56
Nr 17-18 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746 Lokaal Burgemeesterschap, een dankbaar mandaat Internationale doelstellingen voor elke gemeente Cultuurcentrum op locatie Onteigenen met respect voor de bewoners SPECIAL ONTEIGENINGEN

2012Lokaal17-18

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: 2012Lokaal17-18

Nr 1

7-18

| Lo

kaal

is h

et m

agaz

ine

van

de lo

kale

bes

ture

n en

ver

schi

jnt 2

x p

er m

aand

20

x pe

r jaa

r | V

VSG

vzw

, Pav

iljoe

nstr

aat 9

, 103

0 Br

usse

l | A

fgif

teka

ntoo

r Kor

trijk

Mas

spos

t | P

2A97

46

Lokaal

Burgemeesterschap, een dankbaar mandaat

Internationale doelstellingen voor elke gemeente

Cultuurcentrum op locatie

Onteigenen met respect voor de bewoners

special onteigeningen

Page 2: 2012Lokaal17-18

Ontdek onze gratis waarschuwingsdienst per SMS voor de lokale overheden !

Een innovatieve toepassing op vlak van preventie van meteorologische risico’s.

Nieuw

Ethias NV, Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt. RPR Luik BTW BE 0404.484.654

Ethias-KMI Preventie

Surf op ethias.be/KMI

Page 3: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 3

Ontdek onze gratis waarschuwingsdienst per SMS voor de lokale overheden !

Een innovatieve toepassing op vlak van preventie van meteorologische risico’s.

Nieuw

Ethias NV, Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt. RPR Luik BTW BE 0404.484.654

Ethias-KMI Preventie

Surf op ethias.be/KMI

12

24

Op de cover Ginette en Gilbert zijn bloemisten in Zelzate. Omdat de Gentse haven uitbreidt, moeten ze 6000m2 grond opgeven, daar komt een slibstort.

Ste

fAN

de

wIc

Ker

eG

fS

tefA

N d

ew

IcK

ere

kort lokaal 5 opinie – Onthaalouders gezocht

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

bestuurskracht 12 Het dankbaarste mandaat: burgemeester ‘Een burgemeester heeft een reële impact op zijn stad en het leven van

zijn burgers,’ zegt de Mechelse burgemeester Bart Somers. Hoe ze dat doen, blijkt uit elf levensverhalen die journalist Erik Raspoet in zijn boek Burgemeesters optekende.

16 Kan differentiatie van de OOV het lokale woonbeleid ondersteunen?

special onteigeningen

20 Interview – Steven Vanassche en Johan Proot ‘Onteigening is het ultieme middel.’ De wetgeving en de procedures voor onteigening zijn zeer ingewikkeld,

gemeenten hebben die knowhow niet in huis. Anderzijds is onteigening ook zeer ingrijpend. ‘Daarom komt het erop aan op tijd te beginnen en menselijk met de onteigenden om te gaan,’ vinden Stevan Vanassche en Johan Proot.

24 Onteigenen met een menselijke touch

27 Enkel communicatie op mensenmaat maakt onteigeningen aanvaardbaar

32 Hoogdringendheid komt er niet vanzelf

werkveld 34 Vijf internationale doelstellingen voor elke gemeente Hoe wordt een gemeente een volwaardige Noord-Zuidspeler? In meer

dan honderd gemeenten stelden de Gemeentelijke Raad voor Ontwik-kelingssamenwerking of de Noord-Zuidwerkgroep een memorandum op. Hoe haalbaar zijn deze vijf doelstellingen?

37 Lokale raad – Bouwt een werknemer in een wedertewerkstellingsprogramma even snel rechten op werkloosheidsvergoeding op als een andere werknemer?

38 Werelddag Stedenbouw: de kracht van de basis

40 Praktijk in Berlaar – Woningkwaliteit: eerst problemen oplossen

41 Cultuurcentrum Gent heeft vele huizen

43 Praktijk in Mol – Recyclagetentoonstelling prikkelt milieubewustzijn van Kempense leerlingen

44 Praktijk in Westhoek – Totaalproject schuldpreventie

46 Platform Centrummanagement voor relatie van retailsector met gemeentebestuur

47 Praktijk in Waregem – Waar vind ik het graf van Briek Schotte?

48 De frontlijners – Carla Rogiers is diensthoofd begraafplaatsen in Sint-Niklaas

geregeld 50 wetmatig – berichten 52 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 54 column – Pieter Bos

inhoud

Lokaal is het magazine van de lokale besturen

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 [email protected] www.vvsg.be

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, [email protected] t 02-211 55 46

Redactie Marleen capelle, Pieter Plas, Inge ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke

Redactiesecretariaat Inge ruiters, t 02-211 55 44

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

Illustraties Bart Lasuy, Stefan dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist)

Vormgeving ties Bekaert

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth)

Regie advertenties cprojects&Advertising, Peter de Vester, t 03-326 18 92, [email protected]

Regie vacatures Nicole Van wichelen, [email protected] t 02-211 55 43

Abonnementen Nicole Van wichelen, [email protected] t 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro

VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sabine Van dooren, voorzitter raad van bestuur theo Janssens, voorzitter afdeling OcMw’s

Ondertekende artikels verbin-den alleen de auteurs. reacties zijn welkom. de redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gerepro-duceerd en/of openbaar ge-maakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Belfius en ethias, partners van de VVSG

Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

20

Page 4: 2012Lokaal17-18

BESTELKAART Bestel via www.politeia.be, [email protected] of met deze bestelkaart.Politeia//Ravensteingalerij 28//1000 Brussel//fax: 02 289 26 19

Naam:

Functie:

Organisatie/Bestuur:

E-mail:

Tel. :

Adres:

BTW:

VVSG-Lid: Ja Nee

Datum en handtekening:

Ja, ik bestel…. exemplaren van Het gemeentedecreet ontleed tegen de prijs van 25 euro (VVSG-leden) of 29 euro (niet-leden)*

…. exemplaren van Het OCMW-decreet ontleed tegen de prijs van 25 euro (VVSG-leden) of 29 euro (niet-leden)*

…. exemplaren van Handboek van de mandataris, Ed. Gemeente tegen de prijs van 39 euro (VVSG-leden) of 49 euro (niet-leden)**

…. exemplaren van Handboek van de mandataris, Ed. OCMW tegen de prijs van 39 euro (VVSG-leden) of 49 euro (niet-leden)**

* Prijs inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31 december 2012. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet doorgegeven aan derde. Overeenkomstig de wet op de privacy hebt u inzage- en correctierecht.

** Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. Bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen 0,55 euro per blz, dit tot schriftelijke opzegging van het abonnement.

BBC-conformOp 1 januari 2011 begonnen enkele pioniers met de toepassing van de zogenaamde beleids- en beheerscyclus. Deze bevat nieuwe regels voor de meerjarenplanning, het budget, de boekhouding en de jaarrekening van de gemeenten (en OCMW’s). In 2012 gingen een tweede groep van start en in 2013 volgt een aanzienlijk aantal besturen. Vanaf het financiële boekjaar 2014 gelden deze regels voor iedereen. Waar dat nodig is, maakt deze pocket een onderscheid tussen de regelgeving op basis van het bestaande systeem, en de regelgeving die geldt vanaf de inwerkingtreding van de beleids- en beheerscyclus.

NIEUWE, GRONDIG HERWERKTE VERSIES INCLUSIEF DECREETSWIJZIGINGEN VAN 29 JUNI 2012

Essentiële pocketsHet gemeentedecreet ontleed en Het OCMW-decreet ontleed bevatten alle essentiële informatie over de werking van het lokale bestuur op een heldere manier verwoord en in een handige vraag-antwoordstructuur. De VVSG-stafmedewerkers namen na de goedkeuring van de decreten van 29 juni 2012, die een reeks fundamentele aanpassingen inhouden, de gigantische taak op zich om dit basiswerk grondig te herwerken. De meeste bepalingen treden in werking op 1 januari 2013. Het is deze situatie die de nieuwe pockets beschrijven.

Alle basispockets over de werking van de lokale besturen in één boekIn het Handboek van de mandataris vindt u alle basispockets (Statuut van de mandataris, BBC in 60 vragen, financiën etc…) verenigd in twee kaften. Abonnees van het handboek krijgen bij de verschijning van een nieuwe pocket automatisch de nieuwe versie in hun bus.

Vraag uw kortingBestel deze essentiële pockets of één van de handboeken meteen voor al uw mandatarissen en leidinggevenden en ontvang aanzienlijke kortingen. Bij een bestelling van 10 exemplaren van dezelfde publicatie ontvangt u sowieso een korting van 10%. Wenst u grotere hoeveelheden aan te kopen? Stuur dan een mailtje naar [email protected] of [email protected] en vraag uw extra korting.

Prijs pockets: 25 euro (29 euro voor niet-leden)Prijs handboeken: 39 euro (49 euro voor niet-leden)

DoelgroepenDeze pockets mogen niet ontbreken in de boekenkast van• Lokale mandatarissen• Leidinggevenden in de gemeente• Lokale afdelingen van politieke partijen• Al wie van ver of nabij met de werking van het lokale

bestuur te maken heeft.

Auteurs: Katrien Colpaert-Arickx, Marijke De Lange, Katleen Janssens, Jan Leroy, Pieter Vanderstappen, David Van Holsbeek, Marian Verbeek.

Page 5: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 5

In oktober stond de kinderopvang in de schijnwerpers. Op vrijdag 12 oktober was het de dag van de onthaalouders en de begeleiders in de kinderdagverblijven, op maandag 15 oktober startte de week van de buitenschoolse kinderopvang.Dat kinderopvang belangrijk is, daarvan hoeft niemand meer overtuigd te worden. In de kinderopvang

krijgt elk kind alle kansen: woordjes leren, leuke spelletjes doen, stoeien. Maar ook rustig in een hoekje een boek lezen of snoezelen met de knuffels. En na schooltijd is de buitenschoolse opvang een rustplek voor

alle kinderen, waar ze hun verhaal kunnen doen of kunnen spelen. Kinderopvang is bovendien broodnodig voor tweeverdieners, en voor alleenstaande ouders vaak de enige kans op werk.

Daarom ook zetten lokale besturen er sterk op in.

Ook de opvang in gezinsverband bij onthaalouders verdient alle aandacht. In Vlaanderen zorgen de 7000 onthaalouders aangesloten bij een dienst voor onthaalouders vandaag voor meer dan 31.500 opvangplaatsen. Dit is 35 procent van het totale aanbod kinderopvang voor baby’s en peuters in Vlaanderen. Bijna één derde van deze onthaal-ouders is aangesloten bij een dienst die wordt georganiseerd door de

gemeente of het OCMW. De VVSG ondersteunt daarom ook de campagne w w w.ik zoekeenonthaa louder.be

die mannen en vrouwen aanspoort zich kandidaat te stellen voor de baan

van onthaalouder. Het is immers belangrijk dat er diversiteit is in het aanbod aan kinderopvang. In de

meer landelijke gemeenten maakt opvang door onthaalouders de kinderopvang toegankelijk, want buurtnabij.

Ouders een keuze geven is echter vandaag steeds minder aan de orde. Ondanks de lovenswaardige inspanningen van de Vlaamse overheid

om de kinderopvang uit te breiden is er nog steeds een gebrek aan opvangplaatsen. Er is ook een tekort aan onthaalouders; steeds

meer regels en verplichtingen maken dat veel onthaalouders afhaken. In de Vlaamse randgemeenten rond Brussel en

in meer verstedelijkte centra is het een hele klus om nog kandidaten te vinden. Dat is heel jammer want hierdoor gaan veel opvangplaatsen verloren.

De diensten voor onthaalouders zijn echt wel nodig om onthaalouders te ondersteunen en te begeleiden.

Ze verzorgen ook de kwaliteitscontrole op de opvang en zijn een onafhankelijk aanspreekpunt voor de ouders van

de kinderen. Sommige lokale besturen zetten in op extra logistieke of financiële ondersteuning of voordelen voor onthaalouders. Dergelijke kleinschalige kinderopvang verdient onze steun. Hij biedt ruimte voor warmte en geborgenheid en voor zorg op maat.

Onthaalouders gezocht

Ondanks de lovenswaardige inspanningen van de Vlaamse

overheid om de kinderopvang uit te breiden is er nog steeds een gebrek

aan opvangplaatsen.

kort lokaal opinie

BESTELKAART Bestel via www.politeia.be, [email protected] of met deze bestelkaart.Politeia//Ravensteingalerij 28//1000 Brussel//fax: 02 289 26 19

Naam:

Functie:

Organisatie/Bestuur:

E-mail:

Tel. :

Adres:

BTW:

VVSG-Lid: Ja Nee

Datum en handtekening:

Ja, ik bestel…. exemplaren van Het gemeentedecreet ontleed tegen de prijs van 25 euro (VVSG-leden) of 29 euro (niet-leden)*

…. exemplaren van Het OCMW-decreet ontleed tegen de prijs van 25 euro (VVSG-leden) of 29 euro (niet-leden)*

…. exemplaren van Handboek van de mandataris, Ed. Gemeente tegen de prijs van 39 euro (VVSG-leden) of 49 euro (niet-leden)**

…. exemplaren van Handboek van de mandataris, Ed. OCMW tegen de prijs van 39 euro (VVSG-leden) of 49 euro (niet-leden)**

* Prijs inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31 december 2012. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet doorgegeven aan derde. Overeenkomstig de wet op de privacy hebt u inzage- en correctierecht.

** Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. Bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen 0,55 euro per blz, dit tot schriftelijke opzegging van het abonnement.

BBC-conformOp 1 januari 2011 begonnen enkele pioniers met de toepassing van de zogenaamde beleids- en beheerscyclus. Deze bevat nieuwe regels voor de meerjarenplanning, het budget, de boekhouding en de jaarrekening van de gemeenten (en OCMW’s). In 2012 gingen een tweede groep van start en in 2013 volgt een aanzienlijk aantal besturen. Vanaf het financiële boekjaar 2014 gelden deze regels voor iedereen. Waar dat nodig is, maakt deze pocket een onderscheid tussen de regelgeving op basis van het bestaande systeem, en de regelgeving die geldt vanaf de inwerkingtreding van de beleids- en beheerscyclus.

NIEUWE, GRONDIG HERWERKTE VERSIES INCLUSIEF DECREETSWIJZIGINGEN VAN 29 JUNI 2012

Essentiële pocketsHet gemeentedecreet ontleed en Het OCMW-decreet ontleed bevatten alle essentiële informatie over de werking van het lokale bestuur op een heldere manier verwoord en in een handige vraag-antwoordstructuur. De VVSG-stafmedewerkers namen na de goedkeuring van de decreten van 29 juni 2012, die een reeks fundamentele aanpassingen inhouden, de gigantische taak op zich om dit basiswerk grondig te herwerken. De meeste bepalingen treden in werking op 1 januari 2013. Het is deze situatie die de nieuwe pockets beschrijven.

Alle basispockets over de werking van de lokale besturen in één boekIn het Handboek van de mandataris vindt u alle basispockets (Statuut van de mandataris, BBC in 60 vragen, financiën etc…) verenigd in twee kaften. Abonnees van het handboek krijgen bij de verschijning van een nieuwe pocket automatisch de nieuwe versie in hun bus.

Vraag uw kortingBestel deze essentiële pockets of één van de handboeken meteen voor al uw mandatarissen en leidinggevenden en ontvang aanzienlijke kortingen. Bij een bestelling van 10 exemplaren van dezelfde publicatie ontvangt u sowieso een korting van 10%. Wenst u grotere hoeveelheden aan te kopen? Stuur dan een mailtje naar [email protected] of [email protected] en vraag uw extra korting.

Prijs pockets: 25 euro (29 euro voor niet-leden)Prijs handboeken: 39 euro (49 euro voor niet-leden)

DoelgroepenDeze pockets mogen niet ontbreken in de boekenkast van• Lokale mandatarissen• Leidinggevenden in de gemeente• Lokale afdelingen van politieke partijen• Al wie van ver of nabij met de werking van het lokale

bestuur te maken heeft.

Auteurs: Katrien Colpaert-Arickx, Marijke De Lange, Katleen Janssens, Jan Leroy, Pieter Vanderstappen, David Van Holsbeek, Marian Verbeek.

Piet Van Schuylenbergh is directeur van de VVSG-afdeling OCMW’s

Page 6: 2012Lokaal17-18

6 I 1 november 2012 I Lokaal

kort lokaal nieuws

6072 Voldoet een woning niet aan de bouwtechnische eisen of aan de comfortvereisten, dan wordt ze

ongeschikt of onbewoonbaar verklaard. In het Vlaamse Gewest waren er in 2009 iets meer dan 6000 woningen in dat geval. Er zijn grote verschillen tussen de gemeenten. Het hoogste aantal ongeschikte of onbewoonbare woningen telt Antwerpen (1227), gevolgd door Gent (658) en Leuven (406). In 200 Vlaamse gemeenten zijn er minder dan tien woningen in erbarmelijke staat. Houden we rekening met het aantal huishoudens, dan zien we de hoogste aandelen in Diest, As en Berlaar met respectievelijk 17, 11 en 9 ongeschikte woningen per 1000 huishoudens.

www.lokalestatistieken.be

Gemeenteraadslid: straks aan de slag Introductiesessies voor gemeenteraadsleden van november tot januari

Op de eerste gemeenteraadszitting van woensdag 2 januari legt u als raadslid de eed af. Het werk als raadslid start. U bent nieuw en wilt voor de start uw basisken-nis nog aanscherpen. U bent herverkozen en ziet belangrijke punten graag weer eens op een rij gezet, voor uzelf of om door te geven aan nieuwe raadsleden van uw partij. Op 1 januari verandert het Gemeentedecreet immers een en ander aan de spelregels van de gemeente.

Van november 2012 tot januari 2013 kunt u als nieuw verkozen gemeenteraadslid in uw streek een introductieprogramma van drie avondbijeenkomsten bijwonen. deze vormingsavonden maken een sterker raadslid van u en dragen bij tot betere bestuurskwaliteit in de gemeente en een goed democratisch bestuur. Bovendien leert u er collega’s raadsleden van uw buur-

gemeenten kennen en versterkt u zo uw netwerk. de opleiding is een initiatief van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), het expertisecen-trum van Gemeentesecretarissen (ecG), de Vlaamse Vereniging van OcMw-Se-cretarissen (VVOS) en de Vlaamse Lokale Ontvangers (VLO). de introductiesessies

vinden plaats op 20 locaties gespreid over heel Vlaanderen, dus ook in uw buurt. In februari en maart 2013 zijn er gelijkaardige sessies voor de OcMw-raadsleden. marian verbeek

Alle informatie met de data en de locaties vindt u op www.vvsg.be. Inschrijven kan via http://congrescentrum.vvsg.be.

fLO

rIS

Page 7: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 7

print & web

Opvragen kentekengegevens bij DIV Veel gemeenten zijn op zoek naar een oplossing om de vernieuwde databank van de directie Inschrijvingen van Voertuigen (dIV) te kunnen raadplegen. de gemeente Schoten heeft een programma laten ontwikkelen om de kentekengegevens bij de dIV vlot rechtstreeks op te vragen. de intellectuele eigendom van de software berust bij de gemeente Schoten. Het programma is in Open Source ontwikkeld, waardoor geïnteresseerde besturen er zonder licentiekosten over kunnen beschikken. Hoe werkt het? de gebruiker van bijvoorbeeld de dienst mobiliteit of de finan-ciële dienst, surft naar een interne website en doet zo de opvraging. technisch gezien gaat het om twee php-scripts die intern op een LAMP-server (een server met Linux, Apa-che, MySQL, PHP) draaien. raadpleeg uw systeembeheerder om te weten te komen of uw bestuur in dat geval is. Als uw

bestuur zelf al over software beschikt om de databank van de dIV te raadplegen, laat ons dat dan weten want veel besturen tasten momenteel nog in het duister. erwin debruyne wie geïnteresseerd is in het programma, kan contact opnemen met Jan Verlinden, systeembeheerder gemeentebestuur Schoten, t 03-680 09 37 of [email protected].

Documentaire en boek Vergeten krachtMet Vergeten kracht toont het woon-zorgcentrum Het Heiveld in Sint-Amandsberg met het expertisecentrum dementie Paradox dat er via kunst nog communicatie mogelijk is met mensen met dementie is. Beeldend kunste-naar Bert Vervaet vertelt samen met studenten van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten het levensver-haal van vier residenten of althans de zaken die ze zich nog herinneren en die hen bezighouden. Bewoners tekenen of schilderen hun gevoelens en steeds vager wordende herinneringen, of ze vinden rust in muziek, dans of woord. Het boek en de documentaire vormen een handleiding voor woonzorgcentra en hulpverleners om op een innovatieve manier met mensen met dementie om te gaan. deze instrumenten bieden ook ondersteuning aan mantelzorgers en een houvast voor familieleden van mensen met dementie.

Het boek en de documentaire zijn te verkrijgen door 25 euro te storten op rekeningnummer Be67 0910 1837 7687 met vermelding van vergeten kracht, het aantal exemplaren en uw adres.

Patrimoniumbeheer en facility management van lokale besturenUit internationale studies blijkt dat met het invoeren van facility management een organisatie goedkoper en beter

kan werken. In het boek Patrimonium-beheer en facility management van lokale besturen zet-ten drie specialisten uiteen wat facility management en een

doordacht patrimoniumbeheer voor de lokale besturen in Vlaanderen kunnen betekenen. Zij maken hierbij gebruik van voorbeelden en illustraties uit de praktijk.

A. van wagenberg, J. duchamps, G. van-hoorde, Patrimoniumbeheer en facility management van lokale besturen, uitge-verij Vanden Broele, Brugge, 49 euro

krachtvergeten vergeten krachtvergeten kracht

LAy

LA A

ertS

Dienstverlening tolkentelefoon Ba-Bel wordt betalendVanaf 1 januari moeten de lokale besturen een gebrui-kersvergoeding betalen telkens ze gebruik maken van de tolkentelefoon Ba-bel. de Vlaamse regering keurde immers enkele maanden geleden een nieuw besluit goed waarin de financie-ring van de tolkentelefoon geregeld wordt. Het nieuwe besluit introduceert tevens het betalen van een gebrui-kersvergoeding per tolkpres-tatie. Als lokale besturen verder van de dienstverlening van Ba-bel wensen gebruik te maken, moeten ze voor het einde van dit jaar een gebruikersovereenkomst met Ba-bel ondertekenen. Vorig jaar werden de Vlaamse

LOI’s reeds uitgesloten van de gratis tolkentelefoon, vanaf 1 januari geldt dit dus ook voor de andere lokale hulp- en dienstverlening door gemeenten en OcMw’s. de VVSG betreurt dat de lokale besturen als eerstelijnsover-heid bij het onthaal van nieuwe burgers wel moeten betalen, dit in tegenstelling tot ander andere ‘Vlaamse’ organisaties zoals de cAw’s, scholen, cLB’s en de VdAB. Zij kunnen nog wel genieten van een gratis dienstver-lening of zullen via hun sectorale minister worden vergoed. Minister Geert Bourgeois heeft namelijk het beschikbare budget, ook het deel van de lokale besturen,

verdeeld en overgeheveld naar de Vlaamse sectoren inburgering, onderwijs, tewerkstelling en welzijn. de lokale besturen zijn niet de enige die onder deze nieuwe maatregel vallen, ook huisartsen, wijkgezond-heidscentra en ziekenhuizen moeten vanaf 1 januari een gebruikersvergoeding betalen. de VVSG heeft in een brief aan minister Bour-geois alvast deze onlogische gang van zaken aangekaart. Bovendien vraagt de VVSG de minister om in het kader van zijn hervorming van het integratie- en inburgerings-beleid deze financiering te herbekijken.sabine van cauwenberge

Page 8: 2012Lokaal17-18

8 I 1 november 2012 I Lokaal

Vanaf begin 2014 treedt een nieuw Vlaams impulsbeleid gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking in werking. Minister-president Kris Peeters heeft de krijtlijnen van dit nieuwe programma eind oktober officieel bekend gemaakt bij de aankondiging van de Vlaamse be-leidsprioriteiten waarop lokale besturen voor de komende legislatuur kunnen intekenen.

door de invoering van het planlast-decreet voor lokale besturen verloren het decreet en het uitvoeringsbesluit in verband met het Vlaamse convenantenprogramma ge-meentelijke ontwikkelingssamenwerking hun juridische basis. een aanpassing aan het kaderdecreet ontwikkelingssamen-werking en de introductie van een nieuw programma voor lokale besturen waren dus noodzakelijk.Het nieuwe Vlaamse impulsbeleid zal de planlasten van de gemeentebesturen om financiële ondersteuning te kunnen ont-vangen van de Vlaamse overheid voor hun

Noord-Zuidbeleid aanzienlijk verminderen. we hopen dat hierdoor meer gemeentebe-sturen werk zullen maken van een actief Noord-Zuidbeleid en zo proberen aan te sluiten bij de Vlaamse beleidsprioriteit betreffende ontwikkelingssamenwerking.jan verschueren

Op 13 november organiseert het Vlaams Agentschap voor Internationale Samen-werking (VAIS) een informatiedag over de Vlaamse beleidsprioriteit gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking. Inschrijven via www.vais.be.

Vanaf 2014 nieuw Vlaams impulsbeleid gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking

kort lokaal nieuws

Tot 31 maart 2013Projectoproep Armoedefonds

Armoede heeft niet alleen te maken met weinig geld, maar zeker ook met minder kansen. Het Armoedefonds ondersteunt projecten die de armoede in

al haar facetten en op vele domeinen bestrijden. Het richt zich nu met een projectoproep tot verenigingen en instellingen die zich in België uitdrukkelijk

tot mensen in armoede richten, die een vernieuwend project van armoedebestrijding wensen te realiseren dat aansluit op een lokale dynamiek van solidariteit

en dialoog met mensen die in armoede leven. Kandidaat-or-ganisaties kunnen tot 31 maart een dossier indienen. www.kbs-frb.be

ILSe

reN

Ar

d

Page 9: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 9

print & web

Realisaties voor een sterk fietsbeleid in VlaanderenOp 23 juni 2012 bekroonde Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare werken Hilde crevits Antwerpen, Mortsel en Boechout als fietsge-meente 2012. Om gemeenten te helpen om hun lokale fietsbeleid op topniveau

te tillen, bundel-den de Vlaamse Stichting Ver-keerskunde en de Vlaamse overheid de informatie van de 71 deelnemende gemeenten in dit voorbeeldenboek.

Zowel geïntegreerd en innoverend beleid, samenwerking en overleg, educatieve projecten, schoolbereik-baarheidskaarten, fietspromotie, als voorbeeldige fietspaden en fietsroutes en het onderhoud van de fietsinfra-structuur komen aan bod.

U kunt het boek downloaden of bestel-len via www.verkeerskunde.be, knop publicaties, zoekfunctie ‘voorbeelden-boek’.

Vechtsporten met een +Extra kansen voor kwetsbare jongerenSport-plus, of sport als middel voor het bevorderen van de persoonlijke en so-ciale ontwikkeling van maatschappelijk kwetsbare groepen, krijgt sinds enkele jaren meer en meer aandacht. Ook vechtsporten worden door over-heden, sport- en jeugdwerkorgani-saties doelbewust ingezet om sociale meerwaarde bij kansengroepen te creëren. dit praktijk-boek richt zich zowel tot de sport-sector als het sociale opbouwwerk en jeugdwerk in Vlaanderen en Nederland.Het boek vertrekt van praktijkvoor-beelden in binnen- en buitenland en bestaande vakliteratuur en geeft tips om een nieuw of bestaand sociaal vechtsportproject maximale slaagkan-sen te bieden.

M. theeboom, e. Verheyden, Vecht-sporten met een +. Extra kansen voor kwetsbare jongeren, uitgeverij VUB-PreSS, Brussel, 24,95 euro

Leidraad voor de opmaak van een strategisch commercieel plan

Gemeentebesturen kunnen met een weldoordacht kern-versterkend handelsbeleid veel doen voor de creatie of het behoud van winkelge-bieden.

Sinds enkele jaren verandert het winkellandschap sterk. door de vergrijzing, de sterk groeiende e-commerce en het toenemende belang van be-leving bij het winkelen, staan handelskernen onder druk. Zoals aangegeven in de start-nota winkelen in Vlaanderen wil de Vlaamse overheid de gemeentebesturen onder-steunen met een kernverster-kend handelsbeleid. daarom biedt zij een leidraad voor de

opmaak van een strategisch commercieel plan aan. dat plan kan een grote hulp zijn. Het verschaft allereerst een inzicht in de feitelijke situatie op het gebied van detailhandel via een gron-dige analyse van onder meer de vraag en het aanbod. daarnaast helpt het ook de toekomstige wenselijke situ-atie vormgeven door doelstel-lingen en concrete acties te formuleren. de leidraad werd

in september voorgesteld op de eerste editie van de regionale overlegtafels eco-nomie van de VVSG in Brugge, Hasselt, Antwerpen, Leuven en Gent. vicky de kock

wie er niet bij kon zijn, kan de leidraad downloaden via www.vvsg.be, knop economie, detailhandel, winkelnota zie documenten.

LAy

LA A

ertS

Federale Overheidsdienst Economie waarschuwt handelaars voor misleidende commerciële uitgave de Regiogids

Het commerciële bedrijf XL Media, voorheen BMS, maakt in zijn bedrijvengids de regiogids gebruik van het wapenschild van verschil-lende gemeenten. Het wekt hiermee de indruk dat het reclame werft in opdracht van of in samenspraak met die gemeenten. dit is nochtans niet het geval, de regiogids is een privé-initiatief van XL Media. Op zijn website raadt de fOd economie lokale handelaars aan uiterst voorzich-tig te zijn wanneer ze aanbiedingen ontvangen van XL Media.inge ruiters

www.unizo.be, [email protected], 078-35 39 39htp://economie.fgov.be

Page 10: 2012Lokaal17-18

10 I 1 november 2012 I Lokaal

“Sport, jeugd, senioren... dat zijn toch beleidsdomeinen waar de districten zouden moeten kunnen scoren. Maar toch blijken de inwo-ners van de districten nauwelijks te weten wie hun lokale bestuur-ders zijn.”Peter Thijssen, politicoloog doet onderzoek naar decentralisatie in Antwerpen voor de Universiteit Antwerpen – De Standaard 8/10

“Ook de tegenvallende score van de SP.A verklaart de beperkte invloed van het burgemeestersef-fect in de centrumsteden.”Johan Ackaert, politicoloog aan de UHasselt, vindt dat het burgemees-terseffect minder speelde dan in 2006 – De Standaard 15/10

“Als je kijkt naar de individuele voorkeurstemmen, dan valt het op dat dit lijstje zelden wordt aange-voerd door de N-VA-lijsttrekkers.”Marc Hooghe, politicoloog aan KU-Leuven weet niet of de resultaten van de N-VA tot een vloedgolf van N-VA-burgemeesters zal leiden – De Standaard 15/10

“Het wordt heel interessant om te zien of en met welke partijen de verschillende N-VA-afdelingen op lokaal vlak in zee gaan.”Dave Sinardet, politicoloog aan de VUB, is nieuwsgierig naar hoe de N-VA haar stemmen zal omzetten in effectieve mandaten – De Morgen 15/10

“CD&V steunt op heel wat lokale ervaren mandatarissen en is meer dan andere partijen ingebed in het verenigingsleven van haar kiezers op het platteland.”Peter van Aelst, politicoloog aan de UA, over de kracht van de veranke-ring – De Standaard 15/10

“De traditionele partijen kunnen daarvoor aankloppen bij een vak-bond, een mutualiteit, bevriende socioculturele verenigingen en andere spelers op wat men hier het middenveld noemt. De N-VA mist die zogeheten middenveldbonus.”Luc Huyse, socioloog professor emeritus aan de KULeuven, vraagt zich af wie de nieuwe burgemees-ters en schepenen beleidsgericht zal ondersteunen – De Standaard 16/10

kort lokaal perspiraat

Op zondag 17 maart 2013 vindt de tweede editie van de Dag van de Zorg plaats. De eerste editie was een groot succes: 160 organisaties op 227 locaties zetten hun deuren open. 96% van de deelnemers, waaronder openbare woonzorgcentra en andere dienstverlenende organisaties van het OCMW, zijn ervan overtuigd dat de Dag van de Zorg bijdraagt tot een positieve beeldvorming van de zorg- en welzijnssector.

de VVSG nodigt gemeenten en OcMw’s uit deel te nemen aan de tweede editie van de dag van de Zorg. OcMw’s kunnen deelnemen met de woonzorgcentra, het sociaal huis en andere diensten op het gebied van zorg en welzijn. Gemeenten kunnen een informa-tiepunt zorg en welzijn organiseren om hun bewoners wegwijs te maken in het brede aanbod in hun regio. Ze kunnen bovendien het label Zorgzame Gemeente verdienen. Het OcMw en de gemeente wingene namen samen deel aan de eerste editie. Sabine Vermeire, coördinator welzijn in wingene, denkt er met plezier aan terug: ‘Het OcMw heeft deelgenomen met het sociaal huis en het OcMw-woonzorgcentrum. In onze regio namen ook twee private woonzorgcentra deel. we hadden ook samen een zorgroute uitgestippeld. Bezoekers die minstens twee van de vier locaties bezochten, maakten kans op een mooie prijs. Ook inhoudelijk hebben we afspraken gemaakt waardoor elke locatie een ander accent kon leggen. door op de dag van de Zorg samen te werken toonden wij onze bevolking dat we niet naast elkaar werken maar elkaar versterken. Met een brede waaier aan activiteiten lieten we het grote publiek kennismaken met onze diensten en hun diversiteit.’

Het woonzorgcentrum Molenstee van het OcMw Kampenhout maakte een welkomst-lied ‘Molenstee wenkt’. Olivier Soil, deskundi-ge in animatie: ‘Bij de muziek hebben we een clip opgenomen over het leven in Molenstee. Op onze website en op youtube nodigden we iedereen uit op onze opendeurdag. Ons lied heeft de pers gehaald en is meermaals op de lokale radio gespeeld. we hebben het op cd opgenomen en er 260 exemplaren van verkocht. Met de opbrengst kopen we een verwenarrangement voor onze bewoners die op de dag van de Zorg enthousiast vertelden over hun leven in Molenstee.’Op basis van de evaluatie van de eerste editie hebben de organisatoren hun aanbod voor deelname bijgestuurd. de deelnemers krijgen meer eigen ruimte in de dag van de Zorgkrant om hun programma bekend te maken. er komen ook radiospotjes en reportages op radio 2. Het onderwijs wordt nauwer bij het evenement betrokken. OcMw-voorzieningen en steden en gemeenten genieten van een korting als ze met meerdere voorzieningen deelnemen. annelies de ridder

Informatie over deelname en reacties van deelnemers op de eerste editie van de dag van de Zorg vindt u op www.dagvandezorg.be.

Neem deel aan Dag van de Zorg 2013

dA

G VA

N d

e Z

Or

G

Na het succes van de eerste editie krijgt de Dag van de Zorg een vervolg op 27 maart 2013.

Page 11: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 11

nieuws

nix

ALe

X V

erH

Oe

VeN

Onbruikbare autobanden bij boeren

Binnenkort kunnen landbouwers beroep doen op een inzamel- of ruilsysteem voor silobanden. Dat is een rechtstreeks gevolg van de overeenkomst die Vlaams minister Joke Schauvliege, de OVAM en Recytyre (beheersorganisme verantwoordelijk voor de afvalbanden) afsloten met Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat. Voor het inzamelen of ruilen van de silobanden wordt een systeem met gespecialiseerde bedrijven opgezet.

Landbouwers gebruiken oude au-tobanden om de plastic folie over hun veevoer of over hun gras- of maïskuil op zijn plaats te houden. Al vele jaren kampen landbouwers met overtollige of beschadigde silobanden. Geschat wordt dat er wel zo’n 30.000 ton niet meer gebruikte autobanden liggen op de Vlaamse landbouwbedrijven. dankzij de overeenkomst kunnen landbouwers beroep doen op gespecialiseerde bedrijven om zich op een wettelijke manier van die silobanden te ontdoen. er wordt zowel een inzamel- als ruilsysteem opgezet, waarbij de financiële last over verschillende partners gespreid wordt.Het inzamelsysteem laat landbou-wers die hun (rundvee)activiteiten

stopzetten of over minder dan 20 runderen beschikken toe een aanvraag in te dienen voor de inzameling en verwerking van hun silobanden. Zij kunnen een tussenkomst in de kosten krijgen tot maximaal twee derde van de factuur. Het inzamelproject loopt van november 2012 tot eind december 2015.Binnen het ruilsysteem kan de landbouwer bij een erkend afvaloperator zijn oude silobanden inruilen voor nieuwe afvalbanden. de kosten voor deze ruiloperatie zijn ten laste van de landbouwer.Opgelet: gemeenten en afvalin-tercommunales spelen geen rol in deze logistiek.piet coopman

Page 12: 2012Lokaal17-18

12 I 1 november 2012 I Lokaal

bestuurskracht

Het dankbaarste mandaatErik Raspoet interviewde twaalf heel verschillende burgemeesters en stelde de gesprekken te boek. Samen schetsen ze een raak beeld van de functie vroeger en nu, met zijn grote momenten en zijn kleine kantjes. Lokaal pikt er enkele thema’s uit.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

B art Somers die ervan droomt dat hij later met zijn kleinkinderen door Mechelen loopt en hun toont

wat hij in zijn leven gedaan heeft. Walter Ghekiere die na de verkiezingen van 1982 in Moorslede de socialistische verkozene een dikke enveloppe aanbiedt als die met zijn partij de meerderheid wil vormen. Het zijn de twee passages uit het boek van Erik Raspoet die de nationale media haalden. Zijn ze representatief voor de elf burgemeesters die de auteur uitgebreid in-terviewde? Ja en neen. Iets tastbaars ach-terlaten, een stempel drukken op hoe de gemeente eruitziet, daar is iedere burge-meester mee bezig, maar Bart Somers net iets meer dan zijn doorsnee collega. En dat het niet uitzonderlijk is dat tegenstanders elkaar een loer draaien, komt uit veel ge-tuigenissen naar voren. Maar doorgaans wordt het op een iets subtielere manier gespeeld dan met een goed gevulde en-veloppe.

De boer en zijn oogstMinister of burgemeester? Philippe Mou-reaux, burgemeester van Sint-Jans-Mo-lenbeek, twijfelt niet. ‘Dit is het dankbaar-ste mandaat dat ik ooit heb uitgeoefend. Alleen al de duur. In zes jaar kun je heel wat verwezenlijken. Als minister komt het er toch vaak op neer dat je de realisa-ties van je voorganger mag inhuldigen.’ Bart Somers zegt identiek hetzelfde: ‘Van alle mandaten die ik al heb bekleed, put ik hier de meeste voldoening uit. (…) De burgemeester heeft een reële impact op zijn stad en het leven van zijn burgers.’ Kris Colsoul, de jonge burgemeester van Landen, sluit daar naadloos bij aan. ‘Want weet je wat ik zo fijn vind als burgemees-ter? Je hebt een idee, je maakt er anderen enthousiast voor, en dan krijg je de kans om het ook nog te realiseren. Dat proces

Page 13: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 13

opvolgen en sturen, daar is het mij om te doen.’

Het is een vaststelling die nagenoeg elke geïnterviewde burgemeester doet (en waar ze niet aan bod komt, is de kans groot dat de auteur ze heeft weggelaten om niet voortdurend in herhaling te val-len). En wat veruitwendigt die realisaties beter dan publieke gebouwen, (sociale-)woningprojecten en infrastructuurwer-ken? Herman De Croo rijdt de auteur rond in zijn Brakel ‘zoals een make-laar met kandidaat-kopers op huisbe-zoek gaat, zo toont de burgemeester ons zijn gemeente. (…) Hij geniet zelf van de rondleiding, een beetje zoals een boer die het koren ziet rijpen en zich op een ge-slaagde oogst verheugt’. De burgemees-ter verwoordt het zo: ‘Als je het minstens twee mandaten volhoudt en een beetje verstandig bestuurt, kun je als burge-meester je gemeente naar je hand zetten.’ Ook Walter Ghekiere neemt de auteur op sleeptouw door ‘zijn’ gemeente langs

het zwembad, het sportcomplex, het cul-tuurcentrum, de bibliotheek, het jeugd-huis. ‘Als iemand me vraagt waar ik als gewezen burgemeester fier op ben, dan ligt hier het antwoord. Dit is de erfenis van mijn bewind.’ Het zijn nagenoeg de woorden van Bart Somers over Mechelen.

Zitdag op de tribuneIn zijn vergelijking tussen minister en burgemeester brengt Philippe Mou-reaux nog een onderwerp aan dat in zo-wat elk gesprek naar boven komt: het menselijk contact. ‘Je leeft mee met de burgers van je gemeente, ook met hun miserie.’ Godelieve Devos, twee be-stuursperiodes burgemeester van Kor-

tenaken in de jaren zeventig en tachtig: ‘Gemeentepolitiek was voor mij altijd veel belangrijker dan mijn Kamerze-tel. Je staat als burgemeester of sche-pen veel dichter bij de mensen dan als volksvertegenwoordiger, en je kunt ook veel meer doen. (…) Als burgemeester

stond je in een dorp ook veel hoger aan-geschreven dan om het even welk par-lementslid.’

Sommige burgervaders hebben van het contact met de inwoners hun han-delsmerk gemaakt. Herman De Croo is alom gekend als de kampioen van het dienstbetoon. ‘Als je iemand geholpen hebt, kun je inderdaad hopen dat hij bij

“Een mix van manager, burgervader en pastoor, wellicht komt die omschrijving nog het dichtst in de buurt van wat een moderne burgemeester is.

advertentie

IS DEZE ADVERTENTIE WEL LEGAAL?

U staat er misschien niet bij stil, maar deze advertentie is onderhevig aan een pak wetgeving. Beeldmerken,

auteursrecht, plaatsing, nanciën... Meer dan u op het eerste gezicht zou vermoeden. Dat geldt eigenlijk

voor de wet in het algemeen. Alles hangt met elkaar samen, zeker bij steden en gemeenten. Dus kunt u maar

beter samenwerken met een partner die alle kennis in één huis heeft. Zelfs als het gaat om een advertentie.

Mechelsesteenweg 27 - 2018 Antwerpen - T +32 3 232 50 60 - E [email protected] - www.gsj.be

Speci ek voor overheden: ruimtelijke ordening - overheidsopdrachten en ppspersoneelsbeleid - overheidsaansprakelijkheid - administratief recht - grondgebiedszaken - milieu

Page 14: 2012Lokaal17-18

14 I 1 november 2012 I Lokaal

bestuurskracht

de volgende verkiezingen zijn dankbaar-heid zal tonen. Maar dat mes snijdt aan weerskanten. Heel vaak moet je mensen teleurstellen omdat ze onredelijke vra-gen stellen.’

Veel van zijn collega’s moeten niet voor hem onderdoen, uit bijna elk in-terview kan je de citaten zo wegpluk-ken. Burgemeester ben je zeven dagen op zeven, en 24 uur op 24. Op zondag, zo schrijft Erik Raspoet, houdt Ilse Uyt-tersprot zitdag op de tribune van Een-dracht Aalst. ‘Ook op straat of op feestjes word ik voortdurend aangesproken. Dat hoort bij mijn functie.’ En dat kan be-hoorlijk vermoeiend zijn voor een jonge burgemeester van Landen die een dagje wil uitwaaien aan de kust. ‘Als burge-meester word je overal herkend en beke-ken. (…) Soms wou ik dat ik mezelf kon klonen,’ verzucht Kris Colsoul. Zelfs als dienstbetoon je niet echt ligt, kun je er niet aan ontsnappen, zo getuigt Jan Van Leuven, tot voor kort burgemees-ter van Baarle-Hertog: ‘Ik ben zelf een koele minnaar van dienstbetoon, maar het helemaal afwijzen kan ik helaas niet.’

Marcel Belgrado uit Meise, met zijn tachtig jaar de oudste burgemeester van Vlaanderen, weet waarom hij het doet: ‘Kiezers zijn als klanten van een super-markt, je moet ze iedere dag verdienen. Mijn campagne is begonnen op de eerste dag van mijn lopend mandaat.’

Manager en/of burgervaderMaar moet een burgemeester niet veel meer manager zijn dan burgervader? Bart Somers vindt in elk geval van wel. ‘Aan representatiepolitiek doe ik niet. Recepties, pensenkermissen, lintjes doorknippen, daar heb ik echt geen tijd voor. (…) Burgemeester zijn, dat is vooral dossiers vreten en hollen van de ene vergadering naar de andere.’ Walter Ghekiere is het daar niet mee eens: ‘Ik was inderdaad een man van het volk, ik stond altijd op de eerste rij als er iets gebeurde. (…) Burgemeesters moeten tegenwoordig in de eerste plaats goe-de managers zijn. Ik trek dat in twijfel. Contact met de mensen blijft belang-rijk.’ En ook de Mortselse burgemeester Ingrid Pira nuanceert: ‘Men zegt vaak

dat een moderne burgemeester in de eerste plaats een manager moet zijn. Dat klopt, maar bij dit ambt komt zoveel meer kijken. Wat er ook gebeurt in een gemeente, er wordt automatisch naar de burgemeester gekeken. Echte rampen zijn me gelukkig bespaard gebleven (…). Maar ik ben wel al meermaals gebeld voor een zelfmoord.’

Lommel werd in maart van dit jaar wel getroffen door een catastrofe toen vijftien Lommelse kinderen en twee be-geleiders omkwamen bij een busonge-val in Zwitserland. Burgemeester Peter Vanvelthoven reisde met de radeloze ouders mee naar de plek van de ramp en kreeg van vriend en vijand lof voor zijn aanpak. ‘Ik was daar niet om de mensen te troosten. Het verdriet was zo immens, daar kon een buitenstaander niet tussenkomen. (…) Ik heb me op de achtergrond gehouden, in een dienende rol. Want hoezeer ook het verdriet alles overheerste, er moesten ook honderd-en-een dingen worden geregeld. Dat is waar ik me nuttig kon maken.’ Los van het drama in Zwitserland, stelt de Lommelse burgemeester vast dat de mensen niet zozeer meer naar zijn spreekuur komen om een gunst te vra-gen maar wel om hun verhaal te vertel-len. ‘Ze verlangen niet eens dat ik iets onderneem, ze willen alleen een luiste-rend oor. Zie me hier nu zitten, denk ik dan, precies een pastoor.’ Godelieve De-vos moet toegeven dat ze soms bloosde van gêne vanwege de verhalen die de mensen haar kwamen vertellen: ‘(…) ik kreeg alles te horen, tot en met de intieme slaapkamerdetails.’ Een mix van manager, burgervader en pastoor, wellicht komt die omschrijving nog het dichtst in de buurt van wat een moder-ne burgemeester is.

Sigaren en bierVeel burgemeesters komen in het boek van Erik Raspoet naar voren als echte controlefreaks. Ze nemen ‘s morgens persoonlijk alle post door, ze onderte-kenen alle uitgaande stukken zelf. Niets van wat in de gemeente gebeurt, ontgaat hun. Autoritaire trekjes zijn hun niet vreemd. En de verhalen hoe ze politieke

tegenstanders, zeker in de aanloop naar de verkiezingen of bij de coalitievor-ming, een loer draaien zijn legio. Boven-dien kijken ze er zonder uitzondering met genoegen op terug. Politiek is een harde stiel. Ingrid Pira kan er als geen ander over meespreken. Ook voor Ilse Uyttersprot mag de omgang best wat beschaafder verlopen: ‘Weet je waarover mijn maidenspeech in de gemeenteraad ging? Over het gebrek aan respect in de omgang tussen politieke partijen en te-genstanders. Ik ergerde me toen al aan persoonlijke aanvallen en verwijten in de politiek. Die tekst was visionair, want het is nadien alleen maar erger gewor-den in Aalst.’

Hoe hard het er soms ook aan toegaat, lokale politiek is ook zeer plezierig. Al is het allemaal wat minder geworden dan vroeger. Herman De Croo: ‘Wij waren de Natten, de fuifnummers die het hele jaar rondgingen en geld verteerden. De Drogen, die lieten zich alleen de laatste weken voor de verkiezingen op café zien. In feite ben ik altijd een Natte gebleven, want ik ga nog altijd graag en veel op café.’ Walter Ghekiere kijkt met heim-wee terug naar de gemeenteraden van vroeger. ‘De kist met sigaren ging rond, er werd bier geserveerd. Dat is vandaag onvoorstelbaar, het is allemaal doodse-rieus geworden, en er wordt alleen nog water gedronken.’ Ook in Baarle-Hertog gingen vroeger de Corps Diplomatiques rond tijdens de raad. Jan Van Leuven: ‘Besturen werd een techniek, een vak voor professionals. Die trend zette zich door tot in de raad. Dossierkennis werd steeds belangrijker, raadsleden gingen zich specialiseren. Op zich is dat alle-maal positief, maar ik mis soms de ge-zelligheid van vroeger.’ Marcel Belgrado kan dat alleen maar beamen. ‘Ach, wat hebben we plezier gemaakt in die dagen. Soms mis ik dat wel. Het is allemaal veel serieuzer geworden in de gemeentepo-litiek.’

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Erik Raspoet, Burgemeesters, Borgerhof en

Lamberigts, 2012

Page 15: 2012Lokaal17-18

EnErgy Forum, kEnnis- En discussiEplatForm voor ElkE EnErgiEproFEssionalOmdat het nog steeds onzeker is of de kerncentrales

Doel III en Tihange II heropstarten, stelt de overheid

noodplannen op om de winter door te komen zonder

black-outs. Om maar te zeggen: energie is een hot topic dat niemand onberoerd laat.

1500 EnErgiEmanagErsDaarom brengt Energy Forum 2012 op 14 en 15 november iedereen die professioneel met energie bezig is, samen in Brussels Expo. De slogan “Let’s talk energy” is niet toevallig gekozen: meer dan 1500 energie verantwoordelijken van industriële verbruikers, dienstenbedrijven, federaties en overheid verzamelen er om te netwerken, kennis op te doen in de seminaries en debatten, en hun ervaringen te delen.

oplossingEnU vindt er oplossingen voor bevoorradingszekerheid, betaalbaar heid en duurzaamheid. Ontdek ook de nieuwste technologiën en energiebesparende maatregelen tijdens thematische sessies en case studies van alle professionals die aan energie zijn gelieerd: producenten, ontwikkelaars, energieleveranciers, hernieuwbare en klassieke energiebedrijven, transport- en distributienetwerkbeheerders, energie-dienstenleveranciers (Esco’s), onderzoeksinstellingen, beleidsmakers op regionaal, federaal en Europees vlak, technologieondernemingen, consultants, advo-catenkantoren, studie- en engineeringbureaus, certificatiebedrijven en financiële instellingen. Voor het volledige programma, surf naar www.energy-forum.be.

EnErgyF rumlEt’s talk EnErgy

komt Er EEn black-out?

diEpgaandE dEbattEn En nEtwErkingmomEntEnIn een aantal diepgaande debatten worden tijdens het

forum de hete hangijzers van de energiesector aangepakt

door gerenommeerde gastsprekers. Op 14 november

staat het debat “20-20-20: will Belgium meet its Energy &

Climate targets?” op de agenda. Behalve staatssecretaris

Melchior Wathelet en technisch directeur Dominique

Woitrin van energieregulator Creg, zal Sara Van Dyck,

beleidsmedewerker energie en klimaat bij BBL de stem van

de milieu-organisaties vertegenwoordigen.

Op 15 november kijken we naar de toekomstige energiemix

in België. Welke rol zullen de hernieuwbare en primaire

energiebronnen hier gaan spelen, nu de toekomst van

nucleaire energie steeds onzekerder wordt. Greenpeace

zal hier in debat gaan met Febeliec en ODE en EDORA, de

gewestelijke federaties voor de sector van hernieuwbare

energie.

Aan het gesprek over het hyperactueel thema als “Will

the lights go out? The fear of power cuts” nemen een

vertegenwoordiger van hoogspanningsnetbeheerder Elia,

ook Peter Claes van grootverbruikersfederatie Febeliec en

Marc Van Den Bosch, managing director van de federatie

van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven (FEBEG)

en Alex Polfliet deel. We garanderen u: mocht het licht dan

uitgaan, dan weet u tenminste hoe dat komt.

praktischE inFo14 november (12u tot 20u) en 15 november (10u-18u) Brussels Expo

tickEts: 75 euro (online: www.energy-forum.be) en 95 euro (aan de kassa). Ticket is inclusief beursbezoek en deelname aan alle seminaries en debatten.

publi_EF.indd 1 15/10/12 16:12

advertentie

Page 16: 2012Lokaal17-18

16 I 1 november 2012 I Lokaal

bestuurskracht financieel beleid

Gezien het feit dat de OOV een belasting op wo-ningbezit is, is dit een relevante vraag voor het lokale woonbeleid. Is het

denkbaar dat een selectieve verlaging van de OOV-tarieven specifieke groepen van burgers aantrekt naar een gemeen-te? Kan een gemeente er zo voor zor-gen dat kandidaat-kopers voor wijken of buurten opteren die ze anders niet in aanmerking zouden nemen? Voor een aantal centrumsteden is deze vraag nog om andere redenen van belang. De bevolkingsmix en de inkomenssamen-stelling zijn immers bepalend voor de evolutie van het objectief belastingver-mogen. Als verlaagde tarieven meer tweeverdieners of hogere inkomens kunnen aantrekken, dan kan dat een verbreding van de belastinggrondslag van de personenbelasting veroorzaken. Actieve burgers met een gemiddeld ho-ger inkomensniveau zullen verder ook beter in staat zijn hun woning te reno-veren en deze opwaardering van het on-roerend goed zal zich op termijn ook blijvend vertalen in hogere kadastrale inkomens en dus ook in hogere OOV-ontvangsten.

In opdracht van het Agentschap Bin-nenlands Bestuur-Team Stedenbeleid onderzocht een team van de Hogeschool

Gent en de VUB in 2011 wat het sturings-potentieel van de OOV is en hoe een se-lectieve verlaging van de OOV in de centrumsteden de fiscale inkomsten in hetzelfde belastingjaar zou beïnvloeden.

Gelijke opcentiemen of niet?De OOV is een zogenaamde surchar-ge tax: de gemeentelijke opcentiemen vormen een belasting op de onroerende voorheffing die verschuldigd is aan de Vlaamse overheid. Toch is het veeleer een lokale belasting dan een regionale: de eigenaar betaalt ze in de gemeente waar het onroerend goed gelegen is en de opcentiemen zijn door de gemeente vrij te bepalen.

Op dit ogenblik zijn de gemeentelijke opcentiemen van Vlaamse gemeenten nog gelijk voor alle belastingplichtigen. In mei 2006 lanceerden enkele Vlaamse parlementsleden een voorstel van de-creet om een differentiatie van de OOV mogelijk te maken. Aanleiding was het memorandum van de VVSG voor de Vlaamse verkiezingen van 2004 en de opname ervan in het Vlaamse regeerak-koord. In 2007 werd het voorstel echter ingetrokken na een negatief advies van de Raad van State, waaruit bleek dat de binnengemeentelijke differentiatie van de OOV geen Vlaamse bevoegdheid is.

Dit betekent echter niet dat differentiatie wettelijk of technisch onmogelijk is. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is al geëxperimenteerd met een gedifferenti-eerde vastgoedbelasting voor de kopers van de eigen woning. In Evere, Etter-beek, Ukkel en Sint-Lambrechts-Wolu-we werd de al opgelegde OOV terugbe-taald. Dit komt dus neer op de tijdelijke invoering van een nultarief. Evere be-taalt gedurende maximaal drie aanslag-jaren de gemeentelijke opcentiemen vol-ledig terug aan gezinnen die een eerste woning gebouwd of gekocht hebben of belangrijke renovatiewerken aan een eerste woning uitgevoerd hebben tussen 1 januari 2003 en 31 december 2007. Et-terbeek biedt gedurende maximaal vijf jaar een terugbetaling van 50% van de OOV. Die krijgen personen die een wo-ning gekocht of gebouwd hebben vanaf 1 januari 1999. Vanwege de uitzonder-lijk hoge vastgoedprijzen in Ukkel geldt er een vestigingspremie voor jongeren, gelijk aan de OOV van drie aanslag-jaren voor personen van 18 tot 40 jaar (Ukkel). De gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe hanteert een progressief terug-betalingstarief van de OOV gedurende zeven jaar voor een nieuw aangeschaf-te of gebouwde woning. Het eerste jaar wordt er 30% gecompenseerd. Het te-rugbetaalde bedrag stijgt jaarlijks met

Kan differentiatie van de OOV het lokale woonbeleid ondersteunen?Wie in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen zijn gemeente financieel wilde positioneren, kon in de vele rapporten de opcentiemen onroerende voorheffing (OOV) vergelijken. De OOV levert de gemeenten immers zeer veel middelen op: in 2011 was dat 44% van de totale lokale belastingen. Gemiddeld beschikken de besturen over 286 euro per inwoner via deze heffing. Net als de aanvullende personenbelasting genereert de OOV dus belangrijke inkomsten, maar kan ze ook als een sturingsinstrument ingezet worden?

tekst carine smolders beeld stefan dewickere

Page 17: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 17

10 procentpunten tot 90% in het zevende jaar. De voorwaarden voor de terugbe-taling zijn overal wel stringent, wat zich vertaalt in een vrij beperkt bereik.

Stimulans of niet?Om te beoordelen of de OOV de verhuis-beslissing werkelijk kan beïnvloeden werd in de studie eerst de buitenlandse wetenschappelijke literatuur gescreend. Die wijst uit dat de lokale vastgoedfisca-liteit zelden de instroom van inwoners bevordert. De lokale heffingen kunnen

mensen wel aanzetten om te vertrekken, maar ze zijn niet determinerend bij de keuze van een nieuwe verblijfplaats. En-kel maatregelen die zeer duidelijk afge-stemd zijn op een specifiek doelpubliek en die voldoende zichtbaar zijn, kunnen de verhuisneiging beïnvloeden. Belang-rijk is ook de omvang van de fiscale prik-kel. Om die te kwantificeren werd in de studie vertrokken van de KI’s van alle verkopen in de centrumsteden zoals ge-registreerd door de FOD Financiën. In totaal zijn de berekeningen gebaseerd op 19.475 transacties waarvoor het ka-

dastraal inkomen vermeld werd. Voor elke transactie werd met de OOV-tarie-ven die in 2010 in de centrumsteden van toepassing waren, de te betalen OOV berekend. Om vergelijkbaarheid met an-dere fiscale voordelen (zoals het klein beschrijf) toe te laten werd de OOV uit-gedrukt als een procent van de verkoop-prijs. Verder werden de transacties van appartementen en woonhuizen onder-scheiden. Aparte berekeningen werden gemaakt voor woningen die met 5% re-gistratierechten verkocht worden (het klein beschrijf) en andere woningen. Ten slotte werd een analyse gedaan op die transacties die nog net betaalbaar zijn voor een tweeverdienergezin met twee kinderen dat een hypotheek wenst te nemen. In de studie wordt het maxi-male voordeel berekend. Dit impliceert dus een volledige terugbetaling of vrij-stelling van de OOV voor de kandidaat-kopers.

De analyses voor elk van de centrum-steden wijzen uit dat nergens een gemid-deld voordeel van meer dan 1% van de verkoopprijs genoten kan worden. Het gemiddeld voordeel stijgt per gemid-delde transactie zelden uit boven de 500 euro per jaar (behalve in Oostende). Duidelijke verschillen tekenen zich af tussen appartementen en woonhuizen. Appartementen worden vaker geken-

Lokale vastgoedfiscaliteit bevordert zelden de instroom van nieuwkomers.

Van een eenmalige differentiatie van de OOV mag geen grote impact op de stadsvlucht verwacht worden. Het is zeer de vraag of kandidaat-kopers zich hierdoor zullen laten leiden bij hun woningkeuze.

Page 18: 2012Lokaal17-18

18 I 1 november 2012 I Lokaal

bestuurskracht financieel beleid

merkt door hogere KI’s en worden vaker verkocht tegen het 10% tarief registra-tierechten. Daardoor loopt het voordeel op, als aan deze categorie een maximale vrijstelling toegekend wordt. Aangezien kleinbeschrijfwoningen doorgaans ge-kenmerkt worden door lagere KI’s, is ook het voordeel van een terugbetaling van de OOV doorgaans beperkter voor

deze woningen dan voor de overige. Om een effect te sorteren moet een vrijstel-ling dus voor een langere periode gelden (vijf tot tien jaar).

Anderzijds zou het combineren van de premies met een vrijstelling van de OOV de sturingskracht wel kunnen verhogen. De steden reiken immers tal van premies uit voor renovatie, vergroenen van de energiekarakteristieken van de woning en verbeteren van de isolatie. In de stu-die wordt het belang van deze premies gekwantificeerd en de waarde van een

combi-pakket duidelijk gemaakt. Be-langrijk is wel dat het bereik in belang-rijke mate bepaald wordt door transpa-rante communicatie over de voordelen en dat tegenover de belangrijkste pre-mies ook een belangrijke uitgave voor de subsidieontvanger staat, wat een bij-komende drempel kan vormen voor de verwerving van een woning.

Niet gratis Het toekennen van een vrijstelling van de OOV kost de gemeente uiteraard ook geld. Om een benadering van gederfde OOV-ontvangsten te geven die een der-gelijke fiscale prikkel veroorzaakt, werd de hypothese gehanteerd dat 10% van de verkopen in de centrumstad aan klein beschrijf gedurende een jaar zouden worden vrijgesteld van de OOV. De ef-fecten van een dergelijke, eerder beperk-te ingreep zijn meteen vrij substantieel voor verschillende centrumsteden. Voor

Roeselare zou daardoor meer dan 4% van de ontvangsten verdwijnen, terwijl slechts dertig nieuwe inwoners hiervan zouden kunnen genieten. In Mechelen zou dit resulteren in 4,77% minderin-komsten. In totaal begunstigt de maat-regel hier dan 57 kopers.

Gegeven de resultaten van de studie mag van een eenmalige differentiatie van de OOV geen grote impact op de stadsvlucht verwacht worden. Zelfs al wordt aan een selectieve groep van ko-pers de totale OOV kwijtgescholden of terugbetaald, dan nog is het voordeel eerder beperkt en het is zeer de vraag of kandidaat-kopers zich hierdoor zullen laten leiden bij hun woningkeuze. Spe-cifieke woningkarakteristieken, buurt-kenmerken en de beschikbaarheid van betaalbaar woonkrediet zijn veel be-langrijkere parameters. Enkel indien een vrijstelling geruime tijd volgehou-den wordt of gecombineerd met lokale premies, zal de prikkel voldoende groot zijn om kandidaat-kopers te doen kie-zen voor een specifieke centrumstad. Maar dan zijn de kosten voor de ge-meente niet te onderschatten.

Carine Smolders is hoogleraar in de fiscaliteit

aan de UGent

Het toekennen van een vrijstelling van de OOV kost een gemeente ook geld. Zelfs een eerder beperkte ingreep heeft een vrij substantiële impact op de gemeentelijke ontvangsten.

Impact vrijstelling op de totale stedelijke OOV van 10% verkopen aan klein beschrijf

Stad N= 10% verkopen klein

beschrijf

Aandeel vrijstell-ing in totale OOV

Aalst 33 3,04%

Antwerpen 181 1,82%

Brugge 41 2,46%

Genk 18 3,39%

Gent 105 2,54%

Hasselt 18 1,97%

Kortrijk 30 2,40%

Leuven 18 0,93%

Mechelen 57 4,77%

Oostende 28 1,78%

roeselare 30 4,31%

Sint-Niklaas 26 2,54%

turnhout 21 3,55%

Gemiddelde stedelijke OOV in euro en Gemiddelde als % van de verkoopprijs

0,60%

Gemiddelde stedelijke OOV in € Gemiddelde als % van de verkoopprijs

600,00

700,00

0,50%

500,00

400,00

0,40%

300,000,30%

200,000,20%

100,00 0,10%

0,00 0,00%

0,60%

Gemiddelde stedelijke OOV in €

Gemiddelde als % van de verkoopprijs

600,00

700,00

0,50%

500,00

400,00

0,40%

300,00

0,30%

200,000,20%

100,00 0,10%

0,00 0,00%

Aalst

Antwer

pen

Brugg

e

Genk

Gent

Hasse

ltKor

trijk

Leuve

nM

echele

nOos

tende

Roese

lare

Sint-Nikl

aas

Turn

hout

Aal

st

Ant

wer

pen

Brug

ge

Genk

Gent

Has

selt

Kort

rijk

Leuv

en

Mec

hele

n

Oos

tend

e

Roe

sela

re

Soin

t-N

ikla

as

Turn

hout

Page 19: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 19

special onteigeningen

Onteigenen met respect voor de bewoners

Page 20: 2012Lokaal17-18

20 I 1 november 2012 I Lokaal

Het filmpje

vindt u op www.vvsg.be.

‘ Onteigening is het ultieme middel.’

De intercommunales WVI en Leiedal spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen van bedrijventerreinen voor de West-Vlaamse gemeenten. Ze zijn experts in de aankoop van gronden in der minne, ze hebben de gerechtelijke onteigening in de vingers. ‘De kennis over onteigening is weggeëbd bij de gemeenten. Ze moeten expertise inhalen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een gemeente voor de rechtbank wordt overklast door de specialisten van de tegenpartij.’

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

S teven Vanassche is coördinator project-ontwikkeling bij Leiedal, de streekont-wikkelingsintercommunale van dertien Zuid-West-Vlaamse gemeenten. Project-ontwikkeling in de schoot van Leiedal gaat

voornamelijk over de aanleg van bedrijventerreinen en gemengde stadsontwikkelingsprojecten. Johan Proot coördineert de cel bedrijfshuisvesting bij WVI, die 54 West-Vlaamse gemeenten groepeert. Die cel ontwikkelt en beheert bedrijventerreinen. ‘Vroeger waren we voor-al bezig met nieuwe terreinen, nu wordt de reconversie van bestaande ruimten steeds belangrijker,’ zegt Johan Proot. ‘Denk aan de omvorming van een oude kazerne tot een KMO-zone of aan de reconversie van de site van de suikerfabriek in Veurne. Het gaat altijd over het creë-ren van ruimte voor economische activiteit.’

En daarin is het aspect onteigening zeer belangrijk.Johan Proot: ‘Ja, maar het is maar één van de instru-menten waarover we beschikken. Het is het ultieme middel, als het niet anders kan. We doen eerst alles om tot een aankoop in der minne te komen. Toch is een stok achter de deur noodzakelijk. Als overheid leg je immers een pak middelen voor lange tijd vast om een project te realiseren. Je moet ook zeker kunnen zijn dat je op het einde van de rit kan landen’

Welke zijn de stappen die u samen met de gemeenten zet?Steven Vanassche: ‘Als een gebied in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aangeduid wordt als bedrij-

venterrein, dan is het aangewezen om daarvoor vrij snel een onteigeningsplan te maken. Daarmee geeft de ge-meente een signaal aan de eigenaars dat ze zal overgaan tot de aankoop van de gronden in de zone. In eerste in-stantie willen we de eigendommen in der minne aanko-pen. Dat lukt in 95 procent van de gevallen. Wat houdt dat in? We laten het Comité van Aankoop een schatting van de waarde maken. Het comité is een neutrale in-stantie, het is regionaal georganiseerd en heeft dus een goed beeld van de streek en de gangbare prijzen. Het belangrijkste voor ons is niet een zo laag mogelijke prijs betalen, maar een correcte prijs. Op basis van die schat-ting onderhandelen we met de eigenaar van een grond. Als er een woning mee gemoeid is, verlopen de gesprek-ken doorgaans moeilijker. Dat is logisch. We proberen dan bijvoorbeeld met de eigenaar overeen te komen dat hij er nog een tijd kan blijven wonen. Soms geraken we er niet uit, en dan is meestal de prijs het probleem. In dat geval gaan we over tot een gerechtelijke onteigening. Eventueel kan voor de rechtbank een spoedprocedure worden opgestart. Daardoor worden we vrij snel eige-naar van de grond, terwijl de discussie over de prijs kan voortgaan. Het kan lang duren voordat die procedure volledig is afgerond. Vrederechter, eerste aanleg, hof van beroep, dat kan tot twintig jaar gaan.’

Johan Proot: ‘Een heel specifiek probleem zijn de land-bouwbedrijven. Dan is niet alleen de grond of de wo-ning van de landbouwer in het geding, maar ook zijn broodwinning, zijn leven. We hebben een reeks instru-menten ontwikkeld om een verwerving in der minne

special onteigeningen interview Steven Vanassche en Johan Proot

Page 21: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 21

‘De gemeente beslist, wij komen pas in actie als zij dat vraagt. En dan zijn we eigenlijk het verlengstuk van de gemeente. Als we iets doen, is het alsof het door de gemeente wordt gedaan.’

Page 22: 2012Lokaal17-18

22 I 1 november 2012 I Lokaal

mogelijk te maken. In de gesprekken met de landbou-wer kijken we niet alleen naar de waarde van de grond en de gebouwen, we brengen ook zijn bedrijfseconomi-sche situatie in kaart. Hoe staat het bedrijf ervoor? Wat zijn de perspectieven? Hoe oud is de landbouwer? Is er een opvolger? Daarop proberen we een gepast antwoord te bieden. We leggen bijvoorbeeld zelf grondenbanken aan. Die kunnen we dan ruilen voor de gronden van de landbouwer die we onteigenen, zodat hij zijn bedrijf kan voortzetten. We hebben zelfs al een volledige hoeve gekocht voor een onteigende landbouwer.’

Gebeuren alle schattingen nog door het Comité van Aankoop of schakelt u ook erkende landmeters in?Steven Vanassche: ‘Wij doen enkel in zeer specifieke ge-vallen een beroep op zelfstandige schatters. En dan nog vragen we het visum van het Comité van Aankoop.’

Johan Proot: ‘Wij hebben een raamcontract met een erkend landmeter, vooral voor gronden waar vastgoed op staat. Die schattingen vragen veel tijd, sommige comités hebben daar onvoldoende mankracht voor. Het comité viseert wel de schattingen van de landme-ter. Daarnaast heeft WVI ook twee aankopers in dienst voor het traject van de aankoop in der minne. Vroeger begeleidde het comité de gemeenten in de onderhande-lingen met de eigenaar, nu doen onze aankopers dat.’

Welke rol speelt de intercommunale bij onteigeningen, hoe is de taakverdeling met de gemeente geregeld?Steven Vanassche: ‘Met onze vennoten, de gemeenten, is afgesproken dat ze ons kunnen inschakelen voor de bedrijventerreinen die ze willen ontwikkelen. Zij ne-men de beleidsbeslissingen, zij leggen de bestemming van een zone vast.’

Johan Proot: ‘De gemeente beslist, wij komen pas in actie als zij dat vraagt. En dan zijn we eigenlijk het ver-lengstuk van de gemeente. Als we iets doen, is het alsof het door de gemeente wordt gedaan.’

U zei dat een gemeente snel na het vastleggen van de bestemming van een zone een onteigeningsplan

moet hebben. Waarom is dat belangrijk?Steven Vanassche: ‘De overheid geeft daarmee aan dat ze tot de procedure van onteigening zal overgaan indien nodig. Dat is psychologisch belangrijk, om de mensen duidelijk te maken dat de overheid een project echt wil realiseren en daartoe gronden wil verwerven. Als ei-genaars voelen dat het vastleggen van de bestemming veeleer vrijblijvend is omdat de overheid geen ontei-geningsplan opmaakt en dus geen stok achter de deur heeft, dan zorgt dit voor onzekerheid en voor een moei-zamer verloop van de onderhandelingen in der minne.’

Johan Proot: ‘Alles begint met een beleidskeuze. De overheid beslist dat ze iets wil gerealiseerd zien dat voor haar beleid van algemeen en strategisch belang is: een project van publieke functies, een belangrijk stadsontwikkelingsproject, een reconversieproject, een bedrijventerrein. Ofwel gaat de gemeente zelf voor die realisatie, ofwel doet ze een beroep op een van haar ver-lengstukken, ofwel kiest ze voor een PPS-formule. Bij een bedrijventerrein wil ze dat er gronden ter beschik-king komen voor ondernemingen. Als ze die keuze maakt, moet ze daar snel mee naar buiten komen, om twee redenen. Om, zoals Steven zegt, eigenaars over de brug te halen. Maar ook om ervoor te zorgen dat alle eigenaren in het gebied op een gelijke wijze worden behandeld. Er is een zekere schaarste aan bedrijven-terreinen. Als je de beste stukken van de taart, zoals gronden die het dichtst bij de weg liggen, zou laten ver-kopen aan derden dan ontstaat een dynamiek die niet overeenkomt met de dynamiek die de gemeente voor ogen heeft voor het volledige gebied. Je kan dan tot een situatie komen waarbij er geen sprake meer is van een globale ontwikkeling en een in gelijke mate bijdragen aan de realisatie van groenbuffers, van waterbuffering, van veilige fietspaden door de zone enzovoort. Door de snelle opmaak van een onteigeningsplan geef je te ken-nen dat het algemeen belang primeert, dat je vast van plan bent het project als een geheel te realiseren en dat je zal overgaan tot onteigening, als het moet langs ge-rechtelijke weg.’

Waar moet een lokale overheid nog oog voor hebben als ze het instrument van onteigening wil inzetten?Johan Proot: ‘Ze moet voldoende expertise in huis hebben of die op tijd extern inkopen. De procedures en de wetgeving zijn behoorlijk ingewikkeld. Voor de administratieve fase, die dient om van Vlaanderen een onteigeningsmachtiging te verkrijgen, bestaan er ver-schillende procedures, afhankelijk van de regelgeving waaronder ze vallen. Ook de gerechtelijke fase vraagt veel knowhow. Gemeenten die misschien maar eens in de tien of twintig jaar met zo’n dossier te maken heb-ben, kunnen die kennis niet hebben. Private partijen

Johan Proot: ‘Een overheid kan speculatieve ontwikkelingen in de kiem smoren door de snelle opmaak van een onteigeningsplan. Daarmee geeft ze te kennen dat het algemene belang primeert.’

special onteigeningen interview Steven Vanassche en Johan Proot

Page 23: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 23

laten zich juridisch bijstaan door specialisten. Daarom raad ik lokale besturen aan bijstand te zoeken vanaf het ogenblik dat ze aan onteigening denken en de motive-ring beginnen uit te schrijven. Overleg meteen met het Agentschap Binnenlands Bestuur dat de machtiging moet geven. Je kan bijvoorbeeld ook een beroep op de intercommunale. Wij zijn specialisten in deze materie, we volgen de wetgeving, de rechtsleer en de rechtspraak nauwgezet op, we laten ons bijstaan door specialisten en gespecialiseerde advocatenkantoren.’

Steven Vanassche: ‘De voorbereiding van het dossier en een goede motivering zijn van cruciaal belang.’

Johan Proot: ‘De kennis over onteigeningen zat vroeger hoofdzakelijk bij het Comité van Aankoop, dat begeleid-de gemeenten in de voorbereidende fase. Nu sommige comités die taak niet meer kunnen opnemen wegens een gebrek aan mankracht, is er een vacuüm op het niveau van de gemeenten. De specialisten van de tegenpartij overklassen de overheid soms op het gebied van kennis.’

Wat zijn de grootste knelpunten in de regelgeving?Steven Vanassche: ‘Wat mij het meest stoort, zijn de grote verschillen in prijswaardering in de gerechtelijke procedure. Doorgaans hangt een vrederechter een veel hogere prijs vast aan een grond of een goed dan de be-roepsrechtbank, in extreme gevallen zelfs tot tien keer zo hoog. Dat begrijp ik niet. Dat leidt tot menselijke drama’s. Iemand kan een grote som krijgen voor zijn grond, veel meer dan de mensen die ingingen op een re-geling in der minne, maar tien jaar later plots al dat geld moeten terugbetalen met wettelijke intrest. De wetge-ver zou veel beter moeten omschrijven hoe de waarde van een grond geschat moet worden. Ook in de admi-nistratieve fase zijn er dingen die de wetgever beter kan regelen, zoals de motivering van de hoogdringend-heid. Als de gemeente wil onteigenen om een gevaarlijk kruispunt herin te richten, dan kan ze bijvoorbeeld de ongevallencijfers voorleggen om de hoogdringendheid te motiveren. Dat is relatief eenvoudig. Voor de realisa-tie van bedrijventerreinen is de motivering van hoog-dringendheid, indien strikt geïnterpreteerd, moeilijker. Wil een gemeente een aanbodbeleid voeren, dan moet ze nu een voorraad aan terreinen kunnen aanleggen om pas over vier, vijf jaar nog over voldoende bouwrijpe gronden te beschikken. En dus is het niet altijd eenvou-dig om de hoogdringendheid in de strikte zin aan te tonen, ook al is de verwerving vanuit beleidsstandpunt nodig. Dat levert altijd discussies met de administratie en voor de rechtbanken op.’

Johan Proot: ‘De administratieve fase in de procedure wordt beheerst door Vlaamse regelgeving. Afhanke-

lijk van het soort onteigening geldt de Vlaamse Co-dex Ruimtelijke Ordening of de regelgeving op de eco-nomische expansie of nog andere regelgeving. Dat is erg ingewikkeld. De doorlooptijd om de onteigenings-machtiging te verkrijgen is wel korter geworden. En het Agentschap Binnenlands Bestuur staat open om de ge-meenten te begeleiden. Dat is een positieve evolutie. De gerechtelijke fase wordt beheerst door federale wetten uit de negentiende eeuw en uit 1962. Die zijn niet meer aangepast aan onze tijd. Een probleem is dat men in ie-dere fase van de gerechtelijke procedure – voor de vre-derechter, de rechtbank van eerste aanleg en het hof van beroep – de gegrondheid van de onteigening kan aan-vechten. Dat er discussie is over de prijs van een grond of een goed is normaal. Er kunnen altijd elementen zijn die

een overheid over het hoofd heeft gezien. Maar als ook de gegrondheid voor de onteigening aangevochten kan blijven worden, en dat gebeurt doorgaans juist om een hogere prijs te verkrijgen, dan blijft de onzekerheid voor de overheid aanslepen. Soms wordt de onteigening ver-nietigd als de overheid het terrein al heeft ontwikkeld.’

Als het Vlinderakkoord wordt uitgevoerd, komt die nu nog federale wetgeving naar Vlaanderen. Is dat een goede zaak?Steven Vanassche: ‘Het is in elk geval een unieke kans om de oude wetgeving te verbeteren.’

Johan Proot: ‘Ik hoop dat er geluisterd wordt naar de lokale besturen. Onteigening covert een breed spec-trum aan activiteiten. Vlaanderen zelf onteigent vaak. Denk aan het Agentschap Wegen en Verkeer. Maar dat gaat over lijninfrastructuur en dat is niet te vergelijken met onteigeningen voor een bedrijventerrein of voor een project van stadsontwikkeling. Vlaanderen moet dus ook luisteren naar de gemeenten en geen regelge-ving schrijven in functie van de grote Vlaamse infra-structuurwerken. Als ze de gemeenten erbij haalt, dan kunnen we inderdaad spreken over een unieke kans.’

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Steven Vanassche: ‘Er zijn grote verschillen in prijswaardering in

de gerechtelijke procedure. De wetgever zou veel beter moeten omschrijven

hoe de waarde van een grond geschat moet worden.’

Page 24: 2012Lokaal17-18

24 I 1 november 2012 I Lokaal

Onteigenen met een menselijke touchEnkele lessen en suggesties uit de Vlaamse praktijk

Goed georganiseerd kan een ont-eigening redelijk vlot, met suc-ces, met een behoorlijk begrip vanwege de onteigende en zon-

der al te veel pijnlijke naweeën verlopen. Dan kan het geplande project zonder al te veel vertraging en tegenkanting door-gang vinden. Een goed plan doet veelVeel gemeentelijke projecten van stads-vernieuwing, parkuitbreiding of fiets-padaanleg starten vanuit een ruimte-lijk uitvoeringsplan (RUP). Dat kadert de ingreep in zijn context en omgeving, en ordent hem. Wanneer er verwerving voor nodig is, wordt er vaak een ontei-geningsplan aan dat RUP gehangen. Het is erg belangrijk dat het RUP de voor-delen van de ingreep voor de samenle-ving goed aangeeft; dat maakt het voor mensen wier grond of huis ervoor wordt verworven makkelijker deze ingrijpende gebeurtenis te begrijpen en te aanvaar-den. Even belangrijk is dat ontwerper en gemeentebestuur bij de opmaak van het RUP doordacht zoeken naar oplossin-gen die grote ruimtelijke kwaliteit heb-ben en goed zullen functioneren, maar waarbij verwerving of onteigening tot een echt noodzakelijk minimum be-perkt is. Bedenk daarbij dat een mooi gebogen lijn in het plan, om bepaalde

huizen heen, even goed kan werken als een rechte lijn waarvoor die huizen weg moeten.

Evident verkrijgt een goed ruimtelijk plan draagvlak bij bewoners en andere betrokkenen wanneer er tijdig met we-derzijdse inbreng over gecommuniceerd wordt. Deze communicatie gaat uiter-aard vooral over de hoofdlijnen van het plan en over het feit dat er verwervingen nodig zullen zijn, maar nog niet over al-lerlei (nog uit te werken) details. In de betere voorbeelden wordt ook een helde-

re relatie tussen het RUP en het gemeen-telijk ruimtelijk structuurplan gelegd.

Verwervingen parallel voorbereidenZodra het plan meer vaste vorm aan-neemt en het duidelijk is welke panden, percelen of perceeldelen de gemeente zeker zal moeten verwerven om het te kunnen uitvoeren, kan parallel met de verdere planvorming en -procedure de

effectieve voorbereiding van de verwer-ving starten. Opnemen of vastleggen van een budget in de begroting is daar-bij een belangrijke stap. Het creëert ge-loofwaardigheid.

Het uitwerken van een sluitende mo-tivering voor de verwerving is cruciaal; deze moet het maatschappelijk belang van de ingreep en de noodzaak van ver-werving duidelijk aantonen. Als de ver-werving snel moet gaan, moet ook die hoogdringendheid gemotiveerd worden.

Voordat het RUP voorlopig wordt aan-vaard, vindt gerichte communicatie met de betrokken eigenaars (en bewo-ners) plaats zodat zij, uit de eerste hand en voordat het nieuws in de krant ver-schijnt, de correcte informatie over het project en de verwerving vernemen. Het best kan dan al de inschakeling van een bemiddelaar of van eventuele bijzondere begeleidingsmaatregelen worden aange-kondigd.

Dan starten de officiële schattingen. De inschakeling van het Comité van

Aankoop (een dienst van de FOD Fi-nanciën) en een van zijn commissaris-sen is de meest gebruikte methode om tot een officieel schattingsverslag te ko-men. De opmaak daarvan kan echter, door de beperkte menskracht bij de Co-mités, enkele maanden tot enkele jaren in beslag nemen. De gemeente kan de procedure bespoedigen door een goed administratief dossier met alle nodige

“Een sluitende motivering moet het maatschappelijk belang van de ingreep en de noodzaak van verwerving duidelijk aantonen.

special onteigeningen bemiddeling

Bij veel projecten in gemeenten komt verwerving van gronden of panden kijken. Onteigening is daarbij een onpopulair, maar soms noodzakelijk middel. Vaak stranden mooie ontwikkelingsprojecten omdat de onteigening van een cruciaal onderdeel misloopt. De recente veranderingen in de onteigeningsprocedures zijn een goede aanleiding om deze materie te verduidelijken en daarbij ook lessen te trekken uit meer omvangrijke verwervingsprocessen zoals in de Vlaamse zeehavens.

tekst jan baelus en guy vloebergh beeld gf

Page 25: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 25

gegevens aan het Comité te bezorgen en door goede contacten met de com-missarissen te onderhouden. De schat-ting en zeker het schattingsverslag zijn belangrijk, want ze bepalen in de regel de maximumprijs die de gemeente mag geven. Sommige gemeenten of stadsont-wikkelingsbedrijven doen liever een be-roep op een private schatter of, bij gro-tere projecten, op een triumviraat van erkende schatters. Dat is dan een trio van een schatter van de gemeente, een van de onteigende en een derde die ge-zamenlijk gekozen wordt; gemeente en onteigende erkennen dan vooraf dat ze het prijsvoorstel van dit trio zullen vol-gen. Wanneer schatters voldoende in de gemeente actief zijn en ze dus een goed zicht op de markt hebben, komen hun schattingen redelijk goed overeen met die van het Comité.

De belangrijke rol van een bemiddelaarOnteigening van de eigen woning of het eigen bedrijfspand raakt mensen diep en

dwingt hen buiten hun wil om tot een wending in hun leven; dikwijls heeft dit ook gevolgen op familiaal vlak of voor hun verdere professionele leven. In elk geval is het bericht onteigend te zullen

worden het begin van een onzekere pe-riode. Onteigenden verdienen dus een respectvolle behandeling, duidelijke informatie, de nodige tijd om zaken te verwerken of nieuwe stappen voor te bereiden, maar tegelijk ook de nodige voortgang zodra er beleidskeuzen zijn gemaakt en begeleiding in het doorlo-pen van het kluwen aan keuzepunten en procedures die te maken hebben met de

verkoop, met het zoeken en vinden van iets nieuws. Als ze hierbij kunnen te-rugvallen op een vakbekwame vertrou-wenspersoon kan dat een stevige steun zijn: een bemiddelaar die de onteigen-

den begeleidt en zo zorgt dat zij die hele overgang zo goed mogelijk in de hand houden en dat de verwerving voor het overheidsproject tegelijk goed vlot. De rol van de bemiddelaar is belangrijk en tegelijk moeilijk: zowel vertrouwen ge-ven als zorgen dat een harde boodschap duidelijk overkomt en begrepen wordt. In de meeste gevallen is deze rol wegge-legd voor iemand anders dan de com-

“Voordat het RUP voorlopig wordt aanvaard, vindt gerichte communicatie met de betrokken eigenaars en bewoners plaats zodat zij, uit de eerste hand en voordat het nieuws in de krant verschijnt, de correcte informatie over het project en de verwerving vernemen.

Lieve Verfaillie bemiddelt bij onteigeningenAls bemiddelaar bij Vlaamse infrastructuurprojecten van het depar-tement Mobiliteit en Openbare Werken zoekt Lieve Verfaillie gedu-peerde bewoners, zelfstandigen en landbouwers op. Nu is ze bezig in de haven van Antwerpen en Gent. Het is haar taak om de visie achter de werken uit te leggen, maar vooral ook om alle procedures zo helder mogelijk te vertalen: ‘Mensen die te horen krijgen dat hun huis, bedrijf of grond wordt onteigend, verkeren in grote onzeker-heid. Met een persoonlijk gesprek bereik je evenveel en zelfs nog meer dan met een informatievergadering of een informatieblaadje,’ zegt Lieve Verfaillie. ‘Tijdens een huisbezoek zie ik meteen of mijn gesprekspartner alles begrijpt.’Ze is heus niet altijd welkom, maar dan laat ze haar kaartje achter zodat de mensen haar toch kunnen bereiken als ze vragen heb-ben of informatie zoeken. Ze vindt het perfect te begrijpen dat de mensen soms wantrouwig tegenover haar staan: ‘Ik word afgevaar-digd door hetzelfde departement dat hen onteigent.’ Op vraag van de Vlaamse Regering maakt ze een sociaal begeleidingsplan op met maatregelen voor de getroffen bewoners. En ze helpt hen ook een nieuwe woonst te zoeken of landbouwgrond. Meer info: www.mow.vlaanderen.be/bemiddelaar.

Page 26: 2012Lokaal17-18

26 I 1 november 2012 I Lokaal

Onteigenden verdienen een respectvolle behandeling, duidelijke informatie en de nodige tijd om zaken te verwerken of nieuwe stappen voor te bereiden.

missaris of de schepen die de eigenlijke onderhandelingen over de prijs voert. Sommige gemeenten zetten hiervoor een OCMW-medewerker of iemand van de dienst gebiedsgerichte werking in, andere betalen bij grotere verwervings-projecten een onafhankelijke derde die door de onteigenden wordt gekozen.

Steeds meer schakelen onteigenden al in een vroeg stadium een eigen expert zoals een advocaat of schatter in. De er-varing is dat dit goed werkt wanneer die

experts een ruimere praktijk in de ge-meente hebben en de situatie dus goed kennen; zij nemen dan op hun beurt een soort bemiddelaarsrol op.

Als het kan, aankopen in der minneZodra het onteigeningsplan goedge-keurd en de onteigeningsmachtiging verleend is, hebben beide partijen er doorgaans belang bij dat de verkoop vlot verloopt. De gemeente kan dat stimule-ren door eerder al, zodra het plan voor-lopig aanvaard is, een voorstel voor aan-koop in der minne te lanceren. Dit moet

uiteraard ineens een eerlijk voorstel aan de verkoper zijn, waar nog in beperkte mate van afgeweken kan worden wan-neer de verkoper een goed gemotiveerd tegenvoorstel doet, en niet een laag be-ginbod dat dan – in een veel te lang en slopend biedingsproces – mondjesmaat wordt opgekrikt.

Wanneer die eerste bieding geen succes heeft en het plan dan op een be-paald moment definitief is en de ontei-geningsmachtiging verleend, kan men

in de maanden daarna nog eenmaal een aankoop in der minne voorstellen. Gaat de onteigende daar niet op in, dan wordt het best de gerechtelijke procedure in gang gezet. Die kan wel enige tijd in be-slag nemen.

Een praktische overgang voor de bewoner is cruciaalIs de verkoop eenmaal gesloten, dan ligt het voor de hand dat de onteigende be-woners nog de nodige tijd krijgen om een nieuwe woning te betrekken. Bij voorkeur is die termijn voor alle ontei-

genden in een project gelijk. Een jaar is het minimum, tussen één en drie jaar is normaal. Om te beletten dat er na die periode nieuwe juridische procedures zouden ontstaan, kan gewerkt worden met de formule van ‘bezetting ter bede’ die alleen het recht op bewoning geeft.

Ook in deze periode blijft de rol van de bemiddelaar belangrijk om er mee voor te zorgen dat de onteigende tijdig een andere woning vindt, zo veel moge-lijk volgens zijn keuze.

Ook voor (kleinere) gemeenten is ontei-gening een goed werkbaar instrument, wanneer het weloverwogen wordt toege-past. Het zou nog vlotter kunnen gaan wanneer de overheidsaankoopdiensten (Comités van Aankoop en Vlaamse Dienst Vastgoedakten) (weer) beter zou-den worden uitgebouwd met voldoende menskracht of wanneer intergemeente-lijke samenwerkingsverbanden als be-middelaars zouden optreden.

In elk geval, wie het ook doet, een menselijke omgang met de onteigen-den moet voor alle betrokken instan-ties en medewerkers primeren. Dat is de belangrijkste, wijze les die de bemidde-laar voor grootschalige Vlaamse infra-structuurprojecten vanuit al haar erva-ring ook voor kleinere onteigeningen kan meegeven.

Jan Baelus en Guy Vloebergh zijn ruimtelijk

planners bij OMGEVING cvba

special onteigeningen bemiddeling

“De rol van de bemiddelaar is belangrijk en tegelijk moeilijk: zowel vertrouwen geven als zorgen dat een harde boodschap duidelijk overkomt en begrepen wordt.

Page 27: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 27

communicatie special onteigeningen

Enkel communicatie op mensenmaat maakt onteigeningen aanvaardbaar

D e onteigening van gronden en wonin-gen voor de realisatie van een pro-ject is altijd een gevoelige kwestie. Het verscherpt ieders aandacht, zo-

wel aan de zijde van de initiatiefnemer, meestal een overheid, als aan de zijde van de eigenaars. Er ontstaat spanning, want de initiatiefnemer wil geen procedurefouten maken en de eige-naars willen hun rechten niet geschonden zien. Dit kan ertoe leiden dat de initiatiefnemer in zijn communicatie verstart terwijl de eigenaars net veel informatie wensen en gehoord willen worden. Dat is de ervaring van communicatie-adviesbureau Connect, dat als bemiddelaar be-trokken was bij de onteigeningen in projecten zoals de Noord-Zuidverbinding in Houthalen-Helchteren en het regionale ENA-bedrijven-terrein Zwartenhoek in de gemeente Ham.

Inzet van mensen noodzakelijk Communiceren over projecten met een per-soonlijke impact, zoals de onteigening van een woning, vereist een persoonlijke manier van werken. Mensen die onteigend dreigen te worden, wensen dit in eerste instantie niet te moeten vernemen uit een aangetekende brief van de betreffende overheid. Wie zo’n bood-schap wil overbrengen, hoort dit persoonlijk te doen. Mensen willen zulk nieuws van een méns vernemen. Iemand aan wie ze meteen enkele van hun eerste vragen kunnen stellen. Iemand die meteen enkele cruciale elementen kan verduidelijken. Iemand die ook begrip kan opbrengen voor hun mogelijke veront-waardiging bij het vernemen van dit nieuws. Als we op een menselijke manier willen ont-

Eigendommen verwerven om een project te realiseren: het wekt een dubbel gevoel op. Nieuwe sluizen, bedrijventerreinen, veiliger kruispunten of fietspaden zijn projecten van openbaar belang, ze zijn legitiem want onze samenleving wordt er als geheel beter van. Maar in vele gevallen treft de onteigening private eigendommen zoals woningen. Dat geeft de onteigening een grote sociale en emotionele dimensie en maakt er veel meer dan een louter zakelijke of juridische transactie van. Daarom is de inzet van een bemiddelaar aangewezen. Iemand die informatie verstrekt en zaken verduidelijkt. Iemand die de persoonlijke situatie van de betrokkenen leert kennen en er rekening mee houdt.

tekst max van der linden beeld xavier buijs, isabelle pateer

De onteigening van woningen voor de realisatie van een project is altijd een gevoelige kwestie.

Page 28: 2012Lokaal17-18

28 I 1 november 2012 I Lokaal

eigenen, dan moeten we de betrokkenen ook op een menselijke manier benade-ren. De beste manier om dit te doen is met een huisbezoek.

Onafhankelijke bemiddelaar als aanspreekpunt Wie kan de taak op zich nemen om huis-bezoeken te doen, om te communice-ren over een mogelijke onteigening? Het moet een onafhankelijk iemand zijn met veel empathie en met veel kennis van zaken, zowel over onteigeningsprocedu-res als over het project in kwestie. Onaf-hankelijkheid is cruciaal. Het kan dus in geen geval een lid van het projectteam zijn zoals een projectingenieur. De be-langen van de initiatiefnemende instan-tie (veelal de overheid) of de projectont-wikkelaar liggen daarvoor veel te ver af van de belangen van de onteigende. Dit kan onverenigbaarheden veroorzaken die de communicatie volledig kunnen doen vastlopen, en dat moet absoluut vermeden worden.

In een ideaal scenario is de bemidde-laar een derde partij die door de ontei-genende instantie in samenspraak met de onteigenden aangesteld en erkend wordt. Zo is deze persoon perfect gepo-sitioneerd om zijn werk onafhankelijk en correct uit te voeren, met een eerlijk oog voor ieders belangen en bezorgd-heden. Want als het project legitiem is, dan moet de bemiddelaar in zijn func-

tie hier evenwaardig aan zijn. Hij moet een aanspreekpunt zijn, verstrekt infor-matie, zowel over het project als over de onteigening en de totstandkoming van de onteigeningsvergoeding, zoekt naar gaten in de informatie en vult die op. De bemiddelaar is vlot bereikbaar en onderhoudt persoonlijke contacten. Hij

zoekt ook naar oplossingen voor aller-hande mogelijke problemen of onzeker-heden waarmee de betrokkenen door de onteigening worstelen. Denk hierbij aan de zoektocht naar een nieuwe woning, huurwoningen, woningen in aanbouw, woningen die eigendom zijn van ven-nootschappen, bijzondere gezinssitua-ties, zorgbehoevenden en andere sociale omstandigheden.

Legitimiteit garandeert geen draagvlak De bemiddelaar mag geen veredelde marketingverantwoordelijke voor het project zijn, puur om het project aan het publiek ‘verkocht’ te krijgen. Een

bemiddelaar hoeft ook niet naar een draagvlak bij de onteigenden te streven. Misschien moet hij eerder uitgaan van de legitimiteit van het project en een ze-kere discretie aan de dag leggen in het verdedigen of promoten ervan. Want echte (openlijke) fans van het project zullen onteigenden zelden zijn. Daar-voor liggen de belangen te ver uiteen en heeft men doorgaans onvoldoende af-finiteit met het project in kwestie. Men staat er te ver af, figuurlijk dan. En zelfs al zouden onteigenden het project toch wel steunen, dat maakt hen daarom nog niet soepeler in hun standpunt of in hun onderhandelingen over de onteigening op zich. Legitimiteit van het project le-vert dus nog geen draagvlak voor de

onteigening zelf op, maar het vormt in ieder geval een gezonde vertrekbasis.

Vroeg in het proces Wanneer moeten we eigenlijk met heel deze bemiddeling starten? Een alge-meen principe bij infrastructuurcom-municatie is dat er het best zo vroeg mo-gelijk met communiceren gestart wordt, vroeg in het studieproces. Ook voor onteigeningen geldt dit principe, maar hierbij moeten we wel rekening houden met aspecten zoals rechtszekerheid en transparantie. Neem nu de inrichting van een bedrijventerrein. Al vroeg in het projectproces wordt duidelijk dat er onteigeningen nodig zullen zijn. Maar volledige zekerheid dat de onteigening kan gebeuren is er pas na een goedge-keurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) en onteigeningsplan. Zo lang kan er niet gewacht worden met communiceren. We moeten daar al eerder mee starten, ook al bestaat er onzekerheid over de re-alisatie van het project en dus ook over de onteigeningen zelf.

special onteigeningen communicatie

Wanneer is een project ‘legitiem’?In onze samenleving kunnen we ervan uitgaan dat een goedgekeurd project legi-tiem is. dit wil zeggen dat het project het waard is uitgevoerd te worden, omdat de maatschappelijke meerwaarde ervan groter is of zwaarder weegt dan de mogelijke nadelen zoals een aantal onteigeningen of bepaalde milieueffecten.

“Mensen die onteigend dreigen te worden, wensen dit in eerste instantie niet te moeten vernemen uit een aangetekende brief van de betreffende overheid.

Bemiddelaar mag geen financieel onderhandelaar zijndring de bemiddelaar nooit de rol van financieel onderhandelaar op, bijvoorbeeld bij een minnelijke verwerving. de bemiddelaar heeft wel veel contacten en kennis maar hij moet in zijn rol kunnen blijven. Anders kan het vertrouwen geschonden worden en kan zijn geloofwaardigheid en draagvlak aangetast raken. dit kan een verdere werking onmogelijk maken.

Page 29: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 29

Rechtuit en open Er moet open gecommuniceerd worden, met aandacht voor de onzekerheden die er nog zijn. Transparantie en eerlijk-heid zijn van kapitaal belang. Stel het dus niet mooier of zekerder voor dan het in werkelijkheid is. Maar durf bij-voorbeeld rechtuit te zeggen dat het nog niet helemaal zeker is of iemand effectief onteigend zal worden. Benadruk daarbij dat we het toch belangrijk vinden de be-trokkenen tijdig en correct in te lichten, ondanks de onzekerheden die er zijn. Zo kunnen de nodige voorbereidingen toch al getroffen worden, samen met de eigenaars in kwestie. Daarnaast kan ook het aanvaardingsproces ingezet worden. Want het zal voor iedereen wel duidelijk zijn dat ook dit een hele tijd in beslag kan nemen.

Los van de onteigeningsprocedure zelf Communicatie over onteigeningen moet een eigen verloop kennen. Zonder zich vast te klampen aan officiële inspraak-

momenten, openbare onderzoeken en publieke kennisgevingen moet er een communicatietraject naar de (mogelijke) onteigenden opgezet en uitgevoerd wor-den. Uiteraard zijn de officiële procedu-res belangrijk, zowel voor de betrokken overheid als voor de onteigende, maar de

communicatie moet verder gaan dan wat officieel verplicht is. En ze mag niet sim-pelweg de timing van de verplichte com-municatie voor het brede publiek volgen.

Dit kan met een eigen communicatie-plan, specifiek voor de onteigenden.

Getrapte communicatie: getroffenen voor andere doelgroepenCommunicatie over onteigeningen ge-beurt getrapt. Grosso modo kunnen

advertentie

www.wes.be [email protected] 050 36 71 36

www.wes.be [email protected] 050 36 67 74

Lieselot Denorme, consultant WES

“Wij helpen je de juiste prioriteiten te leggen”

“In een ideaal scenario is de bemiddelaar een derde partij die door de onteigenende instantie in samenspraak met de onteigenden aangesteld en erkend wordt.

Page 30: 2012Lokaal17-18

30 I 1 november 2012 I Lokaal

special onteigeningen communicatie

we de doelgroepen indelen in twee ca-tegorieën: de onteigenden en de niet-onteigenden. Het principe van getrapte communicatie houdt in dat we de ontei-genden informeren voordat we met in-formatie over de onteigeningen naar de tweede categorie van doelgroepen com-municeren (via de pers, nieuwsbrieven of een website). Pas als de onteigenden persoonlijk op de hoogte gebracht zijn, kunnen we dit nieuws breder communi-ceren naar andere stakeholders en doel-groepen. Want het hoort niet dat men-sen die onteigend worden, het nieuws dat hen persoonlijk aanbelangt uit een krant of via kennissen vernemen.

Een belangrijk gegeven om rekening mee te houden zijn openbare onderzoe-ken waarbij persoonlijke informatie pu-bliek bekend gemaakt wordt. Zo wordt tijdens het openbaar onderzoek van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), met een hieraan gekoppeld onteigenings-plan, niet enkel een kaart gepubliceerd waarin eigendommen plots een ande-re bestemming krijgen. Maar er wordt ook een overzicht gepubliceerd met pre-cieze vermelding van alle te verwerven percelen, oppervlaktes en respectieve eigenaar(s). Dit overzicht wordt op een website geplaatst en kan door iedereen geraadpleegd worden. Dergelijke ver-plichte publicaties van informatie moet men met de eigen communicatie voor zijn om de informatietrap te respecteren.

Opgepast voor de valkuil om niet te communiceren Een veel voorkomende valkuil is de ver-leiding om toch niet proactief en gericht te communiceren. Uit angst voor reac-

ties, of omdat het qua timing niet zo goed uitkomt vanwege een of andere lo-pende procedure voor het project. Daar-om lijkt het op sommige ogenblikken wellicht comfortabeler toch (nog) niet te communiceren, om geen slapende hon-den wakker te maken. Daarmee wordt

meestal een fout begaan. Soms moeten we de slapende honden wel zelf wakker maken, maar dan gepland en gestruc-tureerd, voordat er eentje wakker schiet en iedereen luid wakker blaft, hongerig naar informatie. Te veel behoeftes om ineens te bevredigen, te veel woede om ineens te temperen en te veel chaos om nog de controle te behouden. Laat de communicatie dus tijdig starten en zoek niet naar redenen om er nog niet aan te beginnen. Want die zullen helaas altijd zeer snel gevonden zijn.

Persoonlijke impact vergt persoonlijke aanpakHet is duidelijk dat een officiële kennis-geving per koude brief niet volstaat om op een menselijke manier met onteigen-den om te gaan. Een persoonlijke bena-dering is aangewezen, met aanduiding van een bemiddelaar die door ieder-een in zijn functie aanvaard en erkend wordt. De taken die de bemiddelaar op zich neemt, moeten ook goed omschre-

ven worden en voor alle partijen dui-delijk zijn. De bemiddelaar moet vroeg in het projectproces zijn opdracht kun-nen aanvatten, nog ruime tijd voordat de onteigeningsprocedure of de minne-lijke verwerving wordt aangevat. Hier-bij voert de bemiddelaar een eigen com-

municatieplan uit, los van de lopende of toekomstige projectprocedures, om iedereen correct en transparant te in-formeren. Hij doet dit aan de hand van informatiedossiers, informatieavonden, eigen briefwisseling en vooral veel per-soonlijke contacten en huisbezoeken.

Want geef toe, als het om onze eigen woning zou gaan, ons materieel meest kostbare en kostelijke bezit, dan zouden ook wij iemand willen ‘zien’. Iemand die ons zelf contacteert om toelichting te geven en die naar onze bezorgdheden luistert. Op dat ogenblik willen we al-licht allemaal hetzelfde. We doen dus een oproep aan de initiatiefnemers van projecten om de spiegel ook voor zich-zelf te houden en de nodige maatregelen te treffen, om meer op mensenmaat te communiceren met de getroffenen en de onteigeningen zo minder pijnlijk te laten verlopen.

Max Van Der Linden is communicatieadviseur

bij Connect

“Laat de communicatie tijdig starten en zoek niet naar redenen om er nog niet aan te beginnen. Want die zullen helaas altijd zeer snel gevonden zijn.

Page 31: 2012Lokaal17-18

Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

JA, ik bestel … ex. van Gemeentelijke administratieve sancties.

❏ Mijn bestuur is lid van de VVSG, dus ik betaal 79 euro per uitgavemet cd-rom*.

❏ Ik behoor niet tot een organisatie die lid is van de VVSG, dus ikbetaal 89 euro per uitgave met cd-rom*.

* Het handboek “Gemeentelijke administratieve sancties” is een losbladige uitgave van deVVSG en Politeia en wordt meermaals per jaar aangevuld. De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd aan 0,55 euro/blz. en de cd-update aan 29 euro/cd tot schriftelijkewederopzegging van het abonnement. Prijzen zijn inclusief btw en exclusief verzendings -kosten. Consulteer www.politeia.be voor de actuele prijzen.

Naam

Functie

Bestuur/Organisatie

E-mail

Tel.

Adres

Btw

Handtekening Datum

Bestelkaart Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel, Fax 02 289 26 19, Tel 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be, [email protected].

GemeentelijkeadministratievesanctiesMarian Verbeek, Koen Van Heddeghem en Tom De Schepper

Hoe overlast aanpakken?

De wet van 13 mei 1999 heeft tot doel om overlast via de weg van deadministratieve sancties aan te pakken. Deze gemeentelijke adminis-tratieve sancties zijn dan ook voor elke gemeentelijke overheid eenbelangrijk instrument in de strijd tegen overlast. Maar de wet bleek inde praktijk niet bruikbaar. Daarom is ze in 2004 ingrijpend gewij zigd.Bovendien verscheen in januari 2005 omzendbrief OOP 30bis aangaande de uitvoering van gemeentelijke administratieve sancties.

Heel wat gemeenten, mandatarissen en ambtenaren blijven zich echtervragen stellen over het toepassingsgebied van de wet, over de positievan de ambtenaar, over de aansluiting bij het politiebeleid en decapaciteit van de politiediensten. Kan de gemeente nachtlawaai administratief beboeten? Wie kan gemeentelijke administratieve sancties opleggen en wie mag de inbreuken vaststellen? Kan eengemeenschapswacht-vaststeller het identiteits bewijs van eenovertreder opvragen? In welke gevallen kan de gemeente diefstal zelfbestraffen? Wat is de rol van het parket in deze procedure?

Op deze en tal van andere vragen geeft dit praktijkhandboek eenantwoord. Het losbladige handboek is bedoeld voor de gemeentelijkemandataris die de mogelijkheden van de gemeentelijke administratievesancties wil nagaan, voor het college dat de maatregelen wil toepassen,maar ook voor de individuele ambtenaar die de vaststellingen moet doen. De bijgevoegde modellen zorgen ervoor dat het systeem van deadministratieve sancties op een correcte en efficiënte manier geïnte-greerd kan worden in het gemeentelijke beleid tegen overlast.

MET CD-ROM

Nieuw! U vindt de modelbrieven en talrijke voorbeelden nu ook opeen handige cd-rom, zodat u ze onmiddellijk op uw pc kunt openenen aanpassen naar uw eigen voorkeur. Als toemaatje vindt u op de cd-rom nog andere bruikbare documenten, waaronder twee praktische instrumenten van de federale dienst Grootstedenbeleid (de vademecums “GAS-bemiddeling: leidraad” en “GAS-bemiddeling:stap per stap”) en heel wat interessante rechtspraak, die niet in het boekstaan. U kunt alles gemakkelijk terug vinden omdat de cd-rom de structuur en, indien mogelijk, de inhoudstafel van het handboek volgt.

Dankzij de geregelde actualisaties beschikt u ook in de toekomst overup-to-date informatie.

Kortom, een handige gids voor iedereen die van ver of dichtbijbetrokken is bij de toepassing van de gemeentelijke admini stratievesancties in een gemeente.

Xp@Ad Sancties Nl/Fr:Xp@Ad Sancties 01 1/25/12 3:48 PM Page 1

Page 32: 2012Lokaal17-18

32 I 1 november 2012 I Lokaal

special onteigeningen wetgeving

Hoogdringendheid komt er niet vanzelf

D e gewone onteigeningsproce-dure en die bij hoogdringen-de omstandigheden verschil-len op heel essentiële punten.

Zo wordt de ‘gewone’ onteigeningspro-cedure gevoerd voor de rechtbank van eerste aanleg, terwijl de onteigening bij hoogdringende omstandigheden bij de vrederechter terechtkomt.

Een ander essentieel onderscheid is het ogenblik van eigendomsoverdracht. In de gewone onteigeningsprocedure vindt deze plaats aan het einde van de procedure, nadat de volledige onteige-ningsvergoeding werd vastgesteld. Dit kan geruime tijd in beslag nemen. In geval van een onteigening bij hoogdrin-gende omstandigheden gebeurt deze eigendomsoverdracht veel eerder in de procedure, nog voordat de volledige ont-eigeningsvergoeding werd vastgesteld. Hierdoor kan het onteigeningsdoel veel sneller gerealiseerd worden, wat natuur-lijk interessant is voor een onteigenende overheid.

In de praktijk verlopen de meeste ont-eigeningsprocedures inderdaad volgens de wet van 26 juli 1962, dus bij hoog-dringende omstandigheden. Deze wet kwam tot stand als een uitzonderingsre-geling op de ‘gewone’ procedure, en was dus ook echt bedoeld voor uitzonderlij-ke gevallen, namelijk enkel die gevallen waarin de onmiddellijke inbezitname strikt noodzakelijk is. Hoogdringend-heid is dus een strikt noodzakelijke toe-passingsvoorwaarde voor de wet van 1962. Het hoeft geen betoog dat net dit aspect vaak tot discussies leidt.

HoogdringendheidDe wet van 1962 kan worden ingeroepen wanneer de onmiddellijke inbezitname van het te onteigenen goed noodzake-lijk is. Deze hoogdringendheid moet niet enkel in de feiten aanwezig zijn, ze moet ook gemotiveerd worden in het machti-gingsbesluit. Dat laatste punt is essenti-eel. Wanneer een afdoende motivering ontbreekt, zal het machtigingsbesluit als onwettig worden aangezien. Daardoor zal een eventuele onteigeningsprocedure voor de vrederechter als ontoelaatbaar worden afgewezen.

Eigenlijk mag de onteigeningsproce-dure bij hoogdringende omstandighe-den enkel worden gebruikt als duidelijk is dat de gewone onteigeningsprocedure

een oordeelkundige en doeltreffende uit-voering van dat plan niet kan waarbor-gen. De onteigenende partij moet dus aan de hand van de nagestreefde doel-stelling zeer concreet staven waarom het noodzakelijk is de goederen onmiddel-lijk in bezit te nemen.

Die hoogdringendheid mag trou-wens ook niet te wijten zijn aan het ei-gen optreden of stilzitten van de betrok-ken overheid. Zo wordt niet aanvaard dat een overheid jarenlang wacht om de onteigening aan te vatten en dan plots stelt dat ze hoogdringend is en volgens

de wet van 1962 moet gebeuren. Dit is zelf gecreëerde hoogdringendheid: de onteigenaar roept in dat geval immers zelf de omstandigheden in het leven om de wet van 1962 toe te passen, terwijl de hoogdringendheid een objectieve feite-lijke factor is die onafhankelijk moet zijn van de wil van de onteigenaar.

Dit neemt uiteraard niet weg dat iets wat niet hoogdringend is door omstan-digheden hoogdringend kan worden, maar dit moet dan wel te wijten zijn aan factoren die onafhankelijk zijn van de wil of de mogelijkheden van de onteige-nende instantie.

Spoed gemotiveerdAls administratieve rechtshandeling met individuele strekking moet ieder onteigeningsbesluit formeel gemotiveerd worden. Dat geldt ook voor de hoogdrin-gendheid van de onteigening. De om-standigheden die de hoogdringende ont-eigening noodzakelijk maken, moeten duidelijk vermeld en afdoende gemoti-veerd worden.

De motiveringsvereiste is een absolute verplichting. Het is duidelijk dat elke be-

slissing om een particulier uit zijn eigen-domsrecht te ontzetten, gerechtvaardigd moet kunnen worden. Het algemeen nut van de maatregel, de noodzakelijkheid ervan en de hoogdringendheid moeten afdoende aangegeven worden.

De motivering van het hoogdringende karakter mag niet te algemeen zijn. Zo oordeelde de Raad van State al dat de ver-melding dat ‘de huidige inrichting sinds jaren een probleem vormt op het vlak van verkeersveiligheid en doorstroming’ niet als afdoende motivering van de hoog-dringendheid geaccepteerd kan worden.

Wanneer een overheid wil onteigenen, kan dat grosso modo via twee procedures. De eerste of ‘gewone’ onteigeningsprocedure is geba-seerd op de wet van 17 april 1835. De tweede is de procedure tot onteigening bij hoogdringende omstandigheden, zoals geregeld in de wet van 26 juli 1962. Meestal roepen besturen hoogdringendheid in, maar die moeten ze ook motiveren.

tekst nele ansoms en yves loix

Eigenlijk mag de onteigeningsprocedure bij hoogdringende omstandigheden enkel worden gebruikt als duidelijk is dat de gewone onteigeningsprocedure een oordeelkundige en doeltreffende uitvoering van een plan niet kan waarborgen.

Page 33: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 33

advertentie

U weet het vast: een koffiepauze is

onmisbaar voor het welzijn van uw

collega’s. Vandaag, met Puro Fair-

trade Coffee, worden koffiepauzes

nóg zinvoller. Als u kiest voor Puro

koffie automaten, engageert u zich

om, kopje per kopje, bij te dragen

tot het verbeteren van de werkom-

standigheden van de koffieprodu-

DOE LIEVERIETS ZINVOLS,

NEEM EENKOFFIEPAUZE

INFO: 0800/44 0 88www.zinvollepauze.be

centen in het Zuiden en meteen ook het tropisch regenwoud te beschermen tegen ontbossing.

Wateroverlast in een bepaalde wijk werd dan weer wel geaccepteerd om de hoog-dringendheid van het optreden van de overheid te verantwoorden, omdat zo bij-komende overlast kan worden vermeden.

Soms wordt aangevoerd dat het moti-veren van de hoogdringendheid niet lan-ger noodzakelijk is, nu de onteigenings-procedure volgens de wet van 1962 in de praktijk de gebruikelijke procedure ge-worden is. Dit werd in het verleden in één arrest van de Raad van State bevestigd. Maar dit arrest kreeg veel kritiek, zodat er geen algemene tendens of zienswijze uit afgeleid kan worden.

Een andere vraag is of de hoogdrin-gendheid van een onteigening expliciet gemotiveerd moet worden wanneer de toepassing van de wet van 1962 voort-vloeit uit een wet, zoals voor het aanleg-gen van bedrijventerreinen (op basis van artikel 73 van het decreet van 19 decem-ber 2003, houdende bepalingen tot bege-leiding van de begroting 2004). De laatste

paragraaf van dit artikel vermeldt dat onteigeningen op basis van dit decreet met toepassing van de wet van 1962 tot onteigening bij hoogdringende omstan-digheden moeten gebeuren. Deze wet-telijke verplichting lijkt de overheid die wenst te onteigenen niet te ontslaan van de verplichting om de hoogdringendheid te motiveren. Dit wordt ook bevestigd in recente rechtspraak van de Raad van State. Zelfs de wettelijke verplichting om de onteigeningsprocedure bij hoogdrin-gende omstandigheden te hanteren doet met andere woorden geen vermoeden van hoogdringendheid ontstaan. Moti-vering blijft noodzakelijk.

Bij een eventuele betwisting over de motivering van de hoogdringendheid in een machtigingsbesluit wordt uitsluitend rekening gehouden met de motivering in het machtigingsbesluit, en niet met gege-vens die in latere procedurestukken ter aanvulling of ter vervollediging worden aangebracht.

Motivering door verwijzing is in prin-cipe mogelijk en wordt algemeen aan-vaard door de Raad van State. Er kan dus worden gemotiveerd aan de hand van stukken of adviezen die zich in het dos-sier bevinden en waaruit de hoogdrin-gendheid blijkt. Deze indirecte motive-ring bij verwijzing wordt als afdoende beschouwd als aan een aantal voor-waarden is voldaan. Het stuk waarnaar verwezen wordt, moet uiteraard zelf afdoende gemotiveerd zijn. Daarenbo-ven moet dit stuk mee betekend wor-den aan de bestuurde, omdat het geacht wordt integraal deel uit te maken van het machtigingsbesluit. Uiteraard moet uit het machtigingsbesluit zelf duidelijk blijken dat de machtigende overheid de handeling waarnaar verwezen wordt ook effectief bijtreedt.

Nele Ansoms en Yves Loix zijn advocaten bij

GSJ-advocaten

Page 34: 2012Lokaal17-18

34 I 1 november 2012 I Lokaal

werkveld internationaal beleid

D oor het lokale lobbywerk vonden Noord-Zuidorganisaties en ge-interesseerden elkaar om samen

hun visie, prioriteiten en eisen voor het toekomstig bestuur te formuleren. De bundel Beleidsvoorstellen Noord-Zuid. Stappenplan en concrete aanbevelin-gen om van je gemeente een volwaar-dige Noord-Zuidspeler te maken werd

in veel gemeenten als inspiratiebron bij de opmaak van het memorandum ge-bruikt. Met de bundel in de hand kon in de eigen gemeente een aangepast stap-penplan opgemaakt worden zodat het nieuwe bestuur werk maakt van vijf lo-kale Noord-Zuiddoelen: communicatie en sensibilisering, het klimaat, fair tra-de, mensen & middelen en participatie

& inspraak. Het memorandum diende niet enkel om politieke partijen te in-spireren, maar zal na de verkiezingen ook de basis vormen om op het nieuwe beleid te wegen. Hieronder analyseert 11.11.11 deze me-moranda, de VVSG (cursief) bekijkt de haalbaarheid vanuit lokaal perspectief.

Vijf internationale doelstellingen voor elke gemeente

In zowat honderd gemeenten stelde de Gemeentelijke Raad Ontwikkelingssamenwerking of Noord-Zuidwerkgroep in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen een memorandum op voor de nieuwe bestuursploeg. 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging, analyseert deze memoranda en de VVSG bekijkt de haalbaarheid vanuit lokaal perspectief.

tekst ann martens, lieve missotten, bieke deleye beeld gf

Noord-Zuidorganisaties in zowat honderd gemeenten hebben hun visie, prioriteiten en eisen voor het toekomstige bestuur geformuleerd.

Page 35: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 35

lokaal doel 1 De gemeente zet in op sensibilisering en communicatie

Solidariteit met het Zuiden kan enkel tot stand komen als de bevolking zich bewust is van de oorzaken van de onrechtvaardige kloof tussen Noord en Zuid, van de impact van het eigen gedrag op het Zuiden en de structurele veran-deringen die nodig zijn. Communicatie en sen-sibilisering vormen de basis om tot structurele veranderingen te komen. Daarom is het essen-tieel dat mensen toegang hebben tot correcte informatie, dat ze via laagdrempelige activitei-ten betrokken raken bij de Noord-Zuidthema-tiek, en dat ze mee nadenken over oplossingen. Educatie en sensibilisering zijn gedeelde taken van overheid, onderwijs, niet-gouvernemen-tele organisaties (ngo’s) en vierdepijlerinitia-tieven. De lokale overheid is het niveau dat het dichtst bij de bevolking staat, en dus het ide-ale niveau voor educatie en sensibilisering. Dit moet als een van de kerntaken van een gemeen-te beschouwd worden. Daarom vragen enkele Noord-Zuidverenigingen en welzijnsschakels in Erpe-Mere een gemeentelijke loketfunctie voor Noord-Zuid. Gent, Kuurne, Lommel en Sint-Niklaas gaan verder: daar vragen de orga-nisaties de (verdere) opbouw van een ontmoe-tingsplaats voor verenigingen en initiatieven die bezig zijn met Noord-Zuid, milieu, vrede en duurzaamheid.

Gemeentelijke commu-nicatie wordt vaak gelezen en heeft een sterke band met de inwoners, het is dus een inrijpoort om de wereld dichter bij de eigen leefwereld te brengen. In de bundel beleidsvoorstellen staan voorbeelden van hoe een gemeente dit kan doen. Voor elke gemeente zal dit anders uitgewerkt moeten worden. Anderzijds krijgen lokale be-sturen daar ook graag begeleiding op maat voor. Bovendien zal de vraag wie wat doet snel ko-men bovendrijven: is het lokale bestuur enkel bevoegd om de activiteiten van ngo’s aan te kon-digen of mag het daar zelf een selectie van ma-ken? Ook al blijven er nog enkele vragen over de concrete invulling en begeleiding onbeantwoord, 11.11.11 en de lokale besturen vinden elkaar ge-makkelijk terug in dit doel en kunnen elkaar hierin ook versterken.

lokaal doel 2 De gemeente engageert zich voor het klimaat

Het is niet vanzelfsprekend om ook vanuit de lokale Noord-Zuidwer-king aandacht te hebben voor het klimaat – want is dat niet de op-dracht van de milieuraad en -dienst? Een gemeente kan zich echter niet meer beperken tot het beheer van de eigen leefomgeving. Nu al zijn miljoenen mensen in het Zuiden getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering. We mogen het Zuiden de rekening niet laten betalen van wat wij met het klimaat uitspoken. Het beste gebaar dat we op dit vlak voor het Zuiden kunnen stellen, is onze eigen CO2-uitstoot beperken en voor duurzaamheid kiezen.

In Harelbeke zijn de Noord-Zuidraad en de Minaraad (milieu en na-tuur) een samenwerking aangegaan, en hebben ze (gedeeltelijk) een ge-zamenlijk memorandum opgemaakt. De link tussen beide domeinen werd sterk in de verf gezet; als apart speerpunt in de memoranda, in de vorm van een gezamenlijke bladwijzer om de speerpunten bekend te maken én in een gezamenlijk politiek debat. Kortrijk laat via het me-morandum dan weer weten naar klimaatneutraliteit te willen streven.

Lokale besturen staan in de frontlinie bij de strijd voor het klimaat. Leuven wil klimaatneutraal zijn tegen 2030, Gent in 2050. Het burgemeestersconvenant – waarnaar ook het memorandum van Kortrijk verwijst – is maar één van de instrumenten waarmee lokaal ingezet wordt op klimaat. De leefbaarheid van de stad staat maar al te vaak centraal in de toekomstdromen van politici en bewoners. De link met internationaal wordt niet gemaakt. Een campagne als ‘Sing for the Climate’ maakt die link en daar lukt het zeker een samenwerking te ver-krijgen tussen een Noord-Zuidambtenaar en een milieudienst. Als ‘Don-derdag Veggiedag’ ter sprake komt, zal dit dan weer eerder vanuit de in-valshoek van de milieudienst vertrekken zonder internationaal verhaal. Misschien kan 11.11.11 hier tijdens zijn campagnes nog duidelijker het goede voorbeeld geven. En lopen we niet het risico dat de link met inter-nationaal verloren gaat zodra de klimaathype is gaan liggen? Lokale be-sturen van hun kant zullen de komende legislatuur steeds meer integraal samenwerken… internationale samenwerking en duurzaamheid liggen daarbij in poleposition. Ongetwijfeld is dit op dit ogenblik het lokale doel met het grootste groeipotentieel.

“We mogen het Zuiden de rekening niet laten betalen van wat wij met het klimaat uitspoken. Het beste gebaar dat we op dit vlak voor het Zuiden kunnen stellen, is onze eigen CO2-uitstoot beperken en voor duurzaamheid kiezen.

Page 36: 2012Lokaal17-18

36 I 1 november 2012 I Lokaal

lokaal doel 3 De gemeente kiest voor fair tradeDe Fair Trade Gemeentecampagne is het instrument bij uitstek om die keuze voor fair trade duidelijk te maken. In Vilvoorde vraagt men, zoals in nog veel gemeentes, dat de stad zich inspant om de ti-tel te behouden, te versterken en met trots te dragen en uit te dragen naar het publiek. Het is ook een ambitie in het aankoopbeleid van de verschillende stadsdiensten (stadhuis, cultuurcentrum, stedelijke scholen) eerlijke handel als criterium te gebruiken, met het Max Ha-velaar-label als referentie. In Bree vraagt de GRIS dan net wat meer engagement en ondersteuning. Deze raad hoopt dat het stadsbestuur de ondertekende resolutie ook effectief in praktijk brengt en streeft naar erkenning als Fair Trade Gemeente.

De afgelopen jaren heeft de campagne haar deugdelijkheid en effectiviteit meermaals bewezen. Bijna 200 Vlaamse gemeenten hebben de titel behaald of zijn volop bezig met de campag-ne. Dat is meer dan de helft van de lokale besturen, een waar succes dus. Maar zodra de titel binnen is, gaapt het zwarte gat. Vilvoorde geeft duidelijk aan dat het op zijn elan wil doorgaan, het is een gevoel dat leeft bij de meerderheid van de Fair Trade Gemeenten: wat na de titel? Hoe maak je dit verhaal verder concreet en zijn er nog grote stappen voorwaarts na het behalen van de titel? Hier bevindt zich een vijver van lokale organisaties die misschien bereid zijn meer te bete-kenen voor internationale samenwerking. Zonder de vijver meteen helemaal leeg te vissen, kan met deze lokale besturen meer gedaan worden dan nu gebeurt. De Fair Trade Gemeentecampagne werkt hieraan door, besturen met een titel kijken nieuwsgierig uit naar de evolutie.

lokaal doel 4 De gemeente zet de nodige mensen en middelen inEen degelijk lokaal Noord-Zuidbeleid veronderstelt de nodige middelen om het uit te voeren. De gemeente reserveert dus een apart en voldoende hoog budget. Tegelijk is het belangrijk om dit budget gedegen te be-steden, een groeipad uit te stippelen en degelijke subsi-diereglementen uit te werken. Er is ook een medewer-ker nodig die het beleid uitvoert. Deze persoon bezit de expertise en ervaring om het beleid op een degelijke manier vorm te geven.Dit lokale doel komt in zowat alle memoranda en ei-senpakketten voor. De eis om te streven naar 1 euro per inwoner is wellicht het meest voorkomende speerpunt voor de nieuwe besturen. Ongeveer de helft van de me-moranda vraagt ook aan het bestuur om een groeipad in te bouwen. In Merelbeke vraagt de ontwikkelings-raad de gemeentelijke middelen voor Noord-Zuidsoli-dariteit met ongeveer 10.000 euro per jaar te verhogen. In verschillende gemeentes wordt ook de duidelijke vraag gesteld naar een apart budget voor noodhulp, en vooral naar een duidelijke procedure voor de besteding van deze middelen.

Een doel dat het middenveld ze-ker kan stellen, maar dat daarom niet altijd beantwoord zal worden door het lokale bestuur. De crisis zal de lokale besturen ook hard treffen. Het beleidsdomein internati-onale samenwerking zou dus wel eens het kind van de rekening kunnen worden als de zoektocht naar centen start. Behoud van wat vandaag op tafel ligt, lijkt dan al een stuk realistischer. Uiteraard moet een memorandum aftoetsen of er meer mogelijk is... maar bij dezen ook de warme oproep tot constructieve samenwerking tussen middenveld en lokaal bestuur. Houd daarbij de financi-ele realiteit in het achterhoofd en waak er ook over dat het gemeentebestuur slimme beleidskeuzes maakt.

werkveld internationaal beleid

“ Bijna 200 Vlaamse gemeenten hebben de titel van Fair Trade Gemeente behaald of zijn volop bezig met de campagne. Dat is meer dan de helft van de lokale besturen, een waar succes dus. Maar zodra de titel binnen is, gaapt het zwarte gat.

De kaart geeft de gemeenten weer die een memorandum opgesteld hebben en hun eisenpakket aan 11.11.11 bezorgd hebben. Op de website van 11.11.11 staat het volledige overzicht en de laatste stand van zaken.

Page 37: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 37

lokale raad

Bouwt een werknemer in een wedertewerkstellingsprogramma even snel rechten op werkloos-heidsvergoeding op als een andere werknemer?Voor werkloosheidsaanvragen vanaf 1 november 2012 wel. Onder tewerkstellingen in een wedertewerkstel-lingsprogramma vallen een tewerkstelling in het kader van het derde arbeidscircuit (DAC), het Interde-partementaal Begrotingsfonds ter Bevordering van de Werkgelegenheid, het programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sec-tor in het Vlaamse Gewest, het programma PRIME, een tewerkstelling als gesubsidieerde contractueel, een tewerkstelling in het kader van een erkend door-stromingsprogramma en een tewerkstelling in een erkende arbeidspost.Er stonden in het werkloosheidsbesluit bepalingen met betrekking tot wedertewerkstellingsprogram-ma’s die qua toelaatbaarheid en terugkeer naar de eerste vergoedingsperiode hogere eisen stelden dan aan het gewone arbeidscircuit. Zo werd een onon-derbroken voltijdse tewerkstelling van minstens 24 maanden vereist vooraleer de gepresteerde dagen meetelden (of minstens een derde tewerkstelling om als vrijwillig deeltijdse werknemer die voordelen te verkrijgen).Wie dus maar een jaar in zo’n stelsel had gewerkt, had in die periode geen werkloosheidsrech-ten opgebouwd – net alsof hij niet had gewerkt. Voor de terugkeer voor deeltijdse werknemers met behoud van rechten gold een minimale arbeidsperiode van 36 maanden in plaats van 24 maanden in het gewone arbeidscircuit.In de nieuwe werkloosheidsreglementering die geldt voor steunaanvragen na 31 oktober 2012, is er geen uitzondering meer voor de arbeidsdagen gepresteerd in wedertewerkstellingsprogramma’s. Arbeidsdagen die in die stelsels gepresteerd zijn, wegen nu even zwaar. Dat is goed nieuws voor al wie in deze zoge-naamde ‘nepstatuten’ aan de slag is, en vooral voor OCMW-cliënten die vaak via activeringsmaatregelen aan werk raken. Voor hen is het dikwijls erg moeilijk om ook in het kader van tewerkstelling een ononder-broken parcours voor te leggen.

KB van 23 juli 2012 tot wijziging van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitke-ringen en tot wijziging van het KB van 28 december 2011 tot wijziging van de artikelen 27, 36, 36ter, 36quater, 36sexies, 40, 59quinquies, 59sexies, 63, 79, 92, 93, 94, 97, 124 en 131septies van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.

Mail uw vraag over werkgelegenheidsmaatregelen naar [email protected]

lokaal doel 5 De gemeente zet haar schouders onder inspraak en participatieEen gemeente heeft de taak te investeren in een draagvlak en partici-patie. Lokaal Noord-Zuidbeleid kan alleen duurzaam zijn als het ook gedragen en mee bepaald wordt door de inwoners. In Temse en Zingem vragen de Gemeentelijke Raden voor Ontwik-kelingssamenwerking erkenning en ondersteuning. Als het mid-denveld zich wil organiseren om het beleid mee vorm te geven, dan zal dit alleen maar voordelen opleveren voor het beleid. In ge-meentes waar al zo’n erkende GROS aanwezig is, vraagt die meer structureel overleg met de schepen. Goed lokaal Noord-Zuid-beleid krijgt vorm door het samenspel tussen bestuur en mid-denveld, een adviesraad mag meer zijn dan een papieren tijger. In Sint-Truiden vraagt de GROS actief betrokken te worden bij de ont-wikkeling van een beleidsplan. Overleg tussen verschillende adviesra-den en met andere diensten wordt vaak aangevraagd. Veel raden zien het als een taak van de gemeente om dit te organiseren, in de vorm van een jaarlijks voorzittersoverleg, of een digitale uitwisselingsruimte. Dit kan een geïntegreerd beleid in de toekomst enkel ten goede komen.

Een lokaal bestuur heeft op verschillende domei-nen adviesraden, de samenwerking met die adviesraden moet dus in een breder perspectief geplaatst worden. Als het samenspel niet lukt met een bepaalde adviesraad, ga dan op zoek naar de oorzaak en probeer het pro-bleem op te lossen. Als alle adviesraden zich in de kou gezet voelen, is het probleem fundamenteler en is er een andere tactiek nodig. Erkenning en ondersteuning zijn het absolute minimum dat een bestuur kan doen voor het middenveld. Maar mag het lokale bestuur ook maxima stellen? Als adviesraden het belangrijk vinden om overleg te plegen, moet de gemeente dit dan altijd organiseren? Kunnen de adviesraden zelf geen bruggen bouwen? Dat het lokale bestuur dit soort van overleg – ook met gemeentelijke diensten – niet tegenwerkt lijkt alleen maar logisch gezien de voordelen die er inderdaad te halen zijn op vlak van geïntegreerd beleid.In ieder geval komen inspraak en participatie de komende jaren in een nieuw daglicht. Misschien worden de huidige structuren wel tegen het licht gehouden om aansluiting te vinden met bevolkingsgroepen die zich niet langer laten inperken door structurele engagementen maar eerder te vinden zijn voor concrete opdrachten. Het lokale bestuur zal ook hier zoals steeds het laboratorium zijn waar dit allemaal uitgetest wordt. Het is vanuit het middenveld belangrijker zich daarop te concentreren dan vast te houden aan oude vormen en gedachten.

Deze tekst werd geschreven door Ann Martens, Lieve Missotten, Bieke Deleye

(ploeg lokaal Noord-Zuidbeleid, GROS-ondersteuning 11.11.11, [email protected]) en

aangevuld door dienst Internationaal VVSG.

www.11.be/gemeenteraadsverkiezingen, www.fairtradegemeenten.be, www.burgemeestersconvenant.eu

“Goed lokaal Noord-Zuidbeleid krijgt vorm door het samenspel tussen bestuur en middenveld, een adviesraad mag meer zijn dan een papieren tijger.

Page 38: 2012Lokaal17-18

38 I 1 november 2012 I Lokaal

De kracht van de basisOp de Werelddag van de Stedenbouw, die in samenwerking met de VVSG georganiseerd wordt, pleit de Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) voor een omslag in het ruimtelijk beleid. Dat moet van onderen naar boven en niet van boven naar onderen tot stand komen.

tekst peter vermeulen

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV, 1995) en het Planningsdecreet (1997) heb-

ben het ruimtelijk beleid van de mees-te steden en gemeenten in een stroom-versnelling gebracht. Met gemeentelijke ruimtelijkestructuurplannen, natuur-ontwikkelingsplannen (GNOP), mobi-liteits- en woonbehoefteplannen werd van Oostende tot Maasmechelen en van Wuustwezel tot Menen aan een ruimtelij-ke langetermijnvisie gewerkt. Als gevolg van de ‘ontvoogding’ is de gemeentelij-ke verantwoordelijkheid bij het verle-nen van vergunningen groter geworden. Gemeentebesturen hebben de voorbije jaren bovendien veel eigen initiatieven ontwikkeld op het vlak van publieke ruimte, mobiliteit, kernversterking, stra-tegische projecten, gemeenschapsvoor-zieningen, economische ontwikkeling… Daarnaast participeerden veel gemeen-ten in een aantal vaak erg langdurige pro-cessen, onder meer ter afbakening van (klein)stedelijke gebieden.

De balans van dit soort processen is he-laas niet over de hele lijn positief. Veel lokale bestuurders vinden de planlasten te zwaar, de procedures te omslachtig en de houding van de Vlaamse overheid vaak te betuttelend. Een van de meest gehoorde klachten is dat de Vlaamse overheid haar territorium nog steeds te sectoraal benadert – de daarbij gehan-

teerde ruimteboekhouding (zoveel hec-tare landbouw, zoveel natuur of zoveel bedrijventerreinen) staat een geïnte-greerde werkwijze op het terrein gere-geld in de weg. Gemeentebestuurders die een doordacht en toekomstgericht ruimtelijk beleid willen voeren, moeten daartoe zelf initiatieven kunnen nemen en projecten kunnen realiseren. De rol van de Vlaamse overheid bestaat erin een visie en een algemeen beleidskader te ontwikkelen waarbinnen gemeenten hun ruimtelijk beleid kunnen voeren.

Voorts speelt de Vlaamse overheid in de visie van de VRP vooral een sturen-de en ondersteunende rol. Ze faciliteert strategische lokale projecten en maakt gebiedsgerichte samenwerking tussen gemeenten mogelijk.

De Vlaamse overheid wil – ook betreffen-de ruimtelijke planning en stedenbouw – meer autonomie aan de gemeenten ge-ven. Maar met bevoegdheden schuiven volstaat niet. Er moet ook aan vernieu-wende ruimtelijke planning worden ge-daan. Daar speelt de Werelddag op in.

Creatief omgaan met verdichtingWonen in de stad of de dorpskern is om allerlei redenen (ruimte- en ener-giegebruik, mobiliteit, nutsvoorzienin-gen, dienstverlening) de duurzaamste woonvorm. Het zal er dus op aankomen in de komende decennia op een creatie-ve manier met verdichting om te gaan. Dat is nodig, aangezien volgens de be-volkingsprognoses het inwonertal in Vlaanderen in die periode van 6 naar 7 miljoen zal groeien. Maar het mag niet gaan om lineaire verdichting in afgelegen

villawijken. En evenmin om het apparte-mentiseren van dorpskernen, onder het mom van verdichting. Ook in de dicht-bebouwde negentiende-eeuwse gordels van Antwerpen of Gent is verdichting niet echt aan de orde. Toch zijn er nog meer dan voldoende mogelijkheden.

Sterk inzetten op openbaar vervoer Het Groenboek voor het in opmaak zijn-de Ruimtelijk Beleidsplan gaat uit van de kleinschaligheid van het Vlaamse net-werk van gemeenten. De uitwerking van een hoogwaardig en fijnmazig netwerk

werkveld ruimtelijke planning

De Vlaamse overheid wil meer autonomie aan de gemeenten geven. Maar met bevoegdheden schuiven volstaat niet. Er moet ook aan vernieuwende ruimtelijke planning worden gedaan.

Page 39: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 39

van openbaar vervoer in heel Vlaanderen is in die optiek ontegenzeglijk de belang-rijkste strategische beleidsoptie voor de komende tien jaar. Extra woningen moe-ten dus niet alleen in de kernen komen, maar ook in de omgeving van zorgvul-dig geselecteerde overstappunten van het openbaarvervoernetwerk. Die knoop-punten vormen de ruggengraat van de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Ter vergelijking: de (rijke) regio van de Zwit-serse stad Zurich telt half zoveel inwo-ners als Vlaanderen, en dubbel zoveel verplaatsingen met het openbaar vervoer.

Open ruimte = duurzame streekontwikkelingDe steeds schaarser wordende open ruimte moet niet alleen worden bewaard maar ook worden versterkt. De fysische structuur (bodem, reliëf, waterhuishou-ding) vormt het uitgangspunt voor de ontwikkeling van dat blauwgroene net-werk. Het erfgoedlandschap heeft een even cruciale waarde. De inrichting van het blauwgroene netwerk moet dan ook gericht zijn op duurzame streekontwik-

keling, met bijzondere aandacht voor beheersing van de waterhuishouding, waardering van het erfgoedlandschap, verweving van natuurontwikkeling en duurzame landbouw, recreatief mede-gebruik... Het beleid mag zich overigens niet beperken tot de nog resterende open

ruimte, daarvoor is die al te sterk aange-tast. Op termijn zou ook aan herstel van open ruimte kunnen worden gedaan. Ook dat vergt nieuwe mechanismen en beleidsinstrumenten.

Andere financiering kleine gemeentenIn de enquête naar de woonwensen van de Vlamingen die de Vlaamse over-heid organiseerde, vonden de deelne-mers de Vauban-wijk in Freiburg de meest aantrekkelijke woonomgeving.

Helaas is er in Vlaanderen geen enkel project van die omvang te vinden, dat aan die wijk kan tippen. Voor een ge-degen ruimtelijk beleid is er een nieuw financieel, administratief en projectma-tig beleidskader nodig. Daarbij mogen we Vlaanderen niet als eenheidsworst

behandelen. Joachim Declerck, een van de hoofdsprekers op de Werelddag, stelt voor het ruimtelijk beleid te baseren op gebieden met eigen economische en so-ciale kenmerken en op een andere vorm van verstedelijking. Er moet ook geke-ken worden naar de financiering van vooral kleinere gemeenten – vaak de gemeenten met de meeste open ruim-te. Nu proberen veel van die gemeen-ten financieel te overleven door nieuwe inwoners of extra bedrijvigheid aan te trekken, ook al staat dat haaks op goede ruimtelijke ordening en het behoud van open ruimte. En waarom zou ruimte-lijke ordening geen deel uitmaken van de beleids- en beheerscyclus die straks voor alle gemeenten verplicht wordt?

Peter Vermeulen is voorzitter van de VRP

15 november MechelenWerelddag van de Stedenbouw Met themasessies over verdichting, netwerkstad en blauwgroen. Inschrijven op www.vrp.be

De Rijn-Maas-Scheldedelta was een van de eerste Europese regio’s waar verstedelijking optrad. Die verstedelijking werd gestuurd door vruchtbare grond of het economisch belang van waterwegen. Wat zou er gebeuren als we anno 2012 niet zouden vertrekken van een afgebakend territorium (Vlaanderen) maar een ruimtelijk beleid zouden voeren met als uitgangspunt een grensoverschrijdende keten van elkaar aanvullende steden? Dat is de interessante, ietwat provocatieve stelling van hoofdspreker Joachim Declerck.Tekening © Architecture Workroom Brussels i.s.m. Peter Stabel

De uitwerking van een hoogwaardig en fijnmazig netwerk van openbaar vervoer in heel Vlaanderen is ontegenzeglijk de belangrijkste strategische beleidsoptie voor de komende tien jaar.

Page 40: 2012Lokaal17-18

40 I 1 november 2012 I Lokaal

praktijk

de interlokale vereniging wonen langs dijle en Nete zet volop in op woningkwaliteitsbewa-king. ‘de kwaliteit van een woning beperkt

zich niet tot de minimumnormen die verwoord staan in de Vlaamse wooncode, ook de energie-zuinigheid, de duurzaamheid en de aanpasbaar-heid aan de levensloop van de bewoner zijn be-langrijke factoren. Iedereen heeft het recht om over een veilige en gezonde woning te beschikken,’ vertelt teammanager Peter Van cleemput. ‘door-dat de vijf gemeenten samenwerken kunnen we hier veel aandacht aan schenken en bezitten we ook de deskundigheid en de juiste apparatuur. Zo beschikken onze woningcontroleurs onder andere over een cO-meter. dit toestel kan mensenlevens redden.’ 90% van de kwaliteitscontroles worden geïni-tieerd door huurders. Peter Van cleemput: ‘Het woonteam gaat bewust heel vlot in op klachten van bewoners. Vaak merkt de bewoner enkel de zichtbare gebreken op. Onze technische medewer-ker heeft ook oog voor de onzichtbare gebreken, die dikwijls een groter gevaar betekenen. denk

maar aan een slecht werkend verwarmingstoestel. daarnaast willen we ook een rustig gesprek met de bewoner kunnen voeren en hem eventueel ook op zijn verantwoordelijkheid wijzen.’Kwaliteitshandhaving is geen verhaal tegen de eigenaar. ‘Na de woningcontrole contacteren we de eigenaar. Als partners trachten we samen een oplossing te vinden. een procedure tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring willen we vermijden, Maar soms lukt dat niet en moeten we uiteindelijk toch sanctioneren,’ zegt Peter Van cleemput. de werking rond woningkwaliteit is voor de vijf gemeenten geen abstract begrip. ‘door de moni-toring van alle woningcontroles en de bijhorende puntenscore weten beleidsverantwoordelijken dat de kwaliteit in de woningen effectief met gemid-deld 40 punten verbetert. tegelijk is deze moni-toring ook voor het woonteam een voortdurende evaluatie van de werking. Hierdoor sturen we onze handelwijze permanent bij om het recht op wonen zo deskundig mogelijk te verzekeren,’ besluit Peter Van cleemput.joris deleenheer

BERLAAR – ‘Zestig tot zeventig procent van de woningkwaliteitsproblemen lossen we op voordat we een ongeschikt- of onbewoonbaarheidsprocedure moeten starten,’ zegt Peter Van Cleemput, teammanager Wonen bij streekintercommunale IGEMO. De interlokale vereniging Wonen langs Dijle en Nete krijgt hulp van IGEMO om lokaal woonbeleid van goede kwaliteit te voeren in de vijf deelnemende gemeenten.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Woningkwaliteit: eerst problemen oplossen

dA

NIe

L G

eer

Aer

tS

Mechelen, 30 novemberWoningkwaliteitOp 30 november kunt u naar het derde van vijf ateliers over intergemeentelijk samenwerken betreffende wonen. Brecht Van Kerckhove, Sum research, geeft het ruimere kader van woningkwa-liteit weer. Nadien neemt IGeMO ons mee de prak-tijk in. In werkgroepen komen de eigen ervaringen aan bod. we zoeken naar knelpunten en hoe die opgelost kunnen worden. In de namiddag maken we kennis met een goede praktijk.

Page 41: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 41

Cultuurcentrum Gent heeft vele huizen

Circa, het Cultuurcentrum Gent, zit niet in een vast gebouw maar positioneert zich als een versterkende speler binnen het bestaande culturele veld. Het ondersteunt andere culturele spelers, treedt op als (co)producent en brengt organisaties en kunstenaars met elkaar in contact zodat ze in een groter geheel tot hun recht komen.

tekst klaartje van der bauwhede beeld stefan vandenabeele, senta kochanek

In 2006 werd het Cultuurcentrum Gent opgericht. Het was zeker in die tijd geen cultuurcentrum in de klas-sieke zin van het woord. Het had en

heeft niet eens een bakstenen gebouw. Voor de oprichting en vooral de speci-fieke werking werd niet over één nacht ijs gegaan. Na ampel afwegen van de mogelijkheden én op advies van de cul-tuurraad koos Gent voor deze specifieke werkvorm. Al heel veel spelers gaven hun eigen invulling aan de basisfuncties van een cultuurcentrum: cultuurspreiding, cultuurparticipatie, gemeenschapsvor-ming of bijzondere aandacht voor cul-turele diversiteit. Huizen als NTGent, Vooruit, Handelsbeurs, maar ook klei-nere huizen en gezelschappen namen de traditionele, cultuurspreidende rol van een cultuurcentrum op zich.

Meteen extra murosEen van de eerste projecten en een mooi voorbeeld van een gezamenlijke pro-ductie was een openluchtconcert van de Vlaamse Opera in het Groene Vallei Park (Brugse Poort). De Vlaamse Opera had weinig ervaring met extra-murosprojec-ten en kon de kennis van zaken van Circa (roepnaam voor Cultuurcentrum Gent) inzetten om het concert te realiseren.

In 2007 kwam ook de vraag van een aantal dansorganisaties en dansscho-

len (Wisper, Polariteit en Danshuis De Ingang) om ‘naar buiten te komen’ met dans in hun buurt, Sint-Amandsberg. Dit resulteerde in Dansen in ’t Park, een driedaagse in een park aan de rand van Gent waar actieve dansbeoefening en de-monstraties centraal staan. Ondertussen is deze dansdriedaagse geëvolueerd naar een echt festival.

Inspelen op vragen De start van Circa ging gepaard met een gespreksronde met grote en kleine cul-tuurhuizen in het Gentse. Inspelen op vragen die er zijn, gebruik maken van mogelijkheden die zich aanbieden, kij-ken hoe Circa binnen een project de juiste partners, kunstenaars en organi-saties met elkaar kan verknopen is nog steeds een constante. Naast de investe-ring in formele netwerken (overlegorga-nen binnen stadsdiensten, stuurgroepen tussen verschillende departementen…) focust Circa op nieuwe ontwikkelingen

in de stad, het blijft op de hoogte van het werk van beginnende kunstenaars, filmmakers, tijdelijke theatercollectie-ven. Ondertussen zijn een aantal for-mats uitgewerkt, zoals Ciné Privé, een filmfestival op locatie waar bekende en minder bekende filmmakers hun werk kunnen tonen en in interactie met het publiek kunnen treden.

Programmatie, locatie en publiek Circa heeft geen eigen huis en heeft van dit gebrek ondertussen zijn sterkte ge-maakt. Na vijf jaar locatiewerking is er veel kennis opgebouwd. Projecten heb-ben steeds op verschillende locaties en in verschillende buurten plaats. Cen-traal staan kwaliteit in de programma-tie en aandacht voor omkadering en sfeer. Er wordt veel aandacht besteed aan het samengaan van programmatie en locatie. Een avond Circa is meer dan enkel kijken naar wat er op het podium gebeurt, je beleeft er ook een gezellige

werkveld cultuurbeleid

“Omdat Circa telkens in een andere buurt terechtkomt, is er veel aandacht voor buurtgerichte communicatie, worden bewoners uitgenodigd om hun huis open te stellen of wordt met organisaties in de buurt een voortraject afgelegd.

Page 42: 2012Lokaal17-18

42 I 1 november 2012 I Lokaal

avond met aandacht voor inkleding, randanimatie en lekker eten en drin-ken. Zo vertrok het Insectenfestival van de fascinatie van Maeterlinck voor in-secten (het project kaderde in het Mae-terlinckjaar). Een geschikte locatie in de Tuin van Kina (natuurmuseum) en een partner bij Natuurpunt waren algauw gevonden.

Omdat Circa telkens in een andere buurt terechtkomt, is er veel aandacht voor buurtgerichte communicatie, wor-den bewoners uitgenodigd om hun huis open te stellen (Ciné Privé) of wordt met organisaties in de buurt een voortraject afgelegd. Zo werd in het kader van het Insectenfestival met kinderen uit ver-schillende organisaties (buitenschoolse kinderopvang, vzw Jong, een klasje…) uit de buurt samen met kunstenaars een cocon gemaakt waar tijdens het festival verhalen over insecten te horen waren.

Een eigen project of een gesprek De taken die Circa opneemt zijn di-vers. Volgens het decreet lokaal cul-tuurbeleid is Circa een cultuurcen-trum, maar bij momenten leunt de werking meer aan bij die van een kun-stencentrum. Zo werkte Circa mee aan een dansvoorstelling DANSdok sa-men met Wisper. Beide partners gin-gen op zoek naar de juiste locatie, volg-den een aantal repetities mee op en ondersteunden de dansvoorstelling productioneel en qua communicatie.

De gerealiseerde projecten zijn wel maar een deel van de werking, nogal wat verkennende gesprekken resulteren niet in een project dat volledig onder-steund wordt door Circa, maar initi-atiefnemers worden wel op weg gezet. Soms wordt er doorverwezen naar an-dere stadsdiensten. Doordat de kanto-

ren van Circa op dezelfde locatie zijn als andere stedelijke diensten zoals de staf van het departement cultuur (met de projectsubsidies) of de cel Zalenver-huur, kan Circa organisaties die aan het begin van een project staan al een heel eind op weg helpen.

Soms wordt enkel advies gegeven, over bijvoorbeeld communicatie, pro-grammatie, productie of logistiek. Dit zijn niet de meest zichtbare acties, maar als organisatie vindt Circa het belang-rijk om andere culturele organisaties, collectieven en kunstenaars de moge-lijkheid te geven hun projecten te rea-liseren en op die manier een stukje bij te dragen tot de culturele rijkdom van Gent.

Blijven evoluerenCirca wil blijven evolueren. Projecten die vijf, zes jaar geleden opgezet werden, zijn ondertussen naar een hoger niveau getild. Het kernidee blijft vaak nog over-eind, maar de uitwerking is flink ver-beterd en mogelijkheden worden beter benut. Zo is Ciné Privé, dat zes jaar ge-

leden startte als een filmfestival in huis-kamers waar filmmakers hun werk voor een klein publiek toonden, geëvolueerd tot een meerdaags filmfestival op locatie waar filmmakers elkaar ontmoeten en waar publiek op afkomt voor de straffe keuze aan kortfilms en documentaires op unieke locaties.

Circa wil graag de vinger aan de pols houden van wat er in een stad gebeurt, op alle vlakken, het wil kijken en inno-veren, in samenwerking met partners.

Klaartje Van der Bauwhede is Circa-

medewerker voor publiekswerking

www.circagent.be, www.facebook.com/circagent, @CircaGent op twitter

“ Circa vindt het belangrijk andere organisaties en kunstenaars via advies de mogelijkheid te geven hun projecten te realiseren en zo bij te dragen tot de culturele rijkdom van Gent.

Een avond Circa is meer dan enkel kijken naar wat er op het podium gebeurt, je beleeft er ook een gezellige avond met aandacht voor inkleding, randanimatie en lekker eten en drinken.

werkveld cultuurbeleid

Page 43: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 43

praktijk

Naar aanleiding van zijn 50-jarig bestaan ontwikkelde IOK Afvalbeheer met de steun van fost Plus de tentoonstel-

ling Materialen in beweging. ‘de focus van deze tentoonstelling ligt op duurzaam materialen-beheer,’ zegt Katleen Mertens, communica-tieverantwoordelijke IOK en IOK Afvalbeheer. ‘Materialen of grondstoffen vormen de rug-gengraat van onze economie, ze zijn de dragers van onze productie- en consumptiepatronen. Grondstoffen zijn natuurlijk niet oneindig en daarom willen we de jongeren van vandaag bewust maken van het belang van recyclage. dankzij de steun van de gemeente Mol en de provincie Antwerpen kan het IOK Afvalbeheer gebruik maken van de tentoonstellingsruimte van het ecocentrum de Goren.’

Interactieve tentoonstelling met moderne technologiede mascotte I-OKA is een recyclagerobot die de leerlingen door de wereld van het afval loodst. In kleine groepjes krijgen ze een tablet-pc mee waarmee ze langs een parcours qr-codes scan-

nen. Via deze qr-codes komen opdrachten, filmpjes of extra informatie tevoorschijn. de leerlingen spelen digitale spelletjes zoals een afvalrace en in de saloon kunnen ze samen met de sheriff de helden van het PMd worden. Bij de digitale sorteerspecialisten Magda en danny kan iedereen zijn sorteerkennis testen. Bij de recyclagevoorbeelden moeten de jongeren de handen uit de mouwen steken en testen ze onder meer of een kurk van natuureik of van plastic gemaakt is. Ze maken ook kennis met de flotatietechniek om kunststoffen van elkaar te scheiden. Op aanvraag kunnen de jonge-ren onder begeleiding van een kunstenaar met oude fietsbanden of plastic flessen aan de slag gaan. ten slotte kunnen ze ook deelnemen aan de onlinewedstrijd waarin klassen van de Kem-pense lagere scholen tegen elkaar kunnen strij-den om een daguitstap naar Bobbejaanland.

de educatieve tentoonstelling loopt nog tot en met 14 april 2013 in het ecocentrum de Goren van Mol en is voor iedereen gratis toegankelijk. inge ruiters

MOL - Op de interactieve tentoonstelling Materialen in beweging van het IOK Afvalbeheer ontdekken leerlingen wat er gebeurt met het afval dat ze thuis sorteren. Op een parcours met qr-codes leren ze over de recyclage van verschillende afvalstromen en ontdekken ze het belang ervan.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Recyclagetentoonstelling prikkelt milieubewustzijn van Kempense leerlingen

IOK

De focus van de tentoonstelling ligt op duurzaam materialenbeheer. Gids is de recyclagerobot I-OKA.

Katleen Mertens, communicatie- verantwoordelijke IOK Afvalbeheer, t 014-56 27 09, [email protected], www.iok.be

Page 44: 2012Lokaal17-18

44 I 1 november 2012 I Lokaal

‘we vinden het belangrijk dat iedereen met geld kan omgaan en weet hoe je schul-den kunt voorkomen. Jong geleerd is oud gedaan en daarom richt het totaalproject schuldpreventie zich ook specifiek tot jon-geren,’ zegt projectcoördinator Siska Van-peteghem. Het project startte op 1 oktober 2010, op initiatief van een werkgroep van mede-werkers van de zeventien OcMw’s uit de westhoek samen met het cAw de Papaver, Jeugd in de westhoek, de welzijnsraad van het arrondissement Ieper en de gebieds-gerichte werking van de provincie. Omdat het als Leaderproject erkend is, worden de acties per doelgroep gefinancierd met de subsidies van het europees fonds voor plat-telandsontwikkeling, boven op de finan-ciering door de zeventien OcMw’s uit de westhoek.

Ludieke acties op grote evenementenMensen met schulden kunnen dikwijls niet terecht bij iemand die ze kennen. Ook dur-ven ze de stap naar advies- of hulpverle-nende instanties niet zetten, of als ze het al doen, doen ze het vaak veel te laat. Met

alle gevolgen van dien. Voor wie zich in een vroeg stadium laat bijstaan, lopen kleine geldproblemen niet noodzakelijk uit de hand. deze boodschap geven de OcMw’s van de westhoek aan het grote publiek, hiervoor gaan ze zelf naar de mensen. Siska Vanpeteghem: ‘Zo proberen we aanwezig te zijn op grote evenementen, eerst met een schuldpreventiemobiel: op kermissen en markten deelde onze budgetmascotte tellertje heel ludiek tips uit over hoe je met geld omgaat. Nu brengt het Ieperse straat-theatergezelschap Kartje Kilo onze bood-schap met de nodige humor: het duo loopt door de massa en spreekt mensen plots aan om een stoeltje op afbetaling te kopen. te-gelijkertijd delen ze folders met bespaartips uit. Het thema wordt zodanig uitvergroot dat de boodschap niet bedreigend over-komt maar wel blijft hangen.’ elke deelne-mende gemeente heeft recht op zo’n gratis optreden.

Theatervoorstelling en Paystation voor jongerenJongeren kennen soms onvoldoende de waarde van geld. Ze vinden het vanzelf-

WESTHOEK – Almaar meer mensen kloppen bij de OCMW’s aan omdat ze hun schulden niet meer kunnen betalen. Hun dossiers worden aldoor complexer terwijl de doelgroep verscheidener wordt want ook tweeverdieners, zelfstandigen en jongeren komen in slechte papieren te zitten. Om te voorkomen dat nog meer mensen schulden opbouwen, ontwikkelden zeventien OCMW’s van de Westhoek Je telt mee, een Leaderproject voor schuldpreventie. Naast preventieve acties voor iedereen en voor jongeren in het bijzonder, organiseren ze opleiding voor maatschappelijk werkers.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Totaalproject schuldpreventie voor iedereen

praktijk

Het Ieperse duo Kartje Kilo loopt door de massa en spreekt mensen plots aan om een stoeltje op afbetaling te kopen.

IOK

Zeventien OcMw’s doen aan het schuldpreventieproject mee: Alveringem, de Panne, diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Koksijde, Kortemark, Langemark-Poelkapelle en Lo-reninge, Mesen, Nieuwpoort, Poperinge, Veurne, Vleteren, wervik en Zonnebeke

Page 45: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 45

sprekend dat ze een i-Phone en een i-Pad hebben. Ook de reclame speelt in op hun consumptiehonger. Het project wil jongeren handiger doen omgaan met geld en hen weerbaarder maken tegen de invloed van media en reclame. ‘Op de middelbare school zit financiële gelet-terdheid in de eindtermen. Met ons edu-catief pakket kan de leerkracht meteen aan de slag. daarnaast bieden we een toneelvoorstelling aan: Target in Pocket Game, een stuk van professionele ac-teurs over steaming, gokken, gamen, cyberpesten, omgaan met geld en schul-den,’ vertelt Siska Vanpeteghem.

Voor de leerlingen van de laatste twee jaren vervangt Paystation de vroegere interactieve en begeleide budgetbeurs over de oorzaken en gevolgen van fi-nanciële problemen. Paystation is een interactief digitaal spel, ontwikkeld in samenwerking met het centrum Infor-matieve Spelen uit Leuven. Hiervoor ontvingen de OcMw’s bijkomende fi-nanciële steun van de Nationale Loterij en van welzijnszorg. Zo leren deze bijna

jongvolwassenen digitaal keuzes maken met een budget. Nadien bespreekt de begeleider de oorzaken van schulden, wijst hij de weg naar de hulpverlening en maakt hij duidelijk dat iedereen in ar-moede terecht kan komen.

Ook voor maatschappelijk werkers de zeventien OcMw’s stellen vast dat cliënten steeds langer bij hen in bud-getbeheer of budgetbegeleiding blijven, omdat ze zich daar veilig, zeker en op hun gemak bij voelen. Nochtans is voor de maatschappelijk werkers de werk-druk ook zo al meer dan hoog genoeg en de tijd zo beperkt dat ze moeite heb-ben om de cliënten zo te begeleiden dat die zelfstandig hun middelen kunnen beheren. Op opleidingsdagen oefenen maatschappelijk werkers in workshops zelf hoe ze hun cliënten met financiële problemen nog beter kunnen begeleiden om het heft weer in handen te nemen. tot nog toe stonden de vormingsdagen in het teken van oplossinggericht wer-ken, budget-hulpverlening, omgaan met druk(te) op het werk.

School en geldVolgend jaar komen de schooldirecties aan de beurt: ‘we willen de directies on-dersteunen zodat ze kostenbesparend leren werken en met onbetaalde school-facturen leren omgaan,’ zegt Siska Van-peteghem. Voor een traject volledig op maat van de secundaire scholen uit de westhoek wordt nu in november in een korte digitale enquête gepeild naar wat de scholen nodig hebben.Het Leaderproject eindigt op 30 sep-tember 2013. Nadien zullen de zeventien OcMw’s uit de westhoek samen met de andere OcMw’s uit de regio Mid-den-west-Vlaanderen en het cAw met subsidies van de Vlaamse overheid pre-ventieve acties blijven ondernemen. Ze ontwikkelden al aanvullende acties bij het project zoals een signaalkaart om ar-moede bij gezinnen sneller op te sporen.inge ruiters

[email protected] t 057-22 90 92

Voor de leerlingen van de laatste twee jaren vervangt Paystation de vroegere interactieve en begeleide budgetbeurs over de oorzaken en gevolgen van financiële problemen.

Lien De Vos, coördinator welzijnsraad arrondissement Ieper, en projectcoördinator

Siska Vanpeteghem ontwikkelden het interactieve, digitale spel Paystation

in samenwerking met het Centrum Informatieve Spelen Leuven. IO

K

IOK

Page 46: 2012Lokaal17-18

46 I 1 november 2012 I Lokaal

werkveld economisch beleid

Platform Centrummanagement brengt retailsector en gemeenten samen Een succesvol kernversterkend winkelbeleid voer je niet alleen. Dialoog en samenwerking met de verschillende marktpartijen zijn essentieel. De VVSG wil de interactie tussen de publieke en de private sector op het vlak van detailhandel stimuleren door de oprichting van een Platform Centrummanagement. tekst bart palmaers

T ijdens de verkiezingscampagne kwam het aan bod: elke partij wil een aantrekkelijk stadscentrum of dito dorpskern. Die aantrekkelijkheid wordt sterk beïnvloed

door de vitaliteit van het lokale winkelapparaat. De laatste ja-ren ondergaat het winkellandschap belangrijke wijzigingen. De economische laagconjunctuur, de vergrijzing maar ook de e-commerce hebben een invloed op de winkelstraten. Vooral de aanloopstraten krijgen het moeilijk, veel panden staan leeg. Stefan Van Rompaey is hoofdredacteur van het gespeciali-seerde Retail Update Magazine: ‘De retail vraagt een herdefi-nitie van bepaalde winkelgebieden. Te veel leegstand leidt tot versnippering. De retailsector wil duidelijke keuzes, met een kleiner maar aantrekkelijk en levensvatbaar winkelgebied.’

Lokale besturen hebben veel hefbomen in handen om de economische leefbaarheid op hun grondgebied te beïnvloe-den. Verschillende besturen stelden daarom een strategisch commercieel plan op. Maar leiden deze plannen en de daaruit volgende ambitieuze maatregelen automatisch tot een divers en rendabel winkelaanbod? Kan de lokale overheid zo op haar een-tje de winkelmarkt beïnvloeden en sturen? Neen, daarvoor is ze te afhankelijk van economische wetmatigheden die op grotere schaal aangestuurd worden. Ze heeft ook de hulp nodig van de verschillende marktpartijen: ontwikkelaars, lokale winkeliers, grote ketenwinkels, vastgoedinvesteerders of makelaars.

CentrummanagementOm de aantrekkingskracht en het economisch functioneren

van een gemeentecentrum te verbeteren werken publieke en private partijen structureel samen in het kader van centrum-management. ‘In Beveren hebben we het centrum stevig op de winkelkaart kunnen zetten,’ zegt Stefaan Provost, centrumma-nager van Beveren. ‘Dat kon alleen maar doordat de handelaars en het gemeentebestuur bereid waren tot een gezamenlijke visie te komen en deze consequent als leidraad te nemen.’ Toch is die samenwerking niet vanzelfsprekend: winkelketens worden na-tionaal of zelfs internationaal aangestuurd, een gemeente kent niet altijd de makelaars die actief zijn op haar grondgebied, grote investeerders in retailvastgoed zijn niet lokaal gehuisvest. Bovendien kan niet elke gemeente met een aanzienlijk winkel-gebied beschikken over een retailexpert.

‘Tijdens een onderhoud met een Vlaamse middelgrote stad over de heraanleg van de belangrijkste winkelstraat dachten we echt dat we op een andere planeet terechtgekomen waren,’ zegt een expansiemanager van een internationale modeketen. ‘De lokale bestuurders zijn duidelijk niet op de hoogte van de evo-luties op het vlak van retail en van de wetmatigheden waaraan onze sector onderhevig is!’ De kans bestaat dat de stad met een gelijkaardig gevoel uit de vergadering kwam.

Naar een dialoogVoor een lokaal bestuur is het noodzakelijk de verzuchtingen van de verschillende marktpartijen tegenover het gemeentelijk beleid te kennen en te weten met welke economische en andere wetmatigheden deze spelers geconfronteerd worden. Zo niet dreigen initiatieven onvoldoende afgestemd te zijn op de be-hoeften of mogelijkheden van deze marktspelers, en dreigt een beleid ineffectief of zelfs contraproductief te zijn.

De VVSG wil met het Platform Centrummanagement (zie kader) bijdragen aan een verbeterde dialoog en samenwerking tussen de gemeentebesturen en de verschillende economische partijen. Net zoals dat in Nederland al tien jaar gebeurt, zul-len gemeenten tijdens de platformbijeenkomsten spreken met lokale en internationale retailers, projectontwikkelaars, lokale vastgoedeigenaren, grote beleggers en winkelcentramanagers. Stefan Van Rompuy weet dat die vraag ook leeft bij de retailers: ‘Ze zoeken naar meer mogelijkheden tot dialoog en samen-werking. Op dit moment bestaan er geen ontmoetingsplaatsen voor beide partijen. We zien daarom een belangrijke rol weg-gelegd voor het Platform Centrummanagement.’

Bart Palmaers is VVSG-stafmedewerker economie

23 novemberStart Platform CentrummanagementMet de steun van het Agentschap Ondernemen start de VVSG met een Platform centrummanagement. Hier kunnen de ge-meenten in dialoog treden met de belangrijkste economische partijen op het vlak van kernversterking en centrummanage-ment. deze dialoog kan samenwerking opleveren. Maar het platform biedt ook een kans voor lokale uitvoerders en beleidsmakers om met elkaar van gedachten te wisselen. Het is onze ambitie om dit platform gaandeweg te laten uit-groeien tot een duurzaam forum van steden én marktpartijen. de startbijeenkomst op 23 november staat in het teken van de samenwerking tussen retail, vastgoed en overheid. [email protected]

Page 47: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 47

waregem heeft zes begraaf-plaatsen met een totale op-pervlakte van 12,5 hectare.

Ze zijn sinds midden oktober volledig gedigitaliseerd. de laatste rustplaats van 15.400 overledenen kan via de ste-delijke website makkelijk worden opge-zocht. dat kan op naam of op jaar van overlijden, en voor één begraafplaats of voor alle zes samen. de opgezochte gegevens kunnen op een A4 worden uitgeprint (zie afbeelding). ‘daar staat alle nodige informatie op,’ verduide-lijkt stadssecretaris Guido de Langhe. ‘de naam en de grafgegevens van de overledene, een liggingsplan van de begraafplaats, een overzichtskaart van de begraafplaats en een detailkaart van de ligging van het graf, het adres en de openingstijden van de begraafplaats, de contactgegevens van de dienst Bur-gerzaken. dat maakt een bezoek aan het graf van een familielid of vriend een stuk makkelijker.’ Ook voor de dienst Burgerzaken is de toepassing zeer bruikbaar. ‘Als iemand aan het loket of via de telefoon een probleem meldt op één van de begraaf-plaatsen - denk aan vandalisme, een zerk die dreigt om te vallen, waterover-last - dan kunnen we zonder problemen de exacte locatie bepalen en voor een oplossing zorgen,’ zegt medewerker Burgerzaken Gretl Peirs. ‘Aan elk graf zijn ook gegevens gekoppeld die niet voor het publiek toegankelijk zijn maar die ons werk wel vergemakkelijken. Als een concessie binnenkort vervalt bij-

voorbeeld, weten we meteen wie we moeten contacteren met de vraag of die verlengd moet worden.’

Ter plaatsede realisatie is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de dien-sten Burgerzaken, Ict en GIS. de dienst Burgerzaken stond in voor het verza-melen van alle data van de overledenen die op de zes begraafplaatsen rusten. Gretl Peirs: ‘Voor mensen die recent overleden, ging dat vlot. Voor oudere graven vroeg dat veel werk. Het was soms echt puzzelen met verschillende oude documenten om volledige gege-vens te verkrijgen. Zeker voor mensen die overleden voor de invoering van het rijksregister in de jaren zeventig, zijn we vaak ter plaatse gaan kijken.’

de dienst GIS zorgde voor de visuali-satie van de begraafplaatsen. ‘Voor de Barakke en den Olm hebben we samengewerkt met een landmeter,’ zegt Mieke ryckoort. ‘Voor de andere vier begraafplaatsen hebben we lucht-foto’s gebruikt voor de grote structuur en zijn we daarna ter plaatse gegaan om de tekening te verfijnen.’ elk graf kreeg vervolgens een uniek nummer en dat werd door de dienst Ict gekop-peld aan de data van de dienst Burger-zaken. david Vanlancker: ‘wij filteren er de gegevens uit die voor het publiek toegankelijk moeten zijn. die bezorgen we samen met de koppeling aan de GIS-kaart aan Leiedal, de intercommunale die onze website beheert en de webap-plicatie ontwikkelde. eén maal per week worden de gegevens die op de website komen automatisch geüpdatet.’

Veel bezoekerseind oktober 2010 was de Barakke de eerste gedigitaliseerde begraafplaats, begin april 2011 volgde Schoendale, half juni 2011 Sint-eloois-Vijve en halfweg oktober 2012 de overige drie kerkhoven. de toepassing is bijzonder gebruiks-vriendelijk, het bijgevoegde kaartje is visueel af. Het verklaart ook het (rela-tief) grote succes van de toepassing. In 2011 waren er voor drie begraafplaatsen 3300 bezoekers, waarvan 2500 unieke. In de periode rond 1 en 2 november wa-ren er tientallen bezoekers per dag.bart van moerkerke

www.waregem.be/begraafplaats

praktijk

WAREGEM - Wie de laatste rustplaats van Briek Schotte zoekt, hoeft op de website van de stad Waregem maar de naam van de Flandrien in te tikken. De bezoeker komt meteen op de begraafplaats De Barakke terecht en ziet op een overzichtelijk kaartje de exacte plaats van het graf. De stad Waregem rondde zopas een project af waarbij ze haar zes begraafplaatsen volledig digitaal toegankelijk heeft gemaakt.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Begraafplaats Waregem De BarakkeDeerlijkseweg 52, 8790 WaregemOpeningstijden:op werkdagen (van april tot en met september): van 9.00u. tot 19.00u.op zon- en feestdagen (van oktober tot en met maart): van 9.00u. tot 17.00u.speciale regeling voor 31 oktober, 1 november en 2 november: van 8.00u. tot 17.00u.

Dienst burgerlijke standT 056 62 12 49F 056 62 12 [email protected]

Naam: Schotte Begraven: grafVoornaam: Alberic (Briek) Perk: 3

Rij: 4Datum overlijden: 04/04/2004 Nummer: 47

Detailkaart Overzichtskaart

Liggingsplan Begraafplaats Waregem De Barakke

Gemeenteplein 28790 Waregemwww.waregem.be

T 056 62 12 11F 056 62 12 [email protected]

Openingstijden: ma - woe - do van 8.30u. tot 12.00u. en van 13.00u. tot 17.00u.di van 8.30u. tot 12.00u. en van 13.00u. tot 18.30u.vr van 8.30u. tot 12.30u.eerste zaterdag van de maand: van 9.00u. tot 12.00u.

Waar vind ik het graf van Briek Schotte?

IOK

Page 48: 2012Lokaal17-18

48 I 1 november 2012 I Lokaal

Al een hele maand voor Allerzielen en Al-lerheiligen zijn de grafmakers in elk van de zeven begraafplaatsen actief, ze bren-gen samen met de groendienst alles in orde want tegen begin november moet het er piekfijn uitzien. We krijgen dan veel mensen op bezoek. Het is ons moment de gloire, alles staat vol bloemen, de begraaf-plaatsen zijn dan op hun mooist. Voor de grafmakers is dat de bevestiging van hun dagelijkse dienstverlening. Soms krijgen we in die periode bezoekers die het graf niet terugvinden omdat de concessie is verstreken. De concessiehouders worden wel keurig op tijd verwittigd maar ook dan zijn er soms toch nabestaanden niet van op de hoogte.

De grafmakers maken de putten, ze vul-len ze op, ze vangen de rouwende op, ze

zijn het luisterende oor. Als zij het niet kunnen oplossen, komen de bezoekers bij mij terecht. Klachten worden soms ook gemeld via de klantendienst van de stad, dan ga ik onderzoeken hoe de vork aan de steel zit, en zorg ik voor de opvolging.

We werken volgens de principes van har-monisch park- en groenbeheer. In 2009 zijn we radicaal gestopt met het gebruik van pesticiden. Ondertussen zien de be-graafplaatsen er veel natuurlijker uit, het gras is hoger, er zijn meer wilde bloemen, terwijl het gras vroeger tot op de milli-meter was geschoren, de hagen tot op de centimeter waren gesnoeid en de wandel-paden waren doodgespoten. Die bruuske overgang werd niet direct aanvaard. We hebben er ook eerst de eigen medewerkers van moeten overtuigen. Voor de oudere

bezoekers lag het lang moeilijk, dat komt ook door de dubbele wetgeving: de stad mag geen pesticiden gebruiken terwijl de mensen het zelf wel mogen. Omdat de personeelsinzet gelijk is gebleven, zoeken we nog naar de beste technieken om alles zo schoon mogelijk te houden. Het is niet eenvoudig, maar wel gezonder voor ons, en voor de bezoeker. Daarvan proberen we de mensen te overtuigen. We wijzen hen er ook op hoe sterk de biodiversiteit is toegenomen. Op de oude begraafplaats Tereken, een pareltje in de stad, groeien nu veel meer plantensoorten, zelfs wilde orchideeën komen tevoorschijn. Nadat jarenlang alles er werd doodgespoten, herpakt de natuur zich al. Dat appreci-eren de bezoekers wel. Door de gezonde evolutie heeft sociale-economiebedrijf Jomi er sinds vorig jaar bijenkorven gezet

Wie alleen begin november eens een graf bezoekt, heeft het misschien niet in de gaten, maar begraafplaatsen zijn de afgelopen jaren sterk veranderd. In Sint-Niklaas is het meest sprekende bewijs misschien wel dat de stad als relatiegeschenk biologische honing aanbiedt die afkomstig is van bijenkorven op de oude begraafplaats Tereken. Carla Rogiers kent de zeven begraafplaatsen van de stad, elk met hun specifieke sfeer, en heeft ook direct contact met de bezoekers.

tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

‘ Dit is ons moment de gloire’

werkveld de frontlijners Carla Rogiers

Page 49: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 49

met een serieuze biologische honingoogst die de stad al als relatiegeschenk heeft gebruikt. Ze maakten er ook natuurlij-ke kunstinstallaties. In Tereken was dat voor de oudere bezoekers even slikken, maar nu maken ze integraal deel uit van de begraafplaats. We hebben ook goed gecommuniceerd: over het opzet van de werken en met welke materialen ze wa-ren gemaakt.

Mijn kantoor is op Heimolen, de grootste en jongste begraafplaats van Sint-Niklaas. Daar zijn er ook kunstvoorwerpen van Jomi, maar ook het crematorium is een waar kunstwerk in een natuurlijke om-geving. In totaal telt Sint-Niklaas zeven begraafplaatsen, die van de deelgemeen-ten zijn kleiner en iets traditioneler, ook qua onderhoud.

Na de hoogdagen van begin november wordt het rustiger op de begraafplaatsen, behalve dan tijdens de Europese Week van de Begraafplaatsen, die minder ge-linkt is aan het rouwproces en de dood. Die Week vindt altijd eind mei/begin juni plaats wanneer de natuur in bloei staat. Met wandelingen, tentoonstellingen en poëzieavonden zetten we dan de schoon-heid van het funerair erfgoed te midden van de natuur en de rust en stilte van de begraafplaatsen in de kijker. Dit jaar had-den we biodiversiteitswandelingen voor de kleinere schoolkinderen uit de buurt. Volgend jaar komt er een openluchtten-toonstelling van de stedelijke academie – alles altijd met volledig respect voor de overledenen. Zo wordt het voor veel men-sen aanvaardbaarder om van dit prachtige kader te genieten.

‘We werken volgens de principes van harmonisch park- en groenbeheer. Nadat jarenlang alles werd doodgespoten, herpakt de natuur zich al. Dat appreciëren de bezoekers wel.’

Page 50: 2012Lokaal17-18

50 I 1 november 2012 I Lokaal

Rechtspositiebesluiten personeel lokale besturen veranderd

Op vrijdag 28 september heeft de Vlaamse regering twee besluiten over de rechtspositieregeling van het gemeente-, provincie- en OCMW-personeel gewijzigd.

Het gaat om procedurele vereenvoudigingen, wijzigingen aan de selectieprocedures en diverse andere wijzigingen zoals de regeling voor bloedgift, een verplichte fietsvergoeding en een nieuwe functionele loopbaan voor de begeleiders van de buiten-schoolse kinderopvang bij gemeenten. Over dit besluit wordt nu advies ingewonnen bij de Raad van State. Daarna moet de Vlaamse regering de wijzigingen definitief goedkeuren alvorens ze gepubliceerd kunnen worden in het Belgisch Staatsblad. Voor de budgetopmaak van 2013 heeft de Vlaamse regering al begro-tingsinstructies voor 2013 opgesteld. Meer informatie vindt u

in de rondzendbrief van het Agentschap Binnenlands Bestuur. De instructies met betrekking tot personeelsaangelegenhe-den handelen onder meer over de algemene evolutie van de personeelsuitgaven, de verhoging van de pensioenbijdrage voor vastbenoemde personeelsleden en de tweede pensioenpijler voor contractanten. Daarnaast besteedt de rondzendbrief ook aandacht aan extra personeelsuitgaven in uitvoering van het sectoraal akkoord 2008-2013 (zoals de verhoging van de einde-jaarstoelage met 100 euro). [email protected] en [email protected]

geregeld wetmatig

Vlabest adviseert regioscreeningIn uitvoering van het Witboek Interne Staatshervorming wordt momenteel op basis van een uniforme methodiek een gebiedsdekkende regioscreening in Vlaanderen uitgevoerd. De eerste fase, de inventaris van de verschillende samenwerkingsverbanden waarin de gemeenten participeren, is ondertus-sen afgerond. In totaal nemen de 308 Vlaamse gemeenten deel aan 2228 sa-menwerkingsverbanden.

De Vlaamse Adviesraad voor Bestuurs-zaken (Vlabest) gaf vorige week een advies over de voortgang van dit dossier. Zo vraagt Vlabest om het datamateri-aal uit te zuiveren en het debat over de regioscreening uit de negatieve sfeer te halen waarin het door het gebruik van termen zoals verrommeling, bestuurlijke drukte, bestuurskrachtprobleem terecht-gekomen is. De voortgang mag ook niet vrijblijvend zijn. Als onderdelen van de verdere ontwikkeling ziet Vlabest het starten van proeftuinen, de aanpassing van de kaderregelgeving (zoals een de-

creet intergemeentelijke samenwerking), het schuiven met taken en bevoegdhe-den tussen schalen, verder bestuurs-krachtonderzoek en het aanbieden van ondersteuning en procesbegeleiding van lokale besturen. Tot slot vindt Vlabest dat er een toetsingskader opgesteld moet worden. Een evaluatie en weging van de samenwerkingsverbanden vol-gens een aantal criteria is noodzakelijk. Dit denkkader moet immers dienen om op lokaal en regionaal niveau aan de slag te gaan en acties te [email protected]

dA

NIe

L G

eer

Aer

tSS

tefA

N d

ew

IcK

ere

Page 51: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 51

Geen vennootschapsbelasting op intercommunales

De VVSG verzet zich tegen de mogelijke onderwerping van de intercommunales aan de vennootschapsbelasting. Dat idee zou binnen regeringskringen circuleren als mogelijkheid om het gat in de federale begroting voor 2013 dicht te rijden.

De federale regering moet op zoek naar enkele miljarden om de begroting 2013 rond te krijgen. In een brief roept de VVSG, samen met de Brusselse en Waalse zusterorganisaties VSGB en UVCW, de eerste minister en de partijen van de federale regering op om af te zien van een dergelijke maatregel. De intercommunales, intergemeentelijke structuren die gemeentelijke aangele-genheden organiseren, zijn immers niet

over een zelfde kam te scheren als de vennootschappen. Ontvangsten van intercommunales worden namelijk her-besteed in overheidsdiensten. Dit kan via de storting van een dividend aan de deelnemende gemeenten of via de her-investering van de winst in infrastructu-ren en de ontwikkeling van de dienst-verlening ten behoeve van de bevolking en de ondernemingen. Intercommuna-les zijn een belangrijke pijler van het

lokale niveau, het bestuursniveau dat instaat voor bijna de helft van de over-heidsinvesteringen in België. Bijzonder noodzakelijke investeringen wanneer de economische motor dreigt te sputteren. Lokale besturen belasten om federale overheidstekorten te vermijden vindt de VVSG dan ook bijzonder [email protected]

Gf

Uw advertenties in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

inlevering personeelsadvertenties voor: Lokaal 20 (16 tot 31 december 2012) - 27 november 2012 Lokaal 1 (1 tot 31 januari 2013) - 10 december 2012

informatie

Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43, [email protected]

Page 52: 2012Lokaal17-18

52 I 1 november 2012 I Lokaal

geregeld wetmatig agenda

studiedagen Gent 8 novemberMechelen 6 december Basisvorming: De wet van 2 april 1965Vorming voor beginnende maatschappelijk werkers en OcMw-juristen of medewerkers die voor het eerst met deze wet in contact komen.www.vvsg.be (kalender)

Brussel 13 novemberJeugd, sport, cultuur en erfgoed: een ambitieuze vrijetijdscocktail Studiedag over het vrijetijdsbeleid in de gemeentelijke meerjarenplanning voor professionals uit het gemeentelijk sport-, jeugd-, cultuur- en cultureel-erf-goedbeleid. www.vvsg.be (kalender)

Vlaanderen van 19 november tot 30 januariGemeenteraadslid: straks aan de slagdrie introductiesessies voor nieuwe en herverkozen gemeenteraadsleden op 20 locaties gespreid over heel Vlaanderen. www.vvsg.be (kalender)

Leuven 19 en 26 novemberWerkgelegenheidsmaatregelen in lokale besturen: aan de slag!Studiedag voor personeelsverantwoordelij-ken, personeelsdiensten en secretarissen.www.vvsg.be (kalender)

Amsterdam 19 novemberVerbinden van Duurzame Stedencongres voor wetenschappers en professionals uit bestuur en beleid, bedrijfsleven en maatschappelijke sectoren om kennis over duurzame innovatie uit te wisselen.www.nicis.nl (wat doen wij, Verspreiding, Bijeenkomsten, Overzicht)

Brussel, 20 novemberMeerlagige bestuurscontext en europeanisering van het Vlaamse, provinciale en lokale bestuursniveauStartsessie over de impact van de europese besluitvorming op het Vlaamse, provinciale en lokale niveau (top-down) en over de invloed van Vlaamse besturen op de voor hen relevante besluitvorming (bottom-up). www.vlabest.be

Gent 22 novemberInspiratiedag voor dienstverantwoordelijken Voorstelling van het evaluatie-instrument en zeven workshops voor onthaalouders. www.vvsg.be (kalender)

Brussel 22 novemberImpulsbeleid gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking en BBC Vorming voor ambtenaren en schepenen ontwikkelingssamenwerking, geïnteres-seerde vrijwilligers van de gemeentelijke raden voor ontwikkelingssamenwerking (GrOS).www.vvsg.be (kalender)

Mechelen 27 novemberCommunicatie voor kansarme doelgroepenVorming voor personeelsleden van gemeente en OcMw die bij de werking van het sociaal huis betrokken zijn, over systematische communicatie en over de aanmaak van communicatieproducten.www.vvsg.be (kalender)

opleidingenDrongen, vanaf 18 novemberTraining schriftelijke communicatietraining voor maatschappelijk werkers en administratief medewerkers in de sociale dienst om teksten helder, nauwkeurig en bondig te formuleren en een passende toon te kiezen. www.vvsg.be (kalender)

Leuven 20 november

Duurzaam HRM- en diversiteitsbeleidPeggy de Prins, academic director duurzaam HrM Antwerp Management School, toont u het verschil tussen een gewoon goed en een duurzaam Hr-beleid. Op deze inspiratiedag biedt diverscity u eveneens een palet van goede Hr-praktijken. www.vvsg.be (kalender)

Chaos dreigt voor pensioenen mandatarisVorig jaar keurde de nieuwe federale regering te elfder ure een ingrijpende pensioenhervorming (Inforumnummer 261883, art. 85 e.v.) goed. Daarin zat ook een belangrijke hervorming voor lokale mandatarissen, in het bijzonder de (minder gunstige) berekening van het pensioen opgebouwd als manda-taris. Onlangs kwam ons echter ter ore dat ook de pensioenleeftijd voor lokale mandatarissen zou zijn aange-past. Na herhaalde lezing van de wet-tekst en diverse telefoontjes met de PDOS en het kabinet Van Quickenbor-ne bleek dat de verstrenging van de regels voor vervroegd pensioen voor overheidspersoneel (deels?) ook van toepassing zou zijn op lokale man-datarissen (en op parlementsleden trouwens). Helaas werd de basiswet-geving (Pensioenwet mandatarissen van 8 december 1976, Inforumnummer 23098) op dat punt niet aangepast en werd dit noch vooraf met de VVSG doorgesproken noch achteraf gecom-municeerd. Nog erger is dat niemand de gevolgen van de hervorming schijnt te kunnen inschatten, onder andere wat de berekening van het aantal dienstjaren betreft. Om aan te drin-gen op snelle duidelijkheid (de hervor-ming gaat in op 1 januari 2013!) heeft de VVSG een brief naar de minister van Pensioenen gestuurd. Overigens valt deze hervorming samen met de start van de nieuwe legislatuur, zodat veel mandatarissen nu met vragen over hun pensioen kunnen zitten. [email protected]

Ste

fAN

de

wIc

Ker

e

Page 53: 2012Lokaal17-18

Lokaal I 1 november 2012 I 53

Brussel 12 decemberWetswijzigingen gemeentelijke administratieve sanctiesInfosessie over nakende wetswijzigingen met praktische tips en modellen voor sanc-tionerend ambtenaren, gemeentesecreta-rissen en korpschefs van lokale politie.www.vvsg.be (kalender)

evenementenTurnhout 10 en 11 novemberFestival van de Creativiteit Stadsfestival in het teken van creativiteit met een mix van innovatie binnen bedrijven, creatieve industrie en de links tussen beide.www.flandersdc.be/nl (evenementen)

Hasselt 21 november en 6 decemberTorhout 27 november en 11 decemberGent 29 november en 18 decemberGeel 4 en 13 decemberLeuven 5 en 19 decemberHervormingen in de pensioenwetgevingtweedaagse informatiesessie voor secretarissen, personeelsverantwoorde-lijken en medewerkers van gemeenten en OcMw’s.www.vvsg.be (kalender)

Borgerhout 24 novemberOntmoetingsdag GezondheidszorgInitiatief van 4de-pijlersteunpunt over toegankelijkheid van zorg en internatio-nale samenwerking.www.4depijler.be (kalender)

Gent 4 decemberDienstverlening en klantgericht werkenSeminarie voor verantwoordelijken van een sociaal huis die de klantgerichtheid van het lokaal bestuur willen verbeteren.www.vvsg.be (kalender)

Brussel 11 decemberDe stem van ouderen vertegenwoordigd in de meerjarenplanningInteractieve vorming voor coördinatoren ouderenbeleid en seniorenconsulenten.www.vvsg.be (kalender)

Brussel 3 decemberInformatiesessie installatie nieuwe beleids-organen lokale politiewe doorlopen samen met beleids-medewerkers van de lokale politiezones en gemeenten stap per stap de instal-latieprocedure. daarbij lichten we de mogelijke scenario’s toe en reiken we u praktische tips en modellen aan. www.vvsg.be (kalender)

Kortenberg 27 november

De meerjarenplanning van gemeente en OCMW participatief opmakenPraktijkvoorbeelden van hoe inwoners betrokken worden bij de langetermijnontwik-

keling van hun stad of gemeente, staan centraal op deze inspiratiedag. we gaan na welke aspecten en methoden bruikbaar zijn voor de opmaak van het nieuwe meerjarenplan en laten u proeven van mogelijke scenario’s. www.vvsg.be (kalender)

de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt een

diensthoofd organisatie opleiding & consulting m/v.

• Je geeft leiding aan een team dat de logistieke organisatie verzorgt van opleidingen en studiedagen voor jaarlijks ca. 12.000 bestuurders en medewerkers van het lokale bestuur

• Je versterkt de efficiëntie en de kwaliteit door werkprocessen te verbeteren en een scherper beleid te ontwikkelen in verband met prijzen, locaties, communicatie, evaluaties, facturatie en kostenstructuur

• Je organiseert de communicatie en marketing van opleidingen en studiedagen.

• Je beschikt over een diploma van master of je hebt gelijkwaardige kennis door ervaring • Je hebt minimaal drie jaar werkervaring als leidinggevende• Je hebt minimaal drie jaar werkervaring, bij voorkeur in de sector van evenementen en

opleidingen• Je bent een communicatie- en marketingdeskundige• Je hebt een rijbewijs en beschikt over een auto• Je hebt een grondige kennis van Office, Sharepoint, crM en aanverwante informatica-

toepassingen

FUNCTIE

PROFIEL

Meer informatie over de inhoud van de functie krijg je bij Jan Van Alsenoy, directeur beweging, T 0498 12 34 64 [email protected]

ONS AANBODEen functie in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan. Een voltijds contract van onbepaalde duur, aangepast loonpakket en soepele werkregeling.

INTERESSE?Sollicitatie met cv en motivatiebrief stuur je tot 15 november 2012 per e-mail aan [email protected]

Page 54: 2012Lokaal17-18

54 I 1 november 2012 I Lokaal

‘Het is weer voorbij, die mooie campagne.’ Gerard Cox zingt het wel niet, maar wellicht komt dat doordat hij dood is. Want een mooie campagne, dat was het. Onvergetelijk hoe Janssens in zijn P-magazine met de billen bloot ging. Die van een an-der, maar toch. Zelden werd de titel ‘burgervader’ treffender geïllustreerd. ‘Uit de doeken’ was het thema en vreemd genoeg werd dat door geen enkele moslima opgepikt. Te fijnzinnig? Ook de voorspelling van Google dat De Wever zou winnen werd door nie-mand doorprikt als nau-welijks verholen bedrijfsre-clame. Nochtans werd het bericht geïllustreerd met het gezicht van de verdach-te waarop alleen nog de let-ters ‘GGLE’ ontbraken.

We zullen ze missen, de nationale aandacht voor de lokale politiek. Of moeten we zeggen: voor Antwer-pen? Dat er buiten de Koe-kenstad ook verkiezingen werden gehouden, drong maar bij momenten door. Dan ging het over Gent bijvoorbeeld, waar het leek te gaan over de vraag of er nog plaats is voor de Roma in de schaapstal. Of over Brussel, waarover iedereen om de beurt mocht komen klagen dat er te veel gemeenteraden zijn. Terwijl er volgens burgemeester Thielemans toch vooral te veel burgers zijn.

Oké, misschien moeten we onze stelling wat nuanceren. Er was wél veel nationale aandacht voor de lokale politiek. Zelfs voor die buiten Antwerpen. Maar dan vooral voor de natio-nale dimensie in de lokale politiek: pakt Bart De Wever na de uitzendklus in Antwerpen zijn droombaan aan het Martela-renplein? Het Vlaams Belang riep dan wel op om ‘veilig te stemmen’, de enigen die echt op veilig speelden waren de me-dia (die, de taalteloorgang valt niet meer te negeren, nu zelfs door een journalist van De Standaard op de radio als ‘de me-dia’s’ werden aangeduid). Ver van de bekende paden gingen ze weer niet. De grote steden werden bekeken met een nationale bril. En als dat dreigde te gaan vervelen werd er wat drukinkt besteed aan de centrumsteden. Voor die gelegenheid ontdekte men de Stadsmonitor, helaas zonder de kennis om de gegevens correct te interpreteren, waardoor ‘de analyse’ bleef steken in ranglijstjes zonder context.

Daarbuiten was het huilen met de pet op. Of beter: meehui-len met Jan met de Pet. Over lokale politiek, zo leek het wel, kan alleen maar worden bericht op een meesmuilend toontje dat de vox populi bevestigt in haar vooroordeel: lokaal beleid

is per definitie folklore en gaat uitsluitend over trivia als put-ten in de weg en de openingsuren van loketten. Het gaat over de botsing van ego’s en heeft met de echte politiek, de botsing van ideologieën en grote ideeën, niets van doen. Dus kregen we faits divers over lijsttrekkers die zichzelf degradeerden tot lijst-rekkers, eeneiige tweelingen die alleen in breedvoerigheid verschilden, oudste en jongste kandidaten, de onvermijde-

lijke BV’s, de domste huis-tuin-en-keuken-filmpjes van de lokale lijsten zelf (want toegegeven, de grens tussen ‘lokaal’ en ‘loco’ is soms wel flinterdun). De reportages over de lokale verkiezingen hadden dus in het beste geval een hoog ‘Man bijt hond’-ge-halte, in het slechtste, bij ge-brek aan inspiratie, een hoog ‘Hond bijt man’-gehalte.

Of we Ivan De Vadders De Vragende Partij dan niet schromelijk over het hoofd zien? Nee, want ook dat was geen poging tot duiding. Zoals Nikolas Cloet, docent

bestuurskunde én lokaal partijvoorzitter, terecht opmerkte: ‘Initiatieven als De Vragende Partij missen een referentiekader. Ze vragen om ideeën, maar niet om een verstandige afweging tussen die ideeën.’ En al even terecht voegde hij eraan toe: ‘De taak van de media is niet zelf inspraak- en participatieproces-sen op het getouw te zetten, wel de bestaande participatiepro-cessen kritisch te evalueren.’ Die moeten gericht zijn op een permanente dialoog met de bevolking, wat alleen kan als ook die burger zich duurzaam engageert. Zo niet kom je terecht in een spervuur van losse flodders.

Dat was dan ook precies waarin we terechtkwamen: een spervuur van losse flodders. Want ja, het was inderdaad al-lemaal maar om te spelen en om te lachen. Je kan er hooguit over discussiëren of het zonde van de zendtijd was of Zonde van de Zendtijd. Maar er werd ook niemand gewond, zij het misschien hier of daar wel iemand besmeurd.

Het is weer voorbij, de nationale aandacht voor de lokale politiek. Als het niet méér is dan wat we gezien hebben, moe-ten we er dus niet eens rouwig om zijn. Nog eventjes zal het gaan over de coalities die zijn gesmeed en over wie waar bur-gemeester wordt. Daarna wordt het weer zes jaar stil, alsof er geen lokale politiek bestaat.

Dat is jammer voor de democratie. En jammer voor de me-dia zelf. Ze hebben niet eens een vermoeden welke pracht-kluif ze laten liggen.

Het is weer voorbij

beel

d k

ar

oli

en v

an

der

sta

ppen

column Pieter Bos

Page 55: 2012Lokaal17-18

Dexia Bank België NV (Belfius Bank NV vanaf 11/06/2012), Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCCBEBB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – FSMA nr. 19649 A.

De Beleids- en beheerscyclus (BBC): een ingrijpende verandering. Belfius denkt met u mee.

Op 1 januari 2013 stappen 173 lokale overheden in de pilootfase van de Beleids- en beheerscyclus (BBC). Uiterlijk op 1 januari 2014 moeten alle Vlaamse lokale besturen dit proces hebben opgestart. Een ingrijpende verandering, waarbij u op Belfius Bank kunt rekenen voor een aangepaste en efficiënte dienstverlening.

Belfius anticipeert op deze veranderingen.Als nieuw systeem voor de inhoudelijke en financiële planning, budgettering, bedrijfsvoering, rapportering en evaluatie, houdt de BBC heel wat praktische gevolgen in voor de Vlaamse gemeenten, OCMW’s, provincies en hun autonome bedrijven en verenigingen. De invoering ervan wordt dan ook al lang voorbereid, waarbij de besturen kunnen steunen op de expertise van verschillende part-ners.

Wat het financiële luik betreft, kunt u vanzelfsprekend rekenen op Belfius Bank. Wij stemmen onze financiële dienstverlening immers volledig af op de manier van werken van de lokale besturen en op de geldende regelgeving. Wij overleggen hierover ook systematisch met de sector. Zo krijgen wij een duidelijk beeld van de uitdagingen waarmee u geconfronteerd wordt en van de problematiek waarmee u te maken krijgt, samen met uw behoeftes aan ondersteuning. Belfius denkt met u mee. En reikt u de geschikte oplossingen aan, mét kennis van zaken.

Welke ondersteuning mag u van ons verwachten?De BBC wijzigt niet alleen uw manier van werken, maar ook uw wijze van rapporteren. Om nauwkeurig en ef-ficiënt te rapporteren heeft u echter informatie nodig die zowel inhoudelijk als kwalitatief aan uw wensen voldoet en die aangepast is aan het nieuwe financiële referentie-kader.

Wilt u weten hoe wij u kunnen ondersteunen bij de invoering van de BBC?Neem gerust contact op met uw relatiebeheerder.

Daarom past Belfius Bank zijn service aan:→ de volledige kredietrapportering herneemt vanaf nu

alle boekhoudkundige informatie die u vanuit de BBC nodig heeft voor een doeltreffende opvolging van uw kredietportefeuille;

→ alle rekeningafschriften, gecodeerde dagafschriften (CODA) en elektronische rapportering via onze PaPyRus-service, passen volledig binnen het reglementaire kader van de BBC;

→ voor onze speciale formules zoals Immo Line, de aanleg van pensioenreserves, de investeringen in warmte-krachtkoppeling … stellen we aangepaste boekhoud-schema’s ter beschikking die u de nodige ondersteu-ning bieden bij de boekhoudkundige verwerking van verrichtingen;

→ we bundelen alle noodzakelijke informatie over de bancaire toepassingen in verband met de BBC in één volledig en gedetailleerd dossier, dat u op elk moment kunt raadplegen via BelfiusWeb en PubliLink.

We zijn er voor u.Belfius Bank volgt het traject van de BBC al sinds het begin en heeft de nodige aanpassingen uitgevoerd om het bancaire luik van de omschakeling zo eenvoudig en efficiënt mogelijk te maken.

U maakt gebruik van onze aangepaste dienstverlening wanneer u er klaar voor bent. U vindt alle informatie in het specifieke BBC-dossier op BelfiusWeb en PubliLink. Ook uw relatiebeheerder staat volledig te uwer beschik-king voor een toelichting over onze diensten en voor een individuele begeleiding bij de implementatie ervan in uw financiële organisatie.

1210_xxxx_BELFIUS_PUBLI_ok.indd 1 12/10/12 09:45

Page 56: 2012Lokaal17-18

EEN INFRAXBOUWTEAM IN JOUW BUURT? BEL ONZE INFOLIJN OP 078 35 30 20 OF KIJK OP WWW.BOUWTEAMS.BE

INFRAXBOUWTEAMS Slim bouwen of ver-bouwen levert je heel wat op. Elke maand een fl inke besparing op je energiefactuur bijvoorbeeld. Maar ook een gezonder en comfortabeler huis. De InfraxBouwTeams leren je alles over duurzame materialen en nieuwstetechnieken. Zo maak je gegarandeerd de beste keuzes bij je bouwproject. Wil je meer weten over bouwstijlen en woonconcepten, dan is er het ‘Programma van de Bouwheer’, een leerrijke inleiding op de InfraxBouwTeams.

Infrax_Advertentie_BouwTeams_210x297.indd 1 12/09/12 09:02