80
MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Bedieningshandleiding VLT ® ® HVAC Drive FC 102 1,1-90 kW www.danfoss.com/drives

Bedieningshandleiding HVAC Drive FC 102download.solarelektro.nl/TPS/Industrie... ·  · 2013-11-29VLT® HVAC Drive FC 102 1,1-90 kW . Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Doel van de handleiding

  • Upload
    phamdat

  • View
    221

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE

Bedieningshandleiding

VLT®® HVAC Drive FC 1021,1-90 kW

www.danfoss.com/drives

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Doel van de handleiding 3

1.2 Aanvullende hulpmiddelen 3

1.3 Document- en softwareversie 3

1.4 Beoogd gebruik 3

1.5 Blokschema van de frequentieomvormer 4

1.6 Behuizingstypen en nominaal vermogen 4

1.7 Goedkeuringen en certificeringen 4

1.8 Verwijderingsinstructie 4

2 Veiligheid 5

2.1 Veiligheidssymbolen 5

2.2 Gekwalificeerd personeel 5

2.3 Veiligheidsmaatregelen 5

3 Mechanische installatie 7

3.1 Uitpakken 7

3.2 Installatieomgevingen 10

3.3 Montage 10

4 Elektrische installatie 12

4.1 Veiligheidsvoorschriften 12

4.2 EMC-correcte installatie 12

4.3 Aarding 12

4.4 Bedradingsschema 13

4.5 Toegang 15

4.6 Motoraansluiting 15

4.7 Aansluiting netvoeding 17

4.8 Stuurkabels 17

4.8.1 Stuurklemtypen 17

4.8.2 Kabelaansluiting op stuurklemmen 19

4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem 27) 19

4.8.4 Selectie spannings-/stroomingang (schakelaars) 19

4.8.5 Veilige uitschakeling van het koppel (STO) 20

4.8.6 RS-485 seriële communicatie 20

4.9 Installatiechecklist 21

5 Inbedrijfstelling 22

5.1 Veiligheidsvoorschriften 22

5.2 Spanning inschakelen 22

Inhoud VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 1

5.3 Werking lokaal bedieningspaneel 23

5.4 Basisprogrammering 26

5.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStart 26

5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu] 26

5.4.3 Setup asynchrone motor 27

5.4.4 Setup permanentmagneetmotor 27

5.4.5 Automatische energieoptimalisatie (AEO) 29

5.4.6 Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) 29

5.5 Draairichting van de motor controleren 29

5.6 Test lokale bediening 30

5.7 Systeem opstarten 30

5.8 Onderhoud 30

6 Voorbeelden toepassingssetup 31

7 Diagnostiek en problemen verhelpen 35

7.1 Statusmeldingen 35

7.2 Waarschuwings- en alarmtypen 37

7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmen 38

7.4 Probleem verhelpen 45

8 Specificaties 48

8.1 Elektrische gegevens 48

8.1.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC 48

8.1.2 Netvoeding 3 x 380-480 V AC 50

8.1.3 Netvoeding 3 x 525-600 V AC 52

8.1.4 Netvoeding 3 x 525-690 V AC 54

8.2 Netvoeding 56

8.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens 56

8.4 Omgevingscondities 57

8.5 Kabelspecificaties 57

8.6 Stuuringang/uitgang en stuurgegevens 57

8.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingen 61

8.8 Zekeringspecificaties 61

8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen 68

9 Bijlage 70

9.1 Symbolen en afkortingen 70

9.2 Opbouw parametermenu 70

Trefwoordenregister 75

Inhoud VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

2 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

1 Inleiding

1.1 Doel van de handleiding

Deze bedieningshandleiding bevat informatie over deveilige installatie en inbedrijfstelling van de frequentieom-vormer.

De bedieningshandleiding is bedoeld voor gebruik doorgekwalificeerd personeel.Lees en volg de bedieningshandleiding om de frequentie-omvormer op veilige en professionele wijze te kunnengebruiken. Let vooral ook op de veiligheidsvoorschriften enalgemene waarschuwingen. Bewaar deze bedieningshand-leiding altijd in de buurt van de frequentieomvormer.

1.2 Aanvullende hulpmiddelen

Er zijn andere hulpmiddelen beschikbaar om inzicht tekrijgen in geavanceerde functies van de frequentieom-vormer en de bijbehorende programmering.

• De VLT® Programmeerhandleiding gaat dieper inop het gebruik van parameters en bevat veeltoepassingsvoorbeelden.

• De VLT® Design Guide gaat dieper in op demogelijkheden en functies voor het ontwerpenvan motorregelsystemen.

• Instructies voor gebruik met optioneleapparatuur.

Aanvullende documentatie en handleidingen zijnverkrijgbaar bij Danfoss. Zie www.danfoss.com/Busines-sAreas/DrivesSolutions/Documentations/VLT+Technical+Documentation.htm voor een overzicht.

Openbaarmaking, vermenigvuldiging en verkoop van ditdocument en verspreiding van de inhoud ervan isverboden, tenzij expliciet toegestaan. Overtreders van ditverbod kunnen aansprakelijk worden gesteld voor schade.Alle rechten voorbehouden ten aanzien van octrooien,octrooirechten en gedeponeerde modellen. VLT® is eengedeponeerd handelsmerk.

1.3 Document- en softwareversie

Deze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt.Alle suggesties voor verbetering zijn welkom. Tabel 1.1toont de documentversie en de bijbehorende software-versie.

Versie Opmerkingen Softwareversie

MG11AJxx Vervangt MG11AIxx 3.92

Tabel 1.1 Document- en softwareversie

1.4 Beoogd gebruik

De frequentieomvormer is een elektronische motorregelaardie

• het motortoerental regelt op basis van terugkop-peling van het systeem of externe commando'svan externe regelaars. Een aandrijfsysteembestaat uit de frequentieomvormer, de motor endoor de motor aangedreven apparatuur.

• bewaakt aspecten van de systeem- enmotorstatus.

• kan worden gebruikt om de motor tebeschermen.

Afhankelijk van de configuratie kan de frequentieom-vormer worden gebruikt in zelfstandige toepassingen ofdeel uitmaken van een grotere toepassing of installatie.

De frequentieomvormer is bedoeld voor gebruik inresidentiële, industriële en commerciële omgevingenovereenkomstig lokale wetten en normen. Gebruik defrequentieomvormer niet in toepassingen die niet voldoenaan de aangegeven bedrijfscondities en -omgevingen.

LET OPIn een woonomgeving kan dit product radiostoring

veroorzaken. In dat geval kunnen aanvullende

corrigerende maatregelen noodzakelijk zijn.

Inleiding VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 3

1 1

1.5 Blokschema van defrequentieomvormer

Afbeelding 1.1 toont een blokschema van de internecomponenten van de frequentieomvormer. Zie Tabel 1.2voor de bijbehorende functies.

Afbeelding 1.1 Blokschema frequentieomvormer

Gebied Titel Functies

1 Netvoeding• Driefasenetvoeding naar de

frequentieomvormer

2 Gelijkrichter

• De gelijkrichterbrug zet deinkomende AC-stroom om inDC-stroom als voeding voorde omvormer

3 DC-bus• De DC-tussenkring verwerkt

de DC-stroom

4 DC-reactoren

• Filteren de DC-tussenkring-spanning

• Bieden beveiliging tegennettransiënten

• Beperken de RMS-stroom

• Verhogen de arbeidsfactornaar het voedend net

• Beperken de harmonischenop de AC-ingang

5 Condensatorbatterij

• Slaat de DC-spanning op

• Biedt tijdelijke beschermingbij kortstondige netonder-breking

6 Omvormer

• Zet het DC-signaal om naareen geregelde pulsbreedtege-moduleerde AC-golfvorm vooreen gereguleerd variabeluitgangssignaal naar demotor.

7 Uitgang naar motor

• Gereguleerd driefasiguitgangsvermogen naar demotor

Gebied Titel Functies

8 Stuurcircuits

• Ingangsvermogen, interneprocessen, uitgangssignalenen motorstroom wordenbewaakt voor een efficiëntewerking en regeling.

• De gebruikersinterface enexterne commando's wordenbewaakt en uitgevoerd.

• Biedt mogelijkheden voorstatusuitgang en -regeling.

Tabel 1.2 Legenda bij Afbeelding 1.1

1.6 Behuizingstypen en nominaalvermogen

Zie 8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen voorbehuizingstypen en het nominale vermogen van defrequentieomvormers.

1.7 Goedkeuringen en certificeringen

Tabel 1.3 Goedkeuringen en certificeringen

Er zijn meer goedkeuringen en certificeringen beschikbaar.Neem hiervoor contact op met de lokale Danfoss-partner.De T7 (525-690 V) frequentieomvormers zijn niet gecerti-ficeerd voor UL.

De frequentieomvormer voldoet aan de eisen van UL 508Cten aanzien van het behoud van het thermische geheugen.Zie de sectie Thermische motorbeveiliging in de DesignGuide voor meer informatie.

Zie ADN-conforme installatie in de Design Guide voorconformiteit met het Europees Verdrag inzake het interna-tionale vervoer van gevaarlijke goederen over debinnenwateren (ADN).

1.8 Verwijderingsinstructie

Apparatuur die elektrische componentenbevat, mag niet als huishoudelijk afvalworden afgevoerd.Voer dergelijke apparatuur apart afvolgens de geldende lokale voorschriften.

Tabel 1.4 Verwijderingsinstructie

Inleiding VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

4 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

11

2 Veiligheid

2.1 Veiligheidssymbolen

De volgende symbolen worden gebruikt in dit document.

WAARSCHUWINGGeeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan

leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

VOORZICHTIGGeeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan

leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden

gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkprak-

tijken.

LET OPGeeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die

kunnen leiden tot schade aan apparatuur of

eigendommen.

2.2 Gekwalificeerd personeel

Een probleemloze en veilige werking van de frequentieom-vormer is enkel mogelijk als de frequentieomvormer opcorrecte en betrouwbare wijze wordt vervoerd,opgeslagen, gebruikt en onderhouden. Deze apparatuurmag uitsluitend worden geïnstalleerd of bediend doorgekwalificeerd personeel.

Gekwalificeerd personeel is gedefinieerd als opgeleidemedewerkers, die bevoegd zijn om apparatuur, systemenen circuits te installeren, in bedrijf te stellen en teonderhouden overeenkomstig relevante wetten envoorschriften. Daarnaast moet het personeel bekend zijnmet de instructies en veiligheidsmaatregelen die in ditdocument staan beschreven.

2.3 Veiligheidsmaatregelen

WAARSCHUWINGHOGE SPANNING!Frequentieomvormers werken met een hoge spanning

wanneer ze zijn aangesloten op de netvoeding. De

installatie, het opstarten en het onderhoud mogen

uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd

personeel. Wanneer de installatie, het opstarten en het

onderhoud niet worden uitgevoerd door gekwalificeerd

personeel kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

WAARSCHUWINGONBEDOELDE START!Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op de

netvoeding kan de motor op elk moment starten. De

frequentieomvormer, motor en alle aangedreven

apparatuur moeten bedrijfsklaar zijn. Wanneer de

apparatuur niet bedrijfsklaar is op het moment dat de

frequentieomvormer op de netvoeding wordt

aangesloten, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel

of tot schade aan apparatuur of eigendommen.

WAARSCHUWINGONTLADINGSTIJD!De frequentieomvormer bevat DC-tussenkringconden-

satoren waarop spanning kan blijven staan, zelfs

wanneer de frequentieomvormer niet van spanning

wordt voorzien. Om elektrische gevaren te vermijden,

moet u de netvoeding, permanentmagneetmotoren en

alle externe DC-tussenkringvoedingen – inclusief reserve-

voedingen, UPS-eenheden en DC-

tussenkringaansluitingen naar andere

frequentieomvormers – afschakelen. Wacht tot de

condensatoren volledig zijn ontladen voordat u

onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert. De

vereiste wachttijd staat vermeld in Tabel 2.1. Als u de

aangegeven wachttijd na afschakeling niet in acht neemt

voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden

uitvoert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Spanning

[V]

Minimale wachttijd [minuten]

4 7 15

200-240 1,1-3,7 kW 5,5-45 kW

380-480 1,1-7,5 kW 11-90 kW

525-600 1,1-7,5 kW 11-90 kW

525-690 1,1-7,5 kW 11-90 kW

Er kunnen hoge spanningen aanwezig zijn, zelfs wanneer allewaarschuwingsleds uit zijn.

Tabel 2.1 Ontladingstijd

WAARSCHUWINGGEVAAR VOOR LEKSTROOM!De lekstromen zijn hoger dan 3,5 mA. Het is de verant-

woordelijkheid van de gebruiker of erkende elektrisch

installateur om te zorgen voor een correcte aarding van

de apparatuur. Een onjuiste aarding van de frequentie-

omvormer kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Veiligheid VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 5

2 2

WAARSCHUWINGGEVAARLIJKE APPARATUUR!Draaiende assen en elektrische apparatuur kunnen

gevaarlijk zijn. Alle elektrische werkzaamheden moeten

worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale en

lokale elektriciteitsvoorschriften. De installatie, inbedrijf-

stelling en onderhoudswerkzaamheden mogen

uitsluitend worden uitgevoerd door opgeleid en gekwali-

ficeerd personeel. Het niet opvolgen van de

aanbevelingen kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

WAARSCHUWINGWINDMILLING!Het onbedoeld draaien van permanentmagneetmotoren

kan leiden tot lichamelijk letsel en schade aan

apparatuur. Zorg dat permanentmagneetmotoren zijn

geblokkeerd om onbedoeld draaien te voorkomen.

VOORZICHTIGPOTENTIEEL GEVAAR BIJ INTERNE STORING!Er bestaat een kans op lichamelijk letsel wanneer de

frequentieomvormer niet goed is afgesloten. Controleer

voordat u de spanning inschakelt of alle veiligheidsaf-

dekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.

Veiligheid VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

6 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

22

3 Mechanische installatie

3.1 Uitpakken

3.1.1 Geleverde items

• Controleer de verpakking en frequentieomvormerop zichtbare schade die is veroorzaakt door eenonjuiste behandeling tijdens het vervoer. Dieneventuele schadeclaims in bij de vervoerder.Bewaar beschadigde onderdelen ter verduide-lijking.

• Controleer of alle items zijn geleverd en of degegevens op het typeplaatje overeenkomen metde orderbevestiging.

130B

D51

1.10

Type 12 / IP55 Tamb.45 C/113 F

VLT

MADE IN DENMARK

R

P/N: 131U3930 S/N: 010102G290

3.0kW(400V) / 4.0HP(460V)

IN: 3x380-480V 50/60Hz 6.5/5.7A

OUT: 3x0-Vin 0-590Hz 7.2/6.3Ao

CAUTION:See manual for special condition/mains fusevoir manual de conditions speclales/fusibles

WARNING:Stored charge, wait 4 min.Charge residuelle, attendez 4 min.

* 1 3 1 U 3 9 3 0 0 1 0 1 0 2 G 2 9 0 *

`

HVAC Drivewww.danfoss.com

T/C: FC-102P3K0T4Z55H1UGCXXXSXXXXAXBXCXXXXDX

Listed 76X1 E134261 Ind. Contr. Eq.

o

`

12

3

4

5

6 7

8

9

10

Afbeelding 3.1 Typeplaatje product (voorbeeld)

1 Typecode

2 Bestelnummer

3 Vermogensklasse

4Ingangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hogespanningen)

5Uitgangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hogespanningen)

6 Type behuizing en IP-klasse

7 Maximale omgevingstemperatuur

8 Certificeringen

9 Ontladingstijd (waarschuwing)

10 Serienummer

Tabel 3.1 Legenda bij Afbeelding 3.1

LET OPVerwijder het typeplaatje niet van de frequen-

tieomvormer (verlies van garantie).

3.1.2 Opslag

Zorg dat aan de eisen voor opslag wordt voldaan. Zie8.4 Omgevingscondities voor meer informatie.

Mechanische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 7

3 3

3.1.3 Productoverzicht

1

23

4

5

6

7

8

9

10

11

1213

14

8

15

16

17

18

130B

B492

.10

Afbeelding 3.2 Opengewerkte tekening behuizingstype A, IP 20

1 Lokaal bedieningspaneel (LCP) 10 Motoruitgangsklemmen 96 (U), 97 (V), 98 (W)

2 RS-485-seriëlebusaansluiting (+68, -69) 11 Relais 2 (01, 02, 03)

3 Analoge I/O-connector 12 Relais 1 (04, 05, 06)

4 LCP-ingangsstekker 13 Klemmen voor rem (-81, +82) en loadsharing (-88, +89)

5 Analoge schakelaars (A53), (A54) 14 Netingangsklemmen 91 (L1), 92 (L2), 93 (L3)

6 Kabelafschermings klem 15 USB-connector

7 Ontkoppelingsplaat 16 Schakelaar afsluiting seriële bus

8 Aardklem (PE) 17 Digitale I/O en 24 V-voeding

9 Aardklem voor afgeschermde kabel en trekontlasting 18 Afdekking

Tabel 3.2 Legenda bij Afbeelding 3.2

Mechanische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

8 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

33

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12 13

1617

1819

1415

FAN MOUNTING

QDF-30

DC- DC+

Remove jumper to activate Safe StopMax. 24 Volt !

12 13 18 19 27 29 32 33 20

61 6839 42 50 53 54

0605

0403

0201

130B

B493

.10

Afbeelding 3.3 Opengewerkte tekening behuizingstype B en C, IP 55 en IP 66

1 Lokaal bedieningspaneel (LCP) 11 Relais 2 (04, 05, 06)

2 Afdekking 12 Hijsoog

3 RS-485-seriëlebusaansluiting 13 Bevestigingssleuf

4 Digitale I/O en 24 V-voeding 14 Aardklem (PE)

5 Analoge I/O-connector 15 Kabelafschermings klem

6 Kabelafschermings klem 16 Remklem (-81, +82)

7 USB-connector 17 Loadsharingklem (DC-bus) (-88, +89)

8 Schakelaar afsluiting seriële bus 18 Motoruitgangsklemmen 96 (U), 97 (V), 98 (W)

9 Analoge schakelaars (A53), (A54) 19 Netingangsklemmen 91 (L1), 92 (L2), 93 (L3)

10 Relais 1 (01, 02, 03)

Tabel 3.3 Legenda bij Afbeelding 3.3

Mechanische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 9

3 3

3.2 Installatieomgevingen

LET OPIn omgevingen met in de lucht aanwezige vloeistoffen,

deeltjes of corrosieve gassen moet u ervoor zorgen dat

de IP/Type-klasse overeenkomt met de installatieom-

geving. Als niet wordt voldaan aan de vereisten ten

aanzien van de omgevingscondities, kan dit de

levensduur van de frequentieomvormer bekorten. Zorg

dat wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien van

vochtigheid, temperatuur en hoogte.

Trillingen en schokken

De frequentieomvormer voldoet aan de vereisten diegelden wanneer de eenheid aan de wand of op de vloervan een productiehal is gemonteerd of in panelen die metbouten aan de wand of de vloer zijn bevestigd.

Zie 8.4 Omgevingscondities voor uitgebreide specificatiesvoor de omgevingscondities.

3.3 Montage

LET OPEen onjuiste montage kan leiden tot

oververhitting en lagere prestaties.

Koeling

• Zorg voor een vrije ruimte boven en onder deeenheid, zodat de lucht kan circuleren. ZieAfbeelding 3.4 voor de vereisten ten aanzien vande vrije ruimte.

a

a

130B

D52

8.10

Afbeelding 3.4 Vrije ruimte boven en onder voor

luchtkoeling

Behuizing A2-A5 B1-B4 C1, C3 C2, C4

a (mm) 100 200 200 225

Tabel 3.4 Vereisten ten aanzien van de minimale vrije ruimte

voor luchtkoeling

Hijsen

• Om een veilige hijsmethode te bepalen, moet uhet gewicht van de eenheid controleren; zie8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen.

• Verzeker u ervan dat het hijstoestel geschikt isvoor de taak.

• Regel indien nodig een takel, kraan ofvorkheftruck met het juiste vermogen om deeenheid te verplaatsen.

• Maak bij het hijsen gebruik van de hijsogen opde eenheid, indien aanwezig.

Montage

1. Verzeker u ervan dat de installatielocatie hetgewicht van de eenheid kan dragen. De frequen-tieomvormer is geschikt voor zij-aan-zij-installatie.

2. Monteer de eenheid verticaal op een stevige,vlakke ondergrond of op de optioneleachterwand.

3. Maak bij wandmontage gebruik van desleufvormige bevestigingsgaten, indien aanwezig.

Mechanische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

10 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

33

Montage met achterwand en rails

130B

D50

4.10

Afbeelding 3.5 Juiste montage met achterwand

LET OPGebruik van de achterwand is

noodzakelijk bij montage op rails.

Mechanische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 11

3 3

4 Elektrische installatie

4.1 Veiligheidsvoorschriften

Zie 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoorschriften.

WAARSCHUWINGGEÏNDUCEERDE SPANNING!Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels van

motoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de conden-

satoren van de apparatuur opladen, ook wanneer de

apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout).

Wanneer u de motoruitgangskabels niet van elkaar

gescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabels

gebruikt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

VOORZICHTIGGEVAAR VOOR DC-STROOM!De frequentieomvormers kunnen een gelijkstroom

veroorzaken in de beschermende aardgeleider. Bij

gebruik van een reststroomapparaat of reststroom-

monitor (RCD/RCM) als extra beveiliging mag uitsluitend

een RCD of RCM van het B-type worden gebruikt.

Overstroombeveiliging

• Aanvullende beschermende apparatuur zoalskortsluitbeveiliging of thermische motorbevei-liging tussen de frequentieomvormer en demotor is vereist voor toepassingen met meerderemotoren.

• Ingangszekeringen zijn vereist om te voorzien inkortsluitbeveiliging en overstroombeveiliging. Alsdeze zekeringen niet in de fabriek zijnaangebracht, moeten ze door de installateurworden geplaatst. Zie de maximale zekering-grootte in 8.8 Zekeringspecificaties.

Kabeltype en nominale waarden

• Alle kabels moeten voldoen aan de nationale enlokale voorschriften ten aanzien vandwarsdoorsneden en omgevingstemperatuur.

• Aanbeveling voor voedingskabels: koperdraad datbestand is tegen temperaturen van minimaal75 °C.

Zie 8.1 Elektrische gegevens en 8.5 Kabelspecificaties voor deaanbevolen kabelgroottes en -typen.

4.2 EMC-correcte installatie

Voor een EMC-correcte installatie moet u de instructies in4.3 Aarding, 4.4 Bedradingsschema, 4.6 Motoraansluiting en4.8 Stuurkabels volgen.

4.3 Aarding

WAARSCHUWINGGEVAAR VOOR LEKSTROOM!De lekstromen zijn hoger dan 3,5 mA. Het is de verant-

woordelijkheid van de gebruiker of erkende elektrisch

installateur om te zorgen voor een correcte aarding van

de apparatuur. Een onjuiste aarding van de frequentie-

omvormer kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Voor elektrische veiligheid

• Zorg voor een correcte aarding van de frequen-tieomvormer overeenkomstig de relevantenormen en richtlijnen.

• Gebruik een afzonderlijke aarddraad voor hetingangsvermogen, het motorvermogen en destuurkabels.

• Aard een frequentieomvormer niet aan eenandere zoals in een ringnetwerk.

• Houd de aardverbindingen zo kort mogelijk.

• Gebruik geen pigtails.

• Volg de bedradingsvereisten van de motorfa-brikant op.

• Minimale kabeldoorsnede: 10 mm2 (of 2 nominaleaarddraden die afzonderlijk zijn aangesloten).

Voor een EMC-correcte installatie

• Zorg voor elektrisch contact tussen de kabelaf-scherming en de behuizing van defrequentieomvormer met behulp van metalenkabelwartels of de klemmen die op deapparatuur aanwezig zijn.

• Gebruik sterk gevlochten draad (litzedraad, high-strand wire) om elektrische verstoringen tebeperken.

Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

12 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

44

LET OPPOTENTIAALVEREFFENING!Elektrische storing kan de complete installatie verstoren wanneer de aardpotentiaal van de frequentieomvormer en het

systeem niet overeenkomen. Om elektrische verstoringen te voorkomen, moet u tussen de systeemcomponenten

vereffeningskabels installeren. Aanbevolen kabeldoorsnede: 16 mm2.

4.4 Bedradingsschema

130B

D55

2.11

3-phasepowerinput

DC bus Switch ModePower Supply

Motor

Analog Output

Interface

relay1

relay2

ON=TerminatedOFF=Open

Brakeresistor

91 (L1)92 (L2)93 (L3)

PE

88 (-)89 (+)

50 (+10 V OUT)

53 (A IN)

54 (A IN)

55 (COM A IN)0/4-20 mA

12 (+24 V OUT)

13 (+24 V OUT)

37 (D IN)

18 (D IN)

20 (COM D IN)

10 V DC15 mA 130/200 mA

+ - + -

(U) 96(V) 97(W) 98(PE) 99

(COM A OUT) 39

(A OUT) 42

(P RS-485) 68

(N RS-485) 69

(COM RS-485) 61

0 V

5V

S801

0/4-20 mA

RS-485RS-485

03

+10 V DC0/-10 V DC -

+10 V DC

+10 V DC0/4-20 mA

0/-10 V DC-

240 V AC, 2 A

24 V DC

02

01

05

04

06

24 V (NPN) 0 V (PNP)

0 V (PNP)24 V (NPN)

19 (D IN)

24 V (NPN) 0 V (PNP)27

24 V

0 V

(D IN/OUT)

0 V (PNP)24 V (NPN)

(D IN/OUT)

0 V

24 V29

24 V (NPN) 0 V (PNP)

0 V (PNP)24 V (NPN)

33 (D IN)

32 (D IN)

12

ON

A53

ON2

1A54ON=0/4-20 mAOFF=0/-10 V DC - +10 V DC

95

P 5-00

21 ON

S801

(R+) 82

(R-) 81

: Chassis

: Ground

**

240 V AC, 2 A

400 V AC, 2 A

*

Afbeelding 4.1 Eenvoudig bedradingsschema

A = analoog, D = digitaal*Klem 37 (optioneel) wordt gebruikt voor veilige uitschakeling van het koppel (STO). Installatie-instructies voor de STO-functie vindt u in Bedieningshandleiding Veilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT®-frequentieomvormers.**Sluit de kabelafscherming niet aan.

Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 13

4 4

130B

D52

9.10

1

2

3

4

5

6

78

PE

UVW

9

L1L2L3PE

10

Afbeelding 4.2 EMC-correcte elektrische aansluiting

1 PLC 6 Afgeschermde kabel

2 Frequentieomvormer 7 Motor, 3 fasen en aardverbinding

3 Uitgangsschakelaar 8 Net, 3 fasen en versterkte aardverbinding

4 Aardingsrail (PE) 9 Stuur kabels

5 Kabelisolatie (gestript) 10 Vereffening min. 16 mm2

Tabel 4.1 Legenda bij Afbeelding 4.2

LET OPEMC-STORINGEN!Gebruik afzonderlijke, afgeschermde kabels voor ingangsvermogen, motorkabels en stuurkabels, of plaats de kabels in

3 afzonderlijke metalen kabelgoten. Het niet scheiden van voedings-, motor- en stuurkabels kan leiden tot onbedoeld

gedrag of suboptimale prestaties. Houd een minimale vrije ruimte van 200 mm aan tussen stuurkabels, motorkabels en

netvoedingskabels.

Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

14 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

44

4.5 Toegang

• Verwijder de afdekking met een schroevendraaier(zie Afbeelding 4.3) of door de bevestigings-schroeven los te draaien (zie Afbeelding 4.4).

130B

T248

.10

Afbeelding 4.3 Toegang tot bedrading voor IP 20- en IP 21-

behuizingen

130B

T334

.10

Afbeelding 4.4 Toegang tot bedrading voor IP 55- en IP 66-

behuizingen

Raadpleeg Tabel 4.2 voordat u de afdekkingen vastzet.

Behuizing IP55 IP66

A4/A5 2 2

B1/B2 2,2 2,2

C1/C2 2,2 2,2

Geen schroeven om aan te halen voor A2/A3/B3/B4/C3/C4.

Tabel 4.2 Aanhaalmomenten voor afdekkingen [Nm]

4.6 Motoraansluiting

WAARSCHUWINGGEÏNDUCEERDE SPANNING!Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels van

motoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de conden-

satoren van de apparatuur opladen, ook wanneer de

apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout).

Wanneer u de motoruitgangskabels niet van elkaar

gescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabels

gebruikt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

• Volg de nationale en lokale voorschriften tenaanzien van kabelgroottes op. Zie 8.1 Elektrischegegevens voor de maximale kabelgroottes.

• Volg de bedradingsvereisten van de motorfa-brikant op.

• Onder aan eenheden van het type IP 21 (NEMA1/12) en hoger zijn uitbreekpoorten of toegangs-panelen aangebracht voor het aansluiten van demotorkabels.

• Sluit geen starter of poolomschakelingsapparaat(voor bijv. Dahlandermotor of sleepringmotor)aan tussen de frequentieomvormer en de motor.

Procedure

1. Verwijder een deel van de buitenste kabelisolatie.

2. Plaats de gestripte draad onder de kabelklem omeen mechanische bevestiging en elektrischcontact tussen de kabelafscherming en aarde teverkrijgen.

3. Sluit de aarddraad aan op de dichtstbijzijndeaardklem overeenkomstig de aardingsinstructiesin 4.3 Aarding; zie Afbeelding 4.5.

4. Sluit de 3-fasige motorkabel aan op klem 96 (U),97 (V) en 98 (W); zie Afbeelding 4.5.

5. Haal de klemmen aan overeenkomstig deinformatie in 8.7 Aanhaalmomenten voor aanslui-tingen.

Elektrische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 15

4 4

130B

D53

1.10

UV

W

9697

98

Afbeelding 4.5 Motoraansluiting

Afbeelding 4.6, Afbeelding 4.7 en Afbeelding 4.8 tonen dekabelaansluitingen voor netvoeding, motor en aardingvoor basisfrequentieomvormers. De werkelijke configuratiehangt af van het type eenheid en de aanwezigheid vanoptionele apparatuur.

130B

D57

7.10

+DC BR- B

MA

IN

S

L1 L2 L391 92 93

RELA

Y 1

R

ELA

Y 2

99 U V W

MOTOR

Afbeelding 4.6 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aarde

voor behuizingstype A2 en A3

130B

D51

3.10

UV

W

9697

98

Afbeelding 4.7 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aarde

voor behuizingstype A4 en A5

91L1

92L2

93L3

96U

97V

98W

88DC-

89DC+

81R-

8R+

130B

A39

0.11

9995

Afbeelding 4.8 Kabelaansluiting motor, netvoeding en aarde

voor behuizingstype B en C bij gebruik van afgeschermde

kabels

Elektrische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

16 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

44

4.7 Aansluiting netvoeding

• Selecteer de kabelgrootte op basis van deingangsstroom van de frequentieomvormer. Zie8.1 Elektrische gegevens voor de maximalekabelgroottes.

• Volg de nationale en lokale voorschriften tenaanzien van kabelgroottes op.

Procedure

1. Sluit de 3-fasige netvoedingskabels aan op klemL1, L2 en L3 (zie Afbeelding 4.9).

2. Afhankelijk van de configuratie van de apparatuurzal het ingangsvermogen worden aangesloten opde voedingsingangsklemmen of de netschakelaar.

3. Aard de kabel overeenkomstig de aardingsin-structies in 4.3 Aarding.

4. Als de frequentieomvormer wordt gevoed via eengeïsoleerde netbron (IT-net of zwevendedriehoekschakeling) of TT/TN-S met één zijdegeaard (geaarde driehoekschakeling), moet uzorgen dat 14-50 RFI-filter is ingesteld op Uit omschade aan de tussenkring te voorkomen en deaardcapaciteitsstromen te beperken overeen-komstig IEC 61800-3.

L 1 L 2 L 3

91 92 93

130B

T336

.10

Afbeelding 4.9 Netvoeding aansluiten

4.8 Stuurkabels

• Isoleer stuurkabels van hoogvermogencompo-nenten in de frequentieomvormer.

• Wanneer de frequentieomvormer op eenthermistor is aangesloten, moet u ervoor zorgendat de stuurkabels van de thermistorafgeschermd en versterkt/dubbel geïsoleerd zijn.Een 24 V DC-voeding wordt aanbevolen.

4.8.1 Stuurklemtypen

Afbeelding 4.10 toont de verwijderbare connectoren van defrequentieomvormer. De functies en standaardinstellingenvan de klemmen worden in het kort besproken inTabel 4.3.

23

4

1

130B

B921

.11

Afbeelding 4.10 Stuurklemposities

12 13 18 19 27 29 32 33 20 37

39 42 50 53 54 5561 68 69

130B

B931

.101

2 3

Afbeelding 4.11 Klemnummers

• Connector 1 biedt vier programmeerbare digitaleingangsklemmen, twee extra digitale klemmendie te programmeren zijn als ingang of alsuitgang, een 24 V DC-voedingsklem en eengemeenschappelijke klem voor optionele, door deklant geleverde 24 V DC-spanning.

• Connector 2 omvat de klemmen (+)68 en (-)69voor een RS-485-aansluiting voor seriëlecommunicatie.

Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 17

4 4

• Connector 3 biedt twee analoge ingangen, éénanaloge uitgang, 10 V DC-voedingsspanning engemeenschappelijke klemmen voor de in- enuitgangen.

• Connector 4 is een USB-poort die kan wordengebruikt voor de MCT 10 setupsoftware.

Beschrijving klemmen

Klem Parameter

Standaard-

instelling Beschrijving

Digitale ingangen/uitgangen

12, 13 - +24 V DC 24 V DC-voedings-spanning Demaximale uitgangs-stroom bedraagt200 mA voor alle 24V-belastingensamen. Tegebruiken voordigitale ingangenen externetransductoren.

18 5-10 [8] Start

Digitale ingangen.

19 5-11 [0] Niet inbedrijf

32 5-14 [0] Niet inbedrijf

33 5-15 [0] Niet inbedrijf

27 5-12 [2] Vrijloopgeïnv.

In te stellen alsdigitale ingang ofuitgang. Destandaardinstellingis Ingang.

29 5-13 [14] Jog

20 - Common voordigitale ingangenen 0 V-potentiaalvoor 24 V-voeding.

37 - Veilige uitscha-keling van hetkoppel (STO)

Veilige ingang(optioneel). Gebruiktvoor veilige uitscha-keling van hetkoppel (STO).

Analoge ingangen/uitgangen

39 -

Common vooranaloge uitgang

42 6-50 Snelheid 0 -HgBegr

Programmeerbareanaloge uitgang.Het analoge signaalis 0-20 mA of 4-20mA bij maximaal

500 Ω.

Beschrijving klemmen

Klem Parameter

Standaard-

instelling Beschrijving

50 - +10 V DC Analoge 10 V DC-voedingsspanning.Een signaal vanmaximaal 15 mAwordt vaak gebruiktvoor een potenti-ometer ofthermistor.

53 6-1 Referentie Analoge ingang. Teselecteren voorspanning of stroom.Schakelaar A53 enA54 wordeningesteld op mA ofV.

54 6-2 Terugkoppeling

55 -

Common vooranaloge ingang

Seriële communicatie

61 -

Geïntegreerd RC-filter voorkabelafscherming.UITSLUITEND voorhet aansluiten vande afscherming ingeval van EMC-problemen.

68 (+) 8-3 RS-485-interface. Eris een stuurkaart-schakelaar aanwezigvoor gebruik alsafsluitweerstand.

69 (-) 8-3

Relais

01, 02, 03 5-40 [0] [0] Alarm Relaisuitgang metomschakelcontactTe gebruiken voorAC- en DC-spanningen resistieve ofinductievebelastingen.

04, 05, 06 5-40 [1] [0] Actief

Tabel 4.3 Beschrijving klemmen

Extra klemmen:

• 2 relaisuitgangen met omschakelcontact. Delocatie van de uitgangen hangt af van deconfiguratie van de frequentieomvormer.

• Klemmen op de ingebouwde optioneleapparatuur. Zie de handleiding die bij de appara-tuuroptie wordt geleverd.

Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

18 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

44

4.8.2 Kabelaansluiting op stuurklemmen

Stuurklemconnectoren kunnen uit de frequentieomvormerworden getrokken. Dit maakt het installeren eenvoudig,zoals te zien is in Afbeelding 4.10.

LET OPHoud stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van

hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.

1. Open het contact door een kleine schroeven-draaier in de sleuf boven het contact te steken ende schroevendraaier iets omhoog te drukken.

130B

D54

6.10

2

1

10 mm

2927 32191813 12

33

Afbeelding 4.12 Stuurkabels aansluiten

2. Steek de gestripte stuurkabel in het contact.

3. Verwijder de schroevendraaier om de stuurkabelvast te zetten in het contact.

4. Controleer of de kabel stevig in het contact isgeklemd. Loszittende stuurkabels kunnenstoringen in de apparatuur of een suboptimalewerking tot gevolg hebben.

Zie 8.5 Kabelspecificaties voor stuurkabelgroottes en6 Voorbeelden toepassingssetup voor typische stuurkabel-aansluitingen.

4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem27)

Er kan een jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13)en klem 27 om de frequentieomvormer te laten werkenwanneer de standaard fabrieksinstellingen wordengebruikt.

• Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om eenextern vergrendelingssignaal van 24 V DC teontvangen. In veel toepassingen sluit degebruiker een extern vergrendelingsapparaat aanop klem 27.

• Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordtgebruikt, moet u een jumper aansluiten tussenstuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. Ditzorgt voor een intern 24 V-signaal op klem 27.

• Wanneer er geen signaal aanwezig is, zal deeenheid niet werken.

• Wanneer de statusregel onder aan het LCP detekst AUTO EXTERN VRIJLOOP weergeeft,betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is, maardat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.

• Wanneer in de fabriek geïnstalleerde optioneleapparatuur is aangesloten op klem 27 mag udeze aansluiting niet verwijderen.

LET OPDe frequentieomvormer kan niet werken zonder een

signaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw is

geprogrammeerd.

4.8.4 Selectie spannings-/stroomingang(schakelaars)

De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen wordeningesteld als ingangssignalen voor spanning (0-10 V) ofstroom (0/4-20 mA).

Standaard parameterinstellingen:

• Klem 53: snelheidsreferentiesignaal in eenregeling zonder terugkoppeling (zie 16-61 Klem 53schakelinstell.).

• Klem 54: terugkoppelingssignaal in een regelingmet terugkoppeling (zie16-63 Klem 54 schakel-instell.).

Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 19

4 4

LET OPSchakel de voeding naar de frequentieom-

vormer af voordat u een schakelaar omzet.

1. Verwijder het lokale bedieningspaneel (zieAfbeelding 4.13).

2. Verwijder alle optionele apparatuur die deschakelaars afdekt.

3. Stel de schakelaars A53 en A54 in voor hetgewenste signaaltype. U = spanning, I = stroom.

130B

D53

0.10

12

N O

VLT

BUSTER.OFF-ON

A53 A54U- I U- I

Afbeelding 4.13 Positie van de schakelaars voor klem 53 en 54

4.8.5 Veilige uitschakeling van het koppel(STO)

Om de STO-functie te gebruiken is extra bedrading voorde frequentieomvormer vereist; zie BedieningshandleidingVeilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT®-frequentieomvormers voor meer informatie.

4.8.6 RS-485 seriële communicatie

Op een netwerksegment kunnen in totaal 32 busdeel-nemers worden aangesloten als bus of via dropkabelsvanaf een gemeenschappelijke hoofdlijn. De netwerkseg-menten kunnen onderling worden gekoppeld door middelvan lijnversterkers. Elke lijnversterker fungeert als eenbusdeelnemer binnen het segment waarin dezegeïnstalleerd is. Elke busdeelnemer in een bepaald netwerkmoet een uniek nodeadres hebben binnen alle segmenten.

• Sluit de RS-485-kabel voor seriële communicatieaan op klem (+)68 en (-)69.

• Sluit elk segment aan beide uiteinden af metbehulp van de eindschakelaar (aansluitklem aan/uit; zie Afbeelding 4.13) op de frequentieom-vormers, of via een asymmetrischafsluitweerstandsnetwerk.

• Verbind een groot oppervlak van de afschermingmet aarde, bijvoorbeeld door middel van eenkabelklem of een geleidende kabelwartel.

• Maak gebruik van potentiaalvereffeningskabelsom in het gehele netwerk dezelfde aardpotentiaalte handhaven.

• Gebruik binnen het gehele netwerk hetzelfdetype kabel om problemen met verschillendeimpedanties te voorkomen.

Kabel Afgeschermd met gedraaide paren (STP)

Impedantie 120 ΩMax. kabellengte[m]

1200 (inclusief dropkabels)500 station-tot-station

Tabel 4.4 Kabelgegevens

Elektrische installatie VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

20 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

44

4.9 Installatiechecklist

Voordat u het installeren van de eenheid voltooit, moet u eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven inTabel 4.5. Vink de items af wanneer ze zijn voltooid.

Inspecteren Beschrijving Hulpapparatuur • Kijk of er hulpapparatuur, schakelaars, werkschakelaars of ingangszekeringen/circuitbreakers aanwezig zijn

aan de voedende zijde van de frequentieomvormer of in de uitgang naar de motor. Zorg dat dezegeschikt zijn om bij volle snelheid te worden gebruikt.

• Controleer de functie en installatie van sensoren die worden gebruikt voor terugkoppeling naar defrequentieomvormer.

• Verwijder eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren van de motor(en)

• Pas eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren aan de voedingszijde aan en zorg dat ze wordengedempt.

Bekabeling • Zorg dat de motorkabels en de stuurkabels van elkaar zijn gescheiden of in drie afzonderlijke metalenkabelgoten zijn geplaatst om hoogfrequente ruis tegen te gaan.

Stuurkabels • Controleer op gebroken of beschadigde draden en loszittende aansluitingen.

• Controleer of de stuurkabels zijn gescheiden van voedings- en motorkabels om ruis te voorkomen.

• Controleer de spanningsbron van de signalen, indien nodig.

• Het gebruik van afgeschermde kabels of gedraaide paren wordt aanbevolen. Verzeker u ervan dat deafscherming correct is aangesloten.

Vrije ruimte voorkoeling

• Controleer of de vrije ruimte boven en onder de eenheid voldoende is om te zorgen voor de benodigdeluchtkoeling; zie 3.3 Montage.

Omgevingscondities • Controleer of aan de omgevingscondities wordt voldaan.

Zekeringen encircuitbreakers

• Controleer op het gebruik van de juiste zekeringen en circuitbreakers.

• Controleer of alle zekeringen stevig zijn bevestigd en bedrijfsklaar zijn en of alle circuitbreakers openstaan.

Aarding • Controleer op goede aardverbindingen die stevig vastzitten en vrij van oxidatie zijn.

• Het aarden op een kabelgoot of het monteren van de achterwand op een metalen oppervlak is geengeschikte aarding.

Bekabeling voor in-enuitgangsvermogen

• Controleer op loszittende aansluitingen.

• Controleer of de motor- en netvoedingskabels in aparte kabelgoten zijn geplaatst of afzonderlijk zijnafgeschermd.

Binnenzijde paneel • Controleer of de binnenzijde van de eenheid vrij is van vuil, metaalsplinters, vocht en corrosie.

• Controleer of de eenheid is gemonteerd op een ongelakt metalen oppervlak.

Schakelaars • Verzeker u ervan dat alle schakelaars en werkschakelaars in de juiste stand staan.

Trilling • Controleer of de eenheid stevig is gemonteerd of dat er trillingsdempers zijn gebruikt, indien nodig.

• Controleer op ongebruikelijke trillingsniveaus.

Tabel 4.5 Installatiechecklist

VOORZICHTIGPOTENTIEEL GEVAAR BIJ INTERNE STORING!Er bestaat een kans op lichamelijk letsel wanneer de frequentieomvormer niet goed is afgesloten. Controleer voordat u

de spanning inschakelt of alle veiligheidsafdekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.

Elektrische installatie VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 21

4 4

5 Inbedrijfstelling

5.1 Veiligheidsvoorschriften

Zie 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoorschriften.

WAARSCHUWINGHOGE SPANNING!Frequentieomvormers werken met een hoge spanning

wanneer ze zijn aangesloten op de netvoeding. De

installatie, het opstarten en het onderhoud mogen

uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd

personeel. Wanneer de installatie, het opstarten en het

onderhoud niet worden uitgevoerd door gekwalificeerd

personeel kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Voordat u de spanning inschakelt:

1. Sluit de afdekking goed.

2. Controleer of alle kabelwartels stevig zijnvastgezet.

3. Verzeker u ervan dat het ingangsvermogen naarde eenheid is AFGESCHAKELD en vergrendeld.Vertrouw niet op de netschakelaars van defrequentieomvormer voor scheiding van hetingangsvermogen.

4. Verzeker u ervan dat er geen spanning staat opde ingangsklemmen L1 (91), L2 (92) en L3 (93),fase naar fase en fase naar aarde.

5. Verzeker u ervan dat er geen spanning staat opde uitgangsklemmen 96 (U), 97 (V) en 98 (W),fase naar fase en fase naar aarde.

6. Controleer de elektrische geleiding door demotor door de ohmwaarden te meten op U-V(96-97), V-W (97-98) en W-U (98-96).

7. Controleer op een juiste aarding van zowel defrequentieomvormer als de motor.

8. Inspecteer de frequentieomvormer op losseklemaansluitingen.

9. Verzeker u ervan dat de voedingsspanningovereenkomt met de spanning van de frequentie-omvormer en de motor.

5.2 Spanning inschakelen

WAARSCHUWINGONBEDOELDE START!Wanneer de frequentieomvormer is aangesloten op de

netvoeding kan de motor op elk moment starten. De

frequentieomvormer, motor en alle aangedreven

apparatuur moeten bedrijfsklaar zijn. Wanneer de

apparatuur niet bedrijfsklaar is op het moment dat de

frequentieomvormer op de netvoeding wordt

aangesloten, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel

of tot schade aan apparatuur of eigendommen.

1. Verzeker u ervan dat de ingangsspanning isgebalanceerd binnen een marge van 3%. Als ditniet het geval is, moet u de onbalans van deingangsspanning corrigeren voor u verdergaat.Herhaal deze procedure na de spanningscorrectie.

2. Zorg dat de bekabeling van optionele apparatuur,indien aanwezig, geschikt is voor de installatie-toepassing.

3. Zorg dat alle bedieningselementen in de UIT-stand staan. Paneeldeuren moeten zijn geslotenof de afdekking moet zijn gemonteerd.

4. Schakel de spanning naar de eenheid in. Start defrequentieomvormer NOG NIET. Wanneer deeenheid met een netschakelaar is uitgerust, moetu deze in de AAN-stand zetten om de spanningnaar de frequentieomvormer in te schakelen.

LET OPWanneer de statusregel onder aan het LCP de tekst

AUTO EXTERN VRIJLOOP of Alarm 60, Ext. vergrendelingweergeeft, betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is,

maar dat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.

Zie 4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem 27) voor

meer informatie.

Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

22 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

55

5.3 Werking lokaal bedieningspaneel

5.3.1 Lokaal bedieningspaneel

Het lokale bedieningspaneel (LCP) is het gecombineerdedisplay en toetsenbord aan de voorzijde van de eenheid.

Het LCP heeft diverse gebruikersfuncties:

• Starten, stoppen en het regelen van de snelheidtijdens lokale bediening.

• Uitlezen van bedrijfsgegevens, status, waarschu-wingen en aanmaningen tot voorzichtigheid.

• Programmeren van functies van de frequentieom-vormer.

• Voer na een fout een handmatige reset uitwanneer de autoreset niet actief is.

Er is ook een optioneel numeriek LCP (NLCP) leverbaar. HetNLCP werkt op vergelijkbare wijze als het LCP. Zie deProgrammeerhandleiding voor meer informatie over hetgebruik van het NLCP.

LET OPInstalleer MCT 10 setupsoftware voor inbedrijfstelling via

een pc. De software kan worden gedownload op

www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/software-download (basisversie) of worden besteld (geavanceerde

versie, bestelnummer 130B1000)

5.3.2 LCP-lay-out

De functies van het LCP zijn onderverdeeld in vier groepen(zie Afbeelding 5.1).

A. Display

B. Menutoetsen

C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)

D. Bedieningstoetsen en resettoets

130B

D51

2.10

Autoon

ResetHandon

Off

StatusQuickMenu

MainMenu

AlarmLog

Back

CancelInfoOK

Status 1(1)

0.00 kW

Off Remote Stop

0.0Hz

On

Alarm

Warn.

A

0.00 A0.0 %

B

C

D

2605 kWh

1

2

3

4

5

6

78

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18 19 20 21

Afbeelding 5.1 Lokaal bedieningspaneel (LCP)

A. Display

Het display wordt geactiveerd wanneer de frequentieom-vormer spanning krijgt van de netvoeding, een DC-aansluitklem of een externe 24 V DC-voeding.

De informatie die op het LCP wordt weergegeven, kanvoor de gebruikerstoepassing worden aangepast. Selecteerde opties via [Quick Menu], Q3-13 Displayinstellingen.

Display Parameternummer Standaardinstelling

1 0-20 Referentie %

2 0-21 Motorstroom

3 0-22 Vermogen [kW]

4 0-23 Frequentie

5 0-24 kWh-teller

Tabel 5.1 Legenda bij Afbeelding 5.1, display

Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 23

5 5

B. Menutoetsen

Menutoetsen dienen om toegang te krijgen tot de parame-tersetup, te schakelen tussen statusuitleesmodi tijdensnormaal bedrijf en om foutloggegevens weer te geven.

Toets Functie

6 Status Geeft bedrijfsgegevens weer.

7 Quick Menu Geeft toegang tot de parameters voor hetprogrammeren van de basisfuncties enbiedt uitgebreide toepassingsinstructies.

8 Main Menu Biedt toegang tot alle programmeerbareparameters.

9 Alarm Log Toont een overzicht van de actievewaarschuwingen, de laatste 10 alarmen ende onderhoudslog.

Tabel 5.2 Legenda bij Afbeelding 5.1, menutoetsen

C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)

Navigatietoetsen worden gebruikt voor het programmerenvan functies en het verplaatsen van de displaycursor. Denavigatietoetsen dienen tevens om de snelheid te regelenin de lokale (handmatige) bediening. In deze zonebevinden zich ook 3 statusindicatielampjes voor defrequentieomvormer.

Toets Functie

10 Back Brengt u terug naar de vorige stap of lijst inde menustructuur.

11 Cancel Annuleert uw laatste wijziging of commando,zolang de displaymodus niet is gewijzigd.

12 Info Wanneer u hierop drukt, wordt eenbeschrijving van de geselecteerde functieweergegeven.

13 Navigatie-

toetsen

Gebruik de 4 navigatietoetsen om naarandere opties in het menu te gaan.

14 OK Hiermee kunt u toegang krijgen tot parame-tergroepen of een selectie bevestigen.

Tabel 5.3 Legenda bij Afbeelding 5.1, navigatietoetsen

Indicator Lampje Functie

15 On Groen Het On-lampje gaat brandenwanneer de frequentieomvormerspanning van een netvoeding, DC-aansluitklem of externe 24 V-voeding krijgt.

16 Warn. Geel Wanneer er een waarschuwings-conditie optreedt, gaat het geleWarn.-lampje branden enverschijnt er een tekst op hetdisplay om het probleem aan tegeven.

17 Alarm Rood Wanneer er een foutconditieoptreedt, gaat het rode Alarm-lampje knipperen en verschijnt ereen alarmmelding op het display.

Tabel 5.4 Legenda bij Afbeelding 5.1, indicatielampjes (leds)

D. Bedieningstoetsen en resettoets

De bedieningstoetsen bevinden zich onder aan het LCP.

Toets Functie

18 Hand On Start de frequentieomvormer in de lokalebediening.

• Een extern stopsignaal via eenstuuringang of seriële communicatieonderdrukt de lokale handmodus.

19 Off Stopt de motor maar schakelt de frequentie-omvormer niet af van de voeding.

20 Auto On Zet het systeem in de externebedieningsmodus.

• Reageert op een extern startcommandovia stuurklemmen of seriëlecommunicatie.

21 Reset Hiermee kunt u de frequentieomvormerhandmatig resetten nadat u een fout hebtopgeheven.

Tabel 5.5 Legenda bij Afbeelding 5.1, bedieningstoetsen

en resettoets

LET OPHet contrast van het display kan worden aangepast door

[Status] en de toets [] of [] gelijktijdig in te drukken.

Inbedrijfstelling VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

24 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

55

5.3.3 Parameterinstellingen

Om een toepassing goed te programmeren, moeten ervaak functies worden ingesteld in diverse gerelateerdeparameters. Zie 9.2 Opbouw parametermenu voor meerinformatie over de parameters.

De programmeergegevens worden in de frequentieom-vormer zelf opgeslagen.

• De gegevens kunnen in het LCP-geheugenworden geladen bij wijze van back-up.

• Om gegevens naar een andere frequentieom-vormer over te zetten, sluit u het LCP aan op dieeenheid en download u de opgeslagen instel-lingen.

• Het herstellen van de fabrieksinstellingen heeftgeen gevolgen voor de opgeslagen gegevens inhet LCP-geheugen.

5.3.4 Gegevens uploaden/downloadennaar/van het LCP

1. Druk op [Off] om de motor te stoppen voordat ugegevens uploadt of downloadt.

2. Ga naar [Main Menu], 0-50 LCP kopiëren en drukop [OK].

3. Selecteer Alles naar LCP om gegevens naar hetLCP te uploaden of selecteer Alles vanaf LCP omgegevens vanaf het LCP te downloaden.

4. Druk op [OK]. Een voortgangsbalkje geeft hetverloop van het upload- of downloadproces weer.

5. Druk op [Hand On] of [Auto On] om terug tekeren naar normaal bedrijf.

5.3.5 Parameterinstellingen wijzigen

Wijzigingen weergeven

Via [Quick Menu], Q5 Gemaakte wijz. kunt u alle parameter-instellingen bekijken die afwijken van destandaardinstellingen.

• De lijst toont alleen parameters die afwijken vande huidige, te bewerken setup.

• Parameters die weer op de standaardwaarde zijningesteld, worden niet vermeld.

• De melding 'Leeg' geeft aan dat geen van deparameters is gewijzigd.

Instellingen wijzigen

Parameterinstellingen kunnen worden bekeken engewijzigd via [Quick Menu] of [Main Menu]. [Quick Menu]geeft alleen toegang tot een beperkt aantal parameters.

1. Druk op [Quick Menu] of [Main Menu] op hetLCP.

2. Gebruik [] [] om door de parametergroepen tenavigeren en druk op [OK] om een parame-tergroep te selecteren.

3. Gebruik [] [] om door de parameters tenavigeren en druk op [OK] om een parameter teselecteren.

4. Gebruik [] [] om de waarde van de geselec-teerde parameter te wijzigen.

5. Gebruik [] [] om naar het vorige of volgendecijfer te gaan wanneer u bezig bent om decimaleparameter te wijzigen.

6. Druk op [OK] om de wijziging op te slaan.

7. Druk twee keer op [Back] om naar 'Status' tegaan of druk één keer op [Main Menu] om naar'Main Menu' te gaan.

5.3.6 Standaardinstellingen herstellen

LET OPBij een initialisatie wordt de eenheid teruggezet naar de

fabrieksinstellingen. De opgeslagen instellingen voor

programmering, motorgegevens, lokalisatie en bewaking

zullen verloren gaan. Voorafgaand aan initialisatie kunt u

een back-up creëren door de gegevens te uploaden naar

het LCP.

Het herstellen van de standaard parameterinstellingen vande frequentieomvormer is mogelijk door de frequentieom-vormer te initialiseren. De initialisatie kan via14-22 Bedrijfsmodus (aanbevolen) of handmatig wordenuitgevoerd.

• Bij initialisatie via 14-22 Bedrijfsmodus wordenomvormergegevens zoals bedrijfsuren, instel-lingen voor seriële communicatie, instellingenvoor het persoonlijk menu, foutlog, alarmlog enandere bewakingsfuncties niet gewijzigd.

• Bij een handmatige initialisatie worden allemotor-, programmeer-, lokalisatie- en bewakings-gegevens gewist en worden defabrieksinstellingen hersteld.

Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 25

5 5

Aanbevolen initialisatieprocedure, via

14-22 Bedrijfsmodus

1. Druk twee keer op [Main Menu] om toegang tekrijgen tot de parameters.

2. Ga naar 14-22 Bedrijfsmodus en druk op [OK].

3. Ga naar Initialisatie en druk op [OK].

4. Schakel de spanning naar de eenheid af en wachttot het display uitgaat.

5. Schakel de spanning naar de eenheid in.

Tijdens het opstarten worden de standaard parameterin-stellingen hersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langerduren dan normaal.

6. Alarm 80 wordt weergegeven.

7. Druk op [Reset] om terug te keren naar denormale bedieningsmodus.

Procedure voor handmatige initialisatie

1. Schakel de spanning naar de eenheid af en wachttot het display uitgaat.

2. Houd [Status], [Main Menu] en [OK] gelijktijdigingedrukt terwijl u de spanning naar de eenheidinschakelt (ongeveer 5 s of totdat u eenklikgeluid hoort en de ventilator start).

Tijdens het opstarten worden de fabrieksinstellingenhersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langer duren dannormaal.

Bij een handmatige initialisatie worden de volgendegegevens van de frequentieomvormer niet gereset.

• 15-00 Bedrijfsuren

• 15-03 Inschakelingen

• 15-04 x Overtemp.

• 15-05 x Overspann.

5.4 Basisprogrammering

5.4.1 Inbedrijfstelling met SmartStart

De SmartStart-wizard maakt snelle configuratie vanelementaire motor- en toepassingsparameters mogelijk.

• Bij de eerste inschakeling of na een initialisatievan de frequentieomvormer start SmartStartautomatisch.

• Volg de instructies op het scherm om deinbedrijfstelling van de frequentieomvormer tevoltooien. SmartStart kan altijd opnieuw wordengestart via [Quick Menu], Q4 SmartStart.

• Raadpleeg 5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu] ofde Programmeerhandleiding om de inbedrijf-stelling zonder de SmartStart-wizard uit tevoeren.

LET OPBij de SmartStart-setup hebt u de motorgegevens nodig.

De benodigde gegevens zijn gewoonlijk te vinden op

het motortypeplaatje.

5.4.2 Inbedrijfstelling via [Main Menu]

De aanbevolen parameterinstellingen zijn bedoeld vooropstart- en controledoeleinden. De toepassingsinstellingenkunnen variëren.

De gegevens moeten worden ingevoerd terwijl despanning is INGESCHAKELD, maar voordat de frequentie-omvormer in bedrijf wordt gesteld.

1. Druk op [Main Menu] op het LCP.

2. Gebruik de navigatietoetsen om naar parame-tergroep 0-** Bediening/display te gaan en drukop [OK].

130B

P066

.10

1107 tpm

0-** Bediening/display

1-** Belasting & motor

2-** Remmen

3-** Ref./Ramp.

3,84 A 1 (1)

Hoofdmenu

Afbeelding 5.2 Main Menu

Inbedrijfstelling VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

26 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

55

3. Gebruik de navigatietoetsen om naar parame-tergroep 0-0* Basisinstellingen te gaan en druk op[OK].

0-**Operation / Display0.0%

0-0* Basic Settings

0-1* Set-up Operations

0-2* LCP Display

0-3* LCP Custom Readout

0.00A 1(1)

130B

P087

.10

Afbeelding 5.3 Bediening/display

4. Gebruik de navigatietoetsen om naar0-03 Regionale instellingen te gaan en druk op[OK].

0-0*Basic Settings0.0%

0-03 Regional Settings

[0] International

0.00A 1(1)

130B

P088

.10

Afbeelding 5.4 Basisinstellingen

5. Gebruik de navigatietoetsen om Internationaal [0]of Noord-Amerika [1] te selecteren en druk op[OK]. (Hierdoor worden de standaardinstellingenvoor een aantal basisparameters gewijzigd.)

6. Druk op [Main Menu] op het LCP.

7. Gebruik de navigatietoetsen om naar 0-01 Taal tegaan.

8. Selecteer de gewenste taal en druk op [OK].

9. Als tussen de stuurklemmen 12 en 27 een jumperaanwezig is, laat u 5-12 Klem 27 digitale ingang opde fabrieksinstelling staan. Als dit niet het gevalis, moet u 5-12 Klem 27 digitale ingang instellenop Niet in bedrijf. Voor frequentieomvormers meteen optionele bypass is geen jumperkabel vereisttussen de stuurklemmen 12 en 27.

10. 3-02 Minimumreferentie

11. 3-03 Max. referentie

12. 3-41 Ramp 1 aanlooptijd

13. 3-42 Ramp 1 uitlooptijd

14. 3-13 Referentieplaats. Gekoppeld Hand/Auto,Lokaal, Extern.

5.4.3 Setup asynchrone motor

Voer de motorgegevens in parameter 1-20 of 1-21 tot 1-25in. Deze informatie is te vinden op het motortypeplaatje.

1. 1-20 Motorverm. [kW] of 1-21 Motorverm. [PK]

2. 1-22 Motorspanning

3. 1-23 Motorfrequentie

4. 1-24 Motorstroom

5. 1-25 Nom. motorsnelheid

5.4.4 Setup permanentmagneetmotor

LET OPGebruik een permanentmagneetmotor (PM-motor) alleen

in combinatie met ventilatoren en pompen.

Stappen voor eerste programmering

1. Activeer het gebruik van een PM-motor door1-10 Motorconstructie in te stellen op PM, niet-uitspr. SPM [1].

2. Stel 0-02 Eenh. motortoerental in op TPM [0].

De motorgegevens programmeren

Nadat u in 1-10 Motorconstructie een PM-motor hebtgeselecteerd, zijn de PM-motorgerelateerde parameters inparametergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav. Motordata en1-4* actief.De benodigde informatie is te vinden op het motortype-plaatje en in het motordatablad.Programmeer de volgende parameters in de aangegevenvolgorde:

1. 1-24 Motorstroom

2. 1-26 Cont. nom. motorkoppel

3. 1-25 Nom. motorsnelheid

4. 1-39 Motorpolen

5. 1-30 Statorweerstand (Rs)Voer de weerstand van de statorwikkeling in voorfase naar common (Rs). Wanneer enkel fase-naar-fasegegevens beschikbaar zijn, moet u de waardedelen door 2 om de waarde voor fase-common(sterpunt) te verkrijgen.De waarde kan ook worden gemeten met behulpvan een ohmmeter; hierbij zal ook rekeningworden gehouden met de weerstand van dekabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voerhet resultaat in.

Inbedrijfstelling VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 27

5 5

6. 1-37 Inductantie d-as (Ld)Voer de directe asinductantie van de PM-motor invoor fase naar common.Wanneer enkel fase-naar-fasegegevensbeschikbaar zijn, moet u de waarde delen door 2om de waarde voor fase-common (sterpunt) teverkrijgen.De waarde kan ook worden gemeten met behulpvan een inductiemeter; hierbij zal ook rekeningworden gehouden met de inductantie van dekabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voerhet resultaat in.

7. 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPMVoer de tegen-EMK (fase-fase, rms-waarde) in vande PM-motor bij een mechanisch toerental van1000 tpm. Tegen-EMK is de spanning die dooreen PM-motor wordt gegenereerd wanneer ergeen omvormer is aangesloten en de as externwordt gedraaid. De tegen-EMK wordt in specifi-caties meestal vermeld voor de nominalemotorsnelheid of voor een snelheid van 1000tpm, gemeten tussen twee fasen. Als de waardevoor een motorsnelheid van 1000 tpm nietbeschikbaar is, kunt u de juiste waarde als volgtberekenen: Stel, de tegen-EMK is 320 V bij 1800tpm. De waarde bij 1000 tpm kan dan als volgtworden berekend: Tegen-EMK = (spanning/tpm)*1000 = (320/1800)*1000 = 178. Dit is dewaarde die moet worden ingevoerd bij1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM.

Motorwerking testen

1. Start de motor bij lage snelheid (100 tot 200tpm). Als de motor niet draait, moet u deinstallatie, algemene programmering en demotorgegevens controleren.

2. Controleer of de startfunctie in 1-70 PM StartMode geschikt is voor de vereisten van detoepassing.

Rotordetectie

Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingenwaarbij de motor start vanuit stilstand, zoals bij pompen oftransportbanden. Bij sommige motoren is een geluidhoorbaar wanneer de meetpuls wordt verzonden. Dit isniet schadelijk voor de motor.

Parkeren

Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingenwaarbij de motor al bij lage snelheid draait, zoals bijwindmilling in ventilatortoepassingen. 2-06 Parking Currenten 2-07 Parking Time kunnen worden gewijzigd. Verhoogde fabrieksinstelling van deze parameters voor toepas-singen met hoge massatraagheid.

Start de motor op nominale snelheid. Controleer de VVC+PM-instellingen als de toepassing niet goed werkt. ZieTabel 5.6 voor aanbevelingen voor diverse toepassingen.

Toepassing Instellingen

Toepassing met lagemassatraagheidILoad/IMotor < 5

1-17 Voltage filter time const. moetworden verhoogd met een factor 5tot 101-14 Damping Gain moet wordengereduceerd1-66 Min. stroom bij lage snelh. moetworden gereduceerd (< 100%)

Toepassing met lagemassatraagheid50>ILoad/IMotor > 5

Handhaaf de berekende waarden

Toepassingen met hogemassatraagheidILoad/IMotor > 50

1-14 Damping Gain, 1-15 Low SpeedFilter Time Const. en 1-16 High SpeedFilter Time Const. moeten wordenverhoogd

Hoge belasting bij lagesnelheid< 30% (nominale snelheid)

1-17 Voltage filter time const. moetworden verhoogd1-66 Min. stroom bij lage snelh. moetworden verhoogd (> 100%gedurende langere tijd kan leidentot oververhitting van de motor)

Tabel 5.6 Aanbevelingen voor diverse toepassingen

Verhoog 1-14 Damping Gain wanneer de motor bij eenbepaalde snelheid gaat oscilleren. Verhoog de waarde inkleine stappen. Een goede waarde voor deze parameterkan 10% of 100% hoger liggen dan de standaardwaarde;dit hangt af van de motor.

Het startkoppel kan worden gewijzigd in 1-66 Min. stroombij lage snelh.. 100% geeft het nominale koppel alsstartkoppel.

Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

28 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

55

5.4.5 Automatische energieoptimalisatie(AEO)

LET OPAEO is niet relevant voor permanentmagneetmotoren.

Automatische energieoptimalisatie (AEO) wordt aanbevolenvoor

• automatische compensatie voor overgedimensio-neerde motoren;

• automatische compensatie bij langzamewijzigingen van de systeembelasting;

• automatische compensatie voor seizoenswijzi-gingen;

• automatische compensatie bij lage motorbelas-tingen;

• een lager energieverbruik;

• minder motorwarmte;

• minder motorgeluid.

Om AEO te activeren, stelt u parameter 1-03 Koppelkarakte-ristiek in op Auto Energie Optim. CT [2] of Auto EnergieOptim. VT [3].

5.4.6 Automatische aanpassingmotorgegevens (AMA)

LET OPAMA is niet relevant voor permanentmagneetmotoren.

Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) is eenprocedure die de compatibiliteit tussen de frequentieom-vormer en de motor optimaliseert.

• De frequentieomvormer stelt een wiskundigmodel van de motor op voor het regelen van deuitgangsstroom van de motor. De procedure testtevens de ingangsfasebalans van het elektrischvermogen. Hierbij worden de motorgegevensvergeleken met de ingevoerde gegevens inparameter 1-20 tot 1-25.

• Tijdens het uitvoeren van de AMA draait demotoras niet en wordt geen schade toegebrachtaan de motor.

• Bij sommige motoren kan geen volledige versievan de test worden uitgevoerd. In dat gevalselecteert u Beperkte AMA insch. [2].

• Wanneer een uitgangsfilter op de motor isaangesloten, selecteert u Beperkte AMA insch.

• Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen enalarmen wanneer er waarschuwingen of alarmenworden gegenereerd.

• Voor het beste resultaat moet de procedureworden uitgevoerd met een koude motor.

Om een AMA uit te voeren

1. Druk op [Main Menu] om toegang te krijgen totde parameters.

2. Ga naar parametergroep 1-** Belasting & motor endruk op [OK].

3. Ga naar parametergroep 1-2* Motordata en drukop [OK].

4. Ga naar 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)en druk op [OK].

5. Selecteer Volledige AMA insch. [1] en druk op [OK].

6. Volg de instructies op het scherm.

7. De test wordt automatisch uitgevoerd en bijvoltooiing wordt een melding gegeven.

5.5 Draairichting van de motor controleren

WAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle

aangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verant-

woordelijkheid van de gebruiker om te zorgen voor een

veilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer u

niet controleert of de motor, het systeem en alle

aangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden tot

lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.

LET OPRisico op schade aan pompen/compressoren wanneer de

motor in de verkeerde richting draait. Controleer de

draairichting van de motor voordat u de frequentieom-

vormer opstart.

De motor zal kortstondig gaan draaien op 5 Hz of op deminimumfrequentie die is ingesteld in 4-12 Motorsnelh.lage begr. [Hz].

1. Druk op [Main Menu].

2. Ga naar 1-28 Controle draair. motor en druk op[OK].

3. Ga naar Ingesch. [1].

De volgende tekst zal verschijnen: NB! Motor draait mogelijkin verkeerde richting.

4. Druk op [OK].

5. Volg de instructies op het scherm.

Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 29

5 5

LET OPOm de draairichting van de motor te wijzigen, schakelt u

de voeding naar de frequentieomvormer af en wacht u

tot de eenheid is ontladen. Verwissel de aansluiting van

2 van de 3 motorkabels aan de motor- of omvormerzijde

van de aansluiting.

5.6 Test lokale bediening

WAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle

aangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verant-

woordelijkheid van de gebruiker om te zorgen voor een

veilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer u

niet controleert of de motor, het systeem en alle

aangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden tot

lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.

1. Druk op [Hand On] om de frequentieomvormer tevoorzien van een lokaal startcommando.

2. Laat de frequentieomvormer accelereren door via[] naar de volle snelheid te gaan. Door de cursorlinks van het decimaalteken te plaatsen, kunt uwijzigingen sneller invoeren.

3. Let op eventuele acceleratieproblemen.

4. Druk op [Off]. Let op eventuele deceleratiepro-blemen.

Raadpleeg 7.4 Probleem verhelpen in geval van deceleratie-problemen. Zie 7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmenvoor informatie over het resetten van de frequentieom-vormer na een uitschakeling (trip).

5.7 Systeem opstarten

Voor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk datde bekabeling door de gebruiker en de programmeringzijn voltooid. Het wordt aanbevolen om de volgendeprocedure uit te voeren nadat de toepassingssetup isvoltooid.

WAARSCHUWINGMOTOR START!Verzeker u ervan dat de motor, het systeem en alle

aangesloten apparatuur startklaar zijn. Het is de verant-

woordelijkheid van de gebruiker om te zorgen voor een

veilige werking onder alle omstandigheden. Wanneer u

niet controleert of de motor, het systeem en alle

aangesloten apparatuur startklaar zijn, kan dit leiden tot

lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur.

1. Druk op [Auto On].

2. Schakel een extern startcommando in.

3. Pas de snelheidsreferentie aan voor het volledigesnelheidsbereik.

4. Schakel het externe startcommando uit.

5. Controleer het geluids- en trillingsniveau van demotor om u ervan te verzekeren dat het systeemnaar behoren werkt.

Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmenwanneer er waarschuwingen of alarmen wordengegenereerd.

5.8 Onderhoud

Bij normale bedrijfscondities en belastingprofielen is defrequentieomvormer onderhoudsvrij gedurende zijnvolledige levensduur. Om uitval, gevaar en schade tevoorkomen, moet u de frequentieomvormer regelmatiginspecteren; de frequentie hiervan is afhankelijk van debedrijfscondities. Vervang versleten of beschadigdeonderdelen door originele reserveonderdelen of standaardonderdelen. Ga voor service en ondersteuning naarwww.danfoss.com/contact/sales_and_services/.

VOORZICHTIGEr bestaat een risico op lichamelijk letsel of schade aan

apparatuur. Enkel door Danfoss geautoriseerd personeel

mag reparaties en onderhoudswerkzaamheden

uitvoeren.

Inbedrijfstelling VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

30 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

55

6 Voorbeelden toepassingssetup

De voorbeelden in deze sectie zijn bedoeld als een snellereferentie voor veelgebruikte toepassingen.

• De parameterinstellingen zijn gebaseerd op destandaard regionale instelling (geselecteerd in0-03 Regionale instellingen), tenzij andersaangegeven.

• De parameters die betrekking hebben op deklemmen en bijbehorende instellingen wordennaast de tekeningen weergegeven.

• Wanneer schakelinstellingen nodig zijn voor deanaloge klemmen A53 of A54 wordt dit ookaangegeven.

LET OPBij gebruik van de optionele STO-functie kan een

jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13) en klem

37 om de frequentieomvormer te laten werken wanneer

de standaard fabrieksinstellingen worden gebruikt.

6.1 Toepassingsvoorbeelden

6.1.1 Toerental

Parameters

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

A53

U - I

-10 - +10V

+

-

130B

B926

.10 Functie instelling

6-10 Klem 53lage spanning 0,07 V*

6-11 Klem 53hoge spanning

10 V*

6-14 Klem 53lage ref./terugkopp.waarde

0 Hz

6-15 Klem 53hoge ref./terugkopp.waarde

50 Hz

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.1 Analoge snelheidsreferentie (spanning)

Parameters

130B

B927

.10

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

A53

U - I

4 - 20mA

+

-

Functie instelling

6-12 Klem 53lage stroom

4 mA*

6-13 Klem 53hoge stroom

20 mA*

6-14 Klem 53lage ref./terugkopp.waarde

0 Hz

6-15 Klem 53hoge ref./terugkopp.waarde

50 Hz

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.2 Analoge snelheidsreferentie (stroom)

Parameters

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

A53

U - I

≈ 5kΩ

130B

B683

.10 Functie instelling

6-10 Klem 53lage spanning 0,07 V*

6-11 Klem 53hoge spanning

10 V*

6-14 Klem 53lage ref./terugkopp.waarde

0 Hz

6-15 Klem 53hoge ref./terugkopp.waarde

1500 Hz

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.3 Snelheidsreferentie (via een handmatige

potentiometer)

Voorbeelden toepassingssetu... VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 31

6 6

Parameters

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

130B

B804

.10 Functie instelling

5-10 Klem 18digitale ingang

[8] Start*

5-12 Klem 27digitale ingang

[19] Ref.vasthouden

5-13 Klem 29digitale ingang

[21] Snelh.omh.

5-14 Klem 32digitale ingang

[22] Snelh.omlaag

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.4 Snelheid omh./omlaag

S t a r t ( 1 8 )

F r e e z e r e f ( 2 7 )

S p e e d u p ( 2 9 )

S p e e d d o w n ( 3 2 )

S p e e d

R e f e r e n c e

130B

B840

.10

Afbeelding 6.1 Snelheid omh./omlaag

6.1.2 Start/Stop

Parameters

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

130B

B802

.10 Functie instelling

5-10 Klem 18digitale ingang

[8] Start*

5-12 Klem 27digitale ingang

[0] Niet inbedrijf

5-19 Klem 37Veilige stop

[1] AlarmVeilige stop

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

Wanneer 5-12 Klem 27 digitaleingang is ingesteld op Niet inbedrijf [0] is geen jumperkabelnaar 27 nodig.D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.5 Start/stopcommando met Veilige Stop-optie

130B

B805

.11

Speed

Start (18)

Afbeelding 6.2 Start/stopcommando met Veilige Stop

Voorbeelden toepassingssetu... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

32 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

66

Parameters

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

130B

B803

.10 Functie instelling

5-10 Klem 18digitale ingang

[9] Pulsstart

5-12 Klem 27digitale ingang

[6] Stopgeïnverteerd

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

Wanneer 5-12 Klem 27 digitaleingang is ingesteld op Niet inbedrijf [0] is geen jumperkabelnaar 27 nodig.D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.6 Pulsstart/stop

Speed

130B

B806

.10

Latched Start (18)

Stop Inverse (27)

Afbeelding 6.3 Pulsstart/Stop geïnverteerd

Parameters

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

130B

B934

.10 Functie instelling

5-10 Klem 18digitale ingang

[8] Start

5-11 Klem 19digitale ingang

[10]Omkeren*

5-12 Klem 27digitale ingang

[0] Niet inbedrijf

5-14 Klem 32digitale ingang

[16] Ingest.ref. bit 0

5-15 Klem 33digitale ingang

[17] Ingest.ref. bit 1

3-10 Ingestelde ref. Ingest. ref. 0Ingest. ref. 1Ingest. ref. 2Ingest. ref. 3

25%50%75%100%

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.7 Start/stop met omkeren en 4 vooraf ingestelde

snelheden

6.1.3 Externe reset na alarm

Parameters

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

130B

B928

.10 Functie instelling

5-11 Klem 19digitale ingang

[1] Reset

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.8 Externe reset na alarm

Voorbeelden toepassingssetu... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 33

6 6

6.1.4 RS-485

Parameters

FC

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

R1R2

12

13

18

19

20

27

29

32

33

37

50

53

54

55

42

39

01

02

03

04

05

06

-

616869

RS-485

+

130B

B685

.10 Functie instelling

8-30 Protocol FC*

8-31 Adres 1*

8-32 Baudsnelheid

9600*

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

Selecteer protocol, adres enbaudsnelheid in debovenstaande parameters.D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.9 RS-485-netwerkaansluiting

6.1.5 Motorthermistor

VOORZICHTIGGebruik uitsluitend thermistors die zijn voorzien van

versterkte of dubbele isolatie om te voldoen aan de

PELV-isolatievereisten.

Parameters

130B

B686

.12

VLT

+24 V

+24 V

D IN

D IN

D IN

COM

D IN

D IN

D IN

+10 V

A IN

A IN

COM

A OUT

COM

12

13

18

19

20

27

29

32

33

50

53

54

55

42

39

A53

U - I

D IN 37

Functie instelling

1-90 Therm.motorbeveiliging

[2] Thermis-toruitsch.

1-93 Thermis-torbron

[1] Anal.ingang 53

* = standaardwaarde

Opmerkingen:

Als enkel een waarschuwingnodig is, moet 1-90 Therm.motorbeveiliging wordeningesteld op Thermistorwaarsch.[1].D IN 37 is optioneel.

Tabel 6.10 Motorthermistor

Voorbeelden toepassingssetu... VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

34 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

66

7 Diagnostiek en problemen verhelpen

Dit hoofdstuk beschrijft de statusmeldingen, waarschu-wingen en alarmen en elementaire foutopsporing.

7.1 Statusmeldingen

Wanneer de frequentieomvormer in de statusmodus staat,worden automatisch statusmeldingen gegenereerd en opde onderste regel van het display weergegeven (zieAfbeelding 7.1).

Status799RPM 7.83A 36.4kW

0.000

53.2%

1(1)

AutoHandOff

RemoteLocal

RampingStopRunningJogging...Stand by

130B

B037

.11

1 2 3

Afbeelding 7.1 Statusdisplay

1 Bedieningsmodus (zie Tabel 7.2)

2 Referentieplaats (zie Tabel 7.3)

3 Bedrijfsstatus (zie Tabel 7.4)

Tabel 7.1 Legenda bij Afbeelding 7.1

Tabel 7.2tot Tabel 7.4 beschrijven de statusmeldingen ophet display.

Off De frequentieomvormer zal niet reageren opstuursignalen totdat [Auto On] of [Hand On]wordt ingedrukt.

Auto On De frequentieomvormer wordt bestuurd viastuurklemmen en/of seriële communicatie.

De frequentieomvormer kan worden bestuurdmet behulp van de navigatietoetsen op hetLCP. De lokale modus kan worden onderdruktvia stopcommando's, resets na een alarm,omkering, DC-rem en andere signalen die opde stuurklemmen worden toegepast.

Tabel 7.2 Bedrijfsmodus

Extern De snelheidsreferentie wordt gegeven viaexterne signalen, seriële communicatie ofinterne digitale referenties.

Lokaal De frequentieomvormer wordt bestuurd via[Hand On] of referentiewaarden vanaf het LCP.

Tabel 7.3 Referentieplaats

AC-rem AC-rem werd geselecteerd in 2-10 Remfunctie.De AC-rem zorgt voor overmagnetisering vande motor om zo een gecontroleerdevertraging te realiseren.

AMA voltooidOK

De automatische aanpassing van de motorge-gevens (AMA) werd met succes voltooid.

AMA gereed AMA is klaar om te starten. Druk op [HandOn] om te starten.

AMA actief Het AMA-proces is bezig.

Remmen De remchopper is actief. Geregenereerdeenergie wordt geabsorbeerd door deremweerstand.

Max. remmen De remchopper is actief. De in 2-12 Begrenzingremvermogen (kW) ingestelde vermogensbe-grenzing voor de remweerstand is bereikt.

Vrijloop • Vrijloop geïnv. werd geselecteerd alsfunctie voor een digitale ingang (parame-tergroep 5-1* Dig. ingangen). Debijbehorende klem is niet aangesloten.

• Vrijloop werd geactiveerd via seriëlecommunicatie.

Stuurw. uitloop Gecontr. uitloop werd geselecteerd in14-10 Netstoring.

• De netspanning is lager dan de ingesteldewaarde die voor een netfout is ingesteld in14-11 Netspanning bij netfout.

• De frequentieomvormer laat de motoruitlopen met behulp van een gecontro-leerde uitloop.

Stroom hoog De uitgangsstroom van de frequentieom-vormer is hoger dan de ingestelde begrenzingin 4-51 Waarschuwing stroom hoog.

Stroom laag De uitgangsstroom van de frequentieom-vormer is lager dan de ingestelde begrenzingin 4-52 Waarschuwing snelheid laag.

DC-houd DC-houd werd geselecteerd in 1-80 Functie bijstop en er is een stopcommando actief. Demotor wordt gehouden door een DC-stroomzoals gedefinieerd in 2-00 DC-houd/voorverw.stroom.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 35

7 7

DC-stop De motor wordt gehouden door een DC-stroom (2-01 DC-remstroom) gedurende eenbepaalde tijd (2-02 DC-remtijd).

• DC-rem werd geactiveerd in 2-03 Inscha-kelsnelh. DC-rem [tpm] en er is eenstopcommando actief.

• DC-rem geïnv. werd geselecteerd als functievoor een digitale ingang (parametergroep5-1* Dig. ingangen). De bijbehorende klemis niet actief.

• De DC-rem werd geactiveerd via seriëlecommunicatie.

Terugk. hoog De som van alle actieve terugkoppelingen ishoger dan de ingestelde terugkoppelingsbe-grenzing in 4-57 Waarsch: terugk. hoog.

Terugkoppelinglaag

De som van alle actieve terugkoppelingen islager dan de ingestelde terugkoppelingsbe-grenzing in 4-56 Waarsch: terugk. laag.

Uitgang vasth. De externe referentie die de huidige snelheidvasthoudt, is actief.

• Uitgang vasth. werd geselecteerd alsfunctie voor een digitale ingang (parame-tergroep 5-1* Dig. ingangen). Debijbehorende klem is actief. Het regelenvan de snelheid is enkel mogelijk via deklemfuncties Snelh. omh. en Snelh. omlaag.

• Aan/uitloop vasthouden werd geactiveerdvia seriële communicatie.

Verzoek Uitgangvasthouden

Er is een commando gegeven om de uitgangvast te houden, maar de motor zal nietstarten voordat er een startvoorwaardesignaalis ontvangen.

Ref. vasthouden Ref. vasthouden werd geselecteerd als functievoor een digitale ingang (parametergroep 5-1*Dig. ingangen). De bijbehorende klem is actief.De frequentieomvormer slaat de actuelereferentie op. Het wijzigen van de referentie isnu uitsluitend mogelijk via de klemfunctiesSnelh. omh. en Snelh. omlaag.

Jog-verzoek Er is een jog-commando gegeven, maar demotor blijft gestopt totdat er via een digitaleingang een startvoorwaardesignaal wordtontvangen.

Jogging De motor loopt zoals is ingesteld in 3-19 Jog-snelh. [TPM].

• Jog werd geselecteerd als functie voor eendigitale ingang (parametergroep 5-1* Dig.ingangen). De bijbehorende klem (bijv.klem 29) is actief.

• De jog-functie werd geactiveerd via seriëlecommunicatie.

• De jog-functie werd geselecteerd als eenreactie voor een bewakingsfunctie (bijv.Geen signaal). De bewakingsfunctie isactief.

Motorcontrole Motorcontrole werd geselecteerd in1-80 Functie bij stop. Er is een stopcommandoactief. Om te controleren of er altijd eenmotor op de frequentieomvormer isaangesloten, wordt de motor voorzien vaneen permanente teststroom.

OVC-besturing Overspanningsreg. werd geactiveerd via2-17 Overspanningsreg., Ingesch. [2]. Deaangesloten motor voorziet de frequentieom-vormer van gegenereerde energie. Deoverspanningsregeling past de V-Hz-verhouding aan om de motor gecontroleerdte laten lopen en om uitschakeling (trip) vande frequentieomvormer te voorkomen.

Verm.deel uit (Geldt enkel voor frequentieomvormers meteen externe 24 V-voeding.)De netvoeding naar de frequentieomvormer isafgeschakeld, maar de stuurkaart wordt noggevoed via de externe 24 V.

Besch.modus Beschermingsmodus is actief. De eenheidheeft een kritieke situatie gedetecteerd(overstroom of overspanning).

• Om een uitschakeling (trip) te voorkomen,is de schakelfrequentie verlaagd naar 4kHz.

• Indien mogelijk zal de beschermingsmodusna circa 10 seconden worden beëindigd.

• De beschermingsmodus kan wordenbeperkt via 14-26 Uitschakelvertraging bijinverterfout.

Qstop De motor decelereert op basis van 3-81 Snellestop ramp-tijd.

• Snelle stop geïnv. werd geselecteerd alsfunctie voor een digitale ingang (parame-tergroep 5-1* Dig. ingangen). Debijbehorende klem is niet actief.

• De snellestopfunctie werd geactiveerd viaseriële communicatie.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

36 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

77

Aan/uitlopen De motor accelereert/decelereert op basis vande actieve aan-/uitloop. De referentie, begren-zingswaarde of stilstand is nog niet bereikt.

Ref. hoog De som van alle actieve referenties is hogerdan de ingestelde referentiebegrenzing in4-55 Waarsch: referentie hoog.

Ref. laag De som van alle actieve referenties is lagerdan de ingestelde referentiebegrenzing in4-54 Waarsch: referentie laag.

Op referentie De frequentieomvormer werkt binnen hetingestelde referentiebereik. De terugkoppe-lingswaarde komt overeen met desetpointwaarde.

Startverzoek Er is een startcommando gegeven, maar demotor blijft gestopt totdat een startvoorwaar-designaal wordt ontvangen via een digitaleingang.

Actief De motor wordt aangedreven door defrequentieomvormer.

Slaapstand De energiebesparingsfunctie is ingeschakeld.Dit betekent dat de motor op dit moment isgestopt, maar dat deze automatisch opnieuwzal opstarten, indien nodig.

Snelheid hoog De motorsnelheid is hoger dan de ingesteldewaarde in 4-53 Waarschuwing snelheid hoog.

Snelheid laag De motorsnelheid is lager dan de ingesteldewaarde in 4-52 Waarschuwing snelheid laag.

Stand-by In de automodus zal de frequentieomvormerde motor starten door middel van eenstartsignaal vanaf een digitale ingang of viaseriële communicatie.

Startvertraging In 1-71 Startvertraging werd een startvertra-gingstijd ingesteld. Er werd eenstartcommando gegeven en de motor zalstarten nadat de startvertragingstijd isverstreken.

Strt vr/acht. Start en Start omgekeerd werden geselecteerdals functies voor twee verschillende digitaleingangen (parametergroep 5-1* Dig. ingangen).De motor zal in voorwaartse of achterwaartserichting starten, afhankelijk van de klem die isgeactiveerd.

Stop De frequentieomvormer heeft eenstopcommando ontvangen vanaf het LCP, eendigitale ingang of via seriële communicatie.

Uitschakeling(trip)

Er is een alarm opgetreden en de motor isgestopt. Zodra de oorzaak van het alarm isweggenomen, kan de frequentieomvormerhandmatig worden gereset via de toets[Reset] of extern worden gereset viastuurklemmen of seriële communicatie.

Uitschakelingmet blokkering

Er is een alarm opgetreden en de motor isgestopt. Zodra de oorzaak van het alarm isweggenomen, moet de spanning naar defrequentieomvormer af- en weer ingeschakeldworden. Hierna kan de frequentieomvormerhandmatig worden gereset via de toets[Reset] of extern worden gereset viastuurklemmen of seriële communicatie.

Tabel 7.4 Bedrijfsstatus

LET OPIn de auto-/externe modus heeft de frequentieomvormer

externe commando's nodig om functies te kunnen

uitvoeren.

7.2 Waarschuwings- en alarmtypen

Waarschuwingen

Een waarschuwing wordt gegenereerd wanneer eenalarmconditie dreigt of wanneer er sprake is vanabnormale bedrijfscondities. De frequentieomvormer zal insommige gevallen een alarm genereren. Een waarschuwingverdwijnt automatisch wanneer de abnormale conditie isopgeheven.

Alarmen

Uitschakeling (trip)

Een alarm wordt gegenereerd wanneer de frequentieom-vormer wordt uitgeschakeld (trip), wat betekent dat defrequentieomvormer de werking opschort om schade aande frequentieomvormer of het systeem te voorkomen. Demotor zal vrijlopen tot stop. De logica van de frequentie-omvormer zal actief blijven en de status van defrequentieomvormer bewaken. Nadat de foutconditie isopgeheven, kan de frequentieomvormer worden gereset.Daarna is de frequentieomvormer weer bedrijfsklaar.

De frequentieomvormer resetten na een uitschakeling

(trip)

Een uitschakeling (trip) kan op 4 manieren worden gereset:

• Door te drukken op [Reset] op het LCP

• Door een resetcommando vanaf een digitaleingang

• Door een resetcommando via seriëlecommunicatie

• Via een automatische reset

Uitschakeling met blokkering

De ingangsspanning wordt af- en weer ingeschakeld. Demotor loopt vrij tot stop. De frequentieomvormer blijft destatus van de frequentieomvormer bewaken. Schakel deingangsspanning naar de frequentieomvormer af, neem deoorzaak van de fout weg, en reset de frequentieomvormer.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 37

7 7

Waarschuwings- en alarmdisplays

• Op het LCP wordt een waarschuwingweergegeven, samen met het waarschuwings-nummer.

• Er knippert een alarm, samen met hetalarmnummer.

130B

P086

.11

Status0.0Hz 0.000kW 0.00A

0.0Hz0

Earth Fault [A14]Auto Remote Trip

1(1)

Afbeelding 7.2 Voorbeeld van alarmdisplay

In aanvulling op de tekst en de alarmcode op het LCP vande frequentieomvormer zijn er drie statuslampjes.

Autoon Reset

Handon Off

Back

Cancel

InfoOKOn

Alarm

Warn.

130B

B467

.10

Afbeelding 7.3 Statusindicatielampjes

Waarschuwingsled Alarmled

Waarschuwing Aan Uit

Alarm Uit Aan (knippert)

Uitsch. metblokkering

Aan Aan (knippert)

Tabel 7.5 Toelichting statusindicatielampjes

7.3 Lijst met waarschuwingen en alarmen

Onderstaande informatie over waarschuwingen/alarmenbeschrijft de waarschuwings- en alarmcondities, geeft demogelijke oorzaak aan en biedt een oplossing of foutop-sporingsprocedure.

WAARSCHUWING 1, 10 V laag

De spanning van de stuurkaart is lager dan 10 V vanafklem 50.Verminder de belasting van klem 50, want de 10 V-voeding is overbelast. Maximaal 15 mA of minimaal 590 Ω.

Deze conditie kan worden veroorzaakt door eenkortsluiting in een aangesloten potentiometer of eenonjuiste bedrading van de potentiometer.

Probleem verhelpen

Verwijder de bedrading vanaf klem 50. Wanneerde waarschuwing verdwijnt, zit het probleem inde bedrading. Als de waarschuwing nietverdwijnt, moet de stuurkaart worden vervangen.

WAARSCHUWING/ALARM 2, Live-zerofout

Deze waarschuwing of dit alarm verschijnt alleen als dit isingesteld in 6-01 Live zero time-out-functie. Het signaal opeen van de analoge ingangen is minder dan 50% van deminimumwaarde die voor die ingang is geprogrammeerd.Deze conditie kan worden veroorzaakt door draadbreuk ofdoor een signaal van een defect apparaat.

Probleem verhelpen

Controleer de aansluitingen op alle analogeingangsklemmen. De stuurkaartklemmen 53 en54 op signalen, klem 55 gemeenschappelijk. Deklemmen 11 en 12 van MCB 101 op signalen,klem 10 gemeenschappelijk. De klemmen 1, 3, 5van MCB 109 op signalen, klem 2,4, 6 gemeen-schappelijk.

Controleer of de programmering van de frequen-tieomvormer en de schakelinstellingenovereenkomen met het type analoge signaal.

Voer een ingangsklemsignaaltest uit.

WAARSCHUWING/ALARM 4, Faseverlies netvoeding

Aan de voedingszijde ontbreekt een fase of de onbalansvan de netspanning is te hoog. Deze melding verschijntook als er een fout optreedt in de ingangsgelijkrichter opde frequentieomvormer. De opties wordengeprogrammeerd via 14-12 Functie bij onbalans netsp..

Probleem verhelpen

Controleer de voedingsspanning en voedings-stromen naar de frequentieomvormer.

Diagnostiek en problemen ve... VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

38 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

77

WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog

De tussenkringspanning (DC) is hoger dan de waarschu-wingslimiet voor hoge spanning. De limiet hangt af van denominale spanning van de frequentieomvormer. Deeenheid is nog steeds actief.

WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag

De tussenkringspanning (DC) is lager dan de waarschu-wingslimiet voor lage spanning. De limiet hangt af van denominale spanning van de frequentieomvormer. Deeenheid is nog steeds actief.

WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning

Als de tussenkringspanning hoger is dan de overspan-ningsbegrenzing schakelt de frequentieomvormer na eenbepaalde tijd uit.

Probleem verhelpen

Sluit een remweerstand aan.

Verleng de aan/uitlooptijd.

Wijzig het type ramp.

Activeer de functies in 2-10 Remfunctie.

Verhoog 14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout.

Als het alarm/de waarschuwing tijdens eenspanningsdip optreedt, moet u gebruikmaken vankinetische backup (14-10 Netstoring).

WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning

Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de limietvoor lage spanning zal de frequentieomvormer controlerenof de 24 V DC-reservevoeding is aangesloten. Als geen 24V DC-reservevoeding is aangesloten, schakelt de frequen-tieomvormer uit na een vaste tijdsvertraging. Dezetijdsvertraging hangt af van de eenheidgrootte.

Probleem verhelpen

Controleer of de voedingsspanning overeenkomtmet de spanning van de frequentieomvormer.

Voer een ingangsspanningstest uit.

Voer een soft-chargecircuittest uit.

WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast

De frequentieomvormer staat op het punt van uitscha-keling wegens overbelasting (te hoge stroom gedurendeeen te lange tijd). De teller voor de thermo-elektronischeomvormerbeveiliging genereert een waarschuwing bij 98%en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordtgegenereerd. De frequentieomvormer kan niet wordengereset totdat de teller onder de 90% is gezakt.De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een telange tijd voor meer dan 100% werd overbelast.

Probleem verhelpen

Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op hetLCP met de nominale stroom van de frequentie-omvormer.

Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op hetLCP met de gemeten motorstroom.

Laat de thermische belasting op het LCPweergeven en houd de waarde in de gaten.Wanneer de stroom hoger is dan de nominalecontinustroom van de frequentieomvormer gaatde teller omhoog. Wanneer de stroom lager isdan de nominale continustroom van de frequen-tieomvormer gaat de teller omlaag.

WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-

ETR

De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat demotor te warm is. In 1-90 Therm. motorbeveiliging kanworden ingesteld of de frequentieomvormer eenwaarschuwing of een alarm moet genereren wanneer deteller 100% bereikt. De fout treedt op wanneer de motorgedurende een te lange tijd voor meer dan 100% wordtoverbelast.

Probleem verhelpen

Controleer op oververhitting van de motor.

Controleer of de motor mechanisch overbelast is.

Controleer of de ingestelde motorstroom in1-24 Motorstroom correct is.

Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25correct zijn ingesteld.

Controleer bij gebruik van een externe ventilatorof deze ook is geselecteerd in 1-91 Ext. motor-ventilator.

Door het uitvoeren van een AMA via 1-29 Autom.aanpassing motorgeg. (AMA) wordt de frequentie-omvormer nauwkeuriger afgestemd op de motoren wordt de thermische belasting beperkt.

WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motort-

hermistor

Controleer of de thermistor is losgekoppeld. In 1-90 Therm.motorbeveiliging kan worden ingesteld of de frequentieom-vormer een waarschuwing of een alarm moet genereren.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 39

7 7

Probleem verhelpen

Controleer op oververhitting van de motor.

Controleer of de motor mechanisch overbelast is.

Controleer bij gebruik van klem 53 of 54 of dethermistor correct is aangesloten tussen klem 53of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10V-voeding). Controleer ook of de klemschakelaarvoor 53 of 54 is ingesteld voor spanning.Controleer of 1-93 Thermistorbron is ingesteld opklem 53 of 54.

Controleer bij gebruik van digitale ingang 18 of19 of de thermistor correct is aangesloten tussenklem 18 of 19 (digitale ingang, alleen PNP) enklem 50. Controleer of 1-93 Thermistorbron isingesteld op klem 18 of 19.

WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing

Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in4-16 Koppelbegrenzing motormodus of 4-17 Koppelbe-grenzing generatormodus. 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.kan worden gebruikt om voor deze conditie eenwaarschuwing gevolgd door een alarm in te stellen inplaats van enkel een waarschuwing.

Probleem verhelpen

Wanneer de koppelbegrenzing tijdens hetaanlopen wordt overschreden, moet u deaanlooptijd verlengen.

Wanneer de koppelbegrenzing tijdens hetuitlopen wordt overschreden, moet u deuitlooptijd verlengen.

Wanneer de koppelbegrenzing tijdens bedrijfwordt overschreden, kunt u de koppelbegrenzingmogelijk verhogen. Verzeker u ervan dat hetsysteem veilig kan werken bij een hoger koppel.

Controleer de toepassing om te bepalen of demotor overmatig veel stroom trekt.

WAARSCHUWING/ALARM 13, Overstroom

De piekstroombegrenzing van de omvormer (ongeveer200% van de nominale stroom) is overschreden. Dewaarschuwing zal ongeveer 1,5 s aanhouden, waarna defrequentieomvormer uitschakelt en een alarm genereert.Deze fout kan worden veroorzaakt door een schokbe-lasting of een snelle acceleratie bij belastingen met eenhoge massatraagheid. Hij kan ook optreden na eenkinetische backup in geval van een snelle acceleratie bijhet aanlopen. Als uitgebreide mechanische rembesturing isgeselecteerd, kan de uitschakeling (trip) extern wordengereset.

Probleem verhelpen

Schakel de voeding af en controleer of demotoras kan worden gedraaid.

Controleer of het vermogen van de motorovereenkomt met dat van de frequentieom-vormer.

Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25correct zijn ingesteld.

Alarm 14, Aardfout

Er loopt een stroom van de uitgangsfasen naar de aarde,ofwel in de kabel tussen de frequentieomvormer en demotor of in de motor zelf.

Probleem verhelpen

Schakel de frequentieomvormer af en hef deaardfout op.

Controleer op aardfouten in de motor door deweerstand van de motorkabels en de motor naaraarde te meten met behulp van eenisolatiemeter.

Alarm 15, Incompatibele hardware

Een gemonteerde optie kan niet werken met de huidigestuurkaarthardware of -software.

Noteer de waarde van onderstaande parameters en neemcontact op met uw Danfoss-leverancier.

15-40 FC-type

15-41 Vermogensectie

15-42 Spanning

15-43 Softwareversie

15-45 Huidige typecodereeks

15-49 SW-id stuurkaart

15-50 SW-id voedingskaart

15-60 Optie gemonteerd

15-61 SW-versie optie (voor elke optiesleuf)

Alarm 16, Kortsluiting

Er is kortsluiting in de motor of de motorkabels.

Schakel de voeding naar de frequentieomvormer af en hefde kortsluiting op.

WAARSCHUWING/ALARM 17, Stuurwoordtime-out

Er is geen communicatie met de frequentieomvormer.Deze waarschuwing is alleen actief wanneer 8-04 Time-out-functie stuurwoord NIET is ingesteld op Uit [0].Als 8-04 Time-out-functie stuurwoord is ingesteld op Stop enuitsch. [5] zal er een waarschuwing worden gegeven. Defrequentieomvormer stopt na de uitloop, waarna een alarmwordt gegenereerd.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

40 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

77

Probleem verhelpen

Controleer de aansluitingen op de kabel voorseriële communicatie.

Verhoog 8-03 Time-out-tijd stuurwoord.

Controleer de werking van de communicatieappa-ratuur.

Controleer of de installatie is uitgevoerd overeen-komstig de EMC-vereisten.

ALARM 18, Start mislukt

De snelheid heeft de ingestelde waarde in 1-77 Maxstartsnelh compressor [tpm] bij het starten nietoverschreden binnen de voorgeschreven tijd (ingesteld in1-79 Max starttijd compressor tot uitsch). Dit kan zijnveroorzaakt door een geblokkeerde motor.

WAARSCHUWING 23, Fout interne ventilator

De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiligingdie controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. Deventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via14-53 Ventilatorbew. (Uitgesch. [0]).

Voor frequentieomvormers met frame D, E en F wordt degeregelde spanning naar de ventilatoren bewaakt.

Probleem verhelpen

Controleer of de ventilator correct werkt.

Schakel de voeding naar de frequentieomvormeruit en weer in en controleer of de ventilator heeleven actief is tijdens het opstarten.

Controleer de sensoren op het koellichaam en destuurkaart.

WAARSCHUWING 24, Fout externe ventilator

De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiligingdie controleert of de ventilator actief/gemonteerd is. Deventilatorwaarschuwing kan worden uitgeschakeld via14-53 Ventilatorbew. (Uitgesch. [0]).

Probleem verhelpen

Controleer of de ventilator correct werkt.

Schakel de voeding naar de frequentieomvormeruit en weer in en controleer of de ventilator heeleven actief is tijdens het opstarten.

Controleer de sensoren op het koellichaam en destuurkaart.

WAARSCHUWING 25, Kortsluiting remweerstand

De remweerstand wordt bewaakt tijdens bedrijf. Als erkortsluiting optreedt, wordt de remfunctie uitgeschakelden wordt de waarschuwing gegenereerd. De frequentieom-vormer functioneert nog steeds, maar zonder deremfunctie. Schakel de frequentieomvormer af en vervangde remweerstand (zie 2-15 Remtest).

WAARSCHUWING/ALARM 26, Begrenzing remweerstands-

vermogen

Het vermogen dat naar de remweerstand wordt overge-bracht, wordt berekend als een gemiddelde waarde overde laatste 120 s van de bedrijfstijd. De berekening isgebaseerd op de tussenkringspanning en de ingesteldewaarde van de remweerstand in 2-16 AC-rem max. stroom.De waarschuwing wordt gegenereerd wanneer hetafgegeven remvermogen hoger is dan 90% van hetvermogen van de remweerstand. Als Uitsch. [2] isgeselecteerd in 2-13 Bewaking remvermogen schakelt defrequentieomvormer uit en wordt een alarm gegenereerdwanneer het afgegeven remvermogen 100% bereikt.

WAARSCHUWING/ALARM 27, Remchopperfout

De remtransistor wordt bewaakt tijdens bedrijf; in gevalvan kortsluiting wordt de remfunctie uitgeschakeld enwordt een waarschuwing gegenereerd. De frequentieom-vormer blijft nog wel actief, maar door de kortsluiting vande remtransistor gaat er veel vermogen naar deremweerstand, ook als deze niet actief is.Schakel de frequentieomvormer af en verwijder deremweerstand.

WAARSCHUWING/ALARM 28, Remtest mislukt

De remweerstand is niet aangesloten of werkt niet.Controleer 2-15 Remtest.

Alarm 29, Temp. koellich.

De maximumtemperatuur van het koellichaam isoverschreden. De temperatuurfout kan niet wordengereset totdat de temperatuur van het koellichaam isgezakt tot onder een vooraf ingestelde temperatuur voorhet koellichaam. De punten van uitschakelen (trip) enresetten zijn afhankelijk van het vermogen van de frequen-tieomvormer.

Probleem verhelpen

Controleer op de volgende condities.Te hoge omgevingstemperatuur.

Te lange motorkabel.

Onvoldoende vrije ruimte voor luchtcirculatieboven en onder de frequentieomvormer.

Geblokkeerde luchtstroming rondom de frequen-tieomvormer.

Beschadigde ventilator koellichaam.

Vuil koellichaam.

Alarm 30, Motorfase U ontbreekt

Motorfase U tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.

Schakel de frequentieomvormer af en controleermotorfase U.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 41

7 7

Alarm 31, Motorfase V ontbreekt

Motorfase V tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.

Schakel de voeding naar de frequentieomvormer af encontroleer motorfase V.

Alarm 32, Motorfase W ontbreekt

Motorfase W tussen frequentieomvormer en motorontbreekt.

Schakel de frequentieomvormer af en controleer motorfaseW.

Alarm 33, Inrush-fout

Er zijn te veel inschakelingen geweest gedurende eenkorte tijd. Laat de eenheid afkoelen tot de bedrijfstempe-ratuur.

WAARSCHUWING/ALARM 34, Communicatiefout veldbus

De veldbus op de communicatieoptiekaart werkt niet.

WAARSCHUWING/ALARM 36, Netstoring

Deze waarschuwing/dit alarm is alleen actief als devoedingsspanning naar de frequentieomvormer ontbreekten 14-10 Netstoring NIET is ingesteld op Geen functie [0].Controleer de zekeringen naar de frequentieomvormer ende netvoeding naar de eenheid.

Alarm 38, Interne fout

Wanneer er een interne fout optreedt, wordt de foutcodeuit Tabel 7.6 weergegeven.

Probleem verhelpen

Schakel de spanning uit en weer in.

Controleer of de optie correct is geïnstalleerd.

Controleer op loszittende of ontbrekende kabels.

Het kan nodig zijn om contact op te nemen met uwDanfoss-leverancier of de serviceafdeling. Noteer defoutcode in verband met verdere aanwijzingen voorfoutopsporing.

Nr. Tekst

0 Seriële poort kan niet worden geïnitialiseerd.Neem contact op met uw Danfoss-leverancier ofde serviceafdeling van Danfoss.

256-258 EEPROM-gegevens van de voedingskaart zijnbeschadigd of te oud Vervang de voedingskaart.

512-519 Interne fout. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss.

783 Parameterinstelling buiten min/max begrenzingen

1024-1284 Interne fout. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss.

1299 Optiesoftware in sleuf A is te oud

1300 Optiesoftware in sleuf B is te oud

1315 Optiesoftware in sleuf A wordt niet ondersteund(niet toegestaan)

1316 Optiesoftware in sleuf B wordt niet ondersteund(niet toegestaan)

Nr. Tekst

1379-2819 Interne fout. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss.

2561 Vervang de stuurkaart.

2820 Stack-overloop LCP

2821 Overloop seriële poort

2822 Overloop USB-poort

3072-5122 Parameterwaarde valt buiten de begrenzingen

5123 Optie in sleuf A: hardware incompatibel metstuurkaarthardware

5124 Optie in sleuf B: hardware incompatibel metstuurkaarthardware

5376-6231 Interne fout. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of de serviceafdeling van Danfoss.

Tabel 7.6 Foutcodes interne fouten

Alarm 39, Sensor koellichaam

Geen terugkoppeling van de temperatuursensor van hetkoellichaam.

Het signaal van de thermische sensor van de IGBT is nietbeschikbaar op de voedingskaart. Het probleem kan zichbevinden op de voedingskaart, op de gate-driverkaart ofde lintkabel tussen de voedingskaart en de gate-driverkaart.

WAARSCHUWING 40, Overbelasting digitale uitgang klem

27

Controleer de belasting die is aangesloten op klem 27 ofverwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt.Controleer 5-00 Dig. I/O-modus en 5-01 Klem 27 modus.

WAARSCHUWING 41, Overbelasting digitale uitgang klem

29

Controleer de belasting die is aangesloten op klem 29 ofverwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt.Controleer 5-00 Dig. I/O-modus en 5-02 Klem 29 modus.

WAARSCHUWING 42, Overbelasting digitale uitgang op

X30/6 of X30/7

Controleer voor X30/6 de belasting die is aangesloten opX30/6 of verwijder de aansluiting die kortsluitingveroorzaakt. Controleer 5-32 Klem X30/6 dig. uitgang (MCB101).

Controleer voor X30/7 de belasting die is aangesloten opX30/7 of verwijder de aansluiting die kortsluitingveroorzaakt. Controleer 5-33 Klem X30/7 dig. uitgang (MCB101).

Alarm 45, Aardfout 2

Aardfout bij het opstarten.

Probleem verhelpen

Controleer op een juiste aarding en loszittendeaansluitingen.

Controleer op de juiste kabelgroottes.

Controleer de motorkabels op kortsluiting oflekstromen.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

42 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

77

Alarm 46, Voeding voedingskaart

De voeding van de voedingskaart valt niet binnen hetbereik.

Er zijn drie voedingen die worden gegenereerd door deschakelende voeding (SMPS – switched mode powersupply) op de stuurkaart: 24 V, 5 V, ±18 V. Bij gebruik vaneen 24 V DC-voeding met de MCB 107-optie worden enkelde 24 V- en 5 V-voedingen bewaakt. Bij gebruik van driefa-senetspanning worden alle drie voedingen bewaakt.

Probleem verhelpen

Controleer of de voedingskaart defect is.

Controleer of de stuurkaart defect is.

Controleer of de optiekaart defect is.

Controleer bij gebruik van een 24 V DC-voedingop een juiste voedingsspanning.

WAARSCHUWING 47, 24 V-voeding laag

De 24 V DC wordt gemeten op de stuurkaart. De externe24 V DC-backupvoeding kan overbelast zijn. Neem inandere gevallen contact op met uw Danfoss-leverancier.

WAARSCHUWING 48, 1,8 V-voeding laag

De 1,8 V DC-voeding die op de stuurkaart wordt gebruikt,valt buiten de toegestane begrenzingen. De voeding wordtgemeten op de stuurkaart. Controleer of de stuurkaartdefect is. Controleer op een overspanningsconditiewanneer er een optiekaart aanwezig is.

WAARSCHUWING 49, Snelheidsbegrenzing

Als de snelheid niet binnen het ingestelde bereik in4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] en 4-13 Motorsnelh. hogebegr. [RPM] valt, geeft de frequentieomvormer eenwaarschuwing weer. Als de snelheid lager is dan deingestelde begrenzing in 1-86 Uitsch lg snelh [tpm] (metuitzondering van starten en stoppen) wordt de frequentie-omvormer uitgeschakeld.

ALARM 50, AMA kalibratie mislukt

Neem contact op met uw Danfoss-leverancier of deserviceafdeling van Danfoss.

Alarm 51, AMA controleer Unom en Inom

De instellingen van de motorspanning, de motorstroom enhet motorvermogen zijn verkeerd. Controleer de instel-lingen van parameter 1-20 tot en met 1-25.

ALARM 52, AMA lage Inom

De motorstroom is te laag. Controleer de instellingen.

Alarm 53, AMA motor te groot

De motor is te groot om een AMA te kunnen uitvoeren.

Alarm 54, AMA motor te klein

De motor is te klein om een AMA te kunnen uitvoeren.

Alarm 55, AMA parameter buiten bereik

De parameterinstellingen voor de motor vallen buiten hettoegestane bereik. De AMA kan niet worden uitgevoerd.

Alarm 56, AMA onderbroken door gebruiker

AMA is onderbroken door de gebruiker.

Alarm 57, AMA interne fout

Probeer AMA opnieuw te starten. Bij herhaaldelijkherstarten kan de motor oververhit raken.

Alarm 58, AMA interne fout

Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.

WAARSCHUWING 59, Stroomgrens

De stroom is hoger dan de waarde in 4-18 Stroombegr..Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25 correctzijn ingesteld. De stroomgrens kan mogelijk wordenverhoogd. Verzeker u ervan dat het systeem veilig kanwerken bij een hogere limiet.

WAARSCHUWING 60, Ext. vergrendeling

Een digitaal ingangssignaal geeft een foutconditie buitende frequentieomvormer aan. De frequentieomvormer isuitgeschakeld door een externe vergrendeling. Hef deexternefoutconditie op. Om terug te keren naar normaalbedrijf moet 24 V DC worden geschakeld op de klem die isgeprogrammeerd voor Externe vergrendeling. Reset defrequentieomvormer.

WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op max.

begrenzing

De uitgangsfrequentie heeft de ingestelde waarde in4-19 Max. uitgangsfreq. bereikt. Controleer de toepassingom de oorzaak te bepalen. De begrenzing van deuitgangsfrequentie kan mogelijk worden verhoogd.Verzeker u ervan dat het systeem veilig kan werken bij eenhogere uitgangsfrequentie. De waarschuwing zalverdwijnen wanneer de uitgangsfrequentie tot onder demaximale waarde zakt.

WAARSCHUWING/ALARM 65, Overtemperatuur stuurkaart

De uitschakeltemperatuur voor de stuurkaart is 80 °C.

Probleem verhelpen

• Controleer of de omgevingstemperatuur binnende limieten valt.

• Controleer op verstopte filters.

• Controleer de werking van de ventilator.

• Controleer de stuurkaart.

WAARSCHUWING 66, Temperatuur koellichaam laag

De frequentieomvormer is te koud om te werken. Dezewaarschuwing is gebaseerd op de temperatuursensor in deIGBT-module.Verhoog de omgevingstemperatuur van de eenheid. Het isook mogelijk om telkens wanneer de motor wordt gestopteen minieme hoeveelheid stroom op de frequentieom-vormer toe te passen door 2-00 DC-houd/voorverw.stroomin te stellen op 5% en 1-80 Functie bij stop.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 43

7 7

Alarm 67, Configuratie optiemodule is gewijzigd

Een of meer opties zijn toegevoegd of verwijderd sinds delaatste uitschakeling. Controleer of de configuratiewijzigingbewust is aangebracht en reset de eenheid.

Alarm 68, Veilige stop actief

De veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren naarnormaal bedrijf moet 24 V DC op klem 37 wordengeschakeld en moet vervolgens een resetsignaal wordenverstuurd (via bus of digitale I/O, of door op [Reset] tedrukken).

Alarm 69, Temperatuur voedingskaart

De temperatuursensor op de voedingskaart is te warm ofte koud.

Probleem verhelpen

Controleer of de omgevingstemperatuur binnende limieten valt.

Controleer op verstopte filters.

Controleer de werking van de ventilator.

Controleer de voedingskaart.

Alarm 70, Ongeldige FC-configuratie

De stuurkaart en de voedingskaart zijn incompatibel metelkaar. Neem contact op met uw leverancier. Vermeldhierbij de typecode van de eenheid die op het typeplaatjestaat en de onderdeelnummers van de kaarten om decompatibiliteit te controleren.

Alarm 80, Omvormer ingesteld op standaardwaarde

De parameterinstellingen worden ingesteld op destandaardwaarden na een handmatige reset. Reset deeenheid om het alarm op te heffen.

Alarm 92, Geen flow

Er is een situatie zonder flow gedetecteerd in het systeem.22-23 Functie geen flow is ingesteld op alarm. Spoor foutenin het systeem op en reset de frequentieomvormer nadatde fout is opgeheven.

Alarm 93, Droge pomp

Een situatie zonder flow in het systeem, waarbij defrequentieomvormer op hoge snelheid werkt, kan duidenop een droge pomp. 22-26 Drogepompfunctie is ingesteldop alarm. Spoor fouten in het systeem op en reset defrequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.

Alarm 94, Einde curve

De terugkoppeling is lager dan het setpoint. Dit kan wijzenop lekkage in het systeem. 22-50 Einde-curvefunctie isingesteld op alarm. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.

Alarm 95, Defecte band

Het koppel is lager dan de ingestelde waarde voor hetkoppel bij geen belasting, wat wijst op een defecte band.22-60 Functie Defecte band is ingesteld op alarm. Spoorfouten in het systeem op en reset de frequentieomvormernadat de fout is opgeheven.

Alarm 96, Start vertraagd

Het starten van de motor is vertraagd omdat debeveiliging tegen een korte cyclus actief is. 22-76 Startin-terval is ingeschakeld. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.

WAARSCHUWING 97, Stop vertraagd

Het stoppen van de motor is vertraagd omdat debeveiliging tegen een korte cyclus actief is. 22-76 Startin-terval is ingeschakeld. Spoor fouten in het systeem op enreset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.

WAARSCHUWING 98, Klokfout

De tijd is niet ingesteld of de realtimeklok werkt niet. Resetde klok via 0-70 Datum en tijd.

WAARSCHUWING 200, Brandmodus

Deze waarschuwing geeft aan dat de frequentieomvormerin de brandmodus werkt. De waarschuwing verdwijntwanneer de brandmodus wordt uitgeschakeld. Zie debrandmodusgegevens in de alarmlog.

WAARSCHUWING 201, Brandmodus was actief

Dit geeft aan dat de frequentieomvormer in debrandmodus staat. Schakel de spanning naar de eenheid afen weer in om de waarschuwing op te heffen. Zie debrandmodusgegevens in de alarmlog.

WAARSCHUWING 202, Limieten brandmodus

overschreden

Tijdens brandmodusbedrijf zijn een of meer alarmconditiesonderdrukt waarbij de eenheid onder normale omstan-digheden zou zijn uitgeschakeld. Wanneer de eenheidonder deze omstandigheden wordt gebruikt, vervalt degarantie. Schakel de spanning naar de eenheid af en weerin om de waarschuwing op te heffen. Zie de brandmodus-gegevens in de alarmlog.

WAARSCHUWING 203, Motor ontbreekt

Er is een onderbelastingsconditie gedetecteerd bij eenfrequentieomvormer die meerdere motoren bestuurt. Ditkan wijzen op een ontbrekende motor. Controleer hetsysteem op een juiste werking.

WAARSCHUWING 204, Rotor geblokk

Er is een overbelastingsconditie gedetecteerd bij eenfrequentieomvormer die meerdere motoren bestuurt. Ditkan wijzen op een geblokkeerde rotor. Controleer demotor op een juiste werking.

WAARSCHUWING 250, Nieuw reserveonderdeel

Er is een onderdeel in de frequentieomvormer vervangen.Reset de frequentieomvormer om terug te keren naarnormaal bedrijf.

WAARSCHUWING 251, Nieuwe typecode

De voedingskaart of andere componenten is/zijnvervangen en de typecode is gewijzigd. Reset de eenheidom de waarschuwing te verwijderen en normaal bedrijf tehervatten.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

44 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

77

7.4 Probleem verhelpen

Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing

Displaydonker/Geen

functie

Geen ingangsvermogenaanwezig

Zie Tabel 4.5 Controleer de bron voor het ingangs-vermogen.

Ontbrekende of openzekeringen of circuitbreakeruitgeschakeld

Zie open zekeringen en uitgeschakeldecircuitbreaker in deze tabel voor mogelijkeoorzaken

Volg de vermelde aanbevelingen op.

Geen spanning naar het LCP Controleer de LCP-kabel op een juisteaansluiting of beschadiging

Vervang het defecte LCP of de defecteaansluitkabel.

Kortsluiting stuurspanning(klem 12 of 50) of opstuurklemmen

Controleer de 24 V-voeding voor destuurspanning naar klem 12/13 tot 20-39 ofde 10 V-voeding voor klem 50 tot 55

Zorg voor een juiste bedrading van deklemmen.

Verkeerd LCP (LCP van VLT®2800 of 5000/6000/8000/FCD ofFCM)

Gebruik uitsluitend LCP 101 (onderdeelnr.130B1124) of LCP 102 (onderdeelnr.130B1107).

Verkeerde contrastinstelling Druk op [Status] + []/[] om het contrast

aan te passen.

Display (LCP) is defect Test met behulp van een ander LCP Vervang het defecte LCP of de defecteaansluitkabel.

Interne voedingsfout of SMPS isdefect

Neem contact op met de leverancier.

Intermitterenddisplay

Overbelaste voeding (SMPS)vanwege verkeerd aangeslotenstuurkabels of een fout in defrequentieomvormer

Om te controleren of het probleem wordtveroorzaakt door de stuurkabels moet udeze allemaal loskoppelen door deklemmenblokken te verwijderen.

Wanneer het display verlicht blijft, ligt hetprobleem bij de stuurkabels. Controleer debekabeling op kortsluiting of onjuisteaansluitingen. Wanneer het display nogsteeds uitschakelt, moet u de procedurevoor 'Display donker' uitvoeren.

Motor looptniet

Serviceschakelaar open ofontbrekende motoraansluiting

Controleer of de motor is aangesloten ende aansluiting niet wordt onderbroken(door een werkschakelaar of anderevoorziening).

Sluit de motor aan en controleer dewerkschakelaar.

Geen netvoeding met 24 V DC-optiekaart

Wanneer het display werkt maar geengegevens toont, moet u controleren of denetvoeding naar de frequentieomvormer isingeschakeld.

Schakel de spanning naar de eenheid inom deze te activeren.

Stop via LCP Controleer of [Off] werd ingedrukt Druk op [Auto On] of [Hand On](afhankelijk van de bedieningsmodus) omde motor te activeren.

Ontbrekend startsignaal (stand-by)

Controleer of 5-10 Klem 18 digitale ingangvoor klem 18 correct is ingesteld (gebruikstandaardinstelling)

Geef een geldig startsignaal om de motorte starten.

Motorvrijloopsignaal actief(motor loopt vrij)

Controleer of 5-12 Klem 27 digitale ingangcorrect is ingesteld op Vrijloop geïnv.(standaardinstelling).

Schakel 24 V op klem 27 of stel de klem inop Niet in bedrijf.

Verkeerde bron voor referentie-signaal

Controleer het referentiesignaal: Lokale,externe of busreferentie? Digitale referentieactief? Klemaansluiting correct? Schalingvan klemmen correct? Referentiesignaalbeschikbaar?

Programmeer de juiste instellingen.Controleer 3-13 Referentieplaats.Programmeer de actieve digitale referentiein parametergroep 3-1* Referenties.Controleer op juiste bedrading. Controleerde schaling van de klemmen. Controleerhet referentiesignaal.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 45

7 7

Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing

Motor draaitin verkeerderichting

Draaibegrenzing motor Controleer of 4-10 Draairichting motorcorrect is geprogrammeerd.

Programmeer de juiste instellingen.

Omkeersignaal actief Controleer of er een omkeercommandovoor de klem is geprogrammeerd viaparametergroep 5-1* Dig. ingangen.

Schakel het omkeersignaal uit.

Aansluiting motorfase verkeerd Zie 5.5 Draairichting van de motorcontroleren.

De motorbereikt demaximalesnelheid niet

Frequentielimieten verkeerdingesteld

Controleer de uitgangslimieten in4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM],4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] en4-19 Max. uitgangsfreq..

Programmeer de juiste limieten.

Referentiesignaal niet correctgeschaald

Controleer de schaling van het referentie-signaal in 6-0* Analoog In/Uit enparametergroep 3-1* Referenties. Controleerde referentielimieten in parametergroep3-0* Ref. begrenz.

Programmeer de juiste instellingen.

Motorsnelheidinstabiel

Parameterinstellingen mogelijkverkeerd

Controleer de instellingen van allemotorparameters, inclusief alle motorcom-pensatie-instellingen. Bij een regeling metterugkoppeling: controleer de PID-instel-lingen.

Controleer de instellingen in parame-tergroep 1-6* Anal. I/O-modus. Bij eenregeling met terugkoppeling: controleer deinstellingen in parametergroep 20-0*Terugkoppeling.

Motor draaitongelijkmatig

Mogelijke overmagnetisering Controleer de motorinstellingen in allemotorparameters

Controleer de motorinstellingen in parame-tergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav.Motordata en 1-5* Bel. onafh. inst.

Motor remtniet

Remparameters mogelijkverkeerd ingesteld. Uitloop-tijden mogelijk te kort.

Controleer de remparameters. Controleer deaan/uitlooptijdinstellingen.

Controleer parametergroep 2-0* DC-rem en3-0* Ref. begrenz.

Openvoedingszeke-ringen ofgeactiveerdecircuitbreaker

Fase naar fase kortgesloten De motor of het paneel heeft een kortge-sloten fase naar fase. Controleer de motoren het paneel op kortsluiting tussen tweefasen.

Hef eventuele kortsluitingen op

Overbelasting motor De motor is overbelast voor de toepassing Voer een opstarttest uit en controleer ofde motorstroom voldoet aan de specifi-caties. Als de motorstroom hoger is dan deaangegeven vollaststroom op het motorty-peplaatje moet de belasting op de motorworden verlaagd. Raadpleeg de specifi-caties voor de toepassing.

Losse aansluitingen Voer een prestartcontrole uit om losseaansluitingen op te sporen

Zet losse aansluitingen vast.

Onbalans vande netstroomgroter dan 3%

Netvoedingsprobleem (ziebeschrijving bij Alarm 4,Faseverlies netvoeding)

Schuif de ingaande voedingskabels naar defrequentieomvormer 1 positie op: A naar B,B naar C, C naar A.

Als de niet-gebalanceerde zijde met dekabel meeschuift, is er sprake van eenvoedingsprobleem. Controleer denetvoeding.

Probleem met de frequentie-omvormer

Schuif de ingaande voedingskabels naar defrequentieomvormer 1 positie op: A naar B,B naar C, C naar A.

Als de niet-gebalanceerde zijde zich nogsteeds op dezelfde ingangsklem bevindt, iser een probleem met de eenheid. Neemcontact op met de leverancier.

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

46 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

77

Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing

Onbalans vandemotorstroomgroter dan 3%

Probleem met de motor of demotorkabels

Schuif de uitgaande motorkabels 1 positieop: U naar V, V naar W, W naar U.

Als de niet-gebalanceerde zijde de kabelvolgt, is er een probleem met de motor ofde motorkabels Controleer de motor en demotorkabels.

Probleem met de frequentie-omvormers

Schuif de uitgaande motorkabels 1 positieop: U naar V, V naar W, W naar U.

Als de niet-gebalanceerde zijde zich nogsteeds op dezelfde uitgangsklem bevindt,is er een probleem met de eenheid. Neemcontact op met de leverancier.

Acceleratie-problemenfrequentieom-vormer

De motorgegevens zijn nietcorrect ingevoerd.

Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen enalarmen wanneer er waarschuwingen ofalarmen worden gegenereerd.Controleer of de motorgegevens correctzijn ingevoerd.

Verhoog de aanlooptijd in 3-41 Ramp 1aanlooptijd. Verhoog de stroomgrens in4-18 Stroombegr.. Verhoog de koppelbe-grenzing in 4-16 Koppelbegrenzingmotormodus.

Deceleratie-problemenfrequentieom-vormer

De motorgegevens zijn nietcorrect ingevoerd.

Raadpleeg 7.3 Lijst met waarschuwingen enalarmen wanneer er waarschuwingen ofalarmen worden gegenereerd.Controleer of de motorgegevens correctzijn ingevoerd.

Verhoog de uitlooptijd in 3-42 Ramp 1uitlooptijd. Schakel de overspanningsre-geling in 2-17 Overspanningsreg. in.

Akoestischgeluid oftrillingen (bijv.een ventila-torblad datgeluid maaktof trillingenbij bepaaldefrequenties)

Resonantie, bijv. in het motor-/ventilatorsysteem

Bypass kritische frequenties met behulp vande parameters in parametergroep 4-6*Snelh.-bypass

Controleer of de ruis en/of trillingen zijnverlaagd tot een acceptabel niveau.

Schakel overmodulatie uit in 14-03 Overmo-dulatie

Wijzig schakelpatroon en -frequentie inparametergroep 14-0* Inverterschakeling

Verhoog de resonantiedemping in1-64 Resonantiedemping

Tabel 7.7 Probleem verhelpen

Diagnostiek en problemen ve... VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 47

7 7

8 Specificaties

8.1 Elektrische gegevens

8.1.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC

Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P3K7

Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 3,7

Typisch asvermogen [pk] bij 208 V 1,5 2,0 2,9 4,0 4,9

IP 20/Chassis6) A2 A2 A2 A3 A3

IP 55/Type 12 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5

IP 66/NEMA 4X A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5

Uitgangsstroom

Continu (3 x 200-240 V) [A] 6,6 7,5 10,6 12,5 16,7

Intermitterend (3 x 200-240 V) [A] 7,3 8,3 11,7 13,8 18,4

Continu kVA (208 V AC) [kVA] 2,38 2,70 3,82 4,50 6,00

Max. ingangsstroom

Continu (3 x 200-240 V) [A] 5,9 6,8 9,5 11,3 15,0

Intermitterend (3 x 200-240 V) [A] 6,5 7,5 10,5 12,4 16,5

Aanvullende specificaties

Geschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W]4) 63 82 116 155 185

IP 20, IP 21 max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]

4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))

IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]

4, 4, 4 (12, 12, 12)

Max. kabeldoorsnede met hoofdschakelaar 6, 4, 4 (10, 12, 12)

Rendement3) 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96

Tabel 8.1 Netvoeding 3 x 200-240 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P3K7

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

48 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

Ty

pe

aa

nd

uid

ing

P5

K5

P7

K5

P1

1K

P1

5K

P1

8K

P2

2K

P3

0K

P3

7K

P4

5K

Typi

sch

asv

erm

ogen

[kW

]5,

57,

511

1518

,522

3037

45

Typi

sch

asv

erm

ogen

[pk]

bij

208

V7,

510

1520

2530

4050

60

IP 2

0/Ch

assi

s7)B3

B3B3

B4B4

C3C3

C4C4

IP 2

1/N

EMA

1B1

B1B1

B2C1

C1C1

C2C2

IP 5

5/Ty

pe 1

2B1

B1B1

B2C1

C1C1

C2C2

IP 6

6/N

EMA

4X

B1B1

B1B2

C1C1

C1C2

C2

Uit

ga

ng

sstr

oo

m

Cont

inu

(3 x

200

-240

V)

[A]

24,2

30,8

46,2

59,4

74,8

88,0

115

143

170

Inte

rmitt

eren

d (3

x 2

00-2

40 V

) [A

]26

,633

,950

,865

,382

,396

,812

715

718

7

Cont

inu

kVA

(208

V A

C) [k

VA]

8,7

11,1

16,6

21,4

26,9

31,7

41,4

51,5

61,2

Ma

x.

ing

an

gss

tro

om

Cont

inu

(3 x

200

-240

V)

[A]

22,0

28,0

42,0

54,0

68,0

80,0

104,

013

0,0

154,

0

Inte

rmitt

eren

d (3

x 2

00-2

40 V

) [A

]24

,230

,846

,259

,474

,888

,011

4,0

143,

016

9,0

Aa

nv

ull

en

de

sp

eci

fica

tie

s

Ges

chat

ver

mog

ensv

erlie

s bi

j nom

inal

e m

ax.

bela

stin

g [W

]4)26

931

044

760

273

784

511

4013

5316

36

IP 2

0 m

ax. k

abel

door

sned

e (n

et, m

otor

, rem

en lo

adsh

arin

g)10

, 10

(8, 8

, -)

35,-,

-(2,-,

-)35

(2)

50 (1

)15

0 (3

00 M

CM)

IP 2

1, IP

55,

IP 6

6 m

ax. k

abel

door

sned

e (n

et,

mot

or)

[mm

2/(A

WG

)]10

, 10

(8, 8

, -)

35, 2

5, 2

5 (2

, 4,

4)50

(1)

150

(300

MCM

)

IP 2

1, IP

55,

IP 6

6 m

ax. k

abel

door

sned

e (r

em,

load

shar

ing)

[mm

2/(A

WG

)]16

, 10,

16

(6, 8

, 6)

35,-,

-(2,-,

-)50

(1)

95 (3

/0)

Rend

emen

t3)0,

960,

960,

960,

960,

960,

970,

970,

970,

97

Ta

be

l 8

.2 N

etv

oe

din

g 3

x 2

00

-24

0 V

AC

– n

orm

ale

ov

erb

ela

stin

g 1

10

% g

ed

ure

nd

e 1

min

uu

t, P

5K

5-P

45

K

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 49

8 8

8.1.2 Netvoeding 3 x 380-480 V AC

Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P4K0 P5K5 P7K5

Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 4,0 5,5 7,5

Typisch asvermogen [pk] bij 460 V 1,5 2,0 2,9 4,0 5,0 7,5 10

IP 20/Chassis6) A2 A2 A2 A2 A2 A3 A3

IP 55/Type 12 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5

IP 66/NEMA 4X A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A4/A5 A5 A5

Uitgangsstroom

Continu (3 x 380-440 V) [A] 3 4,1 5,6 7,2 10 13 16

Intermitterend (3 x 380-440 V) [A] 3,3 4,5 6,2 7,9 11 14,3 17,6

Continu (3 x 441-480 V) [A] 2,7 3,4 4,8 6,3 8,2 11 14,5

Intermitterend (3 x 441-480 V) [A] 3,0 3,7 5,3 6,9 9,0 12,1 15,4

Continu kVA (400 V AC) [kVA] 2,1 2,8 3,9 5,0 6,9 9,0 11,0

Continu kVA (460 V AC) [kVA] 2,4 2,7 3,8 5,0 6,5 8,8 11,6

Max. ingangsstroom

Continu (3 x 380-440 V) [A] 2,7 3,7 5,0 6,5 9,0 11,7 14,4

Intermitterend (3 x 380-440 V) [A] 3,0 4,1 5,5 7,2 9,9 12,9 15,8

Continu (3 x 441-480 V) [A] 2,7 3,1 4,3 5,7 7,4 9,9 13,0

Intermitterend (3 x 441-480 V) [A] 3,0 3,4 4,7 6,3 8,1 10,9 14,3

Aanvullende specificaties

Geschat vermogensverlies

bij nominale max. belasting [W]4)58 62 88 116 124 187 255

IP 20, IP 21 max. kabeldoorsnede(net, motor, rem en loadsharing)

[mm2/(AWG)]2)

4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))

IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede(net, motor, rem en loadsharing)

[mm2/(AWG)]2)

4, 4, 4 (12, 12, 12)

Max. kabeldoorsnede met hoofdscha-kelaar

6, 4, 4 (10, 12, 12)

Rendement3) 0,96 0,97 0,97 0,97 0,97 0,97 0,97

Tabel 8.3 Netvoeding 3 x 380-480 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K5

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

50 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

Ty

pe

aa

nd

uid

ing

P1

1K

P1

5K

P1

8K

P2

2K

P3

0K

P3

7K

P4

5K

P5

5K

P7

5K

P9

0K

Typi

sch

asv

erm

ogen

[kW

]11

1518

,522

3037

4555

7590

Typi

sch

asv

erm

ogen

[pk]

bij

460

V15

2025

3040

5060

7510

012

5

IP 2

0/Ch

assi

s7)B3

B3B3

B4B4

B4C3

C3C4

C4

IP 2

1/N

EMA

1B1

B1B1

B2B2

C1C1

C1C2

C2

IP 5

5/Ty

pe 1

2B1

B1B1

B2B2

C1C1

C1C2

C2

IP 6

6/N

EMA

4X

B1B1

B1B2

B2C1

C1C1

C2C2

Uit

ga

ng

sstr

oo

m

Cont

inu

(3 x

380

-439

V)

[A]

2432

37,5

4461

7390

106

147

177

Inte

rmitt

eren

d (3

x 3

80-4

39 V

) [A

]26

,435

,241

,348

,467

,180

,399

117

162

195

Cont

inu

(3 x

440

-480

V)

[A]

2127

3440

5265

8010

513

016

0

Inte

rmitt

eren

d (3

x 4

40-4

80 V

) [A

]23

,129

,737

,444

61,6

71,5

8811

614

317

6

Cont

inu

kVA

(400

V A

C) [k

VA]

16,6

22,2

2630

,542

,350

,662

,473

,410

212

3

Cont

inu

kVA

(460

V A

C) [k

VA]

16,7

21,5

27,1

31,9

41,4

51,8

63,7

83,7

104

128

Ma

x.

ing

an

gss

tro

om

Cont

inu

(3 x

380

-439

V)

[A]

2229

3440

5566

8296

133

161

Inte

rmitt

eren

d (3

x 3

80-4

39 V

) [A

]24

,231

,937

,444

60,5

72,6

90,2

106

146

177

Cont

inu

(3 x

440

-480

V)

[A]

1925

3136

4759

7395

118

145

Inte

rmitt

eren

d (3

x 4

40-4

80 V

) [A

]20

,927

,534

,139

,651

,764

,980

,310

513

016

0

Aa

nv

ull

en

de

sp

eci

fica

tie

s

Ges

chat

ver

mog

ensv

erlie

s

bij n

omin

ale

max

. bel

astin

g [W

]4)27

839

246

552

569

873

984

310

8313

8414

74

IP 2

0 m

ax. k

abel

door

sned

e (n

et, m

otor

,re

m e

n lo

adsh

arin

g)16

, 10,

- (8

, 8, -

)35

, -, -

(2, -

, -)

35 (2

)50

(1)

150

(300

MCM

)

IP 2

1, IP

55,

IP 6

6 m

ax. k

abel

door

sned

e(n

et, m

otor

) [m

m2/

(AW

G)]

10, 1

0, 1

6 (6

, 8, 6

)35

, 25,

25

(2, 4

, 4)

50 (1

)

150

(300

MCM

)

IP 2

1, IP

55,

IP 6

6 m

ax. k

abel

door

sned

e(r

em, l

oads

harin

g) [m

m2/

(AW

G)]

10, 1

0, -

(8, 8

, -)

35, -

, - (2

, -, -

)50

(1)

95

(3/0

)

Incl

usie

f ne

tsch

akel

aar:

16/6

35/2

35/2

70/3

/018

5/kc

mil3

50

Rend

emen

t3)0,

980,

980,

980,

980,

980,

980,

980,

980,

980,

99

Ta

be

l 8

.4 N

etv

oe

din

g 3

x 3

80

-48

0 V

AC

– n

orm

ale

ov

erb

ela

stin

g 1

10

% g

ed

ure

nd

e 1

min

uu

t, P

11

K-P

90

K

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 51

8 8

8.1.3 Netvoeding 3 x 525-600 V AC

Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P3K7 P4K0 P5K5 P7K5

Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 3,7 4,0 5,5 7,5

IP 20/Chassis A3 A3 A3 A3 A2 A3 A3 A3

IP 21/NEMA 1 A3 A3 A3 A3 A2 A3 A3 A3

IP 55/Type 12 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5

IP 66/NEMA 4X A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5 A5

Uitgangsstroom

Continu (3 x 525-550 V) [A] 2,6 2,9 4,1 5,2 - 6,4 9,5 11,5

Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 2,9 3,2 4,5 5,7 - 7,0 10,5 12,7

Continu (3 x 525-600 V) [A] 2,4 2,7 3,9 4,9 - 6,1 9,0 11,0

Intermitterend (3 x 525-600 V) [A] 2,6 3,0 4,3 5,4 - 6,7 9,9 12,1

Continu kVA (525 V AC) [kVA] 2,5 2,8 3,9 5,0 - 6,1 9,0 11,0

Continu kVA (575 V AC) [kVA] 2,4 2,7 3,9 4,9 - 6,1 9,0 11,0

Max. ingangsstroom

Continu (3 x 525-600 V) [A] 2,4 2,7 4,1 5,2 - 5,8 8,6 10,4

Intermitterend (3 x 525-600 V) [A] 2,7 3,0 4,5 5,7 - 6,4 9,5 11,5

Aanvullende specificaties

Geschat vermogensverlies

bij nominale max. belasting [W]4)50 65 92 122 - 145 195 261

IP 20 max. kabeldoorsnede5) (net,motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]

4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))

IP 55, IP 66 max. kabeldoorsnede5)

(net, motor, rem en loadsharing)[mm2/(AWG)]

4, 4, 4 (12, 12, 12)(min. 0,2 (24))

Max. kabeldoorsnede methoofdschakelaar

6, 4, 4 (12, 12, 12)

Inclusief netschakelaar: 4/12

Rendement3) 0,97 0,97 0,97 0,97 - 0,97 0,97 0,97

Tabel 8.5 Netvoeding 3 x 525-600 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K5

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

52 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

Ty

pe

aa

nd

uid

ing

P1

1K

1P

15

KP

18

KP

22

KP

30

KP

37

KP

45

KP

55

KP

75

KP

90

K

Typi

sch

asv

erm

ogen

[kW

]11

1518

,522

3037

4555

7590

IP 2

0/Ch

assi

sB3

B3B3

B4B4

B4C3

C3C4

C4

IP 2

1/N

EMA

1B1

B1B1

B2B2

C1C1

C1C2

C2

IP 5

5/Ty

pe 1

2B1

B1B1

B2B2

C1C1

C1C2

C2

IP 6

6/N

EMA

4X

B1B1

B1B2

B2C1

C1C1

C2C2

Uit

ga

ng

sstr

oo

m

Cont

inu

(3 x

525

-550

V)

[A]

1923

2836

4354

6587

105

137

Inte

rmitt

eren

d (3

x 5

25-5

50 V

) [A

]21

2531

4047

5972

9611

615

1

Cont

inu

(3 x

525

-600

V)

[A]

1822

2734

4152

6283

100

131

Inte

rmitt

eren

d (3

x 5

25-6

00 V

) [A

]20

2430

3745

5768

9111

014

4

Cont

inu

kVA

(525

V A

C) [k

VA]

18,1

21,9

26,7

34,3

4151

,461

,982

,910

013

0,5

Cont

inu

kVA

(575

V A

C) [k

VA]

17,9

21,9

26,9

33,9

40,8

51,8

61,7

82,7

99,6

130,

5

Ma

x.

ing

an

gss

tro

om

Cont

inu

(3 x

525

-600

V)

[A]

17,2

20,9

25,4

32,7

3949

5978

,995

,312

4,3

Inte

rmitt

eren

d (3

x 5

25-6

00 V

) [A

]19

2328

3643

5465

8710

513

7

Aa

nv

ull

en

de

sp

eci

fica

tie

s

Ges

chat

ver

mog

ensv

erlie

s

bij n

omin

ale

max

. bel

astin

g [W

]4)30

040

047

552

570

075

085

011

0014

0015

00

IP 2

1, IP

55,

IP 6

6 m

ax.

kabe

ldoo

rsne

de (n

et, r

em e

nlo

adsh

arin

g) [m

m2/

(AW

G)]

16, 1

0, 1

0 (6

, 8, 8

)35

,-,-(2

,-,-)

50,-,

- (1

,-,-)

95 (4

/0)

IP 2

1, IP

55,

IP 6

6 m

ax.

kabe

ldoo

rsne

de (m

otor

) [m

m2/

(AW

G)]

10, 1

0, -

(8, 8

, -)

35, 2

5, 2

5 (2

, 4, 4

)50

,-,-

(1,-,

-)15

0 (3

00 M

CM)

IP 2

0 m

ax. k

abel

door

sned

e (n

et,

mot

or, r

em e

n lo

adsh

arin

g) [m

m2/

(AW

G)]

10, 1

0, -

(8, 8

, -)

35, -

, - (2

, -, -

)50

,-,-

(1,-,

-)15

0 (3

00 M

CM)

Max

. kab

eldo

orsn

ede

met

hoof

dsch

akel

aar

16, 1

0, 1

0 (6

, 8, 8

)50

, 35,

35

(1, 2

, 2)

95, 7

0, 7

0(3

/0, 2

/0, 2

/0)

185,

150

, 120

(350

MCM

, 300

MCM

, 4/0

)

Incl

usie

f ne

tsch

akel

aar:

16/6

35/2

70/3

/018

5/kc

mil3

50

Rend

emen

t3)0,

980,

980,

980,

980,

980,

980,

980,

980,

980,

98

Ta

be

l 8

.6 N

etv

oe

din

g 3

x 5

25

-60

0 V

AC

– n

orm

ale

ov

erb

ela

stin

g 1

10

% g

ed

ure

nd

e 1

min

uu

t, P

11

K-P

90

K

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 53

8 8

8.1.4 Netvoeding 3 x 525-690 V AC

Typeaanduiding P1K1 P1K5 P2K2 P3K0 P4K0 P5K5 P7K5

Typisch asvermogen [kW] 1,1 1,5 2,2 3,0 4,0 5,5 7,5

Behuizing IP 20 A3 A3 A3 A3 A3 A3 A3

Uitgangsstroom

Continu (3 x 525-550 V) [A] 2,1 2,7 3,9 4,9 6,1 9,0 11

Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 3,4 4,3 6,2 7,8 9,8 14,4 17,6

Continu kVA (3 x 551-690 V) [A] 1,6 2,2 3,2 4,5 5,5 7,5 10

Intermitterend kVA (3 x 551-690 V) [A] 2,6 3,5 5,1 7,2 8,8 12 16

Continu kVA (525 V AC) 1,9 2,5 3,5 4,5 5,5 8,2 10

Continu kVA (690 V AC) 1,9 2,6 3,8 5,4 6,6 9,0 12

Max. ingangsstroom

Continu (3 x 525-550 V) [A] 1,9 2,4 3,5 4,4 5,5 8,0 10

Intermitterend (3 x 525-550 V) [A] 3,0 3,9 5,6 7,1 8,8 13 16

Continu kVA (3 x 551-690 V) [A] 1,4 2,0 2,9 4,0 4,9 6,7 9,0

Intermitterend kVA (3 x 551-690 V) [A] 2,3 3,2 4,6 6,5 7,9 10,8 14,4

Aanvullende specificaties

Geschat vermogensverlies bij nominale max.

belasting [W]4)44 60 88 120 160 220 300

Max. kabeldoorsnede5) (net, motor, rem enloadsharing) [mm2]/(AWG)

6, 4, 4 (10, 12, 12)(min. 0,2 (24))

Max. kabeldoorsnede met hoofdschakelaar 6, 4, 4 (10, 12, 12)

Rendement3) 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96 0,96

Tabel 8.7 Netvoeding 3 x 525-690 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P1K1-P7K5

Typeaanduiding P11K P15K P18K P22K P30K

Hoge/normale belasting NO NO NO NO NO

Typisch asvermogen bij 550 V [kW] 7,5 11 15 18,5 22

Typisch asvermogen bij 690 V [kW] 11 15 18,5 22 30

IP 20/Chassis B4 B4 B4 B4 B4

IP 21/NEMA 1 B2 B2 B2 B2 B2

IP 55/NEMA 12 B2 B2 B2 B2 B2

Uitgangsstroom

Continu (3 x 525-550 V) [A] 14 19 23 28 36

Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 525-550 V) [A] 22,4 20,9 25,3 30,8 39,6

Continu (3 x 551-690 V) [A] 13 18 22 27 34

Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 551-690 V) [A] 20,8 19,8 24,2 29,7 37,4

Continu kVA (550 V AC) [kVA] 13,3 18,1 21,9 26,7 34,3

Continu kVA (690 V AC) [kVA] 15,5 21,5 26,3 32,3 40,6

Max. ingangsstroom

Continu (bij 550 V) [A] 15 19,5 24 29 36

Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] 23,2 21,5 26,4 31,9 39,6

Continu (bij 690 V) [A] 14,5 19,5 24 29 36

Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 690 V) [A] 23,2 21,5 26,4 31,9 39,6

Max. voorzekeringen1) [A] 63 63 63 80 100

Aanvullende specificaties

Geschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W]4) 150 220 300 370 440

Max. kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing)

[mm2]/(AWG)2)35, 25, 25 (2, 4, 4)

Max. kabelgrootte met netschakelaar [mm2]/(AWG)2) 16, 10, 10 (6, 8, 8)

Rendement3) 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98

Tabel 8.8 Netvoeding 3 x 525-690 V AC – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P11K-P30K

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

54 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

Typeaanduiding P37K P45K P55K P75K P90K

Hoge/normale belasting NO NO NO NO NO

Typisch asvermogen bij 550 V [kW] 30 37 45 55 75

Typisch asvermogen bij 690 V [kW] 37 45 55 75 90

IP 20/Chassis B4 C3 C3 D3h D3h

IP 21/NEMA 1 C2 C2 C2 C2 C2

IP 55/NEMA 12 C2 C2 C2 C2 C2

Uitgangsstroom

Continu (3 x 525-550 V) [A] 43 54 65 87 105

Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 525-550 V) [A] 47,3 59,4 71,5 95,7 115,5

Continu (3 x 551-690 V) [A] 41 52 62 83 100

Intermitterend (60 s overbelasting) (3 x 551-690 V) [A] 45,1 57,2 68,2 91,3 110

Continu kVA (550 V AC) [kVA] 41 51,4 61,9 82,9 100

Continu kVA (690 V AC) [kVA] 49 62,1 74,1 99,2 119,5

Max. ingangsstroom

Continu (bij 550 V) [A] 49 59 71 87 99

Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] 53,9 64,9 78,1 95,7 108,9

Continu (bij 690 V) [A] 48 58 70 86 94,3

Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 690 V) [A] 52,8 63,8 77 94,6 112,7

Max. voorzekeringen1) [A] 125 160 160 160 -

Aanvullende specificaties

Geschat vermogensverlies bij nominale max. belasting [W]4) 740 900 1100 1500 1800

Max. kabeldoorsnede (net en motor) [mm2]/(AWG)2) 150 (300 MCM)

Max. kabeldoorsnede (loadsharing en rem) [mm2]/(AWG)2) 95 (3/0)

Max. kabelgrootte met netschakelaar [mm2]/(AWG)2) 95, 70, 70(3/0, 2/0, 2/0)

185, 150, 120(350 MCM, 300 MCM, 4/0)

Rendement3) 0,98 0,98 0,98 0,98 0,98

Tabel 8.9 Netvoeding 3 x 525-690 V – normale overbelasting 110% gedurende 1 minuut, P37K-P90K

1) Zie 8.8 Zekeringspecificaties voor het type zekering.2) American Wire Gauge.3) Gemeten met afgeschermde motorkabels van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie.4) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale belastingscondities en ligt normaal tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variatie inspanning en kabelcondities).De waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement. Motoren met lager rendement zullen ook bijdragen aan het vermogensverlies in defrequentieomvormer en omgekeerd.Als de schakelfrequentie wordt verhoogd vanaf nominaal kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen.Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Extra opties en klantbelasting kunnen een verderebijdrage van 30 W aan de verliezen leveren. (Typisch geldt echter slechts 4 W extra voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de optiesvoor sleuf A of B).

Hoewel de metingen zijn uitgevoerd met moderne apparatuur moet rekening worden gehouden met enige onnauwkeurigheid in de meting (±5%).5) De drie waarden voor de maximale kabeldoorsnede gelden respectievelijk voor eenaderige kabel, buigzame kabel en buigzame kabel metkabelmof. Motor- en netkabel: 300 MCM/150 mm2.6) A2+A3 kunnen met behulp van een conversieset worden geconverteerd naar IP 21. Zie ook Mechanische installatie en IP 21/Type 1-behuizingsset in de Design Guide.7) B3+B4 en C3+C4 kunnen met behulp van een conversieset worden geconverteerd naar IP 21. Zie ook Mechanische installatie en IP 21/Type 1-behuizingsset in de Design Guide.

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 55

8 8

8.2 Netvoeding

NetvoedingVoedingsklemmen L1, L2, L3Netspanning 200-240 V ± 10%Netspanning 380-480 V/525-600 V ± 10%Netspanning 525-690 V ± 10%

Netspanning laag/netstoring:Bij een lage netspanning of uitval van de netvoeding blijft de frequentieomvormer in bedrijf totdat de tussenkringspanning daalttot onder het minimale stopniveau. Dit ligt gewoonlijk 15% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieom-vormer. Bij een netspanning van meer dan 10% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieomvormer zijninschakeling en een volledig koppel waarschijnlijk niet mogelijk.

Netfrequentie 50/60 Hz ± 5%Max. tijdelijke onbalans tussen netfasen 3,0% van de nominale netspanningWerkelijke arbeidsfactor (λ) ≥ 0,9 nominaal bij nominale belastingVerschuivingsfactor (cos ϕ) dicht bij één (> 0,98)Schakelen aan de netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) ≤ 7,5 kW maximaal 2 keer/minSchakelen aan netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) 11-90 kW maximaal 1 keer/minOmgeving volgens EN 60664-1 overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2

De eenheid is geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000 Arms symmetrisch en 240/500/600/690 V kan leveren.

8.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens

Uitgangsvermogen van de motor (U, V, W)Uitgangsspanning 0-100% van de netspanningUitgangsfrequentie (1,1-90 kW) 0-5901) HzSchakelen aan de uitgang OnbeperktAan- en uitlooptijden 1-3600 s

1) Vanaf softwareversie 3.92 is de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer begrensd op 590 Hz. Neem contact op met uwlokale Danfoss-partner voor meer informatie.

KoppelkarakteristiekStartkoppel (constant koppel) maximaal 110% gedurende 60 s1)

Startkoppel maximaal 135% gedurende max. 0,5 s1)

Overbelastingskoppel (constant koppel) maximaal 110% gedurende 60 s1)

Startkoppel (variabel koppel) maximaal 110% gedurende 60 s1)

Overbelastingskoppel (variabel koppel) maximaal 110% gedurende 60 sStijgtijd van het koppel in VVC+ (onafhankelijk van fsw) 10 ms

1) Het percentage heeft betrekking op het nominale koppel.2) De responstijd van het koppel is afhankelijk van de toepassing en de belasting, maar gewoonlijk is de koppelstap van 0 naarde referentiewaarde 4-5 keer de koppelstijgtijd.

Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

56 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

8.4 Omgevingscondities

OmgevingIP-klasse IP 00/Chassis, IP 201)/Chassis, IP 212)/Type 1, IP 54/Type 12, IP 55/Type 12, IP 66/Type 4XTriltest 1,0 gMax. relatieve vochtigheid 5-93% (IEC 721-3-3; klasse 3K3 (niet-condenserend) tijdens bedrijf)Agressieve omgeving (IEC 60068-2-43) H2S-test klasse KdOmgevingstemperatuur3) Max. 50 °C (gemiddelde over 24 uur max. 45 °C)Minimale omgevingstemperatuur bij volledig bedrijf 0 °CMinimale omgevingstemperatuur bij gereduceerd bedrijf - 10 °CTemperatuur tijdens opslag/transport -25 tot +65/70 °CMaximumhoogte boven zeeniveau zonder reductie 1000 m

Reductie wegens grote hoogte; zie Speciale omstandigheden in de Design Guide.

EMC-normen, emissie EN 61800-3, EN 61000-6-3/4, EN 55011

EMC-normen, immuniteitEN 61800-3, EN 61000-6-1/2,

EN 61000-4-2, EN 61000-4-3, EN 61000-4-4, EN 61000-4-5, EN 61000-4-6

Zie Speciale omstandigheden in de Design Guide1) Alleen voor ≤ 3,7 kW (200-240 V), ≤ 7,5 kW (400-480 V)2) Als behuizingsset voor ≤ 3,7 kW (200-240 V), ≤ 7,5 kW (400-480 V)3) Reductie wegens hoge omgevingstemperatuur; zie Speciale omstandigheden in de Design Guide

8.5 Kabelspecificaties

Kabellengte en -dwarsdoorsnede van stuurkabels1)

Max. lengte motorkabel, afgeschermd 150 mMax. lengte motorkabel, niet-afgeschermd 300 mMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame/stijve kabel zonder kabelmoffen 1,5 mm2/16 AWGMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel met kabelmoffen 1 mm2/18 AWGMaximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel met kabelmoffen en kraag 0,5 mm2/20 AWGMinimale kabeldoorsnede naar stuurklemmen 0,25 mm2/24 AWG

1)Zie de tabellen met elektrische gegevens in 8.1 Elektrische gegevens voor informatie over voedingskabels.

8.6 Stuuringang/uitgang en stuurgegevens

Digitale ingangenProgrammeerbare digitale ingangen 4 (6)1)

Klemnummer 18, 19, 271), 291), 32, 33,Logica PNP of NPNSpanningsniveau 0-24 V DCSpanningsniveau, logische '0' PNP < 5 V DCSpanningsniveau, logische '1' PNP > 10 V DCSpanningsniveau, logische '0' NPN2) >19 V DCSpanningsniveau, logische '1' NPN2) <14 V DCMaximale spanning op ingang 28 V DCPulsfrequentiebereik 0-110 kHzMin. pulsbreedte (werkcyclus) 4,5 msIngangsweerstand, Ri ongeveer 4 kΩ

Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 57

8 8

Veilige uitschakeling van het koppel, klem 373,4) (klem 37 is vaste PNP-logica)Spanningsniveau 0-24 V DCSpanningsniveau, logische '0' PNP < 4 V DCSpanningsniveau, logische '1' PNP > 20 V DCMaximale spanning op ingang 28 V DCTypische ingangsstroom bij 24 V 50 mA rmsTypische ingangsstroom bij 20 V 60 mA rmsIngangscapaciteit 400 nF

Alle digitale ingangen zijn galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.1) Klem 27 en 29 kunnen ook worden geprogrammeerd als uitgang.2) Met uitzondering van ingangsklem 37 voor veilige uitschakeling van het koppel.3) Zie voor meer informatie over klem 37 en veilige uitschakeling van het koppel.4) Wanneer een contactor met daarin een DC-spoel wordt gebruikt in combinatie met veilige uitschakeling van het koppel, is hetbelangrijk om te voorzien in een retourpad voor de stroom vanaf de spoel bij het uitschakelen. Dit kan worden gedaan doorgebruik te maken van een vrijloopdiode (of eventueel een 30 of 50 V MOV voor een snellere responstijd) over de spoel. Er zijncontactors te koop met een dergelijke diode.

Analoge ingangenAantal analoge ingangen 2Klemnummer 53, 54Modi Spanning of stroomModusselectie Schakelaar S201 en schakelaar S202Spanning Schakelaar S201/schakelaar S202 = OFF (U)Spanningsniveau -10 tot +10 V (schaalbaar)Ingangsweerstand, Ri ongeveer 10 kΩMax. spanning ± 20 VStroommodus Schakelaar S201/schakelaar S202 = ON (I)Stroomniveau 0/4-20 mA (schaalbaar)Ingangsweerstand, Ri ongeveer 200 ΩMax. stroom 30 mAResolutie voor analoge ingangen 10 bit (+ teken)Nauwkeurigheid van analoge ingangen Max. fout 0,5% van volledige schaalBandbreedte 20 Hz/100 Hz

De analoge ingangen zijn galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.

Afbeelding 8.1 Galvanische scheiding (PELV)

Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

58 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

PulsProgrammeerbare puls 2/1Klemnummer puls 291), 332) / 333)

Max. frequentie op klem 29, 33 110 kHz (push-pull)Max. frequentie op klem 29, 33 5 kHz (open collector)Min. frequentie op klem 29, 33 4 HzSpanningsniveau zie 8.6.1 Digitale ingangenMaximale spanning op ingang 28 V DCIngangsweerstand, Ri ongeveer 4 kΩNauwkeurigheid van pulsingang (0,1-1 kHz) Max. fout: 0,1% van volledige schaalNauwkeurigheid van encoderingang (1-11 kHz) Max. fout: 0,05% van volledige schaal

De puls- en encoderingangen (klem 29, 32, 33) zijn galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen methoge spanning.1) Alleen FC 3022) De pulsingangen zijn 29 en 33

Analoge uitgangAantal programmeerbare analoge uitgangen 1Klemnummer 42Stroombereik bij analoge uitgang 0/4-20 mAMax. belasting GND – analoge uitgang 500 ΩNauwkeurigheid bij analoge uitgang Max. fout: 0,5% van volledige schaalResolutie op analoge uitgang 12 bit

De analoge ingang is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere hoogspanningsklemmen.

Stuurkaart, RS-485 seriële communicatieKlemnummer 68 (P,TX+, RX+), 69 (N,TX-, RX-)Klemnummer 61 Gemeenschappelijk voor klem 68 en 69

Het RS-485 seriële-communicatiecircuit is functioneel gescheiden van andere centrale circuits en galvanisch gescheiden van denetspanning (PELV).

Digitale uitgangProgrammeerbare digitale/pulsuitgangen 2Klemnummer 27, 291)

Spanningsniveau bij digitale/frequentie-uitgang 0-24 VMax. uitgangsstroom (sink of source) 40 mAMax. belasting bij frequentie-uitgang 1 kΩMax. capacitieve belasting bij frequentie-uitgang 10 nFMin. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 0 HzMax. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 32 kHzNauwkeurigheid van frequentie-uitgang Max. fout: 0,1% van volledige schaalResolutie van frequentie-uitgangen 12 bit

1) Klem 27 en 29 kunnen ook worden geprogrammeerd als ingang.

De digitale uitgang is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.

Stuurkaart, 24 V DC-uitgangKlemnummer 12, 13Uitgangsspanning 24 V +1, -3 VMax. belasting 200 mA

De 24 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV), maar heeft dezelfde potentiaal als de analoge endigitale in- en uitgangen.

Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 59

8 8

RelaisuitgangenProgrammeerbare relaisuitgangen 2Relais 01 klemnummer 1-3 (verbreek), 1-2 (maak)Max. klembelasting (AC-1)1) op 1-3 (NC), 1-2 (NO) (resistieve belasting) 240 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15)1) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1)1) op 1-2 (NO), 1-3 (NC) (resistieve belasting) 60 V DC, 1 AMax. klembelasting (DC-13)1) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 ARelais 02 (alleen FC 302) Klemnummer 4-6 (verbreek), 4-5 (maak)Max. klembelasting (AC-1)1) op 4-5 (NO) (resistieve belasting)2)3) overspanningscategorie II 400 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15)1) op 4-5 (NO) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1)1) op 4-5 (NO) (resistieve belasting) 80 V DC, 2 AMax. klembelasting (DC-13)1) op 4-5 (NO) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 AMax. klembelasting (AC-1)1) op 4-6 (NC) (resistieve belasting) 240 V AC, 2 AMax. klembelasting (AC-15)1) op 4-6 (NC) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 AMax. klembelasting (DC-1)1) op 4-6 (NC) (resistieve belasting) 50 V DC, 2 AMax. klembelasting (DC-13)1) op 4-6 (NC) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 AMin. klembelasting op 1-3 (NC), 1-2 (NO), 4-6 (NC), 4-5 (NO) 24 V DC 10 mA, 24 V AC 20 mAOmgeving volgens EN 60664-1 overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2

1) IEC 60947 deel 4 en 5De relaiscontacten zijn galvanisch gescheiden van de rest van het circuit door middel van versterkte isolatie (PELV).2) Overspanningscategorie II3) UL-toepassingen 300 V AC 2 A

Stuurkaart, 10 V DC-uitgangKlemnummer 50Uitgangsspanning 10,5 V ± 0,5 VMax. belasting 15 mA

De 10 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.

StuurkarakteristiekenResolutie van uitgangsfrequentie bij 0-590 Hz ± 0,003 HzHerhalingsnauwkeurigheid van Precisiestart/stop (klem 18, 19) ≤± 0,1 msSysteemresponstijd (klem 18, 19, 27, 29, 32, 33) ≤ 2 msBereik snelheidsregeling (zonder terugkoppeling) 1:100 van synchrone snelheidBereik snelheidsregeling (met terugkoppeling) 1:1000 van synchrone snelheidNauwkeurigheid van snelheid (zonder terugkoppeling) 30-4000 tpm: fout ± 8 tpmSnelheidsnauwkeurigheid (met terugkoppeling), afhankelijk van de resolutie van de terugkop-pelingsbron 0-6000 tpm: fout ± 0,15 tpm

Alle stuurkarakteristieken zijn gebaseerd op een 4-polige asynchrone motor

StuurkaartprestatiesScaninterval 1 ms

Stuurkaart, seriële communicatie via USBUSB-standaard 1.1 (volle snelheid)USB-stekker USB type B 'apparaat'-stekker

Aansluiting op de pc vindt plaats via een standaard USB-host/apparaatkabel.De USB-aansluiting is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.De USB-aardverbinding is niet galvanisch gescheiden van de veiligheidsaarde. Sluit alleen geïsoleerde laptops aan op de USB-connector van de frequentieomvormer.

Specificaties VLT® HVAC Drive Bedieningshandleiding

60 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

8.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingen

Vermogen [kW] Aanhaalmoment [Nm]

Behui-

zing200-240 V 380-480/500 V 525-600 V 525-690 V Net Motor

DC

-aansluitingRem Aarde Relais

A2 1.1-2.2 1.1-4.0 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6

A3 3.0-3.7 5.5-7.5 1.1-7.5 1.1-7.5 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6

A4 1.1-2.2 1.1-4.0 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6

A5 1.1-3.7 1.1-7.5 1.1-7.5 0,6 0,6 0,6 1,8 3 0,6

B1 5,5-11 11-18 11-18 1,8 1,8 1,5 1,5 3 0,6

B2 15 22-30 22-30 11-30 4,5 4,5 3,7 3,7 3 0,6

B3 5,5 -11 11-18 11-18 1,8 1,8 1,8 1,8 3 0,6

B4 15-18 22-37 22-37 11-37 4,5 4,5 4,5 4,5 3 0,6

C1 18-30 37-55 37-55 10 10 10 10 3 0,6

C2 37-45 75-90 75-90 37-90 14/241) 14/241) 14 14 3 0,6

C3 22-30 45-55 45-55 45-55 10 10 10 10 3 0,6

C4 37-45 75-90 75-90 14/241) 14/241) 14 14 3 0,6

Tabel 8.10 Aanhalen van klemmen

1) Voor andere kabelmaten x/y, waarbij x ≤ 95 mm2 en y ≥ 95 mm2.

8.8 Zekeringspecificaties

Het gebruik van zekeringen en/of circuitbreakers aan de voedingszijde wordt aanbevolen. Dit biedt bescherming wanneer ereen component in de frequentieomvormer defect raakt (eerste storing).

LET OPDit is verplicht wanneer moet worden voldaan aan IEC 60364 in geval van CE of aan NEC 2009 in geval van UL.

Onderstaande zekeringen zijn geschikt voor gebruik in een circuit dat 100.000 Arms (symmetrisch) kan leveren, afhankelijkvan de nominale spanning van de frequentieomvormer. Met de juiste zekeringen bedraagt de nominale kortsluitstroom(SCCR – Short Circuit Current Rating) van de frequentieomvormer 100.000 Arms.

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 61

8 8

8.8.1 CE-conformiteit

200-240 V

Type

behuizing

Vermogen [kW] Aanbevolen

zekeringgrootte

Aanbevolen

max. zekeringgrootte

Aanbevolen circuit-

breaker (Moeller)

Max. uitschakelniveau

[A]

A2 1.1-2.2 gG-10 (1,1-1,5)gG-16 (2,2)

gG-25 PKZM0-25 25

A3 3.0-3.7 gG-16 (3)gG-20 (3,7)

gG-32 PKZM0-25 25

B3 5,5-11 gG-25 (5,5-7,5)gG-32 (11)

gG-63 PKZM4-50 50

B4 15-18 gG-50 (15)gG-63 (18)

gG-125 NZMB1-A100 100

C3 22-30 gG-80 (22)aR-125 (30)

gG-150 (22)aR-160 (30)

NZMB2-A200 150

C4 37-45 aR-160 (37)aR-200 (45)

aR-200 (37)aR-250 (45)

NZMB2-A250 250

A4 1.1-2.2 gG-10 (1,1-1,5)gG-16 (2,2)

gG-32 PKZM0-25 25

A5 0.25-3.7 gG-10 (0,25-1,5)gG-16 (2,2-3)gG-20 (3,7)

gG-32 PKZM0-25 25

B1 5,5-11 gG-25 (5,5)gG-32 (7,5-11)

gG-80 PKZM4-63 63

B2 15 gG-50 gG-100 NZMB1-A100 100

C1 18-30 gG-63 (18,5)gG-80 (22)

gG-100 (30)

gG-160 (18,5-22)aR-160 (30)

NZMB2-A200 160

C2 37-45 aR-160 (37)aR-200 (45)

aR-200 (37)aR-250 (45)

NZMB2-A250 250

Tabel 8.11 200-240 V, behuizingstype A, B en C

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

62 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

380-480 V

Type

behuizing

Vermogen [kW] Aanbevolen

zekeringgrootte

Aanbevolen

max. zekeringgrootte

Aanbevolen circuit-

breaker (Moeller)

Max. uitschakelniveau

[A]

A2 1.1-4.0 gG-10 (1,1-3)gG-16 (4)

gG-25 PKZM0-25 25

A3 5.5-7.5 gG-16 gG-32 PKZM0-25 25

B3 11-18 gG-40 gG-63 PKZM4-50 50

B4 22-37 gG-50 (22)gG-63 (30)gG-80 (37)

gG-125 NZMB1-A100 100

C3 45-55 gG-100 (45)gG-160 (55)

gG-150 (45)gG-160 (55)

NZMB2-A200 150

C4 75-90 aR-200 (75)aR-250 (90)

aR-250 NZMB2-A250 250

A4 1,1-4 gG-10 (1,1-3)gG-16 (4)

gG-32 PKZM0-25 25

A5 1.1-7.5 gG-10 (1,1-3)gG-16 (4-7,5)

gG-32 PKZM0-25 25

B1 11-18,5 gG-40 gG-80 PKZM4-63 63

B2 22-30 gG-50 (22)gG-63 (30)

gG-100 NZMB1-A100 100

C1 37-55 gG-80 (37)gG-100 (45)gG-160 (55)

gG-160 NZMB2-A200 160

C2 75-90 aR-200 (75)aR-250 (90)

aR-250 NZMB2-A250 250

Tabel 8.12 380-480 V, behuizingstype A, B en C

525-600 V

Type

behuizing

Vermogen [kW] Aanbevolen

zekeringgrootte

Aanbevolen

max. zekeringgrootte

Aanbevolen circuit-

breaker (Moeller)

Max. uitschakelniveau

[A]

A3 5.5-7.5 gG-10 (5,5)gG-16 (7,5)

gG-32 PKZM0-25 25

B3 11-18 gG-25 (11)gG-32 (15-18)

gG-63 PKZM4-50 50

B4 22-37 gG-40 (22)gG-50 (30)gG-63 (37)

gG-125 NZMB1-A100 100

C3 45-55 gG-63 (45)gG-100 (55)

gG-150 NZMB2-A200 150

C4 75-90 aR-160 (75)aR-200 (90)

aR-250 NZMB2-A250 250

A5 1.1-7.5 gG-10 (1,1-5,5)gG-16 (7,5)

gG-32 PKZM0-25 25

B1 11-18 gG-25 (11)gG-32 (15)

gG-40 (18,5)

gG-80 PKZM4-63 63

B2 22-30 gG-50 (22)gG-63 (30)

gG-100 NZMB1-A100 100

C1 37-55 gG-63 (37)gG-100 (45)aR-160 (55)

gG-160 (37-45)aR-250 (55)

NZMB2-A200 160

C2 75-90 aR-200 (75-90) aR-250 NZMB2-A250 250

Tabel 8.13 525-600 V, behuizingstype A, B en C

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 63

8 8

525-690 V

Type

behuizing

Vermogen [kW] Aanbevolen

zekeringgrootte

Aanbevolen

max. zekeringgrootte

Aanbevolen circuit-

breaker (Moeller)

Max. uitschakelniveau

[A]

A3 1,11,52,234

5,57,5

gG-6gG-6gG-6

gG-10gG-10gG-16gG-16

gG-25gG-25gG-25gG-25gG-25gG-25gG-25

- -

B2/B4 11151822

gG-25 (11)gG-32 (15)gG-32 (18)gG-40 (22)

gG-63 - -

B4/C2 30 gG-63 (30) gG-80 (30)

C2/C3 3745

gG-63 (37)gG-80 (45)

gG-100 (37)gG-125 (45)

- -

C2 5575

gG-100 (55)gG-125 (75)

gG-160 (55-75) - -

Tabel 8.14 525-690 V, behuizingstype A, B en C

8.8.2 UL-conformiteit

3 x 200-240 V

Aanbevolen max. zekering

Vermogen

[kW]

Bussmann

Type RK11)

Bussmann

Type J

Bussmann

Type T

Bussmann

Type CC

Bussmann

Type CC

Bussmann

Type CC

1,1 KTN-R-10 JKS-10 JJN-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10

1,5 KTN-R-15 JKS-15 JJN-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15

2,2 KTN-R-20 JKS-20 JJN-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20

3,0 KTN-R-25 JKS-25 JJN-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25

3,7 KTN-R-30 JKS-30 JJN-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30

5,5 KTN-R-50 KS-50 JJN-50 - - -

7,5 KTN-R-60 JKS-60 JJN-60 - - -

11 KTN-R-80 JKS-80 JJN-80 - - -

15-18,5 KTN-R-125 JKS-125 JJN-125 - - -

22 KTN-R-150 JKS-150 JJN-150 - - -

30 KTN-R-200 JKS-200 JJN-200 - - -

37 KTN-R-250 JKS-250 JJN-250 - - -

Tabel 8.15 3 x 200-240 V, behuizingstype A, B en C

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

64 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

Aanbevolen max. zekering

Vermogen

[kW]

SIBA

Type RK1

Littelfuse

Type RK1

Ferraz

Shawmut

Type CC

Ferraz

Shawmut

Type RK13)

Bussmann

Type JFHR22)

Littelfuse

JFHR2

Ferraz

Shawmut

JFHR24)

Ferraz

Shawmut J

1,1 5017906-010 KLN-R-10 ATM-R-10 A2K-10-R FWX-10 - - HSJ-10

1,5 5017906-016 KLN-R-15 ATM-R-15 A2K-15-R FWX-15 - - HSJ-15

2,2 5017906-020 KLN-R-20 ATM-R-20 A2K-20-R FWX-20 - - HSJ-20

3,0 5017906-025 KLN-R-25 ATM-R-25 A2K-25-R FWX-25 - - HSJ-25

3,7 5012406-032 KLN-R-30 ATM-R-30 A2K-30-R FWX-30 - - HSJ-30

5,5 5014006-050 KLN-R-50 - A2K-50-R FWX-50 - - HSJ-50

7,5 5014006-063 KLN-R-60 - A2K-60-R FWX-60 - - HSJ-60

11 5014006-080 KLN-R-80 - A2K-80-R FWX-80 - - HSJ-80

15-18,5 2028220-125 KLN-R-125 - A2K-125-R FWX-125 - - HSJ-125

22 2028220-150 KLN-R-150 - A2K-150-R FWX-150 L25S-150 A25X-150 HSJ-150

30 2028220-200 KLN-R-200 - A2K-200-R FWX-200 L25S-200 A25X-200 HSJ-200

37 2028220-250 KLN-R-250 - A2K-250-R FWX-250 L25S-250 A25X-250 HSJ-250

Tabel 8.16 3 x 200-240 V, behuizingstype A, B en C

1) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u KTS-zekeringen van Bussmann gebruiken in plaats van KTN.

2) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u FWH-zekeringen van Bussmann gebruiken in plaats van FWX.

3) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u A6KR-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats vanA2KR.

4) Voor frequentieomvormers voor 240 V kunt u A50X-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats vanA25X.

3 x 380-480 V

Aanbevolen max. zekering

Vermogen

[kW]

Bussmann

Type RK1

Bussmann

Type J

Bussmann

Type T

Bussmann

Type CC

Bussmann

Type CC

Bussmann

Type CC

1,1 KTS-R-6 JKS-6 JJS-6 FNQ-R-6 KTK-R-6 LP-CC-6

1.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10

3 KTS-R-15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15

4 KTS-R-20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20

5,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25

7,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30

11 KTS-R-40 JKS-40 JJS-40 - - -

15 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - -

18 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - -

22 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - -

30 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - -

37 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - -

45 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - -

55 KTS-R-200 JKS-200 JJS-200 - - -

75-90 KTS-R-250 JKS-250 JJS-250 - - -

Tabel 8.17 3 x 380-480 V, behuizingstype A, B en C

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 65

8 8

Aanbevolen max. zekering

Vermogen

[kW]

SIBA

Type RK1

Littelfuse

Type RK1

Ferraz

Shawmut

Type CC

Ferraz

Shawmut

Type RK1

Bussmann

JFHR2

Ferraz

Shawmut J

Ferraz

Shawmut

JFHR21)

Littelfuse

JFHR2

1,1 5017906-006 KLS-R-6 ATM-R-6 A6K-6-R FWH-6 HSJ-6 - -

1.5-2.2 5017906-010 KLS-R-10 ATM-R-10 A6K-10-R FWH-10 HSJ-10 - -

3 5017906-016 KLS-R-15 ATM-R-15 A6K-15-R FWH-15 HSJ-15 - -

4 5017906-020 KLS-R-20 ATM-R-20 A6K-20-R FWH-20 HSJ-20 - -

5,5 5017906-025 KLS-R-25 ATM-R-25 A6K-25-R FWH-25 HSJ-25 - -

7,5 5012406-032 KLS-R-30 ATM-R-30 A6K-30-R FWH-30 HSJ-30 - -

11 5014006-040 KLS-R-40 - A6K-40-R FWH-40 HSJ-40 - -

15 5014006-050 KLS-R-50 - A6K-50-R FWH-50 HSJ-50 - -

18 5014006-063 KLS-R-60 - A6K-60-R FWH-60 HSJ-60 - -

22 2028220-100 KLS-R-80 - A6K-80-R FWH-80 HSJ-80 - -

30 2028220-125 KLS-R-100 - A6K-100-R FWH-100 HSJ-100 - -

37 2028220-125 KLS-R-125 - A6K-125-R FWH-125 HSJ-125 - -

45 2028220-160 KLS-R-150 - A6K-150-R FWH-150 HSJ-150 - -

55 2028220-200 KLS-R-200 - A6K-200-R FWH-200 HSJ-200 A50-P-225 L50-S-225

75-90 2028220-250 KLS-R-250 - A6K-250-R FWH-250 HSJ-250 A50-P-250 L50-S-250

Tabel 8.18 3 x 380-480 V, behuizingstype A, B en C

1) U kunt A50QS-zekeringen van Ferraz Shawmut gebruiken in plaats van A50P.

3 x 525-600 V

Aanbevolen max. zekering

Vermo

gen

[kW]

Bussmann

Type RK1

Bussmann

Type J

Bussmann

Type T

Bussmann

Type CC

Bussmann

Type CC

Bussmann

Type CC

SIBA

Type RK1

Littelfuse

Type RK1

Ferraz

Shawmut

Type RK1

Ferraz

Shawmut

J

1,1 KTS-R-5 JKS-5 JJS-6 FNQ-R-5 KTK-R-5 LP-CC-5 5017906-005 KLS-R-005 A6K-5-R HSJ-6

1.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10 5017906-010 KLS-R-010 A6K-10-R HSJ-10

3 KTS-R15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15 5017906-016 KLS-R-015 A6K-15-R HSJ-15

4 KTS-R20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20 5017906-020 KLS-R-020 A6K-20-R HSJ-20

5,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25 5017906-025 KLS-R-025 A6K-25-R HSJ-25

7,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30 5017906-030 KLS-R-030 A6K-30-R HSJ-30

11 KTS-R-35 JKS-35 JJS-35 - - - 5014006-040 KLS-R-035 A6K-35-R HSJ-35

15 KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 - - - 5014006-050 KLS-R-045 A6K-45-R HSJ-45

18 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - - 5014006-050 KLS-R-050 A6K-50-R HSJ-50

22 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - - 5014006-063 KLS-R-060 A6K-60-R HSJ-60

30 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - - 5014006-080 KLS-R-075 A6K-80-R HSJ-80

37 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - - 5014006-100 KLS-R-100 A6K-100-R HSJ-100

45 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - - 2028220-125 KLS-R-125 A6K-125-R HSJ-125

55 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - - 2028220-150 KLS-R-150 A6K-150-R HSJ-150

75-90 KTS-R-175 JKS-175 JJS-175 - - - 2028220-200 KLS-R-175 A6K-175-R HSJ-175

Tabel 8.19 3 x 525-600 V, behuizingstype A, B en C

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

66 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

3 x 525-690 V

Aanbevolen max. zekering

Vermogen

[kW]

Bussmann

Type RK1

Bussmann

Type J

Bussmann

Type T

Bussmann

Type CC

Bussmann

Type CC

Bussmann

Type CC

1,1 KTS-R-5 JKS-5 JJS-6 FNQ-R-5 KTK-R-5 LP-CC-5

1.5-2.2 KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10

3 KTS-R15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15

4 KTS-R20 JKS-20 JJS-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20

5,5 KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25

7,5 KTS-R-30 JKS-30 JJS-30 FNQ-R-30 KTK-R-30 LP-CC-30

11 KTS-R-35 JKS-35 JJS-35 - - -

15 KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 - - -

18 KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 - - -

22 KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 - - -

30 KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 - - -

37 KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 - - -

45 KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 - - -

55 KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 - - -

75-90 KTS-R-175 JKS-175 JJS-175 - - -

Tabel 8.20 3 x 525-690 V, behuizingstype A, B en C

Aanbevolen max. zekering

Vermogen

[kW]

Max.

voorze-

kering

Bussmann

E52273

RK1/JDDZ

Bussmann

E4273

J/JDDZ

Bussmann

E4273

T/JDDZ

SIBA

E180276

RK1/JDDZ

Littelfuse

E81895

RK1/JDDZ

Ferraz

Shawmut

E163267/E2137

RK1/JDDZ

Ferraz

Shawmut

E2137

J/HSJ

11 30 A KTS-R-30 JKS-30 JKJS-30 5017906-030 KLS-R-030 A6K-30-R HST-30

15-18,5 45 A KTS-R-45 JKS-45 JJS-45 5014006-050 KLS-R-045 A6K-45-R HST-45

22 60 A KTS-R-60 JKS-60 JJS-60 5014006-063 KLS-R-060 A6K-60-R HST-60

30 80 A KTS-R-80 JKS-80 JJS-80 5014006-080 KLS-R-075 A6K-80-R HST-80

37 90 A KTS-R-90 JKS-90 JJS-90 5014006-100 KLS-R-090 A6K-90-R HST-90

45 100 A KTS-R-100 JKS-100 JJS-100 5014006-100 KLS-R-100 A6K-100-R HST-100

55 125 A KTS-R-125 JKS-125 JJS-125 2028220-125 KLS-150 A6K-125-R HST-125

75-90 150 A KTS-R-150 JKS-150 JJS-150 2028220-150 KLS-175 A6K-150-R HST-150

Tabel 8.21 3 x 525-690 V, behuizingstype B en C

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 67

8 8

8.9 Vermogensklasse, gewicht en afmetingen

Ty

pe

be

hu

izin

gA

2A

3A

4A

5B

1B

2B

3B

4C

1C

2C

3C

4

No

min

aa

l

ve

rmo

ge

n

[kW

]

20

0-2

40

V1

.1-2

.23

.0-3

.71

.1-2

.21

.1-3

.75

,5-1

11

55

,5-1

11

5-1

81

8-3

03

7-4

52

2-3

03

7-4

5

38

0-4

80

/50

0V

1.1

-4.0

5.5

-7.5

1.1

-4.0

1.1

-7.5

11

-18

22

-30

11

-18

22

-37

37

-55

75

-90

45

-55

75

-90

52

5-6

00

V1

.1-7

.51

.1-7

.51

1-1

82

2-3

01

1-1

82

2-3

73

7-5

57

5-9

04

5-5

57

5-9

0

52

5-6

90

V1

.1-7

.51

1-3

03

7-9

04

5-5

5

IP NEM

A20

Chas

sis

21Ty

pe 1

20Ch

assi

s21

Type

155

/66

Type

12

55/6

6Ty

pe 1

221

/55/

66Ty

pe 1

/Ty

pe 1

2

21/5

5/66

Type

1/

Type

12

20Ch

assi

s20

Chas

sis

21/5

5/66

Type

1/

Type

12

21/5

5/66

Type

1/

Type

12

20Ch

assi

s20

Chas

sis

Ho

og

te [

mm

]

Hoo

gte

van

ach

terw

and

A26

837

526

837

539

042

048

065

039

952

068

077

055

066

0

Hoo

gte

met

ont

kopp

e-lin

gspl

aat

voor

veld

busk

abel

sA

374

374

--

--

-42

059

563

080

0

Afs

tand

tus

sen

bev

esti-

ging

sgat

ena

257

350

257

350

401

402

454

624

380

495

648

739

521

631

Bre

ed

te [

mm

]

Bree

dte

van

ach

terw

and

B90

9013

013

020

024

224

224

216

523

030

837

030

837

0

Bree

dte

van

ach

terw

and

met

één

C-o

ptie

B13

013

017

017

024

224

224

220

523

030

837

030

837

0

Bree

dte

van

ach

terw

and

met

tw

ee C

-opt

ies

[mm

]B

150

150

190

190

242

242

242

225

230

308

370

308

370

Afs

tand

tus

sen

bev

esti-

ging

sgat

enb

7070

110

110

171

215

210

210

140

200

272

334

270

330

Die

pte

[m

m]

Die

pte

zond

er o

ptie

A/B

C20

520

720

520

717

520

026

026

024

924

231

033

533

333

3

Met

opt

ie A

/BC

220

222

220

222

175

200

260

260

262

242

310

335

333

333

Sch

roe

fga

ten

[m

m]

c8,

08,

08,

08,

08,

258,

2512

128

12,5

12,5

dø1

1ø1

1ø1

1ø1

1ø1

2ø1

2ø1

9ø1

912

ø19

ø19

eø5

,5ø5

,5ø5

,5ø5

,5ø6

,5ø6

,5ø9

ø96,

88,

5ø9

ø98,

58,

5

f9

96,

56,

56

99

97,

915

9,8

9,8

1717

Ma

xim

um

ge

wic

ht

[kg

]4,

95,

36,

67,

09,

713

.5/1

4.2

2327

1223

,545

6535

50

Aa

nh

aa

lmo

me

nt

fro

ntp

an

ee

l [N

m]

Kuns

tsto

f af

dekk

ing

(lag

eIP

-kla

sse)

Klik

Klik

--

Klik

Klik

Klik

Klik

Klik

Klik

2,0

2,0

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

68 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

88

Ty

pe

be

hu

izin

gA

2A

3A

4A

5B

1B

2B

3B

4C

1C

2C

3C

4

Met

alen

afd

ekki

ng (I

P55

/66)

--

1,5

1,5

2,2

2,2

--

2,2

2,2

2,0

2,0

Ta

be

l 8

.22

Ve

rmo

ge

nsk

lass

e,

ge

wic

ht

en

afm

eti

ng

en

Specificaties VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 69

8 8

9 Bijlage

9.1 Symbolen en afkortingen

AC Wisselstroom

AEO Automatische energieoptimalisatie

AWG American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat)

AMA Automatische aanpassing motorgegevens

°C Graden Celsius

DC Gelijkstroom

EMC Elektromagnetische compatibiliteit

ETR Elektronisch thermisch relais

FC Frequentieomvormer

LCP Lokaal bedieningspaneel

MCT Motion Control Tool

IP IP-bescherming

IM,N Nominale motorstroom

fM,N Nominale motorfrequentie

PM,N Nominaal motorvermogen

UM,N Nominale motorspanning

PM-motor Permanentmagneetmotor

PELV Protective Extra Low Voltage

PCB Printed Circuit Board – printplaat

ILIM Stroomgrens

IINV Nominale uitgangsstroom van de omvormer

tpm Toeren per minuut

Regen Regeneratieve klemmen

ns Synchroon motortoerental

TLIM Koppelbegrenzing

IVLT,MAX De maximale uitgangsstroom

IVLT,N De nominale uitgangsstroom die door de frequentieomvormer wordt geleverd

Tabel 9.1 Symbolen en afkortingen

9.2 Opbouw parametermenu

Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

70 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

99

0-*

*B

ed

ien

ing

/dis

pla

y

0-0

*B

asi

sin

ste

llin

ge

n

0-01

Taal

0-02

Eenh

. mot

orto

eren

tal

0-03

Regi

onal

e in

stel

linge

n0-

04Be

dien

ings

stat

us b

ij in

sch.

0-05

Eenh

lok

mod

us0

-1*

Se

tup

afh

an

de

lin

g

0-10

Act

ieve

set

up0-

11Se

tup

wijz

igen

0-12

Setu

p g

ekop

peld

aan

0-13

Uitl

ez.:

Gek

opp.

set

ups

0-14

Uitl

ez.:

prog

. set

ups/

kana

al0

-2*

LC

P-d

isp

lay

0-20

Dis

play

rege

l 1.1

kle

in0-

21D

ispl

ayre

gel 1

.2 k

lein

0-22

Dis

play

rege

l 1.3

kle

in0-

23D

ispl

ayre

gel 2

gro

ot0-

24D

ispl

ayre

gel 3

gro

ot0-

25Pe

rsoo

nlijk

men

u0

-3*

Std

uit

lez

ing

LC

P

0-30

Eenh

eid

voo

r ui

tlezi

ng g

ebr.

0-31

Min

. waa

rde

uitle

zing

kla

nt0-

32M

ax. w

aard

e ui

tlezi

ng k

lant

0-37

Dis

play

teks

t 1

0-38

Dis

play

teks

t 2

0-39

Dis

play

teks

t 3

0-4

*L

CP

-to

ets

en

bo

rd

0-40

[Han

d o

n]-t

oets

op

LCP

0-41

[Off]

-toe

ts o

p L

CP0-

42[A

uto

on]

-toe

ts o

p L

CP0-

43[R

eset

]-toe

ts o

p L

CP0-

44[O

ff/Re

set]

-toe

ts L

CP0-

45[D

rive

Bypa

ss]-t

oets

LCP

0-5

*K

op

iëre

n/O

psl

.

0-50

LCP

kop

iëre

n0-

51Ko

pie

setu

p0

-6*

Wa

chtw

.

0-60

Wac

htw

. hoo

fdm

enu

0-61

Toeg

ang

hoo

fdm

enu

zon

der

wac

htw

.0-

65W

acht

w p

erso

onlij

k m

enu

0-66

Toeg

ang

per

s. m

enu

zon

der

wac

htw

.0-

67W

acht

woo

rd b

us0

-7*

Klo

kin

ste

llin

ge

n

0-70

Dat

um e

n t

ijd0-

71D

atum

inde

ling

0-72

Tijd

sind

elin

g0-

74D

ST/z

omer

tijd

0-76

DST

/zom

ertij

d s

tart

0-77

DST

/zom

ertij

d e

inde

0-79

Klok

fout

0-81

Wer

kdag

en0-

82A

nder

e w

erkd

agen

0-83

And

ere

niet

-wer

kdag

en0-

89U

itlez

ing

dat

um e

n t

ijd1

-**

Be

last

ing

& m

oto

r

1-0

*A

lg.

inst

ell

ing

en

1-00

Conf

igur

atie

mod

us1-

03Ko

ppel

kara

kter

istie

k

1-06

Rich

ting

rec

htso

m1

-1*

Mo

tors

ele

ctie

1-10

Mot

orco

nstr

uctie

1-1

*V

VC

+ P

M

1-14

Dam

ping

Gai

n1-

15Lo

w S

peed

Filt

er T

ime

Cons

t.1-

16H

igh

Spe

ed F

ilter

Tim

e Co

nst.

1-17

Volta

ge fi

lter

time

cons

t.1

-2*

Mo

tord

ata

1-20

Mot

orve

rm. [

kW]

1-21

Mot

orve

rm. [

PK]

1-22

Mot

orsp

anni

ng1-

23M

otor

freq

uent

ie1-

24M

otor

stro

om1-

25N

om. m

otor

snel

heid

1-26

Cont

. nom

. mot

orko

ppel

1-28

Cont

role

dra

air.

mot

or1-

29A

utom

. aan

pass

ing

mot

orge

g. (A

MA

)1

-3*

Ge

av

. M

oto

rda

ta

1-30

Stat

orw

eers

tand

(Rs)

1-31

Roto

rwee

rsta

nd (R

r)1-

35H

oofd

reac

tant

ie (X

h)1-

36Ijz

erve

rlies

wee

rsta

nd (R

fe)

1-37

Indu

ctan

tie d

-as

(Ld)

1-39

Mot

orpo

len

1-40

Tege

n-EM

K b

ij 10

00 T

PM1-

46Po

sitio

n D

etec

tion

Gai

n1

-5*

Be

l. o

na

fh.

inst

.

1-50

Mot

orm

agne

tiser

ing

bij

nuls

nelh

eid

1-51

Min

. sne

lh. n

orm

. mag

netis

erin

g [T

PM]

1-52

Min

. sne

lh. n

orm

. mag

netis

erin

g [H

z]1-

58St

room

tes

tpul

sen

vlie

g.st

art

1-59

Freq

. tes

tpul

sen

vlie

g.st

art

1-6

*B

el.

afh

an

k.

inst

.

1-60

Bela

st. c

omp.

bij

lage

sne

lhei

d1-

61Be

last

ingc

omp.

bij

hoge

sne

lhei

d1-

62Sl

ipco

mpe

nsat

ie1-

63Sl

ipco

mpe

nsat

ie t

ijdco

nsta

nte

1-64

Reso

nant

iede

mpi

ng1-

65Re

sona

ntie

dem

ping

tijd

cons

tant

e1-

66M

in. s

troo

m b

ij la

ge s

nelh

.1

-7*

Sta

rta

an

pa

ssin

ge

n

1-70

PM S

tart

Mod

e1-

71St

artv

ertr

agin

g1-

72St

artf

unct

ie1-

73Vl

ieg.

sta

rt1-

77M

ax s

tart

snel

h c

ompr

esso

r [t

pm]

1-78

Max

sta

rtsn

elh

com

pres

sor

[Hz]

1-79

Max

sta

rttij

d c

ompr

esso

r to

t ui

tsch

1-8

*S

top

aa

np

ass

ing

en

1-80

Func

tie b

ij st

op1-

81M

in. s

nelh

. fun

ctie

bij

stop

[RPM

]1-

82M

in. s

nelh

. voo

r fu

nctie

bij

stop

[Hz]

1-86

Uits

ch lg

sne

lh [t

pm]

1-87

Uits

ch lg

sne

lh [H

z]1

-9*

Mo

tort

em

pe

ratu

ur

1-90

Ther

m. m

otor

beve

iligi

ng1-

91Ex

t. m

otor

-ven

tilat

or1-

93Th

erm

isto

rbro

n

2-*

*R

em

me

n

2-0

*D

C-r

em

2-00

DC-

houd

/voo

rver

w.s

troo

m2-

01D

C-re

mst

room

2-02

DC-

rem

tijd

2-03

Insc

hake

lsne

lh. D

C-re

m [t

pm]

2-04

Insc

hake

lsne

lh. D

C-re

m [H

z]2-

06Pa

rkin

g C

urre

nt2-

07Pa

rkin

g T

ime

2-1

*R

em

en

erg

ie-f

un

ctie

2-10

Rem

func

tie2-

11Re

mw

eers

tand

(ohm

)2-

12Be

gren

zing

rem

verm

ogen

(kW

)2-

13Be

wak

ing

rem

verm

ogen

2-15

Rem

test

2-16

AC-

rem

max

. str

oom

2-17

Ove

rspa

nnin

gsre

g.3

-**

Re

f./R

am

p.

3-0

*R

ef.

be

gre

nz.

3-02

Min

imum

refe

rent

ie3-

03M

ax. r

efer

entie

3-04

Refe

rent

iefu

nctie

3-1

*R

efe

ren

tie

s

3-10

Inge

stel

de r

ef.

3-11

Jog-

snel

h. [H

z]3-

13Re

fere

ntie

plaa

ts3-

14In

gest

elde

rel

atie

ve r

ef.

3-15

Refe

rent

iebr

on 1

3-16

Refe

rent

iebr

on 2

3-17

Refe

rent

iebr

on 3

3-19

Jog-

snel

h. [T

PM]

3-4

*R

am

p 1

3-41

Ram

p 1

aan

loop

tijd

3-42

Ram

p 1

uitl

oopt

ijd3

-5*

Ra

mp

2

3-51

Ram

p 2

aan

loop

tijd

3-52

Ram

p 2

uitl

oopt

ijd3

-8*

An

de

re R

am

ps

3-80

Jog

ram

p-tij

d3-

81Sn

elle

sto

p r

amp-

tijd

3-82

Aan

loop

tijd

bij

star

t3

-9*

Dig

. p

ot.

me

ter

3-90

Stap

groo

tte

3-91

Ram

p-tij

d3-

92Sp

ann.

hers

tel

3-93

Max

. beg

renz

ing

3-94

Min

. beg

renz

ing

3-95

Aan

/uitl

oopv

ertr

.4

-**

Be

gr.

/wa

ars

ch.

4-1

*M

oto

rbe

gr.

4-10

Dra

airic

htin

g m

otor

4-11

Mot

orsn

elh.

lage

beg

r. [R

PM]

4-12

Mot

orsn

elh.

lage

beg

r. [H

z]4-

13M

otor

snel

h. h

oge

begr

. [RP

M]

4-14

Mot

orsn

elh.

hog

e be

gr. [

Hz]

4-16

Kopp

elbe

gren

zing

mot

orm

odus

4-17

Kopp

elbe

gren

zing

gen

erat

orm

odus

4-18

Stro

ombe

gr.

4-19

Max

. uitg

angs

freq

.

4-5

*A

an

p.

wa

ars

ch.

4-50

Waa

rsch

uwin

g s

troo

m la

ag4-

51W

aars

chuw

ing

str

oom

hoo

g4-

52W

aars

chuw

ing

sne

lhei

d la

ag4-

53W

aars

chuw

ing

sne

lhei

d h

oog

4-54

Waa

rsch

: ref

eren

tie la

ag4-

55W

aars

ch: r

efer

entie

hoo

g4-

56W

aars

ch: t

erug

k. la

ag4-

57W

aars

ch: t

erug

k. h

oog

4-58

Mot

orfa

sefu

nctie

ont

bree

kt4

-6*

Sn

elh

.-b

yp

ass

4-60

Bypa

ss-s

nelh

. van

af [R

PM]

4-61

Bypa

ss-s

nelh

. van

af [H

z]4-

62By

pass

-sne

lh. n

aar

[RPM

]4-

63By

pass

-sne

lh. t

ot [H

z]4-

64Se

mi-a

uto

byp

ass

setu

p5

-**

Dig

ita

al

In/U

it

5-0

*D

ig.

I/O

-mo

du

s

5-00

Dig

. I/O

-mod

us5-

01Kl

em 2

7 m

odus

5-02

Klem

29

mod

us5

-1*

Dig

ita

le i

ng

an

ge

n

5-10

Klem

18

digi

tale

inga

ng5-

11Kl

em 1

9 di

gita

le in

gang

5-12

Klem

27

digi

tale

inga

ng5-

13Kl

em 2

9 di

gita

le in

gang

5-14

Klem

32

digi

tale

inga

ng5-

15Kl

em 3

3 di

gita

le in

gang

5-16

Klem

X30

/2 d

igita

le in

gang

5-17

Klem

X30

/3 d

igita

le in

gang

5-18

Klem

X30

/4 d

igita

le in

gang

5-19

Klem

37

Veili

ge s

top

5-3

*D

igit

ale

uit

ga

ng

en

5-30

Klem

27

dig.

uitg

ang

5-31

Klem

29

dig.

uitg

ang

5-32

Klem

X30

/6 d

ig. u

itgan

g (M

CB 1

01)

5-33

Klem

X30

/7 d

ig. u

itgan

g (M

CB 1

01)

5-4

*R

ela

is

5-40

Func

tiere

lais

5-41

Aan

-ver

tr.,

rela

is5-

42U

it-ve

rtr.,

rel

ais

5-5

*P

uls

ing

an

g

5-50

Klem

29

lage

freq

.5-

51Kl

em 2

9 ho

ge fr

eq.

5-52

Klem

29

lage

ref

./ter

ugk.

waa

rde

5-53

Klem

29

hoge

ref

./ter

ugk.

waa

rde

5-54

Puls

filte

r tij

dcon

stan

te n

r. 2

95-

55Kl

em 3

3 la

ge fr

eq.

5-56

Klem

33

hoge

freq

.5-

57Kl

em 3

3 la

ge r

ef./t

erug

k. w

aard

e5-

58Kl

em 3

3 ho

ge r

ef./t

erug

k. w

aard

e5-

59Pu

lsfil

ter

tijdc

onst

ante

nr.

33

5-6

*P

uls

uit

ga

ng

5-60

Klem

27

puls

uitg

angs

varia

bele

5-62

Max

. fre

q. p

ulsu

itgan

g 2

75-

63Kl

em 2

9 pu

lsui

tgan

gsva

riabe

le5-

65M

ax. f

req.

pul

suitg

ang

29

5-66

Klem

X30

/6 p

ulsu

itgan

gsva

riabe

le5-

68M

ax. f

req.

pul

suitg

ang

X30

/6

5-8

*I/

O O

pti

on

s

5-80

AH

F Ca

p R

econ

nect

Del

ay5

-9*

Via

bu

sbe

stu

rin

g

5-90

Dig

itale

& r

elai

sbes

turin

g b

us5-

93Pu

lsui

tgan

g 2

7 bu

sbes

turin

g5-

94Pu

lsui

tgan

g 2

7 tim

e-ou

tinst

ellin

g5-

95Pu

lsui

tgan

g 2

9 bu

sbes

turin

g5-

96Pu

lsui

tgan

g 2

9 tim

e-ou

tinst

ellin

g5-

97Pu

lsui

tgan

g X

30/6

bus

best

.5-

98Pu

lsui

tgan

g X

30/6

tim

e-ou

tinst

.6

-**

An

alo

og

In

/Uit

6-0

*A

na

l. I

/O-m

od

us

6-00

Live

zer

o t

ime-

out-

tijd

6-01

Live

zer

o t

ime-

out-

func

tie6-

02Li

ve z

ero

tim

e-ou

tfun

ctie

bra

ndm

odus

6-1

*A

na

l. i

ng

an

g 5

3

6-10

Klem

53

lage

spa

nnin

g6-

11Kl

em 5

3 ho

ge s

pann

ing

6-12

Klem

53

lage

str

oom

6-13

Klem

53

hoge

str

oom

6-14

Klem

53

lage

ref

./ter

ugko

pp. w

aard

e6-

15Kl

em 5

3 ho

ge r

ef./t

erug

kopp

. waa

rde

6-16

Klem

53

filte

r tij

dcon

stan

te6-

17Kl

em 5

3 liv

e ze

ro6

-2*

An

al.

in

ga

ng

54

6-20

Klem

54

lage

spa

nnin

g6-

21Kl

em 5

4 ho

ge s

pann

ing

6-22

Klem

54

lage

str

oom

6-23

Klem

54

hoge

str

oom

6-24

Klem

53

lage

ref

./ter

ugko

pp. w

aard

e6-

25Kl

em 5

4 ho

ge r

ef./t

erug

kopp

. waa

rde

6-26

Klem

54

filte

r tij

dcon

stan

te6-

27Kl

em 5

4 liv

e ze

ro6

-3*

An

al.

in

ga

ng

X3

0/1

1

6-30

Klem

X30

/11

lage

spa

nnin

g6-

31Kl

em X

30/1

1 ho

ge s

pann

ing

6-34

Klem

X30

/11

lage

ref

./ter

ugk.

waa

rde

6-35

Klem

X30

/11

hoge

ref

./ter

ugk.

waa

rde

6-36

Klem

X30

/11

filte

rtijd

cons

tant

e6-

37Kl

em X

30/1

1 liv

e ze

ro6

-4*

An

al.

in

ga

ng

X3

0/1

2

6-40

Klem

X30

/12

lage

spa

nnin

g6-

41Kl

em X

30/1

2 ho

ge s

pann

ing

6-44

Klem

X30

/12

lage

ref

./ter

ugk.

waa

rde

6-45

Klem

X30

/12

hoge

ref

./ter

ugk.

waa

rde

6-46

Klem

X30

/12

filte

rtijd

cons

tant

e6-

47Kl

em X

30/1

2 liv

e ze

ro6

-5*

An

al.

uit

ga

ng

42

6-50

Klem

42

uitg

ang

6-51

Klem

42

uitg

ang

min

. sch

aal

6-52

Klem

42

uitg

ang

max

. sch

aal

6-53

Klem

42

uitg

ang

bus

best

urin

g6-

54Kl

em 4

2 ui

tgan

g t

ime-

outin

stel

ling

6-55

Ana

l. ui

tgan

gsfil

ter

6-6

*A

na

l. u

itg

an

g X

30

/8

6-60

Klem

X30

/8 u

itgan

g6-

61Kl

em X

30/8

min

. sch

alin

g6-

62Kl

em X

30/8

max

. sch

alin

g6-

63Kl

em X

30/8

uitg

ang

bus

best

urin

g

Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 71

9 9

6-64

Klem

X30

/8 u

itgan

g t

ime-

outin

stel

ling

8-*

*C

om

m.

en

op

tie

s

8-0

*A

lg.

inst

ell

ing

en

8-01

Stuu

rpla

ats

8-02

Stuu

rwoo

rdbr

on8-

03Ti

me-

out-

tijd

stu

urw

oord

8-04

Tim

e-ou

t-fu

nctie

stu

urw

oord

8-05

Eind

e-tim

e-ou

t-fu

nctie

8-06

Stuu

rwoo

rdtim

e-ou

t re

set

8-07

Dia

gnos

e-tr

igge

r8-

08U

itlez

ing

filte

ren

8-09

Com

m. t

eken

set

8-1

*S

tuu

rwo

ord

inst

.

8-10

Stuu

rwoo

rdpr

ofie

l8-

13In

stel

baar

sta

tusw

oord

STW

8-3

*F

C-p

oo

rtin

st.

8-30

Prot

ocol

8-31

Adr

es8-

32Ba

udsn

elhe

id8-

33Pa

r./st

opbi

ts8-

34G

esch

atte

cyc

lust

ijd8-

35M

in. r

espo

nsve

rtr.

8-36

Max

. res

pons

vert

r.8-

37M

ax. t

ss.-t

eken

vert

r.8

-4*

FC

MC

-pro

toco

lin

st.

8-40

Tele

gram

sele

ctie

8-42

PCD

-sch

rijfc

onfig

.8-

43PC

D-le

esco

nfig

.8

-5*

Dig

ita

al/

Bu

s

8-50

Vrijl

oops

elec

tie8-

52D

C-re

mse

lect

ie8-

53St

arts

elec

tie8-

54O

mke

erse

lect

ie8-

55Se

tups

elec

tie8-

56Se

lect

. ing

este

lde

ref.

8-7

*B

AC

ne

t

8-70

BACn

et D

evic

e Vo

orbl

d8-

72M

S/TP

Max

Mas

ters

8-73

MS/

TP M

ax In

fo F

ram

es8-

74"S

tart

up I

am"

8-75

Initi

alis

atie

wac

htw

.8

-8*

FC

-po

ort

dia

gn

ost

iek

8-80

Bus

Beric

hten

telle

r8-

81Bu

s Fo

uten

telle

r8-

82Sl

aveb

eric

hten

ont

v.8-

83Sl

avef

oute

ntel

ler

8-84

Slav

eber

icht

en v

erz.

8-85

Slav

etim

e-ou

tfou

ten

8-89

Dia

gnos

tiekt

ellin

g8

-9*

Bu

s-jo

g

8-90

Snel

heid

bus

-jog

18-

91Sn

elhe

id b

us-jo

g 2

8-94

Bus

Teru

gk. 1

8-95

Bus

Teru

gk. 2

8-96

Bus

Teru

gk. 3

9-*

*P

rofi

bu

s

9-00

Inst

elpu

nt9-

07A

ct. w

aard

e9-

15PC

D-s

chrij

fcon

fig.

9-16

PCD

-lees

conf

ig.

9-18

Nod

e-ad

res

9-22

Tele

gram

keuz

e9-

23Si

gnaa

lpar

amet

ers

9-27

Para

m. w

ijzig

en9-

28Pr

oces

rege

ling

9-44

Telle

r fo

utm

eldi

ngen

9-45

Fout

code

9-47

Fout

num

mer

9-52

Telle

r fo

utsi

tatie

s9-

53Pr

ofib

us w

aars

ch.-w

rd9-

63H

uid.

bau

dsne

lh.

9-64

Toes

telid

entif

icat

ie9-

65Pr

ofie

lnum

mer

9-67

Stuu

rwoo

rd 1

9-68

Stat

usw

oord

19-

71D

ataw

aard

en P

rofib

us o

psla

an9-

72Pr

ofib

usO

mvR

eset

9-75

DO

Iden

tific

atio

n9-

80In

gest

elde

par

. (1)

9-81

Inge

stel

de p

ar. (

2)9-

82In

gest

elde

par

. (3)

9-83

Inge

stel

de p

ar. (

4)9-

84In

gest

elde

par

. (5)

9-90

Gew

ijzig

de p

ar. (

1)9-

91G

ewijz

igde

par

. (2)

9-92

Gew

ijzig

de p

ar. (

3)9-

93G

ewijz

igde

par

. (4)

9-94

Gew

ijzig

de p

ar. (

5)9-

99Pr

ofib

us r

evis

iete

ller

10

-**

CA

N-v

eld

bu

s

10

-0*

Alg

. in

ste

llin

ge

n

10-0

0CA

N-p

roto

col

10-0

1G

esel

. bau

dsne

lh.

10-0

2M

AC

ID10

-05

Uitl

ez. z

end-

fout

ente

ller

10-0

6U

itlez

. ont

vang

st-fo

uten

telle

r10

-07

Uitl

ez. b

us-u

it-te

ller

10

-1*

De

vic

eN

et

10-1

0Pr

oces

data

typ

esel

ectie

10-1

1Pr

oces

data

con

fig. s

chrij

ven

10-1

2Pr

oces

data

con

fig. l

ezen

10-1

3W

aars

chuw

ings

par.

10-1

4N

etre

fere

ntie

10-1

5N

etco

ntro

le1

0-2

*C

OS

-fil

ters

10-2

0CO

S-fil

ter

110

-21

COS-

filte

r 2

10-2

2CO

S-fil

ter

310

-23

COS-

filte

r 4

10

-3*

To

eg

an

g p

ara

me

ters

10-3

0A

rray

-inde

x10

-31

Dat

awaa

rden

ops

l.10

-32

Revi

sie

Dev

iceN

et10

-33

Alti

jd o

psla

an10

-34

Prod

uctc

ode

Dev

iceN

et10

-39

Dev

iceN

et F

par

amet

ers

11

-**

Lo

nW

ork

s

11

-0*

Lo

nW

ork

s I

D

11-0

0N

euro

n ID

11

-1*

LO

N-f

un

ctie

s

11-1

0O

mv.

prof

iel

11-1

5LO

N-w

aars

ch.w

rd11

-17

XIF-

revi

sie

11-1

8Lo

nWor

ks-r

evis

ie1

1-2

*L

ON

pa

r. t

oe

ga

ng

11-2

1D

ataw

aard

en o

psl.

12

-**

Eth

ern

et

12

-0*

IP-i

nst

ell

12-0

0To

ewijz

ing

IP-a

dres

12-0

1IP

-adr

es12

-02

Subn

etm

aske

r12

-03

Std

gat

eway

12-0

4D

HCP

-ser

ver

12-0

5Le

ase

eind

igt

12-0

6N

aam

serv

ers

12-0

7D

omei

nnaa

m12

-08

Hos

tnaa

m12

-09

Fysi

ek a

dres

12

-1*

Eth

ern

etv

erb

ind

ing

spa

r

12-1

0Ve

rb.s

tatu

s12

-11

Verb

.tijd

12-1

2A

uto-

onde

rhan

d.12

-13

Verb

.sne

lh12

-14

Dup

lex-

verb

.1

2-2

*P

roce

sda

ta

12-2

0Co

ntro

leob

ject

12-2

1Pr

oces

data

con

fig. s

chrij

ven

12-2

2Pr

oces

data

con

fig. l

ezen

12-2

7Pr

imar

y M

aste

r12

-28

Dat

awaa

rden

ops

l.12

-29

Alti

jd o

psla

an1

2-3

*E

the

rne

t/IP

12-3

0W

aars

chuw

ings

par.

12-3

1N

etre

fere

ntie

12-3

2N

etco

ntro

le12

-33

CIP-

revi

sie

12-3

4CI

P-pr

oduc

tcod

e12

-35

EDS-

para

met

er12

-37

COS-

blok

k.tim

er12

-38

COS-

filte

r1

2-4

*M

od

bu

s T

CP

12-4

0St

atus

Par

amet

er12

-41

Slav

e M

essa

ge C

ount

12-4

2Sl

ave

Exce

ptio

n M

essa

ge C

ount

12

-8*

An

de

re E

the

rne

tdie

nst

en

12-8

0FT

P-se

rver

12-8

1H

TTP-

serv

er12

-82

SMTP

-ser

vice

12-8

9Tr

ansp

aran

t ka

naal

aans

luitp

unt

12

-9*

Ge

av

Eth

ern

etd

ien

ste

n

12-9

0Ka

beld

iagn

ostie

k12

-91

Aut

o C

ross

Ove

r12

-92

IGM

P-sn

oopi

ng12

-93

Fout

e ka

belle

ngte

12-9

4Br

oadc

asts

torm

beve

iligi

ng12

-95

Broa

dcas

tsto

rmfil

ter

12-9

6Po

rt C

onfig

12-9

8In

terf

acet

elle

rs12

-99

Med

iate

llers

13

-**

Sm

art

Lo

gic

13

-0*

SL

C-i

nst

ell

ing

en

13-0

0SL

- co

ntro

llerm

odus

13-0

1G

ebeu

rt. s

tart

en13

-02

Geb

eurt

. sto

ppen

13-0

3SL

C r

eset

ten

13

-1*

Co

mp

ara

tore

n

13-1

0Co

mpa

rato

r-op

eran

d13

-11

Com

para

tor-

oper

ator

13-1

2Co

mpa

rato

rwaa

rde

13

-2*

Tim

ers

13-2

0Ti

mer

SL-

cont

rolle

r1

3-4

*L

og

. re

ge

ls

13-4

0Lo

gisc

he r

egel

Boo

lean

113

-41

Logi

sche

reg

el o

pera

tor

113

-42

Logi

sche

reg

el B

oole

an 2

13-4

3Lo

gisc

he r

egel

ope

rato

r 2

13-4

4Lo

gisc

he r

egel

Boo

lean

31

3-5

*S

tan

de

n

13-5

1SL

Con

trol

ler

Even

t13

-52

SL-c

ontr

olle

ract

ie1

4-*

*S

pe

cia

le f

un

ctie

s

14

-0*

Inv

ert

ers

cha

ke

lin

g

14-0

0Sc

hake

lpat

roon

14-0

1Sc

hake

lfreq

uent

ie14

-03

Ove

rmod

ulat

ie14

-04

PWM

Ran

dom

14

-1*

Ne

tsp

. A

an

/Uit

14-1

0N

etst

orin

g14

-11

Net

span

ning

bij

netf

out

14-1

2Fu

nctie

bij

onba

lans

net

sp.

14

-2*

Re

setf

un

ctie

s

14-2

0Re

setm

odus

14-2

1Ti

jd t

ot a

utom

. her

star

t14

-22

Bedr

ijfsm

odus

14-2

3In

stel

ling

typ

ecod

e14

-25

Uits

ch.v

ertr

. bij

Kopp

elbe

gr.

14-2

6U

itsch

akel

vert

ragi

ng b

ij in

vert

erfo

ut14

-28

Prod

uctie

-inst

ell.

14-2

9Se

rvic

ecod

e1

4-3

*S

tro

om

be

gr.

re

g.

14-3

0St

room

begr

.reg.

, pro

port

. ver

ster

k.14

-31

Stro

ombe

gr. r

eg.,

inte

grat

ietij

d14

-32

Stro

ombe

gr.re

g., f

ilter

tijd

14

-4*

En

erg

ieo

pti

ma

lis.

14-4

0VT

-niv

eau

14-4

1M

in. m

agne

tiser

ing

AEO

14-4

2M

in. A

EO-fr

eque

ntie

14-4

3Co

sphi

mot

or1

4-5

*O

mg

ev

ing

14-5

0RF

I-filt

er14

-51

DC-

linkc

ompe

nsat

ie14

-52

Vent

ilato

rreg

.14

-53

Vent

ilato

rbew

.14

-55

Uitg

angs

filte

r14

-59

Hui

dig

aan

tal i

nver

ters

14

-6*

Au

tore

du

ctie

14-6

0Fu

nctie

bij

over

tem

pera

tuur

14-6

1Fu

nctie

bij

inve

rter

over

bel.

14-6

2G

eïnv

. red

uctie

stro

om b

ij ov

erbe

l.1

4-9

*F

ou

tin

ste

ll

14-9

0Fo

utni

veau

15

-**

Ge

g.

om

vo

rme

r

15

-0*

Be

dri

jfsg

eg

ev

en

s

15-0

0Be

drijf

sure

n15

-01

Aan

tal d

raai

uren

15-0

2KW

h-te

ller

15-0

3In

scha

kelin

gen

15-0

4x

Ove

rtem

p.15

-05

x O

vers

pann

.15

-06

kWh-

telle

r re

set

15-0

7D

raai

uren

telle

r re

set

15-0

8A

anta

l sta

rts

15

-1*

Inst

ell

ing

en

da

talo

g

15-1

0Lo

gbro

n15

-11

Logi

nter

val

15-1

2Tr

igge

rgeb

eurt

.15

-13

Logm

odus

15-1

4St

eekp

roev

en v

oor

trig

ger

15

-2*

His

t. l

og

15-2

0H

ist.

log:

eve

nt15

-21

His

t. lo

g: w

aard

e15

-22

His

t. lo

g: t

ijd15

-23

His

t. lo

g: d

atum

en

tijd

15

-3*

Ala

rmlo

g

15-3

0A

larm

log:

fout

code

15-3

1A

larm

log:

waa

rde

15-3

2A

larm

log:

tijd

15-3

3A

larm

log:

dat

um &

tijd

15

-4*

ID o

mv

orm

er

15-4

0FC

-typ

e15

-41

Verm

ogen

sect

ie15

-42

Span

ning

15-4

3So

ftw

arev

ersi

e15

-44

Best

elde

Typ

ecod

e15

-45

Hui

dige

typ

ecod

eree

ks15

-46

Best

elnr

. fre

q.-o

mvo

rmer

15-4

7Be

stel

nr. v

oedi

ngsk

aart

15-4

8LC

P ID

-nr.

15-4

9SW

-id s

tuur

kaar

t15

-50

SW-id

voe

ding

skaa

rt15

-51

Serie

nr. f

req.

-om

vorm

er15

-53

Serie

nr. v

oedi

ngsk

aart

15-5

5U

RL le

ver.

15-5

6Le

vera

ncie

r15

-59

CSIV

-bes

tand

15

-6*

Op

tie

-id

en

t.

15-6

0O

ptie

gem

onte

erd

15-6

1SW

-ver

sie

optie

15-6

2Be

stel

num

mer

opt

ie15

-63

Serie

num

mer

opt

ie15

-70

Opt

ie s

lot

A15

-71

SW-v

ersi

e op

tie s

lot

A15

-72

Opt

ie s

lot

B15

-73

SW-v

ersi

e op

tie s

lot

B15

-74

Opt

ie in

sle

uf C

0

Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

72 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

99

15-7

5SW

-ver

sie

optie

sle

uf C

015

-76

Opt

ie in

sle

uf C

115

-77

SW-v

ersi

e op

tie s

leuf

C1

15

-8*

Op

era

tin

g D

ata

II

15-8

0Fa

n R

unni

ng H

ours

15-8

1Pr

eset

Fan

Run

ning

Hou

rs1

5-9

*P

ara

me

teri

nfo

15-9

2In

gest

. par

amet

ers

15-9

3G

ewijz

igde

par

am.

15-9

8ID

om

vorm

er15

-99

Para

met

er m

etad

ata

16

-**

Da

ta-u

itle

zin

ge

n

16

-0*

Alg

. st

atu

s

16-0

0St

uurw

oord

16-0

1Re

fere

ntie

[Een

h.]

16-0

2Re

fere

ntie

%16

-03

Stat

usw

oord

16-0

5Vr

nste

hui

d. w

aard

e [%

]16

-09

Stan

daar

d u

itlez

.1

6-1

*M

oto

rsta

tus

16-1

0Ve

rm. [

kW]

16-1

1Ve

rm. [

pk]

16-1

2M

otor

span

ning

16-1

3Fr

eque

ntie

16-1

4M

otor

stro

om16

-15

Freq

uent

ie [%

]16

-16

Kopp

el [N

m]

16-1

7Sn

elh.

[RPM

]16

-18

Mot

or t

herm

.16

-20

Mot

orho

ek16

-22

Kopp

el [%

]16

-26

Verm

. gef

ilter

d [k

W]

16-2

7Ve

rm. g

efilt

erd

[pk]

16

-3*

Sta

tus

om

vo

rme

r

16-3

0D

C-aa

nslu

itsp.

16-3

2Re

men

ergi

e/s

16-3

3Re

men

ergi

e/2

min

.16

-34

Tem

p. k

oelli

ch.

16-3

5In

vert

er t

herm

.16

-36

Inv.

nom

. str

oom

16-3

7In

v. m

ax. s

troo

m16

-38

SL-c

ontr

olle

rsta

tus

16-3

9Te

mp.

stu

urka

art

16-4

0Lo

gbuf

fer

vol

16-4

1Lo

gbuf

fer

vol

16-4

3St

atus

tijd

geb.

act

ies

16-4

9St

room

fout

bron

16

-5*

Re

f. &

te

rug

k.

16-5

0Ex

tern

e re

fere

ntie

16-5

2Te

rugk

. [Ee

nh]

16-5

3D

igi P

ot r

efer

entie

16-5

4Te

rugk

. 1 [E

enh]

16-5

5Te

rugk

. 2 [E

enh]

16-5

6Te

rugk

. 3 [E

enh]

16-5

8PI

D-u

itgan

g [%

]1

6-6

*In

- &

uit

ga

ng

en

16-6

0D

ig. i

ngan

g16

-61

Klem

53

scha

kelin

stel

l.16

-62

Ana

l. in

gang

53

16-6

3Kl

em 5

4 sc

hake

linst

ell.

16-6

4A

nal.

inga

ng 5

416

-65

Ana

l. ui

tgan

g 4

2 [m

A]

16-6

6D

ig. u

itgan

g [b

in]

16-6

7Pu

lsin

gang

#29

[Hz]

16-6

8Pu

lsin

gang

#33

[Hz]

16-6

9Pu

lsui

tg. n

r. 2

7 [H

z]16

-70

Puls

uitg

. nr.

29

[Hz]

16-7

1Re

lais

uitg

ang

[bin

]16

-72

Telle

r A

16-7

3Te

ller

B16

-75

Ana

l. in

gang

X30

/11

16-7

6A

nal.

inga

ng X

30/1

216

-77

Ana

l. ui

tgan

g X

30/8

[mA

]1

6-8

*V

eld

bu

s &

FC

-po

ort

16-8

0Ve

ldbu

s CT

W 1

16-8

2Ve

ldbu

s RE

F 1

16-8

4Co

mm

. opt

ie S

TW16

-85

FC-p

oort

CTW

116

-86

FC-p

oort

REF

11

6-9

*D

iag

no

se-u

itle

z.

16-9

0A

larm

woo

rd16

-91

Ala

rmw

oord

216

-92

Waa

rsch

.-wrd

16-9

3W

aars

ch.w

oord

216

-94

Uitg

ebr.

sta

tusw

.16

-95

Uitg

ebr.

sta

tusw

. 216

-96

Ond

erho

udsw

oord

18

-**

Info

& u

itle

z.

18

-0*

On

de

rho

ud

slo

g

18-0

0O

nder

houd

slog

: ite

m18

-01

Ond

erho

udsl

og: a

ctie

18-0

2O

nder

houd

slog

: tijd

18-0

3O

nder

houd

slog

: dat

um e

n t

ijd1

8-1

*B

ran

dm

od

usl

og

18-1

0Br

andm

odus

log:

eve

nt18

-11

Bran

dmod

uslo

g: t

ijd18

-12

Bran

dmod

uslo

g: d

atum

en

tijd

18

-3*

In-

& u

itg

an

ge

n

18-3

0A

nal.

inga

ng X

42/1

18-3

1A

nal.

inga

ng X

42/3

18-3

2A

nal.

inga

ng X

42/5

18-3

3A

nal.

Uit

X42

/7 [V

]18

-34

Ana

l. U

it X

42/9

[V]

18-3

5A

nal.

Uit

X42

/11

[V]

18-3

6A

nal.

inga

ng X

48/2

[mA

]18

-37

Tem

p. in

g. X

48/4

18-3

8Te

mp.

ing.

X48

/718

-39

Tem

p. in

g. X

48/1

01

8-5

*R

ef.

& t

eru

gk

.

18-5

0U

itlez

ing

sen

sorle

ss [e

enh]

20

-**

Om

vo

rme

r m

et

teru

gk

op

pe

lin

g

20

-0*

Te

rug

ko

pp

eli

ng

20-0

0Br

on t

erug

k. 1

20-0

1Co

nver

sie

teru

gk. 1

20-0

2Ee

nh. b

ron

ter

ugk.

120

-03

Bron

ter

ugk.

220

-04

Conv

ersi

e te

rugk

. 220

-05

Eenh

. bro

n t

erug

k. 2

20-0

6Br

on t

erug

k. 3

20-0

7Co

nver

sie

teru

gk. 3

20-0

8Ee

nh. b

ron

ter

ugk.

320

-12

Refe

rent

ie/t

erug

k.ee

nhei

d20

-13

Min

imum

refe

rent

ie/t

erug

k.20

-14

Max

. ref

eren

tie/t

erug

k.2

0-2

*T

eru

gk

/se

tpo

int

20-2

0Te

rugk

opp.

func

tie20

-21

Setp

oint

120

-22

Setp

oint

220

-23

Setp

oint

32

0-3

*T

eru

gk

. g

ea

v.

con

v.

20-3

0Ko

elm

ediu

m20

-31

Klan

tspe

c. k

oelm

ediu

m A

120

-32

Klan

tspe

c. k

oelm

ediu

m A

220

-33

Klan

tspe

c. k

oelm

ediu

m A

320

-34

Opp

. lei

d. 1

[m2]

20-3

5O

pp. l

eid.

1 [i

n2]

20-3

6O

pp. l

eid.

2 [m

2]20

-37

Opp

. lei

d. 2

[in2

]20

-38

Dic

hth.

fact

or lu

cht

[%]

20

-6*

Se

nso

rvri

j

20-6

0Ee

nh. s

enso

rless

20-6

9Se

nsor

less

info

rmat

ie2

0-7

*P

ID a

uto

tun

ing

20-7

0Ty

pe m

et t

erug

k.20

-71

PID

-pre

stat

ies

20-7

2PI

D u

itgan

gsw

ijz.

20-7

3M

in. t

erug

k.ni

veau

20-7

4M

ax. t

erug

k.ni

veau

20-7

9PI

D a

utot

unin

g2

0-8

*P

ID-b

asi

sin

ste

ll.

20-8

1PI

D n

orm

aal/i

nv r

egel

ing

20-8

2PI

D s

tart

snel

heid

[tpm

]20

-83

PID

sta

rtsn

elhe

id [H

z]20

-84

Band

bree

dte

op r

efer

entie

20

-9*

PID

-re

ge

laa

r

20-9

1PI

D-in

tegr

atie

begr

enzi

ng20

-93

PID

pro

p. v

erst

erki

ng20

-94

PID

inte

grat

ietij

d20

-95

PID

diff

eren

tiatie

tijd

20-9

6PI

D d

iff. v

erst

.lim

iet

21

-**

Uit

ge

br.

me

t te

rug

k.

21

-0*

Uit

ge

br

CL

au

totu

nin

g

21-0

0Ty

pe m

et t

erug

k.21

-01

PID

-pre

stat

ies

21-0

2PI

D u

itgan

gsw

ijz.

21-0

3M

in. t

erug

k.ni

veau

21-0

4M

ax. t

erug

k.ni

veau

21-0

9PI

D a

utot

unin

g2

1-1

*U

itg

eb

r. C

L 1

re

f/tk

21-1

0U

itgeb

r re

f/te

rugk

.een

h 1

21-1

1U

itgeb

r m

in.re

fere

ntie

121

-12

Uitg

ebr

max

.refe

rent

ie 1

21-1

3U

itgeb

r re

fere

ntie

bron

121

-14

Uitg

ebr

teru

gk.b

ron

121

-15

Uitg

ebr

inst

elpt

121

-17

Uitg

ebr

ref

1 [E

enh]

21-1

8U

itgeb

r te

rugk

. 1 [E

enh]

21-1

9U

itgeb

r ve

rm 1

[%]

21

-2*

Uit

ge

br.

CL

1 P

ID

21-2

0U

itgeb

r no

rmaa

l/om

gekr

d 1

21-2

1U

itgeb

r pr

op. v

erst

121

-22

Uitg

ebr

inte

gr.ti

jd 1

21-2

3U

itgeb

r di

ff.tij

d 1

21-2

4U

itgeb

r di

f. ve

rst.l

imie

t 1

21

-3*

Uit

ge

br.

CL

2 r

ef/

tk

21-3

0U

itgeb

r re

f/te

rugk

.een

h 2

21-3

1U

itgeb

r m

in.re

fere

ntie

221

-32

Uitg

ebr

max

.refe

rent

ie 2

21-3

3U

itgeb

r re

fere

ntie

bron

221

-34

Uitg

ebr

teru

gk.b

ron

221

-35

Uitg

ebr

inst

elpt

221

-37

Uitg

ebr

ref

2 [E

enh]

21-3

8U

itgeb

r te

rugk

. 2 [E

enh]

21-3

9U

itgeb

r ve

rm 2

[%]

21

-4*

Uit

ge

br.

CL

2 P

ID

21-4

0U

itgeb

r no

rmaa

l/om

gekr

d 2

21-4

1U

itgeb

r pr

op. v

erst

221

-42

Uitg

ebr

inte

gr.ti

jd 2

21-4

3U

itgeb

r di

ff.tij

d 2

21-4

4U

itgeb

r di

f. ve

rst.l

imie

t 2

21

-5*

Uit

ge

br.

CL

3 r

ef/

tk

21-5

0U

itgeb

r re

f/te

rugk

.een

h 3

21-5

1U

itgeb

r m

in.re

fere

ntie

321

-52

Uitg

ebr

max

.refe

rent

ie 3

21-5

3U

itgeb

r re

fere

ntie

bron

321

-54

Uitg

ebr

teru

gk.b

ron

321

-55

Uitg

ebr

inst

elpt

321

-57

Uitg

ebr

ref

3 [E

enh]

21-5

8U

itgeb

r te

rugk

. 3 [E

enh]

21-5

9U

itgeb

r ve

rm 3

[%]

21

-6*

Uit

ge

br.

CL

3 P

ID

21-6

0U

itgeb

r no

rmaa

l/om

gekr

d 3

21-6

1U

itgeb

r pr

op. v

erst

321

-62

Uitg

ebr

inte

gr.ti

jd 3

21-6

3U

itgeb

r di

ff.tij

d 3

21-6

4U

itgeb

r di

f. ve

rst.l

imie

t 3

22

-**

To

ep

. fu

nct

ies

22

-0*

Div

ers

en

22-0

0Ex

t. v

ergr

ende

l.ver

tr.

22-0

1Ve

rm.fi

ltert

ijd2

2-2

*D

ete

ctie

ge

en

flo

w

22-2

0La

ag v

erm

. aut

oset

up22

-21

Det

ectie

laag

ver

m.

22-2

2D

etec

tie la

ge s

nelh

.22

-23

Func

tie g

een

flow

22-2

4Ve

rtr.

gee

n fl

ow22

-26

Dro

gepo

mpf

unct

ie22

-27

Dro

gepo

mpv

ertr

.2

2-3

*V

erm

.aa

np

. g

ee

n f

low

22-3

0Ve

rm. g

een

flow

22-3

1Ve

rm.c

orre

ctie

fact

or22

-32

Lage

sne

lh. [

tpm

]22

-33

Lage

sne

lh. [

Hz]

22-3

4Ve

rm. l

age

snel

h. [k

W]

22-3

5Ve

rm. l

age

snel

h. [p

k]22

-36

Hog

e sn

elh.

[tpm

]

22-3

7H

oge

snel

h. [H

z]22

-38

Verm

. hog

e sn

elh.

[kW

]22

-39

Verm

. hog

e sn

elh.

[pk]

22

-4*

Sla

ap

sta

nd

22-4

0M

in. d

raai

tijd

22-4

1M

in. s

laap

tijd

22-4

2Re

activ

.sne

lh [t

pm]

22-4

3Re

activ

.sne

lh [H

z]22

-44

Reac

tiv.re

f/te

rugk

. ver

schi

l22

-45

Boos

t in

stel

pt22

-46

Max

. boo

sttij

d2

2-5

*E

ind

e c

urv

e

22-5

0Ei

nde-

curv

efun

ctie

22-5

1Ei

nde-

curv

ever

tr.

22

-6*

De

tect

ie b

an

d d

efe

ct

22-6

0Fu

nctie

Def

ecte

ban

d22

-61

Kopp

el D

efec

te b

and

22-6

2Ve

rtr.

Def

ecte

ban

d2

2-7

*B

ev

eil

ig.

ko

rte

cy

clu

s

22-7

5Be

veili

g. k

orte

cyc

lus

22-7

6St

artin

terv

al22

-77

Min

. dra

aitij

d22

-78

Min

. dra

aitij

dond

erdr

.22

-79

Waa

rde

min

. dra

aitij

dond

erdr

.2

2-8

*F

low

Co

mp

en

sati

on

22-8

0Fl

owco

mpe

nsat

ie22

-81

Kwad

r-lin

eaire

cur

vebe

nade

ring

22-8

2W

erkp

untb

erek

enin

g22

-83

Snel

h. b

ij gn

flow

[tpm

]22

-84

Snel

h. b

ij gn

flow

[Hz]

22-8

5Sn

elh.

bij

ontw

erpp

unt

[tpm

]22

-86

Snel

h. b

ij on

twer

ppun

t [H

z]22

-87

Dru

k bi

j gee

n-flo

wsn

elhe

id22

-88

Dru

k bi

j nom

. sne

lhei

d22

-89

Flow

bij

ontw

erpp

unt

22-9

0Fl

ow b

ij no

m s

nelh

.2

3-*

*T

ijd

ge

bo

nd

en

fu

nct

ies

23

-0*

Tij

dg

eb

. a

ctie

s

23-0

0A

AN

-tijd

23-0

1A

AN

-act

ie23

-02

UIT

-tijd

23-0

3U

IT-a

ctie

23-0

4U

itvoe

ring

23

-0*

Inst

. ti

jdg

eb

. a

ctie

s

23-0

8M

odus

tijd

geb.

act

ies

23-0

9Re

activ

erin

g t

ijdge

b. a

ctie

s2

3-1

*O

nd

erh

ou

d

23-1

0O

nder

houd

spun

t23

-11

Ond

erho

udsa

ctie

23-1

2O

nder

houd

tijd

sbas

is23

-13

Ond

erho

ud t

ijdsi

nter

val

23-1

4O

nder

houd

sdat

um e

n t

ijd2

3-1

*O

nd

erh

ou

dsr

ese

t

23-1

5Re

set

onde

rhou

dsw

oord

23-1

6O

nder

houd

stek

st2

3-5

*E

ne

rgie

log

23-5

0En

ergi

elog

reso

lutie

23-5

1St

art

perio

de23

-53

Ener

giel

og

Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 73

9 9

23-5

4Re

set

ener

giel

og2

3-6

*T

ren

din

g

23-6

0Tr

endv

aria

bele

23-6

1Co

ntin

ue b

in d

ata

23-6

2Ti

jdge

b. b

in d

ata

23-6

3Ti

jdge

b. p

erio

dest

art

23-6

4Ti

jdge

b. p

erio

dest

op23

-65

Min

. bin

waa

rde

23-6

6Re

set

cont

inue

bin

dat

a23

-67

Rese

t tij

dgeb

. bin

dat

a2

3-8

*T

eru

gb

et.

tell

er

23-8

0Ve

rm.re

fere

ntie

fact

or23

-81

Ener

giek

oste

n23

-82

Inve

ster

ing

23-8

3En

ergi

ebes

parin

g23

-84

Kost

enbe

spar

ing

24

-**

To

ep

. fu

nct

ies

2

24

-0*

Bra

nd

mo

du

s

24-0

0Br

andm

odus

func

tie24

-01

Bran

dmod

usco

nfig

urat

ie24

-02

Eenh

. bra

ndm

odus

24-0

3Fi

re M

ode

Min

Ref

eren

ce24

-04

Fire

Mod

e M

ax R

efer

ence

24-0

5D

igita

le r

ef. b

rand

mod

us24

-06

Refe

rent

iebr

on b

rand

mod

us24

-07

Bron

ter

ugk.

bra

ndm

odus

24-0

9A

larm

afh.

bra

ndm

odus

24

-1*

Om

v.b

yp

ass

24-1

0O

mv.

bypa

ssfu

nctie

24-1

1By

pass

vert

r.tijd

24

-9*

Mu

ltim

oto

rfu

nct

ie

24-9

0M

otor

func

tie o

ntbr

eekt

24-9

1O

ntbr

. mot

orco

ëffic

iënt

124

-92

Ont

br. m

otor

coëf

ficië

nt 2

24-9

3O

ntbr

. mot

orco

ëffic

iënt

324

-94

Ont

br. m

otor

coëf

ficië

nt 4

24-9

5Fu

nctie

Rot

or g

eblo

kk24

-96

Blok

k. r

otor

coëf

ficië

nt 1

24-9

7Bl

okk.

rot

orco

ëffic

iënt

224

-98

Blok

k. r

otor

coëf

ficië

nt 3

24-9

9Bl

okk.

rot

orco

ëffic

iënt

42

5-*

*C

asc

ad

ere

ge

laa

r

25

-0*

Sy

ste

em

inst

.

25-0

0Ca

scad

ereg

elaa

r25

-02

Mot

orst

art

25-0

4Po

mpw

isse

ling

25-0

5Va

ste

hoof

dpom

p25

-06

Aan

tal p

ompe

n2

5-2

*B

an

db

ree

dte

-in

st.

25-2

0St

agin

g-ba

ndbr

eedt

e25

-21

Ond

erdr

. ban

dbr.

25-2

2Ba

ndbr

eedt

e va

ste

snel

h.25

-23

SBW

sta

ging

-ver

tr.

25-2

4SB

W d

esta

ging

-ver

tr.

25-2

5O

BW-t

ijd25

-26

Des

tagi

ng b

ij ge

en fl

ow25

-27

Stag

ing-

func

tie25

-28

Stag

ing-

func

tietij

d25

-29

Des

tagi

ng-fu

nctie

25-3

0D

esta

ging

-func

tietij

d2

5-4

*S

tag

ing

-in

st.

25-4

0U

itloo

pver

tr.

25-4

1A

anlo

opve

rtr.

25-4

2St

agin

g-dr

empe

l25

-43

Des

tagi

ng-d

rem

pel

25-4

4St

agin

g-sn

elh.

[tpm

]25

-45

Stag

ing-

snel

h. [H

z]25

-46

Des

tagi

ng-s

nelh

. [tp

m]

25-4

7D

esta

ging

-sne

lh. [

Hz]

25

-5*

Wis

seli

nst

ell

ing

en

25-5

0W

isse

ling

hoo

fdpo

mp

25-5

1W

isse

lgeb

eurt

.25

-52

Tijd

sint

erva

l wis

selin

g25

-53

Tim

erw

aard

e w

isse

ling

25-5

4Vo

orge

pr. w

isse

lings

tijd

25-5

5W

isse

l als

bel

. < 5

0%25

-56

Stag

ing-

mod

us b

ij w

isse

l25

-58

Dra

ai v

olg.

pom

pver

tr.

25-5

9D

raai

op

net

vert

r.2

5-8

*S

tatu

s

25-8

0Ca

scad

esta

tus

25-8

1Po

mps

tatu

s25

-82

Hoo

fdpo

mp

25-8

3Re

lais

stat

us25

-84

Pom

p A

AN

-tijd

25-8

5Re

lais

AA

N-t

ijd25

-86

Rese

t re

lais

telle

rs2

5-9

*S

erv

ice

25-9

0Po

mpv

ergr

end.

25-9

1H

andm

. wis

sele

n2

6-*

*A

na

l. I

/O-o

pti

e

26

-0*

An

al.

I/O

-mo

du

s

26-0

0M

odus

kle

m X

42/1

26-0

1M

odus

kle

m X

42/3

26-0

2M

odus

kle

m X

42/5

26

-1*

An

al.

in

ga

ng

X4

2/1

26-1

0Kl

em X

42/1

lage

spa

nnin

g26

-11

Klem

X42

/1 h

oge

span

ning

26-1

4Kl

em X

42/1

lage

ref

./ter

ugk.

waa

rde

26-1

5Kl

em X

42/1

hog

e re

f./te

rugk

. waa

rde

26-1

6Kl

em X

42/1

filte

rtijd

cons

tant

e26

-17

Klem

X42

/1 li

ve z

ero

26

-2*

An

al.

in

ga

ng

X4

2/3

26-2

0Kl

em X

42/3

lage

spa

nnin

g26

-21

Klem

X42

/3 h

oge

span

ning

26-2

4Kl

em X

42/3

lage

ref

./ter

ugk.

waa

rde

26-2

5Kl

em X

42/3

hog

e re

f./te

rugk

. waa

rde

26-2

6Kl

em X

42/3

filte

rtijd

cons

tant

e26

-27

Klem

X42

/3 li

ve z

ero

26

-3*

An

al.

in

ga

ng

X4

2/5

26-3

0Kl

em X

42/5

lage

spa

nnin

g26

-31

Klem

X42

/5 h

oge

span

ning

26-3

4Kl

em X

42/5

lage

ref

./ter

ugk.

waa

rde

26-3

5Kl

em X

42/5

hog

e re

f./te

rugk

. waa

rde

26-3

6Kl

em X

42/5

filte

rtijd

cons

tant

e26

-37

Klem

X42

/5 li

ve z

ero

26

-4*

An

al.

uit

ga

ng

X4

2/7

26-4

0Kl

em X

42/7

uitg

ang

26-4

1Kl

em X

42/7

min

. sch

aal

26-4

2Kl

em X

42/7

max

. sch

aal

26-4

3Kl

em X

42/7

bus

best

urin

g26

-44

Klem

X42

/7 t

ime-

outin

stel

ling

26

-5*

An

al.

uit

ga

ng

X4

2/9

26-5

0Kl

em X

42/9

uitg

ang

26-5

1Kl

em X

42/9

min

. sch

aal

26-5

2Kl

em X

42/9

max

. sch

aal

26-5

3Kl

em X

42/9

bus

best

urin

g26

-54

Klem

X42

/9 t

ime-

outin

stel

ling

26

-6*

An

al

uit

ga

ng

X4

2/1

1

26-6

0Kl

em X

42/1

1 ui

tgan

g26

-61

Klem

X42

/11

min

. sch

aal

26-6

2Kl

em X

42/1

1 m

ax. s

chaa

l26

-63

Klem

X42

/11

busb

estu

ring

26-6

4Kl

em X

42/1

1 tim

e-ou

tinst

ellin

g3

0-*

*S

pe

cia

le f

un

ctie

s

30

-2*

Ad

v.

Sta

rt A

dju

st

30-2

2Lo

cked

Rot

or D

etec

tion

30-2

3Lo

cked

Rot

or D

etec

tion

Tim

e [s

]3

1-*

*B

yp

ass

-op

tie

31-0

0By

pass

mod

us31

-01

Bypa

ss-s

tart

tijdv

ertr

.31

-02

Bypa

ss-u

itsch

ak.v

ertr

.31

-03

Insc

hak.

tes

tmod

us31

-10

Bypa

ss s

tatu

swoo

rd31

-11

Bypa

ss d

raai

uren

31-1

9Re

mot

e By

pass

Act

ivat

ion

35

-**

Se

nso

rin

ga

ng

op

tie

35

-0*

Te

mp

. in

g.m

od

us

35-0

0Kl

em X

48/4

tem

p. e

enh.

35-0

1Kl

em X

48/4

ing.

type

35-0

2Kl

em X

48/7

tem

p. e

enh.

35-0

3Kl

em X

48/7

ing.

type

35-0

4Kl

em X

48/1

0 te

mp.

een

h.35

-05

Klem

X48

/10

ing.

type

35-0

6A

larm

func

tie t

empe

ratu

urse

nsor

35

-1*

Te

mp

. in

ga

ng

X4

8/4

35-1

4Kl

em X

48/4

filte

rtijd

cons

tant

e35

-15

Klem

X48

/4 t

emp.

bew

.35

-16

Klem

X48

/4 la

ge t

emp.

beg

r.35

-17

Klem

X48

/4 h

oge

tem

p. b

egr.

35

-2*

Te

mp

. in

ga

ng

X4

8/7

35-2

4Kl

em X

48/7

filte

rtijd

cons

tant

e35

-25

Klem

X48

/7 t

emp.

bew

.35

-26

Klem

X48

/7 la

ge t

emp.

beg

r.35

-27

Klem

X48

/7 h

oge

tem

p. b

egr.

35

-3*

Te

mp

. in

ga

ng

X4

8/1

0

35-3

4Kl

em X

48/1

0 fil

tert

ijdco

nsta

nte

35-3

5Kl

em X

48/1

0 te

mp.

bew

.35

-36

Klem

X48

/10

lage

tem

p. b

egr.

35-3

7Kl

em X

48/1

0 ho

ge t

emp.

beg

r.3

5-4

*A

na

l. i

ng

an

g X

48

/2

35-4

2Kl

em X

48/2

lage

str

oom

35-4

3Kl

em X

48/2

hog

e st

room

35-4

4Kl

em X

48/2

lage

ref

./ter

ugk.

waa

rde

35-4

5Kl

em X

48/2

hog

e re

f./te

rugk

. waa

rde

35-4

6Kl

em X

48/2

filte

rtijd

cons

tant

e35

-47

Klem

X48

/2 li

ve z

ero

Bijlage VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

74 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

99

Trefwoordenregister

AAanhaalmoment frontpaneel........................................................ 68

Aanhalen van klemmen................................................................... 61

Aanlooptijd............................................................................................ 47

Aansluiting voedingskabels........................................................... 12

Aanvullende hulpmiddelen.............................................................. 3

Aarddraad.............................................................................................. 12

Aarding............................................................................... 15, 17, 22, 21

Aardverbindingen.............................................................................. 21

AC-golfvorm............................................................................................. 4

Achterwand........................................................................................... 10

AC-ingang.......................................................................................... 4, 17

AEO............................................................................................................ 29

Afgeschermd met gedraaide paren (STP)................................ 20

Afgeschermde kabel................................................................... 14, 21

Afkortingen............................................................................................ 70

Afmetingen............................................................................................ 68

Alarm Log............................................................................................... 24

Alarmen................................................................................................... 37

AMA...................................................................................... 29, 35, 39, 43

Analoge

ingang........................................................................................... 18, 38ingangen............................................................................................. 18snelheidsreferentie.......................................................................... 31uitgang................................................................................................ 18

Analoog signaal................................................................................... 38

Arbeidsfactor.................................................................................... 4, 21

Auto On..................................................................................... 24, 30, 35

Automodus............................................................................................ 37

Autoreset................................................................................................ 23

BBedieningstoetsen.............................................................................. 23

Bedradingsschema............................................................................. 13

Beoogd gebruik...................................................................................... 3

Bescherming tegen verstoringen................................................ 21

Beveiliging tegen transiënten......................................................... 4

CCertificeringen........................................................................................ 4

Circuitbreakers..................................................................................... 21

Communicatieoptie........................................................................... 42

DDC-koppeling........................................................................................ 39

DC-stroom.......................................................................................... 4, 35

Digitale ingang................................................................ 18, 37, 40, 19

Draairichting van de motor............................................................ 29

EElektrische verstoringen.................................................................. 12

EMC........................................................................................................... 12

EMC-storingen...................................................................................... 14

Externe

commando's............................................................................. 3, 4, 37referentie............................................................................................. 36regelaars................................................................................................ 3reset na alarm.................................................................................... 33vergrendeling.................................................................................... 19

FFaseverlies.............................................................................................. 38

Foutlog.................................................................................................... 24

GGeaarde driehoekschakeling......................................................... 17

Geïsoleerde netbron.......................................................................... 17

Gekwalificeerd personeel.................................................................. 5

Geleverde items..................................................................................... 7

Gewicht.................................................................................................... 68

Goedkeuringen....................................................................................... 4

HHand On........................................................................................... 24, 30

Handmatige initialisatie................................................................... 26

Harmonischen......................................................................................... 4

Hijsen........................................................................................................ 10

Hoge spanning....................................................................................... 5

IIEC 61800-3............................................................................................ 17

Ingangsklem............................................................................ 17, 19, 38

Ingangsklemmen................................................................................ 22

Ingangssignaal..................................................................................... 19

Ingangsspanning................................................................................ 22

Ingangsstroom..................................................................................... 17

Ingangsvermogen................................ 4, 12, 14, 17, 21, 22, 37, 45

Initialisatie.............................................................................................. 26

Installatie......................................................................................... 19, 21

Installatieomgevingen...................................................................... 10

JJumper..................................................................................................... 19

Trefwoordenregister VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 75

KKabelgoot............................................................................................... 21

Kabelgroottes................................................................................ 12, 15

Klem

53........................................................................................................... 1954........................................................................................................... 19

Koeling..................................................................................................... 10

Koppelbegrenzing.............................................................................. 47

Kortsluiting............................................................................................ 40

LLekstroom................................................................................................. 5

Lokaal bedieningspaneel................................................................ 23

Lokale

bediening.............................................................................. 23, 35, 24start....................................................................................................... 30

MMain Menu............................................................................................. 24

Meerdere frequentieomvormers........................................... 12, 15

Menustructuur...................................................................................... 24

Menutoetsen.................................................................................. 23, 24

Met terugkoppeling........................................................................... 19

Montage........................................................................................... 10, 21

Motorbeveiliging................................................................................... 3

Motordata.............................................................................................. 29

Motorgegevens............................................................... 27, 39, 47, 43

Motorkabels..................................................................... 12, 14, 15, 21

Motorsnelheden.................................................................................. 26

Motorstatus.............................................................................................. 3

Motorstroom...................................................................... 4, 29, 43, 23

Motorthermistor.................................................................................. 34

Motorvermogen............................................................. 12, 43, 23, 56

NNavigatietoetsen............................................................ 26, 35, 23, 24

Netschakelaar................................................................................ 17, 22

Netspanning............................................................................ 22, 23, 35

Netvoeding........................................................................................ 4, 17

Nominale stroom................................................................................. 39

OOmgevingscondities.......................................................................... 57

Onbalans van de spanning............................................................. 38

Onbedoelde start................................................................................... 5

Onderhoud............................................................................................. 30

Ontladingstijd......................................................................................... 5

Opbouw hoofdmenu......................................................................... 71

Opengewerkte tekening.................................................................... 8

Opslag......................................................................................................... 7

Opstarten................................................................................................ 26

Optionele apparatuur................................................................ 19, 22

Overspanning................................................................................ 47, 36

Overstroombeveiliging.................................................................... 12

PPELV.......................................................................................................... 34

Potentiaalvereffening....................................................................... 13

Programmeren......................................................... 19, 23, 25, 38, 24

Pulsstart/stop........................................................................................ 33

QQuick Menu............................................................................................ 24

RReferentie................................................................... 31, 35, 36, 37, 23

Relais......................................................................................................... 18

Remmen........................................................................................... 41, 35

Reset............................................................... 23, 37, 39, 44, 23, 24, 26

RFI-filter................................................................................................... 17

RMS-stroom............................................................................................. 4

RS-485...................................................................................................... 20

RS-485-netwerkaansluiting............................................................ 34

SSchakelfrequentie............................................................................... 36

Schokken................................................................................................ 10

Seriële communicatie..................................... 17, 18, 24, 35, 36, 37

Setpoint................................................................................................... 37

Setup.................................................................................................. 30, 24

Slaapstand.............................................................................................. 37

Snelheidsreferentie....................................................... 19, 30, 31, 35

Snelmenu................................................................................................ 23

Spanningsniveau................................................................................. 57

Standaardinstellingen...................................................................... 25

Start/stopcommando........................................................................ 32

Startcommando................................................................................... 30

Startvoorwaarde.................................................................................. 36

Statusmodus......................................................................................... 35

Stroomgrens.......................................................................................... 47

Stuurkaart............................................................................................... 38

Stuurkaart, seriële communicatie via USB............................... 60

Trefwoordenregister VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

76 MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

Stuurkabels

Stuurkabels.................................................................... 12, 14, 19, 21thermistor........................................................................................... 17

Stuurklemmen................................................................. 27, 35, 37, 24

Stuursignaal.......................................................................................... 35

Symbolen................................................................................................ 70

TTerugkoppeling

Terugkoppeling.................................................... 19, 21, 42, 36, 44van het systeem.................................................................................. 3

Thermische beveiliging...................................................................... 4

Thermistor....................................................................................... 17, 34

Trillingen................................................................................................. 10

Typeplaatje............................................................................................... 7

UUitgangsklem........................................................................................ 22

Uitgangsstroom............................................................................ 35, 39

Uitlooptijd.............................................................................................. 47

Uitschakeling

(trip)...................................................................................................... 37met blokkering.................................................................................. 37

VVeilige uitschakeling van het koppel......................................... 20

Vereisten vrije ruimte........................................................................ 10

Vermogensklasse................................................................................ 68

Verwijderingsinstructie...................................................................... 4

Voedingsspanning................................................................ 17, 18, 42

Vrije ruimte voor koeling................................................................. 21

VVC+......................................................................................................... 28

WWaarschuwingen................................................................................. 37

Windmilling.............................................................................................. 6

ZZekeringen........................................................................ 12, 21, 42, 45

Zonder terugkoppeling.................................................................... 19

Zwevende driehoekschakeling..................................................... 17

Trefwoordenregister VLT®® HVAC Drive Bedieningshandleiding

MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10 77

www.danfoss.com/drives

Danfoss Power Electronics A/S

Ulsnaes 1

6300 Graasten

Denmark

www.danfoss.com

*MG11AJ10*130R0083 MG11AJ10 Rev. 2013-10-10