Upload
borsbeek
View
219
Download
3
Tags:
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Brochure tentoonstelling van 29 augustus tot 11 september
Citation preview
Expo ter gelegenheid van 750 jaar BorsbeekExpo ter gelegenheid van 750 jaar BorsbeekExpo ter gelegenheid van 750 jaar BorsbeekExpo ter gelegenheid van 750 jaar Borsbeek
Borsbeek 1264Borsbeek 1264Borsbeek 1264Borsbeek 1264----2014201420142014
Archeologie en archeologische sites in Archeologie en archeologische sites in Archeologie en archeologische sites in Archeologie en archeologische sites in
BorsbeekBorsbeekBorsbeekBorsbeek
&&&&
Borsbeek op kaart gezetBorsbeek op kaart gezetBorsbeek op kaart gezetBorsbeek op kaart gezet
Vrijdag 29 augustus 20.00u tot 11 september 12.00u.Vrijdag 29 augustus 20.00u tot 11 september 12.00u.Vrijdag 29 augustus 20.00u tot 11 september 12.00u.Vrijdag 29 augustus 20.00u tot 11 september 12.00u.
2
Woord voorafWoord voorafWoord voorafWoord vooraf
Ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de Sint-Jacobusparochie en
eigenlijk ook van de gemeente Borsbeek zijn er talrijke festiviteiten ingericht
door het Borsbeeks gemeentebestuur, het feestcomité, de socio-culturele
verenigingen en ook door individuele initiatiefnemers van onze dorpsge-
meenschap.
Naast deze festiviteiten past het natuurlijk ook om tijdens deze belangrijke
historische gebeurtenis terug te blikken op ons verleden en dit in het juiste
perspectief te zetten, zonder hiermee te academisch of belerend te doen.
Het gemeentebestuur, de cultuurraad, het DocC Borsbeek, Peter Verstappen
en Christophe Meul van Academia hebben daarom de handen in elkaar gesla-
gen om een expo rond 750 jaar Borsbeek op te bouwen. Ze hebben dit idee
naar best vermogen uitgewerkt met de beperkte middelen die hun ter
beschikking stonden.
Deze veertiendaagse tentoonstelling rond 750 jaar Borsbeek is tweeledig.
Een eerste thema is : “Archeologie en archeologische sites in BorsbeekArcheologie en archeologische sites in BorsbeekArcheologie en archeologische sites in BorsbeekArcheologie en archeologische sites in Borsbeek”.
Hierin legt Peter Verstappen, die leraar geschiedenis-godsdienst is aan het
Sint-Jozefinstituut te Borsbeek, uit hoe en waar onze eerste voorouders
leefden en hoe deze gemeenschap zich ontwikkelde.
Geschreven bronnen zijn er niet en we moeten ons baseren op de
archeologie, een wetenschap die voor velen van ons nogal eens als ver
gezocht overkomt. Peter probeert met enkele topstukken, die in Borsbeek
opgegraven werden, het tegendeel te bewijzen. Hij ging hiervoor op zoek-
tocht bij de heemkring van Heist-op-den-Berg “De Swaene”, de heer A.
Goossens, de familie Vanbijlen, en putte uit de collectie van het volks-
museum Turninum, waarvan hij trouwens de voorzitter en de bezieler is. Het
gemeentebestuur en de inrichters van de expo zijn hem hiervoor oneindig
dankbaar. De inwoners van Borsbeek kunnen op deze manier hun archeo-
logisch patrimonium toch nog eens aanschouwen binnen de eigen
gemeentegrenzen.
3
Een tweede thema dat aan bod komt is: “Borsbeek op kaart gezetBorsbeek op kaart gezetBorsbeek op kaart gezetBorsbeek op kaart gezet”.
Hier proberen de medewerkers van het DocC Borsbeek een gedeeltelijk beeld
te schetsen hoe onze gemeente groeide tot haar huidige vorm en ge-
meentegrenzen.
Van de eerste geschreven akte uit 1264, via de vroegste kaarten en plans, tot
de nieuwste luchtfoto’s op Google, zien we het “gehucht” Borsbeek evolueren
tot het dorp aan de rand van de stad. De kaarten hebben we uiteraard niet
allemaal kunnen samenbrengen. Maar we proberen er toch een mooie geheel
uit samen te stellen.
Kaarten waren vroeger een kostbaar goed in het bezit van belangrijke
mensen in de samenleving. Dat is blijkbaar nog altijd zo als je de originele
versies wil bekijken. Facsimile’s en digitale reproducties zijn duur als je die
wil bemachtigen van onze archieven of wetenschappelijke instellingen.
Internet en Google bieden dan weer een goedkoper alternatief.
Hierbij ook een dankwoord voor Jo Mortelmans, die als landmeter de
belangrijkste bronnen aanduidde en het DocC Borsbeek wegwijs maakte in
deze gespecialiseerde materie. Hij leverde ook enkele landmetertoestellen
waarmee men vroeger werkte om Borsbeek op kaart te zetten.
Het gemeentebestuur van Borsbeek heeft de scheidingsakte uit 1264 met de
Nederlandse en Latijnse transcriptie ingekaderd en deze documenten zullen
blijvend tentoongesteld worden in het gemeentehuis. Ook een recente
luchtfoto zal getuigen hoe ons dorp er uitzag in het gedenkwaardige jaar
2014.
Als er mensen zijn die over andere historische materialen beschikken, dan
mogen die altijd contact opnemen met het DocC Borsbeek, dat zich inzet om
de lokale geschiedenis te bestuderen en bekend te maken bij de jongere
generaties. Tot slot willen we alle bezoekers aan deze expo rond 750 jaar
Borsbeek veel kijkplezier toewensen.
4
5
Transcriptie akte per regel zoals in de akte, de tekst bevat veel afkortingenTranscriptie akte per regel zoals in de akte, de tekst bevat veel afkortingenTranscriptie akte per regel zoals in de akte, de tekst bevat veel afkortingenTranscriptie akte per regel zoals in de akte, de tekst bevat veel afkortingen:
1. « Nicolaus, Dei gratia Camaracensis episcopus, presentes litteras inspecturis salutem in Domino.Noverit universitas
2. vestra quod cum de consensu dilecti in Christo filii abbatis Eyhamensis patroni de Dorne et BerseBerseBerseBerse----
3. bekabekabekabeka, ad divisionem dictarum ecclesieru ex causa necessaria ; utpote solus presbiter in dictis locis commode
4. nequeat deservire, procedi fecimus, et de valore et onere dictarum ecclesiarum per decanum
5. Antwerpiensem auctoritate nostra inquisitionem fieri diligencius, nobisque constet per eandem inquisitionem quod par-
6. rochia de Bersebeka, que ab illa de Dorne tanquam a matrice ecclesia separatus, habeat in redditibus
7. et proventibus, tam ad presens assignatis quam etiam assignandis, annuatim ad valorem decem
8. librarum Lovaniensium ad sustentationem persone sive vicarii ibidem instituti, alisque nicholominus par-
9. rochia de Dorne predicta in sus sufficientia remanente. Attendentes predicta, cum hoc eciam piet-
10. as suadeat, necessitas imperet et requirat animarum periculis prout nostro incumbit officio pro
11. viribus obviare cupientes, divisionem hujusmodi parrochiarum ratam habemus et accep-
12. tem, eassssque auctoritata nostra tenore presentium confirmantes. In cujus rei testimonium presenti-
13. bus litteris sigillum nostrum duximus apponendum. Actum et datum apud Fontanas anno
14. Domini M° CC° LM° CC° LM° CC° LM° CC° LX° quartoX° quartoX° quartoX° quarto, sabbato post octabas apostolorum Petri et Pauli. »
Charles Piot, Cartulaire de l’abbaye d’Eename, p.280 [origineel eerst met gebroken zegel, nu blijkbaar zonder zegel bewaard in RAG].
6
Akte van Bisschop NICOLAUS van KAMERIJK dd 12Akte van Bisschop NICOLAUS van KAMERIJK dd 12Akte van Bisschop NICOLAUS van KAMERIJK dd 12Akte van Bisschop NICOLAUS van KAMERIJK dd 12---- 07 07 07 07----1264126412641264
Nicolaus, bisschop van Kamerijk bij Gods genade, aan allen die deze akte lezen: Onze zegen in de Heer! Het zij de
gemeenschap bekend dat wij, met instemming van onze beminde Zoon in Christo, de Abt van Eename, patroon van
Deurne en Borsbeek, tot de scheiding van voornoemde kerken hebben besloten, aangezien één enkele priester moeilijk
de twee plaatsen samen kan bedienen.
Door onze Antwerpse deken hebben wij de waarde en de lasten der bedoelde kerken
laten nagaan. Uit dit onderzoek is ge- bleken dat de parochie van Borsbeek - die van
de parochie van Deurne, haar moeder- parochie, wordt gescheiden - aan inkomsten
en reeds genoten en nog te genieten voordelen, jaarlijks de waarde van 10 pond
Leuvens zal ontvangen tot ondersteuning van de aldaar benoemde pastoor of diens
plaatsvervanger, waarbij de parochie van Deurne niettemin haar onderhoud zal kunnen
blijven verzekeren.
Omwille van deze omstandigheden, uit godsvrucht en noodzaak en ten einde de zielenzorg waarvoor wij ambtshalve
instaan, naar best vermogen te kunnen behartigen, keuren wij de splitsing in 2 parochies goed en bekrachtigen haar,
met ons gezag, door deze akte, voorzien van ons zegel. Op zaterdag na het octaaf van de Apostelen Petrus en Paulus,
1264 te Fontaine-l’Évȇque.
7
8
9
Borsbeek, een gBorsbeek, een gBorsbeek, een gBorsbeek, een gemeente rijk aan archeologie emeente rijk aan archeologie emeente rijk aan archeologie emeente rijk aan archeologie
Archeologie… voor de enen saai, voor anderen een fantasierijke jeugddroom.
Bij wie spraken/spreken figuren als Indiana Jones of Lara Croft niet tot de
verbeelding? Wie vond/vindt vondsten als het graf van Toetanchamon of het
Chinese terracottaleger van Xi-an niet tot de verbeelding spreken?
Niet iedereen waarschijnlijk … maar als we eerlijk zijn, maakt het bij velen
van ons toch iets los. In realiteit is archeologie echter zelden zo spectaculair.
Archeologen vinden bijna nooit schatten. Tenzij we het woord “schat” op een
andere manier zouden definiëren. Het doorsnee archeologisch onderzoek
stoot zelden op goud of lucratieve vondsten. De schat waar archeologie naar
op zoek is, is de nieuwe informatie, de nieuwe kennis van wat ooit geweest
is.
Wat is archeologie?Wat is archeologie?Wat is archeologie?Wat is archeologie?
Letterlijk betekent archeologie: “de wetenschap die materiële resten van het
menselijke verleden onderzoekt”. Daarmee worden letterlijk alle stoffelijke
resten bedoeld die met het verleden van de mens te maken hebben.
Huisresten, potten, sieraden, beerputten, wapens, huisdieren, menselijke
resten, pollen en zaadjes zijn maar enkele van de vele duizenden elementen
die door de archeologie worden onderzocht. Archeologie is duidelijk geen
geschiedenis, want dat is de wetenschap die de “geschreven bronnen van het
menselijke verleden bestudeert”. Zij concentreert zich letterlijk op alles wat
de mens op gelijk welke manier heeft bij elkaar geschreven. Beide we-
tenschappen vullen elkaar aan.
Hoe werkt archeologie?Hoe werkt archeologie?Hoe werkt archeologie?Hoe werkt archeologie?
Archeologen gaan niet zomaar overal graven. Dat is wettelijk trouwens niet
toegelaten. Voor er een archeologisch onderzoek start, moet eerst on-
derzocht worden of er iets in de ondergrond verborgen zit. Redenen om dit
te veronderstellen zijn oude vondsten, vermeldingen van vroegere gebouwen
of structuren in geschreven bronnen (fig.1fig.1fig.1fig.1), toponiemen (namen die een
bepaalde plek draagt, b.v. de Steenakker in Mortsel), …
Als er nog getwijfeld wordt, zal men eerst een proefsleuvenonderzoek (fig. 2fig. 2fig. 2fig. 2)
doen om na te gaan of er effectief iets in de bodem terug te vinden is.
10
Heel wat oude sporen zijn immers vernield door latere bouwwerken. Als de
onderzoekers zeker zijn, starten ze met de eigenlijke archeologische opgra-
ving. Tijdens de opgraving tekenen de archeologen alle sporen op en
verzamelen ze de materiële vondsten. De optekening leidt tot het opgra-
vingsplan (fig. 3fig. 3fig. 3fig. 3). De vondsten worden door verschillende specialisten verder
onderzocht. Zij leveren informatie op over de rijkdom, handel, gewoonten
van de mensen. Skeletresten kunnen veel vertellen over de gevolgen van
klimaat en leef- en eetgewoonten op de mens. Het onderzoek van pollen en
zaadresten zegt ons in welk landschap en klimaat de mensen leefden. Door
deze laatste informatie te vergelijken met de gegevens van de laatste jaren
krijgen we b.v. een beter beeld van de gevolgen en de risico’s van de
opwarming van de aarde.
Archeologie en ook geschiedenis doen meer dan enkel iets vertellen over het
verleden, zij geven ons een beter beeld over alle aspecten van ons leven
vandaag en dat in onze toekomst.
Maar wat is er zo al gevonden in Borsbeek?Maar wat is er zo al gevonden in Borsbeek?Maar wat is er zo al gevonden in Borsbeek?Maar wat is er zo al gevonden in Borsbeek?
Het lijkt ons het handigst om de vondsten chronologisch te ordenen. De
oudste eerst en de jongste laatst.
De oudste voorwerpen die in Borsbeek werden teruggevonden zijn niet ar-
cheologisch maar paleontologisch. Het betreft resten van zeedieren die min-
stens 400.000 jaar oud zijn. In die periode maakte onze streek deel uit van
een strandzee, een ondiepe zee waar heel wat skeletresten in het slijk
bewaard zijn gebleven.
De eerste menselijke resten die gedocumenteerd zijn (mogelijk zijn nog
andere vondsten gedaan maar aangezien we die niet kennen, kunnen we
daar ook niets over vertellen) dateren uit het mesolithicum (midden steentijd
van 9200 v.C.-4300 v.C.). Ze werden aangetroffen op de velden ten zuiden
van het centrum van de gemeente1. Ook uit het hierop volgende neolithicum
(nieuwe steentijd 4300 v.C.- 2500 v.C.) werden op dezelfde locatie ver-
scheidene voorwerpen in silex aangetroffen. De duidelijkste zijn enkele
1 WERKGROEP PROSPECTIE (JANSSENS R., VERSTAPPEN P.) 2000. Borsbeek - Pastoorshoeve, A.V.R.A. jaarboek
1999, 67 en 72,65-68
11
“krabbers” (ffffig. 4ig. 4ig. 4ig. 4), werktuigen die werden gebruikt om b.v. huiden schoon te
krabben en een pijlpunt (fig. 4fig. 4fig. 4fig. 4).
Eén van de belangrijkste vondstperiodes in de gemeente is de eindfase van
de bronstijd (2500 v.C.-800 v.C, hier vooral de periode na 1000 v.C.). Zowel
in de hoek E. Verelstlei /J. Reusenslei2 als aan de Floris Primslei3 werden
graven aangetroffen uit de zogenaamde “urnenveldenperiode”. In het eerste
grafveld werden een 30-tal graven opgegraven, in het tweede voorlopig
slechts 1 graf. In beide gevallen bestonden de grafgiften bijna uitsluitend uit
aardewerken potten (fig. 5fig. 5fig. 5fig. 5).
De daaropvolgende ijzertijd (800 v.C.-50 v.C) is voorlopig minder duidelijk
gedocumenteerd maar des te meer aanwezig. Recente opgravingen aan de
Frans Theyslei4 en ook het vooronderzoek voor de ondertunneling van de
luchthaven5 wijzen op een duidelijke bewoning. De veelheid aan paalsporen
en de handgevormde scherven aardewerk uit de proefsleuven aan de Frans
Theyslei konden door het niet verdergezette onderzoek echter niet meer
duidelijkheid geven. Hopelijk vertelt het vervolgonderzoek aan de luchthaven
waar eveneens paalsporen, schervenmateriaal en een glazen armband-
fragment werden aangetroffen ons in de toekomst iets meer. Een pot aan-
getroffen in een oude loop van de Koude Beek aan de Frans Beirenslaan6 lijkt
door zijn vorm thuis te horen in de midden ijzertijd (+/- 500-250 v.C.).
Ook de velden ten zuiden van het centrum7 leverden aardewerkfragmenten
en een glazen armbandfragment (fig. 6fig. 6fig. 6fig. 6) op. Zij horen eerder thuis in de
laatste fase van deze periode (+/- 250 v.C.-50).
2 DESITTERE M, GOOSSENS A. 1966. Twee uitzonderlijke graven van de urnenveldencultuur uit Borsbeek (prov.
Antwerpen), Helinium VI/3, 218 – 223. VAN IMPE L. 1972. Een urnenveld te Borsbeek, Archaeologia Belgica 140,
Brussel. SMEETS M., STEENHOUDT M., FOCKEDEY L. 2011: Het archeologische vooronderzoek aan de Eugeen
Verelstlei te Borsbeek. Studiebureau archeologie, Archeo-rapport 79, Kessel-Lo, 11-15. SMEETS M., VANDER
GINST V., STEENHOUDT M. 2013. Het archeologisch onderzoek aan de Eugeen Verelstlei te Borsbeek. Stu-
diebureau archeologie, Archeo-rapport 148, Kessel-Lo, 17-29. 3 WERKGROEP PROSPECTIE (VAN PELT T., VERSTAPPEN P.) 1998. Borsbeek – Floris Primsstraat, A.V.R.A.
jaarboek 1997, 64. 4 VAN LIEFFERINGE N., SMEETS M. 2012. Het archeologisch vooronderzoek aan de Frans Theyslei te Borsbeek.
Studiebureau archeologie, Archeo-rapport 109, Kessel-Lo, 15 en 17. 5 DE KREYGER F., COENAERTS J., BILLEMONT J., GENBRUGGE S. & DE SMAELE B. 2013. ADEDE Archeo-Rapport
44 Deurne/Borsbeek – Krijgsbaan R11, 37-46. 6 LAUWERS R., VAN IMPE L. 1982. IJzertijdaardewerk uit de Antwerpse Kempen, Archeologie 1982-2, 82.
7 WERKGROEP PROSPECTIE 2000, 67 en 72,59.
12
Tot slot konden we ook aan de Grensstraat8 in een bouwput enkele ijzer-
tijdscherven recupereren. Op dezelfde zuidelijke velden9 kwam ook beperkt
wat Romeins materiaal tevoorschijn. Het is voorlopig het enige tastbare uit
deze periode (50 v.C.-400) dat in de gemeente is aangetroffen.
De middeleeuwen werden lang een duistere periode genoemd. Ondertussen
weten we dat dit allesbehalve het geval is. De middeleeuwen zijn rijk aan
geschiedenis en de lange periode delen we op in 3 stukken: de vroege
middeleeuwen (+/- 450-900), de volle middeleeuwen (+/- 900-1200) en de
late middeleeuwen (1200-1450). Tot voor de vondst van het grafveld van
Broechem kende de archeologische wereld Borsbeek als de vindplaats van
één van de rijkste Merovingische (+/- 450-750) begraafplaatsen10 van de
provincie Antwerpen. Een 40-tal graven bevatte naast het traditionele
aardewerk en wapentuig voor de mannen ook de nodige halskettingen met
glazen kralen voor de vrouwen. Eén uitzonderlijk dubbelgraf bevatte o.a.
twee gouden munten en een gouden ring. Verder vallen de gedamas-
quineerde11 riembeslagen (fig. 7fig. 7fig. 7fig. 7) op. Deze versieringstechniek met ingelegd
zilver maakt de metalen onderdelen van de riemen van deze mensen
uitzonderlijk mooi. Qua stijl doen ze ons het meest denken aan art nouveau
of Keltische kunst.
Dat Borsbeek in de volle middeleeuwen bestond, lijdt geen twijfel12. Tot nog
toe hebben we echter weinig uit deze periode aangetroffen. Aan de Frans
Theyslei13 werden een middeleeuwse gracht, paal, kuilsporen en scherven uit
de volle en late middeleeuwen aangesneden. Het niet verder gezette on-
derzoek maakt echter dat deze plek ons weinig meer informatie biedt. Ook
op de velden ten zuiden van het centrum14 treffen we scherven uit volle en
late middeleeuwen aan. Het hieraan grenzende proefsleuvenonderzoek in het
8 WERKGROEP PROSPECTIE (JANSSENS R., VERSTAPPEN P.) 2000. Borsbeek - Grensstraat, in A.V.R.A. jaarboek
1999, 68. 9 WERKGROEP PROSPECTIE 2000, 68.
10 DE BOE G. 1970. Een Merovingisch grafveld te Borsbeek (Antwerpen), Archaeologia Belgica 120, Brussel.
11 ROOSENS H. 1981: Damasquineringen en dierstijlen van Borsbeek. Archaeologica Belgica 233, Brussel.
12 PRIMS F. 1954. Borsbeek in de vaderlandse geschiedenis, Borsbeek. BEEGHS T. 1982. Zevenhonderdvijftig
jaar geschiedenis van Borsbeek in een notedop (1232 – 1982), Borsbeek. 13
VAN LIEFFERINGE N., SMEETS M. 2012. Het archeologisch vooronderzoek aan de Frans Theyslei te Borsbeek.
Studiebureau archeologie, Archeo-rapport 109, Kessel-Lo, 13, 16 en 17. 14
WERKGROEP PROSPECTIE 2000, 67 en 72,60.
13
Sint-Jozefsinstituut15 biedt echter meer perspectieven. De middeleeuwse
resten die tevoorschijn kwamen uit dit vooronderzoek zijn perfect bewaard
omdat ze 500 jaar lang in de tuinen van het kasteel van de heren van
Borsbeek hebben gelegen. Het verdere onderzoek dat hier volgend jaar zal
plaats vinden, vertelt ons hopelijk heel wat meer over het prille Borsbeek.
Een laatste vondst dateert uit de vroegmoderne tijd (1450-1750). Het betreft
de begraafplaats van een waarschijnlijk onder verdachte omstandigheden
omgekomen man. Hij lag begraven nabij de voordeur van de Pastoors-
hoeve16. Op basis van de sterk verweerde Brabantse en Luikse munten in zijn
beurs kan enkel een ruime datering in de 17de eeuw worden meegegeven.
De bezoekers van de expo 750 jaar Borsbeek kunnen een selectie van deze
archeologische vondsten bekijken in de vitrinekast in de gemeenteraadzaal.
15
REYNS N., VAN DER KELEN A. 2013. Archeologisch vooronderzoek Borsbeek, de Robianostraat 11, All-
Archeorapport 200, Bornem. 16
WERKGROEP PROSPECTIE (VERSTAPPEN P.) 1998. Borsbeek - Pastoorshoeve, A.V.R.A. jaarboek 1997, 65.
14
Lijst met de figuren over de archeologieLijst met de figuren over de archeologieLijst met de figuren over de archeologieLijst met de figuren over de archeologie
Fig. nr. 1: ingekleurde gravure van het kasteel van Borsbeek naar Le Roy, 18de
eeuw.
Fig. nr. 2: proefsleuf de Robianostraat 11
(onderzoek Sint-Jozefsinstituut).
15
Fig. nr. 3: opgravingsplan (onderzoek Sint-Jozefsinstituut) © All-Archeo.
Fig. nr. 4: pijlpunt en enkele krabbers afkomstig van de velden ten zuiden van het
centrum.
16
Fig. nr. 5: Het aardewerk uit één van de late bronstijd/vroege
ijzertijdgraven aan de E.Verelstlei/J. Reusenslei.
Fig. nr. 6: glazen armbandfragment uit de zone ten zuiden van het centrum - met
voorbeeld van een volledig exemplaar uit Noord-Brabant (Nl).
Fig. nr. 7: voorbeelden van damasquinering op het Merovingische gordelbeslag (Roossens
1981).
17
18
Hoe zagen onze voorouders de wereld? Hoe zagen onze voorouders de wereld? Hoe zagen onze voorouders de wereld? Hoe zagen onze voorouders de wereld? De oudst bekende topografische kaart stamt uit ongeveer 2.500 voor Chris-
tus en werd gemaakt door de Egyptenaren.
Deze zogeheten “Papyrus van Turijn” toont de
route naar een steengroeve en werd vermoe-
delijk gebruikt om zandsteen te verzamelen
voor de standbeelden van farao Ramses IV.
Rond de 5de eeuw voor Christus creëerden de
Babyloniërs vervolgens de eerste “wereldkaart”.
Het ging hier echter om een grotendeels sym-
bolische weergave.
Homerus en HerodotusHomerus en HerodotusHomerus en HerodotusHomerus en Herodotus
De oude Grieken baseerden hun wereldbeeld
aanvankelijk op de geschriften van de dichter
Homerus. Hij zag de aarde als een platte ronde
schijf, omringd door een grote en voortdurend stromende rivier, de ‘Ocea-
nus’. In het centrum van de wereld lag Griekenland, terwijl de randen van de
schijf bevolkt werden door vreemde en barbaarse volkeren. Deze ideeën
werden onder meer overgenomen door Hekataeus (500 v. Christus) en Hero-
dotus (440 v. Christus), die soms de meest vreemde dingen beschreven.
19
Erastosthenes en PtolemaeusErastosthenes en PtolemaeusErastosthenes en PtolemaeusErastosthenes en Ptolemaeus
Onder invloed van de filosoof Aristoteles (384 – 322 v. Christus) raakten de
Grieken geleidelijk aan steeds meer overtuigd dat de wereld rond was. Zo
slaagde de briljante geograaf Erasthosthenes er rond de 3de eeuw voor
Christus in om de omtrek van de aarde tot op een half procent nauwkeurig te
berekenen. Hij deed dit door op verschillende plekken de lengte van de
schaduwen op te meten en deze vervolgens met elkaar te vergelijken.
Ptolemaeus (90-168) maakte later handig gebruik van dit rekenwerk bij de
opstelling van zijn Geographia, een achtdelige atlas, waarbij voor het eerst
gebruik werd gemaakt van lengte- en breedtegraden. Toch was het werk van
Ptolemaeus nog lang niet nauwkeurig.
Zo dacht de geograaf dat Eurazië maar liefst 50 procent van het aardopper-
vlak omvatte, met als gevolg dat Christoffel Columbus ruim veertien eeuwen
later nog steeds dacht dat hij eenvoudig via het westen naar Indië kon varen.
20
Mappa MundiMappa MundiMappa MundiMappa Mundi
In de loop der eeuwen konden de
cartografen met behulp van de
kennis van handelaren en ont-
dekkingsreizigers een steeds
beter beeld van de aarde vor-
men. Zo werden er in de middel-
eeuwen in totaal ruim 1.100 mappa
mundi gemaakt en slaagde de
Arabische geograaf Muhammad
AlIdrisi er in 1154 met zijn
Tabula Rogeriana in een uiterst
gedetailleerde wereldkaart te
creëren.
Perfect waren deze wereldkaarten echter nog niet. Zo was het onder carto-
grafen gebruikelijk om delen van elkaars werk te kopiëren, met als gevolg
dat veel “spookeilanden” bleven bestaan. Daarnaast vulde men de onbekende
plekken op de kaart nog steeds in met allerlei monsters en mythische
wezens. Zo stond op de rand van de Lenox-globe uit 1510 te lezen “HC SVNT
DRACONES”, ofwel ‘Hier zijn draken’.
21
Pas met de toename van het aantal grote ontdekkingsreizen in de 15de en
16de eeuw werd deze “Terrae Incognitae” (onbekende streken) steeds verder
ingevuld. Zo presenteerde de Duitse cartograaf Martin Waldseemüller in 1507
de “Universalis Cosmographia”, de eerste wereldkaart die melding maakte
van het continent “America”.
22
WeersatWeersatWeersatWeersatellieten, GPS en Google Mapsellieten, GPS en Google Mapsellieten, GPS en Google Mapsellieten, GPS en Google Maps Sindsdien hebben de introductie van onder meer de computer en satel-
liettechnologie ervoor gezorgd dat men inmiddels het gehele aardoppervlak
in kaart heeft gebracht. We zijn dus ver van de platte schijf waar je kon van
afvallen tot een geodetische ellipsoïde of afgeplatte aardbol.
23
Borsbeek op kaart gezet.Borsbeek op kaart gezet.Borsbeek op kaart gezet.Borsbeek op kaart gezet.
Reeds zeer lang heeft de mens de wereld rondom hem willen begrijpen. De
kennis van zijn omgeving, en hetgeen daarbuiten mogelijk aanwezig was trok
zijn aandacht. Hij wilde reeds vroeg de gekende wereld “in kaart brengen” op
kleitablet of perkament. De bedoeling was meestal de grenzen van zijn
jachtgebied en later zijn landsgrenzen of eigendommen vast te leggen en af
te bakenen. Later werden kaarten gebruikt om grenzen van kerkelijke of
wereldlijke territoria vast te leggen en om de onderdanen te belasten. Elk
bestuurlijk niveau maakte hiervoor zijn meetboeken en later (pre) kadastrale
kaarten en kon zo de globale opgelegde cijnzen eventueel verdelen over de
“schouwen” of “zielen” in zijn gebied.
Een eerste grenswijzieerste grenswijzieerste grenswijzieerste grenswijzigingginggingging vinden we in een akte van 18 maart 168618 maart 168618 maart 168618 maart 1686 met een
grondvoordeel voor Borsbeek. We lezen: “Staat van den dorpe van Bors-
beecque conform de limitscheydinge oft jurisdictie ende conform de rook-
gaten(53) gereclameert mette Reg. Geacteert 18 meert 1686.” Hierna volgen
de ruilrubrieken, elk met vermelding van hoeven, woningen en gronden, die
van dorp wisselen. Het betreft dus een ruil van gronden en hoeven met
betrekking tot het innen van belastingen ‘volgens rookgaten’. Deze ruil
betekende ook dat de vernoemde bewoners van parochie wijzigden. De
parochiegrens is dan ook gemeentegrens1.
De tweede grenswijzigingtweede grenswijzigingtweede grenswijzigingtweede grenswijziging in 1758175817581758 betekende dan weer grondverlies. Door
tussenkomst van de Heer Louis de Villegas en schepen Ch. Van Herck werden
vroegere grenswijzigingen teniet gedaan en gronden weergegeven of
omgewisseld, een ruilverkaveling zouden we nu zeggen. Zo werd de “oude
Springhaan” Borsbeeks, maar de “Oude” en “Nieuwe Donck” voortaan
“wereldlijk Deurne” en “kerkelijk Borsbeek”. Het vereenvoudigde het belas-
tingswezen, maar voor de inwoners bleef de parochiegrens hetzelfde. Deze
geschillen werden uiteindelijk officieel en goedgekeurd door de Raad van
Brabant, het hoogste gerechtscollege in Brabant. De gemeente zal op 7
september 1758 besluiten een kaart- en meetboek van het dorp en
heerlijkheid te laten opmaken.
1 T. Beeghs, “Zevenhonderdvijftig jaar geschiedenis van Borsbeek in een notedop: 1232-1982.”, 1982,
Gemeentebestuur Borsbeek, p.44-45
24
Het is landmeter Petrus StynenPetrus StynenPetrus StynenPetrus Stynen die zich zal kwijten van deze taak2.
In het jaar 1686 was de totale oppervlakte van Borsbeek 309 bunder en 300
roeden. In 1759 verloren we 21 bunder en 323/4 roeden.
We tonen 4 van de 5 kaarten van Petrus Stynen, die dikwijls een lange titel
dragen: “Caerte figuratieff van de limietscheijdinge van de dorpen,
heerlijckheden ende jurisdictien van Deurne ende Wommelgem mitsgaders
van eenige van de landen, bosschen ende gronden van erven onder voors.
Twee dorpen gelegen ontrent de respectieve limietscheijdinge, 1758, Stijnen P.”.
Kaart en tiendenboeken van het hertogdom Brabant en de abdijenKaart en tiendenboeken van het hertogdom Brabant en de abdijenKaart en tiendenboeken van het hertogdom Brabant en de abdijenKaart en tiendenboeken van het hertogdom Brabant en de abdijen
We vinden Borsbeek ook terug op de kaart van het hertogdom Brabant. Op
deze oude kaart kunnen we Borsbeek zien. De kader hangt oorspronkelijk in de hal van de burgemeester. Via onze collega’s van de Wommelgemse heem-
kring “De Kaeck” konden we enkele boeken inkijken waarin we Borsbeek of
gronden uit de gemeente Borsbeek terugvinden.
• “Het Hertogdom Brabant in kaart en prent: zijn vier Kwartieren Leuven-
Brussel-Antwerpen-’s Hertogenbosch”.
• “Op geestelijke gronden: kaarten van het bisdom Antwerpen en Onze-
Lieve-Vrouwekapittel en de Kloosters van Terzieken en Falcon te Antwerpen
1550-1791”.
• “Een kaartboek van de Sint-Michielsabdij Antwerpen 1640-1793”.
De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik
(1771(1771(1771(1771----1778) door Joseph Jean François graaf de Ferraris1778) door Joseph Jean François graaf de Ferraris1778) door Joseph Jean François graaf de Ferraris1778) door Joseph Jean François graaf de Ferraris Op het einde van de 18de eeuw werd het hele grondgebied van het huidige
België voor de eerste maal op een homogene wijze in kaart gebracht. Dit
gebeurde onder leiding van graaf J. de Ferraris.de Ferraris.de Ferraris.de Ferraris. Tussen 1771 en 1778 werd
de zogenaamde "Kabinetskaart" op schaal 1/11.520 met de hand getekend
(275 bladen). De Koninklijke Bibliotheek heeft de originele documenten
gescand. De Universiteit Gent heeft, in samenwerking met het Nationaal
Geografisch Instituut een geavanceerde beeldverwerking uitgevoerd om de
kaartdelen vloeiend aan elkaar te laten aansluiten. De kaarten werden ook
gepubliceerd in een atlas.
2 T. Beeghs, “Zevenhonderdvijftig jaar geschiedenis van Borsbeek in een notedop: 1232-1982.”, 1982,
Gemeentebestuur Borsbeek, p.61-62
25
Topografische kaart van België (1850Topografische kaart van België (1850Topografische kaart van België (1850Topografische kaart van België (1850----1854) van Philippe Vandermaelen op 1854) van Philippe Vandermaelen op 1854) van Philippe Vandermaelen op 1854) van Philippe Vandermaelen op
schaal 1:20 000.schaal 1:20 000.schaal 1:20 000.schaal 1:20 000.
Philippe Vandermaelen (1795-1869) is de stichter van het “Établissement
géographique de Bruxelles”. Hij publiceerde de eerste uitgave van een
topografische kaart van België op metrische schaal. Voordien waren schalen
grafisch, of werden ze uitgedrukt in plaatselijke maten (el, vadem, mijl, …).
Hij werkte samen met Paul Gérard, die na het vertrek van de Hollanders in
1830, in het bezit gebleven was van de punten van tweede en derde orde van
de triangulatie van Erzey. Hij maakte verschillende kaarten van België op
basis van dit geodetische net en volgens de gewijzigde projectie van
Flamsteed. Ph. Vandermaelen publiceerde vier edities van de topografische
kaart van België op schaal 1 :20.000 en publiceerde eveneens een editie van
deze kaart op schaal 1 :80.000. Hoogtelijnen, een uitvinding uit het midden
van de 19de eeuw, komen alleen op enkele kaartbladen van de vierde en
laatste editie op schaal 1 :20.000 voor. Op alle andere edities (waaronder
deze die het Nationaal Geografisch Instituut bezit) wordt de hoogte symbo-
lisch voorgesteld door middel van streepjes die dichter naast elkaar gaan
liggen, naarmate de helling steiler wordt. De kaart op schaal 1:80.000 werd
vervaardigd door de samenvoeging, de schaalverkleining en generalisatie van
16 kaartbladen op schaal 1:20.000. De bladnummering op schaal 1:20.000
wordt dus voorgesteld als een breuk van het overeenkomstige bladnummer
op schaal 1:80.000.
In 1830, net vóór de Belgische onafhankelijkheid, richtte de cartograaf
Philippe VANDERMAELENPhilippe VANDERMAELENPhilippe VANDERMAELENPhilippe VANDERMAELEN (1795(1795(1795(1795----1869)1869)1869)1869) het Etablissement géographique de Etablissement géographique de Etablissement géographique de Etablissement géographique de
BruxellesBruxellesBruxellesBruxelles op. Hij kreeg geen subsidies van de overheid, maar
sprak zijn persoonlijk vermogen aan en werkte met mede-
werkers en technici die hij zelf opleidde. Hij gebruikte een
reproductietechniek, de lithografie, die hij als eerste intensief
toepaste op het gebied van de cartografie. Vandermaelen
werd de grootste en productiefste van alle Belgische carto-
grafen van zijn tijd. Hij was zowel de cartograaf van de Staat
en van openbare instellingen als een privé-cartograaf. Van de
enorme productie van Philippe Vandermaelen, waarvan de Koninklijke Biblio-
theek het grootste deel verwierf toen het Etablissement géographique de
Bruxelles in 1880 definitief zijn deuren sloot, bewaart de afdeling Kaarten en
26
Plannen: de Atlas universelAtlas universelAtlas universelAtlas universel op 400 folio’s (1825-1827), de eerste wereldatlas
op unieke schaal; de Atlas de l'EuropeAtlas de l'EuropeAtlas de l'EuropeAtlas de l'Europe op 165 folio’s (1829-1830); de Cartes Cartes Cartes Cartes
topographiques detopographiques detopographiques detopographiques de la Belgique la Belgique la Belgique la Belgique op schaal 1:80.000 op 25 folio’s (1841-1853)
en op schaal 1:20.000 op 250 folio’s (1846-1854), voorlopers van de kaarten
van het Krijgsdepot, vandaag het NGI; en honderden plattegronden van ste-
den, geologische, industriële, statistische, militaire en spoorwegkaarten, kaar-
ten voor het openbaar onderwijs, geografische jaar- en woordenboeken, his-
torische atlassen, kaarten van andere landen en continenten, globes...
Kaart van het noordelijk deel van de Franse Republiek van P.G. Chanlaire Kaart van het noordelijk deel van de Franse Republiek van P.G. Chanlaire Kaart van het noordelijk deel van de Franse Republiek van P.G. Chanlaire Kaart van het noordelijk deel van de Franse Republiek van P.G. Chanlaire
(1807)(1807)(1807)(1807).... L. Capitaine & P-G Chanlaire: “Carte des Treize Départements Réunis à la
partie Septentionale de l'Empire Français; comprenant la Belgique et les Pays
conquis à la Rive gauche du Rhin“ (1807) .
Pierre-Grégoire Chanlaire (1758-1817) was advocaat bij het Parlement van
Parijs in 1780. De Revolutie zette hem ertoe aan om zich aan de geografie te
wijden. In het begin van de negentiende eeuw werd hij benoemd bij het
centraal bestuur van Waters en Bossen. Tussen 1803 en 1808 was hij direc-
teur van de cursus geometrie en van het topografisch bureau bij het Kadas-
ter. In 1808 publiceerde hij de eerste nummers van de “Description topo-
graphique et statistique de la France”. De “Carte des treize départements.. “
van P.G. Chanlaire werd in Parijs uitgegeven in 1807 op basis van o.a. de in
1794 uitgegeven “Carte Chorographique de la Belgique” van L. Capitaine.
De “Carte des treize départements… “ is historisch belangrijk; ze werd tijdens
het Congres van Wenen (1815) gebruikt om de nieuwe grenzen van België en
Frankrijk te bepalen.
De kaarten van PhilipDe kaarten van PhilipDe kaarten van PhilipDe kaarten van Philip----Christiaan PoppChristiaan PoppChristiaan PoppChristiaan Popp.
Philip-Christiaan Popp, controleur van het kadaster, dagbladuitgever en car-
tograaf, werd geboren te Utrecht op 10 februari 1805 en stierf te Brugge op
3 maart 1879. Zijn moeder was van Hollandse oorsprong, Jeanne-Henriette
Vander Pant, en was van goeden huize. Zijn vader was van Duitse afkomst en
vestigde zich te Utrecht als notaris en procureur. De familie vestigde zich in
België in 1818. Na zijn middelbare studies werd Philip-Christiaan particulier
secretaris van de Gouverneur van Henegouwen en kwam in dienst van de
27
kadastrale administratie te Bergen. Deze diensten brachten hem te Brugge in
1827, waar hij benoemd werd tot controleur van het Kadaster. In 1827
huwde Philip-Christiaan Popp met Caroline Boussart(1808-1891): ze was
geboren te Binche op 12 december 1808, van moeders kant afkomstig uit
een notabele, oorspronkelijk Franse familie uit Binche, van vaderskant uit een
hogere officierenfamilie uit het Keizerrijk.
In 1830 koos Philip-Christiaan Popp, gevolg van de revolutionaire ont-
wikkeling en de onafhankelijkheid van België, de Belgische nationaliteit en
bekwam in 1831 de Belgische politieke rechten. Philip-Christiaan Popp was
directeur van het " Journal de Bruges " tot aan het einde van zijn leven in
1879. Zijn echtgenote was hoofdredactrice. In het eerste nummer verscheen
haar leuze: "Volharding en werkzaamheid" - eerbied voor principes. In de
hoofding van het journaal verscheen de Latijnse spreuk: "Suum cuique" (geef
aan iedereen het zijne). De dochters Antoinette en Nelly Popp zouden het
werk voortzetten. Het was in feite een meesterwerk, het orgaan waarmee
Popp de voorspoed van Brugge behartigde. Vanaf 1838 zette hij zich
onmiddellijk aan het werk, niet alleen om een wetenschappelijk werk, maar in
eerste plaats om een sociaal werk te verwezenlijken: de kadastrale plans en
medegaande documenten, die nog maar pas door de administratie voltooid
waren, ter beschikking stellen van het publiek tegen aannemelijke prijs. Deze
kadastrale plannen waren inderdaad weinig bereikbaar, en de formaliteiten
om inlichtingen te bekomen waren tergend en vergden soms lange
termijnen. Deze vulgarisatie werd reeds aangevat door Vander Maelen, doch
werd nooit voltooid. Met uitzondering van de provincies Namen, Limburg en
Luxembourg verschenen alle kadastrale plans; het werk werd door zijn dood
afgebroken. Ongeveer 1800 gemeenten werden behandeld. Popp zelf stond
in voor het herleiden van de plannen van een tot twee bladen, met een
maximum van zes bladen voor de meest uitgestrekte gemeenten. Op deze
manier was het mogelijk om met één oogopslag een overzicht te krijgen op
de omvang van elk der gemeenten. Het perceelplan van het kadaster werd
per gemeente op de meest nauwkeurige en met de uiterste zorg getekend op
een schaal van 1/500 tot 1/5000 en gedrukt op groot adelaarsformaat of
groot wereldformaat volgens de uitgestrektheid van het gebied. De grenzen
van de secties en de omtrek van de gemeente zijn gekleurd. Ieder plan is
vergezeld van een Aanwijzende Tabel en de Kadastrale Legger die de num-
mers van de percelen bevat alsook de namen, voornamen en de adressen van
28
de eigenaars, evenals de natuur, de oppervlakte, de klassering en het netto
belastbaar inkomen per bebouwde of onbebouwd perceel, de totale opper-
vlakte van de gemeente, het tarief van de netto waarde per natuur en per
klasse van de grondeigendom.
De tabel vermeldt eveneens de personen die genieten van een vruchtgebruik,
een erfpacht en een recht van opstal. Ieder plan werd gedrukt volgens het
lithografisch systeem. Enkele stadsplans zijn versierd met zichtprenten van
monumenten, waarvan de mooiste voorkomen op de plans van Brugge,
bestaande uit acht bladen op een schaal van 1/1000.
In dezelfde periode waarin de kadastrale perceelatlas tot stand kwam, (voor
sommige gemeenten zelfs bijgewerkt) werkte Popp aan de topografische
kaart van West-Vlaanderen met hetzelfde doel voor ogen als de Atlas. Er ver-
schenen twee uitgaven: in 1856 en 1860. Het was een echt geodetisch en
cartografisch werk. Popp beoogde zelfs hetzelfde werk voor iedere provincie,
doch kreeg er geen tijd voor. De topografische kaart was echt het resultaat
van degelijk geodetisch werk en een samenbrengen van de kadastrale
documenten, aangevuld met persoonlijke vaststellingen op gebied van
buurtwegen, waterlopen, spoorwegen enz.
Dit reuzenwerk op cartografisch gebied door Popp uitgegeven, is nog heden
ten dage van uitzonderlijk belang voor de opzoekingen van de oorspron-
kelijke grenzen van de eigendommen. Dat is het ook voornamelijk in verband
met de historische geografie. De perceelsatlas zorgt voor een zeer belangrijk
documentatie in de studie van de ontwikkeling van het onroerend bezit, de
bevolking en de uitbating van de gronden. De plans Popp met de aanwij-
zende tabel en de kadastrale legger maken het mogelijk statistieken aan te
leggen. De topografische kaart van West-Vlaanderen maakt een vergelijking
met deze van Fricx, Ferraris, Mercator en J. De Deventer, alsook met de he-
dendaagse kaarten1.
1 Volgens een voordracht door R. Schonaerts, landmeter-expert in O.G., gegeven te Brussel op 30 oktober
1980.
29
De atlas van de buurtwegen(1845) en waterlopen(1881) De atlas van de buurtwegen(1845) en waterlopen(1881) De atlas van de buurtwegen(1845) en waterlopen(1881) De atlas van de buurtwegen(1845) en waterlopen(1881)
Een belangrijke bron is zeker de Atlas van de buurtwegen en waterlopen. Hij
bevindt zich in het archief van de technische diensten van de gemeente.
Hierin vinden we de gedetailleerde kaart van Borsbeek terug. Het jonge België
was zich administratief aan het organiseren en daarom was het belangrijk de
rijks- en gemeentegrenzen duidelijk in kaart te brengen. Grenspalen tussen
de gemeente Deurne en Borsbeek kunnen we nog terugvinden aan de hoek
van de vroegere herberg “Het Boerenkwartier”. Landmeter Jo Mortelmans
wees deze steen aan en vermeldt erbij dat de oriëntatie ervan niet juist is. Dit
is mogelijk te verklaren door de heraanleg van het voetpad door wegen-
bouwers in het verleden. De atlas wordt geprojecteerd tijdens de tentoon-
stelling in de gemeenteraadzaal.
Grenspaal van de grens met Deurne ter hoogte van de vroegere herberg “het Boeren
kwartier”- tegenwoordig “Poney Pub”.
30
De Atlas werd voor de gemeente Borsbeek ondertekend door burgemeester C. Van Tichelen
en secretaris P.M. De Ridder.
31