Upload
christiaan-gerritsen
View
214
Download
1
Tags:
Embed Size (px)
Citation preview
Dr. Joos Bloo
LavOri (geacademiseerde RIAGG groep)Capaciteitsgroep Clinical Psychological Science, Universiteit Maastricht
De Borderline persoonlijkheidsstoornisHet ontstaan en het schema model van
een Borderline PSSchema therapieOnderzoek naar schema therapie
- effectiviteit - kosteneffectiviteit
Een diepgaand patroon van instabiliteitop meerdere gebieden van iemandsleven, beginnend in de vroegevolwassenheid en tot uiting komend intal van sociale en persoonlijke situaties.
DSM-IV : ≥ 5 van de 9 criteria
DSM-IV criteria
1. Verlatingsangst.2. Instabiele en intense relaties.3. Identiteitsproblematiek. 4. Impulsiviteit die zelfbeschadigend is of kan zijn.5. Steeds terugkerende suïcidale gedragingen,
toespelingen, dreigingen of zelfverwonding.
Borderline PersoonlijkheidsstoornisBorderline Persoonlijkheidsstoornis
DSM-IV criteria
6. Stemmingswisselingen.7. Chronisch gevoel van leegte.8. Woede 9. Voorbijgaande, met stress samenhangende
paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen.
Borderline PersoonlijkheidsstoornisBorderline Persoonlijkheidsstoornis
1,5 – 2% van de algemene bevolking 10% van de ambulante GGZ-patiënten 20% van de klinische GGZ-patiënten Komt ook veel voor in de algemene medische
zorg, de verslavingszorg, de forensische zorg en de gevangenis.
Hoge mate van bijkomende (geestelijke) ziektes. 8-10 % pleegt zelfmoord Chronisch verloop Grote maatschappelijke kosten Lange tijd als onbehandelbaar beschouwd
Borderline Borderline PersoonlijkheidsstoornisPersoonlijkheidsstoornis
Biopsychosociaal model
Biopsychosociaal model
Biologische factoren(temperament, genen, erfelijkheid, biochemisch, hersenstructuren, neurotransmitters)
Biopsychosociaal model
Biologische factoren(temperament, genen, erfelijkheid, biochemisch, hersenstructuren, neurotransmitters)
Psychologische factoren(jeugdervaringen, informatiever-werking, basisbehoeften kind, hechtings-problematiek)
Biopsychosociaal model
Biologische factoren(temperament, genen, erfelijkheid, biochemisch, hersenstructuren, neurotransmitters)
Psychologische factoren(jeugdervaringen, informatiever-werking, basisbehoeften kind, hechtings-problematiek)
Sociale factoren(omgevings-invloeden, leven in chaotische familie, afbraak van traditionele maatschappelijke structuren)
Geen enkele factor is op zichzelf voldoendeAltijd verschillende typen factorenAltijd een wisselwerking tussen factoren
Young’s Schema theorie op BorderlineOuders Temperamen
t(Nare) jeugdervaringenbuiten het gezin
Opvoedingbasisbehoeften
Verkeerde ideeën over zelf (schema’s)
Verkeerde manier van probleem oplossen (coping)
Klachten en problemen
Ik ben inherent slechtEr is geen grond voor mijn
gevoelens/meningAnderen wijzen mij af als ze mij werkelijk
leren kennenIk ben kwetsbaar en machteloosNiemand is te vertrouwen / anderen zijn
kwaadaardig
Iemand ontwikkelt verschillende kanten in zichzelf, die relatief los van elkaar staan.
De verschillende kanten wisselen elkaar af zonder dat diegene er controle over heeft.
De beschermerDe straffende kantMisbruikte / ‘verlaten’ kindWoedende kindGezonde Volwassene
Misbruikte/verlaten kind(wanhopig, eenzaam, bedreigd, misbruikt)
Boze kind (impulsief, woedend)
Gez.Volw.
Strenge / straffende kant(je bent slecht en verdient straf)
De beschermer(niet voelen, niet weten)
Verandering basisschema’s = structurele verandering van de persoon = gezonder worden.
Vertaling naar de verschillende kanten….
Beschermer: geruststellen en langzaam overbodig maken
Strenge/straffende kant: wegsturen en vervangen door zachtere en functionelere morele regels
Misbruikte/verlaten kind: groei, veiligheid & troost bieden; leren liefde te ontvangen en te geven.
Woedende/impulsieve kant: recht op boosheid erkennen; betere manieren om boosheid te uiten leren.
Gezonde volwassene: sterker laten worden; gezonde manier van leven ontwikkelen.
VOELEN
DENKEN
DOEN
VOELEN: experiëntiele (ervarings) methoden
DENKEN: cognitieve methoden
DOEN: gedragsmethoden
Relatie tussen de persoon en de therapeut
Ervaringen buiten de therapie
Jeugdherinneringen
Andere persoonlijkheidsproblematiekForensische setting incl
psychopathieChronische depressieErnstige eetstoornissenPosttraumatische stress problemenGezins- en partnerrelatieproblemen
Integratie met nonverbale therapieen
Theoretische onderbouwing - wordt ondersteund door studies van Lobbestael; Bamelis; Arntz; Giesen-Bloo
Vergelijking met andere therapieen- Treatment as Usual - Transference Focused Psychotherapy- Dialectische gedragstherapie- Mentalisatie gebaseerde behandeling
Moderne Psychoanalytische Therapievorm
Therapie:Richt zich op wat er tussen therapeut en
client in de sessie, dus helemaal in het nu.Individueel, liefst 2 x per week 1 uur
(minstens 2 jaar )Therapeut is minder directief Eerste deel therapie bestaat uit het maken
van een mondeling “contract” tussen therapeut en client
Ook bekend als Linehan therapieTherapie:
Individueel gesprek 1 x per weekVaardigheidstraining in groep 1 x week 3
uurTherapeut is telefonisch bereikbaarDuurt in principe 1 jaar, daarna eventueel
andere manier verder.
Oorsprong in psychoanalytische behandeling
Therapie:Intensieve vorm, meestal in dagbehandeling
of in wekelijkse groepssessies van 3 uur.Richt zich primair op leren ‘mentaliseren’,
beste startpunt voor mensen met hele zware borderline problemen
Duurt ongeveer 1 jaar, en daarna meestal verder in andere therapievorm
Giesen-Bloo et al (2006). Archives of General Psychiatry, 63:649-658
Nadort et al. (2009), Behaviour Research and Therapy, 47, 938-945; 961-973
Farrell et al. (2009), Journal of Behavior Therapy and Experimental Psychiatry, 40, (2), 317-328
Schema-Focused Therapy met Transference-Focused Psychotherapy
N = 86 4 plaatsen3 jaar therapie (2 sessies per week)Iedere 3 maanden een meting
Borderline problematiekKwaliteit van Leven)
Algemenere fysieke en psychische klachten
Specifieke SFT/TFP matenKosteninterview vr
kosteneffectiviteit
10
15
20
25
30
35
40
1 2 3 4 5
TFP
SFT
(p = .004)
Survival analyses: Cox regression RR 2.39 df (1), p = 0.016
Kaplan Meier LogR 6.15 df (1), p = 0.013
p < .05 p < .05
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
50
start end
Time
Inte
rfere
nce (
ms)
non-cured
cured
Group xTime:p < .01
Sieswerda, Arntz & Kindt (2008)J. Cogn. Behav. Psychotherapy.
recovered
non-recovered
nonpatients
BPD
direct non-healthcare
0
100
200
300
400
500
600
700
800
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 fu
measurement
cost
s TFP
SFT
Direct health care
0
200
400600
800
1.000
1.200
1.4001.600
1.800
2.000
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 fu
measurement
cost
s TFPSFT
RCT Kosteneffectiviteit RCT Kosteneffectiviteit
Slechter Slechter effecteffect
Beter Beter
effecteffect
Hogere Hogere kostenkosten
InferieurInferieur DrempelDrempelwaardewaarde
Lagere Lagere kostenkosten
DrempelDrempel
waardewaarde DominantDominant
BPDSI QALY
Borderline klachten: kosten-effectiefBorderline klachten: kosten-effectief Kwaliteit van Leven: discussie nodigKwaliteit van Leven: discussie nodig
Implementatie Schema-Focused Therapy en invloed telefonische bereikbaarheid
N = 68 8 algemene ggz centra1,5 jaar therapie (1 x per week)Iedere 3 maanden een meting
Implementatie naar algemene GGZ is mogelijk en succesvol.
Telefonische bereikbaarheid maakt niet veel uit.
Vergelijkbare resultaten qua klachten en drop-out met RCT (minder sessies, minder intensieve training therapeuten) dus zeer effectief
Resultaten kosteneffectiviteit nog onderweg
Groeps Schema-Focused Therapy aanvullend op TAU (maar niet profiterend van TAU)
N = 32 (4 groepen v 8 met 2 therapeuten)
8 algemene ggz centra8 maanden therapie (1 x per week)Baseline meting, nameting en follow-
up
Groep factoren vormen misschien een katalysator in schemaverandering als het op specifieke manier wordt aangepakt. :Bevorderen van verbinding tussen ledenStimuleren van veiligheid, mn in emotionele
zaken“Plaatsvervangend leren” van elkaar:Patients confront, correct, support each
other as ‘real people’ (effect stronger compared to therapists (=professional))
Mean ESCohen’s dST = 2.62TAU = 0.04
RecoveryST 94%TAU 25%
Drop-OutST 0 %TAU 25%
Group & Individual SFTDickhaut & Arntz, 2009 (preliminary!!!)
Effect Sizes d
Group 1: 6 months 1.2812 months 2.40
Group 2:6 months 2.25
RCT:6 months 0.7512 months 1.10
BPDSI
% DROP-OUT AT YEAR 1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
DBT SFT TFP MBT CONTROL
MEAN EFFECT SIZE BPD-INDEX(para)suicide; self-injury; BPDSI
0
0.2
0.4
0.6
0.8
1
1.2
1.4
1.6
DBT SFT TFP MBT CONTROL
Effect Sizes at 1 Year
Onderzoek heeft uitgewezen dat SFT is een
effectieve en kosten-effectieve behandelvorm
voor mensen met borderline problematiek !!!
Dank voor uw aandacht