Upload
221816222623
View
840
Download
2
Tags:
Embed Size (px)
DESCRIPTION
In 1913 vond in Gent de Wereldtentoonstelling plaats. Honderd jaar later (12 november 2013) organiseert de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) de Werelddag van de Stedenbouw in Gent (in de prachtige Bijloke). Wat waren de ruimtelijke issues in 1913 en zijn ze nog relevant nu? Met als thema 'Waar ligt de grens?' bogen experts uit binnen- en buitenland zich over prangende vraagstukken: verdichting, duurzaamheid, betaalbaar en energiezuinig wonen, mobiliteit, ruimtelijk-economische vernieuwing...
Citation preview
1
Genese van het ilôt ChambonKansen en beperkingen van stedelijke morfologie
voor economische bedrijvigheid
Lezing op de Werelddag van de Stedenbouw – WAAR LIGT DE GRENS?
Vlaamse vereniging voor ruimte & planning | Duurzame stedenbouw en ruimtelijke ordening
Dinsdag 12 november 2013 in Gent
Herman Vande Putte, Msc Eng. Arch., MRE
Department of Real Estate & Housing, Faculty of Architecture, Delft University of Technology
P.O Box 5043, 2600 GA Delft, [email protected] +31 6 3925 1323, +32 495 50 00 21
Draft: NOT to be cited, extracted, quoted or used in any form without prior written permission.Comments are solicited.
Copyright 2013 by Herman Vande Putte
2
3TU Delft | Faculteit Bouwkunde | Afdeling Real Estate & Housing | Corporations and Cities
4
www.corporationsandcities.org
DISCLAIMERBelangrijke opmerkingen omtrent de gegevens in deze presentatie
(1) Deze slides zijn opgemaakt om de lezing op de studiedag van VRP van 12 november 2013 te Gentte ondersteunen. Om het verhaal voor de toehoorders niet nodeloos te compliceren, zijn sommigegegevens gestroomlijnd en is nuance soms achterwege gelaten. Dit is ondermeer het geval met de
naam van het bedrijf (steeds ASLK), de vermelde jaartallen, de namen van architecten en dedrijfveren van bank en stad. Deze stroomlijning heeft geen invloed op het verhaal dat auteur hier
naar voren brengt. Echter, de gegevens van deze slides, en bij uitbreiding de hele presentatie, mogenniet een andere context worden gebruikt omdat ze aanleiding kunnen geven tot foute conclusies.(2) Deze lezing rapporteert over lopend onderzoek. Uitspraken en conclusies in deze lezing zijn te
beschouwen als werkhypothesen.(3) Verwijzen naar deze slides in een publicatie is om de vermelde redenen niet toegestaan. Gelieve
in voorkomend geval de auteur te contacteren. Een uitgebreide en wetenschappelijk correctepublicatie is in voorbereiding.
(4) De meeste illustraties in deze lezing behoren tot het publieke domein of zijn eigendom van deauteur. De herkomst van de illustraties is in deze lezing niet vermeld wegens tijdsgebrek bij de
voorbereiding van de lezing. De bronnen kunnen bij de auteur opgevraagd worden. Auteurs vanillustraties die in deze lezing zijn gebruikt en menen aanspraak te kunnen maken op
auteursbescherming, worden verzocht contact op te nemen met de auteur van deze lezing zodat eengepaste regeling kan worden getroffen.
[email protected] +31 6 3925 1323, +32 495 50 00 21www.corporationsandcities.org
5
18656
7
Rogierplein en Noordstation
Muntschouwburg
8
9
Beyaert
10
Beyaert
11
Van Dievoet
12
Van Dievoet
13
Alban Chambon
14
15
Alban Chambon
16
17
Alfred Chambon
18
Alfred Chambon
19
Alfred Chambon
20
Alfred Chambon
21
Lambrichs c.s.
22
Lambrichs c.s.
23
ELD c.s.
24
ELD c.s.
25
26
27
28
29
30
BeyaertAlban Chambon1889-heden
Alfred Chambon1947-heden
Van Dievoet1902-1947
Lambrichs c.s.1972-2013
Alfred Chambon1930-heden
Alban Chambon1910-1980
ELD1980-2013
Beyaert & Alban Chambon1889/1910-1980
31
32Opmerking: jaartallen zijn gestroomlijnd
33Opmerking: jaartallen zijn gestroomlijnd
34
Kansen
• Voor ASLK
– de facto!
– ontplooing, groei, lange tijd op dezelfde plek
– representatief, clustering, efficiëntie,
– aanpasbaarheid, levenscycli, verscheidenheid
– omgeving (mobiliteit, winkels)
– strategische aankoop kavels
– tolerante ruimtelijk ordening
35
Kansen
• Voor Brussel
– economische input (ratio cash-in/cash-out?)
– hoofdkantoor staatsinstelling, commandocentrum
– hoog aantal werkplekken per ha
– representatief vastgoed
– intense benutting van de infrastructuren
36
Beperkingen
• Voor ASLK– vele randvoorwaarden
– maatwerk, geen standaardisatie
– bouwvoorschriften die hoogte beperken
– langzaam en duur bouwen, dure exploitatie
– chronisch ruimtetekort, overlooplocaties
– erfenis, padafhankelijkheid
– moeilijke bereikbaarheid per auto
– na 2000: toenemende ergernis over inefficiëntie,kosten,…
37
Beperkingen
• Voor Brussel
– bruisend stadsdeel is opgeofferd
– hoge concentratie van één bedrijf is risico
38
Beschouwingen
• Case– Patronen
– Lessons learned
– …
• Toekomst– Huisvesting van (grote) bedrijven in de binnenstad
– Strategieën: functiemenging, walkable city, plinthmanagement, hoogbouw,…
– …
39
Patronen
• Locatiekeuze• Gebiedsontwikkeling• Eigendom/huur• Representatie• Kantoortypes• Gebouwengroepen• Types in het stadsweefsel• Uitbreidingen op locatie• Interne organisatie• Agglomeratie• Attitudes van het ontwerpteam• Attitude van de stad
40
Types in het stadsweefsel
41
in de straatwand
deel van bouwblok
‘pijpekop’ (straatwand en binnenterreinen)
bouwblok, meerdere gebouwen
42raster van gebouwen, aan de rand van het bouwblok en op de binnenterreinen
Uitbreidingen op locatie
De voorkeurstrategie van een bedrijf om toenemende ruimtevraag opte vangen is uitbreiden van de bestaande huisvesting.
De strategieën die ALSK heeft gehanteerd zijn:• Optoppen (één of meerdere verdiepingen toevoegen)• Bouwen naast het bestaande pand• Het bestaande slopen en vervangen door een groter gebouw• Het interieur slopen en efficiënter maken• Gevels veranderen• Gebouw strippen en herinrichten• Veranderen van locatie was een strategie die door de ALSK maar
één keer is gehanteerd om haar groeiende ruimtebehoefte op tevangen (in 1890).
43
Agglomeratie
44
18901950
19701985
Attitude ontwerpteam
• 1890 (Beyaert)– traditionele attitude met hergebruik van bestaande oplossingen.
• 1903 (Van Dievoet)– introspectief en meer bezig met zichzelf dan met noden van de klant.
• 1910 (Alban Chambon)– invoegend in de bestaande realisaties, transformeert het bestaande tot een nieuw geheel,
traditioneel in vormentaal maar innoverend wat de concepten betreft.
• 1930 (Alfred Chambon)– invoegend, traditioneel maar evolutief
• 1947 (Alfred Chambon)– invoegend, traditionele vormentaal, innovatieve technieken
• 1970 (Lambrichs c.s.)– internationaal, negeert het bestaande
• 1980 (Architectenbureau WB (later ELD), c.s.)– afkeer van het historische, polariseert het bouwblok
• Herontwikkeling in 2013 (Jaspers)– minste weerstand, commerciële attitude.
45
Attitude van de stad
• 1872 - Gebiedsontwikkeling
• 1872 - Plint management (animatie van het Brouckèreplein)
• 1872 – Welstandstoezicht (gevelmateriaal, integratie in het ensemble)
• 1890 – Beheer straatbreedte
• 1910 – Beheer bouwhoogte en straatgabarit
• 1910 – Onteigening
• 1929 – Verschraling van de buurt – eis om winkels en woningen te bouwen
• 1970 – Aantal parkeerplaatsen
• …etc.
• 1990 (ca) – ‘De vormen van de stad’ (kritiek De Donnea gevel Tiberghien)
• 2012 – Functiemenging
46
Beschouwingen
• Case– Patronen
– Lessons learned
– …
• Toekomst– Huisvesting van (grote) bedrijven in de binnenstad
– Strategieën: functiemenging, walkable city, plinthmanagement, hoogbouw,…
– …
47
Reflecties visies bedrijfshuisvesting
• Functiemenging• Verdringing• Agglomeratie- en schaalvoordelen• Groeien• Schaalgrootte• Sturing• Stad als economisch centrum• Levensduur• Frictie
48
Vormen van functiemenging
49wijk met 9 bouwblokken
werkenwonen
totale menging
segregatie met gelijkaardigebouwblokvormen(bvb. ASLK in de Broekstraat)
segregatie metverschillendebouwblokvormen
monofunctionele wijken(bedrijventerreinen,…)
Structuurvisie/ Ruimtelijk
structuurplan
Bestemmingsplan/ Ruimtelijk
uitvoeringsplan
Corporationsand Cities
Bouwbesluit/ Bouwverordening
Infrastructuur,zonering, natuur
REGIO
Locatie activiteiten,waar bouwen, inrichting
GEBIED
Functionele capaciteitGEBOUW
GEBOUWGROEP
Brandveiligheid,isolatie…
BOUWDEEL
? Intermediar sturingsniveau
50
Bedrijven en steden
• Wederzijdse impact– economisch & ruimtelijk– bedrijf is essentiële component van de stad– stad is onontkoombare randvoorwaarde voor bedrijf
• Wederzijdse afhankelijkheid– is asymmetrisch, met omslagpunt– klein bedrijf: bedrijf leunt op de stad || « fostering »– middelgroot bedrijf || « stad als enabler, relatie van co-creatie– groot bedrijf: stad leunt op bedrijf || « stad wordt chanteerbaar »
• Behoefte aan sturing op bedrijfshuisvesting– krachtenveld– modellen– vormgeving bedrijfshuisvesting beïnvloedt functioneren van bedrijf en stad– zelfregulatie versus overheidsregulatie
51
Genese van het ilôt ChambonKansen en beperkingen van stedelijke morfologie
voor economische bedrijvigheid
Lezing op de Werelddag van de Stedenbouw – WAAR LIGT DE GRENS?
Vlaamse vereniging voor ruimte & planning | Duurzame stedenbouw en ruimtelijke ordening
Dinsdag 12 november 2013 in Gent
Herman Vande Putte, Msc Eng. Arch., MRE
Department of Real Estate & Housing, Faculty of Architecture, Delft University of Technology
P.O Box 5043, 2600 GA Delft, [email protected] +31 6 3925 1323, +32 495 50 00 21
Draft: NOT to be cited, extracted, quoted or used in any form without prior written permission.Comments are solicited.
Copyright 2013 by Herman Vande Putte
Laatste slide van de lezing:
52
Bedrijven
• Algemene kenmerken– vrije & doelgerichte vereniging– deelname van de leden tot eigen voordeel– vereniging wegens efficiëntie en effectiveit– leden gaan en komen op basis van rendement op inbreng– vrije keuze voor operationele vorm– context: concurrentie; leidt tot innovatie– context: juridisch-sociale randvoorwaarden– gevolg:
• bedrijven zijn introvert, selectief en opportunistisch• bedrijven bewaken hun grenzen en interactie met de omgeving• exploitatie van de locatie tot eigen voordeel
– (soms) conflict tussen• bijdrage aan welvaart• neveneffect van zelfcentrisch gedrag (o.m.bij de organisatie van huisvesting)
53
addendum
Bedrijven
• Kenmerken van de organisatie– groei en krimp– fusies, acquisities, opdeling, afstoten– verandering van productassortiment– andere bedrijfsmiddelen en logistiek– verandering van managementvisies– bewegen als managementtechniek: « anders is beter »
• Bedrijven opereren in een context– concurrentie– overheid, juridisch sociaal– tijdsgeest– conjunctuur– schaarse middelen
54
addendum
Bedrijven
• Invloed op ruimtelijk gedrag– locatievoorkeuren veranderen– clustering binnen eigen bedrijf, met andere bedrijven– meer/minder ruimte nodig– andere soort ruimte nodig
• Bedrijfshuisvesting– is een gestructureerde en gecontroleerde fysieke omgeving– minimaliseert productiehinder, maximaliseert productievoorzieningen– gebruikt agglomeratievoordelen: grote groepen op één locatie– gebruikt schaalvoordelen: grote gebouwen– zolang het kan (tot uitputting, tegenkracht, neveneffect,…)– neveneffecten:
• verdringing, monofunctionaliteit, harde perimeter, introverte gebouwen
55
addendum
Bedrijven
• Trends– nieuwe eisen aan financiële structuur
• uitstoot eigen vastgoed, huurgebouwen• minder representatieve huisvesting in stadsbeeld
– minder hiërarchie in de bedrijven & de maatschappij• vermindering verscheidenheid van vastgoed• verhoging uitwisselbaarheid van gebruikers• verminderde representatiebehoefte
– digitale informatiestromen• footloose / thuiswerken• minder vastgoed• minder lang engagement
56
addendum
Steden
• Definitie– (relatief) permanente en georganiseerde concentratie van bevolking– op een afgescheiden gebied– en met culturele betekenis
• Ontstaan door natuurlijk streven naar efficiëntie, toegepast op huisvesting• Onontkoombare verenigingen; lidmaatschap door vestiging op een locatie• Bestaan zolang agglomeratievoordelen groter zijn dan nadelen ervan• Agglomeratievoordelen
– nabijheid minimaliseert kosten van vervoer– grote variëteit, kwantiteit en kwaliteit van bedrijfsmiddelen– grote afzetmarkt voor producten
• Nadelen– congestie, ontoegankelijkheid– gebrek aan ruimte– hogere prijs bedrijfsmiddelen
57
addendum
Steden
• Trends:– groei (bevolking, bedrijfvigheid)
– groei (oppervlakte)
– verdichting (hoger bouwen, minder open ruimte)
– toename speculatie en belegging
– versnellende vervanging van stadsonderdelen (gebouwen,wijken, infrastructuren,…)
– afnemende schaal van de stedenbouwkundige ingrepen
– toenemende schaal van de bouwkundige ingrepen
– verlaagde tolerantie voor hinder/malfunctioneren
– onzekere overheid
58
addendum