Upload
vuongnhan
View
228
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Jaarbericht 2011
2011
Nationale Drug Monitor
Trimbos-instituutUtrecht, 2012
Jaarbericht 2011
Nationale Drug Monitor
Colofon
Projectleiding
Mw. dr. M.W. van Laar
Redactie
Mw. dr. M.W. van Laar1
Dhr. dr. A.A.N. Cruts1
Mw. dr. M.M.J. van Ooyen-Houben2,3
Dhr. drs. R.F. Meijer2
Mw. dr. E.A. Croes1
Dhr. drs. A.P.M. Ketelaars1
1 Trimbos-instituut2 WODC3 WODC, tevens verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Maastricht University
Productiebegeleiding
Joris Staal
Omslagontwerp, vormgeving en druk
Ladenius Communicatie BV
ISBN 978-90-5253-728-3
• Dezeuitgaveistebestellenentedownloadenviawww.trimbos.nl/webwinkelmetartikelnummer
AF1154
• Ofsurfnaarwww.wodc.nl.Ganaar“publicaties”envervolgensnaar“publicatiesperjaar”.
Ganaarhetjaar2012.Depublicatieszijndaarinchronologischevolgordetevinden.
Trimbos-instituut
DaCostakade45
Postbus 725
3500 AS Utrecht
T: 030-297 11 00
F: 030-297 11 11
© 2012, Trimbos-instituut, Utrecht.
Allerechtenvoorbehouden.Nietsuitdezeuitgavemagwordenverveelvoudigden/ofopenbaar
gemaakt,inenigevormofopenigewijze,zondervoorafgaandetoestemmingvanhetTrimbos-instituut.
3Leden van de Wetenschappelijke Raad van de NDM
Leden van de Wetenschappelijke Raad van de NDM
Dhr.prof.dr.H.G.vandeBunt,ErasmusUniversiteitRotterdamDhr.prof.dr.H.F.L.Garretsen,UniversiteitvanTilburg(voorzitter)Dhr.dr.P.G.J.Greeven,GGZNederland,Novadic-KentronDhr.drs.A.W.MvanderHeijden,OpenbaarMinisterieDhr.prof.dr.R.A.Knibbe,UniversiteitMaastrichtDhr. dr. M.W.J. Koeter, AIAR, Universiteit van AmsterdamDhr.drs.W.G.T.Kuijpers,Stg.IVZDhr.prof.dr.D.J.Korf,BongerInstituutvoorCriminologie,UniversiteitvanAmsterdamMw.prof.dr.H.vandeMheen,IVO,ErasmusUniversiteitRotterdamDhr.dr.C.G.Schoemaker,RIVM
WaarnemersMw.drs.F.vandePlas,MinisterievanVeiligheidenJustitieMw.drs.W.M.deZwart,MinisterievanVWS
Toegevoegde referentenDhr.dr.M.C.A.Buster,GGDAmsterdam
5Voorwoord
Voorwoord
Nederland kent veel monitoren, onderzoeken, en publicaties rond het gebruik vangenotmiddelen en verslaving. In de Jaarberichten van de Nationale Drug Monitor(NDM)wordteenactueeloverzichtvandebeschikbareinformatiegeboden.HetvoorliggendeJaarbericht2011geeftinzichtinbelangrijketrends.
Zolaatonderzoekonderscholierenvanhetvoortgezetonderwijsziendathetgebruikvanalcoholafneemtenhetgebruikvanillegaledrugsentabakminofmeerstabiliseert.InternationaalgezienscorenNederlandsejongerenwatbetrefthetgebruikvancannabisenalcoholnogsteedsbovenhetgemiddelde.Het aantal cannabisgebruikersmet een hulpvraag bij de verslavingszorg blijft echterstijgen.Tussen2000en2010namhetaantaltoevanruim3500totbijna11000.Hetaantaljongecannabiscliëntenvan15totenmet19jaarwerdindezeperiodevierkeerzogroot.Hetaantalalcoholgebruikersmeteenhulpvraagbijdeverslavingszorg is in2010anderhalfkeergroterdanin2001,maarisindelaatstejarenlichtgedaald.Hetaandeel55-plussersnamindezeperiodeforstoeen inalgemeneziekenhuizenwerdeentoenamevanzowelouderenalsjongeren(≤16jaar)geregistreerd.HetaantalgeregistreerdeOpiumwetdelictenlijktookgedaald:erisminderinstroombijdepolitieenhetOpenbaarMinisterieenerzijnminderafdoeningenvanOpiumwet-zakendoorderechter.BinnendeOpiumwetdelictenstijgthetaandeelsoftdrugsdelicten.
Met de rapportages van deNDM zijn in de loop der jaren bijzonder veel gegevensverzameld.DeJaarberichtenwordenopgestelddoorhetBureauvandeNDMophetTrimbos-instituut en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum(WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De betrokken medewerkersleverenal jareninspanningenvaneenzeerhoogniveauenkunnendaarnietgenoegvoorwordenbedankt.
Prof.dr.HenkGarretsenVoorzitterWetenschappelijkeRaadvandeNationaleDrugMonitor
7Inhoud
Inhoud
Lijst van afkortingen 11
Samenvatting 15
Summary 29
1 Inleiding 43
2 Cannabis 472.1 Laatstefeitenentrends 472.2 Gebruik:algemenebevolking 482.3 Gebruik:jongeren 512.4 Problematischgebruik 592.5 Gebruik:internationalevergelijking 602.6 Hulpvraagenincidenten 642.7 Ziekteensterfte 732.8 Aanbodenmarkt 75
3 Cocaïne 813.1 Laatstefeitenentrends 813.2 Gebruik:algemenebevolking 823.3 Gebruik:jongeren 843.4 Problematischgebruik 893.5 Gebruik:internationalevergelijking 903.6 Hulpvraagenincidenten 933.7 Ziekteensterfte 1003.8 Aanbodenmarkt 101
4 Opiaten 1054.1 Laatstefeitenentrends 1054.2 Gebruik:algemenebevolking 1054.3 Gebruik:jongeren 1064.4 Problematischgebruik 1094.5 Gebruik:internationalevergelijking 1134.6 Hulpvraagenincidenten 1154.7 Ziekteensterfte 121
5 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen 1355.1 Laatstefeitenentrends 135
8 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
5.2 Gebruik:algemenebevolking 1365.3 Gebruik:jongeren 1385.4 Problematischgebruik 1445.5 Gebruik:internationalevergelijking 1455.6 Hulpvraagenincidenten 1505.7 Ziekteensterfte 1605.8 Aanbodenmarkt 162
6 GHB 1716.1 Laatstefeitenentrends 1716.2 Gebruik:algemenebevolking 1726.3 Gebruik:jongeren 1726.4 Problematischgebruik 1766.5 Gebruik:internationalevergelijking 1776.6 Hulpvraagenincidenten 1786.7 Ziekteensterfte 1836.8 Aanbodenmarkt 184
7 Alcohol 1857.1 Laatstefeitenentrends 1857.2 Gebruik:algemenebevolking 1867.3 Gebruik:jongeren 1887.4 Probleemgebruikers 1997.5 Gebruik:internationalevergelijking 2027.6 Hulpvraagenincidenten 2057.7 Ziekteensterfte 2177.8 Aanbodenmarkt 222
8 Tabak 2278.1 Laatstefeitenentrends 2278.2 Gebruik:algemenebevolking 2288.3 Gebruik:jongeren 2338.4 Gebruik:internationalevergelijking 2378.5 Hulpvraagenincidenten 2398.6 Ziekteensterfte 2428.7 Aanbodenmarkt 246
9 Slaap- en kalmeringsmiddelen 2539.1 Laatstefeitenencijfers 2549.2 Gebruik:algemenebevolking 2559.3 Gebruik:jongeren 2589.4 Problematischgebruik 2609.5 Gebruik:internationalevergelijking 262
9Inhoud
9.6 Hulpvraagenincidenten 2659.7 Ziekteensterfte 2699.8 Aanbodenmarkt 270
10 Handel, productie en bezit van illegale drugs 27110.1 Laatstefeitenentrends 27210.2 Opiumwetdelictenengeorganiseerdedrugscriminaliteit 27310.3 Inbeslagnamesenontmantelingenvanproductielocaties 27510.4 Opiumwetdelictenindestrafrechtsketen 279
11 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem 29511.1 Laatstefeitenentrends 29511.2 Drugsgebruikendeverdachtenengedetineerden 29611.3 Overlastdoordrugsgebruikers 30211.4 Maatregeleneninterventiesvoordrugsgebruikers
inhetstrafrechtelijksysteem 303
BijlagenA Verklaring van begrippen 309B Bronnen 321C Verklaring van ICD-9 en ICD-10 codes 331D Internetadressen op het gebied van alcohol en drugs 335E Drugsgebruik in enkele ‘nieuwe’ EU-lidstaten 341F Leerlingen op speciaal en regulier voortgezet onderwijs 343G Toelichting op de kernindicatoren 345
Referenties 349
11Lijst van afkortingen
Lijst van afkortingen
2C-B 4-bromo-2,5-dimethoxyphenethylamine4-MA 4-methylamfetamine4-MTA 4-methylthioamfetamineAIAR AmsterdamInstituteforAddictionResearchAids AcquiredImmuneDeficiencySyndromeAIHW AustralianInstituteofHealthandWelfareBMK Benzyl-methyl-ketonBO BasisonderwijsBZK MinisterievanBinnenlandseZakenenKoninkrijksrelatiesBZP BenzylpiperazineCADUMS CanadianAlcoholandDrugUseMonitoringSurveyCAM CoördinatiepuntAssessmentenMonitoringnieuwedrugsCAN SwedishCouncilforInformationonAlcoholandOtherDrugsCAS Canadian Addiction SurveyCBD CannabidiolCBS CentraalBureauvoordeStatistiekCIV CentraalInformatiepuntVoetbalvandalismeCJIB Centraal Justitieel Incasso BureauCMR CentraleMethadonRegistratieCOPD Chronic Obstructive Pulmonary DiseaseCOR ContinuOnderzoekRookgewoontenCPA Centrale Post AmbulancevervoerCSV CrimineelSamenwerkingsVerbandCVA CerebraalVasculaireAandoening(beroerte)CVS CliëntVolgSysteemCVZ CollegevoorzorgverzekeringenDBC DiagnoseBehandelCombinatieDEA DrugEnforcementAdministrationDHD DutchHospitalDataDIMS DrugsInformatieenMonitoringSysteemDJI DienstJustitiëleInrichtingenDMS DrugMonitoringSysteemDOB 2,5-dimethoxy-4-bromoamfetamineDSM DiagnosticandStatisticalManualEHBO EersteHulpbijOngelukkenEMCDDA EuropeanMonitoringCentreforDrugsandDrugAddiction (inhetNederlands:EWDD)ESPAD EuropeanSchoolSurveyProjectonAlcoholandOtherDrugsEU EuropeseUnie
12 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
EWDD EuropeesWaarnemingscentrumvoorDrugsenDrugsverslaving (inhetEngels:EMCDDA)FPD Forensisch Psychiatrische DienstGBA GemeentelijkeBasisadministratieGGD GemeentelijkeGezondheidsdienstGG&GD GemeentelijkeGeneeskundige&GezondheidsdienstGGZ GeestelijkeGezondheidszorgGHB Gamma-hydroxyboterzuurGIP Genees-enhulpmiddelenInformatieProjectHAART HighlyActiveAnti-RetroviralTreatmentHAVO HogerAlgemeenVoortgezetOnderwijsHBSC HealthBehaviourinSchool-agedChildren(studie)HBV HepatitisBvirusHCV HepatitisCvirusHDL-C HighdensitylipoproteincholesterolHiv HumaanImmunodeficiëntieVirusHKS HerkenningsdienstsysteemICD InternationalClassificationofDiseasesIDG IntraveneuzeDrugsgebruikerIGZ InspectievoordeGezondheidszorgIPOL DienstvanhetKorpsLandelijkePolitieDiensten(KLPD), coördineertonderanderepolitie-enrechtshulpinformatieISD InrichtingvoorStelselmatigeDadersIVM InstituutvoorVerantwoordMedicijngebruikIVO InstituutvoorOnderzoeknaarLeefwijzen&VerslavingIVZ StichtingInformatievoorzieningZorgKLPD KorpsLandelijkePolitieDienstenKMar KoninklijkeMarechausseeLADIS LandelijkAlcoholenDrugsInformatieSysteemLASA LongitudinalAgingStudyAmsterdamLINH LandelijkInformatieNetwerkHuisartsenzorgLIS LetselInformatieSysteemLMR LandelijkeMedischeRegistratieLSD d-Lysergzuur-diethylamideLUMC Leids Universitair Medisch Centrumlwoo leerwegondersteunendonderwijsMBDB N-methyl-1-(3,4-methyleen-dioxyphenyl)-2-butanaminemCPP meta-Chloor-Phenyl-Piperazine(metachloorpiperazine)MDA Methyleen-dioxyamfetamineMDEA Methyleen-dioxyethylamfetamineMDI MonitorDrugsIncidentenMDMA 3,4-methyleen-dioxymethamfetamineMGC MonitorGeorganiseerdeCriminaliteit
13Lijst van afkortingen
MMO MonitorMaatschappelijkeOpvangMO/VB-regio RegiovoordeMaatschappelijkeOpvangenhetVerslavingsbeleidMSM MannendiesexhebbenmetmannenNDM NationaleDrugMonitorNEMESIS Netherlands Mental Health Survey and Incidence StudyNFI Nederlands Forensisch InstituutNFU Nederlandse Federatie van Universitair Medische CentraNIGZ NationaalInstituutvoorGezondheidsbevorderingenZiektepreventieNISPA NijmegenInstituteforScientist-PractitionersinAddictionNIVEL NederlandsinstituutvooronderzoekvandegezondheidszorgNMG NationaleMonitorGeestelijkeGezondheidNPO NationaalPrevalentieOnderzoekNVIC NationaalVergiftigingenInformatieCentrumNWO NederlandseOrganisatievoorWetenschappelijkOnderzoekOBJD Onderzoeks-enBeleidsdatabaseJustitiëleDocumentatieOM OpenbaarMinisterieOPS OpsporingsregisterPAAZ PsychiatrischeAfdelingAlgemeenZiekenhuisPBW PenitentiaireBeginselenwetPMA ParamethoxyamfetaminePMK Piperonyl-methyl-ketonPMMA ParamethoxymethylamfetaminePOLS PermanentOnderzoekLeefsituatiepro praktijkonderwijsREC-4 RegionaalExpertiseCentrum,schoolvoorspeciaalonderwijsRIAGG RegionaalInstituutvoorAmbulanteGeestelijkeGezondheidszorgRIBW RegionaleInstellingvoorBeschermendeWoonvormenRISc RecidiveInschattingsSchalenRIVM RijksinstituutvoorVolksgezondheidenMilieuROI Rijden Onder InvloedSAMHSA Substance Abuse and Mental Health Services AdministrationSAR StichtingAlcoholResearchSEH SpoedeisendeEersteHulpSFK StichtingFarmaceutischeKengetallenSHM StichtingHIVMonitoringSIVZ zie:IVZSOA SeksueelOverdraagbareAandoeningSOV StrafrechtelijkeOpvangVerslaafdenSr WetboekvanStrafrechtSv WetboekvanStrafvorderingSVG StichtingVerslavingsreclasseringGGZNederlandSRM StrafrechtmonitorSSI StichtingSigarettenindustrie
14 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
SWOV StichtingWetenschappelijkOnderzoekVerkeersveiligheidTBS TerbeschikkingstellingTHC TetrahydrocannabinolTNSNIPO NederlandsInstituutvoordePubliekeOpinieenhetMarktonderzoekTRIAS TransactieRegistratieenInformatieAfhandelingssysteemTULP TenUitvoerLeggingvanvrijheidsbenemendemaatregelenin PenitentiaireinrichtingenUvA Universiteit van Amsterdamv.i. voorwaardelijkeinvrijheidstellingVIS VroeghulpInterventieSystematiekVMBO VoorbereidendMiddelbaarBeroepsonderwijsVMBO-p VoorbereidendMiddelbaarBeroepsonderwijs –praktijkgerichteleerwegVMBO-t VoorbereidendMiddelbaarBeroepsonderwijs –theoretischeleerwegVNG VerenigingvanNederlandseGemeentenVTV VolksgezondheidToekomstVerkenningenVWO VoorbereidendWetenschappelijkOnderwijsVWS MinisterievanVolksgezondheid,WelzijnenSportWHO WorldHealthOrganisation(WereldGezondheidsorganisatie)WODC WetenschappelijkOnderzoek-enDocumentatiecentrumWVMC WetVoorkomingMisbruikChemicaliënWvS WetboekvanStrafrechtZonMw ZorgonderzoekNederlandMedischeWetenschappen
15Samenvatting
Samenvatting
HierondervolgteenbeschrijvingvandemeestinhetoogspringendeontwikkelingenuithetJaarbericht2011.Detabellen1aen1bgeveneenoverzichtvandelaatstecijfersoverhetmiddelengebruikendedrugscriminaliteit.Recentegebruikershebbenhetafge-lopenjaareenmiddelgebruiktenactuelegebruikersdedendatindeafgelopenmaand.
Drugs: gebruik en hulpvraag
Cannabisgebruik onder scholieren stabiel, hulpvraag in algemene bevolking neemt nog steeds toeScholieren van het basisonderwijs (groep 7 en 8) hebben amper ervaring metcannabisgebruik.In2011had0,3procentvanhenooitweleenseenjointgerookt.Het percentage actuele cannabisgebruikers onder scholieren van het regulierevoortgezetonderwijs (12-18 jaar)daaldegeleidelijk tussen1996en2003enbleefin2007en2011ophetzelfdeniveau.In2011was8procentvandescholiereneenactuelecannabisgebruiker.Hetpercentagescholierendatopzeerjongeleeftijd(14jaar) al ervaring heeftmet cannabis daaldewel: van 19 procent in 2003 naar 11procent in 2011.Het percentage cannabisgebruikers is lager onder scholieren vanMarokkaanseafkomstvergelekenmetautochtonescholieren.Erzijngeenverschillentussen schoolniveaus.
Het percentage actuele cannabisgebruikers onder Nederlandse scholieren van15-16jaarblijftin2011relatiefhoogvergelekenmetscholierenuitandereEuropeselanden(14%versuseenEuropeesgemiddeldevoor36landenvan7%).
In2007-2009voldedenbijna30000mensenvan18-64jaaraaneendiagnosecannabisafhankelijkheid.Zijhebbenvakerdandealgemenebevolkingtekampenmetanderepsychischestoornissen,zoalsangst,depressie,ADHDengedragsstoornissen.
Het aantal cannabisgebruikers met een hulpvraag bij de verslavingszorg blijftstijgen.Tussen2000en2010namhet aantal primaire cannabiscliënten toevan3534naar10971.Van2009naar2010ginghetomeen toenamevan7procent.Vandecannabiscliëntenzijn4opde10 jongerdan25 jaar.Zij zijngemiddeld28jaar,netzooudalsin2001.Cliëntendiehulpvragenvoorproblemenmetcocaïne,opiaten,ecstasy,amfetamine,ofalcoholzijngemiddeldweloudergeworden.Voorbijna6vande10cannabiscliënteniscannabishetenigeprobleem;40procentvande cannabiscliënten heeft ook problemen met een of meer andere middelen. Inalgemene ziekenhuizen worden nog steeds weinig mensen opgenomen vanwegecannabismisbruik en –afhankelijkheid als hoofddiagnose. In 2010 ging het om64opnames.Hetaantalopnamesmetcannabisproblematiekalsnevendiagnoseisgroterenblijftstijgen,van520opnamesin2009naar767opnamesin2010(+48%).Bijbijnaeenkwart(22%)vandeopnamesmetcannabisproblematiekalsnevendiagnosevormdenpsychosendehoofddiagnose.
16 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Erisnoggeenafdoendeverklaringgevondenvoordestijgingvandecannabis-hulpvraag.Dezetrend indehulpvraagkanwijzenopeentoenamevanhetaantalprobleemgebruikersvancannabis,aldanniet in samenhangmethet relatiefhogeTHC-gehalteinnederwiet.Ookkaneenverbeteringvanhethulpverleningsaanbodvoorcannabisproblematiekeenrolspelenofeentoenemendebewustwordingvandeverslavendeeigenschappenvancannabis,waardoorgebruikerswellichtsnellerhulpzoeken.Overigensmoet rekeningwordengehoudenmeteen“vertragingseffect”:hetkanjarendurenvoordatprobleemgebruikerseventueelhulpzoeken.Hetisdusmogelijkdateenstijgingindehulpvraagisteherleidentoteenveeleerdergestartetoenamevanprobleemgebruikindebevolking.
Stabilisering cocaïnehulpvraag bij verslavingszorg, lichte stijging ziekenhuisopnamesOnder de schoolgaande jongeren van 12-18 jaar in het regulier onderwijs is hetooitgebruikvancocaïnetussen1996en2007lichtgedaaldvan3naar1,7procenten bleef het op dit niveau in 2011.Het actuele gebruik bleef al die jaren rond 1procent(0,8%in2011).
Cocaïnegebruik,vooralindesnuifbarepoedervorm,komtrelatiefveelvooronderjongerenenjongevolwassenenmeteenuitgaandeleefstijl,maarhetmiddelisminderpopulair dan ecstasy. De rookbare variant (‘crack’) komt veel voor onder opiaat-verslaafden, maar de harddrugsscene kent ook crackgebruikers die geen opiatenconsumeren.Hoeveelmensenlichamelijke,psychischeofsocialeproblemenkrijgenvanwegeovermatigcocaïnegebruikisnietbekend.
Deverslavingszorgregistreerdetot2004eensterkegroeivanhetaantalprimairecocaïnecliënten,van2500in1994naar10.000in2004.Tussen2004en2009bleefhetaantalrondde10.000schommelenendaaldehetin2010naar9437(-10%).Voorruimdehelft(53%)vandecliëntenin2010meteenprimaircocaïneprobleemwasroken(crack)debelangrijkstewijzevangebruik.Voorbijnadehelftwassnuiven(44%)debelangrijkstewijzevangebruik.
Hetaantalziekenhuisopnameswaarbijcocaïnemisbruikof–afhankelijkheidalshoofddiagnosestondgeregistreerdblijftbeperkt(114in2010).Hetaantalopnameswaarbijcocaïneproblematiekalsnevendiagnosestondgeregistreerdisgroterenneemtgeleidelijk toe. In2010ginghetom756opnames,19procentmeerdan in2009.Hierbijhad1opde5opnamestemakenmetziektenvandeademhalingswegen.
Daling aantal opiaatgebruikers in de zorg stagneert In de algemene bevolking komt heroïnegebruik weinig voor. Heroïne is ook nietpopulaironderjongeren.In2011had0,6procentvandescholierenvan12-18jaarvanhetregulieronderwijservaringmetdezedrugen0,2procentgafaanditmiddelindeafgelopenmaandtehebbengebruikt.
Volgensdelaatsteschattingvoor2008bedraagthetaantalproblematischeopiaat-gebruikersinNederlandongeveer18.000.Datisminderdaneendecenniumgeleden.Ookhetaantalopiaatcliëntenbijdeverslavingszorgissindsbegindezeeeuwgedaald.
17Samenvatting
Tussen2002en2009daaldehetaantalcliëntenmeteenprimairopiaatprobleemmet24procentenditaantalstabiliseerdein2010opongeveer12.000opiaatcliënten.
Hetaandeel jongeopiaatcliëntenvan15totenmet29 jaarbijdeverslavingszorgdaaldeindezeperiodevan14naar4procent.Demeesteopiaatgebruikerszijnbekendenvandeverslavingszorg.In2010klopteslechts4procentvoorheteerstaanvoorhulpvanwegeeendrugsprobleem.Dereststondaleerderingeschrevenbijdeverslavingszorg.
Na een lichte daling in het aantal opnames in algemene ziekenhuizen, waarbijopiaatproblematiekalsnevendiagnosewasgesteld, iser sinds2006weereen lichtestijging.In2010werden676opnamesgeregistreerd,17procentmeerdanin2009.Ineenkwartvandegevallenwarenziektenensymptomenvandeademhalingswegendeprimaireredenenvooropname.Ditkomtvermoedelijkdoorhetrokenvanheroïne,demeestvoorkomendegebruikswijzeonderNederlandseheroïnegebruikers.Hetaantalziekenhuisopnamesmetopiaatproblematiekalshoofddiagnoseblijftlaag(63in2010).
Het aantal nieuwe en gemelde gevallen van hiv en hepatitis B en C onderinjecterende drugsgebruikers is al jaren laag. Het aantal nieuw gediagnosticeerdehiv-gevallenonderinjecterendedrugsgebruikerspermiljoeninwoners(0,1in2009)behoorttotdelaagsteindeEU-15.Hetaantalbestaandebesmettingen,vooralmethepatitisC,instedendiedaargegevensoverhebben,isechterhoog.Voorverrewegdemeesteregio´s inNederlandontbrekencijfersoverhetvóórkomenvanhepatitisConderdrugsgebruikers.
Aandeel ecstasyincidenten op grootschalige evenementen toegenomenOnder scholieren van het voortgezet onderwijs van 12-18 jaar is het ecstasy- enamfetaminegebruik tussen 1996 en 1999 gedaald en tussen 2003 en 2011gestabiliseerd.In2011had2,6procentvandescholierenervaringmetecstasyen0,9procenthaddezedrugindeafgelopenmaandnoggebruikt.Ietsminderscholierengebruikenamfetamine(ooitgebruik1,8%enactueelgebruik0,6%).
Ecstasyblijftnacannabisdemeestpopulaireillegaledrugonderjongerenenjongevolwassenen in het uitgaansleven.Amfetaminegebruik komt in dezegroepen vakervoordanindealgemenebevolking,maaraanzienlijkminderdanecstasygebruik.
Onbekendishetaantalmensendatproblemenkrijgtvanwegeecstasy-ofamfe-taminegebruik. Ecstasygebruikers zoeken in elk geval niet vaakhulpbij de versla-vingszorg.Hetaandeelecstasycliëntenvanalledrugscliënten indeverslavingszorgis al jaren gering (minder dan 1%) en daalt licht. In 2010 stonden 177 mensenmeteenprimair ecstasyprobleemgeregistreerden281mensenmeteen secundairecstasyprobleem.Meermensenzoekenhulpvanwegeeenamfetamineprobleemenhunaantalverdrievoudigdevan501in2001naar1688in2010.Desondanksginghetin2010omnietmeerdan5procentvanallemensenmeteenprimairdrugsprobleem.
Ecstasyspeeltbijdrugsincidentenvooraleenrolopgrootschaligeevenementen,waarvoor tussen 2009 en 2011 een toenamewerd geregistreerd van het aandeelincidentenmet ecstasy als enigedrug.Amfetamine speelt bij drugsincidenten eenrelatiefondergeschikterol.
18 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Hetaantalopnamesinalgemeneziekenhuizenmetmisbruikenafhankelijkheidvanamfetamine-achtigen(inclusiefecstasy)alshoofd-ofnevendiagnoseblijftbeperkt,maarvertoont inhetafgelopendecenniumeenstijging. In2010wasamfetamine-problematiekdehoofddiagnosebij85opnamesenwasheteennevendiagnosebij200opnames.
Toename GHB incidentenHetgebruikvanGHBkomtindealgemenebevolkingenonderscholierenvanhetregulier onderwijs naar verhoudingweinig voor. In 2011 had 0,6 procent van descholieren van 12-18 jaar ervaringmet GHB. Het gebruik van GHB komt relatiefvaakvooronderuitgaanders,maarookbuitenhetuitgaanslevenwordtditmiddelgesignaleerd, onder andere in gemarginaliseerde groepen en probleemjongeren.‘Thuisgebruik’ wordt waargenomen onder mensen die om verschillende redenensamenmet vrienden en kennisen in de context van ‘huisfeesten’GHB gebruiken,maar ook onder afhankelijke gebruikers, voor wie het gebruik niet (langer) eensocialeaangelegenheidis.
GHB-gebruik,vooraldagelijks,kantotafhankelijkheidleiden,enbijabruptestop-zettingtotvrijheftigeonthoudingsverschijnselen.Erzijnsignalenvooreentoenamevanhetaantalproblematischegebruikersmaarcijfersontbreken.WelisdehulpvraagvanwegeGHB-verslaving bij een aantal instellingen voor verslavingszorg de afge-lopen jaren toegenomenmaar landelijkecijfers zijnpas sinds2009beschikbaar. Indatjaarstonden279mensengeregistreerdmeteenprimairGHB-probleem,in2010warendater524.Zijwarengemiddeld28jaar.
GHB is lastig tedoserenenhet risicoopeenoverdosering isgroot.HetaantalGHB-slachtoffersbijspoedeisendeeerstehulpdiensteninziekenhuizenistussen2005en2010naar schattingverdrievoudigd totbovende1000gevallen. Eenmonitorwaaraan verschillende medische diensten en een aantal regio’s van Nederlanddeelnemen registreerde in 2011 in totaal 3 652 meldingen van drugsincidenten,waarbij in 20 procent van de gevallenGHB betrokkenwas. In bijna de helft vandezeGHB-incidentenwasookalcoholgebruikt.ErisgeengoedzichtophetaantalsterfgevallenwaarbijGHBbetrokken is. In2011stondGHB6keervermeldopdedoodsoorzakenformulieren bij het CBS (voorlopig cijfer). Onbekend is echter ofGHBbijdezegevallendeoorzaakwasvanhetoverlijdenofeenbijdragendefactor.In2011 registreerdehetNederlandsForensisch Instituut (NFI) in totaal5gevallenwaarbijGHBdeprimairedoodsoorzaakwas,en3gevallenwaarbijGHB-gebruikeenindirecterolspeeldebijhetoverlijden.
Hulpvraag voor slaap- en kalmeringsmiddelen is beperkt, maar bijna verdubbeldNiet alleen alcohol en drugs kunnen tot misbruik en verslaving leiden, maar ookaan slaap- en kalmeringsmiddelen is bij chronisch gebruik dit risico verbonden.Hetmerendeelvandeslaap-enkalmeringsmiddelenbehoort totdegroepvandebenzodiazepinen.In2009had10procentvandealgemeneNederlandsebevolking
19Samenvatting
van 15 tot en met 64 jaar in het afgelopen jaar slaap- of kalmeringsmiddelengebruikt. Van de algemene bevolkingwas 6 procent een actuele (laatstemaand)gebruiker van dezemiddelen.Omgerekend naar de hele bevolking ging het toenom ongeveer 1,1 miljoen gebruikers in het afgelopen jaar en ongeveer 650 000actuelegebruikers.Onderdevrouwenlaghetgebruikongeveertweekeerzohoogals onder demannen.Ook steeg het gebruikmet de leeftijd.Ouderen boven de65 jaar blijven in deze cijfers buiten beschouwing. Ongeveer een kwart van allegebruikersvanbenzodiazepinenisouderdan65jaar.Daarmeeisdezeleeftijdsgroepoververtegenwoordigd.
In2011hadongeveer9procentvandescholierenvanhetvoortgezetonderwijsvan15en16jaarooitslaap-ofkalmeringsmiddelengebruiktopvoorschriftvaneenarts.
Ookgafongeveer9procentvandescholierenaanervaringtehebbenmethetgebruikvandezemiddelenzonderdezeopreceptvaneenartstehebbengekregen.
Volgensgegevensoverhetaantalverstrekkingenvangeneesmiddelen isonge-veer eenderde van de gebruikers van benzodiazepinen een chronische gebruiker.Bij chronischgebruikneemtdekansopverslaving toe. In2007-2009voldeed0,3procent van de bevolking van 18-64 jaar aan een diagnosemisbruik en voldeed0,2 procent aan een diagnose afhankelijkheid van slaap- of kalmeringsmiddelen.Dezestoornissenkomenmeervoorondervrouwendanmannen.Omgerekendnaarde bevolking ging het om 35 000mensenmetmisbruik en 22 000mensenmetafhankelijkheidvanslaap-ofkalmeringsmiddelen.
Sinds1januari2009wordendebenzodiazepinenalleennogvoorenkelespecifiekeindicatiesvergoedbinnendebasisverzekering.Dehoeveelheidbenzodiazepinendiewordtgebruiktenhetaantalgebruikersissindsdiengedaald.Hetaantalgebruikersdaaldevan1,61miljoenindetweedehelftvan2008naar1,46miljoenindetweedehelftvan2009en1,43miljoenindetweedehelftvan2010.
Indeverslavingszorg ishetaantalcliëntendat ingeschrevenstondwegenseenprimair probleem met benzodiazepinen, barbituraten of overige psychofarmacatussen 2001 en 2010 bijna twee keer zo groot geworden. Dit aantal steeg indezeperiode van383naar 713 cliëntenmet eenprimair probleemmet slaap- enkalmeringsmiddelen.Hetaantalcliëntenmeteensecundairprobleemmetslaap-enkalmeringsmiddelenschommeldetussen2001en2010zondereenduidelijketrendrondeengemiddeldevanongeveer1650cliënten.
Indealgemeneziekenhuizenvertoonttussen2001en2010hetaantalopnamesmetslaap-enkalmeringsmiddelenproblematiekalshoofddiagnoseeengrilligverloop.Ditaantalhoofddiagnosesschommelderondeengemiddeldevan78opnames.Hetaantalnevendiagnosessteegindezeperiodevan140naar206opnames.
20 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Alcohol en tabak: gebruik en hulpvraag
Daling alcoholgebruik onder scholieren, aantal aan alcohol gerelateerde ziekenhuisopnames in de bevolking neemt nog steeds toeHetalcoholgebruikonderscholierenvan12totenmet18jaarvanhetvoortgezetonderwijsistussen2003en2011afgenomen.In2003hadnog58procentindeafgelopenmaandalcoholgedronken,in2011wasdat43procent.Dedalingwashetgrootstonder12-14jarigen.In2011hadbijna1opde3scholieren(30%)indeafgelopenmaandweleens5glazenofmeeralcoholbijééngelegenheidgedronken(‘bingedrinken’).Hetpercentagebingedrinkersistussen2003en2011gedaald.In2003was40procentnogeenbingedrinkerenin2007wasdit36procent.Onderdegenendiedrinkenblijfthetpercentagebingedrinkersechteronverminderdhoog:66procentin2003,68procentin2007en68procentin2011.
OndankseendalinginhetalcoholgebruikligthetpercentageNederlandsescholierenvan15en16jaardatindeafgelopenmaand10ofmeerkeeralcoholhadgedronkennogsteedsruimbovenhetEuropesegemiddeldein36landen(20%versus9%).
Hetpercentagejongerenonderde16jaardateenpogingdoetomalcoholtekopenistussen2001en2009forsgedaald.Alszijechtereenkooppogingdoenis,ondankseenwettelijkverbod,deslaagkansgroot.VandeEuropese jongerenvindendeNederlandsejongerendatzehetmeesteenvoudigaandrankkunnenkomen.
Zwaardrinken(opéénofmeerdagenperweekminstens6glazenalcoholdrinken)kwamin2009voorbij10procentvandebevolkingvan12jaarenouder,minderdanin2001(14%).Datkomtneeropintotaal1,4miljoenmensen.
In2010 stonden ruim36000cliëntengeregistreerdbijde (ambulante)verslavings-zorgmeteenprimairalcoholprobleem,datisietsminderdanin2008en2009,maarwelanderhalfkeerzoveelalsin2001.Destijginginhetaantalprimairealcoholcliëntendeedzichvoorinalleleeftijdgroepen,maarwasrelatiefhetgrootstonderdeouderen.In2010waseenkwartvandeprimairealcoholcliënteneen55-plusser(26%).
Destijginginhetaantalalcoholgerelateerdeopnamesinziekenhuizenlijktzichechterdoortezetten.In2010stonden6145opnamesgeregistreerdvanwegeeenhoofddiag-nosealcoholmisbruik-enafhankelijkheid.In2009warendater5908;in2001stonden3880opnamesgeregistreerdmetalcohol alshoofddiagnose.Hetaantalopnamesmetalcoholgerelateerdeproblematiekalsnevendiagnosesteegvan9949in2001naar14785gevallenin2010.
Onderjongerentotenmet17jaarbleefhetaantalalcoholgerelateerdebehandelingendooreenkinderartswegenseenalcoholintoxicatieonverminderdstijgen,van297gevallenin2007tot762geregistreerdegevallenin2011.Ditaantaliseenonderschattingomdatniet alle jongeren met een alcoholintoxicatie in het ziekenhuis belanden, of door eenkinderartswordengezien.
21Samenvatting
Daling percentage rokers in de algemene bevolking; stabilisering onder scholierenUitverschillendepeilingenkomtnaarvorendathetpercentagerokersindealgemenebevolkingdeafgelopentweejarenlichtisafgenomen.VolgenshetCBSdaaldehetpercentage rokers van 12 jaar en ouder in 2010 tot 25,6 procent. Het ContinueOnderzoekRookgewoontenvanSTIVOROvondvoor2011eenpercentagevan24,7procent actuele rokers voor de groep van 15 jaar en ouder. In 2009was dit nog27,7procent.Ookhetpercentagezwarerokers(20sigarettenperdagofmeer) indebevolkingvan12jaarenouderdaaldevan6,3procentin2009tot4,9procentin2010.Overlangeretermijngezienisdeafnameinrokenhetgrootstonderhoogopgeleiden. In2010en2011deedzichechter inalleopleidingsniveauseendalingvoorinhetroken.
Hetpercentagescholierenvan12-18jaarinhetregulieronderwijsdatooithadgerooktdaaldetussen2007en2011van39procentnaar36procent.Hetpercen-tagedagelijksrokersheeftzich indeze leeftijdsgroepgestabiliseerdop19procent.ScholierenvanhetVMBOrokenvakerdanscholierenvanhetVWO.Ookjongereninderesidentiëlejeugdzorgenjustitiëlejeugdinrichtingenrokennaarverhoudingveelmeerdanhunleeftijdsgenoteninhetreguliereonderwijs.
Perjaardoetongeveereenkwartvanderokerseenpogingomtestoppenmetroken,26procentin2011.Inabsoluteaantallendedenongeveer900000rokerseenpogingomtestoppenmet roken. In2011deden37540verzekerdeneenberoepopeenvergoedingvoorondersteuningbijstoppenmetroken.Vanaf1januari2012wordtvandestoppen-met-rokenprogramma’salleennogdegedragsmatigeonder-steuningvanuithetbasisverzekeringspakketvergoed.
Sterfte
Roken blijft de belangrijkste oorzaak van voortijdige sterfteIn2010overledeninNederland19214mensenvan20jaarenouderaandedirectegevolgenvanroken,ongeveerevenveelals in2009.Desterfteaan longkanker isdebelangrijkstedirectaanrokengerelateerdedoodsoorzaakendezesterftenamin2010weertoe,vooralondervrouwen.Indezeaantallenzijnnognietdesterfgevallenvanwegepassiefmeerokenverdisconteerd.
Wereldwijdisnaarschatting1opde100sterfgevallenhetgevolgvanpassiefmeeroken.Desterfteontstaatvooraldoorhartziekten,luchtweginfecties,astmaenlongkanker.
Detoenameintotalesterftedooralcoholgerelateerdeaandoeningenvanafbeginjaren90totcirca2004heeftzich inde jarenernanietdoorgezet. In2010warenalcoholgerelateerde aandoeningen de directe aanleiding voor 686 sterfgevallen.Vakerstondenalcoholgerelateerdeaandoeningenalssecundairedoodsoorzaakgere-gistreerd(1053gevallen).Hettotaleaantalaanalcoholgerelateerdesterfgevallenschommeltsinds2004rondde1750gevallenperjaar.
Desterfteaanalcoholgerelateerdeaandoeningenentabak isvelemalengroterdande(hard)drugssterfte. In2010overleden94drugsgebruikersaandegevolgen
22 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
van een overdosis,minder dan in 2009 (139). In de afgelopen 10 jaar fluctueertdit aantal tussenongeveer100en140gevallen.Vande slachtoffers is 1opde5jong (tussen15 en34 jaar). Eind vorige eeuwwasdat nogbijnadehelft (47%).VergelekenmeteenaantalandereEuropeselidstaten,blijftdeacutedrugssterftepermiljoeninwonersvan15-64jaarinNederlandrelatieflaag.
In2010werden35sterfgevallendooroverdoseringvanmedicijnengeregistreerd,waarvan25gevallendoorbenzodiazepinen,5gevallendoor(andere)sedativaen5gevallendoorbarbituraten.
Markt
‘Zuiverheid’ van ecstasypillen is verder toegenomen; zuiverheid amfetamine fluctueert sterk Verschillende indicatorenwezen in 2008 en 2009 op een tijdelijk afname van debeschikbaarheidvanMDMA.Hetherstelvandeecstasymarktin2010zettezichin2011voort. In2011bevatte84procentvande inhet laboratoriumgeanalyseerdeecstasypillenalleeneenMDMA-achtigestof(MDMA,MDA,MDEAofMBDB),evenveelalsin2010maarveelmeerdanin2009(58%).HetgemiddeldegehalteMDMAsteegin2011verder:100mg,vergelekenmet66mgin2009. Hoewel het aandeel pillen met geheel andere farmacologisch actieve stoffendaaldevan27procentin2009naar3procentin2011,werdensomswelpotentieelschadelijkestoffenaangetroffen,zoalsPMMA. Hetgemiddeldegehalte amfetamine in als amfetaminegekochtepillen vertoontdeelsdezelfdetrendalshetgehalteMDMAinalsecstasygekochtepillen(afnamein2008-2009,toenamein2010).Indeloopvan2011deedzichechterweereendalingvoor.Degehaltescafeïnevertoneneenomgekeerdetrend.In2010en2011werddestof4-methylamfetamine(4-MA)intoenemendemateinspeedmonstersaangetroffen(117keer in2011).Dezestofwerd inBelgië,hetVerenigdKoninkrijkenNederlandgeassocieerdmeteenaantalintoxicaties,waarvanenkelemetoverlijdentotgevolg.
Geleidelijke daling zuiverheid cocaïneInhetafgelopendecenniumishetgemiddeldegehaltecocaïneinpoedersvanconsu-mentengedaald,van68procent in2001naar49procent in2011.Hetpercentagecocaïnemonstersmetgeneesmiddelenisnogsteedshoog.In2011werdin6vande10cocaïnepoederslevamisolaangetroffen.Levamisolwasvroegereenmedicijn,maarstaatnunietmeervoorhumaangeneeskundiggebruikgeregistreerd.Degezondheids-risico’svanhetsnuivenofrokenvanmetlevamisolversnedencocaïnezijnnietpreciesbekend.IndeVerenigdeStatenzijngevallenvanernstigebloedziektengerapporteerd. Relatief veel THC en weinig CBD in nederwietHetgemiddeldeTHC-gehalte(hetbelangrijkstewerkzamebestanddeelvancannabis)innederwietistussen2004en2007gedaaldvan20naar16procentenisindejarenerna
23Samenvatting
opditniveaugestabiliseerd.In2011washetgemiddeldepercentageTHCinnederwiet16,5procent.HetpercentageTHCingeïmporteerdehasjlagin2011op14procentenschommeldeindejarendaarvoortussen11procentin2000en19procentin2010.In2011bevatte75procentvandegeanalyseerdenederwieten43procentvandegeïm-porteerdehasjmeerdan15procentTHC.Nederwietbevatnaarverhoudingweinigofgeencannabidiol(CBD)(gemiddeld0,3%in2011),eenstofwaarvooraanwijzingenzijndatdezesommigeongewensteeffectenvanTHCtegengaat,zoalsacutepsychotischesymptomenenangst.GeïmporteerdehasjbevatmeerCBD(6,7%in2011)endemoge-lijkheidbestaatdathethierdoorminderrisicovolisvoordegezondheiddannederwiet.
Toename prijzen ecstasy, amfetamine en cocaïneDeprijsvanamfetaminenamvan2010naar2011 fors toe.Gebruikersbetaaldenin2010gemiddeld7euro,in2011wasdit9euro.Deprijsvaneenecstasypilnameveneens iets toeen lag in2011opgemiddeld3,7europerpil.Cocaïnekostte in2011gemiddeld55europergram,meerdanin2010(gemiddeld47euro).
GHBisrelatiefgoedkoop.Consumentenbetaaldenin2011circa6europerdosisvan5mlGHB.Zelfgemaaktbetaalteengebruikeromgerekendnaarschattingnietmeerdan10eurocentperdosis.
Naeenstijgingtussen2004en2009bleefdeprijsvaneengramnederwietindeperiode2009-2011stabiel (gemiddeld8,3europergramvoordemeestpopulairesoort).Deprijsvooreengramgeïmporteerdehasjsteeggeleidelijkvan6,6europergramin2004naar9,1europergramin2010,endaaldeweernaar7,8euroin2011.
VaakzijndrugsinAmsterdamenanderegrootstedelijkegebiedenduurderdaninandere delen van Nederland.
Delicten tegen de Opiumwet
Opsporingsonderzoeken naar ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit zijn in meerderheid gericht op drugsHetaandeelopsporingsonderzoekennaarmeerernstigevormenvangeorganiseerdecriminaliteitdatdrugsgerelateerdis,isin2010lichttoegenomenenbedraagtnu77procent.Depercentagesvoorhard-ensoftdrugszijnin2010nietveranderd,maaroverdelangeretermijn(sinds2003)isereenafnamevanhetaandeelharddrugseneentoenamevanhetaandeelsoftdrugs.Binnendeharddrugsvoerenonderzoekennaarcrimineleorganisatiesrondcocaïnenogdeboventoon,maarditaandeeldaalde.Opdetweedeplaatskomenzakenmetsynthetischedrugs–ditaandeelnamtoe-enalsderdezakengerelateerdaanheroïne–ditdaalde.
Het aantal Opiumwetdelicten in de strafrechtsketen lijkt gedaaldHetalgemenebeeldover2010isdatvaneendaling:minderinstroomvanOpiumwet-delictenbijpolitieenOpenbaarMinisterie(OM),minderafdoeningenvanOpium-wetzakendoorderechter.BijdepolitieenbijhetOpenbaarMinisteriekwamenin
24 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
2010ruwweg15000(verdachtenvan)Opiumwetdelictenbinnen.Derechterdeedruim9 000 zaken af. Vanwege veranderingen in registratiesystemen is het echterlastigdezecijferstevergelijkenmetdieuiteerderejaren.
Stijgende lange-termijn trend in het aandeel softdrugsdelictenBinnen de Opiumwetdelicten is het aandeel softdrugsdelicten over het geheelgenomen wat hoger dan dat van harddrugs. Over de langere termijn stijgt hetaandeelsoftdrugsdelicten.HetaandeelharddrugsdelictenbijpolitieenOMvertoontin2010eenkleinetoenametenopzichtevan2009.Daarvóórwasereendalendelijn.
Opiumwetdelicten worden meestal voor de rechter gebrachtDemeesteverdachtenvanOpiumwetdelicten(67%)wordengedagvaard.Hetaandeelsteegin2010.Harddrugszakenwordenvakervoorderechtergebrachtdansoftdrugs-zaken.Delaatstewordenvakerafgedaanzonderdagvaarding,bijvoorbeeldmeteenOM-transactie.Dezakenwaarbijzowelhard-alssoftdrugsinhetspelzijnvormeneenduidelijkeminderheid,maarzewordenwelrelatiefhetvaakstgedagvaard.DerechterlegtOpiumwetdelinquentenin2010ineersteaanlegongeveerevenvaakeen taakstraf op als een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. Dit verschilt nietvan2009.Een taakstrafheeftgemiddeldeenduurvan97uren,eenvrijheidsstraf303dagen,watongeveergelijkisaan2009.Verderwordenook,maarmindervaak,geldboetesopgelegddie€420,-(mediaan)bedragen.
Gedetineerd vanwege een OpiumwetdelictRuim2000gevangenenwarenoppeildatum30september2010gedetineerdvooreenOpiumwetdelict.Ditis20procentvandetotalegevangenispopulatie;ditpercen-tageisietslagerdanin2009.
Recidive van OpiumwetdelinquentenRond7procentvandegenendiezijnveroordeeldvooreenOpiumwetdelictrecidi-veertbinneneenjaaropnieuwmeteendrugsdelict.Ditaandeellooptin10jaaroptot28procent.Derecidiveinhetalgemeen(ookvananderedelictendandrugsdelicten)is bij harddrugsdaders enige procenten hoger dan bij softdrugsdaders. Ook is bijharddrugsdadersietsvakerernstigecriminelerecidivegeregistreerd.
Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
Drugsgebruikende verdachten vooral opgepakt voor vermogensdelicten en delicten met geweldDe“drugsgebruikendeverdachten”diebekendzijnbijdepolitiezijnalsindsjarenvoorna-melijkmannen,ookin2010.Degemiddeldeleeftijdin2010is41jaar.Demeerderheidvanhenheefteenaanzienlijkecriminelehistorie.Zijwordenvooralopgepaktvoorvermogens-delictenendelictenmetgeweld.Hetaandeelvandezedelictenstabiliseertminofmeer.
25Samenvatting
Rijden onder invloed daaltEr is een dalende trend in het aantal verdachten van rijden onder invloed.
Zeer actieve veelplegers minder vaak verslaafdTwee derde (67%) van de zeer actieve veelplegers staat bij de reclassering alsverslaafd te boek.Dit cijfer betreft 2008, hetmeest actuele jaar vanmeting.Hetaandeelverslaafdenonderdezeeractieveveelplegersisdalende.
Huiselijk geweld en middelengebruikBijhuiselijkgeweldspeeltmiddelengebruik,metnamehetgebruikvanalcohol,eenrol.Huiselijkgeweldneemternstigervormenaanalsermiddelengebruiktzijndoordedader.Erwordtdanookvakerletseltoegebrachtaanhetslachtoffer.
Drugsgerelateerde overlastBijna5procentvandeindeIntegraleVeiligheidsmonitor2010en2011bevraagdeburgers geeft aan dat ze drugsgerelateerde overlast ervaren. Dit verschilt nietsignificantvan2009.Drugsgerelateerdeoverlastwordtrelatiefzeldenalshetmeesturgenteprobleemineenbuurtgezien.
Verslavingsreclassering steeds vaker ingeschakeldVoor ruim20000 justitiabelenverrichttedeverslavingsreclassering in2010activi-teiten.Ditiseentoenametenopzichtevan2009.Meestalgaathetomactiviteiteninhetkadervanhetuitoefenenvantoezichtopjustitiabelenofvanhetuitbrengenvan(advies)rapportagesoverjustitiabeleninopdrachtvanhetOpenbaarMinisterie,derechterofgevangenisautoriteiten.
Zorg als alternatief voor detentieHet aantal activiteiten gericht op toeleiding van verslaafde justitiabelen naar zorgbuitendetentie stijgt. In2010warenhet er ruim5000.Demeeste toeleidingenbetreffenambulanteofdeeltijdpsychiatrischezorgofverslavingszorg.
De Inrichting voor Stelselmatige DadersVan de personen onder demaatregel tot plaatsing in een Inrichting voor Stelsel-matige Daders (ISD) is 80 procent een problematisch drugsgebruiker. De meesteISD’ersvolgeneentrajectregimemetgedragsinterventiesbinnenofbuitendetentie.Hetaantal ISD’ers is in2010nauwelijksandersdan in2009en isde laatste jarenminofmeerstabiel,gemiddeld493 in2010.Naasthet feitdatcriminaliteitwordtvoorkomendoorde insluiting indeISD, leidtdeISDtotminderrecidivenaafloopvandemaatregeldaneenstandaardvrijheidsstraf;diteffectiskleintotmiddelgroot.
26 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
I. Voornamelijk heroïne (en methadon). II. Recent gebruik is gebruik in het afgelopen jaar, actueel
gebruik is gebruik in de laatste maand. III. Voor tabak (roken) zijn de meest recente cijfers weergegeven
afkomstig van verschillende bronnen. Weergegeven is de maat ‘percentage dagelijkse rokers’ in 2011 in
de bevolking van 15 jaar en ouder. IV. Vanwege verschillen in onderzoeksmethoden zijn de gegevens
over drugsgebruik in 2005 en 2009 niet vergelijkbaar. Voor de peilingen in 2001 en 2005 is de methode
gelijk gebleven en kan voor deze periode een trend in drugsgebruik worden vastgesteld. Voor alcohol
is de onderzoeksmethode in 2005 en 2009 gelijk gebleven en kan voor deze periode een trend worden
Tabel 1a Kerncijfers Middelengebruik
Cannabis Cocaïne OpiatenI Ecstasy Amfetamine GHB Alcohol Tabak
Gebruik algemene bevolking (2009) 2011
- Percentagerecentegebruikers,15-64jaarII
- Percentageactuelegebruikers,15-64jaarII7,0%4,2%
1,2%0,5%
0,1%0,1%
1,4%0,4%
0,4%0,2%
0,4%0,2%
84%76%
-19%III
- Trendrecentgebruik(2001-2005)IV
- Trendrecentgebruik(2005-2009/2011)IVStabielOnbekend
StabielOnbekend
StabielOnbekend
StabielOnbekend
StabielOnbekend
- StabielGeringedaling
DalingDaling
- InternationalevergelijkingV Gemiddeld Gemiddeld Laag/midden Boven gemiddelde
Onder gemiddelde
- Gemiddeld Gemiddeld
Gebruik jongeren, scholieren (2011)
- Percentageactuelegebruikers,12-18jaar 7,7% 0,8% 0,2% 0,9% 0,6% 0,1% 43% 19%
- Trend(2003-2011) Stabiel Stabiel Daling Stabiel Stabiel - Daling Stabiel
- Internationalevergelijking, 15/16jaar(2011)VI
Boven gemiddelde
Gemiddeld Gemiddeld Boven gemiddelde
Onder gemiddelde
Gemiddeld Boven gemiddelde
Gemiddeld
Aantal probleemgebruikers 2007-2009 2008 2007-2009 2010
29 300 (afhankelijk-heid)40200(misbruik)
Onbekend ± 18 000 Onbekend Onbekend Onbekend 82400(afhankelijkheid)395600(misbruik)
±700 000VII
Aantal cliënten verslavingszorg (2011)
- Middelalsprimairprobleem- Middelalssecundairprobleem
10 9715746
94377 351
12 3131 925
117381
1688985
52497
362035486
n.v.t.
- Trend(2005-2010) Stijging Lichtedaling Daling(stabielsinds2008)
Daling Stijging(stabiliseringin2008)
- Stijging(afnamein2009)
n.v.t.
Aantal ziekenhuisopnames (2010)
- Misbruik/afhankelijkheidalshoofddiagnose- Misbruik/afhankelijkheidalsnevendiagnose
64767
63676
85200
- 614514785
Onbekend
- Trend(2005–2010) Stijging Stijging Stijging Stijging - Stijging Onbekend
Geregistreerde sterfte (2010)VIII
Vrijwelgeenprimairesterfte
14(primair)
37(primair)
<5 5 686(primair)IX
1 053 (secundair)
19214(primairensecundair)
27Samenvatting
Tabel 1a Kerncijfers Middelengebruik
Cannabis Cocaïne OpiatenI Ecstasy Amfetamine GHB Alcohol Tabak
Gebruik algemene bevolking (2009) 2011
- Percentagerecentegebruikers,15-64jaarII
- Percentageactuelegebruikers,15-64jaarII7,0%4,2%
1,2%0,5%
0,1%0,1%
1,4%0,4%
0,4%0,2%
0,4%0,2%
84%76%
-19%III
- Trendrecentgebruik(2001-2005)IV
- Trendrecentgebruik(2005-2009/2011)IVStabielOnbekend
StabielOnbekend
StabielOnbekend
StabielOnbekend
StabielOnbekend
- StabielGeringedaling
DalingDaling
- InternationalevergelijkingV Gemiddeld Gemiddeld Laag/midden Boven gemiddelde
Onder gemiddelde
- Gemiddeld Gemiddeld
Gebruik jongeren, scholieren (2011)
- Percentageactuelegebruikers,12-18jaar 7,7% 0,8% 0,2% 0,9% 0,6% 0,1% 43% 19%
- Trend(2003-2011) Stabiel Stabiel Daling Stabiel Stabiel - Daling Stabiel
- Internationalevergelijking, 15/16jaar(2011)VI
Boven gemiddelde
Gemiddeld Gemiddeld Boven gemiddelde
Onder gemiddelde
Gemiddeld Boven gemiddelde
Gemiddeld
Aantal probleemgebruikers 2007-2009 2008 2007-2009 2010
29 300 (afhankelijk-heid)40200(misbruik)
Onbekend ± 18 000 Onbekend Onbekend Onbekend 82400(afhankelijkheid)395600(misbruik)
±700 000VII
Aantal cliënten verslavingszorg (2011)
- Middelalsprimairprobleem- Middelalssecundairprobleem
10 9715746
94377 351
12 3131 925
117381
1688985
52497
362035486
n.v.t.
- Trend(2005-2010) Stijging Lichtedaling Daling(stabielsinds2008)
Daling Stijging(stabiliseringin2008)
- Stijging(afnamein2009)
n.v.t.
Aantal ziekenhuisopnames (2010)
- Misbruik/afhankelijkheidalshoofddiagnose- Misbruik/afhankelijkheidalsnevendiagnose
64767
63676
85200
- 614514785
Onbekend
- Trend(2005–2010) Stijging Stijging Stijging Stijging - Stijging Onbekend
Geregistreerde sterfte (2010)VIII
Vrijwelgeenprimairesterfte
14(primair)
37(primair)
<5 5 686(primair)IX
1 053 (secundair)
19214(primairensecundair)
beschreven. V. Ten opzichte van het gewogen gemiddelde in lidstaten van de Europese Unie (EMCDDA).
VI. Ten opzichte van het ongewogen gemiddelde in 36 Europese landen (ESPAD). VII. Gebaseerd op de
zware rokers (20 of meer sigaretten per dag) in de bevolking van 12 jaar en ouder in 2010. VIII. Primaire
sterfte: middel als primaire (onderliggende) doodsoorzaak. Secundaire sterfte: middel als secundaire
doodsoorzaak (bijdragende factor of complicatie). IX. Hierbij is de sterfte aan verkeersongevallen en
sterfte geassocieerd met kanker nog niet meegerekend.
28 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 1b Kerncijfers Drugscriminaliteit: Opiumwetdelicten in de strafrechtsketen, 2010
Fase in keten Opsporingson-derzoeken meer ernstige vormen georganiseerde drugscriminaliteit
Aantal verdachten politie/KMarI
Aantal zaken OM
Afdoeningen rechter 1e aanleg
GedetineerdenII
Aantal Opiumwet
- Totaal Onbekend 15 772 14865 9 391 2 107
- Harddrugs 32%(alleenharddrugs)
7134 6880 4363 Onbekend
- Softdrugs 27%(alleensoftdrugs)
7 393 7 338 4556 Onbekend
- Beide 41%(hard+soft) 1236 578 465 Onbekend
- Ontwikkeling 2009-2010 absoluut
Daling Daling Daling Lichtedaling
- Globale trend 2003-2010
Onbekend Toename tot 2004,sindsdiendalendDalingharddrugssterkerdandalingsoftdrugs
Toename tot 2004,sindsdiendalend Dalingharddrugssterkerdandalingsoftdrugs
Toename tot2006,sindsdien dalendDalingharddrugssinds 2003Softdrugseerststijgend,sinds2007 dalend
DalingIII
%Opiumwet op totaal
77% 6,7% 7,0% 7,8% 21%
- Ontwikkeling 2009-2010 in %
Lichtestijgingtotaaldrugs(75%77%)
Minofmeerconstant (6,6%6,7%)
Lichtedaling(7,3%7,0%)
Lichtestijging(7,6%7,8%)
Lichtedaling(22%21%)
I. Cijfers 2010 zijn voorlopig. II. Peildatum 30 september 2010. III. Trend 2006-2010. Bronnen: KLPD/IPOL,
HKS, OMDATA, Kalidien & De Heer-de Lange, 2011.
29Summary
Summary
Netherlands National Drug Monitor (NDM)
2011 Annual Report
Belowisanoutlineofthemoststrikingdevelopmentsfromthe2011AnnualReportfromtheNetherlandsNationalDrugMonitor(NDM).Tables1aand1bpresentanoverviewofthemostrecentfiguresonsubstanceuseanddrug-relatedcrime.Recentusersarethosewhousedasubstanceduringthepastyearandcurrentusersarethosewhohaveusedasubstanceduringthepastmonth.
Drugs: usage and treatment demand
Cannabis use among school-goers stable; demand for treatment in the general population still risingPrimary-school children (7th and8th grade) have little experience of cannabis. In2011only0.3%ofthemhadeversmokedajoint.Thepercentageofcurrentcannabisusersamongmainstreamsecondaryschoolstudents(12-18years)declinedgraduallybetween1996and2003,andremainedstablein2007and2011.In2011,8%ofthisgroupwerecurrentcannabisusers.However,adeclinewasfoundinthepercentageofsecondary-schoolgoersusingcannabisataveryyoungage(14years):from19%in2003to11%in2011.ThepercentageofcannabisuseisloweramongthoseofMoroccanorigin,comparedtonativeDutchyoungsters.Nodifferenceswerefoundbetween the various school levels. TherateofcurrentcannabisuseamongDutchschool-goersaged15-16remainsrelativelyhighfor2011comparedtootherEuropeancountries(14%versusaEuro-peanaverageof7%for36countries). In2007-2009nearly30,000adults aged18-64werediagnosedwith cannabisdependence. Compared to the general population this group more often suffersco-morbiditywithothermentalhealthdisorders,suchasanxiety,depression,ADHDand behavioural disorders. Thenumberofcannabisusersseekingtreatmentfromtheaddictioncareservicescontinuestorise.Between2000and2010thenumberofprimarycannabisclientsrosefrom3,534to10,971.From2009to2010therewasanincreaseof7percent.Fouroutofevery10cannabisclientsareyoungerthan25.Theaverageage is28-thesameasin2001.Bycomparison,theaverageagehasrisenforclientsseekinghelpforproblemsrelatedtococaine,opiates,ecstasy,amphetamine,oralcohol.Fornearly6ofevery10cannabisclients,cannabis is theonlysubstance involved; theremaining40%haveproblemswithoneormoreothersubstances.Still,fewpeople
30 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
areadmittedtogeneralhospitalswithcannabismisuseordependenceasthemaindiagnosis. In2010therewere64suchadmissions.Thenumberofadmissionscitingcannabisproblemsasasecondarydiagnosisislargerandcontinuestorise–from520casesin2009to767in2010(+48%).Innearlyaquarter(22%)ofadmissionswherecannabisproblemswereasecondarydiagnosis,themaindiagnosisinvolvedpsychoses.
On thewhole,noadequateexplanationhasbeen found for the rise indemandforcannabistreatment.Thisupwardtrendinseekingtreatmentmaybeindicativeofagrowingnumberofproblemcannabisusers,whetherornotinconnectionwiththerelativelyhighTHCcontent inDutch-grownweed. Itmayequally reflectan impro-vementintreatmentforcannabisproblemsoragrowingawarenessoftheaddictivepropertiesofcannabis,leadinguserstoseekhelpearlier.Besides,itisimportanttobearinmindthatthenumbersarelikelytoreflectalag:itcantakeyearsbeforeproblemusersseekhelp-ifatall.Itisthereforepossiblethatariseintreatmentdemandcanbetracedbacktoamuchearlierincreaseinproblemuseinthepopulation.
Stabilising treatment demand for cocaine addiction; slight rise in hospital admissionsIntheschool-goingpopulationaged12-18years inmainstreameducation,ever-useofcocainedeclinedslightlyfrom3%to1.7%between1996and2007,andremainedatthislevelin2011.Currentuseremainedaround1percentthroughoutthatperiod(0.8%in2011). Cocaine,particularlywhensniffedorsnortedinpowderformisrelativelycommonamongyouth andyoungadultswhoare frequently ‘outon the town’, but is lesspopular than ecstasy. The smoked form of cocaine (crack cocaine) ismuchmorecommon among opiate addicts; however, there are crack users in the hard drugsscenewhodonot useopiates. It is not knownhowmanypeople suffer physical,mentalorsocialproblemsonaccountofexcessivecocaineuse. Up to 2004 the addiction care services registered a sharp increase in primarycocaineclients,from2,500in1994to10,000in2004.Between2004and2009thenumberhoveredaround10,000(9,993in2009).Foroverhalf(52%)oftheclientswithaprimarycocaineproblemin2009,smokingcrackwasthemainproblem.For46%,snortingthedrugwasthemostcommonmethodofuse. Thenumberofhospitaladmissionscitingcocainemisuseordependenceas theprimarydiagnosisislimited(114in2010).Thenumberofadmissionscitingcocaineproblemsasasecondarydiagnosisislargerandisgraduallyrising.In2010therewere756suchadmissions,onefifthofwhichwererelatedtorespiratoryillnesses.
Decline in the percentage of opiate users receiving treatment stagnatingHeroinuseoccurslittleamongthegeneralpopulation.Norisitpopularamongtheyouth.In2011only0.6%ofschool-goersaged12to18yearsinmainstreameduca-tionhadtriedthisdrug,and0.2%reportedpastmonthuse.
31Summary
Accordingtothemostrecentestimate,whichisfor2008,thereareapproxima-tely18,000problemopiateusersintheNetherlands-lessthanadecadeearlier.Thenumberofopiateclientsreceivingaddictioncarehaslikewisedeclinedsincethestartofthiscentury.Between2002and2009thetotalnumberofclientswithaprimaryopiateproblemfellby24%,stabilisingin2010atabout12,000opiateclients. Theproportionofyoungopiateclients(aged15-29years)receivingtreatmentforaddictiondeclinedduringthesameperiodfrom14to4percent.ThemajorityofopiateusersareknowntotheAddictionCareservices.In2010,only4%ofcaseswerenew.TherestwerealreadyregisteredfortreatmentwithAddictionCareforadrugproblem. Afteraslightdeclineinadmissionstogeneralhospitalscitingopiateproblemsasasecondarydiagnosis,thenumberhasbeenrisinggraduallysince2006.In2010,atotalof676admissionswereregistered,17percentmorethanin2009.Inaquarterofthecases,respiratoryillnessesandsymptomsweretheprimaryreasonforadmis-sion.Thisispresumablyduetosmokingheroin,whichisthemostcommonmethodofusingthedrugintheNetherlands.Thetotalnumberofhospitaladmissionswithopiateproblemsastheprimarydiagnosisremainslow(63in2010). ThenumberofnewlynotifiedcasesofHIVandhepatitisBandCamonginjectingdrugusershasbeenlowforyears.TheNetherlandshasthelowestnumberofnewlydiagnosedHIVcasesamongdruguserspermillioninhabitants(0.1in2009)intheEU-15. However, the number of existing infections, particularly of hepatitis C, ishigh–atleastinmunicipalitiesthathavedataonthis.ThevastmajorityofregionsintheNetherlandslackdataontheprevalenceofhepatitisCamongdrugusers.
Percentage of ecstasy-related incidents at large-scale events increasingEcstasyandamphetamineuseamongsecondary-schoolstudentsdeclinedbetween1996and1999andstabilisedbetween2003and2011.In2011,2.6percentofschool-goershadevertriedecstasy,and0.9hadusedthedrugduringthepastmonth.Somewhatfewerschool-goersuseamphetamine(everuse:1.8%andcurrentuse:0.6%). Aftercannabis,ecstasyremainsthemostpopularillegaldrugamongjuvenilesandyoungpeopleinthesocialscene.Amphetamineuseismorecommoninthesegroupsthaninthegeneralpopulation,butisconsiderablylowerthanecstasyuse. Itisnotknownhowmanypeopledevelopproblemsfromecstasyoramphetamineuse.FewecstasyusersseektreatmentfromtheAddictionCareservices.ThenumberofecstasyclientsasapercentageofalldrugclientsinAddictionCarehasbeenlowforyears-lessthan1%-andisdecliningslightly.In2010,177clientswithaprimaryecstasyproblemwereregisteredand281withasecondaryecstasyproblem.Thereisagreaternumberofpeopleseekinghelpforproblemsrelatedtoamphetamine,andthenumbertripledfrom501in2001to1,688in2010.Nonetheless,thisaccountedfornomorethan5percentofallthosewithaprimarydrugproblemin2010.
Ecstasyplaysapart indrug-relatedincidentschieflyatlarge-scaleevents.Between2009and2011anincreaseinincidentsinvolvingecstasyastheonlydrugwasregis-tered.Amphetamineplaysarelativelyminorroleindrug-relatedincidents.
32 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Thenumberofadmissionstogeneralhospitalswithaprimaryorsecondarydiag-nosisofmisuseanddependency involvingamphetamine-likesubstances (includingecstasy)remainslimited,buthasshownanupwardtrendduringthepastdecade.In2010amphetamine-relatedproblemsconstitutedthemaindiagnosis for85admis-sions,andasecondarydiagnosisfor200admissions.
Increase in GHB incidentsGHBuseisrelativelyrareinthegeneralpopulationandamongschool-goersinmain-streameducation. In20110.6percentofschool-goersaged12to18hadeverusedGHB.Thisdrugisusedrelativelymoreofteninthenightlifescene,butisalsofoundinothersettings,includingamongothersmarginalisedgroupsandproblemyouth.‘Homeusage’hasbeenidentifiedamongpeople,whoforvariousreasonsuseGHBtogetherwithfriendsandacquaintancesin‘houseparty’settings;therearealsodependentusers,forwhomuseofthedrugisnolongersociallydriven. GHBuse,particularlyonadailybasis,canleadtodependence,andsuddencessationcanresultinratherseverewithdrawalsymptoms.TreatmentdemandonaccountofGHBaddictionhas increased inanumberofAddictionCareorganisations in recentyears,butnationaldatahaveonlybeenavailablesince2009.Inthatyear,279peoplewithaprimaryGHBproblemwereregistered,risingto524in2010,withanaverageageof28. GHBisdifficulttodoseaccurately,andthereisahighriskofoverdose.ItisestimatedthatthenumberofGHBvictimsreceivingemergencyhospitaltreatmenttripledbetween2005 and 2010 to over 1,000 cases. A Monitor attached to various medical services, operating in a number of regions registered a total of 3,652 reported drug-relatedincidents in2011,ofwhich20% involvedGHB. Innearlyhalfof theGHB incidentsalcohol had also been consumed. It is unclear howmany deathsmay be linked toGHB.In2011sixcaseswereregisteredintheCausesofDeathstatisticswithStatisticsNetherlands(CBS).It isunknown,however,whetherGHBwastheactualcause,oracontributory factor in thesedeaths. In 2011 theNetherlands Forensic Institute (NFI)registeredatotaloffivecasesinwhichGHBwastheprimarycauseofdeathandthreecasesinwhichGHBuseplayedanindirectroleinthedeath.
Treatment demand for sleeping pills and tranquilisers limited, but almost doubled Itisnotonlyalcoholandillegaldrugsthatcanleadtomisuseandaddiction,chronicuseofsleepingpillsandtranquilisersalsoincursthisrisk.Themajorityofsleepingpillsandtranquilisersbelongtothebenzodiazepinefamily.In2009,10percentofthegeneralDutchpopulationagedbetween15and64yearshadusedthesemedicationsduringthepastyear.Sixpercenthadusedthemduringthepastmonth(currentusers).Thistranslatesinto1.1millionrecentusersandabout650,000currentusers.Therateofusewas twiceashighamongfemalescomparedtomales,androsewith increasingage.Peopleovertheageof65yearsarenotincludedinthesefigures.Aboutaquarterofallbenzodiazepineusersareagedover65,whichmeansthisagegroupisover-represented. In2011approximately9percentofsecondaryschoolpupilsaged15and16years
33Summary
hadeverusedsleepingpillsor tranquilisersprescribedfor thembyadoctor.Some9percentalsoreportedhavingeverusedthesemedicationswithoutaprescription. On thebasis of data about thedispensingofmedicines, it is estimated that aboutonethirdofbenzodiazepineusersarechronicusers.Chronicusecanleadtoaddiction.In2007-2009,0.3percentofthepopulationaged18-64yearsmetthecriteriaforadiagnosisofmisuseand0.2percentfordependenceonsleepingpillsortranquilisers.Thesedisordersaremorecommonamongfemalesthanmales.Thepercentagesaccountfor35,000peoplewhomisusethesemedicationsand22,000peoplewhoaredependentonthem. Since 1 January 2009 benzodiazepines are only covered for specific indicationswithinthebasic insurancepackage.Sincethen,theamountofbenzodiazepinesusedandthenumberofusershadfallen.Thenumberofusersdeclinedfrom1.61millioninthesecondhalfof2008to1.46millioninthesecondhalfof2009and1.43millioninthesecondhalfof2010. ThenumberofclientsregisteredwiththeAddictionCareservicesforaprimaryproblemwith benzodiazepines, barbiturates or other psycho-pharmaceuticals virtually doubledbetween2001and2010.Duringthisperiod,thenumberofclientswithaprimaryproblemrosefrom383to713.Thenumberofclientswithasecondaryproblemfluctuatedbetween2001and2010withoutanycleartrend,averagingsome1,650clients. Admissionstogeneralhospitalswithaprimarydiagnosisinvolvingsleepingpillsandtranquilisers showed an unpredictable pattern between 2001 and 2010. The annualaveragewasabout78admissions.Secondarydiagnosesroseduringthesameperiodfrom140to206cases.
Alcohol and tobacco: usage and treatment demand
Decline in alcohol use among school-goers; number of alcohol-related hospital admissions in the population continues to riseAlcoholuseamongschool-goersagedbetween12and18yearsinsecondaryeduca-tiondeclinedbetween2003and2011.In2011,43%ofthiscohortwerepast-month(current)drinkers,comparedto58%in2003.Thedeclinewasmostmarkedinthe12-14agegroup. In2011nearlyone in three (30%) school-goershadconsumed5ormoreunitsofalcoholonatleastoneoccasionduringthepastmonth(definedas binge drinking). However, this represents a decline between 2003 and 2011.In 2003, 40 percentwere binge drinkers and in 2007 the figurewas 36 percent.However,amongcurrentdrinkers,thepercentageofbingedrinkershasnotdeclined:66percentin2003,68percentin2007and68percentin2011. Despiteadeclineinalcoholuse,thepercentageofDutchschool-goersaged15and16yearswhohadconsumedalcoholontenormoreoccasionsduringthepastmonthisstillwellabovetheaveragefor36Europeancountries(20%versus9%). The percentage of juveniles under the age of 16 years that had attempted topurchasealcoholdeclinedsharplybetween2001and2009.However,theirchanceofsuccesshasremainedundiminished,despitealegalbanonsellingalcoholtounderage
34 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
customers.Apparently,Dutchyoungsters find it easier thananyof their Europeanpeerstoprocurealcohol.Heavydrinkingoccurredin10%ofthepopulationovertheageof12yearsin2009,accountingforatotalof1.4millionpeople. Thiswas lessthan in2001whentheratewas14%.Heavydrinkingisdefinedasconsumingatleast6unitsofalcoholononeormoredaysperweek.
In2010over36,000clientsweretreatedforaprimaryalcoholproblembytheoutpa-tientaddictioncareservices.Whilethisisslightlylessthanin2008and2009,itisoneandahalftimesasmanyasin2001.Theriseinprimaryalcoholclientswasapparentinallagegroups,butwasmostpronouncedamongolderpeople.In2010aquarterofprimaryalcoholclientswereovertheageof55years(26%). Theriseinalcohol-relatedhospitaladmissionsalsoappearstobecontinuing.In2010 a total of 6,145 admissions recorded a primary diagnosis of alcoholmisuseordependence. In2009,5,908 suchadmissionswere registered, and in2001 thenumberwas3,880.Admissionswithalcohol-relatedproblemsasasecondarydiag-nosisrosefrom9,949in2001to14,785casesin2010.Among juveniles under the age of 17 years, there was a further increase in thenumbertreatedbyapaediatricianforalcoholintoxication,risingfrom297casesin2007to762in2011.Thisnumberisanunderestimate,becausenotalljuvenilesareadmittedtohospitalforalcoholintoxicationorareseenbyapaediatrician.
Decline in percentage of smokers in the general population; number stabilising among school-goersTheresultsofvarioussurveyssuggestthatthepercentageofsmokersinthegeneralpopulationhas declined slightly during the past two years.According to StatisticsNetherlands(CBS),thepercentageofsmokersovertheageof12yearswentdownto25.6percentin2010.TheContinuousSurveyofSmokingHabitsbytheDutchExpertCentreforTobaccoControl(Stivoro)foundthat24.7%ofthoseovertheageof15yearswerecurrentsmokersin2011.Thiswasdownfrom27.7%in2009.Likewise,therewasadropinthepercentageofheavysmokers(20+aday)inthepopulationover theageof12years:downfrom6.3percent in2009to4.9percent in2010.A long-termperspectiveshowsthatthedecline inthepercentagesmokers ismostpronouncedamongthosewithhigherlevelsofeducation.Nonetheless,afall-offinsmokingwasfoundamongalllevelsofeducationin2010and2011. Thepercentageofschool-goersaged12-18yearsinmainstreameducationthathadeversmokeddeclinedbetween2007and2011from39%to36%.Duringthisperiod, thepercentageofdaily smokers stabilisedat19%.Smoking ismuchmorecommon among pupils in the VMBO vocational stream than pupils in the moreacademicVWO.Likewise,juvenilesinresidentialyouthcareandinyouthdetentioncentresarerelativelymuchheaviersmokersthantheirpeersinmainstreameducation.
Annually, aboutaquarterof smokersmakeanattempt toquit smoking. In2011,
35Summary
26% tried to kick the habit - about 900,000 smokers in total. In 2011, 37,540smokers made a claim under their health insurance policy for participation in asmokingcessationprogramme.From1January2012,onlybehaviouraltherapyforsmokingcessationsupportwillbecoveredbystandardhealthinsurance.
Deaths
Smoking still the main cause of premature deathIn2010,19,214peopleagedover20yearsdiedasadirectconsequenceofsmoking.Thiswasalmostthesamenumberasin2009.Lungcanceristhemaindirectcauseofsmoking-relateddeaths.Thedeathratefromthisdiseaserosefurtherin2010,parti-cularlyamongwomen.Thesefiguresdonotreflectdeathsduetopassivesmoking.Globally, it isestimatedthatoneinahundreddeathsareduetotheconsequencesofpassivesmoking.Thedeathsaremainlycausedbyillnessessuchasheartdisease,respiratorytractinfections,asthmaandlungcancer. The rising trend in total deaths from alcohol-related conditions from the early1990suntilaround2004hasnotcontinuedintheyearssince.In2010alcohol-relatedconditionswerethedirectcauseof686deaths;inalargernumberofcases(1,037),alcohol-related conditionswere registered as the secondary cause of death. Since2004,thetotalnumberofalcohol-relateddeathshasfluctuatedaround1,750casesannually. Thedeathratefromsmokingandalcohol-relatedconditionsismanytimesgreaterthan the death rate due to (hard) drugs. In 2010, 94 drug users died from theconsequencesofdrugoverdose,fewerthanin2009,whentherewere139deaths.In the past ten years, this number has fluctuated between around 100 and 140cases.Onlyoneinfivevictimsisagedbetween15and34years.Attheturnofthemillennium,asmanyas47%ofvictimswereinthisyoungagegroup.BycomparisonwithanumberofotherEUmemberstates,therateofacutedrug-relateddeathspermillioninhabitantsaged15-64yearsintheNetherlandsisrelativelylow. In2010,35deathsfrommedicationoverdosewereregistered.Ofthesecases,25werecausedbybenzodiazepines,5wereduetoothersedatives,and5caseswerecaused by barbiturates.
Market
“Purity” of ecstasy pills has increased further; purity of amphetamine fluctuates considerablyIn 2008 and 2009 a number of indicators pointed to a temporary decline in theavailabilityofMDMA.Thiswasfollowedbyarecoveryintheecstasymarketin2010whichcontinuedin2011.In2011,84percentofsamplesanalysedcontainedpureMDMA or anMDMA-like substance (MDMA,MDA,MDEA orMBDB); this was
36 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
thesamepercentageasin2010butmuchhigherthanin2009(58%).TheaverageMDMAcontentperecstasypillrosefurther in2011:100mg,comparedto66mgin 2009. Although the percentage of tablets containing other pharmacologically activesubstancesdeclinedfrom27percentin2009to3percentin2011,potentiallyharmfulsubstancesweresometimesfound,suchasPMMA. TheaverageamphetaminecontentinpillssoldasamphetaminefollowedthesametrendasforMDMAinpillssoldasecstasy(declinein2008-2009,increasein2010).However, a furtherdecline set induring the courseof2011.There is anoppositetrendforcaffeinecontent.In2010and2011thesubstance4-methylamphetamine(4-MA)wasincreasinglyfoundinspeedsamples(117timesin2011).InBelgium,theU.K.andtheNetherlands,thissubstanceisassociatedwithanumberofintoxications,afewofwhichhadfatalconsequences.
Gradual decline in the purity of cocaineDuring the past decade, the average purity of cocaine in consumer samples hasdeclined-from68percentin2001to49percentin2011.Thepercentageofcocainesamplescontainingmedicinesremainshigh.In2011,levamisolewasfoundin6outof10samples.Whilelevamisolewasformerlyamedicine,itisnolongerregisteredforhumanmedicinaluse.Itisnotknownwhattheprecisehealthrisksareofsnortingorsmokingcocainethathasbeencutwithlevamisole.IntheUS,casesofseriousblooddisordershavebeenreported.
Relatively large amounts of THC and low CBD in Dutch-grown weedTheaverageTHC-content(themainactivesubstance incannabis) inDutch-grownweeddeclinedfrom20to16percentbetween2004and2007,stabilisingatthislevelintheyearsfollowing.In2011theaveragepercentageofTHCinDutch-grownweedwas16.5%.TheTHCcontentinimportedhashishin2011was14percent,havingfluctuatedintheprecedingdecadebetween11percent in2000and19percent in2010. In2011,75percentof theanalysedsamplesofDutch-grownweedand43percentof importedhashishhadaTHCcontentofover15percent.Dutch-grownweedcontainsrelativelylittleornocannabidiol(CBD)(onaverage0.3%in2011),asubstancethat is thoughttocounteractsomeoftheunwelcomeeffectsofTHC,suchasacutepsychoticsymptomsandanxiety.ImportedhashishcontainsmoreCBD(6.7% in2011), leading to the conclusion that itmaypossiblybe less harmful tohealth.
Rising prices for ecstasy, amphetamine and cocaineThepriceofamphetaminerosesharplybetween2010and2011.In2010,userspaidonaverage7euro,in2011theypaid9europerdose.Ecstasylikewisewentupinprice,costingonaverage3.7europerpillin2011.Alsoin2011,cocainewastradingatanaverageof55europergram,morethanin2010(average47euro). GHBisrelativelycheap.In2011userspaidaroundsixeuroper5mldoseofGHB.
37Summary
Ifitishome-made,auseronlypaysaroundtencentperdose. Afterrisingbetween2004and2009,thepriceforagramofDutch-grownweedremainedstableduringtheperiod2009-2011(averaging8.3europergramforthemostpopularvariety).Importedhashrosegraduallyfrom6.6europergramin2004to9.1europergramin2010,onlytodeclineagainto7.8euroin2011. ThepriceofdrugsinAmsterdamandotherlargeurbanareasisoftenhigherthanintheremainderoftheNetherlands.
Offences against the Opium Act
Investigations into serious forms of organised crime are mainly drug-relatedThepercentageofinvestigationsintomoreseriousformsoforganisedcrimeinvolvingdrugs rose slightly in2010, standingat77percent.Thepercentages forhardandsoft drugs respectively are unchanged. However, seen in a long-term perspective(since2003) therehasbeenadecline in thepercentage involvingharddrugsanda rise in thepercentage involving softdrugs.Of theharddrugs involved, cocainepredominatedininvestigationsintocriminalorganisations,althoughthepercentageisshowingadecline.Insecondplacewerecasesinvolvingsyntheticdrugs-anincre-asingpercentage-andinthirdplacecasesrelatedtoheroin,whichareonthedecline.
Slight drop in Opium Act offences in the law enforcement chainTheoverallpicturefor2010showsadropinthetotalnumberofdrugoffencesdealtwithby thepoliceandthePublicProsecutorand likewiseadecline in thenumberofcasesdisposedofbythecourts.Some15,000drugsuspectswerechargedbythepoliceandthePublicProsecutorin2010.Over9,000weredealtwithbythecourts.Owingtochangesintheregistrationsystemandtheprovisionalnatureofthe2009data,itisdifficulttocomparethesefigureswiththoseofearlieryears.
Rising long-term trend in the percentage of soft drug offencesAsaproportionofdrugcrimes,offencesinvolvingsoftdrugsare,overall,greaterthanthose involvingharddrugs.Thepercentageof softdrugsoffenceshasbeen risingforsometime.However,thepercentageofharddrugscasesbeforethepoliceandthePublicProsecutorroseslightlybetween2009and2010,whereasthetrendhadpreviouslybeendownward.
Drug offenders usually end up in courtSummonsesareissuedforthemajority(67%)ofalldrugoffences,andthepercen-tagerosein2010.Harddrugcasesappearbeforethecourtmoreoftenthansoftdrugcases.Thelatteraremoreoftendisposedofwithoutasummons,forexamplebywayofafinancialtransaction.Casesinvolvingbothhardandsoftdrugsconstituteaclearminority,butarerelativelymoreoftenpursuedthroughthecourts. In 2010, the court imposed the same number of community service orders in
38 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
the first instance as (partly) suspended detention orders - unchanged from2009.Theaveragedurationofacommunityserviceorderwas97hours,comparedtoanaverageof303daysforadetentionorder-virtuallythesameas2009.Othersanc-tions,thoughlesscommon,includefines,withamedianamountof€420imposed.
Detainees held for drug offencesAccordingtothesurveyconductedon30September2010,almost2,000offenderswereservingacustodialsentenceforadrugcrime.Thisrepresents20percentofthetotalprisonpopulationandisslightlylowerthanin2009.
Recidivism among drug law offendersSomesevenpercentofoffendersconvictedofadrugsoffenceare foundguiltyofre-offendingwithinayear.Overaten-yearperiod,thisnumberrisesto28%.Recidi-vismingeneral(includingforothercrimes)isseveralpercentageshigheramongharddrugoffendersthanamongthoseconvictedofoffencesinvolvingsoftdrugs.Seriouscriminalrecidivismisalsosomewhatmorecommonamongharddrugcriminals.
Drug users in the law enforcement system
Drug-using suspects mainly held for property crimes and crimes involving violenceThecategory“drug-usingsuspects”whoareknowntothepolicecompriseschieflymales.In2010,theaverageagewas41years.Themajorityhaveasizeablecriminalrecord,andaremostlyarrestedinconnectionwithpropertycrimesandcrimesinvol-vingviolence.Thepercentageofthesecrimesismoreorlessstabilising.
Drink-driving offences downSuspectedcasesofdrink-drivingshowadownwardtrend.
Highly active prolific offenders less likely to be addictsTwothirds(67%)ofhighlyactiveprolificoffendersareregisteredwiththeProbationservicesasaddicts.Thisnumberdatesfrom2008,themostrecentyearsurveyed.Thepercentageofaddictsamonghighlyactiveprolificoffendersisdeclining.
Domestic violence and substance useSubstanceuse,particularlyalcoholisofteninvolvedinincidentsofdomesticviolence.Theviolenceismoreseriousifsubstanceshavebeenusedbytheperpetrator,andthevictimoftensuffersinjuriesinthesecases.
Drug-related public nuisanceAccordingtotheNationalSafetyMonitorof2010and2011,closetofivepercentoftheDutchpopulationreportshavingexperiencedpublicnuisancerelatedtodrugs.
39Summary
This is virtually unchanged from 2009. However, drug-related public nuisance isrelativelyrarelyregardedasthemosturgentprobleminaneighbourhood.
Increasing use of Probation and Aftercare for addictsIn 2010, Probation andAftercare for addicts undertook activities for over 20,000convicted offenders. This represents an increase on 2009. Most of the activitiesinvolvedsupervisionorcompilingadvisoryreportsonbehalfofthePublicProsecutor,thecourtsortheprisonauthorities.
Care as an alternative to detentionIncreasingly, activities areaimedatdirecting convictedaddicts toextra-mural careprogrammes.In2010,therewereover5,000suchinstances.Mostcasesaredirectedtonon-clinicalorpart-timepsychiatricoraddictioncare.
Institutions for Prolific Offenders EightypercentofoffenderswhoreceiveacourtorderforPlacementinanInstitutionforProlificOffenders(ISD)areproblemdrugusers.Themajorityoftheseparticipateinaprogrammeinvolvingbehaviouralinterventionseitherwhileincustodyorextra-murally.ThenumberofISDparticipantsin2010wasvirtuallyunchangedfrom2009,andhasbeenmoreorlessstableinrecentyears,averaging493participantsmonthlyin2010.Besidesareductionincrimeduetooffendersbeingkeptoffthestreets,theISDhasresultedinlessrecidivismthanastandardcustodialsentence.Thiseffecthasbeenfoundtobesmall-to-mediuminsize.
40 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
I. Chiefly heroin (and methadone). II. Recent use: in the past year; current use is in the past month. III. For
tobacco (smoking) the most recent data from various sources are shown. The measure shown is the ‘percentage
of daily smokers’ in 2011 in the population aged over 15. IV. Owing to differences in research methods, the
data for drug use in 2005 and 2009 are not comparable. The same method was used for the measurements
conducted in 2001 and 2005, which means a trend can be determined for this period. For alcohol, the research
methods were the same in 2005 and 2009, which means a trend can be determined for use in this period.
Table 1a Key Data on Substance Use
Cannabis Cocaine OpiatesI Ecstasy Amphetamine GHB Alcohol Tobacco
General Population Usage (2009) 2011
- Percentageofrecentusers,15-64yrsII
- Percentageofcurrentusers,15-64yrsII7,0%4,2%
1,2%0,5%
0,1%0,1%
1,4%0,4%
0,4%0,2%
0.4%0.2%
84%76%
-19%III
- Trendrecentuse(2001-2005)IV
- Trend recent use (2005-2009/2011)IVStableUnknown
StableUnknown
StableUnknown
StableUnknown
StableUnknown
- StableSlightdecline
DeclineDecline
- InternationalcomparisonV Average Average Low/medium Aboveaverage Belowaverage - Average Average
Use among juveniles, school-goers (2011)
- Percentageofcurrentusers,12-18yrs 7,7% 0,8% 0,2% 0,9% 0,6% 0,1% 43% 19%
- Trend(2003-2011) Stable Stable Decline Stable Stable - Decline Stable
- Internationalcomparison,15/16yrs(2011)VI
Above average
Average Average Aboveaverage Belowaverage Average Aboveaverage Average
Number of problem users 2007-2009 2008 2007-2009 2010
29 300 (dependence)40200(misuse)
Unknown ± 18 000 Unknown Unknown Unknown 82400(dependence)395600(misuse)
±700 000VII
Number of addiction care clients (2010)
- Substanceasprimaryproblem- Substanceassecondaryproblem
10 9715746
94377 351
12 3131 925
117381
1688985
52497
362035486
-
- Trend(2005-2010) Rise Slightdecline Decline(stablesince2008)
Decline Rise (stabilisedin2008)
- Rise(declinein2009)
-
Number of hospital admissions (2010)
- Misuse/dependenceasprimarydiagnosis- Misuse/dependenceassecondarydiagnosis
64767
63676
85200
- 614514785
Unknown
- Trend(2005–2010) Rise Rise Rise Rise - Rise Unknown
Registered deaths(2010)VIII
Virtually noprimarydeaths
14(primary)
37(primary)
<5 5 686(primary)IX
1 053 (secondary)
19214(primaryandsecondary)
41Summary
Table 1a Key Data on Substance Use
Cannabis Cocaine OpiatesI Ecstasy Amphetamine GHB Alcohol Tobacco
General Population Usage (2009) 2011
- Percentageofrecentusers,15-64yrsII
- Percentageofcurrentusers,15-64yrsII7,0%4,2%
1,2%0,5%
0,1%0,1%
1,4%0,4%
0,4%0,2%
0.4%0.2%
84%76%
-19%III
- Trendrecentuse(2001-2005)IV
- Trend recent use (2005-2009/2011)IVStableUnknown
StableUnknown
StableUnknown
StableUnknown
StableUnknown
- StableSlightdecline
DeclineDecline
- InternationalcomparisonV Average Average Low/medium Aboveaverage Belowaverage - Average Average
Use among juveniles, school-goers (2011)
- Percentageofcurrentusers,12-18yrs 7,7% 0,8% 0,2% 0,9% 0,6% 0,1% 43% 19%
- Trend(2003-2011) Stable Stable Decline Stable Stable - Decline Stable
- Internationalcomparison,15/16yrs(2011)VI
Above average
Average Average Aboveaverage Belowaverage Average Aboveaverage Average
Number of problem users 2007-2009 2008 2007-2009 2010
29 300 (dependence)40200(misuse)
Unknown ± 18 000 Unknown Unknown Unknown 82400(dependence)395600(misuse)
±700 000VII
Number of addiction care clients (2010)
- Substanceasprimaryproblem- Substanceassecondaryproblem
10 9715746
94377 351
12 3131 925
117381
1688985
52497
362035486
-
- Trend(2005-2010) Rise Slightdecline Decline(stablesince2008)
Decline Rise (stabilisedin2008)
- Rise(declinein2009)
-
Number of hospital admissions (2010)
- Misuse/dependenceasprimarydiagnosis- Misuse/dependenceassecondarydiagnosis
64767
63676
85200
- 614514785
Unknown
- Trend(2005–2010) Rise Rise Rise Rise - Rise Unknown
Registered deaths(2010)VIII
Virtually noprimarydeaths
14(primary)
37(primary)
<5 5 686(primary)IX
1 053 (secondary)
19214(primaryandsecondary)
V. Compared to the weighted average in EU member states (EMCDDA). VI. Compared to the unweighted
average in 36 European countries (ESPAD). VII. Based on heavy smokers (20 or more cigarettes a day in the
population aged over 12 in 2010. VIII. Primary deaths: substance as primary (underlying) cause of death.
Secondary deaths: substance as secondary cause of death (contributory factor or complication). IX. Not taking
account of road deaths or cancer-related deaths.
42 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Table 1b Key Data Drug Crime: Opium Act Offences in the law enforcement chain, 2010
Phase in the chain
Investigations into more serious forms of organised drug crime
Number of police/Royal Constabulary suspectsI
No. Of public prosecutor cases
Disposal by the courts in the 1st instance
DetaineesII
Number of Drug Offences
- Total Unknown 15 772 14865 9 391 2 107
- Harddrugs 32%(only harddrugs)
7134 6880 4363 Unknown
- Softdrugs 27%(only softdrugs)
7 393 7 338 4556 Unknown
- Both 41%(hard+soft) 1236 578 465 Unknown
- Development 2009-2010 absolute
Decline Decline Decline Slightdecline
- Global trend 2003-2010
Unknown Increase until 2004,sincethendecliningDecline in hard drugsmoremarkedthandeclineinsoftdrugs
Increase until 2004,sincethendecliningDecline in hard drugsmoremarkedthandeclineinsoftdrugs
Increase until 2006,since then decliningDecline in hard drugssince2003Softdrugsfirstrising,thendecliningsince2007
DeclineIII
%Opium act of total
77% 6,7% 7,0% 7,8% 21%
- Development 2009-2010 in %
Slightriseintotaldrugs(75%77%)
More or less stable (6.6%6.7%)
Slightdecline(7.3%7.0%)
Slightdecline(7.6%7.8%)
Slightdecline(22%21%)
I. Data for 2010 are provisional. II. Survey date 30 September 2010. III. Trend 2006-2010. Sources: KLPD/
IPOL, HKS, OMDATA, Kalidien & De Heer-de Lange, 2011.
431 Inleiding
1 Inleiding
De Nationale Drug Monitor
InNederlandvolgentalvanmonitorsdeontwikkelingenophetgebiedvanmiddelen-gebruik.Ookverschijnenerinhoogtempowetenschappelijkepublicatiesovergebruiks-patronen, preventie vanmiddelengebruik enbehandelwijzen.Voorbeleidsmakers enprofessionals in de praktijk en diverse andere doelgroepen biedt de Nationale DrugMonitor(NDM)eenactueeloverzichtindezegrotestroomvaninformatie.
Het primaire doel van de NDM is om gecoördineerd en consistent gegevens overontwikkelingen inmiddelengebruik te verzamelen op basis van bestaand onderzoekenregistratiesendezekennistebundelenentevertalenineenaantalkernproducten,zoalsJaarberichtenenthematischerapporten.Dezedoelstellingsluitaanophethuidigestrevennaarhetopfeitenbaserenvanbeleidenpraktijk.
DeNDM is in1999opgericht.Datgebeurdeop initiatiefvandeministervanVWS.Drugsbeleidkentechternietalleenvolksgezondheidsaspecten,maarookaspectenvancriminaliteitenoverlast.Sinds2002ondersteuntookhetministerievanJustitiedeNDM.
DeNDMbehartigtdevolgendefuncties:• OverkoepelingvanenafstemmingtussendeinNederlandlopendepeilingenenregi-stratiesvanhetgebruikvangenotmiddelen(drugs,alcohol,tabak)enverslaving.DeNDMstreeftnaarverbeteringenharmonisatievanmonitoringactiviteiteninNederland,rekeninghoudendmetinternationalerichtlijnenvoorgegevensverzameling.
• Synthesevangegevensenrapportageaannationaleoverhedenenaaninternationaleennationaleinstanties.TotdeinternationaleorganisatieswaaraandeNDMrapporteerthorendeWHO(WereldGezondheidsorganisatie),deVerenigdeNatiesenhetEMCDDA(EuropeanMonitoringCentreforDrugsandDrugAddiction).
IndeNDMstaanhetverzamelenenintegrerenvancijferscentraal.Ditgebeurtvolgenseenbeperktaantalkernindicatoren,ofwelbarometersvoorbeleid,diezijnovereenge-komendoordelidstatenvandeEuropeseUnieinhetkadervanhetEMCDDA.Hetgaatdaarbijomgegevensover:• middelengebruikindealgemenebevolking• problematischgebruikenverslaving• beroepopdehulpverlening• ziekteinrelatietotmiddelengebruik• ensterfteinrelatietotmiddelengebruik.
44 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Hetideeachterdezevijfkernindicatorenisdatdedrugssituatieineenlandernstigerisnaarmateerméérdrugsgebruikvoorkomtindealgemenebevolking,erméérproble-matischedrugsgebruikersenverslaafdenzijn,ermééreenberoepwordtgedaanopdehulpverleningenerméérziekteensterftevoorkomtinrelatietotdrugsgebruik.Trendsindezeindicatorenkunnenechterdoormeerfactorenwordenbeïnvloeddanalleendedrugsproblematiek.VooreennaderetoelichtingverwijzenwenaarBijlageG.
Voorzoverbeschikbaarzijnookgegevensopgenomenoveraanbodenmarkt,zoalsdeprijsenkwaliteitvandrugs.DeNDMrapporteertookoverdegeregistreerdedrugscri-minaliteitendestrafrechtelijkereactiehierop.Ditgebeurteveneensvolgenseenserieindicatoren,waarvoorhetWODCgegevensverzamelt(Meijeretal.,2003;Snippeetal.,2000).
Samenwerkingsverband
DeNDMsteuntopdeinbrengvanveledeskundigen.Uitvoerdersvantalvanlokaleennationalemonitoringprojecten, registrerende instantiesenandereorganisaties leverenbouwstenen aan.
DekwaliteitvandepublicatieswordtgewaarborgddoordeWetenschappelijkeRaadvandeNDM.DezeRaadbeoordeeltalleconcepttekstenenadviseertoverdekwaliteitvandemonitoringgegevens.DeWerkgroepPrevalentieschattingenvanproblematischmiddelengebruikendeWerkgroepDrugsgerelateerdesterfteondersteunendeNDMopthematischedeelgebieden. Eensper jaarpubliceertdeNDMeencijfermatigoverzicht vanverslavingenmidde-lengebruikendegevolgendaarvan:hetJaarbericht.Ditrapportmaaktdeeluitvandedocumentatiediehetparlementjaarlijkskrijgtaangeboden.
Jaarbericht 2011
VooruligthettwaalfdeJaarberichtvandeNDM.Evenalsinvoorgaandejaarberichtenbeslaandehoofdstukkentweetotenmetachtontwikkelingenpermiddel,ofklassenvan middelen: cannabis, cocaïne, opiaten, ecstasy en amfetamine, GHB, alcohol entabak.Nieuwin2011iseenhoofdstukoverslaap-enkalmeringsmiddelen.Perhoofd-stukwordenkortenbondigdemeestrecentecijfersgerapporteerdoverhetgebruik,hetproblematischgebruik,dehulpvraag,ziekteensterfteentenslotteaanbodenmarkt.DepositievanNederlandwordtininternationaalperspectiefgeplaatst,maarvanwegemethodologischeverschillendienenvergelijkingentussenlandensteedsondervoorbe-houdtewordengemaakt.
451 Inleiding
Na de middelenhoofdstukken volgen in hoofdstuk tien gegevens over de (geregi-streerde)Opiumwetcriminaliteit,metals rodedraaddeverschillendeonderdelenvandestrafrechtsketen(politie,OpenbaarMinisterie,rechter,detentie,criminelerecidive).Inhoofdstukelfkomengegevensaandeordeoverdecriminaliteitvandrugsgebruikersendrugsgerelateerdeoverlast,enoverinterventiesdiebeschikbaarzijnvoordrugsver-slaafdeninhetstrafrechtelijksysteem.
Cijfers overmiddelengebruik en drugscriminaliteit kunnenop verschillendemanierenwordenverzameldenweergegeven.BijlageAgeeftinformatieoverdeterminologie.InbijlageBgevenwijeenbeknoptoverzichtvandemeestbelangrijkebronnenvoordeinformatieinditJaarbericht.
Statistische significantieIn dit Jaarbericht worden trends in middelengebruik en verschillen tussen groepengebruikersbeschreven.Bijgegevensdieafkomstigzijnvaneensteekproefuitdebevolkingsprekenwepasvaneentoenameofafnameingebruik(ofverschillentussengroepen),indien deze statistisch significant zijn. Dat betekent dat dit verschil (waarschijnlijk)niet op toeval berust. Statistische significantie zegt echter niet alles. Bij hele grotesteekproevenkunnenminiemeverschillensignificantzijn,maarpraktischgeziengeenbetekenishebben.Significantieisdusniethetzelfdealsrelevantie.Omgekeerdkunnenerduidelijkeverschillenzijnin,bijvoorbeeld,percentagesgebruikersinopeenvolgendepeilingen,dievolgensstatistischetoetsennietsignificantzijn.Datkanhetgevalzijnalssteekproevenrelatiefkleinzijn,endevariatiebinnengroepengroot.Indiegevallenkanhetvoorkomendatbijeengrotere steekproef (bijvoorbeeldmeer respondenten)eenresultaatwelsignificantzouzijn.
InditJaarberichtnemenwijstatistischesignificantieals leidraad.Hetbelangrijkstegegevenisechterdegroottevanhetverschil.
472 Cannabis
2 Cannabis
Cannabis (Cannabis Sativa of hennep) omvat hasj en wiet in diverse preparaten.THC(tetrahydrocannabinol) ishetbelangrijkstepsychoactievebestanddeel.Cannabiswordtdoorgaansgerooktinsigaretten,aldannietsamenmettabak,ensomsviaeenverdamper.Eten–indevormvanspacecake–komtweinigvoor.Consumentenervarencannabismeestalalsrustgevend,ontspannendengeestverruimend.Inhogedosiskancannabisangst,paniekenpsychotischesymptomenveroorzaken.Onderstaandegege-vensgeldenvoorhasjenwietsamen,tenzijandersaangegeven.
2.1 Laatste feiten en trends
Debelangrijkstefeitenentrendsovercannabisindithoofdstukzijn:• In 2009 lag het percentage ooit-, recente en actuele cannabisgebruikers in de
algemenebevolkinghogerdanin2005.Ditkansamenhangenmeteenwijziginginonderzoeksmethode(§2.2).
• Hetcannabisgebruikonderscholierenvanhet regulierevoortgezetonderwijsbleeftussen2007en2011stabiel(§2.3).
• Jongensgebruikenvakercannabisdanmeisjesenrokenperkeermeerjoints(§2.3)• Cannabisgebruikkomtbeduidendvakervooronderuitgaandejongerenenjongvol-
wassenenengroepen‘probleemjongeren’(§2.3).• HetrecentenactueelcannabisgebruikonderNederlandsevolwassenenvaltsamen
methetEuropesegemiddelde(§2.5).• HetpercentageactuelecannabisgebruikersonderNederlandsescholierenvan15–16
jaaristweekeerhogerdanhetEuropesegemiddelde(§2.5).• De jarenlange toenamevanhet aantal cannabiscliëntenbij de (ambulante) versla-
vingszorgheeftzichin2010voortgezet(§2.6).• Algemene ziekenhuizen registreren van 2009 naar 2010 eveneens een verdere
toenamevanhetaantalopnameswaarbijcannabismisbruikof-afhankelijkheideenrolspeelt(§2.6).
• HetgemiddeldegehalteTHC innederwiet isna2004nietverdergestegen.Naeendalingin2005stabiliseerdehetpercentageindeperiodetotenmet2011(§2.7,§2.8).
• Nederwietbevatvrijwelgeencannabidiol(CBD),eenstofdiemogelijkongewensteeffectenvanTHCtegengaat(§2.8).
• Degemiddeldeprijsvaneengramnederwietsteegtussen2006en2009enbleefin2010en2011ophetzelfdeniveau(§2.8).
48 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
2.2 Gebruik: algemene bevolking
Vanalleillegaledrugswordtcannabishetmeestgebruikt.In1997,2001,2005en2009vondenpeilingenplaatsvanhetNationaalPrevalentieOnderzoek(NPO,Rodenburgetal.,2007;VanRooijetal.,2011).Demethodevangegevensverzamelingverschildein2009vandieindeeerderepeilingen.In1997,2001en2005zijngegevensoverdrugsge-bruikverzameldineenpersoonlijkinterviewmetrespondenten,waarbijdeonderzoekerde antwoorden op een laptop invoerde. In 2009 vulde de respondent zelf direct deantwoordenopdevragenin,zonderdatdeinterviewermeekeek.Erzijnaanwijzingendatmeeranoniemeenprivacybeschermendemethoden,zoalstoegepastin2009,leidentothogereprevalentiesvangebruik(CBS;EMCDDA,2002).• Van1997tot2001bleefhetpercentagemensenindebevolkingvan15totenmet64
jaardatooitcannabishadgebruiktstabiel.Tussen2001en2005namhetpercentageooitgebruikerstoe.Hettotalepercentagerecenteenactuelegebruikersbleefindezeperiodeophetzelfdeniveau.Indepeilingvan2009laghetcannabisgebruikopallematenhogerdanin2005(tabel2.1).Zoalsaangegevenzoudenverschilleninonder-zoeksmethodenhierbijeenrolkunnenspelen.
• In2009hadongeveereenopdevierondervraagdenooitcannabisgebruikt(26%).• Eenopdeveertienhadinhetjaarvoorhetinterviewcannabisgeconsumeerd(recent
gebruik)eneenopdevijfentwintighadditnoggedaanindemaandervoor(actueelgebruik).
• Omgerekendnaardebevolkingbedraagthetaantalactuelegebruikersvancannabis466duizend.
• In2009had1,2procentvandebevolkingvoorheteerstinhetlevencannabisgebruikt.Deaanwasvannieuwegebruikersisoverdejarenheengelijkgebleven.
492 Cannabis
Tabel 2.1 Gebruik van cannabis in Nederland onder mensen van 15 tot en met 64 jaar.
Peiljaren 1997, 2001, 2005 en 2009IIIIII
1997 2001 2005 TrendbreukIII 2009III
Ooitgebruik• Mannen• Vrouwen
19,1%24,5%13,6%
19,5%23,6%15,3%
22,6%29,1%16,1%
… 25,7%32,9%18,4%
RecentgebruikI
• Mannen• Vrouwen
5,5%7,1%3,8%
5,5%7,2%3,8%
5,4%7,8%3,1%
… 7,0%9,8%4,2%
ActueelgebruikII
• Mannen• Vrouwen
3,0%4,2%1,8%
3,4%4,8%1,9%
3,3%5,2%1,5%
… 4,2%6,3%2,0%
Heeftvoorheteerstinhetafgelopenjaargebruikt
1,4% 1,1% 1,3% … 1,2%
GemiddeldeleeftijdvanderecentegebruikersI
27,3 jaar 28,3 jaar 30,5 jaar … -
Aantal respondenten: 17 590 (1997), 2 312 (2001), 4 516 (2005), 5 769 (2009). … = Trendbreuk. I. In het
afgelopen jaar. II. in de afgelopen maand. III. In 2009 is de onderzoeksmethode gewijzigd (zie tekst). Deze
wijziging kan van invloed zijn geweest op de uitkomsten. Bron: NPO, IVO/CBS.
Leeftijd en geslacht• Meermannendanvrouwengebruikencannabis(tabel2.1).• Consumptie van cannabis komthetmeest voor onder jongeren en jongvolwas-
senen(figuur2.1). - Het percentage recente gebruikers van cannabis is bijna twee keer hoger in
deleeftijdsgroep15-24jaarvergelekenmet25-44-jarigen,enachtkeerhogervergelekenmetmensenvan45-64jaar.
- Degemiddeldeleeftijdvanderecentecannabisgebruikersnamtoe,van27jaarin1997naarbijna31jaarin2005(tabel2.1;geencijfersvoor2009).
- De startleeftijd is de leeftijdwaarop iemand voor het eerst eenmiddel heeftgebruikt(zieookbijlageA:startleeftijd).Onderdeooitgebruikersvancannabislagindeleeftijdsgroepvan15totenmet24jaardestartleeftijdopgemiddeld16,4jaar.Indeleeftijdsgroepvan15totenmet64jaarlagdestartleeftijdopgemiddeld19,6jaar.
50 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 2.1 Cannabisgebruikers in Nederland per leeftijdsgroep. Peiljaar 2009
2
4
6
8
10
12
14
16
18%
Recent
Actueel
15-24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar
8,3 5,1 1,4
16,1 7,7 2,2
Percentage gebruikers recent (laatste jaar) en actueel (laatste maand) per leeftijdsgroep. Bron: NPO, IVO.
De grote stedenConsumptievancannabiskomtmeervooringrotestedendanelders(tabel2.2).• In 2009 was het percentage mensen dat ervaring heeft met cannabis in zeer sterk
stedelijkegebiedenongeveertweekeerzogrootalsinmatig,weinigenniet-stedelijkegebieden.
• Ookhetpercentagerecenteenactuelecannabisgebruikerswasveruithethoogstinzeersterk stedelijkegebieden.Deoverigegebiedenverschillenweinig in recentenactueelcannabisgebruik.
512 Cannabis
Tabel 2.2 Gebruik van cannabis in de vier grote steden en in niet-stedelijk gebied onder mensen van
15 tot en met 64 jaar. Peiljaar 2009
Ooit Recent Actueel
ZeersterkstedelijkI 38,7% 12,6% 8,2%
SterkstedelijkII 27,5% 6,9% 3,7%
MatigstedelijkIII 22,8% 5,6% 3,0%
WeinigstedelijkIV 17,5% 4,7% 3,0%
Niet-stedelijkV 18,5% 4,3% 2,6%
Percentage gebruikers ooit in het leven, recent (laatste jaar) en actueel (laatste maand). I. Definitie (CBS):
gemeenten met meer dan 2 500 adressen per vierkante kilometer. Dit zijn: Amsterdam, Rotterdam,
Delft, Den Haag, Groningen, Haarlem, Leiden, Rijswijk, Schiedam, Utrecht, Vlaardingen en Voorburg. II.
Gemeenten met 1 500 -2 500 adressen per vierkante kilometer. III. Gemeenten met 1 000 - 1 500 adressen
per vierkante kilometer. IV. Gemeenten met 500-1 000 adressen per vierkante kilometer. V. Gemeenten met
minder dan 500 adressen per vierkante kilometer. NPO, IVO/CBS.
Mate van consumptie• Bijna eenderde (30,2%) van de actuele cannabisgebruikers nam (bijna) dagelijks
cannabis,ofwel1,3procentvandetotalebevolkingvan15-64jaar.Datismeerdanhetpercentage(bijna)dagelijksecannabisgebruikersin2005(23,3%).
• Omgerekend naar de bevolking gebruikten in 2009 141 duizend mensen (bijna)dagelijkscannabis.
2.3 Gebruik: jongeren
Scholieren van het regulier onderwijsHetTrimbos-instituutpeiltsindshetmiddenvandejarentachtiginhoeverreleerlingeningroepzevenenachtvanhetbasisonderwijsenopregulieremiddelbarescholenervaringhebbenmetalcohol,tabak,drugsengokken.DitgebeurtviahetlandelijkePeilstations-onderzoekscholieren.Delaatstepeilingwerdin2011verricht(Verdurmenetal.,2012).• Vrijwelgeenenkelescholieringroepzevenenachtvanhetbasisonderwijsheeftervaring
metcannabisgebruik.In2011laghetpercentageooitgebruikersop0,3procent.In2007wasdat0,2procent.
• Figuur2.2 laatziendathetpercentagegebruikersvancannabisonder leerlingenvanhet voortgezetonderwijs sterk toenam tussen1988en1996.Tussen1996en2007daaldehetpercentagejongerendatooitcannabishadgebruiktgeleidelijkvan22naar17procent,enbleefopditniveauin2011.
• Hetpercentageactuelegebruikersdaaldetussen1996en2003,enbleefrondhetzelfdeniveauin2007en2011.Ondermeisjesishetactueelgebruikin2011ietslagerdanin2003,maarditverschilisnietstatistischsignificant.
• In2011 ligtzowelhetooitgebruikalshetactueelgebruikvancannabishogeronderjongensdanmeisjes.Hetverschiltussenjongensenmeisjesincannabisgebruikisvari-abel over de verschillende meetmomenten.
52 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 2.2 Gebruik van cannabis onder scholieren van het voortgezet onderwijs van 12 tot
en met 18 jaar, vanaf 1988
5
10
15
20
25
30% Ooitgebruik
Totaal Jongens Meisjes
% Actueel gebruik
1988 1992 1996 1999 2003 2007 2011
10,1 18,6 25,2 23,4 20,3 19,3 20,7
7,1 11,5 18 15,8 17,1 13,9 13,9
8,6 15,2 21,6 19,5 18,7 16,7 17,4
1988 1992 1996 1999 2003 2007 2011
4,9 9,1 14,1 12,4 10,2 9,9 10,5
2,4 4,2 8 6,5 7 6,2 4,8
3,7 7,8 11,1 9,3 8,6 8,1 7,7
Percentage gebruikers ooit in het leven (links) en in de laatste maand (rechts). Bron: Peilstationsonderzoek,
Trimbos-instituut.
Leeftijd• Bijscholierenneemthetgebruikvancannabistoemetdeleeftijd(figuur2.3).Maar
weinigleerlingenvantwaalfhaddenin2011ervaringmetcannabis(1%).Opzestien-jarigeleeftijdhadeenopdedrieweleenscannabisgebruikt(33%).
• Hetpercentagescholierendatopzeerjongeleeftijd(14jaar)alervaringheeftmetcannabisdaaldevan19procent in2003naar11procent in2011.Onder jongensdaaldeditpercentagetussen2003en2007van21naar13procentenhetbleefopditniveauin2011.Onder14-jarigemeisjesdaaldehetooitgebruikvancannabistussen2003en2011geleidelikvan16naar8procent.
• Een vroege startleeftijd van cannabisgebruik wordt in verband gebracht met eenverhoogdrisicoophetlaterontwikkelenvanpsychischestoornissen,afhankelijkheid,hetgebruikvanharddrugsenmogelijkcognitievestoornissen(CAM,2008).Welkemechanismenhierbijeenrolspelen(bijv.effectenvancannabisophetontwikkelendbrein,aanleg,en/ofsocialeprocessen)isnietpreciesbekend.
532 Cannabis
Figuur 2.3 Gebruik van cannabis onder scholieren van het voortgezet onderwijs naar leeftijd. Peiljaar 2011
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50%
Ooit
Actueel
12 jr 13 jr 14 jr 15 jr 16 jr 17-18 jr
1,2 5,8 10,6 21,3 32,5 44,6
0,2 2,9 4,0 10,1 15,7 17,9
Percentage gebruikers ooit in het leven en in de laatste maand (actueel). Bron: Peilstationsonderzoek,
Trimbos-instituut.
Mate van gebruik• Vandeachtprocentactuelegebruikersonderdescholierenin2011hadruimdehelft
(51%)nietmeerdanéénátweekeercannabisgebruiktindeafgelopenmaand.Eenminderheidblowdemeerdantienkeer(15%),meerjongens(18%)danmeisjes(8%)(ziefiguur2.4).
• Perkeerrooktedehelftvandeactuelegebruikersminderdanéénjoint(66%vandemeisjesversus42%vandejongens).Eenopdedrie(33%)rookt1tot2joints(geenverschiltussenjongensenmeisjes).Vandeactuelecannabisgebruikersrookt17procentdrieofmeerjointsperkeer:21procentvandejongensen9procentvande meisjes.
54 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 2.4 Frequentie van cannabisgebruik onder actuele gebruikers. Peiljaar 2011
Jongens
Jongens Meisjes
Meisjes
1-2 maal 3-10 maal >10 maal 1-2 maal 3-10 maal >10 maal
18% 8%
34% 33%
59%48%
Percentage van de leerlingen die in maand voor de peiling cannabis hadden gebruikt. Bron: Peilstationson-
derzoek scholieren, Trimbos-instituut.
Schoolniveau, etnische afkomst en gezinsvorm• Deopleidingsniveausverschillenweinigindeprevalentievancannabisgebruik.• Inhetalgemeenisergeensterkesamenhangtussenetnischeafkomstenhetooitge-
bruikvancannabis.1WelhebbenMarokkaanseleerlingenvergelekenmetdeanderegroepen statistisch significantminderervaringmethetgebruikvan cannabis (4%,versus14%voorautochtoonNederlandse,22%voorSurinaamseenAntilliaanseen8%voorTurkseleerlingen).Ditgeldtookvoorhetactuelegebruik(bijv.1,4%onderMarokkaansescholierenversus7,3%onderautochtoonNederlandsescholieren).
Opvattingen van oudersDeHBSC-studievan2009heeftookdeopvattingenvanoudersonderzocht(VanDors-selaeretal.,2010).• Bijnanegenopdetien(86%)oudersvindtafentoecannabisgebruikenonderdezestien
jaarschadelijk.Veruitdemeesteouders(99%)vindendagelijksblowenonderde16jaarschadelijk;ditpercentageislageronderoudersvanwiehetkindindeafgelopenmaandheeftgeblowdvergeleken,maarhetverschilisklein(96%versus99%).
• Als 14- tot enmet 16-jarige scholierenwel eens cannabis hebben gebruikt, dan isslechtseenopdezesoudershiervanopdehoogte.
• Eenkwartvandeoudersvan12-en13-jarigeneneenderdevandeoudersvan14-totenmet16-jarigendenkthunkinderenernietvantekunnenweerhoudencannabistegaangebruiken.
1 Voordedefinitievanautochtoonenallochtoon:ziebijlageA.
552 Cannabis
Cannabis en probleemgedrag• Scholierendiecannabisgebruikenvertonenvakeragressiefendelinquentgedragen
hebbenvakerschoolproblemen(spijbelen,schoolmotivatieen/oflageprestatie)danleeftijdgenotendienietblowen.Ditverband issterkernaarmatedefrequentievangebruiktoeneemt(Monshouweretal.,2006;Verdurmenetal.,2005b;TerBogtetal.,2009).
• Blowersgebruikenookvakeranderemiddelendanniet-blowers(5ofmeerglazenalcoholindeafgelopenmaand;dagelijksroken;ooitgebruikharddrugs).
• Er zijn geen verschillen gevonden in psychische problemen, zoals teruggetrokkengedrag,angstklachtenendepressie.
• Voordegevondenverbandenkunnenverschillendeverklaringenmogelijkzijn(zie§2.4).
Plaats van aankoopIndepeilingvan2011isgevraagdwaarjongerenhuncannabisverkrijgen(Verdurmenetal.2012).• Bijnavieropdetien(37%)actuelegebruikersgafaandecannabisvanvriendente
krijgenzonderhetzelftehoevenkopen(tabel2.3).• Eenvergelijkbaarpercentage(39%)kochtdecannabis(ook)weleensineencoffeeshop.• Achttienprocentkochtdecannabisweleensbijeen(huis)dealer.Tussendezevenen
dertienprocentvandeactuelegebruikerskochtdecannabisbijiemandandersthuis,opstraat,inhetpark,endergelijke,ofrondschool.
• Meermeisjesdanjongensverkregencannabisviavriendenzonderhetzelftehoevenkopen;jongenskochtenvakerincoffeeshopsdanmeisjes.
• Eenaanzienlijkdeel (38%)vandeblowendescholierentotenmet17 jaarzegt in2011decannabistehebbengekochtineencoffeeshop,meerjongensdanmeisjes(42%versus27%).Ditisopmerkelijkomdatdeleeftijdsgrensvoortoegangtoteencoffeeshop18jaaris.Onbekendisinhoeverredezejongerenzelfdecannabishebbenaangekochtineencoffeeshopofditdooranderenhebbenlatendoen.
• Hetpercentagedatweleenscannabisaanschaft ineencoffeeshop ligthethoogstonderscholierenvan18jaarenouder.Bijnadriekwartvandeactuelegebruikersindezegroep(75%)maaktgebruikvaneencoffeeshop.
• Dewijzewaaropjongerenin2011aanhuncannabiskomenverschiltnietveelvandieindepeilingvan2007(Monshouweretal.,2008).
56 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 2.3 Wijze van verkrijgen van cannabis door scholieren van 12 tot en met 18 jaar die de
afgelopen maand cannabis hebben gebruikt, naar leeftijdsgroep en geslacht. Peiljaar 2011
Wijze van verkrijgen cannabisI 12-17 jaar 18 jaarI Totaal (12-18 jaar)
J M J&M J&M J M J&M
Ikkoophetnooit 31% 52% 37% 25% 30% 52% 37%
Coffeeshop 42% 27% 38% 75% 45% 27% 39%
Bij een dealer thuis 22% 12% 19% 6% 21% 12% 18%
Bij iemand anders thuis 14% 8% 12% 0% 14% 7% 12%
Opstraat,parketc. 16% 7% 13% 7% 15% 7% 13%
Opofrondschool 8% 6% 8% 0% 8% 6% 7%
Ineencafé 2% 1% 2% 4% 2% 1% 2%
Ineendiscotheek 2% <1% 2% 4% 3% <1% 2%
Ineenthee-ofkoffiehuis 2% 1% 2% 0% 2% 1% 2%
Ineenbuurthuis/jongerencentrum 2% 2% 2% 0% 2% 2% 2%
Anders 2% <1% 2% 0% 2% <1% 2%
Leerlingen van 12 tot en met 18 jaar van middelbare scholen (actuele gebruikers). Leerlingen konden meer
antwoorden aankruisen. De percentages tellen daarom niet op tot 100%. I. Aantal respondenten te klein voor
uitsplitsing naar geslacht. J = jongens, M = meisjes. Bron: Peilstationsonderzoek scholieren, Trimbos-instituut.
Speciale groepen jongeren Inbepaaldegroepenjongerenenjongvolwassenenishetgebruikvancannabiseerderregeldanuitzondering.Tabel2.4vatde resultaten samenvanuiteenlopendeonder-zoeken,zowellokalealslandelijkestudiesvanaf2007.Decijferszijnnietvergelijkbaarvanwegeverschillen in leeftijdsgroepenenmethodenvanonderzoek.Bovendien zijnderesponspercentagesinonderzoekonderuitgaandejongerenenjongevolwassenenvaaklaag,waardooreenvertekeningvanderesultatenkanoptreden.TrendgegevenszijnalleenbeschikbaarvoorAmsterdam.
Uitgaande jongeren en jongvolwassenen• DeAntenne-monitor volgthetmiddelengebruik in verschillendegroepen jongeren
en jogvolwassenen inhetAmsterdamseuitgaansleven,zoals coffeeshops, cafésentrendy clubs.
- In2009haddenruimnegenopdetiencoffeeshopbezoekersindeafgelopenmaandgeblowd(Nabbenetal.,2010).Vandezegroepgebruiktedriekwart(76%)dagelijksofbijnadagelijkscannabis.Gemiddeldrooktenzebijnavierjointsperdag(mediaan3perdag).Mannenenwerklozeenniet-studerendecoffeeshopbezoekersblowdengemiddeldhetmeest.Personendievaakenlangdurigcoffeeshopsbezochtenhaddeneengroterekansomvoorhetonderzoektewordenbenaderd.Ditheeftvermoedelijkgeleidtoteenoververtegenwoordigingvanfrequenteblowers.
- HetpercentagecafébezoekersinAmsterdamdatdeafgelopenmaandnogcannabishadgebruiktwasin2005(22%)vrijwelgelijkaanhetpercentagein2010(23%)(Benschopetal,2011).
• In2011bleekbijnatweederdevandecoffeeshopbezoekersinUtrecht(65%)dagelijksofbijnadagelijkscannabistegebruiken(WoutersenKorf,2011).Derestgebruikte
572 Cannabis
éénof eenpaar keer perweek (25%)ofminder vaak (9%).Op eendagdat decoffeeshopbezoekerscannabisgebruikten,rooktenzegemiddeld3,4joints(mediaan2,5).Net als in Amsterdam, zullen ook in het onderzoek inUtrecht de frequentegebruikersoververtegenwoordigdzijn.
• In2008/2009ishetmiddelengebruikonderzochtonderbezoekersvanelf landelijkenregionaalgeorganiseerdegrootschaligeparty’s(VanderPoeletal.,2010).
- Drieopdetienbezoekersvangrootschaligeparty’swaseenactuelecannabisgebruiker. - Zeventienprocentvandebezoekershadopdeuitgaansavondzelfgeblowd.Dit
varieerdetussendeparty’svan6tot30procent.Gemiddeldrooktendebezoekers2,4joints.
• Inhetzelfdeonderzoek in2008/2009 ishetmiddelengebruikonderbezoekersvanclubs en discotheken onderzocht in (middel)grote gemeenten in vijf regio’s vanNederland:deregioNoord(Friesland,GroningenenDrenthe),Oost(GelderlandenOverijssel),Midden(UtrechtenFlevoland),West(Noord-enZuid-Holland)enZuid(Noord-Brabant,ZeelandenLimburg).
- De hoogste percentages actuele blowers werden gevonden in de regio’sWest(28%),Zuid(24%)enMidden(24%)endelaagsteinderegio’sNoord(17%)enOost(18%).
- Landelijkgezienwasnaarschattingeenkwart (24%)vandeclubbezoekerseenactuelecannabisgebruiker.
- Tien procent van de clubbezoekers had op de avond zelf geblowd. Zij namengemiddeld1,8joint.
• Onderzoek in 2008/2009 onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen in DenHaaglaateenlagerpercentagecannabisgebruikerszien(Dekkersetal.,2010).
- Respondentennoemdenalsmeestfavorieteuitgaansgelegenhedenclubsendisco’s(60%),cafésofbars(54%)enbardancings(38%).
- Twaalfprocentwaseenactueleblowerenvierprocentblowdeelkedag.Vandedagelijkseblowersrooktedemeerderheid(70%)2of3jointjesperdag.
- In het Haags Uitgaansonderzoek in 2003 was het actueel cannabisgebruik 37procent.Deze ‘daling’hangtvermoedelijksamenmetverschillen inonderzoeks-methodenwaardoordesamenstellingvandegroeprespondentenin2008/2009opvoormiddelengebruikrelevantekenmerkenverschilde(gemiddeldjonger,vakervrouw,minderfrequenteuitgaanders,minderparty-enfestivalbezoekers).
ProbleemgroepenOnderhangjongeren,jongereninjustitiëlejeugdinrichtingenenindejeugdzorg,zwerfjon-gerenenspijbelaarszijnerrelatiefveelactuelecannabisgebruikers(drietotzesopdetien).• BijnadehelftvandejongerenindeAmsterdamsejeugdzorgwasin2006eenactuele
blower (Nabben et al., 2007a).Ongeveer een op de drie (31%) van deze blowersgebruikte dagelijks cannabis. Dat is 15 procent van alle jongeren in de jeugdzorg.Jongensenmeisjesgebruiktenevenvaakenevenveel.Ruimeenopdetienactueleblowers(11%)gafaanhulptewillenomtestoppenofteminderen.
• Oplandelijkniveauzijnbij jongereninderesidentiëlejeugdzorgopjongereleeftijden
58 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
lagerepercentagesgevonden,variërendvan18procentbijde12-en13-jarigentot36procentbijde14-en15-jarigenen37procentbijde16-jarigen(Kepperetal.,2009a).Gemiddeldwaseenopdedrie jongereneenactuelecannabisgebruiker(34%).Bijdemeisjeslagditpercentagehoger(36%)danbijdejongens(33%).
• Jongens (13-18 jaar) in justitiële jeugdinrichtingenhebben indemaandvoorafgaandaanhunverblijf inde inrichtingrelatiefvaakcannabisgebruikt (65%)(Kepperetal.,2009b).Verschilleninactueelcannabisgebruiktussendezejongensenhunleeftijdge-noten(jongens) inhet regulierevoortgezetonderwijszijngroot:54versus5procentonder de 13-14-jarigen, 62 versus 14 procent onder de 15-16-jarigen en 70 versus29procentonderde17-18-jarigen.Tweederde(64%)vandejongensgafaan(ook)cannabistehebbengebruikttijdenshunverblijfindejustitiëlejeugdinrichting.
Tabel 2.4 Actueel gebruik van cannabis in speciale groepen
Locatie Peiljaar Leeftijd(jaar)
Actueel gebruik
Uitgaande jongeren en jongvolwassenen
-CafébezoekersI AmsterdamII 2010 Gemiddeld27 23%
-Bezoekersvantrendyclubs Amsterdam 2008 Gemiddeld25 39%
-Bezoekersvancoffeeshops Amsterdam 2009 Gemiddeld28 94%
Utrecht 2011 Gemiddeld31 98%VI
-Bezoekersvanparty’senfestivals LandelijkIII 2008/2009 Gemiddeld24 30%
-Bezoekersvanclubsendiscotheken LandelijkIII 2008/2009 Gemiddeld22 24%
-Uitgaandejongerenenjongvolwassenen DenHaag 2008/2009 Gemiddeld21 12%
Probleemgroepen
-Jongereninderesidentiëlejeugdzorg Landelijk 2008 Gemiddeld15 34%
-Jongeren(alleenjongens)injustitiëlejeugdinrichtingenIV
Landelijk 2009 Gemiddeld16 65%
-KwetsbarejongerenV Rotterdam 2009 14-17 29%
Percentage actuele gebruikers (laatste maand) per groep. De cijfers in deze tabel zijn niet vergelijkbaar vanwege
verschillen in leeftijdsgroepen en methoden van onderzoek I. Jongeren en jonge volwassenen uit mainstream-,
studenten-, homo- en hippe cafés. Dus niet representatief voor alle cafébezoekers. II. Geringe respons (26% in 2005
en 28% in 2010). III. Geringe respons (19%). IV. Gebruik in de maand voorafgaand aan het verblijf in een justitiële
jeugdinrichting (JJI). Gegevens zijn verzameld in tien van de twaalf JJI’s. V. Niet-schoolgaande jongeren (zwerfjon-
geren, frequente spijbelaars, vroegtijdige schoolverlaters) die zijn geworven via verschillende (maatschappelijke en
hulpverlenings) instanties, politie en schoolopvangvoorzieningen. VI. Gebruikt eens per maand of vaker.
Bronnen: Antenne 2010, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Benschop et al., 2011);
Tendens 2008, IrisZorg (De Jong et al., 2008); Antenne 2008, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van
Amsterdam (Benschop et al., 2009); Antenne 2009, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam
(Nabben et al., 2010); in opdracht van de GG&GD Utrecht, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van
Amsterdam (Wouters en Korf, 2011); Uitgaansonderzoek, Trimbos-instituut/Universiteit van Amsterdam (Van
der Poel et al., 2010); Haags Uitgaansonderzoek (HUO), Gemeente Den Haag/Parnassia/Politie Haaglanden
(Dekkers et al., 2010); EXPLORE, Trimbos-instituut (Kepper et al., 2009a); Intraval (Bieleman et al., 2010b).
592 Cannabis
2.4 Problematisch gebruik
Hoeveelmensenvanwegehetgebruikvancannabisindeproblemenkomenisnietbekend.Probleemgebruikomvateendiagnosevancannabisafhankelijkheidzoalsvast-gesteldvolgenshet internationaalpsychiatrischclassificatiesysteemDSM.Cannabisis eenminder verslavende stof dan heroïne, cocaïne en nicotine (VanAmsterdametal.,2010).Hetrisicovanafhankelijkheidneemtechtertoebijlangdurigfrequentgebruikengaatvaaksamenmetafhankelijkheidvananderemiddelen.Jongerenzijnwaarschijnlijkkwetsbaarderdanouderen(CAM,2008).
• VolgensgegevensvanhetNEMESIS-onderzoekuit2007-2009voldeedopjaarbasisnaarschattingtussen0,1en0,5procentvandebevolkingvan18totenmet64jaaraandediagnosecannabisafhankelijkheid(DSM4egewijzigdeeditie).Naarschatting0,2tot0,6procentvanderespondentenvoldeedaaneendiagnosecannabismisbruik.
• Vandegenendieinhetjaarvoorafgaandaanhetinterviewcannabishaddengebruikt(6,5%vanalle respondenten)voldeedeenopdenegenaandecriteriavooreencannabisstoornis.
• Cannabisstoornissenkomenvakervoorondermannendanvrouwen(zietabel2.5).• Omgerekendnaardebevolkingginghetomnaar schatting29300mensenmet
cannabisafhankelijkheiden40200mensenmetcannabismisbruik.Inditbevolkings-onderzoekontbrakenjongerenonder18jaar,mensendiedeNederlandsetaalnietvoldoendemachtigzijnenmensendiedaklooszijnoflangeretijdineeninstellingverblijven.Inhoeverreditdegegevensheeftbeïnvloedisnietbekend.
Tabel 2.5 Jaarprevalentie en aantallen mensen met een cannabisstoornis, naar geslacht.
Tussen haakjes: 95% betrouwbaarheidsintervallen. Peiljaar 2007-2009
Stoornis Mannen (%)
Vrouwen(%)
Totaal(%)
Totaal(Aantal)
Cannabismisbruik 0,6(0,2–1,0)
0,2(0,0–0,4)
0,4(0,2–0,6)
40200
Cannabis-afhankelijkheid
0,4(0,1–0,8)
0,1(0,0–0,3)
0,3(0,1–0,5)
29 300
Bron: Nemesis 2007-2009 (De Graaf et al., 2010).
• Zoalsgenoemdin§2.3hangt(frequent)cannabisgebruikonderjongerensamenmetprobleemgedrag,zoalsagressiefencrimineelgedrag,gebruikvananderedrugsenschoolproblemen.Datwilnietzeggendatcannabisgebruikdeoorzaak isvandezeproblemen. Vaak gaan gedragsproblemen vooraf aan het cannabisgebruik, of zijnbeideonderdeelvaneenbrederpatroonvanafwijkendgedrag.Eenanderemogelijk-heidiseenoverlapvanrisicofactoren,diezowelcannabisgebruikalsprobleemgedragveroorzaken(CAM,2008).
• Cannabisafhankelijkheidgaat vaak samenmet anderepsychische stoornissen (VanLaar et al., 2007; Van der Pol et al., 2012). Onderzoek laat zien dat frequente
60 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
cannabisgebruikersvan18-30jaardieopminstens3dagenperweekblowdenvakerdanhunleeftijdgenotenuitdealgemenebevolkingdieniet(frequent)bloweneengedragsstooornisenADHDhebben.Degenendieookvoldedenaaneendiagnosecannabisafhankelijkheid hadden bovendien vaker te kampenmet angststoornissenendepressie.Ookhierkannietperdefinitiewordengestelddatcannabisgebruikdeoorzaakisvandezebijkomendepsychischeproblemen.
• Onderzoekondercoffeeshopbezoekerslaatziendatereenbepaaldegroep,vooraljonge,gebruikers ismeteenduidelijkevoorkeurvoor ‘sterkewiet’,meteenhooggehalteTHC,debelangrijkstewerkzamestofincannabis(Korfetal.,2004b;Korfetal.,2007).Zijgebruikenrelatiefvaakenveelenlopeneengrotekansopafhankelijk-heid.Onbekendishoegrootdezegroepis.
• De sterke toename in de hulpvraag van cannabisgebruikers bij de verslavingszorg(§2.6) zoukunnenwijzenopeen toename inhet aantalprobleemgebruikers vancannabis,wellichtalsgevolgvaneenhogerTHC-gehalte,maarandereverklaringenzijn ookmogelijk, zoals een verbeterd hulpaanbod, sneller doorverwijzen door deeerstelijnenjeugdzorg,engroeiendebewustwordingvanderisico’svancannabis,waardoorsnellerhulpwordtgezocht.
2.5 Gebruik: internationale vergelijking
Algemene bevolkingGegevensoverhetdrugsgebruikindelidstatenvandeEuropeseUnie,Noorwegenendekandidaat-lidstatenwordenverzamelddoorhetEuropeanMonitoringCentreforDrugsandDrugAddiction (EMCDDA,2011a). IndeVerenigdeStaten,CanadaenAustraliëwordendegegevensoverhetdrugsgebruikindealgemenebevolkingverzamelddoorachtereenvolgens de Substance Abuse and Mental Health Services Administration(SAMHSA,2011),deCanadianAlcoholandDrugUseMonitoringSurvey(CADUMS,2010),enhetAustralianInstituteofHealthandWelfare(AIHW,2011).• Verschillen in peiljaar,meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze
vergelijking.Vaninvloedisvooraldeleeftijdsgroep.Tabel2.6ageeftgebruikscijfersdiezijn(her)berekendvolgensdestandaardleeftijdsgroepvanhetEMCDDA(15totenmet64jaar).Gegevensvoordeoverigelandenstaanintabel2.6b.VoorEuropazijnalleen landenuitdeEU-15enNoorwegenopgenomenintabel2.6aen2.6b.VoorzoverbeschikbaarzijngegevensvoorandereEU-lidstateninBijlageEvermeld.
• Tussende9en42procentvandemensenindealgemenewestersebevolkingheeftooitinhetlevencannabisgebruikt(tabellen2.6aen2.6b).DelaagstepercentageswordengevondeninGriekenlandenPortugal.InCanadahebbenviervandetienmensenooitcannabisgeprobeerd.VandelidstatenvandeEUenNoorwegengaanDenemarken(33%),Italië(32%)enSpanje(32%)aankop.
• NaarschattingheeftzevenprocentvanalleinwonersvandelidstatenvandeEU,ofwel23miljoenmensen,inhetafgelopenjaarcannabisgebruikt.NederlandvaltmetzevenprocentopditEuropeesgemiddelde.
612 Cannabis
• Hetpercentagerecentegebruikerslooptechtersterkuiteen.VandeEU-27landenwaarvoor gegevens beschikbaar zijn, is het percentage recente gebruikers hetlaagstinRoemeniëenMalta(<1%).Italiëgaataankopmet14procent.
• Dehoogstepercentagesactuelegebruikersvancannabis zijngevonden inSpanje(8%),Italië(7%)endeVerenigdeStaten(7%).DelaagstepercentageszijngevondeninRoemenië(0,1%),Malta(0,5%),Griekenland(0,9%),Polen(0,9%)enZweden(1%).NederlandligtmetvierprocentophetEuropeesgemiddelde(4%).
Tabel 2.6a Consumptie van cannabis onder de algemene bevolking van enkele EU-15 lidstaten en
Noorwegen: leeftijdsgroep 15 tot en met 64 jaar
Land Jaar Ooitgebruik Recent gebruik Actueel gebruik
Italië 2008 32% 14% 7%
Spanje 2009 32% 11% 8%
Frankrijk 2005 31% 9% 5%
Nederland 2009 26% 7% 4%
Ierland 2006/2007 22% 6% 3%
Zweden 2008 21% 1% 1%
Noorwegen 2009 15% 4% 2%
België 2008 14% 5% 3%
Oostenrijk 2008 14% 4% 2%
Finland 2006 14% 4% 2%
Portugal 2007 12% 4% 2%
Griekenland 2004 9% 2% 1%
Verschillen in peiljaar, meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze vergelijking tussen landen.
Percentage gebruikers ooit in het leven, recent (laatste jaar) en actueel (laatste maand). Bron: EMCDDA.
62 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 2.6b Consumptie van cannabis onder de algemene bevolking van enkele EU-15 lidstaten,
de Verenigde Staten, Canada en Australië: overige leeftijdsgroepenI
Land Jaar Leeftijd (jaar)
Ooitgebruik Recent gebruik
Actueel gebruik
VerenigdeStaten 2010 12 en ouder 42% 12% 7%
Canada 2010 15 en ouder 42% 11% -
Australië 2010 14enouder 35% 10% -
Denemarken 2010 16–64 33% 5% 2%
VerenigdKoninkrijk(EngelandenWales)
2009/2010 16-59 31% 7% 4%
Duitsland 2009 18–64 26% 5% 2%
Verschillen in peiljaar, meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze vergelijking tussen landen.
Percentage gebruikers ooit in het leven, recent (laatste jaar) en actueel (laatste maand). I. Drugsgebruik
is naar verhouding laag in de jongste (12-15 jaar) en oudere leeftijdsgroepen (>64 jaar). Gebruikscijfers
in studies met respondenten die jonger en/of ouder zijn dan de EMCDDA-standaard zullen mogelijk
lager uitvallen dan cijfers in studies die de EMCDDA-standaard toepassen. Voor studies met een
beperkter leeftijdsbereik geldt het omgekeerde. - = niet gemeten. Bronnen: EMCDDA, SAMHSA,
CADUMS, AIHW.
TrendsDetrendsinhetcannabisgebruikindealgemenebevolkingzijnbeperktvasttestellenvanwegehetontbrekenvanherhaaldeenvergelijkbaremetingeninentussendelanden.• VoorzestienlandenvandeEUenNoorwegenzijnvaneindjarennegentigtot2009
trendgegevensbeschikbaaroverhetcannabisgebruik indebevolkingtussen15en34jaar.Inzeslanden(Bulgarije,Griekenland,Hongarije,Finland,ZwedenenNoor-wegen)ishetrecentegebruikindezeperiodelaag(<10%)enstabielgebleven.Vijflanden(Denemarken,Duitsland,Estland,NederlandenSlowakije)rapporteerdenvrijhogepercentagescannabisgebruikersmaareenstabieletrend,metuitzonderingvaneenstijgendetrendinEstland.Invijfanderelanden(Tsjechië,Italië,Spanje,Frankrijken het Verenigd Koninkrijk) was het gebruik tussen eind jaren negentig en 2009relatiefhoogmetwisselendetrends.
• IndeVerenigdeStatensteeghetpercentageactuelegebruikersvancannabisindealgemenebevolkingvantwaalfjaarenouder.Tussen2007en2010steegditpercen-tagevanzesnaarzevenprocent.
• InAustraliësteeghetrecentgebruikvancannabisindealgemenebevolkingvan14jaarenouder.Ditpercentagesteegvannegenprocentin2007naartienprocentin2010.
• InCanadableefhetpercentagerecentecannabisgebruikersindebevolkingvan15jaarenouderstabiel.In2008,2009en2010lagditpercentageopelfprocent.
632 Cannabis
Jongeren Betervergelijkbaar zijndecijfersvanESPAD,hetEuropeanSchoolSurveyProjectonAlcoholandOtherDrugs.In1999,2003,2007en2011werdenpeilingenuitgevoerdondervijftien-enzestienjarigescholierenvanhetmiddelbaaronderwijs (Hibelletal.,2000,2004,2008,2012).Tabel2.7toonthetgebruikvancannabisineenaantallandenvandeEU,Noorwegen,ZwitserlandendeVerenigdeStaten.DeVerenigdeStatendedennietmeeaandeESPADmaarvoerdenwelvergelijkbaaronderzoekuit.• Hetpercentagescholierendat in2011ooit cannabishadgebruiktwashethoogst
inFrankrijk,gevolgddoordeVerenigdeStaten.Nederlandsescholierenstaanopdederdepositie.
• Bij het actueel gebruikging Frankrijk eveneens aankop,ooknugevolgddoordeVerenigdeStaten.Nederlandsescholierenstaaninhetactueelgebruikopdevierdepositievandeintabel2.7genoemdelanden.
• Hetpercentageleerlingendatzesmaalofmeercannabishadgebruiktindelaatstemaand was het laagst in Griekenland en de Scandinavische landen Noorwegen,ZwedenenFinlandenwashethoogstinFrankrijkendeVerenigdeStaten,gevolgddoorItalië,NederlandenSpanje.
• HetpercentageactuelecannabisgebruikerslaginNederlandtweekeerhogerdanhet(ongewogen)gemiddeldevoor36deelnemendeEuropeselanden(14%versus7%).Nederlandstondinderangordevanallelandenopdevijfdeplaats.
64 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 2.7 Consumptie van cannabis onder scholieren van 15 en 16 jaar in enkele lidstaten van de
Europese Unie, Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde StatenI. Peiljaren 1999, 2003,
2007 en 2011
Land Ooitgebruik Actueel gebruik Zes maal of meer in de laatste maand
1999 2003 2007 2011 1999 2003 2007 2011 1999 2003 2007 2011
Frankrijk 35% 38% 31% 39% 22% 22% 15% 24% 9% 9% 6% 9%
VerenigdeStatenI
41% 36% 31% 35% 19% 17% 14% 18% 9% 8% 6% 8%
Nederland 28% 28% 28% 27% 14% 13% 15% 14% 5% 6% 6% 5%
SpanjeII - 36% 36% 26% - 22% 20% 15% - - 8% 4%
BelgiëIII - 32% 24% 24% - 17% 12% 11% - 7% 4% 3%
Italië 25% 27% 23% 21% 14% 15% 13% 12% 4% 6% 6% 6%
DuitslandIV - 27% 20% 19% - 12% 7% 7% - 4% 2% 2%
Ierland 32% 39% 20% 18% 15% 17% 9% 7% 5% 6% 4% 3%
DenemarkenII 24% 23% 25% 18% 8% 8% 10% 6% 1% 2% 2% 1%
Portugal 8% 15% 13% 16% 5% 8% 6% 9% 2% 3% 2% 3%
Finland 10% 11% 8% 11% 2% 3% 2% 3% 1% 0% 0% 0%
Zweden 8% 7% 7% 9% 2% 1% 2% 3% 0% 0% 0% 0%
Griekenland 9% 6% 6% 8% 4% 2% 3% 4% 2% 1% 1% 0%
Noorwegen 12% 9% 6% 5% 4% 3% 2% 2% 1% 1% 1% 0%
Zwitserland - 40% 33% - - 20% 15% - - 10% 6% -
VerenigdKoninkrijkV
35% 38% 29% - 16% 20% 11% - 6% 8% 4% -
Oostenrijk - 21% 17% - - 10% 6% - - 3% 2% -
Percentage gebruikers ooit in het leven, actueel (laatste maand) en zes maal of meer in de laatste maand. I.
De Verenigde Staten deden niet mee aan de ESPAD, maar voerden vergelijkbaar onderzoek uit. II. De gege-
vens voor Denemarken en Spanje zijn minder representatief. III. België in 2007 en 2011 alleen voor Vlaan-
deren. IV. Duitsland in 2007 voor zes en in 2011 voor vijf van de zestien deelstaten. V. Verenigd Koninkrijk
niet voor 2011 vanwege te lage respons (slechts 6% van de scholen). - = niet gemeten. Bron: ESPAD.
2.6 Hulpvraag en incidenten
VerslavingszorgDeverslavingszorgishetonderdeelvandegezondheidszorgdathulpbiedtaanmensendieverslaafdzijngeraaktaandrugs,alcohol,medicijnen,ofgokken.InNederlandzijnverschillendegespecialiseerdeinstellingenactiefbinnendeverslavingszorg.Samenmetdeverslavingsreclasseringsturendezeinstellingenanoniemegegevensoverdehulpver-leningnaarhetLandelijkAlcoholenDrugsInformatieSysteem(LADIS)(Ouwehandetal.,2011).(ZieinbijlageA:CliëntLADIS.)• Hetaantalcliëntendatingeschrevenstondwegenseenprimaircannabisprobleemis
tussen1995en2010bijnavijfkeerzogrootgeworden(figuur2.5).Tussen2009en2010wasernogeentoenamevanzevenprocent.
• Per100000inwonersvan15jaarenoudersteeghetaantalprimairecliëntenvan18in 1995 naar 80 in 2010.
652 Cannabis
• Hetaandeelvancannabisinalleverzoekenomhulpvanwegedrugsnameveneenstoe,van11procentin1995naar30procentin2010.
• In2010wasongeveerviervande tienprimairecannabiscliënteneennieuwkomer(38%). Deze nieuwkomers werden ingeschreven in 2010 en stonden niet eerderingeschrevenbijde(ambulante)verslavingszorgvooreendrugsprobleem.
• Voorbijnazesvandetienprimairecannabiscliënten(59%)wascannabishetenigeprobleem.Derest(41%)rapporteerdeookproblemenmeteenandermiddel;voordezegroepwashetanderemiddelalcohol(43%),cocaïneofcrack(19%),amfeta-minenofeenanderstimulerendmiddel(15%),hallucinogenen(11%),ecstasy(2%),medicijnen(2%),ofgokken(3%).
• Het aantal cliëntenvande (ambulante) verslavingszorgdat cannabis als secundairprobleemnoemtsteegeveneenstussen1995en2010(figuur2.4).Voordezegroepishetprimaireprobleemalcohol(53%),cocaïneofcrack(25%),heroïne(8%),amfe-tamine(7%),ofgokken(2%).
Figuur 2.5 Aantal cliënten bij de (ambulante) verslavingszorg met primaire of secundaire
cannabisproblematiek, vanaf 1995
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
10000
11000
12000
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
2274 2659 3264 3291 3281 3534 3495 3800 4587 5514 6265 6857 8710 9585 10209 10971
2668 2718 2820 2844 3063 3144 3300 3697 4291 4630 5057 5167 5857 6233 6019 5746
Aantal
Primair
Secundair
Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
66 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Leeftijd en geslacht• In2010washetmerendeelvandeprimairecannabiscliëntenman(80%).Hetaandeel
vrouwenschommeldeindeperiodevan1995tot2010tussen15en21procent.• In2010wasongeveerzesvandetiencannabiscliënten25jaarofouder(59%).De
gemiddeldeleeftijdwas28jaar,netzoalsin2001.Depiekligtindeleeftijdsgroep20totenmet39jaar(figuur2.6).
• Hetaantal jongecannabiscliëntenvan15totenmet19 jaarwerdtussen2001en2010 vier keer zo groot. Hun aandeel in alle cannabiscliënten varieerde in dezeperiodetussen13en18procent.
Figuur 2.6 Trends in de leeftijdsverdeling van de primaire cannabiscliënten bij de (ambulante)
verslavingszorg, vanaf 2001
2000
4000
6000
8000
10000
12000
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
23 27 39 45 60 78 109 126 130 118
339 387 489 646 733 869 1077 1227 1330 1434
1757 1897 2228 2626 3099 3375 4029 4461 4627 4872
893 985 1191 1409 1463 1575 2018 2177 2333 2531
470 484 630 769 889 928 1421 1554 1739 1975
Aantal
55+
40-54
25-39
20-24
15-19
Aantal cliënten per leeftijdsgroep. Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
672 Cannabis
Algemene ziekenhuizenDe algemene ziekenhuizen sturen gegevens over hun opnames anoniem naar deLandelijkeMedischeRegistratie(LMR).DeLMRregistreerdein2010bijnatweemiljoenklinischeopnames inalgemeneziekenhuizen.Drugsproblemenspelennauwelijkseenrol.In2010werdendrugsmisbruikendrugsverslaving680maalalshoofddiagnoseen2800maalalsnevendiagnosegesteld.• Vandehoofddiagnosesvoordrugsginghetin2010innegenprocentvandegevallen
om cannabis (figuur 2.7).Misbruik van cannabis speelde bij deze hoofddiagnosesvaker een rol dan afhankelijkheid van cannabis (58% versus 42%).Onbekend iswatdeklachtenwaren(psychischoflichamelijk)dietotopnamehebbengeleid.Hetaantal hoofddiagnoses gerelateerd aan cannabismisbruik of -afhankelijkheid is aljarengering,allijktzichtussen2000en2010eenstijgingaftetekenen.
• Vakerspeeltcannabisproblematiekeenrolalsnevendiagnose.In2010ginghetom767nevendiagnoses.Indeafgelopenjarendeedzicheenstijgingvoor.Tussen2009en2010steeghetaantalnevendiagnosesvoorcannabismet48procent.
• In2010warendemeestvoorkomendehoofddiagnosesbijdezenevendiagnoses: - psychosen(22%) - letseldoorongevallen(15%,zoalsbreuken,wonden,hersenschudding) - misbruikofafhankelijkheidvanalcoholendrugs(15%,vooralalcohol:11%) - ziektenensymptomenvandeademhalingswegen(7%) - ziektenvanhart-envaatstelsel(5%) - spijsverteringsstoornissen(5%) - vergiftigingen(5%,doordrugs,alcohol,medicijnen).• Dezelfdepersoonkanmeerdanéénkeerper jaarwordenopgenomen.Bovendien
kanerperopnamemeerdanéénnevendiagnosewordengesteld.Gecorrigeerdvoordubbeltellingenginghetin2010om778personen.Zijwerdenindatjaarminstenséénkeeropgenomenmetcannabismisbruikof-afhankelijkheidalshoofd-ofneven-diagnose.Hungemiddeldeleeftijdwas31jaar;77procentwasman.Hetpercentagecannabispatiëntenwashethoogstindeleeftijdsgroepvantwintigtotenmet24jaar(figuur2.8).
68 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 2.7 Klinische opnames in algemene ziekenhuizen gerelateerd aan cannabismisbruik en
-afhankelijkheid, vanaf 1996
Cannabis als nevendiagnose Cannabis als hoofddiagnose
100
200
300
400
500
600
700
800
900Aantal
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
154 184 195 247 193 249 230 246 322 299 377 399 476 520 767
38 26 29 29 24 38 33 46 56 62 54 69 57 75 64
Aantal diagnoses, niet gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen. ICD-9 codes: 304.3, 305.2 (bijlage C).
Bron: Landelijke Medische Registratie (LMR), Dutch Hospital Data (DHD).
692 Cannabis
Figuur 2.8 Leeftijdsverdeling van cannabispatiënten in algemene ziekenhuizen. Peiljaar 2010
5
10
15
20
25
30
<15 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 >54
1 14 25 16 12 10 8 7 4 4
%
%
Leeftijd
Percentage patiënten per leeftijdsgroep. Bron: Landelijke Medische Registratie (LMR), Dutch Hospital Data (DHD).
• In2010speeldecannabisproblematiekookeenrolalshoofd-ofnevendiagnosebij27dagbehandelingen.Datisminderdanin2009(49dagbehandelingen).
• DaarnaastteldedeLMR36opnamesin2010waarin“onopzettelijkevergiftigingmethallucinogenen”alsnevendiagnosewerdgesteld(ICD-9code:E854.1).Indejaren2001totenmet2009ginghetomrespectievelijk15,8,16,15,14,15,15,14en18gevallen.Hetkanhierbijgaanomcannabis,maarookomLSDofpaddo’s.
IncidentenErzijnverschillendebronnenbeschikbaarvoorinformatieovergezondheidsverstoringenin verbandmet drugsgebruik (zie ook Bijlage A onder ‘Incidenten’). Aard, regio envindplaats vandeze incidentenverschillenperbron.Vanwegeeen (onbekendematevan)overlapkunnendeaantallenincidentenechternietzondermeerwordenopgeteld.
Volgens het Letsel Informatie Systeem (LIS) van Stichting Consument en Veiligheidworden jaarlijks gemiddeld 4 200 personen behandeld op spoedeisende eerste hulpafdelingenvanziekenhuizennaeenongeval,geweldofzelfbeschadiginggerelateerdaan drugsgebruik (hierna genoemd ‘ongevallen’). Drugs zijn hier cannabis, cocaïne,heroïne,ecstasy,amfetamine,GHBenpaddo’s.Degegevenszijngemiddeldoverdeperiodevan2006totenmet2010(Draisma,2011).
70 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• CannabisisnacocaïneenGHBdemeestgenoemdedrug.Bijnaeenopdevijfslacht-offersvaneendrugsongeval (18%)geeftaancannabis tehebbengebruikt.Tellenwealleendegevallenmeewaarvandedrugbekendis(88%),danmaaktcannabis21procentuitvanalledrugsgerelateerdebehandelingenbijdespoedeisendehulp.
• Dezecijferszijnwaarschijnlijkeenonderschattingvanhetwerkelijkeaantalaandrugsgerelateerdeongevallen,wantdeinvloedvandrugswordtnietsystematischonderzocht.
Sinds2009houdtdeMonitorDrugsIncidenten(MDI)vanhetTrimbos-instituutactuelegegevens bij over de aard enomvang vandrugsgerelateerdegezondheidsincidenteninNederland (VogelsenCroes,2012). In2011werdende incidentengemeldvanuitafdelingenspoedeisendehulpvan(stads)ziekenhuizen,ambulancedienstenenpolitie-artseninachtregio’svanNederland:Amsterdam,Ede/Arnhem,Eindhoven,Enschede,Groningen,Nijmegen,PurmerendenRotterdam.OoknemenenkeleorganisatiesdiedeEHBO-postverzorgenopgrootschaligeevenementendeelaandemonitor.Vanwegewijzigingen in dekkingsgraad per registratiejaar kunnen trends vooralsnog beperktwordenvastgesteld.• In2011werden intotaal3652drugsincidentengemeld.Bij1039meldingenwas
cannabisbetrokken;hiervanwasin895gevallencannabisalsenigedruggemeld(metofzonderalcohol).
• Vanwege verschillen tussen de medische diensten worden gegevens in tabel 2.8uitgesplitst naar type dienst voor alle gevallen over 2009-2011. In deze periodewerdenintotaal9029uniekedrugsincidentengemeld.
- Hetaandeelincidentenmetcannabisalsenigedrugisverreweghethoogstbijdeziekenhuizenendeambulancediensten(respectievelijk48%en38%vanhettotaalaantalincidentenbinnendezediensten).
- Bijallemedischediensten is inmeerofminderematetussen2009en2011eenafname te zien van het aandeel incidenten met cannabis. Deze afname is hetgrootst in de regio Amsterdam, waar het aandeel cannabisincidenten ook hetgrootst isvanalleregio’s(afnameinAmsterdamvan50%in2009naar40%in2011).Opvallendishierhetaandeeltoeristenmeteenincidentonderinvloedvancannabis(ofspacecake).
- Alle incidenten zijn ingedeeld in een lichte,matigeof ernstigemate van intoxi-catie.Deintoxicatiesonderinvloedvancannabisalsenigedrugzijnoverwegendvanlichteaard.Erzijngeenduidelijkeverschuivingenopgetredenindematevanintoxicatieoverdejaren.
• Bijdeincidentenmetcannabiskwamcombinatiegebruikmeteenanderedrugmindervaakvoordanbijincidentenmetanderemiddelen.
- Vanalle incidentenwaarbij cannabisbetrokken is, is indehelftvandegevallenalleencannabisgenomen.
- Bijruimeenderdevanhettotaalisookalcoholgebruikt,inzevenprocentvandegevallenisnaastcannabisnogeenanderedruggebruikteninzevenprocentvandegevallenisernaastcannabiszowelalcoholalseenanderedruggebruikt.
712 Cannabis
Tabel 2.8 Incidenten met cannabis als enige drug geregistreerd door de Monitor Drugs Incidenten
(MDI). Peiljaren 2009-2011
Ambulances Ziekenhuizen Politieartsen EHBO Totaal
Aantal incidenten(%vanhettotaal)
1648(38%)
595(48%)
136(22%)
215(8%)
2594(29%)
Man 70% 72% 85% 64% 71%
Leeftijd(mediaan) 27 25 26 24 26
Matevanintoxicatie*
- LichtI 68% 70% 38% 93% 69%
- MatigII 27% 22% 46% 6% 25%
- ErnstigIII 5% 8% 45% 1% 6%
Combinatie met alcohol
33% 46% 79% 77% 42%
*Percentages berekend op de bekende aantallen (valide percentages). I. Licht: goed aanspreekbaar, gebruik
merkbaar. II. Matig: onvoldoende aanspreekbaar, wel duidelijk onder invloed. III. Ernstig: niet aanspreekbaar,
eventueel in combinatie met: (sub)comateus, geagiteerd/agressief, gestoorde vitale parameters (zoals
hartslag, bloeddruk en ademhalingsfrequentie). Bron: Monitor Drugs Incidenten (MDI), Trimbos-instituut
(Vogels en Croes, 2012).
DeCentralePostAmbulancevervoer (CPA)vandeGGDAmsterdamneemtdeelaandeMonitorDrugs Incidenten (MDI),maar registreert al sinds langere tijd het aantalaanvragenvoorspoedeisendehulpwegensdrugsgebruikinAmsterdamenomgeving.• Hetaantalaanvragenvanwegecannabisgebruikvertoonteenstijgendelijn(figuur2.9).• In2011speeldein641gevallendeconsumptievancannabiseenrol.Bijnaeenkwart
(23%)vanincidentenbetrofhetetenvan‘spacecake’.• In2011wasineenopdedrie(34%)gevallenvervoernaarhetziekenhuisnodig(41%
in2009,39%in2010).Derestvandegevallenkonterplekkewordenbehandeld.• In2011washetaandeelmensenvanbuitenNederland(toeristen)hoger(66%)dan
in2009(58%)enin2010(57%).• Destijgingindeafgelopenjarenzou(deels)kunnensamenhangenmetdegesigna-
leerde toename in 2009-2011 van het aantal buitenlandse toeristen in Amsterdam (http://amsterdam.toeristischebarometer.nl).Anderzijds isereenalgehele toenamewaarneembaarinhetaantalgeregistreerdeaanvragenvoorhulpvanwegeeendrugs-incident,van982gevallenin2009naar1437gevallenin2011.Relatiefgeziennamhetaandeelcannabisniettoe(49%in2009,52%in2010,45%vanalledrugsin-cidentenin2011).Mogelijkspelenanderefactorenookeenrol,zoalstoegenomenalertheidbijambulancemedewerkersbijhetuitvragenvanmiddelengebruik.
72 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 2.9 Cannabisincidenten geregistreerd door de Centrale Post Ambulancevervoer van de GGD
Amsterdam, vanaf 2001
100
200
300
400
500
600
700
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
243 226 196 258 281 347 370 318 386 508 491
46 59 61 62 61 114 74 63 94 109 150
289 285 257 320 342 461 444 381 480 617 641
%
Roken cannabis
Eten spacecake
Totaal
Aantal incidenten per jaar. Bron: CPA, GGD Amsterdam.
HetNationaalVergiftigingen Informatiecentrum (NVIC) van het RIVM registreert deinformatieverzoeken van artsen, apothekers en overheidsinstellingen, onder anderevanwegecannabisgebruik(tabel2.9).• Inhetaantal informatieverzoekenvoor cannabisdedenzich tussen2001en2011
‘pieken’voorin2005en2009en2011(VanVelzenetal.,2012).• Dezecijfersgevengeenzichtophetabsoluteaantalintoxicatieswantartsenhebben
geenmeldingsplichtvoorintoxicaties.Bovendienzijnartsenvertrouwdmetcannabisendeverschijnselenbijoverdoseringen,hierdoorzullenzijnietbijallegevallenvancannabisintoxicatiehetNVICraadplegenenzalhetwerkelijkeaantalcannabisvergif-tigingeninNederlandhogerzijn.
Tabel 2.9 Informatieverzoeken vanwege cannabisgebruik bij het Nationaal Vergiftigingen
Informatiecentrum (NVIC), vanaf 2001
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
129 141 144 191 202 186 178 168 204 142 211
Aantal informatieverzoeken per jaar gemeld via de 24-uurs telefoonlijn van het NVIC. Meldingen via de
website www.vergiftigingen.info (online sinds april 2007) zijn voor het eerst in 2008 meegeteld. Bron:
NVIC, RIVM (Van Velzen et al., 2011).
732 Cannabis
2.7 Ziekte en sterfte
ZiekteCannabisgebruikwordtinverbandgebrachtmetpsychischeproblemen.• Er is toenemendbewijsdat cannabisgebruikhet risicovaneen laterepsychotische
stoornisvergroot(Niesink&VanLaar,2012).• Hetrisiconeemttoemetdefrequentievanhetcannabisgebruikenisvermoedelijk
groternaarmateeropjongereleeftijdwordtgestartmetgebruik.• Personenmeteenvoorgeschiedenisvanpsychotischesymptomenlopeneengroter
risicoophetkrijgenvaneenpsychosenacannabisgebruikdanmensenzonderdezevoorgeschiedenis.
• Mogelijkspelengenetischefactorenhierbijeenrol(Caspietal.,2005;Estradaetal.,2011).
• Vanallenieuwejaarlijksegevallenvanpsychotischestoornissenistussenzesentienprocenttoeteschrijvenaancannabisgebruik.
• Cannabisgebruikisookinverbandgebrachtmethetontstaanvananderepsychischeproblemen, zoals angststoornissen en depressie,maar de resultaten uit onderzoekgeveneenminderconsistentbeeld(Mooreetal.,2007;Niesink&VanLaar,2012).
• Gebruikerskunnenafhankelijkwordenvancannabis,vooralbijfrequentgebruikeneenvroegestartleeftijd.Vaakzijnookanderepersoons-enomgevingsfactoreninhetspel.
• In nederwiet zit in tegenstelling tot geïmporteerde hasj vrijwel geen cannabidiol(CBD). Deze stof gaat sommige ongewenste psychische effecten van THC, zoalspsychotischesymptomenenangst,tegen.Datbetekentmogelijkdatgebruikvanhasjminderschadelijkisdangebruikvannederwietmaarnaderonderzoekzalditmoetenuitwijzen(zieook§2.8).
Chronischenzwaargebruikvancannabisisookgeassocieerdmetanderegezondheidsrisico’s.• Zwaar chronisch cannabisgebruik verhoogt waarschijnlijk het risico op luchtweg-
klachtenenlongkanker.Ditkomtomdatincannabisrookschadelijkeontledings-enverbrandingsproductenvoorkomen.Bovendienleidtdewijzevanrokenvaneenjoint(diep inhaleren, lang vasthouden) tot eengrotereopnamevandeze stoffen indeluchtwegendanbijhetrokenvaneensigaret.
- Eenverhoogdeinfectiekanslijktechteralleenaandeordetezijnbijblowersmeteenalslechtfunctionerendimmuunsysteem.
- InNederlandwordtcannabisdoorgaansvermengdmettabakgebruikt.Tabaksrookveroorzaaktdezelfdeklachtenvandeluchtwegen.
- Aangeziendemeestecannabisrokershungebruiknaverloopvantijdechterstakenendaardoordehoeveelheidschadelijkestofdiezijbinnenkrijgenbeperken,verge-lekenmethetvaaklangdurigetabaksgebruik,zalnaarverwachtingdebijdragevanhetrokenvancannabisopdeincidentievankankerbeperktblijven.
• Totnutoeisnietaangetoonddatcannabisgebruiktijdensdezwangerschapernstigeaangeborenafwijkingenveroorzaakt.Voorzovererafwijkingengevondenzijngaathetomsubtieleeffectenopdecognitieveontwikkelingvanhetkindoplatereleeftijd.
74 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Epidemiologischestudieshebbentotnutoegeenaanwijzinggegevenvooreenblij-vendverhoogdrisicovancannabisgebruikophart-envaatziekten.Kortnahetrokenvancannabiswordteenverhoogdrisicoopeenhartinfarctgevonden,maardaarbijkunnenookanderefactoreneenrolspelen,zoalstabakgebruikenvetzucht.Mensenmeteenbestaandehartenvaatziektebehorenweltoteenrisicogroep(CAM,2008).
• Aanwijzingen voor nadelige effecten op de hersenenworden alleen gevonden inassociatiemetextreemzwaaren langdurigcannabisgebruik,maaronduidelijk is inhoeverredezenaverloopvantijdweer‘herstellen’.Mogelijkzijnjongerengevoeligervoordezeeffectendanvolwassenen.
De rol vande relatiefhogeconcentratievanTHC innederwietbijhetoptredenvanacuteenchronische(gezondheids)problemenisnietduidelijk.• HetRIVMverrichttein2005onderzoeknaardeacuteeffectenvansterkecannabis
(jointsmet33,51en70mgTHC).Deresultatenlieteneentoenamevandehartslag,daling vande bloeddruk en afname van cognitieve functies enmotoriek zien.DeeffectenwarensterkernaarmatededosisTHChogerwas(Mensingaetal.,2006).Gezonde jongemensenkunnendezeeffectendoorgaanszondercomplicatiesvoordegezondheidverdragen.Mensenmeteenhart-ofvaatziektelopeneenrisico.
• Cannabisgebruikheeftookeendosis-afhankelijknegatiefeffectopderijvaardigheid.• Mogelijkzijnderisico’sopeenpsychosegroterbijgebruikvancannabismeteenhoog
THC-gehalteenlaagcannabidiolgehalte,maarhetonderzoekhiernaarisnogbeperkt(DiFortietal.,2009;Niesink&VanLaar,2012).
• HetgebruikvancannabismeteenhogerTHC-gehalteleidtnietautomatischtotmeeracuteenlangetermijngevolgen.Dithangtookafvandehoeveelheidcannabisdieiemandgebruiktenuiteindelijkbinnenkrijgt.
SterfteDegiftigheidvancannabisisgering.Hetmerendeelvandeintoxicatiesmetcannabiskenteenmildverloop.Ernstigverlopendeintoxicatiestredensomsopnainnamevangrotehoeveelhedencannabis(CAM,2008).• Deafgelopentwintigjaarstonddirectesterftedoorinnamevancannabisvrijwelniet
genoteerdopdedoodsoorzakenformulierenbijhetCBS.• Ookuitanderelandenzijngeendirectesterfgevallenbekenddiealleenaancannabis
tewijtenzijn.
752 Cannabis
2.8 Aanbod en markt
Coffeeshops en overige verkooppunten• Eind2009teldeNederland666officieelgedoogdecoffeeshops,waarvanongeveerde
helft(53%)instedenmetmeerdan200duizendinwoners(Bielemanetal.,2010a;Bieleman,2011).GegevensvanhetCBSdieviaeenandereonderzoeksmethodezijnverzameld,latenietslagerecijferszienvoor2010(659)en2011(640)(CBS,2011).
• In2009had77procentvandegemeentengééncoffeeshop.• Binnendelandelijkekaderskunnengemeentenzelfhunbeleidbepalenrondomde
vestigingvancoffeeshops.In2009gedoogden105vande441gemeenten(24%)deaanwezigheidvancoffeeshops.Inviervandeze105gemeentenwas(desondanks)geencoffeeshopgevestigd.Ruimtweederdevandegemeentenvoerdeeen‘nulbe-leid’,bijnaeenkwart(23%)voerdeeenmaximumbeleidenzevenprocentgafaangeenformeelbeleidtevoeren.
• Het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit van Amsterdam heeftonderzochtwelke factorenhebbenbepaaldhoeveelcoffeeshopserwaren in2007in een gemeente in Nederland (Wouters et al., 2010a). Het bleek dat het aantalcoffeeshopsineengemeentenietalleenwerdbepaalddoordebehoefteaancannabisopgrondvanhetaantalinwoners.Hetaantalcoffeeshopswerdnogmeerbepaalddoordepolitiekesamenstellingvanhetcollegevanburgemeesterenwethoudersindebetreffendegemeente.
• Vanaf 2000 daalt het aantal coffeeshops in Nederland gestaag (Bieleman et al.,2010a).Tussen2000en2009daaldehetaantalcoffeeshopsmetachttienprocent.Tussen2008en2009vondernogeendalingplaatsmetvijfprocent(tabel2.10).
• Dedalingvan2008naar2009wordtgrotendeelsverklaarddoordesluitingvanacht-tiencoffeeshopsinRotterdam,omdatdezenietvoldedenaanhet(nieuwe)afstands-criteriumtenopzichtevanscholen.OokzijninBergenopZoomenRoosendaal(alle)acht coffeeshops gesloten, vanwege het in 2009 ingevoerde nulbeleid. In anderegemeentenzijncoffeeshopsgeslotendoordatereenuitsterfbeleidwordtgevoerd,ofomdatcoffeeshopsdegedoogregelshebbenovertreden.
• Onderzoek inRotterdamsuggereertdatdesluitingop1 juni2009van16vande61gedoogde coffeeshopsop korte termijn geen invloedhadopdewijzewaaropminderjarige jongeren aan cannabis komen (geen toename verkoop via illegaleverkooppunten,m.n.dealers)enhetgebruikvancannabisonderjongeren(Bielemanetal.,2010).
76 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 2.10 Aantal coffeeshops in Nederland naar inwonertal gemeenten, vanaf 2000
Gemeenten naar aantal inwoners
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
< 20 000 13 11 12 12 10 10 10 10 8 8
20 - 50 000 81 86 79 73 77 75 71 71 72 68
50 - 100 000 109 112 106 104 101 103 105 105 100 91
100 - 200 000 184 183 174 168 166 161 148 143 148 148
> 200 000 426 413 411 394 383 380 385 373 372 351
- Amsterdam 283 280 270 258 249 246 238 229 228 225
- Rotterdam 63 61 62 62 62 62 62 62 62 44
- DenHaag 62 55 46 41 40 40 40 40 40 40
- Utrecht 18 17 18 18 17 17 17 14 14 14
- Eindhoven 16 16 15 15 15 15 15 15 15 15
- TilburgII 13 13 13 13
Totaal 813 805 782 754I 737 729 719 702 700 666
I. In 2003 werden drie coffeeshops niet ingedeeld naar gemeentegrootte. II. Tussen 2005 en 2006 is het
aantal inwoners van Tilburg gegroeid tot boven de 200 000, waardoor Tilburg pas vanaf 2006 tot de
gemeenten behoort met meer dan 200 000 inwoners. Bron: Monitor coffeeshopbeleid Nederland, Intraval
(Bieleman et al., 2010a; Bieleman, 2011).
• Cannabis is ook beschikbaar via illegale verkooppunten, zoals thuisdealers, straat-dealers,‘onder-de-toonbank’dealersinhorecagelegenheden,enviathuisbezorgingnatelefonischebestellingen(06-dealers).Recentecijfersoverdeomvangvandezemarktzijnnietbeschikbaar.Volgenseenwatoudereschattinguit2003/2004werdin gemeentenmet officieel gedoogde coffeeshops naar schatting 70 procent vande lokale cannabis direct in de coffeeshop gekocht (Korf et al., 2005). Landelijk(exclusiefgrotestedenengemeentenzondercoffeeshops)warenernaarschattingenkele duizenden niet-gedoogde cannabisaanbieders. Daarbij ging het zowel omvasteverkooppunten,zoalsthuisdealersenzogenaamde“mobieleverkooppunten”zoals straatdealers.Dezeverkooppuntennamennaar schatting30procentvandelokaleverkoopvoorhunrekening.
• Onbekendofhetaantalniet-gedoogdeverkooppuntenvancannabisdelaatstejarenis veranderd.
• Vanaf januari 2012 zijn naast de bestaande AHOJ-G criteria (zie afkortingenlijst),tweeaanvullendecriteriavoorcoffeeshopsopgenomenindeAanwijzingOpiumwetvanhetOpenbaarMinisterie.
- CriteriumB: eenbesloten club.Dit houdt in dat uitsluitend toegang kanwordenverleendenverkochtmagwordenaanledenvandecoffeeshop,waarbijbepaaldisdatdecoffeeshopinéénkalenderjaarmaximaal2000lidmaatschappenmaguitgevenenditdocumenteert indevormvaneencontroleerbare ledenlijst.Eencoffeeshopheeftmaximaal2000leden.Hetlidmaatschapisbeperkttotééncoffeeshop.
772 Cannabis
- CriteriumI:géénlidmaatschapvoordecoffeeshopvooranderendaningezetenenvanNederlandvanachttien jaarofouder.De ledenvande coffeeshopmoeteningeschrevenstaanindeGemeentelijkeBasisadministratie(GBA)vaneenNeder-landsegemeente.
• Voor coffeeshops indeprovinciesLimburg,Noord-BrabantenZeelandwordendeaanvullendecriteriaBenIper1mei2012daadwerkelijkgehandhaafd.Per1januari2013zaldithetgevalzijninheelNederland.Dangaatookhetmaximumaantalledenoveralgelden.
• Eenevaluatievandeinvoeringvandezecriteriazalzichookrichtenopeenmogelijkeverplaatsing van de gedoogde verkoop van cannabis in coffeeshops naar illegaleverkooppunten.
Kwaliteit en prijs HetTrimbos-instituutverzameltinformatieoverdesterktevancannabis,datwilzeggendeconcentratievanwerkzamebestanddelen,vooralTHC(tetrahydrocannabinol).Sinds2000worden geregeldmonsters van verschillende cannabismonsters aangekocht enchemischgeanalyseerd(RigterenNiesink,2011).• InallepeilingenbevattedeNederlandsewietgemiddeldmeerTHCdanwietdiewerd
geïmporteerd.ErwasgeenverschilinTHC-gehaltetussenwietdiedoorcoffeeshop-houderswerdaangemerkt alsmeestpopulair (i.e.meest verkocht) enwietdie als‘sterkste’werdbeschouwd(17,8%en17,9%).Nederwietisongeveerevensterkalsdegeïmporteerdehasj,afgezienvandedipinhasjin2011.
• HetpercentageTHCingeïmporteerdehasjschommeltindeafgelopenjarentussenzestienennegentienprocent,meteen‘dip’in2007(13%)en2011(14%).
• Figuur2.10 laat ziendathetgemiddeldeTHC-gehalte innederwietmonsters tussen2000en2004isverdubbeldvan9naar20procent.Tussen2005en2011schommeldehetgehaltetussen15en18procent.Deovergangin2010naareenanderlaboratoriumvoordeanalysevandecannabismonstersheeftvermoedelijkeengeringeffectgehadopdetrend,maareeninvloedkannietwordenuitgesloten(RigterenNiesink,2010).
• HetpercentageTHCingeïmporteerdewietschommeldeindeafgelopenjarenronddezevenprocent.
• In2011bevatte72procentvandenederwietmonsters(meestpopulairensterkste)en43procentvandegeïmporteerdehasjmeerdan15procentTHC,delimietvanhetTHC-gehaltediedoorhetkabinetisvoorgesteldvoordegedoogdeverkoopincoffeeshops.In2010warenditrespectievelijk81procent(nederwiet)en73procent(geïmporteerdehasj).Voorbuitenlandsewietwashetmaximaalgemetengehalte12procentin2011en10procentin2010.
Ookdeconcentratievaneenanderbestanddeelvancannabis,cannabidiol(CBD),wordtjaarlijksgemeten(RigterenNiesink,2011).• In2011bevattenederwiet,evenalsgeïmporteerdewiet,gemiddeld0,3procentCBD.
HetCBDgehalteingeïmporteerdehasjwashoger:6,7procent.• ErzijnrecenteaanwijzingendatcannabidiolsommigeeffectenvanTHCtegengaat,
78 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
zoals acute psychotische symptomen, angst, verslechtering van het geheugen enbelonendeeffecten(NiesinkenVanLaar,2012).
• VooraldeverhoudingtussenTHCenCBDlijktbelangrijktezijn.DenederwietbevatrelatiefveelTHCenweinigCBD.Voorbuitenlandsehasjisdezeverhouding‘gunstiger’.
• Er is nog onvoldoende epidemiologisch onderzoek waarin is nagegaan of deconsumptie van cannabis met hoge of lage CBD gehaltes is geassocieerd metverschilleningezondheidsrisico’s.
In2007isnaderonderzoekverrichtnaardekwaliteitvannederwiet(Niesinketal.,2007;VanAmsterdametal.,2007).Aanleidingwarensignalendatnederwietintoenemendemateversnedenwordtmetstoffen,zoalsglaspareltjes,zand,lood,ofvloeistoffenomdewieteenbeteruiterlijktegeven(glanzender)enomhetgewichtervankunstmatigteverhogen.• Microscopischonderzoeknaar100wietmonstersuitcoffeeshopstoondevrijwelgeen
versnijdingenaanmetzandofglaspareltjes.• Inenkeleanderemonsters,diebijhetDIMSwerdenaangeleverdenals ‘verdacht’
werdenaangemerktmaarnietviadecoffeeshopswerdenverkregen,zijnglaspoederenkalkaangetroffen.
• Overdeaanwezigheidvananderestoffeninnederwiet,zoalspesticidenengroei-enbloeistimulatoren,endematewaarindezeschadelijkzijnvoordegezondheidvandecannabisgebruiker,isweinigbekend.
• Depolitietreftwelgeregeldpesticidenaanbijopgeroldecannabiskwekerijen.In2011zijn monsters van illegale cannabiskwekerijen en een beperkt aantal monsters uitcoffeeshopsonderzocht.Deresultatenvanchemischeanalysessuggerendatpesti-cidendesondanksnietopgroteschaalwordengebruiktbijdeproductievancannabis(Van Amsterdam et al., 2012). In dit onderzoek was het echter niet mogelijk demonstersteanalyserenopallerelevantepesticiden.
792 Cannabis
Figuur 2.10 Gemiddeld percentage THC in cannabisproducten, vanaf 2000
5
10
15
20
25
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
8,6 11,3 15,1 18,1 20,4 17,7 17,5 16 16,4 15,1 17,8 16,5
5 5,3 6,6 6,2 7 6,7 5,5 6 8,4 9,9 7,5 6,6
11 12,1 17,5 16,6 18,2 16,9 18,7 13,3 16,2 17,3 19 14,3
%
Nederwiet
Geïmporteerde wiet
Geïmporteerde hasj
De percentages hebben betrekking op monsters die in december/januari zijn verzameld. De jaartallen
verwijzen naar het jaar waarin in de maand januari monsters werden verzameld. Voor nederwiet zijn de
gemiddelde percentages weergeven voor de monsters die als ‘meest populair’ zijn aangeschaft. De overgang
in 2010 naar een ander laboratorium voor analyses van de monsters heeft mogelijk de trend beïnvloed.
Bron: DIMS, Trimbos-instituut.
Tabel2.11geeftdegemiddeldeprijzenvaneengramcannabisaangeschaftincoffeeshops.• Degemiddeldeprijsvaneengramnederwiet(meestpopulairevariant)steegvan6,2
euroin2006naar8,1euroin2009enbleefin2010en2011ophetzelfdeniveau(8,3euroin2011).Deprijsstijgingwasgrotervoornederwietdieals‘meeststerk’werdengekwalificeerd:van7,0euro in2006tot10,5euro in2009meteenstabiliseerde in2010en2011(respectievelijk10,1en10,9europergram).
• Mogelijk hingen prijsstijgingen samen met de intensivering van de bestrijding van(grootschalige)wietteelt.
• Voorgeïmporteerdehasjisereengeleidelijkeprijsstijgingvan6,6europergramin2004naar9,1europergramin2010,meteendalingnaar7,8euroin2011.Deprijsvaneengramgeïmporteerdewietschommeltaljarentussendevierenvijfeuro.
• InAmsterdamligtdeprijspergramnederwiethogerdaneldersinhetland.Vooranderecannabisvariantenisergeenprijsverschil.
• Inhetalgemeengeldtdathoesterker(meerTHC)decannabishoemeereenconsu-mentpergrammoetbetalen.
80 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 2.11 Gemiddelde prijs (€) per gram cannabisproduct in coffeeshops, vanaf 2002
Cannabisproduct 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
NederwietI 6,10 6,45 5,97 6,22 6,20 7,30 7,67 8,12 8,13 8,30
Geïmporteerdewiet 4,16 4,32 4,86 4,11 4,40 4,30 5,16 4,88 4,57 4,24
Geïmporteerdehasj 7,14 7,56 6,60 6,78 7,30 7,70 8,09 8,70 9,07 7,79
I. Meest populaire variant. De prijzen hebben betrekking op monsters die in december/januari zijn verzameld.
De jaartallen verwijzen naar het jaar waarin de maand januari valt. Bron: DIMS, Trimbos-instituut.
813 Cocaïne
3 Cocaïne
Cocaïnewerktstimulerend.Veelgebruikersvancocaïnewetendezedruginhunlevenintepassenzonder inproblementekomen.Zijconsumerencocaïnevoorrecreatievedoeleinden.Tochkandedrugleidentotverslaving.
Cocaïnekaninverschillendevormenwordentoegediend(BoekhoutvanSolinge,2001).Dezoutvormvancocaïne(cocaïnehydrochloride;poeder)wordtinNederlandmeestalgesnoven, zelden geïnjecteerd. Een enkele keer wordt cocaïnepoeder in een sigaretgerookt.Onderprobleemgebruikersvanharddrugsisvooraldebasevormvancocaïnepopulair.Dezevormvancocaïnewordt“basecoke”,“freebase”,of“gekooktecoke”genoemd.Basecokewordtverkregennahetverhitten(‘koken’)vaneenoplossingvancocaïnepoedereneenbasischmiddel,zoalsnatriumbicarbonaatofammonia.Basecokewordtgerookt in eenpijpjeofgeïnhaleerd vanaluminiumfolie. Beidegebruikswijzennoemenwijhier roken, tenzij andersvermeld.De internationaalgangbarebenamingvoorbasecokeis“crack”.Crackheeftzijnnaamtedankenaanhetknetterendgeluiddat tijdens de verhitting ontstaat. In de jaren tachtigmaakten de gebruikers zelf debasecoke.Tegenwoordigwordtbasecokeveelalkant-en-klaaropstraatverkocht.
Onderstaande gegevens gelden voor alle vormen van cocaïne samen, tenzij andersaangegeven.
3.1 Laatste feiten en trends
Debelangrijkstefeitenentrendsovercocaïneindithoofdstukzijn:• In2009laghetpercentageooit-,recenteenactuelecocaïnegebruikersindealgemenebevolkinghogerdanin2005.Ditkansamenhangenmeteenwijziginginonderzoeks-methode(§3.2).
• Onderdeschoolgaandejongerenvan12-18jaarinhetregulieronderwijsishetooitge-bruikvancocaïnetussen1996en2007gedaaldenin2011stabielgebleven.Hetactuelegebruikbleefdezegeheleperiodeophetzelfdeniveau(§3.2).
• Cocaïneisnaecstasydemeestpopulaireharddrugonderuitgaandejongerenenjong-volwassenen(§3.2).
• Deprevalentie van recent cocaïnegebruik indealgemenebevolking ligt inNederlandrondhetEuropesegemiddelde(§3.5).
• Naeenstabiliseringvanhetaantalcocaïnecliëntenbijdeverslavingszorgtussen2004en2009isin2010eenlichtedalingwaarneembaar.Voorruimdehelftvandecliëntenisroken(van‘crack’)degebruikswijze.Hetaandeeljongecocaïnecliëntenvan15-29jaarisgedaaldvan40procentin2002naar27procentin2010(§3.6).
• In2010ishetaantalklinischeopnamesinalgemeneziekenhuizenvanwegecocaïnemis-
82 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
bruiken-afhankelijkheidalsnevendiagnoseverdergestegen;hetaantalopnamesmetcocaïneproblematiekalshoofddiagnoseblijftbeperkt(§3.6).
• Hetaantalgeregistreerdeacutesterfgevallenwegenscocaïnegebruikblijftrelatieflaagenisin2010ietsgedaald(§3.7).
• Demeestecocaïnepoedersvanconsumentenbevattendelaatstejaren(ook)geneesmid-delen,voorallevamisol(§3.8).
• Overdejarenishetgemiddeldegehaltecocaïneincocaïnepoederslichtgedaald.Deprijsistussen2010en2011gestegen(§3.8).
3.2 Gebruik: algemene bevolking
In1997,2001,2005en2009vondenpeilingenplaatsvanhetNationaalPrevalentieOnderzoek(NPO,Rodenburgetal.,2007;VanRooijetal.,2011).Demethodevangegevensverzameling verschilde in 2009 van die in de eerdere peilingen. In 1997,2001en2005zijngegevensoverdrugsgebruikverzameldineenpersoonlijkinterviewmetrespondenten,waarbijdeonderzoekerdeantwoordenopeenlaptopinvoerde.In2009vuldederespondentzelfdirectdeantwoordenopdevragenin,zonderdatdeinterviewermeekeek.Erzijnaanwijzingendatmeeranoniemeenprivacybescher-mendemethoden,zoalstoegepastin2009,leidentothogereprevalentiesvangebruik(persoonlijkecommunicatieCBS;EMCDDA,2002).• Tussen2001en2005steeghetaantalNederlandersvan15totenmet64jaardatervaringheeftmetcocaïne(tabel3.1).(Rodenburgetal.,2007). In2009werdereenhogerpercentageooitgebruikvancocaïnegevondendanin2005,maardatkanhetgevolgzijngeweestvandenieuweonderzoeksmethode.
• Tussen1997,2001en2005werdengeenstatistischsignificanteverschillengevondenindepercentages recent enactueel gebruik.Dehogerepercentages in2009 tenopzichtevan2005kunneneveneenshetgevolgzijngeweestvandenieuweonder-zoeksmethode.
• In absolute getallen telde Nederland in 2009 naar schatting 55 duizend actuelecocaïnegebruikers. Deze cijfers zijn vrijwel zeker een onderschatting, omdatprobleemgebruikers vanharddrugs inbevolkingsonderzoek zoals hetNPOonder-vertegenwoordigdzijn.
• Dejaarlijkseaanwasvanmensendievoorheteerstcocaïnegebruikenisgedaaldvan0,4procentin2001naar0,1procentin2005.In2009werdweereenpercentagegevondenvan0,4procent.
833 Cocaïne
Tabel 3.1 Gebruik van cocaïne in Nederland onder mensen van 15 tot en met 64 jaar. Peiljaren 1997,
2001, 2005 en 2009III
1997 2001 2005 TrendbreukIII 2009III
Ooitgebruik 2,6% 2,1% 3,4% … 5,2%
RecentgebruikI 0,7% 0,7% 0,6% … 1,2%
ActueelgebruikII 0,3% 0,1% 0,3% … 0,5%
Heeftvoorheteerstinhetafgelopenjaargebruikt
0,3% 0,4% 0,1% … 0,4%
Gemiddeldeleeftijdvande recenteI gebruikers
27,7 jaar 26,7jaar 31,9 jaar … -
Aantal respondenten: 17 590 (1997), 2 312 (2001), 4 516 (2005), 5 769 (2009). … = Trendbreuk. I. In het
afgelopen jaar. II. in de afgelopen maand. III. In 2009 is de onderzoeksmethode gewijzigd (zie tekst). Deze
wijziging kan van invloed zijn geweest op de uitkomsten. Bron: NPO, CBS/IVO (Van Rooij et al., 2011).
Leeftijd, geslacht en stedelijkheid• Hetooitgebruikvancocaïnekwamin2009meervoorondermannen(7,8%)danondervrouwen(2,5%).Ookkwamin2009hetooitgebruikvancocaïnemeervoorindeleeftijdsgroep24-44jaar(8,0%)danindeleeftijdsgroepen15-24jaar(4,8%)en45-64jaar(2,5%).
• Ook hebben mensen in de grote steden vaker ervaring met cocaïne. In 2009had8,9procentvandebevolking in zeer sterk stedelijkegebiedenooit cocaïnegebruikt.Indeniet-stedelijkegebiedenlagditpercentageop3,9procent.
• Recent gebruik van cocaïne kwam in 2009 eveneensmeer voor ondermannendanvrouwen(1,8%versus0,5%)enwashethoogstonder15-24-jarigen(2,4%),gevolgddoorleeftijdsgroep15-44jaar(1,5%).Recentgebruikkomtnaarverhou-dingweinigvooronder45-64jarigen(0,2%).
• Recentgebruikishogerinzeerstedelijkegebieden(2,0%)vergelekenmetweinigstedelijk(0,5%)enniet-stedelijke(0,7%)gebieden.
• De aantallen actuele gebruikers zijn te klein voor een verdere uitsplitsing naarleeftijd,geslachtenstedelijkheid.
• Tussen2001en2005steegdegemiddeldeleeftijdvanderecentegebruikers.• De startleeftijd is de leeftijd waarop iemand voor het eerst een middel heeftgebruikt(zieookbijlageA:startleeftijd).Onderdeooitgebruikersvancocaïnelagin2005indeleeftijdsgroepvan15totenmet24jaardestartleeftijdopgemiddeld17,6 jaar. In de leeftijdsgroep van 15 tot enmet 64 jaar lag de startleeftijd opgemiddeld23,1jaar.
Speciale groepenHetgebruikvan(onderandere)cocaïnekomtvrijveelvooronderdaklozevolwas-senen(zieook§3.3,specialegroepenjongeren).• In 2000werden inUtrecht de eerste hostels geopend voor verslaafdedaklozen(gemiddelde leeftijd 45 jaar) (Wolf et al., 2010). Een ruime meerderheid van
84 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
de bewoners gebruikte (bijna) dagelijks harddrugs (84%). Ruimde helft (51%)gebruiktecocaïne(bijna)dagelijks.
• Tijdensdewinterkouderegelingwordt inAmsterdam,vooralledaklozendiezichaanmelden,eengratisplekgecreëerdindenachtopvang.Indewintervan2009-2010 werd het middelengebruik onderzocht onder 105 daklozen (gemiddeldeleeftijd39 jaar)diegebruikhaddengemaaktvandewinterkoudelocaties(BusterenDeWit,2010).Cocaïnewasindeafgelopenmaandgebruiktdoor21procentvandedaklozen.
3.3 Gebruik: jongeren
ScholierenVergeleken met cannabis gebruiken aanzienlijk minder leerlingen van het middelbaaronderwijs harddrugs, zoals cocaïne. Dit blijkt uit het Peilstationsonderzoek scholieren(Verdurmenetal.,2012).• Inhetcocaïnegebruikonderdescholierenvanhetvoortgezetonderwijsdeedzichvan1988tot1996weleenstijgingvoorindepercentagesooitgebruikenactueelgebruik(figuur3.1).
• Indemetingentussen1996en2007daaldehetpercentageleerlingendatervaringhadmetcocaïneenbleefstabielin2011.
• Het percentage actuele cocaïnegebruikers blijft in de afgelopen vijftien jaar (1996-2011)ophetzelfdeniveau.Dekleineafnametussen1999en2003isnietstatistischsignificant(figuur3.1).
Leeftijd en geslacht• Hetgebruikvancocaïneneemttoemetdeleeftijd.In2011hadmaar0,6procentvande 12-jarigen ervaringmet cocaïne; op16-jarige leeftijdwas dat 2,4 procent.Vooractueelgebruikwarendezegetallenrespectievelijk0,3%(12jaar)en0,6%(16jaar).
• Meer jongens danmeisjes hebben ooit (2,2% - 1,2%) of pas nog (1,1%– 0,5%)cocaïnegebruikt.
Schoolniveau en etnische afkomst• Schoolniveau’skunnenalleenvoor12-16jarigeleerlingenwordenvergelekenomdatnietelkschoolniveauhetzelfdeaantal leerjarenheeft.LeerlingenvanhetVMBO-p/thebben ietsmeerervaringmetcocaïnedan leerlingenvanhetVWO(respectievelijk2,0%versus0,8%),maarverschillentussenandereschoolniveauszijnnietstatistischsignificant.Hetactuelegebruikverschiltniettussenschoolniveaus.
• Erisgeensterkesamenhangtussenetnischeafkomstenhetooitgebruikvancocaïne.2Alleen Surinaamse leerlingen hebben iets vaker ervaring met cocaïne (4,5%) danleerlingenvanautochtoonNederlandseafkomst(1,5%).
2 Voordedefinitievanautochtoonenallochtoon:ziebijlageA.
853 Cocaïne
Figuur 3.1 Gebruik van cocaïne onder scholieren van 12 tot en met 18 jaar, vanaf 1988
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
1988 1992 1996 1999 2003
1,2 1,6 3 2,8 2,2
0,4 0,4 1,1 1,2 0,8
2007
1,7
0,8
2011
1,7
0,8
%
Ooitgebruik
Actueel gebruik
Percentage gebruikers ooit in het leven en actueel (laatste maand). Bron: Peilstationsonderzoek scholieren,
Trimbos-instituut.
Scholieren van het speciaal onderwijsTabel3.2laatziendatscholierenvanREC-4scholenaanzienlijkvakerervaringhebbenmetcocaïnedanhun leeftijdgenotenvanandereschooltypen(Kepperetal.,2009a).Hetooitgebruikvancocaïneligtonderdezescholierenhogerdanonderscholierenvanzowelhetpraktijkonderwijs(pro),hetleerwegondersteunendonderwijs(lwoo),alshetreguliereonderwijs.Dezeverschillenzijnalleenstatistischsignificantvoordeleeftijds-groepen14-15jaaren16jaar.OverigensmakenleerlingenvandeREC-4scholenmaareentottweeprocentuitvanalleleerlingeninhetvoortgezetonderwijs(ziebijlageF).
Tabel 3.2 Ooitgebruik van cocaïne onder scholieren van het speciaal en regulier onderwijs, naar
leeftijdsgroep
12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar
Speciaalonderwijs
REC-4I 1,1% 6,5% 13,1%
ProII 1,7% 2,4% 3,2%
LwooIII 0,6% 2,5% 2,0%
Regulieronderwijs 0,9% 1,7% 2,5%
Percentage ooitgebruik. Peiljaar voor het speciaal onderwijs is 2008. Peiljaar voor het regulier onderwijs is
2007. I. REC = Regionaal Expertise Centrum. II. Pro = praktijkonderwijs. III. Lwoo = leerwegondersteunend
onderwijs. Bronnen: Trimbos-instituut; Trimbos-instituut/Universiteit Utrecht.
86 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Speciale groepenInbepaaldegroepen jongerenen jongvolwassenenkomtdeconsumptievancocaïnevrijvaakvoor.Tabel3.3vatderesultatensamenvandiverse,vaaklokale,studies.Decijferszijnonderlingnietgoedvergelijkbaarvanwegeverschilleninleeftijdsgroepenenmethodenvanonderzoek.Bovendienzijnderesponspercentages inonderzoekonderuitgaandejongerenenjongevolwassenenvaaklaag,waardooreenvertekeningvanderesultatenkanoptreden.
Uitgaande jongeren en jongvolwassenenCocaïneisrelatiefpopulairinhetuitgaansleven,maarhetgebruikvanhetmiddelvindtookvaakinprivésettingenplaats.Hetgaatdaarbijvooralomhetsnuivenvancocaïne.Sleutelfigureninhetuitgaanslevensignalerenin2008/2009dathetgebruikvancocaïnetegenwoordiginalleregio’svanNederlandvoorkomt(Doekhieetal.,2010).• InAmsterdamdaaldehetpercentageooitgebruikersvancocaïneonderbezoekers
vantrendyclubstussen2003en2008van39naar33procent.Hetpercentageactuelegebruikersbleefechterstabielopveertienprocent(Benschopetal.,2009).
• IndeAmsterdamsecaféssteeghetpercentagedatooitcocaïnehadgebruiktvan26procentin2005naar34procentin2010.Hetpercentagedatdeafgelopenmaandnogcocaïnehadgebruiktsteegindezeperiodevanachtnaartwaalfprocent(Benschopetal.,2011).
• NaeenstabiliseringvanhetgebruikinAmsterdambegindezeeeuwlijktdetoegenomenpopulariteitvanditmiddelinmiddelsookinandereregio’stestabili-seren(Doekhieetal.,2010).Hetzuidenvanhetlandheeftdaarbijeeninhaalslaggemaakt.Indezeregiowordtvooraleentoenameonderdedorpsjeugdwaarge-nomen,waarhetgebruikpastineenleefstijlvanhardwerkendoordeweekenuitdebandspringeninhetweekend.Doorinwoningbijoudershebbenzijgenoeggeldtebesteden.
• In2008/2009ishetmiddelengebruikonderzochtonderbezoekersvanelflandelijkenregionaalgeorganiseerdeparty’senfestivals(VanderPoeletal.,2010).
- Twaalfprocentvandebezoekerswaseenactuelecocaïnegebruiker. - Vijfprocentvandebezoekershadtijdensdeuitgaansavondzelfcocaïnegebruikt,
maarditaandeelvarieerdesterktussenparty’s(range:0,6tot15%),Gemiddeldnamenzijdieavond0,6gramcocaïne.Cocaïnegebruiktijdenshetuitgaankwamhetmeestvoorindeleeftijdsgroep25-29jaar.
- Demeestecocaïnegebruikershaddentijdensdeuitgaansavondzowelcocaïnealsalcoholgeconsumeerd(3,9procentvanallebezoekers).Ruimeenprocenthadalleencocaïne(zonderalcohol)gebruikt(VanderPoeletal.,2010).
• Inhetzelfdeonderzoekin2008/2009ishetmiddelengebruikonderbezoekersvanclubsendiscothekenonderzochtin(middel)grotegemeenteninvijfregio’svanNederland:deregioNoord(Friesland,GroningenenDrenthe),Oost(GelderlandenOverijssel),Midden(UtrechtenFlevoland),West(Noord-enZuid-Holland)enZuid(Noord-Brabant,ZeelandenLimburg).
- Hetpercentageactuelecocaïnegebruikerswaslagervergelekenmetbezoekers
873 Cocaïne
vanparty’senfestivalsenvarieerdevandrieprocentinderegio’sOostenNoordtotrespectievelijk5,6en5,8procentinderegio’sZuidenWest.
- Landelijkgezienhadnaarschattingzestienprocentvandeclubbezoekersooitcocaïnegebruiktenwasnaarschattingvijfprocenteenactuelecocaïnegebruiker.
• Onderzoekin2008/2009onderuitgaandejongerenenjongvolwasseneninDenHaaglaateenietslagerpercentagecocaïnegebruikerszien(Dekkersetal.,2010).Verschillentussenonderzoekenkunnen,zoalsaangegeven,samenhangenmetverschilleninsteekproefsamenstellingenuitgaanssetting.
- RespondenteninhetHaagseonderzoeknoemdenalsmeestfavorieteuitgaans-gelegenhedenclubsendisco’s(60%),cafésofbars(54%)enbardancings(38%).
- Twaalfprocentvanderespondentenhadooitinhunlevencocaïnegebruiktendrieprocentwaseenactuelegebruiker.
ProbleemjongerenJongereninjustitiëlejeugdinrichtigenendejeugdzorghebbenvakerervaringmethetgebruikvancocaïnedanhundoorsneeleeftijdgenoten.• Oplandelijkniveauvarieerthetpercentagejongerenindejeugdzorgdatooitcocaïne
heeftgebruiktvan6procentonderde12-13-jarigentot17procentonderde14-15-jarigenen18procentonderde16-jarigen.Inhetreguliereonderwijslagendezepercentagesbeduidendlageroprespectievelijkeen,tweeendrieprocent(Kepperetal.,2009a).Gemiddeldhad18procentvandejongerenindejeugdzorgooitcocaïnegebruikt,17procentvandejongensen19procentvandemeisjes.
• Onderjongens(13-18jaar)injustitiëlejeugdinrichtingenheeftachttienprocent,voorafgaandaanhundetentie,ooitcocaïnegebruikt(Kepperetal.,2009b).Erzijngroteverschilleninhetooitgebruikvancocaïnetussendezejongensendejongensinhetregulierevoortgezetonderwijs:13versuseenprocentonderde13-14-jarigen,17versusdrieprocentonderde15-16-jarigenen21versuszesprocentonderde17-18-jarigen.Vierprocentvandejongensgafaancocaïnetehebbengebruikttijdenshunverblijfindejustitiëlejeugdinrichting.
• Voorzovercijfersbeschikbaarzijnenvergelijkingenkunnenwordengemaaktlijkthetgebruikvancrackonderprobleemjongerenwatvakervoortekomendanonderhunleeftijdgenoteninhetalgemeen.Depercentageszijnnietteminlaag(tabel3.3).
88 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 3.3 Gebruik van cocaïne in speciale groepen
Locatie Peiljaar Leeftijd(jaar)
OoitgebruikV Actueel gebruikV
Uitgaande jongeren en jongvolwassenen
- CafébezoekersI AmsterdamII 2010 Gemiddeld27 34% 12%
3%VI <1%VI
- Bezoekersvantrendyclubs Amsterdam 2008 Gemiddeld25 33% 14%
- Coffeeshopbezoekers Amsterdam 2009 Gemiddeld28 34% 5%
- Bezoekersvanparty’senfestivals
LandelijkIII 2008/2009 Gemiddeld24 27% 12%
- Bezoekersvanclubsendiscotheken
LandelijkIII 2008/2009 Gemiddeld22 16% 5%
- Uitgaandejongerenenjongvolwassenen
DenHaag 2008/2009 Gemiddeld21 12% 3%
Probleemjongeren
- JongereninderesidentiëleJeugdzorg
Landelijk 2008 Gemiddeld15 18%5%VI
4%V
1%VI
- Jongeren(alleenjongens)injustitiëlejeugdinrichtingenVII
Landelijk 2009 Gemiddeld16 18%V
2%VI6%V
1%VI
Percentage actuele gebruikers (laatste maand) per groep. De cijfers in deze tabel zijn niet vergelijkbaar
vanwege verschillen in leeftijdsgroepen en methoden van onderzoek. I. Jongeren en jongvolwassenen uit
mainstream-, studenten-, homo- en hippe cafés. Dus niet representatief voor alle cafébezoekers. II. Geringe
respons (26% in 2005 en 28% in 2010). III. Geringe respons (19%). IV. Jongeren met opvoedproblemen,
delinquente jongeren, dak- en thuisloze jongeren en jongeren in overige hulpverleningstrajecten. V.
Snuifbare cocaïne in poedervorm, tenzij anders aangegeven. VI. Rookbare cocaïne in de vorm van crack.
VII. Gebruik in de maand voorafgaand aan het verblijf in een justitiële jeugdinrichting (JJI). Gegevens zijn
verzameld in tien van de twaalf JJI’s.
Bronnen: Antenne 2010, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Benschop et al.,
2011); Tendens 2008, IrisZorg (De Jong et al., 2008); Antenne 2008, Bonger Instituut voor Criminologie,
Universiteit van Amsterdam (Benschop et al., 2009); Antenne 2009, Bonger Instituut voor Criminologie,
Universiteit van Amsterdam (Nabben et al., 2010); Uitgaansonderzoek, Trimbos-instituut/Universiteit van
Amsterdam (Van der Poel et al., 2010); Haags Uitgaansonderzoek (HUO), Gemeente Den Haag/Parnassia/
Politie Haaglanden (Dekkers, Grund en Van Dijk, 2010); EXPLORE, Trimbos-instituut (Kepper et al., 2009a).
893 Cocaïne
3.4 Problematisch gebruik
Betrouwbare schattingen van het totale aantal probleemgebruikers van cocaïneontbreken.Volgensveldstudiesenregistratiegegevensgaathetglobaalomdriegroepengebruikers.• Deeerstegroepbestaatuitdeprobleemgebruikersvanopiaten(zie§4.4),dietegen-
woordig vrijwel allemaal óók cocaïne gebruiken, veelal de kant-en-klare rookbarevormcrack.
• In de harddrugsscene komen ook probleemgebruikers voor die frequent cocaïne,vooral crack, consumeren, zonder daarnaast heroïne te nemen.Onbekend is hoegrootdezegroepis.
- In2008werdhetmiddelengebruikonderzochtineensteekproefvan572proble-matischeharddrugsgebruikers,diewerdengeworveninachtsteden(CrutsenVanLaar,2010).
- Zijgebruiktenindeafgelopenmaandopminimaaldriedagenindeweekopiatenofcrack.
- Problematisch crackgebruik, zonder problematisch opiatengebruik, kwam vooronder23procentvandegebruikers.
- Problematischopiatengebruikkwamvooronderdeoverige77procent.Vandezeproblematischeopiaatgebruikershadbovendien87procentinhetafgelopenjaarookcrackgebruiktenhad97procentooit inhet levencrackgebruikt(Trimbos-instituut,2008).
• De derde groep bestaat uit gebruikers bij wie het aanvankelijk recreatief gebruikvan snuifcocaïne isovergegaan inproblematischgebruik (‘deontspoorde cocaïne-snuivers’). Invergelijkingmetcrackgebruikerszijnzijdoorgaansbegonnenmethetgebruik van snuifcoke vanuit eenmeermaatschappelijk geïntegreerde positie. Deaantallen indezegroepzijnnietbekend.Wel is ereen indicatievandematevanprobleemgebruikvancocaïneonderbezoekersvanparty’senfestivalsen,clubsendiscotheken(VanderPoeletal.,2010;zieook§3.3).
- Vandeparty-enfestivalbezoekersvan15totenmet35jaarhad19procenthetafgelopenjaar(recent)cocaïnegebruikt.Vandezerecentegebruikerswasdertienprocent een probleemgebruiker. Zij voldeden aan tenminste drie van de zevencriteriavoorprobleemgebruik:1)gebruikenondanksdepsychischeenemotioneleproblemen daarvan, 2) veel tijd besteden aan het gebruik, 3) veelmeer nodighebbenvoorhetzelfdeeffect,4)meergebruikendanmenvanplanwas,5)zondersuccesproberenteminderen,6)stoppenmetbelangrijkeandereactiviteitenen7)zichziekvoelenbijhetstoppen(VanderPoeletal.,2010).
- Vandeuitgaanders inclubsendiscothekenhad tienprocenthetafgelopen jaar(recent) cocaïnegebruikt.Vandeze recentegebruikerswasdertienprocent eenprobleemgebruiker,volgensdehiervoorgenoemdedefinitie.(VanderPoeletal.,2010).
90 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
3.5 Gebruik: internationale vergelijking
Algemene bevolkingIn de algemene bevolking vanwesterse landen is het aantalmensen dat harddrugszoalscocaïnegebruikt,aanzienlijklagerdanhetaantalmensendatcannabisgebruikt(EMCDDA,2011a).• Verschillen in peiljaar,meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze
vergelijking.Vaninvloedisvooraldeleeftijdsgroep.Tabel3.4ageeftgebruikscijfersdiezijn(her)berekendvolgensdestandaardleeftijdsgroepvanhetEMCDDA(15totenmet64jaar).Gegevensvoordeoverigelandenstaanintabel3.4b.VoorEuropazijnalleenlandenuitdeEU-15enNoorwegenopgenomen.VoorzoverbeschikbaarzijngegevensvoorandereEU-lidstateninBijlageEvermeld.
• HetpercentagemensentotdeleeftijdvanzestigofzeventigjaardatervaringheeftmetcocaïneisveruithetgrootstindeVerenigdeStaten.IndeEU-15enNoorwegenvarieerthetpercentageooitgebruikersvanminderdaneenprocentinGriekenlandtottienprocentinSpanje.VanalleEU-lidstatenligthetpercentageooitgebruikershetlaagstinMaltaenRoemenië(lagerdan0,5%).InNederlandheeftvijfprocentvandebevolkingvan15 totenmet64 jaar (5,2%)ervaringmetcocaïne.Dat isietsbovenhetEuropesegemiddeldevan4,3procent.DitEuropesegemiddelde isgewogennaarhetinwonertalvandelanden.
• SlechtsinviervandeEU-27landenenNoorwegenheeftmeerdan1,5procentvandeinwonersinhetafgelopenjaarnogcocaïnegebruikt.DezevierlandenzijnIerland(1,7%),Italië(2,1%),hetVerenigdKoninkrijk(EngelandenWales,2,5%)enSpanje(2,7%).Hetpercentage recentegebruikers ligtookhoger indeVerenigdeStaten(1,8%) enAustralië (2,1%). InNederland ligt het percentage recente gebruikersvancocaïne(1,2%)dichtbijhetEuropesegemiddeldevan1,2pocent.DitEuropesegemiddeldeisgewogennaarhetinwonertalvandelanden.
913 Cocaïne
Tabel 3.4a Consumptie van cocaïne onder de algemene bevolking van enkele EU-15 lidstaten en
Noorwegen: leeftijdsgroep 15 tot en met 64 jaar
Land Jaar Ooitgebruik Recent gebruik
Spanje 2009 10,2% 2,7%
Italië 2008 7,0% 2,1%
Ierland 2006/2007 5,3% 1,7%
Nederland 2009 5,2% 1,2%
Zweden 2008 3,3% 0,5%
Frankrijk 2005 2,6% 0,6%
Noorwegen 2009 2,5% 0,4%
Oostenrijk 2008 2,2% 0,9%
Portugal 2007 1,9% 0,6%
Finland 2006 1,1% 0,5%
Griekenland 2004 0,7% 0,1%
Verschillen in peiljaar, meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze vergelijking tussen landen.
Percentage gebruikers ooit in het leven en recent (laatste jaar). Bron: EMCDDA.
Tabel 3.4b Consumptie van cocaïne onder de algemene bevolking van enkele EU-15 lidstaten,
de Verenigde Staten, Canada en Australië: overige leeftijdsgroepenI
Land Jaar Leeftijd (jaar) Ooitgebruik Recent gebruik
VerenigdeStaten 2010 12 en ouder 14,7% 1,8%
VerenigdKoninkrijk(EngelandenWales)
2009/2010 16-59 8,8% 2,5%
Australië 2010 14enouder 7,3% 2,1%
Canada 2010 15 en ouder 7,0% 0,7%
Denemarken 2010 16-64 4,4% 0,9%
Duitsland 2009 18-64 3,3% 0,8%
Verschillen in peiljaar, meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze vergelijking tussen landen.
Percentage gebruikers ooit in het leven en recent (laatste jaar). I. Drugsgebruik is naar verhouding laag in de
jongste (12-15 jaar) en de oudere leeftijdsgroepen (>64 jaar). Gebruikscijfers in studies met respondenten die
jonger en/of ouder zijn dan de EMCDDA-standaard zullen mogelijk lager uitvallen dan cijfers in studies die
de EMCDDA-standaard toepassen. Voor studies met een meer beperkt leeftijdsbereik geldt het omgekeerde.
Bronnen: EMCDDA, AIHW, CADUMS, SAMHSA.
92 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
JongerenIndeESPAD-peilingenondervijftien-enzestienjarigescholiereninEuropawerdin1999,2003,2007en2011gevraagdnaarhetooitgebruikvancocaïne(Hibelletal.,2000,2004,2009,2012).In2003isookgevraagdnaarhetrecentgebruik.Decijfersuitditonderzoekzijnbetervergelijkbaardandecijfersuitonderzoekenonderdealgemenebevolking.• Tabel3.5toonthetgebruikvancocaïneonderscholierenineenaantallandenvande
EU,Noorwegen,ZwitserlandendeVerenigdeStaten.DitlaatstelanddeednietmeeaandeESPADmaarvoerdewelvergelijkbaaronderzoekuit.
• Hethoogstepercentageooitgebruikvancocaïne(4%)werdgevondeninFrankrijkenBelgië.
• Nederlandneemtmettweeprocenteenmiddenpositiein,maardeverschillenmetdeanderelandenzijnklein.
• Hetgemiddeldvanalle36deelnemendeEuropeselandenlageveneensoptweeprocent.
Tabel 3.5 Consumptie van cocaïne onder scholieren van 15 en 16 jaar in een aantal lidstaten van de
Europese Unie, Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde StatenI. Peiljaren 1999, 2003, 2007
en 2011
Land 1999 2003 2007 2011
Ooit Ooit Recent Ooit Ooit
VerenigdeStatenI 2% 3% - 5% 4%
VerenigdKoninkrijk - 3% 1% 4% 4%
Italië 2% 4% 3% 5% 3%
Frankrijk 8% 5% 3% 5% 3%
SpanjeII 2% 3% 1% 4% 3%
Ierland - 2% 2% 3% 3%
België 1% 3% 2% 2% 3%
Nederland - 6% 5% 4% 2%
DenemarkenII 3% 3% 1% 3% 2%
DuitslandIII 1% 2% 2% 3% 2%
Zwitserland 1% 1% 0% 2% 1%
Portugal 1% 1% 1% 1% 1%
Zweden 1% 1% 1% 1% 1%
Griekenland 1% 0% 0% 1% 1%
Noorwegen 3% 4% 3% 5% -
Finland - 1% 0% 3% -
Percentage gebruikers ooit in het leven en, voor 2003, in het laatste jaar (recent). - = niet gemeten. I. De
Verenigde Staten deden niet mee aan de ESPAD, maar voerden vergelijkbaar onderzoek uit. II. België in 2011
alleen voor Vlaanderen. III. Duitsland in 2007 voor zes en in 2011 voor vijf van de zestien deelstaten. IV. De
gegevens voor Spanje en Denemarken zijn minder representatief. V. Verenigd Koninkrijk niet voor 2011 vanwege
te lage respons (slechts 6% van de scholen). Bron: ESPAD.
933 Cocaïne
3.6 Hulpvraag en incidenten
VerslavingszorgDeverslavingszorgishetonderdeelvandegezondheidszorgdathulpbiedtaanmensendieverslaafdzijngeraaktaandrugs,alcohol,medicijnen,ofgokken.InNederlandzijnverschillendegespecialiseerdeinstellingenactiefbinnendeverslavingszorg.Samenmetdeverslavingsreclasseringsturendezeinstellingenanoniemegegevensoverdehulpver-leningnaarhetLandelijkAlcoholenDrugsInformatieSysteem(LADIS)(Ouwehandetal.,2011).(ZieinbijlageA:CliëntLADIS.)• Het aantal cliëntenmet cocaïne als primair probleemwerd tussen 1995 en 2004
driekeerzogrootenisdaarnaronddetienduizendgestabiliseerd.In2010tradeengeringedalingopvantienprocentvergelekenmet2009(figuur3.2).
• Per100000inwonersvan15jaarenoudersteeghetaantalprimairecocaïnecliëntenvan23in1995naar76in2004,envervolgensschommeldeditaantaltussen69en74.
• Hetaandeelcocaïnecliëntenvanallecliëntenmeteendrugsprobleemgroeidevan14procentin1995naar26procentin2010.
• In 2010 was ongeveer een op de zes primaire cocaïnecliënten een nieuwkomer(16%). Deze nieuwkomers werden ingeschreven in 2010 en stonden niet eerderingeschrevenbijde(ambulante)verslavingszorgvooreendrugsprobleem.
• Voorietsmeerdandehelftvandeprimairecocaïnecliënten(53%)isroken(crack)debelangrijkstewijzevangebruikenvoorminderdandehelft(44%)snuiven.Slechtséénprocentinjecteertdecocaïne.
• Demeesteprimaire cocaïnecliënten (68%)haddenookproblemenmeteenandermiddel.Vandezegroepwashetsecundaireprobleemvooralalcohol(36%),gevolgddoorcannabis(25%),heroïne(18%)enstimulerendemiddelen(7%).Voorongeveereenderde(32%)wascocaïnehetenigeprobleem.
• Cocaïnewerd ook vaak als secundair probleem genoemd (figuur 3.2). Voor dezegroepishetprimaireprobleemheroïne(47%),alcohol(36%),ofcannabis(10%).
94 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 3.2 Aantal cliënten bij de (ambulante) verslavingszorg met primaire of secundaire
cocaïneproblematiek, vanaf 1995I
1000
3000
5000
7000
9000
11000
13000
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
2928 3349 4137 4607 5689 6346 6668 8089 9578 10243 10091 10144 10644 10812 10538 9437
6391 6503 7015 6699 6932 7111 8426 8281 8388 8393 8157 7829 8242 8127 7791 7351
Aantal
Primair
Secundair
I. De stijging in secundaire cocaïnecliënten van 2000 naar 2001 komt voor een deel door de aanlevering (sinds
2001) van gegevens van opiaatcliënten van de GGD Amsterdam. Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Leeftijd en geslacht• In2010warenruimachtopdetienprimairecocaïnecliëntenman(83%).• Degemiddeldeleeftijdwas37jaar.Daarmeezijndeprimairecocaïnecliëntenjonger
dandeopiaat-,enalcoholcliëntenmaarouderdandecannabis-,ecstasy-enamfe-taminecliënten.
• Figuur3.3laatziendat70procentvandeprimairecocaïnecliëntenin2010tussende25en44jaarwas.Hetaandeeljongecocaïnecliëntenvan15-29jaarisgedaaldvan40procentin2002naar27procentin2010.
953 Cocaïne
Figuur 3.3 Leeftijdsverdeling van primaire cocaïnecliënten bij de (ambulante) verslavingszorg.
Peiljaren 2002 en 2010
5
10
15
20
25
30
15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 >54
%
Leeftijd
3
1
15
9
22
17
24
19
17
17
11
17
5
10 7
2
4
1
2010
2002
Percentage cliënten per leeftijdsgroep. Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Algemene ziekenhuizenDealgemeneziekenhuizensturengegevensoverhunopnamesanoniemnaardeLande-lijkeMedischeRegistratie(LMR).Cocaïnemisbruiken–afhankelijkheidwordennietvaakalshoofddiagnosegeregistreerdbijklinischeopnamesindealgemeneziekenhuizen.• In2010ginghetom114gevallen,waarvan75procentvanwegecocaïnemisbruiken
25procentvanwegecocaïneafhankelijkheid(figuur3.4).• Cocaïneproblemenspelenvakereenrolalsnevendiagnose.Inhetafgelopendecen-
niumisondanksjaarlijksefluctuatieseenglobalestijgingtezieninhetaantalopnamesmet cocaïnemisbruik of -afhankelijkheid als nevendiagnose. Tussen 2009 en 2010steeghetaantalnevendiagnosesnogeensmetnegentienprocentnaar756gevallen.
• Demeest voorkomende categorieënhoofddiagnoses, die in2010 stondengeregi-streerdbijcocaïnemisbruikof–afhankelijkheidalsnevendiagnose,waren:
- ziektenensymptomenvandeademhalingswegen(19%) - letseldoorongevallen(16%,zoalsbreuken,wonden,hersenschudding) - misbruikofafhankelijkheidvanalcoholendrugs(15%) - vergiftigingen(9%) - ziektenvanhart-envaatstelsel(9%) - psychosen(6%).
96 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Algemene ziekenhuizenDealgemeneziekenhuizensturengegevensoverhunopnamesanoniemnaardeLande-lijkeMedischeRegistratie(LMR).Cocaïnemisbruiken–afhankelijkheidwordennietvaakalshoofddiagnosegeregistreerdbijklinischeopnamesindealgemeneziekenhuizen.• In2010ginghetom114gevallen,waarvan75procentvanwegecocaïnemisbruiken
25procentvanwegecocaïneafhankelijkheid(figuur3.4).• Cocaïneproblemenspelenvakereenrolalsnevendiagnose.Inhetafgelopendecen-
niumisondanksjaarlijksefluctuatieseenglobalestijgingtezieninhetaantalopnamesmet cocaïnemisbruik of -afhankelijkheid als nevendiagnose. Tussen 2009 en 2010steeghetaantalnevendiagnosesnogeensmetnegentienprocentnaar756gevallen.
• Demeest voorkomende categorieënhoofddiagnoses, die in2010 stondengeregi-streerdbijcocaïnemisbruikof–afhankelijkheidalsnevendiagnose,waren:
- ziektenensymptomenvandeademhalingswegen(19%) - letseldoorongevallen(16%,zoalsbreuken,wonden,hersenschudding) - misbruikofafhankelijkheidvanalcoholendrugs(15%) - vergiftigingen(9%) - ziektenvanhart-envaatstelsel(9%) - psychosen(6%).
Figuur 3.4 Klinische opnames in algemene ziekenhuizen gerelateerd aan cocaïnemisbruik en
-afhankelijkheid, vanaf 1996
100
200
300
400
500
600
700
800
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Aantal
Cocaïne als hoofddiagnose Cocaïne als nevendiagnose
53 55 50 65 67 81 84 80 89 101 90 114 131
246 371 363 383 377 451 562 506 551 547 514 607 617
2009
637
100
2010
756
114
Aantal diagnoses, niet gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen. ICD-9 codes: 304.2, 305.6 (bijlage
C). Bron: Landelijke Medische Registratie (LMR), Dutch Hospital Data (DHD).
973 Cocaïne
• Dezelfdepersoonkanmeerdanéénkeerper jaarwordenopgenomen.Bovendienkanerperopnamemeerdanéénnevendiagnosewordengesteld.Gecorrigeerdvoordubbeltellingenginghetin2010om783personen.Zijwerdeninditjaarminstenséénkeeropgenomenmetcocaïnemisbruikof-afhankelijkheidalshoofd-ofnevendiag-nose.Hungemiddeldeleeftijdwas37jaar;77procentwasman.
• De LMR registreerde in 2010 geen gevallen van onopzettelijke vergiftiging metcocaïnealsnevendiagnose(ICD-9codeE855.2).
IncidentenErzijnverschillendebronnenbeschikbaarvoorinformatieovergezondheidsverstoringenin verbandmet drugsgebruik (zie ook Bijlage A onder ‘Incidenten’). Aard, regio envindplaats vandeze incidentenverschillenperbron.Vanwegeeen (onbekendematevan)overlapkunnendeaantallenincidentenechternietzondermeerwordenopgeteld.
VolgenshetLetselInformatieSysteem(LIS)vanStichtingConsumentenVeiligheidwordenjaarlijksgemiddeld4200personenbehandeldopspoedeisendeeerstehulpafdelingenvanziekenhuizennaeenongeval,geweld,ofzelfbeschadiginggerelateerdaandrugsgebruik(Draisma,2011).Drugszijnhiercannabis,cocaïne,heroïne,ecstasy,amfetamine,GHBenpaddo’s.Degegevenszijngemiddeldoverdeperiodevan2006totenmet2010enbetreffenschattingenvoorhetheleland,gebaseerdopgegevensvaneenrepresentatievesteekproefvanziekenhuizen.• Cocaïne isdemeestgenoemdedrug.Ruimeenopdevierdrugsslachtoffers (29%)
geeftaancocaïnetehebbengebruikt.Tellenwealleendegevallenmeewaarvandedrugbekendis(88%),danmaaktcocaïne33procentuitvanalledrugsgerelateerdebehandelingenbijdespoedeisendehulp.
• Ongeveertienprocentvanalledrugsslachtoffers(450gevallen)wordtbehandeldvoordecomplicatiesveroorzaaktdoorhetinslikkenvaneenvreemdvoorwerp.
• Dezecijferszijnwaarschijnlijkeenonderschattingvanhetwerkelijkeaantalaandrugsgerelateerdeongevallen,wantdeinvloedvandrugswordtnietsystematischonderzocht.
Sinds2009houdtdeMonitorDrugsIncidenten(MDI)vanhetTrimbos-instituutactuelegegevens bij over de aard enomvang vandrugsgerelateerdegezondheidsincidenteninNederland (VogelsenCroes,2012). In2011werdende incidentengemeldvanuitafdelingenspoedeisendehulpvan(stads)ziekenhuizen,ambulancedienstenenpolitie-artseninachtregio’svanNederland:Amsterdam,Ede/Arnhem,Eindhoven,Enschede,Groningen,Nijmegen,PurmerendenRotterdam.OoknemenenkeleorganisatiesdiedeEHBO-postverzorgenopgrootschaligeevenementendeelaandemonitor.Vanwegewijzigingen in dekkingsgraad per registratiejaar kunnen trends vooralsnog beperktwordenvastgesteld.Degegevenshieronderhebbenuitsluitendbetrekkingopincidentenwaarbijcocaïne-HCl(cocaïnepoederofsnuifcoke)wasgebruikt.Hetaantalincidentenmetcocaïnebase(basecoke,crack)wastekleinomalsapartegroeptebespreken.• In2011werden3652drugsincidentengemeld.Bij419meldingenwascocaïnebetrokken,
waarvanin264gevallencocaïnealsenigedrugwasgemeld(metofzonderalcohol).
98 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Vanwege verschillen tussen de medische diensten worden gegevens in tabel 3.6uitgesplitst naar type dienst voor alle gevallen over 2009-2011. In deze periodewerdenintotaal9029uniekedrugsincidentengemeld.
• Hetaandeelincidentenmetcocaïnealsenigedrugverschilttussendedeelnemendemedischediensten.Hetaandeelbijdepolitieartsenishoogmetbijnaeenopdevijfincidentengerelateerdaangebruikvanuitsluitendcocaïne.BijdeambulancedienstenenindeziekenhuizenisongeveerachtprocentvanalleincidentengerelateerdaancocaïnegebruikalsenigedrugenbijdeEHBO-postenopgrootschaligeevenementenslechtstweeprocent.Ditbleeftussen2009en2011gelijk.
• Deernstvandeintoxicatiesonderinvloedvancocaïnealsenigedrugisinhetmeren-deelvandegevallenmatig.AlleendeEHBO-postenopgrootschaligeevenementenregistrerenookveellichteintoxicatiesonderinvloedvancocaïne.OverigensgeldtookbijdeanderemiddelendatdeEHBO-postenrelatiefvakerlichteintoxicatiesziendandeanderemedischediensten,hetgeensamenhangtmetde laagdrempeligheidvandezeEHBO-posten.Erzijngeenduidelijkeverschuivingenopgetredenindematevanintoxicatieoverdejaren.
• Opvallendisdatbijgezondheidsincidentenmetcocaïnevaakookanderemiddelenzijnbetrokken.
- Slechtsineenkwartvandegevallenisalleencocaïnegenomen. - Bijruimeenderdevanhettotaal isookalcoholgebruikt,bij18procent isnaast
cocaïnenogeenanderedruggebruiktenineenkwartvandegevallenisernaastcocaïnezowelalcoholalseenanderedruggebruikt.
• Demedianeleeftijdwaaropincidentenmetcocaïnevoorkomen(30jaar)ishogerdanbijanderedrugsincidenten.
993 Cocaïne
Tabel 3.6 Incidenten met cocaïne(poeder) als enige drug geregistreerd door de Monitor Drugs
Incidenten (MDI). Peiljaren 2009-2011
Ambulances Ziekenhuizen Politieartsen EHBO Totaal
Aantal incidenten(%vanhettotaal)
333(8%)
105(9%)
121(19%)
44(2%)
603(7%)
Man 77% 83% 91% 82% 81%
Leeftijd(mediaan) 33 30 33 23 31
Matevanintoxicatie
- LichtI 38% 47% 28% 98% 42%
- MatigII 51% 42% 55% 2% 46%
- ErnstigIII 11% 11% 18% 0% 12%
Combinatie met alcohol
47% 79% 82% 66% 61%
*Percentages berekend op de bekende aantallen (valide percentages). I. Licht: goed aanspreekbaar, gebruik
merkbaar. II. Matig: onvoldoende aanspreekbaar, wel duidelijk onder invloed. III. Ernstig: niet aanspreekbaar,
eventueel in combinatie met: (sub)comateus, geagiteerd/agressief, gestoorde vitale parameters (zoals
hartslag, bloeddruk en ademhalingsfrequentie). Bron: Monitor Drugs Incidenten (MDI), Trimbos-instituut
(Vogels en Croes, 2012).
HetNationaalVergiftigingenInformatieCentrumvanhetRIVMregistreerthetaantalinformatieverzoekenvanartsen,apothekersenoverheidsinstellingenover(potentiële)acutevergiftigingendoorblootstellingenaanlichaamsvreemdestoffen,zoalsdrugs(VanVelzenetal.,2011).• Tussen2001en2011toonthetaantalblootstellingenaancocaïnepieken in2005
en2008(tabel3.7).Destijgingvan2007naar2008komttendeledoordatin2008voorheteerstdemeldingenviadewebsitezijnmeegeteld.Gemiddeldwarener229blootstellingenperjaar.
• Dezecijfersgevengeenzichtophetabsoluteaantalintoxicatieswantartsenhebbengeenmeldingsplichtvoorintoxicaties.Bovendienzijnartsenvertrouwdmetcocaïneendeverschijnselenbijoverdoseringen,hierdoorzullenzijnietbijallegevallenvancocaïne-intoxicatiehetNVICraadplegenenzalhetwerkelijkeaantalcocaïnevergifti-gingeninNederlandhogerzijn.
Tabel 3.7 Blootstellingen aan cocaïne geregistreerd bij het Nationaal Vergiftigingen
Informatiecentrum (NVIC), vanaf 2001
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
184 217 247 227 254 211 231 255 238 234 219
Aantal blootstellingen per jaar gemeld via de 24-uurs telefoonlijn van het NVIC. Meldingen via de website
www.vergiftigingen.info (online sinds april 2007) zijn voor het eerst in 2008 meegeteld. Bron: NVIC, RIVM
(Van Velzen et al., 2011).
100 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
3.7 Ziekte en sterfte
• Gezondheidsproblemen,vooraldoorhetfrequentrokenvancrack,zijnlongcompli-caties (‘coke longen’), hartaanvallen, hersenbloedingen, nierinfarcten, epileptischeaanvallen, uitputting en weerstandsvermindering, rusteloosheid, geïrriteerdheid,neerslachtigheid,depressies,angsten,psychoseenparanoia(Korfetal.,2004a).
• Zware cokegebruikers hebben ook meer moeite hun agressie onder controle tehouden(Ernstetal.,2008).Metnameeencocaïnepsychosekanleidentotagressiefgedrag(Tangetal.,2009).Datcrackgebruikersmeeragressievertonendansnuif-cokegebruikers, ligt niet zozeer aanhetmiddel,maar ligtmeer aandegebruikers(Vaughnetal.,2010).
• Bij jongeren en jongvolwassenen in het uitgaansleven die excessief en langdurigcocaïnegebruiken,wordtopgefokt,paranoïdeenegoïstischgedraggesignaleerdeneen in zich zelf gekeerd zijn (Nabben et al., 2010).Ook structurele vermoeidheidals gevolg van frequent cokegebruikwordt genoemd. Door het frequent snuivenvan cocaïne kanhet tussenneusschot beschadigd raken (StichtingMainline, 2008;Scheenstraetal.,2007).
DeNederlandseDoodsoorzakenstatistiekvanhetCBS teltnog steedsweinig (acute)sterfgevallendietewijtenzijnaancocaïne.• Welvondereenstijgingplaatstussen1997en2002,waarnadecocaïnesterfteweer
stabiliseerde. Van 1996 tot enmet 2010 ging het in totaal om 290 gevallen. Deafgelopenzevenjaarschommeldehetaantalrondde22perjaar.In2010ginghetomveertiengevallen(ziefiguur4.8inhoofdstuk4).
• Figuur 3.5 geeft de verdeling naar leeftijdsgroep van alle sterfgevallen vanwegecocaïne indeperiodevan2004 tot enmet2010.Demeerderheid (62%)vandeoverledenen is35 jaarenouder.Depiek ligt inde leeftijdsgroep30-34 jaar.Bijnanegenopdetiencocaïneslachtofferswarenman(88%).
• HettotaleaantalinNederlandoverleden‘cocaïnebolletjesslikkers’isnietbekend.DitkomtondermeerdoordatdeDoodsoorzakenstatistiekpersonenuitsluitdienietinhetNederlandsebevolkingsregisterstaaningeschreven.DeGGDAmsterdamregistreerdeindeperiode2002-2006drietotachtgevallenperjaar(7in2006).In2007werdslechtsééngevalgeregistreerd,in2008vijfgevallenin2009één(vermoedelijk)geval.In2010warenerdriegevallenenin2011warenerviergevallen(GGDAmsterdam,persoonlijkecommunicatie).
1013 Cocaïne
Figuur 3.5 Leeftijdsverdeling van cocaïnesterfgevallen van 2004 tot en met 2010
5
10
15
20
25
<20 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 >54
%
1 8 9 22 18 17 14 8 5
Leeftijd
Percentage overledenen per leeftijdsgroep. ICD-10 codes primaire doodsoorzaken: F14 en X42*, X62*, Y12*
(* in combinatie met code T40.5). Bron: Doodsoorzakenstatistiek, CBS.
Internationale vergelijkingVolgens het EMCDDA lijkt acute sterfte door cocaïne maar weinig voor te komen(EMCDDA,2011a).Sterftedoorcocaïneisechtermoeilijkerteherkennendansterftedoor opiaten. Daardoor zal er sprake zijn van onderregistratie van de sterfte doorcocaïne.• In2009 rapporteerden21 landenongeveer900aancocaïnegerelateerde sterfge-
vallen.Erzijnsignalendiewijzenopeendalendetrendindelandenwaarcocaïnehetmeestwordtgebruikt.
3.8 Aanbod en markt
Samenstelling van cocaïnemonstersHetDrugs InformatieenMonitoringSysteem (DIMS)monitortdemarktvan illegaledrugs.Daarvoorwordtgebruikgemaaktvandeanalysevanstoffendieaanwezigzijnindrugsmonstersdieconsumentenbijinstellingenvoorverslavingszorginleveren.Eendeelvandezemonsterswordtherkendbijdeinstellingzelf.Monstersmetonbekendesamenstellingenallemonstersinpoedervorm,zoalscocaïne,wordendoorgestuurdnaarhet laboratorium voor chemische analyse.
In2011werden1085poedersaangeleverddiedoordeconsumentalscocaïnewarenaangekocht(DIMS,2011).
102 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Hetmerendeel(96%)vandezepoedersbevattedaadwerkelijkcocaïne(overwegendhydrochloride).
• Vandepoedersdiewerdenverkochtalscocaïne,bevatte3,6procentgeencocaïnemaarwel éénofmeerdere anderepsychoactieve stoffen, terwijl 0,6procentgeenenkelpsychoactiefbestanddeelbevatte.
• Het gemiddelde gehalte cocaine vertoont een geleidelijke daling in het afgelopendecenniumvan68procentin2002naar49procentin2011(gewichtsprocenten).
Deafgelopen jarenbevattenpoedersdiealscocaïnezijnverkochtrelatiefvaak(ook)geneesmiddelen(figuur3.6).• Vooralhetversnijdingsmiddellevamisollaateensterkstijgendetrendzien.Levamisol
werdgebruiktbijdebehandelingvankanker,maar is in2004 inNederlanduitdehandel gehaald voor humaan gebruik. Levamisol wordt nog wel voor veterinairedoeleinden toegepast als antiwormenmiddel.Onbekend iswaaromditmiddel aancocaïnewordttoegevoegd.
• In2011bevatte61procentvandecocaïnepoedersdezestof,tegenover12procentin2007.Hetgehaltelevamisolligtopgemiddeld7,5procent,zonderduidelijketrendover de jaren.
• Gebruik van met levamisol versneden cocaïne is in Noord-Amerika in verbandgebrachtmet het ontstaan van een gevaarlijk tekort aanwitte bloedlichaampjes,waardoordeweerstandtegenziektesvermindert(Zhuetal.,2009;Knowlesetal.,2009). In Nederland en andere landen in Europa is hierover nogweinig bekend.Opbasisvandebeschikbaregegevens isdekans reëeldat zichook inNederlandenkelegevallenkunnenvoordoen,maariservermoedelijkgeensprakevaneengrootvolksgezondheidsrisico(CAM,2009).
• In2011bevattevijftienprocentvandecocaïnemonstershydroxyzine,eenmiddeldattot2010amperwerdaangetroffen.Hydroxyzinewordtonderanderetoegepastbijspanningenen(jeukende)huidaandoeningen.
• Bijnaeenderde(31%)vandecocaïnepoedersbevattein2011fenacetine,meteendalendetrendsinds2006.Fenacetinewastot1984alspijnstillergeregistreerdmaarhetmiddel is vanwegemogelijk kankerverwekkende eigenschappenuit de handelgenomen.Dedoseringenfenacetinediewordengebruiktalsversnijdingsmiddelzijnechter vele malen geringer dan de therapeutische doseringen waarbij schadelijkeeffectenoptreden.
1033 Cocaïne
Figuur 3.6 Percentage cocaïnepoeders met versnijdingsmiddelen, vanaf 2005
10
20
30
40
50
60
70
80
2005 2006 2007 2008 2009
1 5 12 32 51
41 50 39 33 39
4 13 9 4 6
1 2 4 2 0
%
6 10 7 8 11
2 7 12 6 2
2010
67
25
4
16
12
3
2011
61
31
4
15
9
2
Fenacetine
Levamisol
Levamisol
Hydroxyzine
Diltiazem
Procaïne
Bron: DIMS, Trimbos-instituut.
PrijzenHetDIMS-projectendeAmsterdamseAntenne-monitorgeveneenindicatievandeprijsdieeenconsumentbetaaltvooreengramcocaïne.
• Consumenten die in 2011 hun cocaïnemonster hebben aangeleverd bij het DIMS-projectbetaaldenvooreengramcocaïnepoedertussen35en80euro(gemiddeld55euro).Datismeerdanin2010(tussen30-75euro,gemiddeld47euro(DIMS,2012).
• In 2010 betaalden cafébezoekers inAmsterdamdie in het afgelopen jaar cocaïnehadden gebruikt en gekocht volgens deAntenne-monitor gemiddeld 48 euro pergram,evenveelalsin2005(Benschopetal.,2011).Zijschaftenhuncocaïnevooralaanbijeen06-dealer.
1054 Opiaten
4 Opiaten
Deklassevanopiatenteltvelemiddelen.Sommigestaanbekendomhetillegalegebruikervan,zoalsheroïne.Andereopiatenzijnvervangersvanheroïne,zoalsmethadonenbuprenorfine, of worden (ook) anderszins toegepast in de geneeskunde: morfine,codeïneendergelijke.Hetgaatindithoofdstukvooralomheroïneenmethadon.
Opiatenkunneneenroesveroorzakenmaarookeendempendewerkinghebben.Heroïnewordtinverschillendevormentoegediend.Tegenwoordigisdemeestgangbaregebruikswijze in Nederland roken (‘chinezen’, roken van folie). In Nederland wordtheroïnemindervaakgeïnjecteerd.
Mensenbijwiehetgebruikvanopiatenuitdehand isgelopennemenvaakookanderemiddelen(polydrugsgebruik)opeenmanierdienietgoedvalt intepassenineen‘regulier’bestaan.Waar indithoofdstukgesprokenwordtoverdeverzamelterm‘harddrugs’ismeestalminstenséénopiaatinhetgedingenverdervooralcocaïne.
4.1 Laatste feiten en trends
Debelangrijkstefeitenentrendsoveropiatenindithoofdstukzijn:• Heroïnegebruikkomtweinigvoorindealgemenebevolking(§4.2)enonderscholieren
(§4.3).• Hetaantalprobleemgebruikersvanopiatenisinhetafgelopendecenniumgedaald(§4.4).• Naeen lichtedalingvanhetaantalopiaatcliënten indeverslavingszorgdeedzich in
2009en2010eenstabiliseringvoor.Nogmaarweinigopiaatcliëntenzijnjongerdan30jaar(§4.6).
• Naeendalingtussen2002en2006inhetaantalziekenhuisopnameswaarbijopiateneenrolspeelt,isertussen2006en2010weereentoenamegeregistreerd(§4.6).
• HetaantalnieuweengemeldegevallenvanhivenhepatitisBenConderinjecterendedrugsgebruikersisaljarenlaag.Tochishetaantalbestaandebesmettingen,vooralmethepatitisC,instedendiedaargegevensoverhebben,hoog(§4.7).
• Hetaantalacutesterfgevallendooropiaatgebruikis2010lagerdanin2009.Degemid-deldeleeftijdvanoverlijdenblijftstijgen(§4.7).
4.2 Gebruik: algemene bevolking
In1997,2001,2005en2009vondenpeilingenplaatsvanhetNationaalPrevalentieOnderzoek(NPO,Rodenburgetal.,2007;VanRooijetal.,2011).Gebruikvanheroïnekomtnietveelvooronderdealgemenebevolking(VanRooijetal.,2011).Vanwegeverschillen in de methode van ondervragen in 2009 moeten vergelijkingen tussenpeilingenvoorzichtigwordengemaakt(zieook§2.2).
106 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• VolgenshetNPOhad0,5procentvandeNederlandersvan15totenmet64jaarin2009ervaringmetheroïne.In2005wasdat0,6procent.
• Depercentagesrecenteenactuelegebruikerswareninallepeiljarennooitgroterdan0,1procent.
• Deze cijfers zijn vermoedelijk een onderschatting, omdat probleemgebruikers vanharddrugsinhetbevolkingsonderzoek,zoalshetNPO,ondervertegenwoordigdzijn.Veelmensendieillegaalopiatengebruikenenmethadoncliëntenkomennietterechtinsteekproevenuitdealgemenebevolkingomdatzijrondzwerven,ineen(justitiële)instellingverblijven,ofanderszinsuitbeeldzijn.Zijkunneninkaartwordengebrachtviaanderemethodenvanonderzoek(zie§4.3en4.4).
4.3 Gebruik: jongeren
Onder scholieren op middelbare scholen van het regulier onderwijs is heroïne nietpopulair(tabel4.1).• In2011hadminderdan1procentvandeleerlingenervaringmetheroïne.Deafge-
lopenmaandhad0,2procentnogheroïnegebruikt.Verschillen tussen jongensenmeisjeswarennietstatistischsignificant(Verdurmenetal.,2012).
• Het percentage heroïnegebruikers onder scholieren is in alle peiljaren gering envertoont een licht dalende trend sinds 2003.
Tabel 4.1 Gebruik van heroïne onder scholieren van het regulier voortgezet onderwijs van 12 tot en
met 18 jaar, vanaf 1988
Gebruik 1988 1992 1996 1999 2003 2007 2011
Ooit 0,7% 0,7% 1,1% 0,8% 1,1% 0,8% 0,6%
Actueel(laatstemaand) 0,3% 0,2% 0,5% 0,4% 0,5% 0,4% 0,2%
Percentage gebruikers ooit in het leven en actueel (laatste maand). Bron: Peilstationsonderzoek scholieren,
Trimbos-instituut.
Speciaal onderwijs• Tabel 4.2 laat zien dat leerlingen van REC-4 scholen vaker ervaring hebbenmet
heroïnedanleerlingenvanhetregulieronderwijs.Ditgeldtvooralleleeftijdsgroepen(Kepperetal.,2009a).OverigensmakenleerlingenvandeREC-4scholenmaareentottweeprocentuitvanalleleerlingeninhetvoortgezetonderwijs(ziebijlageF).
• Hetooitgebruikvanheroïneonderscholierenvanhetpraktijkonderwijs(pro)enhetleerwegondersteunendonderwijs(lwoo)isnietstatistischsignificantverschillendvandatonderleeftijdgenotenopregulierescholen.
1074 Opiaten
Tabel 4.2 Ooitgebruik van heroïne onder scholieren van het speciaal en regulier
voortgezet onderwijs, naar leeftijdsgroep
Schooltype 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar
Speciaalonderwijs
REC-4I 3,2% 3,6% 4,8%
ProII 1,0% 1,5% 0,8%
LwooIII 0,6% 1,4% 4,7%
Regulieronderwijs 0,4% 1,1% 1,0%
Percentage ooitgebruik. Peiljaar voor het speciaal onderwijs is 2008. Peiljaar voor het regulier onderwijs is
2007. I. REC = Regionaal Expertise Centrum. II. Pro = praktijkonderwijs. III. Lwoo = leerwegondersteunend
onderwijs. Bronnen: Trimbos-instituut; Trimbos-instituut/Universiteit Utrecht.
Speciale groepenBepaaldegroepenjongerenenjongvolwassenenhebbenietsvakerervaringmetheroïnedan hun ‘doorsnee’ leeftijdgenoten, maar actueel gebruik is in vrijwel alle groepenbeperkt.Tabel4.3vatderesultatensamenvandiverse,vaaklokale,studies.Decijferszijn onderling niet goed vergelijkbaar vanwege verschillen in leeftijdsgroepen enmethodenvanonderzoek.Bovendienzijnderesponspercentages inonderzoekonderuitgaandejongerenenjongevolwassenenvaaklaag,waardooreenvertekeningvanderesultatenkanoptreden.
Uitgaande jongeren en jongvolwassenen• DeAntenne-monitorvolgthetmiddelengebruikinverschillendegroepenjongerenin
hetAmsterdamseuitgaansleven,zoalscoffeeshops,cafésentrendyclubs.Inbepaaldekringenexperimenteerteenkleineminderheidmetheroïne.
- OnderbezoekersvantrendyclubsinAmsterdamlagin2008hetpercentageooit-gebruikersopeenprocent(Benschopetal.,2009).
- VandecafébezoekersinAmsterdamhad1,5procentooitheroïnegebruiktin2005en1,2procentin2010(geenstatistischsignificantverschil,Benschopetal.,2011).
- Onder coffeeshopbezoekers inAmsterdam lag het percentage ooitgebruikers in2009 op drie procent. Actueel gebruik van heroïne komt in het uitgaanscircuitvrijwelnietvoor(Nabbenetal.,2010).
• In2008/2009ishetmiddelengebruikonderzochtonderbezoekersvanelf landelijkenregionaalgeorganiseerdeparty’senfestivals(VanderPoeletal.,2010).Ruimeenprocentvandebezoekershadervaringmetheroïneenslechts0,1procentwaseenactueleheroïnegebruiker.
• In hetzelfde onderzoek in 2008/2009 is het middelengebruik onderzocht onderbezoekersvanclubsendiscotheken in (middel)grotegemeenten invijf regio’svanNederland:deregioNoord(Friesland,GroningenenDrenthe),Oost(GelderlandenOverijssel),Midden(UtrechtenFlevoland),West(Noord-enZuid-Holland)enZuid(Noord-Brabant,ZeelandenLimburg).
- Hetpercentageooitgebruikersvanheroïnevarieerdevan1,5procentinderegioWesttot0,3procentinderegioMidden.Hetpercentageactueleheroïnegebruikers
108 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
varieerdevan0,2procentinderegioWesttot<0,01procentindeandereregio’s. - Landelijkgezienhadnaarschattingeenprocentvandeclubbezoekersooitheroïne
gebruiktenwasnaarschatting0,1procenteenactueleheroïnegebruiker.
Probleemgroepen• InAmsterdamspeelthetgebruikvanheroïnenauwelijkseenrolonderjongereninde
jeugdzorg,school‘drop-outs’endemeestdeviantegroepvangedetineerdejongeren(Nabbenetal.,2007a).Sleutelfiguren inAmsterdamsignalerendatheroïnegebruikvrijwel niet voorkomt onder de veelal allochtone buurtjongeren en verschillendegroepenprobleemjongeren,zoals jongensprostitueesendak-enthuislozejongeren(Nabbenetal.,2007a;Benschopetal.,2009).
• In Gelderland hebben sleutelfiguren in 2009 alleen heroïnegebruik gesignaleerdonder jongeren in de jeugdhulpverlening.Deze jongerengebruikenheroïne,maarookslaap-enkalmeringsmiddelen,omtekalmerennahetgebruikvanstimulerendemiddelen.Hetkomtvoordatheroïneeenpaarkeer indeweekwordtgebruiktalskalmeringsmiddel(DeJongetal.,2009).
• Vergelekenmet jongeren inde jeugdzorg inAmsterdam,werdop landelijkniveauonder14-en15-jarigejongereninderesidentiëlejeugdzorgeenhogerpercentageooitgebruikersgevonden.
- Vijfprocentvandezejongerenhadin2008ervaringmetheroïne. - Indetotaleleeftijdsgroepvan12totenmet18jaarhadvierprocentervaringmet
heroïne(Kepperetal.,2009a).• Onderjongens(13-18jaar)injustitiëlejeugdinrichtingenheeftdrieprocent,vooraf-
gaandaanhundetentie,ooitheroïnegebruikt(Kepperetal.,2009b). - Eenverschilinhetooitgebruiktussendezejongensendejongensinhetreguliere
voortgezetonderwijsisalleengevondenvoorde17-18-jarigen. - In deze leeftijdsgroep had van de jongens in de justitiële jeugdinrichting zeven
procentooitheroïnegebruiktenhadvandejongensinregulierevoortgezetonder-wijstweeprocentooitheroïnegebruikt.
- Heroïnewerdnietgebruikttijdenshetverblijfindejustitiëlejeugdinrichting.
1094 Opiaten
Tabel 4.3 Gebruik van heroïne in speciale groepen
Locatie Peiljaar Leeftijd (jaar) Ooitgebruik Actueelgebruik
Uitgaande jongeren en jongvolwassenen
- CafébezoekersI Amsterdam 2010 Gemiddeld27 1,2% 0%
- Bezoekersvantrendyclubs Amsterdam 2008 Gemiddeld25 1% 0%
- Bezoekersvanparty’s enfestivals
LandelijkII 2008/2009 Gemiddeld24 1,4% 0,1%
- Bezoekersvanclubsendiscotheken
LandelijkII 2008/2009 Gemiddeld22 1,1% 0,1%
- Coffeeshopbezoekers Amsterdam 2009 Gemiddeld28 3% 0%
Probleemgroepen
- Jongereninderesidentiëlejeugdzorg
Landelijk 2008 Gemiddeld15 4% 2%
- Jongeren(alleenjongens)injustitiëlejeugdinrichtingenIV
Landelijk 2009 Gemiddeld16 3% 1%
Percentage gebruikers ooit in het leven en actueel (laatste maand) per groep. De cijfers in deze tabel zijn niet
onderling vergelijkbaar vanwege verschillen in leeftijdsgroepen en methoden van onderzoek. I. Selecte steekproef
van jongeren en jonge volwassenen uit mainstream-, studenten-, homo- en hippe cafés. Dus niet representatief
voor alle cafébezoekers. II. Geringe respons (19%) III. Jongeren met opvoedproblemen, delinquente jongeren,
dak- en thuisloze jongeren en jongeren in overige hulpverleningstrajecten. IV. Gebruik in de maand voorafgaand
aan het verblijf in een justitiële jeugdinrichting (JJI). Gegevens zijn verzameld in tien van de twaalf JJI’s.
Bronnen: Antenne 2010, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Benschop et
al., 2011); Antenne 2008, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Benschop et
al., 2009); Uitgaansonderzoek, Trimbos-instituut/Universiteit van Amsterdam (Van der Poel et al., 2010);
Antenne 2009, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Nabben et al., 2010);
EXPLORE, Trimbos-instituut (Kepper et al., 2009a).
4.4 Problematisch gebruik
Debeschikbareschattingenmakenmeestalgeenduidelijkonderscheidtussenprobleem-gebruikers van opiaten en andere harddrugs (zie bijlage A voor een definitie vanproblematischgebruik).Deschattingenintabel4.4betreffenvoornamelijkregelmatigegebruikersvanillegaleopiatenofvanmethadon,diedoorgaansookanderemiddelengebruiken,zoalscocaïne(crack),alcoholenslaap-ofkalmeringsmiddelen.• Volgensdelaatsteschattingvoor2008bedraagthetaantalproblematischeopiaatge-
bruikersinNederlandongeveer17700(CrutsenVanLaar,2010;Busteretal.,2009;Biesmaetal.,2009;Schoenmakersetal.,2009a,2009b;Ouwehandetal.,2010b).
- Naarschattingzesopdetienproblematischeopiaatgebruikerszijnsociaalgemar-ginaliseerd vanwege criminele activiteiten, een psychiatrisch ziektebeeld, een
110 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
overlastgevendelevensstijl,ofeeninstabielewoonsituatie. - De resterendegroepproblematischeopiaatgebruikers is relatiefgesprokenmeer
sociaal geïntegreerd, voor eendeel vanwegede stabilisatie opmethadonof demedischeverstrekkingvanheroïne.
• Tussen 2001 en 2008 is het aantal problematische opiaatgebruikers in Nederlandgedaald,maarvanwegemethodologischeverschillentussendeschattingvan2001en2008valtnietpreciesaantegevenhoegrootdezedalingis.
• Per duizend inwoners van 15 tot enmet 64 jaarwaren er in 2008 inNederlandongeveer1,6probleemgebruikersvanopiaten.
Tabel 4.4 Schattingen van het aantal probleemgebruikers van harddrugs en het aantal per 1 000
inwoners van 15 tot en met 64 jaarI
Bereik Jaar Aantal Aantal per 1 000 inwoners van 15-64 jaar
Landelijk 2008 17 700 (17300–18100)
1,6
Amsterdam 2009 3 023 5,5
Enschede 2008 761 7,1
2009 581 5,4
2010 649 6,0
Hengelo 2005 191 3,7
Almelo 2006 200 4,2
Apeldoorn 2007 432 4,7
Oost-VeluweII 2004-2008 rond de 500 -
I. Vanwege verschillen in definities en methoden dienen de gegevens voorzichtig te worden geïnterpreteerd.
In Amsterdam, Leeuwarden, Enschede, Almelo, Apeldoorn, Oost-Veluwe en bij de landelijke schatting gaat
het om schattingen van probleemgebruikers van (ook) opiaten. II. De regio Oost-Veluwe bestaat uit de
gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde en Voorst. Voor 2009-2010 konden hier nog geen schat-
tingen worden gemaakt (Boendermaker et al., 2011). Bronnen: Trimbos-instituut, GGD Amsterdam, Intraval.
Figuur4.1geeftdeontwikkelingweervanhetaantalprobleemgebruikersvanopiateninAmsterdamvolgensschattingenvandeGGDAmsterdam.• Deomvangvandezegroepbereiktepiekenin1988en1993enlieptoenterug.Dit
kwamvooraldooreendalinginhetaantalbuitenlanders,vooralItalianenenDuitsers.Indeafgelopenjarenisechterinallegroepeneendalingwaargenomen.
• Tussen2007en2009bleefhetaantalongeveerprobleemgebruikersvanopiateninAmsterdamophetzelfdeniveau.
• In2009teldeAmsterdamnaarschatting3023probleemgebruikersvanopiaten.Vanhenwas48procentgeboreninNederland,24procentinSuriname,deNederlandseAntillen,MarokkoofTurkijeenwas28procenteldersgeboren.
1114 Opiaten
Figuur 4.1 Probleemgebruikers van opiaten in Amsterdam, vanaf 1985
2000
4000
6000
8000
10000
1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009
1342 1316 1436 1485 1674 1554 1332 1368 1167 1112 942 750 719
3063 2701 2440 2276 2435 2204 2043 2023 1829 1743 1837 1430 1445
3060 3991 3560 2713 3411 2559 1802 1603 2049 1676 949 696 859
7465 8008 7436 6474 7520 6317 5177 4993 5045 4530 3728 2876 3023
Aantal
Geboren in Suriname, de Nederlandse Antillen, Marokko of Turkije
Geboren in Nederland Elders geboren Totaal
Aantal probleemgebruikers. Bron: GGD Amsterdam.
DeschattingvanhetaantalprobleemgebruikersvanopiateninAmsterdam(figuur4.1)loopt tot enmet 2009.Met ingang van 2010 is via demethode die hiervoorwerdgebruikt geen betrouwbare schattingmeer te geven (Buster en Van Brussel, 2011).Desondankszijnerindicatiesdatookin2010dedalendetrendinhetheroïnegebruikinAmsterdamzichheeftvoortgezet.• Indevrijwilligeambulantemethadonbehandelingdaaldehetaantalpatiëntennamelijk
van2533in2005naar2270in2010.Opdepolitiebureausdaaldeditaantalindezeperiodevan1152naar484methadonpatiënten.
• De‘overblijvende’groepopiaatgebruikersisminderproblematischdaneendecenniumgeleden, zoals blijkt uit het dalend percentage methadoncliënten bij de GGDAmsterdammeteenpolitiecontact(30%in2004en14%in2010),dedalingvanhetpercentagespuiters (zie ‘wijzevangebruik’)ende toegenomentherapietrouwvanmethadoncliënten.
112 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
LeeftijdDepopulatieheroïnegebruikersveroudert.• InAmsterdamsteegdegemiddeldeleeftijdvandemethadonpatiëntenvan32jaarin
1989naarvijftigjaarin2010(BusterenVanBrussel,2011).Dehelftvandepatiëntenwastussende45en55jaaroud.Landelijkecijfersvandeverslavingszorg(zie§4.6)endesterfteonderopiaatgebruikers(zie§4.7)wijzenopeenzelfdetrend.
• De veroudering van de groep heroïnegebruikers gaat gepaard met toenemendelichamelijkeenpsychischegezondheidsklachten.
Wijze van gebruikHetgebruikvanopiaten isvooral riskantvoordegezondheidalsdeopiatenwordeningespoten.Indeloopvandejarenzijngebruikersvanopiatenmindergaaninjecteren.• Inhetveldonderzoekuit2008onder442problematischeopiaatgebruikers inacht
steden(CrutsenVanLaar,2010)bleek46procentooiteendrugtehebbeningespoten(Trimbos-instituut,2008).Binnendegroepdieweleensdrugshadingespoten,bleek29procentnogsteedstespuiten.Vanalleproblematischeopiaatgebruikersuithetveldonderzoekbleek13procentmomenteeldrugstespuiten.
• Viahetpercentage spuitersuit het veldonderzoek (13%)ende schatting vanhettotaalaantalproblematischeopiaatgebruikersinNederland(17700)kanhettotaalaantal injecterende opiaatgebruikersworden geschat. In 2008waren er dan naarschattingongeveer2300injecterendeopiaatgebruikers.
• Hetpercentagespuitersonderdeopiaatcliëntendaaldevannegenprocentin2009naarachtprocent in2010.In1994spootnogzestienprocentdedrugenin2001nogdertienprocent.
• Dejarenlangedalinginhetaantalnaaldenenspuitendatwordtomgeruildbijspui-tomruilprogramma’sinAmsterdamenRotterdamisookeenindicatievoordeafnamevanhetinjecterenvanopiaten(zie§4.7onderRisicogedrag).
• InAmsterdamwordtdedalingvanhetaantalinjecterendeopiaatgebruikerstoege-schrevenaaneenaantalfactoren(VanBrusselenBuster,2011):
- deverminderdetoestroomentoegenomenremigratievanvoornamelijkDuitseenItaliaansedrugsgebruikers
- degroteresterfteonderinjecterendedrugsgebruikersalsgevolgvanhivenaids - stoppenmetspuitenvanwegegezondheidsredenen - toegenomenpopulariteitvanrookbarecocaïne(crackofbasecoke) - dalingvandeinstroomvannieuwedrugsgebruikersenafnamevaninjecterenals
voornaamstetoedieningswijzevoordrugsonderdezenieuwkomers.
1134 Opiaten
4.5 Gebruik: internationale vergelijking
Gebruik scholieren• VolgensdeESPAD-peilingkwamin2011hetpercentageooitgebruikersvanheroïne
ondervijftien-enzestienjarigescholiereninEuropaslechtsintweelandenbovendetweeprocentuit.Alleen inCyprusenMonaco laghetpercentageooitgebruikvanheroïneopdrieprocent.
• InNederlandhadeenprocentvandescholierenooitheroïnegebruikt(Hibelletal.,2012).
Probleemgebruik• DeEuropeseUnieenNoorwegensamengenomentellennaarschattingtussen1,3en
1,4miljoenprobleemgebruikersvanopiaten.Datzijnercirca3,6tot4,4perduizendinwonersvan15totenmet64jaar.Hetaantalprobleemgebruikersvanalleharddrugsishoger,wantinsommigelandenzijnersubstantiëleaantallenprobleemgebruikersvanamfetamineencocaïne(EMCDDA,2011a).
• Deschattingenzijnberekendmetverschillendestatistischemethoden.Tabel4.5geeftdelaagsteenhoogstecijfersperland.Vanwegeverschillenindefinitiesenmethodesdienendegegevensvoorzichtigtewordengeïnterpreteerd.
• IndeveertienlandenvandeEU-15enNoorwegenwaarvoornationaleschattingenbeschikbaarzijn,variërendeaantallenvangemiddeldeentottienprobleemgebruikersvanharddrugsperduizendinwonersvan15totenmet64jaar.SpanjeenNederlandstaanonderaanindezelijst.HetVerenigdKoninkrijkenItaliëgaanaankop.
• Indenieuwelidstatenendekandidaat-lidstatenvarieerthetaantalprobleemgebrui-kersperduizendinwonersvan15totenmet64jaarvancirca0,5inTurkijetot7,8inSlovenië.
114 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 4.5 Probleemgebruikers van harddrugs in 14 lidstaten van de Europese Unie en Noorwegen
Land Jaar Aantal per duizend inwoners van 15 tot en met 64 jaar
Centrale schatting Ondergrens – bovengrensI
VerenigdKoninkrijk 2004-2007 10,1 9,9 – 10,8
Italië 2009 10,0 9,7 – 10,2
Denemarken 2009 9,1 8,6 – 9,7
Luxemburg 2007 7,7 6,5 – 9,9
Ierland 2006 7,2 6,2 – 8,1
Frankrijk 2008 - 3,7 – 9,5
Portugal 2005 - 4,3 – 7,4
Zweden 2007 4,9 –
Finland 2005 4,8 4,2 – 5,5
Oostenrijk 2009 4,6 4,4 – 4,7
Duitsland 2008 - 3,6 – 4,3
Griekenland 2009 3,2 2,8 – 3,6
Noorwegen 2008 3 2,1 – 3,9
Nederland 2008 1,6 1,56 – 1,64
Spanje 2008 1,3 1,2 – 1,3
Probleemgebruikers volgens EMCDDA-definitie van probleemgebruik: langdurig/regelmatig gebruik van
opiaten, cocaïne en/of amfetaminen. Vanwege verschillen in methodes dienen de gegevens voorzichtig te
worden geïnterpreteerd. - = gegevens ontbreken. De schattingen hebben in de meeste landen betrekking
op opiaatgebruikers, die ook andere middelen gebruiken. In Italië, en vooral Spanje, maken ook probleem-
gebruikers van cocaïne een belangrijk deel uit van de totale schatting van het aantal probleemgebruikers.
In Finland en Zweden zijn amfetaminegebruikers in de meerderheid. In Tsjechië (niet in de tabel vermeld)
tellen zowel opiaatgebruikers als methamfetaminegebruikers mee. I. Uiterste waarden op basis van 95%
betrouwbaarheidsintervallen of sensitiviteitsanalyse. Bronnen: EMCDDA; Cruts en Van Laar, 2010.
1154 Opiaten
4.6 Hulpvraag en incidenten
VerslavingszorgDeverslavingszorgishetonderdeelvandegezondheidszorgdathulpbiedtaanmensendieverslaafdzijngeraaktaandrugs,alcohol,medicijnen,ofgokken. InNederlandzijnverschillendegespecialiseerdeinstellingenactiefbinnendeverslavingszorg.SamenmetdeverslavingsreclasseringsturendezeinstellingenanoniemegegevensoverdehulpverleningnaarhetLandelijkAlcoholenDrugsInformatieSysteem(LADIS)(Ouwehandetal.,2011).(ZieinbijlageA:CliëntLADIS.)
• Hetaantalcliëntenmeteenprimaireopiaatproblematieksteeg lichttot1997(figuur4.2). De groei was deels reëel en deels een vertekening doordatmeer instellingenvoordrugshulpverleningzichbijhetLADISaansloten.Hetaantalopiaatcliëntenbleefvrij stabielvan1997totenmet2000.De toename in2001komtgrotendeelsdoortoetredingvandeGGDAmsterdamtothetLADIS.3
• Tussen2002en2009daaldehetaantalprimaireopiaatcliëntenmet24procent, enstabiliseerde in 2010.
• Hetaandeel vanopiaten inalle verzoekenomhulpvanwegedrugsnamafvan69procentin1995naar44procentin2005endaaldeverdernaar34procentin2010.Ditkomtmededoordegroeiindeafgelopenjarenvanhetaantalcliëntenmeteenanderdrugsprobleem,zoalscocaïneencannabis.
• Demeestecliëntenkloptenaleerderaanbijde(ambulante)verslavingszorgvanwegeeendrugsprobleem.Slechtsvierprocentwerd ingeschreven in2010en stondnieteerderingeschrevenbijde(ambulante)verslavingszorgvooreendrugsprobleem.In2000wasnog22procenteennieuwkomer.
• De meeste primaire opiaatcliënten hadden ook problemen met andere middelen(73%).Dezegroephadvoornamelijkeensecundairprobleemmetcocaïneofcrack(51%)gevolgddooralcohol(14%).Ongeveereenkwartvandeprimaireopiaatcli-enten(27%)rapporteerdegeenbijmiddel.
• Opiatenwordenminder vaak als secundair probleemgenoemd (figuur 4.2). Voordezegroepishetprimaireprobleemvoornamelijkcocaïneofcrack(64%),ofalcohol(29%).
3 In2001leverdedeGGDAmsterdam1869cliëntenaanmeteenprimairheroïneprobleem,waarvan1304cliëntennognietbekendwarenbijdeandereinstellingendieaanhetLADISdeelnamen.
116 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 4.2 Aantal cliënten bij de (ambulante) verslavingszorg met primaire of secundaire
opiaatproblematiek, vanaf 1995I
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
16000
18000
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
14936 15247 15865 15491 15606 15839 16810 16221 15389 14222 14429 13122 13013 12532 12120 12313
913 985 1112 1101 1313 1387 1761 1912 2056 2252 2023 2043 2342 2283 2070 1925
Aantal
Primair
Secundair
I. De stijging van het aantal personen in 2001 ten opzichte van 2000 is het gevolg van de eerste aanlevering
van gegevens van de GGD Amsterdam. Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Leeftijd en geslacht• In2010was80procentvandeprimaireopiaatcliëntenman.Overdejarenschommelde
ditpercentagetussen78en80procent.• Degemiddeldeleeftijdstijgt.In2010wasdegemiddeldeleeftijdvandeopiaatcliënten
45jaar;in2002wasdatnog39jaar.Vandeopiaatcliëntenwas75procentouderdan39jaar.In2002wasditnogmaar48procent(figuur4.3).
• Hetaandeelvandejongeopiaatcliënten(15-29jaar)daaldevanveertienprocentin2002naarvierprocentin2010(figuur4.3).
1174 Opiaten
Figuur 4.3 Leeftijdsverdeling van primaire opiaatcliënten bij de (ambulante) verslavingszorg.
Peiljaren 2002 en 2010
5
10
15
20
25%
Leeftijd
2010
2002
20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 >59
3 9 19 23 23 16 6 2 1
1 3 7 14 21 22 18 10 4
Percentage cliënten per leeftijdsgroep. Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Algemene ziekenhuizen• Misbruik en afhankelijkheid van opiaten worden in algemene ziekenhuizen zelden
als hoofddiagnose gesteld. In 2010 telde de LandelijkeMedische Registratie (LMR)63opnamesvoordehoofddiagnoseopiaten(73%afhankelijkheiden27%misbruik,figuur4.4).
• Vakerkomenopiaatmisbruiken-afhankelijkheidalsnevendiagnosevoor(676in2010).Dedalingtussen2002en2006inhetaantalnevendiagnosesvooropiaatproblematiekzette zich daarna niet voort. Tussen 2009 en 2010 vond er een stijging plaats vanzeventienprocent.Dehoofddiagnosesbijdezenevendiagnoseslopensterkuiteen.Hetmeestvielenin2010op:
- ziektenensymptomenvandeademhalingswegen(25%) - letseldoorongevallen(12%;breuken,wonden,hersenschudding) - ziektenvanhetspijsverteringsstelsel(9%) - vergiftiging(5%) - misbruikofafhankelijkheidvanalcoholofdrugs(6%) - huidaandoeningen(2%).• Dezelfdepersoonkanmeerdanéénkeerperjaarwordenopgenomen.Bovendienkan
erperopnamemeerdanéénnevendiagnosewordengesteld. - Gecorrigeerdvoordubbeltellingenginghet in2010om613personen.Zijwerden
inditjaarminstenséénkeeropgenomenmetopiaatmisbruikof-afhankelijkheidalshoofd-ofnevendiagnose.
118 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
- Zijwarengemiddeld45 jaaren77procentwasman.Depiekbevindt zich indeleeftijdsgroepvanvijftigtotenmet54jaar(20%).
• DeLMRregistreerdein2010geengevallenvanonopzettelijkevergiftigingmetopiatenalsnevendiagnose(ICD-9codesE850.0t/mE850.2).
Figuur 4.4 Klinische opnames in algemene ziekenhuizen gerelateerd aan opiaatmisbruik en
-afhankelijkheid, vanaf 1996
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
607 742 596 627 558 634 674 606 556 594 476 525 542 580 676
71 71 76 79 75 81 88 51 57 61 78 84 79 65 63
Aantal
Opiaten als nevendiagnose
Opiaten als hoofddiagnose
Aantal diagnoses, niet gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen. ICD-9 codes: 304.0, 304.7, 305.5
(zie bijlage C). Bron: Landelijke Medische Registratie (LMR), Dutch Hospital Data (DHD).
IncidentenErzijnverschillendebronnenbeschikbaarvoorinformatieovergezondheidsverstoringeninverbandmetdrugsgebruik(zieookBijlageAonder‘Incidenten’).Aard,regioenvindplaatsvan deze incidenten verschillen per bron. Vanwege een (onbekendemate van) overlapkunnendeaantallenincidentenechternietzondermeerwordenopgeteld.
VolgenshetLetselInformatieSysteem(LIS)vanStichtingConsumentenVeiligheidwordenjaarlijksgemiddeld4200personenbehandeldopspoedeisendeeerstehulpafdelingenvanziekenhuizennaeenongeval,geweld,of zelfbeschadiginggerelateerdaandrugsgebruik(Draisma, 2011). Drugs zijn hier cannabis, cocaïne, heroïne, ecstasy, amfetamine, GHBenpaddo’s.Degegevenszijngemiddeldoverdeperiodevan2006totenmet2010enbetreffenschattingenvoorhetheleland,gebaseerdopgegevensvaneenrepresentatievesteekproefvanziekenhuizen.• Heroïnewordtslechtsindrieprocentvandegevallengenoemd.• Dezecijferszijnwaarschijnlijkeenonderschattingvanhetwerkelijkeaantalaandrugs
1194 Opiaten
gerelateerdeongevallen,wantdeinvloedvandrugswordtnietsystematischonderzocht.Sinds2009houdtdeMonitorDrugs Incidenten (MDI)vanhetTrimbos-instituutactuelegegevens bij over de aard en omvang van drugsgerelateerde gezondheidsincidenten inNederland (VogelsenCroes,2012). In2011werdende incidentengemeldvanuitafde-lingenspoedeisendehulpvan(stads)ziekenhuizen,ambulancedienstenenpolitieartsen inacht regio’svanNederland:Amsterdam,Ede/Arnhem,Eindhoven,Enschede,Groningen,Nijmegen,PurmerendenRotterdam.OoknemenenkeleorganisatiesdiedeEHBO-postverzorgen op grootschalige evenementen deel aan demonitor. Vanwegewijzigingen indekkingsgraadperregistratiejaarkunnentrendsvooralsnogbeperktwordenvastgesteld.• In2011werdenintotaal3652drugsincidentengemeld.Bij197meldingen(5%)was
heroïneofmethadonbetrokken,waarvanin132gevallenheroïneofmethadonalsenigedrugwasgemeld(aldannietmetalcohol).
• Vanwegeverschillentussendemedischedienstenwordengegevensintabel4.6uitge-splitstnaartypedienstvoorallegevallenover2009-2011. Indezeperiodewerden intotaal9029uniekedrugsincidentengemeld.
- Hetaandeelincidentenmetheroïneofmethadonalsenigedrugisbijallemedischedienstenongeveerevenhoog(rondde4%vanhettotaalaantalincidenten).AlleendeEHBO-postenopgrootschaligeevenementenzagengeenincidentenwaarbijopiatenbetrokkenwaren.Hetpercentageaanheroïnegebruikgerelateerde incidentenbleeftussen 2009 en 2011 stabiel.
- Intoxicatiesonderinvloedvanheroïneofmethadonalsenigedrugzijnrelatiefvaakvanernstigeaard.Erzijngeenduidelijkeverschuivingenopgetredenindematevanintoxicatieoverdejaren.
- Opvallendisderelatiefhogeleeftijdvandepatiëntenmetaanheroïnegebruikgerela-teerdeincidenten(demedianeleeftijdpermedischedienstvarieertvan40tot45jaar).
• Vanalle incidentenwaarbijopiatenbetrokkenzijn, is inbijnadehelftvandegevallenalleen heroïne of methadon genomen. Bij 18 procent van het totaal is ook alcoholgebruikt, bij ruim een vijfde van de gevallen is naast heroïne ofmethadon nog eenanderedruggebruiktenin13procentvandegevallenisernaastheroïneofmethadonzowelalcoholalseenanderedruggebruikt.
120 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 4.6 Incidenten met heroïne of methadon als enige drug geregistreerd door de Monitor Drugs
Incidenten (MDI). Peiljaren 2009-2011
Ambulances Ziekenhuizen Politieartsen EHBO Totaal
Aantal incidenten(%vanhettotaal)
193(5%)
47(4%)
27(4%)
0(0%)
268(3%)
Man 73% 92% 74% - 77%
Leeftijd(mediaan) 45 40 41 - 42
Matevanintoxicatie*
- LichtI 23% 49% 52% - 31%
- MatigII 49% 13% 30% - 41%
- ErnstigIII 28% 38% 19% - 28%
Combinatie met alcohol*
20% 45% 60% - 28%
*Percentages berekend op de bekende aantallen (valide percentages). I. Licht: goed aanspreekbaar, gebruik
merkbaar. II. Matig: onvoldoende aanspreekbaar, wel duidelijk onder invloed. III. Ernstig: niet aanspreekbaar,
eventueel in combinatie met: (sub)comateus, geagiteerd/agressief, gestoorde vitale parameters (zoals
hartslag, bloeddruk en ademhalingsfrequentie). Bron: Monitor Drugs Incidenten (MDI), Trimbos-instituut
(Vogels en Croes, 2012).
DeGGDAmsterdamregistreertallangeretijdhetaantalaanvragenvoorspoedeisendehulpbijdeCentralePostAmbulancevervoer(CPA)enisvandaaruitvanaf2009gaandeelnemenaandeMonitorDrugsIncidenten(MDI).• In2010en2011waseenvermoedenvanniet-dodelijkeoverdoseringvanopiaten
41en79keerderedenvooreenaanvraagvoorspoedeisendehulp.• In2010wasin76procentvandegevallenenin2011wasin66procentvande
gevallenvervoernaarhetziekenhuisnoodzakelijk.• Voor opiaten en cocaïne samengenomen vertoont het aantal spoedeisende
aanvragen tussen2001 en2011 eengrillig verloop.Gemiddeld lag dit aantal indezeperiodeop225aanvragen.
HetNationaalVergiftigingenInformatieCentrumvanhetRIVMregistreerthetaantalinformatieverzoekenvanartsen,apothekersenoverheidsinstellingenover(potentiële)acute vergiftigingendoor blootstellingen aan lichaamsvreemde stoffen, zoals drugs(VanVelzenetal.,2011).• Hetaantalblootstellingenaanopiatenbereikteeenpiekin2005(tabel4.7).• Dedalingin2006heefttemakenmethetnietmeermeetellenvanmethadonbij
dedrugs.Methadonwordtsindsditjaaronderdegeneesmiddelengeregistreerd.• De stijging in 2008 komt ten dele doordat meldingen via de website voor het
eerst zijnmeegeteld indat jaar.Daarna ishet aantalblootstellingenaanopiatengestabiliseerd.
• Dezecijfersgevengeenzichtophetabsoluteaantalintoxicatieswantartsenhebben
1214 Opiaten
geenmeldingsplichtvoorintoxicaties.Bovendienzijnartsenvertrouwdmetopiatenendeverschijnselenbijoverdoseringen,hierdoorzullenzijnietbijallegevallenvanopiaten-intoxicatiehetNVICraadplegenenzalhetwerkelijkeaantalblootstellingenaanopiateninNederlandhogerzijn.
Tabel 4.7 Blootstellingen aan opiaten geregistreerd bij het Nationaal Vergiftigingen
Informatiecentrum (NVIC), vanaf 2001
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
42 95 112 112 129 32 47 74 52 38 40
Aantal blootstellingen per jaar gemeld via de 24-uurs telefoonlijn van het NVIC. Vanaf 2006 wordt
methadon niet meer meegeteld bij de opiaten, meldingen via de website www.vergiftigingen.info (online
sinds april 2007) zijn voor het eerst in 2008 meegeteld. Bron: NVIC, RIVM (Van Velzen et al., 2011).
4.7 Ziekte en sterfte
HivDoorhet spuitenmetbesmettenaaldenofdooronveilige seks lopengebruikersvanharddrugsgevaaromgeïnfecteerdterakenmethiv,hetvirusdataidsveroorzaakt.Debelangrijkstenationalebronvoorinformatieoverhetaantalhiv-infectiesisdehiv/aidsregistratievandeStichtingHIVMonitoring.Daarnaastzijnerlokalebronnen,waaronderdeGGD-enuitAmsterdamenRotterdam,deverslavingszorg inZuid-LimburgenhetlanglopendeonderzoekinAmsterdamonderdrugsgebruikers,deAmsterdamseCohortStudies.DegegevensuitaldezebronnenwijzeneropdatinNederlanddeaanwasvannieuwehiv-infectiesonder(ooit)injecterendedrugsgebruikersgeringblijft,maardathetpercentagedrugsgebruikersdatalisbesmetsterkwisselttussenderegio’s.
DeStichtingHIVMonitoringverzameltlongitudinalegegevensvanallemethivgeïn-fecteerdepersonendiewordenaangemeldindehivbehandelcentra.UitgegevensvandeStichtingHIVMonitoringblijktdatvanallegeregistreerdenieuwehiv-infecties inNederlandnogmaarminderdanéénprocentjaarlijksistoeteschrijvenaaninjecterenddrugsgebruik.• In2010wasinjecterenddrugsgebruikbijvijfvande826nieuwaangemeldepersonen
meteenhiv-infectie(0,6%)demeestwaarschijnlijkeoorzaakvanbesmetting(tabel4.8)(Vriendetal.,2011).Hetginginallevijfgevallenomeenman.
• Totenmet2010wasvandetotalegroepvan17864geregistreerdehiv-geïnfecteerdepersonenbij695personen(4%) injecterenddrugsgebruikdemeestwaarschijnlijketransmissie route. Zowel het absolute als het relatieve aantal nieuwe hiv-infectiesonder injecterende drugsgebruikers in de hiv behandelcentra is sinds een aantaljaaraanhetdalen.Vanalletotenmet2000nieuwaangemeldehiv-geïnfecteerdenwasachtprocentgeassocieerdmetinjecterenddrugsgebruik.Delaatste jarenisdebijdragevaninjecterenddrugsgebruikonderdenieuwemeldingenminderdantwee
122 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
procent. In absolute aantallenginghetdeafgelopenvijf jaaromminderdan tiengevallenperjaar.
• Echter, het beloop van een hiv-infectie onder drugsgebruikers is minder gunstigdaninandererisicogroepen.Ookalisdesterfteonderhiv-geïnfecteerdensindsdeintroductievandezeereffectievebehandelingHAART(highlyactiveanti-retro-viraltreatment)forsafgenomen,injecterenddrugsgebruikblijftnogeensterkevoorspellervoor een dodelijke afloop van hiv-infectie. Dit komt ondermeer door de relatieffrequenteco-infectiemethepatitisC(Grasetal.,2010).
Tabel 4.8 Percentage geregistreerde hiv-infecties uitgesplitst naar belangrijkste wijze van overdracht
Transmissiegroep Hiv gevallen gediagnosticeerd in 2010
Aandeel in totaal aantal geregistreerde hiv gevallen
Aandeel mannenII
Totaal(aantal) 825 17864 79%
Percentageinjecte-rendedrugsgebruikers
<1% 4% 73%
Percentagemannendiesekshebbenmetmannen
66% 56% 100%
Percentageheterosek-sueel contact
28% 32% 44%
PercentageoverigecategorieënI
6% 8% 76%
I. Inclusief ontvangers van bloedproducten, prikaccidenten, moeder-kind overdracht en overige/onbekende
oorzaken. De aantallen worden voortdurend aangepast wegens vertraagde meldingen. II. Van het cumula-
tieve aantal per transmissiegroep. Bron: RIVM (Vriend et al., 2011).
EentweedebronvoorhivdatazijndeAmsterdamseCohortStudies.Inditlanglopendonderzoek werd in de afgelopen twintig jaar een sterke daling gevonden van hetpercentagehiv-positievedrugsgebruikersenspeciaalookonderjongedrugsgebruikers(<30jaartijdensinclusieindestudie).• Het aantal nieuwe hiv-diagnoses onder ooit-injecteerders daalde van 8,5 per 100
persoonsjaren in 1986 naar 0 sinds 2000,met een kleine verhoging in 2005, toentweeinjecterendedrugsgebruikershiv-positiefwerdengetest.Totenmet2010werdendaarnageennieuwehiv-infectiesvastgesteld(Vriendetal.,2011)(figuur4.5).
• Dedaling inoverdrachtvanhivonderdedrugsgebruikerskangedeeltelijkwordenverklaarddoordeafname in injecterenendeafname inhetdelenvannaaldenenspuiten,hoewelseksueelrisicogedragnogsteedsvoorkomt.Integenstellingtotdeafnamevannieuwehiv-gevallenonderdrugsgebruikersschommeldedeafgelopentienjaarhetaantalnieuwgevondenhiv-infectiesondermannendiesekshebbenmetmannentussen1,5en2gevallenper100persoonsjaren.Indezegroepishetseksueelrisicogedragnogsteedsaanzienlijk(www.amsterdamcohortstudies.org).
1234 Opiaten
• Ookdeelnameaanzowellaagdrempeligemethadonprogramma’sénspuitomruilpro-gramma’sreduceertdekansopbesmettingmethiv(enhepatitisC)(VandenBergetal.,2007).
Figuur 4.5 Jaarlijkse hiv-incidentie onder injecterende drugsgebruikers en alle drugsgebruikers in de
Amsterdamse Cohort Studies, 1986-2010
1
23
4
5
6
7
8
910
Hiv incidentie(gevallen/100PY)
1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008
8,61 4,35 4,49 1,83 1,64 2,23 1,29 0 0 0 0 0
6,75 3,75 3,69 1,88 1,68 1,56 0,87 0 0,19 0 0 0
Alle drugsgebruikers Injecterend drugsgebruikers
2010
0
0
PY= persoonsjaren. Bron: Amsterdamse Cohort Studies (Vriend et al., 2011).
Overige (lokale) bronnen• InAmsterdamwordendemeestemethadonbehandelcentragecoördineerddoorde
GGD.Alsonderdeelvandemethadonbehandelingwordendepatiëntenregelmatiggetestopdrugsgerelateerdeinfectieziekten.In2010werden25injecterendedrugs-gebruikersonderzochtopdeaanwezigheidvanhivantistoffen;geenvanhenhadeenpositieve testuitslag.Ook onder niet-injecterende, problematische drugsgebruikerswashetaantalnieuwgevondenhiv-infecties laag:onderde272getestepersonenwerdéénnieuweinfectiegezien(0,4%)(bron:GGDAmsterdam).
• InRotterdamwordeninhetkadervanhetprojectActiefTestensinds2007drugs-gebruikers getest op- en behandeld voor onder andere hiv. In 2010 werden 41injecterende drugsgebruikers onderzocht op aanwezigheid van hiv-antistoffen, dieingeenenkelegevalwerdengevonden(bron:GGDRotterdam-Rijnmond).Sindsdestartvanhetprojecttotmedio2011werden274injecterendeenniet-injecterendedrugsgebruikers onderzocht, bijwie in zevengevallen (3%)hivwerd aangetoond(bron:D.M.Hotho).
124 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Internationale vergelijkingHetEuropeanMonitoringCentre forDrugsandDrugAddictionrapporteertoverhetvóórkomenvanbesmettingmethivonderinjecterendedrugsgebruikersinlidstatenvandeEuropeseUnie(EMCDDA,2011a).Degegevensstammenuituiteenlopendebronnenenverschillenindekkingsgraad.Desituatieoplokaalniveaukansterkverschillenvanhetalgemenelandelijkebeeld.Decijferszijndaaromnietgoedvergelijkbaarengevenslechtseenindicatievandebesmettingsgraad.• Sinds een aantal jaar blijft in demeeste landen van de EuropeseUnie het aantal
nieuwe hiv-infecties gerelateerd aan injecterend drugsgebruik laag. De EuropeseUnie steekt in dit opzicht positief af tegen de rest van de wereld. Het beperkteaantal gemeldenieuwehiv-infecties kan voor eendeel verklaardwordendoor detoegenomen beschikbaarheid van preventie, behandeling en schadebeperkendemaatregelen.Ookspeeltdedalendepopulariteitvanhet injecterenvandrugseenrol.In2009(hetjaarwaaroverhetmeestrecenteoverzichtbeschikbaaris)werdindeEuropeseUniebijgemiddeld2,85injecterendedrugsgebruikerspermiljoeninwonerseen nieuwe hiv infectie gediagnosticeerd. In absolute aantallen betrof het 1 299patiënten.Erbestaatechterzoweltussenlandenalsbinnenlandeneenaanzienlijkeregionaleoflokalespreidingvanhiv-besmetting(EMCDDA,2011a).
• Tussen 2004 en 2009werden de hoogste aantallen nieuwgediagnosticeerde hiv-infectiesonder injecterendedrugsgebruikersgemelddoorEstland,Spanje,Letland,LitouwenenPortugal. In Spanje, LetlandenPortugalnamhet aantalhiv-infectiesweer af, maar in Estland en Litouwenwerd in 2009meer dan een verdubbelingtot eenverdrievoudiginggeziennaar respectievelijk63,4en34,9nieuwegevallenpermiljoeninwoners(EMCDDA,2011a).OokinZweden(6,7gevallenpermiljoeninwoners)enBulgarije(9,7permiljoen)werdrecenteentoenamegezien.
• Eenzorgwekkendeontwikkelingisdezeerrecente(november2011)geconstateerdetoename van het aantal gerapporteerde hiv-gevallen in Roemenië enGriekenland(EMCDDA,2011a).De toenamezoueengevolgkunnenzijnvanonvoldoendeofverminderde beschikbaarheid van preventieve programma’s of veranderingen ingebruikspatronen.Dergelijkeontwikkelingenwijzeneropdathetgevaarvannieuwehiv-besmettingenonderdrugsgebruikersnietisgeweken(EMCDDA,2011a).
• IndeEU-15behoortNederlandtotdelandenmethetlaagsteaantalnieuwgediag-nosticeerde hiv infecties onder injecterende drugsgebruikers per miljoen inwoners(figuur4.6).
1254 Opiaten
Figuur 4.6 Aantal nieuw gediagnosticeerde hiv gevallen onder injecterende drugsgebruikers per
miljoen inwoners in landen van de EU-15, peiljaar 2009
Portugal
Ierland
Spanje
Italië
Zweden
Denemarken
Verenigd Koninkrijk
Finland
Frankrijk
België
Duitsland
Griekenland
Nederland
Luxemburg
0 4 6 10 142 8 12 16
Aantal per miljoen inwoners
13,4
6,5
6,4
3,2
2,6
2,5
2,4
2,3
1,5
1,2
1,2
1,1
0,1
0,0
Gegevens uit 2009 ontbreken voor Oostenrijk. Bron: EMCDDA (EMCDDA , 2011b).
Hepatitis B en CEenchronischeinfectiemethethepatitisBofhepatitisCviruskanernstigevormenvanleverontsteking veroorzaken. Het hepatitis B virus wordt overgedragen door bloed-bloedcontactofdooronveiligseksueelcontact.HepatitisCkanvrijwelalleenwordenovergedragendoordirectbloed-bloedcontact.HepatitisCisveelbesmettelijkerdanhivenkanookwordenovergedragendoorhetdelenvanbesmette(spuit)attributenandersdannaalden.InNederlandbehoreninjecterendedrugsgebruikerstotdegroepenmetdegrootsteaantallenbesmettingmethepatitisC.
GegevensoverhetvóórkomenvanhepatitisBenConder (aldanniet injecterende)drugsgebruikerswordennietsystematischverzameldinNederland.Voorzoverergege-vensbeschikbaarzijn, tonendezeaandatacutebesmettingenmetbeidevirussenbijdrugsgebruikerszeldenwordenopgemerkt.ChronischebesmettingmethepatitisBofCkomtechtervakervooronderdrugsgebruikersdanindealgemenebevolking.• AcutehepatitisCinfectieiseenmeldingsplichtigeziekte.Vande29meldingenvan
eenacuteofrecentehepatitisCinfectiebijhetRIVMin2010wasin25gevallendetransmissieroutebekend;bijvier (16%)vanhenginghetominjecterenddrugsge-
126 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
bruik(bron:RIVM).Hoewelditpercentueeleenverdubbelingistenopzichtevanhetvoorgaandejaar,blijfthetabsoluutgezienomkleineaantallengaan.
• Vande191nieuwegevallenvanacutehepatitisBinfectiein2010wasin153gevallende oorzaak van besmetting bekend. In slechts één van deze gevallenwas er eenrelatiemetinjecterenddrugsgebruik.HetaantalgemeldeacutegevallenvanhepatitisBgerelateerdaandrugsgebruikschommeltaljarenronddeéén.
• HettotaalaantalgemeldechronischehepatitisBinfectiesin2010was1559,waarvanbij 1 112meldingen de transmissieroute bekendwas. In 13 gevallen (1,2%)wasinjecterenddrugsgebruikdemeestwaarschijnlijketransmissieroute.
Intabel4.9zijngegevenssamengevatvanlokaleenlandelijkebronnendieinzichtgevenindehepatitisBenCbesmettingsgraadonderdrugsgebruikers.• Degegevensindetabelzijnnietrepresentatiefvooralledrugsgebruikers.Datkomt
nietalleenomdatvooraldedrugsgebruikersdieincontactstaanmetdeverslavings-zorgwordengescreend,maarookomdatbinnendezegroepselectieplaatsvindtinwiewelofnietwordtgetest.
• Hoeweltabel4.9laatziendatdehepatitisCbesmettingsgraadonderdrugsgebruikershoogis,tonengegevensvandeAmsterdamsecohortstudiesaandathetaantalnieuwegevallenvanhepatitisCdelaatstejarenisgedaald,van27,5per100persoonsjarenaanheteindvandejarentachtigtottweeper100persoonsjarenna2000(VandenBergetal.,2007).
1274 Opiaten
Tabel 4.9 Overzicht van verschillende groepen drugsgebruikers met een doorgemaakte of huidige
besmetting met hepatitis B of C
Locatie Doelgroep VirusI Aantal gescreend
Besmettings-graad
Jaar
Amsterdam DrugsgebruikersGGDmethadonpost
HepatitisB 680 33% 2006-2008
Amsterdam DrugsgebruikersGGDmethadonpost
HepatitisB,- huidigeinfectie
161 0,6% 2010
Amsterdam DrugsgebruikersGGDmethadonpost
HepatitisC 1359 26% 2004-2008
Amsterdam Injecterende drugsgebruikersGGDmethadonpost
HepatitisC 129 59% 2007-2009
Amsterdam DrugsgebruikersinDutchCproject
HepatitisC- huidige of
doorgemaakte infectie
- huidigeinfectie
44960%
41%
Tot en met 2010
Rotterdam Ooit-injecterende drugsgebruikers
HepatitisC 103 82% 2007-2008
Heerlen Drugsgebruikersinbehandelingbijverslavingszorg
HepatitisB 197 48% 2003-2008
Heerlen Drugsgebruikersinbehandelingbijverslavingszorg
HepatitisC 190 61% 2003-2008
Sittard Ooit-injecterende drugsgebruikersinpenitentiaireinrichting
HepatitisB 19 42% 2009
Sittard Ooit-injecterende drugsgebruikersinpenitentiaireinrichting
HepatitisC 19 58% 2009
Landelijk Ooit-injecterende drugsgebruikersingevangenis
HepatitisC 116 41% 2010
Landelijk Ooit-injecterende drugsgebruikersgeregistreerdbijSHM
HepatitisB 640 11% Tot en met 2010
Landelijk Ooit-injecterende drugsgebruikersgeregistreerdbijSHM
HepatitisC 640 91% Tot en met 2010
Landelijk DrugsgebruikersdeelnemendaandehepatitisBvaccinatiecampagne
HepatitisB- chronischdrager- immuun na doorgemaakteinfectie
186330,6%12%
1998-september2011
I. Huidige of doorgemaakte infectie. Let op dat de tabel zowel gegevens presenteert over injecterende en
niet-injecterende drugsgebruikers en over drugsgebruikers van wie onbekend is of zij hebben geïnjecteerd.
SHM=Stichting Hiv Monitoring. Bronnen: GGD Amsterdam; GGD Rotterdam-Rijnmond; RIVM; NIVEL/
WODC; SHM (Breemer et al., 2009; Lindenburg et al., 2011; Schreuder en Van Veen, 2010; Schreuder et al.,
2010; Leemrijse et al., 2010; Gras et al., 2009; Haverkate, 2010).
128 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Internationale vergelijkingGegevens over hepatitis B enC zijn niet goed vergelijkbaar tussen landen vanwegeverschillen in bronnen enmethoden. Zij geven slechts een indicatie van de besmet-tingsgraad.DegegevensbevestigenweldatinjecterendedrugsgebruikersinEuropaeenbelangrijkerisicogroepzijnvoorviralehepatitis.• CijfersvanhetEMCDDAgevenaandat,netals inNederland, inde lidstatenvan
de EU besmetting met hepatitis C zeer frequent voorkomt onder injecterendedrugsgebruikers. In twee derde van de landen waar nationale cijfers beschikbaarzijnwordt onder groepen injecterende drugsgebruikers een besmettingsgraad vanmeer dan veertig procent gerapporteerd. Slechts drie landen (Hongarije, Tsjechië,Slovenië)meldenlandelijkeonderzoekenwaaruitblijktdathepatitisCbijminderdan25procent vande injecterendedrugsgebruikers voorkomt.Ookdezepercentagesvormenechteraleenserieusgezondheidsprobleem(EMCDDA,2011a).
• Uitstudiesonder jongedrugsgebruikersendrugsgebruikersdiepasrecent(minderdantweejaargeleden)zijngaaninjecterenblijktdatdrugsgebruikershepatitisCalvroeg inhun“gebruikscarrière”oplopen.Dat impliceertdateffectievepreventievemaatregelenvanafhetbeginmoetenwordeningezet.
• TussendeEuropeselandenisdevariatieinbesmettingmethepatitisBgroterdanbijhepatitisC.Mogelijkspelendeverschillendevaccinatiestrategieën(universeelversusrisicogroepen) hierin een rol. In 14 landen was informatie beschikbaar over eenbestaandeinfectiemethepatitisBindeperiode2004-2009.Invierlanden(Bulgarije,Griekenland,LitouwenenRoemenië)wasdeprevalentieindezeperiodemeerdanvijfprocent(EMCDDA,2011a).
RisicogedragZowelhetlenenvangebruiktespuitendoorinjecterendedrugsgebruikersalshetinjec-terenzelfzijnindejarennegentigsterkafgenomen(zieook§4.3).• Recentecijfersontbrekenindemeestestedenenregio’s.Volgensdelaatstepeilingen
leenttussendeachtendertigprocentvandeinjecterendedrugsgebruikersweleensnaaldenofspuiten(VandeLaarenOpdeCoul,2004).
• Hetaantalomgeruildenaaldenenspuiteninspuitomruilprogramma’sinAmsterdamenRotterdam is de afgelopen jaren fors gedaald. Begin jaren negentigwerden inAmsterdamjaarlijksrondeenmiljoennaaldenomgeruild.In2010warendaternogmaar 153 600 (GGDAmsterdam). In Rotterdam is het aantal omgeruilde spuitentussen2000en2010verminderdvan422000naar107300(figuur4.7)(bron:GGDRotterdam-Rijnmond).
• Dejarenlangedalingvanhetaantalomgeruildespuitenkanwordenverklaarddooreendalingvanhetaantalheroïnegebruikers,eendalingvanuitbuurlandenafkom-stige, vaak injecterende, drugsgebruikers, een afnamevandepopulariteit vanhetinjecterensamenhangendmetgezondheidsproblemen,detoenamevanhetgebruikvancocaïneindevormvancrackendehogeresterfteonderinjecterendedrugsge-bruikers.
1294 Opiaten
Figuur 4.7 Aantal omgeruilde spuiten in Amsterdam en Rotterdam 2002-2009
50000
100000
150000
200000
250000
300000
350000
400000
450000
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
107000
153600
390700 384100 356900 231800 180100 168900 243700 143300
346800 316000 232000 201600 200800 171200 184800 139400
Aantal
Amsterdam
Rotterdam
Bron: GGD Amsterdam en GGD Rotterdam-Rijnmond.
Volgensalwatouderecijfersisseksueelrisicogedragomvangrijk.Erzijngeenaanwij-zingendathierinveranderingisopgetreden.• Er zijn weinig recente (landelijke) cijfers beschikbaar. Volgens de laatste peilingen
onderinjecterendedrugsgebruikersinverschillendestedenkwamhetnietgebruikenvancondoomshetmeestvoorbijvastepartners(76-96%),gevolgddoorlossepart-ners(39-73%)enklanten(13-50%)(VandeLaarenOpdeCoul,2004).
• Het aandeel bezoeken aan de GGD van drugsgebruikers die deelnamen aan deAmsterdamseCohortStudiesnaarhiv/aids,waarindrugsgebruikersaangavenonbe-schermdesekstehebbengehad,daaldevan52procentin1990naar40procentin1996.Indeperiodeerna(van1996-2004)bleefditpercentagestabiel(Lindenburgetal.,2006).
AidsHet jaarlijks aantal meldingen van aids (alle transmissieroutes) bij de Inspectie voordeGezondheidszorg(totenmet1999)endeStichtingHIVMonitoring(vanaf2000)steegvan325in1988tot533in1995endaaldesindsdientot189gevallenin2010(Vriendetal.,2011).Ditkomtondermeerdoorhetopdemarktkomenvaneffectieveanti-retroviralegeneesmiddelen(HAART).Doorgebruikdaarvanleidtbesmettingmethivminderoflatertotaids.• DebijdragevaninjecterenddrugsgebruikaanhetaantalgevallenvanaidsinNeder-
landisinaldiejarenbeperktgebleven.In2010werdaidsbij4injecterendedrugs-gebruikersgeregistreerd(2,1%vande189aidsgevallen)(Vriendetal.,2011).
• Onder de 8 345 aids patiënten die tot en met 2010 zijn geregistreerd, zijn 700injecterendedrugsgebruikers(8,4%).Datbetekentdatdebijdragevan injecterend
130 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
drugsgebruikaanhetontwikkelenvanaidsgemiddeldhogerisdanbijhetoplopenvan hiv.
• Naeenpiekin1995vanveertienprocentishetaandeelvaninjecterendedrugsgebrui-kersonderdepatiëntenbijwiehivzichheeftontwikkeldtotaidsweerafgenomen.
Internationale vergelijkingDoor de introductie van effectieve anti-retrovirale behandeling is het aantal nieuwepatiëntenmet aidsmindermaatgevend voor de overdracht van hiv.Meldingen vannieuweaidsgevallenvormennogweleenindicatievoordeomvangvanhetprobleem.Ook zijn ze een indicatie voor de beschikbaarheid van anti-retrovirale therapie voordrugsgebruikers.
In2009werdhethoogsteaantalnieuwegevallenvanaidsonderinjecterendedrugs-gebruikersgezieninLetland(20,8nieuwegevallenpermiljoeninwoners).OokEstland,Spanje, Portugal en Litouwen kennen relatief hoge aantallen nieuwe aids gevallen(EMCDDA,2011a).
Sterfte
Directe sterfteVolgensdeDoodsoorzakenstatistiekvanhetCBSstervenerinNederlandmaarweinigmensenaandedirectegevolgenvanopiaatgebruik.Bijdedirectesterftegaathetomeenoverdosering,datwilzeggeneenvergiftigingdooreendodelijkehoeveelheiddrugs.VolgensdestandaardvanhetEMCDDAvoorhetberekenenvandedirectedrugsterftewordenallegevallenmeegeteldvanniet-opzettelijkevergiftiging,opzettelijkevergifti-ging(suïcide)envergiftigingwaarvannietisvastgesteldofdezealdannietmetopzetheeftplaatsgevonden(EMCDDA,2011a).
Desterftegerelateerdaanalledrugs(opiaten,cocaïneenoverigedrugs),vertoonteengrilligverloop(figuur4.8).Tussen1996en2010doenzichpiekenvoorin2001,2004en2009.Tussen2009en2010daaldededrugsgerelateerdesterfteweermet32procent.• Tussen1996en2010daaltdesterftegerelateerdaanopiatenmet54procent.• Deaancocaïnegerelateerdesterftestijgttussen1996en2002envertoontdaarna
eengrilligverloop.Tussen2009en2010daaltdezesterftemet53procent.• Tussen 1996 en 2010werd de sterfte gerelateerd aan overige drugs 2,5maal zo
groot.Hetgaathiervaakom(combinatiesvan)harddrugsaldanniet samenmetanderemiddelen,maarsomsookom(combinatiesvan)medicijnenen/ofalcohol.
• Methadonwerd in2009slechtsnegenmaalenwerd in2010slechtsvijfmaalalsprimairedoodsoorzaakgeregistreerd.Tussen1996en2010warenergemiddeld7gevallenperjaar.Doorgaansgaathethieromeencombinatiemetanderemiddelen.
• Deaantallenbetreffenalleensterfgevallenonderinwonersdieofficieelstondengere-gistreerdinhetbevolkingsregister.In2010warenbijhetCBSnogeens20gevallenbekendvandrugssterfteondermensendiewelinNederlandverbleven,maarnietalsinwonerstondengeregistreerdinhetbevolkingsregister.
1314 Opiaten
Figuur 4.8 Sterfgevallen door overdosering van drugs in Nederland, vanaf 1996
20
40
60
80
100
120
140
160
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
94
37
14
43
108 108 110 115 131 144 103 104 127 122 112 99 129 139
81 71 71 63 68 75 37 53 52 60 44 34 52 52
10 8 11 12 19 26 34 17 20 23 21 23 22 30
17 29 28 40 44 43 32 34 55 39 47 42 55 57
Aantal
Totaal
Opiaten
Cocaïne
Overig
Aantal sterfgevallen. Volgens ICD-10 codes: F11-F12, F14-F16, F19, X42**, X41**, X62**, X61**, Y12**,
Y11** (**In combinatie met de T-codes T40.0-9, T43.6). Voor een verklaring van de codes: zie bijlage C.
Bron: Doodsoorzakenstatistiek, CBS.
Leeftijd en geslacht• Netalsdegebruikersvanopiatenwordenookdeslachtoffersvaneendodelijkeover-
dosisopiatensteedsouder.Hetaandeeljongeopiaatgebruikersdatoverlijdtdaalt.Indejaren1985totenmet1989wasnog84procentvandeoverledenenjongerdan35jaar,vergelekenmetnogmaartwintigprocentgemiddeldoverdejaren2005totenmet2010(figuur4.9).In2010alleenginghetom22procent.
• In2010was59procentvandeopiaatslachtoffersmanenwas41procentvrouw.Tussen1996en2010schommeldehetpercentagemannentussen59en85procentenschommeldehetpercentagevrouwentussen16en41procent.
132 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 4.9 Leeftijdsverdeling van sterfgevallen door overdosering van opiaten in de periode
1985-1989, 1990-1994, 1995-1999, 2000-2004 en 2005-2010
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010
82 61 47 35 20
15 35 50 59 70
1 4 3 6 10
%
>=65
35-64
15-34
Percentage sterfgevallen per leeftijdsgroep. Bron: Doodsoorzakenstatistiek, CBS.
AmsterdamDeGGDAmsterdamrapporteertjaarlijkshetaantalsterfgevallendooroverdoseringenonderAmsterdamsedrugsgebruikers(figuur4.10).DeregistratievandeoverdosissterfteinAmsterdamverschiltvandelandelijkeDoodsoorzakenstatistiekvanhetCBS,doordatinAmsterdamookoverledenenwordenmeegeteld die niet stonden ingeschreven inhetbevolkingsregister.Hetgaatdaarbijonderandereombuitenlandersdie illegaal inNederland verbleven en om toeristen.• In2009en2010overledenachtereenvolgens29en27drugsgebruikersinAmsterdam
naeen‘overdosering’vandrugs,vaakopiatenaldannietincombinatiemetanderemiddelen(BusterenVanBrussel,2011).
• In2010was44procentvandeoverledenenvanNederlandseherkomst;12procentwas afkomstig uit Suriname, de Nederlandse Antillen,Marokko en Turkije en 44procentwaseldersgeboren.
• Dedalinginhetaantaldodelijkeoverdoseringeninhetbeginvandejarennegentigheeftzichinhetmiddenvandejarennegentignietdoorgezet.Erontstondennieuwepiekenin2001en2005,daarnavolgdeeengrilligverloop.Tussen2009en2010bleefhetaantalvrijwelgelijk(figuur4.10).
1334 Opiaten
Figuur 4.10 Sterfte door overdosering onder drugsgebruikers in Amsterdam, vanaf 1994
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45Aantal
1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
39 26 26 22 25 27 31 32 29 21 22 29 21 25 22 29 27
Overdosering
Aantal sterfgevallen door overdoseringen onder personen die ooit als opiaatgebruiker waren geregistreerd bij
de GGD Amsterdam. Bron: GGD Amsterdam (Buster en Van Brussel, 2011).
Internationale vergelijking• JaarlijksstervenindelidstatenvandeEUenNoorwegenbijnaachtduizendmensenaan
eenoverdosisdrugs,veelalopiatenincombinatiemetanderemiddelen(EMCDDA,2011a). In2008werden7730gevallengerapporteerden in2009werden7630gevallengerapporteerd.Dit iseenondergrensomdatnietallegevallenvandrugs-sterftewordengeregistreerd.
• Eeninternationalevergelijkingvandedrugssterftewordtbemoeilijktdoorverschillenindedefinitievanditbegrip.WelisereenstandaardvanhetEMCDDAvoordrugs-sterfte, gebaseerd op een specifieke selectie van ICD-9 of ICD-10 codes uit dedoodsoorzakenstatistieken.VooreenaantallandenuitdeEU-15envoorNoorwegenzijnvoldoendegegevensbeschikbaaromperlandtekijkennaardetrendindedrugs-sterfte.Figuur4.11toontvoordeze landendetrendvanaf1995 indedoordrugsgeïnduceerdesterfgevallenpermiljoeninwonersvan15totenmet64jaar.
• Insommigelidstatenvertoontdetrendvandeafgelopentienjareneennogalgrilligverloopmetplotselingestijgingenendalingen,terwijldetrendinanderelandenveelstabieler is.
• InNoorwegenenDenemarkenligtdedrugssterfterelatiefhoog,inItalië,NederlandenFrankrijkligtdedrugssterfterelatieflaag.
134 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 4.11 Aantal door drugs geïnduceerde sterfgevallen per miljoen inwoners van 15 tot en met 64
jaar in een aantal landen van de EU-15 en Noorwegen, vanaf 1995I
Oostenrijk
20
40
60
80
100
120
140
160
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
51 69 65 96 82 124 136 99 69 74 54 85
61 68 72 68 61 67 62 58 51 52
25 31 32 33 36 41 43 35 29 34 42 23 23 15 8
29 34 35 49 54 46 40 22 22 22 31 30 40 7
16 19 33 34 49 45 36 34 36 41 60 68
28 31 27 30 32 36 33 27 27 25 24 24 25 26 24
15 31 29 24 34 39 32 28 29 39 36 39 40 47 47
12 22 24 24 27 34 28 28 26 23 36 37
32 36 25 20 24 31 26 25 30 33 34 35 31 30 33
26 26 26 25 28 26 24 24 23 23 22 17 17
31 40 30 28 26 26 22 14 14 17 17 13 15 13 12
7 10 10 10 11 12 13 9 9 12 11 10 9 11 12
11 10 5 5 5 6 7 6 6 6 7 7 8
Aantal
Noorwegen
Denemarken
Griekenland
Portugal
Ierland
Duitsland
Finland
Zweden
Spanje
Italië
Nederland
Frankrijk
Aantal sterfgevallen per miljoen inwoners van 15-64 jaar. I. Volgens het EMCDDA protocol (selectie B) voor
drugssterfte. Bron: EMCDDA, 2011b.
1355 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
5 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
De officiële benaming van ecstasy is 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA).OokstoffendiechemischopMDMAlijken–zoalsMDA,MDEA,MBDBenamfetamine–ofstoffendiedaargeheelnietoplijkenwordenalsecstasyverkocht,zonderdatdegebruikerzichdaaraltijdvanbewustis.Tenzijandersaangegeven,bedoelenwijindithoofdstukmet ‘ecstasy’ stoffendiealsecstasywordenbeleefdofaangeprezen.Metamfetaminebedoelenwijzowel‘gewone’amfetaminealsmethamfetamine,desterkerevariant,tenzijandersaangegeven.
Ecstasyheefteenstimulerendeeneenentactogenewerking.Doordeentactogenewerkingvanecstasyvoelenmensenzichverbondenmetelkaarenleggenzegemak-kelijk contact. Deze combinatie van eigenschappen draagt bij aan de reputatie vanecstasyalsparty-ofdansdrug.Deverslavendewerkingisvermoedelijkgering.Ecstasywordtdoorgaansgeslikt inpillen.Somswordthetalspoederopgelost ineendrankjeengedronken.
Amfetamine werkt stimulerend, sterker dan ecstasy, en heeft geen entactogenewerking.Amfetaminewordt inhetuitgaanslevengebruikt,maarookdooropiaat-ofpolydrugsverslaafden. Bij frequent gebruik kan afhankelijkheid optreden.Dit risico isgrotervoormethamfetaminedanvoor‘gewone’amfetamine.Degebruikersnaamvooramfetamineis“speed”.AmfetaminewordtinNederlandmeestalgesliktofgesnovenensomsgeïnjecteerd.Methamfetaminewordtsomsgerookt.Sommigeplattelandsjongerengebruikenamfetaminealseengoedkopervervangingsmiddelvoorcocaïne.Amfetaminedieopdezewijzewordtgebruiktwordtdaaromsoms“boerencoke”genoemd.
5.1 Laatste feiten en trends
Debelangrijkstefeitenentrendsoverecstasyenamfetamineindithoofdstukzijn:• In2009warenerdubbelzoveelecstasy-alsamfetaminegebruikers(§5.2).• Hetgebruikvanecstasyenamfetamineonderscholierenvanhetvoortgezetonder-
wijsistussen2003en2011gestabiliseerd(§5.3).• Ecstasyisnacannabisdebelangrijksteillegaledruginhetuitgaansleven(§5.3).• HetpercentagerecenteecstasygebruikersligtbovenhetEuropesegemiddelde(§5.5).• Maarweinigecstasygebruikerszoekenhulpbijdeverslavingszorg.Dedalinginhet
aantalecstasycliëntensinds2005heeftzichin2009voortgezet(§5.6).• Hetaantalprimaireamfetaminecliëntenissindshetbeginvandezeeeuwgestegen
enstabiliseerdein2009en2010(§5.6).• Hetaantalopnamesinalgemeneziekenhuizenvanwegeeenhoofddiagnosemisbruik-of
afhankelijkheidvanamfetamine-achtigenisbeperkt.Weliserinhetafgelopendecen-
136 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
niumeenstijgingwaarneembaar,eentrenddiezichin2010heeftvoortgezet(§5.6).• Het aandeel ecstasy-gerelateerde incidenten gemeld door EHBO-posten op grote
evenementennamtussen2009en2011toe(§5.6).• HetgemiddeldegehalteMDMAinecstasypillenistussen2009en2011forsgestegen
(§5.8).• Hetgehalteamfetamineinspeedpoedersfluctueertsterktussen2008en2011(§5.8).
5.2 Gebruik: algemene bevolking
In1997,2001,2005en2009vondenpeilingenplaatsvanhetNationaalPrevalentieOnderzoek (NPO,Rodenburgetal.,2007;VanRooijetal.,2011).Demethodevangegevensverzamelingverschildein2009vandieindeeerderepeilingen.In1997,2001en2005zijngegevensoverdrugsgebruikverzameld ineenpersoonlijk interviewmetrespondenten, waar bij de onderzoeker de antwoorden op een laptop invoerde. In2009vuldederespondentzelfdirectdeantwoordenopdevragenin,zonderdatdeinterviewermeekeek.Erzijnaanwijzingendatmeeranoniemeenprivacybeschermendemethoden, zoals toegepast in 2009, leiden tot iets hogere prevalenties van gebruik(persoonlijkecommunicatieCBS;EMCDDA,2002).• HetaantalNederlandersvan15totenmet64jaardatervaringheeftmetecstasynam
toetussen2001en2005(tabel5.1).In2009werdeenhogerpercentageooitgebruikgevondendanin2005.
• Hetpercentagerecenteenactuelegebruikersvanecstasybleeftussen2001en2005entussen2005en2009ophetzelfdeniveau(VanRooijetal.,2011).
• Veelmindermensenhebbenooitof recentamfetaminegebruikt.Hunaantalbleeftussen2001en2005stabiel.In2009werdeenhogerpercentagegevondeninhetooitgebruikvanamfetamine,maardatkanhetgevolgzijngeweestvandenieuweonderzoeksmethode.Hetrecentenactueelbleeftussen2005en2009ophetzelfdeniveau.
• Vanwegeverschilleninmethodekannietwordenvastgesteldofdehogerepercen-tages ooitgebruik in 2009 eendaadwerkelijke toename in het gebruik betekenen.Evenzokannietwordengestelddatdegelijkepercentagesvoorrecentenactueelgebruikin2005en2009eenstabieletrendinhetgebruikreflecteren.
• Hetpercentageactuelegebruikersbleefin2009voorzowelecstasyalsamfetamineruimbenedendeéénprocent.
• Inabsolutegetallenbedroeg in2009hetaantalactuelegebruikersvanecstasy44duizendenbedroeghetaantalactuelegebruikersvanamfetamine22duizend.Dezeschattingenzijnvermoedelijkaandelagekant,omdatprobleemgebruikersvanhard-drugsindebewustepeilingondervertegenwoordigdwaren.
• Dejaarlijkseaanwasvannieuweecstasygebruikersblijfttussen2001en2005stabiel.Vooramfetamineisdedalingvan2001naar2005statistischsignificant.
1375 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
Tabel 5.1 Gebruik van ecstasy en amfetamine in Nederland onder mensen van 15 tot en met 64 jaar.
Peiljaren 1997, 2001, 2005 en 2009III
Ecstasy Amfetamine
1997 2001 2005 … 2009III 1997 2001 2005 … 2009III
Ooitgebruik 2,3% 3,2% 4,3% … 6,2% 2,2% 2,0% 2,1% … 3,1%
RecentgebruikI 0,8% 1,1% 1,2% … 1,4% 0,4% 0,4% 0,3% … 0,4%
ActueelgebruikII 0,3% 0,3% 0,4% … 0,4% 0,1% 0,0% 0,2% … 0,2%
Heeftvoorheteerstinhetafgelopenjaargebruikt
0,5% 0,5% 0,3% … 0,5% 0,2% 0,2% 0,1% … 0,2%
Gemiddeldeleeftijdvan de recente gebruikers I
25,1 jaar
26,6jaar
28,1 jaar
… - 25,8 jaar
27,0 jaar
25,9 jaar
… -
Aantal respondenten: 17 590 (1997), 2 312 (2001), 4 516 (2005), 5 769 (2009). … = Trendbreuk. - = gege-
vens ontbreken. I. In het afgelopen jaar. II. In de afgelopen maand. III. In 2009 is de onderzoeksmethode
gewijzigd (zie tekst). Deze wijziging kan van invloed zijn geweest op de uitkomsten. Bron: NPO, CBS/IVO.
Leeftijd, geslacht en stedelijkheid• Voorzowelecstasyalsamfetaminewasin2009hetpercentageooitgebruikersgroter
onderdemannendanonderdevrouwen.Onderdemannenhad8,3procentooitecstasygebruiktenonderdevrouwen4,0procent.Amfetaminewasooitgebruiktdoor4,8procentvandemannenen1,4procentvandevrouwen(VanRooijetal.,2011).
• Het ooitgebruik van ecstasy kwam in 2009 hetmeest voor in zeer sterk stedelijkegebieden(10,4%)enkwamhetminstvoorinmatigstedelijkegebieden(4,7%),weinigstedelijke gebieden (4,2%) en niet-stedelijke gebieden (4,5%). Voor amfetamine isin2009geen statistisch significantverschilgevonden tussende zeer sterk stedelijkegebieden(4,1%)endeweinigstedelijke(2,9%)ennietstedelijkegebieden(3,0%).
• Mensenindeleeftijdsgroep25totenmet44jaarhaddenin2009demeesteervaringmetecstasy(11,3%versus6,0%onder15-24-jarigenen1,2%onder45-64-jarigen).Ookhetooitgebruikvanamfetaminelaghethoogstindeleeftijdsgroep25-44jaar(5,0%),gevolgddoordeleeftijdsgroep15-24jaar(3,1%)en45-64jaar(1,3%).
• Hetaantalrecenteenactueleecstasy-enamfetaminegebruikersistekleinvooreenuitsplitsingnaarleeftijd,geslachtenstedelijkheid.
• Degemiddeldeleeftijdvanderecenteecstasygebruikers isgestegenvan25jaar in1997 naar 28 jaar in 2005. Het verschil tussen 2001 en 2005 was niet statistisch significant.Vooramfetaminezijnoverdejarengeenverschillengevonden.
• Destartleeftijdisdeleeftijdwaaropiemandvoorheteersteenmiddelheeftgebruikt(zieookbijlageA:startleeftijd).Onderdeooitgebruikerslagindeleeftijdsgroepvan15totenmet24jaardestartleeftijdopgemiddeld17,3jaarvoorecstasyen17,4jaarvooramfetamine.Indeleeftijdsgroepvan15totenmet64jaarlagdestartleeftijdopgemiddeld22,2jaarvoorecstasyen21,6jaarvooramfetamine.
138 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
5.3 Gebruik: jongeren
ScholierenVergeleken met cannabis gebruiken aanzienlijk minder leerlingen van het middelbaaronderwijsharddrugs,zoalsecstasyenamfetamine.DitblijktuithetPeilstationsonderzoekscholieren(Verdurmenetal.,2012).• Van1992tot1996steeghetpercentagegebruikersvanecstasyenamfetamineonder
leerlingenvanhetreguliermiddelbaaronderwijs(figuur5.1)(Verdurmenetal.,2012).• Voorbeidedrugsdaaldehetpercentageooitgebruikersstatistischsignificanttussen1996
en1999.Verschillentussen1999en2011warennietstatistischsignificant(figuur5.1).• Hetpercentageactuelegebruikersvanecstasyenamfetaminedaaldestatistischsigni-
ficanttussen1996en1999enstabiliseerdevervolgens(figuur5.1).
Leeftijd en geslacht• Jongens hebben iets meer ervaring met amfetamine (2,3%) dan meisjes (1,2%).
Overigeverschillentussenjongensenmeisjeszijnnietstatistischsignificant.• Oudereleerlingenhebbenmeerervaringmetecstasyenamfetaminedanjongereleer-
lingen.Op12-jarigeleeftijdheeft0,6procentvandeleerlingenooitecstasygeprobeerdenop16-jarigeleeftijdisdat3,9procent.Vooramfetamineisdat0,3procentvande12-jarigenen2,3procentvande16-jarigen.
Figuur 5.1 Gebruik van ecstasy en amfetamine onder scholieren van 12 tot en met 18 jaar, vanaf 1992
1
2
3
4
5
6
7% Ecstasy
1992 1996 1999 2003 2007 2011 1992 1996 1999 2003 2007 2011
0,6 1,9 1,1 0,8 0,8 0,6
2,2 5,3 2,8 2,2 1,9 1,8
1
2
3
4
5
6
7% Amfetamine
1 2,3 1,4 1,2 0,8 0,9Actueel
3,4 5,8 3,8 2,9 2,4 2,6Ooit
Percentage gebruikers ooit in het leven en actueel (laatste maand). Bron: Peilstationsonderzoek scholieren,
Trimbos-instituut.
1395 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
Speciaal onderwijs• Tabel5.2laatziendatscholierenvanREC-4scholenaanzienlijkvakerervaringhebben
metzowelecstasyalsamfetaminevergelekenmethunleeftijdgenotenvanzowelhetpraktijkonderwijs(pro),hetleerwegondersteunendonderwijs(lwoo)enhetreguliereonderwijs (Kepper et al., 2009a).De verschillen zijn statistisch significant voor deleeftijdsgroepen14-15 jaar en16 jaar.Overigensmaken leerlingen vandeREC-4scholenmaareentottweeprocentuitvanalleleerlingeninhetvoortgezetonderwijs(ziebijlageF).
• Erzijngeenverschilleninhetooitgebruikvanecstasyenamfetaminetussenleerlingenvanhetpraktijkonderwijs,hetlwooenhetregulieronderwijs.
Tabel 5.2 Ooitgebruik van ecstasy en amfetamine onder leerlingen van 12-16 jaar van het
speciaal en regulier onderwijs, naar leeftijdsgroep
Ecstasy Amfetamine
Schooltype 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar
Speciaal
REC-4I 3,1% 10,1% 17,9% 3,2% 7,1% 11,9%
ProII 1,4% 3,5% 3,2% 1,0% 1,3% 1,6%
LwooIII 2,0% 1,9% 5,3% 0,6% 1,6% 2,0%
Regulier 0,8% 2,5% 3,2% 0,9% 2,4% 2,3%
Percentage ooitgebruik. Peiljaar voor het speciaal onderwijs is 2008. Peiljaar voor het regulier onderwijs is
2007. I. REC = Regionaal Expertise Centrum. II. Pro = praktijkonderwijs. III. Lwoo = leerwegondersteunend
onderwijs. Bronnen: Trimbos-instituut; Trimbos-instituut/Universiteit Utrecht.
Speciale groepenInbepaaldegroepenjongerenenjongvolwassenenbevindenzichnaarverhoudingmeergebruikersvanecstasyenamfetamine.Tabel5.3vatderesultatensamenvanuiteen-lopendestudies.Decijferszijnonderlingnietgoedvergelijkbaarvanwegeverschilleninleeftijdsgroepenenmethodenvanonderzoek.Bovendienzijnderesponspercentagesinonderzoekonderuitgaandejongerenenjongevolwassenenvaaklaag,waardooreenvertekeningvanderesultatenkanoptreden.
EcstasyEcstasyblijft (nacannabis)debelangrijkste illegaledrug inhetuitgaanscircuit,vooraldedancescenes,maarerzijn signalendiewijzenopeenstabilisatievanhetgebruik(Doekhieetal.,2010).Ookheefthetmiddeldelaatstejarenconcurrentiegekregenvancocaïne,amfetamineenGHB.• In2008/2009signaleerdensleutelfigureninhetuitgaanslevendatdemeestegebrui-
kersondanksdegedaaldekwaliteitvanecstasy(zie§5.8)doorgaanmethetgebruikvanditmiddelenderisico’svoorliefnemen.Sommigenzijnovergestaptopanderemiddeleneneenanderegroepzietafvanhetgebruik.
140 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• OndercafébezoekersinAmsterdamsteeghetpercentagedatdeafgelopenmaandecstasy had gebruikt van zeven procent in 2005 naar dertien procent in 2010(Benschopetal.,2011).
• In2008/2009ishetmiddelengebruikonderzochtonderbezoekersvanelf landelijkenregionaalgeorganiseerdeparty’senfestivals(VanderPoeletal.,2010).
- Eenopdevierbezoekerswaseenactueleecstasygebruiker(24%). - Actueelecstasygebruikkwamhetmeestvoorindeleeftijdsgroep30-35jaar(33%)
enhetminstonderbezoekersjongerdan20jaar(14%). - Tijdensdeuitgaansavondzelfhad18procentvanallebezoekersecstasygebruikt,
maar dit aandeel varieerde sterk tussen party’s (range: 1 tot 62%). Gemiddeldnamenzij1,7pillen.
• In hetzelfde onderzoek in 2008/2009 is het middelengebruik onderzocht onderbezoekersvanclubsendiscotheken in (middel)grotegemeenten invijf regio’svanNederland:deregioNoord(Friesland,GroningenenDrenthe),Oost(GelderlandenOverijssel),Midden(UtrechtenFlevoland),West(Noord-enZuid-Holland)enZuid(Noord-Brabant,ZeelandenLimburg).
- HetpercentageactueleecstasygebruikerswashethoogstinderegioWest(12,3%),gevolgddoorderegio’sZuid(7,2%),Midden(6,9%),Oost(5,6%)enNoord(4,8%).
- Landelijkgezienhadnaarschatting23procentvandeclubbezoekersooitecstasygebruiktenwasnaarschattingnegenprocenteenactueleecstasygebruiker.
• OnderuitgaandejongerenenjongvolwasseneninDenHaagwerdin2008/2009eenpercentagegevondenvan14procentooitgebruikersvanecstasy(Dekkers,GrundenVanDijk,2010).Hetpercentageactuelegebruikerslagopvierprocent.
• InGelderlandwerdin2009doorsleutelfigurenhetgebruikvanecstasyalleengesig-naleerd inhetuitgaansleven(DeJongetal.,2009).Desleutelfigurensignaleerdendatjaareendalinginhetgebruikvanecstasyenschrevendattoeaanhetinstortenvandemarkt(zie§5.8).
• Inhetuitgaanslevenwordtecstasygeregeldsamenmetanderemiddelengenomen,zoalsalcohol,cannabisenamfetamine.Vooralhetgecombineerdgebruikvanecstasyenalcoholispopulair(Nabbenetal.,2007b).
- Inhet landelijkeonderzoekin2008/2009had13procentvandebezoekersvanparty’s en festivals tijdens deuitgaansavond zowel alcohol als ecstasy geconsu-meerd(vgl.18%ecstasygebruikersintotaal).
- Zoweldecombinatievanecstasymetcocaïnealsdecombinatievanecstasymetamfetaminewerdgerapporteerddoordrieprocentvandebezoekers.TweeprocentvandebezoekershadzowelecstasyalsGHBgeconsumeerdtijdenshetuitgaan.
- Inhetonderzoekonderuitgaanders inDenHaagin2008/2009werdgevondendattienprocentvandeuitgaandershetafgelopenjaarverschillendemiddelenhadgecombineerd.Daarvanhaddertienprocentecstasymetalcoholgecombineerd.
• Onder jongens (13-18 jaar) in justitiële jeugdinrichtingen heeft vijftien procent,voorafgaandaanhundetentie,ooitecstasygebruikt(Kepperetal.,2009b).Erzijngroteverschilleninhetooitgebruikvanecstasytussendezejongensendejongens
1415 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
inhetregulierevoortgezetonderwijs:17versuseenprocentonderde13-14-jarigen,12versusdrieprocentonderde15-16-jarigenen16versusnegenprocentonderde17-18-jarigen.Vijfprocentvandejongensgafaanecstasytehebbengebruikttijdenshunverblijfindejustitiëlejeugdinrichting.
• Hetpercentagejongereninderesidentiëlejeugdzorgdatooitecstasyheeftgebruiktvarieertvanzevenprocentonderde12-13-jarigentot15procentonderde14-15-jarigen en 25 procent onder de 16-jarigen. In het reguliere onderwijs lagen dezepercentagesbeduidendlageroprespectievelijkeen,tweeendrieprocent(Kepperetal.,2009a).Gemiddeldhad21procentvandejongerenindejeugdzorgooitecstasygebruikt,18procentvandejongensen23procentvandemeisjes.
AmfetamineAmfetamine is minder populair onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen danecstasyen cocaïne.Ophardcore feestenen inbepaalde (alternatieve) scenes (punk,electro, trance, underground, rock en tekno) komthet gebruik van amfetaminewatvakervoorvergelekenmethet(grootstedelijk)trendyuitgaanscircuit(VanderPoeletal.,2010;Doekhieetal.,2010).• Volgens observaties van sleutelfiguren in het uitgaanscircuit is er sprake van een
stabieleen,vooralinhetnoorden,eenlichtstijgendetrend(Doekhieetal.,2010).• InGelderlandconstaterensleutelfigurendatamfetaminewordtgebruiktomdathet
goedkoop is enmakkelijk verkrijgbaar (De Jong et al., 2009). Amfetaminewordtdaaromweleens‘armoedecoke’genoemdof‘boerencoke’.
• Onderzoekin2008/2009onderbezoekersvanclubsendiscothekenin(middel)grotegemeenten invijf regio’svanNederland laatziendathetamfetaminegebruik (nogsteeds)hethoogstisinhetwestenvanhetland(VanderPoeletal.,2010).
- Percentagesactueleamfetaminegebruikersvarieerdenvan1,7procentinderegioZuid (Noord- Brabant, Zeeland en Limburg) tot 5,4 procent in de regio West(Noord-enZuid-Holland).
- In de regio’s Oost (Gelderland en Overijssel), Noord (Friesland, Groningen enDrenthe) enMidden (Utrecht en Flevoland) ging het om achtereenvolgens 2,2procent,2,4procenten3,0procent.
- Landelijk gezien had naar schatting dertien procent van de clubbezoekers ooitamfetaminegebruiktenwasnaarschattingdrieprocenteenactueleamfetamine-gebruiker.
• Onderdeuitgaanderskomtamfetaminegebruikietsmeervooronderbezoekersvangrootschaligeparty’senfestivals.
- Volgens onderzoek in 2008/2009 was zeven procent van deze bezoekers eenactueleamfetaminegebruiker.
- Opdeuitgaansavondzelfhad5,7procentvandebezoekersamfetaminegenomen,maarditvarieerdetussenuitgaansgelegenhedenvannultot21procent.Peravondwerdgemiddeld0,7gramgeconsumeerd.
- Drie procent van de bezoekers had tijdens de uitgaansavond zowel alcohol alsamfetaminegenomen.
142 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• OnderuitgaandejongerenenjongvolwasseneninDenHaagwerdin2008/2009eenpercentagegevondenvannegenprocentooitgebruikersvanamfetamine(Dekkers,GrundenVanDijk,2010).Hetpercentageactuelegebruikerslagoptweeprocent.
• Jongens in justitiële jeugdinrichtingen gebruiken beduidend vaker amfetamine,voorafgaandaanhundetentie,danhunleeftijdgenoteninhetregulierevoortgezetonderwijs:negenversuseenprocentonderde13-14-jarigen,vijfversusdrieprocentonderde15-16-jarigenen14versusvierprocentonderde17-18-jarigen (Kepperetal.,2009b).Drieprocentvandejongensgafaanamfetaminetehebbengebruikttijdenshunverblijfindejustitiëlejeugdinrichting.
• Onderjongereninderesidentiëlejeugdzorg(12-18jaar)had16procentooitamfe-taminegebruikt,15procentvandejongensen18procentvandemeisjes(Kepperetal.,2009a).
• CijfersvanhetDIMS(zie§5.8)enkwalitatievegegevensvandeTrendwatchmonitorsuggererendatmethamfetamineinNederlandnietpopulairis(Doekhieetal.,2010).HetgebruiklijktzichtebeperkentotenkelenichesinhomonetwerkeninAmsterdamen tot zogenaamde psychonauten, die veelal experimenteren met hallucinogenemiddelenenanderedrugs.
• VolgensdeAntenne-monitorwasmethamfetamineinAmsterdamin2010nognetzoprijzigalsin2009,ruimhonderdeuropergram(Benschopetal.,2011).
1435 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
Tabel 5.3 Gebruik van ecstasy en amfetamine in speciale groepen
Locatie Peiljaar Leeftijd(jaar)
Ecstasy Amfetamine
Uitgaande jongeren en jongvolwassenen Ooit Actueel Ooit Actueel
- Bezoekersvantrendy clubs
Amsterdam 2008 Gem.25 48% 21% 24% 6%
- Coffeeshop-bezoekers
Amsterdam 2009 Gem.28 41% 6% 20% 2%
- Bezoekers vancafés
Amsterdam 2010 Gem.27 46% 13% 18% 2%
- Bezoekersvanparty’senfestivals
LandelijkI 2008/2009 Gem.24 42% 24% 23% 7%
- Bezoekersvanclubs en disco-theken
LandelijkI 2008/2009 Gem.22 23% 9% 13% 3%
- Uitgaandejongerenenjongvolwassenen
DenHaag 2008/2009 Gem.21 14% 4% 9% 2%
Probleemjongeren
- Jongereninderesidentiëlejeugdzorg
Landelijk 2008 Gem.15 21% 4% 16% 3%
- Jongeren (alleenjongens)injustitiëlejeugdin-richtingenII
Landelijk 2009 Gem.16 15% 7% 9% 5%
Percentage gebruikers ooit in het leven en actueel (laatste maand) per groep. De cijfers in deze tabel zijn niet
vergelijkbaar vanwege verschillen in leeftijdsgroepen en methoden van onderzoek. I. Geringe respons (19%). II.
Gebruik in de maand voorafgaand aan het verblijf in een justitiële jeugdinrichting (JJI). Gegevens zijn verzameld
in tien van de twaalf JJI’s.
Bronnen: Antenne 2008, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Benschop et al.,
2009); Antenne 2009, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Nabben et al., 2010);
Antenne 2010, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Benschop et al., 2011); Tendens
2008, IrisZorg (De Jong et al., 2008); Uitgaansonderzoek, Trimbos-instituut/Universiteit van Amsterdam (Van
der Poel et al., 2010); Haags Uitgaansonderzoek (HUO), Gemeente Den Haag/Parnassia/Politie Haaglanden
(Dekkers, Grund en Van Dijk, 2010); EXPLORE, Trimbos-instituut (Kepper et al., 2009a;b).
144 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
5.4 Problematisch gebruik
Hetaantalprobleemgebruikersvanecstasyenamfetamine,datwilzeggenmensendieinhundagelijksfunctionerenlastkrijgenvanhundrugsgebruikofzelfsverslaafdraken,isonbekend.• Zowel ecstasy als amfetaminekunnenbij chronischgebruik leiden tot afhankelijk-
heid.Wélstaathetoptredenvaneenonttrekkingssyndroombijecstasyterdiscussie(Degenhardtetal.,2010;LeungenCottler,2008).
• Hetaantalhulpvragenbijdeverslavingszorgvoorecstasyisgering(zieook§5.6).Onbekendisofditsamenhangtmeteengeringeomvangvanhetprobleemgebruik,deaardenernstvandeklachten,ofanderefactoren.
• Ecstasygebruikers hebben vanaf 2008 demogelijkheid hulp te zoeken bij specialemedischespreekurenvandeverslavingszorginhetwestenvanhetland.Dehulpvra-gersvoorproblemenmetecstasyblijkenvooralklachtenterapporterenzoalsdepres-siviteit,gevoelensvanderealisatie,angst,verminderdeconcentratie,vermoeidheid,gevoelvanschokken inhethoofd, tintelingen, spiertrekkingen,zichtproblemenenduizelingen.
• Inhetvoorafgaande(zie§5.3)werdhetonderzoekuit2008/2009genoemdnaarhetmiddelengebruikopparty’senfestivalseninclubsendiscotheken(VanderPoeletal.,2010).Inditonderzoekisookgekekennaarhetprobleemgebruikvanecstasyenamfetamine.
- Probleemgebruikwerdgedefinieerdalshetvoldoenaandrieofmeervandevolgendezevencriteria:gebruikenondanksproblemen,veeltijdbestedenaangebruik,veelmeer nodig hebben van hetmiddel voor hetzelfde effect,meer gebruiken danmenvanplanwas,zondersuccesproberenteminderenoftestoppen,belangrijkeactiviteitenopgeven,ofzichziekvoelenbijminderenofstoppen.
- Vandepartybezoekersbleekdatvanderecentegebruikersvanecstasyelfprocenteenprobleemgebruikerwas.Vande recentegebruikersvanamfetaminewas19procenteenprobleemgebruiker.
- Vandeclubbezoekersdiehetafgelopenjaarecstasyhaddengebruiktwasdertienprocent een probleemgebruiker. Van de clubbezoekers die het afgelopen jaaramfetaminehaddengebruiktwas21procenteenprobleemgebruiker.
1455 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
5.5 Gebruik: internationale vergelijking
Algemene bevolkingTabel5.4aen5.4bpresenterengegevensoverhetgebruikvanecstasyenamfetamineineenaantalEU-lidstaten,Noorwegen,Australië,CanadaendeVerenigdeStaten.• Verschillen in peiljaar, meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze
vergelijking.Vaninvloedisvooraldeleeftijdsgroep.Tabel5.4ageeftgebruikscijfersdiezijn(her)berekendvolgensdestandaardleeftijdsgroepvanhetEMCDDA(15totenmet64jaar).Gegevensvoordeoverigelandenstaanintabel5.4b.VoorEuropazijnalleenlandenuitdeEU-15enNoorwegenopgenomen.Voorzoverbeschikbaarzijn gegevens voor andere EU-lidstaten in Bijlage E vermeld. In demeeste landenwordtgeenonderscheidgemaakttussenamfetamineenmethamfetamine.VolgenshetEMCDDAspeeltmethamfetamineindeEUvooraleenrolinTsjechiëenSlowakije(EMCDDA,2011a).
• WatbetrefthetooitgebruikvanecstasyspannenAustralië(10,3%)enhetVerenigdKoninkrijk(EngelandenWales,8,3%)dekroon.Percentagesvanvijftotzesprocentzijnverdergevonden in Ierland(5,4%),deVerenigdeStaten(6,3%)enNederland(6,2%).InNoorwegen,Griekenland,MaltaenRoemeniëkomthetpercentageooit-gebruikersnietboveneenprocentuit.
• HetpercentagemensendatooitamfetamineheeftgebruiktlooptuiteenvanminderdanéénprocentinPortugal,Griekenland,Cyprus,MaltaenRoemeniëtot8,5procentindeVerenigdeStaten,meteenuitschieternaartwaalfprocentinhetVerenigdKonink-rijk(EngelandenWales).InNederlandheeftdrieprocentervaringmetamfetamine.
• HetpercentagerecenteconsumentenvanecstasyishethoogstinAustralië(3,0%).In de andere landen varieert het recent gebruik van ecstasy van 0,1% tot 1,6%.Vooramfetaminevarieerthetpercentagerecentegebruikersvan0,1%ofminderinFrankrijk,Griekenland,MaltaenRoemeniëtot2,1%inAustralië.
• InNederlandligthetpercentagerecentegebruikersvanecstasy(1,4%)ophetdubbelevanhetEuropesegemiddeldevan0,7procent.VooramfetamineligthetpercentagerecentegebruikersinNederlandmet0,4procentrondhetEuropesegemiddeldevan0,5procent(EMCDDA,2011a).
146 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 5.4a Consumptie van ecstasy en amfetamine onder de algemene bevolking van enkele
lidstaten van de EU-15 en Noorwegen: leeftijdsgroep 15 tot en met 64 jaar
Land Jaar Ecstasy Amfetamine
Ooit Recent Ooit Recent
Nederland 2009 6,2% 1,4% 3,1% 0,4%
Ierland 2006/2007 5,4% 1,2% 3,5% 0,4%
Spanje 2009 4,9% 0,8% 3,7% 0,6%
Italië 2008 3,0% 0,7% 3,2% 0,4%
Oostenrijk 2008 2,3% 0,5% 2,5% 0,5%
Zweden 2008 2,1% 0,1% 5,0% 0,8%
Frankrijk 2005 2,0% 0,4% 1,4% 0,1%
Finland 2006 1,6% 0,5% 2,2% 0,6%
Portugal 2007 1,3% 0,4% 0,9% 0,2%
Noorwegen 2009 1,0% 0,3% 3,8% 0,7%
Griekenland 2004 0,4% 0,2% 0,1% 0,0%
Verschillen in peiljaar, meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze vergelijking tussen
landen. Percentage gebruikers ooit in het leven en recent (laatste jaar). Bron: EMCDDA.
Tabel 5.4b Consumptie van ecstasy en amfetamine onder de algemene bevolking van enkele lidstaten
van de EU-15, de Verenigde Staten, Canada en Australië: overige leeftijdsgroepenI
Land Jaar Leeftijd Ecstasy Amfetamine
Ooit Recent Ooit Recent
Australië 2010 14enouder
10,3% 3,0% 7,0% 2,1%
VerenigdKoninkrijk(EngelandenWales)
2009/2010 16-59 8,3% 1,6% 11,7% 1,0%
VerenigdeStaten 2010 12 en ouder
6,3% 1,0% 8,5% 1,1%
Canada 2010 15 en ouder
3,9% 0,7% 3,9% 0,5%
Duitsland 2009 18-64 2,4% 0,4% 3,7% 0,7%
Denemarken 2010 16-64 2,1% 0,3% 6,2% 0,7%
Verschillen in peiljaar, meetmethoden en steekproeven bemoeilijken een precieze vergelijking tussen landen.
Percentage gebruikers ooit in het leven en recent (laatste jaar). I. Drugsgebruik is naar verhouding laag in de
jongste (12-15 jaar) en oudere leeftijdsgroepen (>64 jaar). Gebruikscijfers in studies met respondenten die
jonger en/of ouder zijn dan de EMCDDA-standaard zullen mogelijk lager uitvallen dan cijfers in studies die
de EMCDDA-standaard toepassen. Voor studies met een meer beperkt leeftijdsbereik geldt het omgekeerde.
Bronnen: EMCDDA, AIHW, SAMSHA, CADUMS.
1475 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
JongerenBeter vergelijkbaar zijndegegevensvanhet ESPAD-onderzoekonder scholierenvanvijftienenzestienjaarinEuropeselanden.Tabel5.5atoonthetgebruikvanecstasyentabel5.5btoonthetgebruikvanamfetamine ineenaantal landenvandeEU,Noor-wegen, Zwitserland en de Verenigde Staten. Dit laatste land deed nietmee aan deESPADmaarvoerdevergelijkbaaronderzoekuit(Hibelletal.,2000,2004,2009,2012).• Hetpercentage leerlingendat in2011weleensecstasyheeftgeprobeerdwashet
laagstinDenemarken,FinlandenNoorwegen(1%).DeVerenigdeStatengingenaankopmetzevenprocent,gevolgddoorBelgiëenNederlandmetvierprocent.
• HetpercentagerecentegebruikersvanecstasyvarieerdevaneenprocentinDuitsland,Griekenland,Zweden,Spanje,Denemarken,FinlandenNoorwegentotvijfprocentindeVerenigdeStaten.Het(ongewogen)gemiddeldevoor36deelnemendeEuropeselandenkwamuitoptweeprocent,eenprocentlagerdaninNederland.
• Vande in tabel5.5bgenoemde landen scoorden in2011deVerenigdeStatenopdemaatooitgebruikvanamfetaminehethoogst(9%),gevolgddoorBelgië(5%).Nederlandnammeteenprocenteenrelatieflagepositiein.
• Indeanderelandenintabel5.5bhadtussennulenvierprocentvandescholierenooitinhetlevennogamfetaminegebruikt.Voor36deelnemendeEuropeselandenkwamhetpercentageooitgebruikersgemiddeldopdrieprocent.
148 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 5.5a Consumptie van ecstasy onder scholieren van 15 en 16 jaar in een aantal lidstaten van de
Europese Unie, Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde StatenI. Peiljaren 1999, 2003,
2007 en 2011
Land 1999 2003 2007 2011
Ooit Ooit Recent Ooit Recent Ooit Recent
VerenigdeStatenI 6% 6% 3% 5% 3% 7% 5%
BelgiëII - 4% 3% 5% 4% 4% 3%
Nederland 4% 5% 3% 4% 3% 4% 3%
Portugal 2% 4% 2% 2% 1% 3% 3%
Frankrijk 3% 4% - 4% 2% 3% 2%
Ierland 5% 5% 2% 4% 3% 2% 2%
Italië 2% 3% 2% 3% 2% 2% 2%
DuitslandIII - 3% 2% 3% 2% 2% 1%
Griekenland 2% 2% 2% 2% 2% 2% 1%
Zweden 1% 2% 1% 2% 2% 2% 1%
SpanjeIV - 5% 3% 3% 2% 2% 1%
DenemarkenIV 3% 2% 2% 5% 2% 1% 1%
Finland 1% 1% 1% 2% 1% 1% 1%
Noorwegen 3% 2% 1% 1% 1% 1% 1%
VerenigdKoninkrijkV 3% 5% 3% 4% 3% - -
Oostenrijk - 3% 2% 3% 2% - -
Zwitserland - 2% 1% 2% 2% - -
Percentage gebruikers ooit in het leven en in het laatste jaar (recent). - = niet gemeten. I. De Verenigde Staten
deden niet mee aan de ESPAD maar voerden vergelijkbaar onderzoek uit. II. België in 2007 en 2011 alleen voor
Vlaanderen. III. Duitsland in 2007 alleen voor zeven deelstaten en in 2011 alleen voor vijf deelstaten. IV. De
gegevens voor Spanje en Denemarken zijn minder representatief. V. Verenigd Koninkrijk niet voor 2011 vanwege
te lage respons (slechts 6% van de scholen). Bron: ESPAD.
1495 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
Tabel 5.5b Consumptie van amfetamine onder scholieren van 15 en 16 jaar in een aantal lidstaten van de
Europese Unie, Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde StatenI. Peiljaren 1999, 2003, 2007
en 2011
Land 1999 2003 2007 2011
Ooit Ooit Recent Ooit Ooit
VerenigdeStatenI 16% 13% 9% 11% 9%
BelgiëII - 2% 1% 5% 5%
Frankrijk 2% 3% - 4% 4%
DuitslandIII - 5% 3% 5% 4%
Portugal 3% 3% 2% 2% 3%
Italië 2% 3% 2% 4% 2%
Ierland 3% 1% 0% 3% 2%
Griekenland 1% 0% 0% 3% 2%
DenemarkenIV 4% 4% 3% 5% 2%
Zweden 1% 1% 1% 2% 1%
SpanjeIV - 4% 3% 3% 1%
Noorwegen 3% 2% 1% 1% 1%
Nederland 2% 1% 1% 2% 1%
Finland 1% 1% 0% 1% 1%
VerenigdKoninkrijkV 8% 3% 2% 2% -
Zwitserland - 3% 2% 3% -
Oostenrijk - 4% 4% 8% -
Percentage gebruikers ooit in het leven en recent (in het laatste jaar). - = niet gemeten. I. De Verenigde Staten
deden niet mee aan de ESPAD maar voerden vergelijkbaar onderzoek uit. II. België alleen voor Vlaanderen. III.
Duitsland alleen voor zeven deelstaten in 2007 en vijf deelstaten in 2011. IV. De gegevens voor Denemarken en
Spanje zijn minder representatief. V. Verenigd Koninkrijk niet voor 2011 vanwege te lage respons (slechts 6%
van de scholen). Bron: ESPAD.
150 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
5.6 Hulpvraag en incidenten
VerslavingszorgDeverslavingszorgishetonderdeelvandegezondheidszorgdathulpbiedtaanmensendieverslaafdzijngeraaktaandrugs,alcohol,medicijnen,ofgokken.InNederlandzijnverschillendegespecialiseerdeinstellingenactiefbinnendeverslavingszorg.Samenmetdeverslavingsreclasseringsturendezeinstellingenanoniemegegevensoverdehulpver-leningnaarhetLandelijkAlcoholenDrugsInformatieSysteem(LADIS)(Ouwehandetal.,2011).(ZieinbijlageA:CliëntLADIS.)
Ecstasy• Hetaantalcliënteninde(ambulante)verslavingszorgmetecstasyalsprimairprobleem
steegtot1997(figuur5.2).Ditberusttedeelsopeenuitbreidingvandemogelijkhedenvoor de verslavingszorg om problematisch gebruik van ecstasy te registreren. Vanaf1997zetteeendalingin,gevolgddooreenstabilisatievanaf1999.Tussen2007en2010daaldehetaantalprimaireecstasycliëntenmet52procent.
• Per100000inwonersvan15jaarenouderregistreerdehetLADISin2010slechtséénprimaireecstasycliënt, aanzienlijkminderdanvoordemeesteanderedrugs (80voorcannabis,76voorcocaïneen90vooropiaten).
• Hetaandeelvanecstasyinallehulpvragenvoordrugsproblematiekbleefindeafgelopenjarengering:minderdaneenprocent.
• In2010wasbijnaeenderdevandeprimaireecstasycliënteneennieuwkomer(29%).Dezenieuwkomerswerdeningeschrevenin2010enstondennieteerderingeschrevenbijde(ambulante)verslavingszorgvooreendrugsprobleem.
• Demeesteprimaireecstasycliëntenhaddenookproblemenmeteenandermiddel(76%).• Erzijnmeercliëntendieecstasyalssecundairdanalsprimairprobleemnoemen.Tussen
2005 en 2010 daalde het aantal secundaire ecstasycliëntenmet 51 procent. Tussen2009en2010vondernogeendalingplaatsmet12procent.In2010wasvoordezegroepvan secundaireecstasycliëntenhetprimaireprobleemcocaïneof crack (29%),amfetamine(24%),cannabis(23%),ofalcohol(17%).
1515 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
Figuur 5.2 Aantal inschrijvingen bij de (ambulante) verslavingszorg vanwege primaire of secundaire
ecstasyproblematiek, vanaf 1995
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
208 398 457 340 252 241 225 250 277 291 293 228 244 209 157 117
321 552 672 607 549 573 563 622 655 750 781 715 680 592 432 381
Aantal
Primair
Secundair
Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Amfetamine• Hetaantalcliëntenmetamfetaminealsprimairprobleemwerdtussen2001en2009
driekeerzogroot,enbleefin2010ophetzelfdeniveau(figuur5.3).• Hetaandeelvanamfetamine inallehulpvragenvoordrugsproblematiekbleef inal
diejarenondergeschikt(tussen2en5%).• Per100000inwonersvan15jaarenouderregistreerdehetLADISin2010twaalf
primaireamfetaminecliënten,meerdanin1995ofin2001(4inbeidejaren).• In2010wasbijnaeenderdevandeprimaireamfetaminecliënteneennieuwkomer
(29%). Deze nieuwkomers werden ingeschreven in 2010 en stonden niet eerderingeschrevenbijde(ambulante)verslavingszorgvooreendrugsprobleem.
• De meeste cliënten met een primair amfetamineprobleem rapporteerden ookproblemenmeteenandermiddel(65%).
• Voorbijnaduizendcliëntenwasamfetaminein2010eensecundairprobleem.Voordezegroepwashetprimaireprobleemcannabis (33%),alcohol (28%),cocaïneofcrack(19%),heroïne(7%),ofGHB(6%).
152 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 5.3 Aantal inschrijvingen bij de (ambulante) verslavingszorg vanwege primaire of secundaire
amfetamineproblematiek, vanaf 1995
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
566 667 794 870 810 648 501 561 745 962 1154 1243 1567 1634 1698 1688
566 558 610 590 560 498 474 481 552 645 728 760 921 966 1001 985
Aantal
Primair
Secundair
Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Leeftijd en geslacht
Ecstasy• In 2010was drie kwart van de primaire ecstasycliëntenman (75%).Het aandeel
vrouwen(25%)isgroterdanvoorcannabis,cocaïneenopiaten(17-20%).Tussen2000en2010steeghetpercentagevrouwenvan19naar25procent.
• Degemiddeldeleeftijdvandeprimaireecstasycliëntenwas28jaar.Daarmeezijnzijgemiddeldhetjongstvanalledrugscliënten.Depiekligtindeleeftijdsgroep20-24jaar,maarin2002wasdezepiekgroter(ziefiguur5.4).Tussen2002en2010stijgtdegemiddeldeleeftijdvandeecstasycliëntenvan25naar28jaar.
1535 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
Figuur 5.4 Leeftijdsverdeling van primaire ecstasycliënten bij de (ambulante) verslavingszorg.
Peiljaren 2002 en 2010
5
10
15
20
25
30
35
40
45
15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54
%
20
15
38
30
19
24
12
10
4
8
2
9
2
4
2
1
Leeftijd
2010
2002
Percentage per leeftijdsgroep. Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Amfetamine• In2010warenongeveerachtvandetienprimaireamfetaminecliëntenman(78%).
Hetaandeelvrouwensteeglichtvan21procentin2000naar22procentin2010.• Degemiddeldeleeftijdwas29jaar,ietshogerdanbijdeecstasycliëntenenhogerdan
in2005(26jaar).Bijdeamfetaminecliëntenligtdepiekindeleeftijdsgroep25-29jaar,maarin2002lagdepiekindeleeftijdsgroep20-24jaar(figuur5.5).
154 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 5.5 Leeftijdsverdeling van primaire amfetaminecliënten bij de (ambulante) verslavingszorg.
Peiljaren 2002 en 2010
5
10
15
20
25
30
35
15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64
%
12
9
32
24
23
26
14
18
5
11
7
5
3
3
2 1
2 1 1
0
Leeftijd
2010
2002
Algemene ziekenhuizenDe Landelijke Medische Registratie (LMR) registreert jaarlijks weinig opnames inalgemene ziekenhuizenmet psychostimulantia als hoofddiagnose. Het gaat hier omamfetaminen,maarookomanderepsychostimulantiazoalsecstasy(figuur5.6).• In2010ginghetom85opnamesofweldertienprocentvanallehoofddiagnosesvoor
drugs.In84procentvandegevallenginghetommisbruik,invijftienprocentvandegevallenginghetomafhankelijkheidvanpsychostimulantia.Tussen2009en2010steeghetaantalhoofddiagnosesmetzestienprocent.
• Vakerwerdendezeaandoeningenalsnevendiagnosegesteld,200maalin2010,eenstijgingvan57procenttenopzichtevan2009.Dehoofdziektesofhoofdstoornissendiebijdenevendiagnosesamfetaminemisbruiken-afhankelijkheidwerdengesteldliepensterkuiteen.Demeestvoorkomendehoofddiagnosesbijdezenevendiagnoseswaren:
- misbruikofafhankelijkheidvanalcohol(24%) - ongevallen(13%) - psychose(12%) - vergiftiging(10%) - hart-envaatziekten(8%) - misbruikofafhankelijkheidvandrugs(7%) - ziektenvandeademhalingswegen(5%).• Dezelfdepersoonkanmeerdaneensperjaarwordenopgenomen.Bovendienkaner
peropnamemeerdanéénnevendiagnosewordengesteld. - Gecorrigeerdvoordubbeltellingenginghetin2010om267personen,eenstijging
van41procent tenopzichtevan2009.Zijwerdengedurendehet jaarminstens
1555 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
éénkeeropgenomenmetmisbruikof afhankelijkheid vanpsychostimulantia alshoofd-ofnevendiagnose.
- Hungemiddeldeleeftijdwas31jaar;depiekbevindtzichindeleeftijdsgroepvan20totenmet24jaar(22%).
- Driekwart(75%)wasman.• DeLMRregistreerdein2010geengevallenvanonopzettelijkevergiftigingmetamfe-
taminenalsnevendiagnose(ICD-9codeE854.2).
Figuur 5.6 Klinische opnames in algemene ziekenhuizen gerelateerd aan misbruik en afhankelijkheid
van psychostimulantia (ecstasy en amfetamine), vanaf 1996
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Aantal
Psychostimulantia als nevendiagnose Psychostimulantia als hoofddiagnose
29
46
33
80
25
69
21
66
29
61
36
58
29
70
30
63
40
108
45
82
39
88
56
136
54 73 85
145 127 200
Aantal diagnoses, niet gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen. ICD-9 codes: 304.4, 305.7 (bijlage
C). Psychostimulantia zoals ecstasy en amfetamine worden onder dezelfde codes geregistreerd. Bron: Lande-
lijke Medische Registratie (LMR), Dutch Hospital Data (DHD).
156 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
IncidentenErzijnverschillendebronnenbeschikbaarvoorinformatieovergezondheidsverstoringenin verbandmet drugsgebruik (zie ook Bijlage A onder ‘Incidenten’). Aard, regio envindplaats vandeze incidentenverschillenperbron.Vanwegeeen (onbekendematevan)overlapkunnendeaantallenincidentenechternietzondermeerwordenopgeteld.
Volgens het Letsel Informatie Systeem (LIS) van Stichting Consument en Veiligheidworden jaarlijks gemiddeld 4 200 personen behandeld op spoedeisende eerste hulpafdelingenvanziekenhuizennaeenongeval,geweld,ofzelfbeschadiginggerelateerdaandrugsgebruik(Draisma,2011).Drugszijnhiercannabis,cocaïne,heroïne,ecstasy,amfetamine,GHBenpaddo’s.Degegevenszijngemiddeldoverdeperiodevan2006totenmet2010enbetreffenschattingenvoorhetheleland,gebaseerdopgegevensvaneenrepresentatievesteekproefvanziekenhuizen.• Achtprocentvandedrugsslachtoffersgafaanecstasytehebbengebruikt.Tellenwe
alleendegevallenmeewaarvandedrugbekendis(88%),danmaaktecstasytienprocentuitvanalledrugsgerelateerdebehandelingenbijdespoedeisendehulp.
• Amfetamine lijktnietvaakeenroltespelen.Drieprocentvandedrugsslachtoffersgafaanamfetaminetehebbengebruikt.Tellenwealleendegevallenmeewaarvandedrugbekendis(88%),danmaaktamfetaminevierprocentuitvanalledrugsge-relateerdebehandelingenbijdespoedeisendehulp.
• Dezecijferszijnwaarschijnlijkeenonderschattingvanhetwerkelijkeaantalaandrugsgerelateerdeongevallen,wantdeinvloedvandrugswordtnietsystematischonderzocht.
Overeenperiodevantwaalfjaar,van1997totenmet2008,heeftStichtingEducaredealcohol-endrugsgerelateerde incidentenonderzochtdiezichhebbenvoorgedaanopgroteraveparty’sinNederland(Krul,etal.2011).Hetgaathieromdefeestgangersdiehulphebbengevraagdopdeeerstehulppost.• Van1997totenmet2008hebbenintotaal3793500bezoekers249raveparty’s
bezocht.Slechts0,3procentvandezebezoekersheeftvooreenalcohol-ofdrugs-gerelateerdincidentdeeerstehulppostbezocht.Bijdedrugsgaathetomcannabis,cocaïne,ecstasy,amfetamineenGHB.
• Vandealcohol-endrugsgevallenginghetin32,8procentvandegevallenomalleenecstasyenginghetin3,3procentvandegevallenomalleenamfetamine.Decombi-natievanamfetaminemetalcoholofeenanderedrugspeeldeeenrolin5,3procentvandegevallen
• In11,2procentvandegevallenginghetomecstasyincombinatiemetalcoholenin6,8procentvandegevallenginghetomecstasyincombinatiemeteenanderedrug.
• Decombinatievanecstasymetamfetaminewasdevermoedelijkeoorzaakvanhetincidentin4,2procentvandegevallen.
Sinds2009houdtdeMonitorDrugsIncidenten(MDI)vanhetTrimbos-instituutactuelegegevens bij over de aard enomvang vandrugsgerelateerdegezondheidsincidenteninNederland (VogelsenCroes,2012). In2011werdende incidentengemeldvanuit
1575 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
afdelingenspoedeisendehulpvan(stads)ziekenhuizen,ambulancedienstenenpolitie-artseninachtregio’svanNederland:Amsterdam,Ede/Arnhem,Eindhoven,Enschede,Groningen,Nijmegen,PurmerendenRotterdam.OoknemenenkeleorganisatiesdiedeEHBO-postverzorgenopgrootschaligeevenementendeelaandemonitor.Vanwegewijzigingen in dekkingsgraad per registratiejaar kunnen trends vooralsnog beperktwordenvastgesteld.
Ecstasy• In2011werdenintotaal3652drugsincidentengemeld.Bij895meldingen(25%)
wasecstasybetrokken,waarvanin689gevallenecstasyalsenigedrugwasgemeld(aldannietmetalcohol).
• Vanwege verschillen tussen de medische diensten worden gegevens in tabel 5.6uitgesplitst naar type dienst voor alle gevallen over 2009-2011. In deze periodewerdenintotaal9029uniekedrugsincidentengemeld.
- Hetaandeel incidentenmetecstasyalsenigedrugisverreweghethoogstbijdeEHBO-postenopgrootschaligeevenementen(49%vanhettotaalaantalincidentenbinnendezedienstwasmetecstasyalsenigedrug).Hetaandeel istoegenomenvan39procentin2009,naar50procentin2010,en56procentin2011.Bijdeoverigemedischedienstenkwamhetaandeelecstasyincidenten,tenopzichtevanhettotaalaantalincidentenbinnendiedienst,gemiddeldnietbovende5procent.Ookbij de ziekenhuizenendeambulancediensten is tussen2009en2011eenlichtestijgingtezieninhetaandeelecstasyincidenten.
- Dematevanintoxicatievandeecstasyincidentenverschildetussendetypendienst.OpdeEHBO-postenvangrootschaligeevenementenwerdenoverwegend(91%)lichteintoxicatiesbehandeld,terwijlinhetziekenhuisenbijdeambulancedienstenmeerpatiëntenmetmatige(ongeveer43%)enernstigeintoxicaties(25%)terechtkwamen. Er zijn geen duidelijke verschuivingenwaarneembaar in demate vanintoxicatieoverdejaren.
- Opvallend is hethogepercentagevrouwenmet eenecstasy incident. Eveneensopmerkelijkisdatdeleeftijdvandepatiëntenmeteenecstasyincidentwatlagerligt(medianeleeftijd23jaar),invergelijkingmetdeanderetypendrugs.
• Vanalleincidentenwaarbijecstasybetrokkenis,isinruimeenderdevandegevallenalleenecstasygenomen.
- Bijeveneenseenderdevanhettotaalisookalcoholgebruikt, in12procentvandegevallenisnaastecstasynogeenanderedruggebruiktenin14procentvandegevallenisernaastecstasyzowelalcoholalseenanderedruggebruikt.
- OpdeEHBO-postenopgrootschaligeevenementenwerdentenopzichtevandeanderemedischedienstenminderincidentengezienwaarbijecstasygecombineerdwasmeteenanderedrug.
158 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 5.6 Incidenten met ecstasy als enige drug geregistreerd door de Monitor Drugs Incidenten
(MDI). Peiljaren 2009-2011
Ambulances Ziekenhuizen Politieartsen EHBO Totaal
Aantal incidenten(%vanhettotaal)
149(4%)
46(4%)
29(5%)
1405(49%)
1629(18%)
Man 58% 59% 83% 57% 58%
Leeftijd(mediaan) 25 24 24 22 23
Matevanintoxicatie*
- LichtI 32% 30% 52% 91% 83%
- MatigII 44% 41% 38% 8% 13%
- ErnstigIII 25% 28% 10% 1% 4%
Combinatie met alcohol*
52% 72% 79% 48% 49%
*Percentages berekend op de bekende aantallen (valide percentages). I. Licht: goed aanspreekbaar, gebruik
merkbaar. II. Matig: onvoldoende aanspreekbaar, wel duidelijk onder invloed. III. Ernstig: niet aanspreekbaar,
eventueel in combinatie met: (sub)comateus, geagiteerd/agressief, gestoorde vitale parameters (zoals
hartslag, bloeddruk en ademhalingsfrequentie). Bron: Monitor Drugs Incidenten (MDI), Trimbos-instituut
(Vogels en Croes, 2012).
Amfetamine• In2011werdenintotaal3652drugsincidentengemeld.Hetaandeelamfetamine-
gerelateerdeincidentenisbeduidenkleinerdanvoorecstasy.Bij177meldingen(5%)wasamfetaminebetrokken,waarvanin76gevallenamfetaminealsenigedrugwasgemeld(aldannietmetalcohol).
• Vanwege verschillen tussen de medische diensten worden gegevens in tabel 5.7uitgesplitst naar type dienst voor alle gevallen over 2009-2011. In deze periodewerdenintotaal9029uniekedrugsincidentengemeld.
- Hetaandeelincidentenmetamfetaminealsenigedrugwastussen2009en2011bijallemedischedienstenstabielenlaag(tussende1en4%).
- OpdeEHBO-postenvangrootschaligeevenementenwarendeintoxicatiesonderinvloedvanamfetaminealsenigedrugoverwegendvanlichteaard(91%).Bijdeoverigedienstenwasongeveerdehelftvande intoxicatiesmatigvanernst.Eenvergelijkingoverdejarenisvanwegedekleineaantallennietmogelijk.
• Vergelekenmetdemeesteanderemiddelenwascombinatiegebruikbijdeincidentenmetamfetaminehoog.
- Vanalleincidentenwaarbijamfetaminebetrokkenis,isinslechtseenvijfdevandegevallenalleenamfetaminegenomen.
- Bijnogeenseenvijfdevanhettotaalisookalcoholgebruikt,in30procentvandegevallenisnaastamfetaminenogeenanderedruggebruiktenbijeenvierdeisernaastamfetaminezowelalcoholalseenanderedruggebruikt.
1595 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
Tabel 5.7 Incidenten met amfetamine als enige drug geregistreerd door de Monitor Drugs Incidenten
(MDI). Peiljaren 2009-2011
Ambulances Ziekenhuizen Politieartsen EHBO Totaal
Aantal incidenten(%vanhettotaal)
49(1%)
26(2%)
24(4%)
95(3%)
194(2%)
Man 80% 89% 83% 71% 77%
Leeftijd(mediaan) 26 26,5 27,5 22 24
Matevanintoxicatie*
- LichtI 31% 42% 29% 91% 62%
- MatigII 61% 42% 46% 7% 30%
- ErnstigIII 8% 15% 25% 2% 8%
Combinatie met alcohol*
43% 79% 46% 45% 49%
*Percentages berekend op de bekende aantallen (valide percentages). I. Licht: goed aanspreekbaar, gebruik
merkbaar. II. Matig: onvoldoende aanspreekbaar, wel duidelijk onder invloed. III. Ernstig: niet aanspreekbaar,
eventueel in combinatie met: (sub)comateus, geagiteerd/agressief, gestoorde vitale parameters (zoals
hartslag, bloeddruk en ademhalingsfrequentie). Bron: Monitor Drugs Incidenten (MDI), Trimbos-instituut
(Vogels en Croes, 2012).
DeGGDAmsterdam registreerthet aantal aanvragenvoor spoedeisendehulpbij deCentralePostAmbulancevervoer(CPA)enisvandaaruitvanaf2009gaandeelnemenaandeMonitorDrugsIncidenten(MDI).• In2010wasecstasy64keerde redenvooreenaanvraagvanhulp inAmsterdam
endit aantal steegmet28procentnaar82gevallen in2011 (tabel 5.8). Bij dezestijgingspelenmogelijkookanderefactoreneenrol,zoalstoegenomenalertheidbijambulancemedewerkersbijhetuitvragenvanmiddelengebruik.
• In een meerderheid van de gevallen was vervoer naar het ziekenhuis nodig, 69procentin2010en65procentin2011.
• Amfetaminewasin2010slechtsinnegentiengevallenenwasin2011slechtsinzestiengevallenderedenvooreenhulpvraagbijdeCPAinAmsterdam.Depercentagesvervoernaarhetziekenhuislagenindezejarenoprespectievelijk84envijftigprocent.
Tabel 5.8 Drugsincidenten voor amfetamine en ecstasy geregistreerd door de GGD Amsterdam,
vanaf 2001
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Amfetamine 6 5 7 8 3 13 17 14 8 19 16
Ecstasy 42 39 39 59 63 53 67 43 54 64 82
Aantal incidenten (personen) per jaar. Bron: CPA, GGD Amsterdam.
160 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
HetNationaalVergiftigingenInformatieCentrumvanhetRIVMregistreerthetaantalinformatieverzoekenvanartsen,apothekersenoverheidsinstellingenover(potentiële)acutevergiftigingendoorblootstellingenaanlichaamsvreemdestoffen,zoalsdrugs(VanVelzenetal.,2011).• Voorecstasyvindenelkjaarmeerblootstellingenplaatsdanvooramfetamine(tabel
5.9). Het aantal blootstellingen aan ecstasy bereikte een piek in 2004 en daaldedaarna.Tussen2009en2010vonderechtereenstijgingplaatsvan23procententussen2010en2011vondernogeenseenstijgingplaatsmetnegentienprocent.
• Hetaantalblootstellingenaanamfetaminewerddriekeerzogroottussen2001en2005enbereikteeenpiekin2011.Tussen2009en2010steeghetaantalblootstel-lingenaanamfetaminemetnegentienprocententussen2010en2011steeghetnogeensmet28procent.
• Destijgingtussen2007en2008isonderandereontstaandoordatin2008voorheteerstdemeldingenviadewebsitewerdenmeegeteld.
• Dezecijfersgevengeenzichtophetabsoluteaantalintoxicatieswantartsenhebbengeenmeldingsplichtvoorintoxicaties.Bovendienzijnsommigeartsenvertrouwdmetecstasyenamfetamineendeverschijnselenbijoverdoseringen,hierdoorzullenzijnietbijallegevallenvanintoxicatiedoorecstasyenamfetaminehetNVICraadplegenenzalhetwerkelijkeaantalvergiftigingeninNederlandhogerzijn.
Tabel 5.9 Blootstellingen aan ecstasy en amfetamine geregistreerd bij het Nationaal Vergiftigingen
Informatiecentrum (NVIC), vanaf 2001
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Ecstasy 194 184 208 246 217 183 171 185 140 172 205
Amfetamine 39 39 47 51 128 106 94 125 106 126 161
Aantal blootstellingen per jaar gemeld via de 24-uurs telefoonlijn van het NVIC. Meldingen via de website
www.vergiftigingen.info (online sinds april 2007) zijn voor het eerst in 2008 meegeteld. Bron: NVIC, RIVM
(Van Velzen et al., 2011).
5.7 Ziekte en sterfte
Ziekte• Delaatstestandvanwetenschapwijstopeen(langdurige)verstoringvanhersen-
functies, met name het geheugen, het concentratievermogen en de stemming inzowelgebruikersalsex-gebruikersvanecstasy(Kalechsteinetal.,2007;Rogersetal.,2009;Schilt,2009;DeWin,2007;Jager,2006).
• Dezeverstoringkanlangerdaneenjaaraanhoudennastopzettingvanhetgebruik.Onbekendisofvolledighersteloptreedt.
• Deeffectenzijnwaarschijnlijktoeteschrijvenaanecstasygebruik,maarondanksruimtwintigjaaronderzoekisnogsteedsnietduidelijkhoeschadelijkecstasypreciesis.Degerapporteerdeeffectenzijndoorgaansklein,metuitzonderingvandeafnamevan
1615 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
het(verbaleenwerk-)geheugen,envallenbinnende‘normalemarge’.Ookkanbijhetontstaanvandegevondenafwijkingennietmetzekerheidwordenvastgesteldwatde rol isgeweestvanandere factoren,zoalshetgebruikvananderedrugsofal aanwezige ziekten en kenmerken, omgevingsfactoren en een risicovolle leefstijl(Rogersetal.,2009;Halpernetal.,2011).
• De veranderingen hangen waarschijnlijk samen met afwijkingen aan serotonergezenuwenindehersenen.Bijproefdierenneemtdekansophersenschadetoemeteenstijging vande lichaamstemperatuurnagebruik vanMDMA.Bij demenswerkt ditwaarschijnlijkookzo.Dekansopoververhittingendaardoor(langdurige)hersenschadeneemttoealseenconsumentgroterehoeveelhedenMDMAsliktineenwarmeomge-ving(boven18-20graden).Depreciezedoseringdietotschadeleidtisnietbekend.
• ResultatenvanonderzoekenuitgevoerddoordeUniversiteitvanAmsterdamendeUniversiteit vanUtrecht laten niet zien dat kortdurend of incidenteel gebruik vanecstasy(gemiddeld1,8tot6ecstasypillen)aanleidinggeefttoternstigehersenschadeenverminderingvanhersenfunctiesoplangeretermijn(DeWin,2007;Jager,2006;Schilt,2009).Tochkannietzondermeerwordengeconcludeerddateenlagedosisecstasyveiligis.
• Onderzoekonderwatoudereecstasygebruikers(40-55jaar)laatziendatdenega-tieveeffectenvanecstasyophetverbalegeheugen‘optellen’bijdenormaleleeftijds-gerelateerdeachteruitgangvanhetgeheugen(Schilt,2009).Ofecstasygebruikopnoglatereleeftijd(65+)hetcognitieveverouderingsprocesversnelt,isnietbekend.
• Misschieniserooksprakevaneengenetischekwetsbaarheidvoordeeffectenvanecstasyophetverbalegeheugen(Schilt,2009).
Gecombineerdgebruikvanecstasy (MDMA)enanderemiddelenkan (acute) risico’smetzichmeebrengen.• LaboratoriumonderzoekvandeUniversiteitvanLeidenlaatziendatzowelMDMA
als THC (het belangrijkste werkzame bestanddeel in cannabis) een toename vandehartslagkanveroorzaken.Bijgelijktijdiggebruikvanbeidemiddelentellendezeeffectenop.Ookhoudtdeverhogingvande lichaamstemperatuurnagebruikvanMDMAlangeraanalserookTHCwordtgebruikt(Dumont,2009).Detoenamevandehartslagkanbijsommigepersonentotgezondheidsproblemenleiden.
• Consumptievaneen lagedosisalcohol (2-3glazen)blijktechterbepaalde fysiolo-gischeeffectenvanMDMA,zoalsvochtretentieeneentoenamelichaamstempera-tuur,enigszinsaftezwakken(Dumont,2009).Ofdezeuitkomstenookpraktischerelevantiehebbenisnietbekend.Voorhogeredoseringenalcoholzoueenomgekeerdeffectkunnengelden.
• Eenomvangrijkeoverzichtsstudievanhumaanonderzoeksuggereertweleenzekerbeschermendeffectvanalcoholopdeschadelijkegevolgenvanecstasygebruikenvoert hiervoor twee verklaringen aan. Mogelijk onderdrukt alcohol inderdaad deschadelijkegevolgenvoorhetbreindooroververhittingnaecstasygebruik.Anderzijdsbehorenecstasygebruikersdieook(gelijktijdig)alcoholconsumerenwellichttoteenmeergematigdegebruikersgroepvanecstasy(Rogers,2009).
162 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
SterfteHetpreciezeaantalsterfgevallendoorgebruikvanamfetamineenecstasyisnietbekend.• VolgensdeDoodsoorzakenstatistiekvanhetCBSkomendezemiddelennietvaakvoor
alsprimairedoodsoorzaak.Tussen1996en2009varieerdeditaantalgeregistreerdegevallenvaneentotzevenperjaar,meteengemiddeldevandriegevallenperjaar.In2009werdenviergevallengeregistreerd,ditvolgensICD-10codeF15enICD-10codesX41,X61enY11,alledriecodesincombinatiemetcodeT43.6(vooreenverklaringvandecodesziebijlageC).DezecodesomvattennietalleenamfetamineenMDMA(-achtigen)maarookanderestimulerendestoffen,zoalscafeïne,efedrineenkhat.
VolgenshetEMCDDAspelenecstasyenamfetamineookinandereEuropeselandeneenondergeschikterolindedrugssterfte,althansvoorzoverhierovergegevensbeschikbaarzijn(EMCDDA,2011a).• Duitslandrapporteerdevoor2009achtgevallenenSpanjerapporteerdevoor2008
zesgevallen.• Ecstasywerdnietaltijdgerapporteerdalsdedirectedoodsoorzaak.Anderefactoren
diemogelijkeenrolspeeldenbijdezesterfgevallenzijnanderedrugs,oververhitting,waterintoxicatieofeenonderliggendeziekte.
5.8 Aanbod en markt
HetDrugsInformatieenMonitoringSysteem(DIMS)onderzoektwelkestoffenaanwezigzijn indrugsmonstersdiebij instellingenvoorverslavingszorgwordeningeleverd.Eendeelvandezemonsters (pillen)wordtopbasisvanbepaaldekenmerken,zoals logo,gewichtendiameter,herkendbijdeinstellingenzelf.Monstersmetonbekendesamen-stelling enallemonsters inpoedervormwordendoorgestuurdnaarhet laboratoriumvoor chemische analyse.
Samenstelling ecstasypillenIn2011bodenconsumentenintotaal5587pillenaanbijhetDIMS.In2008,2009en2010warendatrespectievelijk3775,8746en5544pillen.Detoenamein2009hangtwaarschijnlijk samenmet de verstoring van de ecstasymarkt, die in de tweede helftvan2008startteenindeloopvan2009weer‘herstelde’.Vandein2011aangebodenpillenwerdruimdehelft (2950of53%)herkenddoorde instelling.Hetmerendeel(96%)vandezeherkendepillenbevatteMDMA.Vande2242naarhetlaboratoriumdoorgestuurdepillenwas97procentdoordeconsumentgekochtals‘ecstasy’.
Tabel5.10geefthetpercentagevandeinhetlaboratoriumgeanalyseerde‘ecstasypillen’dieMDMAen/ofeenanderestofbevatten.Weergegevenzijnalleendiepillendiedoordeconsumentgekochtzijnalsecstasypil,ongeachtdedaadwerkelijkesamenstelling.• In2011bevatte84procentvandepillenalleeneenMDMA-achtigestof(MDMA,
MDA,MDEAofMBDB).Dat isongeveerevenveelals in2010maarmeerdan in
1635 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
2009 toen58procent vande in het laboratoriumgeanalyseerdepillen alleen eenMDMA-achtigestofbevatte.HetgaathierdoorgaansomMDMA.
• In 2009 werd een piek bereikt in het aandeel ecstasypillen waarin MDMA wasvervangen voor allerlei andere stoffen (21%). Het ging daarbij vaak om meta-Chloor-Phenyl-Piperazine(mCPP),maarookwerdenvoorheteerst‘nieuwe’stoffen,zoals 4-fluoramfetamine en mefedrone, aangetroffen (zie ook onder ‘Overigestoffen’).
• In 2010 zette het ‘herstel’ van de ecstasymarkt in en in 2011 bevatte nogmaardrieprocentvandeecstasypillenalleeneenanderefarmacologischactievestof.Wélkwamener in28vandegeanalyseerdeecstasypillen(en51vanalleaangeleverdepillen)depotentieelschadelijkestofPMMAvoor(zieookonder‘Overigestoffen’).
• HetaandeelpillendatalsecstasyisverkochtengeenMDMA-achtige,maarwelamfe-tamineofmethamfetaminebevatte,namtoevan1,4procentin2008naar5,1procentin2009endaaldevervolgensnaar3,3procentin2010en1,9procentin2011.
Tabel 5.10 Aantal en samenstelling (%) van bij het DIMS aangeleverde ‘ecstasy’pillen die in het
laboratorium zijn geanalyseerd, vanaf 2001
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Aantal geanalyseerde pillen
2 359 2 130 2 177 1 985 2 134 2 523 2 319 2 185 2 182 2 359 2 183
% % % % % % % % % % %
AlleenMDMA-achtigen I 89,9 88,2 89,0 92,0 84,4 76,8 80,1 70,6 58,0 82,4 83,9
Combinatie MDMA-achtigen+andereactievestofII
7,4 8,2 8,3 5,4 7,8 13,0 11,0 9,4 13,9 2,4 10,4
(Meth)amphetamine 0,7 1,7 1,0 0,3 3,9 0,9 0,4 0,5 4,9 2,6 0,6
(Meth)amfetamine+overigestof
0,3 0,2 0,2 0,0 0,1 0,9 0,3 0,9 0,2 0,3 1,3
Anderefarmacologischactievestof
1,1 0,8 0,6 1,7 3,2 7,1 7,3 15,3 20,5 10,9 2,7
Geenfarmacologischactievestof
0,6 0,8 0,8 0,7 0,7 1,2 0,8 3,3 2,5 1,4 1,1
Percentage pillen die een bepaalde stof of combinatie van stoffen bevatten. Categorieën sluiten elkaar uit en
tellen op tot 100 procent. I. Onder MDMA-achtige wordt hier verstaan: MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of
MBDB. II. Farmacologisch actieve stoffen, zoals cafeïne, paracetamol en mCPP. Bron: DIMS, Trimbos-instituut.
• DestijgingindegemiddeldehoeveelheidMDMAinecstasypillenin2010zettezichin2011voort(figuur5.7). In2011bevatteeen inhet laboratoriumgeanalyseerdeMDMApilgemiddeld100mg4.Dehoogstgemetendoseringwas220mg.
• Figuur5.8laatziendathetaandeelhooggedoseerdeecstasypillen(meerdan105mgMDMA)daaldevan30procent in2008naar10procent in2009omdaarnaweer
4 Degemiddeldedoseringindebijdetestservicesherkende(nietinhetlaboratoriumgeanalyseerdepillen)lagin2011gemiddeldnoghogerrondde125mg.
164 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
testijgennaar30procentin2010en43procentin2011.In2011bevattezelfs15procentvandeinhetlaboratoriumgeanalyseerdepillenmeerdan140mgMDMA.
• DezetrendssuggererendatMDMA(endegrondstoffenvoordeproductievanMDMA)in2010en2011weerruimschootsbeschikbaaris,naeentijdelijktekortin2009.
Figuur 5.7 Trend in het gemiddelde gehalte (mg) MDMA in ecstasypillen
40
50
60
70
80
90
100
110
Gemiddeld gehalte MDMA in mg
78 74 82 81 67 64 65 68 69 85 96 105 104 9597
2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2 2011-3
105
2011-42005 2006 2007 2008 2009-1
gehalte MDMA
Gehalte in pillen die in het laboratorium werden getest en minstens 1 mg MDMA bevatten. Data zijn
weergegeven per jaar van 2005-2008 en per kwartaal van 2009-2011. Bron: DIMS, Trimbos-instituut.
1655 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
Figuur 5.8 Concentratie (mg) van MDMA in ‘ecstasy’-pillen aangeleverd bij DIMS, vanaf 2000
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
2 4 4 6 10 9 3 5 8 3 8 15
2011
28
39
14
4
9 14 11 12 12 13 17 25 22 7 22
35 49 42 38 34 28 30 28 26 32 40
45 28 39 38 39 36 37 33 29 40 25
9 5 5 7 5 13 13 9 14 18 5
%
>140 mg
106-140 mg
71-105 mg
36-70 mg
1-35 mg
Percentage pillen met een bepaalde hoeveelheid MDMA. Het gaat om pillen die in het laboratorium werden
getest en minstens 1 mg MDMA bevatten. Bron: DIMS, Trimbos-instituut.
Samenstelling speedpoeders Speedisdestraatnaamvooramfetamine.Evenalsvoorecstasyzijnertussenmedio2008en medio 2009 ook duidelijke veranderingen waargenomen in de samenstelling vanmonstersdiealsspeedzijngekocht(DIMS,2011).In2010lijktdezetrendweertekeren,maarde‘opleving’lijktvankorteduurtezijn.In2011werden1126poedersdiealsspeedzijngekochtinhetlaboratoriumgeanalyseerd.• Hetovergrotedeel(96%)bevatteamfetamine(zondermethamfetamine),netzoveel
als in 2010.• Methamfetamine,eenextrasterkevariantvanamfetamine,isweinigpopulairinNeder-
land, integenstellingtotbijvoorbeelddeVerenigdeStaten.Slechtstweepoedersdiein2011als‘speed’werdenverkochtbevattenalleenmethamfetamine(0,2%)enéénpoeder(0,1%)bevattezowelamfetaminealsmethamfetamine.
• In2011bevatte74procentvandespeedpoeders(ook)hetversnijdingsmiddelcafeine.Datisweermeerdanin2010(52%)envergelijkbaarmet2009(73%)en2008(78%).
• Opvallendzijndetegengesteldetrendsinhetgehalteamfetamineencafeineindejaren2008totenmet2011(figuur5.9).Naeentoenamevanhetgehalteamfetamineindeloopvan2011daaldeditweerin2011,terwijlhetgehaltecafeineeerstafnamenin2011weertoenam.Gemetenoverheel2011bedroegdeconcentratieamfetaminegemiddeld30procent.In2010wasditgemiddeld39procent,in200927procentenin200826procent.
166 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Mogrelijkduidendezetrendsopeennieuwedipindespeedmarkteind2011.• Sinds2009wordtergeregeld4-fluoramfetaminegevondeninmonstersverkochtals
speed.In2011wasdat36keer.In2011werdookdestof4-methylamfetamine109keeraangetroffen(zieookonder‘Overigestoffen’).
Figuur 5.9 Gehalte amfetamine en cafeïne in speedpoeders, vanaf 2004
10
20
30
40
50
60Aantal
CafeïneAmfetamine
28
35
27
35
29
33
29
34
33
34 31
38 46
23 19
51
22
50
23
44
28
37 32
35
23
34
24 16
4335
2008-2 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3
18
43
2010-4
23
40
2011-1
22
36
2011-2
34
27
2011-3
55
23
2011-42004 2005 2006 2007 2008-1
Percentage amfetamine en het versnijdingsmiddel cafeïne in speedpoeders, die zowel amfetamine als
cafeïne bevatten. Data zijn weergegeven per jaar van 2004-2007 en per kwartaal van 2008-2011. Bron:
DIMS, Trimbos-instituut.
Overige stoffenTabel5.11geefteenoverzichtvandeaantallendoorhetDIMSaangetroffenmonsters(pillen,poeders,vloeistoffen,ofanderszins)metstoffendieinhetkadervanhetEuro-peesEarlyWarningSystem(EWS)continuwordengemonitordofdieanderszinseenmogelijkgevaarvoordevolksgezondheidvormen.• Stoffenzoals4-MTA,BZP,DOBenMBDBkomendelaatstejarennietofnauwelijks
nogopdeNederlandsemarktvoor.• In 2010 en 2011 werden pillen met PMMA (para-Methoxymethamphetamine)
aangetroffen, in doseringen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. DeeffectenvanPMMAlijkenopdievanMDMAmaartredenpasveel laterop.Doordezevertraagdewerkingisdekansopoverdoseringgroot,metsymptomenzoalseenverhoogdehartslagenextreemverhoogdelichaamstemperatuur.InNoorwegenzijnin2010zessterfgevallengerapporteerdnagebruikvanPMMA.InNederlandisnahetverschijnenvandezestofeenwaarschuwingscampagnegehouden.OokdeopPMMAzeergelijkendestofPMAdookin2010en2011eenaantalkeeropinpoedersverkochtalsspeed.
• De hallucinogene stof 2C-B, die medio jaren negentig veel werd aangetroffen in
1675 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
ecstasypillen, wordt sinds 2008 ook geregeld aangetroffen in aangeboden drugs-monsters(61keerin2011).Ookhetnarcosemiddelketaminemetsterkhallucinogeneeigenschappen is in 2010 en 2011 vaker aan getroffen dan in voorgaande jaren.In2008/2009signaleerdensleutelfigureninhetuitgaanslevennaeenpiekin2000eenhernieuwdebelangstellingvoorditmiddelinhetalternatievedancecircuitinhetwestenvanhetland.OokwordtketamineinhetzuidenvanNederlandgesignaleerd,inzowelstedelijkalsniet-stedelijkegebieden(Nabbenetal.,2010).
• Eind2004verscheendestofmeta-Chloor-Phenyl-Piperazine(mCPP)opdeNeder-landseecstasymarktenwerdsindsdiensteedsvakeraangetroffen,meteenpiek in2009.DestofmCPPwerktnetzoalsMDMAopserotonergehersencellen,maarheeftnauwelijksstimulerendeeffecten.Gebruikersrapporterenvooralnegatieveeffecten(Bossong,2009;Brunt&Niesink,2011).
• Benzylpiperazine(BZP)iseenanderepiperazinediesinds2003sporadischinecstasy-pillen is aangetroffen. Bezorgdheid over de groeiende populariteit van BZP insommige Europese landen (vooral hetVerenigdKoninkrijk)waren aanleiding vooreenEuropeserisicoschattingvoorBZPin2007.Innavolgingvandeaanbevelingdiehieruit voortkwamen isop3maart2008beslotenomBZPonder controle vandenationaledrugswetgevingindelidstatenvandeEUtebrengen.BZPisop31augustus2009onderhetregiemvandeOpiumwetgebracht.
Nieuwe stoffen• Nieuwestoffendiein2009,2010en2011herhaaldelijkbijhetDIMSzijngesignaleerd
zijnmefedrone,4-methylamfetamine(4-MA),4-fluoramfetamine,4-fluormethamfe-tamine(zietabel5.10).MefedroneiseenstimulerendestofmetopamfetamineenMDMAgelijkendeeffecten.DeverslavendewerkingisvermoedelijkgroterdandievanMDMA(Bruntetal.,2010).InNederlandrapporteerdehetNederlandsForen-sischInstituuteengevalvanextremeagitatieenzelfverwondingmetdodelijkeafloopna gebruik vanmefedrone in combinatiemet amfetamine (Lusthof et al., 2011).In Nederland wordt mefedrone vooral aangeboden in pillen verkocht als ecstasy.NaaraanleidingvaneenEuropeserisicoschattingvoormefedronein2010heeftdeRaadvandeEUop3december2010beslotendatditmiddelondercontrolevandenationaledrugswetgevingmoetwordengebracht.InNederlandismefedroneop9mei2012onderhetregiemvandeOpiumwetgebracht.
• In2010en2011werddestof4-methylamfetamine(4-MA)intoenemendemateinspeedmonstersaangetroffen(117keerin2011),somsookalshoofdstof.Dezestofwerd inBelgië,hetVerenigdKoninkrijkenNederlandgeassocieerdmeteenaantalintoxicaties,waarvanenkelemetoverlijdentotgevolg.
• 4-Fluoramfetamineiseenamfetamineanaloogmeteffectenopzowelserotonergealsdopaminergehersencellen.Dierexperimenteelonderzoeksuggereertdathetminderstimulerend en verslavend is vergelekenmet amfetamine (Marona-Lewicka et al.,1995;Negusetal.,2007).
• In 2010 en 2011werd ook de nieuwe stof 4-fluormethamfetamine gesignaleerd.Overdezestofisbijnanietsbekend.
168 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• InNederlandwordenmCPP,4-methylamfetamine,4-fluoramfetamineen4-fluorme-thamfetamine,beschouwdalsnietgeregistreerdegeneesmiddelendievallenonderdegeneesmiddelenwet(GW),voorheendeWetopdeGeneesmiddelenvoorziening(WOG).Zondervergunninghandelenindezemiddelenisverboden.
• Om de opkomst, verspreiding en risico’s gerelateerd aan ‘nieuwe drugs’ beter tekunnen monitoren, heeft het Ministerie van VWS besloten een meldpunt voornieuwe drugs op te richten.Ditmeldpunt is geplaatst bij hetDIMS en zalmedio2012operationeelworden.
Tabel 5.11 Aantal monsters met overige psychoactieve stoffen, vanaf 2000
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Totaal aantal geana-lyseerde monsters
4 065 3 798 3 445 3 510 3 604 4 095 4 580 4 727 4 671 5 086 5735 5 783
GHB/GBL 36 102 72 72 98 114 142 203 234 61 139 141
DOB 5 5 0 0 2 0 1 0 1 0 0 0
Ketamine 2 1 2 3 19 17 50 80 65 66 126 96
MBDB 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 4
2C-B 12 11 2 15 5 9 18 21 75 81 79 61
4-MTA 6 1 5 0 1 0 0 0 0 0 0 0
Strychnine 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Atropine 1 0 0 0 3 5 0 2 0 0 0 0
BZP 0 0 0 3 3 0 13 4 0 5 6 4
mCPP - - - - 13 92 256 323 331 423 209 114
PMA/(PMMA)I 1 8 0 0 0 0 0 0 0 0 40 46
Mefedrone - - - - - - - - - 63 62 42
4-fluoramfetamine - - - - - - - - 6 89 50 74
4-fluormeth-amfetamine
- - - - - - - - - - 18 14
4-MA - - - - - - - - - - 109 117
Het betreft alleen monsters (pillen, poeders, vloeistoffen e.d.) die in het laboratorium zijn geanalyseerd.
I. Pillen met meer dan 1 mg. Bron: DIMS, Trimbos-instituut.
PrijzenDeAmsterdamseAntenne-monitorenhetDIMS-projectgeveneenindicatievandeprijsdieeenconsumentbetaaltvooreenecstasypilofeengramamfetamine.Deaankoop-prijzenvanbeidemiddelenzijndeafgelopenjarengestegen.
Ecstasy• ConsumentendieecstasypillenbijDIMSlietentestenbetaaldenin2011gemiddeld
3,7europerecstasypil (uiteenlopendvan1,50-13euro).Dat ismeerdan in2010(gemiddeld3,2euro)en2009(gemiddeld2,9euro)(DIMS,2012).
1695 Ecstasy, amfetamine en verwante stoffen
• DeAntenne-monitorrapporteertvoordeecstasypillendiebijtestservicesinAmsterdamzijningeleverdookeentoenameindegemiddeldeprijsvaneenecstasypil:vancircadrieeuroin2008naarviereuroin2010.In2011liepdeprijsuiteenvaneentottieneuro(Benschopetal.,2011).Erwasgeensamenhangtussendezuiverheid(MDMAgehalte)endeprijs.
• Cafébezoekers in Amsterdam die in het afgelopen jaar ecstasy hadden gebruiktbetaalden in2010gemiddeld4,6europerpil. In2005wasdatnog3,2europerpil(Benschop,etal.,2011).Eenderdevandegebruikersdiezelf(weleens)ecstasykochten (59%) verkreeg deze via een 06-dealer (32%), een kwart (23%) in hetuitgaanslevenen17%bijeendealerthuis.
Amfetamine• ConsumentendiebijDIMShundrugsmonsterlietentestenbetaaldenin2011tussen
twee en achttien euro (gemiddeld negen euro) per gram amfetamine.Dat is eenstijgingmeerdan in2010tweetot twintigeuropergramamfetamine(gemiddeld6,6euro(DIMS,2012).
• Volgens sleutelfiguren in het Amsterdamse uitgaansleven was in 2010 de meestgangbareprijsvooreengramamfetaminetussendetienenvijftieneuro(Benschopetal.,2011).Deverkoopvindtvoornamelijkplaatsop thuisadressen,ensommigevriendengroepenblijkenhunamfetaminein‘deprovincie’tehalenwaardeprijslageris(gemiddeld40europer5gram).
1716 GHB
6 GHB
GHBstaatvoorgammahydroxyboterzuureniseenmiddeldatdoorgaanswordtverkochtindevormvaneenvloeistof.PopulairenamenvoorGHBzijn“liquidE”,“liquidX”,of“G”(Benschopetal.,2009).EvenalsalcoholveroorzaaktGHBeenlichteroes,maarhetkanookhallucinatiesveroorzakeneneenstimulerendewerkinghebben.GHBkanbijde‘gewone’recreatievedoseringenookongewensteeffectenhebbenzoalsvermoeidheid,vergeetachtigheid,misselijkheid,overgevenenstuiptrekkingen.Bijeenhogeredosering(overdosering)kandegebruikerincomaraken.Hetverschiltussende‘recreatieve’doseringenoverdoseringisvaakklein.Bijhetontwakenuitdecomavoeltdepersoonzichwakkerenalert,maarsomsookgedesoriënteerdofagressief.Bijlangdurigenintensiefgebruikkanafhankelijkheidoptreden.GHB staat indemediaookwelbekendals ‘rape-drug’,maardelinktussenhetgebruikvanGHBenseksueelmisbruikisnietsterkonderbouwd(§ 6.7). GHB-gebruik komt voor in verschillende groepen mensen zoals uitgaanders,gemarginaliseerdegroepenenthuisgebruikers(VoorhamenBuitenhuis,2012).
DeingrediëntenvoorGHB,zoalsGBL(gamma-butyrolacton)ennatronloog(goot-steenontstopper), zijn eenvoudig te krijgen. GBL is een schoonmaakmiddel dat viainternetkanwordenbesteld. Inpurevorm isditmiddelnog sterkerdanGHB,maargebruikisgevaarlijk.InonverdundevormkanGBLirritatieenernstigebeschadigingvanslokdarmenmaagveroorzaken.
Het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM) heeft derisico’svanGHBingeschatopgemiddeldtothoog(CAM,2011;VanAmsterdametal.,2012).GHBisop9mei2012verplaatstvanlijstIIvandeOpiumwetnaarlijstI.
6.1 Laatste feiten en trends
DebelangrijkstefeitenentrendsoverGHBindithoofdstukzijn:• IndealgemenebevolkingishetpercentageactueleGHBgebruikerskleinerdandat
vanecstasyengelijkaandatvanamfetamine(§6.2).• HetgebruikvanGHBonderscholierenvanhetregulieronderwijskomtrelatiefweinig
voor(§6.3).• De laatste jaren lijkt het gebruik vanGHB zich te hebben verlegd van uitgaande
jongerenenjongvolwassenenindeRandstadnaareengroteregroepgebruikersuitdeprovincie,diehetmiddelookbuitenhetuitgaanslevenconsumeren(§6.3).
• DehulpvraagvanwegeGHBverslavingbijinstellingenvoorverslavingszorgisin2010verdergestegen,maarhetaandeelvanalledrugsproblematiekblijftbeperkt(§6.6).
• HetaantalGHBslachtoffersbijspoedeisendeeerstehulpdienstenistussen2003en2010sterktoegenomen(§6.6).
• ErzijnsignalendatookhetgebruikvanGBLbijgezondheidsincidenteneenrolspeelt,maardeomvangisnietbekend(§6.6).
172 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• GHB komt voor in bloed van verkeersdeelnemers die van drugsgebruik wordenverdacht(§6.6).
• ErisgeengoedzichtophetaantalsterfgevallenwaarbijGHBbetrokkenis(§6.7).• GHBiseenrelatiefgoedkopedrug(§6.8).
6.2 Gebruik: algemene bevolking
InhetNationaalPrevalentieOnderzoekvan2009ishetgebruikvanGHBonderzocht(VanRooijetal.,2011).VragenoverGHBzijnmeegenomenindeperiodeapriltotenmet december. De uitkomsten hebben daardoor betrekking op een iets kleiner deelvan de steekproef (4 599) vergelekenmet die voor de andere middelen, waarvoorvragengedurendegeheel2009 inhetonderzoek zijnmeegenomen (n=5769).Quasteekproefsamenstellingzijnergeenverschillen.• In2009had1,3procentvandebevolkingvan15totenmet64jaarooitGHBgebruikt. - Meermannen(1,6%)danvrouwen(0,9%)haddenervaringmetGHB. - Onder25-44jarigenishetooitgebruikhethoogst:2,2procentversus1,7procent
onder15-24jarigenen0,1procentonder45-64jarigen.• Recent(inhetafgelopenjaar)had0,4procentGHBgebruiktenactueel(indeafge-
lopenmaand)had0,2procentGHBgebruikt.• Omgerekendnaarabsolutegetallenhebbennaarschatting144000mensenervaring
metGHB.HetaantalactueleGHBgebruikersisnaarschatting22000.
6.3 Gebruik: jongeren
ScholierenVergelekenmetanderedrugs,hebbenscholierenvanhetreguliervoortgezetonderwijsweinigervaringmethetgebruikvanGHB.• VolgenshetPeilstationsonderzoek in2011had0,5procent vande scholierenvan
12-18jaarweleensGHBgebruikt(Verdurmenetal.,2012).Datverschiltnietstatis-tischsignificanthetpercentagein2007(0,6%).
• In2011rapporteerde0,1procentGHB-gebruikindeafgelopenmaand(Verdurmenetal.,2012).
• InhetPeilstationsonderzoekvan2003wasGHBnognietmeegenomen.
Scholieren van het speciaal onderwijsTabel6.1laatziendatscholierenvanspecialescholenaanzienlijkvakerervaringhebbenmetGHBdanhun leeftijdgenotenvanhet regulieronderwijs (Kepperetal.,2009a).HetooitgebruikvanGHBligtonderscholierenvanzowelREC-4scholen,hetpraktijk-onderwijs(pro),hetleerwegondersteunendonderwijs(lwoo),hogerdanhetreguliereonderwijs.
1736 GHB
Tabel 6.1 Ooitgebruik van GHB onder scholieren van het speciaal en regulier onderwijs,
naar leeftijdsgroep
12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar
Speciaalonderwijs
REC-4I 4,7% 3,5% 7,1%
ProII 5,7% 5,2% 3,9%
LwooIII 5,0% 3,1% 4,0%
Regulieronderwijs 0,3% 0,8% 0,8%
Percentage ooitgebruik. Peiljaar voor het speciaal onderwijs is 2008. Peiljaar voor het regulier onderwijs is
2007. I. REC = Regionaal Expertise Centrum. II. Pro = praktijkonderwijs. III. Lwoo = leerwegondersteunend
onderwijs. Bronnen: Trimbos-instituut; Trimbos-instituut/Universiteit Utrecht.
Speciale groepenHetgebruikvanGHBlijktonderbepaaldegroepenjongerenenjongvolwassenenmeervoortekomendanonderdescholierenvanhetreguliereonderwijs,hoewelleeftijdver-schillenenverschilleninmethodenvanonderzoekgeenpreciezevergelijkingtoelaten.EenvolledigbeeldvanrisicogroepenvanGHBgebruikersontbreekt.Tabel6.2geefteenindrukvandeomvangvanhetgebruikvanGHBinuiteenlopendegroepen.• Kwalitatief onderzoek suggereert dat GHB gebruik vanaf eind jaren negentig een
opmars kende onder trendy uitgaanders in Amsterdam. Deze opmars kende eenstabilisatie rond 2003 en na dit jaar leek het gebruik duidelijk weer af te nemenonderdezegroep. In2008werd echter in sommige vriendenkringenvanAmster-damseuitgaandersgeconstateerddatGHBdaarzoruimaanwezigisdathetbijkans“uitdekraankomt”(Benschopetal.,2009).PanelledenvandeAntenne-monitor2008schattenindatGHBeen“blijvertje”isgeworden.OokuitgaandersvanbuitenAmsterdamstaanbekendomhunGHBgebruik,vaakopeenergriskantemanier.Ditbeeldwordtin2009bevestigd(Nabbenetal.,2010).Ookwordtgesignaleerddatdescheidslijntussengebruikinhetweekendendoordeweeksinsommigekringenbeginttevervagen.
• In2010constateerdedeAntenne-monitordathetbrouwenvanGHBbijsommigeneen“doe-het-zelfproject” isgeworden(Benschopetal.,2011). InnetwerkenvangebruikerswaarinzicheenGHB-brouwerbevindt,isergeenschaarsteaanGHB.HetreceptomthuisGHBtemakenstaatopinternetenopYouTube.
• GebruikvanGHBlijktdelaatstejarenvooralonderbepaaldegroepenjongerenindeprovinciepopulairtezijngeworden,voornamelijkopplaatsenbuitenhetuitgaansleven(DeJongetal.,2008;Aartsetal.,2010).Ookwordtdagelijksgebruikgesignaleerdbij sommigegroepenprobleemjongeren,bijwiediteerderwerdgezienalsexperi-menteren. ‘Thuisgebruik’wordtwaargenomenondermensendieomverschillenderedenensamenmetvriendenenkennisenindecontextvan‘huisfeesten’(inplaatsvanofnaafloopvanregulierefeesten)GHBgebruiken,maarookonderafhankelijkegebruikers,voorwiehetgebruikniet(langer)eensocialeaangelegenheidis(Voorham&Buitenhuis,2012).
174 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
In2008/2009ishetmiddelengebruikonderzochtonderbezoekersvanelflandelijkenregionaalgeorganiseerdeparty’senfestivals(VanderPoeletal.,2010).• VoorGHBwerdenpercentagesgevondenvanveertienprocentooitgebruik envijf
procentactueelgebruikmeteengemiddeldeleeftijdvan23jaar.• TijdensdeuitgaansavondzelfhaddrieprocentvanallebezoekersGHBgebruikt,maar
ditpercentagevarieerdesterktussenparty’s(range:0%tot20%).Inhetzelfdeonderzoekin2008/2009ishetmiddelengebruikonderbezoekersvanclubsendiscothekenonderzocht in(middel)grotegemeenten invijf regio’svanNederland:de regioNoord (Friesland, Groningen enDrenthe),Oost (Overijssel enGelderland),Midden (Flevoland en Utrecht), West (Noord- en Zuid-Holland), en Zuid (Zeeland,Noord-BrabantenLimburg).• HetpercentageclubbezoekersdatervaringhadmetGHBvarieerdevan8,4procent
inderegioWesttot3,9procentinderegioNoord.• HetpercentageactueleGHBgebruikersvarieerdevanrespectievelijk2,2en1,9procent
inderegio’sWestenMiddentot1,2en1,1procentinderegio’sNoordenZuid.• LandelijkgezienhadzesprocentvandeclubbezoekersooitGHBgebruiktenwasnaar
schattingbijnatweeprocenteenactuelegebruiker.Ruimdriekwartvandeactuelegebruikerswasmanenwastussen20-29jaaroud.
• Tijdens de uitgaansavond/nacht zelf had 0,7 procentGHB gebruikt. Bijna al dezegebruikerswarenmanenvielenindeleeftijdscategorievan20-29jaar.
HetgebruikvanGHBkomtvakervooronderjongereninderesidentiëlejeugdzorgenin justitiële jeugdinrichtingen (tabel6.2),vergelekenmet scholierenvanhet reguliereonderwijs(Kepperetal.,2009b).• Inderesidentiëlejeugdzorghadachtprocentvandejongerenvan13-18jaarervaring
metGHBenhadeenprocentindeafgelopenmaandnogGHBgebruikt.• Onderjongensinjustitiëlejeugdinrichtingenwasdatrespectievelijkvijfprocent(ooit)
endrieprocent(indemaandvoorafgaandaanhunverblijfindeinrichting).• Zesprocentvande15-16jarigejongerenuitderesidentiëlejeugdzorgeneveneens
zesprocentvande15-16jarigejongensuitjustitiëlejeugdinrichtingenhadooitGHBgebruikt.Onderhunleeftijdgenotenuithetreguliereonderwijswasdatéénprocent.
1756 GHB
Tabel 6.2 Gebruik van GHB in speciale groepen
Speciale groepUitgaande jongeren en jongvolwassenen
Locatie Jaar Leeftijd(jaar)
Gebruik (%)
Ooit Actueel
- Cafébezoekers AmsterdamI 2010 Gem.27 11,2% 1,9%
-Bezoekersvan trendy clubs
Amsterdam 2008 Gem.25 15,7% 4,7%
-Bezoekersvan coffeeshops
Amsterdam 2009 Gem.28 12,9% 1,5%
- Bezoekersvanclubs endiscotheken
Landelijk 2008/2009 Gem.21 6,4% 1,7%
- Bezoekersvanparty’s enfestivals
LandelijkI 2008/2009 Gem.23 14,3% 4,6%
Probleemjongeren- Jongereninde residentiëlejeugdzorg
- Jongeren(alleenjongens)injustitiële jeugdinrichtingenII
Landelijk
Landelijk
2008
2009
Gem.15
Gem.16
7,7%
5,2%
1,2%
2,6%
Percentage gebruikers ooit in het leven en actueel (laatste maand). Verschillende groepen zijn onderzocht
met hun corresponderende leeftijdscategorieën. I. Geringe respons (28%). II. Gebruik in de maand vooraf-
gaand aan het verblijf in een justitiële jeugdinrichting (JJI). Gegevens zijn verzameld in tien van de twaalf
JJI’s.
Bronnen: Antenne 2009, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Nabben et al.,
2010); Antenne 2010, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van Amsterdam (Benschop et al.,
2011); Uitgaansonderzoek, Trimbos-instituut/Universiteit van Amsterdam (Van der Poel et al., 2010);
EXPLORE, Trimbos-instituut (Kepper et al., 2009a).
Intotaalnamen3257jongerendeelaanDeGroteSlikkenenSpuitenInternetEnquêteuit2011(Korf,2011).Hungemiddeldeleeftijdwas23jaaren55procentwasvrouw.Vandezegroephadden237jongerenooitGHBgebruikt(7%)enhadden66jongerendeafgelopenmaandnogGHBgebruikt(2%).EenminderheidvantwintigprocentvandehuidigegebruikershaddeGHBalleentijdenshetuitgaangebruikt.DemeerderheidgebruiktedeGHBalleenthuisofzowelthuisalstijdenshetuitgaan.OngeveereenvandetienhuidigegebruikersgebruiktedagelijksofbijnadagelijksGHB.Vandehuidigegebruikerskocht36,4procentdeGHBvaneenvriendofbekende,28,8procentkreeghetvaneenbekende,18,2procentkochthetvaneendealer,3,0procentkochthetvaninterneten13,6procentmaaktedeGHBzelf.Vandehuidigegebruikersis36procentweleensincomageraaktenis16procentvakerdantweekeerincomageraakt.
176 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
6.4 Problematisch gebruik
Zelfsbijpersonendieslechtsgedurendeeenkorteperiode,bijvoorbeeldenkeleweken,frequentGHBhebbengebruiktkanzichafhankelijkheidontwikkelen(Perezetal.,2006).• Vanwege de kortewerkingsduur nemen intensieve gebruikers vaak dag en nacht
elketweetotvieruureendosisomonthoudingsverschijnselentegentegaan(VanNoordenet al., 2010).Abrupt stoppenmetGHBkan leiden tot symptomen zoalsovervloedigzweten,plotselingeangstaanvallenensnellehartslag(VanNoordenetal.,2009).Deernstvanditonthoudingssyndroomkanvariëren,maarlevensbedrei-gendecomplicatieszijnbeschreven(Veermanetal.,2010).Desymptomenbeginnendoorgaansbinneneenaantalurennadelaatsteinname.
• Bijdebehandelingvanditonthoudingssyndroomistoedieningvanmedicijnenvaaknoodzakelijk. Het gaat daarbij meestal om hoge doseringen benzodiazepinen. InNederlandisookklinischeervaringopgedaanmethetgecontroleerdafbouwenvanGHBdoor toedieningvanmedicinaleGHB (VanNoordenetal.,2010). In2010 isonderzoekgestartomdeveiligheidendoeltreffendheidvandezemethodeinkaarttebrengen.Daartoezullen350GHBcliëntenvandeverslavingszorgwordenbehandeldengedurendeeenlangereperiodewordengevolgd.
Cijfers over het aantal probleemgebruikers van GHB in Nederland ontbreken. Welsuggererenmeerderebronnendatditaantalstijgendeis.Hetgaatdanzowelomacuteproblemenalsverslavingsproblematiek(zie§6.6).• UitkwalitatiefonderzoekinNederlandin2006/2007kwamnaarvorendatervoor
heteerstGHBverslaafden inhetuitgaansnetwerkwerdengesignaleerd.Ditwarenvooraldagelijksegebruikers,dievaakomdepaaruureendosisGHBnamen(Nabbenetal.,2007b).
• Diverseorganisatiesophetgebiedvanuitgaanenverslavingsignaleerdeneenverande-ringinhoudingvanbepaaldegroepenjongerenenjongvolwassenentenopzichtevanGHBgebruik.Hetgebruik lijktnormaler tewordengevonden.GHBwordtgezienalseengoedkoopalternatiefvooralcoholenanderedrugs.Outgaan(comateuzetoestand)wordtdoorgebruikersvaakgezienalseenrelatiefonschuldigbijeffectvanGHB.
• Onderzoek naar de (lange termijn) effecten van herhaaldelijk out gaan na GHBgebruikontbreekt.
1776 GHB
6.5 Gebruik: internationale vergelijking
Algemene bevolkingEr zijnweinig gegevens beschikbaar over het gebruik vanGHB onder de algemenebevolkingofscholieren inandere landen.DeEuropeseUnie,deVerenigdeStatenenCanadamonitorennognietsystematischhetgebruikvanGHB.WelzijnergegevensbeschikbaarvoorenkeleEuropeselandenenAustralië.• Enkele gerichte studies naar het gebruik van GHB in de algemene bevolking zijn
uitgevoerd in België, Tsjechië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk (EMCDDA,2011a).HetooitgebruikvanGHBvarieerdeindezelandenvan3,9tot14,3procent.
• In 2010 had in Australië 0,1 procent van de bevolking van 14 jaar en ouder inhetafgelopenjaarGHBgebruikt(AIHW,2011).Ookin2004en2007wasdit0,1procent.Hetooitgebruiklagin2010op0,8procent.
JongerenIndeESPAD-peilingenondervijftien-enzestienjarigescholiereninEuropawerdin2011gevraagdnaarhetooitgebruikvanGHB.Decijfersuitditonderzoekzijninternationaalbetervergelijkbaardandecijfersuitonderzoekenonderdealgemenebevolking(Hibelletal.,2012).• HetgebruikvanGHBonderscholierenislaag.IndemeesteEuropeselanden,inclusief
Nederland,heeftnietmeerdaneenprocentvandescholierenvan15-16jaarervaringmetGHB,metuitzonderingvanHongarije(2%),Letland(2%),Liechtenstein(2%)enCyprus(3%).
GebruikvanGHB lijktwelvakervoor tekomenonderbezoekersvanclubsendans-feesten,maarerzijngeeninternationaalvergelijkendestudiesopditterrein.• OverwegendlokaleenquêteszijngehoudenonderspecialegroepeninBelgië,Tsje-
chië,NederlandenhetVerenigdKoninkrijk.Hetooitgebruikindezespecialegroepenvarieerdeindezelandenvan3,9tot14,3procentendehoogstemaandprevalentielagop4,6procent.Hetgaathierechterommethodologischuiteenlopendestudiesenverschillentussenlandenmoetendaaromvoorzichtigwordengeïnterpreteerd(VanderPoel,2010;EMCDDA,2011a).BinnendelandentekentzichnoggeentrendafinhetGHB-gebruik.
• HetooitgebruikvanGHBonderclubbezoekers(gemiddeldeleeftijd24jaar)inNewYorkcityin2005/2006was22procent(Parsonsetal.,2009).GebruikvanGHBindelaatsteviermaandenkwamvoorondervijfprocentvandeclubbezoekers.
• Onderregelmatigeecstasygebruikers inAustralië(gemiddeldeleeftijd24jaar)namhetooitgebruikvanGHBtoevanvijfprocentin2000naarveertigprocentin2006.Hetpercentagegebruikersindezesmaandenvoorhetinterviewsteegindezeperiodevan een procent naar 21 procent (Dunn et al., 2009). Het aantal gebruiksdagenvarieerdein2006inhetafgelopenhalfjaarvaneentot40(mediaan3).Op‘typische’gebruiksdagenwerd 0,25 tot 20ml GHB geconsumeerd (mediaan 3,5ml) en op‘zwaregebruiksdagen’werd0,25tot40mlgebruikt(mediaan6ml).
178 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
6.6 Hulpvraag en incidenten
VerslavingszorgDeverslavingszorgishetonderdeelvandegezondheidszorgdathulpbiedtaanmensendieverslaafdzijngeraaktaandrugs,alcohol,medicijnen,ofgokken. InNederlandzijnverschillendegespecialiseerdeinstellingenactiefbinnendeverslavingszorg.SamenmetdeverslavingsreclasseringsturendezeinstellingenanoniemegegevensoverdehulpverleningnaarhetLandelijkAlcoholenDrugsInformatieSysteem(LADIS)(Ouwehandetal.,2011).(ZieinbijlageA:CliëntLADIS.)GHBwordtpasvanaf2009alsapartmiddelgeregistreerd.• In2010werden524personenbehandeldvooreenprimaireGHBproblematiek.Ditis
1,4procentvanalledrugscliëntenbijdeverslavingszorg.Tussen2009en2010steeghetaantalprimaireGHBcliëntenmet51procent.
• In2010warenerooknogeens97cliëntenmetGHBalssecundaireproblematiek,eenstijgingvan24procenttenopzichtevan2009.
• VandehulpvragersmetGHBalsprimaireproblematiekheeftbijnadehelft (49%)bovendieneenprobleemmeteenandermiddel.VandegroepdienaastGHBnogeenanderprobleemheeft,ishetsecundairemiddelvoornamelijkamfetamine(25%)of cocaïne/crack (24%), gevolgddoor alcohol (19%), cannabis (18%)enoverigemiddelen(13%).
• BijdegroepdienaastGHBeenprobleemheeftmeteenstimulerendmiddel,zoalsamfetamine en cocaïne/crack, kan sprake zijn van de ‘dubbelverslaving’. Bij eendergelijke ‘dubbelverslaving’ probeert men tot rust te komen via een verdovendmiddel(GHB)enprobeertmenactieftewordenmeteenstimulerendmiddel(amfe-tamine,cocaïne/crack).Voorrustismendanafhankelijkvaneenverdovendmiddelenvooractiviteitismendanafhankelijkvaneenstimulerendmiddel.
Leeftijd en geslacht• VandeprimaireGHBcliëntenin2010waseenmeerderheidvan69procentmanen
waseenminderheidvan31procentvrouw.• In2010wasdegemiddeldeleeftijdvandeprimaireGHBcliënten28jaar,36procent
wasnietouderdan25jaarenminderdaneenprocentwas55jaarofouder.
Intramurale detoxificatieDe GHB monitor van het Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction(NISPA)monitortcliëntenindeverslavingszorgdieeenintramuraledetoxificatiehebbenondergaanvoorGHB.ZijkrijgeneengecontroleerdeafbouwmetmedicinaleGHBalseerstestapomdefinitieftestoppenmetGHBgebruik(NISPA,2012;DeJongetal.,2012).• Tussenmaart2011enmaart2012zijnvoorlopigegegevensbeschikbaargekomen
vanintotaal175GHB-cliënten.• Hungemiddeldeleeftijdwasdertigjaarenzeventigprocentwasman.Degemiddelde
duurvanhetGHB-gebruikwasvierjaar,waarbijhetgebruikvarieerdevanpasenkelemaandentotwelvijftienjaar.
1796 GHB
• AlsredenomGHBtegebruikenwerdenmeestalgenoemdhetvergetenvanzorgenenproblemen(53%),zekerwordenenmeerdurven(37%)enhetkrijgenvaneeneuforischgevoel(30%).
• EendeelvandeGHB-cliëntenkreeghetmiddelviaeendealer(43%),eenanderdeelmaaktedeGHBzelf(30%),weeranderenlietenhetmakendooreenvriend(23%)enderestbesteldehetviainternet(3%).
• MeestalwerddeGHBthuisgebruikt(75%)enmindervaakbijvrienden(22%),ofinhetuitgaansleven(7%).
IncidentenErzijnverschillendebronnenbeschikbaarvoorinformatieovergezondheidsverstoringenin verbandmet drugsgebruik (zie ook Bijlage A onder ‘Incidenten’). Aard, regio envindplaats vandeze incidentenverschillenperbron.Vanwegeeen (onbekendematevan)overlapkunnendeaantallenincidentenechternietzondermeerwordenopgeteld.
Volgens het Letsel Informatie Systeem (LIS) van Stichting Consument en Veiligheidworden jaarlijks gemiddeld 4 200 personen behandeld op spoedeisende eerste hulpafdelingenvanziekenhuizennaeenongeval,geweldofzelfbeschadiginggerelateerdaan drugsgebruik (hierna genoemd ‘ongevallen’). Drugs zijn hier cannabis, cocaïne,heroïne,ecstasy,amfetamine,GHBenpaddo’s.Degegevenszijngemiddeldoverdeperiodevan2006totenmet2010(Draisma,2011;Valkenberg,2012).• HetaantalGHB-gerelateerdeongevallenistussen2005en2010bijnaverdrievoudigd
(stijgingvan186%).• Per jaar werden gemiddeld 950 personen behandeld voor een GHB-gerelateerd
ongeval, 23 procent van alle drugsgerelateerde ongevallen en 26 procent van degevallenwaarvandedrugbekendis.
• Bij860personen(91%)betrofhetongevaleenvergiftiging.• NadeSEH-behandelingwerd38procentvandeGHB-patiëntenopgenomeninhet
ziekenhuis.
Sinds2009houdtdeMonitorDrugsIncidenten(MDI)vanhetTrimbos-instituutactuelegegevens bij over de aard enomvang vandrugsgerelateerdegezondheidsincidenteninNederland (VogelsenCroes,2012). In2011werdende incidentengemeldvanuitafdelingenspoedeisendehulpvan(stads)ziekenhuizen,ambulancedienstenenpolitie-artseninachtregio’svanNederland:Amsterdam,Ede/Arnhem,Eindhoven,Enschede,Groningen,Nijmegen,PurmerendenRotterdam.OoknemenenkeleorganisatiesdiedeEHBO-postverzorgenopgrootschaligeevenementendeelaandemonitor.Vanwegewijzigingen in dekkingsgraad per registratiejaar kunnen trends vooralsnog beperktwordenvastgesteld.• In2011werdenintotaal3652drugsincidentengemeld.Bij740meldingen(20%)
wasGHBbetrokken,waarvan in514gevallenGHBalsenigedrugwasgemeld(aldannietmetalcohol).Datisrelatiefhooggeziendeomvangvanhetgebruikvanditmiddelindealgemenebevolking.
180 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Vanwege verschillen tussen de medische diensten worden gegevens in tabel 6.3uitgesplitst naar type dienst voor alle gevallen over 2009-2011. In deze periodewerdenintotaal9029uniekedrugsincidentengemeld
- HetaandeelincidentenmetGHBalsenigedrugvarieertvan6tot16procentvanhettotaalaantalincidenten,waarbijdepolitieartsenduidelijkdeminsteincidentenzien.Erwarengeengroteveranderingentezientussen2009en2011.
- BijallemedischedienstenzijndeintoxicatiesonderinvloedvanGHBalsenigedrugvaakvanmatigeofernstigeaard.AlleendeEHBO-postenopgrootschaligeevene-mentenzienookveellichteintoxicatiesonderinvloedvanGHB.OverigensgeldtookbijdeanderemiddelendatdeEHBO-postenrelatiefvaker lichteintoxicatiesziendandeanderemedischediensten,hetgeensamenhangtmetdelaagdrempe-ligheidvandezeEHBO-posten.Erzijngeenduidelijkeverschuivingenopgetredenindematevanintoxicatieoverdejaren.
• VanalleincidentenwaarbijGHBbetrokkenis,isinruimeenderdevandegevallenalleenGHB genomen. Bij een derde van het totaal is ook alcohol gebruikt, in 16procentvandegevallenisnaastGHBnogeenanderedruggebruiktenin15procentvandegevallenisernaastGHBzowelalcoholalseenanderedruggebruikt.
Tabel 6.3 Incidenten met GHB als enige drug geregistreerd door de Monitor Drugs Incidenten (MDI).
Peiljaren 2009-2011
Ambulances Ziekenhuizen Politieartsen EHBO Totaal
Aantal incidenten(%vanhettotaal)
623(15%)
129(10%)
40(6%)
459(16%)
1 251(14%)
Man 74% 76% 90% 75% 75%
Leeftijd(mediaan) 28 28 29 26 27
Matevanintoxicatie*
- LichtI 10% 16% 33% 50% 26%
- MatigII 53% 26% 48% 37% 44%
- ErnstigIII 37% 57% 20% 14% 30%
Combinatie met alcohol*
40% 68% 39% 48% 46%
*Percentages berekend op de bekende aantallen (valide percentages). I. Licht: goed aanspreekbaar, gebruik
merkbaar. II. Matig: onvoldoende aanspreekbaar, wel duidelijk onder invloed. III. Ernstig: niet aanspreekbaar,
eventueel in combinatie met: (sub)comateus, geagiteerd/agressief, gestoorde vitale parameters (zoals
hartslag, bloeddruk en ademhalingsfrequentie). Bron: Monitor Drugs Incidenten (MDI), Trimbos-instituut
(Vogels en Croes, 2012).
Overeenperiodevantwaalfjaar,van1997totenmet2008,heeftStichtingEducaredealcohol-endrugsgerelateerde incidentenonderzochtdiezichhebbenvoorgedaanopgroteraveparty’sinNederland(Kruletal.,2011).Hetgaathieromdefeestgangersdiehulphebbengevraagdopdeeerstehulppost.
1816 GHB
• Van1997totenmet2008hebbenintotaal3,8miljoenbezoekers249raveparty’sbezocht.Slechts0,3procentvandezebezoekersheeftvooreenalcohol-ofdrugsge-relateerdincidentdeeerstehulppostbezocht.
• Vandealcohol-endrugsgevallenginghetin2,5procentvandegevallenomalleenGHB. In 3,9 procent van de gevallen ging het om een combinatie vanGHBmetalcoholofeenanderedrug.
• VandegevallenwaarinalleenGHBeenrolhadgespeeld,wasslechts inééngevalsprakevaneenlevensbedreigendesituatie(KrulenGirbes,2011).Ineenmeerderheidvan68procentvandegevallenginghetomeenmildeproblematiek.
DeCentralePostAmbulancevervoer(CPA)vandeGGDAmsterdamisdeelnemeraandeMonitorDrugs Incidenten (MDI),maar registreert al sinds langere tijd het aantalaanvragenvoorspoedeisendehulpwegensdrugsgebruikinAmsterdamenomgeving.• Tussen2001en2011ishetaantalgeregistreerdeincidenteninAmsterdamwaarbij
GHBeenrolspeeldeverdrievoudigd(tabel6.4).Bijdezestijgingspelenmogelijkookanderefactoreneenrol,zoalstoegenomenalertheidbijambulancemedewerkersbijhetuitvragenvanmiddelengebruik.
• In85procentvandegevallenin2010enin78procentvandegevallenin2011waservervoernaarhetziekenhuisnodig.Deoverigegevallenkondenterplekkewordenbehandeld.
Tabel 6.4 GHB incidenten geregistreerd door de GGD Amsterdam, vanaf 2001
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
69 67 74 98 76 110 110 128 169 194 222
Aantal incidenten per jaar. Bron: CPA, GGD Amsterdam.
HetNationaalVergiftigingenInformatieCentrum(NVIC)vanhetRIVMregistreertdeinformatieverzoeken van artsen, apothekers en overheidsinstellingen, onder anderevanwegeblootstellingenaanGHBofGBL(tabel6.5).• In 2011 stond 211 keer een blootstelling aan GHB/GBL geregistreerd. GHB/GBL
komt daarmee samen met cannabis als tweede na het aantal voor cocaïne (VanVelzenetal.,2011).
• OpvallendisdatdestofGBL,degrondstofvoordeproductievanGHB,eensteedsprominentere rol is gaan spelen in het aantal blootstellingen geregistreerd bij hetNVIC.In2011betrofveertienprocentvandeGHB/GBL-meldingenGBL,terwijlditin2008nogmaarvijfprocentwas.
• In(onvoldoende)onverdundevormkanGBL irritatieenbeschadigingvandeslok-darmenmaagveroorzaken.
182 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 6.5 Blootstellingen aan GHB of GBL geregistreerd bij het Nationaal Vergiftigingen
Informatiecentrum (NVIC), vanaf 2001
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
174 194 212 190 241 203 202 218 273 234 211
Aantal blootstellingen per jaar gemeld via de 24-uurs telefoonlijn van het NVIC. Meldingen via de website
www.vergiftigingen.info (online sinds april 2007) zijn voor het eerst in 2008 meegeteld. Bron: NVIC, RIVM
(Van Velzen et al., 2011).
Rijden onder invloedHetrijdenonderinvloedvanGHBiszeerriskant(CAM,2011).• HetNederlandsForensisch Instituut (NFI)voertanalysesuit vanbloedmonsters
diedoordepolitiezijnafgenomenvanverkeersdeelnemersdievandrugsgebruikwordenverdacht.HetNFIletdaarbijookopGHB.
- In 2009 werden in 750 bloedmonsters drugs aangetoond. In 172 gevallen(23%)werdGHBaangetroffen(Kuiken,2010).
- Vanjanuaritotnovember2010heeftdepolitie131mensenvandeweggehaalddieonderinvloedwarenvanGHB.Ditwasruimtwintigprocentvanhettotaalaantalgevallenwaarbijdrugsinhetspelwaren.
• DeStichtingWetenschappelijkOnderzoekVerkeersveiligheid(SWOV)heefthetgebruikvanGHBonderzochtonderernstiggewondeautobestuurdersdiewerdenopgenomeninhetziekenhuis(Houwing,2011).Hetonderzoekwerduitgevoerdonder180ernstiggewondendietussen2007en2009werdenopgenomenineenziekenhuisinEnschede,TilburgenNijmegen.
- Vijfvande180ernstiggewondebestuurders(2,8%)blekenGHBtehebbengebruikt. - VergelekenmetanderedrugsishetaandeelvanGHBrelatiefgroot.
Incidenten seksueel misbruikSindsGHBwerd beschreven als ‘uitgaansdrug’ zijn er berichten over verkrachtingenwaarbijGHBwerdgebruiktomhetslachtofferteverdoven.• Eeninternationaleoverzichtsstudieheeftgeprobeerdteachterhalenvanhoeveelvan
dewetenschappelijkbeschrevenverkrachtingsincidentenerdaadwerkelijksprakewasvanbewezenGHBintoxicatie(Némethetal.,2010).
• In0,2tot4,4procentvanallebeschrevengevallenvanseksueelmisbruikwerdGHBgedetecteerd.Daarmeelijkthetduseerdereensporadischgebruiktedruginditsoortgevallendaneenfrequentgebruiktedrug.DenadrukdiehieropwordtgelegddoordemediazoueenvandeoorzakenkunnenzijndatGHBveelvakerwordtgenoemdalsverkrachtingsdrugdanheteigenlijkeaantalgevallenwaarindedrugookdaad-werkelijkwerdaangetoond.
• KnelpuntbijalditsoortstudiesisdatGHBbetrekkelijkkortdetecteerbaaris:maximaalvijf uur in het bloed en twaalf uur in de urine (Verstraete, 2004).Vandemeestestudiesisslechtsbekenddathetmonster‘binnen24uurnahetincident’wasverza-meld.Onderrapportageisdusmogelijk.
1836 GHB
• ErisgeenzichtophetaantalgevalleninNederlandwaarbijGHBgebruikinverkrachtings-zakeneenrolheeftgespeeld.
6.7 Ziekte en sterfte
• Dedosis-effectrelatievanGHBiszeersteilenhetverschilindosistusseneen‘gewenst’eneen‘ongewenst’effectiszeerklein.Dekansopoverdoseringisdaaromgroot.EenoverdosisGHBisgevaarlijk,omdatdemogelijkheidbestaatdatdeademhalingwordtonderdruktendegebruikerbewusteloosofzelfsincomakanraken(MoserenPurssell,2000).Degevolgenvandezetoestandkunnenvariërenvaneenmildeademhalings-verstoringtotademstilstand.Derisico’shieropzijngroteralsGHBwordtgebruiktincombinatiemetalcoholofanderedempendestoffenzoalsbenzodiazepines.
• Tolerantienafrequentgebruikkanertoeleidendatgebruikerssteedsmeerconsumerenomhetzelfdeeffecttebereiken.Erkomendanvakersymptomenvoorzoalsmisselijkheid,braken,agressiefgedrag,duizeligheid,telangzamehartslagenonderkoeling.Bijhogeredoseringenoverheersteenalgemeenziektegevoel(VanSassenbroecketal.,2007).
• Er zijn diverse stoffen uitgetest (Kohrs et al., 2004; Zvosec et al., 2007) om deverschijnselen van een GHB overdosering te bestrijden, maar zonder succes. Eenspecifiekantidotumisnognietgevonden.Deacutebehandelingbestaatmeestaluithetvrijmakenvandeluchtwegenenhetbewakenvandevitalefuncties.
DesterftedoorhetgebruikvanGHBislastigvasttestellen.GHBwordtsnelafgebrokeninhetlichaamenisdaardoorslechtskortaantoonbaarinbloedofurine(Jonesetal.,2009;Verstraete,2004).AfgeziendaarvanzegtdeaanwezigheidvanGHBnietalles,omdatergroteverschillenintolerantiekunnenzijn.OokkanGHBnahetoverlijdeninhetlichaamzelfwordengevormd,waardoordebijdragevanGHBgebruikaanhetoverlijdenmoeilijkkanzijn.EenanderecomplicerendefactorisdatdeDoodsoorzakenstatistiekvanhetCBSgeenspecifiekecodekentwaarmeeGHBsterfgevallenkunnenwordengeregistreerd.• In2008stondGHBvermeldopvierdoodsoorzakenformulierenvanhetCBS.In2009
ginghetomachtgevallenen in2010ginghetomvijfgevallen.Voorlopigecijfersvoor2011komenuitopzesgevallen.HetgaatdaarbijzowelomingezetenenalsnietingezetenenvanNederland.OnbekendisofGHBbijdezegevallendeoorzaakwasvanhetoverlijdenofheeftbijgedragenaanhetoverlijden.
• OokhetNederlands Forensisch Instituut (NFI) rapporteert sterfgevallengerelateerdaanGHB.
- Voor2007rapporteerdehetNFInoggeenfatalegevallenwaarbijhetgebruikvanGHBdeprimairedoodsoorzaakwas.
- In 2008 was GHB de primaire doodsoorzaak bij één sterfgeval, waarbij tevensecstasy(MDMA)werdaangetroffen.
- In2009zijnvijfgevallenbekendwaarbijhetgebruikvanGHBeenrolspeeldebijhetoverlijden;bijtweegevallenvormdeeenGHBintoxicatievermoedelijkdeprimairedoods-oorzaakenindriegevallenginghetomeencombinatievanGHBenanderemiddelen.
184 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
- In 2010 stondGHB in negen gevallen, in combinatiemet anderemiddelen, alsdoodsoorzaakgeregistreerd;intweegevallenbetrofheteenongevalonderinvloedvanGHBenanderemiddelen.
- In2011zijnerdoorhetNFIachtgevallengerapporteerdwaarbijGHBeenbijdrageleverdeaanhetoverlijden.InvijfgevallenwasGHBdeprimairedoodsoorzaak.IndrievandezevijfgevallenwasGHBdeenigeofdebelangrijkstestof;indeanderetweegevallenwasersprakevaneenfatalecombinatievanGHBmetanderestoffen(alcohol,geneesmiddelenenmethadon). IndriegevallenspeeldeGHBeenmeerindirecterol(NFI,persoonlijkecommunicatie,30-03-2012).
• DegevallendiegeregistreerdstaanindeDoodsoorzakenstatistiekvanhetCBSover-lappendeelsmetdegevallendiegeregistreerdstaanbijhetNFI,maardeoverlapisnietvolledig.HetCBSkentgevallendiehetNFInietkentenhetNFIkentgevallendiehetCBSnietkent.
6.8 Aanbod en markt
Samenstelling van GHBHet Drugs Informatie enMonitoring Systeem (DIMS) monitort de markt van illegaledrugs.Daarvoorwordtgebruikgemaaktvandeanalysevanstoffendieaanwezigzijnin drugsmonsters die consumenten bij instellingen voor verslavingszorg inleveren. Eendeelvandezemonsters(pillen)wordtherkendbijdeinstellingzelf.Demeesteoverigepillenenallepoedersenvloeistoffenwordendoorgestuurdnaarhet laboratoriumvoorchemische analyse.• In2011werden151vloeistoffeningeleverddiealsGHBwerdenaangekocht(DIMS,2012).• Demeeste(139)alsGHBverkochtevloeistoffenbevattendaadwerkelijkGHB.De
concentratieGHBwasgemiddeld48procent (gewichtsprocenten).HetminimumaanopgelosteGHBinvloeistoffenbedroeg36procentenhetmaximumrondde55procent.
PrijzenDeAmsterdamseAntenne-monitorenhetlandelijkeDIMSgeveneenindicatievandeprijsdieeenconsumentbetaaltvooreenenkeledosisGHB,danweleenlitervanditmiddel.• VolgensdeAntenne-monitorwerdinAmsterdamin2010vooreenbuisjevan5ml
GHBtussendevijfentieneurobetaald(Benschopetal.,2011).Demeestgangbareprijswasvijfeuro.
• In2011betaaldenconsumentendiebijhetDIMShunGHBlietentestenongeveerzeseuroper5ml,ietsmeerdanin2010(vijfeuro).Deprijsvooreenlitervarieerdevantachtigtot180euroenwasgemiddeld100euro(DIMS,2011).
• IemanddieGHBzelfbereidtuitGBL,natronloogengedestilleerdwaterisperdose-ringvan5mlongeveertieneurocentkwijt(Doekhieetal.,2010).
1857 Alcohol
7 Alcohol
Alcoholontstaatuithetvergistenvangranenenvruchten.Alcoholwordtgedronkenindevormvanbier,wijn,ofgedistilleerd.Eenglasbier, eenglaswijneneenborrelgedistilleerdedrankbevattenongeveerevenveelalcohol.Datkomtomdatdegroottevanhetglaskleinerwordtnaarmatehetalcoholpercentagevandedrankhogeris.
Insocialesituatieservarenconsumentenalcoholalsontspannendenbevorderlijkvooreengoedestemming.Inmindersocialesituatieskanalcoholeenagressievestemmingversterken.Overmatiggebruik (ook indien incidenteel)kan leidentotongevallen,ophetwerk,thuiseninhetverkeer.Alcoholiseenverslavendestof.Bijregelmatiggebruiktreedt gewenning op en tolerantie. Bovenmatig gebruik van alcohol kan leiden totverschillendeziektes,vooralleverziektes,hart-envaatziekten,kanker,hersenschadeenpsychischeziektes.
7.1 Laatste feiten en trends
Debelangrijkstefeitenentrendsoveralcoholindithoofdstukzijn:• Volgens verkoopcijfers is de consumptie van alcohol per hoofd van de bevolking
sinds2000lichtgedaald,van8,2literpurealcoholin2000naar7,6literin2010.Hetpercentagemensendatindeafgelopenmaandalcoholheeftgedronkenbleeftussen1997en2005stabiel,maarin2009deedzicheengeringedalingvoortot76procent(§7.2).
• OokhetpercentagezwaredrinkersonderNederlandersvan12jaarenouderistussen2001en2009gedaald.Van2008naar2009deeddedalingzichalleenvoorondermannenvan18-24jaar(§7.4).
• Tussen2003en2011ishetalcoholgebruik(ooitenactueel)onderscholierenvanhetregulierevoortgezetonderwijsafgenomen.Dezedalingdeedzichvooralvoorindejongsteleeftijdgroepentotenmetveertienjaar(§7.3).
• Hetpercentage‘bingedrinkers’(drinkenvanvijfofmeerglazenbijééngelegenheid)onderallescholierenistussen2003en2011ookgedaald;onderdegenendiedrinkenblijfthetaandeelbingedrinkersonverminderdhoog(§7.3)
• Ondanks eenwettelijk verbod kunnen jongeren onder de zestien jaar nog steedsgemakkelijkalcoholhoudendedrankenkrijgen(§7.8).
• Naeenjarenlangetoenameinhetaantalcliëntenbijde(ambulante)verslavingszorgmet een primair alcoholprobleem, is in 2010 een lichte dalingwaarneembaar. Degemiddeldeleeftijdislichtgestegen(§7.6).
• Hetaantalopnamesinalgemeneziekenhuizenwaarbijeenaanalcoholgerelateerdeaandoening een rol speelt bleef in 2010 echter verder stijgen.De toename is hetgrootstonderjongerenen55-plussers(§7.6).
186 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Ookhetaantal jongerendatmeteenalcoholintoxicatiedooreenkinderarts ineenziekenhuiswordtbehandeldstijgtnogsteeds,evenalshetaantaleerstehulpbehan-delingen in het ziekenhuiswegens ongevallen, geweldpleging of zelfbeschadigingwaarbijalcoholeenrolheeftgespeeld(§7.6).
• De totale sterfte aan alcoholgerelateerde aandoeningen (primaire en secundairedoodsoorzakensamen)bleeftussen2004en2010ophetzelfdeniveau(§7.7).
7.2 Gebruik: algemene bevolking
AlcoholgebruikiswijdverbreidindeNederlandsesamenleving.• Volgensdemetingvan2009vanhetNationaalPrevalentieOnderzoekishetpercen-
tagemensenindebevolkingvan15totenmet64jaardathetafgelopenjaaralcoholheeftgedronken84procent(tabel7.1)(VanRooijetal.,2011).Indemetingenvan2001en2005wasdit85procent.(Rodenburgetal.,2007).
• HetaantalNederlandersdatindeafgelopenmaandalcoholhadgedronkenbedroeg76procent.Datisminderdaninvoorgaandepeilingen(78%inallepeilingen)(VanRooijetal.,2011).
• Hetpercentage respondentendat inhetafgelopenhalf jaarweleens zesofmeerglazenalcoholopééndagheeftgedronken (‘bingedrinken’)bedroeg in200932procent.Datis(statistischsignficant)minderdanin2001(40%)en2005(35%).
• Mannenscorenhogerdanvrouwenopallematenvandrankgebruik(ooit,actueelenbingedrinken).
• Indeverschillendeleeftijdsgroepen(15-24,25-44en45-64jaar)heeftongeveereenevengrootdeelvandegroephetafgelopenjaargedronken(rond84%).Hetactueeldrinken(eenbetereindicatorvoorregelmatigdrinken)neemtlichttoemetdeleeftijd:72procentonder15-24-jarigen,74procentonder25-44-jarigenen79procentonder45-64-jarigen.Het percentage binge drinkers neemt juist afmet de leeftijd (37%onder15-24-jarigen,34%onder25-44-jarigenen27%onder45-64-jarigen).
• Hetdrinkenvanalcoholkomtvakervoorophetplattelanddanindemeestverstede-lijktegebieden;71procentvandebevolkingingebiedenmetdehoogsteurbanisatie-graaddronkdeafgelopenmaandalcoholtegenovertachtigprocentinniet-stedelijkgebieden.Eenzelfdetrendistezienmetbingedrinken(vakerophetplatteland).
• Vandegenendiedeafgelopenmaandalcoholdronken,deed22procentdat(bijna)dagelijks.
1877 Alcohol
Tabel 7.1 Alcoholgebruik in de Nederlandse bevolking onder mensen van 15 tot en met 64 jaar.
Peiljaar 2009
Totaal Mannen Vrouwen
RecentgebruikI 84% 90% 78%
ActueelgebruikII 76% 84% 67%
6ofmeerglazenopeendagIII
32% 44% 20%
Percentage gebruikers. Aantal respondenten: 5 769. I. In het afgelopen jaar. II. In de afgelopen maand. III. In
het afgelopen half jaar. Bron: NPO, CBS/IVO (Van Rooij et al., 2011).
Verkoopcijfersgeveneenindicatievandehoeveelheidalcoholdiejaarlijksperhoofdvande bevolkingwordt geconsumeerd (ProductschapWijn, 2011; ProductschapDranken,2011;www.stiva.nl;www.nederlandsebrouwers.nl).• Deconsumptievanalcoholwas inNederlandhetgrootst indetweedehelftvande
jarenzeventigenindejarentachtig.Daarnavolgdeeenlichtedaling,diezichvanafhetbeginvandejarennegentigslechtslichtheeftdoorgezet(tabel7.2).
• Perpersoonwerdin201072literbier,22literwijnenvierlitergedistilleerdgecon-sumeerd.
• DeconsumptievanbierinNederlandtoontsindsenkelejareneenlichtedaling.Daar-entegenneemtdeconsumptievanwijnperhoofdvandebevolkingsindsjarentoe.Deconsumptievangedistilleerdedrankenisdelaatstevijfjaargelijkgebleven.
• Indeeerste jarenvande21eeeuwsteegdeafzetvanpremixensterk,van23713hectoliterconsumptiesterktein1996tot309252hectoliterin2002.Sindsdienisweereensterkedalingopgetredenendeverkoopbleefsinds2007onderde100000hecto-liter(89598hectoliterin2010).
• Ookdeverkoopvangedistilleerd is tussen1996en2010afgenomen,van853790hectoliterconsumptiesterktein1996tot650013hectoliterin2010.
188 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 7.2 Bier, wijn en gedistilleerd per hoofd van de hele bevolking (in liters pure alcohol),
vanaf 1960
Jaar Bier Wijn Gedistilleerd Totaal
1960 1,2 0,2 1,1 2,6
1965 1,9 0,5 1,9 4,2
1970 2,9 0,8 2,0 5,7
1975 4,0 1,5 3,4 8,9
1980 4,8 1,4 2,7 8,9
1985 4,2 2,0 2,2 8,5
1990 4,1 1,9 2,0 8,1
1995 4,1 2,2 1,7 8,0
2000 4,1 2,3 1,7 8,2
2001 4,0 2,3 1,7 8,1
2002 4,0 2,3 1,7 8,0
2003 4,0 2,5 1,5 7,9
2004 3,9 2,6 1,4 7,9
2005 3,9 2,7 1,3 7,9
2006 3,9 2,8 1,3 7,9
2007 3,9 2,6 1,3 7,7
2008 3,9 2,7 1,3 7,9
2009 3,6 2,7 1,3 7,6
2010 3,6 2,8 1,3 7,6
Bron: Productschap Dranken; Productschap Wijn; STIVA.
7.3 Gebruik: jongeren
Scholieren van het regulier onderwijsHetTrimbos-instituutpeiltsindshetmiddenvandejarentachtiginhoeverreleerlingenvantwaalftotenmetachttienjaaropregulieremiddelbarescholenervaringhebbenmetalcohol, tabak,drugsengokken.Ditgebeurtviahet landelijkePeilstationsonderzoekscholieren,waarvantussen1988en2011vierjaarlijkspeilingenzijnverricht(Verdurmenetal.,2012).• In2011had70procentvandeleerlingenvan‘reguliere’middelbarescholenervaring
metalcohol.Datwasminderdan in2007, toennog79procentervaringhadmetalcoholenminderdantijdensdepiek in2003(85%).Ditpercentageschommeldeechterweloverdeafgelopenvijftienjaar(figuur7.1).
• In2011had43procentvandeondervraagdeleerlingenindemaandvoordepeilingalcoholgedronken,minderdanin2007(51%)enin2003(58%).
1897 Alcohol
Figuur 7.1 Gebruik van alcohol onder scholieren van 12 tot en met 18 jaar, vanaf 1988
20
40
60
80
100
1988 1992 1996 1999 2003 2007 2011
79 69 79 74 85 79 70
54 45 55 54 58 51 43
%
Ooit
Actueel
Percentage drinkers ooit in het leven en in de laatste maand voor de peiling (actueel). Bron: Peilstations-
onderzoek scholieren, Trimbos-instituut.
Leeftijd en geslacht• Scholieren hebben al op jonge leeftijd hun eerste ervaringmet alcoholgebruik. In
2011had21procentvande scholieren ingroepachtopdebasisschoolwel eensalcoholgedronken.
• Opmerkelijk is het hoge percentage ondermeisjes.Op tienjarige leeftijd heeft 22procentvandemeisjesooitalcoholgedronkentegenover11procentvandetienjarigejongens.
• In het voortgezet onderwijs hebben echter minder meisjes (67%) ooit alcoholgedronkendanjongens(72%).Voorhetactueelalcoholgebruikisergeenverschil:ongeveerevenveelmeisjes(42%)alsjongens(44%)hebbenindeafgelopenmaandalcoholgebruikt.
• Dedalinginhetooitgebruikenactueelgebruikvanalcoholinhetvoortgezetonder-wijssinds2003deedzichvooralvooronderjongerenvan12totenmet14jaar(zieookfiguur7.2voordetrendsinhetooitgebruik).In2011hadoptwaalfjarigeleeftijdruimeenderde (34%)vande scholierenal eenseenglas alcoholgedronken.Datwasminderdanin2007,toenruimdehelft(56%)vandescholierenoptwaalfjarigeleeftijd alwel eens alcohol hadgedronken.Vande vijftienjarigen in 2011had83procentooitalcoholgebruiktendatwasweiniglagerdanin2007(89%).
190 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 7.2 Trends in het ooitgebruik van alcohol in het voortgezet onderwijs naar leeftijd en geslacht,
vanaf 1992
20
30
40
50
60
70
80
90
100
% Jongens
20
30
40
50
60
70
80
90
100
% Meisjes
12 jaar
13 jaar
14 jaar
12 jaar
13 jaar
14 jaar
1992
46 64 56 73 63 43
55 75 68 81 69 57
68 83 77 88 82 71
1996 1999 2003 2007 2011 1992
33 47 38 68 48 28
50 67 57 78 64 50
68 81 71 87 79 67
1996 1999 2003 2007 2011
Percentage drinkers ooit in het leven. Bron: Peilstationsonderzoek scholieren, Trimbos-instituut.
Frequent drinken en “binge drinken”Bingedrinkenwordtgedefinieerd als het drinken van vijf ofmeerglazen alcohol bijééngelegenheid.Bingedrinkenisgeassocieerdmettalvanmedischeaandoeningenenvergroothet risicoopongevallen, onafhankelijk vande totaledagelijkse alcoholcon-sumptie(RoereckeenRehm,2010;Sundelletal.,2008).• In2011hadbijnaeenopdedrie(30%)scholiereninhetvoortgezetonderwijsinde
afgelopenmaandweleensvijfglazenofmeeralcoholbijééngelegenheidgedronken(‘bingedrinken’)ongeveerevenveelmeisjesalsjongens.
• Het percentage binge drinkers is tussen 2003 en 2011 gedaald. In 2003was 40procentnogeenbingedrinkerenin200736procent.
• Onderdegenendiedrinkenblijfthetpercentagebingedrinkersechteronverminderdhoog:66procentin2003,68procentin2007en68procentin2011.
• Bingedrinkenneemtsneltoemethetouderworden.Opzestienjarigeleeftijdheeftmeerdandehelft (57%)vande scholierenvan16 jaarofouder indeafgelopenmaandweleensaanbingedrinkengedaan.Ondertwaalfjarigenisdatdrieprocent.
• Onderdescholierendiedrinkendronkin2011dehelftindeafgelopenmaandtussendedrieentienkeer.Vijftienprocentvandedrinkendejongensen7procentvandedrin-kendemeisjesinhetvoortgezetonderwijsdronkzelfsmeerdan10keerindeafgelopenmaand.Dezepercentageszijnweinigveranderdtenopzichtevandieuit2007.
1917 Alcohol
Etnische afkomst en schoolniveau• Het actuele alcoholgebruik onder leerlingen vanMarokkaanse en Turkse herkomst
inhetvoortgezetonderwijsligtbeduidendlagerdanonderautochtoonNederlandseleerlingen(respectievelijk8%en16%versus45%).HetactuelealcoholgebruikdoorleerlingenvanAntilliaans/Arubaanseherkomstisvergelijkbaarmetdatvanautochtoneleerlingen (47%). LeerlingenvanSurinaamseherkomstnemeneen tussenpositie in(36%)(Verdurmenetal.,2012).
• Alcoholgebruikhangtooksamenmethetschoolniveau.Leerlingenvandeberoepsge-richteleerwegvanhetVMBOenHAVOleerlingenscorenopverschillendeindicatorenvooralcoholgebruikhethoogst(tabel7.3)(Verdurmenetal.,2012).
Tabel 7.3 Alcoholgebruik naar schoolniveau onder scholieren van 12 tot en met 16 jaar van het
voortgezet onderwijs. Peiljaar 2011
Actueel gebruik (%)
Binge drinken onder actuele drinkers
> 10 keer alcoholgebruik in de afgelopen maand onder actuele drinkers:
> 10 keer alcoholgebruik in de afgelopen maand onder actuele drinkers:
Jongens Meisjes
- VMBO-b 36% 76% 18% 6%
- VMBO-t 36% 68% 10% 6%
- HAVO 43% 62% 16% 8%
- VWO 36% 56% 11% 3%
Binge drinken: vijf glazen of meer alcohol drinken bij één gelegenheid in de afgelopen maand. Actueel
gebruik=in de laatste maand. Bron: Peilstationsonderzoek scholieren (Verdurmen et al., 2012).
Alcohol en probleemgedrag• Leerlingenvan12-16jaardiewekelijksdrinkenvertonenmeerdelinquentenagres-
siefgedragdanjongerendienietwekelijksdrinken.Erisgeenverschiltussenjongensenmeisjes,maarhetverbandissterkerbijdejongereleeftijdsgroepen(Verdurmenetal.,2005a;SchrijversenSchoemakers,2008).
• Onderplattelandsjongeren(13-18jaar)bestaateenduidelijkerelatietussenomvangvanhetalcoholgebruikenfrequentievancafébezoekenerzijdsendelinquentgedraganderzijds(Weenink,2011).
• Onder jongerenvan12en13 jaarhangtwekelijksalcoholgebruikooksamenmetsomatischeklachtenenangst-endepressieveklachten.Ook isbekenddatenkelepersoonlijkheidsprofielengerelateerdzijnaanalcoholgebruikopjongeleeftijd(Malm-berg et al, 2010). De kans om op jonge leeftijd met alcoholgebruik te beginnenis groter onder 11-15 jarigenmet persoonlijkheidskenmerken als hopeloosheid ensensatiezoekgedrag(Malmbergetal,2010).
192 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
OudersOudershebbeneenbelangrijkerolindeontwikkelingvanhetalcoholgedragvanhunkinderen.• Diversestudieshebbenuitgewezendatvooralhethanterenvannormenenhetstellen
vanregels(geenalcoholdrinken)beginnendalcoholgebruikuitkanstellenendekansopprobleemdrinkenverlaagt(VandenEijndenetal,2011;Schelleman-Offermansetal,2011).Hetsuccesvoluitstellenvandrinkenwerktalleenalszoweldeoudersalsdekinderenwordengeïnformeerdoverdenadelenvanalcohogebruikopjongeleeftijd(VanderVorstetal.,2010;Koning,2011).
Scholieren van het speciaal onderwijs• Tabel7.4toontdepercentagesalcoholgebruikvoorleerlingenvanhetspeciaalonder-
wijsinvergelijkingmetleerlingenvanhetregulieronderwijs(Kepperetal.,2009a).Hetpercentageleerlingendatooitofindelaatstemaandalcoholheeftgebruiktligtinhetspeciaalonderwijsniethoger.Doorgaansliggendezepercentagesjuisthogerinhetregulieronderwijs.
Tabel 7.4 Alcoholgebruik onder leerlingen van 12-16 jaar van het speciaal en regulier onderwijs,
naar leeftijdsgroep.
Ooitgebruik Actueel gebruik
Schooltype 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar
Speciaal
REC-4I 62% 77% 84% 24% 45% 65%
ProII 51% 64% 74% 19% 39% 55%
LwooIII 57% 76% 79% 25% 46% 61%
Regulier 62% 85% 92% 21% 56% 77%
Percentage gebruikers ooit en actueel (laatste maand). Peiljaar voor het speciaal onderwijs is 2008. Peiljaar voor
het regulier onderwijs is 2007. I. REC = Regionaal Expertise Centrum, cluster 4 betreft het onderwijs aan en de
begeleiding van leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. II. Pro = praktijk-
onderwijs. III. Lwoo = leerwegondersteunend onderwijs. Bronnen: Trimbos-instituut, Universiteit Utrecht.
• Tabel7.5toontvoorleerlingenvanhetspeciaalonderwijs,invergelijkingmetleerlingenvanhetregulieronderwijs,hetpercentagevandeactueledrinkersdatindeafgelopenmaand dronken is geweest en het percentage actuele drinkers dat in de afgelopenmaandvijfofmeerglazeninéénkeerheeftgedronken(Kepperetal.,2009a).
• Vergelekenmethetreguliereonderwijskomtdronkenschaponderdeactueledrinkersvakervooronderde12-en13-jarigenvanhetpraktijkonderwijsende14-,15-en16-jarigenvanhetREC-4.Hetdrinkenvanvijfofmeerglazenalcoholperkeer,hetzogenaamde“binge drinken”, komt onder de actuele drinkers vaker voor in zowelhetREC-4,hetpraktijkonderwijs,alshetleerwegondersteunendonderwijs.Overigensmaakten in2008 leerlingenvandeREC-4scholen(voorkinderenmetgedragspro-
1937 Alcohol
blemen)maar1,4procentuitvanalleleerlingeninhetvoortgezetonderwijs(ziebijlageF).Leerlingenopeenschoolvoorpraktijkonderwijsofleerwegondersteunendonderwijs(samendespecialescholenvoorkinderenmetleerproblemen)maakten14procentuitvanallescholiereninhetvoortgezetonderwijsin2008.
• Zwaaralcoholgebruik(gedefinieerdalsmeerdan10alcoholischedrankenperweekvoorjongensenmeerdan8voormeisjes)neemtforstoemethetouderworden,enisinalleleeftijdscategorieënhethoogstonderleerlingeninhetREC-4onderwijs.Met12-13jaarwasbij8,1procentvandeleerlingeninhetREC-4onderwijsalsprakevanzwaaralcoholdrinken;bij16jaarwasdatgestegentot40,0procent.Vanaf14jaarwashetpercentageleerlingenmetzwaaralcoholgebruikopscholenvoorkinderenmeteen leerprobleemvergelijkbaarmet het percentage in het reguliere onderwijs (15,3% en 13,9% voor14-15jarigen;28,2%en29,7%voor16-jarigen).Alleendejongsteleeftijdscategorie(12-13jaar)toondewelverschilleninzwaaralcoholgebruik,4,1procentonderkinderenmetleerproblementegen1,9procentinhetregulieronderwijs(Kepperetal,2011).
• MeisjesopREC-4scholenhaddeneenopvallendverhoogderisicoopzwaaralcoholdrinken(Kepperetal,2011).
Tabel 7.5 Percentage van de actuele drinkers dat in de afgelopen maand dronken is geweest of per
keer vijf of meer glazen heeft gedronken onder leerlingen van 12-16 jaar van het speciaal
en regulier onderwijs, naar leeftijdsgroep.
Dronken geweest Vijf of meer glazen per keer (binge drinken)
Schooltype 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar
Speciaal
REC-4 28% 49% 71% 72% 89% 89%
pro 31% 39% 45% 76% 91% 92%
lwoo 22% 41% 46% 76% 87% 80%
Regulier 17% 41% 53% 50% 66% 76%
Percentage van de actuele drinkers (laatste maand). Peiljaar voor het speciaal onderwijs is 2008. Peiljaar
voor het regulier onderwijs is 2007. Bronnen: Trimbos-instituut, Universiteit Utrecht.
Speciale groepen jongerenIn bepaalde groepen jongeren en jongvolwassenen komt alcoholgebruik mogelijkvakervoor. Indezeparagraafwordthetalcoholgebruikonderuitgaandejongerenenprobleemjongerenbeschreven.Tabel7.5vatderesultatensamenvandiversestudies.Decijferszijnonderlingnietgoedvergelijkbaarvanwegeverschilleninleeftijdsgroepenenmethodenvanonderzoek.Bovendienzijnderesponspercentagesinonderzoekonderuitgaandejongerenenjongevolwassenenvaaklaag,waardooreenvertekeningvanderesultatenkanoptreden.
Uitgaande jongeren en jongvolwassenenVeel jongeren en jongvolwassenen drinken tijdens het uitgaan (tabel 7.6). In bijna
194 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
elkuitgaansnetwerkwordtalcoholgedronkenmaardeomvanghangtsamenmetdeuitgaanslocatieensoortmuziek.Bierenwijndomineren,maarerwordtookveelgemixtmetsterkedrank.Erwordtweinigduredrankbesteldenerzijnsignalendaterminderwordtdoorgedronken,wathetgevolglijkttezijnvaneenkrapperbudget(Benschopetal.,2011).• VolgensdeMonitoralcoholverstrekkingjongerenishetpercentagejongerendatwel
eenalcoholdrinkttijdenshetuitgaaninhetafgelopendecenniumgedaald(Bielemanetal.,2010).In2009dronkzesprocentvandeuitgaandejongerenvandertienjaartijdenshetstappenalcoholhoudendedranken.Datwas39procentin2001.Onderdeveertien-envijftienjarigestappersdaaldehetgebruikindezeperiodevan74naar42procent.Alleenonderzestien-enzeventienjarigenishetpercentagedeafgelopenjarenconstantgebleven(91%in2001,89%in2009).
• In2008/2009ishetmiddelengebruikonderzochtonderbezoekersvanelf landelijkenregionaalgeorganiseerdegrootschaligeparty’s(Trimbos-instituut/UniversiteitvanAmsterdam,2010).
- Negenopdetien(91%)bezoekerswaseenactueledrinker,evenveelmannenalsvrouwen.
- Actueeldrinkenkwamvakervooronderhoogopgeleidendanlaagopgeleiden(94%versus87%)enindegrotesteden.Erwasgeenverschiltussenleeftijdsgroepen.
- Vandeactueledrinkersnam9procent(bijna)dagelijksalcoholenbijnatweederdedronkalleeninhetweekendofeenpaarkeerperweek(62%).Perkeerwerdenergemiddeldzestotzevenglazengeconsumeerd,maarditaantalliepuiteenvaneentotmeerdanvijftienglazen.
- ‘Binge’drinkeniseerderregeldanuitzondering.Achtopdetien(80%)bezoekershadindeafgelopenmaandvijfofmeerdrankjesgeconsumeerdbijminstensééngelegen-heid.Ditpercentageishogerondermannendanvrouwen(87%versus75%).
• Inhetzelfdeonderzoek in2008/2009 ishetmiddelengebruikonderbezoekersvanclubs en discotheken onderzocht in (middel)grote gemeenten in vijf regio’s vanNederland:de regioNoord (Friesland,GroningenenDrenthe),Oost (OverijsselenGelderland),Midden(FlevolandenUtrecht),West(Noord-enZuid-Holland),enZuid(Zeeland,Noord-BrabantenLimburg).
- Hetpercentageactueledrinkers(92%)wasvergelijkbaarmetdatonderdeparty-bezoekers.Eveneens9procentvandeactueledrinkersconsumeerde(bijna)dagelijksalcoholen69procentdronkalleeninhetweekendofeenpaarkeerperweek.
- Eenpatroonvanbingedrinkenwerdbij86procentgezien. - Verschilleninactueeldrinkentussenregio’szijnkleinennietstatistischsignficant
(94%inOost,93%inZuid,91%inNoordenWest,90%inMidden). - Ookwarenergeenieverschillentussenregio’sinpercentagesbingedrinkers(88%
inNoord,87%inZuid,86%inWest,82%inMidden).• DeAmsterdamseAntenne-monitorlaatziendathetalcoholgebruikondercafébezoe-
kers,voorzoverdatnogmogelijkwas,isgestegen(Benschopetal.,2011).Ditisintegenstellingtothetalcoholgebruikondercoffeeshopbezoekers,dattussen2001en2009daalde(Nabbenetal,2010;zieookNDMJaarbericht2010).
1957 Alcohol
- In 2010 had 98,6 procent van de cafébezoekers in de afgelopenmaand alcoholgedronken. In2000wasdat96,1procent.Decafébezoekers zijnnietméérgaandrinken;hetaantalglazenperdrinkdagentijdenshetuitgaanbleefnagenoeggelijk.
- In2010dronkeenvijfdevandeactueledrinkersinhetonderzoekondercafébe-zoekersdagelijksofbijnadagelijksalcohol.Vandedeelnemendeactueledrinkersconsumeerde42procentalcohol tijdensenkeledagenperweek.Meerdaneenopdevijf (21,7%)dronkuitsluitend inhetweekenden15,5procentslechtsbijgelegenhedenofbijnanooit.
- Vandeactueledrinkersdronk42procentvijfofmeerglazenperdag. - Erwerdeengeringe,maarnietstatistischsignificantedalinginhetriskantdrinken
gezien:dagelijksofeenpaarkeerperweektenminstevierglazen(bijpersonentot19jaar)ofvijfglazen(vanaf19jaar).In2010werd27procentvandedeelnemendecafébezoekersalseenriskantdrinkergeclassificeerd;in2000wasdat33procent.Inhetonderzoekonderdecoffeeshopbezoekerswerdeerderweleenopvallendeenstatistischsignificantedalinginriskantdrinkengevonden,van30procentin2001tot5procentin2009(Nabbenetal,2010).
- Ongeveerdehelft(49%)vandecafébezoekersvindtdathijofzijweleensteveeloftevaakdrinkt.
IndrinkenVolgensobservatiesvansleutelfigureninhetuitgaanslevenblijfthet“indrinken”–ofwelalcoholconsumerenvóórhet‘echte’uitgaan-zowelindestedenalsophetplattelandeenwijdverbreidfenomeen(Doekhieetal.,2010).Ditindrinkenkanthuis,opstraat,ineenkeetofbij vriendengebeuren,maar steedsmeerook indehoreca zelf (doormiddelvanprijsacties).Overhetalgemeenlijkenhetvooraljeugdigentezijndievoorhetstappengaanindrinkenomkostentebesparen.• De Monitor alcoholverstrekking in 2009 laat zien dat onder uitgaande jongeren
(13-17 jaar)56procentwel eensbegintmetalcoholdrinkenvóórhetuitgaan. In2003wasditnog50procent (Bielemanetal.2010).Dit indrinkengebeurtvooralthuis(55%)ofbijvrienden(71%).
• Perleeftijdsgroepverschillendepercentages“indrinkers”(Bielemanetal.2010): - Meerdandehelft(53%)vande13-jarigeuitgaandedrinkers(eenverdubbeling
tenopzichtevande26%in2003). - 44procentvande14/15-jarigeuitgaandedrinkers(was41%in2003). - 59procentvande16/17-jarigeuitgaandedrinkers(was56%in2003).• In het landelijk uitgaansonderzoek in 2008/2009 onder bezoekers van party’s en
feestenhad30procentvandegenendietijdensdeuitgaansavondhaddengedronkenvantevorenthuisofbijvriendenalalcoholgedronken.Hetgemiddeldaantalglazenalcoholdattijdenshet indrinkenwerdgeconsumeerdwas4,5(variërendvan1tot20)(VanderPoeletal.,2010).
• OokuitdeHBSCstudieonderscholierenblijktdat indrinkenvoorhetuitgaaneenregelmatigfenomeenis.Bijnavieropdetienscholierendierecenthebbengedronkendrinkenvoorhetuitgaanthuisofopstraatalvastalcohol(VanDorsselaeretal.,2010).
196 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 7.6 Alcoholgebruik onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen
Populatie Locatie Peiljaar Leeftijd(jaar)
Maat voor alcoholgebruikI %/Aantal glazen
Bezoekersvanparty’senfestivals
LandelijkII 2008/2009
14-51Gemiddeld24jaar
OoitAfgelopenjaarAfgelopenmaandBingenafgelopenmaand
99%97%91%80%
Bezoekersvan clubs en discotheken
Landelijk 2008/2009
13-51Gemiddeld22jaar
OoitAfgelopenjaarAfgelopenmaandBingenafgelopenmaand
98%96%92%86%
Uitgaandejongeren
Landelijk 2009 13-17 jaar Aantalglazentijdensuitgaan 5,3
Cafébezoekers Amsterdam 2010 Gemiddeld27jaar
OoitAfgelopenjaarAfgelopenmaandRiskantdrinkenI
BingedrinkenI
100%100%99%27%65%
Coffeeshop-bezoekers
Amsterdam 2009 Gemiddeld28jaar
OoitAfgelopenjaarAfgelopenmaandRiskantdrinkenI
BingedrinkenI
91%82%71%7%82%
Bezoekersvantrendy clubs
Amsterdam 2008 Gemiddeld25jaar
OoitAfgelopenjaarAfgelopenmaandRiskantdrinkenI
BingedrinkenI
99%98%96%31%86%
Uitgaandejongerenenjongvolwas-senen
DenHaag 2008/2009
Gemiddeld21jaar
Afgelopenmaand6ofmeerglazenman4ofmeerglazenvrouw
97%74%77%
De cijfers in deze tabel zijn niet vergelijkbaar vanwege verschillen in leeftijdsgroepen en methoden van
onderzoek. I. De volgende definities van binge drinken worden gehanteerd: Zaandam: 6/10 glazen of
meer op een gemiddelde uitgaansavond; Nijmegen: 10 of meer glazen op de avond van het onderzoek.
Definities voor Amsterdam: Riskant drinken: dagelijks of paar keer per week minstens vier of vijf glazen
per keer, onder huidige drinkers. Binge drinken onder cafébezoekers: maandelijks of vaker 6 of meer glazen
per gelegenheid. Binge drinken onder coffeeshopbezoekers en bezoekers van trendy clubs: 5 glazen of
meer per gelegenheid in afgelopen maand, onder de huidige drinkers. II. Geringe respons (19%). Bronnen:
Uitgaansonderzoek, Trimbos-instituut/Universiteit van Amsterdam; Monitor alcoholverstrekking, Intraval;
Tendens, Iriszorg; GGD Zaanstreek-Waterland; Antenne, Bonger Instituut voor Criminologie, Universiteit van
Amsterdam; Uitgaansonderzoek Den Haag, GGD Den Haag.
1977 Alcohol
KetenDeafgelopen jaren iser steedsmeeraandachtvooralcoholgebruikdoor jongeren inketen. “Keten” of “hokken” zijn semi-particuliere settingen waar jongeren samen-komenvoordegezelligheidenomtedrinken(Intraval,2010).Erwordendrie typenketen onderscheiden: de huiskamerkeet (of zolder of garagewaar een kleine groepvrienden incidenteel bij elkaar komt en zelf drankmeeneemt), de buurtkeet (waar-onderdemeesteNederlandseketenvallen,hierkomteengroteregroepvriendenmeerstructureelbijelkaar,buitenshuisenmeestalopeenprivéterrein;consumptieswordenafgerekendineen“pot”,metbonnenofmuntjes)endesemi-commerciëlekeet(grotegroepenjongeren;alcoholwordtverkochttegeneenwinstgevendtarief).• Eind 2009 is in alle 438gemeenten inNederlandgeïnventariseerd of er hokkenof
ketenaanwezigzijn(Intraval,2010).Van273vande434gemeenten(63%)waarvoorgegevensbeschikbaarwaren,warenvolgensdeverantwoordelijkgemeenteambtenaarindegemeentegeenhokkenofketen. In138gemeenten (32%)warenwel ketenbekendenin23gemeenten(5%)wasonbekendoferhokkenofketenbestonden.
• Relatief vaakwerden hokken en keten gezien in Friesland,Drenthe,Overijssel enGelderland. In87gemeentenwarennaar schatting tusseneenen tienhokkenenketen,bij18gemeentenwarenertussende11en30eninzevengemeentenwasbekenddater31ofmeerhokkenofketenbestonden.Demeesteketenliggeninhetbuitengebied.
Hetkeetbezoekenhetalcoholgebruik inketenis inverschillendestudiesonderzocht.Indezestudieszijntegenstrijdigeresultatengevonden,diemogelijksamenhangenmetverschillenindefinitiesvaneenkeetendemethodenvanonderzoek.Daardoorisopditmomentgeengoedeschattingmogelijkvandematewaarindrankgebruikinketenvoorkomt.
Volgens de landelijke monitor alcoholverstrekking jongeren uit 2009 bezoekt tienprocent van de ruim 3 000 ondervraagde jongeren (13-17 jaar) wel eens een keet(Bielemanetal.,2010).Datiseenlichtedalingtenopzichtevan2005,toenelfprocentvandejongerenweleensnaareenkeetging.• Vande13-jarigengaatvijfprocentweleensnaareenkeet(was8%in2005),van
de14-15-jarigentwaalfprocent(was15%in2005)envande16-17-jarigendertienprocent(eenlichtestijging,was12%in2005)(Bielemanetal.,2010).
• Hetpercentagejongerendatweleensalcoholdrinktineenkeetisechtertoegenomen,van60procent in2006 tot75procent in2009.De toename ishetgrootstonder13-jarigen.Onderhenishetpercentagedrinkersvanalcoholindekeettoegenomenvan26procentin2005tot41procentin2009.Vande14-15-jarigenende16-17-jarigen die een keet bezoeken drinkt respectievelijk 63 procent (was 65%) en 89procent(was82%in2005)alcoholindekeet.
• Gemiddeldwordtervijfeneenhalfglasalcoholgedronken(was4,8 in2005).De13-jarigendrinkengemiddeldbijnadrieglazenende16-17jarigengemiddeldbijnazevenglazenpergelegenheid.
198 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
ProbleemjongerenAlcoholgebruikkomtookveelvooronderbepaaldegroepenprobleemjongeren.• Op landelijk niveau is in 2008 het drinken onder 301 jongens (12-16 jaar) in de
residentiëlejeugdzorgonderzocht(Kepperetal.,2009a;Kepperetal,2011). - Hetpercentagedatooitgedronkenhadlagonderde12-tot13-jarigen,de14-tot
15-jarigenende16-jarigenoprespectievelijk73,95en96procent. - Hetpercentageactueledrinkerslagindezeleeftijdsgroepenoprespectievelijk31,
67en72procent. - Vandeactueledrinkersvan14en15jaarwas49procentindeafgelopenmaand
dronken geweest en 53 procent van de actuele drinkers van 16 jaar. Van dezegroepenhadindeafgelopenmaandrespectievelijk81en82procentperkeervijfofmeerglazengedronken(bingedrinken)(Kepperetal,2009a).
- Zwaaralcoholgebruik(meerdan10alcoholischedrankenperweek)wasindezepopulatieookveelhogerdanonder leeftijdsgenoten inhet reguliereof specialeonderwijs.Vande12-13jarigeninderesidentiëlejeugdzorgwas12,5procentaleenzwaredrinker,endatliepoptot33,3procentvande14-15jarigenen40,4procentvande16-jarigen(Kepperetal,2011).
- Met name adolescenten in de residentiële jeugdzorg uit etnische minderheids-groeperingenhaddeneenpatroonvanzwaarwekelijksalcoholgebruik(Kepperetal,2011).
• In2009ishetmiddelengebruikbij155jongensinJustitiëleJeugdinrichtingen(JJI)inNederlandinkaartgebracht(Kepperetal.,2009b).
- Hetgebruikindemaandvoorafgaandaandeplaatsingwas70procent.Voordeplaatsing dronken 13-14 jarige jongens in een JJI gemiddeld 10 glazen alcoholop de vier doordeweekse dagen samen en gemiddeld 17 glazen gedurende deweekenddagen.Scholieren(jongens)vandezelfde leeftijdconsumeerdengemid-deldéénglasdoordeweekenvijfglazeninhetweekend.
- VandeactueledrinkersindeJJIwas70(vande13en14jarigen)totmeerdan80procent(vande15-18jarigen)afgelopenmaandweleensdronkengeweest.Datwasinalleleeftijdscategorieënhogerdanonderjongerenuithetregulieronderwijs,maaralleenindegroep15-16jarigenwarendeverschillenstatistischsignificant.
- Tijdens het verblijf in de JJIwerdminder vaak alcohol gebruikt. Bijna eenderdevande jongerenhad ten tijdevanhetverblijf inde JJInogalcoholgebruikt enhetmerendeel (26% van de onderzoekspopulatie) dronk de alcohol binnen demurenvandeJJI.Dat isaanzienlijk lagerdanhetgebruikvancannabis indeJJI(ziehoofdstuk2).Vande155respondentenmelddedanook“slechts”45procentdatzijhetmakkelijkvondenomindeJJIaanalcoholtekomen(voorcannabiswasdat87%).
1997 Alcohol
7.4 Probleemgebruikers
De omvang van de alcoholproblematiek hangt af van de gehanteerde definitie. Inonderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen zwaar drinken, probleemdrinken enafhankelijkheidofmisbruikvanalcohol. Zwaar drinkenVolgenshetCBSisersprakevan“zwaardrinken”zodraopéénofmeerdagenperweekminstenszesglazenalcoholwordengedronken(CBS,2010).• Volgensdezedefinitiewasin2009tienprocentvandebevolkingvantwaalfjaaren
ouder een zwaredrinker.Dat komtneeropongeveer1,4miljoen zwaredrinkers.Datisevenveelalsin2008(10%)maartussen2001en2008tekendezichweleenlichtedalingaf.In2001wasnogveertienprocentvandebevolkingvantwaalfjaarenoudereenzwaredrinker.
• De licht dalende trenddeed zich voor in alle leeftijdgroepen tot65 jaar enonderzowelmannenalsvrouwen.
• In 2009was zeventien procent van demannen (17,3%) en vier procent van devrouwen(4,1%)eenzwaredrinker.Daarmeewasonderdemannenhetpercentagezwaredrinkersruimvierkeerzohoogalsonderdevrouwen(CBS,2010).
• Jongeren tussen de 18 en 24 jaar scoren het hoogst op dezemaat. In 2009 laghetpercentagezwaredrinkersonderjongemannenop30procentenonderjongevrouwenoptwaalfprocent(figuur7.3).Vergelekenmet2008ishetpercentagevoormannenin2009beduidendminder(was37%),maarvoorvrouwenishetpercentageongeveergelijkgebleven(12%voordevrouwenvan18-24jaarin2008).
• In2010heefthetCBSookgegevensverzameldoveralcoholgebruikenzwaardrinkenin de algemene populatie, maar vanwege een nieuwe onderzoeksmethode en lagerespons zijn de data van 2010 niet vergelijkbaar met voorgaande jaren en wordendaaromhiernietgepresenteerd.
200 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 7.3 Zware drinkers van alcohol naar geslacht en leeftijd onder mensen van 12 jaar en ouder.
Peiljaar 2009
5
10
15
20
25
30
35
12-17 18-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 >74
%
8
3
6
30
12
20
26
15
17
5
11
18
5
11
17
2
10
10
1
5
5
2
3
4
Leeftijd
Vrouw
Totaal
Man
Percentage mensen dat op één of meer dagen per week zes of meer glazen alcohol drinkt. Bron: POLS, CBS,
StatLine.
Alcoholmisbruik en –afhankelijkheid• VolgensgegevensvanhetNEMESIS-2-onderzoekuit2007-2009voldeedopjaarbasis
naarschattingtussen0,3en1,2procentvandebevolkingvan18totenmet64jaaraandediagnosealcoholafhankelijkheid(DSM4egewijzigdeeditie).Naarschatting2,9tot4,5procentvanderespondentenvoldeedaaneendiagnosealcoholmisbruik.
• Alcoholstoornissenkomenvakervoorondermannendanvrouwen(tabel7.7).• Omgerekendnaardebevolkingvan18-64jaarginghetomnaarschatting82400
mensenmetalcoholafhankelijkheid.Hetaantalmensenmetalcoholmisbruikisbijnavijfkeerhoger(395600).
• In dit bevolkingsonderzoek ontbraken jongeren onder 18 jaar, ouderen boven de65jaar,mensendiedeNederlandsetaalnietvoldoendemachtigzijnenmensendiedaklooszijnof langeretijd ineen instellingverblijven. Inhoeverreditdegegevensheeftbeïnvloedisnietbekend.
• Het aantal mensen met een alcoholstoornis, vooral alcoholafhankelijkheid, is in depeilingvan2007-2009 lagerdanhetaantalgevallen inhetNEMESIS-onderzoekuit1996(jaarprevalentieafhankelijkheid:0,7%).Ditkomtwaarschijnlijkdoorverschillenindecriteriavoorhetvaststellenvandediagnoseafhankelijkheid.De4eeditieis‘strenger’dande3eeditievandeDSM,waardoormensenmindersnelvoldoenaaneendiagnoseafhankelijkheid.Daarnaastishetinstrumentwaarmeedeaandoeningenzijngemeten
2017 Alcohol
veranderdenookditheeftvooreenlagereschattinggezorgdvandeprevalentievanalcoholafhankelijkheidinNEMESIS-2vergelekenmetdeeerderestudie.
• Datde4eeditievandeDSMtotlagereschattingenleidtdande3eeditie,isookinonderzoekinhetbuitenlandaangetoond(DeGraafetal.,2010).
Alcoholmisbruik en –afhankelijkheid• VolgensgegevensvanhetNEMESIS-2-onderzoekuit2007-2009voldeedopjaarbasis
naarschattingtussen0,3en1,2procentvandebevolkingvan18totenmet64jaaraandediagnosealcoholafhankelijkheid(DSM4egewijzigdeeditie).Naarschatting2,9tot4,5procentvanderespondentenvoldeedaaneendiagnosealcoholmisbruik.
• Alcoholstoornissenkomenvakervoorondermannendanvrouwen(tabel7.7).• Omgerekendnaardebevolkingvan18-64jaarginghetomnaarschatting82400
mensenmetalcoholafhankelijkheid.Hetaantalmensenmetalcoholmisbruikisbijnavijfkeerhoger(395600).
• In dit bevolkingsonderzoek ontbraken jongeren onder 18 jaar, ouderen boven de65jaar,mensendiedeNederlandsetaalnietvoldoendemachtigzijnenmensendiedaklooszijnof langeretijd ineen instellingverblijven. Inhoeverreditdegegevensheeftbeïnvloedisnietbekend.
• Het aantal mensen met een alcoholstoornis, vooral alcoholafhankelijkheid, is in depeilingvan2007-2009 lagerdanhetaantalgevallen inhetNEMESIS-onderzoekuit1996(jaarprevalentieafhankelijkheid:0,7%).Ditkomtwaarschijnlijkdoorverschillenindecriteriavoorhetvaststellenvandediagnoseafhankelijkheid.De4eeditieis‘strenger’dan de 3eeditievandeDSM,waardoormensenmindersnelvoldoenaaneendiagnoseafhankelijkheid.DaarnaastishetinstrumentwaarmeedeaandoeningenzijngemetenveranderdenookditheeftvooreenlagereschattinggezorgdvandeprevalentievanalcoholafhankelijkheidinNEMESIS-2vergelekenmetdeeerderestudie.
• Datde4eeditievandeDSMtotlagereschattingenleidtdande3eeditie,isookinonderzoekinhetbuitenlandaangetoond(DeGraafetal.,2010).
Tabel 7.7 Jaarprevalentie en aantallen mensen met een alcoholstoornis, naar geslacht.
Tussen haakjes: 95% betrouwbaarheidsintervallen. Peiljaar 2007-2009
Stoornis Mannen (%)
Vrouwen(%)
Totaal(%)
Totaalaantal
Alcoholmisbruik 5,6(4,2–6,9)
1,8(1,1–2,6)
3,7(2,9–4,5)
395600
Alcoholafhankelijkheid 1,0(0,3–1,7)
0,5(0,0–0,9)
0,7(0,3–1,2)
82400
Bron: Nemesis-2 2007-2009 (De Graaf et al., 2010).
202 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Mensenmeteenangststoornisofeendepressiekrijgeninhunlevenvakertekampenmetalcoholafhankelijkheiddanmensenzonderdezestoornissen(Boschlooetal.,2011).
• Ook is de aanwezigheid van ADHD geassocieerd met het vaker optreden vanalcoholstoornissen. Vermoedelijk komt dit om ADHD vaak voorafgaat aan eengedragsstoornis,dievervolgenshetrisicoopeenalcoholstoornisvergroot(Tuithofetal.,2011).
7.5 Gebruik: internationale vergelijking
Algemene bevolking• InopdrachtvandeEuropeseCommissieheeftdeEurobarometerin2006en2009(de
houdingtegenover)alcoholgebruikonderzochtindelidstatenvandeEuropeseUnie(EuropeanCommission,2010).
• In de algemene bevolking van vijftien jaar en ouder in de landen van de EU-27gebruikte in2009ongeveerdriekwart (76%)vande inwoners indeafgelopen12maanden alcohol, vergelijkbaarmet het percentage in 2006 (75%). Er zijn echtergroteverschillen tussen landen. InDenemarken (93%),Zweden (90%)enNeder-land(88%)ishetpercentageinwonersdathetafgelopenjaardronkhethoogstvanEuropa,terwijlzuidelijkelandenalsPortugal(58%),Italië(60%)enHongarije(64%)het laagst scoren. Alle landen samengenomen hebben meer mannen (84%) danvrouwen(68%)hetafgelopenjaaralcoholgedronken.
• Vandepersonendiezeggenhetafgelopenjaaralcoholtehebbengedronken,heeft88 procent dat ook de afgelopen maand gedaan. Dat wijst erop dat het aantalEU-inwonersdatslechtssporadischdrinktgeringis.OpvallendisechterdatjuistveelItalianen(94%vandepersonendieinhetafgelopenjaardronken),Bulgaren,Grieken,Fransen enPortugezen (allen91%)de afgelopenmaandhebbengedronken.VandePortugezendiedrinkendoet43procentdatdagelijks,vandealcoholdrinkendeItalianendrinkteenkwartdagelijks.Ditsuggereertdaterindezelandenenerzijdswelveelpersonenzijndiegeenalcoholdrinken,maaranderzijdszijndeinwonersdiewelalcoholdrinken juistvrij regelmatigedrinkers.Daarentegen ishetaantaldagelijksedrinkersonderdedrinkendeZweden,dedrinkendePolenendrinkendeinwonersvanLitouwenhetlaagst(inaldezelandendrinktslechtseenprocentdagelijks).
• DemeesteEUinwonersdrinkennaareigenzeggengematigd(indeafgelopenmaanddronk69% tweeglazenofminderopeendagdat zij dronken) (figuur7.4). Tienprocentdrinktperkeervijfofmeerglazen.Nederlandneemteenmiddenpositie inmet13procentvandedrinkersindeafgelopenmaanddiepergelegenheiddatzedrinkenvijfofmeerglazenalcoholnemen.
• Bingedrinken(vijfglazenofmeer,minimaaleensperweek)komtvakervoorondermannendanvrouwen(36%tegen19%).Hetpercentagebingedrinkersishethoogst(33%)onderjongerenvan15-24jaar.BingedrinkenkomtinEuropaookvakervooronderwerklozen(38%),handarbeiders(34%)enkleinezelfstandigen(32%).
2037 Alcohol
Figuur 7.4 Hoeveelheid glazen alcohol per gelegenheid in de bevolkingI van 15 jaar en ouder in de
lidstaten van de EU-15, plus de EU-27 totaal
ItaliëGriekenland
OostenrijkPortugal
LuxemburgSpanje
DuitslandFrankrijk
EU-27Zweden
NederlandBelgië
FinlandDenemarken
Verenigd KoninkrijkIerland
0 20 40 60 80 100%
Minder dan 1 glas 1-2 glazen 3-4 glazen 5 of meer glazen
Percentage van de drinkende bevolking. I. Drinkende bevolking = gedronken in de afgelopen maand. De reste-
rende procenten zijn de respondenten die antwoordden geen “gebruikelijke” hoeveelheid te hebben, maar dat
de hoeveelheid glazen afhangt van de situatie. Bron: Eurobarometer, European Commission.
JongerenHetESPAD-onderzoek,hetEuropeanSchoolSurveyProjectonAlcoholandOtherDrugs,werdin2003,2007en2011uitgevoerdondervijftien-enzestienjarigescholierenvanhetmiddelbaaronderwijs(Hibelletal.,2004,2009,2012).Tabel7.8toonthetalcoholgebruikineenaantallandenvandeEUenNoorwegen.DeVerenigdeStatendedennietmeeaanESPADmaarvoerdenvergelijkbaaronderzoekuit.InhetESPAD-onderzoekisgevraagdnaarhetgebruikvanalcoholendefrequentievandronkenschap.• In2011stondNederlandmet33procentindehoogsteregionenwatbetreftdemaat
“veertigkeerofmeeralcoholgedronkeninhetheleleven”.Het(ongewogen)gemid-deldevoor36deelnemendeEuropeselandenligtop24procent.
• Opdemaat“minstens tien keer alcohol drinken indemaandvoorafgaandaandepeiling”stondNederlandbovenaan in2011.Met20procentscoordenNederlandsescholieren ver bovenhet (ongewogen) gemiddelde voor 36deelnemende Europeselanden(9%).
• Op de maat “dronkenschap” scoorden Nederlandse scholieren beduidend minderhoog.Slechtsdrieprocentgafaaninhethelelevensminstenstwintigkeerdronkentezijngeweest.
• Tussen2003en2011daalde inNederlandhetpercentagescholierendat40keerofmeerinhetlevenhadgedronken.EendergelijkedalingdeedzichindezeperiodeookvoorinDenemarken,IerlandenFinland.
204 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 7.8 Consumptie van alcohol en dronkenschap bij leerlingen van 15 en 16 jaar in een aantal
lidstaten van de EU, Noorwegen en de Verenigde Staten.I Peiljaren 2003, 2007 en 2011
Land Consumptie: 40 keer of meer in het leven
Consumptie: 10 keer of meer in de laatste maand
Dronken: 20 keer of meer het levenVI
2003 2007 2011 2003 2007 2011 2011
DenemarkenII 50% 49% 37% 13% 12% 12% 11%
DuitslandIII 37% 41% 35% 11% 18% 15% 4%
Nederland 45% 40% 33% 25% 24% 20% 3%
BelgiëIV 36% 34% 33% 20% 17% 16% 1%
Frankrijk 22% 30% 32% 7% 13% 14% 5%
Griekenland 35% 28% 29% 13% 11% 12% 1%
Italië 24% 23% 20% 12% 13% 12% 2%
Ierland 39% 23% 16% 16% 10% 6% 6%
Portugal 14% 21% 14% 7% 13% 7% 2%
Finland 20% 16% 13% 2% 1% 2% 6%
Zweden 17% 14% 9% 1% 1% 1% 3%
VerenigdeStaten 12% 11% 8% 4% 5% 3% 5%
Noorwegen 15% 11% 6% 3% 1% 1% 1%
Oostenrijk 48% 52% - 21% 30% - -
Verenigd KoninkrijkV
43% 39% - 17% 14% - -
Percentage van de leerlingen. - = niet gemeten. I. De Verenigde Staten participeerden niet in de ESPAD,
maar voerden vergelijkbaar onderzoek uit. II. De gegevens voor Denemarken zijn minder vergelijkbaar. III.
Duitsland in 2007 alleen voor zeven deelstaten en in 2011 alleen voor vijf deelstaten. IV. België in 2007 en
2011 alleen voor Vlaanderen. V. Verenigd Koninkrijk niet voor 2011 vanwege te lage respons (slechts 6%
van de scholen). VI. Vanwege een wijziging in vraagstelling zijn er geen vergelijkbare cijfers voor 2003 en
2007 voor dronkenschap. Bron: ESPAD.
Cijfers van de Eurobarometer (Gallup Organization, 2008) laten zien dat Europesejongeren(15tot24jaar)hetrelatiefgemakkelijkvindenomaanalcoholtekomen.DeNederlandsejongerenvondenhetvanalleEuropesejongerenheteenvoudigstomaanalcoholtekomen:94procentvondhetheelgemakkelijk.Deense(93%)enBulgaarse(91%)jongerenvolgdenopdevoet.InCyprusvondslechts53%vandejongerenhetheelgemakkelijkomaanalcoholtekomen.Anderelandenmeteenrelatieflaagpercen-tage jongerendathetheelgemakkelijkvondomalcohol tekrijgenwarenRoemenië(67%vandejongeren),Zweden(71%)enEstland(72%).
2057 Alcohol
7.6 Hulpvraag en incidenten
VerslavingszorgDeverslavingszorgishetonderdeelvandegezondheidszorgdathulpbiedtaanmensendieverslaafdzijngeraaktaandrugs,alcohol,medicijnen,ofgokken.InNederlandzijnverschillendegespecialiseerdeinstellingenactiefbinnendeverslavingszorg.Samenmetdeverslavingsreclasseringsturendezeinstellingenanoniemegegevensoverdehulpver-leningnaarhetLandelijkAlcoholenDrugsInformatieSysteem(LADIS)(Ouwehandetal.,2011).(ZieinbijlageA:CliëntLADIS.)• InNederlandstondenin2010intotaal36203personengeregistreerdbijde(ambu-
lante)verslavingszorgmetalsprimaireproblematiekalcoholgebruik.• Het absolute aantal cliënten met een primair alcoholprobleem in de (ambulante)
verslavingszorg is tussen 2001 en 2010 ruim anderhalf maal zo groot geworden(figuur7.5).
• Per100000inwonersvan15jaarenoudersteeghetaantalprimairealcoholcliëntenvan173in2001naar265in2010.
• Hetaandeelvanalcoholinalleverzoekenomhulpbijdeverslavingszorgsteegvan41procentin2001naar47procentin2010.
• In2010wasongeveereenkwart(24%)vandeprimairealcoholcliënteneennieuw-komer. Zij stonden niet eerder ingeschreven bij de (ambulante) verslavingszorgvanwegeeenalcoholprobleem.
• Voor ongeveer tweederde van de primaire alcoholcliënten was alcohol het enigeprobleemmiddel(66%).Ongeveereenderderapporteerdeweleenbijmiddel(34%).Indezegroepginghetvoornamelijkomcannabis(32%),cocaïne/crack(28%),ofmedicijnen(13%).
• Het aantal cliënten van de (ambulante) verslavingszorg dat alcohol als secundairprobleem noemt is tussen 1997 en 2010 twee keer zo groot geworden (figuur7.4).Voordezegroepzijncocaïneofcrack(38%),cannabis(30%),heroïne(15%),gokken(4%),amfetamine(5%),methadon(3%)ofbenzodiazepinen(2%)demeestvoorkomendeprimaireproblemen.
206 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 7.5 Aantal cliënten bij de (ambulante) verslavingszorg met primaire of secundaire
alcoholproblematiek, vanaf 1997
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
40000
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
21134 22378 22554 22722 22547 24202 27222 29648 31710 31829 35361 36729 37318 36203
2622 2718 2847 3007 3945 4121 4631 4987 5261 5208 5922 5982 5802 5476
Aantal
Primair
Secundair
Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Leeftijd en geslacht• In2010washetmerendeelvandeprimairealcoholcliëntenman(74%).Hetaandeel
vrouwenschommeldeindeperiode1994-2010tussen23en27procent.• Degemiddeldeleeftijdin2010was46jaar.In2002wasdat44jaar.Depiekligtin
deleeftijdsgroep45-49jaar(figuur7.6).Destijginginhetaantalprimairealcohol-cliëntentussen2002en2009wasrelatiefhetgrootstonderdeouderen.In2010wasongeveereenkwartvandeprimairealcoholcliënteneen55-plusser(26%).
2077 Alcohol
Figuur 7.6 Leeftijdsverdeling van primaire alcoholcliënten bij de (ambulante) verslavingszorg.
Peiljaren 2002 en 2010
2
4
6
8
10
12
14
16
18
15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 >64
%
1
1
4
4
7
6 11
14 17 17
16 15
10
12 8
3
6
414
148
11
Leeftijd
2010
2002
Percentage cliënten per leeftijdsgroep. Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand et al., 2011).
Algemene ziekenhuizen en incidentenErzijnverschillendebronnenbeschikbaarvoorinformatieovergezondheidsverstoringenenbehandelingeninziekenhuizeninverbandmetalcohol-endrugsgebruik.Vanwegeeen (onbekendemate van) overlap kunnen de aantallen opnames en/of incidentenechternietzondermeerwordenopgeteld.
DeLandelijkeMedischeRegistratie(LMR)registreerdein2010bijnatweemiljoenklini-scheopnamesinalgemeneziekenhuizen.• In 2010 vonden er 6 145 opnames plaatsmet een alcoholaandoening als hoofd-
diagnose.Demeestvoorkomendediagnosesbetroffen: - alcoholmisbruik(39%) - alcoholischeleverziekte(25%) - alcoholafhankelijkheid(17%) - intoxicatieentoxischegevolgenvanalcohol(12%) - alcoholpsychosen(6%).• Alcoholproblematiekwordtveelvakeralsnevendiagnosegesteld.In2010stondener
14785alcoholgerelateerdenevendiagnosesgeregistreerd.Hoofddiagnosesbijdezenevendiagnoseswaren:
- ongevallen,andersdanvergiftigingen(34%) - spijsverteringsstoornissen(15%) - vergiftiging(10%)
208 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
- ziektenvanhart-envaatstelsel(8%) - ziektenensymptomenvandeademhalingswegen(6%) - psychosen(3%).• Hetaantalklinischeopnamesinalgemeneziekenhuizenmetalshoofddiagnoseeen
aanalcoholgerelateerdeaandoeningwerd1,6maalzogroottussen2000en2010(figuur 7.7). Tussen2009 en2010 steeghet aantal hoofddiagnoses nogmet vierprocent.
• Tussen2000en2010werdhetaantalnevendiagnoses1,5maalzogroot(figuur7.7).Tussen2009en2010vondernogeenstijgingplaatsmetnegentienprocent.
Figuur 7.7 Klinische opnames in algemene ziekenhuizen met een aan alcohol gerelateerde
problematiek, vanaf 2000
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
16000
2000 2001 2002 2003 2004 2005
%
Alcohol als hoofddiagnose Alcohol als nevendiagnose
10116 9949
3923
10291
4254
10899
4239
11991
4501
11546
4553
2006
11689
4855
2007
11975
5634
2008
13717
5983
2009
12459
5908
2010
14785
61453880
Aantal opnames, niet gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen. ICD-9 codes: 291, 303, 305.0, 357.5,
425.5, 535.3, 571.0-3, 980.0-1, E860.0-2, E950.0*, E980.9* (*alleen opgenomen indien als complicatie
980.0-1 vermeld is). Voor een verklaring van de codes: zie bijlage C. Bron: Landelijke Medische Registratie
(LMR), Dutch Hospital Data (DHD).
2097 Alcohol
• Dezelfdepersoonkanmeerdanéénkeerper jaarwordenopgenomen.Bovendienkanerperopnamemeerdanéénnevendiagnosewordengesteld.Gecorrigeerdvoordubbeltellingenginghetin2010om17754personen,dertienprocentmeerdanin2010.Zijwerdengedurendehetjaarminstenséénkeeropgenomenvooraanalcoholgerelateerdeaandoeningenalshoofd-ofnevendiagnose.
- In2010warenzijgemiddeld47jaaren71procentwasman. - Depiekbevindtzichbijdeouderenindeleeftijdsgroepouderdan64jaar(16%)
endepiekbevindtzichbijdejongerenindeleeftijdsgroep15-19jaar(9%).Verge-lekenmet 2002 is in 2010 het aandeel groter geworden van de leeftijdsgroep15-24jaarendeleeftijdsgroepvanaf55jaar(figuur7.8).
• Er ishierwaarschijnlijksprakevaneenonderschatting,omdatmeninziekenhuizenlangnietaltijdderolvanalcoholalsoorzaakvanziekteherkentenregistreert.
• In 2010 werden er naast de klinische opnames ook nog eens 585 dagopnamesgeregistreerd vanwege een hoofddiagnose voor alcohol. In 2009 waren er 420dagopnames.
Figuur 7.8 Leeftijdsverdeling van klinisch opgenomen alcoholpatiënten in de algemene ziekenhuizen.
Peiljaren 2002 en 2010
2
4
6
8
10
12
14
16
18
15-19<15 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 >64
%
1
1
5
9
5
7
5
5 6
8 12 13
10 12
11
12 11
13
16
813
85
7
Leeftijd
2010
2002
Percentage per leeftijdsgroep, gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen. ICD-9 codes: 291, 303,
305.0, 357.5, 425.5, 535.3, 571.0-3, 980.0-1, E860.0-2, E950.0*, E980.9* (*alleen opgenomen indien als
complicatie 980.0-1 vermeld is). Voor een verklaring van de codes: zie bijlage C. Bron: Landelijke Medische
Registratie (LMR), Dutch Hospital Data (DHD).
210 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur7.9toonthetaantalklinischeopnamesendagopnamesvanwegealcoholonderjongerenvan16jaarofjonger.• In2010vondener924opnamesplaatsonderjongerenvan16jaarofjongervanwege
eenaanalcoholgerelateerdeproblematiek.Vandezeopnamesvondener524opnamesplaatsonderdejongens(57%)en400opnamesonderdemeisjes(43%).
• Tussen2001en2010werdhetaantalopnamesviermaalzogroot.Tussen2009en2010vondernogeenstijgingplaatsvanvierprocent.
• Destijgingisgroteronderdemeisjesdanonderdejongens.Onderdemeisjeswerdhetaantalopnamessinds2001vijfmaalzogroot,onderdejongensdriemaalzogroot.
Figuur 7.9 Klinische opnames en dagopnames (hoofd- of nevendiagnose) van jongeren van 16 jaar
of jonger met een aan alcohol gerelateerde problematiek, vanaf 2001
100
200
300
400
500
600
700
800
900
2001
263
180
83
2002
325
204
121
2003
361
227
134
2004
414
238
176
2005
424
244
180
2006
482
287
195
2007
683
372
311
2008
711
387
324
2009
887
496
391
2010
924
524
400
Aantal
Totaal
Jongens
Meisjes
Aantal opnames, niet gecorrigeerd voor dubbeltellingen van personen. Het betreft zowel klinische opnames
als dagopnames. ICD-9 codes: 291, 303, 305.0, 357.5, 425.5, 535.3, 571.0-3, 980.0-1, E860.0-2, E950.0*,
E980.9* (*alleen opgenomen indien als complicatie 980.0-1 vermeld is). Voor een verklaring van de codes:
zie bijlage C. Bron: Landelijke Medische Registratie (LMR), Dutch Hospital Data (DHD).
Een onderzoek op kinderafdelingen in Nederlandse ziekenhuizen inventariseerdeomvang en kenmerken vanminderjarige jongeren van elf tot enmet zeventien jaarmeteenalcoholintoxicatie(VanderLelyetal.,2012).Degegevenszijnafkomstigvan83procentvandekinderartsen inacademischeziekenhuizenen92procentvanallekinderartsen in de overige ziekenhuizen. Er is overlapmet de hierboven beschrevenDutchHospitalData.
2117 Alcohol
• Volgensditonderzoekstijgthetaantaljongerendatmeteenalcoholintoxicatiedooreenkinderartsineenziekenhuiswordtbehandeldnogsteeds(figuur7.10).
• Tussen2007en2011steeghetaantalgemeldegevallenvanalcoholintoxicatievan297tot762.Ditaantaliseenonderschattingvanhetwerkelijkaantaljongerenmeteenalcoholintoxicatie,omdatnietallejongereninhetziekenhuisbelandeneninhetziekenhuisnietallejongerendooreenkinderartswordengezien.
• Opvallend isdathetniet zozeer ‘probleemjongeren’zijndieeenalcoholintoxicatieoplopen,maardat het eengemiddelde afspiegeling vandeNederlandse jongerenbetreft.Erzijnongeveerevenveeljongensalsmeisjes.
• Hetalcoholpromillagebijdezejongerenwasgemiddeld1,8promille,watongeveergelijkstaataanhetconsumerenvan10-15alcoholhoudendedrankjes.
• De meeste jongeren kwamen in het ziekenhuis met een verminderd bewustzijn(‘alcoholcoma’) enhieldendatgemiddeldmeerdan3uur.Vanwegedeernst vandeintoxicatiewerd90procentvandejongereneendagoflangerinhetziekenhuisgehouden;ongeveer7procentwerdopdeintensivecareopgenomen.
Figuur 7.10 Aantal jongeren van 11-17 jaar dat door een kinderarts in een ziekenhuis is behandeld
wegens een alcoholintoxicatie, 2007-2011
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
Aantal
2007 2008 2009 2010 2011
297 337 500 684 762
Bron: NSCK, RdGG, STAP, TNO, Universiteit Twente (Van der Lely et al, 2012).
212 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
DeGGDAmsterdamhoudtopdeCentralePostAmbulancevervoerhetaantalaanvragenbijvoorspoedeisendehulpgerelateerdaanalcoholgebruik.Hetgaathierbijzowelomalcoholvergiftigingalsongevallenonderinvloedvanalcohol.Hetaantalisslechtseenindicatie, met name tijdens grootschalige festiviteiten en de uitgaansavonden is ersprakevaneenonderregistratie.• In2010registreerdendeambulancediensteninAmsterdam2579alcoholgerelateerde
meldingen,datiseenstijgingvan12procenttenopzichtevanhetvoorgaandejaar.Bijdezestijgingspelenmogelijkookanderefactoreneenrol,zoalstoegenomenalertheidbijambulancemedewerkersbijhetuitvragenvanmiddelengebruik.
• Naeenlichtedalingintussen2001en2003(1957in2001;1887in2002;1733in2003)ishetaantalalcoholgerelateerderittengeleidelijkgestegen.Destijgingismetnameteverklarendooreenhogeraantalongevallenonderjongeren.
• Ongeveerzesvandetienpatiënten(59%)werdnaardeEersteHulppostvaneenziekenhuisvervoerd.Bijdeandereviervandetiengevallenverleendehetambulance-personeelterplaatseeerstehulp.
Volgens het Letsel Informatie Systeem (LIS) van Consument en Veiligheid komenjaarlijksongeveer17000personenterechtopeenafdelingspoedeisendeeerstehulp(SEH)ineenziekenhuisvoorletselvanwegeeenongeval,geweldofzelfbeschadigingwaarbij alcohol betrokkenwas (tabel 7.7) (Draisma, 2011). Van hen hebben 1 400personenookdrugsgebruikt.Decijferszijnschattingenvoorhetheleland,gebaseerdopgegevensvaneenrepresentatievesteekproefvanziekenhuizen.• Hetaantaleerstehulpbehandelingenwegensongevallen,geweldpleging,ofzelfbe-
schadigingwaarbijalcoholeenrolheeftgespeeldisindeperiode2006-2010met29procenttoegenomen.
DevolgendeLIS-gegevenszijngemiddeldoverdeperiodevan2006totenmet2010.• Eenmeerderheidvanalleslachtoffersisman(68%,12000).• Bijnadehelft(49%)vandeslachtoffersistussende15en35jaaroud;15procent
valtinleeftijdsgroep15-20jaareneenzelfdepercentageindeleeftijdsgroep20-25jaar.Datbetekentdatperweekgemiddeld100 jongeren(15-25 jaar)opeenSEHafdelingwordenbehandeldvoordegevolgenvanalcoholgebruik.
• Ruimdehelftvandeongevallen(59%)vindtplaatsindeprivésfeer(tabel7.9).Ditzijnongevallenalseenvalonderinvloedvanalcoholofvergiftigingdooralcohol.Opde tweedeplaats staan verkeersongevallen (19%, vooral valpartijen vande fiets),gevolgddoorzelfbeschadiging(15%,waarbijhetvaakgaatomeencombinatievanalcoholmetdrugsen/ofmedicijnen)enletseldoorgeweld(6%).
2137 Alcohol
Tabel 7.9 Aard van aan alcohol gerelateerde ongevallen die zijn behandeld op een afdeling voor
spoedeisende hulp in Nederlandse ziekenhuizen. Gemiddelde per jaar over 2006-2010
Type ongeval Aantal Percentage
Privéongeval 10 000 59%
Verkeersongeval 3 300 19%
ZelfbeschadigingI 2 700 15%
Letseldoorgeweld 1 100 6%
Totaal ±17 000 100%
I. Zoals suïcidepogingen door gebruik van alcohol en medicijnen. Bron: Letsel Informatie Systeem, Stichting
Consument en Veiligheid (LIS), Draisma (2011).
• Bijnadehelft(45%)vandeslachtoffersisgevallen(vaakvandefiets)en37procentkomtopdeSEHvanwegeeenvergiftigingmetalcohol(aldannietincombinatiemetmedicijninname).Bijnaéénopdetienslachtofferslooptletselopdoorcontactmeteenobject,zoalssnijdenaanglasofergenstegenaanstoten(8%).
• Ongevallenwaarbijalcoholinhetspeliszijnrelatiefernstig.Viervandetienslachtof-fers (42%)werden,nabehandelingopdeSEH, inhetziekenhuisopgenomen.Tervergelijking: bij een gemiddeld privéongeval bedraagt het opnamepercentage 12procent,bijeenverkeersongeval19procentenbijzelfbeschadiging60procent.
• Per patiënt zijn de directe medische kosten voor behandeling op de eerste hulp ofziekenhuisopname wegens een aan alcohol gerelateerd probleem gemiddeld 2 500euro,vergelijkbaarmetdekostenvaneengemiddeldprivéongevalofeengemiddeldverkeersongeval.Detotale,jaarlijkse,directemedischekostenvaneenongeval,geweldofzelfbeschadigingwaarbijalcoholbetrokkenisenwaarbijhetslachtofferopeenSEHafdelingisbehandeld,ofinhetziekenhuiswerdopgenomen,bedragen50miljoeneuro.
• Deze cijfers zijn een onderschatting van hetwerkelijke aantal aan alcohol gerela-teerdeongevallen,omdathetgebruikvanalcoholnietdoorallepatiëntenzalwordengenoemd en evenmin systematisch door de behandelend artswordt uitgevraagd,tenzijkennishierovermedischrelevantis.Deomvangvandezeonderrapportageisnietbekend,maarrecentonderzoekduidteropdathetwerkelijkeaantalongevallenmetalcoholbijdespoedeisendehulptotwelvijfkeerhogerkanzijndanopbasisvaneerstehulpregistratieswordtverondersteld(Draisma,2011).
Extrapolatie van cijfers uit het LIS over de jaren 2005-2009 en uit het Continu LISVervolgonderzoek(CLVO,eenvragenlijstonderzoekonderpatiëntendievooreenletselzijnbehandeldopeenSEHafdelingvaneenziekenhuis)indeperiode2003-2009laatziendatjaarlijks2100jongeren(10-24jaar)wordenbehandeldopeenSEHafdelingvanwegeeenalcoholintoxicatie(Valkenberg2011a).• Meerdandehelft(57%)istussen15en20jaar;minderdan10procentis14jaarof
jonger.• Inbijnaeenkwartvandegevallenishetgebruikvanalcoholgecombineerdmetdrugs
(23%)ofmedicijnen(1%).
214 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Eenopnameinhetziekenhuisisgeïndiceerdin38procentvandegevallen.• Indeperiode2004-2009ishetaantalbehandelingenvanjongerenopdeSpoedei-
sendeHulpgestegenmet156procent.Destijging ishogerondermeisjes (220%)danonder jongens(116%). Inabsoluteaantallen ishetaantal jongensvolgensdeextrapolatienogwelhoger(1100perjaar)danhetabsoluteaantalmeisjes(970perjaar).
NaastbehandelingopdeSEHvanwegeeenalcoholintoxicatiezijnervolgensdecijfersuithetLISjaarlijksrondde2600jongerendiewordenbehandeldvanwegeeenletsel(ongeval of geweldpleging) samenhangendmet alcoholgebruik (Valkenberg 2011a).Ookhierissprakevanforseonderrapportageomdathetalcoholgebruikslechtswordtgenoteerdalsdatrelevantlijktvoordebehandeling.• Uit het aanvullende CVLO blijkt, op basis van zelfrapportage onder jongeren die
wegenseenongevalzijnbehandeldopdeSpoedeisendeHulp,datongeveer24000ongevallenzijngerelateerdaanalcoholgebruik,doorhetslachtofferofdooreendader.Datis10procentvanalleletselsbijjongerentussen10en24jaar.
Overeenperiodevantwaalfjaar,van1997totenmet2008,heeftStichtingEducaredealcohol-endrugsgerelateerde incidentenonderzochtdiezichhebbenvoorgedaanopgroteraveparty’sinNederland(Kruletal.,2011).Hetgaathieromdefeestgangersdiehulphebbengevraagdopdeeerstehulppost.• Van1997totenmet2008hebbenintotaal3793500bezoekers249raveparty’s
bezocht.• Slechts0,3procentvandezebezoekersheeftvooreenalcohol-ofdrugsgerelateerd
incident de eerste hulppost bezocht.Vandezegevallenginghet in 22,7procentomalleenalcohol.In17,4procentvandegevallenginghetomeencombinatievanalcoholmeteendrug.
HetNationaalVergiftigingenInformatieCentrum(NVIC)vanhetRIVMverstrektinfor-matieaanartsen,apothekersenoverheidsinstellingenoververgiftigingen,onderanderedoordeblootstellingaanalcohol(VanVelzenetal.,2011).• Het aantal blootstellingen aan alcohol daalde tussen 2007 en 2010 met zestien
procentvan2232naar1875blootstellingen.Tussen2010en2011vonderweereenlichtestijgingplaatsmetzesprocentnaar1989blootstellingen.Demeldingenkomenbinnen via zowel de 24-uurs telefoonlijn van hetNVIC als via dewebsitewww.vergiftingingen.info.Uiteerderecijfersisbekenddathetinongeveerdriekwartvandegevalleneenblootstellingbetreftaaneencombinatievanalcoholmeteengeneesmiddel.
• Dezecijfersgevengeenzichtophetabsoluteaantalintoxicatieswantartsenhebbengeenmeldingsplichtvoorintoxicaties.Bovendienzijnartsenvertrouwdmetalcoholendeverschijnselenbijoverdoseringen;hierdoorzullenzijnietbijallegevallenvanalcoholintoxicatiehetNVICraadplegenenzalhetwerkelijkeaantalalcoholvergifti-gingeninNederlandhogerzijn.
2157 Alcohol
• In 2007werd een piek gesignaleerd naar aanleiding van alcoholvergiftigingen bijjongerenvan13totenmet17jaar(172gevallen,ofwel7,8%vanhettotaleaantalblootstellingenvooralcohol).Sinds2008daalthetaantalvragenvanwegeblootstel-lingaanalcoholbij13-17jarigenweer,tot118in2010en103in2011(5,2%vanhettotaal).Indegevallenwaarinhetgeslachtbekendwas,betrofhetindehelftvandegevallen(50%)eenmeisje(VanVelzenetal.,2010).
Rijden onder invloedHetrisicoopverkeersongevallenneemttoevanafeenalcoholconcentratieinhetbloedvan0,4‰(WHO,2011).InNederlandligtdegrensbijeenpromillagevan0,5,zoalsindemeestelanden,behalvevoorbeginnendebestuurders(minderdan5jaarinbezitvaneenrijbewijs;0,2‰).Hetpercentageautomobilistendatonderinvloedvanalcoholrijdtisdeafgelopenjarengedaald(MinisterievanInfrastructuur&Milieu,2011).• VoorhetonderzoekRijdenonderInvloedwordenin25politieregio’salcoholcontroles
gehouden onder minimaal 20 000 automobilisten in de weekendnachten (tussen22.00en04.00uur).Hetonderzoekisjaarlijksuitgevoerdindeperiode1999-2008en in 2010.
• Bijalcoholcontrolesgedurendeweekendnachten in2010bleek2,4procentvandegecontroleerdeautomobilistenmeerdan0,5promillealcoholinhetbloedtehebben.In2008wasditnog2,9procentenin2007en20063,0procent.Vergelekenmet2001(4,1%meteentehoogpromillage)isereenduidelijkedaling.
• Eentweedepositieveontwikkelingisdathetaantalautomobilistendatzonderofmetheelweinigalcoholoprijdt,isgestegen.In2008had93,2procentvandebestuurdershooguiteenalcoholpromillagevan0,2;in2010wasdit94,1procent.
• Het aandeel zwareovertrederswas in20100,3procent, ietsminderdan in2008(0,5%vandeautomobilisten)enin2007(0,4%).
• In2010redenmeermannendanvrouwenonderinvloed(2,8%versus1,5%).• Hethoogstepercentageovertredersisbijmannenenbijvrouwentevindenindeleef-
tijdsgroepen35-49jaar(3,3%vandemannenisovertreder;2,1%vandevrouwen).• Hetpercentageovertredersishethoogsttussentweeenvieruur’snachts(5,0%in
2010);vrijdagnachtzijnermeerovertredingen(2,9%)danzaterdagnacht(1,9%).• IndeprovincieNoord-Hollandishetpercentageovertredershetgrootst(5,5%);in
Drenthe(1,1%)enFriesland(1,0%)zijndeminsteovertredingen.• In2010overtrad4,1procentvandegroepbeginnendebestuurdersde0,2promillage
limiet. 2,0 procent had zelfs een promillage van 0,5 of hoger. Deze percentagesvertoneneenlichtedalingsinds2008.Ooklatendecijfersziendathetpercentageovertreders onder ervaren bestuurders hoger is dan onder beginnende automobi-listen.
216 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Door de SWOV (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) is opbasis van de cijfers uit Rijden onder Invloed een nieuw rekenmodel ontwikkeld omhetaandeelvanalcoholindeernstigeverkeersgewondenteschatten(Houwingetal,2011a).Devernieuwdemethodevervangtdeeerdereschattingen(1999-2008;in2009isgeenonderzoekgedaan)vandeDienstVerkeerenScheepvaartvanhetMinisterievanVerkeer enWaterstaatnaarhet aantal ziekenhuizopnames en verkeersdodenbijalcoholgebruik.• Volgens deze schatting is tussen 1999 en 2010 het geschatte aandeel ernstig
gewonde autobestuurders dat onder invloed van alcohol verkeerde gedaald van31,2naar20,3procent.
• Van de ernstig gewonde bestuurdersmet een promillage boven de 0,5 heeft hetgrootstedeel(zeer)forsgedronken(tabel7.10).
• Detabelbevestigtdatalcoholgebruikgeassocieerdismet(ernstige)verkeersongevallen.• DeSWOVheeftookeenschattinggedaanvanhetaandeelalcoholdodenonderalle
verkeersdoden (dus niet alleen autobestuurders). Aangenomen dat alcoholgebruikonder overige actieve verkeersdeelnemers even groot is als van autobestuurdersen dat het aandeel verkeersdoden als gevolg van alcohol even groot is als hetaandeelernstiggewondebestuurders,wordtgeschatdatongeveer20procentvandeverkeersdodenonderinvloedverkeerdevanalcohol.Daarbij is17%gerelateerdaanenkelvoudigalcoholgebruiken3%isveroorzaaktdoorcombinatiegebruikvanalcoholendrugs(Houwingetal,2011a).VolgenshetCBSvielenerin2010intotaal640verkeersdoden(CBSpersbericht11-029).
Tabel 7.10 Alcohol promillage bij bestuurders en ernstig gewonde bestuurders volgens rekenmodel
SWOV, 2010
Bestuurders Ernstig gewonde bestuurders
<0,2promille 94,1% 78,0%
0,2-0,49promille 3,5% 1,7%
0,5-0,79promille 1,3% 1,8%
0,8-1,29promille 0,8% 4,4%
>1,3promille 0,4% 14,1%
0,5promilleofmeer 2,4% 20,3%
Bron: SWOV (Houwing et al., 2011a).
2177 Alcohol
7.7 Ziekte en sterfte
Ziekte
Matig alcoholgebruikTotnutoeleekheteropdatmatigalcoholgebruiknietschadelijkzouzijn.Lichtalcohol-gebruikkanzelfsenigebeschermingbiedentegenhart-envaatziektenensuikerziekte,maaruitsluitendalsergeenepisodeszijnvanzwaaralcoholgebruik(Rehmetal.,2010a).Alcoholconsumptiezouookhetrisicoopnierkankerverminderen(Lewetal.,2011).• Tegen deze achtergrond adviseerde de Gezondheidsraad (2006) in de ‘Richtlijnen
gezondevoeding’nietmeerdantweestandaardglazenalcoholperdagvoormannenennietmeerdanéénstandaardglasalcoholperdagvoorvrouwen.Alleenjongerenbenedendeachttienjaarenvrouwendiezwangerkondenwordenofborstvoedinggaven,werdontradenalcoholtegebruiken.
• Recentonderzoekheeftechteraannemelijkgemaaktdatookmatigalcoholgebruikniet helemaal veilig is (Lauer en Sorlie, 2009).Matig alcoholgebruik kan de kansverhogenopdiverse vormen van kanker.Waarschijnlijkweegt dit nadeel van eenverhoogdrisicoopkankernietmeeroptegenhetvoordeelvaneenverlaagdrisicoophart-envaatziekten.Voorhetdrinkenvanalcoholkannoggeenalgemeengeldende“veiligeondergrens”wordenvastgesteldomeenverhoogdrisicoopbepaaldevormenvankankeruittesluiten(SAR,2010).
• IneenNederlandserisicoschattingnaar17illegaledrugs,alcoholentabakwerddeschadedooralcoholgebruikoppopulatieniveaugezetopdetweedeplaats,ondercrack cocaïne (VanAmsterdamet al., 2010).De schattingwerdgedaandoor eenpanelvan19expertsdieacuteenchronischelichamelijkeschade(toxiciteit),afhan-kelijkheidensocialeschademeewogeninhunbeoordeling.
• DitresultaatstrooktmeteenstudieinhetVerenigdKoninkrijknaardeschadedoormiddelengebruik.Daarinwerdbeoordeelddatvoordesamenlevingalcoholhetmeestschadelijkemiddelis(Nuttetal.,2010).
Overmatig alcoholgebruikDeschadelijkegevolgenvanovermatigalcoholgebruikzijntalrijk.• Meer dan zestigmedische aandoeningen zijn oorzakelijk gerelateerd aan alcohol-
gebruik.Daarnaast is alcohol betrokkenbij hetontstaanvan tweehonderd andereziekten(WHO,2011).Voordemeesteaandoeningengeldtdathetrisicotoeneemtnaarmatemenmeeralcoholdrinkt(Rehmetal.,2010a).
• Alcoholgebruikstaatopdeachtsteplaatsopdewereldranglijstvanrisicofactorenomteoverlijdenenopdederdeplaatsopdewereldranglijstvanrisicofactorenvoorziekteeninvaliditeit(naondervoedingbijkinderenenonveiligeseks).
• Wereldwijd is bijna vier procent van alle doden toe te schrijven aan alcoholgebruik(mannen6,2%;vrouwen1,1%).Voormannen inde leeftijdvan15-60 jaar isalco-holgebruikdebelangrijksterisicofactoromteoverlijden.Bijna30procentvandeaanalcoholtoeteschrijvensterfteishetgevolgvanonbedoeldeverwondingen,22procent
218 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
vankanker,17procentvanlevercirrose,14procentvanhart-envaatziektenensuiker-ziekteen12procentishetgevolgvanopzettelijkeverwondingen(WHO,2011).
• Daarnaast is alcoholgebruik geassocieerdmet ernstige sociale problematiek,waar-ondergeweld,kinderverwaarlozingenwerkverzuim(WHO,2011).
• OokuitNederlandsecijfersblijktdatalcoholgebruikeenbelangrijkebijdrage levertaanziekte(Hoeymansetal.,2010).Alcoholgebruikdraagtvoor4,5procentbijaandetotaleziektelast,enstaatdaarmeeopdevierdeplaats,naleefstijlfactorenalsroken(meteenbijdragevan13%aande ziektelast),overgewicht (9,7%)enverhoogdebloeddruk (7,8%).De bijdrage van ongevallen aan de ziektelast is overigens nietmeegenomenindezeberekening.
Overmatig alcoholgebruik verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker (Schützeetal.;2011;Chenetal.,2011;Parryetal.,2011).• Bijsommigevormenvankankerishetrisicoalverhoogdbijhetdrinkenvantweeglazen
alcoholperdag,maarhoehogerdeconsumptie,destegroterdekansopkanker.• IneengroteEuropesestudieondermeerdan350000personenwerdgevondendat
ondermannen10procentvanallegevallenvankankerkanwordentoegeschrevenaan ooit of huidig alcoholgebruik, en onder vrouwen 3 procent van alle kankers(Schützeetal.,2011).
• Alcoholgebruikwasvooralgeassocieerdmetkanker inhethoofdhalsgebied, lever-kankerendikkedarmkanker.Bijvrouwenis5procentvandegevallenvanborstkankergeassocieerdmetalcoholgebruik(Schützeetal.,2011).
• Het risico op kanker was voornamelijk verhoogd in personen die meer dronkendandeaanbevolenlimiet(Schützeetal.,2011;Tramacereetal.,2011).Ookkleinehoeveelhedenalcoholkunnenechteraleentoenamegevenvanhetrisicoopsommigevormenvankanker(Chenetal.,2011;Fedirkoetal.,2011).
• Inhetoorzakelijkmechanisme lijkt een afbraakproduct van alcohol, acetaldehyde,eenroltespelen(Parryetal.,2011).
Overmatig alcoholgebruik verhoogt eveneens het risico op hart- en vaatziekten en beschadiging van hersenen en zenuwen(Rehmetal.,2010a;Costanzo,2011).• Hoewel ook recente overzichtsstudies bevestigen dat matige alcoholconsumptie
(1-2glazenperdag)kanbeschermentegenhart-envaatziekten(Brienetal.,2011;Ronksly et al., 2011; Costanzo et al., 2011, Parry et al., 2011), gaat een hogerealcoholconsumptiegepaardmeteenstijgingvanhet risicoophart-envaatziekten(Costanzo et al., 2011). Deze J-vormige relatie is wel aangetoond voor wijn- enbierconsumtie,maar niet voor sterke drank (Costanzo et al., 2011). Het bescher-mendeffectvanmatigalcoholgebruikverdwijntechteralsditwordtafgewisseldmetmomentenvanzwaardrinken(Parryetal.,2011).Ookinvoormaligedrinkersblijfthetrisicoophartinfactennoglangetijdverhoogd(Roerecke,2011).
• Hoeweleenmatigeconsumptievanalcoholdecognitievefuncties(leren,geheugen,aandacht) kan beschermen, neemt bij het drinken vanmeer dan één (vrouwen)of twee (mannen) glazen alcohol het risico op dementie toe, evenals de kans opberoertenofherseninfarcten(NeafseyenCollins,2011;Patraetal.,2010).
2197 Alcohol
• Eriseenrelatietussenalcoholgebruikenerzijdsenpsychiatrischeaandoeningenzoalsdepressie anderzijds (Boden en Ferguson, 2011). Ook hier bestaat een duidelijkedosis-responsrelatie.
• Het inkorte tijd innemenvaneengrotehoeveelheidalcoholofeen langdurigeenexcessievealcoholconsumptie(meerdanachteenhedenperdag)kanzenuwbanenenzenuwtakkenaantasten(polyneuropathie)endehersenenschaden.
Alcoholgebruikisookoorzakelijkgeassocieerdmettalvanandereziekten(Rehmetal.,2010a):• Alcoholconsumptietasthetimmuunsysteemaanenspeelteenoorzakelijkerolinhet
ontstaanvaninfectieziektenzoalstuberculoseenlageluchtweginfecties(longontste-king).Ookbestaatereenhogerrisiscoophiv-infecteisbijalcoholgebruik(Baliunasetal.,2010).
• Gebruikvanalcoholdraagtbijaanhetontstaanvanlevercirrose,ontstekingvandealvleesklierenvandelever(Rehmetal.,2010b).
• Erbestaateendubbelerelatietussenalcoholgebruikensuikerziekte:lichtetotmatigeconsumptieisbeschermend,terwijlzwaardrinkendekansopsuikerziektevergroot(Baliunasetal.,2009).
• Alcoholgebruiktijdensdezwangerschapverhoogthetrisico’sopmiskramen,foetalesterfte en vroeggeboorte, heeft een negatieve invloed op de psychomotorischeontwikkelingvanhetkindnadegeboorte,engeefteenverhoogdrisicobijhetkindopaangeborenafwijkingenendespecifiekegelaatskenmerkenvanhetFoetaalAlcoholSyndroom(Rehmetal.,2010a).DeGezondheidsraadheeftin2005geconcludeerddat er geen veiligeondergrens voor alcoholgebruik is vast te stellen, niet voor deconceptie,nochtijdensdezwangerschapofgedurendeborstvoeding(Gezondheids-raad,2005).
Adolescenten zijn vatbaarder voor de schadelijke effecten van alcoholgebruik danvolwassenen.Hieraan liggenbiologische,psychologische en sociale veranderingen indeontwikkelingtengrondslag.Zwaarenlangdurigalcoholgebruikdooradolescentenisinverbandgebrachtmetschadelijkeeffectenopdehersenen(Verdurmenetal.,2006;Boelemaetal.,2009;GuerrienPascual,2010).Hetontwikkelendbreinisextrakwets-baarvoordeeffectenvanalcohol,waarbijvanbelang isdatdeontwikkelingvandehersenendoorgaattotongeveerhet24elevensjaar,enmogelijkzelfstothetdertigste.Chronisch alcoholgebruik kan niet alleen de structuur van de hersenen veranderen,maarheeftookfunctioneleconsequenties.• Onderzoeklaatvooralnegatieveeffectenzienoplerenengeheugen.Adolescenten
metalcoholproblemenscorenlagerdananderejongerenoponderanderetaalvaardig-heid,intelligentie,aandacht,onderscheidingsvermogen,ruimtelijkinzichtenanderecognitievedomeinen.
• Bijjongerenmeteenindicatievooralcoholmisbruikofafhankelijkheidzijnafwijkingengevondenindestructuurenhetvolumevanhersendelen,vergelekenmetjongerenzonderalcoholproblematiek.
220 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Opbasisvanhethuidigeonderzoekkannietmetzekerheidwordenvastgesteldofalcoholgebruik de (enige) oorzaak is. Resultaten van dierexperimenteel onderzoekwijzenechterwelopeenoorzakelijkverband.
• Ookiserwaarschijnlijkeenoorzakelijkverbandtussenalcoholgebruikenagressiefengewelddadiggedragonderjongeren.Jongerendiealcoholgebruikenzijnzowelvakerdaderalsslachtoffervangeweld.
• Meisjes zijn mogelijk gevoeliger voor de negatieve effecten op de hersenen danjongens.Ookblijkenvrouwennabingedrinkenmeerbetrokkentezijnbijvechtpar-tijen dan mannen.
• Ook rapporteren jongens enmeisjes van 12-15 jaar die binge drinken vaker eenslechte geestelijke gezondheid, met onder andere meer gevoelens van angst endepressie(Theunissenetal.,2011).
SterfteHettotaleaantalalcoholdodenvertoondeeenstijgendelijnvan1997totenmet2003.In2004waseengeringedalingwaarneembaarensindsdienishetaantalalcoholdodenminofmeerstabielgeblevenrondongeveer1700alcoholdodenperjaar.• VolgensdeDoodsoorzakenstatistiek vanhetCBS stierven in2010 in totaal 1739
mensendooroorzakenwaarbijalcoholexplicietwerdgenoemd,eendalingvaneenprocenttenopzichtevan2008(figuur7.11).
• In 2010 stond alcohol in 39 procent van alle alcoholgerelateerde sterfgevallen alsprimairedoodsoorzaakgenoemd;in61procentvandegevallenwasalcoholgebruikdesecundairedoodsoorzaak.
• Afhankelijkheidenanderepsychischestoornissendoorgebruikvanalcoholvormdenin2010debelangrijkstedoodsoorzaak(63%)binnendealcoholgerelateerdesterfte,gevolgddooralcoholischeleverziekten(31%).
• Alcoholsterftekwamhetmeestvoorindeleeftijdsgroepvan60totenmet64jaar(figuur7.12).Demeesteoverledenenwarenman(76%).
• Debijdragevanalcoholgebruikaandesterftewordtnietaltijdherkend.Bovenstaandecijfersweerspiegelendaaromnietdehelewerkelijkheid.
2217 Alcohol
Figuur 7.11 Sterfte aan alcoholgerelateerde aandoeningen, vanaf 1997
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
1053
686
710 750 774 809 888 928 1090 1029 1003 1009 956 959 1037
686 744 783 820 906 826 796 722 771 733 740 765 724
Aantal
Secundair
Primair
Aantal sterftes: ICD-10 codes F10, G31.2, G62.1, I42.6, K29.2, K70.0-4, K70.9, K86.0, X45*, X65*, Y15*,
T51.0-1 (* alleen opgenomen indien als complicatie T51.0-1 is vermeld). Voor een verklaring van de codes:
zie bijlage C. Primaire doodsoorzaak: de ziekte of de gebeurtenis waarmee het proces van gebeurtenissen
die tot de dood hebben geleid, in gang is gezet. Men spreekt hierbij wel van de onderliggende ziekte of
het grondlijden. Secundaire doodsoorzaak: gevolgen of complicaties van de primaire doodsoorzaak, evenals
andere ziekten die tijdens het overlijden aanwezig waren en soms tot de dood hebben bijgedragen. Bron:
Doodsoorzakenstatistiek, CBS.
222 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 7.12 Sterfte door alcohol (primair en secundair) onder mannen en vrouwen per leeftijdsgroep.
Peiljaar 2010
50
100
150
200
250
300
350
400
<40 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75+
11 13 21 61 59 81 64 43 68
40 42 83 149 229 261 190 138 186
Aantal
Leeftijd
Vrouw
Man
Aantal sterfgevallen. ICD-10 codes: F10, G31.2, G62.1, I42.6, K29.2, K70.0-4, K70.9, K86.0, X45*, X65*,
Y15*, T51.0-1 (* alleen opgenomen indien als complicatie T51.0-1 vermeld is). Voor een verklaring van de
codes: zie bijlage C. Bron: Doodsoorzakenstatistiek, CBS.
7.8 Aanbod en markt
Onderzoek van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) toont aan dat schadedooralcoholkanworden teruggedrongendoordeprijsvanalcoholischedranken teverhogen en de verkrijgbaarheid te verminderen (WHO, 2009). Van alle EuropesejongerenvindenNederlandsejongerenhetechterhetmeesteenvoudigomaanalcoholtekomen,zowerdhiervoor(§7.5)algeconstateerd.• AlcoholisinNederlandwijdverkrijgbaarinlevensmiddelenzaken,slijterijenendehoreca.• VolgensdeDrank-enHorecawetmogenaanjongerenbenedendezestienjaargeen
zwak-alcoholhoudendedrankenwordenverkocht.• Vergelekenmetderestvandewereld,hanteertNederlandhiereenrelatieflageleef-
tijdsgrens.Vande147 landendieaandeWHOrapporteerdenoverhunbeleidtenaanzienvandebeschikbaarheidvanalcoholhaddenongeveertien landendegrensvoorbierenwijnop16jaarliggen.Deoverigelandenhanteerdenleeftijdsgrenzenvan18jaar(bijna100landen)ofhoger(ongeveer20landen)(WHO,2011).
• VoorsterkedrankgeldtinNederlandeengrensvanachttienjaar,netalsinhetmeren-deelvandelanden(WHO,2011).
2237 Alcohol
UiteenlandelijkonderzoeknaardenalevingvanleeftijdgrenzenbjialcoholverstrekkingblijktdatalcoholinNederlandinruimematebeschikbaarisvoorjongerenonderde16jaar(VanHoofetal.,2011).NalevingvandeDrank-enHorecawetdoorverkopersinsupermarkten,slijterijen,horeca,cafetaria’s,sportkantineseninhetthuisbezorgkanaalisnogsteedsonvolledig.• Voorditonderzoekdeden58jongerenvan14en15jaarmeteengemiddelduiterlijk
in totaal 1 338 aankooppogingen van alcoholhoudende dranken in verschillendetypenverkooppuntendoorhetheleland.
• Bijmeerdandehelftvandegevallen(56%)isgeenpoginggedaanomdeleeftijdvandeklantvasttestellen.
- inhetthuisbezorgcircuitisgeenenkelekeernaareenidentiteitsbewijsgevraagd - insportcaféswerdinslechtszesprocentvandegevallendeleeftijdgeverifieerd - uitgaansgelegenhedenzoalscafés,discothekenencafetaria’svroegenin29procent
om een identiteitsbewijs - desupermarktencontroleerdendeleeftijdvandeklantin61procentvandegevallen - deslijterijencontroleerdenbijzwakalcoholhoudendedrankenin56procentdeleeftijd
enbijsterkedrankintweederde(66%)vandegevallen(VanHoofetal.,2011).
De ‘Monitor alcohol verstrekking jongeren’ houdt via een “mysteryshop”-onderzoeksinds1999elketweejaarbijinhoeverredeleeftijdsgrenzenuitdeDrank-enHorecawetwordennageleefd(Bielemanetal.,2010).• Het laatste onderzoek vond plaats in 2009 en werd uitgevoerd in meer dan 25
gemeentenonderongeveer3000jongerenvan13totenmet17jaaren531onder-nemingen(horecaondernemingen,slijterijen,levensmiddelenzaken).
• Dematewaarindrinkendejongerenerinslagenomzelfhundrankillegaalintekopen,wordtbepaalddoortweefactoren.Indeeersteplaatshangtditafvandematewaarindejongereneenkooppogingdoen.Uitdemonitorblijktdathetpercentagejongerendatzelfweleensalcoholhoudendedrankprobeerttekopensinds2001isafgenomen(tabel7.11).
• Inde tweedeplaatshangtdematewaarindrinkende jongerenerin slagenomzelfhundrank illegaal in tekopenafvande reactievandeverkoper.Dezebepaaltdeslaagkansomdeillegaleaankoopdaadwerkelijkdoortezettenzodradejongereneenkooppoginghebbengestart.Uitdemonitorblijktdatdeslaagkansonverminderdhoogis(tabel7.11).Deslaagkansisbijmeisjesgroterdanbijjongens.
• Dankzij de afname inhet aantal bestel- en kooppogingendoor jongeren is er eendalende trend in het aantal jongeren dat in horeca, slijterij of levensmiddelenzaakonderdetoegestaneleeftijdalcoholkooptofbestelt.
224 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 7.11 Percentage van de alcoholdrinkende jongeren met in de afgelopen maand bestel- of
kooppoging van zwak-alcoholhoudende drank of sterke drank onder de toegestane
leeftijdsgrens, en slaagkans. Peiljaren 2001 en 2009
Bestel- of kooppoging Slaagkans
Verkooppunt 2001 2009 2001 2009
Zwak-alcoholhoudende drank
Horeca 38% 13% 94% 96%
Slijterij 4% 1% 91% 87%
Levensmiddelenzaak 13% 3% 91% 95%
Sterke drank
Horeca 32% 7% 97% 98%
Slijterij 4% 2% 94% 93%
Levensmiddelenzaak - - - -
Percentage van de alcoholdrinkende jongeren. Cijfers over zwak-alcoholhoudende dranken betreffen
jongeren van 13 tot en met 15 jaar; cijfers over sterke drank betreffen jongeren van 16 en 17 jaar. In
levensmiddelenzaken wordt geen sterke drank verkocht. Bron: Intraval.
Ookuit lokaalenregionaalonderzoekblijktdatde leeftijdsgrenzenuitdeDrank-enHorecawetoverhetalgemeenslechtwordennageleefd.• ResultatenvanonderzoekinZuidoostBrabant(gehoudenin2006,2007,2008,2009
en2011) latenziendatdenalevingvandedrank-enhorecawet insupermarkten,uitgaansgelegenhedenensportkantinesrecentelijkietsisverbeterd.In2011werden217pogingenondernomenomalcoholtekopendoorjongerenvan15jaar(zoge-heten‘mysteryshoppers’,diedeelnamenaanhetonderzoek)(www.ljnf.nl,2011).
- Indehorecaslaagde86procentvandeaankooppogingen(was99%in2009) - Insportkantineskreeg85procentvandemysteryshoppersalcohol(was88%in
2009) - Indesupermarktlukte68procentvandeaankooppogingen(was71%).• EenmysteryshoppingonderzoekvanSTAPendeUniversiteitTwenteinRegioFood-
Valley(Barneveld,Ede,Nijkerk,Renswoude,Rhenen,Scherpenzeel,VeenendaalenWageningen)indezomervakantiemaandenvan2011toondedatalle20aankooppo-gingenvanzwakalcoholhoudendedrankdoor15-jarigenjongerenopevenementensuccesvolverliepen(Frankenetal.,2011).Hetonderzoekisbedoeldalsnulmeting.Eriseenaanscherpingvanhetevenementenbeleidafgesprokenenovereenjaarzalin een vervolgmysteryshoponderzoekwordengeëvalueerd of deze aanscherpingeffectheeftgehad.
Omdatdemogelijkhedenomalcoholthuisbezorgdtekrijgennaeenbestellingviahetinternetofper telefoongroeien, is in2011denalevingvande leeftijdsgrenzendoordeze leveranciers in enkele plaatsen onderzocht (De Bruijn en Van denWildenberg,2011).
2257 Alcohol
• Onder bierkoeriers bleekdenaleving vandewettelijke leeftijdsgrens nihil (alle 21bestelpogingenvan15-jarigejongerenslaagdenzonderproblemen).
• Demeerderheidvandebierkoeriers(26vande30)bleeknietdeintentietehebbenomdeDrank-enHorecawetnateleven.Zijzagenbijvoorbeeldinwederverstrekking(vaneenouderpersoonaaneenjongereonder16jaar)vaakgeenprobleem.
• Hoewelermomenteelnogweinigjongerenonlinealcoholbestellen,waarschuwendeonderzoekersvoordemogelijkheiddatdeaankoopviahetinternetkantoenemenbijeenstrengerenalevingvandeleeftijdsgrenzeninsupermarktenhoreca.Bijalcohol-verkoopviahetinternetiscontroleopnalevingvandeleeftijdsgrensechtervrijwelonmogelijk.
Accijns• In 2010 bedroeg in Nederland de accijns voor een liter gedistilleerd (35 procent
alcohol)5,26euro,vooreenliterwijn71eurocentenvooreenliterbier33eurocent.• De accijns voor bier is in 2009met 30 procent verhoogd.De accijns voorwijn is
in 2008 en 2010 verhoogd,maar de accijnstarieven op sterke drank zijn in 2010verlaagd,van17,75europerprocentalcoholnaar15,05europerprocentalcohol.
• Vooreenglasbiervan0,25literbetekentditachteurocentaccijns,vooreenglaswijnvan0,1literzeveneurocentenvooreenglasgedistilleerdvan0,035liter18eurocent.
• In2010bedroegdeaccijnsopbrengstvoorbier inNederland385miljoeneuro,deopbrengstvanwijnaccijnsentussenproductenwas296miljoeneuroendeaccijns-opbrengstvangedistilleerdbedroeg317miljoeneuro(bron:MinisterievanFinancien).
• LidstatenvandeEUvoereneenverschillendaccijnsbeleid(tabel7.12).Detarievenlopensterkuiteen.Verschillendewijnproducerendelandenheffeninhetgeheelgeenaccijnsopwijn.DeNederlandseaccijnstarievenvoorwijnengedistilleerdbehorentotdemiddenmoot;voorbierzijndeaccijnstarieveninNederlandrelatiefhoog.
• Onderzoeklaatziendatwanneerdealcoholaccijnzenwordenverhoogd,deconsumptiedaalt, inclusief het problematischdrinken ende alcoholgerelateerde schade (STAP,2011a).Zulkemaatregelenzijnechteralleeneffectiefalsdeprijsverhoginggeldtvooralleproducten,zowelindehorecaalsvoorthuisconsumptie,energeen“ontsnap-pingsmogelijkheden”zijn(zoalsverkooponderdekostprijs,prijsactiesofomvangrijkeillegaleproductievanalcohol).
226 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 7.12 Accijnstarieven op alcoholhoudende dranken in een aantal lidstaten van de Europese Unie.
Peildatum juli 2011
Lidstaat BierI WijnII GedistilleerdIII
Zweden 18 234 1904
Ierland 16 262 1 090
Finland 26 283 1 379
VerenigdKoninkrijk 21 278 1 030
Denemarken 7 82 704
België 2 47 613
Nederland 33 71 526
Frankrijk 3 4 530
Griekenland 3 0 858
Duitsland 1 0 456
Luxemburg 1 0 364
Portugal 18 0 361
Oostenrijk 2 0 350
Spanje 10 0 291
Italië 2 0 280
Bedragen in euro per hectoliter productie. I. vanaf 0,5 volumeprocent alcohol, >11º <=15º Plato. II. niet-
mousserende wijn, <15% vol. III. accijns voor gedistilleerd wordt berekend per volumeprocent alcohol; hier
zijn de accijnzen voor 35 volumeprocent alcohol opgegeven. Bron: European Commission (2011a).
2278 Tabak
8 Tabak
Tabakwordtgemaaktuitdegedroogdebladerenvandetabaksplant(Nicotiana).Tabakwordtdoorgaansgerooktineensigaret,sigaarofpijpenzeldengesnovenofgepruimd.
Consumenten ervaren tabak als stimulerend (verbetering concentratievermogen) enrustgevend. Nicotine, het belangrijkste psychoactieve bestanddeel van tabak, is eenverslavende stof. Bij regelmatig gebruik treedt gewenning op en tolerantie. Bij hetinhalerenvantabaksrookkomenverschillendestoffenvrij,zoalsnicotine,teerenkool-monoxideentalvanandereproductendieschadelijkzijnvoordegezondheid.
8.1 Laatste feiten en trends
Debelangrijkstefeitenentrendsovertabakindithoofdstukzijn:• Het percentage (dagelijkse) rokers in de algemene bevolking is in 2010 en 2011
verdergedaald(§8.2).• Degemiddeldeverkoopvantabakperrokerbleeftussen2005en2008ophetzelfde
niveau,maarnamduidelijkafin2009.In2010zettedeafnamedoor(§8.2).• Onderhoogopgeleiden ishetaantal rokerssterkerafgenomendanonder laagen
middelbaaropgeleiden,hoewelzichin2011eendalingonderalleopleidingsniveauslijktvoortedoen(§8.2).
• Het percentage scholieren van het regulier voortgezet onderwijs dat ooit heeftgerooktdaaldevan2003naar2007enstabiliseerdein2011.Hetpercentageactueleendagelijkserokersbleefindezeheleperiodeophetzelfdeniveau(§8.3).
• ScholierenvanhetVMBO-rokenhetmeest,enscholierenvanhetVWOhetminst(§8.3).
• MethetrokenonderscholierenscoortNederlandbinnendeEUbovenhetgemiddelde(§8.4).
• Hetaantalmensendataanlongkankerdoorrokenoverlijdt,vertoonteenstijgendelijn(§8.6).
• Delichtedalingtussen2000en2005indetotalesterfteinverbandmetrokenheeftzichtussen2005en2010nietvoortgezet(§8.6).
• Rookverbodenwordenin2011indemeestehorecagelegenhedennageleefd,behalveincafésendiscotheken(§8.7).
228 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
8.2 Gebruik: algemene bevolking
Indejarenzestigenzeventigwasrokengebruikelijk,vooralondermannen.Vanafeindjarenzestigtotbegin jarennegentignamhetpercentagerokersflinkaf.Dedaling isdaarnaafgezwakt.Diversepeilingenmetenhetpercentagerokersindebevolking.Doorverschilleninonderzoeksmethodenenleeftijdgroepenkunnendeuitkomstenvandezepeilingenverschillen.
PeilingenvanhetContinuOnderzoekRookgewoonten (COR),uitgevoerddoorTNSNIPOinopdrachtvanSTIVORO(2011a;2012a),wijzenopeenafvlakkendedalingvanhetpercentagerokersinhetafgelopendecennium(tabel8.1).• Tussen2004en2010schommeldehetpercentagemensendatweleensrooktinde
bevolkingvan15jaarenoudertussende27en28procent.In2011isereendalingtotonderde25procent.
• Hetpercentagedagelijkserokersnaminhetafgelopendecenniumgeleidelijkaf.In2011wasminderdaneenofdevijfNederlanderseendagelijksroker.
• In2011wasbijna32procentvandemensenvanvijftienjaarenoudereenex-rokeren44procenthadnooitgerookt.
• Omgerekendnaardebevolkingvanvijftienjaarenouderwarenerin2011intotaal3,4miljoenmensendierookten.
• Deklooftussenmannenenvrouweniskleinergeworden(tabel8.1).Vrouwendieroken,rokenvrijwelevenveelalsmannendieroken.Rokendemannenrokengemid-deld14,5enrokendevrouwenrokengemiddeld13,9sigarettenofshagjesperdag.
• In de leeftijdsgroepen vanaf vijftien tot enmet 64 jaar ligt het percentage rokersongeveerevenhoog(figuur8.1).Ouderenvanaf65jaarzullenvakervanwegeziektegedwongenzijntestoppenmetroken.
2298 Tabak
Tabel 8.1 Rokers in Nederland onder mannen en vrouwen van 15 jaar en ouder naar ‘rookt wel eens’
en ‘rookt dagelijks’, vanaf 1970
Jaar Rookt wel eens Rookt dagelijksMannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal
1970 75% 42% 59%1975 66% 40% 53%1980 52% 34% 43%1985 43% 34% 39%1990 39% 31% 35%1995 39% 31% 35%1996 39% 32% 35%1997I 36,7%I 30,3%I 33,4%I
1998 37,4% 30,1% 33,7%1999 37,2% 30,6% 33,9%2000 36,8% 29,3% 32,9% 34.4% 27,0% 30,6%2001II 33,2%II 27,2%II 30,2%II 27,6% 22,9% 25,2%2002 34,0% 27,6% 30,7% 28,3% 23,1% 25,6%2003 32,8% 27,2% 29,9% 26,8% 23,3% 25,0%2004 30,8% 25,2% 27,9% 25,5% 21,4% 23,4%2005 31,1% 24,5% 27,7% 25,7% 20,8% 23,2%2006 31,4% 25,0% 28,2% 25,6% 20,9% 23,2%2007 30,5% 24,5% 27,5% 25,3% 20,6% 22,9%2008 29,8% 23,8% 26,7% 24,3% 20,3% 22,2%2009III 29,5% 25,9% 27,7% 22,4% 20,7% 21,6%2010 28,5% 26,0% 27,2% 21,7% 20,5% 21,1%2011 26,8% 22,6% 24,7% 20,1% 17,2% 18,7%
Percentage personen dat ‘wel eens rookt’ en ‘dagelijks rookt’. I. Vanaf 1997 zijn de percentages beschikbaar
met één cijfer achter de komma. II. In 2001 is de onderzoeksmethode gewijzigd: van een persoonlijk inter-
view met een enquêteur thuis naar het invullen van een vragenlijst via modem of internet. III. In 2009 is
de onderzoeksmethode weer gewijzigd: vanaf dat jaar wordt de steekproef op individueel niveau getrokken
in plaats van op huishoudensniveau. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn geweest op de uitkomsten.
Bron: Continu Onderzoek Rookgewoonten (COR), TNS NIPO in opdracht van STIVORO.
• In het Nationaal Programma Tabaksontmoediging 2006-2010was de doelstellingopgenomenomhetpercentagerokersinNederlandterugtedringenvan28procentin2005naar20procentin2010(T.K.22894-114).In2011washetpercentagerokersdrie procent onder het niveau van 2005 gezakt (24,7%). In de preventienota uit2011, ‘Gezondheid dichtbij’ (T.K.32793-2), wordt vooral ingezet op jongeren omhenvanhetrokenaftehouden.Erwordengeenstreefcijfersoftermijnenvoorhetpercentagerokersgenoemd.
230 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 8.1 Percentage rokers in Nederland naar leeftijdsgroep. Peiljaar 2011
10
20
30
40
50
15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-74 >75
%
24 31 27 29 28 25 29 28 26 23 16 10Percentage rokers
Leeftijd
Bron: Continu Onderzoek Rookgewoonten (COR), TNS NIPO in opdracht van STIVORO.
In1997,2001,2005en2009vondenpeilingenplaatsnaarhetmiddelengebruikviahetNationaalPrevalentieOnderzoek(NPO)(Rodenburgetal.,2007;VanRooijetal,2011).• VolgenshetNPOishetpercentagemensenindebevolkingvan15totenmet64
jaardatooitheeftgerooktgedaaldvan70procentin1997naar68procentin2001en62procentin2005.In2009vondereenverderedalingplaatsnaar60procent.
• Hetaantaldagelijkserokersbleeftussen1997en2001ophetzelfdeniveau(35%en34%)endaaldein2005(27%).Tussen2005en2009namhetpercentagedagelijkserokersverderafnaar25procent.
ViadeGezondheidsenquêteverzamelthetCBSjaarlijkscijfersoverrokenindebevolkingvantwaalfjaarenouder.• Tussen 2001 en 2005 daalde het percentage rokers van 33,3 procent naar 29,5
procent. Daarna volgde in 2008 een daling naar 27,6 procent. In 2009 was hetpercentagesrokersnogietslager,namelijk27,1procent.In2010daaldehetpercen-tagestatistischsignificantnaar25,6procent.(CBS,2012a).
• Decijfersover2010vanSTIVOROenhetCBSoverrokersvan16jaarenouderliggenallebeiindebuurtvande27procent:hetCBSvindt26,8procentenSTIVOROvindt27,4procentactuelerokers.
Sociaaleconomische verschillen in rokenGegevensvanSTIVOROlatenziendathoogopgeleidenmindervaakrokendanlagerenmiddelbaaropgeleiden.• In2011was18procentvandehoogopgeleideneenrokertegenover29procentvan
delaagopgeleiden.
2318 Tabak
• Dedalinginhetrokeninhetafgelopendecenniumwasookhetgrootstonderhoog-opgeleiden,hoewelzich in2011eenvergelijkbareafnameonderalleopleidingsni-veaus lijktvoor tedoen(figuur8.2).Rokenvormteenbelangrijkeoorzaakvandetoenemendesociaaleconomischegezondheidsverschillen.
Figuur 8.2 Percentage rokers naar opleidingsniveau in de bevolking van 15 jaar en ouder, vanaf 2001
2001
33
30
25
2002
33
30
26
2003
33
30
24
2004
32
27
21
2005
31
28
21
2006
31
29
22
2007
31
28
21
2008
29
27
20
2009
32
30
20
2010
32
29
20
2011
29
26
18
%
Laag opgeleid
Middelbaar opgeleid
Hoog opgeleid
15
20
25
30
35
40
Laag opgeleid = basisonderwijs, LBO, MAVO,VMBO; Middelbaar opgeleid = MBO, HAVO, VWO; Hoog
opgeleid = HBO of universiteit. Bron: STIVORO.
Zwaar rokenVolgenshetCBSishetpercentagezwarerokersdeafgelopenjarenmindergeworden.Eenzwarerokeriseenpersoondietwintigofmeersigarettenen/ofshagjesperdagrookt.• In2010rookte4,9procentvandebevolkingvantwaalfjaarenoudertwintigofmeersiga-
rettenperdag,6procentvandemannenen3,9procentvandevrouwen5. In 2009 was het percentagezwarerokersnog6,3procent.Hetpercentagelaghethoogstindeleeftijdsgroepvan50–55jaar(7,9%).Indehelebevolkingzijnerongeveerzevenhonderdduizendzwarerokers.In2001laghetpercentagezwarerokersnogop9,8procent(CBS,2011a).
• Onderderokerslagin2010hetpercentagezwarerokersop19,2procent.Indit2009wasditnog23procentenin2000wasnog35procentvanderokerseenzwareroker(www.cbs.nl).
5In2010heefthetCBSdeonderzoeksmethodegewijzigdmaareennadereanalysesuggereertdatdezegeensignificantegevolgenhadvoordevergelijkbaarheidvanhetpercentagerokersin2009(Wongetal.,2011).Dedalinginhetpercentagezwarerokersin2010zoumogelijkkunnensamenhangenmetdehogereresponsonderhoogopgeleidenin2010.Eennadereanalyselietechterziendatdedalingzichonderalleopleidingsniveausvoordeed.
232 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Verkoop van tabakDeverkoopvantabakgeefteen indicatievandematewaarintabakwordtgebruikt.Tegenoverdeverminderingvanhetaantalrokersstondindejarenzeventigeentoenamevanhet verbruik van tabakper roker (tabel 8.2).De verkoopper roker per dag lagtussen2000en2010opgemiddeldnegentiensigarettenofshagjes(www.stivoro.nl).• In2010lagditaantallager,namelijkgemiddeldzestieneneenhalvesigaretofshagje
perdagperroker.• Indat jaargingen inNederland22,5miljardsigarettenenshagjes in rookop,een
dalingvan0,5miljardtenopzichtevan2008(tabel8.2).• Shagheeftsinds1990meeraanpopulariteitingeboetdansigaretten.
Tabel 8.2 Verbruik van sigaretten en shag in Nederland, vanaf 1967
Jaar Aantal sigaretten(miljard)
Aantalshagjes(miljard)
Totaalaantal(miljard)
Gemiddelde verkoop per roker per dagI
1967 16,6 9,1 25,7 12,91970 18,7 9,9 28,6 14,01975 23,9 13,1 37,0 18,61980 23,0 13,9 36,9 21,31985 16,3 17,9 34,1 20,71990 17,3 16,6 33,9 22,41995 17,2 14,4 31,6 20,12000 16,7 13,7 30,4 19,92001 16,3 12,4 28,7 20,12002 16,9 13,2 30,1 20,52003 17,0 13,1 30,1 20,92004 14,8 12,1 26,9 20,02005 13,5 11,1 24,6 18,32006 14,1 10,9 25,0 17,92007 15,2 10,8 26,0 18,32008 14,9 10,3 25,2 18,42009 13,4 9,6 23,0 16,92010 13,1II 9,4 22,5 16,6
I. Gemiddeld aantal sigaretten of shagjes. II. Schatting op grond van aandeel sigaretten in 2009. Bron:
STIVORO (www.stivoro.nl), CBS, Ministerie van Financiën.
2338 Tabak
8.3 Gebruik: jongeren
Verschillende landelijke bronnen monitoren het rookgedrag van jongeren. Het Peil-stationsonderzoekscholierenwordtelkevierjaardoorhetTrimbos-instituutuitgevoerden verzamelt cijfers overmiddelengebruik (o.a. roken) van scholieren van 10 tot enmet18jaar.Delaatstemetingwasin2011(Verdurmenetal.,2012).DeRokenJeugd-monitorverzameltjaarlijksinopdrachtvanSTIVOROgegevensoverrookgedragonderjongerenvan10totenmet19jaar(STIVORO,2011b).
Figuur8.3toontdetrendsinhetpercentagerokersonderscholierenvanhetvoortgezetonderwijsvan12-18jaarvolgensdePeilstationsonderzoekenscholieren.• VolgenshetPeilstationsonderzoekdaaldehetpercentagescholierenvanhet ‘regu-
liere’voortgezetonderwijsdatooithadgerookttussen1996en2007van59naar39procent(figuur8.3).In2011wasditpercentagenogietslager(36%)maarhetverschilmet2007wasnietstatistischsignificant.
• Hetpercentageleerlingendatindeafgelopenmaandnoghadgerooktdaaldevan30procentin1996naar20procentin2003enisin2007en2011op19procentblijvensteken.
• Hetpercentageleerlingendatdagelijksrooktistussen2007en2011ookongeveergelijkgebleven,namelijk7procent.
Figuur 8.3 Roken onder scholieren van 12 tot en met 18 jaar, 1988 - 2011
10
0
20
30
40
50
60
70
1988
55 55 59 55 45 39 36
23 26 30 27 20 19 19
12 15 17 14 9 7 7
1992 1996 1999 2003 2007 2011
%
Ooit
Actueel
Dagelijks
Percentage rokers ooit in het leven, in de laatste maand vóór de peiling (=actueel) en dagelijks.
Bron: Peilstationsonderzoek Scholieren, Trimbos-instituut.
234 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
De gegevens van de Roken Jeugdmonitor wijken enigszins af van die van de Peil-stationsonderzoekenonderscholieren(figuur8.5).• IndeRokenJeugdmonitorvanSTIVOROliggendepercentagesooit-rokersendage-
lijkserokershoger.Ditkankomendoordataandezemonitorookjongerendeelnemendiegeenscholierzijnenonderdezeniet-scholierenligthetpercentagerokershoger.Deneerwaartse trend lijktechterook te stagneren in2005. In2011 iserweleenduidelijkeafnamebijbeidecategorieën.
• VolgenscijfersuithetContinuOnderzoekRookgewoonten(COR)vanSTIVORObleefhetpercentageactuelerokersonderjongerenvan10totenmet19jaartussen1994en2002stabiel(tussen28%en31%).Tussen2004en2010schommeldendepercentagestussen21en24procent.In2011laghetpercentagevoorheteerstop20procent(STIVORO,2012b).
Figuur 8.4 Percentage rokers, ooit en dagelijks, onder jongeren van 12 tot en met 16 jaar, vanaf 2001
10
20
30
40
50
60
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
%
2010
50 54 49 46 43 41 41 40 39 38 35
15 18 12 13 12 12 12 14 12 11 9
2011
Ooit gerookt
Rookt dagelijks
Percentage rokers, ooit en dagelijks. Bron: Roken Jeugdmonitor, STIVORO (2012a).
Leeftijd en geslachtMetrokenwordtalvroegbegonnen.• Eenopdevijfentwintig(4%)leerlingenvangroep7en8vandebasisschoolheeft
ooitgerookt(Verdurmenetal.,2012).In2003wasdatnogeenopdenegen(11%).• Tussenhettwaalfdeenzestiendelevensjaarisereenforsetoenamevanhetaantal
jongerendatervaringheeftmetroken(figuur8.5).• In2011rooktevijftienprocentvande16-jarigeninhetvoortgezetonderwijsdagelijks.• Watmeerjongensdanmeisjeszijndagelijksroker(8,5%en6,3%)maarhetverschil
isnietstatistischsignificant.Ditgeldtvooralleleeftijdsgroepen.• Erzijnaanwijzingendathetrookgedragvanjongerenmeerwordtbeïnvloeddoorimitatie
(passief)vanleeftijdsgenotendandoorgroepsdruk(actief)(Harakeh&Volleberg,2012).
2358 Tabak
Figuur 8.5 Roken naar leeftijd onder scholieren van 10 jaar en ouder. Peiljaar 2011
10
0
20
30
40
50
60
BO
4 11 21 33 46 55 55
1 4 9 16 25 32 30
0 1 2 5 10 15 16
12 jr 13 jr 14 jr 15 jr 16 jr 17-18 jr
%
Ooit
Actueel
Dagelijks
Percentage rokers ooit in het leven, actueel (laatste maand) en dagelijks. BO = Basisonderwijs. Bron: Peilsta-
tionsonderzoek scholieren, Trimbos-instituut.
Schoolniveau en etnische afkomst• In2011washetpercentagedagelijkserokershethoogstonderscholierenvanhet
VMBO-p/t (11%) en het laagst onder scholieren van het VWO (4%). Voor hetVMBO-t/hendeHAVOlagenpercentageshiertussenin(respectievelijk7%en9%)(Verdurmenetal2012).
• Er zijn weinig verschillen in percentage rokers tussen autochtone en allochtoneleerlingen.AlleenMarokkaanseleerlingenvan12-18jaarhebbenbeduidendminderervaringmethetrokenvaneensigaretdanautochtoonNederlandsescholieren(16%versus36%)enzijzijnookmindervaakactueelroker(5%versus19%)endagelijksroker(<1%versus8%).
Speciaal onderwijsTabel8.3 toontdepercentagesactuele rokersendegemiddeldeaantallensigarettenperdagvoorleerlingenvanhetspeciaalonderwijsinvergelijkingmetleerlingenvanhetregulieronderwijs(Kepperetal.,2009a).• Hetpercentageleerlingendatindelaatstemaandheeftgerooktisveruithethoogst
opREC-4scholen,29procentonderde12-13jarigen,47procentonderde14-15jarigen en 59 procent onder de 16 jarigen. In de leeftijdsgroep 12-15 jaar is hetpercentageactuelerokersinhetpraktijkonderwijsenophetlwooookhogerverge-lekenmethet regulieronderwijs,maar lagerdanopdeREC-4scholen.Overigensmaken leerlingen van de REC-4 scholen maar een tot twee procent uit van alleleerlingeninhetvoortgezetonderwijs(ziebijlageF).
• ActuelerokersvanREC-4scholenrokengemiddeldperdagookdemeestesigaretten.
236 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 8.3 Roken onder leerlingen van 12 tot en met 16 jaar van het speciaal en regulier onderwijs,
naar leeftijdsgroep
Actuele rokers (%) Gemiddeld aantal sigaretten per dag
Schooltype 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar 12-13 jaar 14-15 jaar 16 jaar
Speciaal
REC-4I 29% 47% 59% 11 13 14
ProII 15% 31% 30% 7 9 11
LwooIII 15% 30% 39% 5 11 11
Regulier 8% 22% 26% 3 6 6
Percentage actuele rokers (laatste maand) en gemiddeld aantal sigaretten per dag onder de actuele rokers.
Peiljaar voor het speciaal onderwijs is 2008. Peiljaar voor het regulier onderwijs is 2007. I. REC = Regionaal
Expertise Centrum. II. Pro = praktijkonderwijs. III. Lwoo = leerwegondersteunend onderwijs. Bronnen:
Trimbos-instituut, Universiteit Utrecht.
Speciale groepen Inbepaaldegroepenjongerenenjongvolwassenenwordtnaarverhoudingmeergerooktdanindegemiddeldebevolkingofonderscholierenvanhetreguliereonderwijs.Behalveom jongeren inhet speciaalonderwijs (ziehierboven)gaathetom specialegroepenzoalsuitgaandejongeren,jongerenindejeugdzorgenjongereninjustitiëleinrichtingen.
Uitgaande jongeren en jongvolwassenen• In2008/2009ishetmiddelengebruikonderzochtonderbezoekersvanelf landelijk
enregionaalgeorganiseerdegrootschaligeparty’s(>5000bezoekers)(VanderPoeletal.,2010).
- Vijfvandetienbezoekers(51%)waseenactueleroker(gerooktindeafgelopenmaand). - Tijdensdepartyrooktebijna47procentvandebezoekersgemiddeldvijftiensigaretten.• In hetzelfde onderzoek in 2008/2009 is het middelengebruik onderzocht onder
bezoekers(15tot35jaar)vanclubsendiscothekenin(middel)grotegemeenteninvijfregio’svanNederland:deregioNoord(Friesland,GroningenenDrenthe),Oost(OverijsselenGelderland),Midden(FlevolandenUtrecht),West (Noord-enZuid-Holland),enZuid(Zeeland,Noord-BrabantenLimburg).
- HetpercentageactuelerokerslaghethoogstinderegioWest(54%),gevolgddoorderegio’sNoord(51%),Zuid(50%),Oost(47%)enMidden(46%),maardezeverschillenwarennietstatistischsignificant.
- Vijfvandetienbezoekersvanclubsendiscotheken(51%)waseenactueleroker(gerooktindeafgelopenmaand).
- Tijdensdeuitgaansavond/nacht rookte46procentvandebezoekersgemiddeldtiensigaretten.
• Onder cafébezoekers in Amsterdam steeg het percentage actuele rokers van 45procent in2005naar54procent in2010(Benschopetal.,2011).HetpercentagedagelijkserokersonderdeAmsterdamsecafébezoekersdaaldeechterindezeperiodevan31naar26procent.
2378 Tabak
Jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen• In2008 is op landelijk niveauhet rokenonder12- tot enmet16-jarige jongeren
in de residentiële jeugdzorg onderzocht (Kepper et al., 2009a). Het percentageactuele rokers lag onder de 12-13-jarigen, de 14-15-jarigen en de 16-jarigen oprespectievelijk42,70en75procent.Tervergelijking:inhetregulieronderwijszijndepercentagesvoordezedrie leeftijdsgroepenrespectievelijk:8,22en26procent.Indezeleeftijdsgroepenrooktendeactuelerokersinderesidentiëlejeugdzorggemid-deld8,11en14sigarettenperdag.
• Gemiddeldhad82procentvandejongens(13-18jaar)injustitiëlejeugdinrichtingenindemaandvoorafgaandaanhunverblijfindeJustitiëleJeugdInrichting(JJI)gerookt(Kepper et al., 2009b). Gemiddeld rookten deze jongeren elf sigaretten per dag.Verschillenindagelijksrokentussendezejongensenhunleeftijdsgenoten(jongens)inhet reguliere voortgezetonderwijs zijngroot:46versus4procentonder13-14jarigen,76versus12procentonder15-16 jarigenen82versus21procentonder17-18jarigen.
8.4 Gebruik: internationale vergelijking
Algemene bevolkingInopdrachtvandeEuropeseCommissieheeftTNSOpinion&Socialin2009eenspecialesurveyuitgevoerdomdeprevalentievantabaksgebruikendehoudingvandeEuropeseburgerstenaanzienvantabaktepeilen:deSpecialEurobarometer332.Indebevolkingvan15jaarenouderwerdgekekennaarhetpercentagedatrookt(‘presentsmoker’),hetpercentagedatgestoptismetrokenenhetpercentagedatnooitgerooktheeft.Perlandwerdenongeveer1000personenondervraagd(alleeninDuitslandenhetVerenigdKoninkrijkmeer).In2006iseensoortgelijkesurveyuitgevoerd.Erzijngroteverschillentussendelidstaten(tabel8.4)(TNSOpinion&Social,2010).• VandeEU-15scoortGriekenlandhethoogstmet42procenthuidigerokers.Zweden
scoort het laagst met 16 procent rokers. Nederland bevindt zichmet 24 procentrokersindegroeplandenmethetminsteaantalrokers.
• InDuitsland,Italië,Nederland,FinlandenhetVerenigdKoninkrijkishetaantalrokerstussen2006en2009metvijfprocentafgenomen.DaarstaattegenoverdatinBelgiëhetaantalrokersmetvierprocentisgestegen.
• IndeEU-15ligthetpercentageex-rokershethoogst inNederland(33%)gevolgddoorZwedenenDenemarkenmet31procent.HetpercentagestoppersligthetlaagstinPortugal(13%).
• IndeEU-27ishetpercentagerokerstussen2006en2009gedaaldvan32procentnaar29procent.
238 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 8.4 Percentage rokers, ex-rokers en nooit-rokers van 15 jaar en ouder in de EU-15.
Peiljaren 2006 en 2009
Land Rokers (%)I Ex-rokers (%) Nooit gerookt (%)
2006 2009 2006 2009 2006 2009
Griekenland 42 42 17 14 41 44
Spanje 34 35 17 21 48 44
Oostenrijk 31 34 22 23 46 43
Frankrijk 33 33 24 26 43 41
Ierland 29 31 18 20 52 49
België 26 30 24 21 50 49
Denemarken 32 29 27 31 39 40
VerenigdKoninkrijk 33 28 24 25 44 47
Italië 31 26 16 16 51 57
Duitsland 30 25 24 26 45 49
Luxemburg 26 25 17 22 56 53
Nederland 29 24 30 33 40 43
Portugal 24 23 12 13 64 64
Finland 26 21 21 27 52 52
Zweden 18 16 29 31 46 53
I. Percentage ‘present time smokers’. Bron: Special Eurobarometer 332, Europese Commissie, TNS Opinion
and Social.
JongerenHet ESPAD onderzoek in 2011 (zie bijlage B) maakt een vergelijking mogelijk vanhet rookgedrag van vijftien- en zestienjarige scholieren in hetmiddelbaar onderwijsin Europa. Figuur 8.6 geeft voor 12 EU-lidstaten enNoorwegen gegevens over hetpercentageactuelerokersin2011(Hibelletal.,2012).• Van de vergeleken landen telt Frankrijk demeeste en telt Noorwegen deminste
rokersonderscholierenvanhetmiddelbaaronderwijs.• Nederlandscoortbovenhetgemiddelde.• Indehelftvandelandenrokenmeermeisjesdanjongens.• BijnaeenkwartvandeNederlandsescholieren(23%)zegtveertigkeerofmeerinhet
leventehebbengerookt.Ditpercentagevarieertvan10procentinNoorwegentot27procentinFinlandenFrankrijk.Hetgemiddeldevoor36deelnemendeEuropeselandenligtop21procent.
• Derangordevanlandenkansterkverschillentussendealgemenebevolkingenscho-lieren.Terillustratie,hetpercentage(actuele)rokersonderGrieksescholierenlijktindelagereregionentevallen(figuur8.6)terwijlhetpercentage(dagelijkse)rokersindeGrieksealgemenebevolkinghethoogstisvanalleEU-15landen(tabel8.4).
2398 Tabak
Figuur 8.6 Rokers onder leerlingen van 15 en 16 jaar van het voortgezet onderwijs in enkele lidstaten
van de Europese Unie en Noorwegen. Peiljaar 2011
Frankrijk
Italië
Finland
Duitsland (5 Deelstaten)
Nederland
Portugal
België (Vlaanderen)
Denemarken
Zweden
Ierland
Griekenland
Spanje
Noorwegen
10 20 30 40 50
%
Jongens Meisjes Totaal
Percentage dat de afgelopen maand heeft gerookt. Bron: ESPAD.
8.5 Hulpvraag en incidenten
Mensenmeteennicotineverslavingdoennietsneleenberoepopdeverslavingszorg.• In2010werden inde reguliereverslavingszorg251personenbehandeldvooreen
nicotineverslaving.Datis0,3procentvanhettotaalaantalpersonendatin2010indeverslavingszorgwerdbehandeld(Ouwehandetal.,2011).
• De verslavingszorg biedt soms (online) stopprogramma’s aan,maar niet op groteschaal.
Bijdehulpvraagvoortabaksverslavinggaathetinhoofdzaakomzelfzorgenhetzoekenvanhulpbijdehuisarts.
Wekelijkswordteenrepresentatievesteekproefvancirca200huishoudensinhetkadervanhetContinuOnderzoekRookgewoonten(COR)doorSTIVOROondervraagd.• Per jaar doet ongeveer een kwart van de rokers een poging om te stoppenmet
roken. In 2011 was dit 26 procent. In absolute aantallen gaat het om ongeveernegenhonderdduizendrokersdieperjaareenpogingdoenomtestoppenmetroken(Stivoro2011a,2012a).
240 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Vandegroepdiedeafgelopenjareneenstoppogingdeed,wasnaéénjaartussendevijfentwaalfprocentnogsteedsgestoptmetroken.
• Intotaalheeft61procentvanderokersooiteenserieuzestoppoginggedaan.Gemid-deldhebbendeactuelerokersinhetverleden2,2stoppogingenondernomen.Bijnadriekwartvanderokersbezoektjaarlijksminstenseenmaaldehuisarts.Jaarlijkskrijgt1opde5vanhenhetadviesomtestoppenmetroken.
• Indeperiodevan2001totenmet2011bleefhetpercentagestoppersdatbijhunstoppogingeenhulpmiddelgebruiktestabielop33procent.Bijnatweederdevanderokersstoptdusopeigenkracht(Nagelhoutetal.,2010).Devoornaamsteredenomeenstoppogingtedoenisbezorgdheidomdeeigengezondheid(STIVORO,2011a).
In2011werdenvandeStoppen-met-rokenprogramma’szowelgedragsmatigeonder-steuning (persoonlijke coaching; groepstrainingen of telefonische coaching) als detoevoeging van farmacologische ondersteuning (nicotinevervangers of medicijnen)vergoedvanuithetbasisverzekeringspakket.Vanaf2012wordtalleennogdegedrags-matigeondersteuningvergoed.• DegeactualiseerdeCBO-richtlijnBehandelingvanTabaksverslavinguit2009dientals
basisvoordebehandelingvannicotineverslaving(KwaliteitsinstituutvoordeGezond-heidszorg,2009).Dezerichtlijngeefteenactueeloverzichtvanbewezeneffectievestopondersteuning.
• Richtinggevend voor de zorginhoudelijke en organisatorische uitwerking van deStoppen-met-rokenprogramma’sisdezorgmodule‘Stoppenmetroken’vanhet‘Part-nershipstopmetroken’(Stc2011-12328).DitPartnershipheefteenkwaliteitsregistergeopendwaaringeaccrediteerdestoppenmetrokeninterventieszijnopgenomen.
• In2011deden37540verzekerdeneenberoepopeenvergoedingvoorgedragsma-tigeondersteuningbijstoppenmetrokenvooreenbedragvanruim8,1miljoeneuro(persoonlijkecommunicatieCVZ).
InhetLandelijk InformatieNetwerkHuisartsenzorg (LINH)vanhetNIVELzijnonderandere cijfers te vinden over het aantal kortdurende, langdurende en telefonischeconsultenvanpraktijkondersteunersindehuisartsenpraktijk.• In2009gingenper1000ingeschrevenpatiëntener8,5consultenovertabaksmis-
bruik. In totaal werden er door praktijkondersteuners in Nederlandmet personenouderdan15jaar115283gesprekkenoverhunrookprobleemgevoerd.
• Uitderegistratieblijktnietofdezegesprekkendevormvaneeneffectiefbewezengedragsmatigeinterventiehadden(www.nivel.nl/linh).
Hetgebruikvanontwenningsmiddelenisin2011gestegen.• Demarktvandenicotinevervangers–pleisters,kauwgomentabletten–steegvan
ietsmeerdanzestienmiljoeneurooverhetkalenderjaar2010naarbijnanegentienmiljoeneuroover2011(IMSHealth,2011).
• Hetaantalgebruikersvanbupropion(Zyban®)namafvan24000in2007naar13000gebruikersin2010,bijnaeenhalvering.
2418 Tabak
• Het gebruik van de antirookpil varenicline (Champix®), die in maart 2007 op deNederlandsemarktkwam,steegvan12000gebruikersin2007naar50000gebrui-kers in2010.Degebruikersontvingenelk ietsmeerdantweereceptenvoordezeantirookpil(StichtingFarmaceutischeKengetallen,2010).
ZiekenhuisopnamesZodra zich meer ernstige aandoeningen gaan voordoen die worden veroorzaakt ofverergerddoorroken,kaneenziekenhuisopnamenodigzijn.• Voorhetjaar2005wordtgeschatdaterongeveernegentigduizendklinischezieken-
huisopnamenplaatsvondenondermensenvan35jaarenoudervanwegerokengere-lateerdeziektes(Crutsetal.,2008).
• Ditisongeveer7,5procentvanhettotaleaantalziekenhuisopnamesindezeleeftijds-groep.
• Kankervande luchtwegen,hartziektenenchronische luchtwegobstructiekwamenhetmeestvooralsredenvooropname.
• Roken verhoogt de kans op ziekenhuisopname. Zware rokers van boven de 25jaar, zowelmannen als vrouwen,maken ongeveer 25 procentmeer kans op eenziekenhuisopnamedanniet-rokers.Ookex-rokershebbeneenrelatiefgrotekansopziekenhuisoname:16procentmeerbijmannenen9procentbijvrouwen(CentraalBureauvoordeStatistiek,2011c).
IncidentenHetNationaalVergiftigingenInformatiecentrum(NVIC)vanhetRIVMregistreertonderanderedeinformatieverzoekeninverbandmetvergiftigingendoortabak.• Indemeestegevallenzijnjongekinderentotenmetvierjaarhiervanhetslachtoffer
(zietabel8.5).Hetgaatdanmeestalomhetetenvansigarettenpeukenuiteenasbakdatbijeenkindkanleidentoteennicotinevergiftiging.
Tabel 8.5 Meldingen van blootstellingen aan tabak bij het Nationaal Vergiftigingen
Informatiecentrum, 2007-2011
Leeftijd 2007 2008 2009 2010 2011
0t/m4jaar 288 327 365 390 400
5t/m12jaar 9 6 12 4 12
13t/m17jaar 5 13 14 6 4
18t/m65jaar 32 37 32 43 40
>65jaar 10 8 14 3 16
Leeftijdonbekend 4 5 2 9 9
Totaal 448 396 439 455 481
Aantal informatieverzoeken per jaar gemeld via de 24-uurs telefoonlijn van het NVIC. Meldingen via de
website www.vergiftigingen.info (online sinds april 2007) zijn voor het eerst in 2008 meegeteld. Bron:
NVIC, RIVM (Van Velzen et al., 2011).
242 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
8.6 Ziekte en sterfte
ZiekteRokenwordtinverbandgebrachtmethart-envaatziekten,longziektenenkanker.• Uit tabel8.6blijktdat longkanker,COPD(ChronicObstructivePulmonaryDisease),
slokdarmkanker, strottenhoofdkanker en mondholtekanker overwegend door rokenwordenveroorzaakt.Zoveroorzaaktein2010hetroken91procentvandegevallenvanlongkankerbijdemannenen73procentvandelongkankergevallenbijdevrouwen.
• Vandevelevermijdbarerisico’sdieinvloedhebbenopdegezondheid,heeftrokendemeestedodentotgevolg(Danaeietal.,2009).
• Er zijn aanwijzingen dat blootstelling aan nicotine vóór het zestiende levensjaar totpermanenteaandachts-enimpulsiviteitsstoornissenkanleiden(Counotteetal.,2011).
Ookpassiefrokenkandiverseziektenveroorzaken.• Mensendiezelfnietroken,maarregelmatigmeerokenmeteenrokendepartner,hebben
eenverhoogdekansoplongkanker.Bijpassiefrokendevrouweniseenverhoogdrisicoop longkankergevondenvan twintigprocentenbijpassief rokendemannen is eenverhoogdrisicooplongkankergevondenvandertigprocent(Kawachi,2005).
• Naastlongkankerverhoogtmeerokenhetrisicoopandereziektenvandeademha-lingswegenzoalsastmaenbronchitis.Ookverhoogtmeerokenhetrisicoophart-envaatziektenenhersenbloedingen (Peters,2007).Dekansopeenacuuthartinfarctneemtmetvijftienprocenttoedoormeerdanéénuurperweekpassiefmeeteroken(Teoetal.,2006).
• Verderblijktuitinternationaalonderzoekdatinregio’swaareenrookverbodwordtingesteldindepubliekeruimten,alnaéénjaarhetaantalacutehartinfarctendoorpassiefrokenmetzeventienprocentisafgenomen(Meyersetal.,2009;LightwoodenGlantz,2009).
Op bepaalde aspecten van het rookgedrag zijn genetische invloeden aangetoond(Quaaketal.,2009):• of iemandmet roken begint wordt tussen de 40 en 75 procent door genetische
factorenbepaald;• ofiemanddiebegonnenismetrokendoorgaatmetrokenwordtvoortussende70
en80procentdoorgenetischefactorenbepaald;• of iemand met succes kan stoppen met roken wordt voor ongeveer 50 procent
bepaalddoorgenetischefactoren.
SterfteRokenisinNederlanddebelangrijksteoorzaakvanvoortijdigesterfte.• In2010overleden inNederland19214mensenvantwintig jaarenouderaande
directegevolgenvanroken(tabel8.6),ongeveerevenveelalsin2009.Tussen2000en2005deedzicheenlichtedalingvoorindesterftedoorroken(van20718naar18907sterftes),maardezetrendheeftzichtussen2005en2010nietvoortgezet.
2438 Tabak
• Per100duizendinwonersvantwintigjaarenouderbedroegdetotalesterftedoorroken152sterfgevallenin2010;in2000wasdatnog173sterfgevallen.
• VanallesterfgevalleninNederlandbijmensenvantwintigjaarenouderwasin2009veertienprocentdirecttewijtenaanroken(20%bijdemannenen9%bijdevrouwen).
• Dewerkelijke sterftediegerelateerd isaan roken ligthoger,omdatheteffectvanpassiefrokennogniet isverdisconteerd.De jaarlijksesterftedoormeerokenwordtgeschat op enkele duizenden gevallen door hartaandoeningen, enkele honderdengevallen door longkanker en een tiental gevallen van wiegendood (Hofhuis enMerkus,2005).
• Wereldwijdisnaarschattingéénopdehonderdsterfgevallenhetgevolgvanpassiefmeeroken. Jaarlijks sterven er in totaal naar schatting600000niet-rokers aandegevolgen van passief roken (Öberg et al., 2010). De sterfte ontstaat vooral doorhartziekten,luchtweginfecties,astmaenlongkanker.
Tabel 8.6 Sterfgevallen wegens enkele aandoeningen onder mannen en vrouwen van 20 jaar en ouder.
Peiljaar 2010I
Totale sterfte Sterfte door roken
Aandoening Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
Longkanker 6535 3677 5960(91,2%) 2667(72,5%)
COPD 3 307 2 735 2796(84,5%) 1871(68,4%)
Coronaire hartziekten
6004 4378 1634(27,2%) 544(12,4%)
Beroerte(CVA) 3483 5424 705(20,2%) 514(9,4%)
Hartfalen 2622 4289 446(17,0%) 207(4,8%)
Slokdarmkanker 1 199 443 952(79,4%) 273(61,6%)
Strottehoofd-kanker
173 36 141(81,5%) 28(77,8%)
Mondholtekanker 407 191 375(92,1%) 103(53,9%)
TotaalI 23 730 21 173 13008(54,8%) 6206(29,2%)
I. Per aandoening eerst afgerond op hele aantallen en vervolgens opgeteld. Percentages geven het aandeel
van roken aan de sterfte weer. Bron: RIVM.
Doordeterugloopvanhetrokenondermannentussen1960en1990daaldedesterfteaanlongkankerondermannenvanafhetmiddenvandejarentachtig.Ondervrouwen,diejuistmeerzijngaanroken,isdetrendomgekeerd(tabel8.7).• Dedalingtot2003onderdemannenzettezichindejarendaarnanietvoort.• De tegengestelde trends onder mannen en vrouwen hebben elkaar jaren lang in
evenwichtgehouden.Daardoorbleefdetotalesterfteaanlongkankerjarenlangvrijstabiel.Indeafgelopenjarendoetzichechtereenlichtestijgingvoor,diesamenhangtmet de stabilisering vande sterfte ondermannen ende toenameonder vrouwen(tabel8.7).
• Figuur8.5laatziendatdesterfteaanCOPDdoorrokenstabiliseert.
244 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• Desterftedooroverigeaandoeningen(hartfalen,slokdarmkanker,strottehoofdkankerenmondholtekanker)laateenlichtstijgendetrendzien.
• Desterfteaancoronairehartziektenenberoertedoorrokenlaateendalendetrendzien.
EenNederlandsecohortstudienaarderelatieveinvloedvanovergewicht,rokenenover-matigdrinkenopvroegtijdigesterfteenaantalziekte-jarenlaatziendatactuelerokersouderdan55jaar62procentmeerkanshebbeneerderteoverlijdendanniet-rokers.Zelevengemiddeldvierjaarkorter(tabel8.7).(Klijsetal.,2011).
Tabel 8.7 Relatieve Risico (RR) op vroegtijdige sterfte en de levensverwachting als gevolg van
overgewicht, roken en overmatig drinken bij Nederlanders van 55 jaar en ouder, 1997-2006
Relatief Risico op vroegtijdige sterfte,
met 95% BI
Totale levensverwachting vanaf 55 in jaren,
met 95% BI
Normaal gewicht 1,00 26,0(25,6-26,5)
Overgewicht 0,97(0,87-1,07) 26,3(25,8-26,8)
Obees 1,15(0,98-1,136) 24,9(23,8-26,1)
Nooit gerookt 1,00 27,6 (26,9-28,5)
Ex-roker 1,18(1,03-1,35) 26,2(25,8-26,8)
Huidigeroker 1,62 (1,40-1,87) 23,6 (23,1-24,3)
1 tot 14 alcohol. cons. per week 1,00 27,0(26,7-27,4)
>14alcohol.cons.perweek 1,19(1,00-1,41) 25,6(24,3-26,9)
Niet-drinker 1,43(1,29-1,59) 24,1(23,5-24,6)
BI=betrouwbaarheidsinterval. Aantal respondenten=6 446. Bron: Klijs et al., 2011.
2458 Tabak
Tabel 8.8 Sterfte aan longkanker als primaire doodsoorzaak onder mensen van vijftien jaar en ouder,
vanaf 1985. Aantal sterfgevallen per 100 000 inwoners
Jaar Mannen Vrouwen Totaal
1985 127 16 71
1986 130 17 72
1987 127 17 71
1988 128 19 72
1989 123 20 70
1990 117 20 67
1991 118 20 68
1992 117 22 69
1993 115 24 69
1994 113 26 68
1995 112 27 69
1996 109 28 68
1997 108 29 68
1998 106 30 68
1999 105 33 68
2000 99 34 66
2001 100 35 67
2002 96 39 68
2003 95 40 67
2004 99 42 70
2005 97 45 71
2006 95 47 71
2007 97 50 73
2008 97 51 74
2009 96 51 73
2010 97 53 75
Aantal sterfgevallen per 100 000 inwoners. Van 1985-1996: ICD-9 code 162, vanaf 1996: ICD-10 codes
C33-34 (zie bijlage C). Bron: Doodsoorzakenstatistiek, CBS.
246 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 8.7 Sterfte door roken voor enkele aandoeningen onder mensen van 20 jaar en ouder,
vanaf 2002
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000Aantal
Longkanker
COPD
Coronaire hartziekten
Beroerte (CVA)
Overig
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
7726 7629 8033 8053 8036 8321 8414 8443 8627
4952 5083 4477 5006 4881 4992 4861 4851 4667
3526 3442 3068 2912 2690 2521 2387 2259 2178
1823 1662 1578 1465 1382 1348 1257 1225 1219
2176 2324 2258 2332 2378 2340 2438 2468 2525
Aantal sterfgevallen door roken. Overige aandoeningen zijn: mondholtekanker, strottehoofdkanker, slok-
darmkanker en hartfalen. Bron: RIVM, CBS.
8.7 Aanbod en markt
Verkrijgbaarheid van tabak Rookwarenwordenverkochtviaverschillendekanalen,zoals“tabaks-engemakszaken”,supermarkten,pompshopsenviadehoreca.Hetmarktaandeelvandezeverkoopka-nalenverschiltvoorsigaretten,sigarenenshagenpijptabak(tabel8.9).Sigarettenenshagenpijptabakwordenhetmeestgekocht inde supermarkt. Sigarenwordenhetmeestgekocht in eenpompshop.De tabaks- engemakszakenverkopen slechts eenminderheidvandesigaretten(18%),sigaren(27%)enshagenpijptabak(19%).
2478 Tabak
Tabel 8.9 Marktaandeel van verschillende verkoopkanalen in de verkoop van sigaretten, sigaren en
shag en pijptabak. Peiljaar 2010
Verkoopkanaal Sigaretten Sigaren Shag en pijptabak Totaal
Supermarkt 46% 29% 56% 48%
Pompshop 29% 38% 19% 27%
Tabaks-engemakszaak
18% 27% 19% 18%
Horeca 3% 1% 3% 3%
Overig 5% 5% 4% 4%
Totaal 100% 100% 100% 100%
Marktaandeel in percentage. Bron: www.hbd.nl, CBS, SSI, NVS, VNK.
Sinds1januari2003ishetvolgensdegewijzigdeTabakswetverbodentabaksproductenteverkopenaanjongerenonderde16jaar.• Hetaantalgeënquêteerde jongeren tussendedertienenvijftien jaardatweleens
tabaksproductenprobeerttekopen,lagin2009opnegenprocent.In2007wasdattienprocent(Bielemanetal.,2010b).
• Dejongerendoenhunbestelpogingenvoortabaksproductenbijviersoortenonder-nemingen:tabaksspeciaalzaak,levensmiddelenzaak,pompstationensigarettenauto-maat.Vande jongerenprobeert7procentomonderde toegestane leeftijd tabaktekopenbij tabaksspeciaalzaken,4procentbij levensmiddelenzaken,4procentbijpompstationsen3procentuitsigarettenautomaten.
• Dekansdateenjongereonderdezestienjaarerinslaagttabaksproductentekopenligtin2009,evenalsindevoorafgaandejaren,opbijna90procentofhoger.Deson-danksbeweert97procentvandeondernemersdat zij nooit tabaksproductenaanjongerenonderde16jaarverkopen.
Op1januari2004iseenartikelvandeTabakswetinwerkinggetredendatwerkgeversverplichtomwerknemerstebeschermentegendetabaksrookvananderen.• Hetpercentagebedrijvendataangeefthetrookverbodcorrecttehebbeningevoerd
steegtussen2004en2008van76naar96procent,enstabiliseerdein2010op94procent(Kruizeetal.,2011).
• Hetpercentagebedrijvendatknelpuntenervoerbijdeinvoeringvanhetrookverboddaaldeindezeperiodevan23naar9procent.
• Het percentage bedrijven dat knelpunten ervoer bij de handhaving van het rook-verboddaaldeindezeperiodevan15naar5procent.
• Steedsmeerbedrijvenhebbeneenvolledigrookverbodingesteld.
248 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Per 1 juli 2008 is binnen de horeca het rookverbod ingevoerd. Sinds juli 2011 is ereenuitzonderingopditrookverbodvoorkleinecafés(<70m2)zonderpersoneel(Stb.2011-337).Binnendehorecawordenzescategorieënonderscheiden:cafésendisco-theken;restaurants;cafetaria’sensnackbars;sportkantines;kunstencultuur(theaters,bioscopenenmusea);hotelenrecreatie.• Inhoeverredehorecahetrookverbodnaleeft,wordtsinds2009elknajaargeïnven-
tariseerd.In25gemeentenwordencirca600horecagelegenhedenbezocht,inclusiefcaféswaargerooktmagworden.
• In2011wasin91procentvanallehorecagelegenhedengéénrokeraanwezig.Ditiseendalingvanvierprocentsinds2009(tabel8.10).Dezedalinginhetpercentagehorecagelegenhedenzonderrokerskomtvrijwelgeheeldooreentoenamevanhetaantalrokersincafésendiscotheken(Intraval/nVWA,2011).
Tabel 8.10 Afwezigheid rokers per horecacategorie, 2009-2011
Jaar Café & discotheekI
Restaurant Cafetaria Sportkantine Kunst & cultuur
Hotel & recreatie
Totaal
2009 73% 100% 100% 100% 100% 98% 95%
2010 49% 99% 99% 98% 100% 98% 90%
2011 57% 100% 97% 99% 95% 91% 91%
Percentage horecagelegenheden zonder rokers, Inclusief rookcafés. Bron: Intraval/nVWA.
Accijns • Injuli2010kostteeenpakjevan19sigarettenindemeestpopulaireprijsklasse4,80
euro.Omgerekendisdit6,32eurovoor25sigaretten,waarvan3,61euroaccijnsen1,01euroBTW(tabel8.11).Eenpakjeshagvan42,5gramkostte5,50euro,waarvan2,67euroaccijnsen0,88euroBTW.Voorheenkreegmen45gramvoordezelfdeprijs(www.kerftabak.nl,www.nu.nl).
2498 Tabak
Tabel 8.11 Prijzen en belastingdruk op sigaretten, vanaf 1970. Peildatum juli 2011
Jaar Prijs Belastingdruk Belastingdruk in %
1970 0,86 0,60 69%
1975 1,02 0,68 67%
1980 1,36 0,98 72%
1985 1,88 1,35 72%
1990 1,97 1,37 70%
1995 2,56 1,84 72%
1996 2,61 1,87 72%
1997 2,79 2,01 72%
1998 2,93 2,11 72%
1999 3,04 2,19 72%
2000 3,15 2,27 72%
2001 3,43 2,50 73%
2002 3,54 2,58 73%
2003 3,54 2,63 74%
2004 4,60 3,36 73%
2005 4,60 3,36 73%
2006 5,00 3,65 73%
2007 5,00 3,65 73%
2009 6,05 4,42 73%
2010 6,32 4,62 73%
2011 6,84 4,99 73%
Prijs en belastingdruk in euro per pakje van (omgerekend) 25 stuks. Belastingdruk bevat accijnsdruk en BTW.
Bron: European Commission (2011b).
Internationale vergelijkingDebelastingdrukoptabaksproductenverschiltsterktussendelidstatenvandeEuro-peseUnie.• IndeEU-15ligtdeaccijnshethoogstinIerlandenhetlaagstinLuxemburg(tabel
8.12).InNederlandligtdeaccijnsrondhetgemiddelde.
250 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 8.12 Prijzen en belastingdruk op sigaretten in enkele lidstaten van de Europese Unie.
Peildatum juli 2011
Land Prijs Accijns BTW Accijns+BTW Belastingdruk
Ierland 10,69 6,54 1,86 8,39 79%
VerenigdKoninkrijk
7,84 5,76 1,31 7,06 90%
Nederland 6,84 3,90 1,09 4,99 73%
Zweden 6,78 3,51 1,49 5,00 74%
Frankrijk 6,75 4,34 1,11 5,44 81%
Denemarken 6,37 3,53 1,02 4,55 71%
Finland 6,25 3,25 1,17 4,42 71%
België 6,18 3,36 1,07 4,44 72%
Duitsland 5,43 3,53 0,87 4,40 81%
Oostenrijk 5,00 2,84 0,83 3,67 73%
Griekenland 5,00 2,54 0,94 3,48 70%
Italië 4,88 2,99 0,81 3,80 78%
Portugal 4,88 2,85 0,91 3,76 77%
Spanje 4,69 2,69 0,71 3,41 73%
Luxemburg 4,50 2,58 0,59 3,16 70%
Prijs, accijns en BTW in euro per pakje van (omgerekend) 25 sigaretten. Bron: European Commission (2011b).
De Tobacco Control Scale (TCS) poogt op landelijk niveau met behulp van zesbeleidsindicatorendeinspanningenvanlandentemetenomhetgebruikvantabakteontmoedigen.DeTCSisontwikkelddoordeAssociationofEuropeanCancerLeagues.Erwordtgebruikgemaaktvanobjectieveindicatoreneninschattingenvanexperts.Deindicatorenzijn: -deprijsvantabaksartikelen -rookverbodeninopenbareruimtenenwerkplekken -hoogtevanlandelijkebudgettenvoortabaksontmoedigingsbeleid -verbodoprookreclame -waarschuwingenoprookwaren -toegankelijkheidstoppen-met-rokenprogramma’s• In2007 stondNederlandvandedertigEuropese landendiemetdeTCSwerden
gescoordopdegedeeldeveertiendeplaats.• In2010steegNederlandéénplaatsnaardegedeeldedertiendeplaatsvande31
landendiebeoordeeldwerden(JoossensenRaw,2011).• In 2010 scoorde Nederland ten opzichte van de andere Europese landen op de
zesindicatorenvandeTCS‘gemiddeld’,behalveopdeindicator‘verbodoprook-reclame’waaropNederlandhetbeterdeeddanhetEuropesegemiddelde(‘bovengemiddeld’).
2518 Tabak
Nederlandheeftin2005deWHOFrameworkConventiononTobaccoControl(FCTC)ondertekend.Het doel van de FCTC is om de huidige en toekomstige generaties te beschermentegen de gevolgen van tabaksconsumptie en het blootstaan aan tabaksrook6. Het International Tobacco Control Policy Evaluation Project (ITC Project) heeft tot doeldepsychosocialeengedragsmatigeinvloedvandeFCTCwetenschappelijktemeten.InNederlandzijnalvijf surveysonder rokersuitgevoerd(http://www.itcproject.org/countries/netherlands).Enkelebevindingen:• Rookverbodenwordenhetmeestnageleefdinrestaurants,maarminderincafésen
bars(zieooktabel8.10).• Hetpercentagerokersdatthuis(binnen)rooktisafgenomen.• SindshetrookverbodindehorecaisdertienprocentvandevolwassenNederlandse
rokersgestopt.• Dehoogtevandeprijsvandesigarettenisvoor56procentvandevolwassenen
voor74procentvandejongererokerseenredenommetrokentestoppen.• Invergelijkingmetrokersuit16andereITC-landendenkenNederlandserokershet
minstvaakdatrokenslechtvoordeeigengezondheidofvoordievananderenis(ITCProjectJune2010).
6 Vandeverdragsondertekenaarswordtactiegevraagdopdevolgendepunten:1)Prijs-enbelastingmaatregelenomvraagnaartabaktedoenafnemen;2)tabaksontmoedigingsbeleidbeschermentegendebelangenvandetabaksindu-strie;3)burgersbeschermentegenblootstellingaantabaksrook;4)regulerenvaningrediëntenvantabaksproducten;5)gezondheidswaarschuwingenopverpakkingenmoetenminstens50procentvanhetoppervlakvandeverpakkingbeslaan;6)bewustwordingscampagnesopzettenterstimuleringvantabaksontmoediging;7)verbodnastrevenvantabaksreclame,-promotieen–sponsering;8)behandelrichtlijnenvoortabaksverslavingontwikkelenenimplementeren;9)tegengaanillegalehandelintabaksproducten;10)verkoopaanminderjaringenbijwetverbieden.
252 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
2539 Slaap- en kalmeringsmiddelen
9 Slaap- en kalmeringsmiddelen
Diverse‘psychoactieve’medicijnenkunnenbijverkeerdgebruikleidentotmisbruik,verslaving,ziekteensterfte,onderanderedoorsuïcide.IndeVerenigdeStatenkomtmisbruikvanmedicijnenveelvoorbijopiaten.InEngelandiseenzwartemarktvoormethadon geconstateerd (Duffy en Baldwin, 2012). Ook een middel als methyl-fenidaat (Ritalin®) voor de behandeling van ADHD en andere amfetamineachtigegeneesmiddelen hebben een verslavingsrisico. In Nederland worden medicinaleopiatenalsvervangergebruiktvoorheroïne(bijvoorbeeldmethadon)ofanderszinsmedisch toegepast,bijvoorbeeldalspijnstillerennarcosemiddel. InNederland is indeOpiumwetgeregeldhoeapothekersmoetenomgaanmetreceptenvoormiddelendieopdeOpiumwetstaanenhoezemoetenomgaanmetdemiddelenzelf.DaarmeebestaatinNederlandinprincipedemogelijkheidomnategaanofermisbruikplaats-vindt.Decapaciteitomdezevormvanmisbruikoptesporenisechterbeperkt.
Indithoofdstukligtdenadrukopeenanderegroepvanmedicijnen:deslaap-enkalmeringsmiddelen.Hetmerendeel daarvanbehoort tot de groep vandebenzo-diazepinen7.Zijhebbenindejarenzeventigentachtigdebarbituratengrotendeelsvervangen. Vanwege ernstige bijwerkingen worden barbituraten nauwelijks meervoorgeschreven.Sommigebenzodiazepinenwordenvanwegehunbreed spectrumaaneffectennietalleenalsslaap-ofkalmeringsmiddelvoorgeschreven.Zewordenookgebruiktvoordebehandelingvanepilepsie,paniekstoornisenonthoudingsver-schijnselennahetstoppenmetalcohol.
Slaap- en kalmeringsmiddelen worden op verschillende manieren gebruikt.Gebruik komt voor op recept volgens de richtlijnen, op recept maar buiten derichtlijnen, gebruik dat overgaat in chronisch gebruik, misbruik of afhankelijkheid(verslaving).Nietalleenbijmisbruikenverslavingzijnerrisico’sverbondenaanslaap-enkalmeringsmiddelen.Ookhet (acuut)gebruik in risicovolleomstandighedenengebruik incombinatiemetbijvoorbeeldalcoholkanproblematischzijn.Voorzoverover deze risico’s gegevens beschikbaar zijn, zullen deze in dit hoofdstukwordengerapporteerd.
7 Andere,mindervaakvoorgeschrevenmiddelenzijndeslaapmiddelenzopiclonenzolpidemenhetkalmerings-middelbuspiron.
254 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
9.1 Laatste feiten en cijfers
Debelangrijkstefeitenencijfersoverslaap-enkalmeringsmiddelenindithoofdstukzijn:• In2009hadeenopdetienmensenindealgemeneNederlandsebevolkingvanvijftien
totenmet64 jaar inhetafgelopen jaarslaap-ofkalmeringsmiddelengebruikt.Hetaandeelrecentegebruikersistweekeerhogerondervrouwendanmannen(§9.2).
• Ouderenvanbovende65jaarzijnoververtegenwoordigdonderdegebruikersvanbenzodiazepinen(§9.2).
• In2011hadeenopdeelf scholierenvanhetvoortgezetonderwijs van15en16jaarooitslaap-ofkalmeringsmiddelengebruiktopvoorschriftvaneenarts.Onge-veerevenveelscholierengavenaanervaringtehebbenmethetgebruikvandezemiddelenzonderdezeopreceptvaneenartstehebbengekregen(§9.3).
• Sommige alwat oudere veldstudies onder problematische drugsgebruikers sugge-rerendatindezegroepookgeregeldslaap-enkalmeringsmiddelenwordengebruikt,maareenrecentbeeldontbreekt(§9.4).
• VergelekenmetenkeleanderelidstatenvandeEuropeseUnieenNoorwegen,lagin2011hetpercentage15-16 jarigescholieren inNederlanddatooitslaap-enkalme-ringsmiddelenheeftgebruiktzonderreceptvaneenarts,bovenhetgemiddelde(§9.5).
• Indeverslavingszorg is tussen2001en2010hetaantalcliëntendat ingeschrevenstondwegenseenprimairprobleemmetbenzodiazepinen,barbituratenofoverigepsychofarmacabijnatweekeerzogrootgeworden,maarhunaandeelopallecliëntenblijftbeperkt(§9.6).
• Indealgemeneziekenhuizenstijgttussen2006en2010hetaantalpatiëntendatwordtopgenomenvoormisbruikvan-ofverslavingaanslaap-enkalmeringsmiddelen(§9.6).
• Tussen1996en2010schommelthet totaalaantalgeregistreerde sterfgevallendooroverdoseringvanmedicijnen(inmeerderheidbenzodiazepinen)zonderduidelijketrend(§9.7).
• De vergoeding van benzodiazepinen van uit de basisverzekering is per 1 januari2009sterk ingeperkt.Mogelijk is insamenhanghiermeehetaantalgebruikersvanbenzodiazepinengedaald(§9.2,§9.8).
2559 Slaap- en kalmeringsmiddelen
9.2 Gebruik: algemene bevolking
Gegevensoverhetgebruikvanslaap-enkalmeringsmiddelenzijnafkomstigvanverschil-lende bronnen: vragenlijstonderzoek onder respondentenuit de algemenebevolking(VanRooijetal.,2011)engegevensoverhetaantalverstrekkingenvandezemiddelendooropenbareapothekers(StichtingFarmaceutischeKengetallen,2011).
In 2005 en 2009 vonden peilingen plaats van hetNationaal PrevalentieOnderzoek(NPO,Rodenburgetal.,2007;VanRooijetal.,2011).Demethodevangegevensverza-melingverschildein2009vandiein2005.In2005werdengegevensoverdrugsgebruik,inclusiefslaap-enkalmeringsmiddelen,verzameldineenpersoonlijkinterview.Hierbijvoerdedeonderzoekerdeantwoordeninopeenlaptop.In2009vuldederespondentzelfdirectdeantwoordenopdevragenin,zonderdatdeinterviewermeekeek.Erzijnaanwijzingendatmeeranoniemeenprivacybeschermdemethoden,zoalstoegepastin2009,leidentothogereprevalentiesvangebruik.• In2009had tienprocentvandealgemeneNederlandsebevolkingvanvijftien tot
enmet 64 jaar in het afgelopen jaar slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt (VanRooijetal.,2011).Indeafgelopenmaandhadzesprocentvandebevolkingdezemiddelengebruikt.Omgerekendnaardehelebevolking(15-64jaar)ginghettoenomongeveer1,1miljoengebruikersinhetafgelopenjaarenongeveer650duizendgebruikersindeafgelopenmaand.
• Dezecijfersbevattenallevormenvangebruik,zowelhetgebruikvolgensdemedi-sche voorschriften als hetgebruik voor anderedoeleinden.Ookbij gebruikers diedeslaap-enkalmeringsmiddelenkrijgenviaeen(herhalings)receptvaneenartskansprakezijnvanmisbruikofverslaving(Crul,2006).
• Tussen2001en2005daaldehetpercentagerecenteenactuelegebruikers(tabel9.1).Zoalshiervoorisaangegevenkunnen,dooreenverschilindeondervragingsmethode,degegevensvan2009nietvergelekenwordenmetdegegevensvanvoorgaandejaren.Anderebronnensuggererendathetaantalgebruikersin2009isgedaald(Stich-tingFarmaceutischeKengetallen,2011).
256 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 9.1 Gebruik van slaap- of kalmeringsmiddelen in Nederland onder mensen van 15 tot en met
64 jaar. Peiljaren 1997, 2001, 2005 en 2009III
1997 2001 2005 TrendbreukIII 2009III
Ooitgebruik 27,9% 26,6% - … -
RecentgebruikI 11,9% 11,1% 9,3% … 10,1%
ActueelgebruikII 6,6% 6,3% 5,0% … 5,9%
Heeftvoorheteerstinhetafgelopenjaargebruikt
2,9%(S)3,1%(K)
2,7%(S)2,5%(K)
2,8% … 2,9%
Gemiddeldeleeftijdvande recenteIgebruikers
44,4jaar(S)40,7jaar(K)
44,3jaar(S)40,7jaar(K)
43,1jaar … -
Aantal respondenten: 17 590 (1997), 2 312 (2001), 4 516 (2005), 5 769 (2009). - = Niet gemeten.
… = Trendbreuk. S = Slaapmiddelen, K = Kalmeringsmiddelen. I. In het afgelopen jaar. II. in de afgelopen
maand. III. In 2009 is de onderzoeksmethode gewijzigd (zie tekst). Deze wijziging kan van invloed zijn
geweest op de uitkomsten. Bron: NPO, CBS/IVO (Rodenburg et al., 2007; Van Rooij et al., 2011).
Leeftijd en geslacht• VolgenshetNPOgebruiktenin2009ongeveertweekeermeervrouwendanmannen
slaap- en kalmeringsmiddelen (VanRooij et al., 2011).Onder demannen laghetpercentage actuele gebruikers op zevenprocent enonder de vrouwenopdertienprocent. Actueel gebruik kwam voor onder vier procent van demannen en achtprocentvandevrouwen.
• Hetgebruikstijgtmetdeleeftijd(figuur9.1).Inhetafgelopenjaarhadachtprocentvan de 15-24 en 25-44 jarigen slaap- en kalmeringsmiddelen gebruikt tegenoverdertienprocentvande45-64jarigen.
• De 15-34 jarigen die in het afgelopen jaar slaap- of kalmeringsmiddelen haddengebruikt,warengemiddeld21jaaroudtoenzijdaarmeebegonnen.Deleeftijdvanheteerstegebruikvarieerdedaarbijvantientot33jaar(CBS).
Frequentie van het gebruik• Vande15-64jarigendiedeafgelopenmaandslaap-ofkalmeringsmiddelenhadden
gebruikt,had41procentdezemiddelendagelijksofbijnadagelijksgebruiktenhadtwaalfprocentzemeerderemalenperweekgebruikt(CBS).
2579 Slaap- en kalmeringsmiddelen
Figuur 9.1 Gebruikers van slaap- en kalmeringsmiddelen per leeftijdgroep. Peiljaar 2009
2
4
6
8
10
12
14
16
15-24 jaar 15-44 jaar 45-64 jaar
%
8
3,5
8
4,1
13,3
8,7
Recent
Actueel
Percentage gebruikers recent (in het laatste jaar) en actueel (laatste maand) per leeftijdsgroep. Bron: NPO,
CBS/IVO (Van Rooij et al., 2011).
DeStichtingFarmaceutischeKengetallen (SFK)verzameltenanalyseertdegeneesmid-delen uitgifte van ruim 92 procent van de openbare apotheken in Nederland. Dezeapothekenbedienensameneenpopulatievan15,3miljoenpersonen.• Volgens de Stichting FarmaceutischeKengetallen (SFK) is het aantal gebruikers van
benzodiazepinesgedaaldvan1,61miljoenindetweedehelftvan2008tot1,46miljoenin dezelfde periode in 2009 en 1,43miljoen in dezelfde periode in 2010 (StichtingFarmaceutischeKengetallen,2011).Van2009naar2010ginghetomeendalingvan17procent.Deafnameishetgrootstvoorchronischegebruikers,dieineenhalfjaarmeerdandrievoorschriftenvooreenbenzodiazepinekregen.
• Deze daling hangt vermoedelijk samen met de inperking van de vergoeding vanbenzodiazepinenbinnendebasisverzekeringper1januari2009(zieook§9.8).
258 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Oudere gebruikers van benzodiazepinenDe Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA)monitort onder andere het gebruikvanbenzodiazepinenonder55- totenmet64-jarigen indealgemenebevolkingvanelfrepresentatievegemeentenindrieregio’svanNederland(Sonnenbergetal.,2012).• Zowelin1992alsin2002gebruikteachtprocentindezeleeftijdsgroepbenzodiaze-
pinententijdevanhetonderzoek.• Inafwijkingvande richtlijnengebruikteeenmeerderheiddebenzodiazepinenvoor
langeretijd.In1992had26procentvandegebruikersdezemiddelengedurendeeenmaandtoteenjaargebruiktenhad69procentlangerdaneenjaargebruikt.In2002hadvijftienprocentvandegebruikerseenmaandtoteenjaargebruiktenhadtachtigprocentlangerdaneenjaargebruikt.
Het Landelijk InformatieNetwerkHuisartsenzorg (LINH) vanhetNederlands instituutvooronderzoekvandegezondheidszorg(NIVEL)monitortdehuisartsenzorg.HetLINHmonitortdezorgopeensteekproefvanhuisartspraktijken.Injuli2010namen83huis-artspraktijkendeelaanhetLINHmetintotaal335000ingeschrevenpatiënten.• In2009registreerdedesteekproefvanhetLINHintotaal2807patiëntendieindatjaar
voorheteerstbenzodiazepinenkregenvoorgeschreven.Daarvankregen1116patiënten(40%)debenzodiazepinenvooreenangststoornisenkregendeoverige1691patiënten(60%)dezemedicijnenvoorgeschrevenvooreenslaapstoornis(Hoebertetal.,2012).
• Vande2807patiëntenwaren766patiëntenouderdan65jaar(27%).Hetanderedeelvandepatiënten(73%)wastussende18en65jaar.
• In2009wasvandehelebevolkingvan18jaarenouder82procenttussende18en65jaarenwasslechts18procentouderdan65jaar.Hiermeekomtnaarschatting27procentvandebenzodiazepinenterechtbijdeouderendieslechts18procentuitmakenvandebevolkingsgroepwaarindezemedicijnenwordengebruikt.Hieruitblijktdatdeouderenzijnoververtegenwoordigdonderdegebruikersvanbenzodiazepinen.
9.3 Gebruik: jongeren
Hetgebruikvanslaap-enkalmeringsmiddelenonderscholierenwordt landelijkalleengepeildinhetkadervandeESPADsurvey(zieook§9.5).• In2011had8,8procentvandescholierenvanhetvoortgezetonderwijsvan15en
16jaarooitslaap-ofkalmeringsmiddelengebruiktopvoorschriftvaneenarts(10,4%vandemeisjesen7,2%vandejongens).
• Ongeveerevenveelscholieren(8,6%)gavenaanervaringtehebbenmethetgebruikvandezemiddelenzonderdezeopreceptvaneenartstehebbengekregen.Percen-tagesooitgebruikwarenookhogerondermeisjesdanonderjongens(respectievelijk10,9%en6,3%).
• Welkemiddelenjongerenpreciestotdeslaapen-kalmeringsmiddelenrekenenisnietbekend.
2599 Slaap- en kalmeringsmiddelen
HetInstituutvoorOnderzoeknaarLeefwijzen&Verslaving(IVO)heeftin2009viaeenonlinevragenlijst onderzoek gedaan naar het oneigenlijk gebruik vanmedicijnen doorNederlandsejongerenvanveertientotenmetzeventienjaar(Ganpatetal.,2009).Hetginghierbijnietalleenomdereceptgeneesmiddelenwaarvooreenreceptvaneenartsnodig is.Ookgeneesmiddelendie zonder recept verkrijgbaar zijnwerdenonderzocht.Ditzijndezogenaamde“zelfzorgmedicijnen”zoalsparacetamol, ibuprofen,aspirineenhoestmiddelen.Bijoneigenlijkgebruikkanhetgaanommedicinaalgebruikdooriemanddiegeenreceptheeftvoorhetmedicijn,maarookomniet-medicinaalgebruikomhightewordenofomdeeffectenvananderemiddelentedempenofteversterken.• Zevenprocentvande jongerenhadooitoneigenlijkgebruikgemaaktvanreceptge-
neesmiddelen. Inclusiefdezelfzorgmedicijnen laghetpercentageoneigenlijkgebruikvanmedicijnenopdertienprocent.
• Hetoneigenlijkgebruikkwamhetmeestevoorbijzelfzorgmedicijnen(9,7%),gevolgddoorreceptpijnstillers(2,9%),ADHD-medicatie(2,0%),slaapmiddelen(1,4%),angst-medicatie(1,3%)enastmamedicatie(1,3%).
• Naastdezepercentagesvoorhetoneigenlijkgebruikooitinhetleven,toonttabel9.2ook de percentages voor het recent oneigenlijk gebruik (afgelopen jaar) en actueeloneigenlijk gebruik (afgelopen maand). Van de oneigenlijke gebruikers had 34,8procentmeerdanéénmedicijnoneigenlijkgebruikt.
Tabel 9.2 Oneigenlijk gebruik van medicijnen door jongeren van 14 tot en met 17 jaar. Peiljaar 2009
Medicijn Ooit Recent Actueel
Zelfzorgmedicijnen 9,7% 7,3% 2,6%
ReceptpijnstillersI 2,9% 1,3% 0,3%
ADHD-medicatie 2,0% 1,2% 0,1%
Slaapmiddelen 1,4% 0,8% 0,4%
Angstmedicatie 1,3% 0,8% 0,1%
Astmamedicatie 1,3% 0,5% 0,2%
Percentage jongeren dat een medicijn oneigenlijk heeft gebruikt, ooit in het leven, recent (laatste jaar)
en actueel (laatste maand). Bron: IVO (Ganpat et al., 2009). I. Bij de pijnstillers op recept gaat het om
middelen zoals codeïne, methadon, morfine, diclofenac, tramadol, oxycodon en fentanyl.
Speciale groepen jongeren en jongvolwassenen IndeAntennemonitorishetgebruikvanslaap-enkalmeringsmiddelenondergroepenjongerenen jongvolwassenen inhetAmsterdamseuitgaanslevengepeild (tabel 9.3).Voorzoververgelijkbaarlijkthetgebruiknietzoveelaftewijkenvandatindealgemenebevolking.Gebruikvaneen slaapmiddelopkleine schaalwordtvooralgenoemdomna-effectenvanstimulantiagebruiktegentegaan.• In2010werdhetmiddelengebruikonderAmsterdamse cafébezoekersonderzocht
(Benschopetal.,2011).Hunleeftijdvarieerdevanzestientotenmet56 jaar,hungemiddeldeleeftijdwas27jaar,51procentwasmanen49procentwasvrouw.
- Vandecafébezoekershad19,3procentooitslaap-ofkalmeringsmiddelengebruikt,
260 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
10,6procenthadzehetafgelopenjaargebruikten3,8procenthaddezemiddelendeafgelopenmaandnoggebruikt.
- Bijdevrouwen(23,2%)laghetooitgebruikhogerdanbijdemannen(15,6%).• Vandeonderzochtegroepenwashetgebruikvanslaap-enkalmeringsmiddelenhet
laagstonderAmsterdamsecoffeeshopbezoekers(tabel9.3).
DeTendensmonitorthetgebruikvanalcoholendrugsonderjongerenenjongvolwas-senen in Gelderland. Net als in de voorafgaande jaren bleek in 2010 dat slaap- enkalmeringsmiddelen slechts eenmarginale rol spelen in hetmiddelengebruik van deGeldersejongerendiedoordeTendenswordengemonitord(DeJongetal.,2011).Welwordenslaap-enkalmeringsmiddelengenoemdalseenhandigmiddelominslaaptekomennaeen zwaarweekend stappen,metnamenahetgebruikvan stimulerendemiddelen.
Tabel 9.3 Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen
in Amsterdam
Locatie Peiljaar Leeftijd(jaar)
Ooit Actueel
Bezoekersvantrendyclubs Amsterdam 2008 Gem.25 16,8% 2,8%
Coffeeshopbezoekers Amsterdam 2009 Gem.28 11,9% 1,2%
Bezoekersvancafés Amsterdam 2010 Gem.27 19,3% 3,8%
Percentage gebruikers ooit in het leven en actueel (laatste maand) per groep. Bron: Antenne.
9.4 Problematisch gebruik
Niet alleenbijmisbruik enverslaving zijn er risico’s verbondenaan slaap- enkalme-ringsmiddelen. Ook aan het (acuut) gebruik en aan het gebruik in combinatie metbijvoorbeeldalcoholzijnrisico’sverbonden.Derisico’szijnonderanderevalincidenten,verkeersongelukkenenandereongevallen.Bijhetstoppenofafbouwenvanhetchro-nischgebruikkunnendeoorspronkelijkeklachtenverergeren.Psychischebijwerkingenvanhetgebruikvanslaap-enkalmeringsmiddelenkunnenzijn:hetverliesvaninitia-tief, tragerreageren,geheugenverlies,emotioneleenrelationelevervlakking,hetnietverwerkenvanpijnlijkeervaringenenverminderdekwaliteitvandeslaapwaardoormenoverdagsufofmoeis(www.farmacotherapeutischkompas.nl). Verslaving aan slaap- en kalmeringsmiddelen is veelal een ‘verborgen verslaving’.Gebruikers kunnen verslaafd zijn geraakt, zonder dat zelf te beseffen. In de regelwordendezemiddelenvoorgeschrevendooreenarts.Ditkanvoorsommige‘patiënten’versluieren dat ook dezemiddelen verslavend kunnen zijn, net zoals alcohol, drugsentabak(Crul,2006).Ditkanaloptredennadrietotzeswekengebruik.Derichtlijnvoorangststoornissenschrijftopditpuntdaaromvoordatdeartsdepatiëntoverdebijwerkingenenhetrisicoopafhankelijkheiduitgebreiddientteinformeren(Stuurgroep
2619 Slaap- en kalmeringsmiddelen
Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling GGZ, 2011). In de praktijk doet zich echterhet probleem voor dat huisartsen in de regel maar zeven tot tien minuten kunnenbestedenaaneenconsult.Derichtlijnvoorangststoornissenadviseertomeerstcogni-tievegedragstherapieen/ofanderemedicijnenteproberenenpasalsditnietaanslaatbenzodiazepinenvoorteschrijven.
Algemene bevolkingInhetNEMESIS-onderzoekuit2007-2009isonderandereonderzochthoeveelprocentvandeNederlandsebevolkingvan18totenmet64jaar,opjaarbasis,voldeedaandediagnosevoormisbruikofafhankelijkheidvanslaap-enkalmeringsmiddelen(DSM4egewijzigdeeditie,DeGraafetal.,2010).• Inhetafgelopenjaarvoldeed0,3procentvandebevolkingaaneendiagnosemisbruik
envoldeed0,2procentaaneendiagnoseafhankelijkheidvanslaap-ofkalmerings-middelen.Hettotaalindealgemenebevolkingvoormisbruikenafhankelijkheidkomtdaarmeeop0,5procent(tabel9.4).
• Stoornisseninhetgebruikvanslaap-enkalmeringsmiddelenkomenmeervoorondervrouwendanmannen(0,8%tegenover0,2%).
• Omgerekendnaardebevolkingginghetom35000mensenmetmisbruikenom 22000mensenmetafhankelijkheidvanslaap-ofkalmeringsmiddelen.
Tabel 9.4 Jaarprevalentie van misbruik en afhankelijkheid van slaap- en kalmeringsmiddelen, naar
stoornis en geslacht in de bevolking van 18-64 jaar. Peiljaar 2007-2009
Jaarprevalentie in %
Stoornis
Misbruik 0,3%
Afhankelijkheid 0,2%
Geslacht
Mannen 0,2%
Vrouwen 0,8%
Totaal 0,5%
Percentage misbruik en afhankelijkheid in het afgelopen jaar. Bron: Nemesis-2 2007-2009.
Bijchronischgebruikvanbenzodiazepinenneemtdekansopverslavingtoe.• HetInstituutvoorVerantwoordMedicijngebruik(IVM)teldein2008ongeveer1,4
miljoengebruikers.Eenderdedaarvanwaschronischgebruiker,ongeveer462000gebruikers (www.medicijngebruik.nl). Per jaar gebruikten zij meer dan negentigstandaarddagdoseringen.
• SFKregistreerdeindeeerstehelftvan2008circa620duizendenindeeerstehelftvan2009530duizendchronischebenzodiazepinegebruikers (VanGeffenetal.,2009).Chronischishiergedefinieerdalsdrieofmeervoorschriftenperhalfjaar.
262 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
InNederlandisonderzoekverrichtnaar‘oneigenlijk’gebruikvanbenzodiazepinenondermensenvan18-65jaarmeteenangststoornisen/ofdepressie(Mantheyetal.,2011).• Oneigenlijkgebruikwerdgedefinieerdopbasisvandevolgendecriteria:hetgebruik
vaneengemiddeldedagelijksedoseringbovendedoordeWHOaanbevolendose-ring,en/ofhetgebruiklangerdantweetotdriemaanden(afhankelijkvanbijgebruikvaneenantidepressivum),en/ofgebruikvanmeerdaneenbenzodiazepinetegelijk.
• Vandebijnadrieduizenddeelnemersaandestudiegebruikte15procenteenbenzo-diazepine.
• Vrijwelaltijdwasersprakevanoneigenlijkgebruik,vooralomdatdemeeste(83%)gebruikerslangergebruiktendanaanbevolen.
• Mensenmeteenchronischeziekteenouderenhaddendehoogstescoresvoor‘onei-genlijkbenzodiazepinegebruik’.
Problematische drugsgebruikersSommigealwatoudereveldstudiesonderproblematischedrugsgebruikerssuggererendatindezegroepookgeregeldslaap-enkalmeringsmiddelenwordengebruikt,maareenrecentbeeldontbreekt.• In 1998 hield het Rotterdamse DrugMonitoring Systeem een survey onder ruim
tweehonderdRotterdamse (bijna) dagelijkse gebruikers van heroïne en/of cocaïne(VandeMheen,2000).Bijnaveertigprocenthad indeafgelopenmaandvoordekickofvoorderoesmedicijnengebruikt.In2003werddezesurveyherhaaldonder182Rotterdamsedrugsgebruikers,gevolgddoordiepte-interviewsmet34gebruikersin2004 (Lempens et al., 2004).Vandeze34problematischeharddrugsgebruikersuit2004gavenervieraandatzijbenzodiazepinenzoalsValiumenSerestahaddengebruiktvoordekickofvoorderoes.
• Van 1998 tot 2000 is hetmiddelengebruik onderzocht onder 130 problematischeharddrugsgebruikers in Parkstad Limburg (Coumans et al., 2000). Bijna eenderde(32%) gebruiktemedicijnen in tabletvorm voor de kick of voor de roes.Op eengemiddeldedagwerdenviertablettengeslikt,minimaaleenenmaximaaltwintig.
9.5 Gebruik: internationale vergelijking
Algemene bevolkingCijfers over het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen zijn lastig te vergelijken.Het EMCDDAmonitort dezemiddelen nog niet systematisch in de lidstaten van deEU(Casati,SedefovenPfeiffer-Gerschel,2012).VoordeVerenigdeStaten,CanadaenAustraliëzijncijfersintabel9.5opgenomen.DecijferszijnnietgoedvergelijkbaarmetdievanNederland,nietalleenvanwegeverschillen inonderzoeksmethodeen leeftijdvan de respondenten, maar ook omdat in Nederland geen onderscheid is gemaakttussengebruikvoormedischeenniet-medischedoeleinden.
2639 Slaap- en kalmeringsmiddelen
Verenigde StatenIndeVerenigdeStatenverstaatmenonder“illegaaldrugsgebruik”ookhetniet-medischgebruikvanmedicijnendieopreceptverkrijgbaarzijn.• In 2010 had 2,7 procent van de bevolking van twaalf jaar en ouder zich hieraan
schuldiggemaaktindeafgelopenmaand(SAMHSA,2011,tabel9.5).Hetgaathierom misbruik van pijnstillers (2,0%), tranquillizers (0,9%), stimulerende middelen(0,4%)ensedativa(0,1%).Dezepercentageszijnstabielvan2002totenmet2010.
• BijpijnstillersgaathetomopiatenzoalsOxyContin®.MisbruikvandeopiaatachtigepijnstillerbuprenorfineisindeVerenigdeStatenmetnamegeconstateerdonderjongvolwassen ervaren drugsgebruikers (Daniulaityte et al., 2012a) en gedetineerden(Wish et al., 2012).Ook is in deVerenigde Staten, op een steekproef van jongeinjecterendeheroïnegebruikers inCalifornië,geconstateerddatveertigprocentvande heroïnespuiters hun illegaal drugsgebruikwas begonnenmet hetmisbruik vanpijnstillers, c.q. medicinale opiaten (Pollini et al., 2011). In de staat Ohio van deVerenigde Staten is geconstateerd dat drugsgebruikers het verslavingsrisico vanpijnstillersonderschatten,doordatpijnstillerswordenvoorgeschrevendooreenarts(Daniulaityteetal.,2012b).
Australië• Net als in de Verenigde Staten wordt ook in Australië het niet-medisch gebruik
vanmedicijnenmeegeteldbijhet illegaaldrugsgebruik(AIHW,2011,tabel9.5).InAustraliëwerdin2010onderandereonderzochthoeveelprocentvandebevolkingvanveertienjaarenouderinhetafgelopenjaarpijnstillersenslaap-enkalmerings-middelenvoorniet-medischedoeleindenhadgebruikt.Hetbleekdatdrieprocenthetafgelopenjaarpijnstillershadgebruiktendat1,5procenthetafgelopenjaarmisbruikhadgemaaktvanslaap-enkalmeringsmiddelen.Voormisbruikooitinhetlevenlagendezepercentagesoprespectievelijkvijfendrieprocent.
Canada• Netals indeVerenigdeStatenenAustraliëwordtook inCanadahetniet-medisch
gebruik vanmedicijnenmeegeteld bij het illegaal drugsgebruik (CADUMS, 2010,tabel9.5).OokCanadamonitortmetnamehetmisbruikvanpijnstillersenslaap-enkalmeringsmiddelen.BijdepijnstillersgaathetomopiatenzoalsPercodan®, Demerol® enOxyContin®.
• In2010had0,2procentvandeCanadesebevolkingvanvijftienjaarenouderinhetafgelopenjaarpijnstillersvoorniet-medischedoeleindengebruiktenvoorslaap-enkalmeringsmiddelenwasdat0,05procent.
• VoorzoververgelijkbaarliggendezecijferslagerdandievoordeVerenigdeStaten.
264 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 9.5 Niet-medisch gebruik van receptmedicijnen onder de algemene bevolking van de Verenigde
Staten, Australië en CanadaI
LandReceptmedicijn
Jaar Leeftijd (jaar) Ooitgebruik Recent gebruik
Actueel gebruik
Verenigde Staten 2010 12 en ouder
Pijnstillers(opiaten) 13,7% 4,8% 2,0%
Tranquillizers 8,7% 2,2% 0,9%
Sedativa 3,0% 0,4% 0,1%
Australië 2010 14enouder
Pijnstillers(opiaten) 5% 3%
Slaap-enkalmerings-middelen 3% 1,5%
Canada 2010 15 en ouder
Pijnstillers(opiaten) 0,2%
Slaap-enkalmerings-middelen 0,05%
Verschillen in meetmethoden, vraagstelling en steekproeven bemoeilijken een precieze vergelijking tussen
landen. Percentage gebruikers ooit in het leven, recent (laatste jaar) en actueel (laatste maand). Bronnen:
SAMHSA, AIHW, CADUMS.
JongerenESPAD,hetEuropeanSchoolSurveyProjectonAlcoholandOtherDrugs,maakthetmogelijkomvoorscholierenvanvijftienenzestienjaarvergelijkingentemakentussen,onderandere,enkelelandenvandeEuropeseUnieenNoorwegen(Hibelletal.,2012).InhetESPADonderzoekisin2003,2007en2011nagevraagdofdescholierenooitinhun levenslaap-ofkalmeringsmiddelenhebbengebruiktzondereen receptvaneenarts(tabel9.6).• In 2011 gingen Frankrijk (11%), Italië (10%) enNederland (9%) enGriekenland
(9%)aankop.DelaagstepercentageswerdengevondeninIerland(3%)enDuits-land(2%).
• Nederlandscoordemetnegenprocentbovenhet(ongewogen)gemiddeldevanzesprocentvanalle36landendiein2011aandeESPADdeelnamen.
• Doorgaanshebbenmeisjesmeerervaringmethetgebruikvandezemiddelendanjongens.
2659 Slaap- en kalmeringsmiddelen
Tabel 9.6 Percentage scholieren van 15 en 16 jaar in enkele lidstaten van de Europese Unie en
Noorwegen dat ooit in het leven slaap- of kalmeringsmiddelen heeft gebruikt zonder een
recept van een arts, naar geslacht. Peiljaren 2003, 2007 en 2011
Land 2003 2007 2011
J M T J M T J M T
Frankrijk 10% 15% 13% 12% 18% 15% 8% 15% 11%
Nederland 7% 10% 8% 6% 8% 7% 6% 11% 9%
BelgiëI 10% 10% 10% 6% 11% 9% 7% 8% 8%
Finland 4% 9% 7% 4% 9% 7% 5% 9% 7%
Italië 5% 7% 6% 7% 13% 10% 8% 12% 10%
Zweden 5% 7% 6% 6% 9% 7% 7% 9% 8%
Portugal 4% 7% 5% 4% 9% 6% 7% 7% 7%
Griekenland 3% 5% 4% 4% 5% 4% 9% 10% 9%
DenemarkenII 4% 5% 4% - - - 4% 5% 4%
Noorwegen 3% 3% 3% 3% 5% 4% 3% 4% 4%
Ierland 2% 2% 2% 2% 4% 3% 3% 3% 3%
DuitslandIII 1% 2% 2% 2% 3% 3% 3% 2% 2%
Oostenrijk 1% 2% 2% 2% 2% 2% - - -
VerenigdKoninkrijkIV 2% 1% 2% 2% 1% 2% - - -
Percentage gebruikers zonder recept ooit in het leven. I. België in 2007 en 2011 alleen voor Vlaanderen. II.
De gegevens voor Denemarken zijn minder representatief. III. Duitsland alleen voor zes deelstaten in 2007
en vijf deelstaten in 2011. IV. Verenigd Koninkrijk niet voor 2011 vanwege te lage respons (slechts 6% van
de scholen). J = jongens, M = meisjes, T = totaal, - = niet gemeten. Bron: ESPAD.
9.6 Hulpvraag en incidenten
VerslavingszorgDeverslavingszorgishetonderdeelvandegezondheidszorgdathulpbiedtaanmensendieverslaafdzijngeraaktaandrugs,alcohol,medicijnen,ofgokken.InNederlandzijnverschillendegespecialiseerdeinstellingenactiefbinnendeverslavingszorg.Samenmetdeverslavingsreclasseringsturendezeinstellingenanoniemegegevensoverdehulpver-leningnaarhetLandelijkAlcoholenDrugsInformatieSysteem(LADIS)(Ouwehandetal.,2011).(ZieinbijlageA:CliëntLADIS.)• Hetaantalcliëntendatingeschrevenstondwegenseenprimairprobleemmetbenzo-
diazepinen,barbituratenofoverigepsychofarmacaistussen2001en2010bijnatweekeerzogrootgeworden(figuur9.2).Tussen2009en2010wasernogeentoenamevanzevenprocent.
• Per100000inwonersvan15 jaarenoudersteeghetaantalprimairecliëntenvandriein2001naarvijfin2010.
• Hetaantalcliëntenvande(ambulante)verslavingszorgdatbenzodiazepinen,barbi-turaten,ofoverigepsychofarmacaalssecundairprobleemnoemtschommeldetussen
266 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
2001en2010rondeengemiddeldaantalvanongeveer1650cliënten(figuur9.2).Voordezegroepwasin2010hetprimaireprobleemalcohol(66%),heroïne(12%),cocaïneofcrack(7%),methadon(6%),ofcannabis(4%).
Figuur 9.2 Aantal cliënten bij de (ambulante) verslavingszorg met primaire of secundaire
problematiek voor benzodiazepinen, barbituraten, of overige psychofarmacaI, vanaf 2001
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
383 399 412 488 491 511 529 556 669 713
1637 1656 1708 1654 1750 1572 1634 1673 1686 1521
Aantal
Primair
Secundair
I. Het betreft hier jaarlijks voor circa 90 procent benzodiazepineproblematiek. Bron: LADIS, IVZ (Ouwehand
et al., 2011).
Algemene ziekenhuizen
De algemene ziekenhuizen sturen gegevens over hun opnames anoniem naar deLandelijkeMedischeRegistratie (LMR).Sommigepatiëntenworden inhetziekenhuisopgenomenvanwegeverslavingaan-ofmisbruikvanslaap-enkalmeringsmiddelen.Onderdeopnamesvoorverslavingaan-enmisbruikvandrugsmaaktendeslaap-enkalmeringsmiddelen in 2010 in totaal vijftien procent uit van de hoofddiagnoses enzevenprocentvandenevendiagnoses.
Figuur9.3toontvoordeperiodevan2001totenmet2010hetaantalklinischeopnamesmetalshoofddiagnose“misbruikvanbarbituratenofvansedativaenhypnoticametverwantewerking”(ICD-9code305.4),of“verslavingaanbarbituratenofaansedativaenhypnoticametverwantewerking”(ICD-9code304.1).Deoorspronkelijkebarbitu-ratenwordentegenwoordignogmaarweinigvoorgeschreven.Indepraktijkzalhetbij
2679 Slaap- en kalmeringsmiddelen
dezemiddelenvooralgaanombenzodiazepinen.• Het aantal opnamesmet slaap-enkalmeringsmiddelenproblematiek als hoofddiag-
nosevertoonteengrilligverloop.Naeendalingtussen2002en2004lijkterweereen toename waarneembaar tot 2010.
• Het aantal opnamesmet slaap-en kalmeringsmiddelenproblematiek als secundairediagnoseisongeveertweekeerzogroot.Ookhierlijktzicheenstijgendetrendaftetekenen,vooralvan2009naar2010.
Figuur 9.3 Klinische opnames in algemene ziekenhuizen met als hoofd- of nevendiagnose misbruik
van- of verslaving aan slaap- en kalmeringsmiddelen, vanaf 2001
50
100
150
200
250
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
140 133 140 119 152 99 106 125 145 206
75 95 70 46 73 60 81 93 84 99
Aantal
Nevendiagnoses
Secundair
Aantal klinische opnames. Hoofddiagnoses en nevendiagnoses volgens ICD-9 codes: 305.4 (misbruik van
barbituraten of van sedativa en hypnotica met verwante werking) en 304.1 (verslaving aan barbituraten
of aan sedativa en hypnotica met verwante werking). Bron: Landelijke Medische Registratie (LMR), Dutch
Hospital Data (DHD).
Bovenstaande aantallen opnames voor de hoofd- en nevendiagnoses zijn nog nietgecorrigeerdvoordubbeltellingenvanpersonen.• Gecorrigeerd voor dubbeltellingen ging het in 2001 om 169 unieke personen. Zij
werdenindatjaarminstenseenmaalopgenomenmeteenhoofd-ofnevendiagnosevoormisbruikvan-ofverslavingaanslaap-enkalmeringsmiddelen.
• Tussen2001en2010 steeghetaantalpersonenmet50procentnaar254uniekepersonen.
• Hetpercentagevrouwendaaldeindezeperiodevan59naar50procentendegemid-deldeleeftijddaaldevan47naar46jaar.
268 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Rijden onder invloed
InEuropaisindeperiode2007-2009onderzoekgedaannaarhetrijdenonderinvloedvanalcohol,drugsenmedicijnen(SWOV,2011).HetpercentagebestuurderswaarbijbenzodiazepinenwerdenaangetroffenalshetenigemiddellaginNederlandongeveerdehelft lagerdanhetEuropeesgemiddelde:0,4procent inNederlandtegenover0,9procentinEuropa.DitkomtvoornamelijkdoordathetgebruikvangeneesmiddeleninNederlandoverhetalgemeenalrelatieflaagligt.VerderhadinNederland0,2procentvandebestuurdersmedicinaleopiatengebruikttegenover0,4procentinEuropa.Hetgaathierbijommedicijnenalsmorfineencodeïne,dievooralalszwarepijnstillerwordengebruikt. Heteffectvanbenzodiazepinenopderijvaardigheidverschiltpersoortbenzodiaze-pine.Vanonderanderediazepam,flurazepam,flunitrazepamenlorazepamisbekenddatzedecontroleovereenvoertuigverminderen(SWOV,2011).Vooraldecombinatievan benzodiazepinenmet alcoholwordt ontraden, aangezien dezemiddelen elkaarseffectenversterken.Goedecommunicatiedoorartsenenapothekersoverdepotentiëlegevarenvanhetgebruikvanrijgevaarlijkegeneesmiddeleninhetverkeerkanbijdragenaaneenafnamevanhetaantalverkeersslachtoffersonderdezegroepgebruikers.Hetgrootste risicio op een verkeersongeluk doet zich voor bij benzodiazepinenmet eenlangerewerkingsduur,bijeenhogeredosisentijdensdeeerstewekenvanhetgebruik(Sminketal.,2010;Raveraetal.,2011).
2699 Slaap- en kalmeringsmiddelen
9.7 Ziekte en sterfte
Figuur9.4toonthetaantalgeregistreerdesterfgevallendooroverdoseringvanmedi-cijnentussen1996en2010.Hettotaalaantalgeregistreerdegevallenvarieertindezeperiodevan23gevallenin2005tot59gevallenin1999.Elkjaargaathetindemeerder-heidvandegevallenombenzodiazepinen.
Figuur 9.4 Sterfgevallen door overdosering van medicijnen in Nederland, vanaf 1996
10
20
30
40
50
60
70
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
52 49 41 59 37 36 29 47 45 23 41 37 39 38 35
33 30 21 29 24 22 21 33 32 19 23 27 31 28 25
9 8 14 17 12 12 4 9 10 3 11 7 6 6 5
10 11 6 13 1 2 4 5 3 1 7 3 2 4 5
Aantal
Totaal
Benzodiazepinen
Sedativa
Barbituraten
Aantal sterfgevallen. Sedativa volgens ICD-10 codes: F13.0, F13.1, F13.2, F13.3-9, X41 & T42.6, X41 &
T42.7, X61 & T42.6, X61 & T42.7, Y11 & T42.6, Y11 & T42.7; Barbituraten volgens ICD-10 codes: X41 &
T42.3, X61 & T42.3, Y11 & T42.3; Benzodiazepinen volgens ICD-10 codes: X41 & T42.4, X61 & T42.4, Y11
& T42.4. Bron: Doodsoorzakenstatistiek, CBS.
270 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
9.8 Aanbod en markt
Benzodiazepineszijnopvoorschriftvaneenartsvoorbepaaldeindicatiesverkrijgbaar.• Devergoedingvanbenzodiazepinenvanuitdebasisverzekeringisper1januari2009
sterkingeperktengeldtalleenvooreenkleinegroeppatiënten,voorenkelespecifiekeindicaties.Dezeindicatieszijnepilepsie,angststoornissenindientherapiemetantide-pressivaheeftgefaald,multipelepsychiatrischeproblematiekenpalliatievesedatiebijterminale zorg; ookwordtdiazepamvergoedbij spierspasmendoorneurologischeaandoeningen.
• Dezemaatregelisingevoerdomhetchronischgebruikterugtedringenentevoor-kómen; vanwege de verslavende werking van dezemedicijnen; en om kosten tebeperkendiehetongewenstchronischgebruikmetzichmeebrengt(VWS,Factsheetvergoedingenbenzodiazepinen,2009).Zieook§9.4.
• In2010werdbijdeopenbareapothekenvoor80miljoeneuroaanbenzodiazepinengekocht,waarvan53miljoeneurodoordegebruikerszelfwerdbetaald(www.sfk.nl).
Verspreiding vanmedicijnen in het ‘illegale circuit’ lijkt in Nederlandweinig voor tekomen,alishieroverweinigbekend.WelwijsthetInstituutvoorVerantwoordMedi-cijngebruik(IVM)ophetgevaarvan‘nepmedicijnen’dieviainternetwordenverkocht(www.medicijngebruik.nl).• IndeVerenigdeStatenisonderzochthoemedicijnenviadrugsdealersbijdemisbruikers
terechtkomen.Hetblijktdatdedrugsdealershiervooreenaantalstrategieënhebbenontwikkeld:zichvoordoenals‘pijnpatiënt’enmeerdere‘pijnklinieken’bezoeken,hetcorrumperenvanmedewerkersvanapothekenenhetkopenvandemedicijnenvanechtepijnpatiënten(Riggetal.,2012).Artsenenapothekersdiemedeplichtigzijnaanhetoneigenlijkgebruikvanmedicijnen,wordenindeVerenigdeStatenstrafrechtelijkvervolgddoordefederaleDEA,deDrugEnforcementAdministration(www.justice.gov/dea).DeDEAwerkt daarbij nauw samenmet regionale opsporingsinstanties.Ookartsendietegoedertrouwzijneninalhungoedgelovigheidnietdoorhebbendat ze door verslaafden worden misbruikt om illegaal aan medicijnen te komen,wordenindeVerenigdeStatenstrafrechtelijkvervolgd(Ziegleretal.,2011).
27110 Handel, productie en bezit van illegale drugs
10 Handel, productie en bezit van illegale drugs
DithoofdstuklaatdeontwikkelingenzienindedelictentegendeOpiumwet-inclusiefdeopsporingsonderzoekennaargeorganiseerdedrugscriminaliteit-zoalsdezezijngeregistreerddoorpolitieenjustitieofgerapporteerdinwetenschappelijkonderzoek.DeOpiumwetsteltsmokkel,handel,productieenbezitvanbepaaldedrugsstrafbaar.Ookgebruikvandrugsisstrafbaar,omdatditbezitimpliceert(UitspraakRaadvanState13juli2011,nr.201009884/H3).Deverbodendrugsstaanopgesomdinlijst1en2vandeOpiumwet.Lijst1bevatde‘harddrugs’.Hiertoebehorenondermeerheroïne,cocaïne,ecstasy,amfetamineenLSD.Lijst2bevatdezogenoemde‘softdrugs’.Debelangrijkstedrugopdezelijstiscannabis.
Nadesamenvattingvandebelangrijkstefeitenentrendsin§10.1wordtin§10.2gerap-porteerdoveropsporingsonderzoekennaargeorganiseerdedrugscriminaliteit.§10.3gaatinopontmantelingenvanproductielocatiesvansynthetischedrugs.§10.4beschrijftdeinbeslagnamesvandrugsenOpiumwetdelictenindestrafrechtsketenaandehandvan:• doorpolitieenKoninklijkeMarechaussee(KMar)geverbaliseerdeverdachten,• deinstroomvanOpiumwetzakenbijhetOpenbaarMinisterie(OM),• deafdoeningvanOpiumwetzakendoorOMenRechterineersteaanleg,• hetaandeelOpiumwetdelinquentenindetentie,en• destrafrechtelijkerecidivevandadersvandrugsdelicten(OpiumwetenWetVoorko-
mingMisbruikChemicaliën).
DeinformatieisafkomstiguitregistratiesvanpolitieenOpenbaarMinisterieenuitdeRecidivemonitorvanhetWODCenrecentwetenschappelijkonderzoek.Bijderegistra-tiecijfersmoetaangetekendwordendatdezegeenzichtkunnengevenopde totaledrugscriminaliteit,omdatdecriminaliteitdienietbekendwordtbijjustitiëleinstantiesofdienietgeregistreerdwordt,buitenbeeldblijft.Bovendienweerspiegelenderegistratie-cijfersaltijdookdeopsporingsprioriteitenendecapaciteitvanopsporingsdiensten.Deregistratieszijnsomsincompleetofnietvergelijkbaaroverdejarenheen.Decijfersover2010zijnmogelijkbeïnvloeddoorde introductievannieuweregistra-tiesystemenbijdepolitie(BasisvoorzieningHandhaving)enOM(GeïntegreerdProces-systeemStrafrecht) in2008.DeAlgemeneRekenkamerheeft in2011geconcludeerddathetnieuwesysteembijdepolitienietconsistentwordtgeïmplementeerdengepaardgaatmetproblemen(T.K.29350,nr.10,2011).Hierdoorzijndecijfersoverdeinstroomvanverdachtenenrechtbankzakenlastigvergelijkbaarmetdievandejarenvoor2008.DecijferszoudenvolgensdeAlgemeneRekenkamerincompleetkunnenzijn,maarofditechtzoiseninwelkematedathetgevalzouzijn,isnietbekend.HetprobleemzouookdeOM-cijferskunnenbeïnvloeden,maarookditisnietbekend.Alsgevolghiervandienendecijfersover2010metvoorzichtigheidgeïnterpreteerdteworden.
272 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Registratiesystemenwordenregelmatigaangepastenverbeterd.Werapporterenhieruitdemeestrecenteupdates.Doordeaanpassingenkunnendecijfers(inlichtemate)verschillenvaneerdergerapporteerdecijfers.Demeestrecentecijfershebbenaltijdeenvoorlopigkarakter.Decijfersbestrijkendeperiode2003-2010,metuitzonderingvandecijfersuitdeReci-divemonitor,waarbijvooreen langerereeks isgekozenomhetrecidivepatroonbeterinbeeldtebrengen.
Devolgendeontwikkelingeninopsporingendrugswetgevingzijnrelevantalsachter-grondbijdecijfers:• Degeorganiseerdecriminaliteitinrelatietotheroïneencocaïne,synthetischedrugs
enhennepteelt is in2008doorhetKorpsLandelijkePolitiedienstengekwalificeerdalsdreigingvoordeNederlandsesamenlevingenkrijgtprioriteitindeopsporingenvervolgingvoordeperiode2008-2011(T.K.29911/17,2008).
• Deverhoogde inspanningenuit het ‘Planvanaanpakdrugssmokkel Schiphol’, dievooralgerichtzijnopcocaïne,zijnsinds2006structureel.Hetzelfdegeldtsinds2007voordeinspanningendievoortvloeidenuitdenota‘SamenspannentegenXTC’.
• Ookdegeïntensiveerdeaanpakvandehennepteeltlooptnogsteeds(sinds2004).
DeaanpakvanOpiumwetdelictenspeeltzichvooreendeelafoplokaalenregionaalniveau.Daarbijwordtgewerktmeteen strafrechtelijke,maarookmeteenbestuurs-rechtelijkeaanpak.Voorzoverhetomstrafrechtelijkeopsporingenhandhavinggaat(opsporingsonderzoeken,arrestaties,vervolgingenenafdoeningen)komtdeinformatieinlandelijkedatabasesterechtendaarmeeindecijfersvandithoofdstuk.
10.1 Laatste feiten en trends
• Hetaandeelopsporingsonderzoekennaarmeerernstigevormenvangeorganiseerdecriminaliteitdatisgerichtopdrugs,istoegenomen.Bijdeharddrugsgaathetvooralomcocaïne;ditaandeeldaaldein2010.In2010zijnmeeropsporingsonderzoekengerichtopsynthetischedrugsenminderopheroïnedanin2009(§10.2).
• Het aantal ontmantelingenvanproductielocaties van synthetischedrugsdaalde in2010.Dehardwarediewerdaangetroffenwasmeergeavanceerdengrootschaliger(§10.3)
• Er zijn zowel precursoren (BMK, efedrine, maar geen PMK) als pre-precursorenvooramfetamineenMDMAinbeslaggenomen.Opmerkelijkisdatnieuwesoortengebruiktworden,waarvansommigenietonder internationalewetgevingvallenenniet als (pre-)precursor benoemd zijn op lijsten behorend bij deWet VoorkomingMisbruikChemicaliën.
• Er is in 2010meer ecstasy in beslag genomen dan in 2009,maarminder dan indejarenvóór2008.Dehoeveelheidinbeslaggenomenamfetamineissubstantieelafgenomen.
27310 Handel, productie en bezit van illegale drugs
• Tweemaal is in2010eenproductielocatievanmethamfetamineontmanteld.Dit isnieuw in Nederland. Alhoewel productielocaties vanmethamfetamine zijn aange-troffen,lijktdezedrugdeNederlandseconsumentenmarktslechtsbeperkttebereiken(§10.3).
• VandeOpiumwetdelicten ishet aandeel softdrugsdelicten ietshogerdandatvanharddrugs.Overdelangeretermijnstijgthetaandeelsoftdrugsdelicten.HetaandeelharddrugsdelictenbijpolitieenOMvertoontin2010eenkleinetoenametenopzichtevan2009.Daarvóórwasereendalendelijn(§10.4).
• Het aandeel vanOpiumwetdelicten ten opzichte van andere delicten in de straf-rechtsketenverandertweinig(§10.4).
• In2010zateenopdevijfgedetineerdenindegevangenisvanwegeeenOpiumwet-delict, iets minder dan in 2009.
• Rond zeven procent van de Opiumwetdelinquenten recidiveert binnen een jaaropnieuwmeteendrugsdelict.Ditlooptnatienjaaroptot28procent(§10.4).
10.2 Opiumwetdelicten en georganiseerde drugscriminaliteit
Opsporingsonderzoeken naar georganiseerde criminaliteit in relatie tot drugsDedienstIPOLvanhetKorpsLandelijkePolitieDiensten(KLPD)inventariseertelkjaarvoorhetEuropeseDreigingsbeeldvanEuropol (OrganisedCrimeThreatAssessment,OCTA)deNederlandseopsporingsonderzoekennaargeorganiseerde criminaliteit.DeNationaleRecherche,de25politieregio’sendebijzondereopsporingsdienstenleverenhiervoorhun lopendeenafgeslotenopsporingsonderzoekenaandievoldoenaandeEU-criteriavoorgeorganiseerdecriminaliteit(tabel10.1).8
Doorveranderingen inde registratiemethodenzijndecijfersdoorde jarenheennietvergelijkbaar.Vergelijkbaarzijndegegevens2003-2004en2006-2009.Deinformatieover2005betreftniethetgehelekalenderjaar.Vanaf2006heefteenruimeredataver-zamelingplaatsgevonden,waardoorhettotaalaantalvanafdatjaaraanmerkelijkhogerisdaninvoorafgaandejaren.Metnamehethogereaantalonderzoekennaardehandelinsoftdrugsishierdoorbeïnvloed.
8 Incidenteelkunnenbeschrijvingengerapporteerdzijnoveractievegroepenwaaropnoggeenopsporingsonder-zoekisgestart.
274 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 10.1 Opsporingsonderzoeken naar meer ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit,
naar drugsonderzoeken en hard- en softdrugs, 2003-2010
2003 2004 …I 2005II …I 2006III 2007 2008 2009 …I 2010IV
Totaal aantal onderzoeken
221 289 … (176) … 333 328 352 272 … (123)
- aantalgerichtopdrugs
146 200 … (127) … 250 235 247 203 … (95)
- %gerichtopdrugs
66% 69% … 72% … 75% 72% 70% 75% … 77%
Hard/softdrugsV:
- %metharddrugs
83% 84% … 85% … 79% 83% 76% 72% … 73%
- %metsoftdrugs
39% 27% … 41% … 60% 67% 65% 67% … 68%
- %metalleenharddrugs
61% 69% … 59% … 40% 36% 35% 33% … 32%
- %metalleensoftdrugs
17% 11% … 15% … 21% 20% 24% 28% … 27%
- %methard-ensoftdrugs
22% 16% … 26% … 39% 47% 41% 40% … 41%
Aantal onder-zoekenmetharddrugs
121 168 … 108 … 198 194 188 147 … 69
Typeharddrug:
- %cocaïne 60% 57% … 54% … 68% 77% 76% 78% … 70%
- %syntheti-schedrugs
54% 39% … 44% … 43% 40% 46% 41% … 51%
- %heroïne 17% 18% … 29% … 29% 20% 22% 25% … 20%
I. … = breuk in vergelijkbaarheid van cijfers. II. Cijfers 2005 betreffen de periode januari-november. III.
Vanaf 2006 is een bredere selectie toegepast, waardoor de aantallen, met name met betrekking tot handel/
smokkel softdrugs, substantieel hoger zijn. IV. Cijfers 2010 zijn incompleet en voorlopig. V. Binnen een
onderzoek kan sprake zijn van handel in en of productie van meerdere soorten drugs. Percentages tellen
daarom niet op tot 100%. Bron: KLPD/IPOL, 2011.
• Hetaandeel(in%)vandedrugsgerelateerdeonderzoekennamtoe.Drugsgerelateerdeonderzoekenvormennogsteedsveruitdemeerderheidvandeopsporingsonderzoeken.
• Bijdemeestedrugsgerelateerdeopsporingsonderzoekenzijn(ook)harddrugsinhetspel.Ditisindeloopderjarennietveranderd.Hetaandeelisin2010ongeveergelijkaan dat in 2009.
• Hetaandeelzakenmetsoftdrugsistussen2009en2010nietveelveranderd,maaroverdelangeretermijniseenstijgendelijnwaarneembaar.
• Binnendecategorieharddrugsdedenzichverschuivingenvoor.Hetaandeelonder-zoekenwaarbijcocaïneinhetspelisdaalde(van78%naar70%),terwijlhetaandeelbetreffende synthetischedrugs toenam (van41%naar51%).Hetaandeelonder-zoekenwaarbijhetgaatomheroïnenamaf.
27510 Handel, productie en bezit van illegale drugs
• Bijruimtweederdevandeonderzoeken(68%in2009)gaathetomcrimineleorga-nisatiesdiezich(mede)bezighoudenmetsoftdrugs.Invergelijkingmet2009ishetpercentagezakenmetalléénsoftdrugsongeveergelijk.
10.3 Inbeslagnames en ontmantelingen van productielocaties
In beslag genomen drugs In2010hebben21vande25politieregio’s,douaneenKMargegevensover inbeslag-namesaanhetKLPDaangeleverd.Decijferszijndusnietcompleet.Ookisbekenddathetmoeilijkisominbeslaggenomendrugsopeenpreciezeenvergelijkbaremaniertewegen,bijvoorbeeldingevallenwaarindedrugsgeïmpregneerdzijninkledingofopge-lostinvloeistof,envooralalshetgaatomgrotehoeveelhedendrugs(InspectieOpenbareOrde enVeiligheid, 2009). Een uniformprotocol voor de transactie en registratie vaninbeslagnamesdoordepolitieisineenprocesvanontwikkelingenimplementatie,datopditmomentwordtverbeterd(T.K.29628,nr.258,2011).Vanwegedezevaliditeitspro-blemenwordendecijfershierafgerondgepresenteerd.Eenvergelijkingmeteerderejarenisnietverantwoord.Decijfersmoetenterughoudendgeïnterpreteerdworden.Tabel10.2 laatdedoordepolitie (KLPD)gerapporteerde inbeslagnames in2010zien,exclusiefsynthetischedrugs. Tabel 10.2 Inbeslagnames van drugs, 2010I,II
Soort drug Hoeveelheid
Opium 13kilogram
Heroïne 548kilogramen235bolletjes
Morfine 33ampullen
Cocaïne 10duizendkilogramen397bolletjes
GHB 3kilogramen38liter
Methadon 700gramen16500tabletten
Hashish 3500kilogram
Marihuana 2duizendkilogram
Paddo’s 3,5kilogramen7stuks
Nederwiet 2,5duizendkilogram
-hennepplanten 1,6miljoenplanten
-hennepstekken 170duizendstekken
-henneptoppen 110duizendtoppen
I. Vier politieregio’s hebben geen informatie aangeleverd. II. Inclusief douane en KMar. Bron: KLPD, Dienst
IPOL, 2012.
276 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Over inbeslagnames van synthetische drugs wordt jaarlijks gerapporteerd door hetExpertisecentrum Synthetische Drugs en Precursoren (Expertisecentrum, 2011).Ookdezecijferskunnenincompleetzijn,aangezienergeenverplichtingbestaatomcijfersaanhetExpertisecentrumterapporteren.AangenomenwordtdathetmetdevaliditeitvandezecijfersvoldoendegesteldisdoordebekendheidvanhetExpertisecentrumende betrokkenheid bij zaken van synthetische drugs.Deze cijfersworden hier gerap-porteerd.• In2010ismeerecstasy/MDMAinbeslaggenomendanin2009en2008,maarde
hoeveelhedenzijnveelkleinerdandehoeveelhedendieindejarendaarvoorinbeslagwerdengenomen(tabel10.3).
• Eriseensubstantiëleafnamevaninbeslaggenomenamfetamine.Hetsoortamfe-tamineverschiltvaneerderejaren:meerpastaenminderpoeder.VolgenshetExper-tisecentrumsynthetischedrugsenprecursorenzouditveroorzaaktkunnenzijndoorhetfeitdatmeerhalffabrikatenvanamfetaminezijngesmokkeld.
• Anderesoortensynthetischedrugsdiein2010inbeslagzijngenomenzijn: - Methamfetamine:rond45kilogram - Mefedrone:109kilogram - mCCP: ruim 5 000 tabletten - LSD:ruim6400eenheden - 2-PEA:4000tabletten - Ketamine:5kilogram.• InbeslagnamesvanmefedronezijnnieuwvoorNederland.HetExpertisecentrumschrijft
dittoeaaninstabiliteitvandeecstasymarkt.Zoalsgenoemdinhoofdstuk5deeddezezichopconsumentenniveauvooralvoorin2008-2009,meteenherstelin2010.
Tabel 10.3 Inbeslagnames van amfetamine and ecstasy/MDMA in Nederland, 2006-2010
2006 2007 2008 2009 2010
Amfetamine:- Poeder(inkilogram)- Tabletten- Pasta(inkilogram)- Olie(inliters)
63338 077
35
2 8051 391
40241
11060
12165
19460
4660
660
54657
MDMA:- Tabletten- Poeder(inkilogram)- Olie(inliters)
4118252664120
84300431 3191,74
24976184
300
1728453.4
0
55540166
0
Bron: Jaarverslag synthetische drugs en precursoren 2010, 2011.
In beslag genomen precursorenOverprecursorenrapporteerthetExpertisecentrumhetvolgende:• Zowel precursoren (BMK en efedrine) als preprecursoren (PMK-glycidate, safrol)
vooramfetamineenecstasy/MDMAzijn in2010 inbeslaggenomen (tabel10.4).OpmerkelijkisvolgenshetExpertisecentrumdatvanbeidenieuwesoortenwordengebruikt,waarvan sommigenietonder internationalewetgevingvallenenniet als
27710 Handel, productie en bezit van illegale drugs
(pre)precursorbenoemdzijnop lijstenbehorendebijdeWetVoorkomingMisbruikChemicaliën. Voor andere (pre)precursoren is het niet duidelijk of ze al dan nietverbodenzijn.SommigezakenzijnmomenteelondervervolgingdoorhetOpenbaarMinisterie, waardoor volgens het Expertisecentrummeer duidelijkheid zal kunnenontstaanoverdeeventuelestrafbaarstellingvandezestoffen.
• PMKisin2010nietinbeslaggenomen.VanBMKisietsmeerinbeslaggenomendanin 2009.
• Zevenmaalisin2010gewaggemaaktvaneenvondstvanGBL,eenprecursorvoorGHB.In2009wasdittweemaalhetgeval.Erbestaatgeenverplichtingtotrappor-tage,maarGBLstaatwelopdeEUlijstvanvrijwilligemonitoring.Ditbetekentdatfirma’sopvrijwilligebasiskunnenrapporteren.
Tabel 10.4 Aantal ontmantelde productielocaties en geregistreerde dumpingen chemisch afval van
productie synthetische drugs, 2004-2010
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
BMK 6280 340 171 - 231 258 334
PMK 4400 1762 55 20 - 40 -
PMK-glycidate - - - - - -1 200 (kilo)
Safrol - - - - - 20 85
(Pseudo-)efedrine - - - -317
(kilo)587
(kilo)508
(kilo)
I. In liters, tenzij anders aangegeven. Bron: Jaarverslag synthetische drugs en precursoren 2010, 2011.
Ontmantelingen van productielocatiesErzijnvolgensopgavevandepolitiein2010ruim5600hennepkwekerijenontmanteld(KLPD,2012).Over ontmantelingen van productielocaties van synthetische drugs, opslagplaatsenvanhardwareenchemicaliënendumpingenvanchemischafvalvandeproductievansynthetischedrugswordt jaarlijksgerapporteerddoorhetExpertisecentrumSyntheti-scheDrugsenPrecursoren(Expertisecentrum,2011).Erzijnin201019ontmantelingenvanproductielocatiesinNederlandgeregistreerd,minderdanin2009(tabel10.5).DemeestelocatieszijngevondeninhetzuidenenwestenvanNederland.• Erzijn26verschillendeproductieprocessenaangetroffenopdeontmanteldelocaties,
waarbijhetsomsommeerdantweeverschillendeprocessenperlocatiekangaan: -opnegenlocatieswerdamfetaminegesynthetiseerd -optweelocatiesecstasy -optweelocatieswerdmethamfetaminegesynthetiseerd -zesmaalwerdeneropeen locatieandere(designer)drugs(zoals4-methylamfeta-
mine,PMMAenDMMA)geproduceerd -optweelocatieswerdsafrolomgezetinPMK(hetzelfdeaantalalsin2009) -opvijflocatiesvondkristallisatieoftabletteringplaats.
278 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
• De productie van methamfetamine is een nieuw verschijnsel in Nederland, maargegevens uit het DIMS (§ 5.8) suggereren dat methamfetamine de Nederlandseconsumentenmarktslechtsbeperktbereikt.
• Een nieuw verschijnsel vormen ook de gerapporteerde conversielaboratoria en deproductievan synthetischedrugsdoorNederlanders inBelgië, vlakoverdegrens.Dezezijnbijdecijfersintabel10.5nietmeegeteld.
• In2010zijn41opslagplaatsenvanhardware,chemicaliënofbeidegevonden,viermeer dan in 2009.
• Hetexpertisecentrumrapporteerteentrendnaarmeergeavanceerdeengrootscha-ligerapparatuurvoordeproductievansynthetischedrugs.
• Hetaantalgeregistreerdeafvaldumpingenbleefminofmeerconstant.• DeWetVoorkomingMisbruikChemicaliën(WVMC)verplichtbedrijvenomverdachte
transacties in geregistreerde chemicaliën temelden aan de Fiscale Inlichtingen enOpsporingsDienst(FIOD).In2009zijn82verdachtetransactiesgemeld,evenveelalsin2008enmeerdaninvoorgaandejaren(nietintabel).
Tabel 10.5 Aantal ontmantelde productielocaties en geregistreerde dumpingen chemisch afval van
productie synthetische drugs, 2003-2010
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Productielocaties 37 29 18 23 15 21 24 19I
Opslagplaatsen n.b. 14 19 43 44 35 37 41
Afvaldumpingen 97 81 51 42 50 36 34 35
I. Het KLPD rapporteert in januari 2012 20 ontmantelingen van productielocaties in 2010. Bron: Jaarverslag
synthetische drugs en precursoren 2010, 2011.
DrugsrunnersVanWijkenBremmers(2011)dedenonderzoeknaardrugsrunnersinenrondMaas-tricht.Zijmaaktengebruikvanpolitieregistraties(voornamelijkover2009)enpersoons-dossiers(vaneendeelvandegroep),literatuuronderzoek,interviewsenobservaties.Deproblematiekdiegerelateerdisaandrugsrunnersbestaatuitdrugsdelicten(hetcontactleggenmetdrugstoeristen–vooralFransenenBelgen-enanderepotentiëleklantenendezetoeleidennaardealpanden)enoverlastalsgevolgvangevaarlijkverkeersgedrag.• Dedrugsdelictenbetreffenvooralharddrugs (heroïne, cocaïne, ecstasy),maarook
softdrugs.• Hetgaatzowelomdeverkoopvangebruikershoeveelhedenalsomdeverkoopvan
groterehoeveelhedenvoorhandelareninhetbuitenland.• Dekopersvormeneenheterogenegroep:verslaafden,‘gewone’gebruikersenkopers
diedoorverkopenvoordehandel.• HetaantalpandeninenomMaastrichtdatopeenofanderemaniergebruiktwordt
voordrugsgerelateerdeactiviteitenwordtdoorrespondentenvandepolitiegeschatopzo’n500.
• Ongeveer de helft van de geregistreerde runners komt uit Rotterdam; daarnaast
27910 Handel, productie en bezit van illegale drugs
komenUtrechtenGoudanaarvoren.ZijhebbenvaakeenMarokkaanseachtergrond.• Gemiddeldzijntwaalfdelictenperrunnerindetotalecriminelecarrièregeregistreerd,
dienaastdrugsdelictenookbestaanuitvermogens-,gewelds-enverkeersdelicten.
10.4 Opiumwetdelicten in de strafrechtsketen
Verdachten van Opiumwetdelicten bij de politieHetbeelddatuitdeaangeleverdecijfersvandepolitieover2010naarvorenkomt,is er een vandalende absolute aantallen verdachten vanOpiumwetdelicten,waarbijhetaandeelharddrugsverdachtenafneemtendatvansoftdrugsverdachtentoeneemt(figuur10.1).Decijfersover2010zijnechternogvoorlopigen(mogelijkenzoja, innogonbekendemate)beïnvloeddoordeBasisvoorzieningHandhavingbijdepolitie(hetnieuweregistratiesysteem),waardoorzelastigtevergelijkenzijnmetdieuitvoorgaandejaren. • HetaantalverdachtendatvooreenOpiumwetdelictisgeverbaliseerddoorpolitieof
KoninklijkeMarechausseebedraagtin2010bijna16duizend.• Dedalingin2010isrelatiefhetsterkstbijverdachtendievoorhard-ensoftdrugsde-
lictenzijngeverbaliseerd.Dittypeverdachtevormteenminderheid(8%).• In2010 is45procentvandeverdachtenopgepaktvanwegeeenharddrugsdelict,
47 procent is opgepakt vanwege een softdrugsdelict en 8 procent vanwege eengecombineerdhard-ensoftdrugsdelict.
280 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 10.1 Aantal verdachten Opiumwetdelicten bij politie en Koninklijke Marechaussee naar hard-
en softdrugs, 2003-2010I
Aantal
5000
10000
15000
20000
25000
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
18877 22269 21895 22008 21435 19852 17811 15772
10843 12035 11084 10978 10682 9524 7746 7134
5912 7433 8273 7973 7859 7554 8163 7393
1389 2105 2158 2708 2801 2718 1901 1236
733 696 380 349 93 56 1 9
Opiumwet totaal
- Harddrugs
- Softdrugs
- Hard- en softdrugs
- Overig/onbekend
I. Teleenheid is het aantal maal dat in het HKS een verdachte met een proces-verbaal Opiumwet is aange-
troffen. Bron: HKS, KLPD/DNRI.
• VerdachtenvanOpiumwetdelictenvormen6,7%vanalleverdachten.Ditaandeelverandertnietveelinvergelijkingmet2009.DitimpliceertdatdeontwikkelingvanhetaantalverdachtenvoorOpiumwetdelictenminofmeerinlijnismetdealgemenetrendvanverdachten(tabel10.6).
Tabel 10.6 Aandeel (in %) van verdachten van Opiumwetdelicten van het totaal aantal verdachtenI,
2003-2010
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
%Opiumwet 6,8% 7,5% 7,3% 7,3% 6,9% 6,8% 6,6% 6,7%
Verdachten totaal (afgerond,*1000)
277 295 299 303 310 290 270 235
I. Totaal van alle verdachten, niet alleen Opiumwet. Bron: HKS, KLPD/DNRI.
• Demeesteverdachtenzijnman(tabel10.7).• Voor43procentvandeverdachtenishetdelictuit2010heteerstegeregistreerde
delict(zijzijn‘firstoffender’;vanalletypenmisdrijven,dusnietenkelOpiumwetmis-drijven).
• Deoverigenzijnaleerdermetdepolitieinaanrakinggeweest.Eenderdeheeftvijf
28110 Handel, productie en bezit van illegale drugs
ofmeercrimineleantecedenten,zestienprocentheeftermeerdantien.Verdachtenvanharddrugsdelictenhebbeneenhogeraantalantecedentendanverdachtenvansoftdrugsdelicten.Ditpatroonverschiltnietvaneerderejaren.
• Deverdachtenzijnmeestaltussende18en44jaar.Verdachtenonderde18enbovende55vormeneenminderheid.Softdrugsverdachtenzijnoverhetgeheelgenomenouderdanharddrugsverdachten.
Tabel 10.7 Kenmerken van verdachten Opiumwetdelicten, naar hard- en softdrugs, 2010I
Harddrugs Softdrugs Beide TotaalII
Totaal aantal 6806 7 138 1042 15 170
Geslacht Man 87% 84% 86% 86%
Vrouw 13% 16% 14% 14%
Aantal antecedentenIII 1 43% 43% 37% 43%
2 11% 13% 11% 12%
3-4 11% 14% 15% 13%
5-10 16% 17% 20% 17%
11-20 10% 8% 11% 9%
21-50 7% 4% 5% 6%
> 51 3% 1% 1% 1%
Leeftijdbijregistratielaatstedelict
12-17 jaar 3% 4% 3% 3%
18-24jaar 30% 20% 22% 25%
25-34jaar 34% 30% 34% 32%
35-44jaar 20% 25% 23% 22%
45-54jaar 10% 14% 12% 12%
55-64jaar 3% 6% 4% 4%
≥65jaar 0% 1% 1% 1%
I. Teleenheid wordt gevormd door unieke verdachten; elke verdachte is éénmaal geteld, ook al wordt hij/
zij in een jaar vaker dan éénmaal voor een Opiumwet geverbaliseerd. II. In negen gevallen is de soort drug
onbekend. Deze categorie is hier niet opgenomen. III. Een antecedent is een politiecontact waarbij proces-
verbaal is opgemaakt; het betreft antecedenten uit de totale criminele geschiedenis inclusief het huidige
politiecontact. Bron: HKS, KLPD/DNRI.
Instroom van Opiumwetzaken bij het Openbaar MinisterieOpiumwetzakenwordenvervolgdconformdebeleidsregelsindeAanwijzingOpiumwetvanhetOpenbaarMinisterie (OM,ziewww.om.nl).NietallezakenwordendoordepolitiedoorgestuurdnaarhetOM.Zoheeftdepolitiedebevoegdheidomvoorbepaaldedelicteneentransactieaantebieden,bijvoorbeeldbijhetbezitvanminderdan0,5gramheroïneof cocaïne.Doorbetalingvande transactiewordtdezaakafgedaanennietdoorgestuurdnaarhetOM.
282 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur10.2laatdeinstroomvanOpiumwetzakenbijhetOMzien.Evenalsbijdepolitie-cijfersisookhierdealgemenetrendwaarneembaarvaneendalendtotaalaantalzaken.Hetpercentageharddrugszakennamtoein2010,terwijlhetpercentagesoftdrugszakendaalde. • In2010stroomdenminderdan15duizendOpiumwetzakeninbijhetOM,eendaling
tenopzichtevan2009.• Dezedalingisvooralwaarneembaarbijsoftdrugszaken.Harddrugszakenengecom-
bineerdehard-ensoftdrugszakennameninminderemateaf.• HetaantalzakenbijhetOMbetreftvakersoftdrugs(49%)danharddrugs(46%).• Hetmerendeel vandeOpiumwetzaken (60%)betreftproductie vanenhandel in
drugs.In40procentvandezakengaathetombezitvandrugs(nietinfiguur).• Dezeverhoudingisandersbijhard-danbijsoftdrugszaken:bijsoftdrugszakenbetreft
71procentdeproductieofhandelen29procenthetbezitvandrugs.Bijzakenmetharddrugsbetreft 49procentdeproductieof handel en51procenthetbezit vandrugs (niet in tabel).Uit deze cijfers is niet op temakenomwelkehoeveelhedendrugshetgaat.DeAanwijzingOpiumwetvanhetOpenbaarMinisteriezegtdat,alshetgaatombezit(‘aanwezighebben’indeOpiumwet)vangeringehoeveelhedenharddrugs die beschouwd kunnen worden als bedoeld voor eigen gebruik, geengerichteopsporingplaatsvindt,geen inverzekeringstellingen slechtsvervolging terondersteuningvanhulpverlening.Onder eengeringehoeveelheidwordt verstaan:eenhoeveelheid/dosisdiedoorgaanswordtaangebodenalsgebruikershoeveelheid,bijvoorbeeld één bolletje, één ampul, éénwikkel, één pil/tablet; in elk geval eenaangetroffenhoeveelheidvanmaximaal0,5gram.Bijbezitvangeringehoeveelhedenvooreigengebruikvansoftdrugswordt inbeginselnietstrafrechtelijkopgetreden.Voorcannabisgeldthierbijinbeginseleenmaximumvanvijfgram,voorgedroogdepaddo’s0,5gramenvoorversepaddo’svijfgram.Alshetgaatombezitvangroterehoeveelheden,dienietmeerbeschouwdwordenalsbedoeldvooreigengebruik,ofalserookeenernstigerdelictgepleegdis,danzijnarrestatieenvervolgingderegel.Inallegevallenwordendedrugsinbeslaggenomen(www.om.nl).
• HetaandeelOpiumwetzakenbijhetOMschommeltindeonderzochteperiodetussenzevenenachtprocent,2010wijkthier,metzevenprocent,nietvanaf(tabel10.8).De lagere instroomvanOpiumwetzaken(inabsoluteaantallen) lijktdusonderdeelvaneenbredereafnemendetrendindeinstroomvanzakenbijhetOM.
28310 Handel, productie en bezit van illegale drugs
Figuur 10.2 Aantal OpiumwetzakenI ingestroomd bij het Openbaar Ministerie, naar hard- en
softdrugsII, 2003-2010
Aantal
5000
10000
15000
20000
25000
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
18233 21947 20198 20310 19400 18862 17066 14865
10307 11972 9923 9910 9471 9083 7423 6880
7283 9248 9499 9544 9199 9054 8956 7338
612 695 716 822 677 671 647 578
31 32 60 34 53 54 40 69
Opiumwet totaal
- Harddrugs
- Softdrugs
- Hard- en softdrugs
- Overig/onbekend
I. Per verdachte kan meer dan een zaak geregistreerd zijn. II. Een gering aantal Opiumwetzaken laat zich niet
indelen in een van de categorieën. Deze zaken zijn hier niet opgenomen. Bron: OMDATA, WODC.
Tabel 10.8 Aandeel (in %) van Opiumwetzaken op totale instroom OM, 2003-2010
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
%Opiumwet 6,6% 8,0% 7,5% 7,5% 7,1% 7,1% 7,3% 7,0%
Zakentotaal(afgerond,*1000)
274 276 269 270 275 264 234 213
Bron: OMDATA, WODC.
284 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Afdoening van Opiumwetzaken bij het Openbaar Ministerie• In2010zijndemeesteverdachtenvaneenOpiumwetdelictdoorhetOMvoorde
rechtergebracht(gedagvaard)(figuur10.3).Hetpercentagedagvaardingenstijgtvan62procentnaar67procent.
• Dezetoenameishetmeestzichtbaarvoorsoftdrugszaken:58procentin2009tegen-over65procentin2010.
• Hetpercentagevanharddrugszakendatvoorderechterwordtgebracht(68%)isnogsteeds–ondanksdesterkestijgingbijsoftdrugszaken-hogerdandatvansoftdrugs-zaken(65%).Ditbetekentdatrelatiefmeersoftdrugszakenzondertussenkomstvanderechterbeëindigdworden,bijvoorbeeldmeteentransactiedoorhetOM.
• RuimeenvijfdevandeOpiumwetzakeneindigtmeteen transactiedoorhetOM.Hiertoebehorenfinanciëletransacties,maarookvergoedingvanschade,leerprojectenofwerkstraffenenanderemodaliteitenwaarmeehetOMeenzaakkanafdoen.Erzijn(iets)minderOM-transactiesdanin2009,toenhetaandeelnog23procentbedroeg.
• HetgrootstedeelvandeOM-transactiesbestaatuitfinanciëletransacties.In2010warenheterbijna2300.Ditisminderdanin2009enookminderdanindeperiode2003-2009.Hetbedrag(mediaan)is280euroin2010;ditis30eurohogerdanin2009.Hetmedianetransactiebedragschommeltindeperiode2003-2010tussende230en280euro.In2010ishetrelatiefhoog.
• Zakenwaarinhard-énsoftdrugseenrolspelenbrengthetOMrelatiefhetvaakstvoorderechter(84%).
• Het aandeel beleidssepots bedraagt vijf procent. In 2004 waren er relatief veelbeleidssepots. Dit had te makenmet het beleid voor drugskoeriers op Schiphol.9 Hetaandeelbeleidssepotsdaaltsinds2005weer,maarisnogsteedshogerdanvóór2004.
• Technische sepots komen in2010voor in zevenprocentvandeOpiumwetzaken.Voegingenkomenweinigvoor.
9 Harddrugskoerierszonderantecedentenenmetslechtseengeringehoeveelheiddrugswerdennietvervolgdmaarheengezondennainbeslagnamevandedrugs;hunnaamwerdopde‘zwartelijst’gezetomtoekomstigevluchtennaarNederlandtevoorkomen.
28510 Handel, productie en bezit van illegale drugs
Figuur 10.3 Afdoening Openbaar Ministerie in Opiumwetzaken (in %), 2003-2010I
0
10
20
30
40
50
60
70
80
72% 61% 65% 66% 66% 62% 62% 67%
18% 20% 19% 21% 22% 24% 23% 21%
3% 10% 8% 6% 5% 6% 6% 5%
5% 7% 6% 5% 5% 6% 7% 7%
3% 2% 2% 2% 2% 2% 2% 1%
%
Dagvaarding
Transactie
Beleidssepot
Technisch sepot
Voeging
N = 17936 N = 20942 N = 19830 N = 20531 N = 18552 N = 18820 N = 17205 N = 14645 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
I. De totale aantallen (N) zijn exclusief administratieve sepots en overdrachten. Bron: OMDATA, WODC.
Erzijnin2010,netalsinvoorgaandejaren,duidelijkeverschilleninafdoeningdoorhetOMtussenharddrugszaken,softdrugszakenenzakenmetzowelhard-alssoftdrugs(figuur10.4a-c):• Harddrugszakenwordenvakergedagvaarddansoftdrugszaken.Hetaandeeldagvaar-
dingenisechterhethoogstalshetgaatomzakenmeteencombinatievanhard-énsoftdrugs.
• Transactieskomenhetmeestvoorinsoftdrugszakenenhetminstinzakenmethard-ensoftdrugs.
• Beleidssepotsworden relatief vaak toegepast bij harddrugszaken enminder in soft-drugszakenenzakenmeteencombinatievanhard-ensoftdrugs.Technischesepotskomenhetminstvoorinzakenmethard-ensoftdrugs.
286 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 10.4 Opiumwetzaken afgedaan door Openbaar Ministerie, naar type beslissing, 2003-2010,
(a) harddrugs, (b) softdrugs, (c) hard- en softdrugsI
(a) Opiumwet – Harddrugs
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
80% 61% 64% 67% 68% 67% 66% 68%
9% 10% 13% 15% 17% 18% 18% 19%
3% 17% 13% 9% 7% 8% 8% 6%
5% 10% 7% 6% 5% 5% 6% 6%
3% 3% 3% 2% 2% 3% 2% 1%
%
Dagvaarding
Transactie
Beleidssepot
Technisch sepot
Voeging
N = 10327 N = 11479 N = 9889 N = 10042 N = 9136 N = 9144 N = 7607 N = 6723 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
(b) Opiumwet - Softdrugs
0
10
20
30
40
50
60
70
60% 58% 63% 63% 62% 56% 58% 65%
31% 34% 27% 27% 27% 31% 29% 23%
3% 2% 3% 3% 4% 4% 4% 3%
4% 4% 4% 5% 6% 6% 7% 7%
2% 2% 2% 2% 2% 2% 1% 1%
%
Dagvaarding
Transactie
Beleidssepot
Technisch sepot
Voeging
N = 6996 N = 8761 N = 9155 N = 9676 N = 8673 N = 8959 N = 8903 N = 7334 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
28710 Handel, productie en bezit van illegale drugs
(c) Opiumwet – Gecombineerde hard- en softdrugszaken
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
86% 86% 86% 83% 82% 83% 80% 84%
8% 8% 6% 10% 12% 11% 12% 9%
2% 1% 2% 2% 1% 1% 2% 2%
3% 4% 4% 3% 3% 2% 4% 4%
1% 1% 2% 2% 3% 2% 2% 1%
%
Dagvaarding
Transactie
Beleidssepot
Technisch sepot
Voeging
N = 589 N = 672 N = 736 N = 779 N = 706 N = 662 N = 660 N = 564 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
I. De totale aantallen (N) zijn exclusief administratieve sepots en overdrachten. Bron: OMDATA, WODC.
Afdoeningen door de rechter in eerste aanlegOok in de afdoeningen van Opiumwetzaken door de rechter is een dalende trendin absolute aantallen waarneembaar, met daarbinnen een dalende lijn in het aandeel harddrugszaken en een stijgende lijn in het aandeel softdrugszaken (figuur 10.5 entabel10.9).
• Derechterheeftin2010ruimnegenduizendOpiumwetzakenafgedaan,minderdaninvoorgaandejaren.
• VandeOpiumwetzakenwas49procenteensoftdrugszaak(was47%in2009)en46procenteenharddrugszaak(was49%in2009).Eenkleindeelbetreftzakenmethard-énsoftdrugs;ditaandeelstijgtmetéénprocentpunt.
• Opiumwetzakenvormen in2010 rondachtprocentvanhet totaleaantaldoorderechterafgedanezaken,vrijwelevenhoogalsin2009.Sinds2006waseendalendelijn inhetaandeelOpiumwetzakenwaarneembaar. In2010 lijktdezetrendzichtestabiliseren.
288 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 10.5 Aantal door rechter afgedane zaken naar hard- en softdrugs in eerste aanleg, 2003-2010I
Aantal
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
12708 12141 12186 13003 11800 11395 10537 9391
8309 7005 6354 6518 6008 5803 5130 4363
3996 4662 5303 5890 5304 5157 4926 4556
398 465 522 576 481 429 461 465
5 9 7 19 7 6 20 7
Opiumwet totaal
- Harddrugs
- Softdrugs
- Hard- en softdrugs
- Overig/onbekend
I. Per verdachte kan meer dan een zaak geregistreerd zijn. Bron: OMDATA, WODC.
Tabel 10.9 Aandeel (in %) van door de rechter afgedane Opiumwetzaken, 2003-2010I
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
%Opiumwet 8,6% 8,3% 8,4% 8,9% 8,5% 8,2% 7,6% 7,8%
Zakentotaal(afgerond,*1000)
148 146 145 147 139 140 139 120
I. Per verdachte kan meer dan een zaak geregistreerd zijn. Bron: OMDATA, WODC.
SanctiesFiguur10.6 laat zienhoeveel taakstraffen, (deels)onvoorwaardelijkevrijheidsstraffenengeldboetesindeperiode2003-2010doorderechterineersteaanlegzijnopgelegd.• Opiumwetdelinquentenkrijgen in2010,evenals in2009,ongeveerevenvaakeen
taakstrafalseen(deels)onvoorwaardelijkevrijheidsstrafopgelegd.Deverhoudingisniet substantieel anders dan in 2009.
• Degemiddeldeduurvaneentaakstrafisin2010evenhoogalsin2009.Hetgemid-deldeaantalurentaakstrafis97(tabel10.10).Sinds2003isdegemiddeldeduurvandetaakstrafgedaald.Hetaantaltaakstraffendaaltsinds2006.
• In2010zijn3086(deels)onvoorwaardelijkevrijheidsstraffenopgelegd,minderdanin2009.Sinds2003ishetaantalvandezestraffengehalveerd.
• Degemiddeldeduurvaneenopgelegde (deels)onvoorwaardelijkevrijheidsstraf in
28910 Handel, productie en bezit van illegale drugs
eenOpiumwetzaakisin2010303dagen,ruwweggelijkaan2009,maarminderdanindejarendaarvoor(tabel10.10).Sinds2003isdegemiddeldeduurmetbijnadriemaandengedaald.
• (Deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen werden tussen 2002 en 2008 vooralopgelegdvoorsmokkel,productieofhandelvanharddrugs,taakstraffenvooralvoorsmokkel,productievanofhandelinsoftdrugs(VanOoyenetal.,2009,p.232-233;nietintabel).
• Er zijn in2009 ruim1200geldboetesopgelegddoorde rechter.Hetbedrag vaneengeldboete(mediaan)bedraagt420euroin2010,ditis50eurohogerdaninhetvoorgaandejaar,maaroplangeretermijngezienlager(tabel10.10).
Figuur 10.6 Sancties in Opiumwetzaken, 2003-2010I
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
3870 4389 5126 5651 4694 4117 3804 3033
6404 5393 4844 4764 4232 4278 3676 3086
1864 2110 1829 1798 1615 1657 1523 1228
Aantal
Taakstraf
Onvoorw. vrijheidsstraf
Geldboete
Bron: OMDATA, bewerking WODC.
Tabel 10.10 Gemiddelde duur van taakstraffen (uren) en (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen
(dagen) en bedrag van geldboetes (mediaan in euro’s) in Opiumwetzaken, 2003-2010
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Taakstraf 128 117 112 113 106 102 97 97
Onvoorwaardelijkevrijheidsstraf 389 377 335 311 341 300 306 303
Geldboete 500 480 500 490 400 400 370 420
Bron: OMDATA, bewerking WODC.
290 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Opiumwetdelinquenten in de Nederlandse gevangenissenHet aandeel gedetineerden dat vastzit vanwege eenOpiumwetdelict is substantieel.Vande10355personendieop30september2010inhetgevangeniswezenverbleven,zat21procentdaarvanwegeeenOpiumwetdelict(figuur10.7).Ditiseenlichtedalingtenopzichtevanhetaandeelindejarendaarvoor(tabel10.11).Opiumwetdelinquentenzijndeopéénnagrootstecategorie.
Figuur 10.7 Aandeel Opiumwetdelinquenten in het gevangeniswezenI vergeleken met vijf andere
delictgroepen. Peildatum 30 september 2010, N=10 355
3%
4%
5%
47%
20%
21%
Geweld Vermogen
Vermogen en openbare orde Verkeer
Opiumwet overig
I. Inclusief extramuraal geplaatste justitiabelen. Extramuraal verblijvenden in het kader van elektronische
detentie en penitentiair programma zijn meegeteld evenals door drugskoeriers en illegale vreemdelingen
bezette plaatsen van de Directie Bijzondere Voorzieningen. Bron: Kalidien & De Heer – de Lange, 2011.
Tabel 10.11 Aandeel (in %) van Opiumwetdelicten in de populatie gevangeniswezen, 2006-2010,
peildatum 30 september
2006 2007 2008 2009 2010
%Opiumwet 21% 23% 23% 22% 21%
Populatietotaal 12 052 11 109 10424 10269 10 355
Strafrechtelijke recidive van OpiumwetdelinquentenTabel10.12laatzienhoeveelpersonen(in%)dieveroordeeldzijnvooreendrugsde-lict,lateropnieuwvervolgdwordenvoorzo’ndelict.UithetbestandvandeWODC-Recidivemonitoriseenselectiegemaaktvandepersonendieindeperiode1997-2008minstens éénmaal onherroepelijk zijn veroordeeld vanwege een Opiumwetdelict ofvanwegeovertredingvandeWetVoorkomingMisbruikChemicaliën(hieraangeduidals‘drugsdelicten’).Dezeselectieisindetabelweergegevenindeeerstekolom(onder‘Jaar’).HetgaatommisdrijvendieterechtkomenbijhetOpenbaarMinisterieendienieteindigenineenvrijspraak,sepotoftechnischebeslissing.Degegevenszijnondermeergecorrigeerdvoor tijd indetentie.Vandedrugsdaders isnagegaanofzijbinneneen
29110 Handel, productie en bezit van illegale drugs
bepaaldeperiodenadeinschrijvingvanhetdrugsdelictwaarvoorzeveroordeeldzijn,opnieuwvooreendrugsdelictincontactzijngekomenmethetOpenbaarMinisterie.Ditheet‘specialerecidive’(Wartnaetal.,2008).Hetpercentagedadersdatisteruggevallennaeen,twee,drietotenmettienjaarisweergegeveninderijenvantabel10.13.Zoisbijvoorbeeldteziendatvande8446personendiein1997vooreendrugsdelictzijnveroordeeld7,5procent inheteerste jaaropnieuwvooreendrugsdelict incontact isgekomenmethetOpenbaarMinisterie.Ditpercentagelooptintienjaartijdoptot26,3procent.
Tabel 10.12 Prevalentie (in cumulatieve % recidivisten) van nieuwe strafzaken voor een drugsdelict voor
overtreders van de Opiumwet of de WVMC, naar observatieperiode (speciale recidive)
Observatieperiode in jaren: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Jaar
1997(N=8446) 7,5 11,5 14,4 16,4 18,6 20,7 22,4 23,7 25,1 26,3
1998(N=9184) 6,9 11,2 14,5 17,4 19,7 22,0 23,6 25,6 26,7 27,6
1999(N=8976) 7,4 12,2 15,7 18,9 21,3 23,8 25,8 27,4 28,6 29,7
2000(N=8686) 7,0 11,8 15,7 19,1 21,9 24,1 26,0 27,7 28,8 29,7
2001(N=9938) 7,8 12,4 16,2 19,2 21,5 23,3 24,9 26,0 27,1 27,8
2002(N=12109) 8,6 13,9 17,6 20,2 22,3 24,2 25,7 26,6 27,5
2003(N=14059) 8,5 13,3 16,7 19,3 21,4 22,9 24,3 25,2
2004(N=16359) 7,5 12,0 15,1 17,4 19,2 20,5 21,4
2005(N=15526) 6,9 11,2 14,1 16,5 18,2 19,3
2006(N=16105) 6,4 10,1 12,9 15,0 16,5
2007(N=14660) 5,8 9,8 12,3 14,1
2008(N=14305) 5,5 8,9 11,0
Gemiddeldeoverobservatieperiode 7,2 11,5 14,7 17,6 20,1 22,3 24,3 26 27,3 28,2
Bron: WODC-Recidivemonitor, 2012.
Indefiguren10.8en10.9wordtweergegevenwatdespecialerecidiveisvanharddrugs-delinquentenmeteennieuwharddrugsdelictenderecidivevansoftdrugsdelinquentenmeteennieuwsoftdrugsdelict.• Vandedadersvaneenharddrugsdelictisgemiddeld7,4procentbinneneenjaarweer
metjustitieinaanrakinggekomenvoorharddrugscriminaliteit(figuur10.8).• Ditpercentageligtlagerbijdesoftdrugsdaders:vanhenis4,5procentbinneneen
jaaropnieuwmetjustitieincontactgekomenvooreensoftdrugsdelict(figuur10.9).• Natienjaarisrondeenvijfde(21%)vandeharddrugsdadersgerecidiveerdvooreen
harddrugsdelict.Bijdesoftdrugsdadersisderecidivevooreensoftdrugsdelictnatienjaar19procent.
• Decohortenhard-énsoftdrugsdadersvanaf2003latenlagerespecialerecidiveziendandecohortenuitdejarendaarvoor.Despecialerecidivedaaltdus.
292 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Figuur 10.8 Prevalentie (in cumulatieve % recidivisten) van nieuwe strafzaken voor een harddrugsdelict
voor opeenvolgende cohorten van daders van een harddrugsdelict (1997-2008), naar
observatieperiode (1-10 jaar)I
Cohort 2005
5
10
15
20
25
30
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
7 10,3 13,2 14,8 16,4 18,1 19,5 20,6 21,5 22,3
6,8 10,1 12,7 15,2 17,3 19 20,3 22 22,8 23,5
6,9 10,9 13,8 17 18,9 20,8 22,3 23,1 24 24,7
7,1 11,6 14,8 18,1 20,1 21,4 22,8 23,7 24,3 24,8
8 12,1 15,4 17,8 19,4 20,6 21,7 22,5 23,1 23,7
8,4 13,5 16,6 18,6 20 21,3 22,2 22,9 23,4
9 13,1 15,6 17,3 18,6 19,6 20,3 20,9
8 11,8 14 15,5 16,6 17,4 18
7 10,9 13,2 15 16 16,7
6,5 9,8 11,9 13,5 14,5
7,1 11,2 13,7 15,2
7 10,6 12,8
% Recidivisten
Observatieperiode
Cohort 1997
Cohort 1998
Cohort 1999
Cohort 2000
Cohort 2001
Cohort 2002
Cohort 2003
Cohort 2004
Cohort 2006
Cohort 2007
Cohort 2008
I. Aantallen per cohort: zie tabel 10.12. Bron: WODC-Recidivemonitor, 2012.
29310 Handel, productie en bezit van illegale drugs
Figuur 10.9 Prevalentie (in cumulatieve % recidivisten) van nieuwe strafzaken voor een softdrugsdelict
voor opeenvolgende cohorten van daders van een softdrugsdelict (1997-2008), naar
observatieperiode (1-10 jaar)I
Cohort 2005
5
10
15
20
25
30
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
5,7 9 11,4 13,2 15,3 17 18 19,3 20,4 21,8
4,9 8,6 11,4 14,2 16,3 18,4 20,2 21,8 23 24
5,9 9,8 12,7 15,3 17,3 19,4 21,2 22,8 23,7 24,8
4,6 8 11,3 13,8 16,1 18,1 19,8 21,4 22,2 23,2
4,7 8,4 11,3 13,7 15,8 17,5 18,9 19,9 20,8 21,4
5,2 8,9 11,8 14,5 16,4 18,1 19,4 20,4 20,9
4,8 8,9 11,9 14 15,7 17 18,4 19,2
4,3 7,7 10,1 12 13,4 14,5 15,3
4,5 7,4 9,5 11,3 12,5 13,3
3,9 6,5 8,7 10 10,9
3 5,6 7,3 8,6
3 5,2 6,5
% Recidivisten
Observatieperiode
Cohort 1997
Cohort 1998
Cohort 1999
Cohort 2000
Cohort 2001
Cohort 2002
Cohort 2003
Cohort 2004
Cohort 2006
Cohort 2007
Cohort 2008
I. Aantallen per cohort: zie tabel 10.12. Bron: WODC-Recidivemonitor, 2012.
294 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Alsgekekenwordtnaardenieuwejustitiecontactennaaraanleidingvanenigmisdrijf,ongeachtdeaardenernstvandegepleegdedelicten(de‘algemene’recidive)ennaardeernstigerecidive(misdrijvenmeteenwettelijkestrafdreigingvanminstensvierjaar;Wartnaetal.,2008),danzijnverschillenwaarneembaartussendadersvaneenhard-drugsdelictendadersvaneensoftdrugsdelict(tabel10.13).• De prevalentie van algemene recidive is bij harddrugsdaders consequent enige
procentenhoger.Hetverschilisechterklein.• Ookdeprevalentievanernstigerecidiveisenigszinshogerbijharddrugsdaders.
Ditwijsteropdateenietsgroterdeelvandeharddrugsdaderszichinlaatmetdelictenvanverschillendeaardenookmetmeerernstigedelicten,dansoftdrugsdaders,maardathetgaatomeenverschilvanslechtsenkeleprocenten.
Tabel 10.13 Prevalentie (gemiddelde van cohorten 1997-2008, in cumulatieve % recidivisten) van
algemene en ernstige recidive voor daders van een drugsdelict, naar observatieperiode
en hard- en softdrugsdaders
Observatieperiode in jaren: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Algemenerecidive:• Harddrugsdaders• Softdrugsdaders
26,419,7
36,929,7
43,136
47,241,3
50,145,4
52,548,8
54,451,4
56,553,8
58,155,1
59,456,6
Ernstigerecidive:• Harddrugsdaders• Softdrugsdaders
2014
28,521,7
33,826,8
37,531,5
4035,1
42,638,3
44,740,9
46,843,3
48,544,6
50,146,1
Bron: WODC-Recidivemonitor, 2012.
29511 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
11 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
In dit hoofdstuk gaat het over delicten die gepleegdworden door drugsgebruikers.Gerapporteerdwordtwathieroverbekendisuitonderzoekenuitregistratiesystemenvanpolitieenjustitie(§11.2).Dezesystemengevenminimaleinformatieoverdrugs-gebruiken–gebruikersinhetstrafrechtelijksysteem(zieVanOoyen,2011).In§11.3wordt beschrevenwat bekend is over drugsgerelateerde overlast. § 11.4 betreft dejustitiëlemaatregeleneninterventiesdiezijntoegepastbijdelinquentedrugsgebruikersdiezichinhetstrafrechtelijksysteembevinden.Degegevenszijnafkomstiguitregistratiesystemenvanpolitie,verslavingsreclassering,deDienstJustitiële Inrichtingenenrecentwetenschappelijkonderzoek,zoalsdeInte-graleVeiligheidsmonitor.Watbetreftregistratiesystemenmoetwordenopgemerktdatdrugsgebruikonder justitiabelenniet systematischwordtgeregistreerd,nochdoordepolitie,nochdoorhetOpenbaarMinisterieofhetgevangeniswezen.Decijfersdiehieruitgerapporteerdworden geven slechts zicht op de gebruikers die bij politie en justitieinbeeld zijngekomenendie vervolgens als ‘gebruiker’ zijngecategoriseerd.Omdatjustitiële instanties drugsgebruik bij verdachten en gedetineerden niet systematischnavragen,valteendeelvandedrugsgebruikendejustitiabelenbuitendestatistieken.In§11.1staateersteenoverzichtvandebelangrijkstebevindingenin2010.
11.1 Laatste feiten en trends
• De“drugsgebruikendeverdachten”diebekendzijnbijdepolitiezijnalsinds jarenvoornamelijkmannen,ook in2010.Degemiddelde leeftijd in2010 is41 jaar.Demeerderheid heeft een aanzienlijke criminele historie. Zij worden vooral opgepaktvanwegevermogensdelictenendelictenmetgeweld.Hetaandeelvandezedelictenstabiliseertminofmeer(§11.2).
• Bijhuiselijkgeweldspeeltmiddelengebruik,metnamehetgebruikvanalcohol,eenrol.Huiselijkgeweldneemternstigervormenaanalsermiddelengebruiktzijndoordedader.Erwordtdanookvakerletseltoegebrachtaanhetslachtoffer(§11.2).
• Eriseendalendetrendinhetaantalverdachtenvanrijdenonderinvloed(§11.2).• Hetaandeelzeeractieveveelplegersmetverslavingsproblemenisdalende(§11.2).• HetinjecterenvandrugslijktinNederlandsegevangenissennauwelijksvoortekomen
(§11.2).• BijnavijfprocentvandeNederlandsebevolkingervaartoverlastdiemenaandrugs
relateert(§11.3).• Deverslavingsreclasseringheeft in2010meer cliëntendan in2009.Zij verricht in
2010vooralactiviteiteninhetkadervantoezichtopjustitiabelenen(advies)rappor-
296 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
tagesovercliëntenaanjustitiëleinstanties(§11.4).• Verslaafde justitiabelen worden steeds vaker toegeleid naar zorg buiten detentie,
meestalnaarniet-klinischepsychiatrischeofverslavingszorg(§11.4).• DemeerderheidvanpersonenonderdemaatregeltotplaatsingineenInrichtingvoor
StelselmatigeDaders(ISD)bestaatuitproblematischedrugsgebruikers.DemeesteISD’ersvolgeneentrajectregimemetgedragsinterventiesbinnenofbuitendetentie(§11.4).
11.2 Drugsgebruikende verdachten en gedetineerden Drugsgebruikende verdachten bij de politieInhetHerkenningsdienstsysteem(HKS)vandepolitiekanaangegevenwordenofeenverdachte“drugsgebruiker”is.Dezeclassificatiewordtgebruiktalseraanwijzingenzijndateenverdachtedoordrugsgebruikeengevaarkanopleverenvoordeverbalisant.Ookkanditgebeurenopaangevenvandeverdachtezelf,bijvoorbeeldalshij/zijzelfaangeeftproblementehebbenmethetgebruikvandrugs,ofalshij/zijommethadonvraagt.Er iseenkansdateenverdachteweldrugsgebruiker is,maarnietalszodaniginhetHKSwordtgeregistreerdomdatdepolitieditnietherkent.Hoogstwaarschijnlijkhebbenwetemakenmeteenonderschatting.Erbestaanookregionaleverschilleninderegistratievandezecategorieenderegistratiewordtnietsystematischververst.Decijfersover2010zijnvoorlopig.
Decategoriein2010alsdrugsgebruikersgeregistreerdeaangehoudenverdachtenheefthetvolgendeprofiel.• Het merendeel (93%) is man. De populatie wordt ouder. De gemiddelde leeftijd
neemttoevan37jaarin2003naar41jaarin2010,69procentisouderdan24jaar.• Demeestenzijnveelplegers:80procentismeerdantienkeereerderverdachtgeweest
en24procentmeerdan50keer.
Figuur11.1laatzienvoorwelktypedelictdrugsgebruikendeverdachtenzijnopgepakt.
29711 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
Figuur 11.1 Type delict waarvan personen worden verdacht die door de politie als drugsgebruiker
zijn geclassificeerd, 2003-2010I
10
20
30
40
50
60
70
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
58% 56% 53% 50% 49% 51% 50% 52%
11% 10% 8% 8% 8% 7% 7% 7%
23% 24% 24% 26% 29% 28% 29% 28%
22% 23% 24% 25% 21% 21% 19% 16%
23% 23% 22% 23% 24% 22% 20% 20%
10% 11% 11% 11% 12% 13% 13% 11%
1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1%
11% 11% 11% 10% 11% 10% 11% 10%
%
Vermogensmisdrijven
Diefstal geweld/afpersing
Overig geweld
Opiumwet
Vernieling openb. orde/gezag
Verkeer
Seksueel geweld
Overige misdrijven
I. Verdachten kunnen verdacht worden van meer dan een type delict. Bron: HKS, KLPD/DNRI.
• Drugsgebruikendeverdachtenwordenhetmeestgeverbaliseerdvoorvermogensdelictenzondergeweld(52%in2010).Daarnavolgengeweldsdelicten(35%inclusiefdiefstalmetgeweldofafpersing,exclusiefseksueelgeweld),openbareordedelicten(20%)enOpiumwetdelicten(16%).
• Naeendalingtussen2003en2007ishetaandeeldrugsgebruikendeverdachtendatisopgepaktvanwegeeenvermogensdelict (metofzondergeweldofafpersing) in2007-2010minofmeergestabiliseerd.Hetaandeeldatisopgepaktvanwegeoverigegeweldsdelicten(geenvermogensdelicten)steegtot2007endaarnanietmeer.
• Sinds2006 isookeendalende lijn inhetaandeelOpiumwetdelictentezien.Dezedalingzetdoorin2010(naar16%,was19%in2009).
• Sinds2007daaltookhetaandeeldelictentegendeopenbareorde,maarin2010blijftditaandeelgelijkvergelekenmet2009.
• Verkeersdelictennemenoverde jarenheen langzaamtoe. In2010treedthiereendalingoptenopzichtevan2009.
298 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Geweldsdelicten onder invloed• Inoktober2010verscheenderapportageoverdestrandrelleninHoekvanHolland
(Mulleretal.,2010).Bijdezerellenspeeldevolgensbetrokkenprofessionalsexces-sief middelengebruik (met name alcohol, maar ook drugs) onder de relschopperseen rol, naast (deels ook) psychische problematiek en gelegenheidsfactoren (zoalsmogelijkhedentotorganisatieenmobilisatie).Derelatietussenhetmiddelengebruikenhet(groeps)geweldisevenwelonduidelijk.
• UitonlineonderzoekondereenrepresentatievesteekproefuitdeNederlandsebevol-kingkwamnaarvorendatnegenprocentvanderespondentenindeafgelopenvijfjaartemakenhadmethuiselijkgeweld(incidentelevoorvallennietmeegerekend).Naarinschattingvandeslachtoffersisdaarbijin16procentvandegevallenalcohol-gebruikenintienprocentdrugsgebruikvandedader(mede)eenreden(VanDijketal.,2010).Naderverdiependface-to-faceonderzoekonderslachtofferslaatziendatnaastpsychischeproblemenalcohol-endrugsgebruikbijdedadervaninvloedisophetgeweld;dit isdoor rondeenderdevandeslachtoffersaangegeven.43tot49procentvandedadersdrinktveel,terwijl12tot13procentvolgensdeslachtofferseendrugsprobleemheeft(VanDijketal.,2010).Alsalcohol-endrugsgebruikbijdedaderinhetspeliskrijgenslachtofferssignificantvakertemakenmetlichamelijkletselwaarvoormedischehulpnodigis.
• Onderzoekondercliëntenvandereclasseringlaatziendat42,8procentvandegenendie huiselijk geweld plegen een alcoholprobleem heeft en dat 28,3 procent eenprobleem heeft met drugsgebruik (Van der Knaap et al., 2010). Huiselijk geweldneemternstigervormenaanalsermiddelengebruiktzijndoordedader.Erwordtdanookvakerletseltoegebrachtaanhetslachtoffer(VanderKnaapetal.,2010).VolgensVanderKnaapetal.zouhetkunnendatalcoholgebruikeenrolspeeltbijhetuitdehandlopenvanruziesenconflicten.
• Middelenmisbruikkomtvaakvoorbijdadersvanpartnermishandeling indeforen-sischepopulatie;ineensteekproefineengroteambulanteforensischesettingbleekvijftigprocentvanallecliëntendiewerdenbehandeldvoorpartnermishandelingooktelijdenaanstoornissengerelateerdaanmiddelengebruik(Kraanenetal.,2010).
Rijden onder invloed bij politie, Openbaar Ministerie en rechterRijden onder invloed (ROI) is een misdrijf volgens de Wegenverkeerswet. Het kanbestraftwordenmeteengeldboete,ontzeggingvanderijbevoegdheid,gevangenisstrafofeenverplichtecursus.
• De politie registreerde in 2010 bijna 50 000 keer een verdachte van rijden onderinvloed(Kalidien&DeHeer-DeLange,2011).Erissinds2007eendalendetrend.Verdachtenvanrijdenonderinvloedvormen12procentvanalleverdachtenbijdepolitiein2010.Rijdenonderinvloedstaatindetop-tienvanmisdrijvenvangeregi-streerde verdachten.
• BijhetOMstroomdenin2010rond22500zakenrijdenonderinvloedin.Ookhieriseendalendelijnwaarneembaar.Hetgaatom13,2procentvanallezaken.Ditaandeel
29911 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
schommeltsinds2005tussen12,7en14,1procent.Hetisin2010ietshogerdanin2009(toenwashet12,7%).
• Derechterdeedineersteaanlegrond12500zakenaf.Ditissubstantieelminderdanineerdere jaren.Veelzakenwordenineeneerderstadiumafgedaan,vaakviaeenstrafbeschikking.
• Derechterlegtmeestaleengeldboeteop(10000keerin2010).Daarnaastwordentaakstraffenopgelegd(ruim2000keer in2010)enook(deels)onvoorwaardelijkegevangenisstraffenopgelegd(rond350keerin2010).
Dezezakenbetreffenvooralrijdenonderinvloedvanalcohol.Overrijdenonderinvloedvandrugsbestaannoggeenbetrouwbareregistratiecijfers;detectieistotnutoelastigvanwegehetontbrekenvangemakkelijkhanteerbaarinstrumentarium.ErwordtnuweleenwijzigingvoorbereidvandeWegenverkeerswet1994,waarbijgrenswaardenvoordeconcentratievaneendruginhetbloedwordenvastgelegddiezoumoetenleidentoteendelictinhetkadervandewet(T.K.29398/236,2010).
Nederland participeerde in de EuropeseDRUID- studie (Driving under the influenceofdrugs,alcoholandmedicines).In76wegcontrolesinzespolitieregio’swerdtussenjanuari2007enaugustus2009deprevalentievangebruikvanillegaledrugs,alocholenmedicijnenbijbestuurdersvastgesteld(Houwingetal.,2011b;2011c).Deelnamewasvrijwilligenhetmerendeelvandebestuurdersdeedmee(95%).Erwerdbloedafge-nomenen,alsdatgeweigerdwerd,speeksel.Datazijngewogenvoorverkeersdichtheidgedurendedemeetperiode.Degebruikteanalytischedetectiewaardenwarenlaag.• Vierennegentigprocentvandebestuurderskreegeennegatievetestuitslag.• Zesprocenttesttepositief.Tabel11.1laatdeprevalentieziennaarmiddel.• Alcoholishetvaakstaangetroffen,gevolgddoorTHCen–opafstand–debenzo-
diazepines. Alcohol in combinatie met andere middelen is aangetroffen bij 0,28procentvandebestuurders.Intotaalkomthetpercentagealcoholop2,38procent.Ongeveer een kwart van deze bestuurders (0,61 procent) had een bloedalcoholniveauvanmeerdan0,5g/L.
• THC in combinatiemet andere drugswerd aangetroffen bij 0,43 procent van debestuurders,waardoordetotaleprevalentievanTHC2,10procentwordt.
• DepercentagesvooramfetamineenTHCzijnietshogerdanhet(gewogen)Europesegemiddeldevan13landen(0,08%en1,32%resp.).
300 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Tabel 11.1 Percentage bestuurders met een positieve testuitslag voor illegale drugs, alcohol en
psycho-actieve medicijnen
Soort drug Percentage (%) 95% betrouwbaarheidsinterval
Amfetamine 0,19 0,10-0,36
Cocaïne 0,30 0,18-0,50
THC 1,67 1,34-2,07
Illegaleopiaten 0,01 0,00-0,09
Benzodiazepines 0,40 0,25-0,62
Z-drugsI 0,04 0,01-0,15
Medicinaleopiaten 0,16 0,08-0,32
Alcohol 2,15 1,78-2,60
Alcohol+drugs 0,24 0,13-0,42
Meederedrugs 0,35 0,22-0,56
I. niet-benzodiazepine slaapmiddel. Bron: Houwing et al, 2011b.
• Onderzoek onder 180 zwaargewonde bestuurders die opgenomen waren in drieonderzochteziekenhuizenlaatziendat2,8procentpositieftesttevoorGHB(Houwingetal.,2011c).Ditisvrijhoogvergelekenmetcocaïne(1,1%)enTHC(1,1%).In26procentvandegevallenis(alleen)alcoholaangetroffen.
• IndeAmsterdamseAntenneMonitor isnagevraagdof cafébezoekerseenautooffietsgingenbesturennaafloopvanhetuitgaan(Benschopetal.,2011).Drieprocentgaf dit aan. Van de cannabisgebruikers ging niemandmet de auto naar huis (alsbestuurder).Drieprocentzeiterijdenonderinvloedvananderemiddelen,maarhierisdetijdtussenhetgebruikenhetrijdenonbekend.
Drugsproblematiek onder zeer actieve veelplegersZeer actieve veelplegersworden sinds 2005 gevolgd in deMonitor Veelplegers vanhetWODC.Gegevenskomenuitverschillendebronneninhetstrafrechtelijksysteem.Eenzeeractieveveelplegerwordtgedefinieerdalseenpersoonvan18jaarenouderdieindeafgelopenvijfjaartienkeerofvakerisgearresteerdentenminsteeenmaalinhetverslagjaareenproces-verbaalheeftgekregen. In2011 isgerapporteerdoverdepopulatiezeeractieveveelplegersindeperiode2003-2008(Tollenaar&VanderLaan,2011;zietabel11.2).
30111 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
Tabel 11.2 Probleemcategorieën onder zeer actieve veelplegers, volgens de reclassering, 2003-2008
Probleemcategorie 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Aantalzeeractieveveelplegers 5 708 5934 5 790 5 519 5 375 5046
%vantotaalaantalverdachten 3,1 3,0 2,9 2,7 2,6 2,6
%metverslavingsproblemen 72,2 72,7 69,4 70,7 67,3 66,6
%metpsychischeproblemen 38,5 40,6 41,1 40,1 40,2 42,8
%metproblemenmetwonen 43,4 45,4 44,3 46,7 45,8 41,4
%metfinanciëleproblemen 43,7 43,5 44,8 48,7 46,8 48,4
%metfysiekegezondheidsproblemen 18,9 18,1 20,4 23,2 20,1 22,1
%metrelationeleproblemen 36,3 39,4 40,2 43,0 42,0 42,9
Bron: Tollenaar & Van der Laan, 2011.
• Hetaantalzeeractieveveelplegersisdalende.Erzijnechternaarverhoudingnumeer18-tot24-jarige(jonge)zeeractieveveelplegers.
• Tweederde(67%)heeftvolgensdereclasseringverslavingsproblemen.Ditaandeelisgedaald.
• De zeer actieve veelplegers plegenminder vermogensdelicten, terwijl vandalisme,verstoringvandeopenbareordeengeweldsdelictenmeervoorkomen(nietintabel).
• Degemiddeldeleeftijdbleeftussende33en34jaar(nietintabel).
Middelengebruik onder gedetineerdenEenstudieondergedetineerden(Bulten&Nijman,2010)weesuitdat:• Ruim driekwart (77%) van de gedetineerden een discrepantie ervaart tussen hun
werkelijkeenhungewenstefunctionerenopbepaaldegebiedenvanhunpsychosociaalfunctioneren,waarondermiddelengebruik:hierrapporteert36%eendiscrepantie.
• Bijna een derde (31%) van de gedetineerden ervaart het middelengebruik alsprobleemen81procentzieteenverbandtussenhetmiddelengebruikenderedenvan de detentie.
• Driekwart(75%)geeftaandatzehulpnodighebbenommetditprobleemomtegaan.Demeestenkrijgenechtergeenhulptijdensdetentie.
Woutersetal.,(2011)voerdeneenface-to-facesurveyuitondereensteekproefvangedetineerdenin16penitentiaireinrichtingen,dieveroordeeldwarentoteengevangenis-strafvanmeerdanviermaandenofdiealminstensdriemaandengedetineerdwaren.Hetonderzoekhadtotdoelrisicovolgedragvoorinfectieziekteninkaarttebrengen.• Slechtstweevande378gedetineerdengevenaanooitindetentiedrugsgeïnjecteerd
tehebben.Eéngedetineerde injecteerde (heroïne)gedurendedehuidigedetentie.Geen enkele gedetineerde rapporteerde dat hij gedurende de huidige detentienaaldenhadgedeeldmetanderegedetineerden.Dezeresultaten indicerendathetinjecterenvandrugsinNederlandsegevangenissennauwelijksvoorkomt.
302 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
11.3 Overlast door drugsgebruikers
DeIntegraleVeiligheidsmonitor2010en2011bevatinformatieoverzelfgerapporteerdedrugsgerelateerde overlast bij 39 220 resp. 37 639 inwoners vanNederland van 15jaarenouderdieineenprivéhuishoudenwonen(CentraalBureauvoordeStatistiek,2011b;CentraalBureauvoordeStatistiek2012b;www.cbs.nl).Hetgaathieromdoorburgerservarenoverlastdiezijals‘drugsoverlast’percipiëren,waarbijnietvaststaatofdeervarenoverlastdaadwerkelijkdrugsgerelateerdis.Hierbijmoettevensaangetekendwordendatoverlastopveelverschillendemanieren, insubjectieve termenenafhan-kelijkvaneenbepaaldecontext,wordtgedefinieerd;erbestaatgeenstriktomlijndeenalgemeengeldendedefinitie(Koemans,2010).Demonitorindehuidigevormwordtjaarlijksuitgevoerd sinds2008.De responsbedraagt38,7procent (in2010)en43,2procent(in2011).• Bijnavijfprocentvandebevraagdeburgersgeeftaandatzedrugsgerelateerdeover-
lastervarenhebbenin2010en2011.Ditisnietstatistischsignificantverschillendvan2009(zietabel11.3).
• Bijnadrieprocentvindtdrugsgerelateerdeoverlasthetbelangrijksteprobleeminhunbuurt.Drugsgerelateerdeoverlastscoortopditpuntlaag(16eresp.15eineenlijstvan25problemen).Erisgeenstatistischsignificantverschilmet2009.
• Vier regio’s wijken statistisch significant af van het gemiddelde. De politieregioLimburg-Zuidheefthethoogstepercentageburgersdataangeeftdatdrugsgerelateerdeoverlastvaakvoorkomt(14,5%en10%resp.).DaarnavolgenRotterdam-Rijnmond(7,7%en7,1%)enAmsterdam-Amstelland(7,5%en7,2%).OokMiddenenWestBrabantscoortrelatiefhoog(6,2%).InonderzoekvanRoversenFijnaut(2011)komtMaastrichtooknaarvorenalseenlokatiemetrelatiefveeldrugsonderlast.
• Rondzevenprocentvandebevraagdeburgerservaartoverlastvandronkenmensenopstraat.Ditverschiltnietstatistischsignificantvan2009,welvan2008, toenditpercentagestatistischsignificantlagerwas.
• Rond1,5procentvindtdedronkenmensenopstraathetbelangrijksteprobleemindebuurt.Erisgeenstatistischsignificantverschilmet2009.Openbaredronkenschapscoort18eineenlijstvan25problemen.
• Dronkenmensenopstraatalsprobleemkomtrelatiefvaakvoorindepolitieregio’sAmsterdam-Amstelland(rond11%),Haaglanden(9,4%in2010en10,8%in2011)enRotterdam-Rijnmond(9,9%en9,2%resp.).
30311 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
Tabel 11.3 Percentage burgers dat drugsgerelateerde overlast en overlast als gevolg van openbare
dronkenschap als probleem in de buurt ervaart, 2008-2011
Probleemcategorie 2008 2009 2010 2011
Drugsoverlastisprobleemindebuurt 4,8% 4,9% 4,8% 4,9%
Drugsoverlastishetbelangrijksteprobleemindebuurt 2,7% 2,7% 2,9% 2,9%
Dronkenmensenopstraatisprobleemindebuurt 6,2% 6,8% 6,5% 7,0%I
Dronkenmensenopstraatzijnhetbelangrijksteprobleemindebuurt
1,5% 1,4% 1,3% 1,6%
I. Statistisch significante toename ten opzichte van 2008. Bron: Integrale Veiligheidsmonitor 2010, landelijke
rapportage, 2011.
Watbetreftoverlastgerelateerdaancoffeeshopskanuitenkeleonderzoekenuit2011het volgendeworden afgeleid,waarbijmoetworden aangetekend dat het gaat omsubjectiefervarenoverlastdierespondentenpercipiërenalsgerelateerdaancoffeeshopsenwaarbijnietvaststaatinhoeverreinhoeverreenofdieoverlastdaadwerkelijkgere-lateerdisaancoffeeshops:• InGroningen(14coffeeshops)ervaart48procentvandeomwonendenvancoffee-
shopsoverlastvandecoffeeshops.Deoverlastisvooralgeconcentreerdineengebiedmetdriecoffeeshops.80ProcentvandecoffeeshopbezoekersinGroningenwonenindestad,vierprocentkomtuithetbuitenland.Perdagtellendecoffeeshopsvijf-totzesduizendbezoekers(Bielemanetal.,2011a).
• Nadesluiting(in2009)van16coffeeshopsinRotterdamalsgevolgvanhetafstand-criterium tot scholen voor voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs ervoer 42procentvandeomwonendenindebuurtvandegeslotencoffeeshopsnogoverlast,hetgeenminderwasdanervoor(Bielemanetal.,2011b).
11.4 Maatregelen en interventies voor drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
Indezeparagraafkomendevolgendeonderwerpenaandeorde:• Deactiviteitenvandeverslavingsreclassering;• Hetaanbodvanzorgalsalternatiefvoorvervolgingensancties;• DemaatregeltotplaatsingineenInrichtingvoorStelselmatigeDaders.
VerslavingsreclasseringBij de Stichting Verslavingsreclassering GGZ10 waren over het hele jaar 2010 20 233 cliënten geregistreerd,meer dan in 2009. De verslavingsreclassering voerde voor dezecliëntenin2010verschillendeactiviteitenuit(zietabel11.4).In2010zijnveranderingen
10 DeStichtingVerslavingsreclasseringGGZ(SVG)iseennetwerkorganisatiebestaandeuiteenstafbureauenelfverslavingszorginstellingenmeteenreclasseringserkenning.
304 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
doorgevoerd in de definities en de criteria van de registratie, waardoor de cijfers nietvergelijkbaarzijnmeteerderejaren.Tabel11.4geeftdaaromalleencijfersover2010.Indetabelzijnaantallengebaseerdopoudedefinitiesopgeteldbijdeaantallenvolgensdenieuwedefinities,teneindeeentotaaloverzichtteverkrijgen.• Activiteitendiebehorentothethoudenvantoezichtopjustitiabelenenhetuitbrengen
van(advies)rapportagesinopdrachtvanhetOpenbaarMinisterie,derechterofgevan-genisautoriteitenzijnin2010hetvaakstuitgevoerd.
• In2010isruim5400keereenRIScafgenomen,minderdanin2009(toengebeurdeditmeerdan5700keer).InaanvullingopdeRISckandiepgaanderscreeningenonderzoekplaatsvindenomtekomentoteenindicatievoorzorgofbehandeling.
• Bijdegedragsinterventiesgaathetomdekorteleefstijltrainingvoorverslaafdejustitia-belen,deleefstijltrainingvoorverslaafdejustitiabelenenomandere(oudere)interventiesdie (nog) niet zijn erkend. Gedragsinterventies zijn beschikbaar voor gedetineerdenmeteenstrafvanminimaalviermaanden.Sinds2005moetendeze interventieseenerkenninghebbenvaneenspeciaaldaartoeingesteldecommissie(zieJaarverslagErken-ningscommissieGedragsinterventiesJustitie,2011).
Tabel 11.4 Aantal maal dat de verslavingsreclassering activiteiten heeft uitgevoerd in het kader van
de reclasseringsproducten, 2010I,II
Type activiteit 2010
Vroeghulp 2 122
Reclasseringsadvies(incl.milieurapportages) 10 522
Toeleidingzorg 5046
Toezicht 10954
Gedragsinterventies 686
Taakstraf/werkstraf 4888
Taakstraf/leerstrafII 123
I. Geen cijfers op cliëntniveau of gespecificeerd naar alcohol/drugs/gokken. II. Leerstraffen zullen vanaf
2011 als gedragsinterventie geregistreerd worden. Bron: SVG, 2011 (www.svg.nl).
30511 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
Zorg als alternatief voor vervolging en sanctiesGedetineerdedrugsgebruikersdievragenomhulp,ofdieproblemenhebbendiesamen-hangenmethundelictgedrag,kunnengebruikmakenvanzorg.Ditkanzowelindetentie,ineenPenitentiairPsychiatrischCentrum,alsdaarbuiten,doortoeleidingnaarexternezorgvoorzieningentijdensdetentie(Bulten&VandenHurk,2012).Voortoeleidingnaarexternezorgvoorzieningenbestaandiversejuridischemogelijkheden(VanOoyen,2012).Dezemogelijkhedenzijnbeschikbaarvoorallegedetineerden,maarbijdrugsgebruikerswordtditvanbijzonderbelanggeacht,omdatdeproblematiekzorgbehoeftwilereenverbeteringbewerkstelligdkunnenworden.• In2010heeftde verslavingsreclassering ruimvijf duizendkeer activiteitenverricht inhet
kadervaneentoeleidingvaneenprobleemgebruikernaarzorg(figuur11.2).Ditaantalstijgt.• Bijnavierduizendmaalbetrofheteentoeleidinginhetkadervaneenjustitiëlemaatregel
enbijna1100maalwasditniethetgeval.
Figuur 11.2 Aantal activiteiten in het kader van toeleiding naar zorg door de verslavingsreclassering,
2003-2010
1000
2000
3000
4000
5000
6000Aantal
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
2115 2254 2081 3226 3684 4005 4514 5046Activiteiten Toeleiding naar zorg
Bron: SVG, 2011 (www.svg.nl).
• De zorg waarheen wordt toegeleid betreft meestal niet-klinische verslavingszorg(ambulantofdeeltijd):1158maal(23%).
• Opdetweedeplaatskomtdeniet-klinischepsychiatrischezorg:794maal(16%).• Opdederdeplaatskomtdeklinischeverslavingszorg:603maal(12%).• Demeestetoeleidingenbetreffendusgespecialiseerdeverslavingszorg,maarpsychi-
atrischezorgkomtdaarna.• Verderzijnertoeleidingennaaranderevoorzieningen,zoalsopvangvoorzieningenen
psychiatrischepoliklinieken.
306 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
De Inrichting voor Stelselmatige Daders• Sinds2004kunnenstelselmatigedadersvan18jaarenouderdemaatregelISDopge-
legdkrijgen.DeISDkanvoormaximaaltweejaardoorderechterwordenopgelegd.• De ISD heeft een capaciteit van duizend plaatsen, waarvan 874 in penitentiaire
inrichtingenen126inzorginstellingenbuitendepenitentiaireinrichting.• Dezeplaatsenzijnin2010(ook)nietallemaalbezet.Hetaantalisminofmeergestabi-
liseerd.Hethoogsteaantaldattotnutoebereiktiswas679(injunienaugustus2007).• In2010wasdegemiddeldebezettingpermaand493,in2011494.Ditisminderdan
in2009(gemiddeld528)en2008(gemiddeld607)(figuur11.3).• 80,1 procent van de ISD’ers in de periode 2003-2008 staat te boek als verslaafd
(Tollenaar&VanderLaan,2010).
Figuur 11.3 Aantal ISD’ers, bezetting per maand, januari 2005 tot en met juni 2011
100
200
300
400
500
600
700
800Aantal
jan-
05 mrt
mei juli
sept
nov
jan-
06 mrt
mei juli
sept
nov
jan-
07 mrt
mei juli
sept
nov
jan-
08 mrt
mei juli
sept
nov
jan-
09 mrt
mei juli
sept
nov
jan-
10 mrt
mei juli
sept
nov
jan-
11 mrt
mei
Bron: Dienst Justitiële Inrichtingen, 2011.
• ISD’ers kunnenverblijven in regulier regime (in eenpenitentiaire inrichting zondergedragsinterventies), trajectregime (ze volgen gedragsinterventies in detentie) ofextramuraal(zevolgeninterventiesofzorgtrajectenbuitendetentie).
• In 2010 verbleef 22 procent van de ISD’ers permaand in regulier regime (figuur11.4).In2011isdit24procent(periodejanuari-juni).Hetaandeelisvrijstabielsindsmedio 2009.
• Demeerderheidparticipeertineentrajectregimemetgedragsinterventies:78procentin2010en77procentin2011.Demeestetrajectenvindenplaatsbinnendepeni-tentiaire inrichting,maarhetaandeelextramuraletrajecten(buitendepenitentiaireinrichting)neemttoe(figuur11.4).
30711 Drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem
Figuur 11.4 Verdeling van ISD’ers over verschillende regimes, januari 2009 tot juni 2011
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100%
jan-
09
mrt-
09
mei
-09
juli-
09
sept
-09
nov-
09
jan-
10
mrt-
10
mei
-10
juli-
10
sept
-10
nov-
10
jan-
11
mrt-
11
mei
-11
Basisregime Trajectregime ExtramuraalBron: Dienst Justitiële Inrichtingen, 2011.
• In2012iseeneffectstudienaardeISDverschenen(Tollenaar&VanderLaan,2012).Onderzocht is de recidivereductie en de criminaliteitsreductie door hechtenis alsgevolgvandemaatregelISDindeperiode2004totenmet2008.EengroepISD’ersdie tussen augustus 2005 en eind 2008uitstroomdeuit de ISD is vergelekenmettwee controlegroepen van zeer actieve veelplegers die een standaardvrijheidsstrafkregenopgelegd:een ‘historische’ controlegroepdie in2003en2004uitdetentieuitstroomde,eneengelijktijdigecontrolegroepdiein2007en2008uitstroomdeuitdetentie. De controlegroepen zijn door propensity scorematching op 20 factorengelijkgemaaktaandegroepISD’ers.
• Derecidiveonderex-ISD’ersisfors.Tweejaarnaafrondingvandemaatregelblijkt72procentopnieuwmetjustitieinaanrakingtezijngeweestvooreenmisdrijf.
• Invergelijkingmetvergelijkbarezeeractieveveelplegersdieeenstandaardvrijheids-strafhebbenafgerondblijktdekansoprecidiveonderdeex-ISD’erssignificantlager.Tegenover de 72 procent van de ex-ISD’ers recidiveerde 88 procent van de zeeractieveveelplegersindehistorischecontrolegroepen84procentvandezeeractieveveelplegers die in dezelfde periode een standaardvrijheidsstraf hebben afgerond.Ex-ISD’ers hebben dus een 12 tot 16 procent kleinere kans om binnen twee jaarte recidiveren dan zeer actieve veelplegers die een standaardvrijheidsstraf hebbenafgerond.Erissprakevaneenstatistischkleineffect.
• De gemiddelde frequentie van de recidive onder de ex-ISD’ers die recidiveren, iseveneenssignificantlagerdandieindecontrolegroepen.
• Daarnaastzijnstrafzakenenstrafbarefeitenvoorkomendoordatzeeractieveveelple-gersdieeenISD-maatregelkrijgenvoor langeretijdzijn ingesloten.Gemiddeldzijn
308 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
doorhetopleggenvandeISD-maatregel5,7strafzakenengemiddeldminimaal9,2strafbare feitenvoorkomen.Vanwegehet feitdat langnietalledelicten terkenniskomenvanpolitieenjustitieendusnietgeregistreerdwordenisditeenforseonder-schattingvanhetwerkelijkaantalgepleegdemisdrijvendatisvoorkomen.
309Bijlage A Verklaring van begrippen
Bijlage A Verklaring van begrippen
Dezebijlagebestaatuittweedelen.Inheteerstedeelwordenbegrippenverklaardophetterreinvanmiddelengebruikenverslaving.Inhettweededeelwordenbegrippenverklaardophetterreinvandedrugscriminaliteit.
I. Middelengebruik en verslaving
Actueel gebruik Het gebruik van een middel in de afgelopen maand, ongeacht de frequentie (vaneenmalig tot dagelijks). Actuele gebruikers tellen automatisch mee met de recentegebruikers (gebruik afgelopen jaar), dieweer automatischmeetellenmet de ooitge-bruikers(gebruikooitinhetleven).
AfhankelijkheidZie:Verslaving.
Allochtoon, buitenlands, etnischDoorverschillenindefinitieszijncijfersoverallochtonennietaltijdmetelkaarvergelijk-baar.Enkeledefinitieszijn:Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken, de VNG, het Peilstationsonderzoekscholieren,deAntenne-monitorenmeestalgehanteerd indit Jaarbericht (tenzijandersaangegeven):“allochtoon”iseeninwonervanNederlanddieinhetbuitenlandisgeboren,ofeeninwonervanwieminimaaléénvandeoudersinhetbuitenlandisgeboren.VolgenshetCBS:“allochtoon”iseeninwonervanNederlandvanwieminimaaléénvandeoudersinhetbuitenlandisgeboren,ongeachthetgeboortelandvandepersoonzelf.VolgensdeGGDAmsterdam:“buitenlander”iseeninwonerdiezelfinhetbuitenlandisgeboren.VolgenshetLADIS:“allochtoon”iseencliëntdievolgensdeeigenbelevingeencultu-releherkomstheeftvanbuitenNederland.
Ambulante verslavingszorgVerslavingszorgwaarbijdecliëntnietwordtopgenomenineeninstelling.Bijintramuraleverslavingszorgwordtdecliëntwelopgenomenineeninstelling.
ArmoedecokeZie:Boerencoke.
310 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
AutochtoonVolgens het ministerie van Binnenlandse Zaken, de VNG, het Peilstationsonderzoekscholieren,deAntenne-monitorenmeestalgehanteerdinditjaarbericht(tenzijandersaangegeven):“autochtoon”iseenpersoondieinNederlandisgeborenénwiensbeideoudersinNederlandzijngeboren.
BoerencokeAndersdandenaamsuggereert,is‘boerencoke’of‘armoedecoke’géénvormvancoke,datwilzeggencocaïne.Boerencokeisspeed,datwilzeggenamfetamine.Deuitdruk-king‘boerencoke’isontstaanuithetgebruikvanamfetaminedoorplattelandsjongerenalseengoedkopervervangingsmiddelvoordeduurderecocaïne.Amfetaminedieopdeze manier wordt gebruikt werd daarom aanvankelijk betiteld als ‘de boerenkoolvandecoke’.Dezeuitdrukking isvervolgensverkorttotdenugangbareuitdrukking‘boerencoke’.
BuprenorfineNetalsmethadonisbuprenorfineeenvervangingsmiddelvoorheroïneenwordthetalsmedicijngebruiktvoordebehandelingvanheroïneverslaving.Vergelekenmetmethadonheeftbuprenorfinealsvoordeeldaterminderrisico’szijnverbondenaaneenoverdosis,erminderontwenningsverschijnselenzijnnahetstoppenmetgebruikenhetrisicoopmisbruikenverslavinglageris.
ChinezenHetrokenvanheroïnevanaffolie.
Cliënt LADISCliëntvande(ambulante)verslavingszorgwaarvanenkelegegevensoverdiensachter-grond, hulpvraag enontvangenhulp anoniem staangeregistreerd inhet LADIS, hetLandelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem. Cliënten staan ingeschreven bij deverslavingszorgvoorvelevormenvanhulpvariërendvaneen therapeutischebehan-deling tot hulp in de vorm van schuldsanering, methadonverstrekking, reclassering,ofgecontroleerde toegang tot eengebruikersruimte.Cliëntendienaenige tijdgeengebruik meer maken van de hulpverlening, worden automatisch uitgeschreven entellen nietmeermeemet het aantal cliënten. Binnen het LADISwordt gecorrigeerdopdubbeltellingen.Dezelfdepersoonteltmaaréénkeermeebijdebepalingvanhetaantalcliënten.
DagopnameOpnameineenziekenhuisvoormaximaalééndagwaarbijdepatiëntnietovernachtinhetziekenhuis.
311Bijlage A Verklaring van begrippen
DSMDSM staat voor Diagnostic and StatisticalManual ofMental Disorders. De DSM iseenhandleidingomtebepalenwelkepsychischestoornis iemandheeft.Verslaving isvolgensdeDSMéénvandepsychischestoornissen.DeDSM-III-risdederdegewijzigde(revised)versieendeDSM-IVisdevierdeversie.
GebruikHet gebruik van een middel ooit in het leven (ooitgebruik), in het afgelopen jaar(recentgebruik),ofindeafgelopenmaand(actueelgebruik).Actuelegebruikerstellenautomatischmeemetderecentegebruikers,dieweerautomatischmeetellenmetdeooitgebruikers.
GemakszakenZie:Tabaks-engemakszaken.
HallucinatieGewaarwording(zien,horenofvoelen)dieiemandheeft,maardieanderemensenniethebben.Hallucinaties kunnen een symptoom zijn van eenpsychische stoornis,maarwordendoorsommigemensenbewustopgeroepenviahallucinogenen.
HallucinogenenMiddelendiehallucinatiesoproepenzoalspaddo’senLSD.Ookwelpsychodyslepticagenoemd.Ookcannabiskansomshallucinatiesveroorzaken.
HardcoreHardevormvanmuziekophouseparty’s.
HarddrugsDrugsoplijstIvandeOpiumwet.Dezedrugsvormeneenonaanvaardbaarrisicovoorde volksgezondheid. Tot de harddrugs horen bijvoorbeeld heroïne, cocaïne, crack,ecstasyenamfetamine.
HepatitisEenbesmettelijkeziektewaarbijdeleverwordtaangetastdoorhethepatitisvirus.Hethepatitis virus komtvoor in verschillendevormen:onder anderehethepatitisA,hethepatitisB(HBV)enhethepatitisC(HCV)virus.
HoofddiagnoseDebelangrijksteziektewaarvooriemandinziekenhuiswordtopgenomen.
312 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
ICDInternationalClassificationofDiseases.DeICDishetdiagnostischclassificatiesysteemvan deWereldGezondheidsorganisatie (WHO) voor lichamelijke ziektes, ongevallenenpsychischestoornissen.OokdoodsoorzakenwordeninICD-codesgeregistreerd.DeICD-9isdenegendeendeICD-10isdetiendeversie.ZieookbijlageC.
IncidentEendrugsgerelateerdeacutestoorniswaarvoormedischehulpwordtgezocht.Hierondervallen zowel de lichamelijke en psychische effecten van intoxicaties, inclusief acuteonthoudingsverschijnselen,alstrauma’szoalsongevallen,suïcidesenmishandelingdieplaatsvindenterwijlhetslachtofferonderinvloedvaneen“drug”is.Eenverbandmetdrugsgebruikwordtvermoedopbasisvanhetklinischbeeldendeanamnese,bijdepatiëntzelfofdiensomgeving.Meestalvindtgeenverificatieplaatsdooranalysevanbloedofurine.Onderrapportage,doorhetnietherkennenvansignalenvandrugs-(ofalcohol)gebruik,kanvoorkomen.
Intramurale verslavingszorgVerslavingszorgwaarbijdecliëntwordtopgenomenineeninstelling.
Klinische opnameOpnameineenziekenhuiswaarbijdepatiëntéénofmeernachteninhetziekenhuisverblijft.
MisbruikEenvormvanproblematischgebruikvaneenmiddelwaarbij(nog)geensprakeisvanverslaving.MisbruikwordtvastgesteldviadiagnostischeclassificatiesystemenzoalsdeDSMende ICD.Kenmerkenvanmisbruik zijn: verplichtingen thuis op school ofophetwerknietnakomen,gebruikingevaarlijkesituaties(bijvoorbeeldautorijdenonderinvloed), in aanraking komenmet justitie en doorgaanmet het gebruik ondanks deproblemendiedaardoorontstaan.
NederwietWiet(eencannabisproduct)dieinNederlandwordtgeproduceerd.
NevendiagnoseEenaanvullendeofonderliggendeziektewaarvooriemand,naastdebelangrijksteziekte(dehoofddiagnose),inhetziekenhuiswordtopgenomen.
OoitgebruikHetgebruikvaneenmiddelooitinhetleven,ongeachtdefrequentie(vanéénmaligtotdagelijks).Hetooitgebruikzegtnognietsoverhetrecentofhetactueelgebruik.Iemanddieallanggeledeneensmeteenmiddelexperimenteerdedatvoordetoenmaligegene-ratiepopulairwas,blijftderestvanzijnofhaarlevenmeetellenmetdeooitgebruikers.
313Bijlage A Verklaring van begrippen
Parkstad LimburgHetsamenwerkingsverbandtussendeZuid-LimburgsegemeentenBrunssum,Heerlen,Kerkrade, Landgraaf,Nuth,Onderbanken, Simpelveld enVoerendaal. (DegemeenteNuthheeftzichinmiddelsonttrokkenaanhetsamenwerkingsverband.)
PartydrugsDrugsdiedoorsommigefeestgangerswordengebruiktopfeesten,zoalsecstasy,amfe-tamine,cannabis,GHBenLSD.
PolydrugsgebruikHetgebruikvanmeerderedrugsdoorelkaar,bijvoorbeeldheroïneencocaïne.
Primair probleemHeeftiemandproblemenmettwee(ofmeer)middelen,danishetprimaireprobleemhetmiddeldatdegrootsteproblemenveroorzaakt.Hetanderemiddelisdanhetsecun-daireprobleem.
Primaire doodsoorzaakDedirecteoorzaakvaniemandsoverlijden.Overlijdtiemanddirectdooreenoverdosisdrugs, dan is dat deprimairedoodsoorzaak.Overlijdt iemanddoor eenongeval datplaatsvondonderdeinvloedvaneendrug,danishetongevaldeprimairedoodsoor-zaak.Dedrugisdaneensecundairedoodsoorzaak.
Problematisch gebruik Hetgebruik van eenmiddel op zo’nmanier dat hierdoor lichamelijke, psychischeofsocialeproblemenontstaan,ofopzo’nmanierdatmaatschappelijkeoverlastontstaat.Problematischgebruikisnietaltijdverslaving.“Misbruik”iseenvormvanproblematischgebruikwaarbijgeensprakeisvanverslaving.
PsychonautenEen“psychonaut” is letterlijk iemanddieop reisgaat indegeest.Alspsychonautendrugs gebruiken, dan doen ze dat om hun mentale ontdekkingsreis te stimuleren.Sommigepsychonautengebruikenalleennatuurlijkedrugszoalspaddo’sencactussen.Anderepsychonautengebruikenook synthetischedrugs alsmentaal vervoersmiddel.Opdewebsitewww.psychonaut.comwisselenpsychonautenhunervaringenuit.
PsychosePsychischestoorniswaarbijiemandhallucinatiesheeft,datwilzeggendingenziet,hoortofvoeltdiediedooranderemensennietwordenwaargenomen.Duurtdestoornisnietlangerdanéénmaand,danspreektmenvaneenkortdurendepsychotischestoornis.
314 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Recent gebruikHetgebruikvaneenmiddelinhetafgelopenjaar,ongeachtdefrequentie(vaneenmaligtotdagelijks).Recentegebruikerstellenautomatischmeemetdeooitgebruikers(gebruikooitinhetleven).
Recreatief gebruikGebruik van een middel (doorgaans in de vrije tijd) waarbij van het middel wordtgenotenzonderdatersprakeisvanproblematischgebruik(misbruikofverslaving).
SchizofreniePsychischestoorniswaarbijiemandhallucinatiesheeft,datwilzeggendingenziet,hoortofvoeltdiedooranderemensennietwordenwaargenomen.Doordestoornisfuncti-oneertmenslechteropschool,werkeninhetgezin.Menspreektpasvanschizofreniealsdestoornisminimaalzesmaandenduurt.
Secundair probleemHeeftiemandproblemenmettwee(ofmeer)middelen,danishetsecundaireprobleemhetmiddeldatrelatiefdeminsteproblemenveroorzaakt.Hetanderemiddelisdanhetprimaireprobleem.
Secundaire doodsoorzaakEenoorzaakdie indirectheeftbijgedragenaanhetoverlijden.Overlijdt iemanddooreenongevaldatplaatsvondterwijlhij/zijonderdeinvloedwasvaneendrug,danisdedrugeensecundairedoodsoorzaak.
SoftdrugsDrugsoplijstIIvandeOpiumwet,metnamecannabis.DrugswaarvanhetrisicovoordevolksgezondheidalsmindergrootwordtingeschatdanhetrisicovandeharddrugsoplijstIvandeOpiumwet.
Speciaal onderwijsOnderwijsaankinderendieextrabegeleidingontvangenopeenRegionaalExpertiseCentrum(REC),inhetpraktijkonderwijs(pro),ofinhetleerwegondersteunendonder-wijs(lwoo).
StartleeftijdLeeftijdwaaropiemandvoorheteersteenmiddelheeftgebruikt.Destartleeftijdkanwordenbepaaldvoordeooitgebruikers(gebruikooitinhetleven),derecentegebrui-kers(gebruikinhetafgelopenjaar)endeactuelegebruikers(gebruikindeafgelopenmaand).Ookkandestartleeftijdwordenbepaaldvoorverschillendeleeftijdsgroepen.Destartleeftijdhangtafvandegroepwaarvoordezewordtberekend.Zolagin2005voordeooitgebruikersvancannabisdestartleeftijdindeleeftijdsgroepvan15totenmet24jaaropgemiddeld16,4jaarenindeleeftijdsgroepvan15totenmet64jaarop
315Bijlage A Verklaring van begrippen
gemiddeld19,6jaar.Degemiddeldestartleeftijdkanineenjongeleeftijdsgroeplagerzijn dan in een brede leeftijdgroep doordat eventuele ‘late starters’ van eenmiddelniet worden meegenomen in de berekeningen. Op hogere leeftijd kunnen echtervertekeningenoptreden indeherinneringvande leeftijdwaaropmenvoorheteersteenmiddelgebruikte.Gegevensoverstartleeftijdmoetendaaromvoorzichtigwordengeïnterpreteerd.
Tabaks- en gemakszakenWinkelswaarin doorgaans productenworden verkocht zoals tabaksproducten (siga-retten,sigaren,shag),rokersbenodigdheden(pijpen,aanstekers),tijdschriften,kranten,wenskaarten,snacks,zoetwarenenloten(staatsloten,lottoformulieren,krasloten).
THCTetrahydrocannabinol,hetbelangrijkstepsychoactievebestanddeelvancannabis.
VerslavingProblematischgebruikvaneenmiddelwaarbijsprakeisvanafhankelijkheid.Doorgaansverstaatdit Jaarberichtonder“verslaving”deklinischediagnosevanafhankelijkheid.Voorjustitiëlemonitorsishetechternietmogelijkomklinischediagnosestestellen.Justi-tiëlemonitorsregistrerenbijvoorbeeldextragevaarvanwegedrugsgebruikof‘duidelijkeaanwijzingenvoorverslaving’(zie§8.3.2.,SRM).Deklinischediagnosevanafhankelijk-heidwordtvastgesteldviaclassificatiesystemenalsdeDSMendeICD.Kenmerkenvanafhankelijkheidzijn:vaakingrotehoeveelhedenoflangeretijdgebruiken,steedsmeervan hetmiddel nodig hebben voor het gewenste effect (gewenning), onthoudings-verschijnselen,hetmiddelgebruikentegenonthoudingsverschijnselen,willenstoppenterwijldatniet lukt,veeltijdbestedenomaanhetmiddeltekomenofomervanteherstellen,opgevenvanbelangrijkebezighedenthuis,opschool,ophetwerk,ofdevrijetijdendoorgaanmethetgebruikondankshetbesefdatditveelproblemenoplevert.
II. Drugscriminaliteit11
Afdoening door de rechterEindbeslissing,doorschuldigverklaring,vrijspraak,ontslagvanallerechtsvervolgingofeenvandeoverigeeinduitspraken.
Afdoening door openbaar ministerieEindbeslissingovereenbijhetparketingeschrevenproces-verbaaldoorsepot,voegingadinformandum,voegingterberechting,transactieofoverdrachtaaneenanderparket,strafbeschikking.
11 Bronvanbegrippenlijst:CentraalBureauvoordeStatistiek,Voorburg/Heerlen,2003;BewerkingWODC.
316 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
AntecedentEenantecedentiseenpolitiecontactwaarbijproces-verbaalvanéénofmeermisdrijvenisopgemaakt.
BeleidssepotBeslissingvanhetopenbaarministeriewaarbijhetafzietvanvervolgingvaneengecon-stateerdstrafbaarfeitopgrondvanhetalgemeenbelang.Zieook:Sepot.
DagvaardingOfficieelgeschriftdatiemandoproeptopeenbepaaldetijdvoorderechterteverschijneninverbandmethetdevervolgingvaneenaandeopgeroepenetenlastegelegdstraf-baarfeit(strafprocesrecht).
Drang Bij drangprobeertmeneengebruiker, die zich inhet strafrechtelijk systeembevindtvanwegeeenzoveelstedelict,inderichtingvaneenzorgtrajectte‘duwen’.Degebruikerkrijgtdekeuzetusseneenzorgtrajectofeenstrafrechtelijkesanctie.Dekeuzewordtbeïnvloed: als de gebruiker kiest voor een zorgtraject kan hij niet alleen zijn situatieverbeteren,maarwordenookdeverderevervolgingenstrafgeschorstofopgeschort.Doet hij dat niet, of houdt hij zich niet aan de voorwaarden van justitie, dan volgttenuitvoerleggingvandestrafrechtelijkesanctie.
DwangBijdwangheeftdegebruikerintegenstellingtot“drang”geenkeuze.Hijkanwordenopgenomenen/ofbehandeldzonderzijninstemming.Zieook:Drang.
Eerste aanleg, (in -)Primairerechterlijkeinstantiewaareenzaakwordtbehandeld.
GevangenisstrafVrijheidsstraf,levenslangoftijdelijkmeteenstrafduurvantenhoogstedertigjaar,inderegelondergaanineengevangenis.Zieook:Hechtenis.
Gewone strafzaak rechtbankenStrafzaakdieineersteaanlegtotdecompetentievanderechtbankbehoort,metuitzon-deringvanfiscaleeneconomischedelicten.
HechtenisPrincipale-:vrijheidsstrafmeteenstrafduurvanmaximaal1jaaren4maanden,vanlichtereaarddangevangenisstrafeninderegelondergaanineenhuisvanbewaring
317Bijlage A Verklaring van begrippen
Subsidiaire-:vrijheidsstrafvanwegenietofnietvolledigebetalingvangeldboeteofhetnietuitvoerenvaneenopgelegdetaakstraf.
InverzekeringstellingVrijheidsbeneminggedurendetenhoogstevierdagenopbevelvande (hulp-)officiervanjustitie,wanneerdetijddateenverdachtevoorverhoormagwordenopgehouden(zesuur)nietvoldoendeis.
Meerderjarige verdachteDegenedietentijdevanbegaanvaneenstrafbaarfeit18jaarofouderis.
Minderjarige verdachteDegenedietentijdevanbegaanvaneenstrafbaarfeitjongerisdan18jaar.Afhandelingvan(jeugd)zakenvaneenvoudigeaardgebeurtveelalviaHalt(bureaus).NB.Niemandkanstrafrechtelijkwordenvervolgdvooreenfeitbegaanvoordathijdeleeftijdvan12jaarheeftbereikt.
MisdrijfStrafbaar feit vande zware soort, als zodanig aangeduid in de strafwetten; indelingvan strafbare feiten inmisdrijven enovertredingen is vanbelangbij het procesrecht(absolutecompetentieenrechtsmiddelen)endestrafbaarstelling;berechtingineersteaanleggebeurtindemeestegevallendoorderechtbank.Zieook:Overtreding.
Niet-ontvankelijkheidEindbeslissingwaarbijderechterhetopenbaarministeriehetrechttevervolgenontzegt,opgrondvanprocedurefoutenof‘unduedelay’.
Onherroepelijke uitspraakBeslissingvanderechterwaartegengeen(gewoon)rechtsmiddelmeeropenstaat.
Ontslag van (alle) rechtsvervolgingBeslissingvanderechter,waarbijhijhetdoordeofficiervanjustitietenlastegelegdefeitwelbewezenachtmaarvanoordeelisdathetfeitofdeverdachtenietstrafbaaris.Zieook:Schuldigverklaring,Vrijspraak.
Openbaar ministerie (OM)Overheidsorgaanmet als taken:wetten te handhaven, strafbare feitenop te sporenentevervolgen,strafvonnissentenuitvoerteleggenenderechterteinformerenvoorzoverdewetdatvoorschrijft.
318 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Opgehelderd misdrijfMisdrijfwaarbijtenminsteéénverdachtebijdepolitiebekendwerd,ookalishijvoort-vluchtigofontkenthijhet(strafbare)feittehebbengepleegd.
OphelderingspercentageHet totaal aantal in eenbepaalde periode opgehelderdemisdrijven in relatie tot hettotaalaantalindezelfdeperiodedoordepolitieopgemaakteprocessen-verbaalterzakevangelijk(soortig)emisdrijven,uitgedruktinprocenten.
OvertredingStrafbaarfeitvandelichtesoort,alszodanigaangeduidindestrafwetten;indelingvanstrafbarefeitenisvanbelangbijhetprocesrecht(absolutecompetentieenrechtsmid-delen) en de strafbaarstelling; afdoening veelalmet een schikking/transactie via hetopenbaarministerieofberechtingineersteaanlegdoorderechtbanksectorkanton.Zieook:Misdrijf.
Proces-verbaalOpschriftgesteldeverklaringvaneenopsporingsambtenaaroverdoorhemwaarge-nomenfeitenofomstandigheden.
RechtbankRechtscollege dat in eerste aanleg kennis neemt van alle zaken waarvoor niet eenandererechterisaangewezen.Erzijn19rechtbanken.NB.Desectorkanton(vroeger:kantongerecht)issinds1januari2002opgenomenindeorganisatievanderechtbank.
ReclasseringInstantiedie zich tendoel steltdoorhaar inspanningeneenaantoonbarebijdrage televeren aan de herinpassing van reclasseringscliënten in de samenleving. Daarmeewordttevensbeoogdherhalingvanstrafbaargedragtevoorkomen.Ditdoetzijdooronderzoekenrapportageomtrentdepersoonenomstandighedenvandeverdachteofveroordeelde,hetopstellenvanplannenvanaanpakomdegesteldedoelentebereiken,hetuitoefenenvanbegeleidingentoezichttijdensdeuitvoeringdaarvanenhettoezichtopdeuitvoeringvantaakstraffen.Slechtsindiegevallendaterduidelijkeaanknopings-puntenzijnvoorgedragsveranderingendekansopsuccesingrotemateaanweziglijkt,zullenintensieveprogramma’smetdatdoelwordenaangewend.
SchuldigverklaringUitspraakdoorderechter,waarbijhijhetdoorhetopenbaarministerietenlastegelegdefeitbewezeneneenstrafbaarfeitachtenvanoordeelisdatdeverdachtestrafbaaris.
319Bijlage A Verklaring van begrippen
SepotBeslissing van het openbaar ministerie waarbij het, op beleidsmatige of technischegronden,afzietvanvervolgingvaneengeconstateerdstrafbaarfeit.Zieook:Beleidssepot,Technischsepot.
StrafzaakHetbijeenparketingeschrevenproces-verbaaltenaanzienvanéénverdachte.
Technisch sepotBeslissingvanhetopenbaarministeriewaarbijhetafzietvanvervolgingvaneenstraf-baarfeitomdathetvanmeningisdatvervolgingniettoteenveroordelingzal leiden(bijvoorbeeldomdatvoldoendebewijsontbreektofomdathetfeitofdeverdachtenietstrafbaaris).
Transactie (juridisch)Hetonderbepaaldeomstandighedentervoorkomingvanstrafvervolgingvoldoenaaneenofmeerdoordeopsporingsambtenaar(politie)ofhetopenbaarministerie(officiervanjustitie)gesteldevoorwaarden,zoalshetbetalenvaneengeldsom(‘boete’),waar-doorhetrechttotstrafvervolgingvervalt.
VerdachteVoorhetbeginvandevervolgingishijdegenevanwieuitfeitenofomstandighedeneenredelijkvermoedenvanschuldaaneenstrafbaarfeitwordtaangenomen,daarnaishijdegenetegenwiedevervolgingisgericht.
Vervroegde invrijheidstellingHetuithoofdevandewetinbeginselvervroegdvrijlatenuitdepenitentiaireinrichtingvantotduurzamevrijheidsstrafveroordeeldepersonen.
Voeging ad informandumHetvoegen,doorhetopenbaarministerie,vaneenstrafzaakzondertenlasteleggingbijeenanderezaakdieaanderechterwordtvoorgelegd,methetdoelderechterbijdebepalingvandestrafmaatrekeningtelatenhoudenmetdegevoegdezaak.Zieook:Afdoeningdooropenbaarministerie.
Voeging ter berechtingHetsamenvoegen,doorhetopenbaarministerie,vaningeschrevenstrafzaken,methetdoelderechterbijéénvonnisverschillendezakentegelijktelatenafdoen.ZieAfdoeningdooropenbaarministerie.
320 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Voeging ter zittingHet samenvoegen, door de rechter, van onder verschillende parketnummers inge-schrevenstrafzaken,methetdoeldezezakenalséénstrafzaaktebehandelen.ZieAfdoeningdoorderechter.
VonnisGemotiveerdebindendeuitspraakvanderechterineenvoorhemgevoerdrechtsgeding.
Voorlopige hechtenisVrijheidsbenemingineenhuisvanbewaringvoorafgaandaanbehandelingterterecht-zitting,inhetalgemeentoegepastbijverdenkingvaneenernstigdelict(misdrijfwaaropeengevangenisstrafvanvierjarenofmeerisgesteld),opgrondvanernstigvluchtgevaaren/ofeengewichtigeredenvanmaatschappelijkeveiligheid,bijvoorbeeldvreesvoorherhaling.
VrijspraakUitspraak,doorderechter,waarbijhijnietbewezenachtdathetdoordeofficiervanjustitietenlastegelegdefeitdoordeverdachteisgepleegd.Zieook:Ontslagvanrechtsvervolging,Schuldigverklaring.
321Bijlage B Bronnen
Bijlage B Bronnen
DezebijlagegeefteenschematischoverzichtvandebelangrijkstebronnenvandeNationaleDrugMonitor(NDM)voorachtereenvolgens(I)hetgebruikenproblematischgebruik,(II)hulpvraagenbehandeling,(III)ziekteensterfte,(IV)marktinformatieen(V)justitiëlegegevens. Voor een uitgebreidere beschrijving van de bronnen: zie www.trimbos.nl,www.ivo.nl,ofwww.zonmw.nl.
322 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011322 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
I. Gebruik en problematisch gebruik
Bron Doelgroep Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
Peilstationsonderzoek scholieren
Scholieren van 10 tot en met 18jaarindetweehoogstegroepenvandebasisscholenenhet‘reguliere’voortgezetonderwijs:brugklas,VMBO,HAVO en VWO, soms projectenopbijzonderescholen
Alcohol,drugs,tabak 1984,1988,1992,1996,1999, 2003, 2007, 2011
Bijzonderescholen,projecten:1990,1997;2008
Trimbos-instituutwww.trimbos.nl
Antenne UitgaandejongerenenjongvolwasseneninAmsterdam
Alcohol,drugs,tabak Jaarlijkssinds1993,metwisselendekeusvandoelgroepenvooreensurvey
BongerInstituutvoorCriminologie,UniversiteitvanAmsterdaminsamenwerkingmetJellinekPreventiewww.jur.uva.nlwww.jellinek.nl/
ESPAD Scholierenvan15en16jaarvan het middelbaar onderwijs in36Europeselanden
Alcohol,drugs,tabak 1995, 1999, 2003, 2007, 2011
CAN,PompidouGroep,EMCDDA,voor Nederland het Trimbos-instituutwww.can.se/
HaagsUitgaansonderzoek Uitgaandersvanaf12jaarinDenHaag
Alcohol,drugs 2002, 2003, 2007, 2008-2009
GGDDenHaag,ParnassiaBavoGroepenPolitieHaaglandenwww.denhaag.nl/ggd/www.parnassia.nl/www.politie.nl/haaglanden/
HBSC Scholieren van 11 tot en met16jaar(totenmetdevierdeklas)
Alcohol,cannabis,tabak 2001, 2005, 2009 WHO,in2009deelnamedoor43landen.VoorNederland:Trimbos-instituut, Universiteit Utrecht, Sociaal en Cultureel Planbureauwww.hbsc.orgwww.trimbos.nlwww.uu.nlwww.scp.nl
Nationaal Instituut voor dePubIiekeOpinieenhetMarktonderzoek(TNSNIPO)inopdrachtvanSTIVORO
Landelijkebevolkingvanvijftienjaarenouder
Tabak Jaarlijks STIVOROwww.stivoro.nl
Nationaal Prevalentie Onderzoek(NPO)
Landelijkebevolkingvantwaalfjaarenouder(1997,2001)of15totenmet64jaar(2005,2009)
Alcohol,drugs,tabak 1997, 2001, 2005, 2009 IVOwww.ivo.nl
Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS)
Landelijkebevolkingvan18totenmet64jaar
Alcohol,drugs NEMESIS1:1996enfollow-upin1997en1999;NEMESIS II: 2007 tot en met 2015.
Trimbos-instituutwww.trimbos.nl
PermanentOnderzoekLeefsituatie(POLS)
Landelijkebevolkingvan 15totenmet64jaar(drugs)of12jaarenouder (alcohol,tabak)
Alcohol,tabak,drugs Jaarlijks CBSwww.cbs.nl
323BijlageB Bronnen
I. Gebruik en problematisch gebruik
Bron Doelgroep Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
Peilstationsonderzoek scholieren
Scholieren van 10 tot en met 18jaarindetweehoogstegroepenvandebasisscholenenhet‘reguliere’voortgezetonderwijs:brugklas,VMBO,HAVO en VWO, soms projectenopbijzonderescholen
Alcohol,drugs,tabak 1984,1988,1992,1996,1999, 2003, 2007, 2011
Bijzonderescholen,projecten:1990,1997;2008
Trimbos-instituutwww.trimbos.nl
Antenne UitgaandejongerenenjongvolwasseneninAmsterdam
Alcohol,drugs,tabak Jaarlijkssinds1993,metwisselendekeusvandoelgroepenvooreensurvey
BongerInstituutvoorCriminologie,UniversiteitvanAmsterdaminsamenwerkingmetJellinekPreventiewww.jur.uva.nlwww.jellinek.nl/
ESPAD Scholierenvan15en16jaarvan het middelbaar onderwijs in36Europeselanden
Alcohol,drugs,tabak 1995, 1999, 2003, 2007, 2011
CAN,PompidouGroep,EMCDDA,voor Nederland het Trimbos-instituutwww.can.se/
HaagsUitgaansonderzoek Uitgaandersvanaf12jaarinDenHaag
Alcohol,drugs 2002, 2003, 2007, 2008-2009
GGDDenHaag,ParnassiaBavoGroepenPolitieHaaglandenwww.denhaag.nl/ggd/www.parnassia.nl/www.politie.nl/haaglanden/
HBSC Scholieren van 11 tot en met16jaar(totenmetdevierdeklas)
Alcohol,cannabis,tabak 2001, 2005, 2009 WHO,in2009deelnamedoor43landen.VoorNederland:Trimbos-instituut, Universiteit Utrecht, Sociaal en Cultureel Planbureauwww.hbsc.orgwww.trimbos.nlwww.uu.nlwww.scp.nl
Nationaal Instituut voor dePubIiekeOpinieenhetMarktonderzoek(TNSNIPO)inopdrachtvanSTIVORO
Landelijkebevolkingvanvijftienjaarenouder
Tabak Jaarlijks STIVOROwww.stivoro.nl
Nationaal Prevalentie Onderzoek(NPO)
Landelijkebevolkingvantwaalfjaarenouder(1997,2001)of15totenmet64jaar(2005,2009)
Alcohol,drugs,tabak 1997, 2001, 2005, 2009 IVOwww.ivo.nl
Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS)
Landelijkebevolkingvan18totenmet64jaar
Alcohol,drugs NEMESIS1:1996enfollow-upin1997en1999;NEMESIS II: 2007 tot en met 2015.
Trimbos-instituutwww.trimbos.nl
PermanentOnderzoekLeefsituatie(POLS)
Landelijkebevolkingvan 15totenmet64jaar(drugs)of12jaarenouder (alcohol,tabak)
Alcohol,tabak,drugs Jaarlijks CBSwww.cbs.nl
324 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
II. Hulpvraag en behandeling
Bron Doelgroep Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
Centrale Methadon Registratie(CMR)
MethadoncliënteninderegioAmsterdam
Methadon Jaarlijks GGDAmsterdamwww.ggd.amsterdam.nl
LandelijkAlcoholenDrugsInformatiesysteem(LADIS)
Cliëntenvande(ambulante)verslavingszorg
Alcohol,drugs Jaarlijks Stg.IVZ,Houtenwww.sivz.nl
DutchHospitalData(DHD),voorheenLandelijkeMedischeRegistratie(LMR)
Ziekenhuispatiënten Alcohol,drugs Jaarlijks StichtingDHDenKiwaPrismantwww.dutch.hospitaldata.euwww.prismant.nl/
LetselInformatieSysteem(LIS)
Patiëntendiespoedeisendehulpkrijgennaeenongeval(gegevenszijngeëxtrapoleerd)
Alcohol,drugs Jaarlijks StichtingConsumentenVeiligheidwww.veiligheid.nl
III. Ziekte en sterfte
Bron Doelgroep/Onderwerp Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
Amsterdamse cohortstudie enmonitordrugsgerelateerdesterfte
DoodsoorzakenondermethadoncliëntenenrecreatievedrugsgebruikersinAmsterdam
Harddrugs,recreatievedrugs Jaarlijksvanaf1976 GGDAmsterdamwww.ggd.amsterdam.nl
Centrale Post Ambulancevervoer(CPA)
Ambulanceritten voor de bevolkingvanAmsterdamenomstreken
Alcohol,drugs Jaarlijks GGDAmsterdamwww.ggd.amsterdam.nl
Doodsoorzakenstatistiek Doodsoorzakenvaninwoners van Nederland diestaaningeschreveninhetbevolkingsregisterendoodsoorzakenuitrechtbankzaken
Alcohol,drugs,tabak Jaarlijks CBSwww.cbs.nl
HIV/aids-registratie HIV-geïnfecteerdenenaids-patiëntenonderinjecterendedrugsgebruikers
Harddrugs halfjaarlijks IGZ,SHM,RIVMwww.hiv-monitoring.nl
Monitorverkeersveiligheid Verkeersdeelnemers Alcohol Jaarlijksvanaf1970 SWOVwww.swov.nl
325Bijlage B Bronnen
II. Hulpvraag en behandeling
Bron Doelgroep Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
Centrale Methadon Registratie(CMR)
MethadoncliënteninderegioAmsterdam
Methadon Jaarlijks GGDAmsterdamwww.ggd.amsterdam.nl
LandelijkAlcoholenDrugsInformatiesysteem(LADIS)
Cliëntenvande(ambulante)verslavingszorg
Alcohol,drugs Jaarlijks Stg.IVZ,Houtenwww.sivz.nl
DutchHospitalData(DHD),voorheenLandelijkeMedischeRegistratie(LMR)
Ziekenhuispatiënten Alcohol,drugs Jaarlijks StichtingDHDenKiwaPrismantwww.dutch.hospitaldata.euwww.prismant.nl/
LetselInformatieSysteem(LIS)
Patiëntendiespoedeisendehulpkrijgennaeenongeval(gegevenszijngeëxtrapoleerd)
Alcohol,drugs Jaarlijks StichtingConsumentenVeiligheidwww.veiligheid.nl
III. Ziekte en sterfte
Bron Doelgroep/Onderwerp Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
Amsterdamse cohortstudie enmonitordrugsgerelateerdesterfte
DoodsoorzakenondermethadoncliëntenenrecreatievedrugsgebruikersinAmsterdam
Harddrugs,recreatievedrugs Jaarlijksvanaf1976 GGDAmsterdamwww.ggd.amsterdam.nl
Centrale Post Ambulancevervoer(CPA)
Ambulanceritten voor de bevolkingvanAmsterdamenomstreken
Alcohol,drugs Jaarlijks GGDAmsterdamwww.ggd.amsterdam.nl
Doodsoorzakenstatistiek Doodsoorzakenvaninwoners van Nederland diestaaningeschreveninhetbevolkingsregisterendoodsoorzakenuitrechtbankzaken
Alcohol,drugs,tabak Jaarlijks CBSwww.cbs.nl
HIV/aids-registratie HIV-geïnfecteerdenenaids-patiëntenonderinjecterendedrugsgebruikers
Harddrugs halfjaarlijks IGZ,SHM,RIVMwww.hiv-monitoring.nl
Monitorverkeersveiligheid Verkeersdeelnemers Alcohol Jaarlijksvanaf1970 SWOVwww.swov.nl
326 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
IV. Marktinformatie
Bron Doelgroep/Onderwerp Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
DrugsInformatieenMonitoringSysteem(DIMS)
Uitgaansdrugsvanrecreatievegebruikers
Uitgaansdrugs Continu;jaarlijkserapportage Trimbos-instituutwww.trimbos.nl
Monitorgedoogdecoffeeshops
Aantalofficieelgedoogdecoffeeshops,coffeeshopbeleidvangemeentenenhandha-vingsbeleid
Cannabis 1997,1999,jaarlijksvan2000-2005, daarna twee-jaarlijks
WODCwww.wodc.nl/
THC-monitor THC-gehalteenprijsvancannabismonstersuitcoffee-shops
Cannabis Tweekeerperjaar(tot2009);vanaf2010eenkeerperjaar;jaarlijkserapportage
Trimbos-instituutwww.trimbos.nl
V. Justitieel
Bron Doelgroep/Onderwerp Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
CliëntVolgSysteem(CVS)
Productiecijfersverslavingsreclassering,cliëntenvandeverslavingsreclassering
Allemiddelen,geenuitsplitsing Dagelijksedossiervorming StichtingVerslavingsreclasseringNederland(SVG)insamenwerkingmetReclasseringNederlandenreclasseringvanhetLegerdesHeilswww.ggznederland.nl
HerKenningsdienstSysteem(HKS)
Processen-verbaal van aangiften;processen-verbaalopgemaakttegenverdachten;geregistreerdecriminelevoorgeschiedenisvanverdachten
Gevarenclassificatie‘drugsgebruiker’of‘alcoholverslaafd’;Opiumwetdelictenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
Actualisatie eind eerste kwartaaloverhelevoorgaandekalenderjaar;tevensextractiedefinitievecijfersoverjaardaarvoor(vanwegeverwerkingsachter-standen)
DeunitKennisenOntwikkeling,afdelingOnderzoekenAnalysevandedienstIPOLvanhetKorpsLandelijkepolitiediensteninsamenwerkingmetdepolitieregio’s;HetWetenschappelijkOnderzoek-enDocumentatieCentrumvanhetMinisterievanJustitie(WODC)beschiktovereenkopiewww.politie.nl/KLPD/www.wodc.nl/
Onderzoeks-enBeleidsdatabaseJustitiëleDocumentatie(OBJD)
Beleidsinformatieoverstrafrechtspleging;geanonimiseerdekopievanhetJustitieel Documentatie Systeem
Opiumwetdelictenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
Vierkeerperjaaractualisatie WODCwww.wodc.nl/
OpenbaarMinisterieData(OMDATA)
LandelijkedatabasevanhetParket-Generaalmetgegevensoververvolgingenberechtingineersteaanleg
Opiumwetzakenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
Driekeerperjaaractualisatie EigendomvanhetCollegevanProcureurs-Generaal.HetParketGeneraalverzameltenbeheertdegegevens.HetWODCbeschiktovereenkopiewww.wodc.nl/
OpsporingsonderzoekenGeorganiseerdeCriminaliteit
OpsporingsonderzoekendoordeNederlandsepolitienaarernstigervormenvangeorganiseerdecriminaliteit;overtreders van onder meer de Opiumwetdiesamenwerkeningeorganiseerdverband
Uitsplitsingnaarhard-ensoftdrugs
Jaarlijkserapportage K&O/O&A/dNRI/KLPD,insamenwerkingmetdepolitieregio’swww.politie.nl/KLPD/
327Bijlage B Bronnen
IV. Marktinformatie
Bron Doelgroep/Onderwerp Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
DrugsInformatieenMonitoringSysteem(DIMS)
Uitgaansdrugsvanrecreatievegebruikers
Uitgaansdrugs Continu;jaarlijkserapportage Trimbos-instituutwww.trimbos.nl
Monitorgedoogdecoffeeshops
Aantalofficieelgedoogdecoffeeshops,coffeeshopbeleidvangemeentenenhandha-vingsbeleid
Cannabis 1997,1999,jaarlijksvan2000-2005, daarna twee-jaarlijks
WODCwww.wodc.nl/
THC-monitor THC-gehalteenprijsvancannabismonstersuitcoffee-shops
Cannabis Tweekeerperjaar(tot2009);vanaf2010eenkeerperjaar;jaarlijkserapportage
Trimbos-instituutwww.trimbos.nl
V. Justitieel
Bron Doelgroep/Onderwerp Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
CliëntVolgSysteem(CVS)
Productiecijfersverslavingsreclassering,cliëntenvandeverslavingsreclassering
Allemiddelen,geenuitsplitsing Dagelijksedossiervorming StichtingVerslavingsreclasseringNederland(SVG)insamenwerkingmetReclasseringNederlandenreclasseringvanhetLegerdesHeilswww.ggznederland.nl
HerKenningsdienstSysteem(HKS)
Processen-verbaal van aangiften;processen-verbaalopgemaakttegenverdachten;geregistreerdecriminelevoorgeschiedenisvanverdachten
Gevarenclassificatie‘drugsgebruiker’of‘alcoholverslaafd’;Opiumwetdelictenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
Actualisatie eind eerste kwartaaloverhelevoorgaandekalenderjaar;tevensextractiedefinitievecijfersoverjaardaarvoor(vanwegeverwerkingsachter-standen)
DeunitKennisenOntwikkeling,afdelingOnderzoekenAnalysevandedienstIPOLvanhetKorpsLandelijkepolitiediensteninsamenwerkingmetdepolitieregio’s;HetWetenschappelijkOnderzoek-enDocumentatieCentrumvanhetMinisterievanJustitie(WODC)beschiktovereenkopiewww.politie.nl/KLPD/www.wodc.nl/
Onderzoeks-enBeleidsdatabaseJustitiëleDocumentatie(OBJD)
Beleidsinformatieoverstrafrechtspleging;geanonimiseerdekopievanhetJustitieel Documentatie Systeem
Opiumwetdelictenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
Vierkeerperjaaractualisatie WODCwww.wodc.nl/
OpenbaarMinisterieData(OMDATA)
LandelijkedatabasevanhetParket-Generaalmetgegevensoververvolgingenberechtingineersteaanleg
Opiumwetzakenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
Driekeerperjaaractualisatie EigendomvanhetCollegevanProcureurs-Generaal.HetParketGeneraalverzameltenbeheertdegegevens.HetWODCbeschiktovereenkopiewww.wodc.nl/
OpsporingsonderzoekenGeorganiseerdeCriminaliteit
OpsporingsonderzoekendoordeNederlandsepolitienaarernstigervormenvangeorganiseerdecriminaliteit;overtreders van onder meer de Opiumwetdiesamenwerkeningeorganiseerdverband
Uitsplitsingnaarhard-ensoftdrugs
Jaarlijkserapportage K&O/O&A/dNRI/KLPD,insamenwerkingmetdepolitieregio’swww.politie.nl/KLPD/
328 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Bron Doelgroep/Onderwerp Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
TenUitvoerLeggingvanvrijheidsbenemende straffenenmaatregelenin Penitentiaire inrichtingen(TULP)
Kenmerkenvangedetineerden,delicten,duurvandeopgelegdestraffenenkenmerkenvandeinrichtingen;JustitiëleJeugdinrichtingen(TULP/JJI)enTBS-instellingenwordenapartgeregistreerd
Opiumwetdelictenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
Continueregistratie DienstJustitiëleInrichtingen(DJI)vanhetMinisterievanJustitiewww.dji.nl/
WODC-Recidivemonitor Langlopendonderzoeksprojectmetgestandaardiseerderecidivemetingenonderverschillendegroepenjustitiabelen
Opiumwetdelictenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
RapportagesopbasisOBJD WODCwww.wodc.nl/
WODC-Veelplegermonitor
Monitordievolwassenzeeractieveveelplegersvolgt.Koppelingenvanverschillendedatabases, onder andere van politie,CBS,reclasseringenverslavingszorg.
Probleemmiddelendelictgedragvanzeeractieveveelplegers
Jaarlijkserapportage,echternu(2009)geenkoppelingmeer aan Ladis.
WODCwww.wodc.nl/
329Bijlage B Bronnen
Bron Doelgroep/Onderwerp Middelen Metingen Verantwoordelijke organisatie/Homepage
TenUitvoerLeggingvanvrijheidsbenemende straffenenmaatregelenin Penitentiaire inrichtingen(TULP)
Kenmerkenvangedetineerden,delicten,duurvandeopgelegdestraffenenkenmerkenvandeinrichtingen;JustitiëleJeugdinrichtingen(TULP/JJI)enTBS-instellingenwordenapartgeregistreerd
Opiumwetdelictenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
Continueregistratie DienstJustitiëleInrichtingen(DJI)vanhetMinisterievanJustitiewww.dji.nl/
WODC-Recidivemonitor Langlopendonderzoeksprojectmetgestandaardiseerderecidivemetingenonderverschillendegroepenjustitiabelen
Opiumwetdelictenuitsplitsbaarnaarhard-ensoftdrugs
RapportagesopbasisOBJD WODCwww.wodc.nl/
WODC-Veelplegermonitor
Monitordievolwassenzeeractieveveelplegersvolgt.Koppelingenvanverschillendedatabases, onder andere van politie,CBS,reclasseringenverslavingszorg.
Probleemmiddelendelictgedragvanzeeractieveveelplegers
Jaarlijkserapportage,echternu(2009)geenkoppelingmeer aan Ladis.
WODCwww.wodc.nl/
331Bijlage C Verklaring van ICD-9 en ICD-10 codes
Bijlage C Verklaring van ICD-9 en ICD-10 codes
Verklaring van ICD-9 codesICD-9 code Verklaring
162 Kwaadaardigenieuwvormingenvantrachea,brochusenlong291 Alcoholpsychosen292 Drugpsychosen303 Alcoholverslavingssyndroom304 Verslavingaandrugs304.0 Verslavingaanopiatenendergelijke304.1 Verslavingaanbarbituratenofaansedativaenhypnoticametverwantewerking304.2 Verslavingaancocaïne304.3 Verslavingaancannabis304.4 Verslavingaanamfetamineenanderepsychostimulantia304.7 Verslavingaanopiatenincombinatiemetanderedrugs305 Misbruikvandrugsofanderemiddelenzonderverslaving305.0 Misbruikvanalcohol305.2 Misbruikvancannabis305.3 Misbruikvanhallucinogenen305.4 Misbruikvanbarbituratenofvansedativaenhypnoticametverwantewerking305.5 Misbruikvanopiaten305.6 Misbruikvancocaïne305.7 Misbruikvanamfetamineofsympathicomimeticametverwantewerking305.8 Misbruikvanantidepressivaendergelijke305.9 Misbruikvanoverige,gemengdeofnietgespecificeerdemiddelen357.5 Alcoholischepolyneuropathie425.5 Alcoholischecardiomyopathie535.3 Alcoholischegastritis571.0 Alcoholische vetlever571.1 Acutealcoholhepatitis571.2 Alcoholische levercirrose571.3 Nietgespecificeerdealcoholischeleverbeschadiging980.0-1 ToxischgevolgvanalcoholE850 Accidentelevergiftigingdooranalgetica,antipyreticaenantireumaticaE850.0 AccidentelevergiftigingdoorheroïneE854.1 Accidentelevergiftigingdoorpsychodysleptica(hallucinogenen)E854.2 AccidentelevergiftigingdoorpsychostimulantiaE855.2 Accidentelevergiftigingdoorlokaleanesthetica(waarondercocaïne)E860.0-2 Nietopzettelijkevergiftigingdooralcoholischedranken(ethanol/methanol)E950.9* SuïcidedoorvergiftigingdoorvastestoffenofvloeistoffenE980.9* Vergiftigingdoorvastestoffenofvloeistoffen,waarvannietvastgesteldisofdeze
metopzetofnietmetopzetheeftplaatsgevonden
* Alleen opgenomen indien als complicatie 980.0-1 vermeld is.
332 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Verklaring van ICD-10 codesICD-10 code Verklaring
C33 Kwaadaardigenieuwvormingenvantrachea
C34 Kwaadaardigenieuwvormingenvanbronchusenlong
F10 Psychischestoornissenengedragsstoornissendoorhetgebruikvanalcohol
F11 Psychischestoornissenengedragsstoornissendoorhetgebruikvanopiaten
F12 Psychischestoornissenengedragsstoornissendoorhetgebruikvancannabis
F13 Psychischestoornissenengedragsstoornissendoorhetgebruikvansedativaenhypnotica
F14 Psychischestoornissenengedragsstoornissendoorhetgebruikvancocaïne
F15 Psychischestoornissenengedragsstoornissendoorhetgebruikvanoverigestimulerende middelen
F18 Psychischestoornissenengedragsstoornissendoorhetgebruikvanvluchtigeoplosmiddelen
F19 Psychischestoornissenengedragsstoornissendoorhetgebruikvanmeerderedrugsenanderepsychoactievemiddelen
G31.2 Degeneratievanzenuwstelseldooralcoholgebruik
G62.1 Alcoholischepolyneuropathie
I42.6 Alcoholischecardiomyopathie
K29.2 Alcoholischegastritis
K70.0 Alcoholische vetlever
K70.1 Alcoholischehepatitis
K70.2 Alcoholischeleverfibroseenleversclerose
K70.3 Alcoholische levercirrose
K70.4 Alcoholischeleverinsufficiëntie
K70.9 Alcoholischeleverziekten,ongespecificeerd
K86.0 Alcoholischepancreasontsteking
T40.0 Vergiftigingdooropium
T40.1 Vergiftigingdoorheroïne
T40.2 Vergiftigingdooroverigeopiaten(codeïne,morfine)
T40.3 Vergiftigingdoormethadon
T40.4 Vergiftigingdooroverigesynthetischedrugs(pethidine)
T40.5 Vergiftigingdoorcocaïne
T40.6 Vergiftigingdooroverigeennietgespecificeerdedrugs
T40.7 Vergiftigingdoorcannabis(derivaten)
T40.8 Vergiftigingdoorlysergide(LSD)
T40.9 Vergiftigingdooroverigeennietgespecificeerdepsychodysleptica (hallucinogenen,mescaline,psilocine,psilocybine)
T43.6 Vergiftigingdoorpsychostimulantiametmogelijkheidtotmisbruik (metuitzonderingvancocaïne,zieT40.5)
T51.0-1 Toxischgevolgvanalcohol,ethanolenmethanol(alleenalssecundairecode)
X41+T43.6 Accidentelevergiftigingdoorpsychostimulantia
X42 Accidentelevergiftigingdoornarcoticaenpsychodysleptica(hallucinogenen)nieteldersgeclassificeerd
X42+T40.5 Accidentelevergiftigingdoorcocaïne
333Bijlage C Verklaring van ICD-9 en ICD-10 codes
ICD-10 code Verklaring
X45* Onopzettelijkevergiftigingdoorenblootstellingaanalcohol
X61+T43.6 Suïcidedoorpsychostimulantia
X65* Opzettelijkeauto-intoxicatiedooralcohol
Y11+T43.6 Vergiftigingdoorpsychostimulantiawaarvannietvastgesteldisofdezemetopzetofnietmetopzetheeftplaatsgevonden
Y15* Vergiftigingdoorenblootstellingaanalcohol-opzetnietbepaald
*Alleen opgenomen indien als complicatie T51.0-1 vermeld is.
335Bijlage D Internetadressen op het gebied van alcohol en drugs
Bijlage D Internetadressen op het gebied van alcohol en drugs
Arkinhttp://www.arkin.nl
Australian Institute of Health and Welfare (AIHW)http://www.aihw.gov.au/
Bouman GGZhttp://www.boumanggz.nl/
Brijder Verslavingszorghttp://www.brijder.nl/
Castle Craighttp://www.castlecraig.nl/
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)http://www.cbs.nl/
Centrum Maliebaanhttp://www.centrummaliebaan.nl/
CrisisCare Trubendorfferhttp://www.crisiscare.nl/
De Hoop ggzhttp://www.dehoop.org/
Dutch Hospital Data (DHD)http://dutch.hospitaldata.eu
Emergis Verslavingszorghttp://www.emergis.nl/verslavingszorg/
European Centre for the Epidemiological Monitoring of AIDShttp://www.eurohiv.org/
336 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA)http://www.emcdda.europa.eu/
Europese Commissie, Taxation and Customs Unionhttp://europa.eu.int/comm/taxation_customs/publications/info_doc/info_doc.htm#Excises
Europolhttp://www.europol.europa.eu/
GGD Amsterdam http://www.ggd.amsterdam.nl/
GGD Nederland http://www.ggd.nl/
GGZ Noord- en Midden-Limburg/Verslavingszorg (GGZ-NML)http://www.ggz-groepnmlimburg.nl/
GGZ Nederland http://www.ggznederland.nl
Inspectie voor de Gezondheidszorg http://www.igz.nl/
IVOhttp://www.ivo.nl/
Intraval. Bureau voor onderzoek en advieshttp://www.intraval.nl/
IrisZorghttp://www.iriszorg.nl/
Jellinek Mentrum (Amsterdam)http://www.jellinekmentrum.nl/
Jellinek Retreathttp://www.jellinekretreat.nl/
Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)http://www.politie.nl/klpd/
337Bijlage D Internetadressen op het gebied van alcohol en drugs
Ministerie van Justitiehttp://www.justitie.nl/
Ministerie van VWShttp://www.minvws.nl/
Mondriaan Zorggroep/Verslavingszorghttp://www.mondriaanzorggroep.nl/
Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ)http://www.nigz.nl/
Novadic-Kentron, netwerk voor verslavingszorghttp://www.novadic-kentron.nl/
Openbaar Ministeriehttp://www.openbaarministerie.nl/
Parnassia, Psycho-Medische Zorghttp://www.parnassia.nl/
Politiehttp://www.politie.nl/
Prismanthttp://www.prismant.nl/
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)http://www.rivm.nl/
Rijks-Kwaliteitsinstituut voor land- en tuinbouwproduktenwww.rikilt.dlo.nl/
RoderSanahttp://www.rodersana.nl/
Serenity GGZhttp://www.serenity-ggz.nl/
SolutionShttp://www.addiction-solutions.nl/solutions/
338 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Spoor6http://www.spoor6.nl/
STAP, Nederlands Instituut voor Alcoholbeleidhttp://www.alcoholpreventie.nl/
Stichting Consument en Veiligheidhttp://www.veiligheid.nl/csi/veiligheid.nsf
Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ)http://www.sivz.nl/http://www.sivz.nl/ivz-verslavingszorg/ladis
STIVORO, voor een rookvrije toekomsthttp://www.stivoro.nl/
Substance Abuse & Mental Health Service Administration (SAMHSA)http://www.samhsa.gov/
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV)http://www.swov.nl
TACTUS Verslavingszorghttp://www.tactus.nl/
The Home Clinichttp://www.thehomeclinic.nl/
Trimbos-instituuthttp://www.trimbos.nl/
U-centerhttp://www.u-center.nl/
Vereniging GGZ Nederlandhttp://www.ggznederland.nl/
Verslavingszorg Noord Nederland (VNN)http://www.vnn.nl/
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC)http://www.wodc.nl/
339Bijlage D Internetadressen op het gebied van alcohol en drugs
World Health Organisation (WHO)http://www.who.int/en/
ZonMwhttp://www.zonmw.nl/
341Bijlage E Drugsgebruik in enkele ‘nieuwe’ EU-lidstaten
Bijlage E Drugsgebruik in enkele ‘nieuwe’ EU-lidstaten
Consumptie van cannabis, cocaïne, ecstasy en amfetamine onder de algemene bevolking van enkele ‘nieuwe’ lidstaten van de Europese Unie
Land Jaar Leeftijd (jaar)I
Cannabis Cocaïne Ecstasy Amfetamine
Ooit Recent Ooit Recent Ooit Recent Ooit Recent
Tsjechië 2009 15-64 27,6% 11,1% 1,5% 0,4% 4,6% 1,4% 2,5% 0,2%
Slowakije 2006 15-64 16,1% 6,9% 1,2% 0,6% 4,3% 1,6% 1,2% 0,3%
Letland 2007 15-64 12,1% 4,9% 2,3% 0,5% 4,7% 1,5% 3,3% 1,5%
Litouwen 2008 15-64 11,9% 5,6% 0,5% 0,2% 2,1% 1,0% 1,6% 0,7%
Polen 2006 15-64 9,0% 2,7% 0,8% 0,2% 1,2% 0,3% 2,7% 0,7%
Hongarije 2007 18-54 8,5% 2,3% 0,9% 0,2% 2,4% 0,5% 1,8% 0,5%
Cyprus 2009 15-64 11,6% 4,4% 3,0% 1,2% 2,0% 0,6% 0,7% 0,3%
Bulgarije 2008 15-64 4,4% 2,7% 1,7% 0,7% 1,7% 0,7% 2,1% 0,9%
Malta 2001 18-64 3,5% 0,8% 0,4% 0,3% 0,7% 0,2% 0,4% 0,0%
Roemenië 2007 15-64 1,5% 0,4% 0,1% 0,0% 0,3% 0,1% 0,0% 0,0%
Estland 2008 15-64 - 6,0% - 0,7% - 1,2% - 1,1%
Slovenië 2007 15-64 - 3,1% - - - - - -
Percentage gebruikers ooit in het leven en recent (laatste jaar). I. Drugsgebruik is naar verhouding laag in de
jongste (12-15 jaar) en oudere leeftijdsgroepen (>64 jaar). Gebruikscijfers in studies met respondenten die
jonger en/of ouder zijn dan de EMCDDA-standaard (15-64 jaar) zullen mogelijk lager uitvallen dan cijfers
in studies die de EMCDDA-standaard toepassen. Voor studies met een beperkter leeftijdsbereik geldt het
omgekeerde. - = niet gemeten. Bron: EMCDDA.
343Bijlage F Leerlingen op speciaal en regulier voortgezet onderwijs
Bijlage F Leerlingen op speciaal en regulier voortgezet onderwijs
Leerlingen van 12 tot en met 16 jaar op speciaal en regulier voortgezet onderwijs, aantal (boven) en percentage (beneden), peiljaar 2007/2008
Aantal Leeftijd
12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 12-16 jaar
Speciaal
REC-4I 1 082 1965 2 510 3124 2966 11647
ProII 1286 4904 5 557 5841 5 153 22741
LwooIII 7 999 23 335 25415 24565 16604 97 918
Regulier 97043 156566 158268 159 230 126747 697854
Totaal 107410 186770 191 750 192760 151470 830160
%
Speciaal
REC-4I 1% 1% 1% 2% 2% 1%
ProII 1% 3% 3% 3% 3% 3%
LwooIII 7% 12% 13% 13% 11% 12%
Regulier 90% 84% 83% 83% 84% 84%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Aantal leerlingen (boven) en percentage van de leerlingen (beneden). I. REC = Regionaal Expertise Centrum.
II. Pro = praktijkonderwijs. III. Lwoo = leerwegondersteunend onderwijs. Bron: CBS, StatLine databank,
thema onderwijs.
345Bijlage G Toelichting op de kernindicatoren
Bijlage G Toelichting op de kernindicatoren
Wat betekenen de epidemiologische kernindicatoren?
DekernindicatorenvanhetEMCDDAzijnbedoeldomdestandvandedrugsproblema-tiekweertegevenenontwikkelingentekunnenmonitoren.Ookdienenzijbijtedragenaaneenbredereanalysevanbeleidsuitkomsten,alklevenhierveelhakenenogenaan(VanLaarenVanOoyen,2009).HetEMCDDAheeftvoorvijfdrugsindicatorenproto-collenontwikkeld,diedeEU-lidstatenmoetengebruikenbijdegegevensverzameling(EMCDDA,2009).DoelisdatopEuropeesniveaugegevensoverdrugsgebruikendegevolgen daarvan tussen landen (beter) vergelijkbaar zijn.Ondanks duidelijke voor-uitgangisditeinddoelnognietbereikt.Verschillentussenlanden,zekeralsdezekleinzijn,moetendaaromnogsteedsvoorzichtigwordengeïnterpreteerd.Inditjaarberichtwordtdesituatierondomdeconsumptievanalcoholentabakookaandehandvandezeindicatorenbeschreven;dezegegevenszijnopeenpaaruitzonderingnanietopeeninternationaalgestandaardiseerdewijzeverzameld.
Middelengebruik in de algemene bevolking (en scholieren)Bevolkingsonderzoeken naar middelengebruik geven zicht op de omvang van hetgebruikenrisicogroepenen- indienperiodiekuitgevoerdvolgensdezelfdemethode– ontwikkelingen hierin. Bij de beschrijving van het gebruik van alcohol en drugswordendoorgaansverschillendegroepengebruikersonderscheiden.Degrootstegroepbestaatuitmensendieooitinhunlevenéénofmeerkeeralcoholen/ofdrugshebbengeconsumeerd(ooitgebruik),al isdat jarengeleden.Eenbetere indicatorvanactueleontwikkelingenvormthetpercentagemensendatpasnog,inhetlaatstejaarofmaand,eenmiddelheeftgebruikt(recentenactueelgebruik).
Dewijzewaaropdevragenwordengesteld(bijv.schriftelijk,telefonischof‘face-to-face’)endeinterviewomstandigheden(bijv.aanwezigheidvaneenouder)kunnenvaninvloedzijnopdegeneigdheidommiddelengebruik‘toetegeven’.Gezienhetrelatiefliberaleklimaat inNederland tenaanzienvandrugsgebruik,vooral vancannabis, zalonderrapportagevandrugsgebruikinNederlandmindervoorkomendaninlandenmeteen repressiefbeleidwaarwettelijkeen/of sociale sancties staanophetgebruikvandrugs.Tochsuggererendedoorgaanslagereprevalentiesvandrugsgebruikverkregenvia face-to-face interviews vergeleken met die verkregen via minder directe, meeranonieme,methoden,datookinNederlandillegaaldrugsgebruikblijkbaareengevoeligonderwerpis(Rodenburgetal.,2007;CBS,K.Knoops,persoonlijkecommunicatie).
Vanbelangisverderdematewaarindeaangezochte‘respondenten’daadwerkelijkaandepeilingmeedoen.Datkanuiteenlopenvanminderdan50totbijna100procent.Eenlage‘respons’doettwijfelenaandebetrouwbaarheidvandebevindingen.
346 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Trendsindeprevalentievanmiddelengebruikzijnvaaklastigteduidenvanwegetalvanopelkaarinwerkendefactorendiehieropvaninvloedkunnenzijn.Voorbeeldenvanzulkefactorenzijnnationaaleninternationaalbeleid;effectieveinterventies;productie,beschikbaarheid en toegankelijkheid van drugs en andere middelen; economischefactoren(zoalsinkomen);waargenomenrisico’svangebruik;desocialeomgeving;encultuur,leefstijlenmodes,enderoldiehetmiddelengebruikhierbijspeelt.
Problematisch middelengebruikEr is geen algemeen geldende definitie van ‘problematisch gebruik’. Het EMCDDAhanteert voor problematisch drugsgebruik de volgendedefinitie: “injecterenddrugs-gebruik of langdurig/regelmatig gebruik van opiaten, cocaïne en/of amfetamines”.Dit iseenbrededefinitiewaarinookharddrugsgebruikersdiebijvoorbeeldmethadonontvangenensociaalgoedfunctionerenwordenmeegerekend.InNederlandwordenoplokaalennationaalniveauuiteenlopendedefinitiesgebruiktenvergelijkingenmoetenderhalve met grote voorzichtigheid worden gemaakt. Voor andere middelen, zoalscannabisenalcohol,wordenvaakdecriteriavanmisbruikenafhankelijkheidvolgensinternationaleclassificatiesystemengebruikt,zoalsdeDSMofICD.
Inonderzoeknaarmiddelengebruikindealgemenebevolkingwordenrespondentendoorgaansgeselecteerdopbasiseenwillekeurigesteekproefuithetbevolkingsregister.Gemarginaliseerde groepen, zoals chronische harddrugsgebruikers, die geregeld ininstellingen verblijven of geen vast woonadres hebben, zijn dus sterk onderverte-genwoordigdindittypeonderzoek.Voorhetschattenvandeomvangvandegroepprobleemgebruikersvanharddrugszijndaaromtalvanspecialetechniekenontwikkeld.Voorbeelden zijn de capture-recapture methode en de ‘multiplier’ methode. Dezemethoden zijn er op gebaseerd dat een deel van de drugsgebruikers in het vizier isvandehulpverleningen/ofdepolitieenalszodanigzijngeregistreerd.Eenanderdeelkomtniet incontactmetdeze registrerende instellingen,dezogenaamde ‘verborgenpopulatie.Ditdeelkanwordenbijgeschatmetbepaaldestatistischetechniekenomtoteentotaalschattingvandegroepprobleemgebruikerstekomen.Bedachtmoetwordendatdergelijkeprevalentieschattingendoorgaanseenbehoorlijkefoutenmargekennenenweinignauwkeurigzijn.
HulpvraagEen deel van de probleemgebruikers van alcohol of drugs zoekt hulp bij een instel-lingvoorverslavingszorgofwordtopgenomen ineenziekenhuis.Gegevensoverdeomvangvanaantallencliëntenencliëntprofielengeveninformatieover(trends)indehulpvraag endragenbij aanhet plannen en evalueren vande zorg aan alcohol- endrugsgebruikers.Ook kunnen deze gegevens een indirecte indicator zijn van trendsinhetprobleemgebruikmaarandere factoren,zoalsdeomvangenkwaliteitvanhetbehandelaanbod, registratieproblemen, of veranderingen in het doorverwijzen (bijv.meer via de eerstelijnszorg), kunnen echter evenzeer van invloed zijn op het aantalgeregistreerdecliënten.Ookmoetwordenbedachtdatmensendiebijdehulpverleningkomeninzekerezin‘atypisch’zijnvoordetotalegroepmensenmeteenverslavings-
347Bijlage G Toelichting op de kernindicatoren
probleem.Erzijn indicatiesdatverslaafdendiehulpvragenerergeraantoezijndanverslaafdendiedatnognietdoen.Zokomen(comorbide)psychischeproblemendoor-gaansvakervoorbijcliëntenvandeverslavingszorg,danbijmensendie‘alleen’meteenverslavingsprobleemkampen.
Drugsgerelateerde infectieziektenHet EMCDDA focust op hetmonitoren van de prevalentie van infectiesmet hiv enhepatitisBenConderinjecterendedrugsgebruikers.Dezegegevenszijnbelangrijkvoorhetvaststellenvanprioriteitenvoorpreventie,hetinschattenvande(toekomstige)ziek-telastenmaatschappelijkekosten,enhetmonitorenvandeeffectenvanpreventieveinterventies.Dezeindicatorishetminstgestandaardiseerd.Debronnendiebeschikbaarzijnindelidstatenlopensterkuiteen,namelijkvansteekproevenvandrugsgebruikers(degoudenstandaard),gegevensvanscreeningenvandrugsgebruikersinbehandelingofingevangenissen,casereportsenmeldingenvangediagnosticeerdegevallenvanhivenhepatitis.Bovendienzijnergroteverschillenindekkingsgraad(lokaal,regionaal,nati-onaal).Inabsolutezinzijndegegevenstussenlandenderhalvenietgoedvergelijkbaar.Welgevenzijdoorgaanseenindicatievanontwikkelingeninbesmettingsgraad.OokinNederlandzijndegegevensgefragmenteerd,maarkunnenopbasisvanverschillendebronnenwelvoorzichtiguitsprakenwordengedaanovertrendsindeproblematiek.
Sterfte gerelateerd aan alcohol en/of drugsSterfte door overdosis of andere oorzaken die samenhangen met middelengebruikwordengezienalsmeesternstigeenextremegevolgvanmiddelengebruik.Gegevensoveromvangenaardvandesterfgevallenzijnbruikbaaromtrendsinprobleemgebruiken risicogedrag (injecteren,polydrugsgebruik) temonitoren. Inveel landenvormtdealgemenedoodsoorzakenstatistiekdebronvooracutedrugssterfte(‘overdosis’).VolgenshetEMCDDAprotocolgebeurtditdoorgevallenteselecterenvolgenseenvastgesteldeselectievanICD-9ofICD-10codes,diebetrekkinghebbenopdeaardvandesterfte(accidenteel,opzettelijk,opzetonbekend)ensoortendrugs.Erzijnverschillen tussenlanden indeproceduresomdedoodsoorzaakvast testellen,metnamedeaardvanhetpost-mortemonderzoek(bijv.welofgeentoxicologischeanalyses).Inlandenwaarbijvermoedenvaneenonnatuurlijkedoodsoorzaakstandaardpost-mortemonderzoekwordt verricht is de kans op het ontdekken van een drugssterfgeval groter dan inlandenwaardatnietgebeurten/ofwaardedoodsoorzaakalleenopbasisvanuiterlijkekenmerkenenomstandighedenwordtvastgesteld.Ookindientoxicologischegegevensbeschikbaarzijnwordtdeze informatie langnietaltijdgebruiktvoorhetcoderenvande sterfte in de doodsoorzakenstatistiek.Dergelijke verschillen kunnenhunweerslaghebbenopdevergelijkbaarheidvangegevenstussenlanden.Drugsgebruikerskunnenook door andere oorzaken dan een overdosis overlijden.Deze oorzaken kunnen losstaanvanhetdrugsgebruik(bijvoorbeeldouderdom)ofhieraangerelateerdzijn(zoalseenuitputtende leefstijl, infectieziektendoor injecteren).Dezealgehele sterfteonderdrugsgebruikerswordt inkaartgebracht incohortonderzoekwaarindrugsgebruikersoverdejarenheenworden‘gevolgd’.
348 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Voordealcoholgerelateerdesterfteiseenstandaardprotocolnietbeschikbaar.Indeinternationale literatuurzijnwel ICD-codes te tracerendiewordengebruiktvoorhetbepalenvan sterftediegerelateerd is aanalcoholgebruik (WHO,2000;Healeet al.,2002).DezecodeswordeninditjaarberichtgebruiktindienalcoholgebruikexplicietalsoorzaakstaatgenoemdDecijfersweerspiegelenvrijwelzekereenonderschattingvandetotalealcoholsterfteomdatderolvanalcoholgebruikbijdesterftenietaltijdherkendwordt.
349Referenties
Referenties
Aarts,M.,VanMelick,D.,Parlar,D.,VandeVelde,L.(2010).Onderzoeksrapport: GHB-gebruik in Noord-Limburg.GGZNoord-enMidden-Limburg:Venray.
AIHW(2011).2010 National Drug Strategy Household Survey report. AIHW: Canberra.Baliunas,D.O.,Taylor,B.J.,Irving,H.,Roerecke,M.,Patra,J.,Mohapatra,S.,etal.
(2009).Alcoholasariskfactorfortype2diabetes:Asystematicreviewand meta-analysis. Diabetes Care 32(11):2123-2132.
Benschop,A.,Nabben,T.,Korf,D.(2009).Antenne 2008: trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers.RozenbergPublishers:Amsterdam.
Benschop,A.,Nabben,T.,Korf,D.J.(2011).Antenne 2010: trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers.RozenbergPublishers:Amsterdam.
Bieleman,B.,Nijkamp,R.(2010a).Coffeeshops in Nederland 2009: aantallen coffeeshops en gemeentelijk beleid 1999-2009.Intraval:Groningen-Rotterdam.
Bieleman,B.,Kruize,A.,Zimmerman,C.(2010b).Monitor tabaksverstrekking jongeren 2009: naleving leeftijdsgrens 16 jaar: tweejaarlijkse metingen 1999 - 2009.Intraval:Groningen-Rotterdam.
Bieleman,B.,Kruize,A.,Zimmerman,C.(2010c).Monitor alcoholverstrekking jongeren 2009: naleving leeftijdsgrenzen 16 en 18 jaar Drank- en horecawet: tweejaarlijkse metingen 1999-2009.Intraval:Groningen.
Bieleman,B.,Nijkamp,R.,DeHaan,K.(2011).Lokaal balanceren: onderzoek coffeeshopbeleid gemeente Groningen.Intraval:Groningen.
Bieleman,B.,Nijkamp,R.,Sijtstra,M.(2011b).Monitor coffeeshopbeleid Rotterdam: 0-, 1- en 2-meting.Intraval:Groningen-Rotterdam.
Biesma,S.,Beelen,A.,Hofman,M.,Nijkamp,R.,Schaap,F.,Bieleman,B.(2009).Inventarisatie problematische harddrugsgebruikers: Eindhoven, Enschede, Groningen, Heerlen en Utrecht.Intraval:Groningen-Rotterdam.
Boden,J.M.,Fergusson,D.M.(2011).Alcoholanddepression.Addiction 106(5):906-914.
BoekhoutvanSolinge,T.(2001).Op de pof: cocaïnegebruik en gezondheid op straat. StichtingMainline:Amsterdam.
Boelema,S.,TerBogt,T.,VanderEijnden,R.,Verdurmen,J.(2009).Fysieke, functionele en gedragsmatige effecten van alcoholgebruik op de ontwikkeling van 16-18 jarigen.UniversiteitUtrecht/Trimbos-instituut:Utrecht.
Boendermaker,M.,Biesma,S.,Bieleman,B.(2011).Monitor regionaal kompas Oost-Veluwe: metingen 2009 en 2010.Intraval:Groningen-Rotterdam.
Boschloo,L.,Vogelzangs,N.,Smit,J.H.,VandenBrink,W.,Veltman,D.J.,Beekman,A.T.etal.(2011).Comorbidityandriskindicatorsforalcoholusedisordersamongpersonswithanxietyand/ordepressivedisorders:findingsfromtheNetherlandsStudyofDepressionandAnxiety(NESDA).J Affect Disord 131(1-3):233-242.
350 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Breemer,J.N.,DeJong,W.M.,Krummacher,N.,Wolter,R.(2009).Pilotproject Actief Testen in de GGZ en maatschappelijke opvang 2007-2008: evaluatierapport. GGDrotterdam-Rijnmond:Rotterdam.
Brien,S.E.,Ronksley,P.E.,Turner,B.J.,Mukamal,K.J.,Ghali,W.A.(2011).Effectofalcoholconsumptiononbiologicalmarkersassociatedwithriskofcoronaryheartdisease:systematicreviewandmeta-analysisofinterventionalstudies.BMJ 342: d636.
Bulten,E.,Nijman,H.(2009).Veelpsychiatrischestoornissenondergedetineerdenopreguliereafdelingenvanpenitentiaireinrichtingen.Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 153(A634):1-6.
Bulten,E.,VandenHurk,A.(2012).Verslavingszorgindetentie.In:Blaauw,E.&Roozen,H.(2012).Handboek Forensische Verslavingszorg.Houten:BohnStafleuvanLoghum,p.185-204.
Buster,M.,Witteveen,E.,Tang,M.J.(2009).Schatting problematische druggebruikers in Amsterdam.GGDAmsterdam:Amsterdam.
Buster,M.,DeWit,M.(2010).WinterkoudeopvanginAmsterdam.Verslaving 6(3):52-63.
Buster,M.,VanBrussel,G.(2011).De GGD Amsterdam en de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg: OGGZ-monitor 2010.GGDAmsterdam:Amsterdam.
CADUMS(2010).Canadian Alcohol and Drug Use Monitoring Survey: summary of results for 2010. Health Canada: Ottowa, Ontario.
Casati,A.,Sedefov,R.,Pfeiffer-Gerschel,T.(2012).MisuseofMedicinesintheEuropeanUnion:ASystematicReviewoftheLiterature.European Addiction Research, 18(5):228-245.
Caspi,A.,Moffitt,T.E.,Cannon,M.,McClay,J.,Murray,R.,Harrington,H.etal.(2005).Moderationoftheeffectofadolescent-onsetcannabisuseonadultpsychosisbyafunctionalpolymorphisminthecatechol-O-methyltransferasegene:longitudinalevidenceofageneXenvironmentinteraction.Biol Psychiatry 57 (10):1117-1127.
CentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)(2010).StatLine: gezondheid en welzijn: zelfgerapporteerde leefstijl: gebruik alcoholhoudende dranken (12+): zware drinker.CBS:Voorburg/Heerlen.
CentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)(2011a).StatLine: gezondheid en welzijn: zelfgerapporteerde leefstijl: zware rokers onder rokers.CBS:Voorburg/Heerlen.
CentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)(2011b).Integrale Veiligheidsmonitor 2010: landelijke rapportage.CBS:DenHaag/Heerlen.
CentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)(2011c).Gezondheid en zorg in cijfers 2011. CBS:DenHaag.
CentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)(2012a).Statline: Leefstijl, preventief onderzoek; persoonskenmerken: rookgedrag, 12 jaar of ouder.CBS:Voorburg/Heerlen.
CentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)(2012b).Integrale Veiligheidsmonitor 2011: landelijke rapportage.CBS:DenHaag/Heerlen.
351Referenties
Chen,W.Y.,Rosner,B.,Hankinson,S.E.,Colditz,G.A.,Willett,W.C.(2011).Moderatealcoholconsumptionduringadultlife,drinkingpatterns,andbreastcancerrisk.JAMA 306(17):1884-1890.
CoördinatiepuntAssessmentenMonitoringnieuwedrugs(CAM)(2008).Risicoschatting cannabis 2008. RIVM: Bilthoven.
CoördinatiepuntAssessmentenMonitoringnieuwedrugs(CAM)(2009).CAM quick scan rapportage levamisol. RIVM: Bilthoven.
CoördinatiepuntAssessmentenMonitoringnieuwedrugs(CAM)(2011).Risicoschatting gamma-hydroxyboterzuur 2011. RIVM: Bilthoven.
Costanzo,S.,DiCastelnuovo,A.,Donati,M.B.,Iacoviello,L.,de,G.G.(2011).Wine,beerorspiritdrinkinginrelationtofatalandnon-fatalcardiovascularevents:ameta-analysis. Eur J Epidemiol 26(11):833-850.
Coumans,A.M.,Neve,R.J.M.,VandeMheen,H.(2000).Het proces van marginalisering en verharding in de drugscene van Parkstad Limburg: resultaten van het Drug Monitoring Systeem 1998 - 2000. IVO: Rotterdam.
Counotte,D.S.,Goriounova,N.A.,Li,K.W.,Loos,M.,VanderSchors,R.C.,Schetters,D.etal.(2011).Lastingsynapticchangesunderlieattentiondeficitscausedbynicotineexposureduringadolescence.Nat Neurosci
Crul,B.V.M.(2006).Dokteralsdrugspusher:ontwenningscampagnevoorbenzodiazepinengewenst.Medisch Contact 61(35):1374-1375.
Cruts,A.A.N.,Feenstra,T.L.,VanLaar,M.W.(2008).ZiektedoorrokeninNederland:naarschatting90duizendklinischeziekenhuisopnamenin2005.Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 152(26):1469-1472.
Cruts,A.A.N.,VanLaar,M.W.(2010).Aantal problematische harddrugsgebruikers in Nederland. Trimbos-instituut: Utrecht.
Danaei,G.,Ding,E.L.,Mozaffarian,D.,Taylor,B.,Rehm,J.,Murray,C.J.etal.(2009).ThepreventablecausesofdeathintheUnitedStates:comparativeriskassessmentofdietary,lifestyle,andmetabolicriskfactors.PLoS Med 6(4):e1000058.
Daniulaityte,R.,Falck,R.,Carlson,R.G.(2012).Illicituseofbuprenorphineinacommunitysampleofyoungadultnon-medicalusersofpharmaceuticalopioids.Drug and Alcohol Dependence 122(3):201-207.
Daniulaityte,R.,Falck,R.,Carlson,R.G.(2012).“I’mnotafraidofthoseonesjust‘causethey’vebeenprescribed”:perceptionsofriskamongillicitusersofpharmaceuticalopioids.International Journal of Drug Policy 23.
DeBruijn,D.,VandenWildenberg,E.(2011).De verkoop van alcohol via internet: analyse van het aanbod, de leeftijdscontrole en de vraag onder jongeren naar alcohol via internet. STAP: Utrecht.
DeGraaf,R.,TenHave,M.,VanDorsselaer,S.(2010).De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking: NEMESIS-2: opzet en eerste resultaten. Trimbos-instituut: Utrecht.
DeJong,C.A.J.,Kamal,R.,Dijkstra,B.A.G.,DeHaan,H.A.(2012).Gamma-HydroxybutyrateDetoxificationbyTitrationandTapering.European Addiction Research 18(1):40-45.
352 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
DeJong,M.,Poelmans,I.,Linck,H.,Ernst,M.(2008).Tendens 2008: alcohol- en drugsgebruik bij jongeren en jongvolwassenen in Gelderland.IrisZorg:Arnhem.
DeJong,M.,Poelmans,I.,Diemers,J.,Ernst,M.(2009).Tendens 2009: alcohol- en drugsgebruik bij jongeren en jongvolwassenen in Gelderland.IrisZorg:Arnhem.
DeWin,M.M.(2007).Neurotoxicity of extacy: causality, course, and clinical relevance. Universiteit van Amsterdam: Amsterdam.
Degenhardt,L.,Bruno,R.,Topp,L.(2010).Isecstasyadrugofdependence?Drug and Alcohol Dependence 107(1):1-10.
Dekkers,C.,Grund,J.P.,VanDijk,A.(2010).UitgaanengenotmiddelengebruikinDenHaag:gegevensover2008-2009uiteenInternet-surveyonderzoek.Epidemiologisch Bulletin 45(4):12-22.
DiForti,M.,Morgan,C.,Dazzan,P.,Pariante,C.,Mondelli,V.,ReisMarques,T.etal.(2009).High-potencycannabisandtheriskofpsychosis.The British Journal of Psychiatry 195:488-491.
DIMS(2011).Jaarrapportage 2010. Trimbos-instituut: Utrecht.DIMS(2012).Jaarrapportage 2011. Trimbos-instituut: Utrecht.Doekhie,J.,Nabben,T.,Korf,D.J.(2010).NL.Trendwatch: gebruikersmarkt
uitgaansdrugs in Nederland, 2008-2009.Rozenberg:Amsterdam.Draisma,J.A.(2011).Ongevallen waar alcohol of drugs bij betrokken zijn.Stichting
ConsumentenVeiligheid:Amsterdam.Dumont,G.H.J.(2009).Cognitive and physiological effects of
3,4-methylenedioxydemethamphetamine (MDMA or ‘ecstasy’) in combination with alcohol or cannabis in humans.RadboudUniversiteitNijmegen:Nijmegen.
Dunn,M.,Topp,L.,Degenhardt,L.(2009).GHBinSydney,Australia,2000-2006:acasestudyoftheEDRSasastrategicearlywarningsystem.International Journal of Drug Policy 20:413-417.
Erkenningscommissiegedragsinterventiesjustitie(2011).Jaarverslag 2010. Ministerie vanVeiligheidenJustitie:DenHaag.
Ernst,A.A.,Weiss,S.J.,Enright-Smith,S.,Hilton,E.,Byrd,E.C.(2008).Perpetratorsofintimatepartnerviolenceusesignificantlymoremethamphetamine,cocaine,andalcoholthanvictims:areportbyvictims.American Journal of Emergency Medicine 26:592-596.
Estrada,G.,Fatjo-Vilas,M.,Munoz,M.J.,Pulido,G.,Minano,M.J.,Toledo,E.,etal.(2011).Cannabisuseandageatonsetofpsychosis:furtherevidenceofinteractionwithCOMTVal158Metpolymorphism.Acta Psychiatr Scand.
EuropeanCommission(2010).EU citizens’ attitudes towards alcohol: special Eurobarometer 331.EuropeanCommission:Brussel.
EuropeanCommissionDirectorateGeneralTaxationandCustomsUnion(2011a).Excise duty tables: part I: alcoholic beverages.EuropeanCommission:Brussel.
EuropeanCommissionDirectorateGeneralTaxationandCustomsUnion(2011b).Excise Duty Tables: part III: manufactured tobacco.EuropeanCommission:Brussel.
353Referenties
EuropeanMonitoringCentreforDrugsandDrugAddiction(EMCDDA)(2002).Handbook for surveys on drug use among the general population: final report. EMCDDA: Lisbon.
EuropeanMonitoringCentreforDrugsandDrugAddiction(EMCDDA)(2011a).Annual report 2011: the state of the drugs problem in Europe.PublicationsOfficeoftheEuropeanUnion:Luxembourg.
EuropeanMonitoringCentreforDrugsandDrugAddiction(EMCDDA)(2011b).Statistical bulletin 2011. EMCDDA: Lisbon.
ExpertisecentrumSynthetischeDrugsenPrecursoren(ESDP)(2011).Jaarverslag Synthetische Drugs en Precursoren 2010. KLPD-Dienst Nationale Recherche: Driebergen.
Fedirko,V.,Tramacere,I.,Bagnardi,V.,Rota,M.,Scotti,L.,Islami,F.etal.(2011).Alcoholdrinkingandcolorectalcancerrisk:anoverallanddose-responsemeta-analysisofpublishedstudies.Ann Oncol 22(9):1958-1972.
Franken,F.,VanStraten,P.,VanHoof,J.(2011).Naleving leeftijdsgrenzen bij evenementen: alcohol en jongeren in de Food Valley regio.STAP/UniversiteitTwente:Utrecht/Enschede.
GallupOrganization(2008).Young people and drugs: among 15-24 years-old: analytical report.EuropeanCommission:Brussel.
Ganpat,S.,Kleinjan,M.,VandeMheen,D.(2009).Oneigenlijk medicijngebruik onder Nederlandse jongeren: aard en omvang. IVO: Rotterdam.
Gezondheidsraad(2005).Risico’s van alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap en borstvoeding.Gezondheidsraad:DenHaag.
Gras,L.,VanSighem,A.,Smit,C.,Zaheri,S.,Prins,M.,DeWolf,F.(2010).Monitoring of Human Immunodeficiency Virus (HIV) infection in the Netherlands: report 2010.StichtingHIVMonitoring:Amsterdam.
Guerri,C.,Pascual,M.(2010).Mechanismsinvolvedintheneurotoxic,cognitive,andneurobehavioraleffectsofalcoholconsumptionduringadolescence.Alcohol 44 (1):15-26.
Halpern,J.H.,Sherwood,A.R.,Hudson,J.I.,Gruber,S.,Kozin,D.,Pope,H.G.(2011).Residualneurocognitivefeaturesoflong-termecstasyuserswithminimalexposuretootherdrugs.Addiction 106(4):777-786.
Harakeh,Z.,Vollebergh,W.A.(2012).Theimpactofactiveandpassivepeerinfluenceonyoungadultsmoking:anexperimentalstudy.Drug Alcohol Depend 121(3):220-223.
Haverkate,M.(2010).Hepatitis B vaccinatie bij druggebruikers: adviesrapport. RIVM: Bilthoven.
Hibell,B.,Andersson,B.,Bjarnason,T.(2000).The 1999 ESPAD Report: European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs (ESPAD): alcohol and other drug use among students in 30 European countries.CAN:Stockholm.
Hibell,B.,Andersson,B.,Bjarnason,T.,Ahlström,S.,Balakireva,O.,Kokkevi,A.etal.(2004).The ESPAD report 2003: alcohol and other drug use among students in 35 european countries.CAN:Stockholm.
354 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Hibell,B.,Guttormsson,U.,Ahlström,S.,Balakireva,O.,Bjarnason,T.,Kokkevi,A.etal.(2009).The 2007 ESPAD report: substance use among students in 35 European countries.CAN:Stockholm.
Hibell,B.,Guttormsson,U.,Ahlström,S.,Balakireva,O.,Bjarnason,T.,Kokkevi,A.,Kraus,L.(2012).The 2011 ESPAD report: substance use among students in 36 European countries.CAN:Stockholm
Hoebert,J.M.,Souverein,P.C.,Mantel-Teeuwisse,A.K.,Leufkens,H.G.M.,VanDijk,L.(2012).Reimbursementrestrictionandmoderatedecreaseinbenzodiazepineuseingeneralpractice.Annals of Family Medicine 10(1):42-49.
Hoeymans,N.,Melse,J.M.,Schoemaker,C.G.(2010).Gezondheid en determinanten. Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010: Van gezond naar beter. RIVM: Bilthoven.
Hofhuis,W.,Merkus,P.J.F.M.(2005).Passiefroken:schadelijkeeffectenbijkinderen.In: Tabaksgebruik: gevolgen en bestrijding.Knol,K.,etal.,(red.),pp.246-254.Lemma: Utrecht.
Houwing,S.(2011).GHB-gebruik onder ernstig gewonde autobestuurders opgenomen in het ziekenhuis. SWOV: Leidschendam.
Houwing,S.,Reurings,M.C.B.,Bos,N.M.(2011a).Schatting van het aandeel verkeersdoden als gevolg van rijden onder invloed van alcohol. SWOV: Leidschendam.
Houwing,S.,Hagenzieker,M.,Mathijssen,R.,Bernhoft,I.M.,Hels,T.,Janstrup,K.,etal.(2011b).Prevalence of alcohol and other psychoactive substances in drivers in general traffic Part I: General results [Deliverable 2.2.3 of DRUID, Driving Under the Influence of Drugs, Alcohol and Medicines].EuropeanCommission:Brussels.
Houwing,S.,Hagenzieker,M.,Mathijssen,R.,Bernhoft,I.M.,Hels,T.,Janstrup,K.,etal.(2011c).Prevalence of alcohol and other psychoactive substances in drivers in general traffic Part II: Country reports [Deliverable 2.2.3 of DRUID, Driving Under the Influence of Drugs, Alcohol and Medicines].EuropeanCommission:Brussels.
IMSHealth(2012).Antirook-Trimbos 31-01-2012 [speadsheet]. IMS Health: Den Haag.
InspectieOpenbareOrdeenVeiligheid(2010).Afhandeling van in beslag genomen drugs: fase 1 - Randvoorwaarden voor verbetering: een onderzoek door de Inspectie van Openbare Orde en Veiligheid en de Rijksauditdienst. Ministerie van BinnenlandseZaken:DenHaag.
Intraval(2010).Inventarisatie hokken en keten: Nederland 2009.Intraval:Groningen.Intraval/nVWA(2011).Factsheet inventarisatie naleefniveau rookvrije horeca najaar
2011.Intraval:Groningen.ITCProject(June2010)(2010).ITC Netherlands National Report.Stivoro/University
ofWaterloo:DenHaag/Ontario.Jager,G.(2006).Functional MRI studies in human ecstasy and cannabis users.
Universiteit Utrecht: Utrecht.
355Referenties
Jones,A.W.,Eklund,A.,Kronstrand,R.(2009).Concentration-timeprofilesofgamma-hydroxybutyrateinbloodafterrecreationaldosesarebestdescribedbyzero-orderratherthanfirst-orderkinetics.Journal of analytical toxicology 33: 332-335.
Joossens,L.,Raw,M.(2011).The Tobacco Control Scale 2010 in Europe. Association oftheEuropeanCancerLeagues:Brussels.
Kalechstein,A.D.,DeLaGarza,R.,Mahoney,J.J.,Fantegrossi,W.E.,Newton,T.F.(2007).MDMAuseandneurocognition:ameta-analyticreview.Psychopharmacology (Berl) 189(4):531-537.
Kalidien,S.N.,DeHeer-DeLange,N.E.(2011).Criminaliteit en rechtshandhaving 2010: ontwikkelingen en samenhangen.BoomJuridischeuitgevers/WODC:Meppel/DenHaag.
Kawachi,I.(2005).More evidence on the risks of passive smoking.BMJ330(7486):265-266.
Kepper,A.,VanDorsselaer,S.,Monshouwer,K.,Vollebergh,W.(2009a).Experimenteel en problematisch genotmiddelengebruik door jongeren in het Speciaal Onderwijs en de Residentiële Jeugdzorg (EXPLORE): resultaten meting oktober - december 2008. Trimbos-instituut: Utrecht.
Kepper,A.,Veen,V.,Monshouwer,K.,Stevens,G.,Drost,W.,DeVroome,T.,etal.(2009b).Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen: het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en harddrugs bij jongens met en zonder PIJ-maatregel. Universiteit Utrecht: Utrecht.
Kepper,A.,Monshouwer,K.,van,D.S.,Vollebergh,W.(2011).Substanceusebyadolescentsinspecialeducationandresidentialyouthcareinstitutions.Eur Child Adolesc Psychiatry 20(6):311-319.
Klijs,B.,Mackenbach,J.P.,Kunst,A.E.(2011).Obesity,smoking,alcoholconsumptionandyearslivedwithdisability:aSullivanlifetableapproach.BMC Public Health 11: 378.
Knowles,L.,Buxton,J.A.,Skuridina,N.,Achebe,I.,LeGatt,D.,Fan,S.,etal.(2009).LevamisoletaintedcocainecausingsevereneutropeniainAlbertaandBritishColumbia. Harm Reduction Journal 6(30).
Koemans,M.L.(2010). Ten strijde tegen overlast: jongerenoverlast op straat: is de Engelse aanpak geschikt voor Nederland. Reed Business: Amsterdam.
Kohrs,F.P.,Mann,C.,Greenberg,R.(2004).Theuseofamphetamineingamma-hydroxybutyrateoverdose:acasereport.Journal of Psychoactive Drugs 36(3):401-402.
Koning,I.M.(2011).Prevention of alcohol use in early adolescents: A joint venture of schools and parents. Utrecht University: Utrecht.
Korf,D.J.,Nabben,T.,Benschop,A.(2004a).Antenne 2003: trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers.RozenbergPublishers:Amsterdam.
Korf,D.J.,Wouters,M.,Benschop,A.,VanGinkel,P.(2004b).Sterke wiet: een onderzoek naar blowgedrag, schadelijkheid en afhankelijkheid van cannabis. RozenbergPublishers:Amsterdam.
356 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Korf,D.J.,Wouters,M.,Nabben,T.,VanGinkel,P.(2005).Cannabis zonder coffeeshop: niet-gedoogde cannabisverkoop in tien Nederlandse gemeenten. RozenbergPublishers:Amsterdam.
Korf,D.J.,Benschop,A.,Wouters,M.(2007).Differentialresponsestocannabispotency:atypologyofusersbasedonself-reportedconsumptionbehaviour.International Journal of Drug Policy 18(3):168-176.
Korf,D.J.(2011).GHB: gebruikersprofielen en gebruikspatronen: paper gepresenteerd tijdens het 21ste FADO 27 november 2011.BongerInstituutvoorCriminologie:Amsterdam.
Kraanen,F.L.,Scholing,A.,Emmelkamp,P.M.(2010).Substanceusedisordersinperpetratorsofintimatepartnerviolenceinaforensicsetting.Int J Offender Ther Comp Criminol 54(3):430-440.
Kruize,A.,Bieleman,B.,Zimmerman,C.(2011).Monitor naleving rookvrije werkplek 2010: metingen 2004, 2006, 2008 en 2010.Intraval:Groningen.
Krul,J.,Blankers,M.,Girbes,A.R.J.(2011).Substance-RelatedHealthProblemsduringRavePartiesintheNetherlands(1997-2008).PLoS ONE 6(12):e29620.
Krul,J.,Girbes,A.R.J.(2011).Gamma-hydroxybutyrate:Experienceof9yearsofgamma-hydroxybutyrate(GHB)-relatedincidentsduringravepartiesinTheNetherlands. Clinical Toxicology 49: 311-315.
Krul,J.,Sanou,B.,Swart,E.L.,Girbes,A.R.J.(2012).MedicalCareatMassGatherings:EmergencyMedicalServicesatLarge-ScaleRaveEvents.Prehospital and Disaster Medicine Online 17-04-2012.
Kuiken,A.(2010).Ghbbedreigtveiligheidinverkeer.Trouw(11december2010).Kurtz,S.P.,Surratt,H.L.,Levi-Minzi,M.A.,Mooss,A.(2011).Benzodiazepine
dependenceamongmultidrugusersintheclubscene.Drug Alcohol Depend 119 (1-2):99-105.
KwaliteitsinstituutvoordeGezondheidszorgCBO(2009).Richtlijn behandeling van tabaksverslaving: herziening 2009.PartnershipStopmetRoken:DenHaag.
Lammers,J.(2005).Fact sheet Scanner uitgaan en drugs: instrument voor een probleemanalyse van alcohol- en druggebruik in het uitgaanscircuit. Trimbos-instituut: Utrecht.
Lauer,M.S.,Sorlie,P.(2009).Alcohol,cardiovasculardisease,andcancer:treatwithcaution. Journal of the National Cancer Institute 101(5):282-283.
Leemrijse,C.J.,Bongers,M.,Nielen,M.,Devillé,W.(2010).Hepatits C in penitentiaire inrichtingen: een onderzoek naar prevalentie. NIVEL: Utrecht.
Lempens,A.,Boers,R.,Maalsté,N.(2004).Harddrugsgebruikers in beweging: aard, omvang en mobiliteit van harddrugsgebruikers in Rotterdam. IVO: Rotterdam.
Leung,K.S.,Cottler,L.B.(2008).Ecstasyandotherclubdrugs:areviewofrecentepidemiologicstudies.Current Opinion in Psychiatry 21:234-241.
Lew,J.Q.,Chow,W.H.,Hollenbeck,A.R.,Schatzkin,A.,Park,Y.(2011).Alcoholconsumptionandriskofrenalcellcancer:theNIH-AARPdietandhealthstudy. Br J Cancer 104(3):537-541.
357Referenties
Lightwood,J.M.,Glantz,S.A.(2009).DeclinesinAcuteMyocardialInfarctionAfterSmoke-FreeLawsandIndividualRiskAttributabletoSecondhandSmoke.Circulation 120(14):1373-1379.
Lindenburg,C.E.,Krol,A.,Smit,C.,Buster,M.C.,Coutinho,R.A.,Prins,M.(2006).DeclineinHIVincidenceandinjecting,butnotinsexualriskbehaviour,seenindrugusersinAmsterdam:a19-yearprospectivecohortstudy.AIDS 20(13):1771-1775.
Lindenburg,C.E.,Lambers,F.A.,Urbanus,A.T.,Schinkel,J.,Jansen,P.L.,Krol,A.,etal.(2011).HepatitisCtestingandtreatmentamongactivedrugusersinAmsterdam:resultsfromtheDUTCH-Cproject.Eur J Gastroenterol Hepatol. 23(1):23-31.
Malmberg,M.,Overbeek,G.,Monshouwer,K.,Lammers,J.,Vollebergh,W.A.,Engels,R.C.(2010).Substanceuseriskprofilesandassociationswithearlysubstance use in adolescence. J Behav Med 33(6):474-485.
Manthey,L.,van,V.T.,Giltay,E.J.,Stoop,J.E.,Neven,A.K.,Penninx,B.W.etal.(2011).Correlatesof(inappropriate)benzodiazepineuse:theNetherlandsStudyofDepressionandAnxiety(NESDA).Br J Clin Pharmacol 71(2):263-272.
Marona-Lewicka,D.,Rhee,G.S.,Sprague,J.E.,Nichols,D.E.(1995).Psychostimulant-likeeffectsofp-fluoroamphetamineintherat.Eur J Pharmacol 287(2):105-113.
Meijer,R.F.,Grapendaal,M.,VanOoyen,M.M.J.,Wartna,B.S.J.,Brouwers,M.,Essers,A.A.M.(2003).Geregistreerde drugcriminaliteit in cijfers: achtergrondstudie bij het Justitieonderdeel van de Nationale Drugmonitor; jaarbericht 2002.BoomJuridischeuitgevers:DenHaag.
Meyers,D.G.,Neuberger,J.S.,He,J.(2009).Cardiovasculareffectofbansonsmokinginpublicplaces:asystematicreviewandmeta-analysis.J Am Coll Cardiol 54(14):1249-1255.
MinisterievanInfrastructuurenMilieu(2011).Rijden onder invloed in Nederland in 2002-2010: ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten.MinisterievanInfrastructuurenMilieu:DenHaag.
MinisterievanVolksgezondheidWelzijnenSport(VWS)(2009).Factsheet vergoeding benzodiazepinen.VWS:DenHaag.
Monshouwer,K.,VanDorsselaer,S.,Verdurmen,J.,TerBogt,T.,DeGraaf,R.,Vollebergh,W.(2006).Cannabisuseandmentalhealthinsecondaryschoolchildren:findingsfromaDutchsurvey.British Journal of Psychiatry 188(2):148-153.
Moore,T.H.,Zammit,S.,Lingford-Hughes,A.,Barnes,T.R.,Jones,P.B.,Burke,M.,etal.(2007).Cannabisuseandriskofpsychoticoraffectivementalhealthoutcomes:a systematic review. Lancet 370(9584):319-328.
Moser,M.S.,Purssell,R.A.(2000).Gamma-hydroxybutyrateoverdoseandcoma:acasereport.Canadian Journal of Emergency Medical Care 2(3):203-205.
Muller,E.,Zannoni,M.,Ammerlaan,K.,Schaap,S.,Uildriks,N.,Vaarst,L.,etal.(2010).Ordeverstoringen en groepsgeweld bij evenementen en grootschalige gebeurtenissen: scherpte en alertheid.COT/PolitieAcademie/BureauBeke:DenHaag.
358 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Nabben,T.,Benschop,A.,Korf,D.J.(2007a).Antenne 2006: trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers.RozenbergPublishers:Amsterdam.
Nabben,T.,Koet,S.,Korf,D.J.(2007b).NL.Trendwatch: gebruikersmarkt uitgaansdrugs in Nederland, 2006-2007.Rozenberg:Amsterdam.
Nabben,T.,Benschop,A.,Korf,D.J.(2008).Antenne 2007: trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers.RozenbergPublishers:Amsterdam.
Nabben,T.,Benschop,A.,Korf,D.J.(2010).Antenne 2009: trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers.RozenbergPublishers:Amsterdam.
Nagelhout,G.,DeKorte,D.,Zeegers,T.,VanderMeer,R.,Willemsen,M.(2010).Hulpmiddelen voor stoppen met roken: 2001-2009: themapublicatie. STIVORO: DenHaag.
Nagelhout,G.,DeKorte,D.,VanderMeer,R.,VanGelder,B.,Willemsen,M.(2011).Sociaaleconomische verschillen in roken in Nederland 1988-2010: themapublicatie. Stivoro:DenHaag.
Neafsey,E.J.,Collins,M.A.(2011).Moderatealcoholconsumptionandcognitiverisk.Neuropsychiatr Dis Treat 7:465-484.
Negus,S.S.,Mello,N.K.,Blough,B.E.,Baumann,M.H.,Rothman,R.B.(2007).Monoaminereleaserswithvaryingselectivityfordopamine/norepinephrineversusserotoninreleaseascandidate“agonist”medicationsforcocainedependence:studiesinassaysofcocainediscriminationandcocaineself-administrationinrhesusmonkeys.J Pharmacol Exp Ther 320(2):627-636.
Nemeth,Z.,Kun,B.,Demetrovics,Z.(2010).Theinvolvementofgamma-hydroxybutyrateinreportedsexualassaults:asystematicreview.J Psychopharmacol 24(9):1281-1287.
Niesink,R.,VanLaar,M.(2012).THC, CBD en gezondheidseffecten van wiet en hasj: recente inzichten. Trimbos-instituut: Utrecht.
NISPA(2012).GHB monitor: landelijk onderzoek naar veilig stoppen met GHB gebruik: uitgevoerd door het NISPA van de Radboud Universiteit Nijmegen, in opdracht van VWS: voorlopige resultaten.NISPA:Nijmegen.
Nutt,D.J.,King,L.A.,Phillips,L.D.(2010).DrugharmsintheUK:amulticriteriadecision analysis. Lancet 376(9752):1558-1565.
Ouwehand,A.W.,Kuijpers,W.G.T.,Mol,A.,Wisselink,D.J.,VanDelden,E.B.(2010).Gegevensverstrekking uit LADIS 2008 aan het Trimbos-instituut voor de actualisering van de schatting van het aantal problematische harddrugsgebruikers (interne publicatie).IVZ:Houten.
Ouwehand,A.W.,Wisselink,D.J.,Kuijpers,W.G.T.,VanDelden,E.B.,Mol,A.(2011).Kerncijfers Verslavingszorg 2010: Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS).IVZ:Houten.
Öberg,M.,Jaakkola,M.S.,Woodward,A.,Peruga,A.,Pruss-Ustun,A.(2011).Worldwideburdenofdiseasefromexposuretosecond-handsmoke:aretrospectiveanalysisofdatafrom192countries.Lancet 377(9760):139-146.
Parry,C.D.,Patra,J.,Rehm,J.(2011).Alcoholconsumptionandnon-communicablediseases:epidemiologyandpolicyimplications.Addiction 106(10):1718-1724.
359Referenties
Parsons,J.T.,Grov,C.,Kelly,B.C.(2009).Clubdruguseanddependenceamongyoungadultsrecruitedthroughtime-spacesampling.Public Health Reports 124 (2):246-254.
Patra,J.,Taylor,B.,Irving,H.,Roerecke,M.,Baliunas,D.,Mohapatra,S.,etal.(2010).Alcoholconsumptionandtheriskofmorbidityandmortalityfordifferentstroketypes--asystematicreviewandmeta-analysis.BMC Public Health 10: 258.
Perez,E.,Chu,J.,Bania,T.(2006).Sevendaysofgamma-hydroxybutyrate(GHB)useproducesseverewithdrawal.Ann Emerg Med 48(2):219-220.
Peters,R.J.G.(2007).Nieuwewetenschappelijkeargumentenvoorhetverderterugdringenvantabaksgebruik,ookinhorecagelegenheden.Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 151(3):167-168.
Pollini,R.A.,Banta-Green,C.J.,Cuevas-Mota,J.,Metzner,M.,Teshale,E.,Garfein,R.S.(2011).Problematicuseofprescription-typeopioidspriortoheroinuseamongyongheroininjectors.Substance Abuse and Rehabilitation 2(1):173-180.
ProductschapDranken(2011). Jaarverslag 2010.ProductschapDranken:DenHaag.ProductschapWijn(2011).Jaarverslag 2011.ProductschapWijn:DenHaag.Quaak,M.,VanSchayck,C.P.,Knaapen,A.M.,VanSchooten,F.J.(2009).Genetic
variationasapredictorofsmokingcessationsuccess:Apromisingpreventiveandinterventiontoolforchronicrespiratorydiseases?Eur Respir J 33(3):468-480.
RaadvanState(AfdelingBestuursrechtspraak)(2011).Hoger beroep softdrugsverbod Amsterdam [201009884/1/H3].RaadvanState:DenHaag.
Ravera,S.,VanRein,N.,DeGier,J.J.,DeJong-VandenBerg,L.T.W.(2012).RoadtrafficaccidentsandpsychotropicmedicationuseintheNetherlands:acase-control study. British Journal of Clinical Pharmacology 72(3):505-513.
Rehm,J.,Baliunas,D.,Borges,G.L.,Graham,K.,Irving,H.,Kehoe,T.,etal.(2010a).Therelationbetweendifferentdimensionsofalcoholconsumptionandburdenofdisease: an overview. Addiction 105(5):817-843.
Rehm,J.,Taylor,B.,Mohapatra,S.,Irving,H.,Baliunas,D.,Patra,J.,etal.(2010b).Alcoholasariskfactorforlivercirrhosis:asystematicreviewandmeta-analysis.Drug Alcohol Rev 29(4):437-445.
Rigg,K.K.,Kurtz,S.P.,Surratt,H.L.(2012).Patternsofprescriptionmedicationdiversionamongdrugdealers.Drugs: education, prevention and policy 19(2):145-155.
Rigter,S.,Niesink,R.(2010).THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops (2009-2010). Trimbos-instituut: Utrecht.
Rigter,S.,Niesink,R.(2011).THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops (2010-2011). Trimbos-instituut: Utrecht.
Rodenburg,G.,Spijkerman,R.,VandenEijnden,R.,VandeMheen,D.(2007).Nationaal prevalentieonderzoek middelengebruik 2005. IVO: Rotterdam.
Roerecke,M.,Rehm,J.(2010).Irregularheavydrinkingoccasionsandriskofischemicheart disease: a systematic review and meta-analysis. Am J Epidemiol 171(6):633-644.
360 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Roerecke,M.,Rehm,J.(2011).Ischemicheartdiseasemortalityandmorbidityratesinformerdrinkers:ameta-analysis.Am J Epidemiol 173(3):245-258.
Rogers,G.,Elston,J.,Garside,R.,Roome,C.,Taylor,R.,Younger,P.,etal.(2009).Theharmfulhealtheffectsofrecreationalecstasy:asystematicreviewofobservationalevidence. Health Technology Assessment 13(6):1-315.
Ronksley,P.E.,Brien,S.E.,Turner,B.J.,Mukamal,K.J.,Ghali,W.A.(2011).Associationofalcoholconsumptionwithselectedcardiovasculardiseaseoutcomes:asystematic review and meta-analysis. BMJ 342:d671.
Rovers,B.,Fijnaut,C.(2011).De drugsoverlast in Maastricht en omliggende gemeenten: een schets van de problemen en het effect van tegenmaatregelen. UniversiteitvanTilburg:Tilburg.
SAMHSA(2011).Results from the 2010 National Survey on Drug Use and Health: Summary of National Findings.SAMHSA:Rockville,MD.
Scheenstra,R.J.,VanBuren,M.,Koopman,J.P.(2007).Eenpatiëntmetneusseptumdestructiedoorcocaïneenantistoffentegencytoplastischeantigenenvanneutrofielegranulocyten(ANCA):mogelijkeverwarringmetdeziektevanWegener.Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 151(43):2395-2399.
Schelleman-Offermans,K.,Kuntsche,E.,Knibbe,R.A.(2011).Associationsbetweendrinkingmotivesandchangesinadolescents’alcoholconsumption:afullcross-laggedpanelstudy.Addiction 106(7):1270-1278.
Schilt,T.(2009).Thinking of ecstasy: Neuropsychological aspects of ecstasy use. UniversityofAmsterdam:Amsterdam.
Schoenmakers,T.M.,Baars,J.,VandeMheen,D.(2009).Schatting van het aantal problematisch harddruggebruikers in Rotterdam voor 2008. IVO: Rotterdam.
Schreuder,I.,VanVeen,M.G.(2010).Prevalentie van hiv, hepatitis B en hepatitis C bij mannen in detentie in Sittard, 2010. RIVM: Bilthoven.
Schreuder,I.,VanderSande,M.A.,DeWit,M.,Bongaerts,M.,Boucher,C.A.,Croes,E.A.,etal.(2010).SeroprevalenceofHIV,hepatitisB,andhepatitisCamongopioiddrugusersonmethadonetreatmentinthenetherlands.Harm Reduction Journal 7: 25.
Schrijvers,C.T.M.,Schoemaker,C.G.(2008).Spelen met gezondheid: leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. RIVM: Bilthoven.
Schutze,M.,Boeing,H.,Pischon,T.,Rehm,J.,Kehoe,T.,Gmel,G.,etal.(2011).AlcoholattributableburdenofincidenceofcancerineightEuropeancountriesbasedonresultsfromprospectivecohortstudy.BMJ 342:d1584.
Smink,B.E.,Egberts,A.C.G.,Lusthof,K.J.,Uges,D.R.A.,DeGier,J.J.(2010).TheRelationshipbetweenBenzodiazepineUseandTrafficAccidents:ASystematicLiterature Review. CNS Drugs 24(8):639-653.
Snippe,J.,Hoogeveen,C.,Bieleman,B.(2000).Monitor drugproblematiek justitie, definitiestudie en ontwikkeltraject.Intraval:Groningen.
Sonnenberg,C.M.,Bierman,E.J.M.,Deeg,D.J.H.,Comijs,H.C.,VanTilburg,W.,Beekman,A.T.F.(2012).Ten-yeartrendsinbenzodiazepinesuseintheDutchpopulation.Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology 47(2):293-301.
361Referenties
STAP(2011).Wat zijn effectieve prijsmaatregelen om alcoholproblematiek terug te dringen?: factsheet. STAP: Utrecht.
Stb2011-337.StaatsbladvanhetKoninkrijkderNederlandenjaargang2011nr337(2011).Besluit van 14 juni 2011, houdende wijziging van het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten.SduUitgevers:DenHaag.
Stc2011-12328.Staatscourant11juli2011nr.12328(2011).Stoppen-met-Rokenprogramma, nadere regel NR/CU-706.SduUitgevers:DenHaag.
StichtingFarmaceutischeKengetallen(SFK)(2010).Stoppenmetrokeninpakketvanaf2011.Pharmaceutisch Weekblad 45(51-52):23december2010.
StichtingFarmaceutischeKengetallen(SFK)(2011).Data en feiten 2011: het jaar 2010 in cijfers.SFK:DenHaag.
StichtingMainline(2008).Cocaïneinfo.nl.StichtingMainline:Amsterdam.STIVORO(2010).Kerncijfers roken in Nederland: een overzicht van recente
Nederlandse basisgegevens over rookgedrag.Stivoro:DenHaag.STIVORO(2011a).Roken, de harde feiten: volwassenen 2010.Stivoro:DenHaag.STIVORO(2011b).Roken, de harde feiten: jeugd 2011. STIVORO - voor een
rookvrijetoekomst:DenHaag.STIVORO(2012a).Kerncijfers roken in Nederland: een overzicht van recente
Nederlandse basisgegevens over rookgedrag.Stivoro:DenHaag.STIVORO(2012b).Trendpublicatie percentage rokers: percentage rokers in de
Nederlandse bevolking 1958-2011.Stivoro:DenHaag.StuurgroepMultidisciplinaireRichtlijnontwikkelingGGZ(2011).Multidisciplinaire
richtlijn angststoornissen (tweede revisie): versie 1.0. Trimbos-instituut: Utrecht.Sundell,L.,Salomaa,V.,Vartiainen,E.,Poikolainen,K.,Laatikainen,T.(2008).Increased
strokeriskisrelatedtoabinge-drinkinghabit.Stroke 39(12):3179-3184.SWOV(2011).SWOV-Factsheet: rijden onder invloed van drugs en geneesmiddelen.
SWOV: Leidschendam.T.K.22894-114.TweedeKamerderStaten-Generaalvergaderjaar2006-2007publicatie
nummer114(2006).Preventiebeleid voor de volksgezondheid.Sdu:DenHaag.T.K.29911-17.TweedeKamerderStaten-Generaalvergaderjaar2008-2009
publicatienummer29911nr.4(2008).Bestrijding georganiseerde criminaliteit; Brief van ministers van Justitie, en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. SduUitgevers:DenHaag.
T.K.29350-10:TweedeKamerderStaten-Generaalvergaderjaar2010-2011publicatienummer29350nr.10(2011). ICT bij politie: rapport 2010. Sduuitgvers:DenHaag.
T.K.29398-236.TweedeKamerderStaten-Generaalvergaderjaar2010-2011publicatienummer29398nr.236(2011).Maatregelen verkeersveiligheid; Brief regering; Voortgang van het conceptvoorstel van wet houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het verbeteren van de aanpak van het rijden onder invloed van drugs.SduUitgevers:DenHaag.
362 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
T.K.29628-258:TweedeKamerderStaten-Generaalvergaderjaar2010-2011publicatienummer29628nr.258(2011).Politie; Brief regering; Aanbieding rapportage van het onderzoek naar de verbetermaatregelen bij de afhandeling van in beslag genomen drugs bij de Nederlandse politie (onderzoek is gedaan door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) en de Rijksauditdienst (RAD)).SduUitgevers:DenHaag.
T.K.32793-2.TweedeKamerderStatenGeneraalvergaderjaar2010-2011publicatienummer32793nr.2(2011).Preventief Gezondheidsbeleid: Nota Gezondheid Dichtbij: Landelijke nota gezondheidsbeleid.SduUitgevers:DenHaag.
Tang,Y.L.,Kranzler,H.R.,Gelernter,J.,Farrer,L.A.,Pearson,D.,Cubells,J.F.(2009).TransientCocaine-AssociatedBehavioralSymptomsRatedwithaNewInstrument,theScaleforAssessmentofPositiveSymptomsforCocaine-InducedPsychosis(SAPS-CIP).American Journal on Addictions 18:339-345.
Teo,K.K.,Ounpuu,S.,Hawken,S.,Pandey,M.R.,Valentin,V.,Hunt,D.,etal.(2006).Tobaccouseandriskofmyocardialinfarctionin52countriesintheINTERHEARTstudy: a case-control study. Lancet 368(9536):647-658.
TerBogt,T.,VanLieshout,M.,Doornwaard,S.,Eijkemans,Y.(2009).Middelengebruik en voortijdig schoolverlaten: twee onderzoeken naar de actuele en gepercipieerde rol van alcohol en cannabis in relatie tot spijbelen, schoolprestaties, motivatie en uitval. Trimbos-instituut: Utrecht.
Theunissen,M.J.,Jansen,M.,van,G.A.(2011).ArementalhealthandbingedrinkingassociatedinDutchadolescents?Cross-sectionalpublichealthstudy.BMC Res Notes 4: 100.
TNSOpinion&Social(2010).Tobacco: special Eurobarometer 332.EuropeanCommission: Brussels.
Tollenaar,N.,VanderLaan,A.M.(2011).Monitor veelplegers 2011: trends in de populatie zeer actieve veelplegers.WODC:DenHaag.
Tollenaar,N.,VanderLaan,A.M.(2012).Effecten van de ISD-maatregel: factsheet 2012-1.WODC:DenHaag.
Tramacere,I.,Negri,E.,Pelucchi,C.,Bagnardi,V.,Rota,M.,Scotti,L.,etal.(2012).Ameta-analysisonalcoholdrinkingandgastriccancerrisk.Ann Oncol 23(1):28-36.
Trimbos-instituut(2008).Database problematische harddruggebruikers 2008: eigendom van het Trimbos-instituut: samengesteld door GGD Amsterdam, Intraval, IVO en Trimbos-instituut. Trimbos-instituut: Utrecht.
Tuithof,M.,Ten,H.M.,VandenBrink,W.,Vollebergh,W.,de,G.R.(2011).The role of conduct disorder in the association between ADHD and alcohol use (disorder). Results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2.DrugAlcoholDepend.
Valkenberg,H.,Nijman,S.(2011).Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar.StichtingConsumentenVeiligheid:Amsterdam.
Valkenberg,H.(2012).SEH-behandelingen naar aanleiding van GHB-gebruik. StichtingConsumentenVeiligheid:Amsterdam.
363Referenties
VanAmsterdam,J.G.C.,VanMarle,J.,VanDijk,P.,Niesink,R.,Opperhuizen,A.(2007).Electronenmicroscopisch onderzoek van vervuilde wietmonsters. RIVM: Bilthoven.
VanAmsterdam,J.,Opperhuizen,A.,Koeter,M.,VandenBrink,W.(2010).Rankingtheharmofalcohol,tobaccoandillicitdrugsfortheindividualandthepopulation.Eur Addict Res 16(4):202-207.
VanAmsterdam,J.G.C.,VanLaar,M.,Brunt,T.,VandenBrink,W.(2012).Riskassessmentofgamma-hydroxybutyricacid(GHB)intheNetherlands.Regulatory Toxicology and Pharmacology 63:55-63.
VandeLaar,M.J.W.,OpdeCoul,E.L.M.(2004).HIV and Sexually Transmitted Infections in the Netherlands in 2003. RIVM: Bilthoven.
VandeMheen,D.(red.)(2000).De Rotterdamse drugsscene onder de loep: resultaten van 5 jaar Drug Monitoring Systeem in Rotterdam. IVO: Rotterdam.
VandenBerg,C.,Smit,C.,VanBrussel,G.,Coutinho,R.,Prins,M.(2007).FullparticipationinharmreductionprogrammesisassociatedwithdecreasedriskforhumanimmunodeficiencyvirusandhepatitisCvirus:evidencefromtheAmsterdamCohortStudiesamongdrugusers.Addiction 102:1454-1462.
VandenEijnden,R.,Mheen,D.,Vet,R.,Vermulst,A.(2011).Alcohol-specificparentingandadolescents’alcohol-relatedproblems:theinteractingroleofalcoholavailabilityathomeandparentalrules.J Stud Alcohol Drugs 72(3):408-417.
VanderKnaap,L.M.,ElIdrissi,F.,Bogaerts,S.(2010).Daders van huiselijk geweld. BoomJuridischeUitgevers/WODC:DenHaag.
VanderLely,N.,VanDalen,W.,VanHoof,J.,RodiguesPereira,R.(2012).Alcoholintoxicaties bij jongeren in Nederland: een onderzoek bij kinderafdelingen in Nederlandse ziekenhuizen: cijfers van 2007 t/m 2011.UniversiteitTwente/NSCK/STAP/ReinierdeGraafGroep:Enschede/Utrecht/Delft.
VanderPoel,A.,Doekhie,J.,Verdurmen,J.,Wouters,M.,VanLaar,M.(2010).Feestmeter 2008-2009: uitgaan en middelengebruik onder bezoekers van party’s en clubs.Trimbos-instituut/BongerInstituut:Utrecht/Amsterdam.
VanderVorst,H.,Engels,R.C.,Burk,W.J.(2010).Doparentsandbestfriendsinfluencethenormativeincreaseinadolescents’alcoholuseathomeandoutsidethehome?J Stud Alcohol Drugs 71(1):105-114.
VanDijk,T.,VanVeen,M.,Cox,E.(2010).Slachtofferschap van huiselijk geweld: aard, omvang, omstandigheden en hulpzoekgedrag.IntomartGfK:Hilversum.
VanDorsselaer,S.,DeLooze,M.,Vermeulen-Smit,E.,DeRoos,S.,Verdurmen,J.,TerBogt,T.,etal.(2010).HBSC 2009: gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. Trimbos-instituut: Utrecht.
VanEijk,J.T.,Bosma,H.,Jonkers,C.C.,Lamers,F.,Muijrers,P.E.(2010).PrescribingantidepressantsandbenzodiazepinesintheNetherlands:ischronicphysicalillnessinvolved? Depress Res Treat 2010: 105931.
VanGeffen,K.,VanBoheemen,C.,VanDijk,L.,VanHulten,R.,Bouvy,M.(2009).Slechts1op10stoptnabenzomaatregel:afschaffingvergoedingheeftbeperkteffect.Pharmaceutisch Weekblad 144(49):28-31.
364 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
VanHoof,J.,Krokké,J.(2011).Alcoholverkoop aan jongeren: een landelijk nalevingsonderzoek. Universiteit Twente: Enschede.
VanLaar,M.,VanDorsselaer,S.,Monshouwer,K.,DeGraaf,R.(2007).Cannabisgebruikerskampenvaakmetpsychischestoornissen.Verslaving: tijdschrift over verslavingsproblematiek 3(2):3-14.
VanNoorden,M.S.,VanDongen,L.C.,Zitman,F.G.,Vergouwen,T.A.(2009).Gamma-hydroxybutyratewithdrawalsyndrome:dangerousbutnotwell-known.Gen Hosp Psychiatry 31(4):394-396.
VanOoyen-Houben,M.,Meijer,R.,Kaal,H.,Galloway,M.(2009).Drugswetcriminaliteit.In:Evaluatie van het Nederlandse drugsbeleid. Van Laar, M.,VanOoyen-Houben,M.(red.),pp.221-266.Trimbos-instituut/WODC:Utrecht/DenHaag.
VanOoyen-Houben,M.(2011).LADISinJustitieland.In:Verslaafd aan informatie?! 25 jaar Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS), informatie over verslaving en verslavingszorg.StichtingInformatievoorzieningZorg,(red.),pp.20-31.IVZ:Houten
VanOoyen-Houben,M.(2012).Zorgalsalternatiefvoordetentie:detoepassingvandrangbijdrugsverslaafdejustitiabelen.In:Blaauw,E.&Roozen,H.(2012).Handboek Forensische Verslavingszorg.Houten:BohnStafleuvanLoghum,p.109-127.
VanRooij,A.J.,Schoenmakers,T.M.,VandeMheen,D.(2011).Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: kerncijfers 2009. IVO: Rotterdam.
VanSassenbroeck,D.K.,DeNeve,N.,DePaepe,P.,Belpaire,F.M.,Verstraete,A.G.,Calle,P.A.,etal.(2007).Abruptawakeningphenomenonassociatedwithgamma-hydroxybutyrateuse:acaseseries.Clinical Toxicology 45: 533-538.
VanVelzen,A.G.,VanGorcum,T.F.,VanRiel,A.J.H.P.,Meulenbelt,J.,DeVries,I.(2010).Acute vergiftigingen bij mens en dier: jaaroverzicht 2009 Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum. RIVM: Bilthoven.
VanVelzen,A.G.,Spijkerboer,H.N.,VanRiel,A.J.H.P.,Meulenbelt,J.,DeVries,I.(2011).Acute vergiftigingen bij mens en dier: jaaroverzicht 2010 Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum. RIVM: Bilthoven.
VanWijk,A.,Bremmers,B.(2011).Snelle jongens: een onderzoek naar drugrunners en daaraan gerelateerde problematiek in Limburg-Zuid.BureauBeke:Arnhem.
Vaughn,M.G.,Fu,Q.,Perron,B.E.,Bohnert,A.S.B.,Howard,M.O.(2010).IsCrackCocaineUseAssociatedwithGreaterViolencethanPowderedCocaineUse?ResultsfromaNationalSample.American Journal of Drug and Alcohol Abuse 36:181-186.
Veerman,S.R.,Dijkstra,H.N.,Liefting-Kluft,I.(2010).Levensbedreigendeonthoudingsverschijnselendoorgammahydroxyboterzuur.Tijdschr Psychiatr 52 (6):411-416.
Verdurmen,J.,Monshouwer,K.,VanDorsselaer,S.,TerBogt,T.,Vollebergh,W.(2005a).Alcoholuseandmentalhealthinadolescents:Interactionswithageandgender:FindingsfromtheDutch2001HealthBehaviourinSchool-AgedChildrensurvey. Journal of Studies on Alcohol 66(5):605-609.
365Referenties
Verdurmen,J.,Monshouwer,K.,VanDorsselaer,S.,Vollebergh,W.(2005b).Cannabisgebruikonderadolescenten:gebruikspatronen,achtergrondfactorenenpsychosocialeproblemen.Submitted.
Verdurmen, J., Abraham, M., Planije, M., Monshouwer, K., Van Dorsselaer, S., Schulten, I.,etal.(2006).Alcoholgebruik en jongeren onder de 16 jaar: schadelijke effecten en effectiviteit van alcoholinterventies. Trimbos-instituut: Utrecht.
Verdurmen,J.,Monshouwer,K.,VanDorsselaer,S.,Vermeulen,E.,Lokman,S.,Vollebergh,W.(2012).Jeugd en riskant gedrag 2011: kerngegevens uit het Peilstationsonderzoek scholieren: roken, drinken, drugsgebruik en gokken onder scholieren vanaf tien jaar. Trimbos-instituut: Utrecht.
Verstraete,A.G.(2004).Detectiontimesofdrugsofabuseinblood,urine,andoralfluid.Ther Drug Monit 26(2):200-205.
Vogels,N.,Croes,E.(2012).Monitor Drugs Incidenten: factsheet 2011. Trimbos-instituut: Utrecht.
Voorham,L.,Buitenhuis,S.(2012).GHB-gebruik(ers) in beeld: een typering van de GHB-gebruiker en hun bereikbaarheid. Trimbos-instituut: Utrecht.
Vriend,H.J.,Koedijk,F.D.H.,VandenBroek,I.V.F.,VanVeen,M.G.,OpdeCoul,E.L.M.,VanSighem,A.I.,etal.(2011).Sexually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in 2010. RIVM: Bilthoven.
Wartna,B.S.J.,Blom,M.,Tollenaar,N.(2008).De WODC-Recidivemonitor. WODC: DenHaag.
Wartna,B.S.J.,Tollenaar,N.,Blom,M.,Alma,S.M.,Essers,A.A.M.,Bregman,I.M.(2010).Recidivebericht 1997-2007: ontwikkelingen in de strafrechtelijke recidive van Nederlandse justitiabelen.WODC:DenHaag.
Weenink,D.(2011).DelinquentbehaviorofDutchruraladolescents.J Youth Adolesc 40(9):1132-1146.
WHO(2009).Evidence for the effectiveness and cost-effectiveness of interventions to reduce alcohol-related harm.WHORegionalOfficeforEurope:Kopenhagen.
WHO(2011).Global status report on alcohol and health.WHO:Geneva.Wish,E.D.,Artigiani,E.,Billing,A.,Hauser,W.,Hemberg,J.,Shiplet,M.,etal.(2012).
TheEmergingBuprenorphineEpidemicintheUnitedStates.Journal of Addictive Diseases 31(1):3-7.
Wolf,J.,Altena,A.,Beijersbergen,M.,Oliemeulen,L.(2010).HostelbewonersinUtrecht:profielenfunctioneren,zorgaansluitingenervarenbaatvanhethostelverblijf.Verslaving: tijdschrift over verslavingsproblematiek 6(3):19-32.
Wong,F.Y.,Roels,J.,VandenBrakel,J.(2011).Analyse methodebreuken Gezondheidsenquête bij het herontwerp Persoonsenquête.CBS:DenHaag/Heerlen.
Wouters,M.,Benschop,A.,Korf,D.J.(2010a).Localpoliticsandretailcannabismarkets:thecaseoftheDutchcoffeeshops.International Journal of Drug Policy 21(4):315-320.
Wouters,M.,Doekhie,J.,Korf,D.,Benschop,A.(2010b).Gezondheidsrisicogedrag onder mannelijke gedetineerden: tatoeages, piercings, boegroes, seks & injecteren van drugs en anabolen.RozenbergPublishers:Amsterdam.
366 Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2011
Wouters,M.,Korf,D.J.(2011).De wietpas en het sociaal clubmodel: meningen en verwachtingen van coffeeshopbezoekers in Utrecht.RozenbergPublishers:Amsterdam.
Zhu,N.Y.,LeGatt,D.F.,Turner,A.R.(2009).Agranulocytosisafterconsumptionofcocaineadulteratedwithlevamisole.Annals of Internal Medicine 150(4):287-289.
Ziegler,P.P.,Compton,P.,Goldenbaum,D.M.(2011).PrescriptionDrugAbuseandDiversioninClinicalPractice:WhatcanbeLearnedfromRegulatorySanctionData. Journal of Addictions Nursing 22: 13-18.
Zvosec,D.L.,Smith,S.W.,Litonjua,R.,Westfal,R.E.J.(2007).Physostigmineforgamma-hydroxybutyratecoma:inefficacy,adverseevents,andreview.Clinical Toxicology 45:261-265.
www.trimbos.nl
In Nederland volgen tal van monitors de ontwikkelingen op het gebied van drugs,
alcohol en tabak. De Jaarberichten van de Nationale Drug Monitor (NDM) geven
een actueel overzicht in de grote stroom van informatie over het gebruik van
drugs, alcohol en tabak in Nederland. Het Jaarbericht 2011 is inmiddels het twaalfde
Jaarbericht in de reeks.
Voor cannabis, cocaïne, opiaten, ecstasy en amfetamine, GHB, alcohol, tabak en
slaap- en kalmeringsmiddelen staan de meest recente cijfers bij elkaar over het
gebruik, het problematisch gebruik, de hulpvraag, ziekte en sterfte en aanbod en
markt. Daarnaast wordt de positie van Nederland in internationaal perspectief gezet.
Het Jaarbericht bevat ook justitiële gegevens over handel, productie en bezit van
illegale drugs en drugsgebruikers in het strafrechtelijk systeem.
Een uitgebreide samenvatting in het Jaarbericht geeft de belangrijkste recente
ontwikkelingen.
Het Jaarbericht van de NDM is opgesteld in opdracht van het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport in samenwerking met het ministerie van
Veiligheid en Justitie. Het doel is om politici, beleidsmakers, professionals in het
veld en andere geïnteresseerden objectief te informeren over het gebruik van drugs,
alcohol en tabak in Nederland.
ISBN: 978-90-5253-728-3