsvinden bijhet secretariaat van de VLS.

    Abonnementen: binnenland 49,75 buitenland 72,50 studenten 30,-

    Het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december.Opzeggingen moeten twee maanden voor het einde van het abonnementsjaar plaatsvinden bij het secretariaat van de stichting.

    Colofon

    KUNSTZONE

    TIJDSCHRIFT VOOR KUNST EN

    CULTUUR IN HET ONDERWIJS NUMMER-1, januari 2006

    KUNSTZONE wordt uitgegeven door Stichting Kunstzone.

    HOOFD- EN EINDREDACTIE Jos Herfs, email: [email protected] Ruud van der Meer, e-mail: [email protected] Jan Verschaeren, e-mail: [email protected]

    REDACTIE Jan van Gemert, Clara Legne, Saskia van der Linden, Wil & Hans Weikamp, Janneke van Wijk

    VERKOOP ADVERTENTIES Jan Verschaeren, Kluppelshuizenweg 32, 7608 RL Almelo tel. 0546-491745 e-mail: [email protected]

    VORMGEVING EN DRUK Jaroff Drukwerkmakers&Reproservice, Heerenveen

    STICHTING KUNSTZONE Secretariaat Maria Langemeijer, Lisztstraat 2, 2651 VL Berkel en Rodenrijs tel. 010-5114397 e-mail: [email protected]

    STICHTING KUNSTZONE Niets uit deze uitgave mag worden verveelvul-

    digd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

    ISSN: 1570-7989

    januari 2006-1

    Leeghwaterlaan 16, Postbus 233, 5201 AE s-Hertogenbosch, T 073 628 75 54

    NEW! MUZIEK DIE JE RAAKT!

    Het materiaal voor het eerste leerjaar is verschenen, dus vraag het meteen aan via www.podium-malmberg.nl of bel (073) 628 75 54

    Toe aan een eigentijds geluid in het muziekonderwijs? Maak dan kennis met Podium van Malmberg. Een nieuwe, zeer motiverende leermethode muziek voor de onderbouw. Podium, muziek die je raakt!

    Leren door doen: uw leerlingen gaan meteen zelfstandig aan de slag. Podium motiveert en activeert: songs en speelstukken die de leerlingen aanspreken. Perfecte aansluiting op de nieuwe onderbouw: Podium legt een link naar andere kunsten. Flexibele opzet van de lesstof: Podium is moeiteloos in te passen in uw lespraktijk.

    ONTWIKKELDVOOR DE NIEUWE

    ONDERBOUW

    MB 25320 adv Podium.indd 1 02-01-2006 15:29:59

  • januari 2006-1

    BRUISEN IN 2006Dit nummer is het eerste van de nieuwe jaargang. Wij van de redactie wensen u nog een heel voorspoedig en gezond 2006 toe, in het jaar van Mozart (250ste verjaardag), Rembrandt (400ste verjaardag) en Dimitry Sjostakowitsj (100ste verjaardag). Op het moment dat Kunstzone in uw brievenbus valt of op uw deurmat ploft, ligt de jaarwisseling al weer enige tijd achter ons. De eerste goede voornemens zijn al ingehaald door de werkelijkheid of door voortschrijdend inzicht.

    Wij van Kunstzone hebben voor 2006 heel concrete voornemens gemaakt. Voor de komende 10 afleveringen hebben we de hoofdthemas afgesproken die we dit jaar in de opeenvolgende nummers aan de orde zullen stellen. Wij zullen bij die themas geschikte auteurs zoeken of hebben dat al gedaan. Beschouwt u onze planning vooral als een uitnodiging aan uw adres. Wij nodigen u graag uit om met ons mee te denken en deel te nemen aan het platform Kunstzone. Het overzichtje vindt u op de websites van VLBV en VLS.

    Waar dat binnen ons vermogen ligt, mag 2006 zich ontwikkelen tot een voorspoedig jaar voor allen die betrokken zijn bij het terrein van kunsten en educatie. Het lijkt weer te gaan borrelen en bruisen van de plannen, studiedagen en confe-renties. De recessie loopt ten einde, de culturele dynamiek neemt ook in het onderwijs toe. Kijk voor de aardigheid eens

    op www.ckplus.nl. De stille opkomst van de Nieuwe Onderbouw speelt daarbij maar een bescheiden rol. De hype (volgens Hans Mommaas) rondom kunst en cultuur als motor voor economische ontwikkeling verjaagt het gesomber over de als mislukt beschouwde onderwijsvernieuwingen of het beeld van Nederland als niet-cultuurland (Paul Schnabel). Zoals de kunstvakken vaak het bruisend creatieve hart van de school zijn - onderwijs en cultuur gaan hier hand in hand - zo zien we volop ontwikkeling in de grote(re) steden rondom musea, concertzalen en theaters. Lokale cultuurkwartieren worden gebouwd met een levendig cultureel klimaat waar muzikanten, kunstenaars, vormgevers, theatermakers en andere creatieve ondernemers het publiek kunnen ontmoeten. Ook hier zal de kunst-educatie kunnen opbloeien.

    Wij zullen graag onze bijdrage leveren aan een kunsteducatief rveil in 2006, gesteund door VLBV, VLS en VKAV. Kunstzone ontwikkelt zich, zo is ons vaste voornemen, verder als multidisciplinair platform voor docenten en andere professionals in de kunsteducatie. Het draagvlak groeit en dat doet ook het aantal lezers. Daar zijn wij blij mee.

    In deze aflevering berichten we onder andere over diverse culturele instellingen en hun succesvolle activiteiten in de kunsteducatie: het Bijbels Openluchtmuseum, het Krller-Mller Museum, het Mauritshuis, Museum Boymans Van Beuningen, het Museum van de Twintigste Eeuw, het Noordbrabants Museum en het Odapark. Yvonne Lebbink reageert op een ingezonden brief van Ton Rota. Frits Arnold en Marian Bakens rijgen een parelket-ting en Frits Evelein geeft inzicht in teamleren en muziekprojecten. Henk Janssen slaat goed daarop aan met zijn artikel over samenwerkend leren bij handvaardiheid. Een nieuwe muziekmethode ziet het licht, daarnaast een artikel over een naderend symposium over muziekeducatie. Een blad bruisend boordevol, een goed begin.

    Jos Herfs

    INHOUD Alles kist! 3 Beleef het oude Oosten 4 EHB(O)F 5 Textielmuseum Tilburg 6 Wat is film? 7 Krller-Mller Museum 8 Mauritshuis educatief actief 9 Museum Boijmans Van Beuningen 10

    Odapark 11 Kp dicht en luisteren 12 Berichten uit de kunst- en cultuureducatie 14 Podium, een nieuwe muziekmethode 16 Don't worry, be happy (6) 18 Authentiek muziekonderwijs 21 Projecten voor teamleren 22

    De kracht van drama 26 Lezersreactie 30 Samenwerkend leren 31 Filmtalent in Actie 35 Fotoproject Look Alike 38

    Rechtspositie:

    zie pagina 29

    januari 2006-1

    OMSLAG: 'Kijken met je oren in het Mauritshuis'Zie artikel 'Mauritshuis educatief actief'

    VA

    N

    DE

    R

    ED

    AC

    TI

    E

    4

    Alles kist!100 jaar in 1 museum

    Programma Het programma behandelt verschillende onder-werpen toegespitst op de Twintigste Eeuw en sluit daar-door aan op meerdere kerndoelen van het basisonderwijs. Het brede, laagdrempelige karakter zorgt voor een speelse les waarin fragmenten uit de vorige eeuw worden aange-stipt. Leuke weetjes en alledaagse verschijnselen worden behandeld. Er wordt een duidelijke link gelegd tussen heden en verleden waardoor de betrokkenheid en herken-baarheid worden gestimuleerd.

    Interactieve les Vanaf januari 2006 is er een aanvullende inter-actieve les beschikbaar. Deze les kan op school of thuis gemaakt worden als voorbereiding of evaluatie. Via de website van het museum www.museumhoorn.nl kan deze les gemaakt worden.

    Wat leren ze? Het project, samen met de interactieve les, vormt een goede aanvulling op het onderwijs, want de leerlingen kunnen verschillen en overeenkomsten benoe-men tussen gebruiksvoorwerpen van toen en nu. Ze vor-men en beleven een tijdsbeeld door objecten te bekijken, te omschrijven en te gebruiken. Ze zijn in staat samen informatie te vinden in een tentoonstelling en leren ze ver-schillen en overeenkomsten te benoemen tussen het leven in Nederland in de twintigste eeuw en nu.

    Organisatie Van tevoren heeft de school zelf de groepen ingedeeld. In een aparte ruimte begint de educatief mede-werker met de inleiding. Wat is de twintigste eeuw eigen-lijk? Wat is er allemaal in het museum te zien? Waarom bewaren we al deze spullen?De opdracht wordt uitgelegd en de kinderen krijgen informatie over de huisregels van het museum. Na de inleiding gaan de kinderen in groepjes aan de slag met de

    opdrachten die ze zelfstandig in de tentoonstelling kunnen maken. De opdrachten zijn verdeeld over zes kisten die verspreid staan over de eerste twee verdiepingen van het museum. De derde verdieping wordt bij dit programma niet gebruikt. Iedere kist behandelt een ander onderwerp: winkelen, wegen, wonen en school, koken, wassen en apparaten en zo.Na het maken van de opdrachten komen de groepen bij elkaar voor een gezamenlijke afsluiting. De opdrachten worden kort besproken en de leerlingen kunnen vragen stellen. Het opdrachtenformulier mogen de kinderen mee-nemen.

    Informatie Het museumbezoek duurt ongeveer anderhalf uur en kost 1,50 per leerling. De begeleiders kunnen gratis mee. Per keer kunnen maximaal 25 leerlingen mee, waarbij per 5 leerlingen n begeleider verwacht wordt.Meer informatie kan verkregen worden via e-mail ([email protected]) en telefonisch kunnen Annika den Burger of Melisa Bel informatie geven. Bel daarvoor (0229) 214001. Het Museum van de Twintigste Eeuw is gevestigd aan Bierkade 4, 1621 BE Hoorn.Tot ziens in het Museum van de Twintigste Eeuw! Kist 2 - Wegen

    Eindexamendocenten in een beeldend vak opgeletHet Platform VVVO en Schoolmanagers_VO organiseren een

    Werkconferentie over de kwaliteit van schoolexamensvoor 10 schoolteams

    op vrijdag 7 april 20069.30 - 16.30 uur

    De Bruijne Lyceum Utrecht

    De centrale vragen zijn: Wat is een goed schoolexa-men? en Hoe kun je omgaan met de toegenomen ruimte die ontstaat door de verandering voor het schoolexamen in 2007?

    Een schoolteam bestaat uit: een schoolleider, een eindexamensecretaris en 4 docenten (ne, wi, gs n een beeldend vak). De deelnamekosten bedragen 150,-- per schoolteam.Aanmelden kan via www.schoolmanagersvo.nl, de website van Schoolmanagers_VO.Ga voor meer informatie naar www.vlbv.nl.

    Annika Burger

    Het Museum van de Twintigste Eeuw heeft een nieuw educatief programma voor de groepen 5

    en 6 van het basisonderwijs met de titel Alles kist! 100 jaar in 1 museum. Hierbij bekijken de

    leerlingen de vaste expositie van het museum, waarbij ze ontdekken hoe het dagelijks

    leven in de Twintigste Eeuw was.

    eo

    5

    Het lijkt weer te gaan

    borrelen en bruisen van

    de plannen, studie-

    dagen en conferenties

  • 6januari 2006-1 januari 2006-1

    Beleef het oude Oosten

    Rondleiding Aan de hand van het thema religie of cul-tuur voert een gids kinderen en schoolgroepen door het museumpark. Kinderen leren op aangepast niveau over de wereld van joden, christenen en moslims in het oude Midden-Oosten en in hun eigen omgeving. Maximaal 20 kinderen kunnen meedoen aan een anderhalf uur durende rondleiding die aansluit bij levensbeschouwing en maat-schappijleer. De kosten bedragen 25,--.

    Multicultureel project Met het multiculturele scholenproject Reiswijze maken de leerlingen een interactieve ontdekkingsreis naar de wereld van jodendom, christendom en islam. Ze reizen in kleine groepjes door het museum en werken tijdens de reis aan allerlei opdrachten. De groepjes krijgen een koffer mee met daarin aanwijzingen en attributen om de reis tot een leerzaam traject te maken. In 3 uur maken groepjes van maximaal 10 leerlingen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs en klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs kennis met deze religies. De kosten bedragen 1,20 per leerling plus eenmalig een bedrag van 25,--.

    Arrangement De kinderen gaan terug naar het jaar nul en kruipen in de huid van een archeoloog en beleven het Romeinse leven van 2000 jaar geleden. Ze nemen plaats in de Romeinse school, proeven een Romeins hapje en drankje en spelen de spelletjes van de Romeinse kinderen. Dit bij het vak geschiedenis aansluitende arrangement waaraan 25 leerlingen kunnen deelnemen, duurt maximaal anderhalf uur en kost 90,--.

    Workshop Scribere Deze workshop biedt de leerlingen een inwij-ding in de Latijnse en Griekse geschriften van de oudheid. Onder begeleiding van een Romeinse geleerde schrijf je een stuk tekst met oorspronkelijk schrijfgerei: ganzenveer en papyrus. Deze 50,-- kostende workshop Scribere voor maximaal 15 personen sluit aan bij de vakken Latijn en Grieks en duurt 45 minuten.

    Workshop oosterse dans Waan je in oosterse sferen, wieg met je heupen en leer alles over de sensuele Arabische buikdans. Tijdens deze actieve workshop komen het verhaal, de muziek en de dans aan bod. Het programma wordt aangepast aan de leeftijd waardoor zowel oudere als jonge kinderen een heel leuke ervaring opdoen. Maximaal 25 personen kunnen in 1 uur voor 175,-- deze oosterse ervaring opdoen. De workshop sluit aan bij CKV en levensbeschouwing.

    Workshop Arabisch schrift In onze maatschappij komt het Arabisch schrift steeds vaker voor. We zien het op winkelruiten en in graffiti op muren. Neem een kijkje achter de mysterieuze krullen van het Arabische schrift en ontdek de geschie-denis achter de Arabische taal. In drie kwartier kan een groep van maximaal 15 personen kennismaken met het Arabische schrift. De kosten bedragen 50,--.

    Informatie Het vestigingsadres van het Bijbels Openluchtmuseum is Profetenlaan 2, 6564 BL Heilig Landstichting (bij Nijmegen). Informatie is verkrijgbaar op (024) 3823110, maar kijk ook eens opwww.bijbelsopenluchtmuseum.nl.

    Simone Straten

    Al bijna een eeuw ligt in de bosrijke omgeving van Nijmegen een merkwaardig museum. De bezoeker maakt er

    een reis naar het Midden-Oosten. Ooit is het gebouwd als pelgrimspark. In de loop van de jaren is het museum

    ontdaan van zijn devotionele invulling. Nu is het een unieke plek van Arabische en Palestijnse bouwkunst waar-

    in de wortels van jodendom, christendom en islam zichtbaar worden en is het een spraakmakend multicultureel

    museum met verschillende educatieve activiteiten.

    po/vo

    EHB(O)FEerste hulp bij fotografie

    Marieke Heuvelman

    EHBF is een onderwijsproject bij de tentoonstelling Hollands Zicht in het Noordbrabants Museum speciaal voor

    leerlingen uit het voortgezet onderwijs die hun kennis over fotografie willen vergroten.

    7

    Het Noordbrabants Museum, gehuisvest in een monumen-taal achttiende-eeuws stadspaleis aan Verwerstraat 41 te s-Hertogenbosch, staat van 28 januari t/m 9 april in het teken van fotografie. In de moderne expositievleugel zullen zeer uiteenlopende fotografieprojecten onder de aandacht worden gebracht. Zo toont het museum honderden fotos die zijn verzameld voor het fotoboek Hollands Zicht. Het boek biedt een overzicht van fotos gemaakt door duizen-den landgenoten die enthousiast aan de slag gingen met aangereikte themas. Hieruit zijn zeer goede fotos voort-gekomen van het typische, alledaagse en niet-alledaagse Nederland. De fotos bewijzen dat op het eerste gezicht alle-daagse zaken middels een foto een extra dimensie krijgen.Hoe de manier van weergeven resulteert in nieuwe erva-ringen in dit verband overweldigende ervaringen wordt bevestigd door de natuurpanoramas van Han Meeuwsen. De kijker wordt als het ware meegezogen in een diaprojec-tie compleet met geluid en zorgvuldig gekozen muziek.De derde tentoonstelling toont fotos van de internationaal bekende fotograaf Michel Szulc-Krzyzanowski. Al reizende is hij op zoek naar de mooiste mensen van de wereld, gelijk de naam van dit ambitieuze project. De fotodrieluiken zijn voorzien van persoonlijke uitspraken die allesbehalve over uiterlijke kenmerken gaan.

    Onderwijsbenadering: EHBF Voorbeelden van vogelperspectief en scherpte-diepte, fotos waar alles draait om het moment, of fotos die vanwege een mysterieuze compositie vragen oproepen, zijn te vinden in de tentoonstelling Hollands Zicht. Om leerlingen uit het voortgezet onderwijs te laten ervaren wat nu het verschil is tussen een kiekje en een goede foto, is het kleurrijke fotokaar-tenboekje EHBF samengesteld. Fotos maken gaat tegenwoordig erg snel. Met een digitale camera en zelfs je mobiele telefoon schiet je zonder veel moeite een rolletje vol. Dit is de eerste zin uit het fotokaartenboekje

    bij het onderwijsproject EHBF. EHBF laat de leerling door een fotografische bril kijken naar spannende, aandoenlijke, grappige, maar vooral mooie fotos in Hollands Zicht. Ze ontdekken aspecten zoals compositie, onderwerpskeuze en enscenering. De kennis die de leerlingen opdoen, kan meteen in praktijk worden gebracht voor een speciale foto-grafiewedstrijd.

    Prijsvraag: Kijk naar jezelf! Maak n foto met als titel ik. Een foto die ant-woord geeft op de vraag: Wie ben ik? Natuurlijk kan niet alles met n foto worden verteld, maar misschien wel wat er belangrijk is aan de ik, of wat de ik wil dat mensen over deze ik te weten komen. De resultaten worden per school gexposeerd in het Koetshuis van het Noordbrabants Museum. Een prijsuitreiking aan drie winnaars zal het pro-ject afsluiten. Voorgaande fotografieprojecten wezen uit hoe enthousiast leerlingen worden van dergelijke projecten en tot welke schitterende resultaten dit enthousiasme kan leiden.

    Informatie Ga voor meer informatie over EHBF naar www.noordbrabantsmuseum.nl, maar u kunt ook contact opnemen met educatief medewerker Marieke Heuvelman. Dat kan telefonisch op (073) 6877816 of via e-mail: [email protected]. Schrijven kan ook: Noordbrabants Museum, Postbus 1004, 5200 BA s-Hertogenbosch.

    Foto: Willem Wilmers

    vo

  • 9januari 2006-1

    Textielmuseum TilburgEen inspirerende ervaring!

    Tentoonstellingen In 2006 organiseert het Textielmuseum een aan-tal tentoonstellingen die raakvlakken hebben met zowel cultuur van het moderne als met massacultuur.

    Spook- en sprookbeelden In Spook- en sprookbeelden (4 februari t/m 21 mei) wordt de grens tussen realiteit en fantasie verkend. Centraal staan textiele sculpturen, tekeningen en prenten van beeldende kunstenaars, die de wereld van het magi-sche tot onderwerp hebben gekozen.

    Geborduurd Deze expositie (18 februari t/m 4 juni) haakt in op de groeiende populariteit van borduren. Kunstwerken, designproducten, sieraden en modeontwerpen van Nederlandse kunstenaars en ontwerpers hebben n belangrijk aspect gemeen: het borduren is van wezenlijk

    belang voor hun werk. Met onder andere Jurgen Bey, Hella Jongerius, Alexander van Slobbe, Berend Strik en Victor & Rolf. Ook wordt er aandacht besteed aan het historische aspect van borduren.

    Claudy Jongstra en Ria van Eyk De overzichtstentoonstelling van Claudy Jongstra (3 juni t/m 3 september) toont vilt als nieuw materiaal in mode en interieurtoepassingen. Ook van weefster Ria van Eyk (10 juni t/m 24 september) wordt een overzicht van haar werk gegeven.

    High tech low tech Nog meer techniek in combinatie met heden-daagse vormgeving is te zien in de tentoonstelling High tech low tech (werktitel) (9 september t/m 7 januari 2007). Welke ambachtelijke technieken of materialen gebruiken hedendaagse ontwerpers?

    TextielLAB In het hart van het Textielmuseum bevindt zich het TextielLAB, een zeer hedendaags, fraai vormgegeven laboratorium, waar het creatieve proces het uitgangspunt is. Hier staat het proces van ontwerp tot product centraal. Het TextielLAB is een experimentele werkplaats waar vak-mensen samen met ontwerpers, kunstenaars en studenten aan de slag zijn. De ontwerptekeningen, de met de com-puter vertaalde en gemaakte patronen en de proefstoffen zijn op verschillende plekken in het TextielLab te zien.

    Informatie Voor groepen CKV-leerlingen biedt het Textielmuseum rondleidingen en eventuele bijpassende workshops. De individuele leerling kan tentoonstellingen bezoeken en gebruik maken van het bibliotheek- en docu-mentatiecentrum voor het maken van een werkstuk. Ga voor meer informatie naar www.textielmuseum.nl. Bel (013) 5429492 (maandag) of (013) 5494560 (dinsdag, donderdag en vrijdag) voor Petra Robben of mail naar [email protected].

    Petra Robben

    Het Textielmuseum in Tilburg is uniek als museum. Het is een

    creatief bedrijf waar vakmanschap wordt verbonden met creati-

    viteit. In tentoonstellingen worden de leerlingen geconfronteerd

    met beeldende kunst en vormgeving. In het TextielLAB zijn leer-

    lingen getuige van het proces van schets tot product. Kortom, het

    Textielmuseum als inspirerende ervaring voor CKV-leerlingen!

    vo

    Wat is film?

    Informatie over film In het primair onderwijs was grote behoefte aan een brochure met algemene informatie over film en filmge-schiedenis. Zowel voor leerlingen als voor docenten heeft het Filmmuseum daarom een brochure ontwikkeld: Wat is film? De docentenbrochure is bedoeld voor de midden- en bovenbouw van het primair onderwijs en helpt docenten die hun leerlingen iets willen vertellen over de rijke geschie-denis van de cinematografie. De leerlingenbrochure is ont-wikkeld voor individuele leerlingen in de bovenbouw van het primair onderwijs en helpt hen op weg bij het houden van een spreekbeurt of het schrijven van een werkstuk. Vanuit het hele land (en zelfs vanuit Belgi) komen aanvra-gen voor de brochures binnen. Ook vanuit het voortgezet onderwijs worden brochures besteld. Het Filmmuseum onderzoekt daarom momenteel of er behoefte is aan een aparte brochure voor het voortgezet onderwijs.De docenten- en de leerlingenbrochure zijn getest en gevalueerd met de beoogde doelgroep, het primair onder-wijs. De bevindingen zijn veelal positief.

    Docentenbrochure Naast informatie over filmgeschiedenis, filmtaal en het productieproces van film, bevat de brochure vragen en opdrachten waarmee leerlingen actief aan de slag kun-nen. De docenten geven aan dat er voldoende opdrachten in de brochure staan. Deze worden gewaardeerd als ruim voldoende of hoger. De brochure blijkt enthousiasmerend te werken en geeft leerlingen vooral door de vragen en opdrachten meer inzicht in de stof. Inhoud en opbouw van de docenten- en leerlingenbrochure worden positief beoor-deeld, evenals de vormgeving, de woordenlijst en de illu-straties. Een van de docenten loofde de brochure om zijn rijkdom aan ideen en achtergrondinformatie. Een mooie

    folder [] om mee aan het werk te gaan.

    Leerlingenbrochure Het merendeel van de docenten vindt de brochure geschikt voor bovenbouwleerlingen die een werkstuk maken of een spreekbeurt voorbe-reiden. Sommige docenten vragen extra brochures aan voor gebruik bij projecten over film. De leerlingen kunnen zelf-standig met de brochure aan de slag. Er zitten werkbladen in waarmee zij zelf een storyboard, decordoos of flipboekje kunnen maken. Docenten constateren dat de kin-deren na het gebruik van de brochure enthousiast worden over film en veel over film leren. Bij de algemene opmerkingen over de leerlingenbrochure worden uitspraken genoteerd als Prachtige folder! en Leuk mee gewerkt.

    Interesse?De leerlingen- en docentenbrochures Wat is film? zijn gra-tis verkrijgbaar via de website van het Filmmuseum: www.filmmuseum.nl/educatie.

    Br i t Thomassen

    Het Filmmuseum, het enige museum voor cinematografie in Nederland, beheert een bijzon-

    dere collectie Nederlandse en buitenlandse films, filmaffiches en fotos. Daarnaast beheert

    het museum de grootste filmbibliotheek van Nederland. Dagelijks staan er vele filmvoor-

    stellingen op het programma. Het Filmmuseum biedt ook educatiemateriaal en educatieve

    activiteiten aan, waaronder de brochure Wat is film?

    vo

    8

    januari 2006-1

    Omslag leerlingenfolder

  • 10

    januari 2006-1

    11

    vo

    Mauritshuis educatief actief

    Hoewel gebouw en inrichting nog hetzelfde zijn als een paar honderd jaar geleden, zijn kinderen vandaag de dag juist meer dan welkom en worden ze speciaal uitgenodigd kennis te komen maken met het Mauritshuis. De bij-zondere en mooie collectie 17de-eeuwse schilderijen is wereldberoemd. De schilderijen van Rembrandt, Vermeer, Steen, Hals en vele andere (voornamelijk Hollandse en Vlaamse) oude meesters bieden veel aanknopingspunten voor het onderwijs. Ook het fraaie stadspaleis is een ervaring. Een bezoek neemt je als het ware mee terug in de tijd. En het museum is altijd gratis toegankelijk voor alle bezoekers tot en met 18 jaar.

    Educatief actief Het museum voert een actief educatief beleid en ontwikkelt veel en zeer diverse projecten voor alle onderwijsniveaus. Zo is er bij de vaste col-lectie een uitgebreid aanbod voor groep 1 van het basisonderwijs tot en met 6-vwo. Ook bij de meeste tijdelijke tentoonstellingen wordt een gevarieerd aanbod ontwikkeld. Het volledige programma is altijd up-to-date te vinden op de onlangs geheel vernieuwde site www.mauritshuis.nl in de rubriek Educatie. Er zijn onderwijsprogrammas te downloaden en er is veel achtergrondinfor-matie te vinden ter voorbereiding op, of ter afsluiting van een bezoek aan het museum. De programmas zijn opgebouwd volgens de kerndoelen die in het onderwijs worden gehanteerd. Er wordt gebruik gemaakt van diverse werkvor-men en (bijna) alle zintuigen worden aangesproken. Het Mauritshuis vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren niet alleen iets leren, maar hun bezoek ook als leuk ervaren.

    Mauritsmuis en roddeljournalist De kleuters uit groep 1 komen op bezoek bij Mauritsmuis. Deze muis, in de vorm van een handpop, woont in een schatkist in de kelders van het museum en ontvangt graag bezoek. Hij vertelt de kinderen van alles over zijn dierenvriendjes op de schilderijen. Aan de hand van dierengeluiden luisteren, vachten voelen en pootafdrukken raden ontdekken de kinderen de beestenboel op de schilderijen. De kinderen reageren erg enthousiast en gaan helemaal op in het verhaal.Oudere leerlingen in het basisonderwijs komen ook aan hun trekken. Zij kun-nen als roddeljournalist op pad om de verhalen achter verschillende portretten te ontdekken. In een andere museumles zien zij aan de hand van het menu van Herberg het Eetpaleis lekkere, maar ook heel vieze gerechten op de schil-derijen. Of ze ontdekken of er een echte Rembrandt in hen schuilt, wanneer ze zelf met verf en penseel aan de slag gaan.

    Pruikentijd Voor middelbare scholieren zijn er diverse CKV-thematochten, waarbij Tweede fase-leerlingen bijvoorbeeld aan de hand van de themas Highlights van het museum of Dubbele bodems voor een groot deel zelfstan-dig aan de slag kunnen. Groot succes is de museumles Wonen en leven in de pruikentijd die gaat over het gebouw als 18de-eeuws woonhuis. Aan bod komt onder andere hoe mensen in die tijd leefden en hoe ze zich kleedden. Als sluitstuk van de les kunnen leerlingen echte 18de-eeuwse kostuums pas-sen, compleet met strak aansnoerkorset en pruik. Na een eerste aarzeling te hebben overwonnen, reageren de leerlingen spontaan en passen onder grote hilariteit van hun klasgenoten de kostuums.

    Kijken met je oren Nieuw dit schooljaar is het programma Kijken met je oren, waarbij de combinatie van beeld en muziek centraal staat. Dit programma speelt direct in op de belevingswereld van jongeren. Aan de hand van een aantal muziek-stukken, varirend van wereldmuziek en klassiek tot pop en rock, kiezen leer-lingen zelfstandig een schilderij dat zij bij een van de muzieknummers vinden passen: wat heeft Rembrandt met de Red Hot Chili Peppers te maken, hoe rijm je Anouk met een stilleven? Dit programma is vooral bedoeld voor vmbo-leerlingen.

    Digitaal spelBuiten het vaste aanbod om is in overleg natuurlijk altijd een bezoek op maat te organiseren. Een leuke manier voor leerlingen om voor een bezoek alvast kennis te maken met het museum, is een digitaal bezoek aan het Mauritshuis aan de hand van het spel Ontdek het Mauritshuis op www.mauritshuis.nl. Leerlingen lopen door de digitale cartoonkamers van het museum en beant-woorden allerlei vragen over de schilderijen die ze onderweg tegenkomen. Op een leuke en interactieve manier leren ze zo van alles over kunst en cultuur.

    Tot slot In de loop der tijd zijn jongeren en kinderen van ongewenste bezoekers tot een belangrijke doelgroep voor het Mauritshuis geworden. Het museum nodigt docenten en leerlingen dan ook van harte uit een bezoek te brengen, ter lering en vermaak.Ga voor meer informatie naar de website www.mauritshuis.nl of zoek contact met de afdeling Communicatie & Educatie via mail ([email protected]) of bel gewoon (070) 3023435.

    Herman Tibosch

    Het Krller-Mller Museum in Otterlo is op educatief gebied volop

    in beweging. Het museum, vooral beroemd door de vermaarde

    beeldentuin en de grote collectie schilderijen van Vincent van Gogh, pre-

    senteert in 2006 diverse nieuwe onderwijsprojecten.

    po/vo

    Karen de Moor

    Midden in het Haagse centrum, naast het torentje van de premier en aan de Hofvijver, ligt

    het Mauritshuis. Het was oorspronkelijk woonpaleis van Johan Maurits van Nassau-Siegen,

    een 17de-eeuwse edelman. Begin 19de eeuw werd het een museum. Men mocht de col-

    lectie komen bekijken, mits men netjes gekleed was en geen kinderen bij zich had.

    MuseumKrller-Mller MuseumEducatief volop in beweging

    Filosoferen met beelden Voor het basisonderwijs verscheen afgelopen zomer al een bijzondere lesmethode, Filosoferen met beelden, die kinderen op een speelse manier uitdaagt te discussiren over moderne beeldhouwkunst. De methode werd opgesteld in samenwerking met kinderfilosofe Marja van Rossum en striptekenaar Ingi Jensson en verscheen intussen in verschillende vakbladen op het gebied van onderwijs en filosofie.

    Scholenkaart Om de drempel voor een schoolbezoek nog verder te verlagen, kunnen basisscholen vanaf volgend schooljaar ook een beroep doen op een scholenkaart. Deze kaart is geldig voor zowel het museum als voor Nationaal Park de Hoge Veluwe (met het Museonder) en gaat 130,-- kosten. Voor deze sterk gereduceerde prijs krijgen basisscholen gedurende het gehele schooljaar gratis entree en een jaarlijkse update van actueel lesmateriaal.

    Computerspel Voor middelbare scholieren verschijnt in 2006 nieuw lesmateriaal. In het voorjaar verschijnt (dankzij financile steun van het Van den Broek Lohman Fonds) een bijzonder lespakket rondom de vaste collectie van het museum. Centraal in dit pakket staat een computerspel, dat op school kan worden gespeeld en waarbij leerlingen, net als Helene Krller-Mller, een eigen kunstverzameling samenstellen. Deze persoonlijke collectie vormt de leidraad voor het museumbezoek. Leerlingen van het vmbo onder-zoeken aan de hand van gevarieerde opdrachtkaarten waar ze aan moeten denken als ze hun verzameling aan het publiek willen presenteren en leerlingen van havo en vwo gaan verder in op kunsthistorische aspecten van hun eigen collectie.

    Informatiecentrum Leerlingen (en leerkrachten) die nog meer informatie zoeken over het museum kunnen vanaf april/mei terecht in het nieuwe informatiecentrum. In deze multifunctionele ruimte kan een (verkorte) versie worden gespeeld van bovengenoemd spel, maar ook informatie worden opgezocht over kunstwerken uit de collectie. Ook wordt, op bepaalde tijden, een korte introductiefilm over het museum getoond. Deze film verbeeldt, met historische beelden en speelse animaties, de boeiende ontstaansge-schiedenis van het museum.Het informatiecentrum vormt op 12, 13 en 14 april bovendien de arena voor de interscholaire debatwedstrijd Artwijs (www.artwijs.nl), waarbij 2 havo/vwo-klassen met elkaar een verbale strijd aangaan over kunst. Net als in het VARA-programma Het Lagerhuis besluit een professionele jury wie deze strijd uiteindelijk wint. Het is nog steeds mogelijk in te schrijven voor Artwijs!

    Website Veel nieuwe ontwikkelingen dus en nog veel werk voor de kleine wetenschappelijke staf van het muse-um voordat alle projecten en activiteiten ook daadwerkelijk kunnen worden gepresenteerd. Op de website (die ook vernieuwd wordt!) houden we u op de hoogte van alle ontwikkelingen.

    Museumbeleving Dat 2006 een bijzonder jaar wordt voor het Krller-Mller Museum staat echter buiten iedere discus-sie. Met een nieuwe, meer publieksgerichte koers en her-nieuwde aandacht voor de museumbeleving van scholieren sluit het museum aan bij recente ontwikkelingen in de museumwereld die toch echt veel minder saai en stoffig is dan sommige politici willen doen laten geloven.

    Informatie Voor meer informatie over de scholenkaart en de diverse projecten kunt u contact opnemen met de educator van het Krller-Mller Museum Herman Tibosch: [email protected] of (0318) 596177.

    Ingang Museum

    januari 2006-1

  • 12

    januari 2006-1

    13

    januari 2006-1

    Museum Boijmans Van Beuningen

    po/vo Oude kunst Werken van schilders als Jheronimus Bosch en Peter Paul Rubens, topwerken als De toren van Babel van Bruegel en Titus van Rembrandt hangen in de museum-zalen. In het Van der Steurgebouw uit 1935 ziet u ook het ontstaan van het impressionisme en modernisme met werken van onder meer Vincent van Gogh, Claude Monet, Wassily Kandinsky en Piet Mondriaan.

    Surrealisten Het museum herbergt een collectie vooraan-staande surrealisten, te zien in de nieuwe vleugel van het museum. Werk van de excentrieke kunstenaar Salvador Dal en in het werk van Ren Magritte wordt het gewone alledaagse ongewoon.

    Kunst van vandaag Met onder meer werken van Claes Oldenburg, Richard Serra, Bruce Nauman, Donald Judd en

    Joep van Lieshout beleeft u de verscheidenheid van moderne kunst, zowel strak en minimaal als uitbundig en provocerend.

    CKV Voor CKV-leerlingen heeft het museum verschil-lende projecten bij de vaste collectie ontwikkeld. Verder biedt het museum verschillende rondleidingen aan die u kunt aanvragen via [email protected] of telefonisch via (010) 4419471 bij de afdeling Educatie.

    De Liefde Het eerste project bij de vaste collectie heeft als thema De Liefde. Verschillende soorten liefde van oude tot moderne kunst komen in dit CKV-project aan bod. Kunstenaars laten zich graag inspireren door de liefde. Net als iedereen hebben ook zij goede en slechte ervaringen met de liefde en dat zie je terug in de kunstwerken die ze maken. Soms maken kunstenaars een schilderij om hun liefde voor iemand duidelijk te maken, vergelijkbaar met bijvoorbeeld een tatoeage met de tekst I Love Mom. Dit project is opgezet voor havo- en vwo-leerlingen en duurt ongeveer anderhalf uur.

    Space Het CKV-project Space sluit aan bij werken uit de vaste collectie rondom het thema Space. Werken van onder andere Richard Serra, Bruce Nauman en Donald Judd zijn in dit katern opgenomen. Elk werk, of je er nu in mag of niet, roept een fysieke reactie op. Door middel van vragen worden de leerlingen zich daarvan bewust. Dit project is opgezet voor havo- en vwo-leerlingen en duurt ongeveer anderhalf uur.

    Informatie De katernen zijn te koop voor 7,-- inclusief de map. Museum Boijmans Van Beuningen is gratis toe-gankelijk voor kinderen en jongeren tot 17 jaar, toeslagen bij tijdelijke tentoonstellingen voorbehouden. Voor meer informatie kunt u terecht op de website: www.boijmans.nl of u kunt bellen met (010) 4419471. Mocht u het muse-um willen bezoeken, dan kunt u reserveren via de afdeling educatie: (010) 4419471.

    Dominique Vos de Wael

    Museum Boijmans Van Beuningen is een veelzijdig museum.

    Dwalend door de zalen maakt u een reis door de geschiedenis van

    de kunst vanaf de Middeleeuwen tot vandaag.

    De Liefde

    'De Liefde' met 'Paar onder de trap' van George Segal.

    Odapark

    po/vo

    Esther Leenders

    Stichting Odapark Venray is een jong, ambitieus centrum voor hedendaagse beeldende

    kunst en podiumkunsten. Hart van het kunstencentrum is een honderd jaar oud Theehuis

    en een moderne projectruimte. Rond het complex ligt het vrij toegankelijke Beeldenpark

    met circa zestig beelden. In 2004 en 2005 organiseerde het Odapark de grootschalige,

    multidisciplinaire kunstmanifestatie LAT, Living Apart Together.

    De manifestatie bestond uit drie deeltentoonstellingen waarin werk te zien was van topkunstenaars zoals Patricia Piccinini, Sarah Lucas, Koen Vanmechelen, Jri David, Heli Rekula en Gavin Turk. LAT sloot af met de reizende tentoonstelling LAT Lab, een experimenteel podium voor jonge kunstenaars. Zeven blinkende airstreamers met kunst reisden door Noord-Limburg en bezochten ook enkele scholengemeenschappen. Speciaal voor de scholieren waren vrijwilligers van het Odapark meegekomen. Zij zorgden voor uitleg bij de kunstwerken en deelden kijkwij-zers uit.

    Raaylandcollege Leerlingen van het Raaylandcollege in Venray sloten het vak CKV op een bijzondere manier af. Er kwam een kunstmanifestatie voorbij. Zeven jonge kunstenaars richtten voertuigen in als modern kunstwerk. Of voertuig en binnenkant vormden samen het kunstwerk zoals het geval was bij De bom van kunstenaar Helmut Smits. In een typische Amerikaanse caravan lag een gitzwart mas-savernietigingswapen. Door goed te kijken en verbanden te leggen ontdekten de leerlingen de link die de kunste-naar legde met hedendaags terrorisme. Voor Raayland-leerlingen geen moeilijke opgave. Zij bezochten eerder dat schooljaar de drie deeltentoonstellingen van LAT in het Odapark (400 meter verderop) en waren inmiddels bekend met de prikkelende, actuele themas van LAT. No Compassion (Huilende presidenten) van de Tsjechische kunstenaar Jri David of Still Life With Stem Cells van Patricia Piccinini waren in hun beeldgeheugen opgeslagen.

    Dendroncollege Leerlingen van het Dendroncollege in Horst kwamen begin september 2005 voor het eerst in aanra-king met LAT doordat de reizende tentoonstelling hun schoolplein aandeed. In plaats van een saaie introduc-

    tieles over de opzet en exameneisen van CKV werden de klassen meteen geconfronteerd met soms provocerende kunst. De medewerkers van het Odapark merkten een verschil. Vergeleken met het Raaylandcollege waren deze leerlingen nog wat onwennig. Vooral De potloodventer van Bas de Wit zorgde voor de nodige hilariteit bij de onervaren kijkers. Maar door de enthousiaste uitleg van de docenten en begeleiders werd ook dit bezoek afgesloten met een positieve waardering. Een uitstekende start voor scholieren, aldus een docent van het Dendroncollege.

    Conclusie CKV-docent Mirjam Op t Veld van het Raaylandcollege merkte op: Tijdens het eerste bezoek aan een expositie van LAT in het Odapark reageerden de jongeren afstandelijk (Wat moeten we er in godsnaam mee?). Maar later bleek dankzij de uitleg hun nieuws-gierigheid gewekt. En daarmee was weigeren erover na te denken voorbij. Dat is winst. Want stap twee is kritisch denkvermogen. Wat is dit? Kan ik er wat mee? Deel ik die mening en zo ja of nee, waarom? De Raayland-docent merkte dat een bezoek aan de exposities meer toege-voegde waarde had. Ook het Odapark is positief over de samenwerking met het onderwijs. Het heeft aangetoond dat we deze kunst wel degelijk onder de aandacht van jongeren kunnen brengen, aldus curator Marijke Cieraad. De discussie rondom hedendaagse kunst en de beteke-nis ervan in onze maatschappij beperkt zich namelijk niet alleen tot ingewijden.

    Informatie Het educatieve programma bij LAT is genomi-neerd voor de Cultuurprijs Limburg 2005. Het juryrapport is te lezen op www.limburgcultuurprijs.nl. Ga voor meer informatie over het Odapark naar www.odapark.nl.

    Huilende presidenten

    LAT Lab bij het Dendroncollege

  • 14

    januari 2006-1 januari 2006-1

    Kop dicht en luisterenSymposium muziekeducatie op 11 februari 2006

    Educatief aanbod Het is geen verwijt, eerder een constatering: er is nog steeds weinig kennisuitwisseling tussen de professionals op het terrein van de muziekeducatie. Symfonieorkesten, ensembles of zelfstandige musici stellen zich uit ambitie of onder invloed van overheidssturing toenemend op als cultureel ondernemer en nemen interessante initiatieven die dikwijls voorzien in een behoefte bij scholen, maar het ontbreekt daarbij geregeld aan samenhang in de activiteiten of aan didactische structuur (leerlijnen). Anders gesteld: culturele ondernemers plannen educatieve activiteiten ten behoeve van het onderwijs, maar weinig in overleg met het onderwijs. Hoewel de Cultuurnota 2005-2008 stevige subsidies toekent voor muziekeducatieve doelen, is het niveau van het educatieve aanbod van veel professionele muziekaanbieders (enkele uitgezonderd) nog beneden de maat. De Raad voor Cultuur klaagt daar terecht over. Het onlangs tijdens de Klassieke muziekweek gehouden project van enkele symfonieorkesten rondom Componeren met kinderen was een impuls in de goede richting. En nu lijkt er opnieuw weer een stapje voorwaarts te worden gemaakt: drie samenwerkende instellingen uit de professionele muziek organiseren op 11 februari 2006 in muziekcentrum Vredenburg Utrecht een symposium over muziekeducatie onder de wat luidruchtige titel Kop dicht en luisteren!

    In de context van de Nederlandse Muziekdagen, een jaarlijks terugkerend festijn ter promotie van Nederlandse muziek komen Gaudeamus, De Kamervraag en Samenwerkende Jazzinstellingen met actie. Gedrien heb-ben zij zich gebogen over de prangende vraag van hun achterban om meer ondersteuning te bieden bij het organi-seren van succesvol aanbod op het gebied van muziekedu-catie. Gaudeamus, De Kamervraag en DJC zijn zogeheten

    genre-instituten. Gaudeamus richt zich op de promotie van nieuwe Nederlandse (gecomponeerde) muziek, De Kamervraag behartigt de belangen van de beroepsbe-oefenaren in de kamermuziek, en de Samenwerkende Jazzinstellingen (een fusie van enkele instellingen in de jazz, namelijk Dutch Jazz Connection, Nederlands Jazz Archief, de Nederlandse Jazzdienst en SWING) ondersteu-nen de beroepsbeoefening in de jazz. De Nederlandse Muziekdagen vormen een geschikt kader voor het presen-teren van de plannen. Voor de goede orde: de aandacht bij deze muziekdagen gaat niet uit naar bijvoorbeeld een nieuwe popmuziekstijl van Lange Frans en Baas B. Het gaat vooral om nieuwe werken van de Nederlandse klassieke of jazz componisten, of beter en wat officiler gezegd: de gecomponeerde Nederlandse hedendaagse muziek. Binnen de muziekmarkt is deze hedendaagse Nederlandse (gecomponeerde) muziek een smal segment, maar in zich zelf overigens weer opmerkelijk breed en vitaal: nieuwe Nederlandse muziek wordt gecomponeerd in allerlei genres en stijlen, geschreven voor uiteenlopende ensembles (waar-onder veel kamermuziek) en uitgevoerd op tal van plekken in Nederland, in concertzalen en zaaltjes, op speciale bui-tenplaatsen, festivals of podia.

    Aanpak van het educatiebeleid De drie samenwerkende instellingen hebben besloten tot een gezamenlijke aanpak van het educatiebeleid. Er zijn drie speerpunten. Ten eerste het bieden van informatie via een internetportaal op www.dekamervraag.org. Dit portal wordt in februari 2006 geopend. Daarmee wordt de toegang tot nuttige bronnen van kennis ontsloten, bijvoorbeeld blauwdrukken van good practice, overzicht van het educatieve aanbod, artikelen, links, enzovoort. Er zijn links naar relevante organisaties die zich bezighouden met muziekeducatie en outreach zoals De Kunstconnectie, Cultuurnetwerk Nederland, Cultuurplein en Kennisnet. Het Walter Maashuis en de Kunstconnectie zijn bovendien al een tijdje bezig met de serie Kunsteducatie in Beweging, thematische bijeenkom-sten over de (toekomst)visie op rol en positie van de kun-steducatie. Het internetportaal biedt de gebruikers:- Overzichten van het Nederlandse aanbod voor jeugd

    en jongeren- Best-practice voorbeelden, ook internationaal

    vo

    Jos Herfs

    Het muziekonderwijs op school merkt doorgaans weinig van de

    wereld van de professionele muziek, en omgekeerd is dat ook zo.

    Het blijven parallelle werelden, die van het onderwijs en van de

    cultuur. Het project Cultuur en School slaat met zijn programmas op

    het terrein van de cultuureducatie wel de nodige bruggen, maar

    de waterscheiding is onmiskenbaar.

    - Financile informatie (hoe kan je projecten financie-ren, waar zijn mogelijke subsidies aan te vragen)

    - Praktische tips- Informatieve artikelen en interviews

    Ten tweede willen de samenwerkende instellingen des-kundige adviezen leveren aan musici, ensembles en podia. (Gast)consulenten en vaste medewerkers adviseren en ondersteunen op verzoek ensembles en podia. Ten derde willen de drie instellingen initiatieven nemen en projecten begeleiden, bijvoorbeeld presentatiedagen, proefprojecten of Salons. In februari 2006 vindt de eerste Salon plaats waarin het werken met het onderwijs centraal zal staan.

    Strijd om luisteraandacht De bekende kloof die al vele jaren bestaat tussen de Nieuwe Muziek en het grote publiek is enorm. Waar moderne musea of actuele kunst soms hot zijn, geldt dat allerminst voor de hedendaagse muziek. Het toenemende cultureel omnivorisme onder jongeren doet weinig daar-aan af. Jonge Nederlandse componisten (bijvoorbeeld Michel van der Aa of Merlijn Twaalfhoven) slagen er echter steeds meer in om via hun multi-muziek rechtstreeks te spreken tot het hart en de verbeelding van jongeren. Met succes weten zij nieuwe publieksgroepen aan zich te bin-den.Het is echter nog niet zo eenvoudig de soms weerbarstige of onconventionele muziek van Nederlandse componisten op een integere manier in de concertzaal te introduceren bij een jong publiek dat onder invloed van de hedendaagse culturele conventies in eerste instantie ingesteld is op ver-maak, grote effecten of visuele spektakels. De muzikale voorkennis waarop de componisten vaak voortbouwen vindt geen weerklank in de vluchtige voorkennis van de jonge luisteraars. Los daarvan is het langzamerhand werke-lijk onmogelijk geworden om het overstelpende muzikale aanbod wereldwijd of lokaal nog enigszins bij te houden, ook met een iPod van 60 gigabyte om je nek.

    In de klas en vanaf de podia wordt de strijd om de luis-teraandacht dus steeds opnieuw gevoerd. Stilte is niet vanzelfsprekend. De kunst van het met open geest kijken en luisteren moet telkens opnieuw worden geactiveerd en uitgebouwd, een didactisch specialisme dat dagelijks door docenten in de kunsteducatie wordt beoefend. De aan-dacht vangen en vasthouden in de zaal is het vakmanschap van de kunstenaarmusicus. Feilloze ambachtelijke techniek, inspirerend vermogen en interactieve communicatie zijn de belangrijkste middelen die hij kan inzetten om de luisteraar met zijn muziek te raken en te boeien. Met zijn muzikale persoonlijkheid zorgt hij ervoor dat de muziek (al naar gelang de aard) levensecht nabij komt, wars van elke vorm van moeilijkdoenerij. De overeenkomst in de werksituatie van de musici in de klas en musici op het podium is dat zij

    beiden de klus moeten (en willen) klaren op het scherp van de snede en dikwijls met schaarse middelen. Alles komt dus aan op persoonlijkheid, vakmanschap en goede interactie met de doelgroep (communicatie, contact).

    Kennisuitwisseling In het symposium Jongeren componeren! dat gehouden werd op 11 december 2004 kwamen enkele hartenkreten naar voren, bijvoorbeeld dat de musici in de ensembles niet goed wisten waar zij duidelijke informatie en adviezen konden vinden voor het ontwikkelen van hun educatieve projecten. Wie het uitgebreide verslag van die bijeenkomst wil lezen, kan dat vinden op de website van Gaudeamus (zie in de linkerkolom bij publicaties) www.gaudeamus.nl. Ook bleek behoefte aan een overzicht van wat er in Nederland zoal gebeurt op muziekeducatief gebied. Verder pleitte men voor onderzoek naar de effecten van muziekeducatieve projecten en vooral voor een plek

  • 16

    januari 2006-1

    17

    januari 2006-1

    voor mensen die actief zijn op dit gebied (musici, com-ponisten, conservatoria, primair en voortgezet onderwijs, podia) om de ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren bij het ontwikkelen van muziekeducatieve projecten. Kortom, een platform voor kennisuitwisseling tussen de diverse betrokkenen. Heel terechte vragen die ook leven bij de docentmusici in het onderwijs.

    Het is niet onbekend: kunstenaarmusici die met hun pro-gramma educatieve doelen nastreven, kennen doorgaans de taal en de conventies van het onderwijs niet of onvol-doende. De jarenlang opgebouwde expertise met bijvoor-beeld schoolconcerten in Nederland (er was ooit eens een bloeiende stichting Het Schoolconcert) is verwaaid over instellingen en helaas nergens vastgelegd. Afgestudeerde musici merken op dat conservatoria hun studenten (nog) te weinig voorbereiden op maatschappelijke outreach of brede didactische vaardigheden in levensechte omstandigheden.

    Condities en kwaliteit Basisscholen en scholen voor vo willen de levende muziek graag een plek geven, maar stellen daarbij als opdrachtgever de nodige condities, bijvoorbeeld afstem-ming met het curriculum van de kunstvakken (aansluiting), een onderwijskundig verantwoorde voorbereiding (mate-riaal, lessen, ondersteuning) en specifieke schooleisen van plaats, tijd en ruimte. Kunstbemiddelaars weten daar alles van. Scholen zijn kritische klanten, complexe organisaties die van nature ook wat afhoudend staan ten opzichte van expertise van buiten. Alleen als de kwaliteit ondubbelzin-nig blijkt of gegarandeerd is (scholen kijken daarbij naar de succesfactoren), zullen zij een volgende keer weer opnieuw gebruik maken van het aanbod. De Ereprijs is een goed voorbeeld van een ensemble dat een formule voor de toe-gang tot de scholen heeft gevonden en die heeft weten te bewaren. Bij de Ereprijs spelen de composer in residence en het componeren/arrangeren door leerlingen een belangrijke rol. Kunstzone komt daar in een volgend nummer uitvoerig op terug.

    Jos Herfs

    O2DMEen (blijde) gebeurtenis die door bijgaande foto voor het nageslacht bewaard blijft: alle hoofden van de opleidingen Docent Muziek van de Nederlandse conservatoria en de Universiteit Utrecht op vrijdagmiddag 15 december 2005 te Utrecht bijeen om een nieuw platform in het leven te

    roepen: O2DM. Dat staat voor het OpleidersOverleg Docent Muziek. Het voor-nemen is gezamenlijk bezig te zijn met het behartigen van de belangen van de lerarenopleidingen muziek en ook een rol te spelen bij de ontwikkelingen in het werk-veld in de volle breedte van de bevoegdheid. Een groep waar we de komende tijd nog veel van zullen horen. De deelnemers: voorste rij van links naar rechts Job ter Steege (Amsterdam),

    Hans van den Brand (Tilburg) en Frits Evelein (Universiteit Utrecht); achterste rij van links naar rechts Jos Schillings (Utrecht), Leo Molendijk (Rotterdam), Marinus Verkuil (Groningen), Bob Martens (Alkmaar), Wouter Tempelaar (Den Haag), Ab Sandbrink (Enschede en Zwolle) en Marc Rutten (Maastricht).

    Bijeenkomst docentenvakbladenOp 8 december 2005 kwamen op uitnodiging van Anneke Hesp, hoofdredacteur van Van twaalf tot achttien, blad voor docenten in het voortgezet onderwijs de hoofdre-dacteuren van diverse Nederlandse docentenvakbladen bijeen: Kunstzone, Nvox (natuurkunde, scheikunde en biologie), Niche (biologie, binnenkort Bionieuws), Euclides (wiskunde), Kleijo (geschiedenis), Lampas (klassieke talen) en Lichamelijke Opvoeding (LO). Een verslag van deze bij-eenkomst en een korte presentatie van de diverse docen-tenbladen staat deze maand in Van twaalf tot achttien. Het hoofdredacteurenoverleg krijgt een vervolg.

    KlankbeeldenIn het kader van de vernieuwing van de onderbouw zijn Titia Oosterloo en Annes Honders, twee docenten van het Wessel Gansfortcollege in Groningen, op zoek gegaan naar samenhang en raakvlakken tussen de beeldende vak-ken en muziek. Het doel was op een voor de leerlingen inzichtelijke manier samenhang aan te brengen tussen de beeldende vakken en muziek. De samenhang wordt gere-aliseerd door gebruik te maken van gezamenlijke termen/begrippen. Deze begrippen passen de leerlingen toe op 10 klassieke muziekfragmenten en 10 schilderijen/beelden.

    Vervolgens maken zij naar aanleiding van de muziekfrag-menten grafische weergaven en wordt naar aanleiding van een aantal termen/begrippen een ruimtelijk werkstuk gemaakt. Bent u genteresseerd in dit project neem dan contact op met Titia Oosterloo [email protected] of via de telefoon van het Wessel Gansfortcollege: (050) 5410656.

    Dag van de Cultuureducatie, 24 januari 2006Na een eerste dag van de cultuureducatie in Utrecht (16 juni 2005 - zie www.cultuurnetwerk.org/dagvandece.asp) waar de aandacht uitging naar kinderen van 4 tot 12 jaar, gaat te Antwerpen de tweede dag van de cultuuredu-catie in op de rol van het voortgezet onderwijs. Er staat een groot aantal informatieve presentaties, workshops en discussiesessies aangekondigd met inspirerende voor-beelden uit Vlaanderen en deels ook uit Nederland. Het dagprogramma vindt plaats in het Zuiderpershuis, MuHKA, MuHKA Media en het Fotografiemuseum. Aanvang met een ontvangst om 9 uur, einde met een afsluitende recep-tie die gepland staat voor 16 uur. Deelname aan deze tweede Dag van de Cultuureducatie is gratis, maar beperkt tot 200 personen. De Dag van de Cultuureducatie is een gezamenlijk initiatief van CANON Cultuurcel en Cultuurnetwerk Nederland. In juni 2006 gaat in Nederland de derde editie van deze dag door. Ga voor meer informa-tie naar www.dagvandecultuureducatie.be.

    Schatkamer van kennis en informatieCultuurnetwerk Nederland, het landelijke expertisecentrum voor cultuureducatie heeft de taak kennis en informatie over theorie, beleid en praktijk van cultuureducatie te verzamelen en door onderzoek uit te breiden. Deze kennis wordt ter beschikking gesteld aan alle belanghebbenden en belangstellenden. De website, de bibliotheek en dienst-verlening spelen in de verspreiding van kennis een centrale rol. De fraaie website van het Cultuurnetwerk biedt steeds actuele informatie, verslagen en interessante berichten. Het studiecentrum is een waar kennisparadijs, een schatka-mer waarvan vooral studenten veel gebruik maken. Maar ook de professionals zouden zich meer tijd moeten gunnen om hier (of thuis) actuele vakliteratuur te raadplegen. Ga voor meer informatie naar www.cultuurnetwerk.org.

    ArtEZ start masteropleiding KunsteducatieIn september 2006 start ArtEZ hogeschool voor de kun-sten een postinitile masteropleiding Kunsteducatie te Zwolle. De opleiding wordt aangeboden in deeltijd. De NVAO heeft de nieuwe masteropleiding in april 2005 goedgekeurd met een compliment voor de keuze van het didactische concept van samenwerkend leren dat aan de opleiding ten grondslag ligt. De NVAO noemt het concept tegelijkertijd innovatief en uitdagend, maar ook gedurfd.

    De nieuwe masteropleiding richt zich op afgestudeerde docenten in de kunstvakken die genteresseerd zijn in interdisciplinaire artisticiteit, kunstpedagogiek, manage-ment en onderzoek. In oktober 2005 startte Codarts Rotterdam als eerste instelling met een hbo-masteroplei-ding kunsteducatie (Muziek/dans).

    Bekostigd of nietDe discussie tussen OCW en de HBO-raad over een bekostigde master kunsteducatie sleept zich overigens nog steeds onverminderd voort. In september 2005 heeft bureau Smets+Hover op verzoek van OCW gerapporteerd over de vraag of de docentenopleidingen in de kunst-vakken overladen zijn, zoals de HBO-raad stelt. Medio september is dit rapport afgerond en aangeboden aan het departement. Het rapport is nog niet aan de openbaar-heid vrijgegeven. Bij de opening op 4 november 2005 van de nieuwbouw van Fontys Hogeschool voor de kun-sten (een fraai ontwerp van architect Jo Coenen) sprak Staatssecretaris Rutte tot de genodigden via een opname die vooraf in Den Haag was opgenomen. Hij kon nog niet zeggen of de masteropleiding kunsteducatie bekostigd gaat worden door de overheid. De resultaten van onder-zoeken daarover en de adviezen had hij wel binnen, maar hij was nog niet tot een besluit gekomen. Berichten uit de kunst-

    en cultuureducatie vo

    Van de voorzitter van de VLSGraag wil ik u allen een goed en vooral muzikaal 2006 toewensen. Het komende jaar zal veel betekenen voor u en mij als docent muziek. Zo krijgen we allemaal in ons werkveld te maken met grote veranderingen. Bij de pabos speelt de overgang naar het nieuwe leren, wat inhoudt dat men overstapt naar competentiegericht onderwijs. Ook zijn er ideen over de doorlopende leerlijnen voor de kunstvakken en het leergebied kunst. Het voortgezet onderwijs zal te maken krijgen met de scenarios van de veranderende basisvorming (de Nieuwe Onderbouw) en de vernieuwingen van de Tweede Fase. De muziekscholen en kun-stencentra krijgen te maken met bezuinigingen. De gelden voor cultuureducatie zullen op andere manieren worden verdeeld. De vele veranderingen zullen de diversiteit van ons werk flink vergroten en in veel gevallen een beroep doen op onze creativiteit. Gelukkig zijn er in de muziekwereld veel enthousiaste en vakkundige collegas die zich dage-lijks inzetten voor de ontwikkeling en positionering van ons vak. Voor het bestuur van de VLS zal het komende jaar een jaar worden waarin we beleid moeten omzetten in praktische ondersteuning van u als leden. Onze poging om voor onze leden goedkoop software aan te schaffen is daarvan een voorbeeld. Helaas lijkt dat voorlopig nog een brug te ver, maar we zullen zeker opnieuw in overleg gaan met aanbieders van software. Ook de studiedag op 13 mei is een mooi voorbeeld van een praktische vertaling van beleid. Ik beveel die dag van harte bij u aan en hoop velen van u daar te treffen.

    Floris Yperlaanvoorzitter VLS

  • 18

    januari 2006-1

    19

    januari 2006-1

    Podium, een nieuwe muziekmethode

    Lorenz Himmelre ich

    Muziekdocenten in het voortgezet onderwijs kan het niet zijn ontgaan dat er een nieuwe methode voor hun vak

    op komst is. Educatieve Uitgeverij Malmberg doet er alles aan om de aandacht van de docenten te trekken. Onder

    andere via mailing aan de school- en huisadressen, een verloting en een website proberen de marketeers voor

    Podium een plaatsje op de muziekmarkt te veroveren. In het onderstaande artikel geeft Lorenz Himmelreich, de

    eindredacteur van Podium, een blik op de uitgangspunten van de nieuwe methode en het waarom van enkele

    gemaakte keuzes.

    Podium Het moest ervan komen dat Malmberg, een grote speler op de markt van educatieve uitgaven, een methode muziek zou ontwikkelen. Dit is Podium gewor-den. Als gebruikelijk werd een eindredacteur benoemd en een team van auteurs (uit de volle breedte van het werkveld) samengesteld. Inmiddels was al flink gewerkt aan een concept. Op meer van hetzelfde zit het werkveld immers niet te wachten. Op de vraag wat dan het andere moet zijn, waaraan behoefte bestaat, is samen met docen-ten uit het werkveld een antwoord gezocht, via onderzoek vooraf en tijdens de ontwikkelfase. Dit heeft geleid tot onderstaande uitgangspunten.

    Uitgangspunten voor Podium Podium is een methode voor de nieuwe onderbouw, daarom gericht op een zelfstandig werkende leerling. Gelet op de grote verscheidenheid aan onder-wijssituaties in het land is Podium vooral een flexibele methode, die bijvoorbeeld ook in een gewone klassikale situatie moet kun-nen functioneren. Een methode waarin na veel overwegingen een balans is gerealiseerd tussen het aansluiten bij de muzikale belevingswereld van de leerlin-gen, maar ook het verruimen van de muzikale horizon. Het verruimen van de muzikale horizon begint voorzichtig in

    deel 1 en wordt geleidelijk verder ontwikkeld in de volgen-de delen. Het is een multimediale methode die voor het audio- en videomateriaal, de computerlessen en de instru-mentenleer gebruik maakt van bronnen die makkelijk toe-gankelijk zijn via internet. De bronnen zijn ook in de klas beschikbaar via het docentenmateriaal (docenten-CDs) voor de klassikale toepassing. Podium is een methode met aandacht voor beeldende kunst, dans, film, theater, maar vooral een muziekmethode waarin musiceren centraal staat.

    Zingen De uitgangspunten van Podium hebben voor deel 1 geleid tot een zangrepertoire van vooral hits van de laatste zeven jaar. Natuurlijk heeft deze keuze het risico in zich dat songs op enig moment totaal vergeten zul-len zijn. In het auteursteam is ook stevig over de keuze gediscussieerd. Maar wij menen, na grondige analyse, dat iedere song kwaliteiten heeft, die de keuze rechtvaardigen gelet op bijvoorbeeld de zangtechniek, de productie van de zang, de instrumentatie, de rijkdom van de eindmix, de variatie in muziekstijlen (met een evenwichtige verde-ling tussen jongens- en meisjesmuziek). Het alternatief hebben we niet gewild: het kiezen van songs die hun houdbaarheid reeds bewezen hebben. Deze songs zijn meer een afspiegeling van de smaak van oudere generaties waartoe meestal ook de docent behoort. Op de website worden ter vervanging of als aanvulling meer actuele vari-anten aangeboden.

    Om op enige manier zelfstandig of in een groep een lied in te studeren en uit te voeren is wel een voorgezongen versie nodig en een begeleiding. Dit hebben we gereali-

    vo

    seerd door van alle songs een coverversie te maken. We zijn met een zangeres, zanger en band de studio ingegaan. Het resultaat kunt u op de site www.podium-malmberg.nlbeluisteren. Bijkomende voordelen zijn dat we van alle songs een complete versie kunnen bieden. Deze versie is aangepast aan het zingen met een groep: soms is de toon-soort veranderd, het tempo iets vertraagd, of is de song ingekort. Wat wij ook heel belangrijk vinden: de songs worden gezongen met exact de melodie van het origineel (en niet de melodie van de standaard bladmuziek). Deze melodie vindt u ook in het werkboek voor de leerlingen. Op basis daarvan zijn de pianobegeleidingen gemaakt, die u in de docentenhandleiding kunt vinden. Kortom, er is alles aan gedaan om te vermijden dat uw leerlingen kun-nen zeggen dat de echte versie anders of beter is.

    Spelen Bij de speelstukken hebben wij gekozen voor een duidelijk cursorische opbouw. Een (te) hoog instap-niveau is vermeden. De eerste speelstukken zijn dus zeer eenvoudig. Omdat wij weten dat de meeste leerlingen alleen op school een instrument bespelen, worden de speelstukken maar stapsgewijs wat moeilijker. De speel-stukken zijn in principe gemaakt voor het spelen op key-boards. Keyboards hebben op het overgrote deel van de scholen de klokkenspelen, xylofoons en andere staafspelen verdrongen. Toch hebben we de keyboardcursus (de speelstukken met vingerzetting) in het nawerk geplaatst. Bij de speelstukken staan ook de akkoorden voor gitaar. In het nawerk staat een korte instructie voor gitaarspelen.

    Luisteren Bij de luisteropdrachten in Podium hebben we ernaar gestreefd de opdracht, het luisterfragment en het

    antwoord op elkaar te laten aansluiten. Dat betekent bij-voorbeeld dat er geen onduidelijkheid mag ontstaan door een te lang luisterfragment met te veel informatie. Omdat de luisterfragmenten op de site staan, kunnen leerlingen op ieder moment dat ze de beschikking hebben over een computer met een breedband internetverbinding aan de opdrachten werken. Dus ook als huiswerk. Natuurlijk realiseren wij ons dat er dan aan een aantal technische randvoorwaarden moet worden voldaan. Daarom biedt de methode voor het eventueel klassikaal maken van de luis-teropdrachten ook audio-CD's voor de docent.

    Flexibiliteit In elke paragraaf staat een vaardigheid, zoals zingen, spelen of luisteren, centraal. Het is duidelijk niet de bedoeling dat wij u adviseren de les te beperken tot n zo'n activiteit. Deze indeling biedt naar ons idee de meeste flexibiliteit om een les naar eigen inzicht in te richten met meerdere activiteiten. Meerdere groepen leerlingen kun-nen op hetzelfde moment aan verschillende activiteiten

    18

    Uitgangspunten voor Podium Podium is een methode voor de nieuwe onderbouw, daarom gericht op een zelfstandig werkende leerling. Gelet op de grote verscheidenheid aan onder-wijssituaties in het land is Podium vooral een flexibele methode, die bijvoorbeeld ook in een gewone klassikale situatie moet kun-nen functioneren. Een methode waarin na veel overwegingen een balans is gerealiseerd tussen het aansluiten bij de muzikale belevingswereld van de leerlin-gen, maar ook het verruimen van de muzikale horizon. Het verruimen van de muzikale horizon begint voorzichtig in

    Omslag Podium

    Website van Podium

  • 20

    januari 2006-1

    21

    januari 2006-1

    werken. De organisatie hiervan is afhankelijk van de inrich-ting van het muzieklokaal. Een docent kan echter ook naar eigen inzicht zijn variatie van activiteiten plannen voor een meer klassikaal gestuurde les. Kortom, wij bieden door mid-del van een overzichtelijk geheel van lesmateriaal de docent alle ruimte voor een eigen, of beter gezegd, voor een bij de eigen situatie passende didactiek. In ieder hoofdstuk staat keuzestof. Via de keuzestof kunt u extra accenten leggen, bijvoorbeeld meer nadruk op zingen, spelen, luisteren of ontwerpen met behulp van ICT-toepassingen. Bovendien biedt de keuzestof de mogelijkheid in te spelen op individu-ele voorkeuren van docenten en leerlingen voor bepaalde songs en speelstukken.

    Muzieksoftware Bij ieder hoofdstuk hoort een cursus werken met een sequencer-programma (vmbo-t, havo en vwo) en werken met een muziekprogramma' (vmbo). Voor vmbo-t, havo en vwo is dit het programma LogicFun en voor vmbo het programma DoreMix. In de praktijk blijken veel vmbo-leerlingen moeite te hebben met componeren en ontwer-pen. Daarom worden er verschillende programmas ingezet. De leerling leert aan de hand van duidelijke instructie en taakopdrachten stapsgewijs te werken met de muzieksoft-ware.

    Over het muurtje kijken Muziek wordt dikwijls aangeboden als nuurs-vak. Dat zal in de nieuwe onderbouw op veel plaatsen niet anders worden. Daarom hebben wij gekozen voor een opzet waarin de te leren theorie echt binnen n jaar

    aan de orde moet kunnen komen. Het betekent, dat we geen deel 2 hoeven te maken dat voortbouwt op leerstof die niet behandeld is. Waar meer tijd beschikbaar is, zijn er extra songs en speelstukken, zonder dat dit leidt tot meer te leren theorie. Ook kan de extra tijd gebruikt worden voor het over het muurtje van de muziek kijken naar de andere kunsten. Vandaar het expliciet opnemen van een paragraaf Muziek en andere kunsten. Deze paragraaf kan ook de entree vormen tot een breder kunst- en cultuurproject.Deel 1 moest naar ons idee een echte muziekmethode zijn, muzikaal en basis. Voor deel 2 van Podium hebben we gekozen voor performance als centraal thema. Dat bete-kent dat wat verder over het muzikale muurtje gekeken wordt naar de functie van andere kunstdisciplines bij voor-stellingen waarin muziek centraal staat.

    Tot slot Op de site van Podium is een instrumentenleer te vinden met onder andere animatiefilmpjes over instrumen-tengroepen en een uitgebreid aanbod instrumenten met klank, afbeelding, historie en anatomie. In het werkboek wordt bij bepaalde opdrachten hiernaar (ter verdieping) verwezen. Elke leerling die met Podium werkt, heeft de toe-gang tot de digitale Winkler Prins/Encarta: een zeer uitge-breide encyclopedie met interessante achtergrondinformatie over bijvoorbeeld instrumenten, muziekstijlen, muziekstro-mingen en componisten.

    Ga voor meer informatie en bijvoorbeeld het downloaden van proeflessen naar www.podium-malmberg.nl.

    Don't worry, be happy (6)Marleen Flobbe

    Sinds juli 2005 woon en werk ik in Addis Abeba, Ethiopi. Ik ben als muziekdocent aan het werk voor Ethiopian

    Gemini Trust in de jeugdafdeling, de dagopvang en ik werk met de dagopvangdocenten. Daarnaast geef ik weke-

    lijks muziekles bij stichting Music Mayday. Ook volg ik zelf krar-lessen aan de Yared School of Music, het plaatse-

    lijke conservatorium.

    Ik probeer mijn studenten in de jeugdgroepen een breder muziekperspectief aan te bieden, een wereldmuziekkaart en ben aan het onderzoeken hoe dat het beste kan en hoe dat hen muzikaal verandert. Politiek was het hier behoor-lijk onrustig en daar hebben de lessen erg onder geleden, maar intussen is de rust weergekeerd en kan er weer les gegeven worden.

    De laatste weken Ik heb hier op het moment dat ik dit schrijf nog maar drie weken te gaan. Misschien een eerste les voor mij: projecteer nooit een Nederlands plan op een ontwik-kelingsland. Ik heb minder dan de helft van de lessen kunnen geven die ik van plan was, en heb niet de hele 'muziekwereldkaart' kunnen behandelen. Azi heeft niet

    meer dan een vluchtige blik gekregen, ik was verre van compleet. Toch komt er een eindconcert aan, waarin mijn studenten hun werk en kennis presenteren. Het concert is opgebouwd uit twee delen: gestuurde composities en vrije composities. De gestuurde composities zijn in de les ontstaan, als opdracht na het behandelen van een stijl. De gestuurde composities hadden stappenplannen, minimumeisen en sturing in de les. De vrije composities echter zijn composities die de studenten in hun eigen tijd, zonder supervisie en zonder sturing, hebben geschreven. De gestuurde opdrachten zijn interessant voor evaluatie, omdat ik daarin kan zien hoe de studenten hun eigen muzikale achtergrond mixen met nieuwe muziekstijlen, en welke (eigen) muzikale kenmerken zo sterk zijn dat ze in iedere compositie terugkomen. Maar in de vrije composi-ties kan ik terugzien of de studenten de muziekkaart ook loslaten, wanneer het niet in de opdracht staat. Of ze de wereldmuziekkaart als een aanwinst voor zichzelf als muzi-kant zien, of dat ze die liever naast zich neerleggen.

    Van C7 naar F# De studenten hebben intussen nog anderhalve week te gaan tot hun concert en beginnen steeds harder te werken. Ze oefenen wanneer ze kunnen en komen voortdurend met nieuwe composities, met vragen over arrangementen n met klachten over de beschikbaarheid van het muzieklokaal. De droom van iedere docent: als ik op Gemini aankom zijn ze al aan het oefenen en wan-neer ik naar huis ga, zijn ze er nog steeds. Toch wordt het concert 'eng'; al is de voorbereiding prima, alle composities zijn door de studenten zelf geschreven. En al vind ik alle composities de moeite waard, en goed materiaal voor evaluatie en scriptie, de studenten zijn geen ervaren com-ponisten. Dus af en toe zijn er grove fouten in (Engelse) teksten, onmogelijke akkoordverbindingen in het key-board, rare ritmes, of niet lopende teksten. Teveel corrige-ren wil ik niet: wie ben ik om te zeggen dat je net van C7 naar F# kunt? Ik wilde juist dat ze creatief zijn, bestaande conventies doorbreken en hun eigen ideen ontwikkelen. Nog anderhalve week, dan kunnen ze het resultaat daar-van aan hun vrienden en familie laten zien.

    Al een beetje terugkijken Zelf ben ik al aan het evalueren. En niet alleen aan het nadenken over de invloed van de wereldmuziek-kaart op mijn studenten, maar ook over de invloed van deze zes maanden hier, op mij als muziekdocent. Wat betekent dit voor mij als docent, voor mij als muzikante, voor mij als mens?Als muzikante heb ik geleerd, dat ik me muzikaal kan red-den in een vreemde (muziek)cultuur. Blijkbaar heeft de Opleiding Docent Muziek me met genoeg analytische en muzikale tools uitgerust om me ook in een vreemde omge-ving, met vreemde klanken, te kunnen redden. Als docente heb ik geconstateerd, dat we in Nederland al behoorlijk ver zijn met verschillende werkvormen en het stimuleren van zelfstandigheid. En dat onze kleine stapjes reuzenstap-pen kunnen zijn in een andere context. Maar wat ik vooral heb geleerd, is dat muziek geen kunstvorm 'an sich' is. Muziek staat niet los van de maatschappij. Economische, sociale, politieke en geografische factoren hebben hun invloed op muziekonderwijs en op muzikale ontwikkeling. Zeker bij het ontbreken van een aantal randvoorwaarden (minimumloon, politieke spelregels) wordt die invloed pijn-lijk voelbaar. Dan kunnen economische, politieke, geogra-fische en sociale factoren belemmerend werken. De hele uitzichtloosheid die velen hier ervaren resulteert in een levenshouding, waarin mensen niet verder kijken dan het eind van de dag, het eind van de week; je weet immers niet of je daarna nog leeft. Dus niet te moeilijk doen: don't worry, be happy. Muzikant in Ethiopi De economische factor speelt zelfs in Nederland nog; muziekles is duur, dus iets voor de middenstand en de elite. Maar in Ethiopi is je economische situatie allesbepa-lend voor je leven n voor je muzikale kansen; als je thuis geen cassettedeck of CD-speler hebt, en geen geld om CD's te horen, is je muzikale kennis beperkt tot die muziek die je op straat, in de kerk, in winkels en in de les hoort. Je oren zijn dan niet gewend aan andere dan Ethiopische muziek en dus heb je meer tijd nodig om je aan te passen aan nieuwe klanken. Als je echt geen geld hebt, is een

    Gemini-studenten oefenen voor hun eindconcert

  • januari 2006-1

    23

    januari 2006-1

    22

    Traditionele melodien in een (orthodoxe) kerkdienst

    muziekstudie misschien niet de slimste optie; het is lastig werk te vinden. En studente stopte na een maand met de muzieklessen - haar familie had geen geld meer en zij moest haar steentje bijdragen en werk zoeken. Ook is het Ethiopische schoolsysteem zo, dat je f heel hoge cijfers moet halen f heel veel geld moet neertellen om naar de universiteit te kunnen. En dat betekent, dat hoge cijfers halen vaak de enige prioriteit van (armere) studenten is. Voor een vak als muziek hebben ze niet altijd tijd.Sociaal gezien zijn vooral bestaande tradities en conventies remmend voor het muziekonderwijs. Het onderwijssysteem is helemaal gebaseerd op 'teacher talks, students listen', en dat is niet bevorderlijk voor de creativiteit en de zelf-standigheid. Verder twijfelen Ethiopische studenten nooit aan hun docent: 'The teacher is always right.' Zelfs als het niet zo is. De eerste keer dat een student mij corrigeerde, werd hij automatisch gestopt door zijn medestudenten: dat hoort niet. De Ethiopische maatschappij heeft strenge regels voor meisjes; een net meisje helpt in het huishou-den, rookt en drinkt niet, woont thuis tot ze trouwt en gaat niet 's avonds laat over straat. Ik had geen enkel meisje in mijn avondklassen, en de jongens in de klas voel-den zich behoorlijk schuldig dat ik na de les nog naar huis moest.

    Politieke onrust Politiek heb ik pech gehad. In de zes maanden dat ik hier zat, is er verschillende keren onrust uitgebroken, zijn er demonstraties geweest en arrestaties. Het diepte-punt waren de twee weken dat niemand zijn huis uit durf-de, maar ook daarna duurde het een paar weken voordat de lessen weer frequent door alle studenten werden bezocht. De politiek is hier zo aanwezig in het dagelijkse leven, dat het eng is. Voor de huidige regering (die weinig aanhangers heeft) is iedere jongere een bedreiging, en de politie en het leger hebben maar een flinterdun excuus nodig om jongeren op te pakken. Het effect daarvan is dat iedereen voortdurend bang is. Iedereen heeft wel een kennis of familielid in de gevangenis om politieke redenen. Een tweede effect is dat mensen niet te ver vooruit plan-nen. Wie weet wat er gaat gebeuren. Ethiopi is nog lang geen rechtsstaat en mensen zijn niet gewend zich echt bloot te geven - dat zou immers gevaarlijk kunnen zijn. Muziek kan als uitlaatklep werken, maar pas wanneer de studenten zich helemaal veilig voelen. Mijn studenten heb-ben intussen enkele nummers geschreven die niet voor het concertpodium geschikt zijn, vanwege de politieke inhoud. Volgende week zullen ze n van die nummers toch ten gehore brengen, maar met mijn naam erboven. Voor de zekerheid.

    Ethiopi heeft last van het zogenaamde 'ngo-complex', ofwel het 'krijgcomplex'. Op landelijke schaal, maar ook op kleinere schaal, zijn veel mensen eraan gewend van alles te krijgen, zonder ervoor te werken. Ethiopi krijgt jaarlijks vele miljarden dollars aan ontwikkelingshulp en de ngo's (niet-gouvernementele organisaties) die in de steden werken, hebben de bevolking geleerd dat je je hand op moet houden. Bedelen geldt hier als beroep, en is absoluut niet iets om je voor te schamen. Hard werken om iets te bereiken komt natuurlijk wel voor, vooral binnen scholen, maar is niet iets Ethiopisch. Door dit 'ngo-complex' heb-ben mijn studenten een nogal vertekend beeld van de praktijk als beroepsmuzikant. Ze willen allemaal profes-sional worden, maar zien niet hoeveel werk, inzet en moti-vatie daarvoor nodig is. Ze denken dat ze over een tijdje wel een prachtbaan als muzikant in de schoot geworpen krijgen en zijn niet met alternatieven bezig. In juli vroeg ik al mijn studenten, waar ze zichzelf zagen over 6 maan-den. En van hen antwoordde: In six months, I will be famous! Zijn beginniveau: geen instrumentenkennis, geen zangervaring, geen theoretische kennis, maar hij luisterde veel naar muziek. Het is moeilijk hiermee om te gaan. Hoe zeg je studenten dat ze niet moeten rekenen op hun grote doorbraak, zonder ze hun droom te laten opgeven? I want to use music to change my countrySamengevat is muziek meer dan een losstaand vak, meer dan een discipline. Als de samenleving niet zo goed functi-oneert als de Nederlandse, is muziekonderwijs zeer kwets-baar en afhankelijk van economisch, politiek en sociaal welzijn. Maar toch is het de moeite waard te proberen die problemen te overkomen. Want muziek(onderwijs) voegt wel zeer zeker jist in deze context veel toe: de mogelijk-heid creativiteit en zelfstandigheid te stimuleren, muziek als uitlaatklep voor frustraties, muziek als communicatie-middel, als medium om sociale kwesties aan te pakken, om kritiek op de maatschappij te uiten, muziek als grenzenver-kennend medium, en muziek als middel om even je omge-ving los te laten. Maar niet muziek puur om de muziek. Om muziekonderwijs een kans n een doel te geven, moet het stevig verankerd zijn in de maatschappij.Dit is natuurlijk mijn (docent)perspectief op muziekonder-wijs in deze omgeving. In de volgende bijdrage hoop ik het perspectief van mijn studenten te kunnen evalueren en hun producten te kunnen uitpluizen. Tot slot een citaat van n van mijn Music Mayday-studenten: I want to use music to change my country. We have to change, and we have to do it ourselves. We have to change how we think, how we work, how we live. I think, when you sing, people listen better than when you just say it.

    Tot hoors!

    Authentiek muziekonderwijsStudiedag VLS 13 mei 2006

    Fr i ts Evele in, Nicky Seelen en Mir jam Timmer

    Het werk van de muziekdocent is inspirerend, leuk, mooi en tegelijk vaak ook zwaar. Om elkaar te ontmoe-

    ten, met elkaar nieuwe ontwikkelingen te bespreken, praktisch materiaal uit te wisselen en nieuwe visies uit

    te werken houdt de VLS op zaterdag 13 mei aanstaande weer een grote landelijke studiedag. Deze studiedag

    wordt gehouden in het gebouw van het Rotterdams Conservatorium, Kruisplein 26 te Rotterdam.

    Het overkoepelende thema van de dag is authentiek leren. Daarmee willen wij aanduiden dat het bij het leren in het muziekonderwijs onder andere gaat om:- levensecht leren en een realistische leeromgeving- leerprocessen die uitdaging bieden, waarin leerlingen keuzeruimte (autonomie) hebben.

    Muziek in het vo Met deze studiedag willen we ons concentreren op het vak muziek in het voortgezet onderwijs. Het gaat om alle schooltypen en niveaus, van praktijkschool tot en met vwo. Actuele themas komen aan de orde, zoals het kunstprofiel in de onderbouw of muziekonderwijs in het LWOO en de praktijkschool. Ook is er aandacht voor enkele nieuwe muziekmethodes. In workshops ervaart u inspirerende en praktische voorbeelden of een nieuwe aanpak. Op de informatiemarkt hebt u alle gelegenheid tot het ontmoeten van collegas.

    Liora Bresler De internationale gast van de dag is professor Liora Bresler, hoogleraar aan de Universiteit van Illinois. Ze zal een inleiding verzorgen. Haar publicaties op het gebied van muziek en onderwijs, in het bijzonder met betrekking tot het leren in muziek, zijn internationaal befaamd. Zie voor meer informatie over Liora Bresler www.ed.uiuc.edu/ci/fsd/liora. Zij werkt momenteel aan een nieuw boek waarin zij de laatste ontwikkelingen in het onderzoek op het gebied van kunsten en onderwijs in diverse landen van de wereld bespreekt. Dit boek verschijnt in december 2006 (zie www.springer.com). Liora Bresler is medeoprichter en redacteur van het vooraanstaande tijdschrift International Journal of Education & The Arts (zie http://ijea.asu.edu/index.html).

    Dagindeling10.00 uur 11.00 uur Korte inleidingen11.15 uur 12.45 uur Workshops, eerste ronde13.00 uur 14.00 uur Lunchpauze14.15 uur 15.45 uur Workshops, tweede ronde15.45 uur 16.00 uur Theepauze16.00 uur 16.30 uur Reflectie en terugkoppeling16.30 uur 17.00 uur Borrel, receptie

    Workshops Er is een sprankelend programma met afwisselende workshops:- percussie/slagwerk in authentieke setting- songs met onder andere Afrikaanse songs, call-and-response.

    Nieuwe benaderingen van het zingen- gitaren in de klas- muziek in het kunstprofiel- podiumprojecten in het praktijkonderwijs- authentiek leren in teams- eindexamen muziek vmbo-havo-vwo- muziek in het LWOO, praktische voorbeelden- verhalend ontwerpen in de muziekles.

  • 24

    januari 2006-1

    25

    januari 2006-1

    Projecten voor teamleren

    Het antwoord hierop is even simpel als complex. Ja, het kan, het is nodig en het is zeker ook haalbaar! Wat kun je doen als docent om het leren in teams zo te organiseren, te ondersteunen en te structureren dat het ook daadwer-kelijk succesvol verloopt? In deze bijdrage geef ik een voorbeeld van het methodisch plannen van werkvormen bij projecten voor teamleren in muziek.

    Er zijn verschillende mogelijkheden om leerlingen in teams actief aan het werk te krijgen. Didactisch gezien kan dat van geheel docentgestuurd naar leerlinggestuurd. De ervaring leert dat in de muziekles een gedeelde sturing vaak het beste werkt: de docent en de leerling(en) oefe-nen beiden invloed uit op de keuzes. Hoe kun je echter als docent de les zo sturen dat de leerlingen veel ruimte ervaren en zich tegelijkertijd voldoende gesteund voelen

    door de geboden structuur? Immers uit onderzoek weten we dat het ervaren van voldoende keuzeruimte binnen een veilige, duidelijke structuur voor leerlingen een essentile voorwaarde is voor de intrinsieke motivatie (Reeve, 2002).Welke leeractiviteit je als docent ook bedenkt, het is noodzakelijk uit te gaan van de bij de leerlingen al aanwe-zige muzikale en sociale vaardigheden. Ik houd daarmee rekening in de hiernavolgende schets van de verschillende fasen in een project voor teamleren. Het einddoel dat wordt nagestreefd is bepalend voor de vaardigheden die nodig zijn. Vanuit dit einddoel redeneer ik in stappen terug tot aan de beginsituatie.

    Stap 1 Bepaal het einddoel en het eindproduct.Het doel van een leerproces kan betrekkelijk klein zijn of juist veelomvattend: van het maken van een notatie, het uitvoeren van een speelstuk, tot het componeren van een deel van een rockopera. Voor de docent is het van belang zich vooraf een levendige voorstelling te vormen van het einddoel. Uit onderzoek bijvoorbeeld van Taylor en Pham (1996) blijkt dat hoe levendiger een persoon zich een einddoel kan voorstellen, hoe beter dit doel gerealiseerd wordt. Immers door deze innerlijke voorstelling komt men (bewust en onbewust) in contact met mogelijke fasen en aspecten. Daarom is het maken van een duidelijke voor-stelling van het eindproduct een eerste stap. We kunnen hierbij bijvoorbeeld vragen stellen als:

    Fr i ts Evele in

    Leerlingen die in teams in de muziekles gemotiveerd samenwer-

    ken. Leerlingen die samen ideen genereren, experimenteren,

    overleggen, vergelijken en presenteren. Heerlijk is dat: het stimu-

    leert, het geeft energie. Dat is, waar ik als docent voor wil gaan.

    Is dit een droom, een onrealiseerbare wens, een illusie of kan het

    ook werkelijk?

    - Wat is het (muzikale) einddoel, waar bestaat het uit, hoe gaat het resultaat concreet klinken, wat is de muzikale kwaliteit?

    - Wat doen, kunnen, voelen, denken en willen de leer-lingen bij het einddoel?

    Een duidelijk beeld van de sociale vaardigheden die ertoe doen voor het bereiken van het einddoel speelt eveneens een belangrijke rol. Immers teamleren is gebaseerd op sociaal leren en de einddoelen zijn hoofdzakelijk sociale producten, dat wil zeggen muzikale producten gemaakt door leerlingen voor leerlingen en anderen. We kunnen ons ook hierbij verschillende vragen stellen:1 In hoeverre is het doel authentiek en levensecht?Met andere woorden: ervaren de leerlingen het doel als logisch en natuurlijk? Sluit het aan bij hun behoefte? Kan het doel zo gepresenteerd en geformuleerd worden dat dit wel het geval is? Hoe authentieker een doel, des te meer gemotiveerd zullen de leerlingen worden. Bijvoorbeeld: stel dat je als docent wilt dat leerlingen vaardig worden in het onderscheiden van gelaagdheid in muziek en daarbij muziek van Strawinsky moeten gebruiken. Een levens-echt doel zou dan bijvoorbeeld kunnen luiden: Het Concertgebouw heeft een wedstrijd uitgeschreven wie bij een fragment van De vuurvogel de beste grafische notatie kan maken. Het product van deze opdracht wordt n grote grafische notatie. Een belangrijke vaardigheid om dit te realiseren is o.a. het heel nauwkeurig kunnen onder-scheiden van allerlei muzikale lagen.2 Kan er op een of andere manier sprake zijn van

    een podiumervaring voor de leerlingen?Het idee achter deze vraag is dat hoe meer het leren en de doelen interactief zijn, des te dieper de ervaring en de

    impact daarvan kunnen worden. Het voorbeeld van de grafische notatie resulteert bijvoorbeeld in een klassikale presentatie. Ook kunnen de vijf beste resultaten van een jaarlaag geplaatst worden op de website van de school of opgestuurd worden naar het Concertgebouw voor plaat-sing op hun website. Een andere vorm van podium in de klas is het daadwerkelijk musiceren van leerlingen voor leerlingen met een levensechte reflectieve setting, bijvoor-beeld met spotlights, camera, opname en recensies.3 Welke keuzeruimte hebben leerlingen voor het

    bepalen van het einddoel? Is het bijvoorbeeld mogelijk dat leerlingen zelf (sub)doelen formuleren? Bijvoorbeeld: het verzorgingste-huis in de wijk heeft gevraagd of wij over 2 maanden iets speciaals kunnen doen met muziek. De leerlingen kunnen van alles bedenken. Als docent kun je richting geven door te kijken welke vaardigheden de leerlingen nodig hebben om hun doel te realiseren. Vaardigheden zoals spelen, luis-teren, improviseren, noteren, culturele kennis. Maar ook de nodige voorkennis, aanpak en strategien om de gewenste (muzikale) doelen te realiseren. Muzikale vaardigheden worden zo middelen. Hoe groter de betrokkenheid van de leerlingen bij een doel, des te beter.

    Stap 2 Bepaal de essentile ingredinten van het eind-

    product.Een volgende stap is het bekijken van vaardigheden die nodig zijn om de bouwstenen te leveren die in het eind-product zitten. Hierbij spelen vragen als:1 Welke muzikale vaardigheden zijn essentieel

    voor het eindproduct?Moeten de leerlingen bijvoorbeeld een bepaalde akkoord-

    Foto: Frits Mennen.

    Foto: Frits Mennen.

    vo

  • 26

    januari 2006-1

    27

    januari 2006-1

    progressie spelen, bedenken, ritmisch uitvoeren en der-gelijke? Is er sprake van een gelaagdheid, muzikale vorm, notatie, meerstemmige zang, notatie? Bij elk van deze bouwstenen is het van belang een inventarisatie te maken van de vaardigheden die nodig zijn voor de reali-satie daarvan.2 Wat zijn kwali-

    teitscriteria van de uitvoering?

    Hoe duidelijker de criteria vooraf zijn, des te duidelijker is ook het beeld van het eindproduct. Voorbeelden van criteria zijn:- Criteria voor beheersing van muzikale parameters,

    techniek en kennis, puls, maat, ritme onthouden en spelen, melodie, intonatie, articulatie en dergelijke;

    - Criteria voor samenspel en muzikale zeggingskracht zoals muzikaal reageren op elkaar, expressie, variaties in de interpretatie;