8
Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie The Navy had the transport to make the invasion of Japan possible; the Ground Farces had the power to make it successful; and the B-29 made it unnecessary. GEN DOOLITTLE, novem- ber 1945. E het drukst bezochte museum van e Verenigde Staten, het National ir and Space Museum te Washington DC, wordt naar aanlei- ding van de 50-jarige herdenking van het einde van de Tweede Wereld- oorlog op het ogenblik een expositie gehouden over de Enola Gay, de B- 29-bommenwerper die in augustus 1945 de eerste atoombom afwierp boven Hiroshima (afb. 1). Aan deze tentoonstelling is in de Verenigde Staten een fel debat voorafgegaan; °ver het karakter van de Amerikaanse militaire inspanning gedurende de Tweede Wereldoorlog in de Pacific in het algemeen, en de noodzaak van de 'nzet van het atoomwapen tegen J span in het bijzonder.' Veel nieuwe gezichtspunten leverde de discussie omtrent de atoombom evenwel niet °P- De twee voornaamste argumenten "ie in deze controverse sinds jaar en dag tegen elkaar in stelling worden gebracht, luiden als volgt: Voor: Het inzetten van het atoomwa- Pen was gerechtvaardigd, omdat het ee n miljoen Amerikaanse en wellicht n °g meer Japanse levens heeft gespaard (de invasie van Japan was "ïuners niet meer nodig). Te gen: In augustus 1945 diende de Zie bijv. Air Force Magazine, nov. '94, dec. H mei '95; NKC Handelsblad 15-12-94; De runt 4-7-95. Afb. l De Boeing B-29-Superfortress „Enola Gay" atoombom geen militair doel meer omdat Japan reeds op het punt stond te capituleren. Inmiddels zijn alle her- denkingen rond de Japanse capitulatie achter de rug; de discussie over de inzet van het atoomwapen is echter nog niet gesloten. Het blijft een com- plex en controversieel probleem omdat bij de benadering ervan zowel militaire, politieke als morele aspec- ten een rol spelen. Dit artikel gaat nader in op de laatste anderhalf jaar van de Tweede Wereldoorlog in de Pacific. Leidraad daarbij zal zijn de luchtstrijd zoals die door de Verenig- de Staten in de oorlog tegen Japan is gevoerd, culminerend in de aanval met atoomwapens op Hiroshima en Nagasaki op respectievelijk 6 en 9 augustus 1945. Overwegingen van niet-militaire aard omtrent de beslis- sing van president Truman om het atoomwapen in te zetten, worden bui- ten beschouwing gelaten. Het toegenomen belang van het luchtwapen In de jaren '30 gingen militaire plan- ners in de VS er nog vanuit dat een eventuele oorlog tegen Japan een maritieme aangelegenheid zou zijn, resulterend in een invasie van de Japanse hoofdeilanden Honshu en Kyushu. In 1942 bleek deze strategi- sche conceptie achterhaald. Ofschoon dit in Amerika werd ingezien, vond pas ver in 1943 een werkelijke om- slag plaats in het militaire denken. Het besef dat in de Pacific geen voor- uitgang kon worden geboekt zonder luchtoverwicht, vertaalde zich in een verschuiving van prioriteiten. Als gevolg hiervan nam het relatieve belang van oppervlakteschepen (slag- schepen en kruisers) af ten gunste van het luchtwapen. Een snelle overscha- keling op, én een effectieve inzet van JRG 164 12-95 MILITAIRE SPECTATOR 537

Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

  • Upload
    others

  • View
    8

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

Luchtstrijd in de Pacific,1944-1945

drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

The Navy had the transport to makethe invasion of Japan possible; theGround Farces had the power to makeit successful; and the B-29 made itunnecessary. GEN DOOLITTLE, novem-ber 1945.

Ehet drukst bezochte museum vane Verenigde Staten, het Nationalir and Space Museum te

Washington DC, wordt naar aanlei-ding van de 50-jarige herdenking vanhet einde van de Tweede Wereld-oorlog op het ogenblik een expositiegehouden over de Enola Gay, de B-29-bommenwerper die in augustus1945 de eerste atoombom afwierpboven Hiroshima (afb. 1). Aan dezetentoonstelling is in de VerenigdeStaten een fel debat voorafgegaan;°ver het karakter van de Amerikaansemilitaire inspanning gedurende deTweede Wereldoorlog in de Pacific inhet algemeen, en de noodzaak van de'nzet van het atoomwapen tegenJ span in het bijzonder.' Veel nieuwegezichtspunten leverde de discussieomtrent de atoombom evenwel niet°P- De twee voornaamste argumenten"ie in deze controverse sinds jaar endag tegen elkaar in stelling wordengebracht, luiden als volgt:Voor: Het inzetten van het atoomwa-Pen was gerechtvaardigd, omdat heteen miljoen Amerikaanse en wellichtn°g meer Japanse levens heeftgespaard (de invasie van Japan was"ïuners niet meer nodig).Tegen: In augustus 1945 diende de

Zie bijv. Air Force Magazine, nov. '94, dec.H mei '95; NKC Handelsblad 15-12-94; De

runt 4-7-95.

Afb. l De Boeing B-29-Superfortress „Enola Gay"

atoombom geen militair doel meeromdat Japan reeds op het punt stondte capituleren. Inmiddels zijn alle her-denkingen rond de Japanse capitulatieachter de rug; de discussie over deinzet van het atoomwapen is echternog niet gesloten. Het blijft een com-plex en controversieel probleemomdat bij de benadering ervan zowelmilitaire, politieke als morele aspec-ten een rol spelen. Dit artikel gaatnader in op de laatste anderhalf jaarvan de Tweede Wereldoorlog in dePacific. Leidraad daarbij zal zijn deluchtstrijd zoals die door de Verenig-de Staten in de oorlog tegen Japan isgevoerd, culminerend in de aanvalmet atoomwapens op Hiroshima enNagasaki op respectievelijk 6 en 9augustus 1945. Overwegingen vanniet-militaire aard omtrent de beslis-sing van president Truman om hetatoomwapen in te zetten, worden bui-ten beschouwing gelaten.

Het toegenomen belangvan het luchtwapen

In de jaren '30 gingen militaire plan-ners in de VS er nog vanuit dat eeneventuele oorlog tegen Japan eenmaritieme aangelegenheid zou zijn,resulterend in een invasie van deJapanse hoofdeilanden Honshu enKyushu. In 1942 bleek deze strategi-sche conceptie achterhaald. Ofschoondit in Amerika werd ingezien, vondpas ver in 1943 een werkelijke om-slag plaats in het militaire denken.

Het besef dat in de Pacific geen voor-uitgang kon worden geboekt zonderluchtoverwicht, vertaalde zich in eenverschuiving van prioriteiten. Alsgevolg hiervan nam het relatievebelang van oppervlakteschepen (slag-schepen en kruisers) af ten gunste vanhet luchtwapen. Een snelle overscha-keling op, én een effectieve inzet van

JRG 164 12-95 MILITAIRE SPECTATOR 537

Page 2: Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

Afb. 2 Geallieerde opmars in de Pacific

airpower was van groot belang. Hetluchtwapen speelde in Pacific, metzijn enorme geografische afstanden,een nog belangrijker rol dan op hetEuropese strijdtoneel. Effectief ge-bruik van airpower kwam erop neerdat er een goede samenwerking moestworden gerealiseerd tussen land-,zee- en luchtstrijdkrachten. Hoewelook binnen de Amerikaanse strijd-krachten voorbeelden zijn te vindenvan wedijver tussen landmacht (Mac-Arthur) en zeemacht (Nimitz), wer-den in de loop van de Pacificoorlogde activiteiten van land-, zee- enluchtstrijdkrachten steeds beter opelkaar afgestemd. Deze samenwer-king, waarbij tactische luchtsteun eensleutelbegrip werd, bleek zeer effec-tief en droeg in hoge mate bij aan hetsucces van veel Amerikaanse militai-re operaties. Binnen de Japanse strijd-krachten daarentegen, bestond groterivaliteit tussen leger en marine.Effectieve samenwerking werd hier-door veelal verhinderd. Van doorslag-gevend belang bij de ontwikkelingvan airpower was het economischpotentieel van de Verenigde Staten,

dat ca. tienmaal groter was dan datvan Japan. Innovaties op militair-technologisch en logistiek terreinresulteerden erin dat Amerika Japanin elk opzicht voorbij streef de, zowelvanuit kwalitatief als kwantitatiefoogpunt bezien. Japan produceerde inde periode 1942-1945 60.000 vlieg-tuigen, de Verenigde Staten 260.000.In het verloop van de oorlog streefdeAmerika Japan eveneens voorbij ophet gebied van opleiding, training enuitrusting van zowel vliegend alsondersteunend personeel.

De geallieerde strategie

De geallieerde politieke leiders gavenaan de oorlog in Europa voorrang.„Beat Hitlerfirst" was het credo. Ditbetekende echter geenszins dat Japankon rekenen op een compromisvrede;ook van dit land werd onvoorwaarde-lijke overgave geëist. De Britten en deAmerikanen hadden het gebied waar-in de Japanners moesten worden be-streden opgedeeld in vier sectoren:een Britse en drie Amerikaanse.

Duidelijk was dat de Ame-rikanen het leeuwedeel vande strijd tegen Japan voorhun rekening zouden nemen.De regeringen van Groot-Brittannië, Australië, Neder-land en Nieuw-Zeeland had-den erin toegestemd datde strategische verantwoor-delijkheid voor de oorlog inde Pacific, voor zover het degebieden onder Amerikaanscommando betrof (de Cen-tral-, North,- South,- enSouth West Pacific Areas)uitsluitend bij de VS zouberusten. Het plan voor hetoffensief van de Amerikanenbehelsde het terugdringenvan de Japanse strijdkrachtenlangs verschillende aanvals-assen (zie afb. 2). De opzetvan de Amerikanen was hier-bij te proberen zo snel moge-lijk Japan binnen het bereikvan de U S Twentiet h AirForce te brengen. Zo zoutegelijkertijd met het terug-

dringen van de Japanse legers eenbegin kunnen worden gemaakt meteen strategisch bommenwerperoffen-sief tegen de vijandelijke oorlogsin-dustrie. Dit luchtoffensief vormdeweer de inleiding van een in hetnajaar van 1945 uit te voeren invasievan Japan zelf.

De geallieerde opmarsna 1943

Nadat in 1944 de Marianen-eilandenwaren heroverd, en daarmee Japan(Tokio) vanuit de Pacific in het bereikvan zware bommenwerpers kwam teliggen, veranderde de Amerikaansemilitaire leiding, verenigd in de JointChiefs of Staff (JCOS), van strategie.Aanvankelijk was Zuid-China éénvan de doelen geweest van de geal-lieerde operaties. Wanneer de Japan-ners, die met een miljoen militairenMantsjoerije en Korea bezet hielden,daar waren verslagen, zou men verde-re acties tegen Japan kunnen onderne-men.De opmars via China werd medio

r

538 MILITAIRE SPECTATOR JRG 164 12-95

Page 3: Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

1944 door de JCOS niet meer nodiggeacht. Men wilde nu de aanvalsrich-ting naar Japan verleggen. Dit zou optwee manieren moeten gebeuren.MacArthur zou met zijn invasielegervia de Filippijnen oprukken naarJapan; Nimitz zou met de PacificFleets de eilanden Iwo Jima en Oki-nawa moeten veroveren. Wanneerdeze vooruitgeschoven posten wareningenomen, kon gedacht gaan wordenaan een invasie van Japan.

De Filippijnen

De verovering van de Filippijnen wasvanuit militair oogpunt bezienbelangrijk om twee redenen. Aller-eerst werden hiermee vitale aan- enafvoerlijnen tussen Zuidoost-Azië enNederlands-Indië enerzijds en Japananderzijds afgesneden. Ten tweedezouden de Filippijnen moeten funge-ren als springplank voor een invasie°P Kyushu, het zuidelijke Japansehoofdeiland. De Filippijnen zoudendertig geallieerde divisies moetenhuisvesten tot X-day (de invasie vanJapan) aangebroken zou zijn. Mac-Arthur had tot aan de Filippijnen detactiek van het island-hopping toege-Past. De actieradius van op landgestationeerde gevechtsvliegtuigen insamenhang met de beschikbaarheidvan vliegvelden bepaalde, nadat'uchtoverwicht was verkregen, welkgebied in aanmerking kwam voor eenv°lgende amfibische landing. DeJapanners die op tussenliggendeeüanden en gebieden (Nieuw-Gui-nea) waren gestationeerd, raakten alsgevolg van het luchtoverwicht dat deAmerikanen telkenmale wisten terealiseren, geïsoleerd en verstokenvan aanvoer. Voor de aanval op deFilippijnen had MacArthur een grote-re sprong in gedachten. Hij wilde vanMorotai een aanval richten op Leyte,°P de Midden-Filippijnen. Omdat detactische luchtstrijdkrachten ondergeneraal Kenney nog waren gestatio-neerd op Nieuw-Guinea en Morotai -te ver om Leyte te kunnen bereiken -2°u hij luchtsteun krijgen van deviiegkampschepen van de Pacificrieet. De Amerikaanse Chefs van

Staven achtten het een aanvaardbaarrisico te meer omdat volgens inlichtin-genrapporten de Japanse luchtstrijd-krachten steeds zwakker werden. Deverovering van Leyte was een com-plexe militaire operatie. Grond-troepen, leger- en marineluchtmachten marine-eenheden verdreven uitein-delijk in een gecombineerde operatiede Japanners, die enorme verliezenleden. De operaties hadden nogmaalshet belang van luchtoverwicht onder-streept. Tevens was gebleken datluchtsteun van op vliegkampschepengestationeerde vliegtuigen belangrijkwas, maar niet genoeg. Voor een blij-vend luchtoverwicht was het nood-zaak op land gestationeerde vliegtui-gen ter beschikking te hebben. Hier-toe werd alsnog in allerijl in het ope-ratiegebied een vliegveld aangelegdom P-38 Lfg/um'ng-gevechtsvliegtui-gen van de Fifth Air Force te kunnenherbergen. Zes dagen na de aankomstvan deze tweemotorige vliegtuigenwas het luchtoverwicht definitief inhanden van de Amerikanen. NadatLeyte voor de Japanners verloren wasgegaan, werd duidelijk dat de Japan-ners de Amerikanen op de Filippijnengeen halt meer zouden kunnen toeroe-pen. In de zomer van 1945 was hetJapanse leger in de Filippijnen defini-tief verslagen, en kon een aanvangworden gemaakt met de voorberei-dingen voor een invasie.

Japanse kamikaze-acties

Vanaf medio 1944 tot aan het eindevan de oorlog in de Pacific, werdenm.n. de Amerikaanse zeestrijdkrach-ten geconfronteerd met zelfmoord-aanvallen van Japanse vliegers. Meest-al werden jonge onervaren pilotenvoor deze kamikaze-missies geselec-teerd. De tactiek was simpel: de pilo-ten moesten hun met explosievengeladen gevechtsvliegtuigen te plettervliegen tegen Amerikaanse schepen.De Amerikaanse verliezen als gevolgvan deze aanvallen liepen aanvanke-lijk zo hoog op, dat de bevelhebbervan de US Army Air Farces, generaalHenry H. Arnold, besloot B-29's tij-delijk te ontslaan van hun eigenlijke

taak - het aanvallen van Japanse ste-den en strategische industrieën - omze in te zetten bij het bombarderenvan kamikaze-bases op Kyushu.Tijdens de strijd om de Filippijnen enOkinawa stuurde de Japanse lucht-macht in totaal ruim 2500 kamikaze-piloten een gewisse dood tegemoet.Zij brachten in totaal 34 Amerikaanseschepen tot zinken. Niet minder dan228 raakten beschadigd, waaronder16 vliegdekschepen. Hoewel menzich binnen de Amerikaanse marine-leiding grote zorgen maakte over dezeaanvallen, bleek de kamikaze-tactiekuiteindelijk vooral vernietigend voorhet Japanse oorlogspotentieel: 475acties, of 18,6% van het totaal haddeneffect, tegen een verlies van vliegtui-gen en vliegers van 100%

Iwo Jimo en Okinawa

De eilanden Iwo Jima en Okinawawaren van groot strategisch belangvoor zowel de Japanners als deAmerikanen. De strijd rond dezeeilanden is dan ook zeer heviggeweest. Iwo Jima, een eilandje datongeveer 1200 km van Tokio ligt, wasvoor beide partijen onontbeerlijk:voor Japan in defensief opzicht, voorAmerika in offensief opzicht. DeJapanners die er waren gelegerd had-den o.m. tot taak de signalering vanAmerikaanse bommenwerpers om hetthuisfront te kunnen waarschuwenvoor het naderend gevaar. Voor deAmerikanen zou Iwo Jima daarente-gen kunnen fungeren als meest voor-uitgeschoven post in het strategischbommenwerperoffensief tegen Japan.Voor operaties op Iwo Jima - en Oki-nawa - moesten wederom enormeaantallen troepen en hoeveelhedenmaterieel over grote afstanden wor-den verscheept. Voor elke marinierdie op Iwo Jima aan land kwam wasvier man varend personeel nodig voorbescherming, bevoorrading, konvooienz. Voorafgaand aan de invasie vanIwo Jima op 19 februari 1945, werdhet eilandje 72 dagen achtereengebombardeerd. Dit gebeurde doorzowel op vliegkampschepen gestatio-neerde vliegtuigen als door B-24 en

JRG 164 12-95 MILITAIRE SPECTATOR 539

Page 4: Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

B-25's van de Marianen. Niet minderdan 23.000 Japanse militairen haddenzich op het eiland verschanst. Hetduurde vier weken voordat de 60.000Amerikaanse mariniers van het FifthMarine Corps het eiland hadden ver-overd. De inneming van Iwo Jima,een vulkaaneilandje van 28 km2 (min-der dan de helft van Schiermonnik-oog) was een zwaar bevochten over-winning van de Amerikaanse mari-niers. De verliezen aan Amerikaansekant bedroegen ca. 24.000, aanJapanse kant 22.000.2

Okinawa ligt op ongeveer 600 km vanhet zuidelijke Japanse hoofdeilandKyushu. Het eiland had grote strategi-sche waarden vanwege zijn ligging:niet ver van Taiwan, China en Korea,en dwars op de Japanse scheepsroutesnaar het zuiden. Om deze reden washet eiland van grote betekenis voorzowel Japan als Amerika. Ook vanuithet specifieke oogpunt van de inzetvan luchtstrijdkrachten hechtten deAmerikanen bijzonder gewicht aanOkinawa. Het eiland was groot ge-noeg om er enkele duizenden bom-menwerpers op te stationeren, én hetlag tevens dicht genoeg bij Japan omtactische luchtstrijdkrachten te her-bergen. Ook zou Okinawa moetendienen als „springplank" voor eeneventuele invasie van het Japansehoofdeiland Kyushu. Omdat de ope-raties op Iwo Jima langer haddengeduurd dan was verwacht, moest deaanval op Okinawa worden uitgesteldtot april 1945. Het zou de grootsteamfibische operatie tot dan toe in dePacific worden. Ook ditmaal gingenaan de landingen van Amerikaansemariniers (drie divisies van het Third

2 M.b.t. de hoogte van de verliezen bij de inna-me van zowel Iwo Jima als Okinawa moetopgemerkt worden dat er in de literatuur veelverschillen voorkomen in de omvang van de(Amerikaanse) verliezen. Dit wordt mede ver-oorzaakt door de verschillende interpretatiesvan het begrip „verlies". Hier wordt hetAmerikaanse caxualtie gehanteerd: JndMualslost to a command by death, wounds, injurysicknesx, internment, caplure or desertion.Bron: Uictionary of U.S. Military Terms.Voor de opgave van verliezen wordt verwezennaar Graven & Cate, The Army Air Farces inWorld War II. en Appelman,. Burns e.a., UnitedStates Army in World War //.

Marine Corps) en infanterie (vijfdivisies van het XXIVth Corps) zwarebombardementen vooraf. Gevechtenop dit eiland duurden twee en eenhalve maand. Verliezen aan beide zij-den waren ongekend hoog. De Ja-panse luchtmacht verloor ruim 4000toestellen, de Amerikaanse ruim1000. Okinawa is de zwaarst bevoch-ten overwinning geweest van deAmerikanen in de Pacific: het verliesbedroeg ca. 75.000 man.Voor de Japanners was de strijddesastreus verlopen, er werden ca.110.000 gesneuvelden geteld.

Strategisch bommenwerper-offensief tegen Japan

De eerste fase van het strategischbommenwerperoffensief tegenJapan: operatie MatterhornTot medio 1944 was de inzet vanluchtstrijdkrachten in de Pacifichoofdzakelijk tactisch van aardgeweest. Japan was bespaard geble-ven wat Duitsland vanaf 1942 hadgetroffen: een strategisch bommen-werperoffensief. De reden waaromJapan niet werd blootgesteld aan aan-vallen met brandbommen, oppervlak-tebombardementen en precisiebom-bardementen op vitale industrieën issimpel: geen van de tot dan toebeschikbare bommenwerpertypes hadvoldoende actieradius om Japanvanaf landbases te bereiken. Eenmaalwas het gelukt om B-25-bommenwer-pers boven Tokio te krijgen. In april1942 was majoor James Doolittle met16 B-25-Mitchells opgestegen van hetvliegdekschip Hornet in de StilleOceaan met de bedoeling Tokio tebombarderen en in China te landen.Het eerste lukte, het laatste niet. Alletoestellen gingen verloren, acht vande tachtig bemanningsleden sneuvel-den en vele anderen vielen in handenvan de vijand. Hoewel deze gewaag-de actie uit militair oogpunt beziennauwelijks een succes was te noemen,betekende zij wel een enorme opste-ker voor het Amerikaanse moreel,nog geen half jaar na Pearl Harbor.De Doolittle Raid was echter nietvoor herhaling vatbaar; de Japanse

bevolking zou nog twee jaar lang hetluchtalarm uitsluitend horen als oefe-ning voor de luchtbescherming.Met de introductie van een nieuwebommenwerper, de B-29-Superfbrt-ress, kwam aan de rust op het Japansevasteland een einde. Aan de ontwik-keling van de B-29 was al voor deoorlog begonnen, maar het duurde totjuni 1944 voordat het toestel operatio-neel werd. Voor operaties met de B-29 werd een nieuwe, strategischeluchtmacht in het leven geroepen: deTwentieth Air Force (bestaande uit hetXX Bomber Command en het XXIBomber Command). Aanvankelijkstond deze luchtmacht onder bevelvan generaal-majoor Kenneth B.Wolfe, later onder commando vangeneraal Curtis E. LeMay. De Twen-tieth Air Force viel onder direct gezagvan de Joint Chiefs of Staff (en dusniet onder één van de theater com-manders, MacArthur, Nimitz ofStilwell). Het XX Bomber Commandzou doelen in Japan moeten gaan aan-vallen vanaf vliegvelden in Natio-nalistisch China. Deze velden werdenop hun beurt weer bevoorraad vanafbases in India. De eerste aanval metB-29's vond plaats op 5 juni 1944, opdoelen in Bangkok. Tien dagen laterwas Japan zelf doelwit. Vanaf hetbegin was evenwel duidelijk dat aandeze operaties grote nadelen warenverbonden. Ten eerste konden de B-29's vanuit China niet geheel Japanbestrijken. De belangrijke industrie-gebieden in en om Tokio bleven voor-lopig noodgedwongen buiten schot.Ten tweede waren er grote moeilijk-heden op logistiek gebied. Een grootdeel van de operationele inzetbaar-heid van het XX Bomber Commandwerd besteed aan logistieke missies.De bevoorrading van de vooruitge-schoven bases in China gebeurdemerendeels met eigen B-29's vanuitIndia. De verhouding van het aantalaanvalsmissies vanuit China en logis-tieke missies vanuit India bedroeg éénop zeven. Hierbij komt nog dat deaanvoerroute - Hump genoemd -bepaald niet de gemakkelijkste was.Deze liep namelijk over de uitlopersvan het Himalaya-gebergte, alwaar deweersomstandigheden het vliegen

540 MILITAIRE SPECTATOR JRG 164 12-95

Page 5: Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

sterk bemoeilijkten. Door het XXSomber Command werden bij opera-tionele missies vanuit China ruim3000 sorties uitgevoerd. Per B-29 isdat gemiddeld twee sorties permaand, een zeer laag gemiddelde.Van de 11.477 ton explosieven diewerd gebruikt, werd slechts een kleindeel ingezet tegen wat werkelijk stra-tegische doelen kunnen wordengenoemd: de Japanse oorlogsindus-trie. De rest werd gebruikt voor tacti-sche luchtsteundoeleinden, zoals hetbombarderen van Japanse kamikaze-bases op Taiwan. Dit gebeurde totgroot ongenoegen van de bevelhebbervan het XX Bomber Command, gene-raal LeMay.Als gevolg van de geschetste logistie-ke problemen bleek het XX Commandniet bij machte Japan aan een inten-sief bombardement te onderwerpen.Het rendement uit alle inspanningenwas dermate laag, dat deze beter had-den kunnen worden aangewend t.b.v.de Fourteenth Tactical Airforce, diein Zuidoost-Azië opereerde. De ge-schiedschrijvers die na de oorlog inde Verenigde Staten van regeringswe-ge de activiteiten van alle Ameriaanseluchtstrijdkrachten aan een onderzoekonderwierpen, waren hard in hun oor-deel. Zij concludeerden dat het XXBomber Command niet op substantië-le wijze heeft bijgedragen aan decapitulatie van Japan. Het besluit overte gaan tot operatie Matterhorn, zoalsde eerste strategische bombarde-mentscampagne op Japan werd ge-noemd, werd gekenschetst als eenvergissing, de uitvoering van de ope-ratie werd aangemerkt als een misluk-king.Generaal LeMay beklaagde zichregelmatig over de onmogelijke op-dracht die hij had gekregen. De JointChiefs ofStaff zagen de ondoelmatig-heid van operatie Matterhorn ook welln, maar zij stonden onder zware drukvan de Amerikaanse publieke opinieen president Roosevelt, om koste watkost doelen in Japan te bombarderen.Laatstgenoemde wenste ook uit poli-tiek oogpunt voortzetting van opera-toe Matterhorn. Roosevelt achtte hetvan groot belang om het China vanIsjiang Kai-sjek in het geallieerde

kamp te houden. Het opereren vanAmerikaanse bommenwerpers vanafChinese bases was één van de midde-len om Nationalistisch China aan deVS te blijven binden.Ondanks de aanvankelijk tegenval-lende resultaten, twijfelde binnen deAmerikaanse militaire leiding eigen-lijk niemand aan het effect dat eenstrategisch bommenwerperoffensiefop Japan zou kunnen hebben, voorop-gesteld dat de logistieke problemenwerden opgelost.

Strategisch bommenwerper-offensief vanaf de Morianen

De omslag in het strategisch lucht-offensief tegen Japan kwam in hetnajaar van 1944. In november vandat jaar werden bases op de Maria-nen-eilanden in gebruik gesteld. Hetvoordeel van operaties vanaf bases inde Marianen t.o.v. die uit China wasduidelijk. Deze bases konden metAmerikaanse transportschepen wor-den bevoorraad, zodat de logistiekeproblemen tot het verleden zoudengaan behoren. Tevens kon nu geheelJapan met B-29's worden bestreken.Met de verovering van Iwo Jimakwam de Tokio-regio ook in hetbereik te liggen van escortejagers(vanaf maart 1945: VII Fighter Com-mand melfighter groups op Iwo Jima.P-51 -Mustangs voor jagerescorte).Iwo Jima was een ideale noodlan-dingsplek voor beschadigde B-29's,die de lange weg terug naar deMarianen anders waarschijnlijk nietzouden hebben gehaald. Deze uit-wijkmogelijkheid heeft meer dan2000 aangeschoten vliegtuigen enhun bemanningen gered. Ook kondenvanaf Iwo Jima zogenaamde Air SeaRescue acties worden ondernomen.

De eerste fase van de operatiesvanaf de Marianen: precisiebom-bardementen van grote hoogte(nov '44 - mrt '45)Op grond van opgedane ervaringen inAzië en van de Eight Air Force inEuropa, kwam in de eerste fase vanoperaties vanaf de Marianen, denadruk te liggen op vernietiging van

de Japanse industrie. Met deze preci-siebombardementen of reverse eco-nomie planning, zoals Amerikaansestrategen het noemden, werd vooralles gepoogd de Japanse vliegtuigin-dustrie uit te schakelen. De grootstebedreiging voor m.n. de Amerikaansemarine vormde op dat moment im-mers de kamikaze-acties.Ook met het oog op een eventueleinvasie, waarvoor in het najaar van1944 de plannen gereed lagen, washet van belang dat de Japanse lucht-macht niet de kans kreeg zich te ver-sterken of te herstellen van de gevoe-lige klappen die ze reeds had ontvan-gen. Het van grote hoogte (30.000voet) uitvoeren van precisiebombar-dementen bleek vooralsnog weinigsuccesvol. De vliegers werden zwaargehinderd door het slechte weerboven Japan en de sterke wind opgrote hoogte. Bij het eerste grote pre-cisiebombardement, op een vliegtuig-motorenfabriek, bleek het geringeeffect: slechts één procent van hetgehele complex werd beschadigd.Tegenover het matige succes stondenook kleine verliezen aan eigen zijde.De Japanse overheid bracht de eigenvliegtuigproduktie grote schade toedoor in allerijl de fabrieken te ver-plaatsen naar veiliger oorden of on-dergronds. Als gevolg van de gebrek-kige planning en slechte logistiekeondersteuning werd hierdoor aan pro-duktiecapaciteit van de Japanse vlieg-tuigindustrie ernstig afbreuk gedaan.De Amerikaanse precisiebombarde-menten, tezamen met de Japanse ver-plaatsingen van vliegtuigfabrieken,resulteerden in een terugloop van deproduktie van vliegtuigmotoren met75%, en van vliegtuigrompen met70%. Dit is na afloop van de oorloggebleken uit onderzoek van de UnitedStates Strategie Bombing Surveys.In het voorjaar van 1945 schatten deAmerikanen het effect van de preci-siebombardementen echter veel lagerin. De eerste bevelhebber van XXIBomber Command, generaal Hay-wood S. Hansell, wilde er echter welmee doorgaan. Hij beschouwde deeerste fase als een trainingsperiodedie noodzakelijk was, teneinde latertot goede resultaten te komen. In

JRG 164 12-95 MILITAIRE SPECTATOR 541

Page 6: Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

Washington werd men echter onge-duldig, hetgeen zich uitte in een ver-zoek om een experiment uit te voerenin de vorm van een nachtelijk opper-vlaktebombardement met brandbom-men, op de stad Nagoya. Deze aanvalwerd geen succes. Het verwachteeffect, totale vernietiging van de gro-tendeels uit hout opgetrokken stad,bleef uit. Het oppervlaktebombarde-ment vormde vooralsnog een uitzon-dering. Onder generaal Hansell wer-den geleidelijk betere resultatenbehaald, mede als gevolg van debeslissing voortaan aanvallen uit tevoeren vanaf een lagere vlieghoogte.De gebrekkige Japanse luchtafweerliet dit toe.De werkwijze veranderde niet langnadat generaal Hansell had plaats-gemaakt voor generaal LeMay. Le-May was vastbesloten Washingtonspectaculaire resultaten te laten zien.Om grotere bomladingen te kunnenvervoeren werden de boordwapens enboordschutters - behalve de staart-schutter - thuisgelaten. Elke B-29kon nu 6000 kilo aan bommen ver-voeren: brandbommen wel te ver-staan. De vlieghoogte werd drastischverlaagd (van ca. 25.000 voet naarca.7000 voet) terwijl er 's nachts zougaan worden gevlogen in plaats vanoverdag.In de nacht van 8 op 9 maart 1945werd aldus een massale aanval onder-nomen op Tokio. De gevolgen warendesastreus. Een kwart van de opper-vlakte van de Japanse hoofdstad werdin de as gelegd, 84.000 mensen von-den de dood, 100.000 raakten gewonden naar schatting een miljoen mensenwerd dakloos. De materiële verliezenen het aantal slachtoffers komenongeveer overeen met de gevolgenvan het bombardement op Hamburgin 1943. Er is wel een verschil.Hamburg werd gedurende vijf etma-len bij dag en bij nacht aangevallendoor respectievelijk de United StatesArmy Air Force en de Royal AirForce. Tokio werd slechts één nachtbestookt, maar de gevolgen wareneven vernietigend.Generaal LeMay had zijn superieurenin Washington voldoende overtuigdom de overschakeling op een andere

tactiek mogelijk te maken. Wanneerop deze schaal werd doorgegaan metnachtelijke oppervlaktebombarde-menten, zou Japan in de visie vanLeMay, binnen zeer korte tijd totcapitulatie kunnen worden gedwon-gen). Na aanvallen op Nagoya (11maart), Osaka (13 maart), Kobe (16maart) en weer Nagoya (19 maart),was er geen brandbom meer te vindenin de opslagplaatsen op de Marianen.De overgang naar een nieuwe tactiekhad zo abrupt plaatsgevonden, dat devoorraad brandbommen niet voldoen-de op peil kon worden gehouden.Noodgedwongen schakelde het XXIBomber Command daarom weer overop het in onbruik geraakte precisie-bombardement. In april 1945 werdhet grootste deel van het XXI BomberCommand ingezet voor tactischeluchtsteun bij operaties van de Ame-rikaanse marine bij Okinawa. Gene-raal LeMay beschouwde dit als nutte-loze acties; niettemin werd drie vierdevan de beschikbare B-29's hierbijingezet. De rest werd afwisselendgebruikt voor precisiebombardemen-ten, oppervlaktebombardementen enhet leggen van zeemijnen.In de laatste fase van het luchtoffen-sief tegen Japan won de Amerikaansestategische luchtmacht enorm aankracht. De in juli gevormde US ArmyStrategie Air Farces (USASTAF) werdversterkt met de Eighth Air Force, diena het beëindigen van de vijandelijk-heden in Europa, beschikbaar wasgekomen. De Eighth Air Force zoueveneens de beschikking krijgen overde B-29. Deze nieuwe organisatie, diezijn beslag nog niet had gekregentoen Japan capituleerde, zou volgensplanning maar liefst 49 B-29-groupsgaan omvatten.

Resultaten, cijfers en feiten

Gedurende de gehele oorlog in dePacific is door geallieerde vliegtuigen654.400 ton bommen afgeworpen.Een vierde deel (160.800 ton) werdgebruikt tegen doelen in Japan. Tervergelijking: boven Europa werd2.700.000 ton (waarvan boven Duits-land 1.360.000 ton) afgeworpen. Van

de 160.800 ton die boven Japan werdafgeworpen, was 800 ton afkomstigvan operaties vanuit China, een teverwaarlozen aantal. Het grootstedeel (70%) van het tonnage dat isingezet tegen Japan, werd aangewendtegen bevolkingscentra. In totaal wer-den 66 Japanse steden getroffen dooraanvallen met brandbommen. Anderebelangrijke doelen waren vliegtuigfa-brieken, energiecentrales, olieopslag-plaatsen enz. Tevens werden door hetXXI Bomber Command 12.000 mij-nen gelegd in de wateren rondomJapan. Bij de conventionele aanvallenop Japanse steden werden naar schat-ting 250.000 mensen gedood, raaktener 300.000 gewond en werden er8.000.000 dakloos. Omdat veel kleinetoeleveringsbedrijven van de Japanseoorlogsindustrie waren gevestigd inde stedelijke centra, werd ook deindustrie hard getroffen, hetzij doormateriële schade, hetzij door het hier-door veroorzaakte absenteïsme onderarbeiders. Het was al tijdens de oor-log een omstreden kwestie of deoppervlaktebombardementen, afge-zien van eventuele morele implica-ties, een duidelijk militair doel dien-den. In het geval van Japan kon hier-op beter een bevestigend antwoordworden gegeven dan m.b.t. Duitsland.Omdat de Japanse leiders het landdoor de enorme geografische afstan-den onbereikbaar achtten voor Ame-rikaanse bommenwerpers, was hetniet of nauwelijks voorbereid opluchtaanvallen; schuilkelders warener niet en de brandbestrijding wasverre van voldoende. In tegenstellingtot Duitsland daalde het moreel vanhet Japanse volk wel sterk als gevolgvan de onophoudelijke luchtaanval-len. Defaitisme en oorlogsmoeheidgroeiden naarmate de aantallen eva-cuees en daklozen toenamen. Niet-tegenstaande waren er in het legergroeperingen die tot het einde toewensten door te vechten.Generaal LeMay, de grote initiatorvan de oppervlaktebombardementen,verklaarde na de oorlog dat wanneerhij in maart 1945 deze aanvallen opgrote schaal had kunnen continueren,de oorlog zonder een eventuele inva-sie en zonder inzet van nucleaire mid-

542 MILITAIRE SPECTATOR JRG 164 12-95

Page 7: Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

delen had kunnen worden beëindigd.Ten tijde van de aanvallen op Japansesteden en industrieën was de importvan grondstoffen al zeer sterk gedaaldals gevolg van de zeeblokkade.Onderzeeboten van de Amerikaansemarine tezamen met vliegtuigen vanmarine en luchtmacht en de door hetXXI Bomber Command gelegde mij-nen, veroorzaakten in Japan grotetekorten aan grondstoffen en levens-middelen. Het effect van de strategi-sche bombardementen was dan ookhoofdzakelijk duplicatief. Op hetmoment dat de vitale industrieën wer-den vernietigd, waren ze in de meestegevallen al geheel of gedeeltelijk bui-ten gebruik als gevolg van tekortenaan grondstoffen en brandstof. Devernietiging van de Japanse industriehad niet het maximale effect, omdatin 1945 de productiecapaciteit allangniet meer volledig werd benut. Dezwakste schakel in de Japanse econo-mie was de transportsector, en m.n.het spoorwegstelsel. Uitgerekend hetspoorwegnet bleef grotendeels gevrij-waard van systematische Ameri-kaanse aanvallen. Het Japanse bin-nenlandse goederenvervoer tussenstedelijke gebieden vond vrijwelgeheel per spoor plaats. Het spoor-wegnet was onverdedigd en vooralkwetsbaar vanwege het grote aantalbruggen in het bergachtige terrein.Met het uitschakelen van het spoor-wegnet d.m.v. geconcentreerde aan-vallen op vitale spoorwegverbindin-gen en -knooppunten zou de Japanseeconomie waarschijnlijk grotereschade zijn toegebracht, dan met hetlukraak bombarderen van Japansesteden. De Japanse produktie stond al°p een laag peil. Wat er nog werdgeproduceerd zou dan op doeltreffen-de wijze van transport verstoken heb-ben kunnen blijven. Er zou in datgeval kunnen worden gesproken vaneen cumulatief in plaats van een du-Plicatief effect. Ook zouden de Ja-Panse legerdivisies die klaarstonden°m een geallieerde invasie op te van-gen, belangrijke aanvoer en troepen-versterkingen hebben moeten ontbe-ren. Ten slotte zouden er op dezewijze natuurlijk veel Japanse levensgespaard zijn gebleven. Volgens criti-

Afb. 3 Formatie B-29-bommenwerpers boven Japan

ei werden de oppervlaktebombarde-menten uitgevoerd in de wetenschapdat het niet de effectiefste manier wasom Japan te bestrijden, maar gebeur-de dit voornamelijk omwille van depublieke opinie in Amerika.

De laatste fase: operatieDownfall en de atoombom

In de geldende Amerikaanse doctrinegedurende de Tweede Wereldoorlogwas de uiteindelijke overwinning opJapan voorbehouden aan de (grond-)troepen van de US Army. Hoewelvanaf 1944 in kringen van de JointChiefs of Staff invloedrijke liedenm.n. uit de hoek van de zee- en lucht-strijdkrachten ervan overtuigd warendat Japan ook zonder invasie, de enigdenkbare gevolgtrekking uit boven-genoemde doctrine, tot capitulatiezou kunnen worden gedwongen, werdde invasie van Japan toch noodzake-lijk geacht. Formeel behoorde hetstrategisch luchtoffensief dan ook totde voorbereiding op een uiteindelijkegrootscheepse invasie van Japan. Alin mei 1942 kwam een invasie vanJapan serieus ter sprake in de Ame-rikaanse militaire leiding. Twee jaarlater, in juni 1944, werd zij tot offi-ciële strategie verheven. OperatieDownfall zoals de invasie van Japandoor Amerikaanse planners werd ge-noemd, zou de grootste amfibischeoperatie uit de geschiedenis worden,

groter dan Overlord, de invasie inNormandië. De eerste landingen ophet zuidelijke hoofdeiland Kyushustonden gepland voor l november1945. Deze zouden worden gevolgddoor landingen op de kust van Hon-shu, nabij Tokio, het politieke enindustriële hart van Japan. De geheleoperatie, uitmondend in de onvoor-waardelijke overgave van Japan, zounaar verwachting anderhalf jaar inbeslag nemen, en er zouden ca. 4,5miljoen geallieerde troepen (hoofdza-kelijk Amerikaanse, aangevuld metenkele Britse Gemenebestdivisies) bijworden ingezet. Het Japanse veldle-ger dat ter verdediging op de Japansehoofdeilanden was gestationeerd,bestond uit 2,3 miljoen reguliere troe-pen, die eventueel konden wordenversterkt met ca. 4 miljoen bewapen-de burgerbeambten van leger en mari-ne. De Japanse legerluchtmacht zounog kunnen beschikken over 9000kamikaze-vliegtuigen. Op de ruim 2miljoen militairen die nog steedsoveral verspreid over de restanten vanhet Japanse keizerrijk waren gestatio-neeerd (de meerderheid in China),zou de Japanse legerleiding geenberoep meer kunnen doen. Ze zoudenJapan als gevolg van de effectievezeeblokkade nooit hebben kunnenbereiken, als er al transportschepenvoor een dergelijke hergroeperingbeschikbaar waren geweest. Diege-nen die operatie Downfall tot een suc-ces moesten maken, mariniers en

JRG 164 12-95 MILITAIRE SPECTATOR 543

Page 8: Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 - Alfred Staarman · Luchtstrijd in de Pacific, 1944-1945 drs. A. Staarman - reserve-tweede-luitenant van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Luchtmachthistorie

infanteristen, waren sterk bevreesdvoor de te verwachten verliezen. Enniet zonder reden. De Amerikaanseverliezen in verschillende acties in dePacific waren al hoog geweest, veelhoger dan in Europa. In de de Pacificbedroeg de casualtie ratio, ofwel hetaantal gesneuvelden-per-duizend-per-dag 7.45, tegen 2.16 in Europa, meerdan driemaal zo hoog. Het Japanseleger was berucht om de hardnekkig-heid waarmee verzet werd geboden.Krijgsgevangenen werden nauwelijksgemaakt, want Japanse soldatenvochten zich letterlijk dood. Bij deinname van het strategisch belangrij-ke maar verder volkomen onbedui-dende eilandje Iwo Jima, verloor hetAmerikaanse Fifth Marine Corps24. 000 man ofwel 30% van de sterk-te. De Japanners verloren 22.000 man,terwijl er niet meer dan 212 krijgsge-vangen werden gemaakt. Op Okina-wa was het nog erger; de Ameri-kaanse verliezen bedroegen daargemiddeld 35%, met uitschieters naar80% (29th Marine Regiment). Dezenaar verhouding gigantische verlie-zen bij de strijd om de buitenposten

van het Japanse imperium, deden hetergste vrezen voor de gevolgen vaneen aanval op het centrum van hetkeizerrijk. De schattingen van de teverwachten verliezen varieerden van500.000 tot 1.000.000 slachtoffersaan geallieerde zijde.

Uiteindelijk zou het zover nietkomen. Met de eerste succesvolle testvan een atoombom op 16 juli 1945 inNew Mexico, kreeg president Trumaneen wapen in handen waarmee hijJapan op de knieën kon dwingen. Op6 augustus werd een uraniumbom(Linie Boy) door de B-29-Enola Gayafgeworpen boven Hiroshima en op 9augustus werd een plutoniumbom(Fat Man) boven Nagasaki afgewor-pen. Bij de twee aanvallen vielen tus-sen de 100.000 en 120.000 doden, enca. 110.000 gewonden.

Besluit

In the between war period the airforcewas too smatt to be ofany use, now itis too powerfull to be used. MARSHAL

LiteratuurR.E. Appelman, J.M. Burns (eds) -

United States Army in World War II.The War in the Pacific. Okinawa: TheLastBattle. Washington DC (1948).

D. Clayton - American and JapaneseStrategies in the Pacific War. In P.Paret - Makers of Modern Strategy -from Machiavelli to the Nuclear Age.Princeton(1986).

B. Collier - The War in the F ar East1941-1945. A Military History. NewYork (l969).

A.D. Coox - The Rise and Fall of theImperial Japanese Airfbrces. In A.F.Hurley & R.C. Ehrhart (eds) - AirPower and Warfare. The Preceedingsof the 8th Military History SymposiumU.S. Air Force Academy. Washington(1979).

W.F. Graven, J.L. Cate (eds.) - The ArmyAir Farces in World War II. Volume V,The Pacific: Matterhorn to NagasakiJune 1944 to August 1945. Chicago(1957).

J.F.C. Fuller - The Second World War1939-1945. A Strategical and TacticalHistory. Londen (1948).

R.F. Futrell - Ideas, Concepts, Doctrine:

Basic thinking in the United States AirForce 1907-1960. Volume I. Maxwell(1989).

R. Higham - Air Power: a ConciseHistory. Manhattan (1988).

C .E. LeMay, MacKinlay Kantor -Mission with LeMay. My Story. NewYork (l965).

J.T. Lowe - A Philosophy of Air Power.Boston (1984).

D. Maclsaac - Voices from the CentralBlue. In P. Paret - Makers of ModernStrategy - from Machiavelli to theNuclear Age. Princeton (1986).

United States Strategie Bombing Surveys.Summary Report (Pacific War).Washington D.C. (1946).

S. van der Pol - Beschouwing over hetStrategisch Bombardement op Japan inde Tweede Wereldoorlog. MilitaireSpectator 130(1961)00)371-377.

W.A. Silkett - Downfall: The Invasionthat never was. Parameters. US ArmyWar College Quarterly XXIV(1994)(3)111-120.

M. W. A. Weers - Waardoor deGeallieerden de Luchtoorlog wonnen.Militaire Spectator 150(1981 )(10)441 -448.

SIR DERMOT BOYLE, Chief of the AirStaffRAF, 1958-1959.Het belang van het luchtwapen kanvoor zover het de oorlog in de Pacificbetreft nauwelijks worden onder-schat. Het verkrijgen van luchtover-wicht was in de Pacific, evenals inEuropa, de eerste essentiële voor-waarde voor het succesvol inzettenvan grondtroepen en zeestrijdkrach-ten. In één belangrijk opzicht ver-schilde de oorlog in de Pacific echtervan die in Europa. Waar ten aanzienvan de strijd in het Europese theateraltijd grote vraagtekens zijn gezet bijde effectiviteit van de strategischebombardementen, geldt in het gevalvan Japan dat deze bombardementen,met als sluitstuk het afwerpen van deatoombom, een belangrijke, zo niet dedoorslaggevende factor vormde,waardoor de uiteindelijke nederlaagvan Japan werd bezegeld.Zoals reeds in de inleiding van ditartikel ter sprake is gebracht, is hetafwerpen van de atoombom al directna afloop van de Tweede Wereld-oorlog onderwerp geworden van eendiscussie, die sindsdien niet meer isverstomd. Een van de conclusies vanhet op instigatie van de Amerikaanseregering uitgevoerde onderzoek naarde effecten van de strategische bom-bardementen op Japan, dat plaatsvondnadat het land had gecapituleerd,luidde dat:Certainly prior to 31 December 1945,and in all probability prior to lNovember 1945 Japan would havesurrendered even if the atomic bombshad not been dropped, even if Russiahad not entered the war, and even ifnoinvasion had been planned or content-plated US Strategie Bombing Surveys,1945.Deze veronderstelling klinkt wellichtaannemelijk, maar kan desalnietteminniet worden bewezen. President Tru-man en de Joint Chief s of Staff kanderhalve moeilijk worden verweteneen wapen te hebben ingezet, waar-van ze weliswaar de gevolgen oplange termijn wereldwijd niet kondenvoorzien, maar waarvan ze wel degerechtvaardigde hoop hadden, dathet Japan op de knieën zou HM^dwingen.

544 MILITAIRE SPECTATOR JRG 164 12-95