Upload
fps-social-security
View
227
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
1
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
In Touchwith our time
Jaarverslag 2010
In Touchwith our time
Jaarverslag 2010
Dire aalOnze Voorzitter aan het woord
Achter de schermen van de FOD
1 De sociale zekerheid in België
2 De diensten van de FOD Sociale Zekerheid
2.1. Organigram van de FOD Sociale Zekerheid
2.2. Beknopte voorstelling van de diensten van de FOD
3 Onze opdrachten: een thematische benadering
- Degelijke ondersteuning bij de voorbereiding en ontwikkeling
van het sociaal beleid
- Snelle en degelijke dienstverlening voor gebruikers
- Strijd tegen de sociale fraude
- Organisatorisch vermogen
4 Een efficiënte en innoverende overheidsdienst
Opdracht 1: Beleidsondersteuning en -coördinatie
1 Ondersteuning behoorlijk bestuur
1.1. Openbare Instellingen van sociale zekerheid
1.1.1. Beknopte voorstelling van de rol van de OISZ
1.1.2. Bestuursovereenkomsten
1.1.3. Regeringscommissarissen
1.1.4. Administratief en geldelijk statuut
1.1.5. Overheidsopdrachten voor de benoeming
van revisoren van de OISZ
1.2. Sociaalverzekeringsfondsen voor zelfstandigen
2 Bilaterale en multilaterale relaties
2.1. Bilaterale relaties
2.1.1. Bilaterale overeenkomsten
2.1.2. Zetelakkoorden
2.2. Vertegenwoordiging van de Belgische Staat
2.2.1. Comité voor sociale bescherming
2.2.2. Vertegenwoordiging bij de OESO
2.2.3. Opdracht van “Eurocoördinator”
2.2.4. Sociale luik van het ontwerp voor het Nationaal
Hervormingsprogramma
2.2.5. VN-Werkgroep Vergrijzing
2.2.6. Indicatorensubgroep van het Comité voor Sociale
Bescherming
2.2.7. Vertegenwoordiging bij de Raad van Europa
2.3. Statistieken en rapportage
2.3.1. MISSOC
2.3.2. Rapportering bij de internationale organisaties
26
28
28
28
29
34
34
34
34
35
35
35
35
35
36
36
36
37
37
37
12
14
14
14
16
17
20
20
20
21
21
21
23
24
24
24
Inhoudsopgave
2.3.3. Uitwisseling van statistieken met
internationale instellingen
2.4. Specifieke projecten en thema’s
2.4.1. Business Development Management
2.4.2. Werkneemsters tijdens de zwangerschap,
na de bevalling en tijdens de lactatie
2.4.3. Ondersteuning bij de toepassing van
de Europese Wetgeving
2.4.4. Flexicurity
3 Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de EU
3.1. Algemene coördinatie en installatie Belgisch Voorzitterschap
3.2. Thematische evenementen georganiseerd door België
3.2.1. Ministeriële conferentie over de sociale zekerheid
en de pensioenen - 7 & 8 september 2010
3.2.2. Europese Conferentie over het Sociaal Beleid
- 14 & 15 september 2010
3.2.3. Derde Forum over de Sociale Diensten van
Algemeen Belang - 26 & 27 oktober 2010
3.2.4. European Disability Forum - 18 & 19 november 2010
3.2.5. European Disability Forum - 18 & 19 november 2010
3.2.6. Colloquium “Het vrouwelijk ondernemerschap in
Europa” – 8 december 2010
3.2.7. Evaluatie van de sociale gevolgen van
het Europees beleid
3.3. De EU onder het Belgische Voorzitterschap
3.3.1. De technische commissies
A. De Groep Sociale Vraagstukken onder het Belgische
Voorzitterschap
B. Het Comité voor Sociale Bescherming
C. MISSOC onder het Belgische Voorzitterschap
- 21 & 22 oktober 2010
D. Administratieve Commissie onder het Belgische
Voorzitterschap
3.3.2. De Europese Raden
A. Informele bijeenkomst EPSCO-raad - 8 & 9 juli 2010
B. Formele EPSCO-raad: de conclusies
- 21 oktober & 6 december 2010
3.4. Het voorzitterschap in cijfers
4 Studies, analyses en valorisaties
4.1. Onderzoeksagenda Beleidsondersteuning
4.2. Sociale indicatoren
4.3. MIMOSIS (MIcrosimulation MOdel for Belgian Social Insurance Systems)
4.4. Health accounts
4.5. Samenwerking met het Federaal Planbureau
4.6. Toepassing van de nieuwe Europese regelgeving
37
38
38
38
38
39
40
40
41
41
41
42
42
43
44
44
46
46
46
46
46
47
47
47
47
50
52
52
52
53
53
54
54
5 Regelgeving
5.1. Uitwerking van de regelgeving
5.1.1. Alternatieve financiering van de sociale zekerheid
5.1.2. Arbeidsongevallen
5.1.3. Beroepsziekten
5.1.4. Ziekte- en Invaliditeitsuitkering
5.1.5. Specifieke wetgeving
A. Crisismaatregelen voor werknemers
B. Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie
C. Anticrisismaatregelen voor zelfstandigen:
uitstel van betaling van bijdragen
D. Anticrisismaatregelen met betrekking tot uitkeringen
voor zelfstandigen
E. Alternerende opleiding
F. Thematisch verlof
G. Elektronische maaltijdcheques
5.2. Interpretatie van de reglementering
5.3. Reglementering zelfstandigen
5.3.1. Organisatie van de Werkgroep “Reglementering”
5.3.2. Wijziging van de wetgeving betreffende de Commissie
voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB
van 19/12/67)
5.3.3. Nota aan de sociaalverzekeringsfondsen betreffende
wijziging van de wetgeving betreffende de Commissie
voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB
van 19/12/67)
5.3.4. Invoering van het stelsel van vervangende ondernemers
5.3.5. Weerslag van het nieuwe aanslagstelsel voor
auteursrechten en naburige rechten op de
verzekerings- en bijdrageplicht van zelfstandigen
5.4. Geschillen
5.4.1. Geschillen op federaal niveau
5.4.2. Taak van “Eurocoördinator” en geschillen op
Europees niveau
5.5. Aanpassing van de procedures: elektronische maaltijdcheques
6 Financiële consolidatie
6.1. Subsidies aan de sociale zekerheid
6.2. Commissie voor normalisatie
6.3. Opstellen begroting zelfstandigen
6.4. Controle begrotingen en rekeningen OISZ en opvolging
thesauriegegevens
6.5. Geconsolideerde rekeningen van de sociale zekerheid
7 Deelname aan nationale raden, comités, …
7.1. Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap
7.2. Werkgroep “Verzekerbaarheid”
7.3. Werkgroep “Omnisectoriële impact”
7.4. Technisch Comité van de Controledienst voor de ziekenfondsen (CDZ)
7.5. Technische Raad voor ziekenhuisverpleging
7.6. Federaal Borstvoedingscomité
55
55
55
56
56
56
58
58
58
58
59
59
59
59
62
62
62
63
63
63
64
64
64
65
65
66
66
66
67
67
68
69
69
69
70
70
71
71
7.7. Raadgevend Comité voor de pensioensector
7.8. Hoge Raad voor vrijwilligers
7.9. Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie
7.10. Adviesraad voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers
7.11. Werkgroep “Ouderenzorg”
7.12. Werkgroep “Indicatoren van het Nationaal Actieplan
Sociale Inclusie”
Opdracht 2: Dienstverlening
1 Personen met een handicap
1.1. Uitbetaling van tegemoetkomingen
1.1.1. Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming
1.1.2. Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
1.1.3. Verbetering van de dienstverlening op vlak van
de tegemoetkomingen
1.2. Erkenningen voor bijkomende kinderbijslag
1.3. Erkenningen voor fiscale en sociale maatregelen
1.3.1. Algemeen attest
1.3.2. Sociale maximumprijs gas en elektriciteit
1.4. Parkeer- en verminderingskaarten
1.5. Beroepen tegen beslissingen
1.6. Een nieuwe functie: medisch assistent
1.7. Toegankelijkheid voor personen met een handicap
1.7.1. Naar een overheidsdienst die 24/24 uur toegankelijk is:
Handiweb
1.7.2. Groen nummer van het Call Center
1.7.3. Maatschappelijk assistenten
1.7.4. Klantendienst
1.7.5. Infosessies
1.8. Resultaatgerichtheid
1.9. Beheer klachten van personen met een handicap
2 Kinderen
2.1. Behandeling van aanvragen voor individuele afwijkingen op
de kinderbijslag
2.2. Persoonlijke geschillen inzake kinderbijslag
3 Zelfstandigen
3.1. Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen
3.2. Beroep tegen beslissingen van de Commissie voor Vrijstelling
van Bijdragen
3.3. Detachering van zelfstandigen
4 Werknemers
5 Ondernemers & werkgevers
5.1. Provinciale registratiecommissies
5.2. Beroep tegen de beslissingen van de provinciale registratiecommissie
5.3. Vrijstelling van sociale bijdragen voor bepaalde werknemers
5.4. Gratieverzoeken
72
72
73
74
74
75
77
78
78
78
79
80
81
81
81
81
82
82
83
83
83
86
86
86
87
87
88
89
89
89
90
90
90
91
92
93
93
93
94
94
6 Oorlogsslachtoffers
6.1. Toekennen van statuten, uitkeringen en voordelen
6.2. Beheren en bewaren van oorlogsdocumenten
6.2.1. Digitaliseringsproject Musnet
6.2.2. Bewaringsprojecten
6.2.3. Digitaliserings- en bewaringsproject
6.2.4. Ter beschikking stellen van historische bronnen
6.3. Toekenning van subsidies
6.3.1. Vaderlandslievende verenigingen
6.3.2. IV-NIOOO
7 De informatieambtenaar
Opdracht 3: Bestrijding van sociale fraude
1 Controle op de correcte toepassing van de wetgeving
1.1. De kerntaken van onze dienst Sociale Inspectie
1.2. De controles in cijfers
1.3. Invoering van de e-PV voor onze DG Sociale Inspectie
1.4. Sociale engineering en frauduleuze detachering
1.5. Aansluitingsattest voor zelfstandigen uit de Europese Unie
2 Coördinatie van de fraudebestrijding op Belgisch niveau
2.1. Uitvoering van de samenwerkingsprotocollen
2.2. Actieve deelname aan de activiteiten van de SIOD
2.3. College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude
2.4. Knipperlichtfunctie: nationaal en internationaal
3 Coördinatie van de fraudebestrijding op Europees en internationaal
niveau
3.1. Bilaterale samenwerkingsakkoorden inzake sociale fraude
3.2. Bijdrage aan het Europees beleid inzake de sociale fraude
3.2.1. Het kenniscentrum “undeclared work”
3.2.2. Europees project ICENUW- Implementing Cooperation
in a European Network against Undeclared Work
3.2.3. Social Integrity Europe (ex-EHFCN+): uitbouw van een
Europees netwerk voor de strijd tegen onjuistheden,
fraude en corruptie op vlak van sociale zekerheid
Opdracht 4: Organisatievermogen
1 Een nieuw beheersinstrument: de bestuursovereenkomst
2 De personeelsdienst van de FOD
2.1. Een nieuwe structuur voor de dienst Personeel & Organisatie
2.1.1. Pijler “Resultaten”
2.1.2. Pijler “Talenten”
2.1.3. Pijler “Waarden”
2.1.4. Pijler “Leadership”
2.2. Ons personeel in cijfers
95
95
96
96
97
97
100
100
100
100
102
105
106
106
107
111
114
114
115
115
115
116
116
118
118
118
118
119
119
121
122
124
124
125
125
128
129
132
2.3. Telewerk
2.4. Personeelsbeweging
2.5. Opleidingen
2.6. Relatie met de vakorganisaties
3 Financiën
3.1. FEDCOM
3.2. Personeels- en werkingskosten
3.3. Subsidies, toelagen, tegemoetkomingen
4 Facility management
4.1. Green Public Procurement
4.2. Optimalisering van de installatie van onze diensten in de Finto
4.3. Externe diensten
5 IT-vermogen
5.1. Structuur van de “business unit” van de dienst ICT
5.1.1. Ontwikkeling van aangepaste ICT-diensten
en -oplossingen op maat van de DG’s/SD’s
5.1.2. Ondersteuning van de ICT-diensten en -oplossingen
voor de DG’s/SD’s
5.1.3. Uitvoering van haalbaarheids- en opportuniteitsstudies
5.1.4. Ondersteuning klanten van de dienst ICT
5.2. Tijdige en kwaliteitsvolle aflevering van ICT-diensten en
-oplossingen
5.3. Beschikbaarheid en continuïteit van de ICT-oplossingen
5.4. Studies goedgekeurd door het Directiecomité
5.5. Snelle oplossing voor problemen van de gebruikers
5.6. Grote projecten uitgevoerd in 2010
5.6.1. Project management & Bestuursovereenkomst
5.6.2. Bestuur en beslissingsstructuren
5.6.3. Entreprise Architecture
5.6.4. Service management
5.6.5. Processen en metrieken van de dienst ICT
5.6.6. Sturen van de verandering van de dienst ICT
5.7. Kerncijfers ICT
6 Informatie en communicatie
6.1. De medewerkers informeren, samenbrengen en inspireren
6.2. Een gecoördineerd antwoord op vragen van burgers
6.3. Informatiefunctie
6.4. Bibliotheek
6.4.1. Vermindering van het papierverbruik ten gunste
van digitale dragers
6.4.2. Van bibliotheek tot Kennisbeheerscentrum
7 Duurzame Ontwikkeling
7.1. Het personeel informeren en sensibiliseren
7.2. Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
133
134
135
136
137
137
140
140
142
142
142
143
146
146
146
146
146
146
147
147
148
148
150
150
150
150
151
151
151
154
156
156
158
159
161
161
161
164
164
165
7.3. Duurzame ontwikkeling op interfederaal niveau
7.4. Maatschappelijke verantwoordelijkheid van onze FOD
8 Leefmilieu
8.1. EMAS-certificaat
8.2. Onze projecten rond leefmilieu in 2010
9 Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk
9.1. De rol van onze IDPBW: ondersteuning van de werkgever,
de hiërarchische lijn en alle personeelsleden
9.2. Verwezenlijkingen IDPBW in 2010
9.2.1. Intern veiligheidsplan “Finance Tower”
9.2.2. Evacuatieplan Kouterpoort Gent
9.2.3. Online risicoanalyse
Interviews met onze medewerkers
1 Ondersteuning en strategische coördinatie
Hervorming van de controlemethodiek
het voorzitterschap van de EU-Raad door de ogen van een projectleider
De FOD en de inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt
2 Client Services
Handiweb: het elektronische dossier van een persoon met een handicap
Project voor digitalisering en bewaring van het bestand van
de Belgische joden en zigeuners
3 Strijd tegen sociale fraude
Hummingbird – nieuw kennisbeheersysteem
4 Organisatorische capaciteiten
Een nieuwe structuur voor het departement P&O
FEDCOM – een interfederaal project voor een evenwichtige boekhouding
40 jaar enthousiast werken voor de Dienst Logistiek
Een zoekmotor “op maat” voor de FOD
Onze vertaaldienst aan het woord
Bijlage 1 De FOD Sociale Zekerheid in de prijzen
1. Het NoVo-team van de FOD verkozen tot “HR Team of the Year”
2. De Voorzitter van de FOD genomineerd voor
de Wo_Men@work Award
3. De FOD ontvangt de prijs voor “Beste Werkplek”
Bijlage 2 Onze publicaties
1. Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid
2. Beknopt overzicht van de Sociale Zekerheid in België
3. Brochure “De sociale zekerheid in een oogopslag: Kerncijfers 2009”
4. Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid
166
166
167
167
167
168
168
169
169
169
169
32
48
60
84
98
112
130
138
144
152
162
172
172
172
172
174
174
174
174
174
5. Vade Mecum van de Sociale Zekerheid
6. Brochure “Sociale Bescherming in België: ESSOBS-data voor België”
7. Mededelingen betreffende de indexering en de wijzigingen
buiten index van de bedragen van bepaalde sociale uitkeringen
in het Belgisch Staatsblad
8. Publicatie van de Belgische Pensioenatlas
9. Publicatie van het Groenboek Pensioenen
10. De Gezondheid van de Ouderen in België, 2008
11. Congresboek “Europe 2020: Towards a more social EU?”
12. Terugblik op het Belgisch Voorzitterschap
13. Strange birds in the European skies
Publicaties waaraan de FOD heeft meegewerkt
Onze websites
175
175
175
175
176
176
176
176
176
177
177
12
JAARVERSLAG 2010
Het jaarverslag 2010 bevat een aantal nieuwigheden die je ongetwijfeld zullen bevallen. Waar mogelijk vermelden we voor elk project of elke activiteit een contactpersoon, zodat je gemakkelijk één van onze experts kan contacteren als je meer informatie wil. Een andere nieuwigheid is de toevoeging van een tiental interviews die één van onze collega’s of een boeiend project in de kijker zetten. Je zal merken dat er bij de FOD heel wat interessante projecten lopen waaraan tal van getalenteerde en enthousiaste mensen meewerken.
De dagdagelijkse bezigheden van sommige medewerkers worden in een jaarverslag wel eens over het hoofd gezien, hoewel ook zij zeer nuttig zijn voor de organisatie. Maar zoals je kan lezen in het interview met één van de verantwoordelijken van onze dienst Logistiek, die na 40 jaar dienst nog steeds even enthousiast komt werken, heeft bij de FOD Sociale Zekerheid iedereen zijn plaats en is iedereen belangrijk.
Uiteraard komt in ons jaarverslag ook onze visie op duurzame ontwikkeling aan bod. Bij de FOD is milieuzorg niet zomaar een slogan of een modeverschijnsel.
Dankzij een verregaande digitalisering van onze activiteiten zijn we onder meer
voortrekkers op vlak van de vermindering van het papierverbruik.
Wanneer het gaat om de meest kwetsbare lagen van de bevolking, is geen enkele inspanning ons te veel. Eén van de doelgoepen waarnaar we ons in het bijzonder richten, zijn de personen met een handicap. Speciaal voor hen bestaat er sinds 2010 een telefoonnummer waarop ze ons gratis kunnen contacteren. Daarnaast lanceerden we Handiweb, een internetapplicatie waarmee personen met een handicap zelf hun dossier kunnen opvolgen.
Dat onze teams hard gewerkt hebben, zal onder meer blijken uit het hoofdstuk ”Publicaties”. Via onze website kan je deze documenten raadplegen.
Welkom bij de FOD Sociale Zekerheid!
Met plezier stel ik je het Jaarverslag 2010 voor, dat een overzicht geeft van al onze activiteiten. Als thema hebben we dit jaar gekozen voor het uurwerkmechanisme, dat een aantal waarden symboliseert die ons nauw aan het hart liggen: beweging (de FOD is voortdurend in verandering), precisie (nauwkeurigheid bij onze dagdagelijkse activiteiten dragen wij hoog in het vaandel), juistheid (de FOD biedt kennis van zaken die permanent wordt bijgesteld), doeltreffendheid (de voorstellen van de FOD zijn relevant, adequaat en betrouwbaar) en stijl (de FOD wil een ‘sexy’ werkgever zijn).
Je zal merken dat de FOD alles in het werk stelt om zijn reputatie waar te maken als expertisecentrum, bevoorrechte partner (voor het netwerk van de openbare instellingen van sociale zekerheid, maar ook voor alle instellingen die zich met deze materie bezighouden) en aantrekkelijke werkgever.
2010 stond in het teken van het Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Zoals het jaarverslag aantoont, heeft de FOD een actieve rol gespeeld bij de
voorbereiding van de evenementen en bijgedragen tot een aantal belangrijke stappen voorwaarts.
We stellen je onze activiteiten voor aan de hand van 4 thema’s: de ondersteuning van goed bestuur, de dienstverlening naar de klant toe, de strijd tegen de sociale fraude en de ontwikkeling van ons organisatorisch vermogen. Aan de grondslag van onze verschillende activiteitsgebieden ligt een gemeenschappelijke arbeidsfilosofie. Zo hebben we in 2010 een nieuwe benadering uitgewerkt, om de uitvoering van onze opdrachten in goede banen te leiden: we zijn begonnen met het opmaken van een ontwerp van bestuursovereenkomst, dat zal voorgelegd worden aan onze bevoegde overheden in 2011.
onze Voorzitter aan het woord
13
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
Door zijn zin voor initiatief heeft onze FOD al een aantal prestigieuze prijzen in de wacht gesleept. Zo werd één van onze teams verkozen tot “HR Team of the year”. Opmerkelijk blijkt ook de bijzondere aandacht die binnen onze FOD wordt geschonken aan de positie van de vrouw, onder meer door onze medewerkers de kans te geven hun beroepsactiviteiten en privéleven beter te combineren. Ten slotte werd onze ergonomisch ingerichte werkomgeving (dynamic office en cleandesk), gecombineerd met telewerk, in de gespecialiseerde pers uitgeroepen tot ‘beste werkplek’. Deze prijzen hebben we niet te danken aan het werk van enkele experts, maar aan de toewijding van al onze medewerkers.
Zoals je zal merken is het bij onze FOD aangenaam samenwerken aan inspirerende projecten die een reële impact hebben op het leven van de burger. Wil je nader kennismaken met onze innovatieve organisatie, aarzel dan niet ons te contacteren.
Veel leesplezier!
Frank Van MassenhoveVoorzitter van het Directiecomité
14
JAARVERSLAG 2010
1. De sociale zekerheid in België
Het socialezekerheidsmodel in België, zoals we het momenteel kennen, ontstond
tijdens de Tweede Wereldoorlog toen vertegenwoordigers uit de vakbondswereld
en werkgeversorganisaties het zogenaamde sociaal pact sloten. Het model is
wereldwijd bekend wegens de opmerkelijke kwaliteit van de bescherming die
aan alle burgers wordt geboden.
De administratieve organisatie van de sociale zekerheid in België is echter relatief
complex met een Federale Overheidsdienst (FOD) en een vijftiental openbare
instellingen van sociale zekerheid (OISZ). Deze OISZ voeren hun opdrachten uit
in een specifieke tak (kinderbijslag, ziekteverzekering, arbeidsongeschiktheid,
pensioenen, enz.) of in een bepaald stelsel (het Rijksinstituut voor de Sociale
Verzekeringen der Zelfstandigen). De FOD Sociale Zekerheid daarentegen speelt
een transversale, beleidsvoorbereidende en internationale rol. De FOD heeft niet
zomaar een traditionele toezichthoudende functie, maar is ook een actieve en
volwaardige partner in het netwerk van de sociale zekerheid. De samenwerking
met de OISZ is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en de erkenning van ieders
expertise.
Onze FOD ziet er mee op toe dat elke Belgische burger correct van zijn sociale
rechten kan genieten en de noodzaak inziet om bijdragen te betalen voor het
socialezekerheidssysteem.
2. De diensten van de FOD Sociale Zekerheid
DE FOD Sociale Zekerheid is een vrij grote organisatie met ongeveer 1.200
medewerkers. De meeste hiervan (5/6) werken op het hoofdkantoor in Brussel.
De FOD heeft ook regionale kantoren voor de tegemoetkomingen voor personen
met een handicap (medische centra) en voor de sociale inspectie.
Achter de schermen van de FoD
15
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
16
JAARVERSLAG 2010
2.1. Organigram van de FOD Sociale Zekerheid
De FOD Sociale Zekerheid bestaat uit zes directies-generaal (DG’s) en vijf stafdiensten (SD’s).
De DG’s hebben specifieke bevoegdheden; de SD’s zorgen ervoor dat de DG’s hun opdrachten in de beste omstandigheden kunnen vervullen.
Voorzitter vanhet Directiecomité
Directie-generaalBeleidsondersteuning
Directie-generaalSociale Inspectie
Directie-generaalPersonen met een handicap
Budget & Beheerscontrole
Logistiek
Informatie- en Communicatietechnologie
Diensten van de voorzitter
Personeel & Organisatie
Directie-generaalSociaal Beleid
Directie-generaalZelfstandigen
Directie-generaalOorlogsslachtoffers
17
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
openbaar vervoer en medische attesten om diverse sociale en fiscale maatregelen
te kunnen aanvragen (vermindering inkomstenbelastingen, vermindering
onroerende voorheffing, sociaal telefoontarief, sociaal tarief gas- en elektriciteit,
belastingvoordelen voor de auto). Tot slot voert deze DG ook medische onderzoeken
uit bij kinderen om, met het oog op de toekenning van de bijkomende kinderbijslag,
de handicap vast te stellen.
De DG Sociaal Beleid maakt de socialezekerheidswetgeving op, interpreteert
ze, informeert erover en treedt op als deskundige bij de verschillende bevoegde
instanties op het gebied van sociale zekerheid. Daarnaast zorgt ze voor de
verdediging van de Belgische Staat bij geschillen. Ten slotte beheert ze ook de
(budgettaire) kerngegevens van de sociale zekerheid.
De DG Sociale Inspectie controleert de correcte toepassing van de
socialezekerheidswetgeving (RSZ-wetgeving, jaarlijkse vakantie, arbeidsongevallen,
kinderbijslag, ziekte- en invaliditeitsverzekering, DIMONA, deeltijds werk,
tewerkstellingen van buitenlandse werknemers,...). Daarnaast ondersteunt de
DG zowel de werkgevers als de werknemers bij de correcte toepassing van de
socialezekerheidswetgeving en kan ze optreden als bemiddelaar in bepaalde
sociale conflicten.
De DG Zelfstandigen werkt mee aan het opstellen van de socialezekerheids-
wetgeving voor zelfstandigen. Ze houdt zich bezig met het voorbereiden,
onderhandelen over en sluiten van bilaterale overeenkomsten. Ze formuleert
adviezen over de Europese wetgeving rond de zelfstandigen. De DG ziet toe op
de interpretatie van de wetgeving zodat de socialeverzekeringsfondsen ze juist en
consequent zouden kunnen toepassen. Hiertoe stelt ze onderrichtingen op gericht
aan de socialeverzekeringsfondsen. Ze beantwoordt ook vragen van zelfstandigen
die informatie wensen.
2.2. Beknopte voorstelling van de diensten van de FOD
De zes directies-generaal
De DG Beleidsondersteuning biedt een optimale beleidsondersteuning voor
tak- en stelseloverschrijdende en internationale materies en processen op het
vlak van sociale bescherming: bilaterale en multilaterale relaties, strijd tegen
de sociale fraude, behoorlijk bestuur van de sociale zekerheid, evolutie van de
sociale bescherming, sociale indicatoren. Ze biedt een proactieve en klantgerichte
dienstverlening aan onze toezichthoudende ministers en partners in het netwerk
van de sociale zekerheid.
Naast haar kernopdrachten vervult de DG een belangrijke transversale rol binnen
de FOD: het verstevigen van de managementcapaciteit en de transformatie
van de organisatie. Ook levert deze DG impulsen tot het uittesten van nieuwe
strategische beheersinstrumenten zoals de bestuursovereenkomst en systemen
voor informatiebeheer.
De DG Oorlogsslachtoffers kent aan burgerlijke oorlogsslachtoffers de statuten
van nationale erkentelijkheid toe, renten, pensioenen en diverse voordelen
(attesten voor gratis openbaar vervoer, attesten om aanspraak te maken op fiscale
voordelen). Daarnaast beheert ze een oorlogsarchief met een grote historische
waarde.
De DG Personen met een handicap is hoofdzakelijk belast met de toekenning
van tegemoetkomingen aan volwassen personen met een handicap op basis van
de medische erkenning van de handicap en een onderzoek naar de eventuele
inkomsten. Daarnaast levert zij aan personen die erkend zijn als persoon met
een handicap, ook parkeerkaarten af, nationale verminderingskaarten op het
18
JAARVERSLAG 2010
van deze oplossingen en waarborgt de continuïteit ervan. Op die manier komt de
stafdienst ICT tegemoet aan de evoluerende behoeften van de gebruikers (burgers,
ondernemingen,...). De projecten zijn onderverdeeld volgens acht speerpunten:
communicatie tussen burger en administratie, administratieve vereenvoudiging,
behoorlijk bestuur en business intelligence, kennisbeheer, samenwerking tussen de
personeelsleden, veiligheid en risicobeheer, business transformation en continuïteit.
De Diensten van de Voorzitter hebben als opdracht de Voorzitter van het
Directiecomité bij te staan in de leiding en het algemeen bestuur en de coördinatie
van de FOD. Ze bieden daarnaast ook steun aan de andere directies-generaal en
stafdiensten. De diensten van de Voorzitter omvatten het secretariaat, de juridische
dienst, de vertaaldienst, de dienst preventie en bescherming op het werk, de dienst
Informatieveiligheid en de cel leefmilieu en duurzame ontwikkeling. Ook de dienst
communicatie maakt deel uit van de diensten van de Voorzitter. Zijn belangrijkste
rol is het ondersteunen van alle andere DG’s en stafdiensten in hun communicatie
naar de doelgroepen van onze FOD.
De vijf stafdiensten
De stafdienst Budget & Beheerscontrole (B&B) maakt het budget op en voert
het uit. Hij beheert daarnaast ook de rekeningen en ondersteunt het management
van onze FOD door het aanreiken van (financiële) informatie en de ontwikkeling
van beheerscontrolesystemen (Balanced Scorecard). De dienst werkt samen met
de FOD Budget en Beheerscontrole en met de beleidscellen van de bevoegde
ministers. Met de nieuwe elektronische tool FEDCOM voor de verwerking van het
budget en de digitalisering van de financiële systemen, kan onze stafdienst B&B
de andere diensten optimaal ondersteunen.
De dienst Logistiek ondersteunt de diensten van onze FOD in hun dagelijkse
werking. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het aankoopbeleid van de FOD
en het beheer van onze gebouwen. De dienst Logistiek werkt ook mee aan de
vereenvoudiging of de automatisering van bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld het
dynamisch archiefbeheer).
De stafdienst Personeel & Organisatie (P&O) werft voor de FOD gemotiveerde
en opgeleide medewerkers aan die hem toelaten zijn doelstellingen te behalen.
De stafdienst P&O beheert de middelen (personeelsenveloppe, enz.), beheert de
personeelsdossiers, werkt mee aan de ontwikkeling van de organisatie (talent en
leiderschap, welzijn en diversiteit, waarden en resultaten, enz.) en investeert in
de medewerkers (opleiding, ontwikkeling, enz.).
De stafdienst Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) biedt de FOD
professionele oplossingen aan die de processen van de verschillende DG’s en
stafdiensten moeten ondersteunen. Hij zorgt voor de permanente beschikbaarheid
19
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
JuIStheIDde FOD stelt alles in het werk om een expertisecentrum te worden.
20
JAARVERSLAG 2010
Degelijke ondersteuning bij de voorbereiding en ontwikkeling van het
sociaal beleidMet zijn kennis en ervaring moet de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
alle actoren op het gebied van de sociale zekerheid ondersteunen bij de
uitwerking, voorbereiding en evaluatie van het sociaal beleid.
Door bepaalde activiteiten van de sector te coördineren, onderzoek te doen, deel
te nemen aan studies, gegevens te analyseren en de regelgeving op te stellen,
biedt de FOD in een geest van samenwerking en gemeenschappelijk projectbeheer
ondersteuning aan de beleidsmakers, de sociale partners en de andere
socialezekerheidsinstellingen. Op die manier kunnen de verantwoordelijken op
federaal niveau correcte beslissingen nemen om de sociale bescherming in België
te verbeteren. De FOD vertegenwoordigt de Belgische sociale zekerheid bij onze
buitenlandse partners en supranationale instellingen, waar het ons sociale model
promoot en verdedigt.
Snelle en degelijke dienstverlening voor gebruikersOnze FOD zorgt voor een snelle, correcte en kwaliteitsvolle dienstverlening
aan gebruikers uit verschillende sociale groepen. Het bekendst zijn de
tegemoetkomingen voor personen met een handicap, maar ook zelfstandigen,
werkgevers en werknemers kunnen bij ons terecht voor specifieke diensten.
Tot slot hebben wij ook een belangrijke historische rol door het toekennen van
erkenningen en tegemoetkomingen aan burgerlijke oorlogsslachtoffers en het
beheren van een historisch waardevol oorlogsarchief. In onze dienstverlening
trachten wij een toegankelijke administratie te zijn die alle gebruikers gelijk
behandelt, op een professionele manier met hen omgaat en oog heeft voor
verbeterpunten om een nog betere dienstverlening aan te bieden.
3. Onze opdrachten: een thematische benadering
Voor het jaarverslag 2010 zijn we thematisch te werk gegaan en hebben we
de klemtoon op onze gemeenschappelijke opdrachten gelegd. Onze FOD streeft
immers continu naar het versterken van zijn organisatorische capaciteit en voert
drie strategische opdrachten uit: beleidscoördinatie en -ondersteuning, sociale
dienstverlening aan gebruikers en de bestrijding van de sociale fraude. Hoewel de
diensten van de FOD elk hun eigen opdrachten hebben, delen ze dezelfde waarden
(respect, vertrouwen, solidariteit, zelfontplooiing en resultaatgerichtheid) en
hebben ze gemeenschappelijke doelstellingen.
Bestrijdingsociale fraude
Beleidscoördinatieen -ondersteuning
Dienstverlening aan de burger
OrganisatorischVermogen
Strategischevisie
waarden
21
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
4. Een efficiënte en innoverende overheidsdienst
De FOD Sociale Zekerheid wil een expertisecentrum zijn gericht op kwaliteit,
een bevoorrechte gesprekspartner voor besluitvormers en zijn nationale en
internationale partners, een aantrekkelijke werkgever die bekommerd is om de
ontplooiing van zijn personeel en, last but not least, een efficiënte en innoverende
overheidsdienst die klaar is voor de uitdagingen van morgen.
Wij hopen dat je aan de hand van dit jaarverslag de FOD Sociale Zekerheid
beter leert kennen. Nieuwsgierig naar meer over onze organisatie? Wil je onze
dynamische en teamwerk-stimulerende werkomgeving ontdekken? Aarzel dan
niet om ons te contacteren!
Het Directiecomité van de FOD Sociale Zekerheid:
Frank VAN MASSENHOVE (Voorzitter),
Tom AUWERS (DG Beleidsondersteuning),
Claire BARETTE (DG Oorlogsslachtoffers),
Jan BERTELS (DG Sociaal Beleid),
Marcel CROP (DG Zelfstandigen),
André GUBBELS (DG Personen met een handicap),
Jean-Claude HEIRMAN (DG Sociale Inspectie),
Michaëlla MISKO (SD ICT),
Renaat SCHROOTEN (SD Budget & Beheerscontrole),
Laurence VANHÉE (SD Personeel & Organisatie).
Strijd tegen de sociale fraudeDe rol van onze FOD in de strijd tegen de sociale fraude is zeer divers. Enerzijds
voeren wij heel concreet controleacties uit om de correcte toepassing van de
socialezekerheidswetgeving te waarborgen. Anderzijds wenden wij onze expertise
binnen een netwerk van experts aan om initiatieven te nemen en ondersteuning
te bieden bij het opzetten van internationale samenwerkingsverbanden
tussen inspectiediensten, het sensibiliseren van EU-organisaties voor Belgische
initiatieven, de actieve deelname van België aan EU-projecten en het realiseren
van studies rond de fenomenen “ondergrondse economie” en “zwartwerk”.
Organisatorisch vermogenTot slot neemt onze FOD voortdurend nieuwe initiatieven om zijn organisatorisch
vermogen (personeelsbeheer, financieel beheer, facility management, IT-
vermogen, communicatie, enz.) te versterken. Een sterk organisatorisch vermogen
maakt het immers mogelijk om de drie inhoudelijke opdrachten van onze FOD
efficiënt en optimaal uit te voeren.
22
JAARVERSLAG 2010
JAARVERSLAG 2010
Beleidsondersteuning en -coördinatie
De FOD Sociale Zekerheid streeft naar partnerschapsverbanden met de verschillende actoren van de sociale zekerheid. In zijn relaties met deze actoren wil de FOD komen tot een gemeenschappelijk projectbeheer en een netwerkorganisatie met een taakverdeling die de efficiëntie, de doeltreffendheid en de kwaliteit van de sociale zekerheid zal verbeteren. Naast zijn ‘klassieke’ ondersteunende rol ten aanzien van de verschillende socialezekerheidsactoren wil de FOD Sociale Zekerheid ook zijn rol als coördinator optimaliseren.
Opdracht 1
24
JAARVERSLAG 2010
1.1 Openbare instellingen van sociale zekerheid
1.1.1. Beknopte voorstelling van de rol van de OISZ
Het beheer van de Belgische sociale zekerheid berust voornamelijk op
gedecentraliseerde instellingen, de openbare Instellingen van sociale zekerheid
(OISZ), die autonomer kunnen werken dan de gecentraliseerde overheidsinstellingen
(de FOD’s en POD’s). Deze instellingen worden paritair beheerd, dat wil zeggen
door een beheerscomité bestaande uit vertegenwoordigers van de werkgevers- en
werknemersorganisaties. Momenteel bestaan er bij de Belgische sociale zekerheid
16 OISZ.
A. In het werknemersstelsel bestaan de volgende OISZ:
› De Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ), die instaat voor de inning van de
sociale bijdragen en het budget van het werknemersstelsel verdeelt tussen
de verschillende takken van het stelsel.
› De zeven beheersinstellingen die elk instaan voor een specifieke tak van de
sociale zekerheid van de werknemers. Zij beheren de financiën van hun tak,
verdelen de budgetten tussen de betalings- en/of verzekeringsinstellingen,
controleren deze en bieden ondersteuning bij het uitstippelen van het sociaal
beleid wat hun tak betreft.
Ondersteuning behoorlijk bestuur
OISZBetalings-/
verzekeringsinstellingen
RKWRijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
Verrekenkassen voor kinderbijslag
RVA
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen en de werkloosheidsfondsen van de vakbonden (ABVV, ACV, ACLVB)
RVP Rijksdienst voor pensioenen Geen betalingsinstelling
RIZIV
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
Ziekenfondsen, Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (HZIV) en de Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS
FAOFonds voor arbeidsongevallen Erkende
verzekeringsmaatschappijen
FBZ Fonds voor beroepsziekten Geen betalingsinstellingen
RJVRijksdienst voor jaarlijkse vakantie
Bijzondere vakantiefondsen
1
25
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
B. De sociale zekerheid voor zelfstandigen bestaat uit zes takken (geneeskundige
verzorging en arbeidsongeschiktheid of invaliditeit, moederschapsverzekering,
kinderbijslag, pensioen, faillissement en de verzoening tussen het beroepsleven
en het privéleven). Zelfstandigen sluiten zich aan en betalen hun sociale bijdragen
bij een socialeverzekeringsfonds voor zelfstandigen of bij de Nationale Hulpkas
voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, die beheerd wordt door een
OISZ, het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ).
De socialeverzekeringsfondsen staan ook in voor de toekenning van bepaalde
tegemoetkomingen voor zelfstandigen (gezinsbijslag, moederschapshulp, de
sociale verzekering in geval van faillissement, de onvoorwaardelijke pensioenen
en de prestaties tot bevordering van de verzoening van het beroepsleven en het
privéleven van zelfstandigen).
Het RSVZ staat in voor:
a) het innen van de bijdragen;
b) de coördinatie van de uitbetaling van de tegemoetkomingen (behalve de
tegemoetkomingen die vallen onder ziekte en invaliditeit, die behoren tot de
bevoegdheid van het RIZIV en de ziekenfondsen).
› Twee betalingsinstellingen voor uitkeringen, namelijk de Hulpkas
voor werkloosheidsuitkeringen (HVW) en de Hulpkas voor ziekte- en
invaliditeitsverzekering (HZIV).
› De hulp- en voorzorgkas voor zeevarenden, verantwoordelijk voor de ziekte- en
invaliditeitsverzekering en de werkloosheidsverzekering voor zeelieden van
de Belgische koopvaardij en voor de inning van de sociale bijdragen van
reders.
Sommige van deze instellingen staan ook in voor de
uitbetaling van de sociale uitkeringen (RKW, RVP, FBZ en
RJV). Binnen de tak van de ziekte- en invaliditeitsverzekering
bestaat er naast het RIZIV en het HZIV nog een OISZ, namelijk
het e-Health-platform, dat zich bezighoudt met de bevordering
en ondersteuning van een onderlinge elektronische
dienstverlening en informatie-uitwisseling tussen alle actoren
van de gezondheidszorg (en dit met de nodige waarborgen
wat betreft de informatieveiligheid, de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer van patiënten en zorgverleners en
het respect voor het medisch beroepsgeheim).
26
JAARVERSLAG 2010
Minister van Ambtenarenzaken. In de bestuursovereenkomst engageren de OISZ
zich tot het bereiken van concrete doelstellingen die ervoor moeten zorgen dat
de uitvoering van zijn basisopdrachten en zijn interne werking op een efficiënte
manier verlopen. In de bestuursovereenkomsten wordt een financiële planning van
drie jaar ingeschreven die de realisatie van deze doelstellingen mogelijk maakt.
C. De ambtenaren bestaan uit twee groepen: enerzijds de plaatselijke en
provinciale ambtenaren, anderzijds alle andere.
Voor zij die behoren tot de eerste categorie treedt een OISZ als hoofdinstantie
op, namelijk de RSZPPO (Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en
plaatselijke overheidsdiensten). Voor alle andere ambtenaren is de werkgever zelf
verantwoordelijk voor de inning en betaling van bijdragen, met uitzondering van
de bijdragen voor geneeskundige verzorging, die onder het gewone stelsel voor
werknemers vallen.
Twee OISZ staan in voor de drie stelsels, namelijk de Dienst voor de overzeese
sociale zekerheid (DOSZ) die verantwoordelijk is voor de sociale zekerheid van
personen die onderdaan zijn van maar werken buiten een lidstaat van de Europese
Economische Ruimte of Zwitserland, alsook de Kruispuntbank van de sociale
zekerheid (KSZ) die het beleid inzake e-governement in de Belgische sociale
sector bevordert en coördineert.
1.1.2. Bestuursovereenkomsten
Onze FOD staat in voor de coördinatie en de planning van de onderhandelingen
voor de bestuursovereenkomsten tussen de Federale Staat en de OISZ. Daarnaast
staan wij in voor de opvolging en de evaluatie van de bestuursovereenkomsten.
In al deze fasen neemt onze FOD een volledig neutrale rol in.
Een bestuursovereenkomst is een overeenkomst die wordt afgesloten tussen
iedere OISZ, zijn toezichthoudende minister(s), de Minister van Begroting en de
Evaluatie van de bestuursovereenkomsten
2010-2012 van de OISZ
Vóór de onderhandeling van een nieuwe generatie
bestuursovereenkomsten wordt de uitvoering van de bestaande
overeenkomsten gezamenlijk door de FOD geëvalueerd om
de toezichthoudende ministers een overzicht te geven van de
realisaties bij de OISZ en van verbeteringspunten die tijdens de
komende onderhandelingen aan bod kunnen komen. De volgende
evaluatie is gepland voor 2012 (begin van de onderhandelingen
voor de overeenkomsten 2013-2015). De werkwijze hiervoor werd
in 2010 vastgelegd en tijdens het eerste semester 2011 voorgelegd
aan het college van OISZ.
27
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
PrecISIede FOD hecht veel belang aan nauwkeurigheid.
28
JAARVERSLAG 2010
De FOD ontvangt tal van vragen om informatie van het politieke niveau over
de stand van zaken betreffende de benoemingen bij de OISZ (managers,
regeringscommissarissen, afgevaardigden bij de beheercomités, revisoren, enz.).
Daarom is de FOD begonnen met de invoering van een systeem om de benoemingen
bij de OISZ op te volgen. In 2010 werd de procedure op punt gesteld en werden
de gegevens voor de zes OISZ erin opgenomen.
Contact : [email protected]
1.1.5. Overheidsopdrachten voor de benoeming van revisoren van de OISZ
Omdat de revisoren bij de OISZ benoemd worden door de toezichthoudende Minister
en de Minister van Begroting, heeft de FOD de opdracht gekregen om in naam
van de ministers voor elke OISZ een overheidsopdracht uit te schrijven voor de
aanstelling van een college van revisoren (één procedure per OISZ).
Overheidsopdrachten behandeld in 2010: afronden van de procedure voor het RIZIV
en de HZIV; opstarten van de procedure voor de DOSZ, e-Health en de Bijzondere
Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der ondernemingen
voor binnenscheepvaart.
De honoraria van de revisoren bij de OISZ worden betaald met het budget van
de FOD maar terugbetaald door de OISZ. In 2010 heeft onze FOD een procedure
ingevoerd om de betaling van de facturen van de OISZ-revisoren op te volgen.
Contact : [email protected]
1.1.3. Regeringscommissarissen
Voor de overheidsinstellingen actief op het gebied van de sociale zekerheid voorziet
de wet van 25 april 1963 een systeem van paritair beheer van de instellingen van
openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. De instellingen beschikken
over een beheerscomité samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers
van werknemers- en werkgeversorganisaties. De Staat is vertegenwoordigd door
twee regeringscommissarissen. Zo vervullen meerdere medewerkers van de FOD
een rol als regeringscommissaris in het beheerscomité van een instelling van
sociale zekerheid.
Contact : [email protected]
1.1.4. Administratief en geldelijk statuut
De FOD staat in voor de behandeling en bekendmaking van wettelijke dossiers
inzake benoemingen voor managementfuncties bij de OISZ, mandaten bij hun
beheercomités, inspecteurs bij het RIZIV en de CDZ en regeringscommissarissen.
Verder is de FOD verantwoordelijk voor wettelijke bekendmakingen in het Staatsblad,
taalkaders, baremaschalen, enz. In 2010 werden 117 dossiers behandeld.
Bovendien staat de FOD in voor de coördinatie en goedkeuring van de antwoorden
van de OISZ op vragen gesteld aan hun toezichthoudende ministers. In 2010
coördineerden onze diensten de antwoorden op 24 parlementaire vragen.
Contact : [email protected]
29
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
1.2. Sociaalverzekeringsfondsen voor zelfstandigen
Onze FOD gaat na of de sociaalverzekeringsfondsen voor zelfstandigen de
regelgeving correct toepassen. In 2010 vonden verschillende controles plaats.
De volgende tabellen geven een overzicht van de uitgevoerde controles en de
resultaten per categorie.
SOCIALE BIJDRAgEn
› controle van dossiers waarin de bijdragen als verjaard werden geboekt
› controle van dossiers waarin recent opgevorderde bedragen als oninbaar werden
geboekt
Aantal gecontroleerde dossiers 2.735
Aantal nota’s 454
Aantal voorstellen artikel 601 226
Tenlastelegging artikel 601 641.357,63 €
BEROEPSLOOPBAnEn
› controle van dossiers waarin beroepsloopbaanformulieren (St2B) werden opgesteld
om het pensioen van zelfstandigen vast te stellen
› tussentijdse controle van de loopbanen van zelfstandigen die al minstens tien jaar
onderworpen zijn aan het sociaal statuut en tussen de 40 en 50 jaar oud zijn
Aantal gecontroleerde dossiers 3.152
Aantal administratieve nota’s 291
Aantal financiële nota’s 214
Te regulariseren bedragen 374.610,07 €
Tenlastelegging artikel 20, §6 van KB nr. 382 20.000 €
1 Dit artikel legt de bedragen die de socialeverzekeringsfondsen door eigen verzuim of schuld niet hebben kunnen innen of terugvorderen, ten laste van hen.
2 Dit artikel legt een forfaitaire geldsom ten laste van de socialeverzekeringsfondsen wanneer pensioen- bedragen werden uitbetaald op grond van onjuiste of onvolledige gegevens die ze hebben verstrekt.
30
JAARVERSLAG 2010
BIJDRAgEn TEn LASTE VAn VEnnOOTSChAPPEn
› controle van dossiers waarin bijdragen als verjaard werden geboekt
› controle van dossiers waarin bijdragen als oninbaar werden geboekt
› controle van dossiers met een nog openstaand debetsaldo
Aantal gecontroleerde dossiers 858
Aantal nota’s 192
Aantal voorstellen tenlastenlegging artikel 95, §4 van de wet van
30/12/1992347
Bedrag tenlastelegging artikel 95, §4 van de wet van
30/12/199236.095,37 €
gEZInSBIJSLAgEn
› controle van het recht op gezinsbijslag en op verhoogde gezinsbijslag
› controle van het einde van het recht op gezinsbijslag
› controle van de terugvorderingen en van de kinderbijslag die niet werd
uitbetaald omdat de zelfstandige niet aan bepaalde wettelijke verplichtingen
voldoet
Aantal gecontroleerde dossiers 2.863
Aantal nota’s 82
Aantal financiële nota’s 208
Te regulariseren bedrag 6.095,37 €
Aantal voorstellen artikel 60 en artikel 7 van het KB van
27/4/1976421
Bedrag tenlastelegging artikel 60 en artikel 7Van het KB van
27/4/1976423.246,16 €
Controle van de naleving van de algemene richtlijnen inzake de inning en
invordering van de socialezekerheidsbijdragen (performantiecriteria)
Aantal gecontroleerde dossiers 414
Aantal nota’s 81
3 Dit artikel legt de bedragen die de sociaalverzekeringsfondsen door eigen verzuim of schuld niet hebben kunnen innen of terugvorderen, ten laste van hen.
4 Dit artikel legt de bedragen die de sociaalverzekeringsfondsen door eigen verzuim of schuld niet hebben kunnen innen of terugvorderen, ten laste van hen.
31
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
FAILLISSEmEnTSVERZEKERIng
› controle van het recht op de faillissementsverzekering
Aantal gecontroleerde dossiers 957
Aantal nota’s 236
Aantal voorstellen artikel 10bis van het KB van 18/3/1996 6
Bedrag tenlastelegging artikel 10bis van het KB van 18/3/1996 35.731,58 €
FInAnCIëLE En BOEKhOUDKUnDIgE ASPECTEn
› controle van de naleving van de financiële en boekhoudkundige verplichtingen;
› controle van de dagelijkse doorstorting van geïnde bijdragen;
› controle van de gegrondheid van diverse voorschotaanvragen voor de betaling
van gezinsbijslagen, de onvoorwaardelijke pensioenen en faillissementsuitkeringen;
› controle van de staving van de beheerskosten;
› controle van de juistheid van de driemaandelijkse aangifte, balansen,
resultatenrekeningen, statistieken;
› opvolging van de rapportering over de interne controle en de jaarrekeningen die
werden goedgekeurd door de algemene vergadering van de fondsen
Totaalbedrag in 2010
Doorstortingen aan het RSVZ 3.455.927.375,83 €
Voorschotten ontvangen van het RSVZ 403.678.234,04 €
Beheerskosten 136.529.259,73 €
Daarnaast behandelt de FOD ook vragen van de sociaalverzekeringsfondsen,
verzoeken om opheffing van de verjaring en vragen om inlichtingen van
particulieren. Zo stelden we in 2010 1.245 brieven op.
PIRAmID: een samenwerkingsplatform
Piramid (Platform for Interactive Retrieving, Analysing and Managing Information
and Documentation) is een interactief platform voor de uitwisseling van informatie
en expertise over de sociale zekerheid voor zelfstandigen. De bedoeling is dat
Piramid een echt referentie- en opleidingsinstrument wordt voor alle actoren van
de sector.
Na twee jaar telt Piramid al bijna 500 gebruikers. Sinds de lancering zijn er nieuwe
samenwerkingsruimten tussen de FOD en het RSVZ (Rijksinstituut voor de sociale
zekerheid der zelfstandigen) gecreëerd, waar door middel van een ‘wiki’ wordt
samengewerkt aan antwoorden op parlementaire vragen en de redactie van de
nieuwe nota’s voor de sociaalverzekeringsfondsen.
Contact : [email protected]
32
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord zijn Johan (43 jaar) en
Bernard (52 jaar), beide jurist bij de DG
Zelfstandigen.
Zij zijn betrokken bij de reorganisatie
van hun dienst en hebben het met ons
over een hervorming waarbij “controle”
veeleer als een partnerschap dan als
een zoektocht naar fouten opgevat
wordt.
Voor meer inlichtingen kan je terecht bij
" Wij willen de sector stimuleren het nog beter te doen en schakelen over op een partnerschap."
33
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“In onze dienst controleren een veertigtal personen de socialeverzekeringsfondsen
waarbij de zelfstandigen aangesloten zijn (zoals Acerta). Meerdere audits van
deze controles brachten aan het licht dat de steekproeven van de dossiers niet
homogeen genoeg waren en dat het ongeveer drie jaar duurde voordat alle fondsen
gecontroleerd waren.
Wij hebben bijgevolg beslist onze controlestrategie te reorganiseren zodat de
verschillende, in omvang variërende organisaties (sommige tellen massa’s leden,
andere wat minder) in één jaar op een homogene manier gecontroleerd kunnen
worden.
Hoe konden wij de “ronde” van alle socialeverzekeringsfondsen nu in 1 jaar doen in
plaats van in 3 jaar? Door doelgerichter te werk te gaan. Wij weten op voorhand
hoeveel controles in 1 jaar tijd haalbaar zijn (afhankelijk van het aantal beschikbare
controleurs). Vervolgens hebben wij het aantal te controleren dossiers naargelang
van de grootte van het fonds afgestemd op het totale aantal, waarbij fondsen
met meer leden meermaals gecontroleerd worden. Op deze manier worden kleine
en grote organisaties gelijk behandeld. Daarnaast controleren wij nu nieuwe
prestaties (bijvoorbeeld bij faillissement). Zo krijgen wij een beter “beeld” van de
dienstverlening van het fonds. In september 2011 zal de eerste “jaarlijkse ronde”
afgelopen zijn.
Ook de resultaten van onze controles worden nu anders weergegeven. Vroeger
bezorgden wij een verslag met de positieve en negatieve punten. Dankzij de nieuwe
procedure kunnen wij nu een echte “benchmarking” publiceren. Dit betekent dat alle
betrokkenen elkaars behaalde scores kunnen zien. Dit moet hen stimuleren het beter
te willen doen dan de anderen. Fonds X kan bijvoorbeeld zijn foutenpercentage
met dat van de andere fondsen vergelijken; wat het – hopelijk – ertoe aanzet zijn
resultaten indien nodig te verbeteren.
Wat deze sector zeer bijzonder maakt, is dat de socialeverzekeringsfondsen door
de zelfstandigen gefinancierd, maar door de overheid (die sancties mag opleggen)
gecontroleerd worden. De financiering is gereglementeerd. De minister overwoog
trouwens de financiering te reorganiseren naargelang van de (door middel van
onze controles vastgestelde) kwaliteit van de aangeboden dienstverlening, met zelfs
een bonus-malussysteem. De fondsen zouden dan bijvoorbeeld hun beheerskosten
moeten rechtvaardigen. Zelfs een systeem waarbij de fondsen extra geld zouden
krijgen om zich te kunnen toeleggen op een bepaald domein, indien dit na een
controle nodig blijkt, behoort tot de mogelijkheden. De regering in lopende zaken
heeft deze optie niet verder kunnen uitspitten.
Kortom, wij ruilen een “controlesysteem” in voor een systeem dat veeleer als een
partnerschap opgevat wordt. Het is niet de bedoeling een “klopjacht op fraudeurs”
te houden. Wij vragen ons af “wat de fondsen doen met de taak die de overheid
hun toevertrouwd heeft”. Ons streefdoel is de sector te stimuleren het nog beter te
doen en proactief te tonen op welke vlakken de fondsen een betere dienstverlening
kunnen bieden. Iedereen heeft er baat bij!”
hervorming van de controlemethodiek
34
JAARVERSLAG 2010
2.1 Bilaterale relaties
2.1.1. Bilaterale overeenkomsten
Onze FOD staat in voor het onderhandelen over en afsluiten van bilaterale
socialezekerheidsverdragen met andere landen. Hij doet dit in samenwerking
met de FOD Buitenlandse Zaken en bepaalde OISZ (naargelang de inhoud van het
verdrag). Deze bilaterale verdragen bepalen welke wetgeving van toepassing is
op personen die in het andere land gaan wonen, werken of studeren. Daarnaast
zorgen ze ervoor dat de opgebouwde socialezekerheidsrechten behouden blijven.
De verdragen hebben meestal zowel betrekking op de werknemers- als op
de zelfstandigenregeling. Ze moeten België ook aantrekkelijker maken voor
investeerders.
› Verdrag in werking getreden in 2010: Québec
› Verdragen ondertekend in 2010: Argentinië, Servië en Montenegro
› Onderhandelingen opgestart: Albanië
› Onderhandelingen verdergezet: Brazilië, Marokko, Montenegro, Servië,
Nederland en Tunesië
Contact : [email protected] en [email protected]
2.1.2. Zetelakkoorden
Onder toezicht van de FOD Buitenlandse Zaken werkte de FOD verder mee aan de
clausules over de sociale zekerheid die worden opgenomen in de zetelakkoorden.
Deze akkoorden garanderen een adequate sociale bescherming voor ambtenaren
die werken bij de internationale instellingen met zetel in België.
Contact : [email protected]
2 Bilaterale en multilaterale relaties
35
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
2.2 Vertegenwoordiging van de Belgische Staat
2.2.1. Comité voor Sociale Bescherming
De FOD leidt de Belgische delegatie bij het Europese Comité voor sociale
bescherming. In 2010 heeft de delegatie zich toegelegd op de thema’s van het
Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de EU. Daarnaast heeft de delegatie
actief deelgenomen aan een subgroep van het comité die zich bezighield met
de problematiek rond een adequate en houdbare pensioenregeling, in het kader
van een verslag dat op het einde van het jaar werd opgesteld in samenwerking
met het Comité voor economisch beleid.
Contact : [email protected] en [email protected]
2.2.2. Vertegenwoordiging bij de OESO
De ministeriële vergadering “Gezondheid”, waarop de Minister van Sociale
Zaken aanwezig was, werd door de FOD voorbereid en bijgewoond. Hieruit volgt
onder meer een studie over human recourses en mantelzorg in het kader van
de langdurige geneeskundige verzorging. Daarnaast neemt de FOD deel aan
een aantal comités van de OESO: ELSA en “Gezondheid”, WP1 “Sociaal Beleid”,
expertengroepen “gezondheidsgegevens” en gezondheidsrekeningen”.
Contact : [email protected]
2.2.3. Opdracht van “Eurocoördinator”
De FOD zorgt voor de opvolging van de Europese inbreukprocedures (“contentieux”
en “précontentieux”).
Zo worden de inbreukdossiers en prejudiciële geschillen onderzocht en
beantwoorden wij de vragen van de Commissie, SOLVIT en van burgers over de
toepassing van het Europees recht.
Verder verspreidt de FOD informatie en coördineert hij de antwoorden van de
bevoegde diensten van de FOD en de OISZ.
Ten slotte staat de FOD in voor de opvolging van de omzetting van de Europese
richtlijnen.
Contact : [email protected]
2.2.4. Sociale luik van het ontwerp voor het Nationaal Hervormingsprogramma
In het kader van de Europa 2020-strategie worden de lidstaten verzocht een
nationaal hervormingsprogramma uit te werken met een luik over sociale
bescherming en sociale insluiting. De lidstaten moeten streven naar een
vermindering van het aantal personen dat wordt geconfronteerd met het risico op
armoede en sociale uitsluiting. Begin november 2010 heeft België een ontwerp
van nationaal hervormingsprogramma naar de Europese Commissie gestuurd.
De FOD Sociale Zekerheid maakte deel uit van het redactiecomité. Daarnaast
voerde de FOD voor de Beleidscel van Minister Onkelinx analyses uit en trad hij
op als coördinator tussen de verschillende actoren.
Contact: [email protected] en [email protected]
36
JAARVERSLAG 2010
2.2.7. Vertegenwoordiging bij de Raad van Europa
De FOD vertegenwoordigt België bij het Europees Comité voor de sociale cohesie en
bij het Comité van deskundigen over de sociale zekerheid, die jaarlijks vergaderen.
In 2010 heeft het Comité voor de sociale cohesie zich voornamelijk gebogen over
de impact van de crisis op de socialezekerheidsstelsels, terwijl het Comité van
deskundigen een actieplan rond de sociale cohesie heeft aangenomen. Dit omvat 4
thema’s: sociale rechten, een Europa van gedeelde sociale verantwoordelijkheden,
democratische besluitvorming en een toekomst voor iedereen.
Daarnaast bracht de FOD ook verslag uit over de Belgische toepassing van de
Europese Socialezekerheidscode van de Raad van Europa en werkte hij mee aan
het verslag over de toepassing van het gewijzigde Europees Sociaal Handvest.
Contact : [email protected]
2.2.5. VN-Werkgroep Vergrijzing
De FOD fungeert als Belgisch contactpunt binnen de Working group on ageing van
het Economisch Bureau van Europa bij de VN. De bedoeling van deze werkgroep
is het uitwisselen van beleidservaring en goede praktijken met betrekking tot
ouderen en waardig ouder worden. De FOD woont de jaarlijkse vergadering van
deze werkgroep bij.
Contact : [email protected]
2.2.6. Indicatorensubgroep van het Comité voor Sociale Bescherming
Onze FOD vertegenwoordigt België in de Indicatorensubgroep (ISG) van het
Comité voor Sociale Bescherming (CSB) van de Europese Unie. De ISG ontwikkelt
gemeenschappelijke Europese indicatoren om de Europese strategie rond sociale
bescherming en sociale uitsluiting op te volgen. In 2010 waren de activiteiten
van de ISG volledig toegespitst op de ondersteuning van de beslissingen en op de
bijdrage van het CSB aan de nieuwe Europa 2020-strategie. De twee zwaartepunten
waren de voorbereiding van de beslissing over een EU-2020 doelstelling (het
aantal personen dat in armoede en sociaal uitgesloten leeft, verminderen met 20
miljoen) en de uitwerking van een Joint Assessment Framework voor de opvolging
van de nieuwe strategie.
Contact : [email protected]
37
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
2.3.3. Uitwisseling van statistieken met internationale instellingen
Het ESSOBS-project
(Europees systeem voor geïntegreerde socialebeschermingsstatistieken)
De FOD neemt deel aan de werkgroep rond ESSOBS en maakt de statistieken
over de Belgische sociale bescherming op (uitgaven en ontvangsten,
pensioengerechtigden,…).
ESSOBS maakt deel uit van het statistisch programma van Eurostat (Statistisch
bureau van de EU) en heeft als doel een volledige en vergelijkbare beschrijving te
geven van de sociale bescherming in de EU-lidstaten. ESSOBS is een zogenaamde
“satellietrekening” van de nationale rekeningen, omdat zij een bijkomende blik
biedt op een economisch domein (sociale bescherming) dat in de nationale
rekeningen is opgenomen.
In 2010 publiceerde de FOD Sociale Zekerheid voor het eerst een brochure met de
ESSOBS-statistieken die door onze diensten werden verzameld. Het gaat om de
brochure “Sociale Bescherming in België: ESSOBS-data voor België”:
http://socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/brochure-sespros-2011-nl.pdf
Contact : [email protected] en [email protected]
2.3 Statistieken en rapportage
2.3.1. MISSOC
MISSOC (Mutual Information System on Social Protection) is het informatiesysteem
over de sociale bescherming in de Europese lidstaten. Het bevat gedetailleerde,
vergelijkbare en regelmatig geactualiseerde informatie over de nationale
socialebeschermingssystemen van de lidstaten. De FOD levert twee keer per
jaar nieuwe informatie aan. Zie ook de rubriek MISSOC in het deel “Belgisch
Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie”.
Contact : [email protected] en [email protected]
2.3.2. Rapportering bij de internationale organisaties
Er worden verschillende verslagen opgesteld over de Belgische toepassing van de
socialezekerheidsnormen in het kader van internationale overeenkomsten, waarbij
de FOD het luik sociale bescherming coördineert. Zo kunnen we voor 2010 het
verslag over de toepassing van de IAO-verdragen (die de bepalingen op vlak van
sociale zekerheid omvatten) en het verslag over de toepassing van het VN-Verdrag
inzake economische, sociale en culturele rechten vermelden.
Contact : [email protected]
38
JAARVERSLAG 2010
2.4.2. Werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie
Voorstel over de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van
Richtlijn 92/85/EEG van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter
bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk
van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie.
Dit voorstel van richtlijn is onder meer bedoeld om het moederschapsverlof te
verlengen en de uitkering die werkneemsters tijdens dit verlof ontvangen, te
verhogen.
Contact : [email protected]
2.4.3. Ondersteuning bij de toepassing van de Europese Wetgeving
Europees project SSCALA – Social Security Coordination: Activating Local Actors
Dit project valt onder het PROGRESS-programma van de Europese Commissie.
Het wordt gecoördineerd door de FOD Sociale Zekerheid in samenwerking met
de eerstelijns socialezekerheidsinstellingen in België, Frankrijk, Luxemburg en
Duitsland. Het is de bedoeling een nieuw overlegmodel te ontwikkelen voor de
instellingen die instaan voor de toepassing van de nieuwe Europese regelgeving
op vlak van de sociale zekerheid.
2.4 Specifieke projecten en thema’s
2.4.1. Business Development Management
Dit is een nieuw concept dat de FOD dankzij subsidies van de Europese Commissie
heeft ingevoerd om de Belgische expertise op Europees niveau te ontwikkelen
en te benutten. Het omvat ook de (opvolging van) offerteaanvragen voor
overheidsopdrachten (calls for proposal, calls for tender) die betrekking hebben
op de kerntaken van de FOD Sociale Zekerheid.
In het kader van EuropeAid werd de FOD geselecteerd om een offerte uit te werken
voor een contract met de Macedonische overheid. Het budget dat door EuropeAid ter
beschikking wordt gesteld zou het institutioneel vermogen van Macedonië moeten
helpen verhogen om de strijd aan te binden tegen zwartwerk. Het projectvoorstel
wordt momenteel voorbereid.
In het kader van « Investing in people » werd samen met Frankrijk, Argentinië
en Uruguay een projectvoorstel ingediend voor het behoud van de cultuur in een
informele omgeving. Dit voorstel werd niet geselecteerd.
In het kader van het PROgRESS-programma werd eveneens een voorstel ingediend
voor een project rond de open coördinatiemethode. Dit voorstel wordt momenteel
geëvalueerd door de Europese Commissie.
Contact : [email protected]
39
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
Bij het zoeken naar strategische oplossingen wordt gebruik gemaakt van de
expertise en praktische ervaring van de actoren op het terrein. Daarom gaat de
voorkeur uit naar een “empowerment”-aanpak.
Contact : [email protected] en [email protected]
2.4.4. Flexicurity
De FOD volgt de activiteiten met betrekking tot het begrip flexicurity op en neemt
eraan deel. Dit begrip betekent dat er meer flexibiliteit op het werk wordt gecreëerd,
en dat er tegelijkertijd voldoende zekerheid en bescherming voor de werknemers
wordt gewaarborgd. Het begrip flexicurity staat centraal bij de besprekingen over
het beleid op vlak van de arbeidsmarkt, sociale bescherming en de modernisering
van de Europese economie tegen de achtergrond van de mondialisering.
Contact : [email protected]
40
JAARVERSLAG 2010
3.1 Algemene coördinatie en installatie Belgisch Voorzitterschap
Vanaf 1 juli 2010 nam België gedurende zes maanden het voorzitterschap van
de Raad van de Europese Unie waar. Tijdens deze drukke periode beheerde
België de Europese dossiers en plaatste het een aantal aandachtspunten op
vlak van het sociaal beleid op de EU-agenda om met de 26 andere lidstaten tot
een consensus te komen.
Voor de organisatie van het sociale luik van het Belgisch Voorzitterschap bood
onze FOD zowel op inhoudelijk als op logistiek gebied ondersteuning aan de
beleidscellen van de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Pensioenen,
de Staatssecretaris voor Personen met een Handicap en de permanente
vertegenwoordiging bij de Europese Unie.
Deze algemene coördinatie omvatte het creëren van processen en de opvolging
van een projectenportefeuille bij de verschillende verantwoordelijken.
De Europese evenementen en conferenties werden telkens georganiseerd volgens
zes processen: inhoud, onderzoek, conferentieprogramma, logistiek en budget,
lobbying en communicatie. De conferenties, vaak voorafgegaan door technische
seminaries en stuurgroepvergaderingen met de partners, gaven de aanzet voor
de conclusies die de Raad over de problematiek in kwestie zou nemen.
De FOD stond in voor het opstellen van de inhoudelijk nota’s, het goede verloop
van de ministeriële vergadering, het communicatieluik van het evenement en
andere praktische aspecten. Omdat er een groot aantal mensen bij betrokken
waren en er rekening moest gehouden worden met de talrijke agenda’s, werd
een online samenwerkingsplatform gecreëerd om de verschillende versies
van de documenten uit te wisselen en te becommentariëren. Dit zorgde voor
transparantie en een vlotte informatie-uitwisseling tussen de teamleden en onze
externe partners (Europese instellingen, stakeholders, beleidscellen, andere
FOD’s, experts, enz.).
Tijdens deze periode werden tal van brochures en documenten over specifieke
thema’s opgesteld. Bij de organisatie van de evenementen ging bijzondere
aandacht naar duurzame ontwikkeling.
Meer informatie (in het Engels) op www.flythekite.eu en, in het Nederlands, op onze archiefpagina van het Voorzitterschap:http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/archief.htm.
Voor meer informatie kan je terecht bij [email protected]
3 Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Eu
41
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
3.2.2. Europese Conferentie over het Sociaal Beleid - 14 & 15 september 2010
Het thema van deze conferentie was de coördinatie van het sociaal beleid op
Europees niveau (in de context van de nieuwe Europa 2020-strategie)
De conclusies van de conferentie onderstrepen het belang van:
› het Platform tegen de armoede (kerninitiatief van de strategie);
› een effectieve invoering van richtlijn nr. 10 en de rol van de sociale sector, in
het bijzonder van de EPSCO-raad en van het Comité voor Sociale Bescherming;
› de samenwerking tussen de Europese comités.
Deze conclusies hebben ook de aandacht gevestigd op het belang van de nieuwe
strategieën om de sociale dimensie in Europa te versterken (Artikel 9), die gebaseerd
zijn op het recente Verdrag van Lissabon en zijn horizontale clausule.
Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/14-15_09_10.asp of bij [email protected]
3.2 Thematische evenementen georganiseerd door België
3.2.1. Ministeriële conferentie over de sociale zekerheid en de pensioenen - 7 & 8 september 2010
Begin september vond een ministeriële conferentie over de pensioenen en de
sociale bescherming plaats onder gezamenlijk toezicht van de Minister van Sociale
Zaken en de Minister van Pensioenen. De centrale vraag van de conferentie luidde:
“Hoe kunnen we sociale bescherming garanderen aan de Europese Burgers?”. Deze
vraag werd in twee specifiekere thema’s opgesplitst: aangepaste pensioenen en
de socialezekerheidsregeling.
Hieruit kwam over een aantal zaken een brede consensus voort: het sociaal
beleid speelt een belangrijke rol in het kader van een “geïntegreerde” Europa
2020-strategie, het sociaal beleid van de nieuwe strategie moet bewaakt worden
en het is noodzakelijk om de voortzetting van de activiteiten van het Europees
Comité voor Sociale Bescherming vast te leggen. Deze conferentie is bepalend
geweest voor de conclusies van de Raad van 6 december 2010.
Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/06-08_09_10.asp of bij [email protected]
42
JAARVERSLAG 2010
3.2.4. European Disability Forum - 18 & 19 november 2010
Dit Forum vond plaats in Brussel op 18 en 19 november 2010, in samenwerking
met de Europese Commissie. Het was bedoeld om het VN-Verdrag inzake de rechten
van personen met een handicap in te voeren.
Eind 2006 heeft de Algemene Vergadering van de VN dit ‘Mensenrechtenverdrag’
goedgekeurd. Dit verdrag verplicht de staten die het Verdrag hebben goedgekeurd
(of dit zullen doen), bij hun beleid steeds rekening te houden met de rechten en
verwachtingen van de personen met een handicap. Het VN-Verdrag inzake de
rechten van personen met een handicap is ook het eerste instrument van die aard
dat de Europese Unie besloten heeft goed te keuren. Op dit moment moeten de
lidstaten zich toeleggen op de invoering van het Verdrag op nationaal niveau, of
op gemeenschapsniveau voor wat de EU betreft.
Daartoe bepaalt artikel 33 van het Verdrag de verplichte creatie van verschillende
controlemechanismes waarbij het middenveld (in het bijzonder de personen met
een handicap en de organisaties die hen vertegenwoordigen) betrokken moet zijn
en actief deelnemen. De houding tegenover personen met een handicap moet
immers veranderen. Deze mensen moeten ten volle aan het maatschappelijke
leven kunnen deelnemen, en volgens het principe “niets over ons zonder ons”
moet bij het nemen van beleidsbeslissingen op elk niveau rekening met hen
gehouden worden.
De bedoeling van het Forum was om ideeën uit te wisselen over de toepassing
van artikel 33 van het VN-Verdrag en de staten te ondersteunen bij de invoering
van deze nieuwe processen. In verschillende werkgroepen werd gesproken over de
invoering van de verschillende mechanismen en over de rol van het middenveld
3.2.3. Derde Forum over de Sociale Diensten van Algemeen Belang - 26 & 27 oktober 2010
Het Forum over de Sociale Diensten van Algemeen Belang (SDAB’s), dat
voorafgegaan werd door een technisch seminarie in juli (over de juridische opties)
bracht meer dan 300 deelnemers (buitenlandse delegaties, Europese stakeholders,
vertegenwoordigers van verschillende instellingen van de Unie) en ongeveer 50
sprekers samen. Tijdens dit Forum werden 15 concrete aanbevelingen aangenomen.
Een plenaire zitting was gewijd aan de horizontale sociale clausule (vermeld in
artikel 9 van het Verdrag van Lissabon): tijdens deze zitting werd besproken hoe
de door de Commissie uitgewerkte sociale impact kan worden verbeterd.
Naar aanleiding van dit forum vonden bij het Europees Parlement vergaderingen
plaats van de intergroepen Overheidsdiensten en Sociale Economie. Daarnaast
heeft de Raad de conclusies over de SDAB’s aangenomen.
Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/26-27_10_10.asp of bij [email protected]
43
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
3.2.5. Conferentie “Het Europa van de zelfstandigen” - 19 november 2010
Dit evenement werd georganiseerd door de federale Minister van KMO’s en
Zelfstandigen. Tijdens een rondetafelgesprek werd gedebatteerd over de concrete
toepassing en de weerslag van Verordeningen (EG) nr. 883/2204 en nr. 987/2009
(“Twee nieuwe verordeningen, alle problemen opgelost voor de zelfstandigen? ).
Een medewerker van de DG Zelfstandigen was moderator tijdens het debat.
Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/news/071210.htm of bij [email protected]
in dit kader. Er werden goede praktijken en goede en minder goede ervaringen
uitgewisseld. Er vonden ontmoetingen plaats tussen ambtenaren, verenigingen
en diensten van alle Europese lidstaten die moeten waken over de invoering van
de structuren die voorzien zijn in artikel 33.
Dit Forum werd georganiseerd door de DG Beleidsondersteuning en de DG
Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid, de beleidscel van de
Staatssecretaris voor Personen met een Handicap en de diensten van de Europese
Commissie en bracht gedurende twee zeer inspirerende dagen ongeveer 300
regeringsexperts en deskundigen uit het middenveld afkomstig uit een dertigtal
verschillende landen samen.
Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/18-19_11_10.asp of bij [email protected]
44
JAARVERSLAG 2010
3.2.7. Evaluatie van de sociale gevolgen van het Europees beleid
Er werd geen afzonderlijke conferentie georganiseerd over de problematiek van
de sociale impact of van de transversale sociale clausule, maar dit vormde wel
een transversaal thema dat bij alle conferenties aan bod kwam.
De horizontale sociale clausule van het nieuwe Verdrag van Lissabon vraagt
meer aandacht voor de sociale dimensie van het EU-beleid. Om rekening te
houden met de maatschappelijke consequenties van het Europese beleid is er
nood aan een structurele dialoog tussen en binnen alle Europese instellingen.
Hiervoor dienen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van
de EU zich ertoe te verbinden een dialoog op te starten zowel tussen als binnen
de instellingen. Eén van de belangrijkste instrumenten hiervoor is een intensief
gebruik van de effectbeoordeling. Tijdens het Europese Voorzitterschap werden
tal van documenten gerealiseerd en bij verschillende conferenties organiseerden
we workshops over de sociale clausule.
Meer informatie bij [email protected] & [email protected]
3.2.6. Colloquium “Het vrouwelijk ondernemerschap in Europa” – 8 december 2010
Dit evenement vond plaats om de uitdagingen en perspectieven van het vrouwelijk
ondernemerschap in de kijker te zetten. De bedoeling was om het belang van de
netwerken van vrouwelijke ondernemers te benadrukken en om al bestaande of
op Europees niveau in te voeren goede praktijken met betrekking tot de verzoening
tussen het beroeps- en privéleven te bespreken. Er kwamen ook getuigenissen aan
bod over de realiteit waarmee bedrijfsleidsters worden geconfronteerd.
Dit evenement, gezamenlijk georganiseerd door de federale Minister van KMO’s en
Zelfstandigen, de Europese Commissie en het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale
Verzekeringen der Zelfstandigen), heeft uitzonderlijke vrouwen, ondernemers
en professoren gespecialiseerd in de materie, in de kijker gezet. Daarnaast
werd bij deze gelegenheid het Europees Netwerk van Ambassadrices voor het
vrouwelijk ondernemerschap officieel uitgebreid naar 10 nieuwe Europese lidstaten,
waaronder België. Deze groepering is het resultaat van de aanbevelingen in de
Small Business Act van de Europese Commissie en is gericht op de promotie van
het ondernemerschap bij vrouwen.
45
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
46
JAARVERSLAG 2010
van het CSB dat in oktober aan de EPSCO-raad moest worden gegeven (naar
aanleiding van een vraag van het Belgische Voorzitterschap). Dit advies benadrukt
de rol van het CSB voor het toezicht op de sociale dimensie van de nieuwe strategie
en illustreert de continuïteit van de activiteiten van het CSB (in de marge van de
strategie). Tot 2020 zal het CSB jaarlijks een verslag opstellen over de opvolging
van de vooruitgang betreffende de armoededoelstellingen, de sociale aspecten
van de richtlijnen (in het bijzonder nr. 10) en de bredere activiteiten van de Open
Coördinatiemethode inzake sociale bescherming en sociale inclusie (pensioenen,
geneeskundige en langdurige verzorging, inclusie).
Meer informatie bij [email protected]
C. MISSOC onder het Belgische Voorzitterschap - 21 & 22 oktober 2010MISSOC (Mutual Information System on Social Protection) van de EU bevat volledige
en geactualiseerde gegevens over de nationale socialezekerheidsstelsels. MISSOC
wordt gecoördineerd door de Europese Commissie, die daarvoor een secretariaat
heeft aangesteld. Ieder deelnemend land wijst één of twee correspondenten aan
bij het nationale ministerie of de instantie die bevoegd is voor sociale zekerheid.
De MISSOC-vergadering onder het Belgische Voorzitterschap stond in het teken van
de 20ste verjaardag van MISSOC (het netwerk werd in 1990 opgericht in Leuven).
Verschillende experts gaven een presentatie.
Meer informatie op http://socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/20-23_10_10.asp of bij [email protected]
3.3 De EU onder het Belgische Voorzitterschap
3.3.1. De technische commissies
A. De Groep Sociale Vraagstukken onder het Belgische VoorzitterschapDe Groep Sociale Vraagstukken, samengesteld uit sociale attachés (diplomaten
bij de Permanente Vertegenwoordiging) is een werkgroep van de Raad die de
conclusies (wetteksten die nadien door de Raad worden aangenomen) bespreekt.
Onder het Belgische Voorzitterschap werden in de Groep Sociale Vragen (GSV) vijf
voorstellen met betrekking tot sociale zaken besproken. Tijdens het Belgische
Voorzitterschap werd deze groep geleid door België. De goedkeuring van een
besluittekst wordt doorgaans voorafgegaan door enkele vergaderingen. Hieraan
heeft de FOD directe ondersteuning geleverd door de actieve deelname van zijn
experts.
Meer informatie bij [email protected]
B. Het Comité voor Sociale Bescherming Het Comité voor Sociale Bescherming (CSB) is een overlegplatform dat vraagstukken
behandelt die te maken hebben met de sociale bescherming. Het CSB is bedoeld
om thema’s op Europees te laten rijpen en heeft als adviesorgaan vaak een directe
invloed op de Raad.
Het CSB zat de Europese conferentie over de coördinatie van het sociaal beleid in
de context van “Europa 2020” voor. Deze vergadering ging vooral over het advies
47
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
3.3.2. De Europese Raden
A. Informele bijeenkomst EPSCO-raad - 8 & 9 juli 2010De informele EPSCO-bijeenkomst van de Ministers van Werk en van Sociale Zaken was bedoeld als voorbereiding van de activiteiten van het Belgische Voorzitterschap. Vóór de vergadering van de ministers vond een ontmoeting tussen de Europese sociale partners en het Europees Sociaal Platform plaats.
Meer informatie over de bijeenkomst van 8 juli op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/news/120710.htm en over die van 9 juli op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/news/120710b.htm of bij [email protected]
B. Formele EPSCO-raad: de conclusies - 21 oktober & 6 december 2010De formele EPSCO-raad is de Raad van de ministers van werk en van sociale zaken die de teksten goedkeuren die onder hun bevoegdheid vallen. Voor ons Voorzitterschap is dit het eindresultaat. Verschillende beleidsteksten werden unaniem goedgekeurd: het gaat om conclusies of verklaringen waarvan de inhoud tijdens ons Voorzitterschap werd behandeld (tijdens de conferenties, bij de Groep Sociale Vraagstukken en het COREPER, en bij het Europees Comité voor Sociale Bescherming).
Tijdens de eerste formele EPSCO-raad van 21 oktober ging het in eerste instantie om de invoering van de Strategie Europa 2020:
Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/news/091110c.htm
Op 6 december keurde de tweede formele EPSCO-raad verschillende teksten goed:http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/06-07_12_10.asp
Meer informatie bij [email protected]
D. Administratieve Commissie onder het Belgische VoorzitterschapDe prioriteiten van de Administratieve Commissie onder het Belgische Voorzitterschap
waren de volgende:
› Supervisie van het EESSI-project (elektronische uitwisseling van
socialezekerheidsgegevens), dat bedoeld is om voor een betere bescherming
van de rechten van burgers te zorgen door de toepassing van de EU-wetgeving
inzake de coördinatie van de sociale zekerheid te automatiseren;
› Zorgen voor een betere samenwerking bij de strijd tegen de sociale fraude
en fouten in de context van de coördinatieregels.
Ons Voorzitterschap heeft de nadruk gelegd op het belang van de nieuwe Praktische
Gids voor burgers, instellingen en werkgevers. Deze gids bevat o.m. de regels voor
de detachering van werknemers, maar behandelt ook complexere situaties van
tewerkstelling op het grondgebeid van meerdere lidstaten.
Daarnaast heeft ons Voorzitterschap zo veel mogelijk aandacht geschonken aan
een aantal initiatieven op de Europese agenda die een weerslag zouden kunnen
hebben op de sociale zekerheid van de EU-burgers (zoals de toekomstige richtlijn
inzake de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende geneeskundige verzorging
of de richtlijn inzake het verblijfsrecht van EU-burgers).
Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/newsletters/nl/ac-news/archief-ac.htm of bij [email protected]
48
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is Manuel, een 32-jarige
jurist die al 6 jaar bij de FOD werkt. Als
coördinator en projectleider was hij
nauw betrokken bij het voorzitterschap
van de Raad van de Europese Unie in
2010.
Voor meer informatie kan je terecht bij
" Wij hebben onze positie als “pionier” in de sociale bescherming waargemaakt."
49
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“Wat ons werk betreft, denk ik te mogen zeggen dat ze op ons hebben kunnen
rekenen! In 2001, toen België de Raad voor het laatst voorgezeten heeft, hebben
vooral de teams van de verschillende ministeriële kabinetten de organisatie van de
werkzaamheden ter harte genomen. Nu hebben wij, de FOD, dit volledig zelf gedaan
voor de sociale zekerheid.
Wij hebben ons beziggehouden met allerlei aspecten: de inhoud van de debatten
uiteraard, maar tevens de logistieke aspecten, lobbying, communicatie, ...
Ook onze gesprekspartners waren heel verschillend: Europese parlementsleden,
Commissieleden, delegaties van andere Staten (tijdens bilaterale vergaderingen),
NGO’s, ... Ons streefdoel was teksten te doen aannemen, een consensus in de Raad
te bereiken.
Tijdens die zes maanden voorzitterschap “sta je aan het roer”: je moet de verschillende
belangen behartigen, een evenwicht zoeken. En daarbij een bepaalde koers
aanhouden (die België voor ogen had). Om deze onderneming tot een goed einde
te brengen, heeft de FOD eind 2009 zes extra mensen in dienst genomen. Zij bleken
echte beleidsmedewerkers te zijn. Het had wellicht met de uitdaging te maken,
dat we met een heel hecht team hebben kunnen samenwerken. Mijn eigen rol
bestond uit verschillende aspecten: de verantwoordelijken van de FOD een visie
op de organisatie van het voorzitterschap geven, het team coördineren, een goede
taakverdeling garanderen en de uitvoering van de opdrachten vlot laten verlopen.
In een gezellige sfeer. In een team moet er altijd gezorgd worden voor een goede
verstandhouding omdat er soms zeer veel van de teamleden wordt gevraagd.
De sociaal-politieke context is door de economische crisis van 2008 nogal bijzonder
geworden. Het is niet altijd evident om over sociale bescherming te spreken. Wegens
de crisis wordt er op overheidsuitgaven bespaard. Daarnaast is het debat rond
subsidiariteit nog steeds actueel in sommige Staten (is Europa bevoegd?). Volgens
ons vereisen globale vragen globale antwoorden. Maar niet iedereen is deze mening
toegedaan. Het is bijgevolg geen sinecure om tot conclusies te komen in Europese
sociale dossiers zoals het bestuur (sociale rol) van de overheidsdiensten of zelfs de
pensioenen. Wij hadden de lat nogal hoog gelegd. Wij zouden ontgoocheld kunnen
zijn omdat niet alle doelstellingen behaald zijn. Maar wij hebben toch heel wat
vooruitgang geboekt. Op te merken valt dat de crisis niet enkel negatieve gevolgen
gehad heeft: niemand durft nog te beweren dat we geen regels nodig hebben!
De regering in lopende zaken heeft onze resultaten niet ingrijpend beïnvloed.
Nagenoeg iedereen is het trouwens erover eens dat er veel op de agenda stond en
dat het Belgische voorzitterschap ver gegaan is in de debatten. Zodoende hebben
wij onze positie als “pionier” in de sociale bescherming waargemaakt. Tevens is onze
ervaring met de “horizontale sociale clausule”, waarmee het effect van verschillende
beleidsopties beoordeeld kan worden (wat gebeurt bijvoorbeeld als een bepaalde
concurrentieregel wordt gewijzigd?), een mooie pluim op onze hoed.
Op organisatorisch vlak meen ik te mogen zeggen dat onze FOD zijn beste beentje
heeft voorgezet. Voor elke gebeurtenis, elke conferentie op hoog niveau, elke Raad
– telkens weer hadden wij een welbepaald scenario voor de politieke inhoud, de
communicatie, de lobbying enzovoort. Echt vakwerk dus. En dit is onontbeerlijk om
de boodschap zo duidelijk mogelijk over te brengen en om verwarring te voorkomen.
Mijn inbreng als projectleider is niet beperkt gebleven tot toezicht houden: ik heb
“zelf mijn handen vuilgemaakt”. Zo had ik een beter zicht op wat nodig was. Maar
je mag niet alles zelf willen doen. De teamleden verantwoordelijkheid geven en hen
zelf initiatieven laten nemen is enorm belangrijk.”
het voorzitterschap van de Eu-Raad door de ogen van een projectleider
50
JAARVERSLAG 2010
3.4 Het voorzitterschap in cijfers
› 3 Europese raden
› 4 conferenties georganiseerd
› 3 technische commissies voorgezeten
› 18.347 personen ontvingen onze 8 nieuwsbrieven
› 2.767 foto’s
› 1.574 pagina’s in 188 officiële documenten
› 2.110 deelnemers aan onze evenementen
› 345 spreekbeurten & presentaties
› 132 stakeholders en partners
› 35 nationaliteiten vertegenwoordigd
› 27 persmededelingen
› 25 ministeriële of VIP-delegaties
› 17 video’s
51
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
52
JAARVERSLAG 2010
4.2 Sociale indicatoren
Bekrachtiging en ontwikkeling van een systeem van sociale indicatoren
in de Belgische context en opvolging van de basisgegevens van de
indicatoren.In 2009 werd het systeem van sociale indicatoren verder uitgewerkt. Daarnaast
werkte de FOD aan een brochure “Indicatoren van sociale bescherming in België”
waarin ons werk van indicatorenontwikkeling wordt voorgesteld. Deze brochure
werd gepubliceerd in 2010:
http://socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/publicaties/social-protection.htm
In het kader van de opvolging van de basisgegevens voor de ontwikkeling van de
indicatoren werd werk gemaakt van de contacten bij de nationale en internationale
netwerken.
Contact : [email protected]
4.1 Onderzoeksagenda Beleidsondersteuning
Op basis van een thematisch meerjarenplan lanceert en begeleidt de FOD van
jaar tot jaar verschillende onderzoeksprojecten. De onderzoeksprojecten worden
direct gefinancierd door de FOD Sociale Zekerheid, of indirect door het Federaal
Wetenschapsbeleid.
In 2010 werden zes onderzoeksprojecten door de FOD gecoördineerd. De volgende
onderzoeksprojecten werden opgestart:
› De sociale dimensie van de Strategie Europa 2020
› De sociaaleconomische positie van personen met een handicap en analyse
van de effectiviteit van tegemoetkomingen aan personen met een handicap
(HANDILAB)
› Organisatie van een micro-enquête voor een descriptieve en verklarende
analyse van de problematiek van de sociale en fiscale fraude (SUBLEC)
› Belasting op arbeid en mogelijke arbeidsaanbodreacties
› Het verzekeren van adequate pensioenen in een Europese context
› Juridische begeleiding 3de Forum Sociale Diensten van Algemeen Belang
› Simulating the adequacy of pensions in Belgium using Administrative data
(SIPEBE)
Contact : [email protected]
4 Studies, analyses en valorisaties
53
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
4.4 Health accounts
Samen met de DG Sociaal Beleid/KGDS heeft de FOD een geïntegreerd ramingsmodel
ontwikkeld voor het totale gebruik van diensten op het vlak van geneeskundige
en langdurige verzorging. Met dit model zijn geïntegreerde schattingen en
gestandaardiseerde herzieningen van de gegevens en van de methodologie
mogelijk. Bovendien heeft de FOD dit model gebruikt voor de ramingen 2009 en
om de ramingen voor de jaren 2003-2008 te herzien.
Contact : [email protected]
4.3 MIMOSIS (MIcrosimulation MOdel for Belgian Social Insurance Systems)
Met het microsimulatiemodel MIMOSIS kunnen de hervormingen in een aantal
beleidsdomeinen van de sociale zekerheid worden bevorderd op basis van
administratieve gegevens afkomstig uit het Datawarehouse Arbeidsmarkt en sociale
bescherming van de KSZ. Met dit model kan een zeer gedetailleerde analyse
worden uitgevoerd van de impact van mogelijke wijzigingen op het budget en de
inkomensverdeling in sommige sectoren van de sociale zekerheid.
Ter ondersteuning van het Belgische Europese Voorzitterschap werd in 2010
op vraag van de RKW (Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers), een
simulatie uitgevoerd van de gevolgen van eventuele hervormingen van de
kinderbijslagregeling. Er werd nagegaan of het systeem van sociale supplementen
in de kinderbijslag uitgebreid zou kunnen worden naar nog niet bereikte
armoederisicogroepen. Verschillende scenario’s werden gesimuleerd en per
scenario werd nagegaan wat de mogelijke impact op armoede en ongelijkheid
zou zijn van de uitbreidingen van het systeem van de sociale supplementen.
Contact : [email protected]
54
4.6 Toepassing van de nieuwe Europese regelgeving
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Europese Verordeningen
883/2004 en 987/2009 werden administratieve richtlijnen uitgewerkt om deze
verordeningen toe te passen in geval van een wijziging van de bevoegdheid van
een lidstaat met betrekking tot de toekenning van de gezinsbijslag. Dit gebeurde
in samenwerking met de RKW (Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers),
de Directie-generaal Beleidsondersteuning en de Directie-generaal Zelfstandigen.
De DG Zelfstandigen en het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der
Zelfstandigen) stelden hierover een nota op voor de sociaalverzekeringsfondsen.
Contact : [email protected]
4.5 Samenwerking met het Federaal Planbureau
De FOD heeft een structurele samenwerking opgestart met de directie-generaal van
het Federaal Planbureau (FPB) om de specifieke bevoegdheden beter te verdelen
en te komen tot een efficiëntere aanpak. Zo werken we nauw samen met het
Federaal Planbureau om het MIDAS-model dat hij ontwikkeld heeft, op punt te
stellen. Door middel van dit dynamisch microsimulatiemodel kan tot 2050 worden
voorspeld of de pensioenen zullen volstaan en wat de gevolgen hiervan zullen
zijn voor de (her)verdeling.
Contact : [email protected] en [email protected]
JAARVERSLAG 2010
55
5.1 Uitwerking van de regelgeving
Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het vlak
van regelgeving.
5.1.1. Alternatieve financiering van de sociale zekerheid
De sociale zekerheid wordt gefinancierd door de werkgevers- en werknemersbijdragen
en de staatstoelagen aan de RSZ. Daarnaast bestaat er ook een “alternatieve
financiering” van de sociale zekerheid, die hoofdzakelijk bestaat uit een percentage
van de BTW-inkomsten.
In 2010 stelde onze FOD 17 koninklijke besluiten op voor de bepaling van het bedrag
van de alternatieve financiering in verschillende domeinen: de dienstencheques, de
startbaanovereenkomsten, de tijdelijke werkloosheid, het samenwerkingsakkoord
op vlak van de sociale economie, het Fonds voor de sluiting van ondernemingen, de
tewerkstellingscellen en de PWA’s (plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen),
enz.
Contact : [email protected]
Onze FOD staat in voor het uitwerken van de regelgeving voor alle takken van de
sociale zekerheid, behalve voor de tak werkloosheid, waar de FOD Werkgelegenheid
voor bevoegd is. Hij zorgt ook voor de interpretatie van de reglementering, zodat
de OISZ en de sociaalverzekeringsfondsen deze op een correcte en eenvormige
manier kunnen toepassen.
Daarnaast houdt onze FOD zich ook bezig met specifieke wetsprojecten, waarbij
meerdere takken van de sociale zekerheid betrokken zijn.
Contact : [email protected]
5 RegelgevingJAARVERSLAG 2010
56
JAARVERSLAG 2010
Een bijzondere preventieve taak van het Fonds voor beroepsziekten bestaat
erin bedrijven te informeren over de blootstelling aan beroepsziekterisico’s. Tot
op heden was dit mogelijk voor de ondernemingen of onderwijsinstellingen die
vielen onder het toepassingsgebied van de samengeordende wetten betreffende
de beroepsziekten. De mogelijkheid bedoeld bij artikel 2 van de wet van 4
augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van
hun werk moet worden uitgebreid tot alle werkgevers.
Contact : [email protected]
5.1.4. Ziekte- en Invaliditeitsuitkering
Met betrekking tot de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen
had de bijdrage van de FOD te maken met:
› de wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 om
het bedrag van de bijdrage aan te passen aan het beoogde evenwicht van
de sociale zekerheid;
› spijzen van het sectoraal spaarfonds van de federale gezondheidssectoren om
het sociaal akkoord betreffende deze sectoren uit te voeren.
Contact : [email protected]
5.1.2. Arbeidsongevallen
› Koninklijk besluit van 2 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24
december 1987 tot uitvoering van artikel 42, tweede lid, van de arbeidsongevallenwet
van 10 april 1971, betreffende de uitbetaling van de jaarlijkse vergoedingen,
van de renten en van de bijslagen (SB. 16 juni 2010) is bedoeld om het principe
van overschrijving op een persoonlijke rekening op te nemen in de wetgeving.
Op aanvraag is het nog steeds mogelijk de betaling bv. per check te ontvangen.
› Koninklijk besluit van 23 november 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit
van 23 december 2008 tot uitvoering van de arbeidsongevallenwet van 10 april
1971 in verband met de onevenredig verzwaarde risico’s (SB. 26 november 2010).
Zoals gepland werd het koninklijk besluit van 23 december 2008 geëvalueerd.
Er werd vastgesteld dat verschillende wijzigingen nodig waren (wijziging van
de criteria om een oververtegenwoordiging van bedrijven met het kleinste risico
op ongevallen tegen te gaan, opschorting van verplichte betaling van de bijdrage
voor het tweede jaar).
Contact : [email protected]
5.1.3. Beroepsziekten
› Koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van
19 april 1999 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Fonds voor
de beroepsziekten in het kader van zijn preventieve opdrachten adviezen inzake
blootstelling van beroepsziekterisico’s kan verstrekken (SB. 25 juni 2010).
57
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
58
JAARVERSLAG 2010
Nieuwe anticrisismaatregel in verband met de beroepsziekten:
Koninklijk besluit van 22 februari 2010 tot uitvoering van artikel 34/1 van de wet
van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van
crisis inzake beroepsziekten (SB. 11 maart 2010). Deze maatregel is bedoeld om
de betrokken werknemers door een arbeidsduurvermindering te garanderen dat
ze hun socialezekerheidsrechten (in dit geval met betrekking tot beroepsziekten)
niet zullen verliezen.
Contact : [email protected]
B. Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie De FOD heeft twee koninklijke besluiten (14 december 2010) opgesteld over de
samenstelling en de werking van de normatieve en de administratieve afdeling
van de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie. Zie ook 7.9. hieronder.
Contact : [email protected] of [email protected]
C. Anticrisismaatregelen voor zelfstandigen: uitstel van betaling van
bijdragenDe maatregelen die in 2009 werden genomen voor zelfstandigen die ten
gevolgen van de economische crisis liquiditeitsproblemen ondervonden, werden
in 2010 verlengd. Dankzij deze maatregel hebben zelfstandigen onder bepaalde
voorwaarden recht op uitstel van betaling van sociale bijdragen zonder verhoging.
5.1.5. Specifieke wetgeving
A. Crisismaatregelen voor werknemersEr werden tijdelijke maatregelen genomen om het hoofd te bieden aan de financiële en economische crisis. Deze maatregelen zouden de werkgelegenheid moeten ondersteunen.
Lijst van de genomen maatregelen:
› collectieve arbeidsduurvermindering (wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen, SB 25 juni 2009);› individuele vermindering van de prestaties of “crisistijdskrediet” (zelfde wet);› collectieve schorsing van de arbeidsovereenkomst of “crisiswerkloosheid” voor bedienden (zelfde wet);› de herstructureringskaart voor werknemers van failliete ondernemingen. Deze kaart geeft recht op een vermindering van de werkgevers- en de werknemersbijdragen aan de sociale zekerheid wanneer deze werknemers worden aangeworven door een nieuwe werkgever (zelfde wet);› de crisispremie van 1.666 € voor arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst zonder ernstige reden door de werkgever wordt ontbonden (art. 149 en volgende van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen).
Deze maatregelen werden verlengd als volgt:
› De crisiswerkloosheid voor bedienden en de crisispremie voor arbeiders werden officieel verlengd tot 31/03/2011.› De andere anticrisismaatregelen, namelijk de tijdelijke regeling betreffende de collectieve arbeidsduurvermindering, het crisistijdscrediet en de herstructureringskaart voor de werknemers van failliete ondernemingen, werden verlengd tot 31/01/2011.
Contact : [email protected]
59
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
F. Thematisch verlofOnze FOD werkt samen met de NAR (Nationale Arbeidsraad) aan de harmonisering
van de verschillende thematische verloven (moederschaps- en vaderschapsverlof,
ouderschapsverlof, palliatief verlof,…) op vlak van de socialezekerheidsrechten die
ze met zich meebrengen.
Contact : [email protected]
G. Elektronische maaltijdchequesNaast de papieren maaltijdcheques voorziet de nieuwe wetgeving (koninklijk
besluit van 12 oktober 2010, SB. 23/11/2010) in de mogelijkheid om elektronische
maaltijdcheques toe te kennen.
Contact : [email protected] of [email protected]
D. Anticrisismaatregelen met betrekking tot uitkeringen voor zelfstandigenIn principe golden de anticrisismaatregelen met betrekking tot uitkeringen
voor zelfstandigen (officieel gaat het om de tijdelijke uitbreiding van de sociale
verzekering in geval van faillissement) slechts tot 31 december 2009. Deze
maatregelen werden in totaal vier keer verlengd tot en met 31 januari 2011.
De praktische uitvoering van deze maatregelen door de sociaalverzekeringsfondsen
bracht nogal wat vragen en problemen met zich mee. Bovendien hebben de
verlengingen van deze maatregelen tal van ingewikkelde juridische vragen
opgeroepen. Gezien het tijdelijke karakter van de crisispremie en het aanhouden
van de economische crisis moest men op korte tijd fundamentele antwoorden
vinden. De FOD heeft constructief samengewerkt met de eerste lijn (met name
de sociaalverzekeringsfondsen) maar ook met de tweede lijn (de OCMW’s en
zelfstandigenorganisaties) en met de federale ombudsman en de beleidscel
van Minister Laruelle. Er werden adviezen geformuleerd die via de website
www.piramid.be aan alle actoren binnen het sociaal statuut van de zelfstandigen
werden medegedeeld om de sociaal verzekerde een snellere en correctere
dienstverlening te geven.
Contact : [email protected]
E. Alternerende opleidingLees hierover het interview met Pieter Raes op pagina 60.
60
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is Pieter, een 32-jarige
attaché-jurist bij de DG Sociaal Beleid.
Samen met een volledig team heeft hij
maatregelen voor de inschakeling van
jongeren op de arbeidsmarkt helpen
uitwerken. Een project van lange
adem, met veel externe samenwerking
en diverse juridische, economische
en sociale gevolgen, waarbij de FOD
optrad als kenniscentrum.
Voor meer informatie kan je terecht bij
Van links naar rechts: Jean Leven, Herman Verlinden, Pieter Raes,Perrine Nisol, Marc Hubin en Robert Mathieu
Hebben ook aan het project meegewerkt: Nira Bougata, Sylvie Damien, Marc Morsa enIsabelle Vincent (afwezigen op de foto).
" Betrokken zijn bij een denkproces dat alle aspecten omvat en zo veel partners ontmoeten."
61
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“Het project waaraan wij meegewerkt hebben, richt zich op recente schoolverlaters.
In Europa verlaten nog te veel jongeren voortijdig de schoolbanken, waardoor zij
onvoldoende geschoold zijn en moeilijk werk vinden. Alternerende opleiding biedt
hier een oplossing. Een dergelijke opleiding omvat een theoretisch en praktisch deel:
de jongeren volgen onderwijs (op school) en een opleiding (bijvoorbeeld bij de
bakker). Op het vlak van sociale zekerheid is hun situatie niet altijd even duidelijk,
wat problemen oplevert voor henzelf en hun werkgever.
De stelsels van alternerend leren en werken moesten dus aantrekkelijker en
zichtbaarder gemaakt worden door ze te vereenvoudigen en op elkaar af te stemmen.
Wat mij aanspreekt in dit project is dat wij er van het begin tot het einde bij betrokken
zijn: van het uitgangspunt (waar ik het zonet over had) tot de bekendmaking van
koninklijke besluiten (hopelijk in een nabije toekomst).
Aanvankelijk (in 2009) werden wij door de Nationale Arbeidsraad (NAR) verzocht
gegevens te verstrekken, adviezen uit te brengen en voorstellen te formuleren. Op
deze Raad komen de sociale onderhandelingspartners samen, met andere woorden
vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers. Ook de openbare
instellingen van sociale zekerheid zijn aanwezig. Wij werken tevens samen met de
gemeenschappelijke beleidsinstantie van ministers Milquet en Onkelinx (aangezien
de aspecten “werk” en “sociale zekerheid” samen aangepakt moeten worden). Wij
beoordelen bijvoorbeeld het effect van een bepaalde maatregel zodat keuzes kunnen
worden gemaakt. Zodoende is een oriëntatienota tot stand gekomen.
Ondertussen zag een werkgroep (de gemengde commissie “Inschakeling van
jongeren op de arbeidsmarkt”) het licht op verzoek van de bevoegde ministers. In 2010
hebben wij actief deelgenomen aan de werkzaamheden van deze commissie. Voor
de inschakeling van jongeren werden alle socialezekerheidsaspecten aangesneden
(bijvoorbeeld de jaarlijkse vakantie). Heel concreet heeft onze DG de inschakeling
voor elke tak van de sociale zekerheid grondig bestudeerd. Iedereen heeft zich
beziggehouden met een welbepaald domein, maar het bleef teamwerk. Dergelijke
transversale problemen bestuderen is de echte corebusiness van onze dienst. Wij
hebben voorstellen beoordeeld, cijfers medegedeeld, enzovoort. In dit hele proces
werden ook de parastatalen gehoord.
Het werk van de gemengde commissie kreeg concreet vorm in een advies van 25
mei 2011. Dit document (waarin een grondige administratieve vereenvoudiging van
het federale socialezekerheidsstatuut voorgesteld wordt opdat deze gelijklopend zou
zijn voor om het even welke formule van alternerend leren en werken) werd naar
de beleidscellen van de bevoegde ministers gestuurd. Het advies is niet bindend,
maar wij hopen dat de politici tot actie zullen overgaan. Hun maatregelen zullen in
wetteksten gegoten worden, die wij zullen opstellen.
Het project om maatregelen voor inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt in te
voeren vergt uitgebreid overleg, waarbij een beroep gedaan wordt op de expertise
van de FOD. Wij hebben in team gewerkt en onze deskundigheid gebundeld. Het
is heel boeiend mee te werken aan een lang proces, vanaf het vaststellen van het
probleem tot het opmaken van wetteksten met de gekozen opties. Ik vond het heel
verrijkend betrokken te zijn bij een denkproces dat alle socialezekerheidsaspecten
omvatte, en zo veel externe partners te ontmoeten.”
De FoD en de inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt
62
JAARVERSLAG 2010
5.3 Reglementering zelfstandigen
5.3.1. Organisatie van de Werkgroep “Reglementering”
Het platform “Reglementering” is een overlegplatform tussen de FOD Sociale Zekerheid, de sociaalverzekeringsfondsen en het RSVZ over de reglementaire projecten en omzendbrieven rond de sociale zekerheid voor zelfstandigen. Onze FOD is ook voorzitter van dit platform.
Contact : [email protected]
In 2010 hield de werkgroep Reglementering zich bezig met de voorbereiding van een nota voor de sociaalverzekeringsfondsen waarin ze toelichtingen krijgen over de nieuwe regeling rond de administratieve geldboete die voortaan deel uitmaakt van het sociaal statuut van de zelfstandigen en over de te volgen procedure bij het ontvangen van de opgelegde administratieve geldboetes.
Meer informatie bij het RSVZ: [email protected]
Daarnaast boog de werkgroep Reglementering zich ook over de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, die de wet van 1997 over het gerechtelijk akkoord vervangt. De bedoeling van deze wet is om de continuïteit van ondernemingen te waarborgen door zelfstandigen in moeilijkheden verschillende mogelijkheden te bieden, gaande van zeer vrije tot striktere regelingen, via eenvoudigere en minder dure procedures. Het is de bedoeling zicht te krijgen op de juridische en praktische weerslag van deze nieuwe wet op de zelfstandigen in moeilijkheden en op de sociaalverzekeringsfondsen.
Contact : [email protected]
5.2 Interpretatie van de reglementering
Onze FOD staat in voor de interpretatie van de reglementering, zodat de OISZ, de
sociaal inspecteurs, de kinderbijslagfondsen en de sociaalverzekeringsfondsen deze
op een correcte en uniforme manier zouden toepassen. De volgende statistieken
hebben betrekking op de DG Zelfstandigen:
› Interpretatieve nota’s: 442;
› antwoorden op vragen en klachten: 158;
› antwoorden op parlementaire vragen: 92.
Bij onze FOD worden ministeriële nota’s en omzendbrieven, antwoorden op
parlementaire vragen, antwoorden op mondelinge vragen aan de toezichthoudende
ministers en antwoorden op vragen van de beleidscellen opgesteld. In 2010
beantwoordde de DG Sociaal Beleid 290 schriftelijke en 6 mondelinge
parlementaire vragen gesteld aan de toezichthoudende ministers. Daarnaast
werden 3 ministeriële omzendbrieven geredigeerd.
63
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
5.3.3. Nota aan de sociaalverzekeringsfondsen betreffende wijziging van de wetgeving betreffende de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB van 19/12/’67)
De FOD heeft een nota voor de Fondsen opgesteld waarin een overzicht wordt gegeven
van de vroeger verstuurde richtlijnen en de procedure voor vrijstellingsaanvragen
wordt toegelicht. In deze nota wordt ook uitgelegd welke wetswijzigingen in 2010
zijn doorgevoerd.
Daarnaast heeft de FOD een nota voor de Fondsen opgesteld over de invoering
van elektronische dossiers in de databank Dispensa.
Contact : [email protected]
5.3.4. Invoering van het stelsel van vervangende ondernemers
De DG Zelfstandigen heeft meegewerkt aan de invoering van het stelsel van
vervangende ondernemers. Voortaan kunnen zelfstandigen zich tijdelijk laten
vervangen door een zelfstandige die ingeschreven is in het register van vervangende
ondernemers bij de FOD Economie. De vervanging wordt vastgelegd in een
vervangingsovereenkomst. Een tijdelijke vervanging duurt maximaal 30 dagen
per jaar (per vervangen zelfstandige) en kan worden verlengd in geval van ziekte,
ongeval of moederschap.
Meer informatie op www.vervangendeondernemer.be
5.3.2. Wijziging van de wetgeving betreffende de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB van 19/12/’67)
Het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, waarvan
de DG Zelfstandigen deel uitmaakt, heeft de Minister van Zelfstandigen in 2010
een verslag bezorgd over de hulp die zelfstandigen in moeilijkheden moeten
krijgen. Verschillende voorstellen in dit verslag zijn aangenomen door middel
van wijzigingen van de wetgeving betreffende de Commissie voor Vrijstelling van
Bijdragen (wijziging van het KB van 19/12/’67).
De gewijzigde bepalingen:
› vereenvoudiging en versnelling van de behandeling van bepaalde aanvragen die
onvolledig of niet ontvankelijk zijn (want het gaat om bijdragen verschuldigd voor
een activiteit als zelfstandige in bijberoep) door de sociaalverzekeringsfondsen
te vragen er direct op te antwoorden;
› streven naar een individualisering van de rechten van meehelpende
echtgenoten onderworpen aan het maxistatuut door hen de mogelijkheid te
geven te worden vrijgesteld van bijdragen, ongeacht een eventuele vrijstelling
die aan hun echtgenoot is toegekend;
› precisering van de ontvankelijkheidstermijn voor aanvragen voor vrijstelling
van regularisatiebijdragen.
Contact : [email protected]
64
JAARVERSLAG 2010
5.4 Geschillen
5.4.1. Geschillen op federaal niveau
Zie eveneens p. 90, rubriek 3.2: beroepen ingesteld tegen de beslissingen van de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen.”
In naam van de Belgische Staat houdt onze FOD zich bezig met alle zaken
betreffende alle takken van de sociale zekerheid die voor de Raad van State, het
Grondwettelijk Hof en de burgerlijke rechtbanken worden behandeld en waarvoor
de Staat verantwoordelijk is (behalve de wetgeving inzake werkloosheid). Onze
FOD ziet erop toe dat de procedureregels worden toegepast en de juridische
argumentatie correct is, met inbegrip van de ontwikkeling van de juridische
argumenten, eventueel in samenwerking met de behandelende advocaten, om
deze geschillen in goede banen te leiden. De FOD brengt de bevoegde overheden
op de hoogte van de eventuele risico’s van een beroep, zodat deze snel de nodige
maatregelen kunnen nemen.
Stand van zaken op 31 december:
› 27 lopende zaken voor de Raad van State;
› 7 lopende zaken voor het Grondwettelijk Hof;
› 54 lopende dossiers voor de burgerlijke rechtbanken.
In de loop van 2010 werden 6 beroepen ingesteld bij de Raad van State, 10 bij
het Grondwettelijk hof (waarvan er 3 afgesloten zijn) en 7 voor de burgerlijke
rechtbanken (al 2 afgesloten).
5.3.5. Weerslag van het nieuwe aanslagstelsel voor auteursrechten en naburige rechten op de verzekerings- en bijdrageplicht van zelfstandigen
Auteursrechten en naburige rechten die niet hoger zijn dan een bepaald
maximumbedrag worden vanaf nu beschouwd als roerende inkomsten. Deze
nieuwe bepaling heeft gevolgen voor de berekening van de sociale bijdragen
van zelfstandigen (enkel wanneer de persoon die de rechten in kwestie geniet,
het statuut van zelfstandige heeft).
Contact : [email protected]
65
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
5.4.2. Taak van “Eurocoördinator” en geschillen op Europees niveau
De FOD staat in voor de opvolging van de dossiers met betrekking tot geschillen
en prejudiciële geschillen inzake sociale zekerheid in het kader van de Europese
Unie. Daartoe volgt de FOD de prejudiciële vragen op, beantwoordt hij vragen van
de Europese Commissie en van burgers met betrekking tot de toepassing van het
Europees recht en onderzoekt hij geschillendossiers (ingebrekestellingen van de
Commissie, procedures voor het Hof van Justitie). Daarnaast verspreidt hij informatie
en coördineert hij antwoorden van de bevoegde diensten van de FOD en de OISZ.
Tot slotte volgt de FOD bepaalde rechtszaken met betrekking tot andere lidstaten
op om het Belgische socialezekerheidsstelsel te verdedigen.
Contact : [email protected]
5.5. Aanpassing van de procedures
Elektronische maaltijdchequesNaast de papieren maaltijdcheques voorziet de nieuwe wetgeving in de mogelijkheid
om elektronische maaltijdcheques toe te kennen.
Contact : [email protected] of [email protected]
In 2010 sprak de Raad van State relatief weinig arresten uit (14). Het aantal arresten
van het Grondwettelijk Hof was stabiel (13).
De door het Grondwettelijk Hof uitgesproken arresten over de volgende zaken
vragen bijzondere aandacht:
› eHealth-platform (arrest 29/2010 van het Grondwettelijk Hof met betrekking
tot dossier 4684);
› gezinsbijslag (arrest 21/2010 van het Grondwettelijk Hof met betrekking
tot dossier 4741, betreffende het verzet van een voorlopige bewindvoerder
tegen betaling);
› gewaarborgd inkomen voor bejaarden (arrest 69/2010 van het
Grondwettelijk Hof met betrekking tot dossier 4757, betreffende de
voorwaarden voor ouderen van buitenlandse nationaliteit);
› beroepsziekten (152/2010 met betrekking tot 4855, betreffende het
behouden van rechten op vergoeding in geval van wijziging van de lijst van
beroepsziekten).
Contact : [email protected]
66
JAARVERSLAG 2010
6.2 Commissie voor normalisatie
De Commissie voor de normalisatie maakt deel uit van de FOD Sociale Zekerheid.
Haar belangrijkste opdracht is de implementatie van de boekhoudkundige regels
en methodes voor de OISZ, in overleg met het College van administrateurs-generaal
van de OISZ. Dit maakt het onder meer mogelijk de verrichtingen op een eenvormig
manier te boeken en de boekhoudkundige en economische resultaten van alle
takken van de sociale zekerheid op te maken. De commissie is samengesteld uit
vertegenwoordigers van de toezichthoudende ministers en van de minister bevoegd
voor begroting, afgevaardigden van alle OISZ en van de instellingen van openbaar nut
voor sociale zekerheid en de Inspecteur van Financiën bij de FOD Sociale Zekerheid
(onder toezicht van de Nationale Bank en het Rekenhof).
De resultaten van de Commissie voor de normalisatie vertalen zich hoofdzakelijk in
omzendbrieven over de boekhoudkundige regels die van toepassing zijn voor de
OISZ en de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid.
In 2010 lag de klemtoon op de voorbereidingen van de modernisering van het
boekhoudplan van de openbare instellingen van sociale zekerheid, dat werd
aangepast aan de organisatorische veranderingen (oprichting van de tak “verzoening
beroeps- en gezinsleven – palliatieve zorgverlening” bij het Rijksinstituut voor de
sociale verzekering der zelfstandigen, wijzigingen van het Fonds voor de toekomst
van de geneeskundige verzorging en boekhouding van de effectenportefeuilles, …).
Het is de bedoeling dat de resultaten hiervan tijdens de plenaire vergadering van
de Commissie in 2011 worden voorgelegd.
Contact : [email protected]
6.1 Subsidies aan de sociale zekerheid
De FOD Sociale Zekerheid staat in voor de voorbereiding van de vastleggingen
en de vereffeningen van de subsidies van de Staat aan de sociale zekerheid. We
geven de betaaldata door aan de bevoegde instanties (thesaurie, OISZ) en betalen
de dotaties, en dit binnen de opgelegde termijnen.
Contact : [email protected]
6 Financiële consolidatie
67
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
6.4 Controle begrotingen en rekeningen OISZ en opvolging thesauriegegevens
De begrotingen en de rekeningen van de OISZ worden door onze FOD gecontroleerd
om ze ter goedkeuring voor te leggen aan de toezichthoudende minister(s). De
behandeling van de opmerkingen van het Rekenhof aan de minister(s) wordt door
de FOD gecoördineerd.
Daarnaast voeren we de consolidatie uit van de financiële gegevens (ontvangsten
en uitgaven) die maandelijks worden doorgegeven aan de Commissie Financiën
bij de RSZ.
Contact : [email protected], [email protected] & [email protected]
6.3 Opstellen begroting zelfstandigen
De FOD werkt mee aan de uitwerking van de begroting voor de sociale zekerheid
van de zelfstandigen.
We bepalen ook elk jaar de elementen die nodig zijn voor de berekening van de
sociale bijdragen die de verschillende categorieën van zelfstandigen verschuldigd
zijn voor het volgende jaar.
Contact : [email protected]
68
6.5. Geconsolideerde rekeningen van de sociale zekerheid
De FOD maakt de geconsolideerde economische rekeningen van de sociale zekerheid
op voor het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR). De geconsolideerde
rekeningen geven een volledig overzicht van de economische situatie en de
vermogenstoestand van de sociale zekerheid in haar geheel. Hierdoor kunnen ze
dienen voor beleidsmatig onderzoek en wetenschappelijke studies.
Deze rekeningen omvatten de regeling voor werknemers, de regeling voor
zelfstandigen, de regelingen voor sociale bijstand, de regelingen voor vrijwillige
en aanvullende verzekering, de regeling van de overzeese sociale zekerheid en het
stelsel van de jaarlijkse vakantie.
De gegevens dienen als input voor de nationale rekeningen van België en voor de
statistieken over de sociale bescherming van verschillende internationale instellingen
(Eurostat, OESO en de Internationale Arbeidsorganisatie). De geconsolideerde tabel
van de balansen, die een onderdeel vormt van de geconsolideerde rekeningen, wordt
bovendien gebruikt door de Commissie voor de Inventaris van het Patrimonium van
de Staat.
Contact : [email protected]
JAARVERSLAG 2010
69
7.2 Werkgroep “Verzekerbaarheid”
De FOD neemt deel aan de werkgroep “Verzekerbaarheid” bij het RIZIV. Deze bereidt
de KB’s voor op vlak van het openen van het recht op de tegemoetkoming voor
geneeskundige verzorging. Wij geven vooral advies en gaan de impact van de
maatregelen op de ziekteverzekering na.
Contact : [email protected]
In 2010 werd de subgroep “Werkgroep Zelfstandigen” opgericht om de specifieke
problemen inzake geneeskundige verzorging te onderzoeken waarmee zelfstandigen
worden geconfronteerd (onder meer door het opnemen van de kleine risico’s in
de verplichte verzekering geneeskundige verzorging voor zelfstandigen) en op
zoek te gaan naar een oplossing. In het kader van deze vergaderingen werden de
verschillende codes op de bijdragebons (voor zelfstandigen) onderzocht.
Contact : [email protected]
7.1 Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap
De Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap (NHRPH) onderzoekt dossiers die te maken hebben met personen met een handicap en onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen. De NHRPH is administratief verbonden met de FOD, die het secretariaat van de NHRPH waarneemt.
De NHRPH mag, op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde ministers, adviezen geven of voorstellen doen. Dit doet de NHRPH onder meer om de regelgeving te rationaliseren en te coördineren.
De Staatssecretaris die bevoegd is voor de tegemoetkomingen aan personen met een handicap moet het advies van de NHRPH vragen voor elk ontwerp van koninklijk besluit over de tegemoetkomingen voor personen met een handicap. Naast alles wat met de tegemoetkomingen en de medische evaluatie heeft te maken, houdt de NHRPH zich ook bezig met volgende thema’s: toegankelijkheid (van gebouwen, geldautomaten, verzekeringen,…), mobiliteit (NMBS, parkeermogelijkheden,…), de juridische bescherming van personen met een handicap,... In 2010 bracht de NHRPH 26 adviezen uit, op eigen initiatief of op vraag van de Staatssecretaris, de NMBS, de DG Personen met een handicap, enz.
De NHRPH is ook actief in verschillende werkgroepen: de technische raad voor rolstoelen bij het RIZIV, de Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap bij het federaal openbaar ambt, de werkgroep NMBS, de werkgroep Personen met een beperkte mobiliteit (PBM) opgericht door de Brussels International Airport, enz.
Website: http://ph.belgium.be
7 Deelname aan nationale raden, comités, …
JAARVERSLAG 2010
70
JAARVERSLAG 2010
7.4 Technisch Comité van de Controle- dienst voor de ziekenfondsen (CDZ)
De FOD neemt deel aan de vergaderingen van het Technische Comité van de
CDZ, dat adviezen geeft over vragen met betrekking tot de uitvoering van de
wet van 06/08/1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van
ziekenfondsen, hetzij op vraag van de Minister voor Sociale Zaken of van de Raad
van de CDZ, hetzij op eigen initiatief. Dit comité bestaat uit vertegenwoordigers
van de verzekeringsinstellingen, een vertegenwoordiger van het RIZIV en een
vertegenwoordiger van de FOD Sociale Zekerheid.
Contact : [email protected]
7.3 Werkgroep “Omnisectoriële impact”
Op vraag van het Coördinatiecomité van de KSZ, richtte de FOD de werkgroep
“Omnisectoriële impact” op. Deze werkgroep, die bestaat uit beleidsdeskundigen van
de socialezekerheidsinstellingen, brengt de interacties tussen de beleidsdomeinen
sociale zekerheid en sociale bescherming in kaart en overlegt regelmatig over
zaken die de afzonderlijke takken en stelsels van de sociale zekerheid overstijgen.
Contact : [email protected] & [email protected]
71
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
7.6 Federaal Borstvoedingscomité
De FOD neemt deel aan de vergaderingen van dit Comité, dat samengesteld is
uit leden van de instellingen en verenigingen die mensen informatie verschaffen
over borstvoeding en moeders aanmoedigen om borstvoeding te geven, evenals
uit personen uit de medische en verpleegkundige sector. Het comité brengt
adviezen uit, lanceert initiatieven en stimuleert allerhande acties ter bevordering
van borstvoeding.
Contact : [email protected]
7.5 Technische Raad voor ziekenhuis- verpleging
De FOD neemt deel aan de vergaderingen van deze Raad, die gevestigd is bij de
Dienst Geneeskundige Verzorging van het RIZIV en bevoegd is om regels voor te
stellen met betrekking tot de interpretatie van de nomenclatuur en adviezen te
geven over de wijziging ervan.
Contact : [email protected]
72
JAARVERSLAG 2010
7.8 Hoge Raad voor vrijwilligers
Onze FOD neemt het secretariaat van de Hoge Raad voor vrijwilligers (HRV) waar.
De HRV geeft, op eigen initiatief of op vraag van de bevoegde ministers, adviezen
over wetsvoorstellen. De HRV geeft vrijwilligers en hun organisaties informatie
over hun rechten en plichten.
In 2010 werd aan de Minister van Sociale Zaken advies verstrekt over onder meer
de toegang tot vrijwilligerswerk voor vreemdelingen. Er werd een geactualiseerd
memorandum opgesteld voor de toekomstige regering. In dit document benadrukken
de leden van de HRV de rol van de Raad bij de ondersteuning en erkenning van
het vrijwilligerswerk.
Contact : [email protected]
7.7 Raadgevend Comité voor de pensioensector
Het Raadgevend comité voor de pensioensector is een adviesorgaan opgericht
bij de Minister bevoegd voor Pensioenen. Het Comité heeft de volgende taken:
› adviezen uitbrengen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van de minister
bevoegd voor Pensioenen
› jaarlijks de beleidsverklaring van deze minister bespreken
› de kwaliteit evalueren van de dienstverlening door de pensioenadministraties
ten behoeve van de gepensioneerden
De FOD staat in voor het secretariaat van het Raadgevend comité voor de
pensioensector. We organiseren de vergaderingen van het bureau en de plenaire
vergaderingen.
Op termijn zal dit Comité vervangen worden door de Federale adviesraad voor
ouderen opgericht door de wet van 8 maart 2007, gewijzigd door de wet van 18
december 2009. Om de Federale Adviesraad te installeren dient echter nog een
koninklijk besluit te worden goedgekeurd dat de samenstelling en de werking van
de Raad bepaalt. Dit KB is bijna klaar.
Contact: [email protected]
73
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
voeren zij een aantal studies uit over de correcte toepassing van de programmawet
inzake de Commissie. Daarnaast zijn ze bezig met een grondige analyse van de
rechtspraak en de rechtsinterpretatie op dit gebied. Bovendien bereiden ze de
invoering voor van de administratie die zal toezien op de praktische werking van
deze nieuwe Commissie, die bij onze FOD zal worden opgericht zoals voorzien bij
de programmawet van 27 december 2006.
Contact : [email protected] of [email protected]
7.9 Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie
Titel XIII van de wet van 27 december 2006 voorziet de oprichting van een Commissie
ter regeling van de arbeidsrelatie. Deze kaderwet heeft tot doel een rechtszekerheid
te brengen en binnen bepaalde sectoren en/of beroepen vastgestelde problemen
op te lossen, zonder er evenwel te creëren binnen de sectoren en/of beroepen
waar geen onzekerheid heerst over de aard van de arbeidsrelaties. Deze Commissie
zal bestaan uit een normatieve en een administratieve afdeling.
De normatieve afdeling, bestaande uit één kamer, krijgt de opdracht alle adviezen
te verzamelen om de eventuele onzekerheid over de arbeidsrelatie binnen een
sector of voor één of meerdere beroepen in kaart te brengen. Het gaat hier enkel
om collectieve en niet om individuele aanvragen.
De administratieve afdeling, die meerdere kamers omvat, onderzoekt individuele
dossiers betreffende de aard van een arbeidsrelatie (“social ruling”).
Om titel XIII van voornoemde wet in werking te laten treden werden in het
Staatsblad van 28 december twee koninklijke besluiten bekendgemaakt die de
praktische werking van de twee afdelingen vastleggen. Hoewel de programmawet
bestaat en beide koninklijke besluiten verschenen zijn, is de Commissie echter nog
niet opgericht. Hiervoor moeten de leden van de twee kamers worden benoemd,
wat moeilijk is met een federale regering van lopende zaken.
In afwachting heeft de DG Sociaal Beleid van onze FOD zijn team versterkt door twee
statutaire attachés aan te werven. Samen met de juristen van de verschillende DG’s,
74
JAARVERSLAG 2010
7.11 Werkgroep “Ouderenzorg”
In het kader van de opvolging van de interministeriële conferentie
“Ouderenzorgbeleid” ondersteunt de FOD de werking van de werkgroep
“Ouderenzorg”. Dit is een forum voor beleidsverantwoordelijken van de federale
overheid, de gemeenschappen en de gewesten die bevoegd zijn voor gezondheids-
en ouderenzorgbeleid. Verschillende werkgroepen werken er voorstellen uit ter
bevordering van een coherent gezondheidsbeleid voor ouderen, met name op
het vlak van de huisvesting, begeleiding en verzorging van afhankelijke ouderen.
Contact : [email protected]
7.10 Adviesraad voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers
Onze FOD neemt deel aan de vergaderingen van de Adviesraad voor de tewerkstelling
van buitenlandse werknemers, die wordt voorgezeten door de FOD Werkgelegenheid
en waarin verschillende overheden zetelen. Deze raad komt samen wanneer er
een advies moet worden uitgebracht over de tewerkstelling van buitenlandse
werknemers. Deze vragen om advies gaan vooral uit van parlementsleden of andere
overheden. Het gaat bijvoorbeeld over de voorwaarden tot het toekennen van de
arbeidsvergunning en de arbeidskaarten aan bepaalde groepen van werknemers.
75
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
7.12 Werkgroep “Indicatoren van het Nationaal Actieplan Sociale Inclusie”
De FOD coördineert de Werkgroep Indicatoren van het Nationaal Actieplan Sociale
Inclusie (NAPincl.). In het kader van het Federaal Plan voor Armoedebestrijding
werd aan deze Werkgroep de opdracht gegeven een armoedebarometer uit te
werken. Deze volgt aan de hand van verschillende indicatoren de evolutie van de
armoede in België op.
De Werkgroep heeft alle indicatoren die eind 2008 werden gekozen voor de
interfederale armoedebarometer tweemaal geactualiseerd. De eerste update
vond plaats in februari, en omdat de EU-SILC cijfers vroeger beschikbaar waren
dan gepland, volgde in 2010 nog een tweede update. Naar aanleiding van deze
twee updates vond een voorbereidende vergadering van de Werkgroep Indicatoren
NAPincl. plaats, die de opdracht kreeg om de barometers te interpreteren in het
kader van het Federaal Actieplan voor Armoedebestrijding. De geactualiseerde
armoedebarometers en de interpretatie ervan werden door de Staatssecretaris
voor Maatschappelijke Integratie gepubliceerd.
Contact : [email protected]
76
JAARVERSLAG 2010
JAARVERSLAG 2010
Dienstverlening
Onze FOD biedt bepaalde sociale groepen verschillende diensten aan: toekennen van specifieke uitkeringen, afleveren van attesten voor fiscale en sociale voordelen, informeren over de reglementering, behandelen van klachten,...Op het vlak van dienstverlening stellen wij toegankelijkheid en een professionele interactie met de klanten voorop. Daarnaast streven wij naar een gelijke behandeling van al onze klanten. In dit deel over dienstverlening kan je een overzicht vinden van onze doelgroepen en de diensten die wij hen aanbieden.
Opdracht 2
78
JAARVERSLAG 2010
1.1 Uitbetaling van tegemoetkomingen
1.1.1. Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming
Inkomensvervangende tegemoetkomingDe inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met
een handicap van wie is vastgesteld dat zijn lichamelijke of psychische toestand zijn
verdienvermogen heeft verminderd tot een derde of minder van wat een gezonde
persoon door het uitoefenen van een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan
verdienen.
Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt rekening gehouden met de
inkomsten van de persoon met een handicap, alsook van de persoon met wie hij een
huishouden vormt. Er worden wel bepaalde vrijstellingen toegepast op die inkomsten.
De persoon die de inkomensvervangende tegemoetkoming wenst te verkrijgen,
moet tussen 21 en 65 jaar oud zijn, gedomicilieerd zijn in België en er werkelijk
verblijven. Die persoon moet ook één van de nationaliteiten bezitten die door de
wetgeving is voorzien.
IntegratietegemoetkomingDe integratietegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap
die vanwege een vermindering van de zelfredzaamheid, bijkomende kosten te
dragen heeft.
Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt er rekening gehouden met de
inkomsten van de persoon met een handicap, alsook van de persoon met wie hij een
huishouden vormt. Er worden wel bepaalde vrijstellingen toegepast op die inkomsten.
De persoon die de integratietegemoetkoming wenst te verkrijgen, moet tussen 21 en
65 jaar oud zijn, gedomicilieerd zijn in België en er werkelijk verblijven. Die persoon
moet ook één van de nationaliteiten bezitten die door de wetgeving is voorzien.
1 Personen met een handicap
2010 Détails
Aantal inkomende dossiers
(behalve vijfjaarlijkse
automatische herziening)
79.959
Nieuwe aanvragen = 42 %
Herziening op vraag van de
persoon met een handicap = 30 %
Herziening op initiatief van de FOD
= 28 %
Aantal uitgaande dossiers 115.873 Gunstige beslissingen = 49 %
Aantal dossiers in behandeling
op 31 december 201035.725
gemiddelde onderzoekstermijn 7,7 maanden
Aantal afgehandelde medische
expertises IVT-IT51.540
hetzij 32 % van het totale aantal
expertises;
Gemiddelde termijn expertise =
3,6 maanden
Aantal rechthebbenden op
31 december 2010158.662
Totaalbedrag
tegemoetkomingen
(zonder achterstallen)
1.136.572.000 €
gemiddeld bedrag
maandelijkse tegemoetkoming603 €
Cijfergegevens Inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en Integratietegemoetkoming (IT)
79
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
2010 Détails
Aantal inkomende dossiers
(behalve vijfjaarlijkse
automatische herziening)
79.959
Nieuwe aanvragen = 42 %
Herziening op vraag van de
persoon met een handicap = 30 %
Herziening op initiatief van de FOD
= 28 %
Aantal uitgaande dossiers 115.873 Gunstige beslissingen = 49 %
Aantal dossiers in behandeling
op 31 december 201035.725
gemiddelde onderzoekstermijn 7,7 maanden
Aantal afgehandelde medische
expertises IVT-IT51.540
hetzij 32 % van het totale aantal
expertises;
Gemiddelde termijn expertise =
3,6 maanden
Aantal rechthebbenden op
31 december 2010158.662
Totaalbedrag
tegemoetkomingen
(zonder achterstallen)
1.136.572.000 €
gemiddeld bedrag
maandelijkse tegemoetkoming603 €
Cijfergegevens Inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en Integratietegemoetkoming (IT)
1.1.2. Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt toegekend aan de persoon
met een handicap van 65 jaar of ouder die vanwege een vermindering van de
zelfredzaamheid, bijkomende kosten te dragen heeft.
Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt er rekening gehouden met de
inkomsten van de persoon met een handicap, alsook van de persoon met wie hij
een huishouden vormt. Er worden wel bepaalde vrijstellingen toegepast op die
inkomsten.
De persoon die de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wenst te verkrijgen,
moet gedomicilieerd zijn in België en er werkelijk verblijven. Die persoon moet
ook één van de nationaliteiten bezitten die door de wetgeving is voorzien.
2010 Détails
Aantal inkomende dossiers 75.685
Nieuwe aanvragen = 61 %
Herzieningen op vraag van de
persoon met een handicap =
27 %
Herziening op initiatief van de
FOD = 12 %
Aantal uitgaande dossiers 85.038 Gunstige beslissingen = 52 %
Aantal dossiers in behandeling
op 31 december 201029.425
gemiddelde onderzoekstermijn 6,2 maanden
Aantal afgehandelde expertises
ThAB56.280
Hetzij 35 % van het totale
aantal expertises
Gemiddelde termijn expertise =
2,5 maanden
Aantal rechthebbenden op
31 december 2010145.945
Totaalbedrag
tegemoetkomingen (zonder
achterstallen)
454.164.000 €
gemiddeld bedrag
maandelijkse tegemoetkoming265 €
Cijfergegevens Tegemoetkoming voor Hulp aan Bejaarden (THAB)
80
JAARVERSLAG 2010
Voor de vereenvoudigde inlichtingenformulieren deden we beroep op personen
met een handicap. Een nieuw element is dat we vooral wilden te weten komen
hoe we de persoon met een handicap of de persoon die hem of haar bij het
invullen van het formulier heeft geholpen, konden bereiken. Het gaat hier om
een nieuwe procedure bij de DG Personen met een handicap: als de behandeling
van een dossier kan worden vereenvoudigd door een soms moeilijk te begrijpen
brief te vervangen door contact via telefoon, gsm of e-mail, dan weten we dat nu.
1.1.3. Verbetering van de dienstverlening op vlak van de tegemoetkomingen
De DG Personen met een handicap kiest voor een efficiëntere aanpak door de
teams te hervormen en de procedures te verberen.
Verkorting van de termijnen voor de behandeling van de dossiersDe gemiddelde behandelingstermijn wordt steeds korter en bevond zich in juli 2010
onder de wettelijke grens van 6 maanden. Eind 2010 bedroeg het aantal dossiers
in behandeling ongeveer 60.000 en een stijging zit er niet aan te komen. Nu de
inhaaloperatie achter de rug is, zijn er bijkomende middelen vrijgekomen voor de
vijfjarige herziening, waardoor de dossiers inkomensvervangende tegemoetkoming
en integratietegemoetkoming kunnen worden geactualiseerd.
Elektronische uitwisseling van gegevensBovenop de inkomsten die de burger aangeeft bij de belastingsdienst hadden we
in 2010 ook direct toegang tot de pensioensgegevens en de gegevens rond de
schadevergoedingen betaald aan oorlogsslachtoffers. Daardoor moesten we minder
informatie vragen aan de burger. De administratieve inlichtingenformulieren zijn
dan ook grondig herzien. De kernvraag was: welke informatie kunnen de meeste
van onze klanten ons zelf verstrekken zonder een beroep te moeten doen op een
derde? Op die manier wilden we voorkomen dat tal van formulieren hetzij niet
hetzij onvolledig ingevuld zouden worden, wat de behandeling van het dossier
uiteraard vertraagt.
81
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
1.3 Erkenningen voor fiscale en sociale maatregelen
1.3.1. Algemeen attest
Sinds 1 juni 2010 levert de Directie-generaal Personen met een handicap een
nieuw, veel eenvoudiger attest af, waarbij enkel gebruik wordt gemaakt van de
criteria die tijdens de medische onderzoeken door de dienst worden toegepast.
De sociale en fiscale maatregelen waarop het attest recht kan geven, worden niet
meer vermeld. Deze vereenvoudiging is mogelijk omdat voor heel wat van deze
maatregelen een elektronisch attest wordt opgestuurd via de Kruispuntbank van
de Sociale Zekerheid. Op die manier kunnen de betrokken diensten of instellingen
het voordeel automatisch toekennen.
1.3.2. Sociale maximumprijs gas en elektriciteit
Sinds 2010 genieten de meeste personen met een handicap het sociaal tarief
zonder dat ze daarvoor zelf iets moeten ondernemen. Dankzij de elektronische
gegevensuitwisseling die verloopt via de Kruispuntbank van de sociale zekerheid,
ontvangt een groot aantal rechthebbende personen met een handicap het voordelig
tarief al automatisch.
1.2 Erkenningen voor bijkomende kinderbijslag
Op federaal niveau bestaat een bijkomende bijslag voor zieke kinderen en kinderen
met een handicap. Deze bijslag wordt uitbetaald door de kinderbijslagfondsen.
Onze regionale centra voeren de medische onderzoeken uit en leveren de nodige
attesten af.
In 2010 zijn er 29.370 medische expertises afgehandeld, wat 26 % meer is dan
het jaar ervoor. De gemiddelde jaarlijkse onderzoekstermijn voor deze expertises
was 3,7 maanden (3,1 maanden in 2009).
Sinds 2009 verloopt de uitwisseling van gegevens tussen onze FOD en de
kinderbijslagfondsen via Handichild, een elektronisch platform. Via Handichild
dienen de kinderbijslagfondsen hun aanvraag voor de bijkomende bijslag in en
stuurt onze FOD het resultaat van de expertise terug naar het kinderbijslagfonds.
Wij stellen ook de papieren attesten op om de ouders op de hoogte te brengen
van het resultaat van hun aanvraag. Deze attesten hebben een barcode, waardoor
ze automatisch gekoppeld worden aan het juiste dossier.
In 2009 werden er 32.289 dossiers behandeld via Handichild.
Momenteel gebeurt de elektronische uitwisseling van aanvragen uitsluitend
voor kinderen die opgenomen zijn in het kadaster van de kinderbijslag (CADAF).
De kinderbijslagfondsen van zelfstandigen zijn hier nog niet in opgenomen. De
aanvragen via deze fondsen gebeuren nog volgens de papieren procedure.
82
JAARVERSLAG 2010
1.5 Beroepen tegen beslissingen
In 2010 werden 3.536 beroepen ingediend tegen medische beslissingen en/of
administratieve beslissingen over aanvragen van personen met een handicap.
Voor het eerst ligt het aantal beroepen ten opzichte van het totaal aantal beslissingen
onder de 2% (1,80 % in 2010 tegen 2,6% in 2009).
Het aantal beroepen bij de arbeidshoven blijft laag en vrij stabiel (3.536 beroepen
in 2010 tegen 3.221 in 2009).
Bij 46% van de gerechtelijke procedures wordt onze beslissing bevestigd (tegenover
47 in 2009). Het aantal hogere beroepen is beperkt (220 arresten in 2010) en
soms hebben die te maken met technische zaken (kosten, vergissingen in het
eerste vonnis, …).
1.4 Parkeer- en verminderingskaarten
Op basis van een geldig medisch attest of na een gunstige medische expertise door
één van onze centra voor medische expertise, levert onze FOD parkeerkaarten en
nationale verminderingskaarten op het openbaar vervoer af.
2010
Aantal uitgereikte
parkeerkaarten59.267
Aantal parkeerkaarten in omloop
op 31 december 2010322.903
Aantal uitgereikte
verminderingskaarten op het
openbaar vervoer
712
Aantal verminderingskaarten in
omloop op 31 december 20108.449
Cijfergegevens parkeer- en verminderingskaarten
83
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
1.7 Toegankelijkheid voor personen met een handicap
1.7.1. Naar een overheidsdienst die 24/24 uur toegankelijk is: Handiweb
Dankzij deze internettoepassing kunnen personen met een handicap of hun
vertegenwoordigers (door middel van een volmacht) hun dossier online raadplegen.
De tool werd ontwikkeld samen met de gebruikersgroepen.
1.6 Een nieuwe functie: medisch assistent
Deze nieuwe functie werd gecreëerd om het werk van de beoordelende arts te
verlichten. De medische assistenten bereiden het dossier voor en vragen indien
nodig bijkomende gegevens op. Zo kan de arts zich bij het onderzoek meer
concentreren op de grond van de zaak. Tevens kunnen meer dossiers worden
behandeld op stukken.
84
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is Guy, attaché bij de
DG Personen met een handicap (Dienst
Beleidssteun) en projectmanager van
Handiweb.
Voor meer informatie kan je terecht bij
" Het zal mogelijk zijn alle formulieren te downloaden en alle documenten in het elektronische dossier te raadplegen."
85
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“Op 13 september 2010 werd het startschot gegeven voor Handiweb, een
multifunctionele en beveiligde informaticatoepassing voor personen met een
handicap en diegenen die hen beroepsmatig bijstaan.
Om de context goed te begrijpen, moet je weten dat een persoon met een handicap
vaak een beroep doet op meerdere diensten. Idealiter, over 10 jaar misschien,
zouden personen met een handicap (of hun maatschappelijk assistent) met een
informaticatoepassing gemakkelijk hun persoonlijke situatie, vooral op het vlak van
sociale zekerheid, moeten kunnen nagaan: hun tegemoetkomingen, maar ook hun
ziekenfondsstatuut bijvoorbeeld. Alle socialezekerheidsgegevens zouden in deze
toepassing geïntegreerd zijn.
Zodoende zouden wij een proactieve dienstverlening kunnen bieden: stellen wij
vast dat een persoon met een handicap over een telefoon beschikt, dan kunnen wij
de telefoonoperator onmiddellijk vragen het sociale tarief toe te passen (mocht dit
nog niet het geval zijn). Tal van mogelijkheden liggen dus binnen handbereik. Maar
dat is voorlopig nog toekomstmuziek. Nu kunnen de burgers en maatschappelijk
assistenten onze ganse dienstverlening en de stand van zaken van hun dossier
raadplegen met Handiweb.
De persoon met een handicap gebruikt (verplicht) zijn elektronische identiteitskaart
om toegang te krijgen tot het systeem. Hetzelfde geldt voor de maatschappelijk
assistenten van de ziekenfondsen, OCMW’s, het Fonds voor de beroepsziekten en de
ziekenhuizen. Zodoende kan iedereen kennis maken met onze dienstverlening. Kan de
toepassing uit de identificatiegegevens afleiden dat de betrokkene jonger is dan 65
jaar, dan krijgt de persoon in kwestie te zien waarvoor hij/zij precies in aanmerking
komt in deze leeftijdscategorie en aan welke voorwaarden voldaan moet worden.
Dankzij Handiweb kan de persoon met een handicap alle fasen van een dossier
bekijken:
› wat reeds aangevraagd is;
› wat al toegekend of geweigerd werd;
› wat in behandeling is (zowel wat betreft de erkenning van de handicap als het
administratieve gedeelte van de aanvraag).
In de nabije toekomst zal het mogelijk zijn alle formulieren te downloaden en alle
documenten te raadplegen, zelfs handgeschreven brieven (aangezien wij die scannen
en bij hun elektronische dossier voegen). Maar daar blijft het niet bij: op termijn
willen wij de toepassing interactiever maken (zo zullen zij bijvoorbeeld een aanvraag
tot herziening kunnen indienen).
Ik wijs erop dat Handiweb intern ontwikkeld werd, met onze collega’s van de Smals.
Op dit ogenblik wordt de toepassing 100 tot 150 keer per dag geraadpleegd. Niet
slecht, maar toch beperkt in verhouding tot het totaal aantal personen met een
handicap. Dit is vanzelfsprekend te wijten aan de “digitale kloof”: niet al onze
gebruikers hebben toegang tot internet, verre daarvan! Ook de verplichte aankoop
van een elektronische-identiteitskaartlezer remt volgens mij het toenemend gebruik
van de toepassing af. Wij overwegen dan ook de personen met een handicap een
kaartlezer te bezorgen.
Je ziet het: de DG Personen met een handicap spaart kosten noch moeite om personen
met een handicap en degenen die hen beroepsmatig bijstaan steeds vlotter – en
steeds interactiever – van onze dienstverlening te laten genieten.”
handiweb: het elektronische dossier van een persoon met een handicap
86
JAARVERSLAG 2010
een honderdtal gemeenten over heel België. Indien nodig gaan de maatschappelijk
assistenten ook op huisbezoek.
Daarnaast voeren de maatschappelijk assistenten ook sociale onderzoeken uit
naar de inkomsten en uitgaven van personen met een handicap. Hiervoor hebben
ze regelmatig contact met de plaatselijke diensten voor maatschappelijk welzijn
en stellen ze de Commissie voor sociaal hulpbetoon in staat om een gefundeerd
voorstel voor te leggen aan de minister over het al dan niet terugvorderen van
betaalde bedragen.
1.7.4. Klantendienst
De klantendienst heeft als voornaamste opdracht om binnen de wettelijke termijn
van 45 dagen een schriftelijk antwoord te geven op vragen van burgers. Gemiddeld
ontvangt de dienst 2.000 brieven per maand.
1.7.2. Groen nummer van het Call Center
Sinds 1 maart 2010 is de Directie-generaal Personen met een handicap bereikbaar
op het groene nummer 0800 987 99. Dit gratis nummer werd ingevoerd om de
personen met een handicap die informatie wensen over hun dossier niet met
bijkomende kosten op te zadelen.
De personen met een handicap kunnen met al hun vragen terecht bij het Call
Center van onze FOD. Wanneer het Call Center een vraag krijgt die een grondige
kennis van het dossier vereist, neemt het contact op met de dossierbeheerders,
die de tweede lijn vormen.
1.7.3. Maatschappelijk assistenten
Onze FOD heeft een team van maatschappelijk assistenten in dienst die personen
met een handicap informeren over hun rechten en de stand van zaken van hun
dossier. Ze verwijzen hen door naar de bevoegde instanties. De maatschappelijk
assistenten houden dagelijks permanenties in Brussel en één keer per maand in
2010Verschil
tegenover 2009
Aantal ontvangen
telefoonoproepen528.594 + 28 %
Cijfergegevens Call Center
2010
Aantal bezoekers
permanenties48.422
Cijfergegevens maatschappelijk assistenten
87
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
1.8 “Resultaatgerichtheid”
De personeelsleden werken op basis van teamdoelstellingen en mogen hun
werktijdschema aanpassen naar wens. Zelfs de medewerkers van ons Call Center
kunnen telewerken, wat voorlopig een unicum is in België.
Ondersteuning van de chefsDe nieuwe, resultaatgerichte manier van werken en de invoering van telewerk
vergen een nieuwe manier van leidinggeven en een aangepaste omkadering
voor het personeel. Om de chefs hierbij te ondersteunen werd in samenwerking
met het OFO (het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid) een leertraject
ontwikkeld. Dit traject duurt ongeveer een jaar en is bedoeld om de verworven
vaardigheden beter te verankeren en de cultuuromslag vlotter te laten verlopen.
1.7.5. Infosessies
Voor andere instanties die direct of indirect met personen met een handicap te
maken hebben, worden infosessies georganiseerd om hen met onze wetgeving
vertrouwd te maken, wat uiteindelijk moet leiden tot een betere behandeling
van de dossiers.
Daarnaast zijn we in 2010 meer transversaal tewerk gegaan: in samenwerking
met de ASPH hebben we alle betrokken actoren van een bepaalde geografische
regio uitgenodigd voor een grootschalige infosessie. Zo heeft iedereen op hetzelfde
moment dezelfde informatie gekregen.
Bovendien laten we ons regelmatig vertegenwoordigen op beurzen. We waren
bijvoorbeeld aanwezig op de beurs “Begrijpen en begrepen worden” te Oostende.
Tijdens dit evenement kon de DG haar ervaring over Handiweb met andere
aanwezige diensten en organisaties delen.
88
1.9 Beheer klachten van personen met een handicap
In 2010 ontvingen we 375 klachten. Omdat elke klacht een signaal is, worden deze
zeer zorgvuldig beheerd. Bij ernstige klachten wordt een intern onderzoek ingesteld.
30,8% van de ontvangen klachten had te maken met de houding of het gedrag van
de medewerkers van de directie-generaal tijdens hun contacten met de klanten.
Precies evenveel klachten (30,8%) hadden te maken met de termijnen (voor het
verkrijgen van een beslissing of informatie) of met een beperkte toegankelijkheid.
Een terugkerende categorie van klachten (15,4%) betreft fouten of nalatigheid bij
de behandeling van aanvragen. 7,5% van de klachten hebben te maken met een
(al dan niet gerechtvaardigd) gevoel van willekeur bij beslissingen en een gebrek
aan objectiviteit.
JAARVERSLAG 2010
89
2.2 Persoonlijke geschillen inzake kinderbijslag
Hier gaat het vaak om de formulering van (al dan niet gegronde) klachten, waarbij
de FOD optreedt als bemiddelaar, de burger informeert en helpt, en een oplossing
zoekt voor het probleem. Concreet kan het bijvoorbeeld gaan om een conflict tussen
een gezin en zijn kinderbijslaginstelling over de terugvordering van uitgekeerde
bedragen.
Bij terugkerende problemen formuleert de FOD een voorstel om de bestaande
wetgeving en/of procedure te wijzigen. Dit voorstel wordt naar de bevoegde
beleidscel(len) gestuurd en als richtlijn aan de sociaalverzekeringsfondsen of aan
de kinderbijslagfondsen bezorgd.
In 2010 waren er 459 aanvragen via briefwisselingen of e-mail. Daarnaast kregen
we ook veel telefonische aanvragen.
Contact : [email protected] of [email protected]
2.1 Behandeling van aanvragen voor individuele afwijkingen op de kinderbijslag
Onze FOD kent in bepaalde “behartenswaardige gevallen” individuele afwijkingen
toe op de voorwaarden om recht te hebben op de kinderbijslag en de gewaarborgde
kinderbijslag. Zo wordt er bijvoorbeeld normaal gezien geen kinderbijslag toegekend
voor kinderen die opgevoed worden of lessen volgen in het buitenland. Maar
omwille van onder andere sociale redenen, kan hierop een uitzondering gemaakt
worden.
Onze FOD heeft voor deze afwijkingen nieuwe principes vastgelegd, waarbij rekening
wordt gehouden met de inkomsten van de personen die het kind grootbrengen.
Samen met de Directie-generaal Beleidsondersteuning en de FOD Financiën werden
alle elementen onderzocht waarmee rekening kan worden gehouden om een
sociaal aanvaardbaar maximuminkomen vast te leggen. Op termijn zal de FOD de
inkomensgegevens elektronisch uitwisselen met de FOD Financiën. Hiervoor zal
de applicatie Taxi-As worden gebruikt.
In 2010 vroegen 1.310 werknemers en 191 zelfstandigen een afwijking op de
kinderbijslag aan.
Contact : [email protected] of [email protected]
2 KinderenJAARVERSLAG 2010
90
JAARVERSLAG 2010
3.2 Beroep tegen beslissingen van de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen
Zelfstandigen die zich in een “staat van behoefte” of een “toestand die de staat
van behoefte benadert” bevinden, kunnen door de CVB (Commissie voor Vrijstelling
van Bijdragen) volledig of gedeeltelijk worden vrijgesteld van de verplichte betaling
van socialezekerheidsbijdragen.
Zelfstandigen die de beslissing van deze Commissie betwisten, kunnen een beroep
instellen bij de Raad van State (zie 5.4.1., pagina 64). In naam van de Belgische
Staat stelt onze FOD de memories van antwoord op, waarin het standpunt van de
overheid uiteen wordt gezet.
Daarnaast behandelt onze FOD ook vragen van zelfstandigen met betrekking tot
de inhoud van beslissingen van de Commissie evenals verzoeken om formele of
inhoudelijke fouten in een beslissing recht te zetten.
3.1 Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen
De Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen (CVB) kent aan zelfstandigen die zich
in “staat van behoefte” bevinden of in een “toestand die de staat van behoefte
benadert”, een volledige of gedeeltelijke vrijstelling toe van de verplichting om
socialezekerheidsbijdragen te betalen. Onze FOD organiseert de zittingen van
deze Commissie en staat in voor de administratieve behandeling van de dossiers.
De bewijslast van de staat van behoefte berust bij de zelfstandige. Maar de
commissie kan in bepaalde gevallen de FOD vragen om een sociaal onderzoek in te
stellen om een beter zicht te krijgen op de financiële toestand van de zelfstandige.
Wij antwoorden ook op vragen om informatie of herziening die gesteld worden
door de zelfstandigen of de sociaalverzekeringsfondsen.
Onder meer door de crisis is het aantal aanvragen voor de vrijstelling van bijdragen
nog verder gestegen: 30.481 in 2010 tegen 27.528 in 2009.
3 Zelfstandigen
Aantal
aanvragen
Aantal
beslissingen
Aantal te behandelen
dossiers op 31.12.2010
Totaal 30.481 24.911 24.715
nL 8.591 6.431 6.640
FR 21.890 18.480 18.075
91
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
Aantal aanvragen voor de toepassing van artikel 16 van Verordening 883/04 in
2010: 1
› om aan de Belgische socialezekerheidswetgeving te worden
onderworpen: 1
› om aan de socialezekerheidswetgeving van een andere lidstaat te
worden onderworpen: 0
3.3 Detachering van zelfstandigen
Onze FOD behandelt de aanvragen voor een afwijking op de socialezekerheids-
wetgeving voor zelfstandigen (artikel 17 van Verordening 1408/71 en artikel 16
van Verordening 883/04).
Er bestaan drie soorten dossiers:
› de regularisatie van situaties waarin de sociale bijdragen in de verkeerde
lidstaat betaald werden;
› de verlenging van een detachering;
› alle andere situaties.
Contact : [email protected]
Aantal aanvragen voor de toepassing van artikel 17 van Verordening 1408/71 in
2010: 58
› om aan de Belgische socialezekerheidswetgeving te worden
onderworpen: 18
› om aan de socialezekerheidswetgeving van een andere lidstaat te
worden onderworpen: 40
92
Portaalsite van de sociale zekerheid: Coming to Belgium en Leaving
BelgiumDe website Leaving Belgium werd in 2010 online gezet. Het gaat om een subportaal
van de portaalsite van de sociale zekerheid waarop informatie te vinden is voor
burgers die België verlaten en willen weten wat hun socialezekerheidsrechten zijn in
het land waar ze zich gaan vestigen. Deze website werd gecreëerd in samenwerking
met de OISZ maar wordt gecoördineerd door de DG Beleidsondersteuning.
Voor de website “Coming to Belgium” (voor buitenlanders die in België komen
wonen en inlichtingen zoeken over hun sociale rechten) werd een overeenkomst
met de Smals ondertekend.
Contact : [email protected]
4 WerknemersJAARVERSLAG 2010
93
5.2 Beroep tegen de beslissingen van de provinciale registratiecommissie
Aannemers die niet meer aan de registratievoorwaarden voldoen, lopen het risico
door de provinciale registratiecommissies te worden geschrapt. Het gaat hier vooral
om aannemers-werkgevers die nog achterstallige bijdragen aan de RSZ moeten
betalen, die geen afbetalingsplan hebben gekregen of dit niet hebben nageleefd.
Een schrapping kan ook worden aangevraagd wanneer de DG Sociale Inspectie
zware of herhaaldelijke inbreuken heeft vastgesteld.
Onze FOD ziet toe op de gerechtelijke procedures tegen de beslissingen van de
provinciale registratiecommissies die hij voorzit (Limburg, Henegouwen en Oost-
Vlaanderen). In dit kader neemt de FOD de advocaats- en gerechtelijke kosten
op zich.
5.1 Provinciale registratiecommissies
De provinciale registratiecommissies gaan na of de aanvrager aan de wettelijke
voorwaarden voldoet. Er zijn tien provinciale registratiecommissies, die worden
aangestuurd door een stuurgroep. De stuurgroep wordt voorgezeten door
een ambtenaar van de DG Sociale Inspectie. Net als de commissies bestaat
ze uit ambtenaren en vertegenwoordigers van zowel de werknemers- als de
werkgeversorganisaties. Drie van deze stuurgroepen worden voorgezeten door
een ambtenaar van onze FOD.
2010 was een scharnierjaar voor de regelgeving op vlak van registratie. Omwille
van het risico op een schending van het neutraliteitsprincipe en het vrije verkeer
van diensten bij de EU werd beslist om de toepassing van het btw-tarief van 6%
voor renovatiewerken niet meer te koppelen aan de voorwaarde dat de werken
zouden worden uitgevoerd door een geregistreerde aannemer. Door deze wijziging
verdween een belangrijk principe van de registratie.
Bovendien heeft het Europees Hof van Justitie in een arrest van 15 juli 2010
geoordeeld dat de samenstellingen van de provinciale registratiecommissies
niet strookten met de Europese regelgeving. Tijdens het laatste trimester van
2010 werden dan ook geen beslissingen tot weigering of schrapping van een
registratie meer genomen. Daarom moet op korte termijn een nieuw systeem
worden ingevoerd om de strijd tegen koppelbazen en tegen de sociale en
fiscale fraude verder te zetten, in overeenstemming met de doelstelling van de
registratiewetgeving.
5 ondernemers & werkgeversJAARVERSLAG 2010
94
5.4 Gratieverzoeken
Werkgevers, hun aangestelden of mandatarissen, die burgerlijke of strafrechtelijke
sancties hebben gekregen omdat ze de sociale wetgeving niet hebben nageleefd,
kunnen een vermindering of opschorting van hun straf krijgen. Volgens artikel 73
van de Grondwet heeft de Koning immers het recht om gratie te verlenen voor
de volledige straf of een gedeelte ervan.
Onze FOD onderzoekt deze gratieverzoeken en geeft op basis hiervan advies aan
de bevoegde minister. Wij staan in voor de voorbereiding van de ontwerpen van
koninklijk besluit waarbij de gratie wordt verleend of geweigerd. Dit ontwerp
van KB wordt dan door de bevoegde minister of door de Minister van Justitie ter
ondertekening voorgelegd aan de Koning, die de uiteindelijke beslissing neemt.
Contact : [email protected] of [email protected]
5.3 Vrijstelling van sociale bijdragen voor bepaalde werknemers
Sommige werkgevers uit de openbare en socioculturele sector en organisatoren
van sportmanifestaties kunnen een vrijstelling van sociale bijdragen krijgen voor
specifieke werknemers. Deze maatregel is bekend onder de benaming “artikel 17”
(van het KB van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid).
De werknemer mag niet langer dan 25 kalenderdagen per jaar tewerkgesteld
worden via artikel 17. Werkgevers die van dit artikel gebruik wensen te maken,
moeten de tewerkstelling op voorhand aangeven bij de Directie-generaal Sociale
Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid. Sinds het voorjaar van 2010 kan elektronisch
aangifte worden gedaan via de portaalsite (www.socialsecurity.be).
In 2010 werd op grond van artikel 17 aan 22.847 werknemers een vrijstelling van
sociale bijdragen verleend.
Contact : [email protected]
JAARVERSLAG 2010
95
moeten leven. Wanneer de houder van een invaliditeitspensioen overlijdt, zal de overlevende partner of het weeskind het “reversiepensioen” onder welbepaalde voorwaarden ontvangen.In 2010 werden 184 nieuwe pensioenen uitgekeerd.
RentenOnze FOD behandelt:
› Aanvragen van renten toegekend aan gedeporteerden voor de verplichte tewerkstelling, werkweigeraars en weerstanders tegen het nazisme;› Aanvragen van renten toegekend aan weduwen; › Aanvragen van renten toegekend aan slachtoffers van rassenvervolgingen.
In 2010 werden 406 nieuwe renten uitgekeerd.
Diverse voordelenIn 2010 leverde onze FOD 1.660 attesten af voor gratis openbaar vervoer, de terugbetaling van het remgeld of diverse fiscale voordelen.
Elektronische databank VictoryDe databank Victory bevat informatie over de dossiers “Statuten van nationale erkentelijkheid” evenals de pensioenen en renten die op dit moment worden uitbetaald. Dit waardevolle werkinstrument biedt toegang tot tal van dossiergegevens en maakt het mogelijk deze snel te raadplegen zonder een beroep te moeten doen op de papieren dossiers. Hierdoor kunnen aanvragen sneller worden behandeld.
Op 1 juni 2011 zijn via de databank 379.273 dossiers raadpleegbaar.
Contact : [email protected]
6.1 Toekennen van statuten, uitkeringen en voordelen
Na de Eerste Wereldoorlog voerde de Belgische staat een regeling in om burgers te vergoeden die fysieke schade hadden opgelopen door oorlogsfeiten.
Deze maatregel vindt zijn oorsprong in de nationale solidariteit, één van de fundamentele principes van de sociale zekerheid. Momenteel zijn er nog zo’n
24.555 oorlogsslachtoffers die van onze FOD allerlei tegemoetkomingen en voordelen krijgen.
Aanvragen van statuten van nationale erkentelijkheidOnze FOD kent de statuten van nationale erkentelijkheid toe aan personen die zich tijdens de oorlog van 1939-1945 verdienstelijk hebben gemaakt. Er zijn 11 burgerlijke statuten: weggevoerden, werkweigeraars, politieke gevangenen, burgerlijke weerstanders, weerstanders door de sluikpers, weerstanders tegen het nazisme in de ingelijfde gebieden, zeevissers in oorlogstijd, verplicht ingelijfden in het Duitse leger, personen die zich naar een Recruteringscentrum van het Belgisch Leger hebben begeven (RCBL), ondergedoken joodse kinderen en burgerlijke invaliden van de Tweede Wereldoorlog.
In 2010 namen we 104 beslissingen op vlak van de toekenning van de statuten van nationale erkentelijkheid.
Aanvragen van invaliditeitspensioenenOnze FOD kent invaliditeitspensioenen toe aan oorlogsslachtoffers, en in het bijzondere aan Joden die als kind in de oorlogsjaren ondergedoken hebben
6 oorlogsslachtoffersJAARVERSLAG 2010
96
JAARVERSLAG 2010
6.2.1. Digitaliseringsproject Musnet
De archiefcollectie die door de DG Oorlogsslachtoffers wordt bewaard, kan via
verschillende papieren bestanden worden geraadpleegd in functie van het soort
document. Om het historisch onderzoek te vergemakkelijken en deze collectie
bruikbaar te maken, zijn momenteel drie bestanden opgeslagen in Musnet, een
softwaretool voor collectiebeheer:
› Het bestand met persoonlijke “DDO”-dossiers (Dienst Documentatie en
Opzoekingen). Dit bestand bevat dossiers op naam gecreëerd op basis van
historische stukken en administratieve documenten;
› Het “themabestand”, dat betrekking heeft op de collectie algemene
documentatie;
› Tijdschriften en monografieën.
Op 1 juni 2011 bevat de databank Musnet 146.557 persoonlijke dossiers, 18.921
thematische dossiers en 16.837 tijdschriften en boeken, waarvan de lijst eveneens
in pdf-formaat kan worden geraadpleegd op de website van de DG:
http://warvictims.fgov.be/nl/research/bibliotheek.htm.
Contact : [email protected] of [email protected]
6.2 Beheren en bewaren van oorlogsdocumenten
Aangezien het aantal oorlogsslachtoffers de laatste jaren aan het dalen is, zullen
de traditionele opdrachten (toekennen van statuten, uitkeringen en voordelen) in
belang afnemen. De nadruk zal steeds meer komen te liggen op het beheer van
onze oorlogsarchieven, die samen meer dan 13 km lang zijn. Op die manier zouden
wij evolueren naar een Onderzoeks- en Documentatiecentrum over de Tweede
Wereldoorlog. De oorlogsdocumenten die wij bewaren, maken deel uit van het
historisch erfgoed van ons land en het is belangrijk om de “nagedachtenis” aan
de oorlog door te geven aan de volgende generaties.
Het archief dat wij beheren bestaat uit twee delen:
› de individuele dossiers van burgers die bij de Tweede Wereldoorlog betrokken
waren (administratieve documenten en historische stukken);
› de algemene documentatie over specifieke thema’s, zoals de verplichte en
vrijwillige tewerkstelling, de tewerkstellingsbureaus, de concentratiekampen
in Duitsland en in de bezette gebieden, de Belgische gevangenissen, het verzet,
de vervolging van de joden in België, het Duits militair bestuur, de repatriëring,
de zoektocht naar verdwenen personen en de naoorlogse processen.
97
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
Voor 2010 vermelden we de volgende cijfers:
› 11.975 gedigitaliseerde fichedossiers (of 50.675 sinds 2007)
› 9.942 gescande fichedossiers (of 47.131 sinds 2007)
› 12.744 verpakte fichedossiers (of 33.652 sinds 2007)
Contact : [email protected] of [email protected]
6.2.2. Bewaringsprojecten
Om de archieven zo goed mogelijk te conserveren en toegankelijk te maken,
heeft de DG Oorlogsslachtoffers verschillende conserverings-, verpakkings- en
klasseringsprojecten opgestart:
› de individuele dossiers over personen die werden opgesloten in de Citadel van
Hoei zijn in Musnet ingevoerd en in zuurvrij materiaal verpakt voor bewaring
op lange termijn;
› de dossiers van de burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, die
erg te lijden hebben gehad onder een ongelukkige verhuizing, zijn opnieuw
geklasseerd, schoongemaakt en verpakt.
Contact : [email protected] of [email protected]
6.2.3. Digitaliserings- en bewaringsproject
Om het bestand van de weggevoerde en vervolgde Joden en Zigeuners van
België te conserveren en deze collectie toegankelijk te maken voor familieleden
en onderzoekers, werd het bestand gedigitaliseerd, opgeslagen en verpakt in
zuurvrij materiaal.
De digitalisering van het bestand van opgesloten en weggevoerde personen werd
opgestart in 2007 en voltooid in 2010. Het gaat om in totaal 39.594 fichedossiers.
Dit jaar werd ook begonnen met het scannen van het bestand van de joden en
Zigeuners die niet werden opgesloten of weggevoerd.
98
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is de 30-jarige
Alexandra, historica van opleiding, die
meewerkt aan een groots project voor
digitalisering en bewaring.
Voor meer informatie kan je terecht bij
" Wij leggen een individueel digitaal dossier met alle gegevens aan. "
99
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de SIPO-SD, de veiligheidspolitie en
veiligheidsdienst van de Duitse bezetters, een bestand van de Belgische joden en
zigeuners uitgewerkt. Dit “werkinstrument“ diende als basis voor hun deportaties. Op
individuele fiches stonden de contactgegevens van de betrokkenen en inlichtingen
zoals hun geloof.
Na de oorlog werd dit bestand gebruikt om vermisten op te sporen, vergoedingen uit
te keren, de verschillende instellingen te informeren, … Het werd een administratief
instrument, waarop opmerkingen gekrabbeld werden, waaraan andere documenten
geniet werden, enzovoort. Sommige documenten zijn bijgevolg enigszins beschadigd.
Het bestand werd in 3 delen gesplitst: een deel met de personen die vanuit Frankrijk
gedeporteerd zijn, een deel met de personen die gedeporteerd en opgesloten zijn
en, tot slot, een deel met de niet-gedeporteerden. Het telt naar schatting ongeveer
65.000 fichedossiers. Wij kunnen niet bevestigen of het bestand uit één stuk bestond
en wanneer het precies in drieën gedeeld werd.
De laatste tien jaar wordt het bestand steeds meer gebruikt voor historische
opzoekingen. Bewaring en digitalisering zijn logische stappen om het vlotter
toegankelijk te maken en tegen externe beschadiging te beschermen.
Om te voorkomen dat het bestand beschadigd werd of dat stukken verloren gingen,
hebben wij beslist de fiches (en de eventuele bijlagen) te digitaliseren en in
specifiek bewaringsmateriaal te verpakken (in zuurvrij papier bijvoorbeeld) zodat ze
op lange termijn bewaard kunnen worden. Wij hebben een A2-scanner gekocht,
waarmee onze eigen medewerkers hier de fiches inscannen volgens de afgesproken
procedure. Wij scannen de stukken niet “aan de lopende band“, maar leggen een
individueel digitaal dossier aan met alle nuttige informatie.
In 2010 was dit project onze prioriteit. Tegen eind 2011 hopen wij alle stukken
ingescand te hebben. Voor de toegang tot het definitieve digitale bestand (voor
wie?, hoe?, …) is nog geen beslissing genomen. Bovendien zijn voorzorgsmaatregelen
nodig: “gevoelige” gegevens mogen niet zomaar in de openbaarheid gebracht worden
uit respect voor overlevenden of verwanten en voor de persoonlijke levenssfeer.”
NVDR: tijdens ons bezoek aan het prachtige art-decogebouw van de DG
Oorlogsslachtoffers toont Alexandra ons een fiche van een jongen uit Brussel, die
via Mechelen gedeporteerd werd. De stakker was pas 12. In het document staat
zelfs zijn plaatsnummer in het konvooi: 771. Aangrijpend.
Project voor digitalisering en bewaring van het bestand van de Belgische joden en zigeuners
100
JAARVERSLAG 2010
6.3 Toekenning van subsidies
6.3.1. Vaderlandslievende verenigingen
Onze FOD kent subsidies toe aan instellingen en verenigingen die inspanningen
leveren voor de oorlogsslachtoffers, bijvoorbeeld door het organiseren van
tentoonstellingen, bedevaarten, studiedagen, het toekennen van sociale hulp,…
De subsidies worden toegekend na een onderzoek van de dossiers die ze moeten
indienen bij hun aanvraag. Er wordt ook rekening gehouden met het belang van
de vereniging, haar doelstellingen en haar sociale activiteiten. In 2010 werden
subsidies toegekend voor in totaal 16.000 €.
6.3.2. IV-NIOOO
De belangrijkste opdracht van het IV-NIOOO (Instituut voor Veteranen - Nationaal
Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers) is de
terugbetaling van medische verzorging aan oorlogsslachtoffers. In 2010 konden
ongeveer 23.840 personen aanspraak maken op deze tussenkomst.
Het Instituut heeft ook een belangrijke morele opdracht: de herinnering aan de
oorlog vrijwaren en levendig houden.
6.2.4. Ter beschikking stellen van historische bronnen
In het kader van schadeloosstellingsprogramma’s voor de toekenning van financiële
vergoedingen aan personen die lichamelijke, morele of materiële schade hebben
geleden, bezorgt de DG Oorlogsslachtoffers de administraties of officiële instellingen
inlichtingen of historische stukken die als bewijs kunnen dienen.
Ze verstrekt informatie aan oorlogsslachtoffers en hun familieleden en levert officiële
akten af, zoals de attesten inzake deportatie, rassenvervolging of ondergedoken
kinderen.
Onder bepaalde voorwaarden stelt de DG haar collectie ook ter beschikking van
onderzoekers die aangesloten zijn bij een erkende wetenschappelijke instelling
en bv. een proefschrift of monografie voorbereiden.
In 2010 beantwoordde de DG Oorlogsslachtoffers 1.163 vragen.
101
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
De Belgische Staat kent jaarlijks een toelage toe aan het IV-NIOOO om zijn taken
te kunnen uitvoeren. Deze toelage wordt ingeschreven in de begroting van onze
FOD. De DG Oorlogsslachtoffers ziet er op toe dat de toelage binnen de termijnen
en overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter beschikking wordt gesteld. Ze
bedraagt 39.202.000 €.
102
JAARVERSLAG 2010
De verdeling van de gestelde vragen ziet eruit als volgt:
› 55% waren gericht aan de stafdiensten en DG’s van de FOD (in het bijzonder
de DG’s Personen met een handicap, Sociaal Beleid, Beleidsondersteuning,
Sociale Inspectie, Communicatie en de stafdienst P&O).
› 25% werden doorgestuurd naar andere federale socialezekerheids-
instellingen zoals de RVP (Rijksdienst voor Pensioenen), de RVA (Rijksdienst
voor Arbeidsvoorziening), het RIZIV, de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie
(RJV), de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de POD
Maatschappelijke Integratie, enz.
› 15% werden doorgestuurd naar andere federale en niet-federale Belgische
openbare instellingen zoals de FOD Economie, de FOD Volksgezondheid,
Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de FOD Buitenlandse Zaken,
de Gewesten, de Gemeenschappen, enz.
› 5% werden doorgestuurd naar Belgische niet-openbare instellingen en naar
internationale instellingen: de Europese Unie, een instelling van de sociale
zekerheid van een andere staat, enz.
De informatieambtenaar coördineert ook de jaarlijkse actualisatie van de brochure
“Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid” (in het Frans,
Nederlands, Engels en Duits), voert suggesties uit om het informatieverkeer bij
de FOD te optimaliseren, doet voorstellen om de websites van de FOD en de
Portaalsite van de Sociale Zekerheid te verbeteren en behandelt klachten die
toekomen op [email protected] en [email protected] (60 mails), en
telefonische klachten (10).
Het is niet altijd evident om de continue evoluties van de sociale zekerheid en
de bijzonder complexe institutionele structuur te vatten. De informatieambtenaar
behandelt vragen van burgers of personeelsleden die niet weten welke persoon
of instelling bevoegd is om hun vragen te beantwoorden.
De informatieambtenaar oriënteert de mensen naar de dienst of persoon, binnen
of buiten de FOD, die het best geplaatst is om de gewenste informatie te geven.
In bepaalde gevallen geeft hij ook een inhoudelijk antwoord, in het bijzonder
wanneer het om een algemene of eenvoudige vraag gaat.
Aantal vragen in 2010:
› 1.400 vragen via mail;
› 300 mails aansluitend op eerdere antwoorden;
› 2.800 telefonische vragen;
› 150 vragen per gsm buiten de werkuren;
› 20 vragen per brief of na een bezoek.
De vragen worden behandeld in het Nederlands (50%), het Frans (40%) en het
Engels (10%). De informatieambtenaar verbindt zich ertoe op elke vraag binnen
de vijf werkdagen een voorlopig of een definitief antwoord te formuleren.
Meestal wordt al binnen de 2 werkdagen een antwoord bezorgd.
7 De informatieambtenaar
103
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
Contacten met burgers of medewerkers
De informatieambtenaar van de FOD Sociale Zekerheid is te bereiken via:
› telefoon: 02 528 60 31
› gsm: 0477 84 86 64 (enkel voor dringende gevallen)
› mail: [email protected]
› brief: FOD Sociale Zekerheid, Finance Tower, Administratief Centrum Kruidtuin, Kruidtuinlaan 50, bus 100, 1000 Brussel
1400
70
20
150
2800
300
1400 Vragen per mail
300Bijkomende vragen
op antwoorden
2800 Telefonische vragen
150Vragen per gsm
(na de werkuren)
20 Vragen per brief of bezoeken
70 Klachten
104
JAARVERSLAG 2010
JAARVERSLAG 2010
Bestrijding van sociale fraude
De FOD neemt actief deel aan het beleid op vlak van sociale fraudebestrijding. Wij hebben een inspectiedienst die controles uitvoert in nauwe samenwerking met de andere federale inspectiediensten. Daarnaast willen wij zowel de coördinatie van de sociale fraudebestrijding op nationaal vlak als de internationale samenwerking bevorderen.
Opdracht 3
106
JAARVERSLAG 2010
1.1 De kerntaken van onze dienst Sociale Inspectie
› Controle op de correcte toepassing van de sociale wetgeving (met inbegrip van
de strijd tegen de mensenhandel) en behandeling van klachten;
› Werkgevers informeren over wettelijke en reglementaire bepalingen;
› Inlichtingen verstrekken aan burgers, onder meer tijdens de permanenties;
› Actieve deelname aan de activiteiten van de provinciale registratiecommissies;
› Actieve deelname aan de activiteiten van de Sociale Inlichtingen- en
Opsporingsdienst (SIOD);
› Invoering van samenwerkingsprotocollen;
› Lacunes of problemen in de wetgeving melden bij de bevoegde overheden;
› Medewerking bij de uitwerking van nieuwe regelgeving (of de wijziging van
bestaande wetteksten) op gebieden die onder de bevoegdheid van de dienst
vallen;
› Deelname aan het Europees beleid op vlak van de strijd tegen de sociale fraude;
› Bilaterale samenwerkingsovereenkomsten op vlak van de strijd tegen de
grensoverschrijdende fraude.
Eén van de taken van de FOD Sociale Zekerheid is de bestrijding van sociale
fraude en zwartwerk. We zien erop toe dat de werkgevers de sociale wetgeving
correct toepassen. Het gaat dan meer specifiek over de RSZ-aangifte (Rijksdienst
voor sociale zekerheid), jaarlijkse vakantie (toekenning van vakantiedagen,
berekening en uitbetaling van vakantiegeld), arbeidsongevallen (afsluiten van
arbeidsongevallenverzekering en aangifte van ongevallen), kinderbijslag, ziekte- en
invaliditeitsverzekering, tewerkstelling van buitenlandse arbeiders en deeltijdse
arbeid.
Naast de dagdagelijkse controles bij werkgevers en in de werkplaatsen, is onze
FOD actief in de strijd tegen mensenhandel.
De bestrijding van mensenhandel en zwartwerk gebeurt over het algemeen
in samenwerking met verschillende federale inspectiediensten: de dienst TSW
(Toezicht op de sociale wetten) van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal
Overleg, de inspectiedienst van de RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) en de
inspectiedienst van de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening). Deze verschillende
diensten werken geregeld samen, en dit via de SIOD (Sociale inlichtingen- en
opsporingsdienst), een overkoepelende organisatie voor alle federale sociale
inspectiediensten.
Om de activiteiten beter op elkaar af te stemmen, sluit de inspectiedienst van de
FOD samenwerkingsprotocollen af met deze diensten.
1 controle op de correcte toepassing van de wetgeving
107
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
1.2 De controles in cijfers
Het onderwerp van de behandelde dossiers was vrij uiteenlopend, zoals blijkt uit
de volgende tabel:
1 Art. 30 bis van de wet van 27 juni 1969: registratie van aannemers2 Art. 17 van het KB van 28 november 1969: vrijstelling van sociale bijdragen voor leiders en monitoren tijdens de schoolvakanties (25 dagen)3 Wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen
Onderwerp Aantal dossiers
Verhouding tot
totaal aantal
dossiers (%)
Sociale Zekerheid 13.526 26,33
Artikel 30bis1 116 0,23
Artikel 17– Sociaal-culturele sector2 95 0,18
Onmiddellijke aangifte van
tewerkstelling10.017 19,50
Sociale zekerheid buitenlanders 589 1,15
Aansluiting sociaal secretariaat 6 0,01
Arbeidsongevallen 6.328 12,32
Kinderbijslag 251 0,49
Ziekte- en invaliditeitsverzekering 636 1,24
Sociale documenten 9.160 17,83
Onderwerp Aantal dossiers
Verhouding tot
totaal aantal
dossiers (%)
Jaarlijkse vakantie 2.556 4,97
Deeltijds werk 5.583 10,87
Arbeidsvergunning 1.509 2,94
Illegaal verblijf 200 0,39
Buitenlandse zelfstandigen –
wet 19653167 0,33
Voorlegging verweermiddelen –
administratieve geldboete3 0,01
Strafwetboek 7 0,01
Dienstencheques 4 0,01
108
JAARVERSLAG 2010
OorsprongOntvangen
opdrachten%
Auditoraatgeneraal en arbeidsauditoraat 3.037 16,95
Procureur des Konings en instructierechter 53 0,30
griffies: mededelingen van vonnissen1 169 0,94
Beleidscel Sociale Zaken 4 0,02
FOD Sociale Zekerheid2 5.075 28,33
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal
Overleg618 3,45
FOD Financiën 104 0,58
Registratiecommissie der aannemers 23 0,13
RSZ 73 0,41
RVA 115 0,64
Openbare instellingen van sociale zekerheid
(vakantiefondsen, kinderbijslagfondsen,
RIZIV, RSVZ)
10 0,06
OorsprongOntvangen
opdrachten%
meewerkende instellingen van
sociale zekerheid (ziekenfondsen,
sociale secretariaten,
arbeidsongevallenverzekering, fondsen
voor bestaanszekerheid)
7 0,04
SIOD + samenwerkingsprotocollen (2003 –
mensenhandel – transport)6.194 34,57
Vakbonden 695 3,88
Particulieren en anderen 1.202 6,71
Andere administraties 219 1,22
Anoniem 318 1,77
TOTAAL 17.916 100,00
1 Vonnissen die ter info aan de Inspectie worden medegedeeld zodat kan worden nagegaan of de werkgever ze naleeft2 Onderzoeken op initiatief van de dienst inbegrepen
109
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
BewegIngde FOD is voortdurend in verandering.
110
JAARVERSLAG 2010
Tot slot blijkt uit de volgende tabel dat in 2010 de meeste werkgevers werden gecontroleerd
in de horeca- en bouwsector en in de sector van de groot- en kleinhandel en het herstel van
voertuigen en andere persoonlijke artikelen.
ActiviteitensectorenAantal
controles
Verhouding tot
totaal aantal
controles (%)
Landbouw – Jacht – Bosbouw – Visserij – Aquacultuur 524 2,96
Winning van delfstoffen: steenkool, aardolie, aardgas, ertsen, stenen en zand, ondersteunende activiteiten
6 0,03
Voedingsindustrie, dranken, tabak 519 2,93
Vervaardiging van textiel – Kleding – Bont – Leer – Lederwaren – Schoeisel - Vervaardiging van artikelen van hout, van papier en karton – Drukkerijen – Reproductie van opgenomen media
110 0,62
Petroleumindustrie, Chemie, Farmaceutica, Rubber en kunststof, Pesticide, Detergent, Lijm 76 0,43
Staalindustrie – metaalindustrie – Vervaardiging, herstelling van machines, voertuigen, motoren, elektrische apparaten, informatica, optische- en medische instrumenten, uurwerken, metaalschrijnwerk, meubelen, sportartikelen en speelgoed, nucleair materiaal, wapens
580 3,27
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom, water, inzameling, Terugwinning, verwerking en verwijdering van afval
41 0,23
Bouwnijverheid – Slopen – Boring – Projectontwikkeling 3.482 19,66
groot- en kleinhandel (brandstoffen inbegrepen), onderhoud en herstel van voertuigen en andere persoonlijke artikelen
3.102 17,51
Vervoer – Opslag – Posterijen en koeriers – goederenbehandeling 821 4,63
hotels – Restaurants – Traiteurs – Cafés – Discotheken 4.262 24,06
Informatie – Communicatie – Persagentschap – Uitgeverij - Bioscoop – Radio – Televisie – Telecommunicatie – Informatica
270 1,52
Financiële bemiddelaars – Verzekeringen – Krediet- en vastgoedactiviteiten – Verwante activiteiten 246 1,39
gespecialiseerde activiteiten: juridisch, boekhouding, architectuur, engineering, speurwerk, publiciteit, fotografie, marktonderzoek, dierenarts, vertalerActiviteiten inzake administratieve dienstverlening: reisbureau, bijstand aan ondernemingen, verhuur van voertuigen en machines, schoonmaak
1.482 8,37
Openbaar bestuur – Onderwijs – gezondheidszorg – Sociale actie – Vakverenigingen – Religieuze organisaties – Kunst, Spektakel, Recreatie – Verenigingen, Sport - herstelling aan huis van apparaten, Andere persoonlijke diensten, haarverzorging, begrafeniswezen
1.247 7,04
Activiteiten van huishoudens – Diensten van huishoudelijk personeel 115 0,65
Extraterritoriale organisaties en lichamen – Onvoldoende omschreven activiteiten 832 4,70
TOTAAL 17.715 100,00
111
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
1.3 Invoering van de e-PV voor onze DG Sociale Inspectie
De dienst Sociale Inspectie heeft in 2010 actief meegewerkt aan de ontwikkeling
van het elektronisch proces-verbaal (e-PV). Het gaat om een transversaal project
om de processen-verbaal inhoudelijk en vormelijk te standaardiseren. In de loop
van 2011 zullen alle inspectiediensten het e-PV-systeem in gebruik nemen. Vanaf
dan behoort het papieren proces-verbaal voor deze diensten tot het verleden. Bij
de politie- en gerechtelijke diensten wordt het e-PV op een later tijdstip in gebruik
genomen.
Het e-PV zorgt niet alleen voor een grotere rechtszekerheid; het leidt ook tot een
administratieve vereenvoudiging. Om de foutenmarge te verkleinen en tijd te
winnen, wordt het e-PV opgesteld aan de hand van een volledige lijst van inbreuken
met de overeenkomstige wettelijke omschrijving ervan en de juiste verwijzingen.
Alle elektronische processen-verbaal worden opgeslagen op een centrale server
van waarop de meest recente (onder meer statistische) gegevens kunnen worden
gedownload.
Contact : [email protected]
112
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is Jean-Hubert, een
26-jarige socioloog die sinds 2 jaar in
het hoofdbestuur van de DG Sociale
Inspectie werkt. Hij werkt mee aan
een volledige en vlot toegankelijke
documentatie voor de teams van
zijn dienst. Hij heeft het met ons
over Hummingbird, het elektronische
platform dat daarvoor gebruikt wordt.
Voor meer informatie kan je terecht bij
" De mentaliteit veranderen om alle informatie en kennis te delen en te verspreiden."
113
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“Ik werk in een vijfkoppig team van tweetalige documentalisten. Heel wat
personeelsleden van onze DG voeren controles op het terrein uit. Zij gaan na of
de werkgevers de lonen op basis waarvan de sociale bijdragen berekend worden,
correct aangeven enzovoort. Tevens bestrijden zij zwartwerk en mensenhandel.
Onze taak bestaat erin alle nodige informatie voor de controleurs en inspecteurs
samen te brengen.
Wij lichten de verschillende wetten en besluiten door die tot de bevoegdheid van de
Sociale Inspectie behoren, schiften de bekendmakingen in het Belgisch Staatsblad
en lijsten ten slotte alle instructies op van de stafvergaderingen over de werkwijze
of interpretatie van bepaalde punten in de reglementering. Het resultaat komt
vervolgens terecht in Hummingbird, de gegevensbank van de Sociale Inspectie. Dit
programma bestond eigenlijk al, maar werd afgestemd op de behoeften van onze
Dienst. Dit platform is dag en nacht beschikbaar via Intranet.
De eerste versie van Hummingbird speelde onvoldoende in op de noden van de
controleurs, die de toepassing bijgevolg zelden gebruikten. Bij de pakken neerzitten
was echter geen optie; wij hebben het over een andere boeg gegooid. Onze collega’s
vroegen een praktische tool; dus hebben wij een gebruiksvriendelijke, eenvoudige,
snelle en ergonomische toepassing uitgewerkt (in goede samenwerking met het ICT-
departement van de FOD). En daar bleef het niet bij. Wij hebben ook veel aandacht
besteed aan de inhoud en didactische, gestructureerde documenten opgesteld
die beantwoorden aan de behoeften. Alles is snel gegaan. In januari 2010 is het
denkwerk van start gegaan en eind augustus – begin september van hetzelfde jaar
is de nieuwe Hummingbird – Hummingbird DMS genoemd – al in productie gegaan.
Om de noden van mijn (op het terrein werkende) collega’s goed te kunnen vatten,
heb ik een opleiding voor nieuwe controleurs gevolgd.
Het platform ondersteunt documenten in alle formaten. Ik wijs erop dat het evenwicht
tussen beide taalrollen gerespecteerd werd voor de gepubliceerde documentatie.
Bovendien is Hummingbird een aanvulling op de elektronische gegevensbanken
(Kluwer en Larcier) die de BIB van de FOD ter beschikking gesteld heeft. Deze
bieden algemene informatie, terwijl Hummingbird meer praktische informatie bevat,
die echt gericht is op het werk van de Sociale Inspectie. Hier komen gegevens
terecht die nergens anders beschikbaar zijn. Een voorbeeld: een bepaald thema
wordt toegelicht aan de hand van een reglementaire tekst en voorzien van de
commentaren van de stafvergadering (hoe moet de tekst geïnterpreteerd worden
en hoe wordt praktisch te werk gegaan?).
Alle medewerkers van de Sociale Inspectie, om en bij de 300 personen, hebben
toegang tot Hummingbird. Alleen al in het eerste semester van 2010 werd de
nieuwe versie bijna dubbel zo vaak geraadpleegd. De controleurs die sinds vorig
jaar bij onze dienst werken, hebben mij gezegd dat zij er alles vinden wat zij nodig
hebben. Niet enkel de reglementering, maar ook informatie voor hun dagelijks werk
(formulieren, procedures, ...).
Het fantastische aan Hummingbird is dat de mentaliteit verandert: de personeelsleden
worden aangespoord niet alles voor zichzelf te houden, maar wel alle informatie
en kennis met elkaar te delen en te verspreiden. Stel: een inspecteur van een
regio schrijft een samenvatting of brochure. Als hij dat wenst – en wij proberen zo
veel mogelijk medewerkers hiervoor op te leiden – kan hij zijn werk publiceren
in de documentaire gegevensbank van de Dienst. Niet enkel de directe collega’s,
maar alle personeelsleden van de Sociale Inspectie zullen dit document dan kunnen
raadplegen.”
hummingbird: nieuw kennisbeheersysteem
114
1.5 Aansluitingsattest voor zelfstandigen uit de Europese Unie
Omdat er een stijgend aantal fictieve aansluitingen zijn, werd de procedure voor
het uitreiken van aansluitingsattesten herzien om het misbruik in het kader van de
inschrijving van EU-onderdanen bij het Vreemdelingenregister in te perken. Voor
deze inschrijving volstaat het gewone aansluitingsattest niet meer en is een nieuw
bijkomend formulier nodig dat speciaal hiervoor werd ingevoerd.
Contact : [email protected]
1.4 Sociale engineering en frauduleuze detachering
Onze FOD richt zich bij de bestrijding van de sociale fraude in het bijzonder tot de
fraude rond socialezekerheidsbijdragen.
We onderscheiden twee vormen:
1. sociale engineeringDit zijn gesofistikeerde constructies waarbij bedragen ten onrechte worden
onttrokken aan de inning van socialezekerheidsbijdragen.
De opbrengst van de regularisaties van deze dossiers (€ 56,4 miljoen) is nauwelijks
lager dan de helft van de totale opbrengst van alle regularisaties.
2. frauduleuze grensoverschrijdende tewerkstellingDe bestrijding van de frauduleuze grensoverschrijdende tewerkstelling richt zich tot
schijndetacheringen, waarbij men geen of slechts gedeeltelijk sociale bijdragen
betaalt voor buitenlanders die tijdelijk in België komen werken.
Om deze fraude aan te pakken, ligt de klemtoon op een goede samenwerking
met de buitenlandse autoriteiten. Zo werd er bijvoorbeeld in 2009 een akkoord
afgesloten met Polen.
JAARVERSLAG 2010
115
2.2 Actieve deelname aan de activiteiten van de SIOD
De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) is een overkoepelende dienst
die de federale sociale inspectiediensten ondersteunt in hun strijd tegen de illegale
arbeid en de sociale fraude. De SIOD is rechtstreeks afhankelijk van de Ministers
van Werk, Sociale Zaken, Justitie en Zelfstandigen en van de Staatssecretaris voor
de Coördinatie van de fraudebestrijding. De FOD Sociale Zekerheid leverde zijn
bijdrage aan de uitvoering van het jaarlijks actieplan van de SIOD door voldoende
middelen – hoofdzakelijk personeel – ter beschikking te stellen van de acties
georganiseerd door de Arrondissementscellen.
In 2010 werden in het kader van een initiatief van de SIOD 21 processen-verbaal
opgesteld.
De FOD zit ook het Directiecomité van deze dienst voor.
2.1 Uitvoering van de samenwerkingsprotocollen
Om de activiteiten beter op elkaar af te stemmen, sluit de inspectiedienst van
de FOD Sociale Zekerheid samenwerkingsprotocollen af met de andere federale
inspectiediensten actief in de strijd tegen de sociale fraude (o.a. de dienst Toezicht
op de sociale wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de
inspectiedienst van de RSZ en de inspectiedienst van de RVA).
Op 1 oktober 2010 ondertekenden de ministers van Sociale Zaken, Arbeid, Justitie,
Zelfstandigen, Binnenlandse Zaken alsook de Staatssecretaris voor de Coördinatie
van de fraudebestrijding, de vertegenwoordigers van de RSZ, de RVA en de directeur
van de SIOD een samenwerkingsprotocol over de bestrijding van ernstige en
georganiseerde sociale fraude. Bij dit protocol hebben de betrokken diensten een
permanente Gemengde Ondersteuningscel opgericht om ervaring en know-how
uit te wisselen, bruikbare en relevante parameters voor datamining vast te leggen
en zo de strijd aan te binden tegen ernstige en georganiseerde sociale fraude.
2 coördinatie van de fraude- bestrijding op Belgisch niveau
JAARVERSLAG 2010
116
JAARVERSLAG 2010
2.4 Knipperlichtfunctie: nationaal en internationaal
De Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid maakt ieder jaar een verslag
op voor de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie) waarin de resultaten van de
DG worden toegelicht. Bovendien beantwoordt de FOD de parlementaire vragen
en de vragen van de verschillende nationale en internationale instellingen. Ook
worden er nota’s opgemaakt over jaarlijkse vakantie, de deeltijdse arbeid, enz.
Met deze nota’s melden we aan de beleidsverantwoordelijken problemen met de
wetgeving, wat soms leidt tot aanpassingen van de wetgeving.
2.3 College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude
In 2008 keurde de ministerraad de oprichting van een College voor de strijd tegen
de fiscale en sociale fraude goed1. Het College is belast met het uitwerken en het
toezien op de gecoördineerde uitvoering van het jaarlijkse plan tegen de fiscale en
sociale fraude, en wordt voorgezeten door de Staatssecretaris voor de Coördinatie
van de fraudebestrijding.
Ook onze FOD maakt deel uit van het College en werd nauw betrokken bij het
opstellen van een actieplan door de Staatssecretaris voor de Coördinatie van
de fraudebestrijding. Onze FOD steunt bovendien de politieke beslissing tot de
oprichting van een observatorium voor de ondergrondse economie door het College
en schreef een nota om deze beslissing te ondersteunen.
Het luik Internationale Samenwerking van het actieplan 2009-2010 besteedt meer
aandacht aan de grensoverschrijdende fraude en aan een betere internationale
gegevensuitwisseling.
1 De staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding zit het college voor. De overheidsdiensten die een centrale rol spelen in de fraudebestrijding, nemen eraan deel. Het college formuleert voorstellen die de coördinatie van de verschillende inspectiediensten doeltreffender maken. Het doet ook voorstellen over specifieke actiepunten, nadat het de prioritaire actiepunten heeft bepaald. Ten slotte formuleert het voorstellen die de uniforme toepassing van de wetgeving garanderen en de gelijke behandeling van de belastingplichtigen en rechthebbenden.
117
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
StIJlde FOD profileert zich als een aantrekkelijke werkgever.
118
JAARVERSLAG 2010
3.2 Bijdrage aan het Europees beleid inzake de sociale fraude
3.2.1. Het kenniscentrum “undeclared work”
Dit kenniscentrum is onder meer belast met:
› coördinatie van onderzoeksprojecten over de ondergrondse economie,
zwartwerk en sociale fraude in België;
› raadpleging inzake fraude-indicatoren en –profielen, die ook bestemd zijn
voor de beleids- en administratieve overheden;
› monitoring van de internationale context van het onderzoek;
› goedkeuring van de resultaten van afgeronde projecten van Europese landen
en partnerorganisaties. In 2010 werd het project ICENUW (zie verder)
voorgesteld in Barcelona, Amsterdam en Rome.
In dit kader werd de eerste fase van de SUBLEC-enquête over zwartwerk afgerond.
Ook werden tijdens de Ad Hoc Working Group on Fraud and Error adviezen
overgemaakt aan de Administratieve Commissie. De FOD Sociale Zekerheid heeft
vervolgens de opdracht gekregen in 2011 een methodologie te ontwikkelen voor
het beheer van risico’s op vlak van fraude en onjuistheden.
Contact : [email protected]
3.1 Bilaterale samenwerkingsakkoorden inzake sociale fraude
De bilaterale akkoorden leggen een rechtsbasis voor de elektronische uitwisseling
van gegevens tussen openbare instellingen van sociale zekerheid. De doelstelling
ervan is dubbel: enerzijds de dienstverlening verbeteren en anderzijds preventie
en opsporing van fraude en fouten, zowel bij de burger als bij de instellingen die
in het proces betrokken zijn.
Op 6 december 2010 werd met Nederland een raamakkoord gesloten met
betrekking tot de administratieve samenwerking en wederzijdse ondersteuning
op vlak van sociale zekerheid.
Contact : [email protected]
3 coördinatie van de fraudebestrijding op Europees en internationaal niveau
119
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
onjuistheden, verkwisting, fraude en corruptie op het gebied van de sociale
zekerheid in de ruime zin. Daarnaast wordt een geografische expansie van het
netwerk naar kandidaat-lidstaten voorzien.
Contact : [email protected]
3.2.2. Europees project ICENUW - Implementing Cooperation in a European Network against Undeclared Work
Dit project wordt gecoördineerd door de FOD en maakt deel uit van het PROGRESS-
programma van de Europese Commissie.
Met ICENUW hebben de arbeidsinspecties, de sociale inspecties en de
belastingsdiensten van 12 lidstaten getracht om, samen met experts uit de
universitaire wereld, een minimale basis voor gemeenschappelijke inspectienormen,
een elektronische “Who’s who” van de betrokken experts, een verzameling best
practices met betrekking tot niet-bindende maatregelen (soft measures) en een
juridisch kader voor de strijd tegen zwartwerk in Europa te creëren.
Contact : [email protected] & [email protected]
3.2.3. Social Integrity Europe (ex-EHFCN+): uitbouw van een Europees netwerk voor de strijd tegen onjuistheden, fraude en corruptie op vlak van sociale zekerheid
EHFCN+ is een Europees netwerk van instellingen die zich bezighouden met de
strijd tegen fraude en corruptie op vlak van geneeskundige verzorging. De FOD
heeft hierbij een raadgevende functie: hij geeft adviezen en stelt zijn netwerk
en contactpersonen ter beschikking. Dit Europees netwerk, intussen omgedoopt
tot Social Integrity Europe, moet zijn activiteiten uitbreiden tot de strijd tegen
120
JAARVERSLAG 2010
JAARVERSLAG 2010
Organisatievermogen
Onze FOD neemt voortdurend nieuwe initiatieven om zijn organisatievermogen te versterken: het gaat bijvoorbeeld om personeelsbeheer, financieel beheer, facility management, IT-vermogen, communicatie, enz.Een sterk organisatorisch vermogen maakt het immers mogelijk om de inhoudelijke opdrachten van de FOD efficiënt en optimaal uit te voeren.
Opdracht 4
122
JAARVERSLAG 2010
diegene die zijn vastgelegd in de overeenkomsten met de openbare instellingen
van sociale zekerheid, namelijk:
› de uitvoering van zijn kerntaken en de kwaliteit van zijn intern beheer
verbeteren;
› bij de werking en de projecten beter rekening houden met de verwachtingen
van de minister en de regering;
› een rationele overlegbasis bieden met betrekking tot het beheer en het
budget van de FOD;
› de huidige logica en dynamiek op het vlak van de modernisering en
professionalisering van het beheer bestendigen;
› zorgen voor meer transparantie betreffende de werking, diensten en
opdrachten.
Aangezien het domein “Governance” van de DG Beleidsondersteuning op dit vlak
al een rijke ervaring had, heeft het Directiecomité hem gevraagd de activiteiten
van de FOD te coördineren voor de voorbereiding van een eerste ontwerp
van bestuursovereenkomst voor de periode 2011-2013. Begin 2010 werd een
werkgroep opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van alle diensten
van de FOD, en werd een portefeuille samengesteld met meer dan 120 projecten
en 58 indicatoren (onderverdeeld in 13 performantie-indicatoren).
De invoering van de prestatieovereenkomst – of bestuursovereenkomst – voor de
federale overheidsdiensten maakt deel uit van een sterke tendens op het vlak
van overheidsbeheer, zowel op het Belgische als op het internationale niveau.
Zo zijn in België op dit moment meer dan 131 overheidsorganisaties door een
beheer- of bestuursovereenkomst gebonden aan hun bevoegde overheid. Op
federaal niveau beschikken 10 overheidsbedrijven en 16 overheidsinstellingen
van sociale zekerheid over een dergelijk instrument. De beslissing om dit soort
relaties in te voeren voor de federale overheidsdiensten gaat terug op het
federaal regeerakkoord van 18 maart 2008 en op de beleidsnota van de Minister
van Ambtenarenzaken die op 29 oktober 2009 in de Kamer werd voorgesteld.
De bestuursovereenkomst is een contract tussen de beheerders-mandatarissen
van een administratie (FOD, POD, parastatale, OISZ, agentschap, enz.) en de
toezichthoudende overheid, waarbij de organisatie zich ertoe verbindt voor
rekening van de toezichthoudende overheid bepaalde doelstellingen te halen en
deze laatste zich ertoe verbindt de acties van de organisatie zo goed mogelijk te
ondersteunen. De vastgelegde operationele doelstellingen in zo’n overeenkomst
gaan over het algemeen over de uitvoering van de kerntaken en worden
gekoppeld aan een werkingsbudget voor de duur van de overeenkomst. De
uitvoering van deze overeenkomst moet regelmatig door beide partijen worden
opgevolgd.
Na de ondertekening van de overeenkomst met de FOD Personeel en Organisatie
in 2009 heeft de FOD Sociale Zekerheid zich kandidaat gesteld om als één van
de eerste FOD’s een overeenkomst voor te leggen aan zijn bevoegde minister.
Onze FOD vindt dat hij over een dergelijk instrument moet beschikken omdat we
ervan overtuigd zijn dat een FOD-overeenkomst dezelfde voordelen zal bieden als
1 Een nieuw beheersinstrument: de bestuursovereenkomst
123
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
4. Het organisatievermogen van de dienst verbeteren door transversale
projecten op te starten die ertoe kunnen bijdragen dat de FOD de drie
andere beleidsassen beter kan uitvoeren en zijn vernieuwende arbeids- en
werkingscultuur kan handhaven.
Bij het opstellen van de projectenportefeuille moeten consequente keuzes
gemaakt worden. Daarom heeft het Directiecomité eind 2010 beslist een
hiërarchische prioriteitenlijst op te stellen en bij de FOD een permanent Project
Management Office op te richten. Het nieuwe voorontwerp van overeenkomst is
voorzien voor het eerste semester 2011.
Vanuit zijn ervaringen met de overeenkomsten van de OISZ en zijn eigen
overeenkomst heeft de FOD getracht een methodologie te ontwikkelen voor
het opmaken van een bestuursovereenkomst. Een eerste versie van deze
methodologie werd in 2010 opgesteld.
Contact : [email protected]
Met dit document verbindt de FOD Sociale Zekerheid zich ertoe om zijn vier
kerntaken zo goed mogelijk uit te voeren:
1. De gebruikers een snelle en goede dienstverlening verzekeren. De FOD
Sociale Zekerheid is een gediversifieerde organisatie waarbinnen verschillende
dienstverleningspakketten worden aangeboden, georiënteerd op een cliënteel
dat bestaat uit verschillende maatschappelijke doelgroepen. De FOD verbindt
zich ertoe zijn dienstverlening te onderwerpen aan een aantal kwaliteitscriteria:
correcte en snelle beslissingen en uitbetalingen; duidelijke, nauwkeurige en
snelle informatie; een toegankelijke administratie en een correcte en snelle
behandeling van de klachten van de gebruikers.
2. Kwaliteitsvolle ondersteuning bieden bij de uitwerking en
voorbereiding van het sociaal beleid. De FOD verbindt zich ertoe om, in de
geest van partnerschap en een gemeenschappelijk projectenbeheer, zijn partners
zo goed mogelijk te ondersteunen bij de uitwerking en de voorbereiding van het
sociaal beleid.
3. Degelijke ondersteuning bieden voor de strijd tegen de sociale fraude.
De FOD verbindt zich ertoe het beleid op vlak van de strijd tegen de sociale fraude
zo goed mogelijk te ondersteunen.
124
JAARVERSLAG 2010
2 De personeelsdienst van de FoD
Het team “People Investment” (werving en selectie, opleiding, sociale relaties,
interne communicatie P&O) werd opgeleid en gecoacht om zelfstandiger te leren
werken. Het team heeft zijn processen en organisatie hervormd om vanaf 2011
kritische projecten te kunnen opstarten voor de ontwikkeling van onze organisatie.
De voorbereidingen voor het federaal project e-HR zijn bijzonder goed opgeschoten
(tests, aanpassing van de gegevens, adviezen aan het stuurcomité, beheer van
de datakwaliteit). In het kader van pData (systeem voor het verzamelen van
P&O-gegevens op federaal niveau) werden de gegevens van de laatste drie jaar
bijgewerkt, ondanks de technische moeilijkheid om ze te vinden en aan elkaar
te koppelen.
Op een jaar tijd werd de personeelsenveloppe verminderd met 2,5%. Toch is onze
FOD erin geslaagd een budget uit te trekken om ten opzichte van de jobstudenten
een diversiteitbeleid te voeren. Bovendien zijn de prestatie-indicatoren inzake HR
nog steeds positief en bleef de sociale vrede gehandhaafd.
Het P&O-team bezocht tal van congressen om te pleiten voor de organisatieprocessen
die onze dynamische werkomgeving en vertrouwenscultuur kenmerken. Bovendien
was onze FOD betrokken bij HR Excellence in Public Sector and beyond (HREPS -
http://www.peoplesphere.be/nl/): we namen actief deel aan de activiteiten,
de uitwerking van projecten en de organisatie van seminaries. Daarnaast is onze
organisatie het eerste corporate lid geworden van de internationale denktank “The
Future of Work” (www.futureworkforum.com), die zich toelegt op de verspreiding
van vernieuwende en inspirerende concepten op het vlak van arbeidsorganisatie.
Om je een beeld te geven van onze activiteiten geven we tot slot een beknopte
uiteenzetting van de ontwikkeling van onze projecten “Talent en Organisatie”. In
2.1 Belangrijkste projecten uitgevoerd door de dienst P&O in 2010
De ontwikkeling van de dienst P&O werd in 2010 verdergezet.
De nadruk lag op:
› het herbepalen van de interne rollen en verantwoordelijkheden;
› de verdeling van de processen om de dienstverlening voor onze interne
klanten te verbeteren;
› de reorganisatie van onze activiteiten op basis van het model van Dave Ulrich
(HR Champion, 1998).
Wat onze werking betreft, waren de omstandigheden uitzonderlijk. Onze FOD moest
immers het hoofd bieden aan een aanzienlijke vermindering van zijn loonmassa
(-2,5%). Dankzij een strikt budgettair beheer kon de personeelsenveloppe op een
gezonde en toch betere manier worden georganiseerd: 99,7% van de beschikbare
middelen werd gebruikt.
De werking en organisatie van alle cellen werden opnieuw bekeken. Zo werden
de activiteiten van de beheerders volledig gereorganiseerd. De dossiers werden
toegekend per taalrol en per type overeenkomst (statutairen / contractuelen),
waardoor elke DG en elke afdeling kan rekenen op een degelijke opvolging. We
hebben verder werk gemaakt van een gesplitste organisatie, met een “front desk”
(dossierbeheerders in direct contact met de collega’s) en het team van juridisch
experts (die de dossierbeheerders en de andere collega’s van P&O ondersteunen).
125
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
B. Ontwikkelcirkels in teamIn 2009 werden de ontwikkelcirkels in team uitgebreid naar de hele FOD. Elk
team legde voor zichzelf concrete teamdoelstellingen vast. Eind 2010 vonden de
eerste teamevaluaties plaats en werden nieuwe doelstellingen vastgelegd voor
2011. Indien ze dit wensten konden de teams een beroep doen op de cel Talent
en organisatie en op de P&O-coaches.
2.1.2 Pijler “Talenten”
Leeftijdspiramide - VergrijzingHet openbaar ambt vergrijst zienderogen. Zoals onze leeftijdspiramide aantoont,
ontsnapt ook onze FOD niet aan deze evolutie. De komende 10 jaar zal bijna 40%
van onze medewerkers met pensioen gaan.
maart 2010 werd binnen de stafdienst P&O de cel “Talent en Organisatie” opgericht.
Deze cel gaat te werk op basis van vier pijlers:
› Resultaten: evolutie naar een resultaatgerichte organisatie;
› Talenten: de talenten bij onze FOD kennen, naar waarde schatten en benutten;
› Waarden: uiten zich in een concrete houding en zijn fundamenteel voor de
samenhang van onze organisatie;
› Leadership: de teamchef is als een scheepskapitein die, bron van bezieling
en baken van visie, het FOD-schip veilig de haven binnenloodst.
Voor meer informatie over de hieronder behandelde projecten: [email protected] & [email protected]. Meer algemeen kan je met al je vragen over P&O terecht bij [email protected] of via twitter: @happy_laurence.
2.1.1 Pijler “Resultaten”
A. Leiding geven in een veranderde werkomgevingOm onze teamverantwoordelijken te ondersteunen in de nieuwe werkomgeving
(telewerk, dynamic office, afschaffing prikklok, enz.) werd het ontwikkelingstraject
“Leiding geven in een veranderde werkomgeving” uitgestippeld.
Vier testgroepen van de Directie-generaal Personen met een handicap volgen
gedurende één jaar een parcours in het kader waarvan ze op basis van hun
specifieke behoeften verder zullen evolueren naar resultaatgerichtheid, feedback
op afstand en de ontwikkeling van het team.
126
JAARVERSLAG 2010
De volgende tabellen geven een overzicht per geslacht, niveau en DG/SD in juni
2010:
50+ %
man 215 41 %
Vrouw 269 59 %
50+ %
A 133 27 %
B 94 19 %
C 155 32 %
D 102 21 %
50+ %
Diensten van de Voorzitter &
Dienst Logistiek48 46 %
SD Budget & Beheerscontrole 12 54 %
SD Personeel & Organisatie 14 27 %
SD ICT* 19 37 %
Dg Beleidsondersteuning 27 43 %
Dg Sociaal Beleid 24 37 %
Dg Sociale Inspectie 107 34 %
Dg Zelfstandigen 54 45 %
Dg Personen met een handicap 168 38 %
Dg Oorlogsslachtoffers 11 37 %
Voor sommige DG’s en stafdiensten zou het nakende vertrek van medewerkers kunnen
leiden tot het verlies van kennis en ervaring. Dit werd eind 2010 vastgesteld; begin 2011
werden concrete acties ondernomen.
* De medewerkers van de Smals-MvM worden hier buiten beschouwing gelaten
127
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
128
JAARVERSLAG 2010
2.1.3 Pijler “Waarden”
A. Onze waarden in de praktijk brengenIn 2007 legde de FOD voor zichzelf vijf kernwaarden vast: respect, solidariteit,
vertrouwen, zelfontplooiing en resultaatgerichtheid. Onze waarden vormen een
gemeenschappelijke band tussen onze medewerkers en zijn een leidraad voor ons
doen en laten. Om al onze medewerkers de kans te geven deze waarden in de
praktijk te brengen, werden ze opgenomen in de ontwikkelcirkels en vormen ze
een centraal aspect van de verschillende activiteiten en evenementen die jaarlijks
georganiseerd worden.
In maart 2010 ontvingen alle personeelsleden de brochure “Onze 5 waarden. Breng
ze tot leven!”, met 500 gedragstips die tijdens een workshop door onze collega’s
werden vastgelegd en bij één van de 5 waarden ondergebracht. Deze aanbevelingen
vertalen onze waarden in dagelijkse concrete handelingen. Daarnaast werden ze
gebruikt bij de formulering van de ontwikkelingsdoelstellingen in het kader van
de ontwikkelcirkels.
Bij bepaalde evenementen wordt een van de waarden in de kijker geplaatst, zoals
bij het ‘Goeiemorgen-‘ontbijt (respect) of de Kerstmarkt (solidariteit).
B. Diversiteit & Welzijn- Diversiteit bij de FOD Sociale ZekerheidBij onze FOD is diversiteit een essentieel aspect van een duurzaam personeelsbeleid,
en wordt er rekening gehouden met de specificiteit van elk individu en de levensfase
waarin hij of zij zich bevindt. Iedereen krijgt de kans zijn loopbaan vorm te geven
en zichzelf te ontplooien. Iedereen krijgt gelijke kansen en een gelijke behandeling,
en elke vorm van discriminatie is uit den boze. Voor elke medewerker gaan we op
zoek naar een evenwicht tussen werk, zelfontplooiing en vrije tijd. De vijf waarden
van de FOD dienen hierbij als basis. Het diversiteitsbeleid is bestemd voor alle
personeelsleden van de organisatie, maar waar nodig wordt bijzondere aandacht
besteed aan specifieke doelgroepen.
- Actieplan Personen met een handicapIn 2010 heeft de stafdienst P&O een professionele organisatie de opdracht gegeven
de HR-processen onder de loep te nemen en een analyse uit te voeren van eventuele
vooroordelen binnen onze FOD ten aanzien van de insluiting van personen met
een handicap. Concreet ging het om een analyse van de HR-processen inzake
aanwerving, selectie en het ontwikkelingsbeleid. Aan de hand van een enquête
werd verder nagegaan hoe de medewerkers staan ten opzichte van personen met
een handicap. In het verlengde van deze enquête werden daarnaast een aantal
workshops georganiseerd met teamverantwoordelijken, medewerkers met een
handicap en experts.
Op basis van de aanbevelingen van deze audit werd een actieplan uitgewerkt om in
de toekomst het tewerkstellingsquotum van 3% voor personen met een handicap
te halen en deze mensen zo goed mogelijk in onze FOD te integreren. In 2011
zullen nog verschillende acties volgen: opleiding/sensibilisering met rollenspel/
aanbrengen van hulpmiddelen voor de P&O-correspondenten om hen bewust te
maken van de problematiek inzake het onthaal en de insluiting van personen
met een handicap bij de diensten; opstellen van een “integratieprotocol” voor de
personen met een handicap die bij de FOD werken.
129
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
B. Federaal leadership-trajectAangezien onze organisatie veel belang hecht aan leadership, moedigen we onze
teamverantwoordelijken aan om deel te nemen aan de federale leadership-trajecten
die worden georganiseerd door het OFO (het Opleidingsinstituut van de Federale
Overheid) en Vitruvius. In 2010 zijn zeven collega’s met het Vitruvius-programma
begonnen en hebben 11 anderen het tweejarig traject van OFO aangevat (tactisch
en operationeel leadership).
- Vaccinatie tegen de seizoensgriep255 personeelsleden lieten zich inenten tegen de seizoensgriep. Dit zijn er 55
minder dan in 2009.
- Programma inzake preventieve geneeskundige verzorgingHet programma inzake preventieve geneeskundige verzorging, dat in 2009 bij onze
FOD werd ingevoerd om de gezondheid van de personeelsleden te bevorderen,
werd in 2010 verdergezet. De personeelsleden kunnen op eigen initiatief een
arts raadplegen om een gezondheidsbalans te laten opmaken of therapiesessies
te volgen bij een kinesitherapeut, diëtist, psycholoog, enz. Hiervoor heeft elk
personeelslid recht op vijf dagen dienstvrijstelling over een periode van vijf jaar.
De kosten zijn wel voor rekening van de medewerker die dit aanvraagt. Elke
medewerker met minstens twee jaar anciënniteit kan zich inschrijven.
2.1.4 Pijler “Leadership”
A. Coaches Sinds 2003 bestaat er bij onze FOD een team van coaches voor de ontwikkelcirkels.
Hun rol bestaat erin de ontwikkelcirkels bij onze FOD te helpen invoeren en
de teamverantwoordelijken te ondersteunen bij dit nieuwe prestatie- en
ontwikkelingsbeheersysteem. In 2010 kregen deze coaches tijdelijk een grotere
rol als begeleiders van de teamcoaches. Tijdens een tweedaags seminarie werd
hun opdracht afgerond.
130
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is de 40-jarige
Laurence, commercieel ingenieur van
opleiding en sinds het najaar van 2009
onze nieuwe personeelsdirectrice.
Zij heeft haar dienst aangepast aan
de cultuuromslag van de FOD en de
toekomstige uitdagingen. Zij licht een
tipje van de sluier op.
Voor meer informatie kan je terecht bij
[email protected] of op Twitter: #happy_laurence
" Beschik je over minder middelen, dan leer je er creatiever mee om te gaan."
131
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“In 2010 heb ik voorgesteld de structuur van onze dienst Personeel & Organisatie af
te stemmen op de evolutie van onze FOD. Ik geef je graag een woordje uitleg.
Onze eerste activiteitenpijler is “Business Partner”, een langetermijnvisie voor de
processen en instrumenten voor personeelsbeheer. Hierbij denk ik meer bepaald
aan”e-HR”. Dit project behelst de digitalisering van de processen en HR-gegevens
op federaal niveau en zal in 2012 in gebruik genomen worden. Tevens brengen wij
de processen in kaart: de verantwoordelijkheden van alle personeelsleden worden
beschreven, zodat zij weten wat precies van hen verwacht wordt.
Sinds 2009 nemen wij ook deel aan de FED20, een federale benchmarking aan de
hand van prestatie-indicatoren op HR-gebied. Hierbij komen nog de planning en het
budgetbeheer van het personeelsplan.
Voor de tweede pijler, de beleidsvisie vanuit het oogpunt van de mensen, hebben
wij de cel ”Talent & Organisation” opgericht. Deze afdeling concentreert zich op
vier speerpunten: resultaatgerichtheid, talentontwikkeling, integratie van de FOD-
waarden in het dagelijkse leven en leiderschap. Dankzij organisatieontwikkeling
kunnen wij de nagestreefde doelstellingen van onze FOD waarmaken. Dit team leidt
de tevredenheidsmetingen.
“Administrative Expert”, een op processen/business gerichte kortetermijnvisie, is de
derde pijler. Dit team beheert de dossiers van al onze personeelsleden en bestaat
uit eerstelijnsmedewerkers per directie-generaal, dienst of beleidscel, taalrol en
administratief statuut. Zij worden bijgestaan door een expertisecel voor aspecten op
grotere schaal (zoals de reglementaire aspecten en gecertificeerde opleidingen) – die
de volledige FOD betreffen.
De vierde pijler, eveneens een kortetermijnvisie maar op mensen gericht, heet “People
Investment”. Daar krijgen onze jaarplannen vorm: opleiding, werving en selectie,
bevorderingen, communicatie.
Ook het beheer van de relaties met de sociale partners behoort tot ons takenpakket.
In deze nieuwe structuur, naar het model van Dave Ulrich, hebben onze (ongeveer)
40 medewerkers een beter zicht op wat zij kunnen betekenen in de verschillende
processen en kan tevens een grotere nadruk gelegd worden op het menselijke
aspect aangezien onze FOD zeer “teamgericht” is. Wij hopen zodoende tot een betere
dienstverlening te komen. Wij zijn dan ook enorm tevreden met de monsterscore die
de interne tevredenheidsenquête ”We4You” ons opgeleverd heeft: 82,7 %.
Ondanks dit schitterende resultaat blijven wij streven naar meer kwaliteit:
› nog grotere “klantgerichtheid”;
› hogere kwaliteit van de gegevens die wij invoeren;
› nadruk op opleidingen (met een plan voor de hele FOD en bijzondere aandacht
voor leiderschap);
› aantrekkelijkere carrièremogelijkheden voor de personeelsleden;
› blijvende inzet op het vlak van leiderschapsontwikkeling.
Ik ben hier in een enigszins bijzondere periode gestart: kort na mijn komst is de
regering in lopende zaken gegaan. Deze situatie brengt heel wat problemen mee
(geen bevorderingen, geen middelen voor nieuwe projecten, …), maar dit beschouw
ik als een uitdaging. Door een beperkt budget word je je echt wel bewust van de
strategische posten en wordt de solidariteit bij de managers versterkt. Beschik je over
minder middelen, dan leer je er creatiever mee om te gaan!”
Een nieuwe structuur voor het departement P&o
132
JAARVERSLAG 2010
D. Spreiding per Directie-generaal (DG) of Stafdienst (SD)De onderstaande tabel geeft het aantal medewerkers weer per directie-generaal
(DG) of stadienst (SD). Hieruit blijkt dat de DG Personen met een handicap en de DG
Sociale Inspectie de meeste medewerkers tellen (respectievelijk 34,56 en 24,96%).
2.2 Ons personeel in cijfers
A. Statuut – taalrol – niveau - geslacht
De FOD Sociale Zekerheid telt 1.302 medewerkers, waaronder 337 contractuelen en 965 statutairen. 646 personeelsleden zijn Franstalig (49,62%), 656 Nederlandstalig (50,38%).364 collega’s behoren tot niveau A, 337 tot niveau B, 415 tot niveau C en 186 tot niveau D.Onze FOD stelt 761 vrouwen (58,45%) en 541 mannen (41,55%) tewerk.
B. Arbeidstijd70,51% van onze medewerkers werkt voltijds; 16,13% werkt 4/5.
C. LeeftijdDe meeste medewerkers (420 personen of 32,26%) zijn tussen 50 en 59 jaar oud. Ongeveer 66% van onze medewerkers zijn ouder dan 40. De volledige leeftijdspiramide ziet er als volgt uit:
Leeftijdscategorie Aantal personen Percentage
<25 15 1,15 %
>=60 77 5,91 %
25-29 113 8,68 %
30-39 296 22,73 %
40-49 381 29,26 %
50-59 420 32,26 %
Totaal 1.302 100,00 %
Diensten Aantal personen Percentage
Dg Beleidsondersteuning 66 5,07 %
Dg Personen met een handicap 450 34,56 %
SD ICT (zonder Smals) 52 3,99 %
Dg Zelfstandigen 122 9,37 %
Dg Sociale Inspectie 325 24,96 %
SD P&O 52 3,99 %
Dg Sociaal Beleid 68 5,22 %
Dg Oorlogsslachtoffers 32 2,46 %
Diensten van de Voorzitter 33 2,53 %
SD B&B 23 1,77 %
SD Logistiek 74 5,68 %
Varia 5 0,38 %
Totaal 1.302 100,00 %
133
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
2.3 Telewerk
Op 31 december 2010 telde onze FOD 521 telewerkers. 185 daarvan begonnen
met telewerk in de loop van 2010. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de meeste
telewerkers die in 2010 met telewerk begonnen zijn, vrouwen zijn (69,2%) en
tot niveau C behoren (49,2%). 63,8% van deze telewerkers werken één dag per
week thuis.
Aantal nieuwe telewerkers in 2010
geslacht Totaal
V 128 69,19 %
m 57 30,81 %
Totaal 185 100,00 %
Aantal nieuwe telewerkers in 2010
Taalrol Totaal
FR 103 55,68 %
nL 82 44,32 %
Totaal 185 100,00 %
Aantal nieuwe telewerkers in 2010
Categorie Totaal
Contractueel 75 40,54 %
Statutair 110 59,46 %
Totaal 185 100,00 %
Aantal nieuwe telewerkers in 2010
Aantal dagen telewerk per week Totaal
1 118 63,78 %
2 37 20,00 %
3 30 16,22 %
Totaal 185 100,00 %
Aantal nieuwe telewerkers in 2010
niveau Totaal
A 56 30,27 %
B 12 6,49 %
C 91 49,19 %
D 26 14,05 %
Totaal 185 100,00 %
134
JAARVERSLAG 2010
Daarnaast hebben een aantal personeelsleden de FOD verlaten: 29 statutairen et
20 contractuelen. De volgende tabel licht deze cijfers toe:2.4 Personeelsbeweging
In 2010 verwelkomde onze FOD 22 statutaire en 12 contractuele medewerkers.
De volgende tabel licht deze cijfers toe:
Instroom in 2010 (statutairen) Taalrol
niveau FR nL Totaal
A 2 5 7
B 6 7 13
C 1 1 2
D
Totaal 9 13 22
Uitstroom in 2010 (statutairen) Taalrol
niveau FR nL Totaal
A 9 6 15
B 6 7 13
C 1 4 5
D 4 4 8
Totaal 20 21 41
Instroom in 2010 (contractuelen) Taalrol
niveau FR nL Totaal
A
B 6 2 8
C 1 3 4
D
Totaal 7 5 12
Uitstroom in 2010 (contractuelen) Taalrol
niveau FR nL Totaal
A 5 2 7
B 1 1 2
C 8 4 12
D 2 6 8
Totaal 16 13 29
135
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
2.5 Opleidingen
In 2010 volgden de medewerkers van de FOD Sociale Zekerheid allen samen
1.000 dagen opleiding. De Franstalige medewerkers hebben een hoger aantal
opleidingsdagen gevolgd dan hun Nederlandstalige collega’s. Bovendien nemen
we een verschuiving waar wat betreft de verhouding tussen het aantal interne en
externe opleidingen: er werden meer externe opleidingen gevolgd.
Aantal dagen opleiding
Taalrol 2009 2010
FR 692,80 622,00
nL 561,60 378,00
Totaal 1.254,40 1.000,00
Interne / Externe opleidingen in %
Taalrol2009 2010
Intern Extern Totaal Intern Extern Totaal
FR 7,08 % 48,15 % 55,23 % 9,75 % 52,45 % 62,20 %
nL 1,72 % 43,05 % 44,77 % 6,35 % 31,45 % 37,80 %
Totaal 8,80 % 91,20 % 100,00 % 16,10 % 83,90 % 100,00 %
136
2.6 Relatie met de vakorganisaties
A. BasisoverlegcomitéIn 2010 vonden tussen de FOD en de syndicale organisaties zes overlegvergaderingen
plaats rond materies die gevolgen hebben voor het personeel van de FOD
(personeelsplan, arbeidsduur, werktijdregeling, werkomgeving, telewerk, enz.).
B. Basisoverlegcomité preventie en bescherming op het werkIn 2010 waren er 8 vergaderingen van dit Basisoverlegcomité, een overlegplatform
met de syndicale organisaties van onze FOD voor preventie en bescherming van
de medewerkers op de werkvloer.
C. Sectorcomité XIIIHet Sectorcomité XIII kwam in 2010 één keer samen om te overleggen over
Fedasil. Het is bevoegd voor onze FOD, de POD Maatschappelijke Integratie, de
Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen,
het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers en de Ombudsdienst
Pensioenen. In het Sectorcomité wordt onderhandeld over de basisregelingen van
het administratief statuut en de bezoldigingsregeling.
Werpen we een blik op het soort opleiding, dan merken we dat taalcursussen en
opleidingen rond communicatie en persoonlijke efficiëntie veel succes kennen.
Aantal opleidingsdagen per onderwerp (interne en externe opleidingen)
Onderwerp Intern Extern Totaal
Bureautica 48 57,5 105,5
Communicatie
(persoonlijke effectiviteit)0 85 85
Economie-budget-financiën 0 5 5
ICT (Informatica) 0 2 2
moedertaal 0 24 24
Talen 63 442,5 505,5
management 0 128,5 128,5
Administratie en recht 0 52 52
Beroepstechnieken 14 42,5 56,5
Duurzame ontwikkeling &
leefmilieu36 0 36
Totaal 161 839 1.000
JAARVERSLAG 2010
137
Vanaf 1 december 2009 werden de eerste vastleggingen in SAP ingevoerd. Sinds
1 januari 2010 worden de facturen geregistreerd en betaald in SAP. Ook de toelagen,
subsidies en inkomsten worden sinds 2010 volgens de nieuwe principes in SAP
ingevoerd. Eind 2010 waren 85 personeelsleden actief in het kader van SAP.
Dankzij hun enthousiasme en ijver alsook de ondersteuning van de chefs werd
het FEDCOM-project een succes. Het systeem kende wel een aantal kinderziekten,
maar hiervoor werd al snel een oplossing gevonden en na enkele weken konden
we een verbetering van de verwerkingstermijnen waarnemen.
De rapportage verbeteren, nieuwe functionaliteiten ontdekken, digitalisering en
automatisering, …: ook in 2011 en daarna vormt FEDCOM een uitdaging voor de
FOD Sociale Zekerheid.
Contact : [email protected]
3.1 FEDCOM
Het project FedCOM heeft als doel om de boekhouding en het budgetbeheer in alle
federale overheidsdiensten te moderniseren. De belangrijkste wijzigingen kunnen
in drie punten worden samengevat:
1. een nieuw informaticaprogramma voor het financieel beheer,
2. een nieuwe wetgeving en
3. nieuwe werkprocedures voor de betrokken diensten.
Dit project wordt gecoördineerd door de FOD Budget en Beheerscontrole. Alle
FOD’s zouden tegen 2012 in SAP moeten werken volgens de nieuwe richtlijnen. Na
afloop van het project moeten alle federale overheidsdiensten over een drieledige
boekhouding beschikken:
1. een budget,
2. een (dubbele) algemene boekhouding
3. een analytische boekhouding.
Samen met drie andere FOD’s en POD’s maakte de FOD Sociale Zekerheid deel uit
van een eerste “roll-out”. Vanaf het budget 2010 moesten alle financiële transacties
in SAP worden ingevoerd. Om deze verandering voor te bereiden werden alle
financiële en administratieve procedures van de FOD (betalingen aan personen
met een handicap, niet-fiscale inkomsten, betaling van toelagen, enz.) in 2009
geanalyseerd en aangepast. Er werden cursussen georganiseerd voor het gebruik
van deze nieuwe informatietoepassing.
3 FinanciënJAARVERSLAG 2010
138
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is Dries, een 29-jarige
econoom van de dienst Budget en
Beheerscontrole van de FOD en een van
de twee projectleiders van FEDCOM.
Voor meer informatie kan je terecht bij
" Het is echt een nieuwe manier van samenwerken, die zijn vruchten afwerpt."
139
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“Eerst wil ik erop wijzen dat FEDCOM een interfederaal project is. Het is bedoeld
voor alle FOD’s en POD’s. De FOD Budget en Beheerscontrole heeft het initiatief
genomen; de FOD Volksgezondheid en de horizontale FOD’s fungeerden in de eerste
fase als “pilootdiensten”. Nu nemen wij deel aan de volgende fase: de eerste
“roll-out”. Meerdere FOD’s hebben FEDCOM dit jaar ingevoerd en in 2012 volgen
nog andere FOD’s, zoals Binnenlandse Zaken of Justitie. Dit project moet leiden tot
een evenwichtige boekhouding, boekhoudprogramma’s en een totaalbeeld van
het budget.
In 2008 hebben wij onze werkwijze onder de loep genomen. Het jaar erop hebben
8 vrijwilligers, “key users”, de analyse afgerond, een opleiding gevolgd en tests
uitgevoerd. Er werd geopteerd voor de “train-the-trainermethode”: voor elk FEDCOM-
domein (ontvangsten, uitgaven, begroting enzovoort) werd in de FOD Budget een
medewerker geschoold, die op zijn beurt zijn collega’s in de materie opleidde en
procedurehandboeken schreef.
In 2010 werd FEDCOM geïmplementeerd: wij wilden op 1 januari 2010 operationeel
zijn en gingen daarom op 1 december 2009 in productie. 92 personeelsleden
(van alle niveau’s) werken thans in SAP (een programma voor het beheer van
ondernemingen): niet alleen B&B, maar ook de budgettair correspondenten in alle
diensten maken gebruik van FEDCOM.
De bestaande procedures moesten plaats ruimen voor een nieuwe manier van
werken: nieuw circuit voor de facturen, op termijn digitalisering van alle documenten,
boekingen, … Aanvankelijk werden wij bedolven onder de vragen, maar de
personeelsleden hebben heel positief gereageerd en zich de nieuwe taken snel
eigen gemaakt.
Wij zijn zeer tevreden over het nieuwe systeem. Dankzij zijn complexiteit biedt
FEDCOM diverse mogelijkheden en voordelen (brede waaier op het vlak van
rapportage bijvoorbeeld). Daarom krijgen wij nu nog steeds vragen en organiseren
wij regelmatig opleidingen. De configuratie van de applicatie is stabiel, maar ze
zal nog veranderen naar aanleiding van eventuele opmerkingen van de gebruikers
en van specifieke noden van FOD’s die op de kar zullen springen. Vandaag is
de “projectfase” afgerond en bevinden wij ons in de fase van de dagdagelijkse
activiteiten.
Het interessante van dergelijke interdepartementale projecten zijn onder meer de
vele formele en informele contacten met de andere FOD’s. Met zijn ingewikkelde
analyse en lange opleidingsperiode was FEDCOM bepaald geen sinecure. Het heeft
veel energie gekost, maar het resultaat mag er zijn. FEDCOM is niet zomaar een
informaticaprogramma; het is echt een nieuwe manier van samenwerken (voor
iedereen, ook voor de leveranciers), die zijn vruchten reeds afwerpt: kortere
betalingstermijnen, verschillende analysemogelijkheden, …”
FeDcOM, een interfederaal project voor een evenwichtige boekhouding
140
3.3 Subsidies, toelagen,
Het budget van de FOD Sociale Zekerheid bedraagt bijna 10 miljard euro.
Onderstaande tabel toont de grootste uitgavenposten en vergelijkt de kredieten
met die van 2009.
Aantal vastleggingen: 3.734 in 2010, 820 in 2009.
Aantal ordonnanceringen: 18.605 in 2010, 20.450 in 2009.
Contact : [email protected]
3.2 Personeels- en werkingskosten
In 2010 bedroegen de kredieten voor personeels- en werkingskosten in totaal
109.134.000 €.
Contact : [email protected]
PERSOnEELS- En WERKIngSKOSTEn
UitgavenpostenKredieten 2010
(x 1000 € )
Kredieten 2009
(x 1000 € )
personeelskosten beleidscellen 8.500 9.739
werkingsmiddelen beleidscellen 3.203 1.472
personeelskosten FOD Sociale
Zekerheid62.687* 57.702
Werkingskosten FOD Sociale
Zekerheid34.744 32.465
Totale kosten werking en
personeel109.134 101.378
SUBSIDIES, TOELAgEn, TEgEmOETKOmIngEn
UitgavenpostenKredieten 2010
(x 1000 € )
Kredieten 2009
(x 1000 € )
Subsidies voor het statuut der zelfstandigen 1.263.036 1.270.904
Tegemoetkomingen voor personen met een handicap 1.842.116 1.774.284
globale Rijkstoelage voor de RSZ (Rijksdienst voor
Sociale Zekerheid)5.818.698 5.836.265
Toelage voor de DOSZ (Dienst voor de overzeese
sociale zekerheid)310.044 308.848
gewaarborgd inkomen voor bejaarden 435.606 390.253
Subsidie voor het IV-nIOOO (Instituut voor Veteranen
– nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-
strijders en Oorlogsslachtoffers)
39.202 43.069
Burgerlijke slachtoffers van de oorlog 1940-45 33.958 36.578
Totaal subsidies en tegemoetkomingen 9.742.660 9.660.201
JAARVERSLAG 2010
tegemoetkomingen
141
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
tegemoetkomingen
142
JAARVERSLAG 2010
4.2 Optimalisering van de installatie van onze diensten in de Finto
Bij de DG Personen met een handicap werd het project “Digitalisering Dossiers
Personen met een handicap” voortgezet. De mobiele archiefrekken zijn
verdwenen, wat voor extra werkruimte heeft gezorgd. Op die manier heeft de
DG Personen met een handicap een interne verhuizing mogelijk gemaakt: de
dienst P&0 kon van de 4de naar de 6de verdieping en de vrije ruimte op de 4de
verdieping kon vervolgens worden ingenomen door de Helpdesk van ICT en de
dienst Communicatie.
Om zijn dienstverlening voor externe klanten nog verder te verbeteren zal de
dienst Logistiek op de verdieping -2 een moderne conferentiezaal inrichten
midden 2012.
Er werden ook verfraaiingswerken opgestart voor een nieuw selectielokaal. Een
afzonderlijk lokaal voor de ontvangst van kandidaten en het eigenlijke selectielokaal
werden gerenoveerd.
4.1 Green Public Procurement
De Europese Unie heeft zich tot doel gesteld dat vanaf 2010 de helft van
alle overheidsopdrachten milieuvriendelijk zou zijn. Daarom werden in alle
lidstaten bewustmakingsconferenties georganiseerd. Deze conferenties brengen
mensen samen die een verschil kunnen betekenen in de vergroening van de
overheidsopdrachten.
De FOD Sociale Zekerheid en de Federale Programmatorische Overheidsdienst
Duurzame Ontwikkeling organiseerden samen op 22 juni 2010 de conferentie
“Green Public Procurement”. Verschillende thema’s kwamen aan bod, zoals het
dynamic office-principe, energiebesparingen in de overheidsgebouwen, het
“paperless office”, enz.
4 Facility management
143
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
4.3 Externe diensten
Zodra alles in de Finto in orde was gebracht, kon alle aandacht gaan naar de
meest dringende problemen op vlak van veiligheid en toegankelijkheid bij de
buitendiensten.
Zo werden overal AED’s (automatische externe defibrillatoren) aangebracht en
waar nodig bijkomende Evac-chairs.
Bovendien werden de computer -en elektriciteitskabels op de burelen in een plastic
omhulsel samengebracht, wat bijdraagt tot een verzorgd interieur.
In juni heeft de Sociale Inspectie van Gent haar intrek genomen in een gerenoveerd
gebouw en sinds december is het Medisch Centrum van Brugge in een nieuw
gebouw ondergebracht. Zo is de Regie der gebouwen op haar beurt kunnen
beginnen met de renovatie van de oude gebouwen.
144
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is de 60-jarige Anny,
binnenkort “jong gepensioneerde”, na
meer dan 40 jaar werken in de FOD!
Een terugblik op haar opmerkelijke
loopbaan waarin zij een grote
verantwoordelijkheid had in een
cruciale sector die maar al te vaak over
het hoofd gezien wordt: Logistiek.
" Het boeiende aan mijn werk is het contact met zo veel mensen."
Voor meer informatie kan je terecht bij
145
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“Ik ben net 60 geworden. Momenteel ben ik personeelsverantwoordelijke (van
ongeveer 45 mensen). Ik heb tot 80 medewerkers onder mij gehad. Ik zal mijn
loopbaan eens kort schetsen.
Alles is begonnen op 1 juli 1970, in de Koningsstraat. Ik was toen een piepjonge
typiste, niet eens 20 jaar! In 1972 zijn wij verhuisd naar Centrum 58, waar ik nog 5
jaar als typiste gewerkt heb. In 1977 ben ik geslaagd voor mijn examens “opsteller”
en ben ik in de dienst Economaat beland.
Eerst was ik verantwoordelijk voor een twintigtal personen, in de cafetaria. Ik moest
alles regelen. Zo gingen wij in die tijd nog op iedere verdieping met koffie langs. Met
een karretje trokken wij van bureau naar bureau. Daarna kreeg ik een nieuwe taak:
ik moest het bodeteam organiseren: brieven bezorgen en verzenden, dossiers en
mappen intern rondbrengen, … Heel wat werk!
Medio jaren ‘80 kwam daar een nieuwe opdracht bij: de organisatie van de
schoonmaakploegen. Een twintigtal schoonmaaksters wisselden elkaar af (de ene
ploeg werkte ‘s morgens, de andere ‘s namiddags). Om zeker te zijn dat alles piekfijn
in orde was, moest ik van het begin tot het einde aanwezig zijn. Dat waren lange
dagen! Gelukkig werkte mijn man ook in Brussel en kwamen wij per auto. Aanvankelijk
voerde ik veel controles uit omdat ik hoge kwaliteitseisen stelde. Maar zodra de
ploegen wisten wat hen te doen stond, hoe zij samen puik werk konden leveren,
liep alles van een leien dakje.
Telkens als een collega met pensioen ging, werd mijn takenpakket uitgebreid (lacht)!
Zo kwamen de telefonisten aan het onthaal (5 personen) begin jaren ’90 tevens
onder mijn verantwoordelijkheid te staan. De werkdruk lag er zeer hoog. De massa’s
oproepen van personen met een handicap schakelden wij door naar de diensten, die
zelf overstelpt waren. Gemakkelijk was anders! En hier kwam pas een einde aan met
de oprichting van het Contact center.
Midden jaren ’90 kwamen daar nog eens de chauffeurs bij. En tot slot de arbeiders
en de drukkerij! 80 personen in totaal (van beide taalrollen)! Mijn inzet werd beloond
en ik kreeg een hogere functie medio jaren ‘00. Mijn werk is mij altijd blijven boeien
omdat er veel aspecten bij kwamen kijken: menselijk contact met de medewerkers,
een zeker kwaliteitsniveau dat verwacht werd, veel telefonische contacten (met
firma’s, leveranciers, ...).
Soms zorgde het werk voor heel wat stress. Zo was er op een keer een waterlek in
de toiletten. Het water bracht de informatica-apparatuur op de verdieping eronder in
gevaar. Grote paniek bij de ICT-collega’s! Vaak moest ik instantoplossingen uit mijn hoed
toveren. Centrum 58 was een oud gebouw (de parking van Expo 58 werd omgevormd
tot kantoren) en problemen waren er legio. Nu werken wij in een splinternieuw
gebouw; alles is nieuw, zo veel gemakkelijker. Ik herinner mij ook nog dat er eens een
mazoutlek was in de parking naast ons gebouw. En wij maar zoeken naar de oorzaak
van die verschrikkelijke stank! Veiligheidshalve hebben wij de personeelsleden dan
geëvacueerd en de toegang tot het gebouw ontzegd. Ander probleem: daklozen die
in de doorgang sliepen, waardoor de hygiëne en veiligheid in het gedrang kwamen.
Hoe vaak heb ik de politie niet moeten bellen!
Het boeiende aan mijn werk is het contact met zo veel mensen. Ik heb altijd de
voorkeur gegeven aan persoonlijk contact om problemen op te lossen. Tegenwoordig
zijn mensen geneigd alles achter hun computer op te lossen. Ik heb mij, in de mate
van het mogelijke, altijd zelf verplaatst om poolshoogte te nemen en een oplossing
uit te dokteren met de persoon die alarm had geslagen. En zo kent iedereen mij
ondertussen!”
40 jaar enthousiast werken voor de Dienst Logistiek
146
JAARVERSLAG 2010
5.1.3. Uitvoering van haalbaarheids- en opportuniteitsstudies
Om vanaf het begin rekening te houden met alle vragen van de DG’s/SD’s, voert
de dienst ICT samen met deze klanten een analyse uit waarbij hun behoeften
worden gepreciseerd en beoordeeld:
› Uitwerken van opportuniteitsstudies op basis van een voorstel om een licht te
werpen op de mogelijke voordelen, de gevolgen, risico’s, kosten, en termijnen
evenals een architectuur;
› Uitwerken van haalbaarheidsstudies op basis van de vastgestelde behoeften,
om scenario’s voor oplossingen voor te stellen.
5.1.4. Ondersteuning klanten van de dienst ICT
Elke oproep van een klant wordt beheerd:
› hetzij via de HelpDesk voor incidenten en standaardvragen;
› hetzij via de Relationship Managers van de dienst ICT bij de DG’s/SD’s.
5.1 Structuur van de “business unit” van de dienst ICT
5.1.1. Ontwikkeling van aangepaste ICT-diensten en -oplossingen op maat van de DG’s / SD’s
De ICT-diensten en -oplossingen worden door de dienst ICT ontwikkeld samen
met de Directies-generaal (DG’s) en stafdiensten (SD’s) van de FOD, om zowel
wat betreft de termijnen als op kwaliteitsvlak aan hun behoeften te voldoen. Deze
ontwikkelingen maken deel uit van specifieke projecten voor een DG / SD of van
transversale projecten voor meerdere DG’s / SD’s om een oplossing op maat uit
te werken.
5.1.2. Ondersteuning van de ICT-diensten en -oplossing voor de DG’s/SD’s
De geboden ICT-oplossingen moeten duurzaam zijn, in eerste instantie wat betreft
de beschikbaarheid en de continuïteit.
5 It-vermogen
147
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
5.3 Beschikbaarheid en continuïteit van de ICT-oplossingen
De beschikbaarheid van de oplossingen wordt gemeten aan de hand van de
beschikbaarheid:
› van de informatiesystemen: in 2010 waren twee van deze systemen vier
of vijf keer niet beschikbaar. De beschikbaar was wel altijd hoger dan 99%;
› van de micro-informatica (desktop pc’s en laptops, netwerk- en draagbare
printers): beschikbaarheidsgraad van 97,2% (de meting geeft het percentage
aan zonder voorvallen op een bepaald moment).
De continuïteit van de business Deze wordt in eerste instantie verzekerd door de backup van de servers die de
grote informatiesystemen ondersteunen. Voor alle servers bestemd voor de
informatiesystemen van de klanten-DG’s en voor de informatica- en mailservers
werd een maximale continuïteit gehaald.
5.2 Tijdige en kwaliteitsvolle aflevering van ICT-diensten en -oplossingen
In 2010 werkte de dienst ICT aan 44 projecten* :
› voor 38 projecten verloopt de planning naar wens. Hiervan zijn er 16 nog in
uitvoering en werden er 22 goed afgeleverd. Bij drie van deze laatste werd
wel de omvang herzien.
› zes projecten liepen vertraging op. Hiervan zijn er vier nog in uitvoering, twee
werden goed afgeleverd (de vertragingen zijn te wijten aan problemen tussen
externe firma’s, de interne klant en ICT).
* Cijfers op 01.04.2011
148
JAARVERSLAG 2010
5.5 Snelle oplossing voor problemen van de gebruikers
95,1% van de problemen (met betrekking tot informaticatools, email en
toegangbeheer / paswoorden) werd onmiddellijk opgelost. Het aantal
oproepen dat niet binnen de maand wordt afgehandeld bedroeg 24%.
5.4 Studies goedgekeurd door het Directiecomité
In 2010 werden niet minder dan 11 studies uitgevoerd en goedgekeurd:
› Meer performante interface met het FEDCOM-systeem;
› Integratie van de applicaties Mimosis en Midas (microsimulatiemodel
ontwikkeld bij het Federaal Planbureau) in het netwerk van de FOD met
uitbreiding van het toegangsrecht voor derden in telewerk;
› Systeem voor facturatie en voor het versturen van publicaties van de DG
Beleidsondersteuning;
› Klachtenpagina DG Personen met een handicap;
› Proof of concept sharepoint in functie van de haalbaarheid van bepaalde
functionaliteiten gekoppeld aan een specifiek gebruik;
› Opportuniteit van de invoering van een unieke frontdesk voor dienstverlening
inzake ICT en logistiek;
› Studie betreffende de integratie van Iphone en Ipad in het ondernemingsnetwerk
van de FOD;
› Migratie van de ICT-bibliotheek naar de bibliotheek van de FOD met vastlegging
van de rollen;
› Vormelijke en inhoudelijke herziening van de website van de FOD;
› Verbetering van de website van de FOD;
› Haalbaarheidsstudie over een gemeenschappelijk systeem dat tegemoetkomt
aan de verschillende behoeften op vlak van klachtenbeheer.
149
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
150
JAARVERSLAG 2010
5.6.2. Bestuur en beslissingsstructuren
In het licht van zijn transformatieprogramma, dat in 2009 in gang werd gezet, heeft
de dienst ICT de definitie en promotie van de noodzakelijke beslissingsstructuren
verdergezet, waarbij alle niveaus van de FOD ondergebracht werden in verschillende
beleidsdomeinen met directe of indirecte impact op de automatisering van de
oplossingen.
Contact : [email protected]
5.6.3. Entreprise Architecture
Om tegemoet te komen aan de beleidsdoelstellingen van de FOD is een steeds
groter aanpassingsvermogen nodig. Op het niveau van de organisatie komt dit tot
uiting in de groeiende vraag naar een holistische architectuur van activiteiten en snel
aanpasbare vakprocessen. Dankzij een dergelijke architectuur kunnen de strategische
heroriënteringskeuzen worden gestuurd en wordt het mogelijk de bestuursinitiatieven
te ondersteunen die nodig zijn om de verandering in goede banen te leiden.
De bedrijfsarchitectuur is bedoeld om aan deze behoefte tegemoet te komen door
de activiteitendomeinen in kaart te brengen waar bestaande onderdelen opnieuw
kunnen worden gebruikt (zowel binnen onze FOD als in de omgeving ervan) of
waar onderdelen kunnen worden ontwikkeld die nuttig kunnen zijn voor andere
gebieden. Dit alles maakt deel uit van een pragmatische aanpak. De onderdelen
kunnen verschillend zijn van aard: processen, activiteiten, toepassingsmodules,
technische elementen, …
5.6 Grote projecten uitgevoerd in 2010
Naast de talrijke projecten en studies voor de klanten (de directies-generaal en
stafdiensten van de FOD) werkte de dienst ICT ook aan verschillende projecten
om zijn organisatie en de kwaliteit van zijn dienstverlening voor de klanten te
verbeteren.
5.6.1. Project management & Bestuursovereenkomst
Een informaticaproject komt altijd tegemoet aan de behoeften van een dienst en maakt
deel uit van een groter project op het niveau van de core-business van deze dienst.
Het is dan ook van belang dat de projecten op dit globaal niveau worden beheerd.
Een project kan bestaan uit subprojecten van verschillende aard: een subproject
Business (met alle acties binnen de DG/SD wat betreft processen, documentatie,
opleiding, tests, change management), een subproject Informatica in ongeveer
70% van de gevallen, eventueel een subproject Human Resources, Communicatie
of Wetgeving … Al deze projecten en subprojecten moeten door een beheersorgaan
worden gecoördineerd: het Enterprise Project Management Office.
Ter voorbereiding van de lancering van het Enterprise Project Management Office
heeft de dienst ICT een beheersomgeving voor de ICT-projecten gedefinieerd
die geïntegreerd is met de projecten in verband met de bestuursovereenkomst.
Meer bepaald werden verschillende processen en basistools uitgewerkt rond
prioriteitenbeheer.
Contact : [email protected]
151
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
5.6.5. Processen en metrieken van de dienst ICT
Om zijn prestaties te verbeteren heeft de dienst ICT de cartografie van zijn processen
herzien en een eerste evaluatie van hun maturiteit doorgevoerd om de prioritair
aan te passen processen in de kijker te plaatsen. De dienst heeft ook een eerste
metrisch kader vastgelegd om de prestatie van sommige processen en het gebruik
van middelen op te volgen.
Contact : [email protected]
5.6.6. Sturen van de verandering van de dienst ICT
In het licht van zijn herstructurering, en in het bijzonder van zijn organisatie in
transversale competentiecentra en structuren, heeft de dienst ICT de evaluatie
en de gerichte verbeteringen verdergezet. Om de medewerkers van de dienst
ICT bij deze veranderingen te begeleiden werden een eerste diagnose van de
situatie en een analyse uitgevoerd en werden een eerste projectplan evenals
de begeleidingsinitiatieven ontwikkeld (communicatie, gericht coachen, wiki...).
Contact : [email protected]
Als eerste stap in zijn transformatieprogramma heeft de dienst ICT een voorstel
uitgewerkt in verband met de aanpak. Dit voorstel werd positief onthaald bij het
Directiecomité van de FOD.
Contact : [email protected]
5.6.4. Service management
De dienst ICT heeft de eerste fase van de invoering van zijn herziene
dienstenportefeuille uitgevoerd. De organisatie- en procedureomgeving en een
eerste blauwdruk voor een oplossing in verband met het beheer van de aanvragen
zijn al uitgewerkt. Er werd een nieuwe, “agile development” aanpak onderzocht
en voorgesteld om samen met de aanvragers sneller te kunnen komen tot
oplossingsmodules met een welomlijnde scope, die kunnen worden gerealiseerd
in een kort tijdsbestek met een aantal vaststaande hulpmiddelen.
Contact : [email protected]
152
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is Sébastien, een
30-jarige licentiaat in de informatica
en Competence Center Manager in de
ICT-dienst. Dit team (9 medewerkers)
heeft Kumo, een “in-housezoekmotor”
ontwikkeld. Een woordje uitleg.
Voor meer informatie kan je terecht bij
" In teamverband een oplossing uitdokteren, waarbij “de klant” van meet af aan nauw betrokken is. "
153
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
Kumo is een zoekmotor die voor de Sociale Inspectie uitgewerkt en voor de FOD
uitgedacht werd. Op dit ogenblik gebruikt één dienst van de FOD het systeem,
maar het zou gemakkelijk in andere ingevoerd kunnen worden.
Met deze tool kan je gegevens opzoeken. Voor een dienst als de Sociale Inspectie
hebben wij heel wat “objecten“ geïndexeerd: de dossiers zelf, maar ook de
personeelsleden of werkgevers (die gecontroleerd worden) enzovoort. Kumo kan
je vergelijken met Google. Je voert een woord in, het systeem zoekt dit op en toont
een reeks gevonden “objecten”. Het betreft een ”ruwe opzoeking”: de spelling van
de ingevoerde term doet er met andere woorden niet toe.
Het systeem kan gemakkelijk aangepast worden. Zo hebben wij alle bij de RSZ
aangesloten bedrijven toegevoegd. Deze gegevens zijn afkomstig van de parastatale
instelling en worden wekelijks bijgewerkt. Op die manier kan je bijvoorbeeld alle
horecabedrijven in een bepaalde straat van een bepaalde stad met een bepaalde
postcode opzoeken. Op dit ogenblik zijn meer dan 4 miljoen objecten geïndexeerd.
Dergelijk systeem kan in de toekomst voor de hele FOD gebruikt worden: in de
DG Oorlogsslachtoffers, de DG Zelfstandigen, ICT, ... Wij zouden de “ressources”
van de FOD kunnen indexeren (bijvoorbeeld alle economen) en als sleutelwoord
“economen” invoeren. Met zoekfuncties kan je enorm veel doen. Pro justitia’s
bijvoorbeeld duiken in vele dossiers van sommige van onze departementen op. Wel,
wat houdt ons tegen om ze te indexeren en in het document zelf te gaan opzoeken?
Zo kom ik bij de naam van onze toepassing: Kumo is Japans voor ”spin”. Wij hebben
deze naam gekozen omdat het systeem ons doet denken aan het geraffineerde
netwerk van een spinnenweb. Voer je bijvoorbeeld de naam van een personeelslid
van de Sociale Inspectie in, dan krijg je na twee muisklikken te zien welke dossiers
die persoon het laatst behandeld heeft, welke bedrijven hij bezocht heeft, enzovoort.
De ingevoerde “objecten” worden aan elkaar gelinkt en vormen een heus web.
Het systeem is tevens gebaseerd op het principe van “search and act”. Je zoekt iets
op en doet er iets mee. Hier is dit ook het geval. Zoekt een collega van de Sociale
Inspectie iets in Kumo op, dan kan hij, vanuit Kumo, de toepassingen openen die
hij nodig heeft om het dossier te verwerken. Tevens kan hij rapporteren en verslagen
afdrukken. Zoekt de controleur een bedrijf, dan kan hij het op basis van het adres
direct oproepen in Google Maps, … Mogelijkheden zat dus.
Kumo werd intern ontwikkeld (zonder een firma of een extern budget te moeten
aanspreken) door zes teamleden, die er zich met wisselende intensiteit mee
beziggehouden hebben. Voor dit project zijn wij proactief te werk gegaan. Wij
wisten dat de collega’s van de Sociale Inspectie een snel reagerend systeem nodig
hadden. Wanneer iemand telefonisch inlichtingen over zijn dossier vraagt, kan je
je het niet veroorloven massa’s gegevensbanken te moeten openen. Je kan niet
zonder een centraal, gebruiksvriendelijk zoeksysteem waarin je in een oogwenk de
gelinkte gegevens kan oproepen. Zo zijn wij op het idee van Kumo gekomen. De
“klantendienst” was meteen voor ons voorstel gewonnen. In 3 weken hebben wij
een functioneel ontwerpmodel uitgewerkt en voorgelegd aan de dienst om te zien
of wij op de goede weg waren. Wij willen de klant namelijk altijd zo snel mogelijk
bij het project betrekken om misverstanden te voorkomen. De werkzaamheden
werden opgestart in april en de website Kumo ging in december 2010 in productie.
Het is enorm boeiend vooruit te lopen op de noden van een dienst en in teamverband
een oplossing uit te dokteren, samen met de “klant”. Dit systeem kan trouwens
zonder al te veel moeite aangepast worden aan andere contexten, andere diensten.”
Een zoekmotor “op maat” voor de FoD
154
JAARVERSLAG 2010
5.7 Kerncijfers ICT
2010: aantal projecten per interne klant
FOD; 11
BEB; 2
VIC; 1
PEO; 1
ISO; 10
INE; 1
ICT; 3
HAN; 22
BEB SD Budget & Beheerscontrole
FOD De volledige FOD
HAN DG Personen met een handicap
ICT SD ICT
INE DG Zelfstandigen
ISO DG Sociale Inspectie
PEO SD Personeel & Organisatie
VIC DG Oorlogsslachtoffers
155
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
2010: onderverdeling van de projecten per categorie
egov (CtoG) 8%
simpl adm(GtoG) 13%
cont 13%gov 8%
sec 8%
collab 14%
KM 17%transformation bus 19%
cont continuïteit “business”
egov communicatie “citizen to government”
simpl adm communicatie “government to government”
transformation bus “transformation business”
KM beheer van de professionele gegevens
collab samenwerking tussen professionals van de FOD
sec veiligheid “risk management”
gov gouvernance
156
JAARVERSLAG 2010
› Ook bij onze kerstactie stonden onze vijf waarden centraal. Met een bescheiden
budget en heel wat creativiteit verrasten een aantal collega’s ons tijdens een
geïmproviseerde kerstmarkt.
› Onze Friends & Family Day weerspiegelt de nieuwe cultuur en de waarden
van onze FOD.
Om zijn informatieopdracht te vervullen heeft de FOD vooral gebruik gemaakt
van zijn intranet, het officiële communicatiekanaal dat in 2011 voor het eerst
zal worden bijgewerkt naar aanleiding van de resultaten van een interne
tevredenheidsenquête in 2010. In de geest van een “paperless office”-filosofie werd
beslist het personeelsblad niet meer uit te geven. Het laatste nummer verscheen
in juni 2010 ter afsluiting van een reeks waarin telkens een dienst van de FOD
werd voorgesteld.
Contact : [email protected]
6.1 De medewerkers informeren, samenbrengen en inspireren
De FOD Sociale Zekerheid is hoegenaamd niet “stoffig”, zoals men zich een
overheidsdienst wel eens voorstelt. Personages uit de Vlaamse televisieserie
“De collega’s” kom je er niet meer tegen. De FOD Sociale Zekerheid staat voor
teamgeest, solidariteit en engagement. Onze interne communicatie beperkt zich
bovendien niet tot een transparante informatie-uitwisseling tussen collega’s. Ook
belangrijk is bijvoorbeeld dat het personeel betrokken wordt bij de invoering van
waarden of dat het wordt warm gemaakt voor de organisatiecultuur van de FOD.
Zo heeft de FOD in 2010 samen met de andere DG’s en stafdiensten tal van
activiteiten georganiseerd voor zijn medewerkers, waaronder:
› Het “Goeiemorgen-ontbijt” was bedoeld om de collega’s op een ludieke
manier aan te sporen elkaar vaker goede morgen, goede namiddag en goede
avond te zeggen. Dit verrassingsontbijt was een initiatief in het kader van de
waarde respect.
› Eén van onze waarden is solidariteit, een kernwaarde voor een overheidsdienst
die zich bezighoudt met de sociale zekerheid. In het kader van onze Paasactie
hebben onze collega’s als bedanking een geschenkje gekregen van een social
profit-organisatie.
6 Informatie en communicatie
157
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
158
JAARVERSLAG 2010
6.2 Een gecoördineerd antwoord op vragen van burgers
Het projet CoCa (afkorting van Courrier Cabinet) werd in 2003 opgestart. De cel
Beleidsondersteuning van de Minister van Sociale Zaken bezorgt de vragen van
burgers aan de FOD, die ze vervolgens doorstuurt naar de bevoegde diensten
(binnen de FOD, bij de openbare instellingen van sociale zekerheid, …).
Tot begin 2010 werden deze dossiers behandeld en geanalyseerd met de CRM-
tool Siebel. Omwille van de gestegen kostprijs werd beslist Siebel niet meer te
gebruiken en de procedure voor de verwerking van brieven aan te passen. De FOD
stuurt brieven nog steeds naar de bevoegde dienst(en) door, maar dit gebeurt nu
per e-mail. Voortaan staat elke dienst zelf in voor het sturen van een antwoord
naar de burger.
In 2010 ontving de FOD Sociale Zekerheid 355 te behandelen brieven van de
Beleidscel. 87% van deze brieven werden binnen de drie werkdagen doorgestuurd
naar de bevoegde dienst. 34% van de brieven waren bestemd voor de interne
diensten van de FOD, terwijl 66% naar externe diensten werd doorgestuurd. Er
werden dossiers doorgestuurd naar in totaal 23 diensten.
Contact : [email protected]
Aantal dossiers per dienst
In dit onderdeel vermelden we het werk van de dienst Communicatie. Daarnaast worden ook bij de verschillende stafdiensten en DG’s van de FOD e-mails, brieven en telefoonoproepen beantwoord.
Dienst Aantal dossiers
Selor 121
Directie-generaal Sociaal Beleid 110
RIZIV 76
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu24
Directie-generaal Personen met een handicap 11
FAVV 8
RSZ 5
TOTAAL 355
159
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
6.3 Informatiefunctie
De FOD Sociale Zekerheid beheert drie websites (www.socialsecurity.fgov.be;
www.handicap.fgov.be; www.warvictims.fgov.be) en verstuurt drie elektronische
nieuwsbrieven naar verschillende doelgroepen: de personen met een handicap,
professionals binnen het netwerk van de sociale zekerheid en de burger in het
algemeen.
Tijdens het Belgische Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie beheerde
de FOD een website waarop verslag werd uitgebracht over de evenementen op
sociaal vlak (www.socialsecurity.fgov.be/eu). Omdat de FOD aandacht heeft voor
het leefmilieu en zich wil inzetten voor duurzame ontwikkeling, werden alle
documenten van de conferentie niet meer gedrukt maar online geplaatst.
Daarnaast werden twee nieuwsbrieven verspreid: “Social Presidency” met een
overzicht van de verslagen op de website, “AC News”, bedoeld voor de leden van de
Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidssystemen.
Behalve de eigen websites en elektronische nieuwsbrieven verleent de FOD ook zijn
medewerking aan de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be),
de federale website www.belgium.be en de publicatie “Belgopocket”.
Contact : [email protected]
160
JAARVERSLAG 2010
Enkele thema’s van de communicatiecampagnes in 2010:
› Europese ziekteverzekeringskaart;
› De nieuwe Europese coördinatieregels;
› Leaving Belgium: snel toegankelijke en betrouwbare inlichtingen over de sociale zekerheid, bestemd voor Belgen in het buitenland (studenten, werknemers, gepensioneerden, enz.);
› Ingebruikname van een groen nummer voor personen met een handicap;
› Ontmoetingsdag van de “Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten” voor de personen met een handicap;
› Artikel 17: elektronische aangifte van sociale bijdragen voor de sociaal-culturele sector en tijdens sportevenementen;
› Invoering van het register van vervangende ondernemers;
› De FOD is partner van de Nationale Thuiswerkdag (http://www.nationalethuiswerkdag.be) ;
› Voorstelling van het elektronisch loket www.handiweb.be: voortaan kunnen personen met een handicap hun dossier online raadplegen;
› Verslag nr. 6 Gezondheidsenquête door middel van interviews: “De gezondheid van ouderen in België in 2008”:
http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/publicaties/gezondheidsenquete-ouderen.htm
Contact: [email protected]
161
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
de bewaring en de het ter beschikking stellen van de inhoud, in de eerste plaats
het Algemeen Rijksarchief.
- Omzettingsplan abonnementen op papier naar elektronische abonnementen Het is de bedoeling zo veel mogelijk papieren abonnementen te vervangen door
elektronische abonnementen. Op basis van een inventaris van de tijdschriften werd
per titel nagegaan of er een elektronische versie bestaat dan wel of de inhoud in
een elektronische databank terug te vinden is. Was dit het geval, dan werd het
papieren abonnement stopgezet en vervangen door de elektronische versie. Om de
medewerkers een papiervrije werkomgeving te bieden, dienen de ontwikkelingen
op vlak van de elektronische inhoud op de voet te worden gevolgd. In 2011 en 2012
zal dit project worden uitgebreid naar de boeken en andere soorten documenten.
6.4.2. Van bibliotheek tot Kennisbeheercentrum
In het kader van het Belgisch Voorzitterschap heeft de FOD het informatie-
uitwisselingplatform “Huddle” aangeboden, dat toegankelijk was voor alle partners.
Al na een paar maanden doken organisatorische problemen op. De BIB heeft een
nieuwe structuur voorgesteld en de verschillende workspaces samen met het
voorzitterschapsteam gereorganiseerd, zodat de gebruikers zo vlot mogelijk door
de structuur konden navigeren. Daarnaast gaf de BIB advies over het structureren
van mappen en het toekennen van bestandsnamen.
Voor meer informatie kan je terecht bij [email protected]
6.4 Bibliotheek
6.4.1. Vermindering van het papierverbruik ten gunste van digitale dragers
In 2010 lanceerde de bibliotheek van de FOD Sociale Zekerheid onderstaande
initiatieven om het gebruik van papieren dragers te verminderen en deze te
vervangen door elektronische dragers:
- Beschrijvende en analytische inventaris van de papieren tijdschriftenDe bibliotheek (BIB) tracht de beperkingen van papieren abonnementen te
vermijden. Om de collectie van papieren tijdschriften om te zetten naar een
elektronische portefeuille, moest een inventaris van de tijdschriftencollectie worden
opgemaakt. De beschrijving van de hele collectie nam zes maanden in beslag. Het
gaat om 320 abonnementen, goed voor 250 meter papier.
- Geleidelijke stopzetting van papieren collecties en ter beschikking stellen elektronische versieDe BIB brengt de reeksen in kaart die gemakkelijk kunnen worden stopgezet,
hetzij omdat er een elektronische versie bestaat, hetzij omdat de inhoud niet
meer tot de business van de FOD behoort. Hiertoe volgt de BIB voortdurend de
ontwikkelingen inzake elektronische abonnementen op en staat hij in voor de
actualisatie van de databanken die de medewerkers zouden kunnen interesseren.
Twee reeksen werden geschrapt: de parlementaire documenten en de Partena-
gidsen, een werkinstrument voor de controleurs en de sociale inspecteurs. De
BIB is op zoek gegaan naar een goede bestemming voor de documenten die de
FOD niet langer nodig heeft. Deze gaan naar instellingen die zullen zorgen voor
162
JAARVERSLAG 2010
Aan het woord is de 55-jarige Christian,
die zich reeds meer dan 30 jaar
(onmiddellijk na zijn legerdienst) als
vertaler uitleeft. Hij heeft het met ons
over zijn zevenkoppig team waarover
hij de leiding heeft.
Voor meer informatie kan je terecht bij
" Wij hebben nog geen negatieve score voor onze prestaties gekregen en dat stemt mij tevreden!"
163
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
“Ons team telt 7 personen, mezelf inbegrepen: 2 vrouwen en 5 mannen, 3 Frans- en
4 Nederlandstaligen. Alle vertalers zijn polyvalent, maar werken per sector. Iedere
dienst gebruikt zijn eigen terminologie en dus kan je gemakkelijker en beter vertalen
voor eenzelfde domein. Gaandeweg “sprokkel je kennis bijeen“. Door te werken voor
eenzelfde dienst, kan je beter inspelen op de noden van de klant.
Alle vertaalaanvragen komen bij mij terecht. En dat kunnen er veel zijn. Soms neemt
de administratie zelfs een hele dag in beslag en komt van vertalen niets in huis.
Ik verwerk de aanvragen in een “algemene indicator”: ik geef het document een
chronologisch nummer, noteer de initialen van de collega aan wie ik de vertaling
toevertrouw, voer een korte samenvatting in, de doeltaal, het aantal bladzijden en
de datum waarop de vertaling naar de aanvrager verstuurd wordt. Ons werk wordt
bijgehouden in een Balanced Scorecard. Daarin staat het aantal bladzijden “IN” en
“OUT” in verhouding tot het aantal vertalers. Gemiddeld worden ongeveer 3 bladzijden
per dag per persoon vertaald.
Wij vertalen documenten voor alle diensten van de FOD. Intern zijn de ICT-dienst, de
DG Sociaal Beleid en de DG Beleidsondersteuning onze “delicate” klanten omdat zij
een bepaald jargon of juridische termen gebruiken (die accuraat vertaald moeten
worden). Ook bij antwoorden op parlementaire vragen is oplettendheid geboden.
Soms wordt van ons “het onmogelijke” verlangd. Hiermee bedoel ik aanvragen die
gezien de omvang, de gevraagde termijn of een combinatie van beide factoren niet
haalbaar zijn voor ons team. In dit geval wordt de tekst intern vertaald in de dienst
van de aanvrager of uitbesteed aan de externe firma die voor onze FOD werkt.
Sommige diensten doen vaak beroep op ons, andere minder. Ik weet niet precies
waarom. Heel wat vertaalaanvragen gaan over de personen met een handicap (wel
de grootste dienst van de FOD). Bovendien moet bijna 70 % van de teksten van het
Nederlands in het Frans vertaald worden; qua taalrichting is er dus een serieuze
wanverhouding. Dit komt door omstandigheden: het toeval wil dat er momenteel
meer Nederlandstaligen de verslagen van vergaderingen opstellen. Naar Engelse
vertalingen is er duidelijk minder vraag. Af en toe moeten wij, vaak omvangrijke,
teksten in het Duits vertalen, die doorgaans te maken hebben met de dienstverlening
voor Duitstalige personen met een handicap.
Gezien de complexiteit van het vertalen duurt het 3 tot 6 maanden vooraleer een
vertaler operationeel is in onze dienst. Tijdens het vertalen kunnen wij terugvallen
op een terminologische gegevensbank. Een handig hulpmiddel, dat termen uit de
gegevensbank in de tekst doet oplichten. Uit de voorgestelde contexten kunnen
wij dan de juiste vertaling kiezen. Zo kan de term “gerechtigde” naargelang van de
context op verschillende manieren vertaald worden. Papieren woordenboeken zijn
al meer dan 10 jaar verbannen uit onze dienst. Het clean-deskprincipe van de FOD
was dus geen probleem voor ons. Hetzelfde geldt voor het telewerk, wat vertalers
op het lijf geschreven is. Al onze vertalers werken trouwens 3 dagen per week thuis.
Naast de opvolging van de taken in de Balanced Scorecard sturen wij ieder kwartaal
een evaluatieformulier naar 10 Frans- en 10 Nederlandstalige personen die een
beroep doen op onze dienst. De vragen gaan over de kwaliteit van de vertalingen,
de termijnen, onze dienstverlening (vinden wij een fout, dan melden wij die aan
de aanvrager) en onze flexibiliteit (sommige teksten worden gewijzigd terwijl wij
aan het vertalen zijn en dan moeten wij rekening houden met de aanpassingen).
Aan deze resultaten besteden wij veel aandacht. Tot nu toe hebben wij nog geen
negatieve opmerkingen gekregen en dat stemt mij tevreden!”
onze vertaaldienst aan het woord
164
JAARVERSLAG 2010
› 25 oktober: DDO-geschenkje Doel: alle personeelsleden een geschenkje aanbieden dat thuis goed van pas
komt.
Dit jaar: een voedersysteem voor vogels met granenbol voor vogels,
gemakkelijk te gebruiken in de tuin of op het balkon.
› 26 oktober: Workshop Gezonde Keuken
Doel: tonen dat we bij onze voedingskeuze tegelijk rekening kunnen houden
met onze gezondheid, het leefmilieu en onze financiën.
Gezien het enorme succes van deze workshop werden in november nog twee
bijkomende data vastgelegd. Elke sessie duurde vier uur en was beperkt tot
30 deelnemers.
› 29 oktober: Filmvoorstelling Doel: het personeel bewust maken van het belang van duurzame ontwikkeling
aan de hand van een film of documentaire die in 2009 op heel wat aandacht
konden rekenen.
NL: Turtle, an incredible journey.
FR: Océans.
565 personen namen deel aan de activiteiten van de Week van de duurzame
ontwikkeling.
Tevens werd het personeel het hele jaar door via het intranet op de hoogte
gehouden van initiatieven in verband met duurzame ontwikkeling die buiten
onze FOD werden georganiseerd.
7.1 Het personeel informeren en sensibiliseren
Het is intussen een beetje traditie geworden: ook dit jaar organiseerde onze FOD
een themaweek voor het personeel. Van 18 tot 29 oktober 2010 organiseerde de
cel Duurzame Ontwikkeling (DO) tal van activiteiten:
› Van 18 tot 29 oktober: Inzameling voor de “Kinderen van Gomel”. Er werden
34 kisten ingezameld.
Doel: spullen inzamelen om de kleuterklasjes en de refters in te richten
(knutselgerief, spelmateriaal, eetgerei).
Hiervoor werkte de FOD samen met de FOD Financiën en de POD Duurzame
Ontwikkeling.
› 19 oktober: Dag van de duurzame talenten van onze FOD Doel: zes collega’s die gehoor gaven aan de oproep van DDO hebben
persoonlijk projecten voorgesteld die hen nauw aan het hart liggen en een
concrete invulling geven aan “duurzame ontwikkeling”.
› 20 (NL) en 22 oktober (FR): Opleiding “Hoe ontcijfer ik een etiket”
Doel: de deelnemers leren hoe ze de etiketten op voedingswaren en cosmetica
(chemische producten, additieven, enz.) moeten lezen.
› 21 oktober: Duurzaam ontbijt Doel: de personeelsleden van de FOD de kans geven om tijdens een gezellig
ontbijt producten uit biologische landbouw en/of eerlijke handel te proeven.
Zoals elk jaar ontvingen de 400 medewerkers van de externe diensten een
gevuld mandje.
7 Duurzame ontwikkeling
165
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
7.2 Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
Gedurende de eerste maanden van 2010 heeft de cel Duurzame Ontwikkeling
van onze FOD actief deelgenomen aan de door de POD Duurzame Ontwikkeling
opgerichte werkgroep “Duurzaam Belgisch Voorzitterschap”. Het was de bedoeling
om referentietools uit te werken om de federale administraties te helpen om bij
de organisatie van de evenementen rekening te houden met sociale, economische
en milieugebonden criteria. Deze werkgroep heeft een handvest opgesteld met
richtlijnen voor de duurzame organisatie van evenementen en een checklist om
de duurzaamheid van een evenement te beoordelen. Intern werden beide tools
bezorgd en uitgelegd aan de coördinator van de cel “Events”, die instond voor
de organisatie van de evenementen van de FOD in het kader van het Belgisch
Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie.
166
7.3 Duurzame ontwikkeling op interfederaal niveau
De cel Duurzame Ontwikkeling was betrokken bij de activiteiten van de werkgroep
“Duurzame Overheidsopdrachten” en nam als spreker deel aan het seminarie
“duurzame aankopen bij de federale overheid”, georganiseerd door de POD
Duurzame Ontwikkeling. Daarnaast maakten we deel uit van de werkgroep
“Mobius”, die zich bezighoudt met de evaluatie van de verslagen van de ICDO
(Interdepartementale Commissie duurzame ontwikkeling) en de leden hiervan,
en van de processen die op dit gebied worden opgestart. Wij hebben voorstellen
gedaan om de inhoud van deze verslagen te verbeteren, aan te vullen en rijker
te maken en mogelijkheden voorgesteld om efficiënter te werk te gaan bij het
opstellen ervan.
We werkten ook mee aan het seminarie “Productie- en consumptiepatronen: sociale
rechtvaardigheid en productbeleid”, georganiseerd door het Federaal Planbureau
en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, om
hierover een werkgroep op te richten.
In 2010 stonden we in voor de controle op de invoering van de maatregelen van
het Federaal Plan inzake duurzame ontwikkeling (FPDO), waaraan onze FOD dient
te beantwoorden. We voorzien eveneens een opvolging van deze maatregelen.
Ten slotte woonden we de plenaire vergaderingen en de activiteiten van de ICDO
bij. Een gedetailleerd verslag over de opvolging van de maatregelen van het
Federaal Plan inzake duurzame ontwikkeling en de internationale verbintenissen
vind je terug in de online databank http://www.cidd.be/admin/.
7.4 Maatschappelijke verantwoordelijkheid van onze FOD
In het kader van ons beleid ter ondersteuning van plaatselijke verenigingen hebben
we beslist de sandwiches die overblijven na lunchvergaderingen aan de vzw La
Maraude te schenken. Deze vereniging is actief in Sint-Joost-Ten-Node en helpt
daklozen en illegalen in de buurt van het Noord-station. Nu de inzameling van plastic
en kurken doppen is gelanceerd, zijn we ook begonnen met de inzameling van
gebruikte gsms’s, CD’s en DVD’s. Met deze permanente inzamelingen ondersteunt
onze FOD sociale economie-bedrijven die zich toeleggen op het recyclageproces.
Voor meer informatie kan je terecht bij [email protected]
JAARVERSLAG 2010
167
8.2 Onze projecten rond leefmilieu in 2010
A. Het personeel informeren en sensibiliseren › Communicatie over diverse thema’s, zoals de Week zonder pesticiden, de
campagne Earth Hour van het WWF, de Werelddag van de biodiversiteit of
fout geselecteerd afval, enz. ;
› Organisatie van een opleiding in het kader van het Internationale Jaar van
de biodiversiteit, met als thema: Biodiversiteit, een zaak van iedereen. De
sprekers behoorden tot de Brabantse afdeling van de Belgische Natuurgidsen.
B. Samenwerking met de dienst LogistiekKwalitatieve vergelijking van verschillende soorten gerecycleerd papier. Toen onze
voorraad papier in februari bijna op was, heeft onze FOD geopteerd voor 100%
gerecycleerd wit papier met het “Blauwe Engel”-label.
8.1 EMAS-certificaat
In 2010 heeft onze FOD intern verder gewerkt om het EMAS-certificaat te behalen.
Zo werden de instrumenten gecreëerd die nodig zijn om in de Finance Tower, onze
hoofdzetel, een milieumanagementsysteem in te voeren. We mogen spreken van
een aanzienlijke vooruitgang: er werd een register van de eco-logistieke aspecten
van onze werking opgesteld, onze FOD werd in overeenstemming gebracht met
zijn milieuvergunning en er werden verschillende procedures uitgewerkt om onze
milieu-impact beter te controleren.
We namen ook deel aan de werkgroep “EMAS-indicatoren”, een initiatief van de
POD Duurzame Ontwikkeling om duidelijke indicatoren vast te leggen waarmee
de milieuprestatie van een organisatie nauwkeurig kan worden gemeten, de
milieuprestaties voor verschillende jaren met elkaar kunnen worden vergeleken,
wat toelaat om de evolutie ervan te kunnen beoordelen.
8 LeefmilieuJAARVERSLAG 2010
168
JAARVERSLAG 2010
› de cel “Empreva” van de gemeenschappelijke dienst voor preventie en
bescherming op het werk helpen bij het toezicht op de gezondheid van de
werknemers (indeling van de werknemers volgens de risico’s waaraan ze
worden blootgesteld – in samenwerking met de arbeidsgeneesheren en de
hiërarchische lijn – en beheer van de oproepbrieven);
› opleidingen organiseren in het kader van preventie op het werk (hulpverlener
eerste interventie bij brand, nijverheidshelper, preventief handelen, enz.).
9.1 De rol van onze IDPBW: ondersteuning van de werkgever, de hiërarchische lijn en alle personeelsleden
Eén van de taken van de Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk
(IDPBW) bestaat erin de wettelijke bepalingen en regelgeving rond het welzijn van
de werknemers toe te passen. Daarnaast is deze dienst voornamelijk betrokken
bij het opmaken, plannen, uitvoeren en evalueren van het beleid rond welzijn, op
basis van het dynamisch risicobeheersingssysteem. Tot zijn takenpakket behoren
de volgende opdrachten:
› de gevaren in kaart helpen brengen;
› advies geven over de resultaten van de risicoanalyse;
› maatregelen voorstellen voor een permanente risicoanalyse;
› advies geven over het opstellen en de aanpassing van het globaal preventieplan
en het jaarlijks actieplan;
› meewerken aan de studie van de oorzaken van ongevallen met
werkonbekwaamheid als gevolg;
› advies geven over de inrichting van de werkplaats, de werkposten, de
omgevingsfactoren en fysische, chemische en biologische agentia, de
werkmiddelen en de individuele uitrusting;
› de werkplaatsen bezoeken en hierover verslagen opstellen;
› deelnemen aan vergaderingen over veiligheidscoördinatie in gebouwen die
door de dienst worden gebruikt;
9 Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk
169
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
9.2.3. Online risicoanalyse
In november 2010 werd in samenwerking met de FOD P&O een risicoanalyse
uitgevoerd. Dit gebeurde door middel van een online vragenlijst die de
personeelsleden konden invullen. 52% van de medewerkers nam aan de enquête
deel, wat volstaat om tot relevante resultaten te komen.
Contact : [email protected], [email protected] & [email protected]
9.2 Verwezenlijkingen IDPBW in 2010
9.2.1. Intern veiligheidsplan “Finance Tower”
Omwille van een wijziging van de evacuatieroute werden ook de didactische films
aangepast.
Naar aanleiding van de evacuatie op 23 september 2010 heeft de IDPBW het intern
veiligheids- en evacuatieplan in samenwerking met de groep Safety-Security Finto
herzien.
Contact : [email protected]
9.2.2. Evacuatieplan Kouterpoort Gent
Nu de Sociale Inspectie haar intrek heeft genomen in nieuwe lokalen, werd een
werkgroep opgericht om samen met de andere gebruikers van het gebouw een
evacuatieplan op te stellen.
Contact : [email protected]
170
JAARVERSLAG 2010
JAARVERSLAG 2010
Bijlagen
172
JAARVERSLAG 2010
van alle vrouwen van de FOD die met hun talent, creativiteit en toewijding tot
deze idealen hebben bijgedragen. Bijna 60% van de personeelsleden van de FOD
zijn vrouwen. Dankzij de bedrijfscultuur van de FOD en de mogelijkheid van een
flexibele werktijdregeling kunnen de medewerkers hun privé- en beroepsleven
beter met elkaar verzoenen.
http://www.womenatworkaward.be/?page_id=716&lang=nl
3. De FOD ontvangt de prijs voor “Beste werkplek”
Begin 2011 ontving de FOD de prijs voor “beste werkplek” van het magazine
Business Strategies. Bij de toekenning werd rekening gehouden met de
inspanningen die in 2010 werden geleverd om de personeelsleden van de FOD
vlot telefonisch bereikbaar te maken. Bij de FOD hebben de medewerkers geen
individueel bureau meer (dynamic office) en de meesten kunnen telewerken. Ook
prikken is niet meer verplicht; enkel de resultaten tellen. Door deze veranderingen
moeten de medewerkers, die nu minder vaak lijfelijk aanwezig zijn, wel vlot
bereikbaar zijn door middel van nieuwe technologieën. Zo is de FOD in 2009
overgestapt van een klassiek telefoonsysteem naar IP-telefonie. De medewerkers
kunnen oproepen ontvangen via een programma (softphone) dat op hun laptop
geïnstalleerd is. Bovendien kregen 700 personen in 2010 een ‘dual phone’-gsm,
die deels ‘softphone’ en deels gewone gsm is. Deze initiatieven leverden de FOD
de felbegeerde prijs “Beste Werkplek” op.
http://www.itprofessional.be/nieuws/125018/overheidsdienst-is-beste-werkplek/
1. het noVo-team van de FOD verkozen tot “hr team of the Year”
Op 22 april 2010 vond de bekende HRM Night plaats, waarop een jury van
experts op het vlak van human ressources (zowel privésector als overheid) de
beste HR-verantwoordelijken van het afgelopen jaar verkoos. Onze FOD werd
vertegenwoordigd door het NoVo-team, die de titel van “HR Team of the Year”
in de wacht sleepte. De jury loofde de inzet van het team voor de bedrijfscultuur,
teamwerk, digitalisering, modernisering en tal van andere ontwikkelingen.
Drie jaar lang heeft het NoVo-team zich ingezet voor een cultuuromslag die
de medewerkers de kans zou geven zichzelf te ontplooien. “Bij ons zijn de
personeelsleden regisseurs van hun eigen leven,” aldus NoVo. Niemand controleert
wanneer, waar of hoe er wordt gewerkt: enkel de resultaten tellen!
Deze onderscheiding hebben we niet alleen te danken aan de 11 medewerkers
van NoVo, zijn 200 vrijwilligers en 80 projecten, maar aan het voltallige personeel
van de FOD.
http://www.socialsecurity.fgov.be/hraward/index-nl.htm
2. De Voorzitter van de FOD genomineerd voor de wo_Men@work Award
Onze Voorzitter, Frank Massenhove, werd genomineerd voor de Wo_Men@work
Award, die op 9 december 2010 voor het eerst werd uitgereikt. Deze prijs gaat
naar organisaties die zich inzetten voor gelijkheid van kansen en diversiteit op de
werkvloer. De nominatie is niet alleen de verdienste van de Voorzitter maar ook
Bijlage 1: De FoD Sociale Zekerheid in de prijzen
173
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
eFFIcIëntIede realisaties van de FOD zijn relevant, adequaat en betrouwbaar.
174
JAARVERSLAG 2010
3. Brochure “De sociale zekerheid in een oogopslag: Kerncijfers 2009”
Deze brochure bevat de belangrijkste financiële gegevens over de inkomsten en
uitgaven van de sociale zekerheid. Daarnaast behandelt ze de voornaamste domeinen
van de sociale zekerheid: geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid, het
verlies of het niet vinden van werk, arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsbeleid,
ouderdom, overleving en gezin. Deze brochure wordt elk jaar bijgewerkt.
Je kan de brochure (editie 2011) downloaden op onze website:
http://socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/brochure-kerncijfers-2011-nl.pdf
4. Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid
Deze vulgariserende brochure wordt twee keer per jaar geactualiseerd en is
beschikbaar in vier talen: Nederlands, Frans, Duits en Engels.
http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/alwa/alwa2011_jan_nl.pdf
Contact : [email protected]
1. Belgisch tijdschrift voor Sociale Zekerheid
Dit tijdschrift is de belangrijkste publicatie van de dienst Publicaties en wordt uitgegeven in samenwerking met de Redactieraad, die bestaat uit leidend ambtenaren en mensen uit de academische wereld. Het tijdschrift verschijnt vier keer per jaar en telt 1.000 abonnees in binnen- en buitenland, zowel bij de lidstaten van de Europese Unie als in Zwitserland, de VS, Japan, enz. Sinds 1999 kan het Tijdschrift ook op het Internet worden geraadpleegd.
Het Tijdschrift is multidisciplinair en bevat hoofdzakelijk wetenschappelijke artikels over de sociale zekerheid en de sociale bescherming op nationaal en internationaal niveau. De meeste bijdragen worden op bestelling geleverd door wetenschappers of ambtenaren.
Contact : [email protected]
2. Beknopt overzicht van de Sociale Zekerheid in België
In tegenstelling tot wat men afgaand op de titel zou kunnen vermoeden, telt dit document meer dan vijfhonderd pagina’s. Het wordt opgesteld in nauwe samenwerking met de diensten die bevoegd zijn op dit gebied. Deze publicatie wordt jaarlijks bijgewerkt. Het overzicht biedt een vrij volledige synthese van de regelgeving op het gebied van de sociale zekerheid en de sociale hulp. Daarnaast worden de structuur, de organisatie en de financiering van de verschillende stelsels en takken uitvoerig bekeken.
Contact : [email protected]
Bijlage 2: onze publicaties
http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/publicaties/beknopt-overzicht.htm
175
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
De brochure kan worden gedownload via onze website:
http://socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/brochure-sespros-2011-nl.pdf
7. Mededelingen betreffende de indexering en de wijzigingen buiten index van de bedragen van bepaalde sociale uitkeringen in het Belgisch Staatsblad
Een overzicht vind je op onze website via de link:
8. Publicatie van de Belgische Pensioenatlas
In deze beleidsatlas over de Belgische pensionen worden de kerncijfers voorgesteld
met betrekking tot de evolutie van de verdeling tussen de wettelijke pensioenen
(eerste pijler) en de aanvullende pensioenen (tweede pijler). Deze publicatie werd
gerealiseerd in samenwerking met het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de
KU Leuven. Ze is het resultaat van de langdurige inzet van de FOD en de betrokken
socialezekerheidsinstellingen. Het document heeft tot doel de administratieve
gegevens van de pensioensector systematisch te verspreiden en te valoriseren
voor onderzoek inzake beleidsondersteuning.
http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/pensioenatlas_nl.pdf
Contact : [email protected]
5. Vade Mecum van de Sociale Zekerheid
Het Vade Mecum wordt jaarlijks gepubliceerd en biedt een overzicht van de recente
ontwikkelingen op het vlak van de sociale zekerheid en de sociale hulp in België.
Deze publicatie wordt opgesteld door de dienst Kerngegevens van de DG Sociaal
Beleid.
Contact : [email protected]
6. Brochure “Sociale Bescherming in België: eSSOBS-data voor België”
Voor het eerst publiceert de FOD Sociale Zekerheid een brochure over de toepassing
van de ESSOBS-methodologie (Europees systeem van geïntegreerde statistieken
voor de sociale bescherming).
In deze brochure worden de officiële gegevens betreffende de uitgaven en
inkomsten van de sociale bescherming in België en een aantal andere Europese
lidstaten voorgesteld, om België ten opzichte van deze landen te situeren. Deze
publicatie behandelt het domein van de sociale bescherming en gaat dus een
stuk verder dan de klassieke aanpak, die zich doorgaans beperkt tot de sociale
zekerheid en de sociale bijstand.
In de volgende edities zullen we de verschillende dimensies van dit systeem
verder uitdiepen.
http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/wetgeving/bedragen/indexatie-bedragen-uitkeringen.htm
http://socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/vademecum/2011/vademecum_2011_nl.pdf
176
JAARVERSLAG 2010
11. congresboek “europe 2020: towards a more social eu?”
Dit document omvat de bijdragen aan de conferentie “EU coordination in the
social field in the context of Europe 2020: Looking back and building the future”
(14-15 september 2010). Het werd gepubliceerd in december en verspreid bij de
conferentiedeelnemers en bij alle belanghebbenden. Dit werkstuk is bedoeld om
de ontwikkeling van de sociale dimensie van de Europa 2020-strategie beter te
ondersteunen.
Contact : [email protected]
12. terugblik op het Belgisch Voorzitterschap
Tal van medewerkers bij de FOD waren betrokken bij de organisatie van het Belgisch
Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Om nog eens terug te kijken
naar de belangrijkste momenten van dit omvangrijke project werd een nieuwe
website in het leven geroepen: www.flythekite.eu.
Deze site geeft op een bondige en aantrekkelijke manier een beeld van het verloop
van het Voorzitterschap, de organisatie ervan, de nieuwigheden, de teamgeest,…
13. Strange birds in the european skies
Dit is de titel van een korte geïllustreerde brochure waarin de auteur zijn 5-jarig
zoontje een en ander tracht te vertellen over de sociale diensten van algemeen
belang.
www.socialsecurity.fgov.be/docs/en/strange_birds_en.pdf
9. Publicatie van het groenboek Pensioenen
In het kader van de ondersteuning aan de task force “Pensioenen” publiceerde
de FOD “Een toekomst voor onze pensioenen”, het Groenboek van de Nationale
Pensioenconferentie. Het Groenboek is het resultaat van de eerste fase van de
activiteiten van de Nationale Pensioenconferentie en geeft een overzicht van de
huidige kennis over de pensioenproblematiek, om zo het maatschappelijke debat
aan te wakkeren. Als aanvulling bij het Groenboek wordt de publicatie van een
Witboek met concrete voorstellen over de hervorming van de pensioenen voorzien.
Contact : [email protected]
10. De gezondheid van de Ouderen in België, 2008
Op vraag van de FOD Sociale Zekerheid heeft het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid tijdens de organisatie van de Gezondheidsenquête 2004
en 2008 de meeste nauwkeurige en relevante gegevens verzameld over de
gezondheidstoestand van de ouderen in België. 2.854 ouderen vanaf 65 jaar
werden ondervraagd, waaronder 1.099 personen ouder dan 85. In totaal werden
11.254 personen ondervraagd. De resultaten over de ouderen op basis van de
Gezondheidsenquête 2008 zijn terug te vinden in “Rapport V: de Gezondheid van
de Ouderen”.
Contact : [email protected]
http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/gezondheid-ouderen-rapport-VI-2008-nl.pdf
177
JAARVERSLAG 2010JAARVERSLAG 2010
Onze websites
Website van de FOD Sociale Zekerheid: http://www.socialsecurity.fgov.be/
Website van de DG Personen met een handicap: http://handicap.fgov.be/
Website van de DG Oorlogsslachtoffers: http://warvictims.fgov.be/
Terugblik op het Voorzitterschap van de Raad van de EU: http://www.flythekite.eu/
Website over Undeclared Work:
http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/conferenties/icenuw/index.htm
---
Portaalsite van de sociale zekerheid: https://www.socialsecurity.be/
Andere informatie en diensten van de federale overheid: http://www.belgium.be/
---
Schrijf je in op onze nieuwsbrieven (E-news & Social news):
http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/newsletters/nieuwsbrief.htm
---
Volg ons op:
› Facebook: http://www.facebook.com/group.php?gid=369576830685› Twitter: http://twitter.com/#FODSZ
Voor de volledigheid vermelden we nog de publicaties waaraan de FOD zijn medewerking verleent:
Samenwerking met de FOD Economie:
- Vademecum van de onderneming:
http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/vademecum/
Samenwerking met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:
- Wegwijs in de overstap van werkzoekende naar zelfstandige:
http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=3352
- Wegwijs in de studentenarbeid:
http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=3628
- Wegwijs in de eerste job:
http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=3604
Samenwerking met de Kanselarij van de Eerste Minister:
- Belgopocket:
http://www.belgopocket.be/nl/content/een-initiatief-van-de-federale-overheid
Jaarverslag 2010Een realisatie van de FOD Sociale Zekerheid
Verantwoordelijke uitgeverFrank van Massenhove (Voorzitter van het Directiecomité)
CoördinatorPierre Dantinne (Communicatieconsulent – DG Beleidsondersteuning)
WerkgroepTom Auwers, Nicolas Cosio Solis, Pierre Dantinne, Stefaan De Baere, Barbara de Clippel,
Rudi De Bleser, Els De Jaegere, Sven De Souter, Cindy De Temmerman, Christian Dekeyser, Jean Delbruyère, Danièle Dequan, Carole Fabry, Marie-Line Gabriel, Dries Gellynck,
Françoise Gillet, Pierre-Yves Goffaux, Nele Heerwegh, Mathilde Henkinbrant, Christian Huts, Amaury Legrain, Marie Lejeune, Stefan Leo, Ysabel Lozano-Collado, Virginie Liess,
Alexandra Matagne, Robert Mathieu, Pierre Niego, Perrine Nisol, Michel Rauw, Johan Steenhoudt, Ingeborg Van Den Driessche, Steven Vervaet et Guido Wyns.
Vragen over het Jaarverslag 2010 van de FOD Sociale Zekerheid? Mail naar: [email protected]
Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale ZekerheidAdministratief Centrum Kruidtuin
Finance TowerKruidtuinlaan 50, bus 100
1000 BrusselAlgemeen telefoonnummer: 02/528.60.11
www.socialsecurity.fgov.be