View
2
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Minor Sustainable building technology
Cursus:
ONDERZOEK DUURZAME ONTWIKKELING
Modulecode: IGO ODO 01
Modulehouder: AJ Karssenberg
Publicatiedatum: september 2017
Studiejaar: 2017-2018
Studielast: 3 ects / 84 uur
Opleiding: IGO-Bouwkunde
Verbonden lectoraat: sustainable building technology
MINOR SUS
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 2
INHOUDSOPGAVE
1. Onderwijs inhoud ............................................................................................................................................................... 4
1.1. Context en opbouw ................................................................................................................................................... 4
1.2. Doel ............................................................................................................................................................................... 5
1.3. Kennisgestuurd........................................................................................................................................................... 5
1.4. Opdracht ...................................................................................................................................................................... 6
2. Werkwijze en ondersteuning ......................................................................................................................................... 10
2.1. Lesprogramma ......................................................................................................................................................... 10
2.2. Begeleiding en werkvorm ....................................................................................................................................... 11
2.3. Literatuur e.d............................................................................................................................................................. 11
2.4. Uitvoering opdrachten ............................................................................................................................................ 11
3. Beoordeling........................................................................................................................................................................ 11
3.1. Beoordelingsprocedure .......................................................................................................................................... 11
3.2. Herkansingsregeling ................................................................................................................................................ 12
3.3. Fraude & Plagiaat ..................................................................................................................................................... 13
4. Organisatie ......................................................................................................................................................................... 13
4.1. Module-informatie ................................................................................................................................................... 13
4.2. Studiebelasting ......................................................................................................................................................... 13
4.3. Werkafspraken .......................................................................................................................................................... 14
4.4. Inleverdata ................................................................................................................................................................. 14
4.5. Klachten ...................................................................................................................................................................... 14
5. Verantwoording, Competenties en Niveau ................................................................................................................ 15
Modulesamenvatting
Modulecode: IGO ODO 01
Naam: Onderzoek duurzame ontwikkeling
Studiepunten: 3
Modulehouder: Arjan Karssenberg (karaj)
Doel: Opdoen van onderzoeksvaardigheden in de context van duurzame ontwikkelingen
Competenties: Analyseren van duurzame ontwikklingen, beargumenteerd standpunten innemen en
verdedigen, verbeelden van informatie
Inhoud: De opdracht gaat om het in kaart brengen van en beoordelen van een duurzame
ontwikkeling. De student wordt gevraagd te werken van groot naar klein, van grog
naar specifiek. Het resultaat is een magazine waarin duidelijk wordt wat de
ontwikkeling is, en waarom deze en in welke mate deze duurzaam is
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 4
Onderwijs inhoud
1.1. Context en opbouw
DE MINOR
Duurzaamheid is een essentieel onderdeel van de bouwkunde. Het staat aan de basis van ruimtelijke ordening,
architectuur, bouwtechniek, constructies, gebouwinstallaties en de uitvoering. In de minor worden concepten
ontwikkeld voor integraal bouwkundige, installatietechnische en constructieve oplossingen. We zoeken naar
manieren om gebouwen meer leefbaar, milieubewust, energiezuinig, herbruikbaar, zelfvoorzienend of
energieleverend te maken. Daarbij wordt aandacht besteed aan de bijzondere detaillering met duurzame
materialen, noodzakelijk voor de realisering van de extreem duurzame concepten. Gezocht wordt naar
oplossingen met circulaire grondstoffen, zowel voor water en energie als voor bouwmaterialen. Projecten
worden in ateliers uitgevoerd (soms als pressure cookers) op het gebied van innovatieve concepten voor
nieuwbouw, herstructurering, renovatie en herbestemming. Ook is er een internationaal project, waarbij in
andere maatschappelijke en klimatologische omstandigheden innovatieve oplossingen ontwikkeld moeten
worden.
BREDER VERBAND
Binnen de minor DBO leren toekomstige bouwtechnici, installatietechnici, bouwfysici en duurzaamheidadviseurs
integrale adviezen op te stellen en deze vervolgens bouwtechnisch uit te werken. Ook leren ze duurzaamheid te
integreren en wordt hun kennis verruimd naar verwante vakgebieden. Dit wordt versterkt door het projectmatig
werken aan de projecten.
JOUW EIGENSCHAPPEN
Een brede blik en creatief kunnen nadenken over je eigen vak. Inventief en gevoelig voor wat anderen willen en
ook voor wat je zelf wilt bereiken. Samenwerken, bruggen slaan als er verschillen van inzicht zijn, standpunten
helder onder woorden en in beeld kunnen brengen. Je weet dat andere disciplines voor de ontwikkeling van de
bouwtechniek van belang zijn en weet daarvan zinvol gebruik te maken. Samenwerken en met anderen je
doelen weten te bereiken is belangrijk.
OPBOUW EN EERSTE KWARTAAL
De minor bestaat uit twee kwartalen. Zowel het eerste als het tweede kwartaal bestaat uit drie cursussen en 2
projecten. De cursussen worden op maandag en dinsdag gegeven en vragen ruim 2 dagen totale studietijd. De
projecten voornamelijk op donderdag en vrijdag en vragen ook ruim 2 dagen totale studietijd. Het eerste
kwartaal bestaat uit de cursussen introductie sustainability (SUSa, 3ECTS), duurzame installaties en bouwfysica
(INS, 2ECTS) en onderzoek duurzame ontwikkeling (ODO, 3ECTS). De projecten worden na elkaar gegeven, zodat
je altijd maar aan 1 project tegelijk werkt. Het eerste project duurt 6 weken (PR1, 4 ECTS) , gevolgd door project 2
(PR2, 3 ECTS).
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 5
DE CURSUS ONDERZOEK DUURZAME ONTWIKKELING (ODO)
In deze cursus wordt een casus op duurzame aspecten onderzocht: welke partijen zijn erbij betrokken; wat zijn
hun duurzame belangen, doelen en middelen en wat is hun mening. Vervolgens wordt een persoonlijke stelling
met pros en contra’s verdedigd en een essay geschreven.
1.2. Doel
Je onderzoekt een ruimtelijke casus op duurzame aspecten. Welke actoren zijn bij de casus betrokken, wat zijn
hun duurzame belangen, doelen en middelen en waarom hebben ze een bepaalde mening over de casus. Je
bepaalt je eigen positie t.o.v. de casus en formuleert uiteindelijk je eigen mening in een persoonlijke stelling. De
stelling verdedig je in een persoonlijk essay.
Het doel van de cursus en de opdrachten is het leren analyseren en wetenschappelijk beschrijven van een
technisch maatschappelijk vraagstuk in relatie tot duurzame ontwikkeling en duurzaam bouwen.
Je leert een onderzoeksvraag wetenschappelijk te benaderen. Ook leer je verbanden te leggen door te
analyseren. En je leert stelling te nemen t.o.v. een probleem in een casus en die te onderbouwen of te
weerleggen in een essay. Ook bij de training AFP en bij het afstuderen worden deze principes weer gebruikt.
1.3. Kennisgestuurd
STUDIE
Het studie-onderdeel bestaat uit het bestuderen van de behandelde stof in de colleges, samen met de
opgegeven literatuur en artikelen. Van al de colleges en artikelen worden door alle groepen zelfgemaakte
verslagen gemaakt, die onderdeel vormen van een magazine.
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 6
CURSUS
De cursus bestaat uit korte hoor- en begeleide werkcolleges op de maandagen met als onderwerpen: duurzame
ontwikkeling, conceptueel model en theoretisch model.
AFSLUITING
De cursus zal afgerond worden met het inleveren van een essay (als onderdeel van het magazine).
1.4. Opdracht
In de opdracht wordt een casus behandeld, waarbij verschillende duurzaamheidsaspecten aan de orde komen.
Je ontleedt de casus en komt zo tot een kernaspect m.b.t. duurzaamheid, dat volgens jou de casus
karakteriseert. Aan de hand van dit kernaspect wordt het onderzoek uitgebreid naar varianten en alternatieven
buiten de casus. Afsluitend zul je aan het eind op basis van jullie onderzoek een stelling formuleren en een eigen
standpunt innemen t.o.v. het onderzocht duurzaamheidsaspect.
De opdracht is in wekelijkse deelopdrachten geknipt om een goed gestructureerde aanpak te bevorderen. Niet
te min zul je vaak bij een latere opdracht ook nog eens terugstappen naar eerder geschreven delen en
eventuele verdieping of door voortschrijdend inzicht wijzingen aan brengen aan het reeds “afgesloten” deel.
Omschrijving van de 19 deelopdrachten
1. zoektermen
Bedenk met je groep wat je binnen je casus gaat onderzoeken. Leg het onderwerp vast en ontleed dit in
zoektermen. Bedenk zoektermen die het vinden van informatie vergemakkelijken. Als je hiermee gaat zoeken,
kom je andere relevante zoektermen tegen. Gebruik die ook weer. Met de zoektermen kan je de literatuurlijst
maken van opdracht 2 (zie voorbeeld zoektermenlijst en artikel van Ewout Sanders over zoektermen op internet
op de site).
2. literatuurlijst (doorlopend tot afronding magazine)
Als je in teksten informatie uit bronnen gebruikt, hou je dit bij in een literatuurlijst en nummer je de bronnen.
Gedurende de cursus zal je deze lijst steeds aanvullen met nieuwe gevonden bronnen zoals boeken, artikelen,
websites enz. Om het debat tussen actoren te vinden zoek je ook in kranten, gemeenteraadstukken en
opiniestukken. Begin met dit document (de literatuurlijst), en vul het steeds aan.
3. actoren
Zoek alle betrokken partijen (actoren) bij je casus en noteer zoveel mogelijk gegevens van de actoren die je bij
een bron gevonden hebt, zoals hun doelen en belangen bij de casus. Je zal overlappende en conflicterende
belangen bij verschillende actoren vinden. Dit geeft het debat aan binnen je casus. Actoren zijn bijvoorbeeld een
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 7
producent, gebruiker, regelgever, adviseur, onderzoeker of pressiegroepen. Omschrijf de betrokkenheid van
elke actor bij de casus in 100 woorden. Maak alvast een afspraak voor het interview van opdracht 10. Met een
belangrijke actor.
4. onderzoeksvraag
Elke casus heeft een eigen problematiek, die jullie zelf definiëren.
Je gaat de problematiek van de casus samen vatten in een niet-normatieve onderzoeksvraag. Deze vraagstelling
is het begin van jullie verdere onderzoek. Je bepaalt waar het onderzoek zich op richt.
Stel de onderzoeksvraag niet te algemeen, daardoor wordt het te omvangrijk voor 1 onderzoek. Bij de casus zijn
verschillende actoren betrokken die ieder een verschillende mening kunnen hebben over het onderwerp. Een
normatieve vraag is bijv: ‘Ís het wenselijk dat windenergie op grote schaal door het Ministerie van infrastructuur
en milieu wordt gesubsidieerd in Nederlandse woonwijken?’
Deze vraag zal door verschillende actoren verschillend worden beantwoord en is niet objectief, dus niet te
beantwoorden met onderzoek. Stel je onderzoeksvraag ook niet te vaag en niet als een definitievraag zoals: ‘Hoe
kan je energie opwekken met wind?’.
5. afbakening
Maak een inhoudelijke beschrijving van het onderzoeksgebied van de casus in maximaal 500 woorden. Waar
gaat het technisch en maatschappelijk om? Welke aspecten zijn er gevonden in relatie tot duurzame
ontwikkeling? Welke problematiek heb je gevonden in de casus? Gebruik alle gevonden informatie en beschrijf
over wat voor soort project het gaat, waar de casus zich bevindt, wat is de schaal, wat zijn de actoren enz.
6. beschrijving geschiedenis
Beschrijf de geschiedenis van de casus en van de techniek of het model in 200 woorden en maak een tijdsbalk.
Wanneer, waarom en door wie is het initiatief genomen en wanneer werden de andere actoren betrokken?
Wanneer is de techniek of het model ontwikkeld en welke ontwikkeling heeft het doorgemaakt.
7. actoren beschrijven
Beschrijf alle gevonden actoren met hun belangen, doelen en middelen in relatie tot de casus in maximaal 50
woorden per actor. Beschrijf hun duurzaamheidsbelangen aan de hand van People, Planet, Prosperity. Ben zo
exact mogelijk, noem geen categorie maar een concreet handelende organisatie, groep of persoon.
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 8
8. actorendebat
Beschrijf de kern van het debat dat wordt gevoerd tussen de actoren in relatie tot de casus in max. 500
woorden. Het debat ontstaat door de verschillende belangen, doelen en middelen van de actoren.
9. duurzaamheidsdriehoek actoren
Maak een duurzaamheidsdriehoek (people, planet, prosperity) en plaats daarin alle actoren.
10. interview
Je zal later als ingenieur de verantwoordelijkheid hebben opgaven op een zo duurzaam mogelijke manier op te
lossen. Zoek een ingenieur in je actoren die een belangrijke rol heeft gespeeld in de casus. Vraag om een
interview, stel vragen op, bespreek ze met je docent, neem 1:1 het interview af en schrijf een verslag van max.
500 woorden. Laat het verslag goedkeuren door de geïnterviewde.
11. beschrijving concept
Je casus is nu gedestilleerd tot zijn kernaspect: een duurzaamheidsconcept. Omschrijf dit concept in 200
woorden. Het concept gaat over modellen of technieken en het doel dat daarmee bereikt wordt in relatie tot de
onderzoeksvraag. Omschrijf ook welke actoren er verbonden zijn met de doelstelling en de techniek of het
model en hoe ze hierbij hun eigen doelstelling en machtsmiddelen gebruiken.
12. kosten en baten
Omschrijf de kosten en baten van het concept in 500 woorden. Denk hierbij ook aan maatschappelijke kosten
zoals milieuschade.
13. varianten en alternatieven
Omschrijf 5 varianten en 5 alternatieven binnen of voor het concept, in elk 50 woorden. Varianten zijn (kleine)
variaties binnen de techniek of het model van het concept. Alternatieven zijn technieken of modellen die ook
toegepast kunnen worden om hetzelfde doel te bereiken. Beschrijf de varianten en alternatieven met hun
specifieke eigenschappen in relatie tot de casus.
14. criteria
Om keuzes te kunnen maken moeten mogelijke oplossingen met elkaar kunnen worden vergeleken. Dit doe je
aan de hand van criteria. Omschrijf drie duurzaamheidcriteria en drie algemene criteria in elk 50 woorden. De
criteria moeten van belang zijn voor de actoren en het concept. De duurzaamheidcriteria passen binnen de PPP-
driehoek. Maatschappelijk criterium (people) bijv: gezondheid, welzijn, veiligheid of sociale samenhang.
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 9
Welvaartscriteria (prosperity) bijv: betaalbaarheid, eerlijkheid (transparantie in winst of winstbejag). Natuur en
milieu criteria (planet) bijv: materiaal, energie of water.
15. vergelijking
Maak een tabel van het concept, de varianten en alternatieven en beoordeel ze aan de hand van de 6 criteria.
Geef daarbij een toelichting op de beoordeling in 200 woorden. Het concept is de “nul-variant”, alle criteria
scoren daar nul. De varianten en alternatieven worden ten opzichte van deze nul-variant als “beter” of “minder”
(of eventueel neutraal) beoordeeld.
16. effecten
Beschrijf de effecten op de ruimte en in de tijd van de varianten en alternatieven in elk 100 woorden. Denk aan
hier en nu en aan daar en later. Kijk ook naar verschillende schaalniveaus zodat je kan zien of oplossingen wel
echt duurzaam zijn. En kijk of problemen worden afgewenteld in tijd; verplaatst naar toekomstige generaties.
17. persoonlijke stelling
Formuleer een persoonlijke stelling, bestaande uit wie (de actor), wat (de handeling), waar (de plaats van
handelen), wanneer (afgebakende periode) en waarom (de oplossingsrichting) die aansluit op het kernaspect
van de casus. Door het maken van het magazine, ben je een expert geworden over de duurzame kwaliteiten van
de casus. Jou mening over de casus verwerk je in de stelling waarbij je meteen nadenkt over de duurzame
oplossingsrichting. Je presenteert en verdedigt je stelling in week 7 aan de hand van een poster (A2).
18. pro- en contra- argumenten
Formuleer drie pro- en drie contra- argumenten voor je stelling en beschrijf ze elk in 100 woorden. Zo
onderbouw je je stelling en neem je tegenstanders alvast de wind uit de zeilen.
19. essay met bronnen
Stel een overtuigend essay van max. 2000 woorden met ondersteunende afbeeldingen op, waarin je je stelling
goed verdedigd. Onderstreep je stelling en de gebruikte pro- en contra-argumenten. Start met een duidelijke
inleiding en eindig met een overtuigende conclusie.
Dit stuk is niet neutraal informerend maar draagt juist een mening uit. Schrijf een opiniërend stuk en gebruik de
gehele analyse van je magazine om je persoonlijke stellingname te ondersteunen. Je stuk moet passen in de
zaterdag-opinie-bijlage van een betrouwbaar dagblad. Denk aan de voetnoten met (wetenschappelijke)
bronvermelding. De essays zijn opgenomen in het magazine.
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 10
2. Werkwijze en ondersteuning
2.1. Lesprogramma
Zie voor de opdrachten ook 2.4. Uitvoering opdrachten. Deelname aan de cursus is verplicht. Voor afwezigheid
zie 4.3. Werkafspraken.
LESWEEK COLLEGE BEGELEIDING OPDRACHTEN STUDIE
WEEK 1 Inleiding Duurzame Ontwikkeling
PPP, dubo, durable of sustainable,
gebouwde omgeving,
maatschappij.
Inlezen:
zoektermen, vergelijkbare casussen (onder)zoeken en
literatuurlijst opstellen.
artikelen
casus
WEEK 2 Uitleg magazine en opdrachten Vliegende start:
actoren, onderzoeksvraag, en afbakenen.
Donderdag inleveren 1 t/m 5 in magazine
artikelen
casus
WEEK 3 Bronvermelding en plagiaat
Uitleg opdrachten
Situatieschets:
geschiedenis van de casus, actoren beschrijven,
actorendebat, duurzaamheidsdriehoek actoren
Donderdag inleveren 6 t/m 9 in magazine
artikelen
casus
WEEK 4 Uitleg opdrachten Conceptueel model:
interview, beschrijving concept, kosten/baten,
varianten/alternatieven.
Donderdag inleveren 10 t/m 13 in magazine
artikelen
casus
WEEK 5 Uitleg opdrachten Test/toets adhv geschiedenis/toekomst:
criteria en vergelijking, effecten op tijd en ruimte.
Donderdag inleveren 14 t/m 16 in magazine
artikelen
casus
WEEK 6 Go/nogo groepswerk
Uitleg stellingen, argumenten en
essay
Theoretisch kader:
persoonlijke stelling met pro’s en contra’s,
concept poster
artikelen
casus
WEEK 7 Posterpresentatie stellingen met
argumenten
Theoretisch kader:
essay met bronnen.
artikelen
casus
WEEK 8 ---- (intro Aruba-week) Essay
WEEK 9 ---- (Aruba-week)
WEEK 10 ---- (Aruba-week)
Week 11 Inleveren Essay Essay
Week 12 Beoordeling en feedback Toelichting herkansingsopdracht als van toepassing
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 11
2.2. Begeleiding en werkvorm
De lessen van 3 lesuren van 50 minuten vinden wekelijks plaats. De les start met een hoorcollege van ca. een
half uur aan de hele groep. Daarna wordt in een groep van ca. 4 tot 8 studenten per docent de gemaakte en de
te maken opdrachten besproken. Tijdens de wekelijkse lessen is de docent beschikbaar voor begeleiding van de
opdrachten. Hiervoor ligt het initiatief bij de studenten.
Er worden in totaal 3 groepjes gevormd die elk een casus krijgen om te onderzoeken. De opdrachten worden in
magazine-vorm samengesteld.
2.3. Literatuur e.d.
Verplichte literatuur
Opgegeven artikelen tijdens colleges
Leermiddelen
Modulewijzer
2.4. Uitvoering opdrachten
De opdrachten worden in magazine-vorm samengesteld en steeds ingeleverd op donderdagen aan de docent.
De opmaak van het magazine is vrij. De opbouw van het magazine is niet gebonden aan de volgorde van de
opdrachten. Maak een goede mix van afbeeldingen en tekst. Denk aan de bronvermeldingen en de literatuurlijst.
Na de go/nogo van het groepswerk in week 6 start het individuele werk, je werkt binnen de groep individueel
aan de stelling en het essay. Het essay wordt gebaseerd op informatie uit het casusonderzoek en wordt
opgenomen in het magazine.
3. Beoordeling
3.1. Beoordelingsprocedure
De beoordeling vindt plaats aan de hand van twee onderdelen (magazine en essay). Op basis van deze twee
onderdelen wordt volgens onderstaande verdeling het eindcijfer bepaald. Bij een eindresultaat van een 5,5 of
hoger voor het totaal worden 3 ects toegekend. Het is niet mogelijk voor onderdelen deel ects te behalen.
OPDRACHTEN
Het magazine met de opdrachten 1 t/m 16 wordt na inlevering in week 6 beoordeeld. De beoordeling heeft
betrekking op de volgende onderdelen:
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 12
alle opdrachten zijn gemaakt en in het magazine verwerkt;
het magazine is beoordeelbaar, volledig en leesbaar;
er is onderbouwing dmv een correcte bronvermelding van teksten en afbeeldingen;
de rapportage is professioneel.
Alleen nadat in week 6 het magazine met een ‘go’ is beoordeeld, kan aan het individuele deel begonnen worden
(opdracht 17 t/m 19).
ESSAY
Opdracht 17 t/m 19 wordt individueel gemaakt en in het magazine gevoegd.
EINDCIJFER
Het eindcijfer, op basis waarvan de studiepunten worden toegekend, wordt bepaald door de verdeling:
het essay: 60%;
de opdrachten in het magazine: 40%.
Het eindcijfer is 2 lesweken na het inleveren van het werk bekend.
Randvoorwaarden beoordeling
Er bestaat aanwezigheidsplicht voor de student. Zie 4.3. Werkafspraken;
De docent zal in de verslaglegging reageren op de taalvaardigheid (grammatica en spelling) van de student.
Indien nodig zal bijscholing worden opgelegd.
3.2. Herkansingsregeling
Herkansing
Wanneer het magazine (groepswerk) geen ‘go’ krijgt in week 6 kan de module niet afgemaakt worden. Alleen na
een ‘go’ voor het groepswerk kan aan opdracht 17 t/m19 begonnen worden. Herkansing zal bij de feedback-les
in week 12 worden besproken. De herkansingsopdracht zal 2 weken na de beoordeling moeten worden
ingeleverd.
Becijfering van de module vindt uiterlijk plaats in week 2 van het 2e kwartaal. Op dat moment is ook bekend wie
in aanmerking komt voor een herkansing en wanneer die gereed moet zijn. Dit wordt bekend gemaakt tijdens de
feedback-bijeenkomst in week 12. Het behaalde cijfer wordt ingeleverd op het bedrijfsbureau en verwerkt in
Osiris.
De herkansing wordt zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen 10 werkdagen beoordeeld. Resultaten worden
bekend gemaakt in Osiris.
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 13
3.3. Fraude & Plagiaat
Het plegen van fraude en plagiaat is niet toegestaan. Bij constatering van fraude en/of plagiaat wordt de
Examencommissie IGO geïnformeerd. Voor meer informatie zie de hogeschoolgids IGO artikel 9.5.
N.B. Onder plagiaat verstaat het instituut: het overnemen van teksten zonder correcte bronvermelding. Fraude
is als de student tijdens of na een toets de inhoudelijke beoordeling op onrechtmatige wijze probeert te
beïnvloeden. Onder fraude wordt eveneens verstaan als de student een andere student in de gelegenheid stelt
onderdelen van zijn of haar werk over te nemen.
4. Organisatie
4.1. Module-informatie
Modulecode : IGO ODO 01
Modulenaam : Onderzoek duurzame ontwikkeling
Minor : Sustainable Building Technology
Aantal studiepunten : 3 ECTS
Contacturen : 3 lesuren per week.
Onderwijsperiode : 1e kwartaal vierde studiejaar
Modulehouder : Arjan Karssenberg
Docent : Remco Looman
4.2. Studiebelasting
Studenttaken (opdrachten, magazine en essay) 3 ECTS
3 ECTS = 3 x 28 uur = 84 per student = 10 uur/week
Project: Verplichte bijeenkomsten (8 x 150 min) 20
Opdrachten en magazine 7 uur/week (6 x 7 uur) 42
Schrijven essay 22
Totaal 84
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 14
4.3. Werkafspraken
De colleges en begeleiding van 3 lesuren van 50 minuten vinden wekelijks plaats. Aanwezigheid van 90% is
verplicht. Studenten die meer dan 1 dagdeel ongeoorloofd afwezig zijn tekenen zich hierbij automatisch uit, en
zullen de cursus in zijn geheel moeten overdoen. Afwezigheid altijd vooraf bij docent melden.
Alleen tijdens de go/nogo bijeenkomst van week 6 en de feedback-bijeenkomst in week 12 wordt het werk
beoordeeld en worden er afspraken gemaakt over de herkansingen.
Opdrachten dienen conform 4.4. inleverdata te worden ingeleverd.
Bij iedere bijeenkomst dien je alle voorgaande gemaakte opdrachten (magazine) mee te nemen.
Elke week dient voor de lessen de opgegeven literatuur doorgenomen te zijn en daarvan samenvattingen
gemaakt.
4.4. Inleverdata
Wk Product Op te leveren:
2 Magazine met opdr. 1t/m 5 Donderdag week 2
3 Magazine met opdr. 1 t/m 9 Donderdag week 3
4 Magazine met opdr. 1 t/m 14 Donderdag week 4
5 Magazine met opdr. 1 t/m 16 Donderdag week 5
7 Posterpresentatie stellingen met argumenten (individueel) Les, maandag week 7
11 Magazine met alle opdrachten en essays Ntb week 11
Te laat inleveren sluit je uit van de beoordeling.
4.5. Klachten
Het Instituut voor de Gebouwde Omgeving hanteert het reglement klachtenregeling. Deze klachtenregeling is
verwoord in de bijlage van de Hogeschoolgids van het Instituut IGO.
Is er een klacht over een tentamen of examen dan dient de student de klacht eerst te bespreken met de
uitvoerende docent en modulehouder/onderwijsmanager. Leidt die bespreking niet tot een oplossing, dan
bestaat de mogelijkheid in beroep te gaan bij de Examencommissie IGO (zie hiervoor artikel 3 van het reglement
klachtenregeling).
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 15
Het beroepschrift dient geadresseerd te zijn aan de voorzitter van de examencommissie en wordt ingeleverd bij
het Bedrijfsbureau IGO.
5. Verantwoording, Competenties en Niveau
De carrière van een duurzaam integraal bouwtechnicus kan zich afspelen op alle vlakken van de bouwkunde,
binnen alle disciplines van de bouw. Dat kan zijn binnen de organisatie van een architectenbureau in de vorm
van projectleider, de technische en organisatorische spil bij de uitwerking en vertaling naar de uitvoering van
een architectonisch ontwerp, of als duurzaamheidsexpert van een raadgevend ingenieursbureau of van een
bouwbedrijf. Maar ook bij duurzaamheids-adviseurs kan men ingezet worden om integrale duurzaamheidsscans
voor projecten uit te voeren en innovatieve oplossingen aan te dragen. Juist de combinatie van kennis op het
gebied van bouwtechniek en integrale duurzaamheid maakt je een gewilde en bijzondere specialist!
In deze module wordt gewerkt op het vlak van meerdere competenties, op het niveau3 zoals omschreven in het
Competentieprofiel Bouwkunde.
minor Sustainable Building Technology - cursus Onderzoek Duurzame Ontwikkeling
blad 16
Bijlage I. Studielastnormering
Studielastnormering (ects)
Alleen de gearceerde vakken invullen
Betreft: ONDERZOEK DUURZAME ONTWIKKELING
aantal weken aantal lesuren van 50 minuten klokuren
Lesuren 7 2 12
Zelfstudie (hieronder ook 'onderzoek en experiment' bij het kunstonderwijs te verstaan)
Leestijd aantal pagina's
5 3 per uur 1
10 6 per uur 2
15 10 per uur 2
Presentaties 4
Overlegtijd
Uitzoektijd
Niet ingeroosterde lestijd
Toetsen voorbereiden 2
toets 2
nabespreking 2
Werkstuk, verslag, rapport, scriptie (hieronder ook 'productie/uitvoering' van het kunstonderwijs te verstaan)
uitzoeken 24
overleggen 16
schrijven 16
Stage, Praktijkopdracht voorbereiding
aanwezigheid
overleg
Subtotaal in klokuren 82
Ruis 5% 4,1
Totaal in klokuren 85,8
Totaal in studiepunten (ects) hier alleen veelvouden van 28 uur 3
Bijlage II. Toetsmatrijs
Competenties Leerdoelen Bewijslast
7.2 Kan verschillende onderzoeksmethoden
toepassen om een logische oplossingsrichting te
formuleren en kan een onderzoeksopzet
opstellen.
9.1 Sturing van processen om doelen te
realiseren
Stuurt het proces effectief aan en schakelt waar
nodig tijdig ondersteuning of hulp in om de
doelen te realiseren in een complexe context.
9.3 Zet zich pro-actief in om het ambitieniveau
voor zichzelf en de studie te halen en neemt
waar mogelijk het initiatief om in een
complexere context buiten de bestaande kaders
te denken.
1. Leren maken van een systematische analyse van de
huidige en de gewenste situatie en vastleggen in een
probleemdefinitie en bijbehorende
onderzoeksvragen.
2. Maken van een passende onderzoeksmethode voor
de juiste vraag
3. Informatie vaardig worden
4. Schrijven van een advies op gebied van duurzame
ontwikkelingen
5. Het leren aansturen van In het onderzoeksproces
- Een magazine met een effectieve structuur en
schrijfstijl. Dit verslag omvat een probleemdefinitie,
onderzoeksvragen, onderzoeksaanpak, een correcte
interpretatie van de gegevensverzameling en een
onderbouwde oplossing waarvan de haalbaarheid
aangetoond wordt middels een implementatie. De
conclusie en aanbeveling omvat een heldere en valide
onderbouwing.
- Een beoordeling van de opdrachtgever op de
professionele houding waarmee de student aan het
onderzoek werkt. Hierin is hij/zij zelfstandig, betrokken
en weet vaardigheden goed in te zetten.
- Een presentatie met een logische structuur en inhoud
die ondersteund wordt door goed ingezette
audiovisuele middelen. De presentatie is boeiend en
duidelijk.
- Een verdediging waarin de student adequaat vragen
beantwoordt en daarmee aantoont dat hij het
onderwerp beheerst en kritisch is geweest ten aanzien
van zijn eigen onderzoek. De student doet dit op een
professionele manier waarbij hij met het onderzoek
een bijdrage heeft geleverd aan de verdere
professionalisering van de beroepspraktijk.
Recommended