Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Symposium: Universele gehoorscreening bij neonati in Limburg: State of the art
27 april 201209.00 – 10.45 eerste sessie09.00 – 09.10 Inleiding
Dr. Tony Cox, diensthoofd NKO, Campus Virga Jesse09.10 – 09.30 Oorzaken en prevalentie van aangeboren gehoorstoornissen
Dr. Katrien Ketelslagers, NKO-arts, Campus Virga Jesse en Dr. Christel Stinckens, NKO-arts, Campus Salvator
09.30 – 10.30 Opvang en onderzoek van doorverwezen neonatiBrecht Waelkens, Charlotte Marinus en Kim Bloemen, audiologen dienst NKO, Campus Virga Jesse
11
Campus Virga Jesse
10.30 – 10.45 Koffiepauze in Parketzaal 2
10.45 – 12.30 tweede sessie10.45 – 11.00 Opvang van slechthorende neonati en ouders door NKO-arts
Dr. Sebastien Janssens de Varebeke, NKO-arts, Campus Virga Jesse11.00 – 11.20 Rol en werking van thuisbegeleiding
Edith Croux, KIDS11.20 – 11.40 Opvang en aanpak revalidatie van slechthorende neonati te
KIDSLeo De Raeve, KIDS
11.40 – 12.30 Resultaten en panneldiscussie/vraag en antwoordDr. Sebastien Janssens de Varebeke, NKO-arts, Campus Virga Jesse;
moderator
12.30 Receptie in Parketzaal 2
2
§ eerste rij v.l.n.r.: Katrijn Beankens (verpleegkundige), Dr Christel Stinckens (ORL, Campus Salvator), Brecht Waelkens (audioloog), Dr Sebastien Janssens de Varebeke (ORL, Campus Virga Jesse), Dr Liesbeth Vergauwen (Provinciaal adviserende arts Kind en Gezin, Limburg), Dr Katrien Ketelslagers (ORL, Campus Virga Jesse), Dr Erwin Van Kerschaver (Coördinator universele gehoorscreening Vlaanderen, Kind en Gezin)
§ tweede rij v.l.n.r.: Els Polet (verpleegkundige), Dr Tony Cox (ORL, Campus Virga Jesse, Diensthoofd ORL JessaZH), Kim Bloemen (audiologe), Charlotte Marinus (audiologe), Leo De Raeve (KIDS, Onici), Edith Croux (Thuisbegeleiding, KIDS), Dr Kristof Deben (ORL, campus Virga Jesse), Anouk Lormans (verpleegkundige)
Oorzaken en prevalentie van aangeboren gehoorstoornissenaangeboren gehoorstoornissenKatrien KetelslagersChristel StinckensSebastien Janssens de Varebeke Tony CoxKristof Deben
Aangeboren gehoorstoornissenBron: ‘Het kind in Vlaanderen’, K&G 2010
§ Prevalentie§ Cijfers K&G
44
§ Cijfers K&G§ Risicofactoren
§ Etiologische diagnose§ CMV (cytomegalovirus)§ Genetisch
PrevalentieBron: ‘Het kind in Vlaanderen’, K&G 2010
§ 1~2/1000: gehoorverlies beiderzijds van 40 dB of meer
55
beiderzijds van 40 dB of meer§ ~120 kinderen per jaar in België worden geboren met bilateraal matig tot ernstig gehoorverlies
§ Ratio bilateraal/unilateraal: 1.10
PrevalentieBron: ‘Het kind in Vlaanderen’, K&G 2010
§ Cijfers K&G 2010
66
§ 2/1000 geteste kinderen heeft congenitaal gehoorverlies
§ 60% bilateraal§ 50% revalidatie noodzakelijk –gehoorverlies meer dan 40 dB beiderzijds
Risicofactoren
§ Belangrijkste: familiale slechthorendheid
§ 1-2/200 kinderen op neonatale
77
§ 1-2/200 kinderen op neonatale intensieve eenheid§ Kunstmatige beademing, laag geboortegewicht, hyperbilirubinemie
§ Intra-uteriene infecties: Toxoplasmose, Rubella, Cytomegalovirus en Herpes (ToRCH)
Risicofactoren
§ Craniofaciale anomalieën§ Pre-auriculaire pit of tag
88
Craniofaciale anomalieën
§ Microtia - Atresia
99
Socio-demografische risicofactoren
§ Jongens§ Geboorterangorde§ Oost-Europese moeder
1010
§ Oost-Europese moeder§ Educatieniveau moeder§ Flessenvoeding§ Gewicht en lengte
§ Bron: E. Van Kerschaver et al. EJPH 2012 Mar 27; socio-demografic determinants of hearing impairment studies in 103 835 term babies
Etiologische diagnose
§ ~ 50% diagnose§ 50% genetisch§ 50% omgevingsfactoren
1111
§ 50% omgevingsfactoren
§ 170 refers: 32% een normaal gehoor
§ Bron: F. Declau et al. Pediatrics 2008;121(6):1119-1126
Etiologische diagnose
§ 100 consecutieve ALGO casussen
1212
Peripartaal16%
Genetish syndromaal
19%
Andere genetisch niet-syndromaal
19%
CMV16%
Cx26/Cx3030%
F. Declau et al. B-ENT 2005,1, Suppl 1, 16-32
Cytomegalovirus (CMV):bron: Anticytomegalovirus IgG avidity in pregnancy: a 2-year prospective study.Bodéus M, Van Ranst M, Bernard P, Hubinont C, Goubau PFetal Diagn Ther. 2002;17(6):362
§ Meest voorkomende perinatale infectie
1313
§ 1-2% van de levend geboren kinderen zijn besmet§ Primaire maternale infectie: 30% van de baby’s zijn
besmet§ Reïnfectie: 0.15-1% congenitale infectie
§ Bron: Wetenschappelijk dossier cytomegalie (110221) Dr Nadine De Ronne Centraal adviserend arts Medische beleidscel Kind en Gezin
Cytomegalovirus – CMVBron: Wetenschappelijk dossier
cytomegalie Dr Nadine De Ronne Centraal adviserend arts
Medische beleidscel Kind en Gezin
§ Primaire maternale infectie§ 10% symptomatisch
1414
§ 10% symptomatisch § 90% neurologische sequelen§ Intra-uteriene groeiretardatie§ 35-65% gehoorverlies§ 30% mortaliteit
§ 90% asymptomatisch§ 10-15% laattijdige gehoor- en visusstoornissen
Asymptomatische CMV-infectie
§ 10-15% gehoorverlies§ 30-50% in eerste levensmaanden aanwezig; uni-,
1515
levensmaanden aanwezig; uni-, bilateraal (50%) of progressief
§ 23% ernstig§ 20% late onset – meesten voor 36 mnd
Asymptomatische CMV-infectie
§ 30-80% unilateraal gehoorverlies krijgen ook gehoorverlies in het goede oor
1616
gehoorverlies in het goede oor of progressie in het aangetaste oor
§ At risk eerste 12 levensmaanden§ Kan evalueren tot 6 jaar
Neonatale diagnose CMV-infectie
§ Virusisolatie uit urine (eerste levensdag tot de eerste 2-3 levensweken) - urinezakje§ Benadert 100% gevoeligheid en
1717
§ Benadert 100% gevoeligheid en specifiteit
§ Hielpriekkaartje PCR CMV-DNA detectie
§ Serologie IgM en IgG CMV bepaling
Erfelijk gehoorverlies
Christel StinckensKatrien KetelslagersSebastien Janssens de VarebekeTony CoxKristof Deben
Aangeboren slechthorendheid:
§ 1-2 op 1000 pasgeborenen
1919
§ 1-2 op 1000 pasgeborenen§ 50% heeft genetische oorzaak
§ Bron: genetics for ENT specialists Dirk Kunst Remedica 2005
§ Iedereen heeft 23 chromosomenparen, 22 paar autosomen en 1 paar geslachtschromosomen (telkens 1 helft van de moeder en 1 van de vader) die zijn opgebouwd uit DNA.
§ Op deze chromosomen liggen een 30000 tal genen (stukjes DNA) verspreid, die in de meeste gevallen verantwoordelijk zijn voor de productie van specifieke eiwitten.
2020
§ Veranderingen in DNA noemt men mutaties, en deze kunnen aanleiding geven tot een verandering van de vorm of functie van het eiwit, of tot een verlaagde of verhoogde vorming van dit eiwit. In sommige gevallen kan dit een erfelijke ziekte zoals gehoorverlies veroorzaken.
§ Van elk gen- uitgenomen deze op de geslachtschromosomen-hebben we twee exemplaren, één van de moeder en één van de vader.
Autosomaal dominante overerving
2121
Men heeft van het betreffende gen slechts één afwijkend gen
nodig om de afwijking te vertonen.
II + II
Autosomaal dominante overerving
2222
II of IIElk kind van dit koppel heeft 50%
kans om slechthorend te zijn
Men heeft van het betreffende gen
Autosomaal recessieve overerving
2323
twee afwijkende exemplarennodig om de afwijking te vertonen.
Indien één gen normaal is en het andere afwijkend, is de persoon wel drager
maar heeft hij de afwijking niet.
Autosomaal recessieve overerving
II + II
2424
II of II of II of IIElk kind van dit koppel heeft 25% kans om slechthorend te zijn en 50% om drager te zijn
van de afwijking
Andere vormen van erfelijkheid:
§ X- gebonden dominante en
2525
§ X- gebonden dominante en recessieve overerving
§ Mitochondriale overerving
Erfelijk gehoorverlies
Niet syndromaal Syndromaal
2626
Enkel gehoorverliesGepaard gaand met andere
symptomen/fysiekekernmerken dangehoorverlies
Niet syndromaal gehoorverlies
§ Autosomaal dominant:§ DFNA b.v. DFNA9: coch gen, progressief gehoorverlies op
2727
progressief gehoorverlies op middelbare leeftijd en evenwichtsstoornissen
§ Autosomaal recessief:§ DFNB b.v. DFNB1: connexine, prelinguaal meestal ernstig gehoorverlies
Syndromaal gehoorverlies§ Autosomaal dominant
§ Branchio-oto-renaal syndroom (BOR)
Gehoorverlies
2828
§ Gehoorverlies§ Preauriculaire sinus/pit§ Branchiogene fistels§ Afwijkingen oorschelp§ Nierafwijkingen
2929
3030
Syndromaal gehoorverlies
§ Autosomaal dominant§ Waardenburgsyndroom
§ Lateraal verplaatste mediale canthi
3131
§ Lateraal verplaatste mediale canthi§ Brede neusrug§ Samengegroeide wenkbrauwen§ Witte haarlok§ Verschillende kleur van de irissen§ Congenitaal gehoorverlies
3232
3333
Syndromaal gehoorverlies
§ Autosomaal recessief§ Usher syndroom
§ Congenitale doofheid
3434
§ Congenitale doofheid§ Retinitis pigmentosa
§ Pendred syndroom§ Gehoorverlies (soms fluctuerend)§ Goiter
3535
Opvang en onderzoek van doorverwezen van doorverwezen neonati
Brecht WaelkensCharlotte MarinusKim Bloemen
NKO-dienst
3 testen
3737
Verschil met K&G:- Drempelbepaling in dBnHL
à langere duur- Lokalisatie van het probleem
TympanogramTympanogram
Wat?
Beweeglijkheid:
3939
§ Trommelvlies§ Beentjesketen
4011- Illustratie Lapperre
i
Waarom?
§ Geleiding optimaal
4141
Hoe testen?
§ Dopje in het oorVariatie van de luchtdruk
4242
§ Variatie van de luchtdruk
Mogelijke problemen?
AnatomischCerumen
4343
§ Cerumen§ Smalle gehoorgang§ Perforatie
Mogelijke problemen?
§ Beweeglijk kindWenen
4444
§ Wenen§ Slikken§ Praten
Oto-akoestische emissiesOto-akoestische emissies
4646Illustratie: Lapperre
Doorsnede cochlea
4747Bron: Gallé H. (1979). Dictaat Anatomie en Fysiologie voor de Opleiding tot Audiologie-Assistent. Utrecht.
Orgaan van Corti
4848Bron: Ryan AF, Dallos P. Physiology of the cochlea. (1984). In Northern JL (ed) Hearing disorders. Boston, Little Brown, pp 253-266.
Haarcellen
4949
Bron: Kapteyn & Lamoré (2008). Anatomie van het binnenoor en het evenwichtsorgaan. http://www.audiologieboek.nl/niveau2/hfd3/indexn2h3.htm, geraadpleegd op 03/04/12.
Wat?
§ Zwak geluid dat met een zekere vertragingstijd uit het binnenoor komt, nadat een kortdurende
5050
komt, nadat een kortdurende geluidstimulus is aangeboden
§ Motorische functie van buitenstehaarcellen à versterker
Waarom?
§ Test buitenste haarcellen
5151
§ OAE’s aanwezig: gehoorverlies niet groter dan 35dB HL
Hoe testen?
§ Dopje in oorClicks als stimuli
5252
§ Clicks als stimuli§ Signaal wordt gemeten in de gehoorgang
Mogelijke problemen
§ Middenoor moet efficiënt werken om zachte geluiden terug te geleiden à vocht in het MO à
5353
geleiden à vocht in het MO àgeen OAE’s
§ Kind moet heel stil zijn§ Dopje moet oor goed afsluiten
BERABERA
Brainstem Evoked Response Audiometry
Wat?
§ Respons van de hersenstam door geluidstimulatie
5555
Central auditory pathways
5656Bron: KATZ, J., Handbook of Clinical Audiology. 5de editie, Baltimore, LippincottWilliams & Wilkins, 2002, blz. 14
Wat?
§ Respons van de hersenstam door geluidstimulatie
5757
§ Elektrische spanningsverschillen tussen zenuwcellen
§ Controle van het gehoor achter het slakkenhuis
Wat?
5858§ Illustratie: Lapperre
Wat?
5959
Auditory Evoked Potentials
Waarom?
§ Doofheid/gehoorverlies
6060
§ Objectieve bepaling van de gehoordrempel
Hoe testen?
§ Golfpatroon
6161
§ Golf 5
§ Drempel normaalhorende 10-20 dBnHL
Figuur ontleend aan van der Drift, 1988
ASSRASSR
Auditory Steady-State Response
Wat?
§ Stimuli: in amplitude gemoduleerde tonen
6363
gemoduleerde tonen§ Voordeel: frequentiespecifiek testen (500Hz, 1kHz, 2kHz & 4kHz)
§ Restgehoor?
Wat?
§ Stimuli: in amplitude gemoduleerde tonen
§ Voordeel: frequentiespecifiek
6464
§ Voordeel: frequentiespecifiek testen (500Hz, 1kHz, 2kHz & 4kHz)
§ Meerdere frequenties en beide oren tegelijk testen
Waarom
§ Restgehoor?
6565
Medisch onderzoek bij ORL –artsORL –artsSebastien Janssens de VarebekeKatrien KetelslagersChristel StinckensTony CoxKristof Deben
Klinisch onderzoek:
§ Algemeen beeld (schedel, tags, pits,oorschelp,…)
§ NKO-onderzoek: schisis, …
6767
§ NKO-onderzoek: schisis, …§ Otoscopie: verluchting, eczeem, nauwe gehoorgang,…
§ Halsonderzoek§ Urinestaal afname
Diagnostiek bij gehoorverlies:
§ CMV/TORCHS/TSH/karyotypering§ urinesediment§ Genetica
6868
§ Genetica§ Beeldvorming§ Syndromaal beeld (nieren, hart, oog,..)
§ pediatrie
REFER en gehoorverlies
verhouding permanent gehoorverlies en REFER
6969
33
67
REFER = permanentgehoorverlies
REFER ≠ permanentgehoorverlies
Één- en tweezijdige slechthorendheid: opvolging is zowel voor uni- als voor bilaterale slechthorendheid belangrijk!
verdeling één- en tweezijdige permanente slechthorendheid
7070
38
62
unilateraal bilateraal
Verdeling etiologie slechthorendheid
verdeling oorzaken slechthorendheid
15
71
9
14
11
10 24
11
5
Cx-26/30
syndromale doofheid
peripartale etiologie
familiale doofheid
CMV
ongekende oorzaak
craniofaciale afwijkingen
in onderzoek
behandeling
§ Bovenste luchtweginfecties§ Eczeem gehoorgangCraniofaciale afwijkingen
7272
§ Craniofaciale afwijkingen§ Middenooreffusie/shepard drains§ BERA-testen onder narcose§ Algemene geneeskunde
Wat voor welk gehoorverlies?
7373
bij cochleaire aantasting:
74
Milde tot matig-ernstige gehoordeficiet(illustraties: Cochlear)
7575
Gehoorprothesen: i.s.m. KIDS
76
Ernstige verliezen(illustraties: Cochlear)
7777
Cochlear implant: inwendig en uitwendig deel (illustraties Med-El)
78
Thuisbegeleiding en revalidatie bij slechthorende neonati en
jonge kinderen
THUISBEGELEIDING KIDS
Het verhaal na de vroegtijdige detectie
Edith Croux & Leo De Raeve (ONICI)27 april 2012
Erkenning thuisbegeleiding
• Doelgroep:- gezinnen met dove of slechthorende baby’s, kinderen, jongeren maar ook baby’s, kinderen, jongeren maar ook volwassenen - kinderen met een spraak- en taalprobleem
• Gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
Rol van KIDS in het kader van gehoorscreening
• Referentiecentra Limburg: Jessa Ziekenhuis, ZOL en Thuisbegeleiding KIDS
• Onze voornaamste doelstellingen:1.audiologische opvolging en indien nodig aanpassing hoorapparaten 2. Start opvolging en begeleiding van het kindje én van de ouders via thuisbegeleiding
Wat is de meerwaarde van thuisbegeleiding?
Onderzoek geeft aan dat ouders tevreden zijn met vroege detectie en audiologische opvolging maar er moet ook verder een opvolging maar er moet ook verder een naadloze overgang zijn tot de mogelijke hulpverlening (thuisbegeleiding, contact met andere ouders, speciaal onderwijs, revalidatie, contact met dove kinderen en volwassenen, …)
Onze Visie
- Zorg op maat (tempo en zorgvragen van ouders volgen)- SAMEN met de ouders (ouders als partners)- SAMEN met de ouders (ouders als partners)- Samenwerking met andere diensten: audiologische diensten, KIDS (KIDSje), onthaalgezinnen en -diensten, scholen, G.On-begeleiding, diensten algemeen welzijnswerk, revalidatiecentra, artsen, therapeuten, andere thuisbegeleidingsdiensten,…
Wat biedt thuisbegeleiding?
1. Voldoende en neutrale informatie bieden over o.a.: - diagnose - diagnose - oorzaak - aanpassing hoorapparaten/cochleaire inplant - alle mogelijke hulpverleningsvormen- communicatie: Hoe communiceer ik met mijn doof of slechthorend kind?
Wat biedt thuisbegeleiding?
- taalontwikkeling: Nederlands en Vlaamse Gebarentaal
- identiteitsontwikkeling - identiteitsontwikkeling - Dovencultuur- mogelijkheden van onderwijs- ontwikkelingsstimulatie (alle domeinen)- technische hulpmiddelen
Wat biedt thuisbegeleiding?
2. Brugfunctie of coördinerende functie:tussen alle mogelijke hulpverleners: NKO-arts, kinderarts, kinesist, audioloog, opvang, revalidatiecentra,…revalidatiecentra,…
3. Emotionele ondersteuning:steun bij verwerking, zowel voor de ouders als voor het betrokken kind als de ruimere familie (zussen en broers, grootouders,…)
Wat biedt thuisbegeleiding?
4. Pedagogisch modeling: de thuisbegeleidster observeert en analyseert interactie, brengt ouders nieuwe interactie, brengt ouders nieuwe vaardigheden bij m.b.t. interactie, opvoeding, ontwikkelingsstimulering, hoorstimulatie,…
Wat biedt thuisbegeleiding?
5. Ondersteuning in de crèche, bij de onthaalmoeder, bij opvang,…
6. Groepsaanbod: oudercursus VGT, 6. Groepsaanbod: oudercursus VGT, brussenwerking, oudergespreksgroep, bezoekouders,…
7. Administratieve ondersteuning: aanvraag verhoogde kinderbijslag, aanvraag hulpmiddelen,…
Start aanpassing hoorapparaten
Samenleggen van resultaten objectieve en subjectieve objectieve en subjectieve audiometrie=> bepalen van aard en graad gehoorverlies in lage-,midden- en hoge frequenties
Accenten in begeleiding
1. Audiologische opvolging en aanpassing hoorapparaten
2. Begeleiding aan huis opstarten
Begeleiding aan huis
- Ondersteunen van ouders bij de communicatie met hun kind – tips voor taalstimulering en hooropvoedingtaalstimulering en hooropvoeding
- In dagelijkse situaties en tijdens spel met het kind
- aan de hand van (video)observatie en feedback, modeling, gesprek, literatuur, …
- In huisbezoeken en via groepslessen visuele communicatie
Begeleiding aan huis
- Met klemtoon op communicatie, maar ook aandacht voor de algemeneontwikkeling van het kind en ontwikkeling van het kind en opvoedingsvragen van ouders
- Met oog voor iedereen in het gezin…… en de omgeving
De populatie dove kinderen is op enkele jaren tijddrastisch veranderd en dit vooral in landen waar
men beroep kan doen op:
q Vroege objectieve gehoormeting van alle pasgeborenen:
-Vlaanderen: 1998 (1999)-Nederland: 2003-2006-Nederland: 2003-2006-UK: 2002-2006
q Kennis over Gebarentaal is enorm toegenomen q Vroege multidisciplinaire begeleidingq Vroege kinderaudiometrie en digitale hoorapparatenq Cochleaire Implantaten op jonge leeftijd (< 18 mdn)
Vroege gehoorscreening en begeleiding(< 6 mdn) kan leiden tot:
• Betere auditieve waarneming (Yoshinago-Itano, 2000)
• Grotere actieve en passieve woordenschatontwikkeling (Yoshinago-Itano, 2000)woordenschatontwikkeling (Yoshinago-Itano, 2000)
• Mooiere uitspraak (articulatie) (Coulter & Thomson, 2000; Schauwers, 2002)
• Betere ouder-kind relatie bij horende ouders ( Pressman, 1998; Lichtert 2001, 2003)
• Minder sociaal-emotionele problemen (Pressman, Pipp-Siegel, 1999)
• Hoger leesniveau (Yoshinago-Itano, 2000)
Invloed van vroege gehoorscreening op de leeftijd van de start van de begeleiding, het eerste
hoorapparaat en het eerste CI in Vlaanderen.Philips B. et al (2009), Impact of Newborn Hearing Screening Comparing Outcomes in
Pediatric Cochlear Implant Users, The Laryngoscope 119, 974-979
95
Sinds 2004: tussen 14 en 18 maanden
Vroege screening en vroege implantatie kan leiden tot …
• Beter auditief functioneren; beter spraakverstaanBlamey et al, 2001; Geers, 2006; Sharma, 2007; Wiefferink et al, 2008
• Spraak en aanvankelijk (woordenschat) taalontwikkeling (expressief and receptief) binnen de grenzen van normaalhorendenHammes et al, 2002; Novak et al, 2000; Nikolopoulos et al, 2004; Schauwers et Hammes et al, 2002; Novak et al, 2000; Nikolopoulos et al, 2004; Schauwers et al, 2007; Hammer et al, 2008MAAR:-op hoger complex taalniveau (complexe grammatica), meer
problemen, McKinley, et al, 2006; Archbold et al, 2009.-de kloof in het begrijpend lezen wordt met de leeftijd groter,
Geers, Tobey, Moog, Brenner, 2008• Meer van deze kinderen gaan naar het gewone onderwijs,
Archbold et al, 2002 ; Geers, 2003; Thoutenhoofd, 2005; Scherf et al, 2008; Leigh, 2008
• Begrijpend leesniveau: aanzienlijk beter dan ooit te voren, Geers, 2003, 2008; van der Kant A et al, 2008
Percentage dove kinderen met een CI in het gewone onderwijs in Vlaanderen
Leo De Raeve, Cora, 2011
56%60%
Percentage of deaf children with cochleair implants in mainstream
9797
20%25%
40%44% 43% 44%
49%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
1999 2003 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Gemiddelde Expressieve Taalontwikkeling van 55 vroeggescreende en vroeg geïmplanteerde
dove kinderen: dicht bij horenden Leo De Raeve, KIDS, 2012
98
Conclusie• Vroege universele gehoorscreening, gecombineerd met
vroege aanpassing van hoorapparaten (of CI) en goede begeleiding van het kind en zijn gezin heeft een grote invloed op de resultaten. De huidige populatie slechthorende en dove kinderen is totaal verschillend van deze van 10-15 jaar geleden.
• Moeten alert blijven voor progressieve gehoorverliezen• Moeten alert blijven voor progressieve gehoorverliezen• Maar de resultaten zijn erg heterogeen (1/3 bijkomende
problemen) en multidisciplinaire (proces)diagnostiek op zeer jonge leeftijd is dan ook erg belangrijk.
• Deze ‘nieuwe’ populatie slechthorende en dove kinderen vraagt om een aangepaste begeleiding, anders dan voorheen. Er is dan ook een grote behoefte aan bijscholing van alle professionele begeleiders.