98

Out of space catalogue

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Catalogue of an environmental art project in The Netherlands (2010)

Citation preview

Page 1: Out of space catalogue
Page 2: Out of space catalogue
Page 3: Out of space catalogue

1

Out of Space

Out of Space

Page 4: Out of space catalogue

2

Out of Space

2

Out of Space

De Rottige Meente is een schitterend natuurgebied, een ka-

rakteristiek en uniek wetland met nationale waarde. Dit on-

gerepte natuurreservaat nabij Wolvega is van oorsprong een

oud laagveengebied tussen Midden Friesland en Noordwest

Overijssel. De historie van het natuurgebied Rottige Meente

gaat terug tot omstreeks 1100. Het gebied is gelegen in ge-

meente Weststellingwerf.

Tal van culturele gezelschappen vinden in het waterrijke ge-

bied van de Rottige Meente de inspiratie en een locatie voor

hun kunst. En deze combinatie van cultuur en natuur in de

Rottige Meente geeft een uniek podium: cultuur in de Rottige

Meente.

Onze gemeente presenteert deze bijzondere culturele activi-

teiten in dit gebied op de website: www.cultuurinderottige-

meente.nl.

Een speciale gast in dit gebied is het kunstproject ‘Out of

Space’. Internationaal geselecteerde beeldend kunstenaars

laten zich inspireren door de natuur van de moerasbossen

met open vlaktes en weilanden. Zij vertalen hun inspiratie in

beeldende objecten en plaatsen die in het landschap van de

Rottige Meente. Een project met een ongekende schoonheid

en van nationale betekenis.

Met gepaste trots kan ik u dit boek aanbevelen dat een goede

indruk geeft van het kunstproject ‘Out of Space’: een unieke

beleving van cultuur en natuur in de Rottige Meente.

Graag nodig ik u uit een bezoek te brengen aan dit unieke ge-

bied.

Gerard van Klaveren,

Burgemeester van de gemeente Weststellingwerf

Page 5: Out of space catalogue

3

Out of Space

3

Out of Space

Page 6: Out of space catalogue

4

Out of Space

4

Out of Space

Wenkbrauwen omhoog: “Wie organiseert er nu een kunstpro-

ject in een natuurgebied met als thema Out of Space? Juist

hier in De Rottige Meente in Friesland is er toch nog ruimte

zat?”

Nee, het plaatsvinden van Out of Space in dit gebiedje van

Staatsbosbeheer is niet voor iedereen vanzelfsprekend

De ruimte die we in Nederland met veel mensen moeten de-

len, lijkt er juist nog zo overvloedig aanwezig. En toch bleek

ook hier de open ruimte bedreigd te kunnen worden, en niet

alleen door de tijdelijke invasie van deelnemende kunstenaars

aan dit project. Want tot verbazing van menigeen verscheen

tijdens de aanloop van het kunstproject aan de rand van het

Voetpad plotseling een groot bord van een projectontwikke-

laar, die zijn voornemen bekend maakte om een wild weitje

met uitzicht op het water met vier vrijstaande huizen te gaan

opvullen …

Out of Space gaat over de druk op de vrije ruimte die we overal

in Nederland voelen. Niet alleen in de steden waar we met ve-

len op een kluitje wonen, maar ook in de groene(re) gebieden,

waar projectontwikkelaars in het wilde weg hun gang lijken te

kunnen gaan. Snelwegen en Ecologische Hoofdstructuur, het

land wordt voortdurend heringericht zowel ten behoeve als

ten koste van de natuur. Niemand kan met zekerheid zeggen

hoe zijn uitzicht er over tien jaar uit zal zien. De druk op de

ruimte is een Hollands thema - in zekere zin kunnen we geen

kant op.

Ruimte is ook afhankelijk van de perceptie: hoe wij de ruimte

beleven wordt mede bepaald door wat we mooi of lelijk vin-

den en waar wij ons prettig of vervelend in voelen. Als wij nu

weinig of geen invloed kunnen uitoefenen op de (inrichting

van) de ruimte om ons heen, kunnen we misschien wel iets

doen aan de beleving ervan. Daarom besloten we voor de

derde maal een Kunstbroedplaats op te zetten en (Land art)

kunstenaars uit de hele wereld op te roepen ontwerpen in te

sturen met hun ideeën over ruimtebeleving, uitgewerkt voor

de situatie in Natuurgebied De Rottige Meente.

Raising eyebrows: “Who organizes an art project in a nature reserve with the theme Out of Space? Espe-cially here in De Rottige Meente in Friesland there is still plenty of space, isn’t there?” No, holding the Out of Space event in this small area of Staatsbos-beheer, the Dutch Forestry Commission, is not im-mediately logical. The space we have to share with a lot of people in the Netherlands just seems to abound here. But even here the open space turns out to be threat-ened and not only because of the temporary inva-sion of participating artists in this project. Because

to everybody’s amazement during the start of the art project a large sign of a property developer sud-denly appeared on the edge of the footpath . He announced his intention to fill a little wild meadow looking out onto the water with four detached houses...

Out of Space is about the pressure on the free space which we feel anywhere in the Netherlands. Not only in cities where we live crowded together with many others, but also in the greener areas where property developers seem to be able just to go their

own way. With motorways and the Ecological Main Structure - a network of existing nature reserves and important nature reserves to be developed in the Netherlands - the land is continually being reorgan-ized both for the benefit of nature and at the cost of nature. Nobody can say with certainty what his view will look like in ten years. The pressure on space is a Dutch theme. In a way we have nowhere to go. Space also depends on perception: how we experi-ence the space is also defined by what we think is beautiful or ugly and what we enjoy or dislike. Al-though we cannot influence the organization of the

EEN KUNSTPROJECT IN DE NATUUR

KARIN VAN DER MOLEN

Page 7: Out of space catalogue

5

Out of Space

5

Out of Space

Page 8: Out of space catalogue

6

Out of Space

6

Out of Space

Ook de twee eerdere Kunstbroedplaatsen (Weerribben 2005,

Waterloopbos 2008) namen een maatschappelijk thema bij

de kop, tegen de achtergrond van een natuurgebied, respec-

tievelijk de ontwikkeling van nieuwe natuur en de klimaatver-

andering waren toen de vertrekpunten voor de kunstenaars

om ter plekke werken in, op en aan de rand van het water te

maken.

De Kunstbroedplaatsen zijn geen kunstroutes waar kunste-

naars bestaande beelden plaatsen met een natuurlijke achter-

grond als ‘decor’. De installaties komen ter plekke tot stand, ze

zijn met een Engelse term: site-specific en tijdelijk van aard.

Het atelier wordt verplaatst naar de natuur en de kunstenaar

neemt er voor twee weken zijn of haar intrek. Zo kan er een

interactie ontstaan tussen de kunstenaar en het gebied, met

de omwonenden en ook tussen de kunstenaars onderling. Het

proces ondergaat onverwachte invloeden van het weer, ont-

moetingen en de omgeving waarin wordt gewerkt. Dat maakt

de Kunstbroedplaatsen tot een bijzondere ervaring voor de

deelnemende kunstenaars en voor de bezoekers.

Het is een belangrijk kenmerk van deze kunstprojecten in de

natuur dat de ervaring van de kijker in de installatie betrok-

ken wordt. Er is geen ingelijste, begrensde plaats zoals een

kunstobject op een voetstuk in een galerie, waar ieder kunst-

werk de exclusieve aandacht opeist. In de natuur gaan tijd en

ruimte onderdeel uitmaken van het kunstwerk. De omgeving

verandert met het werk mee van inhoud en betekenis.

space around us or if the influence is small, we may be able to do something about the perception of it. That is why we decided to set up a Breeding Place for Art (Kunstbroedplaats) for the third time and to call up land art artists from all over the world to sub-mit designs with their ideas about space perception, worked out for the situation in Nature Reserve De Rottige Meente.

ART IN NATUREThe first two Kunstbroedplaatsen (Weerribben 2005, Waterloopbos 2008) also dealt with a social

theme, against the background of a nature reserve. The development of new nature and climate change respectively, were then the starting points for the artists to create works of art on site in, on and on the edge of the water. The Kunstbroedplaatsen are not art routes where artists place already existing sculptures with a natural backdrop. The installa-tions come into being on site, they are site-specific and temporary. The atelier is moved into nature and the artist lives there for two weeks. This way there can be interaction between the artist and the area, with the people living in the neighbourhood and

also between the artists themselves. The process is subject to unexpected influences of the weather, encounters and the setting in which they work. This makes de Kunstbroedplaatsen a special experience for the participating artists and for the visitors. An important feature of these art projects in nature is that the experience of the spectator is involved in the installation. There is no framed, limited place such as an art object on a plinth in a gallery where every work of art demands exclusive attention. In nature, time and space become part of the work of art. The setting changes with the work, and the con-

Page 9: Out of space catalogue

7

Out of Space

7

Out of Space

Land art, ofwel landschapskunst, heeft sinds de jaren zestig

een grote vlucht genomen.

De wortels van deze kunstvorm liggen niet zozeer in de tradi-

tionele ambachtelijke beeldhouwkunst. Het gaat veeleer om

het concept of de intentie van de kunstenaar in relatie tot de

(natuurlijke) omgeving waar het beeld wordt uitgevoerd. Zo-

als ook in andere kunstuitingen die in de jaren zestig tot bloei

kwamen, kregen maatschappelijke thema’s een rol in land art.

Nieuwe benamingen voor de landschapskunst zoals: ‘environ-

mental art’ en ‘art in nature’ weerspiegelen de belangstelling

voor de plaats van de mens in de natuur, verstedelijking en

het milieu.

In sommige gevallen wordt het landschap daadwerkelijk op-

nieuw ingericht door een landschapskunstenaar. Hiervan

hebben we in Nederland verschillende bekende voorbeelden,

zoals De Groene Kathedraal van Marinus Boezem en het Ob-

servatorium van Robert Morris, beide in Flevoland gesitueerd.

Een nieuwe trend in de landschapskunst is dat kunstenaars

de natuur terug naar de stad brengen. Het ‘doel’ is om groene

onderwerpen in de aandacht te brengen, om de rol van de na-

tuur in de eenentwintigste eeuw te onderzoeken.

In Out of Space wordt het thema van de stad (en Nederland als

verstedelijkte omgeving) naar de natuur gebracht. Het project

richt zich op de beperkte ruimte, op het land dat voortdurend

in beweging is. In De Rottige Meente hebben de kunstenaars

de mogelijkheden en rekbaarheid van de ruimte onderzocht

door te spelen met de perceptie, de zintuiglijke ervaring van

een plek. De Rottige Meente is een klein natuurgebied, maar

door zestien plekken op verrassende wijze uit te lichten, is de

beleving van de ruimte met eenzelfde factor vergroot.

De kunstwerken zijn van tijdelijke aard, zoals alle Kunstbroed-

plaats exposities zijn geweest. Want als we Out of Space se-

rieus nemen, dan moeten we later weer kunnen wandelen in

De Rottige Meente, dromend van een oneindig natuurgebied.

tents and meaning change with the setting.

Land art has boomed since the sixties. The roots of this form of art lie not so much in traditional sculp-ture. It is rather about the concept or intention of the artist related to the setting or natural setting where the sculpture is created. As in other artistic expressions which flourished in the sixties, social themes started to play a part in land art. New names for land art such as ‘environmental art’ and ‘art in nature’ reflected the interest in the place of man in nature, urbanization and the environment.

In some cases the landscape is actually reorganized by a landscape artist. There are various examples of this in the Netherlands like The Green Cathedral by Marinus Boezem and the Observatory by Robert Morris, both situated in Flevoland. A new trend in land art is that artists bring back na-ture to the city. The ‘purpose’ is to bring green top-ics to the fore and to study the role of nature in the twenty-first century. In Out of Space the theme of the city (and the Netherlands as an urbanized setting) is brought to nature. The project focuses on the limited space and

the dynamic land. In De Rottige Meente the artists studied the possibilities and flexibility of space by playing with the perception, the sensory experience of a place. De Rottige Meente is a small nature re-serve but by highlighting sixteen places in a surpris-ing way, the perception of the space enhancing it. The works of art are temporary, they will be taken down after six months. Because when we take the theme of Out of Space seriously, we shouldn’t fill all sparse pieces of nature with art. After the project is finished we should be able to walk in De Rottige Meente, dreaming of an infinite nature.

Page 10: Out of space catalogue

8

Out of Space

8

Out of Space

Wie wandelt door Natuurgebied De Rottige Meente krijgt

vanzelf een verende tred. De zwarte veengrond geeft mee

onder de wandelschoenen, op de zachtste delen voeren de

loopplanken ons langs de moerasbosjes en rietvelden.

De naam Meente duidt op gemeenschappelijke weidegron-

den of op woeste, nog niet ontgonnen gronden. ‘Rot’ verwijst

dan naar veenachtig, moerassig, laaggelegen land, niet erg

bruikbaar om op te boeren.

Tot in de jaren vijftig werd er in de omgeving van wat nu een

natuurgebied is, nog lustig ontgonnen, dat wil zeggen: de

woeste landjes werden omgeploegd, drooggemaald en klaar-

gemaakt voor de landbouw. Vele eeuwen was het blauwgras

land, slecht land met weinig opbrengst. Al in de middeleeu-

wen werd er veen gewonnen, maar pas rond 1900 werd het

gebied grondig uitgeveend. De turf ging per schip naar Am-

sterdam om daar de huizen te verwarmen. De petgaten en rib-

ben die achterbleven na het steken van de turf (en later niet

ten prooi vielen aan de agrarische uitbreidingskoorts), bleken

een broedgebied voor zeldzame planten en dieren. Vol trots

kan de boswachter nu verwijzen naar ‘zijn’ vuurvlinder.

Het kleine natuurgebied wordt is in de afgelopen jaren sterk

uitgebreid. In het kader van de Ecologische Hoofdstructuur

wordt geprobeerd de geschiedenis weer terug te draaien. Er

werden agrarische gronden aangekocht en aan de natuur te-

ruggegeven. Stukken land werden uitgegraven, zodat er weer

een landschap van petgaten en ribben kon ontstaan. Op die

manier wordt het ook mogelijk om aan te sluiten bij Nationaal

Park de Weerribben en groeit er een nagenoeg aaneengeslo-

ten landschap van meertjes, petgaten en stukjes rietland, van

Giethoorn in Overijssel tot aan de Tjonger in Friesland.

If you walk through Nature Reserve De Rottige Meente you will automatically walk with a springy step. The black peaty soil yields under your hiking shoes, ; at the softest parts the planks lead us to the little swamp forests and reed lands. The name Meente describes common grasslands or waste land which have not yet been reclaimed. ‘Rottige’ refers to peaty, swampy, low land, not very suitable for farming.

Until the fifties people still enthusiastically re-claimed the land in the area which is now a nature reserve. This meant that the small wild lands were ploughed, drained and prepared for agriculture. For many centuries it was bluegrass country, infertile, unprofitable land. Already in the Middle Ages peat was extracted, but only around 1900 was the peat cut on a large scale. The peat went to Amsterdam by ship to heat houses. The peat holes and ridges which

were left after peat cutting (they did not become prey towere spared the agricultural development fever), appeared to be a breeding ground for rare plants and animals. The small nature reserve has been enlarged over the past years. Agricultural lands were bought and given back to nature. Parts of land were excavated so a landscape with peat holes and ridges could emerge again.

Page 11: Out of space catalogue

9

Out of Space

9

Out of Space

Page 12: Out of space catalogue

10

Out of Space

10

Out of Space

Page 13: Out of space catalogue

11

Out of Space

11

Out of Space

Wie kunstenaars vraagt werk te maken voor een buitenmani-

festatie onder de titel Out of Space krijgt totaal verschillende

inzendingen. De ene kunstenaar denkt aan een observatorium

voor het heelal de andere neemt de ruimte die hij zelf in de

wereld inneemt als uitgangspunt. Tenslotte is out of space

ook een statement, in de betekenis van ‘(er is) geen ruimte

meer’.

De ontwerpen geven blijk van het verlangen om de perceptie

van de ruimte te veranderen. Want de wijze waarop men de

ruimte ervaart heeft veel te maken met de richting van onze

blik, met onze vooronderstellingen over hoe die ruimte eruit-

ziet. De kunstenaars in Out of Space zijn natuurlijk niet de eer-

sten die zich met dit thema hebben beziggehouden. Filosofen

hebben zich sinds de Grieken over de vraag gebogen hoe we

grip kunnen krijgen op de ruimte om ons heen.

Voor we weer terugkomen op de kunstenaars die een andere

weg bewandelen, kijken we eerst naar de filosofie.

EEN MAAT VOOR NIETS

In het Franse stadje Sèvres wordt een bijzonder voorwerp be-

waard: een staaf bestaande uit 90% platina en 10% iridium

met daarop twee inkepingen. Tot 1960 gold het stuk tussen

die twee kerfjes als de internationale standaard voor precies

een meter.

Er gaat, in eerste instantie althans, een zekere geruststelling

uit van het feit dat er een onbetwistbare, absolute meter is.

Met die als vertrekpunt kun je namelijk grotere en kleinere

(lengte)maten gaan afleiden en met een aldus opgebouwd

metriek stelsel in concrete situaties invulling geven aan aller-

lei wiskundige formules.

Die meter is een van de meest perfecte uitdrukkingen van

de wens om orde aan te brengen in een anders onbevatte-

lijke wereld. Of, omgekeerd, die meter is een metafoor voor

de angst voor de wanorde van de natuur. Hoe oud en diep-

geworteld in de westerse cultuur die angst is, blijkt uit een

ABOUT SEEING ART AND EXPERIENCING NATUREIf you ask various artists to create a work of art for an outdoor event called Out of Space you will re-ceive extremely diverse proposals. One artist thinks about an observatory for the universe, another art-ist uses the space he takes up himself as a starting point. After all, Out of Space can also be interpreted as a statement, meaning ‘ no space left’.The subjects show the desire and the possibilities for changing the perception of the space because the way one experiences the space has a lot to do with the way we view as directed by our presupposi-

tions about what that space looks like. The artists in Out of Space are of course not the first ones to engage themselves with this theme. Philosophers have occupied themselves since ancient times with the question of how to come to terms with the space around us. Before we return to the art, we will first focus on the philosophy.

In the French city of Sèvres a special object is preserved: a bar made of 90% platinum and 10% iridium with two grooves in it. Till 1960 the part between these two grooves was the international

fixed distance for a meter. There is, at first anyway, a certain reassurance because of the fact that there is an indisputable, absolute meter. With a metric sys-tem set up like this it is possible to interpret all kinds of mathematical formulas. This meter is one of the most perfect expressions of the wish to create order in a world which would oth-erwise be unfathomable. Or, the other way around, the meter is a metaphor for the fear of the disorder of nature. How old and deeply rooted this fear is in the western culture, is proven by a story drawn up in the first century BC by Vitruvius in his De Architec-

HET GR AS GROEIT VANZELF -

OVER KUNST ZIEN EN NATUUR ERVAREN

MARCEL VAN OOL

Page 14: Out of space catalogue

12

Out of Space

12

Out of Space

verhaal dat Vitruvius in de eerste eeuw voor Christus optekent

in de inleiding van het zesde boek van zijn De architectura. Hij

vertelt over de Griekse filosoof Aristippos die schipbreuk leed

en aanspoelde op de kust van Rhodos. Uiteraard was hij be-

vreesd voor het onbekende land. Al snel volgde er echter een

enorme opluchting als hij in het zand getekende wiskundige

figuren aantreft. Artistippos zou uitgeroepen hebben:”Laat

ons goede hoop koesteren, want ik zie de sporen van mensen”

– en daarin zag hij het bewijs van de aanwezigheid van orde

en verstand, kortom beschaving.

Maar is de werkelijkheid, met inzet van dat instrumentarium,

gekènd? De dichter zou hier natuurlijk volmondig ‘nee’ op

antwoorden. Hij zou, zoals Goethe ook daadwerkelijk heeft

gedaan, naar voren kunnen brengen dat er slechts naar een

uitsnede van de werkelijkheid wordt gekeken. Het oorspron-

kelijke fenomeen wordt ‘beschadigd’ in de woorden van de

Duitse dichter. Ook was er, met name in de achttiende en

negentiende eeuw, vanuit filosofische hoek kritiek op weten-

schappelijke waarheidsclaims.

Friedrich Nietzsche,komt hevig in het geweer tegen dit soort

schijnzekerheden. In een jeugdwerk uit 1873 schrijft hij: ”Wij

geloven dat we iets van de dingen zelf weten, als we over

bomen, kleuren, sneeuw en bloemen spreken, maar bezitten

toch niets dan metaforen der dingen, die volstrekt niet over-

eenstemmen met de oorspronkelijke entiteiten.”

Nietzsche ziet begrippen en natuurwetten als zaken die over

de werkelijkheid heen gelegd worden maar die in principe die

werkelijkheid niet zijn, ze zijn (slechts) metaforen. En in de

taal, die nu eenmaal nodig is om de abstracties (die begrippen

en natuurwetten zijn), tot uitdrukking te brengen, ontstaat

volgens hem zelfs een tweede metafoor. Na lang gebruik

schijnen de metaforen ‘vast, canoniek en bindend’.

Om zelf een beeldspraak te gebruiken: je kunt de werkelijk-

heid die je in je net vangt niet meer zien omdat je je blind

staart op de touwen van het net.

Niet alleen kan de mens met deze zienswijze niet (meer) tot

het wezen der dingen doordringen, zijn optiek gaat ook ‘met

hem aan de haal’. Hij vergeet dat hij dat spreekwoordelijke

net zelf heeft uitgeworpen. Nietzsche: “Alle wetmatigheid,

die ons in de beweging van de sterren en in chemische pro-

cessen zo imponeert, valt in de grond van de zaak samen met

die eigenschappen die we zelf in de dingen aanbrengen, zodat

we onszelf ermee imponeren.” De conclusie van Nietzsche is

dat al die onderscheiden wetmatigheden niet alleen slechts

tura. He tells about the Greek philosopher Aristippos who was ship wrecked and washed ashore on the coast of Rhodes. Of course he had fear of the un-known land. Relief followed however when he came across mathematical figures drawn in the sand. Aristippos would have shouted: “Let us cherish good hopes, because I see tracks of people.” There he saw the evidence of the presence of order and reason; in a word, civilization. But is the reality known, with the use of this instru-ments? The poet would of course answer this with a straightforward ‘no’. He would, as Goethe actually

did, argue that only a part of the reality is seen. In the words of the German poet the original phe-nomenon is ‘damaged’. There was also, especially in the eighteenth and nineteenth century and from a philosophical angle, criticism of scientific claims of truth. Friedrich Nietzsche strongly opposes this type of seeming certainties. He writes in an early work: “We believe that we know something about the things themselves when we speak of trees, colours, snow, and flowers; and yet we possess nothing but meta-phors for things — metaphors which correspond in

no way to the original entities.”Nietzsche sees definitions and laws of nature as things that are covering reality but basically they are not the reality itself, they are only metaphors. And the language, which is simply necessary to express abstractions, like the definitions and laws of nature, can give rise to further metaphors. After long us-age, the metaphors seem to be ‘fixed, canonical, and binding’. To use figurative language myself: you can no longer see the reality captured in your net because you are fixated on the ropes of the net. Man cannot or can no longer get to the nature of

Page 15: Out of space catalogue

13

Out of Space

13

Out of Space

Page 16: Out of space catalogue

14

Out of Space

14

Out of Space

voortdurend naar elkaar verwijzen maar ook dat ze ‘ons naar

hun aard door en door duister zijn’.

Deze duisternis is hoogst onbevredigend: de menselijke rede,

waarmee we dachten ‘de hoogte van de telescopische wereld

en de diepte van de microscopische wereld’ bloot te leggen,

leidt kennelijk slechts tot een gedachtenconstruct. Is het de

mens wel gegeven de werkelijkheid te kennen? De westerse

filosofie heeft zich over dit vraagstuk letterlijk uitgeput en

in een rondgang van de rede, in een denken over het denken

zichzelf klemgezet. Een antwoord op die ultieme kenvraag

kan niet voortkomen uit het (verstandelijke) kennen zelf, dat

levert immers alleen maar meer van hetzelfde op.

Dat beseften filosofen natuurlijk ook wel en zij worstelden

met de constatering dat hun ervaringen wetenschappelijk

‘niet uit kunnen’. De Vlaamse filosofe Patricia de Martelaere

beschreef het zo: ”Een bosanemoon, een oude boom, een

streep zonlicht, een hert – alles nodigt uit tot verwondering,

verwantschap en diepe vreugde. Alles lijkt meer te zijn dan

het is of wat we weten dat het is: een steen is meer dan een

steen, een dier is meer dan een dier…Keren we terug naar het

laboratorium, dan wacht ons de ontgoocheling van ons leven,

want daar blijkt opeens alles veel minder te zijn dan het lijkt.”

In plaats van het te laten bij “ jouw waarheid is net zoveel

waar(d) als mijn waarheid”, richtte zij de blik oostwaarts.

Patricia de Martelaere schreef een boek over het Taoïsme,

waarin ze ook uitgebreid ingaat op dat ‘ik’. Zij zegt: ”De mens

wordt van kind af aan getraind in het construeren van een

menselijke wereld waarin dingen van elkaar onderscheiden

zijn en wederzijds exclusieve eigenschappen vertonen: wat

groot is, is niet klein; wat sterk is, is niet zwak; wat goed is,

is niet slecht. Het spreekt vanzelf dat het aandeel van de taal

in deze constructie niet te onderschatten is. Door het feit dat

de taal hand in hand gaat met het onderscheidingsvermogen

staat zij in eerste instantie een eenheidservaring in de weg en

moet zij ‘overstegen’ worden… Willen we echt doordringen tot

de ware aard van de werkelijkheid, dan moeten we leren ho-

ren met ons ‘hart-bewustzijn’ in plaats van met onze oren…”.

Voor het westerse denken ligt voorbij het intellect en de taal

het terrein van de mystiek en menigeen huivert ervoor dat ge-

bied te betreden.

Het Taoïsme nu, ook niet zo veel. Het reikt je de suggestie aan

dat het net, dat je over de werkelijkheid heen legt en waar we

het eerder overhadden, weg te werpen. Hiertoe is het stop-

zetten van de denkactiviteit noodzakelijk en omdat het ik –

the matters with this way of thinking, and further, his point of view is not reliable any more. He forgets that it is he himself who has cast the said net. Nietzsche: “All that conformity to law, which im-presses us so much in the movement of the stars and in chemical processes, coincides at bottom with those properties which we bring to things. Thus it is we who impress ourselves in this way.” The final conclusion of Nietzsche is that all these various con-formities to law not only always refer to each other but also that to us they are thoroughly unknowable.This darkness is highly unsatisfactory: that the hu-

man sense with which we thought we could expose the height of the telescopic world and the depth of the microscopic world, only leads to a construct. Is it actually granted to man to know the truth? Western philosophy literally exhausted itself over this question and in circular reasoning, in thinking about thinking it jammed itself. An answer to the ultimate key question cannot arise from intellectual knowledge itself. After all this only gives more of the same. This was something that philosophers of course also realized and they struggled with the conclusion that

their experiences scientifically ‘cannot be turned off’. The Flemish philosopher Patricia de Martelaere described it as follows: “A wood anemone, an old tree, a ray of sunlight, a deer – everything tempts one to amazement, relationship and deep joy. Every-thing seems to be more than it is or what we know that it is: a stone is more than a stone, an animal is more than an animal... When we go back to the laboratory, the disillusionment of our life awaits us because there everything seems to be much less than it seems.” Instead of thinking ‘your truth is worth just as much as mine’ she turned to the East.

Page 17: Out of space catalogue

15

Out of Space

15

Out of Space

construct dáár schuilt, lijkt dat op voorhand te veel gevraagd.

Maar voor wie eenmaal een glimp heeft opgevangen van wat

vooraf of voorbij gaat aan het denken, is er geen aanleiding

meer tot ijdelheid, geen neiging tot meer ruimte innemen dan

noodzakelijk is, geen drang tot zich bovenmatig manifesteren

in de wereld. Kortom, de wereld zelf kan er dan pas zijn, en dan

zul je de bloem, het dier, de steen voor het eerst zíen. Omdat

je als mens jouw natuurlijkheid hervonden hebt. Dat is alles.

Ik zit stil, doe niets,

De lente komt en het gras groeit van zichzelf.

KUNST ALS ERVARINGSPLAATS

Terug naar de beeldende kunst. Wanneer die naar buiten gaat

wordt het interessant om te zien hoe de individuele makers

zich verhouden tot de natuur. Sinds kunstenaars in de jaren

zestig van de vorige eeuw de natuur opzochten om in en

vooral met haar te werken, is het hele scala van menselijke

omgangsvormen met die natuur verbeeld. We hebben kunste-

naars gezien die met enorme betonblokken en ijzeren platen

hun wil oplegden aan hun natuurlijke omgeving, anderen no-

digden juist de natuur uit zichzelf te laten zien en weer ande-

Patricia de Martelaere wrote a book about Taoism in which she also further examines the ‘I’. She says: “Man is trained since childhood in creating a human world in which things are distinguished from anoth-er and mutually show exclusive features: if some-thing is large it is not small, if something is strong it is not weak, if something is good it is not bad. It is obvious that the contribution of language in this construction cannot be underestimated. Because of the fact that language goes together with the pow-er of discernment at first it stands in the way of a unity experience and should be ‘exceeded’... If we re-

ally want to get through to the true character of re-ality, then we have to learn to listen with our ‘heart awareness’ instead of with our ears...”. For Western thinking the field of the mysticism lies somewhere past intelligence and language and many people tremble to think of entering this field. Well, Taoism does not say much either. It suggests to throw away the net with which you cover reality and which we discussed earlier. With this, stopping the thinking activity is necessary and because the I-construct shelters there, it seems you are asking too much of yourself in advance. But for anyone who

ever caught a glimpse of what precedes or passes thinking there is no cause for vanity anymore, no tendency to take up more space than necessary, no urge to make too much of oneself in the world. In brief, the world itself can only then be there, and then you will see the flower, the animal and the stone for the first time. Because you have recovered your naturalness as a human.

I sit still, do nothing,Spring will come and the grass will grow.

Page 18: Out of space catalogue

16

Out of Space

16

Out of Space

ren verklaarden het hele onderscheid tussen kunst en natuur

tot een bedenksel. De ‘natuurkunst’ beslaat zo het hele ter-

rein tussen rationalisme en mystiek en laat dus ook zien hoe

het ‘net’ van de kunstenaar eruit ziet.

In Out of Space togen zestien kunstenaars aan het werk in

De Rottige Meente. Opvallend is dat zij niet zozeer hun werk

inzetten als onderzoek naarhet doorgronden van de natuur,

maar ze ‘gebruiken’ het natuurgebied en hun werk daarin als

basis voor een ervaring.

De kunstenaars bewandelen verschillende paden. Een aantal

kunstwerken nodigt de bezoeker uit om het wandelpad te

verlaten en plaats te nemen in het kunstwerk zelf. De soms

torenhoge bouwwerken bieden de bezoeker de mogelijkheid

om het individuele stelsel van oordelen en concepten voor

even te vergeten. Er wordt uitzicht geboden op de buiten-

wereld, de hemel en het landschap door de kijkbuis van de

kunstenaar. Door een ingreep te plegen op een strook land, of

door er een beeld te plaatsen, ontstaat de tegenstelling tus-

sen binnen en buiten. Waar we zojuist nog buiten de natuur

stonden, stappen we via het kunstwerk er middenin. In een

enkel werk wordt zelfs een slaapplaats aangeboden, wat de

ervaring nog kan verdiepen.

Daartegenover staan de werken die zich focussen op het detail. Deze kunstenaars

halen delen uit de natuur als fenomeen naar voren, lichten er een proces uit of rich-

ten zich juist op de menselijke ingrepen in de natuurlijke omgeving. Net als in de

hierboven beschreven taoïstische ervaring van de natuur wordt bijvoorbeeld dat

ene plantje op de voorgrond geplaatst. De natuur is geen decor voor onze gedach-

ten of een kunstwerk, maar eist zelf alle aandacht op.

Het kunstwerk als ervaringsplek in de natuur doet zich ook voor in de conceptuele

werken. Werken die een verband leggen tussen de ruimte in dit natuurgebied en

plaatsen elders in de wereld, of tussen ideeën over de ruimte en de ruimte waar we

ons werkelijk in bevinden.

Het is niet de bedoeling om hier de werken van Out of Space afzonderlijk te bespre-

ken. Uiteindelijk gaat het om het beeld, niet om de tekst. Om de ervaring van de

ruimte. Om de expressie van dit thema door de kunstenaars, die verderop in deze

catalogus aan bod komt.

En er is ook nog het natuurgebied waar dit alles plaatsvindt. Want is het niet zo dat

hoezeer kunstenaars ook concepten over ruimte of werkelijkheid willen doorgron-

den, de natuur er groots en onverschillig onder blijft?

Zij gunt misschien een glimp van haar ware aard aan wie bereidt is Out of Space te

gaan.

ART AS A PLACE TO EXPERIENCEBack to the visual arts. Outside, it gets interesting to see how the individual creators relate to nature. Since artists visited nature in the sixties to work in nature and especially with her, the whole range of human behaviour towards this nature have been represented. We have seen artists who imposed their will on the natural environment with huge con-crete blocks and iron plates, others on the contrary invited nature to show itself and others considered and interpreted the entire difference between art and nature. This way ‘nature art’ covers the entire

field between rationalism and mysticism and it also shows what the ‘net’ of the artist looks like.

In Out of Space 16 artists set to work in Nature Park De Rottige Meente. It is striking that they do not use their work so much as research for fathoming nature, but they ‘use’ the nature reserve and their work in it as a base for an experience. The artists take different approaches? A number of artworks tempt the visitor to leave the track and to seat himself in the work of art. Some big construc-tions offer the visitor the possibility of forgetting

the individual system of judgements and concepts for a moment. They provide a view of the outside world, the sky and the landscape through the eyes of the artist. By interference with a piece of land or by placing a certain sculpture, a contrast is created between inside and outside. Where we were just outside nature, we now step right into the middle of it through the work of art. In one work of art even a place to spend the night is offered. This possibility could deepen the experience even more. As against the installations that ‘open up’, we see the works that focus on detail. The artists bring

Page 19: Out of space catalogue

17

Out of Space

17

Out of Space

parts of nature forward as a phenomenon, they single out a process. Just as in the above mentioned taoistic experience of nature, that single small plant is put in the forefront. Nature is not a setting for our thoughts or a work of art, but it claims all the at-tention itself. The work of art as a place to experience in nature also occurs in conceptual works. Works that link to-gether the space in this nature reserve and places elsewhere in the world, or ideas about space and the space we are actually in.

It is not the intention to discuss the individual works of Out of Space here. Eventually it is about the im-age not about the text. About the experience of space. About the expression of this theme by the artists . For more about them and their works see further on in this catalogue.But this remains: however much the artists want to fathom the concepts about space or reality, nature seems to remain massive and indifferent despite all this. She might give a glimpse of her real character to whoever is willing to go Out of Space.

Page 20: Out of space catalogue
Page 21: Out of space catalogue

19

Out of Space

Page 22: Out of space catalogue

20

Out of Space

Arno Arts is een doener, die de meest uiteenlopende

materialen en technieken gebruikt om zijn verhalen

te vertellen. Hij bouwde een vlammetjes huis rondom

een boom van groentekistjes, een heiligenbeeld van

lege, felgekleurde plastic schoonmaakmiddelflessen,

een oven van turfblokken. De alledaagse materialen

vormen een nieuwe eenheid, die met milde ironie

knipogen naar menselijke en maatschappelijke te-

kortkomingen. De objecten doen vaak denken aan een

altaar; een plek waar offers gebracht kunnen worden,

en waar ook een idee overgebracht wordt aan de ge-

meenschap.

De installatie van Arno Arts voor Out of Space is een

kolonie van objecten, een familie of stam van archaï-

sche huizen. Ze staan op hoge poten, maar zonder veel

moeite veranderen de objecten in een groep raketten

waar de vlammen al onderuitspuiten. De installatie

heeft dit maal niet de vorm van een altaar, maar sa-

men vormen de bouwsels wel weer een plek waar (iro-

nische) hoop en (milde) vrees gekoesterd worden. De

suggestie is immers dat voor de krappe ruimte slechts

twee oplossingen zijn: een uit de ruimte afkomstige

missie van vreemde wezens, die ter plaatse een nieu-

we kolonie stichten ofwel een exodus van het leven

op aarde, op zoek naar nieuwe ruimten.

THE COLONISTS

Arno Arts is a doer who uses a great variety

of materials and techniques to tell his sto-

ries. He built a house of small flames around

a tree of vegetable crates, a holy picture of

empty, vividly coloured plastic bottles of

cleaning products, an oven made of peat

blocks. The ordinary materials form a new

entity which refers to human and social

shortcomings with mild irony. The objects

often remind one of an altar, a place where

sacrifices can be made and where an idea is

passed on to the community.

The installation of Arno Arts for Out of

Space is a colony of objects, a family or tribe

of archaic houses. They are standing on

high legs, but one can easily see the objects

change into a group of rockets from under

which the flames are already shooting out.

The installation does not have the shape of

an altar this time, but together the construc-

tions do form a place again engenderingi-

ronic hope and mild fear. The suggestion is

after all that there are only two solutions for

the limited space: either a mission of aliens

from space which will start a new colony or

an exodus of life on earth, searching for new

spaces.

Arno Arts

De kolonisten

Page 23: Out of space catalogue

21

Out of Space

Page 24: Out of space catalogue

22

Out of Space

Page 25: Out of space catalogue

23

Out of Space

Page 26: Out of space catalogue

24

Out of Space

De titels van de ‘site-specific’ installaties van Bob Budd

spreken voor zich. Neem bijvoorbeeld Eat for England

(een roestvrijstalen lepel van vijfenhalve meter hoog,

geplaatst naast een graanveld). Of: It’s the economy,

stupid? (een zinkende installatie van tafels en stoelen

die met lood bedekt waren). De pop-art achtige instal-

laties betreffen vaak een uitvergroting van dagelijkse

voorwerpen, of bestaan onder andere uit zogenoem-

de readymades. Pop art en de ironische verwijzingen

van readymade kunst hebben Bob Budd op een spoor

gezet. Hij haalt objecten uit hun gewone omgeving en

schenkt ons een glimp van een andere realiteit.

In Out of Space gebruikt hij een serie scheppen die sa-

men een rad vormen dat in het water draait. Het ob-

ject verwijst naar de manier waarop vroeger werd ge-

boerd in De Rottige Meente. Het land was zo arm dat

het gezamenlijk bewerkt moest worden. Van een klein

stukje grond kon hier geen boer rondkomen. En ook

Bob’s scheppenrad draait het beste wanneer er aan

twee kanten tegelijk gedraaid wordt. Samenwerken is

het devies! Niet dat het dan een efficiënte machine is,

maar misschien is het doel van deze installatie wel om

inefficiënt te zijn.

Bob Budd

The titles of the site-specific installations

by Bob Budd speak for themselves. Take for

instance Eat for England (an oversized 5,5

meter stainless steel spoon, placed next to

an arable field), or: It’s the economy, stupid?

- a drowning installation of lead covered

chairs and table). The installations often

are a (pop-art inspired) enlargement of daily

life instruments or involve so-called ready-

mades. The Ready-made art, (which started

with the exhibition of a urinal in 1917) has

clearly inspired Bob Budd. He takes objects

out of their usual surroundings and offers us

a glance at another reality. In Out of Space

these objects are spades. The installation is

based upon the history of the location: the

locals had to cooperate in order to forge a

simple living out of the poor farming lands.

The gist of this inter-active artwork is that it

has to be operated by two or more people

working together. It is not a particularly effi-

cient machine, but perhaps that is the exact

intention!

Design for Living

Page 27: Out of space catalogue

25

Out of Space

Page 28: Out of space catalogue

26

Out of Space

Page 29: Out of space catalogue

27

Out of Space

Page 30: Out of space catalogue

28

Out of Space

What can a sculptor do to create space in a

land? He will try to sculpt the land. He will

create waves. He will come with a shovel

and try to dig new space. While digging a

hole, his result will be a mountain of earth.

He creates an empty space and a new vol-

ume. By removing the flat surface, he gets

more surface. Along a line, he creates a

trench and a dam. There are many of these

in The Netherlands: canals and dams. The

idea doesn't seem so new in this country.

With the dam, he makes a limit, with a limit,

a border between two spaces. Now they

are two spaces and a limit and the limit is

a form. The sculptor did the same as local

people do.

He remarks that this process is open to

progress or even a remake. Here is his ad-

vice: if you want to create space: dig and

make a limit!

In 2010, while traveling through Friesland, Ja-

roslav Biblok realized "Mountain Village" for

the event Out of Space. "Mountain Village" is

actually installed as a parasite on Dessardo's

artwork "As Local People Do". Typical of the

pocket-minimal-figurative movement, the

artwork is an ironic comment about the new

settlement policy of the country.

As locals do

Marco Dessardo

Wat kan een beeldhouwer doen om ruimte in het land

te creëren? Hij zal proberen om het land te beeldhou-

wen, om golven te maken. Hij zal een schep meene-

men en een nieuwe ruimte scheppen.

Terwijl hij een gat graaft krijgt hij een berg van zand.

Hij creëert een lege ruimte en een nieuw volume.

Door de gladde oppervlakte te verplaatsen, verkrijgt

hij meer oppervlak. Langs de lijn ontstaat en geul en

een dam. Daar zijn er veel van in Nederland: kanalen

en dammen. Dat idee is hier dus niet zo nieuw. Met de

dam trekt de kunstenaar een lijn, en door de lijn een

grens tussen twee ruimtes. Nu zijn er twee ruimtes

en een grens, en de grens is een vorm. De kunstenaar

heeft hetzelfde gedaan als de lokale bevolking doet.

Het proces staat open voor verandering of vooruit-

gang. Creëer ruimte: graaf en trek een grens!

Toen Jaroslav Biblok in 2010 door Friesland trok, re-

aliseerde hij "Bergdorp" voor Out of Space. Eigenlijk

heeft hij "Bergdorp" als een parasitair kunstwerk ge-

installeerd op Dessardo's kunstwerk "As Locals Do".

Dit typische ‘minimale-broekzak-figuratieve’ werk kan

waarschijnlijk worden opgevat als een ironisch com-

mentaar op het nieuwe huisvestingsbeleid van Neder-

land.

Page 31: Out of space catalogue

29

Out of Space

Page 32: Out of space catalogue

30

Out of Space

Space Digger is een kort videover-

slag van het ruimte scheppen in

Nederland (met de stem van Gra-

dus Steenbeek, vervener in Nije-

trijne). www.dessardo.com

Space Digger a short video description of

the job of digging space in The Netherlands

(with the voice of Gradus Steenbeek, pit dig-

ger in Nijetrijne). www.dessardo.com

Page 33: Out of space catalogue

31

Out of Space

Page 34: Out of space catalogue

32

Out of Space

In haar kunstwerken maakt Tatiana Ferahian vaak ge-

bruik van onconventionele elementen, metaforen en

informatie getekend met humor, ironie, woede en me-

dedogen.

De titel Achilleshiel bijvoorbeeld is afgeleid van een

Griekse mythologie waarin het verhaal verteld wordt

van Achilles die onaantastbaar bleek te zijn toen zijn

moeder hem in de rivier de Styx dompelde, behalve

zijn hiel die verborgen bleef in haar hand. Toen hij la-

ter gedood werd door een pijl die hem op die plek ver-

wondde, werd met de uitdrukking 'achilleshiel' gerefe-

reerd aan elke vorm van lichamelijke kwetsbaarheid.

Daarmee in overeenstemming zijn er bij deze instal-

latie honderden stereotiepe stilettohakken vastge-

maakt aan een aantal bomen in het natuurreservaat.

De hakken (die bedoeld zijn als personificatie van

‘moeder natuur’ als krachtige en voedende vrouw) zijn

verenigd met de berkenboom die zelf stabiliteit en

structuur symboliseert. Zo geeft hij de indruk ‘stekels’

te hebben die planten normaal gebruiken om roofdie-

ren mee af te weren.

Op deze manier refereert het kunstwerk zowel aan de

kwetsbaarheid van het natuurreservaat als aan de be-

hoefte om het te beschermen en te behouden.

Achilleshiel

Tatiana Ferahian

In her artworks Tatiana Ferahian often em-

ploys alternative elements, metaphors, and

information with humor, irony, outrage, and

compassion.

The title of Achilles’ Heel for instance is de-

rived from a Greek mythology, which tells

the story of Achilles who turned invulner-

able after his mother dipped him into the

river Styx -- except for the part of his bare

heel that was concealed by her hand. As he

was later killed by an arrow to that spot, the

expression “Achilles’ heel” became to be re-

ferred to any type of physical vulnerability.

Accordingly, this site specific installation,

involves the use of hundreds of readymade

stiletto heels. The heels (which are meant

as a personification of “mother nature” as

a powerful and nurturing woman) are em-

bodied with the “birch tree”--which in itself

symbolizes stability and structure. Thus,

giving the impression of “prickles” that

plants normally use to ward off predators.

In this way, the work makes a dual reference

to the vulnerability of the Nature Reserve

and the need to protect and preserve it.

Page 35: Out of space catalogue

33

Out of Space

Page 36: Out of space catalogue

34

Out of Space

Page 37: Out of space catalogue

35

Out of Space

Page 38: Out of space catalogue

36

Out of Space

Ref lec ties

Sigrid Hamelink

REFLECTIONS

In the tempestuous development of in-

stallation art the human figure was not as

important. For a long time abstraction and

fragmentation were the order of the day.

Artists like Kiki Smith and Antony Gormley

changed this with sculptures of the inside

and outside of the human body. Antony

Gormley, who uses his own body as the ba-

sis for all his sculptures, describes the body

as an open place. The place where the world

takes place. Sigrid Hamelink’s sculptures

are also about this place. She makes them

from wood and clay and she gives them an

abstract quality. Nevertheless they always

have the vulnerability of the living human.

The recognizable body in which the world

begins and ends.

In the swamp forest of De Rottige Meente,

Sigrid Hamelink recognized the ‘wonder-

land’ from her childhood. It is the world

seen from the small body, for which every

clump of trees is a forest. Her little people

made from clay float between the trees and

the water, a setting which they regard with

childlike amazement. As the adult specta-

tors, we also see the world of threads which

surround them. But are these small bodies

trapped in the web of life or are they able to

escape from it?

In de stormachtige ontwikkeling van de installatie-

kunst raakte de mensfiguur op de achtergrond. Lange

tijd was het abstractie en fragmentatie dat de klok

sloeg. Kunstenaars als Kiki Smith en Antony Gormley

brachten hier verandering in, met sculpturen van de

binnen- en de buitenkant van het menselijk lichaam.

Antony Gormley, die zijn eigen lichaam als basis voor

al zijn beelden gebruikt, beschrijft het lichaam als een

open plaats. De plaats waar de wereld zich voltrekt.

Ook de mensfiguren van Sigrid Hamelink gaan over

die plaats. Ze maakt ze van hout en van klei en geeft

ze een abstracte kwaliteit. Toch behouden ze altijd de

kwetsbaarheid van de levende mens. Het herkenbare

lichaam waar de wereld in ontstaat en vergaat.

In het moerasbos van De Rottige Meente herkende

Sigrid Hamelink het ‘sprookjesbos’ uit haar kindertijd.

Het is de wereld bezien vanuit het kleine lijf, waarvoor

ieder bosje een woud is. Haar mensjes van klei zweven

tussen de bomen en het water, een omgeving die ze

met kinderlijke verwondering bekijken. Met de grote

ogen van de volwassen toeschouwer zien we ook de

wereld van draden die ze omgeeft. Maar zitten deze

kleine lijven nu gevangen in het web van het leven of

kunnen ze er juist aan ontsnappen?

Page 39: Out of space catalogue

37

Out of Space

Page 40: Out of space catalogue

38

Out of Space

Page 41: Out of space catalogue

39

Out of Space

Page 42: Out of space catalogue

40

Out of Space

Traces

Marko de Kok

Marko de Kok likes lines. Taut lines, which

become signs. Thin curves which come

together elegantly. Sometimes the lines

become useful objects. A wall unit, a chair

or a table. But since the artist went to outer

space with his lines, they show themselves

on the field of tension between the second

and third dimension. They put layers in

our image of reality, they create confusion

over foreground and background. A bit like

the paintings by Brice Marden who realizes

depths on a flat surface by lines which are

swaying before and behind each other.

In his installation for Out of Space Marko

de Kok raises questions about our urge for

expansion in relation to nature. Can we fore-

see what will happen to our space? With an

iron pencil he sketches solidified dreams of

architects and property developers, with

the eraser at ready for any nature standing

in their way. The installation of ‘drawings’ of

the developing buildings continually change

perspectives. If the spectator is standing

square to the installation only one line of

the work of art can be seen. This way, we

travel in a short period of time from a three-

dimensional to a two-dimensional experi-

ence to an almost invisible line.

Marko de Kok houdt van lijnen, drie dimensionale

lijnen. Strakke lijnen, die tekens worden. Iele curves

die sierlijk bij elkaar komen. Soms worden die lijnen

gebruiksvoorwerpen. Een wandmeubel, een stoel of

tafel. Maar sinds de kunstenaar met zijn lijnen de bui-

tenruimte opzocht begeven ze zich in het spannings-

veld tussen de tweede en derde dimensie. Ze leggen

lagen in ons beeld van de werkelijkheid, scheppen ver-

warring over voor- en achtergrond. Een beetje zoals in

de schilderijen van Brice Marden, die dieptes op een

plat vlak realiseert door lijnen voor en achter elkaar te

laten slingeren.

In zijn installatie voor Out of Space roept Marko de Kok

vragen op over onze expansiedrift ten opzichte van de

natuur. Kunnen we voorzien welke kant het opgaat

met onze ruimte? Met een stalen potlood schetst hij

voortijdig gestolde dromen van architecten en pro-

jectontwikkelaars, met de gum in de aanslag voor alle

natuur die hen in de weg staat. De tekeningen van de

gebouwen in ontwikkeling veranderen steeds van per-

spectief. Als de kijker haaks op de installatie staat is er

slechts nog een streep te zien van het kunstwerk. In

een korte tijdsspanne reizen we zo van een drie naar

twee dimensionale ervaring, tot een bijna onzichtbare

lijn.

Page 43: Out of space catalogue

41

Out of Space

Page 44: Out of space catalogue

42

Out of Space

Page 45: Out of space catalogue

43

Out of Space

Page 46: Out of space catalogue

44

Out of Space

Met haar installaties wil Cornelia Konrads een irritatie

teweegbrengen door een element aan het landschap

toe te voegen dat niet past in de veronderstelde orde.

De kunstenares legt uit: “Iets gedraagt zich niet zoals

het hoort en opeens wordt onze innerlijke monoloog

onderbroken. Die onderbreking biedt een zekere kans:

plotseling kunnen we in het hier en nu belanden; in

een wereld waar vreemde dingen elkaar vluchtig en op

unieke wijze ontmoeten. Ik mag graag de orde uitda-

gen van wat we als ‘betrouwbaar' kennen en als 'echt':

de wetten van de zwaartekracht, het rechtlijnige idee

van tijd, of de grond onder onze voeten…

Insluiting is een methode waarmee bomen omgaan

met objecten die hun groei in de weg staan: als ze

deze niet weg kunnen duwen, dan 'verslinden' ze de

objecten door overwoekering.

De term wordt ook gebruikt voor het proces dat het

oude systeem van gemeenschappelijk landgebruik be-

eindigde. Door insluiting werd dit land omheind (in-

gesloten) en aan een eigenaar toebedeeld. Het object

van Cornelia Konrads laat een element zien van een

door de mens gemaakte insluiting, dat zelf weer is in-

gesloten door de natuur. Opgenomen door de boom

wordt het rood-witte hek een absurd relict van de

menselijke drang om zijn territorium af te bakenen.

om in en buiten te sluiten.

Enclosure

With her site specific sculptures Cornelia

Konrads likes to cause a moment of irrita-

tion by adding to the scenery an element,

which refuses to fit into the expected order.

As the artist explains: “Something doesn't

behave as it should , and suddenly the inner

monologue gets interrupted. The rupture of-

fers a certain opportunity: to come into here

and now; in a world where strange things

meet in a transient and unique way. I like to

challenge, what is supposed to be "reliable"

about what we know as "real": the laws of

gravity, the linear concept of time, or the

ground under our feet...

Enclosure shows the way trees deal with

objects, which prevent their growth: if they

can‘t push them away, they „swallow“ them

by growing over them.

The term is also used for the process that

ended the ancient system of communal

farming in shared, open fields. Under enclo-

sure, such land is fenced (enclosed) and one

person given ownership.

The work shows an manmade enclosure,

getting enclosed itself. Being asorbed by

the tree, it becomes an absurd relic of the

human drive to mark territories, in order to

fence in and fence out.

Cornelia Konrads

Page 47: Out of space catalogue

45

Out of Space

Page 48: Out of space catalogue

46

Out of Space

Page 49: Out of space catalogue

47

Out of Space

Page 50: Out of space catalogue

48

Out of Space

U-Turn

Pedro Marzorati

U-Turn is inspired by the poetical bonding

between Dirk Kerst Koopmans, a Dutch art-

ist from this region who spent a few years in

Argentine (pages 88-91) and Pedro Marzora-

ti, an Argentine artist who came to spend

some time in Europe.

These two artists have an ‘immigrant-

conversation’. It’s about how every person

who leaves his country, takes along many

memories. It becomes like a garden in the

soul, full of undiscovered secrets. And it is

not only the memories that become vague

like a reflection on the water. The traveler

also leaves his roots. As time passes it ap-

pears that his cultural bagage cannot be

abandoned easily, but on the other hand his

values will be shaped almost unnoticably to

fit into the new circumstances.

In his installation Pedro Marzorati refers to

the typical architecture of La Boca, the old

port of Buenos Aires. The colorful house of

recycled materials is now in another conti-

nent. The blue shoes walking away on the

water raise the old dilemma of the immi-

grant: to return or not to return?

Voor de hier aan het begin van de vorige eeuw gebo-

ren schilder en tekenaar Dirk Kerst Koopmans was het

boerenerf van zijn ouders al snel te krap. Nog maar net

volwassen geworden scheepte hij zich in op De Gelria

en voer naar Argentinië. U-turn is geïnspireerd op de

poëtische verbintenis tussen Dirk Kerst Koopmans, de

reiziger die weer terugkeerde naar het veen en Pedro

Marzorati, een Argentijnse kunstenaar die sinds enige

tijd in Europa leeft en werkt.

U-Turn is gebaseerd op het idee dat een ieder die zijn

land verlaat, zijn herinneringen met zich meeneemt.

Die herinneringen zijn als een tuin vol ongekende ge-

heimen. Als een reflectie op het water duiken de frag-

menten op en verdwijnen weer. De culturele bagage

die je meebrengt kan aan de ene kant niet makkelijk

vergeten worden maar de waarden passen zich toch

bijna ongemerkt aan de nieuwe omstandigheden aan.

Uit het gekleurde huisje, dat doet denken aan de ty-

pische architectuur van La Boca, de oude haven van

Buenos Aires, lopen blauwe schoenen over het water

weg. Ze geven het aloude dilemma van de immigrant

weer: zal ik blijven of keer ik terug?

Dirk Kerst Koopmans deed het laatste. Pedro Marzo-

rati werkt voorlopig verder op Europese bodem.

Page 51: Out of space catalogue

49

Out of Space

Page 52: Out of space catalogue

50

Out of Space

Page 53: Out of space catalogue

51

Out of Space

The shoes are inspired by the “botas de criol-

las“, used by Argentinan gauchos (cowboys).

These creole boots are open-toed and made

of horse leather.

De voeten op het water zijn ge-

inspireerd op de laarzen van de

Argentijnse gauchos/cowboys. Ze

laten de tenen vrij en zijn gemaakt

van paardenleer.

Page 54: Out of space catalogue

52

Out of Space

Het was een revolutie in de beeldhouwkunst: de ont-

dekking van houten Afrikaanse maskers en voorouder-

beelden aan het begin van de twintigste eeuw. Vol-

gens sommigen begon daar zelfs de abstractie die de

toon zette in de moderne beeldende kunst. Ook beeld-

houwers gingen mee in de wervelwind die opstak in

de westerse kunstwereld. De surrealisten omarmden

de mogelijkheid van de installatie, en het toepassen

van gebruiksvoorwerpen in de beeldhouwkunst. Bran-

cusi introduceerde de ambachtelijke boerentraditie

als sculptuur.

Het is deze rijke traditie waar Maurizio Perron op

voortbouwt. In zijn installatie Our First House weet hij

ambachtelijkheid te paren aan abstractie en een uit-

spraak te doen die zijn materiaal (bestaande uit vier

bomen) overstijgt.

Our First House is een huis zonder muren en zonder

dak. Een huis dat tegelijk in de natuur staat maar ook

de natuur zelf ís. Want de deuren en luiken die ons

in dit huis binnenlaten komen uit dezelfde boom als

waaraan ze gescharnierd zijn. Maurizio Perron laat

hiermee een interessante omkering zien: vanuit de

vrije natuur hakt de mens zich een onderkomen, waar

de natuur tegelijkertijd buitengesloten wordt. Maar is

het niet diezelfde natuur die ons eerste huis is, ons pri-

maire onderkomen?

Our f irst house

Maurizio Perron

It was a revolution in sculpture: the discov-

ery of wooden African masks and ancestor

sculptures at the beginning of the twenti-

eth century. According to some, this is even

where abstraction started which set the

scene in modern visual arts. Sculptors also

followed this whirlwind of change sweep-

ing through the western world of art. The

surrealists welcomed the possibilities of in-

stallation and the use of consumer items in

sculpture. Brancusi introduced the artisanal

simple tradition as sculpture. It is this rich

tradition which Maurizio Perron takes up. In

his installation Our First House he manages

to pair traditional handicraft with abstrac-

tion and to make a statement which goes

far beyond his materials consisting of four

trees.

Our First House is a house without walls

and without a roof. A house which is both

in nature and is nature itself as well, be-

cause the walls and shutters which give us

entrance to this house come from the same

tree as they are hinged to. Maurizio Perron

shows an interesting paradox with this: man

uses nature to chop himself a shelter from

which nature is excluded. But isn’t this same

nature our first house, our primary shelter?

Page 55: Out of space catalogue

53

Out of Space

Page 56: Out of space catalogue

54

Out of Space

Page 57: Out of space catalogue

55

Out of Space

Page 58: Out of space catalogue

56

Out of Space

Roger Rigorth

Obser vatorium

found this hairy thing under my skin

it’s longing pulling towards the sky

it’s sitting on the base of my old bones nearby

trust me and breath, I am the land

be touched my outreached hand

it’s this hairy thing growing upwards out there

it’s making me wondering about this inspirational

sphere

don’t ask me if I feel at home

won’t tell you about this lost land of my own

generations before decisions were made

have to change them, no time to wait

did you ever think about this spiritual trail

about this outward relation, this cosmic tail

it’s written in the fields out there

in the dirt under your nail, everywhere

I find myself weaving up to the sky

don’t tell me if you find it senseless

cause i got this voice, little fragile and shy

found this hairy thing under my skin

have to tell you that i am really wondering

Page 59: Out of space catalogue

57

Out of Space

Page 60: Out of space catalogue

58

Out of Space

Page 61: Out of space catalogue

59

Out of Space

Page 62: Out of space catalogue

60

Out of Space

Geachte Nederlanders,

Op school leren Japanners dat Holland dezelfde bevol-

kingsdichtheid heeft als Japan. Maar de geografie van

deze twee landen is zo verschillend dat de overeen-

komsten beperkt blijven tot dit statistische gegeven.

In tegenstelling tot het vlakke land van Nederland be-

staat het landschap van Japan voor 73% uit bergen en

50% van de bevolking woont op de vlakten die slechts

14% van het land beslaan. De werkelijke bevolkings-

dichtheid is onvergelijkbaar veel hoger in Japan dan

in Holland. Daarom moeten de Japanners wel meer

druk voelen door ‘een gebrek aan open ruimte’, maar

volgens mij hebben ze daar niet veel last van (hoewel

ze wel onder andere soorten van pressie lijden). Naar

mijn mening wordt dit verschil tussen Nederlanders

die aan ‘ruimtestress’ lijden en Japanners, die hier bij

mijn weten geen last van hebben, veroorzaakt door de

aanwezigheid van bergen in het landschap. En daar-

bij doel ik vooral op de vulkaan en zijn uitbarstingen.

Door met zo’n sterke natuurkracht geconfronteerd te

worden, voelen wij Japanners ons zeer klein en wij rea-

liseren ons maar al te goed onze nederige positie.

Daarom bied ik jullie dit, mogelijk genezend, speeltje

aan: een miniatuurvulkaan. Zijn uitbarsting zorgt mis-

schien wel voor een mini-nirvana: een relatieve kalm-

te tegenover het geweld van het lot.

Met vriendelijke groet, Eizo Sakata

Eizo Sakata

Dear Dutch people,

In school, Japanese people learn that Hol-

land has the same population density as Ja-

pan. But the geography of the two countries

is so different that the similarity is limited to

the popuilation statistics numbers. Contra-

ry to the flat land of The Netherlands, 73%

of Japan is occupied by mountains, and 50%

of the population live in the plains that take

up only 14% of the territory. The real concen-

tration of population is incomparably more

dense in Japan than in Holland. Therefore

the Japanese must be more stressed from

“a lack of open space”, but it seems to me

that they are fairly free from that stress

(although they suffer other kinds of pres-

sure). In my opinion this difference between

the Dutch and the Japanese suffering from

stress is due to the nearness of mountains

in the landscape. And especially I want to

refer to the volcano ant its eruptions. Being

confronted by such a strong power of na-

ture, we Japanese feel very small and we are

deeply conscious of our humble existence .

Therefore I offer you a healing toy, a minia-

ture-volcano. It’s eruption may bring you to

miniature-nirvana: a relative quietude fac-

ing the violence of destiny.

Best regards, Eizo Sakata

Dutch Delighta volcano in The Netherlands

Page 63: Out of space catalogue

61

Out of Space

Page 64: Out of space catalogue

62

Out of Space

Page 65: Out of space catalogue

63

Out of Space

Page 66: Out of space catalogue

64

Out of Space

Place of Bir th

Olivier de Sépibus

"Place of Birth" is part of the investigation

of Olivier de Sépibus into the so-called micro

architectures in nature. Since several years

he has been working with forms derived of

the cabin, the bivouac. His objects abandon

the use and function of the original con-

structions and become places in which to

muse. This transformation in meaning is

related to the measurements and materials

of the objects. Also his distinct use of colour

and light, the tension between inside and

outside encourage a new experience of the

space. For example the “log cabins” of De

Sépibus look like a traditional solid “cabana”

from the outside but the inside looks like

heaven because of the pale blue paint and

dazzling light. The objects stimulate all the

visitor’s senses with the purposeof creating

a special relation with nature.

For Out of Space he experimented with the

shape of the least “civilized” cabin, a kind

of shelter which is composed of a pile of

tapering branches. Who enters here, finds

himself in a square red room. It reminds one

of a womb which encloses us with colour,

earth and wood. A place where dreams can

be born.

" Place of Birth " is onderdeel van het onderzoek van

Olivier de Sépibus naar zogenaamde micro-architec-

turen in de natuur. Sinds een aantal jaar werkt hij met

afgeleide vormen van een hut, een bivak. Zijn objecten

verlaten het nut en de functie van de oorspronkelijke

bouwwerken en worden plaatsen om te mijmeren.

Die transformatie van betekenis heeft te maken met

de afmetingen en de materialen waar de objecten uit

bestaan. Ook zijn uitgesproken gebruik van kleur en

licht, de spanning tussen binnen en buiten werken

een nieuwe ervaring van de ruimte in de hand. Zoals

de ‘blokhutten’ van De Sépibus die van de buitenkant

een traditionele stevige ‘cabane’ lijken, maar binnenin

door een lichtblauwe verf en de hoge lichtinval een

luchtig onderdeel van de hemel worden. De objecten

prikkelen alle zintuigen van de bezoeker met als doel

om een speciale relatie met de natuur te bewerkstel-

ligen.

Voor Out of Space experimenteerde hij met de vorm

van de minst ‘beschaafde’ hut, een soort schuilplaats,

die opgebouwd is uit een taps toelopende berg tak-

ken. Wie binnentreedt komt in een vierkante rode

kamer. Het doet denken aan een baarmoeder, die ons

nauw omsluit met kleur, aarde en hout. Een plaats

waar dromen geboren kunnen worden.

Page 67: Out of space catalogue

65

Out of Space

Page 68: Out of space catalogue

66

Out of Space

Page 69: Out of space catalogue

67

Out of Space

Page 70: Out of space catalogue

68

Out of Space

Nothing plays better with perception than

a mirror does. Sometimes the mirrored real-

ity puts the image we had in our minds of

ourselves or of our environment completely

upside-down. So it is not without reason

that mirrors are a popular theme in the visu-

al arts. Magritte for example, was a painter

who played in his work with an unexpected

- and logically impossible - mirror of reality,

like the man who sees his own back in the

mirror.

Some artists use the mirror itself as mate-

rial in their work. This way Wia Stegeman

tries to bring forward a hidden reality in

her installation. Because even though the

mirror reflects nature as it is, the set-up in

small lines causes a confusing image of the

front and the back, of nearby and far away,

of what has been and what will come. The

image does not only evoke a sense of tem-

porariness but it also raises questions about

the relationship between time and space.

Looking into the delusory depth we discover

the echo of a place which makes us wonder

whether we have actually been there.

Echoes in space

Wia Stegeman

Niets speelt zo met de perceptie als een spiegel. De

gespiegelde werkelijkheid zet het beeld dat we in ge-

dachten hadden van onszelf of van onze omgeving

soms volledig op z’n kop. Het is dus niet voor niks dat

spiegels een geliefd onderwerp zijn in de beeldende

kunst. Magritte was bijvoorbeeld een schilder die in

zijn werk speelde met een onverwachte (en logisch

gesproken: onmogelijke) spiegeling van de werkelijk-

heid, zoals de man die in de spiegel zijn eigen achter-

kant ziet.

Sommige kunstenaars gebruiken de spiegel zelf als

materiaal in hun werk. Zo probeert Wia Stegeman een

verborgen werkelijkheid in haar installatie naar voren

te halen. Want al reflecteert de spiegel de natuur zoals

die is, door de opstelling in smalle stroken ontstaat er

een verwarrend beeld van voor en achter, van dichtbij

en ver weg, van wat geweest is en wat komen gaat.

Het beeld roept niet alleen een gevoel van tijdelijk-

heid op maar ook vragen over de relatie tussen tijd en

ruimte. Kijkend in de ons voorgespiegelde diepte zien

we de echo van een plaats waarvan we ons kunnen

afvragen of we daar werkelijk aanwezig zijn geweest.

Page 71: Out of space catalogue

69

Out of Space

Page 72: Out of space catalogue

70

Out of Space

Page 73: Out of space catalogue

71

Out of Space

Page 74: Out of space catalogue

72

Out of Space

Contemplatorium

Rob Sweere

The visual arts and architecture are like

relatives. Sometimes they argue but in es-

sence they follow from each other and feed

off each other in their development. Some

artists are at the crossroads between archi-

tecture and the visual arts. An example of

this is the installation work of Rob Sweere.

You can go in and often it is even possible to

stay and eat and sleep in there. He prefers to

place his objects in nature although a new

housing estate is sometimes suitable as well

for his way of dealing with the life of the

modern man. Sweere’s work offers the spec-

tator the opportunity to let go of the daily

routine and to experience the landscape and

himself. This so-called Out of Space Contem-

platorium is a three-dimensional installation

where you can just BE. In Out of Space the

modern man can escape from his hectic dai-

ly life for a moment. In the middle of the last

century architects often claimed to be able

to elevate mankind by their innovative view

of living. Whether Rob Sweere’s Contempla-

torium likewise could create a new human

- is something the artist does not reveal.

De beeldende kunst en de architectuur zijn bloedver-

wanten. Ze maken soms ruzie en gaan hun eigen gang,

maar in essentie vloeien ze uit elkaar voort en voeden

elkaar in hun ontwikkeling. Sommige kunstenaars be-

geven zich op het snijvlak tussen architectuur en beel-

dende kunst. Een voorbeeld hiervan zijn de installaties

van Rob Sweere. Je kunt erin plaatsnemen, en er vaak

zelfs blijven eten en slapen. Hij plaatst zijn objecten

bij voorkeur in de natuur, hoewel soms ook een nieuw-

bouwwijk zich leent voor zijn manier van bevragen

van het leven van de moderne mens. Sweere’s werk

geeft de toeschouwer de gelegenheid om de dage-

lijkse gang los te laten en het landschap en zichzelf te

ervaren. Het zogenaamde Contemplatorium in Out of

Space is een ruimtelijke installatie waar je kunt ZIJN.

Hier kan de moderne mens zich even terugtrekken uit

zijn hectische bestaan. In het midden van de vorige

eeuw hadden architecten nog wel eens de pretentie

de mensheid te kunnen verheffen door hun vernieu-

wende kijk op wonen. Of het Contemplatorium van

Rob Sweere ook een nieuwe mens kan opleveren, daar

laat de kunstenaar zich niet over uit. Eerst zal hij zelf

bij wijze van experiment een aantal dagen en nachten

in zijn installatie doorbrengen.

Page 75: Out of space catalogue

73

Out of Space

Page 76: Out of space catalogue

74

Out of Space

Page 77: Out of space catalogue

75

Out of Space

Page 78: Out of space catalogue

76

Out of Space

Peter Veen enSaskia Boelsums

Nederland staat vol met auto’s. Daar kijkt niemand van

op. Maar als een auto zomaar ergens in een natuur-

gebied staat, is dat storend. En als het ook nog kunst

genoemd wordt, zelfs verwarrend. Het als sculptuur

tentoonstellen van een gebruiksvoorwerp met al zijn

associaties, is een bekend verschijnsel geworden in de

moderne beeldende kunst. Marcel Duchamp en zijn

surrealistische kornuiten noemden het: ‘objet trouvé’,

of readymade als een kunstenaar onverbloemd objec-

ten gebruikte, die normaliter niet tot de kunst gere-

kend worden. Het ‘gevonden’ object heeft slechts het

stempel van de kunstenaar nodig, meestal een titel

voor het werk, om het tot kunst te verheffen.

Peter Veen en Saskia Boelsums kwamen met de auto

naar de Rottige Meente. Ze veranderden hun eigen

auto in een kunstwerk door hem achter te laten, drij-

vend op een meertje, getiteld: Lekker thuis. Te voet

aanvaardden zij de terugtocht naar huis in Emmen.

Dit kunstenaarsduo maakt niet alleen gebruik van

‘gevonden’ voorwerpen voor hun commentaar op de

invloed van de mens op zijn omgeving en de manier

waarop hij zijn omgeving in stand houdt. De plek waar

de installatie komt te staan is van even groot belang.

Een auto die geparkeerd wordt op het water zet het

vraagstuk van de mobiliteit in een nieuw licht. Want

wat zou het een ruimte geven als we allemaal lekker

thuis zouden blijven …

COMFORTABLY AT HOME

The Netherlands is full of cars. Nobody

is surprised at that. But if a car is parked

somewhere right in the middle of a nature

reserve, it is disturbing. And if it is called art

on top of that, it is even confusing. Exhibit-

ing a consumer item with all its associations

as a sculpture has become a well-known

phenomenon in modern art. Marcel Duch-

amp and his surrealistic companions called

it: ‘objet trouvé’, or readymade. The ‘found’

object only needed the mark of the artist,

usually a title, to raise it to an art form.

Peter Veen and Saskia Boelsums came to

De Rottige Meente by car. They changed

their own car into a work of art by leaving

it behind, sitting on a small lake, entitled:

Comfortably at Home. They set off on the

journey home to Emmen on foot.

This art couple does not only make use of

‘lost and found’ items for their comment

on the influence of man on his surroundings

and the way he maintains his surroundings.

Their choice of situation for the installation

is just as important. A car parked on the wa-

ter puts the problem of mobility differently.

How much space it would free up if we all

stayed comfortably at home...

Lekker thuis

Page 79: Out of space catalogue

77

Out of Space

Page 80: Out of space catalogue

78

Out of Space

Page 81: Out of space catalogue

79

Out of Space

Page 82: Out of space catalogue

80

Out of Space

Lars Vilks is not just an art-historian and

artist, he is a conceptualist. His works are

stretching ideas about freedom, ownership,

territories etc. He wrote to the organisers of

Out of Space:

“The idea is a friendship (what came in

my mind was DAF Deutsch-Amerikanische

Freundschaft) monument memorizing the

first and maybe the only treaty between

The Netherlands and Sweden: the Defence

Federation (1614-28) to secure the Baltic Sea.

Most famous in the relations between The

Netherlands and Sweden is Louis de Geer

(1587-1652). He delivered weapons to Gus-

tavus Adolphus, king of Sweden, and he

had established a formidable workshop in-

dustry. He embraced Sweden as his second

mother country and emigrated to Sweden

in 1627.

Around 5 500 Swedes are today living in

the Netherlands. 1 500 Dutchmen moved

to Sweden in 2008. Still there is much to be

done about strengthening the connection.

I can promise that if the Monument remains

in De Rottige Meente until 2014, all the ter-

ritories in Sweden owned or controlled by

Louis de Geer will be given back to The Neth-

erlands. It is quite a lot and could be impor-

tant if, in the future, The Netherlands needs

some firm ground.”

Lars Vilks is niet alleen een kunst-historicus en kun-

stenaar, hij is bovenal een conceptualist. Zijn werken

zijn een uitdaging voor bekrompen visies op vrijheid,

eigendom en territorium.

Aan de organisatie van Out of Space schreef hij het-

volgende:

“Mijn idee is om een vriendschapsmonument op te

richten, (ik moest denken aan de DAF, Deutsch-Ame-

rikanische Freundschaft), ter herinnering aan het eer-

ste en misschien laatste verdrag tussen Nederland en

Zweden: the Defence Federation (1614-28) dat de Bal-

tische Zee moest veiligstellen. Een beroemde figuur

uit die tijd was Louis de Geer (1587-1652). Hij leverde

wapens aan Gustavus Adolphus, koning van Zweden,

en was de grondlegger van een hele mijnindustrie in

Zweden. Hij omarmde Zweden als zijn tweede vader-

land en emigreerde er in 1627 naartoe.

Vandaag de dag wonen er 5500 Zweden in Nederland

en in 2008 alleen al verhuisden 1500 Nederlanders

naar Zweden. Er valt echter nog heel wat te doen om

de band tussen beide landen te versterken.

Ik kan beloven dat als het Monument tot 2014 in De

Rottige Meente zal blijven staan, dat alle gebieden die

Louis de Geer onder controle had, aan Nederland zul-

len worden teruggegeven. Dat is nogal wat en het kan

van belang zijn, wanneer Nederland in de toekomst

meer grond onder de voeten nodig heeft.”

Monument van de Nederlands-Zweedse

vriendschap

Lars Vilks

Page 83: Out of space catalogue

81

Out of Space

Page 84: Out of space catalogue

82

Out of Space

Het Monument is ook een vooruitgeschoven post

van Ladonia, aan de zuidkust van Zweden, waar Lars

Vilks al sinds 30 jaar bouwt aan zijn kunstwerk Nimis.

Het inmiddels befaamde Nimis, dat een constructie is

van drijfhout en resten van de houtkap, zou volgens

Vilks een ontmoetingsplaats moeten worden tussen

theorie en praktijk. Het groeide onder zijn dagelijkse

arbeid uit tot een gigantisch kunstwerk en de kunste-

naar verklaarde het gebied tot onafhankelijke staat

Ladonia. Het anti-autoritaire Ladonia, waar een paar

schoenen tot president gekozen is, heeft burgers uit

de hele wereld.

In 1980 Lars Vilks started to work on his

most famous artpiece Nimis, a construction

of driftwood and leftover timber from log-

ging areas. He had in mind to make a meet-

ing place between theory and practice. The

construction grew in the following years

into a gigantic work of art, and Vilks de-

clared it an independent state ”Ladonia”. To

escape Swedish authorities -who wanted to

tear down this anarchistic work of art- Nimis

was sold to Joseph Beuys, who in his turn

donated it to Christo after he died.

Nimis (latin for - "too much") is situated on

the peninsula of Kullaberg in the south of

Sweden.

Om de lange arm van de Zweedse wet (die het anar-

chistische kunstwerk wilde laten slopen) te ontlopen,

verkocht Vilks Nimis aan Joseph Beuys. Na zijn over-

lijden werd Christo de gelukkige eigenaar. Lars Vilks

breidde Nimis uit met Arx, een kunstwerk van gesta-

pelde stenen. Om gedoe over het werk te voorkomen

noemde hij het werk een boek en vroeg er een ISBN

nummer voor aan. Iedere steen is een pagina.

Nimis (latijn voor: "te veel") en Arx liggen op het

schiereiland Kullaberg in Zuid Zweden.

Page 85: Out of space catalogue

83

Out of Space

Page 86: Out of space catalogue

84

Out of Space

Titi Zaadnoordijk

Inkt, potlood en en collages zijn misschien geen

technieken die je direct in een kunstproject in de

natuur zou verwachten. Toch maken veel ‘natuur-

kunstenaars’ er gebruik van. Natuurlijk om ideeën te

schetsen, maar ook voor zelfstandige kunstwerken.

Ook de ‘godfathers’ van de natuur installatie, Andy

Goldsworthy en Herman de Vries tekenen en schilde-

ren met de materialen waar zij zich in hun werk mee

omringen. Sneeuw, rode aarde, gemalen grassen, ver-

dorde bladeren.

Titi Zaadnoordijk is geen ‘natuurkunstenaar’ maar

wel een grafisch beeldend kunstenaar, dichter en

performer, die de natuur van haar woonplaats aan de

rand van de Rottige Meente in haar werk laat binnen-

komen. Titi maakt onder andere tekeningen, lino’s,

gedichten, boeken, poëzieshows, houten honden en

bronzen vogeltjes. Altijd figuratief, met weinig mid-

delen, wel met franjes en met humor. Titi maakt volop

gebruik van haar eigen leven, portretteert haar kin-

deren en de reeën en de koeien die grazen naast het

huis. Maar ze vindt ook nieuwe creaturen uit en geeft

de mensen moed.

Voor Out of Space nam ze de kinderen van de plaat-

selijke basisschool mee de natuur in, die hun ervarin-

gen verwerkten in een kleurrijke expositie van zelfge-

maakte dierenbeelden.

wil j i j wel mijn baken zijndan wijs ik jou de weg

en ik zal naar je luisterenhoor jij dan wat ik zeg

Ink, pencil and collages may not be tech-

niques you would expect in an art project in

nature. Nevertheless many ‘nature artists’

use them to sketch ideas of course but also

for independent works of art. The ‘godfa-

thers’ of the nature installation, Andy Golds-

worthy and Herman de Vries, also draw and

paint with materials such as snow, red soil,

cut grass and withered leaves.

Titi Zaadnoordijk is not a ‘nature artist’. She

is a graphic and visual artist, a poet and a

performer who welcomes in her work the

natural environment of her place of resi-

dence on the edge of de Rottige Meente. Titi

makes among other things drawings, lino-

cuts, poems, books, poetry shows, wooden

dogs and bronze little birds. Always figura-

tive with few means, but she does use frills

and humour. Titi uses a lot of her own life,

she portrays her children and the roe and

cows which graze next to the house. But

she also invents new creatures and she puts

courage into people. For Out of Space she

took the children of the local primary school

outside and into nature and they incorporat-

ed their experiences in a colourful exhibition

of self-made animal sculptures.

Page 87: Out of space catalogue

85

Out of Space

Page 88: Out of space catalogue

86

Out of Space

86

Out of Space

Het begint pas echt als de voorstellen binnen komen stromen.

Schetsen, fotopresentaties en maquettes glijden dag na dag

de brievenbus in. Wat aanvankelijk een spontaan idee tijdens

een wandeling was, krijgt vorm door de respons van tiental-

len kunstenaars op de oproep om ontwerpen in te sturen voor

Out of Space, de nieuwe Kunstbroedplaats van Pat van Boec-

kel en Karin van der Molen (Rerun Producties).

Met onregelmatige regelmaat roepen zij zo’n Kunstbroed-

plaats uit. Dan worden, in overleg met een selectiecommis-

sie, kunstenaars uit de hele wereld uitgenodigd om een nieuw

werk in verschillende natuurgebieden te komen maken. Die

installaties en sculpturen blijven een half jaar staan en ver-

dwijnen dan weer. “Kunstbroedplaats is een heel persoonlijk

en levend kunstwerk, waarin nieuwe verbanden worden ge-

smeed, contacten worden gelegd en ideeën gevormd”, zegt

Pat van Boeckel, zelf documentairemaker, video- en beeldend

kunstenaar. “Iedere keer draagt het project als geheel een

stempel van de energie van de ontmoetingen tussen interna-

tionale kunstenaars en met de lokale bevolking.” De kunste-

naars verblijven in de regel een paar weken in en rond het huis

van de organisatoren en delen de maaltijden, lange gesprek-

ken, de herrie, de kritiek en complimenten.

Karin van der Molen heeft als beeldend kunstenaar veel erva-

ring met (buitenlandse) art-in-nature projecten. “Het is overal

anders, maar in Kunstbroedplaats staan we voor een nauwe

samenwerking met de kunstenaars. Het gaat er niet om een

verzameling van tien of vijftien installaties neer te zetten,

maar voor ons is ieder project weer een totaalkunstwerk,

waarin alle deelnemers inclusief de kok, de schoonmaakster,

vrijwilligers en de organisatoren hun aandeel hebben.”

DE ORGANISATIE VAN EEN TOTA ALKUNST WERK

ORGANIZING A GESAMMTKUNSTWERKThis is the real beginning: sketches, photo presenta-tions and scale models slide through the letterbox day after day. What was initially a spontaneous idea during a walk, takes shape by the response of dozens of artists to a request to send in their proposals for Out of Space, the new Kunstbroedplaats – Breeding Place for Art – of Pat van Boeckel and Karin van der Molen (Rerun Producties). With irregular regularity they indicate such a Kun-stbroedplaats. Then, in consultation with a selec-tion committee, artists from all over the world are

invited to create a new work of art in various nature reserves. “Kunstbroedplaats is a very personal and living work of art, in which new connections and contacts are made and ideas are being formed”, ac-cording to Pat van Boeckel, a documentary maker, video artist and visual artist. “Each time the project bears the stamp of energy of the international par-ticipants, their meetings and also their meeting with the region and local population.” The artists usually stay in the house of the organizers for a few weeks and they share meals, long conversations, noise, criticism and compliments.

Karin van der Molen has gained a lot of experience as a visual artist in both domestic and foreign art-in-nature projects. “It varies wherever you go, but in Kunstbroedplaats we believe in a close collaboration with the artists. It is not about placing a collection of ten or fifteen sculptures but to us every project is a total work of art, in which all participants take an active part, including the cook, the cleaning lady, the volunteers and the organizers.”

Page 89: Out of space catalogue

87

Out of Space

Page 90: Out of space catalogue

88

Out of SpaceOut of Space

88

Page 91: Out of space catalogue

89

Out of Space

Page 92: Out of space catalogue

90

Out of SpaceOut of Space

90

Met één been stond hij in de pampa van Argentinië en

met het andere in de Grote Veenpolder in Weststel-

lingwerf: de schilder-graficus Dirk Kerst Koopmans.

Van 1928 tot in 1932 verbleef hij in Zuid-Amerika, een

tijd die voor hem van ongekend belang bleek. Zijn ver-

dere leven bleef hij brieven wisselen met kunstenaars

en vrienden, die hij daar had leren kennen. Hij zou Ar-

gentinië nooit vergeten en Argentinië Dirk niet. Dat

gold overigens ook voor de Grote Veenpolder. Nadat

hij in 1943 met zijn vrouw vertrok naar Gaasterland,

bleef hij tot zijn dood trouw aan zijn geboortestreek

en aan het Scheene-gebied waar hij van 1932-1943

woonde en werkte.

Twaalf jaar geleden werd hij naar zijn laatste rust-

plaats gebracht op het kleine kerkhof van Spanga.

Dat kerkhofje met klokkestoel midden in een oase

van rust en stilte, aan het Voetpad, was één van de

plekken die hij vaak heeft getekend. Een leven lang

zou hij zich altijd verbonden voelen met de omgeving

waar hij leefde en werkte en in het bijzonder met de

mensen, die hij daar ontmoette. Het werden ook de

centrale thema’s in zijn schilderkunst, in zijn grafiek

en zijn illustratieve arbeid.

Op 7 oktober 1906 is Dirk geboren op de Oordplaats

aan de Tjonger als zoon van boer Kerst Koopmans en

Jantje Oosten. Later zal hij altijd zijn vaders naam als

tweede voornaam gebruiken. DKK wordt zijn handels-

merk. De kleine Dirk tekent op alles wat hij in handen

krijgt.

Toen de zolder werd afgeschut van de schuur, zat ik

onder een dakraam met voldoende licht van boven om

grote pentekeningen te maken en de hoge wand tegen

het hooivak vol te hangen met platen. Als ik op het

spekhok zat en het andere dakraampje opende, rook

ik de spreeuwen en zag ik door de hoge iepen over de

kampen en de akkers heen, de trekgaten en het riet

van de Scheene. Na de stalschoonmaak verhuisde ik

tegen de zomer met mijn spullen naar de lege koe-

stal… De muren had ik met conté volgetekend van de

stal tot de grup. En langs de gang allerhande probeer-

sels: vogels en bloemen. (dagboek DKK).

Met zijn vriend Molleurus Couperus trekt Dirk in 1922,

als beide knapen vijftien jaar oud zijn, naar Neander-

thal, waar Molleurus een studie volgt als zendeling

voor de Zevende-Dag-Adventisten. Dirk zet zich on-

dertussen in voor de Jeugdbond voor Geheelonthou-

ding, voor de Praktische-Idealisten-Asscociatie en de

Wereld-Bibliotheek. En hij toont interesse voor de

theosofie. “Ik was zestien toen ik vegetariër werd”,

vertelt hij in opnamen die tegen het eind van zijn le-

ven werden gemaakt,”en een boer als vegetariër dat

kon niet toentertijd. Maar ik moest toch wat…”

ZUID AMERIKA

“Langzaam drijft de boot naar zee – nog zie ik het hol-

landsche landschap – Rechte lijnen, vlakten – rust. Maar

vooral de wolken, de zon die deze tocht tot een blijde

DIRK KERST KOOPM ANS - DE SCHILDER VAN DE SCHEENE

PIETER JONKER

DIRK KERST KOOPMANS - THE PAINTER OF

DE SCHEENEDirk Kerst Koopmans was born as a Frisian farmer’s son in 1906 but soon it became clear that he was not interested in farm work. He drew on anything that came into his hands like the stable walls and the pre-scriptions of the doctor. Having a mind of his own, he left at the age of just 22 with a boat to Argentina. He was full of desires to-wards the unknown. He was captured by the colours, nature and the Indian patterns. Nev-ertheless he returned to the Netherlands four years later. He spent his last money on a small barn at the Scheene in de Rottige Meente, where for years on end he made drawings of his surroundings - the farmers and fishermen, their children, animals and above all nature.

Page 93: Out of space catalogue

91

Out of Space

91uittocht doet worden.

Dit is mijn eerste kennismaking met de nieuwe wereld,

waar ik geen mens ken, waar ik de taal niet spreek.

Nog niet … Een land waarin de geschiedenis niet ken,

de mensen nog niet begrijp en niet weet welke planten,

welke dieren ik zal zien. Hier kan ik diep ademen. Leer ik

de kleuren onderscheiden en mij uitstrekken in de zon.

Toch ervaar ik de dingen niet als vreemd, direct is er de

band met het nieuwe. “ (uit het dagboek van DKK)

Op 14 november 1928 vertrekt Dirk met ‘de Gelria’ via

Southhampton en Vigo naar Zuid-Amerika. Van zijn

vriend Molleurus had hij het adres gekregen van het

‘Colegio del Plata’, een centrum van de Adventisten.

Hij werkt er op het land, in de bakkerij en de timmer-

werkplaats en hij helpt bij het maken van wandschil-

deringen. Het lukt Dirk niet om zich te bekeren en hij

vertelde me eens: ‘Et geloof gong heur boven alles en

dat gong mi’ j boven de pette.’ Hij verkast naar Bue-

nos Aires, waar hij musea en tentoonstellingen be-

zoekt. Hij ontdekt het Indiaanse aardewerk en begint

de motieven na te tekenen. Dirk raakt gegrepen door

de Indiaanse kunst. Hij wil proberen de oorspronke-

lijke vormen terug te vinden om op die manier bij hun

leefwereld, hun denken en hun voelen te komen. Hij

wil het wezenlijke eruit destilleren. Maar in 1930 gooit

een revolutie in Argentinië roet in het eten: er wordt

een staat van beleg afgekondigd. Inmiddels onderdeel

van het kunstenaarscircuit, werkt Dirk mee aan af-

fiches en folders tegen het nieuwe regime. Ondanks

zijn betrokkenheid bij deze nieuwe wereld aanvaardt

hij in 1932 de terugreis naar Friesland. Zijn ouders zijn

dan dertig jaar getrouwd. Hij verlaat het land van de

gaucho’s en pampa’s en keert er nooit weer terug,

maar weet zich levenslang verbonden.

Page 94: Out of space catalogue

92

Out of SpaceOut of Space

92 DE SCHEENE

Na korte omzwervingen met zijn kunst in de Randstad

koopt Dirk van zijn laatste driehonderd gulden ‘een

tente mit een bonetuun’ aan de Scheene. Het is een

onbewoonbaar verklaarde veenarbeiderswoning. Het

is armoe troef in zijn tente. Om aan de kost te komen

maakt Dirk illustraties voor boeken en kranten. De

baardige schilder op zijn sandalen is een aparte ver-

schijning in dit boerenveengebied. Maar hij weet zich

één met hen als hij alles wat hij waarneemt begint

vast te leggen. Hij maakt honderden tekeningen en

schilderijen van de boeren en vissers, hun kinderen en

hun werk en bovenal de natuur van De Scheene.

Hij koopt een tweede huisje aan de Scheene en maakt

er het Scheene-museum ‘De Tente’ van. Naast ten-

toonstellingen van zijn eigen werk laat hij er vooral de

werktuigen van de veenderij en de rietsnijder zien.

Dirk beheerst als autodidact tal van technieken: onder

andere aquarel, olieverf, inkt met penseel, de houtgra-

vure, de hout- en linosnede. Maar hij maakt ook pot-

lood- en pentekeningen. Het zijn vooral de tekeningen

die zijn kunstenaarschap allure geven. Zijn halen zijn

krachtig, zo op het oog losjes, maar zonder enige twij-

fel en direct raak.

Dirk Kerst Koopmans gebruikt de natuur als beeld voor

en weergave van zijn gevoelens, gedachten en ideeën.

In Balk rusten duizenden tekeningen, aquarellen, schil-

derijen, linosneden en houtgravures van Dirk Kerst

Koopmans. Guus Hellegers, bevriend kunstenaar,

schreef: ‘Et wark van Dirk Kerst Koopmans lat him le-

zen as lessen in liefde en leven. Liefde veur de netuur,

veur alles wat et leven him te bieden het. Dirk zien

tekenend leven is ien anienschaekeling van visuele er-

verings.’

En Dirk zou zeggen: ‘Ie kommen daordeur dichterbi’ j,

ie begriepen et beter.’

Page 95: Out of space catalogue

93

Out of Space

93

Page 96: Out of space catalogue

94

Out of Space

Out of Space werd mede mogelijk gemaakt met de financiële

ondersteuning van onderstaande fondsen en sponsoren

Europees Landbouwfonds voorPlattelandsontwikkeling (ELFPO)Europa investeert in zijn platteland

Page 97: Out of space catalogue

95

Out of Space

ORGANISATIE/ organisation OUT of SPACE

Stichting Rerun Producties

Pat van Boeckel en Karin van der Molen

www.rerunproducties.nl

www.kunstbroedplaats.nl

VORMGEVING/ graphic design

Studio Gist

REDACTIE/editing

Karin van der Molen

FOTOGRAFIE/photography

Pat van Boeckel

MET DANK AAN/ thanks to

Stichting Dirk Kerst Koopmans

Fotografen die hun werk ter beschikking stelden

Page 98: Out of space catalogue

96

Out of Space