Upload
vgtrad
View
1.509
Download
0
Tags:
Embed Size (px)
Citation preview
Cardiovasculair & Interventie
Najaar 2009
25
Opvulling van de retrosternale ruimte is een kenmerk van
dilatatie van het rechter-atrium.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
PA view
– A) The left cardiac border is formed from above down by:
1. The aortic arch (= knob, knuckle).
2. The main pulmonary artery.
3. The left atrial appendage.
4. The left ventricle.
– B) The right border of the heart is formed by:
1. In the lower two thirds by the right atrium.
2. In the upper third by the superior vena cava.
Lateral view
Right atrial enlargement
Right ventricular enlargement
25
Opvulling van de retrosternale ruimte is een kenmerk van
dilatatie van het rechter-atrium.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
26
Eén van de eerste tekenen van pulmonaal veneuze
hypertensie op een thoraxfoto is onscherpte van de
hilaire vasculatuur.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
increased venous pressure
increased fluid transudation first into the interstitium and
later in the alveoli
more pronounced in basal portions of the lung
Pulmonary congestion
• Direct signs– Increased pulmonary vascular markings– Right LL artery > 18mm in diam (men)– Right L artery > 16 mm in diam (women)– Detection of Kerley lines– Ill-defined vascular outlines and cardiac borders– Il-defined diaphragm leaflets– Accentuated and hazy hila– Thickened interlobal fissures– Possible upper-lobe blood diversion– Later, confluent focal opacities (alveolar edema)
Pulmonary congestion
• Indirect signs– cardiomegaly (particularly atrial enlargement in lateral
radiograph)– rapid progression of signs– pleural effusions: often right > left
26
26. Eén van de eerste tekenen van pulmonaal veneuze
hypertensie op een thoraxfoto is onscherpte van de
hilaire vasculatuur.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
27
Een persisterende linker vena cava superior mondt
meestal uit in het linkeratrium.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
• Incidence-uncommon – 0.3% of general population; – 4.3-11% of patients with CHD
• Two types – Persistent left SVC connecting to right atrium via coronary
sinus is only common anomaly of SVC (90% of this anomaly)
– In other 10%, persistent SVC connects to left atrium • Most with connection to left atrium have associated ASD
or heterotaxy syndromes (right-to-left shunt of a rather small magnitude)
27
Een persisterende linker vena cava superior mondt
meestal uit in het linkeratrium.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
28
Bij een congenitaal gecorrigeerde transpositie van de
grote vaten verzorgt de anatomische rechterventrikel de
grote circulatie.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
28
Bij een congenitaal gecorrigeerde transpositie van de
grote vaten verzorgt de anatomische rechterventrikel de
grote circulatie.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
29
• Met MRI na gadolinium kan worden vastgesteld of myocardweefsel nog vitaal dan wel geïnfarceerd is.
• Bij deze zogenaamde "late enhancement" techniek dient men na contrastinjectie minimaal 1 uur te wachten alvorens te scannen.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
29
• Met MRI na gadolinium kan worden vastgesteld of myocardweefsel nog vitaal dan wel geïnfarceerd is.
• Bij deze zogenaamde "late enhancement" techniek dient men na contrastinjectie minimaal 1 uur te wachten alvorens te scannen.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
30
• Een jong volwassen patiënt heeft een coarctatie van de aorta tussen de origo van de arteria carotis communis links en de arteria subclavia links.
• Het fenomeen "ribnotching" valt aan de linkerzijde te verwachten.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
Coarctation of the Aorta
• narrowing of the distal aortic arch and/or proximal decending aorta
• usually adjacent to the site of attachment of the ligamentum arteriosus and distal to the left subclavian artery
• infrequently proximal to the orgin of the left subclavian artery
• hypertension in arteries originating proximal to the site of coarctation and reduced blood flow to arteries arising below the coarctation
Rib notching
• 4-8th ribs usually
• undersurface of the posterior portion of the ribs
• depends on the origin of the ipsilateral subclavian artery proximal to the site of the coarctation
• coarctation proximal to the site of orgin of one of the subclavian arteries: hypertension in only one arm and rb notching on only the side with hypertension– proximal to the left SCA: right-sided rib-notching only
– anomalous origin of the right SCA below the coarctation: unilateral left-sided rib-notching
30
• Een jong volwassen patiënt heeft een coarctatie van de aorta tussen de origo van de arteria carotis communis links en de arteria subclavia links.
• Het fenomeen "ribnotching" valt aan de linkerzijde te verwachten.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
31
• Op een CT-thorax ziet u als toevalsbevinding een aberrant verlopende rechter-coronairarterie, tussen de aorta en de arteria pulmonalis.
• Dit is een bekende potentiële oorzaak van plotse hartdood.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
31
• Op een CT-thorax ziet u als toevalsbevinding een aberrant verlopende rechter-coronairarterie, tussen de aorta en de arteria pulmonalis.
• Dit is een bekende potentiële oorzaak van plotse hartdood.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
32
De meeste pericardcysten bevinden zich in de
cardiofrenische hoek.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
32
De meeste pericardcysten bevinden zich in de
cardiofrenische hoek.
- 70% right cardiophrenic angle
- 20% left cardiophrenic angle
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
33
• De zogenaamde cardio-thoracic ratio is een gangbare methode om vergroting van de linkerventrikel vast te stellen op een thoraxfoto.
• Deze methode kent een sensitiviteit lager dan 0,5.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
33
• De zogenaamde cardio-thoracic ratio is een gangbare methode om vergroting van de linkerventrikel vast te stellen op een thoraxfoto.
• Deze methode kent een sensitiviteit lager dan 0,5.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
119
vervallen
120
De klinische twee-jaars patency van een percutane
transluminale angioplastiek (PTA) in de arteria iliaca
communis bedraagt ongeveer 40 procent.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
120
De klinische twee-jaars patency van een percutane
transluminale angioplastiek (PTA) in de arteria iliaca
communis bedraagt ongeveer 40 procent.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
121
De meest voorkomende complicatie van fibromusculaire
dysplasie (FMD) is nierinsufficiëntie.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
121
De meest voorkomende complicatie van fibromusculaire
dysplasie (FMD) is nierinsufficiëntie.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
122
• U wordt geconfronteerd met een oudere patiënt met een bloeding in de lage tractus digestivus.
• Een bloedend divertikel is de meest waarschijnlijke oorzaak.
• a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
122
• U wordt geconfronteerd met een oudere patiënt met een bloeding in de lage tractus digestivus.
• Een bloedend divertikel is de meest waarschijnlijke oorzaak.
• a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
123
Bij een lage stroomsnelheid zal een natieve arterioveneuze
dialyseshunt eerder tromboseren dan een PTFE-loopshunt.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
123
Bij een lage stroomsnelheid zal een natieve arterioveneuze
dialyseshunt eerder tromboseren dan een PTFE-loopshunt.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
124
Bij gadolinium-enhanced magnetic resonance
angiography (MRA) wordt de mate van stenose in een
arterie in het algemeen onderschat.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
124
Bij gadolinium-enhanced magnetic resonance
angiography (MRA) wordt de mate van stenose in een
arterie in het algemeen onderschat.
overschat
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
125
Het lumen van een 16 Gauge naald is groter dan dat
van een 20 Gauge naald.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
125
Het lumen van een 16 Gauge naald is groter dan dat
van een 20 Gauge naald.
Standardisatie dikte van draden
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
126
De arteria dorsalis pedis is een voortzetting van de
arteria tibialis posterior.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
126
De arteria dorsalis pedis is een voortzetting van de
arteria tibialis posterior.
arteria tibialis anterior
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
186
• Angiografie van een deel van de bovenbuik; blanco en subtractie opname.
• De pijl wijst naar een arteriële bloeding in het duodenum.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
186
• Angiografie van een deel van de bovenbuik; blanco en subtractie opname.
• De pijl wijst naar een arteriële bloeding in het duodenum.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
199
• Op dit CT-beeld is een aneurysma van een arteria coronaria te zien.
• Het betreft de ramus circumflexus.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
199
• Op dit CT-beeld is een aneurysma van een arteria coronaria te zien.
• Het betreft de ramus circumflexus.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
200
• Pasgeborene met situs inversus.
• Er is waarschijnlijk geen sprake van een ernstige aangeboren hartafwijking.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet
200
• Pasgeborene met situs inversus.
• Er is waarschijnlijk geen sprake van een ernstige aangeboren hartafwijking.
a) Juist b) Onjuist c) Weet niet