28
& BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles P00 8512 LA RENOVATION DE LA GARE DE LUXEMBOURG DE RENOVATIE VAN HET STATION VAN LUXEMBURG-STAD PIERRE & MARBRE STEEN & MARMER & ACTUALITE / ACTUEEL Eric Cruyssaert l’amour pour la taille artisanale de la pierre. Steenkapper Eric Cruyssaert en de liefde voor ambachtelijk steenhouwen TECHNIQUE / TECHNIEK Fissuration des terrasses en pierre naturelle : une conséquence du gel ? Scheurvorming in terrassen uit natuursteen : een gevolg van vorst ? ACTUALITE / ACTUEEL Batibouw 2012 Batibouw 2012 PÉRIODIQUE TRIMESTRIEL ÉDITÉ PAR LA FÉDÉRATION BELGE DES ENTREPRENEURS DE LA PIERRE NATURELLE DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT UITGEGEVEN DOOR DE BELGISCHE FEDERATIE VAN AANNEMERS VAN NATUURSTEENBEWERKING BUREAU DE DÉPOT : NSC 4099 LIÈGE X MARS/ MAART 2012 -1

La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

&BELGIQUE-BELGIE

PPLIEGE X

BC.31230Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

P00 8512

La Renovation de La GaRe de LuxembouRGde Renovatie van het station van LuxembuRG-stad

PIERRE & MARBRESTEEN & MARMER&

ACTUALITE / ACTUEELEric Cruyssaert l’amour pour la taille artisanale de la pierre.Steenkapper Eric Cruyssaert en de liefde voor ambachtelijk steenhouwen

TEChnIqUE / TEChnIEkFissuration des terrasses en pierre naturelle : une conséquence du gel ?Scheurvorming in terrassen uit natuursteen : een gevolg van vorst ?

ACTUALITE / ACTUEELBatibouw 2012 Batibouw 2012

périodique trimestriel édité par la fédération belge des entrepreneurs de la pierre naturelledriemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de belgische federatie van aannemers van natuursteenbewerking

bureau de dépot : nsc 4099 liège x

Mars/Maart 2012 -1

Page 2: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

www.carraramarmotec.com

CARRARAMARMOTEC

2012

ST

31 INTERNATIONAL FAIR MARBLE TECHNOLOGIES DESIGNMaggio_May, 23/26 Carrara, Italy

Enjoy more Carraramarmotec with your mobile device

ww

w.th

etis

.tv

Page 3: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 3

EdITorIAL / editoriaal

Mondialisation… de la pierre !

Un groupe d’experts européens, en réunion à Bruxelles, a été stupéfait lors d’une promenade guidée en ville de ce que l’on y observe aujourd’hui : profusion de pierres exotiques, malfaçons de toutes sortes, tant en bâtiment qu’en voirie, dégradations rapides (le tronçon en pavés chinois en bas du Mont-des-Arts remplacé en tarmac, après même pas dix ans d’usage), etc. Ces gens avaient une autre opinion de la pierre en Belgique, longue tradition et grande maîtrise ! Pourquoi tout ça s’est-il effondré si spectaculairement ? La faute à la mondialisation, bien sûr, mais aussi sans doute au manque de connaissances techniques des maîtres d’ouvrages et des auteurs de projets, à la spéculation effrénée, à la concurrence des entreprises, etc. Un ouvrage provocateur vient de paraître en France, « Inévitable protectionnisme », sous la plume de Fr. Dedieu, B. Masse-Stamberger et A. de Tricornot (chez Gallimard). Reprenons juste une phrase du résumé : « Le temps est donc venu pour l’Europe de définir un protectionnisme positif, européen, social et écologique, à l’opposé du nationalisme et du repli sur soi. » Exactement les conclusions des experts européens évoqués ci-avant : il faut que tous les métiers de la pierre en Europe, d’amont en aval, réagissent de façon concertée, pour dire non au « libre-échange » à tout crin, oui au « juste-échange » (expression des auteurs français) et oui à un maintien des exigences de qualité qui ont fait la réputation universelle de la pierre européenne ! Sous peine que les métiers de la pierre n’allongent sous peu la liste des métiers disparus…

Francis TOURNEUR

Mondialisering… van de steen

Een groep experts, in vergadering bijeen te Brussel, waren stomverbaasd over wat ze te zien kregen tijdens een rondleiding in de stad: een overvloed van uitheemse steen, geknoei allerhande, zowel in de bouw als in het wegennet, snelle beschadigingen (het gedeelte in Chinese steen beneden aan de Kunstberg werd vervangen door asfalt na nog geen tien jaar gebruik), enz. Die mensen hadden een andere opvatting over de steen in België, met zijn oude traditie en groot meesterschap! Waarom is dit alles zo opzienbarend verloren gegaan? Dat ligt aan de mondialisering natuurlijk, maar ook aan het gebrek aan technische kennis van opdrachtgevers en ontwerpers, de mateloze speculatie, de concurrentie onder bedrijven, enz. In Frankrijk verscheen zopas een provocerend boek “Inévitable protectionnisme » van de hand van Fr. Dedieu, B. Masse-Stamberger en A de Tricornot (bij Gallimard). Een enkele zin in de samenvatting is duidelijk « Le temps est donc venu pour l’Europe de définir un protectionnisme positif, européen, social et écologique, à l’opposé du nationalisme et du repli sur soi. » Dat waren precies de conclusies van voornoemde Europese experts: alle natuursteenberoepen in Europa, van hoog tot laag, moeten samen ageren om nee te zeggen tegen de “vrije handel”, ja tegen de “rechtvaardige handel” en ja tegen de kwaliteitsvereisten die aan de basis liggen van de wereldfaam van de Europese steen! Anders zullen de natuursteenberoepen weldra op de lijst van de verdwenen beroepen komen te staan.

Francis TOURNEUR

SoMMAIrE / InhoUd

ACTUALITE / ACTUEELEric Cruyssaert l’amour pour la taille artisanale de la pierre.Steenkapper Eric Cruyssaert en de liefde voor ambachtelijk steenhouwen

ArChITECTUrE / ArChITECTUUrLa Renovation de la Gare de LuxembourgDe renovatie van het station van Luxemburg-stad

TEChnIqUE / TEChnIEkFissuration des terrasses en pierre naturelle : une conséquence du gel ?Scheurvorming in terrassen uit natuursteen : een gevolg van vorst ?

ACTUALITE / ACTUEELBatibouw 2012 Batibouw 2012

ACTUALITE / ACTUEELLa journée d’études lors de Stone Expo 2012 fut un succèsStudiedag Fecamo Tijdens Stone Expo 2012 was een succes

ACTUALITE / ACTUEELLe saviez-vous?Wist u?

ACTUALITE / ACTUEELSur notre standOp onze stand

ACTUALITE / ACTUEELL’employeur face à la faute du travailleur

Is de werkgever aansprakelijk voor een fout van een werknemer?

ACTUALITE / ACTUEELUne fédération à votre serviceEen federatie tot uw dienst

BIBLIoThEqUE / B IBL IoThEEkPour votre bibliothèqueVoor uw bibliotheek

AgEndA / AgEndAJournée chantiers ouvertsOpen Wervendag

04

07

08

10

12

14

17

18

21

22

26

Publication trimestrielle éditée par la Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle et Febenat / Driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Belgishe Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking en Febenat :Rue du Lombardstraat 34-42 .B-1000 Bruxelles / BrusselT +32(0)2 545 57 58 . F +32(0)2 513 24 16pierrenaturelle@confederationconstruction.bewww.confederationconstruction.be/pierrenaturellenatuursteen@confederatiebouw.bewww.confederatiebouw.be/[email protected] collaboration avec / In samenwerking metPierres et Marbres de Wallonie asbl / vzw11, rue des Pieds d’Alouette5100 NaninneT +32 (81) 227 664 .F +32(81) 745 [email protected]

Editeur responsable / Verantwoordelijke uitgever : S. Piedboeuf, Rue du Lombardstraat 34-42, B-1000 Bruxelles/BrusselComité de rédaction / RedactiecomitéC.Bonhomme - N.Carpentier - R.De Battice - D.De Haen - G. Legein - S.Piedboeuf - Fr. TourneurCoordination / CoördinatieS. PiedboeufMise en page / Lay outADPRESSImpression / DrukADPRESS Tél +32(0)4 230 33 20Rue du Charbonnage, 7aB-4100 Seraingwww.adpress.be

Lid I MembreConfederatie BouwConfédération Construction

Croquer local, c’est bon pour l’environnement.

| www.pierresetmarbres.be |

Plus de 300 millions d’années de maturation pour

acquérir leurs performances : les 17 variétés de

pierres wallonnes sont nobles et magnifiques.

Analyses de cycles de vie à l’appui (ULg 2010),

elles s’inscrivent dans la politique globale de

développement durable, contrairement à tout

autre matériau qui tenterait de les imiter. En optant

pour elles, vous pérennisez un savoir-faire ancestral

et consolidez l’emploi local. La pierre wallonne n’a

pas d’égale, que ce soit en termes de qualité ou de

respect de l’environnement.

Craquer pour les pierres wallonnes également.

www.carraramarmotec.com

CARRARAMARMOTEC

2012

ST

31 INTERNATIONAL FAIR MARBLE TECHNOLOGIES DESIGNMaggio_May, 23/26 Carrara, Italy

Enjoy more Carraramarmotec with your mobile device

ww

w.th

etis

.tv

NOS ANNONCEURS / ONZE ADVERTEERDERS

Page 4: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

Vrijdag 20 januari 2012 WAAS & DENDER.39

Steenkapper is een fysiek belas-tend beroep. Maar zolang de zin voor de ambacht leeft, krijgen uit-puttingsverschijnselen geen kans. “Bij momenten is het enorm zwaar werk. Je kan ook niet alles met de hefbrug verplaatsen, af en toe moet er wat getrek en gesleur aan te pas komen”, lacht Eric.

“Vooral in de winter gebeurt het al eens dat ik liever binnen zou zit-ten dan in het atelier. Maar het werk gaat altijd voor. Vooral bij aanne-mers dringt de tijd omdat er bij hen een hele ploeg staat te wachten om verder te kunnen. En laat stress nu net iets heel nefast zijn bij een secuur werk als dit. Meten en nameten zijn sleutelwoorden.”

Het gemoderniseerde werk kan niet op tegen de geneugten van het ambachtelijk steenkappen. “Wan-neer je met beitel en hamer werkt, geef je een steen krediet. Met een ma-chine overhaast je het proces al snel en gaan er waardevolle delen van een steen verloren. Ik begin steeds met mijn basisvorm en start dan met de rechte vlakken, daarna begin ik aan de afwerking: de gebogen vor-men. Maar uiteraard wijkt het eind-

“Hamer en beitel geven een steen meer krediet”Goedkope steen wordt en masse ingevoerd uit China en Azië. Het middelpunt van de natuursteenmarkt verschuift na eeuwen van Carrara in Italië naar het Oosten.

Steenkapper Eric Cruyssaert en de liefde voor ambachtelijk steenhouwen in zijn eenmansbedrijfje in Elversele

Het steenkappersatelier bevindt zich in een loods achter zijn huis.

resultaat soms af van het oorspron-kelijk idee, fouten maakt iedereen. Maar dan komt mijn achtergrond in beeldhouwen van pas en kan ik een vorm nog aanpassen.”

OpleidingDe tientallen opleidingsjaren

die de steenkapper al achter de rug heeft, beschouwt hij als een nood-zakelijk onderdeel van de stiel. “In de middeleeuwen deed een steen-kapper acht jaar over zijn opleiding. Daarna kon je de opleiding van beeldhouwer aanvatten. Tien jaar later kreeg je dan de kans je te bewij-zen als bouwmeester, of architect.”

Net als andere sectoren in de eco-nomie, ondervindt de natuursteen-markt de bikkelharde concurrentie van landen als China en Azië. “We voeren een massa steen in die niet duurzaam is. Belgische blauwe hard-steen gaat wel honderd jaar mee, steen uit China misschien tien jaar. Op dat vlak zijn we verkeerd bezig.”

Ondanks de concurrentie van gro-te bedrijven, ziet Eric Cruyssaert de toekomst rooskleurig in. “Steenkap-pers zullen altijd gevraagd worden. Maar je moet de passie in je vingers hebben, en de drang hebben om al-tijd bezig te blijven. Moest ik het aan mijn kinderen kunnen doorgeven, zou dat fantastisch zijn. De oudste heeft er toch al wat interesse in, dus wie weet”, lacht Cruyssaert.����

●●België heeft een aantal pa-radepaardjes die volgens Eric Cruyssaert best wat meer on-der de aandacht mogen wor-den gebracht.●●Klassieker onder de klassie-kers: de blauwe hardsteen uit Henegouwen. De vier verschil-lende types hebben hun eigen-heden, maar zijn enkel door het getrainde oog van kenners te onderscheiden.●●Belgisch marmer dat met zijn roze kleur heel wat nacht-kastjes uit de jaren vijftig ver-sierde. Nu enorm prijzig, maar nog steeds charmant.●●Buitenbeentje: door en

Belgische paradepaardjes

nemers en steden tot zijn cliënteel. Momenteel werkt hij aan de restau-ratie van het kroontje van de cipe-rage op de markt van Sint-Niklaas en aan de schandpaal op de markt van Lokeren. “Ik mag niet klagen, het werk groeit jaar na jaar aan. Maar op de grote massa zit ik niet te wachten, ik maak ook weinig of geen reclame, want commercie is uit den boze voor een ambachtelijk bedrijf. Grote be-drijven beconcurreren elkaar vaak met alle middelen die ze maar heb-ben, en daarbij verliezen ze vakken-nis uit het oog. Maar je mag nog zo-veel geld hebben, zonder de juiste vaardigheden overleef je niet.”

Ook in deze sector is de moder-nisering niet tegen te houden, een evolutie die Cruyssaert niet meteen toejuicht. “Vooral de laatste vijf jaar maken computergestuurde machi-nes hun opgang. Ik verwacht dan ook dat er binnen tien jaar een groot stuk van de ziel van het ambacht verloren zal zijn.”

Buiten de lijntjesCruyssaert volgde ook lange tijd

een opleiding beeldhouwen aan de academie van Sint-Niklaas. Steen-houwen is voor hem geen streng af-gelijnde discipline. “In de middel-eeuwen had iedere ambacht een ei-

gen gilde. Buiten de lijntjes kleuren werd afgestraft. Nu kan dat gelukkig wel. Dertig procent van mijn werk bestaat uit restauratieprojecten. Als ik daar ook mijn passie voor beeld-houwen in kan leggen, vergroot dat mijn kansen in de markt. Daarnaast vind ik het ook enorm belangrijk om die voorgeschiedenis en voeling mee te hebben. Sommige steenkappers die al jaren bezig zijn, zijn nog nooit in een steengroeve geweest. Hoewel er eentje is op tachtig kilometer hier vandaan, in Zinnik. Ik wil weten met welk materiaal ik werk.”

������ �����

Een detail van het werk van Eric. Het kroontje van de ciperage op de markt van Sint-Niklaas is toe aan een opknapbeurt.

Het gereedschap van de steenkapper is voorlopig nog niet door computergestuurde machines vervangen.

door zwart marmer die zelfs in de steengroeven van het Ita-liaanse Carrara op bewonde-ring kan rekenen. De witte Car-rara-trots die contrasteert met ons zwarte marmer, is er erg populair.●●De Balegemse steen of de Vlaamse arduin waarmee zo-wat al onze kerken zijn opge-bouwd, maar die nu amper nog gebruikt wordt. ●●Enkel in Herzele is er nog een vakschool waar leerlingen terecht kunnen voor de studie-richting steen- en marmerbe-werking. ����

Morgen: een veerman uit Tielrode

Vrijdag 20 januari 2012 WAAS & DENDER.39

Steenkapper is een fysiek belas-tend beroep. Maar zolang de zin voor de ambacht leeft, krijgen uit-puttingsverschijnselen geen kans. “Bij momenten is het enorm zwaar werk. Je kan ook niet alles met de hefbrug verplaatsen, af en toe moet er wat getrek en gesleur aan te pas komen”, lacht Eric.

“Vooral in de winter gebeurt het al eens dat ik liever binnen zou zit-ten dan in het atelier. Maar het werk gaat altijd voor. Vooral bij aanne-mers dringt de tijd omdat er bij hen een hele ploeg staat te wachten om verder te kunnen. En laat stress nu net iets heel nefast zijn bij een secuur werk als dit. Meten en nameten zijn sleutelwoorden.”

Het gemoderniseerde werk kan niet op tegen de geneugten van het ambachtelijk steenkappen. “Wan-neer je met beitel en hamer werkt, geef je een steen krediet. Met een ma-chine overhaast je het proces al snel en gaan er waardevolle delen van een steen verloren. Ik begin steeds met mijn basisvorm en start dan met de rechte vlakken, daarna begin ik aan de afwerking: de gebogen vor-men. Maar uiteraard wijkt het eind-

“Hamer en beitel geven een steen meer krediet”Goedkope steen wordt en masse ingevoerd uit China en Azië. Het middelpunt van de natuursteenmarkt verschuift na eeuwen van Carrara in Italië naar het Oosten.

Steenkapper Eric Cruyssaert en de liefde voor ambachtelijk steenhouwen in zijn eenmansbedrijfje in Elversele

Het steenkappersatelier bevindt zich in een loods achter zijn huis.

resultaat soms af van het oorspron-kelijk idee, fouten maakt iedereen. Maar dan komt mijn achtergrond in beeldhouwen van pas en kan ik een vorm nog aanpassen.”

OpleidingDe tientallen opleidingsjaren

die de steenkapper al achter de rug heeft, beschouwt hij als een nood-zakelijk onderdeel van de stiel. “In de middeleeuwen deed een steen-kapper acht jaar over zijn opleiding. Daarna kon je de opleiding van beeldhouwer aanvatten. Tien jaar later kreeg je dan de kans je te bewij-zen als bouwmeester, of architect.”

Net als andere sectoren in de eco-nomie, ondervindt de natuursteen-markt de bikkelharde concurrentie van landen als China en Azië. “We voeren een massa steen in die niet duurzaam is. Belgische blauwe hard-steen gaat wel honderd jaar mee, steen uit China misschien tien jaar. Op dat vlak zijn we verkeerd bezig.”

Ondanks de concurrentie van gro-te bedrijven, ziet Eric Cruyssaert de toekomst rooskleurig in. “Steenkap-pers zullen altijd gevraagd worden. Maar je moet de passie in je vingers hebben, en de drang hebben om al-tijd bezig te blijven. Moest ik het aan mijn kinderen kunnen doorgeven, zou dat fantastisch zijn. De oudste heeft er toch al wat interesse in, dus wie weet”, lacht Cruyssaert.����

●●België heeft een aantal pa-radepaardjes die volgens Eric Cruyssaert best wat meer on-der de aandacht mogen wor-den gebracht.●●Klassieker onder de klassie-kers: de blauwe hardsteen uit Henegouwen. De vier verschil-lende types hebben hun eigen-heden, maar zijn enkel door het getrainde oog van kenners te onderscheiden.●●Belgisch marmer dat met zijn roze kleur heel wat nacht-kastjes uit de jaren vijftig ver-sierde. Nu enorm prijzig, maar nog steeds charmant.●●Buitenbeentje: door en

Belgische paradepaardjes

nemers en steden tot zijn cliënteel. Momenteel werkt hij aan de restau-ratie van het kroontje van de cipe-rage op de markt van Sint-Niklaas en aan de schandpaal op de markt van Lokeren. “Ik mag niet klagen, het werk groeit jaar na jaar aan. Maar op de grote massa zit ik niet te wachten, ik maak ook weinig of geen reclame, want commercie is uit den boze voor een ambachtelijk bedrijf. Grote be-drijven beconcurreren elkaar vaak met alle middelen die ze maar heb-ben, en daarbij verliezen ze vakken-nis uit het oog. Maar je mag nog zo-veel geld hebben, zonder de juiste vaardigheden overleef je niet.”

Ook in deze sector is de moder-nisering niet tegen te houden, een evolutie die Cruyssaert niet meteen toejuicht. “Vooral de laatste vijf jaar maken computergestuurde machi-nes hun opgang. Ik verwacht dan ook dat er binnen tien jaar een groot stuk van de ziel van het ambacht verloren zal zijn.”

Buiten de lijntjesCruyssaert volgde ook lange tijd

een opleiding beeldhouwen aan de academie van Sint-Niklaas. Steen-houwen is voor hem geen streng af-gelijnde discipline. “In de middel-eeuwen had iedere ambacht een ei-

gen gilde. Buiten de lijntjes kleuren werd afgestraft. Nu kan dat gelukkig wel. Dertig procent van mijn werk bestaat uit restauratieprojecten. Als ik daar ook mijn passie voor beeld-houwen in kan leggen, vergroot dat mijn kansen in de markt. Daarnaast vind ik het ook enorm belangrijk om die voorgeschiedenis en voeling mee te hebben. Sommige steenkappers die al jaren bezig zijn, zijn nog nooit in een steengroeve geweest. Hoewel er eentje is op tachtig kilometer hier vandaan, in Zinnik. Ik wil weten met welk materiaal ik werk.”

������ �����

Een detail van het werk van Eric. Het kroontje van de ciperage op de markt van Sint-Niklaas is toe aan een opknapbeurt.

Het gereedschap van de steenkapper is voorlopig nog niet door computergestuurde machines vervangen.

door zwart marmer die zelfs in de steengroeven van het Ita-liaanse Carrara op bewonde-ring kan rekenen. De witte Car-rara-trots die contrasteert met ons zwarte marmer, is er erg populair.●●De Balegemse steen of de Vlaamse arduin waarmee zo-wat al onze kerken zijn opge-bouwd, maar die nu amper nog gebruikt wordt. ●●Enkel in Herzele is er nog een vakschool waar leerlingen terecht kunnen voor de studie-richting steen- en marmerbe-werking. ����

Morgen: een veerman uit Tielrode

1 2

4 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

ACTUALITE / ACTUEEL

eRic cRuyssaeRt L’amouR pouR La taiLLe aRtisanaLe de La pieRRe.Gazet van Antwerpen – 20 janvier 2012

Nous l’avons suivi dans sa petite entreprise à Elversele.

“tu dois avoiR La passion pouR Le métieR au bout des doiGts ”eric cruyssaert est maçon de formation, mais c’est sous la coupe de quelques anciens hommes de métier qu’il se révéla et devint tailleur de pierre. c’est dans l’ancienne habitation du bourgmestre qu’il trouva le décor parfait pour y installer son propre atelier qu’il érigea en 2002. sournoisement, il espère pouvoir transmettre à ses enfants sa connaissance du métier, parce que l’artisanat, comme dans beaucoup de secteurs, semble être le prérequis à l’industrialisation.

La pensée commerciale ne fait pas partie de la philosophie d’Eric Cruyssaert. Il adore son métier. « La publicité est une horreur pour l’entreprise artisanale ». C’est il y a dix ans qu’Eric Cruyssaert trouva le lieu idéal pour son entreprise et qu’il vit ainsi ses plus grandes ambitions devenir réalité. Il y débuta son entreprise de taille de la pierre. L’accent est directement mis sur l’artisanat et le caractère unique de son travail. Et tout cela au cœur d’Elversele. « Cela faisait déjà un petit temps que l’idée de m’installer comme indépendant me trottait en tête, mais le bon bâtiment, bien situé disposant d’une surface suffisante ne fut pas simple à trouver .» explique Eric Cruyssaert (38). « c’est en 2002, que j’ai trouvé cette ancienne demeure du Bourgmestre qui correspondait à tous les critères. Il y a beaucoup d’espace et à l’arrière il y a un grand hangar qui peut contenir toutes les machines ». Eric Cruyssaert est donc maçon de formation mais avec les années il s’est spécialisé dans la restauration et la rénovation. C’est dans une entreprise de taille de la pierre dans les environs de Gand qu’il a pu apprendre les ficelles du métier. « Là je travaillais comme contremaître et j’ai eu l’occasion de participer à de grands projets de rénovation entre autre la rénovation du Palais Royal. Je travaillais quatre jours par semaine, dix heures par jour. Le cinquième jour, j’allais volontairement parfaire mon expérience dans les ateliers à Lokeren et à Anvers. C’est grâce à ces anciens tailleurs de pierre que j’ai pu vraiment apprendre le métier. Ils pensaient que j’avais un talent naturel et ces encouragements m’ont permis de me spécialiser.

construire sa réputationL’amour pour le métier a toujours été présent mais démarrer sa propre entreprise demande de la prudence. « Si tu ne disposes pas d’un capital

steenkappeR eRic cRuyssaeRt en de Liefde vooR ambachteLijk steenhouwen Gazet van Antwerpen – 20 janurari 2012

in zijn eenmansbedrijfje in Elversele.

“je moet de passie vooR het ambacht in je vinGeR hebben”eric cruyssaert is metselaar van opleiding, maar kon zich onder de vleugels van enkele oude stielmannen ontpoppen tot een ambachtelijke steenkapper. in de voormalige burgemeesterswoning in elversele vond hij een passend decor voor zijn eigen atelier dat hij in 2002 opstartte. stiekem hoopt hij zijn stielkennis door te geven aan zijn kinderen want het ambacht lijkt, zoals in veel sectoren, de duimen te moeten leggen voor industrialisering.

Commercieel denken past niet in de filosofie van Eric Cruyssaert. Hij leeft helemaal voor zijn vak. “Reclame is uit den boze voor een ambachtelijk bedrijf.”Eric Cruyssaert vond tien jaar geleden het ideale pand voor zijn bedrijf en zag zo zijn grootste ambitie werkelijkheid worden. Hij startte een eigen zaak in natuursteen. De klemtoon ligt op ambacht en de uniekheid van zijn werk. En dat in hartje Elversele. “Ik speelde al lang met het idee om als zelfstandige te starten, maar de zoektocht naar een pand op de juiste locatie en met voldoende omvang, heeft tijd gevraagd”, licht Eric Cruyssaert (38) toe. “In 2002 vond ik deze voormalige burgemeesterswoning die aan alle voorwaarden voldeed. Er is veel ruimte en achteraan staat een loods waar alle apparatuur in past.” Cruyssaert is metselaar van opleiding, maar specialiseerde zich in de loop der jaren in restauratie en renovatie. Bij een natuursteenbedrijf in het Gentse leerde hij de knepen van het vak. “Ik werkte er als meestergast en draaide mee in grote renovatieprojecten, onder andere met die van het koninklijk paleis. Ik werkte vier dagen per week, tien uur per dag. De vijfde dag ging ik vrijwillig ervaring opdoen in de ateliers in Lokeren en Antwerpen. Bij die oude stielmannen heb ik het steenkappen pas echt onder de knie gekregen. Ze geloofden dat ik een natuurtalent was, en die aanmoediging heeft me over de streep getrokken.”

reputatie opbouwenDe liefde voor het vak was er altijd wel, maar een eigen bedrijf opstarten vraagt de nodige omzichtigheid. “Als je geen kapitaal hebt als buffer, is het een onbegonnen zaak. Alleen al het materiaal om de steenblokken te zagen, kost een fortuin. Daarbij komt dat ik vanuit het niets ben moeten beginnen. De meeste steenhouwbedrijven zijn familiegebonden, maar niemand van mijn familie zit in de stiel. Ik moest mijn reputatie dus stapje

Page 5: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

Vrijdag 20 januari 2012 WAAS & DENDER.39

Steenkapper is een fysiek belas-tend beroep. Maar zolang de zin voor de ambacht leeft, krijgen uit-puttingsverschijnselen geen kans. “Bij momenten is het enorm zwaar werk. Je kan ook niet alles met de hefbrug verplaatsen, af en toe moet er wat getrek en gesleur aan te pas komen”, lacht Eric.

“Vooral in de winter gebeurt het al eens dat ik liever binnen zou zit-ten dan in het atelier. Maar het werk gaat altijd voor. Vooral bij aanne-mers dringt de tijd omdat er bij hen een hele ploeg staat te wachten om verder te kunnen. En laat stress nu net iets heel nefast zijn bij een secuur werk als dit. Meten en nameten zijn sleutelwoorden.”

Het gemoderniseerde werk kan niet op tegen de geneugten van het ambachtelijk steenkappen. “Wan-neer je met beitel en hamer werkt, geef je een steen krediet. Met een ma-chine overhaast je het proces al snel en gaan er waardevolle delen van een steen verloren. Ik begin steeds met mijn basisvorm en start dan met de rechte vlakken, daarna begin ik aan de afwerking: de gebogen vor-men. Maar uiteraard wijkt het eind-

“Hamer en beitel geven een steen meer krediet”Goedkope steen wordt en masse ingevoerd uit China en Azië. Het middelpunt van de natuursteenmarkt verschuift na eeuwen van Carrara in Italië naar het Oosten.

Steenkapper Eric Cruyssaert en de liefde voor ambachtelijk steenhouwen in zijn eenmansbedrijfje in Elversele

Het steenkappersatelier bevindt zich in een loods achter zijn huis.

resultaat soms af van het oorspron-kelijk idee, fouten maakt iedereen. Maar dan komt mijn achtergrond in beeldhouwen van pas en kan ik een vorm nog aanpassen.”

OpleidingDe tientallen opleidingsjaren

die de steenkapper al achter de rug heeft, beschouwt hij als een nood-zakelijk onderdeel van de stiel. “In de middeleeuwen deed een steen-kapper acht jaar over zijn opleiding. Daarna kon je de opleiding van beeldhouwer aanvatten. Tien jaar later kreeg je dan de kans je te bewij-zen als bouwmeester, of architect.”

Net als andere sectoren in de eco-nomie, ondervindt de natuursteen-markt de bikkelharde concurrentie van landen als China en Azië. “We voeren een massa steen in die niet duurzaam is. Belgische blauwe hard-steen gaat wel honderd jaar mee, steen uit China misschien tien jaar. Op dat vlak zijn we verkeerd bezig.”

Ondanks de concurrentie van gro-te bedrijven, ziet Eric Cruyssaert de toekomst rooskleurig in. “Steenkap-pers zullen altijd gevraagd worden. Maar je moet de passie in je vingers hebben, en de drang hebben om al-tijd bezig te blijven. Moest ik het aan mijn kinderen kunnen doorgeven, zou dat fantastisch zijn. De oudste heeft er toch al wat interesse in, dus wie weet”, lacht Cruyssaert.����

●●België heeft een aantal pa-radepaardjes die volgens Eric Cruyssaert best wat meer on-der de aandacht mogen wor-den gebracht.●●Klassieker onder de klassie-kers: de blauwe hardsteen uit Henegouwen. De vier verschil-lende types hebben hun eigen-heden, maar zijn enkel door het getrainde oog van kenners te onderscheiden.●●Belgisch marmer dat met zijn roze kleur heel wat nacht-kastjes uit de jaren vijftig ver-sierde. Nu enorm prijzig, maar nog steeds charmant.●●Buitenbeentje: door en

Belgische paradepaardjes

nemers en steden tot zijn cliënteel. Momenteel werkt hij aan de restau-ratie van het kroontje van de cipe-rage op de markt van Sint-Niklaas en aan de schandpaal op de markt van Lokeren. “Ik mag niet klagen, het werk groeit jaar na jaar aan. Maar op de grote massa zit ik niet te wachten, ik maak ook weinig of geen reclame, want commercie is uit den boze voor een ambachtelijk bedrijf. Grote be-drijven beconcurreren elkaar vaak met alle middelen die ze maar heb-ben, en daarbij verliezen ze vakken-nis uit het oog. Maar je mag nog zo-veel geld hebben, zonder de juiste vaardigheden overleef je niet.”

Ook in deze sector is de moder-nisering niet tegen te houden, een evolutie die Cruyssaert niet meteen toejuicht. “Vooral de laatste vijf jaar maken computergestuurde machi-nes hun opgang. Ik verwacht dan ook dat er binnen tien jaar een groot stuk van de ziel van het ambacht verloren zal zijn.”

Buiten de lijntjesCruyssaert volgde ook lange tijd

een opleiding beeldhouwen aan de academie van Sint-Niklaas. Steen-houwen is voor hem geen streng af-gelijnde discipline. “In de middel-eeuwen had iedere ambacht een ei-

gen gilde. Buiten de lijntjes kleuren werd afgestraft. Nu kan dat gelukkig wel. Dertig procent van mijn werk bestaat uit restauratieprojecten. Als ik daar ook mijn passie voor beeld-houwen in kan leggen, vergroot dat mijn kansen in de markt. Daarnaast vind ik het ook enorm belangrijk om die voorgeschiedenis en voeling mee te hebben. Sommige steenkappers die al jaren bezig zijn, zijn nog nooit in een steengroeve geweest. Hoewel er eentje is op tachtig kilometer hier vandaan, in Zinnik. Ik wil weten met welk materiaal ik werk.”

������ �����

Een detail van het werk van Eric. Het kroontje van de ciperage op de markt van Sint-Niklaas is toe aan een opknapbeurt.

Het gereedschap van de steenkapper is voorlopig nog niet door computergestuurde machines vervangen.

door zwart marmer die zelfs in de steengroeven van het Ita-liaanse Carrara op bewonde-ring kan rekenen. De witte Car-rara-trots die contrasteert met ons zwarte marmer, is er erg populair.●●De Balegemse steen of de Vlaamse arduin waarmee zo-wat al onze kerken zijn opge-bouwd, maar die nu amper nog gebruikt wordt. ●●Enkel in Herzele is er nog een vakschool waar leerlingen terecht kunnen voor de studie-richting steen- en marmerbe-werking. ����

Morgen: een veerman uit Tielrode

Vrijdag 20 januari 2012 WAAS & DENDER.39

Steenkapper is een fysiek belas-tend beroep. Maar zolang de zin voor de ambacht leeft, krijgen uit-puttingsverschijnselen geen kans. “Bij momenten is het enorm zwaar werk. Je kan ook niet alles met de hefbrug verplaatsen, af en toe moet er wat getrek en gesleur aan te pas komen”, lacht Eric.

“Vooral in de winter gebeurt het al eens dat ik liever binnen zou zit-ten dan in het atelier. Maar het werk gaat altijd voor. Vooral bij aanne-mers dringt de tijd omdat er bij hen een hele ploeg staat te wachten om verder te kunnen. En laat stress nu net iets heel nefast zijn bij een secuur werk als dit. Meten en nameten zijn sleutelwoorden.”

Het gemoderniseerde werk kan niet op tegen de geneugten van het ambachtelijk steenkappen. “Wan-neer je met beitel en hamer werkt, geef je een steen krediet. Met een ma-chine overhaast je het proces al snel en gaan er waardevolle delen van een steen verloren. Ik begin steeds met mijn basisvorm en start dan met de rechte vlakken, daarna begin ik aan de afwerking: de gebogen vor-men. Maar uiteraard wijkt het eind-

“Hamer en beitel geven een steen meer krediet”Goedkope steen wordt en masse ingevoerd uit China en Azië. Het middelpunt van de natuursteenmarkt verschuift na eeuwen van Carrara in Italië naar het Oosten.

Steenkapper Eric Cruyssaert en de liefde voor ambachtelijk steenhouwen in zijn eenmansbedrijfje in Elversele

Het steenkappersatelier bevindt zich in een loods achter zijn huis.

resultaat soms af van het oorspron-kelijk idee, fouten maakt iedereen. Maar dan komt mijn achtergrond in beeldhouwen van pas en kan ik een vorm nog aanpassen.”

OpleidingDe tientallen opleidingsjaren

die de steenkapper al achter de rug heeft, beschouwt hij als een nood-zakelijk onderdeel van de stiel. “In de middeleeuwen deed een steen-kapper acht jaar over zijn opleiding. Daarna kon je de opleiding van beeldhouwer aanvatten. Tien jaar later kreeg je dan de kans je te bewij-zen als bouwmeester, of architect.”

Net als andere sectoren in de eco-nomie, ondervindt de natuursteen-markt de bikkelharde concurrentie van landen als China en Azië. “We voeren een massa steen in die niet duurzaam is. Belgische blauwe hard-steen gaat wel honderd jaar mee, steen uit China misschien tien jaar. Op dat vlak zijn we verkeerd bezig.”

Ondanks de concurrentie van gro-te bedrijven, ziet Eric Cruyssaert de toekomst rooskleurig in. “Steenkap-pers zullen altijd gevraagd worden. Maar je moet de passie in je vingers hebben, en de drang hebben om al-tijd bezig te blijven. Moest ik het aan mijn kinderen kunnen doorgeven, zou dat fantastisch zijn. De oudste heeft er toch al wat interesse in, dus wie weet”, lacht Cruyssaert.����

●●België heeft een aantal pa-radepaardjes die volgens Eric Cruyssaert best wat meer on-der de aandacht mogen wor-den gebracht.●●Klassieker onder de klassie-kers: de blauwe hardsteen uit Henegouwen. De vier verschil-lende types hebben hun eigen-heden, maar zijn enkel door het getrainde oog van kenners te onderscheiden.●●Belgisch marmer dat met zijn roze kleur heel wat nacht-kastjes uit de jaren vijftig ver-sierde. Nu enorm prijzig, maar nog steeds charmant.●●Buitenbeentje: door en

Belgische paradepaardjes

nemers en steden tot zijn cliënteel. Momenteel werkt hij aan de restau-ratie van het kroontje van de cipe-rage op de markt van Sint-Niklaas en aan de schandpaal op de markt van Lokeren. “Ik mag niet klagen, het werk groeit jaar na jaar aan. Maar op de grote massa zit ik niet te wachten, ik maak ook weinig of geen reclame, want commercie is uit den boze voor een ambachtelijk bedrijf. Grote be-drijven beconcurreren elkaar vaak met alle middelen die ze maar heb-ben, en daarbij verliezen ze vakken-nis uit het oog. Maar je mag nog zo-veel geld hebben, zonder de juiste vaardigheden overleef je niet.”

Ook in deze sector is de moder-nisering niet tegen te houden, een evolutie die Cruyssaert niet meteen toejuicht. “Vooral de laatste vijf jaar maken computergestuurde machi-nes hun opgang. Ik verwacht dan ook dat er binnen tien jaar een groot stuk van de ziel van het ambacht verloren zal zijn.”

Buiten de lijntjesCruyssaert volgde ook lange tijd

een opleiding beeldhouwen aan de academie van Sint-Niklaas. Steen-houwen is voor hem geen streng af-gelijnde discipline. “In de middel-eeuwen had iedere ambacht een ei-

gen gilde. Buiten de lijntjes kleuren werd afgestraft. Nu kan dat gelukkig wel. Dertig procent van mijn werk bestaat uit restauratieprojecten. Als ik daar ook mijn passie voor beeld-houwen in kan leggen, vergroot dat mijn kansen in de markt. Daarnaast vind ik het ook enorm belangrijk om die voorgeschiedenis en voeling mee te hebben. Sommige steenkappers die al jaren bezig zijn, zijn nog nooit in een steengroeve geweest. Hoewel er eentje is op tachtig kilometer hier vandaan, in Zinnik. Ik wil weten met welk materiaal ik werk.”

������ �����

Een detail van het werk van Eric. Het kroontje van de ciperage op de markt van Sint-Niklaas is toe aan een opknapbeurt.

Het gereedschap van de steenkapper is voorlopig nog niet door computergestuurde machines vervangen.

door zwart marmer die zelfs in de steengroeven van het Ita-liaanse Carrara op bewonde-ring kan rekenen. De witte Car-rara-trots die contrasteert met ons zwarte marmer, is er erg populair.●●De Balegemse steen of de Vlaamse arduin waarmee zo-wat al onze kerken zijn opge-bouwd, maar die nu amper nog gebruikt wordt. ●●Enkel in Herzele is er nog een vakschool waar leerlingen terecht kunnen voor de studie-richting steen- en marmerbe-werking. ����

Morgen: een veerman uit Tielrode

2

3 4

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 5

1. La couronne du ‘Ciperage’ sur la place du Marché de Sint Niklaas,. / Het kroontje van de ciperage op de markt van Sint-Niklaas is toe aan een opknapbeurt. 2. Un détail du travail d’Eric / Een detail van het werk van Eric.3. Les outils du tailleur de pierre ne sont pour l’instant pas encore remplacés par des machines à commandes numériques / Het gereedschap van de steenkapper is voorlopig nog niet door computergestuurde machines vervangen.4. L’atelier du tailleur de pierre qui se trouve dans un hangar derrière sa maison / Het steenkappersatelier bevindt zich in een loods achter zijn huis.

comme tampon, c’est utopique de commencer une telle entreprise. Seul le matériel pour scier les blocs coûte déjà une fortune. Certainement quand comme moi on doit commencer à partir de rien. La plupart des entreprises de taille de la pierre sont des entreprises familiales, mais ce ne fut pas le cas pour moi, personne dans ma famille n’était du métier. J’ai donc dû asseoir ma réputation à petit pas, car les gens n’achètent quelque chose que lorsqu’ils ont confiance. Ils ne vont pas chez un débutant mais plutôt chez quelqu’un qui a pignon sur rue. C’est donc via le bouche à oreille que ma réputation s’est finalement faite. » Actuellement, Eric Cruyssaert compte parmi sa clientèle des particuliers, des entrepreneurs et des villes. Il travaille actuellement à la restauration de la couronne du ‘ciperage’ sur la grande place de Sint-Niklaas ainsi qu’à la restauration du pilori sur la place du marché de Lokeren. « Je ne peux pas me plaindre, le travail augmente d’année en année. Mais je ne dois pas m’attendre à une grande quantité, je fais peu de publicité car le côté commercial est une horreur pour une entreprise artisanale. Les grandes entreprises sont en concurrence entre elles à cause de moyens dont elles seules disposent et à cause de cela elles perdent beaucoup de temps. Vous pouvez avoir autant d’argent que vous voulez sans avoir le tour de main vous ne survivez pas. »La modernisation dans ce secteur est aussi très importante, une évolution qu’Eric Cruyssaert ne voit pas toujours d’un bon œil. « Ces dernières cinq années, les machines à commande numérique ont fait leur apparition. J’attends donc dans les dix prochaines années qu’une grande partie de l’âme du métier disparaisse. »

en dehors des sentiers battus Eric Cruyssaert a aussi suivi pendant un certain temps une formation en sculpture à l’académie de Sint-Niklaas. La sculpture n’est pas pour lui une discipline trop stricte. « Au Moyen Age chaque métier appartenait à une corporation dont les règles étaient strictes. Heureusement ceci n’existe plus. Trente pourcent de mon travail est composé de travaux de restauration. Si je peux aussi y intégrer ma passion pour la sculpture cela augmente mes chances sur le marché. De plus, je pense qu’il est aussi très important de connaitre l’historique de la pierre et d’avoir le contact avec celle-ci. Certains tailleurs de pierre qui sont déjà actifs depuis des années ne sont même jamais allés dans une carrière. Même si je dois faire quatre-vingt kilomètres jusqu’à Soignies, je veux savoir avec quel matériau je travaille. »Sophie Pycke

“Le maRteau et Le buRin donnent La pieRRe pLus de cRédit.”de la pierre à bas prix ne cesse d’être importée de chine et d’asie. le centre du marché de la pierre naturelle se déplace après des siècles de carrare en italie vers l’orient.La taille de la pierre est un travail physique éreintant. Mais tant que la passion pour ce métier est là, le phénomène de lassitude n’a aucune chance. « A certains moments ce travail est très lourd. Il n’est pas toujours possible de tout lever avec le pont levant, de temps à autre, il faut tirer et pousser pour que la pièce soit au bon endroit. » rit Eric. « Surtout pendant l’hiver, il m’est souvent arrivé de préférer rester à l’intérieur plutôt que de travailler dans l’atelier. Mais le travail n’attend pas. Surtout

voor stapje opbouwen. Want mensen kopen enkel iets in vertrouwen. Ze gaan niet naar een snotneus die net begonnen is, maar naar een vaste waarde die al de kans heeft gekregen om zich te bewijzen. Via mond-tot-mondreclame is het zo’n beetje organisch gegroeid.” Cruyssaert rekent nu particulieren, aannemers en steden tot zijn cliënteel. Momenteel werkt hij aan de restauratie van het kroontje van de ciperage op de markt van Sint-Niklaas en aan de schandpaal op de markt van Lokeren. “Ik mag niet klagen, het werk groeit jaar na jaar aan. Maar op de grote massa zit ik niet te wachten, ik maak ook weinig of geen reclame, want commercie is uit den boze voor een ambachtelijk bedrijf. Grote bedrijven beconcurreren elkaar vaak met alle middelen die ze maar hebben, en daarbij verliezen ze vakkennis uit het oog. Maar je mag nog zoveel geld hebben, zonder de juiste vaardigheden overleef je niet.” Ook in deze sector is de modernisering niet tegen te houden, een evolutie die Cruyssaert niet meteen toejuicht. “Vooral de laatste vijf jaar maken computergestuurde machines hun opgang. Ik verwacht dan ook dat er binnen tien jaar een groot stuk van de ziel van het ambacht verloren zal zijn.”

buiten de lijntjesCruyssaert volgde ook lange tijd een opleiding beeldhouwen aan de academie van Sint-Niklaas. Steenhouwen is voor hem geen streng afgelijnde discipline. “In de middeleeuwen had iedere ambacht een eigen gilde. Buiten de lijntjes kleuren werd afgestraft. Nu kan dat gelukkig wel. Dertig procent van mijn werk bestaat uit restauratieprojecten. Als ik daar ook mijn passie voor beeldhouwen in kan leggen, vergroot dat mijn kansen in de markt. Daarnaast vind ik het ook enorm belangrijk om die voorgeschiedenis en voeling mee te hebben. Sommige steenkappers die al jaren bezig zijn, zijn nog nooit in een steengroeve geweest. Hoewel er eentje is op tachtig kilometer hier vandaan, in Zinnik. Ik wil weten met welk materiaal ik werk.”Sophie Pycke

“hameR en beiteL Geven een steen meeR kRediet.”goedkope steen wordt en masse ingevoerd uit china en azië. het middelpunt van de natuursteenmarkt verschuift na eeuwen van carrara in italië naar het oosten.Steenkapper is een fysiek belastend beroep. Maar zolang de zin voor het ambacht leeft, krijgen uitputtingsverschijnselen geen kans. “Bij momenten is het enorm zwaar werk. Je kan ook niet alles met de hefbrug verplaatsen, af en toe moet er wat getrek en gesleur aan te pas komen”, lacht Eric.“Vooral in de winter gebeurt het al eens dat ik liever binnen zou zitten dan in het atelier. Maar het werk gaat altijd voor. Vooral bij aannemers

Page 6: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

6 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

chez les entrepreneurs tout est toujours urgent car les équipes attendent pour pouvoir continuer le travail. Et le stress ne fait pas bon ménage avec ce métier de précision. Mesurer et remesurer sont les mots clés pour notre profession ».La modernisation du travail ne peut rien contre les plaintes du tailleur de pierres.« Quand tu travailles avec un marteau et un burin, tu donnes du crédit à une pierre. Avec une machine, tu accélères le processus et une grande partie de la pierre ayant beaucoup de valeur est perdue. Je débute toujours une pièce par la forme de base et commence avec les surfaces droites, après j’entame la finition des formes arrondies. Mais naturellement, le résultat final est parfois différent des idées de départ, tout le monde fait des fautes. Mais grâce à ma formation en sculpture, je peux encore adapter les formes. »

formationLes dizaines d’heures de formation que le tailleur de pierre à derrière lui, il les considère comme nécessaires pour connaître le métier. « Au Moyen Age, le tailleur de pierre était formé pendant huit ans. Ce n’était qu’après qu’il pouvait commencer la formation de sculpteur. Dix ans après tu avais la possibilité de te distinguer comme entrepreneur ou architecte ».

Comme d’autres secteurs de l’économie, le marché de la pierre naturelle est lourdement touché par la concurrence des pays comme la Chine mais aussi le reste de l’Asie. Malgré la concurrence des grandes entreprises, Eric Cruyssaert voit un futur très positif pour la profession. « On aura toujours besoin de tailleurs de pierre. Mais pour cela il faut être vraiment passionné et avoir l’obsession de toujours rester actif. Si je pouvais transmettre cela à mes enfants ce serait fantastique. L’ainé montre pour l’instant un certain intérêt, donc qui sait… » rit Eric Cruyssaert.

fierté belge :

La Belgique dispose d’un bon nombre de choses dont elle peut être très fière et qui peuvent être certainement mises en lumière :Le classique des classiques : la pierre bleue du Hainaut. Les quatre différents types ont toutes leurs caractéristiques, mais ne sont différenciables que par un ‘œil entrainé’.Le marbre belge qui de sa couleur rose a décoré beaucoup de table de nuit durant les années cinquante. Actuellement très couteux, mais toujours charmant.Original : le marbre noir qui suscite même dans les carrières italiennes de Carrare beaucoup d’admiration. La fierté blanche du carrare qui contraste bien avec notre marbre noir est très populaire.La pierre de Balegem ou des Ardennes flamandes avec laquelle beaucoup de nos églises sont construites, mais qui n’est plus utilisée actuellement.La seule école (du côté néerlandophone) où les élèves peuvent apprendre la taille de la pierre est située à Herzele.Sophie Pycke

dringt de tijd omdat er bij hen een hele ploeg staat te wachten om verder te kunnen. En laat stress nu net iets heel nefast zijn bij een secuur werk als dit. Meten en nameten zijn sleutelwoorden.”Het gemoderniseerde werk kan niet op tegen de geneugten van het ambachtelijk steenkappen. “Wanneer je met beitel en hamer werkt, geef je een steen krediet. Met een machine overhaast je het proces al snel en gaan er waardevolle delen van een steen verloren. Ik begin steeds met mijn basisvorm en start dan met de rechte vlakken, daarna begin ik aan de afwerking: de gebogen vormen. Maar uiteraard wijkt het eindresultaat soms af van het oorspronkelijk idee, fouten maakt iedereen. Maar dan komt mijn achtergrond in beeldhouwen van pas en kan ik een vorm nog aanpassen.”

opleidingDe tientallen opleidingsjaren die de steenkapper al achter de rug heeft, beschouwt hij als een noodzakelijk onderdeel van de stiel. “In de middeleeuwen deed een steenkapper acht jaar over zijn opleiding. Daarna kon je de opleiding van beeldhouwer aanvatten. Tien jaar later kreeg je dan de kans je te bewijzen als bouwmeester, of architect.”

Net als andere sectoren in de economie, ondervindt de natuursteenmarkt de bikkelharde concurrentie van landen als China en Azië. Ondanks de concurrentie van grote bedrijven, ziet Eric Cruyssaert de toekomst rooskleurig in. “Steenkappers zullen altijd gevraagd worden. Maar je moet de passie in je vingers hebben, en de drang hebben om altijd bezig te blijven. Moest ik het aan mijn kinderen kunnen doorgeven, zou dat fantastisch zijn. De oudste heeft er toch al wat interesse in, dus wie weet”, lacht Cruyssaert.Sophie Pycke

belgische paradepaardjes

België heeft een aantal paradepaardjes die volgens Eric Cruyssaert best wat meer onder de aandacht mogen worden gebracht.Klassieker onder de klassiekers: de blauwe hardsteen uit Henegouwen. De vier verschillende types hebben hun eigenheden, maar zijn enkel door het getrainde oog van kenners te onderscheiden.Belgisch marmer dat met zijn roze kleur heel wat nachtkastjes uit de jaren vijftig versierde. Nu enorm prijzig, maar nog steeds charmant.Buitenbeentje: door en door zwart marmer dat zelfs in de steengroeven van het Italiaanse Carrara op bewondering kan rekenen. De witte Carrara-trots die contrasteert met ons zwarte marmer, is er erg populair.De Balegemse steen of de Vlaamse arduin waarmee zowat al onze kerken zijn opgebouwd, maar die nu amper nog gebruikt wordt.Enkel in Herzele is er nog een vakschool waar leerlingen terecht kunnen voor de studierichting steen- en marmerbewerking.

Page 7: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 7

La Renovation de La GaRe de LuxembouRGCommencé en janvier 2006, ce chantier de grande envergure a pour but la modernisation intégrale des installations fixes dédiées aux voyageurs de la Gare de Luxembourg. Outre la rénovation et l’agrandissement des quais et la reconstruction des marquises le projet comporte entre autres la reconstruction de l’ancien souterrain Sud et la rénovation majeure du souterrain Nord existant, l’installation d’ascenseurs et d’escaliers mécaniques sur tous les quais, le tout afin de garantir un confort maximal des voyageurs une fois les travaux terminés. Les escaliers et souterrains menant aux quais sont habillés de marches et contremarches en Pierre bleue des Carrières du Hainaut (finitions sbattu et flammé), les habillages verticaux des parois des tunnels sont revêtus de plaques en Pierre bleue du Hainaut agrafées en finitions flammé bleu et écuré. Parlant de confort, le grand défi de ce chantier réside dans le fait que la gare a dû rester en service pendant toute la durée des travaux.Coté parvis, la Pierre Bleue des Carrières du Hainaut est mise en œuvre sous forme de dallages de 10 cm d’épaisseur en finitions flammé bleu et sbattu gros. Des bornes massives en finition meulé bleu encadrent le parvis sur tout son périmètre.Dallages, escaliers, façades, bordures et bornes vont pouvoir prouver une fois de plus que nos matériaux naturels sont parfaitement adaptés à un usage intensif et prolongé. Pour l’anecdote, les Carrières du Hainaut, unique fournisseur, ont fourni toutes les pierres y compris les goulottes destinées à faciliter l’accès aux quais par les voyageurs train + vélo.Après la Gare des Guillemins à Liège, les carrières de Wallonie peuvent, une nouvelle fois, se féliciter de la contribution importante que la Pierre bleue de Belgique a apportée à cet ensemble majestueux.

de Renovatie van het station van LuxembuRG-stadDeze grootschalige werf is gestart in januari 2006 en heeft als doel alle vaste installaties die bestemd zijn voor de reizigers van het station van Luxemburg-stad, integraal te moderniseren. Naast de renovatie en vergroting van de kaaien, voorziet het project tevens in het herbouwen van de oude zuidelijke onderaardse gang en de renovatie van de bestaande noordelijke onderaardse gang, alsook de installatie van liften en roltrappen op alle kaaien, dit alles om een maximaal comfort te bieden aan de reizigers eens de werken zullen voltooid zijn. De trappen en onderaardse gangen naar de kaaien toe zijn bekleed met treden en stootborden uit Blauwe Hardsteen van Carrières du Hainaut (gebikte en gevlamde afwerking), de verticale bekleding van de tunnelwanden is uitgevoerd in verankerde Blauwe Hardsteenplaten van gevlamde en geschuurde afwerking. Op het gebied van comfort wordt een bijkomende uitdaging gevormd door het feit dat het station gedurende de ganse duur van de werken operationeel is moeten blijven.Aan de voorzijde van het station werd Blauwe Hardsteen van Carrières du Hainaut aangewend onder de vorm van straatstenen van 10 cm dikte in gevlamde en grof gebikte uitvoering. Massieve paaltjes in blauw geslepen afwerking omkaderen de volledige omtrek van het plein.De tegels, trappen, gevels, boordstenen en paaltjes zullen eens te meer kunnen bewijzen dat onze natuurlijke materialen perfect bestand zijn tegen een langdurig en intensief gebruik. Carrières du Hainaut heeft alle stenen geleverd voor het station, inclusief de speciale gootstenen die de toegang van trein+fietsreizigers tot de kaaien moeten vergemakkelijken. Na het station Guillemins in Luik mogen de Waalse steengroeven eens te meer prat gaan op de belangrijke bijdrage die door de Belgische Blauwe Hardsteen geleverd werd aan dit majestueus geheel.

FICHE TECHNIQUE

Maître de l’ouvrage Auteur de projet Bureau d’étudesCFLSociété Nationale des Chemins de Fer

Luxembourgeois

B.P. 1803

L-1018 Luxembourg

AREP16 avenue d’Ivry

75647 Paris Cedex 13 - France

InCA Ingénieurs Conseils AssociésB.P. 114

L-6906 Niederanven

TECHNISCHE FICHE

Bouwheer Ontwerp StudiebureauCFLSociété Nationale des Chemins de Fer Luxembourgeois B.P. 1803 L-1018 Luxembourg

AREP16 avenue d’Ivry75647 Paris Cedex 13 - France

InCA Ingénieurs Conseils AssociésB.P. 114 L-6906 Niederanven

ArChITECTUrE / ArChITECTUUr

Page 8: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

8 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

fissuRation des teRRasses en pieRRe natuReLLe : une conséquence du GeL ?Les ingénieurs de la division ‘Avis techniques’ sont régulièrement sollicités par les entreprises confrontées à la fissuration des dallages extérieurs en pierre naturelle. Les fissures peuvent se créer au droit des joints entre les dalles ou traverser ces dernières. Le plus souvent, elles sont attribuées à une résistance insuffisante du revêtement aux sollicitations hygrothermiques. La qualité du matériau lui-même est toutefois rarement pointée du doigt, contrairement à la conception et/ou à la mise en œuvre.

La résistance mécanique initiale de la pierre naturelle et/ou sa conservation au cours du temps peuvent jouer un rôle non négligeable dans l’apparition de fissures au travers des dalles. Il s’agit donc de paramètres d’influence ne pouvant être systématiquement négligés lors de l’analyse de tels désordres.

déformations empêchées

1 Fissuration dans un dallage dont le matériau se fragilise au cours des cycles de gel/

dégel

Les variations de température et d’humidité (très importantes sur les terrasses extérieures) engendrent au niveau du revêtement une combinaison de déformations et de contraintes internes dont l’intensité et la répartition dépendront (outre l’ampleur de ces variations) principalement du niveau d’interaction de la pierre avec son support. Ainsi, plus la déformation hygrothermique sera empêchée (en raison de l’adhérence au support, dont les caractéristiques de déformation sont différentes), plus l’état de contraintes dans le matériau sera important.

Le risque de fissuration est généralement le plus élevé dans la phase de contraction du revêtement par rapport à son support. En effet, après s’être dilaté à la suite d’une élévation de température, le revêtement tend à se contracter et à revenir à son état initial lorsque sa température diminue. Le support aura néanmoins tendance à s’opposer à ce retrait, en raison notamment d’un profil de température et de coefficients de dilatation thermique différents des matériaux en présence. S’ajoute également un phénomène de friction entre les différentes couches qui le composent. Des contraintes de traction vont alors naître dans la dalle, lesquelles peuvent entraîner une fissuration si elles dépassent la résistance à la traction du matériau (cf. figure 1). Précisons néanmoins que ces interactions avec le support peuvent être diminuées par l’utilisation de nattes de découplage prévues à cet effet.

effets des cycles de gel/dégelLa résistance mécanique initiale du matériau et la conservation de celle-ci jouent donc un rôle important dans la capacité de ce matériau à résister sans dommage aux états de contraintes et de déformations qui s’y développent.

scheuRvoRminG in teRRassen uit natuuRsteen : een GevoLG van voRst ?De afdeling Technisch advies krijgt regelmatig vragen rond scheurvorming in buitenterrassen uit natuursteen. Deze scheuren manifesteren zich meestal ter hoogte van de voegen, maar kunnen de tegels ook volledig doorkruisen. Ze worden doorgaans toegeschreven aan een ontoereikende weerstand van de betegeling tegen hygrothermische belastingen. De kwaliteit van het materiaal zelf wordt daarentegen – in tegenstelling tot het ontwerp en de plaatsing – slechts zelden met de vinger gewezen.

De initiële mechanische sterkte van de natuursteen en/of het behoud ervan in de tijd kunnen een niet te onderschatten invloed uitoefenen op de vorming van scheuren die de tegels doorkruisen. Deze parameters mogen bijgevolg niet systematisch over het hoofd gezien worden bij de analyse van dergelijke schadegevallen.

verhinderde vervorming

1. Scheurvorming in een tegel waarvan het materiaal aangetast werd door vorst-

dooicycli.

De variaties in de temperatuur en de vochtigheid (die aanzienlijk kunnen zijn bij buitenterrassen) leiden op het niveau van de vloerbetegeling tot een combinatie van vervormingen en interne spanningen waarvan de intensiteit en de verdeling – naast de grootte van de variaties – hoofdzakelijk afhangen van de wisselwerking tussen de natuursteentegel en zijn ondergrond : hoe meer de hygrothermische vervorming verhinderd wordt (door de aanhechting met de ondergrond die andere vervormingseigenschappen heeft), hoe meer spanningen er zullen optreden in de tegels.

Het risico op scheurvorming is het hoogst wanneer de vloerbedekking een krimpbeweging ten opzichte van haar ondergrond ondergaat. Na een uitzetting door een temperatuurstijging tracht de vloerbedekking in te krimpen om terug te keren tot haar oorspronkelijke toestand wanneer de temperatuur daalt. De ondergrond zal zich doorgaans tegen deze inkrimping verzetten aangezien, deze gekenmerkt wordt door een ander temperatuurprofiel en een andere thermische-uitzettingscoëfficiënt dan de vloerbedekking. Daarnaast treedt er een wrijvingsfenomeen op tussen de verschillende samenstellende lagen van het terras. Hierdoor ontstaan er trekspanningen in de tegel die aanleiding kunnen geven tot scheurvorming (zie afbeelding 1) indien ze de treksterkte van het materiaal overschrijden. Het gebruik van speciale ontkoppelingsmatten kan deze wisselwerking met de ondergrond evenwel sterk afzwakken.

invloed van vorst-dooicycliDe initiële mechanische sterkte van het materiaal en het behoud ervan in de tijd zijn bepalende factoren voor de capaciteit van de tegel om zonder

TEChnIqUE / TEChnIEk

Page 9: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 9

Selon le type de pierre naturelle, cette résistance mécanique initiale (et notamment la résistance à la traction) peut varier de très élevée à très faible. De plus, elle peut diminuer au cours des années d’exposition en raison, notamment, des effets des cycles de gel/dégel.

La résistance au gel des pierres naturelles s’évalue conformément à la norme NBN EN 12371. La méthode qui y est décrite consiste à soumettre une série d’éprouvettes préalablement imprégnées d’eau à une succession de cycles de gel/dégel et à évaluer à intervalles réguliers les altérations éventuelles. Selon la norme, celles-ci doivent être jugées de deux façons distinctes : d’une part, en observant l’ampleur des dégâts, d’autre part, en déterminant la perte de module d’élasticité dynamique (E %). Des valeurs maximales sont imposées pour ces deux critères (code 2 pour les dégâts et 30 % pour la perte de module). Le dépassement de l’une ou l’autre entraîne l’arrêt des cycles. Le résultat de l’essai correspond au nombre Nc de cycles pouvant être effectués sans dépassement des critères (avec un maximum de 168).

L’analyse des résultats de plusieurs dizaines d’essais menés dans les laboratoires du CSTC montre qu’une perte importante de performance mécanique peut apparaître sans obligatoirement entraîner de dégâts apparents sous forme d’éclats : une diminution de plus de 50 % du module d’élasticité dynamique a déjà pu être observée sans aucun dommage visible (cf. figure 2). L’altération prend alors la forme de microfissures non détectables à l’œil nu.

conclusionLors de l’examen des causes potentielles de fissuration de dalles de pierre naturelle en terrasse extérieure, il convient de considérer également la résistance du matériau aux effets des cycles de gel et ce, même si les dalles ne comportent aucun dégât apparent de gel (écaillage). Il n’est effectivement pas exclu que le matériau ait perdu une partie non négligeable de sa résistance mécanique initiale à la suite de la succession des cycles de gel, perdant ainsi de sa résistance aux effets des variations hygrothermiques et devenant dès lors plus sensible à la fissuration.Lors du choix de la pierre pour une application en terrasse, il importe donc de s’assurer que celle-ci satisfait aux recommandations de la NIT 228 (soit au minimum 140 cycles selon la norme NBN EN 12371) et que les pertes de résistance mécanique au terme de ces cycles sont limitées. Une information technique précise (une fiche de la NIT 228 ou un agrément technique, p. ex.) est nécessaire pour juger correctement de l’aptitude à l’emploi du matériau. Au niveau de la mise en œuvre, l’intégration d’une natte de découplage dans la couche de pose (en cas de pose collée sur chape) permettra également de limiter les interactions avec le support.

F. de Barquin, ir., chef du département ‘Matériaux, technologie et enveloppe’, CSTC

schade weerstand te bieden aan de spanningen en vervormingen die zich voordoen in het materiaal.Afhankelijk van het natuursteentype kan deze initiële mechanische sterkte (en meer bepaald de treksterkte) zowel zeer hoog als zeer laag zijn. De sterkte kan na een jarenlange blootstelling bovendien beginnen af te nemen, bijvoorbeeld door de opeenvolging van vorst-dooicycli.

De vorstbestendigheid van natuursteen wordt beoordeeld volgens de methode uit de norm NBN EN 12371. Hierbij worden een aantal vooraf met water geïmpregneerde proefstukken blootgesteld aan een reeks vorst-dooicycli, waarna men op regelmatige tijdstippen de eventuele verwering beoordeelt. Volgens de norm moet deze verwering op twee verschillende manieren geanalyseerd worden : waarneming van de omvang van de schade enerzijds en bepaling van de afname van de dynamische elasticiteitsmodulus (E %) anderzijds. De norm legt maximale waarden op voor deze twee criteria (code 2 voor de schade en 30 % voor de modulusafname). Indien een van beide waarden overschreden wordt, worden de cycli beëindigd. Het resultaat van de proef wordt dan ook aangeduid met het aantal cycli (Nc) dat kan uitgevoerd worden zonder overschrijding van de criteria (met een maximum van 168).

Uit de resultaten van enkele tientallen proeven die uitgevoerd werden in de WTCB-laboratoria blijkt dat de mechanische prestaties sterk kunnen dalen zonder dat er zichtbare schade optreedt in de vorm van afschilferingen : we stelden in een zeker geval zelfs een daling van meer dan 50 % van de dynamische elasticiteitsmodulus vast zonder dat er zichtbare schade optrad (zie afbeelding 2). De verwering uit zich in dit geval in de vorm van microscheurtjes die onzichtbaar zijn voor het blote oog. besluitBij de zoektocht naar de oorzaak van scheurvorming in terrastegels uit natuursteen dient men tevens na te gaan of het materiaal voldoende bestand is tegen vorst-dooicycli, zelfs indien de tegels geen zichtbare vorstschade (afschilferingen) vertonen. Het materiaal kan immers al een zeker deel van zijn mechanische sterkte verloren hebben door de opeenvolging van vorst-dooicycli en kan hierdoor minder bestand geworden zijn tegen hygrothermische variaties en bijgevolg ook tegen scheurvorming.Bij de keuze van een natuursteentegel voor een buitenterras dient men er bijgevolg op toe te zien dat deze voldoet aan de aanbevelingen uit de TV 228 (minstens 140 vorst-dooicycli volgens de norm NBN EN 12371) en dat het verlies aan mechanische sterkte aan het einde van deze cycli beperkt blijft. Om de gebruiksgeschiktheid van dit materiaal correct in te schatten, heeft men met andere woorden duidelijke technische informatie nodig (bv. een fiche uit de TV 228 of een technische goedkeuring). Om de wisselwerking met de ondergrond te beperken, kan men tijdens de uitvoering ook een ontkoppelingsmat aanbrengen in de stellaag (bij een gelijmde plaatsing op een dekvloer).

F. de Barquin, ir., hoofd van het departement ‘Materialen, technologie en omhulsel’, WTCB

2 Perte de performance mécanique au cours des cycles de gel/dégel, sans dégâts apparents

2 Verlies aan mechanische sterkte door vorst-dooicycli zonder zichtbare schade.

Page 10: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

batibouw bLijft (veR)bouwende beLG inspiReRen

batibouw a feRmé ses poRtes ce dimanche 11 maRs avec un sentiment unanime de succès et de confiance pouR ses queLques 1.000 exposants. L’objectif de L’oRGanisateuR d’attiReR chaque année pLus de 300.000 visiteuRs a été LaRGement atteint. au totaL, ce sont pLus de 310.000 visiteuRs qui se sont Rendus au saLon cette année (paRmi LesqueLs 73.000 pRofessionneLs).

Différentes réformes politiques et économiques ont placé le secteur de la construction sous les feux des projecteurs dans les mois précédant la 53e édition de BATIBOUW. Certaines questions étaient sur toutes les lèvres : quelles primes seront maintenues et quelles primes seront transférées aux régions? Les termes efficacité énergétique et durabilité resteront-ils des valeurs clés du secteur ?

À cette dernière question, à l’heure de la clôture de BATIBOUW 2012, on peut d’ores et déjà répondre par la positive, comme en démontre le grand nombre de personnes qui ont assisté à la conférence de Connie Hedegaard (la Commissaire européenne à l’Action pour le climat) sur les objectifs de la stratégie Europe 20-20-20. Philippe Lhomme, président de FISA (organisateur du salon) voit en la visite de cette personnalité de haut rang la confirmation que BATIBOUW est la « plateforme de référence pour le secteur tout entier: professionnels et grand public confondus. Le salon est un forum unique où les exposants présentent leurs produits les plus inventifs mais c’est aussi un moment idéal pour réfléchir à l’avenir du secteur et faire souffler une dynamique nouvelle et plus forte. »

Geert Maes, directeur général de FISA, confirme et précise que l’incertitude exprimée par le candidat à la rénovation ou à la construction est justifiée en cette période de transition économique. « Cela n’entame pas la passion et l’enthousiasme qu’a le Belge pour construire et rénover. Lorsqu’on investit dans une maison, on construit aussi quelque chose pour le futur, et cet investissement est pour le moment plus malin que

op zondaGavond 11 maaRt sLoot batibouw 2012 de deuRen. de bijna 1000 exposanten GewaaGden unaniem van een kwaLiteitsvoLLe en succesvoLLe beuRs. het objectief van de oRGanisatie om eLk jaaR meeR dan 300.000 bezoekeRs aan te tRekken weRd dit jaaR opnieuw Ruimschoots GehaaLd. in totaaL weRd de beuRs bezocht dooR meeR dan 310.000 bezoekeRs (waaRvan 73.000 pRofessioneLen).

In de aanloop naar deze 53ste editie van BATIBOUW zorgden politieke en economische hervormingen er voor dat de bouwsector volop in de schijnwerpers stond. Een aantal vragen lagen daarbij op ieders lippen: welke premies zullen de gewesten (blijven) dragen? Blijven energie-efficiëntie en duurzaamheid sleutelwoorden voor de sector?

Op deze laatste vraag kan men na BATIBOUW 2012 alvast volmondig ja antwoorden, zo bewees onder meer de druk bijgewoonde conferentie van Europees Commissaris voor Klimaat Connie Hedegaard over de Europese 20-20-20 doelstellingen. Philippe Lhomme, voorzitter van organisator FISA, ziet in dergelijk hoog bezoek een bevestiging van de status van BATIBOUW als “hét referentieplatform voor de hele sector: zowel voor professionelen als voor het grote publiek. De beurs is een uniek forum waarbij exposanten hun meest inventieve producten voorstellen, maar het is ook een uitgelezen moment om over de toekomst van de sector na te denken en die een stevige dynamiek mee te geven.”

Geert Maes, algemeen directeur van FISA, beaamt dit volmondig. Daarbij stelt hij vast dat het niet onlogisch is dat deze economische overgangsperiode de onzekerheid voedt bij de (ver)bouwende Belg. “Dit doet echter niets af aan het feit dat de passie van de Belg voor bouwen en verbouwen onverminderd blijft. Wie investeert in een woning bouwt immers aan de toekomst, en belegt op dit moment zeker en vast beter dan op een spaarboekje of op de aandelenmarkt. Ook het streven naar duurzaamheid is duidelijk geen trend van voorbijgaande aard. Met meer of minder premies, innovaties en investeringen in energie-efficiëntie blijven een stevige meerwaarde bieden, zowel voor het milieu als voor de portefeuille.”

Innovatie zag men ook volop terug in Paleis 11, het paleis van de keukens, waar het vaak over de koppen lopen was. De kookhype is dus duidelijk nog niet voorbij. Heel wat particulieren bewonderden het ruime aanbod, waarbij vooral de (semi-)professionele materialen heel wat bekijks hadden.Een laatste opvallende tendens was de populariteit van natuurlijke materialen zoals hout en natuursteen, zowel bij de ruwbouw als bij de afwerking. ‘Back to basics’ was dan ook één van de thema’s van deze editie. Opvallend is dat die materialen daarbij vaak zoveel mogelijk in hun originele staat worden gehouden, met soms kleine ‘onvolmaaktheden’ die ze net dat beetje extra karakter meegeven.

ACTUALITE / ACTUEEL

batibouw: La passion des beLGes pouR La bRique Reste intacte

10 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

Page 11: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

de placer son argent sur un livret d’épargne ou en bourse. Par ailleurs, la durabilité n’est pas une tendance passagère, mais bien un concept avec lequel il faut tenir compte. Avec ou sans « primes », les investissements en matière d’économies d’énergie continuent d’apporter une forte valeur ajoutée, autant pour l’environnement que pour le portefeuille. »

Si BATIBOUW 2012 couronne l’efficacité énergétique, l’innovation à l’intérieur de la maison n’est pas laissée de côté. Les exposants du Palais 11, paradis des cuisines, ont reçu beaucoup de monde sur leur stand. La tendance à rendre la cuisine professionnelle est plus que jamais d’actualité. De nombreux particuliers ont été surpris par la diversité de l’offre en la matière ; ce sont d’ailleurs les appareils (semi-) professionnels, tout particulièrement, qui ont attiré l’attention des visiteurs.

Autre grande tendance, le « Back to Basics » ou l’engouement général pour les matériaux naturels comme le bois et la pierre autant pour le gros œuvre que pour les finitions était effectivement au rendez-vous. On remarque que ces matériaux sont, autant que faire se peut, conservés dans leur état d’origine, avec, parfois, quelques petites imperfections qui leur confèrent une touche supplémentaire d’authenticité. Les organisateurs du salon remercient les exposants et les visiteurs pour leur confiance et se réjouissent déjà de les accueillir à nouveau à BATIBOUW l’an prochain, du 21 février au 3 mars 2013.

Contenu : Geert Maes, FISA : [email protected] ou +32 2 663 14 00Pratique : Ward Vanhee : [email protected] ou +32 472 93 97 57

De beursorganisatoren zijn hun exposanten en bezoekers bijzonder dankbaar voor het vertrouwen en kijken er nu al naar uit om iedereen volgend jaar opnieuw te verwelkomen, van 21 februari tot en met 3 maart 2013.

Inhoud : Geert Maes, FISA : [email protected] of +32 2 663 14 00Praktisch : Ward Vanhee : [email protected] of +32 472 93 97 57

www.carrieresduhainaut.com

ww

w.s

izec

omm

unic

atio

n.co

m

La Pierre Bleue du Hainaut®,

un morceau d’éternitéComment ne pas être charmé par l’élégance de la Pierre Bleue du Hainaut ?

Tant en aménagements intérieurs qu’extérieurs, elle résiste aux aléas de

votre quotidien. Hygiénique, car non poreuse, elle est un matériau naturel

et durable qui respecte l’environnement. Produit 100% belge, elle est extraite

et transformée grâce au savoir-faire local. Elle offre une esthétique qui traverse

le temps tel un joyau.

Parce que la Pierre Bleue du Hainaut, elle aussi, est éternelle…

Blauwe Steen uit Henegouwen®,

een stukje eeuwigheidBlauwe Steen uit Henegouwen®… Laat u verleiden door zijn verfijnde elegantie.

Zowel binnen als buiten weerstaat hij met glans aan het dagelijks leven.

Hij is niet poreus en dus uitermate hygiënisch. Met zijn natuurlijk karakter

getuigt hij van duurzaamheid en respect voor het milieu. Bovendien is hij in

België ontgonnen en met lokaal ambachtelijk vakmanschap bewerkt.

Zijn esthetiek trotseert de tijd, zoals een schitterend juweel. Blauwe Steen

uit Henegouwen®… Laat de eeuwigheid beginnen !

P&M de W-CDH.indd 1 28/02/12 12:39

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 1 1

Page 12: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

12 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

La jouRnee d’etude LoRs de stone expo 2012 fut un successtudiedaG fecamo tijdens stone expo 2012 was een succes

Comme déjà mentionné dans notre édition précédente, le Salon Stone Expo s’est tenu pour la quatrième fois les 21, 22 et 23 janvier 2012 dans le hall des expositions de Flanders Expo à Gand (Sint-Denijs-Westrem).

Suite au succès des trois premières éditions, La Fédération des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle, FEBENAT et Pierres et Marbres de Wallonie étaient de nouveau présentes, y disposant d’un stand commun.

Le lundi 23 janvier, les différentes fédérations ont organisé en collaboration avec le Centre Scientifique et Technique de la Construction une après-midi d’étude. Ce séminaire fut suivi par 60 personnes au total. Cette année le séminaire avait lieu sous forme de 3 ‘workshops. Ceux-ci ont eu lieu en français et en néerlandais.

Les participants furent accueillis par Patrick Noé, Directeur de la Fédération des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle.

Le premier ‘workshop’ avait pour thème : ‘La pierre naturelle : défaut techniques ou spécificités esthétiques ? Cette matière complexe fut présentée pour les francophones par Dominique Nicaise du CSTC et Francis Tourneur de Pierres et Marbres de Wallonie et pour les néerlandophones par Johan Van den Bossche du CSTC et Geert Legein de FEBENAT. Ce fut l’occasion de revenir sur le sujet du marquage CE des pierres naturelles.

Le second ‘workshop’ traitait des outils de gestion mis à la disposition des entrepreneurs par le CSTC : C PRO et C DATA. Ce sujet fut traité d’une part par Dominique Pirlot et d’autre part par Tim Vissers tous deux de la division Gestion, Qualité et Technique de l’information du CSTC. Ce fut l’occasion d’insister sur l’importance que la bonne gestion de l’entreprise passe avant tout par un parfait calcul de son prix de revient.

Le troisième et dernier ‘workshop’ avait pour sujet, ‘l’étanchéité sous carrelage collé’. Les intervenants pour cette matière étaient deux ingénieurs du CSTC, Tinne Vangeel et Yves Grégoire. Ils présentaient la partie théorique et deux entrepreneurs, Patrick De Kinder et Peter Goegebeur, présentaient l’aspect pratique de cette problématique.

Les différents sujets engendrèrent de nombreuses questions de la part des participants.

La séance d’information fut suivie par une réception sur le stand et fut l’occasion de prolonger les débats dans une sphère agréable et conviviale.

Zoals vermeld in onze vorige uitgave, ging het salon STONE EXPO voor de derde maal door op 21,22 en 23 januari 2012 in de Flanders-Expohallen te Gent (Sint-Denijs-Westrem).

Na het succes van de drie eerste uitgaven waren de Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking, Febenat en Pierres et Marbres de Wallonie opnieuw vertegenwoordigd met een gemeenschappelijke stand.

Op maandag 23 januari organiseerden de drie Federaties, in samenwerking met het Wetenschappelijk en Technische Centrum voor het Bouwbedrijf, een studienamiddag, die werd bijgewoond door een 60-tal personen. Dit jaar was het seminarie opgedeeld in 3 ‘workshops’. Die vonden plaats in het Frans en in het Nederlands.

De eerste ‘workshop’ had als thema : “natuursteen: technische foutjes vs. esthetische specificiteiten?”. Deze complexe materie werd gepresenteerd voor de Franstalige aanwezigen door Dominique Nicaise van het WTCB en Francis Tourneur van Pierres et Marbres de Wallonie. Langs Nederlandstalige zijde, werd de voordracht gegeven door Johan Van den Bossche van het WTCB en Geert Legein van FEBENAT. Dit was dé kans op het onderwerp terug te brengen op de markering van CE van natuursteen.De tweede workshop behandelde een programma voor juiste kostprijsberekening die tot de beschikking van de ondernemers gesteld werden door het WTCB: C PRO en C DATA. Dit onderwerp werd enerzijds behandeld door Domnique Prilot en anderzijds door Tim Vissers, allebei van de afdeling Beheer, Kwaliteit en Technische informatie van het WTCB. Dit was de kans om te wijzen op het feit dat een goed bedrijfsbeheer moet voorgaan op een perfecte kostprijscalculatie.De derde en laatste workshop had als onderwerp “waterdichting onder gelijmde betegeling”. De presenterende partij van deze materie waren twee ingenieurs van het WTCB Tinne Vangheel en Yves Grégoire. Zij stelden de theoretische kant voor. Twee ondernemers, Patrick De Kinder en Peter Goegebeur, namen het praktische aspect van deze problematiek onder de loep.De behandelde onderwerpen weekten heel wat vragen los bij de talrijke aanwezigen. Na de studienamiddag werd een drankje aangeboden op onze stand.

ACTUALITE / ACTUEEL

Page 13: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 13

Stone Expo, een nabeschouwing. Zo beginnen veel artikels na één of an-der evenement. Ik begin liever zo: Stone Expo, een gemiste kans, maar niet voor Febenat.

De editie 2012 van Stone Expo was voor Febenat een succes. De tweede deelname van Febenat was niet onopgemerkt voorbij gegaan. Zes van de elf leden van Febenat waren ook van de partij. Beltrami met SDS kasseien, BMB, Natuursteenzagerij, Stone, Stone Senses en Westvlaams Tegelhuis. Maar voor de ganse industrie, ook voor de natuursteen, was dit een kans om opgemerkt te worden. Evident is dit niet omdat andere beurzen ook geen groot succes waren. Investeren in economisch onze-kere tijden omwille van budgettaire redenen is een verstandige keuze, maar kiezen voor een beurs omdat anderen afwezig zijn is dat ook. Deze afweging maakt deel uit van het bedrijfsbeleid. Ik heb gemakkelijk praten achter mijn keyboard.Met het wegvallen van Technipierre – voor de tweede maal – en geen beurs in Apeldoorn in het verschiet was dit de kans, voor zowel de organisatoren als de bedrijven, om van Gent DE natuursteenbeurs van de Benelux te maken.

Maar bij Febenat mogen we niet klagen. De inspanningen die we de laatste jaren hebben gedaan om de professionele markt te bereiken heb-ben hun vruchten afgeworpen. De tweede editie van het vademecum, dat al sedert juni 2010 beschikbaar is, was een populair document voor architecten en aannemers die onze stand bezochten.

Febenat is al 1 jaar niet meer actief op zoek naar leden, en toch kregen we drie aanvragen tot lidmaatschap. Ook de VDAB kwam langs om samen met Febenat aan een opleiding te bouwen.

Ook vanuit een andere hoek kreeg natuursteen dat weekend speciale aandacht. Tijdens de editie van De Standaard Wonen lazen we zowaar een artikel in de stijl van Febenat. Architect Luc Binst (van het bureau Crepain Binst) had het over: “Natuursteen is een dankbaar materiaal” Na Arne Quinze en Filip Deslee is dit alweer een autoriteit die het opneemt voor het oordeelkundig gebruik van natuursteen. Hij eindigt dan ook het artikel met de volgende woorden: “Natuursteen verdient het om eervol te worden gebruikt. De juiste natuursteen voor de juiste functie, met de juiste tint en patroon. Als die voorwaarden vervuld zijn, kan het een heel krachtig en dankbaar project worden.”En wat zegt de leuze van Febenat ook al weer: Gebruik de juiste steen op de juiste plaats. Kies de steen en de oppervlakteafwerking in functie van de toepassing.

Informatie over natuursteen verspreiden en de mensen correct informe-ren is de taak van Febenat. De professionele markt is overtuigd, nu de rest nog.

Stone Expo, Quelques considérations après coup. C’est ainsi que commence beaucoup d’articles écrits après l’un ou l’autre événement. Je commencerai plutôt par Stone Expo une chance perdue mais pas pour Febenat.

L’édition 2012 de Stone Expo a été pour Febenat un succès. Pour notre seconde participation notre présence a été très importante. Six de nos onze membres étaient aussi de la partie : Beltrami avec SDS kasseien, BMB, Natuursteenzagerij, Stone, Stone Senses et Westvlaams Tegelhuis. C’était certainement l’occasion pour toute l’industrie et la pierre naturelle de se faire remarquer. Ce n’était pas évident car les autres grandes foires n’avaient pas été couronnées d’un grand succès. Investir en temps de crise économique pour des raisons budgétaires est un choix compréhensible, mais choisir de participer à une foire parce que d’autres sont absents l’est aussi. Cette considération fait partie de la gestion de l’entreprise. Avec la disparition de Technipierre – annulé pour la seconde fois – et la non organisation de la foire à Apeldoorn, c’était l’occasion, aussi bien pour les organisateurs que pour les entreprises de faire de Gand LE salon pour le Benelux de la pierre naturelle.

Du côté de Febenat nous ne pouvons certainement pas nous plaindre. Les efforts que nous avons fournis ces dernières années afin d’atteindre les professionnels du marché ont porté leurs fruits. La deuxième édition du Vacemecum, qui est déjà disponible depuis 2010, fut un document très populaire pour les architectes et les entrepreneurs qui sont venus nous rendre visite sur note stand.

Depuis un an, Febenat n’est plus active dans la recherche de membres et cependant nous avons eu trois demandes d’affiliation. Le VDAB nous a aussi contacté afin de mettre sur pied une formation adaptée.

Ce fut aussi pour la Pierre naturelle l’occasion pendant un week-end d’être au centre de l’attention. En effet, dans le supplément ‘habiter’ du Standaard on pouvait lire un article dans le ‘style’ de Febenat. L’Architecte Luc Binst (du bureau Crepain Binst) déclarait « La pierre naturelle est un don ». Après Arne Quinze et Filip Deslee c’est à nouveau une autorité qui s’exprime pour l’utilisation judicieuse de la pierre naturelle. Il clôture son article par les mots suivants : « la pierre naturelle mérite une utilisation honorable. La bonne pierre pour la bonne destination, respectant la bonne teinte et le bon motif. Si ces conditions sont remplies, le projet peut être puissant et intéressant ».

Telle est la devise de Febenat : « Utilisez la bonne pierre au bon endroit. Choisissez la pierre et le type de finition en fonction de l’application ».

La distribution de l’information sur la pierre naturelle et informer correctement le public est la tâche de Febenat. Le marché professionnel est déjà convaincu, maintenant encore le reste…

Page 14: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

Le saviez-vous? wist u?En tant qu’entrepreneur, vous bénéficier d’office d’un soutien technique auprès du Centre Scientifique et Technique de la Construction. En effet, peu de temps après la fondation du CSTC, la Division «Avis Techniques» (ATA en abrégé) a été mise sur pied afin d’étendre à la pratique les résultats de la recherche.Le secteur de la construction est de plus en plus souvent confronté à la mise en œuvre de nouveaux matériaux et de techniques plus modernes, à une réglementation changeante, à des exigences de confort plus adaptées, … La nécessité d’une assistance technique adéquate se développe également de manière constante et, dans cette optique, une diffusion rapide d’informations correctes est primordiale.

C’est la raison pour laquelle l’ATA fait en sorte qu’une équipe de collaborateurs polyvalents soit en permanence à la disposition des professionnels de la construction (et des entrepreneurs en particulier) afin de leurs apporter aide et conseil. L’objectif principal de ces avis est bien évidemment l’amélioration de la qualité des travaux de construction et ce, dans l’acception la plus large du terme. Le passage de la recherche à un service personnalisé dans divers sous-secteurs techniques du monde de la construction s’opère donc au sein de l’ATA.

quel genre de questions peut-on poser à l’ata?Le champ d’action de la Division «Avis Techniques» est très vaste. Ceci résulte du nombre élevé de partenaires impliqués dans l’acte de bâtir, de la grande variété dans les méthodes de conception et d’exécution, ainsi que des différences de comportement des utilisateurs en matière d’occupation et d’entretien. Les activités de l’ATA portent principalement sur : • l’aide au choix adéquat en matière de matériaux et/ou systèmes de construction• la conception de travaux de construction et de leurs détails• la diffusion de conseils en matière de techniques d’exécution• l’évaluation de la conformité des travaux de construction aux prescriptions en vigueur• les conditions d’utilisation• le type et la périodicité de l’entretien• l’examen de contestations d’ordre technique et/ou de phénomènes de dégradation• la mise à disposition d’informations techniques permettant d’arriver plus aisément à un accord amiable dans les cas de pathologie de la construction• la mise au point de travaux de réparation ou de rénovation efficaces• l’assistance technique d’experts agissant dans le cadre d’une procédure judiciaire• la collaboration à des actions préventives telles que la rédaction de publications techniques, la participation à des journées d’étude et à des salons dans le domaine de la construction, ... • la fourniture de renseignements technico-commerciaux en ce qui concerne les différents types de produits, marques et firmes présents sur le marché de la construction.En bref, toute question de nature technique en rapport avec l’acte de bâtir peut être posée à la Division «Avis Techniques» !Nous tenons néanmoins à souligner que l’ATA ne peut agir en tant que bureau d’études et qu’elle ne se prononce pas non plus sur des questions à caractère juridique et/ou financier.

qui peut poser ces questions et à quel moment?La Division «Avis Techniques» est à la disposition de tous les professionnels de la construction. Les particuliers n’ont par contre pas un accès direct aux services de l’ATA : ils peuvent toutefois soumettre leurs questions d’ordre technique à un professionnel du secteur qui pourra éventuellement la répercuter à l’ATA. Pour des raisons déontologiques, nous différencions les situations d’intervention suivantes : • les avis préalables à l’exécution des travaux : considérant que : «Mieux vaut prévenir que guérir !», tous les professionnels (c’est-à-dire aussi bien les entrepreneurs que les concepteurs, les bureaux d’études, les services techniques des administrations, les écoles techniques, ...) ont la possibilité de solliciter un avis de l’ATA. Ceci permet de limiter le risque

Dat u als aannemer beroepshalve technische bijstand kan verkrijgen bij het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf.Kort na de oprichting van het WTCB werd de afdeling Technisch Advies - kortweg ATA genoemd - in het leven geroepen om de resultaten van het toegepast onderzoek naar de praktijk toe te vertalen.Daarom zorgt de ATA ervoor dat er doorlopend een team van polyvalente medewerkers ter beschikking staat van de bouwprofessionelen (en in het bijzonder van de aannemers) om hen met raad en daad bij te staan. Het hoofddoel van deze adviezen is uiteraard de verbetering van de kwaliteit van de bouwwerken, en dit in de ruimste betekenis van het woord. Binnen de ATA vindt dus een directe omschakeling van het onderzoek naar gepersonaliseerde, technische dienstverlening in diverse technische subsectoren van de bouwwereld plaats.

waarover kan men vragen stellen aan de ata?De afdeling Technisch Advies heeft een zeer uitgestrekt werkterrein. Dit kan men verklaren door de talrijke partners in het bouwgebeuren, door de unieke ontwerp- en uitvoeringsmethoden, alsook door de individuele verschillen in onderhouds- en woongewoonten van de gebruikers. De tussenkomsten van de ATA hebben voornamelijk betrekking op : • het maken van een doordachte keuze van bouwmaterialen en/of -systemen• het ontwerp van bouwwerken en hun detailleringen• het welslagen van de uitvoering• de kwaliteit en de beoordeling van de bouwwerken• de gebruiksvoorwaarden• de wijze en periodiciteit van het onderhoud• de evaluatiemethode van technische betwistingen en/of schade• het ter beschikking stellen van technische informatie zodat een minnelijke schikking in geval van bouwpathologie gemakkelijker nagestreefd kan worden• het op punt stellen van doeltreffende herstel- of renovatiewerken• het verlenen van rechtstreekse technische bijstand op verzoek van deskundigen die optreden in opdracht van de rechtbank• het meewerken aan preventieve acties zoals de opstelling van technische publicaties, deelname aan studiedagen en bouwbeurzen,... • het verstrekken van technisch-commerciële inlichtingen omtrent de op de bouwmarkt beschikbare producttypes, merken en firma’s.Kortom, alle vragen van technische aard die betrekking hebben tot het bouwgebeuren kunnen aan de afdeling Technisch Advies gesteld worden. Wij willen er echter wel op wijzen dat de ATA niet kan optreden als studiebureau en zich evenmin uitspreekt over vragen met een juridisch en/of financieel karakter.

wie kan deze vragen stellen en wanneer?De afdeling Technisch Advies staat open voor alle bouwprofessionelen. Particulieren kunnen met hun technische vragen daarentegen niet rechtstreeks terecht bij de ATA : zij dienen zich in eerste instantie te wenden tot de hen omringende vaklui. Vanuit deontologische overwegingen wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten advies: • advies vóór de uitvoering van de werken : onder het motto «beter voorkomen dan genezen» hebben alle professionelen (d.w.z. zowel bouwondernemingen als ontwerpers, studiebureaus, technische diensten van administraties, technische scholen, ...) de mogelijkheid om het advies van de ATA in te winnen. Dit laat hen toe om misvattingen in de ontwerpfase te voorkomen, wat uiteindelijk alle bouwpartners ten goede komt!• advies tijdens en na de uitvoering van de werken : indien er zich toch onvolkomenheden, schade en/of betwistingen voordoen, is het van essentieel belang om een juiste diagnose te stellen. Een foutieve beoordeling en een onaangepaste herstelling kunnen immers soms schadelijker zijn dan het eigenlijke euvel. Desgevallend kan de ATA de bouwprofessionelen bijstaan. Dit gebeurt echter steeds in samenspraak met de betrokken uitvoerende aannemer(s).Anderzijds kunnen ook gerechtsdeskundigen rekenen op de rechtstreekse technische bijstand van de ATA in het kader van hun opdrachten voor de rechtbank.

ACTUALITE / ACTUEEL

14 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

Page 15: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

d’erreur dans la phase de projet, ce qui se révèlera finalement bénéfique pour tous les partenaires de la construction !• les avis pendant et après à l’exécution des travaux : si des imperfections, dégradations et/ou contestations voient le jour, il est essentiel qu’un diagnostic correct soit posé le plus rapidement possible. Une mauvaise évaluation et/ou une réparation inadaptée peuvent en effet parfois être plus dommageables que le défaut lui-même. Dans un tel cas, l’ATA peut émettre un avis, mais cependant toujours en concertation avec le (ou les) entrepreneur(s) concerné(s).Quant aux experts judiciaires, ils peuvent également compter sur l’assistance technique directe de l’ATA dans le cadre de leur mission pour le tribunal.

comment poser une question ?• Avis verbaux : Depuis déjà plusieurs dizaines d’années, la Division «Avis Techniques» organise une permanence téléphonique. Vous pouvez donc toujours joindre un ingénieur de cette division au numéro suivant : 02/716.42.11. Les collaborateurs de l’ATA sont bien conscients du fait que les professionnels du secteur sont constamment pressés par le temps; c’est pourquoi, cette permanence permet de leur fournir très rapidement des renseignements lorsqu’ils sont confrontés à un problème de construction précis. Plusieurs ingénieurs sont quotidiennement à leur disposition pour répondre aux appels téléphoniques et/ou accueillir des visiteurs en nos bureaux. Les avis verbaux ainsi prodigués sont très souvent étayés par l’envoi d’extraits tirés de la littérature spécialisée.• Avis écrits : Les questions écrites peuvent nous être transmises de trois manières : o par courrier postal : CSTC, Division «Avis Techniques», Lozenberg, 7 à 1932 Woluwe-Saint-Etienneo par fax : 02/725.32.12o par courrier électronique : exclusivement via le formulaire de «demande d’avis technique» disponible sur le site www.cstc.beLes demandes d’avis écrites reçoivent une réponse écrite; de cette manière, les questions relatives à des processus de construction peuvent faire l’objet d’une réponse détaillée dans un délai relativement court. La qualité de l’avis émis est toutefois tributaire du soin apporté à la formulation de la question. Il est en effet primordial de nous fournir à son sujet tous les renseignements techniques pertinents (plans, cahier des charges, courriers, photos, ...). Ceci nous permet de déterminer le moyen d’intervention le plus rapide et le plus efficace afin de répondre aux attentes du demandeur et de faire en sorte que les conseils fournis répondent aussi bien que possible à la problématique qui nous a été soumise. En outre, cela nous permet de mieux juger des cas dans lesquels une visite «in situ» est opportune ou nécessaire.• Visite «in situ» : Si des constats «in situ» sont nécessaires afin de fournir un avis fondé, cette visite n’est envisagée qu’à la demande d’un entrepreneur concerné par les travaux ou d’un expert judiciaire désigné par le tribunal. Lors des interventions sur site, les ingénieurs de la Division «Avis Techniques» disposent entre autre d’un matériel leur permettant de : o exécuter des sondages limités dans le but d’effectuer des constatations ou des prélèvements d’échantillonso déterminer le taux d’humidité de matériaux de constructiono effectuer des mesures de climat instantanées ou à long termeo contrôler la planéité, la rectitude, la verticalité, le niveau, ... des travaux effectuéso exécuter des essais d’adhérence indicatifso effectuer des mesures colorimétriqueso procéder à des mesures indicatives du niveau de bruito évaluer les caractéristiques mécaniques d’éléments de constructiono détecter les flux d’air, les différences de pression atmosphérique et les fuites d’airo mesurer la largeur de fissureso effectuer des essais chimiques élémentaires.Si des essais plus pointus s’avèrent nécessaires, l’ATA fera appel aux services des laboratoires spécialisés de notre station expérimentale située à Limelette.Suite à une visite «in situ», un rapport technique peut être établi contre paiement et à la demande expresse d’un entrepreneur concerné par les travaux. Un tel rapport reprend les renseignements reçus, une description de la problématique, les constatations faites sur place, une analyse technique complète du problème et des suggestions concernant un

de wijze van vraagstelling en adviesverlening• Mondeling advies : De afdeling Technisch Advies (ATA) organiseert reeds meerdere decennia een telefonische permanentie. Deze afdeling is dus steeds bereikbaar op het telefoonnummer : 02/716.42.11. De medewerkers van de ATA zijn zich terdege bewust van de tijdsdruk waarmee de vaklui steeds te kampen hebben; deze permanentie laat dan ook toe om zeer snel inlichtingen te geven aan de professionelen, die met een acuut bouwprobleem geconfronteerd worden. Elke dag opnieuw staan meerdere ingenieurs paraat om de telefonische oproepen te beantwoorden en/of bezoekers in onze kantoren te ontvangen. De hieruit voortvloeiende mondelinge adviezen worden in de meeste gevallen bovendien gestaafd met uittreksels uit de vakliteratuur.• Schriftelijk advies : schriftelijke vragen kunnen ons op drie manieren overgemaakt worden : o per brief : WTCB afdeling Technisch Advies Lozenberg 7 1932 Sint-Stevens-Woluweo per fax : 02/725.32.12o per e-mail : uitsluitend via ons geëigend formulier: «aanvraag tot technisch advies»Schriftelijke vragen worden normaal gesproken schriftelijk beantwoord. Op deze wijze kunnen principevragen op relatief korte termijn meer in detail worden beantwoord.Het belang van technisch adviesHet technische advies moet waardevol zijn voor alle betrokken partijen. Hiertoe moet het advies : • zo volledig mogelijk zijn : daarom is het vergaren van een maximum aan relevante inlichtingen en vaststellingen erg belangrijk• deskundig zijn : het advies wordt gebaseerd op oordeelkundig uitgevoerde metingen en/of proeven alsook op technische, wetenschappelijke vakliteratuur• objectief zijn : bij de beoordeling wordt zoveel mogelijk verwezen naar documenten met een officieel karakter.

• Bouwplaatsbezoek

Indien vaststellingen in situ vereist zijn om een gefundeerd advies te kunnen verstrekken, bestaat de mogelijkheid om - op verzoek van een betrokken, uitvoerende aannemer of van een gerechtsdeskundige, aangesteld door de rechtbank - het probleem ter plaatse te onderzoeken.

De ingenieurs van de afdeling Technisch Advies kunnen onder andere over materieel beschikken om : o beperkte sonderingen te maken ten behoeve van vaststellingen of staalnameso het vochtgehalte van bouwmaterialen te bepalen o ogenblikkelijke en langdurige klimaatmetingen te verrichten o de vlakheid, de rechtlijnigheid, de verticaliteit, het peil, ... van uitvoeringen te controleren o indicatieve hechtsterkteproeven uit te voeren o kleurmetingen te verrichteno oriënterende geluidsmetingen uit te voeren o de mechanische karakteristieken van bouwelementen te beoordeleno luchtstromingen, luchtdrukverschillen en luchtlekken te detecteren o de breedte van scheuren te meteno elementaire scheikundige proeven uit te voeren.

Indien meer gespecialiseerde proeven aangewezen zijn, doet de ATA een beroep op de diverse laboratoria van ons proefstation te Limelette.

Na een plaatsbezoek kan - tegen betaling en op uitdrukkelijke vraag van een betrokken, uitvoerende aannemer - een technisch verslag worden opgesteld.Een dergelijk verslag bevat de verkregen inlichtingen, een omschrijving van de probleemstelling, de ter plaatse gedane vaststellingen, een uitvoerige technische bespreking van de probleemstelling en suggesties omtrent een eventuele remedie of herstelling alsook een besluit.HET BELANG VAN TECHNISCH ADVIESHet technische advies moet waardevol zijn voor alle betrokken partijen. Hiertoe moet het advies : • zo volledig mogelijk zijn : daarom is het vergaren van een maximum aan relevante inlichtingen en vaststellingen erg belangrijk• deskundig zijn : het advies wordt gebaseerd op oordeelkundig uitgevoerde metingen en/of proeven alsook op technische,

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 15

Page 16: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

L’extraction de la roche ornementale demande un savoir-faire qui ne s’improvise pas. Conjuguant respect de la tradition et audace techno-logique, les Carrières de la Pierre Bleue Belge extraient, scient et façonnent la pierre bleue de Belgique sur leurs deux sites d’exploitation renommés, les Carrières Gauthier & Wincqz fondées en 1668 et la Carrière du Clypot fondée en 1898.

Les Carrières de la Pierre Bleue Belge S.A., votre partenaire.

1, CHEMIN DES CARRIÈRES - B-7063 SOIGNIES+32(0)67346800 - [email protected]

www.pierrebleuebelge.be

LA PIERRE BLEUE BELGE

authentique durable

surprenante

ann 190x134 FR.indd 1 3/11/08 11:40:38 AM

16 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

remède éventuel ou une réparation, ainsi qu’une conclusion.

l’intérêt de l’avis techniqueL’avis technique doit être utile à toutes les parties concernées et, à cette fin, il doit être : • aussi complet que possible, d’où l’intérêt de pouvoir récolter un maximum de renseignements et de constatations utiles• scientifique, donc être basé sur des mesures et/ou des essais effectués de manière judicieuse, ainsi que sur la littérature technique et scientifique spécialisée• objectif, c’est pourquoi, il fera autant que possible référence à des documents à caractère officiel.Les avis de l’ATA sont purement consultatifs et ne sont donc pas contraignants; ils peuvent néanmoins servir de base technique solide en vue d’une conciliation entre les parties ou dans le cadre d’une expertise judiciaire.

le coût de l’avisLes réponses à des questions posées verbalement ou par écrit n’entraînent, en principe, aucune facturation.

Après une visite «in situ» (à la demande de l’entrepreneur concerné), une intervention financière ne sera demandée que dans le cas où un rapport technique doit être rédigé. Le prix de base pour un tel rapport s’élève à 125 € (hors TVA).

Les interventions effectuées à la demande d’un expert judiciaire sont facturées au prorata des heures prestées; et ce, sur la base de 672 € (hors TVA) par prestation quotidienne d’un ingénieur; ce prix comprend la visite «in situ» et la rédaction éventuelle d’un rapport technique.

En cas d’analyses, d’études, de mesures spécialisées, d’essais et/ou de calculs de contrôle, une offre de prix est établie au préalable.

Source : CSTC

wetenschappelijke vakliteratuur• objectief zijn : bij de beoordeling wordt zoveel mogelijk verwezen naar documenten met een officieel karakter.

Het advies van de afdeling ATA heeft een louter informatief karakter en is dus niet bindend. Niettemin kan het als solide technische basis fungeren met het oog op een verzoening tussen partijen of in het kader van een gerechtsexpertise.

de kostprijs van het adviesHet beantwoorden van mondeling en schriftelijk gestelde vragen brengt in principe geen kosten teweeg. Na een bezoek ter plaatse (op vraag van een betrokken aannemer) wordt enkel een financiële tussenkomst gevraagd indien er een technisch verslag dient opgesteld te worden. De minimum basisprijs hiervoor bedraagt 125 € (excl. BTW). Interventie, uitgevoerd op verzoek van een gerechtsdeskundige, worden gefactureerd naar rato van 672 € (excl. BTW) per dagprestatie van een ingenieur. Voornoemde kostprijs heeft zowel betrekking op het plaatsbezoek als op de eventuele redactie van het technische verslag. In geval van analyses, studies, gespecialiseerde metingen, proeven en/of controleberekeningen wordt vooraf een specifieke prijsofferte opgesteld.

Bron WTCB

Page 17: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 1 7

suR notRe standMonsieur Henri Hardy sculpteur tailleur de pierre nous a fait l’honneur de nous prêter une de ses œuvres pour décorer notre stand lors de Stone Expo 2012.

L’entRée du sentieRLe sage Lao-Tseu avait un disciple, qui après 12 années passés prés de son maître, n’avait guère progressé sur le ‘’chemin de l’éveil’’ et cela à cause de son orgueil.Le maître en voyant ses inutiles efforts, l’envoie méditer dans la forêt.La tout à coup, il remarque au sol de drôles d’objets, brun et tout desséchés par le soleil.Il avance la main pour les saisir, mais les choses lui crie : ne nous touche pas !Avant nous étions du beau blé, murissant au soleil après nous sommes devenus du pain et tout le monde nous aimait.Puis tu nous as avalés et nous sommes devenus impur, si tu nous touche encore, qu’allons nous devenir ???Le disciple voit alors clair en lui-même et dit je ne suis rien, moins que mes propres déjections, moins que le plus petit être vivant.Il court, plein de tristesse, raconter sa découverte au maître, et lui fait part d’abandonner toute méditation.Le maître du Tao, lui répond : Je ne te parlerai pas du ‘’chemin’’ car parler du ‘’chemin’’, ce n’est déjà plus ‘’ le chemin’’, mais maintenant que tu à renoncé À toi-même, tu va pouvoir continuer car tu viens de trouver l’entrée du sentier

Sagesse du taoïsme

Henry Hardy Sculpteur – tailleur de pierre – Beeldhouwer - SteenhouwerRue du Wérihet 9 4690 Eben-EmaelTel : 04.286.38.91 - GSM : 0476.75.85.99

op onze standDe heer Henry Hardy, beeldhouwer- steenhouwer, leende ons graag één van zijn werken uit voor de versiering van onze stand op Stone Expo 2012.

toeGanG tot de weG De wijsgeer Laozi had een discipel die, na 12 jaar begeleiding door zijn meester, amper gevorderd was in « het pad naar verlichting ». Dit had alles te maken met zijn hoogmoed.De meester vond dat hij zijn tijd verspilde en stuurde hem naar het bos om te mediteren.Daar ziet de discipel op de grond ineens rare voorwerpen liggen, ze zijn bruin en helemaal verdroogd door de zon. Hij steekt zijn handen uit om ze te grijpen, maar ze schreeuwen hem toe: raak ons niet aan! Eerst waren we mooie tarwe rijpend in de zon, daarna werden we graan en iedereen mocht ons.Dan heb je ons opgegeten en we werden viezigheid; als je ons nu nog aanraakt, wat gaat er dan van ons geworden???Dat brengt de leerling tot inzicht en hij zegt: ik ben niets, minder dan mijn eigen uitwerpselen, minder dan het kleinste levend wezen. Erg verdrietig loopt hij naar zijn meester toe om te vertellen over zijn ontdekking en te laten weten dat hij elke meditatie opgeeft. De meester van de Tao antwoordt hem: ik ga u niet spreken over de”Weg” want spreken over de “Weg” betekent dat het “de Weg” al niet meer is, maar nu je opgegeven hebtZal je helemaal in je eentje kunnen doorgaan, want je hebt net de toegang tot de Weg gevonden.

Wijsheden van het taoïsme

ACTUALITE / ACTUEEL

Page 18: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

18 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

L’empLoyeuR face a La faute du tRavaiLLeuRTout employeur peut, à un moment ou un autre, être confronté aux conséquences d’une faute commise par un de ses travailleurs. Sa responsabilité en tant qu’employeur peut‐elle être engagée? Doit‐il indemniser les victimes? Peut‐il se retourner contre le travailleur qui a commis la faute? Dans quels cas? Que peut‐il lui réclamer? Pour y répondre, il y a lieu de bien distinguer:• la faute du travailleur entraîne‐t‐elle sa responsabilité civile (indemnisation des victimes)?• la faute du travailleur entraîne‐t‐elle sa responsabilité pénale (infraction aux lois et règlements)?

1. responsabilité civile

1.1. Conditions de la responsabilité

En règle, toute personne qui commet une faute est tenue d’en réparer les conséquences. Pour que la responsabilité civile soit engagée, il faut une faute (même de minime importance), un dommage et un lien de causalité entre la faute et le dommage (art. 1382 du Code civil). C’est à l’auteur de la faute qu’il incombe de réparer.

Cependant, lorsque la faute est commise dans l’exécution du contrat de travail, l’employeur est responsable des conséquences de la faute commise par son travailleur. En langage juridique, cela s’appelle la «responsabilité du fait des préposés» (art. 1384 du Code civil). Pour que la responsabilité civile de l’employeur soit engagée, il faut une faute commise par un de ses travailleurs dans l’exécution de son contrat de travail, un dommage et un lien de causalité entre la faute et le dommage. L’employeur n’est, dès lors, pas responsable des conséquences d’une faute commise par un de ses travailleurs dans sa vie privée.

Qu’entend‐on par faute commise dans l’exécution du contrat de travail?La faute à l’origine du dommage à réparer doit se produire pendant que le travailleur exécute son contrat de travail. Elle doit avoir lieu pendant les heures de travail (c.à.d. lorsque le travailleur est à la disposition de son employeur). La faute peut avoir un caractère professionnel (par exemple, par négligence, un ouvrier provoque un court‐circuit et un incendie sur un chantier) mais peut aussi excéder manifestement l’exécution normale des fonctions (par exemple, un ouvrier provoque une bagarre sur chantier).

1.2. Indemnisation des victimes

La victime du comportement fautif va en demander la réparation. Lorsque le travailleur a commis une faute dans le cadre de l’exécution de son contrat de travail, la victime peut s’adresser à l’employeur pour obtenir dédommagement. L’employeur (ou son assureur) devra intervenir pour indemniser les victimes. C’est sans aucun doute la voie que la victime préférera puisque l’employeur, à l’inverse de son travailleur, ne peut opposer aucune limite de responsabilité. Il doit dédommager la victime même si la faute commise par son travailleur est de minime importance.

1.3. Limitation de la responsabilité du travailleur

Lorsque l’employeur a dû indemniser les victimes en application des règles de droit civil, il peut se retourner contre son travailleur et lui demander réparation.

L’employeur face à la faute du travailleur ‐ Néanmoins, l’employeur sera limité par l’article 18 de la loi sur les contrats de travail. En effet, ce texte prévoit:• le travailleur ne répond que de son dol et de sa faute lourde lorsqu’il cause des dommages à l’employeur ou à des tiers dans l’exécution de son contrat (art. 18, al. 1);• le travailleur ne répond de sa faute légère que si celle‐ci présente dans son chef un caractère habituel plutôt qu’accidentel (art. 18, al. 2).Les fautes dont le travailleur répond personnellement sont le dol, la faute lourde et la faute légère habituelle.

Le dol est la faute intentionnelle, commise de mauvaise foi, par une

is de weRkGeveR aanspRakeLijk vooR een fout van een weRknemeR?

Elke werkgever kan op een bepaald ogenblik worden geconfronteerd met de gevolgen van een fout die door één van zijn werknemers werd begaan. Kan zijn aansprakelijkheid als werkgever worden ingeroepen? Moet hij de slachtoffers vergoeden? Kan hij zich tegen de werknemer keren die de fout heeft begaan? In welke gevallen? Wat kan hij opeisen? Om hierop te antwoorden moet een onderscheid worden gemaakt:• heeft de schuld van de werknemer zijn burgerlijke aansprakelijkheid tot gevolg (vergoeding van de slachtoffers)?• heeft de schuld van de werknemer zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid tot gevolg (overtreding van wetten en verordeningen)?

1. burgerlijke aansprakelijkheid

1.1. Voorwaarden voor de aansprakelijkheid

In de regel moet elke persoon die een fout begaat de gevolgen ervan vergoeden. Er is slechts sprake van burgerlijke aansprakelijkheid wanneer er een (zelfs lichte) schuld is, een schade en een oorzakelijk verband tussen de schuld en de schade (artikel 1382 Burgerlijk Wetboek). Het is de auteur van de schuld die de schade moet vergoeden.

Nochtans, wanneer de fout wordt begaan tijdens de uitvoering van een arbeidsovereenkomst, is de werkgever aansprakelijk voor de gevolgen van de door zijn werknemer begane fout. In juristentaal heet dat «aansprakelijkheid van de aanstellers» (artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek). Er is sprake van burgerlijke aansprakelijkheid van de werkgever wanneer er een fout is die één van zijn werknemers heeft begaan bij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst, een schade en een oorzakelijk verband tussen de fout en de schade. De werkgever is dus niet verantwoordelijk voor de gevolgen van een fout die één van zijn werknemers in zijn privé‐leven heeft begaan.

Wat verstaat men onder een fout tijdens het uitvoeren van de arbeidsovereenkomst?De schuld die tot de te herstellen schade leidt, moet zich voordoen terwijl de werknemer zijn arbeidsovereenkomst uitvoert. Zij moet begaan worden tijdens de arbeidsuren (dus wanneer de werknemer ter beschikking van zijn werkgever staat). De schuld kan een beroepskarakter hebben (bijvoorbeeld door nalatigheid veroorzaakt een arbeider een kortsluiting en een brand op de bouwplaats) maar kan ook de normale uitvoering van de taak overschrijden (bijvoorbeeld een arbeider veroorzaakt een vechtpartij op de bouwplaats).

1.2. Schadeloosstelling van de slachtoffers

Het slachtoffer van het foutieve gedrag gaat de herstelling ervan eisen. Wanneer de werknemer een fout heeft begaan in het kader van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst kan het slachtoffer van de werkgever schadeloosstelling eisen. De werkgever (of zijn verzekeraar) zal de slachtoffers moeten vergoeden. Het slachtoffer zal ongetwijfeld deze weg kiezen wanneer de werkgever, in tegenstelling tot zijn werknemer, geen enkele aansprakelijkheidsbeperking kan aanvoeren. Hij moet het slachtoffer vergoeden, zelfs wanneer de schuld van zijn werknemer licht is.

1.3. Beperking van de aansprakelijkheid van de werknemer

Wanneer de werkgever de slachtoffers heeft moeten vergoeden volgens de regels van het burgerlijk recht, kan hij zich tegen zijn werknemer keren en van hem een schadeloosstelling eisen.

Niettemin zal de werkgever beperkt zijn door artikel 18 van de wet op de arbeidsovereenkomsten. Deze tekst luidt immers als volgt:• ingeval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld (artikel 18, eerste lid).• voor lichte schuld is de werknemer enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt (artikel 18, tweede lid).De fouten waarvoor de werknemer persoonlijk aansprakelijk is, zijn bedrog, zware schuld en regelmatig voorkomende lichte schuld.Bedrog is een opzettelijke fout die te kwader trouw wordt begaan door een

ACTUALITE / ACTUEEL

Page 19: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

Een uitgelezen gamma, een ruime voorraad, quasi onmiddellijk leverbaar en een scherpe prijs/kwaliteitverhouding: alleen al daarom is Brachot-Hermant uw natuurlijke keuze. Met depots verdeeld over België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland en Polen staat Brachot-Hermant dicht bij zijn klanten. Met een uitgekiende logistiek en een uitgebreide vloot vrachtwagens leveren wij tot in de ver-ste uithoeken van Europa.

Une gamme de premier choix, un stock très vaste immédiatement livrable et un excellent rapport qualité/prix: pour toutes ces raisons, Brachot-Hermant est déjà votre choix natu-rel. Avec des dépôts répartis en Belgique, France, Grande-Bretagne, Allemagne et Po-logne, Brachot-Hermant est proche de ses clients. Grâce à une logistique astucieuse et une grande fl otte de camions, nous livrons jusque dans les recoins les plus éloignés de l’Europe.

w w w . b r a c h o t . c o m

the natural choice

Brachot-Hermant T +32 (0)9 381 81 81F +32 (0)9 386 97 25 [email protected]

Uw natuurlijke keuze Votre choix naturel

ad-corporate-PA.indd 1 22/02/11 10:30

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 19

personne qui sait qu’elle commet une faute et veut la commettre. L’auteur du dommage sait très bien qu’il commet une faute (par exemple, un ouvrier administre une correction à un de ses collègues).

La faute lourde est la faute qui n’est pas commise avec intention (ce qui la distingue du dol), mais qui est tellement grossière et inexcusable qu’un homme normalement avisé et prudent ne l’aurait pas commise (par exemple, alors qu’il se déplace entre deux chantiers au cours de la journée, un ouvrier en état grave d’intoxication alcoolique perd le contrôle de la camionnette de l’entreprise; celle‐ci termine sa course folle dans la façade d’une maison).

La faute légère est toute faute que commet une personne normale placée dans des conditions normales, à un degré normal de fréquence (par exemple, un ouvrier provoque un court‐circuit et un incendie sur chantier). La faute légère se distingue du dol par l’absence de volonté consciente d’agir fautivement; elle se distingue de la faute lourde par le fait qu’une personne ordinaire, normalement prudente et avisée, ayant une qualification semblable à celle du travailleur concerné, la commettrait sans doute également si elle était placée dans les mêmes conditions. Le travailleur n’en répond que s’il s’agit d’une faute légère habituelle. La répétition de la faute ne la rend plus excusable (par exemple, malgré de nombreuses remarques, un ouvrier laisse trop souvent traîner ses outils n’importe où).

1.4. Comment l’employeur peut‐il réclamer et récupérer à charge de son travailleur fautif?

Lorsque la responsabilité du travailleur est établie, l’employeur peut récupérer, à charge de son travailleur, le montant des indemnités dues. Pour ce faire, il est essentiel que les dédommagements soient, après les faits, convenus avec le travailleur ou fixés par le juge. Il ne peut donc plus y avoir de contestation. Cette imputation des indemnités et dédommagements dus en application de l’article 18 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail est organisée par l’article 23, al. 1, 3° de la loi du 12 avril 1965 sur la protection de la rémunération. L’employeur peut donc se rembourser sur la rémunération de son travailleur.Néanmoins, le total des retenues sur la rémunération du travailleur ne

persoon die weet dat hij een fout begaat en dit ook wenst te doen. De auteur van de schade weet zeer goed dat hij een fout begaat (bijvoorbeeld een arbeider slaat een collega).

Een zware schuld is een fout die niet opzettelijk wordt begaan (in tegenstelling tot bedrog) maar die zo grof en onvergeeflijk is dat een normaal verstandig en voorzichtig mens ze niet zou hebben begaan (bijvoorbeeld een arbeider is ernstig dronken en verliest tijdens een verplaatsing tussen twee bouwplaatsen in de loop van de dag de controle over de bestelwagen van de onderneming; deze laatste eindigt in een dolle rit tegen de gevel van een huis).

Een lichte schuld is een fout die een normale persoon in normale omstandigheden begaat met een normale frequentie (bijvoorbeeld een arbeider veroorzaakt een kortsluiting en een brand op de bouwplaats). De lichte schuld onderscheidt zich van bedrog door de afwezigheid van de bewuste wil om verkeerd te handelen; zij onderscheidt zich van de zware schuld door het feit dat een normaal voorzichtig en bedachtzaam persoon met een gelijkaardige bekwaamheid als die van de betrokken werknemer, de fout in dezelfde omstandigheden wellicht ook zou begaan. De werknemer is maar aansprakelijk indien het om een terugkerende lichte schuld gaat. De herhaling van de schuld maakt ze niet meer vergeeflijk (bijvoorbeeld een arbeider laat, ondanks talrijke opmerkingen, te vaak zijn werktuigen om het even waar rondslingeren).

1.4. Hoe kan de werkgever van zijn schuldige werknemer schadevergoeding eisen?

Wanneer de aansprakelijkheid van de werknemer vaststaat, kan de werkgever het bedrag van de verschuldigde schadevergoeding van de werknemer terugeisen. Hiertoe moet de schadevergoeding na de feiten met de werknemer worden overeengekomen of door de rechter worden vastgesteld. Er mag dus geen betwisting meer zijn.Deze verrekening van de vergoedingen en schadeloosstellingen volgens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt georganiseerd door artikel 23, eerste lid, 3° van de wet van 12 april 1965 over de bescherming van het loon. De werkgever kan zijn vergoeding dus inhouden op het loon van zijn werknemer.Niettemin mag het totaal van deze inhoudingen op het loon van de werknemer

Page 20: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

20 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

peut dépasser le cinquième de la rémunération nette (après déduction des retenues fiscales et sociales) due à chaque paie. En cas de dol du travailleur ou lorsque celui‐ci a mis volontairement fin à son engagement avant la liquidation des indemnités et dommages et intérêts, cette limitation d’un cinquième (20%) n’est pas d’application.

2. responsabilité pénale

2.1. Principe

Lorsque la faute est sanctionnée pénalement, le travailleur doit toujours répondre de sa responsabilité pénale. En d’autres termes, la responsabilité pénale est personnelle, même si la faute est commise pendant l’exécution du contrat de travail. L’employeur ne répond pas de la faute pénale d’un de ses travailleurs. Ainsi, par exemple, un travailleur qui commet un vol chez un client de son employeur sera personnellement condamné pour vol; de même, un ouvrier qui administre une correction à un de ses collègues répondra personnellement pour coups et blessures volontaires même si la bagarre a eu lieu sur le chantier.

2.2. Infraction de roulage

En cas d’infraction à la réglementation de la circulation routière, le principe de la responsabilité personnelle de celui qui commet l’infraction demeure. Par exemple, un ouvrier brûle un feu rouge alors qu’il conduit la camionnette de l’entreprise; un ouvrier en dépannage chez un client stationne la camionnette de l’entreprise sur un passage piétons, etc. Celui qui commet l’infraction est responsable pénalement et subit la sanction (amende, retrait du permis de conduire, …) qui y est attachée. Toutefois, la réglementation de la circulation routière prévoit que les personnes civilement responsables aux termes de l’article 1384 du Code civil, sont également responsables de l’amende (art. 67 de l’arrêté royal du 16 mars 1968).

Quelle est la portée de cette disposition?Cette disposition ne modifie en rien le principe de la responsabilité personnelle en cas de faute pénale. Elle règle uniquement la responsabilité de l’employeur vis‐à‐vis du receveur lorsqu’une amende est infligée à un travailleur pour infraction au code de la route. L’employeur est responsable du paiement de l’amende lorsque l’infraction à la circulation routière a été commise pendant les heures de travail.

2.3. Comment l’employeur peut‐il réclamer et récupérer à charge de son travailleur fautif?

Lorsque la responsabilité pénale du travailleur est établie, la condamnation du travailleur est une condamnation personnelle. Dans ce cadre de la responsabilité pénale, l’employeur est tenu d’intervenir dans le paiement des amendes pour infraction de roulage. L’intervention de l’employeur se limite à payer l’amende lorsque l’infraction de roulage est commise pendant l’exécution du contrat de travail. La charge finale du paiement de l’amende incombe au travailleur. Dès lors, l’employeur peut se retourner contre son travailleur pour obtenir le remboursement de l’amende.

Sur quelle base légale?L’employeur, qui est tenu «pour d’autres au paiement de la dette», a un intérêt à acquitter cette dette. Il est subrogé de plein droit (art. 1251, 3° du Code civil). Lorsque l’employeur paie l’amende pour infraction de roulage en lieu et place de son travailleur, il avance une somme d’argent pour son travailleur. Cette avance peut être imputée sur la rémunération nette du travailleur à concurrence d’un cinquième (art. 23, al. 1, 4° de la loi du 12 avril 1965 sur la protection de la rémunération).

Source :Confédération Constructionwww.confederationconstruction.be

niet groter zijn dan één vijfde van het nettoloon (na aftrek van de fiscale en sociale bijdragen). In geval van bedrog van de werknemer of wanneer deze vrijwillig zijn verbintenis heeft beëindigd vóór de vereffening van de vergoedingen, schadeloosstellingen en intresten, is deze beperking tot één vijfde (20%) niet van toepassing.

2. strafrechtelijke aansprakelijkheid

2.1. Principe

Wanneer de schuld strafrechtelijk wordt bekrachtigd, is de werknemer altijd strafrechtelijk aansprakelijk. Met andere woorden, de strafrechtelijke aansprakelijkheid is persoonlijk, zelfs wanneer de schuld tijdens de uitvoering van een arbeidsovereenkomst is ontstaan. De werkgever is niet aansprakelijk voor de strafrechtelijke schuld van één van zijn werknemers. Zo zal een werknemer die een diefstal pleegt bij een klant van zijn werkgever persoonlijk worden veroordeeld wegens diefstal; eveneens zal een arbeider die één van zijn collega’s slaat, persoonlijk aansprakelijk worden gesteld wegens vrijwillige slagen en verwondingen, zelfs al heeft de ruzie zich op de bouwplaats voorgedaan.

2.2. Verkeersovertreding

Bij een verkeersovertreding blijft het beginsel van de persoonlijke aansprakelijkheid van de overtreder van toepassing. Bijvoorbeeld een arbeider rijdt door een stoplicht terwijl hij de bestelwagen van de onderneming bestuurt; of een arbeider voert bij een klant een herstelling uit en parkeert de bestelwagen van de onderneming op een zebrapad, enz. Diegene die de overtreding begaat, is strafrechtelijk aansprakelijk en ondergaat de straf (boete, intrekking van het rijbewijs, enz.) die eraan verbonden is.Niettemin bepaalt het verkeersreglement dat de personen die wettelijk aansprakelijk zijn volgens artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek ook aansprakelijk zijn voor de boete (artikel 67 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968).

Wat is de draagwijdte van deze bepaling?Deze bepaling wijzigt geenszins het beginsel van de persoonlijke aansprakelijkheid in geval van strafrechtelijke schuld. Zij regelt uitsluitend de aansprakelijkheid van de werkgever ten aanzien van de ontvanger wanneer een boete wordt opgelegd aan een werknemer wegens een overtreding van het verkeersreglement. De werkgever is aansprakelijk voor de betaling van de boete wanneer de overtreding van het verkeersreglement heeft plaatsgevonden tijdens de werkuren.

2.3. Hoe kan de werkgever van zijn schuldige werknemer schadevergoeding eisen?

Wanneer de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de werknemer vaststaat, is de veroordeling van de werknemer een persoonlijke veroordeling. In het kader van de strafrechtelijke aansprakelijkheid moet de werkgever bijspringen in de betaling van de boete wegens verkeersovertreding. De tegemoetkoming van de werkgever beperkt zich tot het betalen van de boete wanneer de verkeersovertreding heeft plaatsgevonden tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De eindverantwoordelijkheid voor de betaling van de boete berust bij de werknemer. Derhalve kan de werkgever zich tegen zijn werknemer keren om de terugbetaling van de boete te verkrijgen.

Op welke wettelijke basis?De werkgever, die voor anderen de schuld moet betalen, heeft er belang bij deze schuld te betalen. Hij wordt van rechtswege in de plaats gesteld (artikel 1251, 3° van het Burgerlijk Wetboek). Wanneer de werkgever de verkeersboete betaalt in plaats van zijn werknemer, schiet hij voor zijn werknemer een bedrag voor. Dit voorschot kan worden afgehouden van het nettoloon van de werknemer ten belope van één vijfde (artikel 23, eerste lid, 4° van de wet van 12 april 1965 op de bescherming van het loon).

Bron : Confederatie Bouwwww.confederatiebouw.be

Page 21: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

vous L’aviez peut-ÊtRe oubLié ?Le site de l’organisation professionnelle vous offre en tant que membre, un accès privilégié à une multitude d’informations pratiques pour la gestion quotidienne de votre entreprise:Dossiers: Gestion du personnel, Entreprise et sous-traitance, TVA et Avantages fiscaux, Marchés publics, Droit de la construction, Gestion d’entreprise, Transport et mobilité … Données et chiffres: Indices, Prix, Salaires et charges sociales, Clause de révision des prix, Intérêts de retard pour les marchés publics, Calendrier construction (vacances annuelles, jours de repos, etc.) Modèles de documents: Gestion du personnel, TVA et Avantages fiscaux, Droit de la Construction Les différentes applications électroniques: Déclaration de travaux, Dimona, DmfA, Répertoire des employeurs, Ecaro, Mesures pour l’emploi, Chômage temporaire, etc. Recherche et contrôle des entreprises: Recherche multicritères : Entrepreneurs enregistrés, entreprises agréées, membres Contrôle des dettes sociales et fiscales Avis judiciaires Adjudications: Recherche des avis de marchés publiés, Avis récents

N’hésitez donc pas à venir surfer sur le site www.confederationconstruction.beVous ne disposez plus de votre code d’accès, prenez directement contact avec le secrétariat de la Fédération :Sabine PiedboeufTel : 02/545.57.58Mail : [email protected] site de la Fecamo vous accueillera aussi pour des informations plus spécifiques concernant votre métier : www.confederationconstruction.be/pierrenaturelle

niet veRGetenAls lid van de Confederatie Bouw hebt u namelijk een bevoorrechte toegang tot een waaier praktische informatie voor het dagelijks beheer van uw bedrijf:Infodossiers: Personeelsbeheer, Bedrijf en onderaanneming, Btw en Fiscale voordelen, Overheidsopdrachten, Bouwrecht, Bedrijfsbeheer, Vervoer en mobiliteit ... Gegevens en cijfers: Indexen, Prijzen, Lonen en sociale lasten, Prijsherzieningsclausule, Verwijlinteresten bij overheidsopdrachten, Bouwkalender (jaarlijkse vakantie, rustdagen, enz.) Modeldocumenten: Personeelsbeheer, Btw en Fiscale voordelen, Bouwrecht De verschillende elektronische toepassingen: Werkmelding, Dimona, DmfA, Ecaro, Werkgeversrepertorium, Tewerkstellings-maatregelen, Tijdelijke werkloosheid, Aangifte sociale risico’s, Aannemers zoeken en controleren:Zoeken op meerdere criteria, Geregistreerde aannemers, erkende ondernemingen, leden, controle van sociale en fiscale schulden,Gerechtelijke berichten Aanbestedingen: Zoeken gepubliceerde aankondigingen, Recente berichten

Aarzel niet om te surfen naar al die informatie op www.confederatiebouw.beToegangscode vergeten? Contacteer het secretariaat van de BelgischeFederatie van Aannemers van Natuursteenbewerking: Sabine PiedboeufTel : 02/545.57.58Mail : [email protected] de site van de federatie vindt u ook alle informatie met betrekking tot uw beroep.www.confederatiebouw.be/natuursteen

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 21

ACTUALITE / ACTUEEL

une fédéRation à votRe seRviceGratuitement, la fédération offre à ses affiliés un outil utile : l’Ombudsman. Un entrepreneur en pierre naturelle qui a un litige d’ordre technique avec l’un de ses clients, peut demander à la Fédération de déléguer un ombudsman sur le chantier pour apprécier et donner un avis technique sur le problème rencontré.La Fédération met à disposition gratuitement un logiciel de calcul de prix de vente du petit granit.La Fédération c’est aussi service juridique global. Il intervient en cas de contestation de factures. Il récupère, à la demande, les créances retardataires. Il répond aussi à toutes les questions relatives : à l’accès à la profession, au droit social , à la fiscalité, au droit des entreprises, à la sous-traitance, à la réglementation des marchés publics, à l’agréation, à l’enregistrement, à la sécurité pour les ouvriers….

Pour tous ces services une seule adresse :

Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle asblRue du Lombard 34-42 1000 Bruxelles

Tel : +32 2 545 57 58 - Fax : +32 513 24 16Email : [email protected]

vous oRGanisez des jouRnées poRtes ouveRtes ;vous désiRez nous infoRmeR au sujet d’une beLLe

RéaLisation ou d’un beau pRojet ;votRe entRepRise fÊte ses 10 ans, 20 ans…

n’hésitez pas à nous contacteR pouR La pubLication d’une annonce, d’un aRticLe ou de queLques photos.

een fedeRatie tot uw dienst

De Federatie biedt kosteloos aan haar leden een nuttige dienst : de ombudsman. Een aannemer van natuursteenwerken heeft een technisch geschil met een klant. Hij kan bij de Federatie terecht voor een ombudsman die de werf evalueert en een technisch advies uitbrengt over het betrokken probleem.De Federatie biedt gratis ook een programma voor de berekening van de kostprijs van courante blauwe steen.De Federatie biedt een globale juridische dienstverlening aan. De juridische dienst komt tussenbeide in geval van achterstallige betalingen. Zij verstrekt tevens een antwoord op vragen in verband met : de vestigingsreglementering, het sociaal recht, de fiscaliteit, het ondernemingsrecht, de onderaanneming, de reglementering in verband met overheidsopdrachten, de erkenning, de registratie, de veiligheid van de arbeiders

Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking vzwLombardstraat 34-42 1000 Brussel

Tel : +32 2 545 57 58 - Fax : +32 513 24 16Email : [email protected]

u oRGaniseeRt opendeuRdaGen! u wenst ons infoRmatie te bezoRGen oveR een

mooie ReaLisatie of een mooi pRoject!uw bedRijf vieRt zijn 10-jaRiG, 20-jaRiG bestaan…contacteeR ons GeRust vooR de pubLicatie van een aankondiGinG, een aRtikeL of enkeLe foto’s.

Page 22: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

22 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

L’auteur, déjà connu par une thèse fort intéressante sur le contexte provençal de la construction médiévale [Métiers du bâtiment et techniques de construction à Aix-en-Provence à la fin de l’époque gothique (1400-1550). – Publications de l’Université de Provence, 1995, 501 pages – ISBN 2-85399-350-7], présente ici un petit ouvrage, presque un livre de poche, illustré surtout en noir et blanc (dessins au trait, reproductions de figurations anciennes et quelques photos) avec quelques planches en couleurs, mais d’un propos vaste et plutôt passionnant ! C’est le type d’ouvrage qui manquait en français – les exemples étrangers étant nombreux, notamment germaniques comme les nombreuses publications de G. Binding consacrées aux métiers médiévaux de la construction et aux chantiers religieux et profanes. Et le propos se démarque nettement des habituels ouvrages sur les cathédrales, « beaux livres » aux contenus souvent redondants, pour s’élargir à tous les bâtiments, du plus vernaculaire au plus prestigieux, afin de décrypter les rouages socio-économiques complexes de ce monde médiéval de la construction, de l’économie d’un chantier à la structuration des métiers et à l’organisation du travail, le tout reposant sur une large documentation, à l’échelle vraiment européenne. La deuxième partie, plus convenue, passe en revue toute la gamme des matières, de la pierre à l’eau, et toutes les étapes de la réalisation, du projet et de l’implantation à la couverture et au décor – dans l’approche plus classique d’une histoire des techniques. Une bibliographie très étendue donne au lecteur curieux de nombreuses pistes pour approfondir les différents volets. Un ouvrage vraiment indispensable pour tout amateur d’architecture, très abordable dans tous les sens du terme !...

De auteur, gekend vanwege zijn interessante thesis over de Provençaalse betekenis van de middeleeuwse bouwkunst [Métiers du bâtiment et techniques de construction à Aix-en-Provence à la fin de l’époque gothique (1400-1550), presenteert hier een klein werk, in zakformaat bijna, geïllustreerd in zwart/wit (lijntekeningen, reproducties van oude afbeeldingen en enkele foto’s) met een paar kleurenprenten die toch veelomvattend en boeiend zijn! Het is het soort werk dat in de Franse taal nog ontbrak – er bestaan immers heel wat buitenlandse gelijkaardige werken, meer bepaald Germaanse, zoals de vele publicaties van G. Binding rond de middeleeuwse bouwberoepen en religieuze en wereldlijke bouwwerven.

En inhoudelijk distantieert het zich duidelijk van de gewone werken over kathedralen, « mooie boeken » met omslachtige onderwerpen, om uit te weiden over alle bouwwerken, van de meest inheemse tot de meest prestigieuze, ten einde het complexe socio-economische raderwerk van deze middeleeuwse bouwwereld te ontcijferen, van de economie van een werf tot bij de structurering van de beroepen en de werkorganisatie, dit alles aangevuld met een lijvige documentatie, helemaal op Europese schaal. Het tweede meer conventioneel gedeelte behandelt gans de materialengamma, van steen tot water, en alle etappes in de realisatie, van bij het ontwerp en het tracé tot de bedekking en het decor – in de meer klassieke benadering van een geschiedenis van technieken. Een erg uitgebreide bibliografie verleent aan de nieuwsgierige lezer talrijke pistes om de verschillende luiken te doorgronden. Echt een onmisbaar werk voor elke architectuurliefhebber, zeer toegankelijk in alle betekenissen van het woord!...

Beaucoup plus spécialisé, le bel ouvrage récemment publié par les éditions Picard (dont il complète le catalogue déjà riche de livres fort intéressants sur le monde de la sculpture gothique) regroupe huit communications présentées

Het mooie en veel gespecialiseerder boek, onlangs gepubliceerd door de uitgeverij Picard (waar het de rijke catalogus van heel interessante werken over de wereld van de gotische kunst aandikt) bundelt acht uiteenzettingen

BIBLIoThEqUE / B IBL IoThEEk

pouR votRe bibLiothèque/vooR uw bibLiotheekbâtir au moyen âge (xiiie – milieu xvie siècle)

Philippe BERNARDI, 2011

Paris (CNRS éditions), 335 pages / 335 pagina’sISBN 978-2-271-07094-4

mise en œuvre des portails gothiques. architecture et sculpture.

actes du colloque tenu au musée de picardie à amiens, le 19 janvier 2009/ akten van het colloquium gehouden in het musée de picardie in amiens, op 19 januari 2009

Iliana KASARSKA (dir.), 2011

Paris (Picard), 155 pages/ Parijs (Picard), 155 pagina’sISBN 978-2-7084-0891-3

Page 23: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 23

au colloque d’Amiens en 2009. Se démarquant du congrès consacré autrefois en ce même lieu aux portails polychromes, le présent volume se dédie aux mises en œuvre évidemment complexes de ces ensembles où sculpture et architecture se mélangent et s’imbriquent – comment tout cela a-t-il été conçu et monté, pierre à pierre, claveau après claveau, sculpté au sol ou en œuvre ? Les processus sont bien sûr passionnants à décomposer – quelle est la part dominante, entre le clerc qui conçoit en amont le programme iconographique, souvent compliqué, et l’artisan chargé sur le terrain de l’exécuter – la part d’interprétation de ce dernier ? Aux côtés de très grands classiques (Notre-Dame de Paris, cathédrales de Laon et d’Amiens), d’autres exemples sortent des sentiers battus – Bourges, Burgos, Gênes, Florence et autres monuments italiens, Wells et Salisbury, sans compter l’abbatiale presque disparue de Charroux en Poitou – un programme très varié mais d’une grande cohérence. Les considérations à la fois techniques, d’une grande précision, et stylistiques se mêlent en une lecture passionnante, invitant à redécouvrir chefs-d’œuvre absolus et productions plus discrètes d’arts supposés plus régionaux mais pas moins intéressants !

gepresenteerd op het colloquium van Amiens in 2009. Los van het congres dat eerder op dezelfde locatie werd gehouden en aan de veelkleurige portalen was gewijd, wordt in dit boekdeel ingegaan op de complexe uitvoeringen van deze ensembles waar beeldhouwwerk en architectuur samengaan en met elkaar vervlochten zijn – hoe werd dit alles bedacht en gemonteerd, steen per steen, sluitsteen na sluitsteen, op de grond gebeeldhouwd of rechtstreeks in de steen? De procedés zijn zeker boeiend om te volgen – is er dominantie tussen de klerk die vooraf het iconografische, vaak ingewikkeld, programma bedenkt en de ambachtsman belast met de uitvoering ter plaatse – wat is zijn deel in de interpretatie? Naast de grote klassiekers ((Notre-Dame de Paris, kathedralen van Laon en Amiens), komen andere ensembles aan bod – Bourges, Burgos, Genua, Florencia en andere Italiaanse monumenten, Wells en Salisbury, zonder rekening te houden met de bijna verdwenen abdij van Charroux in Poitou – een zeer gevarieerd, maar toch coherent programma. De bijzonder nauwkeurige technische en tevens stilistische inzichten maken er een boeiend geheel van dat uitnodigt tot het herontdekken van grote meesterwerken en meer bescheiden regionale, maar daarom niet minder interessante kunstwerken!

En quoi un bel ouvrage, qu’un regard un peu rapide rangerait comme un « beau livre », avec tout l’aspect légèrement péjoratif que cela révèle, mérite-t-il de figurer ici, surtout avec son sous-titre, insistant sur la serrurerie ? C’est que ce livre, certes extrêmement soigné de mise, est une mine d’information sur le bâti parisien – qui a représenté pendant longtemps le sommet de l’art de bâtir et de décorer, imité à travers l’Europe voire le monde, au moment où l’art français constituait la référence absolue. La récente exposition à Chaillot, doublée d’un fort beau livre, a mis à l’honneur cet art français au sommet de son rayonnement. Ici, le livre, à la fois très précis d’un point de vue technique, et très agréable par la qualité des illustrations, montre de façon très accessible les variantes d’aménagements des logements parisiens, depuis l’immeuble de rapport aux appartements multiples jusqu’aux somptueux hôtels particuliers, disposition classique entre cour et jardin – les escaliers, d’honneur ou de service, commandant toutes les circulations verticales, étant bien sûr les éléments majeurs de ces distributions globales. L’art de la serrurerie est certes ici à l’honneur – les superbes enroulements de ces rampes rehaussées sporadiquement d’or sont là pour en témoigner – mais les structures restent de pierres, les marches bien sûr, les limons, plus rarement les balustres, tout ce que l’ouvrage suivant mettra en évidence ! Sans insister sur les sols des vestibules qui accueillent ces grands escaliers, vestibules bien sûr dallés de pierres et de marbres, souvent en damiers de clair et de sombre (des marbres noirs belges, sans conteste), parfois avec des rehauts de rouges jaspés, de type griotte ou royal. En dernière partie de l’ouvrage, un inventaire quasi exhaustif des escaliers parisiens les énumèrent en de courtes fiches techniques, selon une distribution géographique, par arrondissement et par rue. Bref, une référence absolue sur l’escalier parisien !

Waarom vermelden wij dit werk in deze rubriek? Na een snelle inkijk zou men het haast beschouwen als een « mooi boek » zonder al te veel betekenis, temeer dat de ondertitel de nadruk legt op smeedwerk. Het is inderdaad heel verzorgd van aanpak, maar het bevat vooral een schat aan informatie over de Parijse bouw – die gedurende lange tijd aan de top van de bouw- en decoratiekunst stond en door heel Europa, en zelfs de wereld, werd nagebootst, in de tijd dat de Franse kunst een absolute referentie betekende. Een recente tentoonstelling in Chaillot, ondersteund door een heel knap boek, heeft die Franse kunst in haar hoogste glorie op het voorplan gebracht.

Dit boek is op technisch vlak zeer duidelijk en tevens aangenaam om lezen wegens zijn goede illustraties. Het levert een goed beeld van de verschillende inrichtingen van de Parijse woningen, van bij het huurpand voorbij talrijke appartementen tot de meest luxueuze hotels, de klassieke indeling tussen binnenplaats en tuin – de trappen, eretrappen of diensttrappen, die alle verticaal verkeer regelen en beslist de hoofdelementen zijn van de gehele inrichting. De smeedwerkkunst krijgt hier zeker een ereplaats – dat bewijzen de prachtige spiralen van de leuningen die hier en daar verguld werden - maar de structuren zijn nog altijd in steen, treden, trapbomen, enkele zeldzame balusters, die komen aan bod in het werk hierna! Er wordt niet ingegaan op de voorportalen van die grote trappen. Daar liggen natuurlijk stenen en marmeren vloertegels, vaak licht en donker geruit (Belgisch marmer, zonder twijfel) soms met rood gemarmerde hoogsels), van het type griotte of Royal. Het laatste gedeelte van het werk bevat een quasi volledige inventaris van de Parijse trappen door middel van genummerde beknopte technische fiches, geografisch gerangschikt, per arrondissement en per straat. Het is echt een referentiewerk over de trappen in Parijs!

escaliers parisiens sous l’ancien régime. apogées de la serrurerie.

Jean-François LEIBA-DONTENWILL & Roselyne BUSSIÈRE, 2011

Paris (Région Île-de-France, service Patrimoine et Inventaire et Somogy, éditions d’art), 280 pages / 280 pagina’sISBN 978-2-7572-0332-3

Page 24: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

24 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

Nous avons déjà dit en ces colonnes tout l’intérêt de ces ouvrages austères du Centre des Monuments nationaux, présentation sobre à l’italienne, aucune couleur autre que les à-plats des pages de séparation, dessins vifs au trait, photographies en noir et blanc – ouvrages antérieurs sur les cheminées d’une part, sur les dallages d’autre part – qu’il faudrait copier en nos régions : à quand des publications d’une telle précision sur les réalisations de nos régions, qui n’ont souvent rien à envier à celles des provinces françaises ? Celle-ci concerne les escaliers, de tous types et de tous modèles, de toutes époques et de toutes régions. D’escalier en « vis de Saint-Gilles » à escalier suspendu sur arc ou sur voûte, d’escalier en retour à escalier à jour, tous sont passés en revue, avec détails sur l’appareillage des marches, les moulures de leurs nez, le profil raffiné des balustres et la modénature confortable des rampes, l’inscription rationnelle dans l’architecture, les rapports étroits avec les circulations verticales et horizontales – que ces structures soient en pierre ou en bois, avec des rampes parfois en fer forgé (sans commune mesure avec les chefs-d’œuvre de serrurerie de l’ouvrage précédent). Bref, à nouveau un ouvrage indispensable à tout professionnel de la pierre !

Wij hebben in dit blad al eerder aangehaald hoe interessant deze werken van het Centrum van nationale monumenten wel zijn, met hun sobere presentatie op zijn Italiaans, zonder kleuren, behalve in de lege scheidingspagina’s, levendige lijntekeningen, zwart-wit foto’s- de vroegere werken over de schouwen en over de tegelvloeren – die men in onze streken zou moeten kopiëren : krijgen we ooit ook zulke keurige publicaties over realisaties uit onze eigen streken, die vaak niet moeten onderdoen voor deze van de Franse provincies ? In dit geval gaat het over alle soorten en modellen van trappen, uit alle tijden en alle streken. Over trappen, van de spiraalvormige « vis de Saint-Gilles » tot de hangende trap, van de antieke trap tot de eigentijdse trap, elke soort wordt apart beschreven met details over de techniek van de treden, het profiel van de trapneuzen, het verfijnd profiel van de balusters en het lijstwerkpatroon van de leuningen, het rationele passen in de architectuur, het nauwe verband met het verticale en horizontale verkeer – zowel houten als stenen structuren, soms ook met gietijzeren leuningen (zonder iets gemeen te hebben met de kunstsmeedwerken uit de vorige editie).Het betreft hier dus ook een werk dat elke vakman uit de sector in zijn bezit moet hebben.

escaliers, étude de structures du xiie au xviiie siècle.

Martine DIOT (avec Luis ALDERETE, Christel GUILLOT & Jean-Jacques ROMAN), 2011

Paris (éditions du Patrimoine, Centre des Monuments nationaux), 286 pages / 286 pagina’sISBN 978-2-7577-0157-7

Page 25: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 25

Depuis longtemps, les historiens de l’architecture ont analysé les monuments de nos régions en fonction bien sûr de leurs caractères stylistiques mais aussi de leurs matériaux constitutifs, et ils les ont regroupés en « écoles » plus ou moins étroitement liées à des terroirs et par conséquent à des sources de matériaux pierreux – par exemples, la distinction entre bassin mosan et bassin tournaisien pour l’époque romane, ou le fameux « gothique du Demer » évidemment rapporté au célèbre grès ferrugineux du Diestien. Même si ces théories sont mises en doute par les spécialistes actuels, à cause de leurs fondements trop nationalistes ou régionalistes, il n’en est pas moins certain que le développement de formes architecturales spécifiques est certainement en relation étroite avec la disponibilité des matériaux qui permettent de les exprimer concrètement. C’est évidemment le cas du « haut gothique brabançon » examiné dans ce remarquable ouvrage récent par les meilleurs spécialistes de la question. L’ancien Duché de Brabant couvrait bien sûr un territoire beaucoup plus vaste que les actuelles provinces, jusqu’à ‘s Hertogenbosch au Nord, pour atteindre quasiment la Sambre au Sud. On y a observé depuis longtemps la présence de nombreuses constructions du gothique tardif, tant religieuses que civiles, caractérisées par des structures et des ornements particuliers, qui ont amené les chercheurs d’autrefois à en faire une « école brabançonne ». Le présent livre fait le point de façon tout à fait exhaustive sur la question. Après des chapitres consacrés aux églises et aux résidences, châteaux et palais, ainsi qu’au développement urbain, et avant un intéressant chapitre sur les prolongements néo-gothiques de ces tendances, le corps de l’ouvrage intitulé « Het ‘leven’ van het gebouw » nous intéressera tout particulièrement ici. Les constructions proprement dites sont analysées en grand détail, depuis la conception même du projet, et les relations complexes entre les maîtres d’ouvrages et les professionnels, architectes et / ou ingénieurs avant la distinction des métiers, jusqu’à l’exécution et aux travaux de finition (dont la question très pertinente de la couleur, teintes naturelles des matériaux laissés apparents ou peintures appliquées ?). Les chapitres techniques, écrits avec la collaboration de Pierre SMARS, expliquent très précisément les ressources possibles en matériaux pierreux (pierres blanches, pierres bleues et grès), aux côtés de la brique, du mortier et du bois. Pour les pierres, les méthodes d’extraction, de débitage et de façonnage sont explicitées, avec longues descriptions des outils utilisés, des traces qu’ils laissent sur les surfaces, des marques et signes (identitaires ou utilitaires), ainsi que les filières commerciales de transport et de diffusion, la question de la préfabrication et des produits modulaires, etc. De plus, le livre est somptueusement illustré, par des photographies de grande qualité et des reproductions de documents anciens (vues de chantiers, plans, etc.), ainsi que des schémas très didactiques (par exemple sur la taille des pierres), dans une édition très soigneuse. Bref, un ouvrage d’absolue référence, pour tout amateur d’art, d’architecture ou de simples pierres !

on ne citera que les trois livres suivants :

la sculpture de la façade de la cathédrale de laon. eschatologie et humanisme. Iliana KASARSKA, 2008271 pages [ISBN 978-2-7084-0832-6]

la sculpture gothique en france, xiie – xiiie siècles. Fabienne JOUBERT, 2008247 pages [ISBN 978-2-7084-0818-0].La couleur et la pierre. Polychromie des portails gothiques.Actes du colloque d’Amiens en 2000.

Architectuurhistorici analyseerden vroeger al de monumenten uit onze streken in functie van hun stijl natuurlijk, maar ook van hun bouwmaterialen en ze groepeerden ze in « stromingen » liefst nauw verbonden met de streek en dus ook volgens de herkomst van hun materialen - bij voorbeeld het verschil tussen het Maasbekken en het Doorniks bekken in de Romaanse tijd, of de beruchte “gotiek van de Demer” toegeschreven aan de beruchte ijzerhoudende zandsteen van de Diestiaan. Deze theorieën mogen dan wel door de huidige specialisten worden betwijfeld wegens te nationalistisch of regionalistisch, het staat vast dat de ontwikkeling van specifieke architectuurvormen verband houdt met de beschikbaarheid van de materialen die ze tot uiting moeten brengen.Dat is duidelijk het geval met de « Brabantse hooggotiek » die door de beste specialisten op dat gebied wordt beschreven in dit recent verschenen boek. Het oud Hertogdom Brabant besloeg zeker een veel groter gebied dan de huidige provincies, het reikte tot ’s-Hertogenbosch in het Noorden en bijna tot aan de Samber in het Zuiden. Men onderzocht er talrijke gebouwen van de late gotiek, zowel religieuze als burgerlijke, gekenmerkt door structuren en bijzondere ornamenten, waardoor onderzoekers ze als « typisch Brabants » gingen beschouwen. In dit boek wordt deze kwestie volledig rechtgezet. De eerste delen zijn gewijd aan kerkgebouwen en residenties, kastelen en paleizen, alsook aan de stedelijke ontwikkeling en vooraleer ingegaan wordt op de toepassing van de tendensen van de neogotiek, zal onze aandacht zeker getrokken worden door het hoofdgedeelte getiteld “Het ‘leven’ van het gebouw”, De bewuste gebouwen worden tot in de kleinste details bekeken, van bij het concept van het ontwerp en de moeilijke relatie tussen opdrachtgevers en professionelen, architecten en/of ingenieurs, voordat er een onderscheid was tussen de beroepen, tot bij de uitvoering en de eindafwerking (waaronder de zeer belangrijke kwestie van de kleur, natuurlijke tinten van de zichtbare materialen of aangebrachte kleuren ?). In het technisch gedeelte, geschreven met medewerking van Pierre SMARS, worden de mogelijke bronnen van de natuursteenmaterialen nauwkeurig meegegeven (witte steen, blauwe steen en zandsteen), naast baksteen, mortel en hout. Wat de steen betreft, wordt ingegaan op de methodes van ontginning, verzagen en bewerking, met lange beschrijvingen van gebruikte werktuigen, de sporen die ze nalaten op de oppervlakken, merktekens en tekens (voor de identiteit of het gebruik), alsook commerciële mededelingen over het vervoer en de verspreiding, de prefabricatie en aanpasbare producten, enz. Het boek is bovendien rijk geïllustreerd met kwaliteitsvolle fotografieën en reproducties van oude documenten (zichten op werven, plannen, enz.), net als zeer didactische schetsen (bvb. over het houwen van de steen), in een erg verzorgde editie. Kortom, een echt referentiewerk voor elke liefhebber van kunst, architectuur of gewoon van steen!

gotiek in het hertogdom brabant

Krista DE JONGE, Piet GELEYNS & Markus HÖRSCH (Patrick DE RYNCK, rédaction finale), 2009Krista DE JONGE, Piet GELEYNS & Markus HÖRSCH (Patrick DE RYNCK, eindredactie), 2009

Uitgeverij Peeters / Provincie Vlaams-Brabant, 274 pages / 274 pagina’s, Leuven ISBN 978-90-429-2275-4

les hôtels particuliers de paris, du moyen âge à la belle époque. Alexandre GADYEditions Parigramme (1ère édition en 2008), 327 pages [ISBN 978-2-84096-213-7].

Page 26: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

t h e f in e s t s e l e c t i on o f na tura l s t one

tegels & platenmarmer - kalksteen - blauwe hardsteen - leisteen - graniet - trafficstone

l a s é l e c t i on ra f f in é e en p i e r re s na ture l l e s

tranches & dallesmarbre - pierre calcaire - pierre bleue -schiste - granit - trafficstone

Venetiëlaan 22, 8530 HarelbekeBelgië/BelgiqueT ++ 32 56 23 70 00F ++ 32 56 23 70 02

www.beltrami.beOPENINGSTIJDEN / HEURES D’OUVERTURES SHOWROOMmaandag-vrijdag / lundi-vendredi 9.00-17.00zaterdag / samedi 9.00 - 13.00

26 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

AgEndA / AgEndA

visitez...des chantiers de construction uniques et spectaculaires lors de la 6e Journée Chantiers Ouverts le dimanche 13 mai 2012. C’est l’occasion parfaite pour faire connaissance avec les pratiques quotidiennes d’entreprises de construction qui sont à la pointe en Europe.La Journée Chantiers Ouverts est devenue au cours des 5 dernières années l’un des plus grands événements de la construction dans notre pays. En 2011, 80.000 personnes sont venues découvrir l’envers du décor sur une offre diversifiée de chantiers…Votre entreprise veut participer en 2012? Inscrivez-votre entreprise maintenant!www.journeechantiersouverts.be

kijk je oGen uit ...op unieke en spectaculaire bouwwerven tijdens de 6de Open Wervendag op zondag 13 mei 2012: de perfecte gelegenheid om kennis te maken met de dagelijkse praktijk van bouwbedrijven die in de spits staan van Europa.Open Wervendag is in de afgelopen 5 jaar uitgegroeid tot één van de grootste bouwevenementen in ons land: in 2011 namen 80.000 mensen een kijkje achter de schermen bij een divers aanbod aan bouwwerven.Wilt u als bedrijf deelnemen aan dit uniek evenement ? Schrijf u dan nu in via :www.openwervendag.be

Page 27: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

2012 / 1 - pierre & marbre - steen & marmer 27

KIJK JEOGENUIT !OPENWERVEN DAGwww.openwervendag.beZONDAG 13 MEI

Een initiatief van

OWD12 banner 475x2000 NL.indd 2 9/11/11 15:26

OUVREZGRANDVOSYEUX !

JOURNÉECHANTIERSOUVERTS

www.journeechantiersouverts.beDIMANCHE 13 MAI

une initiative de la

OWD12 banner 475x2000 FR.indd 2 9/11/11 15:34

When

does matter

xxxl ceramic slabs 363 x 123

neolith by thesize

Waregemseweg 154

9790 Wortegem-Petegem tel 0032 (0)56 68 05 61 fax 0032 (0) 56 68 05 65

[email protected]

Page 28: La Renovation de La GaRe de LuxembouRG de Renovatie van het … - 1.pdf · 2013-04-03 · BELGIQUE-BELGIE PP LIEGE X BC.31230 Sabine PiedBoeuf - Rue du Lombard 34-42 • BE-1000 Bruxelles

28 pierre & marbre - steen & marmer - 2012 / 1

Croquer local, c’est bon pour l’environnement.

| www.pierresetmarbres.be |

Craquer pour les pierres wallonnes également.

Plus de 300 millions d’années de maturation pour

acquérir leurs performances : les 17 variétés de

pierres wallonnes sont nobles et magnifiques.

Analyses de cycles de vie à l’appui (ULg 2010),

elles s’inscrivent dans la politique globale de

développement durable, contrairement à tout

autre matériau qui tenterait de les imiter. En optant

pour elles, vous pérennisez un savoir-faire ancestral

et consolidez l’emploi local. La pierre wallonne n’a

pas d’égale, que ce soit en termes de qualité ou de

respect de l’environnement.