45
UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) UvA-DARE (Digital Academic Repository) De geschikte natuur : theorieën over natuur en kunst in de verzameling van zeldzaamheden van Simon Schijnvoet (1652-1727) van de Roemer, G.M. Link to publication Citation for published version (APA): van de Roemer, G. M. (2005). De geschikte natuur : theorieën over natuur en kunst in de verzameling van zeldzaamheden van Simon Schijnvoet (1652-1727). Amsterdam: in eigen beheer. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. Download date: 03 Apr 2020

Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

De geschikte natuur : theorieën over natuur en kunst in de verzameling van zeldzaamhedenvan Simon Schijnvoet (1652-1727)

van de Roemer, G.M.

Link to publication

Citation for published version (APA):van de Roemer, G. M. (2005). De geschikte natuur : theorieën over natuur en kunst in de verzameling vanzeldzaamheden van Simon Schijnvoet (1652-1727). Amsterdam: in eigen beheer.

General rightsIt is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s),other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulationsIf you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, statingyour reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Askthe Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam,The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

Download date: 03 Apr 2020

Page 2: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 23

HOOFDSTUK 2

DE VERZAMELAAR EN ZIJN VERZAMELING:

SIMON SCHIJNVOET

Zoals gezegd, moet voor een onderzoek naar de theoretische achtergronden van een verzameling

eerst een gedetailleerd beeld van de inhoud en het uiterlijk geschetst worden. In dit hoofdstuk

wordt onderzocht in hoeverre het diverse bronnenmateriaal een reconstructie van Schijnvoets

verzameling toelaat.43 Het betreft hier een poging tot 'reconstructie op papier', waardoor dit

hoofdstuk voornamelijk een zakelijke weergave van feiten zal behelzen. Het zal dienen als basis

en referentiepunt voor de ideeënhistorische verkenningen in de daaropvolgende hoofdstukken.

Voordat in detail wordt ingegaan op de verzameling zal aandacht besteed worden aan het leven

en werk van de verzamelaar.

43 De vraag in hoeverre het mogelijk is een zo compleet mogelijk beeld te creëren van een Nederlands rariteitenkabinet is bij mij ontstaan toen ik als stagiair in 1992 mee mocht werken aan de voorbereidingen van de tentoonstelling De Wereld binnen Handbereik in het Amsterdams Historisch Museum. Door de medewerkers werd toen veel gediscussieerd over de vraag of men voor de tentoonstelling een reconstructie moest maken van een Hollands rariteitenkabinet. Uiteindelijk is hiervoor niet gekozen omdat het beschikbare bronnenmateriaal niet toereikend zou zijn. Vanuit de eis van historische authenticiteit was deze keuze verantwoord, maar hierdoor drong de vraag zich aan mij op in hoeverre de bronnen een reconstructie zouden toelaten. Dit hoofdstuk bevat het voorlopige antwoord.

Page 3: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 24

BIOGRAFIE

Simon Schijnvoet is een vrij onbekende figuur uit de geschiedenis van Amsterdam. Enige

aandacht heeft hij gekregen als de ontwerper van tuinen in de omgeving van de stad en een

enkele keer wordt hij genoemd in verband met het persklaar maken van het beroemde

natuurhistorische werk van de VOC-dienaar Georg Everhard Rumphius (1628-1702),

D'Amboinsche Rariteitkamer. Over het algemeen worden zijn activiteiten in de twintigste-

eeuwse literatuur niet in een al te positief daglicht geplaatst. Hij zou het boek van Rumphius

van allerlei nutteloze toevoegingen voorzien hebben44, en als tuinarchitect zou hij een 'pedant

dilettant en verbasteraar der Fransche vormen' geweest zijn.45 Hij staat eveneens te boek als

degene die het levenswerk van de verzamelaar Michiel Hinloopen (1619-1708), een collectie

van ruim zevenduizend prenten die aan de stad Amsterdam was nagelaten, onherstelbaar

beschadigd heeft.46 Achttiende-eeuwse bronnen zijn over het algemeen positiever over

Schijnvoet en prijzen zijn brede kennis van zaken op diverse gebieden.

Dat hij weinig aandacht heeft gekregen komt waarschijnlijk doordat hij zich laat

kenmerken als een persoon die vooral in de marge actief is geweest. Wanneer deze 'marges'

echter samengevoegd worden, ontstaat een beeld van een uitgesproken veelzijdig man die

zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van architectuur, prentkunst, natuurhistorie,

oudheidkundig onderzoek, toneelkunst en dichtkunst. Misschien heeft hij zelf weinig

naamsbekendheid verworven op deze terreinen, maar hij heeft anderen vaak bijgestaan in

diverse projecten en ondernemingen. Als liefhebber wist hij op veel van deze gebieden, met

name in de architectuur en de beeldende kunsten, een redelijk hoog niveau te halen. Hij

ontving belangrijke opdrachten en verwierf van tijdgenoten veel lof, zoals hieronder nog zal

blijken. Alvorens zijn vele culturele activiteiten te belichten, zal kort worden stilgestaan bij de

belangrijkste levensfeiten. Deze gegeven zijn grotendeels ontleend aan stukken in de

gemeentearchieven van Amsterdam en Den Haag. Een andere, belangrijke bron is S.

Schijnvoeds Stamboek, een soort album amicorum, dat wordt bewaard in het

Rijksprentenkabinet in Amsterdam.47 Dit is in feite een portefeuille in folioformaat met een

44 Dance 1986, 30; Beekman 1999, xc. In hoofdstuk 4 komt de kritiek die Schijnvoet heeft ontvangen op zijn natuurhistorische activiteiten nog ter sprake. 45 Ozinga 1938, 129. 46 Van der Waals 1988, 43. 47 Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam, 310 N B1-1905-118.

Page 4: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 25

groot aantal losse, handgeschreven bladen met daarop gedichten geschreven door

familieleden, kennissen en vrienden, die betrekking hebben op diverse familiegebeurtenissen,

maar tevens op de verzameling van Schijnvoet.

Simon Schijnvoet zag op 20 november 1652 in Den Haag het levenslicht als zoon van

Andries Schijnvoet en Barbara Bastiaens Sommeester.48 Simons vader was afkomstig uit

Dresden en oefende het beroep van vijlenkapper uit.49 Volgens de penningkundige Gerard

van Loon (1683-1758), die in 1731 een korte levensschets van Schijnvoet schreef, stierven

zijn vader, broers en zussen aan de pest toen hij nog zeer jong was. Zijn moeder gaf hem,

terwijl haar lichaam onder de pestbuilen zat, zonder schadelijke gevolgen de borst en dit feit

was zo opmerkelijk dat het door de Haagse arts Cornelis Stalpart van der Wiel (1620-1702)

werd opgetekend en gepubliceerd.50 De arts vermeldt tevens dat zijn moeder een jaar later

hertrouwde met een zadelmaker, wiens naam hij niet noemt. Volgens Van Loon zou

Schijnvoet op elfjarige leeftijd al interesse getoond hebben voor schelpen, een belangstelling die

zich later zou uitbreiden naar mineralen, insecten, munten en de kunsten. Over zijn scholing is

niets bekend. Waarschijnlijk volgde hij in Den Haag in navolging van zijn stiefvader een

opleiding tot zadelmaker. Schijnvoet heeft de Latijnse school nooit bezocht en was deze taal dan

ook niet machtig.51

Tweemaal in zijn leven trouwde Schijnvoet. In 1676 liet hij zich met zijn aanstaande

vrouw Alberta Verbeek (?-1694) inschrijven in het ondertrouwboek van de stad Amsterdam. Hij

woonde toen in de Reguliersbreestraat.52 De aanstaanden traden op 6 oktober 1676 in het

huwelijk.53 Op 24 maart 1677 lieten Simon en Alberta in Den Haag een testament opmaken

waarbij zij elkaar tot universeel erfgenaam benoemden.54 Uit dit huwelijk kwamen meerdere

kinderen voort, waarvan alleen de namen van Andries en Jacob in de latere documenten

terugkeren.55 Alberta stierf op 28 februari 1694.56 In deze periode woonde Schijnvoet in het huis

't Springend Fonteyn in de Kerkstraat, tussen de Vijzelstraat en de Spiegelgracht.57

48 GAG, DTB ondertrouwboek nr. 743, p. 26, 28 februari 1638: ondertouw Andries Schijnvoet en Barbara Bastaens Sommeester; GAG, DTB doopregister nr. 317, p. 209, 28 november 1653. De naam wordt ook gespeld als 'Scheienvouss', 'Scheijenvous' of 'Scheynvouss', vermoedelijk afgeleiden van 'Scheinfuss'. 49 GAG, NA nr. 15, notaris Ferdinand Molckeman, 5 januari 1655, p. 368-369. 50 Van Loon IV 1731, 221; Stalpart van der Wiel I 1682, 305-306. 51 Van der Veen 1992, 252; Von Uffenbach, 673. 52 GAA, DTB ondertrouwboek, nr. 690, p. 225, (11 september 1676). 53 In het Stamboek bevinden zich drie lofdichten op dit huwelijk. 54 GAG, NA nr. 901, notaris Egbert van der Pijll, dd. 24 maart 1677, p. 493-495. 55 GAA, DTB doopboek, 1682-1694. De volgende namen van kinderen van Simon en Alberta zijn gevonden: Clara Elisabeth (1 april 1682,ZK, nr. 97, bl. 123; Harmanus, (31 augustus 1683, NK, nr. 45, bl. 173); Jacobus (20 mei 1685, AK, nr. 120, bl. 153); Wilhelm (15 februari 1688, ZK, nr. 98, bl. 86); Agaath (26 feb. 1690, AK, nr. 120, bl. 266); Gerrebrandt (5 februari 1694, NZK, nr. 68, bl. 129). De naam van Andries heb ik niet terug kunnen vinden.

Page 5: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 26

Drie jaar later, op 3 februari 1697, hertrouwde Simon met Cornelia de Rijk (1656-1726),

een schilderes van vogelstukken. Zij was de weduwe van de schilder Gerrit of Gerard van Goor

(?-1694/95).58 Voor de voltrekking van dit huwelijk gingen Simon en Cornelia nog twee maal

naar de notaris. Op 5 januari 1697 werden er namelijk voogden aangesteld over de twee zonen

uit Schijnvoets vorige huwelijk, Andries en Jacob. Tevens werd bepaald dat de kinderen op

meerderjarige leeftijd ieder f 150,- uit de erfenis van hun moeder zouden ontvangen en dat

Schijnvoets zwager, Jacob de Rijk, voor dit bedrag borg zou staan. Het schelpenkabinet ge-

bruikte Schijnvoet als onderpand, voor het geval hij niet in staat zou zijn de borgsom aan Jacob

de Rijk af te lossen.59

Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op

huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding en juwelen uit van de

gemene boedel. Simon deed hetzelfde met zijn verzameling mineralen, medailles en insecten,

zijn bibliotheek en papierkunst, zijn kleding, zijn portretten60 en alle andere rariteiten en

kunstwerken.61 Het eerder vermelde schelpenkabinet wordt in dit document niet genoemd

omdat het immers al als onderpand dienst deed. Uit het huwelijk tussen Simon Schijnvoet en

Cornelia de Rijk werd in 1698 een dochter geboren, die naar haar moeder vernoemd werd.62

Het huwelijk hield 29 jaar stand, tot aan de dood van Cornelia op 4 oktober 1726.63

Het jaar daarop voelde ook Simon zijn einde naderen en op 20 oktober 1727 bezocht notaris

Theodorus Brooks hem om zijn testament op te stellen. Met uitzondering van enkele

geldbedragen en goederen, liet hij alles na aan zijn drie kinderen: Andries, Jacob en Cornelia

Schijnvoet.64 Vier dagen later stierf Simon op de leeftijd van vierenzeventig jaar, elf maanden

en vier dagen.65 De inventaris van Schijnvoets sterfhuis werd tussen 8 november en 15

december in opdracht van zijn dochter Cornelia opgesteld.66 Uit deze inventaris blijkt dat de

vier eerder genoemde kabinetten uit 1697 waren uitgegroeid tot een omvangrijke

56 Hierop bevindt zich een rouwklacht van Abraham Bogaert in het Stamboek.57 Dit adres noemt Schijnvoet in een brief aan de oudheidkundige Cornelis van Alkemade, dd. 23 september 1696: UBA brievenverzameling 20 AX 1. Welk pand dit geweest is, is niet meer te achterhalen. 58 Zij lieten zich op 9 januari inschrijven in het ondertrouwboek: GAA, DTB ondertrouwboek, nr. 526, p. 408, 9 januari 1697. 59 GAA, NA nr. 5555a, notaris Pieter van Akersloot, dd. 5 januari 1697. 60 Simon Schijnvoet is in zijn leven meerdere malen door kunstenaars vereeuwigd. Bekend zijn de een prent van Pieter Schenk (1660-1718) en een tekening van Antonia van Houbraken in het Gemeentearchief in Amsterdam (inv.nr. Kp. 3-21). In het Stamboek bevinden zich nog gedichten op portretten van de hand van Van der Plaats, J. van den Hoet, J. Goeree, G. van Goor, en een in ivoor gesneden portret van J. Hanart. 61 GAA, NA nr. 5555a, notaris Pieter van Akersloot, 31 januari 1697. 62 GAA, DTB doopboek, nr. 46, p. 415, 20 april 1698. 63 In het Stamboek bevinden zich drie gedichten op haar overlijden, geschreven door Claas Bruin, Sybrand Feitama en Eduard Feitama. 64 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 164, 20 oktober 1727. 65 GAA, AAW 343, nr. 31, resoluties 1715-1751, fol. 87 verso, 24 oktober 1727.

Page 6: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 27

verzameling. De omvang van de uiteindelijke verzameling zal verderop in dit hoofdstuk

besproken worden.

AMBTELIJKE CARRIÈRE

Schijnvoets loopbaan laat zien dat hij maatschappelijke ambities gehad moet hebben en dat hij

uiteindelijk een positie wist te verwerven waardoor hij in direct contact stond met de

machthebbers van de stad.67 Tussen zijn vestiging in de metropool en zijn aanstelling als

onderschout moet dus veel veranderd zijn. Voor zijn huwelijk met Alberta Verbeek (1676)

werd hij nog als meester zadelmaker te boek gesteld. Hoe hij uiteindelijk tot de ambtenarij

doordrong is niet bekend, maar twee decennia later, ten tijde van het huwelijk met Cornelia

(1697), bekleedde hij de functie van dienaar van de schout François de Vicq. De schout

beschikte over twaalf dienaren, die hem moesten helpen met opsporingen en

gevangennemingen. Zij werden op advies van de schout door de burgemeesters aangesteld.68

Vijf jaar later, op 31 juni 1702, werd Schijnvoet als 'klerk ter Tesauri extraordinair' inge-

schreven in het poorterboek van Amsterdam.69 Deze in het stadhuis residerende instantie hield

zich met name bezig met de inning van belasting op onroerende goederen.70

Op 16 januari 1703 besloten de burgemeesters van Amsterdam Schijnvoet aan te

stellen als onderschout en hoofdprovoost van het Aalmoezeniersweeshuis.71 Al vanaf het

begin van de zeventiende eeuw waren deze twee functies aan elkaar gekoppeld. De schout van

de stad beschikte over vijf onderschouten die verschillende functies uitvoerden, maar allen

onder zijn verantwoording vielen. Eén van de functies was die van hoofdprovoost van het

Aalmoezeniersweeshuis.72 Dit ambt bleef Schijnvoet tot aan zijn dood uitoefenen. In het

Aalmoezeniersweeshuis aan de Prinsengracht, tussen de Leidsestraat en de Leidsegracht (het

huidige Paleis van Justitie), werden de allerarmste weeskinderen en vondelingen opgenomen.

66 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727. 67 Zie ook: Van der Veen 1992, 252. 68 Wagenaar 1971 III, 284. 69 GAA, poorterboek 10, p. 470, 31 januari 1702. 70 Wagenaar 1971 III, 389. 71 GAA, AAW 343, nr. 40, resoluties 1698-1709, fol. 55 recto, 19 januari 1703. Schijnvoet verving de overleden Gerbrand Pancras van Erpecum.

Page 7: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 28

De kinderen verbleven hier over het algemeen tot hun achttiende en ontvingen onderwijs: de

jongens werden bij een baas in de leer gedaan om een ambacht te leren, terwijl de meisjes in

de textielindustrie te werk werden gesteld. Het weeshuis werd bestuurd door acht regenten en

zes regentessen. De hoofdprovoost had de hoogste uitvoerende macht binnen het weeshuis. In

de tijd van Schijnvoet diende hij onder andere toezicht te houden op de diverse inkomsten van

het weeshuis, zoals de boedels die aan de instelling vervielen en de belastingen op vuilnis.

Bovendien droeg hij zorg voor de opname van te vondeling gelegde kinderen en het uitzenden

van jongens met VOC-schepen naar Oost-Indië.73 Als hoofdprovoost had Schijnvoet tien

provoosten tot zijn beschikking, die hem hielpen met het werven van inkomsten.74

Met zijn nieuwe aanstelling betrok Schijnvoet en zijn gezin een woning in het

kolossale weeshuisgebouw van architect Daniël Stalpaert. Op 19 januari 1703 boden de

regenten hem de voormalige woning van de secretaris aan, waarna Schijnvoet een verzoek

indiende voor het aanbrengen van enige aanpassingen.75 De vertrekken, die Schijnvoet tot zijn

dood bewoond heeft, zijn niet meer in de oude staat in het huidige Paleis van Justitie terug te

vinden, aangezien het weeshuis aan het begin van de negentiende eeuw grondig verbouwd

werd.

Uit het onderzoek van Jaap van der Veen is gebleken dat Schijnvoet geen bemiddeld

man is geweest.76 De bedragen die genoemd worden in de notariële akten die handelen over

borgsommen, schulden, kredieten en erfenissen zijn zelfs laag te noemen. Dit is opmerkelijk,

want Schijnvoet moet veel geld in zijn collectie hebben geïnvesteerd. Aangenomen mag

worden dat zijn verzameling eveneens functioneerde binnen het streven om aanzien te

verwerven. Dat dit ook gelukt is mag blijken uit de status die hij aan het einde van zijn leven

had verworven. Een aanwijzing hiervoor zijn de verschillende boekwerken die aan hem

werden opgedragen.77 De sociale en economische aspecten van zijn kabinet verdienen zeker

meer aandacht, maar zullen zoals gezegd in dit onderzoek naar de theoretische achtergronden

van de verzameling van secundair belang zijn.

72 Wagenaar 1971 III, 285. 73 Wagenaar 1971 II, 294-295. 74 GAA, AAW 342, nr. 63. De hulpen van Schijnvoet bleken overigens niet naar behoren te functioneren. In 1710 stuurde hij een brief naar de burgemeesters waarin hij klaagde over het aantal provoosten, dat door sterfte inmiddels was geslonken tot acht. Enkelen hiervan hadden al zo'n hoge leeftijd bereikt, dat zij niet meer goed functioneerden. Schijnvoet verzocht de burgemeesters om vervanging en dit werd hem toegestaan. 75 GAA, AAW 343, nr. 40, resoluties 1698-1709, 55 verso, 19 januari 1703; GAA, AAW 343, nr. 40, resoluties 1698-1709, 58 recto, 27 januari of februari 1703. 76 Van der Veen 1992, 327. 77 Focquenbroch & Bogaert 1696, Goeree 1705, Zweerts 1723, Van Swaanenburg 1724, Bidloo 1724.

Page 8: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 29

CULTURELE ACTIVITEITEN

LIEFHEBBER VAN NATUURLIJKE HISTORIE

Schijnvoet is naast zijn drukke functie op vele andere gebieden actief geweest. Hij stond bekend

als liefhebber van natuurlijke zaken en hield zich onder andere bezig met het onderzoek naar

insecten. De arts Stephanus Blankaart (1650-1702) bedankte hem in het voorwoord van zijn

Schouburg der rupsen, wormen, maden en vliegende dierkens (1688) voor zijn hulp bij zijn

onderzoek naar insecten. Schijnvoet onderzocht zelf ook de 'bloedeloze diertjes', want Blankaart

verhaalt hoe zijn vriend in de duinen rupsen gevangen had om thuis het proces van de

gedaanteverwisseling van larve tot vlinder te kunnen bestuderen.78 Schijnvoets kennis van

schelpen was waarschijnlijk nog groter. Het belangrijkste werk dat hij op natuurhistorisch

gebied uitvoerde is het klaarmaken van het manuscript D'Amboinsche Rariteitkamer van

Georg Everhard Rumphius, een dienaar van de VOC die gestationeerd was op Ambon.

Rumphius beschreef in dit werk alle schaaldieren, schelpen en mineralen die voorkwamen in

de omgeving van het eiland. Toen het manuscript uiteindelijk in de Republiek terecht kwam,

bleken vele afbeeldingen te ontbreken, waarop de drukker van het boek, François Halma

(1652-1722), de hulp inriep van Schijnvoet om deze hiaten op te vullen met afbeeldingen van

specimina die in de Hollandse kabinetten aanwezig waren.79 Hiertoe bezocht Schijnvoet naar

eigen zeggen bijna alle verzamelingen in de Republiek, om vervolgens afbeeldingen te laten

maken van de juiste exemplaren.80 Tevens voorzag hij Rumphius' tekst van noten met

commentaar. In het voorwoord prijst de drukker Schijnvoets kennis en dankt hij hem voor al

zijn inspanningen. Andere auteurs spreken eveneens vol lof over Schijnvoets kennis der

schelpdieren. Zo is de dominee François Valentijn (1656-1727) buitengewoon positief over

hem in het overzicht van Hollandse schelpenverzamelaars dat hij geeft in zijn Oud en Nieuw

Oost-Indiën. Hij stelt dat Schijnvoet 'boven allen in kennis' uitsteekt.81 Ook Von Uffenbach

voert de werkzaamheden voor d'Amboinsche Rariteitkamer aan als bewijs van de grote kennis

van de verzamelaar. Hedendaagse auteurs zijn minder positief over Schijnvoets bijdrage,

zoals in hoofdstuk 4 nog duidelijk zal worden.

78 Blankaart 1688, 'Voorreden', 11-12 & 44-45. 79 Zie voor een uitvoerige geschiedenis van deze publicatie: Beekman 1999, lxxxvii-cxi. 80 Von Uffenbach 1754, 671. 81 Valentijn III 1724, 561.

Page 9: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 30

Schijnvoets naam is met nog een ander beroemd natuurhistorisch werk verbonden,

namelijk de tweede druk van het magnum opus van Maria Sibylla Merian (1647-1717),

Metamorphosis Insectorum Surinamensium uit 1719. Na de dood van Merian in 1717 nam de

drukker Johan Oosterwijk het werk en de koperplaten uit haar boedel over en verzorgde een

Latijns-Nederlandse editie. De drukker zegt in zijn voorwoord dat hij op aanraden van

'verscheyde Kunstbeminnaers' had besloten 'dit heerlyke Werk volgens het voornemen van de

naerstige Maria Sybilla Meriaen zelve, te brengen tot zyn volkomentheydt'. Net als Halma,

riep ook Oosterwijk hiervoor de hulp in van Schijnvoet, maar in dit geval is het niet duidelijk

wat deze precies gedaan heeft. Zijn betrokkenheid blijkt echter uit het voorwoord van de

drukker, want deze zegt

'... mijn voornemen ware ver te kort geschooten, en de zwaere kosten zouden vergeefs

zyn geweest, indien de groote kenner en bezitter van menige zeltzaemheden, de Heer Z.

Schijnvoet (om zijne deugden en vernuft van yder een bemint) my niet was te hulp

gekomen'.82

Schijnvoets betrokkenheid bij Merian blijkt ook nog op een andere manier. Twee jaar

hiervoor had hijzelf, of zijn zoon Jacobus die eveneens graveur was, een titelprent ontworpen

voor het laatste deel van Merians, Der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering

(afb. 3). De prent, gesigneerd met 'Schijnvoet. del. et. fec. 1717', toont een tafel in een door

bogen overwelfde ruimte, waaromheen vier vrouwenfiguren zich bezighouden met de studie

van insecten. Twee klassiek geklede dames worden hiertoe aangespoord door personificaties

van de Natuur, te herkennen aan een groot aantal borsten, en de Naspeuring met vleugels aan

het hoofd en gehuld in een met mieren versierd kleed.83 Zij worden daarin bijgestaan door

verschillende putti. Deze prent en het voorwoord van Johan Oosterwijk maken het bijzonder

waarschijnlijk dat de twee natuurliefhebbers goede contacten met elkaar onderhielden.84

82 Oosterwijk in Merian 1719, 'De Uytgeever tot den Leezer'. Zie hierover ook: Collot d'Escury 1844, 200. 83 In Cesare Ripa's Iconologia wordt de 'Naspeuringen' omschreven als een vrouw met vleugels aan haar hoofd, verwijzende naar de verheffing van het verstand, terwijl de mieren op haar doek haar vlijtige speurwerk illustreren. 84 Dit vermoeden wordt versterkt door Merians opmerking in de voorwoorden van de hierboven genoemde publicaties, dat zij aangespoord werd door 'liefhebbers' om haar werk te publiceren. Was Schijnvoet één van hen? In de literatuur over Merian wordt geopperd dat zij verantwoordelijk is geweest voor het ontwerpen van een aantal afbeeldingen voor d'AmboinscheRariteitkamer. Mijns inziens zijn hiervoor geen overtuigende bewijzen te leveren. De ingekleurde versies van de prenten kunnen later gemaakt zijn; het is bekend dat zij met haar dochters boekillustraties inkleurde en verkocht. De brieven die Elisabeth Rücker als bewijs aanhaalt zeggen niets over Merians betrokkenheid bij de totstandkoming van de illustraties bij Rumphius. Zie: Wettengl 1998, 259.

Page 10: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 31

Schijnvoets kennis van natuurlijke zaken werd ook nog op een meer zakelijke manier

ingezet, namelijk als taxateur. Op 22 augustus 1708 taxeerde hij samen met de makelaar Jan

Zomer de rariteiten uit de nalatenschap van Hermanus van Burgh uit Delft.85

LIEFHEBBER VAN DE LETTERKUNDE

Schijnvoet stond tevens bekend als liefhebber van de letterkunde. In 1689 verscheen van zijn

hand Kortbondige zinspreuken en zeedelessen, een boekje met tweeduizend moralistische

spreuken die de lezer moeten aansporen tot een deugdzaam leven. Uit het grote aantal

dichtbundels dat vermeld wordt in de veilingcatalogus van zijn boeken, spreekt zijn interesse

voor het toneel.86 Vermoedelijk heeft hij meerdere toneelstukken geschreven, waarvan slechts

één postuum in 1776 werd uitgegeven door de Leidse drukker Frans de Does, getiteld De

kistkruiper, of bedrooge vrijer. Deze drukker gaf volgens eigen zeggen dit werk uit om aan de

wens van een kleine groep toneelliefhebbers te voldoen.87 De literaire kwaliteiten van

Schijnvoet zijn niet bijzonder geweest, maar zijn reputatie als schrijver was groot genoeg om

opgenomen te worden in het Panpoëticon Batavum van Arnoud van Halen (1673-1732).88 Het

Panpoëticon was een kabinet met tweehonderd miniatuurportretjes van Nederlandse

schrijvers en dichters uit heden en verleden. Deze verzameling vormde het onderwerp van een

gedicht van de apotheker en dichter Lambert Bidloo, dat in 1720 gepubliceerd werd. Bidloo

roemt Schijnvoets activiteiten als verzamelaar van oudheden, mineralen, schelpen en boeken,

die de geest van de 'Digter-Vad'ren' bewaarden.89

LIEFHEBBER VAN DE OUDHEIDKUNDE

Ook als oudheidkundig onderzoeker had Schijnvoet enige reputatie. Volgens de woorden van

Bidloo zou hij een driemanschap gevormd hebben met de oudheidkundige grootheden Joachim

Oudaan (1628-1692) en Ludolf Smids (1649-1720).90 Met laatstgenoemde correspondeerde hij

en ook met de penningkundige Gerard van Loon.91 Schijnvoets inzet voor het oudheidkundig

onderzoek blijkt eveneens uit twee brieven van zijn hand gericht aan de Rotterdamse oudheid-

kundige Cornelis van Alkemade (1654-1737), die bovendien een aardig kijkje geven op het

85 Dudok van Heel 1977, 103. 86 Zie de bespreking van zijn bibliotheek verderop in het hoofdstuk. 87 Schijnvoet 1776, voorwoord van de drukker. 88 Heeren 1919. Beekman is tamelijk negatief over Schijnvoets schrijven: Beekman 1999, xc. 89 Bidloo 1720 a, 79-82. 90 Bidloo 1720 a, 81.

Page 11: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 32

gekissebis tussen de verzamelaars onderling. Schijnvoet klaagt erover dat een zekere heer De

Wilde (vermoedelijk de verzamelaar van oudheden Jacob de Wilde) niet bereid was om het

legpenningenboekje van Joachim Oudaan uit te lenen. Verder belooft hij plechtig alles te doen

wat in zijn vermogen ligt om Van Alkemade te helpen met zijn oudheidkundig onderzoek.

Daarom stuurde Schijnvoet bij de brief vierentwintig legpenningen uit zijn collectie en ook wat

tekeningen van oude adellijke huizen.92

Schijnvoet geschiedkundige interesse ging tevens uit naar de Romeinse oudheden. In

1695 verscheen een dichtwerk van zijn vriend Abraham Bogaert (1663-1727), waarin

Schijnvoets kabinet met Romeinse munten uitvoerig beschreven werd. Het werk, getiteld S.

Schijnvoets Muntkabinet der Roomsche keizers en keizerinnen, in vaarzen beschreeven door

Abraham Bogaert, is een op schrift gestelde histoire métallique, een vertelling van een

episode uit het verleden aan de hand van een muntencollectie. Naar aanleiding van de munten

in het kabinet behandelt Bogaert de deugden en ondeugden van de keizers en keizerinnen uit

het oude Rome en in de omvangrijke noten, die dikwijls meer ruimte in beslag nemen dan het

gedicht zelf, verhaalt hij over allerlei wetenswaardigheden uit hun leven. Dit werk kreeg een

juichende recensie in het periodiek van Pieter Rabus (1660-1702), Boekzaal van Europe.93

LIEFHEBBER VAN DE BEELDENDE KUNSTEN

Schijnvoet stond bekend als een expert op het gebied van de beeldende kunsten en als een

kundig ontwerper van voorstellingen. Dit blijkt uit twee belangrijke opdrachten die hij aan het

einde van het eerste decennium van de achttiende eeuw in het Amsterdamse stadhuis uitvoerde.

Op 10 januari 1708 presenteerde hij ter goedkeuring aan de zittende burgemeesters een 'model

91 In de bibliotheek van de Universiteit van Leiden worden twee brieven gericht aan Schijnvoet bewaard: één van Gerard van Loon (BPL 885) en één van Ludolf Smids (LTK 993). 92 UBA, handschriften, nr. 20 AX 1 en 2. Zie ook: Waals 1992, 231. De eerste brief is van 23 september 1696. Vermoedelijk was Van Alkemade toen bezig met de voorbereidingen van zijn De goude en zilvere gangbaare penningen der graven en gravinnen van Holland dat in 1700 verscheen. De Wilde weigerde het boekje van Oudaan uit te lenen met het excuus dat hij het dagelijks nodig had, wat Schijnvoet een 'onnoosele uytvlugt' noemt. Gelukkig had Schijnvoet de oudheidkundige Ludolf Smids wel bereid gevonden het werk uit te lenen. Hij verontschuldigt zich dat hij geen materiaal voor het onderzoek bijeen heeft kunnen brengen en wijt dit aan de gewoonte dat 'liefhebbers niet graag its uyt de hande geeven'. Wel had hij de heer Kroonenburg zo vriendelijk gevonden enkele munten uit zijn collectie te willen tonen en bovendien had hij de Delftse wapendeskundige Cornelis Oudendijk bereid gevonden Van Alkemade met zijn onderzoek verder te helpen. Schijnvoet doet tevens verslag van zijn onderzoek naar afbeeldingen van adellijke stamhuizen en hij verzoekt Van Alkemade om een lijstje met afbeelingen die hij nog nodig heeft, opdat hij bij de volgende verkoping van papierkunst daar naar uit kan kijken. Tevens meldt hij dat hij ook nog tekeningen van oude adellijke huizen gevonden heeft bij Willem Goeree, en zegt Van Alkemade toe, wanneer hij dat wenst, deze te kopiëren en toe te zenden. Schijnvoet besluit de brief met de belofte alles te doen wat in zijn vermogen ligt om Van Alkemade te helpen bij zijn onderzoek. De tweede brief van 17 october 1696 is korter. Hierbij zond Schijnvoet twee oude munten en enkele tekeningen gemaakt door de zoon van Willem Goeree, Jan. Hij benadrukt nog eens dat de heer Smids en de heer Kroonenburg alles zullen doen om te 'contribueeren tot voorsetting van ue loffelyk werk'.93 Rabus (maart/april) 1695, 356 & 434-450.

Page 12: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 33

van een stuk schildery' voor de grote lunet boven de ingang van de burgerzaal.94 Het model werd

goedgekeurd en de schilders Jan Hoogsaat (1654-?) en Gerrit Rademaker (1672-1711) kregen de

opdracht de schildering uit te voeren (afb. 4). Deze hadden drie jaar eerder ook al het gewelf van

de burgerzaal beschilderd naar een ontwerp van Jan Goeree (1670-1731). Vermoedelijk had

Rademaker eerst een model voor de lunet naar idee van Schijnvoet geschilderd, want in de

boedelinventaris van Schijnvoets sterfhuis staat een 'model van 't zinnebeeldt, verbeeldende de

regeringh op de Zael van 't stadhuys door Gerardt Rademaker' vermeld.95 In het archief van de

Thesaurieren Ordinaris te Amsterdam bevindt zich een blad waarop de verschillende

personificaties van de allegorie staan genummerd en omschreven.96 Het handschrift is

onmiskenbaar van Schijnvoet en mogelijkerwijs heeft dit briefje het model begeleid toen het aan

de burgermeesters gepresenteerd werd. Het kan eventueel ook gediend hebben als instructie voor

Rademaker, maar aangezien het stuk in het in het archief van de thesauriers bewaard wordt, lijkt

het waarschijnlijk dat het schrijven ooit aan het stadsbestuur overhandigd is. De voorstelling laat

een allegorie op het stadsbestuur zien met centraal gezeten de 'regering' omringd door allerlei

personificaties, zoals 'staatskunde', 'godsdienst', 'eendracht', 'oorlog', 'vrede', 'dapperheid' en in de

lucht 'rede'. Op 15 januari 1709 ontving Schijnvoet f 400,-- voor het maken van 'de ordonnantiën

en modellen soo tot het verwulft van de burgerzaal op 't stadhuis alsmede tot het stuk aan de

voorgevel, het aanbesteden van 't schilderen derzelve en dagelijkx 't opsicht daarvan'.97 Hieruit

blijkt dat Schijnvoet ook nauw betrokken moet zijn geweest bij het schilderen van het gewelf van

de burgerzaal, hoewel hierover minder bekend is. Al met al moet het ontwerpen van een

voorstelling voor de burgerzaal een prestigieuze opdracht geweest zijn.

In 1709 kreeg hij nog een belangrijke taak, namelijk het herordenen van de ruim

zevenduizend prenten tellende collectie van Michiel Hinloopen (1619-1708), die aan de stad

was toegekomen. De verzameling, die beschouwd wordt als de eerste openbare

prentencollectie van Nederland, werd bewaard in een kamertje naast de kunstkamer op de

derde verdieping van het stadhuis.98 In oktober 1710 ontving Schijnvoet f 65,-- omdat hij van

1 mei tot eind november dagelijks was bezig geweest met het 'sorteren, schickken, afsnijden

en opplacken' van de prenten.99 Hoewel dit werk hem later niet in dank is afgenomen100,

94 GAA 5039, Archief van de Thesaurieren Ordinaris, nr. 10, 10 januari 1708, p. 109 (film 6255). 95 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 3 verso. 96 GAA 5039, Archief van de Thesaurieren Ordinaris, nr. 223, zonder datum. 97 Oldewelt 1934, 237. 98 Van der Waals 1988, 9-10. Zie over de kunstkamer: Goossens & Van de Roemer 2004.99 Oldewelt 1934, 238. 100 Van der Waals 1988, 43.

Page 13: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 34

spreekt hieruit dat Schijnvoet in zijn eigen tijd de status genoot van groot kenner van de

beeldende kunsten en dat de machthebbers in de stad gebruik maakten van zijn expertise.

LIEFHEBBER VAN DE TUINKUNST

Schijnvoet geniet vandaag de dag nog enige bekendheid vanwege zijn tuinarchitectuur.101 Hij

heeft ten minste drie tuinen ontworpen voor de buitenhuizen van welgestelde burgers uit Amster-

dam: 'Muloord' van Jacob Oortman tussen de Drie Baarsjes en de Overtoom; 'Petersburg' aan de

Vecht van Christoffel Brandts (1664-1732), de afgezant van Peter de Grote; en 'Soelen' aan de

Haarlemmervaart van de koopman Christoffel Beudeker (1675-1756).102 Alleen van Soelen en

Petersburg zijn plattegronden bewaard gebleven. Deze tekeningen van Schijnvoets hand zijn

vermoedelijk uitgewerkte versies van zijn originele schetsen en ze moeten volgens Erik de Jong

als zelfstandige kunstwerken beschouwd worden (afb. 5 en afb. 6).103 Van de tuin voor

'Petersburg' is zowel een 'grove', als een 'nette' schets bewaard gebleven.104 Naast deze tuinen

worden op basis van een stilistische vergelijking ook twee Amsterdamse tuinhuizen van

Keizersgracht 317 en Herengracht 476 met Schijnvoet in verband gebracht.105 De architectuur

zou ook een belangrijk onderwerp van gesprek geweest zijn tijdens het bezoek van tsaar Peter de

Grote in 1697. Het contact tussen de tsaar en de architect zou geleid hebben tot invloeden van

Schijnvoets stijl op de Russische architectuur en een uitwisseling van leerlingen.106 Deze

aanname verdient verder onderzoek.

Een opvallend punt wat betreft Schijnvoets architectonische kennis is dat hij volledig

autodidact was. Hij is zich pas op latere leeftijd gaan interesseren voor architectuur en deed dit

als 'dilettant' naast zijn ambtelijke functies. Dit was voor Lambert Bidloo een reden te meer om

zijn kennis te prijzen. In 1724 publiceerde deze apotheker een dichtwerk, Hymnus Prosodiacus,

dat hij opdroeg aan Schijnvoet. Hierin uit hij zijn verwondering over het feit dat Schijnvoet - die

101 Zie over Schijvoets tuinarchitectuur: Ozinga 1938, 129; Bienfait 1943, 167-169 & 172-175; Kuyper 1977; De Jong 1993, 56, 163, 170, 171, 173-176 & 184; Meijer 1995; Meijer 1996; Oldenburger-Ebbers 2001. 102 G. van Loon noemt ook nog Gruterus, Cunnus en Wittebol als opdrachtgevers, maar hierover is niets bekend. Loon IV 1731, 221. 103 De Jong & Domenicus-van Soest 1996, 72. 104 De 'grove' schets wordt bewaard in de bibliotheek van de Academie van Wetenschappen in Sint-Petersburg (inventarisnummer F. 266/5) en de 'nette' schets in de British Museum (Print Room, Atlas Beudeker, C9 e 11, folio 48). In deze atlas bevindt zich tevens de plattegrond van de Lustplaats Soelen (Atlas Beudeker, C9 e 9, folio 69v). 105 Meischke e.a. 1995, 82 & 315. De auteurs doen dit op basis van Schijnvoets gegraveerde tuinvoorbeelden. 106 Engel 1986, 248. Scheltema I 1814, 162: 'Peter vond verders gelegenheid, om het vermaarde kabinet van natuur en kunst, in eigendom behoorende aan den Architect, Simon Schynvoet, te bezigtigen. Veel sprak hy met denzelven over de bouwkunde, en vermoedelyk werd het, dat deze persoonlyke kennis aanleiding gaf tot latere raadplegingen en betrekkingen, het zy door voorname Russen by denzelven te besteden, het zy door leerlingen van hem naar Petersburg te ontbieden; het is ten minste meer malen opgemerkt, dat de paleizen en lustsloten door Peter gesticht, iets hebben van de zwaarmoedigen en

Page 14: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 35

zichzelf liever 'liefhebber' dan 'meester' noemde - tot aan zijn veertigste nog niets wist van

architectuur en dat hij zich in korte tijd, zonder enig onderricht en alles uit zijn eigen 'vernuft',

ontwikkeld had tot een groot ontwerper. Omdat Schijnvoet, in tegenstelling tot koninklijke

bouwmeesters in het buitenland, gedwongen was om zijn ontwerpen in afgeperkte

grondgebieden in te passen, noemt Bidloo hem een 'dubbeld ervaren Meester'.107 Een goed

voorbeeld hiervan laat de plattegrond van de lustplaats Soelen zien. Ondanks de asymmetrische

vorm van het beschikbare terrein, wist Schijnvoet orde en regelmaat in het landschap te brengen,

door twee hoofdassen aan te brengen, zodat de tuin zowel in het midden als in het linkerdeel een

spiegeling liet zien.108

In verband met zijn tuinarchitectuur moeten ook nog twee prentenreeksen, getiteld S.

Schynvoets Voorbeelden der Lusthof-cieraaden, genoemd worden.109 Het betreft hier een

verzameling voorbeelden van tuinvazen, piëdestals, piramiden en erezuilen om tuinen op te

luisteren, die allen ontworpen werden door Schijnvoet en uitgevoerd door zijn zoon Jacobus, Jan

Goeree, Gerrit Rademaker, L. Scherm en J. Ruyter (afb. 7). De ontwerpen op de prenten,

doorgaans gesitueerd in de omgeving van een formele tuin, kenmerken zich door

monumentaliteit, een ver doorgevoerde symmetrie en een overvloed aan klassieke details. Jola

Meijer, die haar doctoraalscriptie aan deze reeksen heeft gewijd, dateert de prenten tussen 1717

en 1720.110 De enige bewaard gebleven, eigenhandige tekening van Schijnvoet houdt eveneens

verband met zijn tuinarchitectonische activiteiten. Het betreft een tekening van een tuinpaviljoen

met een beeld van Neptunus in een nis (afb. 8).111 Vermoedelijk gaat het hier om een ontwerp

voor één van zijn tuinen. De tekening maakt een enigszins onaffe indruk - het plateau waarop het

geheel staat, de bovenzijden van de basementen en de boogvormige openingen aan weerszijden

van het paviljoen zijn niet uitgewerkt - maar laat wel zien dat Schijnvoet het perspectief goed

beheerste en wist hoe de illusie van dieptewerking op te roepen. De tegenstelling tussen donkere

en lichte partijen en de zware slagschaduw van het beeld geven de voorstelling een bijzonder

ruimtelijke effect.

met sieraden overladen trant van dezen, in vele opzigten, kundigen man.' Het is niet duidelijk waarop Scheltema's aannames berusten.107 Bidloo 1724, fol. *4v. 108 Zie voor een uitvoerige bespreking van deze tuin: Kuyper 1977. 109 Bibliotheek Rijksmuseum, Amsterdam, signatuur: 1C2. De eerste reeks draagt de titel S. Schynvoets Voorbeelden der Lusthof-cieraaden, zynde Vaasen, pedestallen, Orangiebakken, Blompotten en andere bywerken &c en de tweede S.Schynvoets Voorbeelden der Lusthof-Cieraaden zynde Piramiden, Eerzuylen en andere bywerken. Zie voor een uitvoerige bespreking van deze prentenreeks Meijer 1995. 110 Meijer 1995, 1. 111 De tekening werd voorheen bewaard in de collectie van Lodewijk Houthakker en is in de catalogus daarvan gepubliceerd; zie: Fuhring 1989, 554 (nr. 842). De tekening bevindt zich nu in de collectie van Ineke Hellingman.

Page 15: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 36

Tot slot kan nog als architectonisch wapenfeit vermeld worden de tempel die Schijnvoet

ontwierp voor het vuurwerk ter viering van de Vrede van Nystad in 1721, die een einde maakte

aan de oorlog tussen Rusland en Zweden. Voor dit spektakel ontwierp hij een grote Janustempel,

die de overwinning van tsaar Peter de Grote verheerlijkte (afb. 9). Op 9 en 10 december vormde

dit drijvende bouwwerk het middelpunt van een groot vuurwerk dat op de Binnen-Amstel werd

afgestoken. Van de rijk gedecoreerde tempel zijn een tekening, drie prenten en een uitvoerige

beschrijving overgeleverd.112

Ook al noemde Schijnvoet zich volgens Bidloo liever 'liefhebber' dan 'meester', hij

presenteerde zichzelf graag als architect. Dit blijkt uit een prent bij een lofdicht in Bogaerts

Muntkabinet der Roomsche keizers en keizerinnen (afb. 10). Deze prent toont een

sierpiramide waarop twee vrouwenfiguren, 'Bouwkunde' met winkelhaak en passer en Pallas

Athena met helm en lans, samen een medaillon ophouden met het profiel van Schijnvoet en

het opschrift 'ARCHIT.& S. SCHIJNVOET'. Onder de prent staat een gedicht van Bogaert,

waarin deze de activiteiten van Schijnvoet als natuuronderzoeker, kunstenaar, schrijver en

architect prijst:

Dit is Schijnvoet, wiens verstand d'albaarende natuur

Doorkropen heeft en 't merg der Konsten weet te ontleden,

Wiens pen elk noopt het spoor der deugden na te treeden

Als hij oraklen schrijft zo vol van Hemelsch vuur.

De Bouwkonst, die door hem steunt op onfeilbare gronden,

Trompet zijn lof uit door 't heelal, met duizend monden.113

Als er een woord gevonden moet worden om Schijnvoet te typeren dan is het wel

'veelzijdigheid'. Bovenstaand overzicht maakt duidelijk op welke manier Schijnvoet

'd'albaarende natuur doorkropen' heeft en hoe hij het 'merg der Konsten' wist te ontleden.

Hoewel Schijnvoet bekend stond als groot liefhebber en hij zijn culturele activiteiten naast

zijn officiële ambt ontplooide, mag hij met recht 'amator' in de historische zin van het woord

genoemd worden. Dit betekent echter niet dat zijn werken op het gebied van de architectuur,

schilder- en prentkunst 'amateuristisch' in de moderne zin van het woord waren. Helaas zijn

112 Zie: Van Rijn, Beredeneerde beschrijving van den Atlas 'Van Stolk', Amsterdam 1901, deel 5, nr. 3537-3541 en J. Kok, Amsteldamsche Jaarboeken, Amsterdam 1781, deel 3, 83-3. Zie ook: Balbian Verster 1929, 137. 113 Bogaert 1695, fol. *4 verso.

Page 16: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 37

weinig van zijn artistieke creaties overgeleverd – zijn tuinen en architectonische bouwsels

bestaan niet meer – maar de spaarzame overblijfselen van zijn werk - een enkele tekening en

plattegrond – maken duidelijk dat hij op verdienstelijke wijze de tekenpen wist te hanteren.

Hij stond vooral bekend als een kundig inventor en bedacht vele voorstellingen die door

anderen in tekening of in prent werden gebracht. In zijn bouwkundige ontwerpen laat hij zich

kennen als een classicist in de traditie van zijn tijdgenoot Daniël Marot. Ook werd duidelijk

hoe hij zich inzette voor natuurhistorisch en oudheidkundig onderzoek. Zijn veelzijdigheid en

kennis zorgden ervoor dat hij door anderen dikwijls geraadpleegd werd en dat hij belangrijke

opdrachten kreeg toebedeeld. Hij vormde een belangrijke schakel in een netwerk van

kunstenaars, natuuronderzoekers, oudheidkundigen, schrijvers en dichters.114 Zijn veelzijdige

belangstelling zien wij in zijn verzameling weerspiegeld.

114 Van zijn kennissenkring is een goed beeld te vormen door het eerder vermelde Stamboek. Onder hen bevinden zich de dichters en schrijvers als Abraham Bogaert, Claas Bruin, Willem van Swaanenburgh, Jean Baptiste Wellekens, David van Hoogstraten en Katarhina Lescailje. Andere namen die hierin voorkomen zijn onder andere de eerdergenoemde tekenaar Jan Goeree, de oudheidkundige Ludolph Smids en de verzamelaar Sijbrand Feitama.

Page 17: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 38

DE VERZAMELING

DE BRONNEN

Is het mogelijk een beeld te vormen van datgene wat Von Uffenbach te zien kreeg tijdens zijn

bezoek in 1711? Het verslag van de Duitse reiziger zelf vormt hiertoe de belangrijkste

informatiebron, maar het kan aangevuld worden met talrijke gegevens uit andere bronnen.

Diverse notariële akten, zoals de boedelinventaris en de reeds genoemde akte van trouwen op

huwelijkse voorwaarden, geven een indruk van de totale omvang van de verzameling.

Gedetailleerde gegevens over de inhoud van de kasten zijn te vinden in de vijf veilingcatalogi

die van Schijnvoets verzameling zijn opgesteld. De boeken, de prenten en tekeningen werden

begin 1728, niet lang na zijn dood, geveild. Het schelpen- en mineralenkabinet en de vijf

overige kabinetten kwamen pas zestien jaar later onder de hamer. Het uiterlijk en de inhoud

van het kabinet met Romeinse munten wordt vrij uitvoerig behandeld in een dichtwerk van

Abraham Bogaert uit 1695, S. Schijnvoets Muntkabinet der Roomsche keizers. Tevens zijn er

gegevens te destilleren uit de achtendertig lofdichten op de verzameling die in het eerder

vermelde Stamboek bewaard worden. Het betreft doorgaans korte verzen, die betrekking

hebben op één van de kabinetten. Uitzonderingen hierop vormen de lofdichten van Joannes

van Braam (1677-1751) en Willem van Swaanenburgh (1675-1728), wier beider dichtwerken

omvangrijker zijn (respectievelijk veertien en twaalf folio's) en de gehele verzameling

behandelen. Het gedicht van Van Braam is ook in druk uitgebracht.115

Vanzelfsprekend dateren de bronnen uit verschillende perioden, wat uiteraard een

probleem oplevert voor een 'reconstructie op papier'. Zoals uit het verslag van Von Uffenbach

115 Het enige mij bekende exemplaar hiervan bevindt zich in de bibliotheek van de Universiteit van Gent: BL 9498 (20).

Page 18: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 39

blijkt, was een verzameling geen statische plek waar objecten werden opgeborgen, maar een

actieve 'werkplaats' waar de verzamelaar continu bezig was met het verwijderen en bijzetten

van objecten en het herschikken en opluisteren van zijn verzameling. Er kwamen nieuwe

aanwinsten binnen, maar tevens werden er objecten of hele delen van de verzameling

afgestoten. Dit maakt een reconstruerende beschrijving tot een heikele zaak. In het geval van

Schijnvoets kabinet dateren de meest informatieve bronnen uit 1711 (Von Uffenbachs

bezoek) en van na zijn dood in 1727 (de boedelinventaris uit 1727 en de veilingcatalogi uit

1728 en 1744). Daarom zal de informatie die hieronder gegeven wordt vooral een beeld geven

van de situatie zoals deze zich voordeed in het tweede en derde decennium van de achttiende

eeuw. Door de grote hoeveelheid bronnen is het – ondanks de vele hiaten – goed mogelijk een

redelijk beeld van de verzameling te vormen; een beeld dat in ieder geval als basis kan dienen

voor het onderzoek naar de theoretische achtergronden van de verzameling in de volgende

hoofdstukken.

HET AANTAL KABINETTEN

De bronnen geven geen eenduidig beeld van het precieze aantal kasten waarin Schijnvoet zijn

verzameling bewaarde; zij geven verschillende aantallen, terwijl ook de naamgeving van de

kasten niet altijd consequent is. In het zojuist genoemde dichtwerk van Abraham Bogaert, S.

Schijnvoets Muntkabinet der Roomsche keizers, is sprake van vier kabinetten. Vanzelfsprekend

wordt in dit werk het kabinet met Romeinse munten uitvoerig beschreven, maar het boekje

eindigt met nog eens drie korte gedichten op het mineralen-, insecten- en schelpenkabinet.116 In

zijn reisverslag bespreekt Von Uffenbach drie hiervan: het schelpenkabinet, het

mineralenkabinet en het Romeinse muntenkabinet. Over het insectenkabinet meldt hij dat

Schijnvoet dit enige tijd voor zijn bezoek verkocht had aan een andere verzamelaar.117 Meer

informatie geeft Von Uffenbach over een andere kast, namelijk het kunstkabinet. Hij spreekt van

een kabinet met Kunstsachen und Medallien en later gebruikt hij de woorden Medaillien-cabinet

en Munz-cabinet door elkaar. Bij laatstgenoemde heeft hij het specifiek over het kabinet met

116 Bogaert 1695, achter pagina 128.

Page 19: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 40

Romeinse munten, want hij verwijst naar de publicatie van Abraham Bogaert.118 Uit zijn verslag

blijkt dat dit een klein kabinetje was dat bovenin het grotere kunstkabinet stond.119 Von

Uffenbach noemt dus in totaal vijf kabinetten, waarvan er één inmiddels verkocht was en twee

bij elkaar hoorden.

Willem van Swaanenburg vermeldt in zijn dichtwerk een groter aantal kabinetten,

namelijk acht. Het gedicht is ongedateerd, maar moet tussen 1722 (Van Swaanenbrugs vestiging

in Amsterdam) en 1727 (Schijnvoets dood) geschreven zijn. Het gedicht geeft geen beschrijving

van de verzameling, maar is meer een geëxalteerd 'Heldendicht'.120 De dichter voert de lezer

langs personages en plaatsen uit het verleden en heden naar aanleiding van Schijnvoets

verzameling. In noten verwijst hij naar de diverse kabinetten. Het onderwerp van de

desbetreffende passages komt overeen met de inhoud van de aangehaalde kabinetten. Zodoende

noemt Van Swaanenburgh het reeds bekende kabinet met Romeinse munten, het mineralenka-

binet en het schelpenkabinet. Eén kabinet omschrijft Van Swaanenburgh als een 'Cabinet van

verscheyde dierties in spirit bewaart' waarmee hij waarschijnlijk naar het insectenkabinet

verwijst.121 Daarnaast spreekt de dichter van nog twee, niet eerder vermelde kabinetten: een

kabinet met Nederlandse munten en een kabinet met gedenkpenningen van Lodewijk XIV.122

Ook de verzameling papierkunst en de bibliotheek verwerkte hij in zijn gedicht.

Een vergelijkbare opsomming geeft het gedicht van de Dordtse boekhandelaar Joannes

van Braam, dat deze in het laatste levensjaar van Schijnvoet schreef. Hij vertelt hoe hij dikwijls,

moe geworden van het stadsrumoer, zijn toevlucht zocht in Schijnvoets rariteitenkabinet en

neemt vervolgens de lezer mee bij één van zijn bezoeken. Hij behandelt de inhoud van zes kabi-

netten, die alle al bekend zijn uit de eerder genoemde bronnen: de Romeinse munten, de

gedenkpenningen van Lodewijk XIV, de mineralen, de schelpen, de insecten en de Nederlandse

historiemunten. Van Braam prijst ook de schilderkunst van Schijnvoets echtgenote Cornelia de

Rijk en de dichtkunst en de tuinarchitectuur van Simon zelf.

117 Von Uffenbach 1754, 679; meer hierover bij de bespreking van het insectenkabinet hieronder op pagina 49. 118 Von Uffenbach 1754, 699. 119 Von Uffenbach 1754, 672: 'Das kleine Münz-Cabinet, davon ich vorhin gemeldet, stunde in diesem Cabinet oben an.' 120 Willem van Swaanenburg staat bekend als een hermetisch geïnspireerde dichter. Zie hierover: Geerars 1969, Hanou e.a. 1986.121 Van Swaanenburg z.j., fol. 11. In het gedicht spreekt de dichter over 'dieren uyt de Lugt'. De benoeming van het kabinet blijft enigszins duister, door de toevoeging 'in spirit'. Dit lijkt erop te wijzen dat het natte preparaten betreft, echter is er in geen enkele andere bron sprake van dieren op sterk water die Schijnvoet eventueel bezeten zo hebben. Misschien moet de toevoeging meer in algemene zin begrepen worden, en verwijst dit naar de conserverende stoffen waarmee ook de laden en dozen met insecten werden voorzien.122 Van Swaanenburg z.j., fol. 3.

Page 20: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 41

In de boedelinventaris die na Schijnvoets dood in 1727 werd opgesteld, staan acht kabi-

netten vermeld. Vier hiervan werden nog niet eerder in bovenbehandelde bronnen genoemd: een

kabinet met koralen, één met kleine horens en schelpen, één met afgietsels van antieke medailles

en een klein kabinetje met legpenningen. Verder werden er nog enkele schelpen en munten

buiten de kabinetten genoteerd. Voor de papierkunst en de bibliotheek verwijst men in de

boedelinventaris naar de veilingcatalogi, die blijkbaar toen al in voorbereiding waren. In de

inventaris wordt voorts opgemerkt dat Schijnvoet van de meeste kabinetten een handgeschreven

catalogus bijhield; deze zijn niet bewaard gebleven.123

Het schelpenkabinet en mineralenkabinet werden om onduidelijke redenen pas in 1744 in

twee aparte veilingcatalogi aangeboden. Tevens verscheen in dit jaar een derde veilingcatalogus,

waarin de inhoud van nog eens zes kasten werden beschreven. Het gaat hier voornamelijk om

bekende kabinetten, zoals het kunstkabinet en het kabinet met Romeinse munten, maar er wordt

tevens gesproken van een kabinet van gesneden stenen en miniaturen. Het kan hier gaan om een

voortzetting of afsplitsing van het eerdere vermelde kunstkabinet, zoals bij de afzonderlijke

bespreking van dit kabinet nog duidelijk gemaakt zal worden.124 Ook vermeldt deze

veilingcatalogus een kabinet met Nederlandse historiemunten.

123 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 6 verso, 7 recto: 'Een cabinet met hoorens en schelpen getekent volgens de catalogus daervan zijnde en daar den overledene geschreven L(etter) A Een dito waer in veele soorte van corale, zeeheesters, zeeappelen, steengewassen en andere seltsaemheede getekent volgens de catalogus daervan zijnde door den overledene als boven zelfs geschreve Letter B Een dito zijnde een klijn notenboom cabinetje getekent volgens de notitie door den overleden als bove gehoude met Letter C waerin zes laede met een groot getal speculatie horentjes en schelpen zijnde alle in 't kleijn Eenige losse horens, schelpen en zeegewassen buyten de cabinette meede volgens de daer van door den overledene geformeerde notitie Een cabinet getekent met letter E waer in mineraele, steengewasse en versteende saeke benevens alle soorten van edele gesteentens zo in haer berghstoffe als gesleepe breder mede naer uytweytens de cathalogus daervan als bove der overledene inderteydt zelfs geformeert Een cabinetje waer in de historische gedenkpenningen van Lodewijk de 14 zijnde kopere volgens de cathalogus daervan zijnde Een kleyn cabinetje met goude en silvere penningen en eenige copere zijnde de Roomsche keijzers edoch incompleet Een dito met anticque medailjes zijnde afgietsels van koper Een dito met legpenningen en gietsels Een lade waerin een goude medalje en drie zilvere als meede met veertien stukx diverse soort van gelt Eenige papier en tekenkonst en verscheydene ingebondene werken ingevoege en breder sullende blijken bij de daarvan geformeerde cathalogue Eenige werken van diverse consten zijnde gedrukt en nader meede genoteert op de daervan geformeerde cathalogus waertoe in deese om kort te zijn wert gerefereerd.' 124 Veil.cat. rariteiten 1744, titelpagina. De titelpagina vermeldt de volgend zaken: '1. Een Cabinet met Medailjes de Nederlansche Historien betreffende. 2. 1 dito met Anticque Penningen genaamt S. Schynvoets Munt Cabinet. 3. Een dito met de Gedenkpenningen van Lodewyk de XIV. 4. Een dito met gesnede Gesteentens, Agaten, Barnsteenen, Beeld en gedrayd Yvoorwerk, en fraye Miniaturen &c. 5. Een dito met Coraal Gewassen en andere seltsaamheden. 6. Een dito met Horens en Schelpen alle in de klynste soort. De Kopere Platen, genaamt S. Schynvoets voorbeelden der Lusthofciraden en Piramiden. Een Cabinet Schilderyen, Miniaturen en Florentynse Natuersteenen, en andere curieusityten.'

Page 21: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 42

Uit bovenstaande opsommingen kan geconcludeerd worden dat Schijnvoets verzameling

in de loop van de tijd elf verschillende kasten omvat heeft. Voor het overzicht zet ik ze nog even

op een rij. Hierbij moet opgemerkt worden dat het laatste kabinet van gesneden stenen en minia-

turen tussen haken staat, omdat deze misschien samenvalt met het kunstkabinet.

� Schelpenkabinet

� Koralenkabinet

� Kabinet met kleine schelpen

� Mineralenkabinet

� Insectenkabinet

� Kunstkabinet

� Kabinet met Romeinse munten

� Kabinet met Nederlandse historiemunten

� Kabinet met gedenkpenningen van Lodewijk XIV

� Kabinet met afgietsels van antieke medailles

� Legpenningenkabinet

(Gesneden stenen & miniaturen-kabinet)

DE LOCATIE

Door een ingrijpende verbouwing van het weeshuis aan het begin van de negentiende eeuw is

niet exact te achterhalen in welk vertrek Schijnvoet zijn verzameling had opgesteld. Voordat het

weeshuisgebouw verbouwd werd, werden in 1825 plattegronden getekend van de bestaande

situatie (afb. 11).125 Op de plattegronden zijn de kamers van de hoofdprovoost links aan de

voorzijde van het weeshuis te lokaliseren. Op de tekening staan de kamers aangegeven met de

opschriften 'kantoortje', 'keuken', 'voorkamer' en 'kamer van de Hr. Bernhardt', de toenmalige

hoofdprovoost (afb. 12). Er is tevens een plattegrond van de kelderverdieping en hierop staat

125 GAA Topografische Atlas, BT Prinsengracht 436 (A), tekening 1-4 (filmkaarten 17648-17651); potlood en penseel in lichtroze, grijs en blauw; 635 x 365 mm.

Page 22: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 43

bij de vertrekken onder de keuken en het kantoortje de notitie 'kelder onder de hoofdprovoost'.

De gegevens op de plattegrond komen overeen met de opmerkingen over het

Aalmoezeniersweeshuis van de achttiende-eeuwse stadshistoricus Jan Wagenaar. Hij meldt

dat de functie van secretaris en hoofdprovoost soms samenvielen en dat de woonvertrekken

van de secretaris zich links van de oosterpoort (oftewel de 'jongenspoort') bevonden. Tevens

vertelt hij dat de hoofdprovoost 'vrije woning in 't weeshuis' had.126 Wagenaar publiceerde bij

zijn beschrijving ook een prent van de voorgevel van het weeshuis. Uitgaande van zijn relaas

en de plattegronden, zouden de uiterste vier vensters links aan de vertrekken van de

hoofdprovoost toebehoord hebben (afb. 13). In de archieven van het Aalmoezeniersweeshuis

valt te lezen hoe de regenten in 1703 de woning eerst tevergeefs aanboden aan de secretaris en

vervolgens aan Schijnvoet, die daarna een verzoek deed om enige wijzigingen aan te

brengen.127 Het is dus waarschijnlijk dat deze vertrekken in het eerste kwart van de achttiende

eeuw door Schijnvoet en zijn gezin werden bewoond, maar het is natuurlijk de vraag of de

situatie zoals de plattegrond van 1825 laat zien, dezelfde is als die van honderd jaar daarvoor.

Schijnvoet had zijn verzameling vermoedelijk in één vertrek opgesteld. Dit wijzen de

vele lofdichten in het Stamboek uit. Pieter Zweerts, Johannes van Braam, Gregorius van

Zonhoven en Eduard en Sijbrand Feitama hebben het in hun lofdichten allen over een

'kunstvertrek'.128 Bidloo verwonderde zich erover hoe Schijnvoet alles wat de 'gantsche Weireld'

bevat in 'zulk een kleyn vertrek' kon onder brengen.129 Von Uffenbach maakt melding van een

extra ruimte: een alkoof met aan weerszijden twee kasten tot aan het plafond, waarin Schijnvoet

zijn banden met tekeningen en prenten en een deel van zijn boeken bewaarde.130 Helaas geeft de

boedelinventaris geen informatie over de situering van dit vertrek binnen de woning in het

Aalmoezenierweeshuis. De notaris noteerde achtereenvolgens huisraad in de slaapkamer en de

kelder, de schilderijen, huisraad in de zaal en de keuken, en tot slot de obligaties, lasten en

schulden van de overledene. De kabinetten worden in de inventaris onder het kopje obligaties

opgesomd en derhalve is er geen beeld te vormen in welk vertrek zij hebben gestaan.

126 Wagenaar 1971 II, 288 & Wagenaar 1971 III, 285. 127 GAA, AAW 343, nr. 40, resoluties 1698-1709, 55 verso, dd. 19 jan. 1703 & GAA, AAW 343, nr. 40, resoluties 1698-1709, 58 recto, dd. 27 januari of februari 1703. 128 Als deze gedichten bevinden zich in het Stamboek: P. Zweerts, 'Opdragt aan de Heer Simon Schijnvoet' in het derde katern; Joannes van Braam, 'Op het Kunstvertrek van de Heer Simon Schijnvoet' en Gregorius van Zonhoven, "Op het Konst Vertrek van de Heer Simon Schijnvoet' (in het vierde katern) en 'Aan de Heer Simon Schijnvoet' en 'Eerkrans voor den Konstlievenden Simon Schijnvoet' van respectievelijk Eduard en Sijbrand Feitama (in het zesde katern). 129 Bidloo 1720, 81. Dergelijke uitspraken werden vaker gedaan naar aanleiding van verzamelingen. Zie ook: Van der Veen 1992, 232. 130 Von Uffenbach 1754, 673.

Page 23: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 44

Het is verleidelijk om de gegevens uit de geschreven bronnen te vergelijken met de

plattegrond uit 1825 van het weeshuis in het gemeentearchief. Wanneer verondersteld wordt dat

de situatie in het weeshuis zich in honderd jaar niet ingrijpend gewijzigd heeft, komen twee

vertrekken in aanmerking voor situering van Schijnvoets rariteitenkamer. Het gaat om de kamers

die op de plattegrond staan aangegeven met de notities 'voorkamer' en de 'kamer van de Hr.

Bernhardt'. Het eerste vertrek mat ongeveer 5,95 bij 4,53 meter en het tweede ongeveer 5,95 bij

5,66 meter. Op de tekening is te zien dat beide kamers een alkoof hadden, waarin Schijnvoet

mogelijkerwijs zijn boeken en prenten bewaarde. Het alkoof in de achterkamer was in het

midden van de oostelijke wand gesitueerd en was ongeveer 2,12 meter breed. Aan weerskanten

hiervan bevonden zich een bed, een kast en een privaat. De voorkamer had in de zuidoostelijke

hoek eveneens een alkoof die tevens vanuit het portaal te betreden was. Deze ruimte was

ongeveer 2,70 meter breed en 1,47 meter diep. Het is derhalve moeilijk te bepalen welk vertrek

voor de opstelling van de verzameling gediend heeft.

Hoe Schijnvoet zijn verschillende kasten had opgesteld blijft onbekend. Er lijkt wel

sprake geweest te zijn van een duidelijke vierledige indeling. Zoals we in de inleiding al zagen,

merkte Von Uffenbach op dat Schijnvoet zijn verzameling volgens het schema van de vier

elementen had ingedeeld.131 Ook Abraham Bogaert spreekt in een gedicht van 'Al d'elementen in

een middelpunt vergaart'.132 Schijnvoet had zijn insectenkabinet vlak voor het bezoek van Von

Uffenbach verkocht en dit lijkt misschien iets af te doen aan het belang dat deze vierdeling voor

hem had. De verkoop heeft echter vermoedelijk meer met de financiële omstandigheden van de

onderschout te maken en doet niets af aan de toepassing van het eeuwenoude ordeningsschema

op zijn verzameling. Uit het gedicht van Van Braam blijkt overigens dat de verzamelaar na de

verkoop weer opnieuw was begonnen met het verzamelen van insecten. In ieder geval was de

indeling volgens de vier elementen belangwekkend genoeg om in 1711 - ondanks het ontbreken

van het insectenkabinet – aan Von Uffenbach medegedeeld te worden.

131 Von Uffenbach 1754, 669. 132 Bogaert 1723, 389.

Page 24: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 45

DE ONDERDELEN VAN DE VERZAMELING

Nu een algemene indruk van de omvang van de verzameling is gegeven, zullen de verschillende

onderdelen afzonderlijk en meer in detail besproken worden. Per kabinet zullen - voor zover be-

kend - de uiterlijke vorm, de decoraties, en de inhoud behandeld worden. Omdat de hoeveelheid

informatie die de bronnen verstrekken per geval sterk verschilt, is niet van ieder onderdeel een

evenredig beeld te vormen, maar ook hier geldt dat hiaten bij het ene onderdeel dikwijls

opgevuld kunnen worden met kennis over het andere.

HET MINERALEN- EN SCHELPENKABINET

Het mineralenkabinet en het schelpenkabinet vormden het zwaartepunt van Schijnvoets

verzameling. Dit blijkt onder andere uit het relaas van Von Uffenbach en uit de aparte catalogi

die van deze kabinetten werden opgesteld. De Duitse bezoeker had bijzondere waardering voor

het uiterlijk van deze kabinetten. Met name het mineralenkabinet vond hij 'sehr zu admireren',

terwijl van het schelpenkabinet vooral de uitgelezen inhoud indruk maakte. Het viel hem op dat

Schijnvoet zijn kasten op een bijzondere manier had vormgegeven. Zij zagen er niet uit als

gewone kabinetten met een kastgedeelte op een gangbare kruisvoet, maar als 'Füsse und Piede-

stals von Säulen mit viellen Sierrathen'.133 Wat Von Uffenbach met deze opmerking bedoelde is

te zien op de prent van het mineralenkabinet (afb. 14).134 Het massief ogende kastgedeelte rustte

op een laag basement. De zijkanten van de kast zwenkten naar boven toe uit en het kastgedeelte

was onder en boven voorzien van een sierlijsten met rozetornamenten. Op de met

acanthusbladeren gedecoreerde kap stond een buste van de godin Tellus (Moeder Aarde), met

ontblote borst en stedenkroon. De voorkant van het kabinet was voorzien van een opschrift in

een cirkel, dat in bloemrijke bewoordingen verwees naar de herkomst van de objecten en de

uitwerking die zij op de toeschouwer hebben:

133 Von Uffenbach 1754, 669. 134 Zie achterin Bogaert 1695.

Page 25: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 46

'Dit be-

sluit in zich

hetgeen de in-

gewanden der

aarde teelden, de

begeerzucht baar-

de, en dat in't licht

gebracht, alles

dwingt, ont-

rust of ver-

heugt.'

Het kabinet was ongeveer 173 centimeter hoog en bevatte zevenentwintig laden en drie binnen-

laden.135 Binnenin de kast was nog een klein kabinetje met nog eens tweeëntwintig laden.136

Hoewel de prent enige vragen oproept – met name over de manier waarop de kast geopend kon

worden137 – moet de prent toch een redelijk getrouw beeld hebben gegeven van de kast. In het

voorwoord van de veilingcatalogus uit 1744 wordt expliciet verwezen naar deze afbeelding: 'Het

Kabinet zelve is cierlyk gemaakt, gelyk de Afbeelding daar van hier voorstaande bewyst.'138

Dit kasttype, met zijn opmerkelijke piëdestalvorm en geornamenteerde kap, is

waarschijnlijk een inventie van Schijnvoet geweest en hij lijkt hiermee zelfs een trend gezet te

hebben. Dit blijkt uit de bespreking van het ideale mineralenkabinet door Johannes le Francq

van Berkhey (1729-1812) in diens Natuurlyke Historie van Holland (1769-1811). Hij verwijst

hierin naar het 'kolomagtige' of 'Bazimentagtige' type en stelt dat de 'bouwkundige Schynvoet

deezen smaak van kabinetten, in zyn tyd, in zwang [heeft] gebragt'. Van Berkhey kent nog

enkele exemplaren van dit type en bespreekt vervolgens de voor- en nadelen ervan.

Minpunten waren dat de laden te ondiep waren en het kastgedeelte te vierkant en te zwaar,

maar voor de rest waren de 'ordonnantiën zoo deftig' dat men alleen al door het uiterlijk van

135 Veil.cat. mineralen 1744, 63. In de verkoopcatalogus worden de maten van de kast gegeven: het kastgedeelte was vier voet en één duim hoog (ca. 116 cm.) en drie voet en één duim breed (ca. 102 cm.); met onder- en bovenstuk was de kast zes voet en tien duim hoog (ca. 173 cm.) en vijf voet breed (ca. 142 cm.); het borstbeeld was één voet en zeven duim hoog (ca. 49 cm). 136 Zie ook: Fock 1992, 88. 137 Opvallend is het ronde 'knopje'(?) boven het opschrift, dat de suggestie wekt van een naar voren klappende deur. 138 Veil.cat. mineralen, 'Voorberigt'.

Page 26: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 47

de kast geneigd was de inhoud als 'schoon' te ervaren. De auteur besluit dan ook positief met

de uitspraak: 'In dien smaak wenscht ik wel een Mineraal-Kabinet te zien'.139

Voor zover mij bekend zijn geen kasten van dit type bewaard gebleven, maar er bestaan

nog wel enkele afbeeldingen waarop zij figureren. Een vergelijkbare kast heeft bijvoorbeeld

model gestaan voor een ongedateerde prent van Jacob Folkema (1692-1767) naar ontwerp van

Nicolaas Verkolje (1673-1740). Hoewel de precieze relatie tussen de prent en Schijnvoets

verzameling mij nog onduidelijk is140, zijn de overeenkomsten met het mineralenkabinet evident

(afb. 15). Hier is de kast echter verkleind weergegeven en op een hoog voetstuk geplaatst. Het

opschrift in de tondo is vervangen door een afbeelding van een ruiterstandbeeld, met daaronder

een opschrift. Door de schuine plaatsing is de rechterzijkant zichtbaar, waardoor deze prent een

beter beeld geeft van de kast als driedimensionale vorm.

Ook op de titelprent van D'Amboinsche Rariteitkamer, ontworpen door Schijnvoets

compagnon Jan Goeree, komen dergelijke kasten voor (afb. 16). De afbeelding laat een open

vertrek zien met in het midden een tafel, waaromheen een groep in klassieke gewaden gehulde

figuren schelpen bestudeert. Achterin het vertrek staan drie kabinetten met een identieke piëde-

stalvorm als Schijnvoets mineralenkabinet. De kasten links en rechts zijn gedecoreerd met

dezelfde sierlijsten met rozetornamenten en de kappen met vergelijkbare acanthusbladeren. De

bolle kap van de kast in het midden wijkt af en is voorzien van guirlandes en een rond tableau

met een (onleesbaar) opschrift.141 Het opschrift en de buste bovenop de kast brengen het

Tellusbeeld en de inscriptie op het mineralenkabinet in gedachten. Een groot verschil is echter

dat op deze titelprent wel sprake is van duidelijk zijwaarts openslaande deuren, die ons een blik

gunnen op het interieur van de kasten en de ordening van de laden. Een vergelijkbare kast komt

ook voor op de eerderbesproken titelprent uit 1717 van Maria Sybilla Merians Der rupsen begin,

voedzel en wonderbaare verandering (afb. 3). Verder komt dit type ook voor op een tekening

van Jan Goeree die deze maakte bij een gedicht van Johannes Vollenhove in het Stamboek van

de knipkunstenares Joanna Koerten-Blok (1650-1715). Hierop is een kamer te zien met heren die

139 Van Berkhey II.2 1771, 1196-1197. 140 Mw. prof.dr. W. Fock, hoogleraar Kunstnijverheid en industriële vormgeving aan de Universiteit van Leiden, was zo vriendelijk mij een kopie van deze prent te overhandigen. Dit gebeurde vrij laat in mijn onderzoek, waardoor de relatie tussen de prent en Schijnvoet niet verder onderzocht is. In ieder geval bezat Schijnvoet wel twee geschilderde portretten, van zijn vrouw Cornelia en zijn zwager Jacob de Rijk, van de hand van Jan Verkolje, de vader van Nicolaas (zie bijlage 4). 141 De versieringen bovenop de kasten verwijzen naar de delen van Rumphius boek: de rotspartij links met krabben naar het eerste deel over schaaldieren; de buste van een vrouw met stedenkroon in het midden naar het derde deel over mineralen; en de rotspartij rechts met horens en schelpen naar het tweede deel over schelpen.

Page 27: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 48

zich bezighouden met onderzoek naar insecten. Rechts van hen staat een piëdestalvormige

kast.142

Helaas is er geen prent van Schijnvoets schelpenkabinet overgeleverd, maar het is

aannemelijk dat dit in hoge mate overeenkwam met het uiterlijk van het mineralenkabinet.

Volgens de veilingcatalogus van de schelpen was de kast versierd met gesneden lofwerk en

zwaar verguld 'gelyk ook dat van het Mineraal Kabinet'.143 De hierboven genoemde prent en

tekening van Jan Goeree lijken dit te bevestigen. Schijnvoet heeft veelvuldig samengewerkt met

deze tekenaar.144 Het is goed mogelijk dat Goeree bij het maken van zijn tekeningen de fraaie

kabinetten als voorbeeld heeft gebruikt. Schijnvoet deed immers de 'beeldredactie' van

D'Amboinsche Rariteitkamer en zal misschien zijn jonge compagnon geadviseerd hebben bij het

maken van de titelprent. Het staat niet vast dat één van de drie kabinetten op de titelprent daad-

werkelijk overeenkomt met Schijnvoets schelpenkabinet, maar het is wel aannemelijk dat het

schelpenkabinet en het mineralenkabinet elkaar dicht benaderden.

Van de inhoud van het mineralen- en schelpenkabinet is dankzij de twee veilingcatalogi

uit 1744 een gedetailleerd beeld te vormen. Voorzichtigheid is geboden wanneer men de

beschrijving in een veilingcatalogus gelijk wil stellen met de reële inhoud van een collectie.

Veilingmeesters hadden de gewoonte veilingen interessanter te maken door andere goederen aan

de te veilen collectie of boedel toe te voegen, het zogenoemde 'insteken'. Toch zullen in dit

specifieke geval de beschrijving en de wezenlijke inhoud elkaar weinig ontlopen hebben,

aangezien de makelaar, Vincent Posthumus, in het voorbericht vermeldt dat de veilingcatalogus

is opgesteld naar de geschreven catalogus die Schijnvoet zelf had bijgehouden, waarvan de

boedelinventaris van 1727 ook al melding maakte.145 De beschrijvingen in de veilingcatalogus

zullen dus de oorspronkelijke situatie redelijk benaderen.

De stenen en mineralen in het kabinet waren overwegend geordend volgens de destijds

geldende hiërarchie van dit natuurrijk. Zo trok het oog langs goud, zilver, koper, tin, lood en

ijzer, kristallen, markachiet en zwavel.146 De laatste zeven laden waren gevuld met fossielen.

142 Zie voor een reproductie: R.J.A. te Rijdt, "Jan Goeree, het stamboek van Joanna Koerten en de datering ervan", in: Delineavit et sculpsit 1997, 53. 143 Veil.cat. schelpen 1744, fol. 4 recto. 144 Jan Goeree heeft de munten afgebeeld voor A. Bogaerts S. Schijnvoets Muntkabinet (1695) en hielp de onderschout met zijn oudheidkundig onderzoek voor Van Alkemade (zie p. 32). Beiden waren betrokken bij het beschilderen van de kap van de burgerzaal in het stadhuis op de Dam (zie p. 33). Goeree heeft tevens een portret van Schijnvoet gemaakt (zie noot 60) en twee gedichten voor zijn Stamboek geschreven. Bovendien heeft hij meerdere van Schijnvoets tuinontwerpen in prent gebracht voor diens Voorbeelden der Lusthofcieraaden. 145 Veil.cat. mineralen 1744, 5. Zie ook dit hoofdstuk, pagina 41. 146 Veil.cat. mineralen 1744, 1-47: lade 1: goud en kwikzilver;

Page 28: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 49

In de drie binnenladen bewaarde Schijnvoet zijn figuurstenen en een bijzondere, marmeren

straatsteen die hij zelf in Amsterdam had gevonden en had laten zagen, slijpen en polijsten.147

Hierna volgt de beschrijving van een binnenkabinetje met halfedelstenen, zoals bergkristal,

kornalijn, onyx, agaat en jaspis. Hieronder bevond zich tevens een grote hoeveelheid

zogenaamde 'boomagaten', die het onderwerp vormen van hoofdstuk 5. De veilingcatalogus

van de schelpen geeft eveneens een nauwkeurig beeld van de inhoud van dit kabinet; de

ordening hiervan komt nog uitvoerig ter sprake in hoofdstuk 4 en bijlage 3. Eerst worden de

overige onderdelen van Schijnvoets verzameling behandeld.

HET INSECTENKABINET

Aangezien Schijnvoet zijn insectenkabinet enige tijd voor het bezoek van Von Uffenbach

verkocht had, is hiervan nagenoeg niets bekend.148 Wel is de naam overgeleverd van degene

aan wie Schijnvoet het kabinet verkocht had. Het betreft een zekere 'Heinrich Tenkaate', maar

over de identiteit van deze 'Heinrich' of Hendrik ten Kate bestaat geen duidelijkheid.149 Von

Uffenbach bezocht deze verzamelaar een dag na zijn bezoek aan Schijnvoet, en zag aldaar

driehonderd dozen waarin de volledige insectencollectie van Schijnvoet was

ondergebracht.150 Het gaat hier zeker niet om de verzamelaar Hendrik ten Kate, de oom van de

taalkundige Lambert ten Kate, aangezien deze in 1696 overleed en het bezoek van Von

Uffenbach vijftien jaar later, op 24 maart 1711, plaatsvond. De familiegeschiedenis van de Ten

Kates is uitvoerig onderzocht door C.L. ten Cate, en deze vermoedt dat de collectie van de

lade 2: zilver;lade 3 en 4: mengingen; lade 5: koper;lade 6: tin; lade 8: lood;lade 9: ijzer. lade 10 t/m 12: voornamelijk kristallen; lade 13: markachiet en mengingen; lade 14: mengingen; lade 15: voornamelijk zwavel; lade 16: edelstenen; lade 17: cornalijn; lade 18: asbest en diverse stenen; lade 19: diverse stenen; lade 20 en 21: allerlei fossielen; lade 22 en 23: fossielen van schelpen; lade 24: fossielen van vissen schelpen en diversen; lade 25: fossielen en rotsjes met schelpen en edelstenen; lade 26: fossielen, voornamelijk van schelpen; lade 27: diversen, onder andere het proces van koperverwerking. 147 Veil.cat. mineralen 1744, 63. 148 Von Uffenbach 1754, 669. 149 Engel stelt dat het hier om Hendrik ten Kate gaat. Zie: Engel 1986, 139.

Page 29: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 50

n.152

overleden Hendrik nog intact was tijdens het bezoek van Von Uffenbach. De Duitser zou het

kabinet van 'wijlen' Hendrik ten Kate bezocht hebben en rondgeleid zijn door één van zijn zonen,

Lambert of Anthony.151 Als dit vermoeden juist is, zou Schijnvoet zijn insectenkabinet niet aan

Hendrik, maar aan één van de zonen verkocht hebben. Bij gebrek aan verdere gegevens is het

onmogelijk te achterhalen hoe het insectenkabinet eruit heeft gezien, noch waar de collectie

uit bestond. Uit enkele lofdichten in het Stamboek blijkt wel dat Schijnvoet na deze verkoop

weer opnieuw begon met het verzamelen van insecte

HET KUNSTKABINET

Bij de beschrijving van het kunstkabinet doet zich het probleem voor dat er twee bronnen zijn die

tegenstrijdige informatie leveren, namelijk Von Uffenbach's verslag en de veilingcatalogus uit

1744. Volgens Von Uffenbach was het kunstkabinet niet zo bijzonder als het schelpen- en het

mineralenkabinet, maar bevatte het wel een aantal mooie gesneden voorwerpen en miniaturen.

Von Uffenbach beschrijft de inhoud van de tweede tot en met de elfde lade.153 In de tweede lade

lagen dertig miniaturen waarvan de meeste portretten. De derde lade bevatte allerlei voorwerpjes

uit hout en steen gesneden en de vierde gegraveerde stenen. Van lade vijf tot en met elf noemt hij

alleen het materiaal, zoals kornalijn, agaat, porfier en barnsteen, waardoor het niet helemaal

duidelijk is om wat voor objecten het gaat. De rest van de laden, die niet nader gespecificeerd

worden, bevatte moderne medailles.

Von Uffenbach besteedde iets meer aandacht aan de zesde lade, waarin Schijnvoet zijn

'boomagaten' bewaarde. Dit waren agaten die door de natuur zelf van een bijzondere tekening

van boompjes waren voorzien. De Duitse bezoeker bewonderde de manier waarop de

verzamelaar de stenen in de laden had geschakeerd. Hij vermeldt dat Schijnvoet de agaten met

was op stukjes karton had geplakt, die hij in allerlei siervormen had uitgesneden. De met wit

papier of satijn bekleedde compartimentjes van karton waren zo bij elkaar geplaatst dat zij

tezamen sierlijke ensembles vormden 'in solcher Ordnung, daß es überaus wohl in die Augen

fiel'. Von Uffenbach merkt op dat de methode om de stenen op te plakken alleen geschikt was

voor gladde, platte stenen en niet voor gesneden stenen, aangezien men deze in de hand en tegen

150 Von Uffenbach 1754, 679. 151 Ten Cate 1987, 40. 152 Van Braam 1727, fol. 9 recto. 153 Von Uffenbach 1754, 672-673. Hij vermeldt geen eerste lade, maar noemt daarvoor wel het kabinetje met Romeinse munten.

Page 30: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 51

het licht moest kunnen houden om ze goed te kunnen bekijken. De boomstenen, die populair

waren onder verzamelaars, zullen het onderwerp van hoofdstuk 5 vormen.

De veilingcatalogus van 1744 geeft een exacter beeld van de inhoud van het

kunstkabinet. Het wordt aangeboden als een kabinet 'met gesnede Gesteentens, Agaten,

Barnsteenen, Beeld en gedrayd Yvoorwerk, en fraye Miniaturen & c'.154 Volgens de catalogus

was het een eikenhouten kast met achttien laden, versierd met fraaie lijsten en lofwerk.155 De

inhoud van de laden wordt ook hier gedetailleerd omschreven en sommige stenen of voorwerpjes

worden, overeenkomstig met Von Uffenbachs beschrijving, op compartimentjes aangeboden.156

In lade één lagen gesneden zaken, uit allerlei materialen, zoals jaspis, lapis lazuli, amethist,

kornalijn, agaat en onyx. In lade twee en drie bevonden zich vooral voorwerpen van agaat, zoals

snuifdoosjes, een zoutvat, een kegelspelletje en een messenheft. De volgende la was gevuld met

voorwerpen van barnsteen, waaronder een aantal exemplaren met natuurlijke voorwerpen erin,

zoals een jong botje of scharretje, sprinkhanen, vliegen, torretjes en blaadjes. In lade vijf tot en

met negen waren diverse objecten van verschillende materialen te vinden, zoals spelletjes, ste-

nen, doosjes, beeldjes, enz. In de achtste la werden bovendien nog vier opgezette vogeltjes

bewaard. Lade tien, elf en twaalf herbergden kleine schilderingen, reliëfs en beeldjes, waaronder

drie portretten in reliëf die aan Albrecht Dürer werden toegeschreven.157 Lade dertien bevatte

kleine beeldjes, voornamelijk van ivoor, maar ook een doodshoofd van sandelhout, dat eveneens

werd toegeschreven aan Dürer.158 De voorwerpen in de volgende twee laden vertoonden geen

gemeenschappelijk kenmerk. Lade zestien en zeventien hadden weer duidelijk een eigen

karakter, want hierin bewaarde Schijnvoet zijn scientifica, zoals microscopen, brillen, lenzen,

een kompas, een zonnewijzer, een astrolabium, verrekijkers, een duimstok. De laatste lade,

nummer achttien, bevatte 'raare vreemde gewassen'. Zowel uit het relaas van Von Uffenbach als

de veilingcatalogus blijkt overigens dat het kunstkabinet ook enkele naturalia herbergde.

De aard van de objecten uit de veilingcatalogus komt overeen met de door Von

Uffenbach beschreven inhoud, maar toch lopen de ordening en de nummering van de laden

uiteen. De Duitser geeft geen details over het meubelstuk (bijvoorbeeld het totale aantal

laden) zodat het onduidelijk blijft of het hier om hetzelfde kabinet gaat. Bovendien noemt

Von Uffenbach voorwerpen van porfier en enkele laden met moderne munten, die niet in de

154 Veil.cat. rariteiten 1744, titelpagina. 155 Veil.cat. rariteiten 1744, 39. Vier van de achttien laden bevatten binnenladen (nrs. 1, 5, 11 en 12). 156 Veil.cat. rariteiten 1744, 39, bijvoorbeeld nr. 12 e.v. 157 Veil.cat. rariteiten 1744, 45-46, nrs. 166, 167 en 168. 158 Veil.cat. rariteiten 1744, 47, nr. 198.

Page 31: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 52

veilingcatalogus vermeld staan. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat het kabinet uit de

veilingcatalogus een voortzetting was van (een gedeelte van) het kunstkabinet dat Von Uffen-

bach in 1711 heeft gezien. Misschien heeft Schijnvoet de moderne munten, die toen nog in

het kunstkabinet bewaard werden, later in een aparte kabinet ondergebracht, zoals de in latere

bronnen vermelde kabinetten met Nederlandse historiemunten en met gedenkpenningen van

Lodewijk XIV. Het accentueert het variabele karakter van het rariteitenkabinet.

HET ROMEINSE MUNTENKABINET

Dankzij het boekje van Abraham Bogaert, S. Schijnvoets Muntkabinet der Roomsche keizers en

keizerinnen, zijn we over dit kabinet goed geïnformeerd. Zoals bij de bespreking van het aantal

kabinetten duidelijk werd, ging het om een relatief klein exemplaar dat bovenin het grotere

kunstkabinet was geplaatst.159 Het kastje was uitgevoerd in de vorm van een Romeinse erepoort

met een porticus aan de voorzijde. Bogaerts werk bevat zes prenten die het iconografische pro-

gramma nauwkeurig in beeld brengen (afb. 17, 18 en 19). Bovendien beschrijft hij de kast

uitvoerig in zijn dichtwerk. Hij benadrukt dat Schijnvoet het kabinetje volgens de

maatverhoudingen van de Korintische bouworde had uitgevoerd:

... Haar maat,

Haar orde, schikking, en waar in haar glans bestaat,

Behoord Korinthen toe als ook haar Kapiteelen.160

Het materiaal en de techniek waarin de verschillende onderdelen waren uitgevoerd blijven

onvermeld. De poort was toepasselijk versierd met taferelen uit het leven van Julius Caesar en

bovenop prijkte zijn ruiterstandbeeld (zie bijlage 4 voor een uitgebreide beschrijving van het

decoratieprogramma). Een opschrift op de architraaf verwees naar het roemruchte verleden van

de keizers:

SIC NACTI SUMUS IMMORTALITATEM

(Zo hebben wij de onsterfelijkheid verkregen).

159 Bogaert 1695, b. Hij noemt het ''t minste' van 'Schijnvoets konstjuweelen' en ook Von Uffebach 1754, 672 spreekt van 'Das kleine Münz-cabinet'. 160 Bogaert 1695, fol. * 6 recto.

Page 32: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 53

Het boekje van Bogaert geeft eveneens inzicht in de inhoud van het kabinet. De keizers of keize-

rinnen worden in chronologische volgorde per paragraaf behandeld, die meestal wordt voor-

afgegaan door een gravure met de voor- en achterkant van een munt met de beeltenis van

desbetreffende machthebber. Deze afbeeldingen waren gemaakt door Jan Goeree.161 Bogaert

bezingt in het gedicht de grootste daden en wandaden van de keizers en keizerinnen. In de

omvangrijke noten geeft hij feitelijke details en haalt daarbij vele antieke auteurs aan. Zo worden

de Romeinse keizers en keizerinnen van Caesar tot Valentinianus beschreven.

Buiten de prenten geeft Bogaert geen informatie over het aantal munten, noch over het

materiaal waarvan ze gemaakt waren. Gegevens hierover worden wel verstrekt door de vei-

lingcatalogus uit 1744. Tussen het verschijnen van Bogaerts boekje en de veilingcatalogus lag

bijna vijftig jaar, in die tijd kan er veel veranderd zijn. Toch begint de catalogus met een verwij-

zing naar het boekje, zodat aangenomen mag worden dat Bogaerts beschrijving in 1744 nog

relevant was. Vanwege deze verwijzing wordt de inhoud van dit kabinet in de veilingcatalogus,

in vergelijking met andere kabinetten, vrij summier weergegeven. Het kabinet herbergde achttien

laatjes.162 De inhoud wordt niet per lade aangeboden, zoals bij de andere kabinetten, maar naar

materiaal. De catalogus vermeldt acht gouden en honderddertien zilveren munten, negen zilveren

medailles en nog een aantal koperen munten. Binnen deze ordening naar materiaal waren de

munten chronologisch gerangschikt.163

Het decoratieprogramma, dat de heldendaden en de apotheose van Ceasar verbeeldde,

stond in nauwe samenhang met de inhoud en functie van het kabinet. Zoals gebleken is uit het

onderzoek dat Willemijn Fock heeft uitgevoerd voor De Wereld binnen Handbereik, kwam

het versieren van kabinetten met een bijpassend beeldverhaal steeds meer in zwang aan het

eind van de zeventiende eeuw.164 Het is het begrijpelijk dat Schijnvoet koos voor scènes uit

het leven van Ceasar, de grondlegger van het Romeinse keizerrijk, aangezien het thema van

de decoraties moest overeenkomen met de periode die door de verzamelde munten

vertegenwoordigd werd. De taferelen lieten zien hoe Ceasar tijdens zijn leven en na zijn dood

eeuwige roem verwierf en aan de vergetelheid ontrukt werd. Dit thema sloot goed aan bij de

functie van het kabinet, want ook hier bleef de geest en de roem van de Romeinse keizers

161 Bogaert 1695, fol. * 6 verso. Bogaert dicht hier over 'Goeree, die met zijn wakre hand, De Keizers heeft gemaalt'. Hoewel de afbeeldingen van het kabinet niet zijn gesigneerd, is het aannemelijk dat Goeree ook voor deze verantwoordelijk is. 162 Veil.cat. rariteiten 1744, 36. 163 Het is niet zeker dat alle aangeboden munten zich in het kabinetje bevonden hebben, aangezien er naast het kabinet zelf ook nog 'vescheide fraye uitgeholde Laatjes, dienend tot Berging van Anticque Penningen' worden aangeboden. Het is mogelijk dat Schijnvoet naast zijn Romeinse muntenkabinet nog enige losse laatjes met antieke munten bezat en dat deze in de veilingcatalogus opgenomen zijn. Veil.cat. rariteiten 1744, 37.

Page 33: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 54

voortleven. De boodschap werd nog eens onderstreept door de Latijnse inscriptie op het

kabinet. De kast herbergde een zichtbare geschiedenis van de Romeinse keizertijd, waarbij het

oog langs de verschillende heersers en gebeurtenissen uit deze periode gevoerd werden. Elke

munt vertelde zijn 'historie' uit dit tijdperk. In dit verband sprak de zeventiende- en

achttiende-eeuwer ook wel over een histoire metallique, een term die door Schijnvoet zelf in

zijn brief aan Cornelis van Alkemade gebezigd werd.165

HET NEDERLANDSE HISTORIEMUNTENKABINET

Schijnvoets kabinet met Nederlandse historiemunten moet redelijk omvangrijk en belangrijk

zijn geweest, aangezien het in de veilingcatalogus van 1744 als eerste wordt behandeld en de

beschrijving daarvan meer dan de helft van de catalogus in beslag neemt.166 De verzameling

wordt aangeboden als 'Goude, Zilvere, Kopere en andere Medailjes, Legpenningen, en

Munten, de Nederlandsche Historien betreffende.167 Het is merkwaardig dat dit kabinet niet

genoemd wordt in de boedelinventaris. Wel is daar sprake van een legpenningenkabinet, maar

vermoedelijk wordt daarmee een ander, minder belangrijk kabinet bedoeld.168 Er bestaat geen

afbeelding van dit kabinet, maar uit de omschrijving in de veilingcatalogus leren we dat het was

gemaakt van Ambonees en Surinaams hout. De kast bood ruimte aan vierenzestig laden die

bekleed waren met wit armozijn, en die vergulde koperen knopjes als handvatten hadden. In de

voet van het kabinet zaten nog eens dertig laden en aan de zijkanten was ruimte om

geschiedkundige boeken te bewaren. Bovenop het kabinet stond op een piëdestal een beeld van

Willem III in harnas, omringd door personificaties van 'Godsdienst', 'Vrijheid', 'Penningkunde' en

'Historiekunde'.169 Dit concept, een beeld van een heerser temidden van allegorische

personificaties, doet sterk denken aan het kleine kabinet met Romeinse munten.

In de veilingcatalogus worden de munten in chronologische volgorde aangeboden. Van

elke munt wordt de beeltenis en het opschrift beschreven. De eerste munt stamt uit het jaar 1415

en droeg de beeltenis van de hervormer Johannes Hus.170 Hierna volgen bijna vierhonderd

164 Fock 1992, 87. 165 Zie noot 92. 166 Veil.cat. rariteiten 1744, 1-35. 167 Veil.cat. rariteiten 1744, 1. 168 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 5r. In de numismatiek wordt onderscheid gemaakt tussen munten, penningen of medailles, en legpenningen. Legpenningen werden gebruikt om het rekenen met muntstelsels die zich niet bedienden van decimale stelsels te vergemakkelijken. Munten werden, in tegenstelling tot penningen en medailles, gebruikt als wettig betaalmiddel. Medailles en penningen werden door de staat, instanties of particulieren uitgegeven ter gelegenheid van een speciale gebeurtenis. Zie hierover: Frederiks 1947, 7 & 58. 169 Veil.cat. rariteiten 1744, 35. 170 Veil.cat. rariteiten 1744, 1, nr. 1.

Page 34: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 55

Nederlandse en een aantal buitenlandse munten. Merkwaardigerwijs wordt een aantal penningen

beschreven die pas na de dood van Schijnvoet geslagen zijn.171 Hiervoor kunnen twee

verklaringen zijn. Allereerst is het mogelijk dat iemand na de dood van Schijnvoet nog munten

aan de verzameling heeft toegevoegd. De tweede verklaring is wellicht te vinden in de

eerdergenoemde insteekpraktijken van de makelaars.

Bij dit kabinet zal de samenhang tussen functie, inhoud en iconografie vergelijkbaar zijn

geweest met de vorige kabinetten. Joannes van Braam maakt in zijn lofdicht duidelijk hoezeer

Schijnvoet zijn muntenverzameling in dienst stelde van historisch onderzoek, iets wat wordt

bevestigd door Schijnvoets brieven aan Van Alkemade.172 Refererend aan de Tachtigjarige

Oorlog beschrijft Van Braam hoe de Staten het juk van de onderdrukker hadden afgeschud. Hij

eindigt zijn beschrijving van het kabinet met een verwijzing naar de personificaties van

godsdienst, vrijheid, penning- en historiekunde op de kast:

En zuivre godsdienst met de vrijheid afgedaalt,

Van boven, op de munt van Hollandt heeft gepraalt

strekt mede een proefstuk van 's mans ijver in 't vergaeren,

Van Oud en Niewú, tot dienst, van 's Lands Historyblaeren.173

Het verzamelen en bestuderen van munten vormde een belangrijk onderdeel van het historisch

onderzoek. De kennis die uit de artefacten gehaald werd, werd aangevuld met de kennis uit

tekstuele bronnen, en vice versa. In Schijnvoets kabinet werd dit eens te meer duidelijk omdat

er, naast de laden met munten, eveneens ruimte was om geschiedkundige boeken te bewaren.

Ook de allegorische figuren 'Penningkunde' en 'Historiekunde' bovenop het kabinet drukten

de nauwe samenwerking tussen geschiedenis en numismatiek uit. De personificaties van

'Godsdienst' en 'Vrijheid', die beiden in het lofdicht van Van Braam genoemd worden, moeten

beschouwd worden als de belangrijkste spillen waaromheen de Nederlandse geschiedenis zich

had voltrokken. Koning-stadhouder Willem III prijkt als heerser en als erfgenaam van de vrij-

heidsstrijders bovenop het kabinet.

171 Veil.cat. rariteiten 1744, nrs. 374 (1729), 375 (1729), 376 (1730) & 389 (1740). 172 Zie hiervoor, pagina 31. 173 Van Braam z.j., fol. 11 recto.

Page 35: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 56

HET KABINET MET LODEWIJK XIV GEDENKPENNINGEN EN HET KABINET MET

ANTIEKE MEDAILLES

Het kabinet met gedenkpenningen van Lodewijk XIV was aanzienlijk kleiner dan het

Nederlandse historiemuntenkabinet. De boedelinventaris spreekt van een 'cabinetje'174 en in de

veilingcatalogus wordt het in een halve pagina beschreven zonder nadere specificatie van de

penningen.175 De kast stond op een voet van gemarmerd hout en was versierd met pilasters,

lofwerk en andere ornamenten. Schijnvoet had deze kast in de maatverhoudingen van de

Dorische orde uitgevoerd.176 In het kabinet bevonden zich zestien kleine en zes grote laden,

waarin driehonderd koperen gedenkpenningen bewaard werden. Hiervan lieten 268 exemplaren

gebeurtenissen uit het leven van Lodewijk XIV zien. Verder waren er nog veertien penningen uit

de periode van Lodewijk XIII en Lodewijk XV aanwezig. Het kabinet werd in zijn geheel ver-

kocht.

Het antieke medaille-kabinet wordt alleen in de boedelinventaris vermeld. In dit

kabinet werden koperen afgietsels bewaard.177 Aangezien dit de enige verwijzing is, zal het

hier waarschijnlijk om een klein en minder belangrijk kabinet gegaan zijn.

HET KORALENKABINET EN HET KABINET MET KLEINE SCHELPEN

Het koralenkabinet wordt zowel in de boedelinventaris als in de veilingcatalogus genoemd.

Volgens de eerste bron bevatte het kabinet naast koralen, ook 'zeeappelen', 'steengewassen' en

andere zeldzaamheden. Van dit kabinet hield Schijnvoet eveneens een handgeschreven catalogus

bij.178 De tweede bron meldt dat het kabinet van eikenhout was gemaakt en dat het negen grote

en zes kleine laden omvatte.179 De inhoud wordt per lade beschreven. Naast koralen waren hierin

ook nog schelpen, natuurstenen, zeeappels en andere rariteiten te vinden. Aangezien dit kabinet

niet in de lofdichten uit het Stamboek genoemd wordt, zal ook dit een minder belangrijk

onderdeel van de verzameling geweest zijn.

Ook het kabinet met kleine schelpen wordt in de boedelinventaris en de

veilingcatalogus vermeld. Het betrof hier een notenhouten kabinetje met een 'groot getal

speculatiehorentjes en schelpen zijnde alle in 't kleijn'.180 De term 'speculatiehorentjes' werd

174 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 6 recto. 175 Veil.cat. rariteiten 1744, 38. 176 Van Braam z.j., fol. 6 recto.177 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 6 recto. 178 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 5 verso. 179 Veil.cat. rariteiten 1744, 50. 180 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 7 recto.

Page 36: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 57

gebruikt voor de kleine schelpen van jonge weekdieren omdat zij associaties opriepen met

strooi- en speculaasgoed.181 Ook van dit kabinet hield Schijnvoet een catalogus bij. Het

kabinetje bevatte zes laden die waren bekleed met wit armozijn en door middel van opstaande

lijstjes in vakken of 'parterres' waren ingedeeld.182 Het kabinet werd in zijn geheel aangebo-

den zodat de precieze inhoud per lade onbekend blijft.

Tot zover zijn de verschillende onderdelen van de verzameling der zeldzaamheden

besproken. Schijnvoet bezat nog een aantal schilderijen en sculpturen en een omvangrijke

collectie prenten, tekeningen en boeken. Aangezien zij door Von Uffenbach minder uitvoerig

besproken worden, zullen zij in deze studie verder geen aandachtspunt vormen. Zij mogen bij

de beschrijving van de verzameling echter niet ontbreken.

SCHILDERIJEN

In de privé-vertrekken in het weeshuis hing een aantal schilderijen, waarvan een groot deel was

geschilderd door kunstenaars uit de directe omgeving van Schijnvoet, zoals zijn echtgenote

Cornelia de Rijk en Gerard Rademaker. Het is de vraag of deze kunstwerken gezien moeten

worden als een integraal onderdeel van de collectie. Von Uffenbach merkt over de schilderijen

op dat het merendeel van de hand van Cornelia de Rijk was, maar gaat niet specifiek in op de

locatie van de schilderijen in huize Schijnvoet.183 In de boedelinventaris van 1727 werden

zevenendertig schilderijen en zes miniaturen genoteerd (De omschrijvingen zijn opgenomen in

bijlage 5).184 Zevenentwintig hiervan zijn terug te vinden in de veilingcatalogus van het jaar

daarop. De veilingcatalogus vermeldt schilderijen die niet in de boedelinventaris terug te vinden

zijn, maar dit kan te wijten zijn aan de insteekpraktijken van de makelaars. Daarom zal de

boedelinventaris een nauwkeuriger beeld geven van Schijnvoets schilderijenbezit. In de

inventaris werden de schilderijen apart gerubriceerd, waardoor niet is vast te stellen waar zij in

het huis hebben gehangen. Wel vervolgt de inventaris met het kopje 'Voorst verder in de zael',

waaruit opgemaakt kan worden dat een deel van de schilderijen in het belangrijkste vertrek in het

huis hing.

Wanneer de onderwerpen van de schilderijen in ogenschouw worden genomen, blijkt

een voorkeur voor het landschap en het genre- of interieurstuk (respectievelijk veertien en

181 Zie ook: Bijlage 3. 182 Veil.cat. rariteiten 1744, 55. 183 Von Uffenbach 1754, 674. Hij spreekt van 'An den Wänden' en de opmerking over de schilderijen volgt na de bespreking van de sculpturen die verspreid in de alkoof en de kamer stonden. Vermoedelijk hingen een aantal van de schilderijen inderdaad in de kunstkamer.

Page 37: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 58

acht stuks). Er waren vijf vogelstukken van de hand van Cornelia de Rijk aanwezig, waarvan

zij er één in samenwerking met Jan Weenix (1640-1719) gemaakt had. Van Gerard of Gerrit

van Goor, Cornelia's voormalige man, was een schilderij met dood gevogelte, twee interieur-

stukken, een tuingezicht en een landschap. Vermoedelijk werden de meeste schilderijen van

Cornelia de Rijk niet in de veilingcatalogus opgenomen, omdat zij in de familie bleven. Acht

schilderijen stonden op naam van Gerard Rademaker, waarmee Schijnvoet had samengewerkt

bij het beschilderen van de lunet in de burgerzaal van het stadhuis. Hieronder bevond zich

tevens het eerder vermelde model voor de allegorie op het Amsterdamse stadsbestuur.185 Er

hingen ook portretten van een tekenende Cornelia de Rijk en haar broer Jacob, beide geschil-

derd door 'de oude Verkolje' (Jan Verkolje 1650-1693). De portretten van Schijnvoet, die in

het Stamboek staan vermeld186 zijn noch in de boedelinventaris, noch in de veilingcatalogus

terug te vinden.

De meeste schilderijen werden vrij laag getaxeerd door de schatsters (tussen f 1:--:--

en f 10:--:--). Uitzonderingen hierop vormen de schilderijen van Cornelia de Rijk (tussen f

15:--:-- en f 40:--:--) en het 'het bekende tandttreckertje door Lucas van Leyden' (f 36:--:--).

Op grond van de prijzen en de spaarzame referenties in de lofdichten en andere bronnen, kan

gesteld worden dat de schilderijen geen zwaartepunt vormden binnen Schijnvoets

verzameling.

SCULPTUREN

De gegevens over de sculpturen die Simon Schijnvoet in zijn bezit heeft gehad, zijn zeer

beperkt. Von Uffenbach zag in 1711 enige beelden over de verschillende kasten en kabinetten

verspreid staan en aan het einde van de veilingcatalogus van de tekeningen en prenten worden

acht 'boetseersels' aangeboden.187 De beelden stelden zes Griekse goden en twee riviergoden

voor en waren gemaakt door Joannis Ebbelaar en Pieter van der Plas. Deze kunstenaars

zouden ook beelden voor de tuinen van Paleis 'Het Loo' gemaakt hebben.188 Ongetwijfeld

moeten deze kunstwerken in verband worden gebracht met Schijnvoets activiteiten als

tuinarchitect, want met name beelden van riviergoden behoorden tot de standaarddecoraties

184 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 3 recto – 4 recto.185 Zie pagina 32. 186 Zie noot 60. 187 Von Uffenbach 1754, 674; Veil.cat. tekeningen 1728, 27. 188 Zie hierover: H.W.M. van der Wyck, 'De tuinsculpturen voorheen en thans op het Loo aanwezig' in: Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 78 (1979), 165-177. Zie ook: De Jong 1993, 69, 70, 80, 82, 85, 89 & 101.

Page 38: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 59

van buitenplaatsen. Tot slot worden in de veilingcatalogus nog enkele niet nader gespecifi-

ceerde sculpturen aangeboden.

PAPIERKUNST: TEKENINGEN EN PRENTEN

Een belangrijker onderdeel van de verzameling was de aanzienlijke hoeveelheid prenten en

tekeningen. Von Uffenbach zag een deel hiervan in twee grote kasten aan weerszijden van een

alkoof. Rechts werden de 'Kupferbücher' bewaard en links de portefeuilles met losse prenten.

Hieronder bevonden zich drieëntwintig Franse banden met gouden opdruk, die zo groot waren

dat ze moesten liggen. De bezoeker meldt dat de meeste banden de architectuur als onderwerp

hadden, maar zag ook een band met prenten van Albrecht Dürer.189

In de boedelinventaris uit 1727 wordt melding gemaakt van 'eenige papier en tekenkonst

en verscheydene ingebondene werken ingevoege en breder sullende blijken bij de daarvan

geformeerde catalogus', waarmee verwezen werd naar de veilingcatalogus die in de maak was.190

Deze catalogus geeft een gedetailleerd overzicht van de collectie en is ingedeeld naar tekeningen,

losse prenten en ingebonden prenten. Eerst worden er negen banden met ongeveer vijfhonderd

tekeningen van Italiaanse, Franse en Nederlandse meesters aangeboden, waarbij per band de

kunstenaarsnamen worden vermeld, waaronder vele bekende, maar nog meer onbekende

namen.191 De Nederlandse kunstenaars waren veruit in de meerderheid. Hierna worden nog eens

drieëntwintig banden aangeboden, maar deze zijn minder uitgebreid beschreven. Doorgaans

wordt per band de belangrijkste kunstenaarsnamen genoemd, terwijl van veertien banden ook

nog het onderwerp vermeld staat. De helft hiervan bevatte tekeningen met betrekking tot de

architectuur, zoals kerken192, huizen193, ornamenten194, maar ook zilversmeedwerk.195

Twee banden met tekeningen, met de natuurlijke historie als onderwerp, verdienen

speciale aandacht omdat zij vermoedelijk nog in originele toestand bewaard zijn gebleven. In de

Kungliga Vetenskapsakademien in Stockholm bevindt zich een boek waarin zich 120 aquarellen

van Surinaamse insecten bevinden, geschilderd door Schijnvoets echtgenote Cornelia de Rijk.196

Deze band komt uit Schijnvoets collectie en staat in de veilingcatalogus vermeld als:

189 Von Uffenbach 1754, 673-674. 190 GAA, NA nr. 7908, notaris Theodorus Brooks, akte 212, 15 december 1727, fol. 6 recto. 191 Veil.cat. tekeningen 1728, 1-7. De negende band bevatte aquarellen. De namen van de verschillende kunstenaars die in catalogus worden genoemd zijn verder niet onderzocht. 192 Veil.cat. tekeningen 1728, nr. 23* en 28. 193 Veil.cat. tekeningen 1728, nr. 29. 194 Veil.cat. tekeningen 1728, nr. 31. 195 Veil.cat. tekeningen 1728, nr. 25. 196 Meijer 1994. De band in Stockholm bevat 116 bladen met elk twee aquarellen van Cornelia de Rijk.

Page 39: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 60

Een Boek met 120 stuks Tekeningen, zynde alle Surinaamse Insecten, bestaande in

Papilions, Torren, Vliegen, Rupsen, en diergelyken. Zeer konstig na 't leeven, met

Waterverwen Geschildert, door Cornelia de Ryk. Uxor S. Schynvoet.197

Naast deze verzameling bezat Schijnvoet ook een band waarin de originele tekeningen van schel-

pen, schaaldieren en mineralen voor Rumphius' D'Amboinsche Rariteitkamer zich bevonden. De

band wordt in de veilingcatalogus als volgt aangeboden:

Een dito (= 'konstboek'), met alle bedenkelyke soorten van Hoorns, Schelpen,

Schaalvissen, Mineraalen, en Steengewassen in de Amboinse Rariteytkamer verbeeld;

zeer net na't Leven getekent, bestaande in 565 stuks.198

Naar mijn mening moet dit de band zijn die thans in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag

bewaard wordt. Op de bruinlederen omslag hiervan staat in gouden letters: Dessins Originaux

Des Raretés D'Amboine Par G;E; Rumphius.199 Ik telde in deze band 566 tekeningen, slechts

één tekening meer dan het aangegeven aantal in de veilingcatalogus. Daarom lijkt het mij zeker

dat de band afkomstig is uit de collectie van Schijnvoet. Aangezien de verzamelaar de

'beeldredactie' van D'Amboinsche Rariteitkamer op zich had genomen, is het verklaarbaar dat hij

de tekeningen in zijn bezit heeft gekregen. Hij kreeg immers de opdracht van de drukker

François Halma om ontbrekende afbeeldingen aan te vullen.200 Waarschijnlijk heeft hij als

redacteur de oorspronkelijke tekeningen uit Ambon in handen gekregen, deze aangevuld met

tekeningen van schelpen in Hollandse kabinetten en heeft ze vervolgens uitgeknipt en op

vijfenveertig folio's geplakt. Hij meldde Von Uffenbach dat hij minstens driehonderd exempla-

ren uit zijn eigen collectie had laten afbeelden.201 Verder onderzoek zal moeten uitwijzen welke

tekenaars verantwoordelijk zijn geweest voor deze tekeningen en welke in Ambon en welke in

Holland gemaakt zijn.202

197 Veil.cat. tekeningen 1728, 7. 198 Veil.cat. tekeningen 1728, nr. 24. 199 Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, MS 68 A 3. Hoe dit manuscript in de Koninklijke Bibliotheek is gekomen, is helaas onbekend.200 Zie p. 29. 201 Von Uffenbach 1754, 670. 202 Er zijn verschillende stijlen in de tekeningen te herkennen. Slechts twee van deze tekeningen zijn gesigneerd door Pieter de Ruyter, die tussen 1694 en 1700 op Ambon werkte voor Rumphius. De overgrote meerderheid van de tekeningen met schelpen is vermoedelijk in Nederland gemaakt onder auspiciën van Schijnvoet. Zie over deze band: Benthem Jutting 1959, 193-194, Van der Waals 1992, 222-223 en Rouffaer en Muller 1902, 167 & 171.

Page 40: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 61

Tot slot moet nog een groep tekeningen vermeld worden die in de bibliotheek van de

Universiteit van Wageningen bewaard worden. Het betreft hier een bruinlederen band die

afkomstig is uit de verzameling van Schijnvoet. Op de rug staat in gouden letters

'KONSTBOEK' en aan de binnenkant van de omslag bevindt zich het ex-libris van Schijnvoet

door P. Schenk gegraveerd. Het toont Schijnvoets profiel met daarboven het opschrift 'ARCHIT.

& S. SCHYNVOET' en daaronder zijn familiewapen (afb. 20). Deze band bevat honderdveertig

aquarellen van bloemen en insecten, waarvan het merendeel is geschilderd door Catharina

Lintheimer (honderdtwintig stuks). Zeven aquarellen zijn geschilderd door Alida Withoos en nog

enkelen door andere kunstenaars. Het is onmogelijk dat Schijnvoet zelf deze aquarellen bij elkaar

heeft gebracht, aangezien de tekeningen van Lintheimer gedateerd zijn en doorlopen tot het jaar

1741, dus tot ver na de dood van Schijnvoet. De naam van Lintheimer ontbreekt bovendien bij

de beschrijvingen van Schijnvoets 'konstboeken' in de veilingcatalogus, waar wel de naam van

Withoos voorkomt.203 Waarschijnlijk is de band wel afkomstig uit de verzameling van Schijn-

voet, maar is de collectie tekeningen van later datum.

In de veilingcatalogus worden na de tekeningen nog negen banden met losse prenten

aangeboden, en honderdeenentachtig met gebonden prenten. Onder de eerste groep bevinden

zich prenten van Franse en Italiaanse meesters, landschappen, historieprenten, portretten en

architectuur.204 Vervolgens worden de gebonden banden aangeboden als:

''t Magazyn der Bouwkundige voorbeelde, zynde (e)en versameling van alle de

voornaamste gebouwen van Europa, (...). Verder alle bedenkelyke zoorte van gebouw

Ciraade, door de beroemste konstenaars ontworpen, en door de voornaamste Meesters in

't kooper gebragt, ...'205

Uit de beschrijving van de banden, die daarop volgt, blijkt dat het om meer gaat dan prenten met

architectonische voorbeelden. Nog niet de helft van de banden had de bouwkunde als onderwerp

(77 van de 184). De overige categorieën geven de interesses van Schijnvoet weer. Zo waren

historieprenten goed vertegenwoordigd met veertig banden. Hierbij lag de nadruk op bijbelse

scènes en heiligenlevens (18 banden) en wereldse geschiedenis (10 banden). Acht banden waren

203 Veil.cat. tekeningen 1728, 8, nr. 11. 204 Veil.cat. tekeningen 1728, 11-13. 205 Veil.cat. tekeningen 1728, 14.

Page 41: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 62

gevuld met prenten met mythologische onderwerpen. Een groot aantal had het oeuvre van een

kunstenaar als onderwerp (32 banden), waaronder Bosse, De Lairesse, Dürer, Van Ostade,

Potter, Van Everdingen, Bakhuyzen, Dujardin en Schenk. Andere thema's die in mindere mate

waren vertegenwoordigd, waren de natuurlijk historie (6), landschappen (6), antiquiteiten (6) en

portretreeksen (4).

Een prentencollectie kon een kunstenaar als referentiepunt en inspiratiebron dienen.

Daarnaast bestond ook nog de zogenaamde 'atlas', dat wil zeggen een prentenverzameling die in

kort bestek een beeld geeft van de wereld, werelddeel of land in al haar facetten.206

Vanzelfsprekend legden verschillende verzamelaars bij het samenstellen van

prentenverzamelingen persoonlijke accenten. De prentencollectie van Schijnvoet lijkt vanuit een

combinatie van bovengenoemde functies te zijn opgebouwd: enerzijds bood zij een schat aan

architectonische voorbeelden, anderzijds gaf het een overzicht van de verschillende

kennisgebieden. De naam Magazyn der Bouwkundige voorbeelden wijst er in ieder geval op dat

de modelfunctie van de prentserie zeer belangrijk is geweest. Schijnvoet zal deze prenten dan

ook voornamelijk gebruikt hebben als voorbeelden en referentiekader voor zijn eigen architecto-

nische ontwerpen.

DE BIBLIOTHEEK

Uit de veilingcatalogus van Schijnvoets boeken blijkt dat hij een omvangrijke bibliotheek

heeft bezeten. Een uitgebreid boekenbestand was over het algemeen een vast onderdeel van

een goed uitgerust rariteitenkabinet. Voor De wereld binnen handbereik onderzocht Jan van

der Waals aan de hand van zevenentwintig (veiling)catalogi het boekenbestand van

verzamelaars. Uit dit onderzoek bleek dat de gemiddelde bibliotheek uit zo'n duizend boeken

bestond (met een minimum van 250 en een maximum van 2500).207 Schijnvoets boeken-

verzameling steekt ver boven dit gemiddelde uit met ongeveer 1900 titels. Dankzij de vei-

lingcatalogus uit 1728 is het mogelijk een beeld te vormen van zijn boekenbezit. Ook hier

geldt dat door de insteekpraktijken van de veilingmeesters de inhoud in de veilingcatalogus

niet zonder meer gelijkgesteld mag worden met het reële boekenbezit van Schijnvoet. Dit

betekent niet dat de bron onbruikbaar is. Aangezien de boeken reeds drie maanden na

Schijnvoets dood in het Aalmoezeniersweeshuis zelf geveild werden, denk ik dat deze bron

206 Van der Waals 1988, 13. 207 Van der Waals 1992, 207.

Page 42: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 63

een redelijk getrouw beeld geeft en dat de catalogus inzicht biedt in de interessegebieden van

Schijnvoet.

Van der Waals stelt dat tegen het einde van de zeventiende eeuw in de door hem

onderzochte bibliotheken Nederlandstalige boeken steeds meer de overhand kregen.208 Ook

Schijnvoets bibliotheek blijkt in deze ontwikkeling te passen aangezien de Nederlandse titels

veruit in de meerderheid zijn. Ten dele is dit een gevolg van het grote aantal Nederlandstalige

dichtbundels en toneelspelen. Bij de meer wetenschappelijke werken blijkt echter dat Schijnvoet

ook Duitstalige boeken bezat, terwijl publicaties in het Latijn, Engels, Italiaans en Frans in

geringere aantallen aanwezig waren. Bibliotheken in de zeventiende en achttiende eeuw konden

naar formaat of naar onderwerp geordend worden, of volgens een combinatie van de twee.209

Hoewel niet bekend is hoe de boeken in de kasten gestaan hebben, is de veilingcatalogus van

Schijnvoets boeken in eerste instantie naar formaat geordend en daarbinnen naar onderwerp.

Ik heb de titels, in zoverre zij dat toelieten, naar onderwerp gegroepeerd en deze

vervolgens geteld om in grote lijnen uitspraken te kunnen doen over de aandachtsgebieden van

de verzamelaar. Zo bleek dat geschriften met een religieus onderwerp zoals bijbels, commenta-

ren, psalm- en gezangboeken een aanzienlijk deel vormden van Schijnvoets bibliotheek

(ongeveer een vijfde deel). Zoals gezegd bezat hij opvallend veel dichtbundels en toneelstukken

(meer dan een kwart). De 'Toneelspellen in Quarto'210 werden in de veilingcatalogus apart geru-

briceerd. Een vijfde deel van het boekenbestand bestond uit historische en geografische

publicaties over verschillende landen, streken en steden en uit reisbeschrijvingen. Verder was er

een groot aantal werken te vinden over de geschiedenis en cultuur van de Klassieke Oudheid en

ook de klassieke auteurs waren goed vertegenwoordigd. Het merendeel van het zestigtal boeken

over de kunsten handelde over architectuur en ornamentiek (+ vijftig boeken). Andere on-

derwerpen waren: filosofie, natuurlijke historie, optica, mechanica (met name met betrekking tot

fonteinen), anatomie, geneeskunde, (toegepaste) wiskunde, natuurkunde en embleemboeken.

Hoewel het hier om verhoudingsgewijs mindere aantallen gaat, waren toch alle bekende auteurs

op deze gebieden aanwezig. Hij bezat uiteraard de belangrijkste Nederlandstalige publicaties op

het gebied van de natuurlijke historie, zoals Georg Everhard Rumphius, François Valentijn,

Maria Sibylla Merian, Jan Swammerdam en Anthonie van Leeuwenhoek. Maar ook buitenlandse

natuurbeschrijvers waren aanwezig, zoals Conrad Gessner, Ulisse Aldrovandi, Johann Jonston,

208 Van der Waals 1992, 207. 209 Van der Waals 1992, 209..210 Veil.cat. boeken 1728, 39.

Page 43: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 64

Athanasius Kircher, Filippo Buonanni en Jacob Scheuchzer, Martin Lister, Nehemiah Grew,

John Ray en Thomas Burnet. Grote namen op filosofisch gebied zijn eveneens in de catalogus

terug te vinden, zoals Thomas Hobbes, René Descartes, Benedictus de Spinoza en Bernard

Nieuwentijt. In de kunsten waren de belangrijkste vertolkers van de classicistische

architectuurtheorie aanwezig, zoals Vitruvius, Andrea Palladio, Vicenzo Scamozzi, Sebastiano

Serlio en Giacomo da Vignola. Opmerkelijk is dat Schijnvoet de manuscripten van de

woordenboeken van architectonische en Vitruviaanse begrippen bezat, die waren opgesteld door

Willem Goeree.211 Op het gebied van de schilderkunst had hij de bekendste Nederlandse auteurs,

zoals Karel van Mander, Samuel van Hoogstraaten, Gerard de Lairesse en Willem Goeree. Om

een beeld te geven van Schijnvoets interesses is in bijlage 2 een groot aantal titels opgenomen.

Ook al zou hij slechts een deel van de in de catalogus vermelde boeken gelezen hebben, dan zou

hij nog steeds als een erudiet persoon gekenmerkt mogen worden.

CONCLUSIE

Na de beschrijvingen van de verschillende onderdelen van Schijnvoets collectie is het

mogelijk enkele karakteristieken van de verzameling te noemen. Ten eerste valt de brede

oriëntatie van de collectie op. Hoewel Schijnvoet zeker accenten legde, op schelpen,

mineralen, munten en architectonische prenten, spreekt uit de diverse bronnen een brede

interesse. Zijn verzameling beperkte zich niet tot één deelgebied. Dit wil overigens niet

zeggen dat Schijnvoets verzameling een totaaloverzicht van de wereld gaf. Weliswaar waren

er vele zaken die hij niet verzamelde, zoals planten, vogels, reptielen, zoogdieren en kostbare

schilderijen, maar er is ook geen sprake van een duidelijke specialisatie. Uit de hoofdordening

volgens de vier elementen spreekt eveneens Schijnvoets aspiratie om met zijn verzameling

een veelomvattend en representatief overzicht te creëren.

Een tweede karakteristiek is de bouwkundige vormentaal waarin Schijnvoet zijn

verzameling presenteerde. Zijn kasten hadden een opvallend architectonisch voorkomen en

waren uitgevoerd als erepoorten en piëdestals, die volgens de maatverhoudingen van de

211 Zie hierover: Van den Heuvel 1996.

Page 44: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 65

klassieke bouworden ontworpen waren.212 Hij was zelf verantwoordelijk voor deze ontwerpen

en lijkt zelfs een nieuw type kabinet ontwikkeld te hebben. Enkele van zijn kasten waren

voorzien van zorgvuldig uitgewerkte iconografische programma's. Von Uffenbach en de

veilingcatalogi benadrukken voorts de sierlijke wijze waarop Schijnvoet zijn voorwerpen in

zijn kasten bewaarde. In zijn laden lagen de objecten in fraaie composities geschikt. De wijze

waarop dit gebeurde en de betekenis hiervan zullen in hoofdstuk 4 behandeld worden.

Een derde opvallend kenmerk was de omvang van de collectie architectonische

prenten, het zogenoemde 'Magazijn met architectonische voorbeelden'. Dit staat

vanzelfsprekend in direct verband met de activiteiten van de verzamelaar als architect.

Schijnvoet verwierf enige roem als ontwerper van tuinen voor buitenplaatsen,

vuurwerkfestijnen en tuinornamenten en zijn prentencollectie zal daarbij als inspiratiebron en

referentiekader gefungeerd hebben.

Bovenstaande 'reconstructie op papier' zal dienen om in verschillende

deelonderzoeken de theoretische achtergronden van Schijnvoets verzameling verder te

verkennen. Alvorens hiertoe over te gaan zal in het volgende hoofdstuk in meer algemene zin

ingegaan worden op de kaders waarbinnen Schijnvoets gedachten zicht bewogen kunnen

hebben.

212 Het kabinet met Romeinse munten was volgens de regels van de Ionische orde ontworpen en het kabinet met gedenkpenningen van Lodewijk XVI volgens de Dorische orde.

Page 45: Roemer Geschikte natuur - UvA · Op 31 januari 1697 lieten Simon en Cornelia een akte opstellen om te trouwen op huwelijkse voorwaarden. Cornelia sloot haar 'verwwinckel', kleding

De geschikte natuur - 66