38
NEDERLANDSE RUBBER-, LIJM- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE Postbus 420 2260 AK Leidschendam Synthesium gebouw C Loire 150, 2491 AK Den Haag Telefoon (070) 444 06 60 Fax (070) 444 06 61 E-mail [email protected] www.nrk.nl MEERJARENPLAN 2009-2012 RUBBER- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE Opgesteld door de NRK in samenwerking met: Energy Experts International B.V. Julianastraat 7 Postbus 151 6850 AD HUISSEN Den Haag, oktober 2010

MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

NEDERLANDSE RUBBER-,LIJM- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE

Postbus 4202260 AK LeidschendamSynthesium gebouw CLoire 150, 2491 AK Den HaagTelefoon (070) 444 06 60Fax (070) 444 06 61E-mail [email protected]

MEERJARENPLAN 2009-2012RUBBER- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE

Opgesteld door de NRK

in samenwerking met:

Energy Experts International B.V.Julianastraat 7

Postbus 151

6850 AD HUISSEN

Den Haag, oktober 2010

Page 2: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

ref/2009/ -2-

MeerJarenPlan 2009-2012Rubber- en Kunststofindustrie

INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING ................................................................................................................................. 3

1. INLEIDING..................................................................................................................... 5

2. VERLEDEN: PERIODE 2005-2008 ........................................................................... 6

2.1. MJP 2004-2008 resultaten ...................................................................................... 6

2.2. Uitgevoerde projecten ............................................................................................. 6

2.3. Externe factoren (crisis) .......................................................................................... 7

2.4. Communicatiebeleid................................................................................................ 8

3. KANSEN VOOR DE TOEKOMST: VOORSTUDIE 2009-2030............................. 9

4 KANSEN VOOR DE KORTE TERMIJN 2009-2012.............................................. 11

4.1. Trends: inventarisatie, analyses, EEP’s en overige projecten.................................11

4.1.1. EEP's ..............................................................................................................11

4.1.2. Overige studies ...............................................................................................14

4.2. Wat gaat NRK/Agentschap NL doen komende periode ..........................................16

4.2.1. Brainstormsessies...........................................................................................16

4.2.2. MeerJarenPlanning .........................................................................................18

4.2.3. Taakverdeling, tijdschema, kostenindicatie en financiering .............................19

5. DOELSTELLINGEN 2009-2012 ............................................................................... 21

BIJLAGE 1: Lijst van de aan de MJA-3 deelnemende ondernemingen en inrichtingen.......... 23

BIJLAGE 2: Overzicht opdrachten 2008-2009............................................................................... 24

BIJLAGE 3: Overzicht van maatregelen die de RKI wil uitvoeren in de periode 2009 t/m2012 .............................................................................................................................. 25

BIJLAGE 4: Overzicht resultaten overige studies in de periode 2009 t/m 2012....................... 26

BIJLAGE 5: Overzicht resultaten branche studies in de periode 2009 t/m 2012 ..................... 28

BIJLAGE 6: MeerJarenPlanning 2009 t/m 2012............................................................................ 36

LITERATUURLIJST ........................................................................................................................... 38

Page 3: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

ref/2009/ -3-

MeerJarenPlan 2009-2012Rubber- en Kunststofindustrie

SAMENVATTING

In het vorige MJP 2004-20086) is een besparingspotentieel van 19,5% voor de periode 2004-2008 weergegeven op basis van de EEP’s van de individuele bedrijven De totale energieefficiency verbetering is in de periode 2004-2008 met meer dan 30% verbeterd15). Dit werdmet name veroorzaakt door projecten gerealiseerd aan energiezuinige productontwikkeling.Hiermee is de doelstelling weergegeven in het MJP 2004-2008 gehaald.

Een aantal in het verleden waargenomen trends hebben zich door de economische crisisniet voortgezet. Door omzetverlies en slechte bedrijfsresultaten in de Rubber enKunststofindustrie (RKI) is de aandacht voor energie-efficiency (tijdelijk) afgenomen. Door decrisis is zeker 25% van de MJA contactpersonen gewijzigd. Vaak moesten ook nieuwecontactpersonen meteen met EEP beginnen, zonder MJA ervaring. Tevens heeft de crisisinvloed gehad op het EEP en op het EEP traject (laat inleveren). Ook zijn er bedrijven uitMJA gevallen door de crisis (sluitingen locaties, opzeggingen).

Dit MeerJarenPlan (MJP) is afgestemd op het doelgroepenbeleid/communicatiebeleid vande NRK branche.

Uit de inventarisatie en analyse kwam naar voren dat het MJP aan kan sluiten op de in deVoorstudie/Routekaart beschreven resultaten. De resultaten van de Voorstudie/Routekaartsluiten aan bij de beschreven projecten in o.a. de EEP’s van de bedrijven.

De gekozen thema’s zijn die uit de Voorstudie, aangevuld met duurzame energie. Dit leidt totvijf thema’s:• People, planet, profit (energiezorg, MVO, etc);• Bio based;• Sluiten van de keten;• Energiezuinige producten en gebruiksfase;• Eigen proces en duurzame energie.

Met name de doelstelling ten aanzien van “PPP management” en “eigen proces enduurzame energie” kunnen binnen de branche worden uitgewerkt en biedt op korte termijn alresultaten. De drie andere onderwerpen zijn brancheoverschrijdend en vragen een andereaanpak om te komen tot een goed resultaat. Deze andere aanpak is terug te vinden intrajecten die opgestart gaan worden:

• Sectoroverschrijdende campagne;• Communicatie(beleid) in de branche (strategie per thema);• Digitaal platform.

De doelstelling voor dit MJP 2009-2012 is als volgt geformuleerd:• PPP management: toekomstige rendementen:> toegevoegde waarde voor de gehele

sector in 2012 met 1% laten toenemen;• Bio based: koolstofketens uit biologisch materiaal; Bio based grondstoffen met 1%

(0,25PJ) laten toenemen (0,25% p.j.) voor de periode 2009-2012 en voorwaardencreëren op basis van resultaten Voorstudie/Routekaart voor 2012-2016;

• Sluiten van de keten: sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketensmet 2% (1,75PJ) laten toenemen (0,5% p.j.) voor de periode 2009-2012 envoorwaarden creëren op basis van resultaten Voorstudie/Routekaart voor 2012-2016;

Page 4: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

ref/2009/ -4-

MeerJarenPlan 2009-2012Rubber- en Kunststofindustrie

• Energiezuinige producten en gebruiksfase: duurzame producten:> het maken vanduurzame producten (onder andere door beperking van energiegebruik in degebruiksfase en aanmaakfase en materiaalgebruik in de aanmaakfase en derecyclefase); 0,25 PJ besparing realiseren voor de periode 2009-2012 envoorwaarden creëren op basis van resultaten Voorstudie/Routekaart voor 2012-2016;

• Eigen proces en duurzame energie: het continu verlagen van het energiegebruik inhet eigen proces en in de keten blijft een belangrijk thema met als gevolg eenbesparing van in het “eigen” (RKI) energiegebruik; EEI verbetering van 8% voor deperiode 2009-2012 (0,8 PJ; de Energy Efficiency met 2% verbeteren per jaar).

De RKI staat aan de vooravond van grote veranderingen. Om in 2030 een economisch vitaleRKI-keten te realiseren, zullen RKI-bedrijven (meer) toegevoegde waarde (combinaties vanproducten en diensten) moeten blijven leveren in een sterk concurrerende en veranderendemarkt.4)

Totaal komt dit neer op een doelstelling in dit MJP 2009-2012 van 3,0 PJ, oftewel eenenergie efficiency verbetering voor de branche van meer dan 30%.Hiermee wil de branche hoger insteken dan de doelstelling van 24%, zoals geformuleerd inde EEP’s van de bedrijven. De extra 6% besparing is op voorhand niet toe te schrijven aaneen van bovengenoemde specifieke thema’s. Dit extra potentieel wordt verwacht gehaald teworden door:

• het vergroten van het bewustzijn over energie-efficiency bij de bedrijven.• Het prikkelen en stimuleren van de bedrijven om te innoveren• Aanwezige en nieuwe kennis goed te communiceren naar de bedrijven.

De NRK voert hiervoor de komende vier jaar een actieve regie. Deze pro actieve benaderingzal in voorkomende gevallen leiden dat de bedrijven besparende maatregelen uit zullenvoeren die niet voorzien waren in het EEP, maar wel goed aansluiten bij de bedrijfsvoering.

Bij de doelstelling passen enkele kanttekeningen:• Dit MJP wordt geschreven op een moment dat de planperiode al loopt, we zijn bijna

halverwege;• In dit MJP nemen we nieuwe inzichten uit de voorstudie op. Met name resultaten bij

energiezuinige producten en gebruiksfase vragen een ketenaanpak. Diesamenwerking in de keten moet nog ontwikkeld worden;

• De monitoring over 2009 toont aan dat ook de bedrijven in de rubber- enkunststofindustrie fors geraakt zijn door de crisis. De crisis heeft een negatief effectop de gerealiseerde energie-efficiency.

Met deze aanpak wil de branche het beleid dat afgelopen jaren is ingezet continueren enmeer aandacht gaan vestigen op de brancheoverschrijdende trajecten. Maar de hoofdlijnblijft:

• Verbetering van de procesenergie-efficiency binnen de inrichting;• Verbetering van de energie-efficiency buiten de inrichting, waaronder energiezuinige

producten en gebruiksfase, sluiten van de keten en bio based;• Kostenreductie (fiscaal, subsidie) bij uitvoering maatregelen.

Om deze doelstellingen te bereiken is naast de ondersteuning die gebruikelijk is in het kadervan MJA3 (zoals gebruikersgroepen) specifieke aandacht en ondersteuning gewenst bij hetopstarten van de branche overschrijdende projecten en processen.

Page 5: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 5Rubber- en Kunststofindustrie

1. INLEIDING

In dit rapport wordt het MJP op het gebied van energie voor de RKI beschreven, voor deperiode 2009-2012. Energy Experts Int. B.V. (EEI) heeft dit MJP opgesteld in samenwerkingmet het NRK en Agentschap NL. EEI is in het voortraject betrokken geweest bij het uitvoerenvan de Voorstudie (Routekaart) voor de RKI, heeft gebruikersgroepen energiezorg enkoeling uitgevoerd voor de branche en heeft recentelijk een 30-tal Energie EfficiencyPlannen voor NRK bedrijven afgerond.

De ervaringen van de NRK en de bedrijven, alsmede de werkzaamheden die door EEI deafgelopen jaren zijn uitgevoerd, worden als uitgangspunt genomen voor dit MJP. De opzetvan dit project is afgestemd op de behoefte binnen de branche.

Het doel van dit project is tweeledig:1. Een overzicht van maatregelen en besparingen die in de periode 2009-2012 bij de

individuele bedrijven gerealiseerd gaan worden, aangevuld met mogelijkeknelpunten;

2. Een plan waarin de acties van de branche worden aangegeven voor de periode2009-2012. Deze acties zijn gericht op ondersteuning van de bedrijven bij hetrealiseren van de doelstellingen en het wegnemen van mogelijke knelpunten.

De uitgevoerde werkzaamheden zijn te rangschikken in de volgende fasen:

1. Inventarisatie;2. Analyse;3. Brainstormsessies;4. Jaarplanning;5. Doelstelling 2009-2012.

Bij de uitvoering van het project is de insteek geweest dat de branche een niveau hoger wilopereren en dat energiebesparing een evolutie ondergaat. Het ambitieniveau zal dan ookanders geformuleerd worden dan 4 jaar geleden, waarbij de projecten meer procesmatigworden behandeld, zodat continuïteit van energiebesparing in de branche ontstaat.

Page 6: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 6Rubber- en Kunststofindustrie

2. VERLEDEN: PERIODE 2005-2008

Afgelopen jaren is het MJP 2004-2008 uitgevoerd, waarbij vele projecten zijn gerealiseerd.Externe factoren hebben invloed gehad en het doelgroepenbeleid/-communicatiebeleid vanNRK is een belangrijk aanknopingspunt voor realisatie van projecten.

2.1. MJP 2004-2008 resultaten

Binnen de NRK branche is de afgelopen 4 jaar veel opgezet rondom het thema energie. Inhet vorige MJP 2004-20086) zijn de brancheactiviteiten weergegeven. Hetbesparingspotentieel van 19,5% voor de periode 2004-2008 was gebaseerd op de EEP’svan de individuele bedrijven.

De totale energie efficiency verbetering is in de periode 2004-2008 met meer dan 30%verbeterd15). Dit werd met name veroorzaakt door projecten gerealiseerd aan energiezuinigeproductontwikkeling. Hiermee is de doelstelling weergegeven in het MJP 2004-2008gehaald.

In het MJP 2004 NRK staan een aantal hoofdlijnen beschreven, te weten:• MJA2 beleidskader van de Rubber- en Kunststofindustrie;• Doelstellingen en cijfers;• Beperkende factoren bij de doelstelling;• Plan van aanpak NRK;• Kosten en inzet NRK;• Evaluatie.

Een korte evaluatie op hoofdpunten:• Het activiteitenoverzicht is uitgevoerd;• Een aantal projecten is niet opgestart;• De Meerjarenraming is uitgevoerd zoals gepland;• Het opdracht verlenen via enkelvoudige offertes is vervangen door een jaarplan met

kwartaaloverleg (actielijst) op basis waarvan wordt beslist;• De integrale aanpak samenwerking met andere organisaties in de keten heeft niet

gewerkt. Veel parijen zijn afgehaakt bij het overleg;• De NRK heeft haar regietaken uitgevoerd.

Er is veel interesse voor de Lean Manufacturing gebruikersgroepen en voor de algemenethema’s perslucht en verlichting. De response van 20% op de mailing voor deelname aanprojecten valt tegen.

2.2. Uitgevoerde projecten

Om de voortgang van de projecten te bewaken heeft Agentschap NL een database van MJAopdrachten met onderwerp en status, dat per kwartaal met NRK word besproken. In bijlage 2is het overzicht MJA opdrachten 2008-2009 weergegeven dat betrekking heeft op de NRKbranche. Dit overzicht wordt door Agentschap NL actueel gehouden.

Page 7: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 7Rubber- en Kunststofindustrie

Veel van deze MJA opdrachten worden door de NRK uitgevoerd, begeleid engecommuniceerd naar de (deelnemende) bedrijven in de branche. In de laatstewervingsactie naar de branche3) van 9 november 2009 hebben de bedrijven zich kunnenaanmelden voor de volgende projecten:

1. C2C middag2. Gebruikersgroep Biopolymeren - folie 23. Gebruikersgroep Lean Manufacturing, Energie efficiënt proces monitoring en control4. Gebruikersgroep Proceskoeling5. Ketenproject recycling composieten6. Gebruikersgroep Perslucht

Tevens is de interesse gepeild voor de toekomstige projecten:

7. Gebruikersgroep Lean Manufacturing, Life Cycle Cost Productieapparatuur8. Gebruikersgroep Lean Manufacturing, Slimmer omstellen matrijzen9. Gebruikersgroep Biopolymeren – Polyurethaanschuim PUR10. Gebruikersgroep CO2 neutraal bouwen11. Workshop Basic skills ecodesign12. Ketenproject Transport13. Ketenproject Cradle to Cradle (C2C)14. Gebruikersgroep Verlichting

Naast de EEP’s, studies en brancheactiviteiten is er op dit moment een Voorstudie4) gereed.Deze Voorstudie geeft een beeld van de wereld in 2030 en geeft richting aan de oplossingendie voor deze sector nodig zijn om vitaal te blijven. In de Voorstudie wordt tevens dewerkhypothese, het realiseren van 50% energie efficiëntie in 2030, behandeld. Zoals het ernu uitziet ligt de ambitie van de branche een factor 10 hoger dan deze werkhypothese enkomt deze op 50PJ, oftewel 500% energie efficiëntie in 2030! In hoofdstuk 3 worden deresultaten van de Voorstudie weergegeven.

2.3. Externe factoren (crisis)

Een aantal in het verleden waargenomen trends hebben zich door de economische crisisniet voortgezet. Door omzetverlies en slechte bedrijfsresultaten in de Rubber enKunststofindustrie (RKI) is de aandacht voor energie-efficiency (tijdelijk) afgenomen. Door decrisis is zeker 25% van de MJA contactpersonen gewijzigd. Vaak moesten ook nieuwecontactpersonen meteen met EEP beginnen, zonder MJA ervaring. Tevens heeft de crisisinvloed gehad op het EEP en op het EEP traject (laat inleveren). Ook zijn er bedrijven uitMJA gevallen door de crisis (sluitingen locaties, opzeggingen).

Page 8: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 8Rubber- en Kunststofindustrie

2.4. Communicatiebeleid

Het doelgroepenbeleid/communicatiebeleid van NRK is opgedeeld in deelgebieden.Onderstaand een toelichting van de vijf deelgebieden:

1. Netwerk Business: met algemene management informatie over de NRK, de branche, deleden, de economie, de concurrentiepositie, het ondernemingsklimaat,verpakkingenbelasting, duurzaam inkopen, administratieve lasten en de markt. Veel vandeze informatie staat in NRK Netwerk en NRK Netwerk digitaal.

2. Netwerk Arbeidsverhoudingen: met informatie over sociaal beleid, arbeidsvoorwaarden,regelgeving op sociaal gebied, CAO ontwikkelingen, arbeidsmarkt,scholingsmogelijkheden, stages etc. en NRK-activiteiten op dit gebied.

3. Netwerk KAM en Energie: met informatie over wijziging in regelgeving, duurzaamproduceren, energie-inkoop, energiebesparingsprojecten, afval, IMT, wijziging inregelgeving die gevolgen heeft voor de exploitatie, omgevingsvergunning, RI&E,veiligheid etc.

4. Netwerk Stoffen/REACH: met informatie over ontwikkelingen op dit gebied, gevaarlijkestoffen, veiligheidsinformatiebladen, etikettering, opslag en GHS.

5. Netwerk Innovatie en Technologie: met informatie over ketensamenwerking, innovatie ensubsidies, nieuwe kunststoffen, productontwikkeling, engineering, R&D en nieuwemarkten.

Het MJP zal afgestemd worden op dit doelgroepenbeleid/communicatiebeleid. In de periode2004-2008 was dit veelal nog niet in voldoende mate het geval.

Page 9: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 9Rubber- en Kunststofindustrie

3. KANSEN VOOR DE TOEKOMST: VOORSTUDIE 2009-2030

In de Voorstudie van de Rubber- en Kunststof Industrie4) is een ambitieuzebesparingdoelstelling geformuleerd voor de periode tot 2030 van 50PJ. Het energiegebruikvan de aan de MJA deelnemende NRK bedrijven is ca. 9 PJ. Dit betekent eenbesparingspotentieel dat een factor 5 hoger ligt dan het energiegebruik van de NRKbedrijven zelf die deelnemen aan de MJA.

Dit besparingspotentieel is vooral te realiseren met 5 onderwerpen die in een Routekaartuitgewerkt zullen worden. De vijf onderwerpen genoemd in de voorstudie zijn:

• PPP management: toekomstige rendementen:> 10% meer toegevoegde waardevoor de gehele sector in 2030;

• Bio based: koolstofketens uit biologisch materiaal:> 25% in 2030 met als gevolg eenbesparing van 5,8 PJ in de keten; (1% is al gerealiseerd);

• Sluiten van de keten: sluiten van materiaal ketens:> 60% gesloten in 2030, met alsgevolg een besparing in de keten van 24,7 PJ (22% is al gerealiseerd);

• Energiezuinige producten en gebruiksfase: duurzame producten:> het maken vanduurzame producten (onder andere door beperking van energiegebruik in degebruiksfase en aanmaakfase (> -10%) en materiaalgebruik in de aanmaakfase ende recyclefase), met als gevolg een besparing in de keten van 16,5 PJ;

• Eigen proces en duurzame energie: het continu verlagen van het energiegebruik inhet eigen proces en in de keten blijft een belangrijk thema (> -25%), met als gevolgeen besparing van in het “eigen” (RKI) energiegebruik van 2,5 PJ.

De RKI staat aan de vooravond van grote veranderingen. Om in 2030 een economisch vitaleRKI-keten te realiseren, zullen RKI-bedrijven (meer) toegevoegde waarde (combinaties vanproducten en diensten) moeten blijven leveren in een sterk concurrerende en veranderendemarkt. Het blijven leveren van toegevoegde waarde voor klanten in de komende decennia isgeen vanzelfsprekendheid. Er komen vele mondiale ontwikkelingen op de sector af (zoalsglobalisering, energie- en materiaalschaarste en vergrijzing), die kansen kunnen bieden,maar ook bedreigend kunnen zijn. Ook op het gebied van duurzaamheid zijn er kansen enbedreigingen. Daarnaast nemen de eisen van klanten verder toe en zijn er veleontwikkelingen en kansen in de verschillende markten waar de RKI aan levert. Ook neemt demondiale concurrentie van met name lagekostenlanden toe; daarom zullen NederlandseRKI-bedrijven zich moeten onderscheiden op andere sterkten dan prijs alleen. Dat kan metname door te investeren in innovatie en samenwerking en het juiste business model tekiezen in samenhang met een local-for-local voordelen of juist door global aanwezig te zijn.Kortom, de RKI zal zich moeten blijven aanpassen aan de veranderende wereld en waarmogelijk kansen moeten grijpen om de ambitie waar te maken om > 10% meer toegevoegdewaarde te realiseren voor de hele sector in 2030.4)

De geplande en interessante maatregelen en geïnventariseerde ontwikkelingen bij bedrijven(zie hoofdstuk 4) sluiten aan bij de vijf onderwerpen genoemd in de voorstudie en dragen bijaan de ambities in de voorstudie.

In de sterkte/zwakteanalyse komen een aantal zwakke punten naar voren die m.n. belangrijkzijn om deze onderwerpen een succes te maken, o.a.:

• Samenwerking in de keten;• Samenwerking op het gebied van innovatie, R&D en ontwikkeling;• Afwezigheid van duwende bedrijven qua innovatie;

Page 10: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 10Rubber- en Kunststofindustrie

• Wet- en regelgeving;• Imago van de (kunststof)industrie is niet sexy voor overheid en maatschappij.

Page 11: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 11Rubber- en Kunststofindustrie

4 KANSEN VOOR DE KORTE TERMIJN 2009-2012

Op basis van een inventarisatie en analyse zijn trends inzichtelijk gemaakt. Hierbij is gebruikgemaakt van EEP’s en uitgevoerde en lopende projecten in de branche.

4.1. Trends: inventarisatie, analyses, EEP’s en overige projecten

De inventarisatie en analyse van trends omvat in hoofdlijnen:1. Resultaten 30% van de EEP’s opgesteld door EEI en 69 van ingeleverde EEP’s door

Agentschap NL: het gaat hier om EEP’s die reeds volledig getoetst zijn en eenpositief advies hebben gekregen van Agentschap NL. Er zijn meer EEP’s ingeleverddan 69, deze zitten echter nog in de toets/-vragenprocedure;

2. Resultaten overige studies.

De inventarisatie en analyse is getalsmatig gebaseerd op de gegevens van Agentschap NL.De inventarisatie van de resultaten van de EEP opgesteld door EEI heeft aanvullendeinformatie opgeleverd.

EEI heeft de geïnventariseerde gegevens geanalyseerd en verwerkt en heeft generiekevoorstellen op branche niveau voorgesteld om het realiseren van de doelstellingen van debedrijven te ondersteunen. De geïnventariseerde gegevens en voorstellen vormen de inputvoor de volgende fase: de brainstormsessies.

4.1.1. EEP's

In bijlage 3 zijn de resultaten van de geïnventariseerde en geanalyseerde EEP’sweergegeven. Van ingeleverde EEP’s heeft Agentschap NL een analyse gemaakt. Hier gaathet om EEP’s die reeds volledig getoetst zijn en een positief advies hebben gekregen. Deze69 EEP’s representeren 70% van het energiegebruik in de sector.

Het totaal ambitieniveau is 24% op basis van voorwaardelijke en zekere maatregelen. 15 vande 69 bedrijven hebben een ambitie lager dan 8%. Uitschieters met een hoog ambitieniveauworden vaak veroorzaakt door KE maatregelen. Er zijn 3 bedrijven met een ambitie ruimhoger dan 100%. Er zijn 6 maatregelen (van de 700 zekere en voorwaardelijke in totaal) dieverantwoordelijk zijn voor 10% van de EEI verbetering. In bijlage 3 zijn de gegevensweergegeven, zowel per bedrijf als een totaalbeeld.

DE KE PE TotaalZeker (TJ) 1 916 278 1195Voorwaardelijk (TJ) 9 150 196 356Onzeker (TJ) 68 157 51 276Totaal (TJ) 78 1223 525 1827

CategorieKwalificatie

Tabel:Energiebesparing van alle maatregelen per categorie en per kwalificatie in TJ

Page 12: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 12Rubber- en Kunststofindustrie

DE KE PE TotaalZeker (aantal) 6 65 356 427Voorwaardelijk (aantal) 10 37 216 263Onzeker (aantal) 9 24 91 124Totaal (aantal) 25 126 663 814

CategorieKwalificatie

Tabel:Aantal maatregelen per categorie en kwalificatie

Conclusie besparingspotentieel:Het ambitieniveau dat berekend is door Agentschap NL is over 69 bedrijven en geeft eenbetrouwbaar beeld. 24% voor de periode 2009-2012 is het berekende besparingspotentieel.Door maatregelen van individuele bedrijven kunnen uitschieters in ambitieniveau ontstaanper bedrijf.

Analyse geplande maatregelen:In bijlage 3 is de analyse van de maatregelen weergegeven. Hierbij zijn zowel de analysesvan EEI als die van Agentschap NL weergegeven. EEI heeft haar analyse met namegebaseerd op de voorwaardelijke en onzekere maatregelen en de voorwaarden die daaraanzijn verbonden. Agentschap NL heeft de analyse gebaseerd op het aanwezigebesparingspotentieel in GJ. Tezamen vormt dit een analyse zoals hierna weergegeven.

Uit de analyse blijkt dat de zekere maatregelen vooral zijn:• Energiemanagement;• Efficiënter inrichten van het proces;• Perslucht- en vacuümsysteem;• Stoomsysteem, warmteterugwinning/restwarmte toepassingen;• (Elektro) motoren, frequentieregeling, compressoren;• Overige maatregelen in het proces;• Overige maatregelen: naverbrander;• Inzetten intern recyclaat;• Inzetten extern recyclaat;• Minder afval door optimalisatieproces;• Ander type kunststof;• Dematerialisatie.

Met name de maatregelen inzet extern recyclaat, ander type kunststof en dematerialisatieleveren een grote bijdrage. In bijlage 3 is een toelichting per maatregel weergegeven.

Op basis van de analyses zijn de volgende maatregelen per categorie vastgesteld als zijndemaatregelen met potentieel, maar veelal zijnde voorwaardelijke en onzekere maatregelen.Hierbij zijn de belangrijkste per categorie geselecteerd op basis vanenergiebesparingpotentieel.

Page 13: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 13Rubber- en Kunststofindustrie

Categorie MaatregelPerslucht en vacuümsysteemStoomsysteem, warmteterugwinning/-restwarmtetoepassingenAanschaf energiezuinige spuitgiet-, extrusie-,folieblaasmachinesOverige maatregelen in het procesOptimalisatie koeling

Proces- en product-efficiency (PE)

(Elektro)motoren, frequentieregeling, compressorenInkoop duurzame energieWarmte Koude OpslagWindenergieFotovoltaische zonne-energie

Duurzame energie(DE)

Pas koeling met oppervlaktewater toeInzetten van intern recyclaatInzetten van extern recyclaatVerminderen afval door optimalisatie procesAnder type kunstsofDematerialisatieGebruik biogrondstoffen

Ketenmaatregelen enoverige (KE)

Materiaalbesparing door ontwerpaanpassingTabel:Overzicht voorwaardelijke en onzekere maatregelen

De voorwaarden geven aan waarom een maatregel voorwaardelijk of onzeker is.Voorwaarden zijn afkomstig uit door EEI opgestelde EEP’s. Uit de analyses blijkt dat er veelovereenkomsten zijn in voorwaarden van maatregelen die voorwaardelijk of onzeker zijn.Meest voorkomende voorwaarden zijn:

o Nader onderzoek nodig (deelname gebruikersgroep, uitvoeren studies, metingen,inpassing in proces, producten herontwikkelen en resultaten pilot);

o Kosten (offertes en onderhandeling);o Afhankelijk van tijdsmoment (nieuwbouw en natuurlijk vervangingsmoment);o Afhankelijk van marktomstandigheden (beschikbaarheid en kwaliteit van

grondstoffen);o Vergunning/handhaving/regulering (milieueisen die worden gesteld).

Bij PE maatregelen zien we vooral dat de eerste 2 genoemde voorwaarden aan de orde zijn.Bij DE en KE maatregelen komen veelal aanvullend andere voorwaarden naar voren. Ditheeft mede te maken met het aspect dat deze maatregelen direct ingrijpen op het product envaak nog niet generiek toegepast worden.

Page 14: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 14Rubber- en Kunststofindustrie

Conclusies analyse geplande maatregelenIn de analyse is te zien dat er maatregelen zijn die zowel veelvuldig als zeker, maar ook alsvoorwaardelijk of onzeker worden genoemd. Dit geeft aan dat daar waar een aantalbedrijven maatregelen kunnen uitvoeren, andere bedrijven meer problemen hebben metdezelfde maatregel.

Op basis van het aanwezige besparingspotentieel in GJ zijn de volgende maatregelen voorbedrijven belangrijk:

• Energiemanagement;• Efficiënter inrichten van het proces;• Perslucht- en vacuümsysteem;• Stoomsysteem, warmteterugwinning/restwarmte toepassingen;• (Elektro) motoren, frequentieregeling, compressoren;• Overige maatregelen in het proces;• Overige maatregelen: naverbrander;• Inzetten intern recyclaat;• Inzetten extern recyclaat;• Minder afval door optimalisatieproces;• Ander type kunststof;• Dematerialisatie;• Aanschaf energiezuinige spuitgiet-, extrusie-, folieblaasmachines;• Optimalisatie koeling;• (Elektro)motoren, frequentieregeling, compressoren;• Inkoop duurzame energie;• Warmte/Koudeopslag;• Pas koeling met oppervlaktewater toe;• Gebruik biogrondstoffen;• Materiaalbesparing door ontwerpaanpassing.

4.1.2. Overige studies

Parallel aan het opstellen van de EEP’s, heeft een deel van de bedrijven deelgenomen aangebruikersgroepen (o.a. koeling, spuitgieten, energiezorg, etc). De resultaten van dezegebruikersgroepen zijn geïnventariseerd. Ten behoeve hiervan zijn gegevens opgevraagd bijde branche en bij Agentschap NL. In bijlage 2 is een overzicht weergegeven van uitgevoerdegebruikersgroepen. Opvallend is dat van veel gebruikersgroepen en projecten niet duidelijkis hoe een project wordt afgerond. Een rapportage of evaluatie van een project is vaak nietvoorhanden. De evaluatie van de in bijlage 4 genoemde projecten is door NRK uitgevoerd opbasis van beschikbare documenten en ervaring van de betrokken branchecoördinator. Devolgende afgeronde gebruikersgroepen zijn geëvalueerd:- Energiezuinig spuitgieten;- Recyclaat;- C2C;- Biofolie en proef meerlaagse biofolie;- LCA studie berekening composietbrug;- Ketenproject EPS.Een selectie van opvallende zaken in de evaluaties van gebruikersgroepen zijn:

Page 15: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 15Rubber- en Kunststofindustrie

• Er is veel bereikt en de onderwerpen waren divers en gingen soms ver buiten hetthema;

• Deelnemers aan de gebruikersgroep hebben vaak hoge besparingen;• De moeilijkheden blijken niet in de techniek te liggen;• Ondanks de populariteit van het C2C concept, weten maar weinig kunststofbedrijven

wat het concept precies inhoudt, welke kansen het biedt voor hun bedrijf en hoe eenproduct ontworpen moet worden om te passen binnen de Cradle to Cradle filosofie;

• De producenten van folie hebben interesse in PLA gebaseerde folie, maar niet iederbedrijf is al klaar om echt te produceren en proeven te doen;

• De momenteel commercieel aangeboden ongemodificeerde PLA-materialen latenzich lastig verwerken;

• De deelnemende bedrijven hebben aangegeven verder te willen gaan met deontwikkeling van deze PLA folies. Bijzonder interessant lijkt de optie/mogelijkheid omzeer dunne PLA films te gaan produceren;

• De LCA studie composiet brug heeft veel stof doen opwaaien. Deze korte studie gafeen bijzonder goed resultaat voor de glasvezelversterkte composiet brug ten opzichtvan een koolstofvezelversterkte composiet brug, een betonnen brug en een stalenbrug;

• Er is geen sluitende inzamelstructuur voor materialen uit de bouw en ook niet voorverpakkingen van consumenten en MKB’s;

• Fabrikanten van producten hebben een afvalverwerkingvergunning nodig omgebruikt en ingezameld materiaal te recyclen;

• Er is nog onvoldoende drijvende kracht voor hoogwaardige recycling.

Rapportage, afronding en evaluatie van toekomstige projecten is een belangrijkaandachtspunt voor dit MJP.

Binnen de branche zijn de afgelopen 4 jaar diverse branchestudies uitgevoerd. Hierondereen opsomming van verrichte studies.

• Ketenanalyse Energie voor de RKI 2);• 030/2009/MJA: MJA projecten 2009-2010 3);• RKI-koolstofketencircels 2030 maken het duurzaam vitale verschil, Voorstudie MJA3:

Rubber-, lijm- en kunststofindustrie 4);• Backcasting in de RKI–Toekomsttrends als strategisch instrument voor duurzaam

innoveren5);• NRK MJP Energie Efficiency voor de Rubber- en Kunststofindustrie 2005-20086).

Naast deze studies brengt NRK met regelmaat haar blad ‘NRK Netwerk’ en de digitalenieuwsbrieven per doelgroep uit. In NRK Netwerk wordt altijd aandacht aan MJA besteed. Inde volgende doegroep nieuwsbrieven wordt ook regelmatig aandacht aan MJA besteed:

o Netwerk Business;o Netwerk Innovatie en Technologie;o Netwerk KAM & Energie.

Vier dominante trends voortkomend uit relevante studies zijn:1. Biobased Economy2. Internationalisering3. Sustainability – Quality of Life4. Recycling / Afvalverwerking

Page 16: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 16Rubber- en Kunststofindustrie

Belangrijke condities & randvoorwaarden:• Veiligheid;• Beschikbaarheid grondstoffen (stock & prijs);• Milieu-impact;• Leveringszekerheid;• Technologische ontwikkeling

o Kennis: opleidingen & R&D;o Innovatiemanagement bij bedrijven;o Overheden: subsidies, beleid & wetgeving.

Dit komt overeen met de resultaten van de Voorstudie, zie hoofdstuk 3.

4.2. Wat gaat NRK/Agentschap NL doen komende periode

Ter ondersteuning van het MJP is een drietal bijeenkomsten/ brainstormsessies uitgevoerd.Tijdens deze brainstormsessies zijn de geïnventariseerde en geanalyseerde gegevens en devoorstellen besproken, gewijzigd en aangevuld. Op basis hiervan is een voorstel gegevenvoor een MeerJarenPlanning.

4.2.1. Brainstormsessies

Er is vastgesteld wat de mogelijkheden zijn van de branche qua tijd, organisatie, personeleinzet, communicatiemogelijkheden en -middelen. De mogelijkheden om deze capaciteiten teverhogen is besproken.

De betrokkenen bij deze sessies waren NRK, Agentschap NL en EEI.

De sessies hebben plaatsgevonden op:• 18 februari 2010: Mevrouw J. de Waal (NRK) en de heer J. Lenselink (EEI)• 2 maart 2010: Mevrouw J. de Waal (NRK), Mevrouw S. van der Reepe-de Reus

(Agentschap NL) en de heer K. van der Sterren (Agentschap NL) en de heer J.Lenselink (EEI)

• 7 april 2010: Mevrouw J. de Waal (NRK) en de heer J. Lenselink (EEI)

Tijdens de brainstormsessies zijn de volgende onderwerpen belicht:- De inventarisatie van EEP’s overige studies en Voorstudie/Routekaart en de analyse

hiervan;- Gemeenschappelijke trends en hoe kan de branche daarop inspelen;- Ambitie/mogelijkheden van de brancheorganisatie NRK;- Beoogde activiteiten en resultaten.

Communicatie wordt dé paraplu voor het MJP. Inhoudelijk is n.a.v. de analyse van de EEP’sen de Voorstudie een duidelijk beeld ontstaan waarop de activiteiten moeten wordenopgestart.

Page 17: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 17Rubber- en Kunststofindustrie

De activiteiten in de komende jaren (en dus de opbouw van het MJP) worden onderverdeeldin thema’s. De gekozen thema’s zijn die uit de Voorstudie, aangevuld met duurzame energie.Dit leidt tot vijf thema’s:• People, planet, profit (energiezorg, MVO, etc);• Bio based;• Sluiten van de keten;• Energiezuinige producten en gebruiksfase;• Eigen proces en duurzame energie;

De onderverdeling in thema’s moeten zorgen voor herkenning bij de bedrijven, doordatactiviteiten steeds het licht staan van deze thema’s. De thema’s moeten hun eigen ‘huisstijl’krijgen en een eigen inleiding die keer op keer herhaald wordt.

Onder de verschillende thema’s worden jaarlijks diverse activiteiten en projecten uitgevoerd.Het vaststellen van deze activiteiten wordt in overleg tussen NRK en Agentschap NL gedaan(onder andere n.a.v. de analyses van de EEP’s, de Voorstudie en lopende activiteiten) in hetkwartaaloverleg van NRK en Agentschap NL. Hiermee moet een (meer)jaarplanning totstand komen waardoor de activiteiten optimaal op elkaar afgestemd zijn en goed verdeeldzijn over de diverse thema’s.

Bij elke activiteit zijn aandachtspunten:• Wie/wat is de doelgroep? Wie moeten we aanspreken binnen het bedrijf? Is het een

probleem op R&D niveau, managementniveau of technisch niveau?• Is het een activiteit rondom zekere, voorwaardelijke of onzekere maatregelen? Voor

zekere maatregelen zijn er andere activiteiten nodig, dan voor voorwaardelijk/onzeker.Voor zekere maatregelen kun men i.p.v. projectondersteuning beter insteken op actievecommunicatie met voorbeeldprojecten. Hiermee ‘beloon’ je bedrijven ook voor het feit datze energiemaatregelen hebben genomen. Voor onzekere/voorwaardelijke maatregelenmoet je meer insteken op projecten/haalbaarheidsstudies.

• Wijze van benaderen. Wil men een ‘voorloperbedrijf’ of ‘me too’ bedrijf aanspreken? Hetkan voorkomen dat bedrijven zich niet aangesproken voelen, doordat nieuwe techniekenvoor hen een ver van hun bed show zijn.

Communicatie rondom projectenNRK heeft de visie dat de huidige manier van communiceren van resultaten niet effectief isen niet bij de doelgroep terecht komt. NRK is op zoek naar een (digitaal) platform waaropduidelijk de thema’s naar voren komen en bedrijven informatie over de projecten enaansprekende filmpjes ed. kunnen zien. Om dit voor elkaar te krijgen is het van belang datde projecten die gedaan worden een standaard output krijgen naast het rapport. Er wordtgedacht aan:• Openbare samenvatting/factsheet• Filmpje (Voorbeeld: http://www.senternovem.nl/egl/Projectfilms/index.asp)• ArtikelOok deze output wordt weer in de ‘huisstijl’ van het thema gepresenteerd.De communicatiestrategie wordt afgestemd met het NRK doelgroepenbeleid.

CampagneAls men kijkt naar de onderwerpen die genoemd worden in de Voorstudie, dan zijn veeldaarvan ketengericht. Hiervoor is samenwerking met andere sectoren noodzakelijk. Gedacht

Page 18: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 18Rubber- en Kunststofindustrie

wordt om in de komende periode een (soort) campagne te gaan starten waarinsectoroverschrijdende initiatieven worden gepromoot.

4.2.2. MeerJarenPlanning

De conclusie van de brainstorm (hoofdstuk 4.2.1) en de analyse van EEP's, overige studiesen Voorstudie/Routekaart is dat er een groot besparingspotentieel is inmaatregelen/onderwerpen die brancheoverschrijdend zijn. Dit vraagt een andere aanpak omte komen tot een goed resultaat. Deze andere aanpak is terug te vinden in deMeerJarenPlanning in de volgende op te starten projecten/processen:

• Sectoroverschrijdende campagne;• Communicatie(beleid) in de branche (strategie per thema);• Digitaal platform.

Door het opstarten van deze processen en projecten is noodzakelijk om de ambitiesweergegeven in dit MJP (20010-2012), maar ook in de voorstudie (tot 2030), te kunnenrealiseren.

De huidige structuur van vastlegging van projecten (zie bijlage 2) dient te worden aangepastaan de hand van de in dit MJP genoemde aandachtspunten. Hiermee krijgt deMeerJarenPlanning een meer sturend karakter in plaats van volgend. Dit overzicht isontstaan naar aanleiding van de inventarisatie en analyse van dit MJP

Tijdens het analyseren van dit MJP kwam opvallend naar voren dat van veel uitgevoerdeprojecten niet direct resultaten aantoonbaar waren. Evaluatie van projecten vindt niet plaats.Evaluatie en wijze van presentatie van resultaten is derhalve toegevoegd aan deMeerJarenPlanning.

Belangrijkste aanvullingen in de MeerJarenPlanning zijn:• Aanleiding/reden;• Het project moet gericht zijn op een thema zoals genoemd in hoofdstuk 4.2.1.;• Het type bedrijf moet van te voren duidelijk worden gesteld;• Het niveau NRK doelgroep waarop het project zich gaat richten dient afgestemd te

zijn op het doelgroepenbeleid van de branche (zie hoofdstuk 2);• Beschrijving van de activiteit. Dit wordt nu ook al gedaan, echter dit is wel

aandachtspunt ter verbetering;• Aanstellen van een coördinator (verantwoordelijke) per project;• Beschrijven wat het beoogde eindresultaat van het project dient te zijn;• De communicatie afstemmen op het communicatiebeleid (zie hoofdstuk 2);• Wijze van presentatie van de eindresultaten (website, publicaties, etc);• Verwachte kosten en wijze van financiering van het project;• Planning van de projecten in tijd;• Evaluatie projecten.

In bijlage 6 is een voorbeeld van een MeerJarenPlanning weergegeven die als leidraad kanworden genomen. De huidige projecten aangevuld met een aantal op te startenbrancheactiviteiten zijn als uitgangspunt genomen. Hierbij is van belang dat voor alle thema’sprojecten lopen.

Page 19: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 19Rubber- en Kunststofindustrie

Deze projecten dienen de voorwaarden genoemd hoofdstuk 4 weg te nemen of invullinggeven, zodat bedrijven tot uitvoering komen van de voorwaardelijke en onzekeremaatregelen.

De op te starten brancheactiviteiten zijn van belang om de structuur meer een proces telaten worden binnen (en buiten) de branche. Met name omdat een deel van de projectenwaar een groot besparingspotentieel mee te halen is ketenprojecten zijn enbrancheoverschrijdend handelen vereisen.

Doordat projecten zich richten op verschillende thema’s zal de communicatie afgestemddienen te worden op de doelgroep. Het doelgroepen/communicatiebeleid van NRK is hierreeds op ingericht, echter is de communicatie wordt hier nog niet voldoende gebruik vangemaakt.

De MeerJarenPlanning kan als leidraad voor het kwartaaloverleg tussen NRK enAgentschap NL worden gehanteerd.

4.2.3. Taakverdeling, tijdschema, kostenindicatie en financiering

De voorgenomen acties vanuit de branche zijn gepland over de periode 2010 – 2012 enopgenomen in de MeerJarenPlanning. Hierbij is het mogelijk om aan te geven wie deze actiecoördineert, of er kosten aan zijn verbonden en hoe deze gefinancierd worden. Tevens dientper actie aangegeven te worden wat de doelgroep is, wat het beoogde resultaat is en opwijze de communicatie wordt verzorgd. Belangrijk hierbij is de regiefunctie van de NRK. Deinvulling van de MeerJarenPlanning dient te geschieden tijdens de reguliere overleggentussen Agentschap NL en NRK.

Regiefunctie NRKDe individuele EEP’s en visies van bedrijven en branches, gecombineerd met ontwikkelingenbuiten de industrie, zijn de basis voor het inhoudelijke beleid. De synthese van dit beleid methet NRK doelgroepenbeleid/communicatiebeleid, leiden tot de activiteiten van de NRK. DeMeerJarenPlanning wordt bijgehouden en vormt een belangrijk instrument om deregiefunctie te kunnen vervullen.De activiteiten zijn een mix van:- Communicatie, actief en passief (ICT-ondersteund): informeren en elkaar helpen;- Probleemoplossend voor actuele knelpunten;- Toepassen van innovaties.

In het kader van MJA3 komt de regiefunctie van de NRK tot uiting in uiteenlopendeactiviteiten:- Als aanspreekpunt fungeren voor de partijen aan overheidszijde;- Informatie verstrekken ten behoeve van de evaluatie van de MJA;- Haar leden actief voorlichten over het onderwerp van de MJA;- Haar leden stimuleren om deel te nemen en uitvoering te geven aan de MJA;- Omgeving opbouwen die samenwerking in de keten ondersteunt en stimuleert;- Geven van voorbeelden van succesvolle maatregelen (best practices);- Start gebruikersgroepen om gezamenlijk energiebesparingen te realiseren;- Vormgeving en actieve ondersteuning van brancheprojecten om de in het MJP

genoemde (nieuwe) thema's uit te werken;

Page 20: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 20Rubber- en Kunststofindustrie

- Inzet brancheverenigingen binnen NRK gelederen;- Uitvoering geven aan het MJP voor zover het binnen de invloedssfeer van de

brancheorganisatie ligt;- Jaarlijkse monitoring bij de MJA deelnemers waarin behalve de voortgang van de EEP

ook draagvlak en deelname aan gebruikersgroepen en brancheprojecten aan de ordekomen;

- Uitbouw van de website www.nrkenergie.nl en intensivering inzet, in lijn met internet / e-mail gebruik van de MJA deelnemers;

- Energie en milieuzorgsystemen opzetten met modulair karakter in maatwerk voor MKBRKI (afgeleid van ISO). Internet inzetten ter ondersteuning bedrijven.

AdviseursDe NRK acht het van belang om met meerdere energie- en milieu adviseurs samen tewerken in het kader van MJA3. Aan de adviesbureaus wordt een drietal eisen gesteld:- Kennis van processen in RKI (structureel actief in RKI; core business);- Energiemanagement is kernactiviteit (hoge kennis en ervaring);- Onderschrijven integrale benadering (Duurzaam Ondernemen visie NRK).

Page 21: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 21Rubber- en Kunststofindustrie

5. DOELSTELLINGEN 2009-2012

Sinds 1990 zijn er door de ca 100 deelnemende NRK bedrijven al behoorlijke besparingengerealiseerd.

• In MJA1 is over de periode 1989-2000 ca 20% energie efficiency verbeteringgerealiseerd;

• In MJA2 is over de periode 1998-2008 ca 60% energie efficiency beteringgerealiseerd.

Vooruitlopend op de Routekaart is in dit MJP de lijn die is aangegeven in de Voorstudie alsleidraad genomen. De doelstellingen van de Voorstudie zijn weergegeven in hoofdstuk 3.

De doelstelling voor dit MJP 2009-2012 is als volgt geformuleerd:

• PPP management: toekomstige rendementen:> toegevoegde waarde voor de gehelesector in 2012 met 1% laten toenemen;

• Bio based: koolstofketens uit biologisch materiaal; Bio based grondstoffen met 1%(0,25PJ) laten toenemen (0,25% p.j.) voor de periode 2009-2012 en voorwaardencreëren op basis van resultaten Voorstudie/Routekaart voor 2012-2016;

• Sluiten van de keten: sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketensmet 2% (1,75PJ) laten toenemen (0,5% p.j.) voor de periode 2009-2012 envoorwaarden creëren op basis van resultaten Voorstudie/Routekaart voor 2012-2016;

• Energiezuinige producten en gebruiksfase: duurzame producten:> het maken vanduurzame producten (onder andere door beperking van energiegebruik in degebruiksfase en aanmaakfase en materiaalgebruik in de aanmaakfase en derecyclefase); 0,25 PJ besparing realiseren voor de periode 2009-2012 envoorwaarden creëren op basis van resultaten Voorstudie/Routekaart voor 2012-2016;

• Eigen proces en duurzame energie: het continu verlagen van het energiegebruik inhet eigen proces en in de keten blijft een belangrijk thema met als gevolg eenbesparing van in het “eigen” (RKI) energiegebruik; EEI verbetering van 8% voor deperiode 2009-2012 (0,8 PJ; de Energy Efficiency met 2% verbeteren per jaar).

De RKI staat aan de vooravond van grote veranderingen. Om in 2030 een economisch vitaleRKI-keten te realiseren, zullen RKI-bedrijven (meer) toegevoegde waarde (combinaties vanproducten en diensten) moeten blijven leveren in een sterk concurrerende en veranderendemarkt.4)

Totaal komt dit neer op een doelstelling in dit MJP 2009-2012 van 2,65 PJ, oftewel eenenergie efficiency verbetering voor de branche van meer dan 30%.Hiermee wil de branche hoger insteken dan de doelstelling van 24%, zoals geformuleerd inde EEP’s van de bedrijven.De extra 6% besparing is op voorhand niet toe te schrijven aan een van bovengenoemdespecifieke thema’s. Dit extra potentieel wordt verwacht gehaald te worden door:

• het vergroten van het bewustzijn over energie-efficiency bij de bedrijven.• Het prikkelen en stimuleren van de bedrijven om te innoveren• Aanwezige en nieuwe kennis goed te communiceren naar de bedrijven.

Page 22: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 22Rubber- en Kunststofindustrie

De NRK voert hiervoor de komende vier jaar een actieve regie. Deze pro actieve benaderingzal in voorkomende gevallen leiden dat de bedrijven besparende maatregelen uit zullenvoeren die niet voorzien waren in het EEP, maar wel goed aansluiten bij de bedrijfsvoering.

Bij de doelstelling passen enkele kanttekeningen:• Dit MJP wordt geschreven op een moment dat de planperiode al loopt, we zijn bijna

halverwege;• In dit MJP nemen we nieuwe inzichten uit de voorstudie op. Met name resultaten bij

energiezuinige producten en gebruiksfase vragen een ketenaanpak. Diesamenwerking in de keten moet nog ontwikkeld worden;

• De monitoring over 2009 toont aan dat ook de bedrijven in de rubber- enkunststofindustrie fors geraakt zijn door de crisis. De crisis heeft een negatief effectop de gerealiseerde energie-efficicency.

Met name de doelstelling ten aanzien van “PPP management” en “eigen proces enduurzame energie” kunnen binnen de branche worden uitgewerkt en biedt op korte termijn alresultaten. De drie andere onderwerpen zijn brancheoverschrijdend en vragen een andereaanpak om te komen tot een goed resultaat. Deze andere aanpak is terug te vinden intrajecten (zie ook MeerJarenPlanning) die opgestart gaan worden:

• Sectoroverschrijdende campagne;• Communicatie(beleid) in de branche (strategie per thema);• Digitaal platform.

Met deze aanpak wil de branche het beleid dat afgelopen jaren is ingezet continueren enmeer aandacht gaan vestigen op de brancheoverschrijdende trajecten. Maar de hoofdlijnblijft:

• Verbetering van de procesenergie-efficiency binnen de inrichting;• Verbetering van de energie-efficiency buiten de inrichting, waaronder energiezuinige

producten, sluiten van de keten en bio based;• Kostenreductie (fiscaal, subsidie) bij uitvoering maatregelen.

Om deze doelstellingen te bereiken is naast de ondersteuning die gebruikelijk is in het kadervan MJA3 (zoals gebruikersgroepen) specifieke aandacht en ondersteuning gewenst bij hetopstarten van de branche overschrijdende projecten en processen.

Page 23: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 23Rubber- en Kunststofindustrie

BIJLAGE 1: Lijst van de aan de MJA-3 deelnemende ondernemingen en inrichtingen

Ondernemingen die zijn toegetreden tot de MJAStand van zaken per 1 december 2009

Naam van de onderneming Branche datum toetreding Provincie

Artiplast BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 FL

Bema Kunststoffen BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 ZE

BN International BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NHBPI Indupac BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OV

Caligen Europe BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NB

CurTec Nederland BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NBDepron BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 LI

Draka Interfoam BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NH

Fenner Dunlop BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 FRDyka BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OV

MCi Nederland BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 UT

Enitor BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 FR

Euro Mouldings B.V. Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OVFardem Packaging BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NH

Flestic B.V. Dronten Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 FL

Flestic Nabewerking B.V. Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 FLFM&E B.V. Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 FL

Plastech Dronten B.V. Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 FL

Flevo Rubber Extrusion B.V. Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 FL

Future Pipe Industries BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OVHertel Rubber Products Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OV

Hordijk Verpakkingsindustrie BV Zaandam Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NH

Hordijk Verpakkingsindustrie BV Delft Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 ZHPolynorm van Niftrik B.V. Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NB

Kon.Verpakkingsind. Stempher Afd.Polyethyleen en papier Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OV

Krehalon Industrie BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OVMedisize BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 ZH

Oerlemans Plastics BV Genderen Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 GE

Parker Hannifin BV, Polyflex Division Almelo Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OV

Perfon BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OVPipelife Nederland BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NH

Plasthill BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 ZH

Plastic Industrie Twente BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OVPolycomp BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 GE

Elastogran BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NB

Rivièra BV Industrie & Handelmij. Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NH

Rubber Resources B.V. Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 LIRuma Holding BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 DR

Schoeller Wavin Systems BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OV

Sekisui Alveo BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 LISekisui Jushi BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 LI

Solvay Draka BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NH

Sphere Nederland BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OVSynbra Technology BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NB

Trelleborg Bakker BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 ZH

Trelleborg Velp BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 GE

Velsen Flexoplast BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NHVernay Europa BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OV

Wavin KLS BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OV

Wavin Nederland BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 OVWisa BV Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 GE

Mauser Benelux Rubber- en kunststofindustrie 22 juli 2002 NB

Remondis Plano BV Rubber- en kunststofindustrie 15 augustus 2002 GESnelcore BV Rubber- en kunststofindustrie 15 augustus 2002 GE

Sonoco Crellin BV Rubber- en kunststofindustrie 15 augustus 2002 ZH

Stramit BV Rubber- en kunststofindustrie 15 augustus 2002 LI

Trelleborg BV Rubber- en kunststofindustrie 22 augustus 2002 GRKIVO Plastic Verpakkingen Rubber- en kunststofindustrie 30 augustus 2002 NH

Quadrant EPP Nederland BV Rubber- en kunststofindustrie 30 augustus 2002 OV

Wittenburg B.V. Thermoplastische afdeling Rubber- en kunststofindustrie 30 augustus 2002 GEReobijn Plastic Products Rubber- en kunststofindustrie 13 september 2002 OV

Parker Hannifin BV Hoogezand Rubber- en kunststofindustrie 11 december 2002 GR

Pekago Kunststoffen BV Rubber- en kunststofindustrie 11 december 2002 NB

Sylvaphane Rubber- en kunststofindustrie 28 februari 2003 GRTen Cate Nicolon Rubber- en kunststofindustrie 28 februari 2003 OV

AEP Industries Nederland B.V. Rubber- en kunststofindustrie 28 mei 2003 LI

Berdal rubber & Plastics Rubber- en kunststofindustrie 25 juli 2003 OVErtecee Rubber- en kunststofindustrie 25 juli 2003 OV

Forbo-Novilon Rubber- en kunststofindustrie 25 juli 2003 DR

Kunststoffen Industrie Waalwijk BV (Desch Plantpak) Rubber- en kunststofindustrie 25 juli 2003 NBSynprodo Rubber- en kunststofindustrie 25 juli 2003 GE

Recticel BV Rubber- en kunststofindustrie 21 januari 2004 GE

Bison International Rubber- en kunststofindustrie 21 januari 2004 ZE

RPC Packaging Kerkrade Rubber- en kunststofindustrie 3 maart 2004 LIHelvoet B.V. Rubber- en kunststofindustrie 3 maart 2004 ZH

Vredestein Rubber- en kunststofindustrie 24 maart 2004 OV

Oerlemans Plastics BV Giessen Rubber- en kunststofindustrie 14 mei 2004 NBFolietechniek Rubber- en kunststofindustrie 14 mei 2004 NBRPC Tedeco-Gizeh Rubber- en kunststofindustrie 18 juni 2004 OV

Rexam Precise Rubber- en kunststofindustrie 27 augustus 2004 ZH

Simrax Rubber- en kunststofindustrie 27 augustus 2004 LIAcodeq Kunststof Rubber- en kunststofindustrie 18 november 2004 GR

Polimoon Rubber- en kunststofindustrie 10 februari 2005 GE

Poly Products Rubber- en kunststofindustrie 27 april 2005 ZHTrespa International Rubber- en kunststofindustrie 2 november 2005 LICeDo Recycling Rubber- en kunststofindustrie 13 maart 2006 LI

Moens Mouldings Rubber- en kunststofindustrie 20 juli 2006 NHDS Plastics Rubber- en kunststofindustrie 20 juli 2006 GE

TPP, Technische Profielen Produktie Rubber- en kunststofindustrie 6 december 2006 GEReggeplast B.V. Rubber- en kunststofindustrie 14 mei 2007 OVAKG Polymers Rubber- en kunststofindustrie 6 december 2007 OV

Plastic Herverwerking Brakel BV Rubber- en kunststofindustrie 26 mei 2008 NB

Corpura BV Rubber- en kunststofindustrie 20 juni 2008 NB

Timmerije B.V. Rubber- en kunststofindustrie 3 oktober 2008 GEWitcom Engineering Plastics B.V. Rubber- en kunststofindustrie 22 april 2009 NBHaval Disposables BV Rubber- en kunststofindustrie 28 april 2009 NBHowden Netherlands BV (met 4 inrichtingen) Rubber- en kunststofindustrie 21 juli 2009 OV

Page 24: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 24Rubber- en Kunststof industrie

BIJLAGE 2: Overzicht opdrachten 2008-2009

Page 25: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 25Rubber- en Kunststof industrie

BIJLAGE 3: Overzicht van maatregelen die de RKI wil uitvoeren in de periode 2009 t/m2012

• Analyse d.d. 7 april 2010 op basis van 69 goedgekeurde EEP’s; Agentschap NL• Analyse d.d. 1 april 2010 Proces Efficiency (PE) maatregelen; Agentschap NL• Analyse d.d. 9 april 2010 Duurzame Efficiency (DE) maatregelen; Agentschap NL• Analyse d.d. 9 april 2010 Keten Efficiency (KE) maatregelen; Agentschap NL• Analyse d.d. 23 februari 2010 op basis van 25 EEP’s; Energy Experts International

B.V.

Page 26: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 26Rubber- en Kunststof industrie

BIJLAGE 4: Overzicht resultaten overige studies in de periode 2009 t/m 2012

Gebruikersgroepen:

- Energiezuinig spuitgietenEr zijn in totaal 5 gebruikersgroepen spuitgieten geweest sinds de start van MJA in onzeindustrie. Er is veel bereikt en de onderwerpen waren divers en gingen soms ver buiten hetthema spuitgieten. Na 5 groepen is gesloten dat er breder gekeken moet worden, bijv. vooralle thermoplasten processen. Tevens bleek proceskoeling nog een lastig thema voorspuitgieters. Er is toen besloten niet door te gaan moet spuitgieten 6, maar metenergiezuinige proceskoeling extruderen en spuitgieten.

- RecyclaatAlle deelnemers aan de gebruikersgroep hebben allemaal hoge besparingen indien zij gaanwerken met recyclaat. Het project heeft zich vooral op extern recyclaat gericht, maar ook opintern recyclaat. Het project wordt echter afgesloten met 2 deelnemers die daadwerkelijkgrote besparingen met extern en intern recyclaat bereikten en 2 bedrijven die nog niet destap gemaakt hebben. De moeilijkheden blijken niet in de techniek te liggen; technisch is hetgoed mogelijk recyclaat in te zetten. Inzamelingssystemen zijn lastig te realiseren en ook zijnde klanten vaak nog niet toe aan het kopen van producten van gerecycled materiaal.

- C2CHet Cradle to Cradle concept biedt juist voor de RKI veel mogelijkheden, omdat recyclingvan materialen en het gebruik van biopolymeren belangrijke aspecten zijn van Cradle toCradle. Ondanks de populariteit van het concept, weten maar weinig kunststofbedrijven wathet concept precies inhoudt, welke kansen het biedt voor hun bedrijf en hoe een productontworpen moet worden om te passen binnen de Cradle to Cradle filosofie. De 4deelnemende bedrijven hebben interessante producten (her)ontwikkeld waarbij de nadruk opverantwoorde materialen (substitutie), biomaterialen en recycling lag.

- Biofolie en Proef meerlaagse biofolieDe producenten van folie hebben interesse in PLA gebaseerde folie, maar niet ieder bedrijf isal klaar om echt te produceren en proeven te doen. 2 bedrijven hebben de detail proevenuitgevoerd. Conclusie uit het rapport:De momenteel commercieel aangeboden ongemodificeerde PLA-materialen laten zich lastigverwerken op een enkellaags folieblaas/filmcastmachine. De belangrijkste aandachtspuntenzijn:

• Matige smeltsterkte van ongemodificeerd PLA• Matige scheur- en valsterkte van geblazen/gecaste enkellaags folies• Lawaaierigheid van de vervaardigde folies

Met behulp van masterbatches en chemische modificaties is getracht bovengenoemdeeigenschappen te verbeteren. Echter in geval van enkel laags folies schieten alle getestevarianten tekort. Meerlaags folies op basis van (gemodificeerd) PLA in combinatie met eentransparante polyester urethaan bleken betere resultaten te geven. T.o.v. de referentie PLA-folie is de scheursterkte minimaal een factor 4 verbeterd en de valsterkte minimaal een factor10. Daarnaast zijn de folies veel minder lawaaierig. In de keuze van materialen en additievenis rekening gehouden dat de folies composteerbaar moeten zijn en daarbij zijn degeproduceerde folies transparant. De deelnemende bedrijven hebben aangegeven verder tewillen gaan met de ontwikkeling van deze PLA folies. Bijzonder interessant lijkt deoptie/mogelijkheid om zeer dunne PLA films te gaan produceren.

Page 27: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 27Rubber- en Kunststof industrie

Inmiddels is een 2e project gestart, waarbij besloten is dat producenten van folie eenspecifieke vraag m.b.t. PLA folie beantwoord kan krijgen. Een vrij individueel project, waarbijook ruimte is voor kennisoverdracht. Uit de startbijeenkomst blijkt dat de interesse voorbiofolie is toegenomen en bedrijven op basis van ervaringen nu echt gerichte vragenhebben.

- LCA studie composiet brugDe LCA studie composiet brug heeft veel stof doen opwaaien. Deze korte studie gaf eenbijzonder goed resultaat voor de glasvezelversterkte composiet brug ten opzicht van eenkoolstofvezelversterkte composiet brug, een betonnen brug en een stalen brug. Vanuit betonen staal sector is het rapport bekritiseerd en Agentschap NL heeft een bijeenkomstgeorganiseerd onder de betrokken partijen. Daarna is besloten dat het project nogmaalswordt uitgevoerd met alle betrokken partijen en dat de gekozen LCA methode zal aansluitenop Dubocalc.

- Ketenproject EPSOp basis van de interviews gehouden in deze quickscan kan worden gesteld dat het aandeelEPS uit de bouw aan het toenemen is, waarbij wordt geschat dat er momenteel jaarlijks 300ton gescheiden wordt ingezameld.De geïnterviewde actoren hebben de volgende knelpunten gesignaleerd in de EPS-keten:

• De hoeveelheid vrijkomend gebruikt EPS is te laag;• Er is geen sluitende inzamelstructuur voor EPS uit de bouw en ook niet voor

verpakkingen van consumenten en MKB’s;• De transportkosten zijn hoog, omdat EPS een licht materiaal is;• EPS dat is toegepast in de bouw is te vervuild voor recycling;• Vrijkomend EPS is variabel van samenstelling;• Fabrikanten van EPS producten hebben een afvalverwerkingsvergunning nodig om

gebruikt en ingezameld EPS te recyclen;• Er is onvoldoende drijvende kracht voor hoogwaardige recycling.

Na dit project zijn er nog 2 MJA trajecten die gestart kunnen worden:• Bio-EPS;• Een efficiënte inzamel logistiek.

Page 28: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 28Rubber- en Kunststof industrie

BIJLAGE 5: Overzicht resultaten branche studies in de periode 2009 t/m 2012

Belangrijkste conclusies ketenanalyse energie voor de RKI2):

BedrijfsvoeringConclusies:

• Bedrijven beoordelen ‘energieoplossingen’ vanuit de algemene bedrijfsbelangen(bottum up);

• Uit algemene bedrijfsbeslissingen (lean manufacturing) volgen energiemaatregelen(top down);

• Van binnen naar buiten werken. De focus van bedrijven is om eerst de eigenprocessen en hun ketens op orde te krijgen;

• Bedrijven verschuiven hun productietijden (’s nachts, 3 naar 5 ploegen, 7x24);• De productie kostprijs zal in het algemeen lager worden (innovaties zullen

doorgevoerd worden waardoor besparingen worden gerealiseerd), zodat het effectvan de hogere energieprijzen wordt gecompenseerd;

• Nieuwe concepten van scheiding van productieprocessen of redesign van processen(bijv. reduceren mengstappen rubber) biedt in potentie energiebesparing;

• Aandacht voor energie besparing bij directies is beperkt. Die kijken op kosten.Energie moet dus vertaald worden naar kosten voor de directeuren.

Aanbevelingen:• Opstellen overzicht van concrete acties (maatregelen) die bedrijven top down en

bottum up kunnen nemen;• De RKI is een jonge industrie. Energiedoelstellingen moeten ingebouwd worden in

procesinnovatieplannen;• Advies aan bedrijven: denk in de productlevenscyclus: preventie, betere

procescontrole in productie, afvalreductie in gebruiksfase, retour van afgedankteproducten (reverse logistic) grondstof beter recyclen en minder verliezen;

• Goed Innovatievoorbeeld doet volgen. Voor spuitgieten betekent vol elektronischwerken dat de koelbehoefte verdwijnt. Andere mogelijkheden liggen hier door hetbeter koppelen van warmtestromen;

• Begeleid bedrijven bij het zoeken van oplossingen voor warmteverlies(gebruikersgroepen);

• Er zit potentie in het ontwikkelen van duurzame bedrijven terreinen, waar bedrijvensamen kijken naar energie, milieu en transport. Voorbeelden zijn debedrijventerreinen in Weert en Hardenberg;

• Brochure “winst van energie-efficiency voor directeuren”.

Energieverbruik en besparingConclusies:

• Er vindt een omslag plaats van conventionele, fossiele energie naar duurzameenergie;

• Energieprijzen gaan omhoog. Er komt een groeiend aandeel van fuel-mixen;• Schoenmaker blijft bij de leest. Bedrijven kopen liever makkelijk groene stroom in dan

dat ze zelf hun elektriciteit op moeten gaan wekken;• De CO2 belasting komt eraan. Dit kan een pressiemiddel zijn voor bedrijven om te

investeren in duurzame energievoorzieningen;• Kunststof afval gaat gezien worden als brandstof en krijgt daarmee een toegevoegde

waarde.Aanbevelingen:

Page 29: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 29Rubber- en Kunststof industrie

• Vergisting levert meer energie op dan verbranding. Dat is nog een extra motivatie omover te stappen op bio-plastics;

• Bedrijven kunnen voordeel hebben bij het inzetten van afval voor energieproductie;• Onderzoeken wat, wanneer het beste is. Decentraal of centraal regelen van

duurzame energietoelevering? Ieder bedrijf, of bedrijventerrein hun eigenvoorzieningen, of via het elektriciteitsnet?

• Vier duurzame energiebronnen hebben op korte termijn toepassingskansen in derubber-, lijm- en kunststofindustrie: passieve zonne-energie (daklicht), warmte/koudeopslag, fotovoltaïsche zonne-energie, energie uit afval en biomassa;

• Twee energiebesparingsopties verdienen extra aandacht: isolatie van gebouwen enmachines en de bevordering van de inzet van Recyclaat.

(Secundaire) GrondstoffenConclusies

• De grondstof voor kunststoffen is de lange koolstofketen. Dat olie daarvoor nu debasis is, is een economisch feit, niet technisch;

• De industrie zal moeten wennen aan structureel hogere grondstofprijzen;• Er is een trend naar interpolymeren (van dure naar goedkopere kunststoffen);• Versnelde ontwikkelingen op het gebied van polymeerontwikkeling uit monomeren die

vervaardigd zijn uit biomassa;• Trend: Kritische beoordeling van de grondstof- en additievenkeuzes (o.a. door

REACH);• Focus op verdere innovaties op gebied van gewichtsreductie (dematerialisatie,

nieuwe additieven met extra functionaliteiten);• We zien steeds meer hybride producten, dus toepassingen van kunststoffen met

andere grondstoffen (zoals natuurvezel in plaats van glasvezel).Aanbevelingen

• De industrie kan gefaciliteerd worden rond biopolymeren. Het gaat om de keten vanbio based producten ontwikkelen, produceren, verwerken, marktintroductie enontdoeningsfase;

• Onderzoek mogelijkheden tot standaardisatie van toepassingen van het aantalpolymeren (rond PMC’s) juist ook ten behoeve van homogene reststromen enhergebruik;

• Kenniskloof dichten: Kleine bedrijven met weinig of geen R&D behoeven goedevoorlichting over wat vernieuwingen rond grondstofkeuzen;

• Stimuleer ketensamenwerking tussen grondstofleveranciers en producenten rond deinvoering van nieuwe grondstoffen en additieven;

• Hulp is nodig voor het scheppen van condities voor ontwikkeling en implementatie(collectieve R&D). Ook koppelen van onderzoek aan toepassing in de praktijk.

Productie apparatuur en processen (ketenaspecten)Conclusies:

• Op dit moment zien we veel optimalisatie en weinig radicale veranderingen;• Optimalisatie van productiemachines leidt tot minder energieverbruik;• Rond warmte en koude (besparingen) zijn vele besparingsopties. Naast de Warmte

kracht koppeling zijn opties verschuiving naar vol elektrisch spuitgieten vermindert dekoelbehoefte en/of kunnen natuurlijke koudebronnen worden aangewend, sanerenvan stoomketels verlaagt het gasverbruik, inzet van moderneafvalverbrandingsketels, inzet afgasverbrander met warmte terugwinning,

Page 30: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 30Rubber- en Kunststof industrie

verbrandingsovens met energieopwekking (verkoop energie), pentaanemissiesombuigen naar energiebesparing;

• Preventief geplande en routineus onderhoud (E-zorg) uitvoeren aan demachineparken heeft structureel rendement van 1 à 2%. Midden- en kleinbedrijf isonbekend met TPM en WCM;

• Het machinepark in Nederland (Rapport ING) is relatief oud en dus minder energieefficiënt. Wellicht is optimaliseren en leasen (met onderhoudscontract) een optie voorversnelde upgrading;

• (Duitse) machinefabrikanten (leden NRK machineleveranciers) zien beperkte marktacceptatie voor onderhoud(scontracten) en modernisering.

Aanbevelingen:• Gebruikersgroepen inzetten op optimalisatie productieprocessen (laag hangend fruit);• Analyse van de potentie van warmte/koude besparingen in brede zin

(gebruikersgroep);• Stimuleren van preventief onderhoud in samenwerking met machineleveranciers;• Onderzoek naar de behoefte aan lease contracten inclusief onderhoud;• Onderzoek naar nut van een scan die de verdienpotentie berekent (in geld en

energie) bij het optimaliseren van oude machines. Lease back aanbod bij verbeterenrandapparatuur op machine?

• Financiële voordelen op productie expliciet koppelen aan verbeteren machinepark.

DistributieConclusies:

• Integrale benadering kan leiden tot milieuwinst in transport: veel transport vindt nuplaats in ‘file tijden’ omdat de geluid zonering van bedrijven eerder of later transportverhindert;

• Transport is een grote kostenfactor. Beter en efficiënter transport vraagt planmatigeaanpak, op bedrijfsniveau. Samenwerking van groepen (bedrijventerrein) is grotekans (bv grotere vrachtwagens);

• ‘On site’ produceren bij de klant voorkomt transport bewegingen;• Rolweerstand verlagen van truck- en autobanden.

Aanbevelingen:• Transport hoog op de agenda van bedrijven zetten; planvorming stimuleren;• Opzet gebruikersgroepen gericht op samenwerking in transport;• Onderzoek en gebruikersgroep gericht op ‘on site’ klant productie.

Gebruiksfase en recyclingConclusies

• Acceptatie en toepassing van recyclaat (in overleg met klant);• Eigen verantwoordelijkheid producent: de fabrikant dient na te denken over de

toepassing (functie) van het product. Niet enkel achter de consument aanlopen;• In ‘wieg tot wieg’ benadering is gebruiksduur product belangrijk. Onderscheid tussen

lang cyclische producten en kort cyclische producten is essentieel (bv. Bouwproducten versus verpakkingen);

• Stimuleer isolatie door veilige isolatieproducten (EPS, PU, XPS) op markt tepromoten;

• Samenwerking in keten stimuleren: producent met afnemer (en gebruiker?) om tafelom product ontwerp door te spreken;

• Retour logistic systemen stimuleren.

Page 31: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 31Rubber- en Kunststof industrie

Aanbevelingen:• Integraal design en eco-design stimuleren (op doe niveau);• Ketenprojecten rond (re-)design;• Praktische tips en ondersteuning voor ‘wieg tot wieg’ benadering.

Page 32: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 32Rubber- en Kunststof industrie

Samenvatting en conclusies backcasting in de RKI – Toekomsttrends als strategischinstrument voor duurzaam innoveren 5):

Het proces van backcasting in de Rubber en Kunststofindustrie blijkt een gunstigstructurerend effect te hebben voor het gezamenlijk ontdekken van toekomstige businesskansen en beleidsbehoeften voor zowel bedrijven en brancheorganisatie.Universiteit Nyenrode in samenwerking met de brancheorganisatie NRK hebben eenexperimenteel project uitgevoerd om met de methode van backcasting samen met bedrijvenuit deze sector toekomstbeelden te vertalen naar bedrijfsrelevante informatie voorinvesteringen in innovaties in een veranderende duurzaamheidsomgeving.

Doel van het project was het testen van de hypothese dat het instrument van backcasting desamenwerking verbetert tussen bedrijven om innovaties voor duurzaamheid te bevorderen.

Het project dat is uitgevoerd in de periode van februari tot april 2007 laat zien dat hetinstrument backcasting goed uitvoerbaar is. Het verbetert en structureert het zicht op hetinhoudelijke bedrijfseconomische relevante innovatiepotentieel. Ook blijkt het bevorderlijk tezijn voor het ontwikkelen van potentieel kansrijke samenwerkingsverbanden van bedrijvenonderling en van bedrijven, kennisinstellingen en overheid. De brancheorganisatie NRKbleek een belangrijke stimulerende rol te kunnen en te willen vervullen. Dat laatste lijkt eenbelangrijke voorwaarde van het succes van het instrument. De cultuur van voortdurendeaandacht voor innovaties in deze sector is waarschijnlijk van doorslaggevend belanggeweest voor de succesvolle uitkomst van dit experiment.

De volgende conclusies kunnen worden gedestilleerd uit de ervaringen van het onderhavigebackcasting experiment:

• Backcasting structureert relevante maar diffuse informatie: het blijkt een goedemethode om de ruim beschikbare relevante toekomstinformatie inzichtelijk bijeen tebrengen. Het gezamenlijk herkennen van voor de sector relevante ontwikkelingen,bevordert de kwaliteit van strategische afwegingen waarvoor bedrijven staan;

• Backcasting structureert kennisbehoefte. De gezamenlijke behandeling van degestructureerde informatie door brancheorganisatie en bedrijven vergroot het inzichtin kennisbehoeften en daaraan gekoppelde wenselijkheid voor beleidsturing om dezekennisbehoeften te kunnen gaan dekken;

• Backcasting bevordert samenwerking van bedrijven. De gezamenlijke bespreking vande inhoudelijke technologische kansen verbetert het zicht op mogelijkesamenwerking van bedrijven;

• Backcasting is een leerproces voor alle betrokken bedrijven. Nieuwe theoretischeconcepten van systeemtheorie, stakeholdermanagement en sustainabilitymanagement werden gedeeld in de praktijk van het werkproces van het experimenten bleken zo bij te dragen aan een leerproces waardoor betrokken bedrijven hetbelang van samenwerkprocessen begrepen;

• Backcasting structureert de beleidsvraag van bedrijven aan de overheid. In dewerksessies is een helder beeld ontstaan over verlangens van de sector voorondersteunend overheidsbeleid.

Het verdient aanbeveling om dit instrument breder toe te gaan passen metbrancheverenigingen, met name in sectoren waarin veel veranderingen in technologie enomgevingscondities worden verwacht (bijvoorbeeld de bouw, vervoer). Ook de overheid kan

Page 33: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 33Rubber- en Kunststof industrie

hier haar voordeel uit trekken, doordat de beleidsagenda concreet wordt en dat die agendatot stand komt na zorgvuldige afweging over debijdrage die de sector primair zelf moet leveren.

Inhoudelijke resultaten:Vier dominante trends voortkomend uit relevante toekomststudies:

5. Biobased Economy6. Internationalisering7. Sustainability – Quality of Life8. Recycling / Afvalverwerking

Belangrijke condities & randvoorwaarden:• Veiligheid;• Beschikbaarheid grondstoffen (stock & prijs);• Milieu-impact;• Leveringszekerheid;• Technologische ontwikkeling

o Kennis: opleidingen & R&D;o Innovatiemanagement bij bedrijven;o Overheden: subsidies, beleid & wetgeving.

Belangrijkste conclusies NRK MJP Energie Efficiency voor de Rubber enKunststofindustrie 2005-2008; NRK; mei 2005 6):

De conclusies en evaluaties van onderdelen van het MJP 2005-2008 zijn hieronderonderstreept weergegeven:

Het activiteitenoverzicht is een mix:- Partijen in de keten, de eigen industrie alsook op samenwerking van verwerkende

bedrijven met andere partners in de keten (horizontaal en verticaal);- Communicatie, actief en passief (ICT-ondersteund): informeren en elkaar helpen;- Probleemoplossend voor actuele knelpunten;- Toepassen van innovaties;- Grenzen verleggen voor nieuwe ontwikkelingen.

Komt overeen met huidige MJP opzet en het beleid de afgelopen jaren

De NRK heeft in haar meerjarenraming een duidelijke financieel kader voor de inspanningenin het kader van MJA2 vastgelegd. Dat houdt in dat rekening is gehouden met een inzet van120 tot 140 dagen per jaar, terwijl via cofinanciering 60 tot 70 dagen worden gedekt. Bijcofinanciering kan aan twee bronnen worden gedacht:- Opdrachten van Agentschap NL aan de NRK en/of brancheorganisaties voor

werkzaamheden;- Bijdragen van bedrijven bij deelname aan MJA2 projecten.

Deze opzet is ook zo uitgevoerd.

Afstemmen tussen vier convenanten

Page 34: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 34Rubber- en Kunststof industrie

Niet meer relevant. In afgelopen jaren is er weinig samenhang geweest. MJA liep goed vanzichzelf

Het NRK MJA contract staat in principe open voor alle bedrijven actief in de RKI. Voorbedrijven en NRK geldt de afweging van nut en noodzaak.Voor bedrijven betekent dit, dat MJA interessant is als aan een of meer van de drie criteria isvoldaan:- Energieverbruik boven € 100.000/jaar en/of - Logistiek en transport dominante kostenpost zijn en/of- Energiezuinige productontwikkeling een belangrijke (kern)activiteit is.

Alleen eerste criteria wordt aangehouden. Op andere wordt niet getoetst of over gesproken.Wel over ambitie van het bedrijf

Binnen MJA hebben bedrijven reeds veel uiteenlopende kosten. De bedrijven betalen deinterne kosten bij het tot stand komen van het EBP, moeten de afgesproken investeringendoen, maken kosten van eigen inzet van middelen en personeel voor o.a. de deelname,monitoring, projecten en gebruikersgroepen. Daarnaast betalen zij een eigen bijdrage aanprojecten en gebruikersgroepen.De bijdrage aan projecten en gebruikersgroepen wordt per project of gebruikersgroepvastgesteld en mag geen drempel voor deelname vormen. De hoogte van de bijdragevarieert waarschijnlijk tussen de € € 250,= en 500,=. Financiële bijdrage wordt bijna nooit meer gedaan, werkt niet. Ook veel administratie

Waar sprake is van opdrachten wordt voor opdrachtverlening door Agentschap NLafgestemd tussen NRK en Agentschap NL, zodat de instemming van de NRK gewaarborgdblijft. In zaken waar de uitvoering logischerwijs in handen van de NRK ligt, wordt doorAgentschap NL opdracht verleend aan NRK op basis van een enkelvoudige offerte.

Nu kwartaaloverleg. Was er toen niet strak. Wel een jaarplan. Dat is nu vervangen door deactielijst kwartaaloverleg

De integrale aanpak vereist samenwerking met andere (organisaties van) bedrijven in deketen. Op dit moment worden die opgebouwd met:Binnen de NRK:- Aan MJA2 deelnemende bedrijven;- Sectie G&A, leveranciers van grondstoffen en additieven;- VLM, leveranciers van machines;- VKR, vereniging van recyclers.Extern:- Agentschap NL;- Adviesbureaus actief in milieu en energie;- VNTF, tapijtindustrie;- VTN, textiel industrie;- VNCI, chemische industrie;- VvKL, leveranciers van grondstoffen en additieven;- BNO, industrieel ontwerpbureaus;- Bond van Materialenkennis;- Stichting Opleidingencentrum RKI (SORK).

Page 35: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 35Rubber- en Kunststof industrie

Veel partijen zijn afgehaakt in het overleg. Geen overleg meer VNCI, tapijt, textiel

Regie NRK:- Voorlichting en werving bedrijven;- Bijeenkomsten, workshops voor bedrijven;- Nieuwsbrieven;- Inventariseren samenhang (overlap) tussen vier convenanten (en de wetgeving);

voorzien in éénduidige lijn en oplossen knelpunten;- NRK MJA website met services, inclusief adviesproduct voor energie zorgsysteem;- Inventarisatie van onderwerpen voor gebruikersgroep aanpak;- Contacten en samenwerking met relevante (organisaties van) bedrijven in de keten;- Facilitering (fiscaal, subsidies) van implementatie maatregelen door bedrijven;- Project afstemming monitoring;- Project afstemming zorgsystemen.

Al deze acties zijn uitgevoerd

Activiteitenoverzicht 2005-2008

Een aantal van de ingeplande projecten en gebruikersgroepen zijn niet opgestart.

Page 36: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 36Rubber- en Kunststof industrie

BIJLAGE 6: MeerJarenPlanning 2009 t/m 2012

Page 37: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 37Rubber- en Kunststof industrie

Voorbeeld MeerJarenplanning:

Activiteit Aanleiding/-reden

Thema Type bedrijf Niveau/NRKdoelgroep

Soortactiviteit

Coördinatorproject

Beoogdeeindresultaat

Wijze vancommunicatie

Presentatieeindresultaat

Kosten Finan-ciering

Plan-ning

Evalu-atie

C2C middag PPP R&D enmanagement

GebruikersgroepBiopolymeren - folie 2

Bio based R&D enmanagement

Gebruikersgroep LeanManufacturing, Energieefficiënt proces monitoringen control

PPP Management enTechn

GebruikersgroepProceskoeling

Eigen proces Techn.

Ketenproject recyclingcomposieten

Kosten enenergiebesparing

Sluiten vande keten

Composietenen recyclers

R&D enmanagement

Ketenproject

Branche Inzetafzetmarkt,inzicht tech.Mogelijkheden,kwaliteitproduct

Afstemmingcommunicatiebeleid branche

Artikeleindrapport

2010 Rapport

Gebruikersgroep LeanManufacturing, Life CycleCost Productieapparatuur

PPP Management enTechn.

Gebruikersgroep LeanManufacturing, Slimmeromstellen matrijzen

PPP Management enTechn.

GebruikersgroepBiopolymeren –Polyurethaanschuim PUR

Bio based R&D enmanagement

Gebruikersgroep CO2neutraal bouwen

PPP enduurzameenergie

Management enTechn.

Workshop Basic skillsecodesign

Energiezuinige producten

R&D enmanagement

Ketenproject Transport Eigen proces R&D enmanagement

Ketenproject Cradle toCradle (C2C)

Sluiten vande keten enBio based

R&D enmanagement

Gebruikersgroep Verlichting Eigen proces Techn.

Gebruikersgroep Perslucht Eigen proces Techn.

Sectoroverschrijdendecampagne

Branche

Communicatie in debranche (strategie perthema)

Branche

Digitaal platform Branche

Page 38: MEERJARENPLAN 2009 -2012 RUBBER -EN KUNSTSTOFINDUSTRIE 2009-2012 Rubber en... · • Sluiten van de keten : sluiten van materiaal ketens:> sluiten van de materiaal ketens met 2% (

MeerJarenPlan 2009-2012 Pagina 38Rubber- en Kunststof industrie

LITERATUURLIJST

1. MJA bedrijven: “van E-project naar E-traject”; Energy Experts International B.V,Huissen, 30 oktober 2006.

2. Ketenanalyse Energie voor de RKI; NRK, Den haag, november 2008.3. 030/2009/MJA: MJA projecten 2009-2010; NRK, Leidschendam, 9 november 2009.4. RKI-KOOLSTOFKETENCIRCELS 2030 MAKEN HET DUURZAAM VITALE

VERSCHIL, Voorstudie mja3: Rubber-, lijm- en kunststofindustrie; Berenschot,Utrecht, Oktober 2009.

5. Backcasting in de RKI – Toekomsttrends als strategisch instrument voor duurzaaminnoveren; NRK en Nyenrode Business Universiteit, Nyenrode, 25 april 2007.

6. NRK MJP Energie Efficiency voor de Rubber en Kunststofindustrie 2005-2008; NRK;mei 2005.

7. Nieuwsbrief Netwerk Business; NRK; februari 2010;8. Nieuwsbrief Netwerk Innovatie en Technologie; NRK; februari 2010;9. Nieuwsbrief Netwerk KAM & Energie; NRK; februari 2010;10. PERSBERICHTVoorstudie Routekaart NRK: De RKI-koolstofketencirkels 2030

maken het duurzaam vitale verschil! 1 april 201011. Cradle to Cradle binnen de keten vormgeven; Kunststof en Rubber; nr. 9 september

200912. Samenvatting ketenproject EPS; SenterNovem; juli 200813. Ondersteuning NRK MJA Gebruikersgroep Herontwerp Product; Beco Groep; juni

200914. Ondersteuning Gebruikersgroep Recyclaat; Beco Groep; oktober 2008;15. MeerJarenAfspraken resultaten 2008; SenterNovem; september 2009