45
UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM Stedelijk expertisecentrum voor integratie, discriminatie en (lhbt-)emancipatie) – juni 2018 TITEL: The fine art of boundary sensitivity : Second-generation professionals engaging with social boundaries in the workplace AUTEUR(S): Waldring, I. UITGAVE: Amsterdam : VU University Press, 2018 SAMENVATTING: Dissertation Universiteit Antwerpen, Vrije Universiteit Amsterdam.This study highlights the pathways to success of Turkish-Dutch and Moroccan-Dutch second -generation professionals - Dutch-born descendants of labour migrants from Turkey and Morocco. These pathways are analysed at the intersection of various social boundaries in Dutch society and organizations on the one hand, and boundary strategies employed by second-generation professionals in the workplace on the other.The main research question of the thesis is: How are social boundaries opening up for and being opened up by second-generation professionals in the workplace?The relevance of this question is embedded in a societal context in which impermeable, bright social boundaries are in place between ethnic groups in Dutch society, and these bright social boundaries percolate into organizations. Bright boundaries act to exclude, or drive the second generation to make a zero-sum choice to become either someone on the inside of the boundary line, or outside of it.The zero-sum choice that the second-generation is required to make in the Dutch context of bright social boundaries touches upon the existence of boundary strategies. A much-used typology of boundary-related strategies is made up of three, separate options: boundary crossing, boundary shifting and boundary blurring.What the analysis in this study shows, is that the separate strategies do not explain how Turkish -Dutch and Moroccan-Dutch second-generation professionals gain access to organizations and high-level positions, or gain acceptance by co-workers. Instead, the analysis shows that second-generation professionals successfully engage with bright social boundaries in the workplace because they make use of aspects related to boundary crossing, blurring and shifting. This simultaneous use of the three boundary strategies is done through switching between “sameness” and “difference”. Through “sameness” second-generation professionals emphasize their professional identity over their ethnic and religious identities to enter organizations and climb the organizational ladder, and it entails aspects of boundary crossing and boundary blurring:Switching between the three boundary strategies by using “sameness” and “difference” amounts to the strategy of “boundary sensitivity”, which is an individual and contextual strategy. Boundary sensitivity offers a viable strategy towards the bright boundary lines that continue to affect second-generation professionals in the form of boundary making in organizations. Through “sameness” boundary sensitivity makes room for the introduction of second-generation professional “newcomers” in organizational positions of influence and power. While through “difference”, boundary sensitivity can challenge social boundaries in organizations. LINK: https://repository.uantwerpen.be/docman/irua/e4f0d3/150608.pdf TREFWOORDEN: Etnische minderheden Arbeid - Werkgelegenheid

UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM Stedelijk expertisecentrum voor integratie, discriminatie en (lhbt-)emancipatie) – juni 2018

TITEL: The fine art of boundary sensitivity : Second-generation professionals engaging with social boundaries in the workplace AUTEUR(S): Waldring, I. UITGAVE: Amsterdam : VU University Press, 2018 SAMENVATTING: Dissertation Universiteit Antwerpen, Vrije Universiteit Amsterdam.This study highlights the pathways to success of Turkish-Dutch and Moroccan-Dutch second -generation professionals - Dutch-born descendants of labour migrants from Turkey and Morocco. These pathways are analysed at the intersection of various social boundaries in Dutch society and organizations on the one hand, and boundary strategies employed by second-generation professionals in the workplace on the other.The main research question of the thesis is: How are social boundaries opening up for and being opened up by second-generation professionals in the workplace?The relevance of this question is embedded in a societal context in which impermeable, bright social boundaries are in place between ethnic groups in Dutch society, and these bright social boundaries percolate into organizations. Bright boundaries act to exclude, or drive the second generation to make a zero-sum choice to become either someone on the inside of the boundary line, or outside of it.The zero-sum choice that the second-generation is required to make in the Dutch context of bright social boundaries touches upon the existence of boundary strategies. A much-used typology of boundary-related strategies is made up of three, separate options: boundary crossing, boundary shifting and boundary blurring.What the analysis in this study shows, is that the separate strategies do not explain how Turkish -Dutch and Moroccan-Dutch second-generation professionals gain access to organizations and high-level positions, or gain acceptance by co-workers. Instead, the analysis shows that second-generation professionals successfully engage with bright social boundaries in the workplace because they make use of aspects related to boundary crossing, blurring and shifting. This simultaneous use of the three boundary strategies is done through switching between “sameness” and “difference”. Through “sameness” second-generation professionals emphasize their professional identity over their ethnic and religious identities to enter organizations and climb the organizational ladder, and it entails aspects of boundary crossing and boundary blurring:Switching between the three boundary strategies by using “sameness” and “difference” amounts to the strategy of “boundary sensitivity”, which is an individual and contextual strategy. Boundary sensitivity offers a viable strategy towards the bright boundary lines that continue to affect second-generation professionals in the form of boundary making in organizations. Through “sameness” boundary sensitivity makes room for the introduction of second-generation professional “newcomers” in organizational positions of influence and power. While through “difference”, boundary sensitivity can challenge social boundaries in organizations. LINK: https://repository.uantwerpen.be/docman/irua/e4f0d3/150608.pdf TREFWOORDEN: Etnische minderheden Arbeid - Werkgelegenheid

Page 2: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Marokkanen Turken Werkvloer CODE: 406.18 TITEL: Trots of schaamte : De beoordeling van LHBTI asielaanvragen in Nederland na de arresten XYZ en ABC AUTEUR(S): Jansen, S. UITGAVE: Amsterdam : COC Nederland, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek naar de beoordeling van LHBTI asielaanvragen in Nederland door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en door de rechtbanken. De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe gaat de IND sinds de arresten XYZ en ABC om met aanvragen van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en interseksuele (LHBTI) asielzoekers, en met de specifieke problemen die samenhangenmet zulke aanvragen.Het belangrijkste deel van het onderzoek wordt gevormd door een dossieronderzoek. Daarnaast is relevante jurisprudentie bekeken en relevante literatuur bestudeerd. Dit onderzoek is indicatief en kwalitatief. Het geeft geen kwantitatieve cijfermatige uitkomsten en het is beperkt in omvang en tijd. Er zijn in dit onderzoek in totaal 267 dossiers van LHBTI-asielzoekers bij de IND onderzocht waarin de beslissing over de asielaanvraag was genomen tussen 1 oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke uitspraken uitspraken van rechtbanken uit de periode vanaf 1 oktober 2015 tot 31 december 2017 bestudeerd . Geconcludeerd wordt dat het Nederlandse asielbeleid voor LHBTI’s is gebaseerd op ondeugdelijke stereotypen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hanteert vaste criteria om te beoordelen of mensen, die naar Nederland vluchten uit vrees voor vervolging wegens hun seksuele identiteit, LHBTI zijn. Het belangrijkste criterium, zo blijkt uit dit dossieronderzoek is of de asielzoeker een zogenaamd ‘proces van bewustwording en zelfacceptatie’ van de seksuele identiteit heeft doorgemaakt . Dit criterium is een ondeugdelijk stereotype zonder wetenschappelijke onderbouwing. Veel LHBTI-asielzoekers voldoen niet aan het stereotiepe beeld: ze hebben nooit een ‘proces van bewustwording en zelfacceptatie’ doorgemaakt, begrijpen niet wat er mee bedoeld wordt en/of kunnen er niet gedetailleerd over vertellen.De IND wijst in totaal ruim een derde (37%) van de onderzochte 267 LHBTI-asielverzoeken af. In bijna alle gevallen (85%) is dat omdat niet geloofd wordt dat ze LHBTI zijn. LINK: http://www.coc.nl/wp-content/uploads/2018/06/Trots-of-schaamte-Sabine-Jansen-voor-COC-Nederland-180623.pdf TREFWOORDEN: Asielprocedure Vluchtelingen Transseksualiteit Discriminatie Homoseksualiteit CODE: 162.18 TITEL: This is me! Methodiekonderbouwing : Weerbaarheids- en identiteitsversterking voor jongeren met een migratieachtergrond AUTEUR(S): Meijer, R. Winter-Koçak, S. de Distelbrink, M. Noor, S. UITGAVE: Utrecht : Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) - Verwey-Jonker

Page 3: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Instituut, 2018 SAMENVATTING: In deze publicatie wordt de onderbouwing gegeven 'This is me!', een methodiek die jongeren met een migratieachtergrond weerbaar maakt tegen discriminatie. 'This is me!' is een groepstraining die uitgevoerd wordt doorgetrainde jongeren - of welzijnswerkers, die waar nodig wordengeassisteerd door een jongere uit de doelgroep. De methodiek is uitgebreid beschreven in een apart handboek (Achahchah, Horvers, Mohamed Said, van Werkhoven & Noor,2018).De methodiek is ontwikkeld vanuit de praktijk; veel thema’s die in de methodiek aandacht krijgen zijn aangedragen doorjongeren. Er is daarnaast veel gebruik gemaakt van inzichten uital ontwikkelde interventies op het gebied van empowerment van migrantengroepen.In deze publicatie wordt de onderbouwing gegeven van deprobleemdefinitie en de inhoud en aanpak van de methodiekvanuit wetenschappelijke literatuur en onderzoek. Uit literatuur komt naar voren dat jongeren die weerbaar zijnbepaalde assets (bronnen in henzelf) bezitten en toegang hebbentot bepaalde resources (bronnen om hen heen). De belangrijkste assets zijn: een positieve identiteit, zelfvertrouwen, zelfregie ensociale vaardigheden. Al deze elementen krijgen aandacht in'This is me!'. Specifiek bij het omgaan met discriminatie helpt hetals jongeren meer kennis hebben over discriminatie: wat is het,wat doet het met hen en hoe kunnen ze erop reageren. In detraining 'This is me!' worden uit de literatuur onderbouwde strategieënvoor omgaan met discriminatie behandeld. Jongeren oefenen met elkaar wat de invloed is van het inzetten van diestrategieën.Het ontwikkelen van een positieve identiteit en zelfvertrouwenlopen als een rode draad door de vier pijlers van de methodiekheen. Zelfregie zit vooral in pijlers 2 en 3. Jongeren leren zich indeze pijlers meer bewust te worden van hun dromen en verlangens,en wat ervoor nodig is die te bereiken; om daar vervolgensook meer regie over te kunnen hebben. Pijler 4 focust op socialevaardigheden en het leren omgaan met sociale uitsluiting. 'This is me!' werkt vooral aan de assets en minder aan de resources.Ondersteuning van ouders of versterking van het socialenetwerk is bijvoorbeeld niet een heel centraal element. Wel iser in aandacht voor de diverse contexten waarinjongeren zich begeven en hoe jongeren daarmee kunnen omgaan(vrienden, familie/gezin, school, de wijdere maatschappij).Voor de onderbouwing is samen met de ontwikkelaars gekekenwelke werkzame methodische elementen nu vooral steedsterugkomen in de interventie. Samenvattend maakt de trainingveel gebruik van elementen die aansluiten bij het versterken vanempowerment. Bijvoorbeeld: ervaringskennis staat centraal; deeigen ervaringen van de deelnemers staan voorop. En: er wordtveel gewerkt met het versterken van eigen kracht en het nemenvan zelfregie. Voorts: de trainer stelt zich gelijkwaardig op enfungeert als rolmodel. Peer support is daarnaast een belangrijkelement. De training wordt met gelijkgestemden gevolgd en erwordt veel uitgewisseld, zodat de deelnemers steun aan elkaarkunnen ervaren; en van elkaar kunnen leren (co-learning).Een ander element is de inzet van diverse werkvormen, waarbijreflectie als rode draad door alle oefeningen loopt. Daarnaast zijner werkvormen gericht op informatieoverdracht of het oefenenvan vaardigheden, bijvoorbeeld via rollenspel of huiswerkopdrachten.Om jongeren in een groep te helpen hun weerbaarheidte vergroten, is blijkens de literatuur een aantal randvoorwaardenvan belang: veiligheid in de groep, een vertrouwensrelatiemet de trainer en cultuursensitiviteit van de trainer. Hier wordtin de training van de trainers van 'This is me!' veel aandacht aanbesteed. LINK: https://www.kis.nl/sites/default/files/bestanden/Publicaties/this-is-me.pdf TREFWOORDEN: Workshops & trainingen Argumentatie (reageren op)

Page 4: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Jongeren Discriminatie Racisme Etnische minderheden CODE: 202.18 TITEL: This is me! Train-de-trainer ‘Weerbaarheid en identiteit’ AUTEUR(S): Achahchah, J. Horvers, J. Said, J.M. Werkhoven, J. van Noor, S. UITGAVE: Utrecht : Kenniscentrum Integratie & Samenleving (KIS) - Movisie, 2018 SAMENVATTING: Deze handleiding is bedoeld voor de trainers die de training 'This is me! gaan' gaan uitvoeren. 'This is me!' is bedoeld om jongeren met een migratieachtergrond weerbaar te maken tegen discriminatie. In detraining worden jongeren geholpen om hun eigen positie te versterken, zodat ze zich geaccepteerd voelen binnen de maatschappij en een positieve bijdrage kunnen leveren binnen de Nederlandse samenleving.In deze handleiding staat alles wat een trainer nodig hebt om een 'This is me!'training te verzorgen.'This is me!' is een groepstraining die uitgevoerd wordt door getrainde jongeren- of welzijnswerkers, die waar nodig worden geassisteerd door een jongere uit de doelgroep.In Nederland ervaart bijna de helft van de jongeren met een niet -westerse migratieachtergrond discriminatie op basis van hun cultureel-etnische achtergrond. Discriminatie, net als andere vormen van uitsluiting en afwijzing, kan vergaande gevolgen hebben voor zowel de fysieke en mentale gezondheid als de identiteitsontwikkeling van jongeren.Deze handleiding is verdeeld in vijf onderdelen. In het onderdeel 'Identiteit en weerbaarheid' is essentiële theorie over identiteiten weerbaarheid samengevat. De theoretische informatie vormt de basiskennisdie jij als trainer nodig hebt om de doelgroep te kunnen trainen. Hierbij is ookinformatie vanuit de praktijk gebruikt. Theorie en praktijk zijn gebundeld om tekomen tot indicatoren van weerbaarheid. In het tweede onderdeel wordt de nodige inhoudelijkeinformatie gegeven over de training. In dit onderdeel worden het doel van de training, hettrainersprofiel en de uitgangspunten van de training besproken.In het derde onderdeel 'Werkvormen' zijn alle werkvormen uitgewerkt. Dewerkvormen zijn verdeeld over vier hoofdthema’s: Wie ben ik? (1) ; Wat kan ik? (2) ; Wat wil ik? (3); en Hoe ga ik met anderen om? (4).Het vierde onderdeel bestaat uit achtergrondinformatie. Om sommigewerkvormen goed uit te kunnen voeren, heeft de trainer extraverdieping nodig voor een specifieke werkvorm. Met deze informatie kun je dedoelgroep goed begeleiden tijdens de training.In het laatste onderdeel 'Bijlagen' zijn de formulieren gebundeld die de trainer nodig heeft voor of tijdens de training waaronder een draaiboek en evaluatieformulieren. LINK: https://www.kis.nl/sites/default/files/bestanden/Publicaties/handleiding-this-is-me-train-de-trainer.pdf TREFWOORDEN: Argumentatie (reageren op) Workshops & trainingen Discriminatie Jongeren Racisme Etnische minderheden CODE: 202.18

Page 5: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

TITEL: Syriërs in Nederland : Een studie over de eerste jaren van hun leven in Nederland REDACTIE: Dagevos, J. Huijnk, W. Maliepaard. M. Miltenburg, E.M. UITGAVE: Den Haag : Sociaal en Cultureel Planbureau, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek naar Syrische statushouders of vluchtelingen in Nederland. Centraal staan Syriërs van 15 jaar en ouder die tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2016 een status hebben gekregen. In deze periode hebben 44 duizend Syriërs een status gekregen. Voor deze studie is een survey uitgevoerd onder 3.200 Syriërs (respons 81%). Er wordt ingegaan op de vlucht, hun ervaringen met de opvang, hun gezondheid, het leren van de Nederlandse taal en hun participatie in het Nederlandse onderwijs. We laten zien hoeveel mensen al betaald werk hebben, in hoeverre ze contacten onderhouden met autochtone Nederlanders en of ze zich veilig en thuis voelen in dit land. Ook wordt informatie gegeven over welke betekenis religie heeft voor Syriërs en welke waarden binnen deze groep belangrijk zijn. Er is apart informatie verzameld over de leefsituatie van inwonende kinderen.Geconcludeerd wordt onder meer dat degenen die (gedeeltelijk ) over land vluchtten, gemiddeld een jaar onderweg. Driekwart van hen is onderweg slachtoffer geworden van onder meer mishandeling, afpersing of schipbreuk.Bijna alle Syriërs volgen op dit moment een Nederlandse taalcursus of hebben dit gedaan. Veel Syriërs geven aan moeite te hebben met de Nederlandse taal.Ongeveer een vijfde heeft een diploma in het hoger onderwijs, een derde heeft ten hoogste basisonderwijs afgerond. Nog bijna niemand heeft een Nederlands onderwijsdiploma gehaald.Een grote groep Syriërs kampt met psychische problemen: 41% kan als psychisch ongezond worden aangemerkt.Weinig Syriërs hebben betaald werk (12%). Ze werken in lagere functies met een geringe arbeidsduur en een tijdelijk dienstverband. De bijstandsafhankelijkheid is zeer groot (90%).Het merendeel (61%) geeft aan ten minste wekelijks contact met autochtone Nederlandse vrienden of kennissen te hebben, hetzelfde geldt voor contact met autochtone Nederlandse buren (59%). Een kleine groep van 14% geeft aan nooit contact te hebben met autochtone Nederlanders. Ook geeft het merendeel (59%) van de Syriërs aan ten minste wekelijks contact te hebben met Syrische vrienden of kennissen in Nederland en driekwart heeft contact met familie en vrienden buiten Nederland (ruim een derde (36%) heeft dagelijks contact).78% van de Syriërs voelt zich thuis in Nederland en geeft voor tevredenheid over hun leven in Nederland gemiddeld een 8,5. Ouders geven een 8 ,6 voor de leefsituatie van hun kinderen.Van de ouders rapporteert 87% dat hun kind nooit gepest wordt op school. Iets minder dan een kwart van de kinderen wordt (wel eens) gediscrimineerd.De acceptatie van de homoseksualiteit lijkt een gevoelig punt te zijn onder de Syrische statushouders: minder dan een vijfde (18%) geeft aan het (helemaal) eens te zijn met de stelling dat het goed is dat homoseksuelen met elkaar mogen trouwen, ongeveer de helft is het (helemaal) eens met de stelling dat homoseksualiteit van een kind problematisch is. LINK: https://www.scp.nl/dsresource?objectid=7ad7406c-723d-4954-a601-239b4ae10008&type=org TREFWOORDEN: Etnische minderheden Vluchtelingen Maatschappelijke positie

Page 6: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Inburgering Gezondheid Geestelijke gezondheid Arbeid - Werkgelegenheid CODE: 162.18 TITEL: Jaarverslag 2017 : Amnesty International, Afdeling Nederland UITGAVE: Amsterdam : Amnesty International, 2018 SAMENVATTING: Jaarverslag over het jaar 2017 van de afdeling Nederland van Amnesty International. Aandacht is er voor de mensenrechten in Nederland. Thema's die daarbij aan de orden komen zijn : bestrijding discriminatie, etnisch profileren door de Nederlandse politie ,massasurveillance, de positie van vluchtelingen en mensen zonder verblijfspapieren. LINK: https://www.amnesty.nl/content/uploads/2018/05/JAARVERSLAG2017-2mei.pdf?x56589 TREFWOORDEN: Mensenrechten Discriminatie Politie-optreden Vluchtelingenbeleid Vluchtelingen Illegalen CODE: 354.18 TITEL: Jaarverslag 2017 : Den Haag meldt UITGAVE: Den Haag : Den Haag Meldt, 2018 SAMENVATTING: Jaarverslag over 2017 van de antidiscriminatievoorziening Den Haag Meldt, een afdeling van de gemeentelijke ombudsman die sinds 1 juli 2017 de klachten van inwoners uit de gemeente Den Haag behandelt. Ingegaan wordt op de activiteiten die de antidiscriminatievoorziening ontplooide en de meldingen die het binnenkreeg.Voor de eerste helft van 2017 nam antidiscriminatievoorziening RADAR de taken van de Haagse antidiscriminatievoorziening waar.Bij RADAR kwamen in de eerste helft van het jaar 59 meldingen binnen. Bij Den Haag Meldt zijn vanaf juli 2017 in totaal 103 meldingen binnengekomen. In totaal gaat het dus om 162 meldingen.Na ras zijn de in 2017 meest gemelde discriminatiegronden Handicap/chronische ziekte, en geslacht. Als gekeken wordt naar maatschappelijke terrein dan komen de meeste meldingen voor op het terrein arbeidsmarkt.Het merendeel van de meldingen is geregistreerd enbehandeld met informatie en advies. Dit houdt in dat er inelk geval contact heeft plaatsgehad met de melder en demelding is besproken met hem of haar. Er wordt ondermeer uitleg gegeven over de gelijkebehandelingswetgeving,of advies hoe om te gaan met discriminerendgedrag. LINK: https://denhaagmeldt.nl/wp-content/uploads/2018/04/2017_Ombudsman_Jaarverslag_Den_Haag_Meldt.pdf TREFWOORDEN: Discriminatie Meldpunten Den Haag Klachtbehandeling CODE: 222.18 TITEL: Dynamiek in de kansrijke wijken AUTEUR(S): Permentier, M. UITGAVE: Rotterdam : Gemeente Rotterdam - Onderzoek en Business Intelligence (OBI), 2018 SAMENVATTING: Onderzoekrapport dat als doel heeft inzicht te krijgen in verschillende

Page 7: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

demografische-, sociaaleconomische- en leefbaarheidsontwikkelingen in de groep kansrijke wijken in de jaren voorafgaand en tijdens het beleidsprogramma “Kansrijke wijken” van de gemeente Rotterdam dat zich richt op het vasthouden en aantrekken van gezinnen met hoogopgeleide werkende ouders op aantal wijken rond het centrum. Het beleid zich op negen wijken rondom het centrum: Oude Noor -den, Nieuwe Westen, Middelland, Liskwartier, Nieuw-Crooswijk, Kralingen-West, Lloydkwartier, Katendrecht en Kop van Zuid-Entrepot. Het rappprt geeft ook inzicht in welke aspecten van de wijk en de woning de kansrijke wijken aantrekkelijk (er) maakt voor de groepen sterke schouders, en welke wensen zij hebben. De onderzoeksvraag luidt hierbij: Hoe kunnen de demografische-, sociaaleconomische- en leefbaarheidsontwikkelingen in de kansrijke wijken in de afgelopen jaren gekarakteriseerd worden?Het rapport start als eerste met een beschrijving van de veranderingen in woningvoorraad, om daarna in te gaan op de bevolkingsdynamiek. Hierbij staan we specifiek stil bij de rol van verhuizingen : welke verhuisstromen zijn zichtbaar en welke rol speelt de buurt bij het vertrekkers uit de buurt (en vestigers naar de buurt). Ook staan we hier stil bij welke aspecten de kansrijke wijken aantrekkelijk maken voor de sterke schouders en welke wensen zij hebben. Vervolgens gaan we in op veranderingen in de sociaaleconomische samenstelling van de bevolking door te kijken naar het inkomens- en opleidingsniveau van de bewoners (en specifiek kansrijke gezinnen en sterke schouders). Daarna kijken we naar de dynamiek van bedrijvigheid, (winkel) voorzieningen en werkgelegenheid in de kansrijke wijken. Tot slot kijken we naar onderwijsvoorzieningen en ontwikkelingen in de leefbaarheid in de kansrijke wijken. LINK: http://kenniswerkplaats-leefbarewijken.nl/wp-content/uploads/dynamiek_indekansrijkewijken.pdf TREFWOORDEN: Rotterdam Wijken Buurtbeheer - soc. vernieuwing Huisvestingsbeleid Huisvesting CODE: 532.18 TITEL: Gedragsaanwijzing ingebed in het huurrecht? AUTEUR(S): Vols, M. Sieljes, L. UITGAVE: Groningen : Rijksuniversiteit Groningen - Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, 2018 SAMENVATTING: Rapport. Kan de gedragsaanwijzing worden aangemerkt als een hype of is het instrument inmiddels een regulier instrument binnen de bestrijding van overlast door buren? Verhuurders kunnen vrijwillige als onvrijwillige gedragsaanwijzingen. Een vrijwilligegedrag saanwijzing heeft de vorm van een overeenkomst tussen de verhuurder en de overlastgevende huurder waarin allerlei ge- of verboden kunnen worden opgenomen. Een voorbeeld van een gebod is dat de overlastgevende huurder een agressiereductietraining dient te volgen. Een voorbeeld van een verbod kan zijn het verbod op het hebben van een hond. Men spreekt van een onvrijwillige gedragsaanwijzing als de verhuurder een gedragsaanwijzing afdwingt via de rechter. Om antwoord te geven op de centrale vraag van dit onderzoek is in 2017 en 2018 dit onderzoek gedaan naar de rol van de gedragsaanwijzing binnen de aanpak van overlast in de huursector.Het onderzoek bestond uit 2 delen: telefonische interviews met 24 corporaties en een analyse van recente jurisprudentie waarin de gedragsaanwijzing een rol

Page 8: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

speelt. Door de corporatiemedewerkers die zijn geïnterviewd zijn in totaal 264 gedragsaanwijzingen ingezet, waarvan maar liefst 92% vrijwillig zijn.De corporatiemedewerkers zijn positief over de gedragsaanwijzing als middel tegen woonoverlast. Als de gedragsaanwijzing niet standhoudt, vinden corporatiemedewerkers het alsnog een handig middel om een dossier op te bouwen .Het blijkt dat de gedragsaanwijzingen bij een breed scala aan overlast ingezet worden. De problematiek gaat van verzamelwoede tot geluidsoverlast en van oneigenlijk gebruik van de woning tot overlast van personen met verward gedrag. Een veelgenoemde vorm van overlast is geluidsoverlast. De meerderheid van de ondervraagden vindt ook dat de gedragsaanwijzing een waardevol middel is bij de aanpak van casussen waarbij er sprake is van psychische problematiek. Op deze wijze kan men afdwingen dat hulpverlening door de huurder geaccepteerd wordt. Wel valt of staat dit met een goede samenwerking met de hulpverlening.Uit het onderzoek blijkt dat de gedragsaanwijzing zeker geen hype is. Er wordt al veel gebruik van gemaakt, maar het is te voorbarig om het als regulier instrument aan te merken. In de praktijk zijn er nog knelpunten die om oplossingen vragen. Daarnaast is de bekendheid onder de corporaties over dit instrument en het gebruik ervan nog een aandachtspunt. LINK: https://www.hetccv-woonoverlast.nl/doc/Onderzoeksrapport_gedragsaanwijzingen_ingebed_in_huurrecht.pdf TREFWOORDEN: Burenconflicten Buurtbeheer - soc. vernieuwing Woonorganisaties Privaatrecht CODE: 533.18 TITEL: Buurtbemiddeling: eerste hulp bij burenproblemen. Voor meer woonplezier UITGAVE: Utrecht : Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) , 2018 SAMENVATTING: Deze brochure buurtbemiddeling geeft op hoofdlijnen uitleg over wat buurtbemiddeling inhoudt en biedt een globaal inzicht in de aanpak van buurtbemiddeling. De brochure enthousiasmeert lezers om met buurtbemiddeling aan de slag te gaan.Buurtbemiddeling is een methode om buurtgenoten die onderling problemen hebben weer met elkaar in gesprek te brengen. De methode werkt het best in een vroeg stadium en bij niet al te ernstige problemen. Goed getrainde vrijwilligers helpen de partijen om het contact te herstellen en oplossingen te bedenken voor hun conflict. In Nederland wordt dit al lange tijd met succes toegepast. LINK: https://hetccv.nl/fileadmin/Bestanden/Onderwerpen/Buurtbemiddeling/Documenten/Brochure_Buurtbemiddeling_-_van_conflict_naar_communicatie/A5_Brochure_12p_-_Buurtbemiddeling__JH11.01.2018__DRUK.PDF TREFWOORDEN: Buurtbeheer - soc. vernieuwing Geweldpreventie Burenconflicten CODE: 533.18 TITEL: Regionale plaatsing vergunninghouders en kans op werk : CPB Policy Brief 2018/07 AUTEUR(S): Gerritsen, S. Kattenberg, M. Vermeulen, W. UITGAVE: Den Haag : Centraal Planbureau (CBP), 2018 SAMENVATTING: Beleidsadvies van het Centraal Planbureau (CBP) over de rol van de

Page 9: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

uitplaatsingsregio voor de arbeidsmarktprestaties vanvergunninghouders of erkende vluchtelingen.Tot voor kort werd er bij de uitplaatsing van vergunninghouders of erkende vluchtelingen echter geen rekening gehouden met hun aansluiting bijde regionale arbeidsmarkt. Aan de hand van arbeidsmarktprestaties en verhuisbewegingenvan asielmigranten die eind jaren negentig naar Nederland kwamen, laat dit advies zien dat hetzinvol kan zijn om dit wel te doen.De kans dat vergunninghouders tien jaar na uitplaatsing een baan hebben, blijkt in de meestgunstige regio bijna anderhalf keer zo hoog als in de minst gunstige. Dit vertaalt zich ook inaanzienlijke verschillen tussen regio’s in het beroep op de bijstand. De regionalewerkloosheid verklaart een deel van deze verschillen. Daarnaast hangt het regionale patroonsamen met persoonlijke kenmerken als leeftijd, geslacht en herkomstland. Het maakt dus uitwie waar geplaatst wordt.Voor de arbeidsmarktintegratie kan het daarom zinvol zijn om bij uitplaatsing rekening tehouden met de aansluiting van kenmerken van vergunninghouders bij de regionalearbeidsmarkt. In 2016 is een start gemaakt met dit beleid, maar er zijn manieren ominformatie over verschillen in de kans op werk nog meer te benutten. LINK: https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Policy-Brief-2018-07-Regionale-laatsing-vergunninghouders-en-kans-op-werk.pdf TREFWOORDEN: Vluchtelingen Arbeid - Werkgelegenheid Spreidingsbeleid Arbeidsmarktpositie Etnische minderheden CODE: 433.18 TITEL: Regionale plaatsing vergunninghouders en kans op werk : CPB Achtergronddocument AUTEUR(S): Gerritsen, S. Kattenberg, M. Vermeulen, W. UITGAVE: Den Haag : Centraal Planbureau (CBP), 2018 SAMENVATTING: Achtergronddocument bij de Policy Brief van het Centraal Planbureau getiteld 'Regionale plaatsing vergunninghouders en kans op werk'.Deze CPB Policy Brief geeft aan dat de regio waarin vergunninghouders of erkende vluchtelingen uitgeplaatst worden van invloed is op de kans datvergunninghouders na tien jaar een baan hebben en de kans dat ze dan gebruik maken vanbijstand. Ook laat de Policy Brief zien dat de prestaties op de arbeidsmarkt kunnenverbeteren als er rekening gehouden wordt met de aansluiting op de lokale arbeidsmarkt.Tot slot blijkt uit de Policy Brief dat veel vergunninghouders wegtrekken en dan vooral uituitplaatsingsregio’s met een lage bevolkingsdichtheid. Dit achtergronddocument presenteert enkele aanvullende analyses en geeft relevanteachtergrondinformatie bij de Policy Brief. Zo wordt beschreven in hoofdstuk2 hoe de uitplaatsing van vergunninghouders eind jaren 90 in zijn werk ging en hoe datverschilt van de huidige manier van werken. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op vergunninghouders die in het onderzoek meegenomen zijn en de onderzoeksmethode uit.Hoofdstuk 4 bekijkt de invloed van de uitplaatsingsregio op andere prestaties op dearbeidsmarkt. Hoofdstuk 5 gaat in op kansrijk koppelen. Hoofdstuk 6 gaat in op de mobiliteit van vergunninghouders na uitplaatsing. LINK: https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Achtergronddocument-mei2018-Regionale-plaatsing-vergunninghouders-en-kans-op-werk_0.pdf TREFWOORDEN: Vluchtelingen

Page 10: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Arbeid - Werkgelegenheid Spreidingsbeleid Arbeidsmarktpositie Etnische minderheden CODE: 433.18 TITEL: Alleenstaande minderjarigen uit Eritrea in Nederland : Kansen en bedreigingen aan het begin van een nieuw leven AUTEUR(S): Sleijpen, M.J.T. Es, C.M. van Brake, H. te Mooren, T. UITGAVE: Utrecht : Nidos, 2017 SAMENVATTING: Onderzoek naar alleenstaande minderjarigen uit Eritrea in Nederland.Tussen 2014 -2015 nam het aantal vluchtelingen in Nederland en vooral dat van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s) fors toe. Opvangmedewerkers en jeugdbeschermers (en die nietalleen) hadden veel vragen over hoe met name de jongeren afkomstig uit Eritrea goed te begeleiden.In dit onderzoek staat de volgende vraag centraal: Wat ervaren deze jongeren hier inhun dagelijkse Nederlandse omstandigheden als belemmerend en/of als stimulerend, gerelateerd aanhun behoeftes en mogelijkheden? De tekst is gebaseerd op focusgroepen met deze jongeren enpersoonlijke interviews met professionals die met hen werken. LINK: https://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/353145/Eritrea.pdf?sequence=1&isAllowed=y TREFWOORDEN: AMA's Vluchtelingen Hulpverlening CODE: 162.17 TITEL: The ability to deal with difference: Turkish-Dutch professionals as go-betweens in the education sector UIT: New Directions for Child and Adolescent Development, Volume 2018, Issue 160 AUTEUR(S): Waldring, I. Crul, M. Ghorashi, H. UITGAVE: 2018 SAMENVATTING: Contribution from a special issue : C. R. Cooper & R. Seginer(Eds.), 'Navigating Pathways in Multicultural Nations: Identities, Future Orientation, Schooling, and Careers'. New Directions for Child and Adolescent Development, 160, 45–58. Based on sixteen semi-structured interviews, this article examines how second -generation Turkish-Dutch education professionals experience their professiona lposition in the ethnically homogeneous upper echelons of the Dutch education sector. The analysis shows that second-generation education professionals, being newcomers to higher-level positions in the sector, have to engage with diversecultural repertoires at work. Instead of being stuck in-between these repertoires,second-generation education professionals actively “go-between” repertoires,employing their ability to deal with difference. In the increasingly super-diverse Dutch classrooms, this “go-between” attitude functions as a second-generation advantage and is conceptually better suited than in-betweenness to describe the position of second-generation professionals. LINK: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.1002/cad.20242 TREFWOORDEN: Nederland

Page 11: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Etnische minderheden Turken Leerkrachten Multiculturele samenleving CODE: 713.18 TITEL: Leefomstandigheden van kinderen in asielzoekerscentra en gezinslocaties AUTEUR(S): Pozzo, M. Bender, D. Visser, W.D. UITGAVE: Amsterdam, / Rijswijk / Den Haag, Avance / COA / Kind in Azc : Avance / COA / Kind in Azc, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek naar de situatie van kinderen, die in gezinsverband in een asielzoekerscentrum of gezinslocatie leven. Aan het onderzoek deden 148 kinderen (6 t/m 12 jaar), 87 jongeren (13 tot 18 jaar) en 77 ouders mee. Van de ouders had 50% één of meer kinderen tussen de 0 en 6 jaar. Ook hebben 76 professionals en vrijwilligers die in of buiten de locatie met de kinderen werken hun inzichten en meningen gedeeld via online vragenlijsten. Het onderzoek concentreert zich op negen aspecten die samen het leven van de kinderen bepalen: gezin en opvoeding, wonen, recreatie, spel en vrije tijd, onderwijs, gezondheid, veiligheid, procedure, financiën en participatie. Het onderzoek concentreert zich op negen aspecten die samen het leven van de kinderen bepalen: gezin en opvoeding, wonen, recreatie, spel en vrije tijd, onderwijs, gezondheid, veiligheid, procedure, financiën en participatie. Deze situatie wordt in kaart gebracht en vervolgens wordt nagegaan of voldaan wordt aan de beginselen van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind, dat Nederland in 1995 ratificeerde.Geconcludeerd wordt dat situatie van kinderen in Nederlandse asielzoekerscentra nog niet volledig voldoet aan normen uit het VN-Kinderrechtenverdrag. Op gezinslocatie voelt één op de drie kinderen zich niet veilig.Het langdurig delen van woonruimtes en basisvoorzieningen zoals een toilet, douche en keuken met andere gezinnen is een belangrijke oorzaak dat onderlinge relaties binnen gezinnen onder druk staan. Op sommige locaties moet meer dan 90% van de gezinnen de voorzieningen delen.Uit het onderzoek blijkt dat onderwijs goed toegankelijk is voor kinderen die wonen in asielzoekerscentra. Daarvan gaat 99% naar school. Ongeveer 8 op de 10 ouders en kinderen geeft aan tevreden te zijn over de school. Voor jongeren is het ontspanningsaanbod te beperkt. Bijna zeven op de tien jongeren nemen (vrijwel) nooit deel aan activiteiten omdat er in de beleving van jongeren te weinig georganiseerd wordt wat ook aanslaat bij hun leefwereld. LINK: http://www.kind-in-azc.nl/wp-content/uploads/2018/06/1-en-2_online-002.pdf TREFWOORDEN: Opvangcentra Kinderen Opvoeding Vluchtelingen CODE: 162.18 TITEL: LHBTI in de breedtesport : De acceptatie van seksuele diversiteit in de sportvereniging. Factsheet 2018/9 AUTEUR(S): Hoeijmakers, R. Elling, A. UITGAVE: Utrecht : Mulier Instituut, 2018 SAMENVATTING: Factsheet. Sinds 2008 voert de Gay-Straight Alliantie Gelijkspelen in opdracht

Page 12: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

van de ministeries van OCW en VWS een beleidsprogramma uit gericht op acceptatie van homoseksualiteit in de wereld van de (georganiseerde wedstrijd )sport. Dit programma is de afgelopen jaren deels geïntegreerd binnen het bredere beleidsprogramma Naar een Veiliger Sport Klimaat. Om te zien hoe het is gesteld met de acceptatie van seksuele diversiteit in de sport en welke ontwikkelingen kunnen worden vastgesteld ten opzichte van eerdere metingen (2008, 2010 en 2013), voerde het Mulier Instituut in 2017/2018 een vervolgmeting uit. Hoewel een positieve ontwikkeling in de acceptatie van homoseksualiteit in de sport, als resultaat van de beleidsinzet in de afgelopen tien jaar mocht worden verwacht, valt slechts een beperkt positieve ontwikkeling waar te nemen. Positief is dat de algemene homo-acceptatie onder mannelijke teamsporters lijkt toe te nemen en mannelijke teamsporters het vaakst aangeven dat in het afgelopen jaar bij hun sportvereniging positieve aandacht is geweest voor de acceptatie van homoseksualiteit. Aandacht blijkt hiermee op de goede plek terecht te komen, maar nog weinig effect te sorteren als het gaat om veranderingen in gedrag (voorkomen van homo-negatieve grappen en opmerkingen) dan wel perceptie (bijv. belang sanctioneren homograppen) LINK: https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=8818&m=1526550203&action=file.download TREFWOORDEN: Discriminatie Sport Homoseksualiteit Transseksualiteit CODE: 551.18 TITEL: Ondernemerschap als aantrekkelijke integratieroute UITGAVE: Amersfoort : Lysias Consulting Group , 2018 SAMENVATTING: Onderzoek naar hoe statushouders of vluchtelingen beter kunnen worden ondersteund op weg naar het ondernemerschap. Op basis van een literatuurstudie en analyse van signalen uit de praktijk, is de aanname geformuleerd dat de bestaande mogelijkheden voor ondersteuning voor startende ondernemers op een drietal ‘barrières’ stuit, te weten: (1) De mogelijkheden voor ondersteuning zijn onvoldoende bekend bij vluchtelingen;(2) Er zijn drempels die de toegang van vluchtelingen tot dergelijke ondersteuning bemoeilijken; (3) De bestaande ondersteuning sluit onvoldoende aan bij specifieke behoeften vanvluchtelingen. Om het onderzoeksmodel te vullen en te toetsen en zowel de vraag- als aanbodzijde scherperin beeld te krijgen, zijn 37 interviews gehouden met een diverse groep professioneelbetrokkenen, te weten gemeenten, kredietverstrekkers en maatschappelijke organisaties.Ook zijn 12 narratieve interviews gehouden met ondernemende statushouders.Hoewel menig vluchteling ondernemer was in het land van herkomst slaagt slechts een klein deel slaagt daar in. Want de route naar een eigen bedrijf is, in het bijzonder voor vluchtelingen, zeker niet zonder obstakels. Het onderzoek concludeert dat er nog te weinig gebeurt om deze obstakels weg te nemen. Hoewel er niet één formule is voor succes, is een belangrijke stap het beter in kaart brengen van verschillende ondersteunende initiatieven die er al zijn. Ondersteunende initiatieven die werken met minder nadruk op uitgewerkte businessplannen, en meer nadruk op meteen doen (‘lean startups’) sluiten beter aan bij de energie en drive van startende ondernemers dan de participatietrajecten, zo blijkt uit het onderzoek. Ook blijkt dat praktische ondersteuning door ervaren coaches goed werkt. Winst valt er te behalen als er meer samenwerking komt tussen gemeentes en dit soort initiatieven om zo tot goede matches met vluchtelingen te komen.Ook zou het

Page 13: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

startende ondernemers helpen als gemeenten flexibeler omgaan met vluchtelingen die vanuit de bijstand een eigen zaak beginnen. Bijvoorbeeld door part-time ondernemerschap mogelijk te maken, waarbij je vanuit de bijstand ruimte krijgt te werken aan het opzetten van je eigen onderneming. Maatwerk en flexibiliteit waarbij het aanbod aansluit bij de behoeften van de vluchteling is belangrijk voor deze zeer diverse doelgroep.Vrijwel alle succesvolle ondernemers hebben één ding gemeen; een divers netwerk, bestaande uit bereidwillige ondersteuners met wie ze samen aan hun bedrijf hebben kunnen bouwen - met zowel morele als financiële steun.Het onderzoek nam een aantal initiatieven onder de loep, waaronder een pilot van de gemeente Rotterdam, de landelijke organisatie voor microfinanciering Qredits, het Albeda College en VluchtelingenWerk. De verschillende partijen wisten elkaar hier goed te vinden. Van de twaalf deelnemende vluchtelingen zijn er in een halfjaar inmiddels vier gestart met een eigen zaak. LINK: https://www.vluchtelingenwerk.nl/sites/public/u25001/Eindrapport_Onderzoek_naar_ondernemerschap_onder_statushouders_VluchtelingenWerk.pdf TREFWOORDEN: Vluchtelingen Etnisch ondernemerschap Asielprocedure Arbeid - Werkgelegenheid CODE: 162.18 TITEL: The multiplier effect: how the accumulationof cultural and social capital explains steepupward social mobility of children of low-educatedimmigrants UIT: Ethnic and Racial Studies, Vol 40, No. 2, pp. 321-338 AUTEUR(S): Crul, M. Schneider, J. Keskiner, E. Lelie, F. UITGAVE: 2017 SAMENVATTING: Paper. This paper introduces what the authors have coined the multiplier effect. We explain the steepupward mobility of children of low-educated immigrants by studying howthey overcome obstacles on their regular pathway, via alternative routes orthrough loopholes in the education and labour market system. The idea ofthe multiplier effect is that they virtually propel themselves forward in theircareers. Essential is that each successful step forward offers new possibilitieson which they build, thereby accumulating cultural and social capital andmultiplying their chances of success. Initial small differences with their lesssuccessful co-ethnic peers generate an increasingly wider gap over time.Cultural and social capital theories primarily explain the reproduction ofinequalities in society. The multiplier effect explains the breaking of theperpetual cycle of this reproduction, enabling steep upward mobility evenwhen this group does not initially possess the right cultural and social capitalto be successful. LINK: https://doi.org/10.1080/01419870.2017.1245431 TREFWOORDEN: Etnische minderheden Europa Nederland Maatschappelijke positie Schoolloopbaan

Page 14: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Leerprestaties CODE: 742.17 TITEL: Practices of change in the education sector:professionals dealing with ethnic school segregation UIT: Ethnic and Racial Studies, Vol. 40, No. 2, pp. 247-263, 2017 AUTEUR(S): Waldring, I. UITGAVE: 2017 SAMENVATTING: This article looks at second-generation professionals in the education sector in Sweden, France and the Netherlands, whose parents were born in Turkey. In their stories, ethnic school segregation appears as an important topic that coincides with other inequalities in society and signals educational injustice. This so -called wicked problem is used to understand how second-generation professionals assert influence in their quest for educational change. The analysis, based on semi-structured interviews, shows that influence and change are conditional. Second-generation professionals are constrained by the structural boundaries of the sector, which seem particularly fixed because of the way in which theeducation sector is entangled with state policies. Simultaneously, they are aware of these boundaries, and of the nation-specific change-opportunities existingwithin them. Using their “in-betweenness” as second-generation social climbers,with their knowledge of the education system, they apply varying practices ofchange focused on moderating the negative effects of ethnic school segregation LINK: https://doi.org/10.1080/01419870.2017.1245434 TREFWOORDEN: Nederland Tweede generatie Werkvloer Turken Marokkanen Onderwijs-systeem NL Etnische minderheden Segregatie CODE: 406.17 TITEL: Being one of the few : Professionally successful descendants of migrants from Turkey AUTEUR(S): Konyali, A. UITGAVE: eigen uitgave, 2018 SAMENVATTING: Dissertation Erasmus University Rotterdam. Drawing on data collected through semi-structured, in-depth interviews in Germany, France, Sweden, and the Netherlands, this dissertation focuses on descendants of labour migrants from Turkey in leading professional positions. The dissertation explains how individuals from a disadvantaged group negotiate their individual background while developing their professional selves. There is a dialectical interplay between the achievement narratives, through which they present themselves as exceptional individuals from a disadvantaged group, and the actual experience of their steep social mobility. Whereas their narratives stress the role of personal characteristics and individual efforts, their experiences indicate restrictive national conditions that cause the emergence of alternative career paths. They are continuously confronted with the fact that their individual social mobility stands in contrast to the low-status of the group to which they belong. However, they turn the condition of in-betweenness into an important

Page 15: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

element of their professional self-conception. This is also visible in their place attachment and potential spatial mobility. LINK: https://repub.eur.nl/pub/105538/Konyali-2018-_Digital_Manuscript.pdf TREFWOORDEN: Tweede generatie Turken Etnische minderheden Europa Nederland Maatschappelijke positie Arbeid - Werkgelegenheid CODE: 174.18 TITEL: International opportunities on the way up: alternative career paths of descendants of migrants from Turkey in the field of professional business services UIT: Ethnic and Racial Studies, Vol. 40, No. 2, pp. 264-282, 2017 AUTEUR(S): Konyali, A. UITGAVE: 2017 SAMENVATTING: This qualitative study examines the career paths of descendants of labour migrants from Turkey in the field of professional business services. Through in -depth interviews with upwardly mobile professionals in leading positions, the article presents evidence from four countries (France, Germany, the Netherlands and Sweden). Respondents reflect on their professional career as a process constituted through personal interactions while displaying their perceptions of restrictive national conditions that affect their professional success in this field. There seem to be three discernible “ideal type” alternative career paths for newcomers. First, the corporate career path consists of building a widely recognized “international” profile. The second alternative is a “niche” path that emerges by making use of one’s individual background in order to climb up the corporate ladder. Finally, there is a path of self-employment for individuals who have experienced blocked opportunities and therefore want to become “independent” of corporate hierarchies. LINK: https://doi.org/10.1080/01419870.2017.1245430 TREFWOORDEN: Turken Etnische minderheden Tweede generatie Europa Nederland Arbeid - Werkgelegenheid Maatschappelijke positie CODE: 433.17 TITEL: The Rise of the Second Generation : The role of social capital in the upward mobility of descendants of immigrants from Turkey and Morocco AUTEUR(S): Rezai, S. UITGAVE: Rotterdam : Erasmus University Rotterdam, 2017 SAMENVATTING: Dissertation Erasmus University Rotterdam. This study sheds light on how descendants of immigrants from Turkey and Morocco in Europe, against all odds, accomplished remarkable educational and professional pathways. It focuses on how social capital influences their upward social mobility. It is based on in -depth interviews withthe European 1.5 and second generation whose origins lie in Turkey and Morocco. My respondents all have a higher-education degreeand

Page 16: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

work in white-collar professions, some even in elite positions.Main goal of this study is to gain a deeper understanding ofhow these children of guest -worker immigrants were able to achieveeducational and professional success against all odds. The first two chapters of this dissertationcentre on the educational pathways of higher-educated children ofTurkish and Moroccan working -class immigrants from Turkey andMorocco in the Netherlands. The last two chaptersfocus on the career mobility of children of immigrants from Turkeywho occupy distinguished positions in the law and corporate businesssector and live in Europe.This study shows two important matters concerning the social capital of social climberswith ethnic minority background: one, they do have relevant socialcapital, and two, they are very good at using it. LINK: http://hdl.handle.net/1765/102766 TREFWOORDEN: Tweede generatie Etnische minderheden Turken Marokkanen Maatschappelijke positie Arbeid - Werkgelegenheid CODE: 145.17 TITEL: Passing the torch to a new generation: Educational support types and the second generation in the Netherlands UIT: Comparative Migration Studies,: Vol. 3, No. 12, 2015 AUTEUR(S): Rezai, S. Crul, M. Severiens, S. UITGAVE: 2015 SAMENVATTING: This study is based on 86 in-depth interviews with second-generation people ofTurkish and Moroccan background in the Netherlands who have achieved upwardeducational mobility. The authors used an inductive approach to analyze their perceptionswith respect to received parental educational support and the educational supportthey provided to the younger generation. House’s (1981) social support typologywas applied combined with a body of literature on immigrant aspirations andeducational success of children of immigrants. Despite lacking informationalsupport the interviewees value the received parental support, consisting ofemotional and instrumental support. Their higher education, familiarity with theDutch education system, socialization with the dominant culture, and receivedparental support influence their giving of support, which mainly consists ofinformational support. LINK: https://doi.org/10.1186/s40878-015-0011-x TREFWOORDEN: Turken Tweede generatie Etnische minderheden Schoolloopbaan Ouderparticipatie Marokkanen CODE: 742.15 TITEL: De economische waarde van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa voor Nederland AUTEUR(S): Heyma, A. Bisschop, P.

Page 17: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Biesenbeek, C. UITGAVE: Amsterdam : SEO Economisch Onderzoek, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek naar de economische waarde van arbeidsmigrantenuit Midden- en Oost -Europa voor Nederland.In 2016 waren in totaal 371 duizend arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa actief als werknemerin Nederland, waarvan 183 duizend als uitzendkracht (49 procent). Samen vervulden zij intotaal 514 duizend verschillende banen, waarvan 275 duizend uitzendbanen (54 procent). Het betekentdat bijna één op de twintig banen in Nederland in 2016 werd vervuld door een arbeidsmigrantuit Midden- of Oost-Europa. Deze arbeidsmigranten zijn vooral actief in het zuiden en westenvan Nederland en met name in de land- en tuinbouw, zakelijke dienstverlening, logistiek, groothandel,voedingsindustrie en metaalindustrie.In 2016 droegen arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa ongeveer 11 miljard euro bij aanhet nationaal inkomen van Nederland. Na aftrek van de daarvan uitgekeerde beloning aan arbeidsmigrantenblijft hier ruim 5 miljard euro van over, ongeveer 300 euro per Nederlander. In 2015was dat respectievelijk ruim 9 miljard en bijna 4 miljard, omgerekend ongeveer 250 euro per hoofdvan de bevolking. Daar staan enkele maatschappelijke kosten tegenover, waarvan de kosten van degezondheidszorg, sociale zekerheid, huisvesting en sociale integratie de belangrijkste zijn.Uit de internationale literatuur blijkt dat de inzet van arbeidsmigranten, onder meer uit Midden- enOost-Europa, slechts op beperkte schaal binnenlandse werknemers verdringt. Het betekent dat deproductie van deze arbeidsmigranten vrijwel volledig additioneel is ten opzichte van de bestaandeproductie door binnenlandse werknemers. De vijf bedrijven met een substantieel aandeel MOE-landersdie in het kader van dit onderzoek zijn gesproken, bevestigen dat beeld. De door arbeidsmigrantenuitgevoerde werkzaamheden betreffen vooral uitvoerend productiewerk aan de onderkantvan de arbeidsmarkt, waarvoor volgens deze werkgevers nauwelijks binnenlandse arbeidskrachtente vinden zijn. Wanneer de vijf bedrijven niet langer zouden kunnen beschikken overarbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa, zouden ze naar eigen zeggen hun productieprocesmoeten aanpassen, inperken of verplaatsen. Dat heeft negatieve gevolgen voor de regionale bedrijvigheiden de omvang van de regionale productie en het regionale inkomen. LINK: https://www.abu.nl/stream/seo-onderzoek-de-economische-waarde-van-arbeidsmigranten-uit-midden-en-oost-europa-voor-nederland TREFWOORDEN: Oost-Europeanen Nederland Immigratie Arbeidsmigratie Arbeid - Werkgelegenheid CODE: 121.18 TITEL: Arbeidsmigranten. Van groot belang voor Nederland. Whitepaper UITGAVE: Badhoevedorp : Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), 2018 SAMENVATTING: White paper van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) over arbeidsmigratie. Arbeidsmigratie is here to stay is het uitgangspunt van dit paper dat voor een groot deel is gebaseerd op het onderzoek "De economische waarde van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa voor Nederland" van SEO Onderzoek .Door de open Europese grenzen is de internationale arbeidsmobiliteit een structureelgegeven geworden. Ook Nederland kan niet meerzonder arbeidsmigranten . Voor het werk dat zij doen, zijnonvoldoende Nederlandse werknemers te vinden. Nu deeconomie weer aantrekt en de 24 uurseconomie de norm is,neemt de behoefte

Page 18: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

aan arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europasterk toe. En die vraag zal de komende jaren alleenmaar groter worden. Want door vergrijzing en ontgroeningkrimpt vanaf 2021 onze beroepsbevolking.Kortom: er is een grote economische noodzaak om ons arbeidspotentieel op peil te houden. Endaarvoor zijn arbeidsmigranten onontbeerlijk. Vandaar dat we een klimaat moeten scheppen , waarbijarbeidsmigranten zich welkom voelen en er een aanbod moet zijn van huisvesting dat zowel kwantitatiefals kwalitatief toereikend is.Rond arbeidsmigranten is er helaas vaak nog een negatieve beeldvorming. Opmerkingen als ‘ze pikkenonze banen en huizen in’ zijn veelgehoord. In deze whitepaper wordt onderzocht of dergelijke uitsprakenfeitelijk wel juist zijn. En kijken we naar oplossingen voor ondeugdelijke huisvesting en schaarsteop de lokale woningmarkt, waardoor huurprijzen worden opgedreven.Daarnaast hebben wij laten onderzoeken hoe groot de economische waarde is van arbeidsmigranten,zowel voor Nederland als voor de regio’s. En welke implicaties dat heeft voor de huisvesting. Tot besluit van deze whitepaper worden aanbevelingen gedaan aan regionale en lokale overheden een aantal aanbevelingen omte komen tot adequaat woon- en werkbeleid voor arbeidsmigranten. LINK: https://www.abu.nl/stream/abu-whitepaper-arbeidsmigranten.-van-groot-belang-voor-nederland TREFWOORDEN: Arbeidsmigratie Uitzendbureaus Arbeid - Werkgelegenheid Oost-Europeanen Arbeid - Werkgelegenheid CODE: 121.18 TITEL: Asielinstroom 2014–2016: een cohort asielzoekers in beeld UITGAVE: Den Haag : Algemene Rekenkamer, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de asielinstroom in de periode 2014–2016 in Nederland. Voor dit onderzoek zijn gegevens geanalyseerd van het cohort asielzoekers dat in de periode 2014–2016 een eerste asielaanvraag deed. Na jaren van gematigde instroom, steeg in 2015 het aantal asielzoekers flink. De Algemene Rekenkamer concludeert dat betrokken instanties binnen de asielketen veerkracht hebben getoond bij de grote instroom asielzoekers. De gemiddelde duur van asielprocedures nam weliswaar toe tijdens de piek van de asielstroom, maar daalde daarna ook weer snel.In de periode van de vluchtelingencrisis (2014-216) werd ongeveer 60% van de asielaanvragen in Nederland ingewilligd. Het gaat vooral om vluchtelingen uit Syrië en Eritrea. In het kielzog van de grote instroom van vluchtelingen uit deze landen kwamen ook veel asielzoekers naar Nederland uit veilige landen zoals Marokko en Algerije. Bijna al deze asielaanvragen (98,4%) werden niet ingewilligd.Steeds meer asielzoekers die in Nederland asiel aanvragen, stonden al geregistreerd in een ander Europees land. In die gevallen kan Nederland een beroep doen op de Dublinafspraken en deze asielzoekers overdragen aan het land van eerste registratie. Gemiddeld over de periode 2014 en 2016 kan een kwart van de asielzoekers in verband worden gebracht met een ‘Dublinprocedure’. Eind 2016 is dat opgelopen naar iets meer dan de helft van de asielzoekers in Nederland. Uit dit onderzoek blijkt dat effectuering van deze ‘Dublinclaims’ van Nederland naar andere EU-lidstaten lager is dan tot nu toe werd aangenomen. Van de 19.979 claims die Nederland tussen 2014 en 2016 bij andere EU-lidstaten neerlegde, bleken er eind 2016 slechts 2.953 (14,8%) te zijn geëffectueerd. Asielzoekers van wie het verzoek op asiel wordt afgewezen moeten Nederland verlaten. Uit dit

Page 19: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

onderzoek komt naar voren dat 46,5% van de afwezen asielzoekers aantoonbaar is vertrokken op de peildatum van het onderzoek (1 januari 2017). LINK: https://www.rekenkamer.nl/binaries/rekenkamer/documenten/rapporten/2018/06/11/asielinstroom/rapport+Asielketen.pdf TREFWOORDEN: Asielprocedure Vluchtelingenbeleid Vluchtelingen Uitzetting Nederland CODE: 162.18 TITEL: Onderdak en opvang door Rijk en gemeenten van vertrekplichtige vreemdelingen en de invloed daarvan op terugkeer AUTEUR(S): Winter, H. Bex-Reimert, V. Geertsema, B. Krol, E. UITGAVE: Groningen : Pro Facta, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek naar onderdak en opvang door rijksoverheid en gemeenten van vertrekplichtige vreemdelingen en de invloed daarvan op terugkeer. Vragen die centraal staatn: (1) Welke vormen van opvang- en onderdaklocaties bestaan er voor vreemdelingen die uit Nederland dienen te vertrekken; (2) Hoe is het gesteld met de terugkeer van vreemdelingen en andere vormenvan uitstroom vanuit die locaties; (3)in hoeverre is de geboden opvang daarop van invloed en wat zijn in dat verband de ervaringen van vreemdelingen zelf? Met dit onderzoek is getracht een zo goed mogelijk beeld te vormen van de manier waaropopvang en begeleiding van invloed zijn op de terugkeer van vreemdelingen met een vertrekplicht.Hiertoe is zowel getracht een kwantitatieve analyse op basis van gegevens vangemeenten, DT&V en IND uit te voeren als een kwalitatieve analyse op basis van gesprekkenbij tien gemeenten (Amsterdam, Den Haag, Deventer, Eindhoven, Emmen,Groningen, Nijmegen, Rotterdam, Smallingerland, Utrecht), DT&V , COA en diverse NGO’s.De kwantitatieve analyse kan geen uitsluitsel leveren, voornamelijk vanwege de onvolledige,inconsistente en vooral asymmetrische gegevensverzameling bij gemeenten. Hierdoor is hetniet mogelijk gebleken om de uitstroom uit BBB-voorzieningen goed in kaart te brengen, ofeen vergelijking te maken tussen gemeenten die op verschillende manieren de opvang enbegeleiding opgezet hebben.De voornaamste lessen ten aanzien van factoren die van invloed zijn op uitstroom en terugkeervan vreemdelingen uit BBB-voorzieningen en rijksonderdaklocaties zijn derhalve gebaseerd op ervaringen vanuit de systematische en programmatische begeleiding door opvangorganisatiesen DT&V. De consensus over deze punten is zeer groot, zowel bijgemeenten die deze lessen al lang toepassen als bij gemeenten die dat recent zijn gaandoen of daar plannen voor hebben. LINK: https://www.pro-facto.nl/images/Opvang-onderdak-vertrekplichtige-vreemdelingen.pdf TREFWOORDEN: Vreemdelingenbeleid Vluchtelingen Uitzetting Illegalen Gemeentelijke overheid CODE: 162.18

Page 20: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

TITEL: De nieuwe verscheidenheid. Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland AUTEUR(S): Jennissen, R. Engbersen, G. Bokhorst, M. Bovens, M. UITGAVE: Den Haag : Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), 2018 SAMENVATTING: Deze studie analyseert de veranderingen in de samenstelling van de Nederlandse bevolking en laat zien hoe verscheidenheid naar herkomst verschillend uitwerkt tussen en binnen Nederlandse gemeenten.De afgelopen decennia is de verscheidenheid naar herkomst onder de Nederlandse bevolking sterk toegenomen. Waar voorheen grote groepen migranten uit een klein aantal landen naar Nederland kwamen, komen tegenwoordig kleine groepen uit een groot aantal landen . De toenemende verscheidenheid leidt tot nieuwe maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van sociale cohesie.Waar voorheen grote groepen migranten uit een klein aantal landen naar Nederland kwamen, komen er tegenwoordig kleine groepen uit een groot aantal landen. De toenemende verscheidenheid leidt tot nieuwe maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van sociale cohesie. In buurten met veel verscheidenheid oordelen bewoners minder positief over de verhoudingen in hun buurt en voelen zij zich minder thuis. Dat geldt ook voor personen met een migratieachtergrond.Het aantal inwoners van Nederland met een migratieachtergrond is gestegen van 9,2 procent in 1972 tot 22,1 procent in 2016. Iets minder dan de helft van deze groep heeft een Europese/Angelsaksische achtergrond, iets meer dan de helft een niet- Europese/Angelsaksische achtergrond. Waar voorheen grote groepen migranten uit een klein aantal landen naar Nederland kwamen, komen tegenwoordig kleine groepen uit een groot aantal landen. Er komen nauwelijks meer nieuwe migranten uit Turkije, Marokko, Suriname of de Antillen naar Nederland. Tegenwoordig staan andere groepen in de immigratie-top 15 van Nederland, zoals Polen, Syriërs, personen uit de voormalige Sovjet-Unie, Bulgaren, Chinezen, Indiërs en Duitsers. In 2017 woonden in Nederland migranten die afkomstig zijn uit 223 verschillende herkomstlanden. Tussen gemeenten bestaan grote verschillen. In buurten en gemeenten met veel verscheidenheid naar herkomst oordelen inwoners minder positief over de verhoudingen in de buurt en voelen zij zich onveiliger. Ook is de kans op het plegen van een delict groter in meer diverse gemeenten. Boven een bepaald niveau aan verscheidenheid treedt dit verband echter niet meer op. Er bestaat geen verschil in deze kans tussen zeer diverse gemeenten als Rotterdam of Den Haag en gematigd diverse gemeenten als Gorinchem of Helmond. Voor Nederland als geheel vinden we op regionaal niveau geen verband tussen toenemende verscheidenheid naar herkomst en economische groei. Voor de regio’s in Noord- en Zuid-Holland en Utrecht vinden we een negatief verband tussen toenemende verscheidenheid en economische groei. De sociale cohesie van buurten en de economische groei van regio’s hangt overigens samen met heel veel factoren, waarvan verscheidenheid naar herkomst er slechts één is. Over de exacte verbanden tussen al deze factoren bestaat in de wetenschap nog veel onduidelijkheid. LINK: https://www.wrr.nl/binaries/wrr/documenten/verkenningen/2018/05/29/de-nieuwe-verscheidenheid/V038-De-nieuwe-verscheidenheid.pdf TREFWOORDEN: Etnische minderheden Multiculturele samenleving Demografische gegevens Buurtbeschrijvingen Immigratie

Page 21: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

CODE: 146.18 TITEL: De wereld in een stad : Migratiediversiteit en stedelijk beleid in Europa REDACTIE: Engbersen, G. Scholten, P. UITGAVE: Den Haag : (WRR), 2018 SAMENVATTING: Deze verkenning geeft een beeld van hoe West-Europese steden de integratie diverse migrantengroepen proberen te verbeteren, alsmede de sociale samenhang in steden en buurten proberen te versterken. Deze verkenning wijst uit dat er geen one size fits all model bestaat voor Nederlandse steden. Daarvoor zijn de verschillenone-size-fits-all model Europese steden te groot. Wel kiezen beleidsmakersin de onderzochte steden steeds vaker voor een generieke benadering voorde gehele stedelijke samenleving dat soms wordt aangevuld met specifiek beleidvoor specifieke migrantengroepen.Verkenning bestaat uit de volgende hoofdstukken: . Sako Musterd: Lasten spreiden of kansen vergroten: de betekenis van de portof-entryvan asielzoekers. Inzichten uit Zweden; . Mark van Ostaijen, Peter Scholten en Erik Snel: Lokaal beleid tussen migratie en mobiliteit. Het verhaal vanRotterdam, Stockholm en Wenen; . Gideon Bolt en Ilse van Liempt : Stedelijke diversiteit en beleid: hoe gaan nationale en lokaleoverheden om met de groeiende diversiteit in steden ; . Ilona van Breugel en Peter Scholten: Mainstreaming als strategie voor integraal omgangsbeleid? Een verkenning van ervaringen in enkele Europese steden . Myrte Hoekstra: Verbinding creëren in de buurt door beleidsinterventies -Typen beleidsinterventies en hun effecten in Wenen, Amsterdam en Stockholm LINK: https://www.wrr.nl/binaries/wrr/documenten/verkenningen/2018/05/29/de-wereld-in-een-stad/V039-De+wereld-in-een-stad-migratiediversiteit-stedelijk-beleid-in-Europa.pdf TREFWOORDEN: Gemeentelijke overheid Etnische minderheden Minderhedenbeleid Multiculturele samenleving Buurtbeheer - soc. vernieuwing CODE: 327.18 TITEL: Verlies van thuisgevoelens en de relatie met de bevolkingssamenstelling in de buurt. Working paper 28 AUTEUR(S): Mulder, L. UITGAVE: Den Haag : Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), 2018 SAMENVATTING: In deze working paper is op een kwantitatieve manier gekeken naar derelatie tussen thuisgevoelens en de bevolkingssamenstelling in de buurt.Onderzocht is de relatie tussen thuisgevoelens van personen meteen Nederlandse achtergrond en de bevolkingssamenstelling in de directe leefomgevingonderzocht. Er is zowel gekeken naar etnische concentratie als naar etnischediversiteit. in deze working paper in totaal gekeken naar vier maatstaven van etnische concentratie(namelijk het percentage personen met een migratieachtergrond, het percentagepersonen met een Europese migratieachtergrond, het percentage personenmet een niet-Europese achtergrond en het percentage van de grootste migrantengroep)en één maatstaf van etnische diversiteit (een hhi gebaseerd op achttiengroepen).Uit de resultaten blijkt dat alle maatstaven een negatieve relatie met thuisgevoelenshebben. Hoe meer personen met een migratieachtergrond er dus in een buurtwonen of hoe hoger de etnische diversiteit in een buurt is, hoe minder personenmet een Nederlandse achtergrond zich thuis voelen. Wel is er

Page 22: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

een verschil in degrootte van deze negatieve relatie geconstateerd. Personen met een Nederlandseachtergrond voelen zich minder thuis wanneer er een hoger percentage personenmet een niet-Europese achtergrond woont dan wanneer er een hoger percentagepersonen met een Europese achtergrond woont. De specifieke compositie van degroep migranten blijkt dus uit te maken. Het percentage van de grootste migrantengroepheeft het grootste negatieve effect op thuisgevoelens. Dit wordt ondersteunddoor de analyse naar het pure diversiteitseffect. Daaruit bleek namelijk dathet negatieve effect van etnische diversiteit minder groot is dan het negatieveeffect van etnische concentratie. Dit impliceert dat gevoelens van anomie een mindergrote rol spelen dan gevoelens van dreiging.Tot slot is er in deze working paper gekeken naar de thuisgevoelens van personenmet een migratieachtergrond. In de literatuur zijn namelijk enkele aanwijzingen tevinden dat personen met een migratieachtergrond verliesgevoelens ervaren inrelatie tot nieuwere migrantengroepen. Personen met een Indonesische/Nederlands-Indische,Surinaamse, Antilliaanse en Turkse achtergrond voelen zich minderthuis wanneer er een hoger percentage personen met een migratieachtergrond4 0 verlies van thuisgevoelens en de relatie met de bevolkingssamenstelling in de buurtin de buurt woont. Wel zijn er verschillen in de mate waarin het aandeel personenmet een Europese of niet-Europese achtergrond, de mate van etnische diversiteiten de aanwezigheid van een grote migrantengroep invloed heeft op de thuisgevoelensvan deze groepen. LINK: https://www.wrr.nl/binaries/wrr/documenten/working-papers/2018/05/29/wp-28-verlies-van-thuisgevoelens-en-de-relatie-met-de-bevolkingssamenstelling-in-de-buurt/WP028+Verlies+van+thuisgevoelens+en+de+relatie+met+de+bevolkingssamenstelling+in+de+buurt+_WEB.pdf TREFWOORDEN: Etnische minderheden Segregatie Autochtonen Buurtbeheer - soc. vernieuwing Relatieverbetering (groepen) CODE: 533.18 TITEL: Je ziet me niet, maar ik ben er wel : Onderzoek naar de leefomstandigheden van kinderen die verdwenen uit de asielopvang AUTEUR(S): Goeman, M. Schuitemaker, R. UITGAVE: Leiden : Defence for Children, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek naar de leefomstandigheden van kinderen die verdwenen uit de gezinslocaties. In 2017 verdwenen 130 kinderen uit de vrijheidsbeperkende gezinslocatiesvan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De landen van herkomst zijn divers; Afghanistan, Armenië, Nigeria, Irak en Servië voeren de top 5 van herkomstlanden aan. De gezinnen verdwijnen vaak uitangst voor uitzetting naar het land van herkomst of omdat het oudste kindde leeftijd van achttien jaar bereikt. Hoe vergaat het kinderen die uit de gezinslocatie zijn vertrokken en welkeproblemen ondervinden zij?In dit onderzoek zijn 21 kinderen en jongeren betrokken, negen ouders ennegen professionals in vijf gemeenten in Nederland. Het leefklimaat en angst in vrijheidsbeperkende gezinslocaties is de belangrijkste reden waarom gezinnen weglopen en een zwaar bestaan in de illegaliteitverkiezen. Een aantal gezinnen had geen andere keuze dan te vertrekkenomdat zij geen recht meer opvang hadden nadat het jongste kind deachttiende verjaardag vierde.Er blijkt een groot verschil te bestaan in de armoedesituatie van kinderen en gezinnen die ondersteuning krijgen van een

Page 23: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

stichting en de kinderen diegeen steun krijgen en er met hun ouders alleen voor staan. Voor gezinnendie ondersteuning krijgen van een stichting zijn de meeste basisvoorzieningengeregeld. Er is onderdak (wel is vaak onzeker hoelang de gezinnen daarmogen blijven), ze krijgen eten en wat leefgeld. De stress en (verblijfs)onzekerheid eist echter ook voor deze gezinnen zijn tol .Verschillende gemeenten en scholen laten ‘good practices’ zien doorkinderen niet uit te sluiten op basis van hun status. Zo krijgen sommigekinderen een pas van de gemeente om te kunnen sporten of worden aanvullende onderwijsprogramma’s aangeboden voor leergierige kinderen.Enkele scholen geven de kinderen een pasje zodat zij zich tijdens examenskunnen identificeren (wanneer de andere jongeren een ID-kaart laten zien).Op deze manier hoeven zij niet steeds vragen te beantwoorden over hunverblijfsstatus bij de examinatoren. In een gemeente werd altijd een plekvrijgehouden voor zwemles aan kinderen zonder verblijfsvergunning.Voor kinderen die er met hun ouders alleen voor staan, is de situatie vaak erbarmelijk en zij leven in grote armoede. De sociale rechten van deze kinderen worden geschonden. De armoede is zo groot dat er onvoldoende eten is, de huisvesting uiterst onzeker is en er nooit geldis om iets leuks te doen. Ook zijn er veel problemen met de tandzorg. Tandartsen zijn er vaak niet mee bekend dat ze kinderen altijd moetenhelpen. De kinderen gaan wel naar school, maar voor de jongeren zijn ervaak problemen om toegelaten te worden tot hoger onderwijs. LINK: https://www.defenceforchildren.nl/media/2544/20180608_quickscan-_kinderen-in-armoede_a5_web.pdf TREFWOORDEN: Kinderen Gezin Uitzetting Vluchtelingen Illegalen CODE: 162.18 TITEL: De religieuze beleving van moslims in Nederland. Diversiteit en verandering in beeld AUTEUR(S): Huijnk, W. UITGAVE: Den Haag : Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), 2018 SAMENVATTING: Dit onderzoek geeft een overzicht van (ontwikkelingen in) de religieuze beleving en betrokkenheid van verschillende moslimgroepen in Nederland. Op basis van hun religieus gedrag, opvattingen en identificatie zijn 5 type moslims onderscheidden. Ook wordt onderzocht hoe deze groepen in de Nederlandse maatschappij staan. Bijvoorbeeld over hun gezondheid, opvattingen, discriminatie-ervaringen en hun sociale contacten. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende edities van de Survey Integratie Migranten (edities 2006, 2011, 2015).In totaal zijn 7,249 moslims ondervraagd (in verschillende jaren) met name van Turkse en Marokkaanse herkomst.Geconcludeerd wordt onder meer dat zowel bij Turkse als Marokkaanse moslims de religiositeit toeneemt. Voor veel moslims, ook jongeren, is het geloof een belangrijk deel van hun leven.In de afgelopen 10 jaar is het bidden toegenomen. Van de Marokkaans moslims bidt 78% vijf maal per dag, bij de Turkse moslims is dit 33% . Bij de Turkse moslims is het moskeebezoek toegenomen. Ongeveer 40% van beide groepen bezoekt tenminste wekelijks een moskee.Marokkaanse moslima’s dragen steeds vaker een hoofddoek (78% t.o.v. 10 jaar geleden 64%). Ook bij jongeren en de tweede generatie is een toename te zien. Bij Turkse moslima’s is deze toename er niet.Het overgrote deel van de Marokkaanse moslims (87%) vast alle

Page 24: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

dagen tijdens de ramadan, dit geldt voor iets meer dan de helft (55%) van de Turkse moslims. Een zeer groot deel van de moslims eet (bijna) altijd halal .Onder Turkse Nederlanders is in de periode 2006-2015 een lichte toename in het deel dat niet-gelovig is, onder Marokkaanse Nederlanders niet. Het aandeel moslims is bij Turkse Nederlanders afgenomen (van 93 naar 86%), maar niet bij Marokkaanse Nederlanders. Van hen beschouwt 94% zich moslim. Vooral hoger opgeleide en tweede generatie Turkse Nederlanders noemen zich relatief vaak niet-moslim.Op basis van hun religieus gedrag, opvattingen en identificatie zijn 5 groepen moslims onderscheiden. De twee meest gelovige groepen, de vrome en strikt praktiserende moslims, vormen samen 84% van de Marokkaanse moslims. Bij de Turkse moslims is dit 45%. Er zijn weinig seculiere moslims (7% bij de Turkse moslims, 2% bij de Marokkaanse moslims).De verschillen in ervaren acceptatie en discriminatie verschillen niet sterkafwijken tussen deze verschillende religieuze categorieën; wel wijken de seculiere moslims enigszins af als het gaat om de ervaren acceptatie (zie tabel 4.1 en bijlage B4.2); het geloofis een onbelangrijk deel van hun leven en dit lijkt hun ervaringen met en de perceptie vanhet maatschappelijk klimaat te kleuren. De seculiere moslims ervaren dan ook de meesteacceptatie. De ervaren discriminatie is bij hen wel vergelijkbaar metdie bij de andere religieuze categorieën.De overeenkomsten tussen de andere vier religieuze categorieën zijn groter dan deverschillen. Echter, de ervaren persoonlijke discriminatie is bij de selectieve en strikt praktiserendemoslims het grootst, de ervaren acceptatie het geringst en de opvatting datNederlanders te negatief zijn over de islam het breedst gedeeld. LINK: https://www.scp.nl/dsresource?objectid=54392a12-ee29-4d6e-85af-220321fc3dea&type=org TREFWOORDEN: Islam Etnische minderheden Marokkanen Turken Etnische identiteit Discriminatie Gebruiken Hoofddoekjes Ramadan CODE: 102.18 TITEL: Onbeperkt meedoen! – implementatie VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap. Programma UITGAVE: Den Haag : Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , 2018 SAMENVATTING: Programma van de rijksoverheid bevat de plannen van de Nederlandse regering om te werken aan de implementatie VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap.De ambitie van dit programma is dat mensen met een beperking meer naar eigenwens en vermogen kunnen meedoen aan de samenleving, net als ieder ander. Datwillen we bereiken door maatregelen die moeten zorgen voor merkbaar minderdrempels in het leven van mensen met een beperking en door mensen met eenbeperking in positie te brengen om zelf hun verhaal te vertellen en mee te pratenover hoe zij kunnen meedoen. Programma richt zich op de maatschappelijke terreinen diehet meeste betekenen in het dagelijks leven van mensen: Bouwen en Wonen,Werk, Onderwijs, Vervoer, Participatie en Toegankelijkheid, Zorg en Ondersteuningen het Rijk als organisatie.Op 13 juni 2018 is dit programma met begeleidende brief door de minister van Volksgezondheid,Welzijn en Sport gestuurd aan de Tweede Kamer.

Page 25: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

LINK: https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2018/06/01/programma-vn-verdrag-onbeperkt-meedoen/programma-vn-verdrag-onbeperkt-meedoen.pdf SAMENVATTING: https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2018/06/01/programma-nederland-en-het-vn-verdrag-handicap/programma-nederland-en-het-vn-verdrag-handicap.pdf BRIEF MINZISTER: https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2018/06/13/kamerbrief-over-programma-onbeperkt-meedoen/kamerbrief-over-programma-onbeperkt-meedoen.pdf TREFWOORDEN: Gehandicapten Discriminatie Antidiscriminatiebeleid Overheidsbeleid CODE: 323.18 TITEL: Best Interests of the Child-Assessments for recently arrived refugee children: Behavioural and children’s rights perspectives on decision-making in migration law, AUTEUR(S): Os, C. van UITGAVE: eigen uitgave, 2018 SAMENVATTING: Dissertation Rijksuniversiteit Groningen. Study on the use of “Best Interests of the Child-Assessments” for recently arrived children who applied for asylum in the Netherlands. In the Netherlands Best Interests of the Child (BIC) -Assessment or BIC-Assessments are carried out by the Centre for Children Migration and Law (Onderzoeks- en Expertisecentrum voor Kinderen en Vreemdelingenrecht) of the University of Groningen on request of the legal guardian or legal representative. Results of these assessments are used by the Immigration and Naturalisation Service (IND) when it investigates whether the children are in need of protection as a refugee. Because BIC-Assessments for recently arrived refugee children are rarely performed this did not happen often. The main objectives of this dissertation were to study which diagnostic requirements have to be fulfilled to tailor the content and procedure of the BIC-Assessment to the situation of recently arrived refugee children and to assess whether the adjusted BIC-Assessments provide reliable information. As part of this study BIC-Assessments were carried out with 16 unaccompanied children and 11 children who arrived together with their parents. The BIC -Assessments were found to provide reliable information that the IND could take into account when deciding on the asylum application. For most of these children, their development was at risk due to problems in the child-rearing environment in the country of origin. A majority of the children struggled with social-emotional problems. The dissertation shows that it is possible to assess the best interests of refugee children in a scientifically proven way. However, in order for these interests to actually be taken into account in the asylum decision, it is necessary to create a children’s rights based ground in the the Aliens Act. LINK: https://www.rug.nl/research/portal/files/60048620/Complete_thesis.pdf TREFWOORDEN: Kinderen AMA's Vluchtelingenbeleid Asielprocedure Vluchtelingen

Page 26: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

CODE: 162.18 TITEL: Resultaten inventarisatie onder gemeenten naar stand van zaken implementatie VN -verdrag inzake rechten van personen met een beperking UITGAVE: VNG / Movisie : Den Haag / Utrecht, 2018 SAMENVATTING: Inventarisatie (nulmeting) onder gemeenten naar stand van zaken implementatie VN-verdrag inzake rechten van personen met een beperkingIn 2016 stemde de Eerste Kamer in met ratificatie van het VN-verdrag voor de rechten van personen met een beperking. Wat is twee jaar later de stand van zaken bij het gemeentelijk implementatiebeleid? De VNG hield samen met Movisie een flitspeiling.Aan de peiling namen 94 gemeenten deel, de helft daarvan laat weten in een verkennende fase te verkeren. Zij onderzoeken wat de ratificatie betekent voor het beleid van degemeente. Een volgende groep (17%) heeft de gevolgen van de ratificatie onderzocht en heeft een beeld van waar de gemeente aan voldoet en wat er nog moet gebeuren. Een bijna even grotegroep (15 %) geeft aan een plan van aanpak te ontwikkelen.Vrijwel alle gemeenten werken op meerdere onderwerpen aan de implementatie van het VNVerdrag.De twee meest voorkomende onderwerpen zijn het betrekken van (vertegenwoordigersvan) mensen met een beperking (95%) en fysieke toegankelijkheid van openbare gebouwen (95%).Daarna volgen snel de toegankelijkheid van communicatie-uitingen (80%) en arbeidsparticipatievan mensen met een beperking (79%).De helft van de gemeenten (49%) geeft aan dat het beleid onderdeel uitmaakt van een breedinclusiebeleid gericht op alle burgers in de gemeente. 30% geeft aan dat het beleid gericht is opinwoners met een beperking in de breedste zin van het woord en 20% geeft aan dat beleid primairgericht is op inwoners met een fysieke of zintuigelijke beperking. De nadruk ligt bij deze laatstegroep op toegankelijkheid van (openbare) gebouwen, voorzieningen, woningen en communicatieuitingen.KnelpuntenTwee derde van de gemeenten geeft aan uitvoeringscapaciteit als knelpunt te ervaren. Deze nulmeting is verricht om over twee jaar de ontwikkelingen te kunnen zien. LINK: https://vng.nl/files/vng/nieuws_attachments/2018/rapportage_uitvraag_inventarisatie_stand_van_zaken_implementatie_vn_verdrag.pdf https://vng.nl/files/vng/nieuws_attachments/2018/20180518-samenvatting_nulmeting_vn-vedrag.pdf TREFWOORDEN: Gemeentelijke overheid Gehandicapten Overheidsbeleid Discriminatie CODE: 327.18 TITEL: Mensenrechten in Nederland 2017 : Jaarlijkse rapportage van het College voor de Rechten van de Mens UITGAVE: Utrecht : College voor de Rechten van de Mens (CRM), 2018 SAMENVATTING: Zesde editie van de jaarlijkse rapportage van het College voor de Rechten van de Mens. Het laat zien waar mensenrechten spelen in Nederland, biedt een beschouwing over 2017 en doet aanbevelingen aan de Nederlandse overheid om ervoor te zorgen dat voor iedereen in Nederland mensenrechten gelden. In deze editie zijn er 10 onderwerpen waar het College dit over rapporteert :

Page 27: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

huisvesting, gelijke kansen in het onderwijs, zorg en ondersteuning voor volwassenen, de flexibele arbeidsmarkt. geweld tegen minderjarigen en vrouwen, de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en demonstratievrijheid, veiligheidsrisico’s en mensenrechten, de vrijheid van godsdienst, toegang tot het recht en vrijheidsbeneming en het VN-verdrag handicap. LINK: http://zoekservice.mensenrechten.nl/StippWebDLL/Resources/Handlers/DownloadBestand.ashx?id=3756 TREFWOORDEN: Mensenrechten Discriminatie Discriminatiebestrijding Arbeid - Werkgelegenheid Gehandicapten Huisvesting Onderwijs-systeem NL Armoede CODE: 354.18 TITEL: Deliberatieve democratie: ervaringen met diversiteit in burgertopAmsterdam Beleid & Maatschappij NUMMER: Jaargang 44, No. 2, pp. 122-137 AUTEUR(S): Smets, P. Vind, M. UITGAVE: 2017 SAMENVATTING: De zoektocht naar een verbetering van het huidige democratische systeem inNederland heeft ons gebracht bij deliberatieve oplossingen zoals die bij burgertoppengerealiseerd worden en waar getracht wordt verschillende verhalen uit deleefwereld bij elkaar te brengen. Dat betekent dat deelnemende overheidsambtenarenen burgers een discours moeten bezigen uit de leefwereldsfeer. Het is juistin deze leefwereldsfeer waar de diversiteit aan deelnemers gezocht moet worden.In dit paper is een aantal aandachtspunten besproken die bij kunnen dragen aan hetbevorderen van diversiteit. Hierbij dienen verschillende drempels geslecht te worden,zoals de Nederlandse taal en gebruiken (etnische drempel), het niveau vancommunicatie (intellectuele drempel ) en de alcoholische ‘borrel na afloop’ (religieuzedrempel). Een veilige tussenruimte waar mensen hun verschillende persoonlijkeervaringen kunnen delen is van groot belang. Het creatieproces van zo’nveilige omgeving die werkelijk diversiteits-inclusief is, is echter geen gemakkelijkeweg, maar wel een die afgelegd dient te worden in een samenleving die gekarakteriseerdwordt door diversiteit.Bij diversiteit bij burgertoppen gaat het niet zozeer om representativiteit, maareerder om een veelvoud van diverse geluiden bij elkaar brengen. Door de nadrukte leggen op verhalen gebaseerd op ervaringen – en daarbij dus niet op institutionele of commerciële belangen – kunnen verbanden tussen mensen gelegd worden.De verschillende burgertoppen laten zien dat dat niet zo eenvoudig is en dat er inde praktijk tegen verborgen codes wordt aangelopen. Of deze codes, onder meergekenmerkt door een intellectueel/rationeel gespreksniveau, vooral typerend zijnvoor ‘witte’ hoogopgeleiden, kunnen wij op basis van dit onderzoek niet stellen.Studies over intersectionaliteit laten wel zien dat klasse, etnische en religieuzeachtergrond verborgen codes kunnen versterken. Om zicht op deze codes te krijgenis een focus op routinesering en formalisering van dagelijkse praktijken zoalsdie plaatsvinden in de leefwereld noodzakelijk. Vanuit het

Page 28: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

belang van diversiteitzijn in dit artikel verschillende uitsluitingsvormen besproken, zoals kandidaatselectie,de samenstelling van de organisatie van een burgertop en de dominantievan een intellectuele/rationele manier van debatteren . LINK: https://tijdschriften.boombestuurskunde.nl/tijdschrift/benm/2017/2/BenM_1389-0069_2017_044_002_003 TREFWOORDEN: Gemeentelijke overheid Overheidsbeleid Politiek Adviesorganen overheid Etnische minderheden Amsterdam Multiculturele samenleving CODE: 327.18 TITEL: Waar beging je : Werken aan respect voor seksuele diversiteit. Een handreiking voor het teamgesprek (po/vo) UITGAVE: Utrecht : Stichting School & Veiligheid, 2018 SAMENVATTING: Informatieve poster & handreiking bedoeld om onderwijsteams die het thema seksuele diversiteit met meer gemak willen benaderen. Gemaakt voor voortgezet ondetrwijs en primair onderwijs.Deze poster kan opgehangen worden in een lerarenkamer, maar een team dat er ook een gesprek over voert, wordt meer vertrouwd methet geven van aandacht aan seksuele diversiteit. Deze handreikingreikt ideeën aan voor dit gesprek.De info op de poster is gegroepeerd rond zes factoren die positief blijken te werken voor een veilig schoolklimaat op het gebied van seksuele diversiteit. Deze zes ‘bevorderende factoren’ staan beschreven in het gelijknamige boekje "Waar begin je? Met leerlingen en leraren in gesprek over respect voor seksuele diversiteit" Dit boekje is de basis voor de poster en handleiding. LINK: https://www.schoolenveiligheid.nl/wp-content/uploads/sites/2/2017/10/Waar-begin-je-pdf-met-links.pdf https://www.schoolenveiligheid.nl/wp-content/uploads/sites/2/2018/06/Waar-begin-je-Handreiking-pdf-met-links.pdf https://www.schoolenveiligheid.nl/wp-content/uploads/sites/2/2017/10/Waar-begin-je-pdf-met-links.pdf TREFWOORDEN: Basisonderwijs (Primair-) VO - Voortgezet onderwijs Homoseksualiteit Transseksualiteit Leerkrachten CODE: 713.18 TITEL: Effectiviteit van kansrijke programma’s tegen pestenin de Nederlandse onderwijspraktijk AUTEUR(S): Orobio de Castro, B. et al. UITGAVE: Den Haag : Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek de effecten van eental veelbelovende antipestprogrammas. Effecten op pesten binnen één schooljaar van de interventiesprogramma’s Kanjertraining,

Page 29: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Programma Alternatieve Denkstrategieen (PAD), PRIMA, School Wide Positive Behavior Support (SW PBS), Taakspel en Alles Kidzzz zijn onderzocht in studies met een voor- en nameting bij een interventiegroep en een vergelijkingsgroep, met in totaal ruim achtduizend deelnemers.Om vast te stellen welke effecten deze programma’s daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van het Nederlands onderwijs hebben is uitvoering van door scholen zelfgekozenprogramma’s in de reguliere praktijk, door reguliere leerkrachten, met de reguliere begeleiding van uit programma’s geëvalueerd ten opzichte van scholen die voor eenzelfde programma kozen maar dit later invoerdenLeerlingen worden meer gepest dan zij aan leerkrachten en ouders vertellen. Bijna een derde van de leerlingen in het primair onderwijs wordt wel eens gepest op school. Ongeveer 1 op de 14 kinderen wordt meerdere keren per week gepest. Een derde van deze kinderen geeft aan dit aan niemand verteld te hebben, terwijl 79% van deze kinderen al meerdere schooljaren wordt gepest.De mate waarin kinderen op school gepest worden verschilt sterk tussen klassen en scholen.In 7.4% van de klassen wordt geen enkele leerling regelmatig gepest, terwijl in15,6% van de klassen een kwart of meer van de leerlingen regelmatig gepest wordt.Pesten blijkt in het primair onderwijs binnen een schooljaar te kunnen wordenverminderd met specifiek op pesten gerichte programma’s. Enkele van de onderzochteprogramma’s verminderen aspecten van pesten of gedragsproblemen in de klas. Geen vande programma’s heeft echter effect op alle uitkomstmaten tegelijk.Vooral de specifiek op pesten gerichte universele programma’s PRIMA, in eerderonderzoek KiVa en, voor jonge kinderen, Taakspel zijn binnen een jaareffectief tegen aspecten van pesten. De Kanjertraining heeft geen aantoonbaar effect oppesten in het algemeen, maar lijkt op basis van huidig en eerder onderzoek 15) eeneffect te kunnen hebben in klassen met veel conflicten, met name wanneer het wordtgegeven door een externe psycholoog.Het specifiek op individuele kinderen met ernstiger gedragsproblemen gerichteselectieve programma Alles Kidzzz vermindert gedragsproblemen volgens de leerkrachtsterk.De andere programma’s zijn niet of weinig effectief tegen pesten. LINK: https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2018/05/24/wat-werkt-tegen-pesten/wat-werkt-tegen-pesten.pdf TREFWOORDEN: Pesten Leerprogramma NL VO - Voortgezet onderwijs Basisonderwijs (Primair-) Geweldpreventie CODE: 745.18 TITEL: Schaduweffecten van EU-arbeidsmigratie in Rotterdam : Een onderzoek naar de positie van personen met een EU-achtergrond in Rotterdam AUTEUR(S): Seidler, Y. Heerik, A. van den Boom, J. de Weltevrede, A. UITGAVE: Rotterdam : Erasmus Universiteit Rotterdam - Risbo, 2017 SAMENVATTING: Onderzoek naar de schaduwzijden van EU-arbeidsmigratie in Rotterdam. Hiermee worden onwenselijke situaties en gebeurtenissen bedoeld die specifiek samenhangen met EU-arbeidsmigratie. Met het grootste gedeelte van de EU -arbeidsmigranten in Rotterdam gaat het echter goed. De focus van dit onderzoek ligt op slechts een klein deel van de EU-arbeidsmigranten, degene die betrokken zijn bij onwenselijke situaties.Dit onderzoek richt zich op EU-arbeidsmigranten

Page 30: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

uit Polen, Bulgarije en Roemenië die woonachtig zijn in Rotterdam. In het kader van het onderzoek heeft er bronnenonderzoek plaatsgevonden, zijn 338 enquêtes met EU-arbeidsmigranten en 17 diepte-interviews met professionals afgenomen .Centraal staat de volgende vragen: (1) Hoe gaat het over het algemeen met de EU -arbeidsmigranten in Rotterdam op het gebied van arbeid (werk en arbeidsverleden ), wonen, onderwijs, financiële situatie en sociaal-culturele integratie? ; (2) Welke schaduweffecten (problemen en knelpunten) zijn er bekend met betrekking tot wonen, arbeid en veiligheid waar EU-arbeidsmigranten in Rotterdam bij betrokken zijn? Wat is de aard, achtergrond en frequentie van deze situaties?; (3) In hoeverre staan de in Rotterdam aanwezige EU-arbeidsmigranten bij de gemeente ingeschreven in de BRP of RNI?Uit statistieken en de enquête blijkt dat het met een groot deel van de EU-arbeidsmigranten in Rotterdam relatief goed gaat. Zo zijn de uitkeringsafhankelijkheid en werkloosheid onder Poolse, Bulgaarse en Roemeense EU-arbeidsmigranten lager dan gemiddeld in Rotterdam en zijn veel EU-arbeidsmigranten tevreden met hun arbeids- en woonsituatie. Desondanks bestaat er binnen de groep EU-arbeidsmigranten, een klein deel dat kwetsbaar is en een vergroot risico loopt betrokken te raken bij schaduweffecten (bv. uitbuiting).Binnen dit onderzoek is een (beperkt) aantal schaduweffecten geïdentificeerd. De belangrijkste hiervan zijn: 1) het niet geregistreerd staan in de BRP, 2) een toename van illegale prostitutie in Rotterdam onder met name Roemeense vrouwen, 3) onderbetaling/uitbuiting van een klein deel van de EU-arbeidsmigranten via schijnconstructies en malafide uitzendbureaus en 4) illegale (onder)huur in particuliere huurwoningen. Op basis van de beschikbare statistieken (CBS, BRP, RNI) wordt geschat dat er circa 20.700 personen uit de EU-11 landen in Rotterdam verblijven. Van deze personen zijn er ongeveer 13.700 ingeschreven in de BRP. Van de 338 deelnemers aan de enquête is ongeveer driekwart in de BRP geregistreerd en circa 23 procent niet-geregistreerd of weet niet of hij/zij geregistreerd is. LINK: https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/6504427/3 TREFWOORDEN: Etnische minderheden Rotterdam Oost-Europeanen Vrouwenhandel Prostitutie Arbeid - Werkgelegenheid Demografische gegevens Illegale arbeid CODE: 143.17 TITEL: Monitor EU Arbeidsmigratie 2016 UITGAVE: Rotterdam : Gemeente Rotterdam - Onderzoek en Business Intelligence (OBI), 2017 SAMENVATTING: Deze Monitor EU Arbeidsmigratie 2016 volgt net als de monitor van 2013, 2014 en 2015 de indeling en letterlijke thema's, zoals deze door het Rotterdamse college van B&W zijn vastgesteld in de "Uitvoeringsagenda 2013-2014 EU -arbeidsmigratie". De uitvoeringsagenda is erop gericht deze schaduwzijden te bestrijden van migratie. De monitor is onderdeel van deze uitvoeringsagenda en bevat cijfers over de groep EU-arbeidsmigranten in Rotterdam op de verschillende thema’s van de uitvoeringsagenda EU-arbeidsmigratie. Deze thema’s zijn: (1) Arriveren; (2) Participeren; (3) Terugkeren. Ondanks dat het aantal EU-arbeidsmigranten nog steeds licht stijgt, geven de cijfers in de monitor,net als in 2015 een acceptabel beeld van de ontwikkeling van de schaduwzijden van EUArbeidsmigratie. Het lijkt erop dat het merendeel van deze migranten redelijk

Page 31: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

opgaat in de Rotterdamsesamenleving en dat de benoemde schaduwzijden van de arbeidsmigratie steedsmeer beheersbaar worden. Huisvesting vindt meer via de reguliere weg plaats. Via de WetAanpak Schijnconstructies wordt de inzet van arbeidsmigranten transparanter en heeft de Arbeidsinspectiemeer aangrijpingspunten om op te handhaven. Er wordt in beperkte mate gebruikgemaakt van het sociale voorzieningenstelsel bij werkloosheid. LINK: https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/6504425/3/s18bb003868_1_36472_tds TREFWOORDEN: Arbeidsmigratie Immigratie Rotterdam Oost-Europeanen Gemeentelijke overheid Inburgering CODE: 327.17 TITEL: Voortgangsrapportage beleidsregel Volwaardig Meedoen in Rotterdam 2017 UITGAVE: Rotterdam : Gemeente Rotterdam - Maatschappelijke ontwikkeling, 2018 SAMENVATTING: Tweede aflevering van de voortgangsrapportage naar de "Beleidsregel. Volwaardig Meedoen in Rotterdam 2016 - 2018" .In deze beleidsregel is het integratiebeleid van de Gemeente Rotterdam voor de de periode 2016-2018 vastgelegd. Onder integreren worden de inspanningen van migranten verstaan om sociaal en economisch te kunnen deelnemen aan de Rotterdamse samenleving. Zoals bijvoorbeeld het leren van de Nederlandse taal en respecteren en naleven van de gangbare normen. Van de samenleving mag verwacht worden dat migranten de ruimte krijgen en als gelijken worden geaccepteerd. Het maatschappelijk doel dat wordt nagestreefd is bij te dragen aan een gelijkwaardige en volwaardige positie van elke migrant in de Rotterdamse samenleving. Daarbij wordt ingezet in op de drie volgende uitvoeringslijnen: (1) Basis op orde: het informeren over en uitdragen van de gedeelde norm en het belang van taal.; (2) Gelijke positie: bevorderen van emancipatie en homo-emancipatie en beschermen waar nodig.; (3) Gelijke behandeling: tegengaan discriminatie en uitsluiting. Deze voortgangsrapportage geeft inzicht in de Rotterdamse invulling van het integratiebeleid in 2017. In de tweede helft van 2017 is in samenwerking met een extern onderzoeksbureau (Movisie) een onderzoek uitgevoerd naar ervaren effecten van ons beleid. Dit onderzoek heeft zich gericht opverschillende aannames die ten grondslag liggen aan ons beleid. Tijdens het onderzoekzijn gesprekken gevoerd met professionals uit het veld, beleidsmakers en deelnemers aan deverschillende activiteiten. Ook zijn de aannames die de basis vormen van de ingezette activiteitengetoetst aan de meest recente wetenschappelijke inzichten op dit terrein.In deze rapportage is per beleidsveld in beeld gebracht welke concrete doelstellingen geformuleerden behaald zijn en hoe dit zich verhoudt tot de bestede middelen. Daarnaast is het interessant om opeen aantal thema’s een meer inhoudelijke toelichting te geven om zo recht te doen aan debelangrijkste ontwikkelingen in 2017. Deel A gaat in op de uitkomsten van het uitgevoerdeeffectenonderzoek en de bespreking van het integratiebeleid door de burgerjury. In deel B wordt devoortgang behandeld op de vier beleidsthema’s binnen Volwaardig Meedoen in Rotterdam: Basis opOrde, Emancipatie, LHBTI-emancipatie en Discriminatiebestrijding. De rapportage wordt in deel Cafgesloten met een financieel overzicht. LINK: https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/6258941/2 TREFWOORDEN: Etnische minderheden Rotterdam

Page 32: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Gemeentelijke overheid Minderhedenbeleid Inburgering Maatschappelijke positie CODE: 327.18 TITEL: Nederlandse kinderen ontkoppeld : Als de verblijfsstatus van je ouders je levensstandaard bepaalt AUTEUR(S): Vreeburg, E. Verheul, E. Lagerwerf , R. UITGAVE: Den Haag : De Kinderombudsman, 2017 SAMENVATTING: Onderzoek naar de leefsituatie van kinderen met een vader of moeder zonder verblijfsvergunning uitgevoerd door fe Kinderombudsman en de jeugd- en kinderombudsmannen van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Deze kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning, maar door de Koppelingswet heeft hun gezin geen recht op toeslagen, bijstand of opvangCentraal staat de vraag : Hoe kan de situatie verbeterd worden van Nederlandse kinderen met een ouder die niet in Nederland mag wonen? Om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag hebben De Kinderombudsman en de gemeentelijke kinder/jeugdombudsmannen verschillende verhalen van kinderen gelezen, met kinderen gesproken, met volwassenen gesproken en andere informatie verzameld. Uit al deze informatie hebben de ombudsmannen op een rij gezet om hoeveel kinderen het ongeveer gaat en hoe hun gezin er uit ziet. Ook is beschreven hoe het komt dat een ouder geen verblijfsvergunning heeft en misschien ook nooit krijgt.Uit het onderzoek blijkt dat er drie belangrijke oorzaken zijn voor de armoede waar veel gezinnen met een ouder zonder verblijfsstatus in terecht komen. Ten eerste mag een ouder zonder verblijfsvergunning niet werken in Nederland en kan hij of zij het gezin dus niet onderhouden. Daarnaast bepaalt de Koppelingswet dat een gezin geen toeslagen en bijstand krijgt van de Nederlandse overheid als een van de ouders niet in Nederland mag wonen. Tot slot is het in Nederland voor kinderen niet mogelijk om zelf geld te krijgen van de overheid. Dit alles leidt ertoe dat veel van deze kinderen opgroeien in armoede. De Kinderombudsman en de gemeentelijke kinder/jeugdombudsmannen hebben nagedacht over wat er moet veranderen om deze oorzaken aan te pakken. Wat moet er gebeuren om er voor te zorgen dat ook kinderen met een ouder zonder verblijfsrecht niet zo arm hoeven te zijn? De ombudsmannen doen tien voorstellen aan de Nederlandse overheid. De belangrijkste zijn: . de belangen van kinderen moeten een belangrijkere rol en een zwaarder gewicht krijgen bij de beslissing of een ouder een verblijfsvergunning krijgt: hun belangen moeten meegewogen worden. Om die belangen goed te kunnen afwegen moet de IND, die beslist of iemand een verblijfsvergunning krijgt, soms iemand inschakelen die de IND kan vertellen wat het beste voor het kind is; . als er maar één ouder voor de kinderen zorgt, moet de overheid die ouder helpen om van de andere ouder geld te krijgen om voor de kinderen te kunnen zorgen; . de (Koppelings )wet moet worden aangepast, zodat een gezin met kinderen onder de 18 jaar toch geld kan krijgen van de overheid, ook al heeft één van de ouders geen verblijfsrecht; . de overheid moet stoppen met de uitzondering bij art. 26 van het Kinderrechtenverdrag: kinderen moeten ook zelf geld kunnen krijgen van de overheid, zeker als dat niet via hun ouders kan. Om gemeenten te helpen de situatie van deze kinderen te verbeteren, hebben de ombudsmannen een handreiking opgesteld waarin staat wat een gemeente nu al kan doen voor

Page 33: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

gezinnen met een ouder die niet in Nederland mag blijven. Deze handreiking is opgenomen als bijlage maar kan ook los worden gedownload. LINK: https://www.dekinderombudsman.nl/ul/cms/fck-uploaded/2017.KOM014Nederlandsekinderenontkoppeld.pdf TREFWOORDEN: Kinderen Gemeentelijke overheid Verblijfsvergunning Illegalen Vreemdelingenbeleid Vreemdelingen CODE: 161.17 TITEL: Hoofdlijnenbrief Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2018 – 2021 UITGAVE: Den Haag : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2018 SAMENVATTING: Brief (d.d. 19 juni 2018) van de Staatssecretaris van Sociale Zakenen Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer waarin het 'Actieplan ARbeidsmarktdiscriminatie 2018-2014' gepresenteerd wordt. Dit actieplan is een vervolg op het "Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie' dat liep van 2014 tot en met 2017.Dit nieuwe plan heeft een drietal pijler. De eerste pijler is de voorzetting van inzet van de Inspectie SZW. Daarbij wordt verkend hoe het toezicht op discriminatie in het werving- en selectieproces effectief kan wordenvormgegeven, omdat moedwillige discriminatie voelbare gevolgen voorwerkgevers moet hebben. De tweede pijler, onderzoek en instrumenten, isgericht op het ontwikkelen van toepasbare instrumenten voor werkgevers ,personeelsfunctionarissen en ondernemingsraadsleden om vooroordelen bijwerving en selectie tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat onbewustevooroordelen vaak aan de basis liggen van arbeidsmarktdiscriminatie. Binnen dederde pijler, kennis en bewustwording, wordt ingezetop het stimuleren van kennis overen bewustwording van discriminatie en uitsluiting op de arbeidsmarkt en watwelwillende werkgevers kunnen doen om dit te voorkomen. LINK: https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2018/06/19/hoofdlijnenbrief-actieplan-arbeidsmarktdiscriminatie-2018-%E2%80%93-2021/hoofdlijnenbrief-actieplan-arbeidsmarktdiscriminatie-2018-%E2%80%93-2021.pdf TREFWOORDEN: Arbeid - Werkgelegenheid Discriminatie Etnische minderheden Vrouwen Antidiscriminatiebeleid Landelijke overheid CODE: TITEL: Islamitisch basisonderwijs in Nederland AUTEUR(S): Beemsterboer, M. UITGAVE: Almere : Parthenon, 2018 SAMENVATTING: Dissertatie Universiteit Leiden. Onderzoek naar islamitisch basisonderwijs in Nederland. Al sinds de oprichting in 1988 is het islamitisch basisonderwijs in Nederland een bron van discussie. De ontwikkeling ervan heeft de afgelopen dertig jaar niet stilgestaan en geeft aanleiding tot nieuwe inzichten. Toch worden in de discussie al jarenlang dezelfde argumenten gebruikt. Hoe geven de verschillende islamitische basisscholen vandaag de dag vorm aan hun identiteit? En hoe wegen zij de verschillende maatschappelijke debatten over de islam

Page 34: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

daarin af? Dit onderzoek laat – met een focus op de identiteitsvorming – de leerkrachten en directieleden zelf aan het woord en probeert de verschillen in waarden, normen en gewoonten van binnenuit te duiden. Voor dit onderzoek zijn in totaal 75 gesprekken op 19 islamitische basisscholen gevoerd. Islamitische basisscholen blijken steeds meer aandacht te hebben voor de maatschappelijke context. Ook wordt inzichtelijk dat islamitische basisscholen zich van andere basisscholen onderscheiden vanwege hun interne diversiteit en de continue dialoog met die maatschappelijke context. Deze studie is een pleidooi voor genuanceerder denken over en handelen rond het islamitisch basisonderwijs in Nederland. LINK: http://www.uitgeverijparthenon.nl/parthenon_beemsterboer.html TREFWOORDEN: Islamitische scholen Nederland Levensbeschouwingen Levensbeschouwelijk onderwijs CODE: 723.18 TITEL: Te-Sat 2018 : European Union terrorism situation and trend report UITGAVE: Den Haag : Europol, 2018 SAMENVATTING: This publication provides information on the phenomenon of terrorism in the EU in 2017. It seeks to establish basic facts and figures regarding terrorist attacks, arrests and activities in the European Union (EU). It focuses on islamist terrorism, ethno-nationalist and separatist terrorism, left-wing and anarchist terrorism, right-wing and single issue terrorism.In 2017, 68 innocent victims lost their lives as a result of terrorist attacks in the European Union (EU). Even though the number of casualties decreased last year, the number of attacks on European soil did not. The number of jihadist-inspired attacks more than doubled. Nine EU Member States reported a total of 205 foiled, failed and completed terrorist attacks in 2017 (2016: 142). This is a 45% increase compared to 2016 and a shift from a downward trend that started in 2014. These attacks killed 68 victims and left 844 injured. Nearly all casualties (62) were the result of jihadist terrorist attacks. The number of jihadist terrorist attacks grew from 13 in 2016 to 33 in 2017. Overall, ethno-nationalist and separatist attacks accounted for the largest proportion (137) of the attacks. More than half of these (88) were security-related incidents in Northern Ireland. The number of attacks carried out by left-wing and anarchist terrorist groups and individuals decreased slightly in 2017 (24). Five foiled, failed or completed terrorist attacks (2016: 1) attributed to right-wing extremists were reported for 2017, leading to the arrest of 20 suspects (2016: 12). LINK: https://www.europol.europa.eu/sites/default/files/documents/tesat_2018.pdf TREFWOORDEN: Terrorisme Radicalisering EU - Europese Unie Islam Rechts-extremisme CODE: 043.18 TITEL: Regie over migratie : Naar een strategische agenda. Essays ter gelegenheid van het Hollands Spoor-debatover migratiebeleid op 19 juni 2018 AUTEUR(S): Scheffer, P. Lucassen, L.

Page 35: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Hirsch Ballin, E.M.H. UITGAVE: Den Haag : Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), 2018 SAMENVATTING: Deze essaybundel van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft tot doel het beleidsdebat over de regulering van migratie te stimuleren. In de bijdragen aan deze bundel staat de vraag centraal of het huidige migratiebeleid aanpassing behoeft in het licht van die hedendaagse migratiebewegingen.In de inleiding werkt de WRR-projectgroep Migratiediversiteit de vraagstelling verder uit. Daarna volgen twee essays waarin prof. dr. Leo Lucassen (UL) en prof. dr. PaulScheffer op uitnodiging van de WRR elk hun kijk geven op de toekomst van het migratiebeleid. Daarbij bouwen ze voort op hun eigen werk over dit thema.Lucassen doet voorstellen om circulaire arbeidsmigratie van buiten de EU mogelijk te maken. Eenonderdeel van zijn voorstel is dat arbeidsmigranten zich door het betalen van premiesgeleidelijk en getrapt kunnen ‘inkopen’ in de verzorgingsstaat. Op deze wijzekunnen ongewenste, onbedoelde effecten van de verzorgingsstaat worden voorkomen.Daarnaast wijst hij op het belang van een gelijk speelveld voor Nederlandersen EU-burgers op de arbeidsmarkt om verdringing en uitbuiting tegen te gaan.Ook pleit hij ervoor migratie veel breder te benaderen en analyseren dan tot opheden in het publieke debat gebeurt. Ten slotte pleit hij voor het vasthouden aanhumanitaire principes bij de opvang van asielmigranten die het lukt om in Nederlandasiel aan te vragen.Scheffer benadrukt de betekenis van democratische besluitvorming over diversevormen van migratie, waaronder arbeid- en asielmigratie. Humane en verdraagzamegemeenschappen bestaan bij de gratie van grenzen. Over die grenzen dienteen open publiek debat te worden gevoerd. Hij zoekt naar een verantwoord middentussen een politiek van open grenzen en gesloten grenzen. Onderdeel vandat debat is een gedachtewisseling over een mogelijke bovengrens aan het aantalvluchtelingen dat Nederland jaarlijks opneemt. Ook kan gedacht worden aan tijdelijkeuitzonderingen op het vrije verkeer van personen op het moment dat demobiliteit binnen de Europese Unie samenlevingen overvraagt. Het gaat Scheffervooral om de ruimte te verkennen voor eigen keuzes op het gebied van immigratie envluchtelingenbeleid.Tot slot geeft prof. dr. Ernst Hirsch Ballin een reactie op detwee essays en gaat hij in op de mogelijkheden voor toekomstig nationaal en Europeesmigratiebeleid. LINK: https://www.wrr.nl/binaries/wrr/documenten/publicaties/2018/06/19/regie-over-migratie-naar-een-strategische-agenda/Hollands+Spoor+Debat+2018+Regie+over+migratie.pdf TREFWOORDEN: Immigratie Arbeidsmigratie Nederland Vreemdelingenbeleid Vluchtelingenbeleid CODE: 321.18 TITEL: Vluchtelingen en Werk. Een nieuwe tussenbalans. Signalering 18/05 UITGAVE: Den Haag : Sociaal-Economische Raad (SER), 2018 SAMENVATTING: Advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over hoe vluchtelingen sneller kunnen integreren en aan het werk kunnen komen. Veel statushouders die gedurende de afgelopen jaren naar Nederland zijn gekomen, hebben grote moeite om betaald werk te vinden. Om de maatschappelijke participatie van deze statushouders te vergroten, zijn er recentelijk uiteenlopende initiatieven ontwikkeld door de overheid, onderwijsinstellingen, vluchtelingenorganisaties als individuele werkgeversIn deze signalering stelt de SER een groot aantal van deze initiatieven centraal. Bij de beschrijving ervan gaat de aandacht vooral

Page 36: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

uit naar de gekozen opzet en de resultaten dieermee worden bereikt. Ook benoemt de SER diverse onderliggende bouwstenen voor het succes ervan en geeft hij aan op welke wijze het mogelijk is deze meer op maat gesnedenondersteuning van statushouders breder in te zetten. Daarmee biedt deze signalering een actualisatie van het beeld zoals geschetst in zijnsignalering van december 2016 . In die signalering ging de raad in op verschillende knelpunten ten aanzien van de arbeidsintegratie van statushouders en wees daarbij op hetbelang van het aanbrengen van een gerichte versnelling in de ondersteuning van statushouders. Voor een deel is deze versnelling er gekomen: er is meer inzet op een snelleen kansrijke uitplaatsing vanuit de opvang, gemeenten hebben meer aandacht voorstatushouders in de toeleiding naar werk en ook zien we steeds meer voorbeelden waarbijpartijen – zowel publiek als privaat – elkaar weten te vinden om gezamenlijk scholings- enwerktrajecten te realiseren.Tegelijkertijd moet de SER vaststellen dat de beoogde versnelling nog niet op alle onderdelenis gerealiseerd, zoals onder meer blijkt uit de CBS cijfers. De urgentieom blijvend inspanningen te verrichten teneinde de participatie van statushouders tevergroten, is dan ook onverminderd groot. Om de arbeidskansen van statushouders te vergroten, is volgens de SER het volgende nodig: . Samenhangend beleid rond taal, onderwijs en werk: het is zaak dat statushouders een geïntegreerd traject van werken en Nederlands leren kunnen volgen. Hiervoor moet de Inburgeringswet worden aangepast. .Een doorbraak in de middelendiscussie: gemeenten ervaren de screening, ondersteuning en begeleiding van statushouders als zeer intensief. Als dit niet of onvoldoende van de grond komt omdat de rijksmiddelen tekortschieten, moet hiervoor snel een oplossing komen. .Een andere organisatie van de centrale opvang: vluchtelingen moeten worden opgevangen in een azc dichtbij de gemeente waar zij als statushouder een woning krijgen. Alleen dan kan het integratieproces vanaf dag één beginnen. .Regie en coördinatie op regionaal niveau: samenwerking en afstemming tussen gemeenten, arbeidsmarktregio’s, roc’s, private taalaanbieders, SW-bedrijven en werkgeversservicepunten. .Meer aandacht voor de groep met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt: een intensiever ondersteuningaanbod voor deze groep kan langdurige afhankelijkheid van een uitkering voorkomen. LINK: https://www.ser.nl/~/media/db_adviezen/2010_2019/2018/vluchtelingen-en-werk.ashx TREFWOORDEN: Arbeid - Werkgelegenheid Werkgelegenheidsbevordering Etnische minderheden Vluchtelingen Arbeidsbemiddeling Personeelsbeleid CODE: 401.18 TITEL: Macroeconomic evidence suggests that asylum seekersare not a “burden” for Western European countries UIT: Science Advances, Vol. 4, no. 6,2018 AUTEUR(S): Albis, H. d’ Boubtane, E. Coulibaly, D. UITGAVE: 2018 SAMENVATTING: This paper aims to evaluate the economic and fiscal effects of inflows of asylum seekers into Western Europe from 1985 to 2015. It relies on an empirical methodology that is widely used to estimate the macroeconomic effects of structural shocks and policies. The study uses annual statistical data from 15

Page 37: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

Western European countries from 1985 to 2015. The selected countries areAustria , Belgium, Denmark, Finland, France, Germany, Ireland, Iceland, Italy, the Netherlands, Norway, Spain, Sweden, Portugal,and the UK. It shows that inflows of asylum seekers do not deteriorate host countries’ economic performance or fiscal balance because the increase in public spending induced by asylum seekers is more than compensated for by an increase in tax revenues net of transfers. As asylum seekers become permanent residents, their macroeconomic impacts become positive. LINK: http://advances.sciencemag.org/content/4/6/eaaq0883.full.pdf TREFWOORDEN: Vluchtelingen Europa Nederland Economisch beleid Arbeid - Werkgelegenheid CODE: 162.18 TITEL: 'Alleen krijg je het niet voor elkaar : Een verkenning van medisch noodzakelijke zorg voor ongedocumenteerde migranten in Nederland AUTEUR(S): Hal, L. van Stoutjesdijk, F. UITGAVE: Utrecht : Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) - Verwey-Jonker Instituut, 2018 SAMENVATTING: Verkennend onderzoek g]naar van medisch noodzakelijke zorg voor ongedocumenteerde migranten in Nederland. Ongedocumenteerde migranten of migranten die geen rechtsgeldige verblijfstitel hebben in Nederland, hebben net als ieder ander recht op medisch noodzakelijke zorg. Dit onderzoek verkent hoe ‘het recht op toegang tot medisch noodzakelijke zorg’ voor deze ongedocumenteerde migranten in de praktijk verloopt. De auteurs hebben de meest recente literatuur over het onderwerp bestudeerd en (nationale en lokale) stakeholders geïnterviewd.Ondanks dat op basis van wet- en regelgeving de medisch noodzakelijke zorg toegankelijk zou moeten zijn voor deze groep migranten, blijkt de praktijk zowel weerbarstiger als inventiever dan wet- en regelgeving veronderstellen. De knelpunten, die landelijk ervaren worden met betrekking tot toegang tot en financiering van zorg, worden vaak op lokaal niveau opgelost.De kracht van deze oplossingen zit in de creativiteit en de ‘korte lijntjes’, maar is vaak niet structureel van aard. Kenmerkend voor de (lokale) oplossingen die genoemd worden om de toegang tot en financiering van zorg te realiseren, is de samenwerking die hiervoor nodig is. Want; alleen krijg je het niet voor elkaar.Verbindingen tussen professionals, vrijwilligers en andere betrokkenen zijn cruciaal. Zorg voor ongedocumenteerden is daarom een relationele kwestie.Uit de verkenning wordt duidelijk dat duurzame verbetering van de toegang tot zorg vraagt dat er samenwerking is tussen diverse betrokkenen op lokaal- en nationaal niveau. De wijze waarop deze betrokken het vraagstuk van medisch noodzakelijke zorg benaderen, verschilt sterk van elkaar. De realisatie dat er vanuit verschillende logica’s gewerkt wordt aan dit vraagstuk, is een voorwaarde om samen te kunnen werken. Bewustwording van deze verschillen biedt een opstap om te komen tot een (deels) gedeelde probleemdefiniëring en daarbij behorende oplossingsrichtingen.Met elkaar in gesprek over hoe je de kwestie van medisch noodzakelijke zorg aan ongedocumenteerde migranten benadert, en wat je ziet als urgente knelpunten, is daarvoor een belangrijke basis. Zo kan er samen verschil gemaakt worden voor mensen die in een kwetsbare gezondheidssituatie verkeren.

Page 38: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

LINK: https://www.kis.nl/sites/default/files/bestanden/Publicaties/alleen-krijg-je-het-niet-voor-elkaar.pdf TREFWOORDEN: Illegalen Geestelijke gezondheid Gezondheid Gezondheidszorg CODE: 163.18 TITEL: Aard en omvang ouderenmishandeling AUTEUR(S): Bakker, L. Witkamp, B. Timmermans, M. Janssen, J. Lindenberg, J. UITGAVE: Amsterdam : Regioplan, 2018 SAMENVATTING: Onderzoek naar aard en omvang van ouderenmishandeling. In dit onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen een vijftal vormen van ouderenmishandeling, namelijk verwaarlozing, psychische mishandeling waaronder schending van rechten, fysieke mishandeling, financiële benadeling en seksuele mishandeling.Ouderen die aan het onderzoek deelnemen waren 65 jaar en ouder en waren thuiswonend.Het onderzoek vond plaats in Rotterdam, Tilburg en BoxtelOm een zo goed mogelijk beeld te kunnen schetsen van de prevalentie is een combinatie van verschillendeonderzoeksmethoden toegepast, namelijk (1) een groot aantal face -to-face-interviews met eenrepresentatieve groep van 65-plussers in drie gemeenten van verschillende omvang, (2) een informantenstudiewaarbij signalen van ouderenmishandeling door diverse beroepsgroepen in drie gemeentenwerden geregistreerd, (3) registraties van Veilig Thuis (meldingen en adviezen in drie gemeenten) alsaanvullende bron en (4) een literatuurstudie als referentiekader voor de interpretatie van de onderzoeksresultaten.Concluderend kunnen we stellen dat 1 op de 20 thuiswonende 65-plussers ooit te maken krijgt met ouderenmishandelingen 1 op de 50 op jaarbasis te maken heeft met ouderenmishandeling, wat sterk overeenkomtmet de resultaten eerder vergelijkbaar opgezet onderzoek in het buitenland. Belangrijk om daarbij teonderstrepen is dat in onze interviewstudie ouderenmishandeling op een zo valide mogelijke manier is gemeten(namelijk ouderenmishandeling in een relationele context, deels is duidelijk dat het in een afhankelijkheidsrelatieplaats heeft gevonden, en wat betreft psychische mishandeling en verwaarlozing gaat hetom meer dan incidenteel voorkomend) en dat rapportages afkomstig zijn van een zo representatief mogelijkegroep thuiswonende 65 plussers. Wel was sprake van behoorlijke uitval. De intensiteit van de gehanteerdeinterviewmethode zal hierbij vermoedelijk een rol hebben gespeeld. Mogelijk heeft uitval verhoudingsgewijsmeer plaatsgevonden onder kwetsbare ouderen, waardoor de prevalentie van ouderenmishandelingonderschat kan zijn. Een veel hoger percentage (17% van de 65-plussers) rapporteert iemand andersvan 65 jaar en ouder te kennen die slachtoffer van ouderenmishandeling is (geweest). De prevalentieresultatendienen derhalve als een ondergrens te worden gezien.Het onderzoek laat zien dat ouderenmishandeling in vele gedaanten en maten van ernst voorkomt en diversegevolgen kan hebben. Slachtoffers van ouderenmishandeling kunnen getypeerd worden door eenaantal kwetsbaarheden, bijvoorbeeld op het vlak van verslechterde gezondheid en psychisch functioneren ,beperkte zelfredzaamheid en sociaal netwerk of financiële moeilijkheden.

Page 39: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

LINK: https://www.wodc.nl/binaries/2810_volledige_tekst_tcm28-330541.pdf TREFWOORDEN: Ouderen Huiselijk geweld Geweld Mishandeling Geweldpreventie CODE: 176.18 TITEL: Factsheet Extreemrechts in Nederlandse Gemeentes. Update April 2018 AUTEUR(S): Wagenaar, W. UITGAVE: Amsterdam : Anne Frank Stichting, 2018 SAMENVATTING: Update April 2018. Factsheet waarin een actueel beeld wordt geschetst van de in Nederland actieve extreemrechtse organisaties. Ten behoeve van dit overzicht is gebruik gemaakt van de dataverzameling in het kader van het Monitorproject 'Racisme, Antisemitisme en Extreemrechts Geweld in Nederland'. De dataverzameling binnen dit project op het gebied van extreemrechts vindt bijna volledig plaats op basis van primaire bronnen: publicaties, websites en digitale media van extreemrechtse formaties, sociale media-activiteiten van dergelijke formaties en hun aanhang, gesprekken met (voormalige) rechtsextremisten en het bekijken van publieke activiteiten (demonstraties) van deze organisaties. Deze factsheet geeft inzicht in de omvang, regionale spreiding, betekenis en betrokkenheid bij geweldsincidenten van de verschillende extreemrechtse organisaties in Nederland. Het bevat een alfabetisch overzicht van klassieke extreemrechtse organisaties die in 2015 en 2016 en begin 2018 actief zijn geweest. Voor elke organisatie wordt ingegaan op de ideologie, aanhang, regionale spreiding, risico's, activiteiten in 2015 en 2018. LINK: http://www.annefrank.org/ImageVaultFiles/id_19236/cf_21/Factsheet-Extreemrechts-Update-Mei-2018.PDF TREFWOORDEN: Radicalisering Nederland Geweld Rechtsextreme organisaties Rechts-extremisme CODE: 061.18 TITEL: Jaarbericht Kinderrechten 2018 UITGAVE: Den Haag / Leiden : UNICEF Nederland / Defence for Children , 2018 SAMENVATTING: Editie 2018 van het Jaarbericht Kinderrechten dat wordt uitgegeven door Defence of Childeren International en Unicef. Het is actueel tot en met mei 2018. De cijfers gaan veelal over het jaar 2016, dit is per indicator aangegeven. Het is voor de tiende keer dat dit Jaarbericht wordt uitgebracht. Jaarbericht geeft een overzicht van de situatie van kinderen en jongeren in Nederland op vijf gebieden: kindermishandeling, jeugdhulp, jeugdstrafrecht, migratie en uitbuiting. In het Jaarbericht Kinderrechten wordt dekinderrechtensituatie van vijf groepen kwetsbare kinderen in Nederland geanalyseerd: slachtoffersvan kindermishandeling, kinderen die jeugdhulp nodig hebben, kinderen die te maken hebbenmet het jeugdstrafrecht of met het migratierecht en slachtoffers van uitbuiting.Geoconcludeerd wordt onder meer dat nog niet alle kinderen hebben toegang tot passende jeugdhulp, terwijl zij daar wel recht op hebben. Om dit mogelijk te maken, moeten er eisen opgesteld worden voor jeugdhulp die landelijk gelijk zijn. Daarnaast moeten kinderen en jongeren zelfstandig

Page 40: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

aanspraak kunnen maken op sociale zekerheid en moet het belang van het kind centraal komen te staan in armoede-en schuldenbeleid.Als het gaat om minderjarige verdachten, voldoet Nederland nog niet aan het VN -Kinderrechtenverdrag. Jongeren moeten soms wel een jaar wachten op de interventie of alternatieve straf die de rechter oplegt, er wordt nog steeds standaard DNA-materiaal afgenomen bij minderjarigen en er worden nog steeds minderjarigen berecht via het volwassenstrafrecht.Er is ook vooruitgang: Het aantal kinderen dat door de politie is opgepakt en in een politiecel verblijft, is flink afgenomen, van ruim 7.000 in 2016 naar zo’n 5.000 in 2017. Het aantal politieverhoren neemt al jaren af, net als het aantal kinderen dat in een justitiële jeugdinrichting is opgesloten. Een halvering ten opzichte van vijf jaar geleden.Defence for Children en UNICEF Nederland maken zich zorgen over een aantal verontrustende zaken die op gebied van migratie uit het onderzoek naar voren zijn gekomen: zo zijn in 2017 geen verblijfsvergunningen toegekend aan alleenstaande kinderen, die buiten hun schuld niet kunnen terugkeren naar het land van herkomst. De criteria van het buitenschuldbeleid zijn nu veel te strikt; vorig jaar zijn veertig kinderen uitgezet naar Afghanistan, waarvan tien in hun eentje. En dat terwijl het land veel gevaarlijker is geworden. Dit is slechts een kleine greep uit de zorgwekkende uitkomsten. Sinds 2012 werken er 150 gespecialiseerde politiemensen op het thema kinderporno en kindersekstoerisme. Hoewel het aantal meldingen van kinderporno sindsdien met 800 procent is toegenomen, is er geen rechercheur bijgekomen. Ook het aantal kinderen die uit de vreemdelingenopvang verdwijnen is hoog, afgelopen jaar ging het om 400 minderjarigen. Dit moet stoppen. Ook moet er een Rijksbrede aanpak ontwikkeld worden om buitenlandse minderjarige slachtoffers van mensenhandel beter te ondersteunen en criminele uitbuiting van kinderen te voorkomen. LINK: https://www.unicef.nl/files/DFC-18%20Jaarbericht_TOTAAL_WT_LR.pdf TREFWOORDEN: Kinderen Mensenrechten Kinderbescherming Vluchtelingen Vreemdelingenbeleid Armoede Strafrecht CODE: 354.18 TITEL: De staat van het onderwijs : Onderwijsverslag 2016/2017 UITGAVE: Utrecht : Inspectie van het Onderwijs , 2018 SAMENVATTING: In dit verslag biedt de Inspectie van het Onderwijs een beeld van de staat van het Nederlandse onderwijs voor het schooljaar 2016/2017. Voor dit verslag maakte de inspectie gebruik van interne en externe informatie. Bestaat uit uit twee delen. In het eerste deel wordt ingegaan op de volgende thema´s : onderwijsniveau leerlingen en studenten; onderwijskansen en segregatie; kwaliteitszorg, autonomie en sturing. In het tweede deel wordt per hoofdstuk ingegaan op een bepaalde sector: primair onderwijs; voortgezet onderwijs; speciaal onderwijs en regionale expertisecentra; hoger onderwijs; beroepsonderwijs en volwasseneneducatie; onderwijs in het buitenland; en groen onderwijs. De inspectie constateert prestaties van de Nederlandse leerlingen in het funderendonderwijs gelijk zijn gebleven of afnemen. Eerder werden al langetermijndalingen gezien bij rekenen, wiskundeen natuuronderwijs. Dit jaar blijkt dat de leesprestaties van basisschoolleerlingen opnieuw lager zijn

Page 41: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

danvijftien tot twintig jaar geleden.De kansen voor leerlingen en studenten zijn sterk afhankelijk van het opleidingsniveau van ouders en grote schoolverschillen, zo constateerde de inspectie al de afgelopen twee jaar. Dit jaar laat nadere analyse zien, dat deze effecten versterkt dreigen te worden door toenemende segregatie. Scholen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs waren al sterk gesegregeerd. De laatste jaren neemt de segregatie langs opleidingsniveau en inkomen in het onderwijs verder toe. De etnische segregatie neemt af.Vooral academisch opgeleide ouders scheiden zich af. Dit komt deels door woonsegregatie, maar ook doordat ouders kiezen voor eigen scholen. De inspectie maakt zich zorgen over deze oplopende segregatie in het onderwijs, omdat eilandvorming op afzienbare tijd gevolgen kan hebben voor onderwijskansen van groepen leerlingen en voor de kwaliteit van het onderwijs. In 2016/2017 kwamen 602 nieuwe meldingen bij de vertrouwensinspecteurs binnen in het voortgezet onderwijs. De meeste meldingen betreffen psychisch geweld en gaan overgrove en langdurige pesterijen. 17 meldingen gingen over discriminatie . In het primair onderwijs kwamen 1.216 nieuwe meldingen bij de vertrouwensinspecteursbinnen . Meer dan de helft betreft psychisch geweld. De meeste meldingen gaan overgrove en langdurige pesterijen. Meldingen over fysiek geweld komen ook veel voor. 24 meldingen gingen over discriminatie. LINK: https://www.onderwijsinspectie.nl/binaries/onderwijsinspectie/documenten/rapporten/2018/04/11/rapport-de-staat-van-het-onderwijs/108126_IvhO_StaatvanhetOnderwijs_TG.pdf TREFWOORDEN: VO - Voortgezet onderwijs Basisonderwijs (Primair-) Onderwijs-systeem NL Onderwijsbeleid Leerprestaties Schoolloopbaan Segregatie Etnische minderheden Discriminatie Pesten CODE: 702.18 TITEL: Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2016 UITGAVE: Den Haag : Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, 2018 SAMENVATTING: Eerste editie van ‘Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen’, tweejaarlijks monitor die inzicht biedtin hoe veel kinderen slachtoffer worden van seksueel geweld en voor hoe veel kinderen het misbruikeen vervolg krijgt in de vorm van een melding, onderzoek en verder. Deze editie handelt over het jaar 2006 en maakt gebruik van data van prevalentieonderzoeken(vragenlijsten die grote groepen mensen vragen of ze seksueel geweld hebben meegemaakt)en data van verschillende organisaties die een taak hebbenin de bescherming van en hulp aan kinderen die slachtoffer zijn vanseksueel geweld. Jaarlijks worden naar schatting ruim 20 duizend kinderen tussen de 12 en de 17 jaar slachtoffer van ernstig hands-on seksueel geweld, zoals verkrachting. Dat is minder vaak dan vier jaar geleden. 63% van de meisjes en 45% van de jongens die seksueelgeweld hebben meegemaakt heeft een vriend ofvriendin erover verteld. Het eerste aanspreekpunt vanslachtoffers zijn dus vaak andere kinderen.Slachtoffers, mensen uit hun omgeving, of professionalskunnen seksueel geweld melden bij de 26regionale Veilig Thuis-organisaties. De registratie vanVeilig Thuis was in

Page 42: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

2016 helaas nog van onvoldoendekwaliteit om landelijke conclusies over te kunnentrekken. Er kan dus niets met zekerheid gezegd wordenover het aantal meldingen van seksueel geweld tegenkinderen bij Veilig Thuis. Ook over het aantal onderzoeken dat Veilig Thuis deed naar aanleiding van meldingen over seksueel geweld is op basis van de registratie nog niets metzekerheid te zeggen . Wel valt op dat het aantalgeregistreerde onderzoeken sterk is afgenomen(van gemiddeld 1055 in 2008-2012 naar 345 in 2016).Dit is hoe dan ook zorgelijk, of het nu komt dooronbetrouwbare data of omdat er echt veel minderonderzoeken zijn gedaan.De Raad voor de Kinderbescherming deed in 2016 intotaal 20% minder onderzoeken naar kinderbeschermingsmaatregelen(zoals ondertoezichtstelling enuithuisplaatsing) dan in 2008-2012. Bij onderzoeken naar (vermoedens van) seksueel geweld was de daling met 64% opvallend sterker. De Nationaal Rapporteur en het CBS)hebben een onderzoek gedaan naarde aanleiding waarvoor kinderen jeugdhulp ontvangen, omdat dit niet landelijk wordt geregistreerd. Uit de analyse van de gegevens van deze steekproef kan afgeleid worden dat naar schatting 3,3% (tussen de 2,5en 4,1%) van de kinderen in jeugdhulp, hulp ontvangt(mede) voor seksueel geweld .De Nationaal Rapporteur heeft gekeken naar de hulp die deze slachtoffers in 2016 ontvingen. Hieruit blijkt dat ongeveer 46% van de kinderen die jeugd hulpontvangen (mede) voor seksueel geweld hierbij niet thuis kon blijven wonen. 11% wordt zelfs de vrijheidontnomen: zij worden gesloten geplaatst in een instellingvoor gesloten jeugdhulp. Meisjes krijgen gemiddeld vaker jeugdhulp en ook zwaardere vormen van jeugdhulp voor seksueel geweld dan jongens . In de gesloten jeugdhulp is maar liefst 85% van alle meisjes (mede)slachtoffer van seksueel geweld. Van alle meisjes die hulp ontvangen voor seksueel geweld wordt 13% gesloten geplaatst. LINK: https://www.nationaalrapporteur.nl/binaries/Nationaal%20Rapporteur%20-%20Slachtoffermonitor%20seksueel%20geweld%20tegen%20kinderen%202016_tcm23-335177.pdf TREFWOORDEN: Geweld Jongeren Kinderen Kinderbescherming Seksualiteit Huiselijk geweld CODE: 174.18 TITEL: Handreiking lokaal netwerk van sleutelfiguren : Samen werken aan preventie van polarisatie en radicalisering UITGAVE: Den Haag : Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) - Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid , 2018 SAMENVATTING: Deze handreiking geeft gemeenten handvatten bij het opzetten en onderhouden van een lokaal netwerk van sleutelfiguren en ondersteunt gemeenten bij het tegengaan van polarisatie en radicalisering.Polarisatie en radicalisering doen zich vaak lokaal voor en stellen gemeenten daarom voor flinke uitdagingen. Verschillende gemeenten hebben de laatste jaren al een lokaal netwerk opgezet. In deze netwerken zijn zowel informele als formele sleutelfiguren vertegenwoordigd; van wijkagenten en wijkmanagers tot jongerenwerkers en andere sleutelfiguren. Meer gemeenten hebben behoefte aan een dergelijk lokaal netwerk , maar kunnen hierbij wel advies gebruiken. Daarom is de deze handreiking gemaakt. De handreiking is opgedeeld in 3 fasen. In de eerste fase staat het opzetten van het netwerk centraal. De tweede fase gaat in in op de werving en selectie van sleutelfiguren en het samenstellen van hetnetwerk. Tenslotte wordt

Page 43: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

in de derde fase dieper ingegaan op het onderhouden en functioneren van het netwerk. Naast deze drie fasen treft is er overzicht van de belangrijkste vragen die komen kijken bij het opzetten en onderhouden van hetnetwerk, uitgesplitst per fase. Ook bevindt zich in deze handreiking definities van debelangrijkste gebruikte begrippen en een literatuurlijst. LINK: https://www.socialestabiliteit.nl/binaries/sociale-stabiliteit/documenten/publicaties/2018/06/18/handreiking-lokaal-netwerk-van-sleutelfiguren/Printversie+-+Handreiking+lokaal+netwerk+van+sleutelfiguren.pdf TREFWOORDEN: Gemeentelijke overheid Radicalisering Geweldpreventie Overheidsbeleid CODE: 329.18 TITEL: Factsheet meldingen vertrouwensinspecteurs over de sectoren PO, VO, SO, MBO en HBO over schooljaar 2016/2017 UITGAVE: Utrecht : Inspectie van het Onderwijs, 2018 SAMENVATTING: Factsheet over de meldingen die vertrouwensinspecteurs binnenkregen gedurende het schooljaar 2016-2017. Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen, maar ook vertrouwenspersonen kunnen de vertrouwensinspecteur (VI) van de Inspectie van het Onderwijs raadplegen wanneer zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van seksuele intimidatie en seksueel misbruik (zedenmisdrijven), psychisch en fysiek geweld of discriminatie en radicalisering. Meldingen hierover kunnen (en daar waar het seksueel misbruik betreft: moeten) conform de overlegplicht, worden voorgelegd aan de vertrouwensinspecteur.In het schooljaar 2016/2017 hebben de Vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs in totaal 2074 meldingen ontvangen. Dat is een stijging van 6 procent ten opzichte van het schooljaar ervoor. De meeste meldingen (1004) gingen over psychisch geweld, gevolgd door 554 meldingen over fysiek geweld. Iets meer dan de helft van alle meldingen bij de vertrouwensinspecteurs ging over een vorm van psychisch geweld . Bij psychisch geweld gaat het bijvoorbeeld om grove en langdurige pesterijen. Daarover kwamen 576 meldingen binnen.Het aantal meldingen fysiek geweld is licht gedaald naar 554. Bijna vier op de tien meldingen gingen over mishandelingen. Het ging dan bijvoorbeeld om een vechtpartij op het schoolplein met soms ernstige gevolgen. Ook waren ouders soms betrokken bij grensoverschrijdende incidenten in en rond de school.Er kwamen 106 meldingen over seksueel misbruik binnen. Dit is een lichte stijging ten opzichte van het vorig schooljaar. Bijna een op de drie meldingen gaat over ontucht of een ongewenste relatie tussen leraar en leerling. In iets meer dan de helft van de meldingen betrof de klacht een leraar of een andere zogeheten met taken belast persoon.Het afgelopen schooljaar waren er 247 meldingen over seksuele intimidatie. Daarbij gaat het in ruim één op de drie meldingen om ongewenste hinderlijke aanrakingen. Ook ongewenst gedrag via de sociale media en ongewenst non verbaal gedrag kwamen vaak voor. In bijna vier op de tien meldingen is de beschuldigde een met taken belast persoon. Dit is een betekenisvolle stijging ten opzichte van schooljaar 2015/2016.Het aantal meldingen van discriminatie is ten opzichte van het vorige schooljaar met de helft toegenomen (van 28 naar 42) . Zestig procent ging over discriminatie op grond van ras, gevolgd door discriminatie op grond van geloof (31%). De vertrouwensinspecteurs hebben in totaal drie meldingen over radicalisering ontvangen, allemaal gerelateerd aan zorgen van scholen over radicaliserende leerlingen.

Page 44: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

LINK: https://www.onderwijsinspectie.nl/binaries/onderwijsinspectie/documenten/rapporten/2018/03/29/meldingen-vertrouwensinspecteurs-over-de-sectoren-po-vo-so-mbo-en-ho-schooljaar-2016-2017/Factsheet+vertrouwensinspecteurs+Sectorbreed+2016-2017.pdf TREFWOORDEN: Meldpunten Discriminatie Pesten Geweld op school Onderwijs-systeem NL Basisonderwijs (Primair-) VO - Voortgezet onderwijs CODE: 745.18 TITEL: Vijf eeuwen migratie : Een verhaal van winnaars en verliezers AUTEUR(S): Lucassen, L. Lucassen, J. UITGAVE: Amsterdam : Atlas Contact, 2018 SAMENVATTING: Herziene en geactualiseerde editie van boek dat eerst verscheen in 2011. Herziene en geactualiseerde editie. In dit boek staat de lange en rijke migratiegeschiedenis van Nederland centraal. Het poogt de geschiedenis van immigratie in Nederland vanaf de zestiende eeuw zo goed mogelijk te vertellen op basis van de best voorhanden zijnde detailstudies op dit gebied. In het debat over migratie en integratie lopen de gemoederen hoog op en worden meningen door velen in één moeite door als onomstotelijke feiten gepresenteerd. Dit boek toetst meningen aan de historische feiten. In de afgelopen eeuwen wisselden optimisme en pessimisme elkaar voortdurend af als het ging om de integratie van migranten en beïnvloedden zo mede de integratie van migranten en hun nakomelingen. In deze nieuwe versie wordt daar bijzondere aandacht aan besteed. Niet nieuw, maar wel essentieel, is in kaart brengen wie de veranderende samenstelling van de bevolking als verlies ervoer en wie als winst . Met een nuchtere blik stellen de auteurs vast dat de vestiging van nieuwkomers ontegenzeglijk tot een aantal hardnekkige problemen heeft geleid, maar ook dat hun komst onze samenleving én hunzelf veel heeft opgeleverd. LINK: http://www.atlascontact.nl/boek/vijf-eeuwen-migratie/ TREFWOORDEN: Immigratie Nederland Geschiedenis Vreemdelingenbeleid Multiculturele samenleving Etnische minderheden CODE: 121.18 TITEL: Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Kennisdocument (versie voorjaar 2018) UITGAVE: Den Haag : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2018 SAMENVATTING: Kennisdocument bij de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Deze wet wijzigt de Wet financiering sociale zekerheid en introduceert een quotumheffing waarmee werkgevers gestimuleerd worden om meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Samen met de Participatiewet vormt dit wetsvoorstel de uitvoering van de afspraken in het Regeerakkoord van PvdA en VVD, in het Sociaal Akkoord 2013 en in de Begrotingsafspraken 2014 waarin is afgesproken

Page 45: UPDATE Kennisbank Diversiteit en Emancipatie (IDEM ... · oktober 2015 en 1 april 2016. Veertig van deze dossiers heeft ze uitgebreid onderzocht. Ook werden honderden rechterlijke

extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Kabinet en sociale partners maakten in het Sociaal Akkoord 2013 de afspraak om extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. In totaal gaat het om 125.000 banen die in 2026 gerealiseerd moeten zijn: 100.000 banen in de marktsector en 25.000 bij de overheid. Als blijkt dat het aantal banen voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten achterblijft bij de afspraken die daarover zijn gemaakt, dan kan de staatssecretaris van Sociale Zaken besluiten een wettelijk quotum in werking stellen. Werkgevers die dan nog niet voldoende banen hebben gecreëerd betalen een quotumheffing. Dit kennisdocument geeft antwoord op veel gestelde vragen over de banenafspraak en quotumregeling en gaat onder meer in op: de afspraken uit het sociaal akkoord, de doelgroep, om welke banen het gaat, het monitoren van de extra geplaatste mensen met een arbeidsbeperking, welke banen tellen mee en welke niet, ondersteuning aan werkgevers, het verschil tussen de banenafspraak en de quotumheffing, de quotumheffing. LINK: https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/publicaties/2015/03/06/kennisdocument/Kennisdocument20183.pdf TREFWOORDEN: Arbeid - Werkgelegenheid Gehandicapten Positieve actie Werkgelegenheidsbevordering CODE: 421.17