MECA-wegenbouwtechnieken for Web

Embed Size (px)

Citation preview

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    1/82

    Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid

    BOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

    BOUWPLAATSMACHINISTEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    2/82

    2

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    3/82

    3

    Situering

    Er bestaan al verschillende uitgaven over bouwplaatsmachines, maar de meeste zijn verouderd. Daarom is devraag naar een modern handboek, waarin ook de nieuwe technieken aan bod komen, enorm groot.

    Het ‘Modulair handboek Bouwplaatsmachinisten’ werd geschreven in opdracht van fvb-ffc Constructiv (Fondsvoor Vakopleiding in de Bouwnijverheid ). De dienst Gemechaniseerde beroepen (MECA) van het fvb vormde hetredactieteam. De verschillende boekdelen werden in samenwerking met de opleidingsinstellingen uitgewerkt.

    Dit handboek werd opgebouwd uit verschillende boekdelen en verder opgesplitst in modules. De structuur eninhoud werden aangepast aan de nieuwe technieken in de bouw- en machinewereld.

    In het naslagwerk werd tekst zoveel mogelijk afgewisseld met afbeeldingen. Hierdoor krijgt de lezer hetleermateriaal meer visueel aangeboden.

    Om goed aan te sluiten bij de realiteit en de principes van competentieleren is een praktijkgerichte beschrijvinghet uitgangspunt van elk onderwerp. De boekdelen bevatten ook praktijkoefeningen.

    Opleidingsonafhankelijk 

    Het handboek werd zo ontwikkeld dat het voor verschillende doelgroepen toegankelijk is.

    We streven naar een doorlopende opleiding: zo kan zowel een leerling bouwplaatsmachinist als eenwerkzoekende in de bouw of een werknemer van een bouwbedrijf dit handboek gebruiken.

    Een geïntegreerde aanpak 

    Veiligheid, gezondheid en milieu zijn thema’s die de redactie hoog in het vaandel draagt. Het is vooreen bouwplaatsmachinist uitermate belangrijk dat hij daar de nodige aandacht aan besteedt. Om de

    toepasbaarheid te optimaliseren werden deze thema’s zoveel mogelijk geïntegreerd in het handboek.

    Robert VertenueilVoorzitter fvb-ffc Constructiv 

    VOORWOORD

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    4/82

    4

    INHOUDSTAFEL

    1. KUNSTMATERIALEN ..............................................91.1. Steenslag ..............................................................................9

    1.2. Gebroken puingranulaten .....................................10

    1.3. Zandcement ...................................................................13

    1.3.1. Samenstelling ........................................................13

    1.3.2. Eigenschappen / verwerking .........................14

    1.3.3. Toepassingen .........................................................15

    1.4. Schraal beton .................................................................161.4.1. Samenstelling ........................................................16

    1.4.2. Toepassingen .........................................................17

    1.4.3. Verwerking ..............................................................18

    2. OPBOUW VAN EEN WEGIN DWARSDOORSNEDE ................................192.1. Onderdelen .....................................................................19

    2.1.1. Flexibele structuur ...............................................20

    2.1.2. Stijve structuur ......................................................21

    2.1.3. Water in de onderlagen van een weg ........21

    2.1.4. Open en gesloten verhardingen ...................22

    2.1.5. Gesloten verhardingen .....................................22

    2.2. Het baanbed ...................................................................23

    2.3. De aardebaan of verbeterde ondergrond ....24

    2.4. Stabilisatie met kalk  ....................................................25

    2.4.1. Wat is ongebluste kalk? .....................................252.4.2. Bescherming bij werken

    met ongebluste kalk  ...........................................26

    2.4.3. Waarom grond verbeteren met kalk? .........27

    2.4.4. Uitvoering ...............................................................28

    2.5. Geotextiel .........................................................................30

    2.5.1. Wat is geotextiel? .................................................30

    2.5.2. Algemene eigenschappen ..............................30

    2.5.3. Toepassingen .........................................................31

    2.6. Onderfunderingen en funderingen(van wegen) ....................................................................32

    2.6.1. Algemeen................................................................32

    2.6.2. Onderfunderingen ..............................................33

    2.6.3. Funderingen ..........................................................342.7. Stabilisatie met cement ...........................................35

    3. KANTOPSLUITINGEN ........................................373.1. Wat? ......................................................................................37

    3.2. Functies ..............................................................................38

    3.3. Soorten lijnvormige elementen in beton.....39

    3.4. Boordstenen ...................................................................403.4.1. Kenmerken van rechte boordstenen

    in beton ....................................................................40

    3.4.2. Genormaliseerde boordstenen in beton ...413.4.3. Speciale boordstenen in beton .....................423.4.4. Fundering onder boordstenen, kantstroken

    en greppels .............................................................43

    3.4.5. Plaatsen van boordstenen ...............................44

    3.4.6. Gebogen boordstenen in beton ...................44

    3.5. Kantstroken in beton .................................................45

    3.6. Greppels (straatgoten) ..............................................46

    3.6.1. Waterafvoer ............................................................46

    3.6.2. Soorten .....................................................................46

    3.6.3. Aanslag en breekpunt .......................................483.6.4. Plaatsingstechnieken .........................................48

    3.6.5. Verlaagde afboordingen ...................................49

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    5/82

    5

    INHOUDSTAFEL

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    3.7. Straatkolken ....................................................................503.7.1. Algemeen .............................. ................................. ........50

    3.7.2. Onderdelen ............................................................50

    3.7.3. Omschrijving en functies .................................51

    3.7.4. Plaatsing ..................................................................51

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENEN ..534.1. BENOR-kwaliteitsmerk ..............................................53

    4.2. Vormen ...............................................................................544.2.1. Hulpstukken ................................................................55

    4.3. Soorten (in functie van het materiaal) ............56

    4.3.1. Betonstraatstenen ...............................................56

    4.3.2. Gebakken straatstenen (kleiklinkers) ...........58

    4.4. Steenverbanden ...........................................................59

    4.4.1. Halfsteensverband ..............................................59

    4.4.2. Elleboogverband .................................................59

    4.4.3. Visgraatverband ....................................................60

    4.4.4. Keperverband ........................................................60

    4.4.5. Blokverband ...........................................................604.5. Verticale constructie van een bestrating ......61

    4.5.1. Kwaliteit van de betonstraatstenen.............61

    4.5.2. De verschillende lagen ......................................62

    4.5.3. Ondergrond ...........................................................62

    4.5.4. Onderfundering ...................................................62

    4.5.5. Fundering ................................................................62

    4.5.6. Kantopsluiting .......................................................62

    4.5.7. Straatlaag (bed van de bestrating) ...............63

    4.5.8. Plaatsen of vlijen van straatstenen...............64

    4.5.9. Plaatsingstechnieken .........................................64

    4.5.10. Voegvulling ..........................................................65

    4.5.11. Vastzetten van de straatstenen ...................65

    4.5.12. Afwerken van de voegen ...............................66

    4.5.13. Ingebruikname ...................................................66

    4.6. Uitvoeren van bochten ............................................67

    4.7. Machinaal vlijen van straatstenen .....................67

    5. TALUDS ................................................................................695.1. Aanduiding van een helling .................................69

    5.2. Taluds in zand .................................................................70

    5.3. Stabiliteit (glijvlakken, invloed van water) ....71

    5.4. Taluds uitzetten, aanleggen en profileren ....72

    5.5. Taludbescherming / oeverversteviging .........73

    5.5.1. Factoren die de erosie beïnvloeden ............73

    5.5.2. Taluds boven water .............................................73

    5.5.3. Betonmatrassen ...................................................74

    5.5.4. Omslagmethode ..................................................75

    5.5.5. Verstevigen van de teen ...................................76

    5.5.6. Schanskorven ........................................................78

    5.6. Sloten ..................................................................................79

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    6/82

    6

    © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2012

    Alle rechten van reproductie, vertalingen aanpassing onder eender welke vorm,voorbehouden voor alle landen.N017BM - versie augustus 2012.

    D/2011/1698/49

    ContactVoor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij:

      fvb•ffc Constructiv  Koningsstraat 132/5  1000 Brussel  Tel.: +32 2 210 03 33  Fax: +32 2 210 03 99

      website : fvb.constructiv.be

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    7/82

    7

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    Voorafgaandelijke opmerkingen:

    Bij de opstelling van dit handboek is vooral rekening gehouden met het standaardbestek 250 van dewegenbouw. De redactie heeft geprobeerd om zoveel mogelijk dezelfde terminologie te gebruiken.Alle vermelde materialen die gebruikt kunnen worden, moeten altijd gekeurd zijn:

    • materialen die een COPRO-keuring vereisen: alle gebroken puingranulaten, geotextiel, gebakken

    straatstenen, geribbelde draineerbuizen en hulpstukken in pvc;

    • materialen die een BENOR-keuring vereisen: natuurlijk en kunstmatig zand, natuursteenslag,betonstraatstenen, betontegels, pvc-buizen en hulpstukken voor rioleringen, geprefabriceerde betonnenboordstenen, kantstroken en greppels.

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    8/82

    8

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    9/82

    9

    1. KUNSTMATERIALEN

    Kunstmaterialen zijn materialen die met een breker gebroken worden tot granulaten (korrelmateriaal) endaarna op maat gezeefd worden. Het gaat bijvoorbeeld om natuursteen, steenpuin van sloopwerken enhoogovenslak.

    ‘Granulaten’ zijn alle niet-klevende materialen in korrelvorm, zoals steenslag, betonpuin, zand, brekerzand, stof, …

    Steenslag wordt verkregen door (harde) natuurstenenmechanisch te breken, meestal in natuursteengroeven. Groverotsblokken worden meestal gebroken met een kegelbreker,terwijl het fijnere breekwerk vaak met een percussiebrekerwordt uitgevoerd. Na het breken worden de steenbrokjesgezeefd en soms met water gewassen. De afmetingen vansteenslag liggen doorgaans tussen 2 mm en 80 mm.

    Enkele bekende soorten in België zijn: Doornikse kalksteen,porfier van Lessen, grès van La Roche, …

    Steenslag is verkrijgbaar in verschillende korrelmaten(kalibers). De korrelmaat d/D geeft de afmetingen in mmvan de kleinste en de grootste korrel. Veel voorkomendekorrelmaten zijn: 4/7, 7/14, 0/20, 0/32 en 0/40. Tussen dekleinste en de grootste korrels moeten ook voldoendetussenmaten zitten, zodat er na het verdichten zo weinigmogelijk holtes tussen de stenen overblijven.

    Steenslag wordt voornamelijk gebruikt in beton, bijwegenbouwtoepassingen (asfalt, wegfunderingen, …),

    bij waterbouwwerken, als spoorwegballast, voor opritten,parkings, enz.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    1. KUNSTMATERIALEN

    1.1. Steenslag

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    10/82

    10

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    1. KUNSTMATERIALEN

    Gerecycleerde steenachtige granulaten zijn puingranulaten.Deze granulaten zijn gemaakt van bouw- en sloopafval, datvoor ruim 90% bestaat uit steenachtig materiaal, zoals beton,metselwerk, tegels en dorpels. Alleen puingranulaten dieafkomstig zijn van een COPRO-gekeurde recyclageinrichting,mogen als bouwstof hergebruikt worden. Voor overheidswerken (werken voor een provincie,gemeente, …) moeten puingranulaten voldoen aan

    de voorschriften uit het standaardbestek 250 van dewegenbouw. Dit bestek onderscheidt:

    1. GEBROKEN BETONPUIN:

    • Afkomst:

    gebroken betonpuin ontstaat door allerhande betonte breken (betonwegen, balken, kolommen, gewelven,boordstenen, bruggen, …).• Samenstelling:

    minstens 90% beton, hoogstens 10% ander steenachtigmateriaal, hoogstens 0,5% niet-steenachtig materiaal(gips, rubber, plastic, isolatie, roofing, …), hoogstens 0,5%

    organisch materiaal (hout, plantenresten, …).• Gebruik:als het COPRO-gekeurd is, mag het gebruikt worden voorophogingen, als onderfundering en fundering voor wegenen in mager beton.

    1.2. Gebroken puingranulaten

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    11/82

    11

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    1. KUNSTMATERIALEN

    2. GEBROKEN MENGPUIN:

     • Afkomst:

    gebroken mengpuin ontstaat door metselwerk- enbetonpuin van gebouwen en kunstwerken te breken.• Samenstelling:

    minstens 20% betonpuin, minstens 40% metselwerkpuin,hoogstens 5% asfaltpuin, hoogstens 1% niet-steenachtigmateriaal en hoogstens 0,5% organisch materiaal.• Gebruik:

    als onderfundering voor wegen, ophogingen, in magerbeton.

    3. GEBROKEN METSELWERKPUIN:

    • Afkomst:

    gebroken metselwerkpuin ontstaat door metselwerkpuin vangebouwen en kunstwerken te breken.• Samenstelling:

    minstens 80% metselwerkpuin.• Gebruik:

    alleen voor ophogingen en als onderfundering.

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    12/82

    12

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    1. KUNSTMATERIALEN

    4. GEBROKEN ASFALTPUIN:

    • Afkomst:

    gebroken metselwerkpuin ontstaat door asfaltverhardingenop te breken of af te frezen.• Gebruik:

    in onderfunderingen en deels in nieuwe asfaltlagen.

    5. PUINBREKERZAND:

     

    • Afkomst:

    puinbrekerzand is het fijne materiaal dat tijdens hetbreekproces van gebroken betonpuin, gebroken mengpuin

    of gebroken metselwerkpuin ontstaat. De korrelgroottevarieert doorgaans tussen 0 en 10 mm. • Gebruik:puinbrekerzand wordt beschouwd als hoogwaardiger danpuinzeefzand. Het wordt enkel als bouwstof gebruikt, terwijlpuinzeefzand als bodem gebruikt wordt.Enkele toepassingen: als drainagezand, in onderfunderingen,in zandcement, als vulmateriaal in steenslagfunderingen, inschraal funderingsbeton, bij straatstenen of betontegels, alsstraatlagen en voegzand.

    Foto: COPRO-gekeurde puingranulatenmogen hoogstens 0,5% niet-steenachtigmateriaal en 0,5% organisch materiaalbevatten.

    Er bestaat ook puinzeefzand, zand dat

    vrijkomt bij een eerste zeving van puin.In puinzeefzand zitten dus vaak noggrondresten.

    Opgelet

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    13/82

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    14/82

    14

    1.3.2. Eigenschappen / verwerking

    Zandcement heeft een korte bindingstijd, waardoor eenvrij snelle verwerking nodig is. Dit betekent meestal dat hetverwerkt moet worden binnen 3 à 4 uur. Zandcement magniet gebruikt worden als er kans bestaat op vorst (binnen 24uur) of bij zeer hevige regenval (risico op uitspoeling).

    In vergelijking met gewoon beton bevat zandcement:

    MINDER WATER• Hierdoor is zandcement goed waterdoorlatend

    (drainerend) en dus beter bestand tegen opvriezen.• Doordat het niet vloeibaar is, kan het gemakkelijk

    van de mengcentrale getransporteerd worden in eenaanhangwagen of vrachtwagen, op voorwaarde dat hetafgedekt wordt met een zeildoek. Het hoeft niet in eenbetonmixer vervoerd te worden.

    • Het kan gemakkelijk in allerhande vormen uitgewerktworden zonder gebruik te maken van een bekisting:

    schuine afboording, vijver, …

    MINDER CEMENT• Hierdoor is zandcement minder sterk dan gewoon beton.

     Toch moet het sterk genoeg zijn om niet van vorm tekunnen veranderen (bv. onder parkings).

    • Het kan niet gebruikt worden onder zware belastingen(bv. wegen met zwaar vervoer).

    • Sterke plantenwortels kunnen er doorheen groeien.

    1. KUNSTMATERIALENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    15/82

    15

    1. KUNSTMATERIALEN

    1.3.3. Toepassingen • Als vochtdoorlatende, vormvaste ondergrond voor diverse

    wegenbouwelementen: boordstenen, greppels, klinkers,straatkolken, …

    • Als aanvulling, bijvoorbeeld bij starre openbarerioleringsbuizen, zoals betonbuizen of gresbuizen, ...

    • Als voegvulling bij bestratingen, …

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    16/82

    16

    1. KUNSTMATERIALEN

    1.4. Schraal beton

    Schraal beton wordt ook ‘mager beton’ genoemd.

    1.4.1. Samenstelling

    Schraal beton bestaat uit een gelijkmatig, aardvochtigmengsel van zand, granulaten en cement. Het is grijs (doorhet cement).

    • Aardvochtig: het watergehalte mag niet meer dan 8% van

    de massa van het droge mengsel bedragen.• Het zand moet zuiver zijn. Zowel natuurlijk zand (bv.

    groevezand 0/4) als kunstmatig zand (bv. puinbrekerzand0/10) mag gebruikt worden. Zand met meer dan 10% zeerfijne deeltjes (stof) vermindert de kwaliteit van het betonaanzienlijk, omdat er dan veel meer water nodig is, wat hetbeton minder sterk maakt.

    • Granulaten: bijna alle types steenachtige materialenmogen gebruikt worden (grind, steenslag, gebrokenbetonpuin 0/20, gebroken mengpuin 0/20, …), opvoorwaarde dat het gehalte aan zeer fijne korrels (< 0,063

    mm) in het mengsel niet meer dan 5% bedraagt. Anders iser te veel water nodig in het betonmengsel.

    • Het cementgehalte bedraagt minstens 100 kg/m³, maarligt meestal rond 130 kg/m³.

    • Om zelf zandcement te maken nemen we meestal ééndeel cement voor zes delen zand/granulaten. De optimaleverhouding zand/granulaten bedraagt 35% zand en 65%granulaten.

    Schraal betonca. 130 à 140 kg cement per m³

    1 deel cement

    2 delen zand

    4 delen granulaten

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    17/82

    17

    1. KUNSTMATERIALEN

    1.4.2. Toepassingen • Schraal beton zorgt voor een ‘plaateffect’. Dit betekent dat

    het delen minder draagkrachtige grond kan overbruggen.Het kan dus gebruikt worden als funderingslaag onderalle types wegbedekking. Het is de ideale fundering voorwegen met matig tot zwaar verkeer.

    • Schraal beton is erg goed geschikt voor het funderenen vastzetten van kantopsluitingen (boordstenen,

    kantstroken, greppels, …). Het kan de enorme krachtenopvangen van bv. een autobus die tegen een stoeprand ofboordsteen rijdt.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    18/82

    18

    1. KUNSTMATERIALEN

    1.4.3. Verwerking

    Schraal beton wordt meestal in een betoncentrale gemengd.Het kan vervoerd worden met een betonmixer, maar ook metgewone vrachtwagens. Waarom? 

    • Het verdichten moet zo snel mogelijk na het bereiden van

    het mengsel beëindigd zijn (binnen twee uur). Er wordtaangeraden om niet te werken bij koud weer (< 1 °C om8 uur ‘s ochtends of < -3 °C ‘s nachts). Vers verdicht schraalbeton moet altijd zo snel mogelijk na de verwerkingbeschermd worden tegen uitdroging. Na de verwerkingwordt het beton doorgaans getrild.

    • Grote hoeveelheden beton, zoals de fundering voor deboordstenen van een weg, worden doorgaans verwerktmet een glijbekistingsmachine (slibform paver). Dezemachine is uitgerust met een krachtig trilsysteem. Decombinatie van het aardvochtig beton en de krachtige

    trillingen zorgt ervoor dat er geen blijvende bekistingnodig is.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    glijbekistingsmachine

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    19/82

    19

    2. OPBOUW VAN EEN WEG

    IN DWARSDOORSNEDE

    Een concreet voorbeeld:

    Een weg wordt gemaakt voor 10 tot 25 jaar. Bij het ontwerpen van een weg zijn vooral twee zaken belangrijk:

    1. de verkeersbelasting: er moet voorspeld worden wat de verkeersbelasting zal zijn. Vooral het aantalvrachtwagens en bussen dat op de weg zal rijden, is belangrijk. Waarom?  

    Eén zwaar overladen vrachtwagen veroorzaakt evenveel slijtage aan het wegdek als 245.000personenwagens. De extra slijtage wegens overgewicht kost Vlaanderen jaarlijks 15,5 miljoen euro (in 2007).

    2. het bestaande natuurlijke terrein (de ondergrond)

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.1. Onderdelen

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    20/82

    20

    Aan de hand van de verkeersbelasting en de ondergrondwordt bepaald hoe de lagen van de weg opgebouwdmoeten worden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussentwee wegstructuren:

    2.1.1. Flexibele structuur De flexibele structuur van een weg bestaat uit een losseonderstructuur met bovenaan asfalt:

    • een korrelige onderfundering (zand of grofkorreligmateriaal);

    • een korrelige fundering (steenslag, betonpuin, …);• een bitumineuze wegverharding.

    Een risico bij dit verhardingstype is dat de samengesteldelagen blijvend kunnen vervormen, wat tot spoorvorming kanleiden.

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDEBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    21/82

    21

    2.1.2. Stijve structuur De stijve structuur van een weg bestaat uit een losse of vasteonderstructuur met bovenaan beton:• een korrelige onderfundering• een steenslagfundering of een fundering in mager beton;• een betonverharding uit ongewapend, doorlopend

    gewapend of voorgespannen beton.

    Bij deze structuur worden de verkeerslasten nogbeter naar de ondergrond verdeeld, maar zijn ze welonderhevig aan grondzettingen en uitzetten en krimpendoor temperatuursveranderingen (vandaar de langs- endwarsvoegen).

    2.1.3. Water in de onderlagen van een weg

    Het is duidelijk dat te veel water in de verschillende lagen kanzorgen voor meer problemen op het vlak van stabiliteit en

    draagkracht. Waarom? 

    Daarom wordt alles in het werk gesteld om ervoor tezorgen dat de onderlagen van een weg zeker niet kunnenverzadigen met water. Dit zorgt tegelijkertijd voor een goedevorstwering:• Een weg wordt altijd in ophoging gelegd, zeker op

    plaatsen waar het grondwaterniveau hoog is.• Naast het wegdek wordt een drainage geplaatst (in een

    grindkoffer).• De verschillende lagen bestaan uit goed waterdoorlatende

    materialen (zand, steenslag, …). Tegelijkertijd moeten dezelagen opstijgend water tegenhouden (anticapillariteit).

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDEBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    22/82

    22

    2.1.4. Open en gesloten verhardingen

    Open verhardingen bestaan uit klinkers of tegels. Het SB250(Standaardbestek 250) noemt deze categorie: bestratingen(met straatstenen). Ze zijn minder geschikt voor:• zwaar verkeer (veel vrachtwagens, bussen, …);• snel en veel verkeer (snelwegen, …).

    De voegen zijn open, dus dringt er water en vuil door. Dit

    maakt de ondergrond minder draagkrachtig en veroorzaaktvaak oneffenheden. Geschilderde wegmarkeringen zijnmoeilijker uit te voeren op open verhardingen, maar erworden vaak gekleurde klinkers gebruikt in plaats vangeschilderde markeringen. De plaatsing van gekleurdeklinkers is zeer arbeidsintensief.

     Toepassingen: in dorpskernen, winkelstraten,parkeerterreinen, fiets- en voetpaden, … Opmerking:

    Ook fluisterasfalt (drainerend asfalt, zeer open asfalt - ZOA)is een open verharding wegens het hoge percentage holleruimtes (21%). Het heeft echter andere eigenschappen dan‘klassieke’ open verhardingen.

    2.1.5. Gesloten verhardingen

    Cementbetonverhardingen en bitumineuze verhardingenzijn gesloten verhardingen. Ze worden machinaalaangebracht.

     Ten opzichte van open verhardingen bieden ze deweggebruikers:• meer rijcomfort;• een hogere verkeersveiligheid.

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDEBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    23/82

    2.2. Het baanbed

    23

    Het baanbed kan bestaan uit de uitgekofferde bestaandegrond, maar de draagkracht (samendrukbaarheidsmodulus)van deze grond moet voldoende zijn om alle bovenliggendelasten te kunnen dragen (wegconstructie, verkeer, …). Als dedraagkracht van de grond wordt overschreden, ook al is hetslechts op enkele momenten en op enkele plaatsen, zullenvervormingen optreden en zal de weg kapot gaan.

    De (onder)fundering van de weg zal erg zelden rechtstreeks

    op het uitgekofferde baanbed aangelegd kunnen worden.De samendrukbaarheidsmodulus (M1) aan de bovenkantvan het baanbed moet minstens 17 Mpa bedragen om defundering rechtstreeks op het baandbed aan te mogenleggen.

    • De oude eenheid voor druk is kg/m² = bar.1 kg ~ 10 N (newton).

    • De officiële eenheid voor druk is 1 Pa (pascal) = 1 N/m²= 0,1 kg/m². Dit is een kleine eenheid. Daarom werkt menmeestal in KPa (kilopascal) of MPa (megapascal).

    • 1 KPa = 1.000 Pa• 1 MPa = 1.000.000 Pa• Hoeveel kg/cm² is 17 MPa?

    Antwoord: 170 kg/cm².

    De samendrukbaarheidsmodulus wordt gecontroleerd viaeen plaatproef. Er moet één plaatproef worden uitgevoerdper vak van 1.500 m².

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDEBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    24/82

    24

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.3. De aardebaan of verbeterde ondergrond

    Als de draagkracht van het baanbed kleiner dan 17 Mpais, moet het baanbed verbeterd worden. Deze verbeterdegrondlaag noemen we de aardebaan.

    De aardebaan moet aan de volgende voorwaarden voldoen:• Ze moet voldoende poreus zijn om het ingedrongen

    water voldoende door te laten.• Ze mag niet capillair werken, dus niet te fijn zijn, zodat ze

    niet opvriest.

    • Ze moet voldoende vormvast zijn.

    Voor een aardebaan gemaakt wordt, worden de volgendestappen vaak uitgevoerd:

    1. De bestaande grond wordt aan de oppervlakte verdichten opnieuw geprofileerd, waarna de samendrukbaarheidopnieuw gecontroleerd wordt. Het verdichten kanbijvoorbeeld met een grondwals gebeuren (trilrol vooraan,banden achteraan).

    2. Als de grond nog niet draagkrachtig genoeg is, kande grond verbeterd en daarna opnieuw verdicht engeprofileerd worden. Om de grond te verbeteren kunnenwe:• een bindmiddel, zoals kalk of cement, in de grond

    mengen. Als gevolg van de wet van 1 januari 2004waarbij een bodembeheerrapport nodig is vanaf 250m³ grondverzet, wordt tegenwoordig meestal voor dezemethode gekozen.

    • de bestaande, slechte grond mengen met zandachtigegrond of met gebroken puin.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    25/82

    25

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.4. Stabilisatie met kalk 

    2.4.1. Wat is ongebluste kalk?

    Ongebluste kalk of gebrande kalk is een witachtig poeder,dat (in België) verkregen wordt door kalksteen of mergelin een oven te branden bij een temperatuur van ongeveer900°C.

    Ongebluste kalk die aan de lucht blootgesteld wordt,reageert onmiddellijk en zeer heftig met vocht (water), zelfsin zeer kleine hoeveelheden. De reactie veroorzaakt eensterke hitte.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    Stabilisatie met kalk is hetzelfde als grondverbetering met kalk of kalkstabilisatie.

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    26/82

    26

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.4.2. Bescherming bij werken met ongebluste kalk  Bij de verhandeling en verwerking van ongebluste kalkmoeten een aantal maatregelen genomen worden:• De bestuurder van de kalkmachine draagt een

    beschermbril en heeft altijd een flesje water bij zich. Decabine is veelal voorzien van een airco met overdruk.

    • De kalk moet volledig droog blijven en mag niet kunnenvrijkomen tijdens het transport en de verhandeling.

    Daarom wordt hij in bulk geleverd in waterdichte silo’s.• De kalk mag bij de verwerking slechts minimaal stuiven of

    opwaaien. Er worden meestal producten aan toegevoegd,zoals olie, dat de reactie met water een beetje vertraagt.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    27/82

    27

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.4.3. Waarom grond verbeteren met kalk? Kalk wordt gebruikt om klei- en leemgronden te stabiliseren. Deze gronden komen in ons land vrij veel voor enbevatten bovendien vaak veel water. Een modderbrij kan op korte tijd veranderd worden in een grond waaropbouwmachines probleemloos kunnen rijden.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    • De grond wordt TER PLAATSE verbeterd.

    • De grond wordt GEDROOGD (droger gemaakt). De ‘ongebluste kalk’ reageert onmiddellijk met het vochtin de grond en veroorzaakt een sterke warmte-ontwikkeling. Naargelang het weer kan het watergehaltedalen met 2 tot 4% per procent toegevoegde kalk. Het watergehalte wordt in het lab bepaald met behulpvan een monster. Bij vrij natte grond kan dit gehalte vlot oplopen tot 25%.

    • De klei wordt VERKRUIMELD, waardoor de grondstructuur verbetert. Ongekalkte klei is plastisch envettig; behandelde klei is zandachtig (met duidelijke korrels). Deze eigenschap heeft ook tot gevolg dat degrond merkelijk beter verdicht kan worden.

    • De DRAAGKRACHT VERHOOGT. Twee uur na de behandeling is de draagkracht al 4 tot 10 keer hoger dan voor de behandeling. Kalkzorgt dus voor een snelle verhoging van de draagkracht, waardoor de werf al na zeer korte tijd beterberijdbaar wordt.

     De kalk reageert langzaam verder met de klei gedurende een drietal maanden. Dit zorgt voor eentrage, duurzame verharding, waardoor er eigenlijk veel tijd is om de grond definitief te verwerken.

    Voordelen

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    28/82

    28

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.4.4. Uitvoering

    • Kalk wordt getransporteerd en opgeslagen in een silowagen. Via een hogedrukleiding en luchtdruk wordt hijovergeblazen naar de strooiwagen.

    • Dit werk mag niet gebeuren bij vorst of aanhoudenderegen, want anders zal het watergehalte veranderen.

    • Soms moet de grond losgemaakt worden alsvoorbereiding op het werk. Dit is niet altijd nodig. Het isnuttig bij:• het verwijderen van grote elementen (kasseien,

    boomwortels, stenen, …);• het beluchten of bevochtigen van de grond.

    • Bij kalk wordt bij voorkeur rechtstreeks op de plaats van

    bestemming gewerkt, eventueel in lagen. De diepte dieingefreesd moet worden en de hoeveelheid kalk wordenvooraf vastgesteld. Als er bijvoorbeeld 22 kg kalk/m² 40 cmdiep ingewerkt moet worden, is 55 kg kalk/m³ nodig.

    • De kalk wordt met een spreidmachine gelijkmatig overhet oppervlak verspreid. De dosering mag hoogstens1/10 afwijken van de vooropgestelde dosering. Allesmoet in het werk gesteld worden om stofontwikkelingte beperken: de valhoogte bedraagt maximaal 0,5 m; despreidmachine heeft achteraan vallappen; er wordt niet

    gestrooid als de kalk buiten de werf waait, …

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    29/82

    29

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    • Nadat de kalk gespreid is, moet de grond homogeen(overal gelijk) gemengd worden over het volledigeoppervlak en over de volledige dikte. Elke strook overlaptde voorgaande over een breedte van minstens 10 cm.De kalk moet niet onmiddellijk gemengd worden (integenstelling tot cement), maar wel nog dezelfde dag.

    Als er met een frees gemengd wordt, kunnen stenen,kasseien, ondergewerkt afval (bv. ijzeren piketten), enz.

    voor problemen zorgen. Eigenlijk zou het materiaal eerstgezeefd moeten kunnen worden.

    De frees moet tegen de rijrichting in draaien! Zo komtde kalk zeker onderaan terecht. Een frees die met derijrichting meedraait, steekt een deel van de kalk weeromhoog. Om tegen de rijrichting in te frezen, is wel veelmeer vermogen nodig van de tractor.

    • De gekalkte laag moet opnieuw verdicht en geprofileerd(genivelleerd) worden. Het verdichten moet vrij precies

    gebeuren voor een goede stabilisatie. Rij niet meer dandrie keer over de grond en rij aan een redelijke snelheidbij de eerste keer trillen. Zeker bij regenweer is dit werksecuur.

    • Voor de controle zijn drukproeven nodig, maar na hetverdichten kan al veel gezien worden met het blote oog:• geen scheurtjes in de grond• geen matraseffect

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    30/82

    30

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.5.1. Wat is geotextiel?

    Geotextielen zijn textielen die water doorlaten, maargeen grond. Naargelang van de fabricatiewijze kunnenze onderverdeeld worden in geweven, niet-geweven engebreide textielen. Vaak zijn ze gemaakt uit polypropyleenen/of polyester, maar soms ook uit nylon of glasvezel. Ditzijn onrotbare kunststoffen. Als het materiaal biologischafbreekbaar moet zijn (wat niet het geval is in dewegenbouw), wordt meestal kokos, jute of hennep gebruikt.

    2.5.2. Algemene eigenschappen

    De eigenschappen kunnen verschillen in functie van hettype textiel. Vaak wordt het textiel dan ook speciaal vooreen bepaald doel ontworpen. De belangrijkste algemeneeigenschappen zijn:• hoge waterdoorlaatbaarheid, maar geen

    gronddoorlatendheid• grote soepelheid• sterkte: hoge weerstand tegen trekkrachten en tegen

    perforatie. Toch moet de ondergrond zo puinvrij mogelijkzijn bij de plaatsing.

    • lange levensduur

    2.5. Geotextiel

    Gewicht 90 tot 335 g/m²

    Standaardbreedtes 1,5 m – 2 m – 4,5 m – 6 m

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    31/82

    31

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.5.3. Toepassingen

    Geotextiel is uitermate geschikt als filtermateriaal (datenkel water doorlaat) en tegelijk als scheidingsmateriaal.Op aardebanen wordt bijna altijd een geotextiel geplaatst.Zo kunnen fijne deeltjes grond van het baanbed of deaardebaan niet opstijgen in het grovere materiaal van deonderfundering of fundering en wordt ook uitspoelingvoorkomen.

    Geotextiel wordt vaak gebruikt als:• drainerende mat rond drainagebuizen• scheiding tussen de ondergrond en de fundering van

    wegen, parkings, opritten, …• beschermingslaag onder waterdichte folies (bv. vijvers)• versteviging van steile hellingen• oeverbescherming tegen erosie• ...

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    32/82

    32

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.6.1. Algemeen Onder verhardingen, zoals wegen, voetpaden, parkings enbedrijfsvloeren, is meestal een fundering en soms ook eenonderfundering nodig. De belangrijkste functies van deonderfundering en fundering zijn:• de belasting die op het wegdek wordt uitgeoefend,

    spreiden en doorgeven naar de onderliggende lagen;• een effen oppervlak maken om de verharding op te

    kunnen aanbrengen;• al snel zorgen voor een volledige toegankelijkheid (er kan

    met bijna alle soorten machines op gereden worden, zelfsbij nat weer);

    • ongevoelig zijn voor water en vorst.

    Welke fundering gekozen wordt, is afhankelijk van een aantalelementen:• de te verwachten verkeerslasten:

    • Een fundering onder een voetpad kan bestaan uit 15cm zandcement.

    • Een fundering onder een fietspad kan bestaan uit 20 cmschraal beton.

    • Een fundering onder een cementbetonverharding kanbestaan uit 20 tot 25 cm steenslag 0/32 mm met daarop15 tot 25 cm cementgebonden betonpuin.

    • het soort ondergrond: bij een weinig draagkrachtigeondergrond is zeker een onderfundering nodig.

    • de beschikbare materialen. Tegenwoordig wordt steedsvaker gewerkt met recuperatiematerialen, zoals mengpuinvoor onderfunderingen of betonpuin voor funderingen,die met cement gestabiliseerd worden.

    • de kostprijs. Een goede fundering wordt altijd in lagen aangelegd engoed verdicht. Het is de bedoeling dat de bovenkant zoeffen mogelijk is (maximale afwijking van 2 cm) en zo droogmogelijk gehouden wordt.

    2.6. Onderfunderingen en funderingen (van wegen)

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    33/82

    33

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.6.2. Onderfunderingen

    Het deel tussen het baanbed (of de aardebaan) ende fundering is de onderfundering. Vaak wordt geenonderfundering gemaakt, maar wordt de fundering dikkergemaakt. Een onderfundering wordt wel toegepast als hetbaanbed of de aardebaan:• weinig draagkrachtig is;• vorstgevoelig is.

    Een onderfundering is vaak 15 tot 20 cm dik. Er mogen veelverschillende materialen voor gebruikt worden. Naargelangvan de samenstelling onderscheiden we een onderfunderingvan zand (type I) en een grondkorrelige onderfundering(type II). De belangrijkste materialen die gebruikt kunnenworden, zijn:

    • natuurlijk of kunstmatig zand;• puinbrekerzand;• steenslag;

    • gebroken betonpuin (bv. 0/56);• gebroken asfaltpuin (maximum 30% - bv. 0/20, 0/40, 0/56);• gebroken mengpuin (bv. 0/20, 0/40, 0/56, 20/63).

     Tegenwoordig gebruiken meerdere bedrijven ditmateriaal: ze recupereren steenachtig materiaal vanbestaande wegen en breken het. Ze zeven het niet, zodatbijvoorbeeld een korrelmaat 0/56 ontstaat.

    • gebroken metselwerkpuin.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    34/82

    34

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.6.3. Funderingen

    De fundering is het deel van de weg dat net onder deverharding ligt. Ze bestaat uit één of meerdere lagensteenachtige materialen (bv. steenslag, betonpuin) die al danniet met cement of bitumen gebonden worden.

    De fundering wordt laag per laag gespreid en daarna metwalsen verdicht. De totale dikte ervan bedraagt vaak 30 cm.

    Langs de bovenkant moet de fundering effen zijn (geenplassen of wielsporen), want later wordt de verharding eropaangebracht. Bepaalde funderingen, zoals cementmengsels,moeten beschermd worden tegen uitdroging door erbijvoorbeeld een laag bitumen met zand op te spuiten. Enkele veel voorkomende types funderingen:

    • steenslagfundering;• fundering door stabilisatie met cement van betonpuin

    (recycling in situ);• zandcementfundering;• fundering van vliegas;• fundering van schraal beton, met of zonder wapening;• enz.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    35/82

    35

    2. OPBOUW VAN EEN WEG IN DWARSDOORSNEDE

    2.7. Stabilisatie met cement

    We kunnen stabilisatie met cement vergelijken metkalkstabilisatie bij leem- en kleigronden. Cementstabilisatiewordt vooral toegepast bij zand of zeer zandrijke grond,

    betonpuin of steenslag als wegfundering.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

    • De fundering is duurzaam en erg draagkrachtig.

    • Het uitlooggedrag wordt zeer minimaal.

    • Omdat de fundering ter plaatse uitgevoerd wordt, is zegoedkoop en milieuvriendelijk.

    Voordelen

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    36/82

    36

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    37/82

    37

    3. KANTOPSLUITINGEN

    3. KANTOPSLUITINGEN

    Een kantopsluiting is de constructie aan de zijkant van de weg. Ze bestaat:• ofwel uit geprefabriceerde lijnvormige elementen (boordstenen, kantstroken, greppels, …);• ofwel uit een glijbekisting die ter plaatse gestort wordt.

    De greppel kan bestaan uit straatklinkers, kasseien, betontegels of asfalt.

    Bij verhardingen die bestaan uit kleine elementen, zoals straatstenen of betontegels, is altijd een kantopsluitingnodig. Als bij deze verhardingen een kantopsluiting ontbreekt, ontstaat erg snel schade aan de randen en delangsvoegen: 

    De lijnvormige elementen worden meestal gemaakt uit beton, maar soms ook uit natuursteen.

    Voor de geprefabriceerde lijnvormige elementen uit beton vermeldt de Belgische norm NBN B21-411de soorten en types. Aangezien de meeste Belgische fabrikanten deze norm volgen, spreken we van‘genormaliseerde’ types.

    3.1. Wat?

    Norm: NBN EN 1340 (van 2003) en NBN B21-411 (van 2006)

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    38/82

    38

    3. KANTOPSLUITINGEN

    1. Kantopsluitingen dienen om hoogteverschillen tussen het voetpad en het wegdek te kunnen uitwerken ofals veiligheidsband voor het wegverkeer.

    2. Ze vormen de referentielijn (hoogte, richting) bij het verder aanleggen van de verharding.

    3. Ze beschermen en verstevigen de randen van de weg tegen zijdelings wegschuiven. Voor een weg met veelverkeer is een zwaardere kantopsluiting nodig dan voor een fietspad of voetpad.

    4. Ze zorgen ervoor dat de (losse) fundering niet zijdelings wordt weggeduwd.

    5. Een greppel (straatgoot) dient bovendien om het water van de verharding op te vangen en af te voeren.

    3.2. Functies

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    39/82

    39

    3. KANTOPSLUITINGEN

    3.3. Soorten lijnvormige elementen in beton

    Het SB250 onderscheidt de volgende soorten:

    1. Boordstenen (of trottoirbanden):

    dit zijn elementen om verkeerszones af te sluiten,bijvoorbeeld om het voetpad van de rijstrook tescheiden. Ze hebben doorgaans één of twee vellingen(afgeschuinde randen) en worden meestal niet volledigverzonken geplaatst. Ze bestaan in uitvoeringen met ofzonder hol/dol-verbinding.

    2. Kantstroken:

    deze stroken worden altijd verzonken geplaatst en hebbengeen vellingen. Soms worden ze ook gebruikt als greppel.

    3. Straatgoten of watergreppels:

    aangezien deze greppels zowel als kantstrook dienenals hemelwater afvoeren, is het bovenvlak gedeeltelijkuitgehold.

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    40/82

    40

    Boordstenen werden vroeger uit natuursteen gehouwen (bv. graniet of blauwe hardsteen). Deze boordstenenwaren uiterst duurzaam, zagen er mooi uit en hadden een levensduur van meer dan 100 jaar. Omdatboordstenen in natuursteen erg duur zijn, worden ze nu meestal in beton gemaakt.

     

    3.4.1. Kenmerken van rechte boordstenen in beton

    • De lengte is doorgaans 1 m.• Langs de bovenkant worden vaak één of twee vellingen gemaakt. Bij stenen met één velling bevindt deze

    velling zich altijd langs de kant van de weg. De grootte van de vellingkant is afhankelijk van het type.• De vorm is rechthoekig. Soms zijn de onderhoeken in de lengterichting afgeschuind. Waarom?  

    Het gewicht varieert tussen 100 en 150 kg.

    3.4. Boordstenen

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    41/82

    41

    3.4.2. Genormaliseerde boordstenen in beton

    De kantopsluiting is ofwel breed, ofwel voldoende diep. In België worden betonnen boordstenen in functievan hun vorm in de dwarsdoorsnede genormaliseerd in de norm NBN B21-411. Hieronder staan de meestvoorkomende genormaliseerde types afgebeeld. Overteken de omtrek van de boordstenen (zoals bij type IB)en plaats er telkens de hoogtemaat, de breedtemaat en, indien mogelijk, de maten van de velling in mm bij.

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    42/82

    42

    3.4.3. Speciale boordstenen in beton

    Voor elk type maken de meeste fabrikanten ook tal van speciale boordstenen:• boordstenen met een binnenbocht en een buitenbocht met een verschillende straal. Bij stralen van meer

    dan 20 m worden rechte boordstenen gebruikt.• boordstenen met binnenhoeken en buitenhoeken van 90° en 135°;• verloopboordstenen voor de overgang van één type boordsteen naar een ander type;• eindboordstenen.

    Schrijf de juiste benaming bij de speciale boordstenen hieronder.

     

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    43/82

    43

    3.4.4. Fundering onder boordstenen, kantstroken en greppels 

    Zeker bij wegen met druk en zwaar verkeer moet de volledige kantopsluiting geplaatst worden op een ergstevige fundering in schraal beton met een stut achter de boordsteen. Zo is de boordsteen ingeklemd. Dekantopsluiting moet weerstand bieden aan de zware bovenwaartse en zijwaartse druk van vrachtwagens.

    De fundering komt minstens 15 cm buiten de buitenkant van de boordsteen. Ze wordt uitgegraven tegenoverde piketten en de hoogtes die er met plakband op aangeduid zijn.

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    44/82

    44

    3.4.5. Plaatsen van boordstenen

    Nadat het schraal beton over een voldoende grote breedte en lengte en op de juiste hoogte onder de koordaangebracht is, kan de boordsteen zelf geplaatst worden. Omdat deze steen erg zwaar is, wordt hiervoor eenboordsteentang gebruikt die door twee personen of met behulp van een hydraulische graafmachine opgetildwordt. De steen wordt echter steeds vaker machinaal geplaatst.

     • Tenzij de aanbestedingsdocumenten anders bepalen, worden de boordstenen koud tegen elkaar geplaatst en

    worden de voegen niet opgevoegd. De voegen mogen nergens breder zijn dan 6 mm.• De lengte van de passtukken of de boordstenen, kantstroken of greppels die in verstek gezaagd worden,

    bedraagt minstens 0,50 m.

    3.4.6. Gebogen boordstenen in beton

    Bekijk de gebogen boordstenen hieronder aandachtig. Gebogen boordstenen zijn steeds deeltjes van eencirkelboog. R = 10m betekent dat de straal 10 m bedraagt.Hoe wordt de straal van de bocht altijd aangeduid? 

     Voor de plaatsing van gebogen boordstenen verwijzen we naar de module praktijk.

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    45/82

    45

    Kantstroken hebben geen velling. Ze worden altijd verzonken geplaatst en doen dus vaak dienst als greppel.Naast de rechthoekige stukken bestaan er ook gebogen kantstroken. Het gewicht varieert tussen 70 en 240 kgin functie van de afmetingen.

    Vul de zichten aan op de tekening hieronder en vermeld de maten in mm.

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    46/82

    46

    3.6.1. Waterafvoer

    Het is erg belangrijk dat er tijdens en na een regenbui zoweinig mogelijk water op het wegdek blijft staan en dathet water afgevoerd wordt van de weg naar de zijkanten.Hiervoor moet het wegoppervlak een dwarshelling hebbenvan minstens 2 cm/m (voor asfalt).

    Als de zijkanten van de weg voorzien zijn van een verhoogde

    kantopsluiting, moet een greppel (straatgoot) voorzienworden. Deze greppel moet zich minstens 1 cm lagerbevinden dan de wegverharding. Hij moet hellend gelegdworden en het water naar de waterkolken afvoeren.

    3.6.2. Soorten

    Er worden niet altijd boordstenen voorzien; soms doet degreppel ook dienst als boordsteen. Greppels worden meestalop één van de volgende manieren gemaakt:

    • Ter plaatse gestort met een glijbekisting.

    De greppels moeten onmiddellijk en zonder onderbrekinggestort, verdicht, afgewerkt en tegen uitdrogingbeschermd worden.• Krimpvoegen: tenzij anders aangegeven in de

    aanbestedingsdocumenten, moet er om de 4 metereen krimpvoeg gezaagd worden in rechte stukken.In bochten met een straal R van minder dan 15 mmoet er om de 3 m een krimpvoeg gezaagd worden.De krimpvoegen worden gezaagd tot op een diepte

    van minstens 1/3 van de dikte van de gestortebetonlaag. De voegen worden zo snel mogelijk na hetgieten gezaagd om scheurvorming te voorkomen.Aan straatkolken worden altijd twee oppervlakkigekrimpvoegen gemaakt.

    • Als de greppel niet op een gebonden funderingwordt geplaatst (schraal beton, zandcement, …), ishet verplicht om eerst een waterdichte plastic folie teplaatsen.

    3.6. Greppels (straatgoten)

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    47/82

    47

    • Met geprefabriceerde elementen in beton.

    Vul hieronder de zichten aan en vermeld de afmetingen in mm. Uiteraard worden er ook gebogen greppelsgemaakt. De voegen tussen de greppels worden dichtgemaakt met cementmortel. De voegen aan destraatkolken worden gevuld met een elastische voegvulling.

    • In kasseien, betonstraatstenen of betontegels.

     

    • De greppel wordt gevormd door twee of meer rijen betonstraatstenen, kasseien of betontegels (bv. 15/30)naast elkaar. Deze rijen liggen op een fundering van schraal beton (15 à 20 cm).• Betonstraatstenen worden geplaatst in halfsteensverband en kunnen gelegd worden op een legbed

    van ongeveer 2 cm cementmortel. De voegen worden dichtgemaakt. Tussen de straatstenen en destraatkolken wordt de voeg opgevuld met een elastische voegvulling.

    • Betontegels of betonklinkers worden gelegd met een helling van 1 cm naar de boordsteen:

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    48/82

    48

    3.6.3. Aanslag en breekpunt

    De aanslag is de afstand tussen de bovenkant van de boordsteen en de bovenkant van de greppel. Deze maatwordt normaal vermeld op de detailtekening bij de plannen. Duid de aanslag aan op de bovenstaande figuur.

    De greppels worden gelegd met een helling naar de straatkolk toe. Het hoogste punt van de greppel is hetbreekpunt.

      3.6.3.1. De weg ligt pas

     3.6.3.2. Een hellende weg

     3.6.4. Plaatsingstechnieken

    Voor plaatsingstechnieken verwijzen we naar de module praktijk.

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    49/82

    49

    3.6.5. Verlaagde afboordingen

    Verlaagde afboordingen kunnen toegepast worden aan opritten van huizen, voor garages, inritten vanbedrijfsterreinen, …

    Er bestaan twee manieren om een afboording te verlagen:

    1. Met dezelfde boordstenen die gebruikt worden voor de rest van de afboording. Het funderingsbeton moetter plaatse 10 cm lager gegoten worden. De verlaging wordt verkregen door twee boordstenen te kantelen.

    Uiteraard mag de voeg niet groter zijn dan 6 mm.Wat moet hier precies gedaan worden?  

    2. Met verloopboordstenen en speciale types boordstenen.Leg kort uit.

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    50/82

    50

    3.7.1. Algemeen

    Straatkolken worden ook rioolkolken, trottoirkolken en ontvangers genoemd.Nadat de boordstenen geplaatst zijn, worden de straatkolken geplaatst. De juiste plaats en het type boordsteenkunnen we vinden op het plan. Meestal worden de straatkolken geplaatst:• om de 20 à 25 m, in het midden van een boordsteen;• in het midden van een bocht;• aan hoeken.

    3.7.2. Onderdelen

    • Rioolkolkaansluiting: het geheel van onderdelen die nodig zijn voor de aansluiting van een waterslikker opde rioolleiding.

    • Waterslikker (of rioolmond): de hemelwaterinlaatconstructie, die meestal in de straatgoot of watergreppelgeplaatst is en waarlangs het hemelwater van de verhardingen wordt afgevoerd.

    • Rioolkolk (of straatkolk of trottoirkolk): het bakvormige element onder de waterslikker waarop deverbinding naar de riolering wordt aangesloten.

    3.7. Straatkolken

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    51/82

    51

    3.7.3. Omschrijving en functies

    Straatkolken zijn meestal geprefabriceerde bakken uitgietijzer, gewapend beton of een combinatie ervan. Zezorgen ervoor dat het oppervlaktewater van de wegafgevoerd wordt naar de DWA-riolering. Vaste en bezinkbareafvalstoffen moeten in de straatkolk achterblijven. Aan debovenkant van de kolk is een gietijzeren rooster voorziendat uitgenomen of opengedraaid kan worden. De meeste

    straatkolken zijn voorzien van een sifon als reukafscheider.

    Reinigingsdiensten die aangesteld zijn door de gemeenten,moeten de kolken doorgaans één keer per jaar reinigen. Debezinkbare afvalstoffen moeten dus goed bereikbaar zijn.

    Straatkolken bestaan in veel verschillende maten en types:met afvoer aan de zijkant, met afvoer aan de onderkant, enz.De grootte van de aansluitopening hangt af van de groottevan de straatkolk. Veelal hebben grotere straatkolken eenaansluitopening van 160 mm of 200 mm diameter.

    3.7.4. Plaatsing

    Om de straatkolk gemakkelijk te kunnen plaatsen moet eenvoldoende grote put uitgegraven worden. Hiertoe wordtvaak één boordsteen en een deel van de funderingsvoetweggenomen. De put kan het best niet te diep gemaaktworden, want anders kunnen er achteraf verzakkingenoptreden. Er wordt aangeraden om de straatkolk in hetmidden van de boordsteen te plaatsen.

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

    FUNDERING:Onder de straatkolk wordt altijd eenfundering gemaakt. Als het bestek nietvermeldt hoe de fundering gemaaktmoet worden, moeten de voorschriftenuit het SB250 gevolgd worden:• een fundering van zandcement;• dikte: 20 cm;• breedte: 10 cm buiten de

    buitenafmetingen van de straatkolk.

    BOVENKANT:De bovenkant van de straatkolk moet1 cm lager geplaatst worden dan deweggoot die erin uitmondt. Uiteraardmoet de verbinding met de rioleringwaterdicht zijn.

    AANSLUITING:Straatkolken kunnen aangesloten worden

    met een verbindingsputje of rechtstreeksmet een pvc-aansluitstuk.

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    52/82

    52

    Waterontvanger W12:

    3. KANTOPSLUITINGENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    53/82

    53

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENEN

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENEN

    Bestratingen van straatstenen zijn open verhardingen: zie punt 2.1.4. Ze zijn vooral geschikt voor opritten,fietspaden, wandelpaden, marktpleinen, woonerven en minder druk bereden wegen (bv. in dorpskernen).Straatstenen zijn gemaakt uit beton of gebakken klei.

    Fabrikanten van straatstenen moeten ervoor zorgen dat hunproducten aan de Belgische en Europese normen voldoen.De huidige normen voor betonstraatstenen zijn: NBN EN1338 (2003) en NBN B21-311 (2006). De CE-markeringis verplicht voor alle straatstenen, maar het BENOR-kwaliteitsmerk niet. Het SB250 eist wel dat straatstenenBENOR-gecertificeerd zijn.

    Een product met het BENOR-merk garandeert:• dat de fabrikant zijn fabrieks- en productcontrole correct

    uitvoert;• dat het product in overeenstemming is met de volledige

    Europese en de Belgische norm.

    4.1. BENOR-kwaliteitsmerk 

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    54/82

    54

    4.2.1. Geprofileerde en niet-geprofileerde straatstenenEr bestaan niet-geprofileerde en geprofileerde straatstenen. Geprofileerde straatstenen kunnen een horizontaleen/of een verticale profilering hebben. De profileringen zorgen ervoor dat de stenen die naast elkaar liggen,beter verbonden blijven ten opzichte van elkaar en dus ook beter weerstand bieden aan verschuivingen (bv. alsgevolg van remmende voertuigen aan verkeerslichten).

    De vellingkanten rond het afslijtingsvlak verhinderen dat de bovenranden gaan afschilferen en vergemakkelijkende plaatsing. Courante betonstraatstenen hebben een velling van 5 mm (horizontaal) bij 3 mm (verticaal).

     

     Tegenwoordig bestaan er nog heel wat speciale vormen: tientallen rechthoekige formaten, getrommelde

    stenen, vierkante stenen, ronde stenen, enz.

    Speciaal voor fietspaden en lawaaiarme doortochten zijn er ook betonstraatstenen met een velling van 2 mmbij 2 mm. Om te vermijden dat de hoeken beschadigd raken wanneer de stenen koud tegen elkaar geplaatstworden, zijn de straatstenen voorzien van afstandhouders met een dikte van 0,75 mm tot 1 mm. Duid deafstandhouders aan op de figuur hierboven.

    4.2. Vormen

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    55/82

    55

    Vroeger waren een aantal formaten genormeerd, bijvoorbeeld 220 x 110 x 80 mm, waarbij 220 mm de lengte,110 mm de breedte en 80 mm de hoogte is. Tegenwoordig worden straatstenen veelal koud tegen elkaargeplaatst en worden heel wat formaten op de markt gebracht die afwijken van de eerder genormaliseerdeformaten. Enkele formaten:

    Schrijf in het vak ‘Opmerking’ voor welk type verkeer de verschillende diktes van het formaat 220 x 110 geschiktzijn.

    4.2.2. Hulpstukken

    Afhankelijk van het steenverband (legpatroon) waarin straatstenen gelegd worden, kunnen hulpstukken nodigzijn. Dit zijn meestal halve stenen, (enkele) bisschopsmutsen (kapellen) en dubbele bisschopsmutsen. De schuinezijde van de bisschopsmuts kan een halve of een volle steen zijn. Over het algemeen hebben de bisschopsmutseneen schuine zijde van een halve steen. De top van de bisschopsmuts is altijd een hoek van 90°.

    Benoem de onderstaande hulpstukken.

    Welke voordelen bieden hulpstukken? 

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENEN

    Formaat(mm)

    Velling(mm hor./mm vert.)

    Gewicht perstuk (kg)

    Aantalper m²

    Opmerking

    220x110x70 5/3 3,9 41

    220x110x80 5/3 4,45 41

    220x110x100 5/3 5,6 41

    220x110x120 5/3 6,7 41

    220x110x100 2/2 5,6 41 Fietspadklinkers

    220x220x60 5/3 6,82 20 Dubbelklinkers

    200x50x60 5/3 1,3 100 Waalformaat

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    56/82

    56

    4.3.1. Betonstraatstenen

     

    Naast de vorm kan tegenwoordig ook de kleur, het formaat en de gedaante van betonstraatstenen erg sterkvariëren. Enkele voorbeelden van soorten betonstraatstenen:

    • Waterdoorlatende betonstraatstenen. Er bestaan betonstraatstenen die verplicht met grotere voegengelegd moeten worden en er bestaan ook poreuze betonstraatstenen.Waarom hebben deze stenen tegenwoordig meer en meer succes? 

    • Uitgewassen betonstraatstenen: deze stenen hebben een ruw uitzicht.• Geluidswerende betonstraatstenen: deze stenen verminderen het rolgeluid van voertuigen.

    4.3. Soorten (in functie van het materiaal)

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    57/82

    57

    Betonstraatstenen worden standaard massief gemaakt (= in één laag) met cement als bindmiddel. Destandaardkleur is dus grijs, maar afhankelijk van de cementsoort kan dit lichtgrijs of donkergrijs zijn. Er bestaantwee mogelijkheden om betonstraatstenen te kleuren:

    1. Kleurpigmenten in de vorm van fijn poeder toevoegen aan het beton. Deze kleurstoffen zijn niet zo duur,maar vervagen na verloop van tijd.Hoe worden witte betonstraatstenen gemaakt?  

    2. Granulaten die van nature gekleurd zijn, gebruiken in het beton (bv. basalt: massief zwart). Kleuren die opdeze manier verkregen zijn, zijn kleurecht en weersbestendig. De kostprijs ligt echter aanzienlijk hogerdan bij kleurstoffen. Om de kostprijs te drukken zal enkel een gekleurde deklaag van bijvoorbeeld 2 cmaangebracht worden op de straatstenen.

    de natuurlijke granulaten die de kleur bepalen, witte cementsoort.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    58/82

    58

    4.3.2. Gebakken straatstenen (kleiklinkers)

    Gebakken straatstenen zijn in hoofdzaak vervaardigd uit klei. De kwaliteit moet beter zijn dan de kwaliteit vanbakstenen (voor muren). Waarom is dat zo? 

     Na het bakken worden de stenen gesorteerd volgens kwaliteit, kleur en vorm. Gebakken straatstenenworden ingedeeld in drie kwaliteitsklassen in functie van de belangrijkste materiaaleigenschappen, zoals

    wateropslorping, slijtweerstand, vorstbestendigheid, enz. Klasse 1 is de klasse met de beste stenen, de minstgoede stenen worden in klasse 3 ingedeeld.

    Voordelen van gebakken straatklinkers ten opzichte van betonstraatklinkers:

    • Ze zijn altijd in de massa gekleurd.• Ze hebben een goede chemische weerstand, bijvoorbeeld tegen (bijtende) zuren.

    • Ze zien er warmer uit.

    Nadelen:

    • Ze zijn duurder.• Ze zijn minder vormvast.

    Waarom?

    • Het aantal kleuren is beperkt, namelijk vooral roodachtig.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENEN

    Klasse 1 2 3

    Voorbeeld: wateropslorping(volgens NBN B24-203)

    2 tot 3% 4 tot 5% Geen eis

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    59/82

    59

    4.4. Steenverbanden

    De meest gebruikte steenverbanden zijn hierna afgebeeld. Welk steenverband gebruikt moet worden, wordtaangegeven in de aanbestedingsdocumenten. Als dat niet zo is, moeten de volgende bepalingen gevolgdworden:• Op wegen van bouwklasse B7 of hoger (B6, …) worden de stenen in keperverband gelegd.• Fietspaden worden in halfsteensverband gelegd. Waar een fietspad een inrit kruist, is het steenverband van

    het fietspad bepalend.

    Keperverbanden, visgraatverbanden en elleboogverbanden vervormen minder snel door het verkeer danhalfsteensverbanden. Ze veroorzaken ook minder rolgeluid.

    4.4.1. Halfsteensverband

    De stenen vormen evenwijdige rijen die loodrecht op derijrichting staan. Duid de rijrichting aan op de afbeeldinghiernaast.De langsvoegen tussen de rijen zijn evenwijdig. De

    dwarsvoegen verspringen een halve steenlengte per rij. Deopsluiting tegen de trottoirbanden, weggoten of kantstrokengebeurt met een streklaag.

    4.4.2. Elleboogverband

    De helft van de stenen ligt loodrecht op de rijrichting.De andere helft loopt evenwijdig met de rijrichting. Deopsluiting tegen de trottoirbanden, weggoten of kantstrokengebeurt met een streklaag. De opvulling gebeurt met

    geprefabriceerde halve stenen.Waarom? 

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    60/82

    60

    4.4.3. Visgraatverband

    De stenen liggen diagonaal op de rijrichting (in eenhoek van 45°). De opsluiting tegen de trottoirbanden,weggoten of kantstroken gebeurt met bisschopsmutsen(of kardinaalsmutsen of kapellen). In bochten gebeurt deopsluiting met een streklaag.

    Het visgraatverband wordt veel toegepast op kruispunten

    en pleinen omdat het een vrij goede weerstand biedt aande wringing die veroorzaakt wordt door voertuigen die eenbocht maken.

    4.4.4. Keperverband

    De stenen liggen diagonaal op de rijrichting (in eenhoek van 45°). De opsluiting tegen de trottoirbanden,weggoten of kantstroken gebeurt met bisschopsmutsen

    (of kardinaalsmutsen of kapellen). In bochten gebeurt deopsluiting met een streklaag.Het keperverband wordt veel toegepast op kruispunten enpleinen omdat het een vrij goede weerstand biedt aan dewringing die veroorzaakt wordt door voertuigen die eenbocht maken.

    Wat zijn de verschillen tussen het visgraatverband en hetkeperverband? 

    4.4.5. Blokverband

    Net als bij parket liggen de stenen in blokken van twee,afwisselend met hun lengteas evenwijdig aan de rijrichtingen dwars erop. In rechte lijn is voor dit verband geen opstopnodig.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    61/82

    61

    4.5. Verticale constructie van een bestrating

    Alle onderdelen van de verticale constructie moeten afgestemd zijn op:• de verwachte verkeersbelasting;• de ondergrond (zie punt 2.1);• het klimaat (Belgische klimaat => vochtig, kans op vorst, …).

    Een droge, goed verdichte fundering vormt de basis voor alle bestratingen. Vaak moet er een drainageaanwezig zijn om de fundering droog te houden. De zijkanten van een bestrating worden altijd voorzien vaneen kantopsluiting.

    4.5.1. Kwaliteit van de betonstraatstenen

    De norm bepaalt minimumklassen met de aanduiding Ia, Ib, IIa of IIb voor betonstraatstenen die gebruiktworden voor bestratingen met verkeer. De aanduidingen I en II hebben te maken met het soort verkeer, a en bhouden verband met de weersbestendigheid:

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENEN

    Cat.Diktein mm

    Bestandheid tegenvorst- en dooizout

    Afwijkingdiagonaal

    in mmToepassingsgebied

    Ia ≥ 80Gemiddeld≤ 1 kg/m²

    3Aangewezen voor bestratingen met een hoge dooizoutbelasting en

    minstens voertuigenverkeer met een normale intensiteit

    Ib ≥ 80Water-opslorping

    ≤ 6%3

    Geschikt voor bestratingen met een lage dooizoutbelasting met weinigintensief verkeer (plaatselijk verkeer, parkings, …)

    IIa < 80Gemiddeld≤ 1 kg/m²

    3Aangewezen voor bestratingen met een hoge dooizoutbelasting, maar

    slechts af en toe voertuigenverkeer (verkeersvrije straten, fietspadennaast de rijweg, …)

    IIb < 80Water-opslorping

    ≤ 6%3

    Aangewezen voor bestratingen met een lage dooizoutbelasting enslechts af en toe voertuigenverkeer (verkeersvrije straten, fietspaden

    naast de rijweg, …)

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    62/82

    62

    4.5.2. De verschillende lagen

    Hoe meer verkeer, hoe steviger de hele constructie moet zijn. De algemene dwarsdoorsnede ziet er zo uit:

    4.5.3. OndergrondVoor dit onderdeel verwijzen we naar punt 2.2.

    4.5.4. OnderfunderingVoor dit onderdeel verwijzen we naar punt 2.6.2.

    4.5.5. FunderingVoor dit onderdeel verwijzen we naar punt 2.6.3.De bovenkant van de fundering moet al de vorm hebben van de afgewerkte bestrating. Zo zal de dikte van destraatlaag niet variëren.

    4.5.6. KantopsluitingVoor dit onderdeel verwijzen we naar punt 3.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    63/82

    63

    4.5.7. Straatlaag (bed van de bestrating)

     4.5.7.1. Functies

    • De straatlaag dient om de oneffenheden van de fundering weg te werken.• Ze kan ook eventuele lichte maatafwijkingen in de dikte van de stenen opvangen (zeker bij gebakken stenen).• Verder is ze ook bedoeld om de stenen goed te kunnen vasttrillen en ze op hun plaats te houden.• De straatlaag moet redelijk waterdoorlatend zijn, zodat er geen water kan blijven staan tussen de stenen.• Het ‘hamer-en-aambeeld’-effect zou de straatstenen beschadigen. Leg uit.

      4.5.7.2. MateriaalIn de aanbestedingsdocumenten wordt vermeld met welk materiaal de straatlaag uitgevoerd moet worden.De mogelijke materialen zijn: zand, een mengsel van brekerzand en steenslag, continue steenslag 0/4 en 0/7,zandcement en mortel.

    Zandcement is een van de beste materialen. Het wordt bij voorkeur gemaakt met grof zand (0/4) en minstens100 kg cement per m³. Zandcement met grof zand is al met succes toegepast bij verkeersdrempels enbushaltes.

    Voor betonstraatstenen moet de straatlaag na het verdichten minstens 3 cm dik zijn, voor gebakkenstraatstenen minstens 4 cm. Dit betekent dat deze laag voor het verdichten 4 cm en 5 cm dik moet zijn. Een tedikke straatlaag kan spoorvorming en verzakkingen veroorzaken. De straatlaag zelf wordt alleen verdicht nadatde klinkers erop gelegd zijn. Ze moet overal ongeveer even dik zijn.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    64/82

    64

    4.5.8. Plaatsen of vlijen van straatstenen

    Zeker bij gekleurde straatstenen moeten stenen uitverschillende pakken tegelijk verwerkt worden. Waarom? 

    Het plaatsen van de betonstraatstenen omvat de volgendetaken:• de straatlaag profileren: ze effenen door ze met paslatten

    af te slepen;• de straatstenen vlijen of plaatsen.

    1. Door hun regelmatige vorm kunnen betonstraatstenenkoud tegen elkaar geplaatst worden op degeprofileerde straatlaag. Wanneer er een aantal stenengeplaatst zijn, wordt vanaf deze stenen verdergewerkt.Om mooie, strakke voeglijnen te behouden moet derichting regelmatig gecontroleerd worden met een

    koord of paslat. Aan de greppel moeten de stenenminstens 1 cm boven de goot blijven.

    2. De opvullingen gebeuren bij voorkeur met beschikbarehulpstukken. Als dat niet mogelijk is, moeten stenengezaagd of gespleten worden. De opvulstenen mogenniet kleiner zijn dan een halve steen en niet gezaagdworden onder een hoek van minder dan 45° (om tevoorkomen dat ze afbreken).

    4.5.9. Plaatsingstechnieken

     Zie module praktijk.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    65/82

    65

    4.5.10. Voegvulling

    In de aanbestedingsdocumenten wordt vermeld met welkmateriaal de bestrating opgevoegd moet worden. Meestalwordt hiervoor fijn droog zand gebruikt en soms mortel.

    Fijn droog zand: er worden fijne laagjes van dit zand over destenen geveegd tot alle voegen gevuld zijn. Indien nodig kanwater toegevoegd worden.

    4.5.11. Vastzetten van de straatstenen

    De bestrating wordt vastgezet door de voegen met fijn zandte vullen en de bestrating af te trillen met een trilplaat dievastgezet is met een rubberzool of een kunststofzool. Op diemanier worden de stenen in de straatlaag gedrukt en wordenkleine oneffenheden weggewerkt. Toch zijn er een aantalaandachtspunten:• Het oppervlak kan het best eerst schoongeveegd worden.

    Waarom?

    • Het zandcement van de straatlaag mag nog niet hard zijn.• Er moet een afstand gehouden worden van minstens één

    meter van de plaats waar het vastleggen nog bezig is.• De bestrating kan het best afgetrild worden vanaf de rand

    en van daar langzaam naar het midden toe.• Als er te veel getrild wordt, komen de straatstenen

    opnieuw los.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    66/82

    66

    4.5.12. Afwerken van de voegen

    Mortel: kan voorgeschreven worden als de straatlaag niet gebonden is, als ze bijvoorbeeld uit zand bestaat.Ook greppels in straatstenen worden met mortel opgevoegd.

    Zand: na het aftrillen wordt nog een laag voegzand aangebracht. Dit zand blijft doorgaans enkele dagen ofweken op de straatstenen liggen, zodat het door de weersomstandigheden verder ingevoegd wordt.

    4.5.13. Ingebruikname

    De straatlaag en de fundering bestaan uit:

    • niet-gebonden materiaal (steenslag, zand, …): de straat kan in gebruik genomen worden zodra debetonstraatstenen volledig vastzitten en de voegen volledig gevuld zijn.

    • zandcement en/of de fundering bestaat uit een gebonden materiaal (mager beton): alle verkeer is verbodengedurende de eerste zeven dagen na het aanleggen. De fundering en/of de straatlaag moeten uitgehardzijn. Hoeveel tijd hiervoor nodig is, hangt af van de weersomstandigheden. In principe is dat na ongeveertwee weken en zodra de voegen volledig gevuld zijn.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    67/82

    67

    4.6. Uitvoeren van bochten

    4.7. Machinaal vlijen van straatstenen

     Zie hoofdstuk ‘meten en uitzetten’.

    De bestratingsmachine is een aanhangwagen dieomgebouwd is om vlakken straatstenen machinaal tekunnen plaatsen. Door de machinale plaatsing wordt dehoeveelheid handwerk beperkt. De aanhangwagen wordtmee verplaatst met het werk.

    Het werkingsprincipe is het volgende:• De straatstenen worden in een hellend stortrooster op de

    aanhangwagen gekipt.• Vervolgens gaan ze via twee transportbanden naar

    de plaats waar het legverband wordt samengesteld.

     Twee werknemers leggen dit verband op manhoogte(en werken niet meer de hele dag op hun knieën). Zekunnen zeer snel halfsteensverbanden, keperverbanden,blokverbanden en elleboogverbanden leggen.

    • Een derde man bedient de hefarm met een vacuümklemen legt er de straatstenen mee in de straatlaag. De klemkan 280 kg tillen, wat overeenkomt met ongeveer 24straatstenen van 12 cm dik.

    4. BESTRATING VAN STRAATSTENENBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    68/82

    68

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    69/82

    69

    5. TALUDS

    Een talud vormt de zijdelingse begrenzing van een grondophoging of een grondingraving. Een talud diegevormd is door zuivere grond, kan niet zeer steil zijn. Voor een steil talud zijn bijkomende constructievevoorzieningen nodig, bijvoorbeeld constructies met geotextiel en betonelementen, gaas, grastegels, enz.

    De helling van een talud wordt weergegeven als de verhouding breedte gedeeld door hoogte. Hierbij wordenaltijd vier delen genomen voor de hoogte. Afhankelijk van de helling kan de breedte variëren van 1 tot 12.Het onderste punt van de talud wordt de teen genoemd, het bovenste punt is de insteek. De volledigehorizontale bovenkant van het talud is de kruin.

    Vul op de afbeelding hierboven de hellingshoek in graden aan voor 4/4.Is een helling van 6/4 steiler of zwakker dan een helling van 4/4? 

    5. TALUDS

    5.1. Aanduiding van een helling

    BOUWTECHNOLOGIEWEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    70/82

    70

    De maximale hellingshoek van een natuurlijk talud, nl. de grootst mogelijke hellingshoek waarbij de grond nietgaat schuiven, verschilt naargelang van de grondsoort, de vochtigheid (grondwater) en de verdichtingsgraad.In principe wordt verwacht dat de grond ongeroerd of goed verdicht is. Een talud in ophoging moet aangelegdworden in lagen van maximaal 50 cm dikte, die laag per laag verdicht worden.

    In Vlaanderen komen drie soorten grond vaak voor: zandachtige grond, leem en zware klei. Hieronder vind jeenkele praktische vuistregels voor de hellingshoeken. Bij twijfel wordt de veiligste hoek gekozen of wordt eengrondproef uitgevoerd.De onderstaande hellingshoeken gelden enkel:

    • voor uitgravingen in eenzelfde grondsoort;• als het grondwater niet te hoog zit (bij sleuven en uitgravingen waar geen wateroverlast is);• voor uitgravingen van minder dan 4 m diep (hoe dieper de uitgraving, hoe groter de gronddruk).

     Vul op de bovenstaande figuur de hellingshoeken in graden aan (zonder getallen na de komma):

    1. de minimale hellingshoek voor werken in ongeroerde grond, bij een kleine diepte en van zeer beperkteduur;2. de minimale hellingshoek voor werken in licht geroerde grond, bij een wat grotere diepte en van wat

    langere duur.

    5.2. Taluds in zand

    5. TALUDSBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    71/82

    71

    5.3. Stabiliteit (glijvlakken, invloed van water)

    Als een talud instort, gebeurt dat meestal in de vorm van een duidelijke afschuiving volgens het glijvlak, zoalshieronder afgebeeld wordt. Een afschuiving kan zich bijvoorbeeld voordoen als het nieuwe materiaal (een uitbreiding van een talud)een lagere schuifweerstand heeft dan de grond van het bestaande talud. Water in de grond verhoogt ditrisico. Werken met drogere grond of een bronbemaling aanbrengen kunnen de afschuivingsweerstand dusverkleinen.

    5. TALUDSBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    72/82

    72

     Zie module praktijk.

    Het SB 250 bepaalt dat de oneffenheden van taluds in grond voor het afdekken hoogstens 10 cm (+ 5 cm en - 5cm) mogen bedragen. De vlakheid wordt gecontroleerd met een rij van 3 m.

    5.4. Taluds uitzetten, aanleggen en profileren

    5. TALUDSBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    73/82

    73

    5.5. Taludbescherming / oeververstevigingEen talud moet in stand gehouden worden. Een talud dat aangelegd werd in zuivere grond is altijderosiegevoelig, zelfs als het verdicht is. Erosie is de verplaatsing van materiaal door wind of het wegspoelen vanmateriaal door water. Enkele voorbeelden: een talud dat afschuift, afstromend water dat geultjes in de grondspoelt, fijne deeltjes grond die kunnen wegwaaien, …Op bepaalde plaatsen zijn taluds extra vatbaar voor erosie: in bochten, rond uitstroomopeningen, enz.

    5.5.1. Factoren die de erosie beïnvloeden

    • De grondsoort, de verdichting en de vochtigheid (cf. supra).

    • De taludhelling: we spreken van een steile talud wanneer de hellingshoek meer dan 45° bedraagt (4/4). Bijsteile taluds bestaat een groter risico op afschuiving. Daarom moet het talud verstevigd worden of moetvoor grondkerende constructies gezorgd worden.

    • Bij taluds onder water is het gevaar voor beschadiging nog veel groter door de stroming en de golfslag van het water.

    5.5.2. Taluds boven water

    Begroeide bermen en taluds zijn minder erosiegevoelig. Waarom? 

    Bij taluds boven water biedt inzaaien met gras meestal al een goede bescherming. De afdeklaag kanbijvoorbeeld voor 60% uit zand en voor 40% uit teelaarde bestaan, zodat het gras niet te snel groeit. Er wordtvoor een traaggroeiende grassoort gekozen die ook goed droogtebestendig is.Om het talud of de bermen nog te verstevigen worden tegenwoordig erg vaak kunststof grasdallen gebruikt,grasdallen met een honingraatstructuur die met elkaar verbonden kunnen worden en meestal gemaakt zijn uitgerecycleerd kunststof. Na de plaatsing worden de dallen tot 1 cm boven de honingraatstructuur gevuld metzand en/of teelaarde en wordt het gras erin gezaaid.

    5. TALUDSBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    74/82

    74

    5.5.3. Betonmatrassen

    Aan de kust worden dijken beschermd via verdedigingsconstructies vanuit zee, bijvoorbeeld golfbrekers.Er bestaan zware bekledingen uit beton (dat al dan niet ter plaatse gegoten is) of uit natuursteen. Dezebekledingen zijn echter duur. Tegenwoordig worden ze vaak vervangen door laagsgewijs geplaatste geogridsdie de grond verankeren.

    Aan de taludzijde worden dan bijvoorbeeld ‘betonmatrassen’ van 10 tot 20 cm dik voorzien. Betonmatrassenbestaan uit zware geotextielen waarop de fabrikant vooraf betonelementen heeft vastgemaakt. Ze wordengelegd met behulp van hydraulische graafmachines.

    5. TALUDSBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    75/82

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    76/82

    76

    5.5.5. Verstevigen van de teen

    Natte grond (grond onder water) is slapper dan droge grond en zakt bijgevolg sneller uit. In slappe grond is hetbelangrijk te verhinderen dat het talud uitzakt. Het talud moet altijd eerst aan de teen verstevigd worden, wanthet zakt eerst uit aan de teen.

    5.5.5.1. Met houten schutwerk (oeverbeschoeiing)Hout is ideaal voor oeverbeschoeiiingen. Onbehandeld hout dat onder water blijft, kan immers niet rotten,

    want onder water is er niet voldoende zuurstof voor de houtaantasters. Net boven de waterlijn zal hethout echter wel rotten. Er kan het best voor duurzame houtsoorten geopteerd worden (klasse II). Duid devolgende elementen aan op de foto’s hieronder: houten paaltjes, houten planken, schanskorven met keien,erosiewerende geotextiel.

    5. TALUDSBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    77/82

    77

      5.5.5.2. Met geperforeerde betonelementen

    5. TALUDSBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    78/82

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    79/82

    79

    5.6. Sloten

     Zie module praktijk.

    5. TALUDSBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    80/82

    NOTITIES

    80

    NOTITIESBOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    81/82

    81

    fvb•ffc Constructiv

    Koningsstraat 132/5, 1000 Brusselt +32 2 210 03 33 • f +32 2 210 03 99

    fvb.constructiv.be • [email protected]

    © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2012.Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen

  • 8/18/2019 MECA-wegenbouwtechnieken for Web

    82/82

    MODULAIRE HANDBOEKEN

    BOUWPLAATSMACHINISTEN

      Meten en uitzetten Grondtechnieken - basis Grondtechnieken -vervolmaking

    Andere boekdelen:

     • Praktijk bouwplaatsmachines

     • Bouwplaatsmachines

     • Motorenleer

     • Toegepaste technieken

     • Bouwtechnologie

    Fonds voor Vakopleidingin deBouwnijverheid

    BOUWTECHNOLOGIE

    METEN & UITZETTEN

    BOUWPLAATSMACHINISTEN

    Fonds voor Vakopleidingin deBouwnijverheid

    BOUWTECHNOLOGIE

    BOUWTECHNIEKEN

    BOUWPLAATSMACHINISTEN

    Fonds voor Vakopleidingin deBouwnijverheid

    BOUWTECHNOLOGIE

    GRONDTECHNIEKEN

    VERVOLMAKING

    BOUWPLAATSMACHINISTEN

    Fonds voor Vakopleidingin de Bouwnijverheid

    BOUWTECHNOLOGIE

    GRONDTECHNIEKEN

    BASIS

    BOUWPLAATSMACHINISTEN

    Fonds voor Vakopleidingin de Bouwnijverheid

    BOUWTECHNOLOGIE

    WEGENBOUWTECHNIEKEN

    BOUWPLAATSMACHINISTEN

      Bouwtechnieken Wegenbouwtechnieken