21
[email protected] Functiebeschrijving Leidend ambtenaar van het departement: <Naam departement> Bevoegde minister(s) Naam: Datum validering Naam: Datum validering

Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

[email protected]

FunctiebeschrijvingLeidend ambtenaar van het departement:

<Naam departement>

Bevoegde minister(s)Naam: Datum validering

Naam: Datum validering

Page 2: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

Deel 1: Contextinformatie

1. Functietitel

2. Context2.1. Hoofdactiviteit van het departement

2.2. Omgeving: factoren die het functioneren beïnvloeden

2.3. Afbreukrisico

2.4. Interne organisatie2.4.1. Rapporteringslijnen

Aan welke minister(s) rapporteert de leidend ambtenaar?

Welke andere functies rapporteren aan deze minister(s)?

Welke functies rapporteren aan de leidend ambtenaar?

2.4.2. OrganogrammenToe te voegen als bijlage.

3. Kwantitatieve gegevensAantal personeelsleden van het departement:Apparaatskredieten van het departement:

Beleidskredieten (met vermelding van het type impact dat de leidend ambtenaar hierop heeft):Bijkomende kwantitatieve gegevens:

2

Page 3: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

DEEL 2: DOEL EN RESULTAATSGEBIEDEN

4. Doel

Plannen, organiseren en coördineren van de beleidsvoorbereiding en mee opvolgen (monitoring), mee evalueren en mee bijsturen van de beleidsuitvoering van het beleidsdomein, teneinde de minister te ondersteunen bij het bepalen van het beleid en bij het aansturen van de beleidsuitvoering.

5. Resultaatsgebieden5.1. Beleidsvoorbereiding

Rekening houdend met de inbreng van de verzelfstandigde agentschappen, aansturen en coördineren van de beleidsvoorbereiding, teneinde de minister pro-actief te kunnen adviseren en ondersteunen bij het uittekenen van zijn /haar beleid.

Voorbeelden van activiteiten:

Aansturen en coördineren van het beleidsplanningproces

Instaan voor de coördinatie en aansturing van de voorbereidende stappen op het niveau van het beleidsdomein:

- Het permanent actualiseren van de omgevingsanalyse- Het up to date houden van het MIS systeem- Het ontwikkelen van een beleidsvoorbereidend instrumentarium (modellen, scenario-

analyse, benchmarking, etc …)- Het aansturen van het wetenschappelijk onderzoek.- Het volgen van de trends in Vlaanderen & internationaal- Het verzamelen & analyseren van de input van de adviesraden- Het verzamelen & analyseren van de input van ‘het veld’- …

Het departement heeft hierbij de coördinerende verantwoordelijkheid; de inhoudelijke verantwoordelijkheid wordt gemeenschappelijk door departement en VA gedragen.

(dit alles vormt tevens de input voor de lange en korte termijnplanning, cfr resultaatgebied 3)

Coördineren en onderling afstemmen van de voorgestelde beleidsmaatregelen door het departement & door de verzelfstandigde agentschappen en deze op een geconsolideerde manier presenteren aan de beleidsraad (zie ook resultaatgebied 2: 'beleidsraad')

Pro-actief zorgen voor de vertaling van de politieke ideeën van de minister in beleidsvoorstellen die aan zijn/haar visie beantwoorden en bij voorstellen van zijn/haar kant, als ‘sparring partner’ optreden (de huidige rol van het kabinet)

Toetsen van de politieke ideeën en beleidsvoorstellen aan het grondwettelijk kader en ‘risico-inschatting’ ervan t.a.v. kaderdecreten, lange-termijndoelstellingen, …

Toetsen van de haalbaarheid van de beleidsvoorstellen op uitvoerbaarheid via de verzelfstandigde agentschappen

3

Page 4: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

Coördineren en finaliseren van de instrumentalisering van de maatregelen die beslist werden (opmaken van voorstellen van decreet, uitvoeringsbesluiten, etc ...)

Zorgen voor een goede informatiestroom en terugkoppeling naar de verzelfstandigde agentschappen

Instaan voor de coördinatie en/of de onderlinge afstemming van het eigen beleidsdomein met de andere beleidsdomeinen en de andere bestuursniveau’s (o.a. in geval van geïntegreerd of inclusief beleid)

Op vraag van de bevoegde minister, van de minister-president of op eigen initiatief, toetsen van de coherentie van de beleidsvoorstellen t.a.v. het algemeen beleid van de Vlaamse regering en/of dat van andere departementen

Opbouwen van netwerken m.b.t. het beleidsdomein (intern & extern) en via projectwerking voldoende betrokkenheid verzekeren

Meer in het algemeen, adviseren van de minister i.v.m. de beleidscoördinatie, de beleidsafstemming, de te nemen beslissingen, etc …

...

5.2. Participatie aan de beleidsraad

Via een actieve procesbewaking, de effectieve werking van de beleidsraad verzekeren, teneinde via dit forum mee vorm te geven aan het beleid van de minister.

Voorbeelden van activiteiten:

Erop toezien dat de ingediende voorstellen rekening houden met de politieke ideeën, de visie van de minister

Participeren aan een tegensprekelijk debat en aftoetsen van nieuwe (innoverende) beleidsvoornemens

Coördineren van de inhoudelijke voorbereiding van de beleidsnota’s op niveau van het beleidsdomein voor bespreking op de beleidsraad

Integreren van de begrotingsvoorstellen

Aftoetsen op de hoofdlijnen van de ontwerpen van beheersovereenkomsten aan de strategische en operationele doelstellingen en aan de budgettaire ruimte

Analyseren van de adviezen van de strategische adviesraad, van de afspraken met de overlegorganen, … en deze, na discussie en indien opportuun geacht, integreren in de beleidsvoorstellen

Voorbereiden van de beleidsevaluatie en de beleidsbijsturingen van het beleidsdomein (zie resultaatgebied 5.5)

Verzekeren van het secretariaat van de beleidsraad

In overleg beslissen tot de oprichting van de ‘managementgroep(en)’ en de opdracht en de rollen van de deelnemers aan deze managementgroep(en) bepalen, teneinde te verhinderen dat de beleidsraad zich met operationele problemen zou inlaten (zie resultaatgebied 5.9)

In overleg beslissen tot het oprichten van tijdelijke of permanente stuur-, werk- of projectgroepen

4

Page 5: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

om bepaalde beleidsvoorbereidende of operationele taken aan toe te vertrouwen (zie resultaatgebied 5.9)

Stimuleren van de collegialiteit & de samenwerking en erover waken dat de aanwezige expertise en competentie maximaal erkend en aangesproken wordt

De minister ondersteunen bij het opzetten, en nadien bewaken, van goede processen die een effectieve werking van de beleidsraad verzekeren

Op regelmatige tijdstippen, maar zeker ter gelegenheid van een jaarlijkse evaluatie, het initiatief nemen om de graad van samenwerking tussen de partners, binnen en buiten de beleidsraad, te evalueren

5.3. Opdracht, lange & korte termijnplanning

Ondersteunen van de minister bij het verduidelijken van de opdracht van het departement en het beleidsdomein, bij het opmaken van de beleidsnota (legislatuur) en bij het opmaken van de beleidsbrief (jaarlijks), met input van de verzelfstandigde agentschappen.

Voorbeelden van activiteiten:

Formuleren, actualiseren van de visie, missie, opdracht van het departement

Formuleren van een geconsolideerde visie, missie, opdracht van het beleidsdomein

Conform de regels van het beleidsplanningproces, opmaken van de lange termijnplannen (strategisch plan) van het departement

Opmaken van het operationeel plan, de begroting, etc … van het departement (binnen het kader van de planningcyclus)

Consolideren van de lange- en korte termijnplanning en voor het formuleren van de ‘algemene strategie’ van het beleidsdomein

De minister ondersteunen bij het opmaken en onderhandelen van de beheerovereenkomsten met de verzelfstandigde agentschappen

5.4. Beleidsuitvoering

De minister ondersteunen bij het concretiseren van de beleidsuitvoering en instaan voor een kwaliteitsvolle beleidsuitvoering van de materies die aan het departement zelf werden toegewezen.

Voorbeelden van activiteiten:

Verzorgen van de coördinatie en de opvolging voor het vertalen van de strategische doelstellingen uit het regeerakkoord, de beleidsnota’s en de beleidsbrieven in voorstellen tot operationele doelstellingen op niveau van het beleidsdomein en/of de beleidsvelden.

Ondersteunen van de minister bij het behandelen van de ‘dagelijkse’ problemen, parlementaire

5

Page 6: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

vragen, etc … en zonodig de coördinatie verzekeren van de bijdrage van de verzelfstandigde agentschappen

Plannen, organiseren, uitvoeren van de beleidsuitvoering die aan het departement toegewezen werden; met name aansturen, begeleiden, opvolgen van het operationeel management op vlak van onder andere:

Een efficiënt middelenmanagement (personeel, logistiek, ICT, …), conform de algemeen geldende regels, standaarden, normen van de Vlaamse overheid

De permanente kwaliteitszorg De milieuzorg De effectiviteit en efficiëntie van de processen en van de organisatie structuur (zie

resultaatgebied 5.6) De goede relaties met de klanten, klachtenmanagement, de klantgerichtheid van de

organisatie, etc … De ‘marketing’ van de prestaties De prospectie van mogelijkheden tot nieuwe prestaties en terugkoppeling hiervan naar de

beleidsraad De interne controle Het welzijnsbeleid

5.5. Monitoring en bijsturing van de beleidsuitvoering

Opvolgen (monitoring) van de beleidsuitvoering, teneinde de minister en de verzelfstandigde agentschappen te ondersteunen en te helpen bij de evaluatie en de bijsturing van hun beleid.

Voorbeelden van activiteiten:

Opvolgen (monitoren) van de effecten van de beleidsmaatregelen (outcome) op basis van de beleids- en beheersinformatie gegenereerd door:

De rapportering van de verzelfstandigde agentschappen (beleidsveld gerelateerde parameters/indicatoren en outputrapportering)

De uitvoerende entiteiten van het departement (beleidsveld gerelateerde parameters/indicatoren en outputrapportering)

Specifieke onderzoeken en meetcampagnes Het wetenschappelijk onderzoek Het MIS van het beleidsdomein Het financieel rapporteringsysteem …

Bij de interpretatie zullen de kwantitatieve metingen geen absoluut gegeven vormen, maar zullen ook de meer kwalitatieve, soms minder meetbare aspecten eveneens in rekening gebracht worden.

Hierover rapporteren aan de minister en hem/haar adviseren, in welke mate bijsturing gewenst is zowel op vlak van beleidsuitvoering (door de verzelfstandigde agentschappen en de eigen entiteit) als op het vlak van het beleid zelf

Opmaken en beheren van een geïntegreerd MIS systeem voor het beleidsdomein, dat een onmiddellijke integratie toelaat met het algemeen MIS systeem van de Vlaamse overheid

Organiseren van de volledige transparantie en toegankelijkheid van alle beschikbare gegevens en indicatoren voor alle betrokken actoren (minister, departement, verzelfstandigde agentschappen) en hen pro-actief hierover informeren

6

Page 7: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

Zelf opvolgen, monitoren van de domeinen van beleidsuitvoering die binnen het departement vallen (cfr. de punten bij het sjabloon voor Leidend ambtenaar van een agentschap).

5.6. Optimaliseren van de werking van de entiteit, het beleidsdomein

Permanent optimaliseren van de werking van het departement op het vlak van organisatiestructuur, de werkingsprocessen, de dienstverlening en de kwaliteitsbewaking en nemen van initiatieven tot het optimaliseren van de werking van het beleidsdomein in haar geheel.

Voorbeelden van activiteiten:

Zelf instaan voor het optimaliseren van de werking van het eigen departement:

Aangepaste structuur Juiste persoon op de juiste plaats Werkings- en managementprocessen Dienstverlening Kwaliteitsbewaking Invoeren van een milieuzorgsysteem (cfr. beslissing VR 8 mei 2002) …

Alert zijn voor en adviseren van mogelijkheden tot optimalisatie van de werking van het gehele beleidsdomein (op de beleidsraad of het managementcomité) en actief bijdragen tot de uitwerking ervan; o.a.

Afstemmen van processen die de eigen entiteit overschrijden Adviseren over een meer efficiënte taakverdeling, Mogelijkheden tot synergieën detecteren en aanreiken Mogelijkheden tot ‘best practices’ detecteren en aanreiken Stimuleren en in overleg aanpassen van processen die de dienstverlening aan de klanten

bevorderen (vereenvoudiging van de regelgeving, e-governement, één loket functie, …) …

… Uitstippelen van het welzijnsbeleid in de organisatie

5.7. Leidinggeven (Personeelsbeleid)

Binnen het kader van het algemeen Human Resources beleid van de Vlaamse overheid, ontwikkelen en voeren van een eigen adequaat personeelsbeleid, teneinde steeds over voldoende, competente en gemotiveerde medewerkers te beschikken, nodig voor het realiseren van de opdracht en de doelstellingen van het departement.

Voorbeelden van activiteiten:

Binnen het kader van het algemeen Human Resourcesbeleid van de Vlaamse overheid, voeren van een eigen HR beleid voor het departement

Waken over een correcte toepassing van de verschillende aspecten van het personeelsbeleid door de leidinggevenden van het departement (personeelsplan, organisatiestructuur, selectie & rekrutering, opleiding & ontwikkeling, prestatiemanagement, beloning, loopbaanbeheer, etc.)

Organiseren van de delegaties binnen het departement

7

Page 8: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

Instaan voor een adequate interne communicatie binnen het departement

Zorg dragen voor het welzijn van de medewerkers (bijv. zorgen voor een adequate werkomgeving, erop toezien dat zij met respect behandeld worden, optreden bij pesterijen, etc …)

5.8. Externe communicatie- en relaties

Binnen het kader van het algemeen communicatiebeleid van de Vlaamse overheid, instaan voor het organiseren van een adequate externe communicatie en goede contacten met de belangrijkste actoren, teneinde een goede informatie-uitwisseling te verzekeren en het professioneel imago van de Vlaamse overheid te versterken.

Voorbeelden van activiteiten:

Samenwerken met alle betrokken actoren, inzonderheid met de cel communicatie van de diensten van de minister-president, om een coherent en adequaat communicatiebeleid voor het departement en het beleidsdomein op te stellen, te organiseren, op te volgen en te evalueren

Het (laten) respecteren van de ‘corporate identity’ van de Vlaamse overheid

Organiseren van het woordvoerderschap en de mediacontacten op niveau van het beleidsdomein en van het eigen departement

Organiseren van het klachtenmanagement voor het departement en zonodig, in het kader van een betere dienstverlening, coördineren van het klachtenmanagement van het beleidsdomein

Organiseren van een crisiscommunicatieplan voor het departement

Persoonlijk goede contacten onderhouden met (externe) sleutelpersonen en/of doelgroepen die werkzaam zijn binnen het beleidsdomein (netwerking)

5.9. Samenwerking tussen de entiteiten binnen en buiten het beleidsdomein (o.a. projectwerking)

Stimuleren van, coördineren en/of actief participeren aan de samenwerking tussen de entiteiten binnen het beleidsdomein en (in geval van inclusief -, geïntegreerd beleid, …), met de departementen van andere beleidsdomeinen, teneinde een maximale effectiviteit, efficiëntie en klantvriendelijkheid te waarborgen.

Voorbeelden van activiteiten:

Naar gelang het onderwerp en naargelang de afspraken gemaakt in de beleidsraad of met de minister, leiden van of actief participeren aan het formele overleg in de managementgroep(en) en aan eventuele stuur-, werk- of projectgroepen.

Waar en wanneer nodig, optreden als bemiddelaar in conflicten tussen entiteiten zodat de minister slechts in uitzonderlijke gevallen moet interveniëren

8

Page 9: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

Uitkijken naar en stimuleren van het gebruik van ‘best practices’ op het vlak van samenwerking tussen entiteiten

In het algemeen, stimuleren van en meewerken aan een collegiale samenwerking tussen alle entiteiten binnen en buiten het homogene beleidsdomein

Opnemen van een organisationele verantwoordelijkheid op niveau van de Vlaamse overheid in haar geheel (vb. deelname aan stuurgroep beloningsbeleid, competentiemanagement, introductie van e-government, …)

Samenwerken met de entiteiten die instaan voor de regelgeving en normering m.b.t. de ‘horizontale materies’ (personeelsbeleid, logistiek, ICT, etc …): input of bijdrage leveren bij de totstandkoming ervan, respect ervan bij de beleidsvoering van het departement, etc …

Via projectwerking, samenwerken met de andere beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid om bepaalde gemeenschappelijke doelstellingen te realiseren (inclusief, integraal beleid)

Via projectwerking of permanent overleg, samenwerken met de andere bestuursniveaus (Europa, federaal, provinciën, gemeenten, …)

5.10. Bijkomende resultaatsgebieden

DEEL 3: COMPETENTIEPROFIEL

6. Waardegebonden en gedragscompetenties

6.1. Voortdurend verbeterenNiveau IV: Anticipeert via structurele maatregelen om aan toekomstige uitdagingen te beantwoorden en stimuleert het voortdurend verbeteren bij anderen

- Blijft zichzelf voortdurend verder bekwamen en ontwikkelen op alle mogelijke relevante terreinen

- Vergaart pro-actief kennis om accuraat te kunnen antwoorden op toekomstige probleemstellingen

- Wijzigt processen, procedures en structuren om te kunnen beantwoorden aan nieuwe tendensen en toekomstige probleemstellingen

- Voorziet mogelijkheden tot permanente vorming en bijscholing van anderen en stimuleert het gebruik daarvan

- Leert anderen alert zijn voor toekomstige uitdagingen en voor wat dit voor de eigen werking kan betekenen

- Stimuleert anderen om kritisch te kijken naar de huidige werking en om voorstellen voor verbetering te formuleren

-

6.2. Samenwerken

9

Page 10: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

Niveau IV: Creëert gedragen samenwerkingsverbanden met en tussen andere entiteiten

- Creëert structuren om de samenwerking met andere entiteiten te verbeteren- Neemt informele initiatieven om de samenwerking met en tussen andere entiteiten te

verstevigen- Draagt samenwerking uit als belangrijke waarde in de entiteit en daarbuiten en spreekt

anderen daarop aan- Creëert een draagvlak voor problemen, beslissingen en acties die de eigen entiteit

overstijgen- Creëert/benut de gepaste communicatiekanalen en stimuleert het overleg rond

aangelegenheden die de eigen entiteit overstijgen- Werkt actief aan het scheppen van een goede vertrouwensband met andere entiteiten

Niveau III: Stimuleert de samenwerking binnen de eigen entiteit

- Komt met ideeën om het gezamenlijk resultaat te verbeteren - Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van

gedachten te wisselen- Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk

overstijgen- Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben- Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor verscheidenheid

in mensen- Geeft opbouwende kritiek en feedback - Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden

6.3. KlantgerichtheidNiveau IV: Onderneemt structurele acties om de dienstverlening van de organisatie ten aanzien van klanten te optimaliseren

- Stelt voor de eigen entiteit meetbare doelstellingen voorop op het vlak van klantgerichtheid en klantentevredenheid

- Past binnen de entiteit de diensten, procedures, doelstellingen aan om beter aan de toekomstige behoeften en verwachtingen van klanten te beantwoorden

- Zet systemen op om een kwaliteitsvolle aanpak te garanderen - Voorziet voor de eigen afdeling in een systematische bevraging rond

klantentevredenheid (procedures)- Stimuleert anderen om de klantgerichtheid van hun aanpak voortdurend in vraag te

stellen en te verbeteren

6.4. BetrouwbaarheidDe competentie betrouwbaarheid dient in een overheidscontext gelezen te worden en impliceert aspecten als

10

Page 11: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

rechtmatigheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Deze competentie kan ook gelinkt worden aan de deontologische code en de rechten en plichten vermeld in het personeelsstatuut.

Niveau IV: Handelt integer in een veelheid aan situaties, ook in die waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat

- Blijft correct en integer handelen rond basisregels, sociale en ethische normen, in situaties van grote externe druk

- Blijft correct en integer handelen in situaties waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat

- Houdt in zijn/haar rol als lobbyist, promotor, onderhandelaar, facilitator, … het algemeen belang duidelijk voor ogen en gedraagt zich daar ook naar

- Durft op een verantwoorde en onderbouwde wijze een uitzondering maken op de strikte regel, indien dit het belang van de Vlaamse Overheid dient

Niveau III: Schept randvoorwaarden zodat de deontologische code in de praktijk kan gebracht worden

- Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken, rond sociale en ethische normen en in het omgaan met diversiteit.

- Is verantwoordelijk voor een transparante inrichting van de entiteit - Zorgt dat iedereen in de organisatie/entiteit op de hoogte is van de verwachte normen

voor gedrag (bijvoorbeeld: brengt het onderwerp regelmatig en systematisch ter sprake) - Spreekt anderen aan wanneer onethische handelingen worden gesteld, regels en

afspraken niet worden nageleefd, enz… - Weet op een flexibele, maar zorgvuldige, objectieve en correcte wijze om te gaan met

bestaande regels en procedures wanneer de situatie dit vereist

6.5. Conceptueel denken (visie)Niveau III: Brengt een eigen beleid naar voren dat de entiteit/organisatie op lange termijn beïnvloedt

- Anticipeert op maatschappelijke evoluties en toekomst, evenals op de manier om de eigen organisatie hierop voor te bereiden

- Komt met plannen en ideeën met een looptijd van enkele jaren - Houdt vast aan de lange termijn visie, niettegenstaande de dagelijkse gebeurtenissen - Brengt een eigen beleid naar voren gebaseerd op een duidelijke visie m.b.t. de missie en

de objectieven van de organisatie/entiteit

Niveau II: Betrekt bredere (maatschappelijke, technische, …) factoren bij zijn/haar aanpak

- Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein

- Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor anderen nog niet zo duidelijk zijn - Denkt kritisch en zelfstandig - Kadert adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere

organisatiecontext/beleidscontext - Heeft voeling voor wat er in de toekomst kan gevraagd worden

11

Page 12: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

6.6. OvertuigingskrachtNiveau III: Hanteert aangepaste beïnvloedingsstrategieën

- Trekt tijd uit om in te gaan op signalen van weerstand ook al betreft het inhoudelijke details - Legt voorafgaandelijk contacten met anderen om problemen te kunnen opsnuiven en om tot afspraken te komen - Vergroot de impact van zijn/haar boodschap door het gebruiken van de gepaste communicatiemix- Weet tegenargumenten om te buigen en aan te wenden in de eigen argumentatie- Denkt (vooraf) aan de impact die de eigen argumentatie kan hebben op anderen; durft hiervoor een speciale, ongewone actie gebruiken

Niveau II: Overtuigt door inhoud en aanpak

- Reageert adequaat en niet defensief op negatieve reacties of weerstand- Toont begrip voor meningen en standpunten van anderen - Enthousiasmeert anderen bij het verdedigen van de eigen voorstellen en ideeën- Brengt zijn/haar argumenten scherp onder woorden- Brengt een persoonlijke en genuanceerde argumentatie naar voren

6.7. BeslissenIII. Neemt beslissingen in situaties waarin het risico niet eenduidig in te schatten is- Neemt cruciale beslissingen die impact hebben op lange termijn - Neemt beslissingen waarvan de uitkomst niet eenduidig in te schatten is- Neemt zo nodig onpopulaire beslissingen, waartegen weerstand of verzet verwacht kan

worden- Neemt zelfstandig beslissingen en draagt hiervoor de eindverantwoordelijkheid- Neemt beslissingen die duidelijk afbreukrisico inhouden, ondanks weerstand en

tegendruk van anderenII. Neemt beslissingen in situaties waarin het risico duidelijk in te schatten is- Schat op correcte wijze in of hij over onvolledige maar voldoende informatie beschikt om

een beslissing te onderbouwen- Neemt beslissingen waarvoor voldoende maar nog niet alle informatie aanwezig is - Neemt een beslissing als hij de gevolgen voldoende kan inschatten - Neemt berekende risico's (er is een zeker risico, en dat kan bepaald worden)- Heeft een gegronde argumentatie voor het risico-element in de beslissing- Handhaaft genomen beslissingen bij weerstand en tegendruk

6.8. 360°-inlevingsvermogenNiveau III: Reageert (via houding en handelen) adequaat op impliciete, onuitgesproken gedachten, gevoelens, behoeften, verwachtingen van anderen

- Blijft efficiënt functioneren in een omgeving met onuitgesproken agenda’s en weerstanden

- Geeft er blijk van de gevoeligheden en (te verwachten) reacties van het veld goed in te schatten

- Speelt gepast in op impliciete en onuitgesproken gevoelens van anderen - Is gevoelig voor de noden en behoeften van de andere entiteiten die in het

12

Page 13: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

beleidsdomein verantwoordelijkheid dragen - Voelt aan wat belangrijk is voor de (politieke) opdrachtgever en speelt hier op in

6.9. Richting gevenNiveau III: Geeft richting zowel via processen en structuren als via het bepalen en uitdragen van een visie

- Is een stuwende kracht in het team / de entiteit (inspireert, neemt initiatief, heeft dynamiek)

- Communiceert op regelmatige momenten over de opdracht van de afdeling en het belang daarvan (de visie van de afdeling)

- Geeft richting en/of sturing aan een team/entiteit door het uitdragen van een duidelijk en inspirerend beleid (geeft aan waar de organisatie naartoe wil)

- Zet haalbare, maar uitdagende doelstellingen voor eigen team/entiteit- Stuurt het functioneren van individu en team bij, met het oog op het bereiken van de

doelstellingen - Introduceert nieuwe structuren, processen en procedures, in functie van het realiseren

van het beleid- Inspireert de medewerkers door zijn/haar voorbeeldgedrag- Heeft in zijn/haar leidinggeven oog voor culturele aspecten en neemt, indien nodig, acties

om deze te borgen, rekening houdend met de waarden en doelstellingen van de Vlaamse Overheid

Niveau II: Geeft richting op het niveau van processen en structuren

- Schept duidelijkheid omtrent de taken, rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende teamleden

- Zorgt voor een efficiënt inzetten van beschikbare mensen en middelen in functie van de gezamenlijk te behalen doelstelling

- Bevordert de inzetbaarheid van de medewerkers (zodanig dat zij beter in staat zijn om de gezamenlijke en hun individuele doelen te behalen)

- Voorziet mogelijkheden voor communicatie en overleg binnen het team en stimuleert het gebruik daarvan

- Heeft oog voor processen die remmend of faciliterend kunnen inspelen op aspecten zoals diversiteit, genderneutraliteit, welzijn op het werk, …

- Stuurt, indien nodig, processen en structuren bij om de efficiëntie van de werking en/of de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen

- Voorziet de organisatorische randvoorwaarden voor het ontwikkelen van medewerkers

6.10. OrganisatiebetrokkenheidNiveau III: Bewaakt en verdedigt op consequente wijze de belangen, de opdracht en de handelswijze van de organisatie

13

Page 14: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

- Durft harde standpunten innemen die ten goede komen van de gehele organisatie, zelfs indien die minder populair zijn binnen de eigen entiteit

- Praat over ‘wij’ in plaats van ‘zij’ als hij/zij het over de organisatie heeft - Geeft er in de eigen aanpak blijk van de belangen van de organisatie te onderkennen en

handelt conform deze belangen- Legt uit hoe men tot belangrijke beslissingen is gekomen - Verdedigt de keuzes van de organisatie ten aanzien van collega’s, eigen medewerkers

en derden- Identificeert zich naar eigen medewerkers en “buitenstaanders” met de standpunten en/of

beslissingen van de eigen hiërarchie

6.11. DelegerenNiveau III: Delegeert ruime verantwoordelijkheidsgebieden

- Creëert betrokkenheid en verhoogt de eigenwaarde van de medewerkers door hen de volle verantwoordelijkheid te geven over bepaalde dossiers, processen, … en over de middelen om de vooropgestelde output te bereiken

- Weet waar de sterke kanten van de medewerkers liggen en durft daar op te vertrouwen - Initieert zelfsturing en empowerment bij de medewerkers - Geeft ruimte aan medewerkers om zaken op hun eigen manier te realiseren- Geeft medewerkers bevoegdheid om in complexe en onvoorspelbare situaties autonoom

te handelen

Niveau II: Delegeert ruimere taken en duidelijk afgebakende verantwoordelijkheidsdomeinen

- Wijst dossiers aan medewerkers toe volgens hun kennis, ervaring en motivatie- Betrekt de medewerkers bij het zoeken naar oplossingen en stelt dit voor als een

mogelijkheid om zich te bewijzen, zich te ontplooien - Draagt op een efficiënte wijze taken en verantwoordelijkheden over zodat de motivatie

van die medewerker verhoogt - Maakt de medewerker mee verantwoordelijk voor het eindresultaat - Staat open voor initiatieven van medewerkers

7. Vaktechnische competenties7.1. Kennis van management in overheidscontext

14

Page 15: Aan: · Web view2011/03/02  · Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep/domein Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor

- inzicht in processen rond financiën en begroting en de relatie met managementinformatie

- inzicht in personeelsmanagement als een instrument om bij te dragen aan de realisatie van de strategische opties.

- algemeen inzicht in de strategische mogelijkheden en beperkingen van ICT, onder meer op basis van ervaring met projecten waarin ICT een belangrijke rol speelde

- in staat zijn de regelgeving voor de eigen materie te managen en efficiënt in te zetten als instrument voor het realiseren van de doelen van de Vlaamse regering

- inzicht hebben in besluitvormingsprocessen in de overheidscontext- in staat en bereid zijn een beleid te voeren waarin omgaan met diversiteit als een

troef wordt beschouwd

7.2. DiplomaDe functiehouder dient te beschikken over een diploma dat toegang geeft tot niveau A zoals bepaald in Vlaamse overheidsdienst, met uitzondering van de interne kandidaten die reeds tot het voormelde niveau A of een gelijkgesteld niveau behoren.7.3. Ervaring

Leidinggevende ervaring van minstens 5 jaar, verworven in de laatste 10 jaar, of 10 jaar nuttige professionele ervaring.

7.4. Strekt tot aanbeveling

8. Opmerkingen

15