SFM 14.02 low

Interview Grand Départ

Utrecht

W&H Sports wint Sport FM

Innovatieprijs

• Clubs, KNVB en Halt creëren samen veiliger sportklimaat• Vertrouwen en gelijkwaardigheid: de basis van fuseren• Accommodatiespecial Sportvelden

Den Haag klaarvoor WK hockeyDen Haag klaarvoor WK hockey

Jaargang 18 – nummer 2 – april 2014

3VOORWOORD

w w w. m e e rd a n s p o r t . n l

Als klein (sport)land kunnen we best trots op onszelf zijn. Geweldige prestaties bij de Win-terspelen, maar ook in het binnenhalen van grote evenementen zijn we sterk. Rotterdamstaat in Nederland bekend als de topsportstad, toch gaan Den Haag en Utrecht ons de ko-mende anderhalf jaar laten zien dat zij wel degelijk meetellen. In Den Haag start volgendemaand de WK hockey. In deze editie van Sport FM wederom aandacht voor dat project. Ookblikken we alvast vooruit op de start van de Tour de France van 2015. Het is Utrecht geluktom dit mondiale sportevenement naar de Domstad te halen. We spreken in dit nummer metde twee man die de plannen daarvoor op een bierviltje maakten.

In deze editie ook volop aandacht voor de Dag van de Sportaccommodaties. Sport FM or-ganiseerde een bijeenkomst over deprivatisering van sportclubs en reikte de Sport FM In-novatieprijs uit. Op de website, www.meerdansport.nl, hoor je het interview met de winnaarterug.

Sportclubs hebben tegenwoordig te maken met (noodgedwongen) fusies. Maar hoe vliegje een fusie aan? In Sport FM een artikel met Sporting Martinus. Voorzitter Pieter Monkel-baan: “We zijn zorgvuldig de eerste gesprekken in gegaan en hebben in die fase geen rucht-baarheid aan de fusiebesprekingen gegeven. Dat was een belangrijke voorwaarde: eerstin hoofdlijnen elkaar weten te vinden alvorens de plannen met de leden te delen. Er mochtniet gelekt worden. Dan zouden emoties en clubsentimenten de overhand krijgen. Die on-rust zou een succesvolle fusie in de weg staan. En uiteindelijk hebben de leden in de ALVtoch het laatste woord.”

De accommodatiespecial gaat dit keer over sportvelden. Dit en nog veel meer in deze editie van Sport FM.

Veel leesplezier!

Rogier Cuypers (plaatsvervangend hoofdredacteur)

Colofon

Nummer 2 van 2014, achttiende jaargang

SPORT FM is het onafhankelijke totaalmagazine voor sportorganisaties en verschijnt zes keer per jaar. Het wordtondersteund door www.meerdansport.nl, de website metactualiteiten en achtergronden en de plek waar abonneesover verschillende onderwerpen aanvullende informatiekunnen downloaden.

Sport FM is een uitgave van:Sportfacilities & Media BVPostbus 9523700 AZ ZEISTtel: 030-6977710fax: 030-6977720email: [email protected]: www.sportfacilities.com

[email protected]

Voor deze editie gaat onze dank uit naar: De Belastingdienst, Bas Bruurmijn, Luiz Coelho, Jeroenvan Eck, Jan Fokkens, Nelleke Galesloot, HekkelmanAdvocaten & Notarissen, Eddy Hubers, Gerrit van Keulen,Pieter Monkelbaan, Peter van der Meer, Arjan Nataraj,Lloyd Pitai, Roy van Rijt, Roovers, Jeroen Sanders, CatiëllaSchrage, Roel Schrotenboer, Geert Slot, Pieter Snippert,Erik Tolboom, Jan Vermeij (Condept) en Jeroen Wielaert.

Vaste medewerkers: Jeroen Bolk, Lutger Brenninkmeijer, Rogier Cuypers, Tania Dimitrova, Twan Epe, Anton Gouverneur,Tim Hidden, Bep van Houdt, Floris Schmitz en Frank Slijper.

De redactie streeft steeds naar betrouwbaarheid van degepubliceerde artikelen in het magazine, de website en delezersservices. Zij kan echter niet aansprakelijk gesteld wor-den voor eventuele hierin voorkomende onjuistheden.

Ongevraagd toezenden van materiaal door derden is altijdmogelijk. De redactie behoudt zich het recht voor berichtenin te korten of aan te passen. Door inzending van berichtenverleent afzender de uitgever automatisch toestemming totpublicatie zonder aanspraak te maken op vergoeding inwelke vorm dan ook. De redactie is niet aansprakelijk voorhet zoekraken van ingezonden berichten of materialen.

Niets van deze uitgaven mag worden verveelvoudigd en/ofopenbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook, zondervoorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hetauteursrecht van alle gepubliceerde artikelen wordt na-drukkelijk door de uitgever voorbehouden. Het verlenen vantoestemming tot publicatie houdt in dat de auteur Sportfaci-lities, met uitsluiting van ieder ander, machtigt de bij de au-teurswet door derden verschuldigde vergoeding voor ko-pieën te innen of daartoe in en buiten rechte op te treden.

Hoofdredactie:Floris [email protected]

Redactiecoördinatie:Rogier Cuypers [email protected]

Abonneren:[email protected]

Abonnementsprijs 2014: € 43,15 (exl. 6% btw). Indien u ons machtigt het abonnementgeld jaarlijks auto-matisch van uw rekening te laten afschrijven, bespaart umaar liefst 10% op uw abonnementsgeld! Ga voor aanmelden naar www.meerdansport.nl

Adverteren:Tim Hidden, [email protected]

Vormgeving:Anton Gouverneur, [email protected]

ISSN: 1573-2312

Waar kleine sportlanden groot in zijn

6. Servicepagina’s

8. Hoofdinterview: Grand Départ Tour de France

2015 in Utrecht

13. Column Lutger Brenninkmeijer: leven de (goede)

voornemens nog?

14. Sport & Belasting: giftenaftrek voor

obligatiehouders

16. Sporting Martinus vijftien jaar na de fusie

18. Clubs, KNVB en Halt creëren samen veiliger

sportklimaat

21. Sport FM-bijeenkomst: Deprivatisering: een zege

voor de sportclubs?

24. Clubs en NOC*NSF samen tegen seksueel

misbruik

26. Sport & Recht: de sportkantine en het huurrecht

28. Adressen Binnen Handbereik

31. Accommodatiespecial sportvelden

40. W&H Sports wint Sport FM Innovatieprijs

42. W&H Sports zet voet aan de grond in

Amsterdamse buitenruimte

44. WK hockey: KYBYS en gemeente Den Haag laten

niets aan het toeval over

47. Column Gissella Arends: FNV Utopia

48. Column Steven Jellinghaus: Oranje

49. ZZP’er Lloyd Pitai: “Een kwaliteitskeurmerk zou

veel rust kunnen bieden”

52. Pak je Pauze!

53. RI&E voorkomt risico’s voor werknemers en

werkgevers

55. Jeannette Wijnands: al veertig jaar

gepassioneerd achter de kassa

57. ECZ presenteert factsheet over het

zwemonderwijs

60. Betaalde medewerkers vaak de dupe van

bezuinigingen

62. Gadget testpanel: BECO BEtomic

65. Innovatief stimuleringsprogramma in de maak

voor rolstoelpatiënt

SPECIAL SPORTVELDENIn deze editie van Sport FM gaat de ac-commodatiespecial over sportvelden. Te-vens vindt de lezer ook nieuws & novitei-ten op het gebied van sportaccommodaties.

Het WK hockey in Den Haag is aan-staande. Zowel de Nederlandse mannen– met o.a. Robbert Kemperman (foto) - alsde vrouwen gaan voor goud. De bouwvan het grootse evenement is bijna teneinde. In deze editie van Sport FM kijkenwe wat er tijdens het voortraject van eenWK allemaal komt kijken.

Coverfoto: Gerrit van Keulen

coverstory

21

49

FNV Sport-voorzitter Gissella Arends wilweten wat er speelt bij haar leden. En dusprobeert ze waar kan een aantal van dezeleden te bezoeken. In Barendrecht bezochtze Lloyd Pitai, een personal trainer met zijneigen bedrijf.

Tijdens de Dag van de Sportaccommoda-ties organiseerde Sport FM een bijeen-komst voor sportbestuurders en gemeente-ambtenaren. Met de werktitel ‘Deprivati-sering: een zege voor de sportclubs?’ gin-gen de meer dan honderd aanwezigen metelkaar in debat over privatisering en depri-vatisering.

5INHOUD

6 SERVICEPAGINA’S


ClubkasspekkenUitleg: Met clubkasspekken discussiëren partijen uit de markt samen met sportverenigin-gen over het besparen van geld en het genereren van extra omzet voor de clubkas.Datum: maandag 8 septemberAanvang: 19:00 uurLocatie: Sporthallen Zuid (Amsterdam)

Sport FM activiteitenagenda 2014Sport FM organiseert ook in 2014 de nodige bijeenkomsten. Ook zijn

we als partner aan een aantal beurzen of congressen verbonden. Hier

vind je de activiteitenagenda van de komende maanden.

Andere evenementen Houd voor meer evenementen onze evenementenagenda op onze website (www.meerdansport.nl) en Twitter (@Meerdansport) in de gaten.

SEPTEMBER

8maandag

Eén van de initiatieven van Sport FM zijn de paneldiscussies met Young Professionals inSports. Vele sportopleidingen schieten de laatste jaren uit de grond, de afgestudeerden vin-den echter vaak maar moeilijk een baan in de sportbranche. Samen met laatstejaars stu-denten (toekomstige Young Professionals) discussiëren we met huidige professionals en an-deren uit de branche over zaken met betrekking tot de sportarbeidsmarkt. Waar liggenkansen en waar moet je op letten?

Daarnaast organiseert Sport FM bijeenkomsten Clubkasspekken. Veel sportclubs hebbenmoeite om hun financiën op orde te krijgen. Daarom proberen wij sportverenigingen te in-spireren bij het vinden van nieuwe inkomsten en geven we handreikingen hoe ze de kostenkunnen verlagen. Verschillende partijen uit de markt discussiëren tijdens Clubkasspekken sa-men met sportverenigingen over dit onderwerp. Deze bijeenkomsten zijn interessant voor be-stuurders, leden van sponsorcommissies, fondsenwervers en andere geïnteresseerden vansportverenigingen.

Een nieuw initiatief is het bestuurderspanel waarin een aantal voorzitters van voetbalver-enigingen zitting hebben. Samen bespreken zij zes vraagstukken waar veel (voetbal)ver-enigingen mee te kampen hebben. Vraagstukken die langskomen zijn onder andere leden-werving, vrijwilligersbeleid en ouders langs de lijn. De manier waarop deze bestuurders enverenigingen bepaalde kansen benutten, of juist problemen verhelpen, kan een inspiratie-bron vormen voor andere clubbestuurders.

Voor alle panels en bijeenkomsten geldt dat we de onderwerpen die besproken worden, ver-werken en bespreken in de artikelen in Sport FM. Zo proberen wij onze lezers optimaal te be-dienen.

Wilt u zelf deelnemen aan een panel? Of heeft u goede ideeën voor een nieuw op te zettenpanel? Laat het ons weten via [email protected].

7SERVICEPAGINA’S

www.fnvsport.nl www.abvakabofnv.nlwww.bsnc.nl

www.bvmsport.nl

www.kragten.nl

specials.han.nl/themasites/seneca/

www.tennisbouw.com www.sportenrekreatie.nl

www.lecreditsportif.nlwww.huismansport-veldinnovatie.nl www.whsports.nl

www.mammoetsport.nl www.henderik.nl www.gullimex.com

www.belastingdienst.nl

www.sportparkservice.nl

www.kybys.nl

Partners


www.meerdansport.nlOp deze pagina vind je nieuws van Sport FM. Vragen over éénvan deze onderwerpen?

Stuur een e-mail naar [email protected]

Readers op de websiteEen extra service voor onze abonnees zijn de readers op de website van Sport FM met veel ex-tra informatie. In de abonneezone staan achtergrondartikelen en exclusieve artikelen die al-leen online verschijnen. Tevens zijn de eerder gepubliceerde artikelen en interviews in SportFM hier terug te vinden. Het is ook mogelijk om de nieuwste Sport FM hier digitaal te lezen.

Veel van deze readers zijn ontwikkeld door de redactie van Sport FM, andere zijn tot stand ge-komen in samenwerking met onze partners.

Om in deze abonneezone te komen, moet u eerst ingelogd zijn. Uw inloggegevens staan op deadresdrager waarin u de Sport FM altijd bezorgd krijgt. U bereikt de abonneezone via de web-site www.meerdansport.nl.

Accommodatie Arbeid/Onderwijs

Overheid

www.neptunus.eu www.evaoptic.com

8 HOOFDINTERVIEW


“DE TOUR ACCELEREERTHET WELZIJN EN DEDRIVE VAN DE REGIO”

Tourcircus strijkt na lobby van twaalf jaar neer in

Het is donderdagmiddag 28 november 2013. De gele loper ligt uit in Utrecht,

de Dom kleurt rood-wit-blauw. Tourdirecteur Christian Prudhomme fietst

samen met Tourwinnaars Bernard Hinault, Jan Janssen en Joop Zoetemelk

over de Oude Gracht naar de Winkel van Sinkel, waar het parcours voor de

Tourstart in 2015 wordt gepresenteerd. Na een meer dan decenniumlange

lobby met ups and downs, waarvan Jeroen Wielaert en Jan Fokkens in 2002

aan de wieg stonden, heeft Utrecht eindelijk haar zin gekregen: de Grand Dé-

part van de Tour de France zal in 2015 in de Domstad zijn.

Tekst: Jeroen BolkBeeld: Jeroen Bolk/Shutterstock

Utrecht

9HOOFDINTERVIEW


Hoe kwamen jullie op het idee om de Tourde France naar Utrecht te halen?Jeroen Wielaert (JW): “Dat begon toen ver-slaggever Dick Heuvelman er in 2002 inslaagde om de Giro in Groningen te latenstarten. Op een januarimiddag zei ik tegenJan: ‘Als Groningen de Girostart kan krijgen,dan kunnen wij de Tourstart krijgen.’ Wemaakten een inventarisatie op twee biervil-tjes. Daarop stond wat ik door mijn ervaringin de Tour als journalist nodig achtte om deTourstart daadwerkelijk in Utrecht te kun-nen laten plaatsvinden. Zo moesten er bin-nen een straal van dertig kilometer vol-

doende hotels zijn. Dat was geen probleem.Ook moesten er hallen zijn om materiaal opte slaan en waar tijdelijk een groot kantooringericht kon worden. De Jaarbeurs wasdaar uitermate geschikt voor. Wegen en om-leidingsroutes heeft Utrecht te over. Daarnakwam de financiering ter sprake. We schre-ven als eerste Rabobank op, maar ook be-drijven als NS en SNS.”

Wanneer wisten jullie dat jullie plan eenreële kans van slagen had?JW: “Ik zei na de inventarisatie meteen al te-gen Jan dat het geen grap meer was, maar

dat het echt zou kunnen. Die twee bierviltjesvormden de blauwdruk van ons plan. De Touris vaker op kleinere plekken gestart, zoals in1996 in Den Bosch. Het belangrijkste is dat ervoldoende hotelbedden en hallen zijn, wantde Tour is een rijdend circus.”

Toen jullie het plan bekendmaakten, had-den jullie burgermeester Brouwer en wet-houder Spekman direct achter jullie staan.Toch kwamen er vanuit het volk vooral ne-gatieve reacties. Hoe kwam dat?Jan Fokkens (JF): “Punt is dat het vaak de ne-gatieve reacties zijn die uitgelicht worden.Dat was precies hetzelfde toen duidelijk werddat we de Tour daadwerkelijk kregen. Overalstond dat het een ellende was, terwijl ik vantientallen mensen positieve reacties heb ont-vangen. Media stonden vol met mensen dietegen waren. Er was echter niemand uit mijnnetwerk die tegen was en dat is toch vreemdals schijnbaar zo’n grote groep tegen is.”

JW: “Het heeft ook te maken met een psy-chologisch component: het ongeloof datUtrecht zoiets groots kan organiseren. Wijzijn in het begin voor gek uitgemaakt, maardat had te maken met het negatieve zelf-beeld van Utrechters over hun stad. Onzeopvatting dat Utrecht groter is dan het denkt,werd direct gedeeld door burgermeesterBrouwers en wethouder Spekman, die zichtoen ook in zijn gaan zetten om de Tour naarUtrecht te halen.”

‘Die twee bierviltjes vormdende blauwdruk van ons plan’

10 HOOFDINTERVIEW


Waarom zouden mensen tegen de start van de Tour in Utrecht zijn?JF: “Sommige mensen hebben er geen belang bij. Ik kan mij voorstellen dat het niet leuk isals je je huis drie dagen niet uit kunt en dat je winkel niet bereikbaar is. Ook denken veel men-sen dat het geldverspilling is.”

Hebben de dopingschandalen daar ook aan bijgedragen?JW: “Na het verschrikkelijke dopingschandaal hebben we vorig jaar een Tour gehad, waar-bij Bauke Mollema en Laurens ten Dam het Nederlandse publiek weer enthousiast wistente maken voor de Tour. Mensen werden weer euforisch.”

In 2005 kreeg burgermeester Brouwer hoog bezoek van toenmalig Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc. In hoeverre is dat bezoek beslissend geweest voor de toewijzing van deGrand Départ aan Utrecht?JW: “Hij is hier in dat weekend rondgeleid in het toen nog niet geopende spoorwegmuseumen is thee gaan drinken bij burgermeester Brouwer. Wij kregen dat later pas te horen. Le-blanc was namelijk gespot door studenten die vrijwilligerswerk deden in het Spoorwegmu-seum. Het nieuws ging als een lopend vuurtje door de stad. Hij was buitengewoon tevredenmet Utrecht, een stad die hij niet kende. Twee maanden later zijn wij naar de Tour geweesten troffen we hem bij zijn traditionele namiddagborrel. Hij zei toen dat als Den Bosch het kon,wij het zeker zouden kunnen.”

Toch besloot de organisatie om de Tourstart van 2010 niet aan Utrecht, maar aan Rotterdamte geven. Hoe hebben jullie dat ervaren?JW: “Ik had het eerlijk gezegd niet verwacht. Rotterdam meldde zich later en wij meenden,mede door een brief van Jan Peter Balkenende ten gunste van Utrecht, toen nog met onzejongensachtige bravoure dat we Rotterdam konden verslaan. We hadden echter twee groteconcurrenten en dat waren Ivo Opstelten en de naam van de grote stad, die Rotterdam had.Ik was er echter vrij snel overheen, omdat ik wist dat we hen in de toekomst in ieder gevalkwijt zouden zijn als concurrent.”

Wanneer kregen jullie de bevestiging dat Utrecht in 2015 aan de beurt zou zijn?JW: “Er gaat een gerucht dat burgermeester Wolfsen de Tour in een minuut naar Utrechthaalde tijdens een gesprekje met Christian Prudhomme (directeur van de Tour) tijdens de pre-sentatie van de honderdste Tour de France in Parijs. Ik heb dat gesprek gezien en dat is nietjuist. Het is ons wel duidelijk dat in Parijs eind 2012 al vaststond dat ze Utrecht wilden kie-zen. Het leek zelfs dat Parijs dat nog liever wilde dan Utrecht zelf. Heel 2013 kreeg ik bij eve-nementen die ertoe deden signalen dat het zou gaan gebeuren, maar daar kon ik niets mee.Ook niet als verslaggever bij de NOS. Ik wil met harde feiten komen, met speculaties kan ikniks. Er waren voldoende mensen die mij vertelden dat het goed zou komen. Parijs moest ech-ter ook wachten op het sluiten van de financiering, dat deze zomer gebeurde.”

Jij, Jeroen, zei eens dat de Tour het goedkoopste sportevenement is om te organiseren.Dat vraagt om enige uitleg...JW: “De Tour heeft het voordeel ten opzichte van bijvoorbeeld de Olympische Spelen of eengroot voetbaltoernooi dat er weinig nieuwbouw voor gepleegd hoeft te worden. Ook inUtrecht moet echter wel een aantal dingen verdwijnen. Dat zijn met name verkeersobstakels.Dat kost geld, maar dat haalt het niet bij andere evenementen. De Tour in Utrecht kost €7.990.000.000 minder dan de organisatie van elk ander groot internationaal toernooi.”

JF: “Daarnaast weet je met de Tour honderd procent zeker dat het geld oplevert, zeker alshet mooi weer is. Er worden nu tussen de 500.000 en 800.000 mensen in de stad verwacht.

Jan Fokkens”Ik ben 52 jaar gele-den geboren in Lim-burg, waar ik ookopgegroeid ben. In1981 startte ik metde studie Geologiein Utrecht, die ikheb afgerond in

1989. Ik heb jarenlang gewerkt in de olie-in-dustrie en voor adviesbureaus. Op dit mo-ment werk ik bij een projectbureau bij deNS/ProRail, de SBNS. Ik ben een liefhebbervan de Tour de France. Ik vind het geweldigom naar te kijken en te beleven. Vroegerstond ik veel met mijn vader langs de weg.Daarna ben ik door het Tourvirus bevangen,toen ik met Jeroen enkele malen in het Tour-circus ben geweest.

Jeroen WielaertIk ben 58 jaar enkom oorspronkelijkuit Veenendaal. In1975 ben ik verhuisdnaar Utrecht, waarik Nederlands gingstuderen. In 1984ben ik in Hilversumberoepsradiover-slaggever geworden bij Veronica Nieuws-radio. In 1990 haakte ik aan bij radio Tour deFrance en in 1996 stapte ik over naar deNOS. De Ronde van Frankrijk is voor mijmeer dan een wielerwedstrijd, waarbij vanA via B en C naar D wordt gereden. De Touris een mooi, groot, sociaal, cultureel en po-litiek evenement. Ik heb ook een paar boe-ken geschreven over de band tussen eve-nementen en hun land: Het Frankrijk van deTour en Het Vlaanderen van de Ronde.”

‘We moeten er een feest van maken’

11HOOFDINTERVIEW


Als die allemaal twee tientjes uitgeven, dan kom je op een behoorlijk be-drag uit. Het organiseren van de Tour kost de stad Utrecht zelf vijf miljoeneuro. De overige vijf miljoen euro was in augustus al verzameld door hetbedrijfsleven. Op dat gebied is de Tour in Utrecht ook iets aparts. Het iseen PPS-constructie, wat publiek-private samenwerking inhoudt. Ie-dereen kan er geld instoppen en er ook aan verdienen. Dat is nog nooitgebeurd bij zo’n groot evenement.”

Wat gaat de Tour Utrecht opleveren?JF: “35 miljoen euro. Daarnaast worden de mensen blij, ze vinden het leuken zijn trots op hun stad. Ze worden innovatief, gaan dingen bedenken,worden enthousiast en krijgen daar energie van. Als je energie hebt, danga je dingen doen en business creëren. Uiteindelijk accelereert de Tourdus het welzijn en de drive van de hele regio.”

Welke stappen moet Utrecht nog ondernemen om het tot een geslaagdeTourstart te maken?JF: “De bevolking moet geënthousiasmeerd worden met allerlei evene-menten voorafgaande aan de Tour. We moeten er een feestje van maken.”

Hoe gaat dat gerealiseerd worden?JW: “Er moet enige haast gezet worden achter het opzetten van eenlangdurig project van een dag of honderd in aanloop naar de Tour. De fes-tiviteiten moeten niet beperkt worden tot een dag of vier dat de Tourdaadwerkelijk in de stad is. Er moet een groot, gevarieerd en zeer bontstraatspektakel met de fiets in het centrum georganiseerd worden.Straattheatermakers uit de stad en uit Frankrijk moeten hier hun ganggaan met de fiets als inspiratie. Daarnaast moet je denken aan een film-festival met films en documentaires over de Tour, een parade, een to-neelstuk, beeldende kunst, Franse chansons in het nieuwe muziekpaleisen een groot concert in de Galgenwaard. Ook zijn we aan het brain-stormen om, gelet op de aanwezigheid van de helikopters, op de dakenin de binnenstad stads gerelateerde objecten te plaatsen. We kennen datallemaal van de strobalen in de plattelandsgebieden. Dat willen wij ookin Utrecht. De kijkers willen immers ook wel eens wat anders zien dande Dom.”

Wat zal er verder in de stad te doen zijn tijdens de Tour?JF: “Er zullen veel ontmoetingsplekken in de stad komen waar de Tourmet zijn allen beleefd kan worden. Er moeten grote schermen komen inde parken met muziek en bier. Het moet studentikoos zijn. Speels, jong,creatief, innovatief, frivool en amicaal. We willen eenzelfde soort bele-ving creëren als in de zomer, als de parken vol zijn met mensen die aanhet voetballen zijn of lekker een rosé drinken en genieten van zichzelf envan de omgeving. Genieten, genieten en genieten.”

Wanneer is de Tour voor jullie geslaagd?JF: “Als het een Tour wordt zonder gezeik en zonder problemen. Hetmooiste is als het ons lukt om bonter en kleurrijker te zijn dan Rotterdam.Rotterdam was strak en zakelijk en had een mooi decor met de Eras-musbrug. Alles moet vanuit Utrechtse kracht zijn, Utrecht op zijn best.”

Etappe 1

‘De Tour levert 100% zeker geld op’

Grand Départ Tour de France 2015 UtrechtErik Tolboom, Manager Uniebureau van de Nederlandse Toer-fiets Unie (NTFU): “De NTFU ziet de Grand Départ van de Tourde France in Utrecht als een kans om meer mensen aan hetfietsen te krijgen. Wij profiteren van de gezondheidstrendwaarin fietsen een makkelijk manier is om aan je gezondheidte werken en je conditie te verbeteren.”

“In 2009 startte de Vuelta in Drenthe en in 2010 startten de Giroin Utrecht en de Tour in Rotterdam”, vervolgt hij. “ Al dezegrote evenementen zijn een mooie spin-off gebleken voortoerversies van deze rondes voor de sportieve en prestatievewielersporters.”

“De Grand Départ is een prachtig trainingsdoel voor allerleidoelgroepen binnen de NTFU. Bestaande activiteiten kunnengoed aan deze happening gekoppeld worden. Het zou goedzijn wanneer de Tourstart een extra impuls kan geven aan dezeactiviteiten en start kan zijn van initiatieven die ook na de Tour-start in 2015 nog jaren kunnen plaatsvinden.”

Wielersportbond NTFU is met ruim 57.000 aangesloten wie-lersporters de grootste wielersportbond van Nederland

13COLUMN


Vaak worden goede voornemens of doelen binnen een club gemaakt op basis van inci-denten. We constateren als bestuurders een probleem, veelal doordat we er persoonlijkmee geconfronteerd worden. Het probleem moet zo snel mogelijk van het to do-lijstje ge-streept kunnen worden. Maar we kennen vast het gezegde ‘slechte heelmeesters makenstinkende wonden’. Hoe vaak zien we dat een reactie op een probleem daarna alleen nogmaar meer zaken in negatieve zin in beweging brengt?

Dus we vergeten vaak op zoek te gaan naar de oorzaak. Want de tijd is spaarzaam. Vaakwordt er ook onvoldoende ingeleefd in de situatie en is er daardoor meer aandacht voorhet vinden van een oplossing dan het kijken naar het probleem an sich. Een derde oorzaakis dat veel bestuurders vanuit persoonlijk standpunt er naar kijken. Ze vergeten daarbij datze er voor de club zijn en niet andersom.

Een oplossing kan wellicht voor de korte termijn zijn uitwerking hebben, maar is de club daarop de lange termijn ook mee gediend? Stellen we ons wel voldoende die vraag? Daarom wilik pleiten voor meer aandacht aan de analyse van de oorzaak én het in kaart brengen van demogelijke gevolgen van de te nemen beslissing. Want als een (voorgenomen) besluit goed in-gebed wordt in de organisatie zal deze ook langer beklijven, worden meer mensen eigenaarvan de uitkomsten en zal het resultaat ook voor een langere termijn zichtbaar zijn.

Laatst was ik op een algemene ledenvergadering waar het bestuur eigenlijk alleen maaroog had voor hun eigen voornemen. Er werd niet geluisterd naar de zaal. Een dialoog kwamniet op gang. Een gemiste kans, want vanuit de leden kwamen zeer nuttige ideeën en aan-bevelingen om diverse vraagstukken structureel te kunnen oplossen. De reactie wasveelal ‘dat nemen we mee’ of ‘dat werkt toch niet’. Dat ging ook nog eens op een verwij-tende toon waardoor een lid het voorlopig niet meer in zijn kop haalt om iets te vragen, laatstaan zich aanbiedt om te helpen. En dan als voorzitter verbaasd zijn dat niemand hem wiltopvolgen…

Kortom, zorg er voor dat de voornemens ingebed worden in een groter verhaal. Laat zienwaarom het waardevol is om een bepaalde keuze te maken, verbindt het met de leden zo-dat er eigenaarschap ontstaat. Je doet het niet alleen voor jezelf maar misschien nog welmeer voor jouw omgeving!

Door

Lut

ger B

renn

inkm

eije

r

We schrijven april 2014. De ervaring leert dat tach-

tig procent van de jaarlijkse goede voornemens al

zijn verlaten of opgegeven. Tachtig procent! Dus

dan kan je jezelf afvragen wat goede voornemens

waard zijn. Is dat niet meer dan een loze belofte?

Ok, we willen als mens graag bedot worden, maar

om jezelf nu zand in de ogen te strooien…

Leven de (goede) voornemens nog?

14 SPORT & SAMENLEVING


Van een sportvereniging kregen we deze vraag:Ons verenigingsgebouw is inmiddels vijftig jaar oud en is nodig aanrenovatie toe. Naast groot onderhoud, willen we het pand functio-neler en energiezuiniger maken. Ons plan is om door een grote ver-bouwing het pand weer helemaal up to date te maken.

De kosten van de hele verbouwing worden geschat op € 300.000,-.Onderdeel van de financiering van deze verbouwing is dat we aan

een aantal van onze leden een tienjarige obligatielening van €10.000,- uitgeven. Deze obligatie wordt gecombineerd met een jaar-lijkse schenking aan de vereniging van de aflossing waarop de obli-gatiehouder jaarlijks recht heeft. Deze schenking gebeurt op basisvan een periodieke gift in geld. De rente willen wij stellen op tien pro-cent. Het is de bedoeling dat elk jaar door de vereniging tien pro-cent van de hoofdsom wordt afgelost, zijnde € 1.000,-. Deze aflossingwordt vervolgens door de obligatiehouder direct teruggeschonkenaan de vereniging via een periodieke gift. Deze schenking wordt doorde obligatiehouder jaarlijks als aftrekbare periodieke gift opgevoerdin zijn aangifte inkomstenbelasting.

De obligatiehouder ontvangt van de vereniging jaarlijks de tien pro-cent rente over het uitstaande bedrag, in het eerste jaar dus tien pro-cent van € 10.000,- is € 1000,-. In het tweede jaar wordt er weer €1.000,- afgelost en wederom terug geschonken aan de vereniging. Derente vergoeding is nu tien procent over € 9.000,-. Dit gaat zo doortot en met het tiende jaar.

Giftenaftrek voorobligatiehoudersIn de serie ‘Sport en belasting’ helpen we sport-

verenigingen bij hun fiscale vraagstukken. In

deze uitgave van Sport FM geeft de Belasting-

dienst antwoord op een vraag over de financie-

ring van een verenging via een obligatielening

aan de leden.

15SPORT & SAMENLEVING


Onze vraag is of de obligatiehouders bij een constructie in deze vorm jaarlijks recht hebbenop giftenaftrek voor de periodieke gift van € 1.000,-. Stelt de Belastingdienst een eis aan hetgebruikte maximale rentepercentage?

De Belastingdienst geeft antwoordJa, de Belastingdienst stelt een eis aan het maximale rentepercentage. Indien het voorge-legde percentage van tien fiscaal zou worden geaccepteerd, zou dat betekenen dat de obli-gatiehouder tien jaar achtereen € 1.000,- = € 10.000,- schenkt aan de vereniging. Daarte-genover staat dat hij € 10.700,- zou terugontvangen: € 5.500,- aan rente en € 5.200,- via deaftrek inkomstenbelasting tegen 52 procent. Er is door de rechter voor een vergelijkbaar ge-val vastgesteld dat sprake is van misbruik of oneigenlijk gebruik van de giftenregeling in deinkomstenbelasting, als aftrek zou worden verleend voor de kwijtschelding, terwijl een sub-stantieel deel daarvan in de vorm van rente wordt terugontvangen.

Het rentepercentage dat voor de obligatielening wordt gehanteerd, moet daarom zakelijk zijn.Het is aan de inspecteur om te bepalen wat in een voorgelegd geval zakelijk is.Bij een onzakelijk hoge rente zal de giftenaftrek in de inkomstenbelasting door de inspecteurkunnen worden geweigerd.

Indien een zakelijk rentepercentage wordt gehanteerd, zal de Belastingdienst niet stellen datsprake van een misbruiksituatie of van oneigenlijk gebruik van de giftenregeling. Op dit mo-ment is de marktrente erg laag. In recente gevallen werd een rentepercentage van vier pro-cent geaccepteerd. De gift (in de vorm van de kwijtschelding) kan bij een zakelijk renteper-centage als een periodieke gift in aanmerking worden genomen in de inkomstenbelasting.Hierbij geldt natuurlijk wel dat aan de overige voorwaarden voor giftenaftrek moet wordenvoldaan (zie kader).

Voorwaarden voor het aftrekken van periodieke giftenUw gift is een periodieke gift als:- u de gift hebt laten vastleggen- u regelmatig (minstens één keer per jaar) bedragen overmaakt naar de ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling) of vereniging

die in de notariële akte (of schriftelijke overeenkomst) wordt genoemd- deze bedragen steeds (ongeveer) even hoog zijn- u deze bedragen minimaal vijf jaar achter elkaar overmaakt naar dezelfde instelling of vereniging- De gift stopt uiterlijk bij uw overlijden.- de ANBI of vereniging u geen tegenprestatie levert voor de gift

Tot 2014 mocht u een periodieke gift alleen aftrekken als u deze had vastgelegd bij de notaris. Bij periodieke giften vanaf 2014 hoeftdit niet meer. U kunt kiezen of u de gift via de notaris wil vastleggen of via een schriftelijke overeenkomst met de instelling of ver-eniging waaraan u de gift doet. Op de website www.belastingdienst.nl vindt u een modelformulier.

Voor periodieke giften geldt geen drempelinkomen of maximaal aftrekbaar bedrag.U mag een periodieke gift aftrekken in de inkomstenbelasting als u die gift doet aan ANBI of aan een verenging met meer dan 25 le-den.

Meer over belastingen en sport Meer informatie over fiscale aftrek van giften vindt u op www.belastingdienst.nl. Google met de zoekterm ‘sport en belasting’ voormeer informatie over belastingheffing in de sport.

Tekst: Frank SlijperBeeld: Sporting Martinus



Sporting Martinus vijftien jaar na de fusie

De laatste drie decennia van de vorige eeuw huisvestte voetbalvereniging Sporting Zuid op

sportcomplex Het Loopveld aan de Kalfjeslaan in Amstelveen. Verschuivingen van de sportterreinen aan

de Zuidas van Amsterdam, langs de grens met Amstelveen, noopten de vereniging eind jaren negentig

haar heil elders te zoeken. Daartoe werden contacten gelegd met plaatsgenoot Sint Martinus. En met

succes. Sinds 1999 voetbalt fusieclub Sporting Martinus op sportpark Overburg in Amstelveen, de

oorspronkelijk thuishaven van Sint Martinus. Voorzitter Pieter Monkelbaan was sinds zijn kinderjaren lid

van Sint Martinus, een ‘Martiniaan’ van het eerste uur. Met hem blikken we terug op een succesvolle

fusie, een samensmelting van twee verenigingen die overeenkomsten én verschillen kenden.

“Sporting Zuid benaderde ons. De club zocht een nieuwe locatie enSint Martinus stond bovenaan het kandidatenlijstje voor een samen-werking. Beide verenigingen hebben een katholieke oorsprong. Dezeoude kernwaarde vormde een eerste overeenkomst”, begint PieterMonkelbaan. “We zijn zorgvuldig de eerste gesprekken ingegaan enhebben in die fase geen ruchtbaarheid aan de fusiebesprekingen ge-geven. Dat was een belangrijke voorwaarde: eerst in hoofdlijnen elkaarweten te vinden, alvorens de plannen met de leden te delen. Er mochtniet gelekt worden. Dan zouden emoties en clubsentimenten de over-hand krijgen. Die onrust zou een succesvolle fusie in de weg staan. Enuiteindelijk hebben de leden in de ALV toch het laatste woord.”

Overeenkomsten zoekenAan de gesprekstafel moest draagvlak worden gevonden. Monkel-baan noemt ‘wederzijds vertrouwen’ de basis van succesvolle fu-siebesprekingen. “Want zonder vertrouwen is er geen draagvlak tevinden. Sint Martinus was een veel grotere vereniging dan SportingZuid, maar tijdens de gesprekken mocht van krachtsverschillen nietof nauwelijks sprake zijn. We traden elkaar op basis van gelijkwaar-digheid tegemoet, zonder emoties. Het was niet moeilijk om de ver-schillen tussen beide verenigingen te benoemen. Maar dat zou he-lemaal niets hebben bijgedragen. Integendeel. Bij fusies moet menjuist naar overeenkomsten zoeken.”

“Vertrouwen engelijkwaardigheidvormden de basis”



Neutrale gespreksleiderKleine afvaardigingen van beide besturen begonnen de gesprekken.Monkelbaan: “Eerst aftasten, zonder emoties. Toen de plannen con-creter leken te worden en er voor beide partijen voordelen leken tebehalen, zijn er meer gesprekspartners aangeschoven. Vervolgensis een neutrale gespreksleider aangesteld. De neutrale rol van eengespreksleider bij fusiebesprekingen is essentieel. Het kon een ex-terne zijn, wij kozen voor iemand binnen onze vereniging. Die roldeelde men aan mij toe. Als echte ‘Martiniaan’ was dat best wel eenbijzondere taak. Ik stelde mij als belangrijkste taken om de beide ver-enigingen zichzelf te laten overtuigen van de voordelen van de fusieen om de beide clubculturen te waarborgen.”

Laatste fase is emotieNadat de fusiegesprekken grotendeels waren afgerond en de fusievoor tachtig procent in de steigers stond, begonnen de gesprekkenmet de achterban. “Die laatste twintig procent is emotie”, vervolgt dehuidige voorzitter. “En dus niet te onderschatten. Toen de plannen be-kend werden gemaakt, begon een nieuw proces. Het gaat dan nietmeer om de accommodatie of de financiën. Nee, de getrouwen wil-len hun clubcultuur behouden, willen hun vrijwilligerstaak die ze altientallen jaren met liefde vervullen niet aan anderen afstaan. Iknoem het de ‘zachte elementen’ bij een fusie, maar wel vreselijk be-langrijk voor het welslagen in de praktijk. Die inspanning bleek eenstuk zwaarder dan de fusiegesprekken. Maar we zijn erin geslaagd.We hebben de key players, de harde kern en de hondstrouwe vrij-willigers binnen de beide verenigingen voor de fusie weten te win-nen. We hebben ze kunnen overtuigen dat de clubculturen binnen denieuwe fusieclub gewaarborgd zouden blijven. En zijn dat ook na-gekomen.”

En we noemen haar… Sporting Martinus“Onderschat het sentiment niet voor wat betreft verenigingsnaam,clubkleuren en logo. Vooral bij de oudgedienden weegt dat zwaar. Bijhen kunnen concessies lastig zijn. We kozen als nieuwe vereni-gingsnaam simpelweg voor Sporting Zuid Sint Martinus, kortwegSporting Martinus. En bewust niet in de andere volgorde. Om de een-voudige reden dat Sporting Martinus beter ‘bekt’. Zo simpel en prag-matisch moet je met elkaar ook willen zijn. Sporting Zuid toondezich naar ons toe flexibel bij de totstandkoming van het clubem-bleem. Wij mochten het traditionele en heersende beeldmerk van SintMartinus, de ruiter op het paard, in het nieuwe clublogo laten te-rugkomen. Het tenue is een combinatie van de beider clubkleuren ge-worden. Leden van beide verenigingen hebben zich voldoende her-kend in de naam, het logo en het tenue van de nieuwe fusieclub. Eenbelangrijke voorwaarde om succesvol samen verder te gaan.”

Voordeel voor kleine en grote vereniging Sporting Zuid bestond ten tijde van de fusie alleen uit senioren-teams en was op zoek naar accommodatie. Sint Martinus daarente-gen kende een zaterdag-, zondag- en jeugdafdeling. Bespeler bo-

vendien van een fraai sportpark aan de Amsterdamseweg, in de ach-tertuin van het Amsterdamse Bos. Dat de fusie voor Sporting Zuid eenvoordeel opleverde (accommodatie) is zonneklaar, maar welke voor-delen leverde de fusie voor de grootste van de twee verenigingen op?Monkelbaan: “Het seniorenbestand op de zaterdag én zondag is nu eenstuk groter. Meer gezellige drukte dus op de velden en in ons clubge-bouw. Daarnaast is ons vrijwilligersbestand uitgebreid. De echte, oor-spronkelijke vrijwilligers van beide verenigingen hebben het vrijwilli-gerscorps niet alleen kwalitatief, maar ook kwantitatief een impulsgegeven. Ze hebben elkaar versterkt. Door de ‘uitkoop’ van SportingZuid op haar eerdere complex kreeg de fusieclub een extra centje inde clubkas waarmee een aanbouw kon worden gerealiseerd. Wehebben in meerdere opzichten stappen vooruit kunnen maken. Entenslotte toonde ook de gemeente Amstelveen zich verheugd door dehogere gebruiksintensiteit van sportpark Overburg.”

Tips bij fusieoverwegingen1. Houd de eerste gesprekken klein en binnenskamers2. Zoek overeenkomsten en benadruk deze 3. Nuanceer de verschillen4. Stel een neutrale gesprekleider aan5. Motiveer en mobiliseer de key-players binnen de vereniging6. Laat de verenigingen zichzelf overtuigen7. Waarborg de clubculturen (kleuren, logo)8. Neutraliseer emotie waar mogelijk

18 SPORT & SAMENLEVINGTekst: Jeroen Bolk | Beeld: RWB


Clubs, KNVB en Halt creëren samen veiliger sportklimaat

“WIJ ADVISEREN ELKE VERENIGING OM HIER AAN MEE TE DOEN”

Begin vorig jaar werden zowel SDZ als RWB benaderd door Halt ommee te doen aan de pilot. Volgens Luiz Coelho, bestuurslid van SDZ ennamens de Amsterdammers betrokken bij de pilot, niet omdat de situ-atie bij de club zorgelijk was. “Zoals overal in de maatschappij vindenook bij SDZ pesterijtjes en andere zaken plaats die sociaal niet wen-selijk zijn, maar als vereniging zijn wij ook een onderdeel van dezemaatschappij. Het verschil met alles buiten onze hekken is dat wij bin-nen onze vereniging zo snel mogelijk proberen te handelen en enigevorm van ongepast gedrag meteen in de kiem proberen te smoren, zo-dat de aangename sfeer voor iedereen behouden kan worden.”

DoelstellingenSamen met de betrokken partijen stelden de clubs doelstellingen op.“Wij wilden gewenst gedrag stimuleren en ongewenst gedrag in enrondom het voetbal aanpakken en zorgen dat er op een open manierover veiligheid gepraat zou worden. Ook wilden wij ervoor zorgen datwe ons samen verantwoordelijk gingen voelen voor een veilig ensportief sportklimaat en wilden wij de aanspreekcultuur, zowel in alsom het veld, verbeteren”, legt Bas Bruurmijn, voorzitter van RWB, uit.

Het programmaNa het opstellen van doelstellingen was het tijd om aan de slag tegaan. Er werden gesprekken met het bestuur gevoerd, er werd eenschouw uitgevoerd en op een checklist werd aangegeven welke vei-

ligheidsprotocollen de verenigingen op schrift hadden. Trainers,coaches, scheidsrechters, kantinepersoneel, ouders en spelers ver-telden vervolgens tijdens een bijeenkomst over hun ervaringen metde verenigingen qua veiligheid. De betrokkenen hadden ook de mo-gelijkheid om een digitale vragenlijst over dit onderwerp in te vullen.Tevens werd er een oriënterend gesprek gevoerd met mogelijke ex-terne partners, zoals de gemeente, scholen, de politie en een buurt-sportcoach. Ter afsluiting werd er een slotbijeenkomst georgani-seerd, waar de resultaten werden gepresenteerd.

De resultaten”In de eindrapportage kwam naar voren dat een duidelijk symboolveel meer zegt dan tien gedragsregels op een gevel. Daarom heeftRWB een prijsvraag onder de leden uitgeschreven, waarbij henwerd gevraagd om zo’n duidelijk symbool te creëren. Uiteindelijk iser gekozen om ons logo uit te breiden met een slagzin: ‘Rood WitBlauw: Veilig voor en door jou!’. Ook zijn alle documenten gebundeldtot een veiligheidsplan, hebben we twee veiligheidscoördinatorenaangesteld en besteden we op social media en in ons clubblad re-gelmatig aandacht aan veiligheid. Ook hebben wij via de gemeenteWaalwijk een buurtsportcoach aangewezen gekregen, die verban-den dient te leggen tussen scholen, de buurt en RWB”, legt Bruur-mijn uit.

Ook bij SDZ heeft men door het meedoen aan de pilot een veiligersportklimaat kunnen realiseren. “Door mee te doen aan deze pilotkregen wij zicht op een aantal blinde vlekken in verband met veilig-heid. Door de veiligheidsanalyse kwamen er een aantal zaken naarvoren, die ertoe konden leiden dat onze vereniging nog veiliger werd.Daarbij moet je denken aan extra verlichting bij de fietsenstalling, het

Vorig jaar vond er een pilot plaats waarin de KNVB en Halt drie

voetbalverenigingen, ESA (Arnhem), RWB (Waalwijk) en SDZ (Am-

sterdam), ondersteunden bij het creëren van een sportief en veilig

sportklimaat. Met een door Halt opgestelde veiligheidsanalyse

werd in kaart gebracht hoe de drie verenigingen de veiligheid ver-

der konden bevorderen. Dit jaar doen er liefst zestien clubs mee

met de pilot. Maar wat levert meedoen aan de pilot precies op?

‘Door de veiligheidsanalyse kregen wij zichtop een aantal blinde vlekken’



RWB en Halt ondertekenen de overeenkomst.

duidelijker uitdragen en zichtbaar maken van de gedragsregels enmeer participatie en inbreng qua veiligheidsbeleid door ouders enspelers. Ook werd ons geadviseerd om bijeenkomsten te beleggenmet de verschillende groepen binnen de vereniging waarin het on-derwerp veiligheid ter sprake komt.”

Bruurmijn beaamt dat het verkrijgen van inzicht over mogelijke blindevlekken in verband met veiligheid erg belangrijk is. ”Met het uitvoerenvan de veiligheidsanalyse hebben we inzicht gekregen over welkestappen we kunnen zetten om een nog veiliger sportklimaat te creë-ren bij RWB. Door alle aandacht, intern en vanuit de pers, is er bij RWBeen beter bewustzijn ontstaan dat je constant bezig moet zijn met dititem en is de aanspreekcultuur inmiddels een stuk verbeterd.”

PositiefSDZ is erg enthousiast over de door de KNVB en Halt georganiseerdepilot en raadt andere clubs dan ook aan om, mits mogelijk, mee tedoen aan de pilot. “Je kunt wel denken dat alles op orde is, maar ookbij een vereniging zoals SDZ, waar het over het algemeen goed gaat

qua veiligheid, zijn genoeg verbeterpunten. Een buitenstaander be-kijkt zaken op een andere en frisse manier en daarom kunnen be-paalde zaken aan het licht komen, die ons zelf niet op zouden vallen.Wij hebben deze pilot als zeer prettig en leerzaam ervaren”, laatCoelho weten.

Ook RWB is louter positief over de pilot. ”Er zullen ongetwijfeldmeerdere wegen zijn die naar Rome leiden, maar deze veiligheidsa-nalyse is een prima manier om te zorgen voor een veiliger sportkli-maat. RWB adviseert elke vereniging om dit op te pakken. De KNVBheeft het hele proces gevolgd en was bij iedere activiteit aanwezig.Van hun ervaring op voetbalgebied, inclusief alle problematiek, heb-ben we dankbaar gebruik van kunnen maken”, besluit Bruurmijn.

‘Het is een prima manier om te zorgen vooreen veiliger sportklimaat’

Deprivatisering: een zege voor de sportclubs?

Steeds meer verenigingen hebben moeite om hun eigen broek op te houden, omdat ook de subsidies

vanuit de gemeente teruglopen. Uit onderzoek van het Mulier Instituut (een onafhankelijke stichting

zonder winstoogmerk met als doelstelling het bevorderen van sociaal-wetenschappelijke kennisont-

wikkeling en beleidseffectiviteit op sportgebied) blijkt dat liefst een derde van de sterk stedelijke ge-

meenten behoefte heeft aan deprivatisering. Deprivatisering geeft de accommodaties in eigendom en

beheer van de gemeenten. Dit biedt voordelen, maar uiteraard ook nadelen. Wegen deze tegen elkaar

op? Sport FM organiseerde tijdens de Dag van de Sportaccommodaties op 13 maart in Houten een pa-

neldiscussie met experts uit het werkveld. Uiteraard kregen de toehoorders in de zaal gelegenheid

zich in de discussies te mengen.

Het panel bestond uit: Roy van Rijt (adviseur bij Kragten, onafhankelijkadviesbureau voor de openbare ruimte), Rutger Schuijffel (project-manager bij KYBYS, adviesbureau en inrichter buitenruimtes), PleunLok (voorzitter BSNC, branchevereniging sport en cultuurtechniek), Herman Geerdes (Wethouder Sport gemeente Houten), Hennie terHaar (adj. directeur Huis voor de Sport Limburg, provinciale sport-raad) en Leon Brouwer (salesmanager bij Neptunus, demontabele(sport)gebouwen). Gespreksleider Lutger Brenninkmeijer tenslotte,verzorgde de interactie met de zaal.

OnderzoeksrapportHet in juli 2013 verschenen onderzoeksrapport ‘Recessiepeiling ge-meenten 2013, Doorwerking economische recessie op gemeentelijksportbudget’ van het Mulier Instituut concludeert onder meer dat ge-meenten mogelijkheden zien andere beheersvormen door te voerenom bezuinigingen te realiseren. Uit een eerder in 2013 gepubliceerdonderzoek naar exploitatie en beheer van buitensportaccommoda-ties werd al duidelijk dat gemeenten voor de komende periode eenbeleidsvoornemen hebben om (meer) sportaccommodaties te pri-

Sport FM-bijeenkomst tijdens Dag van de Sportaccommodaties

21SPORT & SAMENLEVINGTekst: Frank Slijper



vatiseren. “Het is evenwel ongewis in hoeverre deze andere be-heersvormen ook tot duurzame bezuinigingen leiden. Bij grotere ge-meenten, waar in een eerder stadium al is overgegaan tot privatise-ring van buitensportaccommodaties, is immers een tegengesteldebeweging tot deprivatisering zichtbaar. Verenigingen bleken veelalmoeite te hebben met het onderhoud en beheer van de sportac-commodaties, waardoor gemeenten financieel moesten bijspringenbij renovaties of om achterstallig onderhoud op te lossen. Het lijkterop dat gemeenten, en ook verenigingen, om die reden sportac-commodaties graag wensten te deprivatiseren, zodat de gemeenteweer verantwoordelijk werd voor het onderhoud van de sportac-commodatie. (…) Vooralsnog is onduidelijk wat andere beheersvor-men op langere termijn kunnen opleveren voor een gemeente”, al-dus het rapport.

VerschilBlijkens het onderzoek hebben minder grotere gemeenten beleids-voornemens om buitensportaccommodaties te privatiseren teneindeduurzame bezuinigingen te realiseren. Immers, eigendom en onder-houd worden dan aan de vereniging overgedragen. Daarentegen iseen tendens bij verenigingen in de grotere gemeenten waarneem-baar om juist te willen deprivatiseren. Om de simpele reden dat dekosten voor onderhoud en renovatie door die verenigingen niet op tebrengen zijn. Een belangrijk verschil; de minder grote gemeenten te-genover de grootstedelijke gebieden. Een verschil dat wordt beves-tigd door Hennie ter Haar (Huis voor de Sport) uit het relatief dunbe-volkte Limburg. “In onze provincie is slechts sprake van privatisering.Deprivatisering komt hier niet voor.” Herman Geerdes, WethouderSport in de gemeente Houten, ziet nog een ander verschil: “In mijngemeente zijn enkele verenigingen geprivatiseerd. Voor verenigingenmet een groter terreinoppervlak is dit lastiger. Kunstgras bijvoorbeeld(voetbal, hockey) haalt in de praktijk de lange afschrijvingstermijnniet. Tennisverenigingen halen de afschrijvingstermijn van hun speel-vloeren daarentegen wel.”

OnderhoudNiet alleen in het onderzoek, ook tijdens de forumdiscussie blijkt ‘on-derhoud’ een terugkerend thema te zijn. Knelpunt bij zowel privati-

sering als deprivatisering blijken de kosten van onderhoud. Indien eenvereniging eigenaar van de terreinen is (geworden), is reserveringvoor groot onderhoud een vereiste. Roy van Rijt (Kragten): “Echter,door de beperkte financiële mogelijkheden van de clubs komt priva-tisering een keer terug bij de gemeenten. Deprivatisering.”

Hennie ter Haar (Huis voor de Sport Limburg) heft eveneens eenwaarschuwende vinger: “Indien een vereniging niet in staat is omvoor groot onderhoud te reserveren, dan ontstaan er vijftien jaar narealisatie problemen. Dat is een leermoment uit het verleden.” PleunLok (Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek) vult hem aan:“Privatiseren of deprivatiseren, er moet wel geld aanwezig zijn. In-dien niet het geval, dreigt er kapitaalsvernietiging. Het verschuivenvan eigendom en onderhoudsplicht gaat dan ten koste van kwaliteiten veiligheid van de velden. Zowel de gemeente als de vereniginghebben hierin een taak. Door privatisering is de kwaliteit van de ac-commodaties teruggelopen. Indien de accommodatie wordt terug-geven aan de gemeente ontstaat het probleem dat de gemeente eeninhaalslag moet maken door het nalaten van onderhoud door declub. Het probleem van de krappe clubkas verschuift naar de ge-meente.”

Lok toont zich kritisch ten opzichte van deprivatisering. “Deprivati-sering is een spagaat van gemeenten, ingegeven door de financiëlesituaties bij verenigingen. Gemeenten hebben niet helder hoe hiermee om te gaan. De kennis van onderhoud is bij gemeenten boven-dien ondermaats. Gemeenten moeten die kennis willen inkopen.” Datis ook de mening van Van Rijt: “Het is van belang dat gemeenten wil-len investeren in kennis.” Rutger Schuijffel ( KYBYS) wijst op een sa-menwerkingsvorm: “De invloed van verenigingen op het sportparkkan mede afhankelijk zijn van een goed prestatiecontract tussen degemeente en de vereniging. Denk daarbij aan de rol van een rent-meester. Het hoeft niet slechts de ene of andere partij te zijn die methet groot onderhoud wordt belast.”

FinanciënBij deprivatisering verschuift de krappe clubkas naar de gemeente-kas, stelde Pleun Lok. Bij privatisering geldt dan hetzelfde, in tegen-overgestelde richting: de krappe kas van de gemeente wordt naar declub verschoven. Een spreker uit de zaal verwacht zwaar weer bij zijnvereniging: “De gemeente heeft de subsidies ingetrokken en ons ge-privatiseerd. Een flinke contributieverhoging is niet te voorkomen,maar vooralsnog door de ALV geblokkeerd.” De Wethouder vanSport in Houten constateert in zijn gemeente ook financiële bezwa-ren van clubs bij privatisering. Herman Geerdes: “De huur die sport-verenigingen voor het gebruik doorbelast krijgen, is niet kostendek-kend voor de gemeente Houten . Dat is geen uitnodiging voor clubsom te willen privatiseren.”

Er zijn ook financiële compromissen tussen gemeente en club waar-neembaar. Uit de zaal komt de opmerking dat gemeentelijke sport-



velden door de verening van de spreker doorverhuurd mogen worden aan scholen en be-drijven, zonder verrekening aan de gemeente. Een andere spreker meldt dat het sportparkvan zijn vereniging eigendom van de club is, doch openbaar toegankelijk. “Het aanbieden vansport is een gezamenlijke taak van vereniging en gemeente. De financiële lasten van on-derhoud kunnen dan niet alleen op het bordje van de club komen te liggen. Daar zijn afsprakenover gemaakt.” Een volgende spreker merkt op dat zijn vereniging goede afspraken met degemeente heeft kunnen maken. “Door juiste afspraken te maken en financiële middelen be-schikbaar te stellen hebben we een goede situatie weten te bereiken. Het dagelijks onder-houd is geborgd.”

Krachten bundelenGoede afspraken met de gemeente, terwijl de belangen anders kunnen zijn. “Nee”, zegt VanRijt. “Gemeente en vereniging hebben in beginsel hetzelfde belang.” Op de vraag van ge-spreksleider Lutger Brenninkmeijer of partijen er niet beter aan doen om ‘aan de voorkant’gezamenlijk initiatieven te nemen, antwoordt Schuijffel: “ Wanneer wij instappen, is er vaakeen spanningsveld. Dan moeten partijen gaan nadenken. Het is zaak om eerst de belangenop hetzelfde spoor te krijgen. De vitaliteit van een vereniging is daarbij essentieel. Initiatie-ven moeten daarom vooral bij de vereniging liggen. En vooral krachten bundelen met meer-dere clubs: Doe het samen!” Ook Leon Brouwer (Neptunus) pleit voor samenwerking, al danniet op initiatief van de gemeente. “Gemeenten moeten een inhaalslag maken door de klei-nere clubs te clusteren. Er is nu te veel versnippering. Gemeenten moeten naar hoogwaar-dige buitensportcomplexen.”

Het clusteren van een diversiteit aan verenigingen kan leiden tot een zeer breed sportaan-bod op buitensportaccommodaties. Een samenwerkingsvorm die op langere termijn tot las-tenverlaging bij de gemeente leidt. Vanachter de zaalmicrofoon volgt een reactie dat sa-menwerking niet altijd gestoeld is op ambities van de vereniging. “Onze gemeente gaat overtot privatisering. We voorzien grote problemen om het onderhoud te kunnen financieren enoverwegen daarom te fuseren met kleinere clubs. Die plannen zijn niet op sportieve-, prak-tische- of ambitieuze grondslag geïnitieerd, maar zijn slechts gedreven door de financiëlemalaise die de gemeente bij ons heeft neergelegd.”

SamenvattendDeskundigen en verenigingen tonen hun zorgen wanneer privatisering of deprivatiseringuit financiële gronden wordt overwogen. Vele verenigingen zullen in geval van privati-sering de lasten van onderhoud niet kunnen opbrengen. De eerdere huur blijkt in vele ge-vallen niet kostendekkend voor onderhoudskosten en afschrijvingen. De verhoging vande lasten is dan niet op te brengen waardoor bij privatisering de kwaliteit van sportpar-ken achteruit kan hollen. De hieruit voortvloeiende deprivatisering betekent voor ge-meenten een financiële inhaalslag met betrekking tot onderhoud, waarbij kennis boven-dien vaak moet worden ingekocht. Oorspronkelijke lasten van de vereniging worden aldusbij de gemeenschap gelegd. Deprivatisering lijkt in de meeste gevallen een gevolg vanslecht uitvoerbare privatisering.

Het clusteren van kleinere verenigingen door deze onder te brengen op hoogwaardige bui-tensportcomplexen kan versnippering tegengaan. Hierdoor zouden de overheidskosten ge-centraliseerd en verlaagd kunnen worden. Sportparken kunnen dan beter worden benut enop langere termijn meer rendabel zijn. Een alternatieve manier van kostenbesparing (die eennadere studie meer dan waard lijkt) ten opzichte van privatisering met mogelijke deprivati-sering op termijn tot gevolg. Het is daarbij belangrijk dat de diverse clubs binnen de gemeentehun krachten bundelen om resultaat te kunnen boeken.

24 SPORT & SAMENLEVINGTekst: Jeroen Bolk

Beeld: Shutterstock


Clubs en NOC*NSF samen tegen seksueel misbruik

“Het blijkt bijzondermoeilijk om kindermisbruikte voorkomen”

Sportclubs doen niets met de maatregelen tegen seksueel misbruik

die genomen zijn na de zaak rond Benno L. Dat was de harde con-

clusie naar aanleiding van een onderzoek van het AD. De vereni-

gingen zijn nauwelijks op de hoogte van de door NOC*NSF

ingestelde vertrouwenspersonen en een meldpunt voor seksuele

intimidatie. Ook maken weinig clubs gebruik van de mogelijkheid

om trainers gratis te screenen door het aanvragen van een Ver-

klaring Omtrent het Gedrag (VOG).

‘Een VOG garandeert niet datseksueel misbruik tegenkinderen voorkomen wordt’



Jeroen Sanders, voetbalvereniging DZC’68 uit Doetinchem“We zijn bekend met VOG en willen er gebruik van gaan ma-ken. We zijn er alleen nog niet uit hoe we dit gaan commu-niceren, voor welke groepen we dit gaan invoeren en hoewe er vervolgens mee omgaan. We onderzoeken tevens ofwe een eigen vertrouwenspersoon kunnen instellen.NOC*NSF zou meer bekendheid moeten geven aan hunstappen en stappenplannen voor clubs op moeten zetten ommet deze problematiek aan de slag te gaan.”

Roel Schrotenboer, hockeyvereniging HVA uit Assen“Bij HVA maken we geen gebruik van de screeningsmoge-lijkheid via VOG, omdat we van mening zijn dat het niet veeltoevoegt. Het is nogal omslachtig en garandeert niet dat sek-sueel misbruik tegen kinderen voorkomen wordt. Wij vindenhet nuttig dat NOC*NSF een vertrouwenspersoon heeft, om-dat onze vertrouwenscommissie op die manier om advieskan vragen en ervaringen uit kan wisselen. Het zou goed zijnals NOC*NSF hier van tijd tot tijd aandacht aan schenkt.”

Kees Roovers, hockeyvereniging Kampong uit Utrecht “Het is Kampong bekend dat de kosten van een VOG voorvrijwilligers geheel worden vergoed. In 2013 is het besluitgenomen om nieuwe betaalde professionals te gaan vragenom een VOG. Vanaf het seizoen 2014/2015 vragen wij dit vanalle vrijwilligers en alle reeds gecontracteerde professio-nals. Wij vinden de maatregelen van NOC*NSF toereikend.Van belang is dat NOC*NSF de sportbonden actief aan-spreekt en dat de sportbonden de regelgeving en tuchtrechtop orde hebben of in orde maken.”

Nelleke Galesloot, Zwemvereniging Utrecht “Wij zijn bekend met de mogelijkheid om de kosten voor hetaanvragen van VOG’s te declareren en weten dat NOC*NSFvertrouwenscontactpersonen en een meldpunt voor sek-suele intimidatie heeft. In de praktijk zullen we eerder ge-bruikmaken van de contactpersoon van de KNZB. De KNZBis namelijk bekend met de zwemsport en voor ons goed be-reikbaar omdat het relatief dichtbij onze vestigingsplaats is.”

Jeroen van Eck, zwembad De Windas in Bergschenhoek”Bij zwembad de Windas is het overleggen van een VOGverplicht voor elke nieuwe medewerker. Referenties wordenaltijd nagetrokken. Het is niet toegestaan om als lesgever al-leen met een kind in het water te zijn. Bij de privélessemmoeten de ouders of begeleiders verplicht aanwezig zijn inde zwemzaal. Tevens proberen we de kinderen, die klaar zijnmet het onderdeel gekleed zwemmen, elkaar te laten helpenmet uitkleden om ook hier eventuele verkeerde interpreta-ties te voorkomen.”

De sportkoepel doet echter haar best om een open, transparante en vei-lige omgeving voor de kinderen te creëren. Zo’n omgeving kan potentiëledaders afschrikken en er mogelijk van weerhouden om op kinderen af testappen. “Maar het sluitstuk van de activiteiten van de verenigingen zelfzijn de maatregelen die het onmogelijk moeten maken dat begeleiders diein de fout zijn gegaan, dat op een andere plek weer kunnen doen. Dat doenwe via een registratiesysteem dat nu langzaam maar zeker met nieuwe ge-vallen gevuld wordt. Maar ook dit systeem is niet waterdicht. De daders diedit voor de eerste keer doen en degenen die nooit betrapt zijn, zijn name-lijk niet in beeld”, legt Geert Slot namens NOC*NSF uit.

Informatie vindenVolgens de sportkoepel ligt het niet aan hen, maar aan de clubs dat zij slechtop de hoogte zijn van de door NOC*NSF genomen maatregelen. “Het isonze ervaring dat verenigingsbestuurders pas informatie inwinnen of op-slaan over een bepaald onderwerp als ze er zelf mee te maken krijgen. Enhoewel het zeker te veel voorkomt, is het aantal zo laag dat veel be-stuursleden er nooit mee te maken krijgen.”

“Bovendien wisselen besturen redelijk snel van samenstelling”, vervolgthij. “Ons voornaamste doel is om ervoor te zorgen dat als een verenigingop zoek gaat naar wat er kan worden gedaan als er een geval van seksu-ele intimidatie voorkomt, de informatie makkelijk te vinden is en helder aan-geeft wat te doen.”

ZZP’ersDe strijd tegen seksueel misbruik werd in 2011 gestart, het jaar dat BennoL. tot een celstraf van zes jaar werd veroordeeld door het gerechtshof inDen Bosch. Benno L. was een ZZP’er en had daardoor in tegenstelling totzwemverenigingen niet te maken met tuchtrecht. Slot: “Wij registreren ech-ter niet op welke wijze misbruikplegers in de sport aan hun inkomen komen.Ook trainers in dienst van een vereniging hoeven niet gecontroleerd te wor-den. Wij zien bij de sportverenigingen geen opvallend verschil tussen vrij-willigers, zelfstandigen of begeleiders in loondienst. Wat we wel zien is datsportaanbieders die geen onderdeel zijn van een sportbond zich nergensaan hoeven te houden tenzij zij zelf een beroeps- of branchevereniging heb-ben waarin ze afspraken maken met elkaar. Het is belangrijk dat ouders diehun kinderen bij particuliere, niet bij sportbonden aangesloten sportaan-bieders laten sporten, zich dit wel realiseren en zelf nagaan hoe het met debij die sportaanbieder ervoor staat.”

Arjan Nataraj, voetbal- en cricketvereniging V.O.C. uit Rotterdam.”Toen NOC*NSF bekendmaakte dat VOG’s vanaf 2011 vergoed zoudenworden, hebben we er direct gebruik van gemaakt. Op die manier geef jehet signaal af aan ouders dat de club een veilige omgeving creëert voor despelers. Daarom hebben wij ook een eigen vertrouwenscontactpersoon.Die presenteren wij voor het seizoen aan de ouders bij de introductieavondvoor onze nieuwe leden. De ouders zeggen dat ze het fijn vinden dat V.O.C.een vertrouwenscontactpersoon heeft en dat ze door de introductieavondweten bij wie ze terecht kunnen.”

26 SPORT & SAMENLEVINGTekst: Hekkelman Advocaten


DE SPORTKANTINEEN HET HUURRECHT

Op veruit de meeste sportcom-

plexen is een kantine aanwezig.

In voorkomende gevallen is de

sportvereniging eigenaar van

deze kantine en wordt deze ver-

huurd aan een exploitant. Waar

moet je als sportvereniging ech-

ter op letten bij het sluiten van

een dergelijke huurovereen-

komst met een exploitant? In dit

artikel wordt daar, mede aan de

hand van een recente uitspraak,

antwoord op gegeven.

AandachtspuntenAllereerst is het van belang om goed na te denken over de vraag welkhuurregime op de huurovereenkomst met de exploitant van toepas-sing is. Daarnaast is het van belang om dit ook duidelijk in de huur-overeenkomst vast te leggen. Er zijn in het huurrecht namelijk tweesoorten bedrijfsruimten: bedrijfsruimten ex artikel 7:290 BW en be-drijfsruimten ex artikel 7:230a BW. Je zou zeggen: “what’s in thename”, maar niets is minder waar. Het onderscheid tussen dezetwee regimes is van groot belang vanwege de verschillende mate vanhuurbescherming voor de huurder.

Voor bedrijfsruimte ex artikel 7:290 BW moet het gaan om (1) een ge-bouwde onroerende zaak of gedeelte daarvan, (2) die krachtensovereenkomst van huur en verhuur bestemd is voor de uitoefeningvan een kleinhandelsbedrijf, van een restaurant- of cafébedrijf, vaneen afhaal- of bestelhandelsbedrijf van een ambachtsbedrijf, van eenhotelbedrijf of van een kampeerbedrijf (3) een en ander indien in deverhuurde ruimte een voor het publiek toegankelijk lokaal voor recht-streekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening aan-wezig is. Indien daaraan niet voldaan is, dan is er sprake van be-drijfsruimte ex artikel 7:230a BW, mits er sprake is van een gebouwdeonroerende zaak of een gedeelte daarvan. Ter verduidelijking hier-van worden de drie eisen hieronder afzonderlijk besproken.

Ad 1) een gebouwde onroerende zaakDe huurovereenkomst moet betrekking hebben op een gebouwde on-roerende zaak of gedeelte daarvan. Om als een gedeelte van een ge-bouwde onroerende zaak te worden aangemerkt is voldoende dat ersprake is van een gespecificeerd, maar niet ommuurd gedeelte vaneen vloeroppervlak in een grote ruimte. Er hoeft dus geen sprake tezijn van een fysiek afgescheiden deel.

Ad 2) bestemmingDaarnaast moet de verhuurde zaak krachtens de huurovereenkomstbestemd zijn voor de uitoefening van een van de in de wet specifiekegenoemde bedrijven. Onder de term een restaurant- of cafébedrijfvalt ook een kantine.

Ad 3) publiek toegankelijk lokaalTot slot moet er sprake zijn van een voor het publiek toegankelijk lo-kaal voor rechtstreekse levering van zaken en/of dienstverlening. Hetmoet dus gaan om een ruimte die in beginsel voor een ieder toe-gankelijk is.

Voor eenieder toegankelijk?Het is de vraag of een kantine op een sportcomplex wel voor een ie-der toegankelijk is. Vaak zie je namelijk dat een dergelijke kantine uit-sluitend ten dienst staat van de leden van de vereniging, hun be-zoekers en hun introducees. Er bestaat dan dus een connectie tussende niet-leden die gebruik maken van de kantine en een lid van de ver-eniging.

Hof AmsterdamRecent heeft het gerechtshof Amsterdam zich hier over gebogen engeoordeeld dat er dat concrete geval geen sprake was van een voorpubliek toegankelijk lokaal in de zin van artikel 7:290 BW. Belangrij-ker dan de uitkomst is de reden waarom. Het gerechtshof kwam on-der andere tot dit oordeel omdat de openingstijden van de kantinewaren gerelateerd aan de activiteiten van de sportvereniging. De be-zoekers, zoals andere teams, familie en andere leden, hadden duseen rechtstreekse connectie met een lid en waren niet te be-schouwen als onderdeel van een meer algemeen publiek. Een en an-der was ook vastgelegd in de huurovereenkomst. Het gehuurde



kwalificeerde dan ook niet als bedrijfsruimte ex artikel 7:290 BW, maar als bedrijfsruimte exartikel 7:230a BW.

Waarom is dit onderscheid van belang?

7:290-bedrijfsruimteDe huurder van een zogenoemde 7:290-bedrijfsruimte geniet verregaande huurbescherming.Partijen zijn bijvoorbeeld niet vrij in de overeen te komen huurperiode. De huurovereenkomstwordt standaard aangegaan voor vijf jaar en vervolgens verlengd met nogmaals vijf jaar. In-dien u als sportvereniging de huurovereenkomst met de exploitant wilt opzeggen, kan dat ookniet zomaar. Er geldt namelijk een opzegtermijn van tenminste één jaar. Bovendien moet eendergelijke opzegging geschieden bij deurwaardersexploot of bij aangetekende brief met in-begrip van de gronden. Indien de exploitant niet instemt met de opzegging van de huur-overeenkomst, dan dient u bovendien naar de rechter te stappen om de huurovereenkomstte laten beëindigen. De rechter kan de huurovereenkomst enkel beëindigen, indien er sprakeis van een van de wet genoemde limitatieve opzeggingsgronden. De huurovereenkomst blijftook van kracht totdat de rechter onherroepelijk op de beëindigingsvordering van de ver-huurder heeft beslist . Ten slotte is van belang om te vermelden dat de exploitant bij het eindevan de huurovereenkomst in bepaalde gevallen aanspraak kan maken op een schadever-goeding. Kortom als sportvereniging kunt u de huurovereenkomst in het geval de kantine als7:290-bedrijfsruimte kwalificeert niet snel opzeggen.

7:230a-bedrijfsruimteIndien de kantine moet worden aangemerkt als bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW,geldt er een aanmerkelijk vrijer regime. In dat geval geldt in beginsel hetgeen partijen zijnovereengekomen, mits dit niet in strijd is met enigerlei wettelijke bepaling. Partijen zijn vrijin de overeen te komen huurperiode, opzeggingstermijnen etc.. U bent als sportverenigingook niet in uw opzeggingsgronden beperkt. De huurder van 230a-ruimte wordt ook vrijwel nietbeschermd tegen de mogelijkheden tot beëindiging van de huurovereenkomst. Dit impliceertoverigens niet dat de huurder helemaal geen bescherming toekomt. De huurder geniet na-melijk wel een ontruimingsbescherming. Dit laatste houdt kort samengevat het volgende in.U moet als verhuurder bij het einde van de huurovereenkomst de ontruiming schriftelijk aan-zeggen waarin wordt gemeld dat de exploitant op een bepaalde datum ontruimd moet heb-ben. De ontruimingsverplichting van de exploitant wordt echter van rechtswege geschorstgedurende twee maanden. De exploitant kan binnen die twee maanden een verzoek om ont-ruimingsbescherming indienen bij de kantonrechter, die de ontruimingsverplichting van deexploitant maximaal drie maal met één jaar kan verlengen. De rechter weegt de belangentussen huurder en verhuurder af. Het verzoek wordt slechts toegewezen als de belangen vande huurder door de ontruiming ernstiger worden geschaad dan die van de verhuurder bijvoortzetting. Hiervan zal niet snel sprake zijn. Indien de kantonrechter de ontruimingsver-plichting daadwerkelijk verlengt, betekent dit dus dat, hoewel de huurovereenkomst is geë-indigd, de exploitant (tegen betaling) gebruik mag blijven maken van het gehuurde. Aange-zien dit dwingend recht is, kan hier in de huurovereenkomst niet van worden afgeweken.

ConclusieBij het sluiten van een huurovereenkomst is het dus van wezenlijk belang om goed na te den-ken over de vraag welk huurregime op de huurovereenkomst met de exploitant van toepas-sing is. Voorts is het van belang om dit ook duidelijk in de huurovereenkomst vast te leggen.Wanneer dit wordt nagelaten bestaat er het risico dat de rechter oordeelt dat op de huur-overeenkomst het huurregime van 7:290-bedrijfsruimte van toepassing is en de exploitant dusverregaande huurbescherming geniet met alle consequenties van dien.

Hekkelman advocaten & notarissenMw. mr. A. [email protected]

28


ACCOMMODATIE - BOUW

HahboBliek 214941 SG RaamsdonksveerTel: 0162-520308E-mail: [email protected] clubgebouwen en kantines

Neptunus B.V.Neptunuslaan 25995 MA KesselTel.: (+31) 774622444Fax: (+31) [email protected]

Pellikaan Bouwbedrijf B.V.Dr. Hub van Doorneweg 955026 RB TilburgTel.: 013-4657600Fax: [email protected]

Turn-key realisatie vanoverdekte sportaccommodaties.In de breedste zin van hetwoord.

ACCOMMODATIE - INRICHTING

Aerolux Nederland B.V.Postbus 413, 7570 AK OldenzaalTel.: 0541-585050Fax: [email protected]

Aquaco B.V.Postbus 98, 6660 AB Elst (Gld)Tel.: 0481-377177Fax: [email protected]

DescolDuurstedeweg 7, 7418 CK, DeventerTel. 0570-620744Fax. 0570 608 493Email. [email protected] Website. www.descol.nl

EVA Optic B.V.Grote Kranerweerd 138064 PE ZwartsluisTel.: (+31) 38 – [email protected]

EVA Optic is Nederlandsontwikkelaar en fabrikant vanLED verlichting met eencomplete productlijn specifiekvoor zwembaden en indoor

sportaccommodaties (volgensinternationale eisen). De hogeproductkwaliteit, unieke energieefficiëntie en relatief lageinvesteringskosten maken eeninvestering in EVA Optic LEDverlichting tot de meestinteressante duurzameinvesteringen voorsportaccommodaties met eenterugverdientijd van 3-5 jaar.

Holland Sport Systems B.V.Postbus 67NL-3958 ZV AmerongenIndustrieweg Noord 6ANL-3958 VT AmerongenTel. +31 – (0)343 – 461 199Fax +31 – (0)343 – 461 279www.hollandsportsystems.nl –www.golflockers.nlE-mail:[email protected]

Inrichting van materiaal- enkleedruimten van sport -verenigingen en sporthallen.

Strago ElectroInstallatietechniek b.v.Postbus 104200 AA GorinchemTel.: 0183-632955Fax: 0183-690564e-mail: [email protected]

Aanleg en onderhoud vansportveldverlichting,scorenbordenen geluidsinstallaties

W & H SportsHaverstraat 71, 2153 GD, Nieuw-VennepTel. 0252-683300Fax. 0252-683066Email. [email protected] www.stadion-stoelen.nl

W&H Sports B.V. houdt zichbezig met de verkoop enlevering van sport- eninrichtingsmaterialen voorsportaccommodaties.

ACCOMMODATIE - VELDEN

Innoseeds BVPostbus 14420 AA KapelleDijkwelsestraat 704421 AJ KapelleTel: 0113 - 347 911Fax: 0113 - 330 110 Website: www.innoseeds.nlE-mail: [email protected]

Amphidion BVIndustrieweg 302382 NW [email protected]

Amphidion is een innovatief enrevolutionair systeem om snelvelden en vloeren in stadions ensporthallen om te wisselen.

Carl RennenDienstverlening aanleg &onderhoud buitensport-accommodatiesHerman Heijermanslaan 511948 DK BeverwijkTel: 0251-258387Fax: 0842-222681Mob: [email protected]

Uw zorg is onze uitdaging! Wij kunnen u helpen bij deaanleg en onderhoud vansportvelden, van advies,projectvoorbereiding tot eigenuitvoering of toezicht.

Elco Sport & Cultuurtechniek Dr. de Quayweg 101 5424 SP Gemert Tel: 0492-319254 Fax: 0492-319222E-mail: [email protected]

Specialist in realiseren en onderhoud van buitensport -accommodaties, kunstgras velden, golfbanen

FilcomPostbus 93350 AA PapendrechtTel: 078-6158122fax: 078-6519275e-mail: [email protected]

Filcom is, met twee moderneproductievestigingen inNederland, een van de grootsteproducenten van gekalibreerd(gedroogd en nauwkeuriggezeefd) zand in Europa.

BAM Nootenboom Sport B.V.Oosteinde 22991 LC BarendrechtTel.: 0180-615400Fax: [email protected]

Nootenboom Sport is despecialist in het aanleggen enonderhouden van sportvelden

en completesportaccommodaties.

Van Kessel Sport en Cultuurtechniek B.V.Kornedijk 7a4116 CE BurenTel: +31 (0)344 578 520Fax: +31 (0)344 578 601E-mail: [email protected]

Aanvullende informatie(activiteiten) Ontwerpen,ontwikkelen, realiseren enbeheren van sport- enrecreatieprojecten,cultuurtechnische werken:grond-, drainage- enbronneringswerk zaamheden.IFCO en groen projecten.

Rooden Landscape SolutionsWeerterveld 196231 NC MeerssenTel: 043-3644238fax: 043-3645017e-mail: [email protected]

Rooden is een bedrijf datwerkzaam is binnen decultuurtechnische branchewaarin het voornamelijk actief isop het gebied van de aanleg enhet onderhoud van groen voor -zieningen en buiten-sportaccommodaties.

Jos Scholman BVPostbus 14583430 BL NieuwegeinTel. 030-6044282Fax. [email protected]

‘Kwaliteitsspeler bij uitstek ophet gebied van aanleg enonderhoud vanbuitensportaccommodaties’

ACCOMMODATIE TENNISBANEN OUTDOOR

BTL Realisatie B.V.Vestiging VenrayPostbus 2535800 AG VenrayTel: 0478-557555E-mail: [email protected]: www.btl.nl

Uw specialist voor de aanleg enonderhoud van gravel- enallweathertennisbanen. Tevensverzorgen wij de levering vaninrichtingsmaterialen voor detennisbaan.

ADRESSEN BINNEN HANDBEREIK

29

Bel voor meer informatie (030) 697 77 10 of mail: [email protected]

ADRESSEN BINNEN HANDBEREIK

Huisman Sportveld InnovatiePostbus 178, 2160 AD LisseTel.: 0252-418141Mobiel: [email protected]

Huisman Sportveld Innovatie enWaterconditionering is eenbedrijf met jarenlange ervaringin aanleg en onderhoud vansportvelden en wij zijn bekendmet de proble matiek die daar bijhoort.

HZ-SportsSchuineslootweg 29c7777 RG SchuineslootTel/Fax: [email protected] aanleg, onderhouden hekwerken

Perfect Swalmen B.V.Postbus 276, 6001 AG EchtTel.: 0475-488600Fax: [email protected]

Perfect Swalmen BV een begripgeworden op het gebied vanaanleg, renovatie en onderhoudvan gravel- en kunstgrasbanen

Silica Nova Zwarteweg 628097 PX Oosterwoldetel. 0525-621223fax. [email protected]

Silica Nova is een bedrijf datonderhoud verleent en onaf -hankelijk ad vies geeft metbetrekking tot kunststofsportoppervlakken voor clubsgemeentes en andereinstanties.

Sport en Rekreatie Reuver B.V.Postbus 4798, 5953 ZK ReuverTel.: 077-4744430Fax: [email protected]

Sport en Rekreatie Reuver BV is al meer dan 25 jaar een begrip in Nederland op het gebied van aanleg en onderhoud vantennisbanen , leverancier vankwalitatief hoogwaardigeinrichtingsmaterialen voortennisbanen en onder -houdsartikelen voorsportvelden.

Tennisbouw Nederland BVElsendorpseweg 925424 SB ElsendorpTel.: 0492 35 91 11Fax 0492 35 91 [email protected]

Ontwerp, aanleg en onderhoudvan tennisbanen.

Ton de Rooij Tennis B.V.Europaweg 1a2381 GR ZoeterwoudeTel.: 071-5802491Fax: [email protected]

Ton de Rooij Tennis BV is sinds1980 gespecialiseerd in deaanleg, renovatie en hetonderhoud van (hardcourt)tennisbanen.

ADVIES & DIENSTVERLENING

ARAGKastanjelaan 13833 AN LeusdenTel: 088–2225000E-mail: [email protected]

B.A.S. Begeleiding en Advies SportterreinenDelftsestraatweg 512645 CA DelfgauwTel: 015-2852211E-mail: [email protected]

KYBYSBosscheweg 107-08Postbus 3715280 AJ BoxtelTel.: 0411 - 678 055Fax: 0411 - 610 552E-mail: [email protected]

KragtenHambakenwetering 5-J5231 DD ’s-HertogenboschPostbus 23095202 CH ’s-HertogenboschTel: 088-3366333E-mail: [email protected]

Kragten is een onafhankelijkadviesbureau voor de openbareruimte.

DVI-Reklame B.V.Postbus 301, 6600 AH WijchenTel.: 024-6422939Fax: [email protected]

Reclame exploitatie binnen indoor-sportaccommodaties

HORECA

Gullimex BVPostbus 1147620 AC Bornetel.: 074-2657788fax: [email protected]

Voedselveiligheid en HACCP:Voedselthermometers,ijkservice,(draadloze)temperatuurregistratie, hygiënesneltest.

JohnsonDiverseyPostbus 40441, 3504 AE UtrechtTel.: 030-2476885Fax: 030-2476334

Leverancier van producten,materialen en machines t.b.v.reiniging van sanitair,kleedruimten, interieur enkeuken en persoonlijkeverzorging. Tevens adviezen m.b.t. HACCP.

GORDIJNEN (NETTEN)

HenderiksonHarlingerstraat 8 HeerhugowaardTel.: +31 (0)[email protected]

Gordijnen in tennishallen

WINDSCHERMEN

HenderikHeerhugowaardTel.: [email protected]

Windschermen voor uwtennisbaan

Tekst: Twan EpeBeeld: Shutterstock

SPECIAL SPORTVELDEN / WWW.MEERDANSPORT.NL

31SPECIAL SPORTVELDEN

De eisen die bij de aanleg van een veld gesteld worden, zijn afhan-

kelijk van veel factoren, zoals de terreingesteldheid en hoe het veld

onderhouden zal worden. De exploitanten dienen rekening te houden

met veel randvoorwaarden, maar omdat bij ieder veld andere facto-

ren een rol kunnen spelen, wordt in deze special aandacht besteed

aan algemene punten waar bij de aanleg van een sportveld rekening

mee gehouden moet worden. “De grassoorten die worden gebruikt

voor de aanleg van speelvelden hebben verschillende eigenschap-

pen. Het is raadzaam om voor een grassoort te kiezen die past bij de

omstandigheden van de sportclub.”

S P O R T V E L D E NSP

OR

TV

EL

DE

NS P O R T V E L D E N

SP

OR

TV

EL

DE

N



De speelvelden van buitensportverenigingen zijn aan het einde van een seizoen vaak toeaan rust, omdat de ondergrond maximaal is belast. Dat is te zien aan het aantal kale plek-ken op bijvoorbeeld een voetbalveld. Het doelgebied wordt gekenmerkt door een kuil vanzand, terwijl diezelfde zandkorrels op sommige plaatsen van de grasmat het gras hebbenverdrongen. Gemeenten en verenigingen doen er in de zomerstop dan ook alles aan om develden weer speelklaar te krijgen voor het nieuwe seizoen. Een belangrijk doel dat daarbijgesteld wordt, is om het veld gedurende het seizoen in een goede conditie te houden, zodat kale plekken worden voorkomen. Daar kan bij het kiezen van de grassoorten al rekening mee gehouden worden. “Het is belangrijk om voor een grassoort te kiezen dat snelherstelt. Engels raaigras is daar een mooi voorbeeld van, omdat deze grassoort redelijk mak-kelijk groeit en door de ondergrondse uitlopers snel kan herstellen”, zegt Eddy Hubers,groundsman van PSV. “RPR is een zelfherstellend Engels raaigras dat uitlopers vormt. Inplaats van losse grasplantjes, zoals traditioneel Engels raaigras, heeft ieder grasplantje vanRPR een link naar andere plantjes en naar de bodem. Het veld wordt ook bij een intensievebespeling van alle kanten vastgehouden, met als gevolg dat de dichte zode behouden blijft.Dat kan voor veel clubs handig zijn.”

GraszaadmengselsDe grassoorten die gebruikt worden voor de aanleg van sportvelden hebben dan ook ver-schillende eigenschappen. Van die verschillen wordt gebruik gemaakt om precies die soor-ten voor het graszaadmengsel te selecteren, die voor een bepaalde situatie de grootstevoordelen met zich meebrengen. “Zo wordt onder andere geselecteerd op eigenschappenals een snelle ontkieming, hoge ziekteresistentie, goede verdraagzaamheid ten aanzien vande bespeling, grote winterhardheid, het herstellende vermogen na beschadiging, goede ste-vigheid en dichtheid van de graszode en de groeikracht in de schaduw”, vertelt Roy van Rijtvan adviesbureau Kragten. “Voor verschillende toepassingen kunnen meerdere mengsels



gebruikt worden, maar daarvoor is het ook belangrijk om de ondergrond erbij te betrekken.Niet iedere sport stelt dezelfde eisen aan een ondergrond. Zo moet op een sportveld snel eendichte zode gevormd worden, die goed tegen betreding kan en zich snel herstelt na be-schadiging.” De grassoorten die voor een sportveld meestal gebruikt worden zijn Engelsraaigras en veldbeemdgras, ondanks dat er andere grassoorten zijn die dieper wortelen.Het Engels raaigras heeft als belangrijkste eigenschappen dat het snel ontkiemt en goedtegen betreding kan. Doordat de grassoort snel groeit, moet het vaak gemaaid, besproeid enbemest worden. In de schaduw groeit de grassoort minder goed. Veldbeemdgras zorgt vooreen sterk, goed uitstoelend wortelstelsel, verdraagt droogte en groeit erg langzaam.

“Maar veldbeemdgras kan goed tegen intensieve betreding en herstelt zeer snel na be-schadiging”, merkt Hubers op. “Om ervoor te zorgen dat de grasplanten zich goed kunnenontwikkelen, moet de toplaag voldoende diep doorwortelbaar zijn. De toplaag bestaatmeestal uit matig fijn zand, met een gering gehalte aan klei- of lutumdeeltjes, en een bepaaldgehalte aan organisch materiaal. De dikte van de toplaag is afhankelijk van de soort onder-grond, maar ligt tussen de vijf en twintig centimeter.” Sportvelden kunnen ingezaaid of be-zood worden om het speelveld zo goed mogelijk te onderhouden.

Inzaaien of bezodenHet voordeel van inzaaien is dat een sportveld zowel in het voorjaar als in het najaar ingezaaidkan worden. Daarnaast is het goedkoper dan bezoden en er is veel keuze aan specifiek af-gestemde grasmengsels. Het mengsel moet wel zijn samengesteld uit graszaden, zoals om-schreven staat in de Beschrijvende Rassenlijst voor de Landbouw en voorzien zijn van eenNAK-certificaat. Een nadeel van inzaaien is dat de zaden door vogels opgegeten kunnen wor-den. Daarnaast krijgen onkruiden meer kans bij een trage ontkieming en mag het terrein en-kele weken niet betreden worden. “Bij sportclubs gooit doorzaaien vaak het trainingsschemaen wedstrijdplanning in de war, waardoor niet iedere gemeente hiervoor kiest”, weet Hubers.Het voordeel van bezoden is dan ook dat de graszoden sneller beloopbaar zijn en minder ge-voelig zijn voor slechte weersomstandigheden. “Het verschil is vooral dat als je velden inzaaitgrassoorten op die locatie aan elkaar hechten, terwijl het gras bij bezoden van een anderelocatie komt”, voegt Van Rijt daar aan toe. “Ik heb nog altijd het gevoel dat er te snel wordtgekozen voor kunstgras met als reden dat de grasvelden niet meer goed te onderhouden zijn.Dat kan voorkomen worden door de velden goed te onderhouden, waarbij bemesten erg be-langrijk is. Evenals het water uit de toplaag laten lopen en het bezanden van het veld.”

SportsCleanHet aantal kunstgrasvelden is de afgelopen jaren spectaculair gegroeid. Kunstgras heeft voor-delen ten opzichte van natuurgras, maar een nadeel is dat deze velden door algen, mossenen vervuiling spekglad kunnen worden als niet tijdig en regelmatig veldonderhoud wordt ver-richt. FVH SchoonGras heeft in de zomer van 2013 de unieke gepatenteerde reinigingsme-thode van kunstgras gelanceerd: SportsClean. “De sportsclean-machine is een innova-


36 SPECIAL SPORTVELDEN

tieve oplossing voor kunstgrasreiniging en reinigt op een duurzame manier zonder chemi-caliën, borstels en stofontwikkeling”, zegt Catiëlla Schrage, commercieel manager van FVHSchoonGras. “Wij hebben onder andere een veld gereinigd bij HC Laren, LOHC en HC Zwart-Wit. Met variabele hogedruk nozzles wordt het veld gereinigd en kan met de sportsclean-machine met de verstelbare hoek tot diep in het kunstgras zand, algen, mos, afgebrokenkunstgrasvezels en verkleind granulaat verwijderen.” Het gepatenteerde systeem zuigt hetvuil via een unieke methode voor de spuitnozzles weg. De machine kan zo nodig het zand ofgranulaat op peil brengen. Tot slot wordt het veld met een zachte borstel opgeborsteld, zo-dat het weer in oorspronkelijke staat terug is en zich weer uitstekend laat bespelen. De ma-chine heeft meerdere voordelen: de velden slijten minder snel en gaan langer mee. “Het ge-bruik van deze methode bevordert bovendien de elasticiteit van de kunststofvezel envermindert het risico op blessures aanmerkelijk, doordat de ondergrond niet zo glad is.”

“Een gevolg van ‘uitgesteld’ onderhoud zijn blessures door valpartijen, vanwege diepliggendvuil dat door slidings opspat”, vervolgt Schrage. “Slecht onderhoud zorgt er voor dat algenonvoldoende worden verwijderd. Die leggen door het gebruik van chemische bestrijdings-middelen misschien wel het loodje, maar ze blijven als een drassig laagje in het veldbasis ach-ter. Hierdoor moeten velden vaak onnodig tot wel dertig procent eerder worden vervangen.”In de veldschoonmaakmachine bevindt zich bovendien een hogedruksysteem dat geen lastheeft van weersinvloeden. De volledige behandeling van het kunstgrasveld wordt in één stapuitgevoerd, met als doel om alle viezigheid weg te spuiten. Door deze veldbewerking ontstaatgeen schade voor het milieu en geen borstelschade aan de kunststofvezels. Het kunstgras-veld behoudt zijn oorspronkelijke levensduur. De reinigingsmachine is uit Duitsland gehaaldom kunstgrasvelden zonder stofontwikkeling te kunnen reinigen en recupereren. “Het systeemis op vele sportverenigingen in Duitsland getest en FVH SchoonGras heeft het exclusieve ge-bruiksrecht van de SportsClean in Nederland”, zegt Schrage. In Duitsland wordt dit schoon-maaksysteem al op honderd topsportvelden toegepast, van hockey tot voetbal en van city-courts tot atletiekbanen. “Dit systeem is op veel velden toepasbaar.”

Stroefheid herwinnenDe voordelen van de SportsClean-methode zijn onder andere dat de afwaterkanalen weerworden opengezet en dat de stuit- en roleigenschappen van de bal en de elasticiteit van dekunststofvezel significant verbeterd zijn. Daarnaast genereert het systeem ook een auto-matische aanvulling van zand en granulaat. Door de aparte, unieke roterende reinigingskopreinigt SportsClean diep in de elastische vloer, welke daardoor zijn eigen stroefheid herwint.Dat is een belangrijke eis aan een kunstgras-sportveld. “De methode zorgt er voor dat hetveld langer behouden kan worden en dat is in de economische crisis erg prettig, omdat degemeenten tegenwoordig moeten bezuinigen.”

Performance Factory brengtsportend Enschede samen

Woningcorporatie Domijn biedt Enschedeeen breed scala aan sportmogelijkheden doorde Performance Factory op te leveren. Dezeleegstaande hal werd getransformeerd in eenbruisende talentenfabriek, met onder anderetwee speedsoccervelden, een gymzaal, eensportschool en een klimwand. De tweespeedsoccervelden zijn echter niet alleen intrek bij voetballers. Ook andere sporten wor-den steeds meer beoefend op de veelzijdigekunstgrasvelden, waaronder American foot-ball en hockey. De Enschese Broncos huur-den de velden in de wintermaanden af om nietafhankelijk te zijn van de weersomstandig-heden, terwijl de Twentsche Hockey Acade-mie de velden in de afgelopen maanden ookveelvuldig gebruikte. “Het is mooi om te ziendat de Performance Factory in de stad steedsmeer bekendheid geniet”, vindt Pieter Snip-pert, eigenaar van kwartiermaker I-vents, dateen aanzienlijke bijdrage leverde in de reali-satie van het ‘sportkasteel’. “Naast veel wijk-kinderen en vriendengroepen weten ooksteeds meer verenigingen de weg te vindennaar de voormalige Polaroidfabriek. Wij zijnheel trots op deze ontwikkeling, omdat wesportend Enschede hier samenbrengen.”

Diverse mogelijkhedenDe sportvelden zijn niet alleen door particu-lieren en sportverenigingen af te huren, maarook basisscholen hebben de mogelijkheid omer gebruik van te maken. “Het is hier mogelijkom het volledige lesprogramma van het be-wegingsonderwijs te geven”, zegt Jeroen Ha-tenboek, wethouder Talentontwikkeling enStedelijke Ontwikkeling. “De leerlingen vanbasisschool De Bothoven hebben hier bij-voorbeeld voortaan hun gymlessen. Ik zie hetsamenbrengen van scholen, sportverenigin-gen en buurtbewoners in één sporthal danook als nieuwe rol voor de gemeente. Part-ners in de stad nemen initiatieven en de ge-meente ondersteunt en stimuleert om ge-wenste ontwikkelingen mogelijk te maken.Op die manier hebben zowel amateurs alsprofessionele sporters en bewoners en kin-deren uit de wijk een mooie sportvoorzieningmet veel mogelijkheden.”



Op deze pagina in Sport FM lees je nieuws en noviteiten op het ge-

bied van sportaccommodaties. Soms met als rode draad de spe-

cial, soms een bepaald evenement of gewoon accommodatie-

nieuws. Dit keer Nieuws & Noviteiten op het gebied van duur-

zaamheid en de Dag van de Sportaccommodaties.

Nieuws & Noviteiten

Gravel Advantage: kwaliteit enkostenbeheersingBinnen de tenniswereld zijn diverse soorten banen in gebruik. “Iederespeler, trainer en vereniging heeft zijn eigen voorkeur”, geeft ArthurBink van BTL Nederland aan. “Juist daarom geven wij altijd een ad-vies op maat. In het segment van de graveltennisbanen hebben wij eennieuw product op de markt gebracht: Gravel Advantage.” De baanheeft het speelcomfort en de beleving van een traditionele gravelbaanen de voordelen van moderne technologie. “Elk type baan is aan slij-tage onderhevig. Door het slim toepassen van de juiste materialenwordt de mate van slijtage verminderd en is er minder frequent on-derhoud nodig”, vervolgt Bink. “Voor de tennisbaan Gravel Advantagewordt gebruik gemaakt van gemalen baksteen en een slijtvast ge-steente. Door deze combinatie is Gravel Advantage harder dan tradi-tionele banen en minder gevoelig voor verbrijzeling.”

ISA Sport gecertificeerd Een direct gevolg van de verbrijzeling van gravel is het optreden vanproblemen met de waterhuishouding. Bink: “Doordat Gravel Advantageonder afschot wordt gebouwd, kan het water zowel verticaal als ho-rizontaal worden afgevoerd, via de kunststofwatergoot. Hierdoor is on-derhoud in het voorjaar niet nodig. De baan staat op de ISA SportSportvloerenlijst.”

SportGarant: gebruik makenvan kennis in de markt

Hoe houden we sportaccommodaties in een uitstekende conditie ende kosten in de hand? BTL Nederland geeft met SportGarant een ant-woord op deze vraag. “Een spanningsveld waarover binnen verschil-lende sportverenigingen en gemeenten gediscussieerd wordt, is of detraditionele taken, zoals onderhoud, door de gemeente worden aan-gestuurd of op afstand geplaatst worden”, zegt Hans Deelen, pro-jectleider sr. van BTL Advies. “De markt is in ontwikkeling, omdat ge-meenten steeds vaker regisserend denken: hoe kunnen we efficiënterte werk gaan? Het gevolg is vaak dat er een zak geld naar de clubswordt gebracht om bijvoorbeeld onderhoud aan de clubs uit te be-steden. De experts bij gemeenten verdwijnen. Daar springen wij op in.”

Levert kennis op maat“Gemeenten willen wel de controle houden, omdat zij de garantie wil-len hebben dat een veld goed bespeelbaar blijft”, vervolgt Deelen. “Degebruikers willen een aantrekkelijk sportcomplex, de gemeenten wil-len controle behouden en de kosten beheersen. Daar is expertise voornodig en wij bieden dat als derde partij. Wij hebben de kennis om despeelintensiteit, levensduur, en het beheer en onderhoud te borgen.Voor ieder complex kunnen wij een Programma van Eisen opstellen enonze expertise dus op maat leveren.”

[email protected] 088 - 3366333

RoermondSchoolstraat 8, HertenPostbus 146040 AA Roermond

’s-HertogenboschHambakenwetering 5-jPostbus 23095202 GH ’s-Hertogenbosch

Tekst: Kragten



Te veel veldcapaciteit, een vloek of een zegen?

Wanneer we het hebben over bepalen van veldcapaciteit is dit mo-menteel vaak met de achterliggende vraag naar meer capaciteit. Endan specifiek vaak in extra capaciteit in de vorm van een kunst-grasvoorziening. Echter worden verenigingen tegenwoordig veel-vuldig geconfronteerd met een afname van het ledenaantal, hetwegvallen van subsidies en verhogingen van de huur.

Een overschot aan veldcapaciteit kan op diverse manieren ontstaan.Afname van actieve leden is daarbij een actueel probleem. Het weg-vallen van één of meerdere teams heeft vaak gevolg voor het aantalbenodigde velden. Een andere oorzaak is tegenwoordig de realisa-tie van een kunstgrasveld. Waar voorheen het een kunstgrasveldwerd aangelegd om een tekort aan capaciteit te ondervangen, zienwe tegenwoordig steeds vaker dat spelervaring en continuïteit de re-denen zijn voor de aanleg van kunstgras. In die situatie ontstaat erook direct een behoorlijke overcapaciteit op het sportpark

Overcapaciteit wordt echter minder snel opgemerkt dan een capaci-teitstekort. Meerdere velden maakt namelijk het inplannen van wed-strijden een stuk eenvoudiger. Bij een tekort moet de wedstrijdplanningzich in alle bochten wringen om een enigszins haalbare planning te ma-ken. Kortom een overschot in veldcapaciteit is een luxe probleem, maarwel een die kosten op diverse niveaus met zich meebrengt.

OnderbespelingNet als zoveel andere dingen is het te weinig gebruik niet goed vooreen natuurgrasveld. De grassoorten die verwerkt worden in de-mengsels voor sportvelden hebben betreding nodig om zich zelf instand te houden.. Door te weinig gebruik (en niet alleen door de pu-pillen) verandert geleidelijk het soortenbestand en zal het veld min-

der goed bespeelbaar zijn. Wanneer het veld wel weer nodig is, zul-len diverse bewerkingen noodzakelijk zijn om het veld weer geschiktte maken.

Huurkosten / subsidieOnder de druk van de bezuinigingen zijn veel gemeenten genoodzaaktom subsidies af te bouwen, sportparken te privatiseren of de huur vansportvelden te verhogen. Deze acties hebben allemaal gevolgenvoor de financiële mogelijkheden van de vereniging. Deze kosten-verhogende maatregelen samen met het verminderen van contribu-tie-inkomsten door vermindering van het aantal leden zorgt vooreen lastige situatie. Gevolg is vaak een noodzakelijke contributie-verhoging. En blijft sport dan nog betaalbaar?

OnderhoudskostenWanneer er geen huur betaald wordt, zijn vaak de onderhoudskos-ten voor rekening van de vereniging. Het is natuurlijk logisch dat allesportvelden onderhoud nodig hebben. Ook de velden die maar zeerbeperkt worden gebruikt. Ook al wordt het onderhoud terug ge-bracht tot de minimaal benodigde werkzaamheden, het blijft eenkostenpost.

Overcapaciteit, en dan?Moet er dan bij overcapaciteit gelijk overgegaan worden tot afsto-ten van een of meerdere velden. Dit is een optie, maar belangrijkeris het om goed te kijken naar uw sportpark. Maak de juiste afwegin-gen; past het sportpark nog bij de verenigingen? Kunnen andere par-tijen (tijdelijk) iets doen met de beschikbare ruimte? Kijk naar uw hui-dige situatie en naar de toekomst en maak onderbouwde keuzen, ookmet betrekking tot het aantal sportvelden.

Hoewel veel verenigingen het in eerste instantie wel makkelijk vinden om veel ruimte in de be-

schikbare sportvloeren te hebben, zit hier ook een keerzijde aan; de kosten.

40 SPORT & ACCOMMODATIE

W&H Sports mag zich een jaar

lang winnaar van de Sport FM

Innovatieprijs noemen. Met hun

concept ‘Scoren met kwaliteit’ (zie

pagina 41) bleven zij Agterberg

(ComforTurf XF) en EVA Optic

(LEDline) net voor.

Sport FM Innovatie-prijs 2014 spreektbrede doelgroep aan

“De sportbranche stimulerenom te blijven innoveren”De Sport FM Innovatieprijs werd uitgereikt tijdens de derde editie vande Dag van de Sportaccommodaties op 13 maart in de Expo Houten.Er ging echter een langer traject vooraf om tot de uiteindelijke geno-mineerden en de winnaar te komen. Sport FM riep de sportbranche opom hun innovatie op het gebied van sportaccommodaties in te sturen.Er werd ruimschoots gehoor gegeven aan die oproep, want uit heel Ne-derland kwamen producten, ideeën en projecten. “Het zegt alles datwe een breed scala aan inzendingen hebben ontvangen”, vertelt Ro-gier Cuypers van Sport FM. “We hebben er bewust voor gekozen omhet niet enorm af te bakenen. Een innovatie kan een product zijn,maar ook een innovatief idee of gedachtegoed waar de sportbrancheverder mee komt. De vraag of de prijs leeft, werd door de enthousiasteinzendingen al snel positief beantwoord.”

JuryDe jury bestond uit een afvaardiging van ExpoProof (organisatie van deDag van de Sportaccommodaties), de Branchevereniging Sport en Cul-tuurtechniek en Sport FM. Het aantal inzendingen reduceerde de jurytot drie genomineerden die tijdens de Dag van de Sportaccommoda-ties de kans kregen om hun innovatie te presenteren. Uiteindelijk werdhet concept van W&H Sports tot winnaar uitgeroepen. Seger Wage-

naar (links op de foto) ontving namens W&H Sports de Sport FM In-novatieprijs uit handen van Rogier Cuypers.

Sportbranche de grote winnaar“Het is goed om te zien dat bedrijven ook in deze tijd blijven innove-ren”, meent Cuypers. “Juist nu is het belangrijk om jezelf te onder-scheiden en een toegevoegde waarde te zijn voor de sport. Dat par-tijen dat willen, geeft het breed scala aan inzendingen wel aan. Wijgeven innovatieve partijen die een meerwaarde zijn voor de sport-branche graag een platform om zichzelf te laten zien. Dat kan doormiddel van de verschillende mediakanalen of via de Sport FM Inno-vatieprijs. Het is ook mooi om te zien dat W&H Sports tijdens de Dagvan de Sportaccommodaties extra mensen naar de stand krijgt omte vragen over hun diensten.”

Winnaar Sport FM Innovatieprijs op All Sports RadioSeger Wagenaar van W&H Sports werd door All Sports Radiogeïnterviewd over het winnen van de Sport FM Innovatieprijs.Het interview is terug te luisteren op de website van Sport FM,www.meerdansport.nl. Het YouTube-filmpje staat rechtsbovenop de website.

Tekst: Sport FM | Beeld: Jan Vermeij (Condept)

41SPORT & ACCOMMODATIE


Tekst: Frank Slijper

W&H Sports: ‘scoren met kwaliteit’

W&H Sports levert duurzame, veilige en kwalitatief hoogwaardige sporten inrichtingsmaterialen

voor met name buitensportaccommodaties en openbare ruimten. Overtuigd van de eigen kwaliteit

lanceerde het in Nieuw-Vennep gevestigde bedrijf in 2013 haar kwaliteitsconcept ‘scoren met kwa-

liteit’. Meest opvallende binnen het concept is de langdurige garantie op de gelaste onderdelen van

de aluminium constructie. Bij de start van het concept bood W&H Sports een garantie aan van zeven

jaar. In 2014 heeft het bedrijf samen met haar producent de lat nog hoger gelegd en levert het een ga-

rantieduur van liefst acht jaar op de gelaste onderdelen van de aluminium constructie.

De gelaste onderdelen zijn inwendig ver-sterkt. De potentiële opdrachtgever kan zichaan de hand van heldere doorsnee profielenovertuigen van de extra kwaliteit van de con-structie. De producten van W&H Sports zijnweliswaar iets duurder in aanschaf dan devergelijkbare producten van andere aanbie-ders, maar door de lange levensduur wordendie extra kosten eenvoudig terugverdiend.Met de garantieduur van acht jaar wil W&HSports haar afnemers een periode lang ‘ont-zorgen’ in duurzaamheid en veiligheid.

DuurzaamheidSportmaterialen zoals (verplaatsbare) doelenblijken met name bij de gelaste onderdelenkwetsbaar. Dat komt de gebruiksduur van

de materialen niet ten goede. Het regelmatigmoeten vervangen van materialen belast nietalleen de clubkas van de vereniging, maarook het milieu. W&H garandeert een langelevensduur van haar producten en draagtaldus actief bij aan het milieu.

W&H Sports gebruikt voornamelijk aluminiumin haar producten. Aluminium wordt elektro-chemisch geproduceerd. Om die reden is pro-ductie van dit metaal energieverslindend. Ge-lukkig is aluminium uitstekend recyclebaar.W&H Sports neemt de oude aluminium sport-materialen bij de gebruiker in tegen inruilprijs,zodat deze kunnen worden gerecycled.

Met het de diverse gerecyclede producten,

het toepassen van materialen met een langelevensduur en de acht jaar garantie op degelaste onderdelen van de aluminium con-structie toont W&H Sports duurzaamheidhoog in het vaandel te hebben staan.

CertificaatDoor eerst in 2013 en later in 2014 hogeredoelen te stellen, dwingt W&H Sports zich tothet leveren van kwaliteit en duurzaamheidvan haar producten. De materialen die onderhet concept ‘scoren met kwaliteit’ vallen wor-den met het TüV-certificaat geleverd. (TüV =Technischer Überwachungsverein, vrij ver-taald: technisch toezichthouder). Productenzijn getest op kwaliteitsnormen DIN/EN enherkenbaar aan het kwaliteitssymbool.

Winnaar

Sport FM Innovatieprijs

Outdoor fitness begint steeds meer terrein te winnen in Nederland.Wim van Beusekom van Sportservice Amsterdam vindt het eengoede ontwikkeling. “Er vindt veel plaats in de stad, zowel georga-niseerd als ongeorganiseerd. Je ziet ook dat mensen in het Amster-damse Bos zelfstandig aan hun fitheid werken. Obesitas blijft een pro-bleem en wij willen onze inwoners handvatten geven om aan hunfitheid te werken. Dit outdoor fitnessplein bij het Sport Medisch Cen-trum (SMC) is er op hun verzoek gekomen. We hebben het verzoekingediend en binnen no-time stonden de apparaten er, mede dank-zij de goede samenwerking met W&H Sports.”

Laagdrempelig“Het is geweldig, want zowel de buurtkinderen als de ouderen zijngek van de apparaten”, vertelt Rien Jan de Bruijn van het SMC.“Soms zie je ouderen aftasten en kijken ze wat onbegrepen naar deapparaten. Op dat moment rennen wij naar buiten om ze te onder-steunen. Fitness is vaak hoogdrempelig. Of mensen kunnen het nietbetalen of het is te massaal. Voor ouderen is frisse lucht ook zeer be-langrijk. Verder is het essentieel dat je functionele oefeningen kuntuitvoeren met de apparaten en ze hufterproof zijn.”

Van Beusekom vult aan: “De keuze op W&H Sports heeft te makenmet het soort attributen die ze leveren: duurzaam, hufterproof, mak-kelijk te bedienen en ze moeten er aantrekkelijk uitzien.”

Verschillende doelgroepenHet voordeel van dit fitnessplein is dat het interessant is voor ver-schillende doelgroepen. “Op deze locatie kunnen buurtbewoners,sportclubs en scholen gebruik maken van de apparaten”, zegt SegerWagenaar van W&H Sports. “De gemeente hoeft er financieel gezienniet één label aan te hangen. Ze kunnen vanwege het brede scalaaan doelgroepen ook verschillende ‘potjes’ aanspreken om het pro-ject mee te financieren.”



W&H Sports zet voet aan de grond in Amsterdamse buitenruimte

“Begeleiding en onderhoud vanonze pleintjes zijn essentieel”Sporten in de buitenlucht is een belangrijke pij-ler voor de gemeente Amsterdam. Bij het SportMedisch Centrum in Amsterdam-Zuid legde W&HSports een outdoor fitnessplein neer. Ook het WKBeachvolleybal is een stimulans voor de ge-meente om op verschillende locaties beach-courts neer te leggen. “We willen het zand naarde stad halen.”

Tekst & beeld: Rogier Cuypers



Sociale controle en begeleiding zijn voordelen van de locatie van ditfitnessplein. De Bruijn: “In principe begeleiden we alles dat hier bin-nenkomt, maar als we mensen verkeerde oefeningen zien doen, danlopen we even naar buiten. Datzelfde gebeurt als er hangjongerenzijn. Er is iedere dag van ’s ochtends tot ’s avonds sociale controle.”

Goede locatieVan Beusekom is tevreden met het huidige fitnessplein. “Scholenbouwen ook een deel fitness in waardoor ze hier gebruik kunnen ma-ken van de toestellen. Dat kan later ook met bijvoorbeeld de na-schoolse opvang. Door deze prachtige locatie en de wijze waarop hetis aangelegd, willen wij daar als stadsdeel Amsterdam-Zuid in in-vesteren. Het voldoet aan alle voorwaarden.”

“We willen in een relatief kleine ruimte door heel Amsterdam dit soortpleintjes voor zoveel mogelijk doelgroepen realiseren”, vertelt Wa-genaar. “Dit is een geslaagde pilot om mensen te laten bewegen. Wewillen niet alleen het pleintje neerzetten, maar er moet een stukje be-geleiding komen vanuit de gemeente of een commerciele partij. Het-zelfde met het onderhoud ervan. Als W&H Sports dragen we daarzorg voor en is voor ons van essentieel belang.”

WK beachvolleybalVolgend jaar vindt in Nederland het WK beachvolleybal plaats. Am-sterdam is één van de speelsteden en dus kan die stad zich ook op hetgebied van een andere buitensport, beachvolleybal, profileren. “Dehalve finales en finale vinden plaats in Den Haag, maar Amsterdam iséén van de vier speelsteden voor de groepsduels en de kwartfinales”,

vertelt Van Beusekom over het evenement. “In Amsterdam spelen wedie op de Dam. Mijn taak als projectleider is om alle topsportevene-menten te omlijsten met leuke side-events. Op die manier proberen wede Amsterdammer te informeren en kennis te laten maken met de sport.Zowel de jeugd, volwassenen als de ouderen.”

“We willen het zand naar de stad halen”, vervolgt hij. “Dat is ook onsmotto. Het worden velden in de openbare ruimte en die moeten on-der meer als platform dienen voor de bestaande volleybalclubs omeen beachafdeling op te richten. De reguliere verenigingen kunnenin de zomer aansluitend beachvolleyballen. Deze sport neemt eenenorme toevlucht en het wordt de komende jaren nog veel ‘hotter’.We proberen docenten ook te enthousiasmeren voor deze sport, zo-dat zij het de jeugd gaan onderwijzen.”

Schoolprogramma’sDus niet alleen de georganiseerde sport, maar ook het onderwijs zal mer-ken dat het WK beachvolleybal in Amsterdam zal plaatsvinden. “Op die vijflocaties gaan we starten met schoolprogramma’s”, vertelt Van Beusekom.“Vanaf 2015 willen we ook beginnen met een Amsterdamse competitie. Ookvoor deze velden zijn we bij W&H Sports terechtgekomen voor de inrich-ting van deze locaties. Op 25 april gaan we het eerste veldje in Amsterdam-Oost openen. Dat is een bak van veertig bij twintig meter. Deze gaan we mul-tifunctioneel inzetten, zodat er ook gevoetbald en gehandbald kan worden.We liggen goed op schema en dit is ook mooie reclame voor de stad. Be-achvolleybal is heel populair in landen als Brazilië en de Verenigde Staten.De beelden van het WK gaan de hele wereld over en het is mooi dat we eendergelijk evenement midden in de stad kunnen organiseren.”

BeachsportenBeachsporten.nl is een onderdeel van W&HSports. Zij hebben een uitgebreid leve-ringsprogramma ontwikkeld voor de inrich-ting van elk beachcourt. Bij de voorberei-ding van het realiseren van een beachcourtvoor beachsporten is het belangrijk om overde juiste informatie te beschikken. Beach-sporten nemen een enorme toevlucht in Ne-derland. Inmiddels bestaan er verschillende(multifunctionele) accommodaties door hetland waar één of meerdere beachsportenworden beoefend.

Voor meer informatie over Beachsportenvan W&H Sports: www.beachsporten.nl.



KYBYS en gemeente Den Haag laten niets aan het toeval over

“ALLES WORDT GETEST EN OPNIEUWDOORONTWIKKELD VOOR DIT WK HOCKEY”

Tekst: Rogier Cuypers

Den Haag is tussen 31 mei en 15 juni de gastheer van het WK hockey. In de aanloop naar dit grote

sportevenement praten we met de gemeente Den Haag en KYBYS ingenieurs en adviseurs over de or-

ganisatie rondom dit grote sportevenement. In deel twee: wat komt er allemaal kijken tijdens het or-

ganisatieproces? Waar liggen de risico’s en hoe gaat de organisatie om met de tijdsdruk die er op het

evenement kan komen te staan? “Je moet rekening houden met een flink aantal stakeholders. Je

bundelt de eisen en die vertaal je naar technisch haalbare en betaalbare oplossingen.”

In de vorige editie van Sport FM spraken we over het belang van hettoernooi en de organisatiestructuur. In dit nummer leggen Ron de Mol(KYBYS) en Peter van der Meer (hoofd van het bouwteam) hoe hetuitvoerende gedeelte gaat en met welke zaken er rekening gehou-den dienen te worden.

Risico’sBelangrijk tijdens de uitvoering is om zoveel mogelijk risico’s uit tesluiten. Er zijn echter ook omstandigheden waar men geen vat opheeft. “Het kan zomaar dat ADO Den Haag nacompetitie moet spe-len en dan de laatste wedstrijd op 15 mei moet spelen. Wij moetenop 19 mei het stadion opleveren. We hebben dan 72 uur de tijd”, ver-telt De Mol. “Om een groot risico weg te nemen, hebben we in de zo-mer van 2013 de onderbouw al gereed gemaakt. Dat scheelt een hooptijd na het voetbalseizoen.”

Van der Meer: “De onderconstructie was in 2013 helemaal gereed endus hoeven we ons alleen met de bovenbouw bezig te houden. Er lig-gen drie scenario’s klaar: geen nacompetitie voor ADO Den Haag,één nacompetitieronde of twee nacompetitierondes. We weten datwe een korte periode hebben en dus hebben we daar rekening meegehouden met het aanleggen van de pilotvelden. We hebben geke-ken hoeveel tijd we kwijt zijn om bepaalde zaken in het Kyocera Sta-dion te realiseren als het erom gaat.

PilotveldenOm bepaalde risico’s te beperken zijn er pilotvelden aangelegd. Hier-bij was het doel om ervaring op te doen met de constructie, kunst-grasmat, installaties, maar ook met de beschikbare bouwtijd en dewerking van het bouwteam. Voor de technische aspecten zijn de pi-lotvelden exact gerealiseerd zoals dit voor de WK velden voor ogenwas. Bij Hockeyclub Klein Zwitserland is in 2012 het eerste pilotveldaangelegd, het kunstgrasveld, constructie en beregeningsinstallatiewaren nog niet eerder op deze wijze gebouwd.

De sector tophockey van de Nederlandse Hockeybond (KNHB) heeftdirect na oplevering het kunstgrasveld getest. Opmerkingen uit dezetestfase zijn door Greenfields meegenomen in de doorontwikkelingvan de mat. Uiteindelijk zijn in 2013 nog eens vier doorontwikkelde vel-den aangebracht die onder andere dienen als trainingslocatie voorde gastlanden. Ook deze velden zijn direct door tophockey getest opde speltechnische eigenschappen. De constructies van de pilotvel-den zijn opgebouwd met drainbeton, een vervanger van asfalt. Deaanleg van drainbeton zorgde in eerste instantie voor problemen metde vlakheid. Door aanpassingen aan de machine en wijzigingen in hetaanlegproces zijn deze problemen ondervangen. Dit heeft inmiddelsgeresulteerd in een directe goedkeuring van de onderbouw van hetGreenfields stadion. De Mol: “Dit onderstreept het belang van pi-lotvelden nog maar eens.”



GrasmatWaar het meeste goed gaat, daar wordt vaak alleen melding gemaakt als er iets misgaat. Bij-voorbeeld rondom het veld van ADO Den Haag. Mede door de zware weersomstandighedenbleek de natuurgrasmat niet te matchen met de onderbouw die bedoeld is voor kunstgras.Van der Meer: “Er werd vooraf over kunstgras en natuurgras gesproken. We hebben samenmet ADO vastgesteld dat de overgang naar kunstgras te snel zou gaan. Na het WK hockeyzouden we richting kunstgras gaan. In overleg met ADO Den Haag is gekozen voor natuur-gras met de wetenschap dat er risico’s aan verbonden waren. We hebben dat uiteraard on-derzocht, maar het waren weloverwogen risico’s. De eerste resultaten waren goed en tij-dens de eerste wedstrijd, ADO-PSV, lag het er goed bij. Een vorm van overmacht was die bakregen die in een korte periode viel. De mat was al kwetsbaar en die hoeveelheid water enhet feit dat ADO al snel weer thuis moest spelen, zorgde dat je dweilt met de kraan open. Opzo’n moment komt echter ook de kracht van je bouwteam naar boven. Je krijgt veel over jeheen, maar je blijft er met elkaar om die knelpunten op verantwoorde wijze in banen te lei-den. Uiteindelijk hebben we toch voor kunstgras gekozen.”

Planning en raakvlakanalyse Bij een groot project als deze valt of staat alles met een goede planning. “Dat is essentieel”,beaamt De Mol. “Ook hier ga je van grof naar fijn. Je hebt een aantal mijlpaaldata en dan volgtper werkgroep een detailplanning. Uiteindelijk wordt de hoofdplanning constant door hetbouwteam bewaakt.”

Ondanks de deelprojecten, zul je altijd met raakvlakken te maken hebben. “Bij de parkeer-plaats kijk je naar de inrichting daarvan, maar daarbij zit ook de ontsluiting van al het ver-keer betrokken. Dat moet op elkaar afgestemd zijn”, vertelt De Mol.

Van der Meer: “Je merkt gaandeweg het proces dat er meer raakvlakken zijn dan je voorafmisschien in kan schatten. Maar neem ook externe raakvlakken, zoals de Nucleaire Sum-mit in Den Haag. Dat wisten wij een aantal jaar geleden ook niet en daar heeft iedereen re-kening mee te houden.”

TotaalpakketHet organiseren van het WK hockey is een massaal project. Je hebt zoveel factoren en par-tijen waar je rekening mee dient te houden: de gemeente Den Haag, de KNHB, de interna-tionale hockeybond (FIH), brandweer en politie, Gasunie, ADO Den Haag.. “Maar ook deNOS”, vult De Mol aan. “Zij maken de beeldopnames. Je bundelt alle eisen en die vertalenwij naar technisch haalbare en betaalbare oplossingen.”

3D-modelDe Mol: “We hebben een 3D-model van hetterrein uitgewerkt, waardoor alle raakvlak-ken duidelijk in beeld komen. Je kunt zienhoe alles loopt en waar je eventueel con-flicten krijgt.”

Van der Meer: “De zichtlijnen komen meernaar voren toe. Dat is een grote meer-waarde ten opzichte van 2D. Je visualiseerthet voor mensen en dus kun je ze makkelij-ker meenemen in je organisatie in hoe heteruit komt te zien. Dat is een waardevolleaanvulling.”

Door met je smartphone de QR-code te le-zen, zie je het 3D-filmpje van het KyoceraStadion tijdens het WK Hockey.

46 ADVERTORIAL


CIRCUSOPLEIDING BETREKTDUURZAME TRAININGSHAL

Duurzame bouwHet opleidingsinstituut vond haar oplossing in de ‘Flexolution’ vanbouwspecialist Neptunus. Dit is een demontabel gebouw dat qua uit-straling, functionaliteit en afwerking gelijkwaardig is aan perma-nente bouw. Het verschil is echter dat dit soort accommodaties snelte plaatsen en na de gebruiksperiode te demonteren zijn en herge-bruikt worden. Een keuze voor flexibiliteit en duurzaamheid.

Uniek in NederlandIn samenwerking met 6 andere kunstdisciplines binnen het onder-wijsaanbod in Tilburg profiteert de opleiding van de voordelen diedeze, in Nederland, unieke faciliteiten bieden. De nieuwe hal, met eenvereiste hoogte van 10,5 meter, complementeert het reeds bestaandeaanbod van trainingsfaciliteiten op het gebied van jongleren, tram-poline springen, koorddansen, acrobatiek en trapeze werk. In dehal bevinden zich ook een kleed-, kantoor- en lesruimte.

Dorrie Eilers, directeur van Neptunus: “De afgelopen jaren hebbenwe al tientallen tijdelijke sporthallen in zowel binnen- als buitenlandgebouwd. Dit is echter de eerste keer dat we een demontabele cir-cushal hebben gebouwd. We zijn dan ook erg trots op het resultaat.

Er wordt vaak voor een tijdelijke oplossing van Neptunus gekozen alser bijvoorbeeld verbouwd gaat worden. In dit geval, het opvangen vaneen ruimtetekort, zijn onze demontabele gebouwen natuurlijk ook ui-termate geschikt.”

De Academy for Circus and Performance Art (ACaPA) van Fontys Hogescholen beschikt sinds dit

studiejaar over een demontabele trainingsaccommodatie. Neptunus, specialist in demontabel bou-

wen, leverde een tijdelijke sporthal die dient als oefenruimte voor de vierjarige ‘Circusopleiding’.

Toen bleek dat de inmiddels afgebroken trainingsfaciliteit, een oude circustent, niet meer aan de

wensen voldeed ging Fontys Hogescholen op zoek naar een passende en energiezuinige oplossing.

47SPORT & WERK


Plannen, plannen en nog eens plannen maken. Tijdens het procesvan de vernieuwing van de FNV is het volop plannen wat de klokslaat. Het is niet niks tenslotte om samen één te worden. Het is ge-ven en nemen. Het mooie is wel om te bemerken dat alle betrokke-nen een groot enthousiasme hierin kennen.

Natuurlijk gaat er een en ander ten goede veranderen, en zal hetvoor een ieder even wennen worden. Maar dat wilden we dan ook.Wij van FNV Sport kijken reikhalzend uit naar het moment van sa-mengaan! Deze groeiende sector van ons heeft veel potentie endoor het samengaan, kunnen wij van FNV Sport onze leden nóg be-ter en breder gaan bedienen.

Je kunt dus eigenlijk wel zeggen dat de FNV Vereniging zo zijn ei-gen versie van de serie Utopia heeft gecreëerd! Met in de hoofd-rollen zéér interessante kopstukken en bestuurders, medewerkers,leden en sectoren. Onze versie is echter leuker, netter én interes-santer! We zijn vanaf de bodem begonnen met metselen aan denieuwe FNV in Beweging. Naar mijn idee met succes. Het geeft eenheerlijk gevoel te zien dat alles nu zijn vorm gaat krijgen.

Wij van FNV Sport vinden het van grootst belang dat onze identiteitkenmerkend blijft! Sterker nog, binnen de nieuwe FNV zijn wij vanSport van mening dat wij een flinke boost zullen bijdragen aan hetalgemeen imago van onze Vereniging. Want wij vinden dat het vak-bondswerk in onze sector anno 2014 thuis hoort. Sport is sexy,sport is actie, sport is uitdaging, sport is leerzaam, sport is overal,sport is ambitieus!

Voorheen durfde men de vakbond saai en stoffig te noemen. Maardat zal men niet zo snel meer roepen als men straks FNV Sport kent!De beleving van onze leden is van groots belang. Hoe zien ze de vak-bond? Wat verwacht men van ons? Wij zijn er tenslotte voor onzeleden. Een grote positieve stap is de betrokkenheid van onze ledendoor middel van onder andere het ledenparlement.

Wij van FNV Sport willen graag weten wat onze leden ‘beweegt’, eneigenlijk ben ik heel nieuwsgierig hoe je onze vakbond FNV Sportziet én beleeft. We werken namelijk hard aan onze look & feel voorde toekomst, en ik ben reuze benieuwd of we dit nóg beter kunnenafstemmen op de wensen en behoefte van onze leden. Stuur ons ge-rust een mailtje met je impressies of ideeën naar [email protected] surf even langs onze website.

FNV Sport werkt aan de professionalisering in onze sector op elk ni-veau. Opleiding, kwaliteit, veiligheid, duobanen, werktijden, ar-beidsvoorwaarden, inspraak etc. Medezeggenschap én veiligheidblijven topics die steeds bovenaan ons lijstje belanden, omdat ditsterk leeft in de sector momenteel.

Juist jouw mening en interactie vinden we hierin van belang. Werkje in de fitnessbranche? Denk met ons mee en sluit je aan bij ons pa-nel Fitness Professionals! Ook via de digitale weg kun je met onsmeediscussiëren. Kijk op onze website voor meer informatiewww.fnvsport.nl

Vorm jezelf!

Gissella voor FNV Sport

FNV UtopiaDoor

Gis

sella

Are

nds

48 SPORT & WERK


Steven Jellinghaus is als advocaat en register-mediator verbonden aan De Voort advocaten|me-diators te Tilburg en universitair docent sportrechtaan de Universiteit van Tilburg.

N e d e r l a n dkleurde tijdens de spelen weer

Oranje. Ook ik, kleurenblind maar toch, werdaangestoken met het medaillevirus. Endaarmee werd de politieke beladenheid vande spelen er toch weer afgehaald.

Terecht herinnerde google met zijn ope-ningspagina aan het Olympisch Statuut.Maar moet je dan gaan boycotten? Ofjuist weer niet? Een moeilijke keuze, dievoor een niet-sporter wellicht principiëlerkan worden gemaakt dan een sporter. Im-mers, de Spelen zijn er maar eens in devier jaar!

De olympische gedachte staat bovendienlos van politiek. En eigenlijk is dat maargoed ook. Want als we politiek een rol latenspelen, dan vraag ik mij af of wij überhauptergens wel op de wereld Spelen kunnen or-

ganiseren. Rusland kennelijk niet. Maar ookde Verenigde Staten hebben geen smette-loos blazoen. En dat geldt natuurlijk ookvoor Nederland, die ook de afgelopen jarenaardig wat misstanden rondom mensen-rechten om zijn oren heeft gehad. Bestaater überhaupt een land dat niet controver-sieel is?

Wellicht moeten we dan maar standaardde winterspelen in Zwitserland organise-ren. De zomerspelen kunnen dan standaardworden toegewezen aan Griekenland. Heeftbovendien als voordeel dat de faciliteitenvoortdurend gebruikt kunnen worden.

Maar ach, een rondreizend circus heeft ookwel zijn charme. Het levert leuke plaatjes open je leert nog wat van de wereld. Wie hadanders ooit van Lake Placid gehoord?

Ik ga mij alvast maar klaar maken voor Rio.

ORANJE

FNV Sport zal eind oktober direct aansluiten bij de FNV, wij gaan dan als sector FNV Sport & Bewegen verder. Om deze vernieuwingdaadwerkelijk vorm te geven zijn wij nu al op zoek naar bestuursleden die straks mee willen bouwen aan een actieve vakbond voor deSportsector. Werk jij in de sportsector en heb je de juiste ambitie om de vakbondsvertegenwoordiging in de sportsector uit te bouwen?

Heb je interesse, neem dan contact op via [email protected] o.v.v. bestuursfunctie. Het betreft hier een vrijwilligersfunctie waarvoor eenbewijs van goed gedrag wordt gevraagd.

Ben jij op zoek naar een sportieve uitdaging?

Teken jij dit jaar een nieuw contract bij je bestaande of nieuwe werkgever? Let op, er zijn een aantal zaken veran-derd in de wetgeving. Let op: alle wijzigingen gelden per 1 juli 2014.

Geen proeftijdIn een contract van 6 maanden of korter mag je werkgever geen proeftijd meer opnemen.

Geen concurrentiebedingPer 1 juli 2014 mag er geen concurrentiebeding meer staan in een tijdelijk contract. Alleen als de werkgever een zo-genaamd ‘zwaarwegend bedrijfsbelang’ heeft. Wees hier dus alert op en vraag bij twijfel FNV Sport om advies.

Opzegtermijn bij een tijdelijk contractPer 1 juli 2014 moet je werkgever je een maand van tevoren laten weten als deze het contract niet verlengt. Nu magdat officieel nog op de dag voordat het contract eindigt. Let op: dit geldt niet voor contracten korter dan 6 maanden.

Nieuwe arbeidsovereenkomst in 2014?

LET

OP!

49SPORT & WERK


Lloyd Pitai, ZZP’er in de fitnessbranche

“EEN KWALITEITSKEURMERK ZOUVEEL RUST KUNNEN BIEDEN”FNV Sport gaat vanaf 1 januari 2015 verder als de sector Sport &

Bewegen. Maar wie zijn hun leden en wat houdt ze bezig? Voor-

zitter Gissella Arends bracht een bezoek aan één van de leden,

Lloyd Pitai. Lloyd is een ZZP’er in de fitnessbranche en werkt van-

uit zijn praktijk in Barendrecht. “ Je moet als personal trainer niet

alleen sporten, maar ook luisteren naar de klanten.”

Tekst: Rogier Cuypers i.o.v. FNV Sport

50 SPORT & WERK


Voorzitter Gissella Arends wil graag binding houden met haar leden. En daarom bezoekt zehaar leden wanneer haar drukke agenda het toelaat. In Barendrecht zocht ze Lloyd op dienaast zijn werk als ZZP’er ook bezig is aan een vierjarige deeltijdstudie fysiotherapie. “Ik bendoor mijn eigen blessures min of meer in de sport gerold. Voorheen deed ik bij Theo ten Tije(nu bekend als Achmea Health Center in Apeldoorn) aan intensief judo en jiujitsu, bijna da-gelijks. Helaas raakte ik geblesseerd aan mijn knie. Ik revalideerde bij een andere fysiothe-rapiepraktijk, maar had heel erg vraagtekens bij de behandelmethodes. ‘Dat moet beter kun-nen’, dacht ik. Zo is die interesse in dit vak gekomen.”

Lloyd heeft een schrijnend voorbeeld als het gaat om de laksheid van zijn behandelaars vanweleer. “Er werd een apparaat op mijn knie gezet, maar na een uur waren ze me vergeten.Later kwam ik erachter dat de behandeling maar voor dertig minuten was. Gewoon heel na-latig. Toen heb ik binnen mijn eigen sportcentrum gekeken. Daar kon ik vrij direct terecht, bijfysiotherapeuten met een geweldige sportachtergrond. Namelijk het CIOS. Zo is mijn inte-resse verder gegroeid naar de diversiteit van sporten, sportherstel en sportrevalidatie.Daarvoor heb je een goede basis nodig en die vond ik in de fitness. Toen mijn knie beter was,ging ik op mijn twintigste diezelfde opleiding volgen. Na de heftige tijd met revalideren benik er goed uitgekomen en kon weer mee doen aan verschillende wedstrijden. Na vier jaarCIOS kon ik gelijk aansluiten bij het sportcentrum waar ik altijd getraind heb. Ik ging fulltimeaan de slag met het geven van fitnessen groepslestrainingen. Daarnaast gaf ik ook weke-lijks judo en jiujitsu.”

ZZPNa zijn werkzaamheden in het sportcentrum, verkaste Lloyd naar Rotterdam. Hij werd be-drijfsleider van een klein fitnesscentrum. “Dat was een leerzaam jaar, want ik kwam er ach-ter dat dit niets voor mij was. Ik kwam vervolgens bij David Lloyd terecht en daar ontstondhet idee om voor mezelf te beginnen. Via die weg ben ik mijn netwerk gaan uitbreiden en ikkon daar mijn opleiding als personal trainer volgen. Die werd destijds door Engelsen gege-ven en zij waren van een geweldig hoog niveau. Door hen en door een goede samenwerkingmet collega’s, werd ik gemotiveerd om verder te gaan in dit vak. Ze hebben me geleerd watiemand een goede begeleider maakt. Ik vind het vooral erg belangrijk om te luisteren naarde klant, problemen te herkennen en hem of haar uit te dagen. Vooral uitdagen in dingen diede klant al goed doet. Omdat ik zelf onder andere twee knieoperaties achter de rug heb, weetik hoe het menselijk lichaam werkt en wat bepaalde gevolgen kunnen zijn. Daar kan ik danweer op inspelen. Het mentale gedeelte van revalidatie is erg zwaar en soms moet je danook voor de klant gaan denken. Haal hem of haar uit de dagelijkse sleur en maak de klant be-wust wat je voor diegene doet en waarvoor je het doet. Sommige trainers zijn daar te nala-tig in. Soms moet je als personal trainer ook even je mond houden en een ander laten pra-ten. Voorheen was ik alleen bezig met de oefeningen.”

‘Via FNV Sport wil ik desector professionaliseren’

51SPORT & WERK


Over Lloyd PitaiLloyd Pitai (38) is gediplomeerd sport/life-style instructeur. Hij heeft zich gespeciali-seerd tot allround personal trainer (NASM)en heeft vijftien jaar werkervaring. Daar-naast is hij ook actief op het gebied vansportrevalidatie. Hij werkt hierbij intensiefsamen met gerenommeerde (sport)fysio-therapeuten.

“Sport is voor mij vanaf jonge leeftijd al eenmanier geweest om mezelf te uiten en op teladen. Ik heb verschillende sporten vanafmijn jonge jaren (voetbal, jiujitsu, judo, hard-lopen, buitensport….) beoefend en ook ge-observeerd, geanalyseerd en geëvalueerd.Deze kennis van sport gebruik ik als instru-ment om mensen hun eigen (fysieke enmentale) kracht terug te geven.”

Meer informatie over Lloyd? Bekijk dan zijnwebsite: www.lloydpersonaltrainers.nl

Vaste locatiesDe week van Lloyd is nooit hetzelfde. De mix van studie en werk zorgt voor afwisseling, maarook het feit dat hij niet vanuit één plek werkzaam is. “De studie- en college-uren zijn hetzelfdeen de rest van de week schommelt. Ik heb een aantal vaste werkuren, maar je ziet dat er al-tijd wat verschuivingen zijn. Ik geef vaak personal training op een voor de klant vaste loca-tie of aan huis. Soms ben ik in het Sparta stadion en soms zit ik in Barendrecht of Dordrecht.Ik wil niet nog meer locaties hebben, tenzij je ergens potentiële klanten treft. Ik probeer ookvaak te netwerken bij bijeenkomsten of via mijn eigen website.”

FNV Sport“In 2009 heb ik definitief de knoop doorgehakt om ZZP’er te worden. Ik was op zoek naarelementaire randvoorwaarden voor mijn bedrijf en die vond ik door een lidmaatschap bij FNVSport af te sluiten. Mijn reden om lid te blijven van FNV Sport is omdat er mensen zijn die zichzomaar personal trainer noemen zonder een adequate opleiding of werkervaring te bieden”,vervolgt hij. “Zij leveren niet de kwaliteit die je als klant mag verwachten. Via FNV Sport wilik mijn sector professionaliseren. Het maakt het nog erger dat zij sjoemelen met de prijzen.Als ik zestig euro voor de training vraag, dan wordt er soms 25 euro gevraagd. Een basista-rief of een kwaliteitsregister zou een oplossing kunnen zijn.”

Gissella: “De prijs/kwaliteit-verhouding moet goed zijn en kwaliteit heeft een prijs en daad-kracht . Ook op Europees niveau besteden wij aandacht aan het (zelfstandig) werken in debranche met goede arbeidsvoorwaarden die ook hier onmisbaar zijn. Als ZZP’er zegt somsje diploma niets over de grens of gelden je tarieven niet meer en andersom.”

Lloyd: “Een goed voorbeeld is de fysiotherapie. Zij stellen enorm hoge standaarden en zij heb-ben een basistarief voor iedereen.”

Gissella: “In ieder geval zou duidelijkheid al veel opleveren.”

Lloyd: “Zo’n kwaliteitskeurmerk zou veel rust bieden. Dat is een hoofdreden om lid te zijn vanFNV Sport. In het Fitnesspanel bekijken we of dit een haalbaar doel is voor de sector. ”

VoordelenLos van het vechten voor het kwaliteitskeurmerk in zijn branche heeft een lidmaatschap voorLloyd nog meer voordelen. “Vaak weet die groep niet welke voordelen er aan een lidmaat-schap zitten. Daar zou FNV Sport nog meer voordeel uit kunnen halen.”

Gissella: “Dat kwam ook naar voren uit onze sectoranalyse. Het voordeel van het lidmaat-schap kunnen we nog beter benadrukken.”

ZZP-bijeenkomstenFNV Sport organiseert ook bijeenkomsten voor ZZP’ers. Lloyd is niet bij elke meeting aan-wezig, maar haalt er zeker zijn voordeel uit als hij aanwezig kan zijn. “De social media-bij-eenkomst was leerzaam en het is goed om met andere trainers kennis te maken en ervaringenmet elkaar te delen. Overigens doe ik nu nog te weinig met social media. Ik ben met Twitterbegonnen, maar dat moet ik beter oppakken. Het moet overal kloppen, zowel op jouw web-site als op social media. Ik ga verder naar netwerkbijeenkomsten ook in dit pand, Villa Cali-fornia Building te Barendrecht, of bij een bedrijfsvereniging via contacten. Samenwerken inmijn branche is de sleutel om door de crisis te komen. Daarom draai ik nog redelijk goed indeze zware tijd.”

‘Samenwerken is hetsucces om door de crisis te komen’

Niet alleen korte pauzes helpen om gezondte blijven, ook langere periodes van ont-spanning zijn belangrijk voor je gezondheid.Een luie avond op de bank, een lang week-end weg of een tweeweekse vakantie. Allerustmomenten zijn belangrijk voor de balanstussen in- en ontspanning en de balans tus-sen je werk en privéleven.

Geen pauze of rust nemen kent risico’sAls je het een tijd wat drukker hebt is datgeen enkel probleem. Je presteert vaak goedonder druk. Denk maar aan een deadline dieje wilt halen of het gevoel van voldoening naeen dag hard werken. Er ontstaat echter eenprobleem als je geen tijd hebt of neemt om bijte komen. Zeker als de periode van druktelang duurt. Je lijf en je hoofd blijven dan con-tinu alert. Je gaat slechter slapen en raaktsnel geïrriteerd. Je wordt moe, chagrijnig enkrijgt spier- of hoofdpijn. Je hebt nergensmeer puf voor en maakt je, meer dan an-ders, zorgen over dagelijkse zaken. Ook kunje tegen de volgende werkdag gaan opzien.Zulke klachten kunnen een teken zijn vanoverbelasting. Je hebt behoefte aan rust enontspanning, maar er is (voor je gevoel) geentijd om te herstellen. Niemand houdt dat heellang vol. In Nederland ervaren 900.000 werk-nemers burn-out klachten (cijfers CBS 2012).

Zo zorg je voor een gezonde balansStress voorkomen is beter dan genezen.Want in een drukke periode een duidelijksignaal afgeven kan behoorlijk lastig zijn. Devolgende tips kunnen je helpen op tijd rust inte bouwen. Heb je al een behoorlijke tijd

stressklachten, bedenk dan dat je altijd ad-vies aan je bedrijfsarts of huisarts kunt vra-gen.

Doen• neem regelmatig een korte pauze. Ga, als

dit mogelijk is, van je werkplek af. Maakeen praatje met een collega, wandel evendoor de gang of doe een korte ontspan-ningsoefening.

• Neem in ieder geval een lange pauze zo-dat je rustig kunt eten en ontspannen.

• Plan pauzes bewust in als je merkt dat jegejaagd bent of als je de neiging hebt detijd te vergeten.

• Stel prioriteiten in je werk en bespreekdeze (zo nodig) met je leidinggevende.

• Werk je regelmatig over of krijg je je werkvaak niet af, bespreek dan je takenpakketmet je leidinggevende.

• Bespreek je werktijden met je leidingge-vende. Een prettige werk-privébalanszorgt voor rust.

• Kun je eigenlijk nooit echt pauze, een dagvrij of vakantie nemen? Kaart dit probleemdan aan bij je leidinggevende of de Me-dezeggenschap.

• Lunch gezond.

Laten• Op je werkplek lunchen. Het is makkelijker

ontspannen als je echt even afstandneemt van je werk.

• Pauzes overslaan. Je lichaam en je hoofdhebben tijd nodig om te herstellen vanwerk. Door middel van een korte pauzekun je weer opladen en fris verder werken.

• Je agenda helemaal volplannen met af-spraken. Plan, als dit mogelijk is, tijd invoor onvoorziene werkzaamheden. Datvoorkomt een hoop stress.

• Vlak voor het slapen gaan je werkmaildoornemen.

• Spaar geen vakantiedagen op. Neem re-gelmatig een korte periode vrij (lang week-end) en in ieder geval een keer per jaareen langere periode.

• Al je privéafspraken voor een langere tijduit je agenda schrappen. Ontspanning in jeprivéleven zorgt er ook voor dat je metplezier kunt werken.

52 SPORT & WERKTekst: ????


Waarom pauze nemen van groot belang is. Werken levert energie

op, maar kost ook energie. Vaak merk je dat na één à twee uur je

concentratie afneemt, het werk zwaarder aanvoelt en dat de kans

op fouten maken groter wordt. Als je regelmatig een pauze neemt,

zorg je ervoor dat je de hele dag energie hebt en productief blijft.

Pak je Pauze!

53SPORT & WERK


Tekst: Jeroen Bolk

"DE RI&E IS DE BASISVAN HET ARBOBELEID"

Alle werkgevers met personeel in dienst zijn sinds 1 januari

1994 verplicht de Risico- Inventarisatie &- Evaluatie (RI&E) te

maken. Werkgevers in de recreatie- en fitnessbranche vormen

geen uitzondering op de regel. Jettie Steenbergen, paritair ma-

nager bij Atrium Groep, en Pieter ten Wolde, auditor Keurmerk

Fitness, legden uit wat RI&E voor de recreatie- en fitness-

branche inhoudt, hoe en door wie het uitgevoerd dient te wor-

den en welke rol werknemers hebben in het proces.

RI&E voorkomt risico’s voor werknemers en werkgevers

54 SPORT & WERK


Ongevallen op de werkvloer kunnen zorgen voor grote schade voorwerkgevers, werknemers en de goede naam van het bedrijf. Om de(financiële) risico’s terug te dringen, zijn werkgevers verplicht eenRI&E, bestaande uit een lijst met alle risico’s in het bedrijf en een planvan aanpak, op te stellen. “Bij fitnesscentra betekent dat men voorpersoneel en klanten onder andere alert is op geluidsoverlast in degroepslesruimtes, de toegankelijkheid van de nooduitgangen, het be-strijden van legionella, het onderhouden van fitnessapparatuur, dater geen uitstekende delen in het centrum zijn waar je tegenaan kanlopen en dat de werkplek van de baliemedewerker tochtvrij is”, legtTen Wolde uit.

Steenbergen is van mening dat het erg belangrijk is om de RI&E opte stellen. “De RI&E is eigenlijk de basis van het arbobeleid van eenbedrijf. Wanneer men weet wat de risico’s en de mogelijke effectendaarvan zijn, kan men de juiste maatregelen treffen”, stelt de paritairmanager.

Branchespecifieke RI&E’sDe recreatie- en de fitnessbranche zijn twee van de 170 branches meteen specifieke RI&E. “Branchespecifieke RI&E’s zijn ontwikkeld om-dat binnen eenzelfde bedrijfstak veelal dezelfde risico’s voorkomen.Deze zijn geïnventariseerd en gebundeld in een digitaal RI&E-in-strument, waardoor de fitnessondernemer vragen krijgt voorge-schoteld die voor hem herkenbaar zijn en wat automatisch een planvan aanpak genereert”, aldus Ten Wolde.

Niet iedereen is RI&E-plichtigNiet iedere werkgever hoeft de RI&E op te stellen. Werkgevers die al-leen uitzendkrachten of vrijwilligers in dienst hebben, zijn alleen RI&E-plichtig als zij in hun organisatie werken met gevaarlijke stoffen. Werk-gevers die voor minder dan 40 uur per week personeel in diensthebben kunnen een verkorte RI&E opstellen.

Toetsen“Wanneer een werkgever meer dan 25 werknemers in dienst heeft,moet hij de RI&E laten toetsen door een gecertificeerde deskundige.”,laat Steenbergen weten. “Heeft het bedrijf jaarlijks gemiddeld meer dan25 medewerkers in dienst, dan volgt een bedrijfsbezoek van de arbo-dienst. Deze let er tijdens zijn bezoek op dat alle risico’s op de lijst staan,of de situatie in het bedrijf goed is weergegeven en of de laatste nor-men en richtlijnen zijn gebruikt. Tevens adviseert de deskundige bij hetplan van aanpak.”

Betrek medewerkers bij de RI&EWerkgevers doen er goed aan om hun werknemers bij de RI&E te be-trekken. “Medewerkers weten precies wat er speelt op de werkvloer

en wat de risico’s voor hen en de gasten zijn. Tevens zien zij doordatze erbij betrokken worden in wat het belang is van nieuwe maatre-gelen. De Risico- Inventarisatie &- Evaluatie wordt daarnaast ver-stuurd naar de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoor-diging, omdat zij ermee moeten instemmen”, legt Steenbergen uit.

Ook Ten Wolde is voorstander om het personeel bij de RI&E te be-trekken, iets dat veelal gebeurt in zijn branche. “Het personeel krijgtinzicht in de vragenlijst of, nog beter, wordt betrokken bij het beant-woorden van de vragen. Op die manier wordt een bewustwordings-proces op gang gebracht en krijgen de arbeidsomstandigheden con-tinu aandacht.”

GeactualiseerdOnlangs onderging de RI&E Recreatie een kleine metamorfose.Steenbergen: “Eens per drie jaar moet de RI&E worden geüpdate enopnieuw worden erkend door het Steunpunt RI&E. De RI&E werdeerst alleen stand-alone (computerconfiguratie die niet op een net-werk is aangesloten en geen fysieke verbinding met andere compu-ters heeft, red.) aangeboden, maar nu is het online beschikbaar enveel gebruiksvriendelijker gemaakt.”

BekendheidVolgens Steenbergen wordt de RI&E veel toegepast in de recreatie-branche. Ook ondernemers in de fitnessbranche zijn volgens TenWolde goed bekend met de RI&E. “Aangesloten leden van Fit!vak die-nen verplicht een kwaliteitsaudit, het Keurmerk Fitness, te ondergaan.Daarin wordt ook getoetst of de RI&E is uitgevoerd en of er een planvan aanpak is opgesteld.”

Bewust worden van de risico’sToch staat men volgens Ten Wolde in het begin niet te springen omde RI&E op te stellen. “In het begin zien veel ondernemers er tegenop om aan de RI&E te beginnen. Ondanks dat het al veel minder vra-gen zijn dan in de eerste digitale versie, blijven er nog steeds veel vra-gen over om in te vullen. Voor veel ondernemers is dat onbekend ter-rein. Ze hebben nooit nagedacht over personeelsvriendelijkearbeidsomstandigheden. Na het invullen van de RI&E zijn ze zichmeer bewust aan welke risico’s fitnessmedewerkers blootgesteldkunnen worden.”

‘Door de RI&E kunnen werkgevers de juistemaatregelen treffen’

55SPORT & WERK


Al veertig jaar gepassioneerd achter de kassa

Een bezige bij met veel liefde voor

haar vak, dat is waarschijnlijk de

beste omschrijving van Jeannette

Wijnands. Voor 32 uur per week

werkt Jeannette nu nog achter de

kassa bij het Bollenbad in Noordwijk.

Begin mei verhuist ze mee naar

zwembad BinnenZee, de vervanger

van het verouderde Bollenbad.

Op 1 mei 2014 wordt het nieuwe zwembad van Noordwijk geopend.Jeannette bruist van de energie om er weer wat moois van te makenin het nieuwe zwembad. Dat nieuwe zwembad is er echter niet zon-der slag of stoot gekomen. “In 2003 waren er serieuze plannen om hetBollenbad te sluiten. We kampten met een groot exploitatietekort ener moesten een aantal grote investeringen in het zwembad gedaanworden. Toen hebben we met het personeel vele ludieke acties ge-houden voor het behoud van het zwembad en onze werkgelegenheid.Uiteindelijk heeft dat zijn vruchten afgeworpen en is er besloten eennieuw zwembad te bouwen vlak naast het Bollenbad.”

Voor Jeannette is dit al de tweede keer dat ze de opening van eennieuw zwembad als medewerker van Sportfondsen mee mag maken.“Het is wel bijzonder om dit mee te mogen maken. In 1975 toen hetBollenbad werd geopend was ik er ook al bij. Nu wordt het Bollen-bad gesloten en beginnen we aan een nieuw tijdperk in de Binnen-Zee. Ik kijk daar enorm naar uit. Ik heb veel zin om weer allerlei ac-tiviteiten te organiseren in het nieuwe zwembad. Het is erg belangrijkom de kinderen van de straat te houden, daar kunnen wij een rol inspelen door leuke activiteiten aan te bieden. Maar ook groepen ou-deren en gehandicapten zijn belangrijk.”

De carrière van Jeannette start in 1972 bij Sportfondsen als scho-lier met een bijbaantje. “Vroeger heb ik aan waterpolo en wed-strijdzwemmen gedaan bij W.I.K. – Zilvermeeuwen in Wassenaar. Bijde zwemvereniging ben ik gestart met het geven van zwemles en zo

ben ik ook aan mijn bijbaantje in het Sterrenbad in Wassenaar ge-komen. Na twee jaar zwemles te hebben gegeven in het Sterrenbadben ik in het net geopende Bollenbad gaan werken. Vervolgensben ik er nooit meer weggegaan. Best bijzonder eigenlijk, inmiddelsben ik 58 jaar en heb nog nooit gesolliciteerd.”

Inmiddels is Jeannette al meer dan veertig jaar in dienst bij Sport-fondsen, maar het einde is nog niet in zicht als het aan Jeannette ligt.“Ik hoop dit werk vol te houden totdat ik vijftig jaar in dienst ben bijSportfondsen, dat vind ik wel een mooi streven. De eerste tien jaarheb ik zwemles gegeven, daarna ben ik kassawerk gaan doen. Ikwilde graag thuis zijn als mijn kinderen ook thuis zijn en het werkachter de kassa doe ik met enorm veel plezier.”

Dat de gasten van het zwembad ook blij zijn met Jeannette blijktwel uit de cadeautjes die bij de kassa in het Bollenbad hangen. “Ikkrijg regelmatig kleine cadeautjes als tekeningen en knutsel-werkjes van kinderen als ze hun zwemdiploma hebben gehaald. Ikzie mijn werk ook als meer dan alleen lesklanten benaderen, ad-ministratie doen en kaartjes verkopen. Mijn uitdaging zit voorna-melijk in het sociale aspect. De gasten ontvangen, ze het naar dezin maken en kinderen motiveren. Voor kinderen is het zwemmendoor het gat met zwemles bijvoorbeeld nog wel eens lastig. Ik pro-beer kinderen dan aan te moedigen. Als ze dan voor het eerst on-derwater door het gat gezwommen hebben krijgen ze soms eenklein cadeautje van mij als beloning.”

Tekst: Kitty van den Hoven, Abvakabo FNVBeeld: Abvakabo FNV

56 SPORT & WERK


“Omgaan met mensen vind ik ontzettend leuk. Mijn werk is geen mo-ment van de dag hetzelfde. Soms komen er blije mensen langs ensoms minder blije mensen. Ik probeer het iedereen naar de zin te ma-ken. Het is tenslotte belangrijk dat onze gasten uiteindelijk met eengrote glimlach op hun gezicht naar huis gaan en de volgende keerweer terugkomen.”

Jeannette ziet met enige regelmaat ook oude gasten terugkeren.“Sommige jongeren die vroeger naar het discozwemmen gingen, ko-men nu naar zwemles met hun kinderen. Dat is erg leuk om te zien enmeestal kennen ze mij ook nog als Jeannette van de kassa. Maar ookmijn eigen kleinkinderen zwemmen inmiddels bij mij in het zwembad.”

Naast de 32-urige werkweek heeft Jeannette nog tijd en energie ge-noeg om zich in te zetten als vrijwilliger. “Voorheen ben ik jarenjeugdvoorzitter van voetbalvereniging SJC geweest. Inmiddels zetik me als vrijwilliger aan de zijlijn in voor de Sportraad Noordwijk, eenadviesorgaan ingesteld door de gemeente Noordwijk dat zich inzetom sportbeoefening in de gemeente Noordwijk te bevorderen. Datbevalt me ook erg goed.”

“Ik hou helemaal niet van stilzitten, ik hou van ontdekken en wilgraag met de tijd mee. Ik pas graag op onze drie kleinkinderen, gain het weekend graag met mijn vriend met de zeilboot het IJsselmeerop en maak ook graag verre reizen. China staat op dit moment hoogop mijn verlanglijstje.”

Voor Jeannette is dit al de tweede keer dat ze de opening van eennieuw zwembad als medewerker van Sportfondsen mee mag maken.“Het is wel bijzonder om dit mee te mogen maken. In 1975 toen hetBollenbad werd geopend was ik er ook al bij. Nu wordt het Bollen-bad gesloten en beginnen we aan een nieuw tijdperk in de Binnen-Zee. Ik kijk daar enorm naar uit. Ik heb veel zin om weer allerlei ac-tiviteiten te organiseren in het nieuwe zwembad. Het is erg belangrijkom de kinderen van de straat te houden, daar kunnen wij een rol inspelen door leuke activiteiten aan te bieden. Maar ook groepen ou-deren en gehandicapten zijn belangrijk.”

De carrière van Jeannette start in 1972 bij Sportfondsen als scho-lier met een bijbaantje. “Vroeger heb ik aan waterpolo en wed-strijdzwemmen gedaan bij W.I.K. – Zilvermeeuwen in Wassenaar. Bijde zwemvereniging ben ik gestart met het geven van zwemles en zoben ik ook aan mijn bijbaantje in het Sterrenbad in Wassenaar ge-komen. Na twee jaar zwemles te hebben gegeven in het Sterrenbadben ik in het net geopende Bollenbad gaan werken. Vervolgensben ik er nooit meer weggegaan. Best bijzonder eigenlijk, inmiddelsben ik 58 jaar en heb nog nooit gesolliciteerd.”

Inmiddels is Jeannette al meer dan 40 jaar in dienst bij Sportfond-sen, maar het einde is nog niet in zicht als het aan Jeannette ligt. “Ikhoop dit werk vol te houden totdat ik 50 jaar in dienst ben bij Sport-

fondsen, dat vind ik wel een mooi streven. De eerste 10 jaar heb ikzwemles gegeven, daarna ben ik kassawerk gaan doen. Ik wildegraag thuis zijn als mijn kinderen ook thuis zijn en het werk achterde kassa doe ik met enorm veel plezier.”

Dat de gasten van het zwembad ook blij zijn met Jeannette blijkt weluit de cadeautjes die bij de kassa in het Bollenbad hangen. “Ik krijg re-gelmatig kleine cadeautjes als tekeningen en knutselwerkjes van kin-deren als ze hun zwemdiploma hebben gehaald. Ik zie mijn werk ookals meer dan alleen lesklanten benaderen, administratie doen enkaartjes verkopen. Mijn uitdaging zit voornamelijk in het sociale aspect.De gasten ontvangen, ze het naar de zin maken en kinderen motiveren.Voor kinderen is het zwemmen door het gat met zwemles bijvoorbeeldnog wel eens lastig. Ik probeer kinderen dan aan te moedigen. Als zedan voor het eerst onderwater door het gat gezwommen hebben krij-gen ze soms een klein cadeautje van mij als beloning.”

“Omgaan met mensen vind ik ontzettend leuk. Mijn werk is geen mo-ment van de dag hetzelfde. Soms komen er blije mensen langs ensoms minder blije mensen. Ik probeer het iedereen naar de zin te ma-ken. Het is tenslotte belangrijk dat onze gasten uiteindelijk met eengrote glimlach op hun gezicht naar huis gaan en de volgende keerweer terugkomen.”

Jeannette ziet met enige regelmaat ook oude gasten terugkeren.“Sommige jongeren die vroeger naar het discozwemmen gingen,komen nu naar zwemles met hun kinderen. Dat is erg leuk om tezien en meestal kennen ze mij ook nog als Jeannette van de kassa.Maar ook mijn eigen kleinkinderen zwemmen inmiddels bij mij inhet zwembad.”

Naast de 32-urige werkweek heeft Jeannette nog tijd en energie ge-noeg om zich in te zetten als vrijwilliger. “Voorheen ben ik jarenjeugdvoorzitter van voetbalvereniging SJC geweest. Inmiddels zetik me als vrijwilliger aan de zijlijn in voor de Sportraad Noordwijk, eenadviesorgaan ingesteld door de gemeente Noordwijk dat zich inzetom sportbeoefening in de gemeente Noordwijk te bevorderen. Datbevalt me ook erg goed.”

“Ik hou helemaal niet van stilzitten, ik hou van ontdekken en wilgraag met de tijd mee. Ik pas graag op onze drie kleinkinderen, gain het weekend graag met mijn vriend met de zeilboot het IJsselmeerop en maak ook graag verre reizen. China staat op dit moment hoogop mijn verlanglijstje.”

Gouden tip:“Hou je klant tevreden, behandel ze zoals

jij behandeld wenst te worden”

ECZ presenteert factsheet over het zwemonderwijs

Communicatie is goed, leerling-volgsyteem niet overal in gebruikHet Expertisecentrum Zwemonderwijs (ECZ), een initiatief van Fontys Sporthogeschool, Mulier Insti-

tuut en Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, presenteerde onlangs een factsheet over de stand van

zaken in het zwemonderwijs. Aan bod komen communicatie naar ouders, tevredenheid, gebruik van

leerlingvolgsystemen en didactische keuzes binnen het zwemonderwijs. Sport FM besprak de be-

langrijkste conclusies met Marjolein van Tiggelen, die namens Nationaal Platform Zwembaden | NRZ

het woord voerde, en Henrica Bergsma, die werkzaam is bij zwembad De Kupe in Buitenpost.

Tekst: Jeroen Bolk

Het Expertisecentrum Zwemonderwijs startte dit onderzoek om te kij-ken wat er leeft binnen de branche. Het onderzoek werd uitgevoerdbij professionals in het zwemonderwijs en vond plaats in het voorjaarvan 2013. Daarbij lette het op tevredenheid, gebruik van leerlingvolg-systemen, didactische aspecten en op de communicatie met ouders.

“Wij zijn voorstander van het hebben van nauw contact met ouders.De communicatie met ouders is namelijk enorm belangrijk”, laatMarjolein van Tiggelen weten. Daarom voelde het ExpertisecentrumZwemonderwijs 806 zwemonderwijzers en managers/coördinato-ren aan de tand over in hoeverre zij denken dat ouders tevreden zijn

57SPORT & WERK


58 SPORT & WERK


over de manier waarop gecommuniceerd wordt over de vorderingenvan hun kind. Liefst 74% van de respondenten gaf aan dat onderwij-zers denken dat ouders tevreden zijn over de communicatie over devorderingen van hun kind. Opvallend, aangezien een onderzoek uit2009 uitwees dat ouders juist over de communicatie het minst te-vreden waren. Volgens Van Tiggelen kan dit komen door een verschilin perceptie. “In het onderzoek uit 2009 is ouders naar hun mening ge-vraagd en in dit onderzoek is de mening van zwemonderwijzers ge-vraagd. Het kan natuurlijk ook zijn dat de situatie sinds 2009 is ver-beterd.”

“Nationaal Platform Zwembaden | NRZ gaat daar in de toekomstmeer aandacht aan besteden. We gaan nadrukkelijk letten op de ma-nier hoe zwemlesaanbieders met ouders omgaan. Daarbij gaan weook op zoek naar mogelijkheden om onze achterban hierbij te on-dersteunen”, zegt Van Tiggelen toe.

Henrica Bergsma sluit zich bij haar collega’s aan. “Ik denk net als derespondenten dat ouders tevreden zijn over de wijze waarop ge-communiceerd wordt over de vorderingen van hun kind. Ik vind hethelemaal niet lastig om met de ouders te communiceren.” Bergsmais van mening dat ouders het recht hebben om goed op de hoogte ge-houden te worden over de verrichtingen van hun kind. “Je bent voorde ouders het klankbord en bezig met hun meest belangrijke bezit:hun kind. Verder breng ik nieuws altijd positief en heb ik het over desucceservaring van het kind. Ook geef ik vaak aan dat niet ieder kind

even snel iets leert en dat het altijd gaat lukken. Daarnaast moet jeals onderwijzer ook vooral erg begripvol naar de ouders zijn.”

LeerlingvolgsysteemEen middel wat ertoe kan leiden dat de communicatie tussen ouders enzwemonderwijzers vergemakkelijkt, is het leerlingvolgsysteem. “Dat iseen prettig middel om mee te werken, vinden wij. Ouders kunnen op diemanier te allen tijde de vorderingen van hun kind zien en gericht vragenstellen. Dat is ook voor de zwemonderwijzers prettiger, want het is geenpretje om iedere week –ik noem maar wat- tien ouders aan de lijn tehebben die vragen hoe hun kind presteert tijdens de zwemles.”

Van de 806 respondenten gaf 46 procent aan gebruik te maken vanhet leerlingvolgsysteem. Toch gaf eveneens 46 procent van de res-pondenten aan het leerlingvolgsysteem links te laten liggen. “Het isaan de zwemonderwijzer om te kiezen of zij het leerlingvolgsysteemwel of niet willen gebruiken voor hun zwemlessen. Dat kunnen wijniet voor hen bepalen en dat kunnen wij hen zeker niet verplichten.Wel denken wij dat het voor zowel ouders als de zwemonderwijzerseen prettig middel is om mee te werken.”

Het Expertisecentrum Zwemonderwijs beveelt zwemonderwijzersdan ook aan om toch gebruik te gaan maken van een leerlingvolg-systeem, omdat het inzicht geeft voor ouders wat de vorderingen vanhun kind is. Het expertisecentrum is van mening dat dit de commu-nicatie over de zwemles van een organisatie en verwachtingen van

59SPORT & WERK


ouders sterk zou kunnen verbeteren. Bergsma behoort tot de groepvan 46 procent dat wel gebruik maakt van het leerlingvolgsysteem.”Ik maak inderdaad gebruik van het leerlingvolgsysteem. In het be-gin was dit nog heel lastig, omdat je te weinig informatie kwijt kon opde pda, maar dat is nu voorbij. De ouders zijn er heel enthousiast over,omdat ze direct kunnen zien hoe het met hun zoon of dochter gaat.Of het de communicatie met ouders echt vergemakkelijkt weet ik niet.De ouders stellen door het systeem misschien wel iets meer gerichtevragen.”

Inhoudelijke discussies over de inhoud van zwemlessenNaast de communicatie met ouders is het ook erg belangrijk datzwemonderwijzers onderling goed met elkaar communiceren.Door het voeren van inhoudelijke discussies over de inhoud vanzwemlessen kunnen zaken aan het licht gebracht worden, waar-door men ervoor kan kiezen om aanpassingen te doen aan de in-houd van de zwemlessen. En dat komt de kwaliteit van de zwem-lessen weer ten goede. Dat vindt ook Bergsma. ”Door over deinhoud van de zwemlessen te discussiëren, maak je de zwemleslevend en effectief. Je ziet ook dat kinderen daardoor niet extreemlang in een bepaald niveau blijven hangen, maar dat ze zich blij-ven ontwikkelen. Aangezien ik Hoofdzwemzaken ben en een op-leidingsinstituut heb, voer ik vaak discussies met het team over deinhoud van de zwemlessen. Dat vind ik erg belangrijk.”Die discussies worden over het algemeen bij veel zwemlesaanbiedersgevoerd, zo blijkt uit de factsheet. Liefst 78% van de 806 responden-

ten gaf aan inhoudelijke discussies te voeren met collega’s. Toch ishet bij 9% van de respondenten niet de gewoonste zaak van de we-reld om met collega’s in discussie te gaan over de zwemlessen.

Didactische aspectenHoewel zwemonderwijzers over het algemeen middels discussiesproberen vast te stellen wat de beste manier is om kinderen zwem-vaardig te maken, is nog altijd niet duidelijk wat die manier preciesis. Bergsma denkt dat echter wel te weten. “Ik leer kinderen zwem-vaardig maken door te werken met de drie fasen van het motorischleerproces: ervaren/experimenteren, het aanleren van nieuwe tech-nieken en dat te automatiseren.”

Waar zwemonderwijzers het ook niet eensgezind over zijn, is overde toegevoegde waarde van drijfmiddelen bij zwemlessen. Eenkleine meerderheid van de respondenten, 55 procent, maakt wel ge-bruik van drijfmiddelen, terwijl 36 procent van de respondenten dedrijfmiddelen links laat liggen. “Er zijn geen richtlijnen voor het ge-bruiken van drijfmiddelen. Of het gebruik van drijfmiddelen nuttig is,is per kind en per situatie afhankelijk. Je wilt een kind zo snel mo-gelijk zwemvaardig maken. Je gebruikt bijvoorbeeld een drijfmiddelwanneer er alleen diep water beschikbaar is en het kind nog niet kanzwemmen. Maar uiteindelijk moet een kind zich wel zelf kunnen red-den in het water.” Bergsma sluit zich daarbij aan. “Ik ben niet zo’nvoorstander van het gebruik van drijfmiddelen. Ik gebruik ze alleenals het echt nodig is.”

De belangrijkste conclusies op een rij* 74% van de zwemonderwijzers denkt datouders tevreden zijn over de wijze waaropgecommuniceerd wordt over de vorderin-gen van hun kind.* 81% van de zwemonderwijzers vindt hetniet lastig om een gesprek te voeren metouders over de vorderingen van hun kind.* 46% van de zwemonderwijzers maaktgeen gebruik van een leerlingvolgsys-teem, terwijl eveneens 46% van de zwem-onderwijzers wel gebruik maakt van eenleerlingvolgsysteem.* 78% van de zwemonderwijzers voert in-houdelijke discussies met collega’s.* 55% van de zwemonderwijzers werktmet drijfmiddelen, 36% van de zwemon-derwijzers doet dat niet.

‘De ouders zijn heelenthousiast over hetleerlingvolgsysteem’

60 SPORT & WERK


Tekst: Jeroen Bolk

Betaalde medewerkers vaak de dupe van bezuinigingen

Exploiteren, wat is dat en waarom is het nodig?”Exploiteren is een manier om te zorgen dat een zwembad open kanblijven. Daarbij worden veelal vrijwilligers ingezet en dat gaat vaakten koste van professionals. Veel zwembaden zien exploiteren en hetinzetten van vrijwilligers als de manier om hun hoofd boven water tehouden. Gemeenten moeten door de crisis bezuinigen en dus ont-vangen ook de zwembaden minder subsidiegelden. Sommige zwem-baden moeten daardoor sluiten, anderen worden onderdeel van eenmultifunctioneel sportcentrum.”

Maar het bouwen van een multifunctioneel sportcentrum kost tochook geld?”Dat klopt. Maar doordat je meer dan alleen zwemmen aanbiedt, ishet mogelijk om een grotere groep te bereiken en dus meer klantente verwelkomen en hopelijk aan je te binden. Die investering betaaltzich vaak wel terug. Zwembaden zijn dan niet langer alleen een 25-meter bad zonder gekkigheid, maar worden een plek waar je bij-voorbeeld ook kunt fitnessen, waar kinderen van de glijbaan kunnengaan en waar mensen kunnen aquajoggen.”

Zwembaden hebben het zwaar. Gemeenten draaien de geldkraandicht en dus hebben veel zwembaden moeite om hun hoofd bovenwater te houden. Een onderzoek van het Mulier Instituut beves-tigt dat. ‘Eén op de acht zwembaden met sluiting bedreigd’, con-cluderen de onderzoekers. Zwembaden worden daaromgeëxploiteerd, waarbij vakpersoneel vervangen wordt door vrij-willigers. Een zeer ernstige zaak, vindt Sander Wesdorp, be-stuurder bij Abvakabo FNV.

“Op de rand van het badmoeten professionals staan”

61SPORT & WERK


Dan is het bouwen van multifunctionele sportcentra toch een veel betere optie dan het ver-vangen van professionals door vrijwilligers? ”Ik ben van mening dat er op zich niets mis is met het inzetten van vrijwilligers. Het wordt ech-ter een probleem als het zorgt voor verdringing van betaald werk, iets dat nu dus helaas tevaak voorkomt. Op de rand van het bad moeten professionals staan, mensen die weten water van hen verwacht wordt en waar zij op moeten letten. Niet iedereen kan zomaar zwem-badmedewerker spelen, het is echt een vak.”

Wat heeft dit voor gevolgen?”Uit een door ons georganiseerde enquête onder zwembadmedewerkers blijkt dat zeventigprocent van de respondenten bang is voor de bezuinigingen. Dat heeft twee redenen. Menis ten eerste bang om hun baan te verliezen. Daarnaast verslechtert de kwaliteit van dedienstverlening. Waar voorheen twee professionals aan de rand van het bad stonden, is nunog maar plaats voor één betaalde kracht. Er is dus veel minder toezicht en dat komt de kwa-liteit van de dienstverlening niet ten goede. Ook bleek uit diezelfde enquête dat er als gevolgvan de bezuinigingen veel minder geld wordt besteed aan onderhoud. Hierdoor kunnen ge-vaarlijke situaties ontstaan. Dat achterstallig onderhoud erg gevaarlijk kan zijn, bleek tweejaar geleden wel in Tilburg. Toen viel een geluidsbox precies op het hoofd van een vijfmaanden oude baby, die helaas overleed.”

Zitten er dan helemaal geen voordelen aan het exploiteren van zwembaden?"Zeker in de kleinere gemeenten zorgt het exploiteren van zwembaden voor een grote be-trokkenheid van burgers, mits vrijwilligers ingezet worden. Het is ook goedkoper om vrijwil-ligers in te zetten in plaats van professionals en dat lijkt dan de beste oplossing, maar dat ishet natuurlijk niet."

Wat doet Abvakabo FNV om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen én om zoveel mogelijk betaalde banen in de zwembranche te behouden?”Wij gaan daarover in gesprek met gemeenten. Wij roepen hen op om goed na te denken overde gevolgen van de bezuinigingen. Daarbij besteden wij aandacht aan het banenverlies vooreen gemeente en aan de verslechterde kwaliteit van de dienstverlening. Ook proberen wijhet ontslagen personeel iets fatsoenlijks aan te bieden ter vervanging. De meeste gemeen-ten zijn begripvol. Met hen kijken we samen of en hoe we er toch uit kunnen komen en of wede professionals, indien zij ontslagen worden, kunnen begeleiden naar ander werk. Maar hetblijft, en dat is het probleem, vooral een centenkwestie.”

En dus hopen jullie dat zo veel mogelijk zwembaden multifunctionele sportcentra worden?”Dat is denk ik de beste optie, inderdaad. Zwembaden moeten niet alleen focussen op hetaanbieden van zwemlessen. Daardoor zijn ze namelijk beperkt open en hebben ze maareen kleine doelgroep. En dat terwijl er zo veel mogelijkheden liggen. Het is daarom ookgoed om de oren open te houden en goed te luisteren naar de markt. Wees aantrekke-lijk als zwembad, speel in op de wensen van de bezoekers en vergroot je doelgroep. Ookmoeten zwembaden uitstralen dat een goed zwembad nou eenmaal wat geld kost. Als jetwee euro betaalt voor een kaartje, dan weet je dat je vaak alleen een bad met water krijgtvoor je geld. Juist door uit te stralen dat een goed zwembad geld kost, vergroot je de kansdat mensen tijd vrijmaken om een middagje te gaan zwemmen. Ik roep alle zwembadendan ook op om dit te doen.”

‘Gemeenten moeten goed na-denken over de gevolgen vanbezuinigingen’

‘De kwaliteit van de dienstverlening verslechtert’

62 SPORT & WERKTekst: Rogier Cuypers i.o.v. Abvakabo FNV


Gadget testpanel:

BECO BEtomicIn een aantal edities per jaar

buigt een testpanel zich over

gadgets uit de zwembadsector.

Het panel boog zich dit keer

over de BECO BEtomic. De me-

ningen waren verdeeld. “Je

kunt dit product ook goed bij re-

validatiezwemmen gebruiken.”

Over jezelf“Mijn leven is de Reddingsbrigade. Daar gaf ik altijd al zwemles en ben daar opgeleid ompraktijk- en theorieles te geven. Destijds kreeg ik een telefoontje of ik in de Lockhorst wildekomen werken en werd mijn vrijwilligerswerk omgezet naar een betaalde baan.”

Wat kan de BECO Betomic?“De Beco Betomic is een klein, compact aquafitnessproduct die wij kunnen gebruiken voorde aquasportlessen als halter, kickbokshandschoen, voetdrijver e.d. voor waterweerstanden drijfvermogen.”

Wat is de doelgroep?“Aquasportmensen. Dit hoeven niet alleen de geoefende, fanatieke sporters te zijn, want jekunt dit product ook heel goed gebruiken bij de MBVO-groep (Meer Bewegen Voor Oude-ren) maar ook bij revalidatiezwemmen.”

Gebruiksgemak (cijfer tussen 1-10)“Ik geef een 7.”

Toegevoegde waarde (cijfer tussen 1-10)“Ook een 7.”

Aanrader voor collega’s (cijfer tussen 1-10)“7.”

Conclusie (cijfer tussen 1-10)“Alles concluderend kan ik niet anders dan een totaalcijfer van een 7 te geven.”

Naam: Cor Schot

63SPORT & WERK


Over jezelf“Ik heb vroeger op een hoog niveau gezwommen (EK,WK en Olympische Spelen gezwom-men). Ik heb het CIOS in 1992 afgerond en ben daarna gaan werken in verschillende zwem-baden. Nu werk ik als hoofd doelgroepen en recreatie in het zwembad te Veldhoven.”

Wat kan de BECO Betomic?“Je kan het gebruiken voor je benen armen en romp.”

Wat is de doelgroep?“Ik heb verschillende doelgroepen denkend aan: MBVO, Aquatropical, Bodypump, demen-terende ouderen, trimzwemmen.”


Toegevoegde waarde (cijfer tussen 1-10)"7. Wij hebben nu ook Wet Shapers. Het voordeel hiervan is dat je ze op verschillende ma-nieren kunt vasthouden.”

Aanrader voor collega’s (cijfer tussen 1-10)“Het is een leuk stuk materiaal, maar in ons geval hebben we al gelijk waardige spullen. Een 6.5.”

Conclusie (cijfer tussen 1-10)“Als eindcijfer geef ik een 7.”

Naam: Angela van den Bogaert

Over jezelf“Ik ben bijna zeventien jaar zwemonderwijzer is Recreatiecentrum Zevenkampse Ring. Ik geefdaar verschillende doelgroepen les, waaronder Club Aquarobics.”

Wat kan de BECO Betomic?“Je gebruikt het voor het trainen van de armen. Het is in wezen hetzelfde als een dumpbell.Alles wat je met een dumpbell kan, kan je ook hiermee. Wel geeft een dumpbell naar mijnidee meer weerstand in het water.”

Wat is de doelgroep?“Aquarobics, Senioren-fit, Bootcamp.”


Toegevoegde waarde (cijfer tussen 1-10)“Een 3 Ik vind niet dat het toegevoegde waarde heeft. Mijn voorkeur gaat uit naar een dump-bell: meer weerstand en meer mogelijkheden.”

Aanrader voor collega’s (cijfer tussen 1-10)“0. Ik zou het niemand aanraden, omdat het geen meerwaarde geeft aan je les en/of oefe-ningen. Moet er materiaal aangeschaft worden, zou ik dit ook niet aanraden. Het heeft be-perkte functies/mogelijkheden.”

Conclusie (cijfer tussen 1-10)“Een 3. Niet veelzijdig in gebruik, geen meerwaarde ten opzichte van bestaand materiaal.”

Naam: Anne-Marie Landman

Wil jij ook een gratis BECO BEtomic?

Abvakabo FNV mag een aantal exemplaren

van de BECO BEtomic verloten. Wil jij hier-

voor in aanmerking komen?

Stuur dan uiterlijk 16 mei een e-mail naar

[email protected].

Vermeld jouw gegevens en waarom jij deze

gadget moet winnen. De winnaars krijgen

persoonlijk bericht.

65SPORT & WERK


Tekst: HAN SENECA

Wie aan een ernstig lichamelijk trauma bijvoor-

beeld een dwarslaesie overhoudt, belandt in een

revalidatietraject: je krijgt therapie en op een be-

paald moment ben je uitbehandeld. Dan kun je in

je rolstoel naar huis. Waar je bijna altijd een te-

rugslag krijgt. En zonder de prikkel van de thera-

pie, kom je niet meer tot bewegen. Dit scenario

kent Tim Mullens, bewegingsagoog, maar al te

goed. Hij is erop gebrand deze patiënten toch aan

het sporten te krijgen. Daarvoor ontwikkelt hij een

innovatieplan, als onderdeel van zijn master-

these-project van de masteropleiding Sport- en

Beweeginnovatie aan de Hogeschool van Arn-

hem en Nijmegen.

“Je kunt het uitgebreide nazorg noemen, na de revalidatie, maar ei-genlijk wil ik mensen met een inactieve leefstijl structureel aan hetsporten krijgen. Door middel van het handbiken.” Tim Mullens is be-wegingsagoog bij revalidatiekliniek Adelante in Hoensbroek. Hij ont-wikkelt een innovatie waaraan ogenschijnlijk niets nieuw is: hand-biken bestaat allang. En het wordt zelfs al ingezet bij de revalidatievan dwarslaesiepatiënten.

Drempels wegWat is er dan zo nieuw aan hetplan van Tim? Cees van Bladel,projectleider bij stichting Sportsand Technology en labmanagervan het InnoSportLab geeftgraag antwoord op die vraag:“Het bij elkaar voegen van on-derwijs, onderzoek en bedrijfs-leven, dat is het recept voor wer-kelijke innovatie. Het is niet eeninnovatie in de zin van een nieuw

Blijven bewegen met handbikenInnovatief stimuleringsprogramma in de maak voor rolstoelpatiënt

Cees van Bladel

66 SPORT & WERK


product, of nieuwe techniek, maar hij voegt een compleet nieuwe dimensie toe aan de pro-fessionele revalidatiepraktijk zoals we die tegenwoordig kennen.”

“Het gaat om de overgang van de zorgsetting naar de thuissituatie”, legt Tim uit. “Ik wil dedrempels wegnemen die deze mensen ervan weerhouden om te gaan sporten. En dat zijn ernogal wat. Een handbike kost 6.000 euro, om maar een drempel te noemen. En stel dat je in-door wilt trainen, hoe regel je dan je vervoer en kun je met je rolstoel het sportcentrum in?”Kasper Bakker, coördinator van de HAN masteropleiding Sport- en Beweeginnovatie, vult aan:“Het gaat hier om sociale innovatie: het combineren van ideeën en het bij elkaar brengen vande juiste partijen zoals zorginstellingen, lokale sporten beweegaanbieders, patiëntenver-enigingen en kennisinstellingen. Op deze manier kunnen nieuwe, blijvende oplossingenvoor deze mensen ontstaan.”

Adelante Cycling CenterIn die blijvende structuur speelt revalidatiecentrum Adelante een grote rol. Binnen Adelantewordt al veel gedaan met handbiken: naast de therapie zijn er clinics, een battle in Oosten-rijk en zelfs de Nederlandse kampioenschappen. Tim gaat al deze activiteiten bundelen in hetAdelante Cycling Center. Tims werkgever is enthousiast. Tim: “Adelante wil cycling hetspeerpunt laten zijn binnen de revalidatie. Daar ben ik op ingesprongen. Behalve dat we or-ganisatorisch een nieuwe structuur opzetten, maak ik ook gebruik van de verbouwings-plannen die we toch al hadden. Zo kan het Adelante Cycling Center ook fysiek het middel-punt worden van deze innovatie.” Cees van Bladel benadrukt dat bij innovatie ookondernemerschap komt kijken. “Tim gaat ervoor zorgen dat dit alles ook financieel haalbaaris. Het Cycling Center moet zelfbedruipend zijn. Dat kan als je met partners samenwerkt, alsnaast cliënten met een dwarslaesie ook andere mensen er gebruik van kunnen maken.”

Maatschappelijke impactKasper Bakker is blij met de maatschappelijke impact dieTims plannen hebben. “Daar draait het om in deze op-leiding. Het is pas innovatie als het werkelijk geïmple-menteerd is in de praktijk. Daar helpen we vanuit deopleiding ook bij. We zoeken partners en delen kennis.Tim krijgt nu bijvoorbeeld ondersteuning van twee jury-leden: Nicolette van Veldhoven van het NOC/NSF enCees van Bladel van het InnoSportlab. De kans op maat-schappelijke impact wordt een stuk groter als je brederkijkt. Wat Tim heel goed doet, is dat hij daarbij wel zijn fo-cus houdt op het oorspronkelijke doel: mensen met eenfysieke beperking structureel aan het sporten krijgen.”

Innovatie-award: wie bepaalt wie wint?

Jaarlijks reikt de HAN MasteropleidingSport- en Beweeginnovatie een prijs uitvoor het meest kansrijke innovatieplan. Ditjaar won Tim Mullens de innovatie-awardmet zijn idee om dwarslaesiepatiëntenstructureel aan het handbiken te krijgen.

Dit werd bepaald door een vakkundige jury:- Cees van Bladel, projectleider bij stich-

ting Sports and Technology en labmana-ger van het InnoSportLab

- Nicolette van Veldhoven, hoofd onder-zoek bij NOC/NSF

- Tinus Jongert, lector Innovatieve Be-weegstimulering en Sport aan de HaagseHogeschool

- Joost Bakker, docent en onderzoeker Be-drijfseconomie aan de HAN Kasper Bakker

Documents

SFM 14.02 low